28 NOVEMBER 1917
Economi*sch~Sta
*
tistische
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID. FINANCIËN EN VERKEER
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
2E
JAARGANG
WÖENSDAG 28 NOVEMBER 1917
No. 100
INHOUD
GouD, CREDIET EN DISTRIBUTIEKOSTEN
…………….
885
De Suikerhandel op Java
……………………….
887
De Tilburgsche Beurs
……………………………
888
De Zweedsche Goudpolitiek
……………………..
889
Europeesche Ontginning van Borneo-Diamant
……….
890
Oorlogsexpansie
in
Zuid-Amerika
………………..
891
AANTEEKENINGEN:
–
De circulaire der Ontvang- en Betaalkas
…………
892
De lederindustrie van Graulhet
………………..
892
Uitvoer van Japan
…………………………
893
Hongaarsche Staathuishouding
………………..
893
De raffinaderij op Curaçao
……………………
893
INGEZONDEN STUKKEN:
Eene opmerking over de Maandcijfers
…………..
893
REGEERINCSMAATREGELEN
Op
HANDELSGEBIEO
…………
894
MAANDCIJFERS:
Ontvangsten van Spoor- en Tramwegmaatschappijen..
894
Spaarbankcijfers
…………………………..
895
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
………………
895-904
Geidkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel.
–
Bankstaten.
Verkeerswezen.
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE
GESCHRIFTEN
WEEKBLAD
EC0N0MlSCH-STATI$TIB0HE BERiCHTEN
Het secretariaat van het weekblad is gevestigd te
Rotterdam, Pieter de Hooghweg 1, telefoon no. 3000.
Telegrainadres: Economisch Instituut.
Bijdragen en naededeelingen, den inhoud betref-
fende, gelieve men te zenden aan het secretariaat.
Abonnementsprijs voor hei weekblad franco
P. P.
in Nederland, f 10,-.–, buitenland en koloniën f 12,-
per jaar. Losse nummers 25 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het
weekblad gratis.
Mededeelingen betreffende abonnementen en adver-
tentiën richte men tot Nijgh & van. Dit mar’s Uit gevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, Den Haag.
Advertentiën f 0,35 per regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief.
26
NOVEMBER
1917.
Door verschillende omstandigheden kreeg de geld-
markt gedurende de afgeloopen week een.geheel ander
aanzien.
Voor de stortingen op de verschillende nieuwe uit-
giftenvan den laatsten tijd was veel geld noodig, zoo-
dat Maandag naast een prolongatienoteering van
3 pOt. direct een van 4 pOt. volgde. De volgende da-
gen steeg de noteering . nog verder en kwam op 434
en pOt., hoofdzakelijk door een circulaire van een
der Amsterdamsche Kassiersinstellingen, waarin deze
med.edeelde in het vervolg op nieuwe emissies en op
scheepvaartaandeelefi slechts 50 pOt. der waarde te
zullen beleenen. Daar hierdoor voorâl de minst krach-
tige geld.nemers getrof’fen werden,- was er voor hen
slechts met moeite en tegen beduidend hoogere rente,
geld te vinden. Daarentegen bleven de sterkere geld-
iemers op deze hooge rente uit de markt. De volgende
dagen was de noteering 4 pOt.
De discontomarkt stond eveneens onder den invloed
van het duurdere prolongatiegeld en werd ten slotte
nog beduidend stijver door den uitslag van de inschrij-
ving op het schatkistpapier.
Aanvankelijk was de noteering, evenals de vorige
week, circa 3
lt
3% pOt.,’maar naarmate de prolonga-
tierente steeg, werd ook de discontomarkt vaster en
kwam op circa 3% pOt. Na het bekend. worden van
de inschrijving, was er bijna geen geld voor particu-
lier disconto verkrijgbaar. Enkele kleinere posten wer-
dn tot 3% pOt. afgedaan. De inschrijving had dan
ook geen schitterend verloop. Inplaats van de gevraag-
de 70 millioen gulden werd in het geheel ingeschreven
voor slechts
f
45.996.000.
Hiervan werden toegewezen
f
23.768.000 biljetten
.f
100180 en
f
18.520.000 promessen
it
f
992,23, ge
ende een rendement van resp. 3,58 pOt. en 4,03 pOt.
Onder deze omstandigheden was ht niet te ver-
wonderen, dat ook de leening van de Gemeente Rot-
terdam• geen volledig succes had en dat van de ge.-
raagde 8 millioen een klein gedeelte ongeplaatst
bleef.
De vaste stemming voor de Marken bleef ook -de
afgeloopen week aanhouden. Regelmatig iederen dag
ging de koers omhoog. Was aanvankelijk de stijging
hoofdzakelijk aan steunorders toe te schrijven, later
was ook de speculatie in de markt. De koers steeg van
%
33,22 tot 34,10. Ook Weenen kon iets oploopen en-
verbeterde van 20,80 tot 21,15. De Ententedeviezen
karen eveneens beter, zoodat ook deze koersen eenige
stijging ondergingen.
Daarentegen waren de Scandinavische koersen deze.
week positief flauwer. Ook nu kwamen weder sterke
schommelingen voor. De eindnoteeringen waren ech-
ter belangrijk lager.
GOUD, CREDIET EN DISTRIBUTIEKOSTEN
. Weinig economische vraagstukken brengen in den
laatsten tijd de pennen hier te lande zoozeer in bewe-
ging als de vraag, of de tot dusver door de Nederland-
sche Bank ten opzichte van het goud gevoerde poli-
tiek juist is geweest of niet. En naarmate,hetaantal
dergenen, in wier oog de enorme goudvoorraad van
thans allerminst een onvermengd goed is, toeiteemt,
wordt de critiek op het gevoerde beleid sterker. Als
bij alle critiek achteraf, worden hierbij de omstandig-
heden, waaronder de accumulatie van het goud plaats
vond, wel eenigszins uit het oog verloren.
886
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
28 November 19 7
De internationaal-financieele positie van, Neder-
land was gedurende de eerste oorlogsjaren buitenge-
woon gunstig. De betalingsbalans liet een zoo ontzag-
lijk overschot, dat niettegenstaande goudinvoer en
credietverleening de wisselkoersen van dien aard ble-
ven, dat de Nederlandsche valuta onder de krachtigste
vooraan stond. Er kwam bij, dat onze uitvoer voor een
niet onbelangrijk deel uit land- en tuinbouwproducten
en andere aan bederf onderhevige goederen bestond,
waaromtrent de keus te dikwijls ging tusschen export
tegen goud of crediet ôf geen export met het daaraan
verbonden waardeverlies. Neemt men al deze factoren
in aanmerking en daarbij het feit, dat aanvankelijk
niemand op een zoo langen duur van den oorlog met
alle gevolgen van dien rekende, dan krijgt men een
juister beeld van de omstandigheden, waaronder de be-
slissing genomen moest worden en laat zich veel van
het beleid der Ned. Bank verklaren. Ook de cijfer-
matige verhouding tusschen de beide wijzen,, waarop
de bank haar medewerking verleende: aanneming van
goud of sanctioneering van valuta-credieten door be-reidveiklaring tot eventueel herdisconteeren, kan niet
tot opmerkingen aanleiding geven. Zij, die aanvanke-
lijk den goudtoevoer met het oog op het er in besloten
infiatiegevaar met eeuigszins angstige oogen bezagen,
hebben wel een ietwat ander inzicht in de zaak gekre-
gen, toen minister Treub
bij
de behandeling der Ex-
portcentrale het totaal der toenmaals uitstaande ere-
dieten, de niet door de bank gesanctioneerde incluis,
op een half milliard meende te moeten stellen, een bedrag nauwelijks minder dan de goudstijging. De
taxatie van het cijfer der credieten is natuurlijk tot
zekere hoogte een slag in de lucht. Tegenover de
meening van Mr. van Nierop, die de schatting van
Mr. Treub te hoog achtte, staan echter uijupraken, die de taxatie veeleer belangrijk te laag oordeelen.
Uit een en ander zal duidelijk zijn, dat, wanneer ik
meen, dat thans het vraagstuk onzer goud- en crediet-
politiek onder de oogen moet worden gezien, hiermede
niet een blaam op bank en regeering wegens het
totdusver gevoerd beleid bedoeld wordt, daargelaten
dat, ware voor zoodanige blaam ruimte, m. i. slechts
degeen, die tijdig zijn stem heeft .doen hooren, zich
hiertoe gerechtigd zou mogen achten.
Verschillende omstandigheden leiden er evenwel toe,
dat, naar ik meen, thans met nadruk de vraag moet
worden gesteld, of niet met de tot dusver gevoerde poli-
tiek moet worden gebroken. 06k en niet in de laat-
ste plaats wegens het nauwe verband dat bestaat tus-
schen deze politiek en de hoogte van de financiëele
offers, die de staat zich voor de voedselvoorziening
van het land heeft te getroosten. Dit laatste vraag-
stuk is thans door het 130-millioen-ontwerp van mi-
nister Posthuma en het bijbehoorend dekkings-ont-
werp-Treub in het middelpunt der algemeene belang-
stelling, waarbij de verschillen in standpunt, waarvan beide toelichtingen blijk geven, in de eerste plaats de
aandacht trekken. Daarnevens staat echtér deze andere,
minstens even belangrijke en niet in de stukken aan-
geroerde vraag, of niet onder deze omstandigheden in
de eerste plaats getracht moet worden op alle ten
dienste staande wijzen een druk uit te oefenen op het
huidig prijsniveau van goederen en diensten, welk
gestegen niveau tenslotte de eigenlijke oorzaak is van
de ontzagljke
stijging
der distrihutiekosten en tege-
lijk voor zooveel te betreuren wrjving op loongebied
verantwoordelijk moet worden gesteld.
Wanneer ik aldus tusschen het algemeen prijsniveau
en de gevolgde goud- en credietpolitiek verband leg,
heb ik niet in de eerste plaats het oog op den invloed,
die, naar het oordeel van velen, van de met de goudin-
vloeiing gestegen b.iljettencirculatie op het binnen
landsche prijsniveau is uitgegaan. De zeer groote be-
teekenis dezer vraag, die ons midden in het veelom-
streden ,,inflatieprobleem” zou voeren,’ ontken ik aller-
jainst. Bewijs is echter uiterst moeilijk, zoo niet on-
mogelijk – hetgeen intusschen minstgenomen even-
zeer geldt voor de omgekeerde bewering, dat de stij-
ging van ons papieren ruilmiddel van 300 op 850 mil-
lioen géén invloed op het prijsniveau zou hebben ge-
had. Bovendien, wij staan hier voor feiten, waaraan
weinig valt te veranderen, tenzij men de oplossing zou
aandurven een deel van den huidigen goudvoorraad
te doen overnemen door den staat. Deze zou de kosten
uit leeningsgeld hebben te bestrijden en dus bij over-
neming van een bedrag van stel 300 â 400 millioen,
zich voor een nieuwen rentelast van 13 tot 18 millioen
‘s jaars zien gesteld. Tot voor kort zou dit bedrag een
volstrekt beletsel hebben gevormd.
Bij
de bedragen,
die thans worden aangevraagd, wordt het echter anders
en zou ik mij kunnen voorstellen, dat bij hen, die in-
derdaad van een vervanging van een belangrijk deel
van het excedent aan bankbiljetten door geen geld-
functie verrichtende schuldbrieven van den staat een
druk van beteekenis op het prijsniveau verwachten,
het denkbeeld steun vond, waarbij dan intusschen nog
de vraag open blijft of een zoo
belangrijke
verminde-
ring der biljettencirculatie onder de huidige omstan-
digheden inderdaad tractisch doorvoerbaar zou’ zijn.
Nog langs anderen weg bestaat er evenwel verband
tusschen de te volgen goud- ,en credietpolitiek en ‘de
kosten der distributiemaatregelen, en wel via de wis-
selkoersen, den prijs dus, die voor van buiten inge-voerd wordende goederen moet worden betaald. En
hier hebben wij niet te doen met onbewijsbare rede-
neeringen, doch met
dagelijks
controleerbare feiten.
Wat nu den algemeenen stand der wisselkoersen
betreft, valt het niet te ontkennen ,dat er in de positie
van ons land in het laatste jaar allengs een belangrijke
verandering is gekomen ten ongunste. Wie enkel let
op de wisselkoersen op de oorlogvoerende landen, zal
dit wellicht ontkennen. Anders wordt het evenwel, zoo
spoedig men ook de koersen op de neutrale landen en
via Londen of New York ook die op Japan in aan-
merking neemt. Stond Nederland in de eerste jaren
van den oorlog ook onder deze groep vooraan, thans
zijn èn de Scandinavische èn de Spaansche, èn de Ja-
pansche en tot zekere hoogte zelfs de’ Zwitsersche
valuta boven de Nederlandsche uitgestegen, heeft –
om het anders en misschien juister uit te drukken,
al wil ik ook hierover niet vechten – onze valuta zich
niet meer, gelijk aanvankelijk, van de voortgaande
daling van de valuta’s der oorlogvoerende landen, de
Vereenigde Staten incluis, weten los te maken. De al-
dus zich met toenemende scherpte afteekenende ver-
zwakking onzer ‘betalingsbalans is te ernstiger, omdat
de goudinvloeiing in deze periode zooveel geringer was
en voorts verschillende der zeer voorname passiefpos-
ten op de balans, in de eerste plaats de kosten voor
aanvoer van granen en verdere eerste levensbehoeften
een helaas heel wat geringer druk hebben uitgeoefend.
Deze verzwakking onzer valuta die, tenzij tegen-
maatregelen worden genomen, straks wellicht nog
grooter zal worden – .men denke slechts aan de
mogelijke gevolgen van de op inkrimping onzer uit-
voer aansturende Amerikaansche maatregelen – is,
ongerekend nog haar invloed op de distributiekosten,
reeds op zich zelf in hooge mate onwenscheljk, gelijk
omgekeerd versterking wenschelijk zou zijn. Analy
–
seert men onze betalingsbalans, dan blijkt toch, dat
zoodanige versterking weliswaar hun, die van hier of
,iit Indië goederen naar het buitenland uitvoeren, hun,
die aan deze landen diensten als vrachtvaarder bewij-
zen, en hun, die coupons in de geldsoort dier lânden
te verzilveren hebben, nadeel berokkent, doch dat
daartegenover de invoer een percentgewijs gelijk voor-
deel geniet, de prijs dus, die in het buitenland vooi
eerste levensbehoeften en grondstoffen moet worden
betaald, gelijke verlaging ondergaat. Ook al vergeet
men niet, dat bij êen aantal in te voelen goederen ten gevolge van de monopolistische positie van het leve-
rend land de wisselkoers tot zekere hoogte is uitge-
schakeld, zoo is er toch geen twijfel, of het voordeel
overtreft uit sociaal oogpunt het nadeel belangrijk,
waarbij dan nog de invloed buiten rekening blijft, die een versterking der valuta ten slotte ook naar binnen,
op let algemeen prijsniveau, uitoefent. Uit een een-
voudige berekening blijkt voorts, dat dit alles ook
28 November 1917.
ECONOMISCH-STATISTSCHE BERICHTEN
887
voor de distributiekosten der regeering niet zonder be-
teekenis zou zijn. Bij een versterking toch van onze
valuta met 20 pOt,, waarmede het verschil met alle
genoemde landen nog niet zou zijn ingehaald, zou de
schatkist alleen reeds op den graaninvoer, gesteld deze
wordt weder mogelijk op een wijze, die althans eeniger-
mate in onze behoefte voorziet, al spoedig enkele tien-
tallen millioenen besparen. Natuurlijk zou hiertegen-
over een zekere verlaging komen te staan van de in-
komsten via de Exportcentrale.
Al deze omstandigheden moeten er m.i. toe leiden,
dat ernstig de vraag wordt gesteld, of niet bank zoo-
wel als regeering behooren te doen wat in hun ver-
.mogen is om onze valuta te steunen.
Allereerst, hoewel niet in de voornaamste plaats, door verandering der goudpolitiek. Niet in de voor-
naamste plaats, omdat toch reeds de toeneming van
den goudvoorraad in den laatsten tijd veel langzamer
gaat dan in de eerste oorlogsjaren en dus de invloed
eener veranderde goudpolitiek naar rato geriliger
zou zijn. Wat niet wegneemt, dat de vraag haar be-
teekenis behouden blijft. Ik wil gaarne erkennen, dat
het Zweedsche voorbeeld, ook dah’ wanneer de bank
zich van het weinig verkwikkelijke gemarchandeer
over den voor het goud te betalen prijs onthoudt; voor
haar in verschillend opzicht niet aanlokkelijk is. Intus-
schen, een niet meer aanvaarden van gouddoor de bank
of, wil ‘men, desnoods een goudinvoerverbod van over-
heidswege, beide met mogelijkheid an afwijking in
bijzondere gevallen, kunnen in hoogere belangen hun
rechtvaardiging vinden. Waarbij komt, dat het ,,ill
feeling”, aanvankelijk door den Zweedschen maatregel
gewekt, thans, nu vrijwel alle neutrale landen, zélfs
bij procentsgewijs veel geringer goudstijging, min of
meer dezen weg zijn opgegaan, niet meer in die mate
behoeft te worden gevreesd.
Belangrijker dan de goudpolitiek is de in dit op-
zicht onverbrekelijk er mede verbonden credietpolitiek.
Hier vooral zou door bank en regeering beide met
forsche hand moeten worden ingegrepen. De oprich-ting der Exportcentrale maakt dit niet gemakkelijker.
En zelfs mag de vraag worden gesteld of het in het
huidig tijdsgewricht wel juist gezien was dit lichaam, welke factoren overigens voor de oprichting pleitten,
dermate, als thans blijkt, dienstbaar te maken aan de
credietverleening aan het buitenland. Natuurlijk kun-
nen zich steeds gevallen blijven voordoen, waarbij –
men denke aan de steenkool – voorwaarden van
credietverleening noodgédwongen moeten worden in-
gewilligd. Ook in die gevallen echter zal een klaar
inzicht in de vèrreikende consequenties, die bij onze
ingekrompen handelsbalans aan dergelijke in de tien-
tallen millioenen loopende credietverleeningen ver-
bonden zijn, bij volgende onderhandelingen niet te
onpas zijn.
Langs deze beide wegen moet ook in de tegenwoor-
dige constellatie onzer betalingsbalans een invloed
ten goede op de wisselkoersen bereikbaar zijn. Of er
nog meer mede te behalen zal zijn? Met name, gelijk
van Zweedsche zijde zoo dikwijls op den voorgrond is
gesteld, een toenemend ruilen van goederen met goe-
deren? Ook al kan Zweden, naar het schijnt, wel op
eenig resultaat in deze richting wijzen, men zal goed
doen op dit punt voorshands sceptisch te zijn.
Hoofddoel blijft indirect en, indien mogelijk, direct
een druk uit te oefenen op het prijsniveau. Voor dit
doel is, het zij ten slotte volledigheidshalve vermeld,
niet enkel de te voeren goud- en credietpolitiek
dienstbaar te maken. Van vooral niet minder belang
is, gelijk in Engeland reeds lang voor dezen werd in-
gezien, een belastingpolitiek, die zich ten doel stelt
systematisch’ in te grijpen daar, waar in de eerste plaats
een niet voldoende beperkt of zelfs verhoogd verbruik
te wachten is. Met het recente voorbeeld der Vereenigde
Staten bovendien voor oogen, zou over onze huidige
Nederlandsche belastingpolitiek in dit verband nog
wel het een en ander te zeggen zijn. Intusschen is dit
een vraagstuk op zichzelf, waarop het te’ ver zou voe-
ren thans nader in te gaan. B.
DE SUIKERHANDEL OP JAVA.
Men schrijf ons:
De Ned.-Ind. Maatschappij van Nijverheid en Land-
bouw heeft op 23 November in Den Haag eene open-
bre vergadering’ gehouden ter bespreking van de toe-
standen aan de suikermarkt op Java, mer speciaal
v’ân de factoren, die geleid hebben tot de crisis van
dit jaar en van mogelijke maatregelen om eene herha-
ling te voorkomen. Het onderwerp wei’d ingeleid door
den heer Th. G. H. Stibbe, die op eene langjarige er-
vi’ing op het gébied van den suikerhandel op Java
kan terugzien. Het is niet noodig, den inleider hier
gêheel te volgen. De voorgeschiedenis van de suiker-
crisis mag bij de lezers van dit tijdschrift en belang-
stellendén in het algemeen als voldoende bekçncl ge-
acht worden, de nummers 77 en 88 der Econom.-Stat.
Bèrichten van resp. 20 Juni en 5 September brachten
over aanleiding e’n verloop der crisis een overzicht,
‘aarin aangetoond werd hoe het groote kwantum
snlker, dat bij het begin der maalcampagne in handen
van Ohineesche speculanten was, tot ineenstorting
der markt met eene prijsdaling van ruim
f
3 per picol
geleid heeft en tot het oprichten dpr Java Suiker-
v’ereeniging, die zich met het financieren en den ver-
koop zoowel van de door in gebreke gebleven Ohinee-
she koopers niet opgenomen partijen, als ook van de
onverkochte restantoogsten der fabrieken belast.
et meest belangwekkende deel der vergadering
s de ontwikkeling door den inleider van zijne denk-
beelden om herhaling van eene dergelijke crisis in de
toekomst te voorkomen en de daarop gevolgde repliek.
Voorgesteld werd op Java eene liquidatiekas op te
ribhten, waar de verkoppen van suiker – iiitgezon-
derd die aan de bekende groote exportfirma’s -,
géregistreerd zouden worden. Koopers dienen als-
dan dadeljk bij het afsluiten der transactie een
zker bedrag – zegge een of meer guldens per
picol – in bedoelde liquidatiekas te storten en zijn
v’érder bij daling der markt tot bijstorten verplicht. De liquidatiekas garandeert aan de verkoopers den
goeden afloop der transactie, doch heeft geen verdere
bemoeienis met de financieering van het geleverde
pbduct, die zooals tot dtisver door beleeningen bij
bankinstellingen geschiedt. Het kapitaal voor de liqui-
datiekas zoude
bij
elkaar gebracht kunnen worden
door
bijdragen
van de verschillende suikercultuurban-
ken en de rente dezer gelden gevonden worden uit een
op het registreeren van coutractén te heffen vast
recht. In de plaats van eene liquidatiekas zoude vol-
gens inleider desnoods ook kunnen treden het gemeen-
schappelijke besluit van verkoopers om in alle ‘con-
tracten met Ohineezen eene bepaling op te nemen voor
storting van eene zekere garantie bij het tot stand
ko’meu van den verkoop en voor eventueele verhooging
dezer garantie bij daling der marktwaarde. –
Het denkbeeld der door den inleider bedoelde liqui-
datiekas voor suikercontracten lijkt Vrij eenvoudig,
doch zal in de practijk op groote, waarchijnlijk niet
te’overkoiiien moeilijkheden stuiten. In de eerste plaats
zoudeni om een succs te verzekeren zich alle verkoo-
pers moeten verplichten al hunne verkoopen, uitge-
zbnderd die aan nader te bepalen exporteurs, door de liquidatiekas te laten gaan, want alleen door een der-
gelijk gemeenschappelijk optreden kan men de specu-
latieve koopers dwingen zich van de bemiddeling der kas te bedienen. Ten tweede zal het zeer moeilijk zijn
vast te stellen, wie wel en wie niet in aanmerking
k’ontom door de liquidatiekas te koopen, want behalve
de drie op de vergadering genoemde groote suiker- –
exportfirma’s:’ Maclaine, Watson & Co. (met de-zus-
terfirma’s Mc. Neill & Co. en Fraser, Eaton & co’),
Erdmann & Sielcken en Wellenstein, Krause & Oo.,
zijn er nog eenige kleinere, maar voor hunne meer
bescheiden operaties geheel credietwaardige firma’s en enkele Ohineesche exporteurs en bonafide handelaren.
Gesteld echter, dat deze bezwaren ten slotte te onder-.
vangen zouden zijn, danS mag er wel op gewezen wor-
den, dat mét het oprichten eener liquidatiekés en van
eenen geregelden termijnhandel in Javasuiker gepaard
888
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
28 November 1917
zonde gaan het veschijnen op het tooneel van een
groot aantal blanco-verkoopers en dat dit in het be-
lang zonde zijn van de bonafide verkoopers – n.l. de
suikerfabrikanten – en van eenen reëelen suiker-
handel op Java, zullen weinigen durven beweren. Er
scheen dan ook voor dit idee geen geestdrift onder de
verschillende vertegenwoordigers van suikerfabrieken,
die de vergadering bijwoonden, te bestaan. Meer alge-
meene instemming vond blijkbaar de raad om in het
vervolg bij verkoopen aan Ohineesche speculanten eene
directe storting van eenige guldens per picol te
eischen. Dit principe werd trouwens reeds door enkele
der groote cultuurbanken in het verleden en zoo ook
dit jaar gehuldigd, met het gunstige resultaat, dat
deze verkoopers hunne transacties met Ohineezen vrij-
wel zonder kleerscheuren hebben kunnen afwikkelen
en op de eerstvolgende vergaderingen van aandeel-
houders in hunne maatschappijen geen interpellaties
van ontevreden aandeelhouders behoeven te beantwoor-
den. Velen hebben zich met de gedachte trachten te
troosten, dat wanneer de suiker niet aan Ohineesche
speculanten verkocht was geworden, men met een
zooveel grooter onverkocht restant was
blijven
zitten,
daar exporteurs niet in de markt waren. Dit idee werd
echter door een der sprekers ter vergadering duidelijk
weerlegd. Exporteurs waren wel
degelijk
vaak met be-
langrijke overzeesche orders in de markt, doch zoodra
de Ohineesche beroepsspeculanten merkten, dat de
exnorthandel aan de markt was, boden
zij
een hoogern
prijs, met het gevolg, dat de meeste verkoopers de bie-
dingen van exporteurs als beneden marktwaarde be-
schouwden en weigerden te verkoopen dan wel de hôo-
gere prijzen van speculanten accepteerden. Had men
destijds een ander standpunt ingenomen dan waren de
prijzen wel is waar niet opgedreven geworden tot
f 15 voor Superieur en
f
13 voor No. 10 en hooger, doch
was een veel grooter gedeelte van den oogst bij het
begin der campagne naar overzee verkocht geweest
tot prijzen aanmerkelijk hooger dan de tegenwoordige.
De daarvoor benoodigde scheepsruimte zouden expor-
teurs resp. hunne lastgevers dan ook wel gezondén
hebben, niettegenstaande den verscherpten duikboot-
oorlog. Volkomen juist is de opmerking van een dèr
sprekers, dat zonder verscherpten duikbootoorlog de
prijzen op Java nu veel hooger zouden zijn, maar zoo
kan men verder redeneeren, dat wanneer er in het.
geheel geen wereldoorlog was, de
prijzen
op Java te-
genwooidig nog veel lager zouden zijn dan thans het
geval is. Het doet dan ook weinig ter zake wat de
reden is van de daling der suikermarkt op Java. Plot-
selinge sterke rjzingen en dalingen in den
prijs
van
een artikel als suiker zullen steeds blijven bestaan en
of die fluctuaties nu terug te voêren zijn op oorlogen,
oogstberichten of andere aanleidingen blijft onvér-
schillig. Waar het op aankomt is, dat fabrikanten
wanneer zij eenmaal hunne suikers verkocht hebhèn
ook de grootst mogelijke zekerheid moeten hebben, dat
geen fluctuaties van welken aard ook, hunne koopeFs
zullen verhinderen aan hunne verplichtingen te vol-
doen. Daarom werd door een der sprekers, die zelf
groote verkooper van suiker is, de raad gegeven om
alleen aan de groote Europeesche exportfirma’s te ver-
koopen. Andere verkoopers wenschen echter het spe-
culatieve element aan de Javamarkt niet geheel uit-
geschakeld te zien en zullen dus aan Ohineesche specu-
iânten
blijven
verkoopen, echter nt de dit jaar opge-
dane ervaringen op veel kleinere schaal en alleen nog
onder het stellen van zekere finantieele garanties doôi den kooper. Ook mag verwacht worden, dat fabrikan-
ten in het vervolg er voor zullen zorgen om, hetzij op
de fabriek dan wel op de afscheepplaats steeds vol-
doende geschikte pakhuisruimte te hunner dispositie
te hebben om zoo niet den geheelen dan toch het groot-
ste gedeelte van den oogst te kunnen bpslaan in geval de exporthandel door bijzondere omstandigheden niët
bij machte is den geheelen oogst tijdig te verwerken tot
prijzen ,die den verkoopers convenieeren. Daarmede wordt hun dan tevená een afdoend wapen in de hand
gegeven tegen het reeds dikwijls geopperde maar nog
nooit verwezenlijkte gevaar, dat de groote exporteurs
zich zouden kunnen vereenigen teneinde aan verkoo-
pers de
prijzen
voor te schrijven. Zoo zal de crisis van
dit jaar van zelf hare genezing uitwerken en de maat-
regelen aan de hand hebben gedaan om eene herhaling in de toekomst te voorkomen.
Dit overzicht zonde niet volledig
zijn,
wanneer daar-
in niet ook het artikel van den heer Helfferich in het
Koloniaal Tijdschrift, handelende over de positie der voornaamste Oultuurbanken op Java en de
wijze
van
verkoop van suiker werd aangeroerd, waarop ook op
de laatste vergadering de aandacht werd gevestigd.
De heer H. pleit daarin voor de oprichting van een
algemeen verkoopsyndicaat omvattende alle suiker-
fabrieken op Java, dat zich zou hebben te belasten
met den verkoop direct naar het buitenland, de finan-
ciering en den afscheep van den geheelen suiker-
oogst – liefst voor een groot gedeelte met eigen
schepen, die het syndicaat zoude moeten laten bouwen
of aankoopen. Voor den geest staat den heer -H. daar-
bij de werking van groote Duitsche syndicaten en
meent hij, dat de Java-suikerfabrikant op deze wijze
meer geld voor zijn product zal ontvangen dan tot
dusver het geval was. Hoe slecht de schrijver echter
op de hoogte is van de toestanden op de wereldmarkt
voor suiker
blijkt
uit zijn’raad aan de Javaplanters
om zich bij den verkoop van hun product te verstaan
met de fabrikanten op Ouba.
Bij
ingewijden is het ge-
noegzaam bekend, dat in normale jaren geen land ter
wereld zijne suikers zoo ongunstig verkoopt als Ouba,
doordat Ouba
vrijwel
er op aengewezen is zijn product
naar de Vereenigde Staten van Amerika te verkoopen
en de Amerikaansche raffinadeurs hiervan gebruik
maken door met hunne groote inkoopen té wachten,
tot dat de oogst binnen komt en dan
bij
gebrek aan
voldoende opslagruimte tot elken prijs verkocht moet worden. Op Java daarentegen begint men gewoonlijk
reeds ongeveer een jaar voordat de suikei afgeleverd
wordt met verkoopen en heeft men dus ruimschoots
tijd om van gunstige marltconstellaties over de ge-
heele wereld gebruik te maken.
Bij
het binnen komen
der suikers is dan reeds de geheele oogst zoo goed als
verkocht en wordt eene marktdepressie zooals die in
andere groote productielanden gedurende het binnen-
komen van den oogst
bijna
elk jaar voorkomt ver-
meden. Het is dan ook een aan de Londensche suiker-
beurs bekend feit, dat geen land zijne suikers zoo gun-
stig weet te verkoopen als Java en vooral bj vergelj-
king met Ouba staat de jaarlijksche middenprjs, die
de fabrieken op Java voor hun product behalen, vei’
daar boven. Natuurlijk heeft deze vergelijking alleen
betrekking op den vredestijd. Op het oogenblik is de
marktwaarde op Java lager dan in eenig ander pro-
ductieland ter wereld, niettegenstaande de oprichting der Suikervereeniging, die
bijna
den geheelen onver-
kochten voorraad op Java beheerscht. Maar of de
verkoopprijzen onder tegenwoordige omstandigheden
wat hooger of lager worden gesteld, zoo zal dit geen
invloed hebben op den omvang van den afzet, die mo-
menteel uitsluitend afhankelijk is van de beschikbare
scheepsruimte. Intusschen waren einde October onge-
veer
650.000
tons uit den oogst van 1.750.000 tons af-
gescheept en wanneer de maanden November en De-
cember nietlzeer tegenvallen, dan zal aan het einde
van het jaar ongeveer de helft van den oogst ver-
scheept zijn..
Bij
krachtige hulp van de zijde der Neder-
landsche stoomvaart maatschappijen, die op het
oogenblik voor het betrekkelijk veilige vervoer in het Oosten te hooge vrachten vragen, bestaat de kans dat
ook van de overblijvende helft het grootste gedeelte
weggewerkt zal zijn, wanneer de volgende oogst bin-
nen komt.
DE TILBUROSCHE BEURS.
De Europeesche oorlog, die voor onze inlandschc
industrie zoo menig afzetgebied deed verloren gaan en
aan den anderen kant zoo menigen buitenlandschen
concurrent van onze markt deed verdwijnen, die
oorlog heeft voor de nijvere provincie Noord-Brabant
28 November 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
groote wijzigingen gebracht en nieuwe toestanden ge-
schapen. En nergens in die provincie hebben die
gevolgen zich sterker geopenbaard, dan in de stad
Tilburg met hare tallooze fabrieken en vele indus-
trieën.
Lieten de meeste fabrikanten te dezer plaatse voor
liet uitbreken van den huidigen oorlog binnen- en
buitenland bereizen voor den afzet hunner preducten,
door het als gevolg van den oorlog verdwijnen der
buitenlandsche concurrentie ontstond voor de voor-
naamste dier producten spoedig een dergelijke vraag,
dat de borden werden verhangen en Tilburgsche
fabrikanten en grossiers door de handelaren en winke-
liers uit alle deelen des lands als het ware ‘werden
bestormd. Eerst thans ging Tilburg
zijn
belang be-
seffen. En toen
Frankrijk
in 1916, in navolging der
Leipziger mis, to Lyon als centrum der industrie van
het Zuiden, een jaarmarkt organiseerde, gingen in
Tilburg reeds zeer spoedig stemmen op om ook hier tot een dergelijke jaarmarkt te geraken.
Een commissie, die in het leven werd geroepen, om
de levensvatbaarheid van zulk een jaarmarkt te beoor-
deden, kwam tot de conclusie, dat deze, van een
nationaal standpunt bezien, achterwege kon blijven,
waar de plannen voor een Nederlandsehe Jaarbeurs
te Utrecht intusschen vasten vorm hadden verkregen
en deze plaats, wat hare ligging betreft, volgens het
inzicht dier cemmissie de voorkeur verdiende. Wel
achtte dezelfde commissie het van veel belang, dat het
Zuiden van ons land een eigen beurs zoude verkrijgen,
waar op vastgestelde tijden handel en industrie elkan-
der konden ontmoeten en zaken afdoen. En-voor dit
doel achtte zij Tilburg de aangewezen plaats.
En zoo durfde het Gemeentebestuur van Tilburg
het in den loop van 1917 aan, om een besluit te
nemen, waarbij tot de oprichting van ,,de Beurs van
het Zuiden” werd besloten. Uit onderstaande indee-
ling:
Maandag: Huiden en Leder.
Dinsdag: Ruwe en Bewerkte Tabak.
–
Woensdag: Textielproducten. Donderdag: Bouwkundige Vakken. Vrijdag: Granen, Landbouwproducteu en Koloniale
Waren.
Zaterdag: Diverse Vakken
blijkt, dat do. drie eerste dagen der week gewijd zijn
aan de drie voornaamste industrieën; de Donderdag
is bestemd voor de Bouwkundige Vakken, die als
gevolg van de snelle opkomst der geheele provincie
hier zulk een voorname plaats innemen, terwijl de
Vrijdagen bestemd
zijn
voor den Landbouw en wat
daarmede in verband staat.
De resultaten hebben reeds thans de stoutste ver-
wachtingen overtroffen. Hoewel de textielnijverheid
nog niet in voldoende mate het belang der beurs schijnt
te beseffen (het feit, dat deze industrie hare afnemers
onmogelijk kan bevredigen, dat om haar fabricaat
thans wordt gevochten en dat hare grondstoffen bijna
niet meer worden aangevoerd, is hieraan niet vreemd)
zijn de zaken op de Textielbeuis toch reeds van eer-
biedwaardigen omvang, terwijl die op de Huiden- en
Tabaksbeurs reeds van het grootste belang zijn. De
bezoekers komen uit alle deelen des lands en de vele
moeilijkheden, die. het verkeer met het buitenland
thans met zich brengt ten spijt, laat ook dit zich niet
onbetuigd. Reeds ver over de 10.000 personen hebben
de Beurs bezocht en hoewel zij nog maar goed twee
maanden bestaat, is zij reeds nu een onmisbare schakel
geworden tusschen handelaar en producent.
‘rjdelijk gevestigd in een,. zoo goed als zulks voor
het oogenblik mogelijk was, daértoe ingericht bestaand
gebouw, zijn reeds plannen in voorbereiding, om haar
zoo spoedig mogelijk onder te brengen in een eigen
gebouw, ingericht naar de eischen des tijds en meer
in overeenstemming met de voorname plaats, die de
Beurs van het Zuiden in de toekoxist ongetwijfeld zal
gaan innemen. A. S.
DE ZWEEDSCHE GOUDPOLITIEK.
In één der financieele bladen we[d bnlangs een
grappig beeld gebruikt om aan te toonen de moeilijk-
heid, gelegen in de afdoende beantwoording van de
vraag of het duurder worden der levensmiddelen te
wijten is aan de ten ongunste gewijzigde verhouding
tusschen vraag en aanbod, of aan de vermeerderde
hoeveelheid ruilmiddelen, of aan beide tegelijk. Het
is even onmogelijk daarop antwoord te geven, las ik
in dat blad, als om te zeggen of de mensch in de zee
verdrinkt omdat zijne beenen te kort zijn, of omdat
de zee te diep is.
Op de Zweedsche goudpôlitiek, gepersonifieerd in Prof. G. Cassel, zoû ik ook een beeld aan de zee ont-
leend willen toepassen. Prof. Cassel is met groote
vasthoudendheid de grauwe zee der £heorie ingetre-
den; de golven
zijn
al hooger en hooger gaan reiken, maar van teruggaan wil hij niet weten. Voordat ech-
tcr het water hem aan de lippen komt, gaat hij zwem-
men.
– Onder dit zwemmen mii ik willen verstaan de meer
toenaderende houding, welke van de zijde van: Zwe-den is te ,bespeuren, nu het met de handelsbetrekkin-
gen met Nederland leelijk spaak begon te loopen. Dank
zij de pogingen door de vertegenwoordigers van Neder-
landsche belangen in het werk gesteld
bij
de Zweed-
sche autoriteiten, bestaat er kans, dat aan Nederland
een vahita-crediet verstrekt zal worden. –
‘Onlangs hebben onder leiding van De Nederlaiid-
– sche Bank een aantal bankiers vergaderd om over deze
leening van gedachten te wisselen. Hoofdzaak is, dat
de. belanghebbenden eendrachtig
blijven,
te zamen op-
treden, en niet afzonderlijk met Zweedsche banken
regelingen trachten te treffen om zich de noodige
Zweedsche Kronen te verschaffen. De afdekking van
deze leening na zekeren tijd blijft natuurlijk een on-
zeker èlement, omdat het de vraag is of Zweden blijft
volharden bij zijn eisch: geen goud, maar goederen.
– Waarom zou Zweden de voorkeur geven aan een
leening boven het accepteeren van goud? Uit vast-
houdendheid aan de theoretische beschouwingen van Prof. Cassel? Van wege’de voordeelen, gelegen in de
hooge rente dier leeningen? Meent men in Zweden,
dat het baukpapier, door de Zweedsche Rijksbank af-gegeven, tegen het tegoed door de leening verkregen,
minder tot de inflatie mede zal werken dan de biljet-
ten, waarmede ingevoerd goud betaald zou worden?
. De reden zou kunnen zijn, dat Zweden, door zijne
prohibitieve maatregelen de handelsbetrekkingen met
Nederland ziende verflauwen, en dit toch – in ieder ge-
val wenschende te voorkomen, nu met dezen midden-
weg den handel naar zich toe wilde halen, maar toch
een drang blijven uitoefenen om Nederland tot uit-
oer van goederen naar Zweden te nopen. Van dien
drang moet Zweden zich echter niet te veel voorstel-
len. Zooals reeds bij herhaling werd uiteengezet, is
Nederland door de oorlogsomstandigheden niet Vrij in
zijn uitvoer, en nu de Bank van Noorwegen goud
niet weigert, maar het aanneemt tegen den normalen
prijs van Kr. 2480 per kilogram fijn, waarvan
Y pOt.
i)
afgaat voor muntloon, konden de handels-
betrekkingen met Noorwegen, vooral wat levei’antie
van hout en cellulose betreft, zich wel eens ten nadeele
van Zweden gaan wijzigen.
Daarenboven behoeft in deze wonderlijke tijden een uitvoeroverschot alleen nog niet het gevolg te hebben,
dat. de. wisselkoersen zich wenden ten voordeele van
het land, dat meer heeft uitgevoerd.
Van 1 Juli 1916 tot 30 Juni 1917 bedroeg de
waarde van den uitvoer dei Vereenigde Staten naar
Zweden $ 45.1 millioen en van Zweden naar de Ver-
eenigde Staten $ 23.6 millioen, een uitvoer-overschot derhalve ten voordeele van de Vereenigde Staten van
$ 21.5 millioen. Ondanks deze gunstige handelsbalans
noteerde einde October in Stoskholm de dollar 2.45,
1
Dit muntloon bedroeg vroeger
1/4
0
/o,
doch is, waar-
schijnlijk wegens vermeerdering der bedrijfskosten, verhoogd
tot
1
12
0/s.
•7V-
‘
890
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
28 November 1917
d.w.z. had een disagio van 34.32 pOt. Zou Zweden nu ook aan Amrika willen beletten om door goudzending
den dollar wederom op peil te brengen, indien de Ver-
eenigde Staten dit zouden wenschen?
Helmer Eneborg, aan wiens artikel over de buiten-
landsche wisselkoersen in het Zweedsche tijdschrift
Kommersiella Meddelanden, van 31 October 1917,
deze cijfers zijn ontleend, vindt eene verklaring van
de daling van den dollar in de vermindering der
eigen-waarde van deze valuta. Wat hij daarmede zeg-
gen wil is mij niet recht duidelijk, maar klaarblijkelijk
starèn wij hier op de grijze zee der theorie van Prof.
Oassel.
De oorzaak van den lagen stand van den dollar
tegenover het buitenland, ondanks het surplus van
uitvoer, dat op 30 3uni j.l. het enorme bedrag van
$ 3.635 millioen had bereikt, is gelegen in de samen-
koppeling van den dollarkoers aan dien van het pond-
sterling, een gevolg van de ontzaglijke voorschotten
van de Vereenigde Staten aan de geallieerden, waar-
door Engelaûd over een vrijwel onbeperkt tegoed in
Amerika kan beschikken, zoodat sedert geruimen tijd
het huis Morgan als agent van de Engelsche Regee-
ring elk aangeboden bedrag in ponden tegen den
koers van 4.76,45 in dollars omzet.
Intusschen ligt in den eigenaardigen loop van den
dollarkoers wel eene
aanwijzing
om de Zweedsche
Kronen, welke Nederland eventueel door eene valuta-
leening mocht verkrijgen, uitsluitend voor eigen ge-
bruik aan te wenden, en te zorgen, dat de arbitrage-
markt zich niet van deze betalingsmiddelen meester kan maken, want anders zou het doel van den maat-
regel voorbij gestreefd worden..
– t
Helmer Eneborg heeft het in zijn bovengenoemd
artikel ôok over de prijsstijging in Zweden. De totale
uitgaven van een normaal gezin zijn daar tot Mei 1917
gestegen met 52 pOt, tot September met 66 pOt. Ver-
gelijkt men dit cijfer met de gegevens onlangs ge-
publiceerd door het Bureau van Statistiek der ge-
meente Amsterdam, dat de stijging der uitgaven voor
]evensmiddelen in September 1917 van een gemid-
delde van 8 ambtenaarsgezinnen berekent op 41.4 pOt.,
dan maakt het cijfer van Zweden, waar men volgens
de theorie van Prof. Oassel door goud-invoer te weige-
en de stijging der prijzen meende tê kunnen tegen-
houden, geen mooi figuur.
Nu is
waarschijnlijk
aan deze cijfers niet al te veel
waarde te hechten. Ook de vergelijking is, niet zuiver.
Het Zweedsche percentage omvat de totale uitgaven,
dat van Amsterdam alleen van de levensmiddelen,
zoodat b.v. huishuur en kleeding daarbuiten vallen.
Zoo zal voor hier de regeling der distributie onge-
twijfeld het cijfer gedrukt hebben. Niettemin hebben
wij toch wel eene aanwijzing, dat de Nderlandsche
goudpolitiek, wat den invloed op de prijzen betreft,
niet ongunstig afsteekt bij die van Zweden.
Opmerkelijk zijn in dit verband de volgende cijfers
van de bankbiljetten-crculatie in Nederland, Zwe-
den en Denemarken in normalen tijd tegenover die
aan het einde van September 1917.
In omloop
in
duizenden.
Op 31
Dec.
Op 29
Sept Toeneming
1913
1917
in
0
10
Nederland . . ..
f
327.250
f
808.812
–
147.2
Zweden ……Kr.
234.472
Kr.
520.962
122.2
Depemarken .. Kr.
151.552
Kr.
303.036
99.9
Waar de toeneming der voornaamste circulatié-
middelen in Nederland 25 pOt. hooger is tian
Zweden, zou volgens de theorie van Prof. Oasser de
prijsstijging hier te lande ongeveer even veel hooger
moeten zijn dan in Zweden, hetgeen zooals. wij gezien
hebben, niet kan worden aangenomen. Maar raadsel-
achtiger nog wordt volgens deze theorie de verhou-
ding tusschen Zweden en Denemarken. In Denemar-
‘ken zouden de prijzen, volgens schatting van Eneborg,
in September 1917 gestegen zijn met 59 pOt. tegen
met 66 pOt. in Zweden, terwijl de circulatie-uitbrei-
ding met ruim 22 pOt. bij die van Zweden ten achter
bleef. En terwijl volgens de theorie van Prof. Oassel
nu ook in ongeveer gelijke verhouding de Deensche
Kroon agio zou moeten doen in Zweden,
blijkt
deze
valuta in Zweden toch onder pari te staan.
Zoo geeft de zuivere kwantiteitstheorie telkens ge-
legenheid tot struikelen..
– Mr. L. F. A. M.
v.
0.
BUR OPEESCHE ONTGINNING VAN B O.RNEO-
DIAMANT.
Waar de Amsterdamsche diamantnijverheid rac-
tisch volkomen afhankelijk is van Engeland, dat reeds
den handel in ruw materiaal nagenoeg geheel be-
heerscht en wellicht na den oorlog ook de productie,
vrijwel geheel in handen zal krijgen, zou het voorzien
in niet-Engelsche grondstoffen voor de Amsterdamsche
industrie ongetwijfeld van nationaal belang
zijn.
In het
vorig nummer schonken
wij
aandacht aan de diamant-
vondsten op Borneo, waarvan de voorzitter van den
Alg. Ned. Diamantbewerkersbond de moderne ontgin-
ningswenscheljkheid betoogd heeft. Te dier plaatse
gingen wij na wat omtrent het voorkomen bekend
is en in welke mate de inlander tracht zich het dia-
mant te verschaffen. Wij willen onze beschouwingen
voortzetten met een beeld te geven van de deelneming
van Europeesche zijde aan deze ontginning; in ‘t kort
gezegd; is zij tot nu, toe onbeteekehend geweest.
Op grond van hunne opsporingen werd
bij
G. B. van
5 September 1881 aan de heeren Simonnar de Goe-
noeng Lawak concessie verleend. Op grond der voor-
loopige werkmamheden werd een gémiddelde rijkdom
aan diamant van 1 karaat per M
2
. verwacht. Gedu-
rende 1882 werden de werkzaamheden flink aangepakt
en de noodige wateropvoerwerktuigen en bijbehooren-
de stoomketels aangevoerd en opgesteld. De diamant-
laag werd over 170 M
2
. blootgelegd en daaruit 100 M
3
.
diamantgrond gewonnen, die op de inlandsche manier
werd verwasschen. Mede doordat de groeve gedeeltelijk
in uitgewerkten grond was gekomen beantwoordde –
ofschoon, onder meer, én steen van 7 karaat verkre-
gen werd – het resultaat niet aan de verwachting
minstens 100 karaat te zullen vinden. De proefont-
ginning werd dientengevolge gestaakt in Februari
1883, v66r zij eigenlijk goed begonnen was: Nadat op
3 December 1885 de concessie overgedragen werd op de
Borneo Mij. hadden in 1886 nog enkele onderzoekin-
gen plaats, met niet schitterend resultaat. In 1893 is
er nog eenige maanden gewerkt, eveneens in 1900,
waarna de concessie
bij
gouvernementsbesluit van 29 September 1904 is ingetrokken en het terrein voor de
inlanders opengesteld. Men kan – niet zeggen, dat een
definitief resultaat bereikt is en er is geen reden de
i,n 1893 gegeven uitspraak van Hooze te wijzigen, dat
tot nu toe van een geregeld ontginning der diamant-
gronden in de afdeeling Martapoera geen sprake is
geweest. Als zoodanig kunnen toch zeker niet gelden
de inlandsche graverjen door middel van kleine put-
jes, waardoor wel is waar uitgebreide terreinen, vooral in de aiabijheid van Tjampaka geheel zijn omgewoeld,
doch waarbij van een economisch bedrijf geen sprake
was, terwijl de dieper gelegen terreinen en de moeras-
gronden, waarvan men niet zonder reden verwacht,
dat zij rijker zullen zijn, onaangeroerd moesten blijven.
Door den ingenieur boze zijn aangaande de rijk-
heid der terreinen met het oog op Europeesche ont-
ginning nog voonloopige onderzoekingen verricht.
Hierbij werd de methode gevolgd, die ook nu nog als
de eenig juiste moet worden aangemerkt. Op geregel-
de afstanden van plm. 500 M. werden putten gegraven
van 2 M.
zijde
en de uit iedere put verkregen diamant-
laag afzonderlijk verwasschen, teneinde uit het gemid-
deld gehalte der onderzochte putten tot een gemiddeld
gehalte voor het onderzochte terrein te komen. Het resultaat der onderzoekingen was niet gunstig. Een
bezwaar bij, een dergelijk onderzoek is natuurlijk altijd
liet gevaar voor diefstal. Uit een 200-tal putten werd
te zamen ongeveer 6 karaat diamanten ‘rerkregen,
doch een groot aantal dezer putten was in diamant-
laaglooze terreinen aangezet, waarbij de bedoeling
voorzat een gemiddeld cijfer over het geheele onder-
28 November 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
zochte vergunningsterrein te verkrijgen, wat wellicht
beter ware nagelaten. Op een ander dieper terrein
grenzend aan de Goenoeng Lawak-concessie, werd
door derden een Qnderzoek begonnen met behulp van
een pomp; 90 M
3
. diamantgrond leverde daarbij 32%
karaat diamant en pim. 30 gram goud. Geen diaman-
ten grooter dan 2 karaat werden gevonden. Andere on-
derzoekingen van kleineren omvang hadden minder
gunstige of niet betrouwbare resultaten. De conclusie
van Hooze aangaande de mogelijkheid van een Euro-
peesche ontginning op grooten schaal der Martapoera-
terreinen luidde dan ook ten slotte niet gunstig, of-
schoon ook niet beslist het tegendeel geuit werd. Bij
het onderzoek is gebleken, dat 66k in Borneo de verdee-
ling der diamanten een zeer onregelmatige is en terecht
is dooi Wing Easton er op gewezen, dat het evengoed
zou kunnen voorkomen, dat met een betrekkelijk kleine
serie proefwassehingen door de onregelmatigheid der
diamantverspreiding een zeer goed resultaat werd ver-kregen, terwijl de verdere ontginning zou blijken niets
op te leveren, als omgekeerd, dat een proef op vrij
grooten schaal zeer ongunstig uitviel,
terwijl
andere
terreingedeelten een grooten rijkdom inhouden. Het
eenige remedie is het aantal proefwasschingen op een
bepaald terrein té vergrooten. Een onderlinge afstand
van 500 M. is zonder twijfel veel te groot om eenige
zekerheid te vérschaffen.
Een beter inzicht in de waarde van een terrein zal
men dan nog kunnen verkrijgen, indien men nadat het
voorloopig onderzoek de aanwezigheid van diamant heeft aangetoond, door een proefexploitatie van een
deel de aanwezige quantiteit nader vaststelt, indien
men dus de methode volgt waaraan op de concessie
Goenoeng Lawak een begin van uitvoering is gegeven,
ten einde eerst bij welslagen der proefexploitatie het
grootbedrjf te installeeren. Voor een onderzoek der
moerasgronden zijn ‘wegens het waterbezwaar meer
uitgebreide hulpmiddelen noodig, Een dergelijk onder-
zoek zal beter gepaard kunnen gaan met de exploitatie
der aangrenzende hoogere terreinen.
Al zou te groot optimisme voorshands misplaatst
zijn, een nader onderzoek van verschillende deelen der Bdrneo-diamantgronden wordt m.i. reeds afdoende ge
motiveerd door het feit, dat nog steeds een toch vrij
belangrijk getal inlanders bij de exploitatie der waar-
schijnlijk armere, immers ondiepere, terreinen een
loonend emplooi weet te vinden, ondanks hunne door
gebrek aan hulpmiddelen zeer oneconomische exploi-
tatieJmethode.
In den laatsten tijd hebben deze terreinen dan ook weer meer de aandachter Europeesche ondernemers
getrokken, wat aanleiding was tot het aanvragen en
verleenen van verschillende vergunningen, één waar-
van reeds tot concessieverleening heeft geleid. Ver-
wacht mag dan ook worden, dat binnen niet te langen
tijd exploitatie in Europeesch beheer zal tot stand
komen.
Door den oorlog is men echter niet in de gelegen-
heid hièrop te wachten. Het produceeren van Borneo-
diamant, indien dit op voldoende schaal mogelijk is,
wordt urgent geacht door hen, die ten deze tot oordee-
len het best bevoegd zijn. Men mag zeker niet ver-
wachten, dat ongesteund particulier initiatief spoedig
genoeg het verlangde resultaat zal opleveren. Zeker
zou het Gouvernement in de gelegenheid zijn, het on-
derzoek der terreinen, dat aan de pioductie moet voor-
afgaan, doch dat niet veel tijd en relatief weinig geld
behoeft te kosten, het snelst tot een resultaat te voeren,
waar op Banka beschikt wordt over personeel en arbei-
ders, volkomen met de hier in quaestie zijnde werk-
zaamheden vertrouwd. Voor een voorafgaand geolo-
gisch onderzoek kan niet de minste reden aanwezig
worden geacht, waar de ligging der diamantgronden
voldoende bekend js.
De vraag bag echter worden gesteld of er ondanks
de hier in quaestie zijnde belangen, niet nog andere
mijnbouwobjecten
zijn,
die méér en éérder voor staats-
exploitatie in aanmerking komen ‘dan de diamant-
graverijen., Ik meen dan ook, dat in de gegeven om-
standigheden de beste oplossing zal zijn, dat het Gou-
vernement ten deze het particulier initiatief zoo veel
mogelijk steunt, door voor bonafide aanvragers het
verkrijgen van opsporingsverguuningen zoo gemakke-
lijk mogelijk
te maken – in de éérste plaats door snel-
le afdoening – en door desgewenscht voor het onder-
zoek personeel beschikbaar te stellen. Overweging zou
wellicht verdienen, gezien de urgentie der zaak, om
de opspoorders een subsidie te geven, ten bedrage van
een zeker percentage van de binnen één jaar na het
verkrijgen der opsporingsvergunning op het terrein
verwerkte gelden. Het spreekt m.i. van zelf, dat de
eventueele kosten verbonden aan het bevorderen der
exploratie ten laste van de Nederlandsche, niet van de Indische schatkist moeten worden gebracht.
Van de Amsterdamsche belanghebbenden mag men
daarentegen dan wel verwachten, dat
zij
de onderzoe-kingen voÏdoende finan,tiëel zullen steunen. De eigen-
aardige toestanden in het geheele diamantbedrijf, dat
beheerscht wordt door het feit, dat de Zuid-Afri-
kaansche mijnen
zonder moeite véél meer kunnen pro-
duceeren dan voorloopig kan worden afgezet, maken
het tôch gewenscht, dat van den aanvang af zôo
mogelijk een zekere relatie bestaat tusschen de even-
tueele producenten op Borneo en de consumenten te
Amsterdam.
Dr. J. Ruen.
OORLOGSEXPANSIE IN ZUID-AMERIKA.
1)
.-Toen door de bekende biitsche Order in Council
van den elfden Maart 1915 voor de landen van Mid-den-Europa onmogelijk geworden was hun overzee-
schen exporthandel gaande te houden verkregen de
overige staten een goede kans hun positie te verster-
ken op de markten waar zij vroeger de concurrentie
hadden te duchten van de thans uitgeschakelde
mededingers. Geen engelsch consulair verslag, dat
ffien in de eerste jaren van den oorlog ter hand nam,
of men vond er opwekkingen in, de opengevallen plaats
van de Duitschers in te nemen. De aansporing bleek
aldra gegrond te zijn op eene omstandigheid, welke
niet te wijzigen viel. De lasten van den oorlog dwon-
gen Engeland tot zoo ver ingrijpende wijzigingen in
het industriëel en commerciëel
bedrijf,
dat het zich
reeds geluk wenschen mocht den buitenlandsehen han-
del min of meer op peil te houden, maar zeker geen
verwachtingen kon hebben van economische expansi&
in de handelsstaten van den tweeden en derden rang.
Soms was het weinig leverende Engeland op de over-
zeesche markt nog in ongunstiger positie tegenover
het hoogstens nog uit voorraad leverende Duitschiand.
Immers terwijl, het personeel van britsche firma’s
gevolg gaf aan den oproep zich in militairen dienst
te stellen zagen de duitsche vertegenwoordigers in
Zuid-Amerika en andere gewesten zich hiertoe de ge-legenheid benomen en spanden zij zich tot het uiterste
in de relaties met hun cliëntèle aan te houden, zoo mo-
gelijk zelfs de banden te versterken. Nu ook eenige
Zuid-Amerikaansche staten – zich tegen Duitschiand
gewend hebben is de restauratie die dit land na den
oorlog zal moeten zien te bewerkstelligen weer des te
grooter geworden. Maar ook Engeland werd niet de
gelegenheid geboden zijn aandeel in het verkeer te handhaven, toen na den eersten Februari zijne ver-
schepingen zich ten overvloede nog gesteld zagen
tegenover de belemmering van een duikboot-blokkade.
Het was van
•
de Vereenigde Staten te wachten,
dat
zij
in aanzienlijke mate profijt zouden trek-
ken van de onbevredigde vraag naar import goe-
deren aan gene zijde van den isthmus. In hoeverre d
Unie wel gebruik gemaakt heeft van de voor haar gun-
stige
tijdsomstandigheden,
is een vraagstuk waarover
men verschillend oordeelt en dat wel eerst oplossing
zal vinden als eenige jaren van den economischen wed-
strijd, die wij na den oorlog tegemoet zien, verloopen
zijn. Niet op zichzelf staat evenwel de meening, dat
Noord-Amerika te veel het oog gericht heeft op oor-
logsleverauties, daarvoor zijn industriëel leven te ver
gedisloqueerd heeft, zonder ten volle eene gelegen-
1)
Men zie ook
,,De
V. S. en
Z.-Amerika”
in No. 34.
892
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
28 November 1917
heid benut te hebben, die een opbloei zal verschaffen
van blijvender karakter, dan de vervaardiging van
oorlogsbehoefte geven kan. Het is dan ook wel niet.
te veel gezegd, dat over de suprematié op de
Zuid-Amerikaansche markt nog niet beslist is. Een
dergelijke opmerking laat zich met andere motieven-
staven dan uitsluitend aan de hand van in- en uit-
voertotalen; toch zijn ook deze hiervoor zeer belang-
rijk. De interessante verhoudingscijfers van den bui;
tenlandschen handel van Argentinië, die wij opgeno-
men vinden in dé bijlagen van het jongste verslag
der Hollandsche Bank voor Zuid-Amerika, waaraan
wij, gelijk de lezer weet, reeds eerder aandacht wijd-
den, hebben veel beteekenis voor het zich vormen van
eene meening in deze. Wij laten de staatjes hier
volgen.
Herkomst van de ingevoerde artikelen:
1916.
1915
1914
1913
Vereenigde Staten
29,2
0
/0
24,8
0/
13,4
0
/0
14,7
°Io
Engeland ……..
28,2
0/
29,9
0/
34,0
0/
31,1 01
Italië …………
9,8
0/
9,3 °/o
9,2
0
/0
8,3
01
Frankrijk ……..
6,9
0/
5,9
0
8,2
0/
9,0
O
lo
panje …………
6,2
0/
5,0
0
1
3,1
o/o
2,9 o/
o
Brazilië ……….
5,5
0/
4,6
°Io
3,5
0/t,
2,2
0/
Mexico…………
3,0
0/
6,6
0
/o
0,7
0/
0,3
0/
Britsche Bezittingen
2,6
0/
3,7
0
/o
1,2
0/
1,9
°Io
Uruguay ……….
1,1
0
1
0,8
0
1
1,1
0
1
0,8
0
10
Nederland ……..
1,0
0
10
0,9
0
1
1,1
0
10
1,0
01
Zweden ………..
1,0 %
0,9
0/
0,7
Ofo
0,8
ol
e
Duitschland
–
2,5
0/
14,8
0/
16,9
°Io”
België …………
–
0,4
°Io
4,4
0/
5,2
0/
Overige Landen.’. ..
5,5
0/t,
4,7
0/,
4,6
0
/0
4,9
0/
Bestemming van de uitgevoerde artikelen:
1916
1915
1914
1913′
Engeland ……..
29,4
0/
29,8
o/o
29,3 o/
24,9
Ole
Vereenigde Staten.
20,9
0
/0
16,1
0/
12,3
0/
4,7
0/
Frankrijk ……..
11,9
01
7,2
0/
5,7
0/
7,8 o/o
Nederland ……..
5,1
0/
3,4
0/
. 3,2
0/
4,7
0/
Italië …………
5,0
0/
7,3
0/
2,4
0/
4,1
0/
Brazilië ……….
4,5
0/,,
3,9
0/
4,5 o/
o
5,0
°Io
Zweden ……….
1,9 01
0,9
0
1
0,5 01
0,2 01
Spanje ………….
1,6 0/
1,3
0/
0,7
0/
1,0
O/
Uruguay ……….
1,2
0/
1,4
0/
1,4
0
/o
1,3 o/
Denemarken
1,1 °/o
0,3
0
/o
0,3
0
/o
0,2
0/0i’
Duitsehland
–
–
9,0 o/e
12,0
Olo
België …………
–
5,0
0/
6,8
O/
,,Aan order” ……
13,9
°
/o 25,6
0/
23,7
0
/0
20,0 %
Overige Landen ….
3,5 °/o
3,0
0/
2,0
0/
7,3
0/
De beteekenis van de verhoudingscijfers wordt beïn-
vloed door het feit, dat de totale import in 1916 klei-
ner was dan in 1913; in cijfers uitgedrûkt 366.130.571
$ goud tegen 496.227.094. Dat het aandeel van Italië
iets verbeterd is valt merkwaardig op. De uitvoer van
Brazilië naar Argentinië bestaat naast yerba mate
hoofdzakelijk uit koffie, die van Mexico uit naphta.
Men ziet
bij
deze posten de toedracht die de oorlog in
meerdere gevallen bevorderd heeft: beter een bereik-
bare buur dan een onbereikbare vriend. In het lijstje
ontbreekt geheel de derde imperialist, die den oorlog
als eene conjuuctuurverbetering wilde beschouwen:
het
rijk
van de rijzende zon. De expansie van Japan
op de Zuidzee is echter speciaal op scheepvaartgebied
geweest, de penetratie te lande vindt meer in de tro-
pische gewesten van het Oosten plaats. In de beschouwingen waartoe het overzicht van den
uitvoer aanleiding geeft willen wij hier niet treden.
AANTEEKENINCEN.
De circulaire der Ontvaig- en
B e t a a 1 Ic a s.
– De groote dagbladen hebben open-
baar gemaakt, dat door de Ontvang- en Betaalkas te
Amsterdam op 20 dezer aan hare rekeninghouders eene
circulaire verzonden is, waarin gezegd wordt, dat de
voorzichtigheid gebiedt stelling te nemen tegen het in
onderpand geven, van aandeelen, voortvloeiende uit
den stroom van nieuwe emissies. Verzocht wordt met
de kas voorafgaand overleg te plegen, alvorens reke’-
ninghouders aandeelen, voortkomende uit nog te ver-
wachten of reeds geannonceerde emissies, deponeeren,
evenwel zal als onderpandswaarde hoogstens 50 pOt.
van de beurswaarde worden aanvaard. Voorts ver-
meldt de circulaire, dat eene
dergelijke
houding ook
tegenover reeds genoteerde scheepvaartaandeelen moet
worden aangenomen.
Al is op zichzelf een dergelijke, aan rekeninghouders gerichte, mededeeling niet voor het publiek bestemd,
zoo willen
wij,
waar aan dit voorval ruchtbaarheid gegeven is, niettemin aandacht wijden, omdat het.
hier een incident betreft hetwelk een niet geheel
onbelangrijke voorgeschiedenis achter zich heeft.
De prolongatie-markt is sinds den oorlog niet zonder
beteekenis ingekrompen, en vele commissionnairs heb-
ben tegenwoordig moeite
bij
het opnemen van geld,
inzonderheid wanneer min of meer speculatieve mani-
pulaties hierbij de drijfveer
zijn.
In verhouding
wordt dan ook beer gebruik gemaakt van den kassier.
Speciaal geldt dat in deze tijden van veel emissies.
Nu hebben de kassiersinstellingen volgens de over-
eenkomsten met hunne rekeninghouders het recht niet
officieel genoteerde fondsen als onderpand te weige-
ren. De nieuw geëmitteerde scheepvaartaandeelen
staan natuurlijk nog alle in den ,,bijwagen”. Toch
brengt de usance mede, dat in normale omstandig-
heden dergelijke fondsen toegelateh worden. Er werd
echter in den laatsten
tijd
wel wat veel gebruik ge-
maakt van deze soorten, zoodat de directie der Ont-
vang- en Betaalkas het gewenscht achtte eene waar-
schuwende stem te laten hooren. Nu moet men hieruit
vooral niet afleiden, dat er een soort van beurscrisis
bestaat. Sinds den oorlog
zijn
de speculatieve posities
sterk ingekrompen, maar de vermindering van ter
beschikking staand prolongatiegeld, waarvan
wij
bo-
ven gewag maakten, gepaard met eene sterke stijging der prolongatie-rente deden de debetsaldi
bij
de kas-
siers plotseling sterk stijgen. Deze moeten meer nog
dan andere banken op hunne liquiditeit letten; bij
eene crisis krijgen zij den eersten schok te weerstaan.
Zij kunnen zich dus niet veroorloven te veel onder-
pand aan te nemen, dat niet bij de Nederlandsche
Bank herbeleenbaar is, vandaar de opgemelde maat-
regel. Tot dusverre hebben de andere kassiers het voor-
beeld der Ontvang- en Betaalkas nog niet gevolgd.
Vele ingewijden gelooven ook niet, dat zij daartöe zul-
len overgaan. Overigens is de indruk, dien men van de
zaak krijgt, dat de maatregel nut gehad heeft. De
speculatie-zucht
schijnt
eenigszins getemperd.
De lederindustrie van Graulhet. –
Het artikel in de N. R. Ort. (Avondbiad van 23111),
hetwelk aan de ,,Matin” ontleend werd, zal zeer zeker
bij velen in het vak een pijnljken indruk gemaakt
hebben. Men kan in bedoeld» artikel helaas te goed lezen hoe een geheele industrie, die sedert jaren be-
staat, tengevolge van den oorlog geheel met den
ondergang bedreigd, wordt. Evenals Neurenberg de
speelgoederenindustrie tot specialiteit gemaakt heeft,
zoo heeft Graulhet de hier bedoelde schapenleder-
industrie tot specialiteit gemaakt. Ik wil hier niet
spreken over Mazamet, dat algemeen als ,,wolcea-
trum” bekend is, maar speciaal over Graulhet. Be-
halve zij in het ledervak, zullen er niet velen zijn, die
het bestaan van dit plaatsje vermoeden. Een ieder in
het ledervak zal echter gaarne toestemmen, dat
Graulhet een eereplaats inneemt. Graulhet verspreidde
zijn schapeuleden over, ik zou bijna durven zeggen,
de geheele wereld. Door de délainage in het nabij
liggend Mazamet en de van oudsher bestaande vut-
hoedenfabricatie in Graulhet begonnen enkelen zich
op het fabriceeren van leder bestemd voor z.g. zweet-
banden voor hoeden toe te leggen. De vellen, z.g.
blooten, kochten
zij
voor een appel en een ei in
Mazamet. De hoedenfabrikanten, ziende, dat het door
hen gefabriceerde leder ook voor andere doeleinden
geschikt was en hen een beter bestaan opleverde dan de hoedenfabricatie, hebben zich toen meer speciaal
op de fabricatie van leder toegelegd. ‘t Artikel, dat zij fabriceerden werd in den beginne aan Parijsche
commissiehuizen geconsigneerd, die het over heel
•
Europa hebben verspreid. Lang heeft dit .niet ge-
28 November 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
893
duurd, want de koopers kwamen er al spoedig achter,
waar het artikel gemaakt werd. ‘t Was een pleizier
‘t kleine, e.igenaardige plaatsje te bezoeken. Men trof
er inkoopers der grootste Europeesche huizen en het
waren vooral Engeland en Duitschiand, die het
grootste gedeelte der fabricatie tot zich trokken.
Duitschland ook voor ieder het industrieland bij uit-
nemendheid, was niet in staat met Graulhet te con-curreeren en betrok, ondanks de invoerrechten van
30 Mark per 100 K.G., het schapenleder uit Frankrijk.
Wanneer er ooit sprake mocht zijn van internatio-
nale handelsartikelen, dan zijn ‘t zeker ook ,,les
peaux de Graulhet”. Aanvankelijk slechts kleine
mégisseries ontstonden er successievelijk fabrieken
van beteekenis en al heeft men ook in andere landen
getracht het artikel concurrentie aan te doen,
Graulhet, heeft zich steeds weten te handhaven, be-hèèrschte, en blééf, de markt voor schapenleder. Nu
zien wij tengevolge van den oorlog deze industrie
lamgeslagen en staat Frankrijk op het punt een zijner
grootste industrieën te verliezen. Amerika, dat vôôr
en gedurende den oorlog o.m. reeds veel schapenleder
naar Europa verkocht, zal niet nalaten de schapen-
ledermarkt
geheel
tot zich te trekken. M. L. R.
U i
t v o e r v a n J a p a n.
– Het Government Oom-
mercial Museum te Yokohama heeft het navolgende
lijstje gepubliceerd van de voornaamste Japansche
uitvoerartikelen en de bestemming daarvan, waarbij
een beeld gegeven is van de terreinwinst, die de Japan-
sche artikelen
in
den oorlog gemaakt hebben. –
Uitvoerartikelen.
Vroegere afzet-
Nieuwe afzet-
gebieden.
gebieden.
Wollen stoffen
.
t”
China
Aziatisch Rusland.
Katoen, dekens ..
Azië
Z.-Afrika,Australië
11
ondergoe-
,,
Gr.-Britannië,
‘deren
Nederland,
Rus-
land, Zuid-Afrika
en Australië.
Handschoenen
–
Gr.-Britannië, Chi-
na en Rusland.
Kousen ……….
Kwantoeng en
China,
Gr.-Britan-
Hongkong.
nië en Rusland.
Imit. Panama-
China en Hongkong
Gr.-Britannië, Clii-
hoeden
.
naen Australië.
Armbanden ……
Britseh-Indië
–
Knoopenvanpaarl-
Alle landen.
–
moer
–
China.
Gr.-Britannië,Ned.-
Indië,
Australië en Manilla.
Karton ……….
.Azië.
.
–
China,
Gr.-Britan-
Australië.
Drukpapier …….
nië, Amerika.
–
China, Hongkong,
Andere
Aziatische
Porselein ………
–
Str. Settlements.
landen.
Glas
………….
Speelgoederen
Br.-Indië, Singa-
–
Gr.-Britannië,Ame-
pore, Ned.-Indië.
rika en Canada.
De mate van uitbreiding blijkt uit bovenstaande ver-
melding niet, zeer veel beteekenis heeft deze in enkle
gevallen wellicht ook niet, bijv. zal het aantal Neder-landers, dat gekleed gaat in Japansch ondergoed, wel
gering
zijn.
Merkwaardig wordt de bewering, te
anderer plaatse in dit nummer gedaan, bevestigd,
dat Japan weinig gebruik gemaakt heeft van de afzet-
kansen, die zich door het afbreken der Duitsche ver-
bindingen door den oorlog, in Zuid-Amerika voor-.
deden.
Hongaai
-sche Staathuishoudin.g. –
De Hongaarsche Premier heeft als Minister van Fi-
nanciën het budget voor 1916/1917 ingediend. De
oorlogskosten
zijn
daarbij slechts gedeeltelijk in aan-
merking genomen; zoo zijn de hoogere rentelasten
voor de oorlogsieeningen en ook de rente op de 7e
oorlogsieening wèl in de cijfers opgenomen, de mobi-
lisatiekosten echter niet. Op deze basis bedragen
de gewone en buitengewone uitgaven gezamenlijk
Kr. 3442,67 millioen, waartegen aan ontvangsten een
bedrag van Kr. 3468,90 staat, zoodat Kr. 26,2 millioen
overblijven.
Het belangrijkste punt van het budget is dat van de
verhooging van de staatsschuld tengevolge van den
oorlog; deze is door de oorlogsleeniugen nl. met
Kr. 8,91 miljard toegenomen. Voor de rente hierop
zijn Kr. 516,38 millioen uitgetrokken. Hierbij komt
echter een bedrag van Kr. 113,46 millioen aan sedert
de samenstelling van het budget door het aangaan
van nieuwe leeningen verschuldigd geworden rente.
De 7de oorlogsieening, waarop thans nog wordt inge-
schreven, zal vermoedelijk Kr. 2 milliard beloopen.
Voor een half jaar rente hierop zijn Kr. 60 millioen
Ditgetrokken. Aan ontvangsten is eene vermeerdering
van Kr. 465,36 millioen te verwachten. Deze zal hoofd-
zakelijk voortspruiten uit de navolgende posten:
Kr. 166,04 millioen ontvangsten uit de te projecteeren
herziening van de spoorwegtarieven en 9,5 millioen
uit de verhooging van de spoorwegtransportbelasting.
Verder Kr. 47 millioen uit de opbi-engst van 60 pOt.
oorlogstoeslag op de grondbelasting en eenige andere
belastingen. De post inkomstenbelasting, die op Kr.
35 millioen wordt geraamd, moet volgens de resul-
taten van de laatste aanslagen met nog Kr. 15 millioen
worden verhoogd. Als nieuwe posten komen voor:’
Kr. 54,6 millioen aan oorlogswinstbelasting der Oos-
tenrijksch-Hongaarsche Bank over de jaren 1914, 1915
en 1916. De vermeerdering in uitgaven bedraagt
Kr. 439,18 mihlioen. Daaronder komen voor verschil-
lende posten tér verbetering van de levensvoorwaar-
den der staatsspoorbeambten. De voor oorlogsonder-
steuningen benoodigde Kr. 189,48 millioen werden
volgens de principiëele bepalingen, waarop het budget
is gegrondvest, niet in deze raming opgenomen.
De
raffinaderij
op Curaçao.
– Een
vreugdevolle tijding was destijds het bericht, dat de
,,Koninkljke” op het noodlijdende eiland een bedrijf
zou stichten; immers de werkgelegenheid, die daar-
mede geboden wordt, zal in breeden kring de econo-
mische positie van de eilandbevolking ten goede ko-
men. In het jongste jaarbericht der ,,Koninklijke
Nederlandsche Maatschappij tot Exploitatie van Pe-
troleumbronnen in Nederlandsch-Indië”, verslag doen-
de over het jaar 1916, leest men ter zake: ,,In ons
vorig verslag deelden wij mede, dat als middelpunt
voor de verwerking van onze Venezolaansche ruwe
olie, voor zoover die niet in Venezuela zelf geplaatst
zal kunnen worden, het eiland Curaçao was gekozen.
De uitwerking van deze plannen is thans belangrijk
gevorderd. Wij gingen in het najaar van 1916 over tot
de oprichting van de Curaçaosche Petroleum Maat-
schappij, met een kapitaal van
f
4.000.000,—. Voor
rekening van deze Maatschappij werd de bouw van
eene raffinaderij volgens het Trumble-stelsel ter hand
genomen, welke raffinaderij eene capaciteit zal ver-
krijgen van 1000 ton daags. De talrijkemoeilijkheden
bij de aflevering van materialen en het steeds groeien-
de tekort aan transportmiddelen ‘vertraagde den bouw
zeer. Wij meenen thans echter te mogen verwachten, dat in dit jaar de raffinaderij in bedrijf zal komen. De
aanvoer van ruwe olie uit Venezuela naar Curaçao zal
bezorgd worden door eenige sleepbooten en lichters,
welke laatste door de tijdsomstandigheden van hout
moeten gebouwd worden. De producten, uit de ruwe
olie verkregen, zullen van Curaçao uit, zoowel op de
wereldmarkt als op de locale markten door ons ver-
kocht worden.”
In de rubriek Goederenhandel vindt men onder het
hoofd P e t r o 1 e u m een opstel over de wereldpro-
ductie van, dit artikel in 1916, ontleend aan den
Petroleum Review.
INGEZONDEN STUKKEN.
ËENE OPMERKING OVER DE MAANDCIJFERS
Onder de
maandcijfers,
welke geregeld ter kennis
van de lezers der EconomischStatistische Berichten worden gebracht, behooren ook die der emissies, en
894 –
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
28 November 1917
het daaraan toevoegen van een algemeen totaal en
andere gegevens geeft grond tot de onderstelling, dat de cijfers zullen moeten dienen ter vervaardiging van
een juiste statistiek.
Is dit zoo, dan kan het van nut zijn v66r het jair
1917 ten einde is, de vraag te stellen, of de emissies
van hypotheekbanken in die statistiek wel behooren te.
worden opgenomen op de wijze als dit tot nu’ toe is
geschied.
De hypotheekbanken nemen ten .aanzien van het uit-
geven van waardepapieren een zeer bijzondere plaats
in, doordat zij uit den .aard harer werkzaamheden da
gelijks en bij voortduring emitteeren. De grootere
onder haar plaatsen meerdere tonnen per maand, zon-
der dat daarvan eenig maandcijfer bekend wordt.
Dit heeft tengevolge, dat alleen de enkele maal, dat
eene hypotheekbank eene emissie zöôdanig publiceeit,
dat die ook ter kennis van de samenstellers der emis-
sie-maandcijfers komt, die cijfers met het bedrag dier
emissie worden vermeerderd.
Intusschen rijst dan de vraag, of die
cijfers,
en
bij-
gevolg de statistiek, niet zou winnen door een ru-
briek weg te laten, waarvan de cijfers
bij
langena
niet
lijken
op wat inderdaad onder die rubriek – wil
men een juist beeld erlaugen – moest
zijn
opgenomen.
Indien de samenstelling dier rubriek niet kan gè-
schieden met medewerking van alle -hypotheekbanken,
dan zou het
waarschijnlijk
terwille van de juistheid
der emissiecijfers aanbeveling verdienen, de emissies
van hypotheekbanken èf niet te vermelden òf in geen geval in de totaalcijfers op te nemen. –
Mr. A. J. S. v. L.
[De, opmerking van den geachten inzender, dat
vooral ten opzichte van de pandbrievenuitgifte der
hypotheekbanken de emissiestatistiek van dit week-
blad niet een volledig beeld geeft van het totale ge-
plaatste kapitaal,’ is geheel juist. Ook nog in andere
richting – men denke aan de, naar het
schijnt,
thans
meermalen voorkomende ondershandsche plaatsingen
van aandeelen – is onze statistiek stellig niet volle-‘
dig. Meer dan een statistiek der openbare emissies
bedoelen deze
maandcijfers
echter niet te zijn en als
zoodanig behouden zij hunne waarde.. Een andere
vraag is of niet zoo spoedig na afloop van het boek-
jaar de pandbrievencirculatie der verschillende banken
is bekend geworden, althans in dit opzicht een aanvul-
ling der
cijfers
ware te geven. Een pogen tusscheu-
tijds
deze
cijfers bij te houden, zou de medewerking
van alle bestaande hypotheekbanken noodzakelijk ma-
ken. Al twijfelen
wij
er niet aan, of zulk pogen zou ‘bij
de groote meerderheid der banken ondersteuning
vinden, over de vraag of volledigheid bereikt zou
kunnen worden, zijn
wij
eenigszins sceptisch. – Red.]
REGEERINGSMAATREGELEN OP
HANDELSGEBIED.
A a r d a p p e 1 e n. Nieuwe maximum-inkoopprijzen
voor de gemeenten ingevolge art. 3 der Distributiewet
1916
zijn
vastgesteld voor zand- en veenaardappelen
en voor kleiaardappelen
Gecondenseerde melk, melkpoeder,
e n z. Met het oog op de dreigende melkschaarschte
gedurende den a.s. winter, werd een aanzienlijke
reserve van, melk gemaakt in den vorm van geconden-
seerde melk, gecondenseerde taptemelk, melkpoeder en
taptemelkpoeder. Deze reserve zal thans voor het
publiek
verkrijgbaar
worden gesteld In verband hier-
mede zijn
maximumprijzen voor de genQemde artike-
len vastgesteld.
Aanvullingsbroo.dkaarten. Met ingang
van het 37ste tijdvak zullen naast de bestaande aan-
vullingsbroodkaarten voor bruinbrood en grof rogge-
brood ook aanvullingskaarten voor witbrood beschik-
baar worden gesteld.
D r o g e n v a n f r u i t. Met ingang van 20 dezer
is verboden het drogen van alle soorten fruit. Tevens
.zijn maximumprijzen vastgesteld voor gedroogde appe-
len en peren.
Z a c h t e z e e p. De maximum-inkoopprijs voor de
MAANDCIJFERS.
ONTVANGSTEN VAN SPOOR- EN TRAMWEGMAATSOHAPPIJ’EN AUGUSTUS 1917.
(Ontlend. aan de ,,Ingenieur”.).
Namen der Maatschappijen.
Personenvervoer.
Goederenvervoer.
Totale ontvangsten.
1917.
–
1916.
Maatsch. tot Exploitatie van Staatsspoorwegen
f
2.673.546,—
f
2.582.872,—
f 5.397.330,—
f
4.923.466,
Holi.
IJzeren Spoorwegmaatschappij
……..
„2.766.194-,—
,, 1.435.387,—
,,4.314.085,—
3.972.099,-
„’
242.944,—
,,
189.037,—
,,
434.976,—
375835,-
,,
10.418,83
/1
,,
9.172,09
20.574,00’1
,,
16.683,04
Dedemsvaartsche Stoomtramwegmaatschappij..
,,
13.459,45
,
17.247,24
1
1
2
32.671,07
.
,,
30.502,77
rramw.mij. ,,de Meijerij”: lijn Veghel—Eiad’
Eollandsche Buurtspoorwegen
…………….
hoven—Belg. grens en St.Oedenrode—’s Bosch,
–
.
–
22.146,79
,,
19.250,19
‘/
Ned. Centraal Spoorwegxnaatschappij ………
lijn Eindhoven—Helmond—Asten en
Geidrop—Heeze ……………………..
– .
. –
7.609,93
,,
6.151,56’12
Zuid-Nederi. Stoomtramweg’niaatschappij ….
,,
17.344,42
,,
12.309,38
,,
31.926,01
,,
31.830,18
ederlandsche Tramwegmaatschappij
……..
69.760,16
112
,,
41.328,95
,,
114.488,70
,,
103.692,32
Rotterdamsche Tramwegmaatschappij ……..
–
S-
203.990,03
,,
187.773,21
‘1
Westiandsche Stoomtramwegniaatschappij ….
,,
30.121,63′
,,
15.628,2
1
1
Ia
46.000,—
,,
37.983,63
1
/2
emeentetram te Amsterdam …………….
514.562,82
453.560,50 /2
,,
339.640,68
,
–
‘,,
341.606,02
,,
300.672,15
Rotterdamsche Electr. Tramwegmaatschappij..
,,
239.982,7P/,
–
,,
239.982,71
1
12
,,
231.359,99
.
…………..
ederlandsch-Indische Spoorwegmaatschappij
lijn Samarang—Vorstenlanden—Willem 1..
–
….
514.562,82
–
,,
520.000,
,,
700.305,
Dost-Java Stoomtramwegmaatschappij
lijn Modjokerto—Ngoro ………………
.._.
–
,,
14.100,—
,,
26.200,
Elaagsche Tramwegmaatschappij
…………..
lijn Soerabaija—Krian ………………..
–
55.200,—
,,
48.000,
emarang—Cheribon Stoomtramwegmaatsch…
– –
,,
384.400,—
,,
343.800, amar.—Joana Stoomtramwegmaatschappij ..
‘
–
-‘
,,
241.700,—
,,
262.800,-
3erajoedal Stoomtramwegmaatschappij …….
……..
93.400,—
,,
95.700,
lijn Bandjarnegara—Wonosobo….
—
–
,,
8.900,
–
lijn Maos—Bandjarnegara …………..
–
–
,,
85.600,—
,,
87.315,-
–
–
,,
80.000,—
,,
76.505,
edirie Stoomtrammaatschappij
………
………
‘Ialang Stoomtrammaatschappij.. ………
………
Deli Spoorwegmaatschappij ………………
–
–
410.000,—
,,
380.937
1
oord-Brab.—Duitsche Spoorweg-maatschappij, ……
29.446,—
,,
51.527,—
,,
84.102,—
,,
62.291,-
De ontvangsten der
groote maatschappijen,
die in de ,,Ingeuieur” ontbreken, zijn aan het ,,Maandschrift Centr. Bureau Statistiek” ontleend.
Zie aan ommezijde de Spaarbankcijfers.
20
Juli
1914
311
3
sedért23 Mrt. ’14
4
23
,,
’14
5
,,
23
,,
’14
3
,,
29 Jan. ’14
4
,,
5 Febr.’14
3
1
12
,,
29Jan. ’14
4
,,
12 Mrt. ’14
5
,,
1 Apr. ’14
5
,,
6 Febr.’14
4lf
,,
6
,,
1
14
3’/i
,,
19
,,
’14
5
..
9Mei
’14
3
1/
1. Aug.’09
28 November 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
895
gemeenfen ingevolge art.
3
der Distributiewet
1916
van zachte zeep is met ingang van 6 dezer verhoogd
van
f 37,20
tot
f 44,50
per 100 K.G. De maximum-
prijs voor zachte zeep, bestemd voor andere dan huis-
houdelijke doeleinden (z.g. industriezeep) is verhoogd
van
f 50,-
tot
f
60,- per
120
K.G.
Rijwielbinnenbanden. De vastgestelde
maximumprijzen voor rijwielbinnenbanden, gemerkt
A, B,
0
en D, zijn te verstaan .’oor volledige banden,
oorzien van ventiel; de prijs voor banden zonder ven-
tiel is
f 0,35
per stuk lager. Het verbod voor hande-
laren om ongestempelde banden te verkoopen treedt
in werking op
15
December as.
Rijwiel- en v o e r t u i g k a a r s e n. Na 1
Januari
1918
zullen de aanvragen om kaarsen ten be-
hoeve van dôctoren door het Bireau voor Dokters-
noodvoorziening, van welk bureau dr. Sikkel directeur
is, geschieden.
V
e r v o e r v a n h o u t. Aangezien het, in ver-
band met gebrek aan scheepsruimte voor vervoer te
water, •noodig is het vervoer van andere artikelen dan
levensbehoeften zooveel mogelijk te beperken, is door den Minister van Landbouw verboden het vervoer van
hout, met uitzondering van bezaagd timmerhout en
mijn-hout voor de mijnen in Limburg.
Ongeschild eikenhout. Teneinde te voor-
komen, dat eikenhout ongeschild als brandhout wordt
gebruikt, waardoor looistof verloren gaat, is verboden
de aflevering en het vervoer van ongeschild eikenhout,
w.o. ook te verstaan eikenheg en eikenheester, tenzij
het hout grooter doorsnede heeft dan
30
c.M., dan
wel ontheffing is verleend. –
IJ
z e r en staal. Door den Minister van Land-
bouw is vasfgesteld eene nieuwe regeling voor de dis-
tributie en het vervoer van ijzer en staal uit voorraad,
die op een nader te bepalen tijdstip in werking zal
treden.
SPAARBANKOIJFERS.
Overzicht van inleg en terugbetaling bij
48
particu-
liere spaarbanken (aangesloten
bij
den Nederlandschen
Spaarbankbond) gedurende October
1917.
Spaarbanken met een
Bedrag in Guldens
Posten
aan inleggers verschuldigd
bedrag van:
inleg
Terug.
Inleg
Terug.
betaling
betaling
beneden
f
100.000
2.830
1.284
32
14
t
100.000-,,
500.000
128.169
•121.261
1.987
848
500.000-,,
1.000.000
230.562
220.297
2.266
1.288
1.000.000-,,
2.000.000
654.825
479.834
5.032 2.780
,,2.000.000-,,
4.000.000 305.398 311.535
2.256
1.661
,,4.000.000-,,
7.000.000 833.545 800.498.
7.618
5.784
boven
,,7.000.000
1.585.846
1.221.731
28.707
14.014
Totaal ..
3.741.175
3.156.440
47.898
20.389
Totaal
Oct. 1916
. . . .
2.935.163
2.515.292
46.832 22.589
1915
….
2.394.686
1.827.232 39.364
20.272
October ……..
1917
1916
1915
Uitgegeven nieuwe boekjes
2972
3044
2526
Geheel afbetaalde boekjes..
1976
1965
1874
Overzicht van inleg
en terugbetaling bij
de Rijks- postspaarbank.
OCTOBER
1917
1916
1915
f
7.123.583
f
6.798.035
f
5.730.634
Terugbetalingen
. .
,,
6.785.770 ,,
6.176.493
,,
5.201.765
Tegoed der inleggers
op ultimo ……….
215.611.717 ,, 199.475.279
,, 183.026.290
Nom. bedr. der uitst.
staatsschuldboekjes
op ultimo ………..
28.164.500 ,,
26.211.050
,,
24.282.250
Inlagen
………..
Spaarbankboekjes:
–
–
Aantal. nieuw
uit-
gegeven
9.697
9.757
8.740
Aantal
geheel
af-
betaald
6.787
6.178
6.415
Aantal
uitstaande
opultimo
1.757.280
1.724.997
1.885.228
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
Door het uitblijven van beurs- en handelstelegrammen
uit Engeland kunnen enkele koersen, noteeringen en verdere
gegevens voor de verstreken week niet worden medegedeeld.
N.B..*** heteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
–
1. BANKDISCONTO’S.
N
d
(Disc.Wissels.
4
1
/1
sedert 1 Juli
1
15
Be
an jBel.Binn.Eff.
4113
1
,,
1
15
Vrsch.inR.C.
51
,,
19Aug.’14
Bank van Engeland
5
,,
5 Apr.’17
Duitche Rijksbank
5
,,
23 Dec. ’14
Bank van Frankrijk
5
,,
20Aug.’14 Oostenr. Hong. Bk.
5
,,
10Apr.’15
ilussische Staatsbk.
6
,,
27 ,Juli ’14
Nat. Bank v.Denem.
5
,,
10
,,
’15
Zweedsche Rijksbk.
6
,,
28 Spt. ’17
ZwitserscheNat.Bk.
41/3•
,,
2Jan.’15
Bank van Italië..
511,
,
7Nov.’17
Feder.Res.Bk.N.Y. -3-4 –
–
Javasche Bank…. 3′!, ,,
1Aug.’09
II. OPEN MARKT.
Data
Amsterdam
Londen
Part.
1
Berlijn
Part. Parijs Part.
N. York
CalI-
–
Prolon.
Part.
–
disconto
gatic
disconto
disconto
disc.
moncu
24 Nov. ’17
3113_3314
4
O**
4…51
–
311.31)
19-24 N.’17
3_3
81
4-5
4-118
–
35112
12-17 N ’17
3
33’1
4-/
–
3’/4-4
5-10 N. ’17
33’1
3_4
4
25
1
4_
0
18
–
3
1
124
20-2
N. ’16
218-314
21-3
1
I
og
7
–
I
4_21
– –
2-4
22-27 N. ’15
37
1,6
–
21-3
511
6-‘1
–
–
1
7
18
20-24Jul.’1 4
3
1J_1/
2
1
1-
11
2
1/4_8/4
2
1
//
2
1 /2
‘/z
1)
Noteering van 23 November 1917.
WISSELKOERSEN.
I. KOERSEN IN NEDERLAND.
1.
Voor Londen, Berlijn en Parijs worden voorloopig ook de
dagelijkeche noteeringen te Amsterdam opgenomen. De dage-
lijksche koersen op New York, alsmede de laagste en
hoogste der week- zijn aan particuliere opgaven ontleend.
Data
Londen
Berlijn
Parijs
New York
19 Nov. 1917
..
10.871
2
33.47
1
1
39.85 2.2814
20
,,
1917
..
10.91
33.77
1
/2
39.90
2.2814
21
,,
1917
..
10.90
33.90
39.95
2.29
1
/4
22
,,
1917
..
10.90
33.9211
40.-
2.29
23
,,
1917
..
10.92
34.-
40.10
2.2914
24
,,
1917
..
10.95.
34.10 40.15
2.2901
4
Laagste der week
10.85
33.15
39.75
2.271
Hoogste
,,
,,
10.95
34.40
40.20
2.30
17 Nov. 1917
..
10.87
33.22
1
12
39.85
2.29
10
,,
–
1:917
..-
10.98
32.779
3
40.25
2.30
Muutpariteit
..
12.10
1
1a
59.26
48.-
2.48
8
14
Data
Zwitser.
land
Weenen
Kopen.
hagen
Stockholm
Batavia
idegrajisch
24Nov.
1917
52.90
21.15 75.50 85.85
9
91-100
Laagste d.
w.
52.—
20.60
74.50
84.50
Hoogste ,,
,, 53.40.
21.20
80.50
92.-
–
17 Nov.
1917
52.05
20.75
79.- 92.-
99-100i
10
,,
1917
51.25
20.50
77.50
89.50
99-100
Muutpariteit
48.-
50.41
66.67
66.67
–
100
896
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
28 November 1917
OVERZICHT.
De aandacht op de. wisselmarkt werd deze week hoofd-
zakelijk in beslag genomen door de stijging van de marken. De stemming was vast en onder levendige omzetten kon de
koers opkomen van 33.22
1
1 tot 34.10. Ook Weenen proi-
teerde eenigszins van deze willige stemming: 20.80 tot 21.15.
De koersen van Londen, Parijs en New York waren deze
week eveneens iets beter. Londen steeg van 10.87
1
/2 snel
tot 10.95, moest echter van deze sterke rjzing weder direct
het grootste gedeelte inboeten. Later was echter de stemming
toch vast, zoodat aan het einde der week wederom 10.95 bereikt werd. Parijs steeg van 39.85 tot 40.15. New York.
grootendeels nominaal. Zwitserland steeg, hoofdzakelijk door
de vraag naar marken, van 52.30 tot 53.40. Toen die ook
daar vaster werden, zakte de koers weder in tot 52.90.
Scandinavië was flauw; Stockholm kwam na herhaalde’
schommelingen op circa 85.70. Kopenhagen op 75.50. Overige
landen verlaten.
II. KOERSEN TE NEW YORK.
Cable
Zicht Zicht Zicht
Data
Londen
Parijs
Berlijn
Am.,terd.
(In
,
(In frs.
(in cent,
(in cents
per P.
p.
Rm. 4)
per gid.)
24November1917
4:76.50 5.73.50
nom.
Laagste d. week.
.
4.76.45
5.72.50
–
Hoogste,,
,,
..
4.76.50
5.75
–
17 November1917
4.76.45 5.75.75
nom.
10
,,
1917
4.76.45 5.76.62
nom.
43
1
12
Muntpariteit ….
4.86.67
5.18’1
95
1
1
40
2
128
III. KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP
LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
23 Oct.
1917
6 Nov.
1917
Tijdperk
7-4Nov.
‘1
Laagste
1
Hoogste
14Nov.
1917
Alexandrië..
Piast. p. £
97
8
18
9718 9718
97
8
18
97
1
18
B. Aires ….
d.p.gd.pes.
50
1
!1,
51
1
14
51
52
1
14
52
Calcutta ….
sh/d.p.rup.
115
1
13
115
1
191
115
115
1
!,,
115
1
42
Hongkong ..
id. p.
$
217
81
2110’/
2110’/4 211114
2111’1
Lissabon….
d.p.escudo
30
1
18
30
1
18
30114
31
1
30e18
Madrid
….
Peset. p.
£
20.40 20.24 20.18 20.55
20.31
Montevideo..
d.p.peso
55814
57
8
18
56
8
14
58
57214.
Montreal….
$
per
£
4
.
731/
4
4.752/4
4.75’/4
5.76
8
1
4.76
1
12
Petrograd ..
R. p. £10
353′!,
353
353 420 377
R.d.Janeiro )
d. p. milr.
13
8
/22
131122
13
1
1s2
131,2
13
8
182
Rome
……
Lires p.
£
37.33
37.92 38.10
40.35 40.20
Shanghai
. .
sh/d p. tael
319 ‘/s
410
1
12
4/0 2/
s
4111/
4
41111
4
Singapore
. .
..
id. p.
$
2/4′,
I,
2/4′!,,
2/4
2/4’/,i 2/4′!,,
Valparaiso
2)
d.p.pap.p.
14
8
1i2
14
5
1,
14
11
1,2
1428182
14
1
!,,
Yokohama ..
sh/d.p. yen
211
5
19
211
71
211
7
/,
212’18
212
‘) Noteeringen op 90 dagen.
NEDERLANDSCHE BANK.
VERKORTE BALANS OP 24 NOVEMBER 1917.
Activa.
Binnenl. Wis.( H.-bk.
f
58.766.849,69
‘/,
sels, Prom.,
B.-bk.
,;
130.902,75
enz. in disc.I, Ag.sch.
–
7.733.123,90V2
f
66.630.876,35
Papier o. h. Buitenl. in
disconto
……………………..
–
Idem eigen portef..
f
8.202.116,-
Af :-Verkocht maar voor
de bk. nog niet afgel.
Beleeningen
‘
H.-bk.
8.202.116,—
f
58.698.616,71
1
12
B.-bk.
»
4.852.394,53
in rek.crt.Agsch_,,
28.413.818,00’I2
f
il.964.829,25
OpEffecten
……f
88.545.829,25
OpGoederen en Spec. ,,
8.419.000,—
–
91.984.829,25
Voorschotten a. Ii. Rijk……………..
,
11.766.392,74V2
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……
f
92.946.320,-
Muntmat., Goud……599.430.638,18
1
1
f692.376.958,18
1
1,
‘Munt, Zilver, enz..
6.882.668,31
1
12
Muntmat., Zilver
699.259.626,50
Effecten
–
Bel. v.h. Res.fonds..
f
5.178.192,50
id. van
1
18
v.h.kapit.
3.906.939,62
1
12
9.085.132,12’12
Geb.en Meub.der Bank
…………….
,,
1.465.000,-
Diverse rekeningen
……………….
,
58.418.600,06
f946.792.573,03
Passiva.
Kapitaal ……………………….
f
20.000
1
.000,-
Reservefonds
……………………
,,
5.234.534,18
1
1,
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
852.846.910,-
Bankassignatiën in omloop …………
…3.630.969,73
Rekening-Courant saldo’s;
Van het Rijk ……
f
–
Van anderen
……,,
60.103.994,72
1
12
60.103.994,72’12
Diverse rekeningen
………………
,,
4.976.164,39
f 946.792.573,03
Beschikbaar metaalsaldo…………..
f
515.026.765,6411
2
Op de basis van ‘/s i’nelaaldekking ……
,,
331.710.390,75
1
12
Minder bedragaan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is ..,, 2.575.133.825,-
GOUD EN ZILVER.
GOUDBEWECING BIJ DE BANK VAN ENGELAND.
Sedert 29 Juli 1916 worden de dagelijksehe ontvangsten
en onttrekkingen van goud door de Bank van Engeland
tijdelijk niet bekend gemaakt.
–
ZILVER.
Noteering te Londen.
te New York.
24 Nov.
1917
……..”s
85
1
1
17
,,
1917
……..”
85
1
1,
10
,,
1917
86’/,
3
,,
1917 ……..43
8
/4
88
3
!,
27
Oct.
1917 ……..42,12
1
)
83’14
25
Nov.
1916 ……..35’/la
735/s
27
Nov.
1915 ……..27V4
20 Juli
1914 ……..
24″!,.
54
1
18
1)
Noteering van 26 October.
Bij vergelijking met den vorigen weekstaat blijken de volgende verschillen:
Minder
Disconto’s
…………..
7.952.886,52
Buitenlandsche wissels..
68.640.-
Beleeningen
…………
1.225.183,22′!,
Goud
………………
1.592.158,36
Zilver
……………….
275.993,02′!,
Bankbiljetten…………
4.111.040,- Part. Rek.-Crt. saldo’s
2.381.134,98
N.B. Uit de bekendmaking van den Minister van Financiën
blijkt, dat uitstonden op:
24 Nov. 1917
17 Nov. 1917
Aan sehatkistpromessen
1
141.970.000,—
f147.370.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst
,,
55.000.000,—
63.000.000,-
Aan schatkistbiljetten
,,108.353.000,—
,,107.38.7.000,-
Aan zilverbons
……..
…
26.719.793,—
,,
26.712.179,50
4•
28 November 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
–
897
OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.
(In duizenden guldens.)
Data
Goud
Zilver
Ba k
bII
.ï
Andere
opeischbare
schulden
24 Nov.
1917
….
692.377 6.883 852.847
63.735
17
1917
….
693.969 7.159
856.958
64.619
10
,,
1917
.. ..
683.703
7.121
855.221
59.491
3
,,
1917
….
683.724
7.290
863.057 59.473
27
Oct.
1917
….
685.230
7.386
824.973 64.694
20
,,
1917
….
685.569
7.380
820.702 87.015
13
1917
….
685.021
7.331
815.593
81.886
6
1917
.. ..
675.918
7.211
816.307
68.108
29
Sept.
1917
.. ..
675.916
7.264
808.812 70.458
22
1917
.. ..
674.376
7.376 784.733
86.831
15
,,
1917
….
676.780
7.310 787.108
82.835
8
1917
.. ..
664.182
7.364 788.448
101.260
1
,,
1917
.. ..
604.146
7.270
789.761 102.046
25
Nov.
1918
….
584.591
6.725
738.284
48.950
27 Nov.
1915
.. ..
411.498
3.777
565.479
35.462
25
Juli
1914
.. ..
162.114
8.228 310.437
6.198
D t
II
a
Disconto’s
Belee.
Beschik.
haar
Dek.
kings.
Hiervan
T
oaa
Schatkist-
ningen
Metaal.
percen.
promessen.
saldo
lage
rechtstreeks
24Nov.1917
66.631
55000
91.965 515.027
76
17
1917
74.584
63.000 93.190
515.909
76
10
,,
1917
72.915
01.000
88617
506.976
76
3
,,
1917
72.542
61.000
95.129
505.602
75
27 Oct. 1917
64.248 53.000 82.743
513.741
78 20
1917
72.138 61.000 78.869
510.475
76
13
1917
74.892
84.000
69.977
511.880
77
6
,,
1917
67.541
57.000
70.078
505.252
77
29 Sept.1917
57.628
47.000 72.055
506.310
78
22
,,
1917
55.517
45.000 70.934
506.430
78
15
,,
1917
52.451
42.000
71.095
509.039
79
8
,,
1917
90.728 80.000
71.915
492.542
75
1
,,
1917
78.763
68.000
76.110
492.002
75
25 Nov. 1916
68.280 50.000
66.229
433.374
75
27 Nov.1915
71.762 39.560 91.230 294.542
69
25 Juli 1914
67.947 14.300
61.686 43.5211)
54
t)
Op de basis van metaaldekking.
JAVASCHE BANK.
OVERZICHT DER VOORNAAMSTE POSTEN
(In duizenden Guldens.)
Data
Goud
Zilver
Bank.
biljetten Andere
opeischb.
schulden
25 Aug. 1917 ……
83.288
18.043
173.241
50.027
17.879
175.430′
46.406
18.041
174.488
47.253
18
,,
1917 …….83.277
17.324
171.395
48.460
11
,,
1917 …….82.869
28
Juli
1917 …….83.673
24.633
145.577
64.986
26 Aug. 1916 …….71.107
..
31.423
126.210
31.795
28
Aug. 1915 …….36.265
25
Juli
1914 ……
.
22.057 31.907 110.172
12.634
Data
Dis.
conto’s
Wissels,
huilen
N.-lnd.
betaalbaar
Belet.
ningen
D
r
i
e
v
k
e
e
I3e
–
nin
gen
ij
Beschik. haar
metaal.
saldo
t
kings.
1
percen.
1
lage
25Aug.1917
7.905 31.141
81.326
23.459
57.006
45
18
,,
1917
7.636
31.877 60.521 22.611
57.108
46
11
,,
1917
7.690 33.259
64.405
18.143
56.924
46
28 Juli1917
7.443 35.167
65.856 13.764 57.338
46
28Aug.1916
6.840
37.942 65.583
7.401
53.828
45
28Aug.1915
5.813
12.037
51.451
23.228
36.504
43
25
Juli1914
7.259
6.395 47.934 2.228
4.8421)
44
1)
Sluitpost der activa.
‘) Op de basis
van
1/
metaaldekking.
SURINAAMSCHE BANK.
OVERZICHT DER VOORNAAMSTE POSTEN.
(In duizenden guldens.)
Data
Metaal
1
Circulatte
1
Andere
1
opelschb.
schulden”J
Disconto’s
Dlv. reke.
ntngen
t)
8 Sept. 1917
..
679
1.260 867
910
729
1
,,
1917
..
698
1.166 908 893
710
25 Aug. 1917
..
713 1.113 995
905
730
187
,,
1917
..
719 1.132 947
911
670
9
Sept. 1918
..
643
1.155 745 885
727
4 Sept. 1915
.
.
867 1.094 1.451
847
1.292
25 Juli
1914
..
645 1.100
560
735
396
1)
Sluitpost der activa
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
Aan het eind van ieder kwartaal wordteen overzicht gegeven
van enkele niet wekelijks opgenomen baukstaten.
1. BANK VAN ENGELAND.
WEEKSTAAT VAN 7 NOVEMBER 1917.
ISSUE DEPARTMENT.
Notes issued.. £ 72.728.910
Goverum.Debt £ 11.015.100
Othereecurities,,
7.434.900
Gold coin and
bullion.,,.
54.278.910
£ 72.728.910
£ 72.728.910
BANKING DEPAR TMENT.
Capital…..
,
. £ 14.553.000
Government
Rest ……..,,
3.190.573
seurities . . £ 58.883.370
Public deposits,, 43.498.699
Othersecurities
91.155.402
Other deposits,, 121.037.083
Notes ……..
30.338.890
Seven.day and
Gold and silver
other bills..
10.451
coin ……
1.912.144
£ 182.289.808
‘
‘
£ 182.289.806
Door het uitblijven der Engelsche bladen konden de cijfers van
de twee laatste baukstaten hierboven niet worden opgenomen.
OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.
Onderstaand overzicht bevat tevens de cijfers’ der door de
Regeering uitgegeven currency notes van 1 £ en 10 sh. met
het bedrag der gouddekking en der tot dekking aangewezen
Government securities. De publicatie dezer cijfers geschiedt
sedert 26 Augustus 1914.
(In duizenden p. et.)
Currenci, Notes.
Data
Metaal
Circulatic
Bedrag
1
Goudd.
1
Go,,. Sec.
21.Nov. 1917 55.858
42.472
***
141917
55.605
42.359
,,
*5*
*5*
7
,,
1917
58.191
42.390
189.944 28.500
163.620
31 Oct. 1917
56.026
42.401
187.210 28.500
161.091
22 Nv. 1918 56.469
36.920
135.808 28.500
104.878
24 Nov. 1915 52.457
33.302
90.226 28.500
44.621
22 Juli 1914 40.164
29.317
Data
Gov.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
Re-
serve
Dek.
kings. percen.
lage i)
21 Nov. ’17
58.738
91.958 42.175
122.56
31.834
19,32
14
,,
’17 58.721
90.103 42.225
120.511
31.697 19,48
7
,,
’17
58.833 91.155 43.499
121.037
32.251
19,80
31 Oct. ’17
59.044 92.813 43.844 122.366 32.074
19,30
22 Nov.’16
42.188 98.634
.
55.580
105418
37.938
23
1
12
24 Nov. ’15
18.895
98.116 52.149
84.649
37.605
27/2
22 Juli
’14
11.005
33.633
13.735
42.185 29.297
52
9
/
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
898
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
28 November 1917
II. DUITSCHE RIJKSBANK.
STAAT VAN 15 NOVEMBER 1917.
De biljetten zijn sedert den oorlogniet inwisselbaar.
Metalibestand ……………………Mk 2.529.061.000
davon Goldbestand ………………
,,
2.404.900.000
Reichs- und Darlehenskassenscheine……
,,
998.177.000
Noten anderer Banken …………….
,,
4.254.000
Weehsel …………………………
,,
11.688.038.000
Lmbardforderungen ………………
,,
8.753.000
Effekten…………………………
,,
103.677.000
SonstigeAktiva ……………………1.739.806.000
Grundkapital ……………………..
,,
180.000.000
Reservefonds ……………………..
,,
90.137.000
Notenumlauf …………………….
10.363.334.000
Sonstige V4glich fitlligeVerbindlic
.
hkeiten..
,,
5.726.140.000
Sonstige Passiva ………………….
,,
712.055.000
OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.
Onderstaand overzicht bevat tevens het cijfer der uitgegeven
Darlehenskassenscheine. De Scheine, welke niet in kas zijn
bij de Reichsbank, circuleeren grootendeels onder het publiek;
De Darlehenskassen zijn ingesteld op 11 Augustus 1914.
(In duizenden Mark)
viala
ivietaai
Daarvan
Goud
Kassen.
scheine
Clrcu-
latie
Dek-
kings.
percen-
lage’)
________________
15 Nov. 1917
2.529.061
2.404.900
998.177
10.363.334
34
7
,,
1917
2.522.658 2.404.779
1.014.630
10.403.726
34
31 Oct.
1917
2.518.641 2.404.670 1.023.935 10.400.264
34
23
,,
1917
2.513.826
2.404.459
992.404
10.138.698
35
15 Nov. 1916
2.533.020 2.516.753 300.574 7.178.348
.
39
15 Nov. 1915
2.469.607 2.433.202
792.836 5.832.945
56
23 Juli
1914
1.691.669 1.356.857
65.479 1.890.895
93
t)
Dekking der circulatie door metaal en Kassenscheine.
Data
–
Wissels
Rek. C,t.
Darlehenskassenscheine
–
Totaal
In kas
hij
uitge-
de Reichs.
–
geven
bank
15 Nov. 1917
11.688.038
5.726.140 6.740.700 984.500
7
,,
1917
11.514.946
5.529.423 6.739.800
1.002.100
31 Oct.
1917
11.737.052
5.686.056
6.738.500
1.012.100
23
,,
1917
11.543.093
5.735.434
6.537.600
979.100
15 Nov. 1916
8.230.813
.3.933.091
2.691.800 288.500
15 Nov. 1915
4.320.347 1.549.881 1.735.000 746.000
23 Juli
1914
750.892 943.964
– …………….
III. BANK VAN FRANKRIJK.
OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.
Van 6 Aug. 1914 tot 28 Jan. 1915 werden geen staten
gepubliceerd. De met
*
geteekende posten komen eerst sedert
28 Jan. 1915 in den weekstaat voor. De biljetten zijn sedert
den oorlog niet inwisselbaar.
(Tn
diiinndn franco.)
Data
Goud
Waarvan
in het Buitenland
Zilver
*
goed
In het Buitenland
Buit.geus.
voorsch.
old. Staat
15 Nov.’17
5.330.294
2.037.108
249.951
–
***
12.550.000
8
,,
17
5.327.485 2.037.108
253.481 721.773 12.350.000
25 Oct, ’17
5.326.083 2.037.108 255.301 710.583
12.350.000
18
17
5.257.401
2.030.000 256.964
776.261 12.250.000
9 Nov.’16
5.009.400
–
325.798 894.720 6.400.000
11 Nov.’15
4.782.030
–
361.467
1.005.794 7.200.000
23 Juli’14
4.104.390
–
639.620
–
–
Wissels
*
Uitge-
stelde
Wissels
2dec-
ntng
Bankbil-
jetten
Rek. Cr1.
Part i-
culleren.
Rek.
Crt.
Staat
735.311 1.150.724
1.128.105
22.345.845
2.710.951
33.029
736.358
1.153.626
1.125.021
22.018.321
2.679.067 9.256
818.871 1.155.803 1.121.902
21.705.269
2.833.507
51.567
606.338
1.158.046 1.124.579
21.680.181 2.859.536 35.663
0
632.052
1.368.906 1.362.108 15.972.641
1.797.823
122.052
273.037 1.897.011
568930
14.188.166
2.524.972
59.179
1.541.080
–
769.400
5.911.910
942.570
400.560
• IV. RUSSISCHE STAATSBANK
OVERZICHT DER VOORNAAMSTE POSTEN.
(In millioenen Roebel).
Data n. st.
Goud
Te goed
uh bui-
Zd
–
‘.
jetten
Dis-
ont1’s
~
e. be!ee-I
..
rnngen
Cou
tenland
Circu.
mlie
Rek.
rant
_
29 Oct.
’17
1.295
2.309
178
15.222
–
2.155 18.062 2.726
21
,,
’17
1.296
2.309
168
14.479 2.071
17.859
2.715
13
,,
’17 1.297
2.309
155
14.098
2.150 17.290 2.721
6
,,
’17
1.293
2.309
151
13.743
2.036
16.661
2.717
29 Oct.
’16
1.559
2.055
107
5.388
764
7.875 1.708
29 Oct.
’15
1.598
36
25
3.140
1.387
5.011
1.434
21
Juli ’14
1.601
144 74
..
.
.
757
1.834
1.099
V. SOCI
9
T9 GNÉRALE DE BELGIQUE.
Sedert einde 1914 met de functie van circulatiebank belast.
OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.
(In duiznnden francs.)
–
Data
Meta!
incL
buiten!,
saldi
Bel
ee
n.
van
buiten!.
vorder.
Beleen.
van prom. d.
provinc.
Btnn.
wissêls
en
1
heleen.
1
Circu-
latte
Rek.
Cr1.
id
22 Nov. ’17
491.217
92.320
480.000
116.561
1.084.091 90.850
15
’11
491.488
92.292
480.000
108.048
1.080.879 80.947
8
’17
476.902 92.258 480.000
108.382
1.056.583
90.286
31
Oct.
’17
477.738
91.079 480.000 96.264 1.048.925
85.654
25
,,
’17
475.661 91.056
480.000
95.664
1.048.111
83.873
23 Nov. ’16
351.807
77.289
480.000 44.995
837.560
106.017
25 Nov. ’15
165.252
36.9061480.0001
59.5291
558.4751185.344
VI. VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
–
–
FEDERAL RESERVE BANKS.
In werking getreden op 16 November 1914.
OVERZICHT DER VOORNAAMSTE POSTEN.
lTn diiizonden dollars.)
Waarvan
van in
.
Zilver
FR.
Notes In
Data
Goud
voor dekking
hel bul-
dc.
circu-
F. R. Notes
tenland
iatle
5 Oct.
1
17
1.438.512
_________
569.576
52.500
48.203
1
740.916
23 Sept. ’17
1.408.470 568.036
52.500 49.089
1
700212
21
’17
1.402.317 545.451
52.500
49934
670.246
14
,,
’17
1.374.949 529.597
52.500
51.085 644.567
6 Oct.
’18
591.453 206.386
–
13.991
201.364
Dek-
Percent.
Totaal
–
Waar-
klngsper-1
Goud-
Data
Wissels
Deposito’s van
Kapitaal
een lage
De pa-
dekking
circu-
_____________
sito’s’)
latie
5 Oct.
’17
451.413
1.488.484
61.027
73,0 76,9
28 Sept. ’17
409.708 1.433.176
59.379
74,5 81,1
21
’17
344.770
1.391.962 59.354
78,6
81,4
14
,,
’17
335.778 1.367.782 59.368
78,8
82,2′
6 Oct.
’16
1p1.094 559.990
55.684
74;8 102,5
1)
Verhouding tusschen: goud, zilver etc., uitgezonderd
het voor de dekking cïer
F. R.
Notes gereserveerde goud,
en: netto deposito’s met inbegrip van het kapitaal.
VEREENIGDE NEW YORKSCHE BANKEN EN TRUST
MAATSCHAPPIJEN.
OVERZICHT DER VOORNAAMSTE POSTEN.
((pmi,1dpiden in duizenden dollars.)
Döta
Reserve
Deposito’s
Circulatie
Beleenin gen
,
en
,
disconto s
.s
U
1
R
es
T
rv
Ue
S
29Sept.’17
547.060 3.731.950
31.910
3.895.880
61.010
22
’17
550.560
3.693.750
–
31.830
3.874.970
85.320
15
,,
’17
541.070
3.718.140
31.630
3.808.280
75.770
8
,,
17
505.770
3.712.990
31.330
3.850.650
50.050
30Sept.’16
665.210
3.471.460
31.190
3.339.550
96.360
2 Oct. ’15
884.000 2.959.700 36.490
2.778.190
192.900
25 Juli’14
467.880 11.958.320 41.730
2.057.570
6170
1
)
1)
Op basis van 25
O/o
van
alle deposito’s.
28 November 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 26 November 1917
Na cle jongste successen der Duitsch-Oostenrjksche
legers in Italië ‘en clie der Engelsche troepen aan het West-
front, schijnt de militaire toestand in de thans verstreken
week voor de zooveelste maal weder eens te
zijn
,,vastge-
loopen” en niets wijst er op, dat op militair terrein in dit
jaar nog belangrijke gebeurtenissen, die tot een eventueel
ingrijpende wijziging in den toestand zouden kunnen
leiden, te verwachten zijn. Zoo zullen wij dus wel spoedig
den vierden oorlogswinter ingaan, alweer zonder kans op
een spoedig einde van den strijd. Integendeel, de Entente-landen gaan onder leiding van de Vereenigcle Staten zon-
der ophouden voort met hunne voorbereidingen tot een
nieuw (het hoeveelste?) offensief. Aan die zijde luidt het
parool nog steeds: ,,volhouden”…. ndanks de angstwek-kende stijging der staatsschuldeu, ondanks de vrees, die
zich ongetwijfeld in al die landen moet opdringen, hoe na
(ten krijg voorzien moet worden in de ootzaglijke lasten, die
de oorlog met zich bracht. En het einde aan die stijging
is nog steeds niet te zien. Zoo heeft de Fransche Minister
van Financiën kortelings aan den ministerraad voorstellen
gedaan tot het openen van credieteu ten bedrage van
is.
9263
millioen, welke moeten dienen tot bestrijding der
uitgaven in liet eerste kwartaal 1918; tot een beloop van
frs. 8639 millioen zullen deze gelden voor militaire uit-
gaven worden besteed. In Engeland worden de wekelijksche
oorlogslasten slechts ten deele (voor ongeveer %) gedekt
door de wekelijksche plaatsing van 5 pOt. National War
Bonds met 3- en 5.jarigen looptijd, waardoor de Britsche
Regeering gedwongen wordt om, teneinde meer animo bij de
inschrijvingen te wekken, het plan tot het creëeren van
prernieieeningeu nader in oogenschouw te nemen. ])e kanse-
lier vait de schatkist Bonar Law heeft thans een comito
benoemd, welks leden alle met betrekking tot de premie-
leening geopperde plannen hebben te onderzoeken; tot
dusver bestaan vier dergelijke plannen, zoodat wij, vau-neer de Regeering binnenkort tot het aannemen van een
dier
l)lannen
overgaat, de verschijning van premie-obliga-
tiën of loten der Britsche Regeering kunnen tegemoet zien,
wat, voor zoover ons bekend, een novum is in de geschie-
denis van de financiering der staatsschulden.
Toch heeft thans, en wel aan het einde der vorige week,
weder eens een vredesroep geklonken, en wel geuit door een
der oorlogvoerende partijen. Volgens Reuterberichten heeft
de Russische regeering aan de Duitsche een vapenstilstand
aangeboden om, bij het aannemen daarvn, geleidelijk tot
het bepalen van een basis over te gaan, waarop vrede zou
kunnen worden gesloten. Begrijpelijkerwijze heeft het
bericht in de Eutente-landen, vooral bij de regeeringen,
hevigen wrevel gewekt, welke in verschillende krachtige protesten tot cle Russische regeering is geuit. Intusschen
is het zeer de vraag of deze daarop acht zal slaan, doch
vel beschouwd hebben de protesten niet zooveel zin als
hunne krachtige termen zouden doen vermoeden. Immers,
bij den gerechten twijfel, die eraan bestaat of in Rusland wel
een staatsr’echtelijke tot onderhandelen bevoegde regeering
aanwezig is, heeft het aanbod op de Centrale Mogendheden
niet eens veel indruk gemaakt. In weerw’il hiervan levert
het aanbod toch een zeer belangwekkendeu kijk op den toe-
stand in Rusland, zooals die op het oogenblik is, voorna-
melijk wel op de vermindering van den invloed der Entente, die volgens de laatste berichten opnieuw wordt aangetast en
‘el thans door het aftreden van Kerensky.
Zooals gezegd, heeft men het belang van het wapenstil-
standsaanbod in de Centrale landen geenszins overschat.
De houding der effectenbeurzen levert hiervan het sprekend
bewijs; deze reageerden op het bericht zoo goed als niet,
waaruit op te maken valt, dat de tijding geen wijziging
heeft kunnen doen intreden in de opvatting, welke na
afloop der militaire successen in de laatste weken heeft
postgevat, nl., dat men nog lang niet aan het einde toe is.
Te B u d a p es t, dat met zijn weinig gereglemente’erden
beurshandel anders. nogal spoedig geneigd is het oor te
leenen aan geruchten en berichten van, allerlei aard, heeft het aanbod tenminste geen gunstiger stemming kunnen te
voorschijn roepen. Vrijwel gedurende de geheele week over-
woog het aanbod van materiaal, zoodat hier en daar niet
onbeteckenende koersverliezen ontstonden. Aan het einde
der week ontwikkelde zich tot de lagere prijzen eenige
kooplust, waardoor een herstel intrad. ‘Nog steeds is het
beursbestuur er niet in kunnen slagen alle geïnteresseerden
bij den beurshandel te verzoenen met de kortelings inge-
voerde, in No. 98 E. S. B. besproken regJementen. Voorna-
melijk is dit het geval wat de oprichting van de ,,Schran-
kek” betreft. De critiek richt zich nog altijd het sterkst
tegen de benoeming der ,,Agenten”, cl.w.z. ‘officieele make-
laars. Zonder ophouden gaan stemmen op, die afschaffing
van dit instituut eisehen en de opposanten hebben het
althans zoo ver weten te drijven, dat binnen veertien dagen
een buitengewone vergadering van alle leden der beurs
moet worden gehouden, waarin de bezwaren met het bestuur
zullen worden bespreken. Intusschen zal een enquête wor-
den gehouden om de bestaande bezwaren en wenschen vact
te stellen. Begrijpeljkerwijs leed de stemming ter beurze
onder deze oneenigheid, terwijl voörts het door de regee-
ring uitgegeven exposd omtrent . de belastingplannen een
factor ten ongunste ijormde. Men neemt nl. ter beurze aan,
dat de divideadpolitiek der banken en der overige ,,Aktien-
gesellschaften” sterk door de nieuwe belastingen zal worden
beïnvloed.
Te W e e n e n kon ‘het iederen dag uit Budapest komend
aanbod van fonds niet dan tot lagere koersen worden geab-
sorbeerd en onder dén indruk daarvan maakte zich in vele
kringen aldaar ook de lust tot verkoopen meester. De beurs
had derhalve geen opgewekt veploop en eerst eind week brak
zich een betere stemming baan. Een onaangename druk
werd uitgeoefend door de besprekingen omtrent het ontzag-ljke bedrag van den bankbiljettenomloop der Oostenrijksch.
Hongaarsche Bank, dat in de laatste maanden telkens met
én milliard Kronen tot een totaal van Kr. 17, milliarcl is
aangegroeid. Er werden verwijten gehoord tegên de regee-
ring, die niet tijdig had ingegrepen om een dergelijke uit-
zetting van den papieromloop tegen te gaan, bijvoorbeeld
door niet voldoende er voor zorg te hebben gedragen, dat
een groot deel van de vrije middelen, die zich in Oostenrijk
in den loop van de latere oorlogsjaren. herhaaldelijk hebben
opgehoopt, zijn weg vond naar de staatskassen, maar in
tegenstelling daarmede werd vastgelegd in objecten van
allerlei aard. Ook meent men, dat de abnormale rjzing aan
de effectenbeurs dan niet die ongeloofelijke afmetingen zou
hebben aangenomen en men haalt als criterium een uit-
spraak aan van den eenige weken geleden afgè,treden vice-
rijkskanselier van Duitschland, Dr. Helfferich, die luidt
,,Tn den oorlog moet ieder overschot van kapitaal tot
bestrijding der oorlogskosten dienen”. ‘
Een geheel in gebreke blijven kan aan de Oostenrjksch-
Hongaarsche regeering op dit punt echter niet worden
‘verweten. Bewijs hiervoor is wel het regeeringsvoorstel om
de Oostenrijksch-Hongaarsche Bank de verplichting op te
leggen, om iit hare gedurende den oorlog behaaldè winsten
een ,,Wiihrungsreserve” te vormen, dat is een reserve, die
later zal worden besteed om de door de tijdsomstandigheden
gecl epreciëerde Oostenrijksch-Hongaarsche valuta, te trachten
te’herstellen. Bij genoemd regeeringsvoôrstel werden eenige
cijfers aangehaald omtrent de opbrengsten van het bedrijf
der Bank, welke interessant genoeg zijn om ze hier ter
plicatse even in het kort te verhelden. In de drie oorlogs-
jaren werd door de bank in het geheel een netto-winst van
Kr. 303 millioen behaald. Hiervan werden 56,8 millioen als
dividend aan aandeelhouders uitgekeerd, Kr. 32,7 millioen gereserveerd, terwijl de Staat voor zijn aandeel in de winst
en aan oorlogswinstbelasting tezamen een bedrag van
Kr. 213 millioen ontving, terwijl de Bank voorts nog Kr. 22 millioen aan bankbiljetten-belasting moest betalen. Gemid-
deld is dus het dividend; dat aan aandeelhouders werd uit-
gekeerd, slehts weinig hooger dan in vredesjaren, zoodat
mag worden aangenomen, dat de geheele belangrijke meer-
derd winst in de oorlogsjaren den Staat is toegevloeid.
Dc.ch dit alles en wat de schatkist nog meer uit de winsten
der bank zou mogen trekken, is nog maar een klein deel van
de’rentelasten, die voortvloeien uit de Er. 23 milliard, die
Oostenrijk zich tot dusver door oorlogsleeningen heeft-
weten te verschaffen, afgezieff van de schulden, die het Rk
in het buitenland heeft aangegaan. En al deze overwegingen,
benevens die, betreffende de reeds genoemde belasting-
plannen, hebben ter beurze tot terugliouding bij het doen
van zaken aanleiding gegeven.
Ter beurze te B e r 1 ij n werd het aanbod van Rusland
al evenmin ,,au stirieux” genomen en de stemming in haar
geheel onderging er dan ook niet den minsten invloed van. Op sommige dagen bestond hier een aangename stemming
vöor sommige speciale waarden, zooals scheepvaartaandee-
lan, kali-aandeelen, enz. Ook in de aandeelen der Grosse
Berliner St.rassenbahn, een maatschappij, velker obligaties
hier te lande in den laatsten tijd nog al eens worden aan-
bevolen ter belegging van marken-saldi, vond af en toe
levendige handel plaats. De aangename stemming voor dit
fonds werd gegiond op de verwachting van een spoedige
t’ariefverhooging. Dat men te Berlijn de vrees voor abnor-
male speculatie op de effectenbeurs thans wel eenigszins
heeft overwonnen, blijkt uit de mededeeliug, dat binnenkort
(van 1 December as. af) de koersen der aan de Berlijnsehe
beurs gepoteerde effecten weder officiëel zullen. worden
vastgestd. Toch heeft men gemeend nog niet alle beper-
900
ECONOMISCH-STAi’ISTISCHE BERICHTEN
28 November 1917
kende maatregelen te moeten opheffen, daar het officiëele koersblad slechts zal mogen worden geleverd aan firma’s;
die het bankbedrijf uitoefenen. Voor buitenlandsche firma’s
op dit gebied, welke te Berlijn geen vertegenwoordigers
hebben of aldaar niet genoegzaam bekend zijn, wordt aan-
bevolen, dat zij gelijktijdig met de bestelling een of andere
authentieke verklaring inzenden, dat zij wel degelijk op het gebied van het bankbedrijf werkzaam zijn.
Te N e w Y o r k zette de berichtsweek ter béurze met een
zeer aangename houding in. In weerwil van de hooge geld-
koersen was de handel er zeer levendig en vele fondsen kon-,den eenige punten opkomen. Slechts tijdelijk openbaarde zich
een minder gunstige stemming voor verschillende spoor-wegwaarden. Doch, hoe willig of ook het begin der week
was, later oefenden ongunstige berichten, waaronder in de
eerste plaats wel dat betreffende het Russische aanbod te
noemen is, een onbevredigenden indruk uit. Bovendien
toonde de maa.ndstaat der onuitgevoerde orders der United
States Steel Corporation per 31 October j.l. tegen eind
September een achteruitgang van 823.000 ton, naast
1.005.000 tegen de overeenkomstige maand van het vorige
jaar. De stemming verflauwde door een en ander en het
einde der week kwam bij overwegend aanbod van materiaal in gedrukte houding.
Te o n z en t heeft in de afgeloopen. week ter beurze
vooral de stijging van den prolongatiekoers, tijdelijk tot
5 pCt., de aandacht getrokken. Deze is voornamelijk wel
als het gevolg te beschouwen van het door een der Amster-
damsche kassiersinstellingen genomen besluit om in den
vervolge op nieuwe emissies en ‘op. nieuwe en bestaande
scheepvaartaandeelèn slechts 50 pCt. van de beurswaarde
voor te schieten. Men zie hierover onder de rubriek Aan.
teekeningen.
20 Nov. 23 Nov. 26
Holland-Amerika-Lijn …. 437
1
14 425
426
112
– 10 1/4
,,gem.Eig. 406
400
1
12
403814
—2 ‘/
Holland-Gulf-Stoomv.-Mij… 365
357
1
12
356112 – 8′!,
H. A. A. S …………… 211’/g 21312 211112 – ‘/ –
Hollandsche Stoomboot-Mij.. 251
1
14 253’12
253
8
14
+
2
1
12
Java-China-Japan-Lijn ….
317
1
12
314 315
1
/4 –
214
Kon. Hollandsche Lloyd … 198
196
1
1
198’18
+ ‘/
Kon. Ned. Stoomboot-Mij. ..
281
7
I8
273
1
14 276
1
14
—5’/,c
Kon. Paketvaart-Mij…….297
293
1
12 301
81
+
4
8
1
Maatschappij Zeevaart …. 482′!2 470
482
1
12 -.
Nederi. Scheepvaart-Unie .. 253
249
257
1
12 + 4’12’
Nievelt Goudriaan ……..1395
1395
1395
Rotterdamsche Lloyd ……242′!, 242
1
12 252 – + 9
1
12
Stoomv.-Mij. ,,Hillegersberg” 535
525
524
– 11
,,Nederland”.. 251
1
12 249
260ij2 + 9
,,Noordzee” .. 361
335
1
12 326
—35
,,Oostzee” ….572’/
542’12 545
– 27112
In de afdeeling onzer
scheepvaartaandeelën
had dit
besluit al dadelijk een kalmeerenden invloed, in zooverre de
handel bij een vrij geringe daling der koersen inkrômp.
Het aangeboden fonds werd echter in zoo goed als alle
gevallen tot de lagere koersen toch weder gemakkelijk geab
sorbeerd en, daar de verklaring omtrent de uitbreidiûg van
het Duitsche Sperrgebiet” niet pessimistisch werd opgevat,
•kon de vaste houding zich dra weder herstellen. Vande
,,Indische” soorten dezer afdeeling waren in het begin der
week vooral de aandeelen Java-China-Japan-Lijn gezocht,
later, en vooral ook, heden, de aandeelen Rotterdamsche
Lloyd, Stvrt. Mij. ,,Nederland” en Kon. Paketvaart. Ook
voor de oprichtersbewijzen van laatstgenoemde maatschappij
was een willige stemming te bespeuren; deze rezen in den
loop der week ca.
f
500 in prijs. In de aandeelen der
kleinere maatschappijen, zooals ,,Zeevaart”, ,,Oostzee” en
,,Hillegersberg” werd in den aanvang nog druk, en wederom
tot scherp fluctueerende koersen, gehandeld. Later vei–
flauwde de belangstelling voor deze soorten eenigszins en
bewogen de koersen zich binnen engere grenzen.
– –
20 Nov. 23 Nov. 26 Nov.
ç0f
Amsterdamsche Bank .. . . 193
1
1 194
194
+
1
12,
Ned. Handel-Mij. cert. v. aand. 192
‘Is
191
1
1
9
191
11
–
Rotterd. Bankvereeniging. . 150
71
150
1
1, 150
7
18
Anist.Superfosfaatfabriek. . 174°
169I8 173
1
12 –
Van Berkel’s Patent ……161′!, 160
160
—1′!,
Insulinde Oliefabriek……234
235
233
– 1
Jurgens’ Ver. Fabr.pr.aand. 104
8
1
104
1
1
104
1
14
Ned. Scheepsbouw-Mij…..173
171
169
—4
Philips’ Gloeilampenfabriek. 345
345
345
R. 5. Stokvis & Zonen . .. . 645
640
640
—5
Vereenigde Blikfabrieken .. 158
150′!, 152
—4
Conipania Mercantil Argent. 227
8
14 226
226
1
!,,
– 1°!,,
Cultuur-Mij. d. Vorstenland.. 224
1
12 223
221 ‘/
-3
‘1,
Haudeisver. Amsterdam…. 468
1
12 475’1 ‘477
+ 8
1
1
20 Nov. 23 Nov. 26
Roll. Transatl. Handelsver. 172
168
1
12 170
—2
Lindeteves-Stokvis ……..233
232
1
12 233
VanNierop&Co’sllandel-Mij. 191
102
1
1, 192
+ 1
Tels & Co.’s Handl-Mij. – . 169
1
12 168’12 1681/ – 81
4
Gecons. Holi. Petroleum-Mij. 219
8
1 219
1
12 21911, – ‘/,
Kon. Petroleum-Mij. …… 54 554 556 + 2
Orion Petroleum-Mij……80
83’I4 83’14
+
3’14
Steaua Romana Petr.-Mij. . . 184
1
12 194’1, 204
1
12 + 20
Amsterdam-Rubber-Mij. ..’ 109 109 109
Nederi. Rubber-Mij. …… 131′!, 130
129’12 —2
Oost-Java-Rubber-Mij…..273
1
12 273
1
12 27321
2
Deli-Maatschappij ……..520
514
516
– .4
Medan-Tabak-Maatschappij.. 226
219
220
– 6
Senembah-Maatschappij …. 590
588
584
—6
Van
cultuurwaarden
bestond ditmaal aanvankelijk flinke
belangstelling voor
tabaksaandeelen,
die echter spoedig
weder verflauwde. Verder werden aandeelen Handeisver.
Amsterdam tot hoogere koersen uit de markt genomen
Van
petroleumfon4sen
trokken vooral de aandeelen
Steaua. Romana en Astra de aandacht. De eerste werden,
naar verluidde, voor Duitsche rekening en voorts ook door
ons publiek, sterk gekocht, in verband met de gunstige
resultaten van het bedrijf der maatschappij. O
ver
i
g
êr
Rumeensche soorten waren minder in trek. Toch ontwik-kelde zich wat vraag voor Orion, welke echter niet in een
koersstijging van eenig belang tot uitdrukking kon komen.
20 Nov. 23 Nov.28 Nov.Rij
0f
5
0/o
Ned. W. Schuld . .. 100
1
1, 100′!,, 100′!,, +
11t6
411 01
,,
,,
1916 100′!,, 100
1/
10081
1
,
4
0/,
,,
1918
91’116
91’116
91
1
116
-1–
1
18
3
1
12 % ,,
,,
……82
80
1
1
79
8
1
– 2’/4
3
0/,
,,
,,
, …..
71′!,,
71
7
18
71
8
14
4′
/,,
2
1
12 °/o Cert. N. W. S ……. 60′!,,
60
1
18
61
1
116 +
l’!s
5 °/, Oostindië 1915 ..
100
100
100
4
0/t,
Hongarije Goud
378/4
3718
37
7
19 +
‘
Is
4 °/, Oostenr.Kronenrente 3712
38
38
1
1 +
‘Is
5
/o Rusland 1909 ……52
50
50
—2
411t
0/
Iwangorod Dombr
55
1
18
55
1
18
55’18
4 ‘/, Rusland Cons.1S80
40
391/
40
4 ‘1, Rusl. bij Hope & Co.
40
1
18
40
1
/,6
40
– ’18
4
0
/0
Servië 1895 ……..
48
7
18
48’18
4818
4
1
12 °/o China Goud 1898
62
62
62
4
‘/0
Japan 1899 ……..6’/,
68’1
68
1
12
5
0
/0
Brazilië 1895 ……63’/4
63’/
63’/
De
Aonerikaansche afdeeling
leverde, . met uitzondering
van Marinewaarden, een stil beeld op.
Het telegramverkeer met de Vereenigde Staten is thans
wel wat geregelder. De beursnoteeriugen kwamen hiei
tenminste niet meer zeer vertraagd in. Trouwens schijht
ook het telegrafische verkeer met Engeland zelf geleidelijk iets gemakkelijker te worlen, hoewel het embargo officieel
nog niet opgeheven is.
20 Nov. 23 Nov. 26
Amercan Car & Foundry
67
11
11,
69
1
18
69’12 + 1
18
110
Anacdnda Copper ……..133′!, 134’18 135
+ 1’12
Un. States Steel Corp…..98’/8
9818
9981182 +
21
182
Atchison Topeka ………. 92’/
93
“1,6
93″!,, +
1’116
Southern Pacific ………. 89
8918
88′!, –
Union Pacific …………125′!,, 129
7
1,, 127
71
+ 2
11
11,
Int.Merc.Marineafgest ….. 31′!,
31
9
!,, 31
15
!,, +
‘1,,
,,
,,
,,
,,
prefs
98’12
99
100
+ 1’12
De
geidmarkt is, zooals
gezegd, vast gebleven. Prolon-
gatie noteerde heden 4–4y4 pCt.
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
26 November 1917.
In het vorige weekbericht is reeds sprake geweest van
plannen om Australische tarwe te verschepen naar de
Noord-Amerikaansche Westkust. Intusschen is gebleken, dat
clie plannen reeds tot uitvoering worden gebracht. Reeds
zijn eenige ladingen Australische tarwe in Noord-Amen-
kaansche Westkust-havens aangekomen en verdere aan-
voeren worden verwacht. Het is zeer goed mogelijk, dat deze eerste verschepingen van tarwe van Australië naar
Noord-Amerika het begin beteekenen van althans .eene
gedeeltelijke oplossing van het zeer moeilijke vraagstuk der voorziening van Europa met grondstoffen voor brood.
In vroegere weekberichten hebben wij er reeds herhaal-
delijk op gewezen, dat in de Vereenigde Staten, Canada,
Australië, Britsch-Indië’en Argentinië volop tarwe aan-
wezig is of binnenkort beschikbaar zijn zal om Europa te
•
Tarwe
………………
24Nov.’17
220
5)
12418
70
.12,05
8,70
15,45
Rogge (No. 2 Western)
17Nov.’17
220
0)
120
64
51
11,60
8,15
14,05
Mais
(La Plata)
……..
24Nov.’16
178
1
18
93
5618
14,70
1)
10,25
1)
22,50 ‘)
Gerst (46 ib. feeding)
.
24Nov.’15
103
1
1g
64
8
!,
39’/
9,40 5,20
1)
12,104)
Haver (38 ib. whiteclipped)
24Nov.’14
115
1
18
6318
41’12
9,75
5,10 ‘)
10,25)
Lijnkoeken (Noord-Ame-
20 Juli
1
141
82
‘)
56
3
1s ‘)
36’12 ‘),
9,402) 5,382)
13,70 ‘)
rika van La Plata-zaad)
‘) per
Dec.
‘)
per
Sept.
‘)
of f ie.
vastgestelde
locoprijs.
Lijnzaad (La Plata) ……
4)
per Januari.
t)
Regeeringsprijs.
De noteeringen van Buenos Ayres zijn van 12 Nov. en 5 Nov.
1917, 24 Nov. 1916, 25 Nov.
588,-
1
)
588,
–
‘)
456,-‘)
nom. nom.
nom.
380,’)
380,-‘)
335,-‘) 360,-‘)
360,-‘)
335,-‘)
260,-‘)
260,-‘)
190,-‘)
nom.
oom.
680,-
.915 en 24 Nov. 1914.
Chicago
1
Buenos Ayres
Data
Tarwe
Mal.,
Haver
Tarwe
Mais Lijnzaad
Dec.
1
Dec.
1
Dec.
1
Jan.
1
Nov.
1
Febr.
Soorten
1
26 Nov.
1
19 Nov.
t
26 Nov.
1
1917
1
1917
1
1916
28 November 1917
ECONOMISCH-STATISTISÇHE BERICHTEN
901
Noteeringen.
Loco-prijzen te Rotterdam/Amsterdam.
AANVOEREN in tons van 1000 K.G. voor verbruik in Nederland.
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen.
t
18-24 Nov. t
Sedert
1 Overeenk.
18-24 Nov. 1
Sedert
1 Overeenk.
1917
1916
1917
1
1Jan. 1917
1
tijdvak 1916
1917
– 1
1
Jan. 1917
1
tijdvak 1916
Tarwe ……………..
–
253.376 636.639
–
38.227 25.938
291.603 662.577
–
8.485
22.280
–
–
525
8.465 22.805
–
2.314
10.258
–
–
500
2.314
10.758
Rogge
……………..
.
–
114.637
367.160
–
80.134
181.333
194.771
548.493
–
30.600 97.095
.
–
11.886
21.019
42.486 118.114
Boekweit
………….
Haver
…. . …………
–
12.399
44.430
–
27.269
12.550
.
39.668
–
56.980
Mais
……………..
Gerst
……………..
–
8.322 106.264
–
7.560
50.012
15.882
156.276
Lijnzaad ……………
Lijnkoek ……………
.
–
34.078
142.705
–
27.985
8.407
62.063 151.112
Tarwemeel ………
.
19.988 25.292
–
8.051
–
23.039 25.292
AANVOEREN
in tons van 1000 K.G.
voor België.
6.451
414.127 807.429
– .
–
–
414.127
807.429
MaIs
…………….
–
28.629
88.940
– –
–
28.629 88.940
Tarwe ………………
—
13.738
–
– –
–
13.738
–
Rogge
………………
Tarwemeel …………
..
–
6.962
1.260
–
.
–
–
6.962
1.260
Gerst
…………….
..
–
3.336
–
–
– –
3.336
voeden en dat, nu bovendien vrijwel overal -ook mais en
andere graansoorten als grondstof voor brood gebruikt
worden, niet de minste grond bestaat voor de bewering, dat
er niet voldoende graau in de wereld beschikbaar zou zijn
om de bevolkingea van brood te voorzien. Telkens hebben
wij daarbij opgemerkt, dat het gebrek aan sclieepsruimte in verband met den cluikbootoorlog en den verren afstand van
enkele der productie.landen het onmogelijk maken om Europa
van dien overzeeschen overvloed te doen genieten. In
Australië ligt van vroegere oogsten nog circa 7 millioen
ton tarwe opgeslagen en uit den nu bijna beschikbaren
nieuwen oogst zullen verdere 2 millioeu ton voor uitvoer
beschikbaar zijn.. Wanneer het dus mogelijk zal zijn een
werkelijk gereeld uitgebreid vervoer van tarwe van
Australië naar Noord-Amerika gaande te houden, dan zal
de uitvoerkracht van de Vereenigde Staten zeer belangrijk
toenemen. De zeereis van Australië naar de Vereenigcle
Staten duurt ongeveer 19 dagen en die van de Oostkust van
Noord-Amerika naar Europa gewoonlijk niet meer dan 12
tot 14 dagen. Met vergrooting van het Noord-Amerikaansche
tarwe-overschot en het vervoer van tarwe uit Amerika naar
Europa zijn dus zeereizen gemooid van nauwelijks meer dan
een maand, terwijl voor de reis van Autralië naar Europa
gewoonlijk 60 dagen gerekend worden. Met eene gegeven
hoeveelheid scheepsi-uimte zoude dus bij vei-scheping van
Australische tave naar Amerika liet voordeel, dat Euro-
peesche landen verkrijgen uit de Australische tarwe-voor-
raden, bijna worden verdubbeld. Daarbij komt nog, dat het
Tervoe,
–
van Noord-Amerika naar Europa beter te bevei-
ligen is tegen het duikbootgevaar clan het directe vervoer
van Australië. Het is nu slechts de vraag, of het aan cle
gealliëerde regeeringen gelukken zal, het tarwevervoer van
Australië naar Noord-Amerika tot zulk eene ontwikkeling
te brengen, dat daarmee het Amerikaausci,e tarwe-overschot voldoende wordt uitgebreid.
])e oogstberichten uit Argentinië blijven bij voortduring
voor alle graansoorten zeer gunstig en record-oogsten wor
–
den verwacht. De prijzen van tarwe, haver en mais zijn
echter reeds geruimen tijd standvastig en na cle groote prijsdaling van einde Augustus en September is daarin
weinig verandering meer gekomen. Men vleit zich in Argen-tinië namelijk met de hQop, dat cle verschepings-gelegenheid
van graan naar Europa in het voorjaar van 1918. nog wel zal meevallen, zoodat de groote omvang der oogsten niet
tengevolge zal hebben, dat men met de groote voorraden
verlegen zal worden. Men meent in Argentinië een gôed
voorteeken te zien in het verlof van de Britsche Regeering
voor den uitvoer naar Argentinië uit Britsch-Indië van jute,
die moet dienen als grondstof voor de graanzakken. Men
meent uit die tegemoetkomende Britsche houding te mogen
opmaken, dat de gealliëerde landen zich voor het Argen-
tijusche graan interesseeren en dat dus denken te koopen.
Lijnzaad was in den laatsten tijd in Argentinië iets vaster
door Noord-Amerikaansche vraag. De schatting van den
Noord.Amerikaanschen ljnzaad-oogst in Noord-Amerika op
1 .October was weder lager dan eene maand tevoren en
belangrijke aanvoeren van buiten zullen in het tekort
moeten voorzien.
De prijzen voor nieuwe mais, die nu wel geoogst zal zijn,
zijn in cle Vereenigde Staten in de afgeloopen week gestegen.
Gedeeltelijk zal dit zeker het gevolg zijn van klachten over
een groot percentage vochtige maïs, terwijl bovendien de
vorraden zoozeer zijn uitgeput, dat er groote vraag heerscht
ter aanvulling van die voorraden. De Amerikaansche mais-
oogst is echter van zoo enormen omvaüg en er is bovendien
dit jaar zooveel haver geoogst, dat voor Europa zeer groote
ôverschotteu van die graansoorten beschikbaar zijn.
,Buitenlandsche granen in Nederland.
In de onderhandelingen met de Vereenigcle Staten over
uitvoer van graan naar ons land schijnt in de laatste
wekn eenige voortgang te zijn gekomen, doch details zijn
niet gepubliceerd. Wel heet het, dat Ai-gentinië er geen
bezwaar tegen heeft, na 1 December aan Nederland 500.000
ton tarwe te leveren, mits de prijs, dien wij daarvoor willen
betalen, niet te laag zij. Met het oog op den te verwachten
zeer gi-ooten Ai
–
gentijnschen tarweoogst, behoeft die bereid-
verklaring van de Argentijnsche Regeering geen verwonde-
ring te wekken. Het is nu maar de vraag, of de Entente-
landen aan het vervoer van die tarwe naar Nederland geen
moeilijkheden in den weg, zullen leggen.
SUIKER.
Het binnenhalen en verwerken van den B i e t s u j k e r-
o o g s t in ons land kon bij gunstige weersgesteldheid gere-
geld voortgang hebben. Van den restant voorraad uit den
ouden oogst vindt geregeld uitvoer plaats.
F. 0. Licht bericht, dat de oogst in D u i t s c h 1 a u d
minstens hetzelfde kwantum suiker als verleden jaar, zoo
niet iets meer, zal uitleveren, mits verder voldoende kolen
disponibel gesteld worden en de toepassing van suiker-
bieten voor veevoeder enz. geen te groote afmetingen aan-
neemt. Voor het volgend jaar werd voorgesteld den prijs
van suikerbieten op Mk. 3,50 per centenaar te verhoogen, hetgeen echter door cle suikerindustrie nog als te laag be-
scho’uwcl wordt om zeker te zijn, dat minstens dezelfde uitge-
902
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
28 November 1917
strektheid als in dit jatr beplant wordt. Ook in 0 os te n-
r ij k – H o n g a r
ij
e is men met de in ons laatste bericht
aangeduide verhooging van den beetwortelprijs op Kr. 12
per 100 K.G. nog niet tevreden en vraagt men Kr. 15. Zeer
ongunstig zijn de toestanden in Ru s lan d, waar de dit-
jarige oogst lang niet voldoende zal zijn voor de binnen-
landsche consumptie, terwijl de voorTaden gering zijn. Eene
bestendiging van het ihvoerconsent is onvermijdelijk, doch
of daarmede veel bereikt zal worden is twijfelachtig, daar
ook in het afgeloopen jaar van de voor invoer toegestane
300.000 tons slechts een klein gedeelte aangekocht kon wor-
den, wegens transport- en financierings-moeiljkheden..
De zichtbare voorraden bedroegen volgens F. 0. Licht:
1916117
1915116
1914115
Duitschland
Hamburg ‘,1 Sept.’17 400.000*
250.000*
545.000*tons
Oostenrijk 1 ,, 16 250.000*
305.000*
478.000*
Frankr. 1 Spt.’16/’15,14 39.012
58.525
141.454
Nederland 15 Oct. ’17 49.692
3.478
11.380
België
1Sept.’17 50.539
13.824
53.189
Engeland
1 Oct. ’17 255.089
141.815
181.438
TotaalEuropa 1.044.332
772.642
1.410.461 tons
V.S.v.N.A 27 Sept.’17 65.000
166.850
277.079
Cubahavens26 ,, ’17 133.000
319.747
291.229
Totaal ……1.242.332
1.259.239
1.978.769 tons
* Raming.
Op 10 November waren cle voorraden in de drie voor-
neamste havens van E n g e 1 a n d (London, Liverpool,
Clyde) 157.107 tens tegen 50.625 en 50.990 in 1916 en 1915.
De Suikervereeniging op Ja v a heeft hare limites vast-
gesteld op
f
10Y voor Superieur en
f
9 voor No. 16 en
hooger. Eenige buiten contrôle der vereeniging vallende
partijen superieur werden zelfs tot
f
10% afgedaan.
Uit A m e r i k a kwamen geen berichten.
NOTEERINGEN.
Lona’en
Amsterdam
Americ.
New
York
Data
1
per
Tates
1
White.
1
Granu-
November
Cubei
Javas
1
Cenerifugals.
No.
1
23 Nov. 1917
.:
f
–
53/9
–
– –
16
,,
1917
. .
,,
–
1
3i9
–
–
–
23 Nov. 1916
..
23 ‘/io
47/1
11
2
261—
311—
6.27.
a
6.40
23 Nov
1915
..
,,
20/10
40,6
20!—
1916
–
21Juli
1914
..
,,
ll/ss
18/—
–
–
3.26′
KATOEN.
Noteeringen voor Loco-Katoen.
(Middling Uplands).
23Nov.
I7Il6Noo.’I7I9Nov.’I7
123Nov.’16123Nov.
15
ew York voor
–
iVliddling..
30,05 c
29,55 c 29,05 c 20,10 c
11,70 c
ev Orleans
voor Middling
28,50 d
28,— c 27,62 c
20,00 c
11,38
Liverpool
voor
GoodMiddling
–
22,62 d.
22,08 d
12,13d
1
)
6,99d
1
)
Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen.)
1
Aug.
l7
tot
9Nov.I7
Overeenkomstige perioden
1916—’17
1915-16
Ontvangsten Gulf-Havens..
1265
2102
1516′,
Atlant.Ilavens
943
1164 1074
–
Uitvoer naar Gr. Brittaidiië
.
849
1001
604
‘t Vasteland.
437
972
935
Japan etc…
–
–
Voorraden in duizendtalkn
1
9
Nov.’17
1
9Nov. 16
1
9Nov.15
1082
1331 1342
Binnenland …………..
831
1165 1126
Amerik. havens ………..
113 297
New York ……………-
.
384 283
New Orleans ………….-
Liverpool
……………
337
627 871
‘) .Middling.
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Bebrens & Sons,
Manchester, dd. 25 October 1917.
Amerikaansche katoen heeft . de laatste week nog al ge-
fluctueerd en prijzen zouden waarschijnlijk nog hooger zijn
gegaan, indien niet verschillende winstnemingen de markt
hadden gedrukt. Er is vooral vraag voor. October-levèring
en hiervoor worden zeer hooge prijzen betaald, zoodat men
voor het einde der maand nog een verdere stijging ver
–
wacht. De oogstberichten zijn minder gunstig, doch de
noteeringen in Liverpool zijn weinig veranderd.
In Egyptische katoen is nog al wat gedaan en prijzen
zijn weer flauwer. De binnenlandsche vraag naar Amen.
kaansche garens blijft levendig; 34er tot 38er twist en
42er tot 46er weft en eveneens boomen waren goed ge.
vraagd. Ook spinners van fijne inslaggareus boven No. 54
zijn goed bezet en over het algemeen zijn garens meer in
prijs gestegen dan katoen. Hetzelfde geldt voor getwijnde
garens, terwijl ook Egyptische garens goed gevraagd blij-
ven en prijzen daarvan zeer vast zijn. Er is nog geen ver-
andering gekomen in de m6eiljkheden wat den uitvoer van garens betreft.
De doekmarkt is zeer vast en prijzen blj’en geregeld
stijgen; de vraag blijft echter goed en er komen geregeld
flinke zaken tot stand. Indië heeft de vorige week op
groote schaal gekocht en is ook nu nog in de markt, hoe-
vel vele orders op de verhoogde vraagprjzen afstuiten. De
binenlandsche vraag blijft voortduren en ook de kleinere
markten dekken geregeld hare behoeften.
Manchester, dd. 1 November 1917.
De Amerikaansche katoenmarkten waren in het begin
der week wat flauwer, doch sedert Dinsdag zijn prijzen
tengevolge van dekkingsaankoopen weer gestegen. De no-
teeringen in Liverpool houden niet gelijken tred met die in
Ameiikaen het komt zelfs voor, dat de markt hier vaster
is als New York lager afkomt. Prijzen in Liverpool zijn
sedert Dinsdag meer dan een penny per pond gestegen en
de markt sluit zeer vast. De Liverpoolmarkt wordt gedo-
mineerd door de fluctuaties in vrachtprijzen en de import.
moeilijkheden, terwijl deze factoren een tegenovergestelden
invloed hebben op de Amerikaansche markt, omdat daar de voorraden steeds grooter worden: Egyptische katoen is ook
vaster in sympathie met de stijging van Amerikaansche.
In Amerikaansche garens zijn weer flinke zaken voor de
binnenlandsche markt tot stand gekomen en spinners zijn
over het algemeen zeer goed bezet. Prijzen zijn dan ook
voor de meeste soorten minstens een penny per pond ge-
stegen. Door deze rijzing zijn verdere zaken wel wat tegen-
gehouden, doch er is nog steeds een gezonde vraag. Egyp-tische garens blijven eveneens goed gevraagd, vooral in de
gekamde soorten. De meeste prijzen zijn vaster, maar de
verhoogingen varieeren onderling sterk. Voor Frankrijk
zijn groote orders afgesloten, doch overigens is de export-
handel zeer kalm. Gedurende de afgeloopen maand zijn
groote orders in manufacturen tot zeer hooge prijzen afge-
slotèn en vooral Indië heeft veel gekocht in iulls, jacconets
en dhooties voor verscheping in 1918. De berichten van
China zijn minder gunstig en ook Java is rustig, maar de Regeering plaatst nog flinke orders, terwijl ook de vraag
van Zuid-Amerika blijft voortduren en verder het binnen. land geregeld koopt. De laatste stijging van katoenprijzen
heeft de koopers eenigszins afgeschrikt, doch deze wennen
weer spoedig aan dc hoogere prijzen. Over het algenieen verwacht men voorloopig geen lagere
prijzen en meent men zelfs, dat spoedig wel eens een
schaarschte aan manufacturen zou kunnen ontstaan.
WOL
De weinige berichten, welke zijdelings van de Zuid-
Amenikaansche markten binnenkomen, melden een zw’ak-
kere tendens, uitgelokt door gebrek aan belangstelling der
neutrale koopers en de werkstakingen der havenarbeiders
te Buenos-Ayrcs. Dé Noorci-Amerikaansche koöpers nemen
een gereserveerde houding aan, nog niet wetende, welke
maatregelen de regeering we.nscht te nemen inzake distri-
butie en prijsbasis. De laatste noteering te Buenos-Ayres
luidde voor ,,medium to coarse crossbreds” f1. 5,50 per K.G.
gewasschen cif. Amsterdam.
In Kaapland is een derde der opbrengst ten verkoop aan
de regeening aangeboden, terwijl de eigenaren voor de
resteerende twee derden zich het recht van vrije beschikking
voorbehouden, waarvoor zij ongetwijfeld gemakkelijk Amen-
kaansche en Japansche koopers zullen kunnen vinden.
HUIDEN EN LEDER.
Bericht van de firma Grisar & Co.:
De toestand voor de_huidenmarkt heeft zich in Amerika
beduidend verbeterd. Een half jaar geleden was alle uitvoer
van Ieder van Amerika verboden; thans zijn echter belang-
rijke quantiteiten leder van Amerika naar ngeland ge-
zonden, zoodat de prijzen voor huiden vater zijn en in
28 November 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN•
903
Amerika zich geen voorraden van Ieder dpstapelen. Engeland
kocht ook groote partijen droge huiden in Amerika en ge-
zouten in La Plata.
De Hollandsche huidenmarkt kan noch van het een, noch
van het ander profiteeren, bij circa totaal gebrek aan looi-
stoffen, zoodat hier de toestand flauw te noemen is, en
weldra groote voorraden inlandsche huiden zullen aanwezig
zijn, daar de slachtingen het verbruik verre overtreffen.
Voegen wij daar nog bij, dat er ook een groot zoutgebrek
dreigt; dan is het begrijpelijk, dat de vooiuitzichten hier
verre van rooskleurig zijn.
M. L. Rosenberg, Amsterdam, schrijft:
–
Door de onmogelijkheid van export naar Europa waren
de Stocks in Amerika verbazend groot geworden. Het
natuurlijke gevolg.
. . daling
der prijzen. Onverwachts
komt Engeland in de markt en koopt in zeer kprten tijd
circa 300.000 dozijn Chroomgeitenleder en voor circa
15
1[illioen Dollar
Zoolleder voor civiel gebruik. Het natuur-
lijke gevolg. . . .
stijging
der prijzen. Wij hebben, dank
.
(1)
zij de Omstandigheden, van het gunstige oogenblik
niet
kunnen profiteeren.
Met het oog op de maximumprijzen en den geringen voor-
raad Ieder, is de handel absoluut van geen beteekenis. Er
worden partijtjes afval tot exorbitante prijzen verkocht.
In Amsterdam zijli voor de le groep gezinnen met meer dan twee kinderen, waarvoor 25.000 gezinnen in aanmer-
king komen, 26.000 bons uitgegeven. Voor de 2e groep, die
uit 75.000 gezinnen bestaat, is een respectabel quantum
Distributieledei- noodig. Wie helpt ons aan Distributie
ieder?
Men zie voorts on4er de iubriek aanteekeningen.
METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:
Data
Ijzer
Cle,,
3
.
No.
Standard
1
Tin
t t
1
1
Lood
–
Zink
23 Nov: 1917..
nom.
110.51-
262.1716
30.-!- 52.-!-
16
,,
1917.
.
92161)
110.51-
262.17/6
30.-1-
52.-/-
24 Nov. 1916.
.
oom.
144.101-
190.101- 30.101-
58.-/-
26 Nov. 1915..
7217
81.51-
168.101- 28.101-
100.-!–
20 Juli
1914..
51.41-
61.–
145.151-
19.-!-
21.101-
1)
Officiëele prijs voor binnenlandsch verbruik.
PETROLEUM.
DE WÈRELDPRODUCTIE VAN PETROLEUM IN 1916.
(Ontleend aan dien Petroleum Bevie.)
Het is, in verband met het steeds toenemende verbruik
van petroleum-producten over de geheele wereld, bijzonder
aangenaam het welslagen te kunnen rapporteeren van de
krachtige pogingen, aangewend om de productie van ruwe
olie te vermeerderen.
Een officiëel gedetailleerd rapport over de productie,
gedurende het laatste jaar, van alle olie-velden der weréld,
is, dank zij de United States Geological Survey, onder lei-
ding van den heer J. D. Northrop, gepubliceerd.
De daarin vermelde cijfers toonen aan, dat de opbrengst
van ruwe olie een record maakte ».1. 34.000.000 vaten
meer dan de opbrengst in 1915, welk jaar, op zijn beurt, het
grootste aantal vaten had opgeleverd. Hieronder volgen de cijfers van 1915 en 1916:
1016 1915
vaten, vaten.
Vereenigde Staten ……
300.167.158
281.104.104
Rusland
…………..
72.801.110
68.548.062
Mexico …………….
30.817.402 32.910.508
Nederlandseh Oost-Indië
13.1 74.399
12.386.808
Roemenië
…………
10.298.208
12.029.913
Indië
…………….
8.228.571 7.400.000
Galicië……………..
6.461.706
4.158.899
Japan en Formosa. ….
2.997.178 3.118.464
Peru………………
2.550.645
2.487.251
Trinidad …………..
1.000.000 750.000
Duitschlaud
……….
995.764
995.764
Argentinië …………
870.000 516.120
Egypte…………….
411.000
221.768
Canada
………….
198.123
215.464
Italië
……………..
43.143
39.548
Overige landen
25.000
10.000
Evenals vroeger wijzen de cijfers de Vereenigde Staten aan als het grootste productieland der wereld; 65 pCt. der
tote0eoSt zijn voor hun rekening. Met weiuig uitzon-
deringenheeft ieder land in 1916 een grootere opbrengst gehad
van ruwe olie dan in het jaar te voren. De voornaamste
uitzondering hierop is Roemenië, waar, dank zij de vernie-
ling der velden door de Engelsche Militaire Missie in
November 1916, de productieve gronden tot werkeloosheici
werden gedoemd. Hierdoor gelden de cijfers voor Roemenië
slechts voor het tijdvak der eerste elf maanden. Dat
Duitschland energieke pogingen in het werk heeft gesteld
om de schade in Roemenië aangericht te herstellen behoeft
aan geen twijfel onderhevig, te zijn, doch het is zeker, dat dé eerstvolgende maanden de petroleum-industrie van dat
land nog zeer aanzienlijk belemmerd_zal zijn. De totaal-op-
brengst voor Galicië toont een uitgesproken rijzing – een vermeerdering, welke Duitschland geholpen heeft uit de
petroleum-crisis, welke het bedreigde. De U. S. G. S. geeft dezelfde schatting voor de opbrengst in Duitschlaûd gedu-
rende 1916 en 1915. Naar onze meening is dit het gevolg
van het ontbreken van eenigerlei betrouwbaar bericht om-
trent dit onderwerp. Naar de meening van den Petroleum
Review, heeft de opbrengst in Duitschland echter een aan-
zienlijke daling ondergaan.
In onderstaande tabel zijn de landen volgens hun op-
brengst percentsgewijs gerangschikt:
1916
1915
Vereenigde Staten
65.29
65.85
Rusland …………….15.81
16.06
Mexico
…………….8.64
7.71
Nederlandsch Oost-Indië
2.86
2.90
Roemenië …………..2.24
2.82
Indië
………………
1.79
1.73
‘Galicie…… ………….
1.40
0.97
Japan en Foi
–
mosa
0.65
0.73
Peru
………………0.55
0.58
Trinidad …………….0.22
0.18
Duitschland …………0.22
0.23
Argentinië …………..- 0.19
0.12
Egypte
…………….0.09
0.05
Canada
…………….0.04
0.05
Italië en overige landen.
0.01
0.02
Het meest merkwaardige in bovenstaande tabel is de voor-
uitgang in het afgeloopen jaar gemaakt door Mexico, wiens
percentage in de geheele opbrengst aanzienlijk grooter is geworden, dan van welk land ook. Een paar jaar geleden
heeft Mexico de derde plaats bezet tusschen de olie-voort-
brengende landen, doch in 1916 is zulk een aanzienlijke
vooruitgang gemaakt niettegenstaande de abnormale om-
standigheden, welke in het land heerschen, dat nu de
productie van ruwe olie in twaalf maanden tijd, grooter
was dan die van Nederlandsch-Inclië, Roemenië, Indië en
Galicië tezamen.
(Ontleend aan deti ,,Petroleum Review” van 10 November).
on d en, 9 November. Geraffineerde petroleum. De prijzen
zijn onveranderd gebleven.
Water White ……..1 s. 8’1 d.
Standard White ……
is: 7
1
12
d.
Smeerolie. De markt is zeer vast.
American pale …. £ 28 tot £ 36
American red……£ 31 ;, £ 36
– ‘
American filt. cyl.. . £ 31
£ 40
American dark cyl. £27
£ 33
Stookolie en vethoudende oliën. Niet genoteerd.
Benzine. De prijzen zijn:
No. 2 ……….3s. gd.
No.3 ………. 3s.8d.
Beide soorten zijn in Ierland en Schotland 1
1
12
d. per
gallon duurder.
Terpentijn. De markt iá nog steeds zeer levendig en de
prijzen zijn opnieuw gestegen.
Loco ………….. 90s.9d.
1
–
December ……….91 s.
Januari/April ……92 s.
Paraffine. De voorraden zijn zeer gering. Buitengewoon
hooge prijzen worden bedongen. De nominale noteeringen zijli:
Smeltpunt 140
0
714d. perlb.
130-132° 7
125-127
1
611
4
118-120
0
6
L i v e r pool, 8 November. De petroleum-producten vinden
vasten verkoop en Amerikaan4ch gaat tegen 1 s.
5
d./Fs. 6 d.
per gallon. Er is geen Russische olie aan de markt. Benzine
staat 3 s. 3 d. per ga.11on genoteerd.
B a ko
dl.
Geen nadere berichten ontvangen.
904
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
28 November 1917
New York, 8′ November.
Geraffineerd in kisten ..
14,75
c. per gallon
Standard White in vaten 10,35
Credit Balances ……….3,50
Peunsylvanian Crude .. $ 3,50 per vat.
Philadelphia, 8 November.
Standard ‘White gaat tegen 10,35 c. per gallon.
VERKEERS WEZEN.
SCHEEPVAART.
GRAAN.
Data
Petra-
grad
Londen!
,R’dam
Odessa
Rotter-
dam
All. Kust
Ver. Staten
San Lorenzo
–
Rolt er-
Bristol
Rotter.
Enge
dam
Kanaal
dam
land
19124 Nov.
1917
–
–
Kr.36
401–
–
12117
1917
,,
–
J
–
–
301–
–
1451-
20125 Nov.
1916
–
1
–
112*)
161–
f75**)
1101
22127 Nov.
1915
–
1
–
,,
7,50
1312
,,51,—
8813
Juli
1914
lid.
713
1/11/4
1/111/
4
121–
121-
HOUT.
Cronstaa’t
1
Golf van Mexico
Oostk.
Holland Engelana’
Data
Holland Engeland
1
(plich. 1 (pitch-
i
(gezaagd)
j
(miJn-
1
pine)
pine)
,Iolh.n
19124 Nov. 1917
–
–
–
12117 ,, 1917
–
–
–
–
20125 Nov. 1916 ……
…-
‘-
f335,— 50011)
22i27 Nov. 1915..
……..-
–
,,190,— 2901_1)
Juli 1914 …… .f12,—
2416
751–
7718
ERTS.
Bilbao
Cariha-
Grieken-
1
Poli
Data
Middles-
kro
gena
Middles.
land
Middic.,-
1
Middles
1
bro’
kro’
19124 Nov.
1917
–
–
–
–
12117
,,
1917 ……
1
–
–
–
—
v
20125
Nov.
1910 ……
1
1816
19/6
.2116
–
22127
Nov.
1915 ……
1
1711
1
1
181–
201–
–
Juli
1914 …….
4/3
514’1
519
816
KOLEN.
-,
Cardiff
1
Oostk. Engeland
Data
Rotte,- 1 Cron-
1
LaI
1
for-
tt
Plato
1
dam
stadt
deaux Genua
P0
Said
Rivier 1
19124 Nov. 1917
691–
10113
–
–
f32,50
–
12117
,,
1917
691–
10113
– –
,,32,50
–
20125 Nov. 1916
341–
5916
741–
42/6
,,
7,—
–
22127 Nov. 1915
fr39,35
5313
55
1
–
3916
,,6,—
– –
Juli 1914
,,
7,—
71–
713
1416
3
1
2
5!–
DIVERSEN.
–
Bom ba,j
firma
–
Vladivo-
Chili
•D t
West West
stock
l,Vest
Europa
Europa
West
Europa (cl. w.)
(rijst)
Europa (salpeter)
260/–
5501–
–
–
1901-
12117
,,
1917
– .
5501–
–
1851-
19/24
Nov.
1917 …….
185/–
2051–
–
1451–’)
20125
Nov.
1916 …….
75/–
1051–
–
73/1.)
22127
Nov.
1915 …….
Juli
1914 …….
14/6
1613
251–
2213
i) Per zeilschip.
–
*) Regeeringsvrachtf 7,—.
,,52,25.
.
– Graan Petrograd per quarter aan 496 iks. zwaar, Odessa per Unit, Ver.
Staten per guarter aan 480 11,3. zwaar.
Hout gezaagd en pitchpine per St. Pet.’ Standard aan 165 kub. ot., mijn.
stuiten per vadem van 216 hal,, vi.
Overige noleeringen per ton van 1015 K.G.
–
.24 November 1917. De vrachtenmarkt bleef vastgestemd.
Het Wheat Committee. berekende een vracht van 40,-
inplaats van het tot dusver geldende vrachtcijfer (301- per
quarter van’ Noord-Atlantische havens). Deze, cijfers geven echter niet de werkelijk betaalde vrachten aan, omdat graan
voornamelijk verscheept wordt met opgekommandeerde
booten, waarvoor zeer lage vi-achten vastgesteld zijn en voor
een klein gedeelte met onzijdie schepen, die op de net
charter bevrnht worden tot 2301-
0.
240/- naar Engeland.
Het verschil tusschen de lage vrachten, welke aan de reede-
rijen van gerequireerde schepen betaald wordt en de offi-
ciëcle vracht, komt de schatkist ten goede; anderzijds wor-den tekorteii op de hoogere vrachten, welke voor onzijdige
schepen betaald moeten worden door de Britsche regeering bijgepast voor zoover het graan betreft. Dezelfde wijze van
verrekening geschiedt bij ladingen van Voor-Indië. De
officiëele vracht van Bombay is 2501- per ton d.w.; gelijk
vroeger aangetoond zijn de vrachten van andere Oostersche
havens voor onzijdige vaartuigen buiten alle redelijke ver-
houding, n.l. 500/- 0. 6001- van Achter-Indië, tot 10001- van
verder gelegen plaatsen. Ook bij uitgaande vrachten ver-
toont zich een dergelijk verschijnsel. Zoo bedraagt de vracht
voor stukgoederen van Engeland naar Indië ca. 2001- per
ton, terwijl de vergoeding aan de reederijen uitgekeerd
amper op een vierde gedeelte van dat cijfer uitkomt.
Kat,oenvrachten van Noord-Amerika naar het Vereenigd
Koninkrijk bleven onveranderd; in den loop dezer maand
zou 100.000 ton ter verscheping komen. Moeilijkheden bij
de levering van kolen voor export en de fabrieken bleven
aanhouden. Het plan werd geopperd om in den noodtoestand
te voorzien door invoering van burgerlijken dienstplicht’
voor de mijnen. Verhooging van de vastgestelde kolenprijzen
wordt eerlang verwacht. De berichten nopens opschorting
der Amerikaansche verschepingen naar Rus] and gedurende
de tegenwoordige crisis worden tegengesproken. Amen-
kaansche molestpremies werden van vijf tot vier percent
verlaagd wegens het verminderde duikbootgevaar.
De v’roeger vermelde geruchten over het inrichten van
regadringswerven in Engeland voor den bouw van koop-
vaardijschepen blijken juist te zijn. De eersteLord der Admi-
raliteit deelde mede, dat, behalve de verven, die reeds door
de regeering geëxploiteerd worden, nog minstens vier natio-
nale werven noodig zullen zijn. Onderhandelingen worden
gevoerd over terreinen in het Bristol Kanaal voor de vierde
nieuwe werf. –
De bouwprijzen van schepen, waarvoor thans in Engeland
gecontracteerd wordt, wisselen af van £ 24 tot £ 0 voor
booten met 4 tot 9000 ton laadvermogen; bouw te beginnen
na afloop van den oorlog.
Voor Britsche booten 2ijn de prijzen thans belangrijk
lager dan ze geruimen tijd geweest zijn. De verkoop van
eenige vloten, waaronder een met 60.000 ton laadvermogen,
werd gemeld op basis van ca. £ 15 per ton laads’ermogen.
In den toestand ‘van de scheepvaart op Nederland kwam
nog geen verandering. De Relief Commission nam eenige
schepen van Noord-Amerika naar Rotterdam op tot 36 Kr.
per quarter. In de Noordzee werden eenige booten in den
grond geboord, hetgeen een scherpe rijzing der molest-
premies ten gevolge had; deze werden verhoogd voor ver-
scheping met Engelsche booten van 2%
0.
3 pOt. tot ca. 4
pCt. en voor Hollandsche schepen van ca. 4 tot 6 pCt., alles
naar de Oostkust van Engeland. Premies naar Scandinavië
volgden, mede omdat een motorschoener op weg naar
Zweden op een mijn geloopen was, en wel van 2% pCt. op
ca. 3% pCt. voor goederen, en van ca. 3% pCt. op 5 pCt.
voor cascos uit en thuis.
RIJN VAART.
Week van 19tot 26 November 1917.
Traehten Van Rotterdam naar de Ruhrhavens werd
totaal niets bevracht. In de Ruhrhavens bleef het gebrek
aan wagons voortduren, zoodat de belading van de Rijnsche-
pen, ‘naar den Boven-Rijn bestemd, nog steeds groote ver
–
traging ondervond. De veronderstelling, de vorige week ge-
uit, dat dôor den inmiddels ingetreden lageren waterstand
het verkeer grooter zou worden, is niet bewaarheid. Evenwel
verwacht men, dat in de eerstvolgende weken een voldoend
aantal wagons beschikbaar zal worden gesteld met het oog
op cle eventueel in te treden vorst, die belemmering van
de scheepvaart ten gevolge zou kunnen hebben.
Caubér Pegel. Het water bleef steeds vallende, zoodat
Catiber Pegel inmiddels op 1;95 meter is gezakt.
Sleeploonen. De lage waterstand heeft nog geen ver-
b:
–
ging van sleeploon teweeg gebracht, aangezien door den
toevoer van lading naar delaaclhavens tengevolge van wagon-
gebrek, zooals boven vermeld, de vraag het aanbod overtrof.
Het sleeploon van Rotterdam naar de Ruhrhavens wead ge-
noteerd met 50-cents-tarief plus 15, cents per last in het
begin der week, terwijl aan het eind der week het 50-cents-
tarief plus 40 cents genoteerd werd en ook nog hoogei-, dit
tengevolge van plotseling aanbod van sleepschepen en eenige
(lagen van mist, waardoor de sleepbooten onderweg langer
werden opgehouden. Het sleeploon van Duisburg naar den
Boven-Rijn bedroeg 11
1
12
tot 12 p1. per Centner.