Ga direct naar de content

Jrg. 20, editie 1030

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 25 1935

5 S’EPTEMBER 1935

AU’IEURLSRRCHT VOORBEHOUDEN

Economi*sch~stat stische.


Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

20E JAAROANG

WOENSDAG 25 SEPTEMBER 1935

.

No. 1030

-. –

COMSIISSIE
VAN REDACTIE:

24 SEPTEMBER 1935.

P. Lieftinck; N; J. Potak; J. Tinbergen; F. de Vries en

Nog steeds is het op onze geldniarkt afwaehteu, wat

T!. Al. H. A. van der Valk (Redacteur-Secretaris),

het resultaat zal zijn van de gedachtenwisseling, die nu

eerstdaags
iii OUS
parlement zal
PlaatS
heb-ben. Dc tro-

Redactie-adres: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.

r
ede -gaf ook nog nit de zoozeer begeerde nadere’ aan-

Aangeteekeude stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
gen. Daarenbocti vermeerderden de dtei.gvnde imi

Telefoon Ni
,
. 35000. Postrckening 8508.

ternationa le verwikkelingen er de -onrust 01) iti&t geringe

wtjze. De omzetten op -de disconto-markt waren dan ook
maar gering en ht weinige wat er nog afgedaan wera
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing hij abonnement

volgens tarief. Adininisira tie van a honnemen t en en adver-

tenties: Nij,gk cf van Ditinar N.V., Uetgevars, Rotterdam,

Amsterdam, .s-Gravenhagc. Postehèque- en giro-rekening No.

i’/5192.’

A bonnemeiitsprijs voor het- weekblad franco P.
P.
in

Nederland f 20,–. Buitentend en Koloniën f 23,— per

jaar. Losse nummers 50 cents. Economisch-Statistisch

Kwartaalbericht f 1.—. Leden en done teurs ontvangen

het weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie

op
dc verdere publicaties.

INHOUD

Blz.
ECONOMISOUB SAMEN WERK1NC TUSSCI-IEN NEDERLAND EN

DE ‘NEDERL’ANI)SCHE OVERzEESOFIE – C;EWESTNN door

Mr. D. J. H’u!shoff Pol.. ……………………
S30

Een jaar ordening in de -Nederlamidselie meelindustrie

door Dr. B. Ammerlaceu
……………………..
832

De iiieifwste AmnerikaauscLie wetgeving doo
Jfi

. E. H.

vo
n Bauachauer ……………………………. 833

De markt van voedergranen door
A. P. Schilthuis….
835

De Rijksmiddelen over Augustus 1935 …………….836

AANTEEKENINCEN:

Economische politiek in België in cle depressie.. .. 837

De 13(1e publicatie van het Nederlandseh Economisch

Instituut………………………………. 838

De zichtbare suikervoorraden in (Ie wereld ……838

INGEZONDEN STUKKEN:

Herstel van het crediet der hypotlieeicbankeii door

J. J. Korndorffer ………………………… 838

De nood der binnenscheepvaart door
J. P. B. ‘J’issot
van Putot
met Naschrift door
Mr. W. C. Mees… –
840

BOEKAANKONDIQINGEN:

Flad_Bergltold—Fabricius: ])as nette Devisenrecht 842

ONTVANGEN
BOEKEN …………………………..843

IiIAANDOIJFERS:

Overzicht van den stand der Rijksiniddelen ……..843
Productie der Steenkolèn-, Bruinkolen- en Zout-

– – mijnen …………………………………844

STATISTIEKEN
…………………………845-848

Gelcoersèn
:


Wisselkoersen. – l3ankstaten.

geschied-de op ongeveer de officieele rente. De prolongatie-
noteeri lig, die cle laatste clageti enkele mnaleti geforceerd
werd vastgesteld, steeg tot 6)4 pOt. Ccli 5)4 pOt.; eerder
ie-t ru nier.

* *

i)e g
i ste cii gehouden insuli rij vi mig
O[)
sri atkietpapie t
had liet volgende resultaat:
• •

(Lii mill i oc itemi 0-it Iclemi s.)

– itigesc-ihr.

tocge-iv.

prijs

reiideni.
3-itiaancis ……22.4

22.19

985.79 ca.5)4

pCt.
-6- .,


2.—

2.—

971.90 ca. 5)4
1-jaars ……..8.46

7.43

990.26 ce:5
1
/
4

3-

, ………-1.68

1.68

979.01. ca. 4)4
5-

,

……..2.4 .

0.8

980

ca.
4
9
/

Er was iii totaal j35in i 1 hoc mi ge’ raa.gd, waartege mve

f
44 iti:illioen afloopen.

0
1
)
de ik

isselmnarkt wil hét ook nog mm,aar niet vlotteti.
Dooreemigemtomen zou uien, tot -het rsul-taat koiiie-n, .dat de
positie van -den Gulden eenig.szimls verbeterd is, -doch er behoeft mce r weinig te ge-beu ren om cle sohaal ivede r te
doen oimislaa,ti. Gisteren sloten Dollar-s bij’. weder op cel.
1.48i/, nadat de koers tot op 1.47% w’a.s teruggeloopeit. Ponclen, clie sterk beïnvloed -worden door den loop der
politieke gebeum’tenissen, -gingen -tot 7.25 terug; tenslotte
kwamen zij met de prijsverbetering vaik deti Dollar. op
7.27%. $/ noteerden circa 4.92.
:lïramiscihe Emanes zijn tot 9.72)4 i ngeza.kt, maar ver-
beterden gisteren tot 9.75)4.
:l3el.ga’s veranderden uiteindelijk bijna nlot: 25.02. Zwit-
sersche Franes 1-iepen tot 48.08 te!u-g. :Li res 12.05. :De koers
van de vrije Marken kwa

mii tenslotte -op 59.45. Aangeboden
lagen Registe r-rntu-ke mi. Zeer gezoch t ivaren Argenttijnsehe
Pesos, die tot bove]1 cle 41 stegen. Caitadeesche Dollars
zeer aangeboden, daalden ce. 1. 34 pOt. onder dcii Auteri-
kaim.nsehen -kôers. • – – . – – –

Op de termnijnntarkit val-t een kleine, teruggang in het a-gio vati cle Poaden en Dollars waar te nemen. Een-‘ ei!
cl rie-ninmincls :potideti noteerden tenslotte -nog 9 rcsp. 21 p.
boven kassa, •l)ollar-s 1% resp. 4
1
/.

,:
p. er boven. -Ook voor
de o

verigedev’iezemt i’alt een kleine daling -te coostteeren.

Op de goudnia-rkt zijn, zooa-is bij – een -betere beoordee-
ling van den Gulden te verwachten -is, de prijzil – terug-
geloopen. Baten noteerden tenslotte
f
1.654, itada:t de pri,js
eerst nog tt
f
1.652 was teru-ggegaan. De omzet

teii wal

di
itiet groot. Gouden munten zijn lager; Eagles -2.51, Sove-
reigns 12.32)4 enGouden Tientjes 10.37. – (oor niunten
blijft echter geregeld -goede vraag- bestaami, ook voor bui-
tenla ndsehe rekening. Marken hankpa pier aangeboden op
4.50. – …..- –

830

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 September
1935

ECONOMISCHE SAMENWERKING TUSSCHEN NEDER

LPND EN DE NEDERLANDSCHE OVERZEESCHE

GE WESTEN..

Door de inwerkingtreding van de Neder.lan’dsdhe

Tarief’wet van 1862 en de Indische Tariefwet van
1872 werd ondersoheidênlijk ‘in Nederland en in Ne-

clerlandsch-Indië het regime van bevoorrechting in

‘de handeispolitiek tussch’en inoeclerlanci en overzeesoh
gewest geheel verlaten. Sindsdien stondén heide ge-
biedsdeelen ‘op handelspolitiek geibicd als geheel

vreemde staten ten opzichte van eikander.

Deze volkomen economische vervreemding is toen

gedurende langen tijd een traditie geweest, welke
nauwelijks werd aangevochten. Nog in 1929 kon het

toenmalig Kamerlid, de heer H. Oolijn, oud-Minister

van Financiën, in de Ind’ishe Gids zonder gevaar

van eenige tegenspraak schrijven, dat differentieele

rechten voor ons Nederlanders onraadzaarn waien te

achten. ,,Nederland”, zoo gaf ‘deze schrijver te ken-ne.ii, ,,dient zijn leiding van ‘de Indsdhe han’delspo-

iit’iek z66 op te vatten, dat elke mandataris van ‘de
sinds Versailles te voorschijn gekomen mandaatge-
bieden, een voorbeeld kan nemen aan wat Nederland
in zijn
eigen
koloniën – waar het souvereine rechten

uitoefent — verricht.”

De economische scheiding ging gepaard met finan-
cieele zelfstan.d’ijghe’id van Nederlan’dsch-Iudië, sinds

dit overzeesch gewest in 1912 Ibij een wijziging der
Indisdhe compta’hiliteitswet civiele rechtspersoonlijk-

heid verkreeg. Sindsdien vormden Nederland en

Ned.-In’dië derhalve in economisch en financieel op-

zicht ‘geheel los van eikander staande eenheden.

Met ‘de crisis begon echter in ‘deze verhouding een
kentering ‘te ‘komen. Allereerst bleek het noodzakelijk,

dat Indië door Nederland financieel geholpen werd.
Doch deze financieele llu’lp leidde voorloopig nog niet
tot verdere consequenties; van toenadering op than-

‘deispolitiek gebied ‘was geen sprake, en . het is ten-

slotte wel een merkwaardige speling van •het lot ge-
weest, dat de heer Colijn, ‘die in 1929 – zooals verre-
weg de ‘meesten in Nederland e.n Nederlandsch-Indië
– geheel afwijzend stond ten opzichte van de toena-

deringsgedachte, met zijn in Mei 1933 opgetreden
Ministerie de ihauclelspolitieke samenwerking tussoheti
heide gehiedsdëelen ililuidde.
Wij zullen thans in het kort resumeeren, welke
maatregelen tot toen:4dering in financieel en han-
‘dels’poiitiek opzicht gedurend ‘de crisis in Nederland
en in Nederlandsch-Ind’ië zijn genomen.

Maatregelen in Nederland ten
behoeve v a n Nederlandsch-I’ndië.

Crecïietverleening op korten termijn.
Ondanks
vergaande ‘bezuinigingen en sterke ‘heinsti ngver;hoo-
gingen is de Indische Regeeriiig er tot dusver niet
in kunnen slagen de tekorten •op de lanrlabegrootin-
gen, geheel weg te. werken. Het is het Moederland,
dat door voorschotten
01)
korten termijn deze na-
deelige saldi vooi-l’oop’ig heeft ‘gedekt. Dat het hier-
hij om zeer groote bedragen ‘gaat, Iblijkt uit een door
den Directeur van Economische Zaken, Mr. G. II.
0. Hart, in de vergadering van het College van Ge-
delegeerden van ‘den Volks raad van
29
Decemn’ber

1934 ‘gehouden redevoering, volgens welke de finan-
ciering ‘van de Indische viottende schuld een voor-

schot heteekent van
f
130 ‘millioen, waarvoor slechts
de minimale rente van 14 pøt. moet worden ‘betaald.
Credietverleening op langen ternc9n.
Tengevolge

van den crisi’stoes’tand kan Nederlan,dsoh-Ind’ië niet
meer zelfstandig nieuwe leeningen ‘op langen termijn
uitgeven of bestaande leetringen conyerteeren. Daar-

om verleent het M’oederland hulp ‘door ‘de aflossing en rente’betaling van nieuwe I’nclisdhe en geconver-
teerde Indische leeningen ‘te garandeeren, dan wel
uit ‘de ‘opbrengst van eigen ‘leenin’gen een ‘deel aan
Neder:landschI’ndië tijdelijk uit te keeren. Ook hier-
mede 7ijn zeer belangrijke bedragen gemoeid. Volgens
door den heer 1-lart in de vorengenoernde zitting van

het College van Gedelegeerden verstrekte inlichtingen

heeft Nederland zich voor Nederlan’d’sch-In’dische lee-
ningen garant gesteld tot een totale som ‘van f941

nTillioen, terwijl -Nederland aan Neder’landsch-Indië
aan’deelen heeft afgestaan ‘in Nederlan’d’sche leenin’ge,n
tot een ‘bedrag van
f
135 m’illi’oen.
Sluitihg van handeisverdragen.
Tot voor enkele
jaren sloot Nederland tezamen met zijn overzeesche
gewesten ‘handèlsverdragen, welke voornamelijk de

toekenning van mees’t’hegunsti’gi ng ‘i’nih’ielden. Hierbij

‘hadden laatstbedoekle gewesteu geen ‘behoefte aan
eeni’gerlei hulp van ‘het Moederlan’d. Toen echter,
vooral sinds het ‘optreden vitn’ ‘het ‘ka’hinet-Colijn in

Mei 1933, Nederland stelselmatig reciprociteitsver-
‘dragen ging sluiten, was ‘steunverleening van ‘het Rijk

in Europa onvermijdelijk geworden. Deze hulp gold
in ‘het bijzonder de toekenning ‘door het Konink-

rijk der Nederlanden en»door het betrokken vreem-

de land van in’voercontingen’ten. Immer’s Ne-

derlan’d lhad van ouds een passieve handelsbalans,

Nederian’dsch-In.clië een actieve, zoodat ihet Moeder-
land hij het on’dechan’delen over contingenten in. een
veel sterker positie kwam te staan dan genoemd

Ov’erzeesdh gewest. 1-let Rijk in Europa is ‘dan ‘ook
meermalen bij ihaii
,
delsverdragen voor ‘de ‘belangen
van Indië opgekomen.
1)

4.T
oepassing van de clearing.
De actieve ‘handels-
balans van Nederlandsch-Ind’ië maakt het’ dit ‘gewest
onmogelijk
profijt
van ‘de clearing te hebben. Daar-
om wordt een ‘gedeelte van ‘de in Nederland voor de

clearing met verschillende landen ‘beschikbaar geko-

men gelden ten behoeve van Ned.-Indië aangewend.

Vrijstelling monopolieheffing rijst.
Vanaf 1 April
1934 ivord’t tot een maximum van 20.000 ton s jaars
ten behoeve van rijst, afkomstig van Java, M’adoera
of Lomhok, vrijste’lling van monopol’ieiheffihg hij ‘den
invoer in Nederland verleend. De regeling heeft niet

veel effect ‘gehad, want tot u’lt’irno 1934 werd ‘slechts

een kleine 8.000 ton van ‘bedoelde rjs’t in het Rijk in
Europa ingevoerd.
Reductie nsonopolieheffing maïs.
Voor mals, af-
komstig van Java (en Madoera) en Celdhes, werd
met ingang van onderscheidenlijk 1 Februari en 1,2
Maart 1934 een, reductie op cle in ‘liet Moeclerlan’d in-
gestelde monopolieheffing op maïs hij invoer ver-

i) Blijkens nmeem’gemmielde door cleim heer Hart gehouden
redevoering heeft het Moederland tegemi concessies zijner-
zijde ‘bij de volgende ‘handelsverdrageii de daarnaast aan-
gegeven voordeelemt voor Neclerla.ndsch-iiicliii wetet ‘te be-dingen:
handelsver’drag met Duitschlaim’cI i’aii
6
Juni
1934:
Duit-
she contingenten voor Ncderlandsuh-I mid’isohe ‘palmolie,
copra en koffie;
notawisse’l’imig niet Frankrijk van 20
Maart 1934:
incest-
begu’mistiging voor Neclerlamiclscih.i,mid’isulie Iroducten en liet
reih’t ‘de Indische ii’ijnrec-hten te i’eihooge’n; comnpemisatieoi’ereenkonist met Tsjecho-Slow’akije i’an
9
April
1934:
‘aankoop door Tsjechd-Slowakije van 800.000
kg Java-tabak;
handelsaccoord met Denemarken van
27
Juli
1934:
be-
reidverklaring van Denemarken om af te zien ‘van het
brengen van wijri’giug in de bestaande veriiouding van
don totalemi handel met Nederland en Nederl’amidseh-Lndiii
(van veel belang voor de Indische Arabiea-koff ie);
handelsverdrag met Ïtaiië van
1
Maart
1934:
consoli-
datie :[ta.liaamische ,invoerreoht voor tapiocawortelmeel en
iritre.kki’iig van ‘de z.g. ‘surtaxe van
15
pOt. ad
‘valoremn;
h’an’de,lsver’d mag en conti ngenteeringsov’e’reenkomst niet
Spanje: mneestibegu nstiging voor de voor Nede rlan’d’sch-
Indië van ‘belang zijnde exportartikelen, ‘verlaging
Spaan’seh tinvoerreelit
01)
ketell’a voor ‘industirieele doel-
eindemi valt
15
tot 13,50
Peseta’s per 100 kg, contingent
voor Nederlandsoh-Indi’sche eisa!, copra en pai’molie, con-
ti’ngent voom Nederlamm’dsøh-Ind’isohe koffie van 100 pCt.
‘an den gemiddelde’n jaarlijksehen invoer ‘gedurende
1931
‘tot en niet
1933
:
indien Spanjé tot koffiecoutingen.teering
mocht overgaan;
handels’verdrag niet Portugal van 28
Juni 1934:
meest-
hcgunsbigin:g voor de Nederland.sch-I’ndisohe artikelen en
ophef ring
Pc
rtugeesehc i’lagbcvoo r reohti lig, welke ten na-dccle i’ait Ned.-In’d’isd,e ‘schepen bestond.

25 September
1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

831

leen3d, en ve’l in ‘dier voege, dat voor ‘bedoelde maïs-
soorten een f.o.b. rjs van
f
2.50 per 100 hl voor
‘bepaalde afsheephavens
01)
Java mogelijk wordt ge-
maakt. Hoewel ‘deze regeling geen grooten afzét van
1ndisohe aïs naar Nederland tengevolge heeft ge-

had, heeft zij toch den verkoop van dat product naar
elders (o.a. naar Japan) tegen hoogere prijzen moge-
lijk gemaakt ‘dan anders het ‘geval zou zijn geweest.
Steunverleening cocos-v eelcoelcen.
Met ingang

van 1 Augustus 1934 werd door het Moederland een

contingent van 20.000 ton cocos-veekoeken uit Indië
toegestaan, welke tegen !beta’lin,g van een sterk ver-
minderde anonopolieheffing ‘mocht worden ingevoerd;

dit was een afzonderlijke en voor Indië gunstige rege-

ling. Helaas is ‘bedoeld contingent niet geheel ge-
plaatst kunnen worden.
Sieunvelëening copra en palmolie.
De mar:ga-
rine-inciustrie in Nederland. heeft verkiaai-d ‘deze pro.
‘clucten zooveel mogelijk uit Ned.-Indiö te betrekken.

M aatregelen in Ne’derlandsch-In’di ë
ten behoeve van Nederland.

1.
Contingenteeringen van den invoer.
Deze werden

cle ‘laatste jaren noodzakelijk om ‘de steeds scherper
wordende concurrentie van Oostersche, speciaal Ja-pan’sche ‘goederen ‘binnen zekere perken te houden
Daaiibij zijn ‘dan tevens
bijna
steeds ten behoeve van
het M’oederffan’d meer of minder groote percentages
toegestaan. Wij vermelden; on’der opgave’ van ‘den
‘datum van inwerkingtreding, de volgende:

14 Fbruari 1934: bontgeweven textielgoederen;

Ned. aandeel 30 á 45 pOt. 1 Maart 1934:
ge’bleekte katoenen stoffeh;

Ned. aan’deel oploopen’dtot

0 pOt.
1 Januari 1935:
on’gbleekte ‘katoenen stoffen;
Ned. aandeel op’l’oopend tot 60 pOt.
1 Maart 1935:
‘superfosfaat en dubbel’superfos-
faat; Ned. aandeel 40 ‘pOt.;
andere meststoff en;


Ned. aandeel 46 pOt.
12 Maart 1035:
om. electrische ‘gloeiperen; Ned. aandeel 55 pOt.
18 Mei 1935:
badhan’d’d’oeken;
Ned. aandeel minstens 80 pOt.
idem:
katoenen moltondekens en gemol-
tonneerde katoenen spreien;
Ned. aandeel minstens respect.
72

100 pOt.
30 Mei 1935:
sanitaire aardewerken; Ned. aan
‘deel ten minste 42,40 en 20 pOt.

30 Aug. 1935:
katoenen naaigaren’s;
Ned. aandeel ten minste 17% pOt.

De waarde van de bij deze con•tin’genteeringsmaat-
regelen voor Nederland gereserveerde aandeelen kan
in totaal worden gesteld op een bedrag van
f
8%
mi’l’li•oen “s jaars.
2.
Bescherming van reeds gevestigde ‘importeurs.
De toenemende verdrijvin’g van Europeesche, wo.
Nederlandsohe, goederen ‘op de Indische markt ‘door
Japansohe pro’ducten ging gepaard met een steeds
sterker wordende verdrin’ging ‘van Europeesche, dus
ook Nederlan.’dsche, importeurs door Japansche.
Teneinde ‘hieraan paal en perk te stellen, werd
een bepaald gedeelte van ‘de vastgestelde contingen-ten van importgoederen aan Europeesche importeurs
toegewezen en daarnaast ten aanzien van een aantal
goederen een z.’g. importeurs-licentieering toegepast;
deze laatste bestaat ‘hierin, ‘dat van de ‘betrokken ‘goe-
deren een maxinaum-invoerhoeveelheid werd vastge-
steld (echter
niet
met het ‘gevolg, ‘dat ‘de invoer ‘ver-
minderd werd), ‘die dan verdeeld werd over in Ne-derlandsoh-Indië gevestigde en als ‘zoodanig ‘door
‘den Directeur van Econ. Zaken erkende importeurs.
Laatstbedoel’de iz’nporteurs-licentieeriu’g heeft reeds
een uitgebreide toepassing gekregen. Zij is tot ‘dus-
verre ingevoerd ‘ten aanzien van glaswaren, emaille-

waren, rjielen, tandenborstels, messenmakerswerk,
petroleurnla’mpen, .textielgoederen en iardewerk.
Uit het v’orenstaande
blijkt
wel, dat in den loop
van ‘de crisis een ‘toenemende ‘samenwerking tussehen
Nederland en Ned.-In’dië tot ‘stand is gekomen.

Voor een goed ‘begrip van deze samenwerking moge
worden ‘opgemerkt, ‘dat, onverschillig, welke weder-
zij’dsche steunmaatregelen door ‘het Moederland en

het Overzeesohe gewest ‘zullen worden genomen, niet

uit het ‘oog mag worden verloren, dat het nimmer
de bedoeling is ‘geweest ‘of zal
zijn
de ‘beteekenis der
concessies tegen elkan’der af te vegen. De huidi’ge en
‘toekomstige toena’deringspolitiek i’s gebaseerd op ‘de

gedachte van ‘de eenheid van het Koninkrijk der

Ne’derlanden,’ waarvan de on’derdeelen moreel ver-
plicht zijn elkan’der zooveel mogelijk te steunen, en
heeft niets uit te staan met ‘het zuiver coinmercienle
-eciprociteit’s’begin’se1.

Wat ‘de toekomst betreft, mag men wel als hoogst
waarschijnlijk aannemen, dat nimmer ‘de verhou’ding
van vSSr ‘de erisis terug zal keeren, waarihij Neder-

land en .Nederlandsch-In’dië in economisch opzicht
tegenover elkander als vreemde staten ston’den. Aan

‘den an’deren kant is ihet echter wel zeker, dat niet
alle ‘ thans ‘genomen steunmaatregelen zullen ‘blijven bestaan. Hoewel op ‘het oogen’blik natuurlijk nog niet
vaststaat, ‘welke van ‘bedoelde maatregelen een per-manent ‘karakter ‘zullen blijken te ‘bezitten en welke
zullen verdwijnen, kan men toch reeds. thans in grove
trekken het ‘toekomstbeeld teekenen.

Van- de door Nederland genomen steunmaatrege-
len zullen die betreffende de. credietverleening op
korten en op langen termijn op den duur zeker ver-
vallen, aangezien mag worden aangenomen, ‘dat Ne-
derlandsch-In’dië zijn zelfstandig. crediet zal terug-
winnen, wanneer de gevolgen van de crisis overwon-
nen zullen’ zijn. Ook ‘de ‘hulp ‘bij ‘de toepassing van
de clearing zal- t.z.t. wel worden ‘beëin’digd, omdat
de. clearingregelingen
‘ongetwijfeld
al’s tijdelijke voor-
zieningen zijn ‘te beschouwen. Hetzelfde geldt, althans
ten ‘dee’le, ten aanzien van- ‘de rnonopolieheffingen.
Toch – wagen wij de veronderstelling, dat een ‘deel
dezer heffingen, met name ‘die, welke ‘betrekking heb-
ben op den akker’bouw, het..nog wel.’heel lang zullen
u’it’h’ou’den. Door»de
gedeeltelijke
afsnij’ding van den
u’itvoer van tuinbouw- en veeteeltpro’ducten, die wel nimmer ‘ongedaan gemaakt zal worden, is Nederland
verplicht ‘om op agrarisch gebied het zwaartepunt al
paeer en meer naar ‘den akkerbouw, en wel speciaal
den tarwe!bouw, te verleggen. Dit zal nog wel ‘heel
lang zoo
blijven,
omdat verdere industrialisatie van
Neder:lan’d ‘op korten termijn geen voldoende uitkomst
biedt. Aangezien ‘de .d’ispen,saties van monopoliehef-
fingen voor Nederlan’dsoh-Indië uit ‘den aard der
zaak grootendeels akkerbouwp roducten betreffen, zul-
len deze evenzeer nog wel lang blijven gelden. Ten-
slotte kan men er ‘wel zeker van zijn, dat Nederland
een actieve ‘handelsp’olitiek zal blijven volgen en der-
‘halve ten deze aan Nederlan’dsc’Ih-Indië steun zal
blijven ver’leenen.

Anderzijds mag ten aanzien van de in Indië ge-
troffen contingenteerings- en licentieeringsmaatrege-
len-worden ‘verwacht, dat deze permanent zullen zijn.
De reden van deze verwachting is gelegen in ‘de om-
standigheid, dat ‘bedoelde voorzieningen het resultaat
zijn van den ‘sinds jaren tussohen ‘de Westersche en
Oostersehe ‘in’dustrieën,heerschenden strijd om ‘de ‘be-
‘heersching van ‘de Indische markt. Deze strijd, ‘d’ie
tot dusver van Oostersche zijde ‘hoofdzakelijk door
Japan is aangebon’den, doch waarin zich China in de
toekomst steeds meer aal mengen, zou d’oor ‘de Wes-tersche belanghebbenden ‘ongetwijfeld ‘grooten’deels
‘verloren worden, indien zij niet door de Overheid
werden geholpen. Aangezien ‘het hier niet alleen om

economische, doch ook om politieke factoren gaat,
kan ‘de Overheid niet veel an’ders doen dan ingrijpen
en zal zij zich ook in ‘de toekomst niet afzijdig kun-
nen hou’dn. ”.

RULSHOFF POL.

832

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 September 1935

EEN JAAR ORDENING IN DE NEDERLANDSCHE

MEELINDUSTRIE.

Toen in 1931 de Tarwewet in werking trad, waar-
door de invoer van huitenlan’dsdh tarwemeel aan ban-
den werd gelegd, kreeg de Nederlandsche meeiin’dus-

trie plotseling een monopoliepositie ten aanzien van

de meelvoorziening in ons land. Dit bracht groote veranderingen op de meelmarkt teweeg en het lag

voor de hand, dat de meelfa’brieken deze gelegenheid

zouden te tbaat nemen om aan de scherpe onderlinge
concurrentie een einde te maken.
1)
In Juni 1934

kwam dan ook na langdurige onderhandelingen een

overeenkomst tot stand, waaraan door ‘alle groote Ne,
derlandsche meelfa’brieken werd medegewerkt. De ‘be-

‘doeling was om •de ‘geheele meelvoorziening in een
bepaalde verhouding ‘tusschen de fabrieken te ver-

deelen en om daartoe te komen zou men den omvang
van de totale Nederlandsche meelproductie op gezette

tijden ‘gaan vaststellen. Daarmede werd dan tevens dc mogelijkheid geopend om naar be’hoeve de pro-
ductie in te krimpen of uit te zetten en zoodoende
een overwegende invloed uit te oefenen op het aan-

bod van tarwemeel. Een geringe ‘beperking van dit

aanibod op de wo inelast’isdhe meelmarkt moest im-

iners gepaard gaan met een prijsstijging, die voldoen-
de ‘zou zijn om de noodlijdende mee’lindustrie een be-
hoorlijk maalloon te verzekeren en deze prijsstijging

behoefde slechts zoo gering te zijn, dat ‘zij in de ‘brood-

prijzen nauwelijks merkbaar zou worden.

Nu bestaat er echter slechts een los verband tus-

schen ‘de productie van meel en ‘het aanbod daarvan

en al moeten natuurlijk op den duur aanbod en pro-
ductie ‘gelijk zijn, over korten ‘perioden gerekend ‘kun-

zien ‘beide zoover uiteenloopen, ‘dat er zelf’s geen enkel

verband schijnt te bestaan. De oorzaak ‘daarvan is ge-
legen in usances op de meelmarkt, waaronder de ter-
mijnverkoopen hier wel de voornaamste rol spelen. In

een will’ige markt, bijv. ouder invloed van ‘oploopende

tarweprjzen, gaat de vraa’g naar meel tijdelijk ver
boven ‘het verbruik uit en de meelfabrieken zijn dan
in sta’at door de bedoelde termijnverko’open aan deze

vraag volledig te voldoen. De ervaring ‘heeft daarbij

geleerd, dat de eigenlijke afzet van meel slechts bij
‘boo’ge uitzondering afwijkt van het zidh zeer regel-
matig ontwikkelende verbruik, welk verbruik nage-
noeg niet beïnvloed wordt door prijsverhou’din’gen op
de meel- en tarwemarkten.

Een vermeerderde vraag op de meelm’arkt ‘moet
daarom noodzakelijk ‘gevolgd worden door een even
groobe reactie, zoodat het ook ‘herhaaldelijk moet voor-
komen, ‘dat de afzet en de productie der meelfa’brie-
ken ‘hun verkoopen verre overtreffen. Het gevolg
daarvan is, dat de verkoop geduren’de de korte perio-
den waarvoor de productie wordt vastgesteld grooten-
deels betrekking heeft op den afzet in later peri’oden.
Daarom geeft de pro’ductieregelin.’g geen richtlijnen
voor den omvang der verkoopen en ‘zoo komt ‘het,
dat de concurrentie tussohen de meelfabrieken prac-
tisch is voortgezet. Natuurlijk ‘zou men bi.j een star
doorgevoerde productiebeperking de concurrentie wel
kunnen uitschakelen, maar ‘de meelfa’brieken zouden
daardoor in ‘de •eerste plaats de uitvoering van ‘hun
in vroegere perioden afgesloten orders bemoeilijken
en zoodoend’e ‘zichzelf misschien meer schade dan ‘voor-

‘deel bezorgen.
Een en an’der ‘heeft er zeker in niet geringe mate
toe bijgedragen, dat ‘de meelmarkt ‘gedurende het eer-
ste jaar van ‘het bestaan der ‘overeenkomst tusschen
de meelfa’brieken aan geen bijzondere invloeden was
blootgesteld. In den regelmaat van den meelafzet

waren geen afwijkingen te bespeuren, terwijl de om-
vang van ‘den afzet in normale verhou’din’g is toe-
genomen. Het prijsniveau vertoonde de normale
schommelingen, terwijl ‘ondanks de gestelde verwach-
tingen dit niveau niet is ‘gestegen.
Uit ‘de door ‘het Centraal• Bureau voor de Statis-

1)
Zie ons artikel in E.-S.B. van
14
Dec. 1932.

ti’ek gepubliceerd prijzen valt zelfs te berekenen, ‘dat

gedurende ‘het ‘eerste jaar van ‘de overeenkomst het

prijsniveau op de meelmarkt nog een’i’gszins zou zijn
gedaald.

Om ‘dit aan de ‘hand van deze prijzen
duidelijk
te
maken, ‘hebben wij aangenomen, dat in Nederland ‘ge-

middeld 100 log tarwe, bestaande uit 35 kg V.I.T.A.-,

25 kg Man’ito’ba- en 40 kg Platatarwe wordt vermalen
tot 73 k’g tarwe’bloein, 15 log zemelen, 6 kg griesmeel
en 6 kg grind. Wanneer wij deze getallen vermenig-

vuldigen ‘met de ‘bedoelde
‘prijzen
laat zich daaruit de
brutowinst berekenen, ‘die de Nederlandsche meelin-

‘dustrie gemiddeld per 100 kg vermalen tarwe heeft

‘kunnen maken. Hoewel natuurlijk de hier gekozen

verhoudingscijfers het resultaat zijn van een ‘globale
schatting, kunnen de afwijkingen van de werkelijk-

heid toch niet ‘van dien aard
‘zijn,
‘dat ‘zij een ver-

keerden indruk wekken van d’e uitkomsten ‘der meel-
industrie gedurende het jaar der overeenkomst, ver-

geleken met het jaar daaraan voorafgaande.

Tarwe
Bloem
Bijprod.
Totale opbr.
Br. winst

19341
1933/
19341119331
19341119331
19341
19331
1935
934
1935
11934
1935
11934
1935
1934
1935
19341119331
1934

Juli
……..
9.38
8.83
9.00
9.21 1.35
0.92
10.35
10.13
0.97
1.30
Aug.

……
9.62 8.76
9.40
9.12
1.50
0.94
10.90 10.06
1.28 1.30
Sept.

……
43
8.78 8.95 9.10
1.52
0.99
10.47
10.09
1.04
1.31
Oct ………
.9.09
8.35 8.92 8.79
1.45
0.98
10.37
9.77
1.28
1.42
Nov ………
9.10
8.61 8.93
8.79
1.41
1.23
10.34
10.03
1.24 1.42
Dec……….
9.19
.
8.83
8.85
8.81 1.40
1 34
10.25
10.15
1.06
1.32
Jan.

……
.9.14

.

8.92 8.75 8.72
1.37
1.32
10.12 10.04
0.98
1.12
Febr.

……

9.09

.

8.77
8.75 8.58
1.36
1.28 10.11
9.86
1.02 1.09
9.16 8.75
8.93
8.48
1.30
1.20
10.23
9.68
1.07
0.93
Apr ………
9.44

.

8.69
9.20
8.31 1.19
1.25
10.39
9.56
0.95
0.87
Mrt……….

9.36
8.78 9.20
8.38
1.19
1.23
10.39
9.61
1.03
0.83
l4ei

………
Juni

…….
9.24

.

9.07 9.12
8.61
1.23
1.26
10.35
9.87
1.11
0.80

Jaargemid..
.
9.27
8.76 9.00
8.75
1.36 1.16
10.36
9.91 1.09
1.15

Dat de regelmatige ontwikkeling van den meelaf-

zet ‘zich ongestoord heeft voortgezet, moge blijken uit

de
cijfers
betreffende ‘den inslag van tarwebloem en
-meel ‘door ‘de ‘bakkerijen, welke ‘door de Ned. Meel-
centrale worden gepubliceerd. Gedurende de periode
Juli 1934-Juli’ 1935 werd namelijk ingeslagen een

hoeveelheid ‘van gemiddeld 4.700 ton per maand
tegen 44.900 ton over ‘de jaarperiode, ‘die daaraan
voorafging. Ook in den regelmaat van den inelag

•heeft geen verandering plaats gehad. De gemiddelde
afwijking van dan gemiddelden maandeiijkshen in –
slag bedroeg in ‘de eerste periode namelijk slechts
1700 ton en in ‘de tweede 1840 ton. In dit verband is

‘het interessant op te merken, welke moeilijkheden
daarentegen een verwachte wijziging in de tarwe-
steunregeling voor de meelvoorz’ienin’g vermag teweeg

te brengen. Dit blijkt ‘bijv. uit de ‘i’nslagen door ‘de bak-
kerjen in de maanden December 1932 tot April
1933, toen onder invloed van de ver’booging van
‘het maalpercenta’ge op 13 Februari 1933 de meel-
af zet aan zeer groote schommelingen onderhevig

was. De hoeveelheden bedroegen namelijk in Decem-
ber 1932 53.900 ton en in Januari 1933 52.900 ton,
daarentegen in Maart slechts 29.700 ton en in April

34.300 ton.

* *

De resultaten van de overeenkomst zijn ‘dus beperkt
gebleven tot de verdeeling van de totaal te vermalen hoeveelheid tusschen de meelfabrieken onderling en
de meelmarkt heeft daarvan nauwelijks eeni’ge merk-
hare ‘invloed ondervonden. De voordeelen, ‘die uit de
overeenkomst kunnen voortvloeien, bestaan dus thans
uitsluitend hierin, ‘dat aan iedere ‘meelfabriek een be-
paalden’ omvang van den afzet gegarandeerd wordt.
In de eerste ‘plaats zou ‘dit kunnen leiden tot verla-
ging der exploitatiekosten, omdat o.a. het in stan’d
houden van een dure verkoöporganisatie ‘door de af-
zetigarantie ‘overbodig schijnt te worden. De usance op de meelmarkt vormen echter weer voor deze ver-

25 September 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

833

laging een krachtige rem, zoodat het niet ‘te ver-

wachten is, ‘dat ook van ‘dien kant ‘spoedig belang-rijke voordeelen uit ‘de overeenkomst zullen voort-
vloeien.

Door een en ander is ‘het gevaar ontstaan, ‘dat ‘de
nieelfabrikanten tenslotte de meelkwal’i’teit gaan ver-

lagen om zoocioende te trachten ‘het maalloon op een
redelijk peil te ibrengen. Dit ‘gevaar is zeker niet
‘denkbeeldig, omdat kwaliteitsverlagin’g als gevolg
van de ‘overeenkomst ‘den afzet niet meer kan scha-
‘den. Om de eventueele gevolgen ‘hiervan te overzien,

diènt men te bedenken, da’t in de achter ons liggende
jaren steeds hoogere eischen werden gesteld aan ‘de

kwaliteit van ‘het Nederlandsche meeh In de eerste
plaats moesteil namelijk ‘de vooraanstaande Amen-
kaansche importsoorten, waarvan •de invoer ‘door de Tarwewe’t aan tbanden was gelegd, ‘door Nederland-
sohe fabrikaten worden vervangen, terwijï tenslotte
zelfs 35 pOt. binnenlau
,
dsehe tarwe in ons brood-

bloem moest worden vermalen. Dat een en ander kon plaats hebben wnder dat ‘de broodkwaliteit werd aan-
getast, is ‘dan ook wel als een bijzondere prestatie van
‘de Node r’landsche industrie aan te merken. Men mag

echter veilig aannemen, dat dit resultaat niet hereikt zou ‘zijn, wanneer niet ‘de zeer scherpe concurrentie
daartoe genoopt zou hebben. Van de ordening ‘in deze
industrie is dan ook op ‘dit pun’t niet veel goeds te
verwachten.
Er zijn helaas geen cijfers ‘beschikbaar, die ons een
inzicht kunnen verschaffen in het kwal’iteitsverloop
van het in Nederland gefaibriceerde meel. Goeddeels
zou dit mogelijk zijn, wanneer wij zouden weten, in welke verhouding ‘de verschillende tarwesoorten in
ons land worden vermalen. Wij zeggen ‘goeddeels, om-
dat behalve deze factor ‘ook ‘de technische ourtillage der fabrieken en ‘het juiste gebruik ‘daarvan een zeer
belangrijke rol spelen in de kwaliteitsuitkomst. Ten
aanzien van de te vermalen tarwesoorten is het vraag-
stuk vooral in den laatsten tijd accuut geworden,
omdat de ma’rge tusshen de prijzen van de goede
harde ‘soorten en de slechtere zachte relatief steeds
gestegen is. Bedroeg
namelijk
in 1932 de gemiddelde
prijs loco Rotterdam voor P’lata-‘tarwe 98 pOt. van
‘die voor de gebruikelijke Mani’tobasoorten, in 1933
was ‘dit percentage gedaald tot 81 en in 1934 kon
zelfs ondanks de monopoliewinst dit percentage zich
‘handhaven. In het eerste halfjaar van 1935 daalde
het verder tot 80 pOt. Het gevolg van een en ander
was, dat een
m
eelfab
riek; die ‘gedurende 1932 in iedere
100 kg te vermalen tarwe bijv. 15 kg Mani.tdba ver-
ving door
.
Platatarwe, daaruit een ‘geldelijk voordeel
zou genoten hebben van slechts 2 ets. In het eerste
h&lfjaar 1935 zou dit voordeel echter 20 cts. geweest
zijn, zoodat de vervanging ‘dan het maalloon aanzien-
lijk zou hebben verhoogd.

Of inderdaad reed’s een verlaging van de meel-
kwaliteit ‘plaats heeft kunnen wij, zooals gezegd, niet aantoonen. Een vage aanduiding ‘die ‘in deze richting
wijst vinden wij in de cijfers van de Hondelsstatis-
tiek. Daaruit blijkt
namelijk
‘da-t in 1932 en 1933 respectievelijk 269.000 en 259.000 ‘ton tarwe uit

Noord-Amerika (de Vereeni’gde Staten van Noord-
Amerika en Canada samen) ‘in Nederland werd in-
gevoerd, terwijl deze
‘cijfers
voor 1934 en het eerste
halfjaar 1935 slechts respectievelijk 123.000 ton en
67.000 ton bedroegen.
Het is te hopen, dat de meelfa’bnikanten ‘de midde-
len ‘zullen vinden om aan de tendens tot kwa’liteits-
verlaging, ‘die onmiskenibaar in de ‘huidige ontwikke-
ling der ordeningspogin’gen ligt opgesloten, weer-
stand te bieden. Wij geloven echter niet, dat zij daar-
in zuilen slagen zonder perspectieven te openen, die
tot een gezonde verbetering van het maalloon kunnen
leiden en dit za’l op basis van de ‘bestaande overeen-
komst wel niet goed mogelijk zijn zonder ‘den ‘band
tussohen verkoop, afzet en productie strakker ‘aan
te halen.

Dr. B.
AMMERLAAN.

DE NIEUWSTE AMERIKAANSCHE WETGEVING.

Tijdens de zoo juist verdaagde zitting van het
Congres zijn enkele belangrijke wetten tot stan’d ge-
komen, ‘die de aandacht verdienen. Evenals over
smaak, valt over
belangrijkheid
uiteraard ‘te twisten.

Maar ‘hier werd het maken van een ‘scheidslijn toch
wel vergemakkelijkt ‘door Presi’dent Roosevelt zelve,
die een z.g. ,,mus’t”program aangaf, hetwelk het Con-

gres moest afwerken voor ‘de heeren later ‘dan ooit
naar ‘huis -toe konden ‘gaan.

De Regeening zelve ‘dient daar geen wetsontwerpen
in, ‘hetgeen tot ‘de uitsluiten’de ‘bevoeg’dhei’d van ‘de

leden van Senaat en H’ouse of Representati-ves hoort.
De ‘beide ‘huizen worden wel verschillend, – door ‘de
Staten, resp. het volk -, ‘gekozen en voor verschillende

perioden, maar zij staan ‘gelijkgerechti’gd -ten aanzien
van wetgeving naast elkaar. De Senaat is niet als
elders een tweede instantie en zonder recht van

amendement. Beide huizen pakken vaak
-tegelijk
een-
zelfde onderwerp aan. Veelal verstaat een Senator
zioh ‘dan vooraf met een eongresman over den tekst,
om ‘die ‘dan gelijkluidend ieder in eigen Huis in te

dienen. Vandaar ‘dat ‘de meeste vetten de namen van
twee auteurs dragen.

Maar die een’hei’d ‘bij indiening wordt ‘d’oor verschil-

lende amendementen en in ‘beide huizen vaak sterk
uiteenloopen’de inzichten, volkomen verbroken.

Een ,,conference” commissie uit beide huizen moet
dan trachten deze tegenstellingen ‘tot een compro-mis-text te overbruggen. Slaagt zulks, dan teekent
de President ‘de ,,Bill” en wordt die ‘daarmee ,,Act”,
ôf hij spreekt er zijn, veto tegen uit, – wat slechts
‘hij een versterkte meerderheid in het Congres weder
zijn ‘geldigheid kan verliezen, – ôf ook wel traineert de President zijne beslissing, wat een ,,pocket veto”
pleegt te worden genoemd.

Het nu juist ‘geëindigde 74ste Congres kon het
echter tot kort voor normale sluiting over vele onder-
werpen maar in ‘het ‘geheel niet eens worden. Men dreig’de ‘door onderlinge obstructie vast te loopen,
wat dan een ,,fili’buster” heet. Gepaard niet ‘dreige-
menten over en weer van wegloopen ‘en wegzeuden,
zette ‘de President c.s. alle ‘duimsohroeven der partij-
discipline aan, om althans tot afdoening van het z.i.
hoogst noodi’ge te gerake. Als compromis werden
daartegenover andere onwelkome congres-wenschen
(als de Neutrality-resolution) geslikt.
Aldus haa’de nog ‘heel wat op het nippertje ‘den
eind’paal. Het veel gehoord verwijt van overha’asting
schijnt mitsdien niet van allen grond ontbloot. Z’oo ‘deelt schr. dan ook niet het standpunt, ‘dat in voor-noemde Neutraliteitsverklaring een hoogst belang-
rijke wijziging van Amerika’s huiten’laudsche politiek
moest worden gezien, ‘die het nog in den werel’door-leg ‘gehuldigd redht van de vrije zee en van den han-
del met ‘alle
1
belligerenten principieel verlaat.
Er ‘be’hoeft niet ,meer ‘in te worden gezien ‘dan een
vernieuwde manifestatie van het ‘daar sinds Versail-
les gerezen wantrouwen in Europa, dat Amerika’s
deelneming in den grooten oorlog achteraf niet waard
bleek. Een afkeer ‘ook van ,,forei’gn entan’glements”
volgens ‘de oude leer, nit speciaal op -het dreigend
Ethiopi’sch confl’iôt toegepast.
Tot bijeenkomen van ‘het volgend Oon’gress in Fe-
bruari 1936, wil’demen te dien aanzien den President
en eigen medeburgers ‘de handen ‘binden. Reeds aan-
ston’ds bleek ‘de ‘bedoeling weinig geslaagd. Want de
resolutie verbiedt ‘onder meen slechts ‘handel ‘in oor-
iogsmateriaal in en’geren zin. Doch onverminderd
bleef de ‘kans op entanglements, ‘die ‘gemeenlijk veel
grootere politieke gevaren met zich slepen: petro-
leum-concessies.
Al staat Nederlanrdsoli-In’dië te ‘dien aanzien ‘dan
niet bloot aan even groote gevaren als een negerstaat,
het feit, dat zelfs de ‘grootste wereidmadhten nu toch ook’ vooroil-entaiigiements in Abessyniö teru’gdein-
zen; – ‘en Washington daarin ‘nu slechts slaagt door
een beroep op ‘liet nationaal gevoel van het deabe-

834

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 September 1935

tref.fend Arnerikaaasoh concer – ‘noge ook ons

meer waakzaam maken om de in Wet en 5a-contract’)
nochtans gestelde eischen van iiationaal overwicht in

de leiding van ‘daar met vreemd kapitaal ‘gevoerde
petroleum-ontginning, niet slechts naar den letter
en door stro’omannen, maar ook in werkelijk nationa-
len ‘geest te ‘d’oen handhaven. Zelfs op papier ont-

breekt voorts nog elke voorziening om door een na-

tionaal trust-verhan’d te voorkomen, ‘dat, ‘met alle

atndeelen, plotseling ook de macht in politiek geheel
ongewensdhte ‘handen ‘overgaat.

Onder de ,,must-program”-wetgeving neemt de
Social Security Act van ’14 Augustus ii. wel’ een zeer

belangrijke plaats in. Amerika haalt daarmee met
één slag een achterstand hij Europa in, op het ge-
‘bied ‘der sociale verzekerinig: D’oor een’ periodieke

heffing van werkgevers ‘en werknemers, vermeerderd
met federalen steun en die van. elk ‘der 48 Staten,
wordt een fonds gecreëerd ter ‘bestrijding van uit-

keeringen van hoogstens $15 per maand aan steun-
he’hoevenden vanaf 85 jaar, van 10 tot $ 85 per

maand eveneens vanaf 05 jaar, aen werklooze aibei-
‘ders beneden den loongrens van 200 ‘per maand, of
‘bij vrijwillige verzekering •ook daarboven, ”voor vet-

zekering tegen werkloosheid inmiddels, voor eené
weduwen- en wee-zenuitkeering ineens van hoogstens

$ 2000, indien de arbeider meer dan 20 jaar zijne
stortingen heeft verricht en eindelijk voor tegemoet-

komingen aan ‘blinden en gebrekkige kinderen en
voor san’itaire moeder- en kinderzorg.

De Wet w’ordt slechts geleidelijk uitgevoerd en
bereikt eerst in 1949 zijn volle werking.

Een ,,share the wealth” belasting ‘werd onlangs

mede ingevoerd.
De ‘bestaande inkomstenbelasting op naamlooze
vennootsdhappen werd in deze U. S. Revenue Act
1935 van een vast percentage van 13% pOt. gebracht
op een progressieve heffing van 12% pOt. (over de

eerste $ 2000 winst) ‘tot 15 pOt. (‘bij $40.000 en hoo-
ger). Een belasting ‘op effecten-vermogen wordt ‘ge-
‘beven en een op extra winst van 6 tot 12 pOt.
Daarnaast wordt de progressieve extra heffing op

indi’vi’dueele inkomens boven de ‘$ 50.000 van 30-
59 pOt. gebracht ‘op 31-75 ‘pOt., bij een nu ook in
Amerika ‘zeldzaam geworden inkomen van ‘$ 5.000.000,

terwijl ook de successie- ‘en schenkingsrechten wor-
den verhoogd.. Vandaar dat ‘de groote p’hilantropen
nog gauw voordien liever ‘als ,m’i’lde ‘gevers fungeet-den ‘dan als gedwongen extra contribua’belen van den fiscus. Men verwacht van deze wet een opbrengst van
circa 250 millioen per jaar. Niet’ ten onrechte wijst
‘de U. S. Oham’ber of Oommerce er ‘op, dat deze ‘drup-
pel in den emmer van een milliarden.-defici’t, ‘de na-
deden van ôver.h’aasting niet waard was.
Op ‘denzelfden 31sten Augustus teekende ‘de Pre-
sident een Rivers and ‘Iharhours Bill, ‘die daartegen-
over 600 mil’lioen aan verdere werkverschaffin’g ‘gaat

kosten.
Voorts tee’ken’de ‘hij toen ook eenige wijzigingen, die ‘de Tennessee Valley Act’ van in’constitutioneele
feilen ‘beoo’gt te ‘bevrijden ‘en ‘die •het arbeidsgebied
van ‘de federale ‘macht uitbreidt, ‘die ‘zich aldus naast
de particuliere ,,pu”blic utilities” op gebied van leve-
ring van electrische kracht ‘heeft ‘gerte’l’d.
Aan ‘den concurrentiegeest van overheidsbedrijf
tegenover particulier bedrijf, – om het eerste op de
plaats te ‘brengen, welke een vorige generatie in
Eurcrpa ‘daaraan reeds inruim’de -, achten velen ook
niet vreemd ‘de reeds ‘niet de op niets u’itgel’oopen strafacties tegen het Insu’ll-concern ingezette cam-

pagne tegen ‘de ,,sn’oode” holding companies op ‘ge-
‘bied van particuliere nutsbedrijven. Een recente wet

was daarvan het gevolg, die .al te ‘machtige, resp. het
publiek uitbuiten’de holding compan-ies op ‘electrici-
teits’gébied aan banden gaat ‘leggen,
,
resp. ‘binnen
1)
Di. de dooi ‘de Staten-Generaal ‘telkchs goed ‘te keu-
ren concessie-overeenkomst i.ngevolge artikel 5a der Ned.-
md. M.ijtnwet.

enkele jaren tot ‘gedwongen liquidatie ‘doemt, voor

zoover hun werkin’gsfeer zich niet beperkt tot één
Staat of althans to’t op daaraan aansluitend terrein.
Al was ‘het resultaat een minder vergaan’d com-

promis ‘dan wat ‘de Regeering voorstond, het ‘s’preekt

vanzelf, dat ‘het veelal met vernietiging ‘bedreigde particulier nutsbedrijf ‘daartegen in ‘opstand kwam
en alle ‘beleggers, die ‘daarin mil’liarden ‘hobben ge-

investeerd. Groote bedragen werden aan een tegen-

campagne ibesteed, om ‘daarmee bij Parlement, Pers

en publieke opinie actie ‘te voeren. Dier’zijds ‘sprak

men van een ,,Governments lobby” in repliek op ‘het

verwijt van eigen lobby. Ten onrechte versta’at men
hier vaak het loh’bysysteem als pure omkooping van

het Parlement. Inderdaad is Ihet echter een ‘daar

gebruikelijk ‘systeem .van campagne voeren v66r ‘of
tegen gewenschte of oirgewen’schte ibesliss in’gen, juist
als bijv. hij ons ‘destijds de campagne tegen het Bel-

gisch Tracta’at. Gratis pro’pagan’disten
zijn
daar ech-
ter zeldzaam. In het ‘land waar propaganda en

campagnes gebruikelijk zijn, ‘heeft zidh aldus ‘het be-
roep van l’cibbyist ontwikkeld, waarbij ,,lohby” anti-
chambreeren en ‘georganiseerde beïnvloeding ‘betee-

kent, ‘doch niet i’dentiek is met ‘omkooping, z’ooals
h.t.l. veelal verkeerd wordt ‘begrepen. Groote propa-
gan’da-fon’dsen brengen natuurlijk wèl het geva’ar van

om’ko’operij nader. In casu is ‘daarvan echter niets
gebleken; ‘hoezeer ‘de twee derbetreffende Enquête-
Oommissies uit beide Huizen, ‘in vermakelijken na-
ijver, om ‘de ,,eer” streden zulks uit te v’orschen.
Het vermaande arrest van het U. S. Supreme

Court, waarbij ‘de abrogatie van ‘de goudc’lausule maar
amper werd ‘gesanctionneerd, maar niet ook voor den

Wetgever om zich aldus aan zijn eigen debiteurs-
plichten te onttrekken, maakte nadere wetgeving
noodig om ‘de Federatie althans niet on’gelim’iteerd
aan ‘de ‘gevaren van veroordeeling tot nabeta’ling op

goudbasis ‘bloot te ‘stellen. Voor civiele actie na één

Januari 1936 werd ‘daartoe ‘de weg versperd; dus
niet absoluut, laat staan volkenrechtelijk.
Het is ‘dus eene uitzondering voor tden Wetgever,

d’ie den regel tegenover alle andere ‘gou’d’dollar-débi-
teuren schijnt te komen versterken, mits hun credi-
teuren maar het
lijden
van schade kunnen bewijzen
en dus vooral crediteuren in ‘het ‘buitenland, voor wie

goud- of papierd’o’llar meer versdhil maakt dan voor
‘hem, die in Amerika woont.
In ‘dit ‘beknopt overzicht ‘zij verder volstaan met
verwijzing naar een ein’de Mei 1935 te Parijs ver-
sdh’enen wel ged’ocumenteerde studie: La Olause
,,Dollar-or”, la non-appl’ication ‘de la légis’lation amé-

ricaine aux emprunts internationaux, van Martin
Domke. Daarin ‘ontbreekt uiteraard nog eene beslis-
sing van de Brooklyn Supreme Oourtvan 14 Aug. jI.,
‘die toepassin’g van Duitsch recht afwijst om een
Amerikaan door ‘de Verein’i’gte Stehlwerke c.s. met
rente-marken, in plaats van met betaling overeen-
komstig ‘de geconvenieerde gou’dlbasis, af te ‘sdhepeu.
Uiteindelijk ‘behooren nog tot ‘het verwezenlijkt
,,must”-‘program ‘diverse nieuwe ‘processing-taxes als
op olieproducten (‘zie Alg. Handelsblad, av’ond’bl.
2 Sept. jl.) en een compromis ‘i.’z. steun aan ‘den
katoenbouw. De Regeerin’g heeft ‘daarmee niet vol-
ledig ‘haar ‘doel bereikt, om ‘door steunvermindering
den katoenexport weder ruimer in ‘het werel’dverkeer

in te schakelen, ‘die inmiddels, door al te veel ‘steun
‘door Brazilië e.a., van haar
‘d’estijds
voorname plaats
‘daaruit werd verdrongen.
Een apart artikel zou echter noodi.g zijn om beider
lan’d’bouwsteun te vergelijken en daaruit dan voor
ons lan’d de leerin’g te trekken, hoezeer b
oerens
t
eun

‘on’gewil’d vaak ‘b’oeren’bedrog nadert en hoeveel beter het
ware, naar wederzijdsch exportherstel van ieders nor-

male ‘bo’demproducten te streven. Moge ‘het weldra
te verwchhten resultaat van ‘de han’gende onderiian-
‘delingen tusschen Amerika en Nederland en Kolo-
niën, van ‘dit beter inzicht ‘de blijken geven.
Mr. E. H.
VON
BAUMHAUER.

25 September 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

835

DE MARKT VAN VOEDERGRANEN.

De slechte oogstresulta’ten in 1934 in de Vereenig-

de Staten maakten in het vorige seizoen tot laat
in het voorjaar den invoer noodzakelijk van voer-

granen. Deze invoer was ongewoon daar de Vereenig-
de Staten een u’itv•oerlan’d zijn van graan, dat alleen

in de laatste jaren als zoo:danig ‘een zeer bescheiden
rol gespeeld heeft. Toen in het voorjaar en in dan
voorzo

mer van dit jaar ‘de oogstvooruitzichten van
de nieuwe graan-oogsten gunstig waren, is er aan

den invoer een einde gekomen en zijn zelfs in de
Vereenigde Staten geïmporteerde partijen buiten-
lan’dsch graan naar Europa verkocht. Alleen van
maïs heeft -de invoer langer geduurd, omdat ‘de maïs-

oogst in de Vereeui’gde Staten eerst in •het najaar
binnen komt. In verband met den overvloed van

andere voedergranen is echter -de belangstelling voor
‘huitenlandsjhe maïs ‘sterk verminderd.

Volgens het officieele oogstrapport van Washing-

ton werd op 1 September ‘de opbrengst •van maïs ge-
schat ‘op 2.184.000.000 ‘buehels tegen een opbrengst

in het vorige jaar van 1.380.718.000 bushels. Die van
haver op 1.182.000.000 ‘bushel’s tegen in het vorige jaar 528.815.000 busheis, van ‘gerst op 283.000.000
-hushels tegen 118.929.000 ;bushels en van rogge op
52.000.000 ‘hushels tegen 16.040.000 ‘hushels.

In het vorige seizoen hebben de Vereenigde Staten
o.a. veel P’oolsche
rogge
‘gekocht, en dientengevolge
behoefde Polen niet met ‘andere landen op de West-Europeesche markten te concurreeren. Nu ‘de Ame-
rikaansche vraag ‘ontbreekt, kwam dringend aanbod
van rogge uit Polen, ‘zoowel van dan ouden als van

den nieuwen oogst. Tegen Polen werd ‘geconcurreerd
door Es-tlan-d en Lithauen, terwij’l •ook Zweden be-
langrijke hoeveelheden ‘van den ouden oogst over
had. De vraag voor rogge is ‘grooten’deels ‘beperkt
tot Noorwegen, Denemarken, Nederland en België,
in welke landen ‘deze rogge voor veevoeder wordt ge-
bruikt. De eigen rogge-oogsten komen ‘daar echter nu ook ter markt en dit aanibod heeft ‘de prijzen gedrukt, terwijl ‘het de ‘vraag naar ‘bu’itenlan’dsche rogge deed
afnemen. In Nederland zijn de
prijzen
‘gedaald tot
een punt, dat ‘de Regeering het noodig oordeelde ‘de
monopolicheffing op alle granen en peulvruchten te
verh’oogen om de prijzen voor inlan’dsohe rogge en
ook die voor gerst te steunen. Bovendien maakt ‘de
Regeering den invoer van rogge uit ‘de landen aan
de Oostzee vrijwel onmogelijk, ‘behalve ‘dien uit
Lit’hauen, ‘door voor sommige landen compensatie te
eischen en voor r-ogge uit andere landen vergunning
tot invoer te weigeren.
Voor Polen komt ook Oostenrijk al’s kooper in aan-
merking, dat naar schatting 500.000 quarters buiten-
landshe rogge noodi-g zal ‘hebben. Uit Hongarije zal
geen rogge geleverd kunnen worden. Daar worden geen uitvoerpermiss-ies meer verstrekt, om-dat het
overschot voor voeder-doeleinden noo-di’g zal zijn.
Tsjech-o-Slovakije al niet tot ‘de ‘invoerlan’den gere-
kend moeten worden, daar ‘de opbrengst van rogge
geschat wordt op 7.278.000 quarters tegen 6.992.000.
quarters in ‘het vorige jaar, e.n voldoende is voor ‘de
‘behoefte. In Zweden zijn de resultaten hij die van
‘het vorige jaar ten achter gebleven, de opbrengst
wordt er geschat op 1.983.000 quarters tegen 2.374.000
quarters in ‘het ‘vorige jaar. In Polen zijn de prijzen ‘belangrijk ‘gestegen en nu
‘boven export-pariteit, ‘daar de vraag in het eigen land
is toegenomen voor voederdoele’in’den in verband met
kleine opbren’gsten van an’dere voederar-tikelen, welke
geleden hebben van de droogte in Augustus. Ook de
andere landen aan de Oostzee offreeren niet in
ruime mate. Rusland is met rogge aan de markt,
doch ‘de prijzen zijn op het ‘oogenblik nog te ‘hoog
voor ons land. Alleen zijn mati’ge ‘hoeveelheden naar
België verkocht. Het aanbod van Argentijnsche rog’ge
is ‘beperkt, deze soort wordt hoofdzakelijk voor ‘bak-
rogge ‘gekocht.

Als ‘gevolg van de verhoo-gin’g der prijzen voor
tarwe zijn ‘die voor rogge ook gestegen, in vergelij-

kin’g met tarwe echter ‘slechts matig. Het ‘groote
prijsverschil, dat er op het oogeublik tussehen ‘beide
graan-soorten ‘bestaat, zou tengevolge kunnen ‘hebben,

dat in. verschillen-de productielan’den het veshruik
van rogge toenam en dat ‘daardoor minder rogge en
meer tarw,e voor export ter ‘beschikking komt. Wan-
neer echter de prijzen voor rogge een verdere ge-

voelige stijging zouden ondergaan, ‘dan zou spoedig
het aanbod toenemen. N’iet alleen uit de 0-ostzeelan-

den en uit Rusland, want in ‘dat geval uou ‘ook

de mogelijkheid niet ‘denkbeeldig zijn van een uitvoer

uit de Vreeni’g’de Staten. In Canada wordt de
rogge-op’brengst ‘geschat op 13.400.000 -hushels te-gen

5.423.000 busheis in ‘het vorige jaar. In ‘dat jaar
werd door Canada rogge naar de Vereenigde Sta-
ten verkocht. Dit jaar ‘zal ‘dat niet meer
‘mogelijk
zijn
en ‘bij een-igszins loonende prijzen zal Canada ‘dus

gaarne van zijn overschot naar Europa vei-koopen.

Behalve ‘door ‘de onvo-l’doende vraag, waren de
roggeprijzen gedrukt door ‘de lage prijzen van
mais.
Argentinië heeft ‘dit jaar – een record-opbrengst van
mais geha’d, welke officieel ‘geschat wordt -op

52.900.000 quarters en door den ‘handel op 58.000.000
quarters. Naar deze laatste schatting wordt het
exportsurplus ‘geschat – -op 51 341 mi’lli’oen quarters.
Reeds spoedi
g
na -het ter markt komen van ‘den nieu-
ven oogst, zijn de prijzen ‘gedaald tot zij in Argen-
tinië kwamen op ‘het ‘door ‘de R

egeering vastgestelde minimum. Daarop zijn zij ‘geruimen ‘tijd blijven staan.
De verschepingeia -waren van flinken omvang, ‘doch
over het algemeen niet te groot voor de vraag. Af-
la-ders, die -in vorige jaren veel onverkochte maïs naar
Europa verlaa’d’den, kwamen wegens de ‘daarop ge-
leden verliezen ‘daarvan teru’g, en zoo ‘bleven vraag
en aanbod vrijwel ‘in evenwicht. Aan de Rotterdam-sche termijnmarkt kwamen groote prijssohommelin-

gen ‘dan ook niet voor. Gedurende de laatste weken is
voor maïs eene verbetering ingetreden en ‘de prijzen

-aan ‘de Argentijnsc’he termijnm-arkten zijn weder
‘boven het vastgestelde minimum -gestegen. Grooten-
‘deels zal deze prijsver’beterin’g een gevolg zijn van de
-gevoelige verh-ooging ‘der tarweprjzen. Ook schijnt

het verbruik van maïs ‘in Argentinië zelf te -zijn ver-
meerde-r-d door ‘het groote prjsverschil met tarwe en
-tevens ‘ten-gevolge van de ‘droogte, welke groeuvoer schaarsch -moet maken. De prjsverh’ooging -bedraagt
nog slechts eeni’ge ‘gulden-s per 2000 kg en mais is
nog steeds een zeer ‘goedkoop voederartikel. Eene ver-

‘deze verhooging is -in sympathie met andere graan-soorten niet onwaarschijnlijk; voor een -groote prijs-
verbetering lijken ‘de Argentijnsohe voorraden te’groot.

Een verdere gevoelige verhooging der maïsprijzen in Argentinië zou het aanbod ‘doen vernieerderen en
‘het gevaar zou -dan groot zijn, dat ‘het de vraa-g zou
overtreffen. Nog zijn de verschepin’gen uit Argen-
tinië niet toegenomen, doch op de chartermarkt was
‘het ‘de laatste ‘dagen druk wegens vraag naar vracht-
ruimte van Argentinië.
Het aanbod van Argentijnsohe maïs zou, -on-geacht
het -groote exportsurplus, kunnen verminderen wan-
neer de omstandigheden, waaronder de nieuwe oogst
zich zal -ontwikkelen, voor. de boeren aanleiding zul-

len zijn hun mais achter te ‘houden. De tarwe-oogst
i-s in het Noorden door een ‘ongekende ‘droogte ‘geteis-
terd. Omstreeks ‘dezen tijd wordt -de mais uitgezaa’id.
De grond is ‘door ‘de droo’gte ‘hard en wanneer ‘die
lang ‘genoeg aanhoudt, zou -ook de gezaaide mais niet
tot ontwikkeling komen en de volgende oogst ge-
vaar 1-oopen. Zoo ver is het nu echter nog niet en
voor -ongerustheid is nog geen reden.
In Europa zijn de verwachtingen in Roemenië voor
mais gunstig, behalve -in sommige ‘gedeelten van
Bessarwhië. Men schat -de opbrengst op 24.800.000
qu-arters tegen 22.300.000 quarters in het vorige jaar
en ‘het uit-voersurplus op 5
t
534 mi’llioen quarters.

836

ECONOMISCH-STATISTISCHEBERICHTEN

25 September 1935

Uitvoeren naar West-Europa zullen niet plaats kun-

nen v’inden vôôr cle ‘onderhandelingen met verschil-

lende staten over een ihandelsverdrag tot een goed einde zijn gebracht. Verkoopen ‘van Roemeensche
mal’s vinden plaats naar Italië, Hongarije, Oostenrijk
en Zwitserland. Hongarije en Oostenrijk koopen ook
Platamaïs en worden verwacht ‘daarmede door te
gaan. In Zuidslavië wordt ‘de maï’sopbrengst geschat

op 15 millioen quarters, wat voldoende zal zijn voor

de eigen ‘behoefte. In Hongarije is ‘de opbrengst naar

raming 6.300.000 quarters tegen 9.600.000 quarters
in ‘het vorige jaar. Van Italië is geen schatting be-

ke.ncl, de maïsoogst moet er slecht zijn en
25 â
30 pOt.
kleiner dan in 1934. Wanneer later in het seizoen

Roemeenshe maïs op de West-Europeesche markten

wordt aangeboden, ‘dan staat daar tegenover, ‘dat het
afzetgebied voor Platamaïs vergroot wordt door de
vraag in midden Europa.

De opb
r
engst van Zui’d-Afrikaansche maïs wordt

geschat op 7.840.000 quarters tegen 9.960.000 quar-

ters in het vorige jaar, met dit jaar een export-sur-
plus van 2.900.000 quarters. In , handelakringen is
men veelal van meenin’g, dat de opbrengst onderschat
is en ‘dat Zuid-Afrika in staat zal
zijn
een millioen

quarters meer te verschepen. Geregeld worden aan-

biedingen ‘gedaan van Zuid-Afrikaan’sche mais tot
‘ongeveer dezelfde prijzen ‘of ook iets hoogere prijzen
‘dan waarvoor Platamaïs te koop is. Drukkend is
het aan’bod uit Zuid-Afrika niet, ‘daarvoor is het
niet omvangrijk ‘genoeg. Het prijsniveau voor maïs

zal dus in hoofdzaak afhangen van het aanbod van

Platamaïs.
De versdhepingen van
gerst
u’it Argentinië
zijn
na

de eerste maanden van dit jaar aanmerkelijk kleiner

geworden. Voorraden
zijn
in Argentinië nog wel aan-
wezig, doch worden ‘vastgehouden door ‘de boeren. De
resultaten van den gerstoogst in Rusland ‘zijn goed
geweest. Cijfers over de ‘opbrengst zijn niet bekend,

doch uit het gercgèle aanbod moet worden opge-
maakt, dat er een flink uitvoersurplus is. De kwali-
teit is zeer ‘goed en het natuurgewicht ‘hoog, zoodat deze gersts’oort gaarne wordt gekodht. Ook is zij in

verhouding tot Piata-gerst niet te duur. Polen heeft
ook een oversdhot, de k%vatliteit der P’ool’sche gerst

laat echter te wenschen en werd bij aankomst in Ant-
werpen niet ‘geroemd. Nar Nederland wordt Pool-
sche ‘gerst niet verkocht, ‘daar zij niet wordt toegela-
ten zonder dat tegen den import ervan een compen-
satiezaak in Nederlan’dsche producten staat. De op-brengst van gerst in Roemenië is weliswaar groo’ter
dan in ‘het vorige jaar, ‘doch kleiner ‘dan ‘het ‘gem’id-
‘cielcie. Het u’i.tvoersurplus van Roemenië wordt ge-
schat op omstreeks 3.000.000 qua’rters. Verkocht
wordt ‘daarvan naar ‘de omliggende landen en Zwit-
serland. Naar West-Europa zijn zaken voorloopig niet
mogelijk, zoolanig geen handelsovereenkomsten zijn
gesloten. Wanneer die tot stand zullen zijn ‘gekomen,
zal ‘hier ook Roemeensche ‘gerst worden aangeboden.
In Canada wordt de opbrengst van •gerst geschat op
94.500.000 bushels tegen 63.742.000 bus’hels in het vorige jaar. De prijzen voor Cana’deesche gerst zijn nog te hoog om export naar Europa mogelijk te ma-
ken, indien zij op export-pariteit komen ‘door een
stijging van de waarde in Europa, zijn uitvoeren uit

Canada waarschijnlijk. De prijzen zijn gedurende de
laatste weken flink verbeterd en ‘daar Russische gerst
practi’sch ‘de eeni’ge ‘gerstsoort is, welke voorloopig op
eeni’gszins ruime schaal word’t aangeboden, moet eene
verdere prjsverh’ooging niet ‘onwaarschijnlijk ‘geacht

worden. In de eerste maanden van 1936 is weder aan-
bod te wachten van den nieuwen igerst’oogst in Argen-
tinië. Dez’e staat er goed voor en heeft niet van de
droogte te lijden gehad, ‘daar ‘gerst hoofdzakelijk in
het Zuiden wordt verbouwd, waar voldoende regen
is gevallen. Volgens ontvangen ‘berichten moet ‘de in
Argeurinië met gerst ‘bebouwde oppervlakte zijn uit-

gebreid.

A. P.
SOJULTRUIs.

DE RIJKSMIPDELEN OVER AUGUSTUS 1935.

Blijkens het ‘in ‘dit nummer voorkomende Overzicht
van den stand der Rijksmi’ddelen op ultimo Augustus
1935, hebben cle niet-directe belastingen in ‘genoemde
maand slechts
f
78.970 minder opgebracht ‘dan in
Augustus, 1934. Dit lijkt
niet al te on’gunsti’g. T’och
blijkt ‘de loop der middelen bij na’dere ‘beschouwing

nin’der mooi; immers het meeren’deel der middelen liep in opbrengst teru’g. Eene uitzondering werd ge-

maakt’door den wijn-, ‘den ‘gedistilleerd- en den sui-

keraccijns, ‘de belasting op gouden en ‘zilveren ver-

ken, de ‘omzebelastinig, de couponbelastin.’g en de
successie’rech’ten. Vooral ‘de laatste ‘drie heffingen

zorgden ervoor, dat het totaal-cijfer ‘per slot van reke-

ning niet tegenviel. Doch hierbij is dan ook het
zwakke punt in ‘den rnid’delen’staat aangewezen. De

omzetbelasting en de oouponbelas’tin’g
‘zijn
nieuwe hef-
fin’gen, die in het vorige jaar nog niet op peil waren,

en de suceessierechten zijn een ibij u!i’tstek wispelturi’g

middel, dat zeer varieeren’de ontvangsten geeft. De
‘overige middelen bewegen zich nog steeds, zij het in
vertraagd tempo, in ‘dalen’de richting en van een ver-
‘beterin’g kan derhalve n’og ‘geenszins worden ge-
spr’oken.

De totale opbrengst over de eerste acht maanden
van dit jaar bedraagt f243.603.300 tegen
f
229.542.500
in ‘hetzelfde
tijdvak
van 1934 en bij een evenredige
raming van
f
265.433.300. Als ‘de omzetbelasting
wordt uitgeschakeld, worden deze
cijfers
als volgt:
opbrengst acht maanden 1934
f
197.552.300; op-
‘hren’gst acht maanden 1935 ‘f204.289.200; raming
acht maan’den 1935
f
211.100.000. Het v’oordeelig ver-
schil voor het ‘loopen’de jaar ‘zit in ‘hoofdzaak in de
invoerrechten, die door bijzondere omstandigheden in

het begin van het vorige jaar slecht waren, alsmede
in den ta’baksaccijns, waarvan het ta’rief met in’gan’g
van 1 Maart ‘j’l. wer’d verhoogd. O’ok ‘dit overzicht
geeft dus ‘geen aanleiding tot ‘opwekkende beschou-
wingen.

Voor de ‘dividend- en tantièmebeiasting is de acht-
ste maand van ‘het jaar doorgaans nog betrekkelijk
gunstig. Ditmaal werd intusschen
f
270.900 minder
geboekt dan in Augustus 1934, waardoor de daling

over ‘de reeds verstreken maanden van ‘he’t jaar steeg

tot
f
7’66.600 Dat ‘dit tekort nog geheel zal worden
ingehaald, is niet zeer waarschijnlijk, al is ‘de moge-

lijkheid niet uitgesloten, dat een deel nog terecht
komt, doordat ‘de aanslagen dit jaar iets later binnen-
komen en ‘de ‘daling dus niet ten volle als reëel moet
worden beschouwd.
De invoerredhten liepen terug met
f
160.300. Ook
‘de gemiddelde maan’d’ramin’g werd niet ‘gehaald (na-
deelig verschil
f
765.600). Weliswaar geeft het over-
zicht over de eerste acht maanden een ‘beteren in-
druk, daar tot dusver
f
6.565.600 meer ontvangen
werd dan in ‘de overeenk’omsti:ge periode van het
vorige jaar, ‘doch, zooals bekend, waren ‘de inkomsten
in de eers’te maanden van 1934 zeer laag, wegens de
zoo juist in werking getreden Omzetbelasting. Uit

het feit, ‘dat van Januari t/m. Au’gustus ‘ji.
f
7.590.700
minder ‘binnenkwam dan waarop ibij de samenstelling
der begrooting was ‘gereken’d, iblijkt wel, dat de in-
voerrechten weinig ‘stof tot roemen ‘geven. De voort-

durende
prijsdaling
en de steeds verder ‘gaande ‘han-

delsbelemmeringen oefenen een onigunstigen invloed
op den loop van ‘deze heffing uit. Ook het statistiek-
recht ‘bleef ‘bij ‘de opbrengst van het vorige jaar ten
achter; over Augustus ‘beloopt ‘de daling
f
27.900 en
over de ‘eerste acht maanden
f
141.600.
De accijnzen vertoonden een ‘ondei4in’g verschillend

beeld. Het zout verschafte
f
1.400 minder, een klein
verschil, waarvoor geen reden bekend is. De ‘geslacht-accijns ‘liep terug met
f
47.900 wegens de lagere vee-
prijzen. Daarentegen ‘gaf ‘de wijnacci.jns een klein sur-

plus (van
f
8.400), ‘dat echter in het niet verzinkt ‘bij
den totalen teruggang in ‘de eerste acht maanden van
het jaar
(f
99.600). Ook de gedist’illeerdaccijns liet,
voor het eerst na langen tijd, een kleine stijging zien

25 ‘Septembër 1935

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

837

(van f34.500),’ ‘doch ‘de toeneming ‘is slechts schijn,

daar de maand Augustus ‘ditmaa’l een hetaaldag van
den crediettermijn méér tet’de. De ‘bieraccijns wees
een lager opbrengstcijfer aan van
f
199.000; todh was
de ”opbrengst ;hocger ‘dan in eeni’ge voorafgaan’de
maand ‘van het jaar. De thans bespoken middelen

ondervinden in sterke ‘mate ‘den invloed der crisis.
De suikeraccijni vertoonde ditmaal •een accres van

f
186.900. ‘Ook op zichzelf beschouwd was de ont-
vangst niet gering; immers
f
4.661.300 bij een ge-
.mi’ddelde maandraming van
f
4.166.700. De ‘loop van
dit middel is bevredigend; ‘het veribruik van •suiker

neemt blijkbaar weer ‘toe. Tenslotte de tabaksaccijns,
die al weer in opbrengst rteru:gliep, zij ihet met een
gerin’g bedrag
(f
15.600). Geekend over acht maan-

den verschafte het ‘ioopen’de jaar nog een voorsprong
van
j
3.173.100.
De belasting ‘op gouden en zilveren werken ‘leverde ruim
j
200 meer op, terwijl ‘de omzetbelasting een

stijging vertoonde van f 247.700. Hoewel de prijzen

nog steeds dalen, wordt de wet aan den an’deren kant beter uitgevoerd. Toch blijft de opbrengst ‘te’leurstel-
len; als men bedenkt, dat ‘de tweede maand van het
kwartaal ‘de ruimste baten ‘geeft, ‘dan is een ont-
vangst van f 5.662.000 ‘bij een maan’draming van

f
6.791.700 een groote tegenvaller. Met de coupon-

belasting gaat ‘het ‘beter; in ‘de afgeloopen maand
werd een surpius van ‘f 233.800 ontvangen, waardoor
de voorsprong, in de afgeloopen maand verkregen,
steeg tot
f
1.052.200.
De z.g. conjunctuurheffingen maakten ‘ditmaal een
minder goed fi’guur. De zegelrechten gaven
f
300.500
mn’der, hetgeen slechts voor een klein deel aan een
tra’ger vloeien ‘der ‘beursbelasting is toe te schrijven,
aangezien laatstgenoemd middel maar
f
27.400 min-
der opbraaht. De registratierechten daalden, door
minder verkoopen van vast ‘goed, met
f
143.6
.
00,
niettegenstaande het feit dat de, ‘ontvangsten’ van
Augustus «1934 volstrekt niet ‘hoog. waren. Met een
opbrengst van
f
598.100 bereikten de registratie-
rechten een nieuw ‘dieptepunt:
De successierechtenY ‘bewezen’ ‘opnieuw hun isscl-
va’lligihei.d.Na ‘het enorme dedrct v’Juli,jLgaf ‘de
zoo juist verstreken maand weer eèn vooruitgang van

f
420.000. Over ‘het .algenen is de loop van dit mid-
del ‘dit jaar meegevallen. Dar.aan is het ‘dan ‘ook ‘toe te schrijven, ‘dat in de maand’en J’anuari ‘t/m. Augus-
tus f
803.200meer kon worden geboekt dan in’ het-zelfde tijdvak van 1934 en’f 1.234.100 meer dan het
evenredig , deel der . raming. De loodsgel’den gingen
achteruit met f 43.300. Over de Directe Belastingen kunnen wij ‘kort ‘zijn.
Bij de inkomstenbelasting doet de invloed van het
nieuwe ‘belastingjaar zich nog in, sterke mate ‘gevoe-
len, waardoor de stand’ van ‘het zuivere ko’hierbedrag steeg van f 36.803.100 op ultimo Juli tot f 44.807.400
op eind Augustus. .Djt laatste bedrag komt
f
2.124.900
uit boven den stand op het overeen’komsti’ge tijdstip
van 1934 door de verihoog’in’g van de opcenten. De
teruggang in opbrengst. van ‘de vermogens’belas’ting
én ‘de Verdedigingsbelasting houdt verband met ‘de
waardedaling ‘der effecten en ‘der onroerende goede-
ren; zonder de verhooging der opcenten zou de ach-teruitgang van ‘de .ermogen’sbe1astin’g nog ‘grooter
zijn ‘geweest.
Tenslotte moge nog worden ‘opgemerkt, dat de.
rijwiel’belasting in de . afgeloopen maand nog
f 3.694.520 heeft opgeleverd. ‘Hierdoor is ‘de achter-‘
stand van J’u”li ji. ruimschoots ingehaald. Over de
eerste acht maanden van :het jaar bedroeg de op-‘
bren’gst der rijwielbe’lasting
f
7.436.000. In het vori’ge
jaar ‘kon ten ‘bate van het voormalige Wegenfonds in
hetzelfde tijdvak een bedrag van
f
7.256.400 worden
gëboekt. Hët aantal verkochte rjwielplaatjes is dit
jaar ‘dus •al weer beduidend “hoogei: Het voor 1935
‘geraam’de ‘opbrengstcijfer werd, reeds’ met
f 186.010
overschredeb.

AANTEEKENINGEN.

Economische politiek in België in de depressie.

Te midden van de vele twistvragen op economisch
gebied is er een, welke in ons land, vooral in den

laatsten tijd, een groote practische ‘beteeken’i’s ‘heeft ‘gekregen, nl. ‘de vraag, op, welke wijze een deflatie-
jo’litiek moet worden ‘gevoerd.

In ‘de 13de publicatie van ‘het Nederlan.dsch Eco-
nomisch Instituut wordt de economische p
o
liti
e
k in
België in de ‘depressie, vooral de d’oor de volmachten-
regeeringen De Brocqueville en Theunis (Au’g. 1934

tot Maart 1935) ‘gevoerde versnelde aanpassingspoli-
tiek, aan, een critisch onderzoek ‘onderworpen. De
schrijver, Dr. H. M. H. A. van der Valk, die reeds

vroeger een ‘studie over ‘de ‘betrekking tussdhen ban-
ken en industrie in Be’l’gië heef’t gemaakt, behandelt
‘in een viertal hoofdstukken achtereenvolgens ‘den loop

van de conjunctuur ‘in de depressie, ‘de positie van
het “bankwezen in de deflatie, het ‘intervention’isme

van den Staa’t ,’in het economisch leven en de oor-
zaken van de devaluatie van den Belgischen Franc.

De ‘depressie in België’ heeft ‘zich in twee étappes voltrokken. De eerste é’ta’ppe, ‘d’ie ‘tot 1932 duurde,

was’ vrijwel geheel van conjunctureelen aard, een
noodzakelijke reactie op een ongezonde credietexpan-
sie en ov’erinvesteerig in ‘de jaren 1927 t/m 1929.

.Ondanks ‘een grooté mate van aanpassing ‘bleef de
v’olkshuis’h’ouding in een toestand van voortdurende
labi’liteit verkeeren. Het tweede ‘gedeelte van de
depressie ‘in Bel’gië toonde dan ook niet meer op alle
gebieden een ‘overeenkomst met het klassieke schema,
dat uit de conjunctuurleer ‘bekend is. Deze periode
is ‘te beschouwen als een secondaire deflatie, dat is
een ‘proces van ‘cumulatieven achteruitgang, waarin
de factoren van een ‘economische verstorin’g zich
voortdurend reproduceeren.

De ‘grootste verschillen met vroegere depressies

openbaarden zich in ‘de prijs- en kostenstructuur en
‘de ‘handel’sbeweging. ‘Het. binnenilandsche peil van
prijzen en ‘kosten ‘bleef ‘h’oo’ger dan op ‘de wereld-
markt. Door ‘zijn krachtige ‘deflatiepol’it’iek kon Bel-
gië in ‘het algemeen in ‘sterke mate condurreerenmet
,
de goudlanden. Tengevolge van een rigoureuze con-
tingenteerin’gsp’oli’tiek werd de afzet van Belgische
producten naar ‘deze landen versperd; met de landen
‘met een gedeprecieerde valuta waren de vroegere
concurrentieverhou’d’ingch nog niet’ hersteld.

De toestand van de openbare financiën werd niet
‘alleen ongunstig ‘beïnvloed d’oor ‘de aanhoudende
prijsdaling, ‘maar ook d’oor ‘de structuur van ‘de staats-
begrooting. Na ‘den oorlog was de uitgven’zijde ‘on-
elastisher, de inkomstenzijde elasti’soher ‘geworden,
waardoor de oonjunctuurgevoeli’gheid van ‘de staats-
hegrootin’g was toegenomen. Ondanks een aanzienlijke

verhocging van de ‘belastingen werd het evenwicht,
zoodra ‘dit op papier met moeite bereikt was, telkens
opnieuw verstoord. Dientengevolge k’on ook ‘de rente
van ‘de overhei’ds’o’biigat’jes niet worden verlaagd.

De wanverh’ou’din’g ‘tusschen prijzen en kosten bleef
bestaan tengevolge van ‘de’starhejd van een groot
aantal elementen; de druk ‘op ‘de elastische ‘gedeelten
werd z’oodoen’de steeds zwaarder, ‘hetgeen o.a. tot
uiting kwam ‘in de groote loonsverlaging, vooral in
d’e onbeschutte bedrijven.

De sterke deflatie had een ongunst’i’gen invloed
op ‘de banken, die in België een tweeledig karakter
hebben, nl. van financieringsbank en depositobank.

De moeilijkheden werden vergroot, ‘doordat sommige
banken reeds v66r 1929 de grenzen van een ‘gezonde
credietverleening ‘hadden overschreden. De deflatie
verminderde de waarde van ‘de effectenportefeu’ifle,
vergrootte de verliezen op ‘de uitstaande credieten,
deed het vertrouwen afnemen, hetgeen het terug-
trekken van deposito”s stimuleerde en het aanhouden
van groote kasreseri’es noodzakelijk maakte.’ Tegen
een ‘dergelijke cumulatie van «cngunsti’ge factoren wa-

838

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 September 1935

ren de Belgische banken bij het doorvoeren van een

verdere deflatiepolitiek niet bestand.
De zwakke positie van het Belgische credietwezen
is vooral de aanleiding geweest tot het staatsinter-

vention i sme.
De maatregelen van de vdlmachtenregeeririgen be-

oogden het voeren van een actieve conjunctuurpoli-

tiek tezamen met een geforceerd aanpassingsproces.

De aanpass’ingspolitiek was eenerzijds gericht op een verlaging van de kosten van levensondeihoud, ander-

zijds op een bezuiniging op den publieken dienst. De
actieve conju’nctuurpolitiek ‘bestond uit een verlich-
ting van de lasten, die op het ‘bedrijfsleven rustten
(verlaging van rente en belastingen) en uitbreiding

van ‘het credietmechani’sme. Deze laatste maatregelen
kwamen pra’etisoh neer op een steun aan het bank-
wezen, ‘daar tengev’dlge van de voortdurend zwakker

wordende positie van het bankwezen geen nieuwe

cre’dieten aan het bed
r
ijfsleven werden verstrekt.

De schrijver toont aan, ‘dat de bonen en klein’han-
delsprijzen ‘in België nog een zeer •groote dispariteit

vertoonden met ‘de overeenkomstige elementen in

Engeland, zoodat voor een evenwicht met dit land
nog een zeer drastische verlaging van het kostenpeil
noodzakelijk was. Uit een analyseering van cle ver-

schillende kostendlementen in ‘het binnenland blijkt,
dat in 1934 vergeleken met 1929 de rentelast van

particulieren en overheid en de’ ‘vaste lasten niet
alleen reëel maar ook nominaal zijn gestegen in plaats
van gedaald.

Tengevolge van het blijven ‘bestaan van de starre

elementen wordt de ‘druk van ‘de deflatie voorname-
lijk gelegd op de meest elastische ‘deelen van ‘de volks-

hu’iahou’ding, waardoor een sterke verschuiving in ‘de
inkomensverdeelin’g plaats vindt, die allerlei sociale

reacties opwekt. Daarbij komt ‘dan nog de aantasting
van de rechten van rentetrekkers en ‘gepensi’onneer-

den. Dit leidt ertoe, ‘dat de oppositie zich niet alleen

verdiept, maar ook ver4breedt. Hoewel deze factor van
niet econom’i’sc’hen aard is, schept de sociale ‘onrust

een sfeer van wantrouwen, die vooral in België de
uiterst labiele eredietpositie moest ondermijnen.
Daarbij kwam, dat ‘de depressie in België niet

alleen van conjunctureelen, maar ook van structuree-
len aard was. Het aanpassingsproces moet van ande-
ren aard zijn, indien ‘verschuivingen •in af’zetver,h’ou-

‘dingen tot productiewijzi’gin’gen moeten leiden. Het
prijsinechanisme kan in dat ‘geval n’iet een directe

oplossing voor ‘de moeilijkheden bieden.

De kunstmatige verlaging van dezen rentestand in
België was niet in ‘overeenstemming met de principes van de deflatie’politiek. Bovendien was de positie van
de centrale bank reeds verzwakt door een te ruime
credietpolitiek. Toen ‘de goudafvboeiin’gen een groo-

ten omvang ‘begonnen aan te nemen, kon de Regee-
ring haar politiek van credietexpans’ie niet opgeven
om den ‘gouden standaard te verdedigen. Daarom is
de gouden standaard nationaal van drie kanten on-
dermijnd. In de eerste plaats ‘door niet monetaire fac-
toren, t.w. de groote mate van inelasticiteit in ‘de
volkshuis:houd’ing. Verder door de u’iterst labiele
cred’ietstructuur van de Bel’gische banken en tenslotte
d’oor monetaire factoren, ‘die ‘de klassieke verdedi-
gingsmiddelen’ van ‘den gouden standaard (disconto-

ver,hooging en credietrestrictie) verlamden.

De actieve ‘politiek was niet in overeenstemming
met ‘cle eisdhen van een monetaire politiek, die op
handhaving van den gouden standaard was ‘gericht. Ter verdediging van den ‘gouden ‘standaard ‘had de
credietpolitiek ‘moeten worden opgegeven, waardoor
het bankwezen zou zijn ‘ingestort, hetgeen niet alleen
het bedrijfsleven verder zou hebben verlamd, ‘doch ook
het ‘bezit van ‘de ‘spaarders d’irect en indirect hebben
aangetast. Dit bezit, ‘dat langen tijd veilig scheen,
was ‘het op het einde van de deflatieperiode niet
meer. Onder deze omstandi’gheden was de oude goud-

paritei.t niet meer te handhaven.
De schrijver komt ‘dan tot ‘de conclusie, ‘dat ‘de
deraluatie met 28 pOt. het evenwicht in ‘de volks-

huishouding ‘heeft verbeterd, maar niet ‘hersteld. Dit

percentage kan later te ‘hoog of te ‘laag
blijken
te
zijn,
hetgeen ‘het land dan voor nieuwe moeilijkheden

zal stellen. Rekening houden’de met de bijzondere

positie van België, staat het vast, ‘dat, zoolan’g de

internationale valutasta’bilisatie nog niet tot ‘stand
is gekomen, de aanpassing in de igoudlanden zich nog

n’iet heeft voltrokken, ‘de ihan’de’lspol’itieke constella-

tie zich nog voortdurend wijzigt en de internationale
conjunctuur niet verbetert, het evenwicht in de Bel-

gische volks’huis’hou’ding niet kan worden hersteld.

De 13de publicatie van het Nederlandsch Econo-

misch Instituut.

Aan het ein’de dezer week zal publicatie No. 13
van ‘het Nederlandsdh Economisch Instituut, ‘getiteld:

,,Economische ‘politiek in België ‘in ‘de ‘depressie” van

‘de hand van Dr. H. M. H. A. van ‘der Valk, ‘het licht zien. Een korte samenvatting van dit ‘boek

vindt men hiervoren opgenomen. De studie, ‘die in

‘den handel ‘zal worden gebracht voor den prijs van

f 1,-, is
98 pagina’s groot en bevat 16 grafieken.

Zij zal, evenals ‘de overige publicaties, ‘tegen een

verlaagden prijs (voor ‘dit boek
f
0,75) ‘beschikbaar

worden gesteld voor ‘d’onateurs en leden van het Na-
derlan’dsch Economisch Instituut. Bestellingen
(wit-

sluitend voor leden)
‘gelieve men te richten aan het

Secretariaat: Pieter ‘de H’oochweg 122, Rotterdam,

Giro N’o. 158477.

De zichtbare suikervoorraden in de wereld.

De zichtbare voorraden per 1 Aug. zijn volgens Czarnikow:

1935
1934
1933
tons tons
tons
Duitschiand …………..
517.000 382.000 481.000
Tsjecho-Slowakije

……..
149.000
145.000
196.000
Frankrijk…………….
441.000
258.000 292.000
Nederland

…………..
197.000
223.000
161.000
België

………………
89.000 72.000
87.000
Hongarije…………….
38.000
41.000
50.000
Polen………………..
141.000 129.000
207.000

U.K.
Geïmp. suiker

……
196.000
260.000
287.000
Binnen!.

,…….
64.000
60.000 37.000

Europa……..
1.832,000 1.570.000
1.798.000
V.S.
Alle havens

……..
552.000 752.000
584.000

Cubaansche havens

……
480.000
788.000
761.000
Cuba binnenland……….
1.075.000
1.400.000
1.500.000
Java

………………..
1.548.000
2.340.000 2.767.000

Totaal.
.. .. .
5.487.000 6.850.000 7.410.000

INGEZONDEN STUKKEN.

HERSTEL VAN HET CREDIET DER HYPOTHEEK-

BANKEN.

De heer J. J. Korndorffer schrijft ons:
In het vorige nummer van dit tijdschrift komt een
bestrijding voor, ‘door ‘den Voorzitter van ‘de ,,Ver-
een’lglng van Directeuren van Hypotheekibanken”,
van mijn artikel, onder I’bovensta’an’den titel opgeno-
men in E.-S.B. vafi 11 Sept ji. De Schrijver komt
aan het slot tot de conclusie, ‘dat het vertrouwen in
een pandibrief ‘geenszins is geschokt ‘door verkeerd be-

leid van de ‘hypotheekbankdirecties (hetgeen uiteraard
niet ‘door mij is beweerd), ‘doch ‘gevolg is van ‘de

‘bijzondere omstandigheden, ‘d’ie ook ‘het Staats- en
het Gemeentecrediet ‘in ern’sti’ge mate ‘hdbben ‘ge-

schokt. In het stuk zelf maakt ‘de heer Dal Campo
verder nog melding van ,,aantij’gin’gen” tegen de lei-

ders onzer hypotheekbanken en Z.Ed. ‘blijkt verder
van meening, dat ik een aanval meende te moeten
doen op het ‘beleid van de hypotheekbanken inzake

winstuitkeerin’gen.
Het komt mij voor, dat ‘den ‘heer Del Campo ‘de
strekking van mijn artikel ‘is ontgaan. Dat artikel is
geheel van zakeljken en ‘opbouwen’den aard. Het stel-
de ni. in het licht, – er van uitgaande, ‘dat het ere-
diet ‘der ‘hypot’heekbanken nu eehma’al ernstig is

25 September
1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

839

geschokt, – dat een spoedig herstel van dat ere-

diet een eisch is van algemeen ‘belang en dat de Re-
geerin’g een recht van medespreken behoort te ver-
krijgen, ten einde met zoo min mogelijk hinder voor het hy

potheekbankbedrijf het crediet van dat bedrijf

zoo spoedig mogelijk te kunnen ‘herstellen, en tevens

om aan dat crediet, zonder hinder voor het geheel
vrij blijvende bedrijf, een Ibeteren grondslag in de toe-
komst te schenken.

Oritiek op het beleid der bankdirecties was geens-

zins mijn doel; dat beleid werd echter onvermijdelijk
ook binnen den kring der beschouwingen getrokken als toelichting en motiveering, o.a. om ‘te doen blij-

ken., dat, gezien de opvattingen hij de hypotheekban-
ken, van ‘deze niet de vereishte maatregelen zijn te verwachten. Het ligt natuurlijk niet op mijn weg te
hetoogen, .dat het hypotheekbedrijf •zoo bijzonder winstgevend is, – dat gaat mij niet aan, interesseert mij trouwens ook niet. Echter ligt wèl op
mijn
weg

in het licht te stellen, dat
aanzienlijke
bedragen aan

de hypotheekbanken voor winstuitkeeringen zijn ont-
trokken, toen zoo krachtig mogelijke versterking van
haar financieele positie haar plicht was. Uiteraard

‘heeft ‘het niet in de macht der hypotheek’banken ge-
legen te voorkomen of te verhelpen,
wat
mij de hoofd-
oorzaak van de verzwakkin’g harer financieele positie
lijkt – di. de waardedaling der hypothecaire onder-
panden – maar wèl was in haar macht de gevolgen
van die waardedaling ‘te verminderen door het ver-
grooten tot het uiterste van haar reserves, m.a.w. het
vergrooten van de veili’g.hei’dsmarge voor de pand-
briefh’ou’ders.
De inhoud van het stuk van den heer Del Campo
vormt gedeeltelijk een ‘bevestiging van mijn betoog,
gaat overigens in hoofdzaak daar langs heen en leidt
onwillekeurig de aandacht af van de hoofdzaken. Het
bevat echter één belangrijk punt van zakelijken aard,

•dat nogmaals onder de oogen behoort te worden ge-
zien.

In overeenstemming met hetgeen men vrijwel over-
al naar voren ziet gebracht, schrijft de ‘heer Dcl Cam-
po den aan het hypotheekbankcrediet toegeibrachten
schok toe aan ‘de vermindering der rechtzekerhei’d
voor de pan’dbriefhou’ders; daar zou ,,’de” oorzaak lig-
gen, ook al noemt genoemde heer nog enkele factoren van minder ‘belang. En de heer Del Ca.mpo legt daar-
bij den nadruk op de nitvaardi’gin.g in Maart 31. van

de
Koninklijke ‘besluiten inzake ‘de ‘landbouwhypothe-
ken en op de, volgens hem, dreigende beperking van het executierecht voor stedelijke hypotheken; tevens
maakt ihij melding van de ellendige ervarirg met
de, niet •bij de R.P.S.B. aangesloten, Vaderlandsche
hypotheekbank.

liet is natuurlijk niet mogelijk de grootte van •den
invloed der verschillende factoren af te wegen; de
verminderde rechtszekerheid vermeldde ik uiteraard
eveneens ‘in mijn artikel, zelfs eenige malen, maar
ik meende nadruk te moeten leggen op ‘de catastro-
pha’le, nog steeds ‘doorgaande, waardevermindering
van de hypothecaire onderpanden, niet alleen omdat
deze waardedaling m.i. ‘de belangrijkste factor is,
maar •ook omdat ‘daaraan niet steeds voldoende aan-
dacht ‘door de ‘hypotheekbanken is geschonken en om-
dat de ernst van die waardedaling slechts geleidelijk
tot het Ibesef ‘der beleggers is ‘doorgedrongen en ver-
inoedelijk zelfs nu nog niet ten voile ‘wordt beseft.
Niemand zal ‘den grooten invloed van den door ‘den
heer Del Campo gedachten hoof’dfactor ontkennen,
maar het is m.i. ‘toch buiten kijf, dat ‘die factor ‘ge-
lijkelijk moet drukken op de paudbrieven van alle
hypotheekbanken, ‘geen enkele uitgezonderd; de erva
ring leert evenwel, dat de toestand anders is, – •men
sla slechts de beursnoteerin’gen na.

Men staat hier voor een ‘gevolg van het, gedurende een langdurige periode, versluieren van ‘den toestand
door den steun aan ‘de ‘beurskoersen verleend door ‘de
‘hypotheekbanken zelf, – enkele uitgezonderd. Ten-
slotte was het niet langer mogelijk ihet aanbod -ter

beurze te verwerken en in dit verband maakte ik dan
ook melding van ‘de ‘bekende ‘publicatie in ‘diezelfde,
door den ‘heer Dcl Campo genoemde, maand Maar-t
van dit jaar, blijkens welke een bepaalde hypotheek-
bank in nog ‘geen drie ‘maanden tijd
ruim één miili’oen
gulden ha’d besteed voor steun als bedoeld. Het
cm-
‘di’gen en het verminderen van dergeljken steun, ge-

paard aan de an’dere reeds genoemde factoren, moest

natuurlijk het iizzakken ‘der koersen tot gevolg ‘heb-
ben tot een peil, in overeenstemming met de opvat-
ting van ‘beurs en publiek.

De heer Dell Campo maakt nog ‘de opmerking, da-t
mij ‘bekend kan zijn een gebrek aan medewerking van

‘de Rijksfondsen, inzake vrijwillige conversie van
pandbrieven en het in contanten ‘doen uitbetalen van

uitgel’ote pan’d’brieven. Ongetwijfeld is de houding

‘der Rijksfondsen ten opzichte van de hypotheekban-
ken reeds sedert een’i’gen -tijd zeer gereserveerd ge-
weest (pan’dhriefbezit ‘der Rijksfon’dsen, met inbegrip
van ‘de Indische Pensioenfondsen, op 31 December
1931
f
103 m’illi’oen, op 1 Maart 1935
f
94 millioen),
maar, in verband met beide opmerkingen, meen ik
er op ‘te mogen wijzen, ,,wie het onderste u’it de
kan wil ‘hebben., d’ien valt het li’d op ‘den neus.” De

uitlating van ‘den heer Dcl Campo ‘inzake vrijwillige
conversie, geeft mij verder ‘den indruk, ‘dat hij niet volledig op ‘de hoogte is. Ui’t den aard van de zaak

kan ik niet ver.der hierop ‘ingaan. Nu intussehen mijn
geachte opponen’t meent de (bewuste onderhandelingen
in ‘herinnering te moeten brengen, meen ik ‘dat te
mogen ‘doen ten ‘opzichte van ‘de opmerking in het
artikel ‘in ‘het nummer van 11 Sept. j’l., da-t
reeds
voor een’ige jo,ren en bij herho,ling,
van ‘de zijde van
enkele zeer groote ‘beleggers, ‘den hy’pothkbanken
is gewezen op de noodzaak van een voorzichtige ‘divi-
dendpolitiek en van krachtige reserveering.
Het is mij niet duidelijk geworden, wat men kan
aanvoeren tegen een recht van medespreken van de
Regeerin’g, zoowel nu, ter onmiddellijke gezondmaking
van het ‘bedrijf, ‘als in ‘de toekomst -ter verkrijging
van zoo groot mogelijken waarborg voor het vervol-
gens in ‘goe’den. toestand ‘doen ‘blijven van het bedrijf.
Daar ‘de Regeering, ‘blijkens ‘het ‘bekende wetsont-
werp, al’s redster gaat optreden, is het vanzelf spre-kend, dat zij zich ‘bij de gezondmaking doet gelden;
‘de ‘goede ‘banken behoeven daarvan geen last te
hebben – integendeel.

Maar ook een recht van toezicht in ‘de toekomst is
mi. onmisbaar ‘geworden, gezien ‘den geweldigen om-vang, dien het hypotheek’bankbedrijf geleidelijk ‘heeft verkregen. 31 December 1920 ca.
f 600
mi’llioen hy-
potheken, 31 December 1934 ca.
f
1000 ‘mil’lioen hy-
potheken, en mede n’iet uit het oo’s verliezende, da-t
een ‘goed hypotheeldbankcrediet een algemeen maat-schappelijk ‘belang is van de eerste orde. Het ‘bespro-ken bedrijf ‘is in •on.s land even onmisbaar geworden
als de Posterijen, ‘de telefoondienst, de electriciteits-
voorziening, enz. Als men goede volkshuisvesting een
eerste levensbehoefte kan noemen, zou men datzelfde
kunnen zeggen van ‘goedkoop en goedwerkend hy’po-
t’hecair crediet. Het hypobheek’bankbedrjf is nu een-
maal niet een gewoon gel’dverdienbedrijf, – sta’gna
tie van ‘het hypotheekbankcrediet vindt in ruimen
kring haar weerslag en ‘brengt onmiddellijk ernstige
consequenties mede voor de volkshuisvesting. En
uiteraard is het een algemeen belang, dat in ‘de kapi-
taalbehoeftert ‘der volkshuisvesting zoo goedkoop mo-
gelijk worde voorzien, waartoe o.a. een eisch is, ‘dat
het ‘hypotheekbankwezen -zoo efficient mogelijk zij.
Het karakter van ‘het hypot’heekbank(bedrijf nadert in
zekeren zin dat van ‘de openbaar nutsbedrijven en
vereischt als zoodani’g de onafgebroken aandacht van
de Overheid.

Het in ‘de toekomst ‘gedachte toezicht is vèr van in-
grijpend. In plaats van toezending van bepaalde ‘ge-
gevens aan de Rijkspostspaarbank, zooals tot nu toe,
zouden die stukken ‘in het vervolg naar de ,,Hypo-
theekkamer” gaan. Hoof’dverschil met den tegenwoor-

t

840

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 September 1935

digen toestand zou slechts zijn, een beperkte bevoegd-

heid tot publicatie door het contrôle-orgaan in he-

paa’l;dn omstandigheden, een bevoegdheid in den gees’t
van die der ,,Verzekeringskamer”. En het instellen

van een ‘hypotheektaxatieregister houdt evenmin iets
ingrijpen’ds ‘in, vereischt evenmin veel omslag, zal
evenwel een preventieve werking hebben op de taxa-
teurs en op Ihet beleid van onvoorzichti’ge hypobheek-

banken, ‘dooh zal de banken niet het minst ‘in haar
bedrijf behoeven te hinderen, integendeel – zal haar

tot steun zijn.
A’lles moet zijn tijd hebben tot rij pen, ook ‘de over-
tuiging, dat het ‘hypotheekbankbedrijf, zooals het ge-

leidelijk is gegroeid, niet buiten toezicht van de

Overheid kan blijven. Het heeft zidh in ons Land •in
vrijheid kunnen ontwikkelen; laat dat, indien een.igs-
zins mogelijk, z66 blijven. Een tijdig handelen nu
ï
in

den aangegeven Igeest, zal later de noodzaak van veel

verdere S’taats’bemoeiing kunnen voorkomen.
Nog zij herhaald: ,,men .genera’liseere niet.”

DE NOOD DER BINNENSCHEEPVAART.

De heer J. P. B. Tissot van Pat’ot schrijft ons:

In het nummer van 4 Sept.
ii.
verklaart ‘de ‘heer

‘Mr. W. 0. Mees ‘den crisis-toestand der binnenscheep-

vaart uit invloeden, die reeds aanwezig waren
v66r

dè invoering, der Evenredige .Vraohtverdeeling (me-
dedinging van ‘den vrachtauto door ‘snelle en gron-

di’ge verbetering van ons wegennet, van de spoorwe-

gen door ‘het ‘ontslag van hun verp’liebting tot publi-
catie ‘der ‘tarieven en van de kustvaart door de sti-

mulans van het Werkfon’ds) en die, welke zijn ont-

staan
dé6r en
tijdens
de werking der E. V. (weer

aan de markt komen van onttakeld materieel, :het ge-

ringe emplooi der economisch méér-waard’i’ge motor-
sdhepen en ‘de terugloop van de vervoerde hoeveelheid
goederen). Als maatregelen beveelt ‘de ‘sebrijver aan:

le. ‘geleidelijke op’heffi-ng van ‘de werking van de
wet nopens •de E. V., 2e. classificatie, 3e. vaarver-

•gunnin’g, 4e. stopzetting van den aanbouw, 5e. uit-
kooping van ‘het oudste materieel, 6e. ontheffing van
vaarbelastingen, 7e. vergunningssteisel voor vracht-

auto’s, 8e. beter (tedhnisch) onderwijs aan schippers.
In het algemeen kunnen wij’ ‘het oordeel van den

heer Mees ‘onderschrijven, ‘doch het zij ons vergun’d
om naar aanleiding van, zijn artikel de volgende op

merkingen
te msken, resp. de volgende ‘aanvuflingen
te geven. Wjj willen da’aihij vooral een interne fac-

tor in ‘de crisis-bewerking eeni’gszins meer belichte
dan den ‘scih±ijver ‘deed en wel ‘de vergrooting van de
vervoercapac’iteit ‘der ‘binnensdheepvaart in de laatste
jaren’, waartoe wij in staat ‘zijn door de recente publi-
catie van •de ,,Statistiek ‘betreffende .de grootte en

samenstelling der binnens’loot”. Uit die statistiek
blijkt, ‘dat op 1 Maart 1934 ‘het totale aantal onder de

E. V. v’a!llende schepen 17.133 ‘bedroeg, metende
3.117.638 ton, waarvan 10.141 schepen, vertegenwoor-
digen’d 2.413.054 ton, emplooi vonden in ‘de particu-

liere sohipperj’.
Voor ons ‘doel zijn vooral de ‘gegevens betreffende
de vergrooting van de vervoercapaciteit van ‘belang.

Deze is bewerkt ‘door
a.
‘betere sleepgelegen’hei’d,
b.
mo-

toriseerin’g en
c.
aanhouw van nieuwe schepen, waar-

van ‘de eerste twee in’direct (door ‘grootere omloop-
snelheid), ‘de laatste direct ‘de vervoercapaciteit ‘heb-
‘ben vergroot. Betreffende de ‘betere s’leepgelegenheid
•staan ons geen cijfers ten dienste, ‘des te meer eeliter

aangaande ‘de andere twee factoren.
‘Wat de motori’seering betreft, is het ‘interessant op
te merken, dat opi Maart 1934 van ‘de onder ‘de E. V.
vallende 17.133 schepen (met 3.117.638 ton) 9.822

schepen (met 2.426.527 ton of 77 pOt.)
niet
meha-

nisch konden worden ‘voorbewogen, terwijl zulks bij de re’st, zijnde 7.311 schepen (met 691.111 ton)
wei

het igeval was’, waaruit volgt, ‘dat m’btorisatie
‘bij
voor-

keur 1,bij de kleinere schepen ‘heeft plaats gevonden.
Hoe staat het echter met :de
ontwikkeling ‘
der
md-

torisati? ‘Een ‘denk’beeld ‘hiervan kan worden ge-
vorm’d :door ‘de vermelding, ‘dat in totaal aan motor-

hooten in de jaren 1922 t.e.m. 1930 1700 stuks, met
een tonnage van 170.000 ton, werd opgeleverd (waar-

van ‘aan de particuliere binnenschipperij 737 motor-
schepen, metende 92.195 ton toevie’len) tegen een
totaal opgeleverd aantal van 4437 schepen, metende

1.047.791 ton. De verhoudingen zijn, zoowel voor het

aantal als voor ‘de tonnage, sprekend: ongeveer 40
pOt. ‘der ‘vloot, vertegenwoordigend 16 ‘pOt. ‘der totale

tonnage, ‘is van betrekkelijk jongen datum. Een andere
tabel leert ons, ‘dat uit dezelfde periode 2321 ,,’gem’o-

toriseerde” schepen (met 231.766 ton) stammen. Dat
een
‘dergelijke
versterking van ‘het motorisch element

in de stijging ‘der vervoerca’paciteit van ‘de binnen.

vloot een niet on’belan’grjke factor is geweest, ‘geven
bovenstaande cijfer-groepeerin’gen wel aan.

Wat ‘de ‘derde factor tot vergrootin’g der capaciteit

betreft – ‘de aanibouw van nieuwe schepen – geeft

de statistiek ons ‘het volgende cijfermateriaal. Uit de
jaren 1922-1930 ‘dateeren 4.437 schepen (1.047.791
ton); 26 pOt. van ‘het totale aantal op ‘het moment
aa’nwezigé schepen en 33 pOt. van ‘de thans beshik-

bare tonnage ‘dateeren ‘dus uit de ‘periode tusschen de
n’a-oorlo!gsëhe ‘hausse en het ‘begin van de baisse in

1930. Het is ‘bij ‘gebrek aan een statistiek, aangeven’de
de ‘totale ‘hoeveelheid vervoerde goederen, vel niet

met
cijfers’
te ta’ven, maar men ontkomttoch niet aan den indruk, dat een ‘dergelijke aanbouw niet ,,even-

redig” is geweest met de behoefte. Dat daarbij de
cbnstateering van de crisis in de ‘binnenscheepvaart
reeds ‘dateert van v66r 1931, ‘toen nog geefl der an
clere vervoerwijzen klaagde, geeft 66k wel ‘aan, ‘dat in
de interne verhoudingen niet alles ‘pluis was. Hier-
door is de conclusie niet lichtvaardig, ‘dat ‘de crisis

in ‘de bi
nnensc
heep
v
aa
r
t niet in ‘de laatste plaats te
wijten is aan de interne factor van. de te sterke ver-
grootin,’g ‘der capaciteit, ‘die niet ‘in ‘het minst tot een
on’gezon’den toestand geleid ‘heeft. (Zie ook: de
Bin-

nenscheepvaort
van 21 Sept. ji. e.v., waar wij deze

meen’ing uitvoeriger uiteenzetten).

In ‘dit verband dient de opmerking geplaatst ‘te
worden, ‘dat ‘het uitgangspunt van ‘den heer Mees –
dat ‘de toestand v66r de intredin’g ‘der ‘drievoudige me-
dedinging gezond was – niet geheel bekrachtigd

wordt ‘door de verwijzing naar den geringen achter-
stand van rente en aflossing bij de sch’eeps’hypotheek-
banken. Uit ‘dit verschijnsel valt nog niet te couclu-
deeren tot een ‘intern gezonden toestand, ‘hoogstens

valt ‘hieruit op te maken, dat ‘de situatie nog niet
z66 ongezond was, dat ‘verplichte schulden niet meer

konden worden voldaan en men een confisoatie van
zijn middel tot ‘broodwinning risqueerde. Bovendien
is ‘het een bekend verschijnsel, ‘dat hij vervoermidde-
len ‘steeds een overmaat ‘van capaciteit aanwezig is

(om. veroorzaakt d’oor de omstandigheid, dat men
niet ,,op voorraad” kan produceeren en door het ge-
mis aan een open markt), maar ‘dat ‘dit teveel eerst

openbaar wordt in tijden van langconjunctuur, van-
neer ‘de prijs- (tarief-) calcu’latie scherper wordt ‘dan

voorheen.
Het bovenstaande betreft ‘de
oorzaken
van de crisis,

zooals de heer Mees ‘die geschetst ‘heeft. Tenslotte nog

een ‘opmerking over ‘de
oplossing
van het vraagstuk.

Gezien het o.i. belangrijke euvel der overmati’ge capaciteit, ‘die noodzakelijk ‘leidt tot een ,,verdun-
ning van ‘het verkeer”, ‘bhoef t ‘het ‘geen betoog, dat

wij :de door ‘den ‘heer Mees aanbevolen niaatrêgelen –
geleidelijke ‘opheffing van de wet op de E. V., die
den bestaan’der toestand sanctionneert en continueert,
‘de dlass’ificatie, ‘de vaarvergunnin’g, ‘de stopzetting van
nieuwen aanbouw, uit’koopin’g van ‘het oudste mate-
rieel (‘het oudste sohip dateert ui’t 1846; het aantal
schepen, ‘dat thans moer dan 35 jaar ‘oud ‘is, ‘bedraagt

2428, vertegenwoordigend pl.m. 511.000 ton) – uit
hoofde van hun ‘beperkende werking op de capaciteit
zonder, restrictie kunnen ‘bijvallen. Minder ‘sympathiek
staan wij tegenover ‘de voorgestelde ontheffing vak

25′ September 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHË BERICHTEN

841

vaargel’den, omdat zij het ‘beginsel van eigen-kosten-
dekking weerstreeft. Dit principe vloeit voort uit den
econ’omisc’hen aard van het verkeer en voorkomt wiI1e-
keurige subsidieering van Overheidswege van bepaal-

•de sch’akels in het productie-proces, terwijl niet-
naleving van dit beginsel schijnrenta’biiitei’t van dien
bedrijfstak en dier bedrijven, welke van haar diensten
gebruik maken, en het gevaar van overkapi’tal’isatie

als gevolgen oplevert, hetgeen niet ‘in het belang der
hinnenseheepvaart kan zijn.

Wat het vergunningsstelsel voor vrachtauto’s be
treft,
zouden wij een dergelijk systeem niet anders
dan ‘kunnen ‘toejuichen. Wij zijn evenwel ‘beduch.t voor
een partieele en fragmentarische regeling van ver

voerwijzen, omdat juist de ervaring, opgedaan met de

E. V., geleerd heeft, dat niat-ordenin’g-overde-gehee-
1e-linie het gebied, waar
wel
‘geordend wordt, in een
onbehaaglijke uitzonderingspositie brengt, waarop
allerlei concurreerende krachten kunnen worden uit-
geoefend, die ‘de uitwerking der overigens juiste

maatregelen ‘tegenstreven en soms opheffen. Het is
o.i. ‘daarom aanbevelenswaardig de hinnenscheepvaart-
verhoudingen gelijktijdig met die in het
.qeheele
ver-
keer te regelen, wil men wederom niet ‘dezelfde on-

pleizierige ervaringen opdoen als thans hij de E. V.
het geval is.

N a s c ‘h r i f t. In het bovenstaande worden ter aan-
vulling van het ‘door snij in No. 1027 van ‘dit tijd-
schrift geplaatste artikel verschillende opmerkingen
gemaakt, die mij aanleiding geven daarover en tevens
tot verduidelijking van hetgeen ik gesdhreven heb,
tevens nog ‘het een en ander te zeggen.
De geachte inzender maakt bij
zijn
artikel ‘gebruik
van de recente publicatie ,,Statistiek van grootte en
samenste’llin van ‘de ‘binnenvioot in Nederland (toe-
stand op 1 Maart 1934)”. Deze publicatie, waarvan
ook ik vdôr het
schrijven
van mijn artikel met be-
langstelling kennis had genomen, is zeker voor de
kennis van ‘de binneuvloot van zeer véel belang.
Zooals echter in de inleiding door de samenstellers
wordt opgemerkt, betreft zij niet ‘de geheele ‘binnen-
vloot, maar slechts ‘de bin’nensohepen, welke op 1 Maart
1934 ‘geregistreerd waren tea behoeve van de even-
redige vradhtverdeelin’g.

• Het is ‘bekend, ‘dat het gebruiken van statistieken,
hoe nuttig ook, met groote voorzichtigheid ‘dient te
geschieden. Dit geldt in dit geval nog te meer, daar de
ôijfers van ‘deze statistiek niet een afgerond geheel,
dat ‘de zuivere binnenvloot omvat, betreffen, maar er

tevens ‘in is opgenomen een gedeelte van ‘de vloot
Rijnicihepen, terwijl een ander gedeelte, dat niet ‘voor
cle Evenredige vraoh’tverdee’ling ‘geregistreerd is, er
niet in is opgenomen. Bij de Ibeoordeeling van ‘de door
‘den heer Tissot van Patot vermelde
cijfers
zal men
‘dit in het oog moeten ‘houden.

De voormelde schrijver meent, dat ik van meenin’g
was dat in 1930 toen ‘de huidige crisis in de ‘binnen-
scheepvaart aanving, ‘de toestan’d in ‘de binnenscheep-
vaart gezond was. Dit was zeker niet het geval en is
dan ook niet ‘door mij ‘beweerd, wèl ‘dat v66r ‘dien tijd de goede schepen van de ‘binnenvloot geregeld bonen-de ‘bezigheid vonden. Dit werd door mij ‘betoogd, om-
dat in ‘dien tijd ‘de eigenaren van deze schepen in
staat waren geregeld hunne verplichtingen tegenover
de ‘scheeps’hypo’theekbanken na te komen. Ik ‘blijf deze
bewering juist achten; een langdurige ervaring heeft
mij ‘geleerd, dat juist ‘de n’akoming van ‘de verplich-
tingen tot betalen van rente en aflossingen een goed
beeld geeft van de situatie ‘van ‘de ei’genaren van met
hypotheek bezwaarde schepen; ‘dit is een thermome-
ter, die over het al ‘of niet financieel ‘gezond zijn van
het ‘bedrijf ‘der betrokken scheepsei’genaren een be-
trouwbaar ‘beeld geeft.
In het bedrijf van ‘de ‘binnenvaart hebben zich in
den loop der tijden telkens veranderingen voorgedaan.
Welk een invloed op ‘de aan de zuivere binnenvaart
verwan’te Rijnvaart ‘de in 1841 in gebruik ‘genomen

ijzeren sleepaken ‘ge’had ‘hebben kan men in een voor
eeni’ge jaren verschenen ‘dissertatie
1)
uitvoerig ‘be-
schreven vinden. Tegen de concurrentie van ‘deze
sleepa’ken, ‘die er ‘op ingericht waren zoo weinig mo-

gelijk weerstand aan ‘den ‘druk van ‘het water te bie-
den, waren de toenmalige logge, ongelijksoorti’ge zeil-

schepen niet bestand. Er maakte zich een ‘groote on-
gern’sthei’d van de ie’ilschippers meester, ‘d’ie aan de
Regeeringen van de Rijnoeverstaten verzochten het

gebruik van sleepaken te verbieden, hetgeen natüur-lijk geweigerd werd. Het ‘gevolg was, dat een aantal
,,’benrtschippers” zijn ‘bedrijf ‘moest opgeven.

Wanieer men in dit proefschrift leest ,,Voor de
vrije schippers
werd de strijd ‘om het bestaan door
de stoomsleepva.art nog moeilijker dan hij al was. De
vrach`ten’daalden ‘voortdurend. Van ‘de schip’pers
maakte zich een gevoel van moedeloosheid en ‘opstan-
di’ghei’d meester, ‘dat in ‘het revolutiejaar 1848 tot
verz’et tegen ‘het ‘gezag en tot aanvallen op ‘de sleep-

booten ‘leidde”, dan is ‘het on’der de tegenwoordi’ge

tij’dsomstan’dig’beden bemoedigend te weten, ‘dat ook
toen ‘de vrije Rijnschippers niet ‘ten ‘gron’de zijn ge-
gaan, al hebben zij zich aan ‘de omstandigheden moe-ten aanpassen!

In de ‘binnenvaart ‘heeft men een ‘dergelijke veran-
dering gehad, ‘toen in het laatste kwartaal van ‘de
negentiende eeuw. de h’outen schepen ‘door de ijzeren
schepen ‘zijn verdron’gen.

Een nieuw keerpunt ‘voor ‘de ‘binnenvaart
is
geko-
men, toen in 1900 op groote schaal motor’booten wer-
den aangebouwd. De aan’bouw van ‘deze ‘soort schepen
nam ‘geleidelijk toe, terwijl op ‘den duur ‘de aan’bouw

van zeilschepen achterwege bleef. Di’t blijkt wel uit
tabel XXII
2)
van ‘de ‘hovenvermel’de publicatie. Van
de in deze tabel vermelde 1370 klippers zijn er 105, van ‘de 2750 tjalken 106, maar van de 3523 motor-
booten 1920 na het jaar
.
1920 gebouwd. Zeilsohepen
werden ‘dus practisc’h niet aangebouwd, maar des te
meer m’otoiibooten. Hieronder ‘heb ik eeni’ge aan tabel
XXII ondleen’de cijfers opgenomen, ‘die deze ontwik-
keli’ng ‘duidelijk aangeven.

190111910..

546

81.552 1.335

105.002

660

45.605

191111920..

279

36.752

424

28.671

678

50.244

192111930..

95

9.039

102

, 0.072

1.778 176.301
1931/1934. . 10 1.004 4 255 142 23.976
(Maart)

Een ‘deel van .de zeilschepen werd, al of niet ver-
lengd, van een motor voorzien, andere werden tot
s’leepschip herschapen. Deze verander.de schepen varen
echter niet ‘gelijkwaardig met de als motorboot of als
slee’pschi’p gebouwde schepen. Z’oo werd steeds meer
het zeilschi’p ‘d’oor ‘de motorboot en ‘door het sleep
schip vervangen. Daarbij valt te ‘bedenken, dat in ‘het
algemeen de motor wordt gebruikt bij ‘de kleinere
schepen. Met van een motor voorziene kempenaren van omstreeks 500 ton kwam men, ook al komen er
in de ‘beurtvaart enkele motorbooten voor van groo-
tere tonnage, op ‘de grens.

De motorhooten zijn ‘goed voor ‘het sneivervoer, dus
voor stukgoederen. Grootere ‘hoeveelheden als erts,
kolen, ‘granen kan men beter in ‘door sleep’booten ge-
sleepte sleepkanen vervoeren. Bij ‘het vervoer van
‘deze ‘goederen is niet zooveel ‘haast en ‘daarenboven
kan ‘het door een stoom- of motors’leephoot gesleepte
sleepschip wat ‘de ‘kosten ibetreft zeer goed concur-
reeren tegen d’e motorhoot, die voor ‘deze ladingen
te ‘duur in exploitatie is.

,,Rotterdam en ‘het Dui’tsche achterland
1831-1851″,
1)t’oefschi’ift in
1931
gepubliceerd door P. J. Bouman.
De in de statistiek ‘vermelde ‘gegevens berusten op de
opgave ‘vail ‘de eigenaren. De mogelijkheid bestaat, dat
vooral ‘bij oudere schepen de eigenaren geneigd geweest zijn den leeFtijd vat te flatteeren en ‘bij’v. een jaartal van verbouwing als jaartal van aanbouw aan te geven.

842

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 September 1935

Dat groote sleepsehepen niet van motoren voorzien

worden, ligt daarenboven aan het feit, dat
zij,
door

motoren voortbewogen, op de binnenwateren en den

Rijn
moeilijk
‘te manoeuvreeren zouden zijn.
De structuurveranderin’gen in de binnenvaart had-
den het altijd in dergelijke omstandigheden optre-
dende gevolg, dat een groep van sdhippers in moei-

lijke omstandigheden kwam te verkeeren. Volgens

tabel 1 waren in Maart 1934 1370 klippers met te-
zamen 211.632 ton en 2750 tjalken met 212.116 ton,
dus tezamen 4120 schepen met tezamen 423.748 ton
tegen 3523 motoibooten met 307.645 ton aanwezig.

Neemt men de Particuliere Schipperij tabel VI in
oogensohouw, dan ziet men, dat tegenover 1164 klip-
pers met 186.872 ton en 2012 tjalken met 168.071
ton, dus tezamen 3176 zeilschepen met 354943 ton,

1167 niotorbooten met 136.175 ton staan. Er was dus

een zeer ‘groote groep schippers met schepen, welke

men als verouderd kan beschouwen, ook al was een
deel van deze ‘zeilsehepen later van motoren voorzien.

De Commissie Warner, aan wie een onderzoek naar
den economischen toestand der ‘binnenschipperij, waar-

onder verstaan werd het
bedrijf
‘van den particulieren

binnenschipper, was opgedragen, was ivaarshijn’1ijk
met het oog daarop, ‘zooals onder meer fbij de ‘behande-

linig van ‘het wetsontwerp van de evenredige vracht-
verdeel’ing in de Staten-Generaal werd op’gemerkt,

zeer eenzijdig
sam
e
ng
esteld. Behalve de heer Warner

en twee ambtenaren zaten er ‘in vier bestuursleden van
schippersvereenigingen. Niettegenstaande zij ‘met een

regeling voor den dag kwam, welke het ‘bedrijf van de

geheele ib’innenscheepvaart omvatte en derhalve ook de
reederijen betrof, waren deze daarin niet vertegen-
woordi’gd en werden ook niet gehoord. Een en ander

had het gevolg, dat bij het maken van de rgeling voor
de Evenredige Vrachtverdeeling zeer sterk werd uit-
gegaan van steun aan de eigenaren van verouderde

schepen. Zoo wer’d bij de âlgemeene beschouwingen
van de Tweede Kamer opgemerkt ,,dat de eigenlijke
oorzaken van den slechten toestand in het ship’pers-
bedrijf buiten de crisis liggen. De toestand was reeds
meer dan 10 jaar geleden zeer slecht. Ook toen waren

de meeste schippers aan den rand van de armoede.”
Dit kon niet slaan op de ‘motorsohippers en eigenaren

van sleepsohepen. Men schoor te veel alles over een

kam!
Opmerkelijk is ook, dat bij deze gelegenheid de
op-

merking werd gemaa’kt, ,,dat velen, ‘die sedert lang
‘geen werk meer hadden, thans ook weer eens aan de beurt zullen komen, achtten wij van groote zedelijke
waarde”. Men vergat’da’arbij, dat di-t ‘bereikt ‘zou wor-
den, ‘doordat anderen,. die tot nu toe gevaren had-

den, de gelegeiheid daartoe ontiomen werd.

In hoeverre er ook te veel motorschepen zijn ge-
bouwd, is moeilijk te ‘beantwoorden. Zeker ‘is men

met ‘het verleenen van crediet te gemakkelijk geweest,
zoodat schippers, die zelf bijna niet’s erin staken,
ge-

legenhei’d kregen nieuwe schepen te bouwen, Men
bouwde echter, omdat er in dien tijd met deze sche-
pen viel te verdienen. Had men de inzinking, die in
het bedrijfsleven zou komen, voorzien, zoo zou men
zeker minder ‘aangebouwd hebben, maar dit geldt
immers voor de ‘geheele uitbreiding van •het produc-
tie- en het verkeersapparaat. De heer Tissot van Patot staat minder sympathiek
tegenover de ontheffing van vaargel’den. In beginsel

zou ik ook tegen een redelijke betaling van overheids-
lasten door de ‘binnenscheepvaart geen bezwaar hebben.
In ieder geval zouden echter de thans geheel wille-
keurig geheven overheidsiasten vervangen moeten
worden door meer uniforme lasten, die op de ge’hecle

hinnensoheepvaart gelijkmatig ‘drukken. Natuurlijk
zou alleen moeten worden vergoed ‘dat gedeelte
van de kosten ‘der waterwegen, ‘dat aan de scheepvaart
ten goede komt en ‘dus geen ander belang als bijv.
‘de afwatering van in ‘de’ nabijheid gelegen gronden
dient. Dergelje lasten zouden echter van een ‘gezon-
de binnenscheepvaart geheven kunnen worden. De

door en door zieke binnenvaart vermag die thans
niet te ‘dragen.

De heer Tissot van Patot zou liever de binnen-
scheepvaart-verhoudingen gelijktijdig met die van ‘het

geheele verkeer regelen. Al zou ‘dit in principe wel
aanbevelenswaardig
zijn,
‘soo meen ik, dat, waar de
nood van de ‘binnenvaart zoo ‘hoog gestegen is, daar-

op – ‘te meer waar men op ‘dit ‘gebied reeds van ‘dit
principe is afgeweken – niet ken en mag worden

gewacht. Ik vrees todh, ‘dat het nog ‘betrekkelijk lang

zal duren, eer, na’dat de betrekkelijk laat benoemde
Staatscommissie-de Vries ‘hare denkbeelden over deze

zeer ingewikkelde materie geuit zal hebben, overeen-
stemming in zake de regeling van het ‘algemeene ver-
keersvraagstuk zal zijn verkregen. Daarenboven meen

ik, dat de ‘door
mij
genoemde maatregelen genomen
kunnen worden, zonder op deze algemeene regeling te

zeer ‘invloed uit te oefenen.

Tenslotte merk ‘ik op, dat i’k in
mijn
vorig artikel

mij onjuist heb uitgedrukt door te spreken over de
bestaande contrô’le op stoommachines. Ik bedoelde

‘daarmede, ‘de Rijkscontrô’le over ‘het stoom’wezen, welke
alleen ‘betreft de stoomketels en de on’der den ‘druk

komende stoomvaten, zooals evaporators. De eigen-
lijke stoommachines vallen geheel buiten de Rijks-

contrôle. Mr. W. C.
MEES.

BOEKAANKONDIGINGEN.

Das neue Devisenrechi
door Fla’d-

Berghold-Fabricius. (Mann’heim-Berljn-
Leipzig 1935; Deutsoh’es Druck- und

Verlagshaus G.m.’b.H. Prijs R.M. 17.—).
Dit werk brengt een verzameling en beknopt corn-

inentaar van alle voorschriften op ‘het gebied van

het Duitsche deviezenredht.

De ,,N’otverordnung” van 19 Aug. 1931, waarbij
het verkrijigen, van en de ‘beschikking over deviezen
en buitenlandsche waardepapieren van de goedkeu-
ring ‘der Devisenstellen afhankelijk werd gemaakt,

blijkt het begin te
‘zijn
geweest van een serie wetten,

verordeningen en maatregelen, welke ‘a’llengs zijn uit-
gegroeid tot een labyriubh, waarin zonder behoorlijke

voorlichting moeilijk de weg ‘is te vinden.
Niettemin ‘is ‘het van het ‘grootste belang •om dezen
weg te kennen voor iedereen, welke •zoodani’ge rela
ties ‘met Duitschland onderhoudt, dat ‘hij van Duit-
sohe ‘debiteuren betalingen heeft ontvangen. Met

recht kunnen ‘de schrijvers in het voorwoord dan ook ‘de meening uitspreken, ‘dat d’it rechtsge’bied zoowel
voor ‘de Duitsehe als voor de ‘buitenlan’dsohe volks-
huishouding van ‘buitengewone ‘heteekenis is. Een
werk, dat eën wegwijzer bedoelt te zijn in deze inge-
wikkelde materie, moet ‘dan ‘ook van ‘groot nut wor-
den geacht, vooral wanneer dit werk is geschreven
door drie deskundigen van het Re’ichswirtsohaftsmi-

nisterium en de Reichsstelle fiir Devisen’bewirtschaf-
tung, wier dageljksche arbeid reeds sedert jaren be-
staat in toepassing van de ‘hier bedoelde rechtsregels
en die beter dan wie ook op ‘de h’o’ogte moeten zijn
van de juiste interpretatie dier voorsdhriften.
De schrijvers stellen ‘voorop, dat het in hun ‘bedoe-
ling ‘heeft gelegen om ‘het ‘deviezenreCht ook ‘begrijpe-
lijk ‘te maken voor den niet-jurist, en naar onze

meen’ing zijn
zij
daarjn volkomen geslaagd. Het eerste

deel behandelt de beide ‘hasiswetten, ‘die van 4 Fe-
bruari 1935 over ‘de Devisen’bevirtschaftung en die van 9 Juni 1933 over betalingsverplichtingen tegen-

over .het ‘buitenland. In een zeer belangrijk tweede
deel worden ‘dan de. grondslagen en richtlijnen van

de Devisenbewirtschaftung ‘besproken, het derde ge-
deelte ‘behandelt de overige wetten en verordeningen,
terwijl ‘het laatste deel zeer practische en ibruikbarp
overzichten en opstellin’gen ‘geeft.
Een woord van ‘dank mag ‘den
schrijvers
zeker

worden gebracht voor ‘de hulp, die ‘hun werk ‘biedt
om onder ‘de tegen woordi’ge abnormale o’mstandig’he-

‘den het betalingsverkeer met Duitschland toch zoo
glad mogelijk te doen ‘verloopen.
V.

25′:september
1935

ECONOMÎ CH-STATITÏSCIÉ BERICHTEN

843

ONTVANGEN BOEKEN.

De toekomst onzer monetaire politiek
door Prof. Mr.
P.
Lieftinek. (Groningen
1935; J.
B. Wolters

Uitgevers Mij. Prij
f 0.75).
Na eerst in het kort de oorzaken van het gebrekkige
fu notionneeren vait den gouden standaard na den oorlog
geanalyseerd te Jieb:ben, verdedigt de schrijver de stelling,
dat indien de gouden standaard aan het voeren van een
a(tieve herstelpol.itiek to den weg zou staan, het op-
geven van dezen standaard niet verwerpelijk is. Schrijver
bestrijdt de meening, dat een devaluatie 01) zichzelf het
herstel in ons land zou bevorderen.

Aanpassen! Maar Hoe?
door Prof. Dr.
N. J.
Polak.

Uitgave van de Nederlandsohe Vereeni.ging voor

Wa,ardeva’st geld. (Haarlem
1935;
De Erven

F.
Boirn. Prijs
f 0.30).
in dit populaire geschrift over dit actueele onderwerp
ij
wst de schrijver erop, dat de ontvangsten niet meer aan
dc uitgaven van den Staat kunnen worden aangepast,
dat de Staatsuitgaven slechts weinig zijn verminderd; dat
ook in het particuliere bedrijf de kosten met steeds groo-
ter moeilijkheden hij de opbrengsten kunnen worden aan-
gepast en dat zoodoende ‘het bedrijfsleven al meer ineen-
schrompelt.Daarorn is devaluatie noodzakelijk, ‘hoewel
hierdoor niet. opeens alle moeilijkheden uit den weg wor

dcii geru’imd.

(Jeistesgeschichte der deutschen Sparkassen
door Dr.

Albrecht Somnier. (Berlijn
1935;
Cari Heymanns

Verlag. Prijs R.M.
3.80).
Na in ,,Sparknssen ‘und Konjunktur” het conjunotureele
verloop van het Duitsche spaarbankwezen te hebben na-
gegaan, wijdt schrijver deze beschouwingen aan de ont-
wikkeling van het wezen der spaarbanken in Duitschiand.
Iii hoeverre de Staat op de wording van de spaarbanken
van invloed is geweast wordt vanaf den tijd van het
nicrcantilisme tot den wereldoorlog onderzocht. In ver-
band met de relatie, die ook dcii laatsten tijd weer tot
uiting iis gekomen tussohen beiden, is dit een zeer in-
teressante uiteenzetting.
])er Sparkassen.vorstand
door Dr. Heinz Marquardt
en Johanues Perdelwitz. (Berlijn
1935;
Cari

ileymanus Verlag. Prijs geb. R.M.
3.90).
i)it boek is bedoeld als leidraad voor bestuurders van
Duitsche spaarbanken. Alle regelingen, welke tot midden
Januari 1935 van kracht werden, zijn behandeld .Bet is
in zekeren zin een voortzetting en aanvulling van het tot
Maart 1933 bijgewerk’te boek van dezelfde schrijvers: ,,i)as
p reu szisohe Sparkassen recht.”
Zauber der Plcrnwirtschaf t.
Wer taugt zum Wirt-

sohaften? Un’ternehmer oder Behörde door Emil
Bardey. (Stuttgart en Weenen z.j.; Verlag für

Tjrtsohaft
und Verkehr. Prijs R.M.
3,90).
l)e schrijver is sterk gekant tegen de pogingen van
degenen, die in plaats van eigen persoonlijkheid en eigen
risico op het spel te zetten, vragen om steun en bij-
stand -van den Staat en zoodoende den Staat niet een ver-
antwoordelijkheid belasten, welke deze in liet geheel niet
kan dragen.
De schrijver heft echter in het geheel geen lofzang aan op het liberalisme; hij bespreekt uitvoerig de schadelijke
gevolgen en de nadeelen van het Vrije bedrijfsleven in
den door het liberalistisch principe te ver doorgevoerden
vorm, anderzijds wijst hij echter -tevens op de zegenrijke
gevolgen, welke de gezonde kern van het principe van
liet Vrije bedrijfsleven voor de gemeenschap heeft.
fict oplossen van de economische crisis en het tot stand
brengen van een nieuwe economische opleving is tenslotte
slechts mogelijk, Wanneer men ‘het piincipe van de vrije
maatschappij onvervalscht weder invoert, d.w.z. de libe-
ralistisdhe uitw’assen door de leiding van den Staat af-
schaft evenals de te groote (Marxistische) besnoeiin.g van
het particulier initiatief door den Staat.

1)e massafiliaalonderneming
door Ir.
K. F.
Mallée.
(Amsterdam
1935; H. J.
Paris. Prijs ingen.
f 2.65,
geb.
f 3.25).
J)e schrijver toont aan, dat de ontw’ikkeling in de. rich-
ting van de massa-îiliaalonderneniingen niet geforceerd of
ongezond, maar volkomen logisch was, omdat hiermede een
hoogere trap van goderendistributie bereikt is. Het massa-
filiaalbedrijf concurreert niet alleen, maar schept ook
nieuwe behoeften.

De laatste ,,heerlijkheid” der Heerlijke Jachtrechten
door Mr. H. van ilaastert. (‘s-Hertogenbosch
z.j.;
N.V.
Zui’d-Neddrlândsche Drukkerij).

De groei van den buitenlandschen handel en scheep-

vaart van Japan sedert het jaar 1900 en enkele

beschouwingen naar aanleiding daarvan
door Dr.
J. E.
Nieuwenhuis. (Wageningen
1935;
H.
Veen-
man & Zonen. Prijs
f 2.25).
Dit werk beoogt door middel van een statistisch onder-zoek dezen groei nader te belichten. Bijzondere aandacht
werd geschonken aan de beteekenis van den . Japatischen
buitenlandschen ‘handel en scheepvaart voor cle Europeesche
en Asiatisohe landen.

Nieuwe mensen in Moskou
‘door Mr.
J.
I-Iuijts.
(Rotterdam
1935; W.
L. &
J.
Brusse, N.V. Prijs
f 2.50
ingen.,
f 3.—
gb.).
Uit de inleiding blijkt, dat dit boek geen reisbeschrij-
ving is, al is het geschreven naar aanleiding van een
reis. Veelee’i- is het een poging om door de doorsnee door
den tijd, die op reis aanschouwelijk wordt, ‘het ierspectief
eener sociale ontwikkeling te winnen, dat bepaald wbrdt
door het iÛ de geschiedenis gegevene, de tijd, welke de
ontwikkeling doorloopt, en de doelstelling, waarop zij in
haar voortdurende transformatie gericht blijft.

De
noodzakelijkheid
van ordening der productie
door
Dr.
F.
M. Wibaut. (Amsterdam
1935;
N.V. De
Arbeiderspers. Prijs
f 0.15).
Een samenvatting van het boek van Dr. Wibaut ,,Orde-
uing der Wereldproductie”, dat in 1934 is verschenen.

Ordening
gezien door den bril van een alleen-durver.
(Rotterdam
1935;
Nijgh & Van Ditmar NV.).
• Een pleidooi tegen de ordeningsgedachte, waarin met
allerlei voorbeelden de nadeelen van overheidsbemoeiing worden geschetst..

De sociaal-economische geschiedenis in haar verhou-
ding tot economie,

sociologie en politieke ge-
schiedenis
door Dr. J. G. van Dillen, Privaat-
docent in ‘de economische geschiedenis aan de
Rijksuniversiteit te Utrecht. -(Groningen, Bata-
via z.j. P. Noord’hoff N.V. Prijs
f 0.90).

Grafische voorstellingen in het handelsrekenen
door
F.
A. Blömer, G.
W.
Oomello en
J.
H.
A. Krediet.
(Groningen, Batavia.
1935; P.
Noordhoff
N.V.
Prijs
f 2.90,
geb.
f 3.25).

MAANDCIJFERS.

JVERZ1CHT VAN
DEN STAND DER RIJKSMIDDELEN.

UIt. Augustus 1.935 (in Guldens).

Afdeeling la
Kohieren
voor den dienst
1935
1
)
Dir.
belastingen.

N
eciragen,
.
welke zijn

Benaming der
Totaal-
terugge-

geven of
Zuiver
.o-
E
middelen
bedrag
anders dan
wegens be-
bedrag
.,
0

,
.o o

>
talingopde
kohierenaf-

geschreven

Grondbelast. a)
b.908.334
.010.839
13.788
9.997.051
9.740.255
lnkomst.bel. b)
1.100.906
44.807.428 42.682.520
Vermogensbel. c)
112.404.825
98.798
12.306.027
12.561.254
Verdedig.bel. 1
1

7.236.971
1

75.403
7.161.567 7.831.318
Bel. v. d. doode hd.
1.159.2581
3.630 1.155.628

Totalen..
76.720.2271
1.292.525
75.427.70172.815.347

Y# hoofdsom + 20 opcenten op de hoofdsom der ge-
bouwde eigendommen. Hoof-dsom + opcenten
3)
c) Hoofdsom + opcenten
4).

Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be-
staan de vermelde bedragen uit 2/3 gedeelte van ‘het bel-as-tingdienstjaar 1935/1936 en
’34
gedeelte van het -belasting-
dienstjaar 1934/1935.

Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be-staan de vermelde bedragen. uit
2/
3
gedeelte van het be-
lastingdienstjaar 193411935 en
34
gedeelte van het be-
lastingdienstjaar 193311934.

Ten behoeve van het beiastingdienstja.ar 1934/1935
werden 20, ‘ten behoeve van het belastingdienstjaar 19351 1936 worden 60-78 opcenten geheven.

Ten behoeve van het belastingdienstjaar 1934/1935
werden 55, ten behoeve van het belastingdienstjaar 19351
1936 worden 75 opcen’ten geheven.

844

ECONOMISCH

STATISTISCHE BERICHTEN

25 September 1935

Afdeeling Ib
Aug. Sedert
Overeen-

Overige
middelen.

1Jan.
is
komstige
periode
1934
Benaming der middelen
Divid.- en tantièmebel.
.
1.088.137
9.269.096
10.035.737
Rechten op den invoer
.
7.359.354 57.409.269
50.843.639
1.049.643
1.191.230
1.444.714 1.324.822
Accijns op zout

………..176.508
Accijns op geslacht

. . . .
445.102 3.576.775 4.306.141
Accijns op wijn
56.031
1.429.848 1.529.469

Statistiekrecht

………..141.202

Accijns op gedistili.

. . .
2.527.016 18.478.287
19.714.241
814.129
5.490.998
7.060.023 4.661.319 34,722.683
33.949.545
Accijns op bier

………..
Accijns op suiker

……
2.674.243
23.381.479 20.208.395
Accijns op tabak

…….
Bel. op gouden en zilverw.
34.848
1

314.969
334.424
Omzetbelasting

………
5.662.001
39.31 4.112
31.990.215
Couponbelasting

……..
549.389
37844511
2.732.152
Recht. en boeten v. zegel
1
1.136.463
2)11.286.026

11.751.066
Recht. en boet. v. registr.
598.055
7.434.426
7.632.430
Recht. en boet. v. succes- sie, v. overgang bij over
lijden

en

v.

schenking
2.667.066
23.234.014 22.430.822
Opbrengst d. loodsgelden
236.118 1.982.493
2.508.149

Totalen….
30.826.9811 243.603.283
229.542.500
1)
Hieronder begrepen
wegens zegelrecht
van
nota’s van
makelaars en comniissionnairs
in

effeoten,
en’s.

f
189.698
(Beursbel.;

2)

Id.

f
2.202.337.

AFDEELING II. DIENSTJAAR 1934.
Benaming der middelen
Bedr:g van de

Zuivere op-
bren gst over het
tijdvak van
1

met de maand
Aug. 1935

Grondbelasting.
(y4
hoofdsom
+
20 opcenten
op de hoofdsom der gebouw-
de eigendommen.)
9.735.000

9.722.455
Inkomstenbelasting
(hoofdsom
+
20 opcenten)
54.880.000 *)
60.763.118
Vermogensbelasting
(hoofdsom
+
55 opcenten)
17.515.000 *)
17.855.728
11.700.000
9.182.148
Belasting v. d. doode hand

.
3.000.000
1.284.247
Divid.- en tantièmebelasting
12.240.000

.

1.800.000

13.192.622

)
82.190.127
Statistiekrecht

…………
1.768.807
2.122.326

Verdedigingsbel.

1

………..

Rechten op den invoer …….88.462.500
..

6.195.266
Accijns op zout

………….2.300.000

..
2.718.588
Accijns op ‘t gedistilleerd

.
33.000.000 30.344.425

Accijns op geslacht

………6.500.000
Accijns op wijn

……….2.340.000

10.201.836
62.200.000 52.923.980 31.000.000 31.341.348

Accijns

op

bier

………….11.815.000
Accijns op suiker

………..

Belast. op gouden en zilverw.

600.000
497.374
Accijns op tabak

…………

81.500.000 54.416.670
Omzetbelasting

………….
Couponbelasting

…………
5.400.000 *)
4.116.856

OVERZICHT VAN DE INKOMSTEN TEN. BATE VAN
HET WERKLOOSHEID55UB5IDIEFONDS.

Dienst 1935/1936.

Bedrag van
raming

Zuiver bedrag
kohieren tot en
met de maand
Aug. 1935

Grondbelasting (veertig ten bon’
derd van de hoofdsom)
9.840.000 9.944.144
Personeele belasting (tachtig ten
honderd van de hoofdsom naar
den eersten, tweeden en derden
20.500.000 21.687.704
Gemeen.tefondsbelasting

(vijf

en
grondslag)

………………

twintig opcenten op de hoofd-
13.525.000
6.750.641

7
ermogensbelasting (twintig op-
centen op de hoofdsom)
2.260.000
1.113.705

som)

……………………..

[nkomstcnbelas’ting

(tien opcen-
ten op de hoofdsom)

……….
5.100.000
2.300.221

Tota.al …….
51.225.000
41.796.415

INKOMSTEN TEN BATE VAN HET VERKEERSFONDS.
Motorrijtuigenbelasting
1

1.385.2531 15.827.989110.849.163
ltijwielbelaating

………3.694.520

7.436.0101
7.256.365
Totaal

……….5.079.773

23.263.999118.105.528
INKOMSTEN TEN BATE VAN HET GEMEENTEFONDS.

D

1934/1935
Zuiver bedrag der ko- Zuiver bedrag der
hieren voor den dienst
kohieren tot
(
1933/34 tot en met de-
de maand Aug. 1935
zelfde maand van 1934

Gemeente.f.belast..
.
55.549.103 59.872.907
Tijd. opc. o. d. gem.f.b.
21.030.072 22.924.100
Opc. verm. t.get. v. 50
5.481.741
5.791.921
Tijd.opc.o.d.verm.b.
3.289.045 3.475.152
PRODUOTIE DER STEENKOLEN-, BR1M1-
KOLEN- EN ZOUTMIJNEN
(Gegevens verstrekt door den Hoofdingenieur der mijnen.
1. Gezamenlijke Steenkolenmijnen.

Aug.
Jan./Aug. Jan./Aug.
1935 1935
1

1934

Prod. Steenkolen in tonnen

972.984

7.838.625

8.167.709
Aantal normale werkdagen
.

22
1
)

185

204

II. Bruinkolenmijn ,,Carisborg”.

Netto’productie in tonnen..

9.899
2
)

68.310

77.984 Aantal normale werkdagen

13

114

149

[II. Zoutmijnen. (Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo.)

Afgeleverd:
Geraif.

zout …….. (ton))
)
Indust.riezout

……(

)
,.

6.035
,
45.928
11.932
3
)
Afvalzout ……….

Aantal normale werkdagen
27
205
51
3
)

Rechten en boeten van zegel 15.860.000

17.509.253
Rechten en boeten v. registr. 10.000.000

11.302.456
Rechten en boeten v. succes-

Aantal arbeiders.

Steenkolen- kolenmijn Zoutmijnen
mijnen

Carisborg”

iie, v. overgang bij overlij-

1
1 September 1935
l(
10.1324)5

72

258
den en v. schenking

30.400.000

34.840.211,

. ..l9.O026)
1
Opbrengst der loodsgelden . .

3.500.000

3.629.940

1 September 1934

lJlO.286471I

Totalen. .. 493.747.500

458J’19.781
1

lk0.363°) ‘

86

‘) Wilhelmina, Emma, Hendrik en Maurits; 21 Domaniale Mijn en
) Nader gewijzigd ingevolge de wet van 27 December

Laura en Julia; 19 Willem-Sophia;
18
Oranje-Nassaumilnen.
2)
7157
ton ruwe bruinkool en 2.742 ton bruinkooibriketten.
3)
Januari en Mei.
1934 (Stbl. No. 683) boudende wijziging van de.Middelen-
1
4)
Bovengronds.
6)
lncl. 1.904 arbeiders In de nevenbedrijven.i) Onder-
wet van het dienstjaar 1934.
1
gronds.
7)
mcl. 1.990 arbeiders in de nevenbedrijven.

1

Rotterdam

II

Amsterdam

II

Totaal
Artikelen
15/21
Sept.
1935
Sedert
.
1Jan.
1935
Overeenk.
tijdvak
1934
15121
Sept.
1935
Sedert

.
1Jan.
1935
Overeenk.
tijdvak
1934

15.
2
31
638.495
990.587
500,
14.342
28.355
652.83 1.018:942 3.524 155.928
314.580

701.
15.257 156.629
329.837
Tarwe ……….
………..
Rogge………………..
Boekwéit ……………

1
15.098
16.885

– –
15.098 16.885
MaIs ………………
……
.65
17.0
563.366
686.930

89.211
158.453 652.577
845.383
8.361
222.308-
284.125
23.523
39.075
245.831
323.200
Gerst

………………..
5.522
106.322
.

91.923

1.660
3.195 107.982
95.118 3.420
137.635 164.511 7.678
265.587 172.582
403.222 337.093
Haver

………………

750
.
34.065 55.499


25
34.065
.55524
Lijnzaad

…………….
Lijnkoek ………………
13.934
.

14.893

17
4.404
2.183 18.338
17.076
Tarwemeel

……………90
Andere meelsoorten
535
21.038
42.761
22

2.348
5.352
1

23.386
‘48.113

25 September 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

845

STATISTIEKEN.
BANKDISCONTO’S.

Jed
Disc Wissels. 6
178ept.’35
Lissabon

•…
5

13Dec.’34
30 Bk
~BelBinn.Eff.
6
178ept.’35
Londen ……2

Jun,’32
Vrsch. in R.C.61
17Sept.’35
Madrid ……5

9
Juli ’35
Athene ……….
7

14Oct.’33
N.’YorkF.R.B.
11
1 Feb.’34
Batavia……….
4

1 Juli’35
Oslo

……..322
Mei’33
Belgrado

……..
5
lFebr. ’35
Parijs

……3
8Aug. ’35
Berlijn

……….
4
22Sept.’32
Praag

……
3425 Jan.’33
Boekarest……..
4
28Aug.’35
Pretoria

….
3415 Mei’33
Brussel ……….
2

16Mei’35
Rome……..5
9Sept.’35
Budapest ……..
4
28Aug.’35
Stockholm

•.
24
1Dec.’33
Calcutta

……..
34
16Feb.’33
Tokio

….
3.85

2
Juli’33
Dantzig

……..
6

1Mei ’35
Weenen ……
3410 Juli’35
Helsingfors ……
4

3 Dec.’34
Warschau…. 5
26 Oct. ’33
Kopenhagen
322Aug.
1
35 1
Zwits. Nat. Bk. 24
3Mei’35

OPEN MARKT.

1935
1934 1933
1914

21 Sep
.
t
16
1
21
9114

2/7
171
22

18
1
23 20
1
24
Sept.
Sept.
Sept.
Sept. Sept.
Juli

Amslerdam
Partic.disc.
5
7
1-6
514-6
431
4
_511
4

5
‘/
°116’I
351_81
Prolong.
6
1
12
5
3
14-6
1
/
4I2-5I4
511,
1
1
2
1
14

I4
(.onden
Daggeld.
.
.
1/,1
’12

1
1
131
1
12.4
/a

1
1
141
1
8
1

2
Partic.dlsc.
9
J16
0
116
116-’18
0
116’18
’18″116
18116
4114.314

Berlijn
Daggeld…
3_11
3_114
3-12
3-
1
I2
4_511
4
1
1e5’12

Maandeld
231
4
_311
4

231
4
_311
4

2
3
j4-3
1
14
23143114

412-6
4
1
126

Part, disc.
3
3
3
3
371
8

371
2
1
1s
1
13
Warenw.
. .
4_11
4_1/
4.
1
12
4113
4112
4_11
3

New York
Dage1d
1)
114
114
114
114
1
1/
3

1
1
14_2
1
1
1

Part,c.disc.
5
1,
6

5
116
5
116 116
1116-18
314
1)
Koers van 20 Sept. en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
Nee’
Londen
1
Berlijn
Parijs
Brussel Batavia
York )
*)
5) 5)
5)
1)

l7 Sept. 1935
1.48%
7.32% 59.65
9.76%
25.034
100%
18

,,

1935
1.48%
7.31%
59.65
9.76%
25.00
100%
19

,,

1935
1.48%
7.28%
59.55
9.74k
24.95
100%
20

,,

1935
1.48%
7.27%
59.45
9.73%
24.93
100%
21

,,

1935
1.48%
7.26% 59.45
9.7334
24.94
100%
23

,,

1935
1.48%
7.26%
59.50
9.75
25.01
100%
Laagste d.w
1)
1.47% 7.25%
59.30
9.72
24.874
100
Eloogste d.w’)
1.48%
7.32%
59.75
9.77%
25.10
100%
)4untpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.592
100

Data
Zivit-
sd
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan Madrid
restl)
5*) *5)

17 Sept. 1935
48.15

6.15 1.20
12.094
20.24
18

,,

1935
48.06

6.11 1.20
12.08
20.224
19

,,

1935
47.95

6.11 1.20
12.05
20.20
20

1935
47.98

6.11
1.20
12.05
20.20
21

1935
48.-

6.12
1.20

23

,,

1935
48.10

6.124
1.20
12.03
20.20
Laagste
d.w
1
)
47.90

6.074
1.15
11.974
20.10
Hoogste d.w
1
)
48.20
28.-
8.174
1.25
12.15
20.30
Muntpariteit
48.003
35.007
7.3711.488
13.094
48.52

D t
a
Stock-
Kopen-
so
*
Hel-
Buenos-
Mon-
‘)
holm
hagen*)
fori)
1

Airesl)

1
treall)

17 Sept. 1935
37.80
32.70 36.80
3.24
40
1.47%
18

,,

1935
37.724
32.674
36.75
3.224
40%
1.47%
19

,,

1935
37.574 32.524
36.624
3.20
40%
1.46%
20

,,

1935
37.524
32.50
36.574
3.20
41
1.46%
21

,,

1935
37.474
32.45
36.524
3.20
41
1.45h
23

,,

1935
37.50
32.45
36.50
3.20
41
1.45%
Laagste
d.w
1
)
37.25
32.25
36.35 3.174
39%
1.45%
Hoogste
d.wl)
38.-
32.90 36.90
3.274 41%
1.48
Muntpariteit
66.671
68.671
66.671
6.266
95%
2.4878
) Noteerins te
Amsterdam.
*5)

Not, te
Rotterdam.
11
Part.
onvave
In ‘t isïe of 2de
No.
vaniedere maand komt: een
ovaicht
voor van een aantal niet wekelijks
opgenomen
wisselkoersen.
KOERSEN tE NEW YORK.
(Cable).

D
£2
a
Londen
(S per £)
Parijs
($ P. IOOfr.)
Berlijn
(S
P. 100 Mk.)
Amsterdam
(5 p. 100 gld.)

17 Sept,

1935
4,93%
6,59
40,24%
67,50
18

,,

1935
4,93% 8,59%
40,26
67,62
19

,,

1935
4,91%
6,58%
40,25
67,64
20

,,

1935
4,91%
6,58%
40,21 67,73
21

,,

1935
4,91%
0,58%
40,24
67,68
23

1935
4,91%
6,59y
40,25
67,59

24 Sept.

1934
4,98%
6,64
40,40
68,62
Muntpariteit..
4,86
3,90% 23.81%
40%

KOERSEN tE
LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
7
Sept.
1935
1
14Sept.
1935
16121 Sept.1935
LaagstelHoogste
121
Sept.
1935

Alexancjrië..
Piast. p. £
97%
97%
97% 97%
97%
Athene

….
Dr.p.
513 517
517 518
517
Bangkok.

Sh.p.tical
1110%
1110%
1110% 1110%
1110%
Budapest

..
Pen. p.
16% 16%
16%
16% 16%
BuenosAires’
p.pesop..
18.45 18.35
17.40
18.40 17.55
Calcutte
. . .
.
Sh. p. rup.
116%
1/6%
116
3
1
33

1/6
8
1
33

11634
Constantin.
.
Piast.p.,6
614
613
612
613
612
Hongkong
..
Sh. p.
$
210
5
,
33

210
13
1
32

2/0% 2/1%
2/0%
Sh. p. yen
1/2% 1/2%
1/2
1/2%
112%
Lissabon…. Escu.p.
110%
11034
109%
110%
110%
Mexico

. .. .
$per
18 18
17%
18%
18
Montevideo
2)

d. per £
19%
19%
19%
20% 20%

Kobe

…….

Montreal

. .
$
per £
4.94%
4.96%
4.95%
4.99% 4.98%
Riod.Janeir03
d. per Mii.
2
8
2%
2%6

2%
2%
Shanghai

..
Sh. p.
$
16%
1/6%
116
1/7%
116%
Singapore
. .
id. p.
$
2/4
3
1
33

2143132

213’%
2/4%
214
3
1
33

Valparaiso4).
$per
119 118
118
119 119
Warschau
. .
Zl.
p. £
26%
26%
25%
26%
2616
t)
Offic. not. IS laten, gem. not., welke importeurs heoben te betalen,
5 Sept. 17.04; II

Sept. 17.03.

1)
Offic. not. 5 Sept.
39
1
/2;

14 Sept. 39
318
16 Sept. 39
1
1; 20 Sept.
395/
8
.
3)
Id. II Mrt.
411
4
. 4)
90 dg. Vanaf 28 Aug.
laatste .export” noteering.
ZILVERPRIJS

GOUDPRIJS’)
Londen’)
N.York
2
)
Londen
17 Sept. 1935.

29%
65%

17 Sept. 1935….
140
1

94
18

,,

1935..

29%
65%

18

,,

1935….
140111
19

,,

1935.. 29%
65%

19

,,

1935….
1411_
20

,,

1935.. 29y
,
65%

20

,,

1935….
14114
21

,,

1935..

29%
65%

21

,,

1935….
14115
23

,,

1935..

299
65%

23

,,

1935….
141/6
24 Sept. 1934.
.
21%
49%

24 Sept. 1934….
140/11
27 Juli

1914..

241%
6

59

27 Juli

1914….
84110%
1)
in pence p. oz. stand.
2)
Foreign silver in $c. p. oz. line.)) in sh.
p. oz. fine
STAND VAN
‘s
RIJKS KAS.
Vorderingen.
1

7Sept.1935
1

14Sept.1935
Saldo van ‘s Rijks Schatkist bij De Ne.

Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
f

.
92.450,46
f

66.513,21
Voorsch. op uit. Aug. (resp. Juli) 19
35
a/d. gemeent. verstr. op a. haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in

derlandsche Bank …………………..

de hoofds. der grondbel. en der gem.
fondsbel., alsmede opc.op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting
4968.163,98
7.680.072,61
,,

21.254.976,92
,,
121.907.272,08
Voorschotten aan Ned.

lndië ……….
Idem

aan

Suriname ………………

,,

12.680.466,48

12.684.516,40
Idem

aan Curaçao
………….

…..
1.212.485,22

1.192.689,14
Kasvord.weg.credietverst.a/h.buitenl
,,
121.200.269,61
122.181.310,68
Daggeldleeningen tegen onderpand
Saldo der
postrek.v.R/jkscomptabelen

36.168.538,42

.


40.684.628,42
Vord. op het Alg.Burg. Pensioenfonds’)

….

,,

,

Vord. op andere Staatsbedrijven’)
,,

32.160.324,83

30.138.169,33
Verstr. ten laste
der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)
,,

31.299.835,28
,

32.629.835,28
Verplichtingen

Voorschot door De Ned. Bank ingev.
art.

16

van

haar octrooi verstrekt
f

5.339.039,37
/

2.395.460,27
Schatkistbiljetten in Omloop ………

386.810.u00,-
,386.795.000,-
,,
151.850.000,-
153.050.000,-
w.v. rechtstr. bij De Ned. Bank gepi
10.000,000,-

Zilverbons in omloop

……..

….

1.215.306,-
1.214.476,50
Schuld op uit. Aug. (resp.Juli) 19
35
3. de

Schatkistpromessen in omloop …….

.
gem. weg. a. h. uit te keeren hoofds. d.

..

pers. bel., aand. i. d.
hoofds. d. grondb. e. d. gem. fondsb. alsm. opc. op die
bel, en op de vermogens belasting
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)

….


422.414,45

Id. a. h. Staatsbedr. der P.T.

T.
1)
en


,,
492.926,46
,,

Id. aan andere Staatsbedrijven
1)
72.526.571,13

69.384.901,25
,,

Id. aan diverse instellingen’) ……….
,1l9.717.IlI,34

119.739.211,34
1)
in rekg.-crt. met’s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCHlNDlSCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
14 Sept. 1935
121 Sept. 1935
Vorderingen:
/

3.263.000,

f

1.278.000,-
Saldo b. d. Postchèque- en Girodienst
345.000,

,,

572.000,-
Betaalmiddelen in s Lands kas


Verplichtingen:

Saldo Javasche

Bank ……………..

Voorschot’s Rijks kas e. a. Rijksinstell
,
121.907.000,-
116.526.000,-


Schatkistpromessen …………………
Schuld aan het Ned.

lnd. Muntfonds
226.000,

226.000,-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank
,

573.000,-

555.000,-
Voorschot van de Javasche Bank

CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
1
Metaal
Circu-
Voor-
schotten
Dis-
Diverse
reke Diverse
reke-
latie
aan de
conto’sningen1
ningenl
kolonie

1 Augustus
1935
4.538 4.402
40
8
)
64
606
175
1 Juli

1935
4.544
i
4.404
16
64
.
573
203
1 Juni

1935
4.541
1
4.387
115
64
510 253
1 Mei

1935
4.441
1
4.353
150
64
493 205
1Augustus 1934
4.525
4.554
65
95
515
58
1)
Sluitp. aer activa.
2)
Sluitp. der passiva.
3)
Schuld aan de kolonie.

846

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 September 1935

STATISTISCH OVERZICI

GRANEN
EN ZADEN
TUINBOUWARTIKELEN
VLEESCH

TARWE
80 K.G. La
R000E
MAIS
OERST
6′

K.O.
LIJNZAAD
DRUIVEN
TOMATEN
‘BLOEM-
KOOL
RUND-
VLEESCH
VARKENS-
VLEESCH
Plata loco
74 K.G. Bahia
Blanca loco
La Plata
loco.
La Plata
La Plata
loco
Black
Alicante
A
le soort
(versch)
(versch) Rotterdam!
Amsterdam
R’damlA’dam R’damiA’dam
loco Rotter-
dam/A’dam
R’dam/A’dam
per K.G.
per 100 K.O.
P. 100 st.
Gem.v.3kw.
100 K.G.
per
per 100 K.G.
per 100 K.G.
per 100 K.G.
per 2000 K.G.
per 2000 K.G.
per 1960 K.O.
Westland
Westlaiid
Groote-
Rotterdam
broek

5)

Rotterdam

f1.
0j
1

f1.
010
f1.
••
i;
n:
0
10
f1.
0
10
f1.
f1.
1E

1

fi.
010
1925
17,20
100,0
1

13,075 100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
‘-‘

1


1


192615,9092,4111,75
89,9
174,25.75,3196,7583,4.360,50
77,9
1


1927
14,75
85,8
1

12,475
95,4
176,00
76,0
.
237,00
100,4
362,50
78,4


1


1


1928
13,475
78,3
13,15
100,6
226,00
97,7
228,50
96,8 363,00
78,5
0,80
100,0
20,

100,0
14,80 100,0
93,-
100,-
I

77,50
100,-
1929 12,25
71,2
10,875
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6
0,64
80,0
16,-
80,0
17,23
116,4
96,40
103,7
93,125
120,
1930
9,67
5

56,3
6,226
47,6
136,75
.
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0
0,62
77,5
20,-
100,0
14,22
96,1
108,-
116,1
72,90
94,1
1931
5,55
32,3
4,55 34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
.187,00
40,4 0,49
61,3
14,50
72,5
7,54 50,9
88,-
94,6
48,-
61,
/
1932
5,22′
30,4
4,62
5

35,4 77,25
33,4
100,75
42,7 137,00
29,6
0,41
51,3
11,50
57,5
9,92 67,0
61,-
65,6
37,50
48,4
1933
5,025 29,2
3,55 27,2
68,50
29,6
70,00
30,0.
148,00
32,0
0,31
38,8
8,21 41,1
6,69
45,2
52,-
55,9 49,50
63,
1934
3,67
5

21,4 3,325
25,4
70,75
30,6
75,75
32,1
142,50
30,8 0,27
33,8
5,53
27,7
8,26 55,8
61,50
66,1
46,65

lan.

1934
4,75
27,6
3,10 23,7
65,25
28,2 58,00 24,6
144,25
31,2 62,50
67,2
5375
69,4
lebr.,,
3,40
19,8 2,776
21,2
65,25
28,2
58,50
24,8
133,00
28,8
63,-
67,7
53′,SO
69,C
Maart

,,
3,25
18,9
2,725
20,8
70,75
30,6
58,75
24,9
132
1
00
28,5 61,75
66,4
50,50
65,
2
2

?
dl
3,20
18,6
2,70 20,7
70,50
30,5 56,75 24,0
136,50
29,5
63,50 68,3
49,125
63,4
ei
3,32
5

19,2
2,875
21,9
62,00

26,8
63,00
26,7 154,50
33,4 65,75
70,7
47,50

Juni
3,676
21,4
3,175
24,3
65,00
28,1
74,75
31,7
156,50
33,8 63,25
68,0
43,75
56,
Juli

,,
3.80
22,1.
3,30
25,3
71,50
30,9
78,75
33,4
151,25
32,7
8,28
41,4
63,-
67,7
44,625
57,f
Aug.
4,37 25,4
4,275
32.7
83,25
36,0
93,50
39,6
159,25
34,4 0,35
43,8
5,89















—-

29,5
63,95

68,8
43,30
55,5
Sept.

,,
4,-
23,3 4,15
31 7
77,25
33,4
93,25 39,5
145,50
31,5
0,25
31,3
2,02
10,1

——————–

11,21
75,7
63,55
68,3
42,625
55,C
Oct.

,,
3,50 20,3
3,70
28:3
69,50
30,0
93,50
39,6
135,25
29,2
0,21
26,3
5,92
29,6
6,19
41,8
60,70
65,3
42,126
54,4
Nov.
3,50 20,3
3,45
26,4 71,25 30,8
89,25
37,8
127,75
27,6
7,37 49,8
53,75
57,8
44,50
57,4
Dec.

,,
3,45
20,1
3,55
27,2
76,25
32,9
91,00
38,6
134,00
29,0 53,15
57,2 44,65
57,(

tan.

1935
3,30
19,2
3,525
27,0 74,25
32,1
89,25
37,8
137,25
29,7




































53,625
57,7
45,62′
58,5
.lebr.

»
3,20
18,6
3,375
25,8
68,00
29,4
71,25
30,2
124,25
26,9
























51,90
55,8 47,55
61,4
Maart

,,
3,20
18.6
3,075
23,5
67.75
29,3
64,00
27,1
120,50
26,1












51,40
55,3 51,20
66,1
nl
4,075
23,7
2,95
22,6
70,75
30,6
66,75
28,0
125,00
27,0
51,925
55,8
50,25
64,1
ti
4,05
23,5
2,90
22,2 59,90 25,9
67,25
28,5
125,50
27,1
50,80
54,6
48,50
62,€
Juni
4.02
23,4
2,90
22,2
57,50
24,8
75,00
31,8
124,25
26,9







—–

48,-
51,6
46,12
6

59,
Juli
3,92′
.22,8
2,55
19,5
54,50
23,5
66,75
28,3
124,50
26,9
10,19








—–






—-


50,9
48,-
51,6
47,375

61,1
Aug.

,,
4,25
24,7
2,625
20,1
55,25
23,9
64,50
27,3
.

132,25
28,6 0,42
52,5
7,29







—-









—-


—-



—-

36,5
44,80 48,2
52,55
67,1
2 Sept.

,,
4,35
25,3
2,80
21,4
55,00
23,8
61,00
25,8
135,50
29,3
0,31
38,8
3,15

—–







15,8
6,90 46,6
44,…6

47,3
53,50
6

69,(
9

,,
4,70
27,3 2,80
21,4
54,00
23,3
61,00
25,8
136.00
29,4 0,27
33,8 6,40
32,0
6,13
41,4
44,_7

47,3

55,_7

71,(
16
4,90
28,5 2,95
22,6
57,50
24,8
66,00
28,0
136,50
29,5 0,27
33,8
4,97
24,9
6,03
40,7
43,_8

46,2
58,-0
74,1
23

,,

,,
5,10
29,7
2,80
21,4
57,50
24,8 68,00 28,8
145,00
31,4
‘)Men zie voor de toelichting op dezen staat de nos. van 8, IS Aug. 1928, 25 Febr. 1931 en 15 Febr. 1933.
3)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No. 2. van Jan. 1931 t
16 Dec. 1929 tot 26 Mei 1930 745 K.G. Hongaarsche vanaf 26Mei1930 tot 23 Mei 1932 74 K.G. Zuid-Russische; van 23 Mei 1932 tot 2Oct. 1933 No. 2 Canada.
4
T
Canada.Van 19Sept.’32 tot 24Juli’33 62163 1<0 Z.-Russ.
5)
De jaren 1928 en 1929 Broek op Langendijk.
6)
6Sept.
fl
13 Sept. 8)21 Sept.
9)5
Sept.
10)
12 Sept.
11)
19 Se

MINERALEN
;

TEXTIELGOEDEREN
.
DIVERSEN

STEENKOLEN
Westfaalschel
PETROLEUM
.
BENZINE
,
KATOEN

.
WOL WOL
gekamde
KOE-
KALK-
Hollandsche Mid. Contin.
Crude
Gulf exp.
ge arn e
Austrâlische,
HUIDEN
SALPETER
Middling’
locoprijzen

.
F. G. F.
Sakella-
.
U.

.

0. 1
bunkerkolen,
ongezeefd f.o.b.
m3190
64/66°
$cts. per
usra,
A
sF
68
lco
B’ adfo
CrossbredColo- nial Carded,
Gaaf, open
kop
Gid. per
100KG.
,

.
R’dam/A’dam
b8 g.

per

arnel
U.S.
gallon

New-York rides
vomra
Liverpool
J
Ib
P

.
5€Y5 Av.
loco
.
57-61 pnd.
netto
per
1000
K.G.
per
Ib.

,
Liverpool
Bradford per Ib.

f1.
01
$
%
$cts.
0
10
$
cts.
°lo

pence
O/

pence
S
/s
pence
O
pence
OJ
f1.
°lo
6.
°lo
1925
10,80
100,0
1.68
100,0
14,86
100,-
23,25
100,0
29,27
100,-
9,35
100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926
17,90
165,7
1.89
112,5
13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30 67,4
47,25 85,9 24,75
83,9
28,46 82,0
11,61
96,8
1927
11,25 104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27 77,8
48,50 88,2 26,50
89,8
40,43
116,5
11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4
9,98
67,2
20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4
51,50 93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40 105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2
6,59
70,5
39,-
70,9
25,25 85,6
32,25 92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7
8,77 59,0
13,55

.
58,3
12,-
41,0
3,92 41,9
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84 82,0
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04
33,9
8,60
37,0 7,33
25,0
3,08 33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1 0.81
48,2
4,50
30,3
6,45
27,7
5,21
17,8 3,11
33,3
16,00
29,1
8,50
28,8
11,15
32,1
6,15 51,3
1933
7,00 64,8
0.45
26,8
3,61
24,3
6,75
29,0 5,13
17,5
2,78 29,7
19,25
35,0
9,50
.
32,2
13,26
38,2 6,18
51,5
1934
6,20 57,4
0.63
37,5 2,88
19,4
7,35
31,6
5,32
18,2
2,68
28,7
19,25
35,0
10,25
34,7
12,07
34,8
6,11
50,9

Jan.

1933
7,05
65.3 0.53
31,5 4,16 28,0
6,15


26,5
5,13
17,5
2,95 31,6
15,75
28,6
8,25
28,0
11,50
33,1
6,30
52,6
7,20
66,7
0.38 22,6
3,97 26,7
6,10
26,2 4,98
17,0
2,78
29,7
15,50
28,2
8,25
28,0
10,38
29,9 6,40
53,3
Maart
7,25
67,1
0.38 22,6 3,87
6

26,1
6,40


27,5
4,97
17,0
2,77
29,6
15,25
27,7
7,75
26,3
10,75
31,0
6,40
53,3
April
7,25.
67,1
0.37
22,0 3,67
24,7
6,65
28,6
5,18
17,7
2,68
28,7
15,75
28,6
7,75
26,3
11,25
32,4 6,40
53,3
Mei
7,15
66,2
0.23
5

14,0
2,95
19,9
7,30
31,4
5,60
19,1
3,07
32,8
17,00
30,9 8,25
28,0
12,25
35,3 6,40
53.3
Juni
7,15
66,2
0.25
5

15,2
3,02 20,3
7,85
33,8 5,85
20,0
3,25 34,8
18,50
33,6 9,00
30,5
15,75
45,4
6,40
53,3
juli
7,05
65,3
0.41
24,4 3,33 22,4
7,60
32,7
5,76
19,7
3,20 34,2
20,75
37,7 9,75
33,1
16,-
46,1
6,40
53,3
Aug.
6,95 64,4
0.37
22,0
3,37
22,7
6,90

.
29,7
5,39
18,4 2,91 31,1
20,75
37,7 9,75
33,1
14,75
42,5
5,80 48,3
Sept.

,,
6,85 63,4
0.52
31,0
3,50
23,6
6,60

28,4
4,70
16,1
2,54
27,2
21,50
39,1
10,50
35,6
15,13
44,1
5,85 48,8
Oct.


6,60
61,1
0.66 39,3 4,04
27,2 6,40 27,5
4,55
15,5
2,48 26,5
20,75
37,7
10,75
36,4
14,50
41,8
5,90 49,2
Nov.
6,75
62,5
0.66
39,3
3,72
25,0
6,25
26,9
4,63
15,8
2,39 25,6
23,75 43,2
12,00
40,7
13,38
38,6
5,95 49,6
Dec.

,,
6,95 64,4
0.67
39,9 3,75 25,2
6,50 28,0
4,89
16,7
2,38 25,5
25,00
45,5
13,25
44,9
13,50
38,9
6,-
50,0

Jan.

1934
6,65 61,6
0.66 39,3
3,74 25,2
7,10 30,5
5,47
18,7
2,59
27,7
27,00
49,1
14,75
50,0
13,-
37,5
6,15
51,3
Febr.

,
6,30
58,3
0.64
38,1
3,25
21,9
7,50
323
5,64
19,3
2,68
28,7
23,75
43,2
12,75
43,2
13,-
37.5 6,20
51,7
Maart

»
6,25
57,9
0.63 37,5
3,05
20,5
7,40

.
31,8
5,50
18,8
2,76 29,5
23,25 42,3
11,75
39,8
12,50
36,0 6,25
52.1
April

,,
6,30 58,3
0.62 36,9
2,79
5

18,8
6,95

.
29,9
5,37
18,3
2,50
26,7 23,00
41,8
11,50
39,0
12,-
34,6
6,30
52,6
Mei

»
6,25 57,9
0.62
36,9
2,88
19,4
6,80 29,2
5,20
17,8
2,48
26,5
21,00
382
10,50
35,6
11,88
34,2 6,30 52,6
Juni


6,15 56,9
.0.62
36,9
2,83
19,0
7,15
30,8
5,23
17,9
2,77
29,6
19,00
34,5
9,50
32,2
11,50
33,1
6,30 52,6
Juli
6,15
56,9 0.62
36,9
2,68
18,0
7,55 32,5
5,22
17,8
2,83
30,3
17,00
30,9
9,00
30,5
11,50
33,1
6,30
52.6
Aug.

,,
6,15
56,9
0.62
36,9
2,68
18,0
7,85

..
34,0
5,32 18,2
2,85
30,5
16,00
29,1
8,50
28,8
11,75
33.9 5,80 48,3
Sept.

»
6,00
55,6
0.62
36,9 2,74
18,4
7,70

.
33,1
5,06
17,3 2,71
29,0
15,00
27,3
8,50
28,8
12,-
34,6
5,85
48,8
Oct.

,,
6,00 55,6
0.62 36,9 2,60
17,5
7,40


31,8
4,93
16,8
2,57 27,5
15,00
27,3
8,50
28,8
12,50
36,0 5,90 49,2
Nov.
6,10
56,5
0.62
36,9
2,53
17,0
7,40
31,8.
5,42
18,5
2,67 28,6
15,00
27,3
8,75
29,7
12,-
34,6 5,95 49,6
Dec


6,05 56,0
0.62 36,9
2,76
18,6
7,50
32,3
5,43
18,5
2,77
29,6
14,50
26,4
8,50
28,8
11,25
32,4 6,05
50,4

Jan.

1935
6,05
56,0 0.625
37,2
2,97
5

20,0
7,55
32,5 5,38
18,4
2,99 32,0
14,75
26,8
8,25
28,0
10,75
31,0
6,15 51,3
Febr.

»
6,05
56,0
0.62
5

37,2
2,75
18,5
7,50
32,3
5,24
17,9
3,-
32,1
14,00
25,5 7,75 26,3
10,50
30,3
6,20
51,7
Maart

»
5,90
54,6
0.62
36,9
2,74
18,4
6,80

.
29,2
4,85
16,6
2,79
29,8
13,75
25,0 7,50
25,4
10,25
29,5
6,25
52,1
April

»
6,00
55,6
0.63
37,5
.2,99
20,1
7,05
30.3 4,89
16,7
2,89
30,9
14,75
26,8
8,00
27,1
10,75
31,0
6,30
52,6
Mei
6,05
56,0
0.62
36,9
2,97
5

20,0
7,30
31,4
4,96
16,9
3,07.
32,8
16,00
29,1
8,50
28,8
11,75
33,9
6,30 52,6
Juni

»
6,05
56,0 0.62
36,9 3,15
21,2
7,-
30,1
4,82
16,5
2,98
31,9
16,75
30,5
8,50
28,8
12,-
34,6
6,30
52,6
juli
6,05
56,0 0.62
36,9 3,115
21,0
7,25
31,2
4,82
16,5
3,08
32,9
18,25
33,2 9,00 30,5 11,75
33,9
5,40 45,0
Aug.

»
6,15 56,9 0.62
36,9
3,08 20,7
6,80
29,2
4,91 16,8
2,83
30,3
18,25
33,2
9,25
31,4
12,-
34,6
5,40
45,0
2 Sept.

»
6,15 56,9
0.622)
36.9
2,95
3

19,9
6,302)1
27,1
4,90
6

16,7
2,52
6

27,0
18,25
0
)
33,2
9,00
9)

30,5
34,50
12
41,8
5,50
45,8
9

»

»
6,10
56,5 0.62
36.9
2,85
4

39,2
635
27,3 4,89
7

16,7
2,62v
28,0
18,50
10
)
33,6
8,75
10
)
29,7 5,50 45,8
16

,,
6.15
56,9
0.63
37,5
2,805
18,8
6,40 27.5
4,978

17,0
2,68
8

28,7
18,00
11
)
32,7
8,75″)
29,7 5,50 45.8
23

,
6,05

5
6,0 0.63
37,5
1
6,50
28,0
5,50
45,8
‘)Jaar- en maandgem. afger. op’/pence.
,2)
3 Sept.
3)
7 Sept.
4
)14 Sept. 5)21 Sept.
6)4
Sept.
7
)11 Sept,
8
)18 Sept.
0)5
Sept.
10)12
Sept.
11
)
.
19 Sept.
12
) 17 Sept.
23)
10 Sep

25′:September, 1935:

ECONOMISCH-STATISTISCHEBERICHTEN

847.

AN GROOTHANDELSPRIJZEN
»

ZUIVEL EN EIEREN
METALEN

BOTER
OR
KAAS
Edammer
EIEREN
KOPER
LOOD
TIN
IJZER
Cleveland
GIETERIJ-
ZINK
GOUD

per
Leeuw-
Alkmaar
Fabrieks-
Gem. not.
Eiermijn
Standaard
Locoprijzen
.
Locoprijzen Locoprijzen
Foundry
IJZER
(Lux III) p.
Locoprijzen
Londen
cash
Londen

cash
Londen

per
derComm.
Zuivel-
kaas
Roermond Londen
Londen
per Eng. ton
Londen per
Eng. ton
No. 3 f.o.b.
Middlesb.
Eng, t. f.o.b.
per per ouncé
Standard
Noteenng
Centr.

kI. m/merk
p. 100 St..
per Eng. ton
per Eng. ton
Antwerpen
Eng. ton
fine
Ounce
per50 K.G.

1V”
‘j’

“9E”
i”
f1.
0
10
£

!’i
i”
11i”
“j”
£
0
10
sh.
01
pence
0
10
1925
2,31
100,0

56,-
100,0
9,18
100,0
62.116 100,0
36.816
100,0
261.171-
100,0
731- 100,0
671-
100,-
36.316 100,-
8516
100,-
32
1
/8
100,0
1926 1,98
85,7

43,15
77,1
8,15
88,8
58.11-
93,5
31.116
85,3
290.1716

1111,1
86
1
6
118,5
6818
102,5
34.216
94,3
851-
99,5
28101
1
6
89,3
1927
2,03
87,9

43,30
77,3
7,96
86,7 55.141- 89,7
24.41-
66,4
290.41-
1110,8
731- 100,0
6416
96,3
28.101-
78,8
851-
99,5
263/4
83,3
1928
2,11
91,3

48,05
85,8
7,99
87,0
63.16/-
102,8
21.11-
57,8 227.51-
1

86,8
66/-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
851-
99,5
26
11
1
6
81,1
1929
2,05
88,7

45,40
81,1 8,11
88,3
75.14/-
121,9
23.51-
63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
6819
102,6
24.1716
68,8
851-
99.5
2471
76,2
1930
1,66
71,9

38,45
68,7
6,72′
73,2 54.131- 88,0 18.1/6
49,6
142.51-
54,3
671-
91,8
5916
88,8
16.171-
46,6
851-
95.
17
13
/16
55,4
1931
1,34
58,0

31,30 56,9
5,35 58,3
36.51-
58,4
12:11-
33,1
110.11-
42,0
551-
75,3
4716
70,9
11.1016
31,9
9216
108,2
13/
41,6
1932
0,94
40,7

22,70
40,5
4,14
45,1
22.171- 36,8
8.121-
23,6
97.21-
37,1
42/-
57,5
371-
55,2
9.161-
27,1
1181-
138,0
121
40,1
1933
0,61
26,4
0,96
20,20
36,1
3,71
40,4
22.216
35.6
7.1716
21,6
131.181-
50,4
411-
56,2
351-
52,2
10.1216
29,4
1241714
145,8
12
3
/9
385
1934
0,45
19,5
1,-.
18,70
33,4 3,45
37,6
18.1416
30,2
6.1516
18,6
141.1916
54,2
401-
54,8
3317
50,1
8.91-
23,4
13717
3
14
161,0
13
1
116
,
40,7

Jan.’34
0,50 21,6
1,-
20,40
36,4
5,05
55,0 21.71-
34,4
7.71-
20,2
148.31-
56,8
3916 54,1
361-
53,7
9.121-
26,5
12916
151,5
12
3
14
39,7
Feb.,
0,47 20,3
1,-
21,55
38,5 3,68
40,1
20.916
33,0
7.41-
19,8
140.131-
53,7
3916
54,1
3615
54,4
9-16
24,9
13711
160,3
12
5
/t
38,9
Mrt.,
0,44
19,0
1,
19,90
35,5
2,71
29,5
20.31-
32,5
7.316
19,7
144.1516
55,3
4016
.55,5
3513
52,6
9.21-
25,2
13618
159,8
12
1
/
39,3
Apr.
0,42
18,2
1;-
17,20
30,7
2,72
29,6
20.1416
33,4
7.416
19,8
150.1016
57,5
4116
56,8
3412
51,0
9.716
25,9
135114
158,0
12
7
/1
38,7
0,41 17,7
1,-
16,05
28,7 2,54 27.7
20.41-
32,5
6.1616
18,7
144.1916
55,4
4016
55,5
3219
48,9
.9.21-
25,2
13613
159,4
12
1
110
37,5
0,41
17,7
1,-
19,40
34,6
2,74
5

29,9
19.1816
32,1
6.141-
18,4
140.11-
53,5
4016
55,5
3119
47,4
8.161-
24,3
137184 161,1
12
1
14
38,1

j

uni,
uli,
0,40
17,3
1,-
21,50
38,4
2,81
30,6
18.111-
29,9
6.1416
18,5
142.91-
:
54,0
4016
55,5
3214
48,2
8.61-
22,9
137111
161,4
12
3
14
39,7
ug.,
0,43
18,6
1,-
20,90
37,3 3,32
5

36,2
17.6/-
27,9
6.141-
18,4 139.716
53,2
40/-
54,8
3216
48,5
8.716
23,2
13816
162,0
13
40,5
Sept.,
0,43
18,6
1,-
18,126
32,4
3,31
36,1
16.101- 26,6
6.516
17,2
137.171- 52,6
39/6
.54,1 3216
48,5
7.171-
21,7
1411-
164,9
13
1
/
40,9
Oct.,
0,43
18,6
1,-
17,37
6

31,0
3,95
43,0
16.31-
26,0
6.61-
.

17,3
137.1916
52,7
39/6
54,1 3216
48,5
7.71-
20,3
141110
165,9
14
43,6
Nov.,
0,47 20,3
1,-
17,-
30,4
4,525
49,3
16.1116
26,7 6.81-
17,6
139.8/-
53,2
40!-
54,8
32/6
48,5
7.716
20,4
139164
163,2
14
7
18
46,3
Dec..
0,54
23,4
0,95
15,12
8

27,0 4,07
44,3
16.161-
27,1
6.61-
17,3
137.816
52,5
39/6
54,1
34
1
1
50,9
7.416
20,0
1401’64
164,4
14
11
/16
45,7

Jan.’35
0,58
25,1
,
0,90
14,95
26,7 3,12
5

34,0
16.191-
27,3
6.5/-
17,2
138.111-
52,9
3916
54,1
3416
51,5
7.616 20,4
141/101
165,9
148/4
.
45,9
1
2
eb.,
0,52 22,5
0,95
14,37
5

25,7
3,20
34,9
16.41-
26,1
6.41-
17,0
136.81-
52,1
3916
54,1 3416
51,5
7.316
19,8
14218
166,9
10/1
46,1
Mrt.
,
0,37
16,0
1,025
13,30
23,8
2,74
29,8
16.81-
26,4
6.716
17,5
124.516
47,5
381-
52,1 3319
50,4
7.-!-
19,4
14715
172,4
15314
49,0
Apr..
0,37
16,0 1,08
11,50
20,5
2,316
25,2
18.81-
29,6
7.516.
20,0
131.-16
50,0
3816
52,7
3316
50,0
7.111-
20,9
14415
168,9
18/16
56,6
Mei
,
0,34
14,7
1,10
11,85
21,2
2,38
5

26,0
20.-/-
32,2
8.616
22,9
135.516
51,7
391-
53,4
3316
50,0
8.1516
24,3
142134
166,4
20
62,3
luni
,
0,41 17,7
107
6

11,95
21,3 2,415 26,3
18.161-
30,3
8,11j6
23,5 136.5/6
52,0
3916
54,1
3316
50,0
8.111-
23,6
141/6
165,5
19
5
/s
61,1
)uli

,,
0,44
19,0
1,-
12,37
5

22,1
2,54
27,7
18.101- 29,8
8.131-
23,7 140.1116
53,7
3916
54,1
3316
50,0
8.101-
23,5
140/10
164,7
1
8
5
/i
57,0
Aug. ,,
0,46
.
19,9
.1,-
1510
.27,0
3,31
5

36,1
19.15/-
31,8 9.111- 26,2
1135.12/6

51,8
401-
54,8
I 33/6
/

50,0
8.18/6
24,7
140/4
164,1
l7
7
/
55,6
2 Sep.,
0,53
9
)
22,9
1,-
15,0
6
)
27,7 2,65
28,Q
20.2/6
32,4
9.4/-
25,3
i134.7j-
51,3
40/-
54,8
1
33/6
1

50,0
9.10/-
26,3
140/3
164,0
I17″/io
55,1
9

,

,,
0,63
10

27,3
1,-
18,50
7
)
‘33,0
3,60 39,2 20.31- 32,5
9.816
25,9 1131.14/- 50,3
3916 54,1
1
3316
1

50,0
9.4/-
25,4 141/2
165,1
17
1
(
54,5
16


0,58″
25,1
0,95
22,-
12

.
37,3
3,05
33,2
20.1216
33,2 9.141-
26,6
135.31-

51,6
3916 54,1
1
33/6
t

50,0 9.41-
25,4
140/5
164,2
117
5
/8
.
54,9
23

,
0,95 3,05 33,2
20.14/-
33,3
l0.-/-
27,5
135.9/-
51,7
39/6
54,1
1
33/6
t

50,0
9.7/-
25,8 141/6
165,5
117
9
/is
54,7
6 Sept. 1932 79 K.G. La Plata; van 26 Sept. 1932 tot 5 Febr. 1934 Manitoba No, 2
3)
Tot Jan. 1928 Western; vanaf Jan. 1928 tot 16 Dec. 1929 American No. 2, van
an. 1928 Malting; van Jan. 1928 tot 9 Febr, 1931 American No, 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 1932 6415 K.G. Zuid-Russische. Van 23 Mei-19 Sept. 1932 No. 3
8) 20 Sept.

BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTEN

VURENHOUT
STEENEN
CACAO
COPRA
KOFFIE
RUBBER SUIKER
THEE
INDEXCIJFER

Ko10
basis 7″ f.o.b.
Zweden(
binnenmuur

buitenmuur
G.F. Accra
Ned,-Ind.
Robusta
Standaard
Ribbed Smoked
Witte kristal-
AfI. N,-I. theev.

Finland

per

per per
so
K.G. c,i.f,
f,m,s.
per
100
K.G.
Locoprijzen
Rotterdam
Sheets
suiker
loco
R’dam/A’dam
A’dam gem. pr
.
Java- en Suma-
Grond-
nlale
perstandaard
van 4.672 M.
per
1000
stuks per 1000’stuks
Nederland Amsterdam
per
113
K.G.
loco
Londen
per Ib,
per
100
K.G.
tratheep.’/2K.G.
Btoffen
pro-
ducten

-T–
010
f
0
1
f
01
“EE
“ii”
“T
“i’

ct
s.

ii/o
Sh.

.
T”
“IE”
cts.
“Ç”
1925
159,75
100
15,50
100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,875

100,0
61,375
100,0
2111,625
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0 100.0
.

1926
153,50
96,1
15,75
101,6 19,50 102,6
491-
115,3
34,-
94,8 55,375 90,2
21-
67,4
17,50
93,3
94,25
111,5
960
102.6
1927
160,50
100,5
14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
32,62
5

90,9
46,875
76,4
116,375
51,6
19,12
5

102,0
82,75 97,9
87.5
109.1

1928
1

151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,87
5

88,9
49,625
80,9
-,10,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6
97.4
1929
t

146,00
91,4
14,-
90,3 21,25
111,8
45110
107,9
27,37b
76,3
50,75
82,7
-/10,25
28,8
13,-.
69,3
69,25
82,0
81.9
85.5
1930
t

141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34111
82,2
22,62′
63,1
32
52,1

15,
87
5
16,5
9,60
51,2
60,75
71,8
66.0 64.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,375
42,9
25
40,7
-13
8,4
8,-
42,7 42,50 50,3
46,8 46.6
1932
69,00
43,2
9,25
59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1

.
-11,75
4,9
6,325
33,7 28,25 33,4
38.1
38.0
1933
73,50 46,0
10,-
64,5
12,75
67,1
1514
36,0 9,30
25,9
21,10
34,2 -12,25
6,3
5,52
6

29,5
32,75
38,7
35.2
34.7
1934
76,50
47,9
8,50
54,8
10,50
55,3
1316
31,8
6,90
19,2
16,80
27,4
-13,875
10,9
4,07
5

21,7
40
47,3
34.4
32.1

Jan.

’33
70,00
43,8
9,25
‘59,7
13,50
71,1
1616
38,8
11,50
32,1
’24
39,1
-11,625
4,6.
5,375

28,7
25
29,6
33.2
34.1
Febr.
,.
70,00
43,8
9,25
59,7
13-
68,4
1519
37,1
10,625
29,6
23,75
38,7
-11,5
4,2
5,60
29,9
26,75
31,7
32.1
34.4
Mrt,

,
70,00
43,8
9,50
61,3
1225
64,5
1613
38,2
10,37
5

28,9
23,50 38,3
-/1,5
4,2
6,-
32,0 26,25
31,1
32.4 34.9
Apr.

,
70,00
43$
9,75
62,6
12,75
67,1
15/5
36,3
9,50
26,5 23,50 38,3
-(1,625
4,6 6,07
5

32,4
27,50
32,5
32.8 34.9
Mei

,
70,00
43,8
9,50
‘61,3
12,50
65,8
1616
38,8
9,50
26,5
23
37,5
-12
5,6
6,02′
32,1
26,50
31,4
34.2
35.0
,
72,50
45,4
. 10,-
64,5
13,-
68,4
1811
42,6
10,-
27.9 22,50 36,6
-/2,375
6,7 6,35
33,9
31
36,7
37.2 31.5
l
uni
uli,
75,00
46,9
10,25
66,1
13,-
68,4
1718
41,6
9,475

26,4
22,50
36,6 -12,625
7,4
5,92
6

31,6
3350
39,6
38.2 37.4
Aug.
,
75,00
46,9
,

10,50
67,7
13,-
68,4
1615
38,6
8,75
24,4
20,75
33,8 -12,625
7,4
5,27
5

28,1
3525
41,7
30.5 35.6
Sept.
,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1415
33,9
8,25 23,0
19,75
32,2
.
-12,5

‘,
7,0 5,376 28,7

36,75 43,5
36.1 34.6
Oct.

,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1217
29,6
7,62
5

21,3
17,75
28,8 -12,625
7,4,
4,90
26,1
42,25 50,0 36.5 33.4
Nov,

75,00
46,9
10,-
64,5
1250
65,8
1216
29,4
8,-
22,3
16,25
26,5
-12,75


7,7
4,65
24,8 40,50 47,9 86.4 32.1
Dec.
,
75,00 46,9
10,75
69,4
12:50
65,8
1115
26.9
7,976

22,2
’16
.26,1
-12,875
8,1
4,75 25,3
41
48,5
31.1
31.3

Jan.’34
Feb.,
75,00 80,00
46,9
50,1
10,75 10,50
69,4 67,7
12,75 12,50
67
1

658
12
1
10
14
1
5 30,2
33,9
7,45 7,25 20,8 20,2
16,50 17,25

26,9
28,1
-/2,875
-/3
8,1

8,4 4,95
4,975

‘26,4
26,5 45,50 46,75
53,8 55,3
3L9
35.8
33.8
-35.9
Mrt.,
80,00
50,1

9,75
62,6
12,-
63,2
1411
33,1
7,-
19,5
17,75
28,9
‘-13,25
9,1
4,525
24,1
45,50
53,8
35.7
35.2
Apr.,
80,00
50,1
9,75
62.6
12,-
63,2
14
1
4
33,7
6,55
18,3
17,75
28,9

1
3,625
10,2
4.25
22,7
,
44,25
52,4
35.0

34.5
Mei

80,00
50,
1

9,25
59,7
11,25
59,2
1512
35,7
6,72
5

187
17
27,7
-14 11,2
4,15
22,1
42,75
50,6
35.1
34.3
‘luni,
7750
48,5
8,-
.51,6
10,-
52,6
15/4
36,1
7,-
195
17
27,7
-1
4

11,2
4,20
22,4
41,-
48,5
34.5 33.8
‘/ull,
77
:50
48,5
,

7,50.
48,4
10,-
52,6
13111
32,7 6,92
5

19,3
16,75
27,3 -14,375
12,3
3,975

21,2 40,50 47,9
34.1
32.2
Aug.,
75,50
47,3 7,25
46,8 9,50 50,0
12
1
10
30,2
6,87
5

19,2
16,50
26,9
.
-/4,5

,’
12,6
3,975
,
21
,2

39,75
47,0
33.9
31.4
Sept.,
73,50
46,0
7,-
45,2
8,75
46,1
1215
29,2
6,65
.
18,5
16,50
‘26,9
-14,5
12,6
3,725
19,9
33,50
39,6

33.1
28.5
Oct.,
7300
45,7
7,-
45,2
8,75
.46,1
1117
27,3
6,70
18,7
16,50
26,9

-(4,125
11,6
3,525
18,8
32,75
38,8
32.7
27.8
Nov..
73,00
45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
1213
28,8 6,62
6

18,5
16
26,1
-13,875
,
10,9
3,15
16$
33
39,1
32.7
27.6
Dec..
73,00
45,7
.

7,-
45,2 8,75
46,1
12/8
29,8
.
7,17
6

20,0
16 26,1
-/3,875
10,9
3,375

18,0
34,50
40,8
32.7
28.6

p
n35
66,00
41,3
7,25 46,8 8,50
44,7
14
1
1
33,1
8,775
24,5
16
26,1

1
3,875
10,9
3,50
18,7
33,75
39,9
32.9
29.5
,,
66,00
41,3 6,75
.43,5
8,25
43,4
1412.
,
33,3
9,375
26,1
15,625
25,5
-/3,75

10,5
3,45
18,4
32 37,9
32.4
28.9
Mrt.
.
59,00
36,9
7,-
45,2

8,25
43,4
1313

31,2 8,576 23,9
14,625
23,8 -13,25
9,1
3,55

18,9
29 34,3 30.9
27.4
Apr.,
60,00
37,6
7,-
45,2
8,25
43,4
1316
31,8
9,15
25,6
14,50
23,6
-13,375
9,5
4,15
22,1 31,25
37,0
32.1
28.5
Mei
,
57.50
36,0
7,-
45,2 8,25
43,4
1314
31,4 9,50
26,5
14,125
23,0 -13,5
9,8
4,20
22,4
32,75
38,8 33.3
20.6
Juni
,
57,50
36,0 7,25 46,8

9,-
47,4
1313
31,2
9,07
6

25,3
13,875
22,6 -13,625
10,2
3,875

20,7
30,25
35,8
33.2
.

27.8
Juli
57,50
36,0
7,25
46,8 8,75
46,1
1312
31,0
8,-
22,3
13,50
22,0
-/3,5 ‘9,8
3,575

19,1
30,75
36,4
33.4
27.1
Aug..
58,25
36,5
7,-
45,2
9,25
48,7
13/1
30,8
8,075
22,5
13,50
22,0
-(3,5
9,8
3,52
5

18,8
32,50
38,5
33.7
.
27.4.
2 Sep.
58,50
36,6
.
.
13/32
31,2 8,25 23,0
13,50
22,0
-/3,375
9,5 3,626
19,3
33,759)
39,9
33.8
27.7 9

.,

,
58,50 36,6
1312
13
1
13/213
31,0 8.25 23,0
13,50
22,0

1
3,3125.
.9,3
3,625
19,3
38,25″)
45,3
33.6
28.1
16

,,

,
58,50
36,6
.
.1316
12

31,8
8.50
23,7
13,50
22,0
-13,1875 8,9 3,375

18,0
.
1
34.0
27.7
23

,,

,.
56,50
354

,
8,62
6

240
13,50
22,0
-13,3125
9,5
4,-
21,3


t
34.6
30.1
.B.
Alle
Pondennoteeringen vanaf 21 Sept.’31 zijn op goudbasis omgerekend; de Doliarnoteeringen vanaf 20April ’33 zijn In verhouding van de dopreciatie
‘an den Dollar t.o.v. den Gulden verlaagd.

.

848

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 September 1935

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans
op 23 September 1935.

Activa.
Binnen!. Wis-

llfdbk.
f
55.460.396,15
sels, Prom.,

Bijbnk. ,,
4.117,222,61
enz. in disc.

Ag.sch. ,,
4.417.760,77

f

63.995.379,53
Papier o. h. Buiten!, in disconto
……

Idem eigen portef.

f
1.074.500,–
Af: Verkochtmaar voor de bk.nog niet afgel.

1.074.500,_
BeleeningenHfdbk.
f
129.745932,341)
mcl.
vrseh.j
in rek.-crt.
Bijbnk. ,,
10.025.392,24

op

ouderp.I. Ag.sch. ,,
41.960.521,61

f
l8
l.
731
.
846,19

Op
Effecten
……f
175.259.685,39
1
)
Op Goederen en Spec. ,,
6.472.160,80

,,

181.731.846,19
1
)
Voorschotten a. h. Rijk …………….
,,


1unt, Goud
……f
129.096.735,-
11untmat., Goud
•. ,,
412.813.987,44

f
541.910.722,44
Munt, Zilver, enz.
21.787.370,81
Muntmat., Zilver. –

..

Iielegging van kapitaal, reserves en pen-

563.698.093,25
2
)

sioenfonds …………………….

39.583.358,95
Gebouwen en Meub. der Bank ……..

4.600.000,-
Diverse rekeningen ………………

4.832.550,19
Staatd. Nederi. (Wet w. 275i’32, S. No. 221)

15.486.148,55

f
.875.001.876,66
Passiva.
Kapitaal …………………………
f

20.000.000,-
Reservefonds …………….. . ……

4.049.884,01
Bijzondere reserve ………………..
..5.675.000,-
Pensioenfonds ………. . ………… ,,

9.956.761,37
Bankbiljetten i
n
oIIllop
…… ……… ,

786.073.765,_
Bankassignatiëi in oiii1oj…………,

65.042,91
Rek.-Cour.
f
Liet Rijk (
t
].659.812,67
saldo’s: ‘, Anderen,, .34.39.5.960,96

46.055 779 63
Diverse rekeningen ………………..,,

3.125.643,74

[

875.001.876,66

Beschikbaar nietaalsaldo …………
f

231.874.191,45
Iliuder bedrag aan bankbiljetten iii ons-


loop dan waartoe de Bank gervehtigd is

579.685.480,-
Schatkistpupier, rechtstreeks bij le Bank
ondergebracht …………………..10.000.000,-
I)
Waarvan aan Nederlandsch-lndit
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsbiad No. 99) ……… f71.153.775,-
‘) Waarvan in het buitenland ……………………….43.726.996,19
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud
1

1 Andere
1 Beschikb. 1
Dek-
Data ICirculatiel
opeischb.l

Metaal- Ikings
Munt
1
Munt,nat.l’
1
schulden saldo
perc.

23 Sept.
‘3511290971

412.814
786.074!
46.121
231.874
68
16

,,

‘351127596!
435,344
792.7271
43.500
251.258
70

25 Juli

‘141
65.7031
96.410
1

310.4371
6.198 43.521
54
Totaal
1
Schatkist-
Belee-
‘aI
ivï
Data
bedrag
Lsconto’s
‘promessen
ningen

op
het
1

reke-
lrechtstreeksl
buitenl.
[ningen
1)

23 Sept.1935!
63.995
10.000
1181.732
1.074
1

4.833
.16

,,

1935
57.538
1

10.000
1170.726
1.074
1

5.167

25 Juli

1
9
14
1
67.947

J

61.686

1

20.188

1

509 ‘!
‘JIIUCI UC ICUVS.
JAVASCHE BANK.

Data

Goud
1
Zilver

Circulatie opeischb. metaal-
schulden

saldo

21Sep. ’35)I
106.230 163.440 19.970
1
32.866
14

,,

‘351
)
1
107.960
167.870
22.210
1

31.928

24Aug.1935
85.017

1

23.150
164.715
20.882
1

33.927
17

,,

19351
88.516 1

22.621
167.743
23.018
1

34.833

25 Juli 1914j
22.057

1

31.907 110.172
12.634
1

4.842
1

Wissels.
1
1
Diverse

1
Dek-
Data
1

buiten
1

Dis-
Belee-

1
reke-

1
kings-
1

N.-Ind.
1

conto’s
ningen
1
ningen
1)
1
percen-
1

betaalb.
1
1
take

21Sep.’35
1)
2.260 76.290
10.210
58
14

,,

1352)
2.180 81.000
10.510
57

24Aug.1935
1.826
11.215
55.549
11.168
58
17

,,

1935
1.966
11.491
56.989
14.474
58

25Juli1914
6.395
7.259
75.541
2.228
44
t) Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.

BANK VAN ENGELAND.

Bonkbilj. Bankbilj. 1 Other
Securities
Data

Metaal

in

in BankinglDisc.and
c

Departm. 1 Advances
Securities

18 Sept. 1935 194.315 398.150

55.328

11.853 1 14.160
11 ,,

1935 194.227 400256

53.146

12.419

12.232

22 Juli 1914 40.164

29.317

33.633

1

LJCJJOSILS
1

1
Dek-
1 00v. 1 Public

1 Other 1 Reserve1 kings-
Data

1
Sec.
1
Depos.
1
Bankers

1

18Sept.’35 83.160 17.465 92.019

37.581 56.166 38,1
11 ,, ’35 84.550 16.036 91.036

37.843 53.971 37,2

22 Juli ’14 11.005

14.736

42.185

129.297 52
t
) Verhouding tuaschen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.

Data
Goud
Zilver
Te goed
in het
1

Wis-
1
Waarv.
op
het Belee-
tel
oo
s
vrsct
buitenl.
buitenl.
sets

ningen
Iv.d. Staat

13Sept.35I71.996
7121
8
7.914
1.2291
4.592 3.200
6

,,

‘35172.057
7101
8
8.099
1.229!

4.799
3.00

23 Juli ‘141
4.104

6401

1.541
8
!
769

Bonsv.diDl.verl
Rekg.Courant
Data
zelfst.

1

sen
1)
1

Ci
rculatie
,
Staat
1
Zelfs,’,
1

Parti-
amort. k.
1
lamort.k.l
culieren

13Sept.’35!
5.800
2.478
81.524
t

104
1

3.005
10452
6

,,

‘351
5.800
1

2.552
81.994
1

116
1

3.004
10.487

23 Juli ’14j


5.912
1

401

1

943
‘1 IU:1POSI acuva.
DUITSCHE_R1JKSBANK.

Daarvan
Deviezen
Andere
1
Data
Goud
bij bui-
als goud-
wissels
1

Belee
tenl. circ. dekking
en
1

Ilingen
banken
1)

geldende
cheques
1

1,4 Sept. 1935 1
94,8 29,6
5,4
1 3.763,2
33,0
7

,,

1935 1
94,8 29,6
5,3
1
3.746,1 38,4

30 Juli

1914
1.
3
5
6
,9


750,9 50,2

Data
1

Effec-
‘Diverse’
Circu-
1

Rekg.-
1

Diverse
ten
1

Activa’
,)
lat ie
1

Crt.
Passiva

14 Sept. 1935
1

342,0
1

687,5
1

3.855,5
1

782,4
1

242,0
7

,,

1935
1

340,8
1

684,0
1

3.881,4 695,6
1

240,6

30 Juli

1914
330,8 200,4
1
t
1

40,0
•JunueIasL. .1
WO. rrenrenuanascneine 04, S OCPI., reap. I, L.) rSSlfl.
NATIONALE BANK VAN BELGIE(inBelga’s).

Goud
.0
0.
,
Rekg.Crt.

Data
r.
-o

‘n
-.


a

1935
n
.
i
L
o”.
G
.0

19 Sept.13.413I

57 11.3391 118
1162

40 4.113

22

987
12

,,

!

54

1.345!
124
162

40
4.142

19

969

FEDERAL RESERVE BANKS.

Goudvoorraad
Wissels

Data
,,Other
Goud-
In her-
In de
Totaal
certifi-
cash”
2)
disc.
v.
d.
open
bedrag
caten
1)
member
i

markt
banks

1
gekocht

4Sept.’351
6.501,7
1

6.481,6
206,4
10,7

1
4,7
28 Aug.’35
6.502,6
6.482,2
227,1
9,4

1
4,7

Belegd
t
F.
R.
•Noes
1

1
Totaal
Gestort
1
Goud-
1

Dek-
Algem.
1

Dek-
Data
in
u. s.
Gov.Sec.
1
in circuI
Kapitaal
kings-
t

kings-
latie
1 1
perc.’)
1

perc.4)

4Sept.’351
2.430,2
1
3.413,9

1
5.524,4
144,7
1

75,0
1


28Aug.’35
2.430,3
3.352,1
15.608,9

146,7
75,1

) ueze CVEtIIIÇ4LCII wejutil UUUr UC OLIIdIKSbt ddSS UC flCCCI CC L?diflSCPI
gegeven voor, de overname van het goud, toen de
$
op 31Jan.’34 van
100 op 59.06 cents werd gedevalueerd.
2) ,,Other Cash” does not include Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
.3) Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeiacbbare
schulden: F. R. Notes en netto deposito.
4)
Verhouding totalen
voorraad nnuntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANRRN AANUESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.

Dis-1

IReservel

Data

1
Aantal
1
conto’s
t
Beleg-
1
bij de
1
Totaal
1
Waarvan

1
leenin.

en

1
gingen

F
R.
1
depo-

time

beleen.

banks
sito’s t deposits
1

1

28Aug.’31 – 1 7.345
1
11.188
1
4.129
1
20.857
1
4.387

21 ,, ‘I – 1 7.417 1
11
.
150
14.080 1
20719
1 4.398
De posten van De Ned. Bank, de Javaache Bank en de Bank of Eng.
land zijn
in
duizenden, alle overige posten in miiiloenen van de be.
treffende valuta.

Auteur