Ga direct naar de content

Jrg. 23, editie 1150

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 12 1938

Th. van Luy telacr (waarnemend Reitacteur-Eecrotaris).

Redactie-adres: Pieter de I!oochweg 122, Rotterdam-West.
Aan geteekende stukken. Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties voorpagina f 0,50 per regel. Andere pagi-

na’s f 0,40 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens

tarief. Administratie van abonnementen en advertenties:

Nijgh
d
van Ditinar NV., Uitgevers, Rotterdam, Am-

sterdam, ‘s-Gravenhage. Postcltèque. en giro-rekening
jT0
145192.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in

Nederland f 16,—. Abonnementsprijs Economisch-,Statis-

tisch Maandbericht f 5,— per jaar. Beide organen samen

f20,— per jaar. Buitenland en Koloniën resp. f 18,–,

f 6,— en f23,— per jaar. Losse nummers 50 cent. Dona-

teurs en leden van het Ncderlandsch Economisch Instituut

ontvangen het weekblad en het Maandbericht gratis en

genieten een reductie op de verdere publicaties.

INHOUD:

Blz.

BuscHEa11Nc. VAN HOUDERS VAN BU1TNLANDSCHE OBLI-
GATIRN

door

E.
Henny

……………………..
22

De conversies

der

Staats-

en

Indische leeningen, de
Rijks, en Indische financiën en de Rijksfondsen door
Dr.

J.

Gabriëls

…………………………….
23

Emden voor kolen en erts concurrent van Rotterdam?
door J. A. Brandsteder

……………………..
25

AANTEEKENINGEN:

Rede van den Voorzitter van de Kamer van Koop-

handel en Fabrieken voor ‘s-Gravenhage……..
26

Rede van den Voorzitter van de Kamer van Koop-
handel en Fabrieken voor het gebied Utrecht
. .
27

De dalende wereldprijzen voor caseïne

door
Dr. .t.
Rubinfeld

………………………………
30

De invloed van het Chineesch-Japansclt conflict op
het economisch leven van Japan

…………..
31

De zichtbare suikervoorraden in de wereld

……
33

INGEZONDEN STUKKEN:

Falsifieatie van waardepapier door Jhr. Mr. G.
Beelaerts van Blokland …………….
……..
33

Statistieken:
Oeldkoersen-Wisselkoersen-Bankgtaten ……………….33, 36
Groothandeisprijzen ………………………………….

.12 JANUARI 1938

-4UTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economisch~Statistische

.

Beri*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

23E J’AAItGANG

WOENSDAG 12 JANUARI 1938

No. 1150

COMMISSIE VAN REDACTiE:

GELD-, KAPITAAL- EN WISSELMARKT.
P. Lief tinck; N. J. Polak; J. Tinbergen; F. ,Le Vries en

In de verslagwee-k hebben in het bijzonder Fransohe

H. Al. H. A. van der Valk (Redacteur-$ecretaris).

Francs weer de aandacht getrokken. De sociaal-politieke
situatie is nog al-tijd weinig bevredigend, en men vreest èn

voor de ‘li.andelsbalais èn voor de staatsfinanciën daarvan
de consequenties. Daarbij komt, dat volgen-s den laatsten
gepublioeerdeu weekstaat van de Banque de France het
voorschot aan den Staat veel belangrijker bleek te zijn

toegenomen dan uen -had verwacht. Het aanbod van con-
tanrte Franes werd door het Egalisatiefonds weliswaar

voortdurend opgenomen, maar toch is de koets geleidelijk
een kleinigheid af-gebrok-keld. ))uideljker weerspiegelde zich het wantrouwen in de munt in de tcrinijnnoteeringen
die, ondanks kat feit dat naar het schijnt ook ep de ter-
mijn-maakt het fonds gelniterv-e’nieei-d heeft, een – belangrijk
gestegen disagio ‘te zien gaven. Di-t écart staat weer op
basis van circa 4 procent per drie maanden, ht hoogste
peil sedert dèu ‘hernicuwden koersval in -het najaar 1937. Ge-
zien de omvangrijke ‘bedragen dewiezen, die ‘in den laatsten
‘tijd ihet Fransche Egalisatiefonds weer heeft moeten af-ge-ven, is het begrijpelijk, dat men alweer hoort spreken
van onclerh-tundelingein over een nieuw Enigelsch credieit.

Het sohijnt echter, dat deze besprekingen niet erg willen
vlotten, omdat de Engelschen, zooals ook bij de vot-ige, pas
af-geloste, leening goudonderpa,nd verlangen. Onder die
voorwaarden zou een credi-et hoogstens het nut kunnen hëbben ‘van een boekhoudkund-ige vergrooting van den

gou schat van de Btunque de France. Werkelijk gebruiken
zou men het erediet, althans in deviezen, niet kunnen.
In verband met de -situatie van de Fransche valuta w’a,s er voor Fransohe rekening weer omvangrijke vraag naar
goud, ‘hetgeen -den prijs speciaal van munten weer -heeft
opgevoerd. – –

Dollars waren in het begin van de week gedrukt, wel-
licht mede in ver-band met -hot fel-t, da-t President Roose-
velt in zijn zilverre-de geen wijziging in de aankooppolitiek
van ‘bu itenia.n-dscli zilver heeft aangekondigd, zood-at ver-
dere aan-koopen -in cle ‘toekomst wellicht een druk op den
Dollar blijven uitoefenen. Later in de week herstelde de
koers zich weer, om

in het begin van de nieuwe week op-
nieuw’ -een kleinigheid te reageeren. Vtn grooten omvang
zijn deze schommelingen echter niet geweest. Daarvoor
is trouwens bij

de huidige verhoudingen ook geen reden.,
Ingrijpende factoren, die den ])oll-a,rkoers kunnen beïnvloe-
den, -zijn niet aanwesig, althans niet zich-tbtcar.
Bijzondere vermelding ver-dient ook cle voortdurend ver-
dcie afbrokk@li.ng
van dan koers van Kredit- en Effekten-
– sperrinark, die ‘thans gedaald is tot een – peil van rond
15 pCt. ‘van den vrijen-Mat-kenkoers. Ondanks den steun.,
dien de aa.nkoopen, welke de Goid-diskoutoia-nk veelal ver-
richt, aan de markt geven, blijkt het aanbod dermate drin–gen-d te zijn, dat een steeds verdere koersval niet te vet–
mijden ‘is, overigens een verschijnsel w’aarv-an de Duitsohe
autoriteiten meer ‘voordeel dan nadeel hebben, en dat hun
in het stelsel der Exportforderung goed ‘te pas komt. –
De Gulden was over het geheel genomen vrij vast, zoo–dat het Egali-satiefonds vaak posten Ponden op te nemen
kreeg. De koers van het Pond bleef daarbij nagenoeg on-
yeranderd. –
Van de geldmai-

kt en de beleggingsmarkt was in deze
week geen nieuws, te rapporteeren. ])e stemming op beide
markten blijFt vast.

22

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12 Januari1938

-;ioBESCHERMING VAN HOUDERS

BUITENLANDSCHE OBLIGATIEN.

In etb’nd met cle nieti u lalcll6e bet’tl1n6srnOrLli
teit van zeer ve1e. biiitenlandshe publiekrechtelijke

debiteuren, worcLt.iu dit; artikel
1
cje aandacht gevestgd

01)
demachiierie;,elke ter bescherming van houders

van buitenlandsche obii gati ën. aanwezig is.

Toll9digheidshalve zij vooraf opgemerkt, dat tijdens

de 2cle Vredesconferentie te ‘s-Gravenhage in 1907
een verdrag tot stand is gekomen nopens beperking

van wapengeweld hij het innen van schulden uit

overeenkomst. Art. 1 van het verdrag luidt als volgt:
,,De verdragsluitende mogendheden zijn overeen-

,,gekornen haar toevlucht niet tot wapengeweld te

,,nemen voor het innen van schulden uit overeen-

,,komst, welke van de Regeering van een bepaald land
,,door de Regeering van een ander land opgeëischt

,,worden als verschuldigd aan haar onderdanen.

,,Evenwel kan deze bepaling niet worden toege-
,,paSt, wanneer de Staat,. die schuldenaar is, een aan-

,,bocl van arbitrage afsiaat of onbeantwoord laat, of,

,,in geval van aanneming, het tot stand komen van ,,het compromis onmogelijk maakt, of, na de arbi-

,,trage, nalaat zich te gedragen naar de gevallen uit-
,,sp.raak.”

De inhoud van deze bepaling spreekt voor zich-

zelf. Heden ten dage, dertig jaren na het tot stand

komen van dit verdrag, is geen verstandig mensch

zoo oorlogszuchtig wapengeweid te wenschen, wan-
neer een vreemde .mogendheid haar leeningsverplich-

tingen niet naleeft. Blijkbaar was de gèestesgesteid-

heid in 1907 een andere; het is te hopen, dat deze

vredelievende evolutie zich op den duur eveneens

over het internationale politieke terrein zal ol-

trekken!
In Nederland is voor de bescherming van Neder-
landsche houders van buitenlandsche obligatiën de

.Vereeiging voor den Effectenhandel in Amsterdam

de aangewezen instantie.
Art. 22 harer statuten luidt:
,,het optreden voor de rechten en belangen van fond-
,,senhouders geschiedt door het Bestuur, zoo dikwijls
,,en op zoodanige wijze als het dit nuttig of noodig
,,00rdeelt.”

De Tereeniing voor den Effectenhandel publi-
ceert jaarlijks als bijlage van haar jaarverslag een
lijvig boekdeel,, getiteld: ,,Verslagen betreffende de
hehartiging der belangen van Fondsenhouders door
de Vereeniging voor den Effectenhandel en van de
onder haar auspiciën opgerichte commissies en co-
mité’s.” Het wre te wenschen, dat deze publicatie
ruimere aandacht genoot van al degenen, die, direct
of indirect, in aanraking komen met beleggingspro-
hlemen, aangezien hieruit zeer duidelijk blijkt, welke
gevaarlijke voetangels en kleminen op dit uitgestrekte
terreii liggen, hetgeen uit de betreffende prospecti
vah uitgiften niriimer duidelijk te lezen is.
Deze beschermende taak van de Vereeniging voor ‘den Effectenhandel is ten aanzien van zuiver Neder-

landsche objecten reeds weinig henijdenswaardig, aan-
gezien er immer ontevreden of teleurgestelde fond-
senhouders zijn, die met grooten ijver scherpe en sub-
jectieve critiek uitoefenen. De situatie wordt uiter-
aard nog moeilijker wanneer men temaken heeft met
huitenlaridsche staats-, provinciale- of gemeentelee-

ningen. In dat geval plegen vaak moratoria en chaoti-
sche toestanden op. politiek-economisch terrein te

heèrschen, zoodat doeltreffende beschermingsmaat-
regelen slechts zeer moeilijk toegepast kunnen wor-
den. Boveifdien. bevinden Nederlandsche obligatie-
houders zich dan veelal in een minderheidspositie.
Buitenlandsche dinissies worden gewoonlijk in ver-
schillende z.g. ,,tranches” op de belangrijkste buiten-
landsche geldcentra ondergebracht. Britsehe of Arne-
i-ikaansche bankierssyndicaten plaatsen in den regel
het .leeuwenaancl’eel dezer emissies in Engeland en
Amerika, zoodat Nederl andsche obligatiehouders al-

dus, iu.geval van moeilijkhéclen, de facto in een min-

derheidsposiji
;
verldeeren.. . . .
I.
,T
anneer
e.eii,I.uitenlandsch geldnemer niet aan
zijn verplichtingen voldoet, zal. de Vereeniging voor

den Effectnhan dcl overleg plegen eu sani enwerken

met hai , zusterorganisaties in het, buitenland. De
voornaamste hiervan is de ,,Council,of Foreign Bçnd-

holders” te Londen,. in
1
.de wandeling Oounci, ge-

naamd. Het doel dezer machtige Britsche organisatie

is blijkens de statuten:

,,Toe-zicht uitoefenen op en behartiging der belan-

gen van houders van huitenlandsche waarden, het

vèrzamelen van verschillende statistische gegevens

en rapporten, het treffen van maatregelen ter behar-
tiging van de rechten van bezitters van buitenland-

sche fondsen, wanneer de debitrice in.gebreke blijft;

of wanneer in strijd met de enussievoorwaarden ge-handeld wordt; hij de onderhandelingen inzake hei-

vatting der betaling of omtrent een regeling behulp-

zaam te zijn, het bijeenroepen van vergaderingen van
crediteuren, teneinde over de te volgen gedragslijn
te beraadslagen, het aanwijzen en instrueeren van

vertegenwoordigers, welke niet de dehitrice zullen

önderhandelen, het ondersteunen van maatregelen en

ondernemingen, welke zich ten doel stellen, om het
algemeen crediet te ha:ndhaven, werkzaam zijn in het

belang van houders van buitenlandsche waarden.”

Wanneer een onder Engelsche auspiciën uitge-

geven huitenlandsche leening in gebreke blijft, treedt
de Council in actie. Zulks geschiedt, hetzij via een

comité, waarin de ernittenten zitting hebben, hetzij
rechtstreeks, d.w.z. op eigen initiatief. In het laatste

geval wordt aan emittenteu persoonlijk ingrijpen –
hetgeeii wel eens moeilijk of ongeveuscht is – dan
wel werkeloos toekijken bespaard. De Council of Fo-
reign Bondholders heeft sinds zijn oprichting tal-
boze schuldregelingen bewerkstelligd ten beloope van
vele milliarden guldens. Deze Council is op dat ge-

bied, evenals onze Vereeniging voor den Effecten-
handel, bij uitstek deskundig te achten.
In de Vereenigde Staten bestaat het ,,Foreign Se-
curities Committee of the Investment Bankers’ Asso-
ciation” en het ,,Institute of International Finance”,
dat ‘onder de leiding van de ,,Investment Bankers’

Association” en de ,,New York University” function-
neert. Béide lichamen doen eigenlijk meer dienst als
informatieve bronnen, die statistische gegevens en/of
rapporten verstrekken omtrent bepaalde situaties. In
de practijk ligt in de Vereenigde Staten de leiding
der onderhandelingen tusschen debitrice en obliga-
tiehouders in handen van emittenten of met deze

gelieerde partijen. Een igen tijd geleden is in de Ver-
eenigde Staten opgericht de ,,Foreign Bondhoiders
Protective Council”; deze organisatie staat in nauw
contact éiet de Amerikaansche regeering.
Hoeh’el ‘inén, in het ‘lemneen gesproken, de mee-
ning
schijnt
toegedaan, dat de emitteeiiende bankiers
allereerst in aanmerking komen om de belangen der
gedupeerde obligatiehouders – die tenslotte direct
of indirect hun cliënten zijn – waar te nemen, is
zulks dikwijls niet het geviml. Er zijn nl. situaties
mogelijk, waarbij de belangen van emittenten en obli-
atiehouders niet in één richting gaan. Veelal zal de
emitteerende bankier nauwe relaties onderhouden
met den hetreffenden dehiteur en deze bijv. ook nog
korte èredieten hebben verstrekt. Het spreekt van-

zelf, dat in een zoodanig geval de belangen van
obligatiehouders veiliger zijn bij een volkomen onpar-
tijdigen derde. Andere verwikkelingen zijn denkbaar,
wanneer het eniissiehuis als financieel vertegenwoor-
diger der dehitrice (fiscal agent) fungeert; of wan-
neer emittenten aanzienlijke locale belangen hebben
in het land van de in gebreka gebleven debitrice,

en deze belangen. afhankelijk zijn van eeii goede ver-
standhouding met de betreffende dehitrice. Het is
eveneens mogelijk, dat emittenten met een inmiddels omvergeworpen régime relaties onderhouden en der-
halve met’ de nieuwe regeering van het niet betalende

12 Januari 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

23

land op nimder goccicu voet verkeeren. In al deze ge-
vallen zal een onafhankelijk en ritraal lichaam, zoo
als (ie .Engeische Council of ‘de Vercehiging voor ‘den
Effecten handel den obligatiehouclers betre diensten
kunnen verstrekken’dn de emittenten zelve:

Terloops vernielden wij ook ‘de Fransche, ‘Belgische
en Zwitsercheerganisaties, welke, voor zoover noodig
en gwenscht, dé belangen hunner foncisenhouders be-
hartigen, nl.:

Association Nationale (les Porteurs Français des
Valeurs Mobilières,

Association Beige pour le Défense des Détenteurs
(les Fonds Publics,

Association Suisse des Banqu iers,

waarmede (le tegen woordige hescherm i ngsmach in ene
in het kort is opgesomd.

* *
*

Thans rijst de vraag of de gebruikelijke samen-
werking tusschen (ie Vereeniging voor den Effecten-
handel en de huitenl an dsche zusterorganisaties altijd
gewenscht is. Deze vraag moet o.i. heden ten dage
ontkennend beantwoord worden.

De moderne handelspolitieke en nati onalistische
tendenzeri, welke zich allerwegen – en speciaal in

cle jongere debiteurlanden – ontwikkelen, kunnen o.i.
tot bilaterale in plaats van multilaterale betalings-
regelingen nopen. Wij ineenen m.a.w., dat het voor
Nederlandsche ho ci ders van noodlijdende buitenland-

sche obligatiën dikwijls voordeeliger kan zijn, wan-
neer de Veree.uiging voor den Effectenhandel – in

nauwe samenwerking met de Nederlandsche Regee-
ring – naar een afzonderlijke betalingsregeling
streeft. Men denke in dit verband o.a. aim de natio-
naliseering van Duitsche en Roemeensche waardepa-pieren, tengevolge waarvan transfer van de overeen-

gekomen rente via de betreffende clearingrekeningen
kan geschieden. Hierbij zij voorop gesteld, dat onzer-
zijds allerminst propaganda wordt gemaakt voor bila-
terale regelingen of clearingovereenkomsten met de-
b itcurlan den, welke hun financi ede verplichtingen
ten opzichte van Nederland niet naleven. Maar het
valt niet te ontkennen, dat tegenwoordig politieke en
financieele verhoudingen denkbaar zijn, welke door
ccii complex van oorzaken aan multilaterale over-
cenkonisten tusschen dehiteur- en crediteurstaten in
den weg staan. In dergelijke situaties zal de Vereeni-
ging o.i. met succes op bilaterale regelingen kunnen
aansturen. De passieve handelsbalans, welke ons land

met het meerendeel der dehiteurstaten onderhoudt, kan een sterk argument zijn voor het sluiten van en
betalingsregeling, welke hei cle partijen hevredigt.

Wellicht zal men ons tegenwerpen, dat een niet
betalende dehi teurstaat geen regeling met Nederland
kan treffen, welke niet tegelijkertijd op andere bui-
tenlandsche geldgevcrs van toepassing is. Wij mee-
nen, dat zulks slechts door onderhandelingen kan
worden uitgemaakt, onderhandelingen welke van Ne-derlandsche zijde, zooals hierboven reeds vermeld, in
i.iauwe samenwerking met de Nederlandsche Regee-
ring gevoerd moeten worden. Een particuliere Orga-
nisatie, zooals de Vereeniging voor den Effeetenhan-cle], kan uit den aard van de zaak geen doeltreffende
onderhandelingen voeren niet niet betalende
of ficieele
buiteniandsche instanties, wanneer zij daarbij niet
krachtig door de overheid wordt geruggesteund. In-

(hen de overheid dezen noodzakelijken ruggesteun
niet kun verleenen, waardoor de onderhandelings-
positie der Vereeniging zer verzwakt wordt, dan
verklare men zulks zonder schroom, opdat obligatie-
houders zoo spoedig mogelijk kunnen heoordeeln
waar zij aan toe zijn.

Onlangs zijn in de pers een tweetal artikelen
verschenen
1),
waarin de aandacht wordt gevestigd
op de staatsschulden van Columbia en Peru. De er-

i) Telegraaf van
23/12 ’37:
Wolven in 8chaaipsvacht.
i)agelijksche Beurscouran’t
311 ’38:
Peruaansohe obligastiën.

vari hefiklëerd, dW voor” Nede.ndseheou-
ders vani Ooli,iinbiaansclie en .Peruaansche obligatLën

tot op lieden gee resultat is verkregen, door onder-

han,deli’ngen, welllh iet deze regeeningen zijngcvoerd.
ilet laatsteverslag’der’ Val’èeniging voor den Effec-

teihan’dei vermeldt ‘omtrent dee fitillatiën:

,,De dienst van de 6 pCt. leeiiing’ 1927 van den
Staat Columbia bleef ook in, 1936 opgeschort.
1

Door den Foreign Bondholders Proteetiv ‘Council

te New-York, is in Mei 1936 een oproep tot houders
van obligatië.n, uitgegeven door den Staat Columbia,
gericht, waarbij deze worden uitgenoodigd hun naam

en adres op te geven, teneinde hen op de hoogté te

kunnen houden van de ontwikkeling van de omstan-
digheden en van een eventueel aanbod voor een rege-

ling van de zijde der Regeering van Columbia. Een

zoodanig aanbod is echter nog niet te onzer kennis
gekomen.

In de positie ten aanzien van de leeningen van den

Staat Peru is in het afgeloopen jaar nog geen ver-andering gekomen. De rentebetaling op de buiten-
landsche leeningen van dit land bleef geheel achter-
wege, ondanks de verbetering van den economischen

toestand, welke in Peru viel waar te nemen. Gezien
den aandrang, welke op de Regecring wordt uitge-
oefend, mag wonden verwacht, dat hij aanhouding
van de verbetering in de economische omstandighe-

den de dienst der huitenlandsche leeningen, hetzij
geheel of gedeeltelijk,
binnen ccfzienbaren lijd
zal
worden hervat.

Alhoewel niet hehoorende tot de door de handels-

missie naar Zuid-Amerika te bezoeken landen, hebben
wij toch gemeend de aandacht van genoemde missie
op het Nederlandsche belang hij de ]eenungen van
Peru te moeten vestigen.”

Wij meenen, dat door een afzonderlijk optreden van de Vereeniging voor den Effectenhanclel met
ldrachtigen
ruggesteun der Nederiandsche Regeering
gunstiger resultaten niet uitgesloten zijn. De han-

deisheweging van beide dehiteurstaten met Neder-
land verschaft aan deze geldnemers voldoende valuta
voor betaling van rente en aflossing aan Nederland-
sche obligatiehouders. De aanvoer van Columhiaaii-

sche en Peruaansche voorthrengselen in Nederland
wordt geenszins belemmerd, heide republieken kun-

nen m.a.w. hun schulden aan Nederland met goederen
betalen. Wanneer geldnemers, die in een zoodanige,

positie verkeeren, hun verplichtingen jegens Neder-
landsche geldgevers desondanks niet wenschen te ver-
vuilen, en geen Nederlandsche instantie in staat is
dergelijke onwillige dehiteuren tot betaling te dwin-
gen, dan worde zulks openlijk erkend, opdat Neder-

iandsche obligatiehouders weten waar zij aan toe zijn.

E. HENNY.

DE CONVERSIES DER STAATS- EN INDISCHE

LEENINGEN, DE RIJKS- EN INDISCHE FINANCIËN

EN DE RIJKSFONDSEN.

De gevolgen, welke de verlaging van het rentetype
(Ier Staats- en Indische leeningen hebben voor dc he-
leggingsinstituten in liet algemeen zijn genoegzaam
bekend. Het is evenwel niet uitgesloten, (lat, ten-
gevolge van de bijzondere verhoudingen, welke tus-
schen de Rijksfondsen eenerzijds en den Staat of liet Indische gouvernement anderzijds, bestaan, zich bij-zondere feiten voordoen, welke het resultaat van clie
verhoudingen zijn. Met de algemeene gevolgen van

de rentedaling willen wij ons thans niet bezighouden, wel echter met de bijzondere gevolgen tav. cle Rijks-
fondsen, welke, zoowel voor het Rijk als voor het
Indische gouvernement, kunnen ontstaan uit de ren-
tedaling van de Nederlandsehe Openbare Schuld. en
van de Indische Schuld.
Als Rijksfondsen moeten in dit verband worden
aangemerkt:
1. De Rijksverzekeringsbank, met als bijzondere
fondsen:

24

.

ECONOMISCH-STATISTISCHEBERICHTEN

12 Januari 1938

;!t

a. Het Ongevallenfonds. ‘i.’

Het Invalicliteitsfoncls.

1-let Ouderclornsfonds B.
Het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds.

De Rijkspostspaarbank.

De Poêtchèque- en Girodienst.

Het EigenPensioenfoiids voor Indische Lands-

dienaren.

Het Pensioenfonds voor Europeesche Locale

Ambtenaren in Nederlandsch-Indië.
Het Weduwen- en Weezenfonds voor Europee-
sche Burgerlijke Landsdieuaren in Ned.-Indië.

S. Het Weduwefl- en Weezenfonds voor Europee-

sche Officieren van het Nederlandsch-Indische Leger.

9. Het Weduwen- en Weezenfonds voor Europee-sche Militairen beneden den rang van Officier bij de

Koloniale Troepen.
Bij het onderzoek naar de bijzondere gevolgen van

de rentedaling van de Staatsschuld (waaronder wij

gemakshalve de Indische schuld mede verstaan) vat-
ten wij de onder 1-4 genoende instellingen samen

onder den naam ,,Nederlandsche Fondsen”, de onder
5-9 genoemde ondr den naam ,,Indische Fondsen”.

Met
het
oog op een zoo zuiver mogelijk inzicht is

het gewenscht, van de meest recente gegevens ge-

bruik te maken. Helaas zijn slechts van het Alge-
meen Burgerlijk Pensioenfonds, de Rijkspostspaar-

bank en dn Postchèque- en Girodienst verslagen

over 1936 verschenen, de andere verslagen zijn van

1935. De cijfers betreffende de totale schuld van het

Rijk en van Nederiandsch-Iudië betreffen 1937

(resp.
2
Januari en 1 Juli), waarbij zij opgemerkt,
dat de laatstbedoelcle cijfers zijn geraamd, daar de-

finitieve
cijfers
nog niet bekend zijn. Het wil ons

voorkomen, dat de vergeljkhaarheid hieronder niet

zoodanig lijdt, dat het voordeel van zoo recent moge-
ljke gegevens daaraan moet worden opgeofferd.

Welk edeelte der gevestigde sch’uld is in het bezit

Mn
de Rijks fondsen?
Volgens de laatst bekende gegevens
1)
beliep de Neder-
landsohe Nationale Schuld op
2
Jinuar.i
1937
aan gevestigde sohuld

……………….
f 2.839.381.400
aan seha.tkistpa.pier …………………..
322.373.000

dus
in het igeheel …………………..
f3.161.754.400
Van
dit bedrag bezaten de Rijksfondsen
.TT0T8T3T30
vaaivan aan schatkistpapier ……………
33.700.000
De gevestigde schuld van Nederlandsch-
Indië bedroeg op
1
Juli
1937
1)
volgens de
raming

…………………………..

1.329.631.000

w,arvau ziøh in het bezit der Rijksfondsen
bevond

………………………….
f

315.800.400
De oh1iigatieschuld van Suriname bedroeg
op
2
Januari
1937
1)
in het geheel ……….
.

1,337.500
waa.cvan zich in het bezit der Rijksfond.sen
bevond

……… . …………………. ,,

969.500
1)
Ontleend aan Van Oss, uitgave
1937.

Daar in het totaal-bedrag der Indische schuld
tevens is opgenomen het bedrag, dat door Nederland
ten behoeve van Indië is geleend, en dat derhalve ook
onder het totaal der Nationale Schuld is opgenomen,
moet hiervoor een correctie worden aangebracht. Daar
evenwel de Indische
cijfers
op ramingen berusten en
voor het verdere betoog deze correctie van geen over-

wegend belang is, achten wij het beter, deze niet aan

te brengen.
01)
grond der bovenstaande gegevens kan
worden vastgesteld, dat van de NeTderlandsche Staats-
schuld zich ongeveer bén derde gedeelte bevindt in
handen van de Rijksfondsen, dat dit met de Indische schuld eveneens het geval is (één derde tot één vier-

de gedeelte), terwijl de door Suriname uitgegeven en
nog in omloop zijnde obligaties voor bijna twee der-
den in het bezit der Rijksfondsen zijn.
In deze cijfers is niet begrepen het bezit aan obh.

gaties, anders dan Nationale Schuld, dat als beleg-
ging dient bij de Postchèque- en. Girodienst, daar
deze dienst geen gedetailleerde gegevens bekend
maakt en slechts het totaal bedrag der beleggingen
en het totaal bedrag aan bezit Nationale Schuld pu-
bliceert. Buiten onze gegevens vallen ook de saldi,

welke de verschillende Rijksfondsen in rekening-cou-

rant met het Rijk hadden. Bij het bedrag, dat aan
schatkistpapiers

i

uitgegeven, moet ook rekening

worden gehouden met het zich in het bezit van het
Egalisatiefonds bevindend papie. Het bedrag hier-

van wordt echter uit den aard de zaak niet gepu-

bliceerd, de opmerking zij derhalve’ slechts ter wille
‘an de volledigheid gemaakt.

Verdeeling over de rentetypen.
1

Volgens het verslag der Rijks-Verzekeringbank

over 1935 heeft deze instelling
bij
de samenstelling

der balans haar berekeningen gebaseerd op een rente van 3% pOt. Er van uitgacinde, dat
bij
de berekening

der reserves enz. bij de meeste instellingen tegen-

woordig een rente tusschen 3 en 3% pOt. als grond-
slag wordt aangenomen, verdeelen wij het bezit aan

Nederlandsche en Indische Staatsleeningen in ti.
v
ee

groepen, één groep, omvattende alle leeningen, welke

minder dan 4 pOt., en één groep, omvattende alle

leeningen, welke 4 pOt. of meer aan rente afwerpen.
Verder willen wij veronderstellen, dat de leeningen,
welke 4 pOt. of meer geven, zuilen worden gecon-

verteerd in 3 pOt. leeningen, doch dat men de
3V2

pOt. leeni’ngen nog onveranderd zal laten doorloopen.

De eerste groep omvat derhalve de typen 2%, 3 en

3 % pOt., de tweede de 4, 4/io en 4% pOt. leeningen.
Daar de leeningen der éerste grdep niet voor conver-

sie in aanmerking komen, kunnen deze verder vrijwel

buiten beschouwing
blijven.
De Surinaamsche leenin-

gen zijn uitsluitend van het 3 pOt-type, zoodat wij

ons hiermede niet verder behoeven bezig te houden.
Zij zijn trouwens, wegens het betrekkelijk geringe
bedrag, voor ons onderzoek van weinig belang.

Wij geven thans naast olkander een opgave van
de uitstaande bedragen aaii Nationale en Indische
schuld, onderverdeeld naar het reutetype, en van de
bedragen, die zich daarvan in het bezit der Rijks-

fondsen bevinden. In deze opgave
zijn
de bezittingen

van het Ouderdomsfonds B en van den Postchèque-
en Girodienst, wegens het ontbreken van nadere ge-

gevens, niet verwerkt.

Totaal uitstaand Zich bij de Rijksïoudsen

bedrag
1)

bevindend bedrag

4 %
Nederland …..
1.798.674.000

659.191.900
4.4 %

.,

46.645.000

47.625.000

Nederl. Nat. 5huld
1.845.319.000

706.816.900
4 %
Ned.-lndiii …..
1.026.055.000

233.101.000

434 %

,,

148.690.000

42.608.000

Indische Obl. Schuld
1.174.745.000

275.709.000.

1)
Ontleend aan Van Oss, uitgave
1937.

Bij alle tot dusver gegeven
cijfers
hebben wij cle

nominale waarde opgegeven, daar deze het uitgangs-
punt is van hot bedrag der desbetreffende schuld e.n
van de te betalen rentebedragen. Het lagere cijfer
aan uitstaande 4.4 pOt. Nationale schuld tav. het
bezit der Rijksfondsen wordt verklaard uit de ver-
schillende data, die een absolute vergelijking niet

mogelijk maken. Sinds de opgave van het bedrag
van het bezit der Rijksfondsen is op dlie leening af-
gelost. Van groot belang zijn cle
afwijkingen,
uit de

verschillen der data ontstaan, echter niet.

Gevolgen Van conversie.
.Bij conversie van de leeningen, die 4 pOt. of meer
geven, in 3 pOt. leeningen, zullen de verschillende
fondsen derhalve, voor zoover het hun bezit aan. Ne-
clerlandsche en Indische Staatsfondsen betreft, aan
rente derven:

1 % over
f 659.191.900
Nederland ………..
f 6.591.919
1.4 %
over
f47.625.000
,,
…………
666.750

Rentederving op N.W.S. ………………..
7
7.157.669

1 %
over
f233.10I.000
Ned.-Indië ……….
f 2.331.010

134. % over
f
42.60
S
.000
,, ..
639.120

Rentederving op Indische leeniiigen ……..
f 2.970.130
in het geheel wordt deiha,lve
01)
Nederland-
sohe en Indische Staatsleeninigen •bij conversie
in
3 %
leeninigen aan rnite minder ontvangen
f 10.127.799

1.2 Januari
1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25

Invloed op de Rijks financiën.

Daar het Rijk de verplichtingen van de Neder-
landsche Fondsen rechtstreeks waarborgt, moet wor-

den nagegaan, in hoever de lagere rente op de in

Nationale en Indische schuld belegde gelden, de ren-tabiliteit dier fondsen beïnvloedt.

la. Het ongevallenfonds. Dit derft dan ongeveer

f 167.000
per jaar. De berekeningen zijn gebaseerd

op een gemiddeld rendement van
3%
pCt., welk ge-

i

niddelde bij conversie waarschijnlijk zal worden be-

reikt, terwijl het niet is uitgesloten, dat het rende-

metit in werkelijkheid onder
3%
pOt. zal blijven. I.n

liet laatste geval zal herberekeniiig op den grondslag

van een lager percentage gewenscht zijn, waarbij de

algemeene reserve van
f 4.673.003
zal moeten worden

aagesproken. Dat de Staat een extra-bijdrage zal
moeten verstrekken is evenwel voorshands niet waar-
schijnlijk, voor zoover het ons onderzoek betreft.

1h. Het invaliditeitsfonds. Dit zal
f 2.429.420 min-

der aan inkomen genieten. Van de totale beleggingen
van ongeveer
f 439.822.000
(ongerekend de vordering
van
f 283.654.087,53 op
het Ouderdomsfonds A)
maken de directe en indirecte Rijks- en Indische

Gouvernementsschuld
f 254.208.000
uit, volgens ba-

lans-, niet volgens nominale, waarde. Een herhere-
kening zal hierbij zeer zeker nooclig zijn.
le. Het ouderdornshonds B. Daar hieromtrent geen
specificatie van de samenstelling der portefeuille is
gegeven, valt het buiten onze beoordeeling.
Het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds. Dit
fonds ontvangt volgens onze gegevens per jaar
f 4.188.323
minder aan inkomsten uit rente van Ne-

derlandsche en Indische Schuld. Het batig saldo
van inkomsten en uitgaven bedroeg over
1935
f 13.392.448,42,
zoodat het gemis van
f 4.2
millioen
niet onoverkomelijk is. De vraag blijft echter, in hoe-
ver de andere beleggingen minder gaan opbrengen,
doch dit valt buiten het bestek van ons onderzoek.
De Rijkspostspaarbank. Deze derft
f
639.706,
terwijl zij in
1936
een winst boekte van
f 34.9
mil-
lioen.
Zij
zal dus het mindere inkomen kunnen ver-dragen en ook haar inkomsten uit andere beleggin-
gen nog kunnen zien verminderen, zonder haar winst
geheel te zien verdwijnen. Bovendien bezit zij in ver-

laging der rente op de spaai-bankboekjes een middel
om een dreigende verstoring van het evenwicht te
voorkomen. Het is evenwel, gezien de winst, welke
zij in
1936
nog heeft gemaakt, de vraag of voor het
nemen van deren maatregel de tijd reeds is gekomen.
liet gevaar, dat de lagere rentestand der openbare
schuld zal leiden tot een bijpassen uit de Rijksmid-
delen komt ons onwaarschijnlijk voor.
De Postchèque- en Girodienst kan, wegens het
ontbreken van de noodige gegevens, ook in dit op-
zicht niet worden besproken.

invlocd op cle Indische financiën.

Met uitzondering van het Pensioenfonds voor Euro-
sche Locale Ambtenaren in Nederlandsch-Indië komen
de baten der Indische Fondsen ten goede van de
Indische financiën, terwijl de tekorten door het In-
(liSCh
e Gouvernement moeten worden bijgepast. Dc Eigen-Pensioenfondsen voor Indische Lands-
dienaren. Dit zijn
5
fondsen, die gecombineerd wor-
den beheerd en waarover ons de gecombineerde ge-
gevens ten dienste staan. Zij hadden over
1935
een
tekort van
f 47.770.174,49.
Wegens de renteverlaging
van de staats- en Indische schuld zal
f 409.008
min-
der worden ontvangen, zoodat, afgezien van andere
maatregelen en verminderde inkoisten uit anderen
hoofde, dit tekort zal stijgen tot ongeveer
f 48.2
mii-
lioen., ten laste der Indische financiën.
Het Pensioenfonds voor Europeesche Locale
Amtenaren in Neder]andsch-Indië. Dit ziet zijn voor-
deelig saldo van
f
1.072.626,82
verminderen met

f
47.575,
hetgeen op het voordeelig saldo niet zoo
heel veel uitmaakt. Tenzij de andere beleggingen veel
minder opleveren of er andere, hier niet voor be-

spreking in aaumerking komende, feiten zich voor-

doen, zal men toch weer een voordeelig saldo, even-
als tot dusver aan het kapitaal kunnen toevoegen.
ilet Weduwen- en Weezenfonds voor Europee-

sche Burgerlijke Landsdien aren in Neder] an.dsch-ln-
dië. Dit ziet
zijn
overschot van
f 4.120.538,92
met

f 149.305
verminderen, hetgeen een mindere ont-

vangst voor de Indische financiën heteekent.
Het Weduwen- en Weezenfonds voor Europee-

sche Officieren vau het Nederlandsch-Indische Leger.
Eet tekort van
f 512.218,38
wordt met
f 31.127
ver-
hoogd, ten laste der Indische financiën.

Het Weduwen- en Weezenfonds voor Europee-

sche Militairen beneden den rang van Officier bij de
Koloniale troepen. De vermindering aan inkomsten
bedraagt hier
•f
48.050,
hetgeen derhalve een verla-
ging van het voordeelig saldo van
f
1.286.153,31
vormt, welk bedrag aan de Indische financiën ten
goede komt.

De Indische middelen ontvangen derhalve aan ba-
ten minder en moeten aan bijdragen meer uitgeven
f 637.490.

Slotbeschouwingen.

Van de Nederlandsche Fondsen is het alleen bij
het Invaiiditeitsfonds niet uitgesloten, dat een her-
berekening noodig is, welke een belasting van het

Nederlandsch budget kan veroorzaken. Dit fonds be-
zat echter op
31
Decemberd
1935
slechts
f 142.700.300
nominaal Nederlandsohe Staatsschuld, welke
4
pOt.
of meer rente draagt op een totaal uitstaand bedrag
van
f 1.845.319.000,
dus nog geen 10 pOt. van de
totale uitstaande Nationale 4 pOt. en 4.4 pOt.
schuld. Het treffen van een regeling kan dus voor
den Staat nooit al te groote bezwaren medebrengen.
De andere Nederlandsche Fondsen hebben, wegens de
verlaging van de rente op de Nederlandsche en In-
dische schulden, niet zoodanige nadeelige gevolgen,
dat deze op den Staat moeten worden verhaald.
Met de Indische Fondsen en hun verhouding tegen-
over de Indische financiën is het geheel anders ge-
steld. Daar de overschotten der fondsen ten goede en
hun tekorten ten laste der Indische Financiën ko-
men (met uitzondering van het Fonds, onder
6 op-
genomen) heeft de reuteverlaging van de Indische
schuld geen gevolgen voor de Indische financiën,
voor zoover het de beleggingen dezer fondsen be-
treft en draagt het Indische Gouvernement tea leste
de lasten, verbonden aan de mindere rente-opbrengst
van de Nationale schuld, voor zoover de Indische
fondsen hun gelden daarin hebben belegd.
Van
de
f 315.8
millioen Indische schuld der Rijks-
fondsen was
f 72.3
millioen bij de Indische Fondsen
belegd, hetgeen van de totale Indische gevestigde
schuld ad
f 1.329,6
millioen slechts enkele procen-
ten uitmaakt. In feite wordt dan ook de verlaging
van de rente op de Indische schuld, evenals van de
Nederlandsche, behalve door de particuliere beleg-gingsinsteilingen en de particuliere beleggers, voor
een belangrijk deel door de Nederlandsche fondsen
opgevangen, terwijl het aandeel, dat het Indische
Gouvernement voor zijn rekening krijgt, gering moet
worden geacht. Al bestaat er een belangrijk verschil
met het moederland, waar het Rijk naar verhouding
nog minder schade heeft, daar slechts het Invalidi-
teitsfonds een gevaar voor bijpassen kan vormen.
Dr. J. GAoru1Ls.

EMDEN VOOR KOLEN EN ERTS CONCURRENT VAN ROTTERDAM?

Sedert eenige jaren bestaat in Duitsland het stre-
ven om de in-
cii
uitgaande goederenstromen, voor
zover dit vervoer per zeeschip plaats vindt, over de
eigen zeehavens te leiden.
Speciale spoorwegtarieven trachten dat te bevorde-
deren. Nog slechts enkele weken geleden werd daartoe
een havencommissie ingesteld, die tot taak heeft alle
maatregelen te treffen, welke een toeneming van het

26

ECQN,OMI’SCH-STTISTISCHEA BERICHTEN

12 Fanuari
1938

verkeer ih cle DuitseOost- en Noordzdehavè’iis.;tot’ge-
/dlkunnen’ hebben.

” ,!

In eèn brochure ,,Rhein oder deutsche Sèhk-fen?”
wijst de schrijve!, Dt. Kuit Giés’d;” erdp, dat vooral
het goederenverkeer met West.Dijitsland over Hol-

landse en Be1gqhe R
.
ijnrnondighvens plaats vindt.

,,De gedaohtejJg voor de hand – aldus de schrijver

– ‘of hier niet blijvend aanzienlijke deviezen-hoeveel-

heden verloren gaan, daar toch een weg, welke over

buitenlandse zeehavens voert en door buitenlandse

vervoermiddelen bediend wordt, noodwendig dëviezen
vorderen moet.

En daaruit volgde weer de vraag, of deze verliezen
niet te vermijden waren, indien men het over vreemde
verkeerswegen en vreemdë havens gaande Duitse

verkeer over zuiver Duitse verkeerswegen met Duitse

verkeersmiddelen de Duitse zeehavens toevoeren kon.”

Het hierboven bedoelde devi’ezeaverlies wordt door

den schrijver alleen voor in- en uitvoer, dus zonder

doorvoer, op 150 millioen R.M. gesteld.

Zoals gezegd, dit streven bestaat reeds enige tijd,

maar het heeft nog niet kunnen voorkômen, dat Ant-

werpen en Rotterdam zich sneller ontwikkelden dan
de Duitse Noordzeehavens. Zo is over de eerste

9 maanden van dit jaar het scheepsverkeer in de Duit-

se Noordzeehavens ten opzichte •van dezelfde periode
van het voorgaande jaar slechts met 1′ pOt. toege-
non’en, terwijl Rotterdam alleen reeds een toename

met 15 pOt. boekte.
Voor het goederenverkeer (zonder bunkerkolen en
-olie) bedroeg de stijging: Rotterdam 27.6 pOt,, Am-

sterdam 21.3 pOt., Antwerpen 14.2 pOt., Hamburg

14.7 pOt:, Bremen 17.8 pOt., Emden daling 2.9 pOt. )

• ‘Men’mag echter uit bovenstaande ‘gegevens niet af-
leiden, dat het streven om het goederen.verkeer in

meerdere mate over Duitse havens te leiden op den
duur geen schadelijke gevolgen voor de havens aan
de Rijn-Maasdelta met zich zal brengen.

De ontwikkeling van de haven van Emden bewijst
zulks.

Weliswaar ging het goederenverkeer van die haven

in de eerste 9 maanden van dit jaar ten opzichte van

dezelfde periode van 1936 met 2.9 pOt. achteruit,
maar dit was het gevolg van
belangrijke
verbeterings-

werk-en aan het Dortmund-Eemskanaal, als gevolg
waarvan de vaart door ‘dit kanaal, dat Emden met

het Ruhrgebied verbindt, enige tijd gestremd was.
De ontwikkeling van het goederenverkeer met deze
haven, komt het best tot uiting als wij een wat lan-
gere periode b’oschouwen:
Goeclerenverkeer Lter zee in ton’s van 1.000 kgm).

invoer

Uitvoer

‘i’otaal

1933 ……….1.506.000

3.468.000

4.974.000

1934 ……….2.907.000

3.710.000

6.617.000

1935 ……….3.035.000

4.115.000

7.150.000
1936 ……..’.

3.643.000

4.628.000

8.271.000

Nu is een totaal, van 8.2 millioen nog geen kwart
vn de totale goederenomzet van de Nieuwe Water-‘
weg (36.7 millioen ton in 1936), maar het opvallende
is de sterke toename (bijna verdubbeling) in de
laatste vier jaar.

Het is voornâmelijk de invoer, w’elke tot dat resul-
taat heeft bijgedragen; deze steeg in genoemde vier
jaar niet 142 pOt., de uitvoer slechts met 33 pOt.

‘Emden. is voornhmelijk een aanyoerhaven van erts
en een uitvoerhaven, van kolen. 94 pOt. van de aan-
:voer bestaat uit erts en 86 pOt. van de uitvoer uit
kolen, origerekend de bunkerkolen.
Het’is dus wel van belang eens na te gaan hoe het
iïmet de ontwikkeling ,van beide goederensoorten is ge-

gaan
1)
.
Aanvoer erts Uitvoer kolen
(zonder ‘bunkerkolen)
(In duizend ton).

132

.

2.428

1933

…………..1.274

3.124

1934

…………..2.492′

3.293

1935

…………..2.711

3.537

1936

…………..3.403

3.988

i) Cijfers Gen’. Rotterdam.
2)
Cijfers K. v. K. R’da.m.

‘jllit deie
‘cijfers
komt vooral de sterke ontwikke-

‘ring van’ het ert’svërvoèrover Emden naar voren.

Stellen lj 1932 “p i00,”clkn’ren de verboudings-
cijfers voor erts (anvoer):

Emden Nieuwe Waterweg
1929

……………..4.15

,
n

408, 1932
.

…………

100

..

.100 ,
1936

…………….613

, ,

2.69

En voor kolen (uitvoer):

Emden Nieuwe Waterweg
1929

………….54

181
1932

………….100

100
1936

………….164

181

Al mag dan de totale erts-aanvoer van Emden (3.4

miii. ton) nog ver beneden die van de Nieuwe Water-

weg (8.6 mill. ton) blijven en al is dat met de uit-
voer van kolen (Emden 4 mili. ton; Nieuwe Water-

weg 9.7 mili. ton) eveneens het geval, de verhoudin-

gen zijn bezig zich sterk ten gunste van Emden te

wijzigen en er is geen reden, ook al zakten de cijfers

over de eerste 9 maanden van 1937 door bovenge-
noemde verbeteringswerken aan hèt Dortmund-Eerns-

kanaal wat in, om aan te nemen, dat deze ontwikke-
ling zich niet verder zou voortzetten:

Integendeel, juist die verheteringswerken aan ge-

noemd kanaal, waarlangs vrijwel alle te Emden aan-

en a’fgevoerde goederen vervoerd moeten worden, zul-
len het tempo van die ontwikkelimig doen versnellen.

Dit kanaal loopt in de richting Noord-Zuid op niet

grote afstand van de Nederlandse grens. De vaarweg

Emden-Ruhrgebied zal niet veel langer zijn dan die

van Rotterdam naar het Ruhrgebied. Thans is deze
nog slechts bevaarbaar voor schepen van 700 ton. Er

zijn echter, naar het, dagblad ,,Scheepvaart” d.d. 26
Febr. ’37 berichtte, reeds plannen uitgewerkt om dit
op 1500 ton te brengen. Deze plannen omvatten een
nieuw kanaal van 80 kni lengte, tien sluizen, dijken

van 10 tot 20 in hoog, 50 bruggen, rivieren en spoor-

wegen zullen onder het’ kanaal worden doorgeleid.
Een werk van 5 jaar, dat 100 mili. R.M. zal kosten.
Misschien komt er nog wel een jaartje hij, maar
in ieder geval blijkt uit deze plannen, dat het de

Duitsers ernst is om het goederenverkeer ter zee zo-
veel mogelijk over de Duitse Noordzeehavens te lei-
den er aldus het deviezenverlies, dat ontstaat uit het
vervoer over Rotterdam en Antwerpen, tot een mini-
mum terug te brengen.
J. A.
BRANDSTEDuR.

AANTEEKENINGEN.

Rede van den Voorzitter van de Kamer van Koop-

handel en Fabrieken voor ‘s-Gravenhage.

De volgende passages zijn ontleend aan de Nieuw

jaarsrede van den heer A. G. Verheek, Voorzitter
van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor
‘s-Gravenhage:

Het jaar
1937
vlag aan onder moedgevende omstandig-
heden; de deprecimutie van onze munt opende
o.n.
ihet voor-
‘uitzioht, dat de Nederlandsohe exporteurs zich met hun
.bu’itenla.ndsehe concurrenten op ‘de wereldmarkt zouden
kunnen meten.

Het ‘begin des jaars stelde dan ‘ook niet teleur.
Zoowel hier te laude als in Indië was een algemeene
opleving duidelijk merkbaar.
in Nede’r1a.ujd waren het voornamelijk de seheepvaai-t, de metaalindustrie en de texti’einijverhe’id, die van cle ver-
ande,’,de omstandigheden profiteerden.
Nadat de talrijke opgelegde schepen van onze handels-
vloot reeds ‘in
1.936
gaandeweg in de vaart varen ge-
bracht, ‘hiiedd, tengevolge van de voortdurende verbetering van den wereldhandel, ‘de vraag naar ‘scheepsruimte aail.
Onze werven kregen weer nieuwe opdrachten en de ree-
derijen konden weer goed loonende prijzen be’diu’gen. De
voor export werkende industrieën waren goed van orders
voorzien.
Omstreeks het midden des jaars trad helaas reeds veer
een verslechtering in, die zich tot aan het eind voortzette.
Tal van bedrijven, zooals de, handel in voedin’gs- en ge-
notmiddelen, ‘heeren- en da.me.sconfectie, de maatkleeding,

12 Januari 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27

dc meubel- en cle racliohandel, de iaode-artikelcn, cle pa-

P

en de kantoormachine]iaiide, -de haatcleitiidustrie
;
cle
handel iii huiden en ieder en die iii optisplie artike1etr
9
ve-
aen in cle eerste iiiaandeii, sommigeii tot , 3 til i, anderen
tot September, een verbetering aan; daarna vertoonde zich
veer een inzinking.
]i;et grootwinkelbedrijf constateert een lichtén vooruit-
gang. verschillende factoren, waaronder cle viees voor ver-
mindering der koopkracht domineert, teinpereti cle ver-
w:achtingen voor het nieuw begonnen jaar.
Andere ibodrijven, waaronder de brood- cii de banket-
bakkerijen, de hicciclel in sigaren en iii gedistilleerd
aa
vooral de slagerijen, verkeeiiden gedurende heit geheele jaar
in ongwnstige omstandigheden.
De boekclrukkerijen klagen over de c-oucuri’entie van de
LancLsdrukkerij, terwijl het meubeitranspoi’tbedrjf onge-
lijke concurrentie onclei’vinclt van een tweetal liefdadige
instellingen.
Een gelukkige uitzondering maakten cle inetaali ndustrie,
de betere manufacture n zaken, de macId nefab ricatie, de
rubberindustrie, de inetaalgieterijen, de ledervareu en de
automobielen; van al deze bedrijven ontvingen wij opge-
wekte rapporten.
De uitkomsten van de levens- en ongevallenverzekerings-
bedrijven zij ii gunstig; cle verzekerde bed ragen namen toe,
terwijl heit schadeverloo p voordeelig was.
Ook cle transport-, bedrijfs- en brand- en inbra.akvcr-
zeke ri ogen boekten voo uitgang.
De slechte toestand van cle slagers- cu bakkersbedrijven,
zooals ik clie verleden jaar schetste, vei

ergerde nog iii 1937.
De slagersorganisaties verzochten der Regeering, op hun
bedrijf de vestigingswert voor cle kleinbedrijven toe te
assen
[angencle jhet onderzoek, stelde de Rogeeriug op 18
Augustus een spertijd voor deze bedrijven in voor den tijd
van 6 maanden.
Belanghebbenden verwachten, dat de vestigi ngswet in
Januari op de slagersbedrijrven vhn rtoepassirig zal worden
verklaard.
De organisaties der bakkers, clie verleden jaar een ver-
zoek tot de Regeering richtten om een onderlinge over-
een komst tot vaststelling van cle 1broodprijzen voor Amster-
dam en Rotterclairi verbindeird te verklaren, welk verzoek
werd afgewezen, ‘hebben thans ook een beroep op de ves-
tigingswet gedaan. –
Ook zij hebben daarmede eeii aanvankelijk succes be-
haald; voor het vestigen van nieuwe bedrijven is, op
9 December, een spertijd van 6 maanden afgekondigd.
Van een daarop eventueel te volgen toepassing der
vestigi ngswet, verhopen de bakkers een gc!iezi ngsproces.
De precaire toestanden in vele takken van bedrijf cii
handel brengen er de bedrijfsgenooten meer cii meer toe,
te trachten daarin, door ouderlirng overleg, verbetering te
b lengen.
liet resultaat is echter over het algemeen ontnioedigend.
‘Wanneer men, na moeizame onderhandelingen, eindelijk
tot een regeling is gekomen. wordt deze bijna altijd door
enkele bedrijfsgenooten getorpedeerd.
Het kan daarom geen verwondering baren, dat de orga-nisaties het niicldel aangrijpen, dat de vestigingswet voor cle kleinbedrijven hun biedt; wanneer ht voorstel voor de
vestigings.wet voor de industrieën zal zijn aangenomen,
zullon deze organisaties denzelfdeii weg opgaan.
Wat enen ook tegen deze wet cii dit wetsvoorstel moge
inbreiigeii, men kan niet ontkennen, dat de behoefte aan ordening in vele bedrijfstakken ernstig gevoeld wordt en
dat deze, althans in cle bedrijfstakken, waarin talrijke za-
ken betrokken zijn, bijna nooit door onderling overleg be-
reikt kan worden.

Na een overzicht van dcii toestand van cle voor liet clist,rict der Kamer bijzonder belangrijke bedrijfstak-
ken, wijdt de heer Verbeek in zijn rede om, aandacht
aan cie Indische cultuur- en industi-ieele ondei-nernin-gen, die volgens den spreker spoecliger opveerde.n dan
de Nederlandsche bedrijven:

Eensdeels is dit ‘hieraan toe te schrijven, dat l:’ndië zich
v66r de devaluatie reeds veel ineer aan het wcreidprijs-
niveau had aangepast dan het moeclerland; de drastische
san eeringsmaatregelen, daar reeds toegepast, deden de
vooideelen van cle devaluatie ten volle aan het bedrijfsleven
ten goede komen.
Anderzijds werkten restrioties, op meerdere cultuurpro-dueten en op tin ‘toegepast, ten goede.

In het vervolg van zijn rede staat de heer Verbeek
ook stil bij de oorzaken en gevolgen van de nieuw in-
getreden economische depressie en merkt o.rn. op:
De ‘kapitailwinsten, dooi belegging in aancleelen yn
industrieele- en cultuurourderneminigen behaald, gingen
grootendeels weei; verloren en de voorzichtige beleggers
ii gouclgerande papieren zagen hun inkomsten sterk ach-teru itgaan door eonveisie van Staatsleeni ngeii, pandbrie-
ven en andere obligaè.ies
l)at een en ander ni&t alleen’ hét> optimisme, dart zich,
in liet begin des jaars, in grooteren koopinst iiianifesteer-
de, verloren deed gaan, maar dat daardoor in sterke iiiate de koopkracht der bevolking verminderd is, behoeft geen
betoog.
De terugsiag in het bedrijfsleven in het begin van het
tweede halfjaai- en, sterker nog, in het derde kwartaal,
weerspiegelt zich duidelijk in liet aantal werkloozen, bij
de A ebeidsbeurs ingeschreven.

en verder:
,l)e vrees, dat wij weer staan aan het begin van een
‘nieuwe langdurige crisis, wordt door cle economen van
iiaain niet gedeeld.
Zij erkennen echter de mogelijkheid, dat dcze kan oct-
stari n, als een angstpsychose zich van cle wereld zou inees-
ter maken,
‘oor liet Nederlandsche bedrijfsleven, dat, in teigenstel-
linrg meit dart van andere laaiden, nog slechts korten tijd
herstellende was zou een nieuwe, zware crisis wel zeer
noodlottig zijn.
De reserves, in vroegere tijden gevormd, zijn tijdens de
groots crisis ingeteerd en de gelegeiiheicl tot aanvulling
daarvan heeft ontbroken.
Het streven moet dus allereerst gericht zijn op ‘het ver-sterken der positie van onze bedrijven
en
daartoe dienen
de lasten, die er op drukken, ‘zooveel mogelijk verlieht te
worden.
in geen geval mogen nieuwe lasten de productie- en be-
d rij fskosten venhoogen.

Rede van den Voorzitter van de Kamer van Koop.

handel en Fabrieken voor het gebied Utrecht.

Aan de Nieuwjaarsrede van den heer
Dr. F. II-
Pentener van Vlissingen, algemeen voorzitter der
Kamer van Koophandel voor het gebied Utrecht, out-
leenen wij’ het volgende:

Het algemeen con.junctuacrverloop in 1937.

Het statistisch materiaal betreffende de wereldhuishou-
ding leert ons, dat ruw ‘gesproken de eerste helft van het
jaar 1937 alle kenteekenen droeg
van
een snel opgaande
conjunctuur. J)e goede perspectieven, die aan het einde van
1936 liet nieuwe jaar scheen te bieden, leken wel haast
over de geheele linie de overhand te hebben gekregen en de vele reserves, die een aandachtig beschouwer van dec
ecoiiomischen toestand bij het begin van het jaar 1937 tea
opzichte van ‘de vooruitzichten, die ‘het bood, wel moest
maken, begonnen meer en meer overbodig te lijken.
Een voortdurend toenemende productie, stijgende prij-
zen van grondstoffen en lanidbouwproclncten, een vermin-
dering der werkloosheid, oploopencle effec-teukoersen cii
vermee rderde onderneme raw in st, verhoogde loon en en groo-
tere omzetten, kon men in alle landen. waar geen bijzon-
dere omstandigheden van politieken aard het ‘beeld ver-
troebeldeni, vinden. Maar ook de wereldhandel scheen in
die periode voor ‘liet eerst na lange jaren zijn vleugels
iccer eens teir dege te kuiuien uitslaan en’zijn volumen over-
trof in het tweede kwartaal zelfs het gemiddelde van het
hoogtejaar 1929 ‘). Gepaard hiermede ging als vanzelf-
sprekend een ‘toenemende vraag naar scheepsruinrrte. De
vele schepen, die gedurende de crisis moesten worden op-
gelegd, ‘konden geleidelijk weer ailentwege in de vaart ge-
bracht’worden en ondanks de verhoogde tonnage van de
wereldhandels’vloot – vaii 64.0 millioen B.R.T. op 1 Juli
1936 tot 65.3 millioen op 1 Juli 1937 -, stegen de zee-
vrach’te’n in een ongekend snel tempo ). Leege havens en
‘verlaten kades maakten overal plaats voor een haveubeeld
vol bedrijvigheid en de koopers op de wereldmarkt, die men a.11engs reeds als een der uitsterveude rassen was
gaan besohouwen, bleken plotseling nog ovei zooveel jeug-
‘dig vuur en zulk een onsluimigheid te beschikken, dat zij
letteilijk de waren uit cle ‘handen der verkoopers rukten.
Het economisch statistisch materiaal over de laatste zes
maanden van 1937 geeft een geheel ander beeld te zien
dan dat van de eerste zes. Vallende groothandelsprijzen,

3e kwartaal 100.7 als 1929 = 100. Volgens ,,De Ec000mi’at” is het totaal-inclexcijfer der
vrachten in Juli 1937 tot 154.5 (1898-1913 = 100) opge-
loopen.

28

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12
Januari
1938

dalende effeotenkoerscu, een verminderde, industriieele:
L
be.
t

drijvigheid en wederom een stijging van het aantal werk-
loozen.
Weliswaar schijnt in enkele landen dc conjunctuur nog
op liet bereikte hooge niveau te kunnen worden .gehaiid-
haafd, iweliswaar valt in verschillende andere landen nog
slechts een geringe terugsiag waar te nemen, maar daar-
tegenover staat, .dat bijv. in cle Vereenigde Staten bot
coujunotuurbeeld allengs weer een bedenkelijk crisiskarak-
ter is gaan vertoonen, zoodat men alles teza.men,genomen
wat de laatste twee kwartalen van 1937 betreft, zeker
niet meer van een gunstig verloop der wereidconjunobuur
kan spreken.
Als vanzelf rijst de vraag: staan wij hier voor een tijde-
lijke ombuiging van eefi conjanetuurljn, welke in haar
wezen een stijgende tendens blijft behouden, of hebben wij
den top reeds overschreden en gaat ‘het verder in dalende
richting?

De heer Fentener van Vlissingen herinnert in dit
verband aan een uitlating in zijn vorige nieuwjaars-

rede, dat de betere verwachtingen, die wij. aan den

aanvang van
1937
mochten koesteren, alleen dan kon-

den worden vervuld, indien wij er in zouden slagen
tot een vrijer internationaal ruilverkeer, tot gezondere

staatsfinanciën en tot internationaal bruikbare ruil-
middelen te komen en vervolgt dan:

Belangrijker nog dan het verloop van de oonjunetuurin
diees in 1937 is dus, wat er in wezen in de economie der
toonaangevende cultuursta,ten en in hun onderlinge be-
trekkingen gedurende dit tijdstip gewijzigd is.
Gaan vij deze wijzigingen na, dan kan dat helaas ons
optimisme niet stimuleeren.
in de eerste plaats moeten wij dan immers al dadelijk
constatecren, dat, hoewel wij in den aanvang van 1937
zeker konden zeggen, dat gaandeweg de crisis, die in
1929 inzette, was overwonnen, het zoo hoog noodige op-
ruiminigswerk der crisis- en noodmaatregelen ook in het
jaar 1937 weinig voortgang heeft gemaakt.
Wat eou natuurlijker geweest zijn, dan dat met het af-
nemen van den nood en liet verdwijnen van de crisisom-
atandigheden ook die overheidsinaatregelen waren inge-
trokken, die hun ontstaan uitsluitend aan de crisis te
danken hadden en wier karakter, tijdelijke hulp

verlee-
ning in nood, steeds op den voorgrond was gesteld.
De spiraalloop van buiten naar binnen: hoe minder
exportgeiegenheid hoe grooter bescherming van de binnen-
landsohe markten, hoe grooter bescherming iran de bin-
neniandsche markten, hoe minder expoitge1egenhei:d, had,
zo.oais de omstandigheden zich in de tweede helft van 1936
ontwikkelden, nu in de richting van binnen naar buiten
behooren plaats te v1nden. Maar ondanks de onmikken-
bare grootere exportg’elogenheid, ibleef de bescherming der
binnenlandsche markten vrijwel over de .geiheele linie ge-
handliaafd.
De vermindering der werkloosheid had, zou men zoo
zeggen, een gereede aanleiding moeten zijn voor de over-
held om dén omvang van de onproductieve en niet direct
produetieve uit de staatsikas gefinanoierde werkzaamheden
‘te beperken.
‘an pogingen om koopkracht te scheppen ‘ton koste van
deficiitaire budgetten had men meer en meer moeten afzien
toen allerwege, tengevolge van een verhooging der indus-trieele productie en stijging van de prijzen der voornaam-
ste agrarische producten en grondstoffen, de koopkracht op
economisch gezonde wijze verineerderde.
Tengevolge van de waarlijk ontsteilende bevapeniings-
programma’s, maar daarnereus ook door het uitvoeren van
tal van werkverschaffiiigsohjeeten en autarkisehe opzetten,
waren de bedragen, die gedurende 1937 uit de verschillende
staatskassen in het bedrijfsleven gepompt werden, echter
grooter dan ooit te voren. –
De verbeterde economische omstandigheden deden overal
cle inkomstbronnen van den Staat ruimer vloeien, terwijl
de ongekende geldruirnte een aanzienlijke vermindering
van den rentelast der overheidsorganen beteekude. Wie
echter gehoopt cii verwacht had, dat zulks ons nader zon
gebracht hebben tot sluitende begrootingen en een ver-
mindering van

den loodzwaren druk der belastingen en
vaste lasten kwam bedrogen uit.
Het Driemogendhoden-accoord op monetair gebied en,
‘het daarop volgende alignement van het goudblok opende,
hoopvolle uitnichten op een verbetering der internationale
betaiircgsniogeilijkheden. Ook in dit opzicht bracht 1937
echter teleurstellingen. De Fransehe Franc moest nogmaals
onder het mes en •desniettegenstaande kan nog niet met
vertuiging gezegd worden, datde Franc Bonnet nu ook
werkelijk nettement bon is. .

Pc
bekende goadbci

.g in de Vereenigde Staten kon niet
eens verhinderen, dat de l)ollar esn periode van zoodanige
slWte vertoonde, dat ernstige geruchten omtrent verdere
devaluatie van deze muriteetiheid oiitstonden.
Ondanks eefi wezenlijk grootere epor’tmoge1ijkheid was
er van geleidelijke vermindering der deviezenrestricties in
1937 geen sprake, integendeel liet omgekeerde zagen wij
gebeuren in Italië, Japanen i3razi.lië.
Ondanks de zoo veilheugende vergi-ooting van het volurnen
van den internationalen goederertruil, kwam er geen ver-
betering in de voorziening van grondstoffen en levens-
middelen van die landen, die op dit punt moeilijkheden on-
dervinden, hetgeen er op wijst, dat de internationale eco-
nomische betrekkingen wel intensiever zijn gcovorden, maar
de internationale arbeidsvei

deeling geenszins efficienter
werd. –
Summa summarum moeten wij dus aan het einde van
het jaar 1937 constateeren, dat de goede kansen, die in
den aanvang aanwezig schenen te zijn, niet werden benut en dat wij derhalve gevoegelijk dit jaar het jaar der ,,ver-
passIe Gelegenheiten” kunnen noemen.

De voorzitter der Utrechtsche Kamer van Koop-

handel meent, dat ook indien wij de voornaamste
volkshuishoudingen afzonderlijk beschouwen, wij slechts kunnen vaststellen, dat de toestand van het

bedrijfsleven in het begin van
1938
een minder gun-
stig aanzien heeft gekregen dan in het begin van
1937
het geval was.

Als wij, volgens spreker, ondanks de verschillende
aspecten van het economisch beeld van
1937,
een
antwoord op de in den aanvang gestelde vraag willen
vinden,
zou
dit ongeveer als volgt moeten luiden:

,,1937 heeft
niet
de geleidelijke voortzetting van de al-gemeen ingezette conjanctuurverbetering, die in den aan-
vang daarvan viel te conettateeren, gebracht. De ‘toen aan-
wezige latente gevaren hebben zich in den loop van het
jaar duidelijk gemanifesteei

d en hebben in de gunstigste
gevallen de stijging van het conjanctuurverloop tot staan
gebracht, iii minder gunstige gevallen een gevoeligen
teerugslag veroorzaakt en in de ongunstigste gevallen de
conjunctuur op zoo snelle cii heftige wijze doen omslaan, dat reeds iveder vab een crisis gesproken moet worden.
Indien niet alle teekenen bedriegen, bevinden wij ons
wat de wei-eldconjunotuur betreft op den rand van een
hellend vlak en indien wij er niet in slagen verschillende
oizgunstige factoren in het bestel der ivereldhuishouding
te elimineeren, lijkt een nieuwe wereldcrisis onvermij-
delijk.”
Zullen wij daarin slagen, of zuilen wij daarin niet sla-
gen, ziedaar de groote quaestie!
Wie deze vraag ontkennend beantwoordt, toont een ge-
brak aan optimisme, dat hem ongeschikt doet zijn voor
onsen benarden tijd, want wij beseffen allen, dat een nieu-
we bedreiging van onze materieele welvaart de tegenstel-
ling tusschen de ,,havegots” en de ,,have-nots” zou ver-
groeten en ons daardoor nog nader zou brengen tot de
versohrikkelijkste aller denkbare ranipen: een wereldoorlog.
Gelukkig mag gezegd worden dat de mogelijkheid om
te slagen althans theoretisch aanwezig is, daar de gevaar-
lijke factoren, waarover ik sprak, niet zoozeer van struc-
tureelen als wel van kuaistmatigen aard zijn. Zij spruiten
niet uit de natuur der dingen zelve voort, maarziju veel
meer het werk van menschen, dat dus ook door menschen-
hand ongedaan gemaakt kan worden.
Daarbij komt, dat vrijwel algemeen wordt ingezien, dat
de moeilijkheden, die ivij ondervinden, voor het meerendeel
voortkomen uit de ondoelmatigheid onzer tegenwoordige
internationale arbeidsverdeeling. In ons modern grootbe-
drjf heeft de ondervinding ons geleerd, dat rationeel pro-
duceeren botcekent: een steeds grootere specialisatie en
een steeds verder doorgevoerde verdeeling van den ‘te ver-
richten arbeid. In onze wereldhuishouding hebben wij de
doelmatige werking van dit systeem echter hoe langer
hoe meerliemoeiljkt door ‘het ‘verkeer van goederen, dien-
sten, mensehen en kapitaal over de grenzen steeds meer
belemmeringen in den weg ‘te leggen. Dat het verminderen
dezer belemmeringen een heel moeilijk werk is, dat in ieder
speciaal geval op liet hef lig ‘verzet van de belanghebben-
den, die de bescherming genieten, stuit ,is in de practijik
voldoende gebleken, doch dit mag geen reden zijn om alle
pogingen om een verbetering op dit gebied ‘tot stand te
brengen, voor hopeloos te vrklaren. De hoofdzaak is, dat
gaandeweg in alle kringen onzer samenleving het besef
doordringt, dat de beste waarborg voor welvaart en vrede
gelegen is in een intensieve internationale samenwerking
op economisch gebied, die aan elke volkshuishouding de

12
Januari
1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29

beste kansen biedt om de rechtmatige vruchten te pluk-
ken van den arbeid, waarvoor zij de meeste geschiktheid
bezit.

De heer Fentener van Vlissingen wijst dan op en-
kele lichtpunten in het autarkisch duister, dat ons

gaandeweg heeft omhuld:

De Vereenigde Staten bleven ook in 1937 consequent
doorgaan met hun ernstig pogen om door middel van bila-terale handeisverdragen tot een ruimer internationaal ban-
deisverkeer te komen. Indien binnenkort een .handelsver-
drag op dit beginsel berustend tusschen de Vereenigde
Staten en Groot-Brittannië mocht tot stand komen, zooals
gehoopt en verwacht wordt, zou dit inderdaad een aan-
zienlijke stap in de goede richting beteekenen.
Niet alleen in de
Tereenigde
Staten en in het Britsehe
Imperium, doch ook in Frankrijk en België, geef€ men zich
hoe langer hoe meer rekenschap van de gevaren, welke
in •den tegenn’oordigeu toestand schuilen, en is men uit
dien hoofde bereid de mogelijkheden om tot een verbete-
ring der internationale economische betrekkingen te komen,
ernstig onder oogen te zien. De opdracht door de regeeringen
van Groot-Brittannië en Frankrijk aan oud-Minister-Pre-
sident Paul van Zeeland verstrekt om voorstellen uit te
werken voor maatregelen, die tot een vermindering der
handelsbelemmeringen en een meer bevredigenden toestand
op monetair gebied zouden kunnen leideu, is daarvan een
uitvloeisel.
Hoewel er vaak niet ten onrechte op gewezen wordt,
dat een bevredigende internationale sameniwerkinig op ecu-
noniisoh gebied niet te verwezenlijken zal zijn, indien de
politieke betrekkingen tusschen de volkeren niet aanzien-
lijk verbeteren, dient daartegenover gesteld
te
worden, dat
de ongunstige politieke sfeer in vele gevallen juist een ge-
volg is van onbevredigende economische omstandigheden en
dat politieke spaisningn gevaarlijker worden naar mate de
economische druk toeneemt. Dat cciii verbetering van de in-
ternationale betrekkingen niet duurzaam kan zijn, indien
zij niet zoowel op politiek als op economisch gebied plaats
heeft, is duidelijik, men kan echter van meen’irig verschillen
omtrent de vraag of mciii het vraagstuk eerst van de poli-
tieke of eerst van de economische zijde moet aanvatten.
Mij wil het voorkomen, dat men, om niet dadelijk met alle
voetangei.s en klemmen, die op het terrein van de uniterna-
tionale politiek verborgen liggen, in aanraking te komen,
het best een toenaderingspogung van den economischen
kan’t zou kunnen wagen.
Hoofddoel zou daarbij volgens mijn nieeuing moeten zijn,
niet zoozeer om in allerlei onderdeelen afdalend nauwkeu-
rig vast te leggen welke maatregelen elk der betrokken
partijen zich verplicht te nemen, maar meer om in prin-
cipe overeen te komen, dat men elkaar over en weer zoo-
veel men daartoe bij machte is, bijstand zal verleenen om
de economische moeilijkheden, die elk der betrokken par-
tijen ondervindt, zoo mogelijk te overbruggen of te ver-
minderen.
Een soort acte van onderlingen cconomischen bijstand
dus, waarbij partijen zich zouden verplichten in voortdu-
rend onderling overleg al die maatregelen te bestndeeren
en vast te leggen, die het beoogde doel zouden kunucin be-
vorderen. Om praktische redenen zou het daarbij aanbe-
veling verdienen, dat de eerste stappen in deze richting
door een beperkt aantal landen, dat hiervoor het meest in
aanmerking komt, zooais bijv. de Vereenigde Staten, Groot-
Brittannië, Fniinkrijk, Duitsohua.nd en Italië, zouden wor-
den ondernomen.
Indien wij ons eens even indenken in de perspectieven,
die een dergelijk economisch pact tussehen deze vijf landen
zon kunnen openen, kunnen wij slechts van harte wen-
schen, dat 1938 ons een dergelijke verrassing zal mogen
brengen.

Het verloop der conjunctuur in Nederland.

Ook in Nederland kwam in de Zde helft van 1937 een
terugsiag op de aanmerkelijke conjunctuurverbe’tering, die
in 1936 inzette. Desondanks blijft de tegeniwoordige econo-
mische toestand gunstig af steken bij dien van de jaren, die
op 1929 volgden en aan 1937 voorafgin’gen. Het veel ge-
smade aanpassingsproces, dat wij voor de devaluatie van
den Gulden doorinaakten, laat niet na thans goede vrireh-
ten af ‘te werpen, daar het mnerendeel onzer bedrijfstakken
voorloopig nog in staat is met succes op •de wereldmarkt
mede te dingen. Dc terugslag in de ontwikkeling van den
vereldhandcil en de val van de prijzen van een groot aan-
tal belangrijke grondstoffen zullen ongetwijfeld ook voor
ons land en voor onze koloniën ongunstige gevolgen heb-
ben. Dit is een reden te meer om groote voorzichtigheid te betrachten op het gebied van ons kositenpeil. De laatst ge-

l)ubliceerde cijfers beti

effende den omvang der werkloos-heid hebben het sein van het spoor, dat naar loonsverhoo-
gingen voert, reeds weer op onveilig gesteld. Het onderbreken van de opgaande lijn onzer conjunctuur
maakt de zorgen omtrent onze staatsfinanciën nog druk-
kender, vooral nu wij in de naaste toekomst voor een zoo
belangrijke stijging onzer defensie-uitgaven staan. De door
de Regeering in verband hiermede aangekondigde verhoo-
ging der belastingen beteekenit een vermeerdering van den
toch reeds veel te zwaren druk, die op het bedrijfsleven
rust. De omzetbelasting, die als tijdelijke crisismaatregel
ten doop werd gebonden, zal nu ,,technisch herzien” wor-den, hetgeen weinig goeds voorspelt voor de kortstondig-
heid van haar levensduur. Wie de waarheid onder de oogen
durft te zien, zal moeten erkennen, dat het tegenwoordig
peil onzer overheidsuitgaven, ondanks de verbetering, die
in onze economisohe positie is ingetreden, boven het ni-
veau der financieele draagkracht onzer voikshuishouding
uitsteekt.
Hoewel gezegd kan worden, dat wij in 1936 en 1937 voor
het eerst sedert 1929 eenigszins op adem zijn gekomen,
leert de in de tw’eede helft van 1937 ungetreden teiugslag
in de conjunetuur ons, dat er nog geenszins aanleiding is
om Hosanna te roepen. Omtrent onze toekomst kunnen
wij alleen dan optimistisoh zijn, indien wij aan de moge-
lijleheid geloo’ven van de totstandkoming binnen niet te
langen tijd eener internationale seiwerking op econo-
misch gebied, welke er in slaagt het algemeen welvaarts-
peil door middel van een meer efficiente internationale
arbeidsverdeeling te verhoogen.

Tenslotte dient volgens den heer Fentener van
Vlissingen vermeld te worden, dat 1937 ons met een
nieuw kabinet als onderdeel van het Regeeringspro-
gram de economische ordening bracht. Spreker merkt
dienaangaande op:

Wat deze ons in de toekomst brengen zal, zullen wij ‘moe-
ten afwachten en de tijd is dan ook nog niet gekomen
om te trachten na te gaan welke de voor- en nadeelen zijn,
die de nieuwe ordening, welke de Regeering voor ons be-
drijfsleven noodig acht, oplevert. Want het allergrootste
belang voor het bedrijfsleven is het echter, dat het zoo
spoedig mogelijk in het
klare
wordt gebracht aangaande
de soort van ordening, die de Regeering maar ook aan-
gaande die, welke de verschillende politieke partijen, welke
zoo luid om ordening roepen, voorstaan. De begrootings-
debatten hebben in deze eenig licht gebracht.
In de moderne economische literatuur wordt onder or-
dening – planning, Plairvirtsehaft, économie dirig6e –
vrijwel zonder uitzondering die ordening verstaan, die
door een centraal overheidsongaan van bovenaf aan de
producenten of zelfs aan de consumenten wordt opgelegd.
Deze ordening beteekent onmiskenbaar een eerte stap op
den weg naar den corporatieveu of naar den solidaristi-
schen staat, en de geleidelijke uitschakeling van het par-
ticuliere initiatief.
Volgens de Memorie van Antwoord op de algemeene be-
sohouivingen omtrent het Xe hoofdstuk der Staatsbegroo-
tinig is dit soort ordening
niet
de ordening, die door onzen
Minister van Economische Zaken beoogd Wordt. Zijne
Excellentie stelt zich op het standpunt, dat ordening, wil
zij haar hoogste af feet sorteeren, door de bedrijfagenooten
zelf ter hand moet weiden genomen en dat de Regeeriiig
daarbij stimulcerend en sanctionneerend dient op te treden.
Dit zou in feite neerkomen op het geven van uitbreiding aan een systeem, dat door tal van producenten reeds ten
tijde, toen de z.g.n. liberalistische hiandelspolitiek hoogtij
vierde, werd toegepast, maar dat toenmajs volstrekt niet
altijd genade vond in de oogen van de Overheid. Uit hetgeen de Minister verder hieromtrent zegt en met name uit de nadere toelichting, door Zijne Excellentie bij
de mondelinge behandeling gegeven, blijkt echter, dat zijn ordening ook een
ander
karakter kan aannemen en wel,
indien het bevorderen van hooger hand niet voldoende
effect sorteert. Dan is hij bereid het ,,und bist Du nicht
willig,
50
brauch ich Gewalt” uit te spreken en dus daar-
mee ook den eersten stap, waarvan ik zooeven sprak, te
zetten.
Voor hen, die in het undividnalistische economische stel-
sel de beste waarborg zien voor een geleidelijke vermeer-
dering onzer majterieele welvaart en een gestadige ver-hooging van ons cultuurpeil, zal de voorkeur, welke de
Minister aan het stelsel van ordening-van-onder-op geeft,
een reden tot blijdschap zijn. Deze blijdsohap wordt welis-
waar getemperd door het op den achtergrond dreigende
alternatief, maar zij kunnen voorloopig blijven hopen, dat
dit slechts bij wijze van stok-achter-de-deur zal worden
gebruikt. Zij zullen er echter wel aan doen niet uit het

30

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12 Januari 1938

oog te:.ver

liezeu, dat de ordeiin-g vainveledr. po1iti,ece
ordenaai;s ‘ten onsent een heel wat minder individu-ai-ii-
tisch karakter -draagt.
Indien dë pol:i-tieke -en econ-o-ini-scjhe constellatie in ons
vaderland er -toe
zou’
lcide-n dat
wij
-aiii{‘ het ordenen gin-
gen in den zin, waarin -dit woord tegenwoordig gewoonlijk
word-t gebezigd, zou -‘het zeker ]loo-dig zijn, dat wij eerst
onze ged-aoh-tnn eens giingcn ordenen omtrent -hetgeen, hoe,
nist wellc-é -doelstelling en door -middel van welke organen
geordend
:
oe-t worden. Op -het oogenblik -bestaat op dit -ge-
bied heel wat -begripsverwarrin.g en wanorde in de ge-
cl ach’teii.

Aan het slot van zijn rede sp

reekt de heer Fentene-r

van Vlissingen de hoop uit, dat de teleurstellende

spoedige terugsiag in de opwaartsche beweging van

de co-ujunctuurlijn ons niet moge ontmoedigen, maar
ons tot leering strekken:

B-ernoed-i’ging kunnen -wij putten nit de overweging, dat
aan cle tegeniwoordige economische constellatie, ofschoon
zij vele ge-varen in zich bergt, -toch veel van de factoren
ontbreken, die er in
1929
-toe bijidroegen om aan de crisi-s
een zoo gevaarlijk karakter -t -ver-leenèn en dat dienten-
gevolge da even-vioh-tsvers-torin-gen geringer van omvang
en gemakkelijker te overwinnen, zullen zijn dan toanmaals.
Aan den anderen kant zullen wij er rekening mee heb-
ben -te honden, dat de richting, waarin de economische po-
litiek zich sedert
1929
keel-t ontwikkeld, afbreuk- heel-t
gedaan aan de -el-ast-ici-toit en -het aanpassingsve-rmogeln van
het bedrijfsleven, dat tengevolge van de- vele autarkisehe-,
s-teun- en conjunetuurbeheerschingsmaaitregelen in vele
geledingen een toeneniende stai–he-id is ga-all vertoonen. Het
enge keurslijf, waarin -gaandeweg productie en distributie
werden gestoken, zullen wij, bedrijfsleider-s, heb-ben -te- aan-
raarden, indien -het -het mIddel blijk-t te- zijn om evenwich-ts-
verstoringen te voorkomen en om ons door een be’heersoh-
te economie een geleidelijke expansie van -he-t bedrijfsleven
en dus een vei-Jioogde welvaart ‘te bezorgen. Blijkt het als
zoodani-g en-deugdelijk, -brengt de -beheersching slechts ver-
star-ring en oontractie en een
kut
st-matig ver’vlakke-n van
de conjunotuurlijn, -zonder nieuwe elementen voor een na-tuurljken en -gezonden opbouw te scheppen, dan zuilen wij
moeten trachten en-s er zoo spoedig mogelijk weer van
te ontdoen. –
Hetgeen op economisch gebied in -de Vereenigde Staten
-in
1937
-plaats greep, moge ons tot groote voorzichtigheid manen. -Ook in ons -land wordt het keurslijf steeds nauwer
aangehaald. Waakzaamheid in di-t dpzioht blijft dus voor
ons, vertegenwoordigers van -het particuliere bed rij-f sleven, –
een dringende noodaakelijkheid.

De dalende wereldprijzen voor caseïne.

Naar men weet, neemt de Nederlandsche productie
van caseine uit ondermelk in den laatsten tijd sterk
toe. Dit staat in verband met de door de Leo de Win-
ter N.V., de N.V. Lijempf te Ldeuwarden en de Snia
Viscosa te Milaan in het leven geroepen ,,Himca” te
Amsterdani (Hollandsche Industrieele Mij. voor Ca-
seïnebereiding), welke de omschakeling van vele zui-

velfabrieken tot caseïnefabriekeri – o.a. door het
middel van overnamecontracten – vergemakkelijkt.
Reeds zijn er gedurende September t/rn. November

1937 naar Italië
237
ton caseïne uit Nederland ver-

zonden, d.w.z. textiel-caseïne, welke voor de vervaar-
diging van de melkwol lanital in dat land wordt
gebezigd. De uitvoer van textiel-caseïne heeft aldus
reeds 38 pOt. van den totalen Nederlandschen es-

seïne-uitvoer (630 ton) en 50 pOt. van de uitvoer-
waarde
(f
311.000) in de genoemde periode- bedragen.
Dat deze ontwikkeling verder gaat, mag men wel
aannemen met het oog op het feit, dat onlangs, in de
mahnd December, een vierde fabriek voor de caseïne-
bereiding in
bedrijf
gekomen is, terwijl waarschijn-
-lijk reeds gedurende de maand Januari 1938 nog zes
bedrijven -geïnstalleerd zullen zijn. Daardoor wordt het mogelijk, dat binnenkort de Nederlandsc-he. ca-
seïneproductie die van Austral-ië èn Nieuw-Zeeland
tezamen zooal niet zal overtreffen, dan toch zal gaan
inhalen.’ Nu Duitschland zijn caieïne-industrie sprong-
gewijs gaat uitbreiden, en wel van– kort geleden
slechts pl.m. 1.000 ton tot nagenoeg 15.000 ton per
jaar, zal Nederland spoedig, op Argentinië, Frank-
rijk, ‘de Vereenigde Staten, Italië en. Duitsc-hland na,

a],sde grootste prodücent op dit ‘gebied kunnen wor-
den beschouwd,
;
erwijl. tot nu. toe Australië met waar-
schijnlijk. 3.000 tp-uof meer per jaar op deze plaats
kwam.

– [ferwijl-. dus een gedeelte van deNederlandsche zui-
velindustrie de zeilen gaat hijscheu -o.m nieuw land
te veroveren, zijn intusschen eenige wolken aan den

hemel verschenen. De wereldprijs voor
normale-
ca-
seine is nl. op de belangrijke mar,bten gedurende de

laatste maanden flink gedaald. Op 23 Maart 1937 no-

teerde te Londen Argentijusche caseïne (duty extra)
niet minder dan £ 59 per ton. Nadat de noteering

maandenlang om de £ 54 géschommeld had en meest-

al boven £ 50 stond en tegen half November jl. nog
steeds £ 48 bedroeg, begon sindsdien een scherpe da-

ling. De prijs was £ 44 op 24 Noveluher- jl., £39 half
December en nog slechts £ 37 aan het eind van het

afgeloopen, jaar. Sedert ht voorjaar 1937 valt dus

een teruggang met meer dan 37 procent van den prijs

te constateeren. – –

Deze daling betreft echter niet de textiel-caseïne, welke meestal voor vaste rekening overal schijnt te
iju voorverkocht, – zoodat moeilijk is na te gaan, op

welke schaal er reeds een aanpassing van het prijs

peil aan dat van het
Argentijnsche
product heeft
plaats gevonden.
Dit

laatste vervult
01)
de wereldmarkt een ge-
wichtige rol, omdat’ ongeveer de helft van den- ge-heelen werelduitvoer voor rekening van Argentinië
komt. Iii dit land vertegenwoordigt. – d caseïne niet

mInder daii 10 pCt. van de waarde van de nationale

zuivel-productie. De Argentijnsche productie blijkt
echter te groot te zijn geworden, zoodat zich intus’
-schen weer voorriTden gevormd hebben, welke – thans
waarschijlijk reeds bijna 5.000 ton
zijnde
een kwart
gedeelte van de Argentijusche jaarlijksche voortbren-
ging bedragen. – Aan den anderen kant weerhôudt de
oorlogstoestand in het Verre Oosten Japan ervan,
om op de gewone schaal caseïne, om, uit Nieuw-Zee-,
land, in te-voerea. Aldus wordt er van twee kanten

een druk op de Londeusche markt uitgeoefend.
Uiteiiaard wordt thans ook Argentijnsche caseïne
elders aangeboden, die anders haar weg naar de Ver-
eenigde Staten vindt, terwijl een ander land, ni.
Duitsc-hland, dat vroeger verreweg de belangrijkste
caseïne-importeur was niet meer dan een derde ge-
deelte van alle op de ivereidmarkten komende caseïne,
tegenwoordig meer en meer een politiek van zelf-
voorziening gaat voeren. –

* *
* –

Hoewel er voorshands een duidelijk verschil te ma-
ken valt tusschen de voor het vervaardigen van
lanital (resp. van. de ,,Casenka” der A.K.U.) be-
stemde caseïne, welke andere installaties vereischt
en een ietwat afwijkende chemische samenstelling
heeft dan de overige soorten caseïne, is een over-
gang van de ééne tot de andere fabricage niet al
te moeilijk. Deze blijft derhalve steeds mogelijk, zoo-dra crisisverschijnselen daartoe nopen.
Evenwel is – echter voorloopig de wereldproductie
van melkwol zeer beperkt en onder de contrôle van
één of twee patenthouderide firma’s. Deze zijn aldus
in staat, om de productie van textiel-caseïne door
de bevriende zuivelondernemingen in overeensteni-
ming te brengen met de vraag naar melkwol, res-
pectievelijk met d hiervoor bestaande pro-ductieca-
paciteit, waarbij ongeveer de maatstaf 33 kg, onder-
melk: één kg lanital geldt.
– De toekomst zal echter moeten leeremi, of de om-
zetting van Nederlandshe zuivelfabrieken in fabrie-
ken voor bepaalde soorten caseïne op den duur niet
zekere -gevaren niet zich zal brengen, en wel juist
vanwege deze afhankelijkheid van een gering aantal
afnemers, die immers hunnerzijds natuurlijk van
wisselende marktfactoren, zooals het stijgen en dalen
van de wolprijzen, het uitvinden van andere synt-he-
-tische vezels, enz. afhankelijk zijn. –

12 Januari 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

31

Ook is het een feit, dat gedurende den laatsten
tijd de groote vraag naar caseïnein het algemeen
in sterke mate verband hièld niet de bewapening,

daar caseïnelijm in den vliegtuigbouw op grond van

bepaalde eigenschtppen veelal gebruikt werd, terwijl
voor de vervaardiging van zekere plastisch massa’s
zooals galalith de in Frankrijk (Charente) gefabri-

ceerde caseïne bijzonder in aanmerking komt.
Het is opmerkelijk, dat de goed gestabiliseerde

Fransche caseïne-industrie zich voorshands afwijzend
toont tegenover de mogelijkheid van omschakeling op

textiel-caseïne. Dit kan misschien slechts een uit-

vloeisel zijn van het bekende Fransche conservati-visme, doch waarschijnlijk speelt ook een zeker in

Frankrijk heerschend scepticisme tegenover de melk-

wol hierbij een rol. Het Fransche product wordt ge-
fabriceerd door middel van een kunstmatig leb-fer-
meut en komt bijv. in Engeland onder de benoe-
ming ,,rennet-caseïne” en in de Vereenigde Staten

als ,,paracaseïne” in den handel, terwijl de meeste
caseïne van andere herkonist (dus ook de Argentijn-
sche) hetzij door een natuurlijk zuurproces, hetzij

door toevoeging van kunstmatige anorganische zure:ri
ontstaat.

Verreweg het grootste gedeelte van de op 70.000 ton geschatte wereldproductie in het jaar 1936 was
van den laatstgenoemden Paard evenals het grootste

percentage van den normalen jaarlijkschen wereld-
uitvoer ten bedrag van 40.000 ton. De krachtig in-
gezette productie van textiel-caseïne in Nederland en
– hoewel in veel mindere mate – ook in Denemar-
ken, beteekent aldus een nieuwe mijlpaal op dit ge-
bied.

De wereldproductie van caseïne in het algemeen,
welke langen tijd vrij stabiel was, begint langzamer-
hand flink te stijgen en wel in verband met de in-
dustrialisatiepogingen in tal van agrarische landen
(Polen, Finland om.). Evenwel schuilt in deze om-
standigheid, dat de wereldproductie van caseïne, die
in 1937 waarschijnlijk 80.000 ton bedroeg, nog steeds
een
stijgende
lijn vertoont ondanks de teruggeloopen
prijzen, uiteraard een groot gevaar, gezien immers de vrij beperkte toepassingsgebieden en de mogelijkheid
van vervanging
bijv.
door caseïne uit soya.boonen
(zie Japan) of zelfs door zekere chemische producten.
Dr.
JAMES RUBJNFELD.

De invloed van het Chineesch-Japansch conflict

op het economisch leven van Japan.

De economische toestand in Japan, welke reeds
voor het uitbreken van het conflict niet China in Juli 1937, groote belangstelling genoot, verdient
thans, vooral in verband met de vraag naar den mo-
gelijken duur van den oorlog, bijzondere aandacht.
De onzekere positie van de vereldconjunctuur en
de heteekenis die China en Japan hiervoor in toe-
nemende mate hadden gekregen, nopen tot het zich
rekenschap geven van de gevolgen van het conflict
voor de economische en financieele positie der beide
betrokken landen.

In dit nummer wordt daarom een aanteekening aan
Japan gewijd, terwijl wij over China in het volgend
nummer een korte beschouwing hopen te plaatsen.

Japan’s economische en financieele positie ver-
toonde hij het uitbreken van de vijandelijkheden met
China reeds eenige zwakke plekken.

De steeds grooter wordende invoeren van grond-
stoffen en halffabrikaten als gevolg van de toene-
mende industrieele ontwikkeling en de activiteit in
de oorlogsindustrieën, met daarnaast de stijgende
grondstoffenprijzen, hadden geleid tot een ongun-
stige ontwikkeling van de handels- en betalingsba-
lans, welke belangrijke goudexporten naar het bui-
tenland, met name naar de Vereenigde Staten, ver-
oorzaakte. De deviezenrestricties, wrelke in Januari
1937 ingesteld waren, werden daarom op 7 Juli aan-
zienlijk verscherpt: de grens waarbinnen betalingen

ndi het buithland môgdn worden gedaan, werd van

30.000 Yen tot 1.000 Yen per maand verlaag&”
De herwaardeering van den goudvoorraad van de
Banken van Japan, Korea en Formosa, met het oog

op die ongunstige handels- en betalingsbalans, lever-
de een winst op van 747 mi1lion Yen, welke de

schatkist ten goede kwam. Van de winst zal 418 mil-
lioen Yen gebruikt worden om een goudfonds te vor-
men, hetwelk ten doel heeft goud aan te koöpen voor
den uitvoer naar het buitenland; 128 millioen Yen

dient om nieuw geproduceerd goud aan te koopen en

de rest zal in staatsobligaties geïnvesteerd worden.

Daarnaast was de situatie op financieel gebied
steeds moeilijker geworden. De steeds grooter wor-

dende uitgaven voor militaire doeleinden en de in-

vesteeringen in Mandsjoerije vergrootten de, tekorten,

zoodat in steeds sterker mate een beroep gedaan moest
worden op de kapitaalmarkt. Onderstaand overzicht’) geeft de uitgaven en ontvangsten van de begrootings-

jaren 1931-1938.

Uitgaven

Ontvangsten
cxci. leeiiingen (In miii. Yen)
1931.-’32
…………
1.336

1.272
1932-’33
…………
1.810

1.246
1933-’34
…………
2.111

1.436
1934-
2
35
…………
2.223

1.342
1935-’36
…………
2.214

1.442
1936-’37
…………
2.311

1.594
1937-
1
38
…………
2.870
2)

2.0422)
1937-’38
…………
5.400)

2.160e)
i)
Alle gegevens zijn ontleend aan de ,,Orientai Eco-
nomis’t”.
2)
Begrootiiiig opgemaalot voor het uitbreken van
het conflict. ‘) Begrooting opgemaakt na het uitbreken
van het conflict.

Omstreeks Juli 1937 waren er in Japan reeds eeni-
ge symptomen van inflatie aanwezig (zie het artikel
,,De ontwikkeling van de Japansche inflatie” in het
Economisch-Statistisch Maandbericht van Juni en
Juli 1937).

In dit verband moet gewezen worden op de zeer
snelle stijging van de groot- en kleinhandelsprijzen
gedurende het voorjaar 1937.
Sanienvattende kan men betreffendp de situati&
voor het uitbreken van het conflict zeggen, dat steeds
sterker de militaire voorbereidingen het economisch
leven gingen beheerschen.
De periode van beperking der militaire uitgaven
(onder leiding van den toenrnaligen Minister van Fi-
nanciën Takahashi) was in 1936 afgeloopen. Welis-
waar bestond er in verschillende kringen groot ver-
zet tegen het verder opdrijven van de militaire uit-
gaven, doch veel invloed had dit niet. Het is duidelijk
dat thans van verzet geen sprake meer is.

* *
*

Er zijn thans voldoende
cijfers
beschikbaar, om zich
een indruk te verschaffen van de ontwikkeling van den economischen toestand in Japan sinds het uit-
breken van het conflict in Juli 1937.
Wij geven allereerst de cijfers betreffende de han-
delsbalans.
(In 1000 Yen).

Invoer

Uitvoer
1935
………………
2.472.236

2.499.073
1936
.

………………2.763.682

2.693.110
Sept.
1936
………………
189.792

243.719
Oct.

1936
………………
187.092

245.260
Nov. 1936
………………
218.050

236.874
Mei

1937
………………
419.975

282260
Juni
1937
………………
380.311

281.116
Juh

1937
………………
359.398

282.307
Aug. 1937
………………
303.008′)

250.227
Sept.
1937
………………
262.872
1)

292.217
Oct.

1937
………………
273.000′)
2)
303.0002)

Nov. 1937
………………
253.000′)
2)
307.000
2)

1)
Onvolledige cijfers.
2)
Voorionpige cijfers.

Hoewel de invoer zeer sterk teruggeloopen is, mag
dit toch niet geheel op rekening van de maatregelen

32

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12 Januari 1938
tot regeling van den huitenlaidschen handel gesteld

worden. Hierbij zijn ook seizoensfactoren in het spel;

vergeleken met een jaar terug is de uitvoer nog be-
langrijk gestegen. Verder worden een aantal artikelen

(o.a. ijzer, staal, automebielen, machines) niet meer

in de statistiek vermeld. Hun gezamenlijke invoer-

waarde bedroeg in Juli 1937, toen ze voor den laat-
sten keer vermeld werden, ruim / deel van cle totale
invoerwaarde; over het geheele jaar 1936 daarentegen

slechts 12 pOt. Opmerkelijk is verder, dat de uitvoer
zich eveneens goed handhaaft. Daar echter ook de

iiiiport van verschillende belangrijke grondstoffen,

o.a. katoen, beperkt is, zal op den duur hier een rea-
tie ontstaan. Bij het begin Van. het conflict bestoncl.m

groote voorraden van verschillende uitvocrartikelen.

Over het tijdvak van 1 Januari tot 1 December
1937 is het invoersurplus opgeloopen tot niet minder

dan 646 millioen Yen (in werkelijkheid nog hooger,

zie bovenstaande opmerking), hetgeen een stijging is

van 379 pOt. vergeleken met de overeenkomstige pe-
riode in 1936. De stijging van het invoersurplus is

aanleiding geweest tot het beperken ( c.q. verbieden)

van den invoer.

Deze maatregelen betreffen:
Artikelen waarvan de import zooveel als moge-

lijk verminderd moet worden (katoen, wol, hout).
Artikelen, die practisch niet ingevoerd mogen
worden (,,non-essential-goods”).

Ook bestaat voor een aantal artikelen een uitvoer-

verbod.
De handel met China is zeer sterk ingekrompen:

(In 1000 Yen).
Uitvoer Invoer
Juli
1936

. . . …..
10.288
Juli
1936

……..
11.299
Aug.
1936

……..
12.167
Aug.
1936

……..
10.019
Sept.
1936

……..
15.181
Sept.
1936

……..
12.986
Juli
1937

……..
18.541
Juli
1937

……..
13.009
Aug.
1937

……..
3.181
Aug.
1937

……..
10.479
Sept.
1937

……..
4.032
Sept.
1937

……..
4.309

Met uitzondering van suiker is de invoer uit Na-

derlandsch-Indië, in vergelijking met 1936, niet on-
belangrijk toegenomen. Dit blijkt uit de volgende

cijfers:
Invoer (in 1000 Yen).
Juli
1936

…………..
7.847
Aug.
1936

…………..
8.89.7
Sept.
1936

…………..
10.114
J
u
li
1937

…………..
14.499
Aug.
1937

…………..
10.362
Sept.
1.937

…………..
14.041

* *
*

Op financieel gebied had uiteraard een verderen
achteruitgang van Japan’s positie plaats. De kosten
van het conflict bedroegen tot en met half September 2.559.900.000 Yen, hetgeen de totale kosten van den Russisch-Japan schen oorlog reeds overtreft. Hiervan
wordt 2.400 millioen Yen door obligatie-uitgif te ge-
financierd. Daar de plaatsing van obligaties door de
Bank van Japan in de laatste maanden onvoldoende

verliep, heeft men ovreenkotnsten getroffen met ban-
ken,spaarkassen, levensverzekeringmaatschappijen en

industrieele ondernerninen, waarbij deze zich ver-
plichten hun beschikbare middelen grootendeels in
staatsobligaties te beleggen.

Vöôrts is een deel der obligaties ook thans bij de
Bank van Japan ondergebracht, welke daartegen de

regéering crediët verleend. Deze Bank zal de obliga-
ties plaatsen, naarmate de positie van de markt tde-

laat. De particuliere bauken bezitten reeds zeer groo-
te portefeuilles staatsohligaties.

De hiljettencirculatie vertoont onder invloed van

deze maatregelen een verdere stijging.
De prijzen, welke aanvankelijk tot stilstand sche-

nen te zijn gekomen, stijgen thans weer opnieuw,

hetgeen tegen den achtergrond van de prijsdalingen
in ândere landen weinig gunstig genoemd kan worden.

De prijzen van de
belangrijkste
levensmiddelen wor-
clan thans scheiT gecontroleerd.

Een en ander blijkt uit onderstaande tabel:

Index van groot-
Index van kosten
Bankbiljetten
handeisprijzen van levens-
Einde
van de
circulatie
Jan.
1913= 100
onderhoud
maand (jaar)
(in 1000 Yen)
Gemiddelde
Juli
1914
=
100
1934 .
.
1.627.349
165.2
174
1935 .
.
1.766.555 175.4
181
1936
. .
1.865.703
.

186.0
185
Aug.
1936
. .
1.474.770
186.7
185
Sept.
1936 .
.
1.423.325
187.4
186
Oct.
1936
. .
1.452.967
189.2-
184
April
1937

. .
1.592.548
226.7
192
Juli
1937
. .
1.579.961 221.5
194
Aug.
1937
. .
1.660.103
219.7 194
Sept.
1937
. .
1.708.657 221.6
195
Oct.
1937
. .
1.786.644
226.9
195

De groote finaucieele hehoeften van den Staat heeft
een verder ingrijpen ep de emissiemarkt tengevolge
gehad. Deze is gereserveerd voor Staatsobligaties en voor de financiering van de verschillende oorlogsin-

dustrieën.

Men kan dan ook zeggen, dat de regeering de in-
vesteeringen thans geheel beheerscht;. terwijl ook in
den handel en de scheepvaart zeer ver ingegrepen is.
Uit dit alles blijkt, dat Japan de maatregelen treft
die het -geheele volk op een langdurigen oorlog moe-
ten
voorbeïeiden.
Zelfs wanneer men aanneemt, dat

Japan conflicten met andere landen weet te vermij-
den en zich niet tot doel stelt, geheel China te on-
derwerpen, dan zal toch een duur militair apparaat
in China gehandhaafd moeten worden. Of Japan dit
economisch zal kunnen bolwerken is een vraag, die
moeilijk te beantwoorden is. De ervaringen met Italië hebben geleerd, hoe groote reserves nog bestaan, o.a.
in de behoeftebevrediging van de bevolking. Doch de
levensstandaard in Japan is reeds zeer laag, zoodat
hier weinig reserve in schuilt. Waarschijnlijk is dit
ook een van de redenen waarom de regeering geen
belangrijke belastingverhooging wil invoeren. Recente

rapporten betreffende de militaire keuringen zouden
gewezen hebben op den slechten gezondheidstoestand
van de Japansche bevolking.

AANVOER VAN GRANEN.
(In tons van 1000 kg.)

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

Artikelen
1-8
Jan.
Sedert
Overeenk.
1-8
Jan.
Sedert
Overeenk
1938
I37
1938
1Jan.
1938
tijdvak
1937 1938
1Jan.
1938
tijdvak
1937

Tarwe

……………
37.587
37.587 39.701


292 37.587 39.993 2.635 2.635
11.715



2.635
11.715
450 450 350
– –

450
350
Maïs………………
24.105
12.135
5.221
5.221
2.850 29.326
14.985

Rogge

……………….
Boekweit ………………

8.756 8.756
13.533
470
470
1.479
9.226
15.012
Gerst

………………
Haver

…………….

24.
.105

8.646 5.298
406 406 508
9.052
5.806 Lijnzaad

……………
8
..646
2.190
2.190 4.359
7.623
7.623
5.502
9.813 9.861
2.450 2.450
1.350



2.450 1.350
Lijokoek

……………
Tarweeel

………….
m
672 672
.

1.230
800 800
180
1.472
1.410
Andere meelsoorten
1.080 1.080
2.056
75 75

1.155
2.056

12 Januari 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

33

De zkhtbare suikervoorraden in de wereld.
De zichtbare voorraden per 1 Dec. zijn volgens C. Czarnikow:
In tons

1937

1936

1935

Duitschiand …………..
1.467.000
1.352.000
1.310.000

Tsjecho-Slowakije

……..
643.000
599.000
490.000

Frankrijk …………….
707.000
724.000
863.000

Nederland…………….
240.000 265.000 292.000

België

………………
210.000
198.000
204.000

Hongarije…………….
119.000
130.000
115.000

Polen

………………
462.000
400.000
408.000

U.K. Geïmp. suiker

……
296.000 239.000
232.000

Binneni.

,…….
170.000
123.000
114.000

Europa……..
4.314.000
4.030.000 4.037.000

V.S. Alle havens

……..
192.000
223.000 352.000

Cubaansche havens

……
269.000
206.000
329.000

(juba binnenland……….
539.000
348.000 532.000

Java ………………..
667.000
724.000
1.272.000

Totaal……
5.981.000
5.531.000′
6.522.000


INGEZONDEN STUKKEN.
FALSIFICATIE VAN WAARDEPAPIER.

Jhr. Mr.
G.
Beelaerts van Biokland schrijft ons:
In een lelangwekkend artikel getiteld: ,,Effecten-

papier en falsificaties” van de hand van Mr.
F.
J.

Brevet, geplaatst in Economisch-Statistische Berich-

ten van 15 December 1937, wordt medegedeeld, dat
de gebeurtenissen op economisch gebied secert 1930
zoozeer de aandacht in beslag hadden genomen, dat

sedertdien niet meer gesproken werd over een con-
ventie ter bestrijding van cle falsificatie van waarde-

papieren.
Het zij mij vergund deze mededeeling aan te vullen
en VOOr zoover noodig te rectificeeren. De voorberei-

ding van bedoelde conventie heeft ni. in langzaam
tempo voortgang: gevonden. In 1930 is een vragenlijst
aan de Regeeringen toegezonden. De antwoorden op

die vragenlijst zijn door het financieel comité van dan Volkenbond besproken, waarbij dit comité tot de con-
elusie kwam, dat een ontwerp-verdrag door een juris-

ten-comité moest worden opgesteld Dit juristen-
comité werd in Mei 1937 door den Raad van den Vol-
kenbond benoemd en kon in November aan den Raad
rapport uitbrengen (document O.542.M.379.1937),
waarbij een ontwerp werd overgelegd.
lIet juristen-comité heeft besloten, gezien de groote
overeenkomst die het vraagstuk van de vervalsching

vart waardepapier met dat van geldvervalsching ver-toont, geen nieiw verdrag op te stellen, doch te vol-
staan met de opstelling van een additioneel Protocol
hij het Verdrag ter bestrijding der valsche munterij
van 20 April 1920. Dit Protocol van 4 artikelen ge-

volgd door een interpretatie en een facultatieve ver-

klariisg bevat het volgende:
De waardepapieren, welke in het Protocol worden

bedoeld, zijn in artikel
1
gedefinieerd. Deze definitie
omvat slechts die waardepapieren waarvan de ver-
val schi ng geregeld voorkomt, zooais waardepapieren
uitgegeven door staten, openbare lichamen en groote
ondernemingen, ehèques (in het bijzonder reischèques)
en credietbrieven.
Artikel
II
verklaart de bepalingen van het eerste
doel van het Verdrag tot bestrijding der valsche mun-
terij, op enkele uitzonderingen na, toepasselijk op de
bovengenoemde waardepapieren.
Artikel
III
bepaalt, dat de vervalschte
of
valsche

waardepapieren en de toestellen voor hun vervaardi-
ging in ieder geval moeten worden in beslag genomen
en verbeurd verklaard, doch dat de mogelijkheid be-
staat ze, voorzoover ze niet als stuk van overtuiging
bewaard moeten worden, na verbeurdverklaring aan
(Ie betrokken overheid of instelling, op hun verzoek,
tei’ hand te stellen.
De uitbreiding van de werkkring der bij het Ver-
drag ter bestrijding der valsche munterij ingestelde
centrale bureaux tot de bestrijding van de falsificatie van waardepapieren is in artikel IV geregeld.
De aan het Protocol toegevoegde interpretatie dient
om zekere moeilijkheden bij de uitbreiding van de
toepassing van de bepalingen van het Verdrag ter

bestrijding van de valsche munterij te voorkomen, ter-
wijL (Ie facultatieve verklaring mogelijk maakt de fal-
sificatie van waardepapier tot een uitleveringsmis

drijf te stempelen.
Thans zal de Raad in de a.s. Januarizitting van het
ontwerp kennis nemen waarna de verschillende Re-

geeringen het zullen moeten bestudeeren. Dat zal
wederom tijd vorderen, maar het werk heeft voort-

gang.
Nu
het ontwerp er eenmaal is zal de tot stand-
koming van het Protocol niet zoo heel lang meer op

zich doen wachten.

STATISTIEKEN.
BANKDISCONTO’S.
Gewijzigd: Oslo van 4 op 3/ op 5 Jan. ’38. De overige
bankdisconto’s bleven onveranderd.

OPEN MARKT.

1937138

11
1937
11
1936
II
1914

8

1

318

1
27131
1
20124
11

4/9

11
6111
11
20/24
Jan.

Jan.
1
Dec.
1
Dec.

Jan.

Jan.

Juli

Amsterdam
Partic. disc.
11
4

11
4

11
4

114
9116_1l11e
21_7/
31/s-8hs
Prolong.
1
12

12

1
12

12
1-
1
14
214-3
21/
4
5/
4

Londen
Daggeid
1
12-1

‘/,-1

1
I8-2

1
12-1
‘!,’l
‘Is-1
1314-2
Partic. disc.
17
/31_
9116

17
I33
9116

116116

5
18_
U
116
17
132-
9
11e
‘(is
4114_114

Berlijn
Daggeld
.
21-3
1
1

2
7
1-351

21/a-33I


2
1
1-3
1
1
2-3

Maandetd
2
3
14-3

2
3
14-3

2314-3


2
3
143
1
1
2

3-112

Part, disc.
2
7
18

2
7
1

2718


3 3
2
1
1
-1
12
Warenw.
.
411

4_11

4_11


4_1/
4_11
4

New
York
Daggeld
t
)
1

1

1

1
1
314
121-2112
Partic.disc.1
l,2

1

1
1

11
11
4
_113

31

1)
Koers van
8Jan. en daaraan voorafgaande weken tjm. Vrij
ag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN
NEDERLAND.

Data
Neiv
York
)
Londen
5)

Berlijn
)
Parijs
)
Brussel
)
Batavia
1)

4 Jan. 1938
1.79%
8.98%
774
6.10
I
100%
5

,,

1938
1.79%
8.98%
72.35
6.10
30.47
100%
6

,,

1938
1.79%
8.98k
72.34 6.09%
30.48
100%
7

,,

1938
1.79%
8.98%
7 2.3 5
6.09%
30.484
100%
8

,,

1938
1.795
8.98%
72.37
6.09%
30.485
100%
10

,,

1938 1.79%
8.98
72.39 6.09%
30.49
100%
Laagste d.w’)
1.79%
8.97% 72.20
6.08
30.44
100
Hoogste d.w’)
1.79%
8.98% 72.40 6.10%
30.50
100%
Muntpariteit
1.469
12.1071
59.263
9.747
24.906
100

Data
Zwit-
serland
Weenen
Praat’
Boeka-
Milaan
Madrid
‘T
rest
1)
)
*4)

4 Jan.
1938
41.50

(5.30



5

1938
41.56

6.30

– –
6

,,

1938
41.57

6.30

.–

7

1938
41.59

6.30



8

,,

1938
41.59

6.30


10

1938
41.57
34._
6.30
1.34
9.46′

Laagste d.w’)
41.52

6.29

9.40

Hoogste d.w’)
41.61
34.-
6.33
1.34
9.50

Muntpariteit
48.003
35.007
7.371
1.488 13.ô94
48.52

Data
1
Stock-
1
Kopen-I
slo)
Hel-
sing-
1
i
Buenos-
i
Mon-
holm)
sagen
)I
i

,
i

Aires’)

1
treal
1)

4 Jan. 1938
46.324 40.124
45.15
3.97
52%
1.79%
5

1938
46.324
40.124 45.15
3.97
52%
1.79%
6

1938
46.325 40.10
45.15
3.97
52%
1.79%
7

1938
46.30
40.10
45.13
3.97
52%
1.79%
8

1938
46.324 40.10
45.15
3.97
52%
1.79%
10

,,

1938
46.30
40.10
45.15
3.974
52%
1.79%
Laagste d.w’)
46.25
40.05
45.074
3.95
52%
1.79%
Hoogste d.w’j
46.35
40.15
45.20
4.-
53
1.79%
Muntpariteit
66.671 66.671
66.671
6.266
95%
2.1878

*)
Noteering te Amsterdam.
•’)
Not, te Rotterdam.
‘)
Part. opgave.
In ‘t iste
of
2de No. van iedere maand komt een
overzicht
Voor VS ii
een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW
YORK. (Cable).

Data
1(

4)
l($;;io6fr.)I($11.ioöMk.)l($ji.;oogid.)

4 Jan.

19381
5,00%
3,39%
40,32
.55,70
5

,,

1938
5,00
3,391/
2

40,30 55,67%
6

,,

1938
4,99% 3,39%
40,29
55,66
7

,,

1938
5,00%
3,3934
40,30
55,68
8

,,

1938
5,00%
3,39%
40,32ç
55,71
10

,,

1938
5,00% 3,39%
40,33
55,71%

11
Jan.

1937
4,91
3
1
4,67
40,24 54,76
kluntpariteit..
4,86
3,90% 23,81%
40%

34

$

GROOTHANDELSPRIJZEN VAN BELANGRIJKE VOEDINGS-_EN
GENOT
.

.
:j
t

GERST
65/6 kg
MAIS 1

);
R000E
TARWE

/ ‘
/.
;
BURMARIJST
.
BOTER per kg.

.
KAAS
rEdammer
EIEREN
=
..”
.J
russische
Rotterdam per 2000 kg
__________


74kg Russi
,

J
‘Rotterdam
Per 100 kg
«.’.

-.
Loonzein
4AIkmaar
Oeni

nol
.
Uffing
Zb1

15
s
B.

Pl

•1

v
scne

ioco

T
Rotterdam
t
,
t
1′


RangoonjBassein

.
Leeuwar-
.
der Comm


F b k
rermlJn
Roermon
T

••
:.
La Plata
La Plata
1)

v. 5 Jan. f1.
_
‘Rottani
per2000 kg.
noip
1 of 2 mnd.
per 100

g.

of
mnd.
Locoprijs
HerINed.Ct.lt.Not.

Noteering
Zuve!
Centr.
gang exp
per 50 kg.
I® St

/
%
f
%
•1.
%
t
%

.f
%
1
%’f
%
sh.
1
%
f

*

1927!
37
110,2
17150
89,3

1
,
76,—
87,1
12,47
5

102,5

13,82
5

110,1
14;75 109;3
6,83
104,5
1113
1
14
2;03
98,4

43,30
95,0
7,96
99,
.

1928

228,50
106,2
208,50
108,6

226,
111,9
13,15
108,1

12,57
5

100,1
13,47
5

99,9
6,43
98,4
10!7/4

Y2,41
102,3

48,05
105,4
7,99
99,
1929
179,75

196»-
102,1

204,-
101,0 10,87
5

89,4

11,27
5

89,8
1225,
90,8 6,34
97,0
1016
•2;05
99,4

45,40 99,6
8,11
101,
l93O
z
lll75
52,O
(49,9

il8,5O

61,7

13615
‘67,7
6,225 51,2

8,27
5

-65,9
9,67
5

71,7
5,09
77,9
8/5
l,66
80,5

‘-
38,45
84,4
6,72
83,
66
l93l
1932
u
107,25 78;25
40,8
84,50
‘41,8
38,2
4,55
4,65 37,4
37,0

5,55 5,22
5

41,1
38,7 3,09 2,59
47,3 39,6
516
5111j2
1,34
0,94

‘.45,6
64,9

31,30
22,70
68,7
-49,8
‘.5,35
4,14
51:
:

100,75
46,8
12,-
37,5 77,25
4,62
5

38,0

4,70
37,4
– .
11933
0
70,-
32,5
•60,75
31,6 68,50
33,9
3,55
29,3

3,75 29,9
5,025
37,2
1,84
28;2
:41512

0,61
29,6
096
20,20
-,44,3
3,71
46:
.

1934
0
75,75
35,2
64,75
33,7 70,75 35,0
3,32
5

27,3

3,25
25,9
3,67
5

27,3
1,74
26,6
.47314

0,45
21,8
1,-
18,70
41,0 3,45
43:
1935
68,-
31,6
56,-1
29,2 61,25 30,3
3;07
5

25,3

3,87
5

30,9
4,12
5

30,6
2,07
31,7
5(812 0,49


23,7
0,99′
14,85
.
32,6

3,20
39 1936
-.
86,-
40,0
74,50
38,8
74,-
36,6
4,27
5

35,1

5,75 45,8
6,27
5

46,5 2,19 33,5
517
1
1
2

0,58
28,1
0,885
17,55
38,5 3,50
4,
.

1937
0
137,75
64,0
105,75 55,1

III,-
55,0 8,95
73,6

8,02
5

63,9
8,92
5

66,2
2,70
41,3
61-
0,8
37,9
0,67
19,75
43,3 3,96
49

Jan.

1937

61,4
99,75
52,0
97,50
48,3
7,975

65,5

8,07
5

64,3
8,40
62,3
274
41,9
611
1
!2
0,66
32,0
0,85
17,07
5

37,5 3,45
43
Febr.

,,
129,-
60,0
102,-
53,1

100,50
49,8 8,72
5

71,7

7,92
5

63,1
8,25
61,1
262
40,1
5J10ij4
0,69 33,4 0,80
18,75
41,1 3,81
47,
Maart

,,
i

61,8
104,25
54,3

106,-
52,5 9,02
5

74,2

8,72
5

69,5
9,15 67,8
2,57 39,3
519
4

068
33,0 0,80
18,82
5

41,3 3,86
48
April
.
149,75
69,6
110,75
57,7

115,-
56,9
10,-
82,2

9,40
74,9
10,175
75,4
2,72
41,6
6/I4
0,69 33,4
0,80
16,45
36,1
305
38
Mei
146,50
67,2
107,-
55,7

1
10,-
54,5
10,-
82,2

8,92
5

71,1
9,72
5

72,1
2,64 40,4
5/1012
0,71
34,5
0,72
5

17,32
5

38,0
2,89
36:
37
Juni

,,
Juli
z
14875
149
1
25.
69,2 69,4
99,-
10825

51,6

105,-

56,4

III,-
52,0 55,0
10,15
9,85
83,4 81,0

9,575

7,52
5

59,9 68,3

8,95
9,975

66,3 73,9
2,63 2,68
40,3
41,0
5110
1
14
5111114

0,74
077
35,9
37,4
0,70 0,68
19,82
5

20,15
43,5
44,2 2,98
3,74
4
Aug.

,
u
136,50
63,5
106,50
55,5

1
12,-
55,4
9,30
76,4

7,825 62,3
9,22
5

68,4 2,86
43,8
614

0,78
37,9
064
21,50
47,2
3,84
47
Sept.

,
0
129,50
60,2
107,-
55,7
22,-
60,4
9,225
75,8

7,55
60,1
8,525
63,2 2,96
45,3
617
0,85
41,3 0,52
5

21,-
46,1
4,69
58
1

Oct.
136,25
63,3
109,–
56,8

114,75
56,8
8,57
5

70,5

7,62
5

60,7
8,50 63,0
2,96 45,3
61711
4

1
,-
48,5 0,42
23,

50,5
4,99
62
Nov.

.
133,50
62,1
106,25
55,3

1
16,-
57,4
7,225 59,4

7,10
56,5
8,125
60,2
253
38,7
51711
2

0,96 46,6 0,46
22,20
48,7
4,99
62
Dec.
130,25
60,6
1 10,-
57,3

120,75
59,8
730
60,0

7,05
56,1
.
8,025
59,5
2,43 37,2
515
0,84
40,8
0,60
20,80
45,6 5,24
65:
28 Dec.-4Jan.
133,50
62,1
116,25
60,5

132,-
65,4 7,42
5

61,0

7,25
57,7 8,10 60,0
2,41
36,9
5/4
1
12
0,83
40,3
0,60
20,50
45,0
5,15
64
4-11 Jan. ’38
138,50
64,4
116,-
60,4

137,-
67,8
7,67
5

63,1

7,475

59,5
8,60 63,8
2,36
36,1
513
0,80 38,8 0,60
21,25
46,6
4,40
54

JUTE
KATOEN
AUSTRALISCHE WOL
JAPAN. ZIJDE
RIJBBER
.
First Marks’
olie gekamd; loco Bradford per 1h.
131
14
Dernier
Stand. Ribbed
Middling Iipland Super Fine C.P. Crossbred Colonial Carded 50’s Av.
erino 64 s Av.
.
.
c.Lf. Londen
perEng.
loco
New York per Ib.

]
Heri.Ned.Ct.1

Oomra
Liverpool per Ib.
wit Or. D.te
New York per 1h.
Smoked Sheeb
loco Londen p. 1
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Not.
Herl.Ned.Ct.
1
Herl.Ned.Ct.
1
Nt
Herl.Ned.Ct.
ït
I
N

1
%
£
cts.
%
3cts.
cts.
%

pence
cts.
%
pence
cts.
%
pence
f
%
8
cts.
%
pen
1927
462,38
103,4
36.101-
43,8
93,1
17,60
36,7
102,1
7,27 133,8
96,8
26,50
244,9
104,8
48,50
13,55 105,8
5,44
93
140,2
I8,
1928
0
445,89
104,2 36.16111
49,8
105,8
20,-
37,9
105,5
7,51
153,8

111,2
30,50
259,7
111,1
51,50
12,60
98,4
5,07
54
81,4
10,
1929
X
395,49 92,4
32.1413
47,6
101,1
19,10
33,2
92,4 6,59
127,2
92,0
25,25
196,5
84,1
39,-
12,28
95,9
4,93
52
78,4
10,
1930
<
257,97
60,3
21.619
33,6
71,4
13,50
19,7
54,8
3,92
81,9
59,2
16,25 134,8
57,7
26,75
8,50
66,4
3,42
30
45,2
5,1
.

1931
192,15
44,9
17.117
21,1
44,8
8,50
20,1
55,9 4,28
60,9
44,0
13,-.
109,0
46,6
23,25
5,97
46,6
2,40
15
22,6
3,1
1932
Z

146,86
34,3
16.181-
15,9
33,8
6,40
19,5
54,3
5,39
42,5
30,7
11,75
79,7
34,1
22,-
3,87
30,2
1,56
12
II
18,1
3,
1933
1934
128,63
30,1 15.1212 17,4
37,0
8,70
16,8

46,8
4,91
48,9 51,4
35,4
14,25
96,9 41,5
28,25
3,21
25,1
1,61
19
16,6
28,6

3,
6,
1935
ç
52
115,65 134,52
27,1
31,4
15.919
18.1118
18,3 17,6
38,9
37,4
12,30 11,90 13,6
17,7
37,8
49,3
4,37 5,87
42,2
37,2 30,5
16,50
14,-
95,8 84,5 41,0
36,2
30,75
28,-
1,92 2,41
15,0 18,8 1,29
1,63
18
27,1
6,
1936
14261
33,3
18.618
19,0
40,4
12,10
18,2
50,7 5,60
54,3
39,3
16,75 108,6
46,5
33,50
2,71
21,2
1,73
25
37,7
7,
1937
183,46
42,9
20.814
20,8
44,2
11,44
20,0
55,7 5,34
89,0
64,4
23,75
132,7
56,8
35,50 3,30 25,8
1,86
5

36
54,3

Jan.

1937
<
166,88
39,0
18.1216
23,7
50,4
13,-
22,0
61,2 5,88
88,2
63,8
23,75
141,9
60,7
38,-
3,92
30,6 2,145
38
57,3

Febr.


Maart
Z
169,23
39,5
18.1812
24,0 51,0
13,15
21,8
60,7
5,85
85,6
61,9
23,-.
133,6
57,2
35,75
3,53 27,6
1,93
40 44
60,3 66,3
10,
174,86
40,9
19.911
26,6 56,5
55,2
14,45 14,35
23,3
23,1
64,8 64,3
6,25
6,16
88,6
96,5
64,1
69,8
23,75
25,75
138,9 144,9
59,4
62,0 37,25 38,75
3,59
3,56
28,0 27,8
1,96 1,95
44
66,3
12,
III
April
Mei
189,96
201,20
44,4
47,0
21.313 22.716
26,0 24,3
51,6
13,35
22,7
63,2
6,04
97,4
70,4 26,
142,9
61,1
38,25
3,25
25,4
1,78
5

38
57,3
10,
Juni
186,90
43,7
20.1617
22,9 48,6
12,60
22,3
62,1
5,96
95,6
69,1
25,50
140,2
60,0
37,50
3,28
25,6
1,805
36
34
54,3
9,1
Juli
Aug.

.
l_
CI’
189,87
188,67
44,4
44,1
21.1/3 20.1716
22,4
18,8
47,6 39,9
12,32
10,35
21,5
19,6
59,8
54,5
5,71
5,19
95,8 98,9
69,3 71,5
25,50
26,25
142,2
145,0
60,8
62,0
37,75 38,50
3,42 3,30
26,7 25,8
1,885
1,82
33 34
51,3
49,7
9,1 8,1
Sept.

,,
Oct.
186,01
.43,5
20.1413
16,3
34,6
9,-
17,4
48,4
43,1
4,64
4,15
94,1
83,6
68,1
60,5
25,25
22,50
131,3
117,7
56,2
50,4
35,-
31,50 3,19 3,02
24,9
23,6
1,16
1,67
30
51,3 45,2
9,- 8,-
Nov.
188,16
185,91
44,0
43,4
20.1918
20.12110
15,2 14,4
32,3
30,6
8,42
7,99
15,5
15,2
42,3 4,04 74,6 54,0
20,-
103,9
44,5 27,75 2,86
22,3
1,585
27
40,7
7,1
Dec.

,,
173,86
40,6
19.71- 14,9
31,6
8,28
15,5 43,1
4,15
69,5
50,3
18,50
110,1
47,1
29,50
2,71
21,2
1,505
28
42,2
7,
28 Dec.-4Jan.
167,23
39,1
18.1216
15,1
32,1
8,38
15,4
42,9
4,12
71,1
51,4
19,-
112,3
48,1
30,-
2,69 21,0
1,49
5

26 39,2
6,1
4-11 Jan. ’38
166,18
38,8
18.101-
15,6
33,1
8,69
15,9
44,2 4,25
69,2
50,0
18,50 105,7
45,2
28,25 2,60 20,3
1,45
26 39,2
7,

– .



KOPER
LOOD
T
N

I
1JZEI
GIETERIJ-IJZER
ZINK
ZILVER
Standaard gem. prompt en
co d
Cleveland No. 3
(Lux III)
gem. prompt en cash Londen

.
Loco Londen 1ev. 3 maanden
r

g.
franco Middlesb.
per Eng. ton
1ev. 3 maanden
per Standard
.
per Eng. ton
Londen perEng.ton
per Eng. ton
f.o.b. Antwerpen
Londen p. Eng. ton
Ounce

HerIjNed.Ct.1
Not.
Herl.Ned.Ct.1
Not.
Herl.Ned.Ct.j
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.
No

1


1

%
£
f
%
£
f
%
sh.
f
%
5h.
f
%
£
cts.
%
pen
1927
.
675,10 85,9
55.13111
295,75
106,5
24811
3503,60
120,6
289.115
44,10
104,7
7219
39,10 98,9
6416
345,40
108,8
289111

132
101,5
26′
1928
771,20
98,1
63.1419
256,15 92,2
21.314
2749,50
94,6
227.418
39,85
94,6
65110
37,90 95,9
6218
305,75
96,4
25.515
135
103,8
26
3
1929
912,55
116,1
75.917
281,10
101,2
23.4(11
2465,65
84,8
203.18
1
10
42,45
100,8
7013
41,55
105,1
6819
300,80
94,8
24.1718
123
94,6
24
7

1930
661,10
84,1
54.1317
218,70
78,8
18.115
1716,20
59,1
141.19/1
40,50
96,1
67/-
35,95 91,0
5916
203,55
64,1
16.16/9
89
68,5
1711
.

1931
431,85
54,9
38.719
146,60
52,8
13.-/7
1332,55
45,9
118911
33,-
78,3
5818
28,90
73,1
5115
140,05
44,1
12.8111
69
53,1
145
1932
275,75
35,1
31.1418
104,66
37,7
12-19
1181,30
40,6
135.18110
25,40
60,3
5816
22,20 56,2
5111
118,95
37,5
13.13110
64 49,2
17L
1933
268,46
34,1
32.1114
97,25
35,0
11.1611
1603,50
55,2
194.11/11
25,55
60,6
62/-
21,-
53,1
511-
129,83
40,9
15.14111
62
47,7
1811
1934
<
226,80
28,8
30.615
82,65
29,8
1111-
1723,15
59,3
230.715
25,-
59,3
66111
20,25 51,2
5411
.
103,05
32,5
13.1516
66 50,8
21’l
1935

230,95
29,4
31.1811
103,46
37,2
14.518
1634,25
56,2
225.1415
24,70
58,6
6812
20,25
51,2
561- 102,65
32,3
14.316
87
66,9
28″
1936
z
298,75
38,0
38.811
137,15
49,4
17.1217
1592,-
54,8
204.1218
28,40
67,4
73/-
22,40 56,7
5717
116,55
36,7
14.1917
65
50,0
20!j
1937
1&
488,55
62,1
54.813
208,95
75;3
23.516
2176,70
74,9
242.7/10
41,30
98,0
91111
47,10
119,2
10511
199,80
63,0
22.4/4
75
57,7
20’j

Jan.

1936
253,-
32,2
34.14111
112,50
40,5
15.8111
1528,35
52,6
209.1819
25,50
60,5
701-
20,10
50,9
5512
106,30
33,5
14.1211
61
46,9
20
1
j
Febr.
25735
327
35.7/-
117,05
42,2
16.118
1508,85
51,9
207.512
25,50
60,5
701-
20.10 50,9
5512
111,10
35,0
15.512
60
46,2
19
7
,
Maart
262,25 33,4
36.116
121,30
43,7
16.1319
1551,15
53,4
213.713
25,45 60,4
701-
20,10
50,9
5513
116,95
36,9
16.119
60 46,2
I9j
April
,
269,45 34,3
37.-13
117,70
42,4
16.314
1524,80
52,5
209.911
25,50
60,5
701-
20,10
50,9
5512
111,10
35,0
15.512
61
46,9
20′!
Mei

269,95
34,3
36.1416
114,45
41,2
15.1114
1489,20
51,2
202.1212
25,75
61,1
701-
20,20
51,1
54111
107,75
34,0
14.1312
62 47,7
20
3
,
Juni


269,80 34,3
36.712 112,90
40,7
15.413
1360,45
46,8
183.6111
25,95
61,6
701-
20,20
51,1
5415
103,95
32,8
14.-(2
61
46,9
1911
Juli

274,90 35,0 37.5/1
116,95
42,1
15.17/1
1374,30
47,3
186.4/5 27,70
65,7
75/-
20,05
50,7
5414
100,20
31,6
13.11/7
60
46,2
19
6
/
.Aug.


283,40
36,0
38.5111
124,10
44,7
16.1515
1360,70
46,8
183.1718
27,75
65,9
75/- 75/-
20,05
50,7
5412
100,10
31,5
13.1017
13.1812
60
61
46,2 46,9
19′
19
5
/
.Sept.
Oct.

Z
290,20
365,90
36,9
46,5
38.191-
40.214
134,15 168,25
48,3
60,6
18.-(2
18.8111
1451,85
1836,45
50,0 63,2
194.1717
201.713
27,95 34,20
66,3
81,2
75/-
20,20 27,45
51,1
69,5
5413 6012
103,65
132,70
32,7 41,8
14.1111
16.6(6
75
79
57,7 60,8
196
1

21
Nov.
Dec.
z
397,95
413,45 50,6
52,6
43.19/6
45.1919
196,60
229,80
70,8
82,8
21.14(6
25.1112
2091,-
2087,95
71,9
71,8
231.-/lI
232.511
33,95 36,40 80,6 86,4
75/-
811-
29,35
32,75
74,3
82,9
64/10
72/10
147,75
161,45
46,6 50,9
17.1912
80
61,5
21
1
/

Jan.

1937
461,70 58,7
51.10/8
244,05 87,9
27.4/10
2060,25 70,9
229.18/9
36,30 86,2
81/-
34,20 86,5
76/4
188,60
59,4
21.-/1I
78
60,0
20
7
/
Febr.

522,10 66,4
58.712
248,-
89,3
27.1414
2080,65
71,6 232.1113
36,25 86,0
811-
34,75 87,9
7716
219,45
69,2 24.1018
75
57,7
20
1
1
Maart



638,40 81,2
71.916
292,95
105,5
32.161- 2498,25
86,0
279.141-
36,15
85,8
81/-
48,20
122,0
10811
289,65
91,3
32.818
77
59,2
20″
April


559,70
71,2 62.716
235,50 84,8
26.4110
2404,95
82,8
268.-/-
36,35
86,3
811-
54,25
137,3
120111
238,65 75,2
26.615 78 76
60,0
20″
Mei
545,95 69,4 60.151-
214,95
77,4
23.1815
2256,45 77,6
251.21-
36,40 86,4
811-
59,65
150,9
13219
209,35 66,0
23.5111
58,5
20
5
/
Juni

,,
499,70
63,6
55.1315
205,40
74,0
22.1718
2245,10 77,3
250.216
36,35
86,3
811-
60,60
153,3
1351-
194,55
61,3
21.1315
75
57,7 20
Juli

,,
510,10
64,9
56.1113
213,70
77,0
23.13111
2365,20
81,4
262.51-
45,55
108,1
10I-
59,60
150,8
13216
205,75 64,8
22.1316
75
57,7
20
Aug.

,,
517,55
65,8 57.61-
205,25
73,9 22.1416
2388,50
82,2
264.91- 45,60
108,2
1011-
48,60
123,0
1091-
215,35
67,9
23.1618
75
57,7
1971
Sept.
474,25
60,3
52.15111
187,55
67,5
20.1718
2323,10
79,9
258.1216
45,35
107,6 1011-
44,65
113,0
9915
191,80
60,4
21.711
74 56,9
19
7

Oct.


413,15 52,5
46.1111
164,80
59,4
18.718
2036,85
70,1
227.51-
45,25
107,4
1011-
42,30
107,0
9415
162,05 51,1 18.117
75
57,7
20
Nov.
357,50
45,5
39.1319
150,10
54,1
16.1313
1726,80 59,4
191.14/-
46,85
111,2
104
1

39,85
100,8
88/5
143,20
45,1
15.17
1
11
74
56,9
19U
Dec.

,,
362,70
46,1
40.7
1
2
144,90
52,2
16.2
1
6
1734,45
59,7
193.-/-
49,-
116,3
109
1

38,80
98,2
86
1
4
39,-
43,8
15.9
1
5
70
53,8
18
5
/
28 Dec.-4 Jan.
354,30
45,1
39.8
1
9
136,75
49,2
15.4
1
5
1628,30
56,0
181.5/-
48,95
116,2
1091-
38,40
97,2 1
8516
131,40
41,4
14.1216
72
55,4
19
1
/
4-11 Jan.
’38
382,75
48,7 42.1216
149,05
53,7
16.11/11
1668,05
57,4
185.151-
48,95
116,2
1091-
35,90
90,8 1
801-
138,65
43,7
15.819
73
56,2
19/

IDDELEN EN GRONDSTOFFEN.
(Indexeijters gebaseeru op
11
t/m
19
=
100).

aa


GE-
SLACHTE

GE-
SLACHTE
DEENSCH BACON:


,
BEVROREN
ARG. RUND-
.
CACAO G.F.

KOFFIE
.
Loco R’danilA’datn
SUIKER
Witte krist.-
THEE
N.-Ind thee-
.-. al
0

RUNDEREN
VARKENS
middelgew: No. 1
VLEESCH-‘
Accra

er 50 k

,
;

per ’12 kg
..

•-
suiker loco

veiling
Adam
a
(versch)
100 kg
.Der
(versch) oer 100 kg
Londen per.cwt.:
.
____
Londen per 8 Ibs.
c
:
L NederInd

Rotterdam! Gem.Java-
Amsterdam
en
Sumatrathee
,iolusj
Superior
kotterdam
otterdam

Santos
,
per 100 kg.
per’!2kg.

Herl.Ned.Ct.
Not.
____________
HerUNed.Ct.INt
Herl.Ned.Ct.
Not.

_iï__f
cts.

cts.
%
1927




65,15
978
10
1
46
2,73 92,2
416
41,21
119,4
681-
4,87
5

95,5

.54,10
91,4

19,125

119,6
82,75
109,2
101,3
1928
93,-
98,2
77,50
90,8
66,80
100,3
11015
303.
102,3
51-
34,64
100,4
5713
49,62
5

101,1

63,48
1073
15,85
199,1
75,25
.
99,3
102,2
1929
96,40
101,8
93,125
109,2 67,81
101,8
11212
3,12
105,4
512
27,70
80,2
45110
50,75
103,4

59,90
1012
13,.-
81,3
69,25
91,4
94,7
1930
108,-
114,0
72,90
85,5
57,19
85,9
94/7
2,97
100,3
4111
21,04 61,0
34111
32
65,2

38,10
644
9,60
60,0

1.60,75
80,2
72,1
1931
88,-
92,9
48,-
56,3
35,72
53,6
6316
2,44
8Z4
414


13,84
40,1
2417
25
50,9

27,10 45,8
8,–

‘50,0
42,50
.
561
53,3
I932
6l,–)
.
.
64,4
37,50

)44,0
25,46
38,2
5817
1,70
57,4
3111
11,77
34,1
2711
24′
48,9

30,04
50,8
6,325
39,6

‘28,25
37,3 43,0
,
1933
52,–
i54,9
49,50

i,58,0
30,74
46,2
7417
1,54
52,0
319
9,30 26,9
2217
21,10
43,0

22,83
38,6
5,325
34,5
32,75

43,2
31,0
1934
6157
64,9
46,65
54,7
32,94
49,5
8811
42
48,0
3/9
1
12
8,15 23,6
21110 16,80
34,2

18,40
31,1
4,07
5

25,5
40
52,8 34,9
1935
48,1251
i
50,8 51,62
5

60,5
32,-
48,1
8815
1,19
40,2
313
1
12
8,15 23,6
2216
14,10
28,7

15,21
257
3,85
24,1
34,50
45,5
32
,
5

1936
53,42
5

56,4
48,60
57,0
36,37
54,6
9316
1,48
50,0
319
1
12
12,05
34,9
3014
3625

27,8

16,87
5

28,5
4,02
5

25,2
40
52,8
39,2
1937
71,27
5

75,3
61,85
72,5
42,27
63,5
.
94fl
1,90
64,2
413
17,35
50,3
3818
16,62
5

33,9

22,37
5

37,8
6,225
38,9
53,50
70,6
53,6

Jan.

1937
64,60
68,2
52,75
61,8
41,22
61,9
921-
1,81
61,1
41_
1
12
24,50
71,0
5418
16,75
34,1

22,12
5

37,4
5,575

34,9
50,50
66,7
52,0 52,4
Febr.
64,175
67,8
53325
62,5
38,49
57,8
861-
1,80
60,8
41_1/4

21,09
61,1
4712
18,25
37,2

24
40,6
5,72
5

35,8
53,50
70,6
Maart
66,15
69,9
54,82
5

64,3
39,83
59,8
8912
1,67
56,4
318-/4
23,-
66,7
5116 18
367

23,80
40,2
6,10
38,1
55
72,6
53,1
April
71,-
75,0
56,25 65,9
42,32
63,6
9413

1,72
58,1 3110
20,83 60,3
4615
17,87
5

36,4

23,37
5

39,5
6,12
5

38,3 54,25 71,6
54,4
Mei

•,
73,32
5

77,4
56,75
66,5
42,71
64,1
951-
1,90
64,2
412
3
14
17,30
50,1
3816
17,50
35,7

23
38,9
6,07
5

38,0 55


72,6 53,6
luni
80,25
84,7
55,75
65,3
39,81
59,9
88110
2,04 68,9
416
112
15,66
45,4
3411 1
17,50
35,7.

23 38,9
6,52
5

40,8
50,50
66,7
52,7
juli
78,45
82,8
60,85
71,3
42,63
64,0
9416
1,97
66,6
414
1
/2
16,46
47,7
36/6
17,50
35,7

23 38,9
6,57
5

41,1
55

.
72,6
55,1
Aug.

,
77,575
82,2
67,87
5

79,6
46,32
69,6
10216
2,13
72,0
418
112
17,61
51,0
391-
17
34,6

23
38,9 6,50
40,6
54,75
72,3 55,3
Sept.
72,42
5

76,5
69,20
81,1
46,17
69,3
102110
1,96
66,2
41411
2

15,97
46,3
3517
16,75
34,1

23 38,9
6,32
5

39,6 56
73,9
55.1
Oct.

,,
69,97
5

73,7
70,20
82,3
43,70
65,6
9716
1,91
64,5
413
1255
36,4
281-
15,75
32,1

22,8751
38,7
6,40
40,0
55,25
72,9
55,0
Nov.

.
68,17
5

72,0
72,37
5

84,8
40,77
61,2
9016
195
65,9
414
12,18
35,3
2711
3,50 27,5

20
33,8 6,42
5

40,2
53,75 71,0
52,2
Dec.
68,95
72,8
72,15
84,6
43,23
64,9
9612
1,92
64,9
413
112
1 1,07
32,1
2418
13
26,5

17,25
29,2
6,40
40,0
47,75
63,0 51,0
Dec.-4Jan.
68,-
71,8
72,-
84,4
44,92
67,5
1001-
1,87
63,2
4/2
10,90
31,6
2413
13
26,5

16,50
27,9
6,37
5

39,9
47,50
62,7
51,4
11

Jan. ’38
73,30
77,4
72,-
84,4
44,92
67,5
1001-

1,95
65,9
414
11,46
33,2
2516
13
26,5

16
27,0 6,25
39,1
47,50
62,7
51,3

GRENENHOUT
Zweedsch ongesor-
VUREN-
HOUT
basis 7″ f.o.b.

KOE-
.
HUIDEN
Gaaf,openkop

COPRA
Ned.-lnd.
GRONDNOTEN

1
Gepelde Coromandel,
LIJNZAAD
La Plata
GOUD
cash Londen
o

Eo

.

teerd 2′!2
X
7
m.s.
per longton
.

loco
ouncefine
per
Ii
per standaard
Zweden/FinI.
57-61 pond
per
ioo
kg
C.

Londen
Rotterdam
perstandaard
van 4.672
Veiling te
M
3
.

Amsterdam
Amsterd am
per 1000 kg.
1)
Herl.Ned.Ct.I

Not.
2
<
£
Hen. Nd. Ct.
Not.


-r–

_7

.—
_7

_7

%

r

r

ï

•7• sh.
.

1927
230,28
100,1
19-1-

160,50
105,1
40,43
100,9
32,62
5

106,5
266,03
106,4

21.18111
185,-
95,0 51,50
100,1
851-
105,3 104,4
124,1 1928
229,90
100,0
19.-!-
151,50
99,2
47,58
118,7
31,87
5

104,1
254,10
101,6

21..!-
15,25
95,1
51,45
100,0
851-
102,0 100,2
94.6
1929
229,71
99,9
19-/-
146,-
95,6
32,25
80,5
27,37
5

89,4
230,16
92,0

19.-19
.
214,-
109,9
51,40
99,9
851-
92,7 95,4
84,5
1930
218,43
95,0
18.112
141,50.
92,7
25,36
63,3 22,625
73,9
175,55
70,2

14.1014
181,75
93,3
51,40
99,9
851-
69,6
75,3
60,0
1931
187,88
81,7
16.141- 110,75
72,5
18,65
46,5
15,37
5

50,2 136,69 54,7

12.2111
95,50 49,0
52,-
101,1
9215
47,6 54,2
44,7
1932
13614
59,2
15.1314
69,-
45,2
11,15
27,8
13,-
42,4
13052
52,2

15.-14
70,-
35,9
51,25 99,6
1181- 35,1
43,0
38,4
1933
136,48
59,3
16.1112
73,50
48,1
13,26
33,1
9,30
30,4
90,39
361

10.1914
75,50
38,8
51,35 99,8
12417
33,1
39,2
34,5
1934
134,02
58,3
17.1814
76,50
50,1
12,07
30,1
6,90
22,5
71,90
28,7
9.1213
72,75 37,3
51,50
100,1
13718
31,6
37,4
36,5
1935
127,91
55,6
17.1314
59,50
39,0
12,54
31,3
9,15
29,9
104,26
41,7

14.81-
67,25
34,5
51,50
100,1
14212
32,2 31,3
34,8
1936
139,98
60,9
17.19110
78,25
51,3
15,40
38,4
11,90
38,9
113.49
45,4

14.1119
85,-
43,6 54,60
106,1
14014
39,0 42,3
40,7
1937
205,35
89,3
22.17j2
132,25
86,6
23,35
58,2
15,225
49,7
127,81
51,1

14.418
110,50
56,8 63,20
122,8
14019
53,4 57,9
58,3

lan.

1937
lebr.
181

78,7 20.41-
118,75
77,8
21,50
53,6
2062
5

67,3
14504
58,0

16.319
102,75
52,8
63,45
123,3
141/8
55,1 54,1
56,3
57,1
58,5
59,5
.
Maart
18795
201,84
81,7
87,8
21.-f-
2212f-
125,- 135,-
81,9 88,4
22,75
25,-
56,8
62,4
17,95
18,05
58,6
58,9
132,01
137,54

52,8

14.151-

55,0

15.81-
99,25
106,75
51,0
54,8
63,60 63,60
123,6
123,6
14211
14214
57,5
61,6
64,8
April
208,79
90,8
23.51-
135
1

88,4
28,50
71,1
16,87
5

55,1
138,95
55,6

15.9/8
114,50
58,8 63,45
123,3
14115
59,3
60,5
63,6
Mei
211,29
91,9
23.101-
137,-
89,7
26,25
65,5
14,95
48,8
127,60
51,0

14.41-
112,50
57,8 63,15
122,7
14018
56,7
60,3
58,2
Juni
211,01
91,8
23.101-
137,50
90,1
24,25
60,5
14,325
46,8
130,85
52,3

14.11(7
110,50
56,7
63,10
122,6
140174
54,8
59,1 56,1
Juli
212,-
92,2
23101-
136,25
89,5

59,9
14,52
5

47,4
137,65
55,0

15.514
113,-
58,1
63,15
122,7 1401-
55,2
60,3
56,3
Aug.
212,40
92,4
23.101-
135,-
88,4

62,4
13,95
45,6
126,66
50,6

14.-16
115,-
59,1
63,05
122,5
13917
53,7
59,2
55,3
Sept.

,,
211,08
91,8
23.101-
135,-
88,4
25,-
62,4
13,15
42,9
120,84
48,3

13.911
115,25
59,2
63,05
122,5
14014
52,3 51,9
55,3
Oct.

,,
210,65
91,6
23.10!-
135,-
88,4
23,-
57,4
13,50
44,1
121,70
48,7

13.1117
116,75
59,9
63,_
122,4
14016*
50,4
56,2
51,2
Nov.

,,
209,46
91,1
23.51-
132,50
86,8
18,-
44,9
12,50
40,8
10957
43,8

12.33
110,50
56,7
63,10
122,6
140114
47,7
53,3 46,7
Dec.

.,
206,69
89,9
23.-!-
125,-
81,9
17,-
42,4
12,37
5

40,4
105,31
42,1

11.1415
109,75
56,3 62,85
122,2
139110
44,9
51,9
46,3
Dec.-4Jan.
206,63
89,9
23.-1-
125,-
81,9
17,-
42,4
12,125
39,6
103,31
41,3

lIiOj-
107,50
55,2
62,60
121,7
1395
44,3
51,8
44,2
II

Jan. ’38
264,38
88,9
22.151-
122,56
80,2
17,-
42,4
12,50
40,8
103,27
41,3

11.101-
113,-
58,0
62,75
122,0
13919
44,4
52,0 44,5

STEENKOLEN
Westf.fHoll.
PETROLEUM
Mid. Contin. Crude
BENZINE Gulf Exp. 64166
5

KALK-
SALPETER
Z%1ELZURE
CEMENT
levering bij
S T E E N E N
af fabriek
bunkerk. ongez.
f.o.b. R’dam(
33 tjrn. 33.9e Bé s. g.
te N.-York p. barrel
.

per
U.S. gallon
franco schip
Ned.perlOOkg
ONIAK
franco schip groote part.
franco wal

0I
0,
a

_
binnenmuuribuitenmuur
A’dam per
_
bruto
Ned perlOOkg
Ned.perton’)
per per
a
1000kg.
Herl.Ned.Ct.I Not.
Herl.Ned.Ct.

Not.
1000 stuks 1000 stuks
al al

%
7
r
ï
cts.
%
8
cts.
7

T
T
1927
11,25
103,1
3,21
103,6
1,28
37
128,0
14,86 11,48

102,6 11,44
102,5
18,-
99,1
14,50 107,4 18,50
95,3
105,1
105,2
1928
10,10
92,5
2,99
97,1 1,20
24,85
85,9
9,98
11,48

102,6 11,08
99,3
18,-
99,1
12,-
88,9
18,50
95,3
96,5
99,0
1929 11,40
104,4
3,06 99,4
1,23
24,90
86,1
10
10,60

94,8
10,96
98,2
18,50 101,8
14,-
103,7
21,25
109,4
98,4
95,8
1930 11,35 104,0
2,76 89,6
1,11
21,90
75,7
8,81
9,84

88,0
10,55
94,5
19,50 107,3
12,50
92,6
20,75
106,9
83,7
17,3
1931
10,05
92,1 1,42 46,1
0,57
12,38
42,8
4,98
8,61

77,0 7,73 69,3
14,-
77,1
10,25
75,9
20,25
104,3
60,7
54,7
1932
8,-
73,3
2,01
65,3
0,81
11,99
41,5
4,83
6,15

55,0 4,20
37,6
12,-
66,1
9,25 68,5
15,-
77,3
49,6
43,0
1933
7,-
64,1
1,14
37,0
0,57 9,24 32,0
4,63
6,18

55,2 4,63 41,5
12,-
66,1

74,1
12,75
65,7 46,8 40,6
1934
6,20 56,8
1,40
45,5
0,94
7,18
24,8
4,84
6,11

54,6
4,70
42,1
12,-
66,1
8,50 63,0
10,50
54,1
45,2
39,0
1935
6,05
55,4
1,39 45,1
0,94
7,65
26,5
5,18
5,89

52,7
4,81
43,1
12,50
68,8
7,25
53,7 8,75
45,1
47,1
40,3
1936
6,60 60,5
1,63
52,9
1,04
8,86 30,6
5,65
5,70

51,0 4,82 43,2
II,-
60,5 7,50
55,6
9,50
48,9
48,7
44,3
1937
8,80 80,6
2,09 67,7
1,15 11,08
38,3
6,10
5,75

51,4
4,95
44,4
11,80
65,0
8,25
61,1
9,50
48,9
66,6
60,6

Jan.

1936
6,15 56,3
1,48
48,1
1,01
8,51
29,4
5,80
5,80

51,8
4,85 43,5

60,5 8,25
61,1
10-
51,5
45,5
40,8
Febr.
6,15
56,3
1,51
49,0
1,04
8,57
29,6
5,88
5,85

52,3
4,90 43,9
11,-
60,5
8,-
59,3
950
48,9
45,9
40,9
Maart

,,
6,15
56,3
1,52
49,4
1,04
8,60
29,7
5,88
5,90

52,7
4,95
44,4
II,-
60,5
8,-
59,3
10,25
52,8
46,5
41,1
April

,,
6,20 56,8
1,53
49,7
1,04
8,55
29,6
5,80
5,95

53,2
5,-
44,8
II,-
60,5
8,-
59,3
10,25
52,8
46,4
41,0
Mei
6,25
57,3
1,54
50,0
1,04
8,41 29,1
5,69
6,-

53,6
5,05
45,3
11,-
60,5
8,-
59,3
10,25
52,8
46,3
40,8
Juni

,,
6,30 57,7
1,54
50,0
1,04
8,32 28,8
27,9
5,63
6,-

53,6
6,-

53,6
5,05
5,05
45,3 45,3
II,-
II,-
60,5 60,5
7,75
7,-
57,4 51,9
10,-
9,25
51,5 47,6
45,1
45,6
40,6
41,2
Juli
Aug.
6,25
6,30
57,3
57,7
1,53 1,53
49,7
49,7
1,04
1,04
8,08 8,10 28,0
5,50 5,50
5,25

46,9
4,45 39,9
II,-
60,5
6,50
48,1
9,-
46,4
44,9
41,2
Sept.

,,
6,35 58,2
1,53
49,7
1,04
8,10 28,0
5,49
5,35

47,8
4,55
40,8
11,-
60,5

51,9
9,-
46,4
45,9
42,0
Oct.

,,
7,80 71,4
1,94
63,0
1,04
10,16
35,1
5,46
5,40

48,3
4,60 41,2
II,-
60,5
7,25
53,7
9,-
46,4 54,9
51,2
Nov.

,,
7,70
70,5
1,93
62,7
1,04
10,28
35,6 5,55
5,45

48,7
4,65 41,7
II,-
60,5
7,25 53,7
9,25
47,6 57,9
53,9
Dec.

,,
7,85
71,9
1,91
62,0
1,04
10,32
35,7
5,63
5,55

49,6
4,75 42,6
II,-
60,5
7,50
55,6
9,-
46,4
60,4
51,2

lan.

1937
8,05
73,7
1,90
61,7
1,04
10,61
36,7
5,81
5,65

50,5
4,85 43,5
11,-
60,5
7,50
55,6
9,-
46,4
62,5
.
59,1
1
ebr.

,,
8,25 75,6 2,12
68,8
1,16
10,95
37,9
5,99
5,70

51,0
4,90
43,9
11,85
65,2
7,50
55,6
9,-
46,4 65,0
60,1
Maart
8,30
76,0 2,12
68,8
1,16
11,16
38,6
6,10
5,75

51,4
4,95 44,4
11,85
65,2

59,3 9,25
47,6
14,1
66,6
April

,,
8,55 78,3
2,12
68,8
1,16
11,30
39,1
6,18
5,80

51,8
5,-
44,8
11,85
65,2
8,25
61,1
9,50 48,9
68,6
64,4
Mei
9,-
82,4
2,11
68,5
1,16 11,46
39,6
6,30
5,85

52,3
5,05
45,3
11,85
65,2
8,25
61,1
9,50
48,9
71,1
64,5
luni
9,-
82,4
2,11
68,5
1,16
11,48
39,7
6,31
5,85

52,3
5,05
45,3
11,85
65,2
8,25
61,1
9,50 48,9
70.1 63,1
juli

,,

82,4
2,11
68,5
1,16
11,58
40,0
6,38
5,60

50,1
4,80 43,0
11,85
65,2
8,50
63,0 9,75 50,2
70,5
63,5
Aug.
9,-
82,4 2,10
68,0
1,16
11,57
40,0
6,38
5,70

51,0
4,90
43,9
11,85
65,2
8,50
63,0 9,75
50,2
68,4 61,7
Sept.
9,-
82,4
2,11
68,5
1,16
11,56
40,0
6,38
5,75

51,4
4,95
44,4
11,85
65,2
8,50
63,0
9,75
50,2
65,8 59,7
Oct.

,,
8,95 82,0
2,10
68,0
1,16
11,25
38,9 6,22
5,80

51,8
5,-
44,8
11,85
65,2
8,50
63,0 9,75 50,2 62,4 56,9
Nov.

,,
9,-
82,4
2,09
67,7
1,16
10,49
36,3
5,82
5,85

52,3
5,05
45,3
11,85
65,2
8,50
63,0
9,75 50,2
59,3 54,0
Dec.

,,
9,35 85,6 2,09
67,7
1,16
9,60
33,2 5,34 5,95

53,2
5,15
46,1
11,85
65,2 8,50
63,0 9,75 50,2
58,7
52,4
Dec.-4Jan.
9,90 90,7 2,08
67,4
1,16
9,55
33,0
5,31
6,05
54,1
5,25
47,0
11,85

.
65,2 8,50
63,0 9,75
50,2 58,5
52,0
11

Jan. ’38
9,90
90,7
2,08
67,4
1,16
•9,52
32,9
5,31
6,05

54,1
5,25
47,0
11,85
65,2
8,50
63,0
9,75 50,2
59,0 52,4

36

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12 Januari 1938
KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
INoteerings-
eenheden
24Dec.
1937
1Jan.
1938
318
Jan.
1938
Laagstel Hoogste
8Jan.
1938

Alexandrië..
Piast. p.
97%
9714
97%
97% 97%
Athene

….
Dr. p. £
5473/
2

547% 540
555
547%
Bangkok….
Sh.p.tical
1110
1110
,
3

Ir
llO
1110%
1!10
Budapest

..
Pen. p. £
25%
25%
24%
25% 25%
BuenosAiresi
p.pesop.
17.01
17.03 17.01 17.07
17.05
Calcutta .
.
..
Sh. p. rup.
1/6%
1/6%
1163/32
116
5
1
33

16
Istanbul

..
Piast.p. ,
619
619 619
619
619
Hongkong ..
Sh. p. $
113 113
112%
1/3%
113
Sh p. yen
112 112
1/1
31
/
32

1i2
1
1
112°
Lissabon….
Escu.p.110%
6

110.4
110
110%
110%
8

Mexico

….
$per.g
18
18
17%
18%
18
Montevideo .
d.per,C
25% 25% 24%
26%
25
Montreal

..
$
per £
5.00h
5.00%
4.99%
5.01% 5.00%

Kobe

…….

Riod.Janeiro
Shanghai

..
d.per Mil.
Sh. p.
$

2%
.1/2%
217/
33

1/2%
2%
112
2191
33

1/2%
2171
333)
112%
Singapore ..
id. p.
$
214
5
1
33

2/4
5
/
33

214%
2/4%
2/4
5
/
33
Valparaiso 2).
$
per £
125
125 125 125
125
Warschau ..
Zl. p.
£
26%
26%
2631
26% 26%
‘j
viuc.
nut.

i

laten, gem. not., welke ump. neonen te Detalen
11)
Dec. 1936 16.12.
3)
90 dg. Vanaf 13 Dec. 1937 laatste

export” noteering.
2)
7 Jan.

ZILVERPRIJS

GOUDPRIJS
3)

Londen’) N.York2)


Londen
4 Jan. 1938..

199ç
6

44%

4 Jan. 1988….

13916
5

,,

1938..

19.ç
6

44%

5

,,

1938….

13919
6

,,

1938..

19
6

44%

6

,,

1938….

13918k
7

,,

1938..

19%

44%

7

,,

1938….

13919
8

,,

1938..

19y,

8

,,

1938….

139/91
10

,,

1938..

19%

44%

10

,,

1938….

13919

11 Jan. 1937.. 21%

45%

11 Jan. 1937….

14118
27 Juli

1914..

24′

59

27 Juli

1914….

84/103%
1)
in pence p.oz.stand.
2)
Foreign silverin $c.p.oz.fine.
3
)it,
sh.p.oz.fine
STAND VAN
‘s
RIJKS
KAS.
Vorderinn.
1

31 Dec. 1937
1

7Jan.1938
Saldo van ‘s Rijks Schatkist bij De Ne-
/
164.768.734,30
f164.912.039,68
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

2.618.627,98
85.259,77
Voorschotten op ultimo November1937

derlandsche Bank ……………….

ajd. gemeent. verstr. op a. haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en der gem.
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting


,,

34.095.381,81
32.558.126,51
Voorschotten aan Ned.-lndië ……….
Idem aan

Suriname………………….
12.390.017,98
12.596.679,63
Kasvord.weg. credietverst. ajh. buiteni
101.963.542,52 102.267.285,39
Daggeldieeningen tegen onderpand Saldo der postrek.v.Rijkscomptabelen

39.175.482,77

Vord. op het Alg. Burg. Pensioenf.’)

44.450.862,72


Vord. op andere Staatsbedrijven’)….
5.152.499,18
.5.335.751,92
Verplichtingen

Voorschot door De Ned. Bank ingev.
art.

16 van haar octrooi verstrekt

Schatklstbiljetten in omloop ………
f237.010.000,-
/
234.764.000,-
,
118.700.000,-
,,

91.700.000.-
Zilverbons in omloop ………… ….
1.099.24350
Schuld op ultimo November 1937 ald.

Schatkistpromessen in omloop …….

gem. weg. a. h. uit te keeren hoofds. d.

.

pers. bel., aand. 1. d. hoofds. d. grondb.

..1.099.444,-

e. d. gem. fondsb. alsm. opc. op die
bel, en op de vermogensbelasting
..
»

7.538.384,54
,,

7.538.384,54

Schuld aan het Alg. Burg. Pensioent.’)
,,

1.869.675,09
,,

1.815.832,45

Id. a. h. Staatsbedr. der P.T.

T.
1)
en


,,

95.309.037,25
27.273.497,53
Schuld aan Curaçao’) …………….

Id.aan andere Staatsbedrijven
1)
159.864.544,82
17.000.000,-
,, 174.268 854,64
17.000.000,-
Id. aan diverse instellingen
1
) ………
..
….
166.481.438,72
253.421.845,72
1)
In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.

1Jan. 1938

1
8 Jan. 1938
Vorderingen:’)

Saldo Javasche Bank
.. …………..

Saldo b. d. Postchèque- en Girodienst

f

343.000,-
/

185.000,-
Verplichtingen:
Voorschot’s Rijks kase.a. Rijksinsteil

34.095.000,-

….


32.537.000,-

,,

13.500.000,-
.

5.000.000,-
Schatkistpromessen in omloop……..,,

9.500.000,-

Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds

607.000,-
,,

531.000,-
Schatkisibiljetten in omloop
……….,,

5.000.000,-

Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank

,

38.000,-
599.000,-
Belegde kasmiddelen Zelfbesturen……..730.000,-

730.000,-
Voorschot van de Javasche Bank

8.096.000,-
9.661.000,-
1)
Betaalmiddelen In ‘s Lands Kas
/
26.560.000,-.

CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste nosten
in d,,I,enden alllri
P
nQ

Data
Metaal
Circu-
Voor-
s
Dis-
Diverse
reke-
Divese
reke-
latie
n

e
conto’s
ningen’
_______________
kolonie
ningenl

1
December 1937
5.525
6.658
141
55
2.234
124
1 November 1937
5.518
6.761
109
°

45
2.194
125
1 October

1937
5.208 6.569
170
47
2.236
110
,
1 September1937
5.075
6.382
123
48
2.114
112
1December 1936
4.529 5.044
59
46
1.182
125

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 10 Januari 1938

Activa.
Binnenl.Wis.(Hfdbk.
f

2.226.334,64
sels, Prom., Bijbnk.
,,

97.458,21
enz.in
disc.Ag.sch.
,,

450.289,01
f

2.774.081,86
Papier o. h. Buiten!, in disconto ……
Idem eigen portef.
f

5.145.000,-
Af:Verkochtmaar voor
de bk.nog niet afgel.

5.145.000,.
BeleeningenHfdbk.
f
170.952.573 95′)
nc1.
vrsch.
Bijbnk.

3.550.679,59
in rek.-crt. Ag.sch.

27.053.400 78
op onderp.

f
201.556.654,32

Op
Effecten ……
f
199.071.135,75
1
)
Op Goederen en Spec. ,,

2.485.518,57

201.556.654,321)
Voorschotten a. h. Rijk …… ……….

Munt, Goud
……f
113.607.470,- !'[untmat., Goud .. ,,1.272.249.223,59

f1.385.856.693,59
Munt, Zilver, enz.

16.373.623,85
Muntmat. Zilver..


,, 1.402.230.317,44
9
)
Belegging van kapitaal, reserves en pen.
sioeofonds ……………………,,

40.661.883,80
Gebouwen en Meub. der.Bank ……..,,

4.600.000,-
Diverse rekeningen ………………,,

8.466.652,48 Staat d. Nederl. (Wet v. 27/51’32, S. No. 221) ,,

10.193.915,19

Passiva
fl.
675
.
628
.
505,
O
9


kapitaal
……………….
… …… f

20.000.000,-
Reservefonds …………… … …… ,,

4.338.707,82
Bijzondere reserve ………………,,

6.600.000,-
Pensioenfonds ………………….,,

11.096.064,65
Bankbiljetten in omloop. …………. ,, 874.836.945,_
Bankassignatiën in omloop .° ………,, 58.063,81
Rek.-Cour.
f
Het Rij)e
f
175.521.122,27
saldo’s: ‘l Anderen ,,578.625.934,96

754.147.057,23
Diverse rekeningen ………………,,4.551.666,58

f
1.675.628.505,09

Beschikbaar metaalsaldo
…………f..
750.964.124,81
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is

1.877.410.314,-
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank
ondergebracht ………………….,


1) Waarvan aan Nederlandsch-Jndit

(Wet van 15 Maart 1933, Staatsblad No. 99) ……../ 65.883.125,-
) Waarvanin het buitenland …………………….. ..89.161.812,16
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud

Andere Beschikt.’. Dek-
Data

Circulatie opeischb. Metaal- kings
Munt Muntmat.

schulden saldo

perc.

10 Jan. ’38 113607 1.272.249 874.837 754.205 750.964 85.1
3 ,, ’38 113607 1.262.228 906.835 722.355 740.655 85

25 Juli ’14 65.703 96.410 31(.437 6.198 43.521 54

Data
Belee

o p
‘°’
he
‘t

dj.,’ô,,M’s

ningen

10 Jan. 19381 2.774 1

201.557J.188
.145

8.467
3 ,, 1938

2.762

210.821

.145

8.649
25 Juli 1914 67.947

61.686

509
1) Onder de activa.

JAVASCHE BANK.

Data

Goud

Zilver

Circulatie opeischb. i metaai

schulden

saldo

8. Jan.’38
5
)l
134.620
191.860
1

84.460
1
24.092
1

,,

13
8
3
)1
134.390
187.240
87.120
1
24.646

11
Dec. 19371
116.574

1

16.550
191.617
82.880
23.325
4

,,

19371
116.574

17.242 189.291
1

87.329
1

23.168
25
Juli
1914
1
22
.057 _31.907
110.172 12.634
4.842

-‘

Data

1

Wissels,
1
1

bulten

1
Dis-
1
Belee-

1
1
Diverse

t
1
Dek-
kings-
1

N.-Ind.

1
conto’s
ningen
1
reke-
n
l
ngen
)
oercen-
1

betaaib.

1 1
boe

8 Jan.’38)
3.490
.

86230
66.880
49
1

,,

’38
3
)
3.860
84.040
66.630
49

11 Dec. 1937
4.432
10.217
54.821
75.344
48
4

,,

1937
3.914
10.167
56.584
73.229
48 25
Juli
1914
6.395
7.259 75.541
2.228
44
1)
Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.

Auteur