Ga direct naar de content

Jrg. 24, editie 1209

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 1 1939

1 MAART 1939

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economisch-,Stati*stiesche

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

24
E
JAARGANG

.
WOENSDAG 1 MAART 1939.

.

. No. 1209

COMMISSIE’ VAN REJACTJE:

1

(.VI.fl

AP1TA Al..
EN
WlSCl MARICT

P. Lief tinck; N. J. Polak; J. Tinbergen; F. de Vries en

H. M. H. A. van der Valk (Redacteur-Secretaris).

M. F. J. Gooi – Adjunct -secretaris

Redactie-adres: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam-West.
Aangeteekende stukken: Bijk’zntoor Ruigeplaatweg.

Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8468.

Advertenties voorpagina f 0,50 per regel. Andere pagi-

na’s .f 0,40 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens

tarief. Administratie van abonnementen en advertenties:

Nijgh & van Ditmar N.1T., Uitgevars, Rotterdam, Am-

sterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-rekening

No. 145192. –

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in

Nederland f 16,—. Abonnementsprijs Economisch-Statis-

tisch Maandbericht f 5,— per jaar. Beide organen samen

f 20,— per jaar. Buitenland en Koloniën resp. f 18,—.

f 6,— en f 23,— per jaar. Losse nummers 50 cent. Dona-

teurs en leden van het Nederlandsch Economisch Instituut

ontvangen het weekblad en het 3[aandberic1t gratis en

genieten een reductie op de verdere publicaties.

lNHOUD
BIz.
Bouwspaarkassen in Nederland door
Dr. Ir. H. G. van

Bensekoni

………………………………..
166

Het voedingsvraagstuk door
Dr. ir. M. D. Di»

……
16

Tarieveitregeling en verkeerscoiirdinatie dooi-
J. P. B.

Tissotvan Patot

…………………………..
169

Rijksw’erkverschafflng door
Mcjer de Vries
.
……….
171

De Amsterdamsche Zee- en luchthaven in
1938 ……
175

Middenstand

vooruit door eigen kracht doot
J4r. F.

W
.
L. cle Beaufort ……………………………
178

AANTEEKENfNOEN:

De veelhooldige leiding van

het bankwezen in
4
de

Vereenigde

Staten ……………………….
179

MAANDOIJFERS:

Gecombineerde Maandstaat van de

Nederlandsche

en Nederlandsch-Indische Grootbanken……….
180

De Zichtbare suikervoorraden
in
de wereld …….
181

Statistieken:
Groothandeisprijzen
…………………………………

182-183
Geldkoersen-Wisselknersen-Banksta,en
……………….
181,
184

01) de internationale wisseliiarkteu was in de ver-
slagweek de Gulden de valuta, clie het, meest de aan-
clac:ht trolc. Onze munt stond bi ‘ ii voortduring onder
vrij krachtigen drulc, zooclat Dollars, die in den aan-
vang der w’eelc nog tegen 1.86% verhandeld wei-den,
geleidelijk zijn opgeloopn tot boven cle 1.58, terwijl
in het begin van cle nieuwe week zelfs een korten tijd
lang 1.88% gold. De oorzaken van het groote Guldens-
aanbod van der. jong-sten tijd zijf. vele. Daar is het
t,ransfer van het provenu der laatste leoning Bataaf-
sche, ‘daar is de Icapitaalverplaatsing uit politieke
overwegingen, en daar is tenslotte de verschuiving in
cle commercieele deviezenvraag, die door de recente
koersbeweging is uitgelolct. Veel belangrijker dan de oorzaken van het overschot aan aanbod van. Guldens
is echter het feit, dat het Egalisatiefonds
Op
dat aan-
bod heeft gereageerd niet een voortdurende verhoo-
ging van. den afgifteprijs van Dollars. Zooals ook
destijds hij het Pond Sterling het geval was, blijkt uit cle politiek van onze monetaire autoriteiten, dat men
een verlaging van den Guidenkoers wenschelijk acht.
Men hoeft daarbij geenszins zoo ver te gaan om te stellen, dat de autoriteiten de daling hebben uitge-
lokt, maar bij de gegeven situatie is er nauwelijks
verschil tusschen uitlokken of toelaten. Imm.ers, nu de
goudbeweging als ni veileerende factor is uitgescha-
keld, is het verloop van elke valuta, omdat er immers
altijd wel een periode van surp.lusaanbocl is, geheel
afhankelijk van den opzet der monetaire politiek.
Blijkbaar wil men, nu het Pond in zijn daling tot
stilstand is gekomen, een aanpassing tot stand bren-
g-en.. Dit neemt natuurlijk niet weg, dat in deze markt nog steeds schommelingen voorkwamen, maar de ten-
dens bleef omlaag gericht, vooral omdat, toen men
eenmaal de politiek van het Egalisatiefonds realiseer-
de, dit steeds nieuw aanbod van Guldens uitiokte ook
voor commercieele doeleinden, terwijl tenslotte na-
tuurlijk ook de speculatie in de markt werd gelokt,
wat blijkt uit de termijn.noteeringeu. Voor maands-
Ponde.n is onder den druic van het Guideri.saan.hod het
disagio geheel verdwenen en voor driemaands is het
belangrijk verm in derd.
Do Doilzir-Poudenverhoudi ng onderging heel wei-
nig wijziging, zoodat het Pond hier het verloop van de Doilarnoteering volgde. De Pondenkoers toonde
nog een fractioneelgrootere stijging, omdat onder den
drulc van Dollaraan.hod te Londen uit Amsterdam, de
Dollar aldaar een kleinigheid moest prijsgeven.
Behalve de Gulden stond ook de Belga onder di-uk
in verband niet de politieke problemen daar te lande.
De daling was door de goudafgiften van de Banque
Nationale natchrljk geringer dan bij den Gulden,
maar nien neemt aan, dat omvangrijke bedragen goud
moesten worden verscheept om het aanbod van Belga’s
op te nemen.
De gel!dma.rkt vertoont practisch geen wijziging, de
heleggingsmarkt evenmin, hoewel toch de stemming
eerder gedrukt genoemd moest worden. De waarne-
ming, dat te Londen de kapitaalmarkt een gestadigen,
zij het uiterst langzaam stijgenden, rentevoot aantoont,
is wellicht niet heelem.aal vreemd aan dit verloop,
hoewel men zich moet realiseeren, dat de verhouding
kapitaaivraag-aanbod bij ons zeer belangrijk verschilt
van die in Engeland.

S,-

166

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Maart 1939

BOUWSPAARKASSEN IN NEDERLAND.

Het bouwsparen, dat in Duitschiand en Zwitser-
land zulk een groote verbreiding heeft gekregen,
vond cle laatste jaren ook zijn weg naar Nederland.
Deze ontwikkeling is echter van den alierlaatsten
tijd. De grootste der thans bestaande kassen begon

eerst in 1934 haar bedrijf.
Deze kas en ook een paar kleinere volgen evenals
aanvankelijk in Duitschiand en Zwitserland gebruike-
lijk was, het rentelooze stelsel.
De spaarders verrichten maandelijksehe stortingen,

waarvoor geen rente wordt vergoed. Voorts zijn zij
entreegeld, toewijzingsprovisie en eventueel een stor

ting in het reservefonds verschuldigd. Wanneer zij
aan de beurt zijn voor toewijzing, ontvangen zij het
aangevraagde bedrag als hypotheek. Dit bedrag, dat

renteloos wordt verstrekt, wordt gedurende een aantal
jaren in maaudeljksche termijnen afgelost. Deze ster-
tingen kunnen aanmerkelijk hooger zijn dan de aan-
vankelijke spaarstortingen, omdat de spaarder dan
zijn eigen huis bewoont en dus geen huur meer be-

hoeft te betalen.

Neemt men als voorbeeld een verlangde hypotheek
van
f 5000,
dan bedraagt de maandelijksche stor-
ting als regel
f 10. Zou de spaarder dit bedrag zelf moeten bijeenbrengen, dan zou hij bij een rente van

3 pCt. ruim
27
jaar en renteloos ruim 40 jaar moe-

ten sparen.
– Denkt men zich een collectieve spaarkas met een
productie van 100 nieuwe spaarcontracten per jaar,
dan kan gedurende de eerste jaren aan een vrij groot
aantal van de eerste deelnemers een voorschot worden
toegekend. Vo9r deze spaarders is de wachttijd dus

zeer kort.
Naarmate de kas langer werkt, wordt ook de wacht-
tijd langer, omdat het aantal nieuwe spaarders per
jaar veel grooter is dan het aantal toegekende voor-
schotten. Op den duur echter ontstaat, doordat deel-
nemers, die het hun toegekende voorschot geheel heb-
ben afgelost, uittreden, een evenwichtstoestand met
een gelijkbljvenden wachttijd. De duur hiervan kan
door middel van verschillende formules worden be-
paald.
Deze hebben allen tot resultaat, dat bij een collec-
tieve houwspaarkas, waartoe ieder jaar evenveel
spaarders toetreden, clie allen maandelijks juist hun
verplichte stortingen doen, na
28
jaar een stabiele
toestand ontstaat met een constanten wachttijd van
rond 16 jaal-. Dit is natuurlijk slechts een theore-
tisch geval. Blijkt op een gegeven oogenhlik de pro-
ductie van nieuwe spaarcontracten te stagneeren, dan
wordt de wachttijd dadelijk langer. De wachttijd van
16 jaar is dus niet, zooals velen ten onrechte meenen,
de maximale, maar een theoretische, die ontstaat bij
een stabielen toestand met een constante toetreding
van nieuwe spaarders.
De in Nederland werkende houwspaarkassen ple-
gen tot waarhorging van de gelden der spaarders,

deze to doen storten
0!)
een geblokkeerde bankreke-
ning, waarvan slechts gelden kunnen w’orden afge-
schreven bij de periodieke toewijzing van voorschotten,
waarbij behalve de handteekeningen van Directie en
Commissarissen, ook die van een Contrôlecommissie
iit de spaarders wordt vereischt.
De toewijzing geschiedde voorheen in Duitschiand
wel hij het lot, waardoor het houwsparen zuiver een
kansspel werd.
De Nederlandsche kassen volgen een ingewikkeld

stelsel van spaardagenberekening, waarbij men wel
door extra-stortingen zijn kansen op spoedige toeken-
ning van een voorschot kan verhoogen, doch waarbij
er toch voor is gezorgd, dat een kapitaalkrachtig
spaarder, die groote stortingen doet, nooit een weiuig
draagkrachtig man, die een paar jaar trouw een klein
bedrag per maand heeft gespaard, kan inhaien.

Verlcortinç, van den wachttijd.
Uit het bovenstaande volgt, dat de spaarders door

het cloert van extra-stortingen den wachttijd kun-
nen verkorten. Bij een storting in het genoemde
geval van
f
25
in iilaats van
f 10
per maand, wordt

bij een stabielen toestand de theoretische wachttijd
ruim
8
jaar.
De grootste der hier te lande bestaande kassen, die

reeds een bedrag van circa
f
520.000 aan voorschot-
ten aan ongeveer 120 spaarders heeft uitgekeerd,
verklaart in haar propagansdageschriften, dat het
mogelijk is, den wachttijd belangrijk korter te hou-
den dan de theoretische 16 jaar. De Directie wijst
erop, dat extra-stortin’gen blijkens de ervaring vrij
veel voorkomen, terwijl verlaging van bestaande con-
tracten een deel van de gedane stortingen omzet in
extra-stortingen. Aangenomen wordt, dat hierdoor
de toekenning van voorschotten het dubbele is van
wat op grond van de theorie moet ororden aangeno-
men, waardoor ook weer dubbel zooveel geld aan
aflossingen binnenkomt.
De wachttijd wordt tenslotte nog verkort dooi- het
tusschentijds uittreden van spaarders en door het
reservefonds, dat gevormd wordt uit extra-stortingen van die deelnemers, die binnen 5 jaar hun hypotheek
verkregen. Ook dit fonds wordt geheel ter beschik-
king van de spaarders gesteld.
Door al deze omstandigheden wordt het mogelijk
geacht, hij de huidige ontwikkeling van het bedrijf
don wachttijd ook in ‘de naaste toekomst tot 5 h 5

jaar beperkt te houden.
Een andere, kort geleden opgerichte bouwspaarkas
werkt met een constanten wachttijd van 8 jaar. Dit
kan alleen worden gegarandeerd, wanneer de kas be-
schikken kan over gelden van derden, waarmede de
beschikbare fondsen kunnen worden aangevuld.
Bij het rentelooze systeem is dit natuurlijk niet
mogelijk. Laatstgenoemde kas is dan ook op het ren-
tedragende stelsel gebaseerd.
De tijd is nog niet gekomen om opzet en werkwijze
van deze beide stelsels hier te lande te vergelijken.
Daarvoor is de verkregen ervaring nog niet toereikend.
Op grond van hetgeen in andere landen is gebleken,
moet intusschen worden aangenomen, dat het rente-
boze stelsel bij een onjuiste toepassing groote ge-
varen in zich bergt. Het storten van de spaaflienniti-

gen op een ,,Sperrkonto” geeft wel voldoende waar-
borgen tegen fraude, maar, zooais elders maar al te
duidelijk is gebleken, n.iet tegen teleurstellingen voor
de spaarders tengevolge van fouten van een systeem.
Immers wanneer door het langer worden van den
wachttijd deze fouten aan het licht komen, hebben
de eerste spaarders, die van de rentelooze hypotheek-
verleening profiteeren, hun voorschot binnen, terwijl
de anderen, die te lang moeten wachten, ernstige
renteverliezen lijden. De ervaring in Duitschland en
Zwitserland heeft geleerd, dat een zuivere toestand
aldaar slechts kon worden verkregen, toen de kssen
verplicht werden, hun kosten te dekken door een
marge tusschen de actieve en de passieve rente. Alle
andere stelseis bleken bij de ontwikkeling, die daar
had plaats gehad, te leiden tot voordeel voor de eerste
en tot nadeel voor de later toetredende spaarders.

Beoorcleeling van het Nede’rlc&ndsche stelsel.

Voor zoover de toestand thans kan worden beoor-
deeld, is de conclusie niet voorbarig, dat de ontwikke-
ling hier te lande zich zeer gunstig van die in Zwit-
serland ondrschidt.De thans bestaande kassen ken-
merkei zich dooi een solide bedrijfsvoering en hebben
getoond, meer waarde te hechten aan een rutige, gelijk-

matige ontwikiceling, dan aan een fabelachtigen groei.
Hierin liggen zeker waarborgen voor de toekomst.
Daarnaast heeft de Nederlandsche voorzichtigheid tengevolge gehad, dat de groote meerderheid der hier
te lande opgerichte kassen, die een speculatief ka-
rakter droegen, niet aan den slag zijfl kunnen komen
en van het tooneel verdwënen zijn, sommige zelfs
zonder één spaarder te hebben gewonnen. Zelfs de
liquidatie van een kleine 20, grootendeels op niet al

1Maart j39

éÖNÖMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

167

te iolide lasis ‘opgerjh, kassen schijnt den naam
van het bedrijf niet ernstig te hebben geschaad.
Over cle toekomsige ontwikkeling is nog weinig te
zeggen. Wij voelen ephter een zekere tendens om ook
bier
01)
den duur naar het rentedragende stelsel over te gaan. Naâr cle meening ya.n buitenlandsche des-
kundigen, clie over een rijkere ervaring heschijcken
dart wij hier te lande bezitten, zou dit aan een gezonde
ontwiklcel ing van het bedrijf ten goede komen.
Tjj
hebben hier te doen met een geheel nieuwe ma-
terie, die nog vele vraagpiinten vertoont. Wij hhoe-
ven slechts te wijzen
0])
de kwestie van den wachttijd.
De vraag rijst, of het mogelijk is, zooals de grootste
der hier te lande bestaande kassen staande hotidt, hij
ccii stahielen toestand met een regelmatige toetreding
van spaarders den wachttijd duurzaam op een derde
van cle theoretische 16 jaar te handhaven. Het is dui-
delijk, dat hiermede het rentelooze stelsel staat of valt,
omdat zooclra de wachttijd door bijwndere omstan-
chigheclen langer wordt dan de spaarders verwachten,
de toetreding van nieuwe spaarders gaat afnemen en
de verlenging van den wachttijddientengcvolge
steeds
sneller gaat. Het is voor de rentelooze kassen een
ievenskwestie, buiten deen vicieuzen cirkel te blijven.
Bij kassen, gebaseerd op het renteciragende systeem,
is cle beslissende vraag, of zij in tijden van financieele
crisis over voldoende crediet beschikken om den wacht-
tijd binnen de gestelde grenzen te houden. Voor belangstellenden ligt hier nog een interessant
stucli terrein.

Conclusies.

De behoefte aan bouwspaarkassen is in ons land
eerst langzamerhand tot uiting gekomen, dooi
••dat
altijd vrij gemakkelijk hypotheken te Icrijgen waren.
Iii vrijwel alle gemeenten vond men kleine spaar-
ders, die voor hun geld gaarne een solide belegging
in hypotheken zochten. Do notarissen waren de tus-
schenpersonen, waar gegadigden deze hypotheken kon-
den bekomen. Door de economische crisis zijn hierin groote veranderingen gekomen. liet aan tal persôiien,
clie een kapitaaltje te beleggen hebben, is veel kleiner geworden. En zij, clie dit nog bezitten, zijn veel voor-
zichtiger dan voorheen. Hierdoor is het
0
vooral op het piattelaiicl steeds moeilijker geworden,
hypotheek
te
verkrijgen voor het houw’eti van ccii eigen woning.
Iii deze behoefte kunnen de bouwspaarkassen voor-
zien. Geëischt mag dan echter worden, dat het sys-
teeni zoodan ig word t opgezet en gecontroleerd, dat
cle belangen vaJi alle spaarders gewaarborgd zijn. De
werkwijze der bouwspaarkassen. wijkt hierin princi-
pieel van die van particuliere geidgevers af, dat zij
de gelden onopzegbaar verstrekken. i3ovend ien wor-
den deze hypotheken geleidelijk in hun geheel afge-
lost, waardoor de eigen woningen op den duur onbe-
zwaard bezit worden en cle .ociale positie van de
eigenaren. in belangrijke niate wordt verstevigd. Voor cie woning-voorziening kunnen zij dus zeker
nuttig werk doen, al zullen de minst draagkiahtigen
op deze wijze niet aan een woning w’orden geholpen.
Toch kunnen de bouwspaarkassen medewerken om de
w’elvaart en de hestaanszekeheid van een belanrijlce
groep dci- bevolking te versterken. –
Nog al te veel heerscht hij de tegercwoo.r dige gene-
ratie de
gedachte,
dat sparen geen zin frieer heeft,
omdat daarmede toch geen tastbare resultaten zijn te
bereiken. ,,Sparen is mooi”, zeggen sommigen, ,,wan-
neer onze grootouders het hebben gedan. Voor ons
is het de moeite niet waard, ermee te beginnen.”
De bouwspaark-assen echter kunnen het Nederland-
sche volk leeren sparen niet een tastbaar resultaat: het onhezwaard bezit van een eigen woning. Dit is ccii goed, waarvan de cultureele waarde. niet licht
kan worden ôverschat.
0 –
Dr. Ir. H. G. vi
N Ii IUSEKOi

HET .VOEDINGSVRAAGSTUK.

0
liet veelzijdige w’erk van. den Volkenhond op het
gebied van de economische
Cdi
financieele vraagstuk-
ken is weer tot uiting- gekomen in een pul)licatie met
onderstaandeti titel ‘) beheizende een overzicht van
onderzoekingen over de volksvoedi ig in verschillende
jancicu. Deze studie is reeds voorafgegaan door een vijftal andere over hetzelfde vraagstuk, nl ,,In.teriin
Re1io.rt of the Mixecl Committee mi the Probieni of
Nutrit.ion”, ,,Rei)ort
011
the Physiological Bases of
Nu.tiition’?, ,,Nutrition in Tarious Countries”, ,,Sta-
tistics of Fooci P md uction”, ,,Consuni ption and Pri-
Cdi

(
alle vier van 1936) en , ,Final Report of the
iv[ixecl Committee of the League of Nations nu the
Relatiort of Nutrition to i-Iealt.h, Agricultu.re and
Economie Policy” (1037). liet thans verschenen. over-zicht omvat 120 pagIna’s en is verdeeld over S hoofd-
stukken en 3 bijlagen.

liet wil ons voorkomen, dat deze studie een zoo
groot mogelijke bekendheid behoort te krijgen niet
alleen in. cle kringen van hen, die zich uit hoofde van
hun ambt dagelijks met liet vraagstuk der volksvoe-
clhig moeten bezighouden, maar in alle lagen van de
samenleving, in liet bijzonder in de kringen der art-
se.n,, economen, landbouwkundigen, politici, maar ook
der Ii wsnioeclers, leeraressen van. hu ishoucisch olen,
euz. Staat niet in vele gevallen de kennis van de
voeding van den meusch achter bij die van liet dier,
waar een goede veevoeding vooral een financieel-
economisch belang vertegenwoordigt en hebben wij
cliie raan. derhalve meer a.an
.dach t besteed dan aan cle
behoorlijke voeding van den mensch? Wordt, om eti andere vraag te stellen, van overheidswege niet door
een strenge contrôle op de samenstelling van veevoe-
der uit te oefenen, gewaakt voor een goede veevoe-ding, terwijl de mensch in een restaurant vaak gecn
besef heeft van de samenstelling van zijn menu, hiji’.
geen enkele garantie heeft, dat zijn middagmaal is
toebereidi met natu urboter, dan i’ei niet margarine

liet is afgezien daarvan, van liet grootste belang
voor cle vol.lcsgezondheid, dat een veel betere kennis
idi.
alle bevolking’skringen over cle waarde van een
behoorlijk uitgebalanceercie voeding doordringt. De
wetenschap heeft de laatste jaren niet stilgezeten en
hierbiF zijn inzichten doorgedrongen, die tot verras-
sencle resultaten liebheii geleid. Men weet nu veel
beter dan voorheen, dat liet met allee.n aankomt op
de voo.rziee:ï ng met bepaalde hoeveelheden eiwit, vet
en zetmeel, niaar dat de vorm, waarin deze stoffen
voorkomen van belang is en dat een gebrek aan mine-
ralen en bepaalde vitaminen tot zeer ernstige ver-
storingen, van de gezondheid aanleiding kunnen geven.

De genoemde studie van den Volkenhond vangt aan
niet een hoofdstuk over de vorderingen van liet Vol-
ienbondsweik ten aanzien van het voeci ingsvraagstuk,
waan n herinnerd wordt aan cle punten van onderzoek
van cle ,,Technicai Conimission on Nutrition”, van
welke de volgende in 1936 werden aanbevolen:
2)

,,De bepaling, van den voedingstoestand van kin-
deren; voedingsbehoeften gedurende het eerste levens-
jaar; minimuni behoefte aan mineralen en. v itarnine.n
mininium vetbehoefte; de voedi ngswaarde van – ver-
schillende eiwitbevattende voedingsmiddelen, de bepa-
ling van de hoeveelheid van en de vorm waarin dier-
lijk eiwit noodig is voor groei en gezondheid; de i’oe-

dingswaarde van verschillende granen in verband met
den graad van. vermaling; cle mate, waarin een toe
ne.mi.ng
van het suilcerverbruik schadelijk is voor .de
gezondheid; de invloed van het klimaat op de he-

– SurvôS’ of Natina1 Nutiition :policies
193738.
(Uit-
gave Van den ‘olkenbond, .afdeeling ‘Eco.noiiiie cii Fiu’aii-
ciën.
.30
Novenibe
……
938).
In Nederland verkrijgbaar bij
Mrtinus Nijihoff, Boekihain.deiaar-U’itgover, Lange
‘Voor-
ut
9,
‘s-Gra-venihage. Prijs 2/6 of $ 0.60.
Men leze hierop na liet artikel van J)r. J. 1

van
Zanten. ,He’t ‘probleem der voed’ing” in 11-S.113. van 2 Sep-
‘tëniber 1936.

.

168

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Maart 1939

hoef te aan voedsel; de mate waarin het dieet beneden
de door de Conimissie aanbevolen standaard blijft; de
optiniam hoeveelheid melk, die voor verschillende leef-
tijdsgroepen vereischt is.
Dc techrfische Commissie heeft in verschillende ge-
‘allen waardevofle adviezen aan regeeringen kunnen
geven. Aanhevelinghn werden verstrekt met het oog

0
1
)
de vereischte actie tot verhooging van het voe-
dingspeil in tropische laiiden en plannen tot ontwik-
keling van den landbouw werden gemaakt. Deze Com-
missie heeft o.a. adviezen verstrekt voor een minimum
noodrantsoen voor Spaansche vluchtelingen, hetwelk
l)eston d uit vol koren, ondermelkpoeder, levertraan,
zout en gedroogde gist.

Het tweede hoofdstuk handelt over de Organisatie
der ,,National Nutrition Oommittees”, welke nu in
twintig landen zijn gevormd, terwijl er slechts drie
verkzaam waren toen liet Voikenhondsonderzoek een
aanvang nam, liet werk van deze commissie is ten
ruwste in twee afdeelingen te splitsen, le. het verza-
inelen van gegevens over voedingsproblemen, deze te rangschikken en de grenzen en tekortkomingen te be-
palen en 2e. de practische toepassing, zooals het aan-
geven van de richting, waarin veranderingen in het
nationale d ieet wen sehelik worden geacht.
In het derde hoofdstuk worden de beide methoden
voor het doen van onderzoekingen op voedingsgebied
aangegeven.
Het vierde hoofdstuk, waarin de resultaten der
studies in verschillende landen worden weergegeven, is wel een van de incest belangrijke. Hieruit blijkt ni.
op zeer duidelijke wijze, dat de voedingstoestand der
meeste volken nog zeer onvoldoende is en dat dit
eenerzi,jds samenhangt met den welstand, doc.h ander-
zijcls ook met voedingsgewoonten. D.w.z. er
komen in
vrijwel alle landen, het cciie land meer en het andere
mmdci, groote groepen van nienschen voor, die te
weinig inkomsten hebben om een toereikende hoeveel-
heid voedingsmiddelen te kunnen koopen, maar onder
die groepen, waarvan de inkomens wel groot genoeg
zijn, komen toch verschillende tekorten aan bepaalde
voedingsstoffen in het menu voor als gevolg van een
onoordeelku.ndige voedselkeuze.

In Australië hijv. word bij een bepaald onderzoek
ondervoeding geconstateerd bij 17.9 pCt. der kinderen
en in een ander geval hij 21.7 pOt. der schoolgaande
kinderen, waarbij allerlei ziekten als gevolg van te-
korten aan bepaalde stoffen werden geconstateerd.
In Sydney werd een onvoldoende voedingstoestand
aangetroffen bij 36 pOt, der onderzochte families.
In België is veel ondervoeding geconstateerd, sa-
mengaande met slechte tanden en kiezen, Engelsche
ziekte, chronische neus- en keelontsteking onder kin-deren. Gebrek aan vitaminen en mineralen komt zeer
veel voor.

Engeland moet zeer veel voedsel vin buiten be-
trekken. De conclusies, waartoe men hier kwam, zijn
de volgende:

Er is geen gebrek aan energi-ontwikkelend voed-
sel, slechts een zeer klein deel der bevolking krijgt te
weinig calorieën.
Er is geen gebrek aan vet in het nationale dieet,
dit komt alleen hij de allerarmsten voor.
Er is voldoende eiwit, alleen bij de allerarmsten een tekort aan dierlijk eiwit.

Het verbruik van melk is minder dan de helft
van de vereischte hoeveelheid.
Het verbruik van vruchten en groenten is te laag en hij de armere klassen veel te laag.

Ook voor andere landen blijken op vertehillende
gebieden tekorten te bestaan en men krijgt uit de
veelheid van gegevens den indruk, dat hoewel de voo-
dingsverhoudingen in de verschillende landen zeer uiteenloopen, er in onze wereld nog geen sprake is
van overproductie van voedsel, vooral van dierlijke vetten, melk, eieren, groenten, vruchten, vleesch en
visch. In de Vereenigde Staten bleek, dat bij arhei-

ders het dieet in 40 tot 60 pOt. der gevallen voor
verbetering vatbaar was. Het eierenverbruik in Hon-
garije zou met 470 pOt. vergroot kunnen worden. In
verschillende andere landen is zelfs de boer het groot
ste deel van het ja
‘ar ondervoed. In Noorwegen ver-
bruikten 53 van de 301 gecontroleerde gezinnen in
liet geheel geen melk Enz. enz.
helaas zijn de gegevens over Nederland verstrekt
in dit hoofdstuk vrij schaarsch. Gebrek aan vitaminen en aan caicium in het voedsel werd geconstateerd.

Onder de landen, waar de voedingstoestand aan
redelijke eischen voldoet, kan Nieuw-Zeeland genoemd
wordcn, hoewel ook daar het dieet in verschillende
gevallen aanmerkelijk verbeterd kan worden.

Voor nadere bijzonderheden moeten wij naar liet
rapport zelf verwijzen.

In de hoofdstukken 5 en 6 worden meer speciale
voedingsproblemen behandeld, benevens de pogingen
in verschillende landen gedaan om goedkoop voedsel
aan armen, schoolkinderen, moeders en jonge kinde-
ren, te verstrekken.

Het zevende hoofdstuk handelt over eenige econo-
rnische aspecten van het voedingsvraagstuk. Alle stu-
dies, voor zoover afgesloten, bewijzen, dat de economi-
sche factor in het dieet van de individueele families
van beslissenden aard is; zij wijzen er alle op, dat de
families in de lagere inkomensgroepen niet in staat
zijn voldoende voedsel van do juiste soort te koopen.
In Hongarije hijv. bedraagt het totale melkverhruik
ongeveer 1 inillioen ton, terwijl geschat wordt, dat de
geheele bevolking ilaarenboven nog 1.3 millioen ton
meer zou moeten consumeeren om aan de behoefte te
voldoen! De nationale Hongaarsche commissie is reeds
begonnen aan de uitwerking van een plan tot, reorga-
.nisatie van de agrarische voortbrenging. Deze zal in
vele gevallen niet afdoende 76j zonder wijziging in
de tarief- en transportpolitiek. De regeering van Estland heeft, met het oog hierop, de rechten op
versche vruchten, verminderd en in Juli 1938 heeft de regeering van Britsch-Indië het invoerrecht op onder-
melkpoeder op aanbeveling van de Britsch-Indische
commissie verbeterd.

‘Gewezen wordt voorts op verschillen in voorthren-
ging van voedingsmiddelen in verschillende deden
van eenzelfde land en iii verschillende jaargetijden
(groenten, vruchten, cor.). In Noorwegen hijv. is een’ overvloedi van visch in 1.e noordelijke en westelijke
kuststreken, terwijl arme fa.milies in het binnenland
geen of veel te weinig viscli consumeeren!

De gemengde commissie voor de volksvoeding
(Mixed Oommittee on Nutrition) kwam tot de conclu-
sie, dat ,,een verbetering in de distributie van voe-
dingsiniddelen een eerste vereischte is voor de voe-
dingspolitiek”. Vooral geldt dit voor groote gebieden
als Australië, waar het probleem van het vervoer van
versche producten naar afgelegen streken van het
grootste belang is. Mcii tracht dit in Queensland op
to lossen door lagere vrachttarieven voor vruchten en
groenten. In Letlaud heeft het Ministerie van Land-
bouw het transport van visch van de kuststreken naar
het binnenland! georganiseerd. Voorts is de ,,Food
Council” in Engeland tot de conclusie gekomen, dat
belangrijke verlagingen mogelijk zijn in de distributie-
onkosten en dus in de kleinhandelsprijzen van ver-
schillende voedingsmiddelen.

Opmerkingen worden in dit hoofdstuk gewijd aan
de mogelijkheid eenzelfde product, bijv. boter, tegen
verschillende
prijzen
beschikbaar te stellen, nl. tegen
sterk verlaagde
prijzen
aan de armen. Deze ,,binneu-
landsche dumping” wordt aannemelijk gemaakt door

to wijzen op de politiek van vele landen, waarbij
Noorwegen als voorbeeld wordt gekozen, doch waar-
voor men zeer zeker ook Nederland zou hebben kunnen
namen. De Noorsohe gedelegeerde deelde mede, dat
zijn land de boter in het buitenland tegen prijzen
levert, die lager zijn dan binnen de’eigen grenzen gel-
den. De paradoxale situatie bestaat daar dus, dat

1
Maart 1939

ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN

169

vreemde kocpers goedkoopere boter kunnen krijgen,
terwijl de. eigen, bevolking onvoldoende met dit waar-
clevolie voedsel wordt voorzien. Om deze paradox op
te lossen zou men het twee-prijzenstelsel ook binnen
de grenzen van het land willen doorvoeren (de zgn.
,,internal. durnping’). Vooral in Zweden en in de
Vereenigde Staten van Amerikt hebben; deze- denk-
beelden ingang gevonden. In het eerste land wordt
bijv. voorgesteld aan arwe families met lage inkomens
een reductie op de prijzen van boter te geven, welke
af zou moeten hangen van het kindertal. Ook in de
Te
r
ee
n
j
g
d
e
Staten wordt een zgn .,,tw ee-prijzensys-

teem” voor verschillende landbouwproclucten voorge-
steld. In beide gevallen zou de staat bij moeten
Springen.

O.i. zou men meer bereiken kunnen door een zoo-
danigo economische poltiek, waarbij de inkomsten der
armste klassen omhoog gingen en geen ingewikkeld
,,twee-prijzenstelsel” noodig zou zijn.

In het laatste hoofdstuk wordt ontwikkeld op welke
wijze het publiek opgevoed kan worden om met dezelf-
de uitgaven tot een beter dieet te komen.

De geheele studie levert tal van bewijzen, dat de
wereld niet aan overproductie lijdt, doch dat integen-
deel juist aan die producten gebrek bestaat, waarvan
cle productie door allerlei maatregelen beperkt wordt.
(Denkt aan onzé pogingen tot beperking van melk,
boter, eieren en groentenproductie, juist dus die
artikelen, waarvan het rapport vrijwel overal een
tekort aantoont).

liet is daarom te hopen, dat als gevolg van, deze
studie van den Volkenhond, le. de economische poli-
tiek meer in overeenstemming geraakt met de ver-
kelijke nooden van de volken en 2e. een betere kennis
van cle voeding algemeen gaat doordri.ugen. Er zijn
groote voiksbelangen mee gemoeid!
Dr. Ir.
M. D DJJP.

3)
De hiei’boveii besproken gedegen studic van den Vol-
kenboncl is niogelijk voor velen ‘te
:
,
z’ui’i13’i”
om z’ih de
moeite te geven haar
te
bestudeereii. Voor hen is door
de Geneva Research Centre een goed wnk gedaan door
de publicatie in haar serie ,,Ceneiva Studies” van het
slechts 56 bladzijden ‘tellende bockje ,,Food and Welfare”,
dat in beknopten vorm de stof behandelt ‘in de hoven
besproken ,,Su rvev of National Ntitrition Pol’icies
1937/38″
vervat.
In het inleidende hoofdstuk deelt de schrijver mode, dat
le bedoeling van zijn onderzoek is, ht econosnisch leven
niet. aooals gebruikelijk, eenzijdig vain den kant der voort-
brengiuug, maar van den kant van het verbruik te be-
sohouwen. Hij is overtuigd van het belang vnu een ‘reed-
zanie i ntei’narbion’alc sajuienwe rk-ing, waarbij de a.fzoee
cr1
ijike
volken allen ku nneuu profitee ren van de interuuathinale
arbeidsvendeeliing tot vcrhooging van het levensi;.eil tot
een hoogte, die door dc procluutiecapaciteit gerechtvaardigd ivoedt. Naar onze uneeuuing is hij er voLkomen in geslaagd
een duidelijk beeld
te
geven van voedingstoestand en voert-
breoigingarnogelijkhedon en van dc kloof, clie tu’ssehen heide
bestaat, •doh een oonerete oplossing tot ov erhnigging van
die kloof wordt nog niet zichtbaar door alleen op de po-
tentieele mogelijkheid tot overbrugging te wijzen.
in het tweede hoofdstuk worden de vood’i ngsi’e’choud iii-
gen besproken en wpcdt op onderoonsumptie
01)
verschil-
lende gebieden gewezen. Daarna w’ordt de ontwikkeling
van de kennis der voeding behandeld, in het bijzonder voor
zoover deze in versohillonde Volken’bondsrapportcn is be-
schreven. In het vierde hoofdstuk komen de voedings-
gewoonten aan de beurt, in het vijfde de meer ooOnomische
faotoren, zooals de elasbietteit vice de vraag, die meer
elastish is voor de ,,proteotive loods” en minder voor de
,,energy foods”. In hoofdstuk zes worden ‘de verajnderin-
gen in het levenspeil en de mogelijkheden hieri,h wijzigin-
gen aan te brengen behandeld, terwijl hoofdstuk zeven het
vraagstuk meer van de agrarische zijde beschouwt, nadat
geconstateerd wordt, dat wil heb veibruik van ,,proteo’tive
foods” in Engeland tot een bevredigende ‘hoogte komen, dit zou moeten w’orden opgevoerd, wat betreft melk met
80
pOt., boter niet 41 pOt.
j
eleren met
55
])Ot., i’leesch
met 29 pOt., vruchten met
124
pCt. en groanten met
87
150t.
Heb ‘boekje eindigt met liet aangeven Van economisch-
politieke maaut.regelen, welke zoowel in het belang van deu
producent als van den oonsument geacht kunnen woeden.

TARIEVENREGELING EN VERKEERS-

1

COORDINATIE.

:l,.
Bij cle regeling van r eizigers-‘ en goederenvervoer
kont de Overheid ook voor de vraag te taan of en
zoo ja
0
1) i’eike wijze zij ccii evenwicht tusschcn kos-
ten en prijs tot tta:nd zal moeten brengen. In verband
met de thans aanhangige wetsouitwerpen – ivaarvdu
het één (de
Tf)
regeling van het reizigersver-
voer, en het ander (cle macit.igingswet) een breedere
basis voor regeling van hét goederenvervoer beoogt
– willen wij deze vraag en de door de regeering voor-
gestelde op] ossing nader bezien.
Dat er een evenwicht tusschen ‘kosten en prijs aan-wezig moet zijn, wil de hev.redging van verkeersbe-
hoeften een duurzaam karakter verkrijgen, zal geen
uitvoerig betoog’ behoeven. Voortdurend moeten kapi-
talen in het verkeersapparaat geïnvesteerd
en
telkens
moet naar een juiste verhouding met andere econo-
nu i sche praestaties gestreefd worden., wil de productie
van verkeersdiensten geen onevenredige proporties en
geen intermitteerend karakter verkrijgen. Duurzaam-
heid der verkeersvoorziening eischt derhalve ten
minste vergoeding van de opofferingen, die worden
aangewend. De huidige mededinging exploiteert ech-
ter het onderscheid tusschen speciale en vaste lasten
ten koste van cle voldoening der laatste en heeft daar-
mede den rijs als reg’ulateur uitgeschakeld. Maat-
regelen, clie ertoe leiden, dat het evenwicht tusschen
kosten en prijzen weer hersteld wordt, hebben niet
anders tengevolge, dan dat economische productie en
consumptie weer in ecoruoniische orde ten hate van de
volkswelvaart verloopen.

2. De Regeering stelt zich voor, (lat evenwicht tus-
schen kosten e.n prijzen te bevorderen in het goede-
renvorvoer door aan de vergunningen
1)
een voor-

waarde betreffende de toe te passen tarieven te ver-
binden. De vraag kun echter opkomen of dit even-
wicht niet buiten Overheidsbemoeiing tot stand kan
komen.; men zie slechts naar de kaitels, die vrijwillig tusschen de ondernemers ter bestrijding van pr’ijsbe-derf w’orden aangegaan. 1-leeft de Overheid door het
vergu n ni ngsstelsel ru jet reeds bevoegdheden genoeg
om het evenwicht tusschen prijzen en kosten te he-

vo.rcleren
iloe i’oor de hand liggend een bevestigend antwoord
op deze vragen ook lijkt, hij nadere overweging moet
men o.i. de meening van de Regeering hijvallen, dat
van een voorschrijven van vorgunningen op zichzelf

nietspoedig een gézondmaking der vervoersverhou-dingen te verwachten is. En. wel ,omdat prijshederf,
met gebruikmaking van het onderscheid tusschen di-
recte en indirecte kosten, ook bij een verguuuingsstel-
scl t,heoretisch mogelijk blijft en, gezien de veelheid
der verkèershedri.jven, zich metterdaad ook practisch

zal voordoen.
Maar daarnaast kan nog een, argument worden aan-
gévoerd. Al ware het mogelijk, dat de bedrijven vrij-
willig maatregelen namen tegen prijs.hederf en over-eenkwamen geen andere dan vastgestelde tarieven te
berekenen, dan nog ware het o.i. plicht der Overheid
toezicht op die toerieven uit te oefenen.; en wel, omdat
het vervoer diensten bewijst, welke een grooten in-vloed hebben niet alleen op de productie, maar ook op de consumptie. Het algemeen belang is derhalve
zoowel betrokken bij een tarievenniveau, dat te laag,
als hij een peil, dat te hoog is.
De Overheid zal daarom bij haar bevordering van
een evenwicht tusschen tarief en opoffering oog moe-
ten hebben èn voor de belaugen van de verkeersbe-
drijven èn voor het’ algemeen belang. Dit juiste mid-
den zal men slechts in de practijk kunnen vinden,
zoodat met het stellen van algemeene regels dit vraag-
stuk niet uitgeput is. Desnietternin kunnen toch wel
.eenige algemeene opmerkingen geplaatst w’orden.

1)
Zie: ,,Vriheid en gebondenheid bij verkeerscoördin.a-
tie”; E,-S.B..
van 22 Februari 1939, blz.
154
e.v.

170

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Maart 1939

Allereerst zal ‘cle Overheid een scheiding moeten
maken tusschen de voor de vervoers- en voor de an-
dcie belangen noodzakelijke opofferingen. herhaalde-
lijk doen zich in de laatste jaren gevallen voor, dat
cle opheffing van spoorlijnen in de betrokken streek
tegenstand ontmoet
01)
grond van ovrwegingen, die
het belang van het vervoersbedrijf te boven gaan. In
dat geval ware het onjuist producenten en consumen-
ten te belasten niet de kosten van een ander belang dan
het hunne. Ook de belangen van ‘s lands defensie die-
nen niet financieel gedragen te worden door de be-paalde gebruikers van een bepaalden verkeersweg,
welke niet of althans anders uitgerust, zou worden
aangelegd als defensie-maatregel en niet getroffen he-
hoefden te worden; men denke hierbij hijv. aan een te
graven kanaal parallel aan den Ijssel, waartoe thans
uit defensief oogpunt wordt geadviseerd. De overige,
speciaal het vervoer dienende, kosten moeten echter zooveel mogelijk door cle vervoerediensten worden
goedgemaakt.

‘Tervolg.ens moet de Overheid als kosten alleen
aanmerken die opofferingen, welke zich bij een zoo
economisch mogelijk gebruikt verk’eersapparaat voor-
doen. Overtollige vervoe.rscapaciteit dient daarom
afgesneden te worclen Daarvoor is noodig, dat de
Overheid een klaar inzicht hezitte in de gevraagde
e.n aangeboden verkeersdie.nsten naar hun aard en
hoeveelheid.

Tenslotte kan men als richtlijn noemen zooveel mo-

gelijke geiijkmaki ng der concurrentievoorvaarden. Bij
verschillende kostencomponenten der verkeersbedrij-
ven heerscht nog veel ongelijkheid, bijv. ten aanzien
van de arheids- en rusttijden, veiligheidsmaatregelen,
verzekering tegen de gevolgen van wettelijke aanspra-
kelijkheid, vervoersovereenkomst, vervoerplicht. Re-
geling van al deze punten brengt opofferingen mede,
welke in clan vervoerprijs hun uitdrukking moeten
vinden. Gaat men echter tot regeling over, dan is de
kans zeer groot, dat de concurrentie, clie men door
coördinatie zoekt te verzachten, zich van den prijs
naar de verschillende, dien prijs heïovloedencle kosten-
factoren zal verplaatsen.

hoe denkt cle Regcering nu het evenwicht tus-
sche.n tarieven en kosten te bevorderen? De M. v. T.
van het machtigingsontwer’p geeft slechts een vaag
antwoord op deze vraag:,, de Regeering zal zich zoo-
veel mogelijk aansluiten hij cle resultaten van het
overleg tusschen cle verschillen cle vervoertakken”.
‘Termoedelijk is daarmede gedoeld op het overleg om-
trent de tarieven. In haar rapport stelt de commissie-Grosheide voor hij de vergunning maximum- en mi-
nimumtarieven vast te stellen. ,,Orn evenwicht in de
tarieven te verkrijgen, zal het noodig zijn, dat men bij
de vaststelling de heschiklcing heeft over een tarieven-
schenw..,
over algemeene normen, clie dus niet lande-
lijk ingevoerd zullen worden, doch waaraan de door
den vergunninghouder voor zijn bedrijf noodzakelijke
in in ima en m aximna Icu nnen worden getoetst”.
IJoe uien deze normen zal vinden, blijkt uit ht
rapport-Grosheide niet. Men kan daarbij uitgaan van
cle kosten, die een bepaald vervoer medebrengt. De
berekentng van die kosten is voor sommige vervoer-
middelen echter een moeilijk vraagstuk. Zij houdt
immers verband met verlceersdichtheid, die voor elk
traject kan verschillen, met technische inrichtingen,
die voor de verkeerssoorten zeer uiteenloopen (men
denke aan liet verschil tusschen een gecompliceerd
technisch bedrijf als de spoorwegen en het eenvoudige
bedrijf van een schip in de wilde vaart en met ar-
heidsloonen, die in het Westen hooger zijn dan in het
Oosten van ons land. ‘Een algemeene norm zal der-
halve op grond van de kosten moeilijk te vinden zijn.
Daarom komt liet ons voor, dat men de tarieven voor
iederen, verkeersdienst afzonderlijk zal moeten goed-
keuren, waarbij een gemiddelde van de kosten leidraad
ken zijn.
Naast de kosten- heeft men echtér ook rekening te

houden met de qualiteit van den dienst, waarop de
subjectieve waardeering van den consument zich richt.
De qua]iteit ‘van ‘den dienst wordt om. bepaald door:
inelheid, geschilctheicl voor vervoer van een bepaalde hoeveelheid, geschiktheid voor vervoer – over een be-
i)baldlen afstand, vei ligheici, puuö’tualiteit, betrouw-
baarheicl. Bij ,vrije” prijsvorming hun
uitdrukking vinden in de wa’ardeering van den con-
sunient.

Wil men zich nu aansluiten bij de waardeering van
den consum:nent, clan zal men hij de vaststelling van de
tarieven,’ o.i. allereerst moeten vragen naat de quali-
teit van den dienst en pogen daarbij den prijs van
het vervoer aan te pasen. Men komt dan tot een
qualitatief bepaald tarievenschemna, w’aarhij men tus-‘
schen de verschillende vervoersdiensten een bepaalde
waardever-houding berekent. Als voorbeeld kan men
noemen het coörclinatierapport van het Nederlandsch
Binnenvaar

tbureau (1935), dat voorstelde de volgende
schaal: 100 voor vrachtgoederenvervoer over de spoor-
wegen, 80 voor heurtvaartvervoer, 70 voor de wilde
vaart, 120 voor autovervoer. Toch zal men het ver-
band met de kosten niet uit het oôg moeten verliezen.
Immers de groote dreiging, die een tarieveniegeiing
krachteloos kan. maken, is het eigen vervoer. Dit zal
optreden zoodra de waardeering van den consument
lager zal zijn dan de tarieven, die hij de vergunnin-
gen op gro,n.d van de algemeene normen zijn vastge-
steld.

Het eigen vervoer zal – ondanks eenige sociale
en administratieve voorwaarden – geheel Vrij blij-
ven, omdiat men geen vergunning zal mogen weigeren
uit te reiken. Wanneer men nu weet, dat de eigen
vervoerder hij’ zijn, subjectieve waardehepaling nog
andere factoren doet gelden als hij den vervoersdienst
van den beroepsvervoerder waardeert (bijv. gelegen-
heici om reclame te maken; behandeling door eigen
personeel enz.), dart zullen cle prijzen van het be-
ro-epsvervoer nog behoorlijk beneden het niveau van
cle kosten van, den potentieelen eigen-vervoerder moe-
ten liggen.
Dit bezweren van den overgang van beroeps- naar eigen vervoer brengt mede, dat men zich hij de vast-
stelling der tarieven voortdurend zal moeten afvra-
gen of zich in de
civaliteit
van de verkeersdiensten
verschuivingen voordoen. Treden deze op (hijv. door
technische ontwikkeling, dan zal men de waardever-houdingen, der verschillende praestaties moeten her-
zien, rekening houdencle met de kosten van het ver-voer en cle waardeering van den potentieelen eigen-
vervoerder.

5: Houdt men aldus rekening met de qualiteit van
den verkeersdienst en met den prijs, dien de vervrach-
ter hij eigen vervoer zal moeten betalen, dan komt,
liet ons voor, dat men officieel geen ruimte meer zal
kunnen scheppen voor een differentiatie van de tarie-
ven naar gelang vmtn de w’aarde van het goed. Het be-
ginsel ,,what the traffic can hear”, dat in de classi-
ficatie van de goederentarieven hij spoorwegen uit-
rukkeljk tot uiting kwam, heeft het dan ook moe-
ten afleggen met de opkomst van een vervoermiddel,
dat ieder op gemakkelijke voorwaarde in eigen exploi-
tatie kon krijgen. Daarmede zal ook hij de spoorwegen
de vraag of het vervoer de kosten (soms- alleen -de
bijkomende kosten.) goed maakt er eene van de aller-
eerste orde zijn, een vraag welker belangrijkheid reeds
‘tians practisch overal wordt erkend. ‘
Aldus heeft de potentieele concurrentie vi’ln den
naar de kosten zieriden, fabrikant en, industrieel de
toepassing van, het waardebeginsel, dat zulk uitne-
menci werk heeft verricht bij de ontwikkeling van
liet vervoer, onmogelijk gemaakt.

G. Ook al hebben wij een open oog voor ,,de lastige
gevallen” in de moeilijke vraagstukken, die zich hij
tarierenregeling voordoen, toch sluit dit niet uit, ‘dat
o.i. een tarieftelsel – ‘in’ het algernen als sluitstuk
.vmt -een – coördinatie ‘onmishaar..is. Maart als
sluit-

1 Maart 1939

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

171

slvJc!
Dit houdt in, dat een gelijktijdige koppeling
VflU
vergunningsstelsel en tariefvoorwaarden ons niet
gewensch t voorkomt.
En wel voornamelijk, omdat onze kennis van de
vervoersbehoeften en van het bestaande verkeersap-paraat nog zoo gering is. De verkeersstatistieken be-
perken zich – een enicelo uitzondering daargelaten –
hoofdzakelijk tot het apparaat. Wij meenen hier steun
to vinden in een uitspraak van de vervoersorganisaties
zelf. Als de commissie-Grosheide, samengesteld uit
beroepsvervoerders, toekomt aan cle beantwoording
van de, vraag wie een verg-ui:ining dient te verkrijgen
hij invoering van het vergunningsstelsei, dan ver-
idaart zij zich tegen een directe inkrimping van de
capaciteit van de verkeersbedrijven, op grond van de
omstandigheid, dat de Regeering met het beroeps-
goederen vervoer nog nimmer een ige hemôeienis heeft
gehad. ,,Een juist inzicht in den omvang eenerzijds
en cie behoeften anderzijds ontbreekt derhalve, terwijl
eenige ervaring nog niet kon worden verkregen.” Zij
wijst daarbij ook nog op de tairjkheici der on.clerae-mers (hoeveel dit er zijn, weet zij niet (sic)) en komt dan tot de conclusie, ,,dat binnen een redelijk korten
tijd al deze aanvragen niet ernstig op haar mérites
kunnen worden onderzocht”.
Do vraag ligt voor de hand of dit argument tegen directe inperkingen van de capaciteit ook niet geldt
tegch een gelijktijdige invoering van vergunnings-
en tarievënstelsel. Immers, ook wat tarieven betreft,
zal men voor een onbekende hoeveelheid ondernemers
en een nog onmeetba.re massa situaties komen te
staan, die in een korten tijd onmogelijk juist kunnen
worden beoordeeld.
En – tweede argument tegen gelijktijdige invoe-
ring – cie co.ncurren.tievoorwaai’den zijn nog zeer ver-
schillend. De arbeidstijden zijn slechts ten cleele ge-
regeld; het vervoercharter is zeer wisselend van in-
houd; verzekering tegen cle gevolgen van aa.asprake-
Ijkheid mankeert waar zij noodig is. Elk van deze
maatregelen wijzigt den kostprijs en de qualiteit van
de verkeersdiensten – elementen., welke cle tarief-hoogte en waardeering van den vervoersdienst be-
langrijk beïnvloeden. In Engeland beseft men het ge-
ncis van gelijkheid der concurrentievoorwaarden en
hun belemmering voor de invoering van een tarieven-
stelsel zoo goed, dat men – terwijl men reeds een
concessiestelsel bezit – eerst tot meer gelijkheid op
deze punten wil komen om daarna tot taiievenover-
eenkomsten over te gaan. Ons lijkt dit een betere pro-ceclure dan een gelijktijdige invoering van concessie-en tariefsteisel bij ongelijkheid der voorwaarden.

7. Tenslotte de belangrijke vraag of tarievenrege-
ling niet tot een te grooten druk op cle consumenten
en tot vorstarring van het vervoersapparaat der pro-
clucenten zal leiden.
Tat
den druk op de consumenten betreft, meenen
wij, dat deze bij een tarievenregeling zoo gering mo-
gelijk zal zijn. Algeheele onthouding van de Overheid
t.o.v. de tarieven achten wij onmogelijk op grond van
de overweging, dat de concurrentie zich op dit ge-
bied even scherp zou voordoen als thans het geval is,
omdat de veileidiug de directe kosten tot richtsnoer
te nemeti even groot zal blijven. Blijft dus over:
Overheidsbemoeiing. Deze kan zich op haar druk-
kendst uiten wanneer de Overheid den consument
‘dwingt van een bepaald vervoermiddel tegen bepaalde tarieven gebruik te. in aken.
In het stelsel, dat in de machtigingswet voorge-
steld wordt, wordt daarentegen de handelaar geheel
vrij gelaten om met vrije afweging zijner belangen,
naar qua.liteit en kosten van den vervoersdienst, zelf
te bepalen welk verkeersmiddel het meest geschikt
is om het vervoer te bewerkstelligen.
Wat geschiedt in dit stelsel van tarievenregeling is
niet anders dan een vorni van regeling van hè,t maikt-
verkeer. Deze zal nog het, beste kunnei ‘diehiedn
waar de prijs als regulator gehandhaafd blijft. Aan

de hand van dien prijs zullen de te vervoeren goe-
deren naar do kanalen vloeien, waar de voor dat
vervoer meest geschikte diensten aangeboden wor-
den In plaats van individueel te handelen zullen
de aan hieders als groep optreden en omtrent den prijs
overleggen. Een vorm vanprijsregeling, clie zoo veel-
vuld ig voorkomt bij prijsafspraken en hij kartellee-
ring, dat zij heden ten dage niets nieuws heteekent.
Zelfs niet in het vervoerswezen, waar pooling en con-
ferenties, niet alleen in het zeeverkeer, maar ook bij
het verkeer te water reeds jarenlang bestaan. Alleen
zal thans de Overheid toezien, ten einde het algemeen
belang te beschermen.
Bovendien schept het vrijlaten van het eigen ver-
voer nog een correctief, dat zal werken, zoodra de
consument meent, dat de druk op zijn bedrijf grooter
wordt clan wanneer hij zelf het vervoer bewerkstelligt.
En dat tarieven. .regeling tot verstarriug aan de zijde
der producenten zal leiden, is een verwachting, welke allen grond verliest, wanneer men bedenkt, dat kleine
bedrijven ook bij coördinatie mogelijk zuilen blijven.
Zoowel in de grootere, maar meer nog in de kleinere ondernemingen zal het streven naar winst blijven be-
staan. Daar dit niet kan opereeren. op het gebied
van. den prijs, zal men de grootere winst zoeken te
bereiken door verlaging der kosten. Efficiëncy en
aanpassing
:der
bedrijven, aan de behoeften zuilen, der-
halve steeds aanwezig blijven.

J.
P. B. TissoT
vAN PATOT.

RIJKSWERKV ERSCHAFFING.

Bij de tewerksteiiing van arbeiders is de meest ideale
oplossing deze, hen zoodanig te plaatsen, dat zij iederen
dag en liefst ook in den middag bij hun gezinnen kun-
nen zijn. 1-let leven is echter zôô, dat men met idealen
alleen niet verder komt. Duizenden zeelieden e.d. zijn
blij, wanneer zij na een niet al te langen termijn weer
in het familieverband kunnen zijn, terwijl honderden
landrotten eveneens hun arbeid dikwerf ver van hun gezin moeten verrichten om nu maar te zwijgen van
hen, die in Indië werken.
Bij de werkverschaffing streeft men ernaar’, om de
werkloozen z66 te plaatsen, dat zij iederen dag naar
huis kunnen gaan. Het ligt voor de hand, dat dit
dikwe.rf gepaard gaat met allerlei voorzieningen, zoo-
dat fiets, trein en autobus voor het vervoer moet
dienen. Hoeveel menschen dagelijks per fiets van en
naar cle werkverschaffïng gaan., kan ik, tot mijn leed-
wezen niet vertellen. Het zijn er uiteraard duizenden,
wanneer men bedenkt, dat de laatste maanden zoo
ongeveer 65.000 man hij de werkverschaffing waren
geplaatst. Dagelijks wordt verder van zelcer 400 auto-
bussen gebruik gen’i’aak t.

Nu doet zich ondanks alle pogingen van de Over-
heid om de menschen dagelijks naar huis te brengen
dit feit voor – iets dat niet is van vandaag of gisteren,
maar wat reeds jaren bestaat dat in bepaalde streken
niet of slechts in. onvoldoende mate gelegenheid be-
staat om cle menschen elken dag naar het gezin te
laten gaan. In dat geval bestaat al jairen de mogelijk-
heici tot huisvesting in kampementen. Reeds meer dan
15 jaar wordt dit systeem toegepast.
liet ligt voor de hand, dat ook hij den bouw en
inrichting van deze kampen reeds een zekere ge-
schiedenis bestaat. In het begin werden enkele kam-
pen gebouwd welke uit een beneden- en een bovenver-
dieping bestonden. Na korten tijd bleek wel, dat dit
geen gelukkige keuze was. Ook het zaalsysteem, dat
hier en daar werd toegepast, was niet altijd bevredi-
gend, zooclat nu reeds heel lang kampen bestaan in-
gedeeld in kamertjes. Hoe dit alles er Qngeveer uit-
ziet, blijkt uit bijgevoegde toekeuing, welke het nieuw-
ste ontwerp weergeeft zooals dit ontworpen is door
Ir.. G. Efting Dijkstra, chef van het bouwkundig hu
reau hij den dienst der werkverschaffing.
In het algemeen mag worden gezegd, dat hij hen
die in de Icampen zijn gehuisvest, voile tevredenheid

172

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Maart
1939

bestaat over de huisvesting en over de voeding. Wei
ligt het voor de hand, dat voorai de huisvesting af-
wijkt van het gezinsverband er wordt echter ge-
tracht, door
;
r.het nâken. van kleine emeenschappen,
liet ge’iinsvrh’and zooveel mogelijk te benaderen. Waar
cle kampen voor
oudere
werkloozen zijn gelegen en hoe de bevolking is samengesteld, blijkt uit staat A,
welke van de situatie zooa.is de’zé
thans, d.w.z.
einde
Januari 1939 is, een beeld geeft.. Aan ‘den bouw van
een aantal nieuwe kampen wordt met kracht gewerkt, zoodat hierdoor bij’ de landaanwiuningswerken in het
Noorden van Groningen en de groote ontginningsob-
jecten in de Peel, weer heel w’at honderden aan ‘den
arbeid kunnen gaan. Over deze landaanwinningswer-

ken heb ik eenigen tijd geleden een en ander mogen

mecledeelen ‘). Van wat in de’ Peel geschiedt volgt
wellicht over eenigen tijd een uiteenzetting.
De verpleging in de kitmpen moet goed zijn en er
client zorg te worden gedragen voor orde, ohttpan-
ning en ontwikkeling, allmede voor het scheppen van de mogelijkheid tot het vervullen van kerkelijkeplich-
ten ‘op den Zondag, die in hêt kamp wordt door-
gebracht.
Om n
aa deze voorwaarden té kunnen voldoen, is allereerst veel zorg besteed aan de kampindeeling
elve; een zit- en een slaapkamer telkens voor 8 man,

1)
Zie E-S.B. d.d.
28
])ecem.ber
1938, blz. 985.

Tewerkgestelde
gehuisvesten
afkomstig uit:

AaJmeer ………
Almkerk ……….
Amsterdam …….
Arnhem
Bedum ………..
Be.11ingwolde …..
Bodegraven …….
Breda …………
Delfzijl ………..
l)ieme.n . ……….
Dordrecht ……..
Driel ………….
limmen ………..
Franeker ………
Uroningen ……..
Harlingen ……..
Helmond ………
Hoogezand …….
Hoogkerk ………
Huizen (NH.) …..
Leerdam ………
Leidsohendam …..
Loohem ……….
Maastrieht …….
Meeden ………..
Me’ppel ………..
Middels tum …….
Miidwolda ………
Mon’tfoort ……..
fYluntendazn …….
Nieuwe Schans
Nijmegen ……..
Oegstgeest ……..
Onatwedde ……..
Oude Pekela ……
Reeu
wijk ………
Rotterdam …….
Sappemeer ……..
Schied’am ……….
Slochteren ……..
Ten Boer : ……..
Utrecht ………..
Veendam ………
Wageningen ……. Waddinxveen …..
Weesperkarspel
Wildervank …….
Woerden ……… ijssel:stein …….
Zuidbroek . …….
Zuidhorn ………
Zuilen ………..
Zu’tip’hen
……….
Zwi
(md recht …….
(Schippers) …….

Plaatsen waar kampen liggen.

cc

E
E
E

,J
‘n
u

.
.
b.0
—.
,
0)
,
0)

.
en
2
3 4

5
6
7
8
9
10
II
12
13
14 15
16
1

ii
18 19
11

20
1

21
1

22

2 4
96 48
96


30
.4
8
3
20
24

.
25
120
5
48
20
170
24

71
96
200
24
4

24
75
5
96
5
51
98
96

21
2

20
5

2
34
4
32
20
4
96
96
40
96 96 96
40
16
48′
3.
25 75
50
9
5 3

.
50
10
12 2
35

9
12
.

21
.’
.


30
96
96
95 98 96 96 96 96
96
96
96
96
96
95 96
96
96
96 75

658
200

Totaal in elk kamp

-.

oQ
0)
— . .
0)
4)
40

23

2
4
240
30
4
8
3
44
145
5
48
20
‘170
24
367.
24
4
24
75
5
96
5 5
192
21 2
1
20
5
1
2
34
4
32
20
4
520
40 64
3
25
75
50
9
5
3
50
10 12
2
35
12
3
21
30

2659

In alle
kampen
1)
Een combinatie van kampen.

1_

CL

jWlh
1

000
uj

do
cy
S
.

Çt
F °

1/,
1

ILJ

XN
I
LL

Ii— J

ILJ

tLi

ct

of

1 ‘

/t-•

:>///

/.r

/

S

0

“4

174

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Maart 1939

een keurig ontspari ningsiokaal met cantine, radio,
diverse spelen, een. biljart en leesbehoefte.n. Een spe-
ciale dienst voor eeste1ijke en cultureeie verzorging
– waarover aanstonds meer -, draagt zorg, dat een
paar maal in cle ma and een gezellige avond met film
of iets dergelijks wordt gebracht, terwijl deze dienst
verder in het bijzonder tnet de kereHjke verzorging is
belast. Gelijk voor de had ligt, is er een behoorlijk in-
gerichte keu ken, met bijheh ooren de kokswoning en
hijgehouwen. De kok heeft niet alleen cle verzorging
van de voeding tot taak, doch moet ook het gehee-le
kamp beheeren. 11ij moet zorgen, dat alles iii goede
orde overeenkomstig cle gestelde voorschriften in het
kamp verloopt; hij moet toezien, dat het kamp door
het hulppe rsoneel behoo.rli k wordt schoongehouden,
dat de arbeiders zich ordelijk gedragen, kortom. hij

is de
icoic-beheerder
van het kamp. De keuze vah. een
dergelijken kok-beheerder is dan ook niet eçnvou-
dig, omdat van hem zooveel afhangt. hij moet hart
hebben voor de mensehen die aan, zijn zorgen zijn toe-
vertrouwd. Niet alleen moet hij de goede orde wet,n
te bewaren, doch bovencl ien smakelijk kunnen
Dc kok-beheerders zijn dan, ook meest gerecï’utoèrd
uit cle kok-hofmeesters van cle groote vaa..t, de marine
of uit groote bedrijven, in ieder geval uit milieu’s
waar zij geleerd hebben, om met tact met allerlei
menschen om te gaan. – –
De kampen zijn meest ingericht voor
96
man. In

ee.n aantal gevallen gaan de mensohen elke week naar
huis en wei daar, waar cle ligging van de kampen dit
zonder al te groote kosten mogelijk maakt, nl. in
Groningen en Limburg, terwijl in de andere kampen
dit eens per veertien dagen geschiedt en dan zooda-nig, dat de menschen per twee weken thuis zijn van
‘Trijclagavond tot Maandagmorgen.
Er is een speciale keukendieust in het leven geroe-
pen om te zorgen, dat de rioodige levensmiddelen goed
en niet te duur worden gekocht. Men gaat daarbij als
volgt te werk.
Twee maal per jaar wordt een inschrijving gehou-
den voor de leverantie der henoodigde levensmiddelen
in de verschillende Rijkskampen. Aan de inschrij-
ving, welke per advertentie wordt bekend gemaakt,
kunnen zoowel groote zaken, als plaatselijke leveran-
ciers deelnemen. Daarbij staat het den leveranciers vrij
in te schrijven voor levering aan één of aan alle Rijks-
kampen of wel aan een groep van enkele kampen. Aan de hand van cle ingekomen inschrijvingshilet-ten met even tueele bijbehoorende monsters wrdt na-
gegaan, welke inschrijver de meest voordeelige adn.
hieding deed, waarbij dan voor elk kamp afzonderlijk
een combinatie wordt gemaakt van de voor dat kamp
meest voordeelige leveranciers.
Nadat aanvankelijk in een groot aantal kampen de
arbeiders zelf voor hun brood zorgden, heeft de keu-
keuclienst thans, geleerd door de ervaring, de geheele
voeding op zich genomen, omdat hierdoor meer waar-
borgen zijn verkregen voor een goede en gevarieerde
voeding.
Voor één warmen maaltijd zijn de gemiddelde kosten
per persoon en per dag 35 cent, waaronder begrepen
zijn de uitgaven voor driemaal daags thee of koffie,
benevens de kosten voor brandstoffen en keukenperso-
neel. De broodvoeding kost gemiddeld per man-kamp-
dag
25
cent, zoodat voor de volledige voeding per man-
kampdag 60 cent of per week van
6
dagen
f
3.60 ten
koste wordt .gelegd –
Ondanks deze lage kosten, clie niet betreffen de
uitgaven voor dekking, verwarming, enz., is er vrij

groote variatie in het eten mogelijk. Wel zijn echter,
teneinde de inkoopen in het groot mogelijk te maken,
zgn. uniforme menu’s vastgtteld.
De hoeveelheden welke worden verstrekt, zijn groot;
zoo wordt per maaltijd beschikbaar gesteld aan aard-
appelen per man 1′ jcg en hij hachée 1% kg; vleesch
of gehakt 0.125 kg per persoon; ‘bij erwtensoep 0.300
kg groene erwten per persoon

en 0.100 kg doorregen
spek. Vermeldt het menu peulvruchten, dan 0.200 kg

capucijners, witte of bruine boohen, waarbij .nog 1 kg
aardappelen per persoon wordt opgediend, benevens
0.125 kg doorregen spek. Bij aparte pot wordt 0.300 kg blik- of 0.500 kg versche groenten verstrekt,. Vrij’dags
wordt gebakken visch gegeven.
liet ligt voor de hand, dat al naar gelang de voor-
ziening dit .noodig oordieelt, ‘p,itjes, preitjes, vet, enz.
in de vereischte hoeveelheden aan het voedsel worden
toegevoegd.
1

let menu ziet er als volgt u.it:

le w’eek

Ze week
Maan-dag – Erwtensoep

Zondag – Aparte pot
Dinsdag – Aparte pot

Maandag – Erwtensoep
(vleesch. groen- Dinsdag – Aparte pot
ten, aardappelen) Woensdag – Stamppot
Woensdag – Stamppot

Donder-dag – Haehée
Donderdag – Penivruchten

Vrijdag

– Peulvr-uch.ten
‘ rijd ag

– l’iac’héc
Zaterdag – Starnppot

Bij de broodvoorziening ziet het menu er als volgt
uit:

Van, wittebrood, tarvehroocl of roggebrood, 800 gr.
per persoon pci- dag en des Zondags 400 gr. witte-
brood plus 600
gi:am
kPentebrood; ma.rgarine 500 gr.
per persoon per week en. aan ,,heleg” per dag:

lePeek

Ze week
ï1aan-da-g: lons Bdnmnïer kaas Zondag: 2 spekbokki ngen
Dinsdag:
-1
ons boter-hainspek

en Y
2
p. suiker
Woeiid.:

uis bntedh.wors.t

Maan-dag:
1
ons komijne kaas
Ilond-erd.
:.:1:
o-ns,J±klajnmerkaas I)i’nsda:
1
ons boterh.-spek
Vrijdag:

. 1
ons le’ve-rwonst

Woensd.: lonsboter.h.wors-t
Zaterd. 18
.
5 gram koek

IDonderd.: 185 gram koek

Vrijdag: 1 ons leverworst

Tliansrtog iets over wat men -terecht mag noemen

de geestelijke verzorging in de kampen.

YQ6’r dit bijzondere werk zijn door den Minister van
Socjaie Zaken in overeesteinmng met de voornaamste richtingen in ons .voik, v’ier
,,cultureele leiders”
aan-
gesteld. Hun werk bestaat uit: het verzorgen van
kerkdiensten in de ‘kampen en het organiseeren van
pntspanningsavônden.

Zoôveel mogelijk wordt den arbeiders op de Zon-
:dagen – die zij in het kamp doorbrengen, gelegenheid
geboden een kerkdienst bij te wonen. Daarin wordt
op *verschillende wijze voorziën. In enkele kampen
houden de ,,’cultureele 1iders” (voor zoover zij daar-
toe brvoegd zijn).’persoonlijk samenkomsten, in andere
kanpen nebmt –

een geestelijke of dominee uit de om-
,-eving voor ieti den dienst waar, terwijl tenslotte in
sommige kaii’ïpen gelegeaheïil bestaat in nabijgelegen
kerken den di’enst bij te wonen. Is de a.fstand groot,
dan wordt daartoe een autobus ter beschikking ge-
-steM.

– – In elk kamp wordt tw’eemaal in de maand een out-s»mnnigsavönd ‘gehouden Deze vouden worden on-
.det leiding van de cultureele leiders gegeven. Het
proglramina kan bes’tadn uit een lezing, een voordracht
(vaa)c met hulp van ‘derden, doch steeds onder ver-
ant-wbordelijkheid van den cultureelen leider) of een
filmveitooning. – –
De – kamjen zijn- voorzien van een radiotoestel en
een tafelhi

ijart. Bovendien- bevatten zij een kleine
ki-
bliotheek van 25 boeken, die in een kastje worden bewiard. Deze kastjes kunnen van tijd tot tijd tus-
schen, de verschillende kampen worden geruild.
De ‘

leestafel ‘is voorzien van een viertal dagbladen
van verschillende richting en een geïllustreerd week-
blad. In elk kamp is ver-der een cantine ingericht, al-
waar
teken
minimale prijzen een en ander te ver–
krijgen is

– –
1

let geheele werk geschiedt onder toezicht van een
door den Minister ‘van Sociale Zaken ingestelde, ,,Com-
missie van Bijstand”. In die commissie hebben verte-
ge.n woo-rdigers der voornaamste bevolkingsgroepen en
van de ambtelijke instanties (Departement en In-
spectie) zitting. .Dê commissie ziet toe op het werk
der cultureele leiders. Maand voor maand stelt zij
een programma van werkzaamheden vast.
MEIJER
lM ViiiEd

1 Maart 1939

ECONOMISCH.S1ATISTISCHE BERICHTEN

175

DE AMSTERDAMSCHE ZEE- EN LUCHT

HAVEN IN 1938.

De Dienst van cle Genieente-Handelsinrichti ngen
te Amsterdam schrijft ons:

Zeehaven.

liet beeld, dat de cijfers van het scheepvaart- en
goederenverkeer der Amsterdamsche haven over 1938
te zien geven, kan niet gunstig ivorden- genoemd. De
opleving van het havenverk-eer, welke zich; n
jaren van depressie, voor het eerst in 1937 duiçli.ijk
had afgeteekend, is in 1038 reeds wedej tot staan
gekomen.

Ze esc hee pvaar t.

Uit de dijfers von de scheepvaarthewe
g
ing blijkt
hiervan niet; deze spreken nog van toegenomen be-
drijvigheid. Het aantal in de haven aangekomen zee-
schepen vermeerderde nl. van 3291 in 1
,
937 tot 3464
in 1938, de totale tonnenma,at der aangekomen sche-
pen vn 4.329.308 N.R.T. in 1937 tot 4:664.049 N.R.T.
in 1938. riet aantal in ballast hinnengekonen. sche-
pen bleef vrijwel gelijk aan het zeei- hooge getal van
1937. 11et bedroeg 421 tegen 430 in 1937. Het aantal
schepen, hetwelk de Amsterdanische haven uitsluitend
aandeed om te bunkeren nam eenigszins toe; deze
toeneming ging echter gepaard met een ver-mindering
van cle in de haven gebu.nkercle hoeve1heden braiid-
stoffen. Voor kolen en olie bedroegen de Sijfers voor
1937 306.711 en 93.131 ton
i); voor 1938 277.867 en
87.666 ton. Het aantal schepen, uit1uitend in de
haveti gekomen voor buukerdoeleinciec, bedroeg in
1929, 1930, 1931, 1932, 1933, 1934, 1935, 1936, 1937
en 1938 resp. 192, 95, 133, 147, 138, 108, 55, 120,
38 en 52.

.i?.jjnvaart.

Vergeleken met de zeescheepvaart toont de Rijn-
vaart in 1938 een uitgesproken ongunstig beeld. Zoo-
als uit staat 1 blijkt, verminderde het aantal beladen aangekomen schepen van 2214 tot 1830. Het aantal
ledig aangekomen schepen bedroeg 16 tegen. 9 in
1937. Bij de vertrokken schepen verminderde het
aantal beladen naar Duitschlaud vertrokken schepen
van 1116 in 1937 tot 1045 in 1938; het aantal ledig
daarheen vertrokken schepen bleef ongeveer gelijk
(123 in 1937; 128 in 1938) evenals het aantal he-
hiden naar elders vertrokken schepen (20 irr 1937;
18 in 1938). Door de groote vermindering van het
aantal aangekomen schepen was ook het aantal ledig
naar elders vertrokken schepen lager dan in 1937
(978 in 1937; 735 in 1938).

1)
Onder ,;ton” wordt hier en in ht vervolg, waar ge-
spreken wordt van goederenh.oeveeihedeii, een hoeveelheid
van 1000 kg verstaan.

Goeclerenverkeer ).

-•


De. hoeveelheid per zeeschip aan- en afgevoerde
goecloren verminderde van 5.859.462 ton in 1037 tot
5.654.955 ton in 1938. DS cijfers van de laatste vier
maanden, welke, zooals uit staat 2 blijkt, een hooger
gemiddelde aangeven dan clie over de eerste acht
maanden laten ruimte open voor de verwachtiiïg, van
een meer gunstige ontwikkeling van het havenverkeer
yopr den eerstvoigenden tijd.
Intusschen vormt de hoeveelheid goederén, in 1938
in de Amsterdamsche haven per zeeschip aan- en af-
gevoerc, nog slechts 86.2 POL van den omvang van het
goecierenverkeer ter zee in het topjaar 1929, en dit,
t
i
:ijl de verkeerscijfers. in meer dan één zeehaven
de- cijfers van het jaar der tot dusver grootste be-
drijvigheid reeds aanzienlijk hebben overtroffen. 1

let
aandeel van de Amsterdamsche haven in het totale
goederenverkeet- ter zee van Necleiiahd met, het bui-
tenla.id, hetwelk in 1929 124 pOt. hechiioeg, bedraagt
voor 1938 dan ook nog slechts 10 pOt.

Staat
2.

Te Amsterdam per zeeschip aan- en afgevoerde goederen
in tons van 1000 kg.

Maand
1936
1937
1938

Januari ……
430.700 508.125 460.852
Februari

….
383.826 418.467
480.932
Maart
399.054 471.295 471.354
April ……..
413.299 496.954
465.479
Mei ……….
349.981 426.771
444.440
Juni

……..
380.212
500.838 443.081

Juli

……..
457.005
550.081
394.599
Augustus
.
..
364.201
466.505
436.273
September
444.072
529.159
518.934

October ……
441.621 499.917
507.981
November ….
472.977 511.826 525.118
December
463.838 479.524
505.912

Het totale havenverkeer
3)
verminderde van
6.718.984 ton in 1937 tot 6.358.488 ton in 1938.
De achteruitgang is meer een gevolg van een ver-
niïnclering van de cijfers van het stukgoederenverkeer
dan van het verkeer van massagoederen ). In over-
eenstemming hierniede werd de verhouding tussehen
het stukgoed- en massagoeciverkees-, welke verhouding

2)
Bij de samenstelling vati de cijferoverzichten en de
grafiek betreffende het goederen-verkeer is gebruik gemaakt
van de ina-a.ndatatistiek van den iii-. uit- en doorvoer, Ze
deel, van heit Centraal ;Burmu voor de Statistiek te ‘s-Gra-
ven-h age.
– ‘) Hieronder wordt verstaan de som vat de in dc maand-
statistiek vermelde hoeveelheden, ge-lost bij invoer ter zee
ee- langs rivieren en kanalen cii de hoeveelheden geladen
bij uitvoer ter Zee en langs r;iviereii en kanalen vermeer-
derd met het hoogste der beide cijfers, welke men verkrijgt
bij optelling; eenerzijda vaa de hoeveelheden, ter zee en
langs rivieren cii kanalen bij doorvoer aangevoerd, an-
derzijds valT de hoeveelheden, ter Zee en langs rivieren en
kanalen bij doorvocr afgvoerd.
4)
Onder massagoederen worden in dit overzicht ver-
staan: kolen, ertsen, in i nbra.le ol ih ii en deiiivaten daarvan,
hout, granen en zaden –

Staat 1.

Rijnschepen (laadvermogen in 1000
i13.)

Aangekomen
i

Vertrokken

Beladen
Ledig
Beladen

Ledig Beladen

Ledig
Jat-en

naar Duitschland
naar elders
Laad-
Laad-.
Aan-
Aan-

Aantal
Laadver-
Aantal
Laadver-
Aantal
Laadver-
Aantal
Laadver-
tal
ver-
tal
ver-


mogen mogen

– .m.ogen
mogen

mogen mogen

1929

.
..
.
2762 2064
171
186
1362
-.1049


334 309
80 46 1278 1007
1930


.
2570
1855
117 127
1323
.987
267 233
109 85
1176
853 1931

.
..
.
2319
1689
92

93
1150
.795

294 275
48 29
1040 779
1932

….
1514
1114
51
51
959 665
184 175
19
9
583 449
1933

.
..
.
1596
1141 126 114
1112
789
164 146
24
13
580
457
1934

….
1789
1298
193 174
1210
862 249
215
24
11
571
484
1935

….
1666 1189
110
105
982 652
230
181
20
10
517
434
1936

….
1636
1141
41
26
975
624
118
94
18
9
562
359
1937

….
2214
1514
9
4
1116
741
:

123
101

20
13
978
731
1938

….
1830
1257

16
12
1045 706
128

119
18
8
735 530

etourladin9s-

ioeI
ij kI’i ei d

ifvoer uilqedrL1 in
von den aanvoer.

qoederenver.
keer kr zea

q
oederenven
keer Ians
nv en kon

176 .

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Maart 19.39

zich iii de laatste jaren voortdurend ten. gunste van het stukgoed ontwikkelde, minder gunstig voor het
stukgoed. Van het totale havenverkeer vormde het
stukgoedverkee’r. 52.8 pOt. (1937 54.2 pOt.); het mas-sagoedverkeer 47.2 pOt. (1937 45.8 pOt.).

Staat
3.
Totaal. havenverkeer van massagoederen te Amsterdam.
(in 1000 ton)
Artikelen

1929 1931 1933 1935 1936 1937 1938
Kolen
1)
…………1877 1705 1583 1355 1146 1212 1147
Hout …………..
739 514 461 258 269 321 217
Minerale oliën:
Petroleum ……..
134 126 136 161 162 175 172
Benzine…………
133 141 180 225 206 164 173
Gasolie …………
51

56

79 139 168 196 228
Stookolie 2) ……..
84

62

95 141 101 107 107
Ruwe aardoliën en
n.a.g. derivaten

113

73

76

65

31

33

37
Zaden …………
329 426 276 336 193 223 244
Granen …………
408 506 363 202 207 192 147
Ertsen …………
103 184 160 136 205 286 324
1)
Alle bunikerkolen inbegrepen.
2)
Alle bunkerstook-
olie 4nbegrepen.

Het aandeel, hetwelk de afvoer vormt van den
aanvoer, verminderde bij het.. zeeverkeer (van 66.4
pOt. in 1937 op 62.3 püt. in 1938) en nam toe bij
verkeer langs rivieren en kanalen (van 47.8 pOt. in
1937 tot 51.9 pCt. in. 1938).
Een overzicht van het totale havenverkeer van de
verschillende massagoederen verschaft staat 3.

De belangrijkste vermmuderiugen worden gevonnd
door de artikelen hout en granen. Voor hout is deze
vermindering een gevolg van verminderden aanvoer
uit Sovjet-Rusland. Nu verschillende factoren, welke
den aanvoer van hout in de Amsterdamsche haven
ongunstig beïnvioedden in den loop van 1938 uit den
weg zijn geruimd, kan voor de toekomst waarschijn-
lijk weer een toeneming van den aanvoer worden
verwacht. De achteruitgang voor het artikel granen
is een gevolg van verrninder’den aanvoer voornamelijk
uit Argentinië. Hoogere cijfers géven te zien de arti-kelen gasolie en ertsen. Het hoogere cijfer voor gas-
olie wordt veroorzaakt door vergrooten aanvoer uit
Frankrijk, Iran en Curaçao; de toeneming voor het
artikel ertsen door gestegen invoer üit Spanje en
door verhoogden doorvoer uit Necl.-Indië naar
Duitschland.
Bij de stukgoederen lieten o.a. de artikelen cacao-
boonen, koffie, copra, traan, vaartuigen en v.liegma-

de

– –

-.

.J
riv:

iUUNNUR•Ull•U•kLÏflNi
———–

WINNEENONSEEN
RrAl•••URP•l•UUU

SEEMENNOMEME

••lW1k1UUUl•Ul*

•….u..•a…….

chines en zout een vermeerdering zien. Verminde-
ring vertoonden de cijfers voor kalk, tras en cement, huiden en vellen, papier, suiker. (staat 4).

Staat
4.

••’

Totaal havenverkeer van enkele stukgoederen te Amsterdam
J.
(iii
1000 ton) in de jaren

Artikelen
11929119311193311935
11936
11937
11938

Cacaoboonen
87
81
56
75 68
76
98
Koffie

………..106
101
86
66
57
66
76
Thee
………….26
26
20
15 15
15 17
Tabak

………..92
89
69
66
57 61
60
Copra

………..
115
61
83
103
118 118
152
Zuidvrucliten
56 55
64
51
59 39
33
Hennep

………..
19
23
22
21
19
17
25
Kalk, tras, cement
239
194 92
63
66
115 72
Salpeter,

kunstm
175
228
112
194
173 177
163
Chemische prod.,
geneesmiddelen
151 125
119
133
143
183
189
Plantaardige oliën
en vetten ……
76
73
47
65
74
90 86
Huiden en vellen
19
20
30
30
28
44
27
154
154
131
127
128 154
117
Vaartuigen, vlieg-

..

Papier ………..

37
42
60
28
21
14
43
machines ……..
Suiker (ruwe en
.

73
geraffin.) …….
101
118
75
89
193
155
Wijn ………….
42
27
22
21
23
26
24
Machines, Werk-
85
36
27
30
33
44
52
25
31 s
3
4
11
40
Specerijen
6
4,5
4,5
7
.

6
8
5

tuigen, enz……
Traan

…………

Plantaardige looi-
13
21
23
15
20
15
stoffen
………8

. 9
14
13
22
22 28
27
Palmpitten
…….9
Zout . …………
21
26
22
20
16

1
23

Gaat men na in welke mate het verkeer, onderschei-
den naar de verschillende transportw’egen en -rich-
tingen, vermindering of vermeerdering onderging ten opzichte van 1937, dan blijkt het volgende:
de invoer ter zee verminderde van 2.456.943 ton
tot 2.430.828 ton, derhalve met 1.1 pOt.;
de overzee aangevoerde hoeveelheid bestemd ten
doorvoer, verminderde van 1.063.864 ton tot 1.054.120
ton of met 0.9 pOt..;
de uitvoer ter zee verminderde van 1.215.007 ton
tot 1.193.661 ton, derhalve met 1.8 pOt.;
de overzee afgevoerde hoeveelheid, welke ten door-
voer bestemd was, verminderde van 1.123.648 ton
tot 976.346 ton, en vertoonde derhalve een daling van
13.1 pOt.;
de ihvoer langs rivieren en kanalen verminderde
met 9.5 pOt.; kwam nl. van 972.602 ton tot 879.965

ton;
de langs rivieren en kanalen ten doorvoer aange-
voerde hoeveelheid verminderde van 738.951 ton tot
581.157 ton, derhalve met 21.4 pOt..;

Staat
5.

Haven- en spoorweg-
Spoorwegverkeer’)
Jaren

I

I

verkeer1)

aanvoer2)
1
afvoer2)
1
aanvoer
2
)
I
afvoer
2
)

1929 ……

289.858

115.602

6.765.118

3.331.521 1931.

179.350

82.086

6.021.222 2.594.508
1932 ……

126.664

62.541

4.827.945

2.093.140 2.291.518
3
)
1933 ……

133.146

57.401

4.878.43

2.375.596
3
)
1935 ……

114.806

34.372

4.648.178

2.380.455
3
)
1936
.
…..122.619

30.465

4.588.376

2.527.052
8
)
1937 ……

147.513

35.221

5.379.873

3.193.769
8
)
1938 ……
II
153.359

32.861
1
5099.429
1
2.960.9803)

Zoowel onder aanvoer als onder afvoer is de hoeveel-
heid gelost (geladen) tea doorvoer begrepen.
) In tonnen van 1000 kg.
3)
Hieronder zijn alle bunkr.ko•1en en -stookolie begre-
pen (Nederinkdsche en vremnde schepen), terwijl onder
de andere cijfers alleen de .bun.kerkolen en -alookolie van
v remde schepen zijn opgenome
EI.

.4

1 Maart 1939

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

177

4 ‘2526272829.3031323334353637

de uitvoer langs rivieren en kanalen daalde van
271.617 ton tot 218.757 ton en werminderde derhalve

28

1
met 19.5 pOt., de ten doorvoert bestemde hoeveelheid
goederen, welke langs rivieren en kanaleuwerd af-

26

gevoerd, verminderde tenslotte met I.6pOt., nl van
548.276 ton tot 539.355 ton.

Een overzicht van het huitenlandsche spoorweg-

24

verkeer van Amsterdamin de laatste jaren, in zijn
verhouding tot het buiténlandsche haven- en spoor-

22

wegverkeer tezamen, verschaft’staat 5.

Ook uit de cijfers van den omvang van den haven-

2O

arbeid, een gewichtige graadmeter voor de bedrijvig-
heid in een haven, blijkt van vermindering in het
afgeloopen jaar tegenover 1937. Het volgende staatje

18

geeft cijfers omtrent den omvang van den h’avenar-
beid in de laatste tien jaren:

16

Jaren

Aantal werkweken der Aantal door arbeiders
vaste havenarbeiders van de Havenarbeids-
S

reserve gewerkte taken
1929 ….

94.4531)

1.159.372
1930

95.7261)

681.332

12

1931

92.1111)

521.948
1932

78.9151)

375.932
1933

76.8241)

444788

10

1934

76.1108)

473.802
1935

74.060
3
)

409.965

9

.

1936

69.8433)

459.206
1937

75.191
8
)

608.892
1938

74.667
3
)

514.640

6

1)
Zonder het wa.lploegpersoneel.

1 Met inbegrip van het va1p1oegperaonee1
80.895.

14

3)
Met inbegrip van het waiploegporsoneel.

2

Luchthaven Schiphol.

o

Het bewogen jaar, dat 1938 voor de luchthaven is
geweest, vormt een zeer gunstig jaar voor wat de
ontwikkeling van het havenverkeer betreft.
Het aantal luchtreizigers van, naar en via Amster-
dam steeg van 64.497 in 1937 tot 78.520 in 1938. De
beteekenis van deze toeneming stijgt nog als men er
rekening mede houdt, dat het aantal in deze cijfers

.80
begrepen transito-reizigers via Amsterdam op de
Europeesche lijnen als gevolg van verlegging van
eenige transito-lijnen over Waalhaven verminderde
van 24.530 in 1937 tot 23.794 in 1938. Het aantal

’70

reizigers naar en van de luchthaven nam dus toe van
– 39.967 tot 54.726 of met
bijna
37 pOt.
Het passagiersvervoer over 1938 laat zich als volg-t
nader specificeeren.

’60
naar van

vIa
A’darn A’dam. A’darn Totaal

Op de Europeesche lijnen …..
17.468 15.657 20.917 54.042
Indië-lijn ………….
340

306

1.210

1.856

’50

hiiineiiiaudshe lijnen
. 10.722 10.233 1.667 22.622

Totaal-generaal ..
28.530 26.196 23.794
78.520

,40
Het postvervoer bedroeg 583.393 k in 1938 tegen
460.800 kg in 1937, een stijging dus van 122.593 kg.,
dit is 26.6 pOt.; onder deze cijfers zijn begreen resp.
194.043 kg en 201.300 kg transito.

030

Het goederenvervoer steeg zeer belangrijk, nl van
1.271.500 kg in 1937 tot 1.920.065 kg in 1938, een
toeneming van ruim 51 pOt. Het transitoverkeer, on-
der de gegeven cijfers begrepen, bedroeg 395.600 kg

’20

in 1937 en
489.943
in 1938.
Het totaal aantal vluchten der geregelde verkeers-

• .

diensten van en riaaf Schiphol bedroeg 18.152 tegen
17.666 in 1937. Van dit totaal aantal vluchten voer-

’10

de deK.inM. er
13.238 en de buitenlandsche maat-
schappijen de overige (5414) uit.
De grafieken geven de ontwikkeling van het ver-
keer sinds 1920.

.0

SCI-1IP-IQL

LUCI-1TI-1AVNL

DER

GEMEENTE AMSTERDAM

POST-EN GOEDERENVEPVOER

EIN
400 TON NÈN-TON IO’OO KG]

TOTAAL

TRANSITO.

SCI-1 IPI-1OL

LUCI-1TI-IAVN

DER

GEMEENTE AMSTERDAM

PASSAGIERÇVEPV0ER OP DE

LUCWTLUNEN.

[ xi000

TOTAAL.

• TRANSITO.

’36

178

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Maart 1939

MIDDENSTAND VOORUIT DOOR EIGEN

KRACHT.

De verhouding tusschen het groot- en kleinbedrijf
in den detailhandel staat tegenwoordig in het middel-
punt der belangstelling
1).

De heer Tohi constateert, dat deze strijd een steeds
feller en verbitterder karakter aanneemt, wat, volgens
hem vooral daarin zijn oorzaak vindt, dat
heiden

geheel dezelfde functie vervullen.
Bij zulk een felien strijd is het begrijpelijk, dat er
van beide zijden wel eens argwnenten naar voren
worden gebracht, welke de toets der kritiek niet kun-nen doorstaan en daarom doet het weldadig aan in de E.-S.B. van 15 Februari ji. do uiting te lezen van den
Konin kuiken Nederla.ndschen Middenstandsbond:
.,Wel heeft onze bnd zich steeds op het standpunt ge-
,,teld, dat de belanghebbende.n zelf eerst dienen te traeh-
,,ten om moeilijkheden, welke zij
01)
hun weg ontmoeten,
,,mt eigen middelen tot oplossing te brengen, en dat eerst
.,dani de hulp van den vntgever mag w&rden ingeroepen,
,,i.ndin
01)
deze wijze geen voldoende resultaat te bereiken
alt. Vaiizel faprekend dienen dergelijke maatregelen ook
in overeenstemming te zijn mt het algemeen belang.”

Is het juist, dat beiden dezelfde functie uitoefenen? Zeker, beiden hebben tot taak de detaildistributie aan
den consument op de meest economische wijze te doen
plaats vinden. Maar ieder doet dit op zijn wijze. Het
gToot,bedrijf met zijn meerdere kap i taaikrach t, met
zijn sterke concentratie door het warenhuis of het
fiiiaa.lstelsel, het kleinbedrijf door de moer Persoon-
lijke aanpassing aan cle behoeften van den consument.
De groote verdeeldheid van onzen middenstand,
waardoor ook de invloed van zijn organisatie slechts
langzamerhand kon doorwerken, heeft gemaakt dat
hij in •de.n begiiine de mindere was van het grootbe-
drijf. De Afdeeling Middenstand van het Departe-
ment van Economische Zaken heeft in de laatste
jaren dan ook veel goed, opbouwencl en opvoedend
werk gedaan. De vestigingseischen voor verschillen-
de groepen middenstand gesteld, hebben een goede
kern voor verdere ontwikkeling geschapen
Vergeten wordt weleens, dat wettelijke bepalingen
en departementaal werk slechts de helpende hand
kunnen bieden en .dat de hestellencle krachten uit
het bedrijf zelve moeten komen. Gebeurt dit niet, dan
zija alle vestigingseischen en nieuwe nog te maken
bepalingen nutteloos en zoude de middenstand ten
doode gedoemd zijn. Tenslotte zijn toch de meeste
grootbedrijven uit het kleinbedrijf gegroeid.
Wat kan nu het kleinbedrijf doen uit eigen kracht
om den bijna hopeloozen toestand te verbeteren?

Mogelijke eigen” reacties van het kleinbedrijf.

In de eerste plaats, tegenover de concentratie van
het grootbedrijf een
strenge eigen organisatie,
met
zoo weinig mogelijk verdeeldheid onderling. Het is
niet voldoende om lid te zijn van een der drie mid-
denstandsorganisaties; men moet medewerken om deze
organisaties tot stuwende, verbeterende krachten te
maken.
Verder nagaan in welke opzichten men bij het grootbedrijf achterstaat. Dat heteekent dus in de
eerste plaats betere kennis va.n het eigen bedrijf
en
van moderne bedrijfsvoering. Meer gepreciseerd he-
teekent dat allereerst: zorgen beter de eigen waren te kennen dan de cliënt. De meeste grootbedrijven
leiden zelf hun personeel op. De midctenstand moet
hierin zelf voorzien; en op uitgebreidere wijze dan op het oogenb]ik door de vestigingteischen noodig
wordt geacht.
Kennis van eigen wa.ren is
noodzakelijk, niet alleen
op het oogenhlik van vestiging, maar voortdureicl
op de hoogte blijven van nieuwe uitvindingen of
producten. Houdt de meerderheid van den midden-

i) Zie de artikelen van Dr. E. J. Tolyi in E.-S.B. van
IS
Januari en 1, 8 en 15 Februari jI. en va.n Prof. Dr.
N. J. Polak in E.-S.B. van 22 Februari jI.

stand vast aan de kennis op het oogeoblik van vesti-
ging verkregen, dan is de toestand hopeloos. De wil
om de kennis bij te houden is hierbij de voornaamste
factor.
‘T
,
.
irenkennis alleen is niet voldoende. Wil men het
bedrijf kennen, dan is een
betere boekhouding
dan
tegenwoordig meestal plaats vindt dringend nood-
zakelijk. Niet alleen boekhouding om de uiteindelijke
winst of verlies te berekenen, maar ook om de eigen voorraadvorming te kunnen beoordeelen. Een goede
bedrijfsvoering eischt tegenwoordig kennis van de
methoden, om de bedrijfsgegegevens te kunnen ver-
krijgen en beoorcleele.n. Een goed bedrijfsleider in een
handelszaak moet de omloopsnelheid van ieder arti-
kel kennen; hij nioet cle uiteindelijke winst of ver-
lies op ieder artikel kunnen bepalen en de vraag
naar bepaalde artikelen of sorteeringen in cijfers
kunnen lezen. ieder die wel eens met den midden-
stand te maken heeft gehad, weet, dat hij de groote
meerderheid deze kennis ontstellend gering is.

Is eenmaal de hoekhoudkundige zijde geregeld, dan
is de middenstander er nog niet. Het is hem onmo-
gelijk om van alle gevraagde sorteeriogen, die ons
volk met zijn sterk individualistische smaak vraagt,
steeds voldoende voorraad te hebben. Neemt men hijv.
het sigaretten rookend publiek. Ieder rookt bij voor-
keur een apart merk; is het nu aiet mogelijk, dat
meerdere winlcels een
gezamenlijken voorraad
heb-
beu? In enkele steden zijn reeds pogingen in die
richting gedaan, maar zoover ik weet, zonder groot
succes, en toch zal noodzakelijker wijze in deze rich-ting verder gewerkt moeten worden.
Een groot voordeel vmui het groothedrijf is de
goed-
icoopere en betereinicoop. Is
dit echter ook niet voor
den individueelen middenstander te bereiken? De
,,Spar-centrale”
N.V.
en de
N
.
V.
,,Oentra” vormen
reeds een poging in die richting, maar op dit punt
is een groote uitbreiding nog steeds mogelijk. Beide
genoemde NV’s zijn een sa.meuwerking tusschen be-
paalde groepen grossiers en detaillisten, maar de
leden vormen toch een ontstellend gering percentage
van het totaal aantal middenstanders.
Etaleerkunde
stelt speciale eischeu. 1-let is niet
nutteloos, dat het groothed rijf een zoo groot deel van
haar ruimte voor de étalage beschilcbaat stelt. Ver-schillende fabrieken, bijvoorbeeld Philips, trachten hun verkoopers in deze richting
OP
te leiden, maar
dit kan nimmer voldoende zijn. Eigen kennis en
smaak-ontwikkeling is noodig. Is hier geen werkkring
te vinden voor étaleurs, die gelijktijdig bij verschil-
lende middenstanders werkzaam zijn, op dezelfde
wijze als zelfstandige accoun tantskantoren? liet bezorgen van de goederen hij den consument is
voor den middenstander een ernstig vraagstuk. Het
groothed.rijf heeft meestal een volle dagtaak voor
cle auto. 1-let kleinbedrijf tracht te concurreeren, door
ieder klein postje onmiddellijk te bezorgen. Waarom kunnen verschillende kleinere bedrijven gezamenlijk
geen hesteldien.st hebben? Is het niet mogelijk om
evenals bij het brood een goedkooperen prijs te bere-
kenen voor goederen in den winlcel, gekocht zonder
bezorgen?

Gezamenlijke reclame. Is
het onmogelijk?

iIoe is de kennis van de interne
bedrijfsvoering
va.n het winkelbedrijf hij de meesten? Worden de
waren goed opgeborgen met een groote mate van
overzichtelijkheid voor den dienst en een minimum
van werk voor den winlcelier?

Opleiding tot winkelier.

liet bovemistaande vormt slechts een greep uit het
vele, wat den middenstander kan en moet doen om
zijn levensvatbaarheid te bewijzen.
Er is zelfs niet eens gesproken van den psycholo-
gischen kant van het bedrijf, den omgang met den
cliënt.

1 Maart 1939

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

179

0.1) al deze punten moet verbetering en verandering
komen door eigen kracht.
Waarom bestaat er geen bloeiende school voor den
winkelier
01)
clezelf cle wijze als deze reeds jaren lang
in Berlijn bestaat? Zoolang clie niet bestaat zijn toch
plaatselijke cursussen mogelijk op vel uitgebreidere
schaal, dan nu voor de vestigingswet mogelijk is. Is
het niet mogelijk dergelijke besprekingen en geclach-tenwisseli.ngen in de zomermaanden met weinig kos-ten in kampcursussen gedurende een week te houden,
door de drie middenstandsorganisaties gezamenlijk?

Ditmaal wil ik het niet hebben over het vrijwillig
filiaal-systeem, wat in de Vereen.igde Staten zulk een
uitbreiding gevonden heeft.

De wederopbouw’ moet uit eigen kracht geschieden,
met, leiding en hulp van de Overheid, wil zij eenig
succes hebben.

lIet handhaven en versterken van het eigen mid-clenstandsbedrijf tegenover het groothedrijf en de
coöperatie zal nimmer kunnen volstaan met een strijd
met negatieve middelen, cl.w.z. het afbreken van cle
andere o.n dernem i ngsvormen. De grootste krach t moet
uit den eigen positieven opbouw komen.
Middenstanders ,,Let op Uw eigen Saeck” en let
er
zelf
op.
F. W. L. DE BEUF0RT.

AANTEEKENINGEN.

De veelhoofdige leiding van het bankwezen in

de Vereenigde Staten.

De moeilijkheden, ondervonden bij de pogingen het
Ainerikaansche bankwezen onder een centraal gezag
te brengen, zijn een direct uitvloeisel van de gecom-
pliceerd heid der Amerikaansche s taatshuishouding.
liet rneeningsverschii over de inrichting van het
hankstelsei is dan ook van zeer ouden datum. Reeds
bij den strijd tusschen voor- en tegenstanders van de volledige autonomie der afzonderlijke Staten, welke
tenslotte tot den Burgeroorlog leidde, was het bank-
wezen een der belangrijkste twist,punten.
De Bankwet van 1863, tot stand gekomen na de
overwinning der Centralisatiepartij, gaf de Federale
Regeering, naast cle Staten, het recht concessies tot
het oprichten van banken te verleenen. Eerst in 1913
was men zoover gevorderd, dat het Federal Reserve

System tot stand kwam, waarbij ccii net van centrale
banken over de Vereenigde Staten w’erd gelegd, zon-
der dat echter allen banken de verplichting tot aan-
sluiting werd opgelegd. Eenheid werd des te minder
bereikt, doordat de 48 Staten, in mededinging met de Federale Regeering, het recht behielden hankconces-
sies te verieenen.
De funeste gevolgen van dit gebrek aan hoinogene
regeling bleken in en na de crisis van 1929. In de
periode van Juni 1929 tot Juni 1933
w
ra
r
e
n
pl.m.
10.000 – van de 25.000 in 1929 bestaande – banken
verplicht haar loketten te sluiten.

Het is dan ook volkomen begrijpelijk, dat President Roosevelt onmiddellijk na zijn ambtsaanvaarding zijn
aandacht op het bankwezen richtte. Een zijner vroeg-
ste regeeringsm aatregelen was de afkondigin g der al-
gemeene ,,hank-vacajitie” (6-10 Maart 1933), ten-einde het publiek, dat alle vertrouwen in het bank-
wezen verloren had, tot kalmte te doen komen. Ver-
volgens ging hij over tot een ingrijpende herziening
van de hankwetgeving, welke werd neergelegd in
de hankwetten van 1933 en 1935.

Deze wetgeving hield o.a. de schepping van een
aantal nieuwe organen in, welke dan top van het, Amne-
rikaa.nscho bankwezen tot een tafel berg verbreedden.
Véér. 1933 was de situatie z66, dat het toezicht op
de nationale banked – dat zijn de van Regerings-
wege geconcessioneerde ban ken – werd uitgeoefend
door de ,,Comptroller of the Currency”, terwijl de
Staatsban ken – banken opgericht met concessie vati
één der Staten – aan de contrôle van do door de
afzonderlijke Staten daartoe .aa
i
ig.ewrezen lichamen
onderworpen waren. Door beider regelingen heen,
liepen de bepalingen van het Federiti Reserve System,
alleen geldend voor die banken, welke zich in dat
stelsel deden opnemen.

Deze banken waren bij haar aanvraag om aansl ui-
ting echter reeds op andere wijze gcbon.den., ni. door
cle voorwaarden, waarop cle hankconcessie verleend
was door één der beide eerder genoemde lichamen.
Zooals eerder werd opgemerkt, werden hij de bank-
wetten van 1933 en 1935 ccii aantal nieuwe instellin-gen in het leven geroepen, waardoor niet minder clan
vijf lichamen de bevoegdheid kregen hun stem over
de gowenschte bankpolitiek te doen hooren.
In de eerste plaats leidde het groote verlies door

PRINCIPAL BANK SUPERVISORY RELATIONSHIPS

FEDERAL GOVERNMENT
-:–::TE—–1

STATE
DANK

1

F. R. SYSTEM

COMPTROLLER

‘1
SUPER

FWCRAL

RECONSTRUCTION

VISORY AUTNORITIES

TREASURY
DOARD OP GOVERN005

CURRENCY FINANC
E
INSURANCE
‘DFR. BANGS AND

o,,.

CORPORATION

CORPORATION

MONETARY CONTROLS

FISCAI.
poucy
OPEN RARKET
OPERATIONS
GOLD AND

RESERVE
SILVER POUCY

REOUREMENTS
STA6UZATION
REDISCOURT
.
POND
POLICY

OPERATIONS

ih
:


MAJOR RELATIONSUIPS
-INCIDENTALRELATIONSHIPS

INSURED NONMEMBER
NONINSURED BANKS
BANKS
NATIONAL
BANKS

-.
È

73
1
0

0

E
5

STATE
MEMBER BANKS

180

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Maart 1939

de depositohouders in de depressie geleden tot de
overtuiging, dat een verzekering der deposito’s een
onafwijsbare noodzakélijkheid was. Daar de Federale
Regeering zich niet volledig garant wenschte te stel-
len, werd de’ Fecleral Deposit Insurance Oorporation
opgericht, welke uitgebreide contrôlebevoegdheden be-
zit, over de hanken,’welke zich hij haar aansluiten.
De beteekenis van deze bevoegdheden blijkt uit het
feit, dat midden 1938 90 pOt. der Amerikaansche ban-
ken, beschikkend over 82 pOt. der totale deposito’s,
tot de F.D.I.C. waren toegetreden.
Daarnaast verkreeg de Minister van Financiën zeker
gezag door de delegatie der nood-volmachten aan den
President verleend.
Tenslotte heeft de Reconstruction Finance Oorpo-
ration, wier bestaan juist dezer dagen tot 30 Juni
1941 is verlengd, belangrijken invloed. Het is de taak
van deze instelling den geliquideerden banken de her-
opening mogelijk te maken en de positie der zwak-staande banken te versterken. Tengevolge van haar
werkzaamheden heeft de Refico ongeveer
1%
van het

baukkapitaal der Vereenigde Staten in handen ge-
kregen; het is begrijpelijk, dat de groote financieele invloed deze instelling zeggingskracht over de han-
delingen der banken geeft, zonder dat deze macht
op wettelijken grondslag rust.

Het behoeft geen betoog, dat hij een zoo groot aan-
tal loodsen, voortduren’d nieeningsverschilien over den
te sturen koers kunnen rijzen. Het diagram, dat wij
aan het jaarverslag van de directie van het Fed. Res.
System
1)
ontieenen, spreekt in dit opzicht duidelijke

taal.
S

Zelfs indien men er rekening mee houdt, dat de
administratieve moeilijkheden, voortspruitend uit deze
kruising van bevoegdheden, voor een groot deel zijn
ondervangen door vrijwillige overeenkomsten aan-
gaande de taakverdeeling tusschen de verschillende
onderdeelen onderling,
blijft
het bezwaar bestaan, dat
elk lichaam de draagwijdte der afspraken volgens
eigen inzicht kan interpreteeren.’

Contrôlemethodeiz en credietpolitiek.

Het essentieele bezwaar van het gemis aan opper-
gezag ligt echter op een ander gebied der bankpoli-
tiek, dat juist voornamelijk bepalend is voor den in-
vloed, welken het bankwezen op den algemeenen eco-
nomischen toestand uitoefent, nl. dat der credietpoli-
tiek. ifet hovenaangehaalde jaarverslag wijdt aan dit
vraagstuk bijzondere aandacht, waarbij verschillende
vragen worden opgeworpen. De leidende gedachte bij
al deze vragen is het onderling verband tusschen de
eischen, welke vervuld dienen te worden om eeii

hankstelsel op te bouwen, waarbij
elke afzonderlijke

bank gezond is
en de eischen, welke het economisch

leven aan de
nationale credietpolitielc
stelt. Hierbij
wordt in overweging gegeven een onderzoek in te stel-
len naar de uitwerking, welke het door de vershi1-
lende leidende instanties ingestelde contrôlesysteem
heeft op de algemeene credietpolitiek.

1)
Jaarverslag van het Federai Reserve
Syetei
over
1938
:
pag.
179.

AANVOER VAN GRANE

Rotterdam

Artikelen

19125
Feb.

Sedert

Qvereenk.
1939

1Jan.
1939
1
tijdvak
1938

Het is zeker niet heioedigend, dat, na vijf jreu
van experimenteeren op

mônetair
,
gebied,’ een der
hoogste lichamen moet co:nc1udeere, dat nog begon-
non moet worden met het onderzoek over de juiste
betrekkinger) tLisschen cle bank- en credietpolitiek.

H.W.L.

MAANDCIJFERS.

Gecombineerde Maandstaat van de Nederlandsche en

Nederlandsch-Indisehe Grootbanken.

(In milh oenen guldens)
Nederi.
Banken
Ned.-Ind.
Banken
Totaal

131
Dec.I31 Jan.
31 Dec.131
Jan
31 Dec.131 Jan.

A.ciiia:

233
254
146
140
379
394
Nederl. en Ned.-Indiscb
160
157
95
104
255
261
schatkistpapier ……..

3.93
411
241 244 634 655

Ander overheidspai
33 31
19
19
52
50
30
28 39
37
69
65
Bankiers in binnen- en
Wissels …………….

64
58
37
49
101 107

Kas,

kassiers

en

dag-
geldieeningen

……..

buitenland …………

schotten op effecten
102
106
77 –

77
179
183

229
223 172 182 401
405

Prolongaties

en

voor-

264
272
145
139
409 411
Effecten en Syndicaten
59
66
37
37
96
103
Deeln.(incl.voorschott.)
9
10
29
29
38 39

Debiteuren

…………

3S2
348
211
205 543 553

Gebouwen………….
17
17
14
14
31
31
Diverse rekeningen.
(mcl.
overl. posten)

Belegde bestemmings-

Effecten leendepot ..
2
17
2
17




2
17
2
17

990
1018
639 646
1629
1664

Pas&iva:

reserve

…………..

1343
666 401 411
1044
1077

Wissels

eigen accept.
11
12
8 8
19
20

Crediteuren …………

-derden

… .
7
7
1
1
8
8

18
19
9 9
27 28

Deposito’sop termijn..
44
42
110 108
154
150
Diverse rekeningen

..
11,
20
5
4
19
24
Bestemmingsreserve ..
2 2


2
2
Effecten lèendepot ….
17
17


17
17

738
:766
525 532
1263
1298

Werkzaam kapitaal
.252
252
114
114
366
366
Aandeelenkapitaal
170
170
87
87
257
257
82
82
27
27
109
109
Reserve …………….

252 252
114
114
366
366

N.
(In
tons van 1000 kg.)

Amsterdam

.

Totaal

19125
Feb.
1939

1
Sedert
1 Jan.
1939

1
Overeenk.
tijdvak
1938
194
D
1938

28.361
128.787
:
162.513
6.111 16.876
1.27
145.663
164.140
Tarwe

……………….
Rogge

……………..
350
31.183
.

30.204

S


31.183
30.204
217
2.765
2.064
– –
S


2.765
2.064
15. 693
124.528
243.126
6.334
.

26t1350
26.474
151.178
269.600
Boekweit ………………..

4.485
35.913 54.416
1.805
3.852
.

2.101
39.765
56.517
2.738
22.589
51.306
‘ –
1.460
1.036
24.049
52.342

Maïs …………….
…..

.

1.025
8.485
19.839
.
3.904
69.117 57.912
77.602
77.751

Gerst

.-

………………
Haver

……………….
Lijnzaad

……………
2.300
15.226
13.551
.150

15.376
13.551
Lijnkoek …………….
1.452 7.111
8478
296
741
3.490
7.852 12.468
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten
. . .
888
4.463
6.520
.225

840
858
5.303,
7.378

1. Maart 1939

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

181

De zichtbare suikervoorraden in de wereld.
De zichtbare voorraden per 1 Jan. zijn volgens C. Czarnikow:
In tons

1939

1938

1937
Duitschland ……………
1.812.000
1.773.000 1.431.000
Tsjecho-Slowakije

………
405.000
582.000 535.000
Frankrijk …………….
720.000
862.000
803.000
Nederland…………….
217.000
253.000 257.000
België

………………
173.000
215.000 193.000
Hongarije …………….
99.000
110.000 127.000
Polen

………………
469.000 479.000 397.000
Engeland Geïmp. suiker
.
421.000
401.000 341.000
Binnen!.
252.000 220.000
200.000

Europa……..
4.568.000
4895.000
4.284.000
V.S.

Alle havens

……..
200.000
191.000
130.000
Cuba ………………..
750.000 456.000 326.000
Java ………………..
567.000 555.000 611.000

Totaal.
.. .. .
6.085.000
6.097.000 5.351.000

STATISTIEKEN.
i.i.(

‘)Nlij’n.
Disc.Wisse1s. 2

3
Dec.’36
Lissabon

…. 4
11 A..ug.’37
Ned
Bk “Bel.Binn.Eff. 24
3Dec.’36
Vrsch.inR.C. 24

3Dec.’36
Londen ……2
30Juni’37
Madrid ……5

15Juli’32
Athene
……….6

4Jan.’37
N..YorkF.RB. 1
26Aug.’35
Batavia

……..3

14Jan.’37
Oslo

……..34

5Jan.’38
Belgrado ……..5

1
Febr.’SS
Parijs

……2
3

Jan.’39
Berlijn ……….4
22Sept.’32
Praag

……3

1Jan.’36
Boekarest

……34

5Mei’38 Pretoria

…..4
1531ei’33
Brussel

……..
24260ct.’38
Rome ……..44
18Mei’36 Boedapest

……4
28Aug.’35
Stockholm

.. 24

1Dec.’33
Calcutta ……..3

28Nov.’35
Tokio

3.46
11 Mrt.’38
Dantzig

……..4

2Jan.’37
Warschau….
44 18Dec.’37
Helsingfors ……4

3Dec.’34
Zwits. Nat. Bk.
1425Nov.’36
Kopenhagen

…. 34
22Feb.’39

WISSELKOERSEN IN
NET)ERLAND.

D
010
New
Londen

Berlijn
Parijs
IfirussellBatavla
York
)
9)

)
9)
9)
1)

21 Febr. 1939
1.86%
8.75w

74.974
4.94%
31.46
100%
22

1939
1.87
8
/
16

8.77%

75.10
496
31.50
1003.
23

1939
1.87%
8.78%

75.20
4.9634
31.54
100%
24

1939
1.87%
8.80%

75.35 4.97%
31.61
100%
25

1939
1.88%
8.83%

75.60 4.99% 31.70
100%
27

1939
1.88%
8.84

75,55
4.99%
31 69′
100%
Laagste d.w’)
1.86%
8.74%

7480
4.94
31.40
100
Hoogste d.wl)
1.88%
8.84%

75
75
5

31.71
100%
Muntpariteit
1
1.469
12.1071

59.263
9.747
24.906
100

Data
serland
Prai
Boeka-
Milaan
Madrid

21 Febr.
42.47
642%



22

1939
42.60
6.43%

23

1939
42.63
6.45
– – –
24

1939
42.70
6.46



25

1939
42.80
6.46



27

1939
42.86
6.45

Laagste d.w
1
)
4238
6.35

9.90

Hoogste d.w’)
4290
6.734
225
9.95

Muntpariteit
48.003
7.371 1.488

13.094
48.52

Data
Stock- Kopen-
SO
Hel-
)
Buenos-
Mon-
holm) hagen)
;inç.
Aires’)
freal’)

21 Febr. 1939
45.10

39.10
44.-
3.86 43% 1.86%
22

1939
4520

39.174
44.10 3.864
43
‘1.86%
23

,,

1939
45274 39.25
44.174
3.89
43%
1.87
24

1939
45.374 39.35
44.274
3.87
43
1.87%
25

1939
45.55

39.50
44.45
3.89
43%
1.87%
27

1939
45.524 39.474
44.424
3.88
43%
1.87%
Laagste d.w’) 45 024 3905 4395
3.84 42% 1.85%
Hoogste d.w’
45.60

39
55
4450
3.91
43%
1.88
Muntpariteit
66.671

66.671
66.671
6.266
95%
2.1878
9)
Noteering te Amsterdam.
9*)
Not, te Rotterdam. ‘) Part. opgave.
In ‘t Is’te of 2de No. van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D a a
Londen
($ per £)
Parijs
(
p. IOOfr.)
Berlijn
($
p. 100 Mk.)
Amsterdam
($ p. 100 gld.)

21 Febr.

1939
4,68%
2,64%
40,14
53,53%
12

1939




23

1939
4,68% 2,64%
40,13
53,31
24

1939
4,69%.
2,65 40,13 53,20
25

1939
4,69%
2,65%
40,13
53,12
27

1939
4,69%
2,65
40,13 53,20

28 Febr.

1938
5,02
3,27%
40,48
55,98%
lluntpariteit..
4,86
3,90%
23,81%
40%

KOERSEN ‘LE LONDEN.

Plaatsen en Wat eerings- 11 Feb.
18
Feb.
20125
Feb.’39

25Feb.
Landen

eenheden

1939

1939.
LaaestelHooeste
1939

Alexandrië.. Piast.p.
x,

97% 97%
97%

.97%
97%
Athene

….

Dr. p.
z
e

547%

547%
540

555
547%
Bangkok…. Sh.p.tical l/lO.’

1/10
A
1/10
T
A
W
l/lO.’
1/10,3
Budapest

.. Pen. p.
£

23% 23%
23%

24%
23%
BuenosAires’ p. peso p.y, 20.34

20.374
20,32

20.39 20.35
Calcutta
. . . .
Sh. p. rup. 1/5%

1/5i
1/529/
33
115
31
/
32
1/51
Hongkong ..

Sh. p.
$

113

1/2%
1/2%

1/3%
1/2%
Istanbul

.. Piast. p.
£

575
5.80
580

580
580
1/2
lJ119.

l/2%
1/2
Lissabon…. Escu.p.

110%
110%
110

110%
110%
Montevideo
.

d.perC

18%.
18%
18

19
18%
Montreal

..

$
per
£

4.71
4.71
4.70% 4.71%
4.70%

Kobe

…….Sh. p. yen

1/2

Rio d. Janeiro d. per Mil.

3,q
s

3%
3%

3%
3%
Shanghai

..

d. p.
$

8%
8%
7%

8%
8%
Singapore ..

Sh. p.
$

2/3%

2/3
29
1
39

2/3%

2/4
2/3
89
/
33

Valparaiso
2
).

$ per Y,

116
116 116

116 116
Warschau ..

Zl. p.
£

24%
24%
24%

25%
24%
‘)Offic. not. I5laten,gem. not., welke lmp.hebben te betalen
15Nov.
1938
17.13.
2
)90 dg. Vanaf 13 Dec. 1937 laatste
e.xport”
noteering.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
Londen’) N.York’)
A’dam3)
Londen4
21 Febr. 1939.. 201%

42%

21
Febr.
1939.. 2100
148/44
22

,,

1939.. 20%

.

22
1939.. 2100
148/4
23

,,

1939.. 20%

42%

23
1939.. 2110
148/4
24

1939.. 20%

42%

24
,,
1939.. 2115
148/34
25

1939.. 203.ç
5

25
,,
1939.. 2120
148
/
24
27.

,,

1939.. 20%

42%

27
,,
1939.. 2120
148/2

28 Febr. 1938.. 20%

44%

28 Febr.
1938.. 2035
139/94

27 Juli

1914.. 24% 159

27
Juli
1914.. 1648
84/101
1)
in pence p. oz. stand.

2)
Foreign silver in $c.p.oz.
line.

3)
In
guldens
per Kg. 100011000.
4)
in sh. p. oz. fine.

STAND VAN

a
RIJKS KAS.
V order 1 n gen.
1

15
Febr. 1939

1

23 Febr.
1939
saloo van
‘5
KjKs bcflatklst
nu
ve tse-
derlandsche Bank ………………
fl75.959.438,11
f155.560.832,05
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

242.890,56
,,

52.177,36
Voorschotten op ultimo Januari 1939
a(d. gemeent. verstr. op a. haar uit te

.

keeren hoofds. der pers, bel., aand. In
de hoofds. der grondbel. en der gem.
fondsbel., slsmtde opc, op dle belas-
tingen en op de vermogensbelasting


Voorschotten aan Ned.-lndî

………
35.020.438,77
,.

38.324.474,76
Idem aan Suriname ………………
12.187.296,04 12.217.807,39
Kasvord.weg. credletverst.alh. bultenl.
,, 100.291.725,35
,, 100.316.224,56
Daggeldleeningen tegen onderpand.. …
Saldo der postrek. v. Rijkscomptabelen

….


40.055.293,26

.

38.569.365,52
Vord. op het Alg. Burg. PensioenL’)…
– –
Vord. op andere Staatsbedrijven’)
14.177.202,89
-13.535.518,36
Verplichtingen

Voorschot door De Ned. Bank Ingev.
art.

16 van haar octrooi verstrekt
– –
Schatkistbiljetten in omloop ………
f220.706.000,- f220.701.000,-
Schatkistpromessen in omloop
– –
,,

1.077.355,-
,,

1.077.301,-
Schuld

op

ultimo

Januari

1939
gem. weg. a. h. uIt te keeren hoofds.d.
pers. bel., aand. 1. d. hoofds. ci
. grondb.
e. d. gem. fondsb. alsm. opc. op dle

.

bel, en op de vermogensbelasting
,

14.952.326,72

14.952.326,72

Zilverbons In omloop ……………..

aan
,,

1.217.476,33 5.524.996,81
,,

1.198.520,31
5.450.328,38
Schuld

het Alg. Burg. Pensloent.
1)
,,
,, Schuld aan Curaçao’) ……………..

Id. a. h. Stsatsbedr. der P.T. en T.’)
,, 267.710.343,25
257.109.655,35
Id. aan andere
Staatsbedrijven’)
…..
14.250.000,-
,,

16.000.000,-
Id. aan diverse Instellingen’) ………
..265.120.905,38

,
265.415.947,07
1)
In rekg.-crt. met ‘s
Rijks
Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.

1

18 Febr. 1939

1

25 Feb. 1939
Vorderingen
1)
Saldo Javasche Bank ……………….-


Saldö b. d. Postchèque- en Olrodienst
f

348.000,-
1
f

348.000,-

Voorschot’s Rijks kas ea. Rijksinstell. ,, 36.947.000,- ,, 38.438.000,-
Schatkistpromessen in omloop………35.000.000,- ,, 35.000.000,-
Schatkistbilietten in omloop .


Schuld a.d.lndische Pensioenfondsen


Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.

2.152.000,-
,,
2.152.000,-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
,,
2.587.000,-

2.305.000,-
Belegde kasmiddelen Zelfbesturen… 695.000,- • 695.000,-
Voorschot van de Javasche Bank … ,, 2.327.000,-
,,
3.210.000,-
1)
Betaalmiddelen in ‘s Lands Kas
f
39.523.000,-.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
C/l•CU’•

.atie
Andere
opeischb.
schulden
Discont.
D07grk,_

28 Jan.

1939,.
869 1.228 627
521
1.234
21

1939..
859 1.045 660
523
1.221
14

1939.,
877
1.085
684
519 1.199
7

1939,,,
860
1.181
718 517
1.177
31 Dec.

1938..
863
1.291
595 522
1.314

1 Juli

1914..
645
1.100
560
735

1

396
‘) Sluitp. der activa.

182

.GROOTHANDELSPRIJZEN VAN BELANGRIJKE VOEDINGS- EN GENOT.

GERST
6415 kg
MAIS
R000E
TARWE
BURMA RIJST
Loonzein
BOTER per kg.
KAAS Edammer
EIEREN
(groote)
Amer.No.3′)
Rotterdam per 2000 kg.
74kgRussi-

schei) loco
Rotterdam

per 100 kg.
per cwt. f.o.b.
Alkmaar
Gem. not.
Leeuwar- IHeffing
1

Crisis
Termijn-
Ameril.
Termijn.
80kg Roe-
t)
Zie blz. 117
loco
Rotterdam

Rangoon/Bassein
dr Comm.
Fabr.kaas
Eiermijn
van E.S.B.
Rotterdam
noteer. op
Mixed
100 kg.
per
noteer. op
meensche
1)
Noteering
Zuivel-
gang exp.
Roermond
van 8-2-’39.

per2000 kg.
1 of 2 mnd.
No. 21)
1 of 2 mnd.
Locoprijs
HerI.Ned.Ct.I

Not.
1
Centr.
per 50kg.
P. 100 st.

/
%
f
%
T
TTT
%
sh.
1927
237,-
1102
171,50
89,3
176,-
87,1
12,475 102,5
13,82
5

110,1
14,75
109,3
6,83
104,5
1113
1
/4
2,03 98,4

43,30 95,0 7,96
99,3
1928
228,50
106,2
208,50
108,6
226,-
111,9 13,15
108,1
12,57
5

100,1
13,47
5

99,9 6,43
98,4
1017
3
/4
2,11
102,3

48,05
105,4
7,99
99,6
1929 179,75
83,6
196,-
102,1
204,-
101,0
10,875
89,4
11,27
89,8
12,25
90,8 6,34
97,0
1016
2,05 99,4

45,40
99,6
8,11
101,1
1930
111,75
.52,0
118,50
61,7
136,75
67,7
6,22
5

51,2
8,27
5

65,9
9,67
5

71,7
5,09
77,9
8/5
1,66
80,5

38,45
84,4 6,72
83,8
1931
107,25
49,9
78,25 40,8
84,50
41,8
4,55 37,4
4,65 37,0 5,55
41,1
3,09
47,3
516
1,34
64,9

31,30 68,7 5,35 66,7
1932
100,75
46,8
72,-
37,5 77,25 38,2 4,62
5

38,0
4,70
37,4
5,22
5

38,7 2,59
39,6
511 1
l
i2
0,94 45,6

22,70
49,8
4,14 51,6
1933
Z
70,-
32,5
60,75
31,6
68,50 33,9 3,55 29,3 3,75
29,9
5,02
5

37,2
1,84
28,2
4
15
1
/
0,61
29,6
0,96
20,20
44,3
3,71
46,3
1934
ill
75,75
35,2
64,75
33,7 70,75 35,0 3,325
27,3 3,25
25,9
3,67
5

27,3
1,74
26,6
417
3
/4
0,45
21,8
1,-
18,70
41,0 3,45
43,0
1935
tu
68,-
31,6
56,-1
29,2 61,25 30,3 3,07
5

25,3
3,8751

30,9
4,125
30,6
2,07 31,7
5/8
1
/2
0,49
23,7
0,99
14,85
32,6 3,20
39,9
1936
Q
86,-
40,0 74,50
38,8
74,-
36,6 4,27
5

35,1
5,75
45,8 6,27
5

46,5
2,19 33,5
5l7
1
1
0,58
28,1
0,88
5

17,55
38,5
3,50
43,6
1937
2
137,75
64.0
105,75
55,1
III

55.0 8,95
73,6
8,025
63,9
8,92
5

66,2
2,70 41,3
61-
0,78 37,9 0,67
19,75
43,3
3,96
49.4
1938 103,00
47,9
100,50
52,3
106:50
49,9 5,72
5

47,1
5,40 43,0 6,20
46,0
2,48 38,0
517
0,80 38,8
0,58
21,27
46,7 3,98
49,6

lan.

1938
Z
130,-
60,4
113,75
59,2
117,25
55,0
7,65 62,9
7,45
59,3
8,40
62,3
2,35
36,0
5/3
0,80
38,8
0,615 21,45
47,1
4,15
51,7
1ebr.
lu
129,50
60,2
106,-
55,2
110,75
51,9
7,60
62,5 7,275
57,9
8,30
61,5
2,39
36,6
514
0,81
39,3
0,65
22,125
48,5 3,65
45,5
Mrt.

,
121,50
56,5
104,50
54,4
109,75
51,5
7,10
58,4
6,77
5

53,9 7,70
1

57,1
2,36
36,1 513
0,81
39,3
0,56
21,70
47,6
2,80 34,9
Apr.
Z
1 1675
54,3
107,50
56,0
117,75
55,2
6,65
54,7
6,55
52,1
7,35
1

54,5
2,42
37,1
5(5
0,87
42,2 0,47
5

19,60
43,0
2,90
36,2
Mei
°
113,50
52,8
104,50
54,4
III,-
52,1
6,17
5

50,8
6,125 48,8 6,95
1

51,5 2,64 40,4
5/10’12
0,89 43,2 0,45
20,-
43,9
3,25 40,5
Juni
103,75
48,2
100,50
52,3
102,75
48,2
5,62
5
46,2
5,975

47,6
6,92
5
1
51,3
2,67
40,9
5111
1
12
0,80 38,8
0,51
19,57
5

42,9 3,39 42,3
Jul!

,,
0
103,75
48,2
104,75
54,6
106,75
50,1
5,95
48,9
5,375

42,8
6,77
5
1
50,2
2,74
42,0
611,
1
15
0,78
37,9
0,50
20,45
44,9
3,71
46,3
Aug.
86,75
40,3
98,25
51,2
102,25
47,9 5,05 41,5
4,70
37,4
5,7751
42,8 2,88
44,1
6/5/4
0,76 36,9
0,55
21,325
46,8
4,17 52,0
Sept.
80,50
37,4 96,25
50,1
105,25
49,4 4,27
5
35,1
4,15
33,0
4,80
35,6
2,81
43,0
6(3
5
12
0,78
37,9 0,57
22,80
50,0
5,-
62,3
Oct.
79,-
36,7
89,25
46,5
96,50
45,3
3,975
32,7
352
5

28,1
4,02
5

29,8
2,39 36,6
515
1
/2
0,74 35,9
0,70
23,45 51,4 5,07
63,2
Nov.
81,-
37,7
84,50
44,0
91,-
42,7 4,30
35,3
3,35
26,7
3,65
27,1
2,08 31,9
419514

0,76
36,9
0,70
22,325
49,0 4,90
61,1
Dec.
91,-
42,3
97,25
50,7
106,75
50,1
4,42
5

36,4 3,52
5

28,1
3,75
27,8
2,05
31,4 419114

0,83
40,3 0,70
20,60
45,2
4
1
73
59,0

Jan.

1939
88,-
40,9
96,75
50,4
106,25
49.8 4,30 35,3
3,75 29,9
3,85 28,5 2,12 32,5
4/11
1
/4
0,84
40,8 0,62
5

20,07
5

44,0 4,29
53,5
31 Jan.-7 Feb.
85,50
39.8
88,-
45,8
98,50
46,2 4,25
34,9
3,65
29,1
3,75 27,8
2,16
33,1
4/11
3
,4
0,85 41,3 0,60
20,25
44,4
3,75
46,8
7-14 Feb. ’39
83,50
38,8
88,50
46,1
97,-
45,5
4,20
34,5
3,475 27,7
3,70
27,4 2,29
35,1
5I3
0,88
42,7
0.60
20,50
45,0
3,575

44,6
14-21
83,50
38,8
89,25 46,5
96,50
45,3
4,25
34,9 3,50 27,9
3,70
27,4
2,29
35,1 512
3

0,87
42,2 0,60
19,50
42,8
3,375

42,1
21-28

..
85.50
39.8
90.25
47.0
99.-
46.4
4.20 34.5
3,375

26.9
3.55
263
2.34
35.8
5/3
1
12
0.83 40.3 0.60
19.50
1

42.8 3.35 41,8

JUTE KATOEN


AUSTRALISCHE WOL
JAPAN. ZIJDE
RUBBER
,,Flrst Marks”
in olie gekamd; loco Bradford per 1h.
13114 Dernier
Stand. Ribbed
Middling Upland
Super FineC.P.
Crossbred Cotonial
Carded 50’s Av.
.

,
erino

5
Av.
c.i.f. Londen
per Eng. ton
loco
New York per Ib.
Oomra
Liverpool per Ib..

i
Herl.Ned.Ct.1

wit Gr. D. te
New York per 1h.

i
Herl.Ned.Ct.1Not.

Smoked Sheets
loco Londen p. Ib.

Herl.Ned.Ct./
Not.
Herl.Ned.C.t.l
Not:
Not..
Herl.Ned.Ct.
1

Not.
Herl.Ned.Ct.
I

Not.
Herl. Ned.Ct.1
Not.

f
%
£
cts.
%
Sets.
cts.
%
pence
cts.
%
pence
ets.
%
pence
f
%
$
ets.
%
pence
1927
442,38
103,4
36.10/-
43,8
93,1
17,60
36,7
102,1
7,27
133,8
96,8
26,50
244,9
104,8
48,50
13,55
105,8
5,44
93
140,2 18,50
1928
445,89
104,2
36.16/11
49,8
105,8
20,-
37,9
105,5
7,51
153,8 111,2
30,50
259,7
111,1
51,50
12,60
98,4
5,07
54
81,4
10,75
1929
395,49
92,4
32.1413
47,6
101,1
19,10
33,2 92,4 6,59
127,2
92,0
25,25
196,5
‘84,1
39,-
12,28
95,9
4,93
52
78,4
10,25
1930
0
257,97
60,3
21.6/9
33,6
71,4
13,50
19,7
54,8 3,92
81,9
59,2
16,25
134,8
57,7 26,75
8,50
66,4 3,42
30
45,2
5,87
5

1931
1932
01

<
192,15
44
0

17.1/7
21,1
44,8
8,50
20,1
55,9 4,28
60,9
44,0

109,0
46,6 23,25
5,97
46,6
2,40
15 12
22,6 3,12
5

3,375
1933
<
146,86
128,63
34,3
30,1
16.181-
15.12/2
15,9
17,4
33,8 37,0
6,40 8,70
19,5 16,8
54,3
46,8 5,39
4,91
42,5
48,9 30,7
35,4 11,75
14,25
79,7 96,9
34,1
41,5
22,-
28,25 3,87
3,21
30,2
25,1
1,56
1,61
11
18,1
16,6
3,25
1934 1935
Z

115,85
27,1
15.9/9
18,3
38,9
12,30
13,6
37,8
4,37
51,4
37,2
16,50
95,8 41,0 30,75
1,92 15,0 1,29
19
18
28,6
6,25

1936
u
134,52
142,61
41183,46

31,4 33,3
18.1118
18.6/8
17,6 19,0
37,4 40,4
11,90 12,10
17,7 18,2
49,3
50,7
5,87
5,60 42,2
54,3
30,5
39,3

16,75
84,5
‘108,6
36,2 46,5
28,-
33,50
2,41 2,71
18,8
21,2
1,63
1,73
25
27,1
37,7
6,-
7,75
1937 1938
42,9
20.814
20,8
44,2
11,44
20,0
55,7
5,34.
89,0
64,4 23,75
132,7
56,8 35,50 3,30
25,8
1,865
36 27
54,3
9,50
165,24
38,6
18.1513
15,7
33,3 8,64
15,1
42,0
4,08
61,9
44,8
16,75
96,1 41,1

2,99
23,3
1,64
40,7 7,25

Jan.

1938 168,56
39,4
20.1518
15,4
32,7 8,56
15,9
44,2 4,26
67,3
48,7
18,-
101,2
43,3

2,69
21,0
1,495
26
39,2
7,
Febr.
166,62
38,9
18.1117
16,1
34,2
9,00
16,5
45,9
4,41
63,9
46,2
17,-
98,1
42,0
26,25
2,78 21,7
1,555
27
40,7
7,125
Mrt.

,,
165,08
38,6
18.81-
16,1
34,2
8,91
16,1
44,8 4,30
61,1
44,2
16,25
98,3
42,1
26,25
2,81
21,9
1,56
25
37,7 6,75
Apr.

,,
156,59
36,6
17.915
15,8
33,5
8,76
15,5
43,1
4,15 60,7 43,9
16,25
95,6
40,9 25,50 2,75
21,5
1,52
5

22
33,2 5,87
5

Mei
158,09
36,9
17.12/2
15,3
32,5 8,48
15,2
.
42,3 4,06
61,7
44,6
16,50
98,9
42,3
26,50
2,82
22,0
1.56
21
31,7 5,62
5

Juni
Z
153,41
35,9
17.216
15,1
32,1
8,37
14,3
39,8
3,85
60,5
43$
16,25
95,5
40,9
25,50
2,81
21,9
1,55
23
34,7
6,25
Juli
Aug.
u
169,20
39,5
18.17/10
16,1
34,2
8,88
15,7
43,7
4,20
60,9
44,0
16,25
97,1
41,5
26,-
3,22
25,1
1,775
28 29
42,2
7,50

Sept. Oct.
G
174,59
170,11
40,8 39,8
19.10,8
19.1/9
15,3
14,9
32,5
31,6
8,37
7,99
14,7
14,1
40,9
39,2
3,95 3,84
61,4 62,0
44,4
44,9
16,50
16,75
96,8
94,9 41,4
40,6
26, 25,50
3,11
3,17
24,3
24,7
1,69
5

1,705
30
43,7 45,2
7,87
5

8,

Nov.,,
171,48 165,33
40,1
38,6
19.1113
19.113
15,9
16,7
33,8 35,5
8,62 9,09
14,3 14,6
39,8
40,6
3,92 4,03
62,6
61,4 45,3 44,4
17,25
17,-
94,8 92,2
40$
39,5
26,-
25,50
3,27
3,19 25,5 24,9
1,77e
1,73
5

31
29
46,7
43,7
8,42
5

8,12
5

Dec.
163,83
38,3
19.116
15,9
33,8
8,62
14,4
40,1
4,03
59,3
42,9
16,50
89,5 38,3
25,-
3,22
25,1
1,75
29
43,7
8,12
5

Jan.

1939
178,37
41,7
20.151-
16,5
35,0
8,91 14,8
41,2 4,14
58,5
42,3
16,25
89,2 38,2
25,-
3,37 26,3
1,83
29
43,7
8,
31 Jan.-7 Feb.
189,09
44,2
21.151-
16,8
35,7
9,05
14,6
40,6 4,03
57,7 41,7
16,-
88,4 37,8 24,50 3,44
26,9
1,85
29
43,7
8,-
7-14 Feb. ’39
206,57
48,3 23.151-
16,6
35,2
8,95
14,8
41,2
4,09
58,0
41,9
16,-
89,7 38,4 24,75 3,65
28,5
1,97
28
42,2
7,75
14-21 205,24
48,0
23.101-
16,6
35,2
8,91
14,6
40,6
4,02 58,2
42,1
16,-
90,1
38,6 24,75
3,71
29,0
1,99
30
45,2
8,125
2120..
212.-
49.524.216
17.0
36.1
9.03
11.8
41.2 4.09
59.5
43.0
16.25
90.6
38.824.75
3.85
30.1
2.06
30
45.28.25

KOPER


Standaard
Loco Londen
per Eng, ton

.

LOOD
gem. prompt en
1ev. 3 maanden
Londen per Eng. ton

.
IINnd n
OCOE
0

e
pe

ng.

0fl

IJZER
Cleveland No. 3
franco Middlesb,
per Eng. ton

GIETERIJ-IJZER
(Lux III)
per Eng, ton f.o.b. Antwerpen

ZINK gem. prompt en
1ev. 3 maanden
Londen p. Eng, ton

ZILVER
cash Londen
per Standard
Ounce

Herl.Ned.Ct.J
Not.

IRerl.Ned.Ct.1
Not.
FterI.Ned.Ct.I Not.
Herl.Ned.Ct.
Not: Herl.Ned.Ct.
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not. Herl.Ned.Ct.1
Not.

/
%
£
/
%
£
f
%
£
/
%
sh.
f
%
S
h.
i’
/
%
£
ets.
%
pence
1927
675,10 85,9
55.13111
295,75
106,5
24.8/1
3503,60
120,6
289.1/5
44,10
104,7
7219
39,10
98,9
6416
345,40
108,8
28.9/11
132
101,5
26
1
/16
1928
771,20
98,1
63.1419
256,15
92,2
21.3/4
2749,50
94,6
227.418
39,85
94,6
65110
37,90
95,9
6218
305,75
96,4
25.5/5
135
103,8
26
3
14
1929
912,55
116,1
75.9/7
281,10
101,2
23.4/11 2465,65
84,8
203.18110
42,45
100,8
70/3
41,55
105,1
68
1
9
300,80
94,8
24.17
1
8
123
94,6
24
7
/
16

1930
661,10
84,1
54.13/7
218,70 78,8
18.1/5
1716,20
59,1
141.19
1
1
40,50
96,1
671-
35,95
91,0
59/6
203,55
64,1
16.16/9
89
68,5
1711/16
1931
<
431,85
54,9
38.719
146,60
52,8
13-17
1332,55
45,9
118.9/1
33,-
78,3
5818
28,90
73,1
51/5
140,05
44,1
12.8111
69
53,1
14
5
18
1932
Z
275,75
35,1
31.1418
104,60
37,7
12.-/9
1181,30
40,6
135.18/10
25,40
60,3
58/6
22,20 56,2
5111
118,95
37,5
13.13110
64
49,2
17
13
/
1933
1934
11.1

268,40
34,1
32.11/4
97,25 35,0
11.16/1 1603,50 55,2
194.11/11
25,55
60,6
621-
21,-
53,1
511-
129,80
40,9
15.14111
62
47,7
18
1
48
226,80
28,8
30.6/5
82,65 29,8
11.11- 1723,15
59,3
230.7/5
25,-
59,3
66/11
20,25 51,2
5411
103,05
32,5
13.15/6 66 50,8
21
1
14
1935
113
230,95
29,4
31.18/1
103,40
37,2
14.5(8
1634,25
56,2
225.14/5
24,70
58,6
68/2
20,25 51,2
56
1

102,65
32,3
14.3/6 87
66,9 28
15
li
1936
298,75 38,0
38.8/1
137,15
49,4
17.12/7
1592,-
54,8
204.1218
28,40
67,4
73/-
22,40
56,7
57/7
116,55
36,7
14.19/7
65
50,0
201116
1937
1938
<
488,55
62,1
54.813
208,95 75,3
23.516
2176,70
74,9
242.7110
41,30
98,0
91111
47,10
119,2
10511
199,80
63,0
22.414
75
57,7
20
1
/1
361,40
46,0
40.1318
135,75
48,9
15.516
1684,25
58,0
189.13111
48,45
115,0
1091-
30,30
76,7
6812
125,15
39.4
14.1110
72
55,4
19
9
/i

Jan.

1938
E
.
367,75
46,8
10.1916
143,50
51,7
15.1919
1640,65
56,5
182.161- 48,90
116,1
1091-
36,50
92,4
.

8114
134,05
42,2
14.18/9
74
56,9
19
1
/1
Febr.

mu
353,70
45,0
39.8/9
137,35
49,5
15.6/3
1642,15
56,5
183.1111
48,90
116,1
1091-
33,45
84,6
7416
128,85
40,6
14.714
75
57,7
20
3
116
Mrt.

,,
357,25
45,4
39.1617
144,80
52,2
16.2/10
1649,65
56,8
183.18/2
48,90
116,1
1091-
31,80
80,5
70/11
128,90
40,6
14.7/4
75
57,7 20
3
/1
Apr.

,,
354,85
45,1
39.11/7
141,35
50,9
15.15(4
1536,80
52,9
171.915
48,85
115,9
1091-
32,80
83,0
7312
124,75
39,3 13.18/4
71
54,6
187/8
Mei
328,80
41,8
36.12/9
127,85
46,0
14.4111
1452,30
50,0
161.1616
48,90
116,1
109/-
29,75
75,3
6614
113,50
35,8
12.1216
70
53,8
18
3
14
Juni

,,
317,80 40,4
35.9
1
5
125,35
45,1
l4.-/-
1599,30
55,0
178.10/-
48,85
115,9
109
1

28,05
71,0
62
1
8
118,40
37,3
13.4
1
3
71
54,6
18
15
1
16
Juli
356,45
45,3
39.15111
133,50
48,1
14.1812
1725,45
59,4
192.13/2
48,80
115,8
109/-
27,25
69,0
60111
127,85
40,3
14.5/6 72
55,4
19
3
/
Aug.

»
363,35 46,2
40.12/9
127,20
45,8
14.4
1
6
1722,60
59,3
192.13/-
48,75
115,7
109/-
26,80
67,8
60
1

124,10
39,1
13.17
1
6
72
55,4

1
9
3
/
Sept.

,,
U.
U.
374,70
47,7
42.-J-
136,50
49,2
15.61- 1727,30
59,4
193.12/6
48,60
115,3
1091-
28,30
71,6
63/5
126,85
40,0
14.4/5 72
55,4
195/is
Oct.

399,35
50,8
45.11/-
141,55
51,0
16.2/11
1817,05
62,5
207.5/-
47,80
113,5
1091-
30,05 76,0
68/7
132,30
41,7
15.1/9
72
55,4
19/1
Nov.

,,
1-.
389,70
49,6
44.1915
139,10
50,1
16.1/1
1855,20
63,8
214.2/6
47,20
112,0
109/-
29,85
75,5
68/11
124,25
39,2
14.6/9
72
55,4
l9j
Dec.

,,
372,90
47,4
43.8/-
130,70
47,1
15.412
1842,55
63,4
214.816
46,90
111,3
1091-
29,20
73,9
67110
118,05
37,2
13.14/9
72
55,4
20318

Jan.

1939
o
371,15
47,2
42.1918
125,15
45,1
14.9110
1857,55
63,9
215.2/6
42,65
101,2
99/-
28,90
73,1
6711
118,35
37,3
13.1411
73
56,2
201/
4

31
Jan.-7
Feb.
374,55
47,6
43.319
124,95
45,0
14.812
1867,85
64,3
215.716
42,95
101,9
991-
29,25
74,0
6716
119,25
376
13.151-
72
55,4
20
1
/1
7-14
Feb. ’39
369,55
47,0
42.6/3
125,-
45,0
14.6
1
3
1869,-
64,3
214.-/-
43,25
102,7
99
1

29,50
74,6
67/6
119,55
37,7
13.13/9
74
56,9
20
7
1
16
14-21
369,05
46,9
42.3(9
125,75
45,3
14.7/6
1869,80
64,3
213.15
1

43,30
102,8
99
1

29,50
74,6
67
1
6
1

120,-
37,8
13.1415
76 58,5
20
1
4
21

28

,,

,,
372,40
47,4
42.2
1
6
126,50
45,6
14.6/3
1898,40
65,3.
214.151-
43,75
103,8
991-
29,85
75,5
67/6
121,-
38,1
13.13/9
75
57,7
203/8

MIDDELEN EN GRONDSTOFFEN.
(Indexcijfers gebaseerd op 1927 t/m_1929 =_100).

183

GE-
SLACHTE
GE-
SLACHTE
DEENSCH
BACON
BEVROREN
ARG. RUND-
CACAO G.F.
KOFFIE
Loco R’damjA’dam
SUIXER
Wittekrlst.
THEE
N.-Ind.thee-

.
RUNDEREN
(versch)
VARKENS
(versc
)
middelgew. No. 1
VLEESCH
Accra per 50 kg
c.i.f.
Nederland
.
per
‘ja
k
suiker loco
Rotterdam!
veiling A’dam
Gem.Tava-
en
,
_________
Robusta
Superior
.
oer 100 kg
per 100 kg
L onden per cwt.
Londen per 8 lbs.
Amsterdam
Sumatrathee
1-lerI. Ned.Ct.I
Not.
Heri.Ned.Ct.I
Not.
l-ierl.Ned.Ct.I
Not.
totterdam
Rotterdam Santos
per 100 kg.
per
’12
kg.

7
2
o_f
%7
—-
;i;:

7

%
sii.7
siLcts.
%cts.%f
%T
1927




65,15 97,8
10716
2,73 92,2
416
41,21 119,4
68/-
46,87
5

95,5
54,10 91,4
19,12
5

119,6
8275
109,2
101,3
1928
93,-
98,2
77,50
90,8 66,80
100,3
11015
3M3 102,4
5/-
34,64
100,4
5713
49,62
5

101,1
63,48
107,3 15,85
99,1
75,25
99,3
102,2
1929
96,40
101,8
93,12
5

109,2
67,81 101,8
11212
3,12
105,4
5/2
27,70
80,2
45110
50,75
103,4
59,90
101,2
13,-
81,3
69,25
91,4
94,7
1930
108,-
114,0
72,90 85,5
57,19
859
94/7
2,97
100,3
4/11
21,04
61,0
34111
32
65,2
38,10
64,4
9,60
60,0
60,75
80,2
72,1
1931
88,_
92,9
48,-
56,3 35,72 53,6
6316
2,44 82,4
414
13,84
40,1
2417
25
50,9 27,10
45,8
8,-
50,0
42,50
56,1
53,3
1932
61,-
64,4
37,50 44,0
25,46 38,2
5817
1,70
57,4
3111
11,77
34,1
2711
24
48,9 30,04
50,8
6,32
5

39,6
28,25
37,3
43,0
1933
52,-
54,9
49,50
58,0
30,74 46,2
7417
1,54
52,0
3/9
9,30.
26,9 22/7
21,10
43,0
22,83
38,6 5,32
5

34,5
32,75
43,2
31,0
1934
61,50
64,9
46,65
54,7
3294
49,5
88/1
42
48,0
3/9′(
8,15
23,6
21/10
16,80
34,2

1840
31,1
4,07
5

25,5
40
52,8
34,9
1935
48,125
50,8
51,625
60,5
48,1
88/5
1,19
40,2
3/3′(a
8,15 23,6
2216
14,10
28,7
1521 25,7
3,85
24,1
34,50 45,5
32,5
1936
53,42
5

56,4
48,60
57,0
32,37

36’37
54,6
93/6
1,48
50,0
319’12
12,05
34,9
30/4
13625
27,8
16,87
5

28,5 4,02
5

25,2
40
52,8
39,2
1937
71.27 75,3
61,85
72,5
42,27
63,5
.
9411
1,90
64,2
413
17.35
50,3
38/8
16,62
5

33,9
22,37
5

37,8
6,22
5

38,9 53,50 70,6
53,6
1938
67,55
71,3
6362
5

74,6
44,17
66,3
9915
1,95
65,9
41412
10,48
30,4
2318
13,20
26,9
14,91
25,2
5,20 32,5
51,-
67,3
46,6

Jan.

1938
70,82
5

74,8
70,37
5

82,5 43,54
65,4
971-
1,96
66,2
414
1
/2
12,18
35,3
2’l2
13
26,5
16,10
27,2 6,17
5

38,6
51,25
67,7
51,1
Febr.
70,25 74,2
68,75
80,6 43,95
66,0
981-
2,08 70,3
41712
12,44
36,0
2719
13
26,5
16
27,0
5,40 33,8
50,25
66,3
503
M
r
t
.


69,15
73,0
66,37
5

77,8
45,87 68,9
10212
1,90
64,2
413
13,30
38,5
2918
13
26,5
15,50
26,2
5,05 31,6
52,25
69,0
48,6
Apr.

,,
70,35 74,3
64,40
75,5
47,29
71,0
10516
1,88
63,5
4f2
11,68
33,8
2611

13
26,5
.
15
25,4
4,65
29,1
53,50
70,6
47,9
Mei


71,50

75,5
62,-
72,7
46,22
69,4
1031-
1,92
64,9
413
1
12
8,64 25,0
19/3
12,50
25,5
14
23,7 4,70 29,4
53,-
70,0
47,1
Juni


70,50
74,4
59,95
70,3 43,99
66,1
98(2
1,96
66,2
4141/
2

8,74

25,3
1916
12,50
25,5
13,75
23,2
4,725
29,6
49,50
65,3
45,5
Juli


67,20
71,0
62,40
73,1
46,4e
69,8
103j9
1,98
66,9
415
9,76
28,3
21194
12,75
26,0
14
23,7 4,95
31,0 47,75
63,0
465
Aug.


67,-
70,7
63,75
74,7
45,32
68,1
10115
1,96
66,2 4/412

10,04
29,1
2215
13,30
27,1
14,10
23,8
.
5,
31,3
49,50
65,3
45,5
Sept.


64,65
68,3
62,45
73,2
43,67
65,6
991-
1,90

.
64,2
4/3
114
10,41
30,2
2314
13,50
27,5
14,50
24,5
535
33,5
53,-
70,0
45,1
Oct.


63,65
67,2
62.50 73,3
43,-
64,6
98,-
1,9
67,2
4161/
4

10,02
29,0
221104
14,30
29,1
15,50
26,2
5,22
5

32,7 54, 71,3
44,6

Nov.
62,15
65,6
60,87
5

71,4
39,28
59,0
9017
1,99
67,2
417
9,51
27,5
221114
14
28,5
15,50
26,2
5,45
34,1
50,25
66,3
43,2
Dec.


63,35
669
59.75
70,0
41,46
62,3
9616
1,89
63,9
4I4(4
9,03
26
1
2
211-
13,50
27,5
15
25,4 5,72
5

35,8
46,50
614
43,6

Jan.

1939
63,67
5

67,2
5687
5

66,7
41,93
63,0
9716
1,94
65,5
41614
4

8,95
25,9
20191
13,20
26,9
15
25,4 5,85
3,6
47,50
62,7
43,4
1 Jan.-7 Feb.
62,70
66,2
56,25
65,9
43,46
653
1001-
1,94
65,5
4
1
5
1
2
9,24
26,8
2113
13
26,5
15
25,4
5,75
36,O
48,50
61,0
42,8
7-14 Feb. ’39
62,70
66,2
55,50
65,1
43,47
65,3
1001- 1,92
64,9
415
9,07 26,3
2019
13
26,5
15
25,4
5,75
36,0
48,50
€4,0
42,7
4-21

,,

,,
61,-
64,4
56,-
65,6
43,64 65,5
1001-
1,89
63,9
414
8,97
26,0
2016
13
26,5
15
• 25,4
5,75 36,6
48,50
64,0
42,3
1-28

,,

,,
61,-
64,4
56,-
65,6
43,87
65,9
1001-
1,83
61,8
412
.
9,26 26,8
211-
13


26,5
15


25,4
5,87
5

36,7
48,75
64,4
.
42,2

:
GRENENHOUT
Zweedsch ongesort.
21(
2
X
7 per standaard

VUREN-
HOUT basis 7″ f.o.b.

KOE-

1
HUIDEN
Gaaf, open kop!
COPRA
Ned.-lnd.
m. s.

GRONDNOTEN
Gepelde Coromandel,
per longton

LIJNZAAD
La Plata
loco

GOUD
cash Londen
ounce line
per

ex opslagpl. Londen
ZwedenlFini.
57-61 pond

1
per
ioo
kg
c.i.f.
Londen
Rotterdam
.

.-
ME
perstandaard
van 4.672
Veiling te
M.

Amsterdam
Amsterdam

per 1000 kg.
1)
Heri.Ned.Ct.I

Not.
g’
,

E
H
er
l. N
ed
.
i
N• t
HerI. Ned. Ct. I
Not.

1927
230,28
100,1
19.-/-
160,50
105,1
40,43
100,9
32,625
106,5
266,03
106,4

21.18111
185,-
95,0 51,50
100,1
851-
105,3 104,4
124,1
1928
229,90
100,0
19.-!-
151,50
99,2 47,58
118,7
31,87
5

104,1
254,10
1016

2i.-(-
185,25
95,1
5i,4.
00,0

85/-
102,0 100,2
94,6
1929
229,71
99,9
19.-f-
146,-
95,6 32,25
80,5
.
27,37
5

89,4
230,16 92,0

I9.-(
214,-
109,9
51,40
99,9
85/-
92,1 95,4
84,5
1930
218,43
95,0
18.112
141,50
92,7
25,36
63,3
22,62
5

73,9
175,55
70,2

14.1014
181,75
93,3 51,40 :01,1
99,9
85/-
69,6
75,1

60,0
1931
187,88
81,7
16.141-
110,75
72,5
18,65
46,5
15,375
50,2
136,69 54,7

12.2/11
95,50
49,0
52,-
9215
41,6
54,6
44,7
1932
136,14
59,2
15.1314
69,-
45,2
11,15
27,8
13,-
42,4
130,52
52,2

15.-f4
70,-
35,9
51,25
996
118/-
35,1
43,0
36,4
1933 136,48
59,3
16.1112
73,50
48,1
13,26
33,1
9,30 30,4
90,39
36,1

10.1914
75,50
388
51,35
99,8
12417
33,1
39,0
34,5
1934
134,02
58,3
17.1814
76,50
50,1
12,07
30,1
6,90 22,5 71,90 28,7
9.12/3
72,75
37,3
51,50
100,1
13718
31,6 37,3
36,5
1935
12791
55,6
17.1314
59,50
39,0
12,54
31,3
9,15
29,9
104,26
41,7

14.8!-
67,25
34,5
51,50
100,1
142/2
32,2
31,0
34,8
1936
13998
60,9
17.19110
78,25 51,3
15,40
38,4
11,90
38,9
113,49,
45,4

14.1119
85
1

43,6
54,60
106,1
140/4
39,0
42,2
40,7
1937
205,35
89,3
22.1712
132,25
86,6 23,35
58,2
15,225
49,7
127,81
51,1

14.418
110,50
56,8
63,20
122,8 140/9
53,4
51,8

55,9
1938 189,94
82,6
21.717 109,50
71,7
15,38
38,4
10,07
5

32,9 92,12
36,8

10.73
99,-
50,9
63,30
123,0
14216
41,1
48,5
43,3

Jan.

1938
203,65
88,6
22.1319
123,-
80,6
19,-
.
47,4
11,875
38,8
99,85
39,9

11.216
109,75
56,3
62,65
121,8
13917
44,4
51,9
43,5
Febr.


199,56
86,8
225f-

122,50
80,2
17,-
42,4
10,95
35,8 95,86
38,3

10.1319
108,
55,5
62,70
121,9
139/9k
43,4
51,0
43,4
Mrt.


197,49
85,9
22.-!-
116,25
76,1
15,-
37,4
10,97
5

35,8 92,92
37,2

10.712
10,25
54,6 62,75
122,0
1391
11

41,8
49,9
42,0
Apr.


197,23
85,8
22.-!-
110,-
72,0
14,50
36,2
10,62
5
.
34,7
90,22
36,1

10.113
101,75
52,3 62,65
121,8
13919
40,0
48,9
38,8
Mei
195,17
84,9
21.151-
105,50
69,1
14,50
36,2
10,425
34,0
91,54 36,6

10.4/
98,50
50,6
62,85
122,2
1401*
39,4 47,8
37,5
Juni


190,37
82,8 21.51-
102,50
67,1
14,-
34,9
9,775

31$
92,40
36,9

10.6/3
96,
49,3 63,05
122,5
140184
38,9
47,1
39,2
Juil


188,10
81,8
21.-(-
102,50
67,1
14,75
36,8
10,12
5

33,1
97,26 38,9

10.1712
102,-
52,4
63,20
122,8
141/2
41,3
48,2
43,8
Aug.
187,70
81,6
21.-!-
103,-
67,5
14,75
36,8
9,72
5

31,8 93,55 37,4

10.913
96,50 49,6 63,60
123,6 142/4
40,9
41,6
44,7
Sept.
182,97
79,6
20.151-
105,-.
68,8
i5,25
38,0
9,475 30,9 91,44 36,6

10.5!-
96,25
49,4
64,55
125,5
14419
41,0
48,0 46,0
Oct.


184,29
80,1
21.-!-
107,-
70,1
15,75
39,3
9,07
5

29,6
88,01
35,2

iO.-19
92,50 47,5 63,90
124,2
145(94
41,3
47,8
47,2
Nov.


177,72

77,3
20.101-
108,50
71,1 15,50
38,7
8,725
28,5
.85,14
34,0
9.1617
90,_
46,2 63,95
124,3
147174
40,6 46,8
45,4
Dec.


175,-
76,1
20.7j6
108,50
71,1
14,50

36,2
9,-
29,4
87,24 34,9

10.2/10 91,25
46,9
63,95
124,3
148110
40,2
46,6
45,1

Jan.

i939
174,17
75,7
20.51-
108,55
71,1
14,50
36,2
9,07
5

29,6
88,20 35,3

10.419
89,25
45,9
64,20
124,8
14818
40,1
46,5
45,4
1 Jan.-7 Feb,j
171,68
74,7
19.151- 108,75
71,3
14,50
36,2
9,12
5

29,8
89,44 35.8

10.613
88,75
45,6
64,40
125,2
148154
41,1
46,5 45,5
7-14 Feb. ’39
169,53
73,7 19.101-
109,-
71,4
14,50
36,2
9,25 30,2
90,61
36,2

10.716
90,25
46,4
64,80
125,7
148/4
41,7 46,6
44,8
4-21

,,
168,01
73.1
19.5!-
109,-
71,4
14,50
36,2
9,50
31,0
90,21
36,1

10.613
91,25
46,9
64,90
126,1
14815
42,1
48,7 46,4
1-28

,
168,89 73,4 19.51- 112,75
73,7
14,50
36,2
9,75
31,8
91,72
36,7

10.716
92,-
47,3
65,50
127,3
14812
43,0
47,0
46,7

FNKOLEN
Westf(Hoil.
PETROLEUM
BENZINE
KALK-
CEMEN.T
ST E EN EN

binnenmuur buitenmuur
bunkerk. ongez.
Mid. Contin. Crude
33 tjm. 33.9° Bé s. g.
Gulf Exp. 64166°
per SALPETER
franco schip

Z,ELZURE
ONIAK
levering bij
50 ton franco

f.o.b. R’damf
A’dam
per te N.-York p. barrel

iHerl.Ned.Ct.1

U.S. gallon
Ned. per 100kg
franco schip
Ned. per 100kg
voor den wal
.
1000 stuks
Rood en
i•
1000 stuks
Klinkers en
e

1000 kg.
Not,
Herl.Ned.Ct.I Not.
bruto
Rotterdam Boeregrauw
Hardgrauw

2


1

%
T
T
cts.

7

,l

T

T

T

r
1927
11,25
103,1
3,21
103,6
1,28
37
128,0.
14,86
11,48

102,6 11,44 102,5
18,-
99,0
13,65 104,3 16,50
88,4
105,1
105,2
1928
10,10
92,5
2,99
97,1
1,20
24,85
85,9
9,98
11,48

102,6
11,08
99,3
18,-
99,0
13,60
104,0
19,50 104,5
96,5 99,0
1929
11,40
104,4
3,06
99,4
1,23
24,90
86,1
10
10,60
94,8
10,96
98,2
18,55 102,0
1
02,
0
12,-
91,7
20,-
107,1
98,5
95,9
1930
1,1,35
104,0
2,76
89,6
III
2190
75,7
8,81
9,84
88,0
10,55
94,5
18,55
II,-
84,1
19,-
101,8
83,3
71,1
1931
10,05
92,1 1,42 46,1
0:
57

1
2:38
42,8
4,98
8,61
77,0
7,73
69,3
16,55
91,0

76,4
15,50
83,0
61,9
55,4
1932

73,3
2,01
65,3
0,81
11,99
41,5
4,83
6,15
55,0
4,20
37,6
12,-
66,0
8,50
65,0
II,-
58,9
49,8
43,0
1933
7,

64,1
1

1,14
37,0 0,57 9,24 32,0 4,63
6,18
55,2
4,63 41,5
II,-
60,5
8,75 66,9
10,50
56,2
48,4
40,3
1934
6,20
56,8
1,40
45,5 0.94
7,18
24,8
4,84
6,11
54,6
4,70
42,1
11,25
61,9
7,-
53,5 8,50
45,5
44,8 38,8
1935
6,05
55,4
1,39
45,1
0,94
7,65
26,5
5,18 5,89
52,7
4,81
43,1
II,-
60,5
6,75 51,6 8,50
45,5
46,4 39,9
1936
6,60
60,5
1,63
52,9
1,04
8,86
30,6
5,65
5,70
51,0 4,82
43,2
10,50 57,7
6,75
51,6
8,75
46,9 48,5
44,1
1937
8,80
80,6
2,09
67,7
1,15 11,08
38,3
6,10 5,75
51,4 4,97 44,5
11,35
62,4
7,50
57.3 9,50
50,9 86,4
60,5
1938
9,75
89,3
2,03
65,8
1,12
8,84
30,6
4,87
5,95
53,2
5,17 46,3
,
12,85
70,7
9,-
68,8
11,75
62,9
56,7
48,0

Jan.

1938
9,90 90,7
2,08
67,4
1,16
9,34
32,3
5,20 6,05
54,1
5,25
47,0
12,85
70,7
8,50
65,0
10,50
56,2
59,1
52,4
Febr.


9,90 90,7
2,08
67,4
1,16
9,1Q,
31,5
5,09

6,10

’54;5
5,30 47,5
12,85
70,7
8,50
65,0
10,50
56,2
58,0
51,4
Mrt.
9,90
90,7
2,09
67,7
,

1,16
9,08
31,4
5;05 6;15

1
,
55,0
çS,3S
47,9
12,85
70,7
8,50 65,0
10,50
56,2
58,1
50,7
Apr.
9,90
90,7 2,09
67,7
1,16
8,89 30,7 4,94
6,20
55,4
5,40
48,4
12,85
70,7
9,-
68,8
12,-
64,3
57,5
49,5
Mei
9,90
90,7
2,10
68,0
1,16
892
30,8
4,94
6,25
55,9
5,45
48,8
12,85
70,7
9,-
68,8
12,-
64,3 55,6 48,3
Juni

9,90
90,7 2,10
68,0
1,16
888
30,7
4,91
6,25
55,9 5,45
48,8
12,85
70,7
9,-
68,8
12,-
64,3
55,7 46,0
Juli

9,90
90,7
2,11
68,4
1,16
8,97 31,0
4,94
5,55
49,6
4,80 43,0
12,85
70,7
9,-
68,8
12,-
64,3
55,9
49,3
Aug.

9,80
89,8
2,12
68,7
1,16
8,89
30,7
4,85
5,65
50,5
4,90
43,9
12,85
70,7
9,50
72,6
12,-
64,3
55,7
48,9
Sept.
9,60
87,9 2,16
70,0
116
8,93
30,9
4,81
5,70


51,0 4,95
44,4
12,85

70,7
9,50
72,6
12,-
64,3
56,5
49,5
Oct.

9,45 86,6

1,91
61,9
1:04

8
,68
30,0 4,72
5,75
51,4
5,-
44,8
12,85
70,7
9,50 72,6
12,
64,3
56,9 49,8
Nov.

9,35
85,6
1,77
57,3
0,96.
8,31
29,0 4,52
5,80
51,8
5,05 45,3
12,85
70,7
9,50 72,6
12,-
64,3
56,1
49,0
Dec.


9,50 87,0
1,77
57,3 0,96
8,11
28,0
4,41
5,90 52,7 5,15
46,1
12,85
70,7
9,50
72,6
12,-
64,3
55,5
48,6

Jan.

1939

82,4
1,78
57,7
0,96 8,08 27,9
4,38
6,10 54,5
5,30 47,5
12,35
67,9
9,50
72,6
12,-
64,3
55,1
48,5
1 Jan.-7 Feb.
9,10
83,4
1,78
57,7
0,96
8,11
28,0
4,38 6,10 54,5 5,30
47,5
12,35
67
1
9
9,50 72,6
12,–
64,3
55,2

1
48,8


‘-14 Feb. ’39
9,10
83,4
1,79
58,0 0.96
8,13
28,1
4,38
6,10
54,5 5,30 47,5
12,35
67,9
9,50
72,6
12,-
64,3
55.4
49,2
-21

,,
9,15
83,8
1,79
58,0 0,96
8,17
28,3
4,38
6,10
54,5
5,30
47,5
12,35
67,9 9,50
72,6
12,-
64,3
55,6
49,5
1-28

,,

,,
9
1
15
83,8
1,81
58,6 0,96
.
8,18
1

28,3 4,38
6,10
54,5
5,30 47,5
12,35
67,9
9,50
1

72,6
12,-
64,3
55,9
50,0

184

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1
Maart
1939

BANK VAN ENGELAND.

1
Bankbilf. Bankbilf.
1
Other Securit les
Data

Metaal
1

in

in Bankingl Disc.and
Securitjes
1
circulatte
1
Departm.
1
Advances
1
22 Febr. 1939 1127425 472.735
1
53.679

17.529
1 21.646
15
,,

1939
127.424
473.221

53.194

18.123

21.866

22 Juli 1914
1
40.164

29.317

33.633

Data

Gov

Public
Other Deposits
1

I

Dek-
1

1

1
Sec..

Depos. Bankers Other
1
Reserve kings-
1

Accountsl

perc.
1)
22Febr.’39 78.941

16.348 1 103135 1 35.133
1
54.6901 35,3
15
,,
’39

82.491
1
12.477
i
110
.
529.
1 35.498 1
54
.
203
! 34,1

22 Juli ’14 11.005 14.736

42.185

29.2971
52
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposit8.
BANK VAN FRANKRIJK.

1
Te goed
1
Wis-
Waarv.l
Belee- IRentelaos
Data

Goud ZllverI in het
voorschot
buiten!. sels

ningen a. d. Staaf

16 Feb.’39 87.266 1 608e

15
~
1
9.866~

7461
3.598 30.627
9
,,
‘3987.266

5931

15
0
.
775

7471
3.602′ 30.627

23Juli’14 4.104 1 640!

1.541

8
! 769
1


Bonsv.d’
Diver –

1

Pekg. Courant
Data

zelfst.

sen )

irculatie


Zelfst. Parti-
_________________________
amort. k.

1

Staat lemort.k.l culieren 16 Feb.’39

5.470

2.791 110.785
1
2.984
1
2.255
1
22.084

9
,,
’39

5.470

2.815 111.253
1
3.138
1
2.276
1
22.464
23Juli’14

5.912

401!

1
943
1)
Siultpost activa.

DUITSCHE RIJKSBANK.
Daarvan Deviezen Andere
Data

Goud

bij bui-

als goud-
,
wissels
1
Belee-
ten!. circ.

dekking

en

J
ningen
banken
1
)
geldende
1
cheques

23 Feb. 1939
1

70,8

10,6

1

5,8

1 6.480,8 1

35,0
14

,,

1939 1

70,8

10,6

1

5,7

6.711,8 1

43,1
30 Juli 1914 1.356,9

!

750,9
1
50,2

Data

I
Effec-
J
Diverse
1
Circu-
1
Rekg.-
1
Diverse ten

Act leo2)
1

latie

1

Cr1.

1
Passiva

23 Feb. 19391 660,4
1
1 633,0

7.248,7

1.085,3 1 439,9
14

,,

1939 1 671,7
11.418,9

7.334,8

1.028,6
1
438,4
30 Juli 1914
!
330,8
!
200,4

1.890,9

1

40.0
1)
Onbeiast.
)
w.o Rentenbankscheine 23, 14Feb. ’39, resp. 29, 30 miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIE (in Belga’.).

Goud

.0 0 .0 0 0
I

Rekg.Crt.

Data
1939

..o

Co

‘-

0

56
1
918
1
177
I
33 1144 1

ö9I
151 521
16/2
.13.4691
55

922!
171
1
34 144
1
235
1
4.419j
34!
487

FEDERAL RESERVE BANKS.

Goudvoorraad

Wissels

Data

1

Goud-

,,Of her

In her-.
1
In de
Totaa

certifi-

cash’
2)

disc. v. d.
1

open
member
1
markt
bedrag _
1
caten’)

banks
1
gekocht

8 Feb ’39 11.989,1
11.979,2

441,9

1

’39 11.957,7 _11.947,2

440,1

1

0,6
1
Goud-
1
Aluem.
Totaal
Belegd
Data

in
u. s.

1
Gestort
1
Dek-
1
hek-
Gov.Sec.

.

IKaPitaall kings-
1
kings-
__________

1
perc.3,l
1
perc.4)

8 Feb.’39’ 2.564,0
1
4.344,8
1
10436
,
7
1
134,9
1
84,1
1


1
,,
’39! 2.564,0 4.347,2
110.402,81
134,8
1
84,1
1


Deze certificaten werden door de Schatkist aan de Reserve Banken
gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31Jan. ’34 van
100
op
59.06
cents werd gedevalueerd.
Other Cash” does not inciude Federal Reserve Notes or a Bank’s
own
Federal Reserve
bank
notes.
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare schul-
den : F. R. Notes en netto deposito.
4)
Verhouding tot

voorraad
muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTiCULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.

Dis-

I

Reserve I
Data

Aantal contos

Beleg-

bjJ de Totaal
1
Waarvan

beleen.

banks

sito’s

deposits
I

leenine.I

en

gingen

î.
R.

depo-
1
time

lFebr.’391


1
8.233 113.209
1
7.521
1
28.797
1
5.183
25 Jan.’39
1


1
8.281
113.147
1
7.596
1 28.853 1
5.179
De posten van De Ned. Bank do Javascite Bank en de Bank of
England zijn in duizenden, alle overige posten in millioenen van
de betreffende valuta.

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 27 Februari 1939.

Activa.
Binheni. Wis.
(
Elfdbk.
f

7.647.869,38
sels, Prom.,Bijbnk.

230.591,53
enz.in
disc. Ag.seh.
,,
548.695,36
f

8.427.156,27
Papier o. h. Buiten!.
f

3.150.000,-
Af:
Verkocht maar voor
de bk.nognietafgel.

3.150.000.
Beleeningen
f
fifdbk.
f
234.404.586,181)
nc1. vrsch. Bijbnk.
1

1.992.217,84
in rek..crt. Ag.sch.
,,
24.385.141,91
op onderp.I.
f
260.781.945,93

Op Effecten enz.
..
f
259.426.869,481)
Op Goederen en Ceel.
,,
1.355.076,45
,,
260.781.945,93
1)
Voorschotten a. h. Rijk ……………. ..

Munt, Goud ……
f
106.637.555,-
Muntmat., Goud
..
,,1.324.644.435,88

fl.43
1.281.990,88
Munt, Zilver, enz.

26.953.326,38
Muntmat., Zilver..

1.458.235.317,26
Belegging van kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds ……………………
,,

43.637.293,07
Gebouwen en Meub. der Bank ……..
,,

4.580.000,-
Diverse rekeningen …………..
…..
,,

12.031.933,40
Staatd. Nederi. (Wetv. 27/5/’32, S. No. 221)
,,
8.905.871
2
61

Passiva.

f
1.799.749.517,54

Kapitaal ……………………….
f

20.000.000,-
Reservefonds ……………………
,,

4.860.787,51
Bijzondere reserve ………………
,,

7.102.179,67
Pensioenfonds . ………………….
,,

11.842.132,10
Bankbiljetten in omloop …………..
,,

991.588.620,_.
Bankassignatiën in omloop …………130.136,99
Rek.-Cour.
J
Het R
ij
k
f
139.883 675,39
saldo’s:
k
Anderen
,,
619.395.432,27
,,

759.279.107,66
Diverse rekeningen ………………
,,

4.946.553,61

f
1.799.749.517,54

Beschikbaar metaalsaldo …………
f
758.022.304,29
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
,,
1.895.055.760,-
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank
ondergebracht ………………..
,,


t)
Waarvan aan Nederlandsch-1ndi
(Wet van
15
Maart
1933,
Staatsblad No. 99) ……..
t
63.247.800,-

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud
Andere Beschikb. Dek-
Data

Circulatie opeischb. Metaal- kings
Munt
1
Muntmai.
I

schulden saldo

perc.

27 Febr. ’39 106838 1.324.644 991.589 759.409 758.022 83
20
,,
’39 106638 1.354.642 966.565 844.564

764.657 82

25 Juli ’14 65.703 96.410 310.437 6.198 43.521 54

Totaal Schatkist-

,

Papier

Diverse
Data

bedrag promessen
nl
e
n

op het

reke-
discon to’s rechtstreeks

n

buiten!. ningen
1)

27 Febr. 1939

8.427

260.782

3.150 12.032
20
,,
1939

8.467

290.247

3.150

11.970
25 Juli 1914 67.947

61.686 20.188

509
1)
Onder de activa.

JAVASCHE BANK.

Data

1
Goud

1
Zilver
I
Ctrculatle
opeischb.
metaal-
schulden
saldo

25Febr.’39
2
)
138.890 184.710
85.230
30.914
18

,,

1392)
138.600
.
186.510
80.440
31.820

21 Jan.1939
116.886

21.848
186.803
82.836 30.878
14

,,

1939
116.886

21.620
191.435 79.159
30.269

25Juli
1914!

22.057

1

31.907
110.172
12.634
4.842
Wissels,
Diverse
Dek-
Data
bulten
Dis-
Belee
reke-
kin gs-
N.-Ind.
conto’s
nin gen
ningen
1)
perc1_
betaalb.
tage

25Febr.’39
2
)
8.320
74.050 62.150
51
18

,,

139
2
)
8.370 74.140

.
60.370
52

21 Jan.1939
9.417
62.269
51
1997

1
48.675″
14

,,

1939
9.911 13.987

1
49.252
61.104
51
25 Juli 1914
6.395
7.259

1
75.541
2.228
44
1
1 Siultpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch
ontvangen.

Auteur