Ga direct naar de content

Jrg. 16, editie 787

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 28 1931

£8
JANUARI 1981

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

9
e

enc

h ten

ALGEMEEN .WËEKBLAD VOÖR HANDEL,41JVERHÊIb, F1NANCIË1 EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

16E JAARGANG

WOENSDAG 28 JANUARI 1931

No. 787

INSTITUUT VOOR ECONO3fJSCH9 GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart
ECONOMISCJ1STATISTI5cflE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Ha8selt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandela; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. E. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Ren gers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan 8chilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. 31. Verrijn Stuart. Redacteur-Secretaris: H. M. E. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Uoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Abonnementsprjs
voor het weekblad franco p.
p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Kojoniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateur8 van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont
vangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, Voor
ZOO-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aan get eekende stukken: Bijkantoor Ruige plaat we g.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh ct van Ditmor’s Uitgevers-Maatschappij, Rot.
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-
rekening No. 145192.

27 JANUARI 1931

In den toestand van de geldmarkt kwam deze week
geen verandering. Het aanbod van geld was weder ruim voldoende, terwijl de vraag maar gering was.
OalIgeld kon daardoor nog iets verder terugloopen en
was tenslotte voor % pOt. verkrijgbaar. Daarentegen
was de prolongatierente na een zeer flauwe opening
later, door iets meer levendigheid op de effecten-
markt, weder wat hooger en noteerde na 1 pOt. weder 1% en 116 pOt. In wissels ging er zeer weinig, om bij
een onveranderde noteering van 136h 1/16 pOt.
Op de geldmarkt zal de verlaging ‘van het officiëele
disconrto wel niet veel invloed uitoefenen, daar deze
al reeds maanden lang op een belangrijk lager niveau
werkt en ei- dus hoogstens sprake kan zijn van een
meer in overeenstemming brengen met den bestaan-
den toestand.
* *

Bij de inschrijving op het schatkistpapier werd in totaal ingeschreven voor
f
88.473.000. Toegewezen
werden f10.870.000 driemaandspromessen h
f
996.40
of 1/16 pOt.;
f
3.550.000 zesmaandspromessen â

f
9911616 of 1% pOt. en f1.943.000 jaarbiljetten h

f
101125 of
93/s
pOt.

* *
*

De post 1iinniandsche wissels op den weekstaat
van De Nederlandsche Bank liep terug met ruim
f
0,7
millioen. Ook ‘de post :beleeningen vertoont een terug-
gang en weI van ruim
f
0,9 millioen. De post papier
op het buitenland is toegenomen met ruim
f
2 mil-
lioen; de diverse rekeningen onder het actief liepen
met ruim
f
0,3 miloen terug. In den post gouden
munt had een vermeerdering plaats van bijna
f 10
millioen, te±wijl de zilveren munt met ruim•
f
2;5

millioen toenam, waardoor de ihetaalvoorraad met
ruim
f
12,5 millioen is gestegen. De bankbiljetten in
omloop verminderden met bijna
f
13 millioen. Een
belangrijke stijging geven de saldi in rekening-courant
te zien, en wel het saldo ten name

van het rijk een
toename van hijna
f
14,5 millioen en de saldi van
anderen van bijna
f
11 millioen, zoodat deze post
in totaal met ruim
f
25 millioen is gestegen. Het be-
schikbaar metaalsaldo bedraagt ruim
f
7,5 millioen
meer dan op den vorigen weekstaat genoteerd was.
Het dekkingspercentage is bijna 54.
* *

De verlaging van ons officiëele disconto heeft op de
wisselmarkt weinig uitwerking gehad; het geheel
bleef onbelangrijk. Het Pond kon zich al spoedig bijna
geheel van de plotselinge inzinking herstellen; het
kwam van 12.06% op 12.068’n kon zich ongeveer op
dezen koers handhaven. Dollars liepen van 2.4854 tot
2.4864 op, doch sloten iets lager op 2.4859. In Londen
was de Dollar lager: 4.8550 na 4.8530. Marken ver-
beterden van 59.01 tot 59.10, maar sloten op 59.08
(Dollars tegen Marken 420.80). Fransche Francs iets
luier: 9.74Y8-9.73%. (Ponden tegen Francs 123.89).
Belga’s beter: 34.63-34.65. Zwitsersche Francs met
weinig variatie ca. 48.1ö (Ponden tegen Zwitsersche
Francs 25.09%, ook hier had de disconto-verlaging
weinig effect op de wisselmarkt). Peseta’s 25.70-
26.10-25.85. T.T. Batavia lager op 9915/18 Zeer flauw

was wederom Rio: 21. Argentijnsche Pesos 75%.
Op de termijnmarkt waren contante Ponden tame-
lijk gezocht, uit hoofde van Nederlandsche beleggingen
in Engelsche wissels en treasury-bills. Voor Belgische
rekening viel er daarentegen een flink aanbod van
contant tegen termijn op te merken, welk aanbod grif kon worden opgenomen. De termijnkoersen zijn ten-slotte nog iets teruggeloopen en sloteD, voor 1- resp.
3-maands: Ponden
7
/io_
5
J10
en 1/i&-1/, Dollars 7-5
en 19-17 en Marken 5%.-4% en 19-17, alles disa-
gio.

LONDEN, 26 JANUAJU i931.

De geidmarkt was over het algêmeén verleden week
ruim genoeg van middelen voorzien, zooals uit het
bankierssaldo in den Bankstaat van Woensdag trou-
wens ook wel bleek. De terugbetalingen op vervallen
gouvernementspromessen zijn deze weken grooter dan
de vernieuwingen, waar tegenover staat, dat de inning van belastingen nu ook wekelijks zwaarder wordt met

het oog op het naderend eindevan het bolastingjaar.
Op de discontomarkt had. de betrekkelijke geld-
ruimte« niet den minsten invloed. Daar schonk men
slechts aandacht aan de wisselnoteeringen en de
voortdurende goudonttrekkingen voor Fransche reke-
ning. De goudvoorad van de Bank van Engeland
is nu nog slechts 140 millioen Pond. Men schijnt dan
toch
eindelijk
een serieuzé actie te willen beginnen
om het particulier disconto meer in overeenstemming
te brengen met het officiëel disconto. Voor rekening
van de Bank wenden heden openlijk wissels aange-
boden tegen 2% en later tegen 2/16 pOt., zoodat par-
ticulier disconto bnmiddelljkoplie tcit 211e—_236 pOt.

100

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Januari 1931

ENKELE CONJUNCTUURGEGEVENS

UIT 1930.

Wie
een blik verpt op den staat van conjunctuur-

gegevens betreffende Nederland, welke in dit num-
mer wordt afgednukt zal daarin voorloopig tever-
geefs speuren naar hoopgevende teekenen. liet afge-loopen jaar heeft in vrijwel elk opzicht in het teeken
der depressie gestaan en onze eenige, ietwat schamele
troost, moge gelegen zijn in het feit, dat het in ver-
schillende andere landen heel wat slechter gaat dan
bij ons. De beurs, de harometer bij uitnemendheid van
wat er in het economisch leven op til is, vertoont, zoo-
als men uit de laatstelijk in ons nummer van 7 Januari
gepubliceerde effectenindex kan af lezen, aan het einde van 1930 een droef schouwspel met een index van 69,6
tegen 100 aan den aanvang des jaars, hetgeen zeggen

wil, dat de beu.rswaarde van de fondsen, die aan de
index ten grondslag liggen, in 1930 met ruim ander-
half milliard gulden achteruitliep. Voorloopig ziet
het er in het nieuwe jaar nog niet veel beter uit.

Wij willen de conjunctuurgegevens betreffende ons
land hier niet in den breede bespreken. Ten deele zijn zij reeds door anderen in dit weekblad behandeld, ten
dccle zal zulks nog geschieden. Wij bepalen ons daar-
om tot enkele grepen uit deze gegevens.
In de eerste plaats trekt dan wel in het jaar 1930
de enorme val der groothan.delsprijzen de aandacht.
Reeds in 1929 was deze zeer belangrijk; het indexcijfer
der ‘groothandeisprijzen daalde in dat jaar van 146
in Januari tot 135 in December of in cciie verhouding
van 100 : 92. In 1930 was de val echter veel heviger;
het jaar opende met een indexcijfer van 131 in Januari
om in December op een niveau van 107 te belanden,
hetgeen eene daling beteekent van 100 : 82.
Dat is inderdaad een prijsval, die er wezen mag.
Onwillekeurig vraagt men zich af, of zulk een prijs-

verloop als zeer bijzonder en exceptioneel moet wor-

den b
esc
h
ouw
d, dan wel of zich een dergelijke prijs-
daling ook vroeger wel heeft voorgedaan en of wij
slechts meenen, dat het zoo erg is, omdat wij alleen
onzen tijd medeleven en op voegere perioden den kijk
verloren hebben. Wij meenen deze vraug in eerstbe-
doelden zin te mogen beantwoorden. Hoewel het altijd
eenigszins lastig is om den loop der groothandeisprij-
zen in verschillende tijdperken met elkander te verge-lijken, omdat zich uiteraard in de positie van de waar-
genomen artikelen in het ruilverkeer veranderingen
kunnen voordoen, daar zijn er toch aanwijzingen ge-
noeg om ons tot de conclusie te voeren, dat onze tijd uit
een oogpunt van prijsdaling inderdaad uitzonderlijk is.
Eene periode van langdurige prjsdali.o, onderbro-
ken door de gebruikelijke cotij unctuurschommelingeri,
heeft de wereld ook moeten doormaken aan het einde
van de 19e eeuw, en wel in de jaren 1873-1896. Daar-
op volgde weer een tijd van stijging, eveneens onder-broken door enkele conjunctuurgolven, en uitloopend
in de periode der oorlogsiuflatie. De na-oorlogsjaren
tot 1925 laten wij, als zijnde eenigsz.ins abnormaal,
buiten beschouwing. Wanneer wij nu vragen, hoe zich
de prijsgolven iii de periode 1873-1896 verhouden tot
cle prijsbeweging van dc jaren 1025-1930, zQo z.ien
wij, dat zich iii het eerstgenoemde tijdvak geen enkel
geval heeft voorgedaan, waarin de daling der groot-
liandeisprijzen zoo sterk is geweest als in liet thans
achter ons liggend zesjarig tijdvak.
Ter illustratie doen wij hier volgen enkele index-
cijfers betreffende Engeland (voor Nederland ontbre-
ken over de hier bedoelde jaren dc nood ige statistie-
ken). Het .Engelsche indexcijfer van Sanerbeck (later
voortgezet door ,,The Statist”) toont in de periode
1873-1896 de volgende fluctuaties, die wij door per-
centagebereken ï ogen verduidelijkt hebben:
Hoogtepunten Laagtapunten Verhouding
1873 ….

111

83 (1879)

100 : 75
1880 ….

88

68 (1887)

100 77
1890 …

72

61 (1896)

100 85

De Nederlandsche groothandelsi.ndex toont met

Mr. Dr.

0. M.

Tierrijn Stuart

………………..
100
De tabakshandel in

1930
door
F. M. v. E………..
102
Moet het Invaliditeitefonds

naar

de

twee

milliard?
door

J.

P.

C.

Wagner

………………………
’05
De Indische middelen over October
1930 …………
106
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING
De landbouw als verbruiker van electriciteit door
A.

Friedrich

…………………………..
107
A ANTEE KEN IN GEN
De toestand van de kunstzijde.industrie ……….
110
De discontoverlaging van De Nederlandsche Bank
111
De wereidhandel in
1929 en in de eerste
8
maanden
van
1930

………………………………
111
Emissies

in

1930

…………………………
113

MAANoolJiecas:
Giroomzet hij De Nederlaadeche Bank …………
114
Overzicht van de Indische middelen…………..
114
Conjunctuurgegevens betreffende Nederland …….
115
STATISI’IEKEN
EN OVERZICHTEN …………….116-122
Oeldkoersen.Bankstaten.

Verkeerswezen.
.
Wl8selkoersen.

Ooederenhandel.

1

jaargemiddelden voor 1925 van 155 en 1930 van 111
een val in deze zesjarige periode in de verhouding
van 100 : 75,hetgeen dus, met -uitzondering van de
periode van 1.873-1879, een grootére daling is dan
in de zooeven genoemde andere perioden. Daarentegen
is het indexeijfer van ,,The Economist” in de afge-
loopen 6 jaren met meer dan 30 pOt. gedaald en dat van ,,The Statist” met 29 pOt.
Op de nadeelen, welke zulk een acute daling van
het niveau der groothandeisprijzen voor het econo-
misch leven der daaraan onderhevige landen heeft, is
meermalen gewezen. Als niet slechts de prijzen in den
groothandel, doch ook die in den kleinhandel en de
prijzen der diensten omlaag gingen, zoo zonde toe-
stand minder bedenkelijk zijn dan thans. Men weet
echter, dat dit laatste niet het geval is. De kosten
van levensonderhoud, waari.n vele kleinhandelsprjzen
zijn verwerkt, dalen wel, maar niet in verhouding tot
de groothandelsprijzen (men zie met betrekking to
Engeland ook het nummer van 1.4 Januari jl., blz. 64,
le kolom). Blijkens den in dit nummer opgenomen
conjunctuurstaat van Nederland bedroeg het Amster-
damsche 1evenskostencijfer voor 1.926 95,1, terwijl dit

in September ji. gedaald was tot 91,8, zijnde dit eene
daling in de verhouding van 100 : 96,5; in denzelf-
den tijd daalde de groothandelsindex van
145
voor

1926 tot 112 voor September 1930, of in verhouding van
100 : 77 ‘). De loondaling is gemeenlijk nog veel ge-
ringer dan de daling der kosten van levensonderhoud,
zoowel hier te lande als elders.
Nu ligt het voor de hand, dat prijzen in den klein-
handel niet parallel zullen loopen met die in den
groothandel; de éerstgenoemden zijn steeds trager van
aanpassing geweest den de laatstgenoemden, aange-
zien er een aanmerkelijke marge vooi de in den tus-
schenhan dcl bewezen diensten en de daar drukkende
Overheidsiasten tussehen zit. In de kosten van levens-
onderhoud zijn bovendien een aantal prijzen verwerkt,
die niet iedere maand opnieuw moeten worden vast-
gesteld; men denke hijv. aan de posten kleeding en
liii ishuur. Van een parallel verloop van groot- en
ide man dclsprijzen en kosten van levenson derhou cl
zal dus nimmer sprake kunnen zijn. Wei echter is in
een tijd, zooais wij di.en thans beleven, de vraag zeer
urgent, of de totdusverre steeds grooter wordende
marge tusschen groothndelsprijzen en levenskosten
niet verkleind zou kunnen worden, cii wel om de vol-

gende reden.

Vanneer beE bedrijfsleven moeilijke tijden door-
maakt, en in veihand daarmede ontslag van arbeiders
plaats vindt en de weridoosheid stijgt, ligt liet voor

i) Het indexeijfer van cle kosten van levei:isonderhoud van
Dec. is nog niet bekCnd, maar de uit de bovengenoemde
cijfers sprekende tendens
zal zeker worden geaccentueerd,
daar het incicxcijfer vati groothandelsprijzen intnssehen is
gedicald van
112
voor Sept. tot
107
voor Dec.

INHOUD.

BIz.
ENKELE OONJUNCTUURCECEVENS UIT 1930
door
Prof.

28 Januari 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

101

Is

de hand, dat in tal van gevallen de eisch van loon-
daling door de ondernemers zal worden naar voren
gebracht. De inwilliging van zulk een eisch gaat ge-
meenlijk niet zonder strijd, maar deze strijd zou wor-

den verzacht, indien zich tegelijk met de voor vele
ondernemers zoo lastige daling van groothandeisprij-
zen ook een meer omvangrijke daling in de kosten
van het levensonderhoud der arbeidende bevolking
voltrok.

Nu is weliswaar eene daling van de levenskosten ten
dccle weder afhankelijk van loondaling, en wel omdat

in deze kosten vele loonbedragen verwerkt zijn, maar
voor een ander deel hangen zij samen met de struc-
tu ur en de werkwijze van den distributiehandel en
met de belastingen en de sociale lasten, die op den
tusschenhandel drukken. Al zou dus algemeene loon
daling zeker leiden tot eene vermindering van de
kosten van levensonderhoud, eene evenredige vermin-

dering zou het niet zijn. Daarom stelt zich de vraag,
langs welke andere wegen de marge tusschen groot-
handelsprijscurve en de curve van de kosten van
levensonderhoud kan vorclen verkleind. Wij hopen,
dat de onderzoekingen, dodr twee hoogleeraren dien-
aangaande ingesteld op verzoek van den Minister van
Arbeid, over dit belangrijke probleem eerlang het noo-
dige licht zullen verschaffen.

* *
*

Met de werkloosheid is het uiteraard in dezen tijd
bedenkelijk gesteld. De studie van de conjunctuur
leert, dat in het algemeen de kans opmaximum werk-
loosheid het grootst is in den winter van het jaar,
volgende op dat van een grooten conjunctuuromsiag.
Als het ook ditmaal zoo gaat, dan zou dus deze winter
het maximum te zien moeten geven. Voorshands kan
men slechts vaststellen, dat de werkloosheid momen-
teel allerwege grooter is dan in den vorigen winter;
het blijft af te wachten, of dit inderdaad zal hetee-
kenen, dat wij nu het maximum bereikt hebben of
althans in de eerstvolgende maanden zullen passeeren.

Wij laten hieronder volgen de Nederlandsche werk-
loosheidsindex sinds het jaar 1925:

ringsverschijnselen en van seizoensinvloeden zal
oor
doen. De algemeene ,,trend” der werkloosheid was
hier te lande in de laatste jaren stellig gunstig; wij
hebben daarop vroeger in dit weekblad al eens ge-

wezen ‘). Nu zich echter de slechte conjunctuur, ook
hier te lande bedenkelijk begint te doen voelen, zullen de bakens verzet moeten worden.’ Op beperkte schaal kan de Overheid cle werkgelegenheid verruimen door
versnelde uitvoeing van Overheidswerken, welker
uitvoering men onder andere omstandigheden tot later zou hebben aangehouden. Maar als dat niet voldoende zou zijn om de werkloosheid tot een minimum te doen

dalen – en het is niet te verwachten, dat zulks het
geval zou zijn – zoo wijst een stijgend werkloozen-

cijfer als gevolg van een voor ons land zeer pijnljken
omslag in de wereldconjunctuui- erop, dat op ht mo-
ment het loonpeil te hoög is. Uitstel van aanpassing
bij nieuwe omstandigheden, steunmaatregelen, welke

een deel der arbeiders kunstmatig uit de arbeids-
markt houden, al dan niet als ,,productief” aange-
diende werkverschaffing, zijn, naar het ons voorkomt,
remediën van zachte heelmeesters, die de bekende kwa-
lijk riekende wonden veroorzaken.

Moge onze Regeering die tot dusverre in zaken
van handelspolitiek zulk een open oog had voor de
voordeelen van aanpassing van het productie-apparaat hier te lande aan de zich steeds wijzigende verhoudin-
gen in den internationalen handel, een even juisten
blik hebben op de – wellicht nog veel grootere –
voordeelen van een’ vlotte aanpassing der drbeidsver-
houdingen aan een slechte conjunctuur. Deze laatste
is eei wereldverschijnsel; langs internationalen weg (men denke aan het goudvraagstuk) zouden enicele
scherpe kanten aan dé conjunctuurbeweging ontno-
men kunnen worden. Nederland kan hierin
01)
zich-
zelf echter weinig doen; het kan slechts trachten zich
in zijn eigen huishouding zoo goed en vooral zon spoe-
dig mogelijk aan te passen aan de momenteel ongun-
stige tijdsonistandigheden, in afwachting van betere
tijden. Laat het dat na, dan zal ons land in de eerste
plaats zichzelf dupeeren.
* *
*

Jaar
Jan.
Febr.
Maart
April

Mei

Juni

Juli
Aug.
Sept.
October
Nov.
Dec.

12,8

8,-
6,6
5,9
5,7
7,-
7,2
6,5
6,2 7,9 13,8 1925
………..
1926
……….
15,2
8,8
6,6 5,4 5,2 4,9
5,7
5,9
6,-
6,2
7,6
10,3
1927
……….
..13,2
.

7,5 6,1
5,1
4,9 5,6
5,4
5,6
55
6,9 12,7 1928
……
…..
13,8
7,3
5,-
4,-
3,6
3.6
4,2
4,1
3,8 3,
,
8
5,-
9,6 1929

………
16,2 17,2
13,-
2,8
2,4
2,1
2,4 2,5 2,5
2,7
4,2
9,8
1930
……….


11,7 9,8
6,7 5,4
4,8 4,3 5,2
5,8
6,5
‘7,8

Mee z.iet uit deze cijfers duidelijlc, hoezeer de werk-
loosheid gestegen is tegenover de beide vorige jaren.
Het is te betreuren, dat de werkloosheidsindex weinig
,,up to date” is. Juist in de laatste maanden toch is
‘de werkloosheid het sterkst gestegen. Ook het aantal
ingeschrevenen bij de arheidsbeurzen vertoont groote
stijging; volgens de laatste opgave van November was
het 126.700 tegenover 63.600 een jaar tôvoren.
Meer dan ooit ztl het in het licht van deze cijfers’
voor het economisch leven hier te lande in het alge-
meen en voor de arbeiders, voor wie werkloosheid het
ergste lcwaad is, in het bijzonder, van belang zijn om
verstarning van het huidig loonpeil te voorkomen.
Typisch voor den na-obrlogstijd hier en elders is het ateecis minder ‘heweeglijk worden van (‘en prijs der
menscheljke arbeidsprestatie. Een groote mate van he-
staaniszekerhei.d kan mcii den arbeider van harte gun-
nen, mits zij niet gepaard ga met eene mate van werk-
loosheid, die grooter is dan het normale minimum,
dat zich steeds als gevolg van gebruikelijke wrij-

Tenslotte nog een enkel woord over cle effecten-
beurs. Dank zij de welwillendheid van de Bank voor
Handel en Scheepvaart te Rotterdam zijn wij in de
gelegenheid om maandelijks een aantal beursindices
te publiceeren. Van de algemeene index maakten wij
reeds melding in den aanvang van dit artikel. Thans
nog een enicel woord over de
bijzondere
indices. Men
vindt deze met de algemeene index in het nummer
van 7 Januari jl. van dit weekblad. De daar weer-
gegeven koersgemiddelden van een aantal groepen van aandeelen ‘bieden de gelegenheid tot het geven van een
overzichtelijk beeld van de koersdaling sinds den
grooten omslag van October 1929. Wij hebben te dien
einde het indexcijfer der 12 aandeelengroepen voor
,September 1929 op 100 gesteld en daaronder geplaatst
het tot deze basis herleide indexcijfer voor December
1930. Men ziet op deze wijze met één oogopslag, welke

1)
Zie
ons artikel ,,Werkverruiming” in Ec..Stat. Ber. van
24
September ji.

Banken
1

Elec-
triciteit
Ha
1

ndels- ondern.
1
Idustrie
Kunst-
1

zijde
M
n

ijnbouw
Olie
Rubber
va
Scheep-
a rt
Suiker
1

Tabak
1

Thee

September
1929
100
1

100
100
100
100 100
100
1

100
100 100
t

100

/
100
December
1930
84,4
58,3
1

65,7
42,4 27,7 51,5

1
69,3
52,8
57,
58,4
j

72,1

102

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Januari 1931

groepen van aandeelen het meest geleden hebben, en
welke zich betrekkelijk gunstig hebben gehouden (zie

pag. 101).
Het beste figuu.r maken de bankaandeeleri, hetgeen
niet onbegrijpelijk is, daar onze l5ankinstellingen uit
den grooten conjunctuuromsiag van 1920 enkele pijn-
lijke lessen hebben geleerd en zich er dus wel voor
zuilen hebben gewacht om wederom hi vroeger ge-
maakte fouten te vervallen. Het slechtst is het beeld
bij de groep ,,kunstzijde”, welk typisch ,,nieuw” pro-
duct uiteraard nog meer kansen in zich bergde voor
een ietwat dramatisch koersverloop, dan zulks in an-

dere bedrijfstakken het geval was.
Men heeft wel het gevoel, dat men thans, ongeveer
16 maanden na den grooten omslag van 1929, den
bodem is genaderd, doch er zijn al zoovele prognoses
door de feiten gelogenstraft, dat wij ons ervan wi1ln
onthouden dit gladde pad te betreden, teneinde het
gevaar, waaraan zoovele couj unctuurprognostici niet
zijn ontkomen, te vermijden en niet het risico te loo-
pen, dat wij over drie maanden, als er weer een staat
van conjunctuurgegevens van Nederland in dit week-
blad verschijnt, het een en ander zouden moeten ,,in-
slikken”. G. M. V. S.

DE TABAKSHANDEL IN 1930.

Het jaar 1930 zal voor weinigen der bij den tabaks-handel betrokkenen aangename herinneringen achter-

laten.

Beziet men de factoren, welke tot de ongunstige
resultaten hebben medegewerkt, wat nader dan valt
in cle eerste plaats op, dat de algemeene malaise’ daar-
aan niet in hoofdzaak schuld draagt.

Men kan zonder werdrij’ving zeggen dat, in ver-
houding tot den uitval, de tabak bijna het geheele
jaar door goed
(
betaald werd. Het beste deel van den

oogst werd zelfs minstens op even hooge, zoo niet hoo-
gere, basis als verleden jaar, vericocht. De uitval was
echter door gebrek aan regen in het productieland
voor het overgroote deel van den Sumatra- zoowel
als van den Java-oogst buitengewoon slecht.

Gevolg hiervan waren in de eerste plaats voor de
importeurs opbrengstprijzen, welke vaak den kostprijs
niet dekten, in de tweede plaats voor den handel een

gebrek aan courant materiaal tegen een overvloed
van tabak, waaraan velerlei fouten kleefden. Hier-
door werd de afzet in tweede hand gedurende het ge-
heele jaar zeer bemoeilijkt.
Daarbij kwam, dat het ,,Herbstgeschf t” in Duitsch-
land, waarop in den loop der campagne velen hun
hoop nog gevestigd hielden, grondig bedorven is door
cle geruchten over een nieuwe belastingverhooging,
welke reeds spoedig na de vacantie zich deden hooren.
Aan de hoop, dat na de verhooging der banderolle van verleden jaar het artikel voorloopig met rust ge-
laten zou worden, werd spoedig de bodem ingeslagen
door zeer drastische voorstellen der Duitsche Regee-ring, welke in November ‘bekend werden. Weliswaar
is het na langdurige onderhandelingen gelukt, deze
voorstellen eenigszins te verzachten en vooral ook om
d preferentie, .velke daarin aan de sigaret toe-
gekend werd, minder groot te maken; intusschen
heeft de nieuwe wet toch een belangrijke verzwaring
van het bedrijf voor de Duitsche tabalcsindustrie mee-

gebracht, waarvan te vreezen is, dat deze in de eerste
plaats de middelfabrikanten zal treffen.
De inkomende rechten werden verhoogd van 80
Mark op 180 Mark per 100 KG., terwijl bovendien:

cle banderofle op sigaren verhoogd werd
v. 20
pCt. op
23
pCt.
op rooktabak

,,

,,,,33 ,, ,, 35
op sigaretten

,,

,,
,, 33
,, ,,
38

Daarentegen werden de extra-invoerrechten op siga-

rettenta.bak, ‘die verleden jaar van R.M. 4.— op R.M.
5.— per KG. verhoogd werden, thans gebracht bp
R.M. 4.30 per KG., terwijl de banderolle voor shag-
tabak, uit overzeesche soorten samengesteld, verlaagd
werd van 60 pOt. op 50 pOt.

De eveneens verleden jaar ingevoerde prernie van
R.M. 40.— per 100 KG. voor in de sigarenindustrie verwerkte inlandsche tabak, werd ingetrokken, daar
deze door de verhooging der invoerrechten thans een
nog grooteren voorsprong op de buitenlandsche tabak
kreeg. Wel zal vermoedelijk bepaald blijven, dat de aanplant daarvan niet uitgebreid mag worden.

Een der eerste gevolgen van de invoering der wet
was, dat de prijzen ‘der Duitsche tabak, door de specu-
latie daarin, met sprongen omhoog liepen en spoedig
100 pOt. stegen. Het resultaat hiervan is, dat op het
oogenblik Java-krossok incius. de invoerrechten den
Duitschen fabrikant reeds niet veel hooger behoeft te

komen te staan dan inlandsch.

Een tweede gevolg was, dat grossiers in tabaks-

.fabrikaten zoowel als het publiek, zich haastten om
v66r de inwerkingtreding van de wet nog voorraden
sigaren en rooktahak op te doen, daar wel te voorzien
was dat, wanneer deze eenmaal door de fabrieken af-
ge]everd varen, de fiscus van navordering der ver-
hoogde rechten zou moeten afzien.

De meeste Duitsche fabrikanten hebben dan ook de
laatste maanden van het jaar volop werk gehad. Het

behoeft echtei geen betoog, dat dit zich moest wre-
ken door een groote sta’gnatie in den verkoop in het

begin van het thans ingetreden jaar.

Wanneer deze eenmaal voorbij is, mag men o.i. de hoop koesteren, dat op den duur het grootste deel der
Duitsche tabaksindustrie zich aan de verhooging zal
weten aan te passen, zonder dat dit aan den afzet al

te groote schadé zal toebrengen.

Zooals reeds hierboven vermeld, staat intusschen te
vreezen, dat een deel’ der middelfabrikanten, welke
thans toch reeds dikwijls met gebrek aan kapitaal te
kampen hebben, door de nieuwe maatregelen getrof-
fen zullen worden, hetgeen temeer te bejammeren is,
omdat het aantal bedrijven door de toenemende con-
centratie in Duitschland toch voortdurend kleiner
wordt (in de laatste 3 jaren ‘bedroeg dit successieve-
lijk 13.108, 11.981 en 11.312). En juist op deze mid-
delfabrikanten is de Hollandsche handel de laatste

jaren meer en meer aangewezen.

Bij de invoering der wet werd tevens bepaald, dat
nieuwe fabrieken de eerstvolgende twee jaren niet

opgericht mogen worden.

Wij hebben hierbij eenigszins uitvoerig stilgestaan,
omdat Duitschland nog steeds voor den Hollandschen
tabakshandel verreweg het belangrijkste afzetgebied

vormt.

Na Duitschiand komen in de eerste plaats in aan-
merking Nederland, België, Zwitserland en Denemar-
ken; in al deze landen ziet men echter eveneens con-
centratie van bedrijven meer en meer om zich heen grijpen, met als gevolg directe inkoopen op de Hol-
landsche markt, waarbij de handel hoe langer hoe
meer uitgeschakeld wordt. Zooals reeds in vroegere

overzichten door ons vermeld, heeft dit proces zich
bij inkoopen door Amerika en de meeste Europeesche
Regieën reeds vrijwel voltrokken. Ook in dit opzicht
is 1930 voor den taba’kshandel een teleurstellend jaar

geweest.
Hadden overigens de zaken in het begin van het
jaar nog een tamelijk ‘bevredigend verloop, vooral
door de gelegenheid, welke de slechte oogstuitval den
houders van 1928cr tabak bood om deze met goede
winst te realiseeren, later in het seizoen heeft de af-
zet bijna voortdurend moeilijkheden’ opgeleverd, voor-
al door gebrek aan goed materiaal.
In het algemeen gesproken heeft de bedrijvigheid der Hollandsche industrie geen reden tot klagen ge-
geven, al heeft ‘het vooral hun, die niet tij’dig hun
voorraden oude ta’bak aangevuld hadden, moeite ge-
kost op loonende ‘basis een aan redelijke eischen vol-

doend product te leveren.
Uit de opbrengst van den tabaksaccijns blijkt, dat
het verhruilc van sigaren en rooktabak beide in 1930
nog iets toegenomen zijn, terwijl de toename bij ‘de

28 Januari 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

103

• sigaretten zeer belangrijk is. Deze accijns bedroeg
namelijk in de eerste 11 maanden van 1930:
voor sigaren

f
8.887.000tegenf 9.354.000voorh.geh.j.’29
rooktabak,, 3.805.000

,, 4.007.000 ,, ,, ,, ,, ’29
sigaretten,,14.340.000

,,13.440.000

,, ,, ,,
’29

Te betreuren is, dat de export zoowel van sigaren
als van rooktabak in 1930 eeni.gszins verminderd is,
namelijk voor sigaren van 57Y2 millioen stuks in 1.929
tot 51 millioen stuks in 1930; voor rooktabak van 12
millioen pond tot 116 millioen pond.
Dat 1930 voor de importeurs bedroevende resul-
taten opleverde, blijkt onmiddellijk wanneer wij. de
opbrengstcijfers der drie voornaamste soorten met die van verleden jaar vergelijken.
Wij zien dan dat de Sumatra-oogst opbracht circa
135 cents per half KG., tegen circa 192 cents verleden
jaar, de Vorstenlanden-oogst circa 31 cents tegen circa
65 cents, en de Bezoekje-oogst circa 31 cents tegen
circa 35 cents.
Voor Sumatra speelt dit een dubbel zware rol, om-
dat de vooruitzichten voor den thans -ter verscheping
-komenden 1930er oogst weder door gebrek aan regen
1zeer ongunstig zijn.
Voor Javata’bak luiden de weerberichten aanvanke-
lijk wat gunstiger, zoodat men althans op een beteren
uitval van een behoorlijk deel van dit product hopen
mag.
Den Sumatra-importeurs baart bovendien zorg
een in het begin van 1930 aangenomen amendement
op de Amerikaansche Tariefwet, waarbij de invoer
van producten, verkregen met behulp van ,,inden-
tured labour”, waaronder ook de voor de Sumatra-

t
tabak-maatschappijen onder de Poenale Sauctie wer-
kende contractkoelies zöuden vallen, na 31 December 1931 verboden zou worden (op het oogeublik zijn po-
gingen gaande om de invoering nog te vervroegen).
Een uitzondering kan gemaakt worden voor goederen,

l

welke niet in voldoende mate in Amerika geprodu-
ceerd worden.

Het behoeft geen betoog, dat het wegvallen van een
afnemer van circa 30.000 pakken per jaar, grooten-
deels bestaande uit de duurdere -dekmerken, een groo-
te verandering in -de constellatie van de markt vdor
•Sumatratabak tengevolge zou hebben. Intusschen staat
nog te bezien f men in Amerika het risico zal dur-
:ven loopen van een vermindering van het sigarenver-
bruik ten gunste van de sigaret (voor de vervaardi-
ging waarvan veel minder werkkrachteu noodig zijn) door het weren van de dektabak, waarvan niet te ont-
kennen valt dat zij over de geheele wereld meer dan
eenige andere soort aan de eische.n van het publiek
voldoet. Te minder omdat, naar bekend is, de Neder-landsch-Indische Regeering naar geleidelijke afschaf

fing der Poenale Sauctie streeft; een dergelijke han-
delwijze zou de protectionistische zijde van het amen-
dement wel sterk op den voorgrond stellen.

Dat het risico van een vermindering van het siga-
renverbruik ook voor Amerika niet geheel imaginair
is, blijkt uit de statistieken volgens welke dit ver-
bruik in de eerste 11 maanden van 1930 teruggegaan
is met 10 pOt., terwijl de consumptie van sigaretten
zich np het peil van het vorige jaar heeft weten te
handhaven.

Van S u m a t r a leverde de 1929er oogst 242.065
pakken, welke opbrachten 135 cents per Xj KG., tegen
239.110 pakken verkocht tot 192 cents per 4 KG. het
jaar tevoren. De totale waarde van den oogst bedroeg
dus circa 51 millioen gulden, of circa -20 millioen
gulden minder dan die van den 1928er iogst.

Deze oogst was door een buitengewoon slechten roep
voorafgegaan; toen de eerste monsters getoond wer-
den, was dan ook aanvankelijk de indruk dat de tabak
‘nog wel meeviel. Over het -geheel bevatte deze tamelijk
heldere kleuren, welke echter meer roodachtig en bont
waren dan vaal. Zoowel bij het voetblad als bij het
zandbiad ‘kwamen eenige uitmuntende partijen voor,
welke aan den 1928er oogst deden denken, en ‘dan

ook onder groote concurrentie enorm hoog -betaald
werden. Over het geheel bleek echter spoedig, dat
men te doen had met een -gewas, hetwelk alle fouten
van een oiïberegenden oogst toonde: de tabak miste
de gewenschte zij deachtighei’d van blad, was daardoor
‘minder voordeelig in de uitwerking, hetgeen vooral
voor Amerika een punt van gewicht uitmaakt. Afge-scheiden -van het gebrek aan tabak in de gewenschte
kleuren, liet bovendien de smaak in vele gevallen fe
wenschen over, evenals de brandbaarheid aan het
blad.

Desniettemin was de mark’tstemming reeds dadeljk bij het begin der campagne opgewekt, vooral voor het
zandblad en de -betere partijen voetblad.
De zandbiadkoopers konden meermalen vlotte markt-
-zaken afsluiten, hetgeen de prijzen voor dit artikel
nog meer in de ‘hoogte dreef, totdat na de derde in-
schrijving het geheele restant zandblad van de Deli-
Maatschappij en de Senembah-Maatschappij ongezien
verkocht werd aan een: combinatie van Hollandsche
handelaars.
Ook door Amerika werden weder vele, partijen uit
de hand gekocht, hetzij na bezichtigifg der inschrij-
vingsmonsters, hetzij ongezien, vaak zelfs zonder dat
de merkenverdeeling bekend was.

Voor de mindere tabak bestond aanvankelijk lang
niet zooveel, kooplust. Hiervan was trouwens over-
vloéd, want zelden heeft men een oogst gezien, waar-
bij het verschil in u.itval tusschen de goede en de
mindere partijen zoo sterk op den voorgrond trad.
• Toen bleek dat de uitval van den Java-oogst zeer
ongunstig beloofde te worden, brak een oogenblik voor
Sumatra-omblad wat meer belangstelling door, waar-
van de Deli Batavia-Maatschappj profiteerde door
haar topbladpartijen (13.000 pakken) tot een goeden
prijs ongezien te verkoopen. Hoewel hierbp nog enkele
minder
belangrijke
ondershandsche afdoeningen volg-
den, bleek echter spoedig dat ook het Sumatra-om-
blad voor het overgroote deel niet aan meer -dan ma-
tige eischen voldeed. De stemming is hiervoor dan
ook langzamerhand flauwer geworden, terwijl de koop-
lust voor het ordinairste deel van den oogst op het
eind der campagne vrijwel tot het nulpunt ge-
daald is.
Door Amerikaansche koopers werden uit den 1929er
oogst gekocht circa 28.000 pakken (12 pOt. van den
oogst) tegen circa 34.500 pakken (14: pOt. van den
oogst) het jaar tevoren.

Nog meer dan in andere jaren werd het beste
deel van den oogst, hetzij bij inschrijving hetzij on-
dershands, ten verkoop gebracht in het allereerste be-
gin der campagne. Hiervoor bestond groote concur-
rentie niet alleen van de zijde van den Hollandschen
handel en Amerika, doch ook van Hollandsche en
Duitsche fabrikanten, Denemarken en de voornaam-
ste Regieën, met voor de ‘beste tabak Zweden aan het
hoofd.

De latere inschrijvingen kregen echter daardoor

noodzakelijkerwijze een eentonig karakter, hetgeen
ongetwijfeld aan de marktstmming in de tweede
helft der campagne niet ten goede gekomen is.

Wat J a v a betreft, liet de uitval der
Vorstenlan-
den
veel te wenschen over. Met hoogst enkele uit-
zonderingen had de tabak een onrjp karakter, het
blad was slecht uitgegroeid; voor dek geschikte kleu-
ren kwamen slechts sporadisch voor, terwijl brand en
qualiteit in de meeste gevallen ook aan matige eischen
niet voldeden.

Voor Amerika, waarheen verleden jaar nog tot

circa 220 cents per KG. 8.000 pakken gingen, werd
dan ook slechts een onbeteekenend quantum genomen.

Een deel van het product was alleen voor kerf-
doeleinden te gebruiken; voör zoover de tabak de

voor dit doel gewenschte roodheldere kleur had, -be-
stond daarvoor, zij het op matige prijsbasis, voort-
durend goede kooplust.

De grootste steun aan de Vorstenianden-markt

104

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Januari 1931

werd echter ook dit jaar weder ‘door de Fransch Regie verleend, welke tot in verhouding van den
uitval zeer hooge prijzen eOn groot quantum (circa
30.000 pakken) opnam.

Intusschen blijft een opbrengstprijs van 37 cents
voor de 150.000 pakken, welke uit dit district ter
markt kwamen, toch zeer teleurstellend.

De uitval der
Bezoekie’s
was al niet veel beter dan
van de Vorstenlanden, al trof men hierbij toch een
deel aan, hetwelk het
blijkbaar
‘beter met het weer
getroffen had en dan ook zoowel voor ombiad als
voor binnengoed een goed bruikbaar materiaal

leverde.

Verreweg het grootste deel van den oogst was
echter nagenoeg geheel on.beregend en viel dikbladdig,
onrijp, slecht van brand en gedeeltelijk wat zoetig
en kerfachtig. De afzet van dergelijke, voor sigaren-

doeleinden
vrijwel
onbruikbare, partijen werd in niet
geringen mate vergemakkelijkt door de hooge markt
voor Kentucky en bruine Virginie.
Naar Amerika is van •dezen oogst niets verkocht,
terwijl voor Zwitserland geschikte tabak slechts wei-
nig daarbij voorkwam.

De geheele oogst bracht dan ook in doorsnee nog
4 cents minder op dan de zeer middelmatige 1928er
oogst, namelijk 31 cents tegen 35 cents het jaar te-
voren.

Hoezeer de tabak uit de
overige districten
het be-lang voor de markt meer en meer verliest, blijkt daar-
uit dat. van de circa 425.000 pakken Java welke bij’
inschrijving verkocht werden, niet minder dan circa
375.000 pakken uit Vorstenlanden en Bezoekje be,-
stonden.
Alleen van
Loemadja.n.g
werd nog een eenigszins
beduidend Quantum bij inschrijving gebracht. De
1929cr oogst uit dit district was zeer matig uitgeval-len; de 1930er oogst welke in den herfst van dat jaar
ten verkoop begon te komen, viel echter veel beter
uit en leverde verschillende
partijen
krossok zoo goed
ils sinds jaren niet aan de markt gezien waren.

De uitval der overige krossok’s (Rembang/Kedirie,
Kadoe, etc.) was in doorsnee slechts zeer matig; een uitzondering moet gemaakt worden voor de Banjoe-
maas waarvan verschillende partijen lichtsoortig rijp
binnengoed en om’blad aan de markt kwamen.
In het geheel werden van Java aangevoerd ruim
550.000 pakken, zoodat circa 125.000 pakken van de
markt verdweneu zonder de inschrijving gepasseerd
te zijn.

Van B o r n e o werden aangevoerd 3.499 pakken verkocht tot circa 144 cents per
14.
KG. tegen 2.390
pakken verkocht tot èirca 140 cents per 14. KG. het
jaar tevoren. De geruchten dat de laatste tabaksplantage op Bor-
neo gesloten zou worden, zijn onwaar gebleken, zoodat
deze tabak voorloopig nog aan de markt blijft komen.

Van Kameroen werden 565 pâkken aan de
markt gebracht, waarvan de
partijtjes
zand- en voet-
blad vrij goed waren, doch de rest ordinair uitviel.
Deze tabak, bij het ‘begin der cultuur .aangekondigd
als de ernstigste concurrent voor Delita’bak, heeft in-
derdaad verschillende eigenschappen daarmede ge-
meen. Zij mist echter de. zijdeachtigheid van blad,
welke tot een der groote voordeelen der Sumatratabak
behoort, terwijl qualiteit en smaak al te ver ten achter
staan bij die van goede Delitabak.

Naar beweerd wordt, zou deze oogst de laatste zijn
welke van dit, product ter markt gebracht is.

De overige bijsoorten werden ook. thans
weder nagenoeg geheel ondershands verhandeld, dah
wel direct’. door fabrikanten geïmporteerd, •zoodat
daaromtrent niet veel te vermelden valt.

Wat Noord-Amerilcaansche vatentctbcslc
betreft,
zoo bleven de aanvoeren van Kentucky en Vir-
ginie ongeveer even groot als het jaar tevoren.
De prijzen in Amerika bleven, hoog, met uitzondering

van gele Virginie’s, waarvan de markt voor de min-
dere soorten in den zomer sterk daalde, zoodat ver-
schillende partijen hier op gemakkelijke basis geïm-
porteerd konden worden. Daar de komende Keutucky-
oogst, ‘volgens de ‘berichten, een groot quantum ordi-
nair moet bevatten, worden hiervoor eveneens lagere
prijzen verwacht. De aanvoeren van Maryland gingen
nog iets verder achteruit, tengevolge van slechten
oogstuitval en hooge prijzen in het land van oor-
sprong. Van dit artikel, hetwelk vroeger voor de Hol-
laridsche handelaars in kerf tabak tot een der hoof d-
soorten behoorde, werden in 1930 . nauwelijks 1,500
vaten aangevoerd, welke vrijwel geheel direct door
de fabrikanten geïmporteerd werden. Ook van Burley
kwam.’ niets van eenige beteekenis
t?n.
invoer.
Van Zuid-Amerikaan.sche tabak
was de aanvoer
nogal wat grooter dan het jaar tevoren.
Hiertoe droeg in de eerste plaats bij de Havana-
ta’bak, waarvan de invoer (5 millioen KG.) driemaal
zoo groot was als in 1929.’ De in 1930 ten uitvoer
komende oogst had veel regen gehad en was daardoor. zeer lichtsoortig geworden, terwijl het quantum onder
ciassen (die voor het verbruik in Ouba en in Amerika,
niet krachtig genoeg zijn) buitengewoon groot was? Voor Europa kwam deze tabak, welke tot ongekend’
lage cijfers geïmporteerd kon worden, als onschuldig

goedkoop vulmateriaal goed van pas; groote quanti-
teiten werden daarvan hier aangevoerd en voor een
deel coulant verkocht. Voor hen die de ouderwetsche
pittige Havana-qualiteit zochten, leverde de oogst
echter zeer weinig keus.

Ook van Braziel werd veel meer aangevoerd dan het
jaar tevoren; evenals trouwens met Havana het ge-
val is, wordt deze soort voor een ‘groot deel direct
bij aankomst naar Duitschland gedistribueerd, zoodat
het belang van den Hollandschen handel hij deze
soorten in het algemeen gesproken niet zou groot is
als uit, de invoercijfers het geval zou lijken te zijn.
De qualiteit van den 1929cr oogst was goed, ter-wijl de tabak beter brandde dan de laatste jaren het
geval geweest was. De prijzen ‘bewogen zich ongeveer
op hetzelfde niveau als het jaar tevoren.
Van Domingo werd beduidend minder aangevoerd
dan in 1929. De nieuwe oogst ‘viel zeer variabel en
vooral in het “begin van het seizoen ‘gaf de uitval meer-
malen reden tot klagen. Later werd de tabak echter
beter en kwamen verschillende partijen vrij goede
sigarentabak aan.

Ook van Paraguay wâren de aanvoeren veel klei-
ner, terwijl – :i.n tegenstelling met het vorige jaar –
daarvan niets bij inschrijving ten verkoop kwam.
Man,ilatabak, ‘
waarin in 1929 vrij groote zaken ge-
daan waren, viel in .1930 zoo goed als geheel weg
door de hooge prijzen, welke in het productieland –
tengevolge van den zeer kleinen oogst – golden.
Van
Britsch-Indisch
(in hoofdzaak Bispath), waar-
van de prijzen sinds den oorlog nog op abnormaal
hooge ‘basis gebleven waren, ‘daalde de markt in het
productieland vrij sterk, vooral in de tweede helft van
het jaar. Hoewel de prjsbasis, in verhouding tot die
van de andere ordinairste tabak, betrekkelijk nog hoog
is, heeft dit de zaken op de Hollandsche markt wel
eenigszins vergemakkelijkt, zoodat de aanvoeren in
1930 dan ook wat grooter waren ‘dan in 1929.

Van
Chinatabak,
welke soort voor de Rollandsche markt de laatste jaren weinig belang meer heeft, zijn
de aanvoeren weder klein gbleven.

In
Oriën.taalsch
wordt de handel’ hoe langer hoc
meer geconcentreerd, terwijl deze tabak meer en meer
door de importeerende huizen direct onder de fabri-
kanten gedi’stribueerd wordt. Op de markt bemerkt
men dan ook niet veel meer van de aanvoeren dezer soorten, welke in 1930 circa een millioen KG. meer
bedroegen dan in 1929.

De aanvoeren in 1930 bedroegen in totaal circa
107 millioen KG. tegen 97 millioen KG. in 1929.
Zij waren verdeeld als volgt:

28 JanuaTi 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

.105

Sumatra en Java:

Aanvoer in 1930 circa 69 millioen KG.
1929

67

Noord-Amerikaansch:

Aanvoer in 1930 circa 11 millioen KG.
1929

Zuid-Amerikaansch:

Aanvoer in 1930 circa 19 millioen KG.
1929

11

G’rieksch en Turksch:
Aanvoer in 1930 circa 6 millioen KG.
1929

5

Diversen (Britsch-Indisch, Ohineesch, Algiersch,
Manila, enz.):

Aanvoer in 1930 circa 2 millioen KG.
1929

3
F.M.v.E.

MOET HET INVALIDITEITSFONDS NAAR DE

TWEE MILLIARD?

De Heer J. P. 0. Wagner schrijft ons:
in vroeger jaren, voor de eerste maal in 1922, heb
ik bij herhaling betoogd, dat foudsvorming voor de
sociale erzekering niet noodig is.

De omstandigheid, dat in den laatsten tijd zoo velen
mij bijvallen, geeft mij aanleiding de zaak nog eens
ter hand te nemen.

Ik zal het hier niet hebben over de economische
mogelijkheid of onmogelijkheid een fonds van meer
dan twee milliard gulden solide te beleggen. Ten-
slotte zal het riet anders kunnen, of men moet nog
meer dan tot dusver voor de belegging terecht komen
bij het Rijk zelf, of bij hen, die onder garantie van
het Rijk leenin-gen sluiten, terwijl het Rijk, ingevolge
de bepalingen der Invaliditeits- en Ouderdomswet, zonder eenig voorbehoud garant is voor alle rente-
uitkeeringen. Ik heb in vroeger jaren betoogd, dat
belegging in schuldbrieven van den garant
geen
tweede
garantie geeft en ga daarop dus niet verder in,
ook niet
01)
de gevaren, die foudsvorming mede-
brengt. Wil men door belegging in aandeelen-invioed
krijgen in de groote bedrijven, om langs dien omweg
te komen tot de socialisatie, laat de regeering dat dan
openlijk zeggen. Ik kan mij echter niet voorstellen,
dat de tegenwoordige regeering dat zal willen.
* *
*

ik ga hier slechts nogmaals betoogen, -dat fonds-
vorming niet noodig is en maak daarbij gebruik van
de sedert tien jaren opgedane ervaring.
Gebleken is, dat in de
becijferingen
voor de toe-
komst de Wiskundig Adviseur der Rijksverzekerings-
bank, in zijn artikel in ,,Sociale Voorzorg” van
Januari 1924, waar hij naast, een lastenbedrag in de
toekomst van 120 millioen ‘s jaars slechts rekende op
een premie-inkomen van 40 millioen, heeft misgetast.
Deze raming betrof den toestand omstreeks het jaar
2000.

Door mij is daarop in het ,,Handelsblad” van 22
Maart 1924 het bedrag ad 40 millioen premie te laag
genoemd.

Wij schrijven thans 1930. De premie-opbrengst zal
dit jaar zeker de 40 millioen overschrijden en is dus
sedert 1924 opgeloopen met een millioen of acht. Dit behoeft geen verwondering te wekken, aangezien wij
te doen hebben met
verplichte
verzekering en der-
S

halve het aantal verzekerden voortdurend toeneemt
zoo]ang de bevolking groeit.

Van het spookbeeld, dat omstreeks het jaar 2000,
wanneer geen fonds zou zijn gevormd van zegge twee
milliard, 80 millioen per jaar uit de belastingop-
brengst zou moeten worden bijgepast, schiikke men
dus niet al te veel. De praktijk blijkt hier al weder
boven de wiskunde te gaan.
* *
*

Per ultimo 1930 zal de financiëele toestand onge-
veer zijn als volgt:

Voor invaliditeits- en ouderdomsverzekering wordt
aan premies en Staats

bijdragen opgebracht 90 mii-
lioen, in volgende jaren te vermeerderen met het
normaal premie-accres.

Het belegd vermogen is opgeloopen tot ongeveer
315 millioen, waarvan aan rente wordt gekweekt 13
millioen, zoodat de totale inkomsten over 1930 de

honderd millioen met eenige millioenen zullen over-
schrijden. (Ik laat de schuld van het Ouderdomsfonds
A aan het invaliditeitsfonds van ruim 200 millioen
hierbij maar buiten beschouwing, omdat eerst over
eenige jaren aflossing en renteverrekening daarvan
zullen aanvangen. Ook de premies voor de V.O.V.
kan ik hier gevoegljk weglaten).
Aan renten, administratiekosten en kosten van

prophylaxe zal over 1930 vermoedelijk betaald wor-
den 65 millioen, zoodat voor belegging overblijft 35
40 .millioen.

Zoo gaan wij snel naar het eerste milliard, vooral
wanneer ovér eenige jaren het Ouderdomsfonds A
zijn schuld begint af te lossen;
* *
*

Gezien dezen financiëelen toestand vraag ik mij
weder af, of het uit een oogpunt van doeltreffendheid
der sociale voorzieningen, opdat de menschen er
nu
iets aan hebben dat van
betee1enis is,
niet beter ware
om de ouderdornsvoorziening der arbeiders uit de In-
validiteitswet te lichten en de bijna 50 millioen aan
Rijksbijdragen onmiddellijk te besteden voor eene
Staatspensionneering, die
blijvend is
en niet, zooals
nu, afloopend.

Voegt men bij deze 50 millioen de 13 miflioen in-
trest van het belegd vermogen van het Invaliditeits-fonds, dat er nu eenmaal is, dan is jaarlijks een be-
cirag van 63 millioen beschikbaar. Ontneming van, deze 13 millioen intrest aan de middelen van de in-
validiteitsvoorziening is billijk, aangezien in dit
systeem de ouderdomsvoorziening uit de Invaliditeits-
wet verdwijnt.

Geeft men aan vier honderd duizend 65-jarigen -en
oudeen een pensioen van drie gulden per-week, (dus
gehuwden tezamen zes gulden in plaats van vijf gul-
den), dan wordt daarvoor jaarlijks een bedrag van
62.4 millioen gevorderd. Dus zijn de 63 millioen in-
komsten toereikend. Er zijn echter bij lange geen vier
honderd duizend 65-jarigen en ouderen, die voor

minder dan 1200 gulden inkomen zijn aangeslagen in
de Rijksinkomstenbelasting. Het zijn er momenteel

slechts ongeveer 350 duizend, de ongeveer 50 duizend,
die op dit oogenblik reeds van de ouderdomsrente-
verstoken zijn, -hieronder begrepen.
Weliswaar -hebben thans ongeveer 320 duizend per-
sonen ouderdomsrente uit hoofde van beide wetten,
doch onder de groep der rente-genietenden als ge-.
volg eener verzekering ex artikel 24 der Ouderdoms-
wet zijn er velen met een inkomen van meer dan 1200
‘gulden. De grens was bij de toelating tot -de verzeke-
ring twee duizend gulden. Deze menschen hebben
geen Staatspensioen noodig.

Men zou derhalve het pensioen van drie gulden
zelfs iêts kunnen verhoogen. Nog meer zou men kun-
nen doen, wanneer men als criterium voor de toe-
kenning stelde het niet zijn aangeslagen in de Rijks-
inkomstenbelasting (ongehuwden
f
800.—, gehuwden
f 1.000.—).

Dat het Rijk niet jaarlijks vijftig millioen voor
eene Staatspensionneering zou kunnen
blijven
béta-
len, is niet aannemelijk. Onderschrijft men den twijfel
aan de mogelijkheid daarvan, dan dient men de con-
sequenties te aanvaarden en moet men de instelling
bepleiten van een onderwijsfonds, een waterstaats-
fonds, een defensiefonds, enz. Waar – Staatspension-
neering tot stand kwam, is men niet -bezig een fonds
te vormen.

Tot zoover de ouderdomsvoorziening.
* *
*

Uit de- premie-opbrengst voor de Invaliditeitswet

106

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Januari
1931

van meer dan veertig millioen zou men, overgaande
tot het omsiagstelsel, de invaliditeitsrenten, wedu-
wenrenten en weezenrenten, die thans nog steeds wor-
den toegekend tot bedragen, welke het zeer omsiachtig
raderwerk, dat de invoering der Invaliditeitswet in
het leven riep geenszins wettigen, belangrijk kunnen
verhoogen en zou men rente kunnen toekennen bij
cciie invaliditeit van minder dan twee derden. Ik heb
dit reeds betoogd in ,,De Opbouw” van April
1923.

Dat oogenblikkelijke verhooging der renten moge-
lijk is, kan blijken uit het feit, dat over
1930
aan in-

validiteits-, weduwen- en weezenrenten zal betaald
wordeif om en bij de negen millioen. Telt men daarbij
zeven millioen voor administratiekosten en kosten
van voorzorg, dan komt men tot zestien millioen.
Voor verhooging der uitkeeringen en vooral voor uit-
breiding der prophylaxe is dan beschikbaar vier en
twintig millioen. Hiervan kan men gerust iets af-
nemen voor het vormen van een fonds van eenige
millioenen voor fluetuatie op de premies. Staat de invaliditeitsfrequ.entie eenmaal vast, dan
weet men ongeveer hoever men met – de verhooging
gaan kan. De stijging van het aantal renten gaat dan
evenredig aan de vermeerdering van het aantal ver-
plicht-verzekerden, dus van de premie-opbrengst. In
dit verband is het jammer, dat de eerste wetenschap-
pelijke balans van het hnvaliditeitsfonds hieromtrent
geen licht verschaft, omdat geen scheiding kon worden
gemaakt tusschen tijdelijke en blijvende invaliditeit.
Het deed mij genoegen thans in diens prae-advies
te lezen, dat ook Prof. Holwerda verhooging der ren-
ten mogelijk acht. Ook bij andere gezaghebbenden be-
ginnen de oogen open te gaan.
* *
*
Voert men Staatspensionneering in, waarvoor de
middelen aanwezig zijn en verhoogt men de uitkee-
ringen uit hoofde van de Invaliditeitswet, waaruit

dan de ouderdomsvoorziening is gelicht, dan krijgt
men ;roor deze beide takken van socialen volkswaar-
borg een systeem, dat heduidènd meer geeft dan het
systeem van kapitaaldekking. Dat zou de impopiilari-
teit der huidige• Invaliditeitswet vanzelf doen ver-dwijnen, tegelijk met de grove on.billjkheid, dat de
gewezen loonarbeider gratis o.derdomsrente geniet,
doch de vaak meer behoeftige gewezen zelfstandige

niet.
Gaat het met de Staatsfinanciën goed en blijft de
bevolking vermeerderen, dan kan het Rijk een grooter
bedrag dan vijftig millioen per jaar voor de ouder-domsvoorzieniug beschikbaar stellen. Voor niet te
dragen lasten in de toekomst make men zich toch
vooral niet ,bevreesd. Het aantal pensioengenietenden
zal gedurende de eerste tientallen jaren zeker de vier
honderd duizend niet overschrijden. De raming voor
het jaar
2000
is een half millioen. Wanneer men bij deze zaak overweegt, dat dit alles
onmiddellijk voor verwezenlijking vatbaar is, zonder aan het tegenwoordig geslacht meer lasten op te leg-

gen, terwijl niet
bewijsbaar
is, dat het toekomstig
geslacht de lasten niet zal kunnen dragen en men
bedenkt daarbij, dat de plannen van Minister Ver-
schuur tot verhoogung van de uitkeeririgen der In-
validiteitswet (waaraan de vijftig duizend van ouder-
domsrente verstokenen
niets
hebben) in het systeem
van kapitaaldekking millioenen meer aan Rijksbij-
drage zullen vorderen, benevens verhooging der pre-

mies, indien de renteverhooging ten minste iets zal
moeten heteekenen, dan zal men zich toch moeten

gaan afvragen of het nu nog geen
tijd
is om het

systeem van kapitaaldekking te verlaten en tot het

omslagstelsel over te gaan.

Amsterdam,
15 Nov. 1930.

DE INDISCHE MIDDELEN OVER OCTOBER 1930.

De in het bijgaande overzicht vermelde Landsmid-
delen brachten. iii de eerste tien maanden van dit jaar
j:
5:11.582.000 op
tegen
f 580.438.000
in hetzelfde tijd-

vak van het vorige jaar of
f 62.8
mini minder. In
dezen achteruitgang werd bijgedragen door alle nijd-

delengroepen, nl.:

belastingen ……….ad circa
f 22.9
mum

monopolies ……….,,

,,

,,
5.2

producten ………..,,

,,
21.3

bedrijven …………

,,

,,

,,
11.2

allerlei

………….,,

,,

,,

2.2

Hoewel, als gevolg van de verwachte ruimere op-
brengsten van de kohierbelastingen, de achterstand ‘bij
de som der fractioneele ramingscijfers van de belas-tinggroep in verslagmaand terugliep van
f 35.6
m/ni

tot
f 32.3
mini,
groeide deze achterstand van het

totaal der ontvangsten aan van
f 72.2
mini tot
f
74.3

mum.
Van dit bedrag komt resp.
f 32.3
mini,
f 1.1

mn/m,
f
26.2
m/ni,
j•
13.8
m/ni en
f.0.9
mfm voor

rekening van de boeiivernielde groepen.
In verslagmaand bleven de ontvangsten in totaal
f
14.4
m/m ten achter ‘bij die in October
1929.
Dit

decres is hoofdzakelijk te wijten aan de lagere op-
brengsten van de groepen belastingen, producten en

allerlei middelen ad resp.
f 3.3
m/m,
f 3.4
m/m en

f
6.5
m/m; de groepen monopolies en bedrijven lever-
den resp.
f 0.9 m/ni en
f 0.3 mini minder op.

Bij de
belci»stunggroep
was de opbrengst der kohier-

belastingen in het afgeloopen tienmaandsch tijdvak
f 0.18
m/ni lager dan in dezelfde periode van
1929.

Deze achteruitgang, vergeleken bij de vorige verslag-
maand, toen een voordeelig verschil van
6
ton kon

worden geconstateerd, is ecu gevolg van de mindere
ontvangsten in verslagmaand aan vennootschapsbe-

lasting ad
f 2.5
mini, waardoor dit middel op het

einde van verslagmaand een decres ad
f 2.6
m/m ver-

kreeg. Ook de opbrengst der veiponding was in ver-
slagmaand lager dan in October
1929,
doch slechts

circa l ton; de ontvangsten dezer belasting in de
afgeloopen tien maanden overtroffen echter die in
hetzelfde tijdvak van het vorige jaar, als gevolg van de reeds in vorige verslagen bekend gestelde reden,

met
f 2.8
m/ni. De ontvangsten aan personeele- en
inkomstenbelasting bedroegen in verslagmaand resp.

f 0.13
m/ni en
f
1.23
mini meer en in het afgeloopen

tienmaandsch tijdvak resp.
f 0.27
m/ni en
f 0.49
m/m

meer dan in dezelfde perioden van het vorige jaar.
Aan landelijke inkomsten, hoofdakeljk verkregen uit
de landrene op Java en Madoera, die in verslagmaand

4
ton hooger waren dan in de gelijknamige maand van
het vorige jaar, was op hot einde der maand
f 1.18

m/m minder ontvangen dan op ultimo October
1929.

De door bovengenoemde belastingen in totaal gevorm-
de achterstand bij de raming liep in verslagmaand

terug van
f 17.5
m/m tot
f 11.8
m/m. Van dezen
achterstand is
f
9.8
rn/m te wijten aan de vennoot-

schapsbelasting.
De indirecte belastingen vertoonen in verslag-
maand wederom een zelfde ongunstig beeld als in de
vorige maanden. De ontvangsten aan in- en uitvoer-

rechten bleven resp.
f 1.63
m/ni en
f 0.4
mum beneden

die in October
1929
en resp.
fl.61
m/m en
f 0.27
m/ni

beneden
.111.2
der jaarraming. Hierdoor was op het
einde van verslagmaand het decres t.a.v. het vorige

jaar opgeloopen tot resp.
f
16.-
m/ni en
f 3.5
m/m

en de nadeelige verschillen met dc evenredige gedeel-
ten der ramingscijfers tot resp.
f
12.-
m/ni en
,f
3.6

mini. Aan
accijnzen
werd in verslagmaand
f 0.57
m/m

– minder ontvangen dan in dezelfde maand van
1929,

waarvan
f 0.24
m/ni minder aan petroleumaceijns,

f 0.3
m/ni minder aan lucifersaccijns en overigens
wegens minderen
accijns
op ‘tabak en gedistilleerd.

Hierdoor liep het voordeelige verschil met het vorige
jaar van .het totaal dezer heffingen terug tot
f 1.-

m/m en het nadeelige verschil met het evenredige ge-

deelte der met
f 3.71
m/m verhoogde jaarraming op

tot
f 1.63
mini. Het statistiekrecht bleef zich uiter-
aard ook in dalende Jijn bewegen. De lagere opbrengst
in verslagmaand in vergelijking met October
1929

ad
f 0.14
m/m en t.a.v.
1112
der jaarraming ad
f 0.12

28 Januari 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

107

ruim veroorzaakte’ op het einde der maand een decres
ad
f 1.-
ni/m en een achterstand bij de raming ad

f
0.98 mini.
Bij het zegelrecht, waarvan de maand-
opbrengst
f
0.09 m/ni lager was dan in October 1929,
namen in
erslagmaand de nadeelige verschillen met
de ontvangsten in het vorige jaar en met de raming
toe tot resp.
f
1.69 m/m en
f 1.1
mim. Ook de slacht-
belastingen gaven mindere inkomsten dan in 1929 en
wel in verslagmaand
f
0.06 m/m minder en in de af-
geloopen tien maanden
f
0.39 mini minder. De achter-
stand bij de raming liep bij deze belastingen op tot

f
0.64 m/ni.
Bij de
monopolies
zijn hoofdzakelijk de afnemende
opbrengsten der opiumregie de oorzaak van den ach-
teruitgang. De opbrengst van dit middel was in ver-
slagmaand lager dan in een der vorige maanden
van het, loopend,e jaar,
f
0.71 m/m lager dan in Octo-
ber 1929 en
f
0.62 mum lager dan 1/12 der jaarraming.
Hierdoor groeide het nadeelige verschil met het vori-
ge jaar aan tot
f
5.-
mum
en dat met 10112 der jaar-

raming tot
f
3.86 mum. Ook het zoutmonopolie gaf lagere uitkomsten t.a.v. het vorige jaar en wel in ver-slagmaand ad
f
0.23 mim en in de afgeloopen tien
maanden ad
f
1.8 m/m, hetgeen een gevolg is van den
overgang van dan detailverkoop van zout aan de pro-
vincie Midden-Java. Het verschil met de raming was op het einde van verslagmaand
f
0.13 mini nadeelig.
De pandhuizen leverden in verslagmaand
f
0.015 m/ni

meer op dan in October 1929 en
f
0.1
mini
meer dan
werd geraamd. In de afgeloopen tien maanden werd

f
1.67 mini meer ontvangen dan in hetzelfde tijd-
vak van het vorige jaar en
f
2.86 mini meer dan 10112
der jaarraming.
Bij de
produce’ivgroep
was de belangrijke achteruit-
gang in verslagmaand wederom te wijten aan het tin-middel, dat
f
2.85 mini minder opleverde dan in de-
zelf de maand van het vorige jaar on
f
2.36 m/m min-
der dan werd geraamd. In de afgeloopen tien maan-
den bleven de ontvangsten uit den tinverkoop
f
14.5
m/ni beneden die in de periode Januari tot en met
October 1929 en
f
15.9 m/m beneden de raming. De
steenkolenmijnen daarentegen gaven hoogere op-
brengsten dan in het vorige jaar en wel in verslag-
maand
f
0.02
mini
en in de afgeloopen tien maarilden

f
1.04 m/m. De totale ontvangsten bleven echter nog

f
1.97 m/m ten achter ‘bij 10112 der jaarraming, waar-
bij valt op te merken, dat op het einde van verslag-
maand nog ruim 7 ton te vorderen bleef wegens ge-
dane leveringen.
Bij
de goud- en zilvermijnen in Ben-
koelen waren de uitkomsten iets lager dan in 199;
het decres liep op tot
f
0.24 m/ni en de achterstand
bij de raming tot
f
0.2 m/m. Het decres in de opbreng-
sten van ‘het boschwezen tengevolge van de sterke
prijsdaling en minderen afzet van djatihout was in
verslagmaand minder groot dan in de vorige maan-
den, het bedroeg
f
0.175 mim, terwijl op het einde der
maand
f
5.25 mini minder was ontvangen dan op ulti-
mo October 1929. Het nadeelige verschil met de
raming liep op tot
f
5.38
mini.
Ook de rub’beronder-
neming gaf wegens de prijsdaling van het product
wederom ongunstige uitkomsten. Zij bleven in ver-
slagmaand
f
0.38 m/m ten achter bij Octdber 1929, waardoor het decres t.a.v. het vorige jaar opliep tot

f
2.26 mini en de achterstand bij de raming tot

f
2.46 mini.
Bij de kina-onderneming valt in veel mindere mate
hetzelfde te constateeren. Op het einde van verslag-
maand was
f
0.12 mfm minder ontvangen dan in de-
zelfde periode van 1929 en
f
0.26 mini minder dan
werd geraamd. Bij de
bedrijven
werd de achteruitgang veroorzaakt
door de sterk teruggeloopen ontvangsten van de S.S.
en Tramwegen. De mindere ontvangsten in verslag-
maand in
vergelijking
met October 1929 bedroeg
echter slechts
f
0.24 mini. Daardoor liep het totaal
decres op het einde der maand op tot
f11.-.–
m/ni.
Hiervan komt
f
9.9 mum voor rekening van het Java-
bedrijf en wel
f
8.3 mini als gevolg van het sterk

verminderde goederenvervoer en
f
1.6
mini
wegens
mindere ontvangsten uit het reizigers- en bagage-
transport. De achterstand bij 10112 der jaarraming be-‘
liep iii totaal
f
12.58 m/m. De ontvangsten van den
P. T. en T. dienst waren in totaal ongeveer gelijk
aan die in het vorige jaar. Op het einde van verslag-
maand was door het bedrijf der telegrafie ruim 1 ton
minder en door het bedrijf der telefonie ruim 1 ton,
meer ontvangen dan op hetzelfde tijdstip van 1929.
De opbrengsten van het havenwezen liepen in het
afgeloopen tienmaandsch tijdvak terug door den ach-
teruitgang van het goederengeld ad
f
0.395 mini; uit
de havenbedrijven werd
f
0.2 mini meer ontvangen. De totale ontvangsten overschreden 10112 der jaar-
raming nog met
f
0.236
mim.
De baggerdienst gaf be-
vredigende uitkomsten. De achterstand bij het vorige
jaar ad ruim 3 ton is een gevolg van de in dat jaar
verrichte extra-werkzaamheden voor particulieren.
Het evenredige deel der jaarraming was op het èinde van verslagmaand overschreden met ruim 6 ton.

Door den dienst voor W. en E. en de Landsdruk-
kerij werd in de afgeloopen tien maanden resp.
f
0.25

mini en
f
0.04 m/m meer ontvangen dan in dezelfde
periode van 1929. De achterstand bij 10112 der jaar-
raming ad resp.
f
0.62 mum en
f
0.43 m/ni houdt ver-
band met de bij die bedrijven nog te vorderen belang-
rijke ‘bedragen.

Het in verslagmaand bij de groep
allerlei midde-
len
tot uiting komende belangrijke nadeelige verschil met de ontvangsten in October 1929 is tot ruim
f
4.-
m/m een gevolg van het in laatstgenoemde maand
ontvangen vastrecht en
cijns
van mijnconcessies, welke
rechten in het loopende jaar reeds in de vorige maand
werden gestort. Opgemerkt kan worden, dat deze
bron van inkomsten op het einde van verslagmaand

f
1.4 m/ni meer heeft opgebracht dan op ultimo Oc-
tober 1929. Voorts werd in verstagmaand als winst-aandeel van de Billiton-Mij.
f 1.-
mini ontvangen
tegen
f
3.- ruim in October 1929. In ‘totaal werd
als aandeel in de winst van deze maatschappij in het
afgeloopen tienmaandsch tijdvak
f
3.5 m/m ontvan-
gen tegen
f
7.5 mini in dezelfde periode van het vdrige
jaar. Overigens vereischen de
opbrengstcijfers
bij
deze groep geen toelichting.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE LANDBOUW ALS VERBRUIKER VAN

ELECTRICITEIT.

De Her A. Friedrich te Berlijn schrijft ons:

De landbouw vormt voor de electriciteitsbedrjven
een enorm afzetgebied, dat thans nog slechts voor
een klein gedeelte ontsloten is. Het gebruik van elec-
triciteit in den landbouw beperkt zich tot nu toe in
hoofdzaak tot bepaalde ‘bezigheden in de stal, op het
erf en in ‘het huishouden (dorschen, melken, verladen,
koken,
strijken
enz.), voorts tot verlichtingsdoelein-
den. Het verrichten van arbeid op ‘het veld
1
door
middel van electrische energie gaat inderdaad met
grootere moeilijkheden gepaard. Hierbij zijn eigen-
lijk slechts de pompen voor o.ntwatering en hesproei-
ing van algemeene beteekenis voor de toepassing van
electriciteit, terwijl bijv. de electrische ploeg in alle
landen, ook in de Vereenigde Staten – in Oalifornië
worden proeven op groote schaal genomen – slechts
sporadisch voorkomt. Uit een in Duitschiand voor het
jaar 1928 ingesteld onderzoek, dat 75 pOt. van de
landbouwbedrjven omvatte, blijkt bijv., dat er slechts
24 electrische ploegen aanwezig waren.
Bij deze twee groepen, die electriciteit voor den
landbouw toepassen – eenerzijds voor werkzaamhe-
den in het huishouden, op het erf en in de stal en
anderzijds voor vervanging van de vele voor veld-
arbeid benoodigde arbeidskrachten (mensch en dier)
– komt nog een derde, welke zich thans in de meeste
gevallen nog in een stadium van proefneming be-
vindt, t.w. de technische uitvindingen, waarvoor

108

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Januari 1931

andere krachten minder of in het geheel niet geschikt
zijn. Tot deze derde groep behooren het reinigen van
melk door middel van electriciteit, het gebruik van
electriciteit in hoenderparken, de electrische verlich-
.ting voor broeikassen, het bestralen van zaad en zaad-
.elden door electriciteit, enz.

Vereenigde Staten..

De huidige stand van ontwikkeling is, de reeds

‘te overziene uitbreidingsmogelijkheden in aanmerking
genomen, over het algemeen zeer laag. Uit een
kortgeleden gepubliceerd Amerikaansch rapport
1)

blijkt, dat het aantal afnemers van electriciteit in den
landbouw in de laatste vier jaren in den Staat New-
York met ongeveer 70 pOt. is gestegen, doch dat een
verdere expansie van de distributienetten en een toe-
nemende aansluiting van nieuwe landbouwbedrjven
niet voldoende is. Heden ten dage dient de electrici-
teit voor duizenden farmers slechts voor verlichtings-doeleinden, terwijl zij met de honderden andere soor-
ten van toepassing van electriciteit voor motor- en
verwarmingsdoeleinden veelal niet bekend zijn. De
schrijver van het verslag – H. 0. Thuerk, die ‘deel
uitmaakt van de directie van de Associated Gas and
Electric Concerns te New-York – acht het onvoor-
waardelijk noodzakelijk, dat de stroomafnemers op het
platteland betrekkelijk groote hoeveelheden electrici-teit verbruiken, wil dit afzetgebied voor de betrokken
electriciteitsrnaatschappijerL winstgevend zijn.
2)

Tevens dient erop te worden gewezen, dat thans in
de Ver. Staten pas een in verhouding zeer klein ge-
deelte van de landbouwbedrijven’ op de voorzienings-
netten van de Public Utility Oompanies is aangeslo-
ten, in ‘hoofdzaak ‘een gevolg van de buitengewone
uitgestrektheid van het land. Volgens een onderzoek
van de NELA (National Electric Light Association)
witren in 1929 pas 558.000 farms aangesloten, hetgeen
berekend naar het aantal aanwezige ‘bedrijven – af-
gerond 6 millioen – nog geen tiende deel uitmaakt.
Indien ook in het vervolg de aansluiting op het plat-
teland in hetzelfde tempo zou blijven voortgaan als
tot dusverre – in 1929 bedroeg de toeneming van
nieuwe stroomafnemers op het platteland 21.5 pOt.
-, dan zouden in 1938 pas 3 millioen boerderijen of 50 pOt. van het totaal, van electrischen stroom zijn voorzien. Streken, rijk aan waterkracht en met lage
stroomtarieven, staan bij het huidig peil van ontwik-
keling aan het hoofd: In Californië waren reeds einde 1929 bijna 73.000 farms of 53 pOt. van het totaal ge-
electrificeerd. Rekent men voor 1929 met een ge-
middeld jaarverbruik van ongeveer 800 K.W.U. per
farmer, dan ziet men, dat het verbruik van den Ame-

H. C. Thuerk: ,,Puture Farin Loads”, Rapport, uitge-
bracht voor een bijeenkomst van de Commercial Section van de Empire State Gas and Electric Association te Ro-
chester (New-York).
Om de ontwilckeliug in Amerika eenigszins te schet-
sen, volgen hier eenige interessante voorbeelden. Het ge-middelde stroomverbruik per maand nam bijv. bij een on-
derneming in hét Midden-Westen van
1925
tot
1928
toe van

22
tot
66 K.W.U.,
‘hetgeen een stijging van
200
pCt. be-
teekent. De voornaamste gebruiksdoeleinden waren: het
electrisch fornuis, de electrische waterpomp, de electrische
melkmachine, de aanwending van electriciteit voor het
snijden van voer en het vullen van de silo’s. In de meest
ontwikkeldé afzetgebieden gebruikt een derde gedeelte der
boeren voor de twee laatstgenoemde doeleinden electromo-
toren met een nominale capaciteit, die varieert tusschen

3
en
5 P.K.
Bij een andere maatschappij in het Zuiden der Ver. Statën steeg het jaargemiddelde van het electriciteits-
verbruik per farmer van
1924
tot
1928
van
383
tot
834
E.W.U. Een maatschappij in Pennsylvanië noemt voor
205
stroomverbruikende lauidbouwbed rijven een toeneming van
het gebruik van
640 K.W.U.
in
1928
tot
747 K.W.U.
in

1929.
Deze cijfers zijn voor het tempo van de electrificatie
van den landbouw kenschetsend, zeggen echter overigens
niet veel omtrent de rol, die de electriciteit in de aange-
sloten streken’ van den Amerikaanschen landbouw heden
ten dage speelt, omdat de grootte van de betreffende ‘be-
drijven niet wordt vermeld.

rikaanschen landbouw nog geen
K2
1
milliard K.W.U.

bedroeg of slechts ongeveer 0.5 pCt. van den door
de Amerikaansche public utilitymaatschappijen op-

gewekten stroom. In ieder geval dient er rekening
mede te worden gehouden, dat ook bij het tempo van
ontwikkeling als tot dusverre (jaarlijksche toeneming
ran het aantal afnemers in den landbouw met onge-veer 20 pOt., bovendien stijging van het stroomver-
bruik per afnemer met 15-20 pOt, per jaar) in 1935 de Amerikaansche boerderijen voor ongeveer 34-4
milliard K.W.U. bij het totale stroomverbruik betrok-

ken zullen zijn.
Indien wij de vermoedelijke totaaluitkomsten van
deze en andere afzonderlijke opgaven voor de Ver.
Staten samenvatten en tegenover de overeenkomstige
Duitsche cijfers stellen, ‘die in veel grootere ma’te op enquêtes ‘berusten, dan is het resultaat:
Ver. Staten Duitschiand
(1929)

(1928)

Aantal boerderijen, resp. land-
bouwbedrijven
(2
H.A. en groo-
ter)

…………………..
6
millioen

2
millioen
Hiervan op het electriciteitsnet
aangesloten in pCt . ……….

10

77
Gemiddeld stroomverbruik in

X.W.U. per bedrijf ……….
800

400

Het Duitsche stroomverbruik bedroeg in 1928 23.3
K.W.U. per H.A. Het is helaas niet mogelijk, tegen-
over dit cijfer het overeenkomstige voor Amerika te stellen. Men is geneigd de volgende conclusie uit de
cijfers te trekken: Indien men reeds van het stand-

punt van de Amerikaansche electriciteitsmaatschap-
pijen het huidig electriciteitsverbruik van den land-
bouw onvoldoende vindt, dan mag dit zeker ook voor
:Duitschland gelden. Dit is, zooals wij nog zullen zien,

inderdaad hef geval.

Duif schi and.

De Duitsche
cijfers
zijn afkomstig van een enquête,

die door de Vereeniging van electricite,itsbedrijven
voor 1928 werd ingesteld en waaromtren’t Fr. Mörtzsch
uitvoerige gegevens heeft gepubliceerd
1).
Niet min-

der dan 73 pOt. van alle Duitsche landbouwbedrjven
waren in de rondvraag begrepen. Van dit cijfer waren
76.5 pOt. op electriciteitsnetten aangesloten, zoodat
dus voor 1930 met een percentage van meer dan 80
gerekend mag worden. Even gunstig als dit feit is
het volgende: Het percentage van aansluiting bij de
kleine en middelmatige bedrijven is geeflszins gerin-
ger dan bij de groote. Een derde verblijdend feit is,

dat de aansluitingswaarde van de landbouwbedrjven in 1928 bijna 5 millioen K.W.U. heeft bereikt. Deze
aansluitingswaarde kon als volgt worden onderver-‘

deeld: ‘ Totale Aansluitings-
Aansluitings- waarde per
waarde

gereedschap

Aantal in
K.W.U.

in K.W.U.
Gloeilampen …..
21.350.000

727.000

0.034

Motoren ………
1.046.000 3.770.000

3.595
Aardappelmachine

8.780

9.930

1.133
Warmwaterzolders

2.960

2.940

0.990 Kookgereedschap en

huisraad …….
961.000

417.500

0.435
Zuivelinrichtingen

4.480

5.170

1.154
Conserveeren v. voer

135

3.100

23.000
Akkerbesproeiingsin-

stallaties ……..
394

2.900

7.360

Een minder gunstig beeld, dat het onderzoek te
zien gaf, betrof het gebruik van de aansluitingswaar-
de. Hieromtrent werd door een afzonderlijke rond-
vraag een onderzoek ingesteld naar 190.000 land-

bouwbedrijven.
Aansluitingswaarde, stroomverbruik en gebruik.
Gloeilampen Electromotoren
Aantal landbouwbedrijven,
waarop de rondvraag betrek-

king had ………………
190.370

190.370

1)
Fr. Mörtzsch: Elektrifizierung der deutschen Land-
wirtschaf t nach dem Stand vom Jahr
1928
11
, Elektrizititts-
wirtschaf t (orgaan van de Vereinigung der Elektrizitlits-
werke)
1930, ‘blz. 389
e.’v. en
‘bla. 523
e.v.

28 Januarj 1931

EcONOMIScH-sTATI’SIsCHE EÉRICHTEN

109

Aantal gereedschappen ……
3.044.500

162.252
Aansluitingswaarde in K.W.U.
totaal ……………….
95.932

733.942
Jaarlijksclie stroomafgif te
totaal (K.W.U.) ………..
33.100.000

64.787.287
Jaarlijksehe stroomafgif te per
gereedschap (K.W.U.)

10,9

400
Gemiddelde jaarlijksehe ge-
bruiksduur ……………
346

88

Opmerkelijk is, dat het gebruik van een gloeilamp
– gemiddeld ongeveer 1 uur per dag – een veel-
Voud .van dien van den electromotor bedraagt. ,,Het
blijkt, dat de gebruiksuren van de landbouwmotoren
ten aanzien van de aansluitingswaarde buitensporig
laag zijn. Er moet dringend worden gezocht naar
middelen, om deze uit electriciteitseconomisch oog-
punt katastrophale toestanden te verbeteren.” Aldus
Fr. Mörtzsch, die als middel tot verkrijging van betere
bedrijfsresultaten noemt: toenemende electrische ver-
lichting, speciaal in de stallen, voor kippenfokkerijen,
enz., vermeerderd gebruik van motoren voor arbeid in huis en op het erf, toeneming van het, aantal mo-
toren, speciaal toeneming van het electrisch koken.
Terwijl het totale stroomverbruik van den Duitschen
landbouw op grond van het onderzoek voor 1928 met
629 millioen K.W.U. werd berekend (ongeveer 5 pOt.
van de totale afgifte van de publiekrechtelijke elec-
triciteitsbedrjven van Duitschiand voor dat jaar),
ligt een veelvoud van dit cfer in het bereik van het-
geen heden ten dage reeds zonder speciale moeilijk-
heden ,technisch mogelijk is.
Bij de gemiddeld zeer lage
cijfers
van het stroom-
verbruik spreekt het vanzelf, dat landbouwbedrjven
slechts sporadisch zelf tot , opwekking van energie
voor het eigen bedrijf zullen overgaan: daar waar
speciaal .een groote behoefte aan energie gedekt moet
worden, zooals ‘buy. op groote landgoederen, in spe-
ciale bedrijven, enz., of daar, waar de voorwaarden
voor het opwekken van electriciteit speciaal gunsti’g
zijn,, zooals hijv. in het voorland der Alpen, dat rijk
aan watorkracht is. De bedrijfstelling van 1925 noem-
de 7566 land’bouwbedrijven met eigen (in totaal 8310)
installaties voor ‘de opwekking van stroom, wier ge-
zamenlijke capaciteit 49.807 K.W.U. bedroeg. De
grootste
cijfeis
kwamen daarbij voor rekening van
Oost-Pruisen (overwegend grootbedrjf) en Zuid-
Bei eren (aanwending van waterkracht).

Voor een dieporgaande internationale vergelijking
ontbreekt voorloopig helaas nog het statistisch mate-
riaal. De volgende gegevens, ontleend aan mededee-
lingen van groote electriciteitsmaatschappijen in ver-
schillende landen aan de Vereeniging van electrici-
teitsbedrijven’), geven eenige interessante aanwij-
zingen.

In de volgende tabel beperken wij ons tot eenige
groote Duitsche en Oostenrijksche maatschappijen,
terwijl wij van do bedrijven in de overige landen
slechts die noemen, die daar over het gebruik van
electriciteit mededeeling doen.
Kleinverbruikers in lancl’bouwgebiede-n.
Gemiddelde
jaarlijksche
gebruiksduur
Aantal

Stroom-
van
de aan-
Land

Electriciteits-

afne-

afgifte

sluitings- maatschappijen

mers

in
mili.

waarde
K. W. U.

,
in uren
Duitschiand Elektrizitiits-
werk Breslau
(Silezië)
30.444
13,85
.

216
A.G. Sachsi-
sche, Werke
60.059,
11,99
163
Neckarwerke
A G……….
55.733
‘8,78
209
Ueberl andzen-
tralePommern
2.939


20,31
220
Hannover-
Braun-schwei-
gische Strom-
vérsorgungs
A.G………..
56.252
14,73
162

‘1)
Gepubliceerd in ,,Statistik flir das ,Jahr
1929″,
uitgave
vafi de Vereinigung der Elektr:dtiitswerke, Berlijn
1930.

Oostenrijk

EIectrizitts-
Werk Stern &
Hafferi A.G…
17.800

4,08

302
Steiermarkische
Elektrizititta-
Geselischaft..
10.092

‘ 3,53

276
Elektrizitats.
Werk Reutt,e

2.680

094

1.391
Niederösterrei-
chische Elek-
trizitats-Wirt.
schafts A.G…
19.295

3,47

143
Zweden

Malmö Stads
Gas-
oeb
Elek-
trizitats Verk

1.027

‘ 0,53

266
Yngeredsf ore
Kraft A.B.,
Mölndal ….

2.929

. 0,76

210
Zwitserland Elektrizitats-
werk der Stadt
Züricb ……
1.000

3,29

2.110
Nederland Stedelijke Fa-
brieken van
Gas en Electri-
citeit, Leiden

3.882

0,88

480
Deze cijfers, die dus
uitsluitend op dat deel
van

do stroomafnemers betrekking hebben, dat in
overwe-
gend agrarische staten
woont, schijnen voor Zweden,
Zwitserland en Nederland, een ‘gemiddeld hoogeren
gbruiksduur van de aansluitingswaarde aan te. wij-
zen dan voor Duitschiand. Wij wezen er reeds op, dat
vaterkrachtrjke streken, waarin vaak abonnements-
tarieven in zwang zijn, die tot hooger stroomverbruik
prikkelen, bij een dergelijke vergelijking bijzonder
gunstig afsteken.

Conclusies.

De conclusies, die men uit de ‘tamelijk omvangrijke.
Duitsche enquêtes kan trekken, zijn voor een groot
deel van internationale beteekenis.

Het aantal electromotoren kan nog aanzienlijk toe-
nemen; het zwaartepunt ligt echter voor het gebruik
van electromotorén, die thans nog in hoofdzaak voor
het aanzetten van dorschmachines worden gebruikt,
in een veelvuldiger gebruiksduur van haar aanslui-
ti ngswaaide. Kook gerei en huishoud gereedschap,

waarvan in de Duitsche landbouwbedrjven voor 1928 een totaal van ongeveer 1 millioen werd genoemd (in werkelijkheid kan dit cijfer hooger zijn geweest), zijn
in groote mate voor uitbreiding vatbaar. Houdt men
bijv. electrisch koken in den landbouw voor mogelijk
– concurrentie van de gasbedrijven bestaat hier im-
mers bijna nergns —,en rekent men met een jaarlijk-
sche behoefte aan eleetriciteit van 250-350 K.W.U.
per persoon, dan volgt hieruit voor de 10 millioen
menschen, die in Duitschland op landbouwbedrijven
van 2 H.A. en grooter wonen, een jaarlijksch verbruik ‘van 2.5 tot 3.5 milliard K.W.U. Een groote toeneming
is’ voorts voor de zuivelinrich’tingen mogelijk. Opge-
merkt dient te worden, dat de meeste electrische zui-
vel-inrichtingen niet op de groote maar op de kleine en
middelgroote boerenbedrijven ‘worden aangetroffen,
zoodat men een groote stijging mag verwachten.
Zooals reeds aangetoond, gelden analoge vraag-
stukken, zooals voor Duitschiand op den voorgrond
werden geplaatst, ook voor’ de meeste andere landen
van Europa. De tegenwoordige crisis veroorzaakte
juist den grootsten achteruitgang in den afzet van
electriciteit daar, waar de electriciteitsvoorziening
aan de industrie bijzonder omvangrijk is, terwijl de afzet aan den landbouw en de particuliere huishou-
dingen vaak – ondanks de crisis – nog kon worden
opgevoerd.. De
afhankelijkheid
der electriciteitsbedrij-
Ven van de conjunctuur kon door verm,eerderde af-
gif te aan het platteland – waarvan de
behoefte
aan
energie ‘dor crises nauwelijks ‘wordt getroffen -. in
werkelijkheid worden -verminderd.
Hierbij ‘zou, daar
de aansluitingsbedrjvigheid van het verreweg groot-
ste deel van de landbouwbedrjven hierin begrepen is,
in juiste
tarief politieke
maatregelen de hoofdvoor-
waarde voor een *aardevolle toeneming van de
stroomvoorziening van den landbouw kunnen liggen;

110
1

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Januari 1931

AANTEEIENJNGEN.
De toestand van de kunstzij de-industrie.’)

De prijzen zijn thans tot een niveau gedaald, dat
een jaar geleden, toen de prijsstrijd reeds vrij-uit
voedde, nog onmogelijk scheen. En hieruit volgt, dat
de grootste vijand van de kunstzijde-uudustrie de
kunstzijde-industrië zelve is. Het eeuwige belangen-
conflict tusschen verkooper en kooper – en dit is
typeerend voor de kunstzij de-industrie – is bij haar
veel minder scherp dan de strijd tusschen de indivi-
dueele producenten. Deze strijd bestaat niet alleen bij
de binnenlandsche, doch ook bij de internationale
kunstzijde-industrie. Het is bekend, dat men ook in
het afgeloopen jaar heeft getracht deren
strijd
te ont-
zenuwen en te ondeirhandelen, teneinde tot overeen-stemming te komen. De belangentegenstellingen zij ii
echter geleidelijk zoo groot geworden, dat wij elke
hoop op een minnelijke schikking hebben laten varen
en er dientengevolge niets om geven, wanneer de lei-
ders van onze industrie steeds weder voor overleg bij-
eenkomen, ‘zooals nog eenigen tijd geleden te Londen
is geschied. Wij -hebben reeds vaak de communiqués
gelezen, die na dergelijke conferenties aan de pers
werden verstrekt en waarin steeds weder sprake was
van veelbelovende onderhandelingen. De verwezenlij-
king der verwachtingen echter hebben wij, tot dusverre
niet gezien. De contrasten op de internationale markt
zijn te groot, dan dat zij kunnen worden uitgewischt.
In de eerste plaats bestaat de tegenstelling tusschen
Oourtaulds te Londen en het Comptoir des Textiles
Art.ificielles te Parijs, vervolgens de verschillen tus-
schen Courtaulds en de Oelanese en tenslotte het
allergrootste contrast: dat tusschen de Italiaansche en
‘de Duitsche kunstzijde-industrieën.
Het is echter nog niet voldoende, dat dergelijke
internationale tegenstellingen bestaan, ook de contras-
ten ‘tussehen de kunstzijdeproducenten in de afzon-
derlijke landen zijn zoo toegenomen, dat zij voorloo-
pig een goede ontwikkeling niet alleen tegenhouden,
doch tevens voor de toekomst uiterst moeilijk maken. De tegenstellingen in Italië tussehen de Snia, de Cisa
en de Ohâtillön, de tegenstellingen in Frankrijk tus-
schen het Comptoir en de groep van wijlen Prof.
Bronnert en tenslotte de tegenstellingen in Duitsch-
land, zij
zijn
alle bekend. Hoewel de tegenstelling tus-
schen de AKU, resp. de Vereinigte Glanzstoff, en de
1. G. Farben niet zoo algemeen op den voorgrond
treedt, is toch de tegenstelling tusschen Glanzstoff en
de ,,Borvisk”-groep des te grooter, hetgeen ‘blijkt uit de
processen, welke over patenten tusschen deze beide
producenten aanhangig zijn.
Het is duidelijk, dat elke producent zijn conur-
rent het gras onder de voeten tracht weg te maaien.
Het meest voor de hand liggende en eenvoudigste
middel hiertoe is de verlaging van de verkoopprij-
zen. Hierdoor, kwam men op het hellend vlak, dat tot
de huidige débacle bij producent en consument leidde.

De producent verkoopt vaak reeds ‘beneden den kost-
prijs. De consument is niet in ‘staat eenige calculatie
te maken, omdat, wanneer’hij vandaag koopt, morgen
reeds een andere verkooper kan komen, die hem de
zoo juist gekochte goederen met een reductie van 10
pOt. of meer aanbiedt. Hoe moet hij nu zelf verkoo-pen, wanneer zijn concurrent misschien eenige uren
later veel goedkooper heeft ingekocht. Dat de verbrui-
ker derhalve met de zoo buitengewoon lage prijzen
voor kunstzijde niet bijzonder in zijn schik is, is te
begrijpen, daar de onbestendigheid van de markt zijn
zaken veel moeilijker maakt dtn stabiele, zij ‘het dan
ook hoogere prijzen.
Hij
weet dan ten minste, dat zijn
concurrent de grondstof even duur moet betalen.
Al verkoopt de kunstzijdeproducent vandaag onge-

t)
‘i)eze beschouwing is met toestemming van dan heer
H. Jentgen ontleend aan zijn artikel in het bekende tijd-schrift ,,Die Kunstseide”. IJiteraard heeft zijn zienswijze
vooral op de Duitshe industrie betrekking. (Bed.)

veer 180 ,,denier” prima inslag op spoelen ‘tot R.M.
3.80, dan kan hij toch nooit
kunstzijde
tot dezen

prijs fabriceeren. Vroeger rekende men
bij
dergelijke
goederen met een kostprijs van R.M. 4.80. Zelfs in
Italië, waar, zooals bekend, de bonen aanzienlijk lager
zijn, kan deze stof niet ‘beneden R.M. 4.— per KG.
worden geproduceerd. Er is in de kunstzijde-industrie wel gerationaliseei’d, vraag echter niet hoe. Wanneer
beweerd wordt, dat de
kostprijs
door rationalisatie met
20-25 pOt. is verlaagd, dan is dat niet juist. Het is
waar, men hbeft op de chemici bezuinigd en ze door
anitlysten vervangen. Men heeft ingenieurs ontslagen
en ze door werktuigkundigen vervangen. in plaats van 5 spinners werden er vier tewerkgesteld, men
heeft de niet direct productieve uitgaven zooveel mo-
gelijk ‘beperkt, heeft de proeflaboratoria gesloten, de
fabrieken, die niet rendabel waren, van de hand ge-daan, dit alles heeft de productiekosten wel vermin-
derd, echter niet in die mate, dat hierdoor de enorme
prijsverlagingen ook maar eenigszins konden worden
ondervangen.

De verkeerde politiek bestond hierin, dat men in
den goeden tijd veel te sterk heeft uitgebreid, ten
deele in de veronderstelling, dat de vraag naar en
het verbruik van kunstzijde spoedig weder zoo zouden
toenemen als in de dagen van den kunstzijde ,,hon-
ger”, ten dccle omdat menig leider op’ een verantwoor-
delijke ‘plaats zal hebben gedacht: wanneer een-
maal de vraag naar kuristzijde zal afnemen, dan gaat
het om een quotenstrijd en hiervoor wil ik tijdig met
mijn productiecapaciteit gereed zijn. Wanneer men in
het oog houdt, dat hijv. de Heer Gualino niet slechts ernstig sprak over een programma van 100.000 KG.
per dag, doch ook dienovereenkomstig bouwde, wan-
neer men bedenkt, wat voor vedrennen niet alleen
vijandige ‘broeders, doch ook ‘bevriende ondernemingen,
zooals G’lanzstoff en Enka voor de Breslausche fabriek

0
1)
touw zetten, die reeds in aanbouw den doodskiem bij
zich droeg en hoe de bankiers als lachende derden
daarbij stonden, dan ziet men thans, post festum,
waartoe dit heeft geleid. Verdere voorbeelden behoe-
ven wij wel niet te vermelden, zij zijn algemeen be-
kend.

Echter hebben niet alleen de uitbreidingen veel
geld gekost, wakrvoor de rente thans niet kan wor-
den betaald, ook voor nieuwe chemische procédé’s wer-
den onkosten gemaakt, welke aan de gestelde ver-
wachtingen zich ‘hebben beantwoord. Men denke
slechts aan de Oelta en aan de Lilienfeld-zijde. Ook
op het gebied van de fabricatie van acetaatzijden had

men handiger kunnen optreden. Men bedenke
slechts, dat jaren geleden van verschillende zijden,
niet alleen door scheikundigen, doch bok door ervaren
economen, de gedachte van een kunstzijdepatentenge-
meënschap of iets dergelijks werd gepropageerd. Een
dergelijke gemeenschap zou niet alleen veel onder-
lingen strijd en nutteloos verspilde proceskosten, doch
ook millioenen en nog eens. millioenen kosten voor
dd te zelfder tijd gelijk genomen proeven hebben be-
spnard. In de eerste plaats had men zich bijv. in
het geval van de Aceta dienen af te vragen, of men
niet van zijn relaties met de Gillet-Bernheim-groep
in zooverre zou kunnen profiteeren, om zich tegen een
dragelijke licentie van een reeds beproefd procédé tot
fabricatie van acetaatzijde te verzekeren. Het spreekt
van2elf slechts tot dragelijke voorwaarden, want de
voorwaarden, waarop de groep Bernheim-Gillet aan
de Duitsche Rhodiaseta haar procédé. heeft overge-
daan, zijn naar onze meening te ‘duur en zullen wel
steeds nadeelig op het
bedrijf
dezer maatschappij blij-
ven drukken.

Wanneer de Aceta thans haar doel door eigen
kracht heeft bereikt en een goede
zijde
produceert,
dan
zijn
toch de tot dusver gemaakte kosten zoo groot,
dat zij, afgelost, nog gédurende lange jaren op de
fa’bricatiekosten van haar acetaat-zi.jde ,moeten druk-
ken. En waartoe dit alles? Volgens onze ‘meening

28 Januari 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

111

daarom, omdat -bij dergelijke aangelegenheden de
technicus te weinig medezeggenschap bezit. Ook hier
komen wij weder tot een punt, waaraan in de kunst-
zijde-industrie meer aandacht besteed diende te
worden. Want zou niet ook een van de diepere oor-
zaken voor den huidigen hachelijken toestand hierin
liggen, dat schijnbaar geen”leidende plaats in ‘de f a-
brieken door scheikundigen of ingenieurs van betee-
kenis wordt bekleed. Te vinden zijn zij stellig in de
afzonderlijke fabrieken, maar men laat ze te weinig
aan het woord, resp. zij schijnen niet steeds te kunnen opklimmeu. Men zou namelijk niet kunnen verklaren,
waarom anders in plaats van beproefde krachten uit
het bedrijf bij het scheppen van nieuwe leidende tedh-nische posities buitenstaanders worden genomen, wier
textielkennis nauwelijks boven het verschil tusschen
inslag en ketting uitgaat. Waarheen tenslotte een al
te zeer commerciëel ingestelde leiding voert, dat too-
nen juist de vele mislukte investeeringen en de over-
schatting van de procé’dé’s.
Wat kan. er
nu gebeuren om den toestand in de kunst-
zijde-industrie te verbeteren? Ten aanzien van onder-
linge overeenstemming, vaststelling van contingenten
en minimum-prijzen staan wij zeer sceptisch, nadat
de steeds weer ondernomen pogingen tot dusverre niet
het minste resultaat hebben opgeleverd. Een zoo groot mogelijke bezuiniging bij het productieproces, om on-
danks de economische crisis een winstgevenden omzet
te verkrijgen, is eveneens nauwelijks mogelijk, omdat
van, vandaag op morgen geen nieuwere rationeel wer-
kende machines kunnen worden geconstrueerd en zoo
worden beproefd, dat men het bedrijf op basis hier-van kan veranderen. Doch zelfs indien dit mogelijk
ware hoe moesten de kunstzijdefabrieken dan thans
aan het- heuoo’digde kapitaal komen?
In het algemeen dus een treurig beeld. Men doet
goed om met vele mogelijkheden zoolang rekening te
houden, totdat de algemeene economische wereld-
crisis voorbij is en totdat
bij
een verbetering van het bedrijfsleven ook de kunstzijde-industrie weder kan
opleveri.

De discontoverlaging van

De Nederlandsche Bank.

De discontoverlagingen, die achtereenvolgens in New-
York, Parijs en Zwitserland hebben plaatsgevonden,
zijn thans ook gevolgd door een verlaging van het ren-
tetarief van onze centrale bank. Daarmede is het dis-
conto van De Nederlandsche Bank op een niveau ge-
komen, dat het laagste is, dat na den oorlog is bereikt.
In een periode van nog geen twee jaren is ons dis-
conto met niet minder dan 3 pOt. gedaald, zooals uit
de volgende tabel blijkt.

+o

u_
c.1

Wisseldisconto
54
S
44
4
34
3

24
Beleening van
.
effecten ….
6
54
5
44
4

34
3
Voorschotten
in rek.-crt..
7
64 54
44
4

31
3

Overigens komt deze maatregel niet onverwachts.
Reeds langen
tijd
bewoog het particuliere disconto
zich ver beneden het officiëele tarief. Beschouwt men
nog. eens de grafiek in E.-S. B. van 7 Jan. (blz. 31),
dan
blijkt
dit wel heel duidelijk. Bovendien is de posi-
tie van de N. B., wat den goudvoorraad en de devie-
zeuportefeuille ‘betreft, zeer gunstig. Ook na deze dis-
conto-verlaging blijft de marge tusschen het particu-
liere en officiëele disconto nog aanzienlijk en men
vraagt zich af, of deze zesde disconto-verlaging
sedert 31 October 1929 de laatste is geweest. Hier-
over valt thans nog niets te zeggen, daar dit voor-
namelijk bepaald wordt door de ontwikkeling van de conjunctuur, de positie van de belangrijkste interna-
tionale geldcentra en niet in het minst van die van

onze eigen geldmarkt. –

De wereidhandel in 1929 en in de eerste
8
maanden van 1930.

De belangrijkste uitkomsten van de analyseering
van den wereldhandel in 1929,. die door den Volken-bond zijn gepubliceerd ‘), kunnen in het kort als volgt
worden samengevat:

De wereldhandel, in dollars uitgedrukt, was in
1929 1 á 2 pOt. grooter dan in 1928, terwijl de wereld-
prijzen met 2 of 3 pOt. zijn gedaald, zoodat het kwan-
tum geruilde goederen ongeveer 4 pOt. meer heeft
bedragen dan in 1928.

De waarde van den Europeeschen uitvoer is in
1929 met 3.6 pOt. ‘gestegen, terwijl
de uitvoer van de
andere werelddeelen gelijk is gebleven of achteruit
is gegaan. De werelddeelen, die de markantste wijzi-
gingen vertoonden, zijn Noord-Amerika en Latijnsch-
Amerika (resp. 2.3 en 2.7 pOt.).

De waarde van den invoer van alle werelddee-
len is, met uitzondering van Oceanië, in 1929 geste-
gen. Europa registreerde de kleinste
stijging
in waar-de (1.1 pOt.) en Noord-Amerika en Afrika de groot-ste (resp. 4.4 en 6 pOt.).

Het aandeel van Europa in den wereldhandel,
welke in 1926 een laagtepunt had bereikt (49.6 pOt.),
is sedertdien geleidelijk gestegen tot 52.2 pOt. in 1929.
Het aandeel an Noord-Amerika en van Azië (17.5 en
14.5 pOt. in 1929) is in den laatsten
-tijd
ietwat ge-
daald.

De
prijsdaling
was in 1929 zeer onregelmatig;
plantaardige voedingsmiddelen en onbewerkte weef-
stoff en zijn veel meer in prijs gedaald dan de fabri-
katen, terwijl de gemiddelde prijzen voor vleesch,
kolen, ijzer en eenige niet-ijzerhoudende metalen veel

hooger ‘waren dan in 1928.

De uitvoerhandel van de landbouwstaten onder-ging in 1929 den invloed van de prijsdaling der voor-
naamste voortbrengselen dezer landen,. De meeste van
de graan-produceerende landen ‘hebben bovendien te
lijden gehad van kleine oogsten, terwijl de Europee-
sche oogsten -betrekkelijk groot waren. De Europee-
sche graanaankoopen in .de andere wereiddeelen zijn
– gedaald; terwijl anderzijds Indië en China als be-
langrijke koopers van graan optraden. De netto in-
voeren van graan in Azië zijn meer dan verdubbeld.

De Vereenigde Staten, Groot-Brittannië, Frank-
rijk en de meeste andere crediteurennaties hebben
hun kapitaaluitvoer verminderd en een veel grooter
gedeelte van’ de nationale inkomsten dan in 1928 voor
consumptie of -belegging in eigen land bestemd. Hun
• invoer is toegenomen en hun uitvoer is gedaald of in
mindere mate gestegen dan de invoer. Dientengevolge
werd hun handelsbalans meer passief (of minder

actief) dan in 1928.

De verstijving van de internationale geidmarkt
deed zich vooral gevoelen in die landen van Europa,
die geld moeten leenen en ‘waarvan de meesten hun
invoer hebben moeten verminderen en hun uitvoer
doen toenemen. In het tweede halfjaar zijn de han-
delsbalansen van Duitschland, Polen, Hongarije, Roe-
menië, Joego-Slavië en enkele andere landen actief
geworden. De betrekkelijk overvloedige graanoogsten
hebben tot deze veranderi’ng medegewerkt.
Aan den anderen kant hebben bepaalde niet-Euro-
peesche landbouwitaten, waarvan de uitvoer om hier-
boven vermelde redenen is verminderd, hun invoer
verhoogd. Uit hoofde van credietmoeiljkheden waren
de meesten dezer landen genoodzaakt -hun schulden
door goudiiitvoer of door betaling uit hun tegoed in
het buitenland te vereffenen. Bijna alle landen, die in hoofdzaak afhankelijk
zijn van mijnbouw- en petroleumproductie, gaven in
1929 een ‘belangrijke toeneming van hun buitenland-
schen handel te zien. Het kwantum van ‘hun uitvoer

1)
Zie Deel- 1 ,,Aperçu Gnra1 du Commerce Mondial”
van het ,,Mmorandum sur le Commerce International et
sur les Balances des Paiements 1927-1929″.

112

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28
Januari 1931

VALEURS
Dtr
COMMERCE, PAR MOIS (rnoyenne mensuelle, 1928
=
100).

IMPORT.

EXPORT. …………..
1
928

1
92 9

1
930
111111V

VVI

VII

VIII

lxx

XIXI1″I

111111V

V

Vi

VII

VIII

IX

X

xi,ci

t

111111V

VVI

VU

VIII

20
EUROPE

20

IIO
…/”.
…–..
110

100
J
100

90

90
80
80

140
AkArIrI,e

TII

KlI

1
1

140

120
120

1IO

II0

100
100

90
90

80
80

10 70

60
.
.
60

1 20—
icr

TII

Ari.kIrr
1
1

120

110

I00 loo

0
90

0
0

70

6b
60

100
100

,30
90

192b
1929

l9O

is toegenomen, in hoofdzaak tengevolge van rationa-
standaard en van de gelijktijdige toeneming van de
li
satie van de productie, terwijl sommige hunner pro-
spaargelden. De handel in fabrikaten is het sterkst
ducten

betrekkelijke •hooge

prijzen

hebben

bereikt.
toegenomen. De handel toonde een verschuiving naar
Hun invoer is eveneens hooger geweest dan in 1928.
cle betere kwaliteiten en de kostbaarste artikelen, ter-
•j.

De samenstelling van den handel gedurende de
wijl anderzijds de handel in goederen, bestemd voor
ja-ren-
:j92!7..
1928 en 1929 heeft den invloed onder-
de eerste levensbehoeften, zooals de voortbrengselen
gaan van de algemeene verhooging van den levens-
van de wol- en katoenindustrie, weinig vooruit is ge.

1
30

i
;,r

mrimmmmmmm~
110

—PRlXDEGOS,R0YAUME-UN,—–
UNITED IÇINGDOM WHOLESALI PRIC
110

110

1928
=
100

80

11

II’.

III

IV

II

vi

vii

XUI

IX

X

XI

X

t

II

II

1V

V

Vi

VII

Viii

IX

X

XI

X&
01
1

II

IV

V

Vi
VII

VIII

28 Januari 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

113

gaan en in sommige gevallen zelfs achteruit is geloo
pen. Evenwel nam de handel in productiemiddelen,
meer in het bijzonder in machines, snel toe.

Uit hoofde van dé ongelijkmatige verdeeling van
het aanbod van nieuw kapitaal in 1929, waarop hier-
boven de aandacht wordt gevestigd, komen deze ten-
densen sterk tot uiting in den handel van sommige
landen in den loop van het betreffende jaar, terwijl
andere landen – meer in het bijzonder de landen van
Midden- en Oost-Europa, die geld ieenen – hun be-
hoeften aan fabrikaten hebben moeten inkrimpen
(zoowel wat consumptiegoederen als wat productie-
middelen betreft). Niettemin zijn de fabrikaten
in den wereldhandel ook in 1929 blijven toenemen, een
feit, dat gedeeltelijk moet worden toegeschreven aan
de betreffende prijsbewegingen en gedeeltelijk aan de
ontwikkeling van den handel in deze artikelen tus-
schen de inUustriëele landen.
k.
In dit verband dient opgemerkt te worden, dat
de handel tusschen de landen van Europa sneller
schijnt toe te nemen dan de handel tusschen Europa
en (le andere werelddeelen. In 1929 werkten de stij-

ging van den afzet van voedingsmiddelen door de
landbouwstaten in de industriëele landen van Europa

en een tijdelijke toenemig vail den kolenhandel mede
tot de toeneming van den handel tusschen de landen van Europa. Een bepaald aantal landen buiten Euro-
pa hebben in den loop van hetzelfde jaar hun uitvoer
naar Europa beperkt. De sterkste daling geeft Oanada te zien, wiens uitvoer naar Europa van $ 657:000.000
tot $ 435.000.000 is gedaald, tengevolge van een daling
van de graanverkoopen.

* *
*

Bij de beschouwing van de hierboven opgesomde
conclusies, moet er rekening mede worden gehouden,
dat in den loop van 1929 het punt bereikt en over-
schreden is, dat een periode van hoogconjunctuur af-
sluit. De ommekeer heeft te laat in dat jaar plaats
gevonden, om een aanzienlijken invloed op de jaar-
cijfers van de handelsbeweging te kunnen uitoefenen.
Niettemin doen de vorenstaande grafieken, die wij
eveneens uit de publicatie van den Volkenbond heb-
ben overgenomen (vandaar de Pransche tekst), de
snelle vermindering van de handelsbeweging in 1930
zien. Deze grafieken zijn gebaseerd op de maan-
delijksche handelsstatistiekén van 45 landen, die in
1929 ongeveer 88 pOt, van den wereldhandel omvat-
ten
1);
deze
cijfers,
voor het meerendeel voorloopig,
hebben betrekking op de periode van het begin van
1928 tot Augustus 1930. Daar men niet beschikte over de maandeljksche indices van de prijzen van goederen
van den buitenlandschen handel, heeft men het in-
dexeijfer van groothandelsartikelen van den Board of
Trade genomen, dat weinig beïnvloed wordt door de
douanerechten. –
De grafieken toonen, dat gedurende de eerste 8
maanden van 1930, de daling van de handelswaarde veel sterker is geweest dan die van de groothandels-prijzen. Dit wijst er op, dat een daling in -het quan-
tum heeft plaats gevonden. Men kan zelfs de ver-
onderstelling maken, dat de daling van het quantum
markanter is geweest dan de vergelijking zou doen
vermoeden, want- daar het Britsche indexeijfer van
groothandelsartikelen gebaseerd is vooral op voedings-
middelen en grondstôffen, ‘waarvan de prijs meer is
gedaald dan van fabrikaten, overdrijft deze vergelij-
king zonder twijfel de gemiddelde prijsdaling van de
goederen van den buitenlandschen handel.
Het
prijsverloop
verklaart eveneens, waarom de
waarde van de Europeesche uitvoeren, die vooral op

1)
Het aantal landen van Europa bedraagt
25,
of
99
pCt.
van den Europeeschen handel.: De overeenkomstige cijfers
zijn voor Noord-Amerika:
2
landen (Ver. Staten en Cana-
da) en
99
pOt., voor het overige van de wereld
18
landen
en
61
pCt. Behoudens weinig belangrijke uitzonderingen
hebben de cijfers, waaraan de- grafieken ten grondslag lig.
gen, alleen op goederen betrekking (de speciale handel).

fabrikaten betrekking heeft, in den laatsten tijd min-
der gedaald is dan die van den Eutopeeschen import
en waarom een tegengestelde tendens in de landen van
de derde gtafiek (de wereld mét uitzondering van
Europa en Noord-Amerika) heeft plaats gevonden,

landen, welke vooral voedingsmiddelen en grondstof-
fen ruilen tegen fabrikaten. –

Tengevolge van den wederzijdschen ruil van fabrika-ten tusschen de Europeesche landen, veetegenwoordigen

deze goederen een veel grooter percentage van den
Europeeschen handel dan van den handel met de

andere werelddeelen. Het spreekt dus vanzelf,- dat
de totale handelsbeweging van Europa minder is ge-

daald dan die van deze werelddeelen. Inderdaad- s.chijnt
het aandeel van Europa in den wereidhandel te zijn
gestegen en van een gemiddelde van ongeveer 52 pOt.
in 1929 opgeloopen te zijn tot 58 pOt, in Juli en Aug.
1930.

Emissies in 1930. –

– De aandeelen, obligatiën enz., welke h. t. 1. gedu-
rende 1930 bij openbare inschrijving zijn aangeboden,
zijn als volgt over de verschillende categorieën geld-

nemers verdeeld (alles in duizenden guldens reëel).
Obligati ën
en andere
Jaartotaal Aandeelen vaste rente-
dragende

fondsen

Staatsleeningen
1)
….

217.698

217.698
Prov. en Gemeente!. leeningen
2
) 125.550

125.550
Bank- en Credietinstellingen

15.451

467

14.984
Hypotheekbanken ……….
5.157

1.239

3.918
Hy’.Bk.tevens Bk.enCred.inst.

4.608

4.608
Industriëele Ondernemingen.

75.698

12.702

62.996
Electr.-, Gas-, Tel.., Telegr.. en
Water!. Mijen
3
)
37.998
4.841
33.157
Handelsoudernemingen 400

400
Mijribouwondernemingen
14.885 625 14.260
Rubber-Maatschappijen ……
3.19!
3.191

Scheepvaart-Maatschappijen
.
12.213



12.13
Suikeron dernemingen …….
1.940

1.940
Petroleumonderuemingen
14.850

14.850
Div.
Cultuurondernemingen
.
1.574 1.574

Diversen

………………
30.775
4.251
26.524 Spoorweg-Maatschappijen….
14.738
-.
14.738
Tramweg-Maatschappijen
2.494

2.494
Kerkelijke leeningen
4
)
……
19.118

19.118

598.338

28.890 569.448
2)
Exclusief schatkistb’ilj. en ‘promessen, waarvan in
1930
f 36.483
(oom.) meer werden uitgegeven dan afgelost.’
Exclusief conversie
f
55.325
(nom) 3.132
5 232

Deze emissies kunnen als -volgt naar de landen van
herkomst worden gespecificeerd (in duizenden guldens
reëel):
Jaartotaal Aandeelen
Oblig.
enz.

f
f
Prov. en Gemeentel. leeningenl)
119.689
-.
119.689
Bank- en Credietinstellingen
.
7.347 467
6.880
Hypotheekbanken ………..
1.239
1.239

Industriëele Ondernemingen

.

33.071 10.153
22.918 Electr.-, Gas-, Tel.-, Telegr.- en
Waterl. Mijen
2
)
3.880
-1.068
2.812
Handelson-dernemingen

…….
400

400
Rabber.Maatsehappijen 3.191 3.191

Sèheepvaart-Maat.schappijeu

.
9.750

9.750
Suikerondernemingen
1.940

1.940 Petroleumondernemingen

..
. .
14.850

14.850 Diverse Cultuurouclerneiningen
1.574 1.574

Diversen

………………
17.848
3.971
13.877
Spoorweg-Maatschappijen

….
9.800

9.800
Kerkelijke leeriingen
3)
8.015

8.015

232.594
21.663 210.931
Exel. conversie
f 50.525
(nom.).

2)

Excl.

id.
f3.132.
Ezel. id.
f 3.367.


1,r
e
d!
n
djë:
Staatsleeningen

………….
111.643

111.643
Prov. en Gemeentel. leeningen
1)
1.856.

1.856
Mijnbouwondérnerniugen

625
625

Diversen

……………….
1.997
280 1.717

.


116.121 905
115.216
Excl. non-versie
f 4.800
(nom.).

Amerika:
Electr.-, Gas-, Tel.-, Telegr.- en
Wateri.

Mijen

…………
9.381

3.773
5.808

Industriëele Ondernemingen
2.550

2.550

11.931

6.323 5.608

België:
Staatsleeningen

………….
9.575


9.575

Industriëele Ondernemingen

.
11.923


11.923

Electr.-, Gas-, Tel..-, Telegr.- en
Waterl.

Mijen

…………
12.410


12.410

Mijubouwondernemingen
672


672

Diversen

……………….
1.150


1.150

Kerkelijke

leeningen

……..
1.022


1.022

36.752
36.752

Brazilië:
Staatsleeningen

………..
5.760


5.760

Canada:
Spoorweg-Maatschappijen

.
-.
4.938


4.938

Chili:

Staatsleeningen

…………
5.806


5.806

Prov. en Gemeentel. leeningen
3.505


3.505
9.311

9.311
Congo:
Mijnbouwondernemingen
4.388

4.388

Cuba:
Staatsleeningen

…………
7.350

7.350

Duitschiand:
Staatsleeningen

…………
65.700

65.700

Bank- en

Credietinstellingen
5.679

5.679

Hypotheekbanken

………
1.638

1.638

E[yp.Bk.tevensBk.enCred.inst
4.608

4.608

Industriiele

Ondernemingen
25.260

25.260

Electr.-, Gas-, Tel.-, Telegr.- en
Waterl.

Mijen

………..
10.545

10.645

Mijnbouwondernemingen

. . –
9.200

9.200

Diversen

………………
9.780

9.780

Tramweg-Maatschappijen

– .
2.494

2.494

Kerkelijke leeningen
1)
7.563

7.563
142.467

142.467
1)
Exel. conversie
f
1.165 (nom.).

Finland:
Hypotheekbanken

……….
2.280

2.280

Frankrijk:
Scheepvaart-Maatschappijen

2.463

2.463

Hongarije:
Kerkelijke leeningen
985

985

Italië:
Electr.-, Gas-, Tel.-, Telegr.- en Waterl. Mijen

…………
1.783

1.783

Kerkelijke leeningen
1)
1.028

1.028

2.811

—-
2.811
1)
ExeL conversie f700 (nom.).

Luxemburg:
Staatsleeningen

………..
3.366

3.366
Inclustriëele Ondernemingen_
2.895

2.895

6.261

6.261

Noorwegen:
Bank- en Credietinstellingen
2.425

2.425

Oostenrijk:•
Staatsleeningen

…………
5.700

5.700

Kerkelijke leeningen
506

506

6.206

6.206

Spanje:
Staatsleeningen

…………
2.798

2.798

Zwitserland:
Prov. en Gemeentel. leeningen
500

500

MAANDCIJFERS.

GIRO-OMZET BIJ DE NEDERLANDSCHE BANK.

November 1930
November
1929

Posten
1

Bedrag
Posten
Bedrag

1
114

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Januari 1931

Voor reke-
ninghonders 48.925 (2.994.202.000 55.175 (3.380.980.000

waarvan door
de H.-bank
plaatselijk 36.827 ,,2.849.825.000 42.591 ,, 3.006.677.000

Ter voldoe-
ning van
Rijksbelast. 1.262 ,, 11.349.000 1.697 ,, 18.117.000

OVERZICHT VAN DE INDISCHE MIDDELEI,1.

(In Guldens).

October
Je tien
maanden
Je tien
maanden
1930
199

Belastingen.
137.082
144.801

Invoerr.
mcl.
Landsgoed
6.010.133
64.742.457
80.781.964

Uitvoerr.
mcl.
Landsgoed
862.813
7.776.654
11.292.867

Pachten ………………14.264

3.277.109 36.135.586 35.134.217

Andere ontv. I. U. en A
23.471 240.922 255.248
405.789 4.347.294
5.394.301

Personeele belasting
693.496
4.243.138
3.972.899 6.294.789 41.447.655
40.985.996

Statistiekrecht

………..

Inkomstenbelasting …….
Vennootschapsbelasting
6.713.524 29.374.468 31.972.885

Oorlogswinstbelasting
457.855 448.687
1.172.174

Opgeheven productenbel.
64
31.151
1)-106.261
329.614 7.660.773 4.829.502

Accijnzen

…………….

Recht van openb. verkoop
254.168 2.689.689
2.181.224
1.062.464
10.255.627
11.952.299

Overschr.
van
vaste goed
21.5.634
2.246.839
2.212.259

Recht v. succ. en overgang
43.764
307.457 1.038.710

Verponding …………..

Vergunning speeltafels
11.229 78.488
100.798

Zegelrecht …..
………..

550.585 5.606.529
5.999.790.

Bijzondere bel. buitengew.

5.133 132.055 165.513
Slachtbelastingen ………

2.589
68.577
74.169
Hooidgeld …………….
Landelijke inkomsten
4.252.694
30.937.256 32.117.902

Belasting op loterijen
1.446
430.782
619.158
31.482.627 249.369.166 272.292.415
Totaal….

Monopolies.
Opium excl. opiumfabriek
2.709.648
29.502.034
34.563.401 1.355.860
12658.603
14.465.331
Zout ………………..
Pandhuizen

………….
1.973.881
21.534.578 19.864.140

Totaal ….
6.039.389 63.693.215
68.892.872

Producten.
9.782
499.794
618.021
Landscaoutchoucbedrijl
231.253 3.180.235
5.446.750
1.568.669
13.648.440 18.900.166

Kina ……………….

104.039
1.058.918 1.297.381
Boschwezen

………….
Goud

……………….
1.769.857
25.351.425 39.865.376
Steenkolen …………..
1.361.955
12.585.252
11.545.351

Totaal
5.045.555
56.324.064
77.673.045

Tin …………………

Bedrijven.
Havenwezen …………729.900
12.581.871
12.776.942 365.625
3.576.035
3.893.541
292.490
1.080.260
1.038.035
Post-,Telegr.- en Tel.dienst
2.653.395
26.400.330
26.372.171
Spoor-
en
Tramwegen.
6.605.634
60.167.167
71.170.059

Baggerdienst …………
Landsdrukkerij ……….

Waterkracht en Electricit
169.077
1.603444
1.352.671

Totaal….
10.816.121
105.409.107
116.603.419

Allerlei middelen.
Aand. ijd. winst N.V. ,,Gem.
Mijnb. Mij. Billiton”
1.000.000
3.500.000 7.500.000
Aandeel ijd. winqt
van
de
Javasche Bank ……..

3599.839
3.261.403
192.852
2.845.092 3.103.555 68.140
5.881.211
4.490.622
Boeten en verbeurdverkl
136.185

..

1.353.121
1.252839

Afstand van grond ……..
Mijnconcessies ………….

Leges en salarissen, ont-
vangen d. de griffiers
vld. versch. rechtscoll
41.301 380.495 353.351
Heffing terzake
van
gesl.
werkovereenkomsten

31.430
429.402
564716
Opbr. Wees- en Boedelkam
123,240 549.445
622.750
381.334 320.018
Afkoop heerendienst. B.G.
.01.325
5.857.770 5.536.219
489.536
4.611.437
4.409.610

Kadaster

……………33.121

Ontv. groote ziekenin-
richtingen en krank-
zinnigengestichten ….
89.491
908.188
.

862.296
IJk van maten en gew…
50.762
485.888
413.652
Verk. en verh.
van
huizen
198.788
1.907.320
1.866.260

Schoolgelden

………….

Ontv. waterleidingen….
157.064
603.334
928.191
250.121 2.502;464
2.597.344
267.153
2.799.844
2.815.801
Bakengelden

………….

235.158
4.190.018
4.077.294
Loodsgelden …………..
Diversen ……………..

Totaal….
3.760.667
42.786.202 44.975.921

Totaal generaal….
57.144.359
517.581.754
580.437.672

1)
Teruggegeven belastinggelden.

CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE NEDERLAND.

115

Productie en Handel.

Productie.
,
Invoer
*)
Uitvoer
*)

Aanbe-

n-
Ç’
stedingen3)
– –
.
‘o
, ,
,
o
0
:
N
+.
‘-.0
ce

h

ce

1000
t
OflS
10
in
ii

Id
ml
.
g
miii.
in
1000
in
1000
in
miii.
in
1000
in
miii.
in
1000
in
miii.
X
10.000
IS 0
t
in

OflS
t

000
in
ICOO
in
1000
in
1000
in
miii.
R.T.
gid.
tons tons
gid.
tons
gid.
tons
gid.
stuks
tns
tons tons
gid.

1925
593 101
9.55 0.36
8,1
205
1.444
305
151
164
52 631
24
3954

1.833
31
73
237
1.280
7.7
6.6
36.5
54
1926
737 148
11.33
0.39
7,3
203
1.642
390
146
193 52
899
28
325
4

1.484
100
279
444
1.744
7.9
7.0
35.9
58
1927
791

172
11.07
0.48
7,5
212
1.630
413
158
210
58.
751
29
318
4

1.621
173
766
579
2.158
7.7
8.1
38.8
54 1928
910 177
13.35
0.57
5,6
224
1.721
425
166
225
67
849
27
573
1.988
336
1.903
633
2.431
7.4
7.7
43.8
58
1929
965 198
14.84 0.68
6,5
229
1.824
433
166
228
72
895
27
503
2.38
875
6.788
717
2.271
6.0 8.0
45.9
63
Jan.
980j
10.37
0.31
16,2
233
1.531
416
152
212
68
813
26
676
2.937
627
5.474
572
2.071
5.2 7.0
43.0
81
Feb.
841,164
11.55 0.84
17,2
178
1.055
294
124 147 55
544
19
527
2.450
548
4.720
584
1.916
5.1 5.5
32.0
53
Mrt.
936J
14.15
0.80
13,0
216
1.092
350
175
237
77
655
25
655
2.980
852
7.747
783
2.391
7.3 8.1
40.5
41
Apr.
945
16.10
1.13 2,8
234
1.566
448
169
303
75
922 30
454
2.067
736
6.049
715
2.246
5.1
7.3
36.0
65
fei
955 172
26.67
1.88 2,4
236
2.060
436
175
250
79
1.017
29
460
2.398
886
7.666
761 2.458
6.1
7.9
35.6
61
Juni
921
15.62
0.44
2,1
230
2.121
466
165
217
76
976 27
363
1.731
969
7.485
750
2 466
6.1
9.4
39.0
65
Juli
1.024
15.27 0.39
2,4
241
2.237
493
170
246
77
1.018
27
395
1.824
776
5.725
746
2.324
5.7
9.3
56.5
71
Aug.
984 224
16.46
0.68
2,5
247
2.327
565
183
278
79
997
27
563
2.761
999
7.123
776
2.388
6.8 9.5
72.5
64
Sept.
958
11.37
0.74
2,5
231
2.058
501
182
218
70
992
27
506
2.249
9946.935
780
2.395
5.7
9.1
66.8
49
Dct.
1.071
14.12 0.60
2,7
258
2.031
454
185 221
78
941 30
576
2.554
1.175
8.863
787
2.473
6.1
9.2
58.0
73
N7ov.
1.002 232
12.10 0.25
4,2
238
1.963
404
166
213
71
977
27
455
2.001
1.0016.977
636
1.953
7.3
7.3
39.5
72
Dec.
958
14.28
0.06
9,8
214
1.888
384
144
198 65
885
25
402
1.863
944
6.695
712
2.173
6.0
6.2
30.8
70
1930
Jan.
1.060
12.13
0.14
11,7
221
1.878
.464
152
227
68
936
27
372
1.733
968
6.160
774
2.280
6.2
7.5
43.7
69
Feb.
985 179
13.9 1
0.34
9,8
201
1.639
422
145
251
69
833
24
304
1.369
737
5.468
752
2.149
5.7 6.1
47.1
56
vIrt.
997
20.54
0.27
6,7
227
1.875
413
156
271
73
814
24
338
1.521
951
6.492
786
2.260
6.9 6.6
53.7
70
Apr.
977
21.35
0.38
5,4
204
1.731
362 142
230
64
852
22
360
1.70:
79.7
5.105
628
1.821
5.0 7.0
44.7
62
Iei
1.017

187
17.84
0.35
4,8
224
2.039
425
151
223
68
929
25
434
1.855
735
4.436
887
2.562
5.8
8.2
47.6
73
Juni
916
18.04 0.77
4,3
201
2.008
410
135
191
56
943
21
466
1.998
667
3.647
582
1.728
5.5
8.7
59.4
66
Juli
1.097
13.70
0.33
5,2
204
2.119
494
145
222
62
973
22
530
2.551
672
3.682
673
1.882
4.8
10.2
61.9
59
Aug.
1.010

185
15.58
02,3
5,8
199
1.931
456
153
241
59
1.005
21
595
2.865
675
4.336
661
1.738
6.2 8.7
68.8
46
Sept.
1.052

114.77
0.38
6,5
196
1.793
402
147
201
56
893
22
405
2.068
891.)
5.599
810
2.102
4.6
8.1
31.3
49
)ct.
1.101
10.88 0.05
7,8
198
1.927
381
151
216
63
1.065
25
372
1.722
1.142
6.569
793
1.934
6.3 9.2
32.3
47
ov.
987
9.73
0.07
181
1.794
355
126 196
52
992
22
317
1.514 1.249
7.153
742
1.693
4.9
7.1
28.1
55
Dec.
1.013
165
1.494
314
117
200
52
910
20
453
2.026
1.415
7.682
855
1.748
6.7
6.3 21.1
48
1
1 [Je cijters vanat Jan. 1929 zijn voorloopig.
2)
De cijfers van
1925-1927
hebben betrekking op de maand Juni.
3)
,De Aannemer”.
4)
Bruto-gewicht )( 1000 K.O.

Kapitaalmarkt

Geidmarkt Prijzen
Verkeer

Effectenbeurs
Spaar-
Indexcijfers
Vftfl
Scheepv.
0
Emiasies
banken
verkeeri)
>
o
p

>.
*
Koersen
1)
0

0
,
9
0 0
=
0 0
0 0
0
n
0
o
5
••0
0
‘o
.9
.
0..5
t
0
2
3
0
N
‘•c°

0

0

=
2
o
00.
:=’,,
.5
.-
= ,

0oO

0
o.
,
°
1
in mi

enen guiô.ens


inpct

1Oct.’23
-30 Spt.
in
10.000.000
1

In
miiiioenen
100

0
’24=
100
M.
guldens

1925



4,93
297 219
175
122
64
233
304
191
2,88
3,08
155
5.00
4.24
13.6
6.31
342
1926
– –

4,65
470
429
196
274
73
397
299 209
2,92
2,98
145
95,1
5.22 6.10
13.8
6.23
312
1927



4,72
494
46
158
336
93
401 321
225
.3,83
3,76
148
94,9
5.95
4.80
13.5
6.23
296
1928



4,64
667
48
364 303 338 329
332
242
4,16
4,18
149
95,8
8 14
503
14.5
6.42
266
1929
168
433
125
4,76460
84
327 133
287
173


4,89 4,82
142
95,1
802
4.12
15.0
6.79
232
Jan.
180 421
142
4,62
606
10.9
51.6
9.0
26.6
34.0
333
245
4,44
4,19
146

5.48 4.43
13.8
7.48
253
‘eb.
182
427
140
4,65
99.3
4.1
61.8 37.5
69.1
30.2
335
247
4,78
4,35
146

4.59
2.89
13.4
5.66
239
itrt.
183
421
141
4,73
22.5
4.0
4.6
17.9
5.2 17.3
343
248
5,05
4,61
147
95,4 4.94
3.64
15.5
6.15
240
4pr.
178
418
135
4,83
13.6

6.8 6.8
6.6
7.0
340 247
5,81
5,34
144

6.06
449
14.1
7.08
236
Iei
170
436
129
4,82 57.7
1.1
53.8
3.9
54.9
2.8
339
248
5,87
5,33
142

6.31
4.21
14.9
6.31
231
Juni
167
455
127
4,80
14.1
0.4
8.3
5.8 7.9
6.2
340 250
5,30 5,38
141
95,7 6.44
4.08
14.1
6.18
217
Juli
166
462
123
4,79
41.1
0.4
13.0
28.1
28.9
12.2
340 251
4,90
5,17
141
94

6.80 4.23
17.5
8.03
201
ug.
166
489
121
4,78
6.3

2.6
3.7
2.0
4.3
322
253
4,70 5,05
142
95

6.77
4.78
18.1
6.45
189
3ept.
170
482
120
4,81
18.0
60.4
9.1
8.9
4.7
13.3
343
254
5,32 5,36
141
95
94,4
6.13
409
15.6
6.30
210
)ct.
158
427
113
4,79
64.1

60.2
3.9
50.1
14.0
342
254
4,53 5,15
140
93
6.29 4.37
15.6
6.96
247
ov.
150
384
106
4,82 45.0
2.2
43.1
1.9
29.2
15.8
343
254
4,17
4,24
137
90

6.02 4.26
14.5
6.13
271
Dec.
145
369
103
4,75
17.8

12.2
5.6
1.8
16.0
343 257
3,87
3,50
135
89
94,8
6.38
3.95
13.6
6.45
247
[930
ran.
144
312
102
4,71
43.1 19.3
38.2
4.9
6.3
36.8
344
262
2,85 2,93
131
86

6.11 4.35 14.3 7.49
273
?eb.
144
303
97
4,71
55.8
14.6 11.8
44.0
2.8
53.0
356
266
2,94 2,78
126
84
5.51
3.67
12.6
5.78
244
1rt.
135
292
92
4,67
74.5

57.11
16.6
3.9
70.6
356
270
2,59 2,55
122
80
92,2 5.77 3.80
13.8
6.23
251
pr.
140.305
92
4,68
54.7
0.4
12.5
42.2
5.1
49.6
354
269
3,10 2,43
122
81

5.52 3.76
14.5
6.88
250
Iei
129
281
92
4,64
36.4
4.1
6.5
29.9
3.3
33.1
354
272
2,56
2,24
118
80
6.25
3.92
14.3
627
241
Tuni
123
262
83
4,58 100.7
2.9
26.4
74.3
3.9
96.8
354 274
1,94
1,85
118
76
91,8 6.46 3.58
15.0
5.91
240
Tuli
126
265
82
4,56 35.2
7.1
17.7
17.5
0.1
35.1
355
277
1,85
1,91
115
78

6.15
4.09
16.8
7.86
255
ug.
117
252
751
4,52
18.0
5.1
14.6
3.4 0.3
17.7
358
280
1,62 1,83
114
83

6.02 4.23
17.4
6.15
214
3ept.
1111246

741
4,49
18.8
3.91
17.5
1.3
0.7 18.1
361
283
1,831
1,97
112
81
91,8

1
6.16 4.351v34.9 6.19
262
)ct.
110
1
235

711
4,46
16.5
1.5
12.6
3.9
0.9
15.6
361
285
1,481
1,58
111
77
5.93
4.371V]4.2
7.41
276
ov.
1171221

691
4,5]
100.3
1.1
99.6
0.7 0.3
100.0
364
1,291
1,27
110
73
5.67 3.971v12.9
.6.22
280
)ec.
1121204
63
4,50
44.4
3.6
33.5
10.9
1.3
43.1
107
1v12.9
v = voorloopig. *) Centraal Bureau voor de Statistiek.
1)
Bank voor Handel en Scheepvaart te Rotterdam
(Nadruk verboden)
3) Directie van den Landbouw. Nieuwe reeks, begonnen Juli
1929.
3)
Bureau van Statistiek der Gemeente Amsterdam.

f
99.529.000,-

• 12.414.000,-
, 3.170.000,-
759.000,-
,, 6.32.000,-

23 Jan. 1931

11

1 29.236.834,70
390.348,04

30.363.965,38
99.478.742,137
13.107.288,87
5.263.218,19
112.480.600,05
»
10.500.000,-

23.341.626,54

II
116

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Januari 1931

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELD KOERSEN.
BANK DISCONTO’S.

9
e!.Biun.Eff.
Londen ……
3

1
Mei
1
30

0r8ch. inR.C.
3
24 Jan
1
31
Madrid ……
6
19Juh ’30

Athene ……….
9

2
Dec.’28
N.-YorkF.R.B.
2
23
Dec.’30

Batavia ……..

4310 Mrt.’SO
Oslo

……..
4

8Nov.’80

Belgrado

……..
5428
Mei
’30
Parijs

……
2

2Jan.’31

Berlijn

……….
5

9
Oct. ’80
Praag

……
4
24Juni 30

Boekarest ……..
9
23 lVov.’29
Pretoria

….
5429
Spt. ’30

Brussel ……….
2481 Juli’30
Rome ……..
5319 Mei ’30

Budapest ……..
558
Mei ’30
Stockholm

..
34
2Apr.’30

Calcutta

……..
7
15 Jan.’31
Tokio

……
5.1 6
Oct. ’30

Dantzig

……..
5
10 Oct. ’30
Weenen……
5

9Sept.’30

Relsingfors ……
6
26Aug.’30
Warschau

.
.75
3Oct. ’30

Kopenhagen

….
3512Nov.’30
Zwits.Nat.Bk.2
23Jan.’31

OPEN MARKT.

1931

24

19124

12117

5110
Jan.

Jan.

Jan.

Jan.

1930

20125
Jan.

1
_
21!929
j
1

21126
Jan.

1914

20124
Juli

Amsterdam
Partic.disc.
15116
1
5
/3C
3
/8
1
5
116-/76
1
7116-
9
116
2
5
18

3
4-136
3
1
18-116
Prolong.
1
1
4
111
3

1
1
14
1
12
1
1
122
1
12
21/43

4-12

2114-14

Londen
Daggeld…
1
1
12
2

1112-2
1
1/,_3
1-2
2-4
21/
2
_46j
2

131
4
-2
Partic.dlsc.
2
1
14-
5
116
2
3
/16-
5
116
2
5
;n-
1
14
2/8-131
3/6-4
4114_519
2114-14
Berlijn
DageId…


3-7
3

6
1
12
4
1
12-6
3-512

Partic.disc.
30-55 d…


45f8
4
5
18-14
6_
1
14
56/2_414

56-90 d…
– –
4314
431
4
.71
9

6_
1
14
5i2-i4
21fi-
1
1,
Waren-
wech8el.


511
4

5
6
18.
1
12
611
4
_11
2

6
1
18
1
14

New York
Daggeid
‘)
1
1
1-
3
1
1
1
12-14
I12/4
11/5314

4
1
14
6-
1
14
l
5
/4-2/9
Partic.dlsc.
I’/s
1113
2/4

1
5
/4
7
j9
1

17.
8

.
41
18
5
1
j4

1)
Koers van
LS
Jan. en aaaraan vooralgaanue.wcxen
m v.lJ..ag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN iN NEDERLAND.

,
a a
New
Londen

1

Berlijn
Parijs

1

Brussel
Batavia
York)
‘.1
4
)
‘)
0
)
1)

20 Jan. 1931
2.4821
8

12.0681,
59.03 9.74
34.64

100
21

1931 2.48
11
8

12.0651
8

5907
9.74
34.65

100
22

,,

1931
2.4821
8

12.069
59.105
9.744
34.6655
100
23

1931
2.485,
12.065%
59.08 9.744
34.66

100
24

1931
2.48
5
/
12.06%
59.084
9.744
34.66 199,
1
,-
26

,,

1931
2.4821
5

12.0671
9

59.084 9.745
34.654 999
Laagsted.w.’)
2.48%
12.06°
58.98 9.734
34.61
1
999
floogste
d.wl)
2.48’11,
12.0711
8

59.124
9.75
34.67

100
19 Jan.

1931
2.48
9
116
12.06%
59.04
9.734
34.64

100
12

1931
,,
2.48%
12.06′,
59.08
9.75
34.645
100
Muntpariteit
2.48%
112.10%

59.26
9.75
34.511 1100

Data
Zwit-
serian
Weenen
S)
PraaR
1
Boeka-
rest’)
Milaan
5*)
Madrid
)

20 Jan. 1931
48.10 34.97%
7.354
1.484
13.015
26.-
21

,,

1931
48.11
34.974
7.354
1.485
13.02
26.125
22

,,

1931
4.10%
34.97%
7.354
.1.484
13.015
26.25
23

,,

1931
48.10
34.95 7.354 1.484
13.015
25.924
24

,,

1931
48.10
35.-
7.354
1.484
– –
26

,,

1931
48.105
34.974
7.354
1.474
13.014 26.05
Laagsted.w.’)
48.07
34.90
7.35
1.47
2,99
25.60
Hoogsted.wl)
48.12
35.-
7.364
1.49
13.024
26.50
19 Jan. 1931
48.10
34.97%
7.354
1.485
13.01
2.70
12

,,

1931
48.13
34.974
7.36
1.48
13.005
25.80
Muntpariteit
48.-
35.10
7.3711.488
13.09
48.524

Data
Stock-
holm
)
Kopen-
hagen)
Oslo
)
s7n-
Buenos-
Aires’)
Mon-
treal’)
for
‘>

20 Jan. 1931
66.575
68.4241

66.424
6.255
76
2.48
1
1
8

21

1931
166.57t
66.424
68.45
6.26
75%
2.4861
98

22

,,

1931
68.55 66.423
66.45
6.26
75%
2.481/
9

23

,,

1931
66.574 66.424 66.45
6.26
75%
2.481,,
24

,,

1931
66.55
86.424
66.45 6.26
7
18
2.48’1
26

1931
86.55 66.45
6645
6.254
75%
2.48
1
/8
Laagsted.w.’)
616 50
88.374
60.373
6.244
75
2.4771
8

Hoogste d.w)
66.60
66.45 66.474
6.27
76%
2
48
5
1,
19 Jan. 1931
66.525
66.40
66.424 6.25
7534
2.48
12

,,

1931
66.525
66.40
66.425
6.254
76%
2.47%
r9tuntpariteit
66.67
66.55
613.67
6.264
95%
.48%
) Noteerfng te Amsterdam. ) Not, te IIn het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersan

KOERSEN TE NEW YORK. (Cablè).
i
a a
Londen
($
per £)
Parijs
($
P.
IOOfr.)
Berlijn
($ p. 100
Mk.)
Amstërdam
($
p100 gid.)

20 Jan.

1931
4,85
11
/,
3,918%
23,75%
1
40,23%
21

1931
4,858/
8

3,9121
4

23,76%
40,22%
22

1931
4,85
15
1
3,917/
8

23,762/
8

40,22
23

1931 4,8571,
3,917/
8

23,76
7
18
40,23
11
8

24

;,

1931
4,85
7
1,
3,91
7
18
23,76% 40,23 26

1931
4,85
17
1
92

3,9171,
23,76%
40,2271,

27 Jan.
.

1930
4,86%
3,928/
4

23,89%
40,17
Muntpariteit..
4,8667
3,9051
23,81%
40’j,

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen
en
Landen

1

Noteertngs-
eenheden

1
10Jan.

1931
17jan.1

1931
19124
Jan.
’31
LaagsteiHoogsfç
24Jan.
1931

Alexandriö..
Piast.
p..
97%
97b<
97
196
97
1t6
9734
p.
375
375
3749,
4

375%
37 5
Athene ……Dr.
Bangkok….
Sh. p.tical
11921
8

119%
1/99116

1/99/
16

119
9
1
18

Budapest

Pen.
p £
27.774
27.79
27.77
27.82
27.79′ Buenos Aires
d.
p.$

°
34l11,
34
91
s2

34
34’j,
341/
9

Calcutta
…. .
Sh.
p.
rup.
1/5
85
1
39

115I*1,
115%
1151511,

11,52159
Constantin..
Piast.p.0
1.025
1.025 1.025
1.025
1.025
Hongkong
. .
5h.
p. $
117/,

d
119
d.
Ii
d.
111,
18
1
10
,
196
Sh.
p.
yen
2/0
38
/
94

2j07
1
,
6

2/0
1
8
1
5

21091
1

2108
1
1
Lissabon…..
Escu.
p. £
108% 108%
10811
8

10821
9

108%
Mexico

….
$
per
£
10.35 10.50
10.35
10.60
10.45

Kobe

…….

Montevideo
.
d.per
34%
3221
8

3291
9

3391,
329/
9

Montreal
.. .
$
per
£
4.86
1
P
1

4.864
4.8571
6

4.8651
8

4.86j,,
Riod. Janeiro
d. pêr
Mil.
487194

491
419/
39

4*8/
94

Shanghai
. . .
5h.
p.
tael
113i
11371
1

1,’321
1
,
1/4
1/3
17
1
Singapore
..
id.
p. $
2/3%
213%
913″1i0

213l$/
21324
Valparaiso
1).

$per
‘£
39.95
39.95
39.96
39.97
39.96
Warschau
..
ZI. p. £
4351,
4321
15

43%
4
318
43
1I6
‘126V og.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
5)

Londen’)
NYork’)
Londen
19 Jan. 1931..

13%
2871
8

19 Jan.

1931….
84111%
20

,,

1931..

13%
2gij
s

20

,,


1931….
84/11%
21

,,

1931..

14
30 21

,,

1931….
84/1134
22

,,

1931..

13′
1
1,
2921
5

22

,,

1931….
84111618
23

,,

1931..

13’51,
2 9 %
23

,,

1931
… .
8411134
94

,,

1931..

13951,
5

2921
8

24

,,

1931..
.
84111%

25 Jan.

1930.. 20iI1,
44%
25 Jan.

1930….
84111%

27 Juli

1914.. 24111,,
59 27

Juli

1914….
.
84111
‘)ln pence p.oz.stand.
1)
Forelgnsilver in
te.
p.oz.flne. 5)lnsh.p.oz.fine

STAND VAN ‘s RIJKS KAS.

Vorderingen.

1
15 Jan.1931

Saldo van ‘8 Rijks Schatkist bij De Ne-
t

4.715.566,09
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

278.826,52
Voorschot
op
uit. December 1930 agd.

derlandsche

Bank……………….

gemeenten verstrekt
op
voor haar
door de Rqksadmïnistratie te heffen
gemeentelijke

ink.bel. en

opc. op
30.363.965.38
Voorschotten aan Ned.-indië ………
97.fili.540,26
de

Rljkslnk.bel…………………….

Id. aan

Suriname …………………
13.058.641,73

5.051.503.04
Id. aan

Curaçao …………….
……….
Kasvord. weg. credietverst.a/h. buiteni


lI8.438.832,i2
Daggeldleeningen tegen onderpand
Saldo der posfrekenlngen van Rijks.
18.000.000,-

comptabelen

…….. …..
i
.. …….
..
22.163.413,42
Vord.o/h. Algem. Burg. Pensoenf.
1)

Vordering op andere Staatsbedrijven
1)I
,, 13.434.539,75 I ,. 13.609.539,75

Verplichtingen.

Voorschot door Ned. Bank ingevoige art.
16
van haar octrooi verstrekt


Voorsch. d. Ned. Bank verstrekti)


Schatkistbiljetten in Omloop
………

t
161.485.000,-

/
161.845.000,-

Waarvan direct
bij
de Ned. Bank….


Schatkistpromessen in omloop
…….,,
69.440.000,-

,,
69.440.000,-

Ziiverbons In omloop ……………

3.501.973,-

,,

3.506.214,50

.

Daggeldleeningen
…………………….-

Schuld aan het Alg. Burg. Pensioent.’)

42.256.330,12

41.776.512,64
a.

en

,

37.874.183,54


Id.

6.
Staatsbedrijf d.
P., T.

T.’)..

33.128.295,63
Id. aan andere Staatsbedrijven
1)
……….763 359,62

847.059,62

….

Id. aan diverse instellingen
1)

……..8.219.246,68

,,
25.700.665,91
1)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

1

17 lan. 1931
1

24 Jan. 1931
voroenngen:
Saldo bij ‘8 Rijks kas
…………….

Saldo bij de Javasche Bank

Verplichtingen:

…..

t
98.624.000,-

Voirschot
‘s
Rijks kas…………….
Sch tkistpromessen
………………….
Betailmiddelen in
‘s
Lands Kas

Waarsan Muntbiljetten …………..
Muntb°ljetten in omloop ………….
……-
..12.371.000,-
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds.

3.027.000,- ld
m
aal de Ned.-lnd. Postepaarbank.
,,

723.000,-
Vo
r*chot van de Javasche Bank….
,,

4.642.000,-

4

28 Januari 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

117.

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 26 Januari
1931.
Activa.
Binnenl.Wis-(Hfdbk.
f

37.396.805,95
se1s,Prom.,Bijbnk.
,,

227.406,56
enz.in
disc.Ag.sch.
,,11.082.938,83

f
48.707.151,34
Papier o. h. Buitenl. idisconto

……

Idem eigen portef.
.
f
250.671.299,-
Af :Verkocht maar voor
de bk. nog niet af gel.


250.671.299,-
Beleeningen
mcl. vrsch.
Hfdbk.
f

28.702.583 20

in rek.-crt.
Bijbnk. ,,

5.176.353 67

op onderp.
Ag.sch. ,,

49.151.931,61

f

83.030.868,48

Op Effecten

……f

82.229.982,06 Op Goederen en Spec. ,,

800.886,42
83.030.868,48
Voorschotten a. h. Rijk ……………..

Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……f

74.609.825,-
Muntmat., Goud
.. ,,
361.494.264,26

436.104.089,26
Munt, Zilver, enz.

,,

27.214.979,20
Muntmat. Zilver..
,,


463.319.068,46
1
)
Belegging
11
1
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds

……………………,,
25.889.095,16
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
5.000.000,_
Diverse rekeningen ………………,,
41.142.115,41

Paesiva

f
___________________
917.759.597,85

Kapitaal
……………………….f
20.000.000,-
Reservefonds ………………….. .,,
7.199.946,44
Bijzondere reserve

………………,,
8.000.000,-
Pensioenfonds

………………….,,
6.755.705,68
Bankbiljetten in omloop …………..

,,
801.128.580,-
Bankassignatiën in omloop

……….,,
269.002,21
Rek.-Cour.
f
Het Rijk


30.974.267,22
saldo’s:

Anderen,, 33.224.489,14

,,
64.198.756,36

Diverse rekeningen ………………,,
10.207.607,16

f
917.759.597,85

Beschikbaar metaalsaldo
………….f
116.693.330,17
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
291.733.325,-
1)
Waarvan in het buitenland
f
28.846.779,33.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Ooud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Munt
1
Muntmat.
Circula iie
opeischb.
schulden
Metaal-
saldo
1)

kin
ga
perc.

26 Jan. ’31
74.610
361.494
801.129
64.468
116.693
54
19

,,

’31
64.616
361.494
834.091 39.030
109.179
53
12

,,

’31
64.633
361.494
832.642
25.443
106.560
52
5

,,

’31
64.648
361.494
861.191
26.274 94.743
51
29 Deô. ’30
64.670 361.494
842.974
30.700 100.475
51
22

’30
64.681
361.496 892.180
39.648 106.120
52

27 Jan. ’30
65.009 374.523 786.632
33.801
137.330
57

25 Juli

’14
65.703
96.410
310.437 6.198
43.521
54

Totaal Schatkist-
B


Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
e
ee
nngn

op het
reke-
disconto’s
rechtstreeks
buiten 1.
ningen
1)

26 Jan. 1931
48.707

83.031
250.671
41.142
19

1931
49.418

83.964 248.461
41.500
12

1931
50.206

86.756 247.093
44.378
5

1931
50.429

115.492
246.937
44.289
29 Dec.

1930
49.501
-,
98.550 246.821 47.065
22

,,

1930
49.077

89.655
247.314
43.023

27 Jan. 1930
59.313

81.513
17.117
24.091

25 Juli

1914
67.947

61.686
20.188
soii

1
1
Sedert den bankstaat van
14
jan.
’29
weder op de basis van
11
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.

SURINAAMSCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens.

JAVASCHE BANK.
Voornaams,e posten in duizenden guldens. be samengetrok.
ken cijfers der• laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

.
Andere
IBeschtkb.
Data•
Goud
Zilver
Circutatte
opeischb.
metaal-
schulde,;
saldo

24Jan.1931
.
]7600
246.100
45.500 53.960
17

1931
179.200
251.300
47.000 59.880
10

193]
179.800
257.300
46.000
58.480

27 Dec. 1930 138.540

40.146
252.467
47.140
58.843
20

1930
138.913

39.308
256.012
42.763
58.711
13

1930
138.608

38.674
260.590
39.553
57.225
6

1930
138.763

38.000
260.392
37.351
5.7.665.

25 Jan.1930
139.553

30.304
27015
39.006
42.528
26Jan.1929
169.228

22.850
300.153
61.436
.47.443

25 Juli
1914
22:057

31.907
110.172
12.634
4.842

n
ta
a
Dis-
Wissels,
buiten
Belee-
‘5e
Dele-
kings-
conto’s
N.-Ind.
ningen
[e e”
n ng n
percen-
____________

betaaib.
lage

24 Jan.1931

10900

***..

59
17

1931

103.500

60
10

1931

106.900

•*s*

59

27Dec.1930

8.761

31.349

40.664

46.250

60
20

1930

8.811

3.249

40.958

43.706

60
13

1930

8.914

33.335

43.080

43.616

59
6

1930

8.988

31.784

43.429

43.437

59

25 Jan.1930

8.420

31.055

86.187

29.697

53
26Jan.1929

7.641

39.296

83.540

44.792

53

25 Juli1914

7.259

6.395

75.541

2.228

44
t)
Sluitpost activa.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden ponden sterling.

Ban kbilJ.
Bankbilf.
Other Securities
Data
Metaal
In
in Banking
1

Disc, and

ii
s
ecur
circulatie
Departm.
Advances

es

21 Jan. 1931
142.862
346.462 55.758
10.995
25.959
14

1931
145.150
349.943 54.600
8.356
22.955
1931
146.558
363.505 42.412
14.358
22.912
31 Dec.

1930
148.271
368.802
38.824 48.962 23.690
24

1930 148.821
379677
28.525
14.199
23.014
17

1930
151.316
372.141
38.440
5.341
23.783

22 Jan. 1930
151.289
346.400
64.659 5.780
14.879

22 Juli

1914
40.164
29.317 33.633

Data
1

Gov.

1

Sec.
1
Public
Depos.

Other Deposits

1
Other
Bankers
1
Accountsl
1
Reservel
1
kings
Dek-

er
pc.’)

21 Jan.’31
49.246
22.324
68.813 33.385 56.400
.457/
9
,

14

.,

’31
52.026
22.377
64.711
33.413
55.207
45is1,
7

’31 53.081 13.206
68.875
33.293
43.053
37s,

31 Dec.’30
81.021 6.581
132.449
36.159
39.470
22
24

30
51.736
10.285
56.217 33.688 29.145
29
17

’30
53.886
6.524
64.295
33.479 39.175
373,

22 Jan.’30
57.666 29.151 59.948 36.012
64.889
5118/,
6

22 Juli
’14 11.005 13.736
42.185
29.297
52

1) Verhouding tusschen Reserve en Deposits. –

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen francs.

Te
goed
wis-
Waarv.

Beiee-

Rénteloos
Data
Goud
Zilver in het
sels

op hef
in e

g n
voorschot
la.
buitenl.
butteni.
d. Staat

16 Jan.’31
54.403
611
7.033
26.712
19.331
2.987 3.200
9.

’31 54.109
601
7.124 27.162
19.332
2.982
3.200
2

’31
53.737
588
7.226 26.819
19.389
3.315 3.200
26Dec.’30
53.578
582
6.792 27 815
19.387 2.901 3.200

17Jan.’30
42.737
231
7.046 25.298
25.227
2.519
3.200

23 Juli’14j
4.104
640

1.541
8
769

Data

Metaal

latie
Andere
opeischb.
schulden
Discont.
Div. rek
.

ntngen’)

20 Dec.

1930-
893
1.242
518 893
601
13

1930-
800
1.239
491
893
583
6

1930..
800
1.386
483
886 553
29 Nov.

1930…
910
1.429
462
886
544

21 Dec.

1929-
6302
1.552 657 1.060
536

5 Juli

1914-
645
1

1.100.
560 735
396

Il
Sluitp. der activa.
2
)1100.000. bij de Ned. Bank gedeponeerd en
f
9.500 goud gekocht.

Bons v. d.J

1

Rekg.
Data

zelfSt. 1
Diver-
Circulatie Staat
amort. k.
1
sen
1)

16Jan.’31
5.252
2.241 .76.992
4.643
8.855
10.413
9

’31 5.304
2.148
77.734
4.508
8.625 10.192
2

,,

’31 5.304 3.144
78.938
4.045
8
110
10.548
26Dec.’30
5.304
2.127
76.436 4.639
7.986 11.698

17Jan.’30
5.612
1.694
68.688
7.424 3:490 7.355

23Juli’14


5.912
401

1)
Sluitpoat actva.

/

118

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Januari 1931

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

27 Januari 1931.

Aan de t a r w e-markt was de stemming in de. afgeloo-
pen week traag en prijzen bleven op de meeste dagen vrij-
wel geheel onveranderd. Wanneer al eens de prijs voor
een bepaalde tarwesoort stijgt, dan blijkt al spoedig, dat
verkoopers den verhoogden prijs niet kunnen maken, om-
dat andere concurreerende soorten niet worden verhoogd, en
het aanbod daarvan dringend blijft. Zoowel Australië als
Argentinië blijven dringend aan de markt en maken van
elke gelegenheid gebruik om hun groote uitvoersaldi te doen
verminderen. Ook Canada is geregeld aan de markt tot
de in Europa maakbare prijzen en stelt alles in het werk
om een zoo groot mogelijk gedeelte van het overschot van
dan vorigen oogst uit te voeren. Tengevolge van de scherpe
concurrentie tusschen cle verschillende tarwe-uitvoerende
landen is het moeilijk aan een verbetering van de stem-
ming en aan hoogere prijzen te gelooven. Bovendien wordt
de prijsverbetering tegengewerkt door de groote voorraden
van Russische tarwe, welke in de West-Europeesche havens
aanwezig zijn en zich gedeeltelijk nog onverkocht in han-
den der Russen bevinden, gedeeltelijk toebehooren aan han-
delaren. In Engeland zijn de disponibele voorraden Rus-
sische tarwe allengs kleiner geworden, doch in continentale
havens valt van vermindering dier voorraden nog niet veel
te bespeuren. In Argentinië waren de weersomstandigheden
in de afgeloopen week ongunstig voor het dorschen van
tarwe en men begint vrees te koesteren, dat zoovel de
kwaliteit als de opbrengst nadeelige gevolgen van het regen.
achtige weder zullen ondervinden. Het snijden van de tarwe
is afgeloopen en men is bezig met het dorschen, welke laatste bezigheid tengevolge van het ongunstige weder
wordt vertraagd. De aanvoeren van tarwe in de Argentijn-
sche havenplaatsen zijn dientengevolge nog niet groot en
de verschepingen hebben nog niet den omvang bereikt, waar-
op bij betere weersomstandigheden gerekend had mogen
worden. Op sommige dagen in de afgeloopen week was de
stemming aan de tarwemarkt iets beter tengevolge van de Argentijnsche weerberichten en ‘aan de termijnmarkten in
Bunos Aires en Rosario verbeterden de prijzen dienten-
gevolge. Gedeeltelijk echter gingen de verhoogingen weder
verloren en het slot van gisteravond te Buenos Aires was
7 cents per 100 KG. hooger dan een week geleden. Te
Rosario waren de prijzen aan de termijnmarkt onveran-
derd. Vanwege de Canadeesche regeering is een laatste en
definitieve schatting van de tarwe-opbrengst in 1930 bekend
gemaakt. Deze opbrengst wordt nu geschat op 397.872.000
bushels of 2 millioen bushels grooter dan de vorige in No-
vember gepubliceerde schatting. Te Winnipeg zijn de prij-
zen de geheele week vrijwel onveranderd gebleven. Het
slot was, vergeleken bij een week geleden,
X
dollarcents per
60 lbs. hooger. In Australië heeft men gedurende eenigen
tijd ook last gehad van regen, waardoor het binnenhalen
van den oogst werd vertraagd, doch sedert zijn de weers-
omstandigheden daar verbeterd en gunstig om het dorschen
voortgang te doen vinden. Australië is dringend met tarwe aan de markt. Nadat geruimen tijd onderhandeld was over
het door de Austrâlische banken te geven voorschot op
tarwe, is dit vastgesteld op 214 per bushel, welk voorschot
aanmerkelijk lager is dan in het vorige jaar werd gegeven.
Blijkbaar verwacht men dus in Australië geen hooge tarwe-
prijzen. In de vorige week werden verschillende ladingen
Australische tarwe naar Indië verkocht, alsook naar China.
Ook Italië kocht Australische tarwe. In Canada wil men
ook tarwe naar China verkoopen en met dat doel een leening
sluiten ten behoeve van China, waaruit die tarwe zou kun-
nen worden betaald. Tot nog toe hebben de daarover ge-
voerde onderhandelingen geen succes gehad en Australië
krijgt het grootste gedeelte van de Chineesche zaken. In
Indië zijn de vooruitzichten niet gunstig, daar het weer te
droog is in de meeste tarwe-verbouwende gebieden en slechts
locale regen werd gemeld, welke lang niet voldoende is ‘om
tegemoet te komen aan de klachten. In de Vereenigde Sta-
ten zijn in het begin der afgeloopen week de prijzen vrijwel
stationnair gebleven, doch later zijn zij eenigszins gedaald.
Vergeleken hij een week geleden, sloot de Maarttermijn te
Chicago 1 dollarcent per 60 lbs. lager. De Farm Board gaat
voort steun te verleenen en houdt daarmede de prijzen op
peil. Onlangs werd weder een crediet geopend voor het
verleenen van steun aan de tarwemarkt van 150 millioen
dollars. Langzamerhand komt er in de Vereenigde Staten
veel oppositie tegen •de taktiek van den Farm Board en
staan de leidende personen daarvan aan scherpe critiek
bloot. Wel is in de Vereenigde Staten tengevolge van de door den Farm Board gedane inkoopen van 124 millioen
bushels tarwe een groote prijsval voorkomen, doch in andere

landen is tarwe veel goedkooper dan in de Vereenigde
Staten, zoodat bet laatstgenoemde land niet tot de uitvoe-
rende landen gerekençl kan worden. Men vraagt zich nu
af, wat er zal gebeuren, wanneer deze 124 millioen bushels
zullen worden verkocht en komt dan tot de conclusie, dat
de prijs dan tot het wereldniveau zal dalen, zoodat de boeren slechts tijdelijk zijn geholpen: Tarive van den nieuwen oogst
heeft de Farm Board nog niet gekocht en daarvoor staat
de prijs ongeveer 15 dollarcents lager dan voor de termij-
nen van den ouden oogst. De vooruitzichten van winter-
tarwe in de Vereenigcle Staten zijn niet zoo gunstig als zij
korten tijd geleden waren. In sommige streken ontbreekt
een beschuttende sneeuwlaag, in andere vreest men voor
schade tengevolge van afwisselende dooi en vorst, terwijl ook in sommige streken over gebrek aan vocht wordt ge-
klaagd. De vooruitzichten in Europa zijn niet zoo gunstig
als in het vorige jaar. Vooral in Frankrijk is dit het geval,
waar over te nat weer werd geklaagd. Sedert is eenige
verbetering ingatreden met lichte vorst. Ook in Duitschland
wordt in verschillende streken naar droog weer verlangd.
In Duitschland is iie regeering bezig te overwegen
)
welk
het percentage binnenlandsche tarwe zal zijn, hetwelk voor
de meelfabricage moet worden gebruikt. Er schijnt veel
kans te bestaan, dat dit percentage zal worden vastgesteld
op 70 pCt. voor de maanden Februari en Maart. In de
vorige maanden bedroeg het 80 pCt. De plannen van cle
Fransche regeering zijn op liet oogenblik weder van de baan
sedert het Fransche ministerie is gevallen.

Op de r o g g e-markt kwamen geen veranderingen van
beteekenis voor. Het aanbod van Russische rogge blijft groot
tot onverandercie prijzen en in andere roggesoorten gaat
zoo goed als niets om.

De stemming voor maïs was in de afgeloopen week
lusteloos. Tengevolge van geregelde groote aanvoeren in de
destinatiehavens bleef •het aanbod dringend. De vraag was
niet levndig en het was niet mogelijk de prijzen van een
week geleden te handhaven. Deze zijn dan ook nog eenige
guldens per last gedaald. Zelfs tot de aldus verlaagde prij-
zen was het niet altijd gemakkelijk koopers te vinden en
verschillende partijen zijn in lichters opgeslagen. Ten dccle
is dit een gevolg van liet feit, dat de houders geen lust ge-
voelden bij de tegenvoordige lage prijzen onder de rem-
placeeringswaarde te verkoopen; de waarde van aangeko-
men mais is namelijk gedaald tot op een peil, waarbij het
niet mogelijk is, bij verkoop anders dan met verlies op
later te remplaceeren. De omzetten waren in de afgeloopen
week niet groot, terwijl de meeste zaken geschiedden in de
tweede hand, welke geneigd was lager af te geven (lan
waarvoor de eerste hand aan de markt was. Terwijl stoo-
mende mais speciaal in Rotterdam gedrukt was, was de
stemming daarvoor in Hamburg en in Antwerpen beter en
werd in de havens voor spoedig verwachte mais een premie
betaald boven latere. Aan de Argentijnsche termijnmarkten
kwamen slechts matige fluCtuaties voor en het slot te
Buenos Aires was gisteren onveranderd, vergeleken bij de
vorige week. Te Rosario was liet slot 5 cents hooger. In
Donaumais wordt door de eerste hand niets aangeboden.
Aanvoeren in de Roemeensche aflaadhavens zijn zeer gering,
deels tengevolge van de lage prijzen, waarvoor de boeren
niet weuschen te verkoopen en deels, omdat de wegen in
zeer slechten staat verkeeren tengevolge van het weder.
Zaken van kleinen omvang in Donaumals komen geregeld tot stand in de tweede hand tot prijzen, welke verscheiden
guldens per last hooger zijn dan die, waarvoor Platamaïs
wordt verkocht. De vooruitzichten van den nieuwen mais-
oogst in Argentinië zijn op het oogenblik huitengewoon
gunstig. Het regenachtige weder heeft op de maïsplanten
een uitstekenden invloed en de toestand van den bodem
samen met de weersomstandigheden waren van dien aard,
dat de boeren lang zijn voortgegaan met het uitzaaien van
mais. De uitzaai kan nu beschouwd worden als te zijn ge.
eindigd. Men meent, dat, indien het gunstige weder van
nu nog 2 k 3 weken duurt, een buitengewoon groote op-
brengst van mais mag worden verwacht.

Het aanbod van spoedig verwachte ge rs t is niet groot,
doch de vraag is ook niet levendig. Disponibele Russische
gerst wordt in voldoende mate aangeboden om in de be-
hoefte te voorzien en de prijzen zijn daarvoor in den loop
dezer week onveranderd gebleven. De verschepingen van
gerst van den Donau en uit Rusland zijn de vorige week
plotseling weder aanmerkelijk in omvang toegenomen. Af-
laders aan den Donau zijn eigenlijk tot in West-Europa
geldende prijzen niet met gerst aan de markt en de aan-
geboden partijen Donaugerst behooren bijna uitsluitend aan
de tweede hand. De Russen zijn geregeld met gerst aan
de markt en men verwacht van die zijde. toenemende ver-
sohepingen, daar vele booten ter belading in Zuid-Rusland

28 Januari 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN
119

AANVOEREN in tons van 1000 KO.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal Artikelen
181
2
4
Jan.
Sedert
Overeenk.
18/24
Jan.
Sedert
Overeenk.
931

1930
1931
1 Jan. 1931
tlJdva* 1930
1931
1Jan. 1931

.
tijdvak 1930

12.560
68.743
137.839
1.100 1.640
3.530 70.383
141.369
1.030
13.102 12.475


457
13.102
12.932
Tarwe

……………….
Rogge

………………..
423
1.945
397
95 95
255 2.040
652
Boekweit ……………….
36.697
105.433
88.505
4.325 19.980
31.702
125.413
120.207
12.795
67.567 52.943
3.625 4.947
1.131
72.514 54.074
10.260
19.676

.
13.717


1.097
19.676 14.814

Maïs …………………

5.648
7.482
7.784
1

9.120 25.519
13.805 33.001
21.589

Gerst

………………
Haver

……………..

150
2.325
19.477
– –

2.325
19.477
Lijnzaad

……………
Lijnkoek

…………….
556
9.184 5.435
221
4.501
2.519
13.685
7.954
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten
518
2.979
1.838
473
1.151

4.130 1.838

zijn bevracht en de verschepingen van tarwe gedurende
de laatste weken klein waren. Men meent daarom, dat veel der gecharterde ruimte voor gerst zal worden ge-
bruikt. Geregeld worden aanbiedingen in de tweede hand
gedaan van Donau- of Russische gerst in verkoopers keus
ter verlading in cle eerstvolgende maanden, waarvoor ma-
tige belangstelling bestaat tot in cle vorige week langzaam
afbrokkelende prijzen. Ook Platagerst is in prijs gedaald,
terwijl spoedig verwachte partijen gedrukt zijn en moeilijk
verkoopbaar.
Omzetten in h a,v e r beperken zich hoofdzakelijk tot
Russische soorten, welke geregeld worden verkocht en
waarvan de prijzen verder eenigszins werden verlaagd.

SUIKER.
De verschillende suikermarkten waren gedurende cle af-
geloopen week lusteloos doch goed prijshoudend gestemd.
In A in e r i k a was cle omzet van geraffineerd onbevre-
digend en er bestond van cle zijde van raffinadeurs ook, wei-
nig interesse voor ruwsuiker. Er werden slechts enkele par-
tijen Cubasuiker en andere ruvsuiker’ op basis van ca.
1.38 d.e7. c. & Ir. voor Cubasuiker verhandeld.
Op de’ N e w-Y o r k s eb e termijnmarkt ging zeer weinig
om. Nadat de noteeringen door vasthoudendheid van ver-
koopers wat konden stijgen, trad op den laatsten beursdag
ir week een kleine reactie in. De noteeringen luidden toen
als volgt: Maart 1.32; Mei 1.38; Juli 1.45 en Sept. 1.52,
terwijl de laatste noteering voor

Spot Centr. 3.40 was.
De ontvangsten in de Atlantische havens der V. S. be-
droegen deze week 38.000 loos, de versmeltingen 38.000
tons tegen 57.300 tons verleden jaar en de voorraden 265.000
tons tegen 563.200 tons.
De laatste C u b a-statistiek is als volgt:

1931

1930

1929

tons

tons

tons
Productie ………………..-

54.218

700.000
Voorraad overgebracht per 111 1.418.000 321.000 193.000
Consumptie ……………..8.737

218

1.514
Weekontv. afscheephavens . .

21.816

16.501 308.730
Weekexport ……………..7.829

33.346

74.449
Totale export sedert 111 …..58.408

96.822 165.903
Voorraad af sclieephavens

764.710 130.571 290.265
11

binnenland. ……..

586.145 121.778 389.756
Aantal werkende fabrieken

73

125, . 154
In E n ge 1 a n d waren de markten lusteloos gestemd en
verlaagden raffinadeurs hun vraagprijzen roet 3 d. Slechts
onbelangrijke partijtjes ruwuiker konden van eigenaar
verwisselen. Hoewel ook op de Londensche termijnmarkt
zoo goed als geen belangstelling aan den dag gelegd werd,
konden cle noteeringen in sympathie met New-York iets
aantrekken, zoodat het slot ca. 11% d. hooger afkwam dan
de opening.

De Zichtbare voorraden zijn,volgens zarnikow:
1930

1929

1928
tons

tons

tons
Duitselilanci 111 ……….1.880.000 1.568.000 1.471.000
Tsjecho.Slowakije 111 …..873.000

717.000

690.000
Frankrijk 1/12 ………..541.000

502.000

439.000
Ne’rrinl 1112 ………..280.000

226.000

249.000
België 1112 …………..167.000

157.000

180.000
Hongarije 1112 ………..83.000

60.000

49.000
Polen 111 …………….567.000

531.000

420.000
Engeland 1112 Geimp. suiker 257.000

356.000

209.000
1112 Binnen].

117.000

112.000

74.000

Europa. . . 4.765.000 4.229.000 3.781.000
Alle havens V. S. 29111 .

350.000

793.000

233.000
Cubaansehe havens 29111

764.000

255.000

288.000
Cuba ‘binnenland 29111 ….

920.000

310.000

100.000

Totaal … . 6.799.000 5.587.000 4.402.000

Een nieuwe partij Ru s s i s c h e kristalsuiker heeft haar
weg gevonden naar Britsch-Indië tot 71- per cwt. e. &
1., terwijl men nog in onderhandeling is over verdere zaken
op dezelfde basis.
Het vorenstaande en de apathische stemming der andere
markten bleven niet zonder invloed op de J a v a-markt. De
V.I.5.P. verkocht de.ze week dan ook slechts enkele bon-
derden tonnen tot resp.
f
8.25 en
f
7.25.
Ook h i e r te 1 a n d e ging zoo goed als niets om. De
Amsterda.mschc termijnmarkt ‘bleef prijshoudend en gaf
het einde der ‘eek ‘net volgende beeld te zien: Maart

f
8; Mei
f
8
1
/
2;
Aug.
f
87/
s
en Dec.
f
91%, alles geboden.
De omzet bedroeg 2500 tons.

KATOEN.
Markthericbt van de Heeren Sir Jacob Rehrens & Sons.
Manchester, d.d. 21 Januari 1931.
In de Amerikaansche katoenmarkt is op het oogenblik
weinig nieuws te vermelden. Sedert onze laatste publicatie
zijn prijzen merkwaardig vast gebleven, zoodat Mid-Ameri-
can spot in Liverpool slechts weinig gefluctueerd heeft, nl.
tussehen 5.37 d. en 5.51 d. Ook Egyptische katoen is tot.
jI. Maandag in prijs gestegen, toen F.G.F. Sakel 8.40 d.
noteerde, doch de prijs daalde gisteren tot 8.25 d. Het is
dan ook wel merkwaardig, dat ontvangsten in de Amen-
kaansche havens gedurende dit seizoen tot 16 Januari totaal 7.163.000 balen bedroegen vergeleken met 7.153.000 balen
een jaar geleden, terwijl de exporten 470.000 balen minder
bedroegen. Liverpool loco-verkoopen bedroegen de vorige
week 23.290 ‘balen, hetgeen vrijwel gelijk is aan de vooraf-
gaande week.
De Amenikaansche garenmarkt wordt nog overschaduwd door de moeilikheden in de weefcentra. Prijzen blijven vast en terwijl zaken van veel minder beteekenis geworden zijn,
zijn er voor Nederland een vrij groot aantal transacties
in de medio wef t nummers afgesloten als ook enkele par-
tijtjes voor binnenlandsch gebruik. In bewerkte garens zijn cle hoeveelheden over het algemeen gering en bereiken de
totaal-verkoopen slechts een bescheiden totaal. Er worden
slechts enkele kleine partijtjes voor ,,cle Midlands” ge-
noenid. Zaken voor het Oosten zijn over het algemeen van
weinig beteekenis, hoewel zelfs daar enkele gebruikers be-
sloten hebben zaken te doen, daar zij vermoedelijk tot de
conclusie zijn gekomen, dat de tegenwoorclige prijzen vrij
,,safe” zijn.
Wat Egyptische garens betreft, is de toestand vrijwel
onveranderd. Inkoopen beperken zich tot kleine hoeveel-
hedeii, hoewel daar tegenover staat, dat indeelingen tegen
orders van het Continent ruimer binnenkomen. Het kan
zijn, dat evenals bovengenoemde Nedenlandsche weverijen,
men het met het oog op den onzekeren toestand beter oor-
deelt, meer op vborraacl te werken. Het .,Emergency Corn-
mittee” van de Master Spinner’s Federation in zijn ver-
gadering van gisteren gaf geen definitieve instructies, doch
-beval haar leden aan niet op voorraad te prorluceeren.
De uitsluiting in Lancashire heeft de geheele doekmarkt
geclésorganiseerd en de toekomst blijft donker. Deze moei-
lijkheden zijn juist op een oogenblik gekomen, dat de han-
del zoo slecht was, dat in verschillende districten het slui-
ten van de fabrieken slechts weinig verschil uitmaakt. Het
is echter een treurig verschijnsel, dat in moderne tijden,
meeningsverschillen niet op’ een meer bevredigender wijze
kunnen worden opgelost en de belangen van Lancashire
niet hooger gesteld worden dan tijdelijke inclividueele be-langen van particulieren. Wat de overzeesche markten be-
treft, kan verder h.iets nieuivs meer vermeld worden; al-
leen gaat er hier en daar op bescheiden schaal wat om. De
Ronde-Tafel Conferentie heeft nu de onderhandelingen in
Londen beëindigd en men moet maar afwachten hoe Indië
zal reageeren op het edelmoedige en sympathieke optreden

1

120

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28
Januari
1931

van het Gouvernement en van alle politici, onverschillig
van welke partij. Wat nu dringend noodzakelijk is, is waar-
achtige samenwerking van alle kanten om Indië uit te zijn
tegenwoordigen ongelukkigen politiekeu toestand te bren-
gen.

Liverpoolnoteeringen

Oost. koersen 13Jan. 20 Jan.
14Jan.21.Jan. T.T.opBr.-Indië 1/5% 1/5%
F.G.F.Sakellaridis 8,10 8,45 T.T.opffongkong 110

111
G.F. No. 1 Oomra. 3,00 3,11 T.T.opShanghai 113

113
1
1
8

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens
(in dulzendtallen balen).

1
Aug.
’30
Overeen
komstige periode
tot

16Jan.
’31
1929130

1928129

Ontvangsten Gulf-Havens. }

7182

7153

7552
ant.Havens
Atl
Uitvoer naar Gr.Brittannië

771

941

1

1247
‘t Vasteland ete.

2479

1

2938

3084
het Orient….

701

649

997

Voorraden.
(In dulze dtallen balen).

Overeenkomstig tijdstip
16 Jan.’31
1930

1929

Amerik. havens ………. .4078

2514

2255
Binnenland

…………1725

1457

1161
New-York

…………..229

93

63
New Orleans ………….755

510-

325
Liverpool

……………473

394

638

KOFFIE.
In de afgetoopen week verkeerde dc markt in zeer kalme
stemming. Gebeurtenissen clie er toe bij zouden kunnen dra-
gen om aan de markt een eenigszins opgewekter voorkomen
te geven, deden zich niet voor. De kost- en vraelitaanbie-
dingen van Brazilië bleven bijna geheel ongewijzigd, even-
als die van Nederlandseh-Indië. De Braziliaansche wissel-
koers schommelde eenigszins heen en weer en noteerde op
het laagste punt, in het midden der vorige week,
41-7/
d.
Daarna trad weder eenige verbetering in, vermoedelijk op
de mecledeeling, dat door Rothschild aan (le Banco do Brazil
een crediet van 64 millioen Pond Sterling zou geopend
zijn voor den tijd van 1Y
2
jaar, onder waarborg van de
Braziliaansche Regeering. Naar vernomen w’ordt zou dit
erediet echter met de koffie-leening niets te maken hebben,
doch alleen bestemd zijn ‘ter reorganisatie van de ]3razi-
liaansche Bank.
(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandet te Rotterdam.)

Noteeringen en voorraden in Brazilië.

te Rio

te San tos

Wisselkoers
Data
te
Rio
Voorraad
1
Prijs Voorraad Prijs op
Londen (In Balen) 1 No.?
1)
(In
Balen)No.4′)

26 Jan. 1931

244.000 11.925 1.144.000
‘g0
40 pence

19 Dec. 1930

238.000 12.125 1.064.000 ‘°

H
pence

12 ,,

1930

222.000 11.575 1.129.000

4

pence

26 Jan. 1930

343.000 16.675
e
1.038.000 21.200
1
504 pence
1)
In Reis.

Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.

te
Rio

1

te Santos Data

Afgeloopen

Sedert Afgeloopen

Sedert
v,ek

1Juli

week

1Juli

24 Jan. 1931 ….

94.000
1
2.138.000
1
261.000
1
6.515.000

24 Jan. 1930 . …

48.000

1.807.000 242.000 5.425.000

Volgens een iii den loop der week uit Brazilië ontvangen
telegram bedroeg cle voorraad, in het binnenland van Rio
teruggehoudcn, op 15 Januari 1.812.000 balen tegen 1.910.000
balen op 31 December, hetgeen een vermindering beteekent
van 98.000 balen.
De limiet voor cle dagelijksche aanvoeren te Rio werd
vastgesteld voor de eerste helft van Februari op 15.705
balen tegen 18.301 balen voor de tweede helft van Januari.
In de noteeringen aan (te Rotterdamsche termijnmarkt
kwam, behoudens eenige kleine schommelingen, bijna geen
verandering. Op Dinsdag 27 dezer des voormiddags waren
zij voor: Januari 23, Maart 20>,
Mei
1.9
5
/s, September
18%, December 18Y
4
ct.
])c vraag aan de loco-markt was zeer beperkt en dc of f i-
cieele noteeringen werden teruggebracht voor Santos van
30 op 29 ct. per
4
K.G.,jtn
voor Robusta van 2 8 op 27 ct.
De prijzen van gewoon goed beschreven Suporior Santos
ôp prosiipte verschepioig zijn thans ongeveer 431- 8
1
4413 per
owt. en van dito Prinie ongeveer 44/6 á 4516, terwijl zij
van Rio type
Ne:wYork
7 met beschrijving, prompte ver-
scheping, bedragen 2813 8. 291..
Van Robusta op aflading van Nederlandsch-i ndië zijn (Ie
prijzen in de eerste hand op het oogenblik:
Palembang Robusta, Februari-versehepiug, 16 et.; Ben-
koelen Robusta, Feliruari-versebeping; 167/8 et.; Mandheling
Robusta, Februari-versehepiug, 18 ct.; W.T.I. faq. Ro-
busta, Februari-verscheping, 25Y2 ct., alles per 14
ci f, uitgeleverd gewicht, netto contant.

STATISTISCH OVERZICI

Hard Winter

Amsterdam

R000E

MAIS

Rotterdam!

Rotterdam

R’dam!A’dam

TARWE

OERST

STEENKOLEN

No.2 loco

AmericanNo.2)

La Plata

Amer.No.20)

La Plata

Hollandsche

Mid. Contin.

Cleveland

KOPER

per

K.G.

per 100 K.Q.

per 2000 K.G.

20080

per 1960 K.G.

R’damlA’dam

Bé s. g.

Middlesbrough

Londen

LIJNZAAD

Westfaalschel

PETROLEUM

IJZER

loco

loco

Rot
0
eam

loco

bunkerkolen,

Crude

Foundry No. 3

Standaard

R’damlA’dam

ongezeefdf.o.b.

tIfli 33.9°

f.o.b.

Locoprijzen
per 1000 K.G.

per barrel

per Eng. ton

per Eng. ton

f1.

010

f1.

%

f1

0
h

f1.

1

01

II.

01

8.

$

0
10

Sh.

Ol
s

°Io
Jaargemldd.

1925

17.20

100,0

13,07
5

100,0

231,50

100,0

236,001100,0

462,50′

100,0

10,80

100,0

1.68

100,0

731-

100,0

62.116

100,1
1926

15,90

92,4

11,75

89,9

174,25

75,3

196,751

83,4

360,50

77,9

17,90

165,7

1.89

112,5

8616

1118,5

58.11-

93,
1927

14,75

85,8

12,476

95,4

176,00

76,0

237,00

100,4

362,50

78,4

11,25

104,2

1.30

77,4

7
31

100,0

55.141-

89,

1928

13,47
5

78,3

13.15

100.6

226,00

97,7

228.50

968

363,00

78,5

10,10

93,5

1.20

71,4

661-

90,4

63.16j-

102/
1929

12,25

71,2

10.87
5

83,2

204,00

88,1

179,75

762

419,25

90,6

11,40

105,6

1.23

73,2

7016

96.6

75.141-

121,!
1930

9,67
5

56,3

6,225

47,6

136,75

59,1

111,75

47,4

356,00

77.0

11,35

105,1

1.12

66,7

671-

91,8

54.131-

88,1
Jan’iari

1929

12,35

71,8

12,20

93,3

231,50

100,0

194,25

82,3

365,00

78,9

10,10

93,5

1.16

69,0

661-

90,4

75.1016

121,
Februari

12,72
5

74,0

12,65

96,7

236,00

101,9

194,75

82,5

357,25

77,2

12,90

119,4

1.11

66,1

6616

91,1

78.-!6

125,
Maart

12,65

73,5

12,62
5

96,6

233,00

100,6

191,75

81,3

359,00

77,6

12,00

lii 1

1.11

66,1

671-

91,8

89.81-

144,
April

12,12
5

70,5

11,62
5

88,9

218,00

94,1

185,25

78,5

373,25

80,7

11,05

102:3

1.11

66,1

681-

93,2

82.1716

133,
Mei

11,125

64,1

10,57
6

80,9

198,25

85,6

177,50

75,2

363,50

78,6

11,15

103,3

1.16

69,0

6916

95,2

75.416

121

J
uni 10,87
5
63,2 10,20 78,0 193,50 83,6 171,25 72,6 355,25 76,8 11,25 104,2 1.30 77,4 711- 97,3 74.111- 120,
uh 12,80 74,3 11,20 85,6 218,50 94,4 191.25 81,0 415,50 89,8 11,25 104,2 1.30 77,4 7216 99,3 72.1216 117,
Augustus

13,125

76,3

10,75

82,2

202,50

87,5

182,75

77,4

452,50

97,8

11,25

104,2

1.30

77,4

72f6

99,3

73.171-

119,
September

12,62
5

73,4

10,20

78,0

191,00

82,5

172,00

72,9

506,75

109,6

11,40

105,6

1.30

77,4

7216

99,3

74.191-

120,
October

12,10

70,4

9,87
5

75,6

185,00

79,9

168,00

71,2

516,50

111,7

11,25

104,2

1.30

77,4

7216

99,3

72.161-

117,
November

11,77

68,5

9,20

70,4

174,00

75,2

164,75

69,8

483,25

104,5

11,35

105,1

1.30

77,4

7216

99,3

70.51-

113;
December

,,

12,62
5

73,4

9,35

71,5

166,00

71,7

163,75

69,4

482,00

104,4

11,75

1088

1.30

77,4

7216

99,3

68.616

110,
Januari

1930

12,675

73,7

9,35

71,5

149,25

64,5

151,25

64,1

433,75

93,8

11,75

108:8

1.21

72,0

7216

99,3

71.916

115,
Februari

11,72
5

68,2

8,17
5

62,5

139,00

60,0

135,75

57,5

398,50

86,2

11,75

108,8

1.11

66,1

7216

99,3

71.1216

115,
Maart

10,90

63,4

7,15

54,7

143,50

62,0

125,00

53,0

390,00

84,3

11,55

106,9

1.11

66,1

701-

95,9

68.1916

III,
April

,

11,17
5

65,0

7,62
5

– 514,3

180,25

77,8

129,75

55,0

431,00

93,2

11,35

105,1

1.165

69,3

6716

92.5

61.31-

98,
Mei

10,45

60,8

6,55

50,1

148.50

64,1

114,50

48,5

405.07

87,6

11,35

105,1

1.185

70,5

67/6

92,5

53.91-

86,
luni

10,05

58,4

5,17
5

39,6

145,50

62,9

103,75

44,0

385,50

83,4

11.35

105,1

1.18
6

70.5

6716

92,5

50.116

80,
juli

9,55

55,5

5,825

44,6

157,75

68,1

108,00

45,8

345,75

74,8

11,35

105,1

1.18
6

70,5

6716

92,5

48.2!-

77,
Augustus..9,45

54,9

6,30

48,2

146,00

63,1

116,25

49,3

365,00

78,9

11,35

105,1

1.180

70,5

651-

89,0

47.151-

76,
September ,,

8,40

48,8

5,25

40,2

127,50

55,1

99,00

41,9

318,75

68,9

11,35

105,1

1.185

70.5

6316

87,1

46.61-

74,
October

7,40

43.0

4,625

35,4

112,25

48,5

86,00

36,4

281,25

60,8

11,35

105,1

1.185

70,5

6316
5

87,1

43±

69,
November

7,25

42,2

4,25

32,5

94.50

40,8

82,25

34,9

27(1,75

58,5

1090

10
0
.9

0.85

50,6

63166

87,1

46.816

74,
December

,,

7,075

41,1

4,30

32,9

96,00

41,5

91,00

38,6

247.75

53,6

10,85

100,5

0.85

50.6

63166

87,1

47.616

76,
5 Januari

1931

6,60

38,4

4,10

31,4

87,00

38,4

8800

37,3

1
0
5,00

42,2

10,30

95,4

0.85

50,6

63166

87,1

46.1216

75,
12

6,50

37,8

4,-

30,6

87,00

37,6

87,00

36,9

205,00

44,3

10,30

95,4

0,85

50.6

586

80,3

44.1216

71,
17

6,50

37,8

3,95

30,2

82,00

35,4

86.00

36,4

210,00

45,4

10,30

95,4

0,85

50,6

58/6

80,3

45.116

73,
26

6,50

37,8

3,90

29,8

80,00

34,6

84,00

35,6

220,00

47,6

10,30

95,4

0,85

50,6

5816

80,3

44.1216

71,

1)
Men zie voor de toelichting op dezen staat de nummers van 8 en 15 Augustus 1928 (No. 658 en 659) pag. 689190 en 709.
2)
= Western vöÔr de invoering

28Januari
1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

121

• De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No.
7)
waren:

1.

Maart
1

Mei
1

Sept.
1

Dec.

26

Jan.

……
$

5,85
$

5,79
$

5,63
$

5,55
19

,.

……
,,

5,95
,,

5,80
,,

5,61
5,52
12

,.

……
,,

5,98

.
.
5,86
,,

5,67
5,55
5

,.

……
.
.,,

5,66
,,

5,34
,,

5,30
5,22

Rotterdam,
27
Januari
1931.

Statistiek der firma G. Duuring & Zoon.

Zichtbare voorraad op
31
December in dujzenden balen.

1930
1929
1928 1927
1926
Voorraad in Europa.
1.590
1.602 1.868
1.648
1.498
Stoomend fBrazilië
.
667
639 423
527
459
n.Europa

Oost-Indië.
60-
44 67
102
67

2.317 2.285
2.358
2.277 2.024
Voorraad Ver. Staten
929 693
783 768 977

Stoomend lBrazilië …
530

4i0
550
711
640
naar
iOost-Indie
7
4
VArSt,nfpn
– – –

3.783

3.392

3.691

3.756

3.641

Voorr. in Pernambuco

13

6

13

Bahia
….

18

27

35

60

23

Victoria
..

73

101

75

135

RiodeJaneiro
196

315

333

359

322

Santos
….

1.060

1.099

988

958

925

Paranagua .

43

154

37

Totaal ,.. t
‘5.186 ‘5094 ‘5.172 ‘5268 *4911
Op 1 December t
‘5.054 ‘4.969 ‘5.269 ‘5.365 ‘4.779
Op 1 Juli ……..t
‘5.593 ‘5.338 ‘5.729 ‘4,720 ‘4.571
*
Niet inbegrepen de binnen!, voorraden in Brazili6.
Niet inbegrepen de gouvernementsvoorraad v. Sao Paulo.

De
bio nenlandsche voorraden te
Santos
Rio de Janeiro
1
Juli
1926
2.833.000
balen
1
December
1926
6.397.000
31
December
1926
5.990.000
1
Juli
1927
3.312.000
1
December
1927
12.271.000
31
December
1927
13.120.000
1
Juli
1928
11.672.000
1.180.000
balen
1
December
1928
13.205.000
608.000
31
December
1928
12.966.000
585.000
1
Juli
1929
8.785.000

,,
136.000
1
December
1929
17.251.000

,,
1.542.000

,,

31
December
1929 18.357.000
balen
1.612.000
balen

1 Juli

. 1930 21.210.000

1.621.000

1 December
1930 22.306.000

2.07.000

THEE.
De tlseemarkt had in de afgeloopen week een kalm ver-
loop. In de Amsterdazusche vei’ling van
22
dezer, die een
aanbod te zien gaf van ruim
13.000
kn., was het prijsver-
loop meerendeels van
2-6
cents lager, dan in vorige vei-ling. De stemming was echter zeer onregelmatig. Konden
eenerzijds sommige partijen zelfs tegen hoogere prijzen
worden afgedaan, anderzijds moesten verkoopers, vooral voor de superieure G.O.P.’s dikwijls met veel lagere bie-
dingen genoegen nemen.
Vele partijen werden opgehouden. De Amsterda’msche
midden’prijs was met 64%
cts.,
3
cents lager dan die van
cle vorige veiling.
De thee-uitvoer van Noordelijk Britsch-Indië bedroeg in
de maanden November en December
1930
resp.
43.7
en
32.1
millioeu lbs. tegen reap.
45.2
en
29.8
millioen lbs. in
1929.
Totaal werd gedurende April/December
1930
uitgevoerd
282.7
millïoen lbs. tegen
305.9
millioen lbs. in de dien-
overeenkomsigc periode van
1929.
De aanvoeren van thee in Nederland gedurende ‘het jaar
1930
‘heliepen, ‘berekend volgens gegevens van het Centraal
Bureau voor de Statistiek,
18.761.000
KG.
(1929: 18.140.000
KG.). De invoer tot verbruik bedroeg in
1930: 11.185.000
KG., een toeneming alzoo van 331.000
KG. tegenover
‘1929,
toen een hoeveelheid van 10.854.000 KG. voor de consump-
tie werd ingevoerd. De uitvoer is in
1930
eveneens grooter
dan in
1929
en ‘bedraagt
8.311.000
KG. tegen
7.548.000
KG.
Amsterdam,
26
Januari
1931.

COPRA.

De markt was de afgeloopen week zeer vast gestemd. Er bestond vrij groote dekkingsvraag, terwijl de Noord-Euro-
leese fabrikanten ook meer belangstelling aan den dag
legden.
Het Oosten gaf wel regelmatig, doch slechts kleine quan-
tunis af.
Tegen het slot was de markt vat flauwer vooral ook
tengevolge van wederom lagere prijzen van Paimpitten en
Grondnoten. :
De slotnoteeringen zijn:

Nederl.-Indische f.m.s.,. aflacliug Januari
…….£ 15.10.0
Februari
……. ..15. 8.9
,

Maart ……….
,
15. 7.6
Mixed,

,,

Jan.-Febr.-Mrt
….14.11.3

AN GROOTHANDELSPRLJZEN’)

TIN
locoprijzen
Lon en per
Eng, ton

KATOEN
Middling locoprijzen
New ork
per lb.

WOL


gekamde
Australische,
Merino, 648 Av.
loco Bradford
per Ib.

WOL
gekamde
Australische,
CrossbredColo..
nial Carded,
SO’s Av. loco
Bradford per Ib.

RUBBER4)
Standaard
Ribbed Smoked
Sheets
loco Londen
per Ib.

SUIKER
Witte kristal- suiker loco
R’dam/A’dam.
per 100 K.G.

KOFFIE
Robusta
Locoprijzen
Rotterdam
,
per ‘j

1(0.

THEE
Afi. N.-l. theev.
A’dam gem. pr.
Java- en Suma-
tratheep.'(1K0.

Indexcijfer
v/h. Centr. B.
v. d. Stat.,
herleld
van 1913= 100
tot 925=

lndexcijfer
van The
Economlst,
herleid
1927
=
100
tot

25=1J

01
$
cts.
01
pence
01
pence
0
10
Sh.
Oj
II.
oj
cts.
0
10
cts.
010
261.171-
100,0
23.25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0 2111,625
100,0 18,75
100,0
61,375
100,0
84,5
100,0
100,0 100,0
290.1716
111,1
17.55
75,5
47,25
85,9
24,75 83,9
21-
67,4
17,50
93,3 55,375 90,2
94,25
111,5
93,2 92,9
290.41- 110,8-
17,50
75,3 48,50
88,2
26,50 89,8
1
1
6,375
51,6
19,12
5

102,0
46,875 76,4
82,75 97,9
95,4
89,5
227.51-
86,8
20.00 86,0 51,50
93,6
30,50
103,4
-110,75
30,2
15,85

84,5

49,625
80,9
75,25
89,1
96,4
87,6
203.1516
77,8
19.15
82,4
39,-
70,9 25,25
85,6
-110,25
28.8
13,-
69,3
50,75
82,7
69.25
82,0 91,6

82,6
142.51-
54,3
13,55
58,3
26,75 48,6
16,25 55,1
-/5,875
16,5
9,60 51,2
32
52,1
60,75 71,8 75,5
69,4
222.116
84,9
20,20 86,9 48,75 85,0
28,75
97,3
-19,875
27,9
13,77
5

73,5
53,125
86,6
77,25
91,4 94,2
84,6 222.111-
85,0
20,10
86,5
44,25
80,5
27,75
94,1
1
!-
33,7
13,375
71,3
54
88,0
74,25
87,9
94,2
85,4
221.016
84,4
21,25 91,4
44,00
80,0
27,50
93,2
110,125
34,0
13,50
72,0
54
88,0
72,75
86,1
94,8
85,8
207.5/6
79,2
20,45 88,0
43,25
78,6
27,25
92,4
-110,5
29,5
13,375
71,3
54
88,0
74,25
87,9
92,9
83,9
197.516
75,3
19,40
83,4
41,50 75,5 26,25 89,0
-/10,875
30,5
12,25
65,3
54
88,0
73,50


87,0
91,6
81,7
200.51-
76,5
18,75
80,6
40,00
72,7
25,75
87,3
-110,625
29,8
12,00
64,0
54

,
88,0
69,50
82,2
91,0
81,9
209.516
79,9
18,65
80,2
38,75
70,5
24,75
83,9
-111


30,9
13,425
71,6
54
88,0
68,50
81,1
91,0
83,7 210.111-
80,4
18,60
80,0
37,00 67,3 24,00 81,4
-110,5
29,5
13,00
69,3
53,50
87,2
64
75,6
91,6
83,6
205.516
78,4
18,90
81,3
34,25
62,3 23,75
80,5
-110,125
28,4
13,475
71,9
51,75
84,3
64
75,6
91,0
82,0
188.916
72,0
18,45
79,4
32,50
59,1
22,50
76,3
-19,625
27,0
13,30
70,9
48,50
79,0
66
78,1
90,3
80,5
182.-/6
69,5
17,50


75,3
34,25
62,3
23,00
78,0
-18,125
22,8
12.50
66,7
41,75
68,0
66,50
78,7 88,4
78,8
178.18/6 68,3
17,25
74,2
31,25 56,8
21,25
72,0
-18
22,5
12,075
64,4
36,75
59,9
60,75
71,8
87,1
78,8
174.131- 66,7
17,15
73,8
29,50
53,6
19,25
65,3
-1
7,375
20,7
11,675
62,3
35
57,0
60,50
71,6
84,5
76,9
174.41-
65,5
15,45
66,4
28,50
51,8
17,75
60,2
-18
22,5
11,40
60,8
35
57,0
58,25
68,9
81,3
75,2
165.181-
63,4
15,20
65,4
26,25
47,7 16,50
55,9
-17,625
21,4
10,70
57,1
35
57,0
62,25
73,7
78,7
74,2
161.1716
61,8
16,45
70,8
27,25
49,5
17,25
58,5
-/7,375
20,7
10,55
56,3
35
57,0
59,50 70,4 78,7
72,8
145.-!-
55,4
16,50
71,0
28,75
52,3
18,00
61,0
-/6,875
19,3
9,80
52,3
34,75
56,6
58
58,6
76,1
72,0
136.416
52,0
14,50
62,4
27,75
50,5
17,50
59,3
-16,125
17,2
9,775
52,1
33
53,8
58
68,6
76,1
70,4
134.1716
51,5
13,10
56,3
27,00
49,1
16,75
56,8
-15,625
15,8
9,275
49,5
31,50
51,3
55,50
65,7
74,2
69,3
135.516
51.7
11,95
51,4
27,25 49,5
16,50
55,9
-14,875
13,8
8,50 45,3
29,50
48,1
55,25
,
65,4
73,5
67,9
132.61-
50.5
II,-
47,3
27,00
49,1
15,75
53.4
-14,125
11,6
7,975
42,5
28,25
401,0
59,50
70,4
72,3
65,4
117.131-
44,9
10,55
45,4
24,50 44,5
14,50
49,2
-14
11,2
8,62
5

46,0 29
47,3
66,50
78,7
71,6
64,6
113. 16/-
43,5
10,85
46,7
24,00 43,6
13,00 44,1
-14,375
12,3
8,75 46,7
29
47.3
68,25
80,8 71,0
63,3
115 31-
44,0
9,95 42,8
22,50 40,9
12,50
42,4
-14,375
12,3
8,20
43,7
29
47,3
66,75
79.0
69,0
61,3
119.101-
45,6
10,157 43,7
22,00″
40,0
12,50″
42,4
-14,3125
12,1
8,-
42,7
2
47,3
67,75″
80,2
12

114.17/6
43,9
10,208
43,9
21,50
1

39,1
12,25
52

41,5
-1
4
,
2
5
11,9
8,375
44,7
28 45,6
64,75
14

76,6 116.12(6
44,5
10,15
9

43,7
21,25
5
3
38,6
12,00
13

40,7 -14,125
116
8,125
43,3 28 45,6
114.1216
43,8
10,60
10

45,6
20,00
14

36,4
1

11,50
14

39,0 -14,125
11,6
8,25
44,0 27 44,0
‘J”
,,
.

,,

,-.5U
r.u.
nongaarscne; vanar
O
Mes
19311
.-lIfic. not,wijze (Jan. 1928).
4
)Jaar- en maandgem. atger,
op ijs
pence.
5)
Noteering Schotland 596.
6
)581-.
7)
2, 0)9,
9)
16,
10)
23,
ii)
1,
15)
8,

3
)15,
14)
22Januari.

122

ËCONOMISCH-STAflSTISCHE
BERICHTEN

– 28 Januii”1931

STEENKOLEN.
Het geschil omtrent de loonsverlaging van 6 pCt. in West-
falen is door de keurige machinerie, clie men er in Duitteh-
land op nahoudt om arbeicisgeschillen bij te leggen, tot
een goed einde gebracht. Werkgevers en werknemers heb-
ben de binciendverklaring door. dan Rijksminister van Ar-
beid aanvaard en het werk gaat voort alsof er niëts ge
beurd ware. Of de werkgevers op den duur dit soort in-
menging van autoriteiten in hun bedrijf kunnen blijven
gecloogen is een andere vraag. ‘.
Ook in Engeland zijn de geschillen bijgelegd en wordt
een systeem uitgewerkt, SIgt, naar, gehoopt .p’ordt beide
zijden terzake van de werkuren eh de bonen zal bevrê-
digen.
9e prijzen zijn:

NorthuTnberland Ougezeefde ………….
f
9.50
Durham Ongezeefde …………………..10.30

Cardiff 213 large 113 smalls ……..
…….
,;
12.50
Sobotsche Gezecfcle (Prime Lothians) ……10.25

Yorkshire gewasscheu Singles

……..
….. 10.50
Westfaalsche Vetförder …………….
,,
11.10
Vlamstukken 1 …………..12.5
Smeenootjes ………………11.75
Gasvlamförder …………. ..11.-
Gieteokes ……………….16.50
Hollsndiche Eierbrikètt’en ……………….15.50

tlIes per ton van 1.000 KG. francostationRotterdam/Am-
èterdam.
Ouge-zeefde bunkerkolen f.o.b. Rotterdam/Amsterdam
10.30.
Markt weifelencl.
27 Januari 1931.

IJZER.

In het algemeen heeft het nieuwe jaar .zoo goed als geen
wijziging id de depressie van le.ruwijzermarkt gebracht. De
exportmarkt voor Lux 3 heeft in bet algemeen en iets
vastere tendens. Alleen in Schotland is, tengevolge van de
concurrentie van Oleveland No. 3, dat daar tegen speciale
prijzen wdrclt aangeboden, de prijs van het continentale
product met een halve sh. tot 5616 fot. Grangemouth ge-
daald. De kleine opleving, die de vorige week op de Cleve-
land markt ‘te -bespeuren viel, is weer geluwd. In Duitschland heeft de Roheisenverbanci de binnenland-
sche ruwijzerprijzen met terugwerkende kracht van 1
Januari 1931 af met 5 R.M. per ton verlaagd.
])e staalmarkt is onveranderd kalm gestemd. De prijzen
zijn iets achteruit gegaan. Stafijzer noteert thans 82-83 sh.
1 ob Antwerpen.

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.

Graan van Noord-Amerika.
Nog altijd is er geen verbete-
ring te con’stateeren iii de vraag naar sheepsruimte. Van
New-York werd ben pro-mpte lading van 32000 qtrs. 10 pCt.,
bevracht- naar Hambuig en/of ])uiiikerken tegen $ 0.09
naar édn en $ 0.09% naar beide havens. Behalve deze werd
nog slechts 1 lading afgesloten, nl. ca. 5200 ton per 27131
Jan. van New-York naar de Middellandsche Zee (excl.
Spanje) tegen $ 0.10% naar On, $ 0.11 naar twee en $ 0.11%
naar drie.bavens. Overigens is de vraag gering; voor hiu-
dige booten per eind Januari wordt $,0.09 genoteerd van
ew-York Bordeaux/Antwerpan range en van West St. John
naar de Middellandsche Zee $ 0.12 per Februari/Maart.

Van de
Golf-hzvens
is geenerlei vraag.

Ook van 1i –
Noord-Pacifio
evorcit weinig gedaan. Slechts
dn boot w’erd iii cle voorgaande week bvracht, al. een
7000-tonner, 18131 Maart van ancouver naar Lissabon
tegen 23/6. Voor Maart-aflading wordt 22/6 genôteerd van
Vancouver naar U.T(./Con-tinent, terwijl schee-psruiite wordt
aangeboden’ tegen 231-.

La Plata Rivier.
Alhoewel er nog slechts weinig onbe-
‘erachte Januarioten aan de markt zijn
l
zijnde vrachten
t:öch volle 8 d. teruggeloopen, hetgeen’ mde veroorzaakt
werd doçrdat voor-in ballast aankomende séhepen liever de
best verkrijgbare. vracheu.. werden geaccepteerd, dan dat
et de bevrachting dezer schepen gewacht werd. Er was
min of meer op.. gerekend, dat er een goede vraag zou
komen van tarwé-afladers naar Februari-booten. Er gaat
ethter weinig in dit artikel om. Zuid-Rusand schijnt de
Europeesche behoefte volkomen te hebben gedekt. Voor
Januarïbooten van 6600 ton, 10 pCt., werd tot onder 18/6
geaccepteerd van niet boven San Loreuio naar Antwerpen
of- Rotterdam, -en op -het oogenblik is. de marktprijs voor –

de volle’ range U.K./Contineiit niet hooger – clan dat cijfer. Voor een 6000-tonuer, 10 pCt., eveneens per Januari, werd
171,6 geaccepteerd van dezelfde laadhaveus naar Marseille/
Genua/Livorno/Napels met Adriatische en Middellandsche
Zea
ppïçs.
Kleine .00tQn per Januari/Februari zijn af ge-
sloten van niet boven San Lonen-zo naar UK/Continent
tegen- 1813, terwijl ‘voor groote-,booten 171- geaccepteerd is.
Van Bahia B3lanca werden groote booten per Januari/Fe-bruari gesloten naar 1J.E. /Continent tegen 171-, met Por-
tugeesche en 81idclellandsehc Zee opties.

Salpeter.
Er is absoluut geen vraag naar Europa; zelfs
veeeren de bevrachters in de onmogelijkheid om eenige
aangôbôden lijnruimte te kunneb’ opnemen. Naar de Ver-
eenigde Staten is de vracht nominaal $ 3.75.

B’urme.
Er i.esteat nogal beftngste1ling hij bevrachters
voor rijstbooteu. Een 7500-tons stoomschip per 18/28 Fe-
bruari werd naar Nederland ‘direct afgesloten tegen 221-
Ei- is evenwel niet veel vroege tonnage meer beschikbaar;
dièutengevolge werd dan ook voor een 7500 tons stoomschip,
10128 Februari, 23/6 ingewilligd naar Antwerpen/Hamburg
range en het is waarschijnlijk, dat dezelfde vracht zal moe-
ten worden betaald om verdere booten te kunnen verkrijgen.

Donau en Zwarte Zee.
Van den Donau is thans niets meer te doen. Van de Zwarte Zee werden ongeveer 20 graanboo-
ten in de voorgaande week afgesloten tegen iets hoogere
vrachtan. 11/. tot 1116 werd -betaald voor Januari en
Januari/Februari, basis Continent met de gewone opties.

Middellandsche Zee.
De vraag op deze markt is gering,
in iict bijzbnder in de fosfaat-afdeeling. Afgesloten werden
de volgende ertsladingen: Almeria Pier/IJmuiden 419, Vii-
laricos Pier/Rotterdam 4/6, Carthagena/Antwerpen 5110%,
Bizerta/Middleebro 61-, fluelva/Rotterdam 4/7
1
/
2
, IJmuiden
4/9, Hamburg of Harburg 6/4%, Sas van Gent 5/9, Rouaau
513 en Stettin 8/-, optie gedeelte nier lading te Limhamn
lossen 816. Voor fosfaat werd betaald: Sfax/Nantes 5/6, La
Pallice & Rouaan 517% en Nederland 711% 6n, 7/7%
twee havens.

Spanje.
Er -is geen verandering te rapporteeren betr.
de fruitmarkt van Zuid-Spanje. -Onder den invloed van
het slechte weer ‘zijn de, verschepiugen uitgesteld tot Fe-
bruari. Voor die positie zal voor booten ‘tot 100.000 cbf t.
1.816 te rpakeii. zijn naar UK/Continent.

Van
Noord-Spanje
zijn zeer weiQig ertsladiugen aan de
markt. Van ]3ilbao werd 513 naar Cardiff en 413 naar Tyne-
i)ock betaald. Voor l3ilbao/G-lasgow wordt 419 genoteerd
voor Februari-verscheping.

Kolen van Groot-Brittannië.
De regeling van het con-
flict in Zuid-Wales bracht cenige kolenladingen aan de
markt. Jammer genoeg zijn de -betaalde vrachtcijfers door
het groote aanbod van prompte booten niets- beter clan
vOOr de stopzetting werd betaald. Afgesloten werd: van
Zuid-Wales naar Zeebrugge 2/3, Rouaan 3/6, Lissabon 616,
Algiers 71-, Marseille 6110%, G-euua 613, Piraeus 616, Port-
Saicl 6/9, Alcxandrië
6/7%,
Las Palmas 6110%, Buenos
Aires 1013, Rosario 10/9 en Santa FC 11/3; van de Oostkust naar’ Stockholm 71- (cokcs), Aarhuus 5/-, Elbe 3/9, Amster-
dam 313, Antwerpen 213, Rouaan 316, Oran 6/9, Marseille
6/-, Genua 613, Triest 7/3, Bio 916 en ]3uenos Aires 10/3.


– –

RIJNVAART.
Week van 18 tfm. 24 Januari 1931.

De aanvoeren v-an zeezijde bleven onveranderd. Scheeps-
ruimte bleef bij matige vraag voldoende beschikbaar. De
ertsvraeht bleef onveranderd genoteerd: naar cle Ruhrha-
vens:
f
0.40 met 4 losdagén,
f
0.50 met S ldsdagen; naar
Grimberg/ELorl:
f
0.50 met 3-4 bosdagen,
f
0.60 met; 6-8
losdagen. Voor den Bovenrijn was e.beneeus. matige – .yrhag.
Scheepsruimte bleef genoegzaani beschikbaar. Voor ruwe
producten naar. Mannheirn bedroeg de

vracht en.
f
1.4
pci- bhst met verkorten lostijd. Het slee-ploon bedroeg 3.0 ets.
tarief. ])e w’aterstand bleef afwisselend vallend en wassencl.
– Nâkr nIco Bovenrjn werd dp ‘ce. 230
M.
en naar den
Benedenrijn op vollen diepgaig, a-fgeladen.

In cle Ruhrhavens bleef de situatie onveranderd. Tenge-
volge van de groote aanbieding van ledige seheepsruimte –
liep -de vracht v,00r ckportkolen’ nar Rotterdam – wederom
met 10 Pfg terug en bedroeg Mk. 0.90 per ton inclusief
sleeploon.

Auteur