29 MEI, 1929
A
L[TfiJURSRECHT
VOORBEHOUDEN.
Ec
‘
onomis éh~
“
_ Statistische
;. Berïc
*hten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID; FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE
VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
14EJAARCANG
WOENSDAG 29 MEI 1929
No. 700
INHOUD.
Bii:
DE OPDRACHT AAN DE NIEUWE MUNTCOMMISSIE
door
Mr. J. Westermdn Holstijn …………………..496
Termijnbetaling door
E. Legerman………………498
De waarde van Suriname als cultuurland door
Tj. Pyt.
tersen
met naschrift door
J. S. C.
Kasteleijn ….. 500
De Indische middelen over Februari
1929 ……….503
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:
De. Zuid-Afrikaansche ijzer- en staalindustrie door
E. Rosent hal …………………………..504
AANTEEKENINGEN:
Het kalimonopolie van Europa ………………
505
Amerikaansche beleggingen in het buitenland ….
506
Ontvangen boeken …………………………..
506
MAANDOIJFERS:
Overzicht van de Indische middelen …………
51)7
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN …………….
507-514
Geidkoersen.
Bankstaten.
Goederenhandel.
Wisselkoersen.
Effectenbetirzen.
Verkeerswezen.
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE
GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Staart.
• ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom;
J.
von Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele;
Prof.
Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. . L. F. R. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Ren gers; Prof. Mr. II. R. Ribbius; Jan Schilthuis;
Mr.
Q. J.
Terpstra; Prof. Mr. F. le Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Staart. Assistent-Redacteur: H. M. E. A. von der Valk.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postre.kening 8408.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
iVederl and f20,—. Buitenland en Koloniën f23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. J,eden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont-
vangen de abonné’s, leden en di,nateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet and’rs wordt beslist.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigepiaatweg.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh
dl
van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot
terdam, Amsterdam, ‘s-Graven dage. Po8tchèque- en giro
rekening No. 6729.
28
MEI
1929.
Ook deze week blecf de stemming op de geidmarkt
zeer vast. Alleen Oallgeld was meer aangeboden en
liep tot 4Y21 pCi. á
4%
pOt. terug. Dit was echti
alleen toe te schrijven aan voorbereiding voor de na-
derende ultimo, want particulier disconto was eerder
vast€r, vooral in het laatst van de week en çok pro-
longatiegeld was zeer sterk gezocht. Aanvankelijk
konden enkele posten disconto tot 5% pOt. worden
ondergebracht, maar later werd weder regelmatig
534 pOt. betaald en gisteren werd zelfs 5/io pOt. toe-
gestaan, terwijl de prolongatienoteering tusscheri
5% en 6 pOt. schommelde.
•
* *
*
De weekbalans van De Nederlandsche Bank ver-
toont een verderen teruggang van de binnenlandsche
uitzettingen. De post binnenlandsche wissels ging
namelijk’met ruim
f
1.4.5 millioen terug, de post be-
leeningen met bijna
f
5.5 millioen.
De post papier op het buitenland nam daarentegen
wederom toe, thans met ruim
f
8 millioen; de diverse
rekeningen onder het actief wijzen een kleine ver-
mindering aan van rui
f 0.7
millioen. De wijzigin-
gen in den metaalvoorraad der Bank zijn van geringe
heteekenis: de voorraad zilveren munt nam met ruim
f 0.7
millioen to1 –
De bankbiljetten in oioop krompen verder in,
thans met ruim
f
11.5 millioen. Een vrij belangrijke
stijging vertoont het rekening-courant-saldo van het
Rijk, dat met bijna
f
13 millioen toenam; de reke-
ning-courant-saldi van anderen liepen met ruim
f
2
nillioen terug. S-let besehikbaar metaalsaldo steeg met
ruim
f
1 millioen. Het dekkingspercentage bedraagt
ruim 55.
* *
*
In de noteering van de wisselkoersen kwam weinig
.verandering. De opening was vrij vast, maar den vol-
genden dag ging het geheele avans van
% %
‘
loo
‘.weder verloren en verder bleven de meeste koersen
zonder verandering. Alleen voor Marken bleef de
stemming zeer vast. Na de sterke
stijging
op den eer-
-sten beursdag liep de koers niet zoo sterk meer om-
hoog, maar giteren werd toch tot 59.31 betaald. Ma-
drid had weder eens van en lichten baisse-aanval te
lijden en liep tot 35.15 terug.
•
.
LONDEN,
27
MEI
1.929.
Gedurende de geheele vorige week, ook op Vrijdag
en Zaterdag, bestond er goede vraag naar geld tot
loonende prijzen vodr de geldgevers. De mai-kt wordt
‘nog steeds beïnvloed dooi- de situatie op de geldrnarkt
th New York, die er door den strijd tusscheu de Fede-
ral Reserve autoriteiten niet overzichtelijker op is ge
worden. Deze week zal geld in verband met de ulti-
mo en het feit, dat er voor 6 millioen India Buis
en. een grooter bedrag schatkistpromessen dan er ver-
va1t, wordt uitgegeven, wel zeer krap zijn. I:Ieden
•
wordt er reeds geleend van de Bank yan Engeland.
Onder deze ‘omstandigheden, waarbij nog de onze-
kérheid komt over het. resultaat van de aanstaande
,verkiezingen, trok het disconto verleden week zeer
sterk aan en bereikte de noteering 5%7/j; Vrijdag
werden de nieuwe schatkistpromessen tegen 513132 ge-
jilaatst. Heden was de prijs eigenlijk niet beter dan
.5
7
1i6
pOt., met andere woorden, de Bank bèheerscht
de markt absoluut. Koopers houden zich op ‘t oogen-
,hlik terug in afwachting van het /erder verloop der
gebeurtenissen te New York en te Parijs.
496 /
ECqNOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29
Mei 1929
DE OPDRACHT AAN DE NIEUWE ‘
MUNTCOMMISSIE.
In April ji. werd bekid áemaakt, dat de minister’s
van financiën en van koloniën een commissie hebben
ingesteld met de opdracht te onderzoeken, of bij hand’
having van de bestaande munteenheid tusscheu Ne-
derland en zijn overzeesche gebiedsdeelen, vervanging
van de grove zilveren munten door nikkelen stukken
van dezelfde nominale waarde, onder gelijktijdige
verlaging van die stukken tot pasmunt, uitvoerbaar
is, en bij eventueele bevestigende beantwoording van
deze vraag, of die vervanging gewenscht moet wor-
den geacht.
Bijna overal is gedurende de laatste jaren, wat het
muntwezen betreft, de aandacht geconcentreerd ge-
weest op den gouden standaard en op de waarde van
het inheemsche geld, in het bijzonder tegenover het
goud en het buitenland Nu echter de gouden stan-
daard (zij het in verschillenden vorm) schier alge-
ineen weer is ingevoerd of bevestigd, zijn de quaes-
ties betreffende de geldstukken zelf, meer naar vdren
gekbmen en speciaal voor die geidstukken, welke be-
stemd
zijn
in het binnenlandsch verkeer te circuleeren.
Deze vragen betreffen de grootte en het gewicht der
muntstukken, benevens het materiaal, waaruit zij
vervaardigd moeten worden. Men is het er vrijwel
over eens, dat het papieren geld van lagere waarde
moet verdwijnen, doch daarom wenscht men, ter ve-
vanging daarvan, nog niet de oude munten terug of
nieuwe munten, die aan de oude nagenoeg
gelijk
zijn.
Integendeel, die munten, de zoogenaamde grove mun-
teû, worden door velen te groot en te zwaar geacht
voor het dagelijksch gebruik; ook wordt door soms
migen gemednd, dat het zilver niet het metaal be-
hoort- te- blijven, waaruit die nieuwe munten bij voor-
keur zijn te slaan.
Hier en daar is men in het buitenland omtrent
deze punten dok reeds tot een beslissing gekomen. –
Als een metaal, dat als muntmateriaal de voorkeur’
boven zilver zou verdienen, werd nog al eens liet
goedkoopere nikkel genoemd. Prof. Dr. 0. A. Ve.rrijn
Stuart, Mr. 0. W. Ritter, Mr. Dr. Ant. van Gijn,,
de heer S. van der Bergh Jr. en anderen, hebben claar
in dit tijdschrift
1),
in de Kamer en elders de aan-
1
dacht op gevestigd en hebben met eenigen aandratig
aan de Regeering de vraag voorgelegd, of het niet ge-
wenscht zou zijn ook hier -te lande te onderzoekeu,l
of het nikkel niet het zilver van onze teekenmunt,
zou kunnen . vervangen. De nieuwe Muntcommissie
1
is van dien aandrang het resultaat. Zij heeft de op-
dracht gekregen, die in den aanvang van dit artikel
i.n hoofdzaak woordeljk is medegedeeld, een opdracht, –
die zich nauw aansluit bij wat de reeds genoemde:
schrijvers en sprekers hebben te berde gebracht. Door
de bewoordingen van de opdracht geeft de Regeering
blijk van hare bedoeling, dat de Commissie zich
slechts met een bepaald punt uit het mutwezen zal bezighouden. Op zichzelf is dit natuurlijk om ver-schillende redenen “toe te juichen, maar goed be-
schouwd is de opdracht tenslotte toch te beperkt ge-;
worden, en moet men hopen, dat de Commissie zich:
bij haar onderzoek en advies op een iets ruimer stand-,
punt zal plaatsen.
Ik heb hierbij drie punten
01)
het oog, die naar
ik meen, de Muutcommissie in haar onderzoek zal
moeten betrekken, al moge zij strikt genomeu daar-
toe niet hepaaldelijk opdracht gekregen hebben.
De Regeering vraagt een advies over de vervanging
van de zilveren rijksdaalders, guldens en halve gul-
dens door nikkelen stukken,
onder geli51r.’ijdige ver-‘
laging van die stulcicen tot pasmunt.
Het grove zilver, en in aansluiting daaraan, de’,
zilverbons, zijn thans wettig betaalmiddel tot elk b
1)
Zie E.-S. 11. van 22
Aug.,
5 Dec., 19 Dec. 1928 en
23
Jan.
1929.
drag. De Nederlandsche Bank heft daardoor wette-
lijk de keus .hare biljetten te betalen, hetzij in gouden
tientjes, hetzij in grof zilver of zilverbons; zij heeft
zich echter tegenover de Regeering verbonden, hij stij-
ging van den wisselkoers boven het gouduitvoerpunt
aan de houders harer bankbiljetten desgevraagd goud
op muntpariteit, ter beschikking te stellen voor uit-
voer.
Wanneer het noodig is dat goud ons’ land ver
laat, en dat is
llet
geval, zoodra de wisselkoersen boven
het gouduitvoerpunt zijn gestegen, is de Bank, die den
nationaleh goudschat beheert, dus verplicht dat af te
staan. Zoolang echter de wisselkoersen daartoe geen
aanleiding geven, is de Bank vrij het goud vast te
houden; geen buitenlander noch Nederlander kan,
met bapkbiljetten in de hand, voor eigen oogmerken
haar tot afgifte dwingen, immers de Bank is be-
voegd de aangeboden biljetten met grof zilver of zil-
verbons te betalen in plaats van met de verlangde
gouden tientjes.
Deze regeling heeft steeds nuttig gewerkt, en heeft
nooit eenig
werkelijk
bezwaar opgeleverd; zij h’eeft
onder alle omstandigheden bewezen een hechte basis
voor de goudpositie van Nederland te zijn.
Wordt de tegenwoordige teekénmunt tot pasmunt
verlaagd, dan wordt de goudpositie van Nederland
geheel anders. De Nederlandsche Bank moet dan
haar bankpapier in gouden tientjes betalen, aan
ieder die betaling in specie eischt. De gouden tien-
tjes zullen haar ad – libitum onttrokken kunnen wor-
den voor het binnenlandsch verkeer; voor oppotti ng,
voor industrieele doeleinden en voor sieraden in bin-
nen- of buitenland; ‘en ook voor versterking van goud-
voorraden in het buitenland, zoodra men daar zulks mocht wenschen. Nu is deze afvloeiing van gouden
tientjes wel eenigszins te voorkomen door als nieuwe
bepaling in te voeren, dat de Bank haar biljetten al-
leen in specie zal behoeven te betalen, wanneer haar
‘een quantum van eenig aanbelang wordt gevraagd,
met toekenning van de bevoegdheid deze specie dan
ook te leveren in vreemde gouden munt of in baren,
in plaats van in Nederlandsche gouden munt Zulk
een bepaling zou in Europa geen novum zijn. Doch
beschermd wordt de goudvoorraad van Nederland
daardoor zeker niet:
vrijelijk
zou een goudbegeerig
buitenland immers over onzen goudvoorraad kûnnen
•
blijven beschikken.
Nu is het een onloochenbaar feit, dat het buiten-land juist tegenwoordig goudbegeerig is. Naast de
voortdurende vraag naar gouden munt voor Azië is
er een, met moeite binnen de perken te houden stre-
ven
merkbaar
van tal van landen hun goudsehat te
versterken, zoodra zich daarvoor maar een geschikte
gelegenheid voordoet. Dank zij onze tegenwoordige
regeling, gaat deze stille goudzuiging grooteiideels
ons land voorbij. Valt – onze in dit opzicht heilzame
regeling echter weg,’ dan staat te vreezen, dat
Nederland telkens zal bloôtgesteld zijn aan af-
‘vloeiing van, goud tengevolge van aankoopcn voor
buitenlandsche rekening, welke aankoopen . met
ons geldwezen of met den stand van onze heta:
lingsbalans niets uitstaande hebben. Zoodra het bui-
tenland besluit eenig opgeld, openlijk en rechtstreeks
of bedekt en indirect, voor goud te besteden, staat
Nederland bloot aan goudonttrekking, met voorbij-
gang van andere landen, die verder afgelegen zijn,
wier wisselkoersen voor de transactie ongunstig zijn
of die aan zulk een goud-export hinderpalen – van
welken aard ook in den weg leggen. Regelmatige aanvoer van goud, zooals in Lônden plaats heeft,
komt hier niet voor, zoodat Nederland zich, na on-
tijdige afvloeiingen, noodgedrongen zou moeten gaan
voegen bij de goudbegeerige landen, die er op uit zijn
hun gondschat aan te vullen, hetgeen ons land tot
dusver niet heeft behoeven te doen.
Het bovenstaande moge duidelijk gemaakt hebben,
dat het tegenwoordige stelsel, dat onze koudpositie
afdoende beschermt, in de
praktijk
uiterst nuttig is.
.
11
29 Mei 1929 –
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
497
Het is bekend, dat men er ons in het buitenland, bij-
voorbeeld zelfs in Engeland, wel eens om benijdt.
Wordt men in het buitenland immers gehinderd door
ongewenschte, als ongerechtvaardigd gequalificeerde
goudonttrekkingen, waartoe de toepassing van den
zuiveren gouden standaard den weg steeds openlaat,
dan is men telkens weer genoodzaakt door vertoogen
of anders door bijzondere maatregelen aan het ongerief
een einde te maken. Theoretisch moge de zuivere
toepassing van den gouden standaard mooier zijn,
vooralsnog is een regeling als bij ons practischer.
Eén middel bestaat er intusschen om, wordt de tee-
keumtint pasmunt, den goudschat toch de bescherming
te verzekeren, die hij tot dusver had. Door ni. de cir-
culatiebank de bevoegdheid te verleenen hare bil-
jetten, behalve in gouden munt, of in gouden baren,
te harer keuze ook. te betalen in vreemde valuta tegen
koersen, niet hooger dan het gouduitvoerpunt. Zulk
een bepaling komt in de buitenlandsche bankwetge-
vingen van den laatsten
tijd
wel voor.
i)
De Muntcorn-
missie, die den Gen Maart 1926 aan de Kroon over
ons muntwezen in het algemeen een advies uitbracht,
is echter voor deze consequentie, naar het mij voor-komt ten onrechte, nog téruggedeinsd.
Waarom echter, ook wanneer onze guldens en rijks-
daalders van nikkel mochten worden, deze dan niet
teekenmunt gelaten als tot dusver het geval was,
2)
wettig betaalmiddel, zooals toch ook de zilverbons
varen? Daarmede zou de geheele quaestie van de
gotidpositie van Nederland opgelost zijn. Is er eenigc
dringende reden, met de regeling, die historisch ge-
groeid is, thans, op dit zeker niet gunstige moment,
te breken? Het is geweuscht, dat de Muntcommissie
ook deze vraag, al ‘heeft de Regeering haar daartoe
feitelijk geen opdracht gegeven, beantwoordt. Mocht
zij komen tot de slotsom, dat de teekenmunt niet
meer als zoodanig is te handhaven, doch pasmunt
moet worden, dan zal zij niet kunnen nalaten tevens
de consequenties na te gaan, waartoe die verandering
in ons muntwezen in de
praktijk
leidt, in het bijzon-
der wat onze goudpositie betreft.
2e. Het Muntfonds.
liet tegenwoordign Muntfonds dankt zijn instel-
ling aan het beginsel, dat de winsten, die de Staat
tot een aanmerkelijk bedrag maakt met het in omloop
brengen van n:iet volwaardige munt, ter
zijde
gelegd
behooren te worden om steeds te kunnen strekken tot
dekking van het verlies, dat een latere intrekking
en ontmunting mocht opleveren. Wordt het zilver-
geld door nikkelgeld vervangen, dan zal dit beginsel
ongewijzigd toepassing kunnen, vinden en zal het.
Muntfonds dus blijven bestaan.
Er is echter nog een andere reden, die pleit voor
de handhaving van het Muutfonds. Dat het ooit,zal
komen tot een intrekking en ontmunting op groote
schaal van onvolwaardige munt, omdat daaraan een
blijvend
teveel is ontstaan, is niet waarschijnlijk. Wat
zich echter wel kan voordoen, is een
tijdelijk
teveel.
De munten zijn in omloop op een waarde, afgeleid
van het gouden tientje en in het binnenland kunnen
daarmede ook steeds op dien voet betalingen gedaan
worden. Aan het buitenland echter niet. Ontstaat
er een groote behoefte aan betalingsmiddelen op het
buitenland, dan kan zich een groote terugvloeiing
voordoen van de onvolwaardige munten ter inwis-
seling in bankbiljetten, voor welke bankbiljetten dan,
op grond an de hierboven reeds vermelde verbinte-
nis van De Nederlandsche Bank goud verkregen kan
worden om daarmede het buitenland te betalen. De
zorg voor de handhaving va’n de goudwaarde van de
door den Staat in omloop gebrachte munt rust der-
halve op De Nederiandsche Bank en dit is niet juist
te achten. De Staat behoort daar zelf voor te zorgen.
en kan dat ook zeer gemakkelijk, mits slechts èen
wijziging gebracht woidt i,n .de wettelijke bepalingen,
‘)
.Bijv.
in Duitsehlaud, 13elgië,
itali,
Polen, Roemenië.
2)
Den halven, gulden
zou
men
pasuitigt-.kunnen maken.
die het Muntfonds beheersehen. Nu men bezig is ons
muntwezen aan een herziening te onderwerpen, moet
niet verzuimd worden ook dit punt tevens te regelen.
Noodig is daarvoor, in de Muntwet op te nemen,
dat het Muntfonds, behalve voet dekking van verlies
bij ontmunting, ook kan dienen om een tijdelijk teveel
aan munten op te nemen. Met het oog daarop zijn de regelen betreffende de belegging van het Muntfonds
in dier voege uit te breiden, dat die belegging voor
een deel ook kan bestaan uit goud en buitenlandsehe
goudwaarden,
Bij een sterke terugvloeiing van munten met ge-
lijktijdige vraag naar buitenlandsche betalingsmid-.
delen zal de gang van zaken dan zijn, dat de munten
(gesteld De Nederlandsche Bank wordt met het be-
heer der hovenbedoelde goudwaarden belast) door de
circulatiebank voor rekening van het Muntfonds
van het publiek á pari wordèn dvergenomen tegen
gelijktijdige beschikbaarstelling van baiteniandche
betalingsmiddelen uit de goudbeleggingen van het
Muntfonds.
Zulk een practische aanwending van het Munt-
fonds is thans bij de bestaande bepalingen in de
Muntwet niet mogelijk. Als de nood aan den man
komt laat de Muntwet slechts toe ontmunting en
verkoop van het zilver aan het buitenland met dek-
king van het verlies door te-gelde-making van de be-
leggingen van het Muntfonds, dat wil zeggen Neder-
landsche Staatsschuld. Daargelaten de omslachtige
wijze, waarop langs dien weg schulden -aan het bui-
tenland afgedaan worden, is daar ook tegen aan te
voeren, dat de ontmunting zelve onnoodig is. Immers
men kan zich slechts denken, dat een depressie tij-
delijk aanleiding gaf tot een teveel aan hinnenlandsch
geld, dat omgezet moest worden in huitenlandsehe
betalingsmiddelen. Op den duur, zoodra het getij
zal zijn gekeerd, zal het hinnenlandsch verkeer weer
dezelfde hoeveelheid munten behoeven als vroeger,
zoodat na de plaats gehad hebbende ontmunting, weer
aanmunting noodig zal zijn.
Wijzigt men daarentegen de bepaling betreffende
liet Muntfonds als h:ierboven aaiigegeven, dan kan de
omzetting van overtolligô munten in buitenlandseh
geld terstond uitgevoerd worden, terwijl later, als
de munten voor het binnenlandsch verkeer weer te-
rugverlangd worden, deze zonder tijdverlies of kosten
weer van het Muntfonds betrokken. kdnnen worden.
Is de wijziging in de bestemming van hét Munt-
fonds nuttig, nu onze binrienlandsche eirculatie uit
zilveren munten bestaat, die nôg een niet onbelang-
rijke intrinsieke waarde hebben, zeker niet minder
is die wijziging aan te hevelen, indien die muhten
door nikkelen mochten worden vervangen. Uit welk
materiaal de Staat ook onvolwaardige munten zou
willen vervaardigen en in omloop brengen, de plicht
om te allen tijde de goudwarde daarvan te verzeke-
ren, niet alleen in het binnenlandsch verkeer, maar
ook tegenover het buitenland, blijft gelijkelijk Staats-
ii licht.
Wat hierboven ioor Nederland en het Nederland-
sche Muntfonds gezegd is, geldt evenzeer voor Ne-
derlandsch-Indjë en het Indische Muntfonds. De mo-
gelijkheid van een terugvloeiing van munten, op
zulk een schaal dat moeilijkheden voor de goudposi-
tie van het land daarvan het gevolg zijn, is in Indië
alleen grooter.
Op het oogenblik zijn de grove munten in Neder-
land en Nederlandsch-Ïndië dezelfde en zoowel hier
als daar gelijkéljk wettig betaalmiddel. De munten
kunnen derhalve zoowel door Nederland als Indië
gebruikt worden als remisemateriaal onderling, ter-
wijl dat ten aanzien van het buitenland niet mogelijk
is. Zulke remises zullen echter slecht zelden in het
algemeen belang zijn. De munten zijn immers aange-
maakt en bestemd in eik deel vhn het Rijk afzonder-
lijk te ‘circuleeren.. Worden zij van het eéne deel,
als ‘dalir een tijdelijk tevel is, in het anderé overge-braeht ‘zonder dat daar een gelijkelijk tekort is, dan
493
–
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29
Mei 1929
geeft die overbrenging, indien zij op eenigszins groote
schaal plaats heeft, voor het muntwezen daar onge-
rief. Deze onvolkomeaheid in beider muntwezen
wordt geheel verholpen, wanneer de Muntfondsen
de functie
krijgen
een tijdelijk teveel aan circulee- –
rende munten ter plaatse op te nemen en daartegen
betalingsmiddelen op het buitenland te verschaffen,
hetgeen in de eerste plaats omvat betalingsmiddelen
op het andeie deel van het Rijk. En aangezien het
voorkomen van zulke remises in beider belang is, kan
op grond daarvan een samenwerking tussehen beide
Muntfondsen en een verdeeling van de lasten hepleft
worden.
Het is bekend, dat de Regeering geen scheiding
tusschen het muntwezen van Nederland en van Indië
wil bevorderen, die verder gaat dan thans reeds het
geval is, en -daarom tot dusver gewenscht heeft; dat
naast het gouden tientje, ook de grove zilveren man-.
ten in beide gebiedsdeelen gangbaar zijn. Ook al wordt
derhalve een nieuwe nikkelen munt ingevoerd en wordt
deze tot pasmunt verlaagd, dan is het niet uitge3loten
dat deze in Nederland zoowel als in Indië, al is het
dan alleen bij de Openbare kassen, weder tot elk be-
drag inwisselbaar zal
zijn.
De nieuwe mut, als is zij
pasmunt, kan dan opnieuw dienen als remise-
materiaal en daarom zal ook in dat geval samenwer-
king tusschen de beide Muntfondsen als hierboven
aanbevolen noodig
zijn,
om stoornis gevende remises
over en weer te voorkomen.
Bij een goede regeling van ons muntwezen behoort,
ook de wijziging in de functie van het Muntfonds
als hierboven uiteengezet. Betrekt derhalve de nieuwe
Muntcommissie ook het Muntfonds in haar onder-•
zoek, hetgeen zij bij de grootere wi.nsten, welke de
aanmunting van nikkelgeld zal opleveren wel niet
zal nalaten, dan zal het gewenscht zijn, dat zij ook hare aandacht schenkt aan de regelen, die voor het
Muntfonds in de toekomst
zijn
te stellen.
3e. De nieuwe Munteonimissie heeft opdracht ge-
kregen over de vervanging van de grove zilveren munt’
door nikkelen te adviseeren. Onze tegenwoordige
4
munten hebben inderdaad bezwaren, met name het
gewicht en de grootte. De invoering van nikkelen
munten in de plaats daarvan zal misschien ook aanl
eenige bedenking blijken onderhevig te zijn, niet zoo-
zeer theoretisch, maar wellicht technisch en ook psy-
chologisch. Het resultaat van het onderzoek hiernaar
door de Muntcommissie zij afgewacht. Mocht het ech-
ter blijken, dat er inderdaad bezwaren van ernstigen
aard bestaan, dan ware het gewenscht, dat de Corn;;
missie ook naging of het niet aanbeveling zou ver-;
dienen de teekenmunt van zilver te laten, doch haar
alleen wat kleiner en lichter te maken. Ook op dit
punt moge de Muntcommissie haar taak wat ruim op-:
vatten.
Mr.
J. WESTERMAN HOLSTIJN.
TERMIJNBETALING.
)
Elke nieuwe methode handel en nijveheid te sti-
muleeren, de werkgelegenheid te verruimen en aldus
het algemeene welvaartspeil te verhoogen, vérdient
aan een nauwgezet onderzoek te worden onderworpen.
Het is daarom niet verwonderlijk, dat het termijn
–
betalingsstelsel de laatste jaren zoowel in de Nieuwe
1)
Het vraagstuk van het koopen van goederen
op af-
betaling is reeds meerdere malen in ons tijdschrift behan deld. Het rapport van den Ned. R.-K. Middenstandsbond
dat in het nummer van dit tijdschrift’ van
1
Mei ji. is be
;
sproken en het vorige week verschenen rapport van de
Kamer van Koophandel te – Amsterdam, waarover
wij
bin
nenkort een artikel hopen
op
te nemen, hebben hier te
lande de aandacht
op
de economische en sociale werking
van dit stelsel gevestigd. Daarom zal het ongetwijfeld voor onze lezers van belang
zijn in het hiervolgende artikel van den secretaris van de
directie der Industriëele Disconto Maatschappij ,Jiet stand-
punt van iemand uit de practijk te vernemen. (lIed.).
als in de Oude Wereld in het centrum der belangstel-
ling staat.
Toch hebben wij hier niet te doen met een nieuw
idee. Reeds de Romeinen kenden de termijnbetali.iig,
men beweert, dat de Gebroeders Orassus een groot
deel van hun enorm fortuin verwierven door het bouwen van huizen buiten de wallen van Rome,
welke
zij
op terijnbeta1ing verkochten. Aan het ein-
de van de vorige eeuw was in Engeland reeds de En-
eyclopaedia Britannica, op – afbetaling verkrijgbaar
en de snelle verspreiding welke de naaimachine over
de geheele aarde onder alle klassen der bevolking
heeft gevonden is wel in de allereerste plaats te dan-
ken aan de van den aanvang af geboden gelegenheid
het artiket op termijnbetaling te koopen.
Evenals in de Vereenigde Staten van Amerika was
dus ook in Europa het koopen op. termijnbetaling
reeds voor den oorlog wel bekend. De firma’s, die
zich hiermede bezig hielden, werden echter – over –
het algemeen terecht – als minderwaardig be-
schouwd.
De z.g. afbetalings-magazijnen leverden slechte
kwaliteiten, vorderden veel te hooge
prijzen
en stel-
den vaak eischen, die de kooper niet kon nakomen
om zich dan weer in het bezit van het geleverde te
kunnen stellen. Deze uitwassen van een overigeui
goed systeem bestaan ook heden ten dage nog. —
De meer algemeene toepassing van het systeem da-
teert van het laatste decennium. De impuls ging uit
van den automobiel-handel. Aanvankelijk stonden de
automobiel-fabrikanten
afwijzend
tegenover het stel-
sel. Omstreeks 1921 echter toen de ,,Slump” in het
Amerikaansche zakenleven in de plaats trad ‘an de
hoogconjunctuur der oorlogs- en naoorlogsjaren, en
het gebrek aan vraag uit het buitenland den export
sterk deed verminderen, kwam men op het denkbeeld
den afzet in het binnenland door invoering van ter-
mijubetaling te stimuleeren. Het systeem voldeed
uitstekend, de afzet steeg
belangrijk,
dit opende de
mogelijkheid tot rationaliseering der
bedrijven
en
zoo weer tot prijsverlaging. De lagere prijzen werkten
weder stimuleerend op den kooplust enz.
Op deze wijze werd een wissel-werking verkregen
waardoor de consumptie met de productie geljken
tred hield. Bovendien werd het – toen het .ysteern
ook tot de detail-handelaren zelf werd uitgebreid –
dezen
mogelijk
hunne inkoopen geljkmatiger over het
jaar te verdeelen. Hierdoor werd weder grootere ge-lijkmatigheid in den afzet der fabrieken en dus in de
productie bereikt, waardoor weder verdere besparing
in de fabrieken kon worden verkregen. Ofschoon het
bewijs hiervan wel niet te leverpn zal zijn, ‘meenen
vooraanstaande Amerikaansche economisten als buy.
Dr. Wilbur C. Plumer van de Universiteit te Peiinsyl-
vania, dat zonder terinijnbetaling de kostprijs van au-
tomobielen op het oogenblik belangrijk hooger zou
zijn dan in werkelijkheid het geval is.
Wat overigens het ontbreken van deze financie-
rings-methode voor
•
de Amerikaansche autoffiohiel-
industrie zou heteekenen, leert ons de- volgende be-
cijfering:
De hinnenlandsche verkoop van personen*agens
bedroeg in de U.S.A. in 1928 volgens het American
Trade 3ournal
3.411.605
stuks. Aangezien volgens de
gegevens van de National Association of Finance
Companies 75 pOt. der verkoopen op termijnbetaling
geschieden, zqu dit voor 1928 – beteekenen 2.500.000
automobielen, waarin verwerkt werden:
voor het chassis bijna 2.500.000 ton staal;
ongeveer
60.000.000
KG. koper;
bijna 60.000.000 KG. lood; ruim
30.000.000
KG. aluminium;
voor de carrosserie meer dan 4.500.000 M
2
hard hout;
– bijna 2.000.000 M
2
zacht hout;
ongeveer 2.200.000 M
2
leer;
–
–
ruim
3.000.000
M glas;
meer dan 400.000 H.L. verf en vernis
29 Mei 1929
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
499
ongerekend de radiateurs, carburateurs, dynamo’s,
magneten, lampen, schakelaars, enz. enz. Ongeveer
2.500.000 werklieden ‘werden voor de vervaar’liging
hiervan te werk gesteld, aan wie meer dan
$ 5.000.000.000 bonen werden uitbetaald.
De gunstige ervaring in de automobielindustrie
opgedaan, bracht vanzelf ook andere industrieën ertoe
het stelsel in toepassing te gaan brengen. Slechts en-
kele jaren
zijn
voldoende geweest om het systeem
zoowel in de Nieuwe als in de Oude Wereld algemeen
ingang te doen vinden.
De al of niet toelaatbaarheid van termijnhetaling
is mi. geen kwestie van beginsel doch uitsluitend
van verhoudingen. Elk systeem kan op tweeërlei wijze
worden toegepast, nl. ten voordeele van de maat-
schappij of wel ten nadeele daarvan. De vraag is dus
niet: ,,Is termijnbetaling economisch nuttig of scha-delijk?” maar men dient zich af te vragen:
Wanneer
mag tcrmijubetaling worden toegepast;
aan wie
mag
dit soort crediet worden verleend en
door wie
mag
het verleend worden?
Op de vraag waar en wanneer termijnbetaling mag
worden toegepast zou ik willen antwoorden: Overal
daar, waar besparing van arbeid of tijd wordt ver-
kregen of verhooging van welstand intreedt. Er mag
in dit verband hier wel even iets gezegd worden over
de terminologie. Veelal wordt gesproken van: ,,Oon-
sumptief crediet” wanneer termijnbetaling wordt
bedoeld. i)it nu sticht m.i. verwarring. Met consump-
tief crediet (Konsumfinanzierung) mag, naar mijn
meening, alleen de financiering van verhruiksvoor-
werpen worden aangeduid en
niet
het verleenen van
credieten voor de aanschaffing van gebnuiksvoorwer-
Pen. Bij de financiering van consumptieve goederen
is over het algemeen geen sprake van besparing of
van welstandsverhooging, dit is wel het geval bij nut-
tige gebruiksvoorwerpen. Evenwel is het niet moge-
lijk hier een zuivere scheidingslijn te trekken. Eet
hangt van het gebruik af, dat van het artikel wordt
gemaakt, of dit moet worden beschouwd nuttig effect op te leveren in economischen zin. Of dus termijnbe-
taling mag worden toegepast moet steeds van geval
tot geval worden beoordeeld.
Tot de artikelen, die voor termijnbetaling in aan-
merking komen reken ik in de eerste plaats: bedrijfs-
automobielen, landbouw-werktuigen, industriemachi-
nes, winkel- en kantoormachines, apparaten voor de
practische wetenschap en voor onderwijs-doeleinden
en in mindere mate ook huishoudelijke apparaten en
piano’s en radio-instrumenten, omdat deze een hy-
giënisch of een cultureel belang dienen. –
Aan wie mag nu termijnbetalings-crediet worden
toegestaan? Het mag worden verleend aan ieder, die
van het met het crediet aan te schaffen object voor-
deelige resultaten in zijn beroep of bedrijf kan be-
reiken, of daarvan op andere
wijze
een tastbaar vöor-
deel mag verwachten.
Het crediet mag dus oiet maar worden verleend
aan ieder, die er ,,goed voor is”; de credietgever be-
hoort er zich van te voren wel degelijk van te ‘erge-
wissen, dat van liet crediet werkelijk een economisch
juist gebruik zal worden gemaakt. Er rust dus op
hem een groote verantwoordelijkheid. Van primair
belang is daarbij, dat hij kan beschikken over een
goeden informatiedienst. De organisatie van het in-
formatiewezen laat op het oogenblik, in het bijzonder
wat de kleine credietnemers betreft, in verschillende
landen-van Europa nog te wenschen over, doch met
bevrediging kunnen wij op dit gebied een algemeen
streven naar samenwerking bij de groote informatie-
kantoren, de groote geld-instituten eii de organen
van koophandel constateeren.
In verband met het bovenstaande is juist de derde
vraag: ,,door wie mag termijnbetaling worden ver-
leend” van het allergrootste belang.
De economische verantwoordelijkheid voor het
verleenen ian de eredieten kan uitsluitend worden
gedragen door een lichaam, dat geen ander belang
kent dan de financieele transactie zelf. Elk direct
of indirect interesse aan den afzet van het gcfinan
cierde product dient te zijn buitengesloten. De finan-
cieele transactie moet doel zijn, geen middel.
De fabrikant of handelaar, die zelf den afzet van
zijn goederen op tei-mijnbetaling financiert, beteekent
een economisch gevaar. In talrijke gevallen is de
winstmarge op zijn product zoo ruim, dat zelfs bij
het niet binnenkomen van een ieer aanzienlijk deel
zijner vorderingen hij er nog in kan slagen een rede-
lijke winst op zijn omzet te maken. in een zoodanig
geval verlaat de verkooper, die in het crediet-verlee-
nen slechts een middel ziet om zijn omzet te vergroo-
ten, maar al te gauw het pad der voorzichtighci.d en
komt ertoe zijn’ product op te dringen aan personen,
die voor den aankoop daarvan niet in aanmerking
behooren te komen.
Hetzelfde geval doet zich voor, wanneer een over-
heidsbedrijf op eigen gelegenheid den verkoop van
zijn artikelen gaat stimuleeren door termijnhet,aling.
Voor den Directeur van een Gasfabriek of een Elco-triciteitsbedrijf is liet verkoopen van apparaten in de
door hem ingerichte winkels slechts een middel om
het gebruik van gas of electriciteit te doen stijgen.
Ook hij is dus maar al te zeer geneigd de beproefde
financieringsprjncipes, welke de soliede financie-
rings-instituten tot de hunne hebben gemaakt te ver-
waarloozen. Dit klemt des te meer, daar hij met be-
lasting-gelden werkt, zoodat een eenigszins redelijk
rendement van het geïnvesteerde kapitaal ivel buiten
beschouwing zal worden gelaten.
Juist is de crediet-verleening door speciaal daar-toe ingerichte financicele lichamen, die daarbij een
aantal grondslagen, welke zij als noodzakelijke heb-
ben erkend, handhaven. Welke zijn nu deze principes?
le. Uitsluitend de aanschaffing van nuttige ge-
bruiks-voorwerpen te financieren in gevallen, waar-
bij tijds- of arbeidsbesparing kan worden verwacht.
2e. Een kassa-storting te verlangen, die ten minste
gelijk is aan de waarde-vermindering, die elk pro-
duct hij den overgang van producent naar consument
direct ondergaat. Deze kassastorting is tevens een
bewijs, dat de kooper niet geheel van middelen ont-
bloot is.
3e. De geheele afbetaling te doen plaats hebben
binnen een tijdsruimte, welke belangrijk beneden den
normalen levensduur van het gefinancierde object
blijft.
4e. Zich te onthouden van de financiering van
producten, die ingevolge hunne onvolmaaktheid da-gelijks aan het gevaar van groote waarde-verminde-
ring bloot staan.
De Amerikaansche National Association of Fi-
nance Companies heeft als ,,standaard condities” voor
het financieren van automobielen een minimum
kassastorting van 30 pOt. met een maximum looptijd
van het crediet van 12 maanden vastgesteld. Interes-
sant zijn de door deze vereeniging gepubliceerde sta-
tistieken omtrent de resultaten. Wij zien daaruit, dat
bij financieringen, waarbij met een lagere kassastor-
ting dan 25 pOt. genoegen werd genomen, het per-
centage der wegens wanbetaling teruggenomen wagens bijna 5Y2 maal zoo groot is als bij financieringen tegen
de ,,standaard-condities”. Bij realisatie van de terug.
genomen wagens bedroeg het gemiddeld verliesper-
centage:
bij 30 pOt. kassastorting en afbetaling in 12 maan-
den 0.536 pOt.;
bij 30 pOt. kassastorting en afbetaling in 18 maan-
den 0.839 pOt.;
bij een kassastorting van minder dan 25 pOt. en
afbetaling in 12 maanden 1.1 pOt.;
bij een kassastorting van minder dan 25 1)0t. en
afbetaling in 18 maanden 1.716 pOt.;
bij een kassastorting van minder dan 25 pOt. en
afbetaling in meer dan 18 maanden 4.84 pOt.
Deze statistiek toont wel duidelijk het groote ver-
500
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
.29 Mei 1929
schil in reultaten, verlregen bij een voörzichtige toe-
passing en die welke het gevdlg zijn van het overtre-
den van dè hierboven zoo juist opgesomde grondbe-
ginselen van het termijnbetalingssysteem.
Ik ben van meening, dat wanneer allerwegen deze
principes worden in het oog gehouden het termijn-
hetalingsstelsel gunstig moet werken en geen grootere
gevaren in.houdt dan welke andere vormen van ere-
diet-verleening ook. Uit den aard der zaak komt
het voor, dat deze wetten worden o
ertredetl. Wij
hebben vrijwel reeds in alle linden op dit gebied per-
sonen zien optreden, die zich van hun economische
verantwoordelijkheid niet bewust waren. Dit heeft
g&eid tot soms niet onbelangrijke deconfiturcs. Het
komt mij voor, dat dit kwaad de kiem der zclfver-
nietiging in zich draagt. Een groot gevaar zie ik er
dus niet in.
Aan deze verkeerde toepassing mag niet te veel
aandacht worden géschonken. Ik ben het, wat dat
betreft, geheel eens met Dr. Plummer, die zegt:
,,There is a possibility of concentrating too i.nuch
attention on instalment credit to the exclusion of
other elements equally dangerous, if not more so.”
De ervaringen, in de practijk in de laatste jaren
opgedaan, zijn gunstig. Het i§ helaas niet mogclijk
omtrent den omvang van termijnbetaling cijfers te
verstrekken, die ook maar bij benadering een idee
zouden kunnen geven van de mate, waarin van het
stelsel gebruik wordt gemaakt. –
Wel kan met stelligheid worden gezegd, dat voor-
al in de laatste twee jaren kan worden geconstateerd,
dat niet langer alleen kleine bedrijven, maar ook zeer
groote industrieën bij de aanschaffing van hun ma-
chinerieën. gebruik maken van het systeem. Ook zien
wij meer en meer Gemeente- en Rijks-insteilLngen,
die jaarlijks een bepaald bedrag op haar budget ge-
voteerd krijgen, dat op zichzelf onvoldoende is de aan-
schaffing van hijv. een Röntgen-installatie of een
andr duur wetenschappelijk apparaat te hetaen,
door gebruikmaking van termijnbetaling haar wen-
schen hevredigen.
Mij zijn voorbeelden bekend van kleine gemeenten
in ht buitenland, die op deze wijze tot de aanschaf-
fing zijn gekomen van behoorlijk
.
hrandbluschrna-
teriaal.
Het termijnbetalingssteiselhevindt zich nog in een
begin-periode. Het zal daarom goed zijn den verderen
ontwikkelings-gang nauwkeurig gade te slaan Daar-
bij zal de tot nu toe opgedane ervaring te stade komen.
De verdere gang van zaken mag met vertrouwen wor-
den tegemoetgezien.
E. LEGERMAN.
DE-WAARDE VAN SURINAME ALS CULTUURLAND.
De heer J. S. 0. Kasteleyn geeft ons in ,,Eoono-
misch-Statistische Berichten” van 27 Maart e.v. een
vrij donker beeld van de ,,werkelijke” waarde van Su-
riname als oultuurland, een beeld, dit niet gunstig
afsteekt bij dat, hetwelk het rapport van de ,,Studie-
Oommissie van het Sur. Studie S’ndicaat”, waarvan
cle her K. de leider éas, ons teekent. ik durf het niet wagen een beeld te geven van de
,,werke]ijke” waarde van Suriname als cultuurland.
maar
wil
in kort bestek hieronder de cultuurwaarde
naar voren brengen, zooals ik die zie.
De heer K. zegt o.rn.:
dat het kustgebied uit meer dan één millioen
Ii .A. uiterst vruchtbare alluviale klei bestaat;
dat dit gebied doorsneden wordt door goede wa-
terwegen;
dat hir na inpoldering en bij bemaling pracht-
gronden worden gévormd, die mechanisch te bewer-
ken zouden zijn;
.
dat de hooge gronden, d.w.z. clezulke, die niet behoeven te worden ,jngepolderd, niettegenstaande
h u:n ‘boschrjjkd.om, in dopiu riede humu s- en waterarm
en
niet vriiehtbaar zijn.
De. uitgestrekthe
.
id.v au de waardevolle terreien
in het kustgebied buiten beschouwing latende, kan ik
me in het algemeen vereenigen met .het onder a. en
b.
genoemde. – –
Omtrent de hooge grondeh het volgende:
Een klein deel der kolonie is tot heden voor mii-
tures benut geworden, en wel in hoofdzaak dat deel,
dat eertijds door forten kon wordën beschermd tegen
invallen van buiten, de z.g.n.. oude kolonie.
Toen Orynssen in 1667 Suriname op de Engelschen
veroverde, bestond sedert rond twintig jaren een voor
die dagen belangrijke suikerindustrie aldaar, welke
bijna geheël langs de Boven-Surinamerivier werd ge-
dreven. Wij hadden in Brazilië de groote waarde van
het bezit moer suikerindustrie leeren kennen en toen
deze moest worden prijsgegeien, werd getracht nieu-
we streken in bezit te verkrijgen, welke zich leenden
voor een dergelijk winstgevend bedrijf. De Surinaam-
sche suikeriridustrie in handen te krijgen was het
doel van Orynssen. De rietcultuur langs de Boven-
Suriname werd in hoofdzaak gedreven ,,op de heu-
velen en in het 1-langen der Bergen”, daar de lager ge-
legen terreinen aldaar doorgaans in den grooten
regentijd werden overstroomd. Verschillende Engel..
schen, w.o. de Gouverneur van Suriname, Lord Wil-
loughby, hadden hier naast Portugeesche Joden groo-
te belangen. Een eeuw lang is hier de cultuur met
afwisselend voordeel gedreven geworden en dat deze
streek een goeden naam bezat, wordt bewezen uit de
belangen, welke verschillende Gouverneursfamilies
nog in 1130 daar hadden, niettegenstaande de suiker-
sapwinning, welke door middel van dierljke kracht
moest geschieden (beestenwerken); zeer kostbaar was.
Auca was in 1150 nog een groote stiikerplantage.
In de ,,Geschiedenis der kolonie Suriname door een
gezelschap van Geleerde Joodsehe mannen” (1701)
lezen wij omtrent het prijsgeven dezer streken: ,,Daar
de gronden aan de rivier van Suriname de eerste ge-
weest zijn, die hun vruchtbaarheid verloren, en wel
om deze natuurlijke reden, dat men in Suriname, de
landen niet bemest noch op eenigerlei wijze be-
proeft, om dezelve, naar het voorbeeld van Europa
te verbeteren. Midlerwijl hebben de Joden zonder
eenig ander middel van bestaan te hebben dan hun-
nen landbouw, hunne bezittingen zonder schulden en
verbintenissen hehouçlen tot op het einde van 1750.
,,Maar het gestadig verlies van hun slaven, zo door
sterfte als door wegloopen veroorzaakt, verplichte
hen ook eerlang. . . . (gelden op te nemen).”
Ook in het Boven-Tempatygebied kwamen suiker-
fabrieken voor, waarvan er in 1156 volgen,s de boven
vermelde bron zes ten gevolge van invallen der bosch-
negers moesten worden verlaten. De hoogere en lich-
tere gronden langs de Boven-Oommewyne en Per.i.ca
zijn tot in de tweede helft. van de lOde eeuw met goed
succes in cultuur gebleven. De Gouverneur Nepveu
lezat hier de phntage Orawassibo (beestenwerk).
In de ,,Annotatiën” van Nepveu, waarvan het
origineel wordt bewaard in het Rijksarchief, komen
twee hegrootingen voor van suikerbedrjven op pol-
der- en hoogland.
De financieele uitkomsten van het hooglandbedrijf
zijn de beste. Nepveu zegt omtrent het hoogland nog
het volgende:
,,ln de booven of hooge landen zoude men zeker-
lijk veel goedkooper een suikerplantage kunnen aan-
leggen, dog daar i.s geen, immers zeer zelden, gele’
gentheid om een waterwerk (watermolen) te ge-
brujken.”
Zonder een geregelde bodembewerking en zonder
hemesting konden de hooge landen in, het algemeen
iiet in cultuur worden gehouden, waar zulks wel,
althans gedurende zeer langen tijd, in het polderge-
bied mogelijk was.,
De heer K. heeft – eën strook grénds afgeloopen,
welke is gelegen tusichen de Marowyne- en Sara’
maccarivieren, een terrein, zou ik het goed begrepen
heb,. bezuiden het oude cul ugebied gelegen. In de
29 Mei 1929
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
50)
eerste plaats viel de hoeveelheid humus hem hier
tegen. In humiede streken in de tropen is een snelle
omzetting van humus een gewoon verschijnsel, dat
door het onderwerken van een vlinderbloemig gewas,
kan worden goedgemaakt. Verder schrijft gen. heer,
dat over het algemeen een lichte, zandige bodem, naar
beneden overgaande in een zandigen leemgrond, die
goed waterhoudend
iS,
werd aangetroffen. Het is
geenszins uitgesloten, dat bij een deskundige behan-
deling een
dergelijke
grond voor verschillende cel-
tuurgewassen is te benutten. in Suriname wordt over
het algemeen elke grond, die niet overeenkomt met
de meest vruchtbare klei (mangro-land), ôngeschikt
voor cultuurbedrijven genoemd. Een van de meest onvruchtbare treken der kolonie, de terreinen rond
Lelydorp, zijn door eenvoudige Javanen de laatste
jaren met gunstig resultaat in cultuur gebracht ge-
worden.
Bezuiden van de door den heer K. afgeloopen liji
ligt het groote achterland der kolonie, een gebied van
rond 10 millioen R.A. beslaand.
Het rapport der ,,Studie-Oommissie” bevat enkele
gunstige opmerkingen omtrent de cultuurwaarde van
hooge gronden, gelegen zoowel langs den middenloop
als langs den bovenloop (vallengebied) der rivieren.
Het medelid van den heer K. in die pommissie, de
heer B. J. Kluvers, geeft daaromtrent in ,,De W.-T.
Gids” van Februari 1922 meerdere ten deele zeer
gunstige inlichtingen en zegt over de cultuurwaarde
in verband met de vegetatie:
,,G-eldt voor de lage gronden, dat ze vruchtbaar zijn als er veel pina (palissadepalm) op voorkomt,
voor de hooge lichte gronden zijn het de ,,boegroe-
maka en andere palnisoorten, die door veelvuldig
voorkomen een vrij zekere maatstaf voor de vrucht-
baarheid zijn”. Op Cuba is het de koningspalm, die
een aanwijzing geeft omtrent de goede cultuurwaar-de van den bodem. Vroegere planters schreven, dat,
waar goed bouwhout en bolletrie voorkomt de gron-
den zich uitstekend leenden voor verschillende cul-tuurgewassen wo. suikerriet. Dr. van Oappelle wijst
in zijn verslag van een tocht naar de Boven-Nickerie-
rivier op het voorkomen van uitgestrekte met bol-
letric begroeide terreinen in het binnenland, welke
boom daar groeit op humushoudenden zandgrond, die het water gemakkelijk doorlaat.
In de expcd i.tie van den zeeofficier van Stockum
worden o.m. de terreinen beschreven tusschen de van
Asch van Wijck- en Emmaketenen (Saramaccavailci).
hij treft daar aan weerszijden vlak tot licht beu-
velachtig land aan begroeid met zwsar bosch waarin
uitgestrekte palmbosschen het onderhout vormen.
Dezelfde streek werd eenige jaren later bezocht door
den toenmaligen houtvester in de kolonie, den beer
J. W. Gonggrjp en Prof. Stahel. In hun verslag
lezen wij dat het onderhout in die streken in hoof d-
zaak bestaat uit Boegroemakapalmen, terwijl naar aan-
leiding daarvan wordt gezegd: ,,Palmbosschen van
geheel dezelfde gesteldheid, als we hier vonden, treft
men. in groote uitgestrektheid over de volle breedte
van Suriname in de zandige heuvelstreken van het
binnenland aan.”
Beoosten de van-Asch van Wijck-keten ligt het
stroomgebied van de Surinamerivier. Dit terrein
werd onlangs bezocht door de heeren Stahel en IJzer-
man. Er worden goede kostgronden aangetroffen van hoschnegers hij het dorpje Pempé en van de iets zui–
delijk gelegen terreinen wordt in het verslag opge-
merkt: ,,De vegetatie geeft ons den indruk, dat het
land hier buitengewoon vruchthaar is, veel vrucht-
baarder dan de benedenbuurt.” Ook hier worden
palmbosschen aangetroffen.
Alle partijen zijn het erover eens, dat de slibafzet-
tingen langs de rivieroevers buitengewoon vrucht-
baar zijn; het vruchtbare land van het kustgebied is
ten deele opgebouwd door slibafzettingen der rivieren
en daarom mogen wij coucludeeren dat er gesteenten
in het Surinaamsche bergland worden aangetroffen,
Welke voor cultuurgewassen zeer waardevol verwe-
ringsmateriaal opleveren. De oude Nepveu schreef
ook reeds: ,…..’t zeeker dat alle overstroomingen de
Landen Vet maaken”.
De cultuurwaarde van een goed deel der hoven
vloedpeil gelegen terreinen in de kolonie kan niet
worden ontkend, ook al is die waarde dan minder
groot dan die van de polderklei.
Wij beschikken in onzen tijd over vele middelen om
de productiviteit van den bodem op te voeren. Hier-
onder vallen ook waterbouwkundige werken.
Bij
het
tot stand komen van irrigatiewerken in de bovenlan-
den, waar voldoende verval is, zal in den grooten
regentijd slibhoudend water ver van de rivieroevers
kunnen worden gebracht, zullen in den grooten
drogen tijd de gewassen niet behoeven te
lijden
van
gebrek aan water. Bij het verruimen van rivierbed-
dingen zullen overstroomingen als thans voorkomen
verschillende terreinen voor cultuurbedrjven bruik-
baar maken. De oude planters waren bij den aanie
hunner plantages in het kustgebied voor den afstand
der aanplantingen vanaf de rivieroevers afhankelijk
van de drainagemogelijkheid. Deze toch vond hij eb
plaats door sluizen en was daardoor in het vlakke land
beperkt. In onzen
tijd,
nu
wij de beschikking hebben
over verschillende bemalingsmethoden, staan vij
tegenover dit vraagstuk geheel anders en kunnen
groote uitgestrektheden land voor cultures worden
benut. Dit bemalingsvraagstuk is een studie op zich-
zelf en zal ik er hier niet dieper op ingaan. Vast-
staat, dat een juiste bemaling den bodem beter ge-
schikt zal doen worden voor mechanische bewerking,
dat de structuur van het bouwveld zal verbeteren, in
1920 publiceerde het ,,Sur. Studie Syndicaat” een
artikel van mijn hand, getiteld: ,,Suriname’s her-
‘leving op nieuwe basis.” Ik heb daarin een uitgebreid
overzicht gegeven van de cultuurwaarde der hooge
gronden, zooals oude planters deze zagen en heb
tevens het bemalingsvraagstuk der polders aange-
roerd. Ik schreef daaromtrent: ,,Ik wil er nog even
op wijzen, dat door bemaling der poldergronden het
waarschijnlijk mogelijk is, dat machinale grondbewer-
-king op die gronden meer kans van slagen heeft; in
die richting zijn gemakkelijk zonder veel kosten proe-
ven te nemen.”
Bij het tot stand komen van groote polders zal de
dijklengte per H.A. kleiner
zijn
dan bij de oude pol-
ders, zal van te voren moeten vorden nagegaan of
moderne werktuigen en methoden resp. voor polder-
aanleg en sluizenbouw met v6Ördeel, kunnen woraen
benut, of langs die wegen een belangrijke besparing
van handenarbeid mogelijk is. De risico der onderne-mers vermindert, indien zij te allen tijde voor hun be-
drijven de beschikking hebben over voldoende zoet-
water.
Zij
zullen daarom bij den opzet hunner be-
drijven moeten trachten een verbinding te verkrij-
gen met een stee’ds zoet water bevattende rivier of
kreek, waaruit door opdamming en oppompen het
water naar de polders kan worden gebracht. tn voor
drainage èn voor bevloeiing is een opvoerhoogte van
ongeveer één meter doorgaans voldoende, hetgeen de
kosten daaraan verbonden gunstig beïnvloedt. Deze
werkzaamheden zooveel mogelijk met dezelfde machi-
nes te doen geschieden kan een punt van studie uit-
maken. Onze jonge ingenieurs kunnen voor Suriname
0
1)
verschillend gebied mooi werk verrichten.
Ik heb Suriname eens vergeleken met een faillie-
ten boedel; een zaak overigens met een zeer gezon-
de kern, die tengevolge van ondeskundig beheer,
van het ontbreken van een scherpzinnige leiding, ten onder is gegaan.
Men moet, wat Suriname betreft, over het bestaan-
de heenkijkeh om de toekomst te zien; plaats een
streep onder het verleden en begin met behulp van
de ons ten dienste staande uitstekende middelen op
de zonder twijfel hechte basis een nieuw cultuurgQ-
bouw op te metselen.
502
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 Mei 1929
De geschiedenis der Surinaamsche suikerindustrie
leert ons in deze veel. In het Boven-Surinamegebied
maakten de vroegere planters het eerste jaar een
oogst van rond 53 quintalen suiker per H.A., terwijl de tweede snit niet meer opbracht dan 20 quintalen,
waarna de velden gedurende eenige jaren braak ble-
ven liggen. In het poldergebied werd omstreeks 1145
per H.A. 46 quint. suiker gemaakt, welke produc-
tie geleidelijk wegens ,,verbastering” van het oude
riet verminderde. De planter-schrijver A. Blom deelt
ons mede, dat hij in 1187 de gemiddelde opbrengst
niet meer dan op 15 quint. durft te schatten. Gou-
verneur de Frederici nam het initiatief om een paar nieuwe rietsoorten van Martinique te doen aanvoe-
ren. Een ervan (ik denk hier aan ons tegenwoor-
dige P.O.J. 2878) sloeg zoo uitstekend aan, dat de
producties verdubbelden. in 1801 noemt Blom reeds,
opbrengsten van 60 quintalen suiker en meer per
H.A. Hij waarschuwt als voorzichtig planter tegen
,,verbastering” van het riet en geeft in verband daar-
mede enkele adviezen. De man heeft gelijk gekregen;
dit nieuwe riet, het Bourbonriet, is thans, maar pas
na 125 jaren uit de Surinaamsche aanplantingen bijna
geheel verdwenen en door nieuwe van elders aange-
voerde soorten vervangen geworden. De tegenwoor-
dige suikeropbrengsteu in de kolonie bedragen ong-
veer 65 quintalen .per H.A., zoodat, houden we onder
meer rekening met de zooveel betere suikerwinning
van onzen
tijd,
de suikeropbrengsten in 125 jaren
practisch niet zijn vooruitgegaan, wellicht valt ver-
mindering te constateeren. Dit pleit niet tegen het
land, waar de primaire factoren voor de rietcultuur
beter zijn dan
01)
Java, maar tegen de menschen,
tegen de leiders der industrie.
Degemiddelde. suikerproductie op Java bedroeg in
1845 per H.A. ongéveer 18 quintaleu. In de vijftiger
jaren kwam Gonsalvez van Cheribon met een riet-
soort, die de opbrengsten deed stijgen. In 1900 be-
droeg de gemiddelde suikeropbrengst per H.A. op
Java rond 85 quintalen, een productie, die niet veel
hooger was dan die van een eeuw geleden in Surina-
me, als we ten minste rio veel betere suikerwinning
en betere landbouwmethden van onzen
tijd
in aan-
merking nemen. In hoofdzaak is de sedert stijgénde
suikeropbrengst per H.A. op Java te danken aan de
beschikking over door planters of proefstation ge-
kweekte nieerwaardige rietsoorten, een weg, die in
Suriname nimmer is ingeslagen geworden.
In ,,Suriname’s herleving op nieuwe basis” (1920)
heb ik het oprichten van een ,,Departement van
op-
bouw” in overweging gegeven, terwijl ik bij mijn
terugkomst uit Suriname den Minister van Koloniën
voorstelde te trachten eeu krachtige groep Neder-
landsche ondernemers te vinden, die op te voren wel
overlegde en goed vastgestelde voorwaarden bereid
zoude zijn de waarde van een zeker omschreven stuk
domeingrond, waar alle goede cultuurfactoren van Suriname zooveel mogelijk waren vereenigd, voor
diverse cultures te onderzoeken alvorens tot het op-
richten van ondernemingen over te gaan. Op ver-
zoek van den Minister werd door
mij
een ,,voor-
loopig” rapport uitgebracht, dat in hoofdzaak ten
doel had van de Kamers toestemming te verkrijgen
voor het vaststellen van de waarde van verschillende
mechanische middelen op Surinaamschen polder-
grond. Het standpunt van den Minister toch was, dat mochten die proeven tot gunstige uitkomsten leiden,
ondernemers eerder bereid zouden worden gevonden
een daadwerkelijk belang in de kolonie te gaan ne-
men. Belangstelling van ondernemerszijde bleef uit,
terwijl de proeven niet zijn genomen geworden.
Als men ziet langs welke wegen verschillende Ame-
rikaansche landen, waar niet slechts een chronisch
gebrek aan werkkrachten heerscht, maar waar tevens
de arbeidskosten mede ten gevolge van een zeêr hoo-
gen loonstandaard, zeer kostbaar zijn, groote cultuur-
bedrijven in het leven hebben geroepen, dan valt op,
dat dit in hoofdzaak is te wijten aan:
de toepassing tot in onderdeelen der bedrijven
van mechanische middelen;
het invoeren van een systeem van deelbouw.
Langs den onder a. genoemden weg is het mogen ge-
lukken verschillende gewassen als granen, mals, rijst,
pinda, e.d. over somtijds zeer belangrijke oppervlak-
ten met voordeel te verbouwen, terwijl de sub
b.
ge-
noemde weg is ingeslagen geworden voor den ver-
bouw van suikerriet (o.m. Ouba), koffie (om. Bra-
zilië) enz. Ik zal dit ongetwijfeld belangrijke onder-
werp hier niet nader behandelen, maar wil er slechti
op wijzen, dat wij jaarlijks voor een waarde van mil-
lioenen aan producten in ons land invoeren, die in
Suriname uitstekend
gedijen,
maar waarvan nog niet
bekend is of zij ook met voordeel aldaar zijn te ver-
bouwen. Dit dient te worden onderzocht door des-
kundigen met een practischen blik. Wij voeren buy.
jaarlijks voor een waarde van rond
f
120 millioen
aan mals in ons land in,
terwijl
mais een product is
dat in Suriname goed produceert en meer dan één
oogst per jaar oplevert. Het inslaan van den sub
b.
genoemden weg kan, als ik elders reeds meermalen
heb geschreven, leiden tot een succesvollen verbouw
van een
fijnere
koffie met een ruimere markt dan
die van de tegenwoordige Liberia, kan tevens leiden
tot het verbouwen van andere gewassen w.o. cacao.
Cacao is in Suriname inheemsch en komt hier en
daar in de binnenlanden in het wild voor, terwijl
vaststaat dat èn op de polderklei èn op hoogland
(ik
wijs
hier tevens op de aanplantingen op het
Placer van de Oomp. de Mines d’Or) deze boom goede
opbrengsten geeft.
Conclusie:
Suriname bezit niet alleen in het lage kustge-bied g.unstige factoren voor verschillende cultuur-
bedrijven;
toepassing van wetenschappelijke hulpmiddelen
kan de cultuurwaarde belangrijk ten goede komen,
kan de nadeelen van het land voor cultures beper-
ken;
met het oog op de zich in het Oosten ontwikke-
lende toestanden, tevens door het ontstaan -van hoo-
gere levenseischen bij het tweede en volgend geslacht
der în Suriname geboren Aziaten, waardoor de loon-
standaard geleidelijk op een hooger peil zal komen,
mede om de ondernemers zoo weinig mogelijk afhan-
kelijk te miken van handenarbeid, alswel met het
doel een schakel te vormen tusschen ondernemers en
vrije werkkrachten in de kolonie, dient een onderzoek
te worden ingesteld naar. de waarde van landbouw-
technische middelen en de mogelijkheid van het ge-
leidelijk invoeren van een deelbouwsysteem;
het ligt op den weg der Regeering, eventueel
in samenwerking met anderen, die waarde en mogelijk-
heid vast te stellen om ten slotte te komen tot het op-
richten van een lichaam; dat op velerlei gebied proef-
nemingen doet en leidt;
in verband met het vaststellen van de cultuur-
waarde van streken in het binnenland is het naar
mijn meening niet gewenscht den bestaanden spoor-weg, ook al is de ligging niet geheel juist, voorloopig
geheel of ten deele op te breken.
Den Haag, 4 Mei 1929.
Ti.
PyTTERsEN.
* *
*
N a s c h r i f t. Gaarne maak ik gebruik van de mij
door de redactie geboden gelegenheid hieraan een
naschrift toe te voegen.
Ter staving van zijn eerste conclusie doet de heer
P. verschillende aanhalingen, voornamelijk uit oude
schrijvers.
In zooverre
hij
het oog heeft op de terreinen, die
niet behoeven te worden ingepolderd, geloof ik, dat de heer Pyttersen tot een andere conclusie gekomen
zou zijn, wanneer hij dat soort gronden zelf onder-
29 Mei 1929
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
503
zocht had en zijn conclusie niet in hoofdzaak baseer-
de op hetgeen onder geheel andere omstandigheden
door anderén daarvan gezegd is.
Dat uit hun geschriften ook andere gevolgtrek-
kingen te maken zijn, bewijzen de aanhalingen in mijn
tweede artikel.
Mijn opvattingen over bedoelde gronden worden
door Prof. G. Stahel volkomen gedeeld en hetgeen
Z.H.G.
over zijn ‘tocht naar het Wilhelmina-gebergte
vertelde, wettigt niet het vermoeden, dat verder naar
het Zuiden de cultuur-mogelijkheden van eenige be-
teekenis zijn.
De door mij meegebrachte grondmonsters worden
thans door het Koloniaal Instituut onderzocht, zoo-
dat spoedig zal blijken in hoeverre zij door hun sa-
menstelling gunstige factoren voor cultuurbedrijven
1)ezitten.
Met de tweede conclusie, luidende: ,,Toepassing
van wetenschappelijke hulpmiddelen kan de cultuur-
waarde belangrijk ten goede komen, kan de nadeelen
van het land voor cultures beperken”, ben ik het
eens, omdat het een algemeene waarheid is.
Tergete
n
moet echter niet worden, dat gronden,
die de toepassing van wetenschappelijke hulpmidde-
len in hooge mate noodig hebben een grootere kapi-
taaisvastiegging vereischen en daardoor, tenzij er an-
dere natuurlijke en economische voordeelen tegen-
over gesteld kunnen worden, tea achter staan bij
gronden, die dat in mindere mate van noode hebben.
De derde, vierde en vijfde conclusie raken mijn
betoog niet.
J.
S.
C. KASTELEIJN.
DE INDISCHE MIDDELEN OVER FEBRUARI 1929.
De totale opbrengst der Landsmiddelen sedert dn
aanvang van dit jaar bedroeg op het einde van ver-
slagmaand
f 100.844.000
tegen
f 116.021.000
in dé
eerste
2
maanden van het vorig jaar of ongeveer
f 15.2
m/m minder. Indien een in Februari
1928
ont-
vangen aandeel van Nederlandsch-Indië in een ach-
terstallige uitkeering uit de Nederlandsche oorlogs-
winstbelasting ad circa
f 19
mini buiten beschouwing
wordt gelaten, dan is vorenstaande vergelijking voor het loopende jaar ruim
f 3.8
m/ni gunstiger dan voor
1928.
De normale ontvangsten in verslagmaand be-droegen in totaal ongeveer
f 0.7
m/m meer dan in
dezelfde maand van
1928;
zij bleven echter ruim
f 8.6
m/m beneden de gemiddelde maandraming.
Laatstgenoemde vooruitgang werd veroorzaakt door:
de belastinggroep ad circa
. . f 1.212
mini
producten
. . ,,
0.312
bedrijven
. . ,,
0.177
met daartegenover een lagere opbrengst bij:
de monopolies
ad circa . . f 0.408
mim.
allerlei middelen
,,
. . ,,
0.598
Vergeleken met de gemiddelde maandraming werd
minder ontvangen aan:
belastingen ………..circa
f 4.437
mum
monopolies …………
,,
0.196
producten …………
,,
1.982
bedr’en ………….
,,
1.741
allerlei middelen
,,
0.306
Vergelijking der ontvangsten in verslagmaand met
die in dezelfde maand van het vorig jaar.
Belastingen
(belangrijkste):
invoerrecht ……….meer
accijnzen ………….
vennootschapsbelasting
landelijke inkomsten
uitvoerrecht ………mmde
personeele belasting – –
inkomstenbelasting .
verponding ……….
zegelrecht ………..
slachtbelasting …….
Alle bovengejioemde belastingen brachten minder
op dan de gemiddelde maandraming, uitgezonderd
invoerrecht, welk middel, evenals dit den laatsten
tijd constant geschiedde, in verslagmaand wederom
meer opleverde dan geraamd werd en de gemiddelde
maandraming met ruim
f 0.850
mim overtrof. In de
eerste 2 maanden van dit jaar was de opbrengst
j
1.727
m/m hooger dan in hetzelfde tijdvak van het
vorig jaar en
f 2.432
m/m hooger dan het evenredig
gedeelte der jaarraming.
Bij de vennootschapsbelasting bleef de opbrengst,
evenals in de vorige maand, beneden de gemiddelde
maandraming, aangezien de aanslag en de betaling van deze belasting in hoofdzaak in de tweede helft
van het jaar plaats vinden.
De geringe opbrengst aan verponding hield ver-
band met de invoering van de nieuwe verpondings-
ordonnantie, waardoor voor het loopend tijdvak nog
slechts weinig aanslagen werden vastgesteld.
Monopolies:
opium …………..minder
f 0.060
m/m
zout
…….. . …….
0.275
pandhuizen ……….
,,.0.073
De opiumregie gaf ten aanzien van de gemiddelde
maandraming een hoogere opbrengst van
f 0.109
mini,
doch de zoutregie en de pandhuisdienst bleven daar
resp.
f 0.237
m/ni en
f 0.069
mim beneden.
Producten:
goud ……………meer
f 0.002
mini
tin
……………..
,,
0.986
steenkolen ………..
,,
0.139
kina …………….minder ,,
0.030
caoutchouc ………..
,,
0.397
boschwezen ……….
,,
0.389
De gemiddelde maandraming werd slechts over-
schreden door de opbrengst van de goud- en tinmij-
nen, terwijl de overige producten daar ver beneden
bleven.
• 4. Bedrijven:
baggerdienst ……..meer
f 0.029
m/ni
P. T. T.-dienst
,,
0.130
S. S. en Tr ……….
,,
0.290
havenwezen ……….minder,,
0.227
W. en E……………..
0.044
In de gunstige uitkomsten van den P. T. en T.-
dienst werd bijgedragen door de:
posterijen met
f 8.000
telegrafie
,?o.000
telefonie
,,
93.000
terwijl aan andere ontvangsten
f 31.000
minder werd
ontvangen. De totale opbrengst van dien dienst was
in verslagmaand
f 0.09
mini lager dan de gemiddelde
maandraming.
Door de S.S. en Tramwegen alsmede de automo-
bieldienstea werd op Java ruim
f 0.34
m/m meer,
doch in de buitengewesten ruim
f 0.05
mim minder
ontvangen dan in Februari
1928.
De geheele dienst
bracht ruim
f 1.264
mim minder op dan geraamd
werd.
Uitgezonderd den baggerdienst, waarvan de uit-
komst evenals in de vorige maand de gemiddelde
maandraming overtrof, bleven de ontvangsten van de
overige bedrijven beneden deze raming; ook de havens
leverden, in tegenstelling met Januari
1929,
in weilce
maand belangrijke bedragen aan halfjaarljksche ter-
rein- en kadehuur opt
angen werden, in dit verband
en t.a.v. de maand Februari
1928
minder op en wel
resp. ruim
f 0.20 m/m en
f 0.22 mini.
De ontvangstèn van de Landsdrukkerij bleven in
deze en de vorige maand, evenals in de eerste maan-
den van het jaar
1928,
verre beneden het geraamde
maandgemidclelde, aangezien de op het nieuwe dienst-
jaar betrekking hebbende rekeningen nog niet geïnd
konden worden.
f 0.546
mim
0.075 1.823 0.091
0.218
0.050 0.069 0.465
0.361
0.019
r
504
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 Mei 1929
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE ZUID.AFRIKAANSCHE IJZER- EN
STAALINDUSTRIE.
De heer E. Rosenthal te Johannesburg schrijft ons:
In ZuidAfrika wordt op het oogenblik een gehedi
nieuwe industrie in het leven geoepen; die van zeer
groote beteekenis voor het land kan worden. Na lang-
durige onderhandelingen werd door de Britsche Re-
geering van Zuid-Afrika een viet áangenomen, hou-
dende machtiging tot oprichting van een groot in-
dustrieel bedrijf ter voorziening in de behoefte aan
ruwijzer van het op’ én iia het grootste vasteland
van de wereld. Met de snel toenemende ontwikkeling
van de welvarende streken ten Zuiden van den aequa-
tor, houdt de vraag naar dit metaal gelijken tred.
Sp
oorwego
ndernemingen, mijneigenaren, bruggen-
bouwers, havenautoriteiten, t
e
lefoonmaatschappijen
en fabrieken gebruiken steeds meer staal, weshalve
Zuid-Afrika besloot, deze grondstof zelf te proda
ceeren.
Nérgens ter wèreld worden grootere ertsiagen ge-
vonden dan in Black Man’s . Homeland. Transvaal
bezit bergketenen, honderden mij’len lang, die alleen
ijzerérts bevatten en waarvan de voorraden onder
den grond onmetelijk zijn. Dr. Percy A. Wagner, de
’eminente deskundige, oud-leider van het departement
van geologisch onderzoek in de Unie, vond één laag
met een gewicht van 2 milliard ton te Magnet
lleights in Secocoeniland. IJzererts komt in deze ge-
heele strdek voor, in de Kaapprovincie, Goud-Trans-
vaal, Natal, Rhodesia, het Zuid-Westelijk Protecto-
raat (de vroegere kôlonie van Diiitschland). De Af ri-
kaanshe ijzerindustrie (hoëwel zeer primitief) be-
staat reeds vanaf het tijdstip van de vestiging van de eerste menschen in dit lanct ‘Véér de ontdekking der
‘wildrijke vlakten door blanken, vervaardigden be-
kwame handwerkslieden uit Bantu al punten van lan-
sen en speren op ruwe uit ,,antheaps” uitgeholde
ovens.
In did dagen werd, volgens de t
e
genwoordiget
scheik’undigen, gewoonlijk het metaal van de uit de
lucht gevallen meteoren gebruikt. Dit materiaal moet
vroeger veelvuldiger zijn voorgekomen dan thans.,
Weer later bemerkten de. Europeanen, dat de negers
het erts van Magne Heights ei .anaere mineraalhou-
dende heuvelen smolten. Door de vele ij
zer
b
e
ddingen
is het zeer gevaarlijk deze streken bij onweder te
doorkruisen. In Zuid-Afrika worden dooi den blik-!
sem meer menschen
(
gedood dan elders, een heel on-
aangenaam verschijnsel, dat echter de
aan
w
e
zigheid;
van dit metaal aantoont. Reeds tientallen jaren ge-.
léden wetd door geologische onderzoekers over het
‘hdstaan van deze groote beddingen geschreven. Baines,,
Cohen, Pritch, Much en andere ontdekkingsreizi-‘
gers wezen op de rijke ijzeraders, de gemakkelijke lig-•
ging der kolenbeddingen, de aanwezigheid van nian-
gaan en andere voor de fabricatie van staal benoo-
digde grondstoffen. Desondanks voelde niemand zich,
gedrongen een industrie in het leven te roepen.
Birmingham, het Roergebid, Pitsburg of,
St. Etienne leverden aan de Kaap de voor de steeds,
groeiende goud- en diamantdelveriien benoodigde ge-
reedschappen, de materialen van de door de boom-,
boze streken aangelegde spoorlijnen en het gegolf.d
plaatijzer, waaruit de huizen der pioniers worden op-t
getrokken. Tegen het einde van de vorige eeuw be-t
liep de waarde der in Zuid-Afrika ingevoerde ma-
1
chines en andere voorwerpen uit zwaar metaal mil-
lioenen ponden. Ook ontstond er een belangrijke
machine-industrie, die zich speciaal op het reparatie-
en constructiewerk toelegde te Johannesburg, die veel’
orders van de goudmijnen kreeg en .aan de kust, te’
Kaapstad en Durban, welke havens door vele schepen
voor spoedeischende reparatie werden aangeloopen.
Toen- deze industrie zich verder ontwikkelde,
trachtte men in dezelfde werkplaatsen onderdeelen
en eenvoudige machines te fabriceeren. Dit had
ten gevolge, dat de kolonisten overwogen van de
.plaatseljke ijzerbeddingen gebruik te maken. Gedu-
rende den boerenoorlog smolt de kolonist 0. L. Green
uit Natal eenig erts, dat
hij
te Sweetwaters had ge-
vonden en produceerde in 1901 met een zelfgemaakte
installatie een ton ruwijzer.
Zelfs de scherpzinnigste onderzoeker op industrieel
gebied nam deze zwakke poging niet ernstig op. De
metaalgieterijen verwerkten nog jaren lang oud roest,
dat, dank
zij
den grooten afval en de veelvuldige ver-
‘anging van machines en rails in Zuid-Afrika, een
betrekkelijk goedkoop en gemakkelijk verkrijgbaar
materiaal is. Men slaagde erin met dit metaal afge-
.werkte machine-onderdeelen en verbeterde installaties
te vervaardigen. ,Véér 1917 gedurende den grooten –
oorlog was geen onderneming in Zuid-Afrika in staat
meer dan 10 ton gietijzer per dag te fabriceeren.
Door het uitbreken van den oorlog in 1914 kreeg
de ontwikkeling van de ijzerindustrie in Zuid-Afrika
een grooten knak.. Kort tevoren was juist een con-
tract opgemaakt voor de verscheping van niet min-
der dan 2 millioen ton erts naar Europa, hetwelk
daar had moeten concurreeren met Spaansch,
Zweedsch en ander’ erts. In 1912 had de vroegere
Senator Samuel Marks, die ten tijde der ontginning
van Witwatersrand een vooraanstaand mijnmagnaat
,was geworden, de Union Steel Oorporation opgericht.
Deze maatschappij bezat vrij groote bedrijven te Ver-
eeniging, aan de Vaalrivier, waar het verdrag werd
geteekend, dat aan den Boerenoorlog een einde maak-
te. Evenals de andere maatschappijen verwerkte ook
deze oud roest, doch haar streven was geiieht’op de
vervaardiging van fabrikaten. Zij slaagde hierin spoe-
dig met lichte rails en andere standaardartikelén.
Haar succes leidde tot navolging. De Dunswart Iron
–
Works ontstonden te Benoi aan den Witwatersrand, terwijl de Hollander Delfos, dank zij de groote bed-
dingen in de .buurt van Pretoria, den eersten hoog-
oven voor hét smelten van erts stichtte. Dit bedrijf
• produceerde in 1918 10 ton per dag. Daar de Ame-
rikaansche, Engelsche, Fransche en Belgische bedrij-
ven uitsluitend oorlogsmunitie vervaardigden, be-
sloot de Unie, ten einde haar industrie aan deta gang
te kunnen houden, de eigen ertsbronnen te exploi-
teeren.
De vraag naar oud metaal ontwikkelde zich der-
mate, dit de prijzen voor oud roest enorm stegen.
Na den vrede van Versailles waren de vroegere
leveranciers van Zuid-Afrika weder in staat te con-
carreeren, zoodat de markt voor het eigen fabrikaat,
welke tijdens den grooten oorlog zich zoo gunstig ont-
wikkeld had, weder verloren ging. De plaatselijke in-
dustrie had met een tekort aan geschoolde arbeids-
krachten en aan kapitaal te kampen. De ingenieur
J. R. Eaton, die destijds had medegewerkt aan de
ontwikkeling van de belangrijke ijzerindustrie in
Australië, slaagde erin te Newcastle in Natal een
modernen hoogoven met een productiecapaciteit van
150 ton staal per dag op te richten. Ten gevolge van
financieele moeilijkheden moest de productie echter
langen tijd’ worden gestaakt. –
Intdsschen zag de regeeriiig ‘evenwel, het belang
van en eigenijzerindustrie in, zôodat zij iii Augus-
tus 1920 met -de Pretoria ijzermijnen een overeen-
komst aanging vooi de lei’ering van 50 pOt. der door de Staatsspoorwegen benoodigde hoeveelheden rails
en ander zwaar materiaal.
Ongelukkigerwijs had dit niet de verwachte ople’ ving der industrie ten gevolge. De Europeesche be-
langhebbenden onderschatten, ondanks de aangewen-
de pogingen, de potentieele waarde van deze markt,
zoodat de bestaande bedrijven, gedwongen waren
ook verder oud roest te verwerken. Reeds ‘ spoedig
daarna was er echter weder eenige vooruitgang te
bespeien. In 1920 produceerden de Dunswart works te Benoni ongeveer 100 ton per dag, terwijl eenigen
tijd later Vereeniging ruim 1000′ menschen werk
verschfte. In den loop van het jaar 1922. nam de re-
29 Mei 1929
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
505
geering een wet tot steun der’ ijzer- en staalindustrie
aan, waarbij voor elke productie boven de 50.000 ton
per jaar staatMsubsidic volgens een glijdende schaal
van
151-
per ton bij de oprichting en 2/6 per ton na 7
jaar word gegarandeerd.
De twee grootste producenten beseften echter, dat
hun afzonderljke producties voor dit doel niet vol-
doende waren en dat een samenwerking tot betere
finaneiëele resultaten zou leiden. Zoodoende kwam
in het volgende jaar een fusie tusschen de concerns
Tereeniging en Newcastle tot stand. De uitgifte van
aandeelen te Londen ( 1.300.000) werd meermalen
overteekend, hetgeen bewijst, dat deze politiek juist
was. Te Vereeniging werden groote fabrieken voor de
vervaardiging van zware rails en andere belangrijke
materialen gebouwd, die o.a. in staat waren jaarlijks
20.000 ton draad te fabriceeren. Naar dit artikel
heerscht in Zuid-Afrika groote vraag, daar de boeren
wettelijk verplicht zijn hun akkers te omheinen Ster
bescherming tegen wilde dieren.
Ongeveer ter zelf der tijd werden vertegenwoordi-
gers van de firma Haniel (Gutehoffnungshütte) uit-
genoodigd om een nauwkeurig onderzoek in te stel-
len naar de mogelijkhelen eener Zuid-Afrikaansche
ijzer-industrie. Duitsche deskundigen, onder leiding
van Dr. Lilge, kwamen naar de Unie, doortrokken
het geheele land en onderzochten alle beddingen.
Hoewel hun uitvoerig rapport gunstig luidde, gingen
de groote ijzerproducenten van het Europeesche Con.
tinent niet tot de voorgestelde kapitaalinvestecring
over. De documenten, waaronder het rapport, bleven
in handen van de regeering der Unie.
Eén van de punten, waarop door degenen, die aan
de mogelijkheid eener industrie twijfelden, bijzon-
der de nadruk werd gelegd, was het kleine afzetge-
bied. Hieromtrent bestond evenwel verschil van mee-ning bij de deskundigen. Prof. Stanley van de univer-
siteit te Witwatersrand erkende, dat jaarlijks hon-
derdduizenden tonnen, hetzij als grondstof, hetzij als
fabrikaat, werden ingevoerd. De nationalistische
regeering, die gaarne den opbloei der basisindustrieën
wilde bevorderen, besloot tot een nieuwe, groote
proefneming.
Op 30 Maart 1928 werd een wet aangenomen,
waarbij de South-African Steel Corporation werd
opgericht, een particuliere onderneming, waarin
de Staat echter ter verkrjging van de contrôle
zal deelnemen. Het doel van deze onderneming, die
als naamlooze vennootschap met een kapitaal van
£ 3.500.000 werd opgericht, is de fabricatie van ijzer
en staal uit binnenlandsche ertsen te Pretoria. De
commercieele leiding berust bij zakenlieden en ge-
lukkig niet
bij
ambtenaren. Het spreekt vanzelf, dat
de voorbereidingen langen tijd zullen duren. De op-
brengst wordt evenwel op 150.000 ton per jaar ge-
schat, terwijl in den aanvang 1500 werklieden te werk
zullen’ worden gesteld.
Gedurende de besprekingen in het parlement ont-
stond groote oppositie van de zijde der Union Steel
Corporation, die niet zonder reden eischte, dat de
bestaande industrieën niet zouden worden benadeeld.
Na groote moeilijkheden kwam mén tot overeenstem-
ming omtrent de verdeeling van de narkt, -vaarbij
werd bepaald, dat Pretoria het grootste productiecen-
trum voor grondstoffen zou worden en Vereeniging
zich meer speciaal op de fabricatie zou toeleggen.
Dat deze regeling de goedkeuring der overzeesche
industrieën wegdroeg, blijkt wel uit de oprichting
te Vereeniging van een bedrijf der groote Engelsche
ijzerfirma Stewart & Lloyds, dat op groote schaal
de fabricatie van buizen ter hand heeft genomen.
Daar tot dusverre nog geen officieele inschrijving
op de aandeelen der South African Steel Corpora-tion heeft plaats gehad, is het moeilijk iets omtrent
het door de beleggers hierover in te nemen sta idpunt
te voorspellen. Het
–
zal vermoedelijk nog maanden
du±en, alvorens de eerste hoogoven tePretoria in be-
drijf zal worden genomen. Menig Engelsch zaken-
man, opgevoed in de traditie, dat de staat zich niet
met de industrie behoort te bemoeien, voorspelt de
mislukking der nieuwe maatschappij. Het oordeel van
andere deskundigen luidt evenwel weder gunstig,
daar zij rekening houden met 4iet feit, dat de nieu-
we onderneming geheel onafhankelijk zal werken
en de regeering zich niet met de technisch.
leiding zal bemoeien, doch slechts als aandeelhoud-
ster een oogje in het zeil zal houden. Zoodra er
ruwijzer beschikbaar is, staat de markt hiervoor open.
De statistieken toonen aan, dat in de Unie bijna
50.000 menschen (waarvan 50 pOt. blanken), in de
machine-industrie werkzaam zijn. De waarde der
productie bedraagt circa £ 20 millioen per jaar. Het
ligt voor de hand, dat de plaatselijke industrie niet
alle orders, speciaal voor fijnere metaalwaren, zal
krijgen. Ten opzichte van de hulpstoffen voor de
staalindustrie, zooals goedkoope kolen, kalk, man-
gaan, chroom, enz., verkeert de Unie in een gunstige
positie. Te Pit’s mouth bedraagt de
prijs
voor kolen
slechts 5 sh. per ton, terwijl de electrische stroom in
de industriegebieden eveneens zeer goedkoop is.
Het is moeilijk te voorspellen, hoe het interna-
tionaal staalkartel op deze proefneming zal reageeren.
De regeering is besloten ervoor te zorgen, dat Zuid-
Afrika in elk geval ten aanzien van zware materialen
in eigen behoefte zal kunnen voorzien. Jaarljks wor-
den in de Unie voor een waarde van ongeveer £ 2 ruil-
lioen ijzer en staal en voor een waarde van ongeveer
£ 10 millioen machines en andere nietaalwaren ilige-
voerd. Er bestaat dus een voldoende afzet voor de
nieuwe onderneming, wier resultaten echter in hoofd-
zaak zullen afhangen van een goede commercieele
leiding.
De industrieele geschiedenis van Indië, Aus tralië,
Chili, Brazilië, Canada en andere landen, die gedu-
rende de laatste jaren zich op dergelijke bedrijven
hebben toegelegd, in beschouwing nemende, schijnt
het, dat ook deze industrie in Zuid-Afrika een zeer
groote kans van slagen heeft.
kANTEEKENINGEN.
Het kalimonopolie van Europa.
Sinds het ontdekken van groote kali- afzettingen in
Texas en bij Solikamsk is het monopolie van het
Duitsch-Fransche kalisyndicaat virtueel gebroken.
Welke
feitelijke
gevolgen deze vondsten zuilen
hebben, is nog niet te overzien; onmiddellijk dreigend
ziet het er voor de Europeesche producenten niet uit.
De ontdekking van kali in Slikamsk dateert van
1918 en geschiedde bij een boring naar zout. De
burgeroorlog belemmerde de tijdens
den Wereldoorlog
begonnen exploratie, en eerst in 1925 werd het boor-
werk hervat. Op ‘t oogenblik heeft men zekerheid,
dat in deze streken exploiteerbare kalilagen liggen,
die in rijkdom voor die van Stassfurt niet onderdoen.
De Sov.jet-regeeriug schijnt de ontginning met kracht
aan te vatten en hoopt in de eerstvolgende jaren in
staat te zijn, den landbouw met behulp van deze
(en andere) kunstmeststoffen op hoogeren trap te
brengen.
In de Vereenigde Staten werd voor den oorlog
de
afhankelijkheid
van het, toenmaals Duitsche,
monopolie als zeer hinderlijk gevoeld; de ijverige
nasporingen naar commerciëel exploitabele kaliver –
bindingen hadden echter weinig succes. Er was genoeg
kalihoudende grondstof voorhanden, maar de ver-
werking was te duur. Toen
tijdens
den oorlog het
kostenargument ver viel, hebben de Vereenigde Staten
een vrij – groote fractie van hun normaal verbruik
op eigen bodem weten te dekken. Blijkens hierna
volgende
cijfers
stijgt de productie uit de reeds in
exploitatie zijnde vindplaatsen de laatste jaren weer vrij snel, maar
blijft
nog ten zeerste bij het geringe en statibnnaire verbruik achter.
506
ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN
29
Mei
1929
Productie Duitschiand (en Eizas)
te zamen …. 1913
1.500.000 ton
1927
2.000.000
Verbruik V. S. 1913
272.000
1927
274.000
Productie V.S. 1913
onbeteekenend
1918
55.000 ton
1921
10.000
1926
23.000
1927
bijna 43.000
alles omgerekend tot K
2
0.
De hoop, na• de vredessluiting aan den Duitschen
4
druk te ontkomen met behulp der Elzasser mijnen,
1
verviel door de overeenkomst der Fransche en Duit-
sche producenten in 1924. Inmiddels was in Texas
en New Mexico, waar men reeds in 1912 kali had-
gevonden en uit geologische overwegingen groote
voorraden vermoedde, een wilde exploratie naar
petroleum ontstaan. De studie der boringen toonde
overal kali aan. Eerst recente kern-boringen brachten
de zekerheid, dat over een groot gebied geweldige
kalizoutvoorraden liggen van een rijker gehalte dan
de Duitsche. Ontginning en raffinage ter plaatse
is gemakkelijk dor de goedkoope energie der aan-,
wezige aardgassen en petroleum.
Welke gevolgen zal dit alles nu voor het Euro-
peesche kalisyndicaat hebben? Directe geen.
De Amerikaansche kali ligt niet aan of bij be-
vaarbare rivieren en moet dus haar afzet per as
bewerkstelligeh. In een deel der Vereenigde Staten’
zal dit wel mogelijk zijn, in het Oosten en het stroom-
gebied van den Mississippi, waar de belangrijkste
landbouwgebieden toe behooren, echter niet zonder
meer. Mogelijk – misschien mag men wel zeggen
waarschijnlijk – zal een hoog invoerrecht de Unie
op den duur wel voor de Europeesche producenten
doen verloren gaan. Op Amerikaansche concurrentie
op de overige markten
lijkt
niet veel kans te zijn.
De Russische kali ligt gunstiger ten opzichte van
de verkeerswegen. De gemakkelijkst te exploiteeren
velden liggen I 20 KM. van den spoorweg (die
echter doorgetrokken wordt) en even ver van den
,Kama, een zijrivier van den Wolga Een minder
gemakkelijk te exploiteeren terrein, dat van Beres-
niki, ligt aan genoemde rivier.
Voorshands lijkt, het ernaar, dat er meer toekomst-
kansen teniet, dan bestaande afzetgebieden verloren
gaan voor het Duitsch-Fransche syndicaat.
-Tenzij, na het voltooien van het Wolga-Donkanaal
ovér een jaar of tien, de kali de Sovjet-petroleum
‘op den voet volgt…
1)
A. v. V.
Amerikaansche beleggingen in het buiienland.
Volgens Dr. Max Winkler, lid van de beleggings-commissie van de Atlantic and Pacific International
Oorporation, was 1928 een recordjaar voor Amen-
kaansche beleggingen in het buitenland. Hij con-
stateert, dat ‘de Vereenigde Staten jaarlijks $ 2 mii-
‘hard aan het buitenland leenen en de beleggingen
‘in het buitenland jaarlijks met $ 1 â 1,5 milliard aan-
groeien. De totale beleggingen bereikten in 1928 een
nieuw hoogtepunt met $ 15,6 milhiard tegenover
$ 14,5 milliard in 1927 en $ 2,6 milliard in 1913.
• Volgens de navolgende vergelijkende tabel van Dr.
Winkler stegen de beleggingen der Vereenigde Staten in Zuid-Amerika van $ 100 milhioen in 1913 tot $ 2,5
milliard in 1928.
Het financieren van Duitsche ‘staten, steden en ondernemingen vormt volgens Dr. Winkler bijna
36 pOt. van het totaal der in Europa belegde kapita-
len. Door de onzekere toestanden in de Oentraal-Ame-
nikaansche republieken, vooral in Nicaragua en
Mexico wordt het betrekkelijk geringe bedrag ver-
s
1)
Het jongste nummer van ,,Die Volkswirtschaft”, No. 9,
wijst er op, dat het zich laat aanzien, dat export van kali
op den duur mogelijk zal zijn
klaard, waarmede de Vereenigde Staten Midden-
Amerika financieren.
1928
1927 1913
Landen
$ $ $
Europa ……..
4.798.000.000 4,327,000,000
350,000,000
Canada ……..
4,120.000,000
3,922,000,000
750,000,000
Zuid-Amerika ..
2,513,000,000
2,246,500,000
100,000,000′
Midd.-Amerika,
(md.
Cuba,
Mexico,
en
West-Indië) ..
2,954,000,000
2,914,600,000 1,200,000,000
Australazië ….
841,000,000
726,500,000
175,000,000
Diversen
……
375,000,000 363,400,000
50,000,000
Totaal … 15,601,000,00014,500,000,000 2,625,000,000.
Een zeer opmerkelijk feit in de buitenlandsche be-
leggingen gedurende 1928 is, dat zonder’uitzondei1ng
het financieren van pnivaatrechteljke ondernemingen
de aan buitenlandsche regeeringen, staten en steden
verstrekte leeningen overtreft. Bijna tweederde deel
van het totaal bedrag der geplaatste emissies komt
voor rekening van de pnivaatrechtelijke ondernemi ii-
gen en het schijnt, dat dit overwicht ook in de toe-
komst zal blijven bestaan. Dr. Winkler ziet geen gevaar
in een verdere uitbreiding van de credietverleening
aan het buitenland en wijst er op, dat v66r den oor-
log Groot- Brittannië $ 20 milliard, Frankrijk $ 10
milliard en Duitschiand $ 5 milliard in het buiten-
land hadden belegd, terwijl de beleggingen van En-
geland in het buitenland v66r den oorlog jaarlijks on-
geveer met $ 900 millioen toenamen, die van Frank-
rijk ongeveer met $ 400 milhioen en die van Duitsch-
land ongeveer met $ 300′ millioen. Houdt men reke-
ning met de veranderde koopkracht van den dollar
sedert de laatste 15 jaren, dan is de omvang van onze
buitenlandsche.leeningen niet zoo verontrustend groot.
als sommigen aannemen.
De jaai-lijksche beleggingen in het buitenland be-
dragen $ 17 per hoofd tegenover een geraamden rijk-
dom per hoofd van de bevolking der Vereenigde Staten
van $ 3200, den geraamd jaarlijksch inkomen van
$ 750 per hoofd, jaarlijksche besparingen van $ 167 per
hoofd, en met een omvang van den jaarljkschen
handel van $ 100 per hoofd.
Het is niet slechts een samenloop van omstandig-
heden – zoo vervolgt Dr. Winkler -, dat de Ame-
rikaansche beleggingen in het buitenland, gedurende
de periode 1914-1928, bijna gelijk zijn aan het totale
uitvoer-overschot gedurende hetzelf de tijdvak. Met
andere woorden, indien wij niet aan het buitenland
hadden geleend, dan waren wij niet in staat geweest
het overschot van de productie af te zetten, evenmin als de andere landen een dergelijk bverschot hadden
kunnen betalen.
ONTVANGEN BOEKEN.
F. J. Claes. Rationaliseening van’ Arbeidsmethoden en
Solidariteit. (N.V. 0. N. Teulings’ Koninklijke
Drukkerijen). Een geschrift over rationalisatie, met een voorwoord
van Prof. Dr. J. G. Ch. Volmer, die op de beteekenis van
dit vraagstuk voor ieder land wijst. –
De Grondbelasting.
No. 9. Uitgave van de Vereeni-
ging voor Belastingwetenschap (J. Muusses, Pur-
merend). In deze aflevering is het stenografisch verslag van het
debat betreffende het rapport van de Commissie voor de
Grondbelasting opgenomen.
Verslag
van de Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor ‘s-Gravenhage over het jaar 1928.
Dit verslag, dat eenigszins anders ingedeeld is dan het
vorige, bevat
o.a.
de nieuwjaarsrede van den Voorzitter
en de rede, door hem uitgesproken, bij het 75-jarig bestaan
der Kamer.
Jaarboek
19
2
9.
Uitgave van de Vereeniging van Ne-
derlandsche Wijnhandelaars. (Amsterdam 1929).
Naast vele feiten betreffende den wijnhandel bevat dit boekje o.a. een bijdrage van Dr. B. de Jong van Beek en
Donk over ,,De Volkenbond en de alcohol”.
_29
Mei 1929
ECONOMISCH-STATISTISCHEBERICHTEN
507
MAANDCIJFERS.
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
OVERZIOET VAN DE
INDISCHE
MIDDELEN.
N.B. *** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
(In
Guldens).
.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTOS.
Februari
1
Sedert
Overeen-
1929
1
1
Januari
1929
komstige
periode
1928
Disc. Wissels. 525 jlfrt. ’29 Zwits. Nat. Bk. 3122 Oct.’25
Ned. Bel.Binn.Eff. 6 25l!rt.’29 N.Bk.v.Denem. 5 23Juni’27
JavatchBank…
.
4425
Feb.’29
Bankv.Noorw.526Mrt.’28
Belastingen.
.
Vrsch.jnR.C. 7 2521frt.’29 ZweedscheRbk 424Ang.’28
Pachten excl. pandhuizen.
6.225
13.465
13.19Ô
Invoerr.
mcl.
Landsgoed.
7.750.949
18.232.043
14.504.937
Bank van Engeland 51
7Feb.’29
Bt. v.Tsjecho-
0
Uitvoerr.
mci.
Landsgoed.
945.464
1.979.274
2.386.952
Duitsche Rijksbank 725Apr ’29
slowakije .. 5
8Mrt.’27
Accijnzen
…………..
0
3.369.173 6.787.304
6.116531
Bank v. Frankrijk. 3419 Jan.’28 N.Bk.v.O’rijk. 724 Apr ’29
Andere ontv. 1. U. en A..
.
23.970
53.647
42.554
Belgische Nat.Bnk. 4 30 ,»uni’28 N. Bk. v. Hong. 8 24 Apr’29
538 670
1.073.403
1.047.94()
Fed. Res.BankN.Y. 5 lEJiai ’28 Bank v. Italië. 7 13Mrt.’29
Personeele belasting
. . . .
247.766
614.001
674.579
Bank van Spanje.. 5i9 Dec. ’28 Z.-Afr.Res.bnk 5
9Jan.’28
Inkomstenbelasting ……
3.172.478
7.669.939
8.013.760
Vennootschapsbelasting
. .
3.954.92
5.842.217
3 503.038
________
OPEN MARKT.
Oorlogswinstbelasting
. .
37.803 652.880
18.932.082
1929
_
1928ij1927
1914
Statistiekrecht
………….
Opgeheven productenbel.
.
.
i
63.321
1
63.321
25Mei
1
2012
J
1311S
1
6111
21126
1
23128
20124
179.691
449.236
1.815.728
Recht van openb. verkoop.
192.360
336.120
320.721
________
Mei
Mei Mei
Mei
JulI
J
Mei
Verponding …………..
906.212 2.248.034 2.002.298
Amsterdam
1
Overschr. van vaste goed
302.222 499.867
421.692
Partic.dlsc.
531
511
4
_31
3
5114_315
5I4-I
41
18_
3
18
3
116
–
8
3
1
18.
3
116
Prolong.
5
3
14
5
3
14-6
1
51-6
5
3
14-6
4-112
31l4-4
21/4-84
Recht v. succ. en overgang
43.807
117.320
84 824
Londen
1
Vergunning speeltafels
.
19.155
23.155
41.450
Daggeld ..
4’j4’/2
411
4
531
4
13
1
/2_5
1
/2
4-5
1
1
2-4
1
1
2
31135
1314-2
Zegelrecht ……………
514.631
994.38′
1.049.135
Ph81c.d18c.
5
18-116
5114-I16
5133-116
5
1
116-
3
1u
4
1116
4
1
he-
3
1a
2
1
h-
3
!4
Bijzondere bel. buitengew.
39.859
43.488 28.605
Berlijn
3.161
5.682 7.138
Dageld ..
7-912
7-10
3
14
8’/2-1l’J2
810112
4138
312-7
–
Partic.disc.
1
Hoofdgeld …………….
Landelijke inkomsten.
.
.
520.881
1.430.112
1.373.737
30-55 d..
.
7
1
12
711
2
1
7113
711
2
614
471
8
–
Belasting op loterijen.
. . .
1.270 1.690
201.356
56-90 d…
7
1
12
71/
3
711
3
7113
614
47182
1
1-
1
/2
Waren-
22.707.347
47.003.944
62.582.247
Totaal ….
wechsel.
9
8
1
-9
1
811
3
31
4
7
3
14-83/4
7
5
–
h
Slachtbelastingen ………
Al onopolies.
w.u,
Yo,h
Daggeld
1)
6-/4
671/4
1
615
1
14
614
1
14
6_1/
4
411
5
31
4
181
4
21/
3
3.362.441
6.762.903
7.082.685
Part.dIsc.
531
4
5314
1
5
3
14
5518-j4
411
4
3314
1
–
1.1
15.45′
2.457.348
2.942.123
1)
Koers van 24 Mei en daaraan voorafgaande weken
t/m
Vr/dag. 1.752.625
3.270.962
3561.202
Totaal….
WISSELKOERSEN.
6.230.522
12.491.213
13.586.010
Prodstcten.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Opium ……………….
Zout …………………
Landscaoutchoucbedrijf
..
58
.
7.081
18.561
828.981
38068
1.522.865
Data
New
Londen
1
Berlijn
Pa rijs
B russellBaiavta
Pandhuizen
…………..
2.669.173 2.448.713
York’)
21 Mei
1929
2.4834
12.06
59.224
9.72
34.53
9934
Kina
……………….8.036
.
270.955
239.122
Boschwezen
………….929.173
Tin
………………..
4.635.187
8.393.767
8.375.903
22
,,
1929
2.4834
12.06.
59.24
9.72
34.53
9934
Goud
……………….130.244
518.695 1.043.025
642.236
23
,,
1929
2.48151
12.06
59.24
9 72 34.551
9934
Aand.ijd.winstN.V.,,Gem.
..
24
,,
1929
2.48i3/
l2.06s,
59.254 9.724 34.554
9934
Mijnb. Mij. Billiton”
– – –
25
,,
1929
2.481%,
12.06°
59.2t1
9.721
34.5e
9934
6.808.421
13.224.462
13.266.907
Steenkolen
……………
Totaal….
27
,,
1929
2.4813,
12.06
3
/
8
59.294
9.724
34.564
993%
Laagsted.w.
1
)
2.48
5
/
8
12.06
39 15 9.70
34.51
9934
Bedrijven.
.
Hoogste d.wi)
2.49
12.0734
59.32
9.76 34.58
100
869.887
3.644.134
3.216.284
20 Mei
1929
–
–
–
–
Havenwezen
…………..
271.963 699.812
401.211
13
,,
1929
2.4834
12.06
7
/8
58.974
9.72
34.54
9934
5.169
22.992
19.238
Muntpariteit
2.4834
12.109
59.26
9.75
34.59
100
Post-,Telegr..enTel.dienst
2.482.921
5.255.763
4.966.992
Data
1
Zwit-
1
serland
Weenen
PraaulBoeka-
Milaan
Madrid
Spoor- en Tramwegen.
. . .
Waterkracht
Electric/t.
5.755.576 12.240.615
11.346.043
Laudsdrukkerij
………..
en
121.679
125 961
211.886
1
‘.)
”
‘
1
”
Baggerdienst
………….
Totaal….
9.507.195 21.989.277
20.161.654
21 Mei
1929
47.91
34.95
7.36
1.48
13.024 35.35
Allerlei
middelen.
22
,,
1929
47.8834
34.95
7.36 1.48
13.04
35.321
Aandeel i/d. winst van de
–
°3
1929
47.90
34.973.
7.36
1.474
13.03
35.33
Javasche Bank
–
–
24
,,
1929
47.90
34.5
7.37
1.474
13.02
35.31
253.551
1.024.541
1.168.052
25
,,
1929
47.90 34.95
7.374 1.474
–
—
‘Mijnconcessies
114.895
2
341.778
27
1929
47.9134
3495
7.374 1.474
13.04
35.20
Afstand van grond
…….
………..57.003
Boeten en verbeurdverki
129.574
263.684
227.589
Laagsted.w.1)
47.87
34.90
7.33
1.45
13.-
35.05
Leges en salarissen, ont-
Hoogste d.wl)
48.01
35._
7.41
1.51
13.05
35.55
vangen d. de griffiers
20 Mei
1929
–
–
–
–
–
v/d. versch. rechtscoll
35.233
72.605
66.007
13
,,
1929
47.9034
34.95
738
1.48
13.03 35.41
Heffingterzakevangesl.
Muntariteit
48.- 35.-
)
48.-
13.09
48.-
werkovereenkoinsten
..
59.061 125.140
110.150
1 1
Hel-
Opbr.Wees- enBoedelkam
108.350
161.813
126.726
Data
Stock-
Kopen-j
holm
.)hagen5)
S
0 lo’)l
st
1g
Buenos-
Mon-
39.286
67.229
56.386
_____________
Aires’)
treall)
21 Mei
1929 66.474 66.274 66.30
6.27
10411
16
2.4734
Afkoop heerendienst. B.G.
775.314
1.076.131
1.295.724 438.287
892.387
848.038
22
1929 66.474 66.274 66.30
6.26
1043/
8
2.47k
Kadaster
………………
Ontv. groote
ziekenin-
richtingen en krank-
23
1929 56.50
66.30
66.324
6.26
104i,
2.47
1
1
8
Schoolgelden
…………..
zinnigengestichten
80.052
123.784 102.237 24
,,
1929 66.50
66.274 66.30
6.26
10461
8
2.4711
8
25
1929 (16.50
66.274 66.30
6.26
1043/
8
2.47i,,
IJk van maten en gew..
50.426
59.491
48.500
27
1929 66.50
66.30
66.324
6.28
10461
8
2.4671
t
Verk. en verh. van huizen
177.559
357.630
350.731
Laagsted.w.’) 66.40
66.20
66.224
6.20
104
1
/8
2.4634
Ontv. waterleidingen
21.395 56.035
103.312
Hoogste d.wl) 66.55
86.324 66.35
6.30
10434
2.4734
.
238.561
457.241
419.602
20 Mei 1929
–
–
–
–
264.207
‘fl0993
521.182
761.512
455 293
1.389 667
13
1929 66.45
66.30
66.35
6.25
10451
8
2.47/,
Bakengelden
………….
Loodagelden
…………..
Mun
‘
ipariteit
66.67
66.67
66.67
6.264
105%
2.4834
3.038.852
6.135.270
6.424.238
Diversen
……………..
Totaal….
‘)
Noteering te Amsterdam.
‘)
Noteering te Rotterdam.
Totaal generaal….
i)
PartIculiere opgave.
2)
Wettelijk gestabilireerd tussehen 7.534j
5
en 7.2111
2
.
48.292.337
100.844.166
116.021.054
Teruggegeven
belastinggelden.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzioht
leruggegeven ei/ns.
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
508
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29
Mei 1929
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
D a a
Londen
($
per £)
Parijs
($
P. 100
fr.)
Berlijn
(8
p. 100 Mk.)
Amsterdam
(8 P
. 100 gld.)
21 Mei
1929
4,85
3,90%
23,82
1
40,20%
22
1929
4,84’8/,
3,905/
23,79%
40,1834
23
1929
4,847/
5
3,90%
23,80%
40,17%
24
1929
4,84111
3,90%
23,83%
40,19%
25
1929
4.84151
3,90%
23,82%
40,19%
27
1929
4,85
3,9071
9
23,83
40,19)..
28
Mei
1928
4,885/
s
3,937/
8
23,95% 40,37%.
Muntpariteit..
4,8667
3,9108
23,81% 40
8
116
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
11
Mei
1929
18Mei
1929
20/25 Mei’29
Laagsiellloogste
25Mei
1929
A1exanirië..
Piast.
p.
97’4
97% 97
111
118
Athene
.. ..
Dr.p.
375
3741
374%
375%
37451
9
Bangkok
…
Sh.p.tical
1/10k
111031
s
1110%
1110
3
19
1110%,
Budapest
.
..
Pen. p. £
27.851
27.841
27.80 27.86
27.83
B. Aires
. d.
p.
$
479
1
32
47%
475/
4771
478116
Calcutta
..
Sh. p. rup.
1/569184
1;569/
1
~
4
11571
9
1/5
59
1
84
1j5
6
1
6l
Constantin.,
Piast.p.
995
997%
990
1.005 997%
Hongkong
…
Sh. p.
$
1/uH
1/11
1/11
2/0ti
1/”H
Kobe
..
….
.
Sh.p.yen
11’039r
1/10 1/10
1/101/
8
1/10k
Lissabon
..
Escu.p.
108′
10811
5
108
108%
10811,
Mexico
1)
…
$
per £
10.07k
10.121
10.00 10.25
10.12
Montevideo
d.perC
48
48%
48 49
48%
Montreal
..
$
per
£
4.87%
4.88
4.87 8f
4.8871
8
4.88s
8
R.d.Janeiro
d. per Mii.
511
5
5181,
I64
5571
571
Shanghai
.. .
Sh. p. tael
2/5
25
/
33
2/5
11
/
82
2/4%
2
1
5
13
1
16
2’5′
Singapore…
id. p.
$
2/3
49
/
94
213
49
1
21384
213
27
1
33
2/3
51
1
Valparaiso
8.
$
p.0
39.60
39.54
39.51
39.53
39.53
Warschau
.
Zi. p. £
4351
,
6
4351
43s,
4371,
431
‘)
in net vervolg woroen ae Mex.
mei
meer in penc. uuciu
iii
z
genoteerd.
2)
90 dg.
ZILVERPRIJS
–
COUDPRIJS
8)
Londen’)
N.Yorkt)
Londen
20 Mei
1929..
–
53%
20 Mei
1929,…
–
21
1929.. 25′
537j
•
21
,,
1929…..
84/11%
22
1929..
255!,,,
53718
22
,,
1929…..
8411191
8
23
1929..
24’s/,,
533/
t
23
,,
1929….
84111%
24
1929.. 241
,s
–
24
,,
1929…
.
.84111%
25
,,
1929…
25
.
25
,,
1929…..
84111%
26 Mei
1928..
2881
16
618/
8
26 Mei
1928…
.
84111
20 Juli
1914..
24
18
116
59
20 Juli
1914….
84/11
i)ln pence
p.oz.stand.
2)
Forelgnsllver in *c. p.oz.flne. 8)Insh.p.oz.fine
STAND VAN
‘
8
RIJKS KAS.
Vorderingen..
t
15
Mei
1929
1
23Mei
1929
‘f
8.036.907,81
f
6050.461,25
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,
220.117,31
•
518.213,83
Voor8chot
op
ultimo April ’29
aan
Saldo bij de Ned. Bank……………
de gem. op voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
Inkomstenbelasting en opcenten op
,,
37.096.225,32
,,
37.096.225,32
Voorschotten aan Suriname ……….
,
9.909.330,45
de Rijksinkomsten belasting……….
..9.907.398,45
,,
27 1.022.73
..
,.
220.008,95
Id,
aan Curaçao …………………..
Kasvord. weg. credietverst.alh. buiteni
147.054.978,23
,,
146.181.271,77
Daggeldleeningen tegen onderpand
,,
25.000.000,-
34.500.000,-
Salao der postrekeningen van
Rijks-
20.449.383,59
,,
25.611.878,16
comptabelen
……………………
Vordering op
het Algemeen
Bur.
749.952,78
gerlijk Pensioenfonds’)
–
,,
Vordering op. anderç Staatsbedrijven’)
,,
3.522.578,72 ,,
3.522.578,72
Verplichtingen.
Voorschot door de Nederl. Bank ingev.
art. 16 van haar octrooi verstrekt..
–
–
Schatkistbilietten In omloop’) ……..
Waarvan direct
bij
de Ned. Bank
fl15.529.000,-
,,
45.500.000,-
,,
30.000.000,-
1
115.529.000,-
,
45.490.000,-
-.
..
.
–
11.515.810,-
–
,,
11.558.382,-,
Schatkistpromessen In omloop ……..
7.886.065,02
–
Daggeldieeningen …………………..
Zilverbons in omloop ………………..
Id. aan het Alg. Burg. Pensioenfonds’)
,,
9.277.455,82
52.728.993,01
,,
6.593.379,05′
49.181.939,41
Schuld aan Ned.-Indië ……………..
3)
Id. a. Ii. Staatsbedrljt d. P., T. en T.
,,
,
1.640.000.-
,,
,,
1.815 000,
–
16. aan ândere Staatsbedrijven
2
)……..
Id. aan diver8e instellingen
1) ……….
,
12.003.237,59
,,
12.077.630,67
1)
Waarvan
f
12.056.000’vervallende
3)
In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
op
t Juli
1929.
NEDERLANDSCH.INDISCHE_VLOTTENDE SCHULD.
25Mei1929
Vorderingen:
Saldo
bij
‘9
Rijks kas ……………
‘.
/
7.253.000,-
–
f
6.512.000,-
–
Verplichtingen:
28.125.000,-
–
Saldo
bij
de Javasche Bank ………….
Betaalmiddelen in ‘s Lands Kas………
Muntfonds..
–
47.280.000,-
2.826.000,-
–
,,47.420.000,-
2.826.000,-
Waarvan Muntbiljetten ……………….
Muntbiljetten
In
omloop …………..
Schuld aan het Ned.-lnd.
idem
asn
de
Ned
-bid.
Postsa9rhank.
,,
.
800.00fl,-
,
789 fl00,-
Voorschot van
de
Javasche Bank….
,,
4.284.000,-
,
333.000,-
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 27 Mei 1929
Activa.
Binnenl.Wis.Illfdbk.
f
77.777.659,87
se1s,Prom.,’Bijbnk.
,,
4.598.976,26
enz.in disc.Ag.sch.
,,
13.634.121.21
f
96.010.757.34
Papier.o. h. Buiten!. in disconto…
.
Idem eigen
portef.
.
f
160.715.173,-
Af :Verkochtmaar
voor
debk.nognietafgel.
–
160.715.173,.-
Beleeningen
Hfdbk.
f
39.357.343,37
mcl. vrsch.
Bijbnk.
,,
8.131.208,66
k
1fl
Ag.sch.
,,
50.939.935,01
f
98.428.487,04
Op Effecten…
…
f
94.901.487,04
Op Goederen en Spec.
3.527.000,-
98.428.487,04
Voorschotten a. h. Rijk
dunt en Muntmateriaâl
Munt, Goud
.. . ..
f
06.209.280,-
Muntmat., Goud
,,
370.803.102,09
r
437.012.382,09
Munt, Zilver, enz.
•
,,
21.659.150,70
Muntmat., Zilver..
–
458.671.532,79′
Belegging
1/
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds
……………………
,,
24.950.325,94
Gebouwen en Meub. der Bank
.-……..
,,
5.000.000,-
Diverse
rekeningen
…….
. …………..
,,
35.166.221,96
f
878.942.498,07
Paselva.
Kapitaal ……..
……. . -. . .
……
f
20.000.000,-
‘Reservetonds ……
..,
.
…….. … .
,,
7.167.903,12
Bijzondere reserve ………
…. ……. .
,,
8.000,000,-
Pensioenfonds
…………
…,
.. .
…
,,
5.877.924,70
Bankbiljetten in omloop………
.. ..
.._
,,
796.882.695,-
Bankassignatin in omloop ………….
234.123,53
Rek.-Cour.
‘5
Het Rijk
,f
16.941.103,03
saldo’s:
Anderen
13.281.543,28
30.222.646,29
Diverse rekeningen
, ,
.., . .. ………
,,
10.567.205,43
f
878.942.498,07
Beschikbaar metaalsaldo ……..
…….
f
127.269.022,43
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is.
,,
318.172.556,-
1)
Waarvan, in het buitenland
f
23.890.447,18
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Munt
1
Muntmat. Circulatie
opeischb.
schulden
Metaal-
saldo
1)
kings
perc.
27 Mei
1
29
66.209
370.803 796.883
30.457 127.269
55
21
’29
66.220
370.805
808.411 20.311
125.999
55
13
,,
’29
66.221
370.817
826.672
16.047
119.835
54
6
’29
66.225
370.817
850.429
16.7.17
110.467
53
29 Apr. ’29
66.491
365.712
840.394
27.679
105.739
52
22
,,
1
29
66.495
355.712
796.780
18.992
116.691
54
29 Mei’28
67.625
367.469
797.333
35975
292.386
55
25 Juli
’14
65.703 98.410
310.437
6.198 43.521
54
Totiâl
Schatkist-
Belee
Papier
Dii
erse
Data
bedrag
disconto’s
promessen
rechtstreeks
‘
e
n n5 op het
buiten 1.
reke-
ningen
2)
27 Mi
1929
96.011
–
98.498
160.715 35.166
21
,,
1929
110.535
–
103.850
152.517
35.882
13
1929
131.959
–
110.170
137.329
37.455
6
1929
143.035
–
134.148
121.744
41.604
29 Apr. 1929
172.259 30.000 123.672 89.382 45,682
22
,,
1929
179.952
30.000 93 976
78.561 39.895
29
Mei’
19281
52.613
‘
–
112.722 193.884 41.508
25 Juli
19141
67.947
‘
14.300
61.686 20.188
509
t)
Sedert den
bankstaat
van 14 Jan.
’29 weder
op de basis
van
3f
metaaldekking.
3)
Sluitpost
activa.
SURINAAMSCHE BANK.
Vr,nrnnamr,te
nosten in duizenden guldens.
Data
Metaal
latie
Andere
opeischb.
Discont.
Div. reke-
ntngen’)
27 April 1929…
811 1.618
664
,
991
302
20
‘ ,,
1929…
810
1.495
746
1.006
282
13
1929..
810 1.510
735
1.008
399
.6
–
1929-
821
1.614
764
1.015
343
30Maart 1929..
831
1.664,
662
1.031 345
28 April 1928-
1.090
1.658
543
816
450
5 Juli
1914
–
645
1.100
560
735
30
•) niUlipOst
29 Mei 1929
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
509
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De sainengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Data
Goud
Zilver
Circulatleopeischb. metaal-
schulden
1
saldo
25 Mei 1929
18.100
300.400
34.100 50.300
18
1929
184.300
305.100
28.700 50.780
11
3929
183.600
307.800
31.100 48.040
27Apr.1929 167.183
21.248 299.717
37.682 53.471
20
,,
1929 167.507
19.136 301.855
37.863 50.756
13
1929 167.253
18.448 306.180
35.681 48.957
6
,,
1929 167.299
18.301
308.313
37.942 47.099
26Mei 1928 174.351
17.877 304.634
43.193 123.003
28 Mei 1927 185.245
29.278 308.361
54.393 142.768
25 Juli 1914 22.057
31.907 110.172
12.634
4.842
8
)
Wissels.
Dek-
D a a
Dis-
buiten
–
Belee-
Te
kings-
conto’s
N.-Ind.
ningen
:-
n ng n
percen-
_____________
betaalb.
lage
25 Mei 1929
•Too
55
18
1929
132.300
••
55
ii
1929
136.100
•••
54
27Apr.1929
1873
26.915
72.162 41.717
56
20
1929
7.760
27.708
71.375
47.042
55
13
1929
7.912
28.113
73.354 52.123
54
8
1929
7.883
28.114
74.737 56.697
54
26Mei1928
14.282
16.888
65.160
66.108
55
28 Mei 1927
13.978
21.010
57.538 59.120
59
25 juli1914
7.259
6.395 47.934 2.228
44.
‘)
Sluitpost
activa.
‘)
Basis
,
ls
metaaidekking.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden ponden sterling.
1)
Bankbilf.
Bankbilf.
Other Securit les
Data
Metaal
in
in Banking
Disc.and
s
ecur, ,es
circulatie
Departm.
Advances
22 Mei 1929
182.747
362.364
59.627 6.916
20.119
15
,,
1929 161.861
362.811
58.329
9.586
17.747
8
,,
1929
160.880
362.794
57.419
11.607 15.706
1
1929
158.766
361.371
56.845
9.286 15.784
24 Apr. 1929
156.541
357.278
58.766
10.950
15.1113
17
,,
1929
156.272
358.941
56.896 11.029
15.622
23 Mei 1928
162.187
1351064
22 Juli
1914
40.164 29.317 33.633
Data
00v.
Sec.
1
Public
J
Depos.
I
Other Deposits
1
Other
Bunkers Accountsl
1
1
Reserve’
1
Dek-
kings-
perc.
2)
22 Mei ’29
38.487 15.300
57507
35.315
60.384
551,
15
’29 37.817
9.291
61.071
36.079
59.050
55
18
1
8
’29
39.782
8.680
63.223
35.532 58.086
54
1
’29
45.352
10.939
60.689
38.474
57.395
523
1
32
24Apr.’29
44.257
18.318
58.433
35.655
59.264
5223!
17
,,
’29
48.347
17.876
60.779
36.017
57.331
132
4971,
23 Mei ’28
29.582
13.095
10018
46.873
413f
22 Juli ’14
11.005 13.736
42.185
29.297
52
1)
Zie voor wijzigingen in ae
bankstaat ae
toelichting op blz. I00
en
1081.
2)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen fran.
1
Te goed
Wis
Waarv.
1
Belee- fRenieloos
Data
Goud’)
ZilverI
In h
buite
e
nl.
–
sels
lbu~
o
het
1
,
1
ningen
voorschot
tenl.l
Ia.d.Staat
17 Mei ’29
36.534
732
7.942124.513
18.400
2.368
3.200
10
’29
36.525
732
7.988
24.225
18.387
2.415
3.200
3
’29
36.462
732
8.045
24.849
18.372
2.440
3.200
26Apr.’29
35.788
732
8.544
24.992
18.539
2.283
3.200
18 1ei ’28
5.543
343
62
1.686
13
1.776
–
23 Juli’14
4.104
640
–
1.541
8
769
1
–
Bons v. d)
1
1
Diver-
1
1
Rekg. Courant
Data
zeI/st.
amort. k.
Sen’)
Circulatie
Staat
Zelf
St.
Parti-
amort.k.jcuileren
17 Mei ’29
5.769
1.468
62.864
5.635
6.252
6.744
10
’29
5.798
1.825
63.420
5.382
6.166 6.816
3
,,
’29
5.798
1.784
63.828 5.333
5.954
7.097
26 Apr.’29
5.930
1.560
62.848
5.568
6.308
7.283
18Mei ’28
–
29.749 59.719
59
–
8.459
23Juli’14
–
–
5.912
401
–
943
2)
Bij de stabilisatie is de
goudvoorraad gewaardeerd volgens de
nieuwe’waarde
van den franc.
2)
Sluitpost activa.
DUITSCHE RLJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichamark.
Daarvan
Deviezen
Andere
a a
“oud
bij bul-
als goud-
wissels
1
Belee-
tenl. circ. dekking
en
ningen
banken
1)
g
cheques
23 Mei
1929
1.764,6
59,1 146,5
.
2.403,4
97,2
15
,,
1929
1.764,8
59,3
56,1
2.568,5
218,5
7
,,
1929
1.765,6
59,9
53,6
2.783,5
208,7
30 Apr. 1929
1.891.6
172,7
99,3
2.790,2
262,1
23
,,
1929
2.178,9
183,0
39,9
2.239,4
41,0
23 Mei
1928
2.040,7
85,6
229,5
2.035,2
27,4
30 Juli
1914
1.356,9
– –
750,9
50,2
D a a
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
ActivaV
lat ie
Cr1.
Passiva
23 Mei
1929
92,9 589,5
4.006,2
642,3
300,5
15
,,
1929
92,9
588,8
4.167,3 648,5
297,7
7
,,
1929
92,9
514,0
4.442,4
584,8 294,8
30 Apr. 1929
92,9
535,4
4.631,5
585,1
290,6
23
,,
1929
93,0
541,3
3.918,9 769,3
262,6
23 Mei
1928
94,0
553,7 3.821,6
675,1
957
30 Juli
1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
-ji unoelast.
•) W.O.
tentenOankscheine
£3, 1,
1
Mei,
30, 23 April
1
29,
23
Mei ’28, resp. 63; 49; 43; 9;
–
;
60 miii.
NATIONALE BANK VAN BELGIE.
Voornaamste posten in
inillioenen Beleas.
Data
Goud
.
Rekg. Crt.
1 929
u’
0
Q.
23 Mei
963
462
44
743
46
343
2.452
27
81
15
,,
962
480 44
731 45
342
2.477
.
6
81
8
982 455
44
733
41
342
2.470
10
58
2
,,
962
455
44
720
53
342
2.468
25
45
25 Apr.
962
456
44
764
38
345
2.431
16
123
24 Mei’
772
455
44
553
48
390
2.119
26
83
•
1
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS. Voornaamste posten in millioenen dollars.
Goudvoorraad
Wettig
Wissels
Data
betaal
–
middel,
Zilver
Totaal
1
Dekking
i
F. R.
In her-
disc. v. d.
In de
open
bedrag
Notes
etc.
member
markt
ban/es
gekocht
8 Mei’29
2.840,9
1.372,0
171,3
962,0
157,2
1
,,
’29 2.812,0
1.378,6
173,7
985,8
170,4
24 Apr.’29
2.798,6
1.348,4 174,8
974,5
141,2
17
,,
’29
2.779,5
1.358,6
.
176,5
994,3
141,0
10
,,
’29
2.774,8
1.340,5
175,8
963,5
157,3
3’29
2.719,2
1.299,7
173,3
1.029,9
174,7
9 Mei ’28
2.690,1
1
1.228,5
157,8
717,1
365,1.
Data
Belegd
In U. S.
–
Gestort
ud
Dek-
1
Algem.
1
Dek-
Gov.Sec.
in circu-
latie
si
~
t
i
Kapitaal
kings-
1
kings-
perc.s
8 Mei’29
149,5
1.663,7
2.389,2
156,2
70,0 74,3
1
,,
’29
150,7
1.663,6
2.410,4
156,0
69,0
73,3
24Apr.’29
149,8
1.652,6 2.350,1
155,9
69,9
74,3
17
,,
’29
161,4
1.653,2
2.379,8
155,1
68,9 73,3
10
,,
’29
166,1
1.657,7
2.339,8
154,9
69,4
73,8
3
,,
’29
189,1
1.863,6
2.382,5
154,3
67,2
71,5
9 Mei ’28
277,4
1.591,2 2.474,1
138,1
1
66,2
70,1
,,,.,cu guuvuurraau tegenover opisunoare scnuluer:
F. R. Notes en netto deposito.
3)
Verhouding totalen voorraad
munt-
materiaal en wettig betaalmIddel tegenover idem.
PARTICULIERE
BANKEN
AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
–
Voornaamste posten in millioenen dollars.
Data
Aantal
banken
Dis-
conto’s
en
beleen.
Beleg-
gingen
Reserve
b/ de
benkt
Totaal
depo-
sito’s
Waarvan
time
deposits
1 Mei’29
703 16.451
5.875
1.702
20.137
8.760
24Apr.’29
698 16.388
5.871 1.658
19.900 8.775
17
,,
1
29
729
16.431
5.909
1.671
20.062
6.779
10,,
’29
706
16.454
5.939
1.872
20.099
6.789
3
,,
’29
766
16.583 5.976
1.688
20.276
6.830
2 Mei ’28
643
15.951
6.637
1.816
20.966
6.911
an net eina van Ieder lewartaal wordt een overzient
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
510
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICIÏTEN
29 Mei 1929
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 27 Mei 1929.
De schaduw van den onzekeren toestand op de geidmarkt
te N e w Y o r k heeft haar invloed op cle internationale
fondsenmarkten,gedurende de achter ons liggende bericlits-periode uitgeoefend. Ook de beurs te Wallstreet was uit den
aard der zaak niet opgewekt gestemd, doch het was opmer-
-kelijk, hoe weinig materiaal aan de markt is gekomen.
Eerder was een zekere terughouding bij de koopers waar
te nemen, waardoor een krachtige stijging van het koers-
peil bijna nergens kon, intreden en over het algemeen eerige
afbrokkeling van de noteeringen plaats vond. Met span-
ning wordt de verdere ontwikkeling van de geldmarkt tege-
moet gezien, vooral,. omdat thans w’el duidelijk is gewor-
den, dat tussehen verschillende Federal Reserve banken en
den Pederal Reserve Boarci een principieel verschil van
opvatting bestaat ten aanzien van het al of niet wensche-
ljke van een discoutoverhooging op dit tijdstip. Bovendien
zijn de leden van den Federal Reserve Board het ook onder-
ling niet eens.
De markt te L o n d e n, welke steeds in nauw contact
pleegt te stain met die te New York, was, als gevolg van
de stemming in laatstgenoemde beurspiaats, evenmin op-
gewekt. Dc onderbreking van den’ beurshandel gedurende de
Pinkstervacantie heeft bovendien nog eenige uitwerking
gehad, in zonverre er geen omvangrijke particuliere orders
waren. Voorts heeft het vooruitzicht op de aanstaande
verkiezingen ertoe bijgedragen den handel sterk te doen
inkrimpen, te meer, omdat er geen gegevens waren, wqlke ecn stimuleerenden invloed hebben kunnen uitoefenen.
Te B e r 1 ij n is het verloop van de beurs onregelmatig
geweest. De conferentie te Parijs heeft wederom afwisse-
lande stemmingen in het leven geroepen. Aanvankelijk was
men optimistisch aangaande het welslagen, doch gaande-
weg zijn de verschillen tusschen de gedelegeerden van
Duitschland en die van de voormalige verbondenen sterker
naar voren getreden, vooral door het aftreden van den
heer Vögler. De beurs heeft hieruit de consequenties ge-
trokken en heeft op sommige dagen een bijzonder lustelooze
houding aan den dag gelegd. Tegen het einde van de he-
richtsweck zijn op. het verlaagde koerspeil enkele orders
uitgevoerd, waardoor het aspect iets beter is geworden.
Te P a r ii s is de markt weinig opgewekt geweest. De-
zelfde overwegingen als te Berlijn hebben daar ter plaatsé
gegolden ten opzichte, van de conferentie der deskundigen.
De internationale fondsen hebben uit den aard der zaak
het scherpst gereageerd, o.a. ‘Rio Tinto en Huelva.
T e n o n ze n t heeft de beurs over het algemeen een
kalm en weinig markant verloop gehad. De
beleggingsaf-
deeling
heeft neiging tot eenigen achteruitgang aan den
• dag gelegd. Vermoedelijk moet dit in verband worden
i
5
‘gebracht met de vrees voor discontoverhooging te New
–York, waarvan men eventueel ook gevolgen voor de in-
heemsehe geidmarkt verwacht. 6 pCt. Ned. Werk. Schuld
‘1922: 104%, 104; 434 pCt. Ned. Werk. Schuld 1017:
999
116,
9934; 4% pCt. Nd.-Indië 1920: 967/
s
,
9615116;
5 pCt. Brazi-
lië 1903 £ 100 :8434, 82
1
/8
; 5 pCt. Brazilië 1913 20-100:
–
71; 8 pCt. Sno Paulo 1921: 104
15
1.
Een uitzondering op de tamelijk kalme houding van de
beurs werd gevormd – in de afdeeling voor
industrieele
– aandeelen
– door de aandeelen üchenmeister’s Interna-
tionale Maatschappij voor Accoustiek, waarbij zich’ aan-
deelen Küchenmeister’s lJltraphoon’ Mij. hebben aangesloten.
Het feit, dat alle leden van de Vereeniging voor den Elf éc-
tenhanclel minstens
f
1000 nominaal op’ hun inschrijvingen
toegewezen hebben gekregen, heeft geen grooten invloed uit-
geoefend op het koe’tspeil, waaruit de conclusie werd getrok-
ken, dat 51 in beurskringeii voldoende vertrouwen in de toe-
komst van de maatschappij bestaat om de aandeelen te be-
houden 5f kooplust van het publiek een tegenhanger tegen
het z.g. ,,premiejagen” heeft gevormd. Wel viel even een
scherpe reactie waar te’ nemeil, doqh dit was het gevolg van een algemeen loome stemming van de béurs. De overige in-
dustrieele aandeelen witren veel kalmer. Voor certificaten
Margarine Unie, aandeelen Calvé-Delft, Philips, enz. is het
aanbod overheerschend geweest, zoodat een afbrokkeling van
het koerspeil plaats heeft gevonden, zonder dat dit nochtans
den ondergrond heeft aangetast. Na enkele dagen va,n lus-
teloosheid is tegen het slot belangstelling ontstaan voor
kunstzijdesoorten. Calvé-Delft (0. v. A.)2 216
3
/
4
, 210; Cen-
trale Suiker Mij: 70
1
/4,
66%; Roll. Kunstzijde md. : 192,
190; Roll. Mij. t. h. maken van ‘Werken in Gew. Beton:
310, 30634′; Internationale Viscose: 85
1
/8,
8634;
Küchen-
meister’s Ultraphoon Mij.: 264, 279; Maekubee: 112, 11734
Margarine Unie: 4673/8 450% ; Ned. Kuustzijde md.: 375%, 377; Philips Gloeilarnpenfabr. (Gem. Bezit. v. Aand.) : 781.,
766; Ougrée Marihaye: 389%, 385; Separator: 160, 157;
Zweedsehe Lucifer Mij.:
377%,
362 (ex slot div. ad
10 pCt.).
Van aandeelen in rnijnbouwondernemingen
hebben aan-
deden Boeton tijdelijk blijk gegeven vai een lustelooze
houding, wijl werd medegedeeld, dat verschillende beurs-
geruchten – o.a. die omtrent het aantreffen van radium
op de terreinen der maatschappij – als onjuist beschouwd
moesten worden. De reactie werd echter spoedig ingehaald.
Aandeelen Algemeene Exploratie Mij. bleven vrijwel ver-
waarloosd, terwijl eenige vraag ontstond voor Billiton, in
verband met het jaarverslag. Alg. Expl. Mij.: 217, 212;
Billiton le Rubr.: 552, 572; iloeton Mijnb. Mij:: 330, 325%,;
Muller & Co.’s Mijnbouw Mij.:
94%.,
97%; Redjang Le-
bong: 15534, 154; Singkep Tin: 299, 289.
De
tabaksmarkt
was over het algemeen ongeanimeerd.
Er is bijna geen handel waar te nenien geweest en voor zoover dit wel het geval was, ‘ waren de verkooporders
grooter dan de kooporders. Over dé geheele linie zijn de
noteerïngcn dan ook achteru:itgeloopen. Aron’dsbu rg: 533,
530%; Dcli ]3atavia Mij.: 439
1
/
2
,,
418%;
Deli Mij.: 414,
405; Ngoepit: 345,
348%;
Oostkust: 176, 168; Senembah:
474%, 459.
Öok de
rubberafdeeling
was lusteloos. Een uitzondering
hebben tijdelijk aandeelen Rubber Cultuur Mij .,,Amster-
dam” gevormd,’ naar aanleiding van het feit, dat het over
1928 uit te keeren dividend ad .15 pCt. grooter is dan werd verwacht: De algemeene tendenz was echter bom. Amster-
dam Rubber: 273
1
/
2
.,
2647/8;
Dell Batavia: 181, 172%;
Hessa Rubber: 368%, 341; Indische Rubber: 266, 254;
Java Caoutchouc: 150, 146; Kali Telepak: 280, 276; Ma-
•janglanden’: 248, 249; Ned.-Ind. Rubber & Koffie: 232,
233; R’damTapanoeli: 110, 106%; Serbadja’di: 209%, 198;
Sumatra Caoutchouc: 165, 156; Sumatra Rubber: 216, 206;
Ver. md. Cultuur Ond.: 165%, 158; Intercontinental Rub-
her: 10%, 10%.
De
suikerafdeeling is
niet bestand gebleken ‘ tegen de
weinig opgewekte berichten van de suikermarkt. De mede-
deelingen uit Nederlandsch-Indië hebben geen stimuboe-rende werking gehad, noch die omtrent den goeden stand
van den, aanplant, noch de maalresultaten. Tegenover de
gunstige factor, dat ten gevolge van één en ander de kost-
prijs verlaagd zal kunnen worden, stelde men het feit,
dat de hoeveelheid suiker tegelijkertijd grooter zal worden.
INDUSTRIEÎLE DISCONTO MAATSCHAPPIJ
AMSTERDAM
LONDEN
BERLIJN
PARIJS
KOPEN [lAGEN
MAATSCI-IAPPEUJK KAPITAAL / 25.000.000.-
‘ ,
VOLGESTORT GEPLAATST EN RESERVES 112.900.000,.
Financiering van den afzet van indust’rieele, producten.
29 Mei 1929
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
511
Cultuur Mij. der Vorstenlanden: 162, 160%; H.V.A.: 667, 652; Javasche Cultuur Mij.: 360, 357; Maron: 227, 223%;
Moormann: 291, 287; Necl.-Incl. Suiker Unie: 246, 243; Pagottan: 240 (cx div. ad
14 pCt.), 233; Poervoredjo: 79,
78; Sindanglaoet: 290, 400; Suiker Cultuur Mij.: 230;
Tjepper: 717, 730; Watoetoelis Poppoh: 760, 755.
Petroleurnaandeelcn
hebben op den achtergrond gestaan
en waren meerendecis in reactie. Tegen het ein
4
e der he-
richtsweek zijn aandeelen Koninklijke Petroleum Maat-
schappij wat sterker gezocht geweest, zoodat een lichte ver-
betcring haar intrede heeft kunnen doen. Dordtsche Petr.
md. Mij.: 376, 382; Kon. Ned. Petr. Mij.: 393%, 395%;
Perlak Petroleum: 225, 218; Peudawa: 41, 39
5
/8; Marland Oil: 3811, 37.
$cheepvaart fondsen
zijn
vrijwel verwaarloosd gebleven
bij nauwelijks veranderde noteeringen. Voor aandeelen Kon.
ioll. Lloyd bestond eenig aanbod. Holland-Amerika Lijn:
60,
61%;
Java-China-Japan Lijn: 145, 144; Kon. Ned.
Stoomboot Mij.: 88%, 8934; Ned. Scheepvaart Unie: 222%,
219; Koninklijke Hollandsche Lloyd: 13, 6%; Nievelt Gou-
driaan: 95, 96; Solleveld: 46, 41%,; Stoornv. Mij. Neder-
land: 191, 187%.
Bankaandeelen
waren stil, doch vast. Amsterdamsche
Bank: 194, 194%; Incasso Bank: 119; Holl. Bank voor
Zuid-Amerika: 85, 86; Javasche Bank: 315; Koloniale
Bank:
239%,
239; Ned.-Ind. Handelsbank: 164
1
/
2
, l657/;
Ned. Handel Mij.
(C.
v. A.): 186, 184l/; R’damsche Bank-
verg.:
109%,
109; Twentsche Bank: 138.
De
..dmerikaansehe markt
heeft weinig aandacht getrok-
ken. Het koerspeil daalde eenigszins, met sommige uitzon-
deringen, zooals Cities Scrvice, Anaconda Coppr. enz.
Anaconda Copper:
2
03%, 205% (ex div.) ; Cities Service:
568, 580; Studebaker: 827%, 78%; U. S. Leather: 21%, 22;
U. S. Steel Corp.: 172%, 168; Atchison Topcca: 199%, 208;
ilaltimore & Ohio: 122, 120; Ene: 74, 72; St. Louis &
San Fransisco: 117, 1167%; Union Pacific:
221%,
216;
Wabash Railway: 677/
8
, 64.
GOEDERENHANDEL.
GR.NEN.
28 Mei 1929.
Zaken in t a r w e zijn naar Europa deze week niet groot
geveest, hetgeen in de eerste plaats wel het gevolg is ge-
weest van geringe vraag in Engeland. Daar hebben eerst
de feestdagen de ontwikkeling der zaken nog wat tegen-
gehouden en later was de telkens nog verder dalende prijs-
loop oorzaak van den beperkten ondernemingsiust. Met
liet oog op de in Frankrijk verwachte verhooging van het
invoerrecht en het daardoor beperkte aanbod van inland-
sche Fransche tarwe werden aanvankelijk in Frankrijk even-
als in cle vorige week weder Vrij wat inkoopen van buiten-
landsche tarwe gedaan, doch nu ten slotte de verhooging
van het invoerrecht werkelijk tot stand is gekomen, zal
men zich in Frankrijk wel weder meer op het aanbod van
iulandche tarwe kunnen gaan verlaten. Behalve in Frank-
rijk is ook in Italië het invoerrecht op tarwe verhoogd en
in beide landen heeft de verhooging ongeveer
f
1.50 per
100 KG. bedragen. Deze bemoeilijking van den invoer van
tarwe in 2 belangrijke Europeesche verbruikslanden heeft
zoowel in Engeland als ook in Noord- en Zuid-Amerika
bijgedragen tot de flauwe houding der markten dezer
week. Voornamelijk echter blijft de oorzaak daarvan nog
altijd liggen in de buitengewoon groote hoeveelheden tarwe,
welke door de uitvoerlanden nog moeten worden gespuid
vdÔr de nieuwe tarwe binnenkomt. Vooral in de Vereenig-
de Staten maakt men zich meer en meer ongerust, nu
Europa niet bereid is om tot de tegenwoordige prijzen
hardwinter tarwe te koopen. Er zijn daarin in deze week
wel eenige zaken tot stand gekomen, naar Engeland en
ook naar Duitschiand en Nederland en het overige Europa,
doch in de eerste plaats waren deze zaken slechts klein
en bovendien betreffen zij voor een groot gedeelte reeds
tarwe van den nieuwen oogst, zoodat daarmede ten aan-
zien van de groote oude voorraden slechts zeer weinig
werd bereikt. De prijzen, welke in de Vereenigde Staten
voor tarwe worden gevraagd, zijn ook nu nog na de groote
prijsdaling van den laatsten tijd te hoog om de concurren-
tie met Canada en Argentinië in voldoende mate het hoofd
te kunnen bieden. Vooral Argentinië was deze week weder
dringend aan de markt en Argentijnsehe tarwe kwam
weder geregeld goedkooper te koop. Natuurlijk vinden in
de verschillende tarwesoorten dagelijks zaken naar Europa
plaats, doch deze zijn nog altijd lang niet in staat om de
verder achteruitgaande prijzen tegen te gaan. Dat de
markt nog altijd werkelijk een flauw karakter heeft, blijkt
wel uit de omstandigheid, dat de klachten over droogte,
welke in vele ver uiteenliggende productielanden werden
geuit, zeer weinig invloed hebben gehad. Zoowel Australië
als Argentinië en op sommige dagen zelfs ook Canada en
een gedeelte van Europa rapporteerden telkens weder mooi
weder iqet te weinig regen. Eeuigszins heeft dat wel de
daling der prijzen tegengehouden en vooral in Argentinië
was dat het geval, doch tot toename van den ondernemings-
lust in de invoerlanden heeft de droogte niet geleid. In-tusschen wordt uit Australië en sommige gedeelten van
Argentinië alsook uit Canada regen gemeld. In Europa
hebben overigens Roemenië en een gedeelte van Hongarije
alsmede ook Duitschland en Frankrijk gedurende de laat-ste weken nogal wat regen gehad, waardoor in die landen
de stand van den oogst is verbeterd. Toch wordt in Hon-
garije geen grootene oogst verwacht dan ongeveer 9 mil-
lioen quarters tarwe, terwijl die in het vorige jaar onge-
veer 13 millioen heeft bedragen. In Zuid-Slavië en Roe-
menië wordt echter een zeer bevredigende opbrengst ver-
wacht, terwijl uit Hongarije een groote uitzaai van mais
wordt gemeld. Uit Frankrijk duiden de berichten nog niet
op een groote tarwe-opbrengst en ook in Duitschland schij-
nen hier en daar nog streken te zijn, waar men geen groo-
ten oogst verwacht, doch de vooruitzichten voor de win-tertarwe der Vereenigde Staten zijn blijkbaar uitstekend.
In Oklahoma ten minste wordt de oogst geraamd op 60
tot 70 milljoen bushels (in 1928 59% millioen) en in Texas
op 30 tot 35 millioen (in 1928 22 millioen). Weliswaar
schat men den oogst in Kansas op 160 millioen bushels
tegen 177% millioen in het vorige jaar, doch er zijn voor
Kansas ook hoogere ramingen en de laatste berichten om-trent den oogst zijn algemeen gunstig, en er mag dan ook,
zoolang de omstandigheder. niet veranderen, een flinke
totaal-opbrengst worden verwacht. In Canada is de uit-
zaai der zomertarwe gereed gekomen, doch de eerste groei
van het gewas schijnt niet bijzonder gunstig te zijn. Er
wordt naar regen verlangd en hetzelfde is het geval in het
Noordwesten den Vereenigde Staten. Op 27 Mei uvaren de
markten in Zuid- en Noord-Amerika weder zeer flauw.
Mei-tarwe te Chicago kwam 1% cent beneden den dollar.
Sedert den oorlog waren prijzen van even beneden den
dollar wel gedurende korte periodes voorgekomen, doch niet
meer sinds den zomer van 1923, toen Rusland dreigde met
groote exporten. Van 20 tot 27 Mei heeft de prijsdaling te
Chicago 4% i 5, te Winnipeg 3% á 4 dollarcent per 60 lbs. bedragen en aan de Argeutijnsche termijnmarkten 40
li
45
centavos per 100 KG.
Ook r o g ge is deze week weder flauw geweest. Na eenige
vaste dagen omstreeks het midden der week zijn te Chi-
cago later de prijzen weder sterk gedaald, waardoor Ame-
rikaansche rogge in Europa veel goedkooper te koop kwam
dan tot nog toe was voorgekomen. De vraag naar buiten-
landsche rogge blijft echter in Europa slecht en afgezien
van een enkele zaak tot de dalende prijzen naar Nder-
land werden in Noord-Amenikaansche rogge nauwelijks
zaken gedaan. Verschepingen kwamen van Noord-Amerilca
niet voor, doch van den Balkan werd deze week weder
wat rogge verscheept nu men daar blijkbaar ook voor
rogge tot de conclusie gekomen is, dat een verbetering der
prijzen toch uitgesloten is en het dus zaak is om het nog
aanwezige uitvoer-surplus te verschepen. Ook uit Argen-tinië waren de verschepingen deze week zeer klein, doch
tot een verbetering der vraag naar rogge heeft dit niet
geleid. Duitschiand blijft nog steeds dringend met rogge
aan de markt en ook uit Polen bestaat voortdurend aan-
bod, dat echter ondanks de toch ook voor deze soort ge-
daalde prijzen niet tot zaken van grooten omvang heeft
geleid. Intusschen zijn gedurende de maand April de ver-
sehepingen van rogge uit Duitschland toch wel van betee-
kenis geweest. Zij hebben 203.000 quarters bedragen tegen 124.000 in de vorige maand, toen trouwens de scheepvaart
op de Oostzee nog sterk belemmerd werd door het ijs. Ge-
durende de afgeloopen week is te Chicago de roggeprjs
voor Mei 2% en voor Juli met het oog op de goede oogst-
berichten zelfs 6 dollarcent per 56 lbs. of 7% pCt. gedaald.
De nieuwe rogge in de Europeesche productielanden staat
er over het algemeen goed voor, al wordt dan ook hier en
daar gevreesd voor de gevolgen van droogte, in geval daar-
in geen verandering mocht intreden.
M al s heeft ook deze week weder een periode van een vastere stemming doorgemaakt. Gedeeltelijk stond die in
verband met het droge weder in Europa, dat in sommige
landen ‘tot betere vraag leidde en bovendien ook met droogte
in Argentinië, waardoor daar de annvoer van maïs werd
beperkt, omdat de mogelijkheid ontstond van grooter bin-
nenlandsch verbruik en ‘de weiden van de droogte leden.
In verband daarmede zijn ook de Argentijnsche maïsven-
schepingen deze week kleiner geweest dan tevoren, zoodat
de naar Europa onderweg zijnde hoeveelheid eenige vermin-
dering onderging. Tevens was het weder in Noord-Amerika
512
ECONOMISCH Tz’iISTISCHE BERICHTEN
29 Mei 1929
•
1O’1
“i in
ton8 van
1000
KG.
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
19125
Mei
Sedert
Overeenk.
19125
Mei
Sedert
•Overeenk.
1929
1 Jan.
1929
tijdvak
1928
1929:
0
•
1 Jan.
1929
tijdvak
1928
1929
1
12.151
642.049
871.641
996
51.359
30.254
693.418
901.895
Tarwe
……………..
Rogge
………………
4.562 75.918
82.803
–
.
–
–
75.918 82.803
1.410
11.318
8.422
–
11.318
8.42.2
11.911
287.539
381.589
5.920
92.503 90.249
380.042
471.838
Lij
nzaad
……………
2.822
161.102
132.306
–
1.521
3.540
162.823
135.846 87.449
71.142
-.
–
2.029
160
89.478
71.302
Boekweit ……………..
Mais ………………..
.
60.999 95.247
18.904 152.606
1682490
213.605
263.737
Gerst
……………….
Haver
………………859
Lij
nkoek
…………..
5.932
95.769
87.560
100
250
1.184
96.019
88.744
..592
2.376
…
37.700 47.210
–
12.570
-18.340
50.270 65.550
Tarwerneel
……………
Andere meelsoorten
166
–
7.904 5.530
–
–
–
7.904
5.530
niet gunstig voor den eersten groei der nieuwe mais en
dit alles heeft geleid tot meer zaken en eeni.ge verbetering
der prijzen in Engeland alsook op enkele dagen der week.
op het vasteland. Daarbij kwam, dat in Nedelrand door
vertraging van eenige te Rotterdam verwachte .booten, de
voorrad’en sterk sionken, zoodat voor beschikbare partijen
eenige prijsverbetering intrad.Te Antwerpen bleven de
prijzen echter vrij wat beneden de te Nederland geldende
en ook Duitschland toonde geen kooplusit, zoociat al spoedig
de prijzen iweder insekten.
Op
25 Mei reeds *as maïs weder
fla.nw met eenie prijsverlaging in. Argentinië, welke op
den 27sten, blijkbaar wegens regenwal, ih sterke mate werd
voortgezet. De prijsverbeterling van het begin der week is
daardoor dan ook weder geheel verloren gegaan, al worden
toch tenslotte de in Nederland aangekomen partijen op
bevredigende wijze opgenomen. Dat het niaïsverb.ruik in
vei-schillende Europeesche landen dit jaar kleiner is clan
het vorïge, blijkt weder uit de omstandigheid, dat de Duit-
sobe invoer van 1 Augustus tot
1 Mei
slechts 3 milidoen
qu,arters heeft bedragen tegen 6,6 mi.11ioen in dezelfde pen/ode
van het vo]ige seizoen. Aan de Argentijnsche termij.nmark-
ten waren ten slotte op 27 Mei de maïsprijzen 15 S 20 cen-
tavos per 100
KO.
lager dan een .veek tevoren. Ook in
Noord-Amerika verbeterde het weder en trad een sterke
prijserlaging in, waardoor de prijzen te Chicago 4 t 5
dol-
la2rcent per 56 ibs. lager kva.m.eu
dan op den 20sten.
Uit Zuid-Afrika worden tegeawo.orchg geen zaken gedaan,
omdat de prijzen daar te hoog worden gehouden in verge-
lijking met Argentinië. –
Ook voor cie meeste ‘g er s tsoorten is de markt dze
week weder flauw geweest. Aan de termijxunrkt te Winni-
peg zijn de prijzen eerst slechts.aveiinig gedaald, doch Cnn a-
dëesche gerat kiwasa telkens goecikooper te koop vooral voor
voergei’st uit de Vefeen.igcte Staten was de .prijsclai:ing be-
Ihuigrjk. in Nederla.nd is welisw:aar het verbrui.k van aatst
genoemde gerstsoo’t gro’ot, doch de aanvoeren overtref-
feri toch de behoefte en aankomende partijen w’aren telkens
goedkooper te krijgen tot ver beiietln Anieiiikaansche pan-
telt.
Op
de laatste dagen is voergerst uit d.e Vereeniigde
Staten ter verscheping in den nazomer bela ignijk goedkooper
aan de markt gekomen, hetgeen tin N ti
ederland tot niewe
zaken heeft gemak], en vooral was dat het geval, toen op 27
Mei le terniijnmarkten te Winacipeg èn Minneapolisi zeer
flanw waren. Winnipeg slo:oto:ngeveer 2 ct. per 48
lbs.
lager
daui op den 20en. Ook kerst uit ‘Argentinië cii No
. ord-A.rika
daalde belangrijk in prijs, hetgeen tot eenige uitbreidiiaig ider
zaken in Plata gerst naar Daitschland heeft geleid. Donau-
.ger.st
, welke eindelijk •te koop kwam tot prijzen, welke in
West-Etiropa bedd.ngbaar.zijn, werd weder naar Dicitschland
verkocht. De .uieuive gerstoogst in Roemenië staat er blijk-
haar uitstekend voor, want aieuwe Donsin-:gerst op verla-
ding iii den nazomer wordt nu vrij algemeen aangeboden en
er kwamen dlasir.in speciaal naar Duitsehi and eenige zaken
tot stand. Noor(1-Afnikaajusche geest vindt voorn amnlijk
koopers in Frankrijk en België, teewijl Dutitsehland clans’-voor den laatsten tijd slechts (in geringe mtte kooper is.
In Ii a v e r woeden i:n Engeland nog altijd zeer weinig
zake
11
gedaan.
Op
het vasteland bestaat geregeld . eenige
• kooplust voor Platahaver, swaarvoar aan het einde der w’eek
de prijs • in – Ai’eatinië weder sterk i.s geclaa.kI, 7joodlit de
een/gen tijd gelecl.èn tot stand geleoinen prijsverkooging
weder geheel verloren is gegaan. Ook Chicago was voor hai’er zeer flauw, doch aan de termijnmarkt te Wiimipeg
konden cle prijzen zich aanvankelijk goed ‘handhaven. In
Eu.eoja echter kwam Canadeesohe haver geleidelijk Vrij ‘wat
goecikooper te koop, hetgeen wel naar het vasteland, waarbij
ook Nederland, van tijd tot tijd zaken heeft geleid, doch
van
gi’oote heteeken is zij ii deze n let geweest. Ten slotte
• •
‘ 0
STATISTISCH OVERZICW
–
0
•
• •
•
•
TARWE Hard Winter
No.2 loco
Rotterdam!
Amsterdam
per 1001(0.
R000E
AmericanNo.2
2
)
loco
Rotterdam
per 100 K.O.
MAIS
La Plata
loco
R’damjA’dam
per 2000 K.G.
GERST
Amer.No.23) loco
Rotterdam
per
2000 K.G:
LIJNZAAD
La Plata
Ioci
R’damjA’dam
•
per 19601(0.
STEENKOLEN
Westfaalsclie! Hollandsche
bunkerkolen, ongezeefd f.o.b.
R’dam/A’dam’
per 1000 K.G.
PETROLEUM
Mid. Contin.
Crude
•
33 tJfll 33,90
Bé
S.
g.
Ier barrel
IJZER.
Cleveland
Foundry No.3
f.o.b.
Middlesbrough
per Eng, ton
KOPER
Standaard
Locoprijzen
.
Londen
•
per Eng. ton
•
fL
.010
•
f1.
,
.
01
.
f1.
0
10
f1.
0
10
f1.
‘°/o
f1.
01
$
–
01
Sh..
O/
•
£
0
10
Jaargemidd. 1925
17,20
100,0
13,075
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0,
462,50
100,0
,
10,80
100,0 1.68 100,0
73/-
100,0
•
62.116
100,0
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
198,75
83,4 360,50 77,9
17,90 165,74
1.89
•
112,5
8616
.
118,5
58.11-
•
93,5′
lanijari
1927 15,22
5
88,5
12,50
95,6
165,00
71,3 222,25
94;2
362,50 78,4
013,35
123,7 1.75
104,2
85/6
117,3
55.716
89,2
lebruari
‘15,22
5
88,5
13,05
.
99,8
‘167,00
•
72,1
230,00
97,5′
373,75
80,8′
12,10
112,0
1.70
101,2
8316
114,4
.
54.161-
88,3
Maart
–
15,05
87,5
.
12,70
97,1
164,50
71,1
74,8
219,25
237,50
‘92,9
100,6
354,75 351,50
.76,7
76,0
11,25
–
11,00
104,2 101,9 1.26 1.22
–
75,0
72,6
81/-
80
1
–
111,0
109,6
55.17(-
55.216
89,9 88,8
V
pril
14,80
86,0
12,825
98,1
173,00
–
ei
.’
15,75
91,6
13,57
5
103,8
172.75
74,6
258,25
109,4
373,75
80,8
10,95
”
101,4
1.22
72,6
741- 101,4
54.141-
18,1
•
luni
15,60
90,7
13,20
101,0
175,25
‘
75,8
246,00
104,2
372,75 80,6
11,00
101,9 1.22
72,6
701-
95,9
54.216
87,2
juli
–
,,
•
15,10
87,8
12,05
92,2
171,50
74,1
235,75
99,9 367,75
79,5
11,10
‘
102,8 1.22
72,6
701-
95,9
53.19j- 86,9
Augustus
14,87
5
86,5
11,45
87,6
178,50
77,1
252,50
107,0
368,25
79,6,
11,05
102,3 1.22
72,6
691- 94,5
55.516
89,0
September
14,70
85,5
12,15
92,9
179,50
77,5
233,25
98,8
369,50
79,9
10,90
100,9
1.22
72,6
651- 89,0
54.131-
88,0
October
13,725
79,8
11,45
87,6
178,75
‘
77,2
230,50
97,7
359,00 77,6
10,90
100,9
1.22
72,6 651-
89,0
55.51-
89,0
November ,,
13,45
78,2
12,125
92,7
184,75
79,8 233,25
98,8
349,75 75,6
10,65
98,6
1.22
•
72,6 651-
89,0
59J1-
95,1
December
,,
13,40
77,9
12,57
5
96,2
201,00
.
86,8
246,25
104,3
348,25
75.3
10,60
98,1 1.22
72,6
651-
89,0
60.21-
96,8
1anuari
1928 13,50
78,5
12,70
97,1
207,50
89,6
247,75
105,0
361,00
78,0
10,30
95,4
1.22
72,6
651-
89,0
62.-!-
99,9
lebruari
13,80
80,2
12,875
98,5 226,50 97,8
243,75
103,3
361,00 78,0
10,00
•
92,6
1.21
72,0
651-
89,0
61.121-
99,2
Maart
14,60
84,9
14,00
107,1
240,75
104;0
255,75
108,4
350,75 75,8 9,95
•
92,1
.1.19
70,8
6516
89,7
61.316
98,6
April
,,
15,30
88,9
14,97
5
114,5
239,50
103,5
261,00
110,6
358,25
77,5
10,05
93,1 1.19
70,8
661-
90,4.
61.1416
99,4
Mei
,,
•
luni
‘
,,
15,30
14,37
5
88,9
83,6
15,47
14,275
118,4 109,2
238,50
.
234;00
103,0 101,0
260,75
252,50
110,5 107,0
372,00
365,25 80,4 79,0
1060
iÖio
98,1
93,5
1.19 1.19
70,8
70,8 661-
661-
90,4 90,4
62.15-
• •
63.17/-
101 1
102
:
9
Juli
14,25
82,8
13,07
5
100,0
246,75
106,6
241,00
102,1
359,75 77,8
10,10
93,5
1.19
70,8
661-
•
90,4
62.18!-
101 3
Augustus
12,00
69,8
12,625
96,6
.
214,75
.
92,8
226,75
96,1
350,75
.75,8 10,05
93,1
1.2
72,0
661-
90,4 62.10(6
100
:
7
September ,,
11,65
67,7
11,57
5
88,5
198,75
85,9
198,25
84,0
350,75 75,8
10,00
92,6
1.21
72,0
•
661-
90,4′
63.81-
102,1
October
1
12,27
5
71,4
12,27
93,8
218,50
•
94,4
189,50
80,3 366,00
79,1
9,95
92,1
1.19
.70,8 66!-
90,4
65.121-
105,7
November ,,
12,32
5
71,7
12,07
5
92,4
227,25
.98,2
185,50
78,6
386,25 83,5
10,20
94,4
1:15
•
70,2
661-
90,4 67.18!-
–
109,4
December
,,
12,30
71,5
‘
11,90
91,0 220,25′
–
95,1
180,50
76,5
373,75 80,8
10,10
‘
93,5
1.18
70,2
661-
90,4
70.31-
113,0
–
Januari
1929
12,35
71,8
12,20
93,3
231,50
100,0
194,25
82,3
365,01/
78,9
10,10
93,5
1.16
69,0
661-
90,4
75.1016
121,7
Ëebruari
•
,,
12,72
5
74,0
12,65
96,7
236,00
101,9
194,75
82,5 357,25
77,2
1290
119,4
1.11
66,1
66/6
91,1.
•
78.-16
125,7
Maart
,,
12,65
73,5
12,62
5
96,6
233,00
100,6 191,75
81,3
359,00
77,6
-.12,00
111,1
1.11
66,1
671-
91,8
89.81-
144,0
April
,,
12,12
5
70,5
65,4
‘
11,62
5
88,9
218,00
94,1
185,25
78,5
373,25
,
80,7
80,4
11,05,
11,15 102,3 103,3
1.11
1.11
66,1
681-
93,2
82.17/6
80.-!-
133,5
129,5
‘
6 Mei
,,
13
,,
•
.,,
11,25
11,25
65,4
11,10′
10,50
84,9
80,3
200,00
198,00
86,4 85,5
180,00
177,00
76,3 75,0
372,00
1
365,00
78,9
1
11,00
101,9
1.11
66,1 66,1
6816
6816
93,8 93,8
:
73.2/6
117,8
20
.
27
.
,
,,
11,25
10,75
65,4 62,5
10,40 10,30
79,5 78,8
200,00
‘
195,00
86,4 84,2
178,00
175.00
75,4 74,2
362,00
355,00′
78,3
76,8,
11,25
11,25 104,2 104,2
1.11
1.30
66,1
77,4
.70/-
5
)
701-
95,95
•
95,9
:
75.5/_5)
72.101-
121,21
116,8
‘1)
Men zie voor de toelichting op dezen staat de nummers van 8 en’ 15 Augustus
1928
(No. 658 en
659)
pag.
689/90
en 709.. i)Wesern ‘vôôr de invoering val
*
Manitoba Nö.-3.-
‘/
Zuid-Russischè.
..
,
•’
0
..
0 • –
–
– ,
. •
, . • – …….
1
29 Mei 1929
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
513
was op 27 Mei ook te Winnipeg haver aanzienlijk lager. Verschapingen van haver, evenals gerst, zijn uit Noord-
Amerika nog altijd niet weder groot geworden, doch er
kan nu zeker spoedig een aan7iienlijke uitbreiding van ver-
sehepingen uit Canacleetehe havens worden verwacht.
SUIKER.
In cle afgeloopen week verflauwde de stemming op de ver-
schillencie suikermarkten weder.
In A in e r i k a brokkelden prijzen voor ruwe suiker
clan ook af tot 1.25132 dc. c. & fr. op basis van Cubasuiker,
waarna koopers niet meei dan 1% d.c. wilden aanleggen.
Op de termijnmarkt te New York liepen de prijzen even-
eens terug en de laatste noteeriagen waren deze week:
klei 1.67; Juli 1.77; Sept. 1.85; Dec. 1.91 en Mrt. .1.99,
terwijl die voor Sp. Centrifugals 3.58 waè.
De ontvangsten in de Atlantische havens der V. S. be-
droegen deze week 72.000 tons, de versmeltingen 60.000
tons tegen 41.000 .tons in 1928 en de voorraden 666.000
tons tegen 533.000 tons.
Dc laatste C u b a.statistiek is als volgt:
1929
1928
1927
Ton
Ton
Ton
Cubaansche prod. tot 18Mei.. 5.075.000 4.020.000 4.475.000
Consumptie …………….31.330
49.377
52.001
Weekontv. afscheephavens .. 101.893 49.627 50.110
Totaal sedert 1 Jan ……… 3.803.986 2.826.330 3.153.999
Weekexport ……………. 120.158 66.068 72.274
Totale export sedert 1 Jan .. 2.287.981 1.514.105 1.751.440
Voorraad afscheephavens..
..
. 1.525.697 1.317.604 1.416.825
Voorraad Binnenland ……1.229 992 1.144.293 1.269.001
Werkende fabrieken 11
4
9
Iii E n ge 1 a n d verlaagden Raffinadeurs den prijs van
hun product deze week met 3 d. voor alle posities.
Op de Londensche termijnmarkt liepen de noteeringen
tusschen 3 d. tot 3% d. terug. De slotnoteeringen voor
ruwsuiker waren:
Mei Sh. 7/9; Aug. Sh. 7/9%; Sept. Sh. 7/1036,; Dec.
Sh.
812%;
Mrt. Sh. 814%; Mei Sh. 8/7%. Op J a v a was de markt voor tweedehandssuiker gedu-
rende de afgeloopen week lusteloos gestemd zonder dat in
de noteeringen noemenswaardige
,
fluctuatie plaats vonden.
R
.
i er to lan de brokkelden prijzen op de termijn-
markt af in sympathie met New York en Londen, terwijl
cle stemming de geheele week bijzonder lusteloos was; voor-
al op de latere maanden was het aanbod overwegend. Aan
het slot was de stemming iets beter ‘bij eenige meerdere
kooplust. De laatste noteeringen waren: Mei
f 1136;;
Aug.
f
1136-7%; Dec.
f
12′-% en Maart
f
12%-5/S.
De omzet bedroeg 1300 tons.
KOFFIE.
Sedert het vorig bericht bleef de koffiemarkt sonversmderd
kalm gestemd. De kost- en vrachtaanhiedingen van Brazi-
lië waren, wat Sa.ntos betreft, dooreengenomen onveranderd,
doch die van Rio liepen wederom een fractie op. In de prij-
zen van Ro:buata kwam in Nederlandsch-Indië voor Mei-
verscheping geen verandering, doch latere verschepingen
waren gemakkelijlcer. Zaken op af latiug kwamen ook dit-maal voor de verschillende soorten slechts in geringe mate
tot stand.
Aan de termijnmarkt bleven de noteer:ingen aanvankelijk
onveranderd, doch daarjia. stegen zij ongeveer
36
cl. in na-
volgIng van de houding van de markt te New York.
Van de loco-markt valt niets nieuws te hei-richten. De
officieele noteeringen bleven nog altijd geha.ncl.haafd op
65 ct. per
36
KG. voor Superior Santos en 54 cl. voor Ro-
bitsta, idoch de afzet bepaalde zich hijia uitsluitend tot
liet ioor directe behoefte hoognoodige.
Zooals reeds in het Overzicht van 14 dezer is vermeld,
heeft het Verdedigings-Inslituut van Sao Paulo in het lie-gin dezer maand den Sa.n.tos-oogst 1929130 geraamd op
13.788.000 balen, doch zijn van particuliere zijden ramingen
van 15 en in sommige gevallen zelfs van 16 uzillioen balen
bekend geworden. In de laatste dagen zijn weder eenige par
ticuliere ramingen van 15 millioen balen ontvangen, terwijl
tevens voor Rio en de andere &aten te •zamen een cijfer
van minstens 6 millioen balen wordt genoemd. Dit zou dus
voor geheel Brazilië een opbrengst geven van 21 millioen
balen. Uit hetgeen tot nu toe omtrent de vooruitzichten
van dien oogst is bekend gemaakt, valt met vrij groote ze-
kerheid af le leiden, dat 21 ni’iflioen zelfs als een minimum
zal moeten worden beschouwd. Wanneer nu wordt aange-
nomen, (at de ,,Milds” in 1929/30 hetzelfde zullen pbren-
gen dat zij in 1928129 hebben geleverd, dat is ongeveer 10
millioen balen 1. 60 KG.,’d,an zou voor het volgende seizoen
op eeh wereldopbrengst te rekenen vallen van minstens 31
millioen balen h 60 KG. Hiertegenover staat het verbruik
in Europa en in Noorcl-Anie.rika, dat verleden jaar werd
aangenomen op h3.500M00 balen en dat thans we.11ich.t op
24 milldoen balen is te ramen, en het verbruik in de overige
landen, d.at op 2 millioen balen wordt geschat. Dit maakt
te zainen voor 1929/30 een twereldverbruik varn ongeveer 26
milLioen balen, zoodat er dan voor dat seizoen te rekenen
zou vallen op een overprodiictie van ongeveer 5 millioen
balen. Bij deze cijfers valt op ‘te merken, dat, zoowel bij
de opgaven van productie als bij die van verbruik, geen
rekening is gehoaden met wat in de produotiélanclen voor
‘eigen verbruik benoodigd is.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Sants
op prompte verscbeping zijn thans ongeveer 9916 á 102/-
.N GROOTHANDELSPRIJZEN
1
)
TIN
locoprijzen
Londen per
Eng. ton
KATOEN
for Middling
locoprijzen
New York
per lb.
WOL
gekamde
Australische,
Merino, 645 Av.
loco Bradford
per Ib.
WOL
gekamde
Australische, CrossbredColo- nial Carded,
50’s Av. loco
Bradford per lb.
RUBBER4)
Standaard
Ribbed Smoked
Sheets
loco Londen per Ib.
SUIKER
Witte kristal- suiker loco
R’damjA’dasn.
per 100 K.G.
KOFFIE
Robusta
Locoprijzen
Rotterdam
per ja K.G.
THEE
AfI. lt-1. theev. A’dam gem. pr.
Java- en Suma-
tratheep.’IsKG.
Indexcijfer
vjh. Centr. B.
v. d. Stat,.
herleid
vanI913=I00
tot15= 100
Indexcijfer
van The
Economlst,
herleid
1927=100
tot 1925=100
£
1
0/
$
cts.
°jo
pence
–
ol
e
pence
0j
5h.
Oj
ti.
01
cts.
,
0j
Cts.
1
10
61.171- 1100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
–
100,0
2111,625
100,0,
18,75 100,0
61,375
100,0
84,5
100,0
100,0 100,0 90.1716
1111,1
17.55
75,5 47,25′
85,9
24,75 83,9
‘
2l-
67,4
17,50
93,3
55,375 90,2 94,25
111,5
93,2
103,8 99.1316
114,4
13,45
57,5
45,00
1
81,8
25,25
85,6
117,375
54,4
22,00
117,3
50
81,5
71
84,0
93,5
98,6
09.816
118,2 14,15
60,6
46,25
84,1
26,00
88,1
117,125
53,7 21,12
5
112,7
48,75
79,4
71,25 84,3
94,2
100,7
–
12.151-
119,4 14,25
61,3
47,75 86,8
26,50
89,8
118,25
56,8
20,62′
110,0
48
78,2
70
82,8.
92,9
99,0
04.11-
116,1
14,75
63,4 47,50 86,4 26,25
89,0
1
1
7
,875
55,8
20,25
108,0
48
78,2
72,25 85,5
92,3
98,4
95.121-
112,9
16,15
69,5 47,00
855
26,00
88,1
1
1
7
,75 55,4 20,25
108,0
47
76,6 86,5
102,4
93,5
–
100.1
96.916
113,2
16,85
72,7
47,25
85:9
26,00
88,1
116
,
50,5
18,37′
98,0
47
76,6
81,25 96,2
96,1
100,5
89.1516
110,7
17,90
77,0
48,50 88,2
26,50 89,8
114,75
47,0
18,62′ 99,3
47
76,6
84
99,4
97,4
100,5
92-16
111,5
19,70
84,7
48,50
88,2
26,50 89,8
115,25
40,8
18,50
98,7 45,375 73,9
–
–
96,1
1022
87.1216
109,8
22,05
94,4
50,00
90,9
26,50
89,8
1/4,25
45,6 17,87′
95,3
44,25
72,1
94,5
111,8
96,8 101,3
64.216
100,9
20,65
88,8 50,25
91,4
26,75
90,7
114,375
48,0
16,87
5
90,0
45,25
73,7
93
110,1
96,8
100,3
64.416
100,9
20,25
87,1
52,25
95,0 28,50
96,6
1j6,5
51,9
17,25
92,0 46 74,9
96
113,6
97,4
99,4
66.13/6
101,8
19,70
84,7
51,50 93,6
28,75
97,3
117,75
55,4
17,87′ 95,3 46 74,9 89,25
105,6
97,4
99,0
5511-
97,4
19,25
82,8
53,00
96,4
29,75
100,8
117,25
54,0
17,37′
‘92,7
46
74,9
84,5
100,0
98,7
97,6
33.1016
89,2
18,35
78,9
54,75 99,5 31,75
107,6
113,75
44,2
16,75
89,3
46
74,9
79,5
94,1
96,8
98,4′ 33.1716
89,3
19,35
83,2
55,00
100,0
33,25
112,5
110,75
35,8
16,876
90,0
47
76,6
79
93,5
98,1
99,6
34.6!-
89,5
20,65
88,8
54,50
99,1
33,00
111,9
-19,375
26,3
16,87
5
90,0
47
76,6 74,25
87,9 98,7
101,4
30.13!-
88,1
21,55
92,7
54,25
98,6
32,25
109,3 -19
25,3
16,62
5
88,7
48,25
78,6
78,25
92,6
98,1
101,3
18.816
83,4
21,35
91,8
55,50
100,9
31,75
107,6
-19,25
26,0
15,75
84,0
49 79,8
73,25
86,7
98,7
99,5
11.191-
80,9
21,75
93,5 53,00
96,4
31,25
105,9
-1
9
,
2
5
26,0
15,50
82,7
49,875 81,3
71,25
84,3
95,5
97,7
11.18!-
80,9
19,30
83,0
51,75
94,1
30,00
101,7
-19,
2
5
26,0
16,00
85.3 51,875
84,5
67,75
80,1
.
92,9
96,6
14.716
81,9
18,55
79,8
47,00
85,5
29,00 98,3
–
1
8
,
5
23,9
15,87
5
84,7
52,75
86,0 70,25
83,1
93,5
95.7
21.191-
84,8
19,45
83,7
46,25
84,1
27,25
92,4 -18,8
24,7
14,626
78,0
53
86,4
73 86,4 94,2
95,8
32.10/6
88,8
19,90
85,6
47,25
85,9
27,50
93,2
-J8,625
24,2
14,00
74,7
53 86,4
75,75
89,6 95.5
96,3
28.81-
87,2 20,45
88,0
46,25
84,1
28,00
94,9
-/8,5
23,9
13,925
74,3
51,75
84,3
76,5
90,5 95,5
22.716
84,9
20,20
86,9
46,75
85,0 28,75 97,3
-19,875
27,9
13,77
5
73,5
53,125
86,6 77,25
91,4 94,2
22.111- 85,0 20,10
86,5
44,25
80,5 27,75
94,1
II-
33,7
13,37
6
71,3
54
88,0 74,25
87,9 94,2
21.016
84,4 21,25
91,4
44,00
80,0
27,50
93,2
110,
1
25
34,0
13,50
72,0
54
88,0
72,75
86,1
94,8
07.516
79,2
20,45
88,0
43,25
78,6
27,25
92,4
-110,5
29,5
13,37
5
71,3
54
88,0
74,25
87,9 92,9
97.1216
75,5
1
19,75
6
84,9
6
42,25
10
76,8
10
26,75
10
90,7
10
-110,1875
28,6
12.50
66,7
54
88,0 74,25
U)
87,911
99.2/6
76,0
I9,557
84,17 42,00
1
‘
76,4″
26.25
15
89,0
11
-1
11
30,9
12,25
65,3
54
88,0
16.216
5
)
74,85
1
19,750
84,9
8
41,25
12
75,Q12
26,00
12
88,15
1
-111,625
5
32,65
12,00
64,0 54
88,0
26.51-
1
74,9
19,45°
83,70
1
.
-110,8125 30,4
12,00
1
64,0
1
54
1
88,0
huidige officieele noteeringswijze (jan. 1928).’) =Malting vÔÔr de invoering van de huidige offic. noteeringswijze (Jan. 1928).
4)
Jaar- en’maandgemiddelden afgerond
op
1f,
pence.
5)
21 Mei
6)
3 Mei
7
)10 Mei
0
)17 Mei
9)
24 MeL
10)
2 Mei
11)
16 Mei
52)
23 Mei
514
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTÉN
29 Mei 1929
per cwt. en van-dito Prima ongeveer 103/- á 104/6, terwijl
zij van Rio type New York 7 met beschxjin.g, prompte
versoheping, bedragen 7/6 1. 75/6.
Van Robusta op af lading van Nederlandsoh-Indid zijn
de. prijzen in de eerste hand op het oogenblik: * Palentbang Robusta, Mei-verscheping, 39
36
et.; Padem-.
bang Robusti. Jnni-verschepiag, 38Y4 ct.; Benkoelen Ro-
basta, Junii-verschepin’g, 39 cl.; Mandheling Robasta, Mei-
verscheping, 43
J/
ct.; Mandheling Robasta, Jusii-versehe-
plug, 423/2 cit., alles per
2/
KG., cif., uitgelewerd gewicht,
netto contant.
De slot-noteeringen te New York tva.n het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:
Sept.
1
Dec.
1
Maart
1
Mei
27 Mei
$14,66 $14,10
$
13,75
$13,44
,,
14,3
13,86 13,55
21
, .
.
14,20
13,89
13,58
13
,
..
6
,.
……
.
14,83
14,43
14,05
Rotterdam, 28 Mei 1929.
(Mededeeling van cie Vereeniging voor den Goederenhandel
te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.
te Rio
te San los
Wisselkoers
Data
Voorraad
Prijs
1
Voorraad
Prijs
1
te Rio
op Londen
(In Balen)
No. 7
)
(In Balen)
No.
41)
27 Mei
1929
346.000
27.225
1.i27.00(
33.500
1512
20
,,
1929
347.000 27.025 1.188.000
33.500
13
,,
1929
343.000 26.900
1.103.000
33.500
5495/555
27
Mei 1928
331.000
27.100
1.017.000
33.500
6
1)
In
Reis.
Ontvangsten
uit het binnenland van Brazilië in Balen.
teRlo
te Santos
•
Data
Afgeloopen
Sedert
Afgeloopen
Sedert
week
1Juli
week
1Juli
25 Mei 1929
50.000
1
2.758.000
1
148.000
1
7.984.000
25 Mei 1928
61.000 3.541.000 167.000 9.294.000
THEE.
Over de afgeloopen week valt er weinig betreffende de
theemarkt te vermelden, aangezien Londen nog steeds
Pinkstervacantie hield en eerst weder op 27 dezer met de Britsch-Indische theeveiling opende, terwijl er hier op de
markt zeer weinig omging.
COPRA.
De markt was gedurende de afgeloopen week flauwer
gestemd. Aanvankelijk wilden de groote fabrieken in het
geheel niet koopen, en toen zij aan dé markt kwamen, was
dit tot betrekkelijk lagere prijzen, waartoe echter spoe-
dig werd afgegeven.
Marseille is ten gevolge van dringend aanbod van Zuid.
zee Copra zeer flauw.
De markt sluit met koopersvoor:
Ned.-Ind. fms., afscheep, Mei-Juni-Juli-Augustus
f
26,
met flauwe tendenz.
–
VRACHTENMARKT.
– Graan van Noord-Asnerika
De vraag naar saheepsruimte
was in de afgeloopen week wederom teleurstellend. Er
vonden slechts weinig afsluitingen plaats en de vrachten
vcrtooiden een lichten achteruitgang. Van Montreal sver
den handige booten naar Antwerpen of Rotterdam tegen
$01234 voor Mei laden en naar Rotterdam direct tegen
$0,12 voor begin Juni laden afgesloten, terwijl voor laatst-
genoemde positie een groote boot van 55.000 qtrs. naar
Antwerpen of Rotterdam tegen $01134 bevracht werd, met de ptie Micidellandsohe Zee tegen $ 0,16. Van Montreal is verder voor een medio Mei boot $ 0,173/2 naar West-Italië
en vodr een Juli boot $ 0,18 naar de Midclellandsche Zee
(excl. Spanje en Noord-Afrika) betaald. De hoogste Inomen-
taal in uitzicht gestelde cijfers zijn naar het Continent
$ 0,12
11$
01234 voor Jnni laden, $ 0,12 voor Juii en Augus-
.tus laden en naar cle Mid.clellanidsciie Zee $01734 voor Juli
laden.
Van Hajifax is een grocte bout uaar Rotterdam direct
tegen $ 0,11 per medio Juni gedaan.
–
Van de Nor,thern Range worden slechts enkele denitiieve
orders aangeboden tegen $ 0,11 naar Antwerpen of Rotter-
dam en $01534 naar West-Italië voor: Juni laden.
Van de Goifhavens is thans ook een weinig vraag naar
scheepsruimte vooi Juni laden. De door bevrachters geno-
teercie c
«
ijfers
‘ zijn $ 015 naar Antwerpen of Rotterdam en
$ 0,1534 naar Fransche Atlantische havens.
Graan Van de Noord-Pacific.
In deze afdealiing was het
wederom zeer flauw. liet vrachteijfei voor betrekkelijk prompte tonnage is onveranderd 2913 basis Portlind of
Puget Sound/UK/Continent, terwijl bevrachters ook voor
het niellweseiaoen vooralsnog 29/- noteerden, evenwel nog
zonder resultaat:
Graan van La Plata:
In de afgeloopen week werden be-
trekkelijk weinig afsluitingen gedaan, maar de vrachten
bleven zeer vast. Van Santa Fé werden verscheidene booten
van ongeveer 5500 lens per Mei/Juni tegen 261. naar tJ.K./
Continent bevracht; verder van de Bovenrivier een 5900
tonier naar ILE. /Continent per Mei tegen 251- en een 7900
tonner naar Antwerpen, Rotterdam, Amsterdam of Ham-
burg met einde Mei caneelling tegen 241-. Van Bah.ia Blanca
werden twee boeten gesloten, nl. een 8100 tenner naar Ant-
werpen direct tegen 211. voor 1/20 Juni laden en een 7800
ton.ner naar Antwerpen of Rotterdam tegen hetzelfde cijfer
per tweede helft Juni. –
Suiker van West-J[ndië.
Er avaren wederom slechts weinig
orders aan de markt. De koersen vertoionden aanvankelijk
een daling, konden zich later echter weder eeaigssins her-
stellen en er is thans een behoorlijke vraag naar booten
van 6/6600 ton lading per Juni en begin Juli op basis van 1813 daar UK/Continent. Voor kleine booten bestaat zee
goed als geen belangstelling. Er is slechts één order van
2500 ton van San Domingo naar U.K.fContinent per Juni
waarvoor 1916 te maken is. Salpeter van de Westkust Zuid-ilnserika.
Bevrachters stel.
den uitsluitend belang in ljnruiite. Per Juni werden par-
tijen naar het Continent,
mcl.
Fransche ‘havens, tegen 17/6 en per Juli tegen 18/- geboekt. Ook averd.en enkele contrac-
ten voor de verschepiag van 2000 tons per maand afgeslo-
ten en wel tegen 2116 voor de maanden Junii/Deceinber resp.
Juli/December en tegen 21/. voor de maanden Juli 19291
Juni 1930. Naar de Vereenigde Staten (Galveston/Boston
moge) werd wederom een 7600 toniner per prompt tegen
$4,50 hevracht.
Van
Burmah
was geen enkele definitieve rijstorder aan
de markt. –
Donau en Zwarte Zee. Van den Donau is nog steeds niets
te doen. Van de Zwarte Zee kunnen boeten voor graan
tegen 131. basis Continent, met opties, voor Juni laden ge-
plaatst worden.
MiddeNandsche Zee.
Het aanbod van scheepsruinitc was
slechts matig en de vrachtei vertoonden dientengevolge een
lichte stijging. Ertsladingen werden als volgt gesloten:
Carthagena/Oslebshausen 616, Rotterdam
5/73/2,
Almeria
Pier/Duinkerken 6/3, Hornjillo Bay/Rotterdam 6/-, Cardiff
6/43/2, Valencia/Garston 719 en La Calera/Micldiesbrough
816. Voor Phofaat werd een groote boot van Sf
as
naar
Garston tegen 8/9 bevracht, terwijl naar Fransche Atlan-
tische havens 519 geboden wordt. Verder wordt genoteerd
van Tunis naar Rotterdam 713, naar Huil 9/-, Glasgow 101.
en naar Kiags Lynn 916.
Van
Noord Spanje
werden niet veel afsluitingen gedaan.
Van Bilbao naar Rotterdam twerd tegen 5/9 en 6/-, naar
IJmuiden tegen 5110% en naar Newport Rijver tegen 619
bevracht, terwijl van Salta Caballo eveneens een boot naar
Nevport Rivr afgesloten is tegen 71-.
Kolen van U.K.
Door de feestdagen werden niet zooveel boeten afgesloten als gewoonlijk. De vrahten blijven merk-
baar vast, in ‘t bijzonder naar Brazilië en La Plata. De vol-
gende afsluitingen kwasnen om. tot stand: van Wa.les:
Havre 4/3, Gibraltar 91-, Messina 10110 34, Volo 141-, Buenos
Aires 121-, Babia Blauca 12/-. Van. de Oostkust: Helsingiors
5/9, Copenhagen 516, Antwerpen 3/10%, Bordeaux 616,
Port Said 13/-, Fremaatle 27/6.
RUN VAART.
Week van 19 t/m. 25 Mei 1929.
De aanvoeren van zeezijde ondergingen geen wijziging.
Scheepsruimte bleef, hoewel af en toe beperkt, bij tamelijk
vraag, voldoende beschikbaar. Voor erts betaalde men in
het begin der week
f
0.70-0.80 met resp. 4 en 8 losdagen, daarna liepen deze prijzen terug tot resp.
f
0.60-0.70 per
last. Naar den Bovenrijn was tamelijk vraag. Voor klei-
nere schepen bedroeg de daghuur 23/
4
ad 3 ets. per ton.
Voor ruwe producten betaalde med naar Maunheim en.
f
1.50 tot
j
1.30 per last, met verkorten lostijd, op cia.
2.20 ad 2.25 M. afladen. Het sleeploon varieerde tusschen het 35 en 45 ets. tarief. De waterstand bleef langzaam val-
lend.
In de Ruhrhavens ging zeer weinig om. De verschein-
gen van kolen waren gering. Er was overvloedig scheeps-
ruimte beschikbaar. De vracht voor exportkolen naar Rot-
terdam,liep terug tot Mk. 0.90 per ton inclusief sleeploon.