Ga direct naar de content

Jrg. 19, editie 961

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 30 1934

30 MEI 1934

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

E
n

Be r

i*c
*
hten

WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJ VERHELD, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INStITUUT

19E JAARGANG

WOENSDAG
30 MEI 1934

No. 961
NEDERLANDSCII ECONOMISCH INSTITUUT.

Curatoren: Mr. G. Vissering, Voorzitter; Ir. A. Plate,

Onder-Voorzitter; Mr. K. P. van der Mandele, Penning-
meester; Mr. P.
Hofstede
de Groot; Jhr. Mr. L. H. van

Lennep; L. H. Mansholt; Mr. R. Mees; E. D. van Walree;

Ch. J. 1. M. Welter; 0. i. P. Zaalberg.

ECONOMISC1I-STATJSTISCIÏE BERiCHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:

Prof. Mr. D. Van Blom; Jhr. Mr. L. 11. Van Lennep;

Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. N. J. Polak;

Mr. Dr. L. P. H. Regout; Dr. E. van Welderen Baron

Rangers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis; Prof.

Mr. F. de Vries.

Gedelegeerd lid: Prof. )IIr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: Dr. H. M. H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Iloochweg 122, Rotterdam.

Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnemen

volgens tarief. Administratie van abonnementen en adve?

tenties: Nijgh c4 van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam

Amsterdam, ‘s-Gra.venhage. Postchêque- en giro-rekening No

145192.

Abonnemcntsprijs voor het weekblad franco p. p. in

Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per

jaar. Losse nummers 50 cents. Economisch-Statistisch

Kw’artaalbericht f 1.—. Leden en donateurs ontvangen

het weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie

op de verdere publicaties.

Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

INHOUD.

Blz.

DE RUBBERREGELING IN NEDERLANDSCH-INDIE
door
J.

llaccoii ………………………………..484

Nieuwe zilverwetgeving in de Vereenigde Staten door

0
. A. Klaasse………………………………486

Het vierde jaarverslag van de B. 1. S. door
Prof. Mr. Dr.

M. Verrijn Stuart …………………………488

Paradoxale prijsontwikkeling op de ziokmarkt door Dr.

J.
Rubinfeld ………………………………491

De Dollar, het goud en de Gulden door
Dr. G. C. A.

va
n Dorp

…………………………………492

AANTEEKENINGEN:

Bevordering van de Nederlandsche industrie door

middel van credietverleernng ……………….
493

Koffievernietiging in Brazilië………………..
495

MAANDCIJFERS:

Giro-omzet bij De Nederlandsche Bank …………
495

29
MEI
1934.

De geldmarkt wordt hier steeds ruimer; op
15/ie
pOt.

was er gisteren geld voor wissels -beschikbaar. Het

wordt steeds moeilijker een eenigszins loonende be-

legging te vinden. Oall was op
%
pOt. aangeboden.

Prolongatie noteerde onveranderd 1 pOt. De inschrij-

ving op het schatkistpapier had het volgende resul-

taat:

ingeschr. toegew.

prijs

rendement

in 1000 f1.

3-mnds. – 26.470

14.900

998.10

ca. % %

6-muds. . 15.740

12.410

993.70

1%

45.817

36.900

1.007.27

1%

5-j……21.343

20.100

1.010.—

31ie,,

* *
*

Op de wisselmarkt blijft het stil. Ponden bewogen

ich de .geheèle week rond de 7.50, slot 7.50%1. Dol-

lars waren eerder iets gezocht; de noteering kon van
1.47 tot 1.4736 verbeteren. De
$f
noteering verbe-

terde van 5.104 tot 5.08%. De ongunstige berichten
uit Duitschiand hebben den Markeukoers natuurlijk

heïnvloed; van 58.02% is de koers op 57.75 terug-

geloopen. Ook de verschillende soorten Sperrmarken

zju teruggeloopen. Fransche Francs sëhommeiden

ond de 9.73341. De Frs./ koers vertoonde voortdu-
rend neiging tot daling, doch werd achter de scher-

±en op ca. 77.10 vastgehouden. Belga’s rond de 34.48.

De Braziliaansche regeering -heef t nieuwe bepalingen

voor den wisselhandel uitgevaardigd, waardoor –
v
!
oor
zoover hier bekend is – vreemde geblokkeerde

saldi vrijgegeven zijn. Evenals in Argentinië zijn

exporteurs verplicht . alle wissels, voortkomende uit,

export, aan de Banco de Brazil tegen een officiëel

vastgestelden koers van Milreis 60 per Pond

af te

geven. Wisels, voortkomende uit andere bronnen,

mogen vrij worden verhandeld in een -onofficiëele

markt. De Milreiskoers is hier dan ook scherp terug-


geloopen. –

-Op de termijnmarkt zijn geen
wijzigingen
van be-

teekenis geweest; een- en drie-maands Ponden noteer-

cfen ‘tenslotte en 1 c. boven contant. Dollars op

latere -levering noteerden rond -den kassa-koers.

Op de goudmarkt was er gistéren eau-ge vraag naar

gôud: te bespeuren. Voor barenlevering Amsterdam

werd
f
1648.50, voor levering Lon-den werd
f
1647%

geboden. Marken bankpapier ca. 56.90.

STATISTIEKEN ……………………………
495-498

Geldkoersen. – Wisselkoersen. – Bankstaten.-

.

.

484

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Mei 1934

DE RUBBERREGELING
IN NEDERLANDSCH-INDIË.

in ons artikel in het nummer van
2
Mei Va.n dit

weekblad legden wij er den nadruk op, dat vele van
de onbillijkheden, welke hij cle invoering eener rub-
herrestrictie dreigden te ontstaan, door de regionale
maatregelen zouden kunnen worden jpgeheven.
Inmiddels is de regeling voor Nederl.-Indië gepu-
bliceerd en in den Volksraad behandeld. Door een

zestal orcionnanties geeft het Gouvernement uitvoe-
ring aan de internationale overeenkomst en door de

Aneta-telegramme.ii zijn de grondlijnen der regeling
en de visie van het Gouvernement reeds algemeen.
bekend geworden.
Zooals te verwachten was, werd voor de onderne-
min.gsruhher het stelsel van individueele restrictie
uitgewerkt, terwijl voor de hevolkingsrubber op Java
eveneens een individueel rest rictiesysteem zal worden
ingevoerd, doch voor de hevolkingsrubber in de Bui-tengewesten zal voorloopig een uitvoerrecht de aan-
passing moeten brengen.
01) Java heeft de hevolkingsaanplant slechts een
ondergeschikte heteekenis; ult. 1932 waren ruim 4700

ha door de bevolking met rubber beplant. Haar
aandeel in den uitvoer komt ten laste van het quo-
tuin der ondernemingsrubber.
Anders staat de positie voor de bevol.kingsprodu-
centen der Buitengewesten; een der meest belang-
wekkende mededeelingen in de Memorie van Ant-
woord was zeker wel die, dat de bevolkingsaanplant
wordt getaxeerd
01)
600 millioen â 1 milliard hoomen
met een gemiddelde productie van 16 á 2l kg per
boom. Komt, met de ruime marge, de omvang ons
aan de hand van bekende cijfers zeker wel als een
juiste indicatie voor, het productiecijfer lijkt ons
voor een normale exploitatie zeker niet aan den lagen
kant; Stephens & Taylor kwamen althans in 1929
gemiddeld tot een lagere productiecapaciteit voor de
ilevea der bevolkingstuinen.
Hoe zulks ook zij, zelfs hij een productie van 1 kg
per boom en een aantap van cle helft van het aantal hoomen zou hier toch reeds een formidahele poten-
tiëele productie geschapen zijn, waarbij het aan de
bevolking toegewezen en mede op deze gebaseerde

quotum toch vrij schainel afsteekt.
Het Gouvernement had zich de verhouding tus-
schen ondernemings- (inclusief bevolkingsrubber op
Java) en overige hevolkingsrubber nl. als volgt ge-
(lach t:

ouden.
rubber bevolk. rubber

Totaal
Buitcngev.
1934
……….
208.532

149.100

357.632
ton
1935
………
236.968

169.432

406.400 ,.
1930
……….
262.442

187.646

450.088
1937

………..
276.660

197.812

474.472
1938
……….
287.324

205.430

492.760

Gedurende de geheele restrictieperiode zal de he-
volki ngsruhber dus door een toeneming met ruim
56.000 ton van 140.100 tot 205.436 ton komen, terwijl
het Gouvernement reeds voor 1934 een potentiëele
productie van 350.000 ton zeker niet overdreven acht.
Of en in hoeverre gebrek aan tappers het verkrijgen
van dit quantuin zou verhi ncleren, wordt niet gezegd
cii daaromtrent valt, mede in verband met het groote
aantal vrije arbeiders, dat in de Bui tengewesten bij het
Te
s
te
rsc
h .grootbedrijf
thans werkzaam is, ook niets te
zeggen. Doch dan dringt zich cle conclusie toch wel op, dat de druk van de werkelijke productie hier wel
erg zwaar is geweest en de visje van cle Regeering op
het algemeene Indische rubberhelang wel huitenge-
woon somber, dat Zij bereid kon worden gevonden, terwijl Zij de sleutelpositie innam, in een dergelijke
regeling te treden. De eischen van algemeen belang
toch vormden, de Memorie van Antwoord herinnert
er wederom aan, het, hoofdmotief om aan de inter-nationale overeenkomst mede te werken. Het Gou-

vernement toont zich nI. van oordeel, dat (Ie Vrije
natuurlijke prod uctiehepem-king leidde tot toestanden,
welke de algemeene welvaart ernstig bedreigden. Wij
hebben reeds vroeger uiteengezet te betwijfelen, of
door een restrictie een gezonde basis voor de rubber kan worden gelegd en dat van verbetering der alge-
meene welvaart sprake zal zijn.
liet komt hier tenslotte aan op een vergelijking
ceteris parihus en indien het Gouvernement zich aan
de toelichting van zijn standpunt zet, gaat Het twee
ongelijke
dingen in beshouwing nemen. Eenerzijds
beroept Het zich op het verleden om het in gevaar
gebrachte algemeen belang te demonstreeren, ander-
zijds evenwel gaat Het thans uit van een niet te
zware restrictie. Dit nu is principiëel onjuist, want
hierbij wordt stilzwijgend voorbijgegaan, dat de we-

reldconsumptie van ruwe rubber van 1932 op 1933
maar even met ruim 150.000 ton is toegenomen, d.w.z.
met ruim 15 pOt. van het totale quantumn voor 1934 der aan de restrictie deelnemende gebieden. Zoolang
niet aangetoond wordt, dat
onder gelijke omstandig-
heden
het algemeen belang wordt gediend, blijft om-
trent de juistheid dier conclusie nog steeds zeer ge-
gronde twijfel bestaan.

Het Gouvernement stelt in zijn Memorie van Auit-
woord een niet te zware restrictie in uitzicht. Om-
trent de indiviclueele beperking weten wij nog niets,
aangezien de
cijfers,
welke het Centraal Kantoor voor
de Statistiek heeft verzameld, nog niet gepubliceerd

zijn; daaromtrent moet het oordeel nog worden op-
geschort tot een meer volledig beeld is verkregen.

Wel evenwel deelt cle M. v. A. mede, dat een prijs
van ruim 20 ets. per hkg standaard sheets te Batavia
redelijk is; indien wij daaruit de conclusie mogen
trekken, dat hiermede tevens de gestahiliseerde prijs
der internationale regeling word t geïnd iceerd, dan
zou deze. dus inderdaad op ongeveer 4 goudpence ko-
men (22%1 ets. te Amsterdam, hetgeen
Op
ruim 21 ets.
voor Batavia uitwerkt) en dan heteekent dit dus een
groote teleurstelling voor hen, die van een goudprijs van ongeveer 6 d. droomden. Wmtt overigens dezeu
vast te stellen prijs betreft, ook omtrent ciezen is nog
steeds geen klaarheid gekomen; indien hiervan de
bedoeling zou zijn de speculatie tegen. te werken, dan
moge er hier toch wel eens op gewezen worden, dat juist het bekend geven van den gedachten stabilisa-
tie-prijs de speculatie in eerste instantie alleen ter
handhaving van dien prijs, dus in het belang van het
plan, zal doen optreden.
Het eenige, waaromtrent wij thans veel nader
nieuws hebben gehoord door de behandeling der or-
donn.anties, is over de bevolkingsrubber der Buiten-gewesten. De Volksraad heeft het uitvoer.reeht, door
het Gouvernement voorgesteld, verworpen en zal we-
derom kunnen ondervinden, dat hij slechts ccii schijn-
parlement is. De Gouverneur-Generaal zal ni. op
grond der Staatsregeiing wel overgaan tot afkondi-ging van het uitvoem-recht en dit op 5 ets. Per imkg droge rubber vaststellen; daarmede heet clan dit ge-
deelte voorloopig voltooid. Voorloopi.g, want de Di-
recteur van Binnenlandsch Bestuur heeft reeds ver-
klaard, dat gestreefd zal worden naar een stelsel van
individueele restrietie, omdat ook de Regeering over-
tuigd is van het zeer onvolkomene dezer wijze van
beperking.
Wij schreven zooeven ,,heet dan dit gedeelte vol-
tooicl”; beteekent cli t uitvoerrecht nu een restrictie
tot het aan de hevolkingsrubber toegestane quotum?

Zonder meer zeker
niet.
Wat men thans doet, is in
wezeui niets anders clan den vraagprijs van dcii opkoo-
per verlagen met 5 ets. per hlcg droog product. Dit
kan
en zal zeer vermoedelijk, doch
behoeft
in het geheel niet
een restrictie te heteekenen; het kan tevens ecu klei-
nere, doch evenzeer een veel ingrijpender dan de voor-
ziene beperking ten gevolge hebben en nu hebben wij
weliswaar de mededeeling, dat het recht experimen-
teel zal worden geheven, ‘doch het behoeft geen be-

30 Mei 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

485

toog, dat dergelijke experimenten zeker niet in het
belang van de bevolking kunnen zijn. Volgens de in-
ternationale regeling toch mag een tekort over eenig
jaar niet in het daarop volgende worden ingehaald,
doch moet een te veel van het quotum van het vol-
gende jaar in aftrek worden gebracht. Experimentee-
ren met het uitvoerrecht beteekent dus een, binnen
den tijd van een jaar, schommelende reductie op den
prijs, welken de opkoopers aanleggen, hetgeen aan de tappers zeker niet ten goede zal komen.
De opkoopen:de handel dient zich hier door een
veilige marge te beschermen tegen onvoorziene ver-
hoogingen van het uitvoerrecht op zijn voorraad.
Bij de beoordeeliug van de regeling, welke voor de
bcvolkingsruhber stsat te worden ingevoerd, moet dus
eenerzijds in het oog worden gehouden, dat kunst-
matig het aan de bevolking komende provenu gedrukt
wordt, anderzijds evenwel ook, dat het niveau van
het levensonderhoud tengevolge van de rijstmaatre-
gelen der Overheid een stijgende tendens heeft. Deze
beide zullen op den duur een afneming der productie
in cle hand werken, doch daartegenover staat, dat er
in het binnenland ook een prijsstabiliseerende wer-
king van een stabielen
prijs
op de wereldmarkt zal uitgaan en daardoor zou het dus mogelijk zijn, dat
meer bevolkingstuinen worden getapt, omdat op het
vermoedelijk proyenu eenige staat valt te maken. liet plan is de baten van het uitvoerrecht ten goede
te doen komen ten deele aan de tappende tuinbezit-
ters, anderdeels aan cle streken, die het opbrengen,
hetgeen dus beteekent, dat eenige individuen lasten
zullen krijgen op te brengen ten behoeve der gemeen-
schappen. Ook in dit opzicht kleven aan dezen vorm
de bezwaren, welke tegen elk uitvoerrecht kunnen
worden ingebracht, nl. dat hQt geen verband houdt
met de draagkracht van de groep, welke het opbrengt.
De Regeeringsgemachtigde heeft in den Volksraa’d

toegezegd, dat gestreefd zal worden naar een beter
beperkingssysteern dan het uitvoerrecht kan zijn en

hiertoe schijnt dan ook de individueele restrictie in
het voornemen te liggen.

Het plan is over eenige maanden een vergadering
van hoofden van Gewestelijk Bestuur te Batavia bij-
een te roepen, teneinde dit vraagstuk nader te be-
zien. Behoefden wij aan de individueele beperking in
het nummer van 2 Mei van dit weekblad geen be-
schouwingen te wijden, omdat haar invoering ons
toen, en terecht, een onmogelijkheid leek, inmiddels
zal de registratie der tuinen ter hand genomen moe-
ten worden, omdat de Directeur B.B. heeft toegezegd,
dat het uitvoerrecht zoo spoedig mogelijk door mdi-
v idueele restrietie zal worden vervangen.
Bij een individueele restrictie komt de bevolkings-rubber er, naar het o.ns voorkomt, buitengewoon on-
gunstig voor te staan, liet is bekend, dat de tuinen
overwegend aau kleine bezitters toebehooren en deze,
allen tezamen, zullen dan het quotum mogen leveren,
dat voor 1935, tenzij het Gouvernement het aange-
nonien aniendement om de verhouding onder nemings-
bcvolki.ngsruhher op 100 : 100 in plaats van 100 : 71’4
te bepalen, zou overnemen (wat niet waarschijnlijk
is), ruim 169.000 ton bedraagt. Bij een potentiëele
prodnetie, waarvoor, zooals gezegd, ook volgens de
Memoric van Antwoord 350.000 ton niet overdreven
is, zal dus ruim 50 pOt. beperkt moeten worden;
voorwaar geeli kleinigheid en vooral geen kleinigheid
voor menschen, wier tuin slechts klein is!
Bovendien moet niet uit het oog worden verloren,
dat ‘de bevolking tapt, omdat haar dit voordeel op-
levert, terwijl een onderneming ook met verlies door-.
wcrlct, xoodat, ook voor de vaststelling der quota, cle
uitvoer der bevolking een heel andere beteekenis heeft
clan de productie der ondernemingen.
Ter verdediging van dit
cijfer
kan naar ‘onze mee-
ning ook niet gesteld worden, dat de uitvoer van be-
volkingsrubber nooit meer dan ruim 113.000 ton is
geweest, want het is een bekend feit, dat in de jaren

192311925 groote arealen zijn aangeplant, wat ertoe
leidde, dat in 1929 volgens Stephens & Taylor onge-
veer % der tuinen in de door hen bezochte gebieden
jonge tuinen waren. De bevolking tapt, indien dit voordeeliger is en dat hangt van het te verkrijgen
provenu af, waarbij bovendien de rubberwirmning een
aantrekkelijke bezigheid is. En blijkens de 17e Be-
richtgeving was in het vierde kwartaal 1933 over het
algemeen in sommige streken nog maar ongeveer
Y
3
,
‘in enkele andere een iets grooter deel der taphare
hevolkin.gstuinen in tap.

Wel kan men tuinen, welke in de afgeloopen
periode in tap waren, een voorrang ‘geven, doch ook

dan vervalt men toch in den toestand, dat er zeker
geen sprake is van het dienen van een algemeen be-
volkingsbelang.
En is de registratie zelf ten volle mogelijk? Wij denken h.v. aan de djeloetoeng op Borneo en
aan de hevea-aanplantingen, welke diep in het bin-
nenland liggen, en wij aarzelen het optimisme van
het Gouvernement te deelen. Wel zal indi’vidueele res-
trictie een grooter deel van den prijs aan bepaalde
groepen der bevolking doen toekemen, doch of een der
doeleinden van ‘de restrietie, bevordering der hevol-
kingsbelangen, zal worden bereikt?
Het vroegere inzicht van het Gouvernement om
eerst een bevredigende regeling voor de bevolkings-
rubber te eisehen, was toch wel juister dan het tegen-
woorditge, waarbij deze gedwongen beperking, nadat
ruim een jaar is onderhandeld geworden, thans met
groote haast wordt behandeld zonder dat, zooals toch
eigenlijk de Regeering toegeeft, aan Haar eisch is
voldaan.

De bevolkingsrubher stond, dank zij haar economi-
sche kracht, sterk, doch het komt ons voor, dat bij
deze restrietie hiermede te weinig rekening is gehou-
den en dat één der belangrijkste vraagstukken niet die
nauwgezette overweging van de specifieke belangen

en positie der betrokken producenten heeft gevonden,
welke noedig was om één der sterkste groepen zooveel
mogelijk te beschermen tegen de nadeelen van een
regeling, welke in eerste instantie ten bate van andere
producenten-groepen wordt getroffen.

Met den voorzitter ‘der Rubber Plantation Trust te
Londen, den heer H.
J.
Weleh, zijn wij het eens, dat
het bevolkingsruhbervraagstuk voor de rubbereultuur
van vitaal belang
was
(niet is) en dat een aanhou-
dende welvaart voor de rubbereultuur moet worden
gezocht in een lagen kostprijs voor ondernemirmgsruh-
her. Van vitaal belang
was,
want thans doet men al
het mogelijke om deze coneurrente te ‘belemmeren.
Dat een kunstmatige beperking eveneens niet bevor-
derlijk is voor het noodzakelijke proces van overgang,
van aanpassing aan totaal gewijzigde verhoudingen,
behoeft geen betoog.

Hier schuilt o.i. cle kern van den foutieven gedach-
tengang; terwijl men in rubberkringen van oordeel is,
dat ook het in de rubher ‘geïnvesteerde vermogen recht
op een rendement heef t, liggen, naar wij mneenen, de
verhoudingen zoo, dat slechts een klein deel van dat
vermogen er recht op heeft en dan nog alleen op de
zeer ‘gereduceerde waardeeringsbasis, welke thans in

aanmerking komt, en daartoe kan het snelste de ver-
king der vrije krachten leiden.
Voor de ondernemingsrubber zullen, naar Aneta
ons seinde, de standaardproducties worden berekend
op grond der productie in de jaren 1929/32, waarbij
een toeslag zal worden gegeven voor jonge aanplan-tingen, het systeem dus, dat wij reeds vroeger als het
waarschijnlijk aanvaarde sehetsten en waarop ook cle
toen geoefen’de eritie’k van toepassing is.

Acht het Gouvernement eenerzij•ds een prijs van
ruim 20 ets. redelijk, anderzijds zal voor ondernemin-
gen, welke niet aan de uitbreidingsrage der twintiger
jaren hebben medegedaan, de restrietie aanzienlijk
zwaarder worden ‘dan het officiëel vast ‘te stellen ‘per-
centage en zullen deze dan nog met de beloofde ,,re-

486

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Mei 1934

delijke” winst kunnen werken? Voor ondernemingen
met veel jonge aanplantingen zal de restrictie zeker
niet dien ingrijpenden invloed hebben als voor de
door ons genoemde groep. Vast staat echter, dat de
restrictie op zichzelf kostprijsverho-oging zal veroor-
zaken en dat toch ook de toezegging der producenten
bij de internationale regeling, dat de condities van den arbeid en de bedrijfsleiding verbeterd zouden worden – dus nogmaals kostprijsverhooging – zul-
len moeten worden ingelost. Het zekere resultaat is
dus kostprijsverhooging door min of meer atnzienlijke
productiebeperking plus k-ostprijsverh-ooging door ver-
hooging der arbeidskosten.
Indien wij ons nu realiseeren, dat voor de periode

Juni tot en met December 1934 het restrictie-cijfer
gemiddeld 12V2 pOt. zal bedragen en dat van het uit-
voercijfer bovendien de voorraden voor een groot deel
afgaan, dan beteekent dit dat het individueele
restrictiecijfer voor 1934 zeker hoven de 12K
1
pOt.
komt te liggen. Reeds op dezen grond zal de kostprijs
dus met een paar centen worden verhoogd.
Een der bepalingen van cle internationale regeling
is, de voorraden uit de centra van productie te doen

afvoeren naar elders en ook in de toekomst wil men,
zoowel bij den handel als bij de producenten, de voor-
raden zooveel mogelijk binnen bepaalde grenzen hou-
den. Voor de producenten is dit bepaald op een maxi-

mum van 20 pOt. van den totalen oogst, echter hoog-
stens 2 maanden productie; voor den handel op ten
hoogste
12i/
pOt, van het uitvoerquantum per jaar.
Wordt hiermede wederom een der gevaren van het
Stevenson-schema vermeden, anderzijds heteekent het

een verder ingrijpen in de bewegingsvrijheid van
het bedrijfsleven.
Op nog andere wijze wordt de verdere ontwikkeling
der cultuur verstard en de bewegingsvrijheid belem-
merd. Wij ‘doelen hier niet op het aanplantverbod, doch op de regeling voor herplanten; de mogelijk-

heid van vervanging van aanplantingen is beperkt
tot 10 pOt. per jaar, doch bovendien tot 20 pOt. ge-
durende de geheele restrictie-periode van den aan-
plant op 1 Juni 1934; teneinde deze regeling niet
illusoir te doen worden, is bovendien bepaald, dat ge-
durende de geheele periode, dus 4- jaar, maximaal
75 boomen per H.A. mogen worden ingeboet:
Rest ons thans de vraag, hoe reageert de markt op
de regeling? Op het bekend worden der -beperkings-
percentages (voor de maanden Juni tot en met De-
cember 1934 resp. 100, 100, 90, 90, 80, 80 en 70)
trad een prijsdaling in en na het beter bekend worden

der restrictie-regeling is de prijs zoo geleidelijk van
ruim 25 cts. teruggeloopen tot 20% cts., waardoor de
marktprijs zoo langzamerhand beneden den ,,redelij-
ken prijs” (ruim 20 cts. te Batavia) is gekomen.
Bij een beschouwing van de eerste stappen dezer
restrictie kan -toch -de ernsti-ge twijfel niet worden op-
geheven, welke aan haar welslagen en hillijkheid
blijft bestaan; ook zij, evenals het natuurlijke herstel, is geheel, maar dan ook ten volle afhankelijk van een toenemende consumptie en dat thans daarop een deel
der finantiëele krachten van producenten wordt ge-
richt, ‘valt stellig toe te juichen, doch zal voorloopig
zeker geen stimuleerende v,rerking op de vraag hebben.
Een lage prijs voor de ruwe rubber – echter tevens
een, indien eenig, dan laag rendement beteekenende
– heeft evenwel de goede zijde, dat de vrees voor
nieuwe aanplantingen elders, voor een vergrooten

aantap in buiten de restrictie-regeling vallen-de ge-
bieden en voor een toenemend verbruik van vervan-
gin-gsmiddelen gering kan zijns
Doch dat men in werkelijkheid ongezonde verhou-
dingen bij de rubber kan genezen door een kuns’tma-
tige beperking wil er hij schrijver -dezes, ook na de
uiteenzettingen, welke van alle kanten vorderi ge-
geven, nog steeds even weinig in als dat men iemand,
d.ie ernstig overspannen is, kan genezen met ‘behulp
van kalmeerende middeltjes. J. F. H.

NIEUWE ZILVERWETGEVING IN DE VEREENIGDE

STATEN.

Nadat vrijwel sedert het begin van president Roo-
sevelt’s ‘ambtsperi-ode ‘het ,,zilverblok” heeft geageerd
voor een valorisatie van dit metaal op één of andere
wijze, zonder veel meer te bereiken dan af en toe een
succès d’estime, schijnen thans hun kansen te zijn ge-
keerd. Heeft nog geen maand geleden Roosevelt ge-
zegd, ‘dat hij alleen wilde medewerken aan een zilver-

plan, wanneer dat op internationale leest geschoeid
was, ruim een week geleden heeft hij plotseling volte-
face gemaakt en zich uitgesproken voor een zelfstan-
dige Amerikaansche zilverpolitiek, al blijft hij inter-
nationale samenwerking nutti-g en voor definitief
succes zelfs noodzakelijk achten.

Zooals gezegd, hadden de v-oorstanders van regee-
ringsiugrijpen, teneinde den zilverprijs te doen stijgen,
reeds eerder kleine succesjes behaald. Volledigheids-
halve mogen deze gerecapituleerd worden:

I. Het bekende Thomas-amendement op de Farm
Relief Bill, bekend geworden als de wet op de ge-
controleerde inflatie ‘bevat in Section 36 een bepa-
ling, waarbij de president wordt gemachtigd voor de
-tegenwaarde van $ 100 millioen zilver te accepteeren
ter vereffenin-g van schulden van vreemde mogend-
heden. Men had ‘daarmee natuurlijk op het oog de
oorlogsschulden. Inderdaad hebben alle landen, welke
op grond van die schulden betalingen aan de V.S.
hebben verricht, van deze wetsbepaling ge’bruik ge-
maakt, zoo ook Engeland voor de bekende ,,token-
payment”. De prijs, waartegen het zilver volgens deze

wet werd aan-genomen, was 50 $-cents per ounce, het-
geen aanmerkelijk boven den wereldmarktprijs – toen-
maals rond 36 $-cents – was. Deze bepaling was uit-
drukkelijk met ‘geldigheidsduur van één jaar gemaakt;
dit tijdvak is juist ten einde, het schijnt dat verlen-
ging wordt voorbereid. De regeering werd gemach-
tigd voor het ontvangen metaal silver-certificates uit
te geven. Daar deze certificates gedekt moeten zijn
door zilveren Dollars en de zilverw-aarde volgens de
muntwet neerkomt op $ 1,29 per ounce beteekende de
onderhavige bepaling niet alleen voor de crediteuren,
maar ook voor de Amerikaansche schatkist een voor-
deel, omdat immers de Ver. Staten geen muntfonds
kennen, waarin -zooals b.v. bij ons de winst op aan-munting van zilver wordt gestort.

De tweede bemoeienis van de Amerikaansche re-
geering met •de zilvermarkt was haar medewerking
aan de zilverovereenkomst, die één van de weinige

tastbare resultaten van de Economische en Monetaire
Wereldconferentie te Londen is geworden. Amerika
heeft -daaraan met Mexico, Australië, Canada en Peru
als produceerende landen meegewerkt, terwijl Indië,
China en Spanje compareerden als groote verbrui-
kers of althans bezitters van zilver. De produceeren-
de landen verbonden zich in genoemde overeenkomst,

welke tot 1 Januari 1938 werd gesloten, om geen zil-
ver door hun regeeringen te doen verkoopen en voorts
om tezamen per jaar 35 millioen ounces uit de markt
te nemen.

Als derde maatregel kan melding gemaakt wor-
den v-an de beslissing der Amerikaansche regeering in
December 1933, om door de schatkist in het land zelf
geproduceerd zilver te d-oen opkoopen tegen een prijs
van 64 $-cents per ounce, welk punt echter tot op
zekere hoogte verband houdt -met de onder 2 ver-
melde verplichting- der Ver. Staten om hun aandeel
in de genoemde 35 millioen ounces uit de markt te
houden (dit aandeel is ruim 24 millioen oz.).
De- tot nu toe -genomen maatregelen tot steun aan
de zilvermarkt moeten feitelijk op één lijn gesteld
worden met de prijssteunacties in de Ver. Staten en
elders op touw -gezet voor een groot aantal zeer uit-
eenloopende artikelen. De Ver. Staten ‘brachten 21
pOt. van de werel-dzilverproductie op, terwijl het ka-
pitaal in de Mexicaansche productie werkzaam (rond

30 Mei 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

487

42
püt. van de wereldproductie) voor ongeveer twee
derden in Amerikaansche handen is. Amerika heeft
dus bij stijging van den zilverprijs ongetwijfeld be-

lang. Zoodat een streven om den prijs te verhoogen be-
grijpelijk is, en geen diepere beteekenis hoeft te heb-
ben dan een soortgelijk streven voor katoen of tarwe.
De voorstanders van deze maatregelen zullen dan ook
grootendeels geen andere motieven hebben dan de
prijsstijging en daarmee gepaard gaande toeneming
van de winst der betrokken bedrijven. Al zullen er
ongetwijfeld ook onder zijn, die &.v. verhooging van
de koopkracht der zilverlanden, of verbreeding van
de metaalbasis van het geldwezen, waarbij herstel van
den dubbelen standaard wel het meest radicale de-
sideratum is, op het oog hadden, wier doeleinden dus
verder strekten dan simpele prjssteun aan een pro-
duct, doch die uitgesproken monetaire politiek op
deze wijze wilden bedrijven.

* *
*

Wanneer men nu de plannen tot uitbreiding van den
zilversteun, waarvoor de wetsontwerpen thans aan-
hangig zijn gemaakt, zou willen vergelijken met het-geen tot nu toe op dit terrein geschiedde (zie boven),
dan valt voornamelijk op het feit, dat de ,,monetairi
inslag” in het project aanmerkelijk belangrijker is
geworden, en •dat de zilversteun daardoor boven het gewone plan van prijssteunacties, zooals de Ver Sta-
ten er reeds zoovelen heeft gekend, wordt uitgehe-Ven. Dat de heele zilvervoorraad in de Ver. Staten
(getaxeerd op rond 250 millioen ounces) door de re-
geering zal worden opgekocht, kan desnoods nog
worden vergeleken met gewone steunacties als de kof-

fievalorisatie, zooals ze
destijds
in Brazilië werd uit-

gevoerd, en het voorraad-opkoopen in de agrarische
bedrijfstakken door de Federal Farm Board in de

Ver. Staten zelven.
Het bijzondere is echter, •dat de opgekochte voor-
raden niet behoeven te worden betaald met geld, dat
de schatkist zich op één of andere wijze door leenin-
gen moet verschaffen, doch dat het aangekochte zil-
ver zelf geld wordt. En wel niet in den vorm van zil-
vercertificaten of zilveren Dollars, zooals dat het ge-
val was met de oorlogsschuldenbetalingen in zilver,
maar in ‘het gewone betaalmiddel: federal reserve
bankbiljetten. De dekkingsvoorschriften voor de cir-
culatie zullen immers volgens de aanhangige ontwer-
pen in ‘dier voege worden gewijzigd, dat de metaal-
dekking voor één kwart uit zilver mag bestaan, de
andere drie kwart moeten goud zijn.
Deze voorstellen zijn dus van den dubbelen stan-
daard, die enkele extremisten onder de zilvervoorstan-
ders in de Ver. Staten als ideaal beschouwen, nog ver verwijderd, maar zij openen desondanks de mogelijk-
heid voor een zeer belangrijke uitbreiding van de cir-
culatie op basis van zilver. De totale monetaire goud-
voorraad in Amerika wordt thans geschat op circa
$ 7,8 milliard (dit is aanmerkelijk meer dan de gou’dcer-
tificaten in het bezit van de Federal Reserve Bank,
in welk verband men moet ‘bedenken, dat een bedrag van eenige milliarden herust bij de schatkist uit hoof-
de van het Nivelleeringsfonds, gevormd uit de winst op het eind Januari van de reservebanken overgeno-
men goud en uit hoofde van recente aankoopen iit
import), zoodat op ‘grond daarvan tenslotte voor
$ 2,6 milliard aan zilver in de metaaldekking zou kun-nen worden opgenomen. Op ‘basis van den officiëelen
muntprjs van zilver ad $ 1,29 beteekent dat rond
2 milliard ounces, waarvan de regeering er thans
reeds ongeveer 400 millioen bezit. Z’oodat er nog 1600
millioen kunnen worden aangekocht. Zooals boven-
vermeld, worden de voorraden in de Ver. Staten aan-wezig in particulier bezit geschat op 250 millioen oz.
De voorraden in Shanghai en Indië worden op 700

millioen oz. getaxeerd.
Zoodat men op het oogenblik er zelfs niet in zou
kunnen slagen al het zilver op te koopen, dat volgens

de opgemelde maatstaven in de metaaldekking een
uitweg zou kunnen vinden, afgezien nog van het feit
bij aankoop van een groot deel der bestaande voor-
raden de prijzen zeer zeker tot boven de 50 $-cents
zouden
stijgen.
Het ligt dan ook voorloopig ongetwij-
feld niet in de ‘bedoeling van Roosevelt om zoover
te gaan. Van de machtiging tot aankoop behoeft im-
mers geen gebruik te worden gemaakt. Het eenige, waarop men met zekerheid kan rekenen, is de aan-
koop van de rond 250 millioen oz., die in de Ver.
Staten zelf aanwezig zijn. Volgens de niet overduide-
ljke berichtgeving zouden zelfs de -houders daarvan
gedwongen
zijn
het zilver tegen genoem’den
prijs
af

te ‘geven. Deze ,,natioualisatie” verschilt intusschen
met die van het ‘goud zeer principiëel; het goud werd
den bezitters afhandig gem’aak4 tegen veel lageren dan
den wereldmarktprijs, voor dit zilver wordt ruim 10
pOt. meer geboden, al eischt dan ook een ‘belasting
weer rond de helft van de aldus gemaakte winsten op.
De consequenties van deze wetgeving zijn moeilijk
te voorspellen, omdat zij grootendeels afhangen van
de uitvoering, die dé President zal geven aan de hem
te verstrekken machtigingen, waarvan hij immers
even weinig en even veel gebruik kan maken als hij
wil. Zijn besluit op dat punt zou wellicht weer be-
invloed kunnen ‘worden van de budgetpositie en de
mogelijkheid om eventueele tekorten op gewonen en/of
buitengewonen dienst te dekken. Immers, zoover uit
de berichtgeving valt op te maken, zou ook het zil-
ver, dat als metaaldekking voor de reservebanken
wordt aangewend daartoe tegen den genoemden

mun’tprijs op basis van den zilveren Dollar, t.w.
$ 1,29, worden berekend. Hetgeen bij gebreke van een untfonds, zooals reeds gezegd, een-belangrijke winst
(op den aankoopprijs van 50 $-cents rond 160 pOt.)
voor de schatkist zou beteekenen. De 1600 millioen
oz., waartoe men volgens bovenstaande calculatie
maximaal zou kunnen gaan, beteekenen in dit ver-
band een mogelijkheid tot verruiming der kasmidde-

len met bijna. $ 1,3 milliard, afgezien nog van de be-
lasting op de. zilverwinsten, die zij zouden opleveren.
Men ‘denke in dit verband aan de nationalisatie der
goudvoorraden.

Toch schijnt men in Amerika niet den indruk te
hebben, dat Roosevelt van de machtiging tot aankoop
van zilver een zoo ruim mogelijk gebruik zal maken.
Men verwacht zelfs niet, dat hij ‘voorloopig -veel ver-

der gaat dan de ‘genoemde ,,nationalisa’tie” der- aan-wezige voorraden. Het moet gezegd worden, dat, hoe
minder Roosevelt van zijn bevoegdheid in deze ge-
bruik maakt, hoe meer dat zal pleiten voor zijn

mone-
tair inzicht. Gesteld, dat men de uitbreiding der geld-
circulatie, die ervan het gevolg is als een voordeel
beschouwt, ‘dan moet toch erkend worden, dat, zoo-
lang het zilver niet in andere landen van beteekenis
dekkingsmetaal is, .deze inflatie in geen enkel opzicht
verschilt van de vulgaire inflatie, die een regeering bedrijft,, wanneer zij haar hudgettekorten dekt met
‘de biljettenpers.

– En wil Roosevelt dat doen – waarvoor, gezien de
devaluatie van den Dollar en de ondanks NIRA nog
vrij onvolkomene aanpassing van het inheemsche
prijsniveau wellicht aanleiding zou kunnen zijn –
dan is het zonde om de zilveraankoopen als tusschen-
schakel te ‘gebruiken. Eenerzjds komt daardoor een
deel van het ‘geld in handen van inheemsche houders van zilvervoorraden, waarvan het zeer de vraag is, of zij het volle bedrag als koopkracht zullen aanwenden
(waarschijnlijk is dat zelfs niet, hoogstens voor zoo-
ver de winst betreft), en anderzijds moet men het
zilver, wanneer men werkelijk op .groote schaal wil
koopen, uit het buitenland invoeren, hetgeen de beta-
liiigsbalans verzwaart en dus vermindering der cir-
culafie beteekent ‘door, ‘hetzij vermindering van goud-
invoer of veroorzaking van gouduitvoer. Weliswaar

stijgt de circulatie met de ,,muntwaarde” van het zil-
ver en is de tegengestelde invloed slechts werkzaam

488

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Mei 1934

voor de ,,marktwaarde”, maar het zou toch zonder-

l’ing zijn, wanneer de Ver. Staten op ruime schaal in
den vreemde een metaal gingen koopen, waarvoor zij
zelf geen emplooi hebben, en dat niet, zooals goud,
een internationale waarde en gangbaarheid heeft.

Het schijnt, dat een 50
t
70 millioen oz. reeds in

den laatsten tijd in het buitenland werden gekocht,
maar of daarmee zal worden voortgegaan, lijkt op
vorenstaande gronden kwestieus. Alles hangt ervan
af, of Roosevelt uit monetaire overtuiging naar de

zilverpolitiek is overgeheld, dan wel uit tactische
overwegingen, om door een concessie een deel van zijn
tegenstanders voor de verdere voortzetting der Nira-
politiek te winnen. Wanneer hij in dit laatste geval
zich voorloopig beperkt tot de nationalisatie der voor-
raden, krijgt de maatregel weer veel meer gelijkenis
met de andere steunacties-tot-prijsstijging en betee-
kent de inschakeling van zilver in -de dekking veel

meer een budgetaire factor (een mogelijkheid om deze
steunactie te financieren, zonder dat men hoeft te
zoeken naar middelen ter financiering), dan een mo-
netaire, die den opzet heeft om het geidwezen in de
ban van het zilver te brengen.

* *
*

Het feit, dat Roosevelt meewerkte aan de interna-
tionale zilverovereeukomst en ook onlangs – v66r
zijn zwenking – nog levestigde, dat hij voor ingrij-pende maatregelen voelde, mits internationaal van
opzet, maakt het aannemelijk, dat hij niet alleen han-
delt onder druk van het zilverblok, maar nu de inter-
nationale samenwerking niet waarschijnlijk is, lijkt
het kwestieus, of Roosevelt zich erg ver zal wagen. En
wanneer hij dat doet, wat kan de rest van de wereld
daarvan dan verwachten? Dit is een vraag op zich-
zelf, die ‘door velen zeer uiteenloopend wordt beant-
woord.

Niet alleen in Amerika immers vindt men’
veel voorstanders van een grootsch opgezette steun-‘
actie voor zilver met •de voornaamste bedoeling om
de koopkracht der zilverlanden te verhoogen. Voor.
een discussie van dit punt is de hier beschikbare
ruimte veel tekort. Ik moge daarom volstaan met de
opmerking, dat de koopkracht van deze gebieden, zoo-
als van elk land in de allereerste plaats afhankelijk is van de waarde van hun export, en zeker niet van
de waarde van het standaardmetaal. Alleen voor zoo-
ver zilveren spaarkapitaal koopend op de wereldmarkt zou komen, heeft een
prijsstijging
beteekenis voor de-‘
koopkracht, de waardestijging van het zilveren ruil—.

middel kan dien invloed slechts hebben, voor zoover
de ruil-voet- tusschen zilver- en niet-zilver-landen zich
wijzigt.

Blijft de toepassing van de zilvermachtiging door Roosevelt binnen de perken, die men verwacht, dan
zal -de invloed èn op den zilverprijs èn op de Dollar-
waarde zeer gering blijven, wat dit laatste betreft,
vooral om-dat het prijsniveau nog een
belangrijke
aan-
passing kan hebben. Zelfs wanneer een ruimere toe-
passing volgt, kan om dezelfde reden de wisselkoers
geruimen tijd onbeïnvioed blijven, terwijl men in elk’
geval moet bedenken, dat de consequenties van de
machtiging tot uitgifte van drie milliard •greenbacks,
clie Roosevelt nog steeds in zijn zak heeft, veel ver-
der strekken. En vat de rest van de wereld betreft,
die zal om genoemde redenen wel niet veel invloed.
van de zilverpolitiek ondervinden, of deze nu p be-
perkte of ruime schaal wordt toegepast. Engeland
zou er misschien een verhooging van zijn concurren-.
tieverm-ogen uit kunnen putten, indien ‘het prijspeil in de Ver. Staten aanmerkelijk stijgt.
C. A. K.

HET VIERDE JAARVERSLAG VAN DE B.I.S.

Dat het
bedrijf
van de Bank voor Verrekening van
Internationale Betalingen in een tijd, waarin de gou-d€n standaard zeer belangrijk terrein heeft verloren,
niet tot eene ontwi]ckeling van eenige ‘beteekenis kan
komen, zal niumand verbazen. De jaarbalans en de
cijfers va.n een aantal maandstaten, welke wij hier-
naast afdrukken, toonen zulks duidelijk. Het balans-
totaal beloopt thans ongeveer een derde gedeelte van
het bedrag van drie jaar geleden. De saldi welke de
centrale banken voor eigen rekening bij de B.I.S.
aanhuu-len en die. een goede maatstaf vormen van de geneigd heic tot internationale financiëele samenwer-
king,
zijn
zelfs volgens de laatste opgave terugge-
loopen tot minder dan een vijfde -gedeelte van het be-
drag, waarop zij medio 1931 stonden. Een droevig beeld van achteruitgang na een aanvankelijk voor-
spoedige ontwikkeling.

liet bedrijf van de B.I.S. is ingevolge hare statu-ten gebonden aan den gouden en den goudwissel-
standaard. Zoolang de gouden standaard door de
overgroote meerderheid der landen buiten werking is
gesteld en het goudwisselstelsel, belichaamd in bui-
tenlandsch- deviezenbezit en saldi bij -de BIS., in
zijne toepassin’g tot een minimum is beperkt, ‘blijft
de Bank te Bazel, die immers geenerlei macht of
zeggenschap over de onderscheiden nationale banken heeft, tot inactiviteit gedoemd in afwachting van -den
tijd, dat de belangrijkste, thans van het -goud losge-

maakte valuta’s weder aan het edele metaal gebon-
den zullen zijn. In de huidi-ge omstandigheden is de

structuur van de B.I.S. niet meer bruikbaar; -den
werkkring van de Bank losmaken van het ‘goud wil
men niet; dus zal afwachten de boodschap moeten
blijven. –

Begrijpelijk is het dan ook, dat de President van de B.I.S., de heer Leon Fraser, in zijn laatste’ jaai-
verslag blijk geeft van een hevig verlangen naar hër-
stel van den gouden standaard in de voornaamste
landen der wereld. De President ziet in het herstel

van dezen standaard een noodzakelijke voorwaarde
voor de economische opleving op gezonden grondslag.
Eerst wanneer het goud weder in eere zal zijn her-
steld, zal men kunnen beginnen met de afbraak van
handelsbelemmeringen. Zoo lezen wij ‘b.v. op blz. 70
van het verslag het volgende:

,,Pour dèvelopper le commerce, pour favoriser les mou-
vements normaux de capitaux et la reprise économique du
monde, ii faut qu’un systènie monétaire reposant sur une
base fondamentale unique – l’or – fonctionne entre na-
tions. C’est alors seulement, ou au même moment, que
l’on pourra tenter, avec quelque cspoir de succès, un abais-
sement des barrières douanières, ainsi qu’une süppression
des contingentements et des défenses d’impo rtation.”

De President der B.I.S. gaat hier in zijn ijver bij
de verdediging van den gouden standaard zelfs nog
verder dan de Raad van Beheer der Bank, toen deze
op 11 Juli 1932 zijne bekende verklaring over de
voordeelen van den gouden standaard het licht deed
zien, en waarin ,,un degré raisonable de liberté -dans
le mouvement de marchandises” een voorwaarde werd
geacht, die vervuld moest
zijn,
voordat men met kans
op succes tot- herstel van het goud zou kunnen over-
gaan. Nu zijn de pogingen tot herstel van het goud
blijkens het verloop van de Londensche Conferentie
tot dusverre zonder -resultaat gebleven, doch Presi-
dent Fraser wijst op de mogelijkheid, dat juist. door
deze mislukking de behoefte aan een internationalen
standaard bijzonder
duidelijk
naarvoren is -gekomen
en dat dit wel eens een reden zou kunnen zijn- om opnieuw – met kracht te streven naar eene interna
tionale regeling van het geldvraagstuk: . – —

,,il n’est pas douteux que l’or redeviendra la base géné-
rale du système monétaire. La véritable questiou est de
savoir si l’adoption de mesures précises sera remise a
Plus tard, ou si, par Un effort commun, peut-être aussi
‘t
la suite des besoins manifestes révélés par l’échec de l’ef-
fort conmiii ii, on ne – tentera pas prochainement d’effectuer

30 Mei 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.

489

un règlement général des questions monôtaires et fivan-
cières, ouvrai.,t la voie
1
un rétablissesnent du systéme
i,,oitéta,ire et
9.
une reprise éconoiiiic1ue vôritable.”

Nu
rijzen
met betrekking tot dit standpunt ver-
schillende vragen, welke eensdeels cle mogelijkheid,
anderdeels cle wenschelijkheid van herstel van den
gouden standaard betreffen.

Wat het eerste punt betreft, zoo kan den President
der
B.I.S.
worden toegegeven, dat er met betrekking tot de voorwaarden van herstel van den gouden stan-
claard in het afgeloopen jaar het een eti ander ver-
hctercl is. Zoo is de goudproductie laatstelijk belang-
rijk toegenomen; deze vertoonde in de laatste jaren in vergelijking tot het vroegere recordjaar 1915 het
volgende beeld:
in duizenden ounces fijn.
1915 ……..22.594

1928 ……..19.583
1923 ……..17.786

1929 ……..19.585
1924 ……..19.050

1930 ……..20.750
1925 ……..19.031

1931 ……..22.206 1926 ……..19.369

1932 ……..24.226 1927 ……..19.446

1933 ………24.720

Activa (in 1000 Zw. frs. en

Kas en

Herdiscontabel_papier

tegoed bij Cali-gelden

en

Schatl.
Datum banken
5)

bankaccepten

papier

tot 3 to

Voorts zijn de goudreserves van 52 groote en klei-nere circulatiehanken en Regeeringen sinds 1 Januari
1933 per saldo eenigszins gestegen. Dit totaal toch
beliep op den zooeven genoemden datum 62.142 mii-
lioen Zwitsersche Francs en was op 31 Maart ji. ge-
stegen tot 63.877 millioen Zwitsersche Francs ).

Als gunstig feit kan verder nog worden vermeld de afneming van de internationale schulden, deels
door afbetaling, deels als gevolg van depreciatie van
vele geldeenheden. De internationale schulden van
de Europeesche landen en van de Ver. Staten he-
liepen:

einde des jaars

in milliarden Zw. Ets.

1930

70
1931

45
1932

39
1933

32

Van laatstgenoemd bedrag valt ongeveer 11 mii-
hard onder deviezenrestric’ti es, Stillh alte-Ahkommen

J)
Zie blz. 31 van het verslag.
in s/ van het balanstotaal).

Andere uitzettingen

.

Andere

Balans-
nd.

3-6 mnd.

6 mnd.-1 jaar

Activa

totaal
10001000

1

11
Zw. frs.I
10
Zw. Irs.

o

Zw.
10601

1000
I
s!
1

1000 1

1

1000
Zw.
frs. 010
J Zw. Irs.

° 1 Zw.
frs.

1

° 1
Zw.
fro.

1000
1
1000
I
s

1000

Zw.
fro.
0(0
Zw. frs.
! 0

Zw. frs.

30. VI.
5.120
0.5
23.046
2.1
239.295 22.0 261.352
24.1
486.943
44.9
6.352″ 6.3
– –
– –
1.612
0.1 1.085.721
IX.
5.560
0.3
68.858 4.0
203.708 12.0 100.845
5.9
946.801
55.7
153.956

9.1
25.211
2

1.5
185.769 10.9 9.7123
0.5 1.700.420
31.XII.
6.07610.4
74.814
4.7
319.592 20.3 177.170
11.2
653.030
41.4
145.269

9.2
153.790
9.7
37.069

2.4
11.325
0.7 1.578.134
1931
III.
7.239
0.4
186.281
9.8
471.424 24.8 138.103
7.3
850.694
44.7
12.788

0.7
184.782
9.7
1
37.870, 2.0
11.967
0.6,1.901.149
30. VI.
11.157
0.6
168.485
9.5
438.145 24.6 293.094
16.5
594.009
33.4
24.650

1.4
211.209
11.8
29
.5
27
1

1.6
10.143
0.6,1.780.419
30. IX.
9.089
0.7
127.074
10.0
359.449 28.2 161.386
12.7
396.830
31.2
164.275 12.9
33.828
2.6
10.712

0.8
10.975
0.9 1.273.618
31.XII.
15.399
1.5
143.082
13.8
356.350 34.2

95.950
9.2
240.849
23.1
164.328 15.8
12.246
1.2
833′ 0.1
11,794
1.1(1.040.831 1932
31.111.
14.212
1.3
74.385
6.6
473.560 42.0 136.738
12.1
380.814
33.8
35.852

3.2
789
4

0.1

9.661
0.9 1.126.011
30. VI.
17.933
1.6
51.637
4.6
453.672 40.9 177.402
16.0
328.515
29.6
47.616

4.3
25.587
2.3
– –
7.565
0.7 1.109.928
IX.
13.602
1.4
40.440
4.3
355.486 37.7127.634
13.5
323.174
34.4
73.551

7.8
1.920
0.2
-‘-
6.755
0.7

942.561
31.XII.
15.051
1.5
100.502
9.8
336.761 32.9 169.906
16.6
344.937
33.7
48.988

4.7 621
0.1
_-
7.029
0.7 1.023.796
1933
III.
11.396
1.2
52.543
5.6
275.172 29.2 257.461
27.4 270.888
28.8
58.782

6.3
6.456
0.7
– –
7.876
0.8

940.575
30. VI.
6.053
0.8
35.767
5.0
232.140 32.6 168.303
23.6
179.149
25.2
84.893 11.9 594
0.1
– –
5.500
0.8

712.397
IX.
45.913
6.9
14.311
2.1
218.486 32.6 139.861
20.9
164.420
‘24.5
76.943 11.5
7.784
1.2
-‘_
1.709 0.3

669.429
31.XIi.
10.263
1.6
19.680
3.0
181.891 27.8169.759
25.9
102:654
15.6
90.924 13.9
72.576
11.1
-)_
7.140
1.1

654.888
1934
III.
30.934
4.6
14.447
2.2
157.719 23.6 192.103
28.8
124.485
18.7
70.75610.6
68.014
10.2
– –
9.067
1.3

667.526
30. IV.
32.7884.91
11.7631
1.81160.986124.0
.
195.249
29.1
122.439
18.3
95.924 14.3 40.765
6.1
9.798
1.5

669.713
1)
Deze
post
omvat
alle
uitzettingen
van meer
dan
90 dagen.
2)
6-9 maanden;
langer
loopende posten
in de volgende
kolom. 3)
Waaronder
frs.
1.049.050,20
uitzettingen
voor
meer dan
2 jaar.
4)
In dezen
en in
de
volgende staten
alle
uitzettingen
met langeren
looptijd
dan
6 mnd.
5)
Sinds Sept. 1933
inclusief
goud, bij de B. T.
S. gedeponeerd
door centrale
banken.

Passi’a (in 1000
Zw.
frs. en
in

,
j,
van het balanstotaal).

Kapitaal
Reserves

Lang loopende_deposito’s
Dad. opvraagb. gelden en deposito’s t.6 mnd. Andere
Datum
(gestort)
Reparatie-
Duitsche
Frarische
Circ. banken
v.
Idem voor rek.
Andere
Passiva

annuïteiten
Reg.
Reg._
eig. rekening
van derden Deposanten
1000
Zw.frs.
0

1000
Zw.frs.
,,
1000
Zw.
t rs.
1000
Zw. 1
rs.

1000
Zw.frs.
,,

1000
Zw.
t rs.
0
o
1000
Zw.
t rs.
/0
1000
Zw. t rs.
0 1000
Zw.
trs.
10
1930
30.VI…..
102.500 9,4


151.231′
13,9
123.534
11,4


111.107
10,2
153.677
14,2
3.642 0,3
1.832
0,2
30.1X…..
102.500
6,0


154.332
9,1
79.916
4,7
68.716 4,0 534.608
31,5
749.75444,1
119

10.486
0,6
31.XII…..
102.875
6,5


154.354
9,8
77.177 4,9
68.668
4,4
804.056
40,9
350.048
22,2
8.922 0,6
12.033
0,8
1931
31.111.
103.188 5,4


154.874
8,2
77.437
4,1
68.880
3,6
811.807
42,7
653.175
.
34,4
14.021
i
;0,7
17.768
0,9 108.500
6,1
3.842
0,2 154.065
8,7
77.032
4,3
68.801
3,9
944.950
53,0
403.554
22,7
1.134 0,1
18.541
1,0
108.500
8,5
3.842 0,3
153.769
112,1
76.884
6,0
68.649
5,4
624.526
49,1.
213.742
16,8
3.510:0,2 20.196
1,6

1932
108.500
10,4
3.842 0,4
153.769
14,8
76.884
7,4
68.649
6,6
463.546
44,6
135.547
13,0
3.386 0,3 26.709
2,5

30.VI……
30.IX……
31.XII……

31.111.
108.500
9,6
3.842 0,4 153.623
13,6
76.811
6,8
68.649
6,1
608.185
54,0
68.154
6,1
7.823 0,7
30.425
2,7
125.000
11,3
9.387
0,9
153.769
13,9
76.884
6,9
68.649
6,2
606.636
54,6
30.379
2,7
6.0310,5
33.193
3,0
30.VI……
30.IX……
125.000
13,3
9.387
1,0
153.769
16,3
76.884
8,1
68.649
7,3
457.002
48,5 13.144
1,4
6.4370,7
32.289
3,4
31.XII……
125.000
12,2
9.387
0,9
153.769
15,0
76.884
7,5
68.649
6,7
531.137 51,9
13.711
1,4
6.335 0,6
38.925
3,8
1933
31.111.
125.000
13,3
9.387
1,0
153.640
16,3
76.820
8,2
68:481
7,3
.
451.727
48,0, 13.301 1,4
6.6150,7
35.603
3,8
125.000
17,6
13.706
1,9
152.899 21,5
76.449
10,7
53.792
7,6
222.660
31,2,
11.687
1,6
3.0440,4
53.160
7,5
125.000
18,7
13.706
2,0
154.622
23,1
77.311
11,5
44.824
6,7
184.805
2

27,6
11946
1,8
3.24705
53.966
8,1

30.VI……

125.000
19,1
13.706
2,1
154.481. 23,6 77.241
11,8
43.659
6,6
163.835
2

25,1
11.839
1,8
7830,1
64.344
9,8

30.IX……

1934
3i.XII……

31.111.
125.000
18,7
13.706
2,1
153.546
23,0
76.773
11,5
40.903
6,1
178.911
2

26,8 9.418
1,4
1.071
0,2
68.197 10,2
30.1V……
125.000
18,7
13.706
2,1
153.640
22,9
76.820
11,5
40.440
6,0180.044
2
26,8
9.335
1,4
1.0440,2
69.683 10,4
)
J3ovendien kont op de balans per 30
VI ’30 een pest
voor van 438 miljoen Zw,

Frs. wegens nog te
verdeelen
opbrengst van de 5Y
2
pOt. Duitsohe leening, de zgn. Young-leening. Op latere ‘bala.nsen zijn alle posten betr.
de int.ern. reparatieleeningen buiten beschouwing gelaten.
2)
Inclusief gouddépôts van centrale banken

490

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Mei 1934

en dergelijke regelingen, zoodat het vrije schuidbe-

drag wel zeer sterk is gedaald.
De vraag mag intusschen worden gesteld, of zich,
ondanks de groote schuidvermindering, in de inter-

nationale en in de binnenlandsche verhoudingen reeds
voldoende aanpassing heeft voltrokken om de. schul-
den dragelijk te maken in verband met de deflato-
rische daling van het prijsniveau. Wij meenen, dat

deze vraag nog steeds ontkennend beantwoord moet
worden en dat zich naast aanpassing van schulden,
hetzij door verlaging der nominale bedragen daarvan,

hetzij door reflatie van de geldcirculatie (mogelijk
ook door een combinatie van beiden), nog ecn enorme
loonaanpassing moet voltrekken, inzonderheid in de
landen met groote werkloosheid, terwijl voorts liet

aanpassingsproces van de Staatsfinanciën nog lang
niet tot een einde is gebracht. Vooral de Europeesche
goudlanden maken in dit opzicht geen fraai figuur;

wel daalt veelal de rentelast door conversietransac-
ties, maar de v66r de deflatie vastgestelde hoof’dsom
der schulden blijft intact; en de enorme omvang der
werkloosheid toont duidelijk, dat men met de loon-
aanpassing nog lang niet genoeg is gevorderd. Boven-
dien ondervinden de goudlanden het groote nadeel

van een relatieven achteruitgang op de internationale

markten.
Daarom wil het ons voorkomen, dat President Fra-
ser zich wel wat gemakkelijkvan •de zaak afmaakt,
wanneer hij zich b.v. met betrekking tot het schul-
denvraagstuk als volgt uit op blz. 72 van zijn verslag:

,,Le niveau des prix, qui est d’une importance primor-
diale dans la question des dettes, et qui est en même temps
un facteur essentiel du maintien d’un étaloii nionétaire
stable pour les échanges internes et extrieurs, atteint peu
peu son équilibre, á la suite d’ajustements interieurs
de chaque economie nationale et de l’application d’une
p0-
litique dite communment de df1ation, ou d’inflation, ou
parfois d’une applicati’on combinée de l’un et de l’autre
processus.”

Wanneer men onder den indruk van deze beschou-ivingen tot een ontijdig herstel van den gouden stan-
daard zou overgaan, zoo zou dat een groote fout zijn.
De bestaande wanverhouding tusschen goudlanden en
niet-goudianden zou dan bestendigd worden en deze

onevenwichtigheid zou terstond een bron van nieuwe
moeilijkheden vormen. Wil men terug naar een in-
ternationalen gouden standaard, dan zal dit in elk geval dienen te geschieden via devaluatie van het
geld in de goudianden.
Gesteld nu eens, dat men na verloop van tijd en
na de noodige aanpassing in de onderscheiden landen
inderdaad tot het goud zou terugkeeren, zou man
zich dan verzekerd mogen achten van een deugdelijk

geidstelsel? Ook hierop moet voorshands het ant-
woord ontkennend luiden en ook met betrekking tot
dit punt kunnen wij de opvattingen van President
Fraser niet deelen. Een internationale standaard toch

is slechts dan aantrekkelijk, wanneer deze aan het
geidwezen de noodige stabiliteit verschaft, d.w.z. wan-
neer inflatorische uitbreiding der geldcirculatie en
deflatorische geldcontractie worden voorkomen, al-
thans tot een minimum worden beperkt. Het ,,mana-
gement” van den gouden standaard in het verleden
heeft in dit opzicht zeer veel, zoo niet alles te wen-

schen gelaten. Internationale inflatie en deflatie heb-
ben elkander met toenemende heftigheid afgewisseld
en zullen slechts vermeden kunnen worden, wanneer
bij de eerste teekenen van eene beginnende inflatie
internationaal een straffe credieteontractie en in tij-
den van beginnende deflatie een effectieve crediet-
expansie gewaarborgd zijn. Internationale centralisa-
tie van het geldwezen is daarvoor noodig. Men zegt,
dat de tijden •daarvoor niet rijp zijn, en wij willen
het aannemen. Maar dan beteekent dit, dat de tijden voor een juist ,,management” van den gouden stan-
d..iard al evenmin zijn aangebroken en dat een land,

dat zijn geld aan het goud gebonden houdt of daar-

aan opnieuw verbindt, het risico loopt te worden mee-

gesleept in een proces van inflatie en deflatie, zooals
de wereld dat in de achter ons liggende jaren heeft
doorleefd, en waarvan vooral de defiatorische zijde
zoo ontwrichtend heeft gewerkt.
Van al deze gevaren zal men in het jaarverslag
van President Fraser weinig bespeuren.
Hij
meent,

dat de Resoluties, ter Conferentie van Londen opge-
steld met betrekking tot de toepassing van den gou-
den standaard, een voldoende leidraad vormen voor
de toekomst. Deze Resoluties echter behelzen geen
waarborg ten aanzien van de zooeven door ons ge-
noemde punten. Uit de vijfde Resolutie, welke Presi-dent Fraser ,,cl’une importance ‘primordiale” acht, en
wel omdat ,,elle marque un progrès défini en établis-
sant publiquement quelques-unes des règles essentiel-
les d’application de l’étalon-or”, halen wij het vol-
gende aan:

Le bon fonctionnement de l’dtalon-or exige, en pre-
mier lieu, que chaque Banque Centrale suive une politique
destinie
a
maintenir un équilibre fondamental de la ba-
lance des paiements de son pays. Les mouvements d’or
qui révèlent une insuffisance de cet lquilibre constituent
done un facteur essentiel pour la fixation de la politiquc
des Banques Centrales.
Aucune mesure ne doit être prise en temps normal
qui empêcherait les mouvements d’or – pour autant qu’ils
semblent avoir un caractère plus permanent – de faire
sentir leur influence
A
la bis dans le pays qui perd de l’or et dans celui qui en reçoit.
Etant donn& ainsi qu’il a été établi au paragraphe
1), que le bon fonctionnement de l’étalon-or exige en pre mier lieu que chaque Banque Centrale suive une politique
destinée
A
maintenir un équilibre fondamental de la ba-
lance des paienients de son pays, le pouvoir discrdtionnaire
de chaque Banque Centrale, pour rgler le fonctionnernent
de l’ctalou-or dans son propre pays, doit demeurer intan-
gibie. Les Banques Centrales doivent pourtant reconnaîtr
qu’en plus de leur tâche nationale, elles out également
it
remplir une tâche de caractère international. Leur but
devrait être de coordonner la politique suivie sur les dif-
férentes places pour contribuer au bon fonctionnement du système de l’étalon-or international.
,,De plus, pour autant que le permet leur situation pro.
pre, elles doivent s’efforcer d’adapter leur politique de
crédit
a
tout mouvernent tendant
5.
provoquer une modif i-
cation anormale de l’activité gnérale des affaires. line
expansiou de l’activité générale, d’une telle ampleur qu’elle
ne pourra évidemment pas être maintenue en permanence, doit amener les Banques Centrales
5.
prendre des mesures
dans le sens d’une restriction du crédit par les méthodes
que chacune d’elles estimera les plus appropriées, compte
tenu de la situation intérieure du pays. Inversement, un
fléchissement anormal de l’activité générale doit les
amener
5.
adopter une attitude plus libérale en matière de
crédit.

,,En suivant une telle politique, les Banques Centrales
auront fait ce qui est en leur pouvoir pour réduire les
fluctuations de l’activité éconornique et, par 1á méme, les
fluctuatious anormales du pouvoir d’achat de l’or.
En vuc d’arriver
5.
un accord snr l’interprétation
des éléntents qui déterminent la tendance des développe-
meuts généraux de l’activité Sconomiquc et de parvenir
5.
une politique commune, les Banques Centrales devront
toujours se cousulter, chique Banque Centrale, en cas de
divergence d’opinions, agissant selon son propre jugement de la situation. Le Banque des Règlernents Internationaux
constitue un organe essentiel pour l’action des Banques
Centrales dans le sens d’une conciliation des opinions di-
vergentes et pour de mutuels ëehanges de vues. Ce centre
doit continuer
5.
atre utilisé, dans toute la mesure du
possible, pour la réalisation des principes exposés dans la
présente note. Le Banque devra continuellement examiner
l’application des principes du fonctionnement de l’étalon-or et étudiei’ toutes les modifications
2
.1
ces principes que
l’expérience pourrait révéler désirables.”

De verandering in de hanteering van het geldwe-
zon, die hierin wordt voorgesteld, komt ons miniem

voor. Het overleg tusschen de bankleiders is natuur-
lijk zeer gewenscht, maar welken waarborg heeft men,
dat het werkelijk zal voeren tot de noodige coördina-
tie van de bankpolitiek der onderscheiden landen? De

33 Mei
1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

491

meeningsverschillen die zich in deze materie hebben
voorgedaan in de achter ons liggende jaren, geven weinig hoop op een betere toekomst, zoolang men
voor de politiek dier toekomst geen duidelijker crite-
ria weet vast te stellen dan de vaagheden van de
vijfde Londensche Resolutie.
Wanneer dan ook de verschillende niet-goudianden
t.z.t. tot het edele metaal zouden terugkeeren en met
de huidige goudlanden – al dan niet na devaluatie
bij deze laatsten – eene nieuwe goudgemeenschap
zouden vormen, zal men zich dienen te realiseeren,
dat er alsdan in het geldwezen principiëel niets ver-
anderd zal zijn. Nu is het lang niet onmogelijk, dat
de ,,goudwaan” inderdaad in afzienbaren tijd zal zege-
vieren. In die omstandigheden zal men zich moeten
gewennen aan de gedachte, dat het geld slechts in
schijn waardevastheid bezit en dat het wisselspel van
inflatie en deflatie opnieuw zal beginnen.

** *

Wij zullen thans niet nader ingaan op de verdere
beschouwingen in het verslag van Presi’den’t Fraser.
De behandeling van het vraagstuk van den gouden
standaard vormt daarvan verreweg het voornaamste onderdeel en het bedrijf van de Bank vertoont thans zoo weinig bijzonders, dat het nauwelijks de moeite
loont er bij stil te staan. G.
M. V. S.

PARADOXALE PRIJSONTWIKKELING OP DE

ZINKMARKT.

(Groote vraag, dalende voorraden, doch lage prizen.)

1-let metaal zink is op het oogenblik een interes-
sant geval voor degenen, die zich in wetenschappe-
lijk opzicht met internationale markt- en prijsvraag-stukken bezighouden. De toestand van deze grond-
stof is in het kort als volgt. De officiëele en gehei-
me militaire uitrustingen in vele landen, de maat-
regelen ter bevordering van het bouwbedrijf van
staatswege, het automobielwezen, het vliegwezen enz.
hebben tot een zeer sterke vraag naar zink voor de
vervaardiging van messing, van verzinkt blik en blik,
evenals van zinkverven (zinkwit en lithophone) ge-
leid. Dienovereenkomstig zijn de wereldvoorradeu in
den laatsten tijd zeer sterk gedaald. Zooals men weet,
bestaat er een internationaal Zinkkartel, waarbij
sedert de reorganisa’tie van 1 Maart 1931 practisch
alle belangrijke productielanden (behalve de Ver.
Staten) zijn aangesloten. Op laatstgenoemden datum
bedroegen de zinkvoorraden bij de kartelleden teza-
men niet minder dan 206.400 metrieke ton; einde
Januari 1933 beliepen zij 147.566 ton, einde April
van dit jaar zijn zij tot 108.295 ton gedaald. Vooral in

het begin van dit jaar zijn de voorraden sterk afge-
nomen:

Productie in tous Voorraden in tons
1934

Kartel Outsiders Kartel

Outsiders
Januari …….
58.569

61.488

133.896

139.892
Februari ……
53.359

56.167

128.814

134.207
Maart ……..
61.327

64.594

118.548

123.818
April ………
60.076

63.241

108.295

113.809

De daling van de voorraden komt niet alleen voor
rekening van •de kunstmatige beperking van de pro-

ductie door de kartelleden, een beperking, die thans
bedraagt 45 pOt. van de z.g.n. basisproductie, welke
bij de oprichting van het Kartel op 1.123.500 ton

werd bepaald. Verschillende bij het kartel aangeslo-
ten ondernemingen hebben echter meer geproduceerd
dan hun quotum, waardoor zij boete aan de ‘kartelkas
hebben moeten betalen, zooals bijv. de Royale Astu-

rienne des Mines e.a.
Hoe staat het evenwel met de prijsvorming? Wij
vestigden er reeds de aandacht op, dat dit punt zeer
interessant is. Het blijkt namelijk, dat de huidige
prijzen beneden het gemiddelde van 1933 liggen.
De gemiddelde zinkprjs te Londen bedroeg toen
£ 15.9/4′, de hoogste daarentegen niet minder dan

£ 18.11/3. Een overzicht van de Londensche koersno-
teeringen doet echter zien, dat thans, nu het ver-
bruik veel grooter is dan in 1933 en de voorraden
lager, de wereldprijs lager is!
i)

Dit verschijnsel heeft zoowel een theoretischen als
een practischen kant. In de eerste plaats is zink
sedert de invoering van de preferentiëele rechten
voor het Britsche wereldrjk volgens het verdrag van
Ottawa (evenals lood o.a.) in Engeland aan een in-
voerrecht van 10 pOt. ad
valorem onderworpen. De
Londensche metaalbeurs is nu echter de eigenlijke
clearingplaats voor alle metalen der wereld met
eenige beperking echter ten aanzien vin die der
Ver. Staten. De zinkprijs te Londen vormt evenwel
ook voor de Ver. Staten een beslissenden factor.
Ten einde de wereldbeteekenis voor de Londensche
metaalbeurs te behouden, is thans sedert Ottawa bij
de dageljksche noteering voor dadelijk en op drie
maanden leverbaar zink, zooals vanzelf spreekt, een verschil voor Britsch en vreemd zink gemaakt, want
het laatste is aan ‘de betaling van een invoerrecht on-
derhevig. De 10 pCt. invoerrechten komen echter voor
rekening van den
icooper.

Hierdoor ontstaat, zooals vanzelf spreekt, een tech-
nische bemoeiljking van den beurshandel op een
goederengebied, waarop Londen op bijna souvereine
wijze toonaangevend is. Er ontstaat echter steeds
weder een ,,contango”, d.w.z. een agio (report) voor
levering op termijn of m.a.w.: het direct leverbare
metaal is in verhouding goedkooper en wel omdat
de koopers vaak weigeren, in Londen goederen af te
nemen, welke
zij
in zekere gevallen in het buitenland
zonder invoerrecht van 10 pOt. krijgen.

Het in het buitenland vagabondeerende metaal
oefent dus invloed uit op de markt voor directe leve-
ring. Daar het echter om velerlei soorten en merken
zink gaat, welke de zinkverwerkende industriëeleu
juist noodig hebben en welke natuurlijk slechts op
een centrale markt als Londen gemakkelijk te krijgen
zijn, ontstaan weder complicaties, zoodat veel zink
in de Engelsche pakhuizen wordt opgestapeld en
wegens het niet betaalde invoerrecht als ,,bonded
ware” moeilijk verkoopbaar is.

Op deze wijze ontstaat de paradoxale toestand, dat
de producenten in de geheele wereld ter bevrediging
van een reëele vraag meer produceeren dan zij wil-
len, doch zoodra zij trachten hun prijzen met het oog
op deze grootere vraag te verhoogen, komen de voor-
raden uit de Engelsche pakhuizen weder te voor-
schijn, omdat de betaling van een invoerrecht op
oudere goedkoopere
partijen
1ij een hoogeren prijs
mogelijk wordt. Dit heeft weder tengevolge, dat er
een blijvende druk op de Londensche zinkmarkt

wordt uitgeoefend en de
prijzen
niet kunnen stij-

gen, voordat de opgeslagen onzichtbare hoeveelheden
te voorschijn
zijn
gekomen.

Men ziet •hier aan een eenvoudig voorbeeld, hoe
protectionisme en in den handel heerscheude opvat-
tingen, ondanks alle technische voorzorgsmaatregelen,
met elkaar in botsing komen.

Doch ook practische redenen kunnen voor de
eigenaardige houding van de zinkmarkt worden aan-
gevoerd. Het internationale zinkkartel moet namelijk
einde Juli 1934 worden verlengd. Binnen het kartel
bestaat van oudsher veel verschil van meening, dat
steeds weder overbrugd werd. Inzonderheid, hebben juist de producenten van in hoofdzaak electrolytisch
zink (in tegenstelling tot het ruwe zink, dat in smel-
terjen uit zinkerts wordt ‘verkregen) t.w. Australie, Canada en Rhodesia, voorts ook Noorwegen (waar namelijk de Belgische Royale Asturienne belangen
heeft), een gedevalueerde valuta; zij kunnen der-
halve gemakkelijker met de goudlanden, België en
Polen, concurreeren, terwijl anderzijds de neg niet

i) Men zie ook de noteeringen op goudbasis in de prijs-
statistiek in dit weekblad.

492

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Mei 1934

gebruikte uitvoercapaciteit van Amerika met zijn
gedevalueercie munt een voortdurende bedreiging
vormt. Men moet namelijk weten, dat de productie-
quota’s van de kartelleden wel werden vastgesteld,
echter niet hun individueele prijspolitiek, welke em

ieder volgens de eischen van de markt voert.

Voorts baart de autarkische politiek van Duitsch-
land geleidelijk zorg. In Maagdenburg wordt een
door het Duitsche Rijk gesubsidiëerde groote zink-
electrolyse niet een voorloopige capaciteit van 40.000
ton opgericht. Het staat vrijwel vast, dat Duitsch-
land niet alleen het quotavraagstuk opnieuw in Brus-
sel ter sprake zal brengen, zoodra deze fabriek vol-
tooid is, doch het wil ook ter bevordering van zijn
eigen zinkertsmijnbouw invoerrechten gaan heffen. Na-
tuurlijk moet dit punt in Berlijn nog grondig wor-
•den onderzocht, teneinde niet de huidige dringende behoefte aan zink nog verder in te krimpen. Zoowel
van de zijde van Duitschland als van de overige kar-telleden kan men verrassingen verwachten. Vandaar
de huidige onzekerheid omtrent de verlenging van
het Brusselsche kartel na Juli; deze onzekerheid
oefent, zooals begrijpelijk, geen gunstigen invloed uit

0
1)
de prijsvorming.
])r. J. R.

DE DOLLAR, HET GOUD EN DE GULDEN

Dr. G. 0. A. van Dorp schrijft ons:

Reeds in Juni en in October 1933 wezen Prof. Dr.
G. M. Verrijn Stuart en ondergeteekende er in dit
blad op dat, wanneer de Ver. Staten hun geld weder
aan het goud mochten verbinden, en daarbij de waar-de van den Dollar te laag zouden stellen, hieruit voor
ons land (en de andere landen van het goudblok)
groote gevaren konden voortvloeien.

Men kon dan verwachten, afvloeiing van het goud
naar de Ver. Staten, verhooging van de bankrente
hier te lande, inkrimping van credieten en deposito’s,
verdere deflatie, stijging van de waarde van den
Gulden, daling van ons •groothandelsprjsniveau: in
één woord verergering van de crisis.

Inmiddels is het binden van den Dollar aan het
goud een feit geworden. Is dit op de juiste waarde
geschied, in overeenstemming met de waarde van dè
valuta der goudlanden? Zoo goed als zeker neen! Het
is alsof de Ver. Staten, bij het ‘binden van den Dol.
lar aan het goud, geanticipeerd hebben op eene in-
flatie, welke zij nog door wilden maken. Op dat
oogenblik toch scheen de koopkracht van den Dollar
tegenover het goud niet in overeenstemming met
zijn verdere koopkracht tegenover de goederen.

Immers volgens de Survey of Ourrent Business
stond de Amerikaansche index van groohandelsprj-
zen in Febr. 1933 op 59.8, in Febr. 1934 op 73.6. De
waarde van den Dollar was dus volgens ‘dezen index,
in dien tijd, gedaald in verhouding van 73.6 : 59.8.
Was dus de Gulden in dien tijd
gelijk
in waarde ge-
bleven, dan zou de Dollar slechts van ongeveer
f
2.47
op ongeveer
f
2.— gedaald rijn.

De Gulden was evenwel niet constant in waarde
gebleven, er was volgens den index van groothandels-
prijzen van het Centraal Bureau v. d. Statistiek eene prijsstijging der goederen of eene waardedaling van
den Gulden geweest van ongeveer 8 pOt. Dus zou de
Dollar in werkelijke waarde niet tot
f
2 maar tot
ongeveer
f
2.16 gedaald zijn. Immers de interna-
tionale waardeverhouding van Gulden en Dollar moet
gemeten worden in groothandelsprijzen van goederen
(en diensten).

Nu stellen evenwel de Ver. Staten den Dollar be-
schikbaar voor ongeveer
f
1.47 in goud in plaats van
voor
f
2.16. Zij verkoopen dus, mits in gou.d betaald,
hun Dollars en via die Dollars, hun goederen en
diensten (vrachten enz.) veel te goedkoop. Dit moet

eene groote afvloeiing van •goud uit andere landen
tengevolge hebben.
Deze goudafvloeiing is ook gekomen (niet alleen
uit Europa maar ook uit Eng.-Indië) vermoedelijk in
te snel tempo, sneller dan goederen voor Dollars door
het buitenland uit de Ver. Staten gekocht werden,
zoodat op bepaalde oogen’blikken de Dollar zelfs
onder goudpariteit noteerde.
:Door welke oorzaken kan deze goudafvloeiing
weder tot staan komen? In de eerste plaats is het mogelijk, dat door verdere
inflatie, die in het bijzonder een gevolg kan zijn van
den goudstroom, de waarde van den Dollar tegenover
de goederen zoozeer daalt, dat het niet meer loont
Dollars voor goud te koopen. Dat hangt geheel af
van de ontwikkeling der economische en monetaire
verhoudingen in de Ver. Staten, in ‘het bijzonder van
hun bankpolitiek, en staat vrijwel buiten onzen in-
vloed.

Meer in onze macht liggen de volgende maatregelen
om deze goudafvloeiing te beheerschen.
Wij kunnen door banktechnische maatregelen de
koopkracht van den Gulden zoozeer doen stijgen,
dat men in Nederland met het goud even voordeelig
koopt als in de Ver. Staten. Gaan wij dezen weg, dan dalen dus de groothaudelsprjzen bij ons verder. Deze
waren, zooals reeds gezegd, sinds de Ver. Staten het
goud hadden losgelaten, in Nederlandsche Guldens
met ongeveer 8 pCt. gestegen. Daarvan scheen reeds
een gunstige invloed een weinig merkbaar te worden.
Deze banktechnische maatregelen bestaan van ouds in
verhooging van rente; sinds eenigen tijd bij ons te
lande schijnbaar meer in discriminatie bij het geven
van credieten.

Wij kunnen terstond devalueeren, zoodat de
goudwaarde van Gulden en Dollar onderling weder
in overeenstemming komt met hun goederenwaarde. Wij kunnen den gouden standaard loslaten. Dan
kunnen wij onafhankelijk van de waarde van het goud
de waarde van onzen Gulden regelen, zooals Enge-
land en Scandinavië dat reeds sinds Sept. 1931 niet zonder succes, gedaan hebben (met nog eenigszins
groote schommelingen in het groothandelsprjspeil, maar groote stahiliteit der kosten van levensonder-
houd).

Welken weg volgen wij het ‘beste? Als wij wachten
op de inflatie van den Dollar, laten wij voorloopig de
Amerikaansche bedrijven in het genot van een ver
kapte uitvoerpremie, ook naar ons land. Dan koo-
pen wij met ons goud zeer goedkoop op de Amen-
kaansche markt (of stellen anderen in de gelegenheid,
dat ook via ons goud te doen). Daarmede desorgani-
seeren wij vermoedelijk ons eigen bedrijfsleven ver-der en het is de vraag wat zwaarder wegen moet, het voordeel van den goedkoopen aankoop of het nadeel
van de desorganisatie van ons bedrijfsleven. Reeds
nu schijnen de Nederlandsche cacaoboterfabrikanten

de Amerikanen als concurrenten te ontmoeten op de markten buiten de Ver. Staten, waar de Amerikanen
vroeger nooit kwamen, terwijl op de Europeesche
markt zeer goedkoope offerten komen van Amen-
kaansche chemikaliën, die daar vroeger niet concur-
reeren konden. (Is het mogelijk, dat de ongunstige
berichten uit de Zaanstreek in de N. Rott. Ot. van
Zaterdag 5 Mei, Ochtendblad 0 2de kolom bovenaan,
mede met deze zaak in verband staan en reeds een
gevolg van haar zijn?).

Zal roo tenslotte ons goud afgevloeid rijn, aleer de
Dollar voldoende geïnfieerd is, dan zullen wij, zoo
wij het niet reeds eerder deden, toch tot de in onze
macht liggende maatregelen over moeten gaan.
Kiezen wij dan de eerste van de door mij ‘genoemde
maa
t
rege
1
en
, dan neemt de crisis steeds scherpere
vormen aan. Dan wordt de aanpassing van bonen,
salarissen, belastingen enz. aan onze verlaagde groot-
handelspnijzen steeds moeilijker, dan komen alle debi-
teuren als l’iypotheekboeren en met hypotheek belaste

30 Mei 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

493

huiseigenaren steeds meer in de moeilijkheden met
alle gevolgen •van dien.
Het schijnt dat reeds eenige stappen op dozen weg
gezet zijn, zoowel in Frankrijk als bij ons. Ginds ver-
hoogde de Banque de France reeds haar disconto en
schijnen de deposito’s sterk af te nemen. Ook hier
liepen disconto en prolongatierente vrij aanmerkelk
op. Intussclaen kan het zeer lanrg duren aleer wij 6f
dezen weg opgedreven worden 6± andere maatregelen
nemen moeten. Het heeft van 1926 tot 1929 geduurd
aleer de te lage waarde, waarop Poincaré den Franc
aan het goud verbond, in de andere ‘goudianden begon
door te werken. Het doorwerken van de gevolgen van
de ,,stabilisatie” van den Dollar kan nu bovendien
nog veel langzamer gaan, daar inmiddels – door
protectie en contingenteering – de wereldhandel nog
veel meer aan banden is gelegd.
Het kan dan ook geen verwondering baren, wan-

neer in België het disconto nog verlaagd kon worden
en daar plannen gemaakt worden voor ,,goedkoop
geld” en uitbreiding der credieten. Inmiddels mag
men zich afvragen waar dit in the long run op uit
zal loopen. Hierbij mag niet vergeten worden, dat in
België, wat nog geenszins een duurte-eiland is, aan-passing van bonen, schulden enz. vermoedelijk heel
wat minder moeite zal kosten dan bij ons.
Volgen
wij
den tweeden weg,- dan blijven wij aan
het goud gebonden, zij het op een eenigszins ander
niveau. Dan blijven wij gebonden aan de monetaire
manipulaties der Ver. Staten; maken met hen ver-
dere inflatie of deflatie of devaluatie mede, al naar
zij den weg wijzen.
Volgen wij den derden weg, laten wij den gouden
standaard los, dan zijn wij bevrj’d van de manipulaties
der Ver. Staten en moeten de waarde van ons geld
zelf regelen. Dan missen wij als kompas daarbij het
goud, maar dat kompas is sinds 1914 dol geslagen.
Met het goud heeft men eerst eene inflatie (in de
Ver. Staten) beleefd tot op 221 pOt., vervolgens eene
deflatie tot op ongeveer 70 pOt.
Verlaten wij het goud, dan missen wij de vaste wis-
selkoersen op de weinige overgebleven goudlanden
(nu schijnbaar met de Ver. Staten vermeerderd,
schijnbaar ook in zeker opzicht met China), maar
kunnen eventueel vaste wisselkoersen zoeken met het
Engelsdhe imperium.

Dan ook betalen wij onze schulden niet langer in
dezelfde hoeveelheid goud, als waarop zij aangegaan
zijn. Dat wordt door velen bij ons te lande aan dief-
stal gelijkgesteld. Is dat juist? Waarom is het ons
menschen te doen? Om goud of om ‘goederen? Wij
betalen elkander hier te lande in het dagelijksche
leven immers nooit in goud. Het is den gewonen
burger zelfs vrijwel onmogelijk voor
zijn
.bankpapier
goud te ontvangen en zoo zijne schulden in goud te
betalen. Dat deert ons evenwel niet zoo wij slechts
bij het afwikkelen onzer schulden of vorderingen de
prijzen van de goederen, die daartoe verkocht moeten
worden, of daarna gekocht zullen worden, zoo min
mogelijk zien veranderen. Dit was de laatste jaren in
Engeland beter het geval dan bij ons te lande. Is

het niet aan woeker gelijk te stellen, wanneer de
schuldeischer bij het eindigen zijner schuldverhou-ding in goederen’waarde het dubbele terugontvangt
van wat die schuidvordering bij het aangaan waard
was? Dat is bij ons gebeurd tusschen 1929 en nu!
Daardoor zijn alle schuldenaars: hypotheekboeren,
huizeubouwers op cred’iet enz. in de klem geraakt.
Het is niet billijk, dat weduwen en weezen en
gepensionneerden door het ruwe ingrijpen der Ver.
Staten, die cle goudwaarde van den Dollar bijna hal-
voerden; crisiswinsten maken. Gering zal ook :hun
voordeel zijn, wanneer straks door dat
ingrijpen,
de
crisis verergert, en ons ruilverkeer steeds erger ont-
wricht wordt, de werkloosheid verergert, wanneer
faillissement op faillissement volgt, obligatiehouders
hun bezit zien wegsmelten, wanneer onvermijdelijk als
gevolg van de algemeene wanhoop, nationaal-socialis-
tische of communistische woelingen volgen, wanneer
als gevolg van de verergering van de crisis, leger en
vloot verder afgebroken worden, en ons land een ge-
makkelijke prooi wordt voor buitenlandsche machten.
Om dit alles te voorkomen is loslaten van het goud
en banktechnische regeling van ons prijsniveau ten
zeerste noodig. Het algemeen ‘belang eischt dat op
het oogenblik meer dan ooit.

AANTEEKENINGEN.

Bevordering van de Nederlandsche Industrie door
middel van credietverleening.

De heer 0. J. P. Zaalberg, voorzitter van de com-
missie van het Werkf’onds 1934, heeft dezer dagen in
de eerste vergadering van deze commissie een belang-
rijke rede gehouden over de ‘besteding van de
f
60
millioen, die de Regeering voor werkverruiming be-
schikbaar heeft gesteld. In de Memorie van Antwoord
tot het betreffende wetsontwerp was reeds medege-
deeld, dat het Werkfonds n’iet alleen ‘zou strekken
voor werken, behoorende tot het terrein van den Mi-nister van Waterstaat.
Uit ‘de interessante rede van den heer Zaalberg valt
intusschen af te leiden, dat niet in de eerste plaats
aan de uitvoering van openbare werken wordt ge-
d’acht, doch dat bovenal directe hulp aan de indus-
trie op den voorgrond staat, vooral door middel van
credietverleenin.g voor uitbreiding of moderniseering
van bestaande en voor ‘het oprichten van nieuwe be-
‘drijven. Wie er van overtuigd is, dat Nederland zich
in de toekomst meer in in’dustriëele richting zal moe-
ten ontwikkelen, kan deze politiek niet anders dan
toejuichen.
Met het oog op het groote belang van dit vraagstuk
laten wij hier ‘de rede van den heer Zaalberg in ‘haar
geheel volgen.

Taak van het Werk fonds.
Het onderdeel der werkzaamheden van het Werkfonds
1934, dat tot de taak der iudustriëele commissie behoort,
betreft economische vraagstukken, die van het grootste
belang zijn voor de toekomstige welvaart van Nederland.
De regeering heeft dan ook steeds sterker nadruk ge-
legd op het streven, om met de gelden, die uit den 60-
millioenpost beschikbaar komen, de economische kracht
van het bedrijfsleven te versterken, ook door het recht-
streeksch opwekken van industriëele activiteit.
Is het in rustiger tijden al een taak, die groote kennis
en inzicht vereischt, te beoordeelen waar en hoe kapitaal
vruchtdragend in industriëele ondernemingen benut kan
worden, thans voegt zich daarbij de groote onzekerheid
van de afzetmogelijkheid der producten, ook al zouden die
01)
de wereldmarkt op de beste en goedkoopste wijze in
bestaande behoeften voorzien.
De ongewoon groote moeilijkheid van dit vraagstuk mag
echter niet leiden tot het ontwijken daarvan, want de vol-
strekte noodzaak voor onze volkswelvaart, om een steeds
grooter gedeelte der totale arbeidskracht in de nijverheid
een loonende bezigheid te geven, wordt nog vergroot, nu
de uitvoerniogelijkheid voor onze landbouw-, tuinbouw- en
zuivelproducten in een noodlottige mate beperkt wordt.

Nederlandsche industrie voornamelijk gefinancierd zon-
der hulp van de banken.
Gaan wij na, hoe de in de laatste halve eeuw zich sterk
ontwikkelde Nederlandsche nijverheid gefinancierd is, dan
treft ons de overwegende plaats, die daarbij de eigenaar-
fabrikant, de familievennootschap, de vennootschap onder
firma inneemt. Zelfs van de grootste industriëele onder-
nemingen zijn er thans nog vele in Twente, in de Zaan-streek, in Tilburg en evenzeer buiten deze typische cen-
tra, waarvan kapitaal en leiding in één of enkele han-
den zijn gebleven. Ook van de allergrootste ondernemin-
gen, die geleidelijk zijn overgegaan tot het investeeren van vreemd kapitaal, is de grondlegging en groeikracht te dan-
ken aan het initiatief en de energie van enkelen. Ook
iii cle Necle ri andsche koopvaardij is datzelfde verschijnsel
domineerend. Dci ken wij aan namen als Juigens en Van
den Bergh, Wilton en de vele Smitten, van Berkel en
Lips,
Spanjaard en van Gelder, Ruys, Goudriaan en Vinke,
Philips en Stork, W. A. Schotten en de Regouts en vele
anderen.

494

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

,

30 Mei 1934

De rol, die de banken in ons land als bemiddelaar tus-schen industrie en kapitaalmarkt hebben vervuld, is voor
hen nooit de hoofdzaak geweest. Wellicht is het daaraan te
wijten, dat er veel critiek is geoefend op de zwakke outil-
lage der banken in industriëele richting en ook, dat lang
is uitgebleven de neiging van het publiek, om zijn geld
in Nederlandsche industriëele ondernemingen te beleggen.

Groote moeilijkheden voor het verkrijgen van nieuw
kapitaal.
Wat hiervan ook zij en hoe talrijk ook de ondernemingen
thans zijn, die nog kapitaal genoeg hebben, doch geen
gelegenheid, om het rendabel te maken, voor het be-
nutten van nieuwe mogelijkheden en voor het steunen van
onmisbare bedrijven is nieuw kapitaal noodig. De onzekere
perspectieven maken de credietbanken thans even terug
houdend als zij iii de opleving na den oorlog vrijgevig
waren. Dit is, wat de voorzichtigheid betreft, niet als een
verwijt bedoeld. Bij het beslissen over een industriëel ere-
diet heeft de bankier de dubbele taak van de bevordering
der industrie en de ontwikkeling van vertrouwen bij den
beleggingzoeker.
Het aandeel van de overheid in de kapitaalverstrekking
der industriëele ondernemingen is in de verschillende lan-
den en de verschillende tijdpeiken zeer uiteenloopend. Dat
de overheid zich in het algemeen onthoudt van de ban-
kiei-staak, kan niet anders dan bijdragen tot de gezond-
heid der industrie, w’ant als het particulier kapitaal zijn
taak en zijn belang goed beseft, zoekt het slechts emplooi
in ondernemingen, die door haar financiëel succes blijk
geven tot de nuttige producenten te behooi-en en onthoudt
het de noodige bedragen daaraan ook niet. Het is dan ook een natuurlijk gevolg van de omstandig-heid, dat rendeerende bedrijven in den regel niet vergeefs
op de geldmarkt vragen, dat de overheidshulp aan parti-
culiere ondernemingen niet steeds op schitterende gevolgen
mag bogen. Ook de Nederlandsche overheden hebben wel om bijzondere, vaak, gewichtige redenen geld uit de alge-
meene kas aan industrie en scheepvaart geleend en vaak
geen vreugde van de uitkomst beleefd. Het noemen van
voorbeelden hiervan laat ik liever achterwege.
Van geheel anderen aard zijn de bemoeiingen der over-
lieid als exploitante van of deelhebster in monopolistische
bedrijven. 1-her is het algemeen belang bij een goede voor-
ziening in noodzakelijke levensbehoeften en verkeersmid-
delen het eenig motief, al ontaardt zoo’n bedrijf van ,,pu-
blic utility” wel eens in een belastingzuigpomp. Naast de zeer ondergeschikte rol, w’elke de overheid als
bankier voor particuliere ondernemingen gespeeld heeft en
waaraan in economisch rustige tijden geen behoefte be-
staat en geen eer te behalen is, staan haar prestaties bij
de oprichting van enkele zeer groote bedrijven, zôd groot,
dat niet voldoende particulier kapitaal bijeen te brengen
was. Ik denk hier als voorbeelden uit later tijd aan de
Staatsmijnen, aan de Kon. Ned. Hoogovens en Staalf a-
brieken.
Vragen wij ons af, of de ontwikkeling der industrie
thans kan w’orden overgelaten aan de winstvooruitzichten
van het particulier kapitaal, dan vinden wij in de erva-
ringen uit onze industriëele ontwikkelingsperiode en in
den nood van het heden tal van aanwijzingen, dat wat
voorheen overbodig of schadelijk was, thans onmisbaar en
nuttig kan zijn. Daarbij valt echter niet uit het oog te
verliezen, dat het oneindig veel moeilijker is, om thans
de kans van slagen te berekenen dan in tijden van regel-
matigen bedrijfsgang.
Eenerzijds de stijgende behoefte aan industriëele werk-
gelegenheid als gevolg van de toeneming der bevolking en
de inkrimping van tal van oude bedrijven, anderzijds de
weinige bereidheid van het ineengeschrompelde particu-

liere kapitaal om zich te wagen op onveilige wegen,
maken, dat thans overheidshulp noodzakelijk en heilzaam
is, waar zij voorheen achterwege behoorde te blijven.

Financiering van de industrie thans een taak van de
Overheid.

De overheid kan niet rustig aanzien, dat de gelegen-
heid, om nieue bronnen van welvaart aan te boren of
bestaande voor opdroging te behoeden, ongebruikt blijft,
omdat zij, die over het onmisbare kapitaal beschikken,
verplicht zijn uitsluitend op de winstkansen te letten en
daarom wachten tot die tot zekerheid gegroeid zijn, terwijl
juist in den tusschentijd het bedrijfsleven verder uitgeput
raakt en de arbeidskrachten’ in waarde dalen en niet ver-
verscht worden.
Het zijn thans niet alleen de bloedelooze en slap geleide
bedrijven, noch de overtollige of uitgeleefde, die door
credietnood dreigen onder te gaan. Bij vele is alleen tijd
en geld noodig, om zich, wat product of inwendige orga-
nisatie of marktbewerking betreft, aan te passen bij de
sterk gewijzigde omstandigheden.
Daarnaast is het reeds van het grootste belang, dat in
dezen tijd van volslagen onzekerheid over de richting, die
op den duur de industrie zal moeten inslaan, nog een zoo
groot mogelijk deel ervan aan het werk blijft, teneinde
direct de werkloosheid te beperken. Ook daarvoor zijn de
60 millioen bestemd.
Hoofddoel van ons zoeken moet zijn versterking van
het bedrijfsleven in Nederland; dus alleen zulke bedrijven
mogen onze belangstelling krijgen en behouden, waarvan met reden verwacht mag worden, dat zij zonder blijvende
hulp loonend zullen werken. Hoofdvoorwaarde moet daar-
bij zijn, dat alles, wat tot stand gebracht wordt de be-
treffende bedrijven en vat daarmede verband houdt, zoo
snel mogelijk leidt tot aanpassing hij de onontwijkbare
werkelijkheid, die de wereldgebeurtenissen ons opleggen.

Aanwending van het kapitaal.

Wanneer wij in het licht van de voorgaande beschou-
wingen nagaan, vat het Werkfonds 1934 te doen vindt
op industriëe
l terrein, dan zien wij daar de volgende ru-
brieken van hulpverleening ter verruiming van verkge-
legenheid nu en vooral in de toekomst.
De stichting van nieuwe .bedrjven al of niet verbonden
aan bestaande ondernemiigen, vooral die bedrijven, welke als basis voor verderverwerkende industrieën deze sterker
maken tegen’over de buitevlandsche leveranoiers van grond-
stoffen en andere bedrijfsbenoodigdheden. Geldelijke hulp voor moderniseering of uitbreiding van
bestaande bedrijven, om aan nieuwe eischen te voldoen,
w’aarvoor kapitaalsuitbreiding
01)
normale wijze tijdelijk
onmogelijk is.
Toeslag voor exportorders, zoolang het kostenpeil in
Nederland nog ver uitsteekt boven dat in concurreerende
landen.
Uitvoering van die openbare en andere werken, die in
ruime mate werk geven in industriëele bedrijven met
groote werkloosheid.
Bevordering van gelijkmatige uitgifte van omvangrijke
orders, bijv. door tijdelijke credietverstrekking.
Directe of’ indirecte hypotheekhulp voor den bouw van
rendabele of noodige schepen.
In de laatste plaats en slechts bij hooge uitzondering
en dringende noodzaak het verleenen van credieten, als de
bank of andere particuliere credietgever zich terugtrekt.

Politiek, welke zal worden gevolgd.

Van al deze rubrieken vinden wij reeds voorbeelden in
de tot ons gekomen’ aanvragen en het is de taak onzer
commissie, om na te gaan, welke algemeene lijn bij de gel-

AANVOEREN
in
tone van 1000 KO.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

Artikelen
21-26 Mei
Sedert
Overeenk.
21-26 Mei
Sedert
Overeenk.
1934
1933
1934
1Jan. 1934
tijdvak 1933
1934
1Jan. 1934
tijdvak 1933

11.666
521.669 489.420 400
20.409
11.870
542.078 501.290
5.9
43
203.218
181.441
12757
2.506
215.975
183.947
Tarwe

……………….

272
9.931 10.765


25
9.931
10.790
Rogge

……………….
Boekweit ……………….
24.527
402.218
439.851
-2.015
98.058 92.665
500.276 532.516
2.354 160.154
130.819
683
26.237
16.233 186.391
147.052
784 62.855
74.766

1.853 1.922
64.708
76.688

Maïs ………………..

3.864
109.971
113.150
3.136
118.796
139.934 228.767
253.084

Gerst

………………
Haver

………………..

620 40.757
27.610
’25
40.782 27.610
Lijnzaad

……………
Lijnkoek

……………
430
7.925
8.885
7
1.203
3.417 9.128 12.302
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten
597
23.822
24.227
195
2.657
4.193
26.479 28.420

30 Mei 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

495

deljke hulp aan de industrie behoort te worden gevolgd
en hoe de als juist aanvaarde beginselen op ieder geval
behooren te worden toegepast.
Bij de driehonderd zooveel plannen en aanvragen, die
het bestuur reeds bereikten, zijn slechts enkele tientallen,
die in de industrie-sfeer liggen. Voor een deel is alleen
die geldnoocl in het spel, doch thans in epidemische fre-
quentie, die in normale tijden voorafgaat aan de opheffing
van die bedrijven, die door voortdurend verlies blijk geven
hun taak niet meer op economisch nuttige wijze te vervul-
len, althans niet meer zoo goed als de frisscher of sterker concurrent. Thans zal het moeilijker zijn uit te maken, of
ongunstige bedrijfsresultaten tot opheffing moeten leiden.
Andere aanvragen zijn meer door phantasie ontstaan
dan door werkelijkheidsbesef en eerbied voor de millioenen
van anderen.
Naast een w’eloverwogen selectie uit al deze vogels van
diverse pluimage staat hetgeen het Werkfonds 1934 aan
initiatief zal ontwikkelen.
Wij zullen daarbij wellicht geweld aandoen aan door
langdurige ervaring gevestigde principes en opvattingen.
Laten die ons tot groote voorzichtigheid manen, doch laten
wij in den ongewoon hevigen bestaansstrijd het ,,vivent
les principes” niet tot bondgenoot maken van de van bui-
ten op ons bedrijfsleven vernielend inwerkende krachten.

Uit het bovenstaande blijkt wel, •dat de Commissie
haar taak serieus opvat en dat het niet in haar voor-
nemen ligt de beschikbare
f 60
millioen uit te geven met het voornaamste doel een groot aantal arbeiders
gedurende een bepaalden tijd werk te verschaffen.
Gelukkig is onze Regeering van een dergelijke werk-
verruimingspolitiek afkeerig. Het bedrag van
f 60
millioen zal zoo productief mogelijk worden aange-wend en vooral dienstbaar gemaakt worden voor de
verbetering en uitbreiding van het industriëele pro-
‘ductiè-apparaat.
De moeilijkheden bij het voeren van een dergelijke
politiek zullen buitengewoon groet zijn. Niet alleen
in de eerste plaats
bij
het beantwoorden van de vraag,
of bepaalde bedrijven in stand moeten worden ge-
houden, maar vooral ook bij het nemen van ‘beslis-
singen over de oprichting van nieuwe industrieën.
Immers, het is te verwachten, dat hierbij ook de han-
delspolitieke uitrusting van ‘de Regeering, die in ‘den
laatsten tijd nog vergroot is, zal worden ingeschakeld.
Met het oog op het groote risico van industriëele ere-
dietverleening, zou het aanbeveling verdienen, indien
vooral gelet zou worden op bes.taansmogeljkheden van
klein- en middenbedrijf. Het spreekt vanzelf, dat
zulks niet altijd mogelijk is, maar in elk geval zal
toch wel een behoorlijke risicoverdeeling op den voor-
grond moeten staan. De vraag rijst, of men zich in Nederland voldoende
heeft voorbereid voor de taak, die de Commissie
wacht, wat het oprichtei van nieuwe industrieën be-
treft. Het Economisch Technologisch Instituut in
Limburg verricht op ‘dit gebied ‘thans pionierswerk,
maar het zou zeker aanbeveling verdienen, indien het
vraagstuk van industriëele research ook door andere instanties met kracht ter hand zou worden genomen.
v. d. V.

Koffievernietigini in Brazilië.

Van den Nationalen Koffie-Raad in Brazilië is
bericht ontvangen; dat in de eerste helft van deze
maand werden vernietigd
471.000
balen, zoodat de
totale vernietiging sedert het begin in Januari
1931
tot 15 Mei
1934
bedraagt
27.281.000
balen.
Rotterdam,
29
Mei
1934.

MAANDCIJFERS.
GIRO-OMZET
BiJ DE NEDERLANDSOHE BANK.
April 1934

.fl

April 1933

Posten
1

Bedrag
11
Posten

Bedrag

Rek.houders 59.543 fl.442.666.000 45.497
f
1.172.071.000
Door 11.-bank
plaatselijk

45.523 ,,1.203.733.000 33.473

954.957.000
Voldoening
Rijlsbelast.

1.009 ,,

10.390.000

953 ,,

8.898.000

STATISTIEKEN.
BANKDISCONTO’S.
Dhic Wissels
24195ept.’33
ed
Lissabon

•… 54
8Dec.’33

BkeLBifln.Efi.3
19Sept.’33.
1Vrsch.
Londen ……
23OJuni’32
in R.C.3
19Sept.’33
Madrid ……
6 26 Oct.’32
Athene ……….
7

14Oct.’33
N.-YorkF.R.B.
11
1
Feb.’34
Batavia ……….
44i6Aug.’33
Oslo

……..
3422Mei’33
Belgrado

……..
7 9
Febr.
’34
Parijs

……
3

8Feb.’34
Berlijn

……….
4
22 Sept.’32
Praag

……
3*25
Jan.’33
Boekarest……..
6

5Apr.’33
Pretoria

….
3415Mei ’33
Brussel ……….
3

26Apr.’34
Rome……..
3

11Dec.’33
Budapest ……..
44
17 Oct. ’32
Stockholm
.. 24
1 Dec.’33
Calcutta

……..
34
16Feb.’33
Tokio

.
..
.
3.65

2 Jeu ’33
Dantzig

……..
3

6 Mei ’33
Weenen ……
5
23Mrt.’33
Helsingfors ……
44
20 Dec.’33
Warschau….
5
26 Oct. ’33
Kopenhagen
24

1Dec.’33
Zwits. Nat. Bk. 2
22 Jan.’31
OPEN MARKT.

1934 1933
1932
1914

26Mei
22/26
14/19
7112
22/27
23128
20/24
Mei Mei Mei Mei Mei
Juli

Am3terdam
Partic.disc.
2
5116
15/_1/

1
118.
1
14
1
1
14.
3
/8
2
1
1-3
1
12.
13
116
3
1
I8-1i6
Prolong.
1
1 1
l’12
2
1
211
4314

Londen
Daggeld.
.
1-1 3
14-1
‘/a-I ‘(,..I
1
/4
1
1
j2_1
1
12
1
3
14-2
Partic.dlsc.
7
18_
15
1,8
7/
s
_/,
s

7/s_15/i&

715_151
j5

7/35_113 1116.114
4114.314
Berlijn
Daggeld…
4_511
4

4.511
4

4.51142)
45
1
14
4
1
14_5
1
13
5115618

Maandgeld
4/2-6
41/,_6
41/
3
.53/
42
41j
2
_5’J/
4

41/,6
5-7

Part, disc.
3/
37/
4

37/
s
2)
37/8
37J
47/
8

2
1
/g-
1
j,
Warenw…
4..4’/
4..4l/
4114 2)
411
4

4
2
12
5
-1
12

Ne., York
Daggeld
1)
1
1
3)
1
1
1
21/33/4
1
8
J4′-2ij,
Partic.dlsc.
11
4

11
4
11
4

11
4

31
4

1

Koers van 25Mei en daaraan voorafgaande weken tjm. Vrijdag.
Koers van 14118 Mei.
3)
Koers van 21 25Mei.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

Do o
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel Batavla
York)
) ) ) )
1)

22 Mei

1934
1.47
7.5011
2

58.06
9.73e
34.464
10021
8

23

,,

1934
1.47′
7.49
58.-
9.74
34.49
10021
8

24

,,

1934
1.47
5
18
7.49k
57.98
9.731
34.48
100’I
25

,,

1934
1.475
7.50%,
57.94
9.731
34.49
10021
8

26

,,

1934
1.47
7.51k
57.97
9.73e
34.49
100s1 28

,,

1934
1.475/
8

7.50(
57.71
9.735
34.51
100l/
Laagste d.w’)
1.465/
4

7.48
57.90
9.73
34.421
100
Hoogste d.w’)
1.48 7.52
58.20
9.74
34.524
10031.

Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.592
100

D ata
Zwit-
serland
Weenen
Praag
Boeka-

Milaan
Madrid
1.1
rest’)
,)
•*.)

22 Mej

1934
47.97

6.15
1.48
12.53
20.17
23

,,

1934
47.94

6.15
1.475
12.54
20.174
24

,,

1934
47.96

6.15
148
12.544
20.184
25

,,

1934
47.97w

6.15
1.48
12.54
20.19
26

1934
47.97

6.15
1.48


28

,,

1934
47.97

6.15
1.48
12.531

20.18
Laagste d.w
1
)
47.90

6.10
1.45
12.50
20.05
Hoogste d.wl)
48.02
28.-
6.174
1.50
12.60
20.25
Muntpariteit
48.003
1

35.007
1

7.371 1.488
13.094
48.52

Data
Stock-
1

Kopen-
Oslo
SI
1-fel-
Buenos-
Mon-
,’wlm
*)
hagen)
/
Aires
1)
1

treal
1)

22 Mei

1934
38.70
33.50
37.70
3.33
34s,
1.47j
23

,,

1934
38.70
33.55 37.75
3.33
3451
1.47k
24

,,

1934
38.70 33.50 37.70
3.33
3451
8

1.4784
25

,,

1934
38.75 33.55 37.75
3.33
3451
8

1.47(
26

,,

1934
38.75 33.55
37.75
3.33
343%
1.473i 28

,,

1934
38.724
33.55
37.75
3.33
34(
1.48
Laagste d.wl)
38.40
33.20 37.40 3.30
34
1.47
Hoogste d.w
1
)
38.95 33.80 37.95 3.35
35
1.48
‘/
Muntpariteit
66.671
66.671
66.671 6.266
955
2.4878
9
Noteering te
Amsterdam.
9
Not, te
Rotterdam.
1
1
Part.
ongave.
In
‘t
iste of 2de No. van iedere maand komt een ovi’zicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

Da t
Londen
($
per
£)
Parijs
($ p.
IOOfr.)
Berlijn
($ p. 100
Mk.)
Amsterdam
(8 p. 100
gld.)

22 Mei

1934
5,10k
6,62j
39,53
67,98
23

,,

1934
5,0834
6,61y
4
39,46
67,94
24

,,

1934
5,093/
8

6,61
39,43
67,90
25

,,

1934 5,09
6,60k
39,36
67,86
26

,,

1934 5,09
6,604
39,17
67,82
28

,,

1934 5.09
6.60k
39,25
67,81

29 Mei

1933
3,987/
s

4,72k
27,824
48,47
Muntpariteit..
4,86
3,9011
8

23.81y
4
4031

STATISTISCH OVERZICH

GRANEN
EN ZADEN
TUTINBOUWARTIKELEN
VLEESCH

TARWE
R000E
MAIS
GERST
LIJNZAAD
(Loosduinen)
RUND-
VLEESCH
VARKENS-
80 K.G. La
Plata loco
74 K.G. Bahia
La Plata
64/65 K.G.
La Plata
La Plata
BLOEM-

KASKOM-

SALADE
(versch)
VLEESCH
(versch)
Rotterdam! Amsterdam
Blanca loco
R’damlA’dam
loco
R’damlA’dam loco Rotter –
damlA’dam

loco
R’damlA’dam
KOOL

KOMMERS
Ie soort le soort

Ie soort
Gem.v.3 kw.
per 100 KO.
per 100 KG.
per tOO K.G.
per 100 K.G.
per 2000 K.G.
per 20001(0.
per 1960 K.G.
100 St.
5)

P. 100 St. 5)

p. 100 Krop
Rotterdam
Rotterdam
2)
3)

fi.
°Jo
fi.
0
1
,
0
t).
0
10
1
T
51
t).
1
10
ƒ
0
10
0
10
T
/
0
10
1925
17,20
100.0 13,07
6

100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0


1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
1196,75

83,4
360,50
77,9


1927
14,75
85,8
12,475
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50 78,4





1928 13,475
78,3
13,15
100.6
226,00
97,7
1228,50
96,8
363,00
78,5
26,47
100,0
23,08
100,0
5,83
100,0
93, 100,-
77,50
100,-
1929
12,25
71,2
10,875
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6 26,32
99,4
23,83
103,3
7,60
130,3
96,40
103,7
93,125
120,2
1930
9,67
5

56,3
6,22
5

47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00 77,0

16,32
61,7
18,28
79,2
3,51
60,2
108, 116,1
72,90
94,1
1931
5,55
32,3
4.55
34,8 84,50 36,5
107,25
45,4
187,00
40,4

—-

18,49
69,9
16,89
73,2
4,33 74,3
88,
94,6
48,-
61,9
1932-
5,22
5

30,4
4,62
6

35,4 77,25 33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
16,71
63,1 11,87
51,4
3,57
61,2
61,
65,6
37,50
48,4
1933
5,016
29,2
3,54
27,1
68,50
29,6
70,00
30,0
148,00
32,0
14,47
54,7
9,96
43,2
1,86
31,9
52,
55,9
49,50
63,9

lan.

1932
5,05
29,4
5,07
6

38,8 71,25 30,8
114,00
48,3
142,50
30,8
70,-
‘75,3
40,-
51,6
ebr.
5,30
30,8
5,075 38,8 74,00 32,0
108,50
46,0
142,25
30,8
68,-
73,1
34,-
43,9
Maart

,,
5,525
32,1
5,80
44,4
86,75
37,5
118,00
50,0
143,25
31,0
67,-
72,0
32,-
41,3
April

,,
– 5,65
32,7
6,225 47,6 88,75 38,3
124,50
52,8
135,25
29,2 20,38 77,0
15,06
65,3
5,27
90,4
63,-
67,7
28,-
36,1
Mei
5,60
32,6 5,30
40,5 78,00
33,7
116,00
49,2
130,25
28,2
13,03
49,2
14,78
64,0
3,71
63,6

67,7
26,-
33,5
uni

,,
5,225
30,4
4,15
31,7
80,75
34,9
105,75
44,8
128,75
27,8
5,76
25,0
1,73
29,7
67,-

———

72,0
34,-
43,9
Jui
4,90
28,5
4,-
30,6 78,75
34,0
100,25
‘42,5
129,75
28,1

68,8
35,50

45,8
Aug.
5,20
30,2
4,076
31,2
77,50
33,5
98,25
41,6
133,00
28,8
62,-
66,7
40,50
52,2
Sept.,,
5,475
31,8
4,20
32,1
78,50
33,9 88,50
37,5
150,75
32,6
55,
59,1
42,50
54,8
Oct.,,
5,25
30,5 3,92
5

30,0
74,50
32,2
79,50
33,7
138,25
29,9

——-

51,-
54,8

56,8
Nov.,,
4,90
28,5
3,90
29,8
71,25
30,8
79,00
33,5
135,25
29,2
53,-
57,0
46,-
59,4
Dec.
4,72
5

27,5
3,80
29,1
66,25
28,6
75,25
31,9
135,00
29,2

——
———-

—————————-
—-

53,-
57,0

46,-
59,4

Jan.

1933
4,95
28,8 3,75
28,7
73,00
31,5
‘75,95
31,9
13650
29,5
50,50

54,3
44,75
57,7
Febr.,,
4,775
27,8

3,70
28,3
71,00
30,7.
74,75
31,7 130,25 28,2.
49,25 53,0

58,1
Maart

,,
5,05
29,4
3,82
5

29,3
73,50
31,7
76,25
32,3
130,50
28,2
46,50
50,0
46,–
59,4
April

,,
5,15
29,9 3,75
28,7
72,75
31,4
71,25
30,2
129,50
28,0
14,62
55,2
13,59

—–








—–









—-








58,9
3,27
56,1
49,50 53,2
48,25
62,3
Mei
5,40
31,4
3,775

28,9
70,50
30,5
73,25
31,0
146,75
31,7
14,32
54,1
10,74
46,5
1,51
25,9
52,25 56,2
49,-
63,2
Juni

,,
5,25
30,5
3,55
27,2
66,00
28,5
75,75
32,1
163,25
35,3
5,56
24,1 0,81
13,9
51,25
55,1
48.-
61,9
Juli
5,82
5

33,9 3,85
29,4
64,25
27,8 78,00
33,1
176,25
38,1
49,25
53,0
.

4850
62,6
Aug.
5,30
30,8 3,55
27,2 61,25 26,5
6775
28,7
161,50
34,9



—-










—-








49,-
52,7
4925
63,5
Sept.
4,95
28,8
3,475

26,6 61:00 26,3
65′,25
27,6
159,00
34,4

————–


—-








50,25 54,0
54,-
69,7
Oct.

,,
4,40
25,6
3,-
22,9
60,25 26,0 63,50
27,0
141,25
30,5


























—-









56,25
60,5
54,25
70,0
Nov.

,,
4,55
26,5
2,95
22,6
74,50
32,2 60,00
25,4
147,25
31,8



—-









59,50 64,0
54,375 70,2
Dec.

,,
4,57
26,6
3,30
25,3
73,50
31,7
59,25
25,1
154,50
33,4













60,75
65,3 53,50
69.0

Jan.

1934
4,75
27,6
3,10
23,7
.65,25 28,2
58,00
24,6
144,25
31,2
-.






























—-











62,50 67,2
5375
69,4
Febr.
3,40
19,8
.

2,77
5

21,2
65,25
28,2 58,50
24,8
133,00
28,8



—-








63,-
67,7 53:
50

69,0
Maart
3,25
18,9
2,72
5

20,8
70,75
30,6
58,75
24,9
132,00
28,5

—————-

61,75 66,4 50,50
65,2
April

,,
3,20
18,6
2,70
20,7
70,50 30,5
56,75
24,0
136,50
29,5
17,03
64,3
12,20
52,9
4,61 79,1
63,50
68,3
49,12
5

63,4
7 Mei
3,20
18,6
2,80
21,4 67,50
29,2
62,00
26,3
150,50
32,5
1425
53,8
16,83



—-



——

72,9



—-



—–

3,23
55,4
64,-s)
68,8
48,50
6
)
62,6
14

,,

,,
3,35
19,5
2,85
21,8 62,00
26,8
62,50
26,5
153,00
33,1
12’375
46,8
10,53

45,6
1,97
33,9
66,-
7
)
71,0
48,507) 62,6
22

,,

»
3,30
19,2
2,90 22,2
58,00
25,1
61,50
26,1
154,50
33,4
1350
51,0
966
41,9
1,70
29,2
65,-s)
69,9
47,_8)
(0,6
28

,

,,
3,40
19,8
2,90 22,2
60,00
25,9
65,50
27,8
159,50
34,5
10,97
41,4
7,76
33,6
1,47
25.2
68,-
9
)
73,1
46,-)
59,4
1) Men zie voor de toelichting op dezen staat de nos. van 8, 15 Aug. 1928, 25 Febr. 1931 en 15 Febr. 1933.
2)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No.2. van Jan. 1931 to
16 Dec. 1929 tot 26 Mei 1930 7415 K.G. Hongaarsche vanaf 26Mei 1930 tot 23 MeI 1932 74 K.G. Zuld-Russische; van 23 Mei 1932 tot 2Oct. 1933 No. 2 Canada.
4)
To
Canada.Van 19 Sept.’32 tot 24 Juli ’33 62163 K.G. Z.-Russ.
5)
De jaargemiddelden zijn berekend uit de gemiddelde prijzen van April, Mei en juni van het betreffend

Vervolg STATISTISCH OVERZICH

MINERALEN

.
TEXTIELGOEDEREN DIVERSEN

STEENKOLEN
Westtaalsche(
PETROLEUM
BENZINE KATOEN
WOL WOL
gekamde
KOE- KALK-
Hollandsche
Mid. Contin.
Cr’ide Gulf exp

gekarn e
Australische,
HUIDEN
SALPETER
Middling
locoprijzen
F. G. F.
Sakella-
0. F. No. 1
bunkerkolen,
onezeefd t.o.b.
33 tim 33.90
64166
0

$cts. per
AustralisFh
,

erin,
rJ
CrossbredColo-
nial Carded,
Gaaf, open
kop
Gid. per
100 KG.
R damjA’dam
5. g.
per

arre
U.S. gallon New-York
rides
uOmra
Liverpool

OCO e

1), °

P r

.
50’s Av. loco
57-61 pnd.
netto
per 1000 K.G.
per Ib.
Liverpool
Bradford per lb.

f1.
°Jo
$
01
0

$cts.
%
$ cts.
Olo
pence
0/’

pence
0
/o
pence
0J
pence
0
(o
€1.
01
f1.
0
10
1925
10,80
100,0
1.68
100,0 14,86
100,-
23,25
100,0
29,27 100,-
9,35
100,- 55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926
17,90 165,7 1.89 112,5 13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5 6,30
67,4 47,25
85,9
24,75
83,9
28,46
82,0
11,61
96,8
1927
11,25
104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3 7,27
77,8 48,50
88,2
26,50
89,8
40,43
116,5 11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4
9,98
67,2 20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4 51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40
105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2 6,59
70,5
39,-
70,9
25,25
85,6
32,25 92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7
8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0 3,92
41,9 26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04
33,9
8,60
37,0
7,33 25,0
3,08
33,0 21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1 0.81
48,2
4,50
30,3
6,45
27,7
5,21
17,8
3,))
33,3
16,00
29,1
8,50 28,8
11,15
32,1
6,15
51,3
1933
7,00
64,8
0.45
26,8
3,61
24,3
6,75
29,0
5,13
17,5
2,78
29,7
19,25
35,0
9,50
32,2
13,26
38,2 6,18
51,5

Jan.

1932
8,25
76,3
0.71
42,3
5,25
35,3
6,65
28,6
5,09
17,4
3,38
36,2
16,50
30,0 9,00 30,5
11,63
33,5
7,10
59,2
‘Febr.,,
8,25
76,3
0.71
42,3 4,925
33,1
6,90
29,7
5,31
18,1
3,51
37,6
16,25
29,5
9,00 30,5
11,75
33,9
7,25 60,4
Maart

,,
8,35
77,3
0.71
42,3
4,62
5

31,1
6,90
29,7
5,37
18,3
3,30
35,3
16,50
30,0
8,75
29,7
10,25
29,5
7,40 61,7
April

,,
8,65
80,1
0.86 51,2
4,34
29,2
6,25
26,9
5,08
17,4
3,08
33,0
16,50
30,0
9,00
30,5 9,25
26,7
7,40 61,7
Mei
8,30
76,9
0.86 51,2
‘4,25
28,6
5,80
24,9
4,57
15,6
2,76
29,5
15,75
28,6 8,25 28,0 8,88
25,6
7,40 61,7
Juni
8,25
76,3
0.86
51,2
4,25
28,6
5,25
22,6
4,44
15,2
2.55
27,3
15,25
27,7
7,75 26,3
9,-
25,9

7,40 61,7
Juli
8,10
75,0
0.86 51,2
4,25
28,6
5,80
24,9
4,97
17,0
2,77
29,6
16,00
29,1
8,50 28,8 9,75
28,1


Aug.,,
7,80 72,2
0.86
51,2
4,30
28,9
7,35
31,6
5,71 19,5
3,33 35,6
15,75
28,6 8,25 28,0

34,6
5,70
47,5
Sept.
7,75
.71,8
0.86
51,2
4,375

29,4
7,75
33,3
6,37
21,8
3,64 38,9
16,75
30,5
8,75
29,7
13,75
39,6
5,90 49,2
Oct.,,
7,65
70,8
0.86
51,2
4,45 29,9 6,50 28,0
5,68
19,4
3,16
33,8
15,75
28,6
8.50
28,
8

40,3
6,-
50,0
Nov.,,
7,40
68,5
0.86
51,2
4,60
31,0
6,15 26,5
5,16
17,6
3,-
32,1
15,25
27,7
8,25
28,0

34,6
6,10
50,8
Dec.
7,25
67,1
0.745
44,3
4,435

29,8 5,95
25,6
4,73
16,2
2,80 30,0
15,25
27,7
8,00
27,1
11,50
33,1
6,20
51,7

Jan.

1933
7,05
65,3
0.53
31,5 4,16
28,0
6,15 26,5
5,13
17,5
2,95
31,6
15,75
28,6 8,25
28,0
11,50
33,1
6,30 52,6
Pebr.,,
7,20
66,7 0.38
22,6
3,97 26,7
6,10
26,2 4,98
17,0
2,78
29,7
15,50
28,2 8,25
28,0
10,38
29,9
6,40 53,3
Maart

,,
7,25 67,1
0.38
22,6 3,87
6

26,1
6,40 27,5 4,97
17,0
2,77
29,6
15,25
27,7 7,75 26,3
10,75
31,0
6,40
53,3
April

,,
7,25
67,1
0.37
22,0
3,67
24,7
6,65 28,6
5,18
17,7
2,68
28,7
15,75
28,6 7,75 26,3
11,25
32,4
6,40
53,3
Mei
7,15
66,2 0.23
6

14,0
2,95
19,9
7,30 31,4
5,60
19,1
3,07 32,8
17,00
30,9 8,25
28,0
12,25
35,3
6,40
53,3
Juni
7,15
66,2
0.25
6

15,2
3,02
20,3 7,85 33,8
5,85
20,0
3,25
34,8
18,50
33,6 9,00 30,5
15,75
45,4
6,40
53,3
Juli

7,05
65,3 0.4
1

24,4 3,33 22,4
7,60


32,7
5,76
19,7
3,20 34,2 20,75
37,7
9,75
33,1
16,-
46,
1

6,40
53,3
Aug.

»
6,95
64,4
0.37
22,0
3,37 22,7
6,90
29,7
5,39
18,4
‘2,91
31,1
20,75
37,7
9,75
33,1
14,75
42,5
5,80
48,3
Sept.
6,85
63,4
052
31,0
3,50 23,6
6,60
28,4
4,70
16,1
2,54
27,2
21,50
39,1
10,50
35,6
15,13
44,1
5,85
48,8
Oct.


6,60
61,1
0.66
39,3
4,04
27,2
6,40 27,5
4,55
15,5
2,48
26,5 20,75
37,7
10,75
36,4
14,50
41,8
5,90
49,2
Nov.


6,75
62,5
0.66
39,3
3,72 25,0
6,25
26,9
4,63
15,8
2,39
25,6 23,75
43,2
12,00
40,7
13,38
38,6
5,95
49,6
Dec.

»
6,95 64,4
0.67
39,9 3,75
25,2
6,50 28,0
4,89
16,7
2,38
25,5 25,00
45,5
13,25
44,9
.13,50,
38,9
6,-
50,0

Jan.

1934
6,65 61,6
0.66
39,3 3,74 25,2
7,10 30,5
5,47
18,7
2,59
27,7
27,00
49,1


14,75
50,0

37,5
6,15
.51,3
Febr.
6,30
58,3
0.64
38,1
3,25 21,9
7,50
32,3
5,64
19,3
2,68
28,7 23,75
43,2
12,75
43,2

37,5
6,20
51,7
Maart

»
6,25
57,9
0.63
37,5 3,05
20,5
7,40
31,8
5,50
18,8
2,76
29,5
23,25
42,3
11,75
39,8
12,50
36,0
6,25
52,1
April
6,30
58,3
0.62 36,9
2,795
18,8
6,95
29,9
5,37
18,3
2,50
26,7
23,00
41,8
11,50
39,0
12,-
34,6
6,30
52,6
7 Mei

»
625
57,9
0.62 36,9 2,88
2
)
19,4
6,75
29,0
5,05
8
)
17,3
2,29
6
)
24,5 22,50
9
)
40,9
11,259)
38,1 11,75
13

33,9
6,30
52,6
14

,,

,,
6,25
57,9
0.62
36,9
2,88
3
)
19,4
6,75
29,0
5,26
7
)
18,0
2,46
7
)
26,3
21,75
10
)
39,5
10,75
10
)
36,4
)2,-
14
34,6
6,30 52,6
22

,,
6,20
57,4
0.62
36,9 2,88
4
)
19,4
6,80
29,2
5,90
8
)
17,8
2,50°)
26,7
21,
00
11)

38,2
10,25
11
)
34,7
6,30
52,6
28
.
»

,,
6,20
57,4 1 0.62
36,9
3,88
5
)
19,4
6,85
29,5

20,50
12
)
37,3
10,25″)
34,7
6,30
1

52,6
1)
Jaar- en maandgem. atger. op ‘(s pence.
2)
4Mei. 3)11 Mei.
4
)18 Mei. )25 Mei.
6)
2 Mei.
7)
9 Mei.
6
)16 Mei.
0)
3 Mei.
10)
10 Mei.
U)
17 Mei.
13)
24Mei.
11)-)
Mei:
14)
22 Me

VAN GROOTHANDELSPRIJZEN
1)

ZUIVEL EN EIEREN
METALEN

BOTER
o1j

KAAS
Edammer
EIEREN
KOPER LOOD
TIN
IJZER
Cleveland GIETERIJ-
ZINK
GOUD ZILVER per K.G.
Leeuwar-
. .

.
Alkmaar
Fabrieks-
Gem. not.
Eiermijn
Standaard
Locoprijzen
Locoprijzen
Londen
locoprijzen
Foundry
IJZER
(Lux III) p.
Locoprijzen
Londen cash Londen
casli
Londen per
derCbrnm.
isis
Zuivel-
kaas Roermond Londen
per Eng. ton
Londen per
Eng., ton
No. 3 fo.b.
Middlesb.
Eng. t. f.o.b.
per
per ounce
Standard
Noteering
Centr.

kI. mlmerk
p. 100 St.
per Eng. ton
perEng.ton
Antwerpen
Eng.ton
line
Ounce
per5OK.G.

°lO
II.
fj
01
II.
010
£
ij
110
£
01
Sh.
•••
•j’
of,
0
10
sh.
0/
0

oence
0
10
1925
2,31
100,0

56,-
100,0
9,18
100,0
62.116
100,0
36.816
100,0
261.171-
100,0
73/-
100,0
671-
100,-
36.316 100,-
8516
100,-
32
1
/
100,0
1926
1,98
85,7

43,15
77,1
8,15
88,8
58.11-
93,5
31.116
85,3
290.1716.
111,1
8616
118,5
6818
102,5 34.216
94,3
851-
99,5
2
8
U
h6
89,3
1927
2,03
87,9

43,30 77,3
7,96
86,7 55.141-
89,7
24.4!-
66,4
290.4/-1
110,8
73/-
100,0
6416
96,3
28.101-
78,8
851-
99,5
2614
83,3
1928
2,11
91,3

48,05 85,8
7,99
87,0
63.161-
102,8
21.11-
57,8
227.51-,’
86,8
661-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
851-
99,5
261/
1
6
81,1
1929
2,05
88,7

45,40
811
8,11
88,3
75.141-
121,9
23.51-
63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
6819
102,6
24.1716
68,8
851-
99,5
24
7
118
76,2
1930
1,66
71,9

3845

687
672
73,2
54.131-
88,0
18.116
49,5
142.51-
54,3
671-
91,8
5916
88,8
16.171-
45,6
851-
99,5
1711/
18

554
1931
1,34
58,0

31,30 56,9
535
58,3
36.51-
58,4
12.11- 33,1
110.11-
42,0
551-
75,8
4716
70,9
11.1016
31,9
9215
108,2
13
3
1s
41,6
1932
0,94 40,7

22,70 40,5
4,14
45,1
22.171-
36,8
8.121-
23,6
972/-
37,1
421-
57,5
37/-
55,2
9.I6-
27,1
118/-
138,0
127/8
40,1
1933
0,61
26,4
0,96
20,20
36,1 3,71
40,4
22.216
35,6
7.1716
21,6
131.18!-
50,1
411-
56,2
351-
52,2
10.1216
29,4
12417
1
14
145,8
12
3
/8
38,5

Jan.

’32
116
50,2

25,75 45,0
4,71
51,3
27.1416
44,7
10.141-
29,4
98.181-
37,8
41,6
56,8
421-
62,7
10.616
28,5
12013
140,7
137(
43,2
Febr. ,,
134
58,0

27,75
49,6
3,79
41,3 26.41-
42,2
10.51-
28,1
99.216
37,9
41:6
56,8
401
59,7
10.
27,6
11916
139,9
14
43,6
M rt.

,,
0,98
42,4

23,65 42,2
3,42
0
37,3
24.18!-
40,1
9.91- 25,9
96.61-
36,8
441-
60,3
40/-
59,7
9.111-
26,4
1141-
133,5
I314
42,8
Apr.

,,
0,99
42,9

19,60
35,0
2,77
5
30,2
23.81-
37,7
8.1616
24,2 84.15/6, 32,4
451-
61,6
3716
56,0
9.21-
25,2
11013
129,0
13
1
(
40,9
Mei

,,
0,82
35,5

19,65
35,1
2,88
31,4
21.61-

.
34,3
8-/-
22,0 89.1316, 34,2
441-
60,3
37/6
56,0 9.91-
26,1
11219
132,0
12
5
18
39,3
Juni

,,
III
48,1

24,25
43,3
3,08
33,5
20.12/6
33,2
7.51-
19,9
84.91-
32,3
44!-
60,3
3716
56,0
8.131-
23,9
11316
132,7
12
5
18
39,3
Juli

,,
096
41,6
0,45
19,55
34,9 3,125
34,0
19.216
30,8
7.316
19,7
90.1716
34,7
4216
58,2
371-
55,2
8.616
23,0
116/-
135,7
12
3
/
38,5
Aug.

,,
0,76
32,9 0,58
17,90
32,0
3,72
40,6
22.416
35,8
7.1716
21,6
101-/-

‘,
38,6
421-
57,5
36/6
54,5
9.1316
26,7
11816
138,6
12
3
/36
39,9
Sept. ,,
0,84
36,4
0,65
19,70
35,2
4,64
50,5
25.81- 40,9
9.1016
26,1 109.916
41,8
421-
57,5
351-
52,2
11.21-
30,7
11819
138,8
13
40,5
0ct.


0,82
35,5 0,73
25,50
45,5
5,73
62,4
22.516
35,9
8.71-
22,9
105.1316,
40,4
411-
56,2
3416
51,5
10.816
28,8
12116
142,1
12
1
1
38,9
Nov.

,,
0,81 35,1
0,78
26,50
47,3 6,65
72,4
21.191-
35,4
8.4/6
22,6
104.716
39,9 401- 54,8
3416
51,5
10.81-
28,7
12510
147,2
12
5
116
38,3
Dec.

,,
0,73
31,6
0,85 22,55 40,3 5,125 55,7
19.1216
31,6
7.9/6
20,5
100.1016
38,4
391-
53,4
3416
51,5
10.7/-
28,6
12519
147,2
11
1
/2
35,8

Jan.

’33
0,73
31,6
0,89 21,75 38,8
4,27
46,7
19.171-
32,0
1.81-
20,3
100.116
38,1 4016
55,5
3416
51,5
9.191-
27,5
12218
143,5
llulin
36,4
1
7
ebr.
0,65
28,1 0,91
20,60 36,8
4,35
47,4
20.31-
32,5
7.71-
20,2
104.716
39,9
431-
58,9 341-
50,7
9.151- 27,0
12015
140,8
11
15
116
37,2
Mrt.

,,
0,53
22,9
0,99
19,40
34,6
2;80
30,5
20.-16
32,3
7.101-
20,6
104.1813
40,1
431-
58,9
3417

51,6
10.71-
28,6
12015
140,8
12
1
/i6
38,7
Apr.

,,
0,54
23,4
1,-
18,55
33,1
2,075 22,6
20.1116
33,1
7.1216
20,9
109.171-
42,0
431-
58,9
3516
53,0
10.816
28,8
12011
140,4
12
13
/
39,9
Mei
0,52
22,5
1,-
21,80 38,9
2,49
27,1
23.6(6
37.6
8.61-
229
128.1716
49,2
4116
56,8
3616
54,5
10.131-
29,4
12316
144,4
1311
4

41,2
luni

,,
0,52
22,5
1,-
23,50 42,0
2,50
272
25.71-
40,8
9.41-
253
151.101-
57,9
421-
57,5
371-
55.2
11.1216
32,1
122135
143,0
13
1
/4
41,2
3uIi

,,
0,55
23.8
1,-
18,50
33,0
2,60
28,3
25.161-
41,6
9.21-
25,0
148.116
56,5
4116
56,8
351-
52,2
12.1/-
33,3
1231104
144,9
12
7
/is
38,7
Aug.

,,
0,63
27,3
1,-
18,90
33,8
3,575

38,9
24.51-
39,1
8.416
22,6
145.31-
55,4
411-
56,2
351-
52,2
11.7/-
31,4
125110
147,2
12
37,4
Sept.
0,66
28,6
0,95
18,40
32,9
3,91
42,6
22.1616
36,8 7.161-
21,4
140.1716
53,8
39,6
54,1
l 3416
51,5
10.1816
130,2 130111
153,1
1
1
1
5/
1
.
37,2
Oct.

,,
0,68
29,4
0,90
19,45
34,7
4,68
51,0
22.1;-
35,5
7.14/-
21,1
145.5/-
55,5
39/6
54,1
1
34(6 51,5
10.13!-
129,4
131/1
153,3
11
7
/8
37,0
Nov.

,,
0,65
28,1
0,90
20,80
37,1
5,80 63,2
20.6/6
32,7
7.13/5
21,1
150.9/6
57,5
40!-
54,8
1
34/6
51,5
9.19,6
127,6
128/54
150,1
12
5
/4
38,1
Dec.

,,
0,60
26,0
1,-
20,40
36,4
5,475

59,6 21.11-
33,9
7.121-
20,9
153.81- ‘
58,6
4016
55,5
36/-
53,7
9.191-
27,5
126124
147,6
12
0
1is
39,1

Jan.’34
0,50
21,6
1,-
20,40
36,4
5,05
55,0
21.71-
34,4
7.71-
20,2
148.31-


56,8
3916
54,1
361- 53,7
9.121-
26,5
12916
151,5
12
3
14
39,7
Feb.,,
0,47 20,3
1,-
21,55 38,5
3,68
40,1
20.916
33,0
7.41-
19,8 140.131-
53,7
3916
54,1
3615
54,4
9.-16 24,9
13711
160,3
1212
38,9
Mrt.,,
0,44
19,0
1,
19,90
35,5
2,71
29,5
20.31-
32,5
7.316
19,7
144.15/6
55,3
4016
55,5
3513
52,6
9.21-
25,2
13618
159,8
12
5
1s
39.3
Apr.,,
0,42
18,2
1,


17,20
30,7
2,72
29,6
20.1416
33,4
7.416
19,8
150.1016
57,5
41/6 56,8
3412
51,0
9.716
25,9
135114
158,0
12
7
/1
38,7
7 Mei
0,4110
17,7
1,
15,50
14

27,7
2,40
26,1
20.-!-
32,2
6.181-
18,9
145.18/5
55,7
4016
55,5
331-
49,3
9.21-
25,2
13612
159,3
ll’
3
(i
36,8
14

,,
0,41″
17,7
1,-
16,00
15

28,6
2,45
26,7
20.91-
32,9
6.15/-
18,5
144.1216′
55,2
4016
55,5
331-
49,3
9.116
25,1
1351114
159,0
l2′!
37,7
22
0,4112
17,7
1,-
16,50
10

29,5
2,67
5
29,1
20.31-
32,5
6.151-
18,5
144.91- .
55,2
40:6
55,5
3216
48.5
9.116
25,1
136i3
159,4
12
1
/
37,7
28
0,4113
17,7
1,-
12,65
128,9
20.31-

1
32,5
6.1816
19,0
144.186
55,3
4016
55,5
3216
48,51
9.31-
25,3
136/84 159,9
12
1
/
37,5
26Sept. 1032 79 K.G. La Plata; van 26 Sept. 1932 tot 5 Febr. 1934 Manitoba No. 2
3)
Tot Jan 1928 Western; vanaf Jan. 1928 tot 16 Dec. 1929 American No. 2, van
Jan. 1928 Malting: van lan. 1928 tot 9 Febr. 1931 American No:2. van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 1932 6415 K.G. Zuid-Russische. Van 23 Mei-19 Sept. 1932 No. 3
jaar.
0)5 Mei.
7
)12 Mei.
8
)
19 Mei. 0)26 Mei.
10)
3Mei.
11
) 9Mei.
11)
17 Mei.
13
)
24 Mei.
14)
4Mei.
55)
11 Mei.
16)
18Mei.

VAN GROOTHANDELSPRIJZEN.

BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTEN

VURENHOUT
STEENEN
CACAO
COPRA KOFFIE
E

5
Standaard’
SUIKER
THEE
INDEXCIJFER

1(010-
basis 7″ to b
Zwedeii/


binnenmuur

buitenmuur
G.F.Accra
Ned.-Ind.
Robusta
Ribbed Smoked

er standaa d
per

per
so K.G. c.i.f.
per 100 K.G.
Rotterdam
1

het
R’damlA’dam
Java- en Suma-
Grond-
sto en
niale

‘an 4.672 M.
per 1000 stuks per 1000 stuks Nederland
Amsterdam
per ‘Is K.G.
ocoo
l
n
b
en

per 100 K.G.
tratheep.’/,KG.
dîen

/
t

010
/
01
f
‘lo
sh.
01
/
o,
cts.
0
/0
Sh.
-i”

“i[”
“01” cts.
O/
1925
159,75
100
15,50
100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,87′
100,0
61,375
100,0
2111,625
100,0
18,75 100,0
84,5
100,0
100.0
100.0
1926
153,50
96,1
15,75
101,6 19,50
102,6
49/-
115,3
34,-
94,8
55,375
‘90,2
21-
67,4
17,50
93,3
94,25
111,5
96.0 102.8
1927
160,50
100,5 14,50
93,5
18,50
97,4
68/-
160,0
32,62′
90,9
46,875
76,4
116,375
51,6
19,12′
102,0
82,75 97,9
87.5
109.1
1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,87
5

88,9
49,625 80,9 -110,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6
97.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3 21,25
111,8
45110
107,9
27,37
8

76,3
50,75
82,7
-110,25
28,8
13,-
69,3
69,25
82,0
81.9 85.5
1930
141,50
88,6
12,50
80,6 20,75
109,2
34111
82,2
22,625
63,1
32
52,1
-15,875
16,5
9,60
51,2
60,75
71,8
68.0 64.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,37
5

42,9
25
40,7
-‘3
8,4
8,-
42,7
42,50
50,3
46.8
46.6
1932
69,00
43,2
9,25 59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
315,2
24
39,1 -11,75
4,9
6,32′
33,7
28,25
33,4
36.1
38.0
1933
73,50
46,0
10,-
64,5
12,75
67,1
15/4
36,0
9,30 25,9
21,10
34,2
-12,25
6,3
5,52
5

29,5
32,75
38,7
35.2 34.7

Jan.

’32
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98.7
1719
41,8
13,125
36,6
23
37,5
-12,125
6,0
735
39,2
32
37,9
38.5
39.1
Febr. •
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1811
42,6
14,50
40,4
23 37,5
-/2
5,6
7,05
37,6
30 35,5
38.3 38.3
Mrt.

,,
70,00
43,8
9,75
62,6
IS,-
94,7
2119
51,2
14,75
41,1
23
37,5
-11,625
4,6
6,25
33,3
31
36,7
37.0
39.7
Apr.

,,
70,00
43,8
9,75
62,6
18,-
94,7
2016
48,2
14,-
39,0
23
37,5
-11,5
42
5,90 31,5
29,25
34,6
36.2
38.0
Mei

,,
70,00
43,8 8,50
54,8
15,-
78,9
2016
48,2
13,25
36,9
23,50
38,3
-1
1
,5
4,2 5,62
6

30,0
30,25
35,7
35 2
38.1
Juni

,,
70,00
43,8 8,50
54,8
15,-
78,9
2016
48,2
12,375
34,5
24
39,1
-11,375
3,9
6,30 33,6 28,50
33,7
34.2
38.7
juli

,,
67,50
42,3
8,50
54,8.
15,-
78,9
2011
47,3
12,375
34,5
24
39,1
-11,375
3,9
6,70
35,7
23,75
28,1
34.3 37.6
Aug.
63,00
39,4 8,50
54,8
15,-
78,9
2017
48,4
12,375
34,5
24
39,1
-11,75
4,9
6,57′
35,1
22,75 26,9
35.9
37.4
Sept.
,,
60,00
37,6
8,75
56,5
15,-
78,9
2112
49,8
12,75
35,5
25,25
41,1
-12,125
6,0
6,52
5

34,8 23,75
28,1
31.8 38.5
Oct.
63,50
39,7

58,1
14,50
76,3
1818
43,9
12,375
34,5
26,50
43,2
-11,75
4,9
6,32′
33,7
28,50
33,7
36.2 38.1
Nov.
63,50
39,7
9,50
61,3
14,25
75,0
1716
41,2
12,12
5

33,8
24,50
39,9
-11,75
4,9
5,87′
31,3 30,75
35,4
35.3 31.2
Dec.

,,,
65,00
40,7

64,5
13,75
72,4
1714
40,8
11,75
32,8
24
39,1
-11,75
4,9 5,50
29,3 28,25 33,4
34.0 35.7

P
n.

33
70,00
43,8
9,25
59,7
13,50
71,1
16
1
6
38,8
11,50
32,1
24
39,1

1
1,625
4,6
5,375

28,7
25
29,6
33.2
34.1
ebr.
70,00
43,8
9,25
59,7
13,-.
68,4
15
1
9
37,1
10,625
29,6
23,75
38,7

1
1,5
4,2
5,60
29,9
26,75
31,7
32.1
34.4
Mrt.

,,
70,00
43,8
9,50
61,3
12,25
64,5
1613
38,2
10,375
28,9
23,50
38,3

/1,5
4,2
6,-
32,0 26,25
31,1
32.4
34.9
Apr.
70,00
43,8
9,75 62,6
12,75
67,1
15/5
36,3 9,50
26,5
23,50
38,3
-/1,625
4,6 6,07
6

32,4
27,50
32,5
32.8
34.9
Mei
.
70,00
43,8 9,50
61,3
12,50
65,8
16
1
6
38,8 9,50
26,5
23 37,5
-12
5,6
6,02
5

32,1
26,50
31,4
34.2
35.0
Juni

»
72,50
45,4
10,-
64,5
13,-
68,4
1811
42,6
10,-
27.9
22,50
36,6
-/2,375
6,7
6,35
33,9
31
36,7
37.2
37.5
Juli
75,00
46,9
10,25
66,1
13,-
68,4
1718
41,6
9,475

26,4
22,50
36,6

12
,
62
5
7,4
5,92
5

31,6 33,50
39,6
38.2 37.4
Aug.

,,
75,00
46,9
10,50
67,7
13,-
68,4
1615
38,6
•.
8,75
24,4
20,75
33,8

/2,625 7,4 5,27
5

28,1
35,25
41,7
36.5
35.6
Sept.
,,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8 14/5
33,9
8,25 23,0
19,75
32,2
-/2,5
7,0
5,375

28,7
36,75
43.5
36.7
34.6
Oct.

,,
80,00
50,1
10.50
67,7
12,50
65,8
1217
29,6
7,625
21,3
17,75
28,8
-12,625
7,4
4,90
261
42,25
50,0
36.5 33.4
Nov.

75,00
46,9
10,-
64,5
12,50
65,8
12
1
6 29,4
8,-
22,3
16,25
26,5

1
2,75
7,7
4,65 24,8
40,50
47,9
36.4
32.7
Dec.

,
75,00
46,9
10,75
69,4
12,50
65,8
1115
26,9
7,975

22,2
16 26,1

12,875
8,1
4,75 25,3
41
48,5
37.1
31.3

Jan.’34
75,00
46,9
10,75
69,4
12,75
67,1
12110
30,2 7,45 20,8
16,50
26,9

12,875
8,1
4,95
26,4
45,50
53,8
36.9 33.8
Feb.,,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1415
33,9
7,25.
20,2
17,25
28,1

13
8,4.
4,975

26,5 46,75 55,3
35.9
35.9
Mrt.,
80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
1411
33,1
7,-
19,5
17,75
28,9

13,25 9,1
4,52′
24,1
45,50
53,8
35.7
35.2
Apr.,,
80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
14/4
33,7 6,55
18,3
17,75
28,9

1
3,625
10,2
4,25
22,7
44,25
52,4 35.6
34.5
7 Mei

14
80,00
8000
50,1
.
15-
35,3
6,75
18,8.
17
27,7
-14,625
13,0
4,12
5

22,0
44,25
0
)
52,4
35.4 34.4
,,

,
50,1
14111
35,1
6,75
18,8
17
27,7 -13,75
10,5
4,25
22,7
42,75″)
50,6
35.1
34.5
22

,,

,,
80,00
50,1
15/7
.

36,7
6;75
18,8
17
27,7
-13,8125
10,7
4,12′
22,0
34.9 33.9
28

»

,,
80,00
1

50,1
1

1
1
.

6,62′
18,5
17
27,7

13,625
1

10,2
4,12′
22,0
35.0
34.3
N.B.
Alle Pondennotoeringen vanaf 21 Sept. ’81 zijn op goudbaals omgerekend; do Doilarnoteeringen vanaf 20April’33 zijn in verhouding van do dopreclatie
van den
Dollar
t.o.v. den Gulden verlaagd.

498

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Mei 1934

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en

1Noteerings-1
Landen

1
eenheden 12Mei
1

1934

1
19Mei
1

1934

1
LaagstelHoogstel

i

22126 Mei’34
1
26
Mei
1934

Alexandrië..
Piast.
p.0

97
97W
97
8
18
97
8
/8
97
Athene

••,
Dr. p.,
530
530 530 530 530
Bangkok….
Sh. p.tical
111011
h

111011
8

1110
1
/
8

111011
1110l1
9

Budapest

..
Pen.
p.j.

17
y
4

17y
4

17
y
4

17
17%
Buénos Aires
d. p.$
25%
25 25
25rij
s

25′
Calcutta . . . .
Sh. p. rup.
1/6l1
1

1/61132
11515116
116i1,
116
1
32

Constantin.. Piast.p.
630 630
625
627
625
Hongkong • .
5h. p. $
1
1
5
1
1
16

1/5ti
e

1.471
1551
8

115
Sh. p. yen
112
l/2i.
112s/,
-1 2s,,
1/2
Lissabon ….
Escu. p.
110
110
109,
110h
110
Mexico

….
$perC
18
189f
18
19
1834

Kobe

…….

Montevideo .
d.perC
19 19
181,i
20
19%
Montreal .,.
$ per £
5.1051
8

5.09a
5.07
5.10
5.08
Rio d.Janeiro
d. per Mii.
4
4% 4%
49.
4j
Shanghai

..
8h. p. tael
1/3s1
1/3)4
113
114
113
Singapore ..
id. p. $
214
5
1
35

2/4
5
1
3e

2/4
1
1i6
214%
214
5
1
33

Valparaiso
1)
$ per
£



– –
Warschau ..
Zi. p. £
27 27
2651
27)4
27
-,

‘e.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
3)

Londen’)
N.Yorki)
Londen
22 Mei
1934..
199
45
1
/t
22 Mei
1934 ….
..6!3
23

,,
1934.,
1911
44%
23

,,
1934….
136161
24

,,
1934,.
1991,
4451
24

,,
1934….
1369
25

,,
1934..
199
4431
25

,,
1934….
1366k
26

,,
1934,.
lgkt
44 26

,,
1934….
13616
28

,,
1934..
19)4
4471
s

28

,,
1934….
136181
29 Mei
1933.,
18151,
6

3434
29 Mei
1933,.,.
1233
27 Juli
1914,.
2418/,
8

59
27 Juli
1914.,..
84,10k
1)
in pence p. oz.stand.
2)
Forelgn
silver In
$c. p.oz. fine.
3)
in sh. p.oz.fine

STAND VAN ‘e RIJKS KAS
Vorderingen.

1
15Mei1934 1 23Mei1934
Salao van’S Kijks Schatkist hij De Ne-
f
17.732.003,80
/

19.472.194,45
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

14.813,42
738.797,14
Voorschotten op ultimo April 1934 aan

derlandsche

Bank……………….

de
gem.
verstrekt op aan haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., asnd. in
de,hoofds. der grondbel.
endergem.
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting
,,

3.443.955,07
,,

3.443.955,07
Voorschotten aan Ned.-lndië… ……
277.715.135,45
,,275.1 11.966,12
Id. aan

Suriname …………………
11.990.853,19
12.094.989,08
2.595.051,13
,,

2.564.930,78
Kasvord. weg. credietverst. a’h. bultenl.
,, 109.133.780,33

..

., 108.540.896,03
Saldo der postrek.v. Rijkscomptahelen

….

,,

34.191.109,28
..

33,511.750,59

Id. aan

Curaçao

…………………..

Vord. op het Alg.Burg. Pensioenfonds’)
,,

4.440.461.-
4.489.433,16
,,

12.597.698,73
Vord. op sndere Staatsbedrijven
1
)
……14.264.574,02
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)
49.288.932,15
..

49.301.932,15
Verplichtingen.

Voorschot door De Ned. Hank lngev.
art. 16 van haar

octrooi

verstrekt


Schatkistbiljetten In Omloop ………
f434.025.000.-
‘t
434(00.000,-
Schatkistpromessen in omloop …….
37.370.000..,,
37.3’70.000.-
Zilverbons in Omloop .

….

…….
1.348.799,–
.,

l.346.8t5,10
Schuld op ultimo April

1934 aan de
gem. weg. a. h. uit te keeren hooids. d.
pers. bel., aand. i. d. hoofds. d. grondb.

.

…..

e. d. gem. tondsb. alsm. opc. op die
– –
Schuld aan het Alg. Burg. Penslnenf.t)


Id. a. h. Staatsbedr. der P.T. en T.’) ..
,, 112.430.098,37
,, 103.511588,08

bel, en op de verm. bel.

……….

……..

Id. aan andere Staatsbedrijven’)

,,

163.738,86
Id. aan diverse Instellingen’) ……..
6.864.241,05
..
,,

7.353.011,05
1) In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISC}-IE VLOTTENDE
SCHULD.

Vorderingen:

Saldo Javasche Bana ……………..

Betaalmiddelen in ‘s Lands kas ……

/
69.414.000,-
– –
waaronder Muntbiljetten ………..

….

Verplichtingen:
Voorschot’s Rijks kase.a. Rijksinsteil.

,,274.9l7.000,-
/275.957.000,-
Schatkistpromessen . ……………..

,,

1.000.000,-

..

,,

1.000.000,-

…..

Schatkistbiljetten ……

………….

10.705.000,-
10.705.000,-

.-


Ned.-lnd. Munttonds.

1.385.000,-
Schuld aan het

,,
,,

1.385.000,-
Muntbiljetten in omloop ……………

Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.,,

1.802.000,-
1.554.000,-
Voorschot van de Javasche Bank……3.655.000,-
,,

1.328.000,-

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circu-
latle

Andere
opelschb.
schulden

1
1
Discont.
1

1Div. reke-
ningen’)

28 April

1934..
732
1.124 509 590
2.513
21

1934,,
732 1.019 506 590
2.508
14

1934.,
734
1.049
512
588
2.504
7

1934..
733
1.103 553 579
2.511
31 Mrt.

1934..
734 1.186 468 577
2.511

5 Juli

1914..
645
1.100

,
560 735 396
niulip. acr activa.

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 28 Mei 1934.

Activa.
Binnen!. Wis-I Hfdbk.
f
22.716.396,22
sels,Prom., Bijbuk. ,,

675.484,49
U

,

k.Ö1 1.01,3,01

f
28.209.494,32
Papier o. h. Buitenl. in disconto

……

Idem eigen portef.

f

1.360.725,-
Af: Verkocht maar voor
de bk.nog niet afgel.


1.360.725,-
Beleeningen
mcl. vrsch.J
g Hfdbk.
f
100.585.152,701)
Bijbnk. ,,

5.903.852,13
in rek.-crt.1
op onderp.
Ag.sch. ,,

43.259.785,23

f
149.748.790,06

Op Effecten

……
f
145.356.846,93
1
)
OpGoederenenSpec. ,,

4.391.943,13
149.748.790,001)
Voorschotten a. h. Rijk …………….

Munt, Goud ……
f
103.621.640,-
Muntmat., Goud .. ,, 705.893.473,49

f

809.515.113,49
Munt, Zilver, enz.

24.452.269,22
Muntmat,, Zilver..

Belegging 115 kapitaal, reserves en pen.
833.967.382,712)

sioenfonds

……………………,,
21.368.616,38
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
5.000.000,-
Diverse

rekeningen ………………,,
7.187.573,81
Staat d. Nederi. (Wetv. 27/5/’32, S. No. 221) ,,
16.996.491,37

f
1.063.839.073,65

Paisiva.
Kapitaal ……………………….
f

20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,
3.749.272,82
Bijzondere

reserve

………………,,
5.000.000,-
Pensioenfonds

………………….,,
8.798.078,17
Bankbiljetten in omloop …………..

,,
901.070.180,_
Bankassignatiën in omloop

……….,,
106.876,20
Rek.-Cour.

Het Rijk
f

1.303.266,74
saldo’s:

Anderen

,,120.418.313,38
(

121.721.580,12
Diverse rekeningen ………………

,,
3.393.086,34

f
1.063.839.073,65

Beschikbaar metaalsaldo ….
……..
f
425.820.970,93
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
ioop dan waartoe de Bank gerechtigd is ,, 1.064.552.425,-
1) Waarvan aan Nederlandsch-lndjë
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsblad No. 99) ……..
/
76.424.425,-
5) Waarvan in het buitenland …………………….
..6.567.252,47
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goèd

Andere Beschikt,. Dek-
Data

Circulatie opeischb. Metaal- kings

Munt1Muntmal.

schulden_saldo

perc.

28 Mej’34 103622 705.893 90L070 121.828 425.821 81
22 ,,

’34 105221 700.117

900.557 118.248 423.054

81
25 Juli ’14 65.703 96.410 310.437

6.198 43.521

54
Totaal Schatkist- Bel

Papier

Diverse
Data

bedrag promessen


ee-

op het

reke-

disconto’s rechtstreeks mogen

buiten!. ningen
1
)

28 Mei 1934 28.209

149.74 9

1.361

7.188
22 ,,

1934 ‘28.117

150.899

1.361

7.031
25 Juli 1914 67.947

61.686 20.188

509
‘)Onder de activa.

JAVASCHE BANK.

Data
Goud
Zilver
Circulatle
opeischb.
metaal-
1
schulden
saldo

26Mei ‘342)
147.060
185.400
29.540 61.084
19

,,

‘348)
145.310
187.250
28.330
59.078

28 Apr.1934
113.362

1
31.218
186.120 32.821
57.004
21

,,

1934
113.362

I
31.524
187.899
31.571
57.098

25 Juli1914
22.057

1
31.907 110.172
12.634
4.842

1

Wissels.
Diverse
Dek-
Data
1

buiten
Dis-
Belee-
reke-
kings-
1

N.-lnd.
conto’s
ningen
ningen’)

percen-
1
betaalb.
tage

26 Mei ‘342)
1.210
69410
9.950
68
19

,,

‘342)
1

900
72.130
9.910
67

28Apr.1934
1

276
9.328

1
51.646
10.636
66
21

,,

1934
1

207
9.378

1
51.308
10.509
66

25 Juli1914
6.395 7.259
75.541
2.228
44

‘) Slultpost activa.

5)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.

Auteur