Ga direct naar de content

Jrg. 21, editie 1059

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 15 1936

15 APRIL 1936

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

• E
he’

Berichten

ALGEMËEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINÂNCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN’ yAN ‘DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART

UITGAVE VAN
HET NEDERLANDSÇH ECONOMISCH
‘INSTITUUT •’

21 JAARGANG

WOESDAG 15 APRIL 1936

No. 1059
V
]

COMMISSIE VAN REDACIIE:

P. Lïeltinck; N. J. Potak; J. Tinbergen; F. de. Vries en

H. M. H. A. van der Valic (Redacteur-Secretaris).

Assistent-Redacteur: L. R. W. Soutendijk.’

Redactie-adres: Pieter de Hoochweg. 122, .&tt.erdam.

Aangeteekende stuk kèn ‘ Bijkantoor Ruige pla2tweg.

Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408. –

Advertenjies voorpagina f 0,50 per regel Âizdere pag
i-

na’s f 0,40
,ei
segel. PlatsingS’iji ab,oj,éisent voZgns

tarief. Administratie van abonnementen

en. advertenties:

‘Nijgh
Ç
: van Ditmar N.V., Uitçjevers, Rotterdam, Ain-

‘sterdam, ‘s-Gravenhage. – Postchèque- en giro-tekening

Wo. 145192.

• 4bonnementsjirjs voor het
weekblad:
•franco p: p. in

Nedètand
f16—.
Abonnèmêntsprjs Economisch-St ati8-

•tisch :Maan4bericht f5,— per jaar. Beide organen samen

f20,- per jaar. Buitenland en Koloniën resp. f 18,—,

f
6— en f23- per.
Jaar Losse nummers 50 cent Dona

teurs en leden van het Nederlandsch Economisch Instituut

ontvangen het weekblad en het Maandber,ich’t gratis en

genieten een reductie op de verdere pullicaties. –

INHOUD.

Blz.

HET
ONT WERP-GIRO WET
door
Prof.
Air. Dr: G. Al. Verrijn

Stuort………………………………………..274

Hét ‘vastèlasten-onwerpen zijn oosequenties door
Mr.

J
. W,lkens ………………………………..276

Het succes van het Kabinet-Van Zeeland door Dr. H.

– M. H..4. van der Volk …………………….
…..279

D’e Noord-Atlantische passagiersvaart door C. Veriney 280
Steenkolen – Beschouwingen over
1935 II
(Slot) ….
282

De Indische middelen over December en het jii.ar
1935 284

AANTEEKENINGEN:

Spoorwegen in’ Bélgië en Nederind ii
r934 …..286

MAANDCIJFERS:

Overzicht van de Indische middelen …………’..
287

ONTVANGEN BOEKEN …………..
………………..
288
S’rATISTIEKEN …

.
.’ .
Qeldkoerseii. – Wisselkoersen.

Bankstaten.

• 14 APRIL 1936.

Wijzigingen in ‘de positie van onze gel’dmarkt val-

lén’ over deze korte eriohtsweek ‘niet te vemel’clen.

-Er is nog steeds – veel geld, waarvoor •moei’Ilijk een

rendabele -plaatsing ‘te vinden is. Het ‘disconto voor

drie-‘m’aan’ds ban’kaccepten blijft
r/i6
pOt. Cail, voor

coover -te plaatsen,
1%
pCt. Prl’onigate 13′ pÖt. –

* *
*

Ook’ ‘op ‘de -wisselmarkt -speelden ‘zigh.geen gelmui-

teniesen ‘vn belan’g af. De koessôh’omie1ingenr’aien

niet gros-t, dank zij ‘de ‘bemoein’gen ahte’r de’sh-

‘hien -‘on ‘de kberseh ‘van P’on’dn, Fran’ en;’ ‘Dn;1.ars

o
ide±ling
“in;
‘vei1band’ “te’ ‘iiuden,w’at d’eze – weèk niet

veel moeite kostte. P’on’den bfeven ged’u’rend ‘de –ge-

heele week. ca
.
7.27%;
Dollars trokken een fraetie

kn icwamen dp’1.47% ‘
.
£/$
4’94%. ‘De ransohe

Franc ‘ca’. 9.70% – Hieruit ziet men, ‘da-t men -den £/’rs.

koers op ca. 74.95″heeft vastgehouden. $/’Frs. 15.17i.
Bel’ga”s 2491. Zwitsersehe Frahos iets va’ster 47.95–
48.—. Peseta’s nog steeds 20.11. C
.
anadeesche, Dollars

1.4614. Argen’tijnsche Pesos 40
5
/s. :-

Op 1e’ ‘ermijnmrkt waren de za-ken sleihts van

geringen omvang. P-onden’ ‘levering ‘over .1 maand

bleven 1 c. ‘boven contant. Drie–maande Ponden varen

een fractie lager te krijgen; ‘zij noteerden 5% p. agio.
Dollars op latere’ levering waren lager dan ‘de vorige

week; 1-maands 3-maands
1/1
P. opgeld.

Op de ‘goud-markt was’het stil; de prijzen liepen

terug. Baren levering Londen werden tenslotte op

f
1.648 gedan. Levering AmSterdam -noteert

[-1.647%., Eagles: 2.5036, Soverei’gns 12.26, Gouden

Tientjes 10.15. Marken banknoten onveranderd 39 c.,

Marken zilver 4336. – ‘ –

274

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 April 1936

HET ONTWERP-GIROWET.

Bij Koninklijke Boodschap van 11 Februari ji. is

ingediend een., wetsontwerp tot het vaststellen van
,,regelen betreffende de taak der openbare lichamen
met betrekking tot liet betalingsverkeer zonder ge-
reed geld, met inbegrip van de daarmede verband
houdeude werkzaamheden”, kortweg bekend als het
Ontwerp-Girowet. Dit wetsontwerp heeft blijkens
het op 1 April uitgebrachte Voorloopig Verslag ‘in
‘de Tweede Kamer heel wat oppositie gevonden.
Het zwaartepunt der nieuwe regeling is gelegen
in de artikelen 2-6 van het ontwerp. Art. 1 geeft
aan den Postohèque- en G.irodien’st een nieuwen wet-
teli.jken grondslag, waardoor de bestaande toestand vrijwel niet wordt gewijzigd. Daarentegen behelzen
de verdere artikelen van het ontwerp in navolging
van de voorstellen van het in 1933 door de Corn-

missie-Heidring uitgebrachte rapport een regeling,
krachtens welke aan het Rijk een beslissende macht
wordt gegeven over de verdere ontwikkeling en de
gestie der gemeentelijke girodiensten. De belang-
rijkste bepalingen van de voorgestelde regeling zijn

de volgende.
Voor de oprichting van een gerneentelijken giro-
dienst zal in den vervolge Koninklijke goedkeuring
worden vereischt. Deze mag slechts geweigerd wor-

den, indien de verleening daarvan in
strijd
met de

wet of het algemeen belang zonde zijn. Ook de reeds
bestaande gemeentelijke girodiensten zullen met in-
açhtneming van een zekereii overgangstermijn goed-
keuring behoeven voor de voortzetting van hun be-

drijf.
Bij de verleening van de goedkeuring moeten door
de Kroon voorwaarden worden gesteld betreffende
den aard der werkzaamheden, de heffing van rech-
ten, de belegging der gelden, de deelneming aan het i.nterlocale en internationale betalingsverkeer en de aan ‘den Postdhèque-‘ •en Girodienst voor diens be-moeiingen te betalen. vergoedingen. Verder kunnen

in elk bijzonder geval nog andere voorwaarden wor-
den gesteld, waaromtrent het ontwerp niet nader in
bijzonderheden treedt, zoodat op dit punt aan de
Kroon algeheele vrijheid is gelaten. De voorwaar-
den eener vergunning kunnen tijdens den looptijd
daarvan worden aangevuld of gewijzigd, terwijl een
eenmaal verleende vergunning bij niet-naleving der gestelde voorwaarden of in geval van wijziging der
omstandigheden tusschentijds bij gemotiveerd besluit
kan worden ingetrokken.
Zoowel met betrekking tot den Rijksdienst als tot
de gemeentelijke girodiensten wordt in het wetsvoor-
stel uitdrukkelijk bepaald, dat over girosaldi ‘geen

rente mag worden vergoed. Voor het Rijk beteekent
dit een bestendiging van de geldende practijk, ter-
wijl het ten aanzien van de gemeentediensten, die
wel rente plegen te vergoeden, een novum is.
Voorts zal vanwege de Ministers van Binnenland-
sche Zaken en Financiën toezicht op de gemeente-
lijke girodiensten worden geoefend volgens regelen,
door de Kroon vast te stellen., terwijl het ontwerp
tenslotte een verbodsbepaling bevat tegen oprichting
van gemeenschappelijke girodiensten door twee of
meer gemeenten en tegen deelneming van gemeenten
in door of vanwege anderen opgerichte girodiensten.
Men ziet uit het bovenstaande, dat de gemeente-
lijke girodiensten na aanneming van het aanhangige ontwerp practisch geheel afhankelijk zullen zijn ge-
worden van het Rijk. Op den belangenstrijd tusschen
het Rijk en de Gemeenten, die zich ten aanzien van
enkele punten voordoet, willen wij hier niet nader

ingaan; deze is voor den buitenstaander over het
geheel weinig interessant. Wèl echter rijzen bij de
regeling van het giroverkeer enkele principieele
vragen, welke de overweging waard iijn.
De girodiensten verschaffen aan het publiek een
ruilmiddel, dat zich wel in vorm, maar niet ‘in wezen
onderscheidt van gemunt geld en bankpapier. Niet
voor alle betalingen kan men dit g-iraalgel’d bezigen.

Er zijn gebieden, waarop gemunt geld en hankpapier
de uitsluitend gebruikte geldsoorten zijn,
terwijl
op

andere gebieden het giraalgeld de voornaamste rol
speelt. Wanneer nu een girodienst geld in den vorm
van munten of baukpapier van zijn rekeninghouders
aanneemt en een meer of minder belangrijk deel
daarvan op korten termijn uitleent of in effecten be-
legt, zoo leidt het optreden van den girodienst op
analoge wijze als dat van circulatiebank en deposito-

banken tot een vermeerdering van de totale hoeveel-
heid geld in circulatie. Dan toch worden eenerzijds
de girosaldi als geld gebezigd, terwijl anderzijds de
tegenwaarde daarvan tot een veelal zeer aanzienlijk
percentage opnieuw in dé circulatie terugkeert. De
geldcirculatie vermeerdert dus met het volle bedrag
der girosaldi onder aftrek van de bedragen, welke de girodiensten zelf in den vorm van gemunt geld
of bankpapier als kas aanhouden. Er zijn nog anderé wijzen, waarop het giraalgeld tot vermeerdering van

de totale geldcirculatie kan leiden, doch daarop
willen wij thans niet nader ingaan teneinde het be-

toog niet noodeloos te compliceeren.

Voor den totalen geldsomloop is het onverschillig,
of een gemeente via een eigen girodienst de geld-
circulatie doet toenemen, dan wel of
zij
ditzelfde

zou doen door uitgifte van eigen gemeentelijke mun
ten of gemeentelijk papiergeld. Deze laatste geld-
soorten mogen de gemeenten niet in omloop brengen
in verband met de bepalingen van Munt- en Bank-
wet, maar indien zij het wèl mochten, zoo zou de
werking daarvan met betrekking tot de totale geld-
qu.antiteit in wezen geen andere zijn dan die van de
creatie van gemeentelijk giraalgeld.

Nu is men het er, naar wij .meenen, thans alge-
meen over eens, dat de voorziening van het ruilver-
keer met gemunt geld en bankpapier geschieden
moet van uit één centraal punt en dat de regelen,
volgens welke deze geldvoorziening moet plaatsvin-
den, dienen te worden vastgesteld door het Rijk. Of
de thans geldende regeling in allen deele voldoet
aan de eischen, die aan een rationeele geldv’oorziening
gesteld mogen worden, is een vraag, die wij in het
kader van dit artikel gevoegelijk buiten beschouwing
kunnen laten. In dit verband gaat het om de tegen-
stelling ,,centralisatie of decentralisatie der geld-
voorziening” en deze vraag is voor ‘de muntvoorzie-

ning reeds sinds eeuwen en voor de uitgifte van
bankpapier in den loop der lOde eeuw in eerst be-
doelden zin beantwoord. Het beginsel van centrali-
satie is voor deze beide geldsoorten aanvaard, en vol-
komen terecht aanvaard, aangezien de regeling van
den geldsomloop een zaak is van algemeen belang
en als zoodanig aan den Rijkswetgever moet worden

toevertrouwd.
Het ware volkomen onjuist om thans voor de Ge-
meenten het recht te gaan opeischen tot uitgifte
van eigen munt ‘of eigen papiergeld. Wanneer men
zich eenmaal op dit standpunt stelt en het beginsel
van centralisatie der geldvoorziening aanvaardt, zoo moet men dit, consequent doorredeneerend, niet be-
perken tot munt en bankpapier, doch het ook op het

giraalgeld toepassen.
Dit behoeft geenszins te beteekenen., dat men de
creatie van alle buiten. het Rijk en de centrale bank
omgaande en niet ten volle door munt of bankpa-
pier gedekt giraalgeld zou moeten verbieden; dit
ware in de gegeven omstandigheden met het oog op
de zeer omvangrijke bedragen aan giraalgeld, die
hun ontstaan te danken hebben aan de particuliere
banken, moeilijk uitvoerbaar en het zou ook niet
noodig zijn. Maar wèl vloeit uit den eisch tot een-
tralisatie van de geheele geldvoorziening voort, dat
de richtlijnen, volgens welke het giraalgeld in om-
loop mag worden gebracht, worden vastgesteld door
hetzelfde orgaan, dat zulks ook met betrekking tot
munt en bankpapier doet, dus door het Rijk.
Het is een vraag van doelmatigheid, of het Rijk
de zorg voor de naleving van juiste beginselen van

15 April 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

275

g’eldvoorzienirig zelf ter hand wil nemen, clan wei
det’e wil opdragen aan een aan rechtstreeksche
staatsi.nvloedeu onttxoklceji centrale bank. Onzes in-
ziens verdient nog altijd het laatste aanbeveling.
Steeds echter zal op den voorgrond moeten staan, dat het beginsel van centralisatie der geldvoorzie-
.ning wordt in acht genomen.
• Aan dit richtsnoer zullen alle maatregelen op hnt
gebied der geldvoorziening getoetst moeten worden.
Een blik op cle feiten leert, dat een werkelijk gecen
tralisearcie geidvoorziening nog lang niet in allen
dccle is doorgevoerd. Wij herinnèren slechts aan de aanzienlijke bedragen aan giraalgeld, die in het par-ticuliere bankwezen hun cntstaan vinden en waarop
de centrale bank wel eenigen, maar .onzes inziens
niet voldoenden invloed vermag uit te oefenen
.. Er
valt op dit gebied nog veel te verbeteren en. er
moet nog een langen weg bewandeld worden, voordat liet
ei fl(ICIOei eener volledige ceutralisatie zal z.ijn bereikt.

* *
*

Toetst men nu aan het bovenstaande betoog de
beginselen van ‘het ontwerp-Girowet, zoo komt het
ons voor, ‘dat de daarin voorgestelde machtaver-
grooting van het Rijk over de gemeentelijke giro-
d’iens’ten volkomen geredhtvaardiigd is, omdat zij ligt
in de ‘lijn van grootere centralisartie van de zorg
voor de geld’v’oorz’ien,in.g. Wel bestaat ook thans reed’s
contrôle van honger lhand op de gemeenten, en ‘de
tegenstanders van het ontwerp, die in ‘het Voorloopig Verslag ‘aan Ihet woord ‘aren, wijzen ‘in ‘dit verb’an’d
op het toezicht van Gedeputeerde Staten en op ‘het
vernietigin’gsrecht van de Kroon. Deze vorm van
toez’iciht van
het
‘h’oogere ‘op het lagere overhei’ds’or-
gaan is echter een heel wat minder effectieve ‘dan
die, welke uit het ontwerp ‘zal voortvloeien; zij werkt
veel minder snel en ‘draagt niet de voordeelen der
central’isatie, ‘die het ‘ontwerp biedt.

Niet s’ledhts met het oog op den nnrv’ang der tott1e
gdlcicirculat’ie, ‘doch ook ‘met betrekking tot de uit-
zettin.gen ‘der gemeentelijke giro’diensten ‘sdhijnt ons
contrôle van uit een centraal punt geweusdht. Voor
zoover, ‘deze ‘diensten de hun toevertrouwde gelden
grooten’deels ‘doorgeven aan cle geméen.te ‘zelve, w’elke
hbn in het leven riep, krijgen de uitzettingen een
zeer eenzijdig karakter. De liqu’idit’eit van ‘den giro-
‘dienat wordt daardoor afhankelijk van de cred’iet-
waardigheid van ‘cle betrokken gemeente. Wanneer
‘deze in tijden van ‘beroering op geld- en ‘kapitaal-
nntrkt in ‘twijfel wordt ‘getrokken, rijst ‘het gevaar,
dat ‘de rekeningilionders hun tegoed op’vralgen, het-geen de ‘gemeente in acute moe’ilij’kheden kan bren-
gen. Eeni’ge verscheidenheid in ‘de uitzettin’gen ‘is
‘daarom zeer ‘gewensht, evenals bij •de centrale bank en ‘hij ‘de particuliere ‘banken. Het voorgestelde cen-trale t’oez’idht komt ons ‘daarom ‘ook met betrekking
tot ‘d’i t punt ‘gerechtvaardigd voor.

Op grond -van een en ‘ander shijnt ‘on’s derhalve
het ‘heginsel eener centrale contrô’le op de gemeente-
lijke giro’dien’sten alleszins aanvaardbaar. Alleen zal
het ‘hij ‘cle uitvoering daarvan raadzaam zijn om ‘de centrale bank, clie ‘in het kader van onze gcl’d’voor-
zien’in’g fbed
,
oeld is als ‘ho’ogste leiding ‘geven’d orgaan.,
in de zaak te betrekken teneinde de n’ood’i’ge eenheid
in ‘de te volgen ‘beginselen te verkrjgen; ‘daarvoor
een vorm te ‘vinden ‘zal’ niet moeilijk zijn.
Nu wordt ‘in het Voorto’opig Verslag tegen ‘het
ontwerp aangevoerd, ‘dat ‘de gemeentelijke ‘girodien-
sten tot ‘duiverre nog weinig belangrijk zijn geweest
en ‘dat de neiging tot ‘oprichting van nieuwe giro-
diensten hij de gemeentebesturen niet van dien aard is, dat invoering van Rij’ks’vergunning en Rijkseon-
trôle geweth’gd nou ‘zijn.

De Regeeriug 1usd ‘de aanvoering van ‘d’it argument
gemakkelijk ‘kunnen voorkomen ‘door mededeeling van
enkele cijfers met ‘betrekking tot ‘den omvang der
plaa’tselij’ke ‘gi rod’ien sten. Wij laten ‘hieronder eeni’ge

gegevens van ‘den P’ostcihèque- en Giroclienst en van
het Amsterdamsohe Giro’kant’oor volgen:

1
Postchêque- en Girodienst
.

Girokantoor Amsterdam

°XI
X’
Jaar
I0°d

.,-q
m

o

,nc’,

°:
co:

1920
33 95
31
4.859
10,1
4,9
1.248 225
1930
168
.119
83
11.612 42,7
30,2
1.888
256
1931
185 157 112
11.979
46,8
27,0
2095
319
1932
204
170 128
11.491
48,7
‘40,1
2.045
332 1933
224
189
135
11.910
51,4 28,5
1.783 219
1934
245
197 147
13.236 53,8
26,2
1.773
1

221

Boven’staan’de staat toont, dat het ‘in dezen niet
gaat om een verschijnsel van ondergeschikte ‘betee-
keni’s. Bcha’lve te Amsterdam ‘Iran volgens het Voor-
io’opig Verslag voorshands nog slechts te Arnhem,

Bussum en Zaandam van een omvangrijk plaatselijk gir’overkeer worden ‘gesproken. Het aantal gemeen-
telij’k’e ‘g-irodien’s’teu is ‘dus nog niet’ groot, maar wat
niet i’s, kan n•og ‘komen en ‘dan schaadt het niet om
ook daarvoor klaar, te staan met een contrôle-appa-
raat, dirt reeds in de huidige ‘omstandigheden ge-
wenscht ‘moet worden geacht.

* *
*

Ook -het verbod van rentevergoeding over “giro-
saldi heeft tot ‘oppositie aanleiding gegeven. Voor ‘de
gemeentelijke girod’iensten wordt ‘daarin een geëigend
middel gezien ‘om ‘deze voor het publiek aantrekkelijk
te maken en om daardoor aan den ‘d’ien’st ‘zelf ‘ruime mi’dde’len te versehaffe, ‘d’ie ten dccle ‘weder aan ‘de
k agel’dv’oorzien’iirg der gemeente ten ‘goede komen.

De toelichting tot het ontwerp is op ‘dit punt ‘zeer
kort. Me’t verwijzing naar ‘het rapport-Heldring
wtrd’t in ‘de Memorie van Toelichting opgemerkt:
,’,Lebtencte ‘op ‘den aard ‘van ‘de ‘giro’dien’s’ten, moet,
ook naar het oordeel’ van on’dergeteekenden, rente-
vergooclin’g ‘door deze instellingen, vooral in de tegen-
v’oorcI.ige omstandigheden, als ddge’wensoht worden
aangemerkt.”

Deze toelichting is ‘door haar korthei’d weinig be-
vredigend. Uitvoeriger was ‘de co’m’rn’issie-Heldrin’g, ct’ie ‘op ‘blz. 39, v.v. van haar rapport ‘de rentevergoe-
ding veroordeelde, omdat daardoor cle ‘giro’diensten
het terrein van het zuivere ‘betalingsverkeer zouden
verlaten en tot beiieggingsinstellin,gen zouden wor-

den, hetgeen niet baar taak, doch ‘die der ‘banken is;
bovendien adh’tte ‘zij het, ‘mede ui’t liqui’diteit’sover-
wegingen, ‘verkeerd o mi ‘cl’oo r rentevergoeding kaagel-
den ten ‘behoeve der gemeenten aan te ‘trekken.

Deze argumenten missen on’zes inziens ‘clo’or.slaande
beteekenis. Dat er een natuurlijke taitkverdee’lin’g zou
zijn tusschen ‘giraal ‘geld creëeren’de deposito’banken en girod’ienste.n, achten wij met ‘het Voorloopig Ver-
slag voor betwittin’g vatbaar; beide groepen van in-
stellingen ‘Ibestrijken voor een deel ‘hetzelfde terrein
en wat’ aan ‘cle eene wordt toegestaan, behoeft aan de
andere niet te worden veibo’d’en, ‘wanneer overigens
goede regelen van liquiditeit in adh’t worden ge-
nomen.

Ook on’s komt het on’gewenscht voor, ‘dat ‘de ge-
ineenten haar ‘guiodien’s’ten tot ‘deposito’banke’n ‘zou-
den ‘doen uitgroeien, omdat zij d’a’ard’o’or ‘zichzelf be-
lasten met risico’s, die in bewogen tij’den •gevaarlij’k
kunnen worden.. Maar tusscihen het erkennen van .d’it
gevaar en het verbieden van alle rentevergoeding
li’gt nog een ‘groote afstand. Liqui’dite.itsgevaar kan
worden voorkomen, ‘door een af’d’oei’de contrôle, ge-
baseerd op regelen ‘van bep
r
oefd
e
bankp’olitiek; ‘ver-
bod van rente beteeken.t, ‘dat men een nuttig insti-
tuut geheel afschaft, alleen omdat het, ‘op ‘verkeerde
wijze ‘toegepast, wel eens tot wa’ntoestan’den kan
leiden. , ‘

276

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 April 1936

De rentevergoeding over gir.osaldi toch kan in de
toekomst een nuttig hulpmiddel (blijken voor de nivel-
leering ‘der conjunctuurgolrven in het economisch
leven. De Oveiheid zou immers deze rentevergoeding
kunnen ‘bezi’gen om in tijden van hausse, waarin het particuliere bedrijfsleven met medewerking der han-ken neiging tot ‘overdreven eredietexpansie pleegt te
vertoonen, gelden aan ‘te trekken, die ‘dan slechts ten
deele dienen te worden belegd en wdiker wegtrek-
king uit het particuliere bedrijfsleven daar een ‘te’m-
peren’d’en invloed op de hausse nou uitoefenen. Daar-
tegenover nou ‘dan in depressieperioden de rentever-
goeding stopgezet kunnen worden met de (bedoeling
om een teru’g’vloed van ‘geld van de gircdiensten naar
elders te (bevorderen.
Verwezenlijking van deze gedachte zou uiteraard
niet een vaste, doch een wisselende rentevergoeding
over ‘giro’sa’ld.i vereischen. Voor ‘de vaststelling van renteveran’deringen zou zeggenschap van de centrale
bank 0-ver het tijdstip, waarop, en de mate, waarin’
zij moeten plaats vinden, zeer ‘gewenscht ‘zijn, ten-
ein’de tezamen met de discontopolitiek der centrale
bank een systeem ‘van rentepolirtiek te verkrijgen ter
beïnvloeding van de conjunctuur. Meer dan ‘een on-
derdeel van een ra’ti’oneele conjunetuurpolitick kan
zulk een ‘manipuleering van de credi’tren-te ‘op giro-
saldi en van het (bankdisconto niet zijn; men nou
de ‘beteekenis d’er rente voor het conjunctuurverloop
o’verschatten, wanneer ‘men ‘de verwaohting koesterde
alleen langs cleizen weg tot n-ivelleering der conjunc-
tuurgolven te kunnen ‘geraken. Maar in ‘de goede
richting eener oonjunctuursta’bil’isa’tie gaat men todh
met een politiek van wisselende rente wèl.
Daarom komt •het ons niet verstandig voor thans
een aigcheel verlbo’d van rentevergoeding in de wet
vast te leggen. Beter ware het om het voorstel in
dier ‘voege te veranderen, dat aan de Kroon de be-
voegdheid wordt gegeven om na raadpleging van de
centrale (bank, ‘of – beter nog – onder goedkeuring
van ‘deze laatste, telkens de rente ‘op -girosa’ldi ‘bij
den Rijksdienst en ‘bij de gemeentelijke diensten vast
te stellen. Dan heeft men ‘het instrument in handen,
dat in de toekomst ‘gebezigd zal kunnen wordn voor
het zooeven vermelde doel.

* *
*

Alles tezamen genomen, wil het ons voorkomen,
‘dat -het hooMbeginsel van he’t aan’hangi’ge wetsont-
werp, t.w. zeggenschap van ‘het Rijk over ‘de ontwik-
keling van ‘de gemeentelijke ‘giro’dien’sten, aanvaard-
(baar ‘is. Veel zal ook ‘hier op de uitvoering aanko-men. Van bijzondere ibeteekenis schijnt het ons, dat
deze centralisa-tie ‘der Overhei’d’sgirodiensten wordt ingeschakeld in een algemeen systeem van rationeele
geldv’oorz’iening. Daartoe bestaat ‘bij aanvaarding van
het ontwerp de an’ogelijk(hei’d.
Niet juist schijnt on’s ‘daarentegen ‘het verbod van
rentevergoeding. Dit verbod (beteekent uit een oog-
punt van oonjunctuurpo’litiek een stap achteruit.
Wij h’open daarom, ‘dat op dit punt de door ons aan-
gegeven wijziging in het ‘ontwerp zal worden aan’ge-
bracht en dat ‘de beslissing, of, en zoo ja, ‘hoeveel
rente ‘op girosal’di zal worden vergoed, zal worden
gelegd ‘in handen van -de Regeering en van De Ne-
derlan’dsehe Bank. G. M. V. S.

HET VASTE-LASTEN.ONTWERP EN ZIJN

CONSEQUENTIES.

Het gewijzigde vaste-lasten-ontwerp bevat verschil-
lende verbeteringen, waarvan ‘het vrij laten van ‘de
kapitaalmarkt voor nieuwe ‘hypotheken wel ‘de voor-
naamste is.
Voor credieten op langen termijn, en voor goed-
koop credie’t in ‘het ‘bijzonder, ‘zi.jn kapitaalsvrijhei’d
en rechtszekerheid nu eenmaal con’diti’ones sine qua
non: wie het nog niet wist heeft -het in’het laatste

halfjaar ‘kunnen cons’ta’teeren. Men kan eens in de
honderd jaar misschien met een (beroep op den rechts-
regel, dat nood wet breekt een knoop van ‘on’ontwar-
baar ‘geworden economische verhoudingen in eens
doorhakken, ‘maar noch het ongewensch’te gebruik van
een bijl, noch het vallen van ‘spaan’ders kan worden
voorkomen door te knutselen aan het eeuwen’oude,
ragfijn geconstrueerde ra’derwerk van ‘ons Burger-
lijk Recht.

Uit de Më’morie van Antwoord begrijpen wij, ‘dat verdere experimenten op dit gebied achterwege zul-
len blijven; gelukkig, want devaluatie van ‘de munt

moge erg zijn, maar de tegenw’oor’di’ge meer en meer
gebruikelijke devaluatie van het recht komt in wezen
neer ‘op denzelfden maatregel, maar dan zonder •de
eventueele v’oordeelen voor den export.

Het oorspronkelijke vaste-lasten-‘ontwerp accep-
teerde ‘de realiteit van twee ‘zaken, welke toch niet

an’ders dan populaire politiek-economische waan-
‘denkbeelden waren, nl.:

lo. ‘de meaning, ‘dat de .bereikbare aanpassing van
de huren niet ‘gen’oegzaam langs normalen weg ver-
kregen zou wor’den, en

2o. de meaning, dat ‘de hooge hypotheekrente de
voornaamste oorzaak was van ‘de moeilijkheden ‘der
huiseigenaren en ‘d’at wettelijke verla’ginrg z’on’der veel
bezwaar -in ‘di’t euvel ‘kan voorzien.

Mogelijk ‘handelde men welbewust aldus, in ‘de
h’o’op, dat onze parlementaire faibriek tegelijkertijd
zou pro’duceeren het eenige ‘goede en effectieve doch
minder populaire crisismedicijn te ‘dezer zake: nl. de
verlaigin’g ‘der ‘opgedreven overhei’d’slasten voor ‘be-
staande gdbouwen.

Waarschijnlijk zou elke Regeeriug, ‘d’ie niet berei’d
zou zijn geweest een offer aan den waan van ‘den dag
te brengen, politiek gesteen’i’gd zijn, maar het is o.i.
toch jammer, dat de R’egeerintg zelfs in ‘deze lang-
durig voorbereide Mem’orie ‘van Antwoord, waarvan de gewijzigde huurbepalingen feitelijk een erkenning
inhouden van het ‘inzicht, ‘dat men ‘in ‘d’ezen het ‘beste
niets doet, geen ‘gegevens verstrekt ‘omtrent de plaats
geha’d hdbben’de huurd’aling in alle huurkilassen. Want

alvorens in deze materie te gaan ingrijpen mag men
toch eigenlijk wel precies ‘de gegevens kennen, welke
men wil gaan ordenen.

Alle bekende gegevens echter wijzen eerder in de
richting van een veel te snelle ‘daling van ‘de ‘huren,
dan op een al te trage ‘aanpassing op ‘dit gebied.
Volgens de verslagen van den Hoofdinspecteur van
de Volkshuisvesting ging de aanbouw van nieuwe
woningen ‘de laatste jaren in een veel sneller tempo
dan ‘de behoefte noodi’g ‘maakte. Logisch ‘gevolg van
het snel toenemende wonin’gaadbod: huurverlaging,
eerst in •de duurdere, geleidelijk ook in de ‘goed’koo-
‘PC
re en goedkoopste huurkla’ssen.
Te Amsterdam ‘bijv. geven de cijfers van den Ge-
meentelij’ken Woning’clienst ‘betreffende leegstaande
woningen het volgende beeld:

Eind
Nov.
Eind Aug. Eind
Nov.
1934
1935 1935
Aantal
Aantal Aantal
Van f

2.50
t/b.
)
f

4
)
344
643
884
208.—
.

250)
256
452
541
250.—
,,

300
232 546 702
300.—
350
558
1159
1255
350.—
,,

400
1535 1847
1772
400.—
450
1506
1519 1483
450.—
,,

500
1100
956
899
500.—
,,

,,

600
1002
870
769
600.—
,,

700
515
498
461
700.—
800
232 272
252
800.—
,,

,,
1000
217
311
330
1000.—en honger p. j.
366
459 447
Totaal

….
7863
9532
9795
i)
Tot beneden.
2)
Per week.
‘ 3)
Per jaar.

Te Rotterdam stonden op 3 Jan. 1936 in de huur-
klassen ‘van
f
2.50 tot
f
5.— per wee’k zelfs niet min-
der dan
2783
woningen leeg.

15 April 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

277

liet woningapparaat in Nederland ‘is meer dan
groot genoeg en wie op zijn woningbudget moet be-
zuuuigen, kan in ‘iedere huurklasse beneden de ‘zijne
een iets ‘bescheidener woonruimte vinden. Daarom
kan op dit ‘oogenbl’ik ‘iedere wettelijke regeling ‘der
‘huren ailleen maar onheil brengen en verwarring
stichten, zooals ‘blijkt uit de pogingen ‘daartoe.
Het oorspronkelijk ontwerp immers bevatte een
regeling, welke feitelijk in de ‘onteigeuungswet thuis-
behoorde onder een nieuw hoofdstuk, waarbij de sdha-
clel’ooss’tellin’g geen enkel verband Meld met ‘de ge-
leden ‘schade.
Deze f’out ‘heeft men ‘in ‘de gewijzi’gde regeling
blijkbaar willen
vermijden,
maar nu kan men zich bij de ‘bestudeerin’g ‘daarvan weer ‘niet onttrekken aan
het gevoel ‘in de Armenwet te ‘zijn verzeild geraakt.
En hoeveel werk zal ‘de nieuwe regeling verschaffen
aan ‘onze ‘kantonrechters, wier aantal juist aanmerke-
lijk geslonken is tengevolge van de althans op het
s’tuk der rechtsbedeel’ing (toch geen onheilige zaak!)
flink ‘doorgezette bezuiniging.
Het is natuurlijk een belangrijk ding, dat er in
Nederland zoo ‘goed als geen krotwonungen bestaan
en dat er zooveel woningruimte ‘beschikbaar is, doch
daaruit volgt, dat elke verdere forceerung van ‘huur-
‘daling een zoodanige ‘debâ’ole teweeg zal brengen op
het ‘gebied ‘der won’ingfinanciering, ‘dat men un’der-
daad ten ‘dezen geen bijzondere maatregelen meer
van noo’de heeft.
Integendeel, voorloopig ‘zal alle energie gericht
moeten zijn op een aanpass’un.g van de in verhouding
tot ‘de ‘gedaalde huren te ‘zwaar ‘drukkende overheids-
lasten als erfpach’tscanon, straatbelastingen en der-
gelijke en het is uitermate jammer, ‘dat ‘de Mem’orie
van Antwoord juist op dit punt teleur stelt.

Want, voor zoover ‘de crisis op gdbied van het
onroerend goed abnormale afmetingen aanneemt, zijn
het uitsluitend ‘de oveiheidslasten, welke ‘daarvoor
verantwoordelijk ‘moeten worden gesteld.

De ‘hypotheekrente immers was kort voor den oor-
log ongeveer 5 pOt. en is ‘dat nu ng; alleen in de
infiatiej aren vlak na den ooi1log is zij vrij belang-
rijk ‘honger ‘geweest (6 â 6% pOt.). Ook ‘de bouwkos-
ten van huizen zijn thans eerder lager dan vlak vSSr
den ‘oorlog. Alleen ‘de oveihei’dslasten ‘zijn zoodani’g
gestegen – en toen de ‘huren reeds belangrijk begon-
nen te dalen is er ‘dikwijls nog een flinke schep
bovenop gedaan – dat in ‘de huur van een moderfle
arbeiderswonung op erfpacht te Amsterdam volgens
den directeur van ‘den wonin’gdienst, Ir. Keppler, is
begrepen een ‘bedrag van
f 8 â f 8.50 per week aan
overlze-iclslasten tegen f 0.75 in 1908. Dit is
toch af-doende; in ‘de overhei’dslasten en nergens anders kan
men verl’idhtinig van lasten zoeken.

Voor hoeveel mi’d’denstandszaken is buy. de eeni’ge
jaren geleden ingevoerde straabe’lasting te Nijmegen de druppel geweest, die de emmer deed ‘overl’oopen.

Wanneer men nu ‘het kwaad niet in den wortel
aantast, maar ‘op het – ‘stuk van verlaging ‘der over-
heidslasteu alleen onder allerlei voorbehoud eenige
verschuiving van lasten in ‘het vooruitzicht stelt, ‘ge-
lijk ‘door Mr. Rooy is ‘betoogd, dan blijft in ‘het ont-
werp alleen over de hypotheekren’teverlagin,g tot
4%, pOt. ten gunste der ‘huiseigenaren en ten koste
van pan’dlbriefhouders.

,,De tegemoetkoming in de rente tot 4% pOt., resp.
5% pOt., ‘heeft ‘in de praktijk uit een ‘oogpunt van
lastenverlichting voor de ‘huisei’genaren nagenoeg
niets te ‘be-teekenen”, meent ‘het Bondsorgaan ‘der
Huiseigenaren.
1)

Dat klinkt bijna verbijsterend, gezien ‘de ‘ontelbare
keeren, -waarop op ‘dit aambeeld is gehamerd, ioodat
hypo

theekrenteverlaging ‘zelfs een der meest gangbare
politieke paradepaa’rdj es was ‘geworden!
Naar ruwe schatting staat er ‘bij ‘de ‘hypotheek-ban-ken op dit oogenblik nog wel voor
f
700 á 750.000.000

1)
21 Maart 1936.

aan leenin’gen uit, welke meer ‘dan 4% pOt. rente
‘doen; voornamelijk 5 en 5% pOt., maar ook nog een
groot ‘bedrag 534 pOt. De eigenaren, ‘die deze ren-
tea moeten ‘betalen, ontvangen toch althans een’ge
en soms niet onbelangrijke verlichting in hun exploi-
tatiekosten.
Men heeft ‘het wel juister ‘geacht dat’de aandeelhou-
ders der hypotheek-banken ‘voor ‘de gedwongen rentever-
la’ging ‘der hypotheken zouden ‘opkomen. De hypotheek-
banken ‘zetten echter niet het geld van ‘hun aandeeljhou-
ders op hypotheek uit, maar dat van ‘de pand’brief-
hou’ders; men zou dus moeten beginnen met het aan-
‘deden-kapitaal ‘der banken ‘te laten opvragen. En dat
terwille van ‘de ‘huiseigenaren, onder wie zich ‘toch
ook -verscheidene
bevinden
‘die eeu-vou-di’g met 80 tot
100 pOt. van ‘anderen geleend geld in de goede jaren
me-t weinig of geen eigen ‘kapitaal een ‘hooge rente
hebben gemaakt, d’ooh nu het ‘getij gekeerd is nog
niet eens tevreden ‘zijn, ‘dat ‘de Regeerinig ‘hen tege-
moet ‘wil komen op de ruggen van hun eigenlijke
-geldschieters, -de pan’d’briefh’ou’ders.
Nu ‘de rekening toch we’ttelij:k aan ‘anderen ge-
presenteerd kan worden, ‘adviseert de Nederland-
sdhe Bond van Huis- en Grondeigenaren aan
de Rogeering om ‘de hypotheekrente nog maar wat
lager te stellen, wat voor hypotheek-banken geen ‘be-zwaar kan ‘zijn, aangezien ‘de marge tusschen ‘hypo-
theek- en pan’dlbriefrente -toch te ruim ‘genomen
wordt.
1)

Ter adstruct’ie van ‘dit betoog verzuimde de Bond
over te leggen een ‘lijst •van koersen waartegen ‘de
panidbri even tegenwoordig ter he’urze worden ‘verhan-
deld en hij verzuim-de oo’k een opsomming te geven
van hypotheek-banken, wier aan’deelen in den laatsten
tijd alleen maar meer met toebetaling van ‘de hand
kunnen worden gedaan. El’ke ondersteuning van ‘de
geponeerde stelling ‘onrbreekt trouwens, en ‘daartoe
had deze hypotheekba’n’kkun’d’ige Bond •ook zeker be-
zwaarlijk kunnen wijzen op het fe’it, ‘dat ‘de groote
meerderheid ‘der hypotheek-banken ‘het niet verant-
woord ‘heeft ‘geacht over 1935 eeni’g dividend u’it te
keere.n en ‘dat het geheel beschikbaar ‘houden van ‘de
winst voor sommige harer niet voldoende i’s ‘om ‘de
n’oodige voorzieningen tegen geleden of te verwach-
ten verliezen te treffen, rzoodat de reserves reeds aan-
gesproken moesten worden. Vooropstellende ‘dat wij persoonlijk ‘voor afwijking
van ‘de normale wegen niets gevoelen, meenen wij
hier nog eens t’e moeten herhalen het vroeger betoog-
‘de, ‘dat het ‘lager stellen van ‘de hypotheekrente te
eenen malle uitgesloten is, -wil men de intrinsieke
waarde van ‘den goeden pand’brief niet nog verder ‘aan-
‘tasten. Practisch immers wordt ‘lang geen marge van
0.75 pOt. door ‘cle hypot’heekbanken ‘bereik-t, ‘daar ‘keel
wat leen-ingen lager rente ‘doen ‘dan 4% pOt. Zoo ver-
meldt ‘bijv. een ‘hypotheekbank, ‘d’ie terecht in ‘haar
verslag niet ‘de
bedongen
rente ‘opgeeft, doch ‘de
toer-
kelijk ontvangen
rente, -dat meer ‘dan 10 pOt. van de
leenin,gen
lager
rente afwerpt dan 4% pOt.
Wanneer n’a eventueele aannemin’g van ‘het wets-
on-twerp de effectieve (niet de papieren!) rente marge
inderdaad 0.7 pOt. zal ‘zij, ‘dan zal het ons hard
meevallen.
Ongetwijfeld is deze marge hij verschillende ‘hypo-
theek-banken ‘dan nog grooter dan ‘zij’ thans is, ‘doch
daartegenover staat, ‘dat ‘sommige an’dere hanken
(Friesch-H’oilan’dsche Hypotheekbank 0.85, Friesch-
Groningsche Hypotheek-bank 0.82, Ar-nihemsche Hy-
potheekbank 0.78, Nederlan’d’sdhe Hypotheekbank 0.77,
Zui’d-Hollan’dsdhe Hypotheekbank 0.76, enz.) ‘door
-deze rentegeiljksohakelin,’g zich een vermindering -van
vinstcapaciteit moeten laten welgevallen, waarvoor
‘de Regeerung blijkbaar ‘de ‘verantwoording in -deren
tijd well op zich durft te nemen.
Wij hopen van ganscher ‘harte, dat de R-egeering
daarin niet te ‘optimistisch zal blijken te ‘zijn, ‘doch
wij mogen ‘hierbij nog eeits wijzen -op ‘cle gevaren en

‘) N.R.Crt. 8 April
1936,
Ochtendblad C.

278

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16 April 1936

onbillijkheden, welke in’haereut zijn aan het Fn;g±ij-
pen in prFvaa’trechtelijke verhoudingen. Den hypo-
t’heekbanken, die tijdig gezoigd hdhben voor een
winstnia’rge, welke haar hopelijk in staat ruilen stel-
len aan de verliezen ‘van deren tijd zonder Regee-
riugshulp het hoofd ‘te ‘bieden, wordt een gedeeite
van hare wineibronnen afgenomen, wat wel een merk-
waardige waardeering lijkt ‘voor een financieel be-
leid, gericht op het verschaffen van de grootst
mogelijke rekeriheid aan pan’dbriefhou’de’rs en ‘van de
grootst mogelijke waarborgen voor aa’ndeeljhouders
tegen ‘het spook ‘der volstorting van het opvraa,ghare
gedeelte der aandeelen op een ongelegen moment.
Voor het ‘beleid ‘der ‘hniseiigenaren geldt mutatis mu-tan’dji’s hetzelfde en ‘hun request ou o.i. dan ook iheel
wat aan kracht en waardigheid hebben gewonnen, in-
‘dien fbetoogd. was, ‘dat men ‘den ‘huurder de verant-
woorde’lij’khei’d voor zijn ‘huurcontract maar zeilf moest
‘laten dragen, den ‘huiseigenaar voor ‘zijn ‘daden even-
eens, en ‘de hypot’heeklbanken ook, dooh idat dan ver-laging van overhei’d’siasten een gebiedeirde eisch is.
Het ‘zal echter moeite kosten ‘o’m tot. ‘dit juiste
standpunt terug te keeren, i’u’mnen ‘daarvan steeds
verder afwijkt en ‘geneigd is ‘overal ‘de s’aneerende
‘werking van ‘in’divi’duele decoufitures tegen te gaan,
‘alsof dit streven niet ‘tot een ‘collectief bankroet moet
‘leiden.
Aanvankelijk is ten deren wel de meest juiste
methode gevolgd en daar, waar een groep (het
eerst ‘de Ilek’d’h’ou’w) al te groote schade ‘dreigde
te lijden, aan ‘het ‘bedrijf al’s zoodanig uit de pu-
blieke kas steun verleend. Maar ‘toen ‘deze metho-
de catas’trophaal voor de publieke kas ‘dreigde te
worden, aangezien ‘steeds nieuwe en grootere groe-
pen, steun hehoef’den, is ‘men de debiteuren gaan

steunen ten koste van de crediteuren (crisisp’adhtwet;
het ‘in’ttellen van niet voor realisatie ‘door den credi-
teur vat’bare tedlt’bewij’zen in iden tuinbouw, waardoor cie feitelijke ‘waarde van ‘het onderpa’nd eenvoudig aan
het verhaal van den crediteur werd onttrokken; ‘de
maatregelen van het crisisla’ndbou’wfhypotheken(be-
sluit; ‘de execu’tiewe’t van 9 Febr. 11; de nog aanhan
gi’ge crisislandhouwihypotheekwet en ‘de pachtwt).

Daardoor werd slechts een verplaatsing va’n rde moei-
lijkheden verkregen naar ‘de crediteuren en ‘daarvan
kan ”men o’p ‘zij’n ‘best verwachten een jiiet al te
onredelijke wettelijke distributie van ‘dikwijls ebsoluu’t
niet ‘door ‘de cri’sis veroorzaakte misère.

En nu ‘zouden ‘wij in ihet nu een,mmal gevolgde sys-
‘teem de o’in’sladhtige •huueibepalinge’n en de credi’et
‘sohokken’de, maar tenminste aan diverse hui’seigena
ren eeni’ge veriicl’rt’i’ng ‘brengeu’de renteverla’gings-
bepalingen misschien nog ‘hebben willen aanvaar-
den, ‘indien stedhts met in’gaug van 1 Juli ‘as.
‘de werkelijke vaste lasten, nl. de ‘gemeentelijke
lasten op onroeren’d goed en erfpuch’tscanons met 20
pOt. zouden worden verlaagd, ‘gelijk in liet ‘oorspron-
kelijk ontwerp ‘voorzien.

De verlaging ‘der overhe’i’dslasten is zo’o’veel beter
te m’o’tiveeren ‘dan ‘cle hypotheek- en pa’n’ctbriefren te-
verlaging en van zooveel ‘grooter ‘belang, dat, wanneer
men nu eenmaal de pan’d’hrieven tot 4 pC’t. wil ver-
‘lagen, ‘men ‘dan ‘ook maar tot verlaging van ‘de obli-
gaties ‘der gemeenten ‘tot 4 pOt. had moeten oyer-
gaan, i’n’dien langs ‘dec normalen en meest gewensch-
ten weg’ ‘d’oor ‘bezuiniging ‘op ‘de uitgaven ‘geen ‘slui-
ten’de ‘budgetten verkregen kunnen worden. De vethi’n’teni’ssen van den Staat jegens rijn schuld-e’isdhers ‘zijn ‘door den Grondwet ‘gewaarborgd, maar
d’at wil toch niet zeggen, ‘da’t de Staat ook alle ver-
hi
n
t
en
‘i
n
van elke ‘gemeente waarborgt. Het pu-
‘bliek ‘vat het zoo ook niet ‘op. De ‘obligaties van
den Staat worden blijken’s de beurskoersen rbodh nog
wel ‘iets an’ders gewaardeerd ‘dan hij’v. de obligaties
van Amsterdam of Ro’t,ter’dam.
Welke reden kan er dan zijn, om, wanneer men nu
eenmaal aan de houders van ¶pandbrieven een offer
voor ‘de crisis vraagt, ‘hetzelfde offer niet te vragen

aa mi de ‘houders van gemeente’o’hligaties?
Voor het crediet van de gemeenten, die deze be-
voeg’d’hei’d zouden n’oo’d’ig hebben, is een ‘dergelijke
maatregel natuurlijk niet bevorderlijk, evenmin ‘als
‘d’it voor ‘de hypotheeilobanken het geval is ‘geweest,
maar wij vragen ons toch af, als men het nu zoo ver-
standig vindt om ‘de burgers elkan’ders lasten te laten
dragen, waarom dan ‘de reëe’le ‘la’stenverlaging
v
e
r

d’oerel’d moet worden.

Dan nog iets.
Bij
‘het koopen van erfpachtpercee-lan gaan ‘de ‘bouwers uit van een zekere huur, welke
men van het daarop ‘gebouwde kan maken en ide Ge-
meente ‘berekent in ‘de erf’pacihtscan’on o.’a. de rente,
welke zij ‘betalen moet van ‘de gel’dleeningen, opge-
nomen voor de groujdaankoopen. Nu bevordert ‘de

Overheid ‘op alle ‘denkbare manieren ‘huurverlaging,
‘de gemeenten hebben ‘haar ‘leeniugen voor ‘het grond-
bedrijf reeds ‘gec’onverteerd, maar ‘cle erfpacJhts’canon
is niet alleen niet verlaagd, m’aar ‘de eigenaren zijn

nog niet Straat- en B ran’dverze’keringsbe’las’ting extra
‘belast. Is het onder deze ‘omstandigheden nu wel erg
kl’oeke politiek om de ‘deugd ‘der aanpassing voor ‘de

huiseigenaren en cle ‘hyp’otheeldhouders te p red’iken,
doch de verlaging van ‘den erfpadhtsoanon hij ‘de
nieuw te scheppen armenzor’g ten bate van noo’dlij-
‘d’e’n’de ‘gemeenten onder te ‘brengen?

*
*

Een juiste aanpassingspolitiek wordt ide Regeering
niet ‘gemakkelijk ‘gemaakt, nu Zij van het Parlement weinig steun ontvangt ‘bij ‘de uitvoering van ‘diverse
dringend nood’ige ‘hezuini’gingsplannen.

Maar ‘i’s d’at wel voldoende reded om ‘d’iversè wetten te gaan maken, ‘d’ie geleidelijk ‘de ‘gezonde grondslagen
van ons ‘hypotheekbank-, spaarbank- en levensverzeke-
ringsbedrijf ‘on’derrnij’nen en de persoonlijke verant-
woo’rdelij ldhei’cl van ‘den zelfstandigen Nederlander
vo’or zijn daden wegnemen?
‘)
lIet moge alles in overeenstemming met den ‘geest
des tijds zijn, maar het afwijken van ‘de ju’iste prin-cipes heef t een volkomen funes’te uitwerking. Men
ziet ‘dat ‘het ‘beste aan de ‘houding ‘der huiseigenaren.
Eerst geeft de Begeering hun ‘het executiewetje met
beperking van hun afl’o’ss’i’n’gsverplithtinigen ten koste
‘hunner crediteuren en nu zij ‘oo’k nog renteverlagin’g
z&lien ontvangen, zijn zij ‘daarmee ‘op geen stukken na ‘voldaan en ‘wensdhen ten ‘koste van verzekerden,
spaarders ‘en p
an
db
r
i
e
fh
oud
ers
een afboe’kin;g op de
hoofdsoii’men. ‘Vaar moet dat ‘heen? Hebben ‘de
hypothecaire crediteuren in de ‘boo,muperi’ede van ‘het
onroerend ‘goed tijdens en na ‘den ‘oorlog, in ‘de i’nfla-
tieperi’ode ‘van v(‘(r 1924, soms een hijsc.hrj’ving op
hun vorderingen gehad?

Toch ken uien ‘het ‘hun bezwaarlijk erg kwalijk
nemen, want wanneer men ‘de huurders in ‘den waan
brengt, ‘dat ‘zij op kosten van ‘de
1
huiseigenareii wel
wat igoedkooper kunnen wonen dan economisch ver-
antwoord is, ‘waar is ‘dan het eind?

Al ‘kleedt men ‘het nog ‘z’oo voorzichtig in, derge-
lijke wettelijke maatregelen hebben toch volkomen on-
berekeiib’arei gevolgen. Neem bijrv. een’s een fabriek,
d’ie voor haar ‘bedrijf ‘verschillende winkels huurt, ‘ten

1)
‘Dit beteekent volstrekt niet, dat wij tegenstander zou-
den zijn van ‘het juist door de hypotheekbanken zelve in-
gestelde contrôle-orgaan of van een door de Regeeri’ng
overwogen Staatstoezicht. Integendeel, in de tegenwoor-
clige ‘maatschappij lijkt ons ook voor het hypotheekbank-
bedrijf het bahoud van soo waardevolle en nuttige zaken
als vrijheid en Persoonlijke veradtwoordelijkheid niet meer
mogelijk zondem’ ‘zoodanig orgaan. Ieder misbruik van de
‘vrijheid,
(mcmi
denke aan dr beruchte affaire van de Veen-
dammer Hypotheekbank!) elke onverantwoordelijke hou-
ding tegenover pandbriefhouders, moet in samenwerking
met het tedrijf zelf kunnen worden tegengegaan en liefst
voorkomen. Gelukkig d’at daartoe met enkele eenvoudige
maatregelen kan worden ‘volstaan.

15 April 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN

279

einde ae weder te on’derveiihuren. De on’derffiuurders
zullen missc’hien van den kantonrechter huurverla-
ging krijgen, maar de fabriek kan, wanneer zij niet
noodlijdend is, tegenover •de huurverlagirugen geen
enkele compensatie krijgen, omdat rzij sleehts onder-
venhuurster en geen eigenaresse is.

Tegelijk met de Memorie van Antwoord op het
vastdlastenontwerp is die op de Lawdbouwcrisishy-
pothekenwet ersdheaen. Deze wet zal, ondanks execu-
tioheperking en ondanks eventueele renteverlaging
volgens het ‘vastelastenontwerp, nog eens de mogelijk-

held openen om lan’dbouwihypo’theken tot noodanig
bedrag terug te brengen, dat rente en c.q. aflossing
‘tezamen 5 pOt. van de gebruikswaarde niet te boven.
gaan. Dat is ‘dus
ei
een aantasting van de hoofdsom-
men, welke ‘de Regee.rirrg met klem beweert af te
wijzen! Waar blijft ‘dan het vertrouwen, grootmacht van de samenleving, voorwaarde voor alle kapitaal-
oiimin’g, vnor alle sparen, voor alle crediet, ook ‘roor
dat van ‘den Staat?

Dat huurders •zidh moeten bekrimpen, huiseigena-
ren hun te zwaar verhypot.hekeerd vermogen ver-
liezen, ‘hypotheelebanken in ernstige moeilijkheden
1)

komen, het ‘is alles heel erg en men moet doen wat
men ‘kan om ‘dat alles tot ‘het strikt onvermijdelijke
te beperken.

Maar als men niet radicaal ophoudt het Recht te
devalueeren, dan is er o.i. geen sprake van dat men
straks zal ku’ninen bedwingen de geesten, welke men
heeft opgeroepen.
En alle ‘zelfwerkzaiue kradhten ten ‘goetleheeftmen
initusshen ‘verlam’d.
Mr.
J.
WILKENS.

1)
Aangezien de Minister van Justitie bij de behandeling
van het executiewetje toegezegd heeft in ieder geval een
.noodregel’ing te maken als neergelegd in art. 5 van het
Tastelastenontwerp, bdhoeft het zoo’a vaart niet te loopen.
Maar deze regeling is als complement van het executie-
wetje ook wel dringend noodzakelijk en daarbij is inder-
daad periculum in
mom.
Moge de Minister ‘derhalve met
‘het tot stand brengen van deze regeling niet wachten, tot
tijdens de deliber.atieën over het vastelastenprobleem
eenige hypothee1cbanken bezweken zijn, uitsluitend tenge-
volge van de haar door de wet opgelegde beperkingen in
baar rechten tegenover haar deb’iteu ren.

HET SUCCES VAN HET KABINET-VAN ZEELAND.

,,La Dévaluation Beige. Une opdration délicate, parfaite-
ment réussie.”

Prof. Baudhuin.
,.La Dévaluation Beige. Une opération aussi délicate que
décevante.”

Henri Miohel.
1)

,,En het Belgische volk, waar toch zooveel pit in alt,
zooveel energie, met zijn cultuur van eeuwen nauw verbon-
den aan Noord-Nederland, met zijn langen lijdensweg in
den loop der historie, mag nu de wrange vruchten pink-
ken van een politiek van onmacht en desperaatheiid.”

,,Er moest gebroken worden met dedeflatie, en wat is
nu het eind? Men heeft zelf bitter weinig bereikt en
de verwarring in de wereld vergroot.”
Prof. Dr. H. W. C. Bordewijk. )

,,De stand van onze muut is tegenwoordig steviger dan
op elk ander oogenbiik van onze geschiedenis. Onze kolonie
heeft ruimschoots profijt getrokken uit de gezamenlijke
economische maatregelen, die wij getroffen hebben. Zonder
tegenspraak kan gezegd worden dat bet ‘herstel daar nog
sprekender is geweest cmii in het mnoederland.”
Het Regeeringsverslag van
4
April jl.

Ziedaar in een paar citaten, chronologisch gerang-
schikt, de meening over het resultaat van de econo-
mische en monetaire politiek v’an de Regeering Van
Zeeland. Grooter tegenstelling is welhaast niet denk-
baar. Opmerkelijk is, dat het de buitenlanders (H.
Michel en Prof. Borciewijk) zijn, die de devaluatie

‘) Uitgegeven bij de J,inpi-iiiierie du Paleis (Parijs
1936).

) ,.Het geld ri’s. den wereldoorlog” (W. E. J. Tjeenk
Willink; Zwolle
1936.
Prijs
f
0.60).

scherp ‘becritiseeren en de gunstige gevolgen er van
‘ontkennen. En, ‘hij het clooriblederen van onze persuit-

knipsels over België cons’tateeren wij, dat ook ‘de
groote pers in ons land in het algemeen over de Bel-
gische devaluatie weinig goeds heeft gezegd. Het
moet ‘helaas van ons hart, dat men hi’er te lande de
verschijnselen weinig objectief heeft bestudeerd en
men herhaaldelijk een onjuiste voorstelling van den
toestand heeft gegeven. Men bracht bepaalde
frag-
nienten
uit het economisch leven van België naar
voren om daarmede te bewijzen, hoe ongunstig de
‘devailu’atie wei had gewerkt.
1)
En ‘de gunstige ver-
schijnselen die er waren zouden wel spoedig verdwij-
nen, zoodra de lichten van de wereldtentoonstelling
voor goed gedoofd zouden worden.

Hoe geheel anders is de ontwikkeling geweest! Op
het eind van den zomer was er in België een kleine
inzinking te constateeren, maar na de sluiting van
cle wereldtentooTnstellimm,g is – rekening h’ou’den’de met

seizoeninvloeden – het herstel verder voortgeschre-
den, zooclat Minister Van Zeeland de periode, waar-
voor hem volmachten waren verleend, kon afsluiten
in een toestand, die wel aanzienlijk verschilde van
cie economische en monetaire situatie in Maart 1935.
De resultaten, die ‘de Regeering Van Zeeland heeft
bereikt, zijn niet naar waarde te schatten, indien
men zich niet realiseert, hoe de toestand toen was.
liet probleem, waarvoor België stond, was niet van
technisch-monetairen aard, zooals o.a. Prof. Borde-
wijk meent. Deze fout wordt herhaaldelijk gemaakt
en vormt een bron van voortdurend misverstand.
,,Nous luttions contre une situation
économique
me-
naçante, contre une situation bancaire tragique”,
schrijft oud-Minister Gutt
2)
In onze studie over ‘de
deflatieperiode hebben wij dit punt zeèr uitvoerig
behandeld, zoodat wij er hier niet verder op behoe-
ven in te gaan. De sociale en politieke spanningen in België waren slechts uitingen van dit probleem.
De vertrouwensfactor heeft op het einde van de
deflatieperiode een
belangrijke
rol gespeeld,’ omdat
er toen een wisselwerking bestond tusschen de ecoho-
mische factoren eenerzijds en de sociale en politieke
factoren anderzijds. Hoofdzaak was het economische
prbleem, nl. ‘de onmogelijkheid om dc rentaibiliteit van het bedrijfsleven te herstellen ‘doordat de prijs-
en kostenverhoudingen volkomen verwrongen bleven;
daardoor raakte ook het bankwezen in de knel.
Wij leggen hierop nogmaals den nadruk, omdat de
kern van dit vraagstuk precies dezelfde is als in ons
land. Het verschil komt pas in de tweede plaats, ni.
hoe het zich naar buiten openbaart, d.w.z. op finan-
cieel, politiek en sociaal gebied. Het is volkomen
waar, dat verschillende personen ook thans nog be-
weren, dat de crisis in’België opgelost had kunnen
worden door verdere deflatie, maar wij hebben, noch
in gesprekken, noch uit geschriften ooit een bevre-
digende uiteenzetting vernomen, hoe het aanpassings-
proces dan in werkelijkheid volbracht had moeten
worden. En is (het niet typeerend, dat men ook in ons
land wel vaak het alternatief deflatie of devaluatie
stelt, maar dat men in’ den laatsten
tijd
tevergeefs
zoekt naar een kundige uiteenzetting, hoe het pro-
bleem in ons land moet worden opgelost zonder
devaluatie van de munt of zonder devaluatie van het
contractenrecht, zooals uien het reeds noemt om van
aantasting ‘van hoofdsommen nog maar te zwijgen.
In België was devaluatie een economische nood-
zakeljkihei’d gew’orden. Dat was inderdaad hetreu-

1)
])it was vooral ‘het geval met de prijsstijging, waat–
van men de nuudeelen voortdurend onderstreepte zender
dat men liet uitkomen, dat deze prijsstijging jui’st de werk-
loosheid sterk verminderde. Men wees voortdurend op de
gedaalde koopkracht der arbeiders en vergat, dat in ons
land precies hetzelfde gebeurde, omdat de bonen hier
sterker daalden dan de kosten van levensonderhoud. Het
verschil tusscihen beide landen was echter, dat de totale
loonsom (het bedrag, dat de arbeiders gezamenlijk ver-
dienen) ‘in Nederland daalde en in België steeg.
) Pourquoi le Franc Beige est tombé.

280

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 April 1938
renswaardig, maar men diene zich te realiseeren hoe
de toestand geworden zou zijn, indien er niet gede-

valueerci was. Economisch een verdere achteruitgang
met stijgeticle werkloosheid, omdat het bankwezen
zou zijn ineengestort, hetgeen vooral in een land als
België het bedrijfsleven volkomen verlamd zou heb-
gen. Bovendien zou het bezit van de spaarders zijn
aangetast. Dit bezit leek kort vôSr de devaluatie
nog veilig, maar was het niet meer
i).
Het bankwe-

zen en de spaarbanken stonden op springen.
Terecht werd er daarom in de verklaring van de
Regeerin’g van 29 Maart 1935 op gewezen, dat Zij
er van overtuigd was, ,,dat cle krachtdadigc, snelle en
besliste uitvoering van het programma het land uit
(Ie stoffelijke en zedelijke ontreddering, waarin het
zich bevindt, zal redden.” Hierin is de Regeeririg.
Van Zeeland geslaagd. Indien men niet alicen het

Verslag, dat de Regeering aan het einde van de vol-
machtenperiode aan het Parlement heeft uitgebracht,
doorleest, maar ook de feiten bestudeert
2),
dan moet

men er wel van overtuigd zijn, dat Minister Van
Zeeland zijn taak tot een goed einde heeft gebracht.
De prijsstijging heeft de prijs- en kostenrelaties
weer op een gezondere basis gebracht, daardoor is

de industrieele productie gestegen en de werkloos-
heid sterk gedaald. Het bankwezen en de andere
financieele instellingen zijn uit de dreigende moei-
lijkheden geraakt en bevinden zich weer in een ge-zonde positie, mede omdat het vertrouwen is terug-
gekeerd. De bogrooting over 1935 is van een aan-
vankelijk tekort van ruim Frs. 900 millioen nage-
noeg in evenwicht; de prijsstijging en de omzetver-
meerdering hebben het vraagstuk van ‘de vaste lasten
voor een belangrijk deel opgelost; de toestand in den
Landbouw is verbeterd; ‘kortom, de -v’aortdurende

achteruitgang is tot staan gekomen en heeft plaats
gemaakt voor een aanzienlijke verbetering. Het best
kan dit nog geïllustreerd worden door de daling van
de werkloosheid; ter vergelijking stellen wij naast de
Belg-isehe ook de Nederlan’dsehe cijfers ):

Aantal gecontroleerde Aantal geheel werkloo’zen
werkloozen in België in Nederland )

Maart
1935

273.000

418.000

Maart
1936

163.000

465.000

Daling

110.000

Stijging 47.000

Met ‘de verbetering van den eeonom’i’schen toestand
is ‘ook ‘de politieke en sociale rust teruggekeerd en
ook dit feit moet niet on’dersdhat worden; indien men
daarmede ‘den toestand in Frankrijk en Nederland
vergelijkt, ‘dan ‘springt dit gunstige resultaat wel zeer
in het oog. En is het juist, zooa’ls Prof. Bordewijk
stelt, ‘dat ‘de Belgische ‘devaluatie ‘de verwarring in
de wereld vergroot heeft? Voor zoover men alleen
naar het gou’cibiok ‘kijkt, zou men ‘dat misschien kun-
nen ‘beweren, hoewel ‘de moeilijkheden ‘daar reeds lang
bestonden; ‘de Belgische devaluatie ‘heeft ‘het proces
waarschijnlijk versneld. In ‘cle meeste landen buiten
‘het goudblo’k ‘heeft het ‘herstel zich sedertdien verder
voortgezet, hetgeen ‘ook blijkt uit de verbetering in
den wereld’handel, ‘di’e juist door ‘deze landen is te-
wee’ggebraëht. Bovendien ii het Pond Sterling sedert
de depreciatie in 1931 nog nooit ‘zoo stabiel geweest
al’s in ‘de afgel’o’open 12 maanden.
Dit ‘zijn feiten, ‘die vaststaan en ‘die ‘de titel van

2)
Dit feit wordt
bij’.
over het hoofd gezien door den
heer Miehel, die o.i.
ook op
andere punten zeer aanvecht-

.ba.re
conclusies trekt. Volledigheidahaive wijzen
wij
er op,
dat wij ons ook niet geheel met ‘het betoog van Prof.
Baudhuin kunnen vei’eenigen.
Het Regeeringsverslag geeft een zeer goeden ‘indruk
van :de verbetering van den economisehen toestaud; het
egt.’eahter teveel nadruk op hetgeen bereikt is.
Deze cijfers kunnen niet niet elkaar vergeleken wor-den. Zij d.ie]ien echter om de beweging
te laten zien. In
tl3elgië ‘sterke ‘daling van de werkloosheid, die volgens het
Regeeringsverslag nog grooter is dan uit deze cijfers blijkt,
‘in Nederland daarentegen aanhoudende stijging, rekening
boudende met seizoensinvloeden.
Cijfers over Februari.

dit artikel rechtvaardigen. Men versta ons echter wel.
Een erkenning ‘van het succes van ‘de Rogeering-Van
Zeelan’d impliceert niet, ‘dat Zij alle moeilijkheden
heeft ‘opgelost. Wij hdblben reeds ‘het vorige jaar er
op ‘gewezen, ‘dat ‘het evenwicht ‘in ‘de Belgische volks-
huirboudin’g door ‘devaluatie was verbeterd, doch ‘dat
voor een volledig herstel nog andere voorwaarden
vervuld moeten worden. Er ‘bevinden zich in het eco-
nomi’seh leven van België nog verschillende ‘zwakke
plekken, z’ooals ‘bijv. ‘de kapitaa’lmarkt, de overheids-
financiën, enz. Bovendien zitten er in ‘de opleving
gedeeltelijk geforceerde elementen, zooals bijv. het bouwbedrijf. Het is niet zeker, of de sterke verbete-
ring ‘op ‘dit ‘gebied zich zal voortzetten. Aan den en-
deren ‘kant zijn er nog gebieden, waarop nog een aan-
merkelijke expansie mogelijk is bij ‘den uitvoer en
de industrie ‘van kapitaal’goederen).
Tenslotte moet men nog met een belangrijke factor rekening houden. Het ‘gunstige resultaat van. ‘het ka-
binet-Van Zeeland is ook een gevolg van ‘de verbete-
ring van de internationale conjunctuur. Het ‘herstel
van den we.rel’dhan’del ‘op het einde van 1935 heeft
‘ook den Belgischen uitvoer gestimuleerd; de stahili-
teit van Pond en Dollar ‘heeft België voor nieuwe
moeilijkheden ‘gespaard. De Regeering Van Zeeland
‘heeft waarschijnlijk met ‘het oog op deze ‘gunstige
verschijnselen ‘de oorspronkelijke ‘devaluatie met 28
pCt. – er was eerst een marge gelaten tussohen 25
en 30 pOt. – thans wettelijk vastgelegd. Daarmede
is België weer tot ‘dan gouden standaard rte
ru
gge

keerd. Psydhologisdh is ‘dit feit zonder twijfel van
beteeken’is; ingev’al van, een verdere ‘d’epreciatie van
Pond of Dollar kan het echter ‘tot een n’ieuwen druk
op ‘de v’olks’huishouding leiden. Of ‘het succes van
‘het ‘kabinet-Van Zeeland besten’digd ‘zal worden, (hangt
daarom voor een ‘groot ‘deel van ‘d’e ‘ontwikkeling van
de in’ternationalle ‘handels- en monetaire betrekkin-
gen ‘af. Minister Van Zeeland ‘heeft ‘op econ’om’i’sch
gebied – in tegenstelling met de verhoudingen op
‘internationaal politiek ‘gebied – den wind mèe ‘gehad.
v. d.
V.
DE NOORD-ATLANTISCHE PASSAGIERSVAART.

In ‘de maand Februari zijn, ‘zooais bekend, bespre-
kihgen gevoerd, eerst in Londen en vervol’gens te
Parijs, tussdhen ‘de verschillende leden der z.’g. North
Atlantic Conference naar aanleiding van ‘het besluit
der Cunard White Star L’ine ‘om de in ‘den loop dezer
maand ‘in ‘de vaart te brengen ,,Queen Mary”, als
,,ca,b’in elass” ‘schip te exploiteeren.
Tot goed begrip zij erop gewezen, ‘dat ‘de Oonferen-
ti’e de tarieven voor ‘de ,,Queen. Mary” aanvankelijk
stelde op 255, ‘d.w.’z. $ 7 beneden het vigeeren’d mi-
nim’u.mtarief voor kajuitschepen en $ 15 beneden de
sninimum-eersteklas tarieven zooais ‘deze ‘bijv. golden
voor de ,,Normandie”. Togen ‘deze tariefeerin’g tee-
ken’de ‘de Nord’deutscher Lloy’d verzet aan. De kwestie
werd aan arbitrage onderworpen en krachtens ‘het
vonnis ‘der arbiters moest ‘het ‘minimum-tarief voor
de ,,Queen Mary” worden ‘gesteld ‘op $ 262, waar’door
‘het gëbruikelij’k verschil van $ 8 tussehen ‘de tarieven der eerste ‘klas en ‘d’e kajuitkiasse gehandhaafd ‘bleef.
Vervolgens ontstonden meeningsgesohillen met andere
lijnen, met name in Duitsdhlan’d en Italië, waar men
zich ‘op het ‘standpunt stelde, ‘dat, z’oolang schepen als
de ,,Bremen”, ,,Europa”, ,,Oonte di Savoia” en
,,Rex” krachtens ‘de conferentie-bepalingen bij ‘de
eersteklas-schepen ibleven ‘ingedeeld, het even onjuist
als onbillijk zou zijn ‘de ,,Queen Mary” plotseling als
kajuitsehip te beschouwen en. . . . te classificeeren.
Toen ‘het der Engelsche maatschappij ‘duidelijk
werd, dat haar voornemen inzake classificatie ‘der
,,Queen Mary” ‘bij de ‘overige passagierslijnen op
Noord-Amerika zeer ernstig verzet ‘ontmoette, dreigde
zij haar lidmaatschap van de conferentie ‘op te zeg-
,gen. Het ‘gevolg ‘eener dergelijke opzegging zou zijn geweest ‘het ontketenen van een tarieven-oorlog. Im-
mers moest met reden worden verwacht, ‘dat de maat-

15 April 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

281

sohappijea met minder moderne schepen op een even-
tueel uittreden ‘der Ounard White Star Line zouden
hebben geantwoord met een tarief verlaging. Gedu-
rende vier dagen werd in Londen met gesloten deuren
tussohen de direct-‘belanhe’b’benden onderhandeld.
ilet tafereel toonde in verschillende opzichten een
treffende gelijkenis met ‘de welhaast beruoht gewor-
den politieke ‘bijeenkomsten der groote mogen’d’heden.
Ook ‘hier een waas van ge’he’im’zinni’g’hei’d, zittingen
met gesloten ‘deuren, sensati’oneele berichten over
diepgaande meenitigsversohillen, die, tenzij ter elfder
ure een wending ten ‘goede intreedt, tot een formeelen
breuk moeten leiden. De typische sfeer was ditmaal
in Londen tijdens de bijeenkomst der afgevaardigden
ter conferentie wel in steike mate aanwezilg. Pess’i-
mistische en ‘optimistische berichten en besohouwin-
– gen wisselden elkan’der af. Allen verklaarden om
strijd, dat ‘geen poging onheproefd mocht worden ge-
laten om een conflict te vermijden, maar dat de taak
èn de problemen waarvoor men zich geplaatst zag,
z66 ingewikkeld en z66 vele waren, dat er heel wat
stuurmanskunst en beleid noodi’g zou zijn om tot een
allen tbevredi,gende oplossing te komen. Indien men
bedenkt, dat bijna vijfti’g afgevaardigden uit Enge-
land, Amerika, Frankrijk, Duits’chland, Italië, Ne-
derlan’d, België en Scandinavië ter conferentie ‘in
Londen aanwezig waren, kan men ‘zich van de ver-
scheidenheid ‘der ‘desi’derata een beeld vormen.
Na vier ‘dagen vergaderen waren de gedelegeerdèn
blijkens een mededeeling in één ‘der Engelsche bladen
,,worn ‘out”. Een officieele, ‘door Reuter ‘gedane
mededeeling, luidde: ,,Wij zijn nog niet tot eenig
besluit ‘gekomen, ‘doch verwacht mag worden, dat in
de
‘bijeenkomst
in Parijs overeenstemming ‘zal wor-den ‘bereikt.” Men ziet, de spanning was er! Kreeg
het Bestuur der Cunard ‘White Star Line zijn zin
niet, ‘dan ‘dreigde uittreding van ‘dit ‘belangrijk lid
uit de Conferentie en daarmede de chaos. Handelde men ‘daarentegen in overeenstemming met de wen-
schen ‘der Engelsche reederij, dan zou’den de ‘overige
leden ‘hunner’zijds op ‘tariefwijzigin’gen aandringen.
Men bereidde ‘zich op ,min of meer ingrijpende om niet te zeggen sensationeele wij ziginigen voor, totdat
de zitting te Parijs, die een vrij vlot verloop had,
plotseling – althans voor de niet-ingewijden – de
oplossing van ,,het conflict” ‘bracht. En, al weder
passen’d in ‘de sfeer waarin
deze
‘bijeenkomst werd
gehouden – Parijs ‘heet niet ten ‘onreohte ,,la ville
lum’ière” – bleek de lang veibeide ‘oplossing te zijn
,,simple comme bonjour”. Men schafte eenvoudig ‘de
benaming ,,eersteklas”-schepen af en verving ‘haar
door ,,cabinslhips”, d.w.z. schepen met kajuitklas’e.
What’s in a name? En men ontwierp een nieuwe
,,indeelin’g”, omvattende achttien klassen, waarin
zeventi’g transatlantische pa’ssagierssohepen ‘zijn ,,on-
dergdbracht”.
V’olledi’ghei’dhaive volgen hieronder hij’zon.derheden
omtrent ‘de in’deeling ‘der verschillende schepen:

Groep 1: ,,Noi-mandie” en ,,Queen Mary”,

2: ,,Bremen” en ,,Europa”,

‘3: ,,Empress of Britain”,

,,Ile de France”, –

,,Majestic” en ,,Beren’garia”,

,,Aquitania” en ,,Leviathan”,
,,Paris” en ,,Columbus”,

,,Man’hattan”,

,,’Tashjn.gton”,

,;Obarnp
lam” ,,Saturnia” en ,,Vulcania”,

,,Britannic”, ,,Georgie” en ,,Staten’dam”.

,,Deutschlan’d”, ,,Ham’burg”, ,,Hansa” en
,,New York”,

,,Lafayette”,

,,Empress of Australia”, ,,Reliance”,
,,K’ungsholm”, ,,Duohess of A’bholl”, ,,Du-
chess ‘of Bedford”, ,,Duhess of’ Rich-
‘mond” en ,,Duchess of York”,
,,Rotterdam”, ,,Carinthia” en ,Franconia”,

Groep 14: ,,Griph’olm”, ,,De Grasse”, ,,Laconia”,
,,Laurentic”, ,,Samaria”, ,,Scythia” en
,,St. Louis”,
,,Caledonia”, ,,Transylvania”, ,,Berlin”,
,,California”, ,,Cameronia”, ,,Tuscania” en
,,Lancas’tria”,

,,Montcalm”, ,,Montclare” en ,,M’ontrose”,
,,Veendain” en ,,Volendaan”,
,,Athenia”, ,,Letitia”, ,,Andania”, ,,Anto-
nia”, ,,Alaunia”, ,,Ascauia”, ,,Aurania”,
,,Ausonia”, ,,General von Steuben”, ,, Stutt.
gart”, ,,Bergensfjor’d”, ,,Stavangerfjord”, ,,Frederik VIII”, ,,Drottnin’gholm”, ,,Pre
s’ident Harding” en ,,Presi’dent Rooseijelt”.
1-let stemt tot voldoening, dat de belangentegen-
stelling, die een oogenhlik tot een conflict dreigde te
leiden, in gemeen overleg is overbrugd. Men kan ‘zich
echter moeiljb ‘onttrekken aan ‘den indruk, dat ‘de
berg een muis heeft gebaard. In
wezen is er niet ‘zoo-
veel veranderd. De ,,sei-vice”, accommodatie, enz., om
het even of men ‘d’ie ,,first” dan wel ,,cabin class”
noemt, ‘is precies ‘dezelfde. Ingrijpende tariefwijzigin-
gen hebben n’iet plaats gevonden en het zou ons niet
veebazen indien enkele ,,worn out” gedelegeerden aan
het slot der ‘zittingen de verzuchting ‘rouden hebben
geslaa’kt ,,tant de bruit pour une omelette!”.
Er heerscht thans weer vrede in ‘de kringen der
transatlanti-sche passa’giersljn-en. Totdat? Ja, totdat
wellicht Italië, dat immers naar verluidt aan ‘het
etiket ,,eersteklas” boven ,,kajuitsklasse” de voorkeur
geeft en dat overweegt ‘de snelheid zijner schepen
op te voeren, ‘dan wel totdat Amerika, dat al even-
‘zeer plannen schijnt te koesteren om ,,super”-schepen
te bouwen, wellicht roet in het eten komen gooien.
Want er schuilt wel degelijk gevaar in het bouwen
van steeds gigantisoher en sneller oceaanreuzen. Ge-
vaar, omdat ‘ook hierdoor dhauvinistisdhe gevoelens
worden aangewakkerd en met staatssteun schepen
worden gdbou’wd welker grootte, snelheid en luxe hen
tot moeilijk met winst te exploiteeren ‘objecten stem-
pelen, Geheel anders is de positie der Holland-Ame-
rika-Lijn wat ‘den bouw van het ‘zusterschip ‘der ,,Sta-
tendam” aangaat. Een dergelijk schip vormt een
,Jactief” in tegenstelling met de moderne ,,grey-
hounds” als ,,Normandie” en ,,Queen Mary”, wel’ker
rendahiliteit vooralsnog in hooge mate ‘twijfelachtig is.

Het transatlantisch passagiersvervoer heeft overi-
gens in het afgel’oopen jaar eeni’ge uitbreiding onder-
gaan. Zoo vervoerde ‘de Holland-Amerika-Lijn in
‘beide richtingen tezamen in 1935: 12.322 passagiers
tegen 10.393 passagiers in 1934. Het totale aantal
door de ‘gezamenlijke lijnen in 1935 van Europa naar
Noord-Amerika vervoerde passagiers bedroeg 497.694,
zijnde circa 35.000 of 7.6 pCt. meer dan het jaar te-
voren. De z.g. French Line (Compagnie Générale
Transatlantique) boekte den grootsten vooruitgang,
t.w. 54.080 passagiers tegen 42.604 in 1934. In hoe-
ver deze voorsprong, die aan ‘het in ‘de vaart bren-gen van ‘de ,,Normandie” is te danken, zal ‘kunnen
worden gchandhaaf’d, moet natuurlijk worden a.fge-
vacht. De ervaring leert, dat de massa’ zich voelt aangetrokken tot de nieuwste ,,snufjes”, een ver-
schijnsel, waaraan ‘de zucht naar sensatie niet vreemd
is. Men heeft dit, om een recent voorbeeld te gebrui-ken, ‘gezien hij ‘het in de vaart brengen van de ,,Bre-
men” en ,,Europa” van den Bremer Lloyd en het
lijkt allerminst onwaarschijnlijk, dart de ,,Queen
Mary” binnenkort tot favoriet -geproclameerd wordt:
Ook de Hapag kreeg ‘haar ‘deel van de verkeerstoe
nenaing; het aantal passagiers steeg met 6835, ‘d.w.z.
17 pCt., tot 47.066. De Ounard White Star Line ver
voerde 134.362 passagiers, zijnde rond 16.000 passa.
gier of 13.5 pCt. meer dan in 1934, terwijl de
Bremer Lloyd een stijging van 7775 passagiers of
11.9 pCt. (totaal 73.071 passagiers) ‘boekte.

Hoe bevredigend deze stijging overigens op zich-
zelf beschouwd is, môet men ‘zich toch afvragen of zij den voortgezetten bouw van steeds kostbaarder,

282

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 April 1936

grooter en sneller passagiersshepen
wettigt.
Het

moge al waar zijn, dat op deze wijze met een ge-
ringer aantal schepen weke1ijkshe diensten door de
betreffende lijnen kunnen worden onderhouden, de
rendabi1iteitsfactor – men denke alleen maar aan
rente op de enorme kapitalen en af.sohrijvin’gen –
lijkt vooralsnog een onbekende grootheid. Veel ratio-
neeler lijkt ‘dan ook de opzet onzer nationale lijn,
die
r
w
a
rs
van praalzuoht en allei’minst bereid mede
te doen aan den hierboven geïucrimineerden wedloop,
zorgvuldig overlegt, welk type sdhip voor hare spe-
ciale doeleinden het meest geschikt èn rendabel is.
Zij kan, dunkt ons, straks met hare beide vla’gge-
sCilepen, die een eigen categorie passagiers trekken, de toekomt niet vertrouwen tegemoet treden.
Intussehen moet men hopen, dat de 1bels voors-
hanids ongewijzigd blijven. Wij reizen geen eerste
klas meer maar verblijven – èn blijven voorloopi’g
ook liefst – in de kajuitsklasse.
C.
VERMEY.

STEENKOLEN

BESCHOUWINGEN OVER 1935.

II (Slot).
Frankrijk.

Reeds in ons overzicht over 1934 hadden wij een verhruiksverminderin.g van 800.000 ton te melden,
die het botaaleijfer over 1934 op 71.8 niillioen ton
bracht. In 1935 zette zich deze vermindering nog in
sterkere mate door, nl. met 3.7 millioen ton tot op 67.9 millioen ton, het laagste cijfer van ‘de laatste
twaalf jaren. De eigen productie daalde ook aanmer-
kelijk, zooals uit het volgend staatje blijkt:

1935

1934
kolen …………
47.106.827
ton
48.638.239
ton

cokes ………..
3.893.590

,,

4.100.784

br.iketten …….
5944.046

5.991.502
56.944.463
ton
58.730.525
ton

Het aantal arbeiders, •dat eind 1934 nog 230.894
bedroeg, liep terug tot 222.694 eind 1935.
Hierbij dient echter rekening gehouden te worden
met het feit, ‘dat het Saargebied veel kolen proidu-
oeerde en ook flink verbruikte. In 1934 verbruikte
Frankrijk 4.4 millioen ton Saarkolen, dus ei’gen kolen,
sinds 1 Maart 1935 daarentegen 2.3 millioen ton, die
als invoer gelden. Daar vandaan komt dan ook voor
het grootste gedeelte de verbcoging van het Fransohe
importcijfer, dat er als volgt uitziet:

1935

1934
kolen ………….
17.891.749
ton
16.637.125
ton

cokes …………
2.117.679

..

2.228.411

briketten ……..
908.837

940.337

20.918.265
ton 19.805.873
ton

Duitschlaud ‘boekte bij den Fransdhen invoer, dank
zij de Saar, met 5.06 .millioen ton in 1935 tegen 3.71 millioen bon in 1934 den besten vooruitgang, ook uit
Polen, Indo-Ohina en Rusland steeg de invoer, ter-
wijl die uit Engeland, België en Nederland daalde.
Voornameljh door ‘het verlies van ‘de belangrijke
exporten van Saarkolen liep de Fransche export met
ruim 50 pOt terug, zooals uit de volgende cijfers
blijkt:

1935

1934

kolen …………..
1.215.865
ton

2.919.236
ton

cokes ………….293.098

,,

326.258

briketten ………
117.307 ,,

125.531

1.626.270 ton

3.371.025
ton
Alleen reeds naar Duitschlan’d verminderde ‘de uit-
voer van kolen van 1.30 millioen ton in 1934 tot 0.47
millioen ton in 1935, zIoth ook naar alle andere lan-
den, zon’der eenige uitzondering, zijn uifvoervermin-
deringen te constateeren.

België.

Ondanks de vrij ernstige ar’bei’dsgeschillen, die nu
en dan met stakingen gepaard gingen, vertoont de
Belgisdhe kolenindus’trie over het algemeen genomen
een bevredigend beeld. De productie steeg, de uitvoer
eveneens, ‘de. voorraden en de invoer verininderden.
Door ‘den val van de Belga kon.België weer beter

o’p de werel’dmarltten meeooncurreeren. De eigen in-dustrie ondervond ‘dan ook een opleving en verbruikte
dus ‘meer ‘brandstof.
De productiecijfers zijn:

1935

1934
kolen ………..
26.488.060
ton
26.363.760
ton

cokes ………..
4.690.830

.,

4.343.236

briketten ……..
1.362.360

1.349.770

32.541.250
ton
32.056.766
•toii

De voorraden liepen met een millioen ton terug van
3.6 miljoen ton eind 1934 tot 2.6 millioen ton eind
1935.

Behalve ‘dat ‘door den val van de Belga de buiten-
landsohe kolen ‘duurder werden, werd de invoer bo-vendien belast met Frs. 10 per ton voor industrie- en
Frs. 15 per ton voor huishrandkolen. De koleninvoer
uit Engeland liep terug met 250.000 ton, die uit
Polen met 300.000 ton, uit Nederland met 60.000 ton
en uit Frankrijk met 140.000 ton, terwijl die uit
Duitsdhlan’d en Rusland iets toenam. De totaée uit-
voer bedroeg over 1935
bijna
een half millioen ton
meer ‘dan over 1934. De kolenuitvoer naar Italië
kwam van 33.000 ton in 1934 op 407.000 ton in 1935,
die naar Zweden, Portugal, Canada en Argentinië
namen eveneens toe, die naar Du’itsohlan’d en cle
Saar, Zwitserland en Nederland liepen terug.
De in- en uitvoercijfers zijn:

Invoer

Uitvoer
1935

1934

1935

1934

kolen ……
3.776.696 4.480.884

4.279.461 3.810.502

cokes …….
2.278.920 2.337.721

919.230

960.141
briketten . .

137.014

189.812

446.255

405.917

6.192.630 7.008.417

5.644.946 5.176.560
Rusland:

De ontwikkeling van de Russische kolenindustrie
gaat met rassehe sghreden vooruit. Niettegenstaande
de regelmatige toeneming blijft echter de productie
achter bij ‘de in het ,,plan” vastgelegde
cijfers.
Over
1934 werd 89,99 millioen ton geproduceerd, terwijl het plan 96.3 miljoen ton had voorzien. De produc-
tie in 1935 liep op tot 103.8 miljoen ton, het plan
‘ha’d een stijging tot 112.2 millioen ton voorzien.
Steeds meer mijnen worden in exploitatie geno-
men, zoo vorig jaar ongeveer een veertigtal, over het
gelheele land verdeeld, de meeste echter in het Do-
netz-bekken. Een nieuw anthracietveid met een ge-schatten voorraad van 2 milliard ‘bon werd mid’den
1935 ontdekt in het gebied van Rasdorskaja, tussohen
de Zwarte Zee en de Zee van Azow.
Op Spirbsbengen hebben de Sowjets hun eenige bui-
tenianidsohe kolenooncessie, die zij in 1932 van de
Nederlan’dsche Spitsibejigen Cie. koelhten. Daar werd
in 1935 400.000 ton geproduceerd en de verwachtin-
gen voor 1936 zijn een productie van een half m’il-
lioen bon.

De Russische export heeft nog betrekkelijk weinig
te ‘beteekenen, in totaal over 1935 sledhts 2.1 mil-
lioen ton, tegenover 2.2 millioen ton in 1934. Van
den uitvoer bestond circa één millioen ton uit anthra-
ciet. Als afnemers kunnen wij vermelden:

Italië met ………………ca.
400.000 ton
Vereenigcle Staten …………
350.000
0i’iekenland ……………,,
300.000
Frankrijk

……………….
200.000

Voor het jaar 1936 zijn de verwachtingen voor den
export gunstig, onder meer omdat Rusland begin 1930
een zeer belangrijk contract met Frankrijk gesloten
heef t voor kolenleveranties.
In Rusland bestaat op diverse plaatsen het systeem
van de onderaardsche kolenvergassing. De kolen wor-
den onder den grond in brand gestoken en het gas
opgevangen. In Gorlowska wordt dagelijks 11.000 &
watergas, waaruit ammoniak, spiritus, benzine, enz.
gemaakt worden en 22.000 m
3
licirtgas wordt ge-
wonnen.

Nederland:

De productie der gezamenlijke Nederlandsche
mijnen bedroeg:

15 April 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

283

Kolen, ookes en br,iketten

bruinkolen
1935 11.877.845
ton niet
276
dagen

117.557
ton
m. 175
d.
1934 12.340.861 ,,

,, 304

,,

126.491 ,, ,, 216,,

Het aantal arbeiders op 1 Januari 1936 was
29.081, en wel 10.138 bovengronds, inclusief 1880 in
de nevenbedrijven, 18.870 ondergronds en 73 in de
bruinkolenindustrie. Op 1 Januari 1935 waren er
30.150 arbeiders, en wel 10.253 bovengronds inclusief
1974 in de nevenbedrjven, 19.809 ondergronds en 88
in de bruinkolenindustrie, een teruggang dus van in
totaal 1069 man.
De productie per werkdag bedroeg 40.595 ton in
1934 tegenover 43.036 in 1935. Hieruit blijkt, dat
terwijl het aantal arbeiders daalde, de productie op-gevoerd kon worden, dank zij verdere rationalisatie.
Deze rationalisatie is in Nederland wel zeer sterk
doorgevoerd de laatste jaren, want bij een productie
van 11.58 millioen ton in 1929 vonden nog 37.83
7
7

arbeiders werk, terwijl zes jaar later de productie
vrijwel dezelfde is, nl. 11.88 millioen ton, doch het
aantal arbeiders daalde met bijna 8800 man. Neemt men bovendien in aanmerking, dat door uitbreiding
of vestiging van de bovengrondsche bedrijven, zooals:
electrische centrales, briketten- en cokesfabrieken,
stikstofbindingsbedrijven, e.d. belangrijk meer arbei-
ders boven den grond te werk gesteld zijn, dan komt
men tot de conclusie, dat om vrijwel dezelfde kolen-
productie te bereiken, het aantal arbeiders met circa
10.000 gedaald is. De mechanisatie van het eigenlijke
kolendelven is hier niet zoozeer debet aan, daar de
kolenlagen in het algemeen te dun zijn om de mo-
dernste machines met succes te gebruiken.
Eén van de redenen van de vermindering van liet
aantal arbeiders ligt in de moderniseeri.ng van de
vervoermogeljkheden door het in gebruik nemen van
schudgoten, die de kolen automatisch vervoeren,
transportbanden, e.d. Daar de
mijnbouw
een com-
mercieel bedrijf is, zijn deze ontwikkelingen volkomen
normaal te noemen, omdat evenals elders ook in den
mijnbouw gestreefd moet worden naar de goedkoopste productiemethoden. De Nederlandsche mijnbouw staat
dan ook op een zeer hoog peil. De dagelijksche pro-
ductie per man mag geschat worden op 2400 kg,
tegenover 2160 kg in de Roer, 1520 in Aken, 1840 in
Engeland, 1465 in de Belgische Kempen, 1240 in
Frankrijk en 860 in het Luiksche gebied.
De invoer, die over 1934 nog een vermeerdering
van ca. 340.000 ton toonde, liep over 1935 met
714.000 ton terug, terwijl de uitvoer met 182.000 ton
daalde. De juiste
cijfers
zijn:
1 nvoer

Uitvoer

1035

1934

1935

1934
steenkolen ……
5.060.736 5.713.121 2.938.732 3.159.646
cokes
………..
31 1.218

357.623 2.138.829 2.075.048
steenkooibriketten

352.719 359.673

304.946 325.342
bruinkolen

37

48


briktte.ii
134.41.9

143.316

4.079

7.063

5.859.129 6.573.781 5.386.586 5.568.099
Bunkerkolen:

Uitvoer
vreemde schepen:

1935

1934
op uitvoer

………………..
102.737

259.068

doorvoer ……………….
1.569.067

1.526.852
Nederlaisdsche schepen:
op uitvoer

………………..
126.514

108.772

doorvoer ……………….
454.459

467.517

Het kolenverbruilc, over 1.934 nog 130.000 ton
grooter dan in het voorafgaande jaar, liep in 1935
schrikbarend terug en wel met circa 860.000 ton,
zooals uit volgende becijfering blijkt:
1935

1934
totaal invoer

………………..
5.859.129

6.573.781

productie ……………..
11.995.402

12.467.352

17.854.531 19.041.11

uitvoer ……………………..
5.386.586

5.558.099

12.467.945 13.473.034

bunkerkolen op uitvoer ………..
229.251

367.840

12.238.694 13.105.194
vertruik Noderlandsche schepen

580.973

576.289

12.819.667 13.681.483

De wintermaanden van 1934 en 1935 zijn vrijwel
dezelfde geweest, met zeer milde weersgesteldheden.
Het huisbrandverbruik is dus wel ongeveer hetzelfde
gebleven. De Nederlandsche schepen hebben in 1935
meer kolen verbruikt dan in 1934. Er is slechts één
conclusie uit bovenstaande
cijfers
te trekken, en wel
deze,’dajt ide. Nederlandsche industrie veel minder
kolen verbruikt .heet, wat gedeeltelijk missdhien ‘te
wijten is aan het toenemende olieverbruik bij de
groote, zoowel als de kleine industrieën, spoorwegen,
tramwegen, enz. enz., verder echter aan den algemeen
verslechterden toestand van onze industrieën.
De koleninvoer, die midden 1934 gecontingenteerd
werd, bleef ook gedurende 1935 gecontingenteerd,
eerst tot 30 Juni, daarna verlengd voor een tijdvak
van 9 maanden. De basis is nog steeds 60 pOt. van
den invoer over de eerste helft van 1933, terwijl bij de verdeeling van de toewijzingen gebaseerd wordt
op den gemiddelden invoer in het derde, vierde en
eerste kwartaal van de jaren 1931.132, 1932/33 en

1933134. Bovendien werden in de contingenteering de
i.n’dustniekolen van de huisbrandholen gescheiden,
waardoor een eenigszins gunstiger toestand werd ge-
schapen. Het basiscontingent van 60 pOt. vormt een
minimum, voor uitbreiding vatbaar,
bij
handelsover-eenkomst met de verschillende importianden te rege-
len. Duitschiand viel in 1934 buiten de contingen-
teering door het bestaan van een handelsverdrag, dat
31 December 1934 afliep. In 1935 viel dus ook dit
land in de contingenteering en zag zich dan ook bij
handelsverdrag een lager kwantum toegewezen dan
over het voorafgaande jaar.
Bezien wij de invoercijfers uit de diverse landen,
dan komen wij tot de volgende vergelijking:

invoer
uit:

1935

1934
])uitsdhland

…………………
3.459.394

3.747.621

1301gië en Luxemburg …………
317.660

364.847
Choot-Brittannië

……………..
1.171.413

1.335.081
Sovjct-Ru1and

………………
12.599

13.783
Polen. ……………………….

97.868

244.667

Alle landen vertoonen een achteruitgang, relatief
liet sterkst echter Polen. Wat dit laatste land be-
treft, dit was de opzet van de cont.ingenteering, daar

Polen in 1934, toen het zooveel afzetgebied in de
Scandinavische landen verloor, ons land met goed-
koope kolen dreigde te overstroomen. Maar daar de
Poolsche invoer in 1033, d.i. het basisjaar voor de
contingenteeri.ng
, veel geringer was dan in 1934, was
het beschikbare contingent voor Poolsche kolen be-
trekkelijk klein, wat duidéljk tot uiting komt in
bovenstaande cijfers.
De kolenuitvoer is iets teruggeloopen, eveneens die
van briketten, terwijl de cokesuitvoer, dank zij de
populariteit van de .Elollandsche cokes, vooral op de
Scandinavische markten, een kleinen vooruitgang
toonde. Een vergelijking van de kolenuitvoercijfers
over 1934 en 1935 geeft het volgende beeld:

koleuuitvoer naar:

1935

1934

Duitsehiand …………………..
689.567

719.466

België en Luxenibui.g …………..
809.049

892.807 Frankrijk

…………………….
950.928

1.039.858
Italië

………………………..
154.425

275.294
Zivitserland

…………………..
124.497

115.914

Argentinië ……………………
108.334

60.980

Met uitzondering . dus van Zwitserland en Argen-
tinië achteruitgang over de heele linie. Het is wel
merkwaardig, ‘dat Argentinië
zijn
koleninvoer uitEn-
geland, Polen, België en Nederland opvoerde, en dien
uit Duitschland, dat overigens een veel gunstiger
beeld op de exportmarkten laat zien dan de andere
landen, verlaagde.
Het bunkeren in de Nederlandsche havens, dat
over 1.934 nog een flinke opleving te zien gaf, liep
in 1935 ook al terug. Aan buitenlandsche schepen
werd 1.671.804 bon geleverd, tegen 1.785.920 in 1934,
aan. Nederlantl’sdhe sdhepen 580.973 ton tegen 576.289
ton in 1934, iets meer idus. Ei’gen’aartlïg is de versdhui-
ving in de aan Nederlandsche schepen geleverde bun-

284

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 April 1936

kerkolen, want terwijl het kwantum buitenlandsche
kolen daalde met 156.331 ton, steeg dat der Neder-
landsche kolen met 11.742 ton.
Er zijn diverse oorzaken voor het terugloopen van
het wereidbunkerkolenverbruik. De ketels worden ge-
moderniseerd en van oververhitters voorzien; het
stoomrendement is grooter op een lager kolenver-
bruik. De machines worden geperfectionneerd, even-
eens de scheepsrompen, waar tegenwoordig bij den
bouw’in de eerste plaats op de lijnen gelet wordt, op-
dat zoo weinig mogelijk weerstand van water en
lucht ondervonden wordt. De snelheid wordt daar-
door opgevoerd, waarmee het aantal stoomdagen ver-
mindert en tevens het kolenverbruik. Het nieuwste
snufje zijn de ,,Arcform” schepen, waarvan de eerst-
gebouwde op ca. 7000 ton draagvermogen, ca. 12 ton
kolen per dag verbruiken tegen normaal voor sche-
pen van die grootte en een jaar of tien oud 30 ton
per dag! Bovendien neemt de bouw van motorschepen
meer nmeer toe, terwijl van wat er nog aan stoom-
schepen gebouwd wordt, alle marine-vaartuigen en
passagiersschepen voor het stoken van olie ingericht
worden.

De loonstrjd in de Nederlandsche mijnen is, zoo-
als wij in ons overzicht over 1934 meldden, toen niet tot een oplossing gekomen. Op 1 Augustus 1934 trad
een 3 pOt, loonsverlaging in werking, door de Re-
geering vastgesteld tegenover de door de weikgevers
geëischte 10 pOt. verlaging. De loonovereenkomst en
het collectieve arbeidscontract werden tegen 1 Maart
resp. 1 Mei 1935 opgezegd en een verdere loonsver-
laging aangekondigd. In de laatste drie of vier jaar
heeft geen enkele particuliere mijn winst gemaakt,
sommige hebben niet voldoende kunnen afschrijven
en zelfs de ,Staatsmijnen hebben een deel van haar
afschrijving uit de reserves moeten putten. Zoo kan
het niet langer doorgaan en verdere bezuinigingen
moeten worden doorgevoerd, in het eigenlijke bedrijf
zoowel als op de bonen, die gedurende de crisis be-
langrijk minder gedaald waren dan de kosten van het
levensonderhoud.
De voorstellen van de
mijndirecties
kwamen in
hoofdzaak hierop neer, dat nieuwe loonsverlagingen
zouden worden ingevoerd en de door hen aan het
Algemeen Mijnwerkersfonds te betalen werkgevers-
premie zou worden verlaagd. Na den opzeggings-
datum eenige malen verschoven te hebben, gedurende
welken tijd er tusschen werkgevers, werknemens en
een regeeririgsbemiddelaar werd onderhandeld, kwam
in Mei een voorloopige oplossing. De Regeering
draagt een zekere som, die in October ji. vastgesteld
werd op
f
400.000 jaarlijks, gedurende een periode
van 75 jaar in het Algemeen Mijnwerkersfonds bij,
met welk bedrag dan de werkgeverspremies vermin-
derd kunnen worden, en een regeeringsgedelegeerde
krijgt zitting in het fondsbestuur om den toestand
nader te onderzoeken. Gedurende het onderzoek naar
de bezuinigingsmogelijkheden bleven de loon- en ar-
beidsovereenkomsten op den ouden voet gehandhaafd,
de directies hadden haar voorstellen teruggetrokken.

Een rapport van den regeeringsgedelegeerde is in
1935 niet gepubliceerd en, de toestand bleef zooals
in Mei en October geregeld. Voor andere arbeidscon-
flicten of stakingen bleef de Nederlandsche kolen-
industrie gespaard.
De prijzen van de industriekolen bleven, behoudens
de periodieke schommelingen, ongewijzigd. Wat de
huisbrandkolen betreft, hiervoor waren de van te
voren vastgestelde periodieke prijsverhoogingen van
meer belang dan in vorige jaren, terwijl diegenen, die
zich aan het begin van het jaar niet contractueel

bonden, aanmerkelijk hoogere prijzen hebben moeten
betalen. Het weer is overigens de verbruikers weer
te hulp gekomen, want waren de wintermaanden kou-
der geweest, dan zou er een erustige schaarschte aan
huisbrandkolen ontstaan zijn. De voorraden bij de
mijnen verminderden sterk tegen het eind van het jaar.

DE 1NISCHE MIDDELEN OVER DECEMBER EN HET
JAAR 1935.
1)

Algemeen.

In de maand December bedroeg de opbrengst der
Larudsmiddelen in totaal
f
36.7 millioen tegenover

f
36.1 millioen ‘in dezelMe maand van het vorige
jaar, dus
f
0.6 millioen meer.
De totaal-mid’deieno’p’brenigst over het jaar 1935
bedroeg
f
378.6 miljoen; ‘het vorige jaar werd

f
386.9 millioen ontvangen.
De invoering van de loonbelasting heeft niet alleen
een grootere opbrengst, doch ook een snellere beta-
lirtg van het versch’uldigde tengevolge gehad, waar-
door de bela’stingopibren’gst 1935 voor een bedrag
van naar schatting
f
7 millioen gunstig ‘is ‘beïnvloed
t.o.v. 1934. Een verbetering van de cijfers 1935
werd ook veroorzaakt, doordat in verschillende geval-
len de (achterstallige) inkomstenbelasting uit het
rubberuitvoerrecht werd voldaan.
Voorts zijn ‘door de verhooging van den benzine-
accijns en de invoering van belasting op voertuigen
met Ibijwnderen motor de
cijfers
van 1935 met onge-
veer
f
4.9 millioen ‘gunstig beïnvloed. Daartegenover
staat echter, dat van de motorvoertuigenbelasting
J’ava en Madoera in 1934 slechts het landsaandeel
in het middelenoverzicht werd opgenomen, ‘zoodat
door het wegvallen van de oude motorvoertuigenbelas-
tiwgeu 1935 voor
,f
1.9 miljoen ‘ongunstig is ‘be-
invloed. In totaal is derhalve door venhocvging van
bestaande belastingen en invoering van nieuwe hef-
fingen de belastingopbrengst 1935 voor rond
f 10 millioen erhoogd t.o.v. 1934.
Terwijl dus vrijwel op alle punten reëel of relatief
een – zij het ook geringe – achteruitgang valt te
cons’tateeren, is een vermeerdering van opbrengst
vast te ‘stellen bij ‘de vennootschapsbelasting, voor-
nameljk tengevolge van het ‘geleidelijk wegvallen van
compensatieverliezen, •het winstaan’deel van de Ge-meensdhappelijke Mijnbouw Mij. Billiton en •de op-
brengst mijnconcess’ies, dit laatste i.v.ru. minder
teruggave dan in 1934. De afkoop heerendiensten
werd in 1935 voor een belangrijk deel bekostigd uit
‘het uitvoerrecht op bevolkinlgsru!bber en is honger dan in 1934.
Vergelijkend overzicht hoofdgroepen.
(In millioenen Guldens.)
1/12

Jaar

ram. Dec. ram.

Gedurende liet jaar Groep 1935 ’35 ’34 1935 1935 1934 1933 1932 1931 1929
Belast. 17.4 16.9 18.8 208.9 208.2 210.1 199.3 219.7 253.6 344.2
Monopol. 3.- 2.5 2.55 35.6 30.4 38.4 40.7 48.5 60.8 82.3
Product. 2.9 7.3 5.4 35.2 36.4 38.3 39.2 26.6 45.5 91.8
Bedrijven 5.7 6.2 6.35 68.5 66.6 69.9 75.8 90.3 105.7 136.8
Div.midd.2.5 3.8 3.- 30.5 31.- 30.2 31.7 34.8 49.9 52.2

Totaal 31.5 36.7 36.1 378.7 378.6
386.i’86T
2
7
419.9 515.5 707.3
Belastingen.
A.
Niet -Kohierbelastingen.
Opbrengst in millioenen guldens
Dec.

Gedurende het jaar
1935 1934 1935 1934 1933 1932 1931 1929
Invoerrecht
1)
. . 3.9 4.9 47.8 52.4 47.3 47.4 57.8 95.4
IJitvoerrecht . . 0.2 0.2 2.3 3.2 2.3 2.5 4.1 13.1
Acc. op petrol.
2)
0.7 0.9 10.6 11.2 10.4 11.1 11.3 12.9
Acc. op benzine
8
) 1.5 1.7 19.4 17.- 16.6 20.8 17.9 18.1
Acc. op lucifers 0.3 0.2 2. 2.5 3.1 4.8 7.7 10.7

Acc. op tabak
4)
0.6 0.8

9.1 8.7 10.6

0.2

0.1

0.1

Accijnso.suiker
5
) 0.6 0.6 6.- 6.5 –

Zegelrecht
6). . ..
0.2 0.6

6.8 7.2 6.8

7.7

9.2 14.2
Loonbelasting
7)
1.5 – 17.1 – – – – –

Totaal ……9.5 9.9 121.1 108.7 97.1 94.5 108.1 164.5
1)
10 opc. vanaf 1-1-’31; 20 opc. vanaf 1-1-‘3Z; 50 o’pc.
vanaf 15-6-’32; nieuwe tariefwet vanaf 10 Jan. 1934 met
50 opc.
2)
34 ct. per L.
3)
20 opc. vanaf 1-1-’32; 33/3
opc. vanaf 16-3-’32; 13 et. per L. vanaf 1-1-’35.
4)
Vanaf
16 Dec. 1932 20 pOt. v. d. kleinhandelsprijs.
5)
Vanaf
1-1-’34
f
2 ‘per 100 kg.
6)
E[andelszegel verhoogd niet 50
pOt. per 1-2-’31. Imm’igratiiezegel idem per 1-7-’31.
7)
4 pOt.
van het loon vanaf 1-1-’35.
1)
Ter voorkoming van misverstand moge er op worden
gewezen, dat in het landsmiddelen-overz.ioht kasontvang-
sten
worden verantwoord.

15 April 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

285

De ophren’gsten van den
petrolevrr&

accijns
en de
gevolgen van de verhooging van den benzine-accijns
blijken uit de volgende cijfers.

(In millioenen Guldens.)
Petroleum

Benzine
over de

t’m. de

over-de

t’m. de
maand

maand

maand

maand
1935 1934 1935 1934 1935 1934 1935 1934 Januari

0.8

1.1

0.8

1.1

– 1.8

1.5 – 1.8

1.5
Februari .

1.1

1.-

1.9

2.1

1.4

1.1

3.2

2.6
MaaiJ

1-._

0.7

2.9

2.8

1.1

1.2

4.3

3.8
April ……0.7

1.-

3.5

3.8

1.5

1.3

5.8

5.2
Mei ……..

1.-

1.1

4.6

4.9

2.-

1.7

7.8

6.9
Juni ……0.8

0.8

5.4

5.7

1.5

0.9

9.3

7.8
Juli ……1.-

0.8

6.3

6.6

1.5

1.5

10.9

9.3
Augustus

0.8

1.-

7.1

7.6

‘1.7

1.4 12.5 10.7
September

0.9

0.8

8.1

8.3

1.8

1.4 14.3 12.1
October. ..

0.8

1.-

8.9

9.3

1.8

1.7 16.1 13.8
November.

1.-

1.-

9.9 10.3

1.8

1.4 17.9 15.2
December

0.7

0.9 10.6 11.2

1.5

1.7 19.4 17.-

De opbrengst van ‘den
lucifersaccijns
vertoonde op
Java en Madoera -gedurende
1935
een geringe stij-
ging. Hiertegenover staat een ‘belangrijke daling in
de Buitengewesten. De ‘ontvangsten in de Buitenge-
westen zijn tot pim. één vierde van die van
1929
terirggeloopen, op Java en Madoera was de terugloop
tot -ongeveer- één zevende:

(In d-uizendta1len Guldens.)
Gedurende het jaar
1935 1934 1933 1932 1931 1929
Java en Madoera 947 883 1.260 2.089 4.125 6.616
Buitengewesten ……1.048 1.639 1.881 2.670 3.549 4.120

Totaal Ned.-Indjë

1.995 2.522 3.141 4.759 7.674 10.736
De ‘betalingen op de
loonbelasting’
bedroegen (af-
gerond):

Overh.j.’35 Dec. ’35
Contante stortingen …………..7.062.000

650.000
Inhoudingen op sal. van landsdienaren 5.724.000

556.000
Verkoop loonzegels …………….4.300.000

355.000
Betalingen op aanslag …………..30.000

6.000

17.116.000 1.567.000
Teruggaven

58.000

28.000

Totaal ……..17.058.000 1.539.000

B.
.ohierbelastingen.
(In ‘millioeneij Guldens)

1/12

Jaar-
Omschrijv. ram. Dec. ram.

Gedurende het jaar

’35 ’35 ’34 ’35 -’35 ’34

’33 ’32

’31

’29
Person.belast. 0.25 0.4 0.4 3.- 3.- 3.4 4.- 5.-. 5.6 5.3
I.B.encrisish.3.2 2.9 3.3 38.- 29.3 40.3 38.3 49.- 48.5 54.7
Vennootsch.b. 0.7 0.1 1.1 8.- 9.5 7.9 8.4 13.3 24.7 51.7
Verponding 0.5 0.8 1.2 6._ 7.5 9.3 8.1 11.3 14.4 69
Landel.ink. 2.1 1.9 1.8 25.3 24.3 24.4 26.8 31.1 34.5 36.8
Vemogensbel. 0.1 0.1 0.1 1.- 1.- 1.1 1.6 0.1 – –

Totaal 6.8 6.2 7.9 81.3 74.6 86.4 87.2 109.8 127.7 155.4

De mindere -op’bren’gst van de
inlcomsten,belasiin.g
tot en niet verslagma-and ad
f 11
milli-oen t.’o.v. ‘de
overeen’kom-stiige periode van het vorige jaar wer-d
voornamelijk

vero’orzaaikt door ins’oering van ‘de Iiaonlbe-
last’ing en mindere na’betali’ng op vorige ‘kohierjaren.
De
vennootschapsbelasting
gaf een meerdere op-
lb
r
eu
gs
t van
f 1.6
millioen ten ‘deele’veroorza’akt door
-groote ‘betalingen op de ko’hierjaren
1931
en voor-
gaande; en ‘daarnaast doordat aanslag en betaling op
ko’h’ier
1935
‘ho

oger zijn ‘dan aanslag en betaling -op
kohier
1934.
De
verponding
bracht tot en met versl-agmaan’d
f 1.8
an’illioen minder op dan in ‘dezelfde periode van
het vorige jaar.
Netto ontvangsten.
(In duizenden Gul-den’s).

Gedurende het jaar Gedurende het jaar
Kohier

1935

1934

Inkomstenbelasting –
Boeten

294
1935

19.434


1934

5.982

30.110
1933

1.369

8.022
1932

1.149

– 1.610
1931

699

407
1930 en v. j.

363

122

Totaal

. 29.290

.-

40.271

Vennootschapsbelasting

Boeten
24

1935
6.960
1934
484

.5.391′
1933
379
621
1932
,

428 ‘

293
1931

447
751
1930 en v. j
762

.
.

808

Totaal.
9.483.

,

,,
,

7.864

Verpondirig
.

Boeten……

‘114
1935

……’
3.854

1934

……
2.115


4.303
1933
376

.
3.764
1932
176
253
1931

……

141

1930 en v.
j
703


736

Totaal. .

7.480

‘9.291

De ‘ontvangsten van de
La,ndelijlce in1om,sten,
nader uitgespli’tst, ‘geven -het- volgende ‘beeld:

(Duizendtallen Guldens.)

Jaar-

Gedurende het jaar
ram. 1935. 1934 ‘1933 1932 1931 1929
Landr.Java
en Madoera 22.300 21.555 21.256 23.690 27.606 31.311 32.892
Alleoverige 2.950 2.777 3.104 3.124 3.486 3.217 3.917

Totaal 25.250 24.332 24.360 26.814 31.092 34.528 36.809

Vergelijking van ‘de betalingen van -de
Landrente
.Java en Madoera
over de jaren
19,$5
en
1934. —

Kohierjaren
1935

1934”’

Boeten… ………
33

1935…………..
18.951

1934 ……………
2.322
18.251
1933…………..
217


2.940
1932 ……………
28


212
1931 …………..
3

149
1930env.j …….
1

2

Totaal……21.555

21.256

De -acihterstand bij de verschillende k’ohier-belastin-
gen verbeterde ook ‘dit jaar ‘weer eenig-sziins, zooals
uit ‘on’derstaand overzicht kan -blijken.

Achterstan-dsperçen-tage op het einde van het jaar.,,

1935

1934

1933

1932.
Personeele belasting

16 ol
o

15.o1. . . -18 ol
o

20
°Io’
Inkomstenbelasting .

23
0/0
– 24
0
/0

28
0
/0

31 %
Vennootschapsbelast

1,2
ol.
..
7
91.., 7
0
/0

0
o
o

Verponding ……..42
0/

43
0/0

47
0
/0

51
0
10
Landrente Java en

Madoera ………..13
oi

17
‘0
/0

23
o/
o

14 o/o
Vermogensbelasting. . 19
0/

.21
01
,
0
– 21
0/
s

76
o/

Mono potjes.

De monopolies brachten in verslag.maand evenveel
‘op als in Decem’ber
1934,
nl.
f 2.5
millioen. De op-
brengst ‘gedurende ‘het jaar
1935
‘bedroeg
f 36.4
mil-
li’oen tegen
f 38.4
in het vorige jaar.

Bruto-explhitatie-ontvangsten.
‘(In mi-ilioenen Guldens.)
– –

1112

, –

Jaars

ram. Dec. ram.

Gedurende het,jaar’ -.
– ’35 ’35, ’34 ’35 ’35 -’34 .33 ‘-32 ’31 29

Opiurn . 0.83 0.7 0.9 10.- 9.5- 11.1 12.6 17.3 25.3 41.-
Pandhuizen 0.7 0.6 0.7 8.4 10.4 10.5 12.2 16.1 20.7 24.-
Zout …… 1.43 .1.2 0.9 17.2 16.5 16.8 15.9 15.1 148 17.4

Totaal . . 3,_ 2.5 2.5 35.7 36.4 38.4 40.7 48.5 60.8 82.4

De- terugloop van den opiumverko

op ‘is ‘h’oofdzake-
lijk te ‘wij4en aan -het •verminder-de ‘dbiet -op Java
en Ma’d-oera.

Producten.

De ontvangsten van de producten

-braoh’ten’ i
1935 f 36.4
millioen op tegen
f 38.3
‘millFoen’ in het
vorige jaar of
f 1.9
millioen minder.

286

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15
April
1936

Bruto exploitatie-ontvangsten.
(lxi mi.11ioenen Guldens.)

1/12

Jaar-
Omschrij- ram. Dec. ram.

Gedurende liet jaar
ving’ ’35 ’35 ’34 19351935 1934 1933 1932 1931 1929
Kina,thee0.070.130.08 0.89 0.78 0.65 0.76 0.65 0.65 0.94
Landscaout.
choucbedr.0.240.310.22 2.87 2.41 2.75 1.82 1.34 2.28 6.29
Boschwez.0.620.510.43 7.46 5.92 6.36 7.21 8.31 12.91 22.75
Bankatin 1.62 6.06 4.28 19.41 22.40 23.49 24.23 10.10 19.57 47.41
Steenkol. 0.380.33 0.37 4.52 4.93 5.09 5.20 6.21 10.05 14.30

Ttaal .. 2.93 7.34 5.38 35.15 36.44 38.34 39.22 26.62 45.47 91.69

De opbrengst

van het Bosdhwezen, uitgesplitst naar
Djatibedrijf en Wild’houtbosschen bedroeg:

(In midiloenen Guldens.)

1935 1934′ 1933 1932

1931

1929
Djatibedrijf’.. 4.064 4.803 5.745 6.424 10.432 18.546

Wildhoutboss. 1.852 1.553 1.466 1.890

2.481

4.209

Totaal.. 5.916 6.356 7.211 8.314 12.913 22.755

Bedrijven. –
Bruto exploittie-entvangsten.
(In an’i’l’lioenen, Guldens.)
1
1
12

jaar-
Omschrij- ram. Dec. ram.

Gedurende het jaar
ving

1935 1935 1934 1935 1935 1934 1933 1932 1931

1929
Haven-
wezen . 0.9 0.6 0.7 11.2 10.8 11.3 11.9 12.6 12.8 14.7
Bagger-
dienst’

0.2 0.1 0.2′ 1.9 2.- 2.- 2.1

3.3

3.3

4.7
Waterkr.


en Elec-

triciteit 0.2 0.2 0.3 2.9 2.9 2.8 2.9

2.9

2.8

1.6
Lands-

drukkerij 0.1 0.2 0.3 1.- 0.8 1.- 1.-

1.1

1.-

1.2
P.T.T.*).. 1.8 2.1 2.3 21.2 20.6 21.8 23.3 25.5 29.- 31.8
S.S. …. 2.5 3.-. 2.5 30.3 29.5 30.9 34.6 44.9 57- 82.8

Totaal.. 57 6.2 6.3Ï566.6 69.9 75.8 90.3 105.9 136.8
*) Excl. vergoeding voor vrijdom’ van briefpor’t.

Van de

ze groep vertoonen. alleen de ontvangsten
van den
Ba.ggerdienst
en den
Dienst voor Water-
kracht en ‘Electricit,eit
geen teruggang ten opzichte
van het vorige jaar. De terugloop ‘van de ontvang-
sten ‘van de
S.S.
komt in ‘on’derstaand ‘overzicht tot

uiting. –
Bruto explo’itatie-onbvnngsten S.S.
(In millioenen Gulden’s.)
Gedurende het jaar
1935 1934 1933 1932 1931 1929
S.S. op, Java ……….23.5 25.5 29.3 38.6 49.- 70.5
S

– ,,’ umatra’s Westk. 1.4

1.5

1.5

1.8

2.7

4.1

Zuid-Sumatra . . 3.1

2.3

2.1

2.6

3.1

52
Atjeh

……… 0.9

1.-

1.1

1.3

1.6

.2.4

Andere ontvangsten 0.6

0.6

0.6

0.6

0.6

0.6

Totaal……..29.5 30.9 34.6 44.9 57.- 82.8

Div’erse middelen.
Deze ‘groep bracht tot en met verslagmaand
f 31

millioen op tegen
f 30.2
mil’li’oen in dezelfde periode
van het vorige jaar.

Op
de
groepen
Aandeel in de winst van de Mijn-
‘bov.w Maatschappij Billiton, Mijn.concessies, Af koop
heerendiensten
en
Allerlei
werd resp.
f
1.1,
f 1.1,
f 0.6
en
f 0.2
meer ontvangen.
Daartegenover staan mindere ‘ontvangsten op:
Aandeel in de winst van de Javasche Bank, Afstand
van grond, Ontvangsten Gevahgeniswezen, Schoolgel-
den,
en
Verkoop en verhuu.r van huizen
tot een be-
drag van resp.
f
0.1,
f
08,
f
0.3,
f 0.5
en
f 0.4
mililioen. –

Al-gemeen verloop der laxidamid-delen in het loopen-
de jaar in vergelijking met ‘de vier voorafgaande
jaren:
Opbrengst in
millioenen
guldens
per
maand
tjm
de maand
Mnd. 1929
1932
1934
1935,
1929
1930
1931
1932
1933
1934
1935
Jan.
.
51.8 37.2 34.8
32.5
51.8
53.4
45.4
37.2
32.1
34.8
325
lebr. 48.7
31.3
25.2
25.9
100.5
95.5 81.2
68.5 58.4
60.-
584 Maart 50.3
32.-
28.9
27.8
150.8
139.-
118.-
1005
885
88.9 86.2
April 51.1
31.7
29.9 27.8 201.9
183.9 156.6 132.2
116.7
118.8
114.-
Mei

53.7
32.1
34.5
33.1
255.6
236.1
195.5
164.3
148.3 153.3
147.1
Juni

61.-
35.2
32.8
32.5 316.6 286.4
240.6
199.5
182.1
186.1
179.5
)uli

66.8 39.6 37.3 36.4 383.4 351.7
2891
239.1
219.6
223.4 215.9
Aug.

62.1
38.8
33.1
29.8 445.5
404.1
335.4
278.-
252.2.
256.5 245.7
Sept. 62.2
38.8 30.8 32.5 507.7 463.3 381.5
316.8
285.3
287.3
278.2
Oct.
.
71.4
35.4 34.3
31.9
579.1
520.5 423.2 352.2 319.8
321.6
310.1
Nov.. 56.1
30.5
29.2
31.8
635.1
567.2
467.5
382.7
352.9
350.8
341.9
Dec.

72.-
37.2
36.1
36.7
707.2 630.3
515.5 419.9
386.7
386.9
378.6

De ontvangsten
:uit
hoofde van het netto oversdh’ot
der rijsttransacties –
welke uit het lan-dsmiddele’n-
overzicht gelicht ‘zijn – ‘bleven gelijk aan hetgeen
-in de vorige maand is verantwoord:

Totaal
1934 …………….f 0.383
miii.

11

1935 …………….,, 1.174

Tenslotte kan worden vermeld, dat ‘tot en met
verslagmaand een ‘bedrag ad
f 24.150.000
is orrtvan-
‘gen wegens uitvoerrecht op bevolkingsrubber. Even-
als ‘het vorige jaar is gemeld ‘bedrag in de voorgaande
cijfers niet verwerkt.

Oirtva ngsten uitvoer recht bevol kingsrub)er.

Over de rund. t/m de -maand
Totaal 1934

11.541.000,-
Januari 1935

1.629.000,-

1.629.000,-
Februari

2.707,000,-

4.336.000,- Maart

1.389.000,-

5.725.000,-
– April

2.089.000,-

7.814.000,-.
Mei

3.384.000,-

11.198.000,-
Juni

,,

2.231.000,-

13.428.000,-
Juli

1.348.000,-

14.776.000,-
Augustus ,,

1.738.000,-

16.514.000,
September
,,

1.840.000,-

18.354.000,-
October

3.306.000,-

21.660.000,-
November

1.911.000,-

23.571.000,-
December

579.000,-

24.150.000,-

Totaal zuivere ‘aanslag.
Belastingjaar 1935 t.o.v. 1934.
Eerste twaalf maanden van aanslag.

Aanslag in
mill. gld.
Belastingsoort

1935 1934

Toelichtingen
Personeele belasting 2.9

3.1 Vergelijkbare cijfers
I.B. en crisishefflng 25.2 39.4 Met den aanslag ‘voor 1935
werd fl0.- m/m loonbelas-
ting verrekend. Bovendien
vallen looninkomens bene-
den f900 in ’35 buiten cle I.B.
Vennootschapsbel.. . .7.1 . 5.8 Vergelijkbare cijfers.
Verponding ……6.7

7.5

,,

,,
Landrente J. en M. 21.7 22.1 Vergelijkbare tarieven, doch
voor 1935 snellere afhande.
ling van aanslag en ont-
heffing.

Belastingjaar 1934 t.o.v.’ 1933. Eerste 24 maanden
van aanslag.

Aanslag in
mili. guldens
Belastingsoort

1934

1933
Toelichtingen
Personeele belasting

3.2

3.8
Ondanks de verlaging der
grenshuurwaarden blijft de aanslag 1934 achter bij die
van het vorige jaar:
I.B. en crisisheffing 40.4

39.1
Rekening houdende met de
verhooging

der

crisishef-
fing ten bedrage van 55
0
/0
t o.v.

1933, is

de

aanslag
1934 relatief
±
10
0
/0
lager dan die van 1933.
Ven nootschapsbel..
.

6.-

6.6
Voor ’33 40 opc., voor ’34
100 opc.
Verponding

……7.1

7.9
De aanslag ’34 gaat uit van
de reeds in ’33 opgelegde
aanslagen.
Landrente J. ‘en M. 21.5

25._
Voor ’33 bedraagt de crisis-
ontheffing genîiddeld 25
0
/0,
voor ’34 gemiddeld 350/,.

AANTEEKENINGEN.

Spoorwegen in België en Nederland in 1934.

In ‘de eerste aflevering in
1936
van het maandblad
,,Arohiv für Ei’senbahnwesen” -geeft dr. von Renesse
een ‘overzidht
(22 blz.)
van de bedrijfsresultaten van
de Belgische
S.S.
‘in :de jaren
1933
en
1934.
Hierbij
moge de aandacht er nog eens op worden gevestigd,
da

t de verweermi-d’delen, ‘door ‘de ‘buitenlan-dsche
spoorwegen toegepast, volstrekt niet doeltreffender
zijn gebleken dan de Nederlandsche maatregelen;
bovendien kan een vergelijking – vooral met een
naburig klein land – tot begripsverruiming leiden.

15 April 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

287

De bedrijfscoëfficiënt bedroeg in België in de drie
jaren 1932-1934 107 pOt. (84 pOt.), 101 pOt; (89
pOt.) en 102 pOt. (93 pOt.). De tussuhen haakjes ge-
plaatste getallen geven de verhoudingen hij de Ne-
derlandsche Spoorwegen. Hieruit blijkt dus, dat in
deze drie jaren in België de exploitatiekosten niet en
in Nederland wèl door de opbrengst worden gedekt.

In België bedragen de personeelkosten 63 pOt. van
de opbrengst, in Nederland in 1934 70 pOt. Niette-
tuin is het aantal beambten in België bij gelijk ver-
keer 6, tegenover 5 in Nederland.

In de jaren 1930 en 1934 bedroeg het reizigers-
verkeer per trein in millioenen reizigerskilometers in
België 6521 en 4873 (daling 25 pOt.) en in Neder-
land 3735 en 3054 (daling 18 pOt.). In dezelfde jaren
bedroeg het goederenvervoer per trein in millioenen
tonkilometers in België 7133 en 4483 d’aling 37 pOt.).
en in Nederland 2267 en 1740 (daling 23 pOt.). Hier-
bij is 100 km als gemiddelde vervoerslengte van ‘goe-deren in Nederland aangenomen.

In zake het reizigersverkeer worde opgemerkt, dat
België een geweldig groot dagelijksch verkeer van ar-beiders heeft, doch dat in het overige verkeer in beide
landen Nederland meer reizigers heeft dan België.
Het goederenvervoer per trein is in België ongeveer
driemaal zoo groot als in Nederland (zie de water-
wegen).

Tenslotte maken wij enkele opmerkingen over de
exploitatiekosten, en nemen daarbij de merkwaardige,
door.
dr. von Renesse aanvaarde
ver/ceerseen/aeid
over,
welke het midden houdt tusschen een reizigerskilo-
meter en een . . . . tonkilometer. Aanvankelijk smaakt zulks naar het voortreffelijke gerecht, hetwelk op den
derden dag eener eeuwenoude Octobermaand zijn
triomphalen intooht in het vrije Leiden deed. In de
economisch zoo voortreffelijk geschoolde buitenland-
sche centrale verkeersbedri.jven is echter deze eenheid
blijkbaar een aanwinst geacht, en inderdaad schijnt
zij ook in Nederland ‘bruikbaar, zij het dan alleen bij
binnenlandsche vergelijkingen over opvolgende jaren.
Zoo bedragen naar schatting de totale explotatiekos-
ten van een reizigerstrein met 80 reizigers gemiddeld
0.02 X 80
= f
1.60 per treinkilometer, en van een
goederentrein met 200 ton goederen 0.02 X 200
= f
4.
Bij vergelijkingen tusschen verschillende landen is de
b
e
t
ee
k
e
i van de eenheid te. veel afhan’keijk van ‘cle
vcrhoudingen van omvang en tarieven van reizigers-
en van goederenvervoer.

Bij de Belgische Spoorwcgen bcdragen in de drie
jaren 1932-1934 de exploitatiekosten 2621
1
2343 en
2263 millioen francs en het totaal der verkeerseen-
lieden (reizigerskilometers plus tonkilometers) 9691,
0498 en 9356 millioen, zoodat de exploitatiekosten
per verkeerseenheid 0.270 en 0.241 en 0.242 francs
bedragen, waarbij wordt opgemerkt, dat de franc
toen een constante waarde van 1 Nederlandsche cen-
ten had. Deze kosten hebben dus de verkeersdaling
niet kunnen bijhouden.

Bij de Nederlandsche Spoorwegen bedroegen in
1932-1934 de exploitatiekosten 117, 109 en 104 mii-
lioen gulden en het aantal verkeerseen:heden 3085 +
1820 = 4905, 3160 + 1810 = 4970 en 3050 + 1740
= 4790 millioen gulden, zoodat de kosten per ver-

Aanvoeren in to:

keerseenheid daalden als volgt: 2.4 cent, 2.21 cent en
2.19 cent. Hier hebben zich dus – in vergelijking
met 1932 – de exploitatiekosten (bonen inbegre-
pen!) bij het dalende vervoer aangepast, en het zijn
slechts de vaste lasten van het semi-overheidsbedrjf,
welke dezen gunstigen invloed hebben te niet gedaan.
H. E. V.

MAANDCIJFERS.
Voorloopig overzicht van den stand der landsmiddelen over
])ecember
1935,
afzonderlijk en vereenigd met die der vorige
maanden van
1935
in vergelijking met de opbrengst over
dezelfde tijdvakken van het vorig jaar.

(III
duizendtallen guldens.)

‘In

o
Ra- Dec.
Dec..a-
Over Over
msc rijving

ming 1935 f934

1935 1934

1935

1935

Beiastingcn.
Pachten ……………………..
4

5

1

47

64

66
Invoerrecht ………………..
4:167 3.945 4.919 50.000 147810 52.368
Uitvoerrectit …………………
208 157 179 2.500 2.255 3.162
Uitvoerr. onciernemingsrubber
Accijns
op
gedistilleerd

}

i } 83

}i.00 } 914
Petroleum ………
1

696

946

10.619 11.233
benzine …………
f
°U
14.93 1.744]

19.357 16.956
lucifors

……………
250

266

164 3.000 1.995 2.522
tabak ……………..
750

626

782 9.000 9.083 8.707
suiker

…………….
583

554

575 7.000 6.049 6.501
Andere ontvangsten T. U. A.

17

15

24

200

202

246
Statistiekrecht

……………..
167

149

185 2.000 1.810 1.949

Personeele belasting ……….
250

367

373 3.000 2.999 3.377
Inkomstenbelasting ……….
3.167 2.937 3.273 38.000 29.290 40271

Loonbelasting ……………….
417 1.539

5.000 17.058
vennootschapsbelasting

667

145 1.066 8.000 9.483 7.864

Couponbelasting ……………..
70

4

44

840

245

666

vermogensbelasting ………….
83

108

97 1.000 3.029 1.115

verponding …………………
500

841

1.166 6.000 7.481 9.291
Recht van openbare verkoo-

pingen ……………………..
121

66

87

1.450

1.018

1.322

Zegelrecht …………………..
542

246

609 6500 6.769 7.173
Overschr. van vaste goederen

100

116

104 1.200 1.573 1.777
Recht van successie en over-

gang ……………………….
29

8

7

350

500

200
Vergunning speel- en dobbel-
tafels

……………………..
8

5

7

100

94

124

Slachtbelastingen …………..
375

551

373 4.500 4.753 5.001
Bijzondere belastingen in de

buitengewesten …………..
5

9

6

56

55

49
Landelijke inkomsten ………
2.104 1.859 1.781 25.250 24.332 24.360
e1asting
op
loterljen

63

61

121

750

732

857
Motorvoertuigenbelast.
1935

36

82 –

436 336 –

Opgeheven belastingen ……
..
Mmo.

1 – 4 Mmo.

159

133
Motorvoertuigenbeiasting
op

Java en Madoera ……….
..

100 –

1.347
Motorvoertulgenbelasting in

de Buitengewesten ……..
..

12 –

557
Totaal….
17.413 16.942

Uitvoerr. bevolkingsrubber ..
1.250

579 2.014 15.000 24.151 11.541
Monopolies.
Opium
excl. opiumfabriek

834

724

871 10.011 9.461 11.082

Pandhuizen
……………….703

623

734 8.438 10439 10.552

Zout ……………………….
1.
.434

1.155

935
17
.
20
316.526 16.815
Totaal….
2.971 2.502 2.540 35.652

Producten.
132
75
896 779 652
Landscaoutchoucbedrijf
2
.39
307 230 2.869
2.411
2.752
Kitu

en

thee

……………..75

.
508
427
7.457
5.916 6.356
Banka-tin

………………..
1.618
6.062 4.282
19.416
22.404
23.486
376 330
370
4.516
4.927
5.095
Boschwezen

……………….622

Totaal

..

2.930
7.339
5.384
35.154
36.437
38.341

Steenkolen

…………………

Bedrijven.
Havenwezen

……………….
935
154
566
134
739
219
1.850
11.21810.810
1.973
11.314
1.994
Baggerdienst

………………
Waterkracht en Electricitelt
243
241
272
2.913
2.904
2.846
83
182
295
1.001
824
1.005
Post-, Telegr.- en Tel.dienst
1.753
2.053
2.277
21.153
20.579
21.820
Landsdrukkerij

…………….

Spoor-

ei’

Traniwegen

……..
2.527
2.978
2.541
30.328
29.495
30.873
Totaal
5.705 6.154 6.343 68.483
65.585
69.852

is
van 1000 kg.

Artikelen
Rottcrdom
Amsterdam
Totaal

5111
April Sedert
Overeenk.
5111
April
Sedert
Overeenk.
1936 1935 1936
1Jan.
1936
tijdvak
1935
1936
1
Jan.
1936
tijdvak
1935

11.019
290.715
280.475

4.361 3.707
295.076
284.182
8.439
83.204 79.952 200
1.500 281
84.704 80.233

Tarwe

……………..
Rogge

……………..
..
5.590 8.016

100

5.690
8.016
Boekweit
……………508
Ivl
als ………………
.4.409
211.883 229.729
3.248
49.252
38.045
261.135 267.774
6.310
88.512
115.004
200
5.935
12.075 94.447 127.079
845 19.687
.

40.409

20
1.460
19.707
41.869 2.204
46.835
37.161
3.793
78.766
175.530
125.601
212.691

Gerst

……………..
Haver

……………….
Lijnzaad

……………
..
24.325
6.041

175

24.500
6.041
Lijnkoek
……………200
Tarwemeel

…………
1.259
7.779

.
5.306
113
1.484
1.986
9.263
7.292
.
A.
ndere meelsoorten
.1.045
9.925
10.059
35
723
1.022 10.648
11.081

288

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 April 1938

1
112
Ra~

Dec.
Dec.
Ra-

Over Over
Omschrijving
ming
1935
1934 1935
1934
1935

Diverse middelen.
Aandeel

1fl

de

winst

N
.
V.
,,Gemeensch. Mijnbouw Mij.


1.300
2.400
1.300
Aandeel in de winst van de
Bililton”

………………..108



350
183
315
Jav.

Bank

……………….29
Afstand

van

grond

………..
240
736 879
2.875
3.671
4.451
Mljnconcessles

……………..
384
1.238
259
4.615
3.172
2.100
Boeten en verbeurdverkl
83 84
77
990
911
930
Leges en salarissen ontvan-
gen

door

de griffiers van
de

verschillende

Rechts-
35
30
34
420 354 400
Heffing terzake van gesloten
colleges

………………….

werkovereenkomsten
9 2
5
110
21
42
Opbrengst der Weeskamers
50 40
90 600
470
528
21
34
20 250 270
257
Ontv. Gevangeniswezen
219
149 178
2630
1.928
2.184
Afkoop

hesrendiensten

bui-
83
271
93
1.000
1.484
860
374
353 385
4.491
4.157
4.616
Ontvangsten

groote

zieken-
inrichtingen

en

krankzin-
72
72
77
864 860
841

Kadaster

………………….

lik van maten en gewichten
50
52
37
600
771
733

tengewesten

………………

Verkoop

en

verhuur

van

Schoolgelden

……………….

122
120
117
1.460 1.284
1.684

nigengestichten

…………..

Ontvangsten

waterleidingen
42
35
38 503 397
432
198
192
205 2.370 2.423
2.440

huizen

…………………..

230 215 259 2.762 2.870
2.901
Bakengelden

………………..
Loodsgelden

……………….
192
166
244 2.304 3.384
3.138

2.541
3.789
2.997
30.494
31.010 30.152
Allerlei

……………………
Totaal

Recapitulatie.
17.413 16.942 18.814
208954 208155 210108
2.971
2.502
2.540
35.652 36.426
38.449 2.930 7.339
5.384
35.154 36.437
38.341

Totaal belastingen

…………

monopolies

…………..

5.705
6.154
6.343 68.463 66.585
69.852
producten

…………..
bedrijven

…………….
diverse

middelen
2.541
3.789
2.997
30.494
31.010
30.152

Totaal generaal….
31.560
36.726
36.078378717
378613386902

Stand begrootingsrekeningen der voornaamste kohier

belastingen.

Jaar-
Dist-
en

Dienst-
Dienst-
Dienst-
Omschrijving
raming
jaar’35
jaar’ 34 jaar ’35 jaar ’34
1935
Dec.’35
Dec.’34
Ie
12m.
Ie 12m.

72 35

3.000

3.213 38.000
596 1.269

27.435

40.734
Personeele

belasting

………
3.000
Inkomstenbelasting

………..
VennootschapsbelastIng
8.000
208
1.438

7.549

7.756
9
6

6.583

7.471
Verponding

……………….6.000
Landrente Java en Madoera
22.300
287

445

21.583

22.064

Totaal….)
77.3001

11721

2.3031 66.1501
81.238

ONTVANGEN BOEKEN.

iS’tatistisches Hand buch der Weltwii-tschaf t. (Bear-
beitet im ,Statistischen Reichsanzt).
(B
er
lij
n

1936; Verlag für ‘Sozialpo1itik
Wirtsehaft
und

S’tatistik G.inJb.H. Prijs
R.M. 18.-.
De
groote
beteekenis van een goede statistische voor-
lichting bij. Jiet conjunctuuronderzoek
rword.t
hoe langer
hoe meer ‘ingezien. Waren ‘het
vroeger slechts
sporadische
en in
een
groot
aantai
publicaties verspreide gegevens,
welke den onderzoeker
ten
dienste stonden,
‘in
den laat-
sten .tijd beginnen er op conjunctuur-statistisch gebied
meer omvangrijker en vollediger werken te versOhijnen,
die
de
blaugrjk.ste indices
van
het groote aantal op dit
gebied bestaande publicaties ‘in zich vereeui’gen en.syste-
matiseeren.
Wellicht het grootste en
meest
bevattende boek betref-
fende deze materie zag voor kort
te
Berlijn ‘het licht.
Door het Statistische Reichsamt werden voor nagenoeg alle landen der wereld zoo goed al’s alle
.
‘beschikbare en
voor de economische wetenschap en het conjunctuuronder-
zoek van belang zijnde gegevens voor een
aantal
jaren
(1920
tot
en met 1934) verzameld en op uiterst overzich-
telijke wijze gerangschikt. Voor de belangrijkste landen
werden niet alleen de jaarcijfers, doch va.naf 1925 tevens
de meeste der ‘bekende maandgegevens gepubliceerd.
Dit bijna 600 pag. van groot formaat bevattende boek
staat vooral wat .d.it laatste betreft, nog alleen. De dik.
wijls met zooveel moeilijkheden gepaard gaande documen-
tatie heef t zoodoende een belangrij’ken
steun ‘gekregen.
Overal waar het conjunctuuronderzoek eenigsz’ins diep-
gaan’der plaats %nindt, zal bovengenoemd werk daaraan
groote diensten kunnen bewijzen.

Wettelijke executie-beper1ireg.
Bij’hondere wettelijke
maatregelen ter voorkoicig van ‘onredelijke
terugvordering van onder verband van hypotheek
op onroerend ‘goed u’itgeleende ‘gelden door
L.

Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en liotterdau op
6April1936 voor
tetegrafische
uitbetaling op:

Gulden
per
Pari
Koers
disconto

Europa.
%
Londen
)
£
12.10e
7.284
Berlijn
S)

100 Mark
59.26
59.24
4
Parijs
5)

100 Franc
9.747
9.704
5
100 Belga
24.908
24.91
2
100 Franc

6.23
Züricb
5)

100

,,
48.-
47.99
24

Brussel

)

………
Luxemburg ……..

..

100 Kronen

6.10
3

..

100 Schilling
35.-
27.56
34

..

100 Pengö
43.51
29.-
4
Weenen

) ………..

100 Lei
1.4880
1.10
44
100 Leva
1.79
7

1.824
6
Belgrado
……….
100 Dinar
4.379
3.39
5
Turksch £
10.93
1.174
100 Drachme
3.23 1.394
7
100 Lira
13.09
11.674
5

Praag ………….

100 Peseta
48.-
20.11
5

Sofia

………….

Escudo
2.684
0.064
5

Istanbul ………..

Kopenhagen
5)
.,.,
100 Kronen

..

66.67
32.55
34

Boedapest

………
Boekarest

……….

Athene

…………

100

,,
66.67
37.60
34
Stockholm
5)

100

,,
66.67
36.624
24
100 IJsl. Kr.
68.67
32.90

Milaan

………..

100 Zloty
27.91
27.724
5

Madrid

………..
Lissabon ………..

Oslo
5) …………..

Kovno (Litauen)

..

100 Lita
24.88
24.874
6

Reickjavick

……..

Riga (Letland)
100 Lat
48.-
48.-
54-6

Warschau

……….

Tallinn (Estland)
100 Estl. Kr.
66.67
40.50
44
100 Finnmrk.
6.264
3.21
4
Tjerwonets
12.80
12.85
Helsingfors

……..
Moskou

………..
(10 Roebel)
Dantzig

………..
100 Gulden
48.42
27.724
5
Amerika.
New.York
)
$
146.944 1.474
14
Canad.
$
2.4878
1.464
Mex. Dollar
1.24
41.50
Buenos Aires
……
Peso (papier) 1.0568′
0.404
La Paz (Bolivia)
8)

Boliviano
0.9080
0.144
Rio de Janeiro,,,,
Milreis (pap.)
0.80752
0.084
Peso
(l)apier)

0.30 0.0546)
Bogota (Columbia)
8)

Peso
2.42
0.834
Quito (Ecuador)


.

Sucre

0
.
498
0.14
Sol
0.69
7

0.364
Montevideo (Urug.)
Peso
2.5725
0.70

Montreal

………..

Caracas (Venezuela)
Bolivar
0.4795
0.374
Mexico

…………

Gulden
1.-
1.004
San

José (C. Rica)
Colon

Valparaiso ……….

Quetzal
2.484
1.474

Lima (Peru)

……..

Willemstad (Curaç.)
Gulden
1.-
1.004
Managua (Nicar.)
3)

Cordoba
2.484

Paramaribo

………

San Salvador
8),,,,

Colon
1.2440
0.584

Guatemala ………..

Azië.
Rupee
0.91
0.554
3
Gulden I.G.
100
1.004
4
Calcutta …………

Yen
1.24
0.424
3.284
Batavia

………….

Dollar
0.484
Dollar
0.434
0.44
Singapore

……..
Straits Doli.
1.4125
0.854
Manilla

………..
Phil. Peso
1.24
0.734
Teheran
4)
(Perzië),
Pahlavi

9.05
Bangkok ………..
Baht

0.674

Kobe

…………..
Hongkong ……….

Afrika.

Shanghai

………

Kaapstad
£

..

12.104
1.28
34
Alexandrië ……..

Egypt. £
12.42
7.474
Austraiië.
Melbourne, Sidney

.

en Brisbane
£
12.104
5.83
Nieuw Zeeland
£
12.104
5.874
1)
Goudpeso.
2)
Milreis Goud.

S)
Not, te A’darn.
0v.
not, part. opg.
3)
0ff.
0.36 vrije
markt
0.09.
4
)
Munteenheid=RiaI
(=een
Kran.)
5)
Officieele
koers; 0,07
1
1 export, koers.

Klawer, Redacteur Bondsorgaan van den
Ned.

Bond van Huis- en Grondeilgenaren en Bouw-
ondernemers. (Den Haag 1936. Prijs
f
0.50).

In deze ‘brochure worden, ‘behalve
de tekst der z.’g.
executiewet,
ter
verduidelijking bij verschillende vets-
artikelen eenige opmerkingen gegeven, in hoofdzaak ont-
leend aan de gewisselde Kamerstukken en aan
de Offi-
cieele Handelingen
der Staten

Generaal.
Schr. heeft zich
beperkt
tot
een
zuiver technische be-
werking dezer wet, welke voor allen, die betrokken zijn
bij hypotheken op
onroerend
goed
in Nederland, van zeer
groot belang
is.

15 April 1936

.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

289

STATISTIEKEN.
BANKDISCONTO’B.
Ned (Disc.Wissels.
244Febr.’36
Lissabon …. 5
13Dec.’34

Bk

8
]3e1.Binii.Efi. 3
4Febr.’36
Londen ……
2&)Juni’32
Vrsch.inR.C. 3
4Febr.’36
Madrid ……5
9Juli’35
Athene ……….
7

140ct.’33
N.-York F.R.B. 141
Feb.’34
Batavi

……….
4

1 Juli’85
Oslo

…….. .
422Mes’33
Belgrado

……..
5
lFebr.
’35
Parijs

……5
28Mrt.’36
Berlijn

……….
4 22 Sept.’32
Praag

……
3
1 Jan.’36
Boekarest ……..
44
15Dec.’34
Pretoria

….
3415Mei’83
Brussel ……….
2

16Mei’35
Rome ……..

598ep1.’35 Boedapest

……
4
28 Aug.’35
Stockholm . . 24
1Dec.’33
Calcutta

……..
3 28Nov.’35
Tokio….
3.285
7Apr.’36
Dantzig……….
5

21 Oct.’35
Weenen ……
34lOJuli’35
Heisingfors ……
4

3 Dec.’34
Warschau….
5
260ct.’33
Kopenhagen

….
3422
Aug.’85 Zwits. Nat.
Bk. 24 3 Mei’35

OPEN MAJtKT.

1936
1935 j
1934
1914

II
6(11
23128
8113 9114 20124
April April
130 Mrt./1
4 April
Maart
April April
Juli

Amsterdam
Partic. disc.
11116
1114

1-1/
3

7/9-11(4
31(3.41(4
111116-2
31/53/,9
Prolong.

l-I/
111
4
.31
4

1
1
14
1
12
2
1
134
2
2
114
8
14
Londen
Dagge.d

. .
1
121
‘h-1
1
12-1
‘/,-1 ‘/,-1
3
14.1
1
8
1-2 Partic. disc.
9
1,6
116
91,
9

17/
33
_9/,
9

9
139.
6
18
1
8116_1
42/
4
.31
4

Berlijn
Daggeld…

231
4
.311
8

2718351
2113-31
4

371_71
4.511
4


Maandgeld

3.11
4

3..11
4

3.11
4

31(
3
.6/
4

41/
3
_53/
4


Part, disc.

3
3
3
3)
3
/g
3
719
2
1
/-
1
/
2

Warenw. . .

4_11
3

4_113
41
4.11
4

4_11
4


lVew York
Daggeld
1)

314

31
4

314
1
1 1
8
1-2
1
13
Partic.disc.
3139
3
119
3
119
/16
6119
31
1)
Koers van 10 April en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

Da a
New
Londen
Berlijn
Parijs Brussel
Batavio
York,1
*)
*)
)
8)
1)

7 Apr. 1936
1.47%
7.28
59.234
9.70%
24.91 100%
S

,,

1936 1.47%
9

7.27%
59.23
9.70%
24.91
100%
9

,,

1936
1.47%
7.27%
59.25
9.70%
24.92
100%
10

,,

1936






11

1936
1.47%
7.28
59.25
9.70% 24.92
100%
13

1936






Laagste d.wl)
1.46%
7.26%
59.174
9.69%
24.88
100%
Hoogste d.w’)
1.47%
7.29
59.30
9.71
24.94
100%
iviuntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.592
100

Data
Zwit-
sd
Weenen
Praag
Bo:ka-
Milaan
Madrid

7 Apr. 1936
47.97%

6.10
1.10

20.114
S

1936
47.95

6.104
1.10

20.11
9

1936
47.97

6.104
1.10

20.114
10

,,

1936

.
– –


11

1936
48.00

6.11 1.10


13

,,

1936


– –
– –
Laagste cl.w
1
)
47.92%

6.08
1.05

20.05
Hoogste d.1v
1
)
48.00
27.75
6.13
1.15
11.80
20.174
Muntpariteit
48.003
35.007
7.3711.488
13.094
48.52

D t
°
Stock-
Kopen-
S 0

)
Q 1
Hel-
Buenos-
Mon-
holin

)
hagen
8)
JiflR
Aires’)

1
treal’)

7 Apr. 1936
37.55
32.50 36.60′
‘TT’
40%
1.46%
8

,,

1936
37.521 32.50
36.574
3.204
40%
1.46%
9

,,

1936
37.524
32.50
36.574
3.21
40%
1.46%
10

,,

1936


– –


11

,,

1936
37.524
32.524
36.60
3.204
40%
1.46%
13

1936


– – –

Laagste d.wl)
37.40
32.374
36.45
3.18
40
1.46
Hoogste d.w
1
)1
37.65 32.60
36.674
3.23
41
1.47
Muntpariteit 166.671
66.671
66.671
6.266 95%
2.4878
8) Noteering te Amsterdam.
8*)
Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.
In ‘t iste of 2de No. van ieder maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D a a
Londen
($
per
£)
Parijs
($ p. IOOfr.)
Berlijn
($ p. 100 Mk.)
Amsterdam
(3 p. 100 gld.)
7 April

19361
4,95
1

6,60%
40,30 68,05
8

,,

1936
4,94% 6,59%
40,28
67,97
9

,,

1936
4,94%
6,59%
40,27 67,93
10

1936




11

1936
4,94%
6,58% 40,26
67,89
13

1936
4,94%
6,59
40,26 67,90
15 April

1935
4,85%
6,60
40,31 67,47
Muutpariteit..
4,86
3,90%
23.81%
40%
e

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
2SMrt.
1936
4Apr.
1936
6111
April
1936
LaagsteHoogste
Ii
Apr.
1936

Alexancirig. .
Piast. p. £
97%
7%
97%
97%
1 9734
Athene

….
Dr. p.
520
521
520
521
520
Bangkok. . ..
Sh.p.ticai
1110k
1
1
10
‘r9
l/lOTS
1110.
9

ir

1/10k
Budapest

..
Pen. p. £
16%
16%
16% 16%
16%
BuenosAires’
p.pesop.
18.00
18.00
17.90
18.00
1795
Calcutta . . . .
Sh. p. rup.
1/6% 1/6%
1163/82

116
5
1
33

116%
Constantin. .
Piast.p.0
616
617
616
617 617
Hongkong . .
Sh. p. $
1/3% 131%
3

1j3
14
1/3
13
9

Sh. p. yen
1/2
111
1
1
64

111
63
1
1/2%
1
1
2
1
1
33

Lissabon….
Escu. p. £
110%
110%
109%
110%
110%
Kobe

…….

Mexico

….
$peiC
18
18
17 Y,
18%
18
Montevideo
2)

d. per £
22%
22%
22%
23
22%
Montreal

. .
$ per £
4.97
4.97%
4.96%
4.978/
4

4.96%
Riod.Janeir03
d. per Mii.
223/33
2
23
/
32

2′
9

2%
223133

Shanghai

..
Sh. p. $
1/2%
1/2%
1/2%
1/2%
1/2%
Singapore . .
id. p. $
214
5
1
33

214
5
1
35

2’4%
214%
214
5
1
33

Valparaiso 4).
$ per £
129 132
130 132
130
Warschau ..
Zl. p. £
26%
6

26%
26%
26%
26%
6

2) Offic. not. IS laten, gem. not., welke imp. hebben te betalen, 27 Febr.
17.02.
2)
Offic. not. 26 Mrt. 39116; 30 Mrt.
398(;
31 Mrt.
3971;
2 Apr. 39
3
9;
6 Apr.
3971;
7 Apr. 39/2.
3)
Id. II Mrt. ’35 411.
4)
90 dg. Vanaf 28 Aug.
laatste _export” noteering.
ZILVERPRIJS

GOUDPRIJS )
Londen’) N.York2)

Londen
7 Apr. 1936.. 19’9.,

44%

7 Apr. 1936…. 140,84
8 ,,

1936.. 19%

44%

8 ,,

1936…. 140110
9 ,,

1936..
20
%6

44%

9

1936…. 140/104
10

1936.. –

10

19136


11

1936.. –
13 ,,

1936.. –
15 Apr. 1935.. 31%
27 Juli 1914.. 24′
1) in pence p.oz.stand.
2)
Fot
STAND
V 0 rOer t n gen.
1

31 Mrt. 1936
1

7 April 1936
Saldo van ‘s Rijks Schatkist bij De Ne-
t 53.618.116,09
1 49.516.659,24
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
405.060,24 116.482,65
derlandsche Bank ……………….

Voorschotten Op ultimo Februari 1936
a/d. gemeent. verstr. op a. haar uit te
keeren hoofds. der pers, bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en der gen.
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting
2.140 803,24 2.140.803,24
,, 114.472.368,80
122.910.372,14
,,

14.316.685,73
,,

14.415.326,68
Idem

aan

Curaçao ……………….


Kasvord.weg. credietverst. a/h. buitenl
,, 117.588.134,58
,, 117.743.540,72

Voorschotten aan Ned.-lndit ………
Idem aan Suriname……………….

Daggeldleeningen tegen onderpand.
Saldo der
postrek.v.Rijkscomptabelen

22.676.487,22

Vord. op hetAlg.Burg. Pensioenfor,us 1)

….

1.738.785,55
26.267.325,51
.

Vord. op andere Staatsbedrijven 1)….

26.967.237,87

,,

25.562.792,93
Verstr. ten laste der
.
Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gem(enten (saldo)…
,,

36.683.396,24

36.512.896,24
Verplichtingen
vuuncilut JUUI Zie INCU. DanK lngev.
art.

16 van haar octrooi verstrekt


Schatkistbiljetten in Omloop ………
f432.503 000,-
/ 439.972.000.-
Schatkistpromessen 1fl Omloop
104.990.000,-
92.080.000,-
w.v. rechtstr. bij De Ned. Bank gepi
– –

Zilverbons in omloop …………….
Schuld

op uit. Februari 1936 aan de
,,

1.182.429,50

gem. weg. a. h. uit te keeren hoofds.d.
pers. bel., aand. 1. d. hoofds. d. grondb.

.

e. d. gem. fondsb. alsm. opc. op die

..1.183.699,-
.

bel, en op de vermogensbelasting


Schuld aan Curaçao’) …………….
,,

949.576,21
999.763,57
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf. 1)
a.

der P.T. en T.
— 514.551,70
Id.

h. Staatsbedr.

1)
Id. aan diverse instellingen’) ………..
0.219.982,42
82.937.318,63

..

71.698.137,29 82.919.121,28
1) In rekg.-crt. met’s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
1

4 Anril 1936

1

Ii Aoril 1936 Vorderingen: 1)
Saldo Javasche Bank…………….
– –
Saldo b. d. Postchèque- en Girodienst
t

397.000,-
…..
f

1.011.000,-
Verplichtingen: Voorschot’s Rijks kas e.a, Rijksinsteli.
,,

22.224.000,-
,, 123.679.000,-
,,

1.500.000,-
1.500.000,-
,,

3.000.000,-
3.000.000,-
Schatkistpromessen in Omloop ……..

Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
1.054.000,- 1.054.000,-
Schatkistbiljetten in omloop ……….

Idem aan de Ned.-lnd, Postspaarbank.
,,

795.000.-
1.115.000,-
Belegde kasmiddelen Zelfbesturen…….
600.000,-
600.000,-
Voorschot van de Javasche Bank …
1) Betaalmiddelen in ‘s Lands Kas op

1.499.000,-
21 Mrt. 1936
f
1.458.000-
54.548.000,-
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duiy,enden guldens.

Data

Metaal

latie

opelschb. 1 Discont.
Circu-

Andere 1

schulden 1

14 Maart1936..

751

1

1.042

1

492

573

1

1.498
7

,,

1936..

749

1

1.101

1

492

576

1

1.524
29 Febr.

1936..

765

1.196

1

420

583

1

1.542
22

,,

1936..

758

i

1.050

439

585

1

1.540
15

,,

1936..

748

1

1.085

i

460

585

I

1.563
5 Juli

1914..

645

1.100

560

735

396
‘) SIuttp. der activa.

11

1936::::


44%

13

1936….


68%

15 Apr. 1935…. 143111
59

27 Juli 1914…. 84110%
eign silver in 3e. p. oz. fine.
2)
in 5h. p.oz.fine
VAN ‘8 RIJKS KAS.

STATISTISCH OVERZICH

GRANEN EN ZADEN

– .
TUINBOUWARTIKELEN
VLEESCH

TARWE
80 kg La
ROGGE
74 kg Bahia
MAIS
La Plata
GERST
62163
kg
LIJNZAAD
La Plata
BLOEM-
KASKOM-
SALADE RUND-
VLEESCH
VARKENS-
VLEESCH
Plata loco
Rotterdam!
Blanca loco
loco
Z.-Russische
loco Rotter-
loco
KOOL
le
soort
KOMMERS
le soortS)
(versch)
(versch)
Amsterdam
R’damlA’dam
per
100
kg. R’dam!A’dam
per 2000 kg.
damjA’dam
R’damlA’dam
per
1960
kg.
P.
le
sot
P. lo0st.5)
P• lOOKrop
per 100kg
per 100 kg
per.
100
kg.
per 2000 kg.
.
Rotterdam
Rotterdam

f1.
51
f1.
010
n.
11
1T
0
10
o.
0
1
T
1E
l.
Oj
ir
010
f1.
192517,20100,0
13,075
100,0
231,50
100,0

236,00

100,0
462,50
100,0
– – –
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9


1927 14,75
85,8
12,476
95,4
176,00
.76,0
237,00
100,4
362,50
78,4




-.
-.




1928
13,476
78,3
13,15 100,6
226,00
97,7
228,50
96,8 363,00
78,5
26,47
100,0
23,08
100,0
5,83
100,0
93,-
100,-
77,50
100,-
1929 12,25
71,2
10,87
6

83,2
204,00
88,1
179,75
76,2 419,25
90,6
26,32
99,4 23,83
103,3
7,60
130,3
96,40
103,7
93,12
5

120,2
1930
9,67
5

56,3 6,225
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0
16,32
61,7
18,28
79,2




















3,51-
60,2
108,-
116,1
72,90
94,1
1931
5,55
32,3
4,55 34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4

1
8;49
69,9
16,89
73,2
4,33
.

74,3
88,-
94,6
48,-
61,9
1932
5,22′
30,4
4,625
35,4 77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
16.71.
63,1 11,87
51,4 3,57
61,2
61,-
65,6 37,50
48,4
1933
5,025
29,2 3,55
27,2 68,50
29,6
70,00
29,7
148,00
32,0
14,47
54,7 9,96 43,2
1,86
31,9
52,-
55,9
49,50
63,9

1934
3,67
5

21,4
3,325
25,4
70,75
30,6
75,75

32,1
142,50
30,8
11,72
44,3 8.78 38,0
2,52
43,2 61,50
66,1
46,65
60,2

1935
4,125 24,0
3,075
23,5
61,25
26,5
68,00
28,8
131,75
28,5
8,12 30,7
6,79
29,4
2,23.
38,3
48,12
5

51,7
51,62
5

66,6
Jan

1934
4,75
27,6 3

10
23,7
65,25
28,2
58,00
24,6
144,25
31,2
-.
62,50
67,2
53,75
69,4
Febr.
3,40
19,8
2,77
5

21,2
65,25 28,2
58,50
24,8
133,00
28,8
63,-
67,7
53,50
69,0
Maart

,,
3,25
18,9
2,725
20,8
70,75
30,6 58,75
24,9
132,00
28,5
-.•
– –

61,75
66,4
50,50
65,2
A,ril

,,
3,20
18,6
2,70
20,7
70,50
30,5
56,75
24,0
136,50
29,5
17,03
64,3
12,20
52,9
4,61
79,1
63,50
68,3
49,12
5

63,4
ei
3,32′

19,2
2,87
5

21,9
62,00 26,8
63,00
26,7
154,50
33,4
12,77
48,2
11,20
48,5 2,09
35,8
65,75
70,7
47,50
61,3
Juni
3,676
21,4
3,17
5

24,3
65,00
28,1
74,75
31,7
156,50
33,8
5,35
20,2 2,93
12,7
0,85
14,6
63,25
68,0
43,75
56,5
Juli

,,
3,80
22,1
3,30
25,3
71,50
30,9
78,75
33,4
151,25
32,7
63,-
67,7
44,62
5

57,6
Aug.
4,37
25,4
4,27
6

32,7
83,25
36,0
93,50
39,6
159,25
34,4
63,95
68,8
43,30
55,9
Sept.

,, –
4,-
23,3
4,15
31,7
77,25
33,4
93,25
39,5
145,50
31,5
63,55
68,3
42,62
5

55,0
Oct.
3,50 20,3
3,70
28,3
69,50
30,0
93,50
39,6
135,25
29,2
60,70
65,3
42,12
6

54,4
Nov.
3,50
20,3
3,45
25,4
71,25
30,8
89,25
37,8
127,75
27,6
53,75
57,8
44,50
57,4
Dec.


3,45
20,1
3,55
27,2
76,25
32,9
91,00
38,6
134,00
29,0









—-




53,15
57,2
44,65
57,6
Jan.

1935
3,30
19,2

3,525
27,0
74,25


32.1
89.25
37,8
137,25
29,7
53,625
57,7
45,62
6

58,9
Febr.
3,20
18,6
3,375
25,8
68,00
29,4
71,25 30,2
124,25
25,9































51,90
55,8
47,55
61.4
Maârt

,,
3,20
18,6
3,07
5

23,5
67,75
29,3
64,00
27,1
120,50
26,1




























51,40
55,3
51,20
66,1
April
4,07
5

23,7
2,95
22,6 70,75
30,6
66,75 28,0
12500
27,0
10,81
40,8
11,21

– ————–

48,6
3,27
56,1
51,925
55,8
50,25
64,8
Mei

,
4,05 23,5
2,90
22,2
59,90
25,9
67,25
28,5
12550
27,1
8,98
33,9
7,14
30,9
2,46
42,2 50,80
54,6
48,50
62,6
Juni

,
4,02
23,4 2,90
22,2
57,50
24,8
75,00 31,8
124,25
26,9
4,57
17,3
2,02
8,8
0,95
16,3
48,-
51,6
46,126
59,5
Juli
3,92′
22,8
2,55
19,5
51,50
23,5
66,75 28,3
1
24
,50 26,9












48,-
51,6

47,375

611
Aug.
4,25
24,7
2,625
20,1
55,25
23,9
64,50 27,3
132,25
28,6
44,80
48,2 52,55
67:8
Sept.

4,75
27,6
3,-
22,9
55,75
24,1
64,50
27,3
139,50
30,2
43,375
46,6 56,62
5

73,1
Oct.

,,
4,95
28,8
3,35
25,6
57,75
24,9
64,75
27,4
142,75
30,9

























46,075
49,5 64,62
5

83,4
Nov.

,,
4,65 27,0 3,20 24,5
55,00
23,8
59,75
25,3
137,75
29,8

– ————–

42,75 46,0
56,85
73,4
Dec.

,,
5,15 29,9 3,40
26,0
56,75
24,5
50,75
25,7
146,50
31,7





























—-





44,75
48,1
52,25
67,4

Jan.

1936
5,45 31,7
3,525
27,0
56,00
24,2
63,50 27,0
153,50
33,1













—-



—-















44,-
47,3
50,87
5

65,6
Febr.

5,22
6

30,4 3,40
26,0
55,25
23,9
64,50
27,3
152,50
33,0
































43,775
47,1
48,25
62,3 Manrt
5,22
5

30,4 3,50
26,8 59,50
25,7
69,75
29,8
150,00
32,4
















45,75
49,2

45,575

60,1
6 April


5,10
29,7
3,40
26,0
64,00
27,6
69,00
29,2
147,50
31,9
11,81
44,6
10,29

































44,6 3,70
63,5
47,_6)

50,5
46,_
6
)
59,4
4

,,

.,
5,15
29,9
3,40
26,0
63,00
27,2
68,50
29,0
147,00
31,8
48,70
7
)
52,4
46,-
7
)
59,4
1)
Men zie voor de toelichting op dezen staat de nos. van 8, 15 Aug. 1928, 25 Febr. 1931 en 15 Febr.
1933.
)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No. 2. van Jan. 1931 tol
16Dec. 1929 tot 26 Mei 1930 7415kg Hongaarsche vanaf 26 Mei 1930 tot 23 Mei
1932
74 kg Zuid-Russische; van 23 Mei 1932 tot 2 Oct.
1933
No. 2 Canada.
4)
Tol
Van 19Sept. ’32 tot 24 Juli ‘3362163kg Z.-Iluss. Van 24Juli ’33-7 Oct.’35
64165kg
La Plata.
5)
De jaargemiddelden zijn berekend uit de gemiddelde prijzen van April,

Vervolg STATISTISCH OVERZICH’]

MINERALEN
– –

TEXTIELGOEDEREN

DIVERSEN

STEENKOLEN
Westfaalschel
PETROLEUM

BENZINE KATOEN
WOL
WOL
gekamde
KOE-
KALK-
Hollandsche
bunkerkolen, Mid. Coijtin.
Crude
Gulf exp.
_______
gekamde
Australische, Australische,
HUIDEN
SALPETER
onezeefd job.
33
tlifl
33.90
84
5.
g.

64/66
0

$cts. per
Middling locoprijzen
F.0. F.
Sakella-
.No. 1
Mering.

V.
CrossbredColo-
nial Carded,
Gaaf, open
kop GId. per
100 kg
R dam/A’dam
per
1000
kg.
per barrel U.S. gallon New-York
rides
~
J
F

ora
“p0ol
oco

ra
i
b
or

per

.
50’s
Av. loco
57-61 pnd.
netto
per Ib. Liverpool
Bradford per Ib.

1925
f1.
10,80
01
100,0
$
1.68
0
/o
100,0
$cts.
14,86
0
10
100,-
$ cts.
23,25
0
10
100,0
pence
29,27
0
10
100,-
pence
9,35
0
10
100,-
pence
55,00
0
1
100,0
pence
29,50
Ofo
100,0
f1.
34,70
0
1

100,0
f1.
12,-
Olo
100,0
1926
17,90
165,7
1.89
112,5 13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30
67,4
47,25
85,9
24,75
83,9
28,46
82,0
11,61
96,8
1927
11,25 104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77.8 48,50 88,2
26,50
89,8
40,43
116,5 11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20.
71,4
9,98 67,2
20.00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4
51,50
93,6 30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40 105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2
6,59
70,5
39,-
70,9 25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
1930 11,35
105,1
1.12
66,7 8,77 59,0
13,55
58,3
12,-
41,0
3,92
41,9
26,75 48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84 82,0

1931
10,05 93,1
0.58 34,5
5,04
33,9
8,60
37,0 7,33
25,0
3,08
33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1 0.81
48,2
4,50 30,3 6,45
27,7
5,21
17,8
3,11
33,3
16,00
29,1
8,50
28,8
11,15
32,1
6,15
51,3
1933
7,00 64,8
045
26,8
3,61
24,3 6,75 29,0 5,13
17,5
2,78
29,7
19,25
35,0 9,50
32,2
13,26
38,2 6,18
51,5
1934
6,20 57,4
0.63 37,5
2,88
19,4
7,35 31,6
5.32
18,2
2,68
28,7
19,25
35,0
10,25
34,7
12,07
34,8
6,11
50,9
1935
6,05
5,60
0.625
37,2
3,02
20.3
7,05
30,3
5,16
17,6
2,96 31,7
16,75
30,5
8,50 28,8
12,54
36,1
5,89
49,1
Jan.

1934
6,65
61,6
0.66 39,3
3,74
25,2
7,10 30,5
5,47
18,7
2,59
27,7
27,00
49,1
14,75
50,0
13,-
37,5
6,15 51,3
Febr.

,,
6,30
58,3
0.64
38,1
3,25
21,9 7,50
32,3
5,64
19,3
2,68
28,7
23,75
43,2
12,75
43,2
13,-
37,5
6,20
51,7
Maart
6,25
57,9
0.63
37,5
3,05
20,5 7,40
31,8
5,50
18,8
2,76
29,5
23,25
42,3
11,75
39,8
12,50
36,0
6,25
52,1
April

,,
6,30
58,3
0.62
36,9
2,795
18,8
6,95
29,9
5,37
18,3
2,50
26,7
23,00
41,8
11,50
39,0
12,-
34,6
6,30
52,6
Mei

,,
6,25 57,9
0.62
36,9
2,88
19,4
6,80 29,2
5,20
17,8
2,48
26,5
21,00
38,2
10,50
35,6
11,88
34,2
6,30 52,6
Juni
6,15
56,9
062
36,9
2,83
19,0
7,15
30,8
5,23
17,9
2,77
29,6
19,00
34,5
9,50
,
32,2
11,50
33,1
6,30 52,6
Juli
6,15 56,9 0.62
36,9
2,68
18,0
7,55 32,5
5,22
17,8
2,83 30,3
17,00
30,9

9,00
30,5
11,50
33,1
6,30
52.6
Aug.
6,15
56,9 0.62
36,9 2,68
18,0
7,85 34,0
5,32
18,2
2,85
30,5
16,00
29,1
8,50
28,8
11,75
33,9
5,80
48,3
Sept.
6,00
55,6
0.62
36,9 2,74
18,4
7,70
33,1
5,06
17,3
2,71
29,0
15,00

27,3
8,50
28,8
12,-
34,6
5,85
48,8
Oct.
6,00
55,6
0.62
36,9 2,60
17,5
7,40
31,8 4,93
16,8
-2,57
27,5
15,00
27,3
8,50
28,8
12,50
36,0
5,90 49,2
Nov.
6,10
56,5
0.62
36,9 2.53
17,0
7,40
31,8
5,42
18,5
2,67
28,6
15,00
27,3
8,75
29,7
12,-
34,6
5,95
49,6
Dec.


6,05
56,0
0.62 36,9
-2,76
18,6
7,50
32,3 5,43
18,5
2,77
29,6
14,50
26,4
8,50
28,8
11,25
32,4 6,05
50,4
Jan.

1935
6,05
56,0
0.626 37,2
2,97
5

20,0
7,55
32,5
5,38
18,4
2,99
32,0
14,75
26,8
8,25
28,0
10,75
31,0
6,15
51,3
1
7
ebr.

,,
6,05 56,0
0.62
6

37,2
2,75
18,5
7,50
32,3
5,24
17,9
3,-
32,1 14,00
25,5
7,75
26,3
10,50
30,3
6,20
51,7
Maart

,,
5,90 54,6
0.62
36,9
2,74
18,4
6,80
29,2
4,85
16,6
2,79
29,8
13,75
25,0

7,50
25,4
10,25
29,5 6,25
52,1
April

,,
6,00 55,6
0.63
37,5
2,99
20,1
7,05
30,3
4,89
16,7
2,89
30,9
14,75
26,8 8,00
27,1
10,75
31,0
6,30
52,6
Mei


6,05
56.0
0.62
36,9
2,97
6

20,0
7,30
31,4
4,96
16,9
3,07
32,8
16,00
29,1
8,50
28,8
11,75
33,9 6,30
52,6
Juni

,,
6,05
56,0
0.62
36,9 3,15
21,2
7,-
30,1
4,82
16,5
2,98
31,9
16,75
30,5
8,50
28,8
12,-
34,6 6,30 52,6
Juli
6,05
56,0
0.62
36,9
3,116
21,0
7,25
31,2
4,82
16,5
3,08
32,9
18,25
33,2 9,00 30,5
11,75
33,9 5,40
45,0
Aug.

6,15
56,9
0.62
36,9
3,08
20,7
6,80
29,2
4,91
16,8
2,83
30,3

18,25
33,2
9,25 31,4
12,-
34,6 5,40 45,0
Sept.

6,10 56,5
0.62
5

37,2
2,85
19,2
6,40 27,5
4,95
16,9
2,63
28,1
18,25
33,2 8,75
29,7
14,50
41,8
5,50 45,8
Oct.

6,05 56,0 0.62
5

37,2
3,-
20,2
6,70
28,8
5,30
18,1
2,96
31,7
18,50
33,6 8,75
29,7
16,-
46,1
5,55 46,3

Nov.
6,05
56,0 0.62
36,9
3,17
21,3 7,05
30,3
5,90
20,2
3,16
33,8
18,75
34,1
9,00
30,5
16,-
46,1
5,60
46,7
Dec.
6,05
56,0
0.62
35,9 3,39
22,8

7,05
30,3
5,91
20,2 3,15
33,7
18,50
33,6
8.75
29,7
14,25
41,1
5,70 47,5

Jan.

1936
6,15
56,9
0.61
5

36,6
3,39 22,8
7,05 30,3
5,82
19,9 2,91
31,1
19,25
35,0
9,00
30,5
15,-
43,2
5,80
48,3
Pebr.
6,15
56,9
0.61
36,3 3,45
23,2
6,80 29,2
5,49
18,8
2,74
29,3
19,25
35,0 9,25
31,4
15,-
43,2
5,85
48,8
Maart
6,15
56,9
0.615
36,6
3,47 23,4
6,75 29,0
5,57
19,0
2,79
29,8
19,75
35,9
9,50
322
14,25
41,1
5,90
49,2
6 April
6,20
57,4
0.61
5

36,6
3,472)

23,4
6,80
29,2
5,51
4
)
18,8
2,78
4
)
29,7
19,75
6
)
35,9
1

9,50
6
)
37,2 5,95 49,6
4.

.
6,15
56,9
0.61
5

36,6
3,473)

23,41
6,95 29,9
5,516)
18,8
2,74
5
)1
29,3
19,755
35,9
9,50
5
)
32,2
5,95 49,6
1)
Jaar- en maandgem. atger. op
i/
pence.
2)4
Apr.
3
)11 Api.
4
)1 Apr.
5
)8 Apr. 6)2 Apr.
7
7
Apr.

,

AN GROOTHANDELSPRIJZEN
1)

ZUIVEL EN EIEREN
METALEN

BOTER
BOTER

P. kg
Eier
EIEREN KOPER
LOOD
TIN
IJZER
Cleveland
GIETERIJ.-
ZINK
GOUD
ZILVER
per

g
Leeuwar-
Heffin
maar
Fabrieks-
em. no
.
Elermijn
tan aar
Locoprijzen
ri’z n
e
‘°°d
t

i’z

n
1
ocoJrJ e
undr
io

(Lux III) p.
Locoprtjzen
Londen
cash
Londen
cas
Londen per
derComm.
Zuivel-
kaas
Roermond
Londen
er

n en
p

g.
o

en per
g.

n
iddIe’b
Eng. t. f.o.b.
per
per ounce
Standard
Noteering
Centr

kI. mjmerk
p. 100 st.
per Eng. ton
er En

to
Antwerpen
Eng. ton
line
Ounce
per 50 kg.

f1.
0(o
11.
f1.
010
II.
oM
£
01
£
01
£
010
Sh.
010
sh.
01
£
01
sh.
0/
pence
Ol
o

1925
2,31
100,0

56,-
100,0
9,18
100,0
62.116
100,0
36.816
100,0
261.171-
100,0
73,-
100,0
671-
100,
36.316
100,-
856
100,.
32
1
/
00,0
1926
1,98
85,7

43,15
77,1
8,15 88,8 58.11- 93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1
86;6
118,5
6818
102.5
34.2’6
94,3
851-
99,5
28101
5
6
89,3
1927
2,03 87,9

43,30
77,3
7,96
86,7
55.141- 89,7 24.41- 66,4
290.41-
110,8
71-
100,0
6416
96,3 28.101-
78,8
851-
99,5
26
3
14
83,3
1928
2,11
91,3

48,05
85,8
7,99 87,0
63.16
1

102,8
21.11-
57,8
227.51-
86,8
661-
90,4
6218
93,5
25.5/6
69,9
851-
99,5
2611
81,1
1929
2,05
88,7

45,40
81,1 8,11
88,3
15.14/-
121,9
2351-
63,8
203.1516
77,8
706
96,6
6819
102,6
24.1716
68,8
851-
99,5
24
7
1
76,2
1930
1,66
71,9

38,45
68,7
6,72
73,2
54.13/-
88,0
18.116
49,6
142.51-
54,3
67,-
91,8
5916
88,8
16.171-
46,6
851-
9,5
17
13
(6
55,4
1931
1,34
58,0

31.30
56,9
5,35
58,3
36.5/-
58,4
12.1/-
33,1
110.11-
42,0
55/-
75,3
4716
70,9
11.1016
31,9
9216
108.2
1311
41,6
1932
0,94
40,7

.
22,70
40,5
4,14
45,1
22.17!-
36,8 8.121-
23,6
97.21-
37,1
421-
57,5
371-
55,2
9.16,-
27,1
1181- 138,0
12
7
/
40,1
1933
0,61
26,4
0,96
20,20
36,1
.3,71 40,4
22.216
35.6
7.17/6
21,6
131.181-
50,4
0-
56,2
351-
52,2
10.1216
29,4
124/7
3
/
4

145,8
12
1
1
385
1934
0,45
19,5
1,-
18,70
33,4
3.45
37,6
18.1416
30,2
1

6.1516
18.6
141.1916
54,2
401-
54.8
337
50.1
891-
23,4
13717
3
/.
161,0
13
1
/i
40,7
1935
0,49
21,2
0,99
14,85
26,5
3,20
34,9
19.116
30,7
8.1116
23,5
134.1616
51,5
3916 54,1 3318
50,2
8.101-
23,5
14212

1166,3
17
11
(,
55,1

jan.’34
0,50
21.6
1,-
20,40
36,4
5,05 55,0 21.71-
34,4 7.71- 20,2
148.31-
56,8
3916
54,1
361-
53,7
9.121-
26,5
12916
151,5
12
3
14
39,7
Feb. ,,
0,47
20,3
1,-
21,55
38,5 3,68
40,1
20.916
33,0
7.41-
19,8
140.131-
53,7
3916 54,1
3615
54,4
9.-/6
24,9
1371
160,3
12
1
/
38,9
Mrt.

0,44
19,0
1,-
19,90
35,5
2,71
29,5
20.31-
32,5
7.316
19,7
144.1516
55,3
4016
55,5
3513
52,6
9.21- 25,2
13618
159,8
12
5
/8 39,3
Apr. ,,
0,42
18,2
1,-
17,20
30,7
2,72
29,6
20.1416
33,4
7.416 19,8
150.1016
57,5
4116
56,8
34j2
51,0
9.716
25,9
135114
158,0
12
7
/56
38,7
Mei

,,
0,41 17,7
1;-
16,05 28,7
2,54
27,7
2041-
32,5
6.1616
18,7
144.1916
55,4
4016
55,5
3219
48,9
9.21-
25,2
13613
159,4
I2
1
/,
37,5
Juni ,,
0,41 17,7
1,-
19,40
34,6
2,74′
29,9
19.18/6
32,1
6.14!-
18,4
140.1/-
53,5
4016
55,5
31/9
47,4
8.16!-
24,3
137(85
161,1
12
1
(4
38,1,
Juli
0,40
17,3
1,-
21,50
38,4
2,81
30,6
18.111-
29,9
6.1416
18,5
142.91-
54,0
4016
55,5
3214
48,2
8.61-
22,9
137(11
161,4
l2(4
39,7
Aug.,
0,43
18,6
1,-
20,90
37,3
3,32
1

36,2 17.6/-
27,9
6.141-
18,4
139.716
53,2
401-
54,8
3216
48,5
8.716
23,2 138/6
162,0
13
40,5
Sept.,
0,43
18,6
1,-
18,121
32,4
3,31
36,1
16.101-
26,6
6.516
17,2
137.17/-
52,6
3916
54,1 3216
48,5
7.171-
21,7
1411-
164,9
13
1
/
40,9
Oct.
,
0,43
18,6
1,-
17,37
31,0
3,95
43,0
1631-
26,0
6.61-
17,3
131.19(6
52,7
3916
54,1 3216
48,5
7.71-
20,3
141110
165,9
14
43,6
Nov.
• 0,47 20,3
1,-
17,-
30,4
4,525
49,3
16.1116
26,7
6.81-
17,6
13981-
53,2
401-
54,8
3216
48,5
7.716 20,4
139165
163,2
14
7
18
46,3
Dec.

0,54 23,4
0,95
15,12
5

27,0 4,07
44,3
16.161-
27,1
6.61-
17,3
137.816
52,5
3916
54,1
3411
50,9
7.416
20,0
140164
164,4
14
11
/111
45,7

n’35
0,58
25,1
0,90
14,95
26,7
3,12
5

34,0 16.191-
27,3
6.51-
17,2
138.111-
52,9
3916 54,1 3416
51,5
7.66
20,4
1411101
165,9 1414
45,9
P
,,
0,52 22,5
0,95
14,37
5

25,7
3,20
34,9
16.41-
26,1
6.41-
17,0 136.81-
52,1
39/6
54,1
34/6
51,5
7.316
19,8
14218
166,9
14″(16
46,1,
Mrt. ,,
0,37
16.0
1,025
13,30
23,8
2,74
29,8
16.81-
26,4
6.716
17,5
124.516
47,5
381-
52,1 3319
50,4
7-1-
19,4
14715
172.4
I53/
49,0
Apr.

0,37
16,0
1,08
11,50
20.5
2,31
5

25,2
18.81-
29,6
7.516 20,0
131.-!6
50,0
3816
52,7
3316
50,0
7.111-
20,9
14415
168,9
I63/ 56,6
Mei
0,34
14,7
1,10
11,85
21,2 2,38
5

26.0
20.-(-
32,2
8.616
22,9
135.5(6
51,7
391-
53,4
3316
50,0
8.1516
24,3
142131
166,4
20
62.3
-juni

,,
0,41 17,7
1,07
11,95
21,3
2,41′
26,3
18.16
1

30,3
8.1116
23,5
136.5(6
52,0
3916
54,1
3316
50,0
8.111.-
23,6
14116
165,5
’19
5
(
61,1
juli
0,44
19.0
1,-
12,37
22,1
2,54
27,7
18.101- 29,8
8.131-
23,7
140.1116
53,7
396
54,1 3316
50,0
8.101-
23,5 140/10
164,7
18/1
57,0
Aug. ,,
0,46
19,9
1,-
15,10
27,0
3,31′
36,1
19.151-
31,8
9.11/-
26,2 135.12(6 51,8
40/-
54,8
33/6
50,0
8.18/6
24,7
140/4
164,1
17
7
/
55,6
Sept..
0,58
25,1
0,97
20,25
36,2
3,16 34,4
20.1016
33,1
9.14/6
26,7
135.4(6 51,6
39/6
54,1
33/6
50,0
9.8/-
26,0
141/-
164,9
179,
54,7
Oct.

,,
0,65
28.1
0,89
19,87
5

35,5
3,95
43,0
21.36
34,1
11.31-
30,6
136.1716
52,3
3916 54,1
33/6
50,0
10-16
27,7
141/8
165,7
I75/
54,9.
Nov.,
),59
25,5
0,94
16.90
30,2
4,69
51,1
21.216
34,0
10.15/6
29,6
135.13,6
51,8
4016
55,5
3316
50,0
9.16!-
27,1
141/34
165,3
17
9
116
54,7
Dec..
0,57
24;7
0,95
15,80
28,2
4,60
50,1
21.2/6
34,0 10.1-6 27,5
132.-6
50,4
41/-
56,2
33(6
50,0
9.21-
25,2
14111
16,0
15(i
47,7

Jan.’360,57
24,7
0,95
16,80
30,0
4,04
44,0
20.1616
33,5 9.61- 25,5
125.616
48.0
411-
56,2
3316
50,0
8.1516
24.3
140/11
164,8
12
37,4
Feb..
0,6(
26,4
0,925
17,37
31,0
3,375

36,8
21.316
34,1
9.13/-
265
124.816
47,1
411-
56,2
336
50,0
9.316
25,4
140110
164,7
11
13
/,6
37,2
Mrt.,
0,46
19,9 1,04
17.70
31,6 2,69
29,3
21.12/6
34,8
9.19/6
27,3
127.12/6
48,7
41!-
56,2
33/6
50,0
9.13/-
26,7
141/-
164,9
11
19
/,6
36,8
6 Apr.,
0,44
3
)
19,0
1,10
16,-
10

28,6 2,47
5

27,0
21.19/- ‘35,4
9.161-
26,9
128.14/-
49,2
41
1

56,2
3316
50,0
9.61-
25,7
140174
164,5
11
15
1
37,2
14

,

,
0,44
9
)
19,0
1,-
11,25
11

30,8
2,42′
26,4
22.616
36,0
9.14-
i

6,6
126.6/-
48,2
411-
56,2
‘3316
50,0
9.31

25,3
140110
164,7
12106
31,5
6Sept. 1932 79 K.O. La Plata; van 26 Sept. 1932 tot 5 Febr. 1934 Manitoba No. 2
3)
Tot Jan. 1928 Western; vanaf Jan. 1928 tot. 16 Dec.1929 American No. 2, van’ an. 1928 Malting; van Jan. 19M tot 9 Febr. 1931 American No. 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 1932 6415 K.G. Zuid-Russische. Van 23 Mei-19, Sept. 1932 No. 3
tei en juni van het betreffende jaar.
6)4
Apr.
7
)11 Apr.
8)
2April.
9)9
Apr.
10)
3Apr.
ii)
10Apr. .

AN GROOTHANDELSPRIJZEN.

BOUWMATERIALEN
.

KOLONIALE PRODUCTEN

VURENHOUT
T
E E N E N
CACAO
COPRA
KOFFIE
RUBBER

1
SUIKER

THEE-‘
INDEXCIJFER

KOIO
basis 7″ f.o.b.
Zweden(
binnenmuur

buitenmuur
G.F.
Accra Ned.-lnd.
Robusta Standaard
Ribbed Smoked
Witte kristal-

AfI. N.-
1.
theev.

Finland

per

per
.
per
50 kg c.l.f.
f.m.s.

.
per
100
kg
Locoprijzen
Rotterdam
Sheets


suiker
loco

A’dam gem. pr.
R’dam/A’dam

Java- en Suma-
Grond- niale perstandaard
van 4.672 M
3
.
per
1000
stuks per
1000
stuks
Nederland
Amsterdam
per
S
/s
kg.
loco
Londen
per Ib.
per
100
kg.

trathee
p.
‘Is
kg.
stoffen
pro-
ducten

t
°!o
f
0
/s
sh.
‘010
01
ets.
i’
Sh. 0
10
T
i/’
ets.
1925
159,75 100 15,50
100,-
19,-
100,-
42/6
100,-
35,87
5

100,0
61,375
100,0
211,625
100,0
18,75
100,0
84,5


100,0

100.0
100.0
1926
153,50
96,1
15,75 101,6
19,50
102,6
49-
115,3
34,-
94,8
55,375
90,2
2-
67,4
17,50
93,3
94,25
111,5
98.0
102.6
1927
160,50
100,5
14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
32,62
5

90,9 46,875
76,4
16,375
51,6
19,12′
102,0
82,75
97,9 81.5
109.1 1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
.
97,4
5713
134,9
31,87
5

88,9 49,625
80,9
-110,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6
97.4
1929 146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
4510
107,9
27,31″
76,3
50,75
.
82,7 -110,25 28.8
13,-
69,3
69,25′
82,0
81.9
85.5
1930
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34/11 82,2 22,62
5

63,1
32
52,1
-15,875
16,5
9,60
51,2
60.75
71,8
66.0
64.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
.
106,6
2215
52,8
15,375
42,9
25
40,7
-13
8,4
8,.
42,7
42,50
50,3
46.8
46.6
1932
69,00 43,2 9,25
59,7
15,-
78,9
196
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-11,75
4,9
6,32
5

33,7
28,25
33,4
36.1.
38.0
1933
73,50 46,0
10,-
64,5
12,75 67,1
154
36,0
9,30
25,9 21,10 34,2 -12,25
6,3
5,52
1

29,5
32,75
38,7
35.2
34.7
1934
76.50
47,9
8,50
54.8
10,50
55,3
1316
31,8 6,90
19,2
16.80
27,4
-13,875
10,9
4,07′
21.7
40
473
34.4
32.1
1935
59,50
37,2
7,25
46,8
.

8,75
46,1
1315
31,6
9,15
25,6
14,10
23,0
-13,625
10,2
3,85
20,5
34,50
40,8
33.6
29.6

lan. ’34
75,00 46,9
10,75
69,4
12,75 67,1
12/10
30,2′
7,45 20,8
16,50
26,9
-/2,875
8,1
4,95 26,4
45,50 53,8
36.9 33.8
l’eb.
,,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1415
33,9
7,25′
20,2
17,25
28,1
-13 8,4
4,975

26,5
46,75 55,3
35.9 35.9
Mrt.
80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
1411
33,1
7,-
19,5
17,75
28,9 -13,25
9,1
4,525
24,1
45,50 53,8 35,7
35.2
Apr.,
80,00
50,1
9,75 62,6
12,-
63,2
1414
33,7
6,25
18,3
17,75
2o4,9
-13,625
10,2
4,25
22,7
44,25 52,4
35.6 34.5
Mei

,,
80,00
50,1
9,25
59,7
11,25
5»,2
152
35,7
6,72
5

18,7
17
27,7
-14
11,2
4,15
22,1
42,75
50,6
35,1
34.3
,
77,50 48,5
8,-
51,6
10,-
52,6
15
1
4
36,1
7,-
19,5
17
.27,7

1
4
11,2
4,20 22,4
41
48,5′
34.5
‘33.8
j
uni
uli
77,50
48,5 7,50 48,4
10,-
52,6
13111
3′,7
6,92
5

19,3
16,75
27,3
-14,375
12,3
3,975

21,2
40,50 47,9
34.1
32.2
Aug.
75,50
47,3 7,25
46,8 9,50 50,0
12110
30,2
6,87
5

19,2
16,50


26,9

/4,5
12,6
3,91′
21,2
3975
47,0
33.9 31.4
Sept.,
73,50 46,0
7,-
45,2
8,75
46,1
12/5 29,2
6,65
38,5
16,50
26,9
-145
12,6
3,72
5

19,9
33,50 39,6
33.1
29.5
Oct.
73,00 45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
1117
27,3
6,70
18,7
16,50
26,9
-14,125
11,6
3,52
5

18,8
32,75 38,8 32.7
27.8
Nov.

73,00
45,7
7,-
45.2
8,75
46,1
1213
28,8
6,62k
18,5
16
26,1
-13,875
10,9
3,15
16,8
33
39,1′ 32.7
27.6
Dec..
73,00
45,7
7,-
45,2
8,75
46,1
1218
29,8
7,17′
20,0
16 26,1
-13,875
10,9
3,37′
18,0
34,50
40,8 32.7
28.6

On.’35
66,00
41,3
7,25 46,8
8,50
44,7
1411
33,1
8,77′
24,5
26
26,1
-13,875


10,9
3,50
18,7
,

33,75
39,9
32.9 29.5
66,00
41,3
6,75
43,5
8,25
43,4
14
1
2
33,3
9,375 26,
1

15,625
25,5

1
3,75
10,5
3,45
18,4
32
37,9
‘32.4
28.9
Mrt.
,
59,00
36,9
7,-
45,2
8,25
43,4
1313
31,2
8,57
5

23,9
14,621
23,8
-13,25
9,1
3,55
18,9
29

34,3
30.9
27.4
Apr..
60,00
37,6
7,-
45,2
8,25
43,4
13
1
6
31,8 9,15
25,6
14,50
23,6

1
3,375
9,5
4,15
22,1
31,25
37,0
32.1
-28.5
Mei ,
57.50
36,0
7,

45,2
8,25
,
43,4
1314
31,4
9,50 26,5
14,125
23,0 -13,5
9,8
4,20
22,4
32,75
.38,8
33.3
28.6
Juni
57,50
36,0 7,25 46,8
.

9,-
47,4
13
1
3 31,2
9,07′
25,3
13,87
5

22,6

1
3,625
10,2
3,87
5

20,7
30,25
35,8
33.2
27.8
Juli
57,50
36,0
7,25
46,8 8,75
46,1
1312
‘31,0
8,-
22,3
13,50
22.0
-13,5
9,8
3,575
19,1
30,75
36,4
33.4
27.1
Aug.:
58,25
36,5
7,-
45,2
9,25
48,7
1311
30,8 8,07
5

22,5
23,50
22,0

1
3,5
9,8
3,52
5

18,8
32,50
38,5
33.7
21.4
Sept.,
57,75
36,2
7,-
45,2
9,

47,4
1315
31,6
8,47e
23,6
13,50
22,0
-13,375
9,5
3,72
1

19,9
36
42,6
34.2

28.8
Oct.
.
56,50
35,4
7.25
46,8
9,25
48,7
1315
31,6
9,971

27,8
13,50
220
,
-13,75
10,5
4,225
22,5
46,25
54.7
35.5 31,9
Nov.,
57,75 36,2
7,25 46,8 8,75
46.1
33/3
31,2
10,325
28,8
13,50
22,0
-3,75
10,5
4,10
21,9
39,50
46,7
35.8
31.1
Dec.,
58,00 36,3
7,50
48,4 9,50
50,0
1316
31,8
10,45
29,1
13
21,2
-/3,875
10,9
4,20
22,4
39,50
46,7
35.4 30.4

Jan.’36
63,00
‘39,4
8,25 53,2
20,-
52,6
14
1

32,9
11,12
5

31,0
13
.21,2

1
4,125
11,6
4,32
5

23,1
39,50
46,7
35.5 30.9
Feb.,
63,00
39,4
t

8,-
51,6 9,50
50.0
14/3
33,5
10,625
296
13
21,2


/4,375
12,3
4,125
21,3
38,50
45,5
35.6
30.6
Mrt.,
64,25
40,2
1

8,

51,6
10,25
54,0
14
1

32,9
9,77′
27,2
13
:21,2

1
4,5
12,6
3,92′
20,9
.
37,25
44,1
35.8

6 Apr.,
65,00
40,7
1
1411
7
)
33,1
10,
-‘
27,9
.13

.
212
-14,5
12,6
4


21.3
37,50
6
)
44,4
35.8 29.9
14

,

,
65,00
40,7
1
9,975
27,5
13
21,2
-14,5625
12,8
4
21,3
35.7
1

30.0
Alle Pondennoteeringon vanaf 21 Sept.’31 zijn op goudbasis omgerekend; de Oollarnoteeringen vanat 20April
1
33 zijn in verhouding van de depreclatio
den Dollar t.o.v. den Gulden verlaagd.

292

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

.
.15 April 1936

NEDERLANDSCHE
BANK.

Verkorte Balans op 14 April 1936.

Activa.
Binnenl.Wis-lHfdbk.
f

20.896.612,50
sels, Prdm..

Bijbnk..,,

513.908,23
enz.indisc.Ag.sch.
,,

3.093.760,14

f

24.504.280,87
Papier o. h. Buiten!, in disconto

……
,,

Idem eigen portef.

f

1.078.500,-
Af: Verkocht maar voor
de bk. nog niet
af
gel.


1.078.500,_
Beleeningen

mcl. vrsch.Bijbnk
hifdbk.
f

88.820.538,731)

in rek -crt .i
,,

4.013.106,71

op onderp.j
iAg.scb.
,,

36.807.839,58

f
129.641.485,02

Op Effecten
……

f
126.221.536,451)
OpGoederenenSpec.
,,

3.419.948,57

129.641.485,021)
Voorschotten a. h. Rijk

…………..

Munt, Goud
……
f
127.601.870,-
Muntmat., Goud
.
.

586.031.328,53

.f
713.1133 198,53
Munt, Zilver, enz.

,,

17.913.463,99
Muntniat., Zilver..

731.546.662,522)
Belegging van kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds ……………..,…,,,

39.575.321,46
Gebouwen en Meub. der Bank ……..

4.600.000,-
Diverse rekeningen ………………
,,
7.222.393,01
Staatd. Nederl. (Wetv. 275,’32, S. No. 221)
,,
15.486.148,55

f
953.654.79143
Passiva.
Kapitaal ……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………
,,
4.049.884,01
Bijzondere

reserve

………………
,,
5.675.000,-.-.
Pensioenfonds

………………….
,,
9.870.509,39
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
771.704.815,-
Bankassignatiën in omloop

……….

60.819,17
Rek.-Cour.
J
Het Rijk
f

51.582.960,79
saldo’s:,
)
Anderen
,,
82.901.982,49

134.484.943,28
Diverse

rekeningen ….
.
……
.
…. ….
7.808.820,58..

f
953.654.791,43

Beschikbaar metaalsaldo

…………
f
370.098.081,08
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
,,
925.245.203,-
Se.hatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank
ondergebracht

………………..
,,

1)
Waarvan aan Nederlandsch-Indje
(Wet van 15Maart
h33,
Staatsbiad No. 99)………..
f
71.153.775,-
1)
Waarvan in het’buitenland
…………….
.. . ……..

.

43.398.742,97

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Goud

Munt

Munt
_
mat,
Circulatie
Andere
opeischb.
1
Beschikb.
Metaal-
Dek-
kings
schulden
_saldo
_perc.

14 April ’36
127602
588.031
771.705
134.546
370.098
81
6

,,

1
36
127602
586.027
782.016
1

122,266
371.416
81
25 Juli

’14
65.703
96.410
310.437 6.198
43.521
54

Data
Totaal
bedrag
disconto_slrechtstreeksl

1
Schatsist-
promessen
1

Belee-
nin
g
en

1

papier
op het
_buitenl.

I
Diverse
1
reke-
1
ningen
1
)

14 April
19361
24.504
1


129.641
1.079
7.222
6

,,

19361

24.485

1127.4271
1.079
6.939
25 Juli

19141
67.947
J

61.68(3
20.188
509
1) Onder de activa.

JAVASCHE
BANK.

Data
Goud

1

Zilver
Circulatle
opelschb,
metaal-
1

schulden
saldo

11 Apr.’36
2
)
.106.000
160.270
21.690
33.216
4

,,

1
36
5
)
106.290
156.9s0
22.950 34.318

14 Mrt.1936
85.047
1

20.507
157:891
23.780
32.885
‘7
,,

1936
80.046
1

21.552
159.628
23.625
28.297
25 Juli 1914
22.057

31.907 110.172
12.634
4.842

Data
Wissels,
1

bulten
1
1

Dis-
1
1

Belee-

Diverse
reke-
Dek-
kings-
N.-!nd.
1

conto’s
1
fin gen
ningen
1)
percen betaalb.
1
1
tage

11 Apr.’36
2)
1.200
74090
13.630
58
4

,,

1
36
2
)
1.440
72.300
13.270
58

14 Mrt,1936
1.620
13.754
58
9996
54.04Ö
7

,,

1936
2.064
10.022
1
56.463
13.674
55
25Juli1914
6.395
7.259
75.541
2.228
44
1)
Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch
ontvangen.

BANK VAN ENGELAND.

1
Bankbilf.
1′
Bankbilf.
1

OtherSecurities
Data
Metaal
1

in
__
in Bankingi
Disc.and Securittes
1
circulatie
1
Departm.
Advances1

1 April 1936
1
201.634 413.018
1

47.832
1

10.108
1

14.583
25 Maart1936
1
201.394
1 406.494

54.121
1

4.963

16.711

22Juli1914
_40.164
j
29.317′
33.633

Gov.
1

Public
1

OtherDeposits
1
1 1

Dek-
Data
Sec.
Depos.
1
Bunkers
1

Other
1
Reservel
kings-
Accountsl

perc.
1)

1April’36
95.875
0.736 102.648
1
38.469
48.6161
32,2
15 Mrt. ’36
j
80.305
18.000
83.617
1

36.959
t
54.899!
39,6
12 Juli ’14
11.005
J

14.736

j

42.185
29.2971
52
TCIWJMUUI5 (II3bIICIi ncacn VV
CII LJCUSItb.
BANK VAN FRANKRIJK.

Data
Goud
Zilver
Te goed
In h t
Wis
1
Waarv.
1
op het
Belee-
.

1
2

teloo
rschot
buiteenl.
sels
buiten!.
in
g
en
v.d.Staat

3 Apr.’3663.917
690
7
14.627
1.2881
6.0721
3.200
27 Mrt.’36i65.5’87
707
8
13.342
1.2891
5.224
3.200
23
Juli_’141
4.104 640

1.541
8J
769 _

Bons v.
d.i
Diver-
i
Rekg.Courant
Data
zelfst.
amort. k.
sen’)
Circulatie
Staat
1
Zelfst.
1
Part
Iamort.k.I
culieren

3 Apr.’36
5.708
2.457
84.58 1
82
1

2.711
1

7.429
17 Mrt.’36
5.708
2.370
83.197
80
2.809
1

8.434
13 Juli’14

5.912
401

943
,
.J.UItIJVzt dLtIVd.
DUITSCHE RIJKSRANK.
Daarvan
1
Deviezen
1
‘Andere
1
Data
Goud
bij bui-
1
als goud-
wissels
1

Belee-
tenl. circ.
dekking
en
1

ningen
banken
1
)
geldende
1

cheques

7 Apr.

1936 66,8
19,5
1
4.180,2
50,4
31 Maart1936
71,8
20,3 5,4
1
4:201,4
55,9
30Juli1914
,

1.356,9
1

1

750,9
50,2

Data
Effec-
1

Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
_
Activa
2
)
,

latie


Crt.
Passiva

7 Apr.

1936
326,8
1

501,7
1

4.139,0
699,0
157,3
31 Maart1938
335,8 603,7

1
4.267,5
767,5 158,0
30 Juli

1914
.

flnhaIG

fl fl
30,8
200,4
[1.890,9
944,-
40,0

NATIONALE BANK VAN BELGIË (in
iga’a).

Data

Goud
.0′

0

i
1

7.,

Il4.,’0
0
.
!,
,
RekgCrt.

1936

‘O’O
0
‘o
a
.
n

8 AprilI3.3641
60 11.
212~

75

160
1

40
1
4.241

19

643
2

133391
64

1.95

79

160

40
J
4.222

38

610

FEDERAL RESERVV
RÂNKS

Goudvoorraad
Wissels

Data
,,Other
cash”
2)’

Totaal
1

Goud-
1

certi
fi

In her-

1
disc. v. d.
1
In de
open edrag
caten’)
member
1
markt
haaks
1
gekocht
25Mrt.’36.
7.680,7 7.665,8 353,6
6,1

1
4,7
18

‘361
7.682,4
1
7.667,3
346,1
5,6
1

4,7

Data
Belegd
1
1fl U. S
Gov.Sec.

In circui
Totaal

1
Goud-
Gestort
1

Dek-
1
Algem.
1

Dek-
Kapitaall kings-
1

kings-
1

iatie
1
perc.S)

1

perc.4)

!öMrt.’361
2.430,3

3.732,3
6
.
546,1
1

130,7

1

78.2
1


18

,,


36
!
2.430,3

3.731,0
1
6.539,1

130,7

78,2

-,

wcruCn
uuor ue aenat
K
ist
aan
ae t(eserve banken
gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31Jan.
1
34 van
100
op
59.06
cents werd gedevalueerd.
,,Other Cash” does not Inciude Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
Verhouding
totalen goudvoorraad tegenover opeischbare
schulden:
F.
R.
Notes en netto deposito.
4)
Verhouding totalen
voorraad inuntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BiJ HET

FED. RES. STELSEL.

1
Aantal
DisL
1

conto’s
1

.
1

Beleg-

rvel
Totaal
Waarvan
Data
Jleenin.
en
gingen
17
R
de
1

depo-
1

time
beleen.
1
haaks
sito’s

I
I
deposits

18
Mrt.’361
21
1

8.246
113.379
14.097
1
25.366
4923
11

’36J
13
8.272. 13.054

1
4.632

1
25.699
4.931
aap, a
.0U.
aIIflp MU
avaacIle flanK en
ge nOOR u, tflg
land zijn in duizenden, ciie overige posten In millioenen van de be.
traftanda valuta.

Auteur