Ga direct naar de content

Jrg. 23, editie 1184

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 7 1938

7
SEPTEMBER 1938

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Econom

isch~Statistische

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

23E JAARGANG

WOENSDAG 7 S:E

COMMISSIE VAN REDACTIE:

P. Lieftinck; N. J. Polak; J. Tinbergen; F. de Vries eh

H.
M: E.
A. van der Valk (Rëdacteur•Secretaris).

M. F. J. Cool – Adjunct-secretaris.

Redactie-adres: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam-West.

Aan geteekende stukken: Bijkantoor Ruige plaat weg.

Tele! oôn’ Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties voorpagina f 0,50 per regel. Andere pagi-

na’s f 0,40 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens

tarief. Administratie van abonnementen en advertenties:

Nijgh
d
van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam, Am-

sterdam, ‘s-Orzvenhage. Postchè qua- en ‘giro-rekening

No. 145192.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in

Nederland f 16,—. Abone?nentsprijs Economisch-Btatis-

tisch Maandberich —
t f5, per jaar. Beide organen samen

f 20,— per jaar. Buitenland en ltoloniën resp. f 18,—.

f 6,— en f 23,— per jaar. Losse nummers 50 cent. Do’na-

‘teurs en leden van het Nederlandsch Economisch Instituut

ontvangen het weekblad en het Maandbericht gratis en

genieten een reductie op de verdere publicaties.

INHOUD:

BIz.

De ontwikkeling der overheïdsschuld in Nederland na

den wereldoorlog door
D. C. Renooy …………..658

De koo.pvaardij in oorlogstijd door
Dr. W. E. H. Feuilte-

ten de Brnyn ………………………………. 661

iletjaarverslag rijksdienst werkloosheidsverzekering en

arbeidsbemiddeling over
1937
door
Mr. H. J. Morren 664

AANTEEKENINGEN:

Reorganisatie der sociale verzekering door
Mr. S. Mok 665

MAANDCIJFERS:

Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen ……..
666

Emissies in Augustus
1938………………….668

O
NTVANGEN BOEKEN …………………………
668

Statistieken:

Oeldkoersen-Wisselkoersen-Bankstaten
……….
..
668-669, 612
Groothandeisprijzen
…… . ………………………….
670-671′

PTEMBER 1938

No. 1184

GELD-, KAPITAAL-
EN WISSELMARKT.

01) de wisselmarkten viel in de a.fgeloopen week

een groote onrust waar te nemen, die in eerste in-

s ta.ntie voornamelijk met de internationale politieke

strubbelingen verband hield, doch daarna haar oor-

zaak vond in scherp toenemend wantrouwen in het

Pond. In Engelsche kringen stelt men het graag voor,

alsof slechts de Dollar internationaal zeer vast is,

en wijst er daarbij op, dat ook continentale valuta’s

als Gulden en Zwitsersche Franc uiterst flauw tegen-

over den Dollar -liggen. Zelfs trok de Poudenkoers

hier te lande nog een fractie aan en kwam een oogen-

blik op
8.94
te liggen, zonder dat het Egalisatiefonds

hierin aanleiding vond .Ponden af te geven. Dit duidt

er reeds op, dat men hier te lande overtuigd was, dat

de vaste stemming van het Pond slechts een voorbij-

gaand verschijnsel was, hetgeen reeds den daarepvol-
genden dag bewaarheid werd.

Het is intussehen duidelijk, dat hoezeer inciden-

teele factoren tijdelijk ongetwijfeld den druk op het

Pond hebben geaccentueerd, ook zonder deze het aan-

bod niet zou zijn af te wenden. En toen dan ook op

Dinsdag jl. de bewuste drempel van
4.86%
werd

overschreden, bleek heel duidèlijk, dt’t de speculatie

geeuerlei aanleiding meer vond ook maar de gering-

ste reserve in acht ‘te nemen en doorging op groote

schaal Panden af te geven. Veel had de speculatie

zich intusschien nimmer van het, bereiken van het op

louter atavistische overwegingén gebaseerde, antieke

punt aangerokken, daar van winstueming; ook toen

het ‘plint vrijwel was benaderd, geen sprake’ wit’s.

Het is begrijpelijk, dat bij de algemeene angststem-

ming de vraag naar goud weer zeer levendig was,

waarbij het opviel, dat het goud speciaal tegen Pon-

den en in veel geringere mate tegen andere continen-

tale valuta’s werd gekocht. De prijs in de fixing be-

reikte dan ook een recordhoogte, terwijl, op grond

van de uiterst vaste houding van den Dollar hier te

laude, de goudprijs te Amsterdam steeg tot
f
2.065.

Hoewel ook thans de premie van munten boven buren

nog aanzienlijk is te achten, is zij toch geringer dan

enkele weken geleden het geval was.

Voor het Egalisatiefonds was de
,
vaste stemming

van den Dollar aanleiding om bij een koers van

1.84
9
/s Dollars af te geven. Wij dienen nu maar af

te wachten, af
bij
dezen prijs de vraag naar Dollars

kan worden hevredigd,. dan wel of zij zulk een om-

vang’ aanneemt, dat het Egalisatiefonds daarin aan-

leiding vindt zijn afgiftekoers te verhoogen.

658

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 September
1938

DE ONTWIKKELING DER OVERHEIDS-

SCHULD IN NEDERLAND NA DEN

WERELDOORLOG.

De ontwikkeling der overheidsschulden behoort
zeker tot de verschijnselen op het gebied der over-

heidsfinanciën, welke bijzondere aandacht vragen. De

eischen, welke in de laatste jaren aan de overheids-
financiën gesteld. zijn, hebben namelijk geleid tot
sterke toeneming van deze schulden, welke in verband

met de economische moeilijkhëden der laatste jaren

in vele landen tot ernstige bezorgdheid aanleiding

geeft.
Ook in Nederland vertoont de overheidsschuld in

de laatste decennia een sterke, slechts korten tijd on-
derbroken, stijging. Deze blijkt, wat de gevestigde

schuld betreft, uit onderstaande tabel, welke aangeeft

het totaal bedrag der gevestigde rijks-, provinciale en
gemeenteschulden in enkele jaren na den wQreldoor-

log, welke voor de ontwikkeling dezer schulden ka-

rakteristiek zijn
i)

Gevestigde overheidsschuld
1)

per 1Jan

(in millioenen guldens)
1920………………3,145

1925 ………………

4,309

1930………………4,266 1935………………4,925
1937 ………………5,162
2)

i)
In ‘de gevestigde gemeentesohulden zijn niet begrepen
de rijk’svoorsehottcn.
2)
Per primo
1938
is de staataschuld sterk toegenomen
door de spoorwcgoonveraie.

Volledigheidshalve vermelden wij hier ook de vlot-
tende schulden van Rijk en• gemeenten, welke wij
verder buiten beschouwing zullen laten, daar zij in
het algemeen een ander karakter hebben dan de ge-

vestigde schulden.

Vlottende schulden van
Rijk

Gemeenten

Per 1Januari

(in millioenen guldens)
1920…………..

616
1925 …………..

344

45
2)

1930…………..

265

97′
1935…………..

662

193
1937 …………..

675

137
1938 ……………

805
1)
Niet gepubliceerd.
2)
Per 1 Mei.

Wij zien derhalve, dat de gevestigde overheids-
schulden van begin
1920
tot begin
1937
met ruim 64

pOt. zijn gestegen. Beziet men de toeneming nader,

dan blijkt, dat zij in
2
phasen is verloopen, t.w. van

1920
tot
1925
(ten bedrage van
f 1164
millioen) en

van
1930
tot
1937
(ten bedrage van
f 896
millioen).

Van
1925
tot
1928
stegen de gevestigde overheids-

schulden nog met
f 67
millioen tot
f 4376
millioen,

daarna ondergingen zij tot
1930
een daling van
f 110

millioen.
De stijging van
f 896
millioen van
1930
tot
1937

lijkt tegenover die van
f 1164
millioen voor de kor-

tere periode van
1920
tot
1925
niet verontrustend,

gezien de omstandigheid, dat de economische moei-
lijkheden in de laatste jaren ernstiger dan ooit ge-

weest zijn.
Deze gedachte wordt nog ondersteund door het ver-

loop der gevestigde schuld per hoofd der bevolking

in de vermelde jaren.

Gevestigde overheidsschuld
Per 1Januari

per hoofd der bevolking
1920 …………..f 464,20
1925 …. ………. ,, 589,06
1930 …………..,, 544,68 1935 …………..,, 586,88 1937 …………..,, 603,30

) De -in -dit artikel verwerkte cijfeis werden ineeren-
deels ontleend aan publicaties van het Centraal Bureau
voor de Statistiek, o.-a. aan Jaarcijfers voor Nederland, Sta-
tistiek der Rij-kstin-anciën, Statistiek der ‘Gemeentefin-an-
men.

De
stijging
der overheidsschuld per hoofd der be-
volking komt dus vrijwel geheel op rekening van de

periode
1920
tot
1925,
terwijl
de
stijging
van
1930
tot
1937
feitelijk
slechts het teniet doen van de daling
van
1925
tot
1930
beteeke’nt.

De toestand is echter allerminst zoo betrekkelijk
bevredigend als uit deze cijfers zou zijn af te leiden.
Men moet nl. deze cijfers zien in verhouding tot de

draagkracht der bevolking. Hiertoe zou een vergelij-
king gemaakt moeten worden tusschen het bedrag

der overheidsschuld en het nationale vermogen, resp.
tusschen de uit de overheidsschuld voortvloeiende

lasten en het nationale inkomen.

Bij de vergelijking van het bedrag der overheids-

schuld en het nationale vermogen doet zich de moei-
lijkheid voor, dat omtrent het nationale vermogen

geen betrouwbare cijfers van jaar

tot jaar
zijn
be-

rekend. Wel
zijn
de
cijfers
van het belasthare vermo-

gen beschikbaar. Dit stelt echter zeker niet het ge-
heele nationale vermogen voor, daar kleine vermogens

en verschillende bezittingen buiten de vermogensbe-
lasting vallen. Een vergelijking van de absolute cij-
fers

van overheidsschuld en belastbaar vermogen geeft dus geen juist beeld. Toch is. het wel mogelijk om zich

met behulp v&n de belastbare vermogens een indruk
te vormen van de
wijziging
in de verhouding tusschen

nationaal vermogen en overheidsschuld. –

Men kan
namelijk
met voldoende zekerheid aan-
nemen, dat het nationale vermogen ongeveer dezelfde

beweging vertoont als het belastbare, daar de waarde
van .de vermogens beneden de belastinggrens geheel
dezelfde invloeden, welke waardeverandering veroor-
zaken, ondergaat als die der.belastbare. Uiteraard kan

verschuiving van de belastbare naar de nie-t-belastbare
categorie in jaren van sterke- daling (zooals sedert

1930
het ge’al is geweest) de daling der niet-belast-
bare categorie hebben geremd, maar hier staat alge
heel verlies van vermogen als compenseerende factor

tegenover.

Bovendien moet in aannerking worden genomen,
dat de fiscale autôriteiten in de laatste jaren tot
steeds scherpere contrôle tegen ontduiking
zijn
over-

gegaan. Dezê omstandigheid, gevoegd bij den invloed
van het generaal pardon van
1934,
dat de basis der aan-

slagen met
300
t
400
-millioen gulden boven de nor-

male cijfers deed
stijgen,
heeft er zeker toe bijgedra- –

gen om de, marge tusschen nationaal vermogen en be-
lastbaar vermogen te verkleinen. Wanneer men der-
halve uitgaat van de beweging der belastba.re vermo-
gens, dan kan men aannemen, dat het beeld zeker niet ongunstiger is dan ilat van het geheele nationale ver-
mogen, hetgeen in het bijzonder geldt voor de recen-
te periode van vermogensdaling.

Op grond van deze overwegingen kan men zich der-
halve, indien men van de belastbare -vermogens en de
overheidsschuld indexcijfers berekent, een indruk vor-
men van de wijzigingen der verhouding tusschen
nationaal vermogen en overheidsschuld.

De op blz.
659
afgedrukte grafiek geeft deze index-

cijfesis reei, iif begiri
1920
alshasis
2
).

Uit deze ‘grafiek is duidelijk te zien, dat de verhou-
ding tusschen belastbaar vermogen en gevestigde over-
heidsschuld sedert
1930
veel ongunstiger is geworden,

zoodat de verbetering, welke tusschen
1924 en
1929

viel waar te nemen, geheel teniet is gedaan en voor

een sterke verslechtering heeft plaats gemaakt.
Van meer belang dan de vergelijking der ontwik-
keling van het nationaal vermogen en de overheids-
schuld is die van de ontwikkeling van het nationaal

inkomen en de lasten der overheidsschuld.
Omtrent het nationaal inkomen bestaan voor een

2)
De -kruisje.s
in
de lijn der vermogen’s hebben betrek-
king op
cijfers, waarin de verhooging wegen-s nadere aan-
slagen nog nog niet verwerkt is; het daaruit voortvloei-
ende verschil zal zeker niet grooter zijn dan in de jaren
vooraf-gaan-de aan die waarin
het
generaal pardon zijn in-
vloed deed gelden.

7 September 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

659

’70

lN050cijrr05 9A515 1970-1011

95

155

140

CO V55T OV(Prg10555,iul 0
——
130
120

‘IS

’00

505 VS

19202′ 22 23 ’74 ’73 25 27 ’29 79 ’30

31
’37’33’54’55” 35
’57

Grafiek 1.

aantal jaren na den wereldoorlog berekeningen. Dr. C.
P. de Groot, die deze berekeningen in zijn proefschrift
,,Methoden voor de berekening van het nationale in-
komen” heeft behandeld, verklaart daaromtrent ech-
ter ,,dat het ondezoelc naar den omvang van het na-
tionale inkomen hier te lande tot dusverre op zeer

onzekere schattingen berust”. Derhalve beperken wij
ons, evenals bij het vermogen, tot de cijfers, welke uit
de belastingstatistieken kunnen worden afgeleid, daar-
bij aannemend, dat het nationale inkomen in het a.l-
gemeen dezelfde beweging vertoont als het belast
bare
3
).

Wat de lasten der overheidsschuld betreft dient
eerst de vraag, te worden gesteld, wat daaronder is
te verstaan. In principe zou men daartoe niet alleen
de rente, maar ook de aflossingen moeten rekenen. In
een periode van stijgende overheidsschuld, zooals de
hier besprokene, worden de aflossingen feitelijk be-taald uit nieuwe leeningen, hetgeen er op neerkomt,
dat de a.flossingslast naar de toekomst wordt ver-
schoven. Hoewel dit met het oog op de toekomstige
ontwikkeling der overheidsfinanciën een ernstig pro-
bleem vormt, kan men derhalve de- aflossingen hij de
heoordeeling van den druk der lasten uit de over-
heidsschuld in een periode van stijgende overheids
schuld buiten beschouwing laten.

De
cijfers
betreffende de rente der overheidssohuid
zijn niet volledig beschikbaar. Met name ontbreekt
een deel der gegevens van de rente der gemeentelijke
en provinciale schulden. Deze zijn, voor zooveel noo-
dig, berekend met behulp van de gemiddelde rente-
perentages voor de genoteerde leeningen, welke be-
rekening blijkens een contrôle voor de jaren, waarin
wel cijfers beschikbaar waren, slechts zeer geringe
afwijkingen geeft.

Van de aldus verkregen cijfers, welke wat de ge-
meenten betreft niet omvatten de rente van rijksvoor-
schotten, zijn indexcijfers op basis 1920 = 100 bere-
kend, welke tezamen met de indexcijfers van het be-
lastbare inkomen in de volgende grafiek (II) zijn ver-
werkt (de kruisjes in de lijn der inkomens hebben be-
trekking op
cijfers,
waarin de voor die jaren waar-
schijnlijk géringe verhooging wegens nadere aanslagen
nog niet is verwerkt).
Het beeld van deze grafiek is, wat de rente betreft,

minder ongunstig dan dat van het bedrag der schul-
den (grafiek T). Dit is een gevolg van de rentedaling,

) Ook hier heeft het generaal pardon van
1934
bijge-
dragen tt verklelnlng der mal-ge tusschen nationaal in-
komen en belastbaar inkomen, waardoor het verloop der
belastbare inkoanesis relatief iets gunatiger
Is
daû dat van
het nationale inkomen.

INÛCXCUrCP5 SASIS 1975 100

CENTS GEVS5T.0vUp,l(ISSC9ULD

SCLA5T5APC INIÇOflEN5

1; ’22 23 ’24
‘7
’79 77 ’28 ’29 ‘3D ‘3’ 57 533’35’55’37

Grafiek 11.

welke in de laatste jaren den invloed van de stijging
der schulden op het rentebedrag grootendeels heeft
kunnen compenseeren. Het verloop der inkomens is
echter ongunstiger geweest dan dat der vermogens,
zoodat het totaalbeeld van de vergelijking van de
ontwikkeling van rente en inkomen even ongunstig is
en niet minder duidelijk de ongunstige ontwikkeling
van den last der overheidsschuld tegenover de draag-
kracht der bevolking illustreert. De sedert 1936 in-
getreden rentedali’ng zal uiteraard een guustigen in-
vloed hebben op den rentelast der overheidslichamen,
welke verbetering echter binnen het kader der onder-
havige vergelijking door een daaruit voortvloeiende
daling der inkomens direct of indirect wordt gecom-
penseerd.
Intusschen moet
bij
de beoordeeling van de uit de
overheidsschulden voortvloeiende lasten in aanmer

king worden genomen, dat een deel dezer schulden
een direct rendabele aanwending heeft gevonden
(bijv. in – posterijen,
mijnen,
gas- en electriciteitsbe-
drijven), zoodat de rente en,aflos,sing daarvan niet of
niet geheel uit de belastingen behoeven te worden
gedekt.

Van de staatsschuld wordt echter niet, zooals bij

de gemeenten gebruikelijk is, een splitsing gemaakt
in aanwending voor wel en niet geldelijk rendabel
geachte doeleinden. Wel zijn de inkomsten uit de
staatsbedrijven bekend, maar deze vormen niet het
volledige resultaat der rendabel te achten aanwendin-

gen. Een aanwijzing hieromtrent is te vinden in de
aan het staatsbudget tea goede komende andere in-
komsten dan belastingen, welke weliswaar meer om-
vatten dan inkomsten uii rendabele aanwendingen,
maar die toch wel de ten.dentie weergeven
4),

1nkomten van het staatsbudget uit andere bronnen
dan uit belasting.

In % der ontvangsten van den gewonen dienst
In duizenden van het staatsbudget

guldens

(excl. bijz. fondsen)

1929
………….
142,869

21.8

1930
…..
…….
134,555

21.1
1931
…..
…….

122,225

21.9
1932
…………

123,426

24.0

1933
…………..
126,471

24.5

1934
…………
141,716

23.5

1935
1)
……….
135,696

22.1
1936
2)
. . . . . . . . . .

119,627

20.0

1937
2
)131,091

21.5
1)
Voorlooipige rekeningscijfers.
2)
Geraamde bedragen.

Hieruit blijkt, dat in ‘ de ontwikkeling van de an-

4)
Wij beperken ons tot de gegevens van
1929
en later
omdat die van vroegere Jaren ‘nIet geheel vergelijkbaar zijn.

000

ECONOMISCH-STATISTISCHE’ BERICHTEN

7 September 1938

dere inkomsten dan belastingen geen bepaalde ten-
dentie is te onderkennen.

Gemiddeld is zoowel het absolute bedrag als het
percentage gelijk gebleven. Van een toeneming der
rendabele aanwendingen en van de daaruit voort-
vloeiende inkomsten kan, voor zoover uit deze cijfers

is na te ‘gaan, niet worden gesproken. Ook maken
deze inkomsten slechts een, relatief klein deel der
staatsontvangsten uit, daar de cijfers der andere in-
komsten dan belastingen meer posten omvatten dan

die, welke uitsluitend met rendabele aanwendingen
verband houden.

Wat de gemeenteschulden betreft beschikken wij

sedert 1935 over een splitsing naar de doeleinden,
waarvoor werd geleend.

Gemeenteschu Geldelijk rendabel geachte doeleinden
1Januari

in % van het totaal
1935 …………..62.2 1936 …………..61.3 1937 …………..60.5

1)
In
deze cijfers zijn onder d’e schulden aangegaan
voor geldeiijk rendabel ‘geachte doeleinden mede begrepen
de rjksvoorsohotten voor vonfngbouw, welke niet in de
totaalcijfers der overheridssehuld zijn opgenomen.

Hieruit blijkt, dat in de laatste jaren een tendentie

tot relatieve toeneming der schuld aangegaan voor geldelijk niet rendabel geachte doeleinden bestaat,
hetgeen een minder gunstig verschijnsel is. Omtrent

de rentabiliteit der betrokken aanwendingen geven
onderstaande
cijfers
sedert 1926 ) een beeld.

Winsten en retributies der gemeentebedrjven.

In duizenden in % van de ontvangsten

guldens

van den gewonen dienst
1926 …………

49,423

8.2

1927 …………51,349

8.4

1928 …………56,073

9.0

1929 …………60,584

8.9
1930 ….. …….

61,052

9.0

1931 …………63,304

8.8

1932 …………66,074

8.9

1933 …………69,833

9.2

1934 …………72,037

9.2

1935
1)
……….66,106

8.4

1)
Latere cijfers nog niet besahtkbaar.

De ontvangsten uit winsten en retributies hebben
zich derhalve, wat het absolute bedrag betreft, tot
1934 zeer bevredigend ontwikkeld. In 1935 trad ech-

ter een vrij sterke daling in.

De verhouding ten opzichte van de totale ontvang-
sten der gemeente-budgetten is echter in doorsnee
dezelfde gebleven, zoodat de situatie in dit opzicht
vrijwel analoog is aan die, welke bij de staatsinkom-sten was waar te nemen. De op de belastingbetalers uit hoofde van de over-
heidsschulden drukkende lasten
zijn
dus niet door
een gunstige ontwikkeling der rendabele aanwendin-
gen en der daaruit voo’rtvloeiende inkomsten ver-
minderd.

Daar ook de overige overheidsuitgaven door gebrek
aan elasticiteit deels niet of niet voldoende daalden,
deels – vooral die verband houdende met de werk-
loosheid – stegen, is het noodzakelijk geweest om
de overheidsinkomsten uit anderen hoofde dan uit
rendabele aanwendingen (dus hoofdzakelijk uit be-
lastingen) met verschillende middelen op peil te
houden, hetzij door verhoogde ‘bêlastingei (o.a. per-
soneele belasting en dividend- en tantièmebelasting),
hetzij door nieuwe (o.a. omzetbelasting, couponbelas-

ting).

De ‘belastingontvangsten zijn dientengevolge on-
danks de afnemende draagkracht betrekkelijk weinig
verminderd.

Opbrengst der Rijks-, provinciale
en gemeentelijke belastingen
(in duizenden guldens)
1928 …………..820,565 1929 …………..869,280 1930 …………..859,095
1931

……………801,977
1932 …………..744,411
1933

…………..750,093
1934 …………..781,752 1935 …………..803,483
1936 . – …………791,712
1937

…………..

S
..

De beteekenis van deze
cijfers
springt nog meer
in het oog, indien men weet dat de belastingontvang-
sten in 1929 (het topjaar) bijna 20 pOt. van het be-

lastbaar inkomen uitmaakten en in 1935 ruim
30 pOt.
°)
Intusschen heeft de situatie, zooals reeds werd op-

gemerkt, zich, wat betreft de lasten uit de overheids-

schuld voortvloeiende, sedert einde 1936 in zooverre
gunstig gewijzigd, dat de dalende rente de conver-
sie van het grootste deel der Nederla.ndsche over-

heidsleeningen heeft mogelijk gemaakt, zoödat de
rente meerendeels tot
3/
pOt., 3 pOt., soms zelfs tot
lagere percentages werd teruggebracht. Dit betee-
kent niet altijd een werkelijke vermindering der lee-
ninglasten, aangezien de
looptijd
der leenin’gen in
verschillende gevallen werd ingekort of de aflossin-

gen in de eerste jaren werden verhoogd (dit geldt

o.a. voor de groote 3-3’4 pOt. staatsleening 1937),
terwijl de draagkracht der bevolking door de rente-
daling bovendien is verminderd.

Weliswaar heeft de conjunctuurverbetering in 1937
de overheidsinkomsten deels reeds in 1937, deels in
1938, doen stijgen, maar deze verbetering is van tijde-
lijken aard gebleken, zoodat het probleem der over-
heidsschulden zijn ernstig karakter heeft behouden,
terwijl het zelfs mogelijk is, dat zich dit, nog zal

verscherpen, vooral gezien de groots tekorten op de
bégrooting van het
Rijk
en van enkele groote ge-
meenten.

Wij . hebben hiermede ènkele aspecten belicht van
de overheidsfinanciën en dê verhouding van enkele

elementen daarvan tot de draagkracht der bevolking.

Gebleken is, dat de situatie, ‘welke op het eerste

gezicht zoo niet gunstig, dan toch niet onbevredigend
lijkt, in wezen reden geeft tot ernstige bezorgdheid,
voortvloeiende uit de omstandigheid, dat de ontwik-
keling der overheidsschuld en der daaruit voortvloei-

ende lasten zich steeds ongunstiger is gaan verhou-den tot de ontwikkeling van de draagkracht der be-
vblking, zonder dat daartegenover een compeusee-
rende factor in den vorm van toenemende rendabele
aanwending der overheidsschuld aanwezig is.

Deze bezorgdheid wordt nog versterkt ‘doordat de
overheidsschuld verreweg het belangrijkste beleggings-
gebied vormt van pensioeiifondsen, levensverzekering-
maatschappijen en
dergelijke
instellingen, welke ten
doel hebben een groote, bovendien zich nog steeds
uitbreidende, categorie van personen in de toekomst
levensonderhoud te verschaffen.

De last dezer verzorging zal zoodoende in toene-
mende mate op de betalingbetalers moeten drukken,
een verschijnsel waartegen reeds door anderen te-
recht werd gewaarschuwd.

Dit leidt dan ok tot de ‘overweging, dat in steeds
stérkere mate moet worden gestreefd naar vergroo-
ting van de investeeringen in het bedrijfsleven’ of
elders, waarbij uiteraard als eerste eisch ,gesteld
moet worden, dat daaruit geen nieuwe lasten voor
de overheid voortvloeien in den vorm van steun.
Dit is ongetwijfeld niet eenvoudig, miar het zal
zeker niet mogelijk zijn om het probleem op andere
wijze op te lossen.
D. C. REN00Y.

den
1)
bestemd voor
Geldelijk niet rendabel
geachte doeleinden
in % van het totaal
37.8 38.7 39.5

8)
Dit percentage geeft geen indruk van de verhouding
tuesehen belaatin’gen en eigenlijk Inkomen (zie voor).
5)
Vroegere cijfers zijn •njict beschikbaar.

7 September 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

661

DE KOOPVAARDIJ IN OORLOGSTIJD.

In een oorlog waaraan zeevarende mogendheden
deelnemen, kan het zijn, dat de ede partij over de

hcerschappij ter Zee beschikt, zoodat zijn koopvaar-

ders de overzeesche verbindingen kunnen blijven on-

derhouden, terwijl de schepen der andere partij door
de
vijandelijke
blokkademaatregelen tot stil liggen

zijn gedwongen in eigen of neutrale havens.

De zwakkere partij zal dan pogen de overzeesche
verbindingen van haar tegenstander door mijnen,

aanvallen van duikbooten en vliegtuigen enz. zoovee]

mogelijk te bemoeilijken. Overigens ondervindt dit

overzeevervoer van de sterkste partij
altijd
een aan-
zienlijke vermindering, doordat een deel der koopvaar-
dijschepen als hulpschepen der eigen oorlogsvloot
dienst moet doen. –
Door al die factoren ontstaat al spoedig een tekort
aan scheepsruimte, waardoor de vrachten sterk om-
hoog loopen. Reeds in vredestijd zal het noodig zijn
om een Organisatie te ontwerpen, welke tot doel heeft in oorlogstijd een zoo groot mogelijk aantal koopvaar-
dijschepen in de vaart te houden.
Eenerzijds zijn daartoe noodig maatregelen van

militairen aard,
anderzijds
maatregelen van econo-
mischen aard. Deze maatregelen zullen hieronder in
beschouwing worden genomen.

Maatregelen van militairen aard.

De rol, die de Duitsche duikbooten in den wereld-
oorlog hebben gespeeld is overbekend. Van de tien
Erigelsche onbewapende koopvaarders die eind 1915
op de uitreis de Straat van Gibraltar passeerden,
kwam er maar één terug. Op het eind van den oor-
log waren dan ook 4.303 Britsche schepen met ge-
schut bewapend; het gevolg was, dat daarna
bij
aan-
vallen van duikbooten maar één van de vier schepen

verloren ging.
Al spoedig bleek echter bewapening met geschut
van 7.5 cm niet voldoende te zijn. Het 10.5 cm ge-
schut weegt echter 5 â 6 maal zoo zwaar, zoodat voor
de opstelling van dit geschut in den regel een ver-
sterking der scheepsdekken noodig is. Dit moet der-
halve reeds in vredestijd worden voorbereid.
‘)

• *
*

Toen echter de Duitschers
tijdens
den onbeperkten
duikbootenoorlog de Engelsche schepen begonnen te
torpedeeren zonder voorafgaande waarschuwing, steeg
het verliescijfer, ondanks de bewapening, zeer snel en
bleek deze geen
afdoende
waarborg te zijn voor de
veiligheid van de scheepvaart.

In April 1917 werden zelfs 122 koopvaarders, me-
tende 526.500 ton door de duikbooten in den grond
geboord.
Toen namen de Engelschen hun toevlucht tot het
in de Napoleontische oorlogen efficient gebleken
convooistelsel. Kruisers en jagers begeleidden toen
convooien van 20 á 25 schepen over den Oceaan als
bescherming tegen vijandelijke kruisers en raiders,

terwijl zij vanaf de grens der gevaarlijke duikbooten-
zone bovendien vergezeld werden door gewapende pa-
trouillevaartuigen, die het convooi tegemoet voeren.

Het convooistelsel bleek een afdoende oplossing tegen
het duikbootengevaar te zijn; de omloop en daar-
mede de benuttingsgraad van de beschikbare scheeps-
ruimte liep er aanvankelijk echter zeer aanzienlijk
door terug.
Van de 16.700 in convooi varende schepen, kwa-
men er ruim 99 pOt. behouden aan. Per maand kwa-
men in 1918 40 convooien an, terwijl er eveneens
40 vertrokken. Voor een land als Nederland zullen

t)
Volgens een dagbiadbenicht vnu 18 Juli 1.1. zouden
thans
zelfs voorbereidingen worden getroffen om de
Bad-
sohe koopvaarders met
15
cm geschuit, de normale kruiser-
bewapeiising, te voorzien.

per maand totaal 16 á 20 uit- en thuisvarende con-
vooien noodig zijn.

Hoewel het geratificeerde Londensche duikboot-
verdrag van 1937 het torpedeeren van schepen zou-
der voorafgaande waarschuwing verbiedt en dus het

varen in convooien niet noodig zou zijn, moet nog

blijken of man zich in een toekomstigen oorlog daar-
aan zal houden.

Hoe het ook zij, bewapening van koopvaardijsche-
pen zal altijd noodig zijn, want ook de in convooi

varende schepen zullen zich individueel tegen aan-

vallen van onderzeeërs moeten kunnen verdedigen.

* *
*

Dat
vliegtuigen
in een komenden oorlog een groote
rol zullen spelen, leeren de ervaringen van den
Spaanscheu burgeroorlog. Bij het afwerpen van bom-
men op een en/cel schip dat stil ligt,
vanaf een hoog-
te van 3.000 m, is de trefkans echter kleiner dan
1 pOt. Op een varend schip is die trefkans nog

geringer. Het zal echter noodig zijn de koopvaarders

te bewapenen met luchtafweermitrailleurs, van 1.2
tot 4 cm, ten einde de vliegtuigen te dwingen hun
bommen van
groote
hoogte af te werpen, waardoor
de trefkans belangrijk vermindert.

Dat de resultaten van een luchtaanval op een
havencomplex, waar meerdere schepen stil liggen niet
gering
kunnen zijn, hebben de aanvallen op de Spaan-
sche havens geleerd. De trefkans van de aanvallende
vliegtuigen kan hier echter belangrijk verminderd
worden door een dicht vuurscherm van het afweer-
geschut. Om de gedachten te bepalen zullen voor de
verdediging van een havencomplex van 40 km
2
on-
geveer twee regimenten luchtafweergeschut (72 stuk-

ken) en twee regimenten mitrailleurs (6 bataljons
48 luchtafweermitrailleurs) noodig zijn.

* *
*

Ook de
mijnen
zullen in een toekomstigen oorlog
een groote rol spelen. Om de verliezen door mijnen

te beperken waren op het einde van den oorlog 2.737
Britsche schepen met een ,,paravane” uitgerust, een
werktuig dat de mijnen opvischt véôr het schip er mede in aanraking komt. Voor schepen met 12 of

meer voet diepgang was het gebruik van dit toestel
verplichtend gesteld.

Speciale maatregelen moeten voorts nabij de haven-

ingangen ,worden genomen tegen het mijnen- en duik-
hootengevaar, dat daar het grootst is. Per groote
haven zijn een dekkingsschip (flottiljevaartuig of

kanonneerboot), 6 gewapende stoomtrawlers en 12 hulpmijneuvegers van 20 ton wel als een minimum
te achten.

* *
*

Het veilig stellen der overzeesche verbindingen
vereischt dus een uitgebreid stelsel van militaire
maatregelen. Het is niet mogelijk gebleken deze maat-
regelen in oorlogstijd te improviseeren. Groote moei-

lijkheden werden tijdens den wereldoorlog ondervon-
den bij de bewapening der schepen, doordat door de
burgerbevolking een verkiezingscampagne werd ge-
voerd, waarbij de aanschaf fing van luchtafweergc-

schut werd geëischt voor de beveiliging der groote
steden. Daardoor leed de koopvaardij in één jaar
tijds veel meer verliezen aan menschenlevens dan
alle groote steden te samen in vier jaren.
2)

Die militaire maatregelen kosten veel geld. De
scheepvaart en het havenbedrijf vormen echter vitale

deelen van het bedrijfsleven in oorlogstijd. Van de
wijze waarop zij funetionueeren is de stijging van de
goederenprijzen in tijd van oorlog in sterke mate af-
hankelijk.

2)
Zooals bekend is, zijn op de begroomg 1938 gelden
uibgetrokken voor de bewapening van kooprvanrdijsehepen
en is daarmede dus een eerste begin gemaakt.

662

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 September 1938

De oorza1en van de stijging der vrachten in oor-
logstijd.

De hoofdoorzaak van het stijgen der vrachten in

oorlogstijd is gelegen in het tekort aan scheeps-
ruimte. Dit tekort wordt veroorzaakt:

door de verliezen als een gevolg van het optre-

den van vijandelijke kruisers, raiders, duikbooten,
vliegtuigen en mijnen;

door het requireeren van schepen ten behoeve

van de eigen oorlogsmarine;

door een ernstige vertraging in den nieuwbouw
als gevolg van een tekort aan arbeiders en grond-
stoffen.

Voorts kan het feit, dat de outillage van een of

meer havens geheel of gedeeltelijk door het leger en
de vloot in gebruik zijn genomen een belangrijke

vermindering in den turn-round doen ontstaan. Even-
eens wordt de turn-round vertraagd, doordat vele

havenarheiders onder de wapenen zijn geroepen en
luchtaanvallen op de havens plaats hebben. Ook
wordt de distributie der aangevoerde goederen aan-

zienlijk vertraagd, door gebrek aan spoorwagens en het oproepen van schippers van de binnenvaart, ter-

wijl de sleepdiensten gedesorganiseerd raken doordat
machinisten, stokers en matrozen onder de wapenen
moeten komen.

Zoo had men in Frankrijk in 1914 9.000 binnen-

schippers onder de wapenen geroepen, met het gevolg

dat men in 1916 maar 6.200 binnenschepen in de

vaart had, terwijl pas eind 1917 dit aantal op 9.700
was gebracht.

En tenslotte was een belangrijk deel van het per-
soneel van de koopvaardij en de walorganisatie op-

geroepen om dienst bij de marine te doen. De oor-logservaring heeft geleerd, dat indien niet reeds in

vredestijd voor de bewapening der koopvaarders, het
varen in convooi enz, de noodige voorbereidende

maatregelen worden getroffen, de vrachten weldra tot
ongekende hoogte stijgen. In herinnering moge wor-

den gebracht, dat begin 1917 de graanvracht van de
La Plata-rivier 16 maal zoo hoog, de rjstvracht van
Rangoon 21 maal en de steenkolenvracht naar Port
Said 25 maal zoo hoog was als in Augustus 1914.

Ook het varen in convooi vereischt zorgvuldige

voorbereiding. Het is niet moeilijk een enkel convooi
te organiseeren. Maar het is wel
moeilijk
een stelsel
van convooien zoodanig te organiseeren, dat de ver-
voerscapaciteit der tonnage er zoo min mogelijk onder
lijdt en de turn-round een
redelijk
economisch ren-
dement geeft.

De technische organisatie van het convooistelsel.

Om een convooistelsel te kunnen organiseeren,
moet men in de eerste plaats weten waar de schepen
waarover men beschikt zich iederen dag bevinden.
Bij cle Engelsche admiraliteit had men een ,,Oonvoy
Section” georganiseerd, waarbij de Ship In.telligence
Service was ondergebracht. Op een kaartsysteem wa-

ren van ieder schip nauwkeurige gegevens omtrent
tonnage, snelheid enz. verzameld, terwijl op de kaart
middels een wijzer de plaats van dag tot dag werd
bijgehouden, waarop het schip zich op een bepaalde
route bevond. Alleen op deze
wijze
was het mogelijk d.e convooien op bepaalde punten, zooals Gibraltar,
Dakar, Hampton Roads enz, te verzamelen voor de
thuisreis.

In de groote havens werd bovendien een Convoy Oommittee opgericht bestaande uit reeders, haven-
autoriteiten, belanghebbenden uit den handel, spoor-

wegautoriteiten enz. Die commissie werkte samen
met den Oonvoy Officer. Het Committee wees de

plaats aan waar de schepen bij binnenkomst moesten
gaan liggen, waartoe alle kaderuimte. ge-pooled werd,
organiseerde het regelmatig bunkeren en beladen der
schepen en rapporteerde aan den Convoy Officer

zoodra een schip weer voor uitvaren gereed was.

Daarna stelde de admiraliteit het vertrekkende con-

‘oo:i, dat uit de verschillende havens- bijeen moest

worden gebracht, samen. Begin 1918 was men er ein-

delijk in geslaagd w’eer de zelfde turn-round der
schepen tot stand te brengen als in 1916, die echter
nog altijd 25 pOt, minder bedroeg dan in 1914.

Overigens vereischt het varen in convooi zelf, hot
,,keepin-g their station” van de verschillende schepen,
voorbereiding en oefening van het koopvaardijper-
soneel.

Uit het bovenstaande is wel gebleken, dat men een goed georganiseerd convooistelsel maar niet dadelijk
uit den grond kan stampen. Veel voorbereidend werk

kan intusschen in tijd van vrede worden gedaan.

De invloed van de stijging der vrachten op de stij-

ging der goederenp’,-ijzen..

Deze invloed wordt in den regel overdreven. De
prijsstijging van graan met 16 sh. 2 d. per quarter
vanaf April 1914 tot April 1915 werd maar voor

5 sh. 2 d. veroorzaakt door de hoogere vracht en de

oorlogsrisicoverzekerjng. De graanprijzen zelf varen
echter door het afsluiten van de Zwarte Zee en de

oogstmislukkjng in. Australië sterk gestegen.

Toch zal men ook in een toekomstigen oorlog maat-
regelen moeten treffen om zeer belangrijke vracht-prijsstijgingen te bestrijden. Daartoe werd in Enge-

land al vroeg een licentiestelsel ingevoerd. Men ver-

bood aan Britsche schepen grooter dan 500 B.R.T. het
maken van reizen buiten het British Empire, indien
daartoe geen licentie was afgegeven door het Ship
Licensing Oommittee. Voorts streefde men er naar
door het uitgeven van licenties ervoor te zorgen., dat
er b.v. op de ,,River-Plate-route” een zoodanig aanbod
van ton.uage voor het vervoer van granen was, dat de

vraag daarnaar ruim werd overtroffen. Nooit is het
echter op deze manier gelukt de vrachtprijwn te ver-

lagen, wel echter om de verdere stijging te vertragen.
Maar toen het tekort aan scheepsruimte steeds nij-pender werd, had dit gedwongen tonnageaanbod ten
gevolge, dat er een tekort van aanvoer van andere
goederen, zooads leder, papier, hout enz. ontstond,
waardoor die goederen sterk in prijs stegen. Toen dan

ook als gevolg van de algemeene prijsstijging moest
worden overgegaan tot distributie van levensmidde-
len en de particuliere handel werd uitgeschakeld,
moest men zijn toevlucht nemen tot requisitie van
alle beschikbare scheepsruimte, dus ook van de lijn-diensten inclusief de walorganisatie, waarbij de zoo-
genaamde ,,Blue Book Rates”, die in den loop van
1915 definitief bij de requisitie van de hulpschepeu
voor de oorlogsmarine waren vastgesteld, als punt
van uitgang dienden.
Teneinde de omloopsuelheid van de tonnage te be-
vorderen was men toen ook genoodzaakt 3/5 der sche-
pen van de lijndiensten op de lange routes naar Aus-
tralië en Azië, de Kaap enz. in te leggen op de route
van Noord-Amerika tijdens de zoogenaamde ,,Atlantic
Ooncentration”.

Dit is echter een maatregel, waartoe men alleen
in clan uiterste-n noodzaak mag overgaan, omdat vreem-
de concurreerende maatschappijen in den regel van
de -gelegenheid gebruik zullen maken, om de moei-
zaam verkregen goodwill en relaties der gedupeerde
lijnrnaatsc-happijen te doorbreken.

De scheepsbouw in oorlogstijd.

In Engeland was zelfs nog in het laatste kwartaal
1916 de nieuwbouw 100.000 ton achtergebleven hij
die van 1915. Pas in 1917 werd als een gevolg van
den onbeper’kten duikbootenoorlog het nieuwbouw-
program krachtig aangepakt. In 1917 begon men met
de standaardisatie van den scheepsbouw en werden
een twaalftal typen standaardschepen ontworpen.

7 September 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

663

Daarnaast werkte het ,,British Marine Engineering

Design and Construction Oommittee” normalisatie-
voorstellen uit, die ook na den oorlog voor den
scheepsbouw van beteekenis zijn gebleven.
Door die standaardisatie van casco’s, was het mo-
gelijk dat de verschillende werven hun materieel on-
derling uitwisselden. Bovendien werd het aantal typen

gewalsd stalen huiciplaten daardoor kleiner, zoo-
dat de productie der walswerken daardoor belangrijk

kon worden opgevoerd. Want veelvuldige wijzigingen
in de instelling der walsen kon daardoor belangrijk
worden beperkt.
Voorts werd veel tijd bespaard omdat centrale voor-
bereiding van het teekenwerk mogelijk was. Van

zeer groote beteekenis bleek ook de standaardiseering
der machines, vooral omdat juist de machinefabrie-

ken het zwaarst waren getroffen door het onder de
wapenen roepen van geschoolde arbeiders.

* *
*

Die standaardschepen waren zoodanig ontworpen,
dat verwisselen van scheepsruimte zoo min mogelijk
moeilijkheden opleverde, zoodat zij dus een zoo groot
mogelijk aantal
verschillende
goederen konden laden.
Het waren bovenal ,,Serviceable cargoeboats,
sea-
worthy, moderately fast, reasonably economical”. De
gemiddelde
bouwtijd
van het vrachtschip Type A van
5.030 B.R.T. heeft 270 dagen bedragen, dat van Type
B groot 8.075 B.R.T. 307 dagen, wat voor de oor-
logsomstandigheden, gezien het tekort aan arbeiders,
staal en de herhaalde stakingen zeker een zeer gun-
stig resultaat mag worden genoemd. Het duurde ech-
ter nog tot 1918 alvorens de nieuwbouw de verloren
gegane scheepsruimte vermocht te overtreffen.
In Frankrijk was de toestand veel ongunstiger om-
dat bijna alle werven op fabricatie van wapens en
munitie waren ingesteld. Daar stonden vanaf 1914
zeventien groote mailbooten op de helling, die in
Juli 1917 nog steeds niet waren afgebouwd, mede
door het gebrek aan arbeiders en plaatijzer. De repa-
ratiewerkzaamheden aan 46 schepen lagen toen om
diezelfde redenen al maanden lang stil.
De Geallieerden hebben den nieuwbouw aanvan-
kelijk zeer ernstig vei-waarloosd. De oorlogservaring
heeft geleerd, dat deze fouten in een later stadium
van den oorlog zeer moeilijk te herstellen zijn en
dat voorbereidingen in vredestijd noodzakelijk zijn
om den scheepsbouw in oorlogstijd tot de normale
productie in staat te stellen.

Ha.vencongestie.

De vervoerscapaciteit van een bepaalde hoeveelheid
scheepsruimte is in sterke mate afhankelijk van de
capaciteit van de ontladingshaven en van de ver-
voerscapaciteit der vegen, spoorwegen, waterwegen en kustvaart. Daartoe moet het gebruik der scheeps-
ruimte en de distributiecapaciteit der havens gesyn-
chroniseerd worden, daar anders congestie van de
havens onvermijdelijk wordt.
Zoo ernstig was tijdens den oorlog de havencon-gestie te Rouaan en Le Havre, dat het in 1917 door Engeland aan Frankrijk toegestane kwantum kolen
niet kon worden gelost. Ook in de Engelsche havens
nam het euvel der havencongestie weldra zeer em-
stige afmetingen aan. Sugar-, wheat-, woolgluts enz.
waren een gewoon verschijnsel. Het ergste is de ba-
conglut geweest van 1918 toen de ambtenaren van
het Ministry of Food de fout begingen om in enkele
weken de heele baconconsumptie van een heel jaar
te willen importeeren, waarvoor de opslagruimte na-
tuurlijk ontbrak. Alleen een zware vorst redde toen
de ,,mild cured bacon” voor de menschelijke con-
sumptie.
Een der hoofdoorzaken van deze opstoppingen was
echter, dat het ,,Ministry of Food” de voorraden di-
rect vanuit de havens aan den kleinhandel distribu-
eerde, waardoor de tusschenhandel met
zijn
opslag-

ruimte bij die distributie werd uitgeschakeld. Na-tuurlijk waren die gluts voor de snelle turn-round
der schepen funest.

* *
*

Men bestreedt de havencongestie in Engeland met
de volgende middelen. Een Transportworkers Batal-
jon werd opgericht en geleidelijk uitgebreid tot 10.000

man. Zij werden als burgerhavenarbeiders betaald,
stonden echter onder militaire tucht. Detachementen
van het bataljon werden naar de havens gedirigeerd,
waar een congestie dreigde te ontstaan.
Voorts werd een ,,Port and Transit Committee”
ingesteld om de havencongestie tegen te gaan. Dit
comité hief zware boeten van alle goederen, ook van

Gouvemnementsgoederen, die langer dan een bepaal-
den tijd in de magazijnen of op de kade bleven liggen.
Ligruimte, magazijxisruimte, spoorwagens van de ver-
schillende maatschappijen werden gepooled en naar

behoefte beschikbaar gesteld. Men kan niet anders
zeggen dan dat op deze wijze inderdaad resultaten
van beteekenis zijn bereikt. Het is echter wel duide-
lijk, dat bij de economische verdedigingsvoorbereiding
in vredestijd met bovenstaande oorlogservaringen re-
kening dient te worden gehouden.

De prioriteitskwestie bij den import van voedsel en
grondstoffen.

Toen zich tijdens den wereldoorlog vanaf medio
1917 het gebrek aan scheepsruimte zeer ernstig deed
gevoelen, werd de kwestie van de prioriteit vn den
import urgent. Aanvankelijk had men een interdepar-
tementale ambtelijke commissie in den loop van 1916
ingesteld om over prioriteitskwesties te beslissen, het
,,Tonnage Priority Coinmittee”. In 1917 werd de
prioriteitskwestie echter zoo belangrijk, dat men de
beslissingen aan den Minister van Scheepvaart, de
,,Shipping Oontroller”, die practisch over dictatoriale
bevoegdheden beschikte, overliet. Toen later echter
het gebrek aan scheepsruimte zich ook zeer ernstig
deed gevoelen bij de andere Geallieerden, geschiedde
dit door de ,,Allied Maritime Transport Council”.
Hierin had ieder der Geallieerden een of twee mi-
nisters als vertegenwoordiger, behalve Amerika, dat
twee ambtenaren als vertegenwoordigers met uitvoe-rende bevoegdheden in den Council had. Dit lichaam
maakte uit, hoeveel scheepsruimte de verschillende
intergeallieerde Programme Committees voor goede-
ren-import, tot hun beschikking kregen.

Een goede economische verdedigingsvoorbereiding
eischt dan ook het scheppen van een organisatie, die namens het kabinet over de prioriteit van den invoer
kan beslissen. Overigens is de oprichting van een
ministerie van scheepvaart, zooals in Engeland is
geschied, wel de meest practische oplossing gebleken,
om de moeilijkheden, die de scheepvaart in oorlogs-
tijd ondervindt, zoo snel mogelijk uit den weg te
ruimen.

Slotopmerking.

Bovenstaande gegevens, ontleend aan de ervarin-
gen der Geallieerden in oorlogstijd, maken niet in
het minst aanspraak op volledigheid. De oorlogser-
varing heeft geleerd, dat men bij het stelsel van het
benoemen van commissies ad hoc om opkomende
moeilijkheden te overwinnen – het eenige stelsel, dat
men toen practisch überhaupt kon volgen – zeer
emnstige fouten heeft gemaakt. Door voorbereidend
werk in vredestijd kan men thans veel van die fouten
voorkomen. In 45 Engelsche havens is men dan ook

reeds begin 1937 blijkens een bericht in de Deutsche
Volkswirt” van 1937 p. 1174 tot het benoemen van
de noodige studiecommisies overgegaan.

Dr. W. K. H. FEUILLETAU DE BRUYN.

664

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 September 1938

HET JAARVERSLAG RIJKSDIENST WERK-

LOOSHEIDSVERZEKERING EN ARBEIDS-

BEMIDDELING OVER 1937.

‘Bovengenoemd jaarverslag is door den heer Ree-

sing in dit blad besproken ‘), waarbij de schrijver een

belangrijke opnierking’ maakt, die alleszins waard is
nader bekeken te worden. Hij wijst er n.1. op, dat de
Rijksdienst, als gevolg van eigen onderzoeken, in 1937

een bedrag van
f 35.000
wegens onrechtmatige uit-

keeringen terugvorderde, doeh,dat dit bedrag niet is

uitgedrukt in een percentage van het totale bedrag
aan in de onderzochte gemeenten verstrekte uitkee-

ringen.

Dat dit niet gebeurd is, schrijft hij toe aan tech-
nische redenen. Hij hoopt intussehen, zoo noodig, in

een volgend verslag over dit punt wat naders te

vinden.

Ook
schrijver
dezes zou het nuttig vinden, indien

hieromtrent later, iets méer kon’worden medegedeeld.
Intussehen meent hij, dat de volgende opmerkingen

wat meer licht over deze zaak kunnen doen schijnen.

* *
*

De Rijksdienst der ‘W erkloosheidsverzekering en

Arbeidsbemiddeling stelt regelmatig in verschillende

plaatsen onderzoeken in naar de gestie van de kas-
besturen, waarbij uit den aard der, zaak ervaring
wordt opgedaan omtrent de wijze, waarop de gemeen-

ten haar taak op het gebied der werkloosheidsver-

zekering verrichten.

Deze onderzoeken geschieden 6f per industrie, 6f

per gemeente. Zoo hebben in verband met onregel-

matigheden in de textielin,dustrie en de schoen-

industrie, in verschillende plaatsen, waar die indus-
trieën gevestigd zijn, onderzoeken plaats gehad. in de

betrokken gemeenten zijn alleen de uitkeeringen van

de. kassen in bedoelde industrieën onderzocht. In

andere gemeenten echter heeft het onderzoek zich
‘uitgestrekt ‘over alle in die gemeenten gevestigde kas-
sen, piaar hierbij moet men er rekening mede houden,

dat de ambtenaren van den Rijksdienst, wanneer zij

een gemeente bezoeken, in den regel geen gelegen-
‘heid hebben, zulk een bezoek nog in hetzelfde jaar te

herhalen
Wanneer nu b.v. in Augustus in een bepaalde ge-
‘mkente een onderzoek wordt ingesteld, welk onder-
zoek zich dan zal uitstrekken over de uitkeering.en
over’ de maanden Januari t/m. Juli, zou nagegaan

k’unnen worden, hoe de verhouding is van de door de

anibténaren van den
Rijksdienst
en de gemeente te-
zamen geconstateerde onrechtmatige uitkeeringen, in

verhouding tot het totaal der in die periode verstrekte
uitkeeringen.
– Men kan echter bezwaarlijk het gevonden bedrag
deelen op het totale bedrag der uitkeeringen
per

‘war,
omdat de Rijksdienst zonder nader onderzoek
geen contrôle heeft over de uitkeeringen, die’ na

Augustus zijn verstrekt en het zeer de vraag is, of
een gemeente, gesteld, dat zij haar taak tot Augustus
nin of meër’ verwaarloosde, deze daarna ernstige± zal

opvatten.

Het schijnt mij om deze redenen wel heel Ïnoeilijk te
voldoen aan den wensch, om op de door den heer
Keesing gewenschte wijze gegevens te verstrekken
over de verhouding van het bedrag der onrechtmatige

uitkeeringen tot’ het totaal bedrag der uitkeeringen.

Van één gemeente ben ik evenwel in staat gege-
vens in den gewenschten vorm te verschaffen, om-
dat het onderzoek van den Rijksdienst zich in die
gemeente toevallig over, een geheel .’kalenderjaar
heeft. uitgestrekt. In de. betrokken gemeente is in

het’ kalenderjaar 1937 in totaal
f
24.400 uitgekeerd.

Door den Rijksdienst :werd. hiervan bevonden on-
rechtmatig te zijn
f
2.034,
terwijl, de gemeente tegen

geen enkele uitkeering bezwaar heeft gemaakt. De

betrokken kasbesturen hebben genoemd’ bedrag zon-
der meer in de werkloozenkas’ teruggestort. Elieru.i t

blijkt, dat in deze gemeente over een heel jaar gere-

ketd ruim 8 püt. van de uitkeeringen onrechtmatig
is geweest.

* *
*

Verder moet nog worden opgemerkt, dat, in §
13

van het jaarverslag van den
Rijksdienst
(Bezwaar-
schriften en beroepen) alleen melding wordt gemaakt

van bezwaarschriften, overeenkomstig artikel 10 van
het Werkloosheidsbesluit 1917.

Na ontvangst van de kennisgeving van door de

kasbesturen verstrekte uitkeeringen maken echter

vele gemeenten niet aanstonds tegen de uitkeeringen

bêzwaar op grond van artikel 10 van het Werkloos-
heidsbesluit 1917, doch deelen aan de betrokken hoofd-
of afdeelingsbesuren mede, dat men teveel, of ten

onrechte, uitkeering heeft gegeven. De kasbestu-
ren herzien, bij accoordbevinding, die uitkeeringen

onmiddellijk en daarmede wordt dan ook rekening

gehouden bij het inzenden van de modellen 63 (op-

gave van de verstrekte uitkees-ingen) aan den Rijks-
dienst.

Wanneer men b.v. het verslag van de werkloos-

heidsverzekering van de gemeente ‘s-Gravenhage over
het jaar 1936 nagaat,
blijkt
daaruit duidelijk, in welke
mate dit systeem wordt toegepast. In 280 gevallen

werden terugstortingen verkregen op de laatstbe-
doelde wijze tot een bedrag van
f
2250, in 123 geval-

len werd bezwaar gemaakt, krachtens artikel 10 van het Werkloosheidsbesluit 1917 tot een totaal bedrag
van pl.m.
f
4300.

Het is mij bekend, dat de gemeente Rotterdam in
1937 slechts in vier gevallen tot een bedrag van pl.m.

f
60 op de in art. 10 van het Werkloosheidsbesluit
1917 bepaalde wijze bezwaar gemaakt heeft tegen kas-

uitkeeringen, maar er waren 472 ‘gevallen, waarin
ondershands op herziening van verstrekte uitkeerin-
gen werd aangedrongen, welke gevallen betrekking
hadden op een bedrag van pl.m.
f
2500.
Andere gèmeenten,
bijv.
Amsterdam en Deventer,
handelen evenzoo.
*
*
*

Uit het vorenstaande blijkt wel, dat men uit het
jaarverslag van den Rijksdienst slechts in beperkte

mate een inzicht kan krijgen in de wijze, waarop de
bestuurders van werkloozenkassen
bij
het verstrekken

van uitkeeringen uit die kassen handelen.
Vrij volledige gegevens bezitten wij als het betreft
bezwaarschriften ingevolge art. 10 van het Werk–
loosheidsbesluit 1917.

Als de gemeentebesturen
bij
hun contrôle op andere
wijze tewerk gaan, komt dit natuurlijk wal tot uit-
drukking in de
eindeijfers
van de uitkeeringen, maar
uit het laatste verslag van den Rijksdienst kan men
niet opmaken, in welke mate door deze wijze van
werken resultaat bereikt wordt.
Wellicht kan het volgende verslag hierover wat
meer bieden.
Tenslotte moet men niet voorbijzien, dat door ge-
mis aan contrôle, primair van de gemeenten, subsi-
diair van het Rijk, niet alle onrechtmatige uitkeerin-
gen achterhaald worden. Daarom zegt een përcen-
tage,’ als de’ heer Keesing wenscht, wel veel, maar
niet all&s.
Scherpe contrôle op de uitkeeringen uit de werk-
loozenkassen, zoowel van Rijk als gemeenten, is noo-
dig en ik weet, dat vele penninmgeesters dit met mij

eens zijn.
Mr.
.H. J. MORREN.

1) Zie -blz. 588 van E-S.B., d.d. 3
Aug.
1938.

7 September 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

665

AANTEEKENINGEN.

Reorganisatie der sociale verzekering.

Dezer dagen verscheen een rapport, uitgebracht
door een Commissie uit het Nederlands Verbond van

Vakverenigingen en de Sociaal-Democratische Ar-
beiderspartij, waarin voorstellen worden gedaan tot
reorganisatie der sociale verzekering ‘).

Het is voor het eerst, dat van particuliere zijde
het vraagstuk der sociale verzekering op zo uitvoe-
rige wijze is behandeld.

De vier hoofdstukken van het rapport geven richt-
lijnen voor vrijwel alle belangrijke vraagstukken,

welke in de naaste toekomst ten aanzien van de
So-

ciale verzekering aan de orde zullen komen.
De Commissie heeft zich niet bezig gehouden me
het onderzoeken van de gebreken, welke aan de be-
staande regelingen der sociale verzekering in ons land
kleven, maar zij heeft een algemeen plan opgesteld,
dat in al zijn onderdelen een eenheid vormt.
De bedoeling is te vermijden, dat in de toekomst

ineidnntele wijzigingen in de sociale verzekering wor-
den voorgesteld en aangebracht, zonder dat de bete-
kenis daarvan voor het geheel der sociale verzekering
wordt overzien.
Het plan van de Commissie is bedoeld als een kom-
pas, waarop dan althans de vertegenwoordigers der
moderne arbeidersbeweging kunnen zeilen
2)

Ongevalle. en ziektev erzekering.

Het
eerste hoofdstvk
van het Rapport behandelt de
organisatie der sociale verzekering. Daarbij staan

twee beginselen voorop:
lo. de sociale verzekering als zodanig mag de con-
cu.rrentiepositie der ondernemingen niet beïnvloeden
en vervolgens:
2o. bij de uitvoering der sociale verzekering mag
geen concurrentie bestaan tussen de uitvoeringsor-
genen.
Het voorgestelde organisatie-schema gaat uit van
een splitsing tussen de rentenverzekeringen en de
overige delen der sociale verzekering.
De Commissie stelt daarom voor, de z.g. kleine an-
gevallen (d.w.z. ongevallen, welke niet langer dan
42 dagen arbeidsongeschiktheid ten gevolge hebben),
voor zo ver de uitkeringen betreft, gelijk te stellen
met ziektegevallen. Dit brengt mede, dat er voor de
rentenverzekeringen één risico-drager is. Voor de
kleine ongevallen- en ziekteverzekeringen
zijn
er meer
risicodragers. Deze zijn gedacht als zuivere vakbe-
drijfsverenigingen.

Deze
bedrijfsvereniging
zal
zijn
een publiekrechte-

lijk orgaan in het bedrijf, ingesteld krachtens de wet,
waarvan de werkgevers en de arbeiders in het onder-
havige bedrijf deel uitmaken.
De indeling van het bedrijfsleven zal zodanig zijn,
dat de bij elkaar behorende bedrjfsgroepen en be-
drijfstakken in één bedrijfsvereniging worden onder-
gebracht.
Van een z.g. rest-orgaan behoeft in dit stelsel geen
sprake te zijn, omdat ene algemene regel kan wor-
den gesteld voor de indeling van die ondernemin-
gen, welke op het eerste gezicht niet bij een bepaalde
bedrijfsvereniging
zijn
onder .te brengen.
Van unfaire concurrentie, waarover thans bij de
uitvoering van de Ziektewet zo vaak wordt geklaagd,
doordat het ene uitvoeringsorgaan te verzekeren

1.)
Deze Oomnissie bestond uiit de hrn E. Kupers (Voor-‘ijitter), Mr. S. Mak (Secreta.nis), J. W. van Acfrterbergh,
S. de la Be&Ia Jr., J. A. Berger, E. Boekmain, Mr. H.
0. Drilsma,
W.
Drop, II. van Dugteren, J. Hilgenga, J.
v. d. Bieft, K. Liinclner, Mr. M. J. A. Moltzer, F. S.
Nootzihoff, Dr. J. v. d. Tempel, J. Wdanda en (nu wijlen)
Arts L. EEeijermans. Het rapport telt
pim. 110
b0z.
en is
n de boekhandel verkrijgbaar.
2)
Om redenen van practische aard, ontleend aan de
eigenaardige
ontwikkeling in
ons laad, heeft de Oommis-.
cie de erklooshekisverzekering buiten haar besehoi.nvîin-
gen gelaten.

werkgevers aftroggelt van het andere, zal in dit stel-
sel geen sprake kunnen zijn: elke onderneming kan
slechts deel uitmaken van de bedrijfsvereniging, waar-bij zij van overheidswege is ingedeeld.

De taak van de bedrijfsverenigingen zal beperkter
zijn dan die van de bedrijfsverenigingen, welke thans

de Ziektewet en de Land- en Tuinbouwongevallenwet
uitvoeren. Toch blijft deze taak omvangrijk genoeg.

De bedrijfsvereenigingen gaan vaststellen: de pre-
mie; de gevarentarieven; zij voeren uit regelingen in-
zake bovenwetteljke uitkeringen en zij beleggen de

reserves voor de ziekengeldverzekering.
Als risicodrager voor de overige verzekeringen
treedt, zoals reeds gezegd is, op één orgaan, een Ver-

zekeringsraad, waarover nog nader zal worden ge-
sproken.

De dagelijkse uitvoering van de verzekering zal in
handen zijn van districtsorganen. Dit zijn dus terri-
toriale organen, in vele opzichten te vergelijken met
de Raden van Arbeid. Het is het distriktsorgaan, dat
dagelijks in aanraking komt met de verzekerden. In

elk district – te veel districten zuliën er niet mogen
komen – zal een dergelijk orgaan worden ingesteld,
waarvan de dagelijkse leiding in handen is van een
Directeur, ter
zijde
gestaan door een bestuur, uit
arbeiders en werkgevers samengesteld.

Dé taak van een districtsorgaan is:

Ten aanzien van de ziekte- en de kleine ongevaF.
lenverzekering: de dagelijksé uitvoering van de wet;
de beslissing over uitkeringen; het geven van op-
drachten inzake de contrôle; de zorg voor de betaling
van de uitkeringen; enz.

Voor de rentenverzekeringen (z.g. grote-onge-

vallen- en invaliditeits- en ouderdomsverzekering):
het uitvoeren van de opdrachten van de Verzekerings-
raad; de uitbetaling van door deze Raad vastgestelde
renten e.d.

Voor
alle
verzekeringen: het innen van de pre-
mie; het verzamelen van loongegevens.

De Verzekeringsraad zal, zoals reeds werd
opge-

merkt, een zeer belangrijke positie in de organisatie
der sociale verzekering innemen. In wezen is hij de
opvolger van de Rijksverzekeringsbank, maar zijn be-
voegdheden zuilen groter zijn, omdat de Commissie
deze Raad ziet als een autonoom, publiekrechtelijk
lichaam met verordenende bevoegdheid, ingesteld
krachtens Art. 155 der Grondwet.
Wat thans het bestuur van de Rijksverzekeringhank
is, zal in de toekomst zijn het Directorium van. de
Verzekeringsraad.

De Verzekeringsraad zelf zal worden benoemd door
de Kroon; hij bestaat uit een gelijk aantal vertegen-
woordigers van de werkgevers, van de arbeiders en
van de Regering.
De taak van deze Verzekeringsraad is:

a. Ten aanzien van de ziekte- en de kleine-ongeval-
lenverzekering: het financieel beheer (verdeling van
de premie-inkomsten en van de uitgaven over de be-drijfsverenigingen); het goedkeuren van de besluiten
van de Bedrijfsverenigingen, welke een algemeen bin-
dend karakter hebben; het zo nodig ter vernietiging
aan de Kroon voordragen van andere beslissingen van
de bedrijfsverenigingen; het goedkeuren van de be-
groting voor het medisch orgaan en het toezicht op
de handelingen daarvan;

5. voor de rentenverzekeringen: het dragen van het
risico (volledig beheer van de fondsen); het vaststel-len, herzien en intrekken van renten;

c. voor alle verzekeringen.: algemeen controlerende
bevoegdheid; het vaststellen van voorschriften voor
de districtsorganen; het benoemen van de Directeuren
van de districtsorganen; het samenstellen van ver-
slagen en statistieken; het adviseren aan do Regering
ovej- onderwerpen betreffende de sociale verzekering;
het treffen van maatregelen ter vermindering van do
risico’s voor de verzekering en ter verbetering van de
gezondheidstoestand der verzekerden.

666

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 September 1938

Uit het bovenstaande blijkt, dat er zal worden in-
gesteld een medisch orgaan.
De Comnissie meent, dat het wenschelijk is, dat
voor de gehele sociale verzekering één onafhankelijk
medisch orgaan wordt gevormd, ‘waardoor de daartoe
behorende medici een onafhankelijke positie krijgen
tegenover de risicodragende en uitvoerende organen
der sociale verzekering. De verzekerden zullen dan in

den controleren dan arts niet moer behoeven te zien een tegenpartij, maar een onpartijdige instantie
De leiding van dit orgaan zal in hoofdzaak in

handen zijn van medici, waarvan één als voorzitter

fungeert. De benoeming van deze leiding geschiedt

dooi de Kroon op aanbeveling vaii de Verzekerings-
raad.

De artsen van het medisch orgaan ontvangen van
de districtsorganen de opdrachten om te controleren

en brengen aan deze hun rapporten uit, terwijl voor
de rentenverzekeringen de Verzekeringsraad deze op-
dracht aan het districtsorgaan geeft.

De band met de Verzekeringsraad wordt gelegd,
doordat de voorzitter van het medisch orgaan als
Regerinsvertegenwoordiger deel uitmaakt van de
Verzekeringsraad, terwijl het algemene toezicht op

het medisch orgaan eveneens door deze Raad wordt
uitgeoefend.
Uit het bovenstaande blijkt, dat in de organisatie

der sociale verzekering ingrijpende wijzigingen wor-
den voorgesteld.

Eenheid van uitvoering wordt beoogd, zodat de

grote verscheidenheid van uitvoeringsorganen, welke
wij thans kennen, zal verdwijnen.

Bedrijfsverenigingen, Raden van Arbeid, a.fdelings-
kassen, eigen-risico-dragers,. risico-overdracht, dit

alles zal tot het verleden behoren en vervangen wor-

den door een stelselmatig opgebouwd geheel, waarbij
de vakhedrijfsverenigin.gen als risicodragers een be-
langrijke rol gaan spelen, terwi$I daarnaast, vooral

voor zo ver de niet-rentenverzekeringen betreft, de
territoriale uitvoeringsorganen een zeer zelfstandige
taak krijgen. De positie van de Verzekeringsraad
waarborgt echter, dat hierdoor geen anarchie kan

ontstaan. Deze Raad zal coördinerend en regelend
optreden.

Invaliditeits- en Ouderdoinsv erzelcering.

In het
tweede hoofdstuk
van het Rapport wordt
het vraagstuk van de invaliditeits- en ouderdomsver-
zekering behandeld.

Uitvoerig wordt hierin de toestand van de fondsen
geschetst en nagegaan, hoe deze is ontstaan.

De Commissie legt de nadruk op het bekende feit,
dat de Staat thans aan het Ouderdoms- en Invalidi-
teitsfonds een schuld heeft terzake van de reeds toe-
gekende en dus onvoorwaardelijke rechten vandever-
zekerden, welke
f
767 millioen bedraagt. Deze schuld
zal op de duur oplopen tot 1 milliard per jaar, het-

•geen betekent, dat de Staat p9r jaar (berekend naar
een rente van 4 pOt.) een bijdrage zal moeten geven
van 60 millioen.

De Commissie stelt zich op het standpunt, dat, om
de aanspraken krachtens de Invaliditeitswet buiten
gevaar te brengen, het stelsel van fondsvorming on-
afwendbaar is. Voor de argumenten, welke hiervoor

MAANDCIJFERS.

Indexcijfers van ‘Nederlandsche aandeelen.
1)

Indexcijfers van
12
aandeelengroepen der Amsterdamsche effectenbeurs. Basis
2
Januari
1929 = 100.
De Bank voor Handel en Scheepvaart te Rotterdam zendt ons onderstaand overzicht:

Totale

1 Kunst-

Electri- 1 Handels-
Banken

zijde

Industrie

citeit

ondern. Mijnbouw

Olie

Rubber

Scheep-
Suiker

Tabak

Thee
1
beurs-
vaart
1
waarde

Gem.
’29

101.9

73.1

119.-

114.4

95.6

88.6

99.1

100.2

95.-

99.9

87.3

92.7

103.2

’30

94.2

34.1

90.1

100.4

71.6

63.9

93.1

52.1

71.-

76.2

65.5

74.5

84.3

’31

73.6

22.7

60.7

83.-

52.2

45.9

52.3

48.2

47.1

46.3

45.5

46.3

55.1

’32

48.3

13.6

45.6

70.7

38.4

33.4

34.1

17.6

29.3

27._

25.8

30.8

37.-

,,. ’33

51.5

10.7

48.7

80.7

41.-

40.-

41.-

26.7

28.2

27.4

25.4

39.5

40.5

’34

47.1

16.7

48.1

77.-

37.7

47.3

39.-

40.6

22.2

23.2

26.2

50.2

39.4

’35

50.-

14.1

52.1

69.9

39.7

49.4

43.8

43.2

23.7

24.4

29.3

47.1

42._

’36

56.8

13.9

57.6

78.2

50.2

58.2

73.1

58.7

34.8

37.1

44.8

51.5

55.2

’37

73.3

26.2

77.8

103.5

78.-

77.-

99.-

101.1

73.6

60.4

59.-

76.4

77.7

Jan.
’37

72.2

20.5

77.5

95.-

71.4

77.2

102.2

103.9

61.5

60.9

60.2

70.5

77.2 Febr.

77.1

26.4

79.5

105.4

78.5

80.3

107.6

110.8

64.3

62.2

64.9

80.5

81.3
Mrt.

76.5

31._

79.8

103.5

81.4

87.4

106.1

129.3

73.-

65.9

65.5

86.3

82.7
April,,

75.-

30.1

77.8

101.4

78.4

81.7

102.4

117.5

77.6

62.4

61.8

83.8

80.-
Mei

72.6

28.4

76.9

101.6

77.6

76.8

102.1

110.1

74.4

61.3

60.-

76.8

78.6
Juni

72.8

27.6

77.

106.3

79.8

78…

103.8

1048

73.5

63.5

59.2

74.4

79.1
Juli

74.4

28.9

78.8

115.1

83.3

80.5

102.3

106.3

78.8

64.5

60.9

78.4

80.2
Aug.

77.4

30.9

82.9

120.7

87.4

82.9

105._

110.5

87.9

67.7

63.5

82.4

83.8
Sept.

74.5

28.3

80.4

118.4

82.4

78.4

98.-

99.3

82.4

61.3

57.9

79.6

79.2
Oct.

69.-

22.5

74.5

109.6

72.7

66.7

88.5

76.4

71.7

52.7

51.-.

69.8

71.1
Nov.

68.9

20.2

74.3

109.1

71.3

66.1

83.5

70.7

67.9

49.8

51.-

67.1

69.
Dec.

69.1

19.6

74…

114.5

71.1

66.9

87.3

73.2

67.6

51.9

52.2

66.6

70.3

Jan.
’38
71.1

.
19.2
77.1
118.7
72.5
70.1
90.8
76.-
7 0. 7
54.5
55.1
69.8
73.-
Feb.
71.-
18.1
78.6
119.1
71.8
71.9
88._
72.1
68.1
52.-
56.1
68.2,
72.2
Mrt.
69.8
18.-
76.7
118.7
69.7
72.5
82.8 68.2 65.6 50.5 54.6 66.8
69.7
April
68.1
16.5
75.4
120.6
68.2
68.9
80.7.
.63.9
63.6
48.8
51.7
64.4 67.7
Mei
67.4
16.4
75.8
122.2
69.3
69.5
79.3 64.3
64.1
49.1
50.9 63.7 67.4
Juni
64..:
16.2
75.1
124.2
68.9
71.8
79.9
64.1
62.5 51.7
49.6
64.1
66.8
Juli
67.8
19.4
76.2
130.7
72.2 75.4
85.4
77.5
66.4
56.3
52.8 68.3 70.6
Aug.
67.5
191
75.7
126.9

1
72.4 74.9 84.7 76.8
64.5
57..
52.2
69.2 70.2
Endexeijfer der totale
beurswaarde
3
Januari
1938 1
4.005.990.000
=
100.
5
Jan.
101.2
2
Feb.
101.9
2
Mrt.
103.2
6
April
92.2
4
Mei
95.1
1
Juni
91.3
6
Juli
99.6
3
Aug.
99.8
12
103.-
9
100.5
9
102.6
13
96.5
11
,,
96.2
8
92.9
13
99.9
10
100.-
19
,,

103.-.
16
100.2
16
98.620

,,
97..-
18
95.8
15
94.220
100.1
17
98.2
26
,,

103.423 103.323
97.1
2

,,
96.7
25
93.222
96.4
27
,,
100.-
24
98.8
30
,,

88.4
29
97.7
i)
Men
zie voor de toelichting
op
dit overzicht het nummer
van E.-S.B. van
12
Febr.
1936,

blz.

120.

Nadruk verboden.

7
September
1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

667

worden aangevoerd en de bezwaren tegen het omslag-
stelsel zij naar het Rapport zelf verwezen.
Voorts wenst de Commissie, dat voor het regel-
matig toenemende aantal onverzorgden, dat de 65-jarige leeftijd bereikt, een kosteloos staatspensioen
wordt geschapen.

Alle Nederlanders, die ouder zijn dan 65 jaar en
niet in de Inkomstenbelasting zijn aangeslagen, zul-

(en recht moeten hebben op een staatspensioen van

f
3.-
per week voor ongehuwden en van
f 5.-
per
week voor een echtpaar.
Voor de toekomst acht de Commissie het noodza-
kelijk, dat ieder, die eenmaal verzekeringsplichtig
wordt krachtens de Invaliditeitswet, dit ook blijft.

Aangezien vrijwel
ieder in
zijn
jeugd wel in loon-
dienst is geweest, betekent dit, dat op de duur het
gehele Nederlandse
volk
zal worden verzekerd.
De betekenis en in het bijzonder de kosten van het
staatspensioen zullen op de lange duur dus betrek-
kelijk gering worden, hoewel het de bedoeling van de
Commissie is, dat ieder, die om welke reden dan ook

beneden de grens van de Inkomstenbelasting blijft,
dit staatspensioen zal ontvangen.

Sociale verzekering voor de middensta.nd.

In
het
derde hoofdstuk
wordt het vraagstuk van
de sociale verzekering voor de middenstand behandeld.
De Commissie bevond zich hier op een terrein,
waaromtrent wel veel wenselijkheden zijn geuit, voor-
al in de laatste jaren, maar waarover concrete ge-
gevens ontbreken. Ook in het buitenland is een
sociale verzekering voor de middenstand onbekend.

De conclusie van de Commissie is, dat een be-
hoorlijke verzorging van middenstanders bij ouder-
dom, invaliditeit, ziekte en ongevallen slechts moge-
lijk is, wanneer deze van overheidswege algemeen
verplicht wordt gesteld.
Een inkomensgrens acht de Commissie niet moge-
lijk. Zij is geneigd, de grens tussen kleine en meer
draagkrachtige zelfstandigen te stellen op
f 3000
in-
komen per jaar, maar zij wijst er op, dat het her-
haaldelijk voorkomt, dat middenstanders jarenlang
een zeker inkomen genieten, dat onder de invloed
van bepaalde omstandigheden plotseling aanzienlijk
en vaak zelfs blijvend kan dalen.
Het is dan op latere leeftijd vooral bij de ouder-
doms- en invaliditeitsverzekering uiterst moeilijk men-
sen nog in cle verzekering op te nemen, die voor dien
niet verzekerd waren.
De Commissie meent, dat een inkomensgrens dus

niet wenselijk is. De rem tegen te hoge uitkeringen zou kunnen worden gevonden, evenals zulks bij de
Ongevallenwet het geval is, door het dagloon, waar-
over wordt uitgekeerd, op een bepaald maximum te
fixeren.

Moeilijkheden in de administratie brengt dit niet
mee, omdat bij de aanvang van de verzekering toch

vrijwel iedere zelfstandige er onder zal vallen, ook al
zou nen een inkomensgrens stellen.
Op
jeugdige leef-
tijd zal immers vrijwel iedereen minder verdienen dan
het maximum.

Ziekenzorg.
Het
vierde hoofdstuk
van het rapport behandelt de
ziekenzorg en het ziekenfondswezen.

Ten aanzien van het ziekenfondswe’zen wenst de
Commissie, dat in elke gemeente of groep van kleine
gemeenten slechts één ziekenfonds zal bestaan. Waar
er thans meer bestaan, zal tot samensmelting moeten
worden overgegaan.

Aansluiting bij ziekenfondsen zal verplicht moeten worden gesteld voor.allen, die een inkomen van min-
der dan
f 3000
hebben. Daarnaast zou onder bepaalde
voorwaarden ook voor hen, die een hoger inkomen ver-

dienen, het lidmaatschap van de ziekenfondsen moe-
ten worden open gelaten, onder waarborging van de
belangen van de artsen, e.d.

De besturen van de ziekenfondsen moeten in grote

meerderheid bestaan uit vertegenwoordigers der ver-
zekerden. Of de deelnemers (artsen, apothekers ed.)
een plaats in het bestuur moeten hebben, zal elk fonds
in verband met de plaatselijke omstandigheden moe-
ten beslissen.

Hetzelfde geldt ten aanzien van de vrije artsen-
keuze. De Commissie acht bindende, wettelijke rege-
lingen hieromtrent niet gewenst.
De ziekenfondsen zullen in federatief verband dis-
trictsfondsen vormen, welke algemene hygiënische be-
langen behartigen en daartoe zo nodig subsidie van
de overheid ontvangen.

Het overheidstoezicht over de ziekenfondsen zal
worden opgedragen aan een centrale raad, waarin
naast vertegenwoordigers van de overheid zitting krij-
gen vertegenwoordigers der organisaties van zieken-
fondsen, geneesheeren e.d. en van de arbeidersvak-
centralen.

Uit overheidssubsidie en uit een bijdrage van de
werkgevers van 4 per duizend van het volgens de
Ziektewet verzekerde loon (vgl. art. 126 Ziektewet)
zal een fonds worden gevormd voor geneeskundige be-

AANVOER VAN GRANEN.
(In tons van 1000 kg.)

Rotterdam

11

Amsterdam

II

Totaal Artikelen
1
28
Aug.-3
Sep.1

Sedert

1
OvereenkI28
Aug.-3 Sep.’

Sedert

1
Overeenk.
1938

1
Jan.
1938

tijdvak
1937

1938

1
1Jan.
1938
1
tijdvak
1937

1938

1937

Tarwe ……………..69.138

781.340

1.087.571

1.000

5.295

17.735

786.635

1.105.306
Rogge ………………18.050

131.951

171.282

2.875

131.951

174.157
Boekwit ……………….150

12.578

11.603

12578

11.603
Maïs………………

29.0
.13

849.322

733.318

3.178

66.623

115.568

915 945

848.886
Gerst ………………17.128

280.408

189.417

300

11.504

6.689

291.912

196.106
Haver ………………6.525

131.845

94.716

200

8.312

3.180

140.157

97.896
Lijnzaad ……………4.300 .

118.886

134.224

11.576

160.749

156.258

279.635

290.482
Lijnkoek ……………1.150

40.677

50.676

125

40.802

50.676
Tarwemeel ……………682

39.672

25.705

186

8.710

4.579

48.382

30.284
Andere meelsoorten ..

1.031

21.793

26.175

120
1

3.779

2.765

25.572

28.940

Noot bij
groothandeleprijzen.
(Zie blz. 670167 1)
i.)
Tarwe:
Tot Jan. 1931 ilard Winter No. 2; van Jan. 191 tot 26 Sept. 1932 79 kg La Plata; van 26 Sept. 1932 tot 5 Febr. 1934 Manjitoba No. 2; van 5 Febr. 1934 tot 6 Juli 1936 80 kg La Plata; van 6 Juli 1936 ‘Lot 30 Nov.
1936 Man4toba; van 30 Nov. 1936-2 Aug. 1937 13akeia Blanos; van 2 Aug.-16 Aug. 1937 La Plajta; van 16-
23 Aug. 1937 BaAia Blainca; van 23 Aug. 1937-19 Juni 1938 La Plaita; van 19 Juni-15 Aug. 1938 Bah1a Blanca;
van 15 Aug-S Sept. 1938 Hardwinter No. 2.
Rogge:
Tot Jan. 1928 Wostem; vanaf Jan. 1928 tot 16 Dec. 1929
Ainevican No. 2; van 16 ])ec. 1929 tot 26 Mei 1930 74/5 kg Hongaai

sclie; vanaf 26 Mei 1930 tot 23 Mei 1932 74
kg Zuid-Russisohe; van 23 Mci 1932 tot 2 Oct. 1933 No. 2 Canada; van 2 Oct. 1933-25 Oct. 1937 La Plajta.
Gerst:
Tot Jan. 1928 Maltiing; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 Amenican No. 2; vait 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 1932 64/5 kg
Zuid-Russtsche; van 23 Mei-19 Sept. 1932 No. 3; van 19 Sept. 1932 tot 24 Juli 1933 62/63 kg Zuid-Russ4sche;
Vn»
24 Juli 1933-7 Out. 1935 64/5 leg La Plaitin; van 7 Out. 1935-18 Mei 1936 62/63
leg
Zuid-Russische; van
18 Mei 1936-23 Aug. 1937 64/65 leg La Plata; van 23 Aug. 1937-1 Jan. 1938 64/65 leg Rassische; van 1 Jan.
1938-31 Jan. 1938 65/6 kg Russdsahe.
MaIs: Tot Jan. 1937 2000 1 La P1aba.
Lijuzaaci:
Vanaf 1 Jan. 1938 per 1000
kg, tevoren
P’
1960 leg. J)e vroegere prijzen werden herloid op basis van 1000 leg.

668

.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 September
1938

handeling’ der verzekerden en voor verpleging in zie-
keiihuizen., herstellingsoorden ed.

Het beheer van dit fonds wordt opgedragen aan

een commissie uit de Verzekeringsraad en de Cen-
trale Ziekenfondsraad.
Wat de overheidsbemoeiing met de geneeskundige

voorzorg betreft, stelt de Commissie voor, dat het Rijk

bij de Wet in bepaalde districten wordt verdeeld èn
dat in elk dier districten een gezondheidsdienst zal

worden opgericht. Hun .taak zal vooral liggeii op het
terrein van de preventieve geneeskunde.
Ook deze districtsfondsen worden centraal gecoör-
dineerd.

.

Mr. S. Mon.

MAANDCIJFERS.

EMTSSIES
IN AUGUSTUS
1938.
Prov. en Gemeentel. Leeningen
f
1.933000,-
zijnde:
ITederla?ed
Gem.

Helmond

f
881.000
2)

3%% cobl. ii 100%

…….
f

881.000
Corn. Nijmegen
f
1052000 i)
31/4%

öbl.

a

100%

……..1.d52.000

Bank- en Credietinstellingen ……..
,, 1.600.000,-
zijnde:
Nederland
Aâncleelen:
N.V. Bank voor Onroerende
Zaken

f
1.000.000

aand.
4)

160%

……………..

f
1.600.000

Industrieele

ondernemingen

……..
f

252.000,-.
zijnde:
Nederland Aandeelen:
J. A. Carp’s Garenfabr.ieken
I.V.

f252.000

aand.
5)

i
100%

……………….
f

252.000

Kerkelijke

Leeriingen

……………
,,

77.000,-
zijnde:
Nederland
Geref.

Kerk

‘van

Anclijlk
f72.000 3%% oh!. f 100%
f

72.000
R.K.

Stioh43i’ng

.,,SLnt

Jans
Gast1hu”
f
128.000
0
)
3%’%
obi.

1

.100%

…………..

5.000

Totaal ….
f
3.862.000,-
Bovendien ooeivensie: Corn. Iüilversuni
f
9.825.000
3.1% % 25-j. obi. 1 98% %, waarvan reeds
f 1.000.000 op smiiszievoorwaarden is geplaaitsit. Id. f2.686.000 2%% 5-j.
eb!.
0.
102%, waarvan reed’s
f
1.500.000 op ernii.ssdevoor-
waarden ijs geplaatst; id.
f
3.279.000 2%,% 10-j. obi. 0.
100%%,wiaarvan reeds /1.000.000 op eanGeiavoorwaarden
iis geplaatst.
Van de totale leeullig, groot / 1.13.000 is reeds een
bedrag van / 250.000 op emissievoorwaardeu geplaatst.
) Van de totale leeniing, groot / 3.302.000 ‘is reeds een
Geding van
f
2.250.000 op eneissievoorwaardeii geplaatst.
Recht van voorkeur voor aandeelhouders 1
:
2.
Uihsluiitend voor houders vnu ,,Bewij.zen van rcoht
van inaohirjviing”.
0)
Van het netto-provenu der leening is een bedrag van

f
123.000 voor convers’ie atgetrokkan.
Vodrits werd hier te lande de inschrijving opengesteld
op een beperkt iedi’ng:
3% % pandbriejveiu in stukken van 100 Eng. Pond Ster-
1iing N.V. Robt. Soheep.shypotheekbank ii 75%;
cent. van 10 gew. aand. van elk 51- lom. Roan Aintelope
Copper Mines Ltd.
0.
pl.m. 3023/
2
%;
ôert.. van 10 geav. aand. vail elk .$ 2.- Spiegel Inc. 0.
Pim. $ 11.- pa.;
cert. ‘van 5 aand. ad
5 Zuid-Af r. shilli.ng
elk Rand Mines
Ijimitd 0. pl.m.
f
440
p.
oert.;
cent. van 10 gew. aand. Industrial Rayon Corp.
ii.
pl.m.
$19% pa.;
cert. van 10 gew. aand. z.n..w. van The Ceiotex Corp.

Emissies in
1938.
(In Guldens)
Nieuw kapitaa!:

Conversie:

Obligatiën

Aandeelen

Totaal

/

Jan……
2.461.075,-

1.740.000,-

4.201.075,- . l.076.5l.650-
Febr..
..

9.267.401,25

636.000,-

9.903.401,25

110,140.600,-

Maart…
17.951.327,50

1.650.000,-

19.601.327,50

81.525.748,-
April …. .

466.292,50

157.500,-

623.792,50

4.852.400,-

Mei …..
20.122.140,50

20.122.140,50

4.613.850,-

Jun
i…..24.164.620,- 5.856.250,- . 30.020.870,- . I.40.650,-
……27.838.264,50 375.000,- 28.213.264,50
’17-4
.618,-
Aug. ….
2.010.000,- 1.852.000,- 3.862.000,- 13.000,L.
104.281.121,25 12.266.750,- 116.547.871,25
1.2v.
516,-

ONTVANGEN BOEKEN.

Fondscct,talogus
van uitgaven voor het hogr onder-

wijs en algemene werken. (Groningen
1938;

J. B. Wolters).

Die Nichieisen-Metalle isa WeUhandel,
ein Beitrag

zur Weltmarktbeobachtung mit Tabellen und.

Schaubildern door Dr. Paul Deutsch, Professor
der Betriebswirtschaftslehre in Leipzig. (Mün-

chen en Berlijn
1938; C.
H. Beck’sche Verlags-
buchhandlung.
Prijs
R.M. 2.-).

STATISTIEKEN.

Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op
1 Sept. 1938 voor
telegrafische
uitbetaling op:

Gulden per
Pari
Koers
Bank- disconto

Europa.
0
10
Londen’)
£
– ,
8.921
Berlijn
‘)
… . ……
100 Mark
5,926
8

73.571
4
100 Franc
.
5.0%
2
*
100 Belga
24.90
0

30.98*
3
100 Franc

.

6.22
6

6.20

Parijs ‘) …………
Brussel’)

………

Zürich
‘)
……….
100

,,

41.90
.

1
Luxemburg ……..

100 Kronen
.

6.34*
3
Praag ………….
Boedapest

………
100 Pengö
43.51
3
6
.
12
*
4
100 Lei
1.48
8

1.35
31
100 Leva
1.79
7

2.25
6
Belgrado ……….
100 Dinar

4.22*
Turksch £

1.46
100 Drachme

1.65
6
Milaan

…….. .

100 Lira

9.671
q.
Madrid
6)
48.-
21.50 6)
.

Escudo

. 8.19
.4

Istanbul …………
Athene

………….

Kopenhagen’)
100 Kronen

39.82*
4

…100 Peseta

100

,,

44.85 *
100

,,

46.-
2
*
100 IJsl. Kr.

40′.3
100 Zloty
27.90
9

34.55.
4
Kovno (Litauen)
100 Lita
24.88
50.-
.

5

Boekarest

………..

Riga (Let!and)
100 Lat
48.-
36.-
5-51
Tallinn (Estiand)
100 Estl. Kr.

30.87*
41

Lissabon ………….

100 Finnmrk.

3.94

4
Tjerwonet

36.-
6)

(100 Roebel)
100 Gulden
27.90
9

34.52*

Reickjavick

………
Warschau

………..

.
merika.

Sofia

…………….

New-York’)
$
1.46
9

1.83k.
1
Canad. $


1.83*
2*
Mexico

……….
Mex. Dollar

Danzig

…………

Buenos Aires ……
Peso (papier)

.0.
47
*

Oslo’) ……………

La Paz (Bolivia)
8)

Boliviano

Stockholm’) ………

Rio de Janeiro
Milreis (pap.)

0.10k
*
Valparaiso ……..
Peso (papier)
0.15
0.07*6
4*_6
Bogota (Columbia)
8)

Peso

1.0
4
*

Helsingfors

……..
Moskou

.’ ………

Quito (Ecuador)
Sucre

0.12*
Lima (Peru)

……
Sol

0.38*
Montevidio (IJrug.)
Peso

0.77

Montreal

……….

Caracas (Venezuela)
Bolivar

..

. –
0.551
Gulden

..


1.001
San

José (0. Rica)
Colon

..



Guatemala ……..
Quetzal

1.83*

Paramaribo

……..

Willemstad (Curaç.)
Gulden

..


1.00*
Managua (Nicar.)
8)

Cordoba


San Salvador 8)
Colon

..


0.72
Azië.
Rupee

0
.6
6
*
Batavia

……….
..Gulden I.G.

1.00k
3
Yen

0.5
2
*
3.46
Dollar

.0.55*
Dollar

.

0.331
Singapore

……..
Straits’Doll.
1.41

1.03*

Calcutta …………

Phil. Peso

0.92
Teheran ‘)(Perzië)
Palilavi

11.15
Baht
-.
0.82

Kobe

………….
Hongkong ………

Manilla

…………

Afrika.

Shanghai

………

Bangkok …………

Kaapstad
£

..


8.91*
31
Alexandnië ……..
Egypt. £

9.15*
Au8tralië.
Melbourne, Sidney

.

en’Brisbane
£



7.
13
*
Nieuw Zeeland
£

7.
1
9*
.
2
*
1) 0ff. 0.36
vrije markt
0.09. )
Milreis Goud.
3)
Goudpeso.
4)
Munteenheid=
Rail (=een Kran.)
5)
Nom.

1

‘)Not. te Adam. 0v. not, part. opg.

7
September
1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

669

)NTO’S.
Lissabon . . .
.4 11 Aug.’37
Londen ……2
30 Juni’32
Madrid ……5
15Juli’35
N.-YorkF.R.B.1
26Aug.’37
Oslo …….. 31
5Jan.’38
Parijs ……
2312 Mei’38
Praag ……3
1Jan.’36
Pretoria . . . 3
15Mei’33
Rome …….. 41
18Mei’36
Stockholm ..21
1Dec.’33
Tokio…. 3.46
11 Mrt.’38
Weenen …… 31
10Juli’35
Warschau ….
4 18Dec.’37 Zwits, Nat. Bk.l
25Nov. 36

BANKDISC(

d
Disc.Wissels. 2
3Dec.’36

Bk }Vrsch.inR.C.
Bel.Binn.Eff. 2
3Dec.’36
21
3Dec.’36
Athene ……….6
4Jan.’37
Batavia ……..3
14Jan. ’37
Belgrado ……..5
1Febr.’35
Berlijn ……….4
228ept.’32
Boekarest …….. 3
5 Mei’38
Brussel ……….3
30 Mei’38
Boedapest ……4
28Aug.’35
Calcutta ……..3
28Nov.’35
Dantzig ……..4
2Jan.’87
Helsingfors ……4
3Dec.’34
Kopenhagen ….
4 19Nov.’36

OPEN MARKT.

1938

3

29 Aug.11

22127

15120
Sept.

3Sept.

Aug.

Aug.

1937

30 Aug./
I

Sept.

1936

3l Aug.!
Sept.

1914

20124
Juli

Amsterdam
Partic. disc.
114
1
14
114
11
4

114
l’lsIs
3314.43/4
Prolong.
1
12
1
12
1
12
1
12
1
12
1
1)
3_411
4

U.onden
Daggeld.
.
12-1
1
12’1
‘/aI
1
1-1
1
12.1
1
I2_1
1
12.1
Partic. disc.
171 171
17133
1I
32

171330f15
17
/32-I16
116

14
Berlijn
Daggeld…
2
3
1-51
2
3
1-3
2
1
/-5/
211
9
51
9

2314311
2

3.214

25/83118
taandeId
2314-3
2
3
14-3
2314-3 2314-3
2
1
1-
7
18
2
1
1-3
2112.7/8
Part, disc.
2
7
18
2
7
18
2
7
18
2
7
19
2719
3
2
1
1s
Warenw. ..
4,113
4,112 4.113
4-11s
4.11
4

4.114
4114
!’Jew York
Daggeld
1)
1
1
1
1
1
1
3
11
Partic.dlsc.
1
12

1
1/2

1

‘Is
‘Is
‘Ja
11
4
3)
1
Koers van 2 Sept. en daaraan voorafgaande weken tfm. Vr dag. 1.5 Sept.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN iN NEDERLAND.


a a
New
Londen

Berlijn
Parijs
Brussel
Batavla
York*)
5)
5)
S)
S)
1)

30 Aug. 1938
1.83%
8.93%

73.60
5.01
31.01
100%8
31

,,

.1938

– –


1 Sept. 1938
1.83%
8.92%

73.571
5.00%
30.981
100%
2

,,

1938
1.84%6

8.92%

73.67e
5.00%
31.06
100%e
3

.,

1938
1.84%
8.92%

73.75 5.00%
31.10
100,(
5

,,

1938
1.84%
8.92%

73.95
5.00%
31.20
100%
Laagste d.w’)
1.83%
8.91%

73.471
4.99%
30.97
100
Hoogste d.w’)
1.85%
8.95%

74.30
5.02%
31.30
100%
reluntpariteit
1.469
12.1071

59.263
9.747
24.908
100

Data
ZWit-
Praaif
Boeka-
Milaan Madrid
rest
1)
*5)
*5)

30 Aug. 1938
41.92
6.34

– –
31,,

1938-




1 Sept. 1938
41.90
6.35%
– – –
2

,,

1938
41.92
6.34



3

1938
41.92
6.35



5

1938
41.95
6.38



Laagste d.w’)
41.80
6.30

9.671

Eloogste d.w’)
42.02%
6.40
1.45
9.721

Muntpariteit
48.003
7.371
1.488
13.094
48.52

Data
Stock-
Kopen-
Os1o’
Hel-
Buenos-
Mon-
/lolm
5
)
hagen*)
/
Aires1)
treal’)

30 Aug. 1938
46.05

39.92k
44.921
3.94
47%
1.83%
31

,,

1938





1 Sept. 1938
46.-

39.821
44.85
3.94 47%
1.83%
2

,,

1938
46.-

39.821 44.82
3.94
47%
1.83%
3

,,

1938
46.021 39.821
44.85
3.94 47%
1.83%
5

,,

1938
4602k 39.821
44.85 3.94
47%
1.84%
Laagste
d.w1)

45.95

39.771 44.771
3.91
46% 1.82%
Hoogste d.w’1
46.15

39.95
44.971
3.97
47X
1.85
.1untpariteit
66.671 66.671
66.671
6.2661
95%

12.1878
9 Noteering te Amsterdam. ) Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.
In ‘t late of 2de No. van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D a
a
Londen
($
per
£)
Parijs
(8
p. IOOfr.)
Berlijn
($ p. 100 Mk.)
Amsterdam
($
p. 100 gid.)

30 Aug.

1938
4,85%
2,72%
40,08
54,42%
31

,,

1938
4,86
2,72%
40,0834
54,47
1 Sept.

1938
4,85K
8

2,72% 40,07
54,42
2

,,

1938
4,85%
2,72w
40,06
54,40%
3

,,

1938
4,84%
2,71%
40,05
54,30
5,,

1938-


6Sept.

1937




1untpariteit..
4,86
3,90%
23,81%
40%

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
1
20Aug.
1938
27Aug.
1938

1LaagstelHoogstel

29Aug.13 Sept.’381
3
Sept.
1938

Alexandrie.. Piast. p.,
97%
97%
97%
97% 97%
Athene

….
Dr. p.
£
547%
547%
540
555
547%
Bangkok….
Sh.p.tical
1110%
1/10%
1110%
‘b’°
1/10%
Budapest

..
Pen. p.
£
24% 24%
24%
24%
24%
BuenosAires’
p.pesop.,
19.001
19.-
18.90
19.04
19.-
Calcutta
. . . .
Sh. p. rup.
115
29
1
115
27
/
33

1/51y,,
1/5
29
1
1/5%
Istanbul..
Piast.p.0
612
610
610
610 610
Hongkong ..
Sh. p. $
113
1/3
1/2%
1/3%
113
Sh. p. yen
1/2 1/2
111%
112%

1/2
Lissabon….
Escu.p.
110
3
%
110
110
110%
110%
Mexico

….
$
per
£



– –
Montevideo
.
d.per,
20%
20%
19% 20%
20%

Kobe

…….

Montreal

..
$
per £
4.89% 4.88%
4.85
4.88%
4.85%
Riod.Janeiro
d.per Mii.
2%
2%
2%
2291
59

2291
39

Shanghai

..
d. p.
$
8%
8%
S
9
8%
Singapore ..
Sh. p.
$
214
214
2/3%
2/4%
214
Valparaiso
1).
$
per
£
122 122 122 122 122
Warschau ..
Zi. p. £
1
25%
25%
1
25%
26%
1
25%
1)
Offic. not. 15 laten, gem. not., welke Imp. hebben te betalen
10
Dec. 1936 16.12.
2)
90 dg. Vanaf 13 Dec. 1937 laatste ,export”
noteering.

ZILVERPRIJS GOUDPRIJS
5)

Londen’)
N.Yorka)
Londen
30 Aug. 1938.. 19%
42%
30 Aug. 1938….
142111 31

,,

1938..

19%
42%
31

,,

1938….
143131
1
Sept. 1938.. 19%
42%
1

Sept. 1938….
143101
2

1938.. 19%
42%
2

,,

1938….
14314
3

1938..

19%

3

,,

1938….
14315
5

1938..

19%

5

,,

1938….
14411

6 Sept. 1937..

19i2/ffl

6 Sept. 1937….
14013
27 Juli

1914.. 241V
18

59
27 Juli

1914….
84110e
1)
in pence p.oz.stand.
2)
Foreign silver in
$c. p. oz.
fine.
3)
In sh.p.oz.
line

STAND_VAN_’s_RIJKS_KAS.

voroeringen.
/

23Aug.1938
1

31Aug.1938
Saldo van
‘s
Rijks
Schatkist bij De Ne-
fl90.321.188,69
/168.237.129,54
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

364.883,31

104.218,21
Voorschotten

op

ultimo

Juli

1938

derlandsche Bank
……………….

a/d. gemeent. verstr.
op
a. haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. In
de hoofds. der grondbel. en der gem.
fondsbel., alsmede
opc. op
dle belas- tingen en
op
de vermogeasbelastlng


Voorschotten aan Ned.-lndlë
………
,,

7.138.407,69
Idem aan Suriname ………………
…11.126.311,80
,,

11324.131,14
Kasvord.weg.credletverst.alh.bultenl.

103.250.748,61

103.541.326,19
Daggeldleeningen tegen onderpand..
Saldo der

v. Rijkscomptabelen
postrek.

..5.397.360,10


40.099.255,35

32.341.410,71
Vord.
op
het Alg. Burg. Pensioenf.’)…




Vord.
op
andere Staatsbedrijven
1)
11.783.149,27
1

,,

11.810.355,11
Verplichtingen

Voorschot door De Ned. Bank lngev.
art.

16 van haar octrooi verstrekt


Schatklstbiljetten in Omloop ………
f225.060.000,-
/225.060.000,-
Schatklstpromessen in omloop


1.084.905,50
,,

1.084.531,-
Schuld
op
ullimo Juli

1938 aan de

.

gem. weg. a. h. uIt te keeren hooi ds. d.
pers, bel., aand.
1.
d. hoofds. d. grondb.

Zilverbons In omloop
……………..

e. d. gem. fondsb. alsm.
opc. op
dle
bel, en
op
de vermogensbelastlng
,,

12.308.307,45

12.308.307,45

aan
,,

1.742.149,10
,,

1.744.702,81
Schuld

het Alg. Burg. Pensloenf.I)
Id.

h. Staatsbedr. der
P.T.

T.’)
a.

en
44.823.595,54

44.171.760,17
,,
Schuld aan Curaçao’)
….
………….

Id. aan andere Staatsbedrijven’)
…..
245.046.835,92 235.803.119,40
,,

30.077.482,70
Id. aan diverse Instellingen’) ……….212.960.689,08
..30.077.482,70
,.213.206.034,64
‘s
1)
In rekg.-crt. met

Rijks
Schatkist.

NEDERLANDSCH.INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.

/

27 Aug. 1938

1
3 Sept. 1938
Vorderingen:’)


Saldo Javasche Bank
……………….
Saldo b. d. Postchèque- en (Ilrodlenst
f

735.000,-
/

135.000,-
Verplichtingen: Voorschot’s Rijks kas e.a. Rijksinstell

6.166.000,- 8.738.000,-
16.000.000,-
16.000.000,-
Schatkistpromessen In omloop……….

Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds
,
5.000.000,-
818.000,-
5.000.000,-
818.000,-
Schatkistbiljetten In Omloop
…………

Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.
1.996.000,-
2.035.000,-
Belegde kasmiddelen Zelfbesturen…
,,
1.030.000,-

930.000,-
Voorschot van de Javasche Bank

1.017.000,-
3.020.000,-
1)
Betaalmiddelen In
‘s
Lands Kas
/
32.064.000,-.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornas.mste posten in duizenden
guldens.

Data
Metaal
C/,Çf/
Andere
opeischb.
schulden
Discont.
Dlv. reke-
ningen’)

6 Aug.

1938,.
865
1.112
597
522
1.267
30 Juli

1938..
877
1.153 554
521
1.266
23

1938..
879
1.037 546
560
1.257
16

,,

1938..
876 1.058 520 554
1.244
9

,,

1938,.
876
1.039 750 552
1.221
1 Juli

1914..
645
1.100

1

560
735
396
1) Sluitp. der activa.

670

GROOTHANDELSPRIJZEN VAN BELANGRIJKE VOEDINGS- EN CENO’

64/5
GERST
kg MAIS
TARWE
BURMA RIJST
BOTER
per
kg.
KAAS
EIEREN
Amer.No.31)
Rotterdam
per 2000
kg.
1
Rotterdam
per 100 kg.
Loonzein
IingAlkmaar
Edammer
em. not
Zie biz.667
loco
Termijn-
1

Am
schei)
Rotterdvu
loco
Termtjn-_
..
Hardwinter
per cwt.
Rangoon/Bassein
f.o.b.
Leeuwar-
der Comm.
Crisis
Fabr.kaas
Eiermijn Roermon
van dii
nummer.
per2000kg.
Rotterdam noteer.
1 of 2
op mnd.
M
1

Nl
.
per 100
g.
noteer.

f

op

•1′

1

No. 1
1
)
HeIINcfINOf
f
1
t

__________________

Noteering

Zuivel-
Centr.
gang
per
exp.
50kg.
p. 100
st.

f%
f
%_Ï_
1%
1927
237,-
110,2
171,50
89,3
176,-
52,47
5

102,5
13,82
.1
1
14
.
75

………
.
r
I1J3if
2,03
98,4

43,30
95,0
7,96
99, 1928
228,50
106,2
208,50
108,6
226,-
111,9

13,15
108,1
12,57
5

k(J,l
i3479.
4
10(
7
3
/4
2,11
102,3

48,05
105,4
7,99
99, 1929 179,75
83,6
196,-
102,1
204,-
101,0

10,875
89,4
11,27
5

89,8
1
12,20

i

.
..’7
1016
2,05
99,4

45,40
99,6
8,11
101,
1930 111,75
52,0
118,50
61,7
136,75
67,7

6,225
51,2 8,27
5
9

9
,
67
71
17,9
815
1,66
80,5

38,45
84,4 6,72
83,
1931
107,25
49,9
78,25
40,8
84,50 41,8

4,55
37,4 4,65
37′
j,5i

41,1
3,09

47,3
516
1,34
64,9

31,30 68,7 5,35
66,
1932
100,75
46,8
72,-
37,5
77,25
38,2

4,62
5

38,0 4,70 37,4 5,22
5

38,7
2,59

39,6
5(11
1
j2
0,94
.45,6

22,70
49,8 4,14
51, 1933
Z
70,-
32,5
60,75
31,6
68,50
33,9

3,55
29,3
375
29,9
5,02
5

37,2
1,84

28,2
4(5
1
/2
0,61
29,6 0,96 20,20
44,3
3,71
46, 1934
75,75
35,2
64,75
33,7
70,75 35,0

3,325
27,3
325
25,9
3,67
5

27,3
1,74

26,6
417
3
14
0,45
21,8
1,-
18,70
41,0 3,45
43,
1935
ei
68,-
31,6
56,-
29,2
61,25 30,3

3,07
5

25,3
3,87
5

30,9
4,125

30,6
2,07

31,7
5/8(2
0,49
23,7
0,99
14,85
32,6 3,20
39,
1936 1937
0

86,-
40,0
74,50
38,8
74,-
36,6

4,275
35,1
5,75
45,8
6,27
5

46,5
2,19

33,5
5/7)/
t

0,58
28,1
0,88
5

17,55
38,5
3,50
43, 137,75
64,0
105,75
55,1
III,-
55,0

8,95 73,6
8,02
5

63,9 8,92
5

66,2
2,70

41,3
61-
0,78
37,9
0,67
19,75
43,3
3,96
49,

Juni

1937

148,75
69,2
99,-
51,6
105,-
52,0

10,15
83,4 7,52
5

59,9
8,95

663
2,63

40,3
5110
1
/4
0,74 35,9
0,70
19,825
43,5 2,98
37,
Juli
149,25
69,4
108,25
56,4
III

55,0

9,85
81,0
8,57
5

68,3 9,975

73,9 2,68

41,0
5(11/4
0,77 37,4
0,68
20,15 44,2
3,74

Aug.
ei
136,50
63,5
106,50
55,5
112:-

55,4

9,30
76,4
7,825 62,3
9,225

68,4 2,86

43,8
614
0,78
37,9
0,64
21,50
47,2
3,84

Sept.
129,50
60,2
107,-
55,7
122,-
60,4

9,225
75,8
7,55
60,1
8,52
5

63,2
2,96

45,3
617
0,85
41,3
0,52
5

21,-
46,1
4,69
58,
Oct.
Z
136,25
63,3
109,-
56,8
114,75
56,8

8,57
5

70,5
7,62
5

60,7 8,50

63,0 2,96

45,3
6(71(
4

1,-
48,5
0,42
23,-
50,5 4,99
62,
Nov.

,,
133,50
62,1
106,25
55,3
116,-
57,4

7,225
59,4 7,10
56,5
8,125

60,2 2,53

38,7
517312
0,96 46,6
0,46
22,20
48,7
4,99
62,
Dec.


,,
130,25
60,6
110,-
57,3
120,75
59,8

7,30
60,0 7,05
56,1
8,025

59,5
2,43

37,2
515
0,84 40,8
0,60
20,80 45,6 5,24
65,

O
n

1938
130,-
60,4
113,75
59,2
117,25
55,0

7,65 62,9
7,45
59,3 8,40

62,3
2,35

36,0
513
0,80
38,8
0,615 21,45
47,1
4,15
51,
r.
129,50
60,2
106,-
55,2
110,75
51,9

7,60
62,5
7,275
57,9 8,30

61,5 2,39

36,6
514
0,81
39,3
0,65
22,125
48,5
3,65
45,
Mrt.

,
121,50
56,5
104,50
54,4
109,75
51,5

7,10
58,4 6,77
5

53,9
7,70

57,1
2,36

36,1
513
0,81
39,3
0,56
21,70 47,6
2,80
34,
Apr.
116,75
54,3
107,50
56,0
117,75
55,2

6,65
54,7 6,55
52,1
7,35

54,5
2,42

37,1
515
0,87
42,2
0,47
5

19,60
43,0 2,90
36,
Mei

,,
113,50
52,8
104,50
54,4
III,-
52,1

6,175
50,8
6,12
5

48,8
6,95

51,5 2,64

40,4
5(10
1
/
0,89 43,2
0,45
20,-
43,9
3,25
40,
uni

,,
103,75
48,2
100,50
52,3
102,75
48,2

5,625
46,2
5,975

47,6
6,92
5

51,3
2,67

40,9
51
111
12
0,80
38,8
0,51
19,57
5

42,9
3,39
42,
juli
103,75
48,2
104,75
54,6
106,75
50,1

5,95
48,9
5,375

42,8
6,77
5

50,2
2,74

42,0
6/111
4

0,78
37,9
0,50
20,45
44,9
3,71
46,
Aug..
86,75
40,3
98,25 51,2
102,25
47,9

5,05 41,5
4,70 37,4
5,775

42,8
2,88

44,1
6/51/
4

0,76 36,9 0,55 21,325
46,8
4,17
52,
16-23 Aug.
83,-
38,6
96,50
50:3

101,-
47,4

4,50
37,0
4,60 36,6
5,60

41,5 2,90

44,4
616
0,75
36,4
0,55 21,25 46,6 4,40
54,
23-30

,,

,,
83,50
38,8
97,-
50,5
99,50
46,7

4,35
35,8
4,22
5

33,6
5,55

41,1
2,88

44,1
1

6/5
114
0,78
1
37,9
0,55
22,-
48,3
4,95
61,
30 Aug.-6 Sep.
78,50
36,5
91,25
47,5
96,-.
45,0

4,25 34,9
3,92
5
1
31,3
5,25
1

38,9
2,82

43,2
61314
0.78
37.9
0.55
22.-
48.3
5.20 1
64.

JUTE
KATOEN
AUSTRALISCHE WOL
JAPAN. ZIJDE
RUBBER
,,Flrst Marka” in Olie gekamd; loco Bradford per Ib.
1
31
14
Dernier
Stand. Ribbed
.
Middllng Upland
Super FineC.P.
c.i.f. Londen
per Eng. ton
loco

New York per ib.
Oomra
Liverpool per Ib. wit Gr. D. te
New York per Ib.
Smoked Sheets
loco Londen p. II
Crossbred Colonial Carded 50’s Av.
erino u..
,
5
A
v.

Herl.Ned.Ct.1
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
HerI.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.
1

Not.
Herl.Nd.Ct.
1

Not.
Herl.Ned.Ct.l
Not.
H
No’

1927
1
442,38
%
103,4
£
36.101-
cts.
43,8
93,1
$cts.
17,60
cts.
36,7
%
102,1
pence
7,27
cts.
133,8
%
96,8
pence
26,50
cts.
244,9
j
104,8
pence
48,50
f
13,55 105,8
5,44
cts.
93
%
140,2
pen
18,5
1928
445,89
104,2
36.16111
49,8
105,8
20,-
37,9
105,5
7,51
153,8
111,2
30,50 259,7
111,1
51,50
12,60
98,4
5,07
54
81,4
10,7
1929
395,49
92,4
32.1413
47,6
101,1
19,10
33,2 92,4 6,59
127,2
92, 0
25,25
196,5 84,1
39, -.
12,28
95,9
4,93
52 78,4
10,2
1930
257,97
60,3
21.619
33,6 71,4
13,50
19,7
54,8 3,92
81,9
59,2
16,25 134,8
57,7
26,75
8,50
66,4
3,42
30
45,2 5,8
1931
0
192,15
44,0
17.117
21,1
44,8
8,50
20,1
55,9 4,28
60,9
44,0

109,0
46,6
23,25
5,97
46,6
2,40
15
22,6
3,1
1932 1933
146,86
34,3
16.181-
15,9
33,8
6,40
19,5
54,3 5,39
42,5
30,7
11,75
79,7
34,1
22,-
3,87 30,2
1,56
12
18,1
3,3
128,63
30,1
15.1212
17,4
37,0
8,70
16,8
46,8
4,91
48,9
35,4
14,25
96,9
41,5
28,25
3,21
25,1
1,61
II
16,6
3,2
1934
115,85
27,1
15.919
18,3
38,9
12,30
13,6
37,8 4,37
51,4
37,2
16,50
95,8
41,0
30,75
1,92 15,0
1,29
19
28,6 6,2
1935
134,52
31,4
18.1118
17,6
37,4
11,90
17,7
49,3
5,27
42,2 30,5

84,5
36,2
28,-
2,41
18,8 1,63
18
27,1
6,-
1936
cj
142,61
33,3 18.6/8
19,0
40,4
12,10
18,2
50,7
5,60
54,3
39,3
‘16,75
108,6
46,5
33,50
2,71
21,2
1,73
25
37.7′
7,7
1937 183,46
42,9
20.814
20,8 44,2
11,44
20,0
55,7
5,34 89,0
64,4 23,75
132,7
56,8
35,50
3,30
25,8
1,86
5

36 54,3
9,5

Juni

1937
< 186,90
43,7
20.1617
22,9
48,6
12,60
22,3
62,1
5,96
95,6
69,1
25,50
140,2
60,0
37,50
3,28
25,6
1,805′
36 54,3
9,6
Juli
189,87
44,4
21.113
22,4
47,6
12,32
21,5 59,8
5,71
95,8 69,3
25,50
142,2
60,8
37,75
3,42 26,7
1,88
5

34
51,3
9,1
Aug.
188,67
44,1
20.1716
18,8
39,9
10,35
19,6
54,5
5,19
98,9
71,5
26,25
145,0
62,0
38,50
3,30 25,8
1,82
33
49,7 8,8
Sept.
186,01
43,5
20.1413
16,3
34,6
9,-
17,4
48,4
4,64
94,1 68,1
25,25
131,3
56,2
35,-
3,19
24,9
1,76
34 51,3
9,_
Oct.
188,16
44,0 20.1918
15,2
32,3
8,42
15,5
43,1
4,15
83,6
60,5 22,50
117,7
50,4
31,50
3,02
23,6
1,67
30
45,2
8,- Nov.
185,91
43,4
20.12110
14,4
30,6
7,99
15,2
42,3
4,04
74,6
54,0
20,-
103,9
44,5
27,75
2,86 22,3
1,58
5

27
40,7
7,1
Dec.
173,86
40,6
19.71-
14,9
31,6
8,28
15,5
43,1
4,15
69,5
50,3
18,50
110,1
47,1
29,50
2,71
21,2
1,505
28
42,2 7,3

Jan.

1938
ii..
0
168,56
39,4
18.1518
15,4
32,7
8,56
15,9
44,2
4,26
67,3
48,7
18,-
101,2
43,3
27,-
2,69 21,0
1,495
26 39,2
7,-
Pebr.

,,
166,62
38,9
18.1117
16,1
34,2
9,00
16,5
45,9
4,41
63,9
46,2
17,-
98,1
42,0
26,25
2,78
21,7
1,55
5

27
40,7
7,1
Mrt.

,,
165,08
38,6
18.8/-
16,1
34,2
8,91
16,1
44,8
4,30
61,1
44,2
16,25
98,3
42,1
26,25
2,81
21,9
1,56
25
37,7
6,7
Apr.

,,
Mei
Z
156,59
36,6
17.915
15,8
33,5
8,76
15,5
43,1
4,15
60,7
43,9
16,25
95,6
40,9
25,50
2,75 21,5
1,52
5

22
33,2 5,8
,,
158,09
36,9
17.12/2
15,3
32,5
8,48
15,2
42,3
4,06
61,7
44,6
16,50
98,9
42,3
26,50
2,82 22,0
1.56


21
31,7 5,6
Juni

,,
153,41
35,9
17.2(6
15,1
32,1
8,37
14,3
39,8
3,85
60,5
43,8
16,25
95,5 40,9
25,50
2,81
21,9
1,55
23
34,7
6,2

Juli
169,20
39,5
18.17/10
16,1
34,2
8,88
15,7
43,7
4,20
60,9
44,0
16,25
97,1
41,5
26,-
3,22
25,1
1,775
28
42,2 7,5
Aug.
174,59
40,8 19.10,8
15,3
32,5 8,37
14,7
40,9
3,95
61,4
44,4
16,50
96,8
41,4
26,-
3,11
24,3
1,695
29 43,7
7,8
16-23 Aug.
177,29
41,4
19.17/6
15,2
32,3 8,32
14,5
40,4
3,89
61,3
44,3
16,50
96,6
41,3
26,-
3,06 23,9
1,67
30
45,2
8,-
23-30,,

,,
172,86
40,4
19.716 15,2
32,3 8,30
14,3
39,8
3,84
61.3
44,3
16,50
96,7
41,4
26,-
3,13 24,4
1,71
30 45,2
8,-
30 Aug.-6 Sep.
168,41
39,4
18.1716
15.1
32.1
8.22
14.5
40.4
3,91
61.3 44.3
16.50
95.7
40.9
25.75
3.10
24.2
1.69
30 45.2
R.

KOPER
Standaard Loco Londen
per Eng. ton

LOOD
gein, prompt en 1ev. 3 maanden
Londen per Eng.ton
L

INnd
n
°
En
°
tn
P

g.

IJZER
Cleveland No. 3
franco Middlesb.
per Eng, ton

GIETERIJ-IJZER
(Lux III)
per Eng, ton
f.o.b. Antwerpen

ZiNK
gem. prompt en
1ev. 3 maanden
Londen p. Eng. ton

ZILVER
cash Londen
per Standard
,
Ounce
Herl.Ned.Ct.
F
Not.
irNed.Ct.l
Not.
HerI.Ned.Ct.l
Not.
l

lerI.Ned.Ct./

Not.
HerI.Ned.Ct.j
Not.
lÎE”4Tt.
N
ol

.f
%
£
t
%
£
f
%
£
f
%
sh.
f
%
Sh.
/
%
£
ets.
%
peni
1927
675,10
85,9
55.13111
295,75
106,5
24.811
3503,60
120,6
289.115
44,10
104,7
72
1
9
39,10
98,9
64
1
6
345,40
108,8
28.9
1
11
132
101,5
26
1
1

1928
771,20
98,1
63.14
1
9 256,15 92,2
21.3
1
4 2749,50
94,6
227.4
1
8
39,85
94,6
65
1
10
37,90
95,9
62
1
8
305,75
96,4
25.5
1
5
135
103,8
263
1
.
1929
912,55
116,1
75.9
1
7
281,10
101,2
23.4
1
11′
2465,65 84,8
203.18
1
10
42,45
100,8
7013
41,55
105,1
68
1
9
300,80
94,8
24.17
1
8
123
94,6
24
7
1

1930
661,10
84,1
54.13
1
7
218,70
78,8
18.1
1
5
1716,20
59,1
141.19
1
1
40,50
96,1
67/-
35,95
91,0
59/6
203,55
64,1
16.1619
89
68,5
17
11
1931
431,85 54,9
38.719
146,60
52,8
13.-/7
1332,55
45,9
118.911
33,-
78,3
5818
28,90
73,1
51/5
140,05
44,1
12.8111
69
53,1
145/,
1932
z
275,75
35,1
31.1418
104,60
37,7
12-19
1181,30
40,6
135.18110
25,40
60,3
5816
22,20
56,2
5111
118,95
37,5
13.13110
64
49,2
17
1
3
1933
1934
ei

268,40
34,1
32.1114
97,25
35,0
11.1611
1603,50
55,2
194.11/11
25,55
60,6
621-
21,-
53,1
511- 129,80
40,9
15.14111
62
47,7
18
1
11
226,80
28,8
30.615
82,65 29,8
11.1/-
1723,15
59,3
230.715
25,-
59,3
66111
20,25
51,2
5411
103,05
32,5
13.1516
66
50,8
21
1
1
1935
in
230,95 29,4
31.1811
103,40
37,2
14.5/8
1634,25
56,2
225.1415
24,70
58,6
6812
20,25
51,2
56/-
102,65
32,3
14.316
87
66,9
28
15

1936
298,75 38,0
38.811
137,15
49,4
17.1217
1592,-
54,8
204.1218
28,40
67,4
73/-
22,40
56,7
5717
116,55
36,7
14.1917
65
50,0
20
1
1
1937
488,55
62,1
54.813
208,95
75,3
23.516
2176,70
74,9
242.7110
41,30
98,0
91111
47,10
119,2
10511
199,80
63,0
22.414
75 57,7
2011

Juni

1937
499,70
63,6
55.13
1
5
205,40
74,0
22.17
1
8
2245,10 77,3
250.2
1
6
36,35
86,3
81
1

60,60
153,3
135
1

194,55
61,3
21.13/5
75
57,7
20
Juli

,
510,10
64,9
56.1113
213,70
77,0
23.13111
2365,20 81,4
262.51-
45,55
108,1
1011-
59,60
150,8
13216
205,75
64,8
22.1316
75
57,7
20
Aug.
ei
517,55
65,8
57.6
1

205,25
73,9
22.14/6
2388,50 82,2
264.9/-
45,60
108,2
101/-
48,60
123,0
109/-
215,35
67,9
23.16
1
8
75
57,7
103h
Sept.

,,
474,25 60,3
52.15111
187,55
67,5
20.1718
2323,10
79,9
258.1216
45,35
107,6
1011-
44,65
113,0
9915
191,80
60,4
21.711
74
56,9
197/,
Oct.

413,15
52,5
46.1111
164,80
59,4
18.718
2036,85
70,1
227.51-
45,25
107,4
111-
42,30
107,0
94/5
162,05
51,1 18.117
75
57,7
20
Nov.
357,50
45,5
39.1319
150,10
54,1
16.1313
1726,80
59,4
191.141-
46,85
111,2
1041-
39,85
100,8
8815
143,20
45,1
15.17111
74
56,9
1911,
Dec.

,,
362,70
46,1
40.712
144,90
52,2
16.216
1734,45
59,7
193.-!-
49,-
116,3
1091-
38,80 98,2
8614
139,-
43,8
15.915
70
53,8
1851,

k
n

1938
367,75 46,8
40.19/6
143,50
51,7
15.19/9
1640,65
56,5 182.16
1

48,90
116,1 109
1

36,50
92,4
81
1
4
134,05
42,2
14.18
1
9
74
56,9
19
1
r.

,,
Mrt.
1
353,70
45,0
39.819
137,35
49,5
15.613
1642,15
56,5
183.1111
48,90
116,1
1091-
33,45 84,6
7416
128,85
40,6
14.714
75
57,7
20
3
/1
357,25
45,4
39.1617 144,80
52,2
16.2110
1649,65
56,8
183.1812
48,90
116,1
1091-
31,80 80,5
.70/11
128,90
40,6
14.714
75 57,7 20/1
Apr.


1-
354,85
45,1
39.1117
141,35
50,9
15.1514
1536,80
52,9
171.9/5
48,85
115,9
1091-
32,80 83,0
7312
124,75
39,3
13.18/4
71
54,6
18
7
1,
‘Mei


328,80 41,8
36.1219
127,85
46,0
14.4111
1452,30
50,0
161.1616
48,90
116,1
109/- 29,75
75,3
6614
113,50
35,8
12.1216
70
53,8
18
3
/,
Juni

z
317,80
40,4
35.915
125.35
45,1
14.-j-
1599,30
55,0
178.101-
48,85
115,9
1091-
28,05
71,0
6218
118,40
37,3
13.413
71
54,6
18’5j
juli

,,
0
356,45
45,3
39.15111
133,50
48,1
14.1812
1725,45
59,4
192.1312
48,80
115,8
1091-
27,25 69,0
60111
127,85
40,3,
14.5/6
72
55,4
19
3
1,
Aug.

,,
363,35 46,2
40.12
1
9
127,20
45,8
14.4/6
1722,60
59,3

1
92
1
3/-
48,75
115,7
109/-
26,80
67,8
60!-
124,10
39,1
13.17/6
72
55,4
19
3
/,
6-23 Aug.
,,
358,501
45,6
40.319
119,05
42,9
13.6111
1708,40
58,8
191.101-
48,60
115,3
1091-
26,75
67,7
601-
130,20
41,0
14.11(11
72 55,4
195/,
3-30
,,
357,40
45,5
40.-/-
128,20
46,2
14.6
1
11
1702,10
58,6
190.10
1

48,70
115,6
109
1

26,80
67,8
60
1

118,15
37,2
13.4
1
5
71
54,6
19
3
11

0 Aug.-6 Sep.
362,45
46,1
40.1216
125,75
45,3
14.1111
1712,90
58,9
192.-!-
48,60
115,3
1091-
27,75
70,2
6213
117,65
37,1.
13.3/9

1
71
54,6
19111

flflVIVN FN (RflNDSTOFFEN. (Indexcijfers gebaseerd op 1927 t/m 1929
=
100).

671

GE- SLACHTE GE- SLACHTE
DEENSCIl
BACON
BEVROREN
ARG. RUND-

CACAO G.F.
KOFFIE
Loco R’dam(A’dam
SUIKER
Witte krist.- THEE
N.-Ind.thee-
-.

RUNDEREN VARKENS
middelgew.
No. 1
VLEESCIl Accra per 50 kg
Nederland
c.i.f.
per ‘/s kg.
suiker loco Rottefdam/
veilin” A’dam
Gem.Tava

en
(versch)
100 kg
g
er
(versch)
Der
100
kg
Londen per cwt.
Londen perS lbs.
Amsterdam
Sumatrathee
Robusta
1

Superior
Hen. Ned.Ct.(
Not.
Herl. Ned.Ct.1

Not.
HerI.Ned.Ct.I
Not.
1

otterdam otterdam
Santos
per
100
kg.
per ‘(skg.

7
ƒ
%
sh.
f%sItcts.%cts
%
f
%
cts.
%
1927


-.

65,15
97,8
10716
2,73
92,2
416
41,21
119,4
68/-
45,87
5

95,5
54,10
91,4
19,125
119,6
82,75
109,2
101,3
1928
93,-
98,2
77,50
90,8
66,80
100,3
110/5
3,03
102,4
5/-
34,64
100,4
57/3
49,62
5

101,1
63,48
107,3
15,85
99,1
75,25
99,3
102,2
1929
96,40
101,8
93,12
5

109,2
67,81
101,8
112
1
2
3,12
105,4
5
1
2
27,70
80,2
45
1
10
50,75
103,4
59,90
101,2
13,-
81,3
69,25 91,4
94,7
1930
108,-
114,0
72,90
85,5
57,19
85,9
9417
2,97
100,3
4111
21,04
61,0
34111
32
65,2
38,10
64,4
9,60 60,0
60,75
80,2
72,1
1931
88,-
92,9
48,-
56,3
35,72
53,6
6316
2,44
82,4
414
13,84
40,1
2417
25
50,9 27,10
45,8
8,-
50,0
42,50
56,1
53,3
1932
61,-
64,4
37,50
44,0
25,46
38,2
5817
1,70
57,4
3111
11,77
34,1
2711
24
48,9
30,04
50,8 6,32
5

39,6
28,25
37,3 43,0
1933
52,-
54,9
49,50
58,0
30,74 46,2 74
1
7 1,54
52,0
3
1
9 9,30 26,9
22
1
7
21,10
43,0
22,83
38,6
5,325
34,5
32,75
43,2
37,0
1934
61,50
64,9
46,65
54,7
32,94
49,5
88/1 1,42
48,0
3/911
2

8,15
23,6
21110
16,80
34,2
18,40
31,1
4,07
5

25,5
40
52,8
34,9
1935
48,125
50,8
51,625
60,5
32,-
48,1 8815
1,19
40,2
3/3
1
/
2

8,15 23,6
22
1
6
14,10
28,7
15,21
25,7
3,85
24,1
34,50
45,5
32,5
1936
53,425
56,4
48,60
57,0
36,37
54,6
93
1
6
1,48
50,0
319
112
12,05
34,9
3014
13,62
5

27,8
16,87
5

28,5 4,02
5

25,2
40
52,8
39,2
1937
71,275′
75,3
61,85
72,5
42,27 63,5
9411
1,90
64,2
413
17,35
50,3
3818
16,62
5

33,9
22,37
5

37,8
6,22
5

38,9 53,50
70,6
53,6

1937
80,25
84,7
55,75
65,3
39,87
59,9
88
1
10
2,04
68,9
4(6
1
/
2

15,66
45,4
34
1
11
17,50
35,7
23
38,9
6,52
5

40,8 50,50 66,7
52,7
J
uni
uli

,,
78,45
82,8
60,85
71,3
42,63
64,0
9416
1,97
66,6
4(41/2

16,45
47,7
3616
17,50
35,7
23 38,9
6,57
5

41,1
55
72,6
55,1
Aug.

,,
77,87
82,2
67,87
5

79,6
46,32
69,6
102(6
2,13 72,0
4(8
1
(2
17,61
51,0
39/-
17
34,6
23 38,9 6,50
40,6 54,75
72,3 55,3
Sept.

,,
72,42
5

76,5
69,20
81,1
46,17 69,3
102110
1,96
66,2
4(4(
15,97
46,3
3517
16,75
34,1
23 38,9 6,32
5

39,6
56
73,9
55,1
Oct.

,,
69,97
5

73,7
70,20
82,3
43,70 65,6
9716
1,91
64,5
413
12,55
36,4
28/-
15,75
32,1
22,87
5

38,7 6,40 40,0
55,25
72,9
‘55,0
Nov.

,,
68,175
72,0
72,37
5

84,8
40,77
61,2
9016
1,95
65,9
4(4
12,18
35,3
2711
13,50
27,5
20 33,8 6,42
5

40,2
53,75
71,0 52,2
Dec.

,,
68,95 72,8
72,15
84,6
43,23
64,9
9612
1,92
64,9
4(3
1
/2
11,07
32,1
2418
13
26,5
17,25
29,2 6,40
40,0 47,75
63,0 51,0

lan.

1938
70,825
74,8 70,37
5

82,5
43,54 65,4 97!-

1,96
66,2
4(41(

12,18
35,3
272
13
26,5
16,10
27,2 6,17
5

38,6
51,25 67,7
51,1
l”ebr.

,,
70,25
74,2
68,75
80,6
43,95 66,0
98(-
2,08
70,3
4/71/2

12,44
36,0
2719
13
26,5
16
27,0
5,40 33,8
50,25 66,3 50,3
Mrt.
69,15
73,0
66,37
5

77,8
45,87
68,9
10212′
1,90
64,2
413
13,30
38,5
2918
13
26,5
15,50
26,2 5,05 31,6
52,25 69,0
48,6
Apr.

,,
70,35 74,3 64,40
75,5
47,29
71,0
10516
1,88
63,5
412
11,68
33,8
2611
13
26,5
15
25,4
4,65
29,1
53,50
70,6 47,9
Mei

71,50
75,5

72,7
46,22 69,4
1031-
1,92
64,9
4(3
1
/2
8,64
25,0
1913
12,50
25,5
14
23,7
4,70
29,4
53,-
70,0
47,1
ni

•,
70,50
74,4
59.95
70,3
43,99
66,1
98/2
1,96
66,2
4(
4
1
/s
8,74
25,3
19(6
12,50
25,5
13,75
23,2 4,72
5

29,6
49,50
65,3
45,5
li
67,20
71,0 62,40
73,1
46,46
69,8
103(9 1,98
66,9
4/5
9,76
28,3 21(94
12,75
26,0
14
23,7 4,95
31,0
47,75
63,0
46,5
g67,-
~3

70,7
63,75
74,7
45,32
68,1
101/5
196
66,2
4/4l(

10,04
29,1
22(54
13,30
27,1
14,10
23,8
5,–
31,3
49,50
65,3
45,5
Aug.:
67,-
70,7
64,50
75,6
46,01
69,1
103f-

1,97
66,6
4(5
10,04
29,1
22/6
13,50
27,5
14
23,7
5,-
31,3
49,50
65,3
45,3

1

.30

,,

,,
67,
70,7
63,50
74,4
44,16
66,3
99!-
1,99
67,2
4j5(
2

9,94
28,8
2213
13,50
27,5
14,50
24,5
5,-
31,3
49,50
65,3
45,5
Aug.-6Sep.
65,30
69,0

73,8
44,17
66,3
99!-
2,03
68,6
4/6
1
j2
10,05 29,1
2216
13,50
/

27,5
14,50
24,5
5,12
5

32,0
50,25
66,3
45,3

GRENENHOUT
Zweedsch ongesort.
2
1
(a
X
7 per standaard
ex opslagpi. Londen

VUREN-
HOUT
basis 7″ f.o.b.
Zweden(Finl.
per standaard
van 4.672 M
3
.

KÖ’
HUIDEN
Gaaf,open kop
57-61 pond
Veiling te
Amsterdam

COPRA
Ned.-lnd.
t. m.s.
per 1
00
kg
Amsterdam

GRONDNOTEN
Gepelde Coromandel,
per longton
c.i.f. Londen

1

LIJNZAAD
1

L.
Plata
1

loco
Rotterdam
er
100

k p
0

g.
1)

GOUD
cash Londen
per ounce line

Herl.Ned.Ct.(

Not.

0′

c

HerI. Ned. Ct.
Not,
Hen. Ned. Ct.
Not.

7

T

‘7
%
Y
%
g

-:

1927
230,28
100,1
19.-/-
160,50
105,1
40,43
100,9
32,62
5

106,5
266,03
106,4
21.18/11
185,-
95,0
51,50
100,1
85/-
105,3 104,4
124,1 1928
229,90
100,0
19.-!-
151,50
99,2
47,58
118,7
31,87
5

104,1
254,10
101,6
21../-
185,25
95,1
51,45
100,0
85/-
102,0 100,2
94,6
1929 229,71
99,9
19.-/-
145,-
95,6
32,25 80,5
27,37
5

89,4 230,16 92,0
19.-19
214,-
109,9
51,40
99,9
85/-
92,1
95,4
84,5
1930
218,43 95,0
18.112
141,50
92,7
25,36
63,3
22,62
5

73,9
175,55
70,2
14.10/4
181,75
93,3
51,40
99,9
851-
‘69,6
75,1
60,0
1931
187,88
81,7
16.141- 110,75
72,5
18,65
46,5
15,375
50,2
136,69
54,7
12.2111
95,50
49,0
52,-
101,1
92(5
47,8 54,8
44,7
1932 136,14
59,2
15.1314
69,-
45,2
11,15
27,8
13,-
42,4
130,52
52,2
15.-14
70,-
35,9
51,25
99,6
1181-
35,1
43,0 38,4
1933
136,48
59,3
16.11
1
2
73,50
48,1
13,26
33,1
9,30
30,4
90,39
.36,1
10.19/4 75,50
38,8
51,35
99,8
124
1
7
33,1
39,0
34,5
1934
134,02
58,3
17.1814
76,50
50,1
12,07
30,1
6,90
22,5
71,90
28,7
9.1213
72,75
37,3
51,50
100,1 13718
31,6
1
31,3
36,5
1935
127,91
55,6
17.1314
59,50
39,0
12,54
31,3
9,15
29,9
104,26
41,7
14.81-
67,25
34,5
51,50
100,1 14212
32,2
‘37,0
34,8
1936 139,98
60,9
17.19110
78,25
51,3
15,40
38,4
11,90
38,9
113,49
45,4
14.1119
85,-
43,6
54,60
106,1 14014
39,0 42,2
40,7
1937
205,35 89,3
22.17(2
132,25
86,6 23,35
58,2
15,22
5

49,7
127,81
51,1
14.418
110,50
56,8
63,20
122,8
14019
53,4
57,8 55,9

1937 211,01
91,8 23.101-
137,50
90,1
24,25 60,5
14,32
5

46,8
130,85
52,3
14.11
1
7
110,50
56,7
63,10
122,6
140
1
74
54,8 59,0 55,9
j
uni
uli

,
212,-
92,2
23.10
1

136,25
.
89,5

59,9
14,525
47,4
137,65
55,0 15.5/4
113,-
58,1
63,15
122,7
1401-
55,2 60,2 55,5
Aug.

,,
212,40
92,4
23.101-
135,-
88,4

62,4
13,95
45,6
126,66
50,6
14.-(6
115,-
59,1
63,05
122,5
13917
53,7
59,2
5,5
Sept.

,,
211,08 91,8 23.101-
135,–
88,4
25,-
62,4
13,15
42,9
120,84
48,3
13.911
115,25
59,2
63,05
122,5
14014
52,4 57,9 54,7
Oct.

,,
210,65
91,6 23.101-
135,-
88,4
23,-
57,4
13,50
44,1
121,70
48,7
13.11
1
7
116,75
,

59,9
63,-
122,4
140
1
64
50.4
56,1
50,1
Nov.

,,
209,46
91,1
23.5
1

132,50
86,8

44,9
12,50
40,8
109,57
43,8
12.313
110,50
56,7
63,10
122,6
140114
47,7 53,2 45,4
Dec.


206,69 89,9
23.-(-
125,-

81,9
17,-
42,4
12,37
5

40,4
105,31
42,1 11.1415
109,75
56,3
62,85
122,2
139110
44,9
51,8 45,5

Jan.

1938
203,65
88,6
22.1319
123,-
80,6

47,4
11,87
5

38,8
99,85
39,9
11.216
109,75
56,3
62,65
121,8
13917
44,4
.

51,9
43,5
Febr.

,,
199,56
86,8 22.51-
122,50
80,2
17,-
42,4
10,95
35,8
95,86 38,3
10.1319
108,-
55,5
62,70
121,9
139194
43,4
51,0
43,4
Mrt.

»
197,49
85,9
22-1-
116,25
76,1
15,-
37,4
10,97
35,8
92,92 37,2
10.712
106,25
54,6
62,75
122,0
139/11
41,8′
49,9
42,0
Apr.


197,23
85,8
22.-(-
110,-
72,0
14,50
36,2
10,62
5

34,7
90,22
36,1 10.113
101,75
.52,3
62,65
121,8
13919
40,0 48,9
38,8
M e i

,,
195,17
84,9
21.151-
105,50
69,1
14,50
36,2
10,42
5

34,0
91,54
36,6
10.4
1

98,50
50,6
62,85
122,2
1401-4
39,4 47,8
37,5
luni

,,
190,37
82,8
21.5
1

102,50
67,1
14,-
34,9
9,775

31,9
92,40
36,9
10.613
96,-
49,3 63,05
122,5 140(84
38,9
47,1
39,2
jusi

»
188,10
81,8
21.-!-
102,50
67,1
14,75
36,8
10,125
33,1
97,26
38,9
10.17
1
2
102,-
.52,4
63,20
122,8
141
1
2
41,3
48,2 43,8
Aug.

187,70
81,6
21.-(-
103,-
67,5
14,75
36,8
9,72
5

31,8 93,55
37,4
10.913
96,50
49,6 63,60
123,6
14214
40,9 47,6
44,7
’23Aug..
187,60
81,6
21.-(-
102,50
67,1
14,75
36,8
9,62
5

31,4
93,12
37,2
10.89
94,75
48,7
63,55
123,5
14215
40,8
47,5 45,4 ’30

,,

,,
187,35
81,5
21.-(-
105,-
68,8
14,75
36,8
9,625
31,4
92,70
37,1
10.7
1
6
95,-
48,8
63,75
123,9
142(84
41,0
47,4
45,4
Aug.-6Sep.
187,37
81,5
21.-(-
105,-
68,8
14,75
36,8 9,50
31,0 88,65
35,4
9.1819
94,50
48,5
64,30
125,0
144(1
40,6 47,4
45,5

FNKOLEN
Westf./HoIi.
bunkerk. ongez.

PETROLEUM
Mid. Contin. Crude
33 t(m. 33.9° Bé S.
g.

BENZINE
Gulf Exp. 64(66
0

per

KALK-
SALPETER
franco schip

ZWAVELZURE
AMMONIAK
CEMENT
levering bij
50 ton franco

ST E EN EN
-00

0

_0
binnenmuur
____
buitenmuur
f.o.b. R’dam(
A’dam per
te N.-York p. barrel
U.S. gallon
Ned. per
100kg
franco schip
Ned. per 100kg
voorden wal
p. 1000 stuks
Rood en
p. 1000
stuks
Klinkers en
=

1000kg.

HNed.Ct.I Not.
HerI.Ned.Ct.( Not.
bruto
Rotterdam
Boeregrauw
Hardgrauw
EE!
o,

T’
%
ƒ
‘$cts.%$cts.f%f%f%f%f%
1927
11,25
103,1
3,21′ 103,6
1,28
37
128,0 14,86 11,48 102,6 11,44 102,5
18,-
99,0
13,65 104,3
16,50
88,4
105,1
105,2
1928
10,10
92,5
2,99
97,1 1,20
24,85 85,9
9,98
11,48
102,6
11,08
99,3
18,-
99,0
13,60 104,0
19,50 104,5
06,5
99,0
1929
11,40 104,4
3,06 99,4
1,23
24,90
86,1
10
10,60
94,8
10,96
98,2
18,55 102,0
12,-
91,7

107,1
98,5
95,9
1930 11,35

.
104,0
2,76
89,6
1,11
21,90
75,7
8,81
9,84
88,0
10,55
94,5
18,55 102,0
II,-
84,1
19,-
101,8
83,3
71,1
1931
10,05
92,1 1,42
45,1
0,57
12,38
42,8
4,98
8,61
77,0
7,73
69,3
16,55
91,0

76,4
15,50
83,0
61,9 55,4
1932

73,3
2,01
65,3
0,81
11,99
41,5 4,83
6,15
55,0
4,20
37,6
12,-
66,0
8,50
65,0
II,-
58,9
49,6
43,0
1933
7,-
64,1
1,14
37,0 0,57
9,24
32,0 4,63
6,18
55,2 4,63
41,5
II,-
60,5 8,75
66,9
10,50
56,2
46,4
40,3
1934
6,20 56,8
1,40
45,5 0,94
7,18
24,8 4,84
6,11
54,6 4,70
42,1
11,25
61,9
7,-
53,5 8,50 45,5
44,8 38,8
1935
6,05 55,4
1,39
45,1
0,94
7,65
26,5 5,18
5,89
52,7
4,81 43,1
II,-
60,5
6,75
51,6
8,50
45,5
46,4
39,9
1936
6,60
60,5
1,63
52,9
1,04
8,86
30,6 5,65
5,70
51,0
4,82
43,2
10,50
57,7
6,75
51,6 8,75
46,9
48,5
44,1
1937
8,80
80,6
2,09 67,7
1,15
11,08
38,3 6,10
5,75
51,4
4,97 44,5
11,35
62,4
7,50
57,3 9,50 50,9 66,4
60,5

luni

1937
9-
82,4
2,11
68,4
1,16
11,48
39,7
6,31
5,85 52,3 5,05 45,3
11,35
62,4
7,25
55,4
9,25 49,6 69,6
63,0.
juli
9-
82,4
2,11
68,4
1,16
11,58
40,0
6,38
5,60
50,1
4,80 43,0
11,35
62,4 7,45 56,9 9,50
50,9 70,3
63,4
Aug.

82,4
2,10 68,0
1,16
11,57
40,0
6,38
5,70
51,0 4,90
43,9
11,35
62,4
7,45 56,9
9,50 50,9
68,2 61,6
Sept.

»
9,-
82,4
2,11
68,4
1,16
11,56
40,0
6,38
5,75 51,4
4,95
44,4
11,35
62,4
7,45
56,9
9,50 50,9
65,6 59,0
Oct.

»
8,95
82,0 2,10 68,0
1,16
11,25
38,9
6,22
5,80
51,8
5,-
44,8
11,35
62,4
8,25
63,1
9,75
52,2
62,1
56,8
Nov.

»
9,-
82,4 2,09 67,7
1,16
10,49
36,3
5,82
5,85 52,3
5,05 45,3
11,35
62,4
8,25
63,1
9,75 52,2
59,0 53,9
Dec.

»
9,35
85,6
2,09
67,7
1,16
9,60
33,2
5,34
5,95 53,2 5,15
46,1
11,35
62,4
8,25
63,1
9,75 52,2
58,5
52,3

lan.

1938
990
90,7
2,08
67,4
1,16
9,34
32,3
5,20
6,05
54,1
5,25 47,0
12,85
70,7 8,50
65,0
10,50
56,2
59,1
52,4
lebr.

»
990
90,7
2,08
67,4
1,16
9,10
31,5
5,09
6,10
54,5
5,30
47,5
12,85
70,7
8,50
65,0
10,50
56,2
58,0
51,4
Mrt.
»
9,90
90,7
2,09
67,7
.1,16 9,08
31,4
5,05
6,15
55,0
5,35
47,9
12,85
,.
70,7
8,50
65,0
10,50
56,2
58,1
.

50,1
Apr.

»
9,90
90,7
2,09
67,7
1,16
8,89 30,7
4,94
6,20
55,4
5,40 48,4
12,85

t
70,7
9,-
68,8
12,-
64,3
57,5
49,5
Mei

»
9,90
90,7
2,10
68,0
1,16
8,92 30,8
4,94
6,25
55,9
5,45
48,8
12,85

70,7
9,-
68,8
52,-
64,3
55,6
48,3
Juni

»

9,90 90,7
2,10
68,0
1,16
8,88 30,7 4,9
1

6,25
55,9
5,45
48,8
12,85
70,7
9,-
68,8
12,-
64,3
55,7
48,0
Juli

,,
9,90
90,7
2,11
.
68,4
1,16
8,97
31,0
4,94 5,55 49,6
4,80 43,0
52,85
70,7
9,-
68,8
12,-
64,3
55,9
49,3
Aug.
9,80

89,8
2,12
68,7
1,16
8,89
30,7
.4,85
5,65
50,5
4,90
43,9
12,85
70,7
9,-
68,8
12,-
64,3
55,7
48,9
.23 Aug.:
9,80 89,8
2,12
68,7
1,16
9,06
31,3 4,94
5,65
505
4,90
43,9
12,85
70,7
9-
68,8
12,-
64,3
55,5 48,9
-30

»

»
9,60 87,9
2,13 69,0
1,16
8,47 29,3
4,63
5,65
505
4,90
43,9
12,85
70,7
9-
68,8
12,-
64,3
55,1
48,7
Aug.-6Sep.
9,60 87,9
2,14
69,3
1,16
8,84
30,6
4,81
5,70
51,0
4,95
44,4
12,85
70,7
9,_
68,8
12,
64,3
55,5
48,7

672

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7
September
1938
NEDERLÂNDSCHE BANK.
Verkorte Balans
op
5 Sejtember
1938

Activa.
Binnen!. Wis-(Hfdbk.
f

8.476.617,47
sels, Prom.,. Bijbnk. ,,

574.228,57
enz.in
disc.Ag.sch. ,,

277.687,50

f

932853354
Papier o. h. Buiteni. in disconto

……

Idem eigen portef.

f

4.950.000,-
Af: Verkocht maar voor
de
bk.nog niet af gel.

4.950.000,-
Beeerung:n

Hfdbk.
f
269.299.472,981)

in rek -crtBijbnk. ,,

2.455.731,56
op

onerp:

Ag.sch. ,,

23.784.856,29

(
295.540.060,83

Op Effecten enz.•
. (
294.372.107,211)
OpGoederenenüeel. ,,

1.167.953,62
295.540.060,831)
Voorschotten a. h. Rijk …………….,,


Munt, Goud ……ç

108.287:535,-
Pvfuntmat., Goud ,. ,,1.372.224.257,39

fl.480.Sll.792,39 Munt, Zilver, enz.

19.547.897,48
Muntmat. Zilver

Belegging van kapitaal, reserves en pen-
91
1.500.059.689,87
2
)

sioenfonds ……………………,,

43.527.255,57
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
4.580.000,-
Diverse rekeningen ………………,,

7.280.222,-
Staatd. Nederi. (Wetv. 27j5/’32, S. No. 221) ,,
8.905.871,61

fl.874.l7l.633,42
Passava

__________________
Kapitaal ……………….. ……..

f

20.000.000,-
Reservefonds …………….
.
…….

,,
4.860.787,51
Bijzondere reserve

………………,,

7.102.179,67
Pensioenfonds

………………….,,

11.887.578,08
Bankbiljetten in omloop …………..

,,

952.104.660,_
Bankassignatiën in omloop ……….,,

89.306,61
Rek.-Cour.
Ç
Het Rijk fI59.136.126,13 saldo’s:.

‘(
Anderen716.781.953,35
875.918.079,48
Diverse
rekeningen ………………,,
2.209.042,07

f

1.874.171.633,42

Beschikbaar metaalsaldo

…………p

769.015.629,28
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd is ,,
769.015.628,- Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank ondergebracht

………………..,,

1)
Waarvan aan Nederlandsch-lndjt
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsbiad No. 99) ……..
f

63.247.800,-
2)
Waarvan in het buitenland …………………….
178.964.295,67
Voornaamste posten
te
duizenden guidens.

Goud
Data

Andere

Beschikb.

Circulatie
opeischb.

Metaal-
Dek-
Ikings
Munt

Muntmat.
schulden

saldo
perc.

5 Sept. ’38 108288
1.372.224
952.105 876.007

769.016
82
29 Aug. ’38 108288
1.372.227
939.140 890.618

769.760
82
25 Juli ’14 65.703
96.410 310.437

6.198

43.521
54

Data
Totaal
bedrag Schatkist-
promessen
B 1

f
ee

n_
ngen
Papier
op
het
Diverse
reke-
disconto’s
_rechtstreeks
_
buiten 1.
ningen
1
)

5 Sept. 1938

9.329

295.540 4.950

7.280
29 Aug. 19381

9.753

295.901
4.950

6.514
25 Juli

19141

67.947

61.686 20.188

509
1)
Onder deactiva.

JAVASCHE BANK.

Data
Goud
1

Zilver
1
Ctrculatie
opeishb.
schulden
metaal-
saldo

3Sept.’38
5
)
1.160
191.090
66.770
35.016
27 Aug.’38
5)
138.100
187.230
68.400
35.848

6 Aug.1938 116.886
1

20.632
194.460 67.274
32.824
30 Juli1938
116.886

20.745
188.675 71.146 33.702
25
Juli
1914
22.057

31.907 110.172 12.634 4.842

Data
________________ 1
N.-Ind.
1
betaalb.
1

Dis-
conto’s
1

Belee-
1
ningen
1

Diverse
reke-
fin gen
1)
kings.-
percen-
t age

3
Sept.’38
5
)
2.640 73.760 56.380
54
27 Aug.’382)
3.240 73.310
53.950
54

6Aug.1938
3.005
57.301
53
14.157
49Ï9ï
30 Juli1938
2.757
14.266
1
47.563
58.181
53
25 Juli 1914
6.395
7.259 75.541
2.228
44
1)
Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch
ontvangen.

BANK VAN ENGELAND.

1 Bankbilj. 1 Bankbllj. L OtherSecurif les
Data

Metaal 1

in

in Bankingl Dlsc.andISe1ties
1
circulatle
1
Departm. Advances
31 Aug. 1938 327.761 1 480.433 1 45.980

5.370 1 22.327
24 ,, 1938 327.648 478.699

47.713

6.267 20.642
22 Juli 1914 40.1641

29.317

33.633

OtherDeposits

1 Dek-
Data

Gov.

Public

1 Other 1 Reserve! kings-
Sec.

Depos. BankersIAccountsl1perc.1)
31 Aug.’38 102.061 27.758

94.744 1 36.376 1 47.3281 29,7
24 ,, ’38 101.911 23.960 101.560 34.073 148.949 30,6
22 Juli
1
14 11.005 14.736

42.185

29.2971 52
1) Verhouding tusschen Rèserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.

Te goed

Waarv.I Belee- Renteloos
Data

Goud Zilver in het Wis- op het 1

voorschot
sels buitenl.I
ningen
a.
d.
Staat
buitenl.

25Aug.’3855.808

1

24 1 9.513

7431 3.876 43.334
18 ,, ’38 55.808 1 443

23 1 7.754

7431 4.325 43.334
23 Juli’14 4.104 1 640_

11.541_81769

Bons v. d.

1

Rekg.Courant
Data

zelfst.
Diver-
Circulatie amort.
k. 1 sen 1)

1
Staat

ZA119.S 5.510

2.966

99.065

385 2.505 – 17.684
18 ,, ’38 5.570

2.808

99.340

351 2.549 16.031
23 Juli’14

.-

5.912

401 –

943
1) Sluitpost activa.

DUITSCHE RIJKSBANK;
Daarvan
Deviezen
1
Andere
Data
Goud
bij bui-
als
goud-
1

wissels
Belee-
tenl.
circ.
dekking

1
en
ningen
bankeni)
geldende
1
cheques

31
Aug. 1938
70,8
10
1
6
5,5
1
6.647,4
35,2
23

,,

1938
70,8
10,6
6,0
1
5.789,9
27,9
30
Juli

1914
1
.356,9


1

750,9 50,2

Data
Effec-
Diverse
1

Circu-
1

Rekg.-
Diverse
ten
1
Activa2)
latie
1

Crt.
Pass iva

31 Aug.
1938
549,6
1.137;7
1

J

6.868,5
1
11.032,9
1

309,4
23

,,

1938
549,2
1
1
.
140
,
4

i

6.143,3
1

977,3
1′

304,8
30
Juli

1914
330,8 200,4
1.890,9
1 1

40.0
v,jueias,. j w.o. tenrenoanlcscneine 31, 23 Aug., reap. 8, 19 miii.

NATIONALE BANK VAN BELG! (in Relan’

Goud
q

.
18′
Rekg.
Cr1.

Data
1938
.9
•9
.
,.,
.,
..
a
c”.

8

119
51
46
1

9271
T
1147
1
T
28,9
2518 ..13.0471
1

9
2
71
228
43
147
229
4.223
15
344

FEDERAL RESERVF RÂNKS.

Goudvoorraad
Wissels

Data
,Of her
1

Goud-
In
her-

1

In
de
Totaal
certifi-
ash”
2)
disc.
v.
d.
1
open
bedrag
cateni)
member
markt
banks1
gekocht

24Aug.’381
10.641,5
110.632,4
1

396,9
6,7

1
0,5
17’381
10.641,5
1 10.632,4
1

390,6
6,6

_
0,5

Data
Belegd
1
in
U. S.
1
,
in
circu]
iotaai
Gestort
1
Goud-
1

Dek- Alc’em.
1

dek-
Oov.Sec.
Kapitaall
kings-
1
kings-
1
latie

1
i
1
perc.i)

1

perc.4)

24Aug.’381
2.564,01
4.144,8 19.241,6
1
134,0

1
82,5
1


17

,,

‘1
2.564,0 4.150,2
1
9.236,41
134,0
82,4

, ucze çeniiica,en weruen uoor ue bcnalKisr aan ae l(eserve Isanken
gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31Jan.
1
34 van
100 op 59.06 cents werd gedevalueerd.
3) ,,Other Cash” does not include Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notea.
3) Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeiachbare schul-
den: F. R. Notes en netto deposito.
4)
Verhouding totalen voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.
1
Dis-
1

rve
1
TotaalWaarvan
Data

Aantal
1
conto’s

Beleg-

de 1 depo- 1
time
beleen.
1

_
1
leening.I

en

i
gingen

R.
1
sito’s 1 deposits

17Aug.’381

1 1 8.223 112.4091 6.568 j 26.933 1 5.215
10 ,, ‘381 –

8.199 12.412 6.550 1 26.835 1 5.193
De posten van De Ned. Bank de Javasche Bank en de Bank’ of
England zijn in duizenden, alle oveilge posten in millioenon van
de betreffende valuta.

Auteur