Ga direct naar de content

Jrg. 18, editie 914

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 5 1933

5 JULI 1933

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economisch~Stati*sti*sche

Beri*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

18E JAARGANO

WOENSDAG 5 JULI 1933

No.
914

NEDERLA.NDSCH ECONOMISCH INSTITUUT.
Curatoren: Mr.
G.
Vissering, Voorzitter; Ir. A. Plate, Onder-
Voorzitter; C. H. van der Leeuw, Penningm.eester; Mr. W.
111. van Lan.schot; Mr. L. J. A. Trip; E. D. van Walree.
Directeuren: Prof. Mr. F. de Vries; Prof.. Dr. N. J. Polak;
Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart, Directeur-Secretaris.

ECONOMISCE-STA.TISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:

Prof. Mr. D. van Blom.; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele;
Prof.
Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis;
Mr. Q. J. Terp.stra; Prof. Mr. P. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Sec’retaris: Dr. H. M. H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam..
Telefoon Nr. 35000. l’ostrekening 8408.

A.&vertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Adirtinistra.tie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh d van Ditm.a’r N.V., Uitgevers, Rotterdai,n,
Amsterdam, ‘s-Gra’venhage. Postchèque- en giro-rekening No.
145192.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Kolowiën f 23,— per
jaar. Losse nunv,ners 50 cents. Economisch-Statistisch Kwartaalbericht f 1.—. Leden en donateurs ontvangen
het weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie
op de verdere publicaties.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
5 JULI 1933.

In den toestand van de geldniarkt kwam gedurende
deze berichtsweek een algeheele omkeer. Door de groote
goudonttrekkingen van de vorige week en de eerste dagen
dezer week en de vele opvragingen van buitenlandsche
saldi werden flinke bedragen aah de markt onttrokken.
Ook was er veel geld noodig vöor den goederenhandel ter
betaling van de contante dekking, die veelal moest geno-
men vorden tegen de zeer sterke aankoopen op de ter-
mijnmarkten, in het bijzonder op de tarwe-termijumarkt.
De verhooging. van de tarieven van De Nederlandsche
Bank
01)
Donderdag.met een vol percent had dan ook vol-
ledig effect. Particulier disconto steeg van 2% tot 3% h 4 pC; terwijl in verbandmet de maandswisseling, waar-voor eveneens veel geld noodig was, later meestal geld
alleen zeer nabij het banktarief verkrijgbaar was. De
prolongatierente steeg van 2 tot 3
%
pCt. en callgeld liep
op van 2 tot 4% h 5 pCt. Bovendien was er meestal
slechts zeer gering aanbod van callgeld, zoodat herhaal-delijk bij de bank moest worden aangeklopt. i)ooi dezeu
hoogen rentestand -en verder, doordat Dc Nederlandsche
Bank zeer terughoudend werd met disconto en belenings-
faciliteiten voor bezitters van goud, vloeide er heel wat uit den omloop terug, zoodat een flink gedeelte van het
tot steun van den wisselkoers afgegeven goud kon ver-
vangen wordn.
* *
*
Op den veekstaat van De Nederlandsche Bank blijkt
de goudvoorraad met f23 millioen te zijn afgenomen; de
l)ost gouden muntmateriaal daalde met
f
36 millioen, maar
de post gouden munt steeg met
f
13 millioen. De voor-raad zilver verminderde met f 872.000.
De credietv.erleening onderging, blijkbaar mede in ver-band met den ultimo, een uitbreiding. De post binnenland-
sche wissels steeg met f 9,6 millioen, terwijl de beleenin
gen met f 39,9 millioen toenamen. Het voorschot aan

‘s Rijks schatkist is met
f
3,3 millioen teruggcloopeu tot

f
2,5 millioen. De post papier op het buitenland geeft
een veimindering te zien van
f
3,5 millioen; daarentegen
zijn de diverse rekeningen onder de activa der Bank met
f 3,7 millioen vermeerderd.
Onder de passiva breidde de biljettencis-culatie zich
met
f
40,8 millioen uit. De saldi in rekening-courant van
anderen verminderden daarentegen met f 18,7 .millioen.
Het beschikbaar metaalsaldo daalde met f32,6 millioen;
het dekkingspercentage bedraagt nagenoeg 73 pCt.
* *
*
Op den eei-sten dag van deze berichtsweek was de aan-.
val op onzen Gulden nog in vollen gang. De loop der be-
sprekingen op de Londensche conferentie werkte er

nu juist niet toe mede, de gemoederen eenigszins gerust te
stellen. Er heerschte de geheele week een zeer onrustige en zenuwachtige stemming. Ponden, die den eersten dag eenige malen tusschen de 8.50 en 8.60 waren op en neer
gegaan, sloten op 8.51% latend. Den volgenden dag-zak-
ten ze verder door; de noteering kwam op 8.43%, rond
welken koers zij zich handhaafden; slot 8.44. Dollars lagen
uit den aard der zaak zeer aangeboden; van 2.03 liepen
ze door vQortdurend aanbod op 1.92 terug, herstelden zich
weder tot 1.98, om gisteren weder op 1.88 te belanden;
slot 1.91%. Men moet tot 6 Augustus 1918 teruggaan om een dusdanig lagen koers voor Dollars – 1.89 — te
vinden. In Londen heeft

de Dollar
;
noteering vanzelfspre-
kend ook zeer geschonimeld: 4.24-4.45-4.41. Marken
waren tamelijk rustig 59.20-59.— – 59A0. Fransche
Francs, die zoo ongeveer de barometer van onze onrust
zijn, bleven op den eersten dag rond de 9.90 schommelen.
Langzamerhand kreeg het vertrouwen weder de overhand
en liep de koers op 9.80 terug, op welk punt ook het slot
kwam. Er is weder goud naar Parijs gegaan. Belga’s open-
den- hoog – 34.80 -, doch liepen geregeld terug en kwa-
men tenslotte op 34.80. Zwitsersche Francs 48.25-48.07
%..
Lires 13.25-13.15. Peseta’s bleven tamelijk stabiel ca.
20.90. De Scandinavische deviezen fluctueerden natuurlijk
met de leidende deviezen mede: Kopenhagen slot 37.65,
Stockholm 43.45, Oslo 42.40. Canadeesche Dollars ca. 1.80.

Ponden op é6n- en drie-maanden waren heel gezocht;
tenslotte waren ze 8 en 19 c. biedend voor termijn. Bui-
ten wordt grif nog meer betaald; in Londen moeten Gul-
dens op drie maanden op 40 c. gedaan zijn (d.i. dus 40 c.
agio voor het Pond hier). Dollars-levering over 66n maand
noteerden 1% over drie maanden 2% c. Fransche Franes
deden resp. 8 en 20 c. report.

Goud was nu eens sterk aangeboden, dan weder aller-
wege gezocht. Tenslotte noteerden baren
f
1662, Sovereigns
12.40, Eagles 2.53%. So’ereigns waren voor buitenland-
sche rekehing sterk gezocht. Veel vraag was er voor Mar-
ken bankpapier, waarvoor 58.85 betaald werd.
LONDEN, 3 JIJLI 1933.
De geldmarkt vas verleden week, als laatste week van
het halve jaar, toch nog gemakkelijker dan wel verwacht
was. In hoofdzaak hield dit verband met het feit, dat eef
paar van de Clearing Banks koopers waren van kort
papier, terwijl de discontomarkt zeer weinig wissels had
op te nemen.
Disconto was eenigszins onzeker in de eerste helft der week, niaar trok tenslotte toch iets aan, ofschoon slechts
weinig in vergelijking met den uiterst lagen prijs van
Vrijdag. 23 Juni.. De nieuwe schatkistpromessen wei-den
7
1,6
pCt. toegewezen. Bankaccepten noteeren nu
9
/to pCt.
Op de deviezenmarkt werd alles overschaduwd door de
ilde fluctuaties van den Dollar.

532

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Juli
1933

HET VALUTA-VRAAGSTUK OP DE

ECONOMISCHE EN MONETAIRE
WERELDCONFERENTIE.

Op de Wereldconferentie is in de afgeloopen week
ieders aandacht op de wisselmarkten gevestigd ge-
weest. Ofschoon de talrijke Commissies, Comité’s en
Sub-Comité’s met onverdroten ijver de diverse pun-
ten hebben bediscussiëerd en in sommige gevallen
het stadium hebben bereikt van cle samenstelling der
rapporten, waarmede ieder kon instemmen – al-
hoewel daarin grootendeels dingen worden gezegd,
die voor de samenstellers geen belangrijke consequen-
ties met zich mede brengen – moesten deze discus-
sies onvermijdelijk oppervlakkig blijven, daar iedere
Delegatie ervoor terugschrikt om zich op concrete
voorstellen vast te leggen, voordat de allesoverheer-
schende vraag van de toekomstige verhoudingen tus-
schen de voornaamste ruilmiddelen der wereld dich-
ter bij haar oplossing is gekomen. Tegen het einde
van de week stond de Conferentie voor haar ernstig-ste crisis door de bedreiging der goudianden om een
verdaging voor den duur van zes maanden voor te
stellen, wanneer niet ôf de Ver. Staten ôf Groot-
Brittannië met een besliste verklaring van een
de
facto
stabilisatie ter tafel kwamen.
– Aan het begin van de week was de stemming merk-
baar optimistischer. Gezien de voortdurende beslui-
teloosheid van de voornaamste landen werd dit op-
timisme meer en meer gedwongen naarmate de week
verder verliep. De meerderheid begon zich te ver-
eenigen met het cynische inzicht, dat, indien een
periode van valuta-chaos noodig is om een beetje ver-
stand in de hoofden van ,,staatslieden” te hameren,
men het eerder moet toejuichen dan betreuren, dat
deze periode reeds voor ons staat.
De flauwe stemming voor de goud-valuta’s werd
beschouwd als het directe gevolg van de mededeeliug
van de Vereenigde Staten, dat stabilisatie ,,ontijclig”
werd geacht. In financiëele kringen te Londen was men onder den indruk van de veelvuldig-
heid der verzekeringen, dat de goudianden hun
valuta tot den laatsten snik zullen verdedigen –
iEnaar de indruk, die tenslotte werd gewekt, was, dat
die laatste snik niet ver af kon zijn, tenzij steun. van
de landen zonder gouden standaard werd verkregen.
Het déport
01)
de termijnmarkt voor huitenlandsche
wissels en de drang van het Continent om goud te
koopen werden van grooter heteekenis geacht dan
de kunstmatige stabiliteit van de contante koersen
van de huiteniandsche valuta’s op het einde der week.

De vroegtijdige opzegging van het ,,gentlemen
agreement” om de dollar-fluctuaties te beperken, en
de versnelde daling van dit ruilmiddel (gevolgd door
een. even snelle stijging) kan een vermomde zegen
blijken te zijn, zelfs binnenkort. In da eerste plaat
brengt iedere daling van den Dollar de goudwaarde daarvan dichter hij het peil, dat President Roosevelt
oorspronkelijk voor oogen had. In de tweede plaats.
en dat is nog belangrijker, wijzen mededeelingen van
Wallstreet er op, dat de nieuwe onzekerheid der wis-
selkoersen en de daarmede verbonden vrees, dat de
handhaving van den gouden standaard op het Con-
tinent zou kunnen worden verzwakt, niet meer de
,,hoom” aanwakkereu, gelijk tot dusverre het geval
was, maar handelaars in dat centrum ertoe hebben
gebracht hun opdrachten te beperken.
Wanneer een deprecieerende Dollar geen stimulans
meer vormt voor Walistreet, dan zal waarschijnlijk
het voornaamste bezwaar van de Amerikaansche
regeering tegen stabilisatie weggenomen zijn.

Bovendien kunnen groote schommelingen in de wisselkoersen de Amerikaansche handelaars even
weinig helpen als de handelaars in andere landen.
Zij zijn reeds begonnen hun onvermijdelijk effect te
sorteeren door de potentieele koopers van Amen-
kaansche grondstoffen af te schrikken.
Ofschoon de Conferentie tegen het einde van de

INHOUD.

BIz.
HET VALuTA-VRAAGSTUK OP 1)8 EcoNostIscHE EN MONE-
TAIRE WEREL000NFERENTIE
door
Gilbert C. Layton 532

J)e ontwikkeling van liet verbruik van boter en margarine
in
1932
door
Ir. A. Baars
……………………
533

De wereldproductie van tarwe door
Jan ichilthuis
….
535

I3altic and International Iaritiine Conference door
Mr. H. E. Schefler..
…………………………
537

Moet Nederland overgaan tot een politiek van reflatie?
door
A. A. van Sandick
met Naschrift door
Prof. Mr.
Dr. G. M. Verrjn Stuart
……………………..
539

De Indische middelen over Januari
193:
…………..
540

AAN TE E KEN1N GEN

Locaal en region aal protectionisme…………….
541

BOEKAANEONDIGINGEN:

hiej. Dr. 1f. C. van Dorp: De’weg uit de werklo6sheid
bespr. door
Dr. Ir. B. Bölger
………………
542

MAANnGIJFER5:

Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen………..
543
Overzicht van de Indische middelen …………..
544
Overzicht der opbrengsten van liet Staatsbedrijf
der
P.T.T
……………………………….
544

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
……………..
544-500

Geidkoersen. – Wisselkoersen. – Bankstaten. – Goederenhandel.

week het aanzien had van tt stilstand te zijn ge-
komen, doordat de urgente monetaire kwesties niet
tot een oplossing zijn gebracht, is men in de geslo-ten Comité-bijeenkomsten iets verder gekomen. De
discussies over handelspolitiek zijn belemmerd door het gebrek aan een vastomljjnd standpunt van Enge-
land. Het verschil van meening tusschen de landen,
die thans tarieven van meer dan de gemiddelde hoog-
te hebben en de landen, die tot de groep der middel-
matige en lage tarieven behooren, omtrent de vraag
of de verlaging der ,,buitensporige” tarieven aafi
niultilaterale verlagingen dient vooraf te gaan of erop dient te volgen, is meer een potentiëele dan
een directe oorzaak van moeilijkheden.

Het Belgische voorstel ten gunste van een uit-
breiding van den wapenstilstand op het gebied der invoerrechten werd gunstig ontvangen. Uitgaande
van, het principe, dat een half ei beter is dan een
leege dop, verdient het steun als een eerste stap in
de richting van. vnijeren handel. Er bestaat evenwel
een kloof tusschen hen, die de opinie van Engeland
en Japan zijn toegedaan, dat het
gemakkelijker
zal
zijn dien weg te bewandelen door middel van bila-terale overeenkomsten, en tusschen hen, die bewe-
ren, dat zulke overeenkomsten in werkelijkheid be-
lemmeringen voor multilaterale verlagingen zijn.

Tegen het einde der week werden subsidies in het
algemeen, en vooral scheepvaartsubsidies, besproken.
Frankrijk, dat toen een beetje nijdig was wegens
cle stabilisatie-kwestie, voelde ervoor te betoogen,
dat in..,, speciale” gevallen scheepvaartsubsidies een
toelaatbaar middel van nationale bescherming vor-
men. Het onderscheid tusscheu toelaatbare en ontoe-
laatbare subsidies was een steek naar aanleiding van
een dergelijke houding der Engelschen met betrek-
king tot contingenteeringen, maar het versterkte het
pessimisme betreffende de vooruitzichten op overeen-
stemming. Britsche scheepvaartkringen zijn, aan den
anderen kant, critisch gestemd ten aanzien van de
tegenvoorstellen ten gunste van ,,rationalisatie” der
wereldscheepvaart, gedachtig aan de moeilijkheden,
die de Noord-Atlantische Scheepvaartconférence
ondervindt.

Het Comité voor de Organisatie van productie en
afzet heeft geprofiteerd van de ervaringen van Sir
Philip Cunliffe-Lister op het gebied van de tinres-trictie. Het heeft zijn rapport opgesteld omtrent de
beginselen, waarop dergelijke schema’s moeten be-
rusten, en heeft het punt bereikt, waarop redelijke

5 Juli 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

i33

hoop bestaat, dat men tot resultaten ten aanzien van
suiker zal komen. De fundamenteele moeilijkheid, om
de inzichten van importeerende en exporteerende
Eanden met elkaar in overeenstemming te brengen
;

is men echter nog niet te boven. Niettemin schijnt
nien, wat tarwe betreft, zich op weg naar een oplos-
sing te bevinden, ondanks de buitengewone moeilijk.
heden hij rationalisatie van den uitvoer door de
kunstmatig toegenomen hinnenlandsche productie
van een aantal importeerende landen, waarbij echter
de Ter. Staten pressie uitoefenen door het dreige-
ment om anders de overtollige voorraden op de markt

te gooien.
Het Comité voor de circulatiebankpolitiek heeft
alles op de kaart van den goudkernstandaard gezet
(in tegenstelling tot de circulatie van gouden mun-
ten in het hinnenlandsch verkeer) en op een dekking
der bankbiljettencirculatie van 25 pOt., overeenkom-
stig de voorstellen van de gouddelegatie van den
Volkenbond van drie jaar geleden. De ondervinding
heeft echter geleerd, dat de bereidwilligheid om de

reserves te
gebruiken
belangrijker is dan een bepaald
percentage aan goud, dat men in de kluizen moet
hebben. En de bereidwilligheid om die reserves te
gebruiken, hangt af van de opvoeding van het pu-
bliek, dat het feit moet leeren begrijpen en waar-
deeren, dat de goudreserves
behooren
te schomme

len, zoodat een terugvallen op die reserves geen aan
leiding geeft tot verlies van vertrouwen in het bin-

nenland.
In de discussie over buitenlandsche schulden ver
kreeg het voorstel van Chamberlain, dat meer orga
nisaties als de British Council of Foreigu Bondhol-
ders noodig waren, den steun, die het verdiende. Zijn
waarschuwing aan debiteuren tegen een financiëele
politiek, die hun crediet zou benadeelen, en zijn her•
innering aan de noodzakelijkheid om het vertrouwen
der beleggers te herstellen, werden echter door de
vertegenwoordigers der debiteurenlanden koel ont-vangen. Deze ontdekten, tot hun verwondering, dat
de Conferentie er tot nu toe naar heeft gestreefd
om de crediteuren te helpen hun achting voor zich-
zelf te herkrijgen, en zich zelfs als personen te be
schouwen, die eenige rechten hebben. Tegelijkertijd

is men in fnanciëe1e

kringen de meening toege-
daan, dat de Britsche delegatie zeer hoopvol is ten
aanzien van den omvang, waarin een bereikbare
prijsstijging le positie der debiteuren-landen zal ver-
beteren. Men is het daar eens met de Amerikanen,
dat een zekere ,,correctie” van de schulden noodzake-
lijk zal zijn. Zelfs al zouden de prijzen tot het peil
van 1929 stijgen, dan zouden immers nog de moei•
lijkheden overblijven, waarmede de dehiteuren toen
hadden te kampen. Tenzij een grootere en meer al-
gemeene verlaging der invoerrechten wordt bereikt
dan waarop zelfs de optimisten hopen, of wel een zeer belangrijke stijging van buitenlaidsche emis-
sies plaats vindt, is het practisch zeker, dat beta-
ling der schulden tot het vroegere niveau niet zal
worden hervat.

Wanneer President Roosevelt inderdaad van plan
is cle Conferentie een kunstmatige belichting voor
zijn vertegenwoordigers te verzekeren door een dra-
matisch voorstel ten gunste van een algemeene deva-
luatie, dan hebben de gebeurtenissen van de laatste
week voor tooneeldécors gezorgd. De spelers zullen
zich waarschijnlijk echter enkele voorloopige ma
noeuvres ten bate van hun positie veroorloven, voor-
dat zij met de voorwaarden der stabilisatie zullen
instemmen.

De wisselkoers tusschen Londen en New-York kan
als van het hoogste belang worden beschouwd, niet alleen voor de betrokken landen, maar voor de ge-
heele wereld. Al mogen theoretische berekeningen van de koopkracht bewijzen, dat de koers $ 3,50 of
$ 3,75 behoort te zijn, wie kan zeggen, wat de koop-
krachtpariteit geworden zal zijn, wanneer Amerika’s
programma van prjsherstel vruchten gaat dragen?

Een elastische overeenkomst om den koers op een
punt tusschen $4 en $ 4,25 te houden, als voorbe-
reiding voor een definitieven terugkeer naar het goud,
verbonden aan eenige Amerikaansche concessies op
het gebied van invoerrechten en – voor a.s. Decem
ber – op dat der schulden, zou waarschijnlijk rede-
lijk wel met de Engelsche belangen strooken. Daar-door zou ook een grondslag voor de stabilisatie vau
andere valuta’s worden gelegd. En deze oplossing
zou het voordeel hebben de Conferentie het plecht
anker te geven, waaraan de discussies over andere
punten zoozeer behoefte hebben.

Londen, 30 Juni 1933.

GIL}3Ë)T C.
L’YToN.

DE ONTWIKKELING VAN HET VERBRUIK VAN

BOTER EN MARCARINE IN 1932.

Het jongste Maandschrift van het Centraal Bureau
voor de Statistiek bevat het overzicht van de mar-
garineproductie in 1932, benevens de jaarlijksche
cijfers omtrent de hinnenlandsche consumptie van
boter en margarine. Deze cijfers stellen ons in staat,
het een en ander omtrent de ontwikkeling van het
gebruik te concludeeren, alsmede van den invloed der
Crisis-Zuivelwet daarop.

De hinnenlandsche consumptie van boter is in 1932 zeer hoog geweest, bedroeg niet minder dan 70,5 mii-
lioen KG., hetgeen een recordconsumptie heteekent.
Gedurende de jaren 1921/25 was de gemiddelde jaar-
lijksche consumptie 44,5 millioen KG.
Zij
steeg gelei-

delijk in de volgende jaren en was in 1930 op 51 mii-
lioen KG. gekomen. Dat jaar was het eerste, waarin de boterprijs flink begon te dalen. Toen deze daling
in 1931 aanhield, steeg het verbruik tot 58,5 mii
lioen KG. om in 1932 het bovenvermelde recordcijfer

te bereiken.

Vanaf September 1932 wordt het wekelijksche ver-
bruik van boter en margarine door de Crisis-Zuivel-
Centrale opgegeven, zoodat wij hieruit een gemiddel-.
de consumptie na invoering der Crisis-Zuivelwet
kunnen berekenen. Volledig zijn deze gegevens niet,
omdat geen cijfers gepubliceerd zijn omtrent het ver-
bruik in Juli en Augustus 1932, de eerste maanden,
dat deze wet van kracht is geweest. Wij hebben daar-om moeten aannemen, dat dit verbruik nagenoeg het-
zelfde is geweest als in de latere maanden van dat
jaar. Bovendien moet men, bij deze berekening, in
het oog houden, dat de gegevens der Crisis-Zuivel-
Centrale niet het geheele verbruik omvatten, maar
dat de boerenhoter hier buiten valt. De productie van
boerenboter bedroeg, volgens de schattingen der
Rijkszuivelconsulenten, in 1932 ruim 5 millioen KG.
of 100.000 KG. per week, indien men aanneemt, dat
deze hoeveelheid gelijkmatig over het gansche jaar
werd geconsumeerd. Bovendien hebben niet alle zui-
velfabrieken opgaven aan de Crisis-Zuivel-Centrle verstrekt. Een aantal kleine en zeer kleine bedrijfjs
waren daartoe niet iii staat. Ook hierom moet de
consumptie, zooals die uit de cijfers der Crisis-Zuivel-
Centrale volgt, een weinig naar boven worden af-

gerond.

Nu schommelde het wekeljksche verbruik van zui-
vere boter van September 1932 tot het einde van dat
jaar, volgens de gegevens der C.Z.C. tusschen 665.000
en 862.000 KG. en bedroeg gemiddeld ca. 800.000 KG.
Telt men hierbij de boerenboter op, en voegt men
daarbij een kleine hoeveelheid voor de ontbrekende
opgaven, voor gesmokkelde boter, enz., dan komt men
tot een gemiddelde vekelijksche consumptie van
maximaal 925.000 KG., of 24 millioen KG. per half
jaar. In de margarine werd 5,5 millioen KG. ver-
werkt, volgens de officieele gegevens van het Cen-
traal Bureau voor de Statistiek. Het verbruik van
zuivere natuurboter in de eerste helft van 1932 moet
derhalve 70,5-24-5,5 of 41 millioen KG. hebben
bedragen, of gemiddeld bijna 1,6 millioen KG. per
week. De
catastrofale
prijsdaling van boter had tot

534

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Juli 1933

gevolg, dat nagenoeg de geheele productie in het
binnenland werd verbruikt.
1)

Men mag, zonder groote fout, aannemen, dat on-
geveer alle in margarine verwerkte boter na invoe-
ring van de Crisis-Zuivelwet, dus in de tweede helft
van
1932,
voor dit doel is gebruikt. Volgens de ge-
gevens der Crisis-Zuivel-Centrale was het gemid-
delde van deze hoeveelheden
247.000
KG. per week in
het vierde kwartaal van
1932
en
248.000
KG. per
week in het eerste kwartaal van
1933.
Gedurende het
derde kwartaal van
1932
moet derhalve minder boter
vermengd zijn, daar een gemiddelde van
247.000
KG.
over
26
weken reeds een totale hoeveelheid van meer
dan
6
millioen geeft. Waarschijnlijk moet de marga-
rinevoorraad, die op 1 Juli
1932
aanwezig was als
ouverme.ngde margarine, in rekening worden ge-
bracht, zoodat hijmenging in
1932
slechts gedurende
22 a
23
weken heeft plaats gevonden. Nadat men al-
gemeen tot menging was overgegaan bedroeg de totale
v.ekelijksche botereonsumptie derhalve
925.000
KG.
zuivere boter en
248.000
KG. in margarine verwerkte
boter, dus in totaal ruim 1.170.000 KG. per week,
nog altijd veel minder dan de bijna 1,6 millioen KG.,
die wekelijks waren verbruikt vbbr de invoering der
Crisis-Zuivelwet. Deze vermindering heeft het denk-
beeld doen postvatten, dat ons land te veel boter
produceerde, en dat daarom de melkproductie moest
worden vermindeid.

De
cijfers
bewijzen, dat er niet eenvoudig een over-
gang van het verbruik van boter naar margarine
heeft plaats gevonden. Immers, bij een zoo sterken achteruitgang van het zuivere boterverbruik na den
invoer van de Crisis-Zuivelwet, van bijna
1,6
mii-
lioeri tot ten hoogste
925.000
KG. per week, is het
verbruik van margarine niet toegenomen. De binnen-
lartdsche margarineconsumptie bedroeg in
1932 55
millioen KG., of gemiddeld
1060
ton per week. Dit is de consumptie van de verkochte margarine, dus
inclusief de daarin gemengde boter. Volgens de ge-
gevens der Crisis-Zuivel-Centrale was het margarine-
verbruik in het vierde kwartaal van
1932
gemiddeld
1013
ton per week en in het eerste kwartaal van
1933
gemiddeld
1038
ton per week. Het verschil met de
eerste helft van
1932 is
te klein, om daaruit defini-
tieve conclusies te kunnen trekken. Op een vermeer-
dering van het margarineverbruik wijzen deze cijfers echter in geen geval, eerder op een achteruitgang.

In cle eerste helft van
1932
bedroeg het wekeiijk-
sche gebruik van boter en margarine tetamen ruim
2,0
millioen KG., in de laatste helft ongeveer
1,95
millioen KG.

Nu men zich van de algemeene ontwikkeling der
consumptie door de pri.jsbeïnvloeding tengevolge van
de Crisis-Zuivelwet op deze wijze een denkbeeld heeft
kunnen vormen, is het van belang om na te gaan,

welke uitwerking de verhooging van het menper-
ceiltage van boter in margarine tot
40,
dat vanaf
1 April wordt toegepast, heeft gehad. Het Maand-
schrift van het C.B.S. geeft de cijfers van April en
Mei. Daaruit blijkt, dat het hoterverbruik om het-
zei:fde peil van de vorige maanden blijft schomme-
len, terwijl het verbruik van margarine scherp is
gestegen sinds April, en wel van ea.
1040
ton tot ca.
1200 ton per week. Deze plotselinge
stijging
kan niet
anders worden verklaard dan door het feit van een
belangrijke overgang van het verbruik van boter
naar dat van margarinc, of wei door een dergelijke
overgang van andere vetten naar margarine. Daar
echter van vermindering van het hoterverbruik niets

) Wij nemen aan, dat cle boterproductie in de eerste
helft van
1932 gelijk is geweest aan clie in cle tweede helft,
cii dus ruim
42
millioen KG. heeft bedragen (totale pro-
cluctie in 1932
was
84,2
niillioen ]G.). Het uitvoersaldo (netto) bedroeg gedurende die periode slechts iets meer
clan
4
inillioen KG., zoodat – niet het oog op aauw’ezige
koelhuisvoorraden – een consumptie van
41
millioen KG.
mogelijk is geweest en nagenoeg de geheele productie uit-
maakt.

blijkt is de eerste oplossing zonder meer niet te aan-vaarden, en komt men tot de conclusie, dat de maat-
regelen, die tegelijk met verhooging van het meng-
percentage genomen zijn ter belasting van andere
eetbare vetten, het verbuik daarvan hebben doen ver-

minderen en dat van margarine ten goede zijn ge-
komen. Nu wij dit feit hebben kunnen constateeren,
volgt omgekeerd hieruit, dat verleden jaar vermoe-delijk het verbruik van andere eetbare vetten is ge-
stegen ten nadeele van dat van margarine.
Tengevolge van deze maatregelen zou het weke-
iijksche hoterverbruik in ons land thans bedragen
ca.
925.000
KG. aan zuivere boter en ca.
450.000
KG.
aan boter, die in margarine wordt verwerkt, dus te-
zamen
1.375.000
KG. per week, of
71
millioen KG.
per jaar. Dientengevolge is de consumptie tot op het
niveau van
1932
verhoogd. Daar de boteruitvoer dit
jaar zich gunstiger schijnt te ontwikkelen dan in het
afgeloopen jaar, (tot einde Mei waren dit jaar reeds
12,9
millioen KG. bruto uitgevoerd tegen
7,3
millioen
KG. in dezelfde periode van
1932),
mag men voor
1933 op
een uitvoer van ca.
20
millioen KG. netto reke-
nen, en dus op een uitvoersaldo van ca.
17
millioen
KG. Zelfs wanneer, de hoterproductie dit jaar nog iets grooter blijkt te zijn dan in
1932,
toen ruim
84
millioen KG. werd geproduceerd, zöu men nog in
staat zijn de geheele hoeveelheid weg te werken.

Herhaaldelijk is er dezerzijds op gewezen, dat de
prijsverhoudingen, door de Crisis-Zuivelwet tot stand
gebracht, beleimerend werkten op de consumptie.
Thans schijnt men er echter in geslaagd te zijn de
vermindering van het boterverbruik te compenseeren.
Als conclusie van de boven gegeven cijfers mogen wij
wel daaraan toevoegen, dat die compensatie het ‘ge-
volg is van de jongste maatregelen, waardoor een
deel der consumenten, die naar het verbruik van
andere vetten dan boter en margarine was overge-
gaan, thans weer ertoe is gebracht tot de vroegere
wijze van consumptie terug te keeren. Men heeft dus
de hoterproductie beschermd en geholpen door ten
aanzien van allerlei andere vetten, behalve marga-
rine, vermoedelijk hoofdzakelijk hak- en braadvetten
van dierlijken aard, den afzet te bemoeilijken. Wij
willen hierop geen critiek uitoefenen, zijn integen-

deel dankbaar, dat het tenslotte is gelukt, afzet-
mogelijkheid te ‘vinden voor alle boter, die met de
tegenwoordige veestapel in ons land wordt geprodu-
ceerd. Of deze steun aan de boter misschien later
klachten van diverse vetproducenten zal uitlokken
en, eventueel, den afzet van slaehtvee zal bemoeilij-
ken, dient de practijk uit te wijzen. In het laatste
geval zou daardoor de veestapel op minder dan nor-
male wijze afnemen, daar het slachten zou worden
ingekrompen. Dit zijn echter gevolgen, die niet in
den loop van een paar maanden aan het licht komen,
maar eerst na een langere periode.

Volledigheidshalve dient hier nog gewezen te wor-
den op de gegevens van het Officieel Orgaan van
den Alg. Ned. Zuivelbond, gepubliceerd in het num-
mer van
21
Juni
1933.
Deze bond krijgt maandelijks
van
50
aangesloten fabrieken, die geacht kunnen
worden den grootsten hoterafzet aan particulieren te
hebben, gegevens omtrent dien verkoop, die met de
hoeveelheden gedurende de overeeukomstige maan-
den van vorige jaren worden vergeleken.
Dc cijfers van de F.N.Z. zouden erop wijzen, dat
het boterverbuik gedurende de maanden April en Mei
1933
belangrijk is verminderd, een feit, dat in
tegenspraak is met de offieieele gegevens, die in de
Ned. Staatscoura.nt worden gepubliceerd. Verklaar-
haar wordt deze afvij1ciig misschien eenigszi.ns, door-
dat de F.N.Z. het verbruik vergelijkt met de over-
eenkomstige maand van
1928.
In dat jaar, toen de
normale prijsschommelingen nog voorkwamen, kan
er een seizoenstoeneming van het boterverbruik zijn
opgetreden, die thans achterwege
blijft,
omdat
de
binnenlandsehe prijs nu, met behulp van den toe-
slag, constant wordt gehouden.

5 Juli 1933

ECONOMISCH..STATISTISCHE BERICHTEN

535

liet is niet waarschijnlijk, dat het boterverbruik de
laatste maanden belangrijk is achteruit gegaan, om-
(lat de Crisis-Zuivel-Centrale in dit opzicht voor-zorgen heeft genomen. Bij de verhooging van het
men gpercentage tot 40 deelde de leider dier Centrale,
de heer Bückmann, reeds mede, dat de margarine-
producenten ervoor gewaarschuwd waren om hun
debiet niet te vergrooten ten koste van natuurboter.
Thans is aan het licht gekomen op welke wijze men
daarvoor heeft gezorgd. De fabrikanten, die de boter
en margarine mengen, zijn ertoe gebracht om zich
te verbinden niet meer margarine te verwerken dan
gedurende de periode, dat het mengpercentage 25 be-droeg. Daar de C.Z.C. nauwkeurig op de hoogte wordt
gehouden van de hoeveelheden, die worden vermengd,
is contrôle op nakoming dezer belofte mogelijk.
Door deze overeenkomst tusschen fabrikanten en
Crisis-Zuivel-Centrale is de margarineproductie dus
practisch gecontingenteerd. Het feit, dat er meer
margarine wordt aangevraagd dan de fabrieken op
grond van deze afspraak kunnen leveren, wijst er wel
op, dat de tendenz van een verderen overgang van
boter naar margarine bestaat. Men heeft dus deze
consequentie van de verhooging van het mengper.
centage wel voorzien, maar tijdig de noodige tegen-
maatregelen genomen.
De komende maanden zullen nu aan het licht bren-
gen, of dit verbruik van boter, dat thans bereikt is,
gehandhaafd kan worden, en of daardoor de moge-lijkheid wordt geschapen om deze abnormale jaren
door te komen en den veestapel op peil te houden.
Ir. A.
BAAIIS.

N a s c h r i f t. Toen dit artikel reeds gezet was,
lazen wij in het Algemeen Handelsblad het bericht,
dat het mengpercentage van boter in de margarine
weer van 40 op 25 was verminderd. Dit werd ons
door de C.Z.C. bevestigd, terwijl wij voorts vernamen,
dat de hoeveelheid en de prijs van de voor consump-
tie beschikbare margarine onveranderd blijft. Er
blijkt dus inderdaad momenteel een tekort aan boter

te bestaan,
gelijk
uit bovenstaande cijfers volgt, voor
al wanneer men in aanmerking neemt, – dat de boter-
export vermoedelijk eenige millioenen KG. hooger
zal zijn dan wij op uiterst voorzichtige wijze hebben geschat. Wij mogen het als een geluk voor onze vee-
teelt beschouwen, dat ons land in staat blijkt te zijn om, zij het met behulp van overheidsingrijpen, alle
geproduceerde boter, die niet wordt uitgevoerd, te
consumeeren. A. B.

DE WERELDPRODUCTIE VAN TARWE.
1)

De omvang der productie is, zooals vanzelf spreekt,
van grooten invloed op de vorming van den tarwe-
prijs. Werkelijk beheerscht wordt die echter niet
door de productie op zichzelf, doch door de verhou-
ding tusscheu productie en verbruik, al hebben dan
de laatste jaren eenerzijds de vele Europeesche in-
voerbelemmeringen en anderzijds de pogingen in
sommige groote productielanden om de prijzen te
brengen op een hooger dan het door de verhouding
tusschen productie en verbruik gerechtvaardigde
peil, een vrije prijsvorming tegengewrerkt.
In een beschouwing omtrent de wereldproductie
van tarwe past in de eerste plaats de opmerking, dat
die vr den oorlog gewooljk ruim 100 millioen
ton van 1000 KG. per jaar bedroeg. Zoo was het
gemiddelde der jaren 1909 tot 1013 109 millioen ton,
waarvan Europa zonder Rusland er 37 millioen
voorthracht, en Rusland 20 millioen. Daarop volg-
den de Ver. Staten met iets minder dan Rusland,
terwijl Canada, Argentinië en Australië in die jaren
gemiddeld een gezamenlijke opbrengst hadden van
11.8 millioen ton.
De wereldoorlog heeft in die verdeeling van den

i) Het volgende is een beknopte weergave van de rede,
die de heer Schilthuis
01)
de Nederlandsche Landbouw-
week te Wageningen heeft gehouden; (Red.).

tarweverhouw onder de voornaamste productiegebie-
den groote wijzigingen doen ontstaan, evenals ook
van de sterke belemmeringen van dcii invoer en eigenlijk van alles wat de hevige daling van den
tarweprijs en van de prijzen der andere graansoor-ten heeft teweeggebracht, de oorsprong ligt in den
wereldoorlog.
Gedurende den oorlog was de tarweproduetie in
•Europa sterk verminderd. Waar de strijd woedde
kwam natuurlijk niets van de bewerking van den
bodem en elders leed de productie onder gebrek aan
arbeidskrachten, meststoffen en zaaigraan, terwijl
een aantal der oorzaken van productie-vermindering
zich niet alleen in de oorlogvoerende, doch ook in de neutrale, landen lieten gevoelen. In Rusland werd het
verschijnsel nog versterkt door de revolutie en den
burgeroorlog van de laatste oorlogsjaren en daarna.
De vermindering in Europa heeft geleid tot uit-
breiding der productie in buiten-Europeesche landen.
Bij de Britsche dominions, Canada en Australië, drong
het Moederland sterk op vermeerdering aan voor
de voorziening van Engeland en zijn bondgenooten
en directe oorlogs-overwegingen brachten ook in de
Ver. Staten vermeerdering der tarweproductie te-
weeg. De in dien tijd zeer hooge prijzen en het groo-
te voordeel, dat de tarwe-verbouw opleverde, droe-
gen daartoe natuurlijk het hunne hij, ook in niet-
oorlogvoerende landen als Argentinië.

Toen de oorlog voorbij was, is de pioductie der
overzeesche landen zich op het verhoogde peil blijven
handhaven. De afzet bleef eerst nog bevredigend tot
stand komen, omdat de verbouw in Europa zich
slechts langzaam herstelde en in het bijzonder, om-
dat Rusland zijn oude taak van tarwe-exporteur nog niet hervatte. In 1009 tot 1913 had Rusland gemid-
deld 4Y4 millioen ton tarwe per jaar uitgevoerd en
als daaraan definitief een einde was gekomen, zou
inderdaad de meerdere productie der overzeesche lan-
den althans voor een aanmerkelijk deel gerechtvaar-
digd zijn. In het bijzonder in Canada en de Ver.
Staten maakte men zich in de overtuiging, dat
Rusland niet meer als uitvoerland zou optreden, op
dit punt in het minst niet ongerust; zelfs niet, toen
in het seizoen 1923/1924 een overigens weinig he-
langrijke hoeveelheid graan uit Rusland werd uit-
gevoerd. Vooral in Amerika was dan ook de schrik groot, toen Rusland uit zijn flinken oogst vau 1925
2 millioen ton graan, waarvan 730.000 ton tarwe,
uitvoerde. In vergelijking met de vooroorlogsche
jaren was dat slechts weinig en de prijsdaling, die
deze uitvoer aan de wereldmarkt veroorzaakte, was
nog niet groot. Eiger stond het daarmee in het vol-
gende seizoen na den grooten Russischen oogst van
1926. Van de Russisehe uitvoeren uit dien oogst be-
stond 1.2 millioen ton uit tarwe en 400.000 ton uit
rogge. Het totaal was ook ditmaal echter weinig meer
dan 2 millioen ton en toen in de twee volgende jaren
de Russische oogsten tegenvielen en er slechts zeer
weinig Russisch graan naar West-Europa kwam, her-
stelden de prijzen zich en verdween in de overzeesehe
productielanden de ongerustheid. Zelfs was men ge-
dure.nde de internationale besprekingen over liet
tarwe-vraagstuk, die in 1927 hebben plaats gehad,
van gevoelen, dat er vooral voor gezorgd moest wor-
den, dat de tarweproductie geljken tred zou houden
met de toeneming der bevolking, opdat men niet
door een tekort zou worden verrast.

Toch bestond er toen voor ongerustheid omtrent
de kans op te groote tarweproductie wel degelijk aan-
leiding, zelfs als de Russisehe concurrentie uithleef.
Aan stemmen in die richting werd echter uitermate
weinig gehoor geschonken.
Waarom dat toen reeds van een zekere lichtzin-
nigheid getuigde, leert het volgende. Als werkelijk
Rusland zijn uitvoer niet hervatte, zou er jaarlijks
een tekort van 4 a 5 niillioen ton tarwe door de
andere uitvoerlanden aangevuld moeten worden en
misschien nog iets meer wegens den bevolkingsaan-

536

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Juli 1933

was, al was toen reeds bekend, dat die wegens ver-
andering van levensgewoonten en later ook door ver-
minderde koopkracht, nu niet beslist een overeen-
.komstige vermeerdering van het tarwegebruik met
zich behoefde te brengen. Nu was intusschen in
Canada, de Ver. Staten, Argentinië en Australië de
uitbreiding der productie nog voortgegaan en in 1927
overtrof de opbrengst in deze landen tezamen het
gemiddelde van 190911913 met niet minder dan 17%
millioen ton. Weliswaar was in Europa zonder Rus-
land de productie toen nog 2% millioen ton kleiner
dan v56r den oorlog, welk tekort eveneens door de
vermeerdering van de overzeesche landen moest wor-
den goedgemaakt, doch ook dan nog bleef er boven
het verbruik een groote hoeveelheid beschikbaar.

Van den achterstand der Europeesche tarwepro-
ductie van 1927 in vergelijking met de vooroorlog-
sche jaren kwam 1.3 millioen ton voor rekening van
Frankrijk, 500.000 ton van Duitschiand. Na 1927 is
die achterstand snel ingehaald, want in 1929 heeft
de Fransche opbrengst het gemiddelde van 1909-
1913 aanmerkelijk overtroffen en in 1930 was ook in
Duitschland de hoeveelheid uit die tijden weer be-
reikt. Intusschen hadden de overzeesche landen hun vermeerdede productie gehandhaafd en in Australië
is die zelfs op aansporing der regeering van 1927 tot
1930 nog met 2.3 millioen – ton’ vermeerderd. De
Australische regeering meende van een uitbreiding
van den tauwe-uitvoer verbetering te mogen ver-wachten van de betalingsbalans, welke haar zorg
baarde en loofde daarom een flinke teeltpremie uit,
did inderdaad de zooeven genoeide vermeerdering
der productie mogelijk maakte. Door dit alles was
in 1930 de geheele tarwe-opbrerigst der wereld be-
halve Rusland reeds 17 millioen ton grooter dan in
1909-1913, en nadrmate die vermeerdering tot stand
kwam, werd de toestand voor de tarwe-producenten
langzamerhand onrustbarend. ‘Reeds was in 1929 het
prijspeil sterk gedaald, en’ de ongerustheid, die daar-
door werd veroorzaakt, uitte zich het eerst in de Ver.
Staten. Zij leidde daar in Juni 1929 tot de oprich-
ting van den Federal Farm Board, die tot taak
kreeg de prijzen van een aantal landbouwproducten,
waaronder ook tarwe, zoogenaamd te stahiliseeren,
waarmee dan in den Amerikaanschen gedachtengang prijsopdrijving bedoeld was. De Board kreeg daartoe
de beschikking over eenige honderden millioenen
dollars.
Dergelijke
plannen hadden ook de samen-
werkende producenten-coöperaties in Canada, die
daartoe de Tarwe-pool oprichtten. Beide organisaties
(de Farm Board door bemiddeling van de door hem
opgerichte Grain Stabilisation Corporation) hebben
gedurende eenige jaren operaties van ongeken.den
omvang in. tarwe op touw gezet. Zij kochten op enor-
me schaal tarwe, ten einde de prijzen op te drijven
tot een peil, dat hun redelijk voorkwam. De specu-
latie nam een omvang aan als nog nooit in de ge-
schiedenis van den graanhandel was vertoond en
steeds hoopten in de Ver. Staten en in Canada de op
deze wijze achtergehouden voorraden zich op. De
Tarwe-pool werd tot het financieren dezer operaties in staat gesteld door de Canadeesche banken, die de
aangroeiende tarwe-voorraden als onderpand aan-
vaardden. Zoowel voor Farm Board als voor Tarwe-
Pool is deze onderneming op een groote mislukking uitgeloopen. Beide namelijk hebben er zich niet ge-
noeg rekenschap van gegeven, dat men wel door
middel van groote aankoopen de prijzen kan opdrij-

ven, doch dat men, om daarvan te profiteeren, op
het verhoogde prijspeil ook koopers voor zijn pro-
duct dient te vinden. Dat nu is juist niet gelukt.

Aanvankelijk was men vooral in Canada vol goeden
moed wegens de overtuiging, dat Europa de gluten-
rijke Canadeesche tarwe niet kou ontberen en die
dus ook tot de hooge prijzen wel koopen zou. Dat nu
deed Europa, minder kieskeurig geworden door het
gedwongen meerdere gebruik van Europeesche zachte tarwe (invoerbelemmering, maalgeboden etc.), slechts

in beperkte mate en de eenigen, die van de specula-
ties van Farm Board en Tarwe-pool hebben geprofi-
teerd, waren Argentinië en Australië, die van hun
oogsten 1929 en 1930 met graagte hun tarwe naar
Europa verkochten voor prijzen, die door de Noord-
Amerikaansche operaties waren opgedreven, doch die
men in de Ver. Staten en Canada niet redelijk achtte.

Volkomen spaak liep de onderneming voor beide
landen, toen Rusland in 1930 een grooten oogst bleek
te hebben en daarvan in het seizoen 1930/1931 5%
millioen ton graan exporteerde, waarvan 3 millioen
ton tarwe. Reeds waren in de eerste helft van het
jaar de tarweprijzen wegens de zich in Noord-
Amerika ophoopende voorraden en de geringe West-
Europeesche vraag nogmaals aanmerkelijk gedaald,
maar toen Rusland zich steeds sterker als uitvoer-
land deed gelden, werd cle prijsdaling steeds onrust-
harender. Er bestaat echter geen aanleiding om
OJ)

grond van die daling der graanprijzen in het bijzon-
der verwijten te richten tot Rusland. De Russische
graanuitvoeren bleven ook in 1930/1931 nog ver
beneden de 10 millioen ton van de vooroorlogsche
jaren en toen die uitvoer aanving was de markt
reeds in den grond bedorven door de overdadige
productie der overzeesche landen, tezamen met de
speculaties van Farm Board en Tarwe-pool. Wel heb-
ben de Russische aanvoeren den druppel gevormd,
die den emmer heeft doen overloopen, doch Rusland
deed niet meer dan een vroeger steeds vervulde, doch
tijdelijk opgegeven, rol gedeeltelijk hervatten. De
hevige prijsdaling van den winter van 1930/1931
heeft de topzwaar geworden Organisatie van de Ca-nadeesche Tarwe-pool doen ineenstorten met hevige
verliezen voor den Canadeeschen landbouwer en de
Canadeesche Staatskas, die zich gedwongen had ge-
zien om via de provinciale regeeringen de banken
eene garantie voor de terughetaling der op de tarwe-
voorraden voorgeschoten gelden te verschaffen. Al-
om had die prijsdaling een verontrustenden invloed
op den landbouw en in het bijzonder de overwegend
agrarische landen van Oostelijk en Zuid-Oostelijk
Europa (Polen, Roemenië, Bulgarije, Zuid-Slavië,
Hongarije) kwamen daardoor al spoedig in ernstige
moeilijkheden.

Na een aantal conferenties in diverse Oost-Euro-
peesche hoofdsteden, werd mede op het verzoek dier
Donaulanden in Maart/April 1931 te Rome een tar-
weconferentie gehouden onder de leiding van het
daar gevestigde Internationaal Landbouw-Instituut,
waar vrijwel alle tarwe verbouwende landen der we-
reld vertegenwoordigd waren en waar middelen zou-
den worden uitgedacht om de prijsdaling te keeren
en de tarweprijzen weder op een loonend peil te bren-
gen. Velerlei plannen zijn te Rome te berde gebracht,
doch geen enkel daarvan vond algemeene of zelfs
ook maar veelzijdige instemming. Het meest trok nog
de wensch der Donaulanden naar preferentieele
douanehehandeling en preferentieelen aankoop van
hun graan dôor West-Europa de aandacht, doch al-
gemeen was de tegenstand van de overzeesche export-
landen, waarbij Rusland zich aansloot. Aan eigenlijke
pogingen tot herstel van het evenwicht tusschen pro-
ductie en verbruik, welks verstoring juist de crisis
had teweeggebracht, werd nauwelijks aandacht gewijd
en van beperking der productie met het herstel van
dat evenwicht als doel, wilde vrijwel niemand weten.
Zoo ging deze conferentie uiteen zonder tastbare
resultaten en zelfs zonder aanwijzingen te hebben
verschaft, dat die spoedig te verwachten zouden zijn.

De gedachte, dat de crisis slechts kan worden over-
wonnen, wanneer alle naties samenwerken, en dat
het voor ieder land onmogelijk is om door middel
van een economisch natioalisme een eiland van wel-
vaart te vormen in een oceaan van crisis, liet zich
daar in het minst niet gelden. Deze afkeer van
samenwerking, gepaard aan eenige opoffering van
eng nationale afzondering, in het gezamenlijk en
daardoor ook in het eigen belang, is het standpunt

5 Juli 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

537

(Ier naties ten aanzien der tarweproductie ook in de
volgende jaren blijven heheerschen.

Een herstel van het evenwicht tusschen productie
en verbruik hebben een aantal Europeesche landen
wel binnen eigen grenzen nagestreefd door middel
van invoerbelemmeringen en anderszins, maar de landen met een productie-overschot kunnen langs
dezen weg geen verbetering bereiken. In slechts wei-
nig van zulke landen is de regeering financiëel hij
machte, den producent ter hulp te komen door mid-
clel van een bijslag op den
prijs
of dergelijken direc-
ten steun. Slechts Australië houdt dat systeem nog
vol, doch zelfs in Amerika heeft men uit financiëele
overwegingen er een einde aan moeten maken en
den Farm Board zijn prijsopclrijvings-pogingeii laten
staken. Wat den oogst van 1932 aangaat, is de land-
bouwer in de Ver. Staten practisch aan zijn lot over-
gelaten. Een werkelijk gevaar voor de grondslagen
der samenleving vormt die onmacht om den land-
bonwer bij te springen, tot nog toe in het bijzonder
in de agrarische staten van Zuid-Oostelijk Europa.
liet lapmiddel der nationale afsluiting kan in die –
uitvoerlanden niet worden toegepast, middelen tot
financiëelen steun zijn niet aanwezig en slechts in-
ternationaal herstel van het evenwicht tusschen pro-
ductie en verbruik kan er redding brengen. Zonder
beperking der productie zal dat herstel niet tot stand
te brengen zijn en tot dusverre zijn de op dit gebied bestaande wanverhoudingen nog steeds verscherpt,
tot op 1 Augustus 1932 het in het nieuwe seizoen
overgaande overschot van tarwe grooter was dan
ooit tevoren en de voor de invoerlanden beschikbare
tarwevoorraad overeenkwam met den geheelen ge-
zamenlijken import dier landen in het seizoen 19321
1933. De hevige invoerbelemmeringen in de meeste
dier invoerlanden met als gevolg verhooging der pro-
ductie, heeft reeds een vermindering van hun jaar-
lijkschen import van 17 op 12 millioen ton teweeg-
gebracht. De tarweproductie van Europa zonder Rus-
land steeg van 33 millioen ton in 1926 tot 404 mil-
lioen in 1932.

De eerste stap tot beperking der productie in we-
reldverband, het allereerste middel, dat ter verkrij-
ging van een herstel van het evenwicht onmisbaar is,
zal nu eindelijk worden toegepast in de Ver. Staten,
waar die beperking het belangrijkste onderdeel vormt
van de maatregelen tot steun aan den landbouw, tot
welker toepassing president Roosevelt onlangs ge-
machtigd is. Niet op overwegingen van internationale
samenwerking is men in Amerika
eindelijk
besloten
tot beperking der tarweproductie, doch uitsluitend
met de bedoeling van verdere economische afsluiting
van de buitenwereld, maar toch vermeerdert deze
ommekeer in de Amerikaansche methodes de kans op
algemeene productiebeperking in de groote productie-
landen. De onderhandelingen, die daartoe të Londen
worden gevoerd tusschen de Ver. Staten, Canada,
Argentinië en Australië vorderen weliswaar slechts
langzaam en men is over haar verloop tot nog
toe weinig optimistisch (vooral wegens de geringe toeschietelijkheid van Australië) maar eenige kans
op resultaten schijnt er toch wel te bestaan, en die
zullen dan van zeer groote heteekenis kunnen zijn
hij de verdere ontwikkeling en, laat ons hopen, ge-
leidelijke verzachting der wereldcrisis. Van de resul-
taten van den graanverbouw toch is een zoo groot
gedeelte van de bevolking der aarde afhankelijk en de tarwecultuur vervult daarbij zulk een groote rol,
dat een wijken der crisis nauwelijks verwacht kan
worden, zoolang de tarwecultuur niet op weg is,
weder als vroeger, een loonend bedrijf te worden.

Vernield dient hier echter nog te worden, dat de
overzeesche uitvoerlanden, die tenslotte met hun
groote uitvoer-overschotten aan tarwe de markt be-
heerschen, en waarbij, naar verwacht mag worden, ook
Rusland zicl wel zal aansluiten, nauwelijks tot pro-
ductie-beperking zullen overgaan, zoolang niet de
Europeesche landen, die zoo sterk den invoer van

tarwe belemmeren, zich verbinden, een redelijke hoe-
veelheid overzeesche tarwe af te nemen. liet heeft
er niet veel van, dat zij daartoe gemakkelijk te be-
wegen zullen zijn, doch laat ons hopen, dat een meer en nieer doordringend besef van de noodzakelijkheid
van samenwerking en de algemeene onderlinge econo-
mische afhankelijkheid ook op dit punt tot overeen-
stemming zal leiden.
JAN SCH1L,THUIS.

BALTIC AND INTERNATIONAL MARITIME

CONFERENCE.

Na gedurende twee jaren van het houden eener
algemeene vergadering te hebben afgezien, zijn dezer
dagen de leden van de Baltic and International Man-
time Conference wederom te Kopenhagen bijeenge-
komen. Vond in de in 1930 gehouden vergadering de
gedruktheid over de ongunstige hedrijfsomstandig-
heden nog eenigszins een tegenwicht in de feest-
vreugde wegens de viering van het 25-jarig bestaau,
ditmaal viel nergens een lichtstraal te ontdekken,
welke de sombere stemming, waarin de reeders thans hun belangen hebben te bespreken, zou kunnen door-
breken. Integendeel de hoop, dat het zou mogen ge-
lukken voor de rationalisatiegedachte eindelijk steun
hij de Britsche reeders te vinden, was zoo juist de
bodem ingeslagen. Voor eenigen
tijd
had een delega-
tie van de Baltic Conference een dringend beroep op
de Britsche Chamber of Shipping gédaan om zich aan het hoofd te stellen van een actie tot het door-
voeren van een plan tot rationalisatie van de scheep-
-iaart; slechts indien Engeland de leiding nam, kon
een gunstig resultaat worden verwacht. De Chamber
of Shipping benoemde hierop een Commissie van
voorstanders van rationalisatie met opdracht een of
meerdere plannen te ontwerpen, welke tot beperking
van het surplus aan tonnage zouden kunnen leiden.
Binnen betrekkelijk korten tijd kwam deze Commissie
met -haar arbeid gereed en bracht een tweetal voor-
stellen ter tafel, een betreffende een op nationale
leest geschoeid sloopplan en een beoogende interna-
tionale oplegregeling. Beide plannen zouden gefinan-
cierd worden door heffing van een recht van alle
binnenkomende schepen in de havens der deelnemen-
de landen; slechts hiertoe zou de medewerking der regeeringen noodig zijn, overigens zou de regeling
geheel door reeders vrijwillig ten uitvoer kunnen
worden gebracht, zonder eenigen dwang om schepen
te sloopen of op te leggen.
1)

Alvorens de plannen nader uit te werken, werd
over den opzet de meening van alle Britsche reeders ingewonnen. Het resultaat van deze rondvraag werd
te Kopenhagen bekend gemaakt: de groote meerder-
heid van de trampreeders bleek bereid beide plannen te ondersteunen, de lijnreederijen spraken zich even-
wel in meerderheid hiertegen uit, de Liverpoolsche
reedersvereeniging, welke geheel gevormd wordt door
groote lijnmaatschappijen, verklaarde uitdrukkelijk
ieder rationalisatieplan als onuitvoerbaar en onwen-
scheljk van de hand te wijzen.
Hiermede was het pleit beslist. Andermaal hebben
machtige Engelsche scheepvaartgroepen een poging,
welke de internationale scheepvaart voor verdere ver-
liezen zou kunnen behoeden, tot mislukking gedoemd.
De tegenstanders vleien zich met de hoop, dat
zij,
na
hun mededingers door moordende concurrentie tot
ondergang te hebben gebracht, des te sterker uit den strijd zullen te voorschijn komen, doch zien voorbij,
dat overal de Regeeringen ingrijpen en de financiëele
hulpmiddelen van den Staat aanwenden om de natio-
nale reederijen staande te houden. Met een merk-waardige kortzichtigheid denkt men van Britsche
zijdé door het voeren eener hardnekkige campagne
andere landen tot afschaffing van het subsidiestelsel

1)
Zie over het plan van de Chamber of Shipping het
artikel van den heer C. Vernmey ,,Scheepvaart-problernen”
in het nummer van 28 Juni jl.

538

ECONOMISCH-STATISTISCHE, BERICHTEN

5 Juli 1933

te kunnen bewegen zonder zelve bereidheid tot inter-
nationale samenwerking te toonen, of het recht van
andere landen om haar eigen scheepvaart tot ont-
wikkeling te brengen te erkennen. Toch zal een op-
lossing van het scheepvaartvraagstuk alleen te be-
reiken zijn door het een aan het ander te verbinden.
Thans wordt het eene land na het andere gedwongen
verdere steunmaatregelen ten behoeve van de scheep-
vaart te nemen en ongetwijfeld zal het dezen weg
verder opgaan, indien men er niet in kan slagen
door beperking der. tonnage de scheepvaart weder op een gezonde basis te brengen.
Gezien het gebrek aan voldoende medewerking uit
Engeland, zonder welks steun over uitvoering van
een rationalisatieplan niet te denken, valt, had het
geen zin voor de Baltic Conference over dit vraag-
stuk nog uitvoerige besprekingen te houden. Ook an-
dere plannen tot rationalisatie der tonnage, o.a. een van Nederlandsche zijde ingediend voorstel tot be-
perking van den nieuwen aanbouw van schepen,
moesten als niet opportuun voorshands ter zijde wor-
den gelegd.
Wel daarentegen sprak de Conference zich op-
nieuw uit over subsidies en andere beschermende
maatregelen. In de desbetreffende resolutie wordt
verklaard, dat de huidige depressie in den wereld-
handel en als gevolg hiervan de rampzalige werkloos-
heid van millioenen arbeiders in belangrijke mate
veroorzaakt is door de kunstmatige belemmeringen,
welke in tal van landen aan den handel in den weg worden gelegd; dat de politiek van subsidieverlee-
ning aan scheepvaart en scheepsbouw even nadeelig
op het internationale handelsverkeer werkt als hooge tarieven, exportpremies, deviezenregelingen, coutin-
genteeringen en soortgelijke maatregelen; dat het
daarom van groote beteekenis is, dat aan deze poli-tiek een einde wordt gemaakt, omdat uit kracht van
navolging of door economische pressie meer en meer
landen – die overigens een politiek van redelijken
vrijhandel en open deur pleegden te volgen – ge-
dwongen worden tot beschermende maatregelen hun
toevlucht te nemen; dat dit in het bijzonder geldt
voor scheepvaartsubsidies, waar de scheepvaart, die
van nature het meest internationale bedrijf vormt, zich dreigt te ontwikkelen tot een regeeringszaak,
die in haar bestaan van overheidssteun afhankelijk
is; deze meening worde met nadruk ter ernstige over-weging onder de aandacht gebracht van de Monetaire
en Economische Wereldconferentie en van de ver-

schillende Regeeringen.
Ten aanzien van deze resolutie werd van Fransche
zijde gewezen op het onderscheid tusschen subsidies,
die een defensief en subsidies, die een offensief doel
beoogen. Natuurlijk zouden de Fransche subsidies
slechts een defensief karakter dragen! Een Duitsche reeder bracht terecht naar voren, dat
men onder de huidige monetaire en economische om-
standigheden bij de beoordeeling van den staatssteun
aan de scheepvaart met de groote verschillen, welke
er in de exploitatiekosten naar gelang van de vlag
van het schip bestaan, niet over het hoofd mag zien. Zonder een zekere egalisatie in den loon- en levens-
standaard der belangrijkste zeevarende naties zal men
niet tot algeheele opheffing van het subsidiesysteem
kunnen komen. Een scherp onderscheid dient dan
ook te worden gemaakt tusschen oneconomische sub-
sidies, welke schepen in de vaart brengen of houden,
die zonder staatssteun nimmer te exploiteeren zou-
den zijn en subsidies, welke uit economischen nood-

zaak
tijdelijk
moeten worden verleend, teneinde de na-
tionale vlag niet door schepen, waarvan tengevolge
van abnormale omstandigheden de exploitatiekosten lager zijn, van de wereldzeeën te zien verdrijven.
Het is duidelijk, dat het subsidievraagstuk niet op
te lossen is buiten verband met de algemeene econo-
mische en monetaire vraagstukken, waarvoor de
Wereldconferentie te Londen zich gesteld ziet. Deze
Conferentie werd begrijpelijkerwijze herhaaldelijk op
den voorgrond geplaatst.

In zijn openingsrede noemde de Voorzitter der
Conference, de heer W. A. Souter (Newcastle-on-
Tyne) de reparatie- en oorlogsschulden een der hoofd-
oorzaken van de huidige ontwrichting van den han-
del, omdat zij geleid hebben tot een opeenhooping
van goud in enkele weinige landen en betaling in
goederen en diensten niet mogelijk is gebleken. Het
grootste nadeel is aan den wereldhandel berokkend door de enorme daling van de groothandeisprijzen,
welke de verhouding tusschen crediteur en debiteur
zoowel op internationaal en nationaal als op parti-
culier gebied volkomen heeft verstoord. Met klem
werd daarom door den president een zoodanige prijs-stijging bepleit, dat men zijn schulden weder met de-
zelfde hoeveelheid goederen zal kunnen betalen als
ten tijde, dat men de schuld aanging.
Van het verlangen, dat de Wereldconferentie in
deze uitkomst moge bieden, getuigt de resolutie,
welke kort na het uitspreken van de rede van den
president werd aangenomen. In deze resolutie
wenscht de Conference de delegaties ter Economi-
sche Wereldconferentie alle mogelijk succes bij de be-
raadslagingen, welke ten doel hebben de financiëele
handelsrelaties tusschen de volkeren te verbeteren
en den wereldhandel te herstellen en spreekt als haar
meening uit, dat afschaffing van deviezenrestricties.
verlaging van tariefmuren en intrekking van con-
tingenteeringen tot de maatregelen hehooren, noodig
om genoemd doel te bereiken en dat regeling van da
productie door kunstmatige beperking onwensche-
lijk is.

1-let is te betreiren, dat’ deze laatste zinssnede over
de onwenscheiijkheid van beperking der productie in
de resolutie werd opgenomen; zij gaat van de sim-
plistische gedachte uit, dat iedere beperking van de productie vermindering van door den reeder te ver-
voeren hoeveelheid goederen tengevolge heeft, doch
ziet voorbij, dat ook de scheepvaart niet gebaat is
met een overproductie van goederen, waarnaar geen
koopkrachtige vraag bestaat en welke misdien nie-
mand over zee wenscht te vervoeren. Een saneering
op verschillende productiegebieden zal door het her-
stel van het bedrijfsleven, dat zij kan teweegbrengen,
daarentegen op den duur ook aan de scheepvaart ten
goede kunnen komen. Bovendien ligt er een onmis-
kenbare tegeustrijdigheid in om zich tegen productie-
beperking uit te spreken, terwijl men in eigen bedrijf
de eene poging na de andere onderneemt om een ver-
mindering van het teveel aan scheepsruimte te be-
reiken.

De Nederlandsche delegatie onder leiding van den
Heer Phs. van Ommeren Jr., Vice-president van de
Conference, heeft dan ook voorgesteld de laatste
woorden uit de resolutie te schrappen op grond van
de overweging, dat reeders zich dienen te onthouden
van een’ oordeel over een zoo moeilijk vraagstuk, waarover de kopstukken op economisch gebied te
Londen beraadslagen. Met een kleine meerderheid van
stemmen werd evenwel het voorgestelde amendement
op de resolutie verworpen.

Van algenieenen aard was eveneens een resolutie,
waarin algeheele instemming ‘wordt betuigd met de
resoluties, welke door het onlangs te Weenen gehou-
den Congres van de Internationale Kamer van Koop-
handel werden aangenomen betreffende de toekomst
van internationale kapitaalbeleggingen en tarieven
en handelspolitiek.

De overige resoluties hadden meer betrekking op
speciale scheepvaartaangelegenheden. Van actueel be-
lang in een tijd als deze, waarin zich allerwege een
streven openbaart om steeds zooveel mogelijk de voor-
keur te geven aan nationaal fabrikaat of nationale
vlag, was een resolutie, waarin de Conference een
volkomen afkeurend oordeel wenscht uit te spreken,
over het opnemen in contracten van een clausule, dat
bij bevrachtingen voorkeur aan de nationale vlag
moet worden gegeven en verklaart van meening te
zijn, dat dergelijke
practijken
lijnrecht in strijd zijn

5 Juli 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

539

met de werkelijke belangen van de scheepvaart, we-
derom een belemmering vormen voor de ontwikkeling
van het internationaal verkeer en, indien tot het
uiterste doorgevoerd, de internationale scheepvaart
als een vrij bedrijf geheel zouden desorganiseeren.
In een andere resolutie werd aangedrongen op
spoedige ratificatie door de zeevarende landen van
de reeds verscheidene jaren geleden te Brussel over-
eengekomen zeerechtverdragen betreffende beperking
van de reeclersaansprakelijkheid, scheepshypotheken
en bevoorrechte schulden en immuniteit van staats-
schepen.
Op voorstel van den Heer J. G. A. Fontein (Rot-
terdam) werd een resolutie aangenomen, waarin de
nadruk wordt gelegd op het natuurlijke recht van
den reeder om zelf den stuwadoor aan te wijzen,
wiens werkzaamheden hij heeft te betalen en gepro-
testeerd wordt tegen het misbruik om aan reeders
buitensporige stuwadoorskosten in rekening te bren-
gen, teneinde de stuwadoors in staat te stellen aan
verschepers en anderen steekpenningen uit te keeren.
De overige behandelde onderwerpen betroffen de
werkzaamheden van de Conference op het gebied van
het samenstellen van standaard charters (z.g. docu-
meutair werk); de moeilijkheden, welke voortvloeiden
uit onzekerheid over de al of niet erkenning van be-
paalde havengebruiken; de wenschelijkheid, dat ree-
ders zich niet verbinden gebruik te maken van door
hevrachters of ontvangers aan te wijzen cargadoors,
cle hooge uitkiaringskosten en sleepboottarieven in
Fransche havens en dergelijke.
H. E. SOHEFFaIc.

MOET NEDERLAND OVERGAAN TOT EEN POLITIEK
VAN REFLATIE?

De Heer A. A. van Sandick schrijft ons:

In het hoofdartikel in het nummer van 21 Juni
van dit weekblad ontwikkelt Prof. Dr. G. M. Verrijn
Stuart de volgende stellingen:
Komt niet spoedig een stabilisatie der papier-
valuta’s ten opzichte van het goud tot stand, dan
heeft het ook voor ons land geen zin meer aan den
gouden standaard vast te houden.
Na het vei1aten van den gouden standaard zou-
den wij dan op eigen gelegenheid intern een reflatie
dienen te bewerkstelligen; met behoud van den gou-
den standaard is zulks niet mogelijk.
Komt te Londen wèl een stabiliseering van de
papiervaluta’s ten opzichte van het goud tot stand
en NM op basis van een geringeren goudinhoud van
de munteenheden dan ten tijde van het verlaten van
den gouden standaard door de Ver. Staten, dan zul-
len wij, indien wij vasthouden aan de oude goud-
basis, gedwongen zijn tot een proces van aanpassing
van bonen en vaste lasten in benedenwaartsche
richting. Dit zal onoverkomelijke moeilijkheden
geven.
Daarom is het beter dat wij dan alsnog den
gouden standaard verlaten en den gulden op een
lagere goudbasis brengen
na een periode van reflatie.
Dat het verlaten van den gouden standaard te
onzent zal worden gevolgd door een vlucht in andere
valuta’s is, gezien de positie van die andere valuta’s,
weinig waarschijnlijk; de koersstijging der andere
valuta’s kan bovendien worden tegengegaan.
Waarschijnlijker is een vlucht in de goederen,
dit is de snelste reflatie. Zoodoende wordt juist be-
reikt wat men wil.
Hiertegenover zouden wij willen aanvoeren:
1) Dat de handhaving van den gouden standaard
reeds thans eigenlijk nog alleen hierin bestaat, dat
wij de pariteit tusschen den gulden en den Franschen
franc handhaven. Dit heeft feitelijk alleen psycho-
logische waarde: het voorkomt onrust in ons land.
Dat deze pariteitshandhaving op zichzelf hier een
deflatie forceert, mag worden betwijfeld. Zoolang de
prijsstijging in de Ver. Staten grooter is dan de

koersdaling van den dollar, wordt door de monetaire
politiek van de Ver. Staten geen verlaging van het
prijsniveau in de Europeesche landen, die nog op
de oude goudbasis staan, teweeggebracht, maar
integendeel hierop een druk in opwaartsche richting
uitgeoefend; subsidiair wordt de concurrentiemoge-
ljkheid van Europa op de wereldmarkt grooter.
Uit het bovenstaande volgt, dat zoolang deze
tende.nz in Amerika blijft bestaan,
1)
er geen reden
is hier nog een extra prijsstijging door reflatie te
forceeren, die overigens inderdaad alleen tot stand
zou zijn te brengen na het verlaten van gouden
standaard.

Indien op basis der wisselkoersen van dit oogen-
blik te Londen toch nog een stabilisatie der wissel-
koersen t.o.v. het goud tot stand komt, is er dan ook
geen aanleiding om cle aanpassing van ons niveau van bonen en vaste lasten uit den. weg te gaan. De
gevolgen van depreciatie van het Pond zijn reeds
grootendeels verwerkt, de daling van den dollar kan
ons niet deren, omdat deze wordt overgecompenseerd
door de prijsstijging in Amerika. Bestaat de kans, dat deze prijsstijging niet blijft bestaan, dan zal Amerika
blijven weigeren te stabiliseeren.

In dit geval zou reflatie hier, neerkomende op
een interne prijsstijging, ons concurrentievermogen

juist beknotten, dus averechts werken. Logischer nog
ware dan te volstaan met een devaluatie van den
gulden, (hoewel o.i. overbodig en ongewenscht) zon-der voorafgaande reflatie.

Inderdaad is het weinig waarschijnlijk, dat een
verlaten, van den gouden standaard door ons land
gevolgd zal worden door een vlucht in andere valu-
ta’s, die immers evenmin safe zijn. Dit zou kunnen
beteekenen dat de prijsstijging als gevolg van de
reflatie, niet eens in voldoende mate wordt gecom-
penseerd door een daling van den gulden in de wis-
selmarkt, zoodat door de prijsstijging ons concut–
rentievermogen op de wereldmarkt nog geringer zou
worden dan het nu reeds is. Prof. Verrijn Stuart
wil een eventueele stijging der andere wisselkoersen
trouwens zooveel mogelijk verhinderen.

Van een prijsstijging hier, op eigen gelegen-
heid (als gevolg van een vlucht in de goederen) zijn
voor ons als exporteerend land slechts nadeelen te
verwachten.

Indien Prof. Verrijn Stuart een devaluatie van
den gulden had bepleit, dan zouden wij dit hebben
kunnen begrijpen. Men make zich er evenw’eF geen
illusies over, dat het buitenland ons de gelegenheid
zal laten van een daling van den guldenkoers te pro-
fiteeren.
2)
Men late daarom ook
deze
wanhoopsdaad
achterwege. Maar welk heil men voor een zoozeer op
export aangewezen land verwacht van een politiek
van interne prijsstijging, door reflatiè, gepaard gaan-
de met een manipulatie der wisselkoersen ter voor-
koming van een daling van den gulden, is ons niet duidelijk. Wij zouden hier dan een situatie krijgen
tegenovergesteld aan die, welke in Engeland sedert
September 1931 heeft geheerscht.

Juist omdat Amerika aanstuurt op prijsstijging en
vooralsnog niet op een dumping op de buitenlandsche
markten, is er voor ons land alle reden de ontwik-
keling af te wachten. Door in dit stadium aan te

sturen op een geforceerde prijsstijging in het binnen-
land, zouden wij o.i. onze eigen’glazen ingooien. Wat
in een groot land als Amerika, dat in economisch

1)
Deze tendenz is juist tegenovergesteld aan die, welke
destijds in Duitschiand werkzaam was, toen cle Mark ster-
ker daalde dan het prijsniveau daar steeg, htgeen in de
landen buiten Duitsehiand in een druk op de prijzen
(dumping) resulteerde.
) Dat een devaluatie voorts automatisch bonen en vaste
lasten naar eveuredigheid zal doen dalen, is o.i. volstrekt
onjuist. Hoe b.v. Dr. Oortwijn Botjes (in E.-S. B. van
21/6) kan verklaren, dat door de daling van het Pond
met 30 pCt., de Engelsche arbeider zijn reëele loon ook
met 30 pCt. heeft zien verminderen, is ons onbegrijpelijk.

540

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Juli
1933

opzicht voor
9110
op het eigen land is ingesteld,
misschien. wenschelijk en mogelijk is, is daarom nog niet goed voor Nederland, dat zoozeer
0])
het buiten-
land is georiënteerd. En zeker moeten wij niet en
politiek voeren, die het duurte-eiland, waarop wij
leven, zich nog verder boven zijn omgeving zou doen
verheffen.

N a s c h r i f t. Naar aanleiding van bovenstaan-de beschouwingen van den heer Van Sandick zou-
den wij het volgende willen opinerken.
Het vasthouden aan de bestaande goudbasis van
het ruilmiddel heeft in de ,,goudlanden” heel wat
meer beteekend dan alleen het uitöefenen van een
psychologischen invloed. Het heeft deze landen ge-
noopt, alle nadeelen van de deflatie te ondergaan
en het peil der in het eigen landsgeld uitgedrukte
kosten ten opzichte van alle andere landen steeds
verder te drukken onder groote offers aan rentabili-
teit van het bedrijfsleven.
De heer Van Sandick merkt op, dat er, zoolang
slechts in de Ver. Staten de prijzen meer stijgen
dan de dollar ter wisselmarkt daalt, voor de ,,goud-
landen” geen reden is om tot reflatie over te gaan.
Wij kunnen het daarmee niet eens zijn. liet refla-
tievraagstuk blijft ook in dat geval uit een oogpunt
van
interne correctie der deflatiegevolgen en
extern

met betrekking tot andere landen dan de Ver. Sta-
ten, even belangrijk als tevoren.
Wèl
maakt het in de

verhouding tot de Ver. Staten verschil, of de ,,hut-
tenwaarde” van den dollar in verhouding tot de ,,bin-
nenwaade” te hoog of te laag is, maar – hoezeer
dit van belang is voor den internationalen handel –
een vraagstuk als b.v. dat van den binnenlandschen
schuldenlast in de Europeesche ,,goudlanden” wordt
door de houding van de Ver. Staten niet opgelost.
Ware Amerika niet van zijn goudbasis afgegaan, zoo
had het de leiding kunnen nemen bij een proces val)
internationale ,,reflation within gold”. De kans op
zulk een reflatie schijnt thans wel zeer gering en zou nog slechts te verwezenlijken zijn, indien de
Londensche Conferentie tot een stabilisatie op of
nabij het oude goudpeil leidde. Als echter de dollar-
koers belangrijk beneden dit peil blijft, dan heeft
Amerika het interesse bij ,,reflation within gold” (nl.

op basis van het
oude
goudpeil) verloren en zal de

lijn, door ons in, ons artikel van 21 Juni aangegeven,

aanhevelenswaard zijn.
Daarbij komt, dat de huidige Amerikaansche

situatie – snellere stijging van prijzen dan daling
der valuta – waarschijnlijk
niet duurzaam
kan zijn

en zeker een ongeschikte basis voor een definitieve

stabilisatie zou opleveren. Engeland heeft na 1925
doen zien, welke gevaren verbonden zijn aan een sta-
bilisatie op een relatief te hoog goudpeil. In derge-
lijke omstandigheden de Nederlandsche geldpolitiek
afhankelijk te stellen van een vermoedelijk tijdelijkg
situatie in Amerika schijnt ons niet verdedigbaar.

Wij komen thans tot de vraag der devaluatie van
den gulden. Als de zaken inderdaad te Londen loo-
pen, zooals door ons wordt gevreesd, dan is loslaten
van onze huidige goudbasis, reflatie en tenslotte
terugkeer tot een lager goudpeil – dit laatste in de veronderstelling, dat in de toekomst een rationeel
,,management” van den gouden standaard mogelijk
zal blijken – de beste weg. Dit beteekent dus uit-
eindelijk devaluatie. aarmee moet een daling van
onze valuta ten opzichte van landen, die niet deva-
lueeren, gepaard gaan. Wij hebben geen oogenhlik ge.
dacht aan een handhaven in dat geval van een vas-
ten wisselkoers op landen, die op het huidig goudpeil
zouden blijven staan, resp. aan handhaving van den
huidigen stand der wisselkoersen ten opzichte van
landen, die het goud reeds verlaten hebben. Slechts
heoogden wij te betoogen, dat ,,vilde koersschomme
lingen”, dat zijn dezulke, waarbij de wisselkoers om
speculatieve redenen het verband met de ,,binnen-
waarde” van onzen gulden verloren zou hebben, dooi’

krachtig ingrijpen ter wrisselmarkt van de zijde der
circulatiehank voorkomen of althans zooveel moge-
lijk beperkt moeten worden.

Wij hopen hiermee het misverstand, dat wij op dit punt blijkbaar hij den heer Van Sanclick hebben ge-
wekt, te hebben opgehelderd. De bezwaren, die onze geachte opponent van reflatorische prijsstijging hie.r
te lande verwacht, worden, indien de wisselkoers zich
in overeenstemming niet deze prijsstijging ontwik
kelt, automatisch ondervangen. Immers, bij een der
gelijk beloop der wisselkoersen zal onze ,,Konkur-
renzfiihigkeit” op. de internationale markten grooter in plaats van kleiner worden; als de stijging der goe-
dereuprijzen in het binnenland in overeenstemming
blijft met den koers van den gulden op de wissel-
markt, zal zij als zoodanig den voor export werkenden
producent niet deren, terwijl daarmede het voordeel
gepaard gaat van een zekere aanpassing van bonen,
vaste lasten e.d. bij de opbrengst der producten; de
exportprijzen toch zullen stijgen, terwijl de vaste las-
ten gelijk blijven en een loonstijging in een periode
van groote werkloosheid, minst genomen, onwaar-
schijnlijk is.

Wij kunnen onzen opponent toegeven, dat het niet
zeker is, dat zich de beoogde externe aanpassing, de
verbetering van onze positie als concurrent op cle
wereldmarkt, aldus
volledig
zal realiseeren. Ten deele
zal dit vrij zeker wèl het geval zijn, zoo b.v. vermoe-
delijk in de zeescheepvaart; ten deele echter zal
daling onzer valuta met nieuwe beschermende maat.
regelen worden beantwoord. Ook in het laatste jaar-
verslag van de B.I.S. wordt op dit gevaar gewezen
hij de behandeling van de geidpolitiek van Zweden.
Dit beteekent echter niet meer, dan dat een deel van
de mogelijke voordeelen eener eventueele reflatiepoli-
tiek op nationalen grondslag ons zou ontgaan, maar
dat alle andere, door ons uiteengezette voordeelen
blijven.

Tenslotte nog één opmerking: waarom, zoo wordt
ons herhaaldelijk gevraagd, niet dadelijk een nieuw
goudgewicht voor den gulden vastgesteld, zoodra
de door ons gevreesde onbevredigende resultaten der
Londensche Conferentie zullen vaststaan? Ons

antwoord luidt: omdat in dat geval het vaststellen
van een nieuwe goudbasis eenvoudig een sprong in het duister zou zijn, o.m. in verband met de aan hef slot van ons artikel van 21 Juni genoemde onzeker-
heidsfactoren. Daarom is een- overgangsperiode tot
het zoeken van een goed stahilisatiepunt aangewezen.

Dat een dergelijk streven naar het verkrijgen van
een stabiele geldwaarde op beter peil, dan het huidige
deflatorische laagtepunt van het prijsniveau, met in-
flatie niets gemeen heeft, schijnt ons duidelijk. Het
verheugt
OflS,
dat de heer Van Sandick liet in dat
opzicht blijkbaar met ons eens is. Hij heeft de dis-
cussie gehouden op het peil, waar zij thuis behoort,
hetgeen in een tijd, waarin zoowaar van weten-
schappelijke zijde tegen reflatie gewaarschuwd wordt
onder verwijzing naar….de Duitsche inflatie van.
1923, tot verheugenis aanleiding geeft.

DE INDISCHE MIDDELEN OVER JANUARI 1933. i)

In de maand Januari 1933 bedroeg de opbrengst
der Iandsrniddelen in totaal
f
32.1 millioen tegen-
over
f
37.2 millioen in dezelfde maand van het vorige
jaar, een achteruitgang dus van
f
5.1 millioen.

De opbrengst der verschillende hoofdgroepen van middelen in vergelijking tot de ramingen bedroeg in
millioenen guldens, respectievelijk:

‘•) D- de in het Deceinberoverzicht aangegeven oor-
zaken ondervond ook de samenstelling van dit overzicht
belangrijke vertraging. Verw’acht wordt, dat, waar de ont-
stane achterstand nu vrijwel is ingehaald, de regelinatige
])ublicatie kan worden hervat.

Opbrengst in millioenen guldens
J a n ii a r i
1933

1932

1931
0.24

0.37 .

0.4

2.7 3.8
5.0 0.6 0.9

.
2.0
1.59
1.64
2.5
1.1
1.2
0.8
0.14

6.4

8.0

10.7

5 Juli
1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

541

1/12 Jaar
raming
Jan ban
Omschrijving
1933
1933
1932
1931
1930
Belastingen ……
21.8
15.3
16.4
21.4
25.5
Monopolies

……
4.5
3.5
4.5
5.2
6.2
Producten……..
3.5
1.7
1.5
3.9 5.6
Bedrijven ……..
8.5 8.8
11.1
11.2
12.3
i)iv. middelen
….

3.4
2.8 3.6
3.8
3.9

Totahi

……..
41.7
32.1
37.1
45.5
53.5

De verschillen in de opbrengst tusschen de maan-
den Januari
1933
en Januari
1932
weiden in hoofd-
zaak door de nv. afwijkingen veroorzaakt:

Belastingen.

a.
Niet-icohierbelastingen.

Opbrengst in Gedurende
millioenen gid. 1933 meer
Januari
of minder
Omschrijving

1933

1932
dan
1932
Tariefwijzigingen
Invoerrechten ..

4.1

3.2
+
0.9
20
opa.
vanaf
1

l_32
500pc.
1 5_6_32
Uitvoerrechten

0.14

0.25

0.11
Statistiekrecht

0.2

0.2

Accijns op petrol.

0.8

0.8

Accijns opbenzine 1.2

1.5

0.3
20 opc. vanaf
1

1_32

.
33 113 opc. vanaf
16_3_32
Accijnsoplucifers 0.3

0.5

0.2
Accijnsopgedistill.0.05

0.06

0.01
vÔör 16Apr. ’32

1150.- vanaf
1614.1932 f200._

Accijnzen per
ELL. 50
0
,0
Accijns op tabak

0.4

0.006
+
0.4
vanaf

16

Dec.
‘32200/,, van den

klcinliatidelspr.
Zegelrecht ……0.6

0.7

0.1
Overschr.recht
. .

0.12

0.15

0.03
Slachtbelast.
.

..

0.47

0.44
±
0.03

Totaal

……8.4

7.8
+
0.6

b.
Kohierbelastin gen.
Deze belatingen bleven
in
de
maand

Januari
1933,

zooal-s

uit

de

hieronder opgenomen vergelij-
kende specifiatie blijkt,

allen
bij de
opbrengst van
Januari
1932.
ten achter.

Omschrijving.

Omschrijving
l’ersoneele belasting ……..
Inkomstenbelasting en Crisis
heffing ……….
……..
Vennotschapsbe1asting
Verponding
Landelijke inkomsten…….
Vermogensbelasting ………

Totaal
.
…………

De overige belastingen brachten in verslagmaand
f 0.5
millioen op tegen
f 0.6
millioen in dezelfde
maand van
1932.

Monopolies.

De monopolies brachten in verslagmaand
f 3.5
millioen op of
f 1
millioen minder dan in Januari
1932.
Dit was het gevolg van de resp.
f
0.45,
f
0.29
en
f 0.27
millioen mindere opbrengst van
opium-
verkoop pandhuizen
en
zoutverkoop.

Producten.

De opbrengst van de
producten
bedroeg in Januari
1933 f 1.7
millioen tegen
f 1.5
millioen over de
zelfde maand in
1932
of
f- 0.2
millioen meer, ver-
oorzaakt •door
f 0.2
millioen meerdere opbrengst van
tin en
f 0.1
meeropbrengst -van de steenkolenmijnen.
De overige producten gaven alle minder opbrengsten:

Bdijv en.

De opbrengst van deze
groep bedroeg over
Januari
1933 f 2.4
millioen minder
dan in dezelfde
maand
van
1932.
De oorzaak
van dezen achteruitgang kan
blijken uit ondervolgende
cijfers:

112 .Rani.
Opbrengst Januari
Bedrijf

1933
1933

1932

1931
1930
.E1avenwezen •…

1.08
2.92

3.57

2.79 3.16
l3aggerdienst….

0.22 0.18

0.40

0.03 0.19
Vaterkracht en
Electriciteit

….

0.27
0.23

0.24

0.002
0.13
La.ndsdrukkerij…

0.13
0.09

0.53

0.01
0.01
P.T.T ………..

2.61
2.16

2.41

2.81
2.86
5.5………….4.17
3.17

3.96

5.52

.
5.94

Totaal….

8.48
8.75

11.11

11.16
12.29

Diverse middelen.

De opbrengst van deze groep was in de eerste
maand van
1933 f 0.8
millioen minder dan die in
dë overeenkomstige maand van
1932.
Het achter-
blijven van de opbrengst bij de fractioneele jaar-
rarning met een bedrag van
f
0.6
millioen en over
dezelfde maand van
1932
met f 0.8
millioen, vindt zijn oorzaak hoofdzakelijk in het feit, dat in Januari
1932
werd ontvangen op ,,allerlei”
f
0.556
inillioen
en in Januari
1933
slechts
f 0.085
millioen.
De opbrengsten, voortvloeiende uit
afstand van
grond
en die der
11
7
eeskamer’s,
gaven ten opzichte van
de fractioneele .jaarraming een gunstig verschil te
zien van resi.
f 0.7
en
f 0.1
millioen. –
De opbrengsten van de andere tot’ deze groep be-
hoorende middelen geven geen aanleiding tot bijzon-
dere vermelding.
Het algemeen verlop der landsmiddeleii in het loo-
‘pende jaar in vergelijking met de vier voorafgaande
jaren moge blijken uit het volgende overzicht:.

Opbrengst in millioenen guldens
Maand

per maand

t/m. de maand
1929 1930 1931 1932 1933 1929 1930 1931 ‘1932 1933
Jan.

51.9 53.5 45.5 37.2 32.1 51.9- 53.5 45.5 37.2

32.1
Febr. 48.9 42. 35.9 31.3

100.8 95.7 81.4 68.5
Maart 50.4 43.7 36.9 32.1

151.2 139.4 118.3 100.6
April 51.3 45.1 38.6 31.7

• 202.4 184.5 156.9 132.3
Mei . 53.8 52.3
.
39

32.1

256.2 236.8 195.9 164.4
Juni 61.2 50.4 45.2 35.2

317.4 287.2 241.1 199.6
Juli . 67._ 65.3 48.6 39.7

384.4 352.5 289.7 239.3


Aug. 62.2 52.5 46.2 3.7

446.5 405.0 335.9 278._
Sept.’ 62.4 59.3 46.1 39.-

508.9 464.3 382.0 317._
Octob. 71.6 57.2 41.7 35.3 .

580.4 521.5 423.7 352.3
Nov.. 56.1 46.9 44.3 33.7

636.6 568.4 468. – 386._
Dec… 72.2 63.1 49.2 31.9

708.7 631.5 517.2 417.9

De cijfers der jaren
1932
en
1933
zijn ondei1ing
vergelijkbaar, evenals de cijfers betreffende de jaren
1929, 1930
en
1931.
Voor de jaren
1932
en
1933
is in de ontvangsten
der monopolies, producten en bedrijven opgenomen
hetgeen te vorderen, doch nog niet. ontvangen was:
dit is voov de jaren
1929, 1930
en
1931
niet geschied.

AANTEEKENINGEN.
Locaal en regionaal protectionisme.

Aan de hand van enkele gevallen, die de beer
Meyer de Vries in het Tijdschrift van den Neder-
landschen Werklooshejdsraad had gesignaleerd, heb-
he.iï wij verleden jaar gewezen op het kwaad vtn het
z.g. economisch regioualisme (het op allerlei wijzen
belemmeren van het vrije ruilverkeer in eigen
land)
l).
Wij hebben er toen op gewezen, dat het
economisch regionalisme een ongezond en economisch
niet te verdedigen beginsel is. Daarom hebben wij
met instemming kennisgenomen van de circulaire
van den Minister van Binnenlandsche Zaken van
21
Juni ji. Wegens het belang van dit vraagstuk
laten wij den inhoud van deze circulaire hier on-
verkort volgen.

1)
Zie Economisch-Statistische Berichten van 3 Aug.
1932, blz. 605.

542

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Juli 1933

,,i:[et heeft mijn aandacht getrokken, dat in strijd met de wenschen van de Regeering in den laatsten tijd door
officiëele en semi-officiëele instellingen bij liet plaatsen
van orders in liet buitenland herhaaldelijk voorwaarden
gesteld worden, welke een handelspolitieke strekking
hebben.
in liet ronclschrijven van mijn ambtsvoorganger van
7
])ecember ji. No.
21506,
afd. B. ]3., heeft deze reeds te
kennen gegeven, dat Overheidslichanien bij liet doen van
huitenlandsche bestellingen zich niet zouden moeten laten
leiden door overwegingen van handelspolitieken aard. Be-
doelde circulaire heeft echter niet dien weerklank gevon-
den, welke daarvan mocht worden verwacht. Ik zie mij
derhalve genoodzaakt opnieuw onder de aandacht van alle
gewestelijke en gemeentelijke besturen te brengen, dat de
Regeering nog steeds van irteelling is, dat de lagere Over-
heidslichameie goed zullen doen zich te oithouden van
stappen, w’elke van invloed zouden kunnen zijn
01)
de han-
delspolitieke betrekkingen met het buitenland.
Mocht het gew’enscht zijn aan bepaalde landen bij levC-
ringen de voorkeur te geven, dan zal zulks door de be-
voegde Regeerings-instanties moeten worden uitgemaakt en
niet door iedere locale autoriteit volgens eigen inzicht.
Ik wijs er met nadruk op, dat het stellen van voor-
waarden bij liet plaatsen van een order, waaruit zou moe-
ten voortspruiten, dat voor een gelijk kwantum Neder-
landsche goederen naar het betreffende land geëxporteerd
moet worden, schadelijk is voor de verhouding met die
landen, waarmede Nederland in alle opzichten normale
betrekkingen onderhoudt. Alleen in die gevallen, waarin
buitenlandsche regee ringen of ficiëel gesauctionneerde voor-
waarden betreffende compensatieverkeer stellen, zal
ook
doe r Nederlandsche autoriteiten overwogen worden, in
hoeverre dit compensatieverkeer dienstbaai gemaakt kan
worden ook aan de Nederlandsche exportbelangen.
Het beoordeelea van de vraag of een dergelijke com-
pensatie gewensclit is en onder welke voorwaarden zij
mogelijk is, vereischt echter speciale ervaring. Mocht een
dergelijk geval zich voordoen, dan verdient het aanbeve-
ling, dat men in overleg trede met den directeur-gene-
raal van Handel en Nijverheid bij het Departement van
Economische Zaken.
ik heb de eer uw college te vet-zoeken aan het boven-
staande de noodige aandacht te schenken en te bevorde-
ren, dat door de onder uw bestuui– ressorteerende en
daarvoor in aanmem-king komende diensten en instellingen
een en ander in acht worde genomen.”

Hieruit blijkt dus, dat in verschillende gevallen de
gewestelijke en gemeentelijke besturen een directen
goederenruil met het buitenland op touw hadden ge-
zet. Terecht heeft de regeering hiervoor een stokje
gestoken. Immers dit locaal en regionaal protectio-
nisme heeft niet alleen een schadelijken invloed op
andere deelen van het economisch leven van ons land,
maar staat bovendien in scherpe tegenstelling tot de
handelspolitiek, welke onze regeering tot dusverre

heeft gevoerd.

BOEKAANKONDIGINGEN.

De weg uit de werkloosheid
volgens

een nieuwe leer van loon en rente, door
Mej. Dr. E. 0. van Dorp. (Haarlem, de
Erven F. Bohn N.V. 1933. Prijs
f
1.—).

In deze korte, naar het schijnt opzettelijk eenvou-
dig geschreven, brochure zegt Mej. Dr. v. Dorp zeer
belangrijke dingen over de bestrijding van welhaast
het grootste euvel, waaraan het economisch leven
tegenwoordig lijdt.
Uitgaande van den grondslag, dat ieder sociaal
denker maar een doel heeft: de vergrooting van het
volkswelzijn, tracht zij, zooals bij elk wetenschappe-
lijk betoog is vereischt, eerst de feitelijke oorzaken
van het probleem op te spoi-en. Zij concludeert daar-
bij, dat een drietal punten, die veelal als de oorzaak
der werkloosheid worden beschouwd, dit in laatste
instantie niet zijn. –
De belemmering van het internationale ruilverkeer
zou het slechts kunnen zijn, wanneer wij niet bereid
zouden wezen ons bij de veranderde omstandigheden
aan te passen. Evenmin kan de wereldoorlog, met al
de daaraan verbonden gevolgen, de oorzaak der werk-
loosheid zijn, ook wat dat betreft zou als er geen

andere, werkelijke oorzaken waren reeds lang een
aanpassing hebben plaats gevonden. En wat tenslotte
het geidwezen betreft, ook ten aanzien daarvan ver-
wisselt men oorzaak met gevolg. De werkelijke oor-
zaak is te vinden in het loon- en rentevi-aagstuk en
in de verstarring, die er in het arbeidsloon heeft
plaats gevonden.
Teneinde dit te
bewijzen,
onderzoekt Dr. van Dorp
eerst de houding van het socialisme tegenover het
loonprobleern, die tenslotte neerkomt op het strever
om de rente te doen verdwijnen, met als consequen-
tie de onderdrukking van de vrijheid van het indi-
vidu. Zij wijst er op, dat de marxistische waardeleer
niet meer als wetenschappelijk standpunt wordt er-
kend. De thans algemeen erkende grenswaardeleer
van Stanley Jevons, Menger en Walras is daaren-tegen niet voor weerlegging vatbaar. Anders is dit
echter met de op deze waardeleer gebouwde rente-
theorie van Böhm Bawerk. Deze, die niet betrekking
heeft op de leenrente, doch op de eigenlijke kapitaal-
rente, gaat uit van den voorkeur der menschen voor
tegenwoordige goederen boven toekomstige. Door deze
voorkeur ontstaat er een ,,agio” van tegenwoordige goederen, welk agio de rente verklaart. Dr. v. Dorp
acht deze leer niet juist en komt tot een andere ver-
klaring van de rente, berustend op het feit, dat het
op een bepaald oogeublik uitbetaalde loon bepaald
wordt door de waarde van den arbeid = productie
eenei- vroegere periode. Met geen mogelijkheid kan
het gezamenlijke werkelijke loon daarboven uitgaan,
zoodat de rente niet anders is dan het verschil tus-
schen de waarde der productie op een bepaald oogen-
blik en datgene vat daarvoor als loon is uitbetaald.
Niet alleen dat er daardoor geen vaste rente is, doch
ook volgt daaruit, dat men het elk oogenblik zelf in de hand heeft het totale loon te vergrooten, door nl.
de productie uit te breiden. Deze toch vormt de be-
grenzing van het toekomstige loon. Daarbij komt, dat
de kapitalist van zijn rente een zoo groot mogelijk
deel voor meerdere productie zal gebruiken, omdat
dit de beste manier is de hem toekomende rente te
vergrooten. Dus zuivere winzucht, maar een win-
zucht, die tevens het beschikbare arbeidsloon vergroot
en als zoodanig dus heilzame gevolgen heeft.

Deze theorie, die geheel een dynamisch karakter
heeft, leidt onverbiddelijk tot de conclusie, dat elk
streven naar loonsverhooging ijdel is – of, indien zij
toch effect heeft het economisch leven in de war zal
sturen – wanneer zij niet wordt voorafgegaan door
een vergrooting der productie.

Een vergrooting der productie is mogelijk, omdat
er nog in een geweldige mate onbevredigde behoeften
zijn. Door de productiekosten te verlagen, wordt ten-
gevolge van de elasticiteit van de vraag naar ge-
bruiksgoederen, de mogelijkheid tot productie ver-
groot en daarom is de eenige weg om uit de werk-
loosheid te komen de verlaging van het arbeidsloon.
Daardoor toch kunnen, hij een totaal
gelijk
gebleven
loonbedrag, tal van werkloozen tewerk gesteld wor-
den. Deze vergrooten de productie en maken zoodoen-
de in de toekomst een verhooging van het loon mo-
gelijk. Een systematische aanpassing van het loonpeil
zal dus automatisch de totale loonsom doen stijgen.

Tot zoover Dr. v. Dorp. Het aantrekkelijke in deze
brochure is niet alleen, dat de conclusies logisch uit
cle theoretische motiveering volgen, doch tevens, dat
de theorie, waarop de redeneering steunt uitgaat
van het dynamische karakter van het economisch
leven, zoodat zij ook bij veranderende omstandighe-den haar geldigheid kan
blijven
behouden. Of de be-
strijding van de Böhm-Bawerksche leer afdoende is, waag ik niet te heoordeelen. Dit is trouwens ook niet noodig. Dr. van Dorp heeft te dien aanzien nog meer
in de pen en ik mag het zeker wel aan meer be-
voegde kenners van den Oostenrijkschen geleerde
overlaten, deze theoretische kwestie uit te pluizen.
Zeker is, dat Di-. van Dorp sterk staat met haar be-
vering, dat B. B. ondanks de zeer uitvoerige berede-

5 Juli 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

543

neering van zijn agioleer, in laatste instantie het
loonfonds ook niet geheel kan negeeren en dat –
eenmaal zoover gekomen, dat men dynamisch kan
redeneeren het – voortdurend in grootte veranderen-
de – loonfonds, een concrete basis vormt om idee
te werken. Wat dit betreft kan men dan ook aan de
brochure van Dr. van Dorp zeer zeker een belang

rijke constructieve waarde toekennen.
Ook haar onderzoek naar de oorzaken der werk-
loosheid lijkt mij in laatste instantie juist. De opvat-
ting, dat alles onbegonnen werk is, wanneer men het
kwaad niet bij den wortel aantast, is tenslotte de
meest rationeele. Zij kan echter aanleiding geven de
secundaire geneesmiddelen over het hoofd te zien en
daarvoor zou ik toch wel zeer ernstig willen waar-
schuwen. Het moge bv. juist zijn, dat de buitenland-
sche tariefpolitiek niet de oorzaak van de werkloos-heid is in Nederland, en dat wij door aanpassing, de
gevoigén ervan kunnen afwentelen, in de practijk zal
een zoodanige aanpassing (bijv. het zich instellen van
onze industrie op de binnenlandsche markt) langen tijd noodig hebben en zoodanige offers vragen, dat
de patiënt in vele gevallen wel eens te zwak zou kun-
nen zijn om de geneesmiddelen (saneering of reorga-nistie wordt het meestal genoemd) te verwerken. Niet
anders is het met de nasleep van den wereldoorlog.
Aanpassing! De huidige economische conferentie leert
ons hoe moeilijk er te midden van al die autonome
grootheden aanpassing mogelijk is. Dit alles neemt
niet weg, dat de aanpassing van het loonpeil, al zijn-
de een zuiver interne maatregel, verwezenlijkt kan
worden. Daarbij ontmoet Dr. van Dorp op haar weg
echter de aanhangers van de z.g. koopkrachttheorie,
die haar tegenwerpen, dat zij in zekeren zin de kip

Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen.

met de gouden eieren wil slachten. Immers, zoo zeg-
gen zj,
gij
wilt meerdere productie. Deze is slechts
mogelijk bij een grootere vraag naar producten. Hoe
kan er echter een grootere vraag zijn, wanneer gij
begint met een loonsverlaging juist bij hen, van wie
die vraag moet komen en die dus hun consumptie
moeten uitbreiden. Deze redeneering lijkt plausibel,
doch is in den grond van de zaak toch volkomen fout.

Immers wanneer men er van uitgaat, dat het loon
begrensd wordt door de waarde eener vroegere pro-
ductie, zal, zoolang er nog onbevredigde behoeften
zijn – en dat wordt door niemand ontkend – elke
vermeerdering van de productie het totale toekom-
stige loon moeten verhoogen. .Dit kan op directe wijze
geschieden door individueele loonsverhoogingen of,
wat hetzelfde is, door prijsverlagingen, het kan ook
doordat arbeiders, die thans werkloos zijn, weer aan
de productie zijn gaan deelnemen en dus ook een loon
verdienen, waardoor de Overheid minder van het loon van eiken arbeider – in den vorm van belas-
tingen of anderszins – behoeft af te nemen, voor het
levensonderhoud der werkloozen. Het is absoluut on-
juist te denken, dat door een individueele verlaging
der arbeidsloonen, uit een maatschappelijk oogpunt
beschouwd, het gezamenlijke arbeidsloon ook zou moe-
ten dalen. Integendeel, wanneer door de, tengevolge
van de loonsverlaging veroorzaakte, daling der pro-
ductiekosten, de productie wordt, vergroot, zal eo ipso
de
mogelijkheid
tot verhooging van het totale arbeids-
loon worden verkregen. Dit leidt vanzelf tot vermin-dering der werkloosheid en het is een verdienste van
Dr. van Dorp dezen weg op een zoo bevattelijke wijze
te hebben gewezen.
B. BÖLGER.

De Bank voor Handel en Scheepvaart te Rotterdam zendt ons onderstaand overzicht:
Indexcijfers van
12
aandeelengroepen der Amsterdamsche effectenbeurs.
1)

Banken
EIectIi_
ondern.

Industriel
l
il
l
d
S
e
t_

Mijnbouw’
Olie
Rubber
Sch
r
Suiker
Tabak
Thee

Gemiddelde
1929
158.3
337.5
168.0
432.7
243.0
263.7
402.0
233.5
125.0
398.4
487.3
443.2
1930 149.4
257.7
125.6
264.9
.

87.4
177.2
371.1
110.7
82.6
292.9
361.3
357.2
1931
118.1
211.8
93.4
167.7
64.5
144.5
209.8
51.8
49.6
181.9
241.6
251.4
1932
76.4
178.3
67.1
.115.6.
37.6
106.4
137.5
27.0
24.9
.107.2
137.9 175.9
Januari

1931
137.2
220.4
110.9
199._ 57.4
149.1
290.7
75.8 63.5
223.8
274.-
280.5
Februari
140.7
239.9
117.5
217.5
69.7
167.5
307.3 80.2 65.6
238.4
307.8 292.1
Maart
143._
248.6
124.3
223.2
78.9
.

176.7
288.3 81.4
63.9
243.3 306.2
290.7
April
139.4
238.4
113.5
207.3
84.4
1.72.4
253.9
58.5 57.5
219.5 299.8 283.4
Mei
132.7
222.5
95.1
178.8
76.2
159.6
220._
50.5
54.3
190.9

,
275.9
251._
Juni
127.5
217.5
89.-
165.1
68.7
150.8
208.6
48.4
53.1
191.3
262.4 249.7
Juli
126.4
228.8
1002
168.8
70.6
163.6
218.2
58.5
55.8
208.9
254.2
262.9
Augustus
113.2
210.9 88.2 151.2
65._
147.6
194.7
44.4
48._
178.4
218.4
247._
September
95.3
190.1
73.6
126.1
60.9
118.9 147.9
31.7
37.3
134._
168.7
220.1 October
89.1
181.3
71.7,
125.3
49.2
107.8
140.7
32.6
34.7 122.1
174.7
222.2 November
93.2
184.2
75.4
135.4
48.9
120.1
133.6
32.9 34.9


125.9 196.3
237.2
])ecember
79.-
158.4
61.5
114.2
44.2
99.5
113.1
26.3
26.7
106.5
161.3 179.7
Januari

1932
80.5
174.4
63.5 124._ 43.5
107.4 118.9
28.2
27.4
108.
173.7
181.4
Februa’ri
82.8
173._
65.8
123.2
42.4
110.1
139.2
28.2 27.7
108.7 179.6 178.1
Maart
81.3
184.7
69._
122.9
41.7
110.9 149.3
24.2
27..


112.7 176.3
182.2
April
69.8
166.7
58.8
102.1
34.3
92.4
118.3
13.7
20.1

.
96.6
111._ 154._
Mei
65._
163.9
52.5
93.5 33.5
86.8
117.8
14.2
19.1
84.5
101.9
157.3
Juni
59.4
156.1
51.2
88.5 32.3 83.9
118.1
14.1
17,3


87.6

94.7
154.3
juli
68.3
167.1
63.7
106.1 34.1
92.2
129.1
22.5
.
21._
105.6
120.1 175.6
Augustus
79 8
183.5
71.5
126.2
33.2
104.9 153.5


35.1
26.4 118._
138.4
200.5
September
86._
194.5
78.1.
133.4
43.6
123.7 166.4
42.4
31.1
128.8
151.3
201.6
October
83.7
189.3
77.5
127.1
39.4
120.4
147._ 34._
28.5
118.7
135.8
187.6
November
81.1
193.1
77.2
124.1
38.2
121.4
145.1
34.7
27._
111.7
136.8
180.3
December
78.9
193.2 76.4
116.1
35.-
123.1
146.7
32.8 26.1
104.9
135._
157.3
Januari

1933
84.9
199.3
79.8
124.2
31.4
120.6
155.3
33.8 26.3
108.2 147.2 196.3
Februari
82.8
194.2
76.4
118.8
28.5
121.6
146.8
30.1
23.7
103.1
1.41.9
199.6
Maart
82._
190.3
74.6
118.2
28.3
124.5 142.6
28.4
22.1

110.3

138.6
187.ï
April
80.9
190.6
73.3
120.7
26._
125.9
144.7
31.9
.

21.7
111.5
127.6
185.1
Mei
8&9
210.2
78.,
139.3
24.4
141.7.
158.4
3.9.-
25.3
124.5
137.9
201._
juni

,,
90.4 220.9
84._
149.1
27.9
155.1
174.2
47.8 28.6
.140.7
154.6
229.5

Schommelingen in het aandeelen-indexcijfer.
2
Januari
1933 f 2.228.869.000 = 100.
2
Januari
300.
1
Februari
1.00.9
1 Maart
93.-
5
April
91.5
3
Mei
98.6
7
Juni
107.7
ii
104.1
8

,,
100.1
8
96.8
12
92.6
10
lOI._
14
109.2
18

,,
.101.3
1.5
98.9
15


96._
19

.
92.8
17


101.4
21


1.08.7
25
101.6
22
94.3
’22
95.5
26
96.2 24
102.7
.
28
1139
29
92.5

1
.31
.

108.6
1)
Men zie vooi’ de toelichting
01)
dit overzicht het nummer
van E.-S.
.13. van
1.5
Januari
1930, blz.
64.
Nadrvlc verboden

544

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Juli
1933

OVEit2IC13T VAN DE
INDISCHE
MIDDELEN.
OVERZICHT DER OPBRENGSTEN VAN HET

STAATSBEDRIJF DER P.T.T.
.

(In Guldens).

Januari
1932

MEI 1933.
..
Omschrijving
1
112
Raming
1933
Januari
1933
‘Omschrijving
Werkelijke
opbrengst
Meer of minder dan

Belastingen
.
Mei 1933
6
Mei 1932
1
Begrooting
7 6

Invoerr..

mci.

Landsgocd
5.183
4.085
3.243
Pachten

………………

T.Jitvoerr.

mci.

Lancisgoed
250
143
252
.
f
3.037.699

f
245.424

f
226.401

Accijns op gedistilleerd
75
402.456

,,

23.180

,,

29.606

10J

l’osterijen

…….
Telegrafie

…………
,,

2.092.003

f

,,

26.742
.4
-.

,,

93.103

petroleum
2.640
2.016
2.245
Telefonie ……….
Postchèqtie. en

‘lucifers
575 309
549
Girodienst

. . .
,,

269.509
,,

23.058
+

,,

12.609
1.875
396
Totalen ……
.f
5.801.667
1-
f’
218
.
804


T

91.083
Andere o.ntv. 1. U. en A
18
16
in
.

.

208
159 188

Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op
Personeele belasting
375
235 370


3 Juli 1933 voor
Ieleqrafische
uitbetaling op:
Iitkonstenbe1asbing
Vennootschapsbelasting

.
4.143
25
2.693
609
3.838

.
939
(u1den per
.
Pan
Koers
Bank- nntO

Vei-nwgens’belasling
167 138
– ‘
E2iro))u
0/
723 1.586 1.638
Londen
)
£
12.10
8


8.434
Recht van openb. verkoop
200
399
529
100
‘Mark
59.26
59.10
4
691.
613
698
100 Franc
9.747

9.801
2
Ovcrschr.

van vaste goed
167
123
149


Brussel

)

……….
100 Belga
34.59
34.864
‘3
Recht v. mce. en overgang
25
18
72
100
Franc

6.974
‘erglinning speeltafels
6
11
100
48.-
48.10
2

Verponding

……………

Slachtbelastingari
517
471 437

Zilrich

)…………
.100 Kronen

7.411
.

34
Bijzondere

bel.

bu’itengew.

19
7 6,.
Weenen *)
100 Schilling
35.-
27.85
5
6
3
6

Luxemburg

………

100 Pengö
43.51
43.75
44.
Landelijke .iiikomsteri
3.056
1.069 1.166

Praag …………..

Boekarest
100 Lei
1.4880
1.51
6
H.00fdgeli

…………….

Belasting op loterijen
– . –
70
101
1

………..

100 Leva
1.79
7

1.80
84
MMorbelastingi.d
BL
Gew.

50

-.
Belgrado ……….
100 Dinar
4.379
3.40
71
Opehcven belastingen ..
Memorie
4
13
Turksch
£
..
10.93
1.171
Crisisheffing o. h. inkomen
138
.



Istanbul ………..
100 Drachme
3.23
1.4
1
1

.
21.812
15.311 16.433
Totaal

Berlijn
*)…………

Athene

…………
Letilaan

: ……….
..100 Lira
13.09


13.17

.
4

Moimopolies.
:

Parijs *) ………….

100 Peseta
48.-
20.921
6

Opium exel.

opiumfabriek
1.586

1.201
1.649

.
Escudo
2
.681
0.7*
6.

‘bier

………….

1.651
1.333
1.620
Kopenhagen *)
100 Kronen
66.67
37.70
3

tabak ………..

1.297 945
1.218

Boedapest

……….
……….

Oslo

) …………
100
66.67
42.50
34

Statistiekrecht

…………

Totaal
….

Sofia

…………..

100


66.67.
43.45
3
3.479
87
100 IJsl. Kr.
66.67
38.25
6
,
1
rodncten.
.
100 Zioty

..

27.91
27.921
6
Kina en Phee
84
.

d

Madrid

…………
Lissabon …………

Stockholm

)
……..
Reickjavick

……..

Kovno (Litauen)
100 Lita
24.88 24.50
7

Zegelrecht

…………….

Landscaoutchoucbedrijl


154
56
116

Warschau

……….

Riga (Letland)
100 Lat
48.-
48.25 54_6
961
434
492
Ileval (Estlaud)….

100 Esti. Kr.
66.67

54
Goud en

zilver

……….


100 Finnmrk.
6.264
3.724
54 1.671 1.051
824
Tjerwonets
12.80
12.80
622
163
48 ;

Helsingfors

……..
Moskou

………..
(10 Roebel)
3.492
1.707 1.483
Totaal.:
Danzig

………..
100 Gulden
48.42
48.624
Bedrijven.
. .

.
A merika.

Pandihuizen

……………

1.083
2.923 3.573
New-York
*
$ 2.4878
1.894 24

Zout

…………………

218
177
396
Montreal

……….
Canad.
$
2.4878
1.80
i3a
.
nca-tiu

…………….
Steenkolen

…………….

Waterkracht en Ejectricit
266 235
241
Mexico

……….
1.24 0.53
131
88
529
Buenos Aires ……
..Peso (papier)
1.0568′
0.65

Boschiwezen ……………

.EEavenwe7eil

…………..

Post-, Telegr.- en Tel.dienst
2.606

..

2.157
2.414
La Paz (l3olivia)
3)
Boliviano
0.9080

Spoor- en Tramwegen
4.167
3.172
3.960

..
Rio de Janeiro
Nilreis (pap.)
0.8075′
0.194

LaIId.sdruk!kerij

………..

Totaal ….
l’eso (papier)
0.30 0.15
,6_7
8.471
8.752
11.113

.

Baggerdienst

………….

Diverse middelen.
Bogota (Columbia)
3)

Peso
2.42
1.75

Winstaandeel

]3illiton”
.

.
Memorie
Quito (Ecuador)

.

.M
.cx. Dollar

.

bucre
0.498
0.314

Wi
nstaaneleel J’iv. Bank
83
.


Sol
0.69v
0.39

grond
245

948
1.032
Montevideo (Urug.)
Peso
2.5725
1.174

Mijnconcessies

Lima (Peru)

…….

Caracas (Venezuela) I3olivar
0.4795
00

Boeten

en

verbeurdverkl
119

.
84
106
Paramaribo

…….
S’rn

José (C

Ric

Gulden

Colon

.

1.-

100.34

Leges en salarissen
38 36 39
Guatemala …….
.

Quetzal
2.481
1.89
rs:o:r
Willemstad (Curaç.)
Gulden

1.-
1.01
Opbrenest
65
i
MIicar.)
3)

anagua
(
Cordoba
2.484

Kqclastr
29 31 38
San salvador
3)….

Colon
1.2440
0.64
Oufiv. Gevangeniswnzen
413
.

222
178
zie.
Afkoop heerendienst. B.G.
442
129
255
Rupee
0.91
0.634
34
Orrtv.

iekeninric.ht. enz
398
79
486
47
529
5
7

Gulden I.G.
100
0.994
5

EJk van maten en

46
31
30
Yen
1.24 0.53
4.38

Verk. en verh. van huizen
180
151 168
Hongkong
Dollar
.
0.60

Schoolelden

…………..

Oi,tv.

waterleidinen
54
27
33

.
Dollar
0.54

Bakengelden
208
196
208
Straits DolI.
1.4125
0.974

242
222
227

(.alcutta …………

Phil. Peso
.1.24
1.07

Alleilei
85
556

.

Batavia

…………

Shanghai

……….

Teheran
4)
(Perzie)..
Pahlavi

10.-

Kobe

…………..

Suuigpom

………..

.
Bangkok ……. …
Baht

0.804
3.414
Loodsgeklen

…………..

Totaal
2.831 3.639

………..

Manilla

…………

Afriku.
Recapitulatie
.
Kaapstad
£
12.104
8.44
34
21
.
812

15.311 16.433
Alexandrië ……..
.
Egypt.
£

..

12.42
8.65

Totaal belastineu

……..

monopolies

……..
4.534
3.479
4.487
Avstrutië.
3
.
492

1.707 1.483
Melbourne, Sidney

.

8
.
471

8.752
11.113
en Brisbane
£
12.104
‘6.75
producten

……….
bedrijven …………
diverse middelen
3.41.4
2.831
3.639
Nieuw Zeeland •..
£
12.104
6.72

Totaal ganeraal ….
=.Riai)
0v.
not, part.
opg.
41.723

.
32.080
.
37.155

5 Juli 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

545
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
BANT DISCONTO’S.
Ned (Disc. Wissels.
4428 Juni’33
Lissabon

•…
644
Apr.’32

13
Bel. Binn. Eif.
k


tVrsch. in R.C.
5 28
Juni’33
5 28
Juni’33
Londen ……
Madrid ……
2
30Juni’32
6
26 Oct.’32
Athene

……….
9

3 Dec.’32
N.-YorkF.R.B.
2425 Mei’33
Batavia ……….
44lOMrt.’30
Oslo

……..
3422Mei’33
Belgrado

……..
74
20Juli’31
Parijs

……
24 9Oct.’31
Berlijn

……….
4
22Sept.’32
Praag

……
34 25
Jan.’33
Boekarest……..
7

3 Mrt. ’32
Pretoria

..
. .
3415
Mei ’33
Brussel ……….
3413 Jan.’32
Rome……..
4

9Jan.’33
Budapest ……..
44
17Oct.’32
Stockholm

•.
3

1 Juni ’33
Calcutta

……..
34
16Feb.’33
Tokio

…. 3.65

3 Juli’33
Dantzig

……..
4
12Juli’32
Weenen ……
5
23Mrt.’33
flelsingrors ……
54
2 Juni’33
Warschau….
(3
20 Oct. ’32
Kopenhagen

•…
3
1Juni ’33
Zwits. Nat. Bk.
2
22Jan.’31

WISSELKOERSEN.
OPEN MARKT.

1933 1932 1914

1

1
Ju

26Juni!
19/24
12/17
27 Juni!
H
‘-
20/24
1
Juli
Juni
Juni
2 Juli
Juli

Amsterdam
Partic.disc.
4_11
2_4
1
:2
2.11
4

1314.2114
18”12
7
(8-1
3
1
15_
3
14
Prolong.

131
4
-311
4

1
3
14
1
3
14 1
1
.
1
14
2
1
14-
3
14
(.onden
Dageld…
1
151
I13..1 1
14..1
1
14
..1
112-ll12
1-4
1
3
14-2
Partic.disc.
I2116
11
3_91
54

113_514
1I6-18
7/8-l’/8
1
5
116-
4
1
14.314
Berlijn
21/16
Daggeld…

4114.51I2
41/..51(
431
4
.511
7

5-7
7
3
14-11

MaandeId

43ls-6
413-6
41-6
56113
– –
Part, disc.

3
7
18
3I8
371
431
4

7
2
1
j-
1
/,
Warenw.
..

4.11
3

4_11
4.
1
13
5
1
12
7112-8

New York
Daggeld
1)
1 1 1
1
21/53/4
1
1
/2314
1
3
14-2
1
i2
Partic.disc.
5
I
ls
/s /s
7
/8-1
1

1)
Koers van 30 Juni en daaraan voorafgaande weken tfm. Vrijdag.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Da
a
Neiv
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
llalavio
Vork*,)
*)
*,)
*)
•)
1)

27 Juni 1933
2.0114
8.53
59.35
9.84
35.15
99
3
1,
28

,,

1933
1.96X
8.44v
59.02*

9.794
34.83
99’1,
29

,,

1933
1.91V
4
8.45
59.02*
9.80
34.85
99’1,
30

,,

1933
1.97
8.739/,
59.05
9.80*

34.90
99s1
8

1 juli

1933
1.9614
8.45
59.1
2
*
9.80
34.89
9931
s

3

,,

1933
1.8914
8.434
59.10 9.804
34.864
99’18
Laagste d.wl)
1.88
8.40
58.90
9.79
34.724
99
Hoogste d.w’)
203K

8.61
59.40
9.91
35.40
99
Muntpariteit
2.4878
12.1070
59.263
9.747
34.592
100

Data
zwit-
serland
Wcenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
rest)

27 Juni 1933
48.30

7.45
1.50
13.25
21.10
28

,,

1933
48.10

7.41
1.50
13.15
20.96
29

,,

1933
48.09

7.41
1.50
13.16
20.974
30

,,

1933
48.11

7.41
1.50
13.124
20.95
1
Juli

1933
48.10

7.41
1.50


3

,,

1933
48.10

7.41
1.50
13.17
20.921
Laagste
d.w1)

48.-

7.374
1.45
13.-
20.75
Hoogste d.w
1
)1
48.65
28.-
7.50
1.55
13.40
21.35
Muntpariteit
48.12k
35.007
7.371 1.488
13.094
48.52

Data
Stock-
Kopen-
1-let-
Buenos.
Mon-
holm
*)
hagen’)
S 0 /
Aires’)
freall)

27 Juni 1933
44.-
37.80
43.-
3.77
65 1.83
28

1933
43.50
37.65
42.50
3.714
65
1.80
29

1933
43.50 37.75 42.55
3.74
65
1.76
30

,,

1933
43.40 37.65 42.40
3.70
65
1.80
1
Juli

1933
43.50 37.70
42.50
3.70
65
1.80
3

,,

1933
43.45 37.70
42.50
3.724
65
1.80
Laagste
d.w
1
)
43.15 37.35
42.10
3.65

1.7214
Hoogste
d.wl)
44.50
38.50 43.50
3.80
65
1.87′
Muntpariteit
66.671 66.671
66.671
6.266
958,’
2.4878
S). Noteering te Amsterdam.
“)
Not, te Rotterdam.
1)
Part, opgave.
In ‘t Iste of 2de No. van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D
61
0
Londen
(
per
2)
Parijs
(2 p.
IOOfr.)
1

Berlijn
(S p. 100 Mk.)
Amsterdam
(3
p. 100 L’ld.)

27 Juni

1933
4,30
4,97
30,-
50,50
28

,,

1933
4,39
5,09
31,-
51,80
29

,,

1933
4,2814
4,98
30,25 50,80
30

..

1933
4,27s, 4,9514
30,15
50,60
1 juli

1933
4,34
14
5,0214
30,35
51,
35
3

,,

1933
4,48
5,2014
31,40
53,10

4Juli

1932




Muntpariteit..
4,86
3,9051
8

23.8114
°’/18

KOERSE.N TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
.Voteerings-
eenheden
17Juni
1933
1933
24juitij26juni/ljuli19331
Laagsfelll,ogsle

1juli
1933

Alexandrij..
l’iast.
p.
97g
97
97′,,
97
:8
97

Athene

….
Dr.
p.
590
590
580
600 590
Bangkok….
Sh.
p.tical
llO i
r

1110}
1.101
1
5
110
1 10
Budapest

..
Pen.
p. 4P,
19
1914
18
20

1914
Buenos Aires
d.
p.$
4181
4

4134
41v
4

4214
413%
Calcutta
. . . .
Sh. p.
rup.
1/65184

1/6
5
/
44

1,6137
1
1
63
132

1,6
1
1
Constantin..
Piast.
p.g
700
700 700
702
700
Hongkong ..
8h. p. $
1j5
1451
8

11451
8

1 Si
113151,,
Kobe

……
Sh. p. yen
11311
14

113
3
133

113
1 3′,
Lissabon….
Escu.p..
110
110
109t
11014
110
Mexico

….
$
per
£

..

14.15
15.-
14.50 16.25
15.75
Montevideo
d.per,
34
34
33
35 34
Montreal

..
$
per £
4.58k
4.68 4.65 4.80
4.69k
Riod. Janeiro
d. per Mii.
4
51
8

414
41
4″
4
,
1
8

Shanghai

. .
Sh. p.
tael
11351,
6

1/3
l/Z&
1
1
33
1
31,
6

Singapore
..
id.
p.$

213isj,
2
1
3i51,
213
15
116
2/4II
2,3”1,
Valparaiso
1).
$
per
£
– –



Warschau ..
Zl. p. £
30
,
18
30l.
30
30,ij
3014
1)90
ag.
ZILVERPRIJS GOUDPRIJS
8)

Londenl)
N.YorkS)
Londen
27 Juni
1933..
191,
6

3614
27 Juni 1933….
1221_
28

,,
1933..
18l51,
3614
28

1933….
122/4
29

,,
1933..
1881
8

3551,
29

.1933….
122/4
30

,,
1933..
1851
8

-35k
30

.

1933….
1231_
1 Juli
1933..
1814
3631
8

1

Juli

1933….
122/414
3

,,
1933..
1891,
3614
3

,,

1931….
12311
4 Juli
1932..
1621
8


4 Juli

1932….
116
1
_
27 Juli
1914..
24″1
6

59 27

Juli

1914….
84
1014
1)
in pence p.oz.staiid.
2)
Forelgnsilver in
Sc. p.oz.
tine.
3)
ii, sh.
p.6.Iie

STAND VAN

s
RIJKS KAS
Vorderingen.

1 23Juni 1933 1 3’i juni 11133

Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne
derlandsche Bank………………../ 14.168.765.32


Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten ,,

87 260,49 1

621.619(6
Voorschotten op ultimo Mei 1933 aan
de gem. verst, op v. haard. de Rijks.
adm. te heffen gem. ink. bel, en ope.
op de Rijksink. bel ……………….
…1.646.88734

,,

1.646.887,34
Voorschotten op ultimo Mei 1933 a. d.
gem. verstrekt op aan haar ujt te
keeren hoofds.derpers. bel., aand. in
de hoofds, der grondbel. endergem.
fondsbel,, alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting

804.174,41 ,,

804.174,11
Voorschotten aan Ned,-liidit …….. ..178.061.760,79 ,, 179.310.031,35
Id, aan Suriname …………………
….ll.681.l81,24

11.729.407,77
Id. aan Curaçao ……………….. ……6.057.217,55

,,

6.072.088,96
Kasvord, weg. credietverst. ali. buitenl. ., 101.078.866,27 ,, 101.247.041,50
Saldo der postrek. v. Rijkscomptahelen ., 29.022 960.18 ,, 17.600.862,16
Vord. op andere Staatsbedrijven
1)
…….14.196.816,02 ,, 13.686.816,02
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld- leeningen aan gemeenten (saldo)

39.559.765,29 .. 39.636.565,29
Verplichtingen.

Vo.orschot door De Ned. Bank ing.
art. 16 van haar octrnoi verstrekt

/ 7.368.618,37
Voorschot door De Ned. Bank in rekg.-crt. verstrekt …….. . ……..
……-


Schatkistbiljetten
fl
Omloop……….f286.344.000,- ,,286.344.000-
Schatkistpromessen in Omloop …….
…125.550.000,- ,, 25.550.000,-
Daggeldleeningen ………………..
……- –
Zilverbons in omloop….. ……. ….,,

1.524.966,-

,,

1.519.562,-
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioent.’) ,,

228.322,77 ,, 7.459.474,46
Id. aan het Staatsbedrijfd.P.,T,enT,
1
) .100.356.467,67 ,, 86.924.483,92
Id. aan andere Staatsbedrijven
5)….,,

193.262,04 ,,

203.262.04
Id. aan diverse instellingen
1)
………..81.986.762,87

82.040.944,90
1) In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

24 Juni 1933 1

1Juli 1933
Vorderingen:
Betaalmiddelen in
‘s
Lands kas


waaronder Muntbiljetten ………..


.

Saldo Javasche Bank……………..

/

37.000,-
Verplichtingen:
Voorschot
‘s
Rijks kas e. a. Rijksinstell.
/
178.107.000,-
187.999.000,-
Schatkistpromessen ………………

…….

600.000,-
600.000,-
Schatkistbiljetten ……

…………
Muntbiljetten in omloop ………….

…….

…..
19.035.000,-
l.753.000,-
,,

19.695.000,-
,,

1.753.000,-
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds..,
…540.000,-
,,

540.000,-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.,,
…1.386.000,-
1.214.000,-
Voorschot van de Javasche Bank…….
269.000,-

CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens,

1
Circu-
sa’,otfenl
DIs-
Dive
re
rse
Div
erse
T)ata
Sietaal
1011e
aan
de
/

“nio’s
r eke-
k
e-
knfrnje
ningen
1
ni’,ç?rn’

1
Mei

1933
4.701
4.903
134
154
568
59
1
April

1933
4.712 4.906
150
68
653
82
1
Maart

1933
4.710 4.909
151
6
709
72
1
Februari

1933
4.785 5.044
161
117
638
61
1
Januari

1933
4.747
5.005
162 45
760
118
1 Mei

1932
4.827 5.309
1

185
25

1

1.059
198
1) Sluitp. der activa. 2) Slultp. der passiva.

546

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Juli 1933

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 3 Juli 1933.

Activa.
Binnen1.Wis-111dbk.
f
46.377.272,74
sels,
Prom.,
Bijbnk.
,,

2.945.455,25
enz.in
disc.Ag.sch.
,,

6.645.684,78
f

55.968.412,77
Papier o. h. Buiteni. in disconto ……

Idem eigen portef.
f
69.701.096,-
Af: Verkochtmaar voor
de bk.nog niet afgel.

69.701.096,-
BeleeningenHfdbk.
f
61.729.489,70
ncl.
vrsch.Bijbnk.
,,

7.579.468,93
in rek.-crt. Ag.sch.
,
55.114.942,23
op onderp.

f
124.423.900,86

Op Effecten ……
f
120.090.490,39 Op Goederen en Spec.
,,

4.333.410,47

12442390086
Voorschotten a. li. Rijk ……
……….2.518.715,08
Munt, Goud ……
f
110.751.745,- Muutmat., Goud
..
,,
633.991.288,34

f
744.743.033,34
Munt, Zilver, enz.
,,
23.235.859,11
Muntmat., Zilver..
,,

767.978.892,451)
Belegging
1
1
5
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds …………. ………..
,,

21.460.889,49
Gebouwen en Meub. der Bank ……..
,,

5.000.000,-
Diverse rekeningen ………………
,,

13.981.620,18
Staat d. Nederi. (Wetv. 27/5/’32, S. No. 221)
,,

18.331.195,17

f
1.079.364.722,-

Passiva.
Kapitaal ……………………….
f

20.000.000,-
Reservefonds ……………………
,,

3.749.272,82
Bijzondere reserve ………………
,,

5.000.000,-
Pensioenfonds ………………….
,,

8.81 0.358,45
Bankbiljetten in omloop …………..
,,

962.462.715,_
Bankassignatiën in omloop .. ……..
,,

451.558,21
Rek.-Cour.
5
Het Rijk
f


saldo’s: k Anderen
,,
78.197.983,12

78.197.983,12
Diverse rekeningen ………………
,,

692.834,40

f
1.079.364.722,-

Beschikbaar metaalsaldo …………
f
352.020.001,32
Minder bedrag aan bankbiljetten in
om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is

880.050.003,-
1
)
Waarvan in
het buitenland
/ ‘.020302,58.

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud

Andere
Beschikb. Dek-
Data


Circulatle opeischb.
Metaal- kings
Munt
1
Munt mat.

schulden saldo’)
1
perc.

3 Juli’33 110752 633.991

962.463 78.650 352.020 73
26 juni
’33
97.701 669.991 921.658 97.025 384.684 78

25 Juli ’14 65.703 96.410 310.437 6.198 43.521

54

Data
Belee-
g

reke
1

disconto’s
rechtstreeks buitenl.
ningen
2)

3 Juli

1933
55.968

124.424 69.702
13.982
26 Juni 1933
46.366

84.462 73.198
10.193
25 Juli

1914
67.947

61.686
20.188
509
1)
Sedert
den bankstaat van 4 Jan. 1929 op de
basis van
21
metaal-
dekking.

2

Onder de activa.

JAVASCHE BANK.

Andere
Beschikl
Data
Goud
Zilver
Circulatle
opeischb.
metaal-
schulden
saldo

1 Juli
‘332)
147.220
199.290
33.370
54.156
24Juni’33
2
)
147.990
196.720
34.850 55.362

3Juni1933
104.510

1
44.506
201.494
34.644
54.561
27 Mei 1933
106.987

1
44.542
199.308 37.443
56.829

25juli1914
22.057
31.907 110.172
12.634
4.842
1

Wissels.
1
Dek-
Data
buiten
Dis-
1

Belee-
Dieke
verse
r-
kings-
1

N.-Ind.
conto’s
ningen
ningen’)

percen-
_____________
1

befaalb.
tage

1Juli’33
2)
5.240
57120
35.920
63
24
Juni’33 2)
5.510
55.070
36.130
64

3Juni1933
8.760
9.113

1
35.12
32.905
63
27 Mei 1933
11.471
9.080

1
37.205 30.556
64
25 Juli1914
6.395
7.259 75.541
2.228
44
1)
Sluitpost activa.

2)
Cijfers telegrafisch ontvangen.

BANK VAN ENGELAND.

Bankbilf.
1
Bankbilf.
1
Other Securities
Disc.and
Securities
Data
Metaal
1

in
in Bankingl
1
clrculatie
Deportm.
Advances

28 juni 1933
190.584
375.125
1

74.235
16.643

11.867
21

,,

1933
1189.277
1
372.022

76.074
1

12.677

14.181

22 Juli

1914
1

40.164 29.317
33.633
00v.
Public
1
Other Deposits
1
1

Dek-
Data
Sec.
Depos.
1
Bankers

Other
Reservel

kings-
Accounts
1
perc.
1)

28 Juni’33
175
.
373
1
.14.062
105.121

42.165
1
75.459
46
23
1
32

21

,,

’33
1

73.648
1

24.848
1
95.195

39.800
1
77.255
4851

22 Juli ’14
1

11.Qö

1

14.736
1
42.185
29.2971
52
JuULl%
tua….csl flC3CIVC CII UCpUbItS.
BANK VAN FRANKRIJK.

Data
Goud
Ztiver
1

goed

Wis

in h t


Waarv.l
op het
Beee-
Renteloos
voorschot
buitenl.

sels

buitenl.

ningen

v.d. Staaf

23Juni’33
81.244
1.028
2.536
1
4.824
1.404
2.668 3.200
16

,,

’33
81.181
1.035
2.536
1
4.242
1.413
2.704
1
3.200

23 Juli’14
4.104
640

1.541
8
769
1

Bonsv.d)
1
Diver-
Rekg. Courant
Data
zelfst.
sen’)

Circa lat ie
i

Staat
1
Zei/st.
1
Part!-
amort. k.
1
1
Iamort.k.l
culierej,

23Juni’33’
6.559
1

2.179
1

82.591
1

508
1
2.004
113.978
16

,,

‘331
6.559
1

2.333
J

82.999
1

451
1

1.945
118.208

23 Juli
‘141

1

I

5.912
401
1


1

943
J
Ju.tpuaL

DUITSCHE RIJKSBANK. Daarvan
1 Devlezen
1
Andere
Data
Goud
bij bui-
als goud-
1
wissels
Belee-
tenl. circ. dekking
en
ningen
banken
1)

geldende
1
cheques

23 Juni 1933
222,7 30,0
81,1
2.972,8
69,8
15

,,

1933
268,9
41,3
85,0 3.041,7
78,2

30 Juli

1914
1.356,9
– –
750,9
50,2

Data
Effec-
Diverse
1

Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Activa’)
latie
Cr1.
Passiva

23 Juni 1933
320,2
405,4
3.199,8
427,7
176,2
15

,,

1933
319,9
334,2
3.284,0
400,4
164,5

30 Juli

1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0

‘)
unoelast.
‘)
wo. i(entenoankscheine
Li, 10Juni I9i3, resp.
ïi,
20 mijl.

NATIONALE BANK VAN BELGIË.

Goud
.
Rekg.Crt.

1933
.S
Data

-‘
(3

29 Juni
2678

730
55


3.590
49
275
22

,,
2
65
723
58
363
40
3.552
41
317

FEDERAL RESERVE BANKS.

Goudvoorraad
Wissels

Data
Other
1
Dekkin
in her-

1
in de
Totaal
1

F.
cash”
2
)
disc. v. d.
1
open
bedrag
i

Notes
member
1
markt
banks

1
gekocht

21Juni’33
3.533,2
1

2.801,2
287,1 222,1

1
8,8
14

,,

’33
3.532,8
1

2.859,4
293,3
1

253,8

1
10,2

Belegd
1
F. R. Notes
1
1
Totaal
1
Gestort
t
Goud-
1

Dek-
1
Algem.
1

Dek-
Data
in U.
s.
Gov.Sec. 11fl
circu-!
lp1th
kings-
1

kings-
latie
1
perc.1)

1

perc.
2)

21Juni’33’
1.954,7
1
3.090,3
1
2.486,8
1
147,7

1
63,3
.1

68,5
14

,,

’33
1.932,4
1
3.118,4
1
2.481,0
1
147,6
63,0
1

68,3
-,
v tj,Iuuu,u

wiunCu 5WUUVUUKI aal!
LC5CUWV Cl upcIoUuUalv
schulden: F. R. Notes en netto deposito. 2) Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig betaa’middel tegenover idem.
2) ..Other Cash” does not include Federal Reserve Notes or a
Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.

Dis-

1
1
Totaal
Waarvan
Data
1
Aantal
conto’s

1

Beleg-
~
Reserve~
bilde
depo-
time
1
banken
en

1
gingen
beleen.

I
F’ R.
banks
sito’s
deposits

14Juni’33’
53
1

8.559
1

7.962

11:709
1
15.628
1

4.263

‘331
60

1

8.511
7.974
11.636
1

15.439

1

4.275
De posten van De Ned. Bank, de Javasche Bank en de Bank
01
eng.
land zijn in duizenden, alle overige posten In rulilloenen van de be.
treffende valuta.

5 Juli 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

547

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

4 Jtili 1933.

De koersen voor t a r we Nvareii in het einde der voor-
afgaande week aan de termijnniarkten te Chicago en te
Winnipeg sterk gestegen
egeIis ernstige klachten over
hitte en droogte in de Ver. Staten en iii Canada, terwijl
ook cle Argentijnsche
prijzen
opliepen. 1(oopers in Europa
waren niet geneigd de gevraagde hoogere prijzen te be-
talen en bleven gereserveerd. In het begin der afgeloopen
week vond in Noord-Amerika de verhooging verderen
voortgang, in Argentinië bleven de prijzen toen vrijwel
op het peil van het einde der voorafgaande week. De
Noord-Anierikaansche verhooging, gebaseerd op oogstbe-
richten en nieuwe inflatie van den Dollar, viel samen
niet geruchten over den Gulden, welke een algemeene
vraag deden ontstaan tot sterk oploopende prijzen. Ook
in Engeland, waar de koers van den Gulden natuurlijk
geen rol speelt, was flinke vraag en werden hoogere prij-
zen betaald. Spoedig daarop is eene reactie gekomen,
w’aardoor de geheele verhooging van den vorigen dag
weder verloren ging. De angstige geruchten over den
Gulden bleken wederom ongemotiveerd te zijn en regen
in Noord-Amerika met dalende temperatuur brachten ver-
betering in de omstandigheden, waarin de tarwe in Noord-
Amerika verkeert. Later in de week zijn de koersen daar
weder, eerst langzaam, later sterk, gestegen. In Chicago
tengevolge van verdere verlaging van den Dollarkoers en
slechte oogstbcrichten. De eerste particuliere oogstraining
van 1 Juli bedroeg voor wintertarwe 312 millioen bushels
en voor voorjaarstarwe 190 millioen bushels. Een maand
geleden was •de regee riugsschatti ng van wi ntcrtarwe 341
niillioen en van voorjaarstarw’e 270 inillioen bushels. Ge-
durende de laatste 2 1. 3 weken is
in
beide tai-wegebieden
der Ver. Staten de toestand aanmerkelijk slechter gewor-
den. Het slot te Chicago was voor tarwe
s;
Dollai-cents
per 60 lbs. hooger dan een week geleden. Hoewel het
doel der regeering in dc Vet-. Staten om de prijzen te
verhoogen, wordt bereikt, maakt men zich ook daarover
ongerust, daar de op tarwe ingevoerde belasting van 30
Dollarcents per bushel gebaseerd was op een prijs van
60 cents, terwijl die nu bijna een Dollar bedraagt. Win-nipeg volgde den prijzenloop te Chicago. Nadat de ver-
hooging van het begin der week verloren was gegaan,
was de stemming vrij kalm, doordat in de droge streken
regen viel en de hitte voorbij was. Meer legen is zeer noodig, vooral in het Zuiden van Canada. Later steèg

ookin Winnipeg de prijs weder sterk en het slot was
er 44 J)ollarcents hooger dan een week geleden. ])e Ar-
gentijnsche termijnmarkten bleven iii het begin der week
bij de groote verhoogingen in Noord-Amerika vrijwel on
veranderd, daalden daarna om gedurende de laatste dagen
der week weer flink te stijgen. De termijnmarkt te I3uenos
Aires sloot onveranderd, die te Rosario 5 centavos hooger
dan een week geledet. In Australië is verdere regen ge-
vallen en de vooruitzichten voor den tarwe-oogst lijken
01) het oogenblik gunstig. De vooruitzichten in Europa
blijven gunstig, hoewel niet overal zulke groote oogsten
verwacht worden als in het vorige jaar. Dit is het geval
iii Frankrijk, w’aar naar warin weder verlangd wordt, en
in Italië. Iii het laatste land rekent men 01) een 2.3 mii-
lioen kleinere opbrengst, doch
01)
zeer goede kwaliteit.
ÏTet niengpercentage voor geheel Italië is vastgesteld op
99 pCt., het i’as 95 pCt. In Duitschland woi-dt de met
wintertarwe bebouwde oppervlakte geschat op 5.010.000
acres tegen 4.880.000 acres in het vorige jaar. De Roe-
meensche oogst wordt geschat op 9.200.000 quarters tegen
7.630.000 quarters in het vorige jaar. Het gemiddelde der
laatste jaren was 13.800.000 quartet-s. De Roemeensche

regeering overweegt liet verleenen van sten]) aan den
landbouw door minimum inkoopprijzen vast te stellen
cli
daarvoor door een in te stellen ot-ganisatie te doen koo-
pen. De tarweconferentie in Londen is nog niet tot resul-
taten gekomen, doch nu zijn voorstellen gezonden naar
Australid, welke daar worden besproken.
Nadat in het begin der week de prijzen voor r
0
g ge
in navolging van die voor tarwe sterk zijn verhoogd, zijn
deze later weder verlaagd toen de vraag verminderde.
Tegen het einde der week is weder eene verbetering in-
getreden door schaarsch aanbod van Platarogge. Ook
andere soorten konden toen inprijs verbeteren. En
Duitschland wordt de niet rogge bebouwde oppervlakte
geschat op 10.990.000 acres tegen 10.830.000 acres in het
vorige jaar.
Tengevolge van den wensch van velen om, in verband
met de geruchten over den Gulden in het begin der week,
goederen te koopen is een levendige vraag ontstaan voor
in a ï s in alle posities, welke daardoor sterk in prijs werd
verhoogd. Groote contracten zijn tot oploopende prijzen af-
gesloten. Van langen duur is de zooveel vastere stem-
ming niet geweest toen de vrees vool- den Gulden was
geweken en de koersen in Argentinië aan de termijnmark-
ten geen aanleiding gaven tot prijsverbetering. In den
loop der week daalden de prijzen allengs weder tot het
niveau was bereikt van vÔOr de verhooging. Vooral van
aangekomen en spoedig verwachte maïs was het aanbod
groot. Tegen het einde der week werden daarvan flinke
hoeveelheden uit de markt genomen en nadat Argentinië
steeg, verbeterde ook hier de prijs weder. Dat was zoo-
wel voor aangekomen maIs het geval als voor verscheping
in de eerstvolgende maanden. Het aanbod van Donau
maIs is niet dringend en wordt per Juli-aflading voor
dezelfde prijzen verkocht als Platamaïs. Men heeft meer
vertrouwen in de kwaliteit van Donaumaïs, terwijl die
van Platamafs op het oogenblik niet fraai is. Het weder
in Roemenië is gunstig en warm. De termijnmarkt te
Buenos Aires sloot 4 ceutavos per 100 KG. lager, te
Rosario 5 centavos lager dan een week geleden.
De stemming voor ge r s t blijft vast met flinke vraag voor stoomende partijen Plata- en Donaugerst. De prij-
zen zijn in het begin der week slechts matig gestegen en,
later ook niet belangrijk verlaagd. In het einde der week
werd weder eene kleine verhooging betaald.
In h a v e r zijn de omzetten klein zonder groote prijs-
schomnieli ngen. De termijnmarkt te Buenos Aires sloot
5 centavos lager.

SUIKER.

De steinnniig
01)
de verschillende suikerniarkten was
deze week zeer levendig. Optimistische verwachtingen in
Amerika, en, omtrent contingenteering, veroorzaakte een
vaste tendens, terwijl de gespannen onzekerheid, Welke
op de Lonclensche Wereldconferentie heerschte, ook op
suiker van invloed was.
i)c te Londen bijeengekomen internationale Suiker-
raad is aan het werk getogen en heeft een Sub-commissie
ingesteld, waarin 22 landen zitting nemen.
in A
in
e r i k a was de markt aanvankelijk vast. Flinke
partijen i-nwsuiker werden verkoeht tot tusscheii 1.40 dc.
en 1.50 d.c. c. & fr. basis Cubasuiker schominelende piij-
zen. De termijnmarkt te N e w-Y o ik opende in zeer
vaste stemming. Vrij ruim aanbod, hoofdzakelijk tenge-
volge van winstneininigen, beletten echter een koersstij-
ging van langeren duur. De slotnoteeringen waren: Juli
1.45, Sept. 1.47, Oct. 1.51, Dec. 1.54 en Jan. 1.55, terwijl
de laatste noteering voor Spot Centr. 3.50 was.

AANVOEREN in
tons van 1000
KG.

Rotterdam
1

Amsterdam
Totaal

Artikelen
2
5Juni1
1
Juli
Sedert
Overeenk.
25Juni!! Juli
Sedert
Overeenk.
1933
1932 1933
1Jan.
1933
tijdvak
1932 1933
1Jan.
1933
tijdvak
1932

25.023
696.170
761.456
300 12.822
7.408
708.992 768.864
8.544
215.073
264.192
700
3.619
1.333
218.692 265.525
Tarwe

……………..
Rogge

………………
209
11.731
14.855

25

11.756
14.855
Boekweit ………………
Mais ……………….
48. 562
542.645 662.226
6.198 107.840
168.665
650.485
830.891
7.947
158.296 194.779

17.713
7.359
170.009
202J38
Haver

…………….
87.333
112.083

2.017 3.022
89.350
115.105
Lijnzaad

…………..
126.461
139.028
520
154.241
196.164
280.702
335.192

Gerst

……………….
1
…584

2.155 37.965 52,131
– –
50
37.965
52.181
Lijnkoek

……………
3
..224

..
1.023
11.085
12.390
284
4.069 8.697 15.154
21.087
Tarwemeel

………….221
Andere meelsoorten
..
30.166
22.604
216
5.477 7.527
35.643
30.131

548

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Juli 1933

STATISTISCH OVERZICH’]

GRANEN
EN ZADEN
TUIN I3OTJWARTIKELEN
VLEESCH_-

TARWE
R000E
MAIS
OERST
LIJNZAAD
(Loosduinen)
________ ________
RUND-
VLEESCH
VARKENS

BLOEM-

_______

KASKOM-
SALADE
Manitoba
No. 2 loco
No. 2 Canada
loco
La Plata
loco
62/63 K
.
G.
Z. Russische
La Plata
loco (versch)
VLEESCI-!
(versch)
Rotterdam!
Amsterdam
R’damlA’dam R’damjA’dam
loco Rotter-
dam/A’dam

R’damiA’dam
KOOL
le soort
KOMMERS
le soort le soort
Gem.v.3 kw.
100 KG.
per
per 100 KG.
per 100 K.G.
per 100 K.G.
per 2000 K.G.
per 20001<0.
per 1960 K.G.
P.

St. 5)
P.

St. 5)
P.
100 Krop
Rotterdam Rotterdam

f1.
°!o
II.
0
10
f1.

6
10
•T”
°i
o

f1.
‘Ç”
7
i”


_
f
0
10
1925 17,20 100,0
13,07
5

100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100.0


1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9



1927
14,75
85,8
12,475
95,4.
176,00
76,0
237.00
100,4
362,50
78,4
– –
1928
13,475
78,3
13,15
100.6
226,00
97,7
228,50
96,8
363,00
78,5
26,47
100,-
23,08 100,- 5.83
100,-
93,
100,- 77,50 100,-
1929 12,25
71,2
10,870
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25 90,6
26,32
,9,4
23,83
103,3
7,60
130,3
96,40
103,7
93,125
120,2
1930
9,67
5

56,3
6,225
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0
16,32
61,7
18,28
79,2
3,51
60,2
108,
116,1
72,90
94,1
1931
5,55
32,3
4,55
34,8 84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
18,49
69,9
16,89
73,2
4,33
74,3
88,
94,6
48,-
61,9
1932
5,225
30,4 4,62
5

35,4
77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
16,71
63,1
11,87
51,4 3,57
61,2
61,
65,6 37,50
48,4

Jan.1931
6,52
5
37,9
4,-
30,6
84,50 36,5
86,25
36,5
207,50 44,9
96,-103,2
56,-
72,3
Febr.

,,
5,775
33,6 3,90
29,8
87,50 37,8
85,75
36,3
206,25 44,6
.
91,-
97,8

64,5
Maart

,,
5,62
5
32,7 4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
44,4
214,00
46,3
90,-
96,8

65,8
April
5,90 34,3
4,42
5

33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8 20,42
77,1
22,42
97,1
7,45
127,8
97,-
104,3
47,-
60,6
Mei
6,15
35,8
4,975
38,0
95,75
41,4
124,00
52,5
189,00
40,9
16,56
62,6
18,75
81,2
4,27
73,2
98,-
105,4
45,-
58,1
luni


5,75
33,4 5,05
38,6 86,75
37,5
116,50
49,4
191,50
41,4
9,51
41,2
1,27
21,8
101,


108,6
41,-
52,9
Juli
5,42
5
31,5 4,70
35,9
84,25 36,4
115,75
49,0
211,00 45,6

——————————

95,-
102,2
49,-
63,2
Aug.
4,975
28,9 4,02
5

30,8
74,50
32,2
119,50
50,6
185,50
40,1

———————-

94,-
101,1
54,-
69,7
Sept.
4,775
27,8
4,27
6

32,7
68,00
29,4
97,00
411
164,25
35,5
.
84,-
90,3
50,-
64,5
Oct.
5,-
29,1
4,475
34,2
68,50
29,6 94,75
401
160,25
34,6
75,-
80,6
49,-
63,2
Nov.
5,825
33,9
5,476
41,9
81,00
35,0
114,50
48,5
169,75
36,7

——-






——————————-

72,-
77,4
48,-
61,9
Dec.
4,925
28,6
4,95
37,9
69,25
‘29,9
111,25
47,1
145,75
31,5
-.
.
70,-
75,3
43,-
55,5

Jan.

1932
5,05
29,4
5,076
38,8
71,25
30,8
114,00
48,3
142,50
30,8
70,-
75,3
40,-
51,6
Febr.
5,30
30,8
5,076
38,8
74,00
32,0
108,50
46,0
142,25
30,8
68,-
73,1
34,-
43,9
Maart
5,525
32,1
5,80 44,4
86,75 37,5
118,00
50,0
143,25
31,0

.
67,-
72,0
32,-
41,3
April
5,65
32,7
6,225
47,6
88,75 38,3
124,50
52,8
135,25
29,2
20,38
77,0
15,06

—-



—-


65,3
5,27
90,4
63,-
67,7
28,-
36,1
Mei
5,60
32,6 5,30
40,5
78,00
33,7
116,00′
49,2
130,25
28,2
13,03
49,2
14,78
64,0
3,71
63,6

67,7
26,-
33,5
luni
5,22
5
30,4 4,15
31,7
80,75
34,9
105,75
44,8
128,75
27,8
5,76
25,0
1,73
29,7
67,-
72,0
34,-
43,9
Juli

,,
4,90
28,5
4,-
30,6
78,75
34,0
100,25
42,5
129,75
28,1

—–









—–








68,8
35,50
45,8
Aug.
5,20
30,2
4,Q75

31,2
77,50
33,5
98,25
41,6
133,00
28,8

—————
—–










62,-
66,7
40,50
52,2
Sept.,,
5,475
31,8 4,20
32,1
78,50
33,9
88,50
37,5
150,75
32,6

—–











55,-
59,1
42,50
54,8
Oct.,,
5,25
30,5 3,92
5

30,0
74,50
32,2
79,50
33,7
138,25
29,9

—-










51,-
54,8
44,-
56,8
‘Nov,
4,90 28,5
3,90
29,8
71,25 30,8 79,00
33,5
135,2′
29,2

—–










53,-
57,0
46,-
59,3
Dec.
4,725
27,5 3,80
29,1
66,25 28,6 75,25
31,9
135,00
29,2
53,–
57,0
46,-
59,3
lan.

1933
ebr.
4,95
4,775
28,8 3,75
28,7
73,00 31,5
75,25
31,9
136,50
29,5

















50,50
54,3
44,75
57,7
27,8 3,70
28,3
71,00 30,7 74,75
31,7 130,25
28,2

——————

















49,25 53,0
45,-
58,1
Maart

,,
5,05
29,4 3,82
5

29,3 73,50 31,7 76,25 32,3
130,50
28,2
-.






—-




—-

46,50
50,0
46,-
59,3
April
5,15
29,9
3,75
28,7
72,75
31,4 71,25 30,2
129,50
28,0
14,62
55,2
13,591













—-


58,9
3,27
56,1
49,50 53,2
48,25
62,3
Mei

,
1

5,40
31,4
3,775
28,9
70,50 30,5
73,25 31,0
146,75
31,7
14,32
54,1
10,74













—-















—-


t

46,5
1,51
25.9
52,25
56,2
49,-
63,2
Juni


1

525
30,5
3.55
27,2
66,00
28,5
75,75
32,1
163,25
35,3
5,561
24,1 0,81
13,9
51,25
55,1
48,-
6)
61,9
26
t

5,45
31,7
3,60
27,5
64.00
27,6 76,00
32,2
175,00
37,8
5.221
226
0,63
10,8
50,_S

53,8
47,_6)
60,6
3 Juli

,

1
5,65
32,7
3,70
28,3
64,50
27,9
79,00
33,5
182,00
39,4
t
50,-
7

53,8
47.50
7
)
61.3
1) Men zie voor de toelichting op dezen staat de nos. van 8, IS Aug. 1928, 25 Febr. 1931 en 15 Febr. 1933.
6)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No, 2. van Jan. 1931 to
vanaf 26Mei 1930 tot 25Mei 1932 74 K.G. Zuid-Russischc.
4)
Totjan. 1928 Malting; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 American No. 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 193
het betreffende jaar.
6
)24 Juni.
7)
1Juli.
8
)30 Juni.

Vervolg STATISTISCH OVERZICH

MINERALEN
.TEXTIELG OEDEREN
DIVERSEN

STEENKOLEN
Westfaalsche/
PETROLEUM
BENZINE
.
.

KATOEN
WOL WOL
gekamde
KOE-
KALK-
Hollandsche
Mid. Contin.
Crude
Gulf exp.

_____________ ___________
gekamde


Australische, Australische,
HUIDEN SALPETER
_____________
Middling

1′
locoprilzen

1

___________
F.0. F.
Sakella-

– _________

0.
F. No.
1
bunkerkolen,
onezeefd f.o.b.
33 t/OS 3390
64/66°
$cts. per
Merino, 64’s Av.
CrossbredColo-
nial Carded,
Gaaf, open
kop

Old. per
100
KG.
R dam/A’dam
i000
K.G.
per

s.
g.
per barrel
U.S.
gallon
New-York
1

rides
1

Oomra
Liverpool
loco
Bradford
per Ib.
50’s Av.
loco
57-61 pnd.
netto
per Ib.
Liverpool
Bradford per Ib.

f1.
”j”
Ïi’
0
10
$cts.
‘i’

pence
01
pence
0
10
pence
“61”

pence
“W
“6”
‘T
1925
10,80
100,0
1.68
100,0
14,86
100,-
23,25
100,0
29,27
100,-
9,35
100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926
17,90
165,7
1.89
112,5 13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5 6,30 67,4
47,25 85,9
24,75
83,9 28,46
82,0
11,61
96,8
1927
11,25
104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77,8
48,50
88,2
26,50
89,8
40,43
116,5
11,48 95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4 9,98
67,2
20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4
51,50 93,6 30,50
103,4
47,58
137,1
11,48 95,7 1929
11,40
105,6
1.23
73,2 10,-
67,3
19,15
82,4
17,05

58,2 6,59 70,5
39,-
70,9 25,25 85,6 32,25
92,9
10,60
88,3
1930 11,35
105,1
1.12
66,7 8,77 59,0
13,55
58,3
12,-
41,0 3,92
41,9
26,75 48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04
33,9
8,60 37,0 7,33 25,0 3,08
33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8

1932
8,00
74,1
0.81
48,2
450
30,3
6,45
27,7
5,21
17,8
3,11
33,3
16,00
29,1
8,50
28,8
11,15
32,1
6,15
51,3

Lan.

1931
10,30
95,4
0.85
50,6 6,08
40,9
10,30
44,3
8,31
28,4 3,09
33,1
21,25 38,6
12,00
40,7
24,63
71,0
10,11
84,3
rebr.
10,30
95,4
0.85
50,6 6,14
41,3
10,95
47,1
9,58
32,7
3,55
38,0
21,75
39,5
12,00
40,7
22,50
.64,8
10,21 85,1
Maart
10,30
95,4
0.66
39,3
6,07 40,9
10,90
46,9
9,70
33,1
3,56
38,1
25,25
45,9
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21 85,1

pril
10,15
94,0 0.53
31,5 5,66
38,1
10,25
44,1
8,68
29,7
3,31
35,4
24,50
44,5
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1
ei
10,00
92,6

0.53
5

31,5
5,375
36,2
9,40
40,4
8,18
27,9
3,01
32,2 23,50
42,7
13,00
44,1
21,75
62,7
10,21 85,1
uni
10,00
92,6
0.34
20,5 4,24 28,5
9,10
39,1
7,54
25,8
3,01
32,2 22,00

40,0
12,50
42,4
19,13
55,1
10,21 85,1
juli
10,00
92,6
0.245
14,3
3,40
5

22,9
9,25
39,8
7,73 26,4
3,35 35,8
22,25
40,5
12,50
42,4
20,25
58,4
8,26
68,8
Aug.,,
10,00
92,6
0.43
25,9
3,94
26,5
7,20
31,0 5,94
20,3
2,59
27,7
22,25
40,5
12,00

40,7
18,75
54,0
7,-
58,3
Sept.,,
10,00
92,6
0.56
33,2
5,50
37,0
6,55
28,2
5,77
19,7
2,59
27,7
20,00
36,4
11,00
37,3
18,-
51,9
6,50
54,2
Oct.,,
9,90
91,7
0.56
33,2 4,19
28,2
6,30
27,1
5,82
19,9
2,85
30,5
19,50
35,5
10,75
36,4
17,50
50,3
6,65
55,4
Nov.
9,90
91,7
0.68
40,4 4,62
311
6,40
27,5
5.72
19,5
3,11
33,3
19,00
34,5
10,75
36,4
16,75
48,3
6,80
56,7
Dec.
9,90
91,7
0.71

42,3
5,31
357
6,30
27,1
4,98
17,0
2,99
32,0
16,25
29,5
9,00
30,5


6,95
57,9

Jan.

1932
8,25
76,3
0.71
42,3 5,25 35,3
6,65
28,6 5,09
17,4
3,38 36,2
16,50
30,0
9,00
30,5
11,63
33,5
7,10
59,2
Febr.
8,25
76,3
0.71
42,3 4,92
5

33,1
6,90
29,7
5,31
18,1
3,51
37,6
16,25
29,51
9,00
30,5
11,75
33,9
7,25
60,4
Maart
8,35
77,3
0.71
42,3
4,625
31,1
6,90
29,7 5,37
18,3
3,30 35,3
16,50
30,0
8,75
29,7
10,25
29,5
7,40
61,7
April
8,65
80,1
0.86
51,2 4,34 29,2 6,25 26,9
5,08
17,4
3,08 33,0
16,50
30,0
9,00 30,5
9,25
26,7
7,40
61,7
Mei
8,30
76,9
0.86 51,2 4,25
28,6
5,80 24,9 4,57
15,6
2,76 29,5
15,75
28,6
8,25 28,0
8,88 25,6
7,40
61,1
luni

8,25
76,3
0.86
51,2
4,25
28,6
5,25 22,6 4,44
15,2
2.55.
273
15,25
27,7
7,75 26,3
9,-
25,9
7,40
61,7
luit
8,10
75,0
0.86 51,2
4,25
28,6 5,80
24,9 4,97
17,0
2,77
296
.16,00
29,1
8,50 28,8
9,75
28,1
– –
Aug.
7,80
72,2
0.86 51,2
4,30
28,9
7,35
31
,
6
5,71
19,5
3,33 35,6
15,75
28,6
8,25
28,0
12,-
34,6
5,70
47,5
Sept.,,
7,75
71,8
0.86
51,2
4,375
29,4
7,75
333
6,37
21,8
3,64 38,9
16,75
30,5
8,75
29,7
13,75
39,6
5,90
49,2
Oct.,,
7,65
70,8
0.86
51,2
4,45
29,9
6,50 28,0
5,68
19,4
3,16
33,8
15,75
28,6
8.50
28,8
14,-
40,3
6,-
50,0
Nov.
7,40
68,5
0.86
51,2
4,60
31,0
6,15
26,5
5,16
17,6
3,-
32,1
15,25
27,7′
8,25


28,0
12,
34,6
6,10
50,8
Dec.,,
7,25
67,1
0.745
44,3
4,435

29,8
5,95 25,6
4,73
16.2
2,80
30,0
15,25
27,7
8,00
27,1
11,50
33,1
6,20
51,7
Jan.

1933
7,05
65,3
0.53
31,5 4.16
28,0
6,15
26,5
5,13
17,5
2,95
31,6
15,75
28,6
8,25, 28,0
11,50
33,1
6,30
52,6
Febr.,,
7,20
66,7
0.38
22,6
3,97
26,7
6,10.
26,2 4,98
17,0
2,78 29,7
15,50
28,2
825
28,0
10,38
29,9
6,40
53,3
Maart
7,25
67,1
038
22,6
3,876
26,1
6,40
27,5
4,97
17,0
2,77
29,6
15,25
27,7
7,75

26,3
10,75
31,0
6,40
53,3
April

,,
7,25
67,1
0.37 22,0
.3,67
24,7
6,65 28,6
5,18
17,7
2,68
28,7
15,75
28,6

7,75


26,3
11,
25

32,4
6,40
53,3
Mei
7,15
66,2 0.23
5
14,0
2,95
19,9
7,30 31,4
5,60 191
3,07 32,8
17,00
30,9
8,25
28,0
12,25
35,3
6,40
53,3
juni
7,15
66,2
0.25
5
15,2
3.02
20,3 7,85
33,8 6,13
20,9
3,34 35,7.
18,50
33,6
1
9,00
30,5
15,75
45,4
6,40
53,3
26

,,-,,
7,15 66,2
0.30
17,9
3,36
2
)
22,6 8,35
35,9
6,75
3

23,1
3,63
8

38,8
19,75
4
)
35,9
1
9,754)
33,1
15,75
5

45,4 6,40
53,3
3 Juli
7,15
66,2
0.29
17,3
7,90
34,0
1

6,40
53,3
‘)Jaar- en maandgem. atger. op
1
18
pence.
2
)30 Juni.
8
)28
juni.
4
)29
juni.
5
)13
Juni.
.0)
22 Juni.

. .

5 Juli 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

549

PAN
GROOTHANDELSPRIJZEN’)

.

ZUIVEL EN EIEREN
.

METALEN

BOTER
KAAS
Edammer
EIEREN
KOPER
LOOD

1
TIN

IJZER
Cleveland GIETERIJ-
1
ZINK
GOUD
ZILVER

Leeuwar-
Alkmaar Gem. not. Eiermijn
Standaard
Locoprijzen
Locoprijzen locoprijzen
Foundry No. 3
IJZER

1
Locoprijzen
cash
cash Londen
der Comm.
Fabrieks-
kaas
Roermond
Londen
Londen
per Eng. ton

j

Londen per
Eng. ton
i

f.o.b.
Middlesbrough
(Lux III)
p. 1
Eng. t. f.o.b.
1
Londen
per
Londen
per ounce per
Standard
Noteering
kI. m/merk
P 100 st.
per Eng. ton

1

per Eng. ton
Antwerpen
Eng.ton
fine
.

Ounce


i:
— –
ik


w


ij;

j

£
0
10
£
£
Sh.
0
10
ii;:


i

£
0
10
sh.
01
0

nce
1
10
2,31 100,0
56,-
100,0
9,18
100,0
62.16
100,0
36.816
100,0
261.171-
100,0
7
31-
100,0
671-
100,-
36.316
100,-
8516
100,-
!s
100,0
1,98
85,7
43,15
77,1
8,15
88,8
58.1!-
93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1
8616
118,5
6818
102,5
34.216
94;3 851-
99,5

2U
16
89,3
2,03
87,9 43,30
77,3
7,96
86,7
55.141-
89,7
24.4e-
66,4
290.41
110,8
731-
100,0
6416
96,3
28101-
78,8
851-
99,51
26
3
j4
83,3
2,11
91,3 48,05
85,8
7,99
87,0
63.161-
102,8
21.11-
57,8
227.51-
86,8
661-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
851-
99,5
26
1
116
81,1
2,05
88,7
45,40
81,1 8,11
88,3
75.141-
121,9
23.51-
63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
6819
102,6 24.1716
68,8
851-
99,5
24
7
116
76,2 1,66
71,9 38,45
68,7
6,72
73,2
54.131- 88,0
18.116
49,6
142.51-
54,3
.671-
91,8
5916
88,8
16.171-
46,6
851-
99,5
17
13
116
55,4
1,34
58,0
3130
56,9
5,35
58,3
55.51-
58,4.
12.11-
33,1
110.1/-
42,0
551-
75,3
4716
70,9
11.106
31,9
9216
108,2
13
3
1
41,6
0,94
40,7.
22,70
40,5 4,14
451
22.171-
36,8 8.121-
23,6
97.2/-
37,1
.42!-
57,5
371-

55,2
9.161-
27,1 1181-
138,0
12
7
18
40,1

1,61
69,7
3225
57,6
6,63 72,2
45.716
73,1
14-16
38,5
116.81-
44,4
6016
82,9
5116
76,9
12.1816
35,7.
851-
99,5
13
7
16
43,2
1,66
71,9 33,80
60,4
6,21
67,6
43.116
72,6
13.516
36,4
117.Ç-16
44,7
5816
80,3
5017
75,5
12.101-
34,6
851-
99,5
1212
38,9
1,47
63,6 35,00 62,5
4,94
53,8
45.116
72,6
13.316
36,2
122.11-
46,6
5816
80,3
48/10
72,9
12.816
34,3
851-
99,5
13
1
116
41,8
1,35
58,4
31,60
56,4
4,20 45,8
42.1516
68,9
12.101-
-34,3 113.41-
43,2
5816
80,3
4916
73,9
11.121-
32,1
851-
99,5
131
40,9
1,26
54,5
30,85
55,1
4,07
5

44,4
39.616
63,4
11.1016
31,6
104.171-
40,0
5816
80,3
481-
71,6
10.1316
29,5
851-
99,5
12
1
61
16

40,3
1,29
55,8
33,50 59,8
4,30
46,8
36.616
58,5
11.1116
31,8
106.216
40,5
5816
80,3
4711
70,3
11.10/-
31,8
851-
99,5
12
7
1′


40,1
1,32
57,1
37,75

67,4
4,40
47,9
34.141-
55,9
12.1516
35,1.
112.516
42,9
5816
80,3
48(9
72,8
12.111-
34,7

851-
99,5
13
1
14

41,2
1,30
56,3
36,00 64,3
4,98
54,2
32.151-
52,8
11.1916
32,9
114.19;6
43,9
5816
80,3
4719
71;3
11.1416
32,4
851-
99,5
12
18
116
39,9
1,27
55,0 32,25 57,6
5,775

62,9
30.316
48,6
11.41-
31,1
111.161-

42,7
5516
76,0
4617
69,5
10.19i-
30,3
9113
106,8
13116
41,4
1,24
53,7 26,25 46,9 6,275
68,4
28.216
45,3
10.96
28,8
101.116
38,6
461-
63,0
4418
66,7
10.716
28,7
10613
124,3
13116
43,0
1,17
50,6
24,75 44,2
7,07 77,0
27.1916
45,1
11.51-
30,9
102.-(-

39,0
4416
61,0
4316
64,9
10.1516
29.6
11019
129,5
1411
45,1
1,18
51,1
21,40 38,2
5,32
5

58,0
27.616
44,2
10.161-
29,6
98.1716
37,8
41j6
56,8
4313
64,6
10.216
28,0.
122/6
143,3
14
5
116
44,6

1,16
50,2
25,75 46,0
.4,71
51,3
27.1416
44,7
10.141-
29,4
.
98.181-
37,8
.416
56,8
421-
62,7
10.616
28,5
12013
140,7
1
3
7
18
43,2
1,34
58,0
27,75
.
49,6
3,79 41,3
26.41-
42,2
10.51-
28,1
99.2/6
37,9.
4116
56,8
401-
59,7
10.-!-
27,6
11916
139,9
14
43,6
0,98
42,4
23,65 42,2
3,425
37,3
24.181-
40,1
9.91-
25,9
96.61- 36,8
t441-
60,3
401-
59,7
9.111-
26,4
1141-
133,5
13
3
14


42,8
0,99
42,9
19,60
35,0 2,775
30,2 23.81-
37,7
8.1616
24,2
84.1516
32,4
451-
61,6
3716
56,0
9.2-
25,2′
11013
129.0
13
1
18
40,9
0,82
35,5
19,65
35,1
2,88
.
31,4

21.61-

34,3
8.-!-
22,0
89.1316
34,2
441-
60,3
3716
56,0
9.91-
26,1
112/9
132,0
12
5
19
39,3
III
48,1
24,25 43,3
3,08 33,5
20.1216
33,2 7.51-
19,9
84.91-


32,3
441-
60,3
3716
56,0
8.131-
23,9
11316
132,7
12
5
1
39,3
0,96
41,6
19,55
34,9 3,125
34,0
19.216
30,8
7.316
19,7
90.1716
34,7
42j6
58,2
371-
55,2
8.616
23,0
1
1
6f-
135,7
1218
38,5
0,76
32,9
17,90
32,0
3,72 40,6
22.416
35,8
7.1716
21,6
101-1-
38,6
421-

57,5
3616
54,5
9.1316
26,7
11816
138,6
.
12L116
39,9
0,84
36,4
19,70
35,2
4,64 50,5 25.81-
40,9
9.1016
26,1
109.916


41,8
421-
57,5
351-
52,2
11.2/-
30,7
11819
138,8
13
40,5
0,82
35,5
25,50
45,5
5,73 62,4
22.516

35,9
8.7/-
22,9
105.1316
.40,4
411
56,2
34/6
51,5
10.8/6

1
28,8
121/6
142,1
12’/
38,9
0,81
35,1
26,50
47,3
6,65 72,4
21.191-
35,4
.8.4/6
22,6
104.7/6
399
401_
54,8
3416
51,5
10.81-

t
28,7
125/9
147,2
12
5
/is
38,3
0,73
31,6
22,55
40,3
5,125
55,7
19.1216
31,6
7.916
20,5
100.1016
38,4
.
391-
53,4
3416
51,5
10.71-

1
28,6
12519
147,2
11
1
12
35,8 0,73
31,6
21,75 38,8 -4,27
46,7
19.171-
32,0
7.81-
20,3
100.116
38,1
4016


55,5
3416
51,5
9.191-
1
27,5
1228
143,5
II”!16
36,4
0,65
28,1
20,60 36,8
4,35
47,4
20.31-
32,5
.7.71-
20,2
104.716
•39,9
.
431-
58,9
341-
50,7
9151-
1
27,0
12015
140,8
1116/
1
6
37,2 0,53
22,9
19,40
34,6
2,80
30,5
20.-(6
32,3
7.I0J-
20,6
104.18/3
40,1
431-
559
3417
51,6
10.71-
28,6
120j5
140,8
121/16
38,7
0.54
23,4
18,55
38,9 2,075 22,6
20.11(6
33,1
7.12(6
20,9 109.17!- 42,0
4
3J-
58,9
35/6
53,0
I0.8j6
28,8
12011
140,4
12
13
116
39,9
0,52
22,5
21,80
.
38,9
2,49
27,1.
23.616
37,6.
8.61-

9
128.1716
49,2
4116
56,8
3616
54,5
10.13!-
29,4
123(6 144,4
I3I4
41,2
0,52
22,5
23,50
42,0
2,50
27,2
25.7/-
40,8
9.4/-
25,3
151.10!- 57,9
;
42/-
57,5
371-
55,2
11.1216
32,1
12204
143,0
13
1
14
41,2
0,528)
22,5
24,-
S

42,9
260
28.3 25.516
40,7
9.516
25.5
152.10/-

.
58,2.
4116
56,8
1
371- 55,2
12.-/-
33,2
12214
143,1
.

12
1
1j6
39,9 2,60
;
28,3
26.216
42,1
9.416
25.3
15411-
58,8
4116
56,8
1
361-
53,7
11.1516
32,6
112311
144,0
12
13
116

39,9
26 Sept.
1932
79 K.O.
La Plata.
3
Tot
Jan.
1928 Western;
vanaf Jan.
1928 tot
16 Dec. 1929
American
No.
2, van
16
Dec. 1929
tot 26
Mei
1930 7415

K.G.
Hongaarsche
6415 K.G.
Zuid-Russische. Van 23
Mei-19
Sept. 1932
No.
3 Canada.
5)
De
jaargemiddelden
zijn berekend
uit
de
gemiddelde
prijzen
van
April,
Mei
en

Juni
van

TAN
GROOTHANDELSPRIJZEN.
.

BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTEN

VURENI-IOUT
basis 7″ f.o.b.-
S T
E E N E N
CACAO
COPRA
KOFFIE
RUBBER’)
Standaard
SUIKER
THEE
Zweden!
.
binnehmuur

buitenmuur
G.F. Accra
per
Ned.-Ind. f.m.s.
Robusta
Locoprijzen
Ribbed Smoked
Witte kristal-
loco
suiker
AfI. N.-I. theev. A’dam
Finland
per standaard per

per-


50 K.G. c.i.f.
per
100 1(0. ,
Amsterdam

Rotterdam
loco
e
ilen

R’damlA’dam
gem. pr
.
Java- en Suma-
van 4.672 M.
per
1000
stuks

per
1000
stuks
Nederland

per
‘I

K.G.
per Ib.
per
100
K.G.
tratheep.’J
s
KG.

1
10
0
10
oh.
0
10
/
0
10
cts.
0
10
Sh.
07
f1.

.
cts.
0
10
159,75 153,50 100
96,1
15,50
15,75
100,-
101,6
19,-
19,50
100,-
4216
100,
35,87′
100,0
61,375
100,0
211 1,623
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
102,6
49/-
115,3
34,-
94,8
55,375
90,2
21-
67,4
17,50
93,3
94,25
111,5 160,50
100,5
14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
32,62
5

90,9
46.875
76,4
1/6,375
51,6
19,125
102,0
82,75
97,9
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,875
88,9
49,625
80,9
-110,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
45110
107,9
27,37′
76,3
50,75
82,7
-110,25
28,8
13,-
69,3
69,25
82,0
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34111
82,2
22,625 63,1
32
52,1
-15.875
16,5
9,60
51,2
60,75
71,8
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,37
5

42,9
25
40,7
-13
8,4
8,-
42,7
42,50
50,3
69,00
43,2 9,25
59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1 -11,75
4.9
6,32
5

33,7
28,25
33,4
125.00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
2614
62,0
18,25
50,9 28 45,6
-14,25
11,9
8,20
437
66,25
78,4
125,00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
2212
52,2
18,125
50,7
26,25
42,8
-13,875
10,9
8,20
43,7
53
62,7
125,00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
2216
52,9
18,625
51,9
25,50
41,5
-13,75
10,5
8,30
44,3
45
53,3
125,00
78,2
10,50
67,7
21,-
110,5
2217 53,1
17,50
48,8
24,75
40,3
-13,125
8,8
8,575
45,7
43
50,9
125,00
78,2
10,50
67,7
21,-
110,5
21/0
49,4
15,37′
42,9
25
40,7
-13,125
8,8
8,50
45,3
40,25 47,6
110,00
68,9
10.50
67,7
21,-
110,5
2214
52,6
14,12
5

39,4
25,75
42,0
-13,125
8,8
8,57
5

45,7
39,50
46.7
110,00
68,9
10,50
67,7
21,-
110,5
2615
62,2
15,-
41,8
27
44,0
-13
8,4 8,77
5

48,6
38,25
45,3
100,00
62,6
10,50
67,7
21,-
110,5
2418
58,0
14,125
39,4
25,50
41,5
-12,5
7,0
7,90
42,1
38,50 45,6
100,00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
22/7
53,1
13,375
373
23,75
38,7
-12,375
6,7
7,52
5

40,1
37,50 44,4
100,00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
2110
49,4
13.25
36:9
23
37,5
-12,375
6,7
7,55 40,3 37,75
44,7
100,00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
2112
49,8
13,75
38,3
23
37,5
-12,25
6,3
7,15
38,1
37
43,8
82,50
51,6
10,-
64,5
18,50
97,4

1813
42,9
12,75
35,5
23
37,5
-12,25
6,3 6,75
36,0
35
41,4
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98.7
1719
41,8
13,125
36,6 23
37,5
-12,125
6,0
7,35
39,2
32
37,9
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1811
42,6
14,50
40,4 23
37,5
-12
5,6
7,05
37,6
30
35,5
70,00
43,8
9,75
62,6
18.-
94,7
2119
51,2
14,75
411
23
375
-11,625
4,6
6,25 33,3
31
36,7 70,00
43,8
9,75
62,6
18,-
94,7
20
1
6 48,2
14,-
39
:
0

23
37:5

1
1,5
4,2
5,90
31,5 29,25
34,6
70,00
43,8
8,50
54,8
15,-
78,9 20
1
6
48.2
13,25
36,9
23,50
38,3
-/1,5
4,2
5,625
30,0 30,25 35,7
70,00
43,8 8,50
54,8
15,-
78,9
20/6
48,2
12,375
34,5
24
39,1
-/1,375
3,9
6,30 33,6 28,50
33,7
67,50
42,3 8,50
54,8
15,-
78,9
2011
47,3
12,375
34,5
24
39,1
-11,375
3,9
6,70
35,7
23,75
28,1
63,00
.
39,4 8,50
54,8
15,-
78,9
2017
48,4
12,375
34,5 24
39,1

1,75
4,9
6,57
5

35,1
22,75
26,9
60,00 63,50
37,6 39,7
8,75

56,5
58,1
15,-
78,9
21
1
2
49,8
12,75
35,5
25,25
41,1
-)2,125
6,0
6,525 34,8
23,75
28,1
63,50
39,7
9,50
61,3
14,50 14,25
76,3 75,0
18/8
17
1
6
43,9
.

41,2
12,375 12,125
‘34,5 33,8
26,50
24,50
43,2
39,9
-/1,75

1
1,75
4,9
4,9
6,325 5,87
5

33,7
31,3 28,50 30,75
33,7
36,4
65,00
40,7

64,5
13,75
72,4
17
1
4
40,8
11,75
32,8
24
39,1

1
1,75
4,9
5,50
.
29,3
28,25
33,4
70,00
43,8 9,25
.
59,7
13,50
711
1616
38,8
11,50
32,1
24
39,1
-11,625
4,6
5,375
28,7
25
29,6′
70,00 70,00
43,8 43,8
9,25
9,50
59,7
61,3
13,-
12,25
68:4
64,5
15
1
9
1613
37,1
38,2
10,625
10,375
29,6 28,9
23,75
23,50
38,7
38,3

1
1,5

.
-11,5 4,2
4,2
5,60
6,-
29,9 26,75
31,7
70,00
43,8 9,75
62,6..
12,75

67,1

15
1
5
36,3
9,50
26,5
23,50 38,3

1
1,625
4,6 6,07
5

32,0 32,4
26,25
27,50
311
32:5
70,00
70,00
43,8
43,8
9,50 61,3
12,50
658
1616
38,8
9,50
26,5
23
37,5
-12,-
5,6
6,02k
32,1
26,50
31,4
70,00
43,8

.

18
1
1
1812
42,6
427
10,.-
10,-
27,9 27,9
22,50
22,50 36,6 36,6
-/2,375.

1
2,25
6,7.
6,3
6,35 6,50
33,9
34,7
31,-
32,25
6

36,7
38,2
70,00
43,8
1719
.

418
10,-
27,9
22,50
1

36,6
1

-/2,435
6,8
6,50
34,7
N.B. Alle
Pondennoteering
vanaf 21 Sept. ’31
zijn op
goudbasla omgerekend;
de Dollarnoteeringen
vanaf
20 April’33
zijn
in verhouding
van
de depreclatio
van den Dollar
t.o.v.
dôn Gulden
verlaagd.

550

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Juli 1933

De ontvangsten in de Atlantische havens der Ver.
Staten bedroegen deze week .43.000 tons, de versmeltin-
gen 46.000 tons tegen 55.658 tons verleden jaar en de
voorraden 300.000 tons tegen 307.165 tons.
De laatste 0 u b a-statistiek is als volgt:

1933

1932

1931
tons

tons

tons
Productie …..(Raming) 1.995.000 2.602.864 3.122.186
Ontvangsten ………….9.178 18.172 21.663
Totaal sedert
1
1
1
……..
762
.
125
1.210.706 1.468.701
Veischepingen ………..60.744 36.397 44.617
Voorraad

……………866.322 1.172.907

1.624.837

In E n ge 1 a n d volgde de stemming den loop vu de
Amerikaansche markt, alhoewel cle omzet van ruwsuiker van geringe beteekenis was door de afwachtende houding
van raffinadeurs, die overigens den prijs van het afge-,,
werkte product met 3 d. verhoogden. Op de L o n d e n-
s c h e termijnmarkt kwam de vaste stemming zeer tot
uiting. Dinsdag waren de noteeringen ca. 5 d. hooger dan
het vorige slot. Daarna trad een rustigere stemming in
en gaf het einde der week het volgende beeld te zien:
Aug. Sh. 5/9%, Dec. Sh.
611%t,
Mrt. Sh. 6/4% en Mei
Sh. 6/6%.
Op J a v a verkocht de N.I.V.A.S. deze week flinke hoe-
veelheden en wel 33.000 tons Superieur, 3500 tons bruine
suiker en 3000 tons Melasse, inclusief afgekeurde partijen.
IT i e r te 1 a n cl e was de handel tengevolge van vrees
voor een lagere valuatie van den Gulden, buitengewoon
levendig. Maandag en vooral Dinsdag stegen de noteerin-
gen te A m st e r d a m sprongsgewijs en werd voor De-
cember
f
7.- en voor Mrt.
f
73
/
8
betaald.
Na het bekend worden van het standpunt zoowel van
De Nederlandsche Bank als ook van de Regeering, dat de
Gulden krachtdadig zal worden verdedigd, trad een reactie
in. De noteeringen brokkelden weer af en luidden aan
het slot: Aug.
f
6%, Dec.
f
Mrt.
f
6
7
/
s
en Mei
f
7%.

KOFFIE.
Ditmaal valt over de koffiemarkt geen nieuws van be-
teekenis te vermelden. De stemming bleef onveranderd kalm. De kost- en vrachtaanbiedingen van Brazilië ble-
ven vrijwel onveranderd, doch aangezien de dollarkoers
aanmerkelijk daalde, komen de offertes den Nederland-
schen importeur heden ongeveer 1 k 1
3
/s ct. per %i K.G.
goedkooper uit dan een week geleden.
Uit de gisteren bekend geworden weekstatistiek van Brazilië is gebleken, dat in de vorige week van Santos
naar Europa verscheept zijn 138.000 balen tegen 134.000
balen in de week daarvôôr en naar de Vereenigde Staten
143.000 balen tegen 139.000 balen. Verscheept werden van
Rio naar Europa 30.000 balen tegen 50.000 balen en naar de Vereenigde Staten 8000 balen tegen 16.000 balen. Als
verkocht door Santos worden opgegeven naar Europa
135.000 balen tegen 89.000 balen en naar de Vereenigde
Staten 128.000 balen tegen 113.000 balen.
Vernietigd in de vorige week zijn 19.000 balen te Rio
en 42.000 balen te Santos, tezamen 61.000 balen.
De Braziel-oogst 1933134, die, zooals bekend is, officieel
op 30 millioen balen wordt geraamd, doch door particu-
lieren op nog grootere hoeveelheid wordt geschat, is op
1 dezer begonnen en loopt tot 30 Juni 1934. Op den
eersten dag van het oogstjaar is door het Gouvernement
van den Staat Rio bekend gemaakt, dat de verschillende
belastingen, welke door dezen Staat op koffie geheven
worden en ongeveer 9V
2
1 Milreis per baal bedragen, niet
verschuldigd zullen zijn op de 40 %, welke uit dezen oogst
in natura door het Nationale Koffie-Departement zullen
worden opgeëischt tegen een vergoeding van 30 Milreis
per baal. Reden is bekend geworden. dat ook de Staat
Sao Paulo deze belastingen, welke aldaar ongeveer 12/
Milreis per baal bedragen, niet zal heffen. Dit beteekeut
dus, dat de planters de vergoeding, welke
zij
voor deze
koffie ontvangen, ongeveer in haar geheel zullen kunnen
incasseeren.
Volgens een ander officieel telegram uit Brazilië heeft
het Nationale Koffie-Departement besloten, dat de 10 %
bonus, welké sedert eenigen tijd in natura op alle koffie-
verkoopen werd verstrekt, vanaf 2

dezei niet meer op
den uitvoer naar de Vereenigde Staten van Amerika zal
worden
gegeven,
doch dat gegarandeerd wordt, dat op alle zaken, welke tot en met 1 Juli naar de Vereenigde Staten
zijn gedaan, de 10 % zullen worden bijgeleverd. De redeti
van dit besluit wordt er niet bijvermelci, doch wel is hier bekend, dat vele outvangers in Amerika bezwaren maak-
ten tegen deze gratis-bijlevering van koffie van de laagste

typen, omdat de Amerikaansche handel in de Qrdinaire
soorten er door werd ontwricht. Of nu ook voortaan de
rechtstreeksche aanbiedingen naar Amerika door de Brazi-
liaansche afladers verlaagd zullen worden met de waarde,
die de 10 % bonus tot nu toe vertegenwoordigde, wordt
ook niet gemeld.
De kost- en vrachtaanbiedingen van Santos zijn op het
oogenblik, onder aftrek van het op circa 15 dollarcents
geschatte voordeel van de bijlevering van de bekende
bonus van 10 %, voor gewoon goed beschreven Superior
Santos op prompte verscheping ongeveer $ 9.70 1. 9.95 per
cwt. en voor dito Prime ongeveer $ 9.90 It 10.25. Voor
Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte versche-
ping, komen de offertes, op dezelfde wijze berekend, uit
op ongeveer $ 8.10 ‘It 8.30. Bij den dollarkoers van heden
staan deze aanbiedingen gelijk met onderstaande prijzen
in gouddollars:

Santos Superior – $ 7.35 It 7.55
11

Prime

– 7.50 It 7.80
Rio 7

– 6.15 1. 6.30

wat voor Santos 0.50 1. 0.55 en voor Rio 0.40 It 0.45 goud-
dollar per cwt. lager is dan verleden week.
De prijzen in de eerste hand in Nederlandsch-Indië zijn
voor de ougewasschen Sumatra Robusta-soorten % It %
ct. en voor gewasschen Robusta % ct. lager. De notee-
ringen zijn thans aan te nemen op:
Palembang Robusta, Juli-verscheping, 13% ct.; Ben-
koelen Robusta, Juli-verscheping, 14% ct.; Mandheling
Robusta, Jui-verscheping, 16 ct.; W.I.B. f.a.q. Robusta,
Juli-verscheping,20 ct., alles per % K.G., cif, uitgeleverd
gewicht, netto contant.
De uitklaringen van Java, Sumatra en Celebes in de
maand Mei 1933 hebben bedragen: naar Nederland 13.914
picols, naar Scandinavië 14.205 picols, naar Frankrijk
31.347 picols, naar overig Europa 15.476 picols, naar de
Vereenigde Staten 3.304 picols, tezamen 78.246 picols tegen
97.876 picols in Mei 1932. Van 1 Januari tot 31 Mei be-
droegen de uitklaringen dit jaar 256.915 picols tegen
384.919 picols verleden jaar.
1)e noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt
daalden 1 It 1% ct. Juli staat thans 15.. September 13
5
/
s
,
December 13
7
1
8
en Maart en Mei staan 14 ct. per % K.G.
De of ficieele loco-noteering van Superior Santos werd
teruggebracht van 23 op 22 ct. per
%j
K.G., terwijl die
van Robusta onveranderd 22% ct. bleef.
De slotnoteeringen te New-York varen:

Gemengd contract

Sa.ntos contract

(basis Rio No. 7)

(ba.sis Santos No. 4)
Sept. Dec. Mrt. Mei Sept. Dec. Mrt. Mei
3 Juli . . . . $ 5.80 5.78 5.78 5.78 7.98 7.92 7.87 7.85
26 Juni …..5.59 5.59 5.54 5.54 7.79 7.73 7.64 7.60

19 Juni …..5.63 5.58 5.48 5.46

7.86 7.78 7.64 7.58
12 Juni –

., 5.66 5.58 5.51 5.48

7.98 7.80 7.70 7.62

Rotterdam, 4 JuIj 1933.

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.

Bedrijfsleven en de strijd tegen

de Armoede in Nederland

door Dr. CH. A. VAN MANEN.

Prijs ingenaaid
f 3,-.

Gebonden
f 4,75.

Voor leden der Vereeniging en geabon-

neerden op het Weekblad wordt dit werk

beschikbaar geseld tegen den prijs van

f
2,50 ingenaaid en
f
4,- gebonden.

Bestellingen richte men tot het Secretariaat van het

Instituut, Pieter de Uoochweg 122, onder gelijk-

tijdige remise per postwissel of op postchèque- en

girorekening No. 8408, Rotterdam.

Auteur