Ga direct naar de content

Jrg. 20, editie 1011

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 15 1935

15 MEI 1935

AUTEURSRECHT VOOR REHOUDR.
Economisch-Sta

tistische

Beri*chten

ALGMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN. HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

20
12
TAARGANG

WOENSDAG 15 MEI 1935

No. 1011

COMMISSIE VAN RÉDACTIE:
P. L,ief tinok; N. J. Polak, J. Tinbergen; F. de Vries en

S. M. E. A. van der Valk (Redacteur-Secretaris).

Redactie-adres: Pieter de Eloochweg 122, Rotterdam.
Aangeteekende stukken. Bijkantoor Suigeplaatweg.

Telefoon Nr. 35000. Postrekening
8408.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement

volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-

tenties: Nijgh & van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam,

Amst,rdam, ‘s-Gravenhage. Postchè qua- en giro-rekening No.

145192.

13 MEI 1935.

1

De reeds in het vorig overzicht vermelde ontspan-
ia’ing op de gel’drnarkt is inderdaad ‘gekomen. De
gel’dkoersen zijn verder teruggel’oopen. De prijs voor
.’driemaan’ds-‘bankaccepten is thans 3% 3% pOt., ter-
wijl sdhat’kistpapier ca. 3% pOt. noteert. Jaars’papier
werd op 3% pOt. gedaan; de prijs van langer loopen-

de schat’kisthi’ljetten is 3 pOt. Oail-gel’d Iblijft nog
betrekkelijk ‘hoog noteeren (3%’
t
4
pOt.); ‘verschil-
len’de i
ns
tel:li
iigen
sdhijnen nog bij de Bank in het
‘krijt te staan en kunnen dus door het nemen Van c-all
eenige rente besparen. Prolongatie noteerde’
4-3%-
3%-3%-2%,; ook hier dus ccci constant terugloopen
van ‘de noteeriug.

* *
*

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in

Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per

jaar. Losse nummers 50 cent. Economisch-Statistisch

Kwartaalbericht f 1.—. Leden en donateurs ontvangen

het weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie

op de verdere publicaties.

INHOUD.

Blz.

DE INVLOED VAN DE REGEERING OP DE’BELEGGÏNGEN

DER RIJKSFONDSEN
door
.
Jhr. Mr. L. H. van Lennep
436
Werkloosheid en muntwezen
1
door
A. N. van Miii. .
437

Het vraagstuk van den afzet van Javasuiker
in
de Eerste

Kamer door
A. Volz…………………………
439

Na
de
devaluatie in België door
Dr.
S. M. S.
A. van

der .Valk …………………………….

….
440

De vaststelling der standaardproductie voor underne-

iningsrubber door
J. F. Hacco4 ………………
442

BUITENLANDSOHE MEDEWERKING:

De gespannen toestand in Frankrijk door
1)r. H.

Weichman n……………………………..
443

AAN9IiEKENiNGEN:

Het Belgisch-Amen kaansch handeisverdrag ……..
444

De suikeninduatrie in Nederlandscb-indië ……..
444

MAAN
DOIJFERS:

Emissies in April
1935
………………………
445

ONTVANGEN BOEREN
…………………………..446

STATISTIEKEN
………………………….447-450

Geidkoersen.

Wisselkoersen.

Bankstâten.

Op ‘cle wisselmarkt waren P’on’clen in he
r
stel
;
vooral
gisteren was er veel ‘vraag, hoofdzakelijk uit Parijs,
waar in veihan’cl ‘met den uitslag van de verkieain’gen
deviezen gëzoeht werden. De £/Frs. koers is er van
73.40 tot 74.15 opgeloopen. Hier steeg de Ponden-koers van 7.15 tot 7.21, terwijl •de Fransohe Francs
van 9.75% tot 9.73 ‘daalden. De $/f
noteerin.g, die in
‘het begin ‘der week ‘op 4.84%: ‘is ‘geiiouclen, werd gis-
teren 4.88Y.
,
i. De Dollarkoers hier is clan ook ‘van 1.48
op 1.47% teruggelo’open. Belga”s liepen ‘gestadig aan
terug cii kwamen van 25.05 ‘op 24.98. Zwi’tsersohe
Francs waren nog steeds flauw; ‘zij’ liepen van 47.86
op 47.73 terug. Er ‘heerscht nog steeds een ‘zekere on-
‘gerusthei’d ‘over ‘de toekomst van den Zwitsersc’hen
Fr’aiic, te meer nog, waar ‘de Zwitserscihe banken
“groote belangen in Duitsdhland hebben, waar de fi-
nanciën opnieuw groote ‘zorg ‘haren. In ‘vrije Marken
ging maar ‘heel weinig cim; de noteerin’g zakte een
weinig’in. van 5945 op 59.38. De versc’hi.11en’cle roor-
ten Sperrmarken wareii echter alle •sterk aangeboden
‘hij teru’gl’oopen’de prijzen. De Scan’dinav’isehe koersen
vanzelfsprekend ihooger. Flauw lagen Lires, die van
12.20 op 12.10 kwamen. Oana’deescihe Dollars hoo’ger,
ongeveer
gelijk
met den A’menikaansghen Dollar.
Flauw waren M’ilreis: 8Y21 c.

Op de termijnmarkt zijn ‘de marges i n.’gekron pen.
“De vraag naar de’viezen, resp. ‘het aanbod van ‘Guldens
is opgehouden, terwijl getracht wordt specul’atieve posities, ‘die nog niet vervallen ‘zijn, ter ‘beperking
van liet verlies af te wikkelen. De slotnoteeringen
voor één- en ‘drie-maan’ds-leverin’g waren voor Ponden
4% resp: 13 c., voor Dollars iresp. 2%c. en voor
Fransohe Frarics 4 ‘resp. 9 p., alles ‘boven den con-
tanten ‘koers.

Voor tbuitenlandsohe rekening worden ‘hier nog ge-
regeicl gouden munten ‘gezoeht; de noteering voor
ta’gles is zelfs nog een weinig opgeloopen en wel tot 2.53%. Sovereigns 12.50, Gouden Tientjes 10.27%’.
‘Door ‘dcii flauwen .Francs-k-oers is ‘de noteering voor
‘haren aanzienlijk .teruigge’loopen:
f
1.651. Zeer aan’
geboden waren Marken-‘banknoten, d’ie tenslotte op
ca. 50.50 verhandeld werden.

430

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Mei 1935

DE INVLOED VAN DE REGEERING OP DE BELEG-
GINGEN DER RIJKSFONDSEN.

Bij •het ‘ontwerp van wet tot verlaging van de
openbare uitgaven – vulgo hezuinigingswet ge-

noemd – worden onder paragraaf 38 in de Beleg-

gingswet van December 1928 eenige wijzigingen voor-
gesteld, die ‘de aancladht verdienen.

Volgens de tegenwoordige redactie van art. 6 dezer

wet heeft de Minister van Financiën het recht hij

uitgifte van geidleeningeo tea laste van het Rijk het

Invaliditeitsfond’s en het Algemeen Burgerlijk Pen-
sioenfonds ‘te
noodzaken
‘hierin deel te nemen; het
bedrag mag echter niet ihooger rijn dan ‘de bijdragen,

‘die den fondsen in het ‘betreffende jaar uit de sdhat-

kist toekomen; met andere woorden de Regeering
heeft de – allesrins redelijke – bevoegdheid haar

bijdragen aan de fondsen met sdhuld’bekenten:issen te

voldoen; in alinea 3 van bovengenoemd artikel is de
koers ‘van overneming op pari en cle rentevoet voor

het Inva’lidi’teitsfonds op 4.4 pOt. en voor ‘het Pen-

sioenfonds op 4 pOt. ‘bepaald.

Thans wordt aan de Staten-Generaal een wijzi-
ging van ‘het artikel voorgesteld, krachtens welke de
Kroon in het vervolg gemachtigd zal zijn de boven-

omschreven beperking van het ‘bedrag •der verplichte

deelneming – edhtr tot ten hoogste de helft van het
overigens in het jaar van uitgifte voor belegging he-

scihikbare ‘bedrag – ‘buiten werking te stellen in ge-

vallen, waarin een geidleening ten laste of onder ga-
rantie van het Rijk tegen een lagere rente ‘kan wor-

den uitgegeven ‘dan de gemiddelde ren’tevoet be-

draagt van ‘leeningen, ‘die door andere puiblie’krechte-

lijke lichamen worden uitgegeven. In dat geval :be
paa]t de Minister van Financiën, na overleg met den
Belegginigsra’ad, ‘het bedrag der deelneming
1)•

Tot dusverre heeft de Centrale Beleggingsraa’d

steeds woveel als in zijn vermogen was de fondsen

genood’zaakt ‘de voor ‘belegging ‘beschikbare ‘bedragen

voor leeningen ten laste of onder garantie van het
Rijk te roserveeren. Tegenwerking van den Raad kan

clan ook niet de aanleiding tot ‘het voorstel zijn ge-
weest. Men moet eer denken aan gebrek aan mee-

gaandheki ‘bij de besturen van de fondsen. In No.
1007 E.-S. B. van 17 April 1.1., ‘blz. 331, schreef ik:

,,De fondsen ‘he’bben hunne berekeningen op een
ren’tevoet van 4 pOt. ‘ingesteld en zien dus zeer on-
gaarne eene ‘daling onder dit cijfer (heeft dit ‘de con
versie der staatsleen’in’gen in liet 3Y2
1
pOt. type weh

licht tegengch’ouden, ‘totdat zij niet meer met succes
kon plaatsvinden?)”; men bezie het voorstel in het

lioht ‘dezer woorden; veel wordt dan ‘dui’dlijk.
De laatste jaren is ‘de rentestand steeds gedaald,
totdat wegtre’kk’ing van saldi uit vrees voor den gul-
den hieraan een einde heeft gemaakt. Bij de opstel-
li:irg ‘van ‘het wetsontwerp leefde men natuurlijk nog
in het tijdperk der ‘daling. De fondsen waren toen
genei’gd 1beleggingsobjecten te ‘zoeken, d’ie meer rente
afw.ierpen dan de sta’atsschuid, hadden er in elk ‘ge!
val ernstig bezwaar tegen ‘hunne gelden voor 3%pOt
Staatsleeningen te reserveeren; met tegenzin zullen
zij ‘de 3Y
,
-i pOt. Indische leening ‘geslikt ‘hebben!
Thans ‘zullen de fondsen den gemi’ddelden rentev’oet

van 1hun beleggingen gaarne ‘door aankoopen van
‘gemeenteleeningen en pand’brieven ‘d’oen stijgen, ‘i ti

stede van gelden voor toekomstige conversie-leenin

gen van den Staat lbeschikbaar te houden, waarbij zij
‘dan gewoonlijk als ‘syn’dicaatsleden met meer slechte
dan goede kansen moeten fungeeren.
De Centrale Beleggingsraad komt ‘door dit alles
in een lastig parket. Hij is belast met de regeling
van de ‘belegging van de gelden der fondsen, moet
dus primair ‘niet hun ‘belangen rekening ‘houden’ en
slechts in de tweede plaats met ‘de verlangens va
den Minister van Financiën; men is geneigd te vra’
J)
}{et ontwerp van wet .gewaagt – horribile clictu –
van
deelnam(
,
Vei’cler had het van ,,Raad” en niet van
Beleggingsraad moeten spieken.
(Zie
art.
2
van de Be-
leggingswet).

gen, of ‘de Raad dit tot ‘dusverre hij zijn beslissingen

voldoende in het oog heeft gehouden, maar toch is

het een geruststelling te weten, dat een van den

Minister ‘onahankeljke instantie voor de belangen
van de fon’dsen waakt; te sterke invloed van den IV[i-n’ister kan geweerd worden.

Wotdt ‘het hoven aangehaald wijzigingsvoorstel tot
wet verheven, dan is voor de helft van de te beleg-

gen gelden de macht van den Raad illusoir ‘ge-

maakt.’) De Regeering weet, ‘dat ‘zij dan over een
telke
n
‘jare stijgend aantal millioenen kan beschik-

ken; ‘de fondsen moeten ‘dociel als gaugmakers voor
conversie-leen’ingen optreden, krijgen bij slagen een

ilein, ‘hij mislukken een ‘groot gedeelte van ‘de ‘lee
ring bhuis: in ‘het eerste geval staan ze voor een

nieuwe con’versie klaar; in het tweede is de emissie

,,geslaa’gd”; over het koersverlies op de opgenomen
stukken bekommert ‘men zich niet; après nous le

‘déluge! Overigens worden zij voor hun steun be-

loond. Zij vulien ‘in ‘het vervolg de nsantieele corn-
‘miss’io’nna’irsprovis’ie ontvangen over het nominaal

bedrag van ‘hun vrijwillige (1) deelneming.

Steeds eenzijdiger za’l ‘de ‘belegging worden in
schuld van den Staat, die in wezen de •deib’iteur van

de verzelcerden is. Wat nood; verlaging van pensioe-

nen en ‘iiitkeeringen ‘is aan de orde van den ‘dag.
Men val wellicht ‘de opmerking maken, dat zoo
he’t staatscrecl’iet op den duu.r slechter ‘zou wor-

den ‘dan dat van de andere publiekrechtelijke
lichamen en dus het in het voorstel genoemde ge-

val zidh dan niet meer zou voordoen. ‘Wij hebben er
reeds op gevezen, dat de Regeerin’g juist door mid-‘dcl van ‘de fondsen renteverl’agin’g van haar leenin-
gen kan forceeren; de
han.dhavin;g
van de emissie
der 3 pOt. Ned.-Imlisdhe ‘leening is een bewijs, da’t
zij ‘tegen een
dergelijke
shandelwijze niet op’ziet.

Overigens zal het niet gemakkelijk zijn ‘vast te

stellen, wat ‘de gemiddelde rentev’oet bedraagt van

leen’ingen, die door andere publiekrechtelijke ‘licha-
men worden uitgegeven. Zal de Kroon den gemid-

delden rentevoet nemen van alle ongeveer ‘gelijktijdig
geëmit’teerde leenin’gen van provinciën, gemeenten

en waterschappen? Dan zal het toeval steeds een
groote rol spelen; een leeni’iig Gelderland is niet op

één
lijn
te stellen met een schuld van Ernnen of

van een ca’lamiteuzen polder. Zullen eventueele vrij-
dom van de coupoubelasting en de meer of mindere
courantheid van de leenin;gen ‘in aanmerking worden
genomen? De redactie ‘is niet van d’ilettantisme vrij
te pleiten.

Dat in artikel 2 van paragraaf 38 voorgesteld
wordt de vaste rente ‘van 4.4 re.s’p. 4 pOt. uit ‘dc wel te lichten, zal ieder toejuidhen.
Artikel 3 ‘daarentegen is zeer bedenkelijk. Het

luidt als volgt:
,,Wij ibéhoud.en ons ‘voor in ‘gevallen, waarin door
cie Rijksfondsen en -instellingen, genoemd in artikel
1 der wet van 29 December 1928 (Staatablad No.
507) onder
a.,, b, c, f
en g (‘dit zijn alle Rij ksfon’dsen
en -‘instellingen met uitzondering van het Ouder-

‘clomsfonds en de Rijkspostspaarbank), gelden zijn be-
leg’d tegen een zooani’ge rente ‘of onder zoodanige

aflossingsvoorwaarden, dat daardoor ‘de ‘algemeene
verlaging ‘iran den rentevoet wordt belemmerd, na
verhoor van ‘den Centralen Beleggin’gsrad’d in de
rente en/of aflossings’voorwaarden ‘dezer ‘beleggingen
(Ie nood’i’ge wij’z’iging aan te brengen.” ,

Dit is een revolutionnair voorstel, waarbij men
aanston’d’s denkt aan ‘hetgeen’ bij ‘onze oostelijke ‘hu-
ren ‘geschied is. Gedwongen conversie in ons land,
vaar de rentestdnd reeds laag is!

Er is mijns inziens alle reden afwijzend ‘tegno’e’r
‘het voorstel te staan. Stel, de Regeering wil do ihy-
,potheekrente door verlaging van den interest der
pandbrieven doen dalen, ‘dan zal 2ij ‘den ‘hfpotheek-

1)
Het overleg ‘met ‘dein Raad behoeft alleen formecle
beteekenis te hebben.

15 Mei 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

437

banken moeten v’oorshrijven de te verkrijgen rente-
besparing ten voordeele van de ‘hypot’heeknemers aan
te wenden. Het billijk’st zal zijn allen te doen profi-
teeren, maar dan is het effect vrij gering, aange-

‘zien men het publiek niet tot conversie kan dwingen.
‘Terlaagt men alleen de hoogste rente-tarieven, dan
zullen vermoedelijk cle zwakke debiteuren het voor-

deel verkrijgen. Zal de rentevoet van de ‘gemeente-
leeningen dalen, omdat de fondsen minder rente over

oude leen’ingen gaan berekenen? Neen, alleen wan-

neer zij ‘in staat zijn meer leeningen dan tot dusverre

op te nemen en daardoor ‘het aan:hod aan het publiek
kleiner te maken. Maar liet tegendeel is in verband
met ‘cle eerstbesproken wijziging iyaarschijnlijker.
Waarom z’6u het ‘beieg’gend publiek – ik denk ‘hier

in de eerste plaats •aan de levensverzekerin’gmaat-sehappijen – dan met een renteverlaging meegaan?
De rentestand wordt in een internationaal georiën-

teerd land als ‘het onze waarlijk niet door dergelijke
pogingen van de Regeering blijvend beïnvloed. Het
gevolg zal alleen zijn, dat de fondsen minder rente

]cweeken dan vroeger; is dat voor den Staat een
voordeel?

Op’.h’lz. 10 van de Mamorie van Toelichting wordt on’der ‘besparingen bij de Spoorwegen ook
,f 600.000
opgegeven uit hoofde ‘van conversie; wie den stand
der spoorweg-obligaties ziet, zal ‘dit ‘moeilijk kunnen
begrijpen; wordt die
f 600.000
misschien door de
fondsen prijsgegeven?

Terugkemen’d tot de gedwongen conversie, wil ik
er met ‘allen nadruk op ‘wijzen, dat men, welke ‘de gevolgen ook mogen zijn, in ernstige mate op eens
gesloten overeenkomsten inbreuk ‘niaakt. Dit zal on-
scrupuleuze ‘debiteuren slechts kunnen ani’meeren
om rente-verlaging af te ‘dwingen. Na ‘den oorlog
zijn nu eenmaal renteniers niet meer interessant, zij
liet ook, dat ‘levensverzekeri n’gmaatschappijen mede
tot die ,,ren’teniers” ‘behooren.

Concludeeren’d moet ik ‘helaas constateeren, dat ‘de
in paragr. 38 voorgestelde wijzigingen op een kleine
uitzondering na niet aanbevelenswaar.d zijn. Het vi-
tiu’m ori’ginis is ‘de oorzaak van de ‘thans gedane
voorstellen; ‘de fondsvor.ming is de bron van alle
conflicten. De. Staat komt telkens in de verleiding
de ‘onafhankelijkheid van ‘de fondsen aan te tasten,
vermindert, ‘door ‘den nood ‘der schatkist gedwongen, ei’gen’madhti’g zijn indertijd ‘overeengekomen ‘bijdra-
gen, ‘gebruikt ‘de fondsen als instrumenten. Waarom
neemt ‘hij niet ‘cle eeni’g juiste beslissing, nl. om ver-
‘dere fon’dsvormin’g stop te zetten? De voorgestelde
wijzigingen ver’hoogen het aanzien van ‘den Staat niet.
L. R.
VAN
LENNEP.

WERKLOOSHEID EN MUNTWEZEN.
T.

Bij een beschouwing over de verhouding tusscheu
cle werkloosheid en het muntwezen dient te worden
vooropgesteld, dat tusschen ‘deze ‘bei’de begrippen geen
reohtstreeksdh verband bestaat, een omstandigheid,
welke er toe leidt, dat ‘het bestaan van een ‘invloed
van ‘het mnuntwezen ‘op ‘cle werkloosheid meermalen
wordt ontkend. Daarbij wordt ‘dan over het hoofd
gezien, dat een zij’delin’gsch verband zeer wel moge-
lijk is, daar ‘het muntwezen wel ‘degelijk invloed uit-
oefent op ‘den al’gemee’nen eco’nomiso’hen toestand en
dus op ‘de algemeene bedrijvigheid, terwijl op haar
beurt deze algemeene ‘bedrijvigheid weder maatgeven’d
is voor ‘den ‘omvang van de werkloohei’d. Het ‘doel
van deze ‘beschouwing is, ‘om ‘na te gaan, of een der-
gelijk zij’delingseh verband, als ‘hierboven bedoeld,
inderdaad ‘bestaat en zoo ja, vas’t te stellen, welke
invloed uit ‘dit zijdelingsch verband voortvloeit.
Het ‘is ‘duidelijk, d’at bij ihet ‘ontbreken van een
reohtstreeksohe ‘beïnvloeding van ‘het mun’twez’en op
‘de ‘mate van werkloos’heid alleen ‘dn een eventueele

zij’del’in’gsohe ‘betrekking kan worden afgeleid, indien’ het mogelijk is, vergelijkin’gen te maken tussdhen ver-
snhillen’de toestanden, waarin ‘heide factoren nl. èn

het muntwezen èn de werkloosheid zijn veranderd.
S,Tat
nu het muntwezen ‘betreft, ‘dringt ‘zich ‘de om-
stan’dig’hei’d ‘op ‘den ‘voorgrond, ‘dat in ‘de ‘laatste jaren

meerdere landen den ‘gouden standaard ‘hch’ben ver-
laten, z’oo’d’a’t oppervlakkig ‘beschouwd ‘de ‘gedachte

zou kunnen rj’zen, dat ‘doo’r een vergelijking ‘van den
omvang ‘der werkloosheid vôôr en n. ‘het verlaten van
‘den ‘gouden standaard een conclusie omtrent net te

bepalen zij’d’elinigsohe ‘verband zou kunnen worden ge-

trokken.
1)
Bij een nadere bestudeering van deze

mogelijkheid
blijkt
echter, ‘dat ‘deze vergelijking ‘niet
tot ‘het gewensc’hte ‘doel kan ‘voeren, daar tevens tal
van andere oorzaken, uit de huidige werel’ddepre’ssie

voortvloeiende, op ‘den omvang der werkloosheid heb-

ben in’gewerkt. Daar de ‘beteekenis van deze inwer
kin’g ‘hij ‘den huid’i’gen stan’d ven het statistische ma-
teriaal ‘niet ‘in cijfers ken worden ‘vastgelegd en ‘daar
voorts ‘deze ‘inwerkin’g niet steeds ‘dez’elfde cijfergroot-

‘hei’d zal ‘hebben ‘bezeten, is ‘het niet vel mogelijk, ‘om

‘door vergelijking van den omvang ‘der werkloosheid
v66r en na het verlaten van ‘den gouden standaard
tot het ‘gewenschte ‘doel te ‘komen.

Nu ‘deze weg tot benadering van het gestel’de zijde-
iingsche verband on’begaan’baar blijkt, ‘dient in deze
materie naar een ander pad ‘gezocht te worden. Hier-
voor ‘dringt zidh als het ware ‘op een vergelijking naar
den omvang ‘der werkloosheid in de landen, welke
den ‘gouden standaard verlieten en de landen, welke
dezen standaard ‘lianjd’haafclen.
Alvorens dit pad echter in ‘te slaan, ‘dient er voor
te worden gewaarschuwd, ‘dat zich ‘hier ‘nmeerdere
voetangel’s en klenimen ‘voordoen. Het is ‘daarom ‘ge-
wenscht, ‘deze vooraf van meer
nabij
te ‘beschouwen.
Z’oo ‘dient allereerst te worden ‘vermeld, ‘dat ‘dik-
wijls vergelij’kin’gen tusschen ‘de werkloosheid ‘in ver-
schille’nde landen worden gemaakt, waarbij ‘de werk-loos’heid wordt uitgedrukt in procent.n van ‘de bev’ol-

kin’g. Een ‘dergelijke methode, welke ‘onlangs nog werd
gevolgd in Wirtschaft un’d Statistik”, is echter on-
juist, omdat dan ‘onder ‘de ebevolking tevens ‘de niet
tot arbeid in staat zijnde personen worden medege-
re’ken’d, welk aantal in ‘de verschillende landen ‘zeer
aanzienlijk wisselt, o.a. ‘doordat de ‘geboortecijfers,
welke maatgeven’d ‘zijn voor ‘de kindersterkte, sterk
varieereti, ‘doordat voorts ook ‘de ‘sterftecijfers, waar-
van ‘het aantal ouden van ‘dagen invloed ‘on’dervin’dt,
zeer uiteenloopen’d ‘zijn. Dat dientengevolge groote
fouten ‘kunnen ontstaan, als desalniettemin ‘de werk-
loo’s’heid wordt uitgedrukt in procenten ‘van ‘de be-
volkin’g, ‘moge blijken uit het ‘onderstaande staatje
2)

0

Land
Land
o
to

België (1920)

43.3

Denemarken (1921)

41.7
Frankrijk (1926)..

53.2

Engeland (1931)

45.4
Italië (1931) ….

41.9

Noorwegen (1920)

40.4
2
,
ederland(1930)..

40.1

Oostenrijk (1923)

55.1
Zwitserland (1920)

48

Tsj.’Slowak. (1930)

47.5
Duitschiand (1933)

49.5

Zweden (1920)

,

44.1

1)
Bij het verdere betoog moet in het oog w’or,de’n ge-
houden, ‘dat dit artikel slechts ten doel heeft, ‘het verband
tu’sschen werkloosheid en muntwezen op ‘te sporen, w’aar-
bij dankbaar gebruik is gemaakt van de in verschillende
landen ‘toegepaste ‘deprecia’tie van den munt, wijl h,ierdoor
kon w’orde’n beschikt over enrpiri’seh vei’gelijk’iugsmate-
riaal, dat op andere wijze niet kon worden verkregen.
Het feit, dat 4k gebruik heb gemaakt van dit empirisch
materiaal, be’duidt echter geenszins, ‘dat ik mij wenseh
te mengen in den &trjd pro en contra ‘depreciatie van
het ruilnriddel, daar ik ‘in dien strijd geen partij wensch
te kiezen. Wel hoop
ik,
‘dat deze ‘beschouwing moge be-
vorderen, dat deze strijd, voor zooverre het het vraagstuk
der werkloosheid betreft, mt jumiste gegevens en argu-
menten aal worden gevoerd, hetgeen tot ‘dusverre slechts
zelden het geval was.
) Ontleend aan ‘het Statistische Jahrbuch fhr das denit-•sc’he Re’ich. Internationale ‘Q’bersichten (1934 blz.
34
tabel
10).

438

ECONOMISCi-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Mei 1935

De ‘hovenverml’de percentages ‘d’ateeren iveliswaar

uit eeti periode van 1920-1933, doch zijn deson-
‘danks, hoewel in verschillende landen in veiihancl
met het tussohe’nliggende tij’d’sver1oop versdhuivingen

stellig niet denkbeeidi;g zijn, alleszins voldoende, om
duidelijk te maken, dat er in den bevoikingso’p’houw

van de verschillende landen dusdanige verschillen ‘he-

staan, dat het uitdrukken van het aantal werkloozen
‘in procenten van de bevolking tot mislei’dnde con-

clusiën moet voeren.
In de tweede plaats dient er de aandacht op te

worden gevestigd, ‘dat even dikwijls vergelij’kin’gen
worden gemaakt tusshen de werkloosheid in ver-

schillende landen, waarbij de werkloosheid ro’rdt uit-

gedrukt in procenten van ‘het aantal werkenden van

‘de bevolking. Ten opzichte van deze ‘methode kan

worden opgehierkt, dat dan weliswaar •de hierboven

vermelde fout wordt ‘vermeden ‘doch d’at ‘dan nog
wordt verzuimd, rekening te houden met de lande-
lijke verschillen in de structuur v’an ‘het’bed’ijfsleven.

Het ‘is immers ‘duidelijk, dat een ste’rk sprekende

agrarische structuur den omvang dci werkloosheid
als functie van het totaal ‘aantal ‘der werkenden zal
drukken, terwijl omgekeerd een sterk sprekende in-

dustrieele structuur ‘d’en omvang der werkloosheid
als functie van het aantal werkenden ‘zal vechoogen.

Evezoo zal het werkloos’hei’dscijfer ‘hobger ‘zijn, naar-

mate in het ‘in’clu’strieele
‘bedrijfsleven
‘het grootbe-

drijf sterker ‘is ‘vertegenwoordigd dan het kleinbe-

‘d’rijf, ‘terwijl een extra ‘hoog cijfer kan worden ‘ver-
vah’t, als ”het :in’dustrieele ‘bedrijfsleven bijzonder

conjunctuur-gevoelig is. Teneinde een ‘denkbeel’cl te

geven, om wat voor verschillen het hier ‘gaat, moge

‘hieronder een overzicht worden gegeven ‘van de ‘hoofd-
elementen van de ‘bedrijfsstructuur in cle versdhillen-
‘de ‘belangrijke Europeesche landen.

L a ii d
Percentage der werkenden behoorende tot:

Agrarische
Industrie1

Handel

n
Overige
bedrijf
verkeer
beroepen

België
……(1920).
19.3
48.9
18.3
13.5

Frankrijk

.
.(1926)
38.4 34.8
15.1

,
11.7
Italië

……(1931)
47.3 29.6
12.9
‘10.2
Nederland
.
.(1930)
20.5
39.3
23.4
16.8
Zwitserland

(1920)
25.9


44.3
16.6 13.2

Duitschianci
(1933)
28.9 40.4
18.4
12.3
Denemarken
(1921)
34.9 28.7
16.9
19:5
Engeland.
.

(1931)
6.7
49.9
27.7
15.7
Noorwegen.
.(1920)
36.8 30.5
19.7

L
13
Oostenrijk.
.
(1923)
39.9,
33.6
15.5
11

Tsj.-Slowak.
(1930) 38.3
37.4
12.2


12.1
Zweden.
.. .

(1920)
40.7
32.3
14.3 12.7

Hoewel ook ‘deze cijfers niet alle van recenten
datum ‘zijn (zij ‘dateeren eveneens uit de periode van
1920-1933), zijn ‘ook zij voldoende illustratief,’ om
‘duidelijk te ‘maken, dat een ‘niis’vor’m’d beeld w’ordt
verkregen, als ‘men op een ‘bepaald oogen’hl’ik de werk-

loosheid ‘in verschillende landen ‘vergelijkt, ‘door ge-
lirui’k te ‘maken van ‘d’en op ‘dat oogenblik ‘gel’den’den
‘omvang ‘der werkloosheid, waarbij het aa4tâ’1 werk-
boren is uitgedrukt in ihet aantal werkenden. Tegen
‘deze schijnbaar juiste ver’geljki’ngsmet)hode
1
kan der-

halve niet genoegzaam worden ‘gewaarsdhuwd, tenzij
‘cle vergelijking ‘over een reeks van jaren loopt en niet

de absolute waarden, ‘dodh ‘d’e niveaux ‘der cijfers over
clie reeks ‘van jaren worden vergeleken. ,
In ‘de ‘derde plaats moet worden opgemerkt, dat ‘bij
ver’gelij’kingen, ‘als ‘hierboven ibedoel.d, vrijwel steeds
wordt uitgegaan van het aantal werkloozen of ‘het

werkloosheidspercentage der ‘betrokken ‘landen, ‘zoo-
a:ls”deze gegevens regelmatig in verschillende, volken-
hon’d.spu’h’lieat’ies verschijnen (‘o.a. ‘de R’evue Inte’rna-
tio’nale ‘du T’ra’vail). Eohtër ‘worden’ deze werkloos-
heids’gegevens in. ‘de diverse landen zeer verschillend samengesteld met !het gevolg, ‘dat ‘zi.j zonde meer als

i) Eveneens ontleend aan het voreugenoemde Statistische
Ja;hrbudh (blz.
36
en
37,
tabel
12).

statistisch vergelij’kin’gsnaateriaal niet ‘cleugen. In cle

‘desbetreffende pu’blicaties wordt ‘clan ‘ook zeer terecht

telkenmale ‘opnieuw de aandacht ‘gevestigd op de mi-
vergelij’k’baar;hei.d dier cijfers. Daar deze gegevens des-

alniettetnin ‘maar al te dikwijls ‘toch als vergelij’kings-

materiaal worden ge’bruikt, ineen ik goed te dpen,

‘dit onjuiste ‘gebruik nog eens uitdrukkelijk ‘te s’i’gna-

leeren. .

. In de vierde plaats moge ik dan nog uitdrukkelijk

stipuleeren, ‘dat
eigenlijk
‘ieder overzicht., hoe ‘ook

samengesteld, een foutieven indruk vestigt, als het

‘den omvang der werkloosheid op een bepaald oogen-

‘blik weergeeft. Bij een ‘dergelijke – helaas maar al
te dikwijls toegepaste – methode zou ‘dan immers

stilzwijgend uitgegaan moeten kunnen worden van

de veronderstelling, ‘dat de werkloosheid voor ‘het
intreden van ‘de crisis ‘in ‘de verschillende landen

even ‘groot was. Dit nu i’s in ‘geenen ‘deele het geval,

‘hetgeen o.n. moge blijken uit ‘het feit, ‘d’a’t in 1929
Engeland met 46 ‘ini’l}ioen ‘inwoners 994.000 werkloo-

zen teldé tegen Frankrijk ‘met
42
mil’lioen inwoners

slechts 10.000. Deze -zeer uiteenloopen’de omvang ‘der

werkloosheid ‘in ‘deze heide landen, welke ee’n ‘na,ge-
noeg even groote bevolking tellen, moet worden toe

‘esolire’ven aan het feit, dat in Engeland in de ‘na-

oorlogsch’e periode steeds (
,
en ‘groote werkloosheid

heeft ge’heerscht, als gevolg van in’dustrieele Ver-
schuivingen, ‘in het bij’z’on’der in de stapelindustrieën

(zie o.a. Unem’p’loy’ment.,van W. H. Beveri’dgehlz.
845 tot 372) en dat Fankrjk voor ‘de crisis nageoeg

‘geen werkloosheid ‘kende, eens’dee’ls als gevolg van

‘het feit, ‘dat de structuur ‘van het ‘Frausdhe ‘bedrijfs

leven van nature een sterk autarkisdh ‘karakter ‘draagt

en anddrzijds, doordat de ‘vraag n’aar arbeidskrachten

er “steeds 1rj ‘hoog was, waarbij o.a. moet worden ge-
‘dacht aan ‘de arbeidsvraa’g, veroorzaakt ‘door den ‘we-‘deropbouw van ‘de door ‘den oorlog ‘verwoeste distric-
ten. Uit ‘dit voorbeeld
1),
hetwel’k uiteraard met meer-

dere zou kunnen worden aangevuld, ‘moge blijken,
‘dat elke vergelijking ‘tu’sshen den omvang ‘der wer’k-
l’oohei’d in verschillende landen ‘op één beaa’l’d tijd-

stip tot een onjuiste conclusie ‘niéét ‘voeren, omdat
de ‘d’aaibij stilzwijgend als juist aangenomen prernisse
den ‘toet’s ‘der kritie’k ‘niet ‘blijkt te ‘kunnen doorstaan.

Daarenboven herbergt een vergelijking ‘op één ‘be
paalcI ‘o’ogenlblik,’het bekende ‘gevaar in zich, ‘dat een
•misvormd beeld ontstaat, doordat toevallige
01)
dat

oogen’bli’k optredende factoren een sterk storen’den
invloed uitoefenen, lhetzij ten ‘voordeele of ten na’deele
van ‘de ‘door ‘middel van de ‘betrokken vergelijking na

te speuren ‘ver’ljan’den.

Na ‘de ‘h’i’ervoren aangegeven voetangel’s en klem-
men ‘op ‘dit ‘gebied onder ‘de oogen te ‘hebben gezien,
‘client th’ans over te worden gegaan ‘tot het uitzetten
van ‘het pad, ‘dat tot het beoogde ‘doel moet voeren.
Een nauwkeurige overde’nking van ‘de ‘geheele ‘niaterie
leidt tot ‘cle conclusie, dat de meest ‘objectieve en ‘de

minst aan’veohfbare ‘methode wordt verkregen, ‘door
niet ‘den omvang, doch ‘het ibeloop van de ‘werkloos-
hei’cl van land tot land in ‘cle crisisjaren te v’olgeii en
door ‘daarna ‘dit’ ‘beloop ‘in ‘cle vershil1ende ‘landen on-
elerlit’ig”te’vergelj’ken. Fouten, als hieiboven gesi’gna-
leercl (nl. verwaarloozin’g ‘van
landelijke
verschillen
in ‘den ‘omvang ‘der niet werkenden, veronachtzaming
van uiteenloo’pen’de structureg «in, het landelijke’ be-
‘drijfsleven, gebruik ‘van on’verelj’kbaar cijfermate-
riaal en ‘onjuiste momentergelijkingen), worden dan
‘ge’heel vermeden, omdat ‘dan niet ‘meer bepaalde cij-
fergrootheden worden vergeleken, ‘doch ‘het beloop

1)
In dit verband- dient ‘nog te worden gewezen op de
mmmeerma.len geuite suggestie, dat ‘de ‘te hooge stab’ilisee-
ring van het Pond Jn
1925
ertoe heeft bijgedragei, den
door de in’d’ustriieele verschiiiviingen vindeliden druk
op het’ Eagelsclie bedrijfsleven nog’ te vem’zv’aremI, zoo-
niede op de stelling, da-t ‘de te lage stabiliseering
van’
den
Fr.arrschen Franc in
‘1926
het Fransche ‘bedrijfaleven
zeer
heeft bévoordeeld. (Zie hiervoor
o.a.
,,The ‘tragedy
of
the
pound” van Paul Einzig).

.15 Mei 1935

ECONOMISCH-STATIS

HE BERICHTEN

439

van die cijfergrootheden of beter gezegd de
wijze,

waarop deze cijfergrootlheden zijn veranderd:
Het is duidelijk, dat voor het construeeren van het
beloop der werkloosheid zoowel kan worden uitgegaan

van de werkloos’hei’dspercentages als van de aantallen
werkioozeri, %ooals deze regelmatig in de Revue In-
-ternationale du Travail worden gepubliceerd. Echter

is eeii overzidht, ‘hetwelk het beloop -der werkloos-

heid iveergeeft in cijferreeldsen, omvattende de werk-
ioos’hei’dspercentages of de aantaller werkloozen, zon-
der meer nog weinig geschikt, om daaraan beschou-
wingen ‘vast te knoopen. Wordt echter het gemiddeld

aan

tal werkloozen of het gem i d cleld werkl ooaheids-

perceage in de jaren 1929 en 1930 op 100 gesteld
en worden vervolgens -de aantallen werkloozen of ‘de

werklooshei’dspercenta’ges in de verschillende lan-
den op elk ‘tijdstip als in’dexcijfar in ‘dit als normaal
aangenomen eenhei’dsgetal uit-gedrukt, dan worden
cijferreeksen verkregen, waaruit duidelijk ‘blijkt, in

welke mate de werkloosheid in den loop der jaren in
vergelijking me-t de jaren 1929 en 1930 in ‘de ver-

schillende landen is veranderd. Aldus ‘handelend,
wordt met de aantallen werkloozen als basis de navol-

gende staat verkregen.
1)

Verhoudingsgetallen dci aantallen volledig vcrk1ooze
arbeiders. (Het gemiddelde aantal in de jaren
192911930
te
op 100 gesteld.)

1931

1932

1

1933

1934
Lan cl
1111 1/7

111
1
117 i 111
1
117

111

1,7

1.België

……..
226
191
453
497
609
417
609
494
Frankrijk

……
322
435
2218
2567
2925
2380
3187
3042
Italië

………
199
176
290
256
338
227
319
244
4.Nederland

.
..

237304
427
412
649
455
629
473
5.Zwitserland

.

352
172
552
428
960
486
942
466

6.Duitschland ….
1
1931
1581
2391
213
1

2381
176
1

149
1

96

7. Denemarken

.
167
82
250
214
440
202
818
169 169
191
177
197
163
167
135
9 Noorwegen . ..
1
5
3
111
184
137
216
137
216
132
8.Engeland …….
167

10.Oostenrijk
.
52
89
165
122
183
138
202
155
11.Tsj.-Slowakije
430
289
798
621
1199
876 1149
781
12.Zweden

……..
348126
326
282
521
444
6181
274

Uit dit overzicht
2)
‘moge ‘blijken, ‘dat over -het alge-

meen de cijferreeksen van ‘de gou’dlan’den een niveau
honger liggen, ‘m.a.w. ‘da

t ‘de werkloosheid er, ver-

geleken met het ‘gemiddelde in ‘de jaren 1929/1930,
meer is toegenomen, ‘dan in de landen met ‘gedepre-
cieerde -valuta ¶het -geval is en dat voorts eerstbedoel’de
reëksen – en mits-dien ook de werkloosheid – eer-
-der een neiging tot stijgen dan ‘tot ‘dalen vertoont.
Omgekeerd ‘liggen ‘de cijferreeksen in cle landen met
gedeprecieerde valuta een niveau lager, m.a.w. •de
werkloosheid is er, vergeleken met ‘het gemiddelde in
1929-1930, minder gestegen, terwijl voorts het be-

‘) Te,- n’adem-e toelichting van dezen staat kan worden
opgemerkt, dat de landen zoodani.g zijil gegroepeerd, dat
onder 1 t/lam. 5 de ‘goudianden voorkomen en onder 7
t/nm. 12 de kenden met een gedeprecieerde valuta, terwijl
Duitschiand afzonderlijk is ‘vermeld, omdat het als het waie het midden hdud.t tussohen een -goudiand en een
land met gedepr’ecieerde valuta en omdat het statistische
mmater.iaal van den laat-sten tijd niet op dezelfde basis is
samengesteld als de uit vroegere jaren verkregen ge-
gevens. Voorts zij nog aangeteekend, dat voor 1929 en
1930 als basis van vengelijkiiiag ‘het gemiddeld aan-tal wer-kloozen is aangehouden, doch dat voo,- de verdere
jaren het aantal öp 1 Januari en 1 Juli is vermeld, ten-
einde ook de seizoen

beweging, welke laisdelijk eveneens
in beteekenis verschilt, -nog eenigsains ‘tot haar recht ‘te
doen komen.
Hoewel België ‘intusschen ook tot depreciat.ie van zijn
ru-i-lm,iddel is overgegaan en dus eigenlijk geen goudland
immer is, is ‘het -niettemin onder -de groep goudlonden op-
genomen, omdat het gebruikte cijfermateriaal afkomstig is cit den tijd, toen in -dat land de gouden standaard nog
weed toegepast.
2)
Als ,in plaats van da aantallen werkloozen de werk-
loosh nidspe rcen-tages als -bas is worden gebruikt, verandert
het algemeen beeld van dit overzicht natuurlijk niet.

ir
1001) der werkloohei’d eer ‘de neiging tot -dalen dan

tot stijgen aangeeft.
In beide groepen neemt één land een uitzonder-

lijke positie i-n, ni. Frankrijk
in cle groep der goud-

landen es Tsjedho-Slowakije in de ‘groep der landen
met gedeprecieerde valuta; ‘cle ci.jferree

ksen van deze

beide landen steken
til.
belahgrijk hoven -het -gemid-

delde beeld van hun groep uit. Voor
Frankrijk
moet

dit worden -toegeschreven aan het reeds -gemioem-de
feit, dat dit land v66r -cle crisis pract-isch nagenoeg

geen werkloosheid kende, waardoor het punt van uit-

gang nl. het ‘gemiddelde over 1929 en 1930, verge-
leken hij andere landen, -a’hnormaal laag was, terwijl

‘het hooge niveau van Tsjecho-Siowakije in -cle andere

groep merkwaardig goed -overeenstemt me

t ‘het -be-

langrijke hoogere niveau ‘der gou’dlanden, het-geen
ook juist moet worden geacht, daar -dit land eerst
in FObruaTi van 1934 -den gouden standaard ver-

liet.
1)

Ik zal mij ervan out-houden, ‘gemiddel-den van
deze -groepen van reeksen samen te stellen, omdat

zoovel ‘de bepaling van een rekenkundig ‘gemiddelde
als van een gewogen ‘gemiddelde een minder juist

beeld zou geven. Immers bij het bepalen van een
reken-kundig gemiddelde ontstaat ‘deze eiigenaardige
figuur, ‘dat de invloed van een ‘klein land als b.v.

Zwitserland even zwaar zou wegen, als die van een
groot rijk al-s Engeland. Bij thet ‘bepalen van t.en
gewogen ‘gemiddelde daarentegen zou het gevaar

bestaan, dat de in-vloed van een -groot land zeer
sterk enu overwegen, ‘met het gevolg, ‘dat toevallige
structuu-rirmvloeden bp ‘de werkloosheid in één -be-
paald -land Qb.v. Frankrijk of Engeland) een te groo-
en invloed zouden uitoefenen op ‘het algemeen beeld.

Het moet uit dien -hoofde juister worden geacht,
geen ‘gemiddelde te trekken, -zood-at wordt volstaan
-met de vermelding van -de uit -de bovenaan-gegeven
vergelijkende beschouwing volgende conclusie, dat
-het Ibe]oop van de werkloosheid -het aannemelijk

maakt, dat ‘de ‘depreciati-e van het rui’lmi’ddel in de betrokken ‘landen ‘de werkloohei’d -heeft ‘doen ver-
minderen. A. N.
VAN MILI.

(Slot volgt.)

1)
De laatste berichten uit di-t land maken in-tussehen
gewag van een algemeen verbeterden toestand.

HET VRAAGSTUK VAN DEN AFZET VAN JAVASUIKER

IN DE EERSTE KAMER.

Bij ‘het -deiat -over de Indische begr-o-otin-g in de
Eerste Kam-er heeft Mr. Fock het epgenornen voor
cle Indische suiker met ‘het volgende -betoog:

Nu de suiker. Er heeft in den Volksra-ad een vergade-
-ing plaats ‘gehad, waarin
men
over -den toestand van de
Indische suiker -heeft gesproken, waarin er op gewezen
is, dat de zoo geperfectionneerde Indische sutkercul-tuur
– dat zal ‘ieder erkennen – de eenige eni-kercultuur in
de geheele wereld -is, die niet gesteund en beschermd
wordt. Ook hier – in Nederland wordt de -suikercultuur
sterk beschermd, maar besctherming van de Indische sui-
kercu-l-tuur- 1-s er niet, zelfs niet in de geringste mate. Ik
heb met genoegen -gezien, dat de Minister van Econo-
mische- Zaken een commissie heeft benoemd om een on-
derzoek in te stellen naar de mogelijkheid om uit suiker-
bieten alcohol te -bereiden. Ik hoop, dat het onderzoek
van deze-commissie tot een goed resultaat zal leiden en
ei- zoodoende een grootere afzet van Indische suiker op
de Nederland-sehe markt zal kunnen worden verkregen.
Maar wat vooral -zoo erg is, is, da-t -de Indische suiker
hier -nauwelijks kan binnenkomen, ilmaar -dat wel op de
Nederlandsche mark-t Poolsche en Cubaansche suiker
komt tengevolge van den steun, dien die suiker in hun
landen -krijgt en ook tengevolge van de
f
2,40 compen-
satierecht op de witte suiker. Het is wel ‘heel bedenkelijk,
çlat men vel -Cubaansche en Poolsche -suiker toelaat, ter-
wijl het voor de Indische suiker onmogelijk is h’ier op de
mark-t te -komen. Ik geloof, dat die vreemde -suiker ge-
bruikt word-t – ik meen een -hoe-veelheid van 100.000 ton
voor de suiker -verwerkende fabrieken. Welnu, laat de
Regeering zorgen, dat -die 100000 ton, die ‘noodig zijn

440

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15
Mei
1935.

voor clie fabreken, door de Indiische suikercultuur kunnen
rordea geleverd. I)at za1 ook voordeel
g
evel! voor onze
scheepvaart. Men kan dan voor die 100.000 ton de con-
ditie stellen, dait zij door Nederla,ndsche schepen hierheen
worden vervoerd.
Toen deze aaqigelegen.heid in den Volks raad ter sprake
kwam, heeft de Regeeringsgemachtigde, die daarbij tegen-
woordig was, er heel weinii.g op geantwoord, maar kort-
weg gezegd, dat hij met heel veel genoegen had gehoord,
dat men zooveel belangstelling had voor de Indische su’i.keç
en dat de Regeering niet zou nalaten om aan het opper-
bestuur mededee’li’n.g te ‘doen van de gevoelens van den
Volksraacl. Man vergete toch niet, dat ‘bij de ‘siikercultuur
op Java werkzaam waren 4500 Europeanen en meer dan
een milirioen Lu’l’anders, terwijl door cle suikercultuur nog
zeer vele anderen – ik denk aan de trams, spoorwegen
en ka.rrevoerders – voordeel hadden, zoodat ‘het van groot
belang is voor Indië, dat de suiker w’eer tot opleving komt.
Ik breng dit onder cle aandacht van den Minister. Ik hoop, dat de Minister daaraan zijn aandacht zal willen
wijden en die aandacht zal doen volgen door daden.”

Hierop antwoordde Minister Colijn:

,,Voor de suiker is liet vraagstuk oneindig veel moei-
lijker. Juist ‘is, wat de geachte afgevaardigde heeft ge-
zegd, dat de •suikerindustr.ie voor indië van overwegende
beteeken,is is. Men kan zeggen, ruwweg, dat toen cle sui-
kerindustrie op haar normaa.l peil werkte, én dus onge-
veer 3 millioen ton per jaar produceerde,
zij’
onder de bevolking bracht een geldbedrag van .tussehen de 100 en
120 milbioen gulden; dat de Spoorwegen, d’ie op het oogeci-
blik met groote verliezen ite worstelen hebben, tengevolge
van ‘hct met de ‘suiker verbonden vrachtvervoer, destijds
in goeden toestand verkeerden. Dat afles is tengevolge
van dc buitengewone inkrimping van ‘de suikercultuur
zeer ten ou.gunste van Nederlandsch-I.udië veranderd; het
laatste jaar is er zelfs, geloof ik, maar een oogst van
ongeveer 300.000 ton, 1/10 vaii den normalen oogst. Ge-
lukkig beginnen ‘intusschen de voorraden opgeruimd te
worden en de hoop mag worden gekoesterd, dat ‘in 1936
weer zooveel aanplant in den grond zal worden gebracht,
dat men in 1937 een oogst van 1′ mill’ioen ‘ton zal kuil-
nen hebben.
Wanneer men nu op dat cijfer van 3 millioen ton let
en men vraagt dan naar de beteekenis, die de ederland-
sehe afzet van 100.000 ton voor Indië zou kunnen heb-ben, dan blijkt ‘daaruit natuurlijk, dat die beteekenis op
zichzelf niet overwegend is, en ‘niet meer dan 3 pCt. zou
bedragen. liet ‘is met de suiker gelijk het met andere In-dische producten is, .dat Nederland maar een ‘heel klein gedeelte daarvan zou kunnen opnemen, indien er overi-
gens bereidwilligheid was dit te doen. Toch ‘ben ik van
meeu’iag, dat, indien er een uitweg kan worden gevonden
om
voor de Indische suiker een plaats
01)
de Nederlandsc-he
suikerm’arkt ‘in te ruimen, daartoe ‘alles moet worden
gedaan wat mogelijk is, vooral nu de’ verk.00psmogelijk-
heden zoo gereduceerd zijn. Of ‘nu de gedachte, welke de
geachte afgevaardigde zooeven uitsprak, ‘vruchtba.a.r voor
Indië zou zijn, dat ivaag iik nog te betwijfelen. Wanneer
bijv. Poolsche suiker hier geraffiueerd wordt om weer te worden uitgevoerd, en deze vervangen zou. worden door
Indische suiker, dan zou de rest van de Indische suiker
clie Poolsohe suiker ‘toch weer aantreffen op andere markt
ten, waar ‘de Indische suiker oo.k moet worden afgezet.
Ik geloof niet, dat daarvan groote voordeelen voor Indië
te wachten zouden zijn! Er zou ‘dit voordeel zijn, dit
geef ik den geachten afgevaardigde ‘toe, dat het vervoer
van 100.000 ton suiker uit Indië uaar Nederland voor
onze scheepvaart meer van beteekenis is dan .de aanvoer
vu 100.000 ton Poolsche suiker uit ‘dc ‘haven van Ged.in’ia,
omdat die ‘hier .waarsohijrdijk met Poolsche schepeu zou
worden aangevoerd. Er zijn ‘dus wel voordeelen aan ver-
bonden, maar voor wat den afzet van de Indische suiker
betreft, geloof ik niet, . dat het voordeel zoo ‘groot is al’s
‘de geachte afgevaardigde denkt.
Iets giheel anders is het, indien wij er in zouden slagen
een additiioneele markt, d’ie wij nu ‘niet hebben, voor de
Indisohe ‘suiker ‘te vinden, •door inkrimping nl. van de
Nederlandshe ‘bietsuikcrproclnctie; dat zou helpen, Maar daarbij tellen ook andere overwegingen mee.”

Dat ‘de Indische ‘suiker de eventueel hier vervan-
‘gen P’oolshe (of andere) suiker elders ‘op ‘de wereld-
markt weder zou aantreffen ‘heeft ‘de Minister ook’
in zijn antwoord aan ‘de leden •in de Tweede Kamer’
betoogd. In ‘deze ‘kolommen
1)
werd ‘toen er op •gewe-‘
zen, ‘dat dit niet juist is en dat ‘de ‘door Javasuiker

1)
Zie Economisch-Statistische Berichten van 27 Maart.

uit Nederland verdrongen vreemde ‘suiker ‘geen con-
currentie voor Java meer zou’de beteekenen, omdat

Java ‘zijn afzet op de Oostersche markten ‘onvermin-
derd behouden ken, terwijl ‘de overige Europeesche

markten, waar ‘deze ‘huitenlan’dsc’he suiker zijn toe-
vlueht zou moeten zoeken, v’ooi1oopig niet in aan-

merking komen voor ‘den afzet van Javasuiker.
Met ‘den meesten nadruk dient nog eens e’r op

gewezen te worden, ‘dat een exp’ort van I’n’dishe
suiker naar Nederland eene versdhuiving van onver-

kochten voorraad ‘betee’kent van Java n’a’ar andere
prozluct’icla’n’clen en ‘dart ‘derhalve ‘de afzet van Java-

suiker met een evenredig kwantum vergroot kan
worden.

Het is jammer, dat ‘de Minister in ‘dit geval geen
‘betere .des’kundi’ge voorlichting ‘gehad ‘heeft, aange-

zien hierdoor wellicht verzuimd werd om, in ‘afwah-

tin’g van lhet resultaat van het onderzoek naar ‘cle

‘mogelijkheid van eene andere ‘bestemming ‘voor de

Nederland sohe ‘suikerbieten, reed’s ‘da’delijk iets vo’or

Ja’vasui’ker in het moederland te ‘doen.

Men moet niet vergeten, ‘da’t 100.000 tous grootere

afzet 20 pOt. van den Java-oogst ‘dezer ja’ren ver-

tegenwoordigt. Een Java-oogst van 3 snillioen ton’s
‘behoort reeds ‘lang tot ‘het verleden en mag n’i’et
meer als maatstaf ‘dienen.

Nog zij hier vermeld, dat ‘de door Java ‘h’ier te
remplaceeren vreemde suiker ‘slechts vo’or een zeer
klein gedeelte uit Polen komt. De ruwsuike-r wordt

‘hoofdzakelijk u’it Cuba en San D’o’rningo en de wit-suiker ui’t Frankrijk en België aangevoerd. Uit Polen

werd in 1934 slechts 8.545 -tom ruwsuiker en 336

tom witsui’ker in Nederland ‘geïmporteerd.
A.V.

NA DE DEVALUATIE IN BELGIE.

HoeWel ‘het nog veel te vroeg is cm de
uiteindelijke
gevolgen van ‘de devaluatie van den Bel’gi’sohen Franc

te ‘bespreken, ‘hebben ‘zich in ‘de zes weken, die seder’t-

dieit verl’oopen ‘zijn, verschijnselen geopen’baard, ‘die
de ‘belangstelling verdienen. België vormt uit ‘het
oogpunt van ‘de gevolgen van ‘de ‘devaluatie een in-

teressant studieterrein. Het is immers een ‘land, dat
zich reed’s zeer sterk had aangepast en dat oo’k zijn
volks’huis’houding door verhooging van invoerrechten

en ‘cont’ingenteerinigen heeft ibesehermd, maar daarbij
lang niet ‘zoo ver is gegaan als ‘de omringende lan-
den. Tenslotte is he’t een ‘land, dat op uitvoer is aan-
gewezen en zich ‘dus niet van de wereldmarkt kan iso-

leeren ‘door een economisdhe politiek te voeren, die
geheel nationaal is ingesteld.
De eerste ‘berichten over de ‘gevolgen van ‘devaluatie
stonden vrijwel alle in ‘het teeken van enorme prijs-

stijgingen; men kreeg soms ‘den ‘in’druk van een pa-
niek, ‘die z’ih van de bevolking ‘had meester gemaakt.
1-let spreekt ‘vanzelf, ‘dat ‘deze prijsstijging
partieel
moest zijn en voornamelijk ‘betrekking ‘had op ‘de
invoergoederen. Huren en verschillende andere pos-
ten van het 1biidget (‘gas, electrieitait, etzz.)
zijn
onver-
an’der’d gebleven. Welken overdreven ‘indruk deze ‘be-

richten ‘hebben gemaakt, iblijkt iel ‘hieruit, ‘da’t ‘het
indexeijfer van ‘detaulprij’zen op 25 April vergeleken
‘met ei’n’d Maart ‘met ruim ddn procent is ‘gestegen.
Deze geringe stijging ‘is zonder twijfel ‘mede te dan-
ken aan ‘het ‘streven van ‘de regeerin’g om •onigemoti-
veerde
prijsstijgingen
tegen ‘te gaan.
Het ‘behoeft echter geen nader betoog, ‘dat ‘het ge-noemde i’n’dexcijfer verder ‘za! stij’gen. Een vergelij-‘king met Engeland gaat niet op, om’d’a’t de ‘deprecia-
tie van ‘het Pod prijsdalingen van verschillende an-
‘dere ‘goederen (‘bijv. tarwe) met zich ‘bracht. Boven-
‘dien heeft België een gematigde ‘bescherminigspoli’tiek
gevoerd, waardoor de ‘prijzen van ‘bepaalde ‘inheem-
sche goederen, ‘die ook op ‘de wereldmarkt vei’han’del’d
worden, niet ‘buitensporig ‘hoog ‘boven ‘de wereld-
rnarktprij’zen zijn ‘op’getrokken. Doch het is zeer op-
‘merkelij’k, dat reeds nu verschillende ‘invoerrechten
en belastingen zijn
v
e
r
laagd met ‘het doel om ‘de prijs-

15 Mei 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

441

stijging eenigerma’te te remmen. Overigens volkomen

terecht. Immers, indien handelspoli tieke maatregelen zijn ingevoerd om bepaalde groepen van producenten
een zekere minimum prijs te verzekeren, clan is en
dergelijke bescherming of in het geheel niet of niet
meer in de.0 ouden omvang op ‘die ‘gronden te verde-

cligen, indien devaluatie de prijzen ‘hooger doet stij-
gen. In België kan echter op ‘dit gebied slechts •in
beperkte mate de prijsstijging van voedingsmiddelen

worden geremd, omdat, zooals reeds gezegd, de be-scherming van den Landbouw geen groote afmetin-
gen heeft aangenomen.
1)

liet is dus te verwachten, dat ‘de kosten van levens-

on’derhou.d niet onibelangrijk zullen stijgen. Laat deze

stijging •over 1 h 2 jaren bijv. eens 10 á 15 püt. be-
dragen – de wereldmarktprijzen ‘gelijk blijvende -,
dan ‘hhoudt België todh een grooten voorsprong op
Nederland eii Frankrijk.

De ‘zorg van •de regeeri.ng, om een sterke stijging

van de kosten van levensonderhoud te voorkomen,
heeft nog een andere ‘beteekenis. Het is in België een
veel voorkomend verschijnsel, ‘dat uitdrukkelijk of
stilzwijgend wordt overeengekomen, dat ‘de loonscha-
len gekoppeld worden aan de kosten van levensonder-
houd. Een sterke verhooging van de bonen als ‘ge-

volg van ‘het duurder worden van het leven zou voor
België een deel van de voordeelen, voortvloeiende uit
de devaluatie, weer teniet doen.

De vraag kan gesteld worden of de ‘devaluatie ‘voor
den export voordeelen zal opleveren. Dit punt is in-
‘der.d’aacl voor België van veer ‘groote beteekenis en

met he’largstell’ing is ‘de verdere ontwikkelinig ‘tege-
moet te ‘zien. Met het ‘belangrijkste afzetgebied, Frank-
rijk, waar in 1933 ongeveer 20 pOt. van den totalen
uitvoer (waarde) werd afgezet, zijn de ihandelspol’i-

tieke ‘betrekkingen reeds ‘geregeld. België ‘heeft zich verplicht om ‘dezelfde hoeveelheid en tegen ‘dezelfde
prijzen (‘in
Fra.nsche
Françs) te exporteere.n als vôSr
de ‘devaluatie.

Dit ‘belangrijke feit iheef t tweeërlei beteekenis. De
uitvoer naar de hoeveelheid kan dus naar Fran’krjk
niet worden ‘opgevoerd, ‘hetgeen België in zooverre
treft, ‘dat het nijpende exp’ortvraagstu’k niet alleen de
prijzen, maar ‘ook ‘de
hoeveelheid
betreft als gevolg
van allerlei ‘contingenteerings- en ‘deviezen’rnaatrege-
len in het ‘buitenland. Er bestaat echter ook nog
steeds een vrije ‘markt – vooral ‘buiten Europa –
waar ‘de exportindustrie v’an Bel’gië door de ‘devalua-tie in een ‘betere positie is gekomen; deze posit’ie ‘kan

nog versterkt worden door ‘de niet onbelangrijke win-
sten, ‘die op ‘den uitvoer naar Frankrijk gemaakt zul-
len worden, )

Ook ‘de handelsbetrekkingen met ‘de Vereen’igde

Staten ‘zijn ‘door ‘de devaluatie niet ‘geschaad, hoewel
‘dit ‘land ‘het recht had om ‘het in Fdbruari afgesloten
verdrag niet ‘in werking te ‘doen treden. Daar ‘cle
‘Ter.
Staten van ‘dit recht ‘geen ‘gebruik hebben ge-maakt, ‘geniet België vanaf 1 Mei jl. reeds ‘de voor-
‘deden, die uit ‘dit verdrag voortvloeien. En wat ons

eigen ‘land betreft, schijnt de Regeering ten opzidhte
van ‘den invoer uit België een politiek iran ,,wait
and see” te ‘volgen.

Het valt nog in het ‘gcheei niet te overzien, hoe
tengevolge van ‘deze gunstige 1actoren het uitein-
clelij’ke beeld van ‘den uitvoer zal worden. Immers,

De broodprijs is ii.n cle laatste iveken niet onaanzien-
lijk gestegen als gevolg van de stijging van dcii meelprijs.
In diezelfde peiode is echter ook de tarwcpi’ijs op ‘de
wereldmarkt fLink aangetrokken. Deze stijging is dus niet
alleen een gevolg van de devaluntie. Dat een stijging van
dec ‘tarwepi’ijs niet in de brood’pi’ijzeti in ons land tot
uiting komt, ‘tenzij zij een buitengewoon grooten omvang
zou aannemen, is een gevolg van de wijze van steunver-
fjeeui’ng aan ‘de tarweboeren.
Uit een onlangs door Graaf Carton de Wiai»t inge-
oen’d rapport over de begrooting van Buiteimlaud’sche Za-
ken blijkt, dat België aan de ontsluiting van nieuwe af-
zetgebieden buiten Europa daadwerkelijk aandacht ‘schenkt.

tegenover deze v’oordeelen staan ook nadeelen, zooals
‘hijv. een verscherping van het protectionistisch
streven in het ‘buitenland.

Een recent voorbeeld hiervan vormde de vezihooging

van ‘de ‘stanlrechten in En’gelan’d, die aan een belang

rijke exportnijver’heid nieuwe moeilijkheden in ‘den
weg zou hdb’ben ‘gelegd, ‘dodh ‘die voorshands nog
zijn opgdheven
1)•
En ‘ook ‘de ‘ontwikkeling van
‘de han’delspoli’tie’ke ‘betrekkingen met Dui’tschland,
een ‘belangrijke afnemer van Belgische producten,
schijnen niet gunstig.

Op een ander gebied zijn echter de ‘gevolgen van

devaluatie wel ‘zeer ‘bevredigen’d, ‘tiv. op de kapitaal-
markt. De o’bligatiekoersen ‘zijn in ‘de afgeloopen
we-
ken ‘zoo sterk gestegen, dat ‘de rogeering een soort

conversie van bepaalde leeningen ‘heeft aan’gekon-
cligd. Indien België er inderdaad in zou slagen
om ‘de conversie van een aantal leeningen door

te ‘voeren, is de theoretische redeneering, dat

devaluatie, ‘onder hepaaide ‘omstandigheden, het

vertrouwen •kan ‘doen terugkeeren, weer met een
nieuw beivijs aangetoond. Terwijl België ‘de ge-

‘heele crisis onder een im’ooge rente voor overheidslee-
ningen gebukt ging, ‘zal het misschien nu in staat zijn

om zich van een ‘deel van ‘den drukken’clen rentelast te
bevrijden
2)
Hoewel ‘dit de ibegrootin’gspositie ‘zal ver-
‘heteren, heeft België aan ‘den anderen ‘kant voor een

groot bedrag Franshe en Nederian’dsehe ‘lee’nin’gen,
waarvan ‘de rentelast ‘door ‘de devaluatie is toegeno-

men. In elk geval blijven de openbare financiën nog

een zeer moeilijk punt vormen. Men moet niet ui.t het
oog verliezen, ‘dat ‘de ioopen’de ‘begrooting een zeer
groot tekor.t vertoont. Ook op an’dere gebieden moet

men over eenigen tij’d ‘bij ‘beoordeelin:g van de resul-
t’aten eerst ‘de vraag stellen, hoe de
werkelijke toe-
stand was op (het moment van ‘devaluatie.

België staat nog voor zeer moeilijke problemen. De devaluatie ‘heeft weliswaar de zeer groote spanningen

op economisch, sociaal en politiek ‘gebied verminderd,
doch het zal zich nog op verschillende gebieden aan
de gewijzigde omstandigheden moeten a’anpassen. De
devaluatie stelt het land echter in staat om die aan-

passinigen ‘door ‘te voeren (‘o.a. de oplossing van het
vraagstuk van de vaste lasten, de saneerin’g van het

bankwezen, ‘de voortdurende ‘begrootin’gstekorten), ‘die
‘liet onder het stelsel van ‘de ‘deflatie-poiitiek n’iet of
niet in ‘voldoende mate tot stand ‘heeft kunnen ‘bren-gen. Of het evenwicht in het economisch leven spoe-
di’g hersteld zal kunnen worden, zal voor een ‘zeer ‘be-
langrijk deel afhangen van ‘de ontwikkeling van dec
uitvoer.

v. d.
V.

De meening is wel ‘geuit, dat deze verhooging liet ge-
volg was van de Belgische devaluatie. Wij kunnen dat
niet beoordeelen, doch wijzen er op, dat deze verhooging dooi’ de Bi’,itsohe industrie werd gevraagd vCôr de deva-
luatie, dat deze verhooging ook Frankrijk trof en verder
dat
het een zeer veel voorkomend verschijnsel is, dat bij
internationale kar’telondei’haudelingen een land zijn in-
voerrechten verhoogt om ‘bij de besprekingen een sterke positie ‘in te nemen. Bovendien is deze verhooging thans
weer ongedaan gemaakt, doordat Engeland voorloop’ig tot overeenstemming is gekomen met het kartel.
‘De ‘Belgische conversie is geen eigenlijke conversie.
De obLigwtiehouclei’s krijgen de ‘gelegenheid hun obligaties
in ‘te wisselen voor nieuwe obligaties, die een lagere rente
dingen, waarvoor zij gedeeltelijk schadeloos worden ge-
steld. De rechten van de oude obligaties worden echter
verminderd, doordat de obligaties o,a, iiiet meer officieel
zullen worden geiioteercl.
Deze maatregel kan verschillend worden ‘beoordeeld, al
haal’ gelang men zich op ‘het ‘staiidpufit stelt of men het
ingrijpen van de Overheid op de kapitaalmarkt onder be-
paalde omstandigheden ivenschelijk acht of niet. Men moet
niet uit ‘het oog verliezen, dat de afgetreden regeer.ingen
onder ‘het stelsel van den ouden goudeil standaard zelfs
een gedwongen renteverlaging (voor hypotheken) hebben
d
00
i’gevoc rd.

442

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Mei 1935

DE VASTSTELLING DER STANDAARDPRODUCTIE

VOOR ONDERNEMINGSRUBBER.

Eindelijk, na maandenlange voorbereiding, is de
regeerin’gsvero-r-dening, regelende de wijze ‘van ‘bereke-

ii ing der stan’daardproductie voor ondernemin’gsru-h-
ber, afgekondigd. En laat ons er ‘da,delijk aan toevoe-

gen: de wezenlijke ver’betering heeft ze niet gehradht;

liet -zijn inci’denteele’wijziginigen geJb’leven.

Blijkens en Aneta-telegrarn van 11 Mei toch zijn

-de afwijkingen van de reeds bestaande bepalingen
de volgende:

ho. Aan de ‘bepaling, -da-t voor reeds -getapte rub-
heraanplantingen, welke tusschen 1 Januari 1929 en

1 Juni 1934 werden gerooid of orn’gekapt, een ver-

mindering -der stan’daardproduc.tie plaats heeft, wordt

thans toegevoegd, dat voor na 31 Mei 1934 – dus

tijdens den duur der restrictie – gerooide en her-

beplante area’len, na herplanting, een toeslag van

70 ‘pøt. van de normale productie der gerooide

tuinen wordt toegekend. Is ‘de reeds bestaande be-
paling volkomen lögish – de rooiing of om-

kapping van een
aanpkw-bt
toch deed productie-
capaciteit tenietgaan – ook ‘de toevoeging is ver-

klaarhaar. Bij de reeds bestaande bepaling ging het
om vô(r de ‘inwerkingtreding der restrictie vernie-

tigde productie-capaciteit, waarbij de bedoeling van
het aanvaarden ‘der vermindering bv. terwille van

een latere opvoering •der productie (door vervanging
door -superieur plantimateriaa-l) voorzat, zoodat -het

.
productie-vermogeh ook in werkelijkheid afnam. Dit

heeft weliswaar ook thans plaats, ‘doh terwijl de
0fl-

‘dernemingen ‘vôôr de inwerkingtreding van ‘de wet-

telijke Ibeperking vrij waren in de mate ‘der voort-
brenging en verzwaring van den -tap in het te rooien
complex reeds van tevoren een compensatie kon
geven, is ‘dit -na 1 Juni 1934 niet meer het geval;
nu toch hangt de intensiteit van de voortJbrenging

geheel af van de vastgestelde stan’daardproduct’ie, lie-

‘houdens ‘de mogelijkheid – uiteraard ‘beperkt – om
rubber -zonder licentie te verkoopen. Aangezien de
grootte van ‘de stan-d-aardproductie evenwel !bepaal’d

wordt ‘door •den omvang van ‘het areaal, zou ‘de kans
niet gering -zijn, ‘dat ‘de ‘belangstelling voor het ver-

vangen van aanpiantin-gen uit ongeseleeteerd mate-
riaal door ‘die van superieur plan’tmateriaal gaat ver-

-minderen, omdat een ‘dergelijke vervanging, ‘bij het
‘bestaande aanplant-verbod, moet worden voorafgegaan
‘door een rooiing van ‘bestaande aanplantin’gen en dus

vermindering ‘der standaardproductie. Om nu echter
te voorkomen, ‘dat deze vervanging grooten’deeis ach-

terwege -zou blij-ven en ons Indië daardoor aehterop
zou komen in -den lateren strijd om ‘de markt, ‘is
t-hans bepaald, dat in een dergelijk geval ‘de onder-
neming, gedurende -de jaren waarin ‘de jonge aan-
plant nog niet kan worden ‘getapt met een resultaat
dat evenveel pro’duct ‘geeft, toch 70 pCt. vn
-de nor-male productie ‘der ‘gerooi’de -tuinen toegewezen krijgt.

De onderneming -verliest dus weliswaar nog 30 pOt.
dier normale productie, ‘doch daartegenover ‘staan de
toekomstige productie-vergrootin-g en daarmee ge-
paard gaan-de -kostprijsverla’ging. –

Is een dergelijke bepaling van -nationaal standpunt
dus alleszins ‘begrijpelijk, -in wezen iheeft ‘zij ‘de ten-dens ‘de toekomstige p’otentieele produtie -te vergroo-
ten en dis het steven naar stalbilisatie tegen – te
werken. Evenwel, ‘reeds onder de -vigeeren’de or-don-
nan’ties was ‘deze mogelijkheid opengesteld en het
nieuwe ‘der wijziging i-s, ‘dat thans aan het groote
bezwaar voor producenten, de tijdelijke verlaging -der
s-tand aar-dproductie, ten ‘deele, voor 70 pOt. nl-, wordt

tege,môetgekomen.

In de totaal mogelijke vernieuwing van aanplant

is ‘geen wijziging gehraeh-t; deze i-s op 20 pOt. van het op 1 Juni 1934 bestaande areaal gehan’d’hadd.

2o.
Bepaald wordt, ‘dat de productie-sehalen voor
berekening der -z.g. accrescorrectie in den vervoige
gebaseerd zuilen worden op ‘het aantal jaren, gedu-

ren-de welke ‘de jonge aanplantin’gen tapba.r zijn. Dit
is inderdaad een, zij’ het
kleine,
aanpassing aan ‘de realiteit; tot nu toe was het -zoo, ‘dat b.v. een aan-
plant van 1925, welke tot 1934 nog met getapt was,

in-dien u-it oculaties bestaande, tot een automatische

toevoeging van 800 k’g per -ha aan ‘de -stanclaardpro-
-cluctie leidde; thans evenwel zal eerst on’derz-oht

worden of en sedert ‘wanneer ‘de aanplant tap-baar is

geworden en ‘dan wordt -de -toevoeging ‘bepaald. Door-
dat -de cultuurgeschikt’heid eener onderneming nu een

rol gaat spelen, wordt hier een verbetering ingevoerd.

3o. Voor aanplantin’gen met minder dan een ,nor-
maal aantal iboomen per ‘ha wordt in den vervol’ge -de

accrescorrectie per ‘hbom vastgesteld, dus niet meer
per ha, even-eens een verbetering.

4o. Nieuw -is ook, ‘da-t ‘de Directeur van Economi-
sche Zaken ‘de ‘bevoegdheid -krijgt ‘de -berekende stan-

daardproducties te ‘herzien. To’t nu toe was -het ‘zoo,

dat -de ondernemingen in -verzet konden komen te

gen
de vastgestelde stan’daardprodueties en ‘dat het De-

partement van Economisdhe Zaken over dit verzet
-besliste, doch- nie-t zelfstandig een, een-maal vas’bgestel-
‘de stan’daardproductie kon verlagen Deze, ‘mogelijk-
heid is thans -geopend.
50.
Tenslotte worden de ondernemingen verplicht
meet-kaarten ‘van haar aanplantingeii aan het Depar-
tement over te leggen, hetgeen de contrôle op de

opgaven vergemakkelijkt en tevens hij ‘bezoeken door
deskundigen aan ‘de on’dernemin’g, in veiban’d met de
on’der 2o., 3’o. en 4o. vermelde wijzigingen, houvast

geeft.

Principieel is er dus, ondanks de nieuwe enquête

en behoudens het on-der 2o. en 3o. ‘bepaalde, niets
– veranderd; nog steeds beheerscht niet ‘de realiteit
van vroeger, ‘doch ‘het potlood -het aan-deel van elke
oiidernmin-g in den uitvoer. Vol-houden van den con-

currenties-trij’d in
moeilijke
jaren ‘geeft geen ,,pré”,
-doch -kan -thans integendeel, voor -de onderneming duurzaam na-deel heteekenen, aangezien -de concur-

rent, die -den strj’d niet -kon volhouden en -den tap
staakte, toch een toewijzing krij’gt op ‘grond van een
op pap-ier berekende productie-capaciteit en de
andere concurrent, -die zijn tapsysteem
wijzigde -om
verzwaarden -tap in te ‘voeren, thans beloond wordt
‘met een h’oo-gere stan’daardproductie, omdat ‘hij toen met normale middelen ‘den -strijd niet ‘kon volhouden
en ‘daarom begon zijn kapitaal op te soupeeren. l)e
onderneming echter, ‘die, met een zuiver economisehe

productiewijze voor oogen, terwille -van kostprijsver-
lagin’g, het tapsysteem wijid’gde en zih tot -de beste of betere aanplantingen met ‘den tap ‘beperkte, blijft
ook nu, in’d-ien het Aneta-‘beridht -den ‘inhoud der
wijzigingsvoorstellen . juist – weer-geeft, i-n een ongun-

sti-ge positie, terwijl juist zij tot -de meest-eoon-omi-
she producenten ‘behoort, die in ‘de’ -moeilijke jaren
-den tap ‘hebben voortgezet. –
Te -grooter is -dit bezwaar, -om-dat de ondernemin-
-gen in het ‘geheel n

iet ‘gedwongen -zijn te producee-
ren, -dodh ‘haar ‘licenties eenvoudig kunnen verkoo-
pen, zoodat ten ‘dccle, hetgeen vooral bij een prijs-
daling zal uitkomen, licenties worden afgegeven aan
ruhberprö’ducenten, ‘die ‘in
werkelijkheid
geen produ

centen, doch ‘hou-ders van een ruhberaanplan’t zijn.
Weliswaar leidt ‘over-draoht van ‘licenties voor -de

o n-dernemi n’gsru’bbercultuur ‘als geheel tot een meer-
economisdhe productie, dodh voor de meest-econo-
nïisch wei-kende producenten ‘betee’kent he-t o.i. een
onjuiste wijze van, ‘berekening ‘der -s’tan-daar-dpraduc-
tie, indien geen rekening wordt ‘gehouden met -het emp-iri sh ‘geconstateerde concurrentie-vermogen.
Waarvoor heeft, vragen wij’ ons ‘af, ‘de scherpe, ach-

ter ons liggende crisis -gediend, indien thans ‘gèpoogd
wordt ‘duurzaam een uitschakeling van de iwakke
roducenten te verhoeden – J.F.H.

16 Mei 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

443

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING

DE GESPANNEN TOESTAND IN FRANKRIJK.

Dr. IT. Weidhmanii te Parijs schrijft ons:

Twee ‘gegevens uit den laatsten tijd kenmerken
den huidigen gespannen economischen toestand, zulks
in tegenstelling met de verwachtingen, waarmede

zoowrel officieel als ‘onofficieel Ihet loopende jaar werd

tegemoet gezien: de buitenlandsche han’delsbewe’gin’g
en de ontvangsten uit ‘belastingen over ‘het eerste

kwartaal.

Wat ‘den buitenlandschen handel hetref t, blijft ten

aanzien van den uitvoer gedurende het eerste kwar-
taal van 1935 dezelfde economische tendens ‘bestaan,

welke gedurende het voorafgaande jaar viel waar te
nemen. De uitvoer is naar de waarde weder ee:ni’gs-
zins afgenomen, ni. van Frs. 4,5 ‘op 4,0 milliard, in
volumen ‘daarentegen toegenomen en wel van 6,3 op
6,9 milliard ton. Tegenover ‘de ‘daling van de

waarde met 10 pOt. staat een stijging van het volu-
men der uitgevoerde goederen met 8,6 pOt. Hieruit
‘blijken zoowel ‘de prijsoffers, welke de uitv•oerin’dus-
trie moest brengen, als ook de sterke aanpassing van

‘de
prijzen
aan die van ‘de werel’dmarkt. Men be-
soh’ouwt deze ontwikkeling in Frankrijk met ge-
mengde gevoelens. Gunstig is het onverminderde pro-
ductievo’lumen ‘van ‘de uitvoerindustrie, ‘ongunstig

‘daarentegen ‘de geringere opbrengst, welke op deze
wijze niet bijdraagt tot ‘de ‘zoo noodzakelijke vermeer-
dering van de binnenlandsche koopkracht. Ongunsti-
ger dan de uitvoer moet evenwel ide invoer worden

beschouwd.
De ‘invoer is ‘zoowel ‘in waarde van Frs, 6,6 op
5,4 mill’iard, als ook in ‘hoeveelheid van 11,7 ‘op 10,8
milliard ton gedaald. Met uitzondering van de voe-
‘din’gsmid’delen komen ‘de waardevermin.derin’gen over-
een met ‘de ‘dalingen in hoeveelheid. De ‘binnenland-
sdhe markt heeft dus minder goederen opgenomen en met name minder ‘grondstoffen. Hierin komt de
sterke vermindering van den ‘hinnenlandschen afzet tot uiting, welke op verscherping van ‘den economi-
schen toestand wijst en waartegen on’der deze om-
standigheden het gunstige verschijnsel van een ver-
‘betering van ‘de betalingsbalans niet ‘opweegt.

Bijzonder belan’gwekken’d in ‘dit kader is, nu
Frankrijk door de werkzaamheden van ‘de koloniale
conferen’tie de imperiale ‘gedachte wil bevorderen, ook nog ‘de ontwikkeling van ‘het aandeel, hetwelk
de koloniën ‘hebben in ‘den ‘buitenlandschen ‘handel van Frankrijk.
Wanneer men de ‘globale cijfers van ‘den goederenruil
met de koloniën nagaat, ‘dan is ‘hun procentueel aan-
deel gestegen. Het bedraagt ‘bij een totalen goederen-
ruil van Frs. 9,4 milliard Frs. 2,5 ‘milliard ‘of 28 pOt.,
tegen’oer Frs. 11,1 resp. Frs. 2,9 ‘milliard of 26 pOt.
een jaar tevoren. Het verlies ‘op de andere buiten-
ian’dsche markten kon ‘door het ‘grootere aandeel van
de ‘koloniën niet worden ‘gecompenseerd. Evemvel
‘heh’aalt zich in ‘de weclerzij’dsohe betrekkingen een verschijnsel, ‘dat in 1934 ‘voor ‘de eerste keer viel op
te merken en ‘dat in werkelijkheid een stijgend on-
gunstige ontwikkeling va’n den ‘handel met ‘de kolo-
niën ‘doet zien. Slechts de invoer uit de koloniön ‘is
gestegen en ‘heeft ‘daardoor tot vermeerdering van
het aandeel van ‘de koloniën in ‘den totalen goederen-
ruil ‘geleid. Daarentegen is de uitvoer naar ‘de ‘kolo-
niën in veel sterkere mate ‘gedaald ‘dan de uitvoer

naar ‘de andere ‘landen.
Terwijl
‘de achteruitgang van
den export naar het buitenland 7,1 pOt. bedraagt, is
de uitvoer naar ‘de koloniale markten met 16,5 pOt.

verminderd.
De belastingstatistiek wordt sedert Augustus 1934
niet meer ‘maandelijks doch per kwartaal ‘gepubli-
ceerd. De zoo juist ‘gepubliceerde cijfers over net
eerste kwartaal ‘van dit jaar
zijn
cleihalve van speciale
beteekenis. Bij ‘het indienen van de ‘begrootin’g voor
1935 heeft de Minister van Financiën Germain-Mar-
tin gepoogd ‘de periode van bud’getaire tekorten uit-

eindelijk af te sluiten en ‘de hegrooting ook werkelijk
in evenwicht te ‘brengen. Uit de Dhans voorgelegde

helastingstatistiek blijkt, dat ‘dit ‘streven slechts op
papier is gelukt. De verbetering van ‘het bedrijfs-
leven, waarop ‘bij ‘het opstellen van ‘de ramingen van
de ink’omsten werd gerekend, heeft niet plaats ge-
vonden. De ‘belastin’ginkomsten ‘zijn lager dan ‘die

van de overeenkomstige periode van het vorige jaar
c»n
‘blijven
in n.og sterker mate
bij
‘de ramingen ten
ahter.

Of men nu ‘deze ‘belastingsituatie als relatief.
gunstig of ‘ongunstig wil ‘aan’merken, in het algemeen
‘beschouwd wijzen
‘de
cijfers
in ieder geval uit, dat
ook voor ‘het jaar 1935 weer ‘op een tekort van Frs.
3 a
4 mnilliard moet worden gerekend. Dit tekort

weegt des te zwaarder, omdat ‘buitendien. ‘ongeveer
Frs. 16 m’illiarcl van ‘de schatkist ‘geëisdht worden
ter ‘dekking van ‘de tekorten van ‘de Spoorwegen en
de Posterijen, alsmede voor financiering van ‘mili-
taire uitgaven.

De financieele toestand komt wo steeds meer als

het critieke I)unt in het economisch leven van Frank-
rijk naar voren, terwijl bovendien het verlangen naar
helastingverminderin’g sterker wordt, omdat de bin-
nenlandshe markt steeds. minder opnem’in’gsvermo-gen gaat vertoonen.

Daar aan den wil van ‘de regeering, om de valuta-
pariteit te ‘verdedigen, niet ‘valt te twijfelen, doet ,dch
weer het ‘dilemma voor, om 5f een nieuwe hudgetaire
deflatie in te leiden 5f eindelijk de aanwezige opge-potte kapitaalreserves te v’oorsdhijn te halen. Waar-
schijnlijk zullen echter beide ‘middelen noodzakelijk
zijn.
De regeering zelf
zwijgt
evenwel ten aanzien van
haar plannen. Omtrent haar ‘toekomstige politiek
‘dus slechts vermoedens worden geuit; zij zal
echter door de omstandigheden wel worden opgelegd.

Het ‘dekken van, het hudgetaire tekort in Jan
engeren zin, d.w.’z. van het tekort van Frs. 3 â 4 mil-
liai-d, moet ‘door ‘besparingen ‘op de buitengewone he-
grooting plaats hebben. Daar ‘de regeering terecht
‘geen nieuwe deflatieperio’de wil inlei’den, zoo is als
uitkomst slechts
mogelijk:
vermindering van de uit-
gaven voor materialen en inkrimping van het perso-
neel, zelfs zonder verlaging van ‘de ‘sal’arisien.

De dekking ‘van ‘de ‘overige ‘bhoeften van ‘de schat-
kist ‘moet, hefriij door middel van leeningen, ‘hetzij
door verlaging van ‘den ‘schuklen’dienst van den
staat, worden verkregen. De vermindering van den
‘dienst der staatsschulden zou slechts door een ge-
dwongen conversie, door een gedwongen verlaging
van ‘de rentetarieven of ‘door opschorting van de
aflossingen ‘kunnen worden ‘verkregen. Het is wel
niet waarschijnlijk, ‘dat ‘de regeering ‘op deze geweld-
dadi’ge wijze, ‘die van het land psychoiogish nauwe-
lijks kan worden gevergd, zal handelen. Dus zal ver-
moedelijk een leeningpol’itiek wordeu ‘gevolgd. De
moeilijkheid is echter, dat ‘de ‘d’oor ‘de regeerin’g met ‘zooveel verwachtingen en aanvankelijk ook ‘met veel
nucces ‘be’gonnen actie tot verlaging van de rente
schipbreuk heeft geleden. Het is ‘haar ‘dienten’gevol-
‘ge ‘ook niet ‘gelukt ‘de Frs. 40 milliard opgepotte gel-
den in circulatie te brengen. Men moet ‘dus thans
trachten de lee.nin’gmarkt opnieuw ‘tegen ‘dragelijke
voorwaarden ‘voor zich te ontsluiten. Deze taak wordt
bemoeilijkt ‘door tegenstand van de banken, wier belangen niet strooken met een politiek tot verla-

ging van ‘de rente en door het falen der regeering
om ‘door middel ‘van ‘de Banque de France ‘de geld-
markt door een nieuwe credietpolitiek te organisee-
ren. De regeerin’g zal ‘dus een nieuw type van lee-
ningen met een ‘langen ‘of .mi’d.delharen looptijd moe-

ten ‘bedenken, hetwelk het opgepotte ‘kapitaal tot be-
legging zal sti’muleeren en tegelijkertijd ‘drageljk
voor ‘den staat zal zijn.
De sleutel ‘tot een heteren toestand hangt op Let
oogenblik af van de vindingrijkheid ‘der regeerin’g in
‘dit opzidht.

444

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15
Mei 1935

AANTEEKENINGEN.

Het Belgisch-Amerikaansch handeisverdrag.

,,L’Essor”, orgaan van de Nationale Federatie van
Kamers van Koophandel in België publiceert een

bijdrage van de hand van den heer Forthomme, oud-

Minister, die de onderhandelingen met de Ver. Staten

over het totstandkomen van bovengenoemd verdrag
heeft geleid. Het is daarom wel van belang te ver-

nemen, welke de visie is van Belgisdhe verantwoor-

delijke kringen op dit verdrag.
De inhoud v.n het verdrag komt neer •op een we-

derzijdsehe verlaging van invoerrechten met maxi-

maal 50 pCt., ‘heperkingen van ‘de con-tingenteerin-
gen, verlenging van overeenkomsten, enz. De meest-

begunsti’gingsolausule, welke sedert
1875
oonditioneel

was, wordt thans ‘inconditioneel. Va’lutawijzigingen

kunnen reden zijn het verdrag op te zeggen. Voorts
is een clausule opgenomen, welke ‘het mogelijk maakt,
de ‘bezwaren, welke een ‘iucon’ditioneele meestbegun-

stigingselausule met zich mee kan brengen, te ver-
mijden. De ‘duur van het verdrag is ‘on’bepaaid, doch
kan met een termijn van 6 maanden worden opge-

‘zegd.
Volgens ‘den ‘heer Fortihomme ‘ziet ‘voor het eerst sinds een halve eeuw het groote land, ‘de Vereenigde

Staten, dat de politiek van ‘hooge invoerrechten heeft

gefaald. Het besluit thans tot een aanzienlijke ver-
laging van de invoerrechten. Wat ‘daarbij opvalt, is

het feit, ‘dat ‘het initiatief in deren uitgaat van een

land, dat waarschijnlijk het ‘bert van alle zigh tevre-

‘den zou kunnen stellen met de binnenlandsche markt,
‘daar de huitenlandsohe handel niet meer uitmaakt

dan 8 pOt. van
zijn
totalen ‘handel.
Het thans aan’gevangen systeem van han’delspo’li-
tiek ‘beweegt zich volgens ‘den oud-Minister langs ‘de
volgende lijnen. In de eerste plaats een ‘terugkeer
naar de incon’ditioneele nieesthegunstigingsclausule,

waarbij het van belang is op te merken, dat tot in

1922
dle Arnerikaanshe han’delsvei’dra’gen, ‘op drie
na, de oonditioneele meesthegunsti’gingsclausule in-
‘hielden, hetgeen wil zeggen, ‘dat zij de Vereenigde
Staten volle vrijheid lieten, de clausule al dan niet

toe te passen.
De tweede pbase ‘zal worden gevormd door een

reeks van onder;handelingen met al die ‘landen, welke
geneigd ‘zijn, ‘hun t’arieven te verlagen en andere
belemmeringen welke sedert ‘den oorlog zijn ont-
staitn, op te ‘heffen. Daarbij is het van ‘beteekenis, dat
het iedere keer slechts zal gaan om verlagingen ten

aanzien van die ‘goederen, waarvan het ‘betrokken land de ‘belangrijkste ‘of een der belangrijkste im-
porteurs is.
Wanneer nu een voldoend aantal ‘landen een ler-
gelijk verdrag met cle Vereen’igde ‘Staten ‘heeft afge-
sloten, bevinden ‘dean’dei-e landen zich ‘voor ‘deze keus
om 5f ‘het verdrag .met cle Vereeuig’de Staten even-
eens ‘te aanvaarden, 5f gehandicapt te zijn ibij- den
afzet ‘op de A’meriiaansche markt en op ‘dien der
andere landen, welke achtereenvolgens ‘hun maat re-gelen zullen nemen, ‘opdat ‘de ‘meest’begunsti’gi.ngs-
clais’ule n jet ‘blindelings op alle ‘lal]dlen wordt toe-

gepast.
een groot aantal landen het Belgisch
voorbeeld zou ‘volgen, zouden volgens ‘den heer Fort-
homme de ‘zaken ‘zich als volgt ontwikkelen:

lo. phase: Op grond van ‘het ‘afgesloten accoord
zal België een verlaging van rechten en verlenging
van overeenkomsten verkrijgen, betrekking hebbend
op . 91 posten en rubrieken; ‘omgekeerd
krijgen
de
i
Vereengde Staten vooi’deelen op 65 posten.

2o. phase: Iedere nieuwe serie van ‘verdragen, welke
door de Vereeni’gde Staten met andere landen wordt
afgesloten, zal automatisch ook België de voordee-
len hiervan geven. Dit kan op •den ‘duur beteekenen, dat ‘het tarief voor vrijwel ‘alle ‘goederen voor België
verlaagd is.
3o. phase: Eveneens zullen de verlagingen, welke

‘die an’dere ‘landen inruimen aan de Vereeni’gde Sta-

ten, •ook België weder ten ‘goede komen, en eveneens

‘cle andere landen; welke niet de Vereen’i’gde Staten
reeds een ‘dergelijke overeenkomst getroffen hebben
of zullen treffen. Uiteindelijk betee’kent ‘het ‘dus ‘in

‘deze visie, ‘dat ‘alle tarieven op ‘den ‘duur ‘verlaagd
zullen worden.

De ‘algemeene conclusie van ‘den iheer Forthomme
luidt dan ook, ‘dat het Wa’rhin’gton ‘geenszins te doen

is om ver:h’ooginjg der tarieven, ‘of ‘om ‘belemmeringen

van den invoer ‘door co’ntin’geuteerin’g, ‘of om beper-
king v.an deviezenaf.gifte, ‘of om verstrekking van

exp’ortsu’bsi’dies, ‘of om ‘compensatietransacties, ‘ioch
dat ‘de wensch naar een algemeene verlaging ‘der ta-
rieven en ‘handelsbelemmeringen vo’orzit.

Wanneer wij ons een opmerkin’g ‘hij deze visie van

‘den heer F’orthonime ‘mogen veroorloven, is het deze,
.dat de beschouwingen niet vrij zijn van eèn misschien
niet ‘geheel ‘geredhtvaarcligd optimisme. Eenerzijds

toch beStaan ‘in het huidige Amerika ook op ‘handels-
politiek ‘gebied nog ‘spanningen, welke een voortzet-
ting der ib’oven’ontwikkel’de lijnen illusoir kunnen

maken. Vervolgens zal het, naarmate mee.r ‘landen tot
een verdrag met ‘de Vereen’igde Staten zijn toegetre-
‘den op gelijke ‘basis ‘als dit -thans met België ‘is ge-
sdhied, ‘bij een inruiming ‘van voordeelen gaan om

een steeds
stij’gen’d
aantal ‘goederen en zal ‘daardoor
de moeilijkheid ‘hij de onderhandelingen steeds ‘grooter en ‘de ‘berei’dwil:li’ghei’d tot verlagingen steeds kleineT
kunnen worden.
Noemden wij eerder
1)
‘dit verdrag er een van cbn-
cl’itioneele mees-bhegunsti’gin’g, Forthom’ine acht de
meesthegun’stigin’gsclausule ‘in :het ver’dra’g incon’di-

t’i’oneel. Onze ‘aanduiding was gebaseerd op ‘de dis-
cri’minatie, welke wel
‘degelijk
in ‘dit ‘verdrag wordt
gemaakt ten aanzien van bepaalde categorieën lan-
‘den, ‘benevens op -grond van het feit, dat een ‘der
‘landen het verdrag steeds ‘kan opzeggen of gedeel-

‘telijk wijzigen wanneer mocht blijicen, dat een an’der

land meer profijt trekt van ‘de in’geruimde voordee’len
‘dan ‘het betrokken land jelf. G.

1)
E.-S.Rv an 8
Mei, pag. 420.

De suikerindustrie in Nederlandsch-Indjë

Op 13 Februari j’l. heeft ‘de Indische regeering bij
monde van -den Directeur van Economische Zaken
haar plannen ten aanzien van ‘de suikereultuur uit-
eengezet. Het ‘volgende is aan de Handelingen van
‘den Volksraa’d ontleend.
De opnemingscapaciteit van ‘de
vrije
markt, welke
drie jaren ‘geleden nog ca. 5 millioeu ton ‘had bedra-
gen, is ‘tot op ‘de helft teruggeloopen. Voor ‘deze 23’
mi:lli’oen ton vrije markt is momenteel ja’arljks,poten-
tieel ‘beschikbaar ca. 8 millioen ton suiker.
Men kan ‘de ,,’leveranciers” voor ‘de vrije markt als
volgt ‘groepeeren.

Cuba (tia levering valt liet quotum aan cle
Ver. Staten)

………………………
3.1.70.000

ton
Java
(na levering voor locale consumptie)
. 2.700.000
1uropeesohe ‘bie,tlancleu ……………….
500:000
San Doiniti’go, Mauritius, Mozambique ……
500.000
Japaii/F’ormosa ………………………300.000
.Phi’ti’p pij neti

…………………………00.000
Peru

………………………………
340000

Totaal ..,.,. 8.010.000 ton

De Oha’dhourne-overeenkomst moest een beperking
van ‘de productie ‘brengen, maar door de vele outsi-ders werd ‘deze restrictie een mislukking. De Ohad-
‘bour’nelan’den krompen hun productie van 11526.000
‘ton in 1930/’31 tot 5.975.000 ton in 1934/’35 in, daar-
entegen bre’i’clden de niet-aangesloten landen ‘hun
productie in ‘dezelfde periode van 15.777.000 ton tot
19.935.000 ton uit.
De productie ‘vai Java ging van 2.884.000 ton in
1931 ‘terug tot 644.000 ton in 1934, de schatting voor
1935 ‘is 500.000 ton.
Door deze ‘drastische beperking kan de onverkochte

15 Mei 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

445

voorraad in handen van ‘de N.I.V.A.S. verminderen,

en men verwacht, ‘dat met het afkomen van den
•oogst 1937 ‘de voorraden zoo goed als verdwenen zul-
len zijn. Door de minder ‘goede oogsten in Britsch-

Indië wordt op een grooteren export naar ‘dit land
gerekend.

De productie op For.mosa ‘breidt zich door ‘de ‘op-
heffing van de restrictiepolitiek uit, zoodat Japan

een suikerexp’orteeren’d land zal worden. Het uit-
voersurplus is naar schatting voor 1934/’35 400.000
tons.

De regeering is met Japan in ‘on’deihan’deling over
den suikerexport; zou Japan onzen ‘suikerexport ern-

stig belemmeren, dan zou Indië wel eens niet in
staat k
unnen
zijn om Japansehe industrieele pro’duc-
teii te koopen.

In China werkt men aan ‘de ontwikkeling van de
suikercultuur en -industrie. Onze suikerafzet liep in

China, met inbegrip van Hongkong, terug van 058.000
ton in 1930 ‘tot 284.000 ton in 1934.
De productie ‘op de Phil’ippijnen was 400.000 ton
grooter ‘dan het ‘door ‘de ,,Sugar Bill” toegestane

kwantum plus de eigen consumptie. Voor het vol-
gen’de seizoen zal ‘hoogstwaarsdhijnlijk oo’gstbeperking

worden ingevoerd. Het feit, ‘dat het surplus, ‘dat mis-

schien niet wordt uitgevoerd, in de naaste toekomst boven de markt hangt, is voor Java van beteekeiris.

Brazilië nam een wet aan, waarbij de pro’ductie en
‘de consumptie in evenwicht werden gebracht, zooda’t
‘geen uitvoer meer plaats vindt.

De afzetmogelijkheid van Java mag op •het oogen-

‘blik niet hooger ‘dan op 1.500.000 t’on gesteld worden,
met inbegrip van 30.000 ton voor hmanenlan’dsch ge-
‘bruik, ‘terwijl de productie-capaciteit 3 mm. ton ‘be-
draagt.

Het productie-apparaat moet tot een omvang, ‘die ‘den
afzet slechts weini
g
te ‘boven ‘gaat, worden teru’gge-
‘bracht. Voor een zoo goedkoop mogelijke pro’duct’ie

zijn een concentratie en rationalisatie van ‘cle industrie
noodzakelijk, ‘dw.’z. ‘het terugbrengen van de produc-
tie- tot een omvang en een structuur, ‘die aangepast

zullen zijn aan ‘de nieuwe verhoudingen, met een rede-
lijke marge voor een eventueele verbetering in de
situatie der Javasuikerin’dustrie. Hierdoor ontstaat

een relatief klein aantal ‘bedrijven, ‘d’ie vat grootte
en ligging betreft ‘de laagst mogelijke ‘kosten hebben.

Het resultaat zal zijn, ‘dat een zoo ‘groot mogelijke
‘druk op ‘de ‘beschermde markten kan worden uitge-
oefend.

Het ‘ingrijpen ‘der regeeriug ‘heteekent niet het red-
den van ‘de zwakke onderneming, maar een vrije con-
currentie vernietigt meer van ‘de ‘industrie ‘dan eco-
nomisch ‘verantwoord ‘is. Op ‘de :bui’tenlan’d’sche markt
kan ‘maar een ‘bepaald ‘kwantum worden ‘geplaatst,
productie van een grooter kwantum ‘heeft nieuwe
voorraadvorming en prijsahraak tengevolge.

– De ‘hoofdlijnen van het regeeringsingrjpen zijn:

Aan alle fa’brikan ton worden gedurende drie
jaren productievergunningen ‘gegeven, ‘d’ie gebaseerd zijn op de productiecapaciteit, maar zoodanig, ‘dat ‘de
totale productie niet meer ‘dan 1> ‘mm. ton ‘bedraagt.

Aan financieel alleenstaande fabrieken kunnen
extra vergunningen tot 75.000 ton in :het totaal ge-
‘geven worden. Aangetoond moet worden, dat de
fabriek inderdaad alleen staat.

De pi’oductievergunningen ‘kunnen jaarlijks met

toestemming van ‘den Directeur van Economische
Zaken aan eigen en andere fabrieken worden over-
gedragen.

Na 3 jaar wordt de situatie ‘geconsolideerd door
vaststelling van •de productie voor iedere ‘gewerkt
hebbende fabriek.

Ook na April 1936 zal •de verkoop ‘door een cen-
trale organisatie moeten geschieden.
In ‘deze ‘Organisatie moeten ‘de fouten van de
N.I.V.A. S. vermeden worden. Een waarnemingsappa-

raa’t zal in ‘het ‘buitenland ‘moeten worden opgebouwd.

Aan ‘de vraag naar ‘bepaalde suikers zal meer dan tot
nu toe d’ienen te worden voldaan.

De ra’ti’onalisatie wordt aanston’ds voor ‘den aan-

plant van 1936 ingezet, na ‘drie jaar wordt zij, om de
maatschappijen ‘gelegenheid tot aanpassing te ‘geven,
,,bj.gesteld”.

Minstens 80 pCt. der bedrijven werkt in concern-

verband, ‘hetgeen ‘de ra’tiona’lisatie vergemakkelijkt.
Van de overige 20 pOt. is een ‘groot •deel van na-
ture ‘sterk; het heeft zichzelf ‘in deze zeer slechte

jaren buiten de contrôle ‘der groote cultuurhanken
kunnen houden.

Toeslagen op de pro’ductievergunnirugen tot een
maximum van 75.000 ton zullen slechts worden ver-

leend aan ‘de werkelijk alleenstaande fabrieken. De
toeslag zal voor elk ‘geval, naar ‘b’illijkheid, ‘door des-
kundigen worden vastgesteld.

Met ‘opzet wordt niet ‘gesproken van een continu-
eeren van ‘de N.I.V.A.S., ‘doch van het handhaven

van een verkoopeentrale. Het zal intussohen evenwel
n’oodi’g zijn, ‘dat ‘de lacunes, welke ‘de huidige ‘Organi-
satie getoond heeft te ‘bezitten, voor zoover mogelijk

wrorden vermeden bij de nieuwe regeling. Herziening

van den N.I.V.A.S.opzet •op grond ‘der ervaring
se’dert ‘begin 1933 wordt noodig en ook mogelijk ge-acht. De voornaamste ‘dezer lacunes komen wel voort
uit ‘den beperkt toegemeten levensduur ‘dezer ver-
eeniging en uit de onzekerheid van ‘hetgeen na
1 April 1936 staat te• gebeuren. De opbouw van ‘het

wa’arnemin’gsapparaat, ‘vooral in het ‘buitenland, zal
ter hand worden genomen.
V’oor ‘den aanplant 1935 is ‘de volgende ‘beslissing
genomen. De Regeering stemt in met ‘het plan voor
itanplant 1935, zooals dat in ‘overleg met ‘het Nl.-
V.A.S.-bestuur ‘door ‘belanghebbenden is opgesteld,

welk pian inhoud-t, een .productie van rond 455.000
ton. Een wettelijke regeling voor ‘dezen aanplant ‘zal

thans niet behoeven plaats te vinden. Hun, die van ‘dit plan zullen afwijken, zal ‘de ‘daardoor ontstane
-meerpro’ductie worden toegereken’d hij- de uitgifte
van ‘de ‘aanplantvergunning 1936 c.q. 1937, tenzij zij

alsnog tot die meerdere productie toestemming van
den’ Directeur van Economische Zaken, ‘zullen hebben
verkregen. Deze richtlijnen zullen nader worden uit-
gewerkt.

– Met nadruk wordt verklaard, ‘dat ‘de Regeering er
niet aan ‘denkt, om met en ‘door ‘deze’ rationalisatie,
Java, één ‘der meest’ actieve en wetenschappelijke suikerproducenten der wereld, haar positie te doen prijsgeven. Zij verwacht integendeel, ‘diit Java, als
resultaat van ‘deze voorzieningen, ‘haar kracht ten
voile zal kunnen concentreeron.

MAANDCIJFERS.

EMISSIES IN APRIL 1935.

.Staatsleen’ingert …… . …………
f
26.820.100,-
‘zijnde:

‘NederZanj

Ned.-I’nd. Leeuin.g
f50.000.000 334′ %
oh!.
a
9934 % ) ……….
f
26.820.1.00
Diversen
2)

Kerkelijke Leeningen
3).

Bovendien:

Totaal ….
f
26.820.100,—

f
7.800.000,— 3-in. Schatki:stprornessen 5,f 989,67 = 4 pOt.
5.600.000,— 6-ni,

,,,, 978,21 = 434
28.60Q.000,— 3 % Schatki-stbiljetten
,, ,,
990,50 = 4
Van dict notto-provenu dezer !eening is
f
22.804.900
‘oor conversie afgetrokken. f20.707.500 was reeds
a 9834
%’
en hooger ‘bij openbare instellingen geplaatst;

Couversie: Grand Hotel Preanger, Baadoeng f 400.000
5
% obi.
A 100 %.

De Kerkelijke Leeningen ‘zijn als volgt onderverdeeld:

446

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.

15
Mei
1935

Rente- Emissie-
Guldens
voet

koers Conversie:
pCt.

pCt.
Geref.
Kerk

v.
‘s-Gravenhage-
West

………………….
60.000
Geref.
Kerk

v.

Utrecht

…….75.000
4

100

Emissies in
1935.

Nieuw kapitaal:
Couver.sies:

Obl.igatiën
Aandeelen

Totaal
(In Guldens.)
Jan.
6.892.240,-

6.892.240,-
77.148.500,-
Febr.
11.669.500,-

11.669.500,-.
26.457.800,-
Mrt.
11.020.390,-
500.000,- 11.520.390,-.
49A80.400,-
April
26.820.100,-

26.820.100,- 23.339.100,-

56.402.230,-
500.000,- 56.902.230,-
176.426.800,-

ONTVANGEN BOEKEN.

Overheid en 14’erkloozensteun
door H. J. Langman,
Burgemeester van 1Jlst. (Alphen aan den Rijn

z.j:;
N.
Samsom
N.V.
Prijs
f0,50).

tn deze brochure geeft de schrijver een eritisohe be-
schouwing van de huidige regeling inzake steunverleeidng.
Naast critiek op den bestaanden teestand bevat de bro-
chure ook een aanwijzing hoe naar de meening van den
schrijver een betere regeling getroffen kan worden.

Wet houdende nieuwe regeling van de surséance van

betaling, de gelegenheid tot akkoord openende

door Mr. Dr. H. F. A. Völlmar, advocaat te

‘s-Gravenhage. (Haarlem
1935;
H. D. Tjeenk

Willink & Zoon
N.V.
Prijs
f 2.25).

Toelichting op de wet van 7 Febr. 1935.

Economie van den indischen Archipel
‘door Mr. A.
H: Stikker. Tweede omgewerkte dr’.jk (Gronin-
gen-Den Haag-Batavia
1934;
J. B. Wolters.

Prijs ing.
f 2.75,
gb.
f 3.10).

Dit boekje is bestemd voor het gebruik op de Middel-
bare Scholen in Ned.-Indië. Het geeft een beknopte behan-
deling vaji de grondbeginselen der economie met bijzondere
toepassing daarvan op de economische verhouding van
Ned.-Indië.

50
années de l’Instittit International de Statistique

door Friedrich Zahn, Président de l’Institut In-
ternational de Statistique.

Gedenkschrift ter e1egenheid vali het vijftigjarig be-
staan van het Int. Statistisch Instituut. Het eerste deel
bevat een geschiedkundig overzicht en een beschrijving
van. de organisatie. Het tweede gedeelte bespreekt de we-
tenschappelijke werkzaamheden van deze nuttige instelling.

Hoofdlijnen der inrichtingsleer,
deel
1
en II door
C.
H. A. J. Janssens, Lid Nederl. . Instituut van
Accountants. (Leiden z.j.; Handeiswetenschap-
pelijke Bibliotheek. Prijs
f 2.25
per deel).

In deel J worden behandeld doel, wezen en opbouw van
de administratieve administratie en de leer van de mid-
delen.
In deel 11 de calculatie, de planning, de mechanische en
materièele hulpmiddelen, de menschelijke arbeidski-aeht, de
leer van de organisatie en de contrôle.

AANVOEREN in
,
tc

Roiterdam

De f’inhnciering der wer/cioosheidslasten
door Jos.

van Wel, Wethouder van Helmond. (Aiphen aan den Rijn
1934
N.
Samsom
NV.).

Le fonds britan,nique d’égalisation des changes door

François Smets. (Bi-ussel
1934;
Goemaere).

Overdruk uit de Revue Economique van Juni 1934.

Statistiek van de finariën van Amsterdam, Botter-

dam, ‘s-Gravenhage en Utrecht IV. Hoofdstuk
Onderwijs, kunsten en wetenschappen
1924-
1931.
(Alp’hen ad. Rijn
z.j.;
N.
Sainsorn NV.).

Gedenkboek vn de Arbeidsinspectie
1909-1934.

(Groningen; Den Haag, Batavia
1934;
J. B.

Wolters’ Uitgevers-Maatschappij
N.V.
Prijs
f2,25).

Beschouwingen eu herinneringen,, geschreven in verband
met het zileren jubileum van het „i.niibt van Directeur-
Generaal van den Arbeid.

Privaatrechtelijke rechtspersonen naar Nederlandsch
recht
door A. J. M. Kraft, cand.-notaris. (Uit-
gave: Handelswetenschappelijke Bibliotheek,
Leiden) –

Econon ische gegevens
betreffende
Nederlandsch
Nieuw-Guinea.
(Leiden
1934;
N.V.
Boekhandel

en Drukkerij voorheen
E.
J. Brui).

Bijeengebracht met behulp van de heeren N.. van Za-
linge, F. Remppis, W. A. Hovenkamp en vele anderen door
W. C. Klein, secretaris van het Nieuw-Guinea Comité.

Jaarboek voor Scheepvaart en Scheepsbouw
1934.

(Den Haag z.j.; Moorman’s Periodieke Pers
N.V.).

Behoudens eenige wijzigingen en aanvullingen is de 124e
“itgave gelijk aan de vorige.

Inlichtingen en onderzoekingen van de af deeling

Handelsmuseum in
1934
met register op alle
sinds
1929
verschenen deeltjes.
Koninklijke Ver-
eeniging Koloniaal Instituut Amsterdam. Mede-
deeling
No. XXXVII,
afdeeling Handeismu-
seum
No.
15.
(Amsterdam
1935;
uitgave van
het Instituut, Druk De Bussy. Prijs
f 2.-).

Ordening der wereldproductie
door Dr. F. M.
Wi-
baut. (Haarlem
1934;
H. D. Tjeenk Willink &
Zoon
N.V.
Prijs ing.
f 2,50,
geb.
f 2,90).

Vijf- en twintig jaren boelcdrukkersorganisatie in
Nederland.
Gedenkboek beerkt door Ir. H. J.
Belinfante en Mr.
P.
Borst. (Amsterdam
1934;
Federatie der werkgeversorganisatiën in het
boekdrukkersbedrijf).

Souvenirs sur Charles Gide
1847-1932
door Tsunao
Miyajima. (Parijs
1934;
Librairie du Recueil
Sirey.
Prijs
Frs.
20).

Slerben die weissen. Völker?
door Friedrich Burg-
dörfer. (München
1934;
Georg
D. W.
Oallwey
Verlag).

Een propagandistische brochure, waarin er op gewezen
wordt, dat de witte volken •in levensgevaar verkeeren.

fl8
v.au.1000 KO..

Amsterdam

II

Totaal
Artikelen
511 Mej
1935
Sedert
1jan.
1935
Overeenk.
tijdvak
1934
5(11
Mei
1935
Sedert
1 Jan.
1935
Overeenk.

Ij_

tijdvak
1934
9W.

1934

18.577
347.910
474.665
.-
3.707 19.009
351.617
493.674
1.372
96.867
184.155

281
12.757
97.148 196.912
.506
9.261
8.464


9.261
8.464
Mais ………………
269.667
356.769
2.245 43.405 82.985
313.072
439.754

Tarwe

……………….

3.477
136.798
147.633 809 14.494
25.554
151.292 173.187

Rogge

……………….
Boekweit ……………..

.3.720
.52.235 57.601,

.

1.460 1.703
53.695 59.304
Gerst

……………….
16
..991

6.433
52.012
100,927
8.129
196.894
108.940
248.906
209.867

Haver

……………..
Lijnzaad

……………
– –
9.141
39.394


25
9.141
39.419
Lijnkoek ………. …..
512
6.735
.

7.024
22
2.344 1.190 9.079
8.214
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten
212
11.343
.
.

21.531
62
1.084
2.462 12.427
23.993

15 Mei 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

447

STATISTIEKEN.
BAN KD1SCON TO’S.
DiscWissels. 44
10Apr.’35
Ned

Lissabon

•… 5

13Dec.’34
30Juni’32
IB,l.Binu.Eff.5
’35 10Apr.
Londen ……2
Vrsch. in R.C.
5
10Apr. ’35
Madrid ……54
6
Nov.’34
Athene
……….
7

14Oct.’38
N.-YorkF.R.B.
14
1
Feb.’34
Batavia ……….
34
1
Nov.’34
Oslo

……..
3422Mei’33
Belgrado

……..
5
lFebr.
’35
Parijs

……
2431Mei
’34
Berlijn

……….
4
22 Sept.’32
Praag

……
3425 Jan.’33
Boekarest ….. …
44
15Dec.’34
Pretoria

…. 34
15Mei
’33
Brussel ……….
24
28Aug.’34
Rome …….. 34
25Mrt.’35
Budapest ……..
44
17Oct. ’32
Stockholm

.. 24
1Dec. ’33
Calcutta

……..
34
16Feb.’33
Tokio

…. 3.65

2
Juli’33
Dantzig

……..
6

1Mei ’35
Weenen ……
423Febr.’SS
Helsingfors ……
4

3 Dec.’34
Warschau…. 5
26 Oct.
’33
Kopenhagen

….
24

1Dec.’83
Zwits.Nat.Bk. 24
3 Mei’35

OPEN MARKT.

1935
11 M ei

6
1
11

29April/

23127
Mei

4 Mei

April

1934

7112
Mei

1933
8113
Mei

1914

20;24
Juli

Amiterdam
Partic.disc.
331
4
.4
3314-412
4191114
4
1
14
1
13
1
1
1419
1
1
12.2
3
14
3
1
111
Prolong.
3
11
3-4
3112-4
331
4
.411
4

111
3

1114
2 2
1
14-
8
14
Londen
Dageld.
. .
12’I
t/,-1
2)
1
12.1
1
12-1
’12-1
11
41
181
4
-2
Partic.disc.
11818

9118.5182)

116-Is
9
11919
7
18.
1
5128
1
13.
9
116
411
4
.81
4

Berlijn
Daggeld. ..
3
1
1
3514.814

3’/8-4
3112_814
4.511
4

411
4
_531
9


Maandeld
3
1
18.
1
12
3
1
18’12
314-12
3113_214

4/2

5/4
4’i,-6

Part, disc.
311
9

311
9
_11
4

3
1
18
3/8
37/
9

37(
9

21/9-1/,
Warenw.
. .
4-11
4.11
4

4.11
4

4.1/
4

4.1(
4

4.1/
4


Ne,,,
York
Dageld
1)
21
71
4

714
‘/
1 1
1
3
14-2
1
13
Partic.disc.
3/9
3h8
31,
9

3/,
9

11
4

31
4


Koers van 10 Mei en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag.
Koers van 7111 Mei.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN iN NEDERLAND.

D
a a
New
Londen
Berlijn

Parijs
Brussel
Batavla
York
)
5)
5)
S)
5)
1)

7 Mei

1935
1.48
7.17
59.50
9.754
25.034
1001/
1
8

8

,,

1935
1.47
8
%
7.14%
59.45
9.74
25.-
100’/,
9

,,

1935 1.48
7.1711
9

59.424
9.75
25.034
10011
16

10

,,

1935
1.47i5,
7.175
59.45
9.74
25.01
10081
18

11

,,

1935
1.47
8
%
7.18%
59.45
9.724
24.97
10011
18

13

,,

1935
1.479/
,
7.21%
59.42
9.734
24.98
10011,
Laagste d.w
1
)
1.47%
7.14
59.35
9.724 24.95
99
Hoogste d.w’)
1.4811
8

7.21%
59.50
9.76
25.10
10011,
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.592
100

Da a
ZwIt-
ser
an
L

Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid

*)

t)
rest
1)
*5
1*,

7 Mei

1935
47.84%

6.184
1.48
12.20
20.20
8

1935
47.79

6.18
1.48
12.20
20.20
9

1935
47.83

6.18
1.48
12.19
20.20
10

1935
47.80

6.18
1.48
12.19
20.20
11

1935
47.74

6.18
1.48
– –
13

,,

1935
47.743i

6.154
1.48
12.11
20.174
Laagste d.w
1
)
47.70

6.15
1.45
12.10
20.15
Hoogste d.w
1
)
47.90
28.-
6.21
1.50
12.25
20.25
Muntpariteit
1
48.003
35.007
7.3711.488
13.094 48.52

D
a a
Stock-
Kopen-
*
S
0 /
Hel-
Buenos-
Mon-
halen S)

hagen*)
f5ofÇ)
Aires’)
treal’)

7
Mei

1935
36.95
32.-
36.-
3.16
37.90
1.47
5
18
8

,,

1935
36.85
31.924
35.90
3.16
377/
8

1.47%
9

,,

1935
37.-
32.05
36.05 3.174
37%
1.47%
10

,,

1935
37.024 32.074 36.054
3.16
378%
1.4734
11

,,

1935
37.05
32.10 36.10
3.16
37%
1.47%
13

,,

1935
37.25
32.224
36.25
3.16
37%
1.48%
Laagste d.w1)
36.60 31.65 35.65 3.124 37y,
1.47
Hoogste d.w
1
)1
37.25
32.30 36.30 3.20
383.
1.483(
Muntpariteit
166.671
1

66.671
66.671
6.266
95%
2.4878
•)
Noteerine te
Amsterdam.
Not, te
Rotterdam.
1
1
Part.
ooeave.
En ‘t isfe of 2de No. van iedere maand komt een ovèizicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

Da a
Londen
($
per
£)
Parijs
($
p.
IOOfr.)
Berlijn

1
($ p. 100
Mk.)
Amsterdam
($ p. 100 gid.)

7 Mei

1935
4,833%
6,59%
40,23 67,67
8

,,

1935
4,84%
6,59’/
40,21
67,70
9

,,

1935
4,8511,
6,59
40,21
67,62
10

,,

1935
4,85%
6,59
40,21
67,68
11

1935
4,86%
s,59
40,21
67,73
13

,,

1935
4,87%
6,59
40,26
67,73

14 Mei

1934
5,10% 6,61
39,60 67,85
Muntpariteit..
4,86
3.90s1
23.81%
4081
19

KOERSFON TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Not eerings-
eenheden
27Apr.
1935
4
Mei
1935

1
Laagste]Hoogstel

7/11
Mei
1935
II
Mei
1935

Alexandrië.
Piast.
p.
97%
‘Ï
97%
9751
8

97
i
Athene

….
Dr.
p.
508 509
509 510 510
Bangkok….
Sh.p.tical
1110
l/lOj
1110k
1110
1110
Budapest

..
Pen.
p. J7
1634
1631
9

1681
8

16′.,
16
BuenosAiresi
p.pesop.
19.-
19.00
18.90
19.00
18.95
Calcutta
.. . .
5h. p.
rup.
11611
8

1
1
1
61
9

1/6
8
1
82

116
5
1
33

116,,
Constantin..
Piast.
p. £
598
600
600
603
603
Hongkong
..
Sh.
p. $
2 691,
2’5s1
1

2j371
215%
25
Kobe

…….
Sh. p.
yen
1125132

112
5
1
33

1121/
8

101
1

1
251 32
Lissabon ….
Escu.p.
110
110
109%
110% 110
Mexico

•…
$per
169/
4

16%
16%
17%
168%’
Montevideo’)
d.per
19%
19%
19
19
1
4
19
Montreal

..
$
per
£
4.8434
4.85
4.843.
4.86%
4.8571
8

Riod.Janeiroa
d. per
Mii.
271
9

2271
33

2t1,
2
7
18
284
Shanghai

..
Sh.
p.
tael
118
11871,
8

D7y,
118
1,814
Singapore
..
id.
p. $
243
1
32

214
8
1
33

214
214s,
214
8
1
32

Valparaiso4).
$per
117 116
116
116 116
Warschau
..
ZI. p. £
2534
2551
8

2534
1

26
2534
1)
Offic. not.
15
laten eem.
not., welke
imoorteurs
hebben
te
betalen.
Ii Mrt. 16.91; 8 Mei 12,
2)
OffÎc. not. van’af 29Apr.
40
1
I2;
30Apr. 40
5
18
2 Mei 40/s; 7 Mei 40
1
j4; 8 Mei 403(
;
9 Mei 40
1
14; II Mei 401/9.
3)
Id
II Mrt. 411
4
. 4) 90 dg. Vanaf 28 Aug. laatste ,export” noteering.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS 5)
Londen’)
N.Yorkl)
Londen
7 Mei
1935,, 33%
72
7
18
7 Mei
1935,.,.
143174
8

,,
1935,

3218/,
9

713/
s

8

,,
1935….
1441_5
9

,,
1935,. 32%
7134
9

,,
1935,,.,
143,8
10

,,
1935.,

33
7231
8

10
1935.,.,
14315
11

,,
1935,. 32%
73
,
l
s

11
1935…,
14314 13

,,
1935,,

33h
73%
13

,,
1935….
142164
14 Mei
1934..

19
4451
8

14 Mei
1934….
1351114
27 Juli
1914,,

24″j,
59
27 Juli
1914….
8411034
i)
in pence p. oz.stsnd.
2)
Forelgn silver in $c. p.oz. fine.
5)
In sh. p.oz.fine

STAND
VAN ‘s
RIJKS KAS.
vor0erinen.
/

30April 1935
1

7Mei 1935
Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne-
f

18.319.731,52
f

19.121.086,23
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
632.317,58
,,

674.354,47
derlandsche

Bank……………….

Voorschotten op ultimo Maart 1935 a(d.
gemeenten verstrekt op a. haaruitte
keeren hoofds. derpers. bel., aand. In
de hoofds. der grondbel. endergem.
fondsbel., alsmede
opc. op
die belas-
tingen en
op
de vermogensbelastlng
Voorschotten

Ned.-lndlë
3.858.284,66 3.858.284,66
aan

…………
Id. aan Suriname …………………
146.575.540,80 14.335.124,96
,,
144.256.417,39
,,

14.340.129,64
Id. aan Curaçao ………………….
..
..,.

1.955.954,46

1.889.165,76
Kasvord. wee. credletverst. alh. bultenl
,,
119.523.297,90
,,
119.368.245,53
Daggeldleeningen tegen onderpand
Saldoderpostrek.v. Rljkscomptabelen

38.015.274,72

46.900.682,69
,,
Vord.op het Alg.Burg. Pensioenfonds’)


43.612.47325
,,

43.740.762,75
Vord.
op
andere Staatsbedrijven
‘)……
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)…
• 27.260.637,60
,,

27.148.471,60
Verplichtingen.

Voorschot door De Ned. Bank lngev.
art. 16 van haar octrooi

verstrekt


Schatkistbiljetten in omloop ………
f384.578.000,-
f412.586.000,-
Schatklstpromessen in Omloop……..
.
,,

44.900.000.-
,,

44.380.000.-
Zilverbons in Omloop
…………….
,,

1.245.145,50
Schuld
op
ultimo Maart 1935 aan de
gem. weg. a. h. uIt te keeren hoofd.. d.
pers. bel., aand. 1. d. hoofds. d. grondb.

….1.246.530,50

e. d. gem. fondsb. alsm. opc. op die
bel, en op de verm. bel ………….


Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.i)
Staatsbedr.
11.470.105,82
,,

12.350.229,33
Id. a. h.

der P.T. en T.’)
Id. aan andere Staatsbedrijven
1)

….

,,
106.020.653,56

,113.828.614,07

Id. aan diverse Instellingen’)
……….
118.487.718,53
,,118.484.118,21
1)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks SchatkIst.

NEDERLANDSCH.INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.

1

4Mei 1935
1

II
Mei 1935

f

3.101.000,-
f

5.905.000,-
Betaalmiddelen in ‘s Lands kas


Verplichtingen:
Voorschot
‘s
Rijks kas e. a. Rljksinstell.
,,
144.762.000,-
,
141.322.000,-

Saldo Javasche Bank

…………….

750.090,….
.

Schatkistpromessen ………………..-

Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
2.000,-
32.000,-
Muntbiljetten in omloop
……………-

Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
227.000,-
481.000,-
Voorschot van de Javasche Bank….
– –

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
C/,Çf/
Andere
opelschb.
schulden
Discont.

6 April 1935..
781
1.136 395
600
1.754
30 Maart1935..
780
1.224 362
601
1.759
23

1935..
1.049
1.052
368 596
1.756
16

1935..
1.040 1.088 403
590 1.720
9

1935..
778 1.108 418 590 1.726

5 Juli

1914,. 645
1.100
560
735 396
‘) SIuItp. 61cr actIva.

448

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Mei 1935

STATISTISCH OVERZICW

GRANEN EN ZADEN
TUINBOUWARTIKELEN
VLEESCH

.
TARWE

.

.
80 K 0 La
ROGGE

MAIS
La Plata
E ST
64(65
K 0
K.G.

LIJNZAAD
(Loosduinen)
.

.
RUND-

VLEESCH
VARKENS-
VLEESCH
rlata loco
74
K.G: Bahia
lanca loco
loco

La Plata
La Plata
loco

‘J

A
i

r
(versch)
versc
R tt

d

1
Anisterda:
RdanAdam
1

R tt
eihom
KOOL

KOMMERS
per 100KG
15)

plO
S
O5)

PIOOKrOP
Rotterdam

1925
17,20
100,0 13,07
6

100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0


1926
1927
15,90
92,4
11,75
.
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50 77,9


14,75
85$
12,4fl
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50 78,4
.


1928
13,47
5

78,3
13,15
100,6
226,00 97,7 228,50 96,8
363,00
78,5
26,47
100,0
23,08
100,0
5,83
100,0
93,
100,- 77,50
100,-
1929 12,25
71,2
10,875
•• 83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25 90,6 26,32 99,4
2383
103,3
7,60
130,3
96,40
103,7
93,12
6

120,2
1930
9,676
5,3
6,226
47,
136,75
59,1
111,75 47,4
35600
770
16,32
61,7
18,28
79,2
3,51
60,2

108,
116,1
72,90
94,1
1931
5,55
323
4.55 34,8 84,50 36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
18,49
69,9
16,89
73,2
4,33
743
88,
94,6

61,9
1932
5,22b
30,4 4,625
35,4
77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
16,71
63,1
11,87
51,4
357
61,2
61,
65,6 37,50
48,4
1933
5,02
29,2
3,55
27,2
68,50
29,6
70,00 30,0
148.00
32,0
14,47
54,7
996
43,2
1,86
31,9
52,
55,9
49,50
63,9
1934
3,67
5

21,4
3,32 25,4
70,75
30,6
75,75
32,1
142,50
30,8
11,72
44,3 8,78 38,0 2,52 43,2 61,50
66,1
46,65
60,2

Jan.

1933
4,95
28,8
3,75
28,7
73,00
.31,5
75,25
31,9
136,50
29,5
50,50
543
44,75
577
Febr.

.,,
4,775
27,8
3,7C
1

28,3
71,00
30,7 74,75
31,7 130,25
28,2
.
49,25 53,0
45,-
58,1
Maart

,,
5,05 29,4
3,825
29,3 73,50
31,7
76,25 32,3
130,50
28,2

———————–

46,50
500
46,

59,4
April

,,
5,15 29,9 3,75
28,7
72,75
31,4
71,25 30,2
129,50
28,0
14,62
55,2
13,59
58,9 3,27
56,1
49,50
532
48,25
62,3
Mei
5,40
31,4
3,775
28,9 70,50 30,5 73,25
31,0
146,75
31,7
14,32
54,1
10,74
46,5
151
25,9
52,25 56,2

63,2
Juni
5,25 30,5 3,55
27,2
66,00 28,5 75,75
32,1
163,25
35,3
5,56
24,1

———————–

—————-

0,81
13,9
51,25
55,1
48,-
61,9
Juli
5.82
33,9 3,85 29,4 64,25
27,8
78,00
33,1
176,25
38.1
49,25 53,0 48,50
62,6
Aug.

,
5,30
30,8 3,55 27,2 61,25 26,5
.

67,75
28,7
161,50
34,9
49,-
52,7 49,25
63,5
Sept.
4,95
28,8 3,475
26,6 61,00 26,3 65,25
27,6
159,00
34,4 50,25
540
54,-
69,7
Oct.

,,
4,40
25,6
3,-
22,9
60,25 26,0 63,50
27,0
141,25
30,5 56,25
60,5
54,25
70,0
Nov.

,,
4,55
26,5
2,95
22,6 74,50
32,2 60,00
25,4
147,25
31,8
59,50 64,0
54,375
70,2
Dec.
4,57
26,6
3,30
25,3 73,50
31,7
59,25
25,1
154,50
33,4 60,75 65,3 53,50
69,0

Jan.

1934
4,75
27,6 3,10 23,7
65,25 28,2 58,00
24,6
144,25
31,2

—————-















62,50
67,2
53,75 69,4
Febr
.
3,40
19,8
2,776
21,2
65,25 28,2 58,50
24,8
133,00
28,8













.
63,-
67,7
53,50
69,0
Maart

,,
3,25
18,9
2,72
5

20,8 70,75 30,6 58,75
24,9
132,00
28,5
61,75 66,4
50,50
65,2
April

,,
3,20
18,6
2,70
5

20,7
70,50
30,5 56,75 24,0
136,50
29,5
17,03
64,3
12,20
52,9
4,61
79,1
63,50 68,3
49,125
63,4
Mei

,
3,32
19,2
2,876
21,9 62,00 26,8 63,00
26,7 154,50
33,4
12,77
48,2
11,20
48,5
2,09
35,8
65,75
70,7
47,50
61,3
Juni

,,
367
6

21,4 3,17
5

24,3 65,00
28,1
74,75
31,7
156,50
33,8 5,35
20,2
2,93
















12,7
0,85
14,6
63,25
68,0
43,75
56,5
Juli
380
22,1
3,30 25,3 71,50 30,9 78,75
33,4
151,25
32,7
































63,-
67,7 44,62
5

57,6
Aug.
4,3fl
25,4 4,275
32.7
83,25
36,0 93,50 39,6
159,25
34,4














—-















—-

63,95
68,8 43,30 55,9
Sept.

,,
4,-
23,3 4,15
31.7
77,25 33,4 93,25 39,5
145,50
31,5.














—-

.
63,55 68,3
42,625
55,0
Oct.

,
3,50
20,3
3,70 28,3 69,50 30.0 93,50 39,6
135,25
29,2












60,70
65,3
42,125
54,4
Nov.

»
3,50
20,3
3,45 26,4 71,25 30,8 89,25 37,8
127,75
27,6

——————-











53,75
57,8
44,50
57,4
.

Dec.


3,45
20,1
3,55 27,2
76,25
32,9
91,00
38,6
134,00
29,0
53,15
57,2
44,65
57,6

Jan.

1935
3,30
19,2


3,52
5

27,0
74,25
32,1
89,25
37,8
137,25
29,7

—————-

—————-















53,62
5

57,7
45,62
5

58,9
Febr.

,,
3,20
18,6
3,375 25,8 68,00 29,4
71,25
30.2
124,25


































51,90
55,8
47,55
61,4
Maart

,,
3.20
18,6
3,075
23,5
67,75
29,3 64,00
27.1
120,50
26,1
















51,40
55,3 51,20
66,1
April


4,07
5

23,7
2,95 22,6
70,75 30,6 66,75
28,0
125,00
27,0
10,81
40,8
26.9














11.21
48,6
3,27
56,1

51,925
55,8
50,25
64,8
6 Mei
6)


4,10
23,8 2,80 21,4
62,00 26,8 65,00
27,5
123,50

.
26,7
9,92
37,5
8,53














37,0
2,11
36.2

51
,_7)

54,8
7)

64,5
13

,,


4,-
23,3
2,75
21,0 58,50
25,3
64,50
27,3
123,50
26,7
7,70
29,1.
8,79
38,1
2,64
45,3

51,_S)
54,8
5C._
8
)
J

64,5
1)
Men zie voor
de
toelichting
op
dezen
staat
de nos.
van
8, 15
Aug. 1928,
25 Febr.
1931
en 15
Febr.
1933.
)
Tot Jan.
1931
Hard
Winter
No.2.
van Jan.
1931 tol
16 Dec. 1929
tot 26 Mei
1930
7415
K.G.
Hongaarsche
vanaf
26
Mei 1930
tot 23 Mei 1932
74
K.G.
Zuid-Russische;
van 23
Mei 1932
tot 2
Oct. 1933
No.
2 Canada.
4)
Tol
Canada.Van
19 Sept.’32
tot24Juli
‘3362163
K.G.
Z.-Russ.
4)
Dejaargemiddelden
zijn berekend
uit de
gcmiddelde
prijzen
van
April,Mei
en
Junivan
het
betreff ende
jaar.

MINERALEN
.
TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN

STEENKOLEN
Westfaalsche(
PETROLEUM
BENZINE
KATOEN
WOL
WOL
gekamde
KOE-
KALK-
Hollandsche
Mid. Contin.
Crude
Gulf exp. gekam e
Australische,
HUIDEN SALPETER
Middling
locoprijzen
F. G. F.
Sakella-
G. F. No.
1
bunkerkolen,
ongezeefd f.o.b.
tlm
33.9
§4/65e
$cts. per
Merino64’s
loco
B’radford
CrossbredColo-
nial Carded,
Gaaf, open
kop
Old. per
100
K.G.
R’dam/A’dam
s.
g.
per

arre
U.S.gallon
New-York
rides
.
omra
Iverpoo
er Ib
P

.
50S Av.
loco
57-61 pnd.
netto
per
1000 K.G.
per
Ib.
Liverpool
Bradford per
Ib.

fi.
°Io
8
Of
$cts.
eb
$
cts.
Plo
pe nce
Of

pence
O/
pence
Oj
pence
O
fi.
Oj
f1.
Oj
1925
10,80
100,0
1.68
100,0
14,86
100,-
23,25
100,0
29,27
100,-
9,35
100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926
17,90
165,7
1.89
112,5 13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5 6,30
67,4
47,25 85,9 24,75
83,9
28,46
82,0
11,61
96,8
1927
11,25
104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77,8
.48,50
88,2
26,50 89,8
40,43
116,5
11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4 9,98 67,2 20,00 86,0
19,21
65,6
7,51
80,4 51,50 93,6 30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929 11,40
105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2 6,59 70,5
39,-
70,9 25,25 85,6 32,25 92,9
10,60
88,3
1930 11,35
105,1
1.12
66,7 8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0 3,92 41,9 26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0.
1931
10,05
93,1
0.58 34,5
5,04
33,9
8,60
37,0
7,33
25,0
3,08 33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1
0.81
48,2
4,50
30,3
6,45
27,7
5,21
17,8
3.11
33,3
16,00
29,1
8,50
28,8
11,15 32,1
6,15
51,3
1933
7,00
64,8
0.45
26,8
3,61
24,3
6,75
29,0
5,13
17,5
2,78 29,7
19,25
35,0 9,50
32,2
13,26
38,2 6,18
51,5
1934
6,20 57,4 0.63 37,5
2,88
19,4

7,35 31,6 5,32
18,2
2,68
28,7
19,25
35,0
10,25
34,7
12,07
34,8
6,11
50,9

Jan.

1933
7,05 65,3
033
31,5 4,16 28,0 6,15 26,5 5,13
17,5
2,95 31,6
15,75
28,6 8,25 28,0
11,50
33,1
6,30
52,6
Febr.,,
7,20
66,7
0.38
22,6 3,97 26,7
6,10
26,2 4,98
17,0
2,78
29,7
15,50
28,2 8,25 28,0
10,38
29,9 6,40
53.3
Maart

,,
7,25
67,1
038
22,6 3,875
26,1
6,40
27,5
4,97
17,0
2,77
29,6
15,25
27,7 7,75 26,3
10,75
31,0 6,40 53,3
April

,,
7,25
67,1
0.37
22,0
3,67
24,7
6,65 28,6 5,18
17,7
2,68 28,7
15,75
28,6
7,75
26,3
11,25
32,4 6,40
53,3
Mei

,,
7,15 66,2
0.235
14,0
2,95
19,9
7,30
31,4
5,60
19,1
3,07 32,8
17,00
30,9 8,25
28,0
12,25
35,3 6,40
533
Juni

,,.
.

7,15
66,2
0.255
15,2
3,02 20,3
7,85 33,8
5,85
20,0
3,25 34,8
18,50
33,6
9,00 30,5
15,75
45,4 6,40
53,3
Juli

,,
7,05 65,3
0.41
24,4
3,33 22,4
7,60
32,7
5,76
19,7
3,20 34,2
20,75
37,7
9,75
33,1
16,-
46,1
6,40
53,3
Aug.

,,
6,95
64,4
0.37
22,0
3,37 22,7
6,90
29,7
5,39
18,4
2,91
31,1
20,75
37,7
9,75
33,1
14,75
42,5 5,80 48.3
Sept.
6,85 63,4 0.52
31,0
3,50
23,6
6,60
28,4
4,70
16,1
2,54
27,2
21,50
39,1
10,50
35,6
15,13
44,1
5,85 48.8
Oct..

6,60
61,1
0.66
39,3
4,04 27,2 6,40
.,27,5
4,55
15,5
2,48
26,5
20,75
37,7
10,75
36,4
14,50
41,8
5,90 49,2
Nov.

,,
6,75 62,5
0.66
39,3
3,72 25,0 6,25
26,9
4,63
15,8
2,39 25,6 23,75 43,2
12,00
40,7
13,38
38,6
5,95 49,6
Dec,
6,95
64,4
0.67 39,9
3,75
25,2
6,50
28,0
4,89
16,7
2,38
25,5
25,00
45,5
13,25
44,9
13,50
38,9
6,-
50,0

Jan.

1934
6,65 61,6 0.66 39,3
3,74
25,2 7,10
30,5
5,47
18,7
2,59
27,7
27,00
49,1
14,75
50,0
13,-
37,5 6,15
51,3
Febr.

,,
6,30 58,3
0.64
38,1
3,25
21,9 7,50 32,3 5,64
19,3
2,68 28,7
23,75 43,2
12,75
43,2
13,-
37,5 6,20
51,7
Maart

,,
6,25
57,9 0.63 37,5
3,05
20,5 7,40
31,8
5,50
18,8
2,76
29,5 23,25 42,3
11.75
39,8
12,50
36,0
6,25
52,1
April
6,30
58,3
0.62
36,9 2,79
5

18,8
6,95 29,9
5,37
18,3
2,50 26,7 23,00
41,8
11,50
39,0
12,-
34,6
6,30
52,6
Mei

,,
6,25
57,9
0.62
36,9 2,88
19,4
6,80
29,2
5,20
17,8
2,48 26,5
21,00
382
10,50
35,6
11,88
34,2
6,30
52.6

J
uni

,,
6.15
56,9
0.62
36,9
2,83
19,0
7,15
30,8 5,23
17,9
2,77
29,6
19,00
34,5 9,50
32,2
11,50
33,1
6,30 52,6
uli
6,15
56,9
0.62
36,9 2,68
18,0
.7,55
32,5
5,22
17,8.
2,83
30,3
17,00
30,9
.
9,00
30,5
11,50
33,1
6.30
52.6
Aug.

,,
6,15 56,9 0.62
36,9 2,68
18,0
.
7,85
34,0
5,32
18.2
2,85
30,5
16,00
29,1
8,50
28,8
11,75
33,9
5,80 48,3
Sept.
6.00 55,6 0.62
36,9
2,74
18,4
7,70
33,1
5,06
17,3
2,71
29,0
15,00
27,3
8,50
28,8
12,-
34,6
5,85.
48,8
Oct.
6,00 55,6
0.62
36,9
2,60
17,5
7,40
31,8 4,93
16,8
2,57 27,5
15,00
27,3
8,50
28.8
12,50
36,0
5,90,
49,2
Nov.
6,10
56,5
0.62
.

36,9
2,53.
17,0
7,40
.31,8
5,42
18,5
2,67
28,6
15,00
27,3
8,75 29.7
12,-
34,6
5,95
,

49,6
Dec.
6,05 56,0
0.62
36,9 2,76
18,6
7,50
32,3
5,43
18,5
2,77
29,6
14,50
26,4
8,50 28,8
11,25
32,4
6,05
50,4

lan.

1935
6,05
56,0
0.625
37,2
2,97
5

20,0
7,55
32,5
5,38
18,4
2,99
32,0
14,75
26,8
8,25 28,0
10,75
31,0
6,15
51,3
lebr.
6.05 56,0 0.625
37,2 2,75
18,5
7,50
32,3
5,24
17,9
3,-
32,1
14,00
25,5
7,75 26,3
10,50
30,3
6.20 51,7
Maart

,.
5.90
.
54,6
0.2
36.9
2,74
18,4
6,80
29,2
4,85
16,6
2,79
29,8
13,75
25,0
7.50
25,4
10,25
29,5
6,25
52,1
April

,,
6,00 55,6
0.63 37,5
299
20,1
7,05
30.3
4,89
16,7
2,89
30,9
14,75
26,8
8,00
27,1
10,75
31,0
6,30 52,6
6 Mei
2
)


6,00 55.6
0.112
36,9
2,95
8
)
19,9
7,15
.
30,8
4,
9
3
5
)
16,8
3,04
5
)
32,5
15,50
7
)
28,2
8,25
7
)
28,0
6,30 52,6
13

,,
6,00 55,6
0.62 36,9
2,95
4
)
19,9
7,25
31,2
4,936)

16,8
3,04
6
)
32,5
6,30
52,6
1)
Jaar- en maandgem.
afger.
op
1
1
pence.
2)
Daar
de beurs
te
Londen
op 6Mei
gesloten
was, zijn.
de Londensche
noteeringen
van
3
Mei
genomen.
8)

4Mei.
4
)
11 Mei.
5
)lMei.
6)
8 Mei.
7) 2 Mei.
81
7
Mei.

. .
15 Mei 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN

:

440

I
AN GROOTHANDELSPRIJZEN’)

ZUIVEL EN EIEREN
METALEN

BOTER
•1OR

KAAS Edarnmer
EIEREN KOPER
LOOD
.
TIN
IJZER
Cleveland
GIETERIJ-
ZINK
GOUD
ZILVER
per

.

.
Leeuwar-
.
e

Ing
Alkmaar
Fabrieks-
Gem. not.
Eiermijn
Standaard
Locoprijzen Locoprilzen Locoprijzen
Foundry
IJZER
(Lux III) P.
Locoprijzen
Londen
cash
Londen
cash
Londen per
derComm.
Crisis
Zuivel-

kaas
Roermond
Londen
Londen
per Eng. ton
Londen per
Eng. ton
No. 3 t.o.b.
Middlesb.
Eng. t. f.o.b.
per
per ounce Standard
Noteering
Cent
r.
Id. mjmerk
p.
100 St.
per Eng. ton
per Eng.ton
Antwerpen
Eng.ton
line
Ounce
per50K.G.
1

fl.

ii:

-ii;-

f1.
1

Olo

r

to

r

i

0
1
0

sh.
01
0

9
0
10
8h.
1925
231

100,0

56,-
100,0
9,18
1100,0
62.116
100,0
36.816
100,0
26I.l7j-
100,0
731- 100,0
671-
100,-
36.316
100

85(6

100,-
2′!
W.
100,0
1926
1,98
85,7

43,15
77,1
8,15
1
88,8
58.1(-
93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1
8616
118,5
6818
102,5
34.216
94,ä
851-
99,5
28U115
89,3
1927
2,03 87,9

43,30 77,3
7,96
1
86,7
55.141-
89,7
24.41-
66,4
290.41-
.

110,8
731- 100,0
6416
96,3
28.101- 78,8
851-
99,5
2614 83,3
1928
2,11
91,3

48,05
85,8 7,99
87,0
63.161-
102,8
21.11-
57,8
221.51-

86,8
66!-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
85!-
99,5
26
1
11e
81,1
1929
2,05
88,7

45,40
81,1
8,11
88,3 75.141-
121,9
23.51-
63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
6819
102,6
24.1716
68,8
851-
99,5
24711,
76,2
1930
1,66
71,9

38,45
68,7
6,72
73,2
54.131-
83,0
18.116
49,6
142.51-
54,3
671-
91,8
5916
88,8
16.171-
46,6
851-
99,5
17
1
116
55,4
1931
1,34
58,0

31,30 56,9 5,35 58,3
36.51-
58,4
12.11-
33,1
110.lj-
42,0
551-
753
4716
70,9
11.10/6
31,9
9216

108,2
1319
41,6
1932
0,94 40,7

22,70 40,5
4,14
45,1
22.171-
36,8
8.121-
23,6
97.2/-
!

37,1
421-
57,5
371-

55,2
9.16-
27,1
1181-

138,0
127(
40,1
1933
0,61
26,4
0,96
20,20
36,1 3,71
40,4
22.216
35,6
7.1716
21,6
131.181-
50,1
411-
56,2
351-
52,2
10.1216
29,4
12417
3
/4 145,8
12
3
18
38,5
1934
0,45
19,5
1,-
18,70
33,4 3,45 37,6
18.1416
30,2
6.1516
18,6
141.1916
54,2
401-
54,8
3317 50,1
8.91-
23,4
137j7
3
14 161,0
13
1
11
40,7

lan.

’33
0,73 31,6
0,89 21,75
38,8
4,27
46,7
19.171-
32,0
7.81-
20,3
100.116
38,1
4016
55,5
3416
51,5 9.191-
27,5
12218

143,5
1111111

36,4
l’ebr.
0,65
28,1
0,91
2060
36,8 4,35
47,4
20.31-
32,5 7.71- 20,2
104.716
39,9
431-
58,9
341-
50,7
9.151-
27,0
12015

140,8
11
1
5116
37,2
Mrt.

,,
0,53 22,9
0,99
19,40
34,6 2;80
30,5
20.-16
32,3
7.101- 20,6
104.1813
40,1
431-
58,9
3417
51,6
10.7-
28,6
12015

140,8
12
7
/in
38,7
Apr.

,,
0,54
23,4
1,-
18,55
33,1
2,075
22,6
20.1116
33,1
7.1216
20,9
109.17!-
42,0
431-
58,9
35J6
53,0
10.816
28,8
12011

140,4
I2SJ 39,9
Mei

,,
0,52
22,5
1,-
21,80
38,9
2,49
27,1
23.616
37,6
8.61-
22,9
128.1716
49,2
4116
56,8
3616
54,5
10.131- 29,4
12316

144,4
13
1
14
41,2
Juni

.,
052
22,5
1,-
23,50 42,0 2,50 27.2
25.71-
40,8
9.41-
25,3
151.101-
57,9
421-
57,5
371-
55,2
11.1216
32,1
12213

143,0
1311
4

41,2
Juli

.
0,55
23,8
1,-
18,50
33,0 2,60
28,3
25.161-
41,6
9.21-
25,0
148.116
56,5
4116
56,8
351
52,2
12.1f-
33,3 1231104 144,9
12
7

38,7
Aug.
0,63
27,3
1

18,90
33,8
3,576

33,9
24.51-
39,1
8.416 22,6
145.31-
55,4
411-
56,2
351-
52,2
11.7/-
31,4
125110

147,2
12
37,4
Sept.
0,66
28,6
oos
18,40
32,9
3,91
42,6
22.1616
36,8
7.161-
21,4
140.1716
53,8
3916 54,1 3416
51,5
10.1816
30,2
130111

153,1
11
1
5j1
37,2
Oct.

,,
0,68 29,4 0,90
19,45
34,7
4,68 51,0
22.11-
35,5
7.141-
21,1
145.51-

55,5
3916 54,1
3416
51,5 10.131- 29,4
13111

153,3
11
7
18
37,0
Nov.

,,
0,65
28,1
0,90
20,80
37,1
5,80
63,2
20.616
32,7
7.1316
21,1
150.916
57,5
401-
54,8
3416
51,5
9.196
27,6
138154

150,1
12
1
1
38,1
Dec.

,,
0,60
26,0
1,-
20,40 36,4
5,476

59,6
21.11- 33,9
7.121-
20.9
153.81-
58,6
4016
55,5
361-
53,7
9.191-
27,5
136124

147,6
12
9
/
39,1

Jan.’34
0,50
21,6
1,-
20,40
36,4
5,05
55,0 21.71-
34,4
7.71-

20,2
148.31-
56,8
3916 54,1
361-
53,7
9.121-
26,5
12916

151,5
12
3
14
39,7
Feb.
0,47 20,3
1,-
21,55 38,5
3,68
40,1 20.916
33,0
7.41-

19,8
140.131-
53,7
3916
54,1
3615
54,4
9.-16
24,9
13711

160,3
12
1
1
38,9
Mrt.,
0,44
19,0
1,
19,90
35,5
2,71
29,5
20.31-
32,5
7.316 19,7
144.15(6
1

55,3
4016
55,5
3513
52,6
9.21-
25,2
13618

159,8
12
5
1
39,3

g
r.,,
0,42
18,2
1,-
17,20
30,7 2,72
29,6
20.1416
33,4
7.416
19,8
150.10161

57,5
4116
56,8
3412
51,0 9.716
25,9
135114

158,0
12/j6
38,7
0,41
17,7
1,-
16,05
28,7
2,54 27,7
20.41-
32,5
6.1616
18,7
144.1916
55,4
4016
55,5
3219
48,9
9.21-
25,2
13613

159,4
12
1
/16
37,5
Juni,
0,41 17,7
1,-
19,40
34,6
2,74
5

29,9
19.1816
32,1
6.141-
18,4
140.11-
1

53,5
4016
55,5
3119
47,4
8.161-
24,3
137184

161,1
12
1
14
38,1
luli ,
0,40
17,3
1,-
21,50
38,4
281
30,6
18.111-
29,9
6.1416
18,5
142.91-
54,0
4016
55,5
3214
48,2
8.61-
22,9
137111

161,4 1214
39,7
Aug..
0,43
18,6
1,-
20,90 37,3
3’2
5

36,2
17.61-
27,9 6.141-
18,4
139.716
53,2
401-
54,8
3216
48,5
8.716
23,2
13816

162.0
13
40,5
Sept.
0,43
18,6
1,-
18,12
5

32,4
3,31
36,1
16.101-
26,6
6.516
17,2
137.171-
52,6
3916 54,1 3216
48,5
7.17!-
21,7
1411-

164,9
1
3
1
1e
40,9
Oct.
,,
0,43
18,6
1,-
17,37″
31,0
3,95
43,0
16.31-
26,0
6.61-
17,3
137.1916
52,7
3916 54,1
326
48,5
7.71-
20,3
141110

165,9
14
43,6
Nov.,
0,47
20,3
1,-
17,-
30,4 4,525 49,3
16.1116
26,7 6.81-
17,6
139.81-

53,2
401-
54,8
32/6
48,5
7.7/6
20,4
13916+

163,2
14
7
18
46,3
Dec.,,
0,54 23,4 0,95
15,12
5.

27,0 4,07 44,3
16.161-
27,1
6.61-
17,3
137.816
52,5
3916 54,1
3411

50,9
7.416
20,0
140j64

164,4
14
11
1
457

Jan.’35
0,58
25,1
0,90
1495
26,7
3,12
5

34,0 16.191-
27,3
6.51-
17,2
138.111-
52,9
39(6
54,1 3416
51,5
7.66
20,4
141j10

165,9
14114

45,9
Feb.
,,
0,52
22,5
0,95
14,375
25,7
3,20
34,9
16.41-
26,1
6.41-
17,0 136.81-
52,1 3916
54,1 3416
51,5
7.316
19,8
14218

166,9
14
1
j15
46,1
Mrt.
0,37
16,0
1,025
13,30
23,8
2,74
29,8
1681-
26,4
6.716 17,5
124.516
47,5
381-
52,1
3319
50,4
7.-!-
19,4
147f5

172.4
15(4
49,0
Apr.
0,37
16,0
1,08
11,50
20,5 2,315
25,2 18,81-
29,6
7.516
20,0
131.-/6

50,0
3816
‘2,7
3316
50,0
7.11/-
120,9
‘4415

168,9
181/
16

56,6
6Meie),
14,7
1,10
11,50
11

20,5 2,50
27,2
19.-/6
30,6 7.171-
21,6 132.181- 50,8
3816
52,7
3316
50,0
8.7/-
123,1
I43/ll

168,4
19″11e
61,3
13

,,

,
0.3210
13,9
1,10
2,32b
25,3
19.1416
31,8
8.216
22,3
132.151- 50,7
3816
52,7
3316
50,0
8.136
24,0
14216

166,7
19314
1

61,5
Sept. 1932
79 K.G.
La Plata;
van
26 Sept.
1932
tot 5
Febr. 1934
Manitoba
No. 2
3)

Tot Jan.
1928
Western

vanaf
Jan.
1928
tot 16
Dec. 1929
American
No.
2, van
an. 1928
Malting;
van
Jan. 1928
tot
9 Febr.
1931
American
No.
2, van
9 Febr.
1931
tot 23
Mei 1932
6415
K.G.
Zuid-Russische.
Van
23
Mei-19
Sept.
1932
No. 3
Daar de
beurs te Londen
op
6 Mei
gesloten
was,
zijn
de Londensche
noteeringen
van 3 Mei
genomen.
7)

4 Mei.
8)
II
Mei.
9)

2 Mei.
10)
9 Mei.
11)
3
Mei.

BOUWMATERIALEN
KOLONIALE
PRODUCTEN

VURENHOUT
STEENEN
CACAO
COPRA
KOFFIE
RUBBER’)
SUIKER
THEE
INDEXCIJFER
basis 7″ f.o.b.
Zweden/
binnenmuur

buitenmuur
G.F. Accra Ned.-Ind.
Robusta
Standaard
Ribbed Smoked
Witte kristal-
All.
N.-I. theev.
Kolo-
Finland
per

per
per
50 K.G. c.i.f.
f. m.s.
per
100
K.G.
Locoprijzen
Rotterdam
Sheets
suiker
loco
R’damlA’dam
A’dam gem. pr
Java- en Suma
Orond
nlale
perstandaard
van 4.672 M
3
.
per
1000
stuks per
1000
stuks
Nederland Amsterdam
per

12
K.G.
loco
Londe
per Ib.

n
per
100
K.G.
trathee
p.’12
K.G.
stoffen pro-
ducten

___

i
—-
i

f
0
(0
t
°!o
ah.

0
10
olo
cts.
Ç
Sh.
ii
Ö
ets.
1925
159,75
100
15,50

100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,8951
100,0
61,375
100,0
2111,625
100,0
18,75
100,0
84,5
1 100,0
100.0 100.0
1926
153,50
96,1
15,75

101,6 19,50
102,6
491-
115,3
34,-
1
94,8
55,375
90,2
2/-
67,4
17,50
93,3
94,25
1
111,5
86.0
102.6
1927
160,50
100,5
14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
3262I
90,9
46,875
76,4
116,375
51,6
19,12 102,0
82,75
1

97,9
81.5
109.1
1928 151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
3187
5

88,9
49,625
80,9
-110,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6 97.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
45(10
107,9
27,37
5

76,3
50,75
82,7
-(10,25
28,8
13,-
69,3
69,25
82,0
81.9 85.5
1930
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34111
82,2 22,62
5

63,1
32
52,1
-15,875
16,5
9,60 51,2
60,75
71,8
68.0 64.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,37
5

42,9
25
40,7
-13
8,4
8,-
42,7
42,50
50,3
46.8
48.6
1932
69,00
43,2 9,25 59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-(1,75
4,9
6,32′
33,7 28,25
33,4
36.1
28.0
1933
73,50
46,0
10,-
64,5
12,75
67,1
1514
36,0
9,30
25,9
21,10 34,2
-12,25
6,3
5,52
5

29,5
32,75
38,7
35.2 34.1
1934
76,50
47,9 8,50
54,8
10,50
55,3
1316
31,8
6,90
19,2 16,80
27,4
-(3,875
10,9
4,076
21,7
40 47,3
34.4
32.1

Jan.

’33
70,00
43,8
9,25
59,7
13,50
71,1
1616
38,8
11,50
32,1
24
39,1
-11,625
4,6
5,37′
28,7
25
29,6
33.2
34.1
1
2
ebr.
,,
70,00
43,8
9,25
59,7
13,-
68,4
1519
37,1
10625
29,6 23,75
38,7 -11,5
4,2
5,60 29,9
26,75
31,7
32.1
34.4
Mrt.
70,00
43,8 9,50
61,3
12,25
64,5
1613
38,2
10:375

28,9 23,50
38,3 -11,5 4,2
6.-
32,0
26,25
31,1
32.4 34.9
Apr.
70,00
43,8 9,75
62,6
12,75
67,1
1515
36,3
9,50
26,5 23,50
38,3
-/1,625
4,6
6,07′
32,4
27,50
32,5
32.8 34.9
Mei
70,00
43,8 9,50
61,3
12,50
65,8
1616
38,8
9,50
26,5
23
37,5
-12
5,6
6,02
5

32,1
26,50
31,4
34.2 35.0
Juni
72,50
45,4
10,-
64,5
13,-
68,4
1811
42,6
10,-
27,9
22,50
36,6
-(2,375
6,7
6,35 33,9
31
36,7
37.2 31.5
Juli

,
75,00 46,9
10,25
66,1
13,-
68,4
1718
41,6
9,475

26,4 22,50
36,6
-/2,625
7,4
5,92
5

31,6
33,50
39,6
38.2 37.4
Aug.

,,
75,00 46,9
10,50
67,7
13,-
68,4
16
1
5
38,6
8,75 24,4
20,75
33,8
-(2,625
7,4
5,275
28,1
35,25 41,7
36.5 35.6
Sept.
80,00
50,
1

10,50
67,7
12,50
65,8
1415
33,9
8,25
23,0
19,75.
32,2 -12,5 7,0
5,375

28,7
36,75
43,5
86.7 34.8
Oct.

,.
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1217
29,6 7,62
5

21,3
17,75
28,8
-12,625
7,4
4,90
26,1
42,25
50,0 36.5
33.4
Nov.


75,00
46,9
10,-
64,5
12,50
65,8
1216
29,4
8,-
22,3
16,25
26,5
-12,75
7,7
4,65
24,8
40,50 47,9
36.4
32.7
Dec.

,,
75,00
46,9
10,75

69,4
12,50
65,8
1115
26.9
7,975

22,2
16
26,1
-12,875
8,1
4,75 25,3
41
48,5
37.1
31.3

Jan.’34
75,00 46,9
10,75
69,4
12,75
67,1
12110
30,2
7,45 20,8
16,50
26,9
-12,875
8,1
4,95 26,4
45,50
53,8
38.9
33.8
Feb.,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65.8
1415
33,9 7,25 20,2
17,25
28,1
-(3
8,4
4,975

26,5
46,75
55,3
35.0 35.9
Mrt.,
80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
1411
33,1
7,-
19,5
17,75
28,9
-13,25
9,1
4,52
5

24,1
45,50
53,8 35.7
35.2
Apr.,
80.00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
1414
33,7
6,55
18,3
17,75
28,9
-13,625
10,2
4,25
22,7
44,25 52,4
35.6
34.5
Mei
,
80,00
50,1
9,25
59,7 11,25
59,2
1512
35,7
6,72
5

18,7
17
27,7
-/4
11,2
4,15
22,1
42,75
50,6
35.1
34.3
Juni,,
77,50
48,5
8,-
51,6
10,-
52,6
15
1
4
36,1
7,-
19,5
17
27,7

1
4
11,2
4,20
22,4
41,-
48,5
34.5 33.8
luli

,,
77,50
48,5
7,50
48,4
10,-
52.6
13
1
11
32,7
6,92
5

19,3
16,75
27,3

1
4,375
12,3
3,975

21,2
40,50
47,9
34.1
32.2
Aug..
75,50
47,3
7,25
46,8 9,50 50,0
12110
30,2
6,87
6

19,2
16,50
26,9 -14,5
12,6
3,975

21,2 1
39,75
47,0
33.9 31.4
Sept.,
73,50
46,0
7,-
45,2
8,75
46,1
1215
29,2
6,65
18,5
16,50
26,9
-14,5
12,6
3,726
19,9
1
32,25
39,6
33.1
29.5
Oct.,
7300
45,7
7,-
45,2
8,75
46,1
1117
27,3
6,70
18,7
16,50
26,9 -14,125
11,6
3,526
18,8
1
32,75 38,8 32.7
27.8
Nov.,
73,00
45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
1213
28,8
6,62b
18.5
16
26,1
-/3,875
10,9
3,15
16,8
1
33
39,1
32.7 27.6
Dec.,
73,00
45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
1218
29,8
7,17′
20,0
16 26,1
-13,875
10,9
3,375

18,0
34,50 40,8 32.7
28.6

an.’35
66,00
41,3
7,25
46,8
8,50
44,7
1411
33,1
8,776
24,5
16
26,1
-13,875
10,9
3,50
18,7
33,75 39,9
32.9 29.5
reb.,
66,00
41,3
6,75
43,5
8,25
43,4
1412
33,3
9,375

26,1
15,62
6

25,5 -13,75
10,5
3,45
18,4
32
37,9
32.4 28.9
Mrt..,
59,00
36,9
7,-
45,2
8,25
43,4 13/3
31,2
8,576 23,9
14,626
23,8

1
3,25
9.1
3,55
18,9
29
32,3
30.9
27.4
Apr.,
60,00
37,6
7,-
45,2 8,25 43,4
13
1
6
31,8
9,15
25,6
14,50
23,6
-/3,375
9,5 4,15
22,1
31,25
37,0
32.1
28.5
6Mei
2
),
57,50
36,0
1312
8
)
31,0
9,62
5

26,8
14,50
23,6 -23,25
9,1
4,126 22,0
32.7
29.2
13

,

,
57,50 36,0
9,375
26,1
14
22,8
-13,375
9,5
4,25
22,7
32.9

1
29.0
IB. Alle Pondennoteeringenvanat 21 Sept.’31 zijn op goudbasis omgerekend; de Doltarnoteeringen vanaf 20 AprIl ’33 zijn in verhouding van de depreclatle
an den Dollar
t.o.v.
den Gulden verlaagd.

450

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Mei11935

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 13 Mei 1935

Activa.
Binnen!.
Wis-1
Hfdbk.
f
36.089.776,74
se1s,Prom., Bijbnk.
,,

2.189.462,16
enzin azsc.Ag.scfl.
41.795.902,15
Papier o. h. Buiten!. in disconto
……

Idem eigen portef.

f
805.725,-
Af: Verkocht maar voor
de bk.nog niet afge!.

805.725.-
Beleeningen
mci.
vrsch.J
Hfdbk.
f
98.817.177,241)
Bijbnk. ,,
12.699.402,94 in

rek.-crt.1
op onderp.
Ag.sch. ,,
57.369.688,43

fl68.886.268,61

O, Effecten

……(
164.398774,48
1
)
OpGoederenenSpec. ,,
4.487.494,13

168.886.268,611)
Voorschotten
a.
h Rijk
—————-



Munt, Goud ……f 109.594.455,-
Muntmat., Goud •. ,, 535.702.508,19

f
645.296.963,19
Munt, Zilver, enz.

21.120.422,65
Muntmat. Zilver..
..

Beleggingvan kapitaal, reserves en pen- —
866.417.385,84
2
)

sioenfonds ……………………,,

37.951.184,94

Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,

4.970.000,-

Diverse rekeningen ………………,,

6.967.926,02

Staat d. Nederi. (Wetv. 27/51’32, S. No 221),,

16.996.491,37

f
944.790.883,93′,

Paselva.

Kapitaal ……………………….
f

20.000.000,- –

Reservefonds …………………… ..

3.807.914,92

Bijzondere reserve ………………
.-

,,

5.000.000,-

Pensioenfonds ………………….,,

9.235.558,28,

Bankbiljetten in omloop………….. ,,

846.938.305,-

Bankassignatien in omloop ………..,,

68.765,28
Rek.-Cour.
j
Het Rijk
f
10.286.844,98
saldo’s: ‘ Anderen,, 42.760.548,58

53.047.393,56 1

Diverse rekeningen ………………,,

6.692.946,89

f

944.790.883,93 1

Beschikbaar metaalsaldo
………….
f

307.114.714,95
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is ,, 767.786.790,-t
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank ondergebracht
.
………………..

Waarvan aan Nederlandsch-1ndl
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsblad No. 99) ……..
f
73.789J00,-
Waarvan in het buitenland ………………………201532,58

Voornaamste posten in duizenden guldens:

Oud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Circulatle
opelschb.
Metaal-
k
Munt
1
Munt mat,
schulden
saldo
perc.

13 Mej

’35
109594
535.703 846.938
53.116
307.115
74
6

,,

’35
109594
535.803 888.136
64186
293.558
71

25 Juli

’14
65.703
96.410
310.437
6.198 43.521
54

Totaal
Schat kist-
B 1 ee-
Tiverse
Data
bedrag
disconto’s
promessen
IrechtstreekJ
1
e
ngen
op het
reke-
buitenl. ningen
1)

13 Mei

1935
41.796

168.886
806
6.968
6

,,

1935
43.836

199.698
806

2

0.

188

6.989

25 Juli

1914
67.947

61.686
509; unuer ue
Icliva.
JAVASCHE BANK.

11Mei ‘358)
49.0
71.110
4

,,

1
35
2
)
490
70.870

13Apr.1935
909
10.600
46.173
6

,,

1935
648
10.031
47.512

25 Juli 1914
6.395
7.259 75.541
t
) Sluitpost activa.
1)
Cijfers telegrafisch oi

BANK VAN ENGELAND.

Bankbilf. Bankbilf. 1 Other Securitles
Data

Metaal

n BankinglDisc.and
c

Departm. Advances

8 Mei

1935
1

,,

1935

22 Juli .1914

1193.246 1193.110

1

40J64

1
394.250

58.390
1

1
392.579

60.000
1

29.317

1

5.799

10.295

6.003

9.873

33.633

Gov.
1

Public
Other Deposlis
1
1 Dek-
Data
Sec.
j

Depos.
1

Oiher
Bankers
1
Reservel
klngs-
IAccounfsl
1
per.’)

8 Mei ’35

92.476
1

7.248 104.559
1
38.012
1
58.997 39,3
1

,,

’35

104.871
t

8.007

115.523

40.025
1
60.532 37,0

22
Juli
’14

11.005
1

14.736

42.185
29.297 52
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.

Te goed
Waarvi

Belee-
Renteloos
Data
Goud
Zilver
in h t
Wis

sels

ophef
1
.
ningen

voorschot
bulteni.
buitenl.p

v

3 Mei ’35
80.627
751
9
1
4.828
1.0571
4.481
3.260
26Apr.35
80.933
764
9
1
5.336
1.056!
4.279
3.200

23 Juli’14
4.104
640
– –

1
1.541
8
!
769

Sons v. d.
Diver-
ReTurant
Data
zelfst.
amort. k.
sen
1)
Circulatle
1
Zelfst.
1
Parti-
Staat
amort.k.j culleren

3 Mei’35
5.805
2.423
1

82.283
399
1
3.035
13.859
26Apr.’35
5.805
2.309 82.352
649
3.054 115.145

23 Juli’14


5.912
401

943
‘ OIUII4JUbI dLtiVd.
DUITSCHE R!JKSBANK.
Daarvan
Devlezen
Andere

Data
Goud
bij bui-
als goud-
wissels
Belee-
tenl. circ.
dekkin
en
ningen
banken
1)

geldenle
cheques

7 Mei

1935
82,2 22,0
4,0
3.689,9
75,6
30April1935
81,7
22,0
4,0
3.860,6
86,5

30 Juli

1914
1.356,9


750,9
50,2

Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse ten
.
Activa’)
latie
Crt.
Passiva

7 Mei

1935
1

357,5 635,8 3.566,6 912,8 245,2
30April1935
1

373,1
614,5
3.710,8
951,5
215,6

30 Juli

1914
1

330,8 200,4
1.890,9
944,-
40,0
‘lunoelast. ‘j wo. rçentenoanitscneine t ivie;, nu Rpril. resil. ‘w. zo mlii.
NATIONALE BANK
VAN BELGIE
(in
Belga’s).

Goud

. ,
Rekg. Crt.

*.
Data

0

•-
1935

sv-,
.0
:

9 Mei
12.969
3.0161 65
11.1421
170 166
40
3.848
1

23
719
2

,,
1

66
1.123!

171
166
40
3.840
1

29
654 FEDERAL
RESERVE
BANKS.

Goudvoorraad
Wissels

Data
,,Other
1

Goud
in her-

1
In de
ti:l
certifi-
cash
2)
disc. v. d.
1 1
open
bedrag caten’)
member
markt
banks

1
gekocht

24 Apr.’35
5.748,3
1

5.730,3
249,6
6,8
17

•,,

’35
5.699,7
5.682,9 228,2
6,7 5,3

Belegd
1
F. R.
Notes
I
Totaal

Gestort
1
Goud-
1

Dek-
1
Algem.
1

Dek-
Data
in u. s.
Gov.Sec.l
in circu-I Kapitaal1
kings-
1

kings-
_________
latie
1
1
perc.5)

1

perc.4)

24 Apr.’351
2.430,2
1
3.145,8
5.064,3
146,9
73,1
1


17

,,

‘351
2430,9
3.178,9
4.977,5
147,0

1
72,7

1


‘) ueie certiiicaten weruen uoor ut ncnatus,aau uc gcaeivc DdiUCii gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31Jan.’34 van
1000 59.06 cents werd gedevalueerd. –
,,Other Cash” does not inciude Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeisebbare
schulden: F. R. Notes en netto depoalto.
4)
Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover I4ém.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.

Dis-
1 1
IReservel
Totaal
1
Waarvan
Data
1
Aantal
Ileenin.
conto’s
1

Beleg-
b/ de
depo-
.1
time
en
beleen.
1
gingen
1
banks
sito’s
1 1
deposits

17 Apr.’351
1
1

7.632
111.012
1
20.038-)
4.494
10

,,

’35j

1

7.593
110.942 13.345
3.158
191714
14.474
U P031011 Wall mu fl00. Oarull UW %PWWWDUflW wunK WIJ UW OUflR 01 C09•
land zijn In duizenden, alle oyerlge posten In mlliloenen van de be-
treffende valuta.

Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
1
schulden
1 met aal-
saldo

11 Mei

35
2
)!
137.220
175.940 32.750 53.744
4

,,

1352)1
137.490

175.230
32.960
54.214

13 Apr.1935!
11278

26.604
176.530
28.543
57.553
6

,,

19351
117.478

26.946
176.902
34.195
59986

25 Juli
19141

22.057

31.907
110.172 12.634 4.842
1

Wissels.
1
Diverse I)ek-
Data
1

buiten
1

Dis-
Belee-

i
reke-

1
kings-
1

N.-ind.
1

conto’s
ningen
ningen’)

1
perçen-
1

befaalb.
1
tage

11.490

66

11.500

66

10.638

68

9.955

68

2.228

14
ngen.

Auteur