O FEBRUARI 199
AtJTEtJRS1?ECHT VOORBEHOUDEN.
Economisch~Statistische
Beri*chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
I4EJAARGANG
WOENSDAG 20 FEBRUARI 1929
No. 686
INHOUD.
Blz.
HET WIJZIGINGSVOORSTEL I3ETREFFENDN i)E NIEUWE
WET 01′ DE NAAMLOOZE VENNOOTSCHAPPEN
door
Prof.
!r.
Dr. H. R. Ribbins ……………………..172
1[et Koeliecontract in buitenlandsche Koloniën II (Slot)
door
Mr. H. Cohen de Boer……………………173
De In- en Uitvoer van Nederland gedurende
1928 T
door
W.
G. H. van der Zweep ……………………..177
De Geidmarkt in
1928
door Tj.
Greidanus …………179
Overzicht van de Nederlandsche Theemarkt in
1928 181
De Rijksmiddelen
.. …..
181
BUITENLANDSOHE MEDEWERKING:
De buitenlandsche handel van Frankrijk in
1928
door
Prof. B. l’logaro ……………………183
AANTEEKENINOEN:
De Roemeensche Stabilisatie-leening …………
184
Indexcijfer8 van Bcheepsvrachten …………….
184
BOEKAANKONDIGINOEN:
S. Kleerekoper: De Nederlandsche Zeescheepvaart-
statistiek; bespr. door
C.
Vermey …………… 185
IIAANDOIJFERS:
Overzicht der Rijksmiddelen .. .
………..
187
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN…………….
187-194
Geldkoersen.
Bankstaten.
1
Goederenhandel.
Wisselkoersen.
1
Effectenbeurzen.
1 Verkeerswezen.
INSTITUUT VOOR ECONOMISCI1E GESCHRIFTRN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.
ECONOMISCI1-STA7’ISTISCJlE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES: Prof. Mr. D. van Blom; J. van Ilasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. E. Moresco;
Prof. Dr. N. J. PolaJc; Mr. Dr. L. F. 11. Regout; Dr. E.
can Welderen Baron Ren gers; Prof. Mr. 11. R. Ribbius;
Jan Schilthuis; Mr. Q. J. Terpstra; Prof. ifir. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart. Assistent-Redacteur: H. II. 11. A. van der Volk. Secretariaat: Pieter de lioochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.
Aboivnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
,Vederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.
i)e verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont-
vangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor soo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangeteehende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh d van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot.
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro
rekening No. 6729.
19
FEBRUARI
1929.
Het uitblijven van een discontoverhooging was oor-
zaak, dat geidgevers in den loop der week iets minder
terughoudend werden bij het nemen van wissels, zoo-
dat Donderdag weder voor 4/io pOt. werd afgedaan. De opnieuw sterk oploopende koers voor caligeld in New York deed de stemming daarna weder omslaan
en Zaterdag moest opnieuw 4% pOt. worden toege-
staan. De rente voor caligeld volgde dezelfde lijn, 4 p0t.-3 pCt.-3% pOt. De prolongatierente was de
geheele week vast; meestal werd 4% pOt. genoteerd.
* *
*
De Minister van Financiën stelt de inschrijving
open op schatkistpapier op Donderdag 21 Februari
as. Aangeboden worden drie- en zesmaandspromessen
en 4% pOt. biljetten met een
looptijd
van een jaar tot
een totaal bedrag van f 20
millioen.
* *
*
Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank
geven de beleeningen een stijging van
f
12 millioen
te zien. De post binnenlandsche wissels bleef vrijwel
onveranderd. Het renteloos voorschot aan het Rijk
daalde met
f
1.4 millioen.
De buitenlandsche uitzettingen der Bank vertoo-
nen, als gevolg van de belangrijke
– afgiften van Pon-
den en Dollars, die gedurende de afgeloopen week
plaats hadden, een niet onaanzienlijken teruggang.
De post papier op het buitenland daalde met nage-
noeg
f
32 millioen, terwijl de diverse rekeningen op
dc actiefzijde der balans nog met
f
1.8 imihoen terug-
liepen.
De biljettencirculatie verminderde met
f 9.7
mii-
lioen. De rekening-courant-saldi blijken met een klei-
ne
f
14 millioen te zijn verminderd. Het beschikbaar metaalsaldo klom met
f
9.2 millioen. Het dekkings-
percentage bedraagt nagenoeg 57.
* *
*
De wisselmarkt onderging weinig verandering. Dol-
lars noteerden dc geheele week 2.4964 tot 2.4969. Ook
Marken en Fraucs bleven zonder veel verandering.
Ponden schommelden iets meer. Na een flauwe
opening op 12.11% werd Woensdag 12.12% betaald,
maar daarna trad weder een kleine daling in. Madrid
was aanvankelijk beter gestemd. Donderdag werd
39.25 betaald. Oncontroleerbare geruchten over aftre-
ding van den Mini ster-President veroorzaakte daar-
na weder een hevige daling en gisteren werd voor
38.25 afgedaan.
LONDEN,
18
FEBRUARI 1929.
De geidmarkt heeft een moeilijke week achter den
rug.
Geld was schaarsch door de groote belastingbeta-
lingen, die nu geregeld wekelijks naar de schatkist
toevloeien. De markt moest dan ook op Dinsdag en
Donderdag het tekort bij de Bank voor een week op-
nemen á 6 pOt., terwijl voor daggeld van 5 tot
6
pOt.
betaald werd.
Heden is de markt ruimer en maakt zich wat meer
vraag v6or wissels kenbaar b. 5’/16 en 571a.
Disconto was onder den invloed van duurder geld
zeer vast bij kleinen omzet. De notecring voor
3-maands bankaccepten sloot Zaterdag op 5Y4—’ljn.
Heden is denoteering iets zwakker op 5
°
f32.
Met belangstelling ziet men het verloop van
de bullionmarkt op morgen tegemoet, nl. of de Bank
al of niet £ 1.000.000,— goud uit Zuid-Afrika tot
zich kan trekken. Mocht het naar de Bank vloeien,
dan zal disconto wel iets verzwiikken, ofschoon de
koers op New York nog steeds laag blijft
(4.85I16)
en
de markt zich wel bewust is, dat het bankdisconto
eenigen tijd effectief moet blijven om den toestand
een normaler aanzien te kunnen geven.
172
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
20 Februari 1929
HET WIJZIGINGSVOORSTEL BETREF
–
FENDE DE NIEUWE WET OP DE
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAPPEN.
De op 2 Juli 1928 tot stand gekomen wet op de
naamlooze vennootschappen zal op 1 April a.s. in
werking treden. Van vele zijden is, voornamelijk
tusschen de behandeling in de Tweede en de Eerste
Kamer sterke oppositie gevoerd tegen verschillende
in de nieuwe wet neergelegde beginselen, maar tegen
geen meer dan tegen de bepaling, welke voor alle
vennootschappen publicatie van balans en andere
jaarstukken voorschrijft. In de bestaande wet i& diè
verplichting niet voorgeschreven, maar vele vennoot-
schappen hebben reeds jaren lang onverplicht de ge-
woonte hare
jaarcijfers
te pubJiceeren; in het bij-
zonder die vennootschappen, welke door een beroep
op het publiek te doen, de wenscheljkheid inzien
het publiek op de hoogte van haar toestand te houden.
Andere vennootschappen, en in het bijzonder die het
kapitaal in eigen kring hebben verkregen en daar
behouden, hebben de noodzaak niet gevoeld om hare
cijfers open te leggen en
zij
gevoelen die noodzaak ook thans nog niet.
Tegen de voorstellen van de wet werd aangevoerd,
dat men het als te voren aan de bedrijven zelve kon
overlaten of zij al of niet tot publicatie wenschen
over te gaan, daar de wenschelijkheid daarvan meest’
met het eigen belang overeenkomt en dat niet is ge-bleken, dat vele vennootschappen, die behoorden te
publiceeren, daarmede in gebreke
zijn
gebleven. An-
deren, die niet zoo ver wilden gaan, waren toch van
meening, dat de publicatieplicht niet behoorde te
worden opgelegd aan een bepaalde groep, de zg. be-
sloten of familie-vennootschappen. Een begrip, dat
gemakkelijker in zijn algemeenheid gehanteerd, dan
in bijzonderheden scherp omschreven kan worden.
De onderscheiding, in ons recht niet bekend, komt
in vele buitenlandsche wetgevingen voor en ook daar
geldt het onderscheid voornamelijk de verplichtingen
tot openbaarmaking. Zoolang in ons recht die ver-
plichting niet bestond, was er geen
onmiddellijke
aan-
leiding om hët onderscheid tusschen de beide groepen
wettelijk in te voeren, maar zoodra een algemeene verplichting tot publicatie werd voorgesteld, werd
op de scheiding en op
vrijstelling
voor de besloten
vennootschappen in steeds toenemende mate aange-
drongen.
De argumenten daarvoor komen in hoofdzaak hierop
neer, dat deze vennootschappen, veelal omgezette
firma’s of eigen
bedrijven
in haar concurrentiestrijd
met de niet omgezette zaken in een ongunstiger
positie komen, daar
zij
wel, de anderen niet tot open-
legging van
cijfers
verplicht zijn, zoodat de concur-
renten zich wel van hun toestand,
zij
zich niet van
dien der anderen op de hoogte kunnen stellen, waarbij
komt, dat aan de cijfers van die kleinere bedrijven
voor hen, die dien tak kennen, meer wetenswaardigs
en voor den concurrentiestrijd
belangrijks
kan worden
ontleend, zoodat zij ook daardoor zeer worden achter-
gesteld bij hen, tegen wie zij den
strijd
om het be-
staan hebben te voeren. Met veel klem en overtuiging
is van die zijde dit bezwaar naar voren gebracht en
daaraan zooveel gewicht gehecht, dat van een be-
dreiging met den ondergang voor verschillende dier
gesloten vennootschappen werd gesproken.
Daartegenover staan geen andere belangen, die
een publicatie zouden eischen, daar het bedrijf met
eigen geld van de insiders wordt gedreven en op de kapitaalmarkt geen beroep wordt gedaan. Tegen de
opmerking van Minister Heemskerk in •de Memorie
van Antwoord, dat het voor de schuldeischers geen
verschil maakt of zij een publieke of een besloten
vennootschap tot debiteur hebben, wordt aangevoerd,:
dat de schuldeischers geen recht op publicatie heb-
ben, daar zij immers deze ook niet van persoonlijke
schuldenaren of firma’s kunnen vorderen.
Wat hiervan zij, kort voor de behandeling in de
Tweede Kamer heeft de tegenwoordige Minister van
Justitie in een nota van wijziging de mogelijkheid
willen openen om bepaalde groepen vennootschappen
van deze verplichting te ontheffen en hij had hier-
voor den vorm gekozen, dat voor nader aan te wijzen
vennootschappen dit door een Algemeenen Maatregel
van Bestuur kan worden bepaald.
De Tweede Kamer heeft zich hiermede niet kun-
nen vereenigen en heeft dit voorstel verworpen.
Men kan toegeven, dat de vorm niet gelukkig was
gekozen en dat een zoo belangrijke afwijking en een
omschrijving van de uitgezonderde vennootschappen
in de wet zelve, niet in een uitvoeringsmaatregel
thuis behoort. Maar daarnaast moet erkend worden,
dat de Kamer de wet liever scherper dan zachter
wilde hebben en dat velen, lang niet voldaan, het
gebodene slechts als het uiterste minimum aan-
vaardden.
Het is ten onrechte als een
verwijt
aangevoerd,
dat het grootste verzet eerst na de behandeling in de
Tweede Kamer is gekomen. Men heeft eerst gewacht
op de nadere wijziging door den nieuwen Minister,
die op dit punt voor de belanghebbenden bevredigend
uitviel en toen is daarop binnen zeer korten tijd
onverwacht de behandeling in de Kamer gevolgd.
Het verzet, in het bijzonder op dit punt, heeft in
de Eerste Kamer een sterken weerklank gevonden,
zoo sterk, dat de Minister heeft toegezegd dit punt
nog nader te zullen onderzoeken of het hem aan-
leiding zou geven een novelle voor te stellen. De
aanneming van de wet, noch de inwerkingtreding
zou daardoor echter mogen worden opgehouden. On-
getwijfeld mede vertrouwende op deze toezegging
heeft de Eerste Kamer met een uiterst kleine meerder-
heid het ontwerp aangenomen.
In zulk een toezegging is steeds een groote onzeker-
heid, omdat de minister, die de toezegging doet, niet
de macht heeft een niet medewerkende Tweede
Kamer daartoe te dwingen, nu de wet in haar eersten
vorm is tot stand gekomen. Toch zal hetgeen na de
eerste behandeling is geschied, het ernstige verzet
van het publiek, het ernstige verzet in de Eerste
Kamer, ten slotte de ministerieele toezegging en de
spoedige inlossing daarvan niet zonder invloed kun-
nen
blijven
op het lichaam, dat eerst van een be-
perking van ,de publicatieplicht niet heeft willen
weten.
Spoedig heeft de Minister
zijn
belofte ingelost,
door schier dadeljk na de totstandkoming van de
wet een commissie samen te stellen, aan welke hij
het nadere onderzoek heeft opgedragen. Deze com-
missie, onder voorzitterschap van Mr. Dr. L. E. Visser,
die ook een zoo werkzaam aandeel heeft gehad in
•
de voorbereiding van de nieuwe wet, heeft met grooten
spoed haar taak volbracht en een voorstel aan den Minister aangeboden, dat deze in hoofdzaak heeft
overgenömen en thans als wetsontwerp heeft inge-
diend.
Ook in de commissie is een zware
strijd
gestreden
om tot een juiste afbakening van de besloten vennoot-
schap te komen. De uitersten,
zij,
die thans nog den
geheelen publicatieplicht wenschten af te schaffen en
zij, die van geen verzachting van den in de wet aan-
vaarden plicht wilden weten, bleven in de minderheid.
Men was bereid tot een voorstel, waarbij aan de
besloten vennootschappen
vrijstelling
zou worden
gegeven, maar
bij
de
aanwijzing
daarvan stonden
twee
bijna
even sterke groepen’ scherp tegenover
elkander.
Men was het eens, dat de besloten vennootschap
hierin versehilt van de andere, dat zij geen beroep
doet op de kapitaalmarkt, maar de
wettelijke
criteria
daarvoor leverden moéielijkheden op.
Aan een omschrijving van het begrip heeft men
zich terecht niet gewaagd en men heeft de voorkeur
eraan gegeven om bepaalde omstandigheden aan te
20 Februari 1929
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
173
wijzen, welke een vennootschap stempelé–tot ee
der groepen – in dit geval de openbare – zoodat
de besloten vennootschappen, daarmede tevens zijn
aangegeven.
Over verschillende punten was geen strijd. Wî
anneer
de aandeelen op een erkende beursnoteering voor-
komen,
blijkt
hieruit reeds, dat men niet te maken
heeft met eèn besloten
bedrijf,
waarbij juist het
zwaartepunt ligt, dat men de aandeelen niet aan
het publiek aanbiedt. Evenzoo is het uitgeven -van
obligaties aan toonder en andere vorm van een be-
roep op de kapitaalmarkt, zoodat er ook geen reden
is voor zulke vennootschappen
vrijstelling
van publi-
catie te geven.
De
strijd ging echter over de aandeelen aan toonder.
Aan de eene
zijde
was men van oordeel, dat vennoot-
schappen met toonder-aandeelen ook als bêsloten ven-
nootschappen kunnen worden beschouwd als deze aan-
deelen niet op de beurs genoteerd
zijn,
anderzijds
meende.men, dat toonder-aandeelen steeds het besloten
karaktr aan het
bedrijf
ontnemen, omdat deze ge-
makkelijk
overdraagbaar
zijn
en de houders onbekend
zijn. Waar is dan het besloten karakter, dat juist
– aangeeft, dat het kapitaal in bepaalde, bekende
handen is.
Theoretisch is deze laatste opvatting ongetwijfeld
de meest juiste, maar de tegenwerping, dat vele
werkelijk besloten vennootschappen om practische redenen haar kapitaal in toonder-aandeelen hebben uitgegeven, zonder dat in die aandeelen handel van
eenige beteekenis bestaat, zoodat indien aan al deze
bedrijven de publicatieplicht wordt opgelegd, vele
vennootschappen, die men wil vrijstellen, daarvan zou-
den worden uitgesloten, kan niet worden voorbijgegaan.
Hulde moet worden gebracht aan den onbekende
in de commissie, die door een verzoeningsvoorstel de
partijen
bij
elkaar heeft kunnen brengen en die met
het compromis ook objectief een zeer bevredigende
oplossing heeft gevonden. Ook erkenning van toonder-
aandeelen, maar slechts tot een beperkt bedrag, zoo-
dat uit den aard daarin de handel van weinig belang
kan zijn. Zoo stelt de commissie vrij die vennoot-
schappen, die niet meer dan
f 100.000,— toonder-
aandeelen volgens hare statuten kunnen uitgeven en
de minister heeft dit bedrag nog tot de helft terug-
gebracht. De
aanwijzing
van zulk een getal is steeds
willekeurig;
wij
zouden ons liever
bij
het voorstel
van de commissie aansluiten.
Tenslotte wordt voor eenige bepaalde bedrijven,
onafhankelijk van den aard van hun kapitaal, steeds
de publicatie voorgeschreven, omdat de werking van
het
bedrijf
vertrouwen
bij
het publiek vereischt. Als
zoodanig
zijn
genoemd het.
bedrijf,
dat zich bezig
houdt met het opnemen van gelden van derden,
waarmede voornameljk banken bedoeld zijn en het
verzekeringsbedrijf. –
Hiermede had kunnen worden volstaan volgens de
gedane ministerieele toezegging, maar
bij
de instal-
latie heeft de minister de vraag nog opgeworpen of,-
wanneer e.enerzijds de publicatieplicht wordt beperkt,
deze, waar
zij
blijft bestaan, niet scherper moet
worden omschreven. De benoeming van eenige accoun-
tants in de commissie
wijst
erop, dat het de bedoeling
was om dit punt ook nader te onderzoeken.
De Commissie heeft dit dan ook gedaan en heeft eenige bepaalde vborschriften voorgesteld voor de
inrichting van de -balans, met deze strekking, dat
daardoor meer waarborg bestaat, dat uit de balans
ook
werkelijke
gegevens kunnen geput worden. Deze
voorstellen
zijn
door den minister in zijn ontwerp
overgenomen. Of de voorschriften hieraan voldoen,
of zij practisch of soms te bezwarend
zijn,
zal door
een op dit punt meer deskundige dan schrijver dezes
beoordeeld moeten worden. Wel kan worden erkend,
dat er in beginsel tegen zulk een voorstel geen be-
zwaar kan bestaan en dat de tegenwerping van de
tegenstanders van den publicatieplicht niet opgaat, dat
de Cornmissie zich hiermede niet had mogen inlaten,
omdat hierovér de minister geen toezegging in de
Eerste Kamer heeft gedaan. De minister zelf heeft
dit punt aan het oordeel der Commissie onderworpen –
en benoemd door den minister’, heeft
zij
de omschrij-
ving van haar taak slechts van deze te ontvangen. De
minister
zijnerzijds
is steeds gerechtigd, welke wets-
wijziging ook voor te stellen, terwijl het punt wel
degelijk samenhangt met de toezegging, omdat de
ovérweging zéer aannemelijk is, dat men
bij
alge-
meenheid van den publicatieplicht minder scherpe
voorschriften kan geven, dan wanneer deze tot de
meer
noodzakelijke
gevallen wordt beperkt, zoodat
dan daaruit volgt, dat met zulk een beperking voor
bepaalde vennootschappen ook een nadere regeling
voor de anderen kan samengaan.
Het ontwerp is goed doordacht en goed geformu-
leerd – behoudens de balansvoorschriften, waarover
dezerzijds geen oordeel kan gegeven worden – het is
in staat bevrediging te schenken aan velen, die zich
door de wet, zooals
zij
thans luidt, bezwaard ge-
voelen. Ik mag hier met denzelfden aandrang, als
waarmede ik dit reeds op een andere plaats heb ge-
daan, den wensch uitspreken, dat de Tweede Kamer
haar standpunt zal herzien en aan deze wijziging zal
willen medewerken. – lisaius.
HET KOELIECONTRACT
IN BUITENLANDSCHE KOLONIEN.
II
(Slot).
In ons vorig artikel behandelden wij de Britsche
koloniën; vermelden we thans, als overgang naar een
overzicht van de Fransche koeliewetgeving, dat in het
Fransch-Engelsche condominium, de N i e u w e H e-
b r i cl e
n,
zoowel
01)
het aanleiding geven tot gerecht-
vaardigde klachten over werk of gedrag, als op deser-
tie frs. 25 of 1 maand vrijheidsberooving staat. De
– deserteur wordt wederom tér beschikking van zijn werkgever gesteld om zijn diensttijd te beëindigen,
en het is iedereen verboden, hem te werk te stellen
– een van de bepalingei tegen het ,,ronselen”, die
trouwens ook overal elders wordt aangetroffen – of
toe te laten in eenig huis of gebouw
25).
– Wat nu betreft de Fr a n s c h e koloniën, zoowel
-‘in Azië als in Afrika, daar is men zelfs aan een over-weging van de afschaffing der p. s. nog niet toe. Nog
geen anderhalf jaar geleden, einde October 1921,
werd door den Gouverneur-Generaal Varennes voor
geheel 1 n d o-O Ii in a een koelie-ordonnantie afge-
-koncligd, clie, in liet voetspoor van de v66r dien reeds
-in Cochin-China geldende- plaatselijke regeling, de
arheidszekerheid door een aantal strenge verbodsbe-
palingen, waarop strafsanctie, waarborgt
26).
Daartegenover geeft deze verordening een aantal
-tnieuwe voorschriften ten behoeve van dcii arbeider
op het stuk van arbeidstijd, loon, voeding, huisves-
ting, genees-kundig-e’ verzorging-, eiiz., die, hoewel
•
) Protokol
v.
18 Mrt.
1922
tussclien ‘Engeland en Frank-
rijk (Jrnl. Offir. cI.d.
4
Juni
1922).
2)
Arrté cl.d.
25
Oct.
1927.
(Cohin-China:’ Règlement
v.
ii Nov. 1918,
gew.
17
Jan. 49). – –
De
dagbladen van
22
Januari
1929
bevatten een Aneta-telegrani, volgetis hetwelk de heer Albert Thomas, clie,
op
ccii
studie-reis naa-r Oost-Azië, toen een paar dagen te
.l3atavia vertoefde,
zich
tegenover cenige journalïstCn zou
hebben uitgelaten, dat – – – –
,,de regeling van dcii arbeid in ludo-China geknipt
vns
naar Indisch
nkodiel,
evenwel zonder de poenale
sanctie, waarvail hij vanzelfsprekend een tegenstander is
op
grond van het Vredesverdrag en het Volkeubondspact.”
Mocht dit telegram juit blijken te zijn, dan is hierin wel
een duidelijk bewijs gelegen, zoowel van de weinig weten-
schappelijke vooringenomenheid vaii den leider van het
B.I.T. tegenover het instituut der p. s. in het algemeen en
dat van Ned..Indië in het bijzonder, als van het feit, dat
deze waarschijnlijk voor een groot deel voortspruit uit
• onbekendheid met de arbeidswetgevingen in andere kolo-
niën, met inbegrip van die van zijn eigen Moederland.
174
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
20 Februari 1929
verre ten achter staande bij die, welke reeds sedert
jaren in
onze
Buitengewesten hurgerrecht hebben
verkregen, niettemin voor. Indo-Ohina een groote
verbetering beteekenen en clie de Gouverneur-Gene-
raal dan oolc met voldoening aankondigde in een
rede, gehoiden op 21 October 1927 in een zitting van
den Conseil du Gouvernement de l’Iidochine, welk
aankondiging de heer Varennes besloot met de
woorden:
,,Toutes (ces dispositions nouvelles) repondent au même
but: protger la inaiu-d’oeuvre indochinoise par devoir
éh7mcnta.ire cle justice et aussi par souci de l’intérêt gnéraL
La Franco, no l’ouhlions pas, ne saurait sans dchoir s
refuser a introduire ici, avec les adaptations et les coTn
promis ncessaires, les règles gnëra1es de protection de
travail que s’honore d’avoir appliques tous les pays
civiliss. Elle s’est engagée avec les autres puissances
signataires du traité de Versailles
9.
étendre progressivc-
mout
9.
ses Possessions d’outre-mer cette lgislation protec-
trice. Nous vous demaudons cle faire honneur
9.
sa signa
ture.”
27)
Eenige bepalingen van deze verordening zijn de
volgende: zoowel immigratie- als hercontracten kun-
nen voor drie jaren worclerc gesloten; maximum-
arbeidsduur 12 uur per dag met inbegrip van een
S
rust van 2 uur; 1 vrije dag per week of twee achter’
cenvolgende in de 14 dagen. Togen het niet-wericen
der koelies worden verschillende maatregelen geno,
men. Ten eerste is het niet-,,uitkomen” verboden op
straffe van boete en/of tot drie dagen gevangenis;
ten tweede ontvangt de wegblijver gedurende dien
tijd geen loon en voeding en ten derde moet
hij
den
verzuimden tijd nadienen, eveneens zonder loon.
Nadieneru moet ook de contractant, die in totaal
meer dan 29 dagen in een jaar in een hospitaal heeft,
gelegen (tenzij wegens een ongeval in en door den
dienst), idem zonder loon. Het loon wordt tenminstd
eenmaal per maand uitbetaald en uiterlijk 10 dagen’
na den verschijndag.
Straffen: boete en/of tot 5 dagen gevangenis we-
1
gens ongerechtvaardigde aanklacht, afwezigheid van
langer dan 24 uur, dienstweigering, sabotage, ver-,
vaischte papieren, zelfverwonding teneinde onge-
schikt te zijn voor het werk. Boete en/of tot drie
maanden gevangenis wegens desertie, als hoedanig
beschouwd wordt afwezigheid zonder geldige redeh
gedurende langer dan twee dagen. De werkgever
,
wordt wegens overtreding der voorschriften slechts
,
met boete bedreigd. Alleen op ,,ronselen” staat,
frs. 2000 en/of tot 6 maanden gevangenis.
Het trekt de aandacht, dat deze strafbepalingen in
•
de verordening zelve niet te vinden zijn. Zij bevat
aan het slot slechts een artikel,. waarin voor de
,,pénalits” verwezen wordt naar het zooeven ge-
noemde Reglement van 1918 voor Oochin-China. Het.
,
is zeker niet de gewone procedure, dat men (Ie saruc-,
ties op een, voor een uitgestrekt gebied geldende
>
hoofdregeling, in een tien jaren oude lokale ordon-,
nantie moet naslaan, en zij wekt. den indruk, dat deze
socialistische Gouverneur-Generaal zijn Besluit uiter-
lijk nog aanlokkelijker heeft willen doen schijnen
dan het innerlijk reeds was.
Een dergelijke min of meer gecamoufleerde voor-
lichting in officieele en officieuse stukken is, ik wees
er hierboven reeds op, een van de grootste moeilijk-
heden voor hem, die de werkelijk bestaande voor-
schriften en bepalingen in buitenlandsche koloniën
wil bestudeeren. De meeste regeeringsoraanen be-
schrijven den plaatseli,jken toestand in hun Rapporten
van de lichtzijde en vermijdeii angstvallig het aan-roeren van alle netelige kwesties. Zoo is het helaas
ook gesteld met de publicaties van het Internationaal
Arbeids Bureau, van hetweLk men, ondanks zijn
socialistische leiding, niettemin onbevooroordeelde
uiteenzettingen zou mogen verwachten, maar in
welks publicaties men, zooals de heer Paul Bourda-
27)
Annuaire de Doeumentation Coloniale Compare,
1927′,
Colonies françaises,
blz. 90,
uitg.
v.h.
Institut Colonial International te
Brussel.
rie, Membre du Oonseil Supérieur des Oolonies, on-
langs in een zeer lezenswaardig artikel over ,,Abus
et erreurs de l’internationalisatjon” in Le Monde
Nouveau
28)
schreef, ,,herhaalde]ijk zeer tendentieuze
opmerkingen” ontmoet.
Van deze weinig objectieve voorlichting geeft de
bespreking, die de Informations Sociales
29)
aan
bovenvermelde arbeidsregeling voor Indo-China wijd-
de, een sprekend voorbeeld, in ruim 4 bladzijden wor-
den de nieuwe beschermende bepalingen dezer ordort-
nantie in den breede weergegeven, maar het bestaan
der p. s. kan men slechts door tusschen de regels te
lezen afleiden uit ééne zinsnede: ,,L’arrêté prévoit
ensuite une surveillance des travailleurs, excercée par
les représentants de l’administration sur les planta-
tions, ainsi qu’un contrôle de l’exécution des con-
tracts d’engagements.”
Dat dergelijke inlichtingen eer op een dwaalspoor
leiden dan den rechten weg wijzen en in de publica-
ties van een semi-officieel lichaam niet thuis hooren,
had, ook de heer Benson, ambtenaar hij diezelfde In-
stelling, mogen bedenken, toen hij in zijn hoogeraan-
gehaald artikel onwillekeurig een bevestiging gaf
van de zoo juist vermelde opmerking van Paul Bour-
darie door zeer onvolledig, en daardoor tenden-
tieus te schrijven: ,,The movement to abolish inden-
tures in the outer provinces of the Netherlands East-
Indies where already in Government mines penal
sanctions for lahour offences are heing withdrawrn,
owes as much to the example of Malaya as to’ that of
Java”: terwijl
hij
toch behoorde te weten, dat de
Regeering slechts den eersten stap op den weg, die
naar eengeleideli,jke terzijdestelling van het ook voor
cle Gouvernementsbedrjven geldende stelsel leidt,
voorzichtig heeft gezet dooi het
nemen van een proef
met de afschaffing van de sancties op de hercontrac-
ten voor her>, die
meer dan 5 jaren onafgebrolcen
dienst
hebben verricht, en die dus door hun vrijwillig
her-engagement grond geven voor de verwachting, dat
zi,j ook hun tweeden contractstermijn zuilen vervul-
len. Maar voor alle contractanten met minder dan
vijf jaren dienst kan ook de Regeering het voorloopig
nog niet zonder straffen op desertie en dergelijke
meer ernstige inbreuken op het arbeidscontract stel-
len, terwijl bovendien het resultaat van deze proef-
neming nog moet worden afgewacht.
De Fransche koloniën in Afrika: Fr. Equatoriaal
Afrika, Fr. West-Afrika, Fr. Guinea, Madagascar
en cle mandaatgebieden Fr. Oameroen en Fr. Togo, zij alle hebben koelie-ordonnantjes, waarin sancties
voorzien zijn’ tegen overtredingen ter zake van het
arbeidscontract.
T[n de meeste dezer koloniën kent de wet Raden
van Arbitrage, bestaande uit het Hoofd van het Dis-
trict als Voorzitter en een Frausch kolonist en een
inlander als bijzittende’ scheidslieden. Zij trachten
partijen te verzoenen; slagen hun bemiddelingspogin-
gen, dan is de getroffen regeling bindend, falen zij,
dan hebben hun uitspraken rechtskracht. Behalve de
civiele veroordeelingen tot schadeloosstelling kunnen
zij hijv. in Madagascar ook boete en tot 5 dagen hech-
tenis opleggen in geval van desertie. Op verbreking
van het contract door den werkgever staat slechts boete
(tot 300 frs.). Van hunne beslissingen staat beroep
open bij den gewonen rechter (behalve voor bedragen
onder frs. 500). De geheele procedure voor de Raden
van Arbitrage is kosteloos.
De regeling voor M a d a ga s c a r bevat onder
haar strafbepalingen
30)
bovendien een bedreiging
met frs. 100 boete en/of 15 dagen gevangenis tegen ,,den inlander die, nog door een arbeidscontract ge-
bonden
zijnde,
zich in dienst van een anderen werk-
gever heeft verbonden of getracht heeft zich te ver-
binden”. In Fr. Equatoriaal Afrika heeft
) No.
van Aug..Sept.
’28.
29)
van 23
April
1928.
20)
Besluit van
22
Sept.
1925,
artt.
53, 54, 55 en 85.
20 Februari 1929
ECONOMISCH-STATIS’1ISCHE BERICHTEN
175
,,het niet-gevolg geven door den inlander aan de ver-
plichtingen in geld of in natura, die voortvloeien
uit een beslissing van den Raad van Arbitrage, hjfs-
dwang ten gevolge, waarvan cle duur telkens hij
iedere uitspraak wordt vastgesteld, met een inadmurn van 1 maand”
81).
Overeenkomstige sancties als in de
beide laatstgenoemde bepalingen omschreven (hij
reciclive verhoogd tot frs. 500 en/of 1 jaar gevange-
nis), gelden in Fr. W e s t-A f r i k a
32)
en in Fr.
Guinea
33).
De mauclaatgeliteden Fr. 0 a m e r o e n
34)
en Fr.
T o g o 1 a ii d
85)
hebben een koclie-wetgeving, waar-
van dc voorschriften zich evenzeer vrijwel aansluiten
bij die der vorengenoemcle Frarische koloniën. Boven-
dieii zijn hier strafbaar gesteld de contractant, die de
geldelijke voorschotten verclu istert of verbruikt, zon-
der het werk uit te voeren, waarvoor hij is nangeno-
uien, en cle inlander, die, gebonden door een arbeids-
contract, er systematisch de bepalingen niet van na-
leeft, met het doel den werkgever te noodzaken het
contract op te zeggen (zelfde straffen als in Fr.
W
7
.-Afr.).
Met de hiervermeide bepalingen kan worden vol-
staan om aan te toonen, dat ook Frankrijk het bij
zijn koloniaal bestier nog niet buiten de p. s. stellen
kan. Er blijkt tevens uit, dat de straffen op zichzelf
over het algemeen wellicht lagere maxima hebben dan
elders, maar men dient daarbij niet te vergeten, dat dit alles nieuwe arbeiclsregelingen zijn, die als een belangrijke vooruitgang op den vroegeren toestand
worden beschouwd en die weliswaar in papieren bc-
sluiten voor groote gebieden zijn vastgesteld, maar
daarom lang niet overal reeds in practijk zijn ge-
bracht.
Zoo kan men in de Renseigtiemcnts Ooloniaux van
Januari 1928 nog over cle reeds in 1925 voor F. W.-A.
afgekondigde verordening lezen:
,,La nouvelle réglementation du travail indigene, issue
un d6cret du
22
oetobre
1925
et cle larr6té du
29
mars 1926,
ii visC it
réaliser cette harmonie nilcessaire des rapports
entre l’employeur et l’emp1oy. El]e a coninieneé & entrer
cii vigueur dans les eoloiiies oû l’volution éconornique et
sociale sy prête, en C0t l’Ivoire notamment, et ii est
permis d’esp6rer qu’elle iie tardera pas a s’tendre, avec
Is
a (laptations ii 6cessa i res, dans les autres colonies.”
* *
*
De groote Belgische kolonie, (te 0 o n g o, heeft van ouds, ondanks haar bevolking vun 10.000.000
zielen, wellicht meer dan eenigo andere Afrikaanschc
kolonie, met gebrek aan werkkrachtcn of, juister ge-
zegd, aan werkwiliigcn, te kampen gehad. In 1019 schreef cle Directeur-Generaal van den Landbouw
(Ina romtrcnt 36):
,Ln niajn.d’oeuvre est rare, eoUtcitse et iustable. Elle est
souvent introuvable. Cette pcinurie est lobstacle le plus
neclocutable pour l’agi-iculture et l’industrie. On ne se figure
ias en Belgiquc jusqua quel point le dfaut de main –
:l’ocns’rc est
potiss6 nu
Congo….(volgen oenige voorbeel.
dcii). Bier’ ne sert de les cacher, il faut en chercher le
remèdc: aucun progr6s sérieux nest possible avant que le
problnie cle la main.d’oeuvre n’ait été résolu.”
Evenzoo treft men nog in het ,,Rapport sur Pad-
mi nistrati on clu Congo Beige pendant l’annéc 1.926″ de mededeeling aan:
,,Le situation de
In
main-clocuvre iie s’est aucunement
aiiiéliorde au cours cle l’année sous revue; il n’y avn.it pas
dc raison, d’aillcurs, pour qu’iI en fût autrement. Comine nous l’exposions lan dernier, ce qui manque
Ie
plus a la colonie, ce n’est pas le nombre nécessaire
d’hons-mes
(tfltc.9 nu travail; c’est un nomhre suffisant d’hommes
que (‘on fleurt amenei’ sans contrainte
c’t
travailler.”
liet valt dan ook iiie t te óntkenneii, dat uien het
89
Besluit van
4
Mei
1922,
art.
20.
) ]3csluit van
22
Oct.
1925.
artt.
24
en
29.
8))
Besluit van
30
Aug.
1926. 84) Besluit van
4
Aug.
1922,
art.
31.
(5)
lIesluit van
29
Dec.
1922.
IS)
Leplac, Le Congo lielge a-t-il na graud aveuir agri eole blz.
24 cv.
in de Congo zonder die ,,contraint?” nimmer heeft
kunnen stellen. De missionnaris Vanderyst geeft
daaromtrent belangwekkende bijzonderheden in een
uitvoerige bijdrage in het maandblad ,çongo” van
1024
37),
vaarin hij onderscheidt tussehen drie vor-
men van dwang tot liet doen aangaan van een con-
tract van langeren duur buiten de woonplaats : le. ,,la
,douce” coiutraiiite et lui contrainte mitigée”, 2e. ,,les
contrai.ntes déguisées” (,,ll y en ii plusieurs. . . . de
ees eontrai utes eamouflées”),
3e.
,,la contrai n te
légale’. De mij toegestane plaatsruimte in dit tijd-
ehrift laat niet toe, oni in dit artikel, dat reeds tame-
lijk buiten zijn bestek is uitgegroeid, verder in te
gaan
01
)
deze vormen van overheidsdwang tot arbei-
den, clie natuurlijk veel verder gaan clan liet hier
meer in het bijzonder behandelde onderwerp der
p.
s.
op geheel vrijwillig aaiugegane contracten; op één der
punten kom ik i ntusschen aan het slot nog even
terug. liii ii, wieii dit onderwerp interesseert, zij de
lezing (ter beschouwingen van pater Vandergst warm
aanbevolen
38);
het zal hun daarbij opvallen, dat de
schrijver, die de bestaande toestanden scherp hekelt,
op het instituut der p. s., dat natuurlijk ook in de
Congo, alsmede in het aangrenzende Belgisch man-
cl aatgeb i ccl Ru nu cl a-TJr uncli, wordt aangetroffen, geen
enkele kritiek oefent, cii dit uiteracrd ook niet onder
eenigeri vwin der door bern besproken ,,contraintes”
rangschikt.
Bij het Koninklijk Besluit van 16 Maart 1922 heeft
cle Kolonie haar regeling geicregen betreffende het
,.Werkcoutract tusscheu i nlanders en beschaafde
meesters’, zooals de Vliamsche titel luidt.
Niet slechts cle arbeidsovereenkomsten
01)
langeren
termijn worden hier voor l)eicle partijen van waarbor-
gen omgeven, ook ciie contracten, waarin omtrent
duur en opzeggingstern)ijn ii iets naders wordt bepaald
en waar deze dus geacht worden te zijn vastgesteld
overeenkomstig het plaatselijk gebruik, met een max i –
mum van resp.
3
maanden en 1 maand, dus z.g. ,,free
labour contracts’, vallen onder de voorzieningen van
dit Besluit.
Voor heide soorten van nontractanten geldt dus
0.11.
cle strafbepaling van art. 47, dat met frs. 50 boete en/of 2 maanden sc’rvitudc I)nalc bedreigt den arbei-
nier, clie te kwadcr trouw in de uitvoering van zijn
contract cie verplichtingen ovcitrceclt, welke hem
door liet Besluit. cle overeenkomst of het gebruik
worden opgelegd. (1
–
let genoemde rnaxi mii no word t
tot 3 maanden verhoogd indien de arbei der een voor-
sehot had ontvangen met het oog op het werk, dat
hij weigert uit te voeren).
Voorts is een sanctie van frs. 50 boete en/of 1.5
dingen SCrV. pén. voorgeschreven voor don contrac-
taiit, clie ccii zvare inbreuk of herhaalde iiubrcukc.n maakt op de arbeidstuc]it in liet algemeen of die van de onciernenung in het
bijzonder.
.,In geval van ser-
vi tucle pénale ican cle rech ter de door den werkgever
opgelegde boetes voor cle overtredingen, waarvoor
veroordeeld wordt, verminderen of zelfs opheffen.”
Hieruit blijkt niet alleen, dat de werkgever ook zelf
(Ie bevoegdheid heeft voor overtredingen boeten op
te leggen, rnaa bovendien dat de arbeider naast de
boete voor hetzelfde feit nog veroordeeld kan worden.
Wegens elk der hierboven genoemde feiten kan de
eontractant gedwongen worden onmiddellijk voor den
ambtenaar van het 0. M. of voor den rechter te ver-
schijnen; cle rechter kan tav. den contractant, die
verplicht blijft
zijn
werkgever te dienen, zelfs in
geval van vrijspraak, bevelen, dat deze naar zijn
werkgever teruggeleid s’orde.
* *
*
ik moge hierniecie deze vanzelf een igszins eentonige
getiteld: ,,Démographie et exploitation intensive des
I)ameraies en Af rique Occidentale”.
alsmede van een artikel in La Nouvelle Revue Fran-
çaise (van
Nov. 1926
tot Apr.
1927)
getiteld ,,Un voyage
nu
Congo’.
1176
EÇON6MISCH-STATIST1SCHE BERICHTEN
20 Februari 199
opsoinilaing van strafrechtelijkè bepalingen in, vreem-
de koloniën besluiten. Alvorens hetzelfde met dit
artikel te doen zou ik er nog op. willen wijzen, dat
de zaak, waarom het per saldo gaat bij de voorvech-
ters eener zelfde vrijheid voor den inlandei,
om
naar
believen zijn werkcontract te verbreken, als voor
arbeiders hier in het Westen bestaat – zij het dan ten
koste van een civielrechtelijke sanctie in den vorm
eener schadeloosstelling – niet afdoende behandeld
wordt door daarbij uitsluitend naar de, poenale sanc-tie te kijken.
Men behoeft daartoe nog niet eens in aanmerking
te nemen de zooveel verder gaande iribreuken op de
vrijheid van den inlander in den vorm van de thans
in verschillende gebieden nog voorkomende slavernij,
van de nagenoeg ovéral bestaande ,,travail forcé”
30),
,,portage”, ,,heerendiensten” of hoe deze, al dan niet
betaalde, door het gouvernement opgelegde werk-
zaamheden mogen heeten
40),
of van de z.g. ,,obliga-
tion au travail” ten behoeve van gouvernements-, par-
ticuliere of des inlanders eigen cultures
41),
die veel.-
al wordt aangetroffen. Immers, deze vormen kenmer
ken zich alle door een essentieel onderscheid van het
arbeidscontract onder p.
S.:
de rechtstreeksche dwang
op den inlander om een bepaalden arbeid te verrich-
ten, in tegenstelling met zijn door talrijke voorzorgs-
maatregelen gewaarborgde vrijheid, om zich daarvoor
al dan niet beschikbaar te stellen door het aangaan
van een koeliecontract. Daarom werd hier ook buiten
beschouwing gelaten de werving, die door den recht
streekschen of indirecten dwang, waaronder zij in
vele gebieden wordt uitgeoefend (vgl. de thans veel
voorkomende strafbepalingen tegen het aangaan van
een fictief contract), dikwijls toestanden schept, welke
die van travail obligatoire zeer nabij komen.
Maar
afgezien
hiervan
staan nog verschillende
middelen ten dienste om de p. s., daar, waar- deze is afgeschaft, door andere, evenzeer de hewegingsvrij heid van den koelie beperkende maatregelen, te ver-
vangen; en• dédrop leg ik hier nog terloops dep
nadruk.
Als zoodanig worden o.a.
dikwijls
aangetroffen:
le. het recht om het loon met eenig
respijt
uit te
betalen; daar waar, zooals bijv. in Indo-Ohina, dè
30)
zie het zoo juist bij het B.T.T. verschenen Rapport
over dè ,,Travail Forc”, ter voorbereiding van het derde
punt op de agenda van de in Mei
1929
te houden Twaalfde
Tntprnationale Arbeidsconferentie.
0)
In het in de vorige noot genoemde Rapport vindt uien
niet vermeld, dat ook in Rusland tegenwoordig nog tra-
vail forcé wordt aangetroffen, getuige de ,.Arrêté no.
1021512
du commissaire clu peuple au travail de l’lJnion des répu-
liliques socialistes soviétiques, en date du 8 avril
1925
relatif li. l’activité des inspectetui
–
s dii travail des voies de
communication dans le domairie des différends’,’, waarvan art. 80 aldus’ aanvangt: .,Lorsque (pour ,faire face
S
des évènements dus
S
des
causes naturelles, pour suppléer au manque dle main-
d’oeuvre dans l’exécution de travaux présentant un intérêt
l)articulier pour I’Etat) je.. service obligatoire de travail
est – décrété …. ” (volgen eenige categorieën,. die daarvan
uitgezonderd zijn).
41)
Deze vorm van ‘gedwongen arbeid wordt bijv. voor
de
Portugcèzche
koloniën in de inleiding tot het Bekrach-
tigingsbesluuit (no.
951 ‘v. 14
Oct.
1914)
van’ het ,,Règle-
ment générid da travail indigene” aldus omschreven:
,,L’indigène qui ne travaille pas de son propre gré est
appelé
S
comparaître devant les autorités qui essayent d
le persuadei de travailler en lui offrant un .travail qufl
peut exécuter; si l’indigène rel usa daccepter ce travail, ii
peut Stre ordonné qu’il soit envoyé
S
un employeur qui – a
hesoin cle serviteurs, ceci est le
travail .’obligatoire.
Aucun
autre genre cle contrainte iie peut être exercé sur Ie ser-
viteur
9.
part celle de le mener
S
la place
oû ii
doit tra-
vailler. Si, uonobstant l’avertissement qui lui a été donné
et le fait qu’iI a été présenté
9.
un employeur. et qu’iI a
appris de ce dernier les conditions auxquelles ii lui est
of fert un traiaiI,l’incligène continue
Pt
refusei ce travail
et demeure dans l’oïsiv,eté, ii se rend coupable de vagabon-
dage et peut être par conséquent…. traduit devant les
trihunaux et condamné… – .. ccci est Ie
trevaïl correc-
tionnel.
werkgever daarmede 10 dagen mag wachten, verliest
hij, die wegloopt, ook altijd
ten minite 10
dagen loon;
2e. de verplichting van den koelie om zijn eigen
thuisreis te. betalen (zooals in Malakka).’ waardoor
zijn animo om naar huis terug te keeren, wel eenigs-
zins getemperd wordt;
Se. het systeem van voorschotten cii boeten, waar-
door de koelie aan zijn werkgever verbonden wordt,
practisch door hij’. zijn boeltje in beslag te nemen,
totdat
hij
zijn voorschot heeft inverdiend, alsmede
door de somtijds op het wegloopen, zoolang de schuld
niet is aangezuiverd, gestelde straf wegens ,,verduis-
tering”: een middel, -waarmede, zonder dat de onaan-
gename term poenale sanctie behoeft te worden ge-
bruikt, toch hetzelfde wordt bereikt;
4e. de meergenoemde rechtstreeksche of zijdelirig-
sche dwangmaatregelen (contraintes).
Onder die laatste is er een, waarbij ik een oogen-
blik stilsta, omdat daaraan in de literatuur over dit
onderwerp zoo weinig aandacht wordt besteed. Het
is het middel om den inlander tot contractarheid
middels emigratie te nooclzaken dôor het opleggen
van zoodanige belastingen, dat hij winstgeven’der
arbeid dan hij thuis vindt, elders moet aanvatten om
aan zijn fiscale verplichtingen te kunnen voldoen’.
Als zooclanig wordt vooral de ,,capitation” – het in
Ned.-Iudië (op Banka en. Billiton n) sedert enkele
jaren afgeschafte hoofdgeld – aangegrepen, omdat
dit, daar het geen rekening houdt met de draag-
kracht, op zichzelf niet hoog behoeft te ljkén om
toch voor groote groepen te druickend te zijn. Vol-
gens het b.a. artikel van pater Vancleryst redeneeren
zij, die dit indirecte middel voorstaan, aldus: ,,L’Etat
doit augmenter l’impôt: il faut contra’indre inorale-
ment l’indigène
gent nécessaire á payer des impôts élevés; plus ii devra payer á l’Etat, plus il devra récoiter de pro-
duits; plus ii sera obligé de s’engager comme travail-
leur dans les factoreries, les plantations, les uines.’,’ Omtrent deen misstand sprak de Gouverneur van
Tangaiiyika zich in een schrijven van 24 Februari
1926 aan den Secretary of State for the Oolonies als
volgt uit:
,,To my mmcl it is of vital importance in a country like
this that no attempt shoulcl be made to force the native
to vork for others by imposiuig taxatioi which he cannot
earn the means to pay unless he leaves his district to
vork on the non-native plantations, and 1 have ‘stead-
fastly refuuseci to incrcase the titx in the districts in which
‘the natives eannot augment their earnings by working for theniselves or on such Governmeut works, if any, âs ipaj’
offer. Coercion of lahour by pressure of direct taxation ,is
little. if anything, removed from coemcion of labour hy
force; the latter is the more honest course”
42).
Op het in Augustus 1928 te Brussel gehouden Con-
gres van: d Internationale ouvrière et socialiste werd
dan’ ook onder de resoluties de volgende opgenomen:
,,Ne peuve’nt; en particulier, ê’trc tolérés, des impôts si
élevés qua l’indigène na puisse les payer sans être ob1ig
de quitter son foyer pour aller prendre du travail chez tin
capitalistc.”
*
Het vorenstaande moge voldoende zijn ter adstrue-
tie van hetgeen ik bedoelde te betoogen en van wat
in de volgend,e conclusies zou kunnen worden gefor
muleerd: .
a.
Wel verro van op he,t gebied der arbeidswetgd-
,’ing in het algemeen en vaii dat der koelieregeliu’u-
gen in het bijzonder bij andere koloniale mogendhe-
‘den achter ‘te staan; gaat Nede,rlad in de anciënnf-
teit dr genomen maatregelen en in den inhoud der
gegeven voorschriften’ in menig opzicht aan de
spits
43
).
42) Report. upon Labour in the Tanganyika Territor,
1926
(Colonial no.
19)
blz.
10.
‘) Voor de in deze conclusie getrokken vergelijking vor
–
den de toestanden in Ned.-Indië, clie in dit artikel niet
.telkens naast de buitenland sche konden worden vermeld,
bekend verondersteld. ‘
20 Februari 1929
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
177
De ,,Wet van den arbeid” omvat zoowel het
recht als den plicht om te arbeiden;
de inlander, nog voor het overgroote meerendeel,
kent dezen plicht iiiet;
het is een van cle belangrijkste onderdeelen van
den Westerschen beschavingsarbeid, hem die kenni
bij te brengen;
de strafrechtelijke sanctie op het willekeurig ver-
breken van een vrijwillig aangegaan arbeidscontract
wordt daarbij vooralsnog algemeen als een onmisbaar
element beschouwd.
Bij een beoordeeling dezer materie dient te
worden in het oog gehouden, dat de vrijheid van den
arbeider buiten Ned.-Indiö nog’ op verschillende
andere wijzen in veelal sterkere mate wordt beperkt
clan door de poenale sanctie het geval is, zoodat een
internationale behandeling van dit vraagstuk, waar-hij slechts aan dezen eenen kant ervan aandacht zon
worden geschonken,. aan het euvel van eenzijdigheid
zon lijden.
Mr. H.
COHEN DE BoER.
DE IN EN UITVOER VAN NEDERLAND
GEDURENDE 1928.
J.
De goederenbeweging over de grens.
Het gezamenlijke goederenverkeer over onze grenzen
was in het tijdperk onder verslag kleiner dan in het
vorige jaar, waarbij de afvoer zelfs beneden het peil
van 1926 bleef, toen de langdurigè staking in de
Engelsche mijnen vooral den uitvoer van steenkool
tot een ongewonen omvang deed zwellen. Doordat de
achteruitgang voornamelijk door het verminderen van
den doorvoer van eenige massale goederen werd ver-
oorzaakt, doet
zij
zich zeer plaatselijk gevoelen en
staat tegenover een inkrimping van de gezamenlijke
Nederlandsche af- en, aanvoeren, een verlevendiging
van het havenverkeer van Amsterdam, waar de staande
handel en het stukgoederenverkêer overweegt.
Millioen ton
Verkeerswijze
1927
1
i
_
1028
Amsterdam
Gelost’
bij
invoer
……….4,5
4,8
+
0,4
»
,,
doorvoer
1,3
1,5
+
0,2
Geladen
uitvoer
1,4
1,7
+
0,3
,,
,,
doorvoer
1,3
1,4
+
O,2
Rotterdam
9,1
–
0,07
30,5
25,5
–
5;-
Gelost
bij
invoer
………9,2
doorvoer …….
Geladen ,,
uitvoer
4,6
4,7
+
0,07
,,
,,
‘doorvoer …….
30,5 25,6
–
4,9
Rotterdam werd daarentegen sterk getroffen; eerst
door een staking in de Rjnvaart, die deze haven
uiteraard meer dan Amsterdam heeft geschaad en
vooral het vervoer van erts remde, later door de
arbeidsmoeilijkheden in de Zweedsche ijzermijnen en
de uitsluiting in het Roergebied, die het ertsvervoer
opnieuw troffen. Het dalen van den uitvoer van
Duitsche steenkool over Rotterdam zette zich, daar-
bij voort.
Het verminderen van den aan- en afvoer over
onze gresizen heeft derhalve, voor het beoordee’len van
het mededingend vermogen van Nederland te midden
van de handel
drijvende volkeren, weinig te beteekenen.
En dat in den achteruitgang van de gezamenlijke
goederenbeweging geen
aanwijzing
voor het verzwak-
ken” van Nederland’s plaats in het internationale
ruilverkeer mag worden gezien, wordt – behalve
door de hiervoor genoemde oorzaken – wel zeer
klemmend door de bevredigende ontplooing van onzen
in- en uitvoer gedurende de laatste jaren bewezen,
waarbij, zooals hierna zal worden beschreven, vooral
•de uitvoer in het’jongste jaar een treffend voor-
‘beeld van de kracht en het aanpassingsvermogen
onzer volkshuishouding vermag te bieden.
Goederenbewegiog over de grens, uitgedrukt in millioen ton.
In- ofuitvoer’
Doorvoer
Jaar
(rechtstreeks
1-
Tezamen
1
met
1
‘
zonder
en op entre-
pôt)
overlading overlading
In binnenwaartsche richting
1925
25,9 23,5
10,4
59,8
1926
28,9
31,7
1.1,8
‘
72,4
1927-
29,3
35,6
13,1
78,-
1928
30,5
1
)
30,8
12,2
73,51)
in buitenwaartsche richting
1925
12,9
23,5
10,4
46,8
1926 16,4
31,7
11,8
‘
59,9
1927
15,-
35,6
13,1
63,7
-‘
1928
16;5′)
30,8
12,2
59,5
1
)
1)
Voorloopige opgaaf.
De in- en uitvoer in het algemeen.
De invoer nam in het afgeloopen jaar, ten opzichte
van’ 1927, met 1.202 niillioen kg. en 135 millioen
gulden, de uitvoer met 1.387 millioen kg. en 86 mii-
lioen gulden toe en zijbesomden derhalve thans:
invoer
Uitvoer
Millioen kilogram …………
29.821.
15.725
Millioen gulden …………..
2.684
1.986
• In deze omzetten is het entrepôtverkeer en het
edele metaal niet begrepen,
De waarde van het invoeroverschot steeg van 649
tot 698 millioen gulden, hetgeen tevens een betrek-
kelijke toeneming beteekent, daar in 1927 74,6 pOt.
van d’en invoer door uitvoer werd gedekt en in, het
jaar onder verslag 73,99 pOt. Deze toeneming van
het overwicht van de waarde van den invoer op de
handelsbalans vindt haar oorzaak ten deele in prijs.
veranderingen en anderdeels in het toenemen van de
welvaart en de bedrijvigheid in Nederland.
De invloed van de prijsveranderingen op de handels-
balans zou nauwkeurig kunnen worden berekend’,
indien het mogelijk ware, om de waarde van de
handelsomzetten gedurende het laatst verstreken jaar,
tot die waarde op den grondslag van de prijzen in
het vorige jaar te herleiden. Doch de. rond 2.400
‘posten, waaruit het overzicht van onzen in- en
uitvoer bestaat, zijn samenvattingen van onge-
,veer vier millioen aangiften ingevolge de statistiek-
wet, die op haar beurt wel opgaven betreffende één
goederensoort, maar van zeer verschillend samen-
gestelde zendingen kunnen
zijn.
Het aantal te her-
leiden. posten en de onbekendheid met de werkelijke
“
prjzen van al de hun samenstellende onderdeelen,
maakt dus de eenig juiste
wijze
van herleiding der
waarde onmogelijk, zoodat men géwoonlijk zijn toe-
vlucht tot een berekening met behulp van de ver-
houdingsgetallen voor de groothandelsprijzen neemt;
voor Nederland tot de door het Centraal Bureau voor de
Statistek berekende verhoudingsgetallen voor de
groothandelsprjzen van 48 goederensoorten.
In deze verhoudingsgetallen is evenwel getracht
,om een maatstaf tot het beoordeelen van het verloop
der
prijzen
te scheppen, waarin de invloed van iedere
goederensoort ongeveer met
zijn
beteekenis in het
algemeene ruilverkeer van Nederlând overeenkomt,
hetgeen er toe leidt, dat de kern van de prijsver-
,anderingen in dat deel van het ruilverkeer, ‘dat op
het buitenland betrekking heeft, niet nauwkeurig
,wordt benaderd — men denke ook aan de zeer ver-
schillende geaardheid van den invoer en van den
uitvoer – terwijl voorts de onveranderlijke samen-
stelling van het verhoudingsgetal, tegenover de zich
– voortdurend wijzigende samenstelling van de handels-
– beweging, een zeer storenden invloed, uitoefent.
Hoe grove fouten dit, onder voor het toepassen
:
van den hier besproken kunstgreep ongunstige om-
standigheden, ten gevolge kan hebben, blijkt ,uit den
achteruitgang van de waarde van de handelsbe’weging
‘in de eerste zes maanden van 1928, ten opzichte van
deze waarde in 1927, die, ondanks het toenemen van
het, gewicht, aldus kan worden berekend. Ook al heeft
178
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
20 Februari 1.929
thans het tweede halfjaar, door zijn aan het
eerste halfjaar tegengestelden loop der groothandels-
prijzen, deze grove onnauwkeurigheid doen verdwijnen,
toch blijft de storende invloed als zoodanig bestaan.
Verhoudingsgetal van de groothandeisprijzen voor
48 goederen, 1913 = 100.
le halfjaar 1927…. 145
le halfjaar 1928…. 152
2e
,,
1927…. 150
2e
,,
1928…. 146,5
Zou men den gemiddelden prijs bij den in- en uit-
voer in 1927 voor iederen post van de handeisstatistiek
berekenen en met die gemiddelden de waarde van den
in- en uitvoer in het thans afgeloopen jaar tot die
van het vorige herleiden, dan wordt een veel nau-
keuriger aanpassing aan de werkelijke prijzen ver-
kregen, dan bij gebruik van het verhoudingsgetal der
groothandelsprjzen, al blijft
ook dan de veranderende
samenstelling dier kleinste onderdeelen eenstorenden
invloed uitoefenen. Deze grootere nauwkeurigheid
gaat wel is waar ten deele verloren, wanneer, met
het oog op het zeer hooge aantal berekeningen, niet
de gemiddelde waarde van iederen post, maar die
van iedere goederengroep in elk van de maanden tot
grondslag van de herleiding wordt gekozen; doch de
betere aanpassing aan den aard van den in- en uit-
voer en het scherpere benaderen van de werkelijke
prijzen, dan ooit mét het algemeene verhoudingsgetal
kan worden verkregen, blijft bestaan, al valt deze
grootere waarschijnlijkheid moeilijk in een getal uit
te drukken.
Bij toepassing van de verschillende, hier bespro-
ken, herleidingen op de waarde van den in- en uit-
voer in 1928 blijkt, dat de stand van de prijzen
in het jaar onder verslag, ten opzichte van die in
het vorige jaar, op zich zelf reeds het toenemen van
het overwicht van den invoer op den uitvoer ver-
klaart. Immers, hoe nauwkeuriger de schatting wordt
gemaakt, des te meer maakt dit doorslaan van de
balans naar de
zijde
van den invoer, voor een neiging
aan de uitvoerzijde plaats.
Het zou onjuist zijn, om aan deze uitkomst de
verdere gevolgtrekking te verbinden, dat onze handels-
balans dus ,,eigenljk” niet meer passief, dan in 1927,
is geworden, daar het bedrag van den uitvoer ten
slotte tot zijn noemwaarde, en niet tot zijn veronder
–
stelde waarde als
kwijting
van buitenlandsche vorde-
ringen dient. Maar wel moet worden bedacht, dat de
-invloed van de prjsveranderingen op de handels
balans immer werkzaam is en mede aan deze oorzaak
volle aandacht hoort te worden geschonken, aleer
men een
stijging
van het invoeroverschot als eerste
aankondiging van onzen naderenden ondergang be
groet.
,,Mede” aan deze oorzaak. Want de eenigszins
grooter geworden overheersching van den invoer over
den uitvoer is tevens de bevestiging van de ervaring,
dat het verbeteren van den bedrijfstoestand in een
land als het onze, de strekking heeft om het invoer-
overschot van dat land te doen stijgen, doordat de
levendiger geworden hinnenlandsche vraag
zijn
nijver-
heid minder sterk dan anders tot uitvoer dwingt en
zelfs gereede. voorthrengselen uit het buitenland
aantrekt, terwijl de behoefte aan grondstoffen stijgt.
Dat onze doorloopend groote vorderingen op het
buitenland – onder meer in den vorm van aflossing
en rentebetaling en van vrachten, commissies op
expeditie en bankzaken en winsten in den wissel-
handel — een kwjting in goederen medebrengen en.
aldus den invoer verhoogen, is daarbij tevens van
beteekenis.
Zoo nam de invoer van grondstoffen, hoewel de.
invoer van brandstoffen achteruit ging, met 1.090 mil-
lioen kg. en 36 millioen gulden toe en steeg de
invoer van fabrikaten, geen voedingsmiddelen zijnde;
met 85 millioen gulden, waarvan aan machines en
1
werktuigen 32 millioen, auto’s en motorrijwielen
9 millioen en meststoffen 14 millioen gulden meer.-
Hiertegenover blijkt uit het stijgen vén den uitvoer
van fabrikatén met 108 tot 802 millioen gulden, dat
het verbeteren van den bedrjfstoestand geenszins
tot de binnenlandsche markt beperkt bleef.
De handel in eenige belangrij1e goederensoorlen.
Naast de zeer verheugende uitkomsten van onzen
tuinbouw, die zijn buitenlandschen afzet van 122 tot
149 millioen gulden zag toenemen, is de uitvoer van
gereede voortbrengselen één van de belangrijkste
kenmerken van onzen handel in het afgeloöpen jaar;
en in welke mate de gunstige uitkomsten van onzen
goederenhandel uit die van onze
nijverheid
voort-‘
vloeien, blijkt uit het feit, dat neven een stijging
van den uitvoer van fabrikaten, geen voedings-
middelen zijnde, met 108 millioen gulden, een ver-
meerdering van den geheelen uitvoer met slechts
86 millioen gulden staat. Dit is voornamelijk het
gevolg van den achteruitgang van -de waarde van
den uitvoer, of wederuitvoer, van aardappelen en
aardappelmeel – slechte oogst in 1927 – vleesch,
suik.er, gepelde rijst en rubber.
In den met 23 millioen gulden verminderden uit-
voer van suiker ligt tevens de oorzaak van het dalen
van den gezamenlijken uitvoer der in fabrieken be-
reide voedingsmiddelen met 14 millioen gulden, ter-
wijl de achteruitgang van aardappelmeel, rubber en
vlas onder meer voor het verminderen van den ge-
zamenlijken buiteol andschen afzet der onbewerkte
plantaardige stoffen met 27 millioen aansprakelijk is.
Het beeld van onze handelsbeweging, opgesteld
naar de hier gevolgde verdeeling der goederen, is aldus:
Invoer_Xf 1000
îJjtvoer Xf 1000
Goedereiigroepen
1928 meer 1928 meer
1928
of minder
1928
of minder
dan
1927
dan
1927
1.
Dieren
4.657
+
1.147
18.110
–
3.8t2
2.
Voedingsm.
a. onbew. ..
488.451
__
1.748
382.220
+
9.269
b
fabr…….169.659
3. Grondstoffen
+
8.814
404.324
–
13.622
dierl …..
..
+
9.093
58.831
+
1.769
plant.
..
505.216
+
15.402
136.654
–
27.172
minerale..
…123.726
334.825
+
11.581
128.745
+
6.990
4. Fabrikaten
..
1.048.765
+ 84.711
802.165
+
108.334
5. And, goederen.
8.595
+
2.482 55.135
1
+
4.718
Tezamen ….
2.683.892
+134.979
11.986.185
1+
86.474
Een nadere beschouwing van eenige der in- en uit-
gevoerde goederen met die van de voortbrengselen van
den landbouw beginnende,
zij
in de eerste plaats een stij-
ging van den uitvoer van versche groente met niet
minder dan 20 millien gulden genoemd, waar tegen-
over het langdurige ongunstige weder in den zomer en den herfst van 1927 een slechten aardappeloogst
veroorzaakte, met als gevolg een daling van den uit-
voer van deze vrucht en van aardappelmeel, met te-
zamen 9 millioen gulden.
De gezamenlijke uitvoer van vee – in het bizonder
die van koeien – nam van 13,6 tot 10,2 millioen gulden
af, doch die van varkens steeg van 6,6 tot 7,6 millioen
gulden; Italië en
Frankrijk
waren voor deze laatste
soort de grootste afnemers. Het beeld van den vleesch-
uitvoer, die als geheel, door den achteruitgang van
onzen. afzet van versch varkensvieesch naar Frankrijk
en Duitschland, met 14 millioen gulden daalde, is
niet dermate onbevredigend, als op het eerste gezicht
wel lijkt, al werd de buitengewoon groote omzet van
het vorige jaar niet bereikt.
Blijkens
de regelmatig
in de Nieuwe Rotterdamsche Courant openbaar ge-
maakte overiichten, wordt de uitvoerhandel in
vleesch bloeiend geacht en is in 1928 ruim twee
millioen stuk klein vee in verschen toestand uitge-
voerd, waar nagenoeg een half millioen levende
varkens bij komt en bovendien een reusachtige
hoeveelheid gezouten spek, in hoofdzaak voor het
Roergebied en Italië bestemd.
De uitvoer van zuivel besomde 225 millioen gulden,
dat is 12 millioen gulden meer dan in het vorige –
jaar. Boter steeg met 2,2, kaas met 3,5 en verduur-
zaamde melk met 4,3 millioen gulden.
20 Februari 1929
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
179
Een zware slag werd aan onze handelsbeweging
door de op 25 April van het afgeloopen jaar in wer-
king getreden bescherming van de Engelsche suiker-
nijverheid toegebracht. Deze toch had ten gevolge, dat
onze uitvoer van witte suiker naar dit land, dat
verleden jaar 3/5 van den geheelen uitvoer tot zich
nam, van 174 tot 85 millioen Kg. en van 36,3 tot
15,4 millioen gulden slonk.
Het graan, welks gewicht en waarde thans bij die
van het vorige jaar ten achter bleven, is één van
de belangrijkste invoergoederon en besomde in de
laatste twee jaar onderscheidenlijk 283 en 276 millioen
gulden. De daling betreft tarwe, rogge, boekweit,
ongepelde
rijst
en voorts, voor zoover het gewicht
aangaat, ook maïs en haver. Gerst, en maïs voor wat
de waarde aangaat, besomden hoogere cijfers. Bij de
bewerkte granen is er een stijging van den invoer van
tarwemeel en een vermindering van den in- en uitvoer
van gepelde rijst.
Het toenemen van de
bedrijvigheid
in een groot
deel van onze
nijverheid
deed de behoefte aan plaat-,
staaf-, band- en balkijzer – belangrijke grondstoffen
onder andere voor onzen scheeps- en machinebouw –
stijgen, zoodat de invoer daarvan 12,8 millioen gulden
meer dan in het vorige jaar besomde. De zelfde oor-
zaak ligt ook aan het toenemen van den invoer van
machines en werktuigen met 32 miUioen gulden ten
grondslag, waarvan bij voorbeeld een belangrijk deel
voor rekening van de electrische machines en toe-
stellen en de arbeidswerktuigen komt.
Het stemt tot groote voldoening, dat de Neder-
laodsche electrotechnische en
metaalnijverheid
haar
plaats op de wereldmarkt te gelijker
tijd
zoo krachtig
heeft gehandhaafd. De uitvoer van machines en werk-
tuigen steeg namelijk van 48,3 tot 73,5 millioen gulden,
in welke
stijging
een aanwinst voor dynamo’s en
electromotoren van 1,8 millioen, radiotoestellen en
ondeideclen van 13,6 mii lioen, verbrandingsmotoren van 2 millioen en arbeidswerktuigen van 3,1 millioen
gulden sterk spreken.
De invoer van automobielen en rnotorrjwieleu steeg
van 36,3 tot 44,9 millioen gulden; die van volledige
personenauto’s alleen van 9.464 tot 12.567 stuk en
van 24,7 tot 29,7 millioen gulden. Het dalen van den
gemiddelden invoerprijs en de namen van de belang-
rijkste landeii van herkomst van de wagens – België
en de Vereenigde Staten – doen den invloed van
het aan de markt brengen van de nieuwe goedkoope
wagens duidelijk uitkomen.
Een toeneming van de textielnijverheid en den
textielhandel blijkt bij den invoer uit het
stijgen
van
de handelsbeweging van ruwe katoen, katoenen garens
en katoen aan het stuk, terwijl bij den uitvoer het
gebleekte katoen 44,1 tot 51,1 millioen gulden toe
nam. Ook de in- en uitvoer van wol en kleeding
besomden hoogere
cijfers,
terwijl de uitvoer van
kunstzijden garens met 3,3 tot 29,2 millioen gulden
steeg. Zw.
(Wordt vervolgd).
DE GELDMARKT IN 1928.
Het meest opvallende kenmerk van de geidmarkt in 1928 is wel geweest de bijzondere beteekenis en invloed van het effectencrediet. Weinig interessant
was de markt van het goederencrediet, des te belang-
wekkeiader echter die van het effectencrediet.
Er is tusschen die twee markten voor kort crediet
een veel essentieeler verschil dan dat, wat gelegen is
in den aard van het onderpand, dat
bij
de eene uit
fondsen,
bij
de andere in den een of anderen vorm
uit goederen bestaat.
Het meest essentieele verschil ligt in de
wijze
van
liquidatie. Goederenwissels buy, worden automatisch
geliquideerd, doordat de goederen in laatste instantie
bij den consument terechtkomen, die ze uit zijn in-
komen betaalt. Zelfs daar, waar volgens de tegen-
woordig meer gebruikelijke methode de consument op
afbetaling koopt, geldt hetzelfde, omdat wel is waar
de betaling in termijnen geschiedt, doch ook het ver-
bruik, althans volgens de bedoelingen van den geld-
gever, zich over niet kortere termijnen uitstrekt.
Bij effectencrediet is er als regel
eigenlijk
in het
geheel geen natuurlijke liquidatie. Het kan in het
algemeen slechts geliquideerd worden, doordat de
geldgevers zelf de fondsen koopen, waar crediet op
gegeven was. Wordt om de een of andere reden
liquidatie van effectencrediet geforceerd, dan is dit
slechts mogelijk, doordat het koerspeil daalt tot op
een punt, waarop voor den geldgever aankoop der
fondsen aantrekkelijk wordt.
Met het oog op die
moeilijke
liquidatie is het effecten-
crediet ook steeds een groote hindernis
bij
een goede
geldcreatie, indien de circulatiebank evenmin inflatie
wenscht als hardhandige maatregelen tegen de effec-
tenbeurzen.
Wanneer op de effecten-markt de verwachtingen
hoog gespannen zijn en velen een hooger koerspeil
verwachten, stijgt terstond de prijs van het crediet.
Wie stellig meent te mogen verwachten, dat het be-
zit van bepaalde fondsen hem in een jaar
tijd
een
winst van 20 pOt. zal opleveren, zal zeer waarschijnlijk
bereid
zijn
10 pOt. als beleeningsrente te betalen.
Zoo
stijgt
in boom.periodes op de effectenbeurs steeds
de rente, waarvoor de fondsen beleend worden
1),
Onze geidmarkt heeft in 1928 onder invloed gestaan
van achtereenvolgens twee van zulke hausse-bewe-
gingen op effecten-beurzen, nI. eerst van de Berlijnsche,
daarna van de New Yorksche.
De invloed van Berlijn was reeds veel vroeger merk-
baar. Bovendien betrof de hooge iente in Duitschiand
niet alleen de effectenbeurs doch het geheele Duitsche
bedrijfsleven, dat een periode van opbouw doormaakte,
die het aantrekken van nieuw kapitaal tegen aan-
trekkelijke rente meebracht. Groote uitzettingen had-
den dan ook in 1927 van Nederland uit in Duitschland
plaats, veelal voortvloeiende uit winsten in cultures
behaald, die op de hoogste geldmarktbelegging zochten.
Totdat in October 1927 het rendement in Duitschland nog verder omhoog ging en tevens hier aan den over-
vloed van liquide middelen een einde scheen gekomen.
De Nederlandsche Bank moest toen in een paar weken
tijd groote bedragen aan saldi in het buitenland af-
geven en stuitte door disconto-verhooging de voort-zetting van deze afvloeiing.
Zoo was ook
bij
het begin van 1928 nog steeds
Duitschland de groote geldnemer. In den ioop van
het vorige jaar hebben echter verschillende omstandig-
heden samengewerkt om daar de rente voor kort
geld omlaag te drukken. Vooreerst waren langzamer-
hand de verwachtingen omtrent de conjunctuur
minder hoog gespannen, zoodat de effectenbeurzen
in Duitschiand veel van hun aantrekkelijkheid ver-
loren en men minder geneigd was hooge rente te
betalen voor het nemen en aanhouden van posities
in 1)uitsche fondsen. En ook de vraag voor kort
crediet voor het productie-apparaat werd minder
dringend. Tegelijk bleef de rente voor lang geld
hoog o.a. door het grootere risico, dat hier geloopen
werd in verband met het feit, dat de kwestie der
herstelbetalingen nog steeds geen definitieve rege-
ling gevonden had. Als gevolg van dit groote ver-
schil in risico voor lange en korte beleggingen in
Duischiand was een grooter verschil tusschen de
rente voor lang en kort geld gewettigd. Blijkbaar
wilde men de consequentie hiervan echter niet aan-
vaarden. Althans de Reichabank verlaagde voorals-nog niet haar rentetarieven, zoodat de middelen, die
Duitschland uit het buitenland toevloeiden allereerst
op de markt voor kort crediet drukten. De positie
van de Reichsbank werd hierdoor, zoowel door ver-
mindering van haar uitzettingen als door versterking
van haar goudvoorraad krachtiger. Het eigenaardig
1)
Zie
hierover het artikel van dên heer A. A. Van Sandick
in het nummer van
5
Dec. 1928.
180
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
20 Februari 1929
verschijnsel van den goudstroom naar Duitschiand
vindt waarschijn’ijk hierin zijn verklaring. Als gevolg
van dien goudtoevoer is nu het verschil tusschen de
rente voor lang en kort geld automatisch vergroot
tot de natuurlijke marge, die o.a. met het verschil
in risico overeenkomt. Indien men mag hopen, dat
spoedig een bevredigende regeling inzake de herstel-
betalingen tot stand komt, mag men: wederom af-
vloeiing van goud tegemoetzien.
Bij het verminderen van de geldvraag voor Duitsche
rekening deed zich een steeds sterkere vraag voor
van de NewYorksche effectenbeurs. Terwijl onze
gulden bij den aanvang van 1928 op de internationale
markten een betrekkelijk hoogen stand bereikt had,
tengevolge van de disconto-verhooging van de
Nederlandsche bank in het najaar van 1927, deed de
geldvraag van Walistreet opnieuw den dollarkoers
ten onzent stijgen. Néw York blijft de groote puzzle
voor den conjunctuurvorscher. Vergeefs vermoeit de
ijverige student der conjunctuur-curven zich om de
lijotjes van deze welvaarts-periode te doen passen op
die van een vorigen cyclus.
Er zijn wel is waar verschillénde reacties geweest
in het afgeloopen jaar. Een gevoelig punt, waar men
steeds het oog op gevestigd hield, was de gestadige
toeneming van de makelaarsvoorschotten. Op zichzelf
is de vergrooting van het bedrag van het uitstaand
crediet wellicht niet zoo belangrijk als veelal aan-
genomen wordt. Of A effecten koopt met eigen mid-
delen, of dat B het doet met de middelen van A is
voor het totale bedrag dercredietgevingwèl,voor
het koersniveau niet dan onder bepaalde verdere voor.
waardenvanbeteekènis.ZelfsdehoogtevandecaH
rente geeft geen beslissende aanwijzingen. Alsde
rente hoog is, omdat de vraag naar crediet intensief
is in verband met gunstige verwachtingen, is de
hooge rente geen noodsignaal, mits de verwachtingen
goed géfundeerd zijn. Als de rente echter hoog is,
omdat het crediet schaarsch is, of omdat men van-
wege het risico terughoudend is, is er alle reden
voor de grootst mogelijke voorzichtigheid.
Het is moeilijk in iedér speciaal geval uit te maken
met welk van de twee mogelijkheden men te doen
heeft. En de curven-trekker doet danwellichtge-
vaarlijk werk.
.
Intusschen heeft de New Yorksche effectenbeurs
onze geldmarkt sterk beïnvloed. Opnieuw is in den
loop van het vorige jaar de dollar het goudpunt dicht
genaderd, zelfs het goudpunt, zooals het een jaar
geleden was, gepasseerd. Momentueel ligt het goud-
punt echter nog iets boven 2.493
.
Vooreerst vervalt
de New Yorksche bankier in grooter renteverlies en
bovendien is nog de vracht voor goud verhoogd. Door
goudverschepingen heeft men zich dus niet van
meerdere dollar-saldi kunnen verzekeren. Wel heeft
onze circulatiebank de vraag eenigermate bevredigd
door afgifte van een deel van haar eigen tegoed,
voorts heeft men saldi uit andere landen naar New
York overgebracht en tenslotte heeft men het verder
benoodigde uit goederen-exporten moeten vinden.
Men mag aannemen; dat in 1928 per saldo geen
effecten door Nederland aan de Vereenigde Staten
zijn verkocht, integendeel is hier opnieuw belang-
stelling ontstaan voor eenige soorten
van
Ameri
kaansche fondsen.
Minder belangrijk dan
gewoonlijk was voor ons
de Londeusche geldmarkt. De gouden standaard leidt
thans in Engeland een moeilijk bestaan. De goud.
vraag van de Vereenigde Staten, Duitschland, Frank-
rijk en andere landen richt zich voornamelijk op
Londen, waar het geld betrekkelijk goedkoop is en
waar men zich alle moeite geeft om de geidrente
ook laag te houden. Dat het internationale geldcen.
trum ook met allerlei hulpmiddelen groote
me
itè
heeft
goedkoop
te blijven
als men overal duur’ is,
spreekt vanzelf.
1
)
Het kan nietuitblijven, dathet
1)
Inmiddels is-het bank-disconto met
1
pOt. verhoogd.
co
d
}
}
.
J
,
}
4′
•;
.
j
y
: : : : :
: :
:
–
•
!i
:
..
J
: : : : :
: :
!’:
:
z
: :
9
4
: : :
: = = =
=
—-
i
—
‘
k
:
•
.
:
î
(
i
41r
?
:
,
.
.
.
;
•
el
.
j
!
.
.
.
;’
;
.
!
1
S
–
__________________ ____________________
.f
–
j
j
:
!
–
040.
c’lc.
;
—
c.j
c.i
—.
—
,
040.10.104010.104
———————-
01′
Cl
040404040(04
20 Februari
°
929
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
11.1
goud, dat gemist kan worden, onder die omstandig-
heden aan de Bank of England moet onttrokken
worden. Ook de regeling, die in November getroffen
is, waarbij de uitgifte der currency-notes in het be-
heer der Bank of England werd overgebracht, heeft
aan de goudonttrekking geen einde kunnen maken.
Momenteel is dan ook de goudvoorraad van de Bank
of England nog eenige millioenen ponden minder
dan op het moment van het herstel van den gouden
standaard in April 1925.
Hierbij wordt een grafische voorstelling weerge-
geven van het particulier disconto te Londen en te
Amsterdam en den koers van het pond sterling ten
onzent. Dezelfde tendenzen, die in vorige jaren uit
die grafische voorstellingen gedistilleerd konden wor-
den, blijken ook hier. Wanneer het disconto in Londen
hooger is dan hier, zien we in het algemeen een
stijging van den koers van het pond sterling, wanneer
het disconto hier
stijgt boven het Londensche, werd
het pond sterling hier aangeboden. Er
zijn
echter
over 1928 meermalen duidelijke afwijkingen te con-
stateeren. De oorzaak hiervan is eenerzijds het bij
voortduring geringe verschil tusschen de geldrente
hier en in Londen en
anderzijds
het groote verschil
tusschen de geidrente hier en op andere geidmarkten.
Het duideljkste valt dit op in de tweede helft van
het vorige jaar toen New-York geldnemer werd op
groote schaal. Dit ligt ook in zooverre voor de
hand, omdat juist de New Yorksche effectenbeurs
zich
bij
uitstek leende voor
liquide
geldbelegging,
veel meer liquide dan de beleggingen, die in
Duitschiand
mogelijk
waren. Want de vraag van
Duitsche
zijde
was steeds voornamelijk voor ,,Fix-gelder” voor termijnen van één â drie maanden. In
Wallstreet was in de tweede helft van het jaar juist
speciaal ,,callgeld” gevraagd. Met het Londensche en
Amsterdamsche disconto vrijwel op één hoogte en belangrijke verschillen tusschen de rente hier en in
New-York, is het dan ookniet te verwonderen, dat
het verband tusschen poidenkoers en ponden- en
guldens- rente eenigszins is zoekgeraakt.
Nog als gevolg van de verhooging der rentetarieven
heeft onze circulatiebank gedurénde 1928 middelen
uit het buitenland tot zich getrokken en heeft het
binnenland minder crediet gevraagd. Tusschen 2 Jan.
en 31 December 1928 steeg de goudvoorraad met 35
millioen tot 434 millioen. Het crediet aan het bui-
tenland verstrekt bleef waarschijnlijk vrijwel onver-
anderd. Wel is waar steeg het papier op het buiten-
land met 40 millioen tot 220 millioen, doch de diverse
rekeningen onder de activa daalden met 40 millioen,
welke daling vermoedelijk op rekening der saldi in
het buitenland komt. Het crediet aan het binnenland
vèrstrekt verminderde
belangrijk:
de disconto-porte-
feuille met 46 millioen tot 92 millioen, de beleeningen
met 11 millioen tot 126 millioen. Een zuivere ver-
gelijking is meestal niet gemakkelijk, omdat omtrent
den ultimo van het jaar de wijzigingen van dag op
dag zeer belangrijk kunnen
zijn.
Ditmaal valt echter
toevallig de ééne baukstaat juist op den ultimo en
de andere slechts een dag na den ultimo. Het dek-
kingspercentage steeg van 45 pOt. op 2 Januari 1928 tot 50 pOt. op 31 December 1928. Beziet men echter
de positie van den gulden in het internationaal ver-
band dan
blijkt
deze veel sterker te
zijn
dan door
de gouddekking wordt aangegeven. Tegen de áeheele
circulatie van 910 millioen, die in handen is van
het Nederlandsche publiek, staat slechts een schuld
van datzelfde publiek aan de circulatiebank van
218 millioen. Meer dan drievierde van den geld-
voorraad is onbezwaard Nederlandsch eigendom.
Ti.
GREIDANUS.
OVERZICHT VAN DE NEDERLANDSCHE
THEEMARKT IN 1928.
Rectificatie. In het artikel onder bovenstaanden
titel, opgenomen in E.-S. B. van 6 Febr. j.l. is een
kleine fout geslopen. De statistiek van het surplus
der Engelsche voorraden gedurende 1928 t.o.v. 1927
vermeldt voor December 5
(vermoedelijk).
Dit moet
zijn
– 5
(vermoedelijk).
DE RIJKSMIDDELEN.
In dit nummer treft men aan het gebruikelijke
overzicht van de opbrengst der Rijksmiddelen over de
maand Januari 1929, in vergelijking gebracht met de
raming van dat jaar en cle opbrengst over hetzelfde
tijdvak van 1928.
i)e gewone middelen brachten in de afgloopen
maand f45.385.500 op tegen
f
43.076.400 in Januari
1928 en vertoonen mitsdien een vooruitgang van
f
2.309.100. Aangeteekeud zij in dit verband, dat op
cle middelenstaten niet meer voorkomen de belasting
op rijwielen, welke te beginnen 1929 (zie de artt. 31
en 39 der wet van 30 December 1926, Staatsblad No.
464) geheel aan het Wegenfonds wordt goedgeschre-von, de opbrengst der akteu voor de jacht en vissche-
rij, enz., welke jaarlijks ongeveer
f
250.000 voor de
schatkist opleveren en derhalve gevoegelijk kunnen
worden verwaarloosd, en het recht op de mijnen,
waarvan de opbrengst thans geheel aan de gemeenten
ten goede komt.
De totale opbrengst in de afgeloopen maand over-
trof de raming met een l)edrag van
f
6.123.400.
In vergelijking met de overeenkomstige maand van
het vorig jaar vertoonden de grondbelasting, de per-
soneele belasting, de vermogensbelasting, de dividend-
en tantièmebelasting, de rechten op den invoer, het
statistiekrecht, de geslacht-, de gedistilleerd-, de bier-
en de tabakaccijns, cle belasting op gouden en zilveren
werken, de rechten en boeten van zegel en van regis-tratie een vermeerdering. Daarentegen brachten min-
der op de inkomstenbelasting, de zout-, de wijn- en de
suikeraccijns, de rechten en boeten van successie, van
overgang bij overlijden en van schenking, de domeinen
en de loodsgelden. Uit een en ander blijkt, dat de loop
der middelen in de afgeloopen maand over het alge-
meen gunstig kan worden genoemd. Het overgroote
deel leverde een surplus voor de schatkist op, de regis-
tratierechten zelfs een van meer dan
f
2.600.000. Dat
het totaal-cijfer
nog niet gunstiger was, mag in hoof d-
zaak worden toegeschreven aan liet feit, dat de inkom-
stenbelasting een vrij scherpe daling (van
f
1.451.800)
vertoonde.
De grondbelastiné gaf een vrij aanzienlijke stijging
in opbrengst te zien (van
f
234.300), waardoor het
voor de maand Januari hooge bedrag van
f
3.152.800
binnenkwam. Ook de raming werd belangrijk over-
trof fen (met
f
1.370.800), doch dit is een geheel nor-
maal verschijnsel, aangezien de maand Januari voor
de grondbelasting steeds gunstig pleegt te zijn. Aan-
geteekend zij nog hierbij, dat het voor 1929 geraamde
opbrengstcijfer
f
385.000 hooger werd gesteld dan
voor 1928.
Ook de personeele belasting bracht in de afgeloopen
maand méér op dan in Januari 1928. De vooruitgang
bedroeg
f
176.500, waardoor in totaal
f
3.214.100 ten
voordeele der middelen kon worden geboekt, een voor
cl it middel belangrijk bedrag. Wat de raming betreft, deze werd overschreden met
f
1.339.100. Weliswaar
geldt ook voor deze belasting, wat hierboven ten aan-
zien van de grondbelasting werd opgemerkt, dat zij
nI. in Januari ruim pleegt te vloeien, doch ook dan
trekt het aceres nog de aandacht, in aanmerking ge-nomen de omstandigheid, dat het recht in het af ge-
loopen jaar sterk werd verlaagd.
In tegenstelling met de beide hiervoor besproken
middelen gaf de inkomstenbelasting een Vrij scherpe
daling in opbrengst. Het decres bedroeg
f
1.451.800
en is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de verlaging
van het tarief bij de wet van 15 Maart 1928 (Staats-
blad No. 62). Ook mag hierbij niet over het hoofd
worden gezien, dat de opbrengst der maand Januari
1928 abnormaal hoog was. De raming werd in de af-
182
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
20 Februari 1929
geloopen maand met
f
1.107.900 overtroffen; even-
wel, ook deze belasting geeft in Januari doorgaans
ruime inkomsten. Bij vergelijking van de ontvangsten
uit de inkomstenbelasting’ over de maanden Januari
1028 cii 1929 blijkt, dat de bedragen als volgt over cle
verschillende dienstjaren kunnen worden on clerver”
deelcl:
Januari
1928
Januari
1929
1925126…..
f
83.500
–
–
1926/27….
,,
712.300
f
70.600
1927/28….
8.430.(s00
,,
425.500
1928129….
–
,, 7.278 500
Totaal.
f 9.226.400
f 7.774.600
Uit deze cijfers
blijkt
nog, dat niet alleen het loo-‘
pencle beiastungjaar, doch ook de oude dienstjaren in
cle afgeloopen maand minder hebben opgebracht dan
in de gelijknamige maand van 1928. Waarschijnlijk
is hierin cle snellere invordering te onderkennen,
welke in het begin van 1028 nog een factor van be-
teekenis vormde. Eindelijk moge nog worden opge-
merkt, dat voor 1929 wordt gerekend op een ont-
vangst van
f
80.000.000, zijnde
f
5.000.000 minder
dan de rarning voor 1928.
De vermogensbelastung liep ôcnigszins in opbrengst
op (met
f
64.800), terwijl 1/12 der raming met een
ongeveer even groot bedrag
(f
68.100) werd over-
schreden. Wellicht kan, voor wat het eerste cijfer be-treft, als verklaring dienen, dat in het begin van 1928
een kleine vertraging in de aanslagsregelung de op-
brengst ongunstig beïnvloedde. Veel beteekenis kan
daarom aan de thans te constateeren stijging in op-
brengst niet worden• gehecht.
Evenals de vorige maand vertoonde de dividend- en
tantièmebclasting een hooger opbrengstcijfer. Het
voordeelig verschil beliep
f
105.500, doch moet aan
toevallige omstandigheden worden toegeschreven.
Daarentegen werd 1/12 der raming niet bereikt (na-
cleelig verschil
j
340.400). Bij een middel als de divi-
clend- en tantièmebelastung, dat op de meest onregel-
matige
wijze
pleegt binnen te komen, biedt een enkele
maandopbrengst echter geen basis van vergelijking.
Ten aanzien van de rarning moge nog worden opge-
merkt, dat de betreffende middelenpost, op grond van
de daling, welke in de inkomsten van het vorige jaar
werd geconstateerd en omdat nog een verdere terug-
gang in opbrengst wordt verwacht, voor 1929
f 1.000.000
lager is gesteld dan voor het daaraan
voorafgaande jaar. Neemt men nu in aanmerking, dat
1928 in totaal niet meer dan
f
18.175.300 werd
ontvangen, dan is het dus nog twijfelachtig,
•
of het
voor 1920 geraamde opbrengstcijfer van
f
20.000.000
wel zal -,vorden gehaald.
i)e invoerrechten maakten ook ditmaal weer een
goed figuur. 1-Jet accres boven Januari 1928 beliep
f
88.700, terwijl de iaminig met
f
209.800 werd over-
schreden. Hetzelfde kan gezegd worden van het sta
tistiekrecht; de opbrengst van dit middel steeg
f15.600 hoven die van dezelfde maand van 1928 en
f
3.600 hoven 1/12 van het in totaal voor het loopen-
cle jaar geraamde bedrag.
De accijnzen vertoonden een onderling geheel ver-
schillend beeld. De zoutaccijns liep eenigszinS in op-
brangst terug (met
f
11.100) vergeleken met het vo-
rige jaar, doch bracht
f
3.300 meer dan 1/12 der
raming binnen. Bij dit laatste dient evenwel te vor-
den bedacht, dat voor 1929 op een lagere inkomst van,
f
200.000 is gerekend. De geslachtaëcijns accresseerde
met
f
60.500, vermoedelijk een gevolg van het meer-
der verbruik van rundvleesch wegens de hooge prij-
zen, welke voor hot varke.nsv].eesch moeten worden be-
taald, en leverde
f
26.700 méér op dan1/12 der
raming. Deze laatste is voor het geheele jaar 1929
f 1.000.000
hooger geraamd dan voor 1928. De wijn-
accijns gaf een kleiden teruggang te zien (van
f
1.700), waarvoor een bepaalde oorzaak niet aanwijs-
baar is. Daar de opbrengst van dit middel in de beide
eerste maanden van elk kwartaal van weinig betee-
kenis is, is liet verklaarbaar, dat de achterstnd. bij
1/12 der ramung
f
184.400 bedroeg. Do gedistilleerd-
accijns gaf een surplus van
f
222.900, doch deze
vooruitgang is slechts schijnbaar, daar de maand
.Janu’ari in 1929 v”f verschijndagen van den crediet-
termijn telde tegen vier in 1928; neemt men dit in
aanmerking, dan blijkt per slot van rekening in de
ifgeloopen maand per weelc beduidend minder te zijn
veraccijnsd dan in dezelfde maand van het vorige
]aar. Waarschijnlijlc worden reeds minder voorraden
ingeslagen met het oog op de as. zeer belangrijice
verlaging van het. tarief, krachtens de wet van – Fe-
bruari 1929 (Staatsbiad No. 37). Het bier gaf dit
maal f180.700 meer te boeken, wellicht ten gevolge
van aanvulling der beschikbare voorracleii. Vodr 1929
is op een meerdere opbrengst van f500.000 gerekend.
Bijzonder trekt de suikeraccijns cle aandacht, welke
.f
874.700 in opbrengst terugliep. Neemt men even-
wel in aanmerking, ‘dat de mmand Januari jl. vier
e.rschi,jndagen van den crediettermijn bevatte tegen
vijf in 1.928,, dan blijkt, dat per week ongeveer even-
veel is veraceijnsd, een resultaat, dat nochtans ver-
bazing wekt, daar de opbrengst van Januari 1928
abnormaal hoog was. Vermoedelijk – is cle hooge ont-
vangst toe te schrijven aan de omtandigheid, dat men
meent, dat de suikei’prijs over het laagste punt heen
is, en, men daarom weer voorraden gaat maken. Ten
slotte moge nog worden gewezen p den tabakaccijns,
welke f 503.700 meer voor de schatkist opleverde,
terwijl 1/12 der raming met niet minder dan
f
577.400
werd overtroffen. Dank
zij
het accres, dat in het
vorige jaar kon worden vastgesteld, is voor 1029 voor
den su.ikeraccijns op een hoogere ontvangst van
f
3.300.000 en voor den tahakaccijns op een aceres van
,f
000.000 gerekend.
De belasting op gouden en zilveren werken ver-
toonde een kleine daling in opbrengst (van
f
300),
wat na de belangrijke stijging in dcii loop van de
beide vorige jaren van weinig belang is te achten.
Bovendien staat hier tegenover, dat 1/12 der rarning
met f4.500 werd overschreden.
De zegelrechten gaven een meerdere inkomst van
f
528.300, die voor het overgroote deel aan een ruimer
vloeien der heursbelasting is toe te schrijven, welke
f438.700 in opbrengst vooruitging. Kan hieruit tot
een meerdere bedrijvigheid ter beurze worden gecon-
cludeerd, ook dc registratierechten, welke tot dezelfde
groep van middelen behooren,
blijken
ruim te hebben
gevloeid. Het surplus boven ,Tanuari 1028 bedroeg hij
deze belasting f 2.612.200 en is hoogst waarschijnlijk
aan groote uitgiften van nieuw kapitaal te danken.
Ook de raming werd hij beide middelen niet onbe-
langrijk overschreden; bij dc zegelrechten met
f
050.600, hij de regis.tratierechten met
,f
2.046.900.
Hierbij moge nög worden aangeteekend, dat het voor
1929 geraamde ophrengstcijfer hij de zegelrechten
f
2.000.000 lager is gesteld dan voor 1.028 en voor
de registratierechten
f
5.000.000 hooger is geraamd.
De su.ccessierechten leverden
.f
1.11.200 minder op
dan in Januari 1928 cii f83.500 minder dan 1.112 der
.raming. Bij dit laatste moge erop worden gewezen,
‘dat voor 1929 wordt gerekend op een totale ontvangst
van f38.000.000, zijnde f 2.000.000 minder clan het
voor 1028 geraamde opbrengstcijfer. Waar dc succes-
sierechten op onregelmatige wijze binnenkomen, is de
mogelijkheid niet uitgesloten, dat de achterstand in
de volgende maanden zal worden ingehaald.
De domeinen gaven ditmaal
,f
11.500 minder te
hoeken, wat aan toevallige omstandigheden moet wor-
den toegeschreven. Ook de loodsgelden konden de in-
komst van Januari 1028 niet halen en bleven daarbij
f
16900 ten achter. Daarentegen werd de raming met
f 15.700 overtroffen, waarbij intusschen dient te wor-
den bedacht, dat de ontvangsten uit dlt middel voor
1029 f 400.000 lager zijn geraamd dan voor 1928.
De inkomsten van het ,,Leenungfonds 1914″ bedroe-
gen in do afgeloopen maand
f
7.717.400 tegen
f 7.548.000 in’ Januari 1928. Van eerstgenoemd be-
20 Februari 1929
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
183
drag was ruim
f
4.110.000 aan de Verdedigingsbelas-
tingen te danken.
Voor het ,,Wegenfonds” kwam . in de afeloopen
maand
f 414.600
binnen, waarvan
f 409.900 wegen-
belasting
(1112
van het geheole voor
1.929
geraamde
bèdrag beloopt
f 610.400).
In Januari
1928
werd
f 294.800
wegenbelasting ontvangen. Voorts kwam
aan het Wegenfonds ten goede de geheele opbrengst
der rijwielbelasting, zijnde voor Januari ji.
f 4.700.
Het vorige jaar werd
90
pOt. van de opbrengst aan
het Wegenfonds goedgeschreven, hetwelk in Januari
1928 f 3.874.300
bedroeg. 1-let groote verschil tusschen
heide ontvangsten is hieraan toe te schrijven, dat te
beginnen met
1929
de nieuwe rijwielplaatjes niet
meer in de maand Januari worden verkocht.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE BUITENLANDSCHE HANDEL VAN FRANKRIJK
IN 1928.
Prof. 13. Nogaro te Parijs schrijft ons: De uitkomteu van den buitenlandschen handel van
Frankrijk over
1928
werden onlangs bekend gemaakt..
De volgende tabel geeft een vergelijking van de waar
den van de in
1928
en
1921
in- en uitgevoerde arti-
kelen (in duizend francs)
Invoer
Verschil
1928 1927
m.
1928
Levensmiddelen ….
12.549.775 13.892.693 – 1.342.918
Grond. en huipstoffen
voor de industrie. .
32.989.027 33.370.167 –
381.140
Fabricaten ……..
7.909.483
5.787.018 + 2.122.445
Totaal ……..
53.448.205 53.049.878 +
398.387
Uitvoer
Levensmiddelen
6.240.247
5.398.679 +
841.668
Grond- en huipstoffen
voor de industrie
13.077.023 18.852.533 – 3.775.510
Fabricaten ……..
32.029.529 32.673.647 –
644.118
Totaal ……..
51.4li.799 54.924.759 – 3,577.960
Het spreekt vanzelf, dat de cijfers over twee ver-
schillende jaren slechts onder eenig voorbehoudet
elkander vergeleken kunnen worden, en wel in de
eerste plaats – op dit punt komen wij nog terug –
in verband met het prijsniveau, dat in het eene jaar
niet hetzelfde is als in het andere en voorts, omdat
zelfs hij stabiele wisselkoersen een gelijke goederen-
omzet nog niet met een gelijk, geldbedrag behoeft ge-
paard te gaan. Bovendien behoort rekening te worden
gehouden met, eveutueele wijzigingen in de douane-
tarj even; zoo vallen echte parels en edelsteenen sedert
1. Januari
1.928
niet meer onder de grondstoffen,
waardoor een vergelijking tusschen de jaren
1928
en
1.021
onzuiver wordt.
Onder dit voorbehoud kan men de globale uitkoni-
sten over beide jaren gaan vergelijken. Daarbij valt
aanstonds voor
1027
een uitvoeroverschot van bijna twee milliard te constateere.n tegenover een invoer-
saldo van hetzelfde bedrag voor
1928,
hetgeen een
verschil oplevert, van vier milliard.
Allereerst dient onder de aandacht te worden ge-
bracht, dat, zelfs wanneer de douanestatistieken vol-
strekt geloofwaardig waren, een dusdanige verande-ring geenerlei reden zou geven tot ongerustheid om-
trent den econoniischen of monetairen toestand van
Frankrijk. Uit de handeisstatistiek blijkt, dat de
Fransche handelsbalans v66r
1914
gewoonlijk een in-
voersaldo aanwees; in
1913
bedroeg de invoer
8.420
mil].ioen en de uitvoer slechts
6.880
millioen, het in-
voersaldo dus 1.540 millioen, welk bedrag overeen-
komt met ruim. 734 milliard tegenwoordige francs.
1
–
let is voorts algemeen bekend, dat de uitvoersta-
tistiek minder nauwkeurig is dan de inoerstatistiek,
hetgeen moet worden toegeschreven aan de vele in-
koopen van buitenlanders in Frankrijk, speciaal bij
de groote modehuizen en andere Parijsche zaken, die
aan de contrôle der Fransche douane-ambtenaren
ontsnappen. Een invoersaldo van twee milliard moet
men daarom zonder, twijfel aanvaarden als bewijs
voor een handelsbalans, weilde ten minste in even-
wicht is.
Bovendien moet in het oog.worden gehouden, dat
de verandering van het eene jaar’ ten opzichte van
het andere minder een evolg is van een toenemen-
den invoer dan wel van een afnenienden uit.voer.
Daarbij dient echter in aanmerking te worden geno-
men, dat de geringe stijging van het invoercij far
voortspruit uit het feit, dat Frankrijk in
1028
niet,
zooals in
1927,
genoodzaakt was, een groot oogst-
tekort in het buitenland te dekken: de invoer van
fabrikaten steeg echter mét ruim
2
milliard.
Wat den Franschen uitvoer betreft, zoo steeg
slechts de uitvoer van levensmiddelen, terwijl die van
fabrikaten en grondstoffen (inzonderheid die van
laatstgenoemde artikelen,
3.175
millioen) belangrijk
daalde.
Het globaal overzicht der waardestatistieken geeft
dus reeds eene
aanwijzing,
dat er eenige verandering
in de structuur van het economisch leven heeft plaats
gevonden. De toeneming van den uitvoer van land-
bouwproducteu vindt stellig niet alleen haar verkla-
ring in een heteren oogst, doch tevens in de afschaf-
fing van douane-belemmeringen aan de grens. Uit
de aanzienlijke toeneming van den invoer van fabri-
katen in
Frankrijk
mag men afleiden, dat de onlangs
door het buitenland met Frankrijk afgesloten han-
clelsverdragen voor de betrokken landen zeer gunstig
zijn geweest; de achteruitgang van den Franschen
uitvoer van fabrikaten zou daarentegen doen veron-
derstellen, dat zulks voor Frankrijk in veel mindere
mate het geval is geweest.
Deze gevolgtrekking ware echter voorbarig, want,
zelfs indien men zich baseert op de totaalcijfers der
liande1sstatistik, verdient het aanbeveling, eerst de
waardestatistieken met de gewichtsstati.stieken. te ver-
gelijken.
Hieronder volgt een opgave van de in
1928
en
1927
lu- en uitgevoerde artikelen naar het gewicht (in
tonnen):
Invoer
Verschil
1928
1927
m.
1928
Levensmiddelen
.
5.826.654
6.606.361 – 779.707
Grond- en huipstoffen
1.
voor de industrie.
41.775.383 41.625.859 + 149.524
Fabricaten ……..
1.503.270
1.137.620 + 365,650
Totaal ……..
49.105.307 49.369.840 – 264.533
Uitvoer
Levensmiddelen
.
. .
1.602.557
1.436.650 + 245.907
Grond- en hulpstoffen
voor de industrie
34.125.398 31.270.592 + 2.854.806
Fabricaten ………
5.272.674 5.287.025 – 14.351
Totaal ……..
41.080.629 37.904.207 + 3.086.362
Hieruit blijkt in de eerste plaats, dat er. een lichte daling van den invoer heeft plaats gevonden en niet
een stijging, en voorts ondanks een vermindering
naar de waarde een vermeerdering naar het gewicit
van de grond- en huipstoffen voor de industrie, waar-
uit men zou ‘kunnen afleiden, dat de prijs hiervoor
iets is gedaald en de voorraden van de Fransche in-
t
dustrie niet zijn verminderd. Dit zou dus wijzen op
– een ontwikkeling van het bedrijfsleven, te-meer, in-
dien men rekening houdt met het feit, dat de invoer
van steenkolen in verband met de overvloedige Fran-
sche productie in beide .jaren, niet dezelfde was; de
invoer van andere grondstoffen ‘is dus sterker geste-
‘gen dan de globale
invoercijfers
voor deze categorie
1
zouden doen aannemen.
De invoer van fabrikaten blijkt intusschen, zoowel
naar gewicht als naar waarde, aanzienlijk te zijn ge-stegen, hetgeen de veronderstelling bevestigt, dat de
onlangs gesloten handeisverdragen voor de mede-con-
tractanten gunstig zijn geweest.
Bij den uitvoer ziet men, dat deze, wat de grond-
stoffen betreft, in plaats van een vermindering een
zeer duidelijke vermeerdering aantoont, waaruit men
zou mogen
–
afleiden, dat de Fransche uitvoer niet is
achteruitgegaan, .doch dat-de
prijzen
zijn gedaald. Bij
184
ECONÖMISCH-STATISTISCHÉBERICHTEN
20 Februari 1
–
929
de fabrikaten is zulks echter niet het geval, daar
hierbij een kleine achteruitgang in waarde – 644 mii-
lioen – gepaard ging met een eveneens geringen
achteruitgang in gewicht.
Ondanks alles, leiden de algemeene cijfers der han-
1
deisstatistiek tot de conclusie, dat de Fransche b111-
1
tenlandsche handel zich ontwikkeld heeft op een,
wijze, die voor het buitenland voordeeliger is, dan
voor Frankrijk zelf.
Hoewel dit feit, van Fransch standpunt bczien,
niet
bijzonder
bevredigend is, heeft het niets veront-
ritstends. Frankrijk heeft in de laatste Jaren geprofi-
teerd van valutadumping. Hierdoor ontstond een’
kunstmatige en abnormale prikkel tot uitvoer, ter-
vij1 de invoer uit het buitenland hierdoor werd be
lemmerd. Thans begint deze toestand zich l
an
gza
merhand te wijzigen.
De stabilisatie heeft inderdaad op het prijsniveau
niet dien invloed uitgeoefend, dien oppervlakkige’
waarnemers haar toeschreven. Indien al de groo+hau-
delsprijzen bijna .stabiel bleven (637 in December
1928 tegen 636 in Maart en 620 in Januari), zoo geldt
niet hetzelfde voor de kleinhandeisprijzen. Deze zijn i.n de laatste maanden van 1928 sterk gestegen (596
in December tegen 586 in October en 530 in Januari).’
Het indexcijfer voor de kosten van levensonderhoud
van arbeidersgezinnen is eveneens van 507 voor het
eerste kwartaal tot 531 voor het laatste kwartaal van
1028 gestegen.
Deze geleidelijke stijging van de kosten van levens-
onderhoit d schijnt, afgezien van seizoensinvloeden, te
moeten worden toegeschreven aan den vrijen uitvoer
van landbouwproducten, de verhooging van de
douane-tarieven en ten slotte aan een psychologische
neiging tot verhooging, die door het geleidelijk her-
stel van salarissen en pensioenen wordt veroorzaakt.
Het is nog niet zeker, of zij thans teeds gevolgd zal
worden door een overeeukomstige verhooging van de
salarissen, terwijl de Frarische industrie over het
algemeen profiteert
a
n
overvloedi g kapitaalaanbod,
goedkoope grondstoffen cii nog niet al te zeer ver-
hoogde arbeidsloonen. De neiging tot stijging der
levénskosten is echter ontstaan door de toegenomen
wettelijke bescherming (douane-tarieven) voor soi.n-
mige fabrikaten, zoodoende een algemeene tendens
voor hoogere verkoops- en kostprijzen op de binnen-
landsche markt in het leven roepende.
De winstmarge voor den Franschen exporteur heaft
dus de neiging af te nemen, terwijl zijn onkosten
binnenkort weer zullen toenemen, als gevolg van
nieuwe sociale verzekeringen. De Fransche uitvoer
profiteert echter nog steeds van het niveau, waarop’
de franc werd gestabiliseerd, daar de goudprijzen hier
te lande nog lager zijn dan in de landen, waar de
buitenlandsche concurreerende industrieën zijn ge-
vestigd.
AANTEEKENINGEN.
De Roemeensche Stabilisatie-leening.
Dezer dagen is hier te lande de uitgifte aange-
kondigd van een tranche ten bedrage van f 3.000.000, dié deel ûitmaakt van de door het Monopolie Instituut
van het Koninkrijk Roemenië uitgegeven stabilisatie ên ,,developnient” leening van totaal $ 101.000.000.
Dit Monopolie Instituut is in het leven geroepen
met het doel onder een alle andere uitsluitende con-cessies alle xnonopolies over te nemen, welke thans
door den Staat worden geëxploiteerd met inbegrip
van het tabaks-, zout- en lucifersmonopolie.
– Hèt lucifersmonopolie zal voor een periode van 30 jaar gemeeuschappelijk door de Roemeensche .regee-
ring en de Zweedsche Luciferstrust, die voor
$30.000.000 in de leening van $ 101.000.000 heeft
deelgenomen, worden geëxploiteerd.
De netto opbrengst van de leening zal gebruikt
worden om uitvoering te geven aan, de regeerings
plannen’ tot stabilisatie van het ruilmiddel en tot
écon’omische ontwikkeling van ‘het land. De opbrengst
der leening zal voor de volgende doeleinden gebruikt
worden:,
$ 20.000.000.—
om middelen te verschaffen aan,
en vlottende schulden af te lossen van de Schatkist
en de Staatsspoorwegen;
$ 25.000.000.—
om de liquiditeit van de Nationale
Bank te versterken door een deel van haar porte-
feuille over te nemen, daaronder
begrepen verschillende
voorschotten aan coöperatieve vereenigingen, instel-lingen, enz.
$
35.000.000.—
voor verbetering van de Staats-
spoorwegen en haar materiaal, door
het aanleggen
van dubbel spoor op zekere trajecten, het aanleggen
van nieuwe
–
lijnen enz., in overeenstemming met het
programma, dat korten tijd geleden door het Bestuur.
der Spoorwegen in samenwerking met den Heer
Gaston Leverve, Oommissaris voor de Duitsche Rijks-
spoorwegen onder -het Dawes Plan, werd opgemaakt.
De Regeering zal het recht hebben het voor dit doel
te gebruiken bedrag te veihoogen;
het restant voor den bouw van productieve
publieke werken, goedgekeurd door het Parlement.
Wat het stabilisatieplan zelf betreft, heeft het
Roemeensche Parlement een wet aangenomen volgens
we’ke Roemenië vanaf
7
Februari jl. tot den gouden-
standaard is teruggekeerd door invoering van den
gold-exchange standaard. De statuten
schrijven
voor,
dat de Bank tegenover de door -haar uitgegeven
bankbiljetten en alle andere direct opvraagbare ver-
plichtingen een minimum reserve, van
35
püt. in
goud of gouddeviezen moet houden. De schuld van
den Staat aan de Nationale Bank zal tot on-geyeei
11 pOt. van de activa der Bank woÊden teruggebracht
en tot minder dan
20
pOt. van de in omloop zijnde
bankbiljetten.
Eenigen
tijd
geleden werd er in dit tijdschrift
1)
op gewezen, dat een van de
belangrijkste
maatregelen,’
die de nieuwe regeering Maniu had dooigevoerd was,
dat het evenwicht in de begrooting volledig was
hersteld. Teneinde dit evenwicht te handhaven wordt
het toezicht op de uitgaven zeer verscherpt. Verder
ziet het Parlement af van het recht tot verhooging
van de posten in het door den Minister van Financiën
voorgestelde budget.
De invloed -van den Staat op de Nationale Bank
wordt zeer verminderd. Van het aandeelenkapitaal
mag zich slechts 10 Ct. in handen van den Staat
bevinden. Voorzooverre het tegenwoordige bezit dat
bedrag overschrijdt, moet de Staat zorgdragen dit
meerdere bezit binnen 3 jaren bij het publiek te
hebben ondergebracht. De Schatkist zal verder tegen
te ontvangen belastingen tot een maximum van
200
millioen Lei mogen leenen, doch alle voorschotten
moeten in den loop van de tweede helft van het
belastingjaar terugbetaald worden’ en kunnen niet
van het eene belastingjaar op het andere worden
overgedragen.
Tenilotte is aan de directie van de Nationale Bank
een buitenlandsch technisch adviseur toegevoegd, die
de uitvoering van het stabilisatieplan moet verzekeren.
Naast de stabilisatieleening heeft de Nationale
Bank bvendien nog de beschikking over een ,,revol-
ving” crediet van $
25
millioen verleend door 14
circulatiebanken, om ingeval van nood
–
de stabiliteit
van de Lei te verzekeren.
lndexcijfers van scheepsvrachten.
,,The Economist” schrijft: Ons gemiddeld index-
cijfer voor scheepsvrachten was in Januari 3,1 pOt.
lager dan in de voorafgaande maand. Het algemeen
indexcijfer voor de afgeloopen maand bedraagt
127,6
tegenover 114,6 een j’ëar geleden, terwijl het ge-
middelde voor de maand Januari gedurende de 4 jaren’
1924-1927 131,1 was. De laatste bewegingen
–
in de
verschillende groepen zijn in de eerste tabel aan-
gegeven.
1)
Zie
ht
artikel
van Dr. Kdrschagl ,;De Economische
toestand van .Roeieniö” in.E.’SB.’:van 23 Jan. jI.
20 Februari 1929
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
185
Datum
‘5
N
tm
>
i,tasis
tGemiddeldev.
100
100 100
100 100
100
100
(Oemidd.v.1913)
110,0 113,1 123,4 106,3
117,4
127,9
116,3
Febr.
1920
814,3
529,9 757,5
744,8
587,0
712,2
691,0
Dec.
,,
268,9 277,2
244,1
256,8
286,7 347,2
280,1
Dec.
1021
160,1 164,1
163,7 144,4 141,3 166,5
156,7
Dec.
1922
137,1
135,2
129,2
122,6
136,1
.159,3
136,6
Dec.
1923 134,0
132,7 120,1
124,4
125,1
144,2
130,1
Dec.
1924 117,4 129,2 119,5 119,8 129,3
161,1
129,4
Dec.
1925
117,0
121,6
117,0
110,1
110,1
154,9
121,8
Dec.
1926
139,7
156,1
145,9 132,9 129,2 179,8
147,3
Dec.
1927
105,6
116,2 113,6
114,2
124,9 139,8 119,0
Januari1928
106,7 106,9
111,4 113,6
121,4
127,3
114.6
Februari ,,
105,6
106,4
106,2
112,4
114,1
114,0
109,7
Maart
101,7
104,8
102,8
106,7
115,1
1
9,3
108,4
April
101,6
103,7
106,6
105,9 116,2
126,4
110,1
Mei
,,
101,5 100,7 106,0 110,1 111,9
124,6
109,1
Juni
,,
99,6
100,4 100,8
104,0
108,8
123,7 106,2
Juli
,,
103,4
103,7
105,7
99,4
110,3 131,8
109,0
Aug.
,,
105,3 111,3
107,1
108,4
116,2
137,1
114,2
Sept.
,,
108,9
112,4
111,7
109,0
116,7 136,2 115,8
Oct.
,,
116,9
120,0
115,4 106,9 121,3
145,1
120,9
Nov.
121,9
133,0
123,5 117,8
125,1
153,1
129,1
Dec.
,,
122,1
131,3
125,6
126,8 127,4
156;7
131,7
Januari1929
119,2
128,6
125,2
123,7
126,2 142,4 127,6
De volgende tabel toont de wijzigingen in iedere
groep en sub-groep ten opzichte van de cijfers van de
vorige maand; het cijfer 100 stelt telkens het gemid-
delde niveau gedurende de periode
1898-1913
voor:
Index-
cij fer
Golf van Biscaye; uitgaande vracht;
130,3
–
7,3
140,3
+
3,2
thuisvracht ………
Middel!. Zee; uitgaande vracht …….
146,0
–
1,1
thuisvracht ………..
110,4
–
1,2
Noord-Amerika ………. ……….
128,6
–
2,7
Zuid.Amerika; uitgaande vracht
94,9
–
2,5
thuisvracht ……….
155,4
..
+
1,6
124,2
.
–
2,1
123,2
..
–
4,
Indië;
uitgaande vracht ………….
11
thuisvracht
……………….
Het verre
Oosten, enz ……………
126,2
–
1,2
Australië ………………………
.142,4
–
14,2
Uitgaande kolenvrachten waren over de geheele
linie lager dan de vorige maand. De vraag naar
scheepsruimte voor graan bleef vrijwel gelijk, hoewel
deze over het algemeen minder levendig was dan ge-
durende de maand December. De La Plata markt
was vast, terwijl de vrachten van Australië tengevolge
van het bekend worden der door de ,,Conference” lijnen te berekenen lagere vrachten sterk daalden. Noord-Amerika en het Verre Oosten waren kalm.
Ondestaande tabel toont de verhouding van het
indexeijfer tot het gemiddelde van
1913,
waarbij het
jaar
1926,
waarin ons indexcijfer niet zuiver was
door de stopzetting van den Britschen kolenuitvoer,
is weggelaten, wegens de slechte voorstelling van het
werkelijk prijsverloop:
(1913 = 100)
Maand
1925
.
1927
1928
.
1929
118,59
98,47 109,2
Februari….. …
120,54 94,33
.115,96
.
118,53
93,17
Maart ………..106,63
April
…………104,24
111,06
94,59
111,41
93,79
Juni
………..
106,54
.
91,29
Januari
………114,49
101,61
93,73
Mei
………….98,23
.91,74
.
02,23
105,51
98,17
107,51
99,54
Juli
…………94,90
105,78
103,93
Augustus ……..95,87
Septem
b
er …….98,19
106,27
110,94
October ………..99,49
November
……..
104,67
102,31
113,17
December ……..
Ja-art, gemiddeld
102,22
109,64 98,8
BOEKAANKONDIGING.
De Nederiandsche Zeescheepsvaart-
statistiek
door
S.
Kleerekoper. Uitgave
van het Koningin Wilhelminafonds
1923.
Deze dagen heeft onder de auspiciën van het
Koningin Wilhelminafonds
1923
van de hand des
Heeren
S.
Kleerekooper, doctorandus in de handels-
wetenschappen, een brochure, gewijd aan de Neder-
landsche Zeescheepvaartstatistiek het licht gezien.
Zooals Uit, het voorbericht blijkt, is het denkbeeld tot
.het instellen van een onderzoek naar de
wijze,
waarop
,de officieele en officieuze statistieken voorzien in de
behoefte aan betrouwbaai statistisch.materiaal met
betrekking tot de Nederlandsche zeescheepvaart, ont-
staan uit de onklaarheid van conclusies, waartoe de
raadpleging leidt van gegevens; zooals deze thans
worden verstrekt.
Op
zeer uitvoerige en loffeljke
wijze
heeft de
schrijven de rijke stof behandeld. In een
vijftal
hoofd-
stukken wijdt de Heer Kleerekooper achtereenvolgens
uitvoerige beschouwingen aan: 1) de noodzakelijkheid
eener voorafgaande doelstelling,
2)
de doeleinden
der zeescheepvaartstatistiek en de daaruit voort-
vloeiende kenmerken,
3)
de ontwikkeling der Neder-
landsche
ambtelijke
zeescheepvaartstatistiek sedert
1848, 4)
de aan deze materie gewijde ambtelijke en
officieuze publicaties, 5) de Engelsche en Duitsche
zeescheepvaartstatistieken. om
tenslotte in ‘een zesde
hoofdstuk zijn conclusies te formuleeren. –
De lezing dezer van grondige studie van het
onderwerp getuigende brochure toont op duidelijke
wijze aan, dat de huidige samenstelling der ambtelijke
zeescheepvaartstatistiek ernstige lacunes vertoont,
die het vrijwel onmogelijk maken zich op grond der
ambtelijk verstrekte gegevens, die elkander bovendien,
zooals de schrijver bij herhaling aatoont, maar al
te vaak niet eens dekken, een juist en wel gefundeerd
oordeel te vormen over de ontwikkeling der nationale
zeescheepvaart.
Naast alle waardeering dient niettemin de vinger
te worden opgelegd op enkele desiderata, die m.i. geen steun vinden in een aan de pi’actijk getoetste
critiek. Zob stelt de schrijver bijvoorbeeld in hoofd-
stuk 2 ad c, dat het geacht moet worden van belang
te zijn, dat men behalve de soort van diensten, die
de schepen veri-ichten, tevens vastlegt de reizen, die
ook door vrachtschepen worden volbracht. Het is,
aldus schrijver, niet voldoende te weten, dat een vloot
over een bepaald aantal tankschepen van een zekeren
inhoud beschikt, maar het antwoord op de vraag,
welke
havens door die schepen bevaren zijn en welke
de frequentie van die reizen is, moet als een wensche-
lijke aanvulling op deze
cijfers
worden beschouwd.
En op pag.
23:
Inderdaad kan het niet onverschillig
zijn te weten,
hoe
de bevrachtingsrnogelijkheden in
verschillende havens zich verhouden. De schrijver
dient hier wel een zeer scherp onderscheid te maken
tusschen lijn- en algemeene vrachtvaart. Immers
zegt het den trampreeder hoegenaamd niets, dat in
een bepaald jaar een groot aantal vrachtschepen van of
naar een bepaalde haven zijn vertrokken; een volgend
seizoen toch kunnen zich de verhoudingen zoozeer
hebben gewijzigd, dat geen of slechts zeer enkelebe-vrachtingen tot stand komen van havens, die het jaar
tevoren een even ruim als loonend emplooi boden.
Een dergelijke aanvulling der statistiek, wat de
algemeene vrachtvaart betreft,
lijkt
ons derhalve
nutteloos en weinig doeltreffend.
Op
pag.
38
wijst de
schrijver
erop, dat een gedeelte
der wilde vaart onder de rechtstreeksche doorvaart
in de statistiek gerubriceerd wordt, en herinnert hij
er in dit verband aan, dat bijv. schepen, die in een
Nederlandsche’ haven binnenvallen voor orders, in
deze rubriek worden opgenomen, Weliswaar stelt de
Heer K., dat dit binnenloopen voor orders door het
-toenemend gebruik van de draadlooze tegenwoordig
minder voorkomt dan vroeger, doch
wij
zouden nog
186
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
20 Februari 1929
verder willen gaan en stellen, dat het binnenloopen
door zeeschepen van Nederlandsche havens ,,voor
orders” tegenwoordig, zoo het al eens een enkele
maal voorkomt, dan toch tot de groote zeldzaamheden
behoort.
Op pag. 39 stelt de schrijver vervolgens, dat de
aan Nederlandsche zeeschepen uitgereikte zeebrief
een geldigheidsduur van vier jaren heeft en dat het
volstrekt niet zeker is, dat, wanneer binnen die vier
jaren het schip van bestemming (eigenaar?) verandert,
gesloopt of naar het buitenland verkocht wordt,
hiervan aan het Departement opgave wordt gedaan.
Wij mogen er in dit verband op wijzen, dat het Kon
:
Besluit van 28 December 1925 (S. 518) tot wijziging
en ttanvulling van de voorschriften betrekkelijk de
scheepshoekhouding, gewijzigd bij K.B. van 1 Sep-
tember 1926 (S. 329) in art. 2 uitdrukkelijk bepaalt
dat: ,,De
overschrijving
van alle acten van eigendom,
van eigendoms-overdracht
en van inbeslagneming.
hetzij van, het geheél, hetzij van een gedeelte van de in
art. 1 vermelde schepen, van de verklaringen van
aanbouw betreffende die schepen, zoomede de inschrij-
vingen welke op die schepen volgens den eersten en laat-
sten titel van het tweede boek van het W. v. K. kunnen
worden genomen, de aanteekening van en de toe-
stemming tot doo rhaling en de verdere aanteekeningen,
zullen plaats hebben op de kantoren van bewaring van
de hypotheken, het kadaster en de scheepsbewijzen
zooals die door Ons zijn of nader mochten worden
aangewezen.” Wij herinneren voorts aan dc wet van
10 Juni, 1926 (S. 178) houdende nieuwe regeling van
de zeebrieven (zeebrievenwet). Op grond derbestaaande
bepalingen is het
uitgesloten,,
dat van eigendoms-verandering geen mededeeliiig zou worden gedaan
aan het Departement, terwijl o.a. het onderzoek door
Scheepvaart-inspectie, Raad voor de Scheepvaart e.d.
bij verloren gaan van Nederlandsche zeeschepen al
mede bijdraagt tot het ter kennis van de bevoegde
autoriteiten brengen van zoodanig ongeval. Naar
aanleiding van het pleidooi van den
schrijver
voor
de publicatie van zoo volledig
mogelijke
gegevens der
Nederlandsche koopvaardijvloot. waaronder bv. bij-
zonderheden der machine-installaties e.d., moge erop
worden gewezen, dat scheepaartkringen, die dan
toch allereerst bij zoodanige publicatie belang hebben,
deze gegevens
bij
voorkeur ontleenen aan Loyd’s
Register en zelfs, indien
ambtelijke
statistieken in de
toekomst eveneens soortgelijke gegevens zouden ver-
strekken, nochtans ongetwijfeld het eerst zouden
grijpen naar deze voor iederen scheepvaartman on-
misbare vraagbaak.
Op pag. 51 stelt de schrijver, dat de wijze, waarop
de lading der in Nederlandsche havens binnenkomende
zeeschepen vastgesteld wordt, niet zonder bedenking
is, daar een mondelinge mededeeling van den kapitein
de eenige bron van informatie uitmaakt. Heeft de
schrijver hier niet over het hoofd gezien het instituut
der z.g. generale verklaring, die ten aanzien van
ieder in Nederlandsche havens met lading binnen-
komend schip aan de douane-beambten ter hand wordt
gesteld,
terwijl
het Centraal Bureau voor de Statistiek
op zijn beurt de noodige gegevens van de douane
ontvangt? ‘
Op pag. 57 maakt spr. bezwaar tegén opneming
in de tabel over het havenverkeer van Rotterdam
van goederen, die weliswaar per zeeschip te Rotterdam
worden aangebracht, doch
bijvoorbeeld
per binnen-
schip naar Amsterdam worden doorgezonden en stelt
dat soortgelijke lading niet in de Rotterdamsche,
doch veeleer in de Amsterdamsche statistiek thuis
hoort.
Wij
kunnen deze zienswijze niet deden. Der-
gelijke ,,overscheep”lading brengt bepaalde werkzaam-
heden in de zeehaven met zich en uit, dezen hoofde
kunnen o.i. tegen het thans gevolgd systeem moeilijk
steekhoudende bezwaren worden aangevoerd. Waar trouwens het overgroote deel der te Rotterdam aan-
gevoerde ladingen uit .transito-goederen bestaat, zou
een andere rubriceering in de practijk ernstige be-
zwaren ontmoeten.
In het licht van bovenstaande critiek kunnen wij
de door den
schrijver
in
zijn
conclusies als nood-
zakelijk genoemde aanvullingen der statistiek dan ook
n et alle onderschrijven. Zoo ontgaat ons de noodzaak
eener groepeering der schepen naar snelheid der een-
heden,
terwijl
wij onder verwijzing naar het boven
gestelde ten aanzien van Lloyd’s Register evenmin
de wenscheljkheid, laat staan noodzakelijkheid, inzien
van het verstrekken van allerlei details betreffende
outillage der schepen. Behoefte aan statistisch mate-
riaal met betrekking tot ,,de vrachtvaart verricht
door Nederlandsche schepen” werd tot dusver in
de practijk niet gevoeld, terwijl o.i. ook het nut der
verstrekking van bijzonderheden, wat de vlottende
bemanning der’ schepen aangaat geenszins vaststaat. Het begrip ,,aankomsten
bij
wijze van ballastvaart”,
waarvoor de schrijver op pag. 114 een lans breekt,
wordt wellicht
duidelijker
omschreven door: ,,In ballast
of met lading binnenkomende schepen, die uitsluitend
voor het innemen van verdere lading Nederlandsche
havens binnenloopen”. Het op pag. 115 geformuleerd
voorstel om groepen van havens tot verkeersgebieden
te vereenigen en voor deze laatste
totaal-cijfers
te
vermelden, verdient geen aanbeveling als komende
een juist inzicht niet ten goede. De intensiteit b.v.
van hei Nederlandsch scheepvaartverkeer met Londen
valt niet af te leiden uit één totaalcijfer, dat de
gezamenlijke of althans een groot aantal Engelsche
havens omvat. –
Naast vele behartigingswaardige wenken bevat het
werk van den Heer Kleerekoper derhalve een aantal
desiderata, die op practische bezwaren stuiten. Is er
al een communis opinio over de wenschelijkheid om
de ambtelijke scheepvaartstatistieken meer dan thans
het geval is aan de eischen van onzen tijd aan te
passen, men hoede zich voor overdrjving en vrage
zich bij een reorganisatie allereerst af welke verbete-
ringen steun vinden in de kringen der direct-belang-
hebbenden. Tenslotte moet een statistiek toch niet
allereerst beoogen het verstrekken van allerlei bij.
komstige details, waaraan geen behoefte bestaat,
doch v56r alles
zijn
een betrouwbare bron van inlich-
tingen, waaraan de practici regelmatig de behoefte
gevoelen. Aanpassing – wat de havenstatistieken
betreft – aan de door Antwerpen, Hamburg, Bremen
gevolgde methoden, waardoor belangwekkende en
leerzame vërgelij kingen
mogelijk
worden gemaakt,
is daarbij gewenscht.
Het geheele vraagstuk der officieele statistieken
staat op het oogenblik in het middelpunt der inter-
nationale belangstelling. Nog slechts enkele weken
geleden
wijdde
de Volkenbondsconferentie voor
de economische statistieken aan deze materie, o.a.
bij monde van den Nederlandschen gedelegeerde, Prof.
Methorst, verschillende interessante beschouwingen.
Internationale, uniforme regeling van deze stof ver-
dient
ongetwijfeld
aanbeveling.
Blijkt zulks voorshands niet
mogelijk
dan dient de
Nederlandsche Scheepvaartstatistiek zoodanig te
worden herzien, dat zij beantwoordt aan het doel: de
verstrekking van die gegevens, welke onmisbaar
zijn
om
een juist overzicht der Nederlansche zeescheepvaart
te verkrijgen. Niet meer, maar ook niet minder.
c.-v.
ONTVANGEN:
De Herziening der Locale Tele foontarieven;
Uitgave
der Kamer van Koophandel en Fabrieken voor
Rijnland te Leiden. Typ. N.V. ,,Leidsch Dag-
blad”.
Het ontwerp van wet tot herziening van de gemeen-
tewet
met bestaanden en nieuwen tekst en memo-
t rie van toelichting, voorzien van rnarginale aan-
teekeningen. Alphen aan den Rijn 1929; N.
Samsom.
20 Februari 1929
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN•
187
De veranclerlijlcheid van prijzen.
Proeve van economi-
schen ,,research’ ‘-arbeid aangaande variaties in
prijsverhoudingen, door Dr. Ir. L. Hamburger,
Eerste deel: Karakteristieke prijsbetrekkingen in
dcii
groothandel van een economisch krachtig
land in de twintigste eeuw. ‘s-Gravenhage
1029.
MAANDCIJFERS.
o
‘ERZiOHT
DER
RIJKSMIDDELEN.
(In Guldens)
januari
929
Sedert
t Januari
1929
Opereen
komst ige
periode
1928
Directe belastingen.
3.152.841
3.152.841
2.91 8.525
Personeele belasting
3.214.075
3.914.075
3.(I37.563
Inkomstenbelasting
7.774.557 7.774.557
9.226.398
Vermogensbela8ting
.
1.193.124 1.193.124 1.128.274
belasting
1.326.246 1.326.246 1.220.727
5.376.428 5.376.428 5.287.709
378.588 378.588
363.029
Accijnzen.
Grondbelasting
………
169.977 169.977 181.121
943.350
943.350
882.845
36.i27
36.427
38.153
Dividend- en tantièene-
Invoerrechten…………
3.236.486
3.236..) 86
3.013.537
&tatistiekrecht ……………
1.101.324 1.101.324
920.649
Zout …………………
3.740.019
3.740.019
4.614.740
Geslacht
…………….
Wijn ………………….
Tabak ……………
2.535.698
2.535.698
2.031.994
Gedistilleerd …………
Bier
……………….
Suiker
……………..
Belasting op gouden en
78.800 78.800
78.543
Indirecte belas tin gen.
..
zilveren werken …………
3.117.164
1
3.117.264
2
2.588.921
Zegelrecbten ……….
Registratierechten. ..
4.296.859
4.296.859
–
1.684.622
Successierechten…….
3.083.170
3.083.170
3.194.415
Iiomcine,o, wegen en
180.862
18 0.8 62
198.388
17.027 16.993
vaarten ……………
Staatsloterij …………
17.027
Loodsgelden
………
.
.
32.398
432.398
449.286
45.385.520
45.385.520
43.076.432
Totaal-Generaal ..
1)
Hieronder begrepen
f
1.093.250 wegens zegelrecht .van
nota’s van makelaars en conitnissionnairs in effecten, enz.
(Beursbel.1.
2)
Id.
f
654.598.
HEFFINGEN VOOR HET LEENINGFONDS 1914.
1anuari
1929
Sedert
1 Januari
1929
Overeen-
komst/ge
periode
1928
Verdedigingsbelast.. 1
1.520.000 1.520.000
1
1.650.642
7
erdedigingsbelasl. II
2.590.643
2.590.643 2.448.400
Opcenten:
Grondbelasting
631.980
631.980
585.368
Personeele belasting
1115.199
615.199
614.968
Inkomstenbelasting
51.146
51.146
214.931
Vermogensbelasting
660.683
660.683
285.124
Dividend- en tantigme-
437.661
437.661
402.840
Accijns op Suiker ..
748.004
748.004
922.948
belasting ………….
,, Wiju
7.285
7.285
7.631
49
323.649
301.354
Gedistilleerd
……….
Zegelrechtvanbuitl.eff
131.128
11128
113.772
Totani.
. –
7.717.378
7.71 7.378
7.547.978
‘)
Tötaal la en Ib.
HEFFINGEN VOOR HET WEGENFONDS.
Wegenbelasting ……….40.857
409.857
294.814
Rijovielbelasting
4.745
4745
1
3.874.280
Totaal ………..
414.602
414.602
4.169.094
1)
90
0
/0
der werkelijke opbrengst; art. 39 der Wegenbel.wet.
SPLITSING VAN DE OPBRENGST DER GROND., PERSO.
NEELE-, INKOMSTEN- EN VERMOGENSBELASTING
SEDERT 1 JANUARI 1928.
Dienstjaren
Grond-
belast Ing
Personeele
belasting Inkomsten- belasting
Vermogens-
belasting
1926127
–
–
70.564
337
1927128
3.401
47.348
425.450
22.032
1928129
3.149.022 3.166.013 7.278.543
1.170.755
1929130
418
714
– –
3.152.841
3.214.075
7.774.557
1
1.193.124
rotalen
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. *** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTOS. d (Disc. Wissels.
4413 Oct.
‘7 Zwits. Nat.Bk.
3422 Oct.’25
Bel. Binn. Eif. 5
13 Oct.’27
N.Bk.v.Denem. 5
23Juni’27
– Vrsch.inR.C. 6
13 Oct.’27
ZweedscbeRbk
4424Avg.’28
Javaschi- Bank …. 4
14 .Ii.iti’26
Bank v.Noorw. 5426 Mrt.’28
Bank van Engeland 54
7Febr.’29
Bk. v. Tsjecho.
Duitsche Rijksbank
6412Jan.’29 slowakije .. 5
8Mrt.’27
Bank v. Frankrijk.
3419 Jan.’28
N. Bk. v. O’rijk.
6416./uh ’28
Belgische Nat. Bok. 4
30 Juni’28
N. Bk. v. Hong. 7
1 Oct. ’28
Fed. Res.BankN.Y. 5
12Juli’28
Bank v. Italië. 6 5 .lan.’29
Bank van Spanje..
5419 Dec.’23
Z.-Afr.Res.bnk 54
9Jan.
1
28
OPEN MARKT.
1929
.
1928
1927ij
1914
16F b
e
r.
11116
4/9
’28Jan.)
13/18
14
1
19
20(24
Febr.
Febr.
2 Febr.
Febr. Febr.
Juli
Amlerdam
Partic. disc.
4
0
12
4
5
114_
113
41/11
4-
1
116
318-4
3314.1(4
31l$116
Prolong.
• .
431
4
4
0
12.5
4-5
4-112
331
4
.4
311
4
.4
21/
4
.3/
4
Londen
Daggeld
. .
414e
4-6′!,
2
1
(2_41(3
2-4
21/2.41(4
3.41/
13(
4
2
Partic.dlsc.
5114_61,4
5116116
4114.5114
411431
4116
41/
5
.11
4
2
1
14.31
4
Berlijn Dageld ..
531..711 3
1
12.7
1
)2
4-8
3
1
12.8
4-8
3-5
–
Part,c.disc.
30.55 d..
•
531
4
551
4
.31
4
501
5
1
13.
3
18
6
411
4
..3/
4
–
56-90 d..
.
5314
5118-14
511
5
1
I2-I8
6
4114.014
2119-112
Waren-
wechsel.
6_I18
6_114
6.114 6.114
63(8-(4
45(4.3(4
New Y0,k
Daggeld
1)
10-14
6.10
114
69
1
14
6801
4
401
4
.31
4
331
4
.431
4
1
5
(4_2
1
(1
Partic.disc.
5
11
5
3
18
1
12
511
4
.11
4
5114
3
5
18
3
3
l4I8
–
1) Koers van 15 Febr. en daaraan voorafgaande weken tlm. Vrijdag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
a
D
In
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York’)
•)
*)
S
)
S)
1)
12
Febr. 1929
2.491t,
12.12%
59.244
9.75
34.72
99%
13
,,
1929
2.4911,,
12.1221
5
59.24
9.754
34.73
99
14
,,
1929
2.49″!,,
12.11+1
59.234
9 754
34.704
99
15
,,
1929
2.49»,,
12.12
59.25
9.754
34.70
99%
16
,,
1929
2.49i1,,
12.124f
59.24 9.754
34.69+
991
4
18
,,
1929
2.49″1
16
12.11% .59 264
9.754 34.694
99%
Laagsted.w.’)
2.498/
4
12.11
59.22
9.74
34.68
99
Hoogste d.wl)
s.49%
12.12
9.27
9.76
34.73
100
11
Febr.1929
2.49,,,
”
12.118%
59.234
9.75
34.7I4
99%
4,,
1929
2.49
1
/5
12.10k
59.24
9.754
34.69
99%
Muntpariteit
2.48%
12.10%
59.26
9.75
134.59
100
Data
Zwit-
seran
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
,
1
rest’)
12 Febr. 1929
48.0234
35.10
7.38
1.50
13.07
39.04
13
,,
1929
48.03
35.10
7.38
1.50
13.064 39.10
14
,,
1929
48.02 35.07,4 7.384
1.50
13.06
39.20
15
,,
1929
48.02%
35.07k
7.38
1.50
13.06
39.024
16
,,
1929
48.02.,
3.5.07,4
7.384
1.50
–
—
18
,,
1929
48.02
35.10
7 39
1.50
13.064 38.624
Laagsli-d.w.’)
48.-.-
35.-
7.36
1.45
13.(15
3820
Roogst.vd.wl)
414.05
35.10
7.42
1.55
13.10
:1940
11
Febr. 1929
48.01%
35.07w
7.38 1.50
13.064 39.114
4-
,,
1929
48.01
‘/,
35.10
7.384.
1.50
13.061 38.524
Muntpariteit
48.-
35.-
5)148.-
13.09
48.-
Data
Stock-
1
Kopen-
Oslo’
1-fel-
Buenos-
Mon-
holm
‘)
hagen’)
‘1)
fors
Aires’)
Ireal’)
12 Febr. 1929
66.80
66.6241
66.65
6.274
052/,,
2.491,
13
,,
1929
66.80
66.624
66.824
6.274
105
2.4911
8
14
,,
1929
66.774
68.624
641.624
6.274
105k
2.49
15
,,
1929
66.774
86.624
86.62
6.274
10581
16
2.4911
4
16
,,
1929
66.75
66.624
66.624
6.274
10%
2.49
18
,,
1929
66.75
6 6.6 0
68.60
6.29
105
2.49
Laag8ted.w.0)
66.674
66.524
66.55 6.25
105’1
2.48%
Hoogste
d.wl)
66.80 66.65
6665
6.30
1054
2 492/,
11
Febr. 1929
(16.774
66.60 68.60
6.274
10581
1
,
2.49’1
8
4
,,
1929
66.724
66.55
66.524
6.28
105k
2.49
Muntpariteit
66.67
1
66.67 66.67
6.264
1058/,
2.48%
‘) Noteerlug te Amsterdam. “) Noteering te Rotterdam.
t) Particuliere opgave.
2) Wettelijk gestabilireerd iusclien
7.534j
en
7.21
1
/2.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet oekelijks opgenomen wisselkoersen
188
ECONOMISCH-STÂTSTISCHE BERICHTEN
20
Februari
1929
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
D a a
Landen
($
per
)
Parijs
($
P.
IOOfr.)
Berlijn
Amsterdam
(3
P.
100
Mk.)
($ p. 100 gld.)
12 Febr.
1929
13
,,
1929
4,8581
5
3,903%
23,723%
40,041/
5
14
1929
4,85
11
1
32
3,9011
2
23,72 40,05
15
,,
1929
4,855/
55
3,903%
23,7234
40,0534
1
16
1929
4,85
13
1
32
3,903%
23,7234
40,04
18
1929
4,8534
3,9034
23,73
6
1
40,05
20 Febr.
1928
4,87″1,,
3,9334
23,87
40,233%
untpariteit..
4,8667
13,92
23,813%
409/
t
,
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
INoteerings-( Landen
eenheden
2 Febr.
1929
9
Febr.
1929
1
11(16
Febr.
‘29116
ILaagstelHoogste l
Febr
.
1929V,
Âfexandrië..
Piast.p.,€
97
97,116
1
97°’
16
97
Athene
..
.
Dr. p.
£
375
375
3743%
3753.
375
Bangkok …
Sh.p.tical
110
1/103%
l/10
S
I
S
1)10
6
1
110
/
Budapest
.
..
Pen. p.
£
27.82 97.851
27.82
27.88
27.84
B. Aires
. .
d. p.
$
4734
47131
4751,
6
4771,
5
47111
Calcutta
.. ..
Sh. p. rup.
16
1
l
’82
1:6
15631
.
116′
32
1/6
1
/
61
Constantin .-.
Piast. P.
£
985
980 980 990
985
Hongkong ..
Sh.p.$
2101′
21011
8
1:119/
4
2,0
5
T6
1.
11
Kobe
…….
Sh.p.yen
1/105/ 8
11,015
!’
1/bal 8
l’b0′
I
i
1
1
0
,
‘S
51
Lissabon
. .
Escu.p.k
109
1093%
1093%
110
1093%
Mexicol)
…
$
per
£
10
10
9.90
10.10
9.973%
Montevideo
d.perc
503%
508%
50
1
4
51
503%
Montreal
..
$
per
£
4.86/
8
4863
h
4.8681
8
4.873%
4.87′,
R.d.Janeiro
d. per Mii.
555!
64
529132
5718
”
1
C291
33
5571
,
Shanghai
…
Sh.
p.
tael
217′ 8,
26
27
’32
2/634
2;7
2/69/,,
Singapore.
..
id.
p. $
23°”
1
164
2/3
51
/
2/33%.
2j3,
0.386
YT
Valparaiso
2.
$ p. £
39.59
39.60
.59
1
39.61
39.60
Warschau
ZI. p. £
435,
0
435/,,
43′,
6
4311,
6
,4351,
5)
In het vervolg worden de Mex.
$
niet meer in. penc. doch in
£
genoteerd.
2
)90 dg.
ZILVERPRIJS.
GOUDPRIJS
8)
Londen’)
N.York’)
.
Londen
11
Febr.1929.
.
25i81,
581
11
Febr.l99….
841113%
12
1929..
2571,
–
12
1929….
–
13
,,
1929..
253%
56
13
1929…
841l3%
14
1929..
253%
56 14
1929….
841113%
15
1929.. 253%
5571
s
15
1929….
841113%
16
,,
1929..
255/
5
55s/
16
,,
1929…
841113%
18 Febr.1928.. 261/
8
57
’18
IS Febr.1928… . 84/1134
20 Juli 1914.. 2455/
56
59
20 Juli 1914.. . 84/11
‘)ln pence p.Oz.stand.
1)
Poreignsilver in 3c.p.oz.fine.
8
)insh.p.oz.fine
STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
Vorderingen.
7 Febr. 1929
115 Febr. 1929
Saldo bij de Nederlandsche Bank
–
–
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
t
232.175,90
1
442.786,80
Voorschot
op
uit.
J.
’29 (resp.D.’28) aan
de gem.
op
voor haar door de
Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten
op
37.042.624,35
,,
37.372.666,14
de Rijksinkomsten belasting………..
11.505.074,39
,,
11.503 373.62
Voorschotten aan Surinanie…………..
,,
27.573,38
38.169,54
ICasvord. weg. credietverst.ajh. buiteni
•
131.839843,17
,,
130.457.692,48
Daggeldleeningen
tegen onderpand
»
7.500.000,-
•
13.500.000,-
Id. aan Curaçao
…………………..
Saldo der postrekeningen van Rijks-
van Staatsschuldbrieven
……….
17.644.453,36
,,
22.530.569,81
..comptabelen
……………………
Vordering
op
het Staatsbedrijf der
P.
T.
en
T.
‘
).
–
………………………….
Id.
op
andere Staatsbedrijven
5)
–
7.122.578,42
–
,,
7.102.578,42
Verplichtingen.
Voorschot door de Nederi. Bank
….
/
10.597.679,22
f
2.165.618,40
Schatkistbiljetten in omloop’) ……..
67.261.000,-
67.261.000,–
Waarvan direct bij de Ned. Bank
.
–
–
Schatkistpromessen in omloop ………16.320.000,-
16.320.000,-
..
Zilverbons in
omloop……………….11.011.163,50
,,
I1.118.061.-
Schuld aan Ned.-lnditl) …………..
35.629.991,70
32.909.630.53
Id. aan Curaçao
8)
…………..-
–
..
Id. aan het Alg. Burg. Pensioenfonds’)
23.727.425,83
,,
21.288.177,-
Id. a. h:staatsbedrjt d.
P., T.
en
T.
52.069.276,54
62.781.869,66
Id. aan andere Staatsbedrijven
2
)……….1.640.0(0,-
1.640(00,-
Id. aan diverse Instellingen
1)
……….
6.398.695,68
,,
6.297.643,76
1)
Waarvan
/
12.056.000 vervallende
op 1 Juli
1929.
‘)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
1
9 Febr. 1928
1
16 Febr. 1929
Vorderingen:
.
/31.683.000,-
(32.909.000,-
3.403.000,-
,,
7.023.000,-
Verplichtingen:
.
Betaalmiddelen in
‘s
Lands Kas….
-.
,,31.383.000,-
Saldo bij
‘s
Rijks
kas
……………..
Saldo bij de Javasche Bank
………….
–
,,
2.606.000,-
t
Waarvan Muntbiljetten
.. ………
………
Muntbiljetten in omloop
…………..
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds
45.857.000,-
185.000,–
»
47.825.000,-
258.000,-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank
•
621.000,-
•
755.000.-
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 18 Februari 1929.
Activa.
Binnenl.Wis-(Hfdbk.
f
49.842.961,87
sels,Prom.,tBijbnk. ,,
2.885.801,58
enz.in
disc. Ag.sch. ,, 14.086.807,05
66.815.570,50
Papier o. h. Buitenl. in disconto. .. ……. ,,
–
Idem eigen portef. .
166.385.026,-
Af :Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel.
–
166.386.026,-
m.
Beleeningen
ci vrsch.
{Hfdbk.
45.648.605,48
in rek.-crt. Bijbnk. ,,
6.881.954,60
op onderp. Ag.sch. ,, 52.681.249,08
f
105.211.809,16
Op Effecten.. …. … f 102.817.952,60
Op Goederen en Spec. ,,
239385656
105.211.809,16
Voorschotten a. h. Rijk
… .. . _.
….
7.988.917,28
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud … ….
f
67.054.605,-
Muntmat., Goud .. ,, 367.494.872,26
f
434.549.477,26
Munt, Zilver, enz..
22.251.907,27
Muntmat., Zilver
..
–
,,
456.801.384,53′
Belegging
1
1
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds
……………………,,
24.520.962,09
Gebouwen en Meub. der Bank
……..
5.000.000,-
Diverse rekeningen
………………
26.927.863,35
Pauiva.
f
859.651.532,91
Kapitaal
…………… ….. . .
……..
f
20.000.000,-
Reservefonds
……………
,
7.157.903,12
Bijzondere reserve
…………….. .
.
,,
8.000.000,-
Pensioenfonds
………………….,,
5.543.993,26
Bankbiljetten in omloop………
–
.
.. …
774.854.085,-.
Bankassignatiën in omloop………..
273.898,50
Rek.-Cour.
5
Het Rijk
r
–
saldo’s:
k
Anderen
28.560.240,33
28.560.240,33
Diverse rekeningen
–
…….. … . .. .
,,
15.261.412,70
f
859.651.532,91
Beschikbaar metaalsaldo
. . ……….
f
134.834.895,69
Minder bedrag aan bankbiljetten in
om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is.
337.087.235,-
1)
Waarvan in het buitenland.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Goud
.
e
Beschikb.
Dek-
Data
Munt
1
Muntmat. Circulatie
opeischb.
schulden
Metaal-
saldo
kings
perc.
18Febr ’29
67.055
367.495 774.854
28.834
134.835
57
11
’29 67.056
367.495
784.5’e1
42.742
125.630
55
.4
’29
67.040
367.495
807.905
38.745
117.897
54
28 Jan. ’29
67.045
367.495
782.471
44.679
126.101
55
21
’29 67.050 367.495
788.718
47.986
121.652
54
14
’29
67.049
367.495
812.383
50.089
111.083
53
20 Febr. ’28
67.745
367.472 768.564
63.875
295.758
55
25 Juli
’14
65.703
96.410 310.437
6.198 43.521
1)
54
Totaal
Schatkiit-
B
ee-
Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
ni
g
op het
reke-
disconto’s
rechtstreeks
buitenl.
ningen
2)
18 Febr. 1929
66.816
–
105
212 166.385
26.928
11
1929
66.828
–
93.361
198 269
15.042
4
1929
9.426
–
108.348
205.657
33.737
28 Jan. 1929
62.376
–
97.666
203.229
32.044
21
1929
69.511
–
99.153
205.484
-30.955
14
1929
80.632
. –
97.406
220.227
31.906
20 Febr. 1928
69.951
–
110.459
190.675
25 484
25
Juli
1914
67.947
14.300
1
61.6861
20.188
509
‘) up ae bRS,s van
‘b
metaalaeKl(lflg. ‘1 1lUltO5T acuva.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
Circu-
latie.
Andere
opeischb.
schulden
Discont.
Div. reke-
ningen’)
12 Jan.
1929-
801
1.495
717
1.051
329
5
,,
1929-
I
.
786
1.649
721
1.058 349
31 Dec.
1928..
-800
1.701
643 1.064 355
22
,,
1928-
801
1.464 625
1.089
430
15
,,.
1928..
•800
1.475
668
1.089
489
14 Jan.
1928-
1.100
1.470 570 844
–
418
5 Juli
1914-
645
1.100
560
.
735 396
1) Sluitpost der activa.
.
20.Februari 1929
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
JAVASCHE BANK.
Voornaamsté posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch outvangen.
Andere Beschikb.
Data
Goud
Zilver
Circulatie opeischb. metaal-
schulden
saldo
16Feb. 1929
18J0
302.100
59.300
44.540
9
1929
190.000
103.500 57.100 45.760
2
1929
91 700
300 100
60.20
0
47.580
12Jan. 1929
169.559
22.415
31.1.319
65.803 41.125
•
5
,,
1929
169.669
21.977 311.405 69.312 39.359
29Dec. 1928
169.810
20.557
311.442
63.897 40.231
22
,,
1928
169934
19.576
311.776
60.342 40.663
18Feb. 1928
.73 657
17.262
312.449
44.761
119.859
19Feb. 1927
195.494
29.891
307.542
61.647
152.345
25Juli1914
22.057
31.907
110.172
12.634 4.842
2)
Diverse
1
Dis-
1
buiten
1
Belee-
reke-
i
Data
conto’s
N.-Ind..
1
ningen
ningen’)
percen-
betaalb. 1
(age
16Feb.1929
9
1929
2
1929
12Jan. 1929
.
1420i0
.
145.400
‘
142.800
*••
isa
.5*
49.085
59
53
.53
51
7.937
41.251
92.504
5
,,
1929
7.613
41.491
95:730
49.373
50
29 Dec. 1928 7.512 38.502 95.931
47.856
51
22
,,
198
7.625
36.540 94.908 48.359
51
18Feb.1928
12.708
29.644
88.799
41.157
53
191eb.192.7
13.116
21.117
74.151
42.104
61
25 Juli1914
7.259
6.395
47.934 2.228
44
t)
Sluitpost
activa.
‘)
Basis
zi
e
metaaldekking.
BANK
VAN
ENGELAND.
Voo ru aasi,ste posten in duizenden ponden sterling.
1)
Bankbilj. Ban kbilj.
1
Other Securities
Data
Metaal
1
in
in Bankingb7c. und
circula (ie Departn,. Advances lsiies
13 Febr. 1.929 150154 352.698
51.140
10.447
16.687
6
,,
1929 149.917 357.519
52.107
8.714
15.528
30Jan. 1929 152.978 355.044
57.070
9.657
15.946
23
,,
1929 153.343 355.366
57.737
10.764
15.061
16
1929 154.406 360.683
53.489
13.058
15.540
9
1929 154.479 369.518
44.767
14.686
15.969
15 Febr. 1928 157.997,
1282
52.108
22 Juli 1914 40.164
29.317
33.633
Data
GSOv:.
Other Deposits
Bunkers
A!(S
eserve
D
e
k
kings-
13.Febr.’2t.
47.877 19 636
58.200
36.438
57.4561
50
6
,,
.
’29 55.387
8.351
68.501
37.004
52.398
46
30 Jan’29
50.502
19.230
58.211
37.863
57.334
23
.
,,.
-’29
.
4487
16.850
60.842
37.482
57.977
505
1.
16
,,
’29
55322
15.148
67.550
36.666
53.724
45
.9.
.’29
57.737
.10.995
67.491
36.813
44.961
3829. 2
1:öFebr.’28
36.296 12.970
.
101.137
4.465
38
2 Juli ’14
11.005
13.736
42385
29.297
52
l).Zie voor wijzigingen in ae Dankstaat ne toeiicnung op u,z. wou
en 1081: )Verhoudlng tueschen Reserv,e enDeposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen franos.
ITe goedI
Wis-
1
Waarv.
Belee-
Renteloos
Data
Goud’)
Ziiverl
in het
sels
op het
ningen
oorscho!
a”.d.Siaat
bultenl.j
buiten!.1
8Feb.’29134.018
732
12.303
1
23.163
1
18.251
2.3141
3.200
1
,,
’29 34.004
732
12.43622.349
1
18.177
2.339
3.200
25Jan.’2033.995
732
1.1.789
23.791
18.738
2.199
3.200
18
,,
’29
33.983
732
1.1.937
22.612j
18.722
2.244
3.200
9Feb.’28
5.544
343
54
1.4061
10
1.768
1
–
23Juli
1
14
4.104 640
–
_1.5411
8
769
–
Bonsv.d.i
i
Diver-
1
Rekg.Courant
Data
zelfst.
amort. k.
sen’)
Circulalie
Staat
1
Zelfst.
amort.k.I
Parti-
cu heren
8Feb.’29
5.930
1,755
63.101 6.4121 6.234
6.721
1
,,
1
29
5.930
i
2.162
63 867 6.238
6.161
6.016
25 Jan.’29
5.930I
1.490
62.153
6.6121 6.100 7.495
18
,,
’29
5.930
1.609
62.443
6.442
5.957
6.67
9Feb.’28
–
27.349 58 269
126
–
8.831
23 Juli’14
–
–
5.912
ï
401
–
t) Bij
de stabilisatie
is de goudvoorraad
gewaardeerd volgens de
nieuwe waarde van den franc.
2)
Sluitpost activa.
.
•
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 18 Februari 1929.
, De internationale fondsenmarkten zijn in de achter ons
liggende berichtsweek sterk onder den indruk geweest van
cen’gaag van zaken te N e w Y o r k. Daar ter plaatse ws
oorspronkelijk een betere stemming ontstaan, toen bleek, dat de Federal Reserve Bank niet tot verhooging van den
discoutovoet overging en toen van ingrijpende rnaatregclei.i
op ander gebied evenmin iets naar voren kwam. Geleidelijk
echter licbbeu realisaties de overhand verkregen, in ver-
band met de taktiek van de Federal Reserve Bank om de
credieten langzamerhand te beperken, ten deele met be-
hulp van de ,,opeu market policy”. Er zijn enkele omvang-
rijke liquidaties van speculatieve posities voorgekomen,
waardoor de makelaarsleeiiiiigen met ongeveer 100 millioen
dollars konden verminderen. In verband met het vooruit-
zicht op verdere credietbeperking is dc animo om 9, la
hausse te opereeren gering geworden, ondanks de berichten
uit de kringen vail handel en nijverheid, welke van een
bevredigeticle ontwikkeling gewag bleven maken.
De markt te L
0
n d e n heeft zich, onder den invloed van
cle discontoverhooging, op een eenigszins loome wijze be-
vogen. Iii de eerste plaats was dit merkbaar bij eerste
klasse beleggiugspapiereu; het aanbod nam toe en het kon
slechts tegen dalende prijzen worden geabsorbeerd. Daaren-
tegen is de uitwerking op industrieele aandeelen veel mi,,-
der heftig geweest, dan te New York het geval is geworden.
In beurskringen heeft men hieruit de conclusie getrokken,
dat de speculatieve posities te Londen geen aanleiding tot
ongerustheid behoeven te geven. Dit heeft echter niit belet,
dat het geheele niveau van de markt is gedaald, en.dat de
algemeene stemming weinig opgewekt kon worden genoen’d.
Te P a rij s is een gevoelige daling ingetreden. In de
eerste plaats moet ook hier cle cliscontoverhooging te Lon-den en de onregelmatige houding van de geldmarkt te New
York verantwoordelijk worden gesteld, terwijl voorts liqni-
claties werden uitgevoerd voor rekening van enkele firma’s,
wier engagernenten te omvangrijk waren geworden, om
deze, in cle thans geldende onzekerheid, te doen voortbe-
staan. Het sterkst werden aandeelen in bankinstellingen
en in kopermaatschappijen aangetast, hetgeen in verband
stond met cle koersstijging, welke tevoren in deze fondsen
plaats had gevonden.
e markt te 13 e r lij n heeft zich evenmin aan een algc.
medio depressie kunnen onttrekken. Het merkwaardige
was hier, dat speciaal fondsen, ook met een markt te Amn-
sterdam, het sterkst waren aangeboden. Dit verschijnsel
vloeide voort uit de vrees, dat de Ncderlandsche Bank haar disconto zou verhoogen. Te Berlijn hebben zelfs geruchten
de ronde gedaan, dat de discontovoet in ons land reeds
verhoogd was. Toen later bleek, dat dit niet was geschied
en de weekstaat van cle Neclerlandsche Bank dc voorloopige
oiiwaarschijnlijkheid aantoonde, is de stemming beter ge. worden, hoewel van een opgewekte tendens toch moeilijk
kon worden gesproken.
Ten o ii
z
e n t is de fondsenmarkt over het algemeen
lusteloos geweest; cle meeste afdêelingen hebben een dalen-
de richting ingeslagen. In
blegging.sfondsen
is dit niet zoo
sterk tot uiting gekomen ; de verschillen zijn hier meestal
fractioneel gebleven. . 6 pOt. N9d. Werk. Schuld 1922:
1.04’%,
104r/5;
43′ pOt. Ned. Werk Schuld ‘1017: 100%,
100
3
/q;
4% pCt. Ned.-Inclïi 1026:
999(32,
99; 5 pCt. Mexi-
co £ 100-1000 (afg.) : 7, 7
1
11.9;
8 pCt. So Paulo: 106, 105%.
Daarentegen, is in sommige aandeelensoorteti een krach-
tige achteruitgang op te merken geweest. In cle eerste
plaats was dit let geval bij
inciustricelc soorten
en ditmaal
niet uitsluitend hij die fondsen, welke ook internationaal
bekend zijn. Wel stonden deze op den voorgrond, zoodat
bijv. certificaten Ma.rgarine Unie, Philips, enz., een gevoe-
lige daling te zien hebben gegeven. .Doch ook Calvd-Delf t,
‘van Berkel’s Patent, enz. waren vrij sterk aangeboden.
Voorts bleek de kunstzijdemarkt bijzonder bom te zijn.
Tegen het einde der berichtsperiode echter is hier een
kentering ingetreden. Iii verband met geruchten, dat men
te Parijs tot overeenstemming zou zij
1
gekomen aangaande
de prijsvorming in de internationale kiinstzijdenijverheid,
werden vooral aandeelen Eiika, doch ook de overige soor-
ten, tot hoogere koersen uit de markt genomen. Calv6-
])elft: 163%, 164%; Centrale Suiker Mij.: 79%, 77%
iollaudsehe Kunstzijde md.: 184, 176; Internationale Vis-
c’ose: 88, 83% ; Maekubee: 1,50’/ 151; Marga.rine Unie:
357% (ex claim ad f670), 335; Necl. Kunstzijclefabriek:
397, 300; l’hilips Gboeilampenfabr.’ (gem. bes. v. Aand.)
889, 858; Ougréc Marihaye: 416, 400; Separator: 171%,
169%; Zweedsche Lucifer Mij.:
427%,
412%.
Een uitzondering op den regel heeft de
rubberntarkt
ge-
vormd. De langzame doch geleidelijke verbetering van den
190
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
20 Februar;1929
rubberprijs heeft kooplust te voorschijn geroepèn. Tegen het
stijgen.
Amsterdamsche Bank: 197, 196.; Hou. Bank. v. slot van de berichtsweek viel een reactie waar te nemen
Zuid-Amerika
:
84¼, 82′
;
Incasso Bank
:
1247%
;
Javasche
in verband met de algemeene depressie, vaarbij New York
Bank
:
3163; Koloniale Bank
252Y4, 252
;
Ned.-Ind. Han-
het initiatief had genomen, doch ten slotte zijn de koers-
delsbank:
168%,
172
;
Ned.
Handel
Mij:
185%,
182;
winsten, in vergelijking met de vorige week, nog vrij groot
R dainsche Bank
:
112, 114
;
Twentsche Bank
:
141.
gebleven.
AmsterdamRubber: 272%, 2883
;
Deli Bat.avia:
•
De
Amerikaansche afdeeling
bleef uit den aard der zaak
190, 203
% ;
Hessa Rubber
:
3653/
,
384
;
Indische Rubber
:
zwak gestemd, hoewel op het vçrlaagde niveau ten onzQnt
301%,
328;
Java Caoutchouc:
166,
173;
Kali
Telepak
:
af en tâe wel vraag is ontstaan. Bijzonder vast waren aan-
278, 287 34
;
Ned.-Ind. Rubber
&
Koffie
:
275y
2
,
283
;
Oost-
deden Cities Service, in verband met geruchten otrent
Java Bubber
:
323, 345h
;
A’dam Tapanoeli
:
117,
12
8
1
/s
;
splitsing van aandeelen.
American Smelting
&
Ref: Cy.:
Serbadjadi:
227,
242;
Sumatra Caoutchouc:
191%,
198;
3
6
0%, 337%
;
Anaconda Copper: 267, 260%
;
Cities Ser
Sumatra Rubber
:
217, 230
;
Ver. md. Cultuur Oud.
:
162,
vice
:
495, 535
;
Studebaker
:
91w, 87%
;
U. S. Leather:
173 34
;
Intercontinental Rubber
:
lZhf
iu
, 12
29
3
f
is
, 25
%
;
U. S. Steel Corp.
:
1787/
s
,
169%
;
Atchison To-
Van
tabaksuandeelen
hebbeu zich vrijwel a.11eeii certifi-
peca
:
2007%,
198
;
Baltimore
&
Ohio
:
127Y
4
,
124
;
Ene:
caten ,,De Oostkust” aangesloten bij de opgaande beweging
69
;
Union
Pacific:
224Y,
218;
Wabasli
Railway:
van rubbeiaandeeleii. Voor het overige zijn de veranderin-
74, 70
5
/s.
gen niet groot gewçest. Er bestond eenig aarzelend animo
GOEDERENHANDEL
voor
sommige
Java.tabaksaandeeleu,
doch
van
groot be-,
lang
zijn
ook
hier
de
koersverschillen
niet
geworden
.
Arendsburg:
653%,
658;
Besoeki Tabak Mij.
:
565,
558;,
GRANEN.
19 Februari
1929.
Deli Batavia:
559, 555%
;
Deli Mij.:
459%, 4564
;
Oost-,,
Degeheele markt vooi spoedig graan in Noordwestelijk
kust
:
211, 22234 ;. Senembali
:
517
5137/
s
.
,
Eitropa heeft in de afgeloopen week in stijgende mate den
De
suikermarict
heeft zich bijna volkomen op deit ach-
last ondervonden van de gesloten waterwegen en ook ove-
tergrond bewogen
waarbij echter deoverheerscbcnde ten-:
rigens -heeft cle hevige koude haar invloed laten gelden. Zij deus niet opgewekt is geweest. Het uitblijven van berichtetti
heeft namelijk ertoe bijgedragen, dat in Noord-Amerika de omtrent afdoeningen door de V.J .S.P. heeft tot gevolg, dati
prijzen voor t a r w e
•
reeds op 11 Februari een verhooging
de markt zich meer richt naar de Cubanoteeringen te New,-
begonneii te ondergaan, waarvan een der oorzaken gelegen
York en deze
ZU
in dc ]aatste dagen iets gedaald.
Cultuur
as in Europeesche berichten van schade, welke het daar
Mij.. der Vorstenlanileti
:
161,
159;
H.V.A:
6663.,
657
;ij
te
velde
staande wintergraan
van
(le koude
ondervond.
Javasche Cultuur Mij.
:
39234, 386
;
Kalibagor
:
350, 343
;
is echter zeer cle vraag, of de koude vel werkelijk zulk
raron
:
241, 237
;
Moormaan
:
347, 348
;
Ned.:Iud. Suiker
een sehale heeft teweeggebracht. In Duitschland namelijk Unie: 252h, 247%
;
Poerworedjo: 93, 91/
;
Sinclanglaoet:,.
–
is over het algemeen voldoende sneeuwbedekking aanwezig
411, 410
;
Tjepper
:
741, 731
;
Watbetoelis Poppoh
:
750,745.
r
,
en in Frankrijk zijn de oogstberichten
•
over het algemeen
De afdeeling voor
petroleumaandeelen
was eveneens mat,,
goed, met uitzondering slechts van
een gedeelte van het
doch er is hier toch eenige verdeeldheid op te merken ge-
t
.
uiterste Noorden en Oosten van het land. Ook uit de meêste
;’eest.
Aandeelen
Koninklijke
liepen langzaam
achteruit.,
andere productielancien van Europa komen tot nog toe
Daarentegen
viel
voor
aandeelen
Peudawa
een
snellere
1
geen klachten en (le streken, waar niet voldoende sneeuw
dalii.ig waar te nemen, iii verband met den twijfel ten aaii.
bedekking aanwezig is om de gewassen te beschermen tegen
zien van de productiviteit van de terreinen dezer mnate
de koude, zijn niet talrijk. Daartoe behoorde echter in den
schappij. Aan
dcii
anderen kant toonden aandeelen Perlak,:
tijd van de hevigste koude ook Nederland. Hét is moge-
een iets betere stemming.
Dordtsche Petr. md. Mij.: 36734,.
lijk, dat het wiutergraan daarvan heeft geleden en wan-
35734;
Gee.
Roll.
Petr.
Mij.:
221,
225;
Kon.
Ned. Petr
neer elders dc sneeuw verdwenen zal zijn, valt daar mis-
Mij.: 383, 37574; Perlak Petroleum: 181,
19534;
Pemla-
schien ook wel iets te constateeren van den ongunstigen
wa: 5134, 3734
;
Marlancl Oil: 3874, 3734.
..’.
invloed der koude. Zeer waarschijnlijk echter is de schade
De
scheepvaartmai
–
kt
lieef t weliswaar
weinig aandaclit,
niet belangrijk genoeg om den invloed te rechtvaardigen,
getrokken, doch
voor enkele soorten viel toch wel eenige,
welke zij in
deze week in Noord-Amerika op den prijs-
vraag waar te nemen. O.a.’as dit liet geval voor aandee-.
1
loop heeft gehad. Ook is daar weder sprake geweest van
len
Java-China-Japan Lijn,
Holland-Amerika
Lijn,
enz.,1
schade, welke de wintertarwe der Vereenigde Staten zou
vaak nadat eerst een reactie was ingetreden,
zoodat
het
;
hebben geleden door koude en onvoldoende sneeuwbedek-
eindresultaat,
in vergelijking met
de
koersen
van
ach
king, maar ook voor deze tarwe worden blijkbaar de berich-
dagen geleden, geen sterke afwijkingen heeft getoond.
Hol-
.
.
ten overdreven. Telkens namelijk komen er uit Amerika
land-Amerika
Liju:
8134,
82;
Java-China-Japan
Lijn
:
betrouwbare berichten, volgens welke in
uitgestrekte be-
152
5
/8,
152;
Kon. Ned. Stoomboot Mij.:
9
3%, 9334;
Ned.i’
langrijke gebieden voldoende
sneeuw
aanwezig
is.
Een
Scheepvaart Unie:
21834,
218; Stoomvaart Mij. Nederland
:
ernstiger oorzaak voor de prijsstijging, welke in den loop
20534, 205.
j
der vorige week heeft plaats gevonden, lag echter in de
Mfjnbouwaandeelen
hebben
niet sterk de aandacht ge-
1
,
algemeene groote zaken in tarwe naar zeer uiteenloopende
trokken. Algemeene Exploratie veranderde niet veel; voor,
gedeelten der wereld. In verband met weder minder gun.
J3oeton ontstond eenig aanbod.
Alg. Exploratic Mij.:
198,
)
stige oogstvooruitzichten in
Britsch-Indid
is
deze
week
197; Billiton le Rubriek: 630, 625; Boeton Mijnbouw Mij. ::i
weder
veel
Australischc
tarwe
naar
dit
land
verkocht
298,
28934;
MUller
&
Co.’s
Mijnbouw
Mij.:
10034,
100;,
en het schijnt, dat ook aangenomen mag worden, dat China
Oost Borneo:
10934,
105;
Redjaiig Lebong:
145,
14734;
<
en Japan nog aanzienlijke hoeveelheden zullen betrekken.
Singkep Tin: 35034, 348.
,
Op het Europeesche vasteland was wegens de gesloten wa-
De mirkt voor
bankaandeelen
was verdeeld. Aandeeleni
terwegen spoedige tarwe niet gemakkelijk te plaatsen, doch
Nederlandsche 1-landel Mij. reageerden eenigszins, waarte-i
Platatarwe op aflading in cle eerstvolgende maanden is in
genover aandeelen N.-T. Handelsbank, Robaver, cnz. konden,
aanzienlijke hoeveelheden gekocht, waarbij speciaal Frank-
LNL)USTRIEELE DISCONTO MAATSCHAPPIJ
AMSTERDAM
LONDEN
BERLI.JN
PARI.I
POPEN 14
AG
EN
MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL
/
?5.099 000-..
‘
VOLGES1ORT GEPLAATST EN RESERVES /12.900.000..
d
l
Financiering van den afzet” van industrieele producten.
_1.
II
4
.
20 Februari 1929
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
191
AANVOEREN in tons van 1000 KG.
Rotterdam
II
Amsterdam
Totaal
Artikelen
10117 Febr.
Sedert
1
Overeenk.
101
1
7 Febr.
Sedert
Overeenk.
1929
1
1 Jan. 1929
1
tijdvak 1928
1929
1 Jan. 1929
tijdvak 1928
1929
1
1928
27.191
187.178
234942
Tarwe
……………..
Rogge
……………..
–
16.028
13.852
544 3.938
5.102
Boekweit ………………
6.652
109.475
142.804
72.004
44.378
Mais ……………….
25.139 24.989
Lijiizaad
…………..
28.880
22.616
Gerst
……………..3.346
Haver-
……………..6.035
5.914 20.653
33:959
Lijnkoek
……………
9
..434
627
12.148
21.906
Tarwemeel
…………..
Andere meelsoorten
..
–
1.607
2.038
rijk sterk als kooper optrad. In Engeland was de markt
aanvankelijk stil, doch later heeft de algemeene kooplust
toch ook in Engeland den omzet doen afnemen en boven.
dien kochten de molens daar op sommige dagen vrij wat
spoedig verwachte Manitoba’s en Australische tarwe, ter.
wijl tevens in de tweede helft der week meer Platatarwe
naar Engeland verkocht werd clan anders gewoonlijk het
geval is. liet is geen wonder, dat door dit alles de prijzen
aan de termijnmarkten iii Noord- en Zuïd.Amerika een
prijsverhooging te aanschouwen hebben gegeven, welke
vooral te Chicago en Winuipeg een flinken omvang aali-
nam. Dat echter ook bij zulk een uitbreiding der vraag cle
zeer groote hoeveelheden tarwe, welke in alle uitvoerlan-
den aailwezig zijn, haar druk op de markt blijven oefenen,
is wel aan het einde der week gebleken, toen ondanks de
groote zaken toch reeds weder een reactie intrad, welke
te Chicago en Winnipeg een gedeelte van de prijsstijging dcccl verloren gaan. Daartoe heeft medegewerkt de anti-
sienlijke nieuwe uitbreiding van den naar Europa onder-
weg zijnden voorraad, die op 16 Februari niet minder dan 8.9 millioen quarters bedroeg. Dit is echter toch nog min-
der dan in het vorige jaar om dezen tijd, toen 9 3′ mil-
lioen qprters onderweg waren. Tot de prijsreactie in
Noord-Amerika heeft dc omstandigheid bijgedragen, dat .l.’lata-tarwe in de dagen van de groote zaken der vorige
week de markt zoo sterk bebeerscht heeft, omdat zij tot
vrij wat lagere prijzen dan Canadeesche soorten werd aan-
geboden, en dus voor Canada een zeer ernstige concurrent
vormde. Het is hiermede in overeenstemming, dat de Ar-gentijuschè markt aan de prijsdaling van de laatste dagen
der vorige week nauwelijks had meegedaan. I)é houders
van tar.ve uit cle Vereenigcle Staten zijn nog steeds aan
de markt tot prijzen, welke export van eenige beteekenis
onmogelijk maken en ofschoon op dit oogenblik daardoor cle markt nog wordt gesteund, dient toch rekening te wor
–
cleit gehouden met de mogelijkheid, dat binnenkort cle Ver-
eenigde Staten sterker uit hun export-overschot tarwe aan-
bieden en daardoor nieuwen druk op de markt veroorza-
kei.i. Wanneer na afloop van den winter de schade, welke
de wintertarwe der Vereeuigde Staten van het ongunstige
weder heeft ondervonden, mocht blijken mee te vallen, zou
deze toestand wel eens kunnen intreden. Op 18 Februari
waren de termijnmarkten in Noord-Amerika weder vrij
ivat hooger, wlk voorbeeld ook in bescheiden mate door
Buenos Aires werd gevolgd. In vergelijking met den liclen
waren te Chicago en Winnipeg de prijzen 3 á 4 dollarcent – per 60 lhs. gestegen, terwijl aan de Argentijnsche termijn-
markten de verhiooging 15 it 20 eentavos per 100 KG.
bedroeg.
Voor overzeesehe r o g ge blijft nog altijd de vraag in
Europa van weinig beteekenis. Uit Noord-Amerika is deze
week meer rogge afgeladen, die voornamelijk naar Scan-
clinavïë bestemd was, doch uit Argentinië is vrij wat min-
der verscheept. Duitschland koopt nog altijd zeer weinig
rogge uit het buitenland wegens de aanzienlijke voorraden
inlandsche rogge, welke daar nog zijn overgebleven en
waarvoor slechts weinig export-vraag bestaat. In Polen,
waar de uitvoer van rogge verboden is, schijnt het met de
voorraden mee te vallen, want de handel dringt daar reeds
aan op opheffing van het uitvoerverbod. Het schijnt, dat
de Poolsche regeering voor een geheele opheffing geen
noren heeft, doch consenten voor uitvoer van speciale par-tijen worden reeds verstrekt. Ook rogge is aan de termijn-
marlct te Chicago deze week aanvankelijk vast geweest met
aanzienlijk stijgende prijzen, doch aan het einde der week
is de prijsverhooging voor een groot gedeelte weder ver-
loren gegaan. Toch sloot rogge op 18 Februari te Chicago
nog 1 It 2 dollarcent per 56 lbs. hooger dan een week te-
voren.
Voor m a Is blijft cle markt in Europa nog altijd teleur-
stelling bieden wegens onbevredigende vraag, ondanks klei-
3.682
25.731
3.800
212.909
238.742
–
–
–
16.028,
13.852
–
–
–
3.938
5.102
10.335
33.791
34.951
143.266
177.755
. – –
98
2.374
7.102
46.752
–
911
_
26.050
24.989
13.443
58.259
32.692
87.139
55.308
–
–
– 100
20.653
34.059
–
5.010
6.029
17.158 –
27.935
–
–
–
1.607
2.038
ue verschepingen. Uit Argentinië waren die in de afgeloo-pen w’eek kleiner dan in dit seizoen tot nog toe is voorge-
komen, terwijl cle voorraden in de Argentijnsebe havens
nog weder afna.men. Ook uil Noord-Amerika is weinig mais
afgeladen, doch het daarvan naar Nederland bestemde ge-
deelte was van flinken omvang. De hoeveelheid mais, welke
uit de gezamenlijke uitvoerlanden op 16 Februari naar
Europa onderweg was, bedroeg 1,7 millioen quarters tegen
1,9 mihlioeii een iveek geleden en 2,5 millioen om denzelfdeu
tijd van het vorige jaar. De gesloten waterwegen in West-
Europa hebben vooral voor mais den handel sterk belem-
merd, maar ook in Engeland, w’aar toch dit bezwaar lang
niet zon sterk iveegt, onderging de vraag slechts weinig
vermeerdering. Geleidelijk is in Nederland in den loop dezer
week de kooplust voor maïs ter verzending per spoor wel
wat toegenomen; doch met de spoorverzending is het dezen
winter in de Nederlandsehe havens zeer slecht gesteld,
waarvan de handel veel last ondervindt. De prijzen voor
spoedige Noord-Amerikaansche mais worden. daardoor te Rotterdam sterk gedrukt. Voor oude Platamaïs w’orden uit
Argentinië hooge prijzen gevraagd, die ongeveer 3 It 4 pCt.’
hooger zijn dan voor Noord-Amerikaansche mais op den-
zelfclen verschepings-termijn, doch spoedig verwachte Pla-
tamaïs is naar havens van het Europeesche vasteland lager
te koop. Groote aanvoeren aan de marlcten in de Vereenigde
Staten en geringe export hebben daar, na eenige dagen van
vaste markten, aan het einde der week de prijzen doen da-
len, waarna
01)
aflading in Februari en Maart in Nederland
weder eenige zaken tot stand kwamen. Platamaïs van den
nieuwen oogst was deze week aanvankelijk w’at flauwer
tengevolge waarvan daarin op de eerste afladingstermijnen
alom tot de gedaalde prijzen in Europa meer zaken werden
gedaan. Daarna is echter weder een herstel gevolgd met
vermindering van den omzet. De regen, welke in den
laatsten tijd in Argentinië is gevallen, heeft de vooruit-
zichten van den oogst wel verbeterd, doch het schijnt wel
vast te staan, dat die in ieder geval veel kleiner zal zijn
dan iii vorige jaren. Het uitvoeroverschot wordt geraamd
op 20 It 23 millioen quarters, terwijl in dit seizoen reeds
26 millioen quarters verscheept zijn. In het geheele vorige
seizoen bedroeg de uit Argentinië afgeladen hoeveelheid
maïs 32 millioen quarters en in het daaramin voorafgaande
seizoen 273 milhioen. Tot eenigszins lagere prijzen dan
Platamaïs wordt Znid-A.frikaansehe mais van den nieuwen
oogst ter verlading in de zomermaanden aangeboden en
daarin zijn dan ook in de afgeloopen week van tijd tot
tijd zaken gedaan, zoowel naar Engeland als naar het
vsteland van Europa.
Nadat te Chicago de prijsverhooging
van het begin der week weder was verloren gegaan sloot
mais daar op IS Februari op dezelfde prijzen van den
ilden, terwijl in Argentinië, waar de prijzen eerst eveneens
nog wat waren aangetrokken, doch later een reactie was
gevolgd, de noteeiingen voor nieuwe mais in vergelijking
met een week tevoren onveranderd varen tot 5 centavos per
100 KG. hooger.
G e r s t is deze geheele week weder zeer stil geweest en in
verschillende havens van West-Europa zijn nog zon groote
voorraden voergerst uit Canada en de Vereenigde Staten
aanwezig, dat de markt voor spoedige gerst nog steeds ge.
drukt blijft en voor aflading in de eerstvolgende maanden
tot de vrij w’at hoogere Noord-Amerikaansehe prijzen zon
goed als geen koopers te vinden zijn. De termijnmarkt te
Winnipeg w’as aanvankelijk voor gerst vast, doch toen dit
in Europa niet den minsten invloed bleek te hebben en nu
de voorraden in de Vcreenigde Staten bij voortduring uiter-
mate groot blijven, is ten slotte de prijsverhooging weder
teloor gegaan. Dat in Nederland bij de verbruikers ook nog veel gerst aanwezig is, blijkt wel uit de omstandigheid, dat
ondanks de gesloten waterwegen, voor gerst ter verzending
per spoor weinig vraag bestaat. Uit Roemenië blijven de
vhrschepingen van gerst zeer klein, doch de enkele partijen
pr
,
3
192
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
20 Februari 1929
valt goede kwaliteit, welke ter verlading komen, vinden tot
zeer veel hoogere prijzen dan de voor Noord-Ainerikaansche
voergerst geldende, wel koopers. Slechts weinig
gerst
i
ook deze veck uit Argentinië afgeladen. Zaken in Argen
tijusche gerst varen ook ditmaal weder valt zeer weinig
heteekeitis.
in h a v e r zijn dc verschepingen uit Argentinië weder va.it
flinkeic. ontealig geweest, doch cle vraag in Europa blijft
daarvoor slecht, zooclat de prijzen zich daar aan zienlijk
beneden de noteeritigect der Argentijnsclte versehepers be-
vinden. Toch is aan de Argctttijnsche terrnijnmark de 1ik
verprijs niet gedaald, doch vei was dit tenslotte in. cle Ver-
eenigde Staten het geval liet prijspeil blijft daar echter
bij voortduring te hoog om zaken naar Europaa van cenige
beteekenis te doen zijn.
SUIKER.
De afgeloopen week waren cle verschillende suikeimark-
ten onregelmatig cii ternauwernood prijsliottcicncl gestenid. in A ni e r i k a kochten Raffinadeurs weer eens wat Ruw-
suiker ter dekking hunner directe behoeften, waardoor de
prijs even aantrok tot 2 (Ic. c. & fr. New York op basis
vati Cubasuiker. Daarna brokkelde deze weder af tot
1
15
1
3
dc. Ook
01)
iie tertnijnntarkt liepen de noteeringen
weder ietwat terug, en was het slot: M.rt. 1
=
96; Mei 2,05;
Juli 2,12; Sept. 2,16 en Oct. 2,20, terwijl dc laatste notec-
ring voor Spot Centi’. 3,74 was.
De ontvangsten iii de Atlantische havens der V. S. he-
droegen’
dtize
week 75.000 tons, cle versnieltingen 53.000
tons tegen 44.000 toits iii 1928 en dc voorraden 166.000
tonstegen 205.000 tons. De laatste C n b u-statistiek is als yolgt:
1929
1928
1927
Ton
Ton
Ton
Cubaansche prod. tot 9 Febr. 1.580.000 1.000.000 1.335.096
Consumptie …………….12.977
4.215
10.000
Weekontv. afscheephavens
266.347 180.641
95.932
Totaal sedert 1 Jan………980.299 511.246 824.490
Weekexport …………….139.695
79.708
95.392
Totale export sedert 1 Jan.
407.387 141.991 327.092
Voorraad afscheephavens..
..
.
601.155 419.332 497.398
Voorraad Binnenland ……558.481 484.539 513.585
Werkende fabrieken
163
167
173
De oogst komt vlug binnen en liet rendement is gunstig.
W i II e t & G• r a y hebben Itutthe laatste raming van
dcii 1 928/’29 werelclsnikeroögst met 30.000 tons verminderd
cii
het totaal gebracht
01)
26.584.000 tons (productie
1927/28 = 25.326.000 tons) ; cle gedetailleerde cijfers ont-
breken echter nog.
in E ii ge 1 art cl sloten de noteeric gen
01)
cie terttnjti-markt otiveraticlerci tot
Y.
cl. lager clan bij opening, terwijl
dc laatste prijzen
01)
dc ruwsuikerntarkt als volgt waren
Maart Sh. 819
Sept.
Sh. 9/5k
Mei
811 1.
Dec.
916
Aug.
914
De Boarci of Trade Statistiek over Januari wordt met
cle volgende cijfers bekend gemaakt:
Jan. 1929
Jan. 1928
Tons
Tons
Import Rietsuiker ………….205.638.
164.272
(eraffineerd ……….4.273
23.226
Totaal…………..209.911
187.498
Voorraad Binni. suiker
61.000
48.050
Voorraad in entrepôt ……….
291.400
278.250
Tot. .”Duty Paid” suiker
152.533
115.332
Totale export …………….4.559
4.962
Vermelding verdient, dat ongeveer 40.000 tons :ilritsciie
geraffineerde suiker naar Indië en China werden verkocht.
01) J a v a was de markt voor tweeclehandseli suiker stil en
otidergingen de noteeringen zoogoeci als geen verandering.
ie export bedroeg iii Januari 213.000 toits tegen 155.350
tous in 1928.
111 i e r te 1 and e was dc markt (le geheele week zeer
kalm gestemd zonder noemenswaardige. prijsfluctuaties. 1-let
slot was eveneens kalm op (le volgende noteeringen: MrL.
f13,-;
Mei
.f
13% ; Aug.
,f
13
cii
Dec.
f
1
3%, alles
verkoopers, niet koopers tot
f
lager. De omzet bedroeg
deze week slechts 9-50 tons.
KATOEN.
Marktbericht van de Heeren Sir Jaoob Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 13 Februari 1929.
De katoenmarkten zijn deze w’eek kalm geweest en de
prijzen van alle soorten,. niet uitzoncierilig van Sakells,
zijn geleidelijk gestegen. Aangaande de diverse oogsten is
niets bijzonders te melden.
STATISTISCH OVERZICI
TARWE
HardWinter
0.
OCO
Rotterdam!
peTOK.
ROGGE
AmericanNo2
2
)
loco
Rotterdam
per 100 K.Q.
MAIS
La Plata
loco
R’dam/A’dam
per 20001<0.
G,ERST
Amer.
0.2
)
oco
Rotterdam
per
LIJNZAAD
La Plata
loco
R’dam!A’dam
per 1960 K.G.
Hollandsche bunkerkolen ongezeefd f.o.b.
R’damjA’darn
PETROLEUM
Mid. Conuin.
Crude
tlm 339
0
pbarI
IJZER
Cleveland
OUn ry
0.
.
f.o.b.
.
KOPER
Standaard
Locopriizen
Londen
per Eng. ton
f1.
°!o
II.
°Io
f1.
OJ
f1.
°Io
f1.
OJ
11.
0
10
8
0j
Sh.
0
10
£
00
Jaargemidd. 1925
17.20 100,0
13,07
5
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
10,80 100,0
1.68
100,0
–
73/-
100,0
62.116
100,(
Januari
1926
Februari
,,
*16,90 *16,30
98,3 94,8
11,47
11,52
5
87,8
88,1
190,25
174,00
82,0
75,2
184,25 175,00
78,1
74,2 370,75
353,00
80,2
76,3
10,05 10,20
93,1
94,4
1.51
1.80
89,9
107,1
701-
7016
95,9 96,6
59.31-
59.121-
95)
96,1
Maart
*15,375
89,4
11,47
111,00
87,8
167,75
72.5
767
174,50
73,9
330,00
71,4
–
9,85 91,2
1.80
1.80
107,1
107,1
7016 7016
96,6
58.1516
57.716
94, 92,’
April
,,
Mei
16,10
*16,325
93,6
94,9
11,45
87,6
84,1
177,50 168,50
72,8
194,75 192,50
82,5
81,6 335,75 334,50
72,6
72,3
10,00 13,10
92,6
121,3 1.93
114,9
731-
96,6
100,0
56.916
91)
,,
*16,125
93,7
‘11,12
5
85,1
171,00
73,9
198,75
84,2
360,25 77,9
13,85
128,2
2.05
122,0
7616
104,8
56.1716
91)
juni
uli
,,
96,20
94,2
12,17
5
93,1
175,25
75,7
200,50
85,0
382,50 82,7
16,35
151,4
205
122,0
871-
119,2
58.21-
93,1
Augustus
,,
15,35
89,2
11,82
5
90,4
170,50 73,7
190,50
80,7 376.50
81,4
17,25
159,7
2.05
122,0
9016
124,0
58.1916
95)
September ,,
14,80
80,0
-11,95 91,4
170,00
73,5
204,75
86,8
360,25
77,9
25,50
236,1′
2.05
122,0
94/6
129,5
58.15!
94,!
October
,,
15,75
91,6
12,325
94,3
175,50
75,8
218,75
92,7 367,75 79,5 31,10
288,0
2.03
122,0
118/-
161,6 58.716
94)
November ,,
16,025
93,2
12,60
96,4
177,75
76,8
215;00
91,1
382,50
82,7
38,25
353,7
1.81
107,7
12016
165,1
57.616
92,
December
,,
15,40
89,5
12,20
93,3
173,50
74,9
210,75
89,3
‘373,75
80,8
19,00
175,9 1.75 104,2
99/6
136,3 56.1916
91,1
Januari
1927
15,225
88,5
12,50
95,6
165,00
71,3
222,25 94,2
362,50
78,4
13,35
123,7
1.75 104,2
8516
117,3
55.716
89)
Februari
‘
15,22
5
88,5
13,05
99,8
167,00
72,1
230,00 97,5 373,75
80,8
12,10 112,0 1.70 101,2
8316
114,4
54.161-
88,
Maart
15,05
87,5
12,70
97,1
164,50
71,1
219,25
92,9 354,75
76,7
11,25 104,2 1.26
75,0
811-
111,0
55.171-
89,!
Z
riil
,,
14,80
86,0
12,82
5
.
98,1
173,00
74,8
237,50
100,6
351,50
76,0
11,00
101,9 1.22
72,6
80f-
109,6
55.216
88)
,,
15,75
91,6
13,57
5
103,8
172.75
74,6
258,25
109,4
373,75
80,8
–
10,95
101,4
1.22
72,6
74/-
101,4
54.141-
18,
Juni
,,
15,60
90,7
13,20 101,0
175,25
75,8
245,00
104,2
372,75 80,6
11,00 101,9
1.22
72,6
70!-
95,9
54.216
87,:
juli
15,10
87,8
12,05
92,2
171,50
74,1
235.75
99,9
367,75 79,5
11,10
–
102,8 1.22
72,6
70/-
959
53.19i-
86,!
Augustus
,,
14,81
5
86,5
11,45
87,6
178,50
77,1
252,50
107,0
368.25 79,6
–
11,05 102,3
1.22
72,6
691-
94,5
55.516
89.1
September ,,
14,70
85,5
12,15
92,9
179,50
77,5
233,25
98,8
369,50 79,9
10,90 100,9
1.22
72,6
651-
89,0
54.131-
October
,,
13,72
5
79,8
11,45
87,6
178,75
77,2 230,50
97,7
359,00
77,6
10,90 100,9 1.22
72,6
651-
89,0
55.51-
November
13,45
78,2
12,125
92,7
184,75
79,8
233,25
98,8
349,75 75,6
10,65
98,6
1.22
72,6
651-
89,0
59.11- 95,
December
,,
13,40
77,9
12,57
5
96,2 201,00
86,8
246,25
104,3
348,25
75.3
10,60
98,1 1.22
72,6
651-
89,0 60.21-
96)
Januari
1928
13,50
78,5
12,70
97,1
2(Y7,50
89,6
247,75
105,0
361,00
78,0
10,30
95,4
1.22
72,6
651-
89,0
62.-!-
99,!
Februari
13,80
802
12.875
98,5 226,50
97,8
243,75
103,3
361,00
78,0
10,00
92,6
1.21
72,0
651-
89,0
61.121-
99
Maart
14,60
84,9
14,00
107,1
240,75
104,0
255,75
108,4
350,75 75,8 9,95
92,1
1.19
70,8
6516
89,7
61.316
98)
April
15,30
88,9
14,97
5
114,5
239,50
103,5
261,00
110,6
358,25
77,5
10,05
93,1
1.19
70,8
661-
90,4
61.1416
99
1
–
Mei
15,30
88,9
15,47e
118,4
238,50
103,0
260,75
110,5
372,00
80,4
10,60
98,1 1.19
70,8
661-
90,4
62.151-
luni
1437
5
83,6
14,27e
109,2
234,00
101,0
252,50
107,0
365,25 79,0
10,10
93,5
1.19
70,8
661-
90,4
63.171-
Juli
14,25
82,8
13,07
5
100,0
246,75
106,6
241,00
102,1
359,75
77,8
10,10
93,5
1.19
70,8
661-
90,4
62.181-
101,.
Augustus
12,00
69,8
12,62
96,6
214,75
92,8
226,75
96,1
350,75 75,8
10,05
93,1
L2
72,0
‘661-
90,4
62.1016
100,
September
11,65
67,7
11,57
5
88,5
398,75
85,9
198,25
84,0
350,75 75,8
10,00
92,6
1.21
72,0
661-
90,4 63.81-
102,
October
12,27
5
71,4
12,27
93,8 218,50 94,4
189,50
–
80,3
366,00
–
79,1
9,95
92,1
1.19
70,8
661-
90,4
65.121-
105,
November .,
12,32
5
71,7
12,01
5
92,4
227,25
98,2
185,50
78,6 386,25
83,5
10,20
94,4
118
70,2
661-
90,4
67.181-
109,
December
32,30
71,5
11,90
91,0
220,25
95,1
180,50
76,5 373,75
–
80,8
10,10
93,5
1.18
70,2 661-
90,4
70,3f-
113,
Januari
1929
‘12,35
71,8
12,20
93,3
‘231,50
100,0
194,25
82,3 365,00
–
78,9
10,10
1
93,5
1.16
69,0
‘661-
90,4
75.1016
–
4 Februari
»
12,60
73,3
12,55
96,0
233,00
100,6
192,00
81,4
360,00
77,8
‘
1.11
66,1
66/-
.90,4
80.12/6
129,
II
»
12.75
74,1
12,60
96,4
233,00-
100,6
193,00
81.8 355,00
76,8
12,50
115,7
1.11
66,1
671-
91,8
77.-(-
124,
18
12,80
74,4
12,70
97,1
239,00
103,2
198,00
83,9
359,00
77,6
1.11
66,1
671-
91,8
76.51-
1).
Men zie voor de toelichting op dezen staat de nummers van 8 en 15 Augustus 1928 (No. 658 en 659) pag. 689190 en 709.
2)
= Western vôér de invoering
* Manitoba No. 3. t Zuid-Russische.
20
Februari 1929
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
193
in katoenen
CiIICnS
ging weinig om, behalve iii getwijnd
garen (Am.) voor Indië. De stand van zaken in de spin-
ilerijen van Egyptische katoen heeft de Spinnersvereeni-
ging te Bolton aanleiding gegeven om een stemming te
honden over al of niet korter werken en er wordt beweerd,
dat cle uitslag daarvan waarschijnlijk ten gunste van kor-
tere werktijden zal zij ii
Zaken in Egyptische garens
zijn
kaliii geweest, niettegeu
staande een oogenblikkelijke opleving als gevolg van het
feit, dat verschepers naar Zuid-Amerika alle moeite deden,
om hun garens af te zetten vÔOr de invoering van de
hoogere rechten. De uitvoercijfers van het Ministerie van
Handel over Janita ri zijn, voor wat de export van gareiis
betreft, niet ongunstig. Duitschiand toont over de laatste
drie jaren een voortdurende toeneming, maar Necler-
land heeft steeds minder afgenomen. Uitvoeren naar indië zijn beduidend grooter en de totaalcijfers zoowel met be-
trekking tot de waarde als tot het gewicht, zijn hooger dan
in elk der beide voorafgaande jaren. Het is opmerkelijk,
dat de gemiddelde prijs van het uitgevoerde garen steeg
van 28 penee in Januari 1027 tot 32y4 penee in 1028 en
geleidelijk daalde tot
31.34
ienee
in 1929. Dit hondt ver-
band met een geringe afneming in cle nummers 40 en daar
beneden, een vooruitgang wat betreft de nummers tusseheci
40cr en 80cr en met een regelmatige toeneming iii de hoogere
niinmers. 01) het oogenblik willen de meeste spinners gaar-
iie tot zaken komen cii redelijke prijzen zouden geaccep-
teerd worden. Wanneer in de spinnerijeli, welke Egyptische
katoen gebruiken, korter zou worden gewerkt,
zitl
zulks
ongetwijfeld den handel bemoeilijken
dn
met het oog op den
prijs ën in verband met cle levering.
De doekmarkt is vast. De handel echter heeft niet veel
te beteekenen, in het bijzonder met liet Oosten. Er schijnt
iets meer om te gaan in het binnenland en op de kleinere
markten, (loch noch Indië noch China toonen eenige be-
langstelling. Sommige fabrikanten schijnen niet tot af-
sluiting te kunnen komen, terwijl anderen verklaren, dat
zij de voorbijgegane week behoorlijk hebben verkocht en
tevreden zijn met cia resultaten. Over het geheel genomen,
zijn wij van oordeel, dat zaken niet zoo slecht zijn al? ze
wel worden afgeschilderd. Veel van cle tegenwoorclige kalm-
te
01)
de overzeesche markten kan toegeschreven worden
aan gebrek aan vraag, zoonis zich dat in een bepaald sei-
zoen wel meer voordoet.
Liverpoolnoteeringen
Oost. koersen 5 Fbr. 12 Fbr.
6 Fbr. 13 Fbr. T.T. op Br..Indië 116
115
F.G.F. Sakehlaridis 18,15 17,95 ‘T.T.op Hongkong 2/0
111 l
G.FNo. 1 Oomra 6,80 7,00 T.T. op Shanghai 2/684 216
Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).
1
Aug.
’28 Overeenkomstige periode
tot
–
8
Febr.’29
1927/28
1926/27
Ontvangsten Gulf-Havens.
Atlant.Havens } 8027
5865
10297
Uitvoer naar Gr.Brittannië
1415
789
1755
‘t Vasteland etc
3348
3345
4232
Japan ……
.1107
748
1029
Voorraden.
(In duizendtailen balen).
Overeenkomstig tijdstip
8Febr.’29
1928
1927
2151
2242
2879
1008
1088
1350
Amerik. havens ……
……
193 186
Binnenland
…………..
New York
…………….77
330
505 647
New Orleans ……………
Liverpool
……………
894
523 999
KOFFIE.
– Nog altijd is de stemming vast. De kost- en vracht-aan-
biedingen van Brazilië liepen in de afgeloopen week, zoo-ivel voor Rio als voor Santos, ongeveer 1/- 8. 116 per cwt.
op, en (Ie verschillende Centraal-Amerikaan sche soorten
waren gedeeltelijk onveranderd en gedeeltelijk iets hooger.
.l?alembang Robusta in Indië was wel is waar een fractie
lager, doch dit heeft feitelijk geen beteckenis, daar de prij-zen, die vandaar geseinci worden, slechts noteeringen zijn
kii afladingszaken van eenigen omvang, – indien op de
tegenwoordige basis daartoe koopers te vinden waren –
meer dan waarschijnlijk tot cle geseinde prijzen niet zouden kunnen wordkn uitgevoerd.
Ook aa.ii de termijnmarkt liepen (Ie iioteeringen iets hoo-
ger cci liet verschil met vereden week bedraagt dooreen
ongeveer % ct
Aan de loco-markt bleef de stemming kalm en cle afzet
N GROOTHANDELSPRIJZEN
1
)
TIN
locoprijzen
Londen per
Eng. ton
KATOEN
for Middling
locopriizen
New Vork
per
WOL
gekamde
Australische,
Merino,
64e
Av.
loco Bradford
per ib.
WOL
gekamde
Australische, CrossbredColo-
nial Carded,
50e Av. loco
Bradford per Ib.
RUBBER4)
Standaard
Ribbed Smoked
Sheets loco Londen
per Ib.
1
SUIKER
Witte kristal-
suiker loco
R’dam!A’dam.
per lOO K.O.
KOFFIE
Robusta
Locoprijzen
Rotterdam per
‘/2
K.G.
THEE
Afi. N.-I. theev.
A’dam gem. pr.
Java- en Suma-
tratheep.’/2K0.
Indexcijfer
v/h. Centr. B.
v. d. Stat.,
herleid
van
1913= 100
tot
1925= 100
Indexcijfer
van The
Economist,
herleid
v.1901-5=lQ0
tot
1925=100
£ %
$
cts.
0
/s
pence
0
10
pence
°lo
Sh.
0
10
f1.
°Io
cts.
01
1
cts.
01
161.17/-
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
2/11,625 –
100,0
18,75;
100,0
61,375
100,0
84,5
100,0
100,0 100,0
183.6/-
108,2
20.75
89,2
48,75
88,6
26,00
88,1
314,25
113,0
16,87
5
.
90,0
57,5
93,7
i
103,5 122,5
98,7
93,4
186.3/-
109,3
20,55
88,4
46,50
84,5
25,00
84,7
217,625
88,8
17,125
91,3
58
94,5
103,5 122,5
96,1
92,3
85.14!-
109,1
19,40
83,4
47,50
86,4
25,50 86,4
215,125
81,8
16,375
87,3
57,25
93,3
100,25
118,6
93,5
91,1
82.1916
108,1
19,10
82,1
47,50
86,4
25,00
84,7
211,25
70,9
16,375
87,3
54,25
88,4
97,5
115,4
92,3
90,4
68.1416
102,6 18,95
81,2
47,50
86,4
24,25
82,2
1110,5
63,2
16,50;
88,0
55
89,6
102,25
121,0
92,3
89,4
168.1316
102,6 18,45
79,3
47,50
86,4
24,00
81,4
118,375
57,5
16,62
5
88,7
56
91,2
100
118,3
92,9
90,0
163.61-
108,2 18,80
80,9
47,50
86,4
“23
1
75
80,5
118,375
7,5
16,75
89,3
57
92,9
89,25
105,6
91,0
90,2
194.10/6
112,5 18,45
79,3
47,75
86,8
24,50
83,1 117,625
55,1
16,37
5
87,3
57,75
94,1
–
–
89,7
92,2
107.1916
117,6
17,35
74,3
48,75
88,6
25,25
85,6
118,125
56,5
17,25-
92,0
57,25
93,3
87,75
103,8
90,3
94,7
114.1416
120,2
13,25
57,0
47,50
86,4
24,75
83,9
118,875
58,6
17,87
5
95,3 53,5
87,2
89,5
105,9
92,3
94,5
108.1/6
117,7
12,90
55,5
44,75
81,4
24,00
81,4
118
56,1
19,625
104,7
51,625
84,1
85,25
100,9
94,8
-93,3
107.-16 117,3 12,60
54,2
44,75
81,4
24,50
83,1
116,5
51,9
21,87
6
116,7
50
81,5 79,25 93,8 94,8
88,7
199.1316
114,4 13,45
57,5
45,00 81,8
25,25
85,6
117,375
54,4
22,00
117,3
50
81,5
71
84,0 93,5 87,6
109.816
118,2 14,15
60,6
46,25
84,1
26,00.
88,1
117,125
53,7
21,125
112,7
48,75
79,4
71,25
84,3
94,2
89,5 112.15/-
119,4 14,25
61,3
47,75 86,8
26,50 89,8
1/8,25 56,8
20,62
5
110,0
48
78,2
70
82,8
92,9
87,9
104.11-
116,1
14,75
.63,4
47,50
86,4
26,25 89,0
117,875
55,8
20,25
108,0
48 ‘
78,2 72,25 85,5
92,3
87,4 195.12/-
112,9
16,15
69,5 47,00
85,5
26,00
88,1
117,75
– 55,4
20,25
108,0
47
76,6
86,5
102,4
93,5
88,9
f96./6
113,2
16,85
72,7
47,25 85,9
26,00
88,1
1/6
.50,5
18,37
6
98,0
47
76,6
81,25
96,2
96,1
89,3
189.15/6
110,7
17,90
77,0 48,50
88,2
26,50
89,8
114,75
47,0
18,62
6
99,3
47
76,6
84
99,4
97,4
89,2
f92 -/6
111,5 19,70
84,7
48,50
88,2
26,50 89,8
1/5,25
40,8
18,50;
98,7
45,375
73,9
–
–
96,1
90,8
187.1216
109,8
22,05
94,4
50,00
90,9
26,50 89,8
1/4,25
45,6
17,875
95,3
44,25
72,1
94,5
111,8
96,8
-90,0
164.2/6
100,9
20,65
88,8
50,25 91,4
26,75
90,7 1/4,375
46,0
16,87
90,0
45,25
‘73,7
93
110,1
96,8
89,1
164.416
100,9
20,25
87,1
52,25 95,0 28,50
96,6
116,5
51,9
17,25
92,0
46 ”
74,9
96
113,6
97,4
88,3
166.1316
101,8
19,70
84,7
51,50 93,6
28,75
97,3
117,75
55,4
17,876
95,3
46
74,9
89
1
25
105,6
97,4
88,0
155.1/-
97,4
19,25
82,8
53,00 96,4
29,75
100,8
117,25
54,0
17,37
5
92,7
46
74,9
84,5
100,0
98,7
86,7
133.1016
89,2
18,35
78,9
54,75
99,5 31,75
107,6
1/3,75
44,2
16,75;.,
89,3
46
74,9
79,5
94,1
96,8
87,4
133.17/6
89,3
19,35
83,2
55,00
100,0
33,25
112,5
1/0,75
35,8
16,87
5
90,0
47
76,6
79
93,5
98,1
88,4
134.61-
89,5
20,65
88,8
54,50
99,1
33,00
111,9
-/9,375
26,3
16,875
90,0
47
76,6
74,25
87,9 98,7
90,1
130.13/-
88,1
21,55
92,7
54,25
98,6
32,25
109,3 -19
25,3
16,625
88,7
48,25
78,6
78,25 92,6
98,1
90,0
118.816
83,4
21,35
91,8
55,50
100,9
31,75
107,6
-/9,25
26,0
15,75
84,0
49
79,8
73,25
1
867
98,7
88,3
111.19/-,
80,9
21,75
93,5
53,00
96,4
31,25
105,9
-/9,25
26,0
15,50′
82,7
49,875 .
81,3
71,25
843
95,5
86,8
111.181-
80,9
19,30
83,0
51,75
94,1
30,00
101,7
-19,25
26,0
16,00-
85,3
51,875
84,5′
67,75
i
80,1
92,9
85,0
t 14.716
81,9
18,55
79,8
47,00
85,5
29,00
98,3
-18,5
23,9
15,875
84,7
52,75
86,0
70,25
t
83,1
93,5
85,1
/21.191- 84,8
19,45
83,7
46,25
84,1
27,25
92,4
-/8,8
24,7
14,62
5
78,0
53
86,4
73
1
86,4
94,2
85,1
/32.10/6
88,8
19,90
85,6
47,25 85,9
27,50
93,2
-18,625
24,2
14,00
74,7 53 86,4
75,75
1
89,6
95.5
85,5
/28.8/-
87,2
20,45
88,0
46,25
84,1
28,00
94,9
-j8,5
23,9
13,925
74,3
51,75
84,3 76,5
1
90,5 95,5
–
/22.716
84,9
‘
20,20
86,9
46,75 85,0
–
28,75
97,3
-9,875
–
.27.9
–
13,775
73,5
53,125 86,6
77,25
/
91,4 94,2
/23.2/6
85,2
20,05
8
86,2
6
45,00
8
81,8
8
28,50
8
96,6
-/10,875
30,5
13,62
5
-,72,7
54
88,0
74,5
1
88,2
/24.10/-
85,7
‘ 20,05
6
86,2
6
44,00e
80,0
9
28,009
94,99
-III
30,9
13,37/’-
71,3
54
88,0
/20.1716
84,4
20,15
7
86,7
7
-/12,5
35,1
13,25
70,7
54
88,0
huidige officiecle noteeriuugswijze (jan.
1928).)
= Malting vôôr de inyoering van dehuidige offic. notéeringswijze (Jan.
1928).
4)
Jaar- en maandgeiniddelden afgerond
op lis pcnce.
0)
1
Febr.
6)
8
Febr.
7)
15
Febr.
8)
7
Febr.
9)
14
Febr.
194
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTN
20 Februari 1929
onbevredigend. Dc, of ficieele loco-noteering van Superior
Santos werd te Rotterdam verhoogd van 64 op 65 et. per
34 KG., doch die van Robusta bleef onveranderd 54 ct.
Volgens uit Brazilië ontvangen telegram bedroegen de
voorraden, in de pakhuizen en de spoorwegstations in liet
binnenland van Sao Palo en Minas Geraes teruggehouden, op 31 Januari 12.279.000 balen tegen 12.966.000 balen op
31 December, hetgeen een vermindering beteekent van
687.000 balen. Daar in de maand Januari uit het binnen
land naar de haven van Santos zijn verzonden 843.000 ba’
,
len, moeten dus in die maand van den loopenden oogst in
het binnenland vanuit plantages 156.000 balen zijn aange-
voerd.
Een eveneens in cle afgeloopen week ontvangen telegra-
fisch bericht vermeldde, dat in den Staat Sao Paulo bui
tengewoon hevige slagregens waren voorgekomen en dat
dientengevolge overstroorningen waren ontstaan, waardoor
het spoorw’egverkeer werd bemoeilijkt. De aanvoeren in cle
haven van Santos, die voor de maand Februari op 40.000
balen per dag waren gelimiteercl, zijn dan ook – sedert 13
dezer aanmerkelijk kleiner geworden en bedroegen op 14,
15, 16 en 17 dezer resp. slechts 24.000, 20.000, 18.000 en
19.000 balen. Te Santos wordt verwacht, dat de ontwrich-,
ting van het verkeer nog eenige dagen duren zal. Dat cle
kôffie-plantages ook zouden geleden hebben, werd niet ge-
seind en is dus niet waarschijnlijk. Particuliere berichten
vermelden daarentegen, dat tot nu toe het weder in de bin-nenlanden buitengewoon gunstig is geweest voor den vol-
gendlen oogst en dat het uitzicht der boomen veelbelovend is.
Uit Columbia komen klachten over droogte, waardoor
schade aan den oogst zou zijn toegebracht. I)e prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos op prompte verscheping zijn thans ongeveer 1081- it 1091-
per cwt. en van, dito Prime ongeveer 111/- A 11216, terwijl
zij van Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte ver-
scheping, bedragen 8119 ô. 8219.
Van Robusta op aflading van Neerlandsch-Indië zijn
cle prijzen in de eerste hand op het oogeublik:
Palemhang Robusta, Februari/Maart verscheping, 46%
ct.; Palembang Robusta, April/Juni verscheping, 43% ct.;
Benkoelen Robusta, Februari verscheping, 47 ct.; Mand-,
heling Robusta, Februari/Maart verscheping, 47% et., alles
pci. Y
2
KG., cif., uitgeleverd gewicht, netto contant,.
De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) varen:
1
Maart
1
Mei
1
Sept.
1
Dec.
]8
Feb.
……
$
17,03
$
16,40
$
14,84
$
14,31
11
,,
17,08
,,
16,27
,,
14,61
,,
13,98
,,
16,90
.
,,
16.20
,,
14,50
,,
13,90
4
,,
…….
28
Jan.
……
…16,45
,,
15,74
,,
14,22
,,
13,62
Rotterdam, 19 Febuari 1929.
(T’1ecledeeIing van de Vereeniging voor den Goederenhandel
te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.
te Rio
te San tos
Wisselkoers
Data
.
te Rio
op Londen
Voorraad
–
1
Prijs
Voorraad
1
Prijs
(In Balen)
1
No.7
1
)
(In Balen)
1
No.4
1
)
18 Feb.
1929
268.000
29.825983.000
1
33.500
5
127
/
129
d.
11
,,
1929
316.000 j 29.625
1.118.0001 33.500
563/
54
4
,,
1929
303.000
1
29.550
990.000
1
33.500
6
18 Feb. 1928
343.000
1
26.350
883.000
33.000
611
128
”
1)
In Reis.
Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.
te Rio
t
te Santos
Data
lAfgeloop en 1
Sedert
IAfgeloopen
1
Sedert
1
week
1
1Juli
week
1
1Juli
16 Feb. 1929
.1
28.000
11.866.0001
175.000
1
5.485.000
16 Feb. 1928
.
..
45.000
2.680.000
182.000
6.752.000
THEE,
Waarschijnlijk als gevolg van de disconto-verhooging te
Londen tot 5% pCt., onderging de theemarkt een reactie
en kwamen cle prijzen op een niveau dat van
1%
tot
34
d.
lager was dan dat der vorige week.
De statistische positie van het artikel op de wereldmarkt,
blijkencle uit den maandstaat over Januari, is niet ongun-
stig te noemen. De aanvoeren ad 49% millioen lbs. zijn
ruim 3 millioen lbs. lager dan een jaar geleden, cle afleve-
ringen ten bedrpge van ca. 44% millioen lbs. daarentegen
zijn – voornamelijk door grootere afleveringen voor uit.
voer – bijna een half millioen lbs. hooger dan in 1928.
De voorraden in entrepôt zijn in de afgeloopen maand
Januari toegenomen met ruim
1034
millioen lbs. tot ca.
25134 millioen lbs. op ulto. dier maand en staan daarmede
ruim 1
1
/
2
millioen lbs. beneden het cijfer van 1928, toen die
voorraden in Januari toenamen met bijna 14 millioen lbs.
Amsterdam, 18 Februari 1929.
VERKEERS WEZEN.
VRACHTENMARKT.
Op cle Noord-Amerikaansche gsaa.nvrachtenmarkt viel geen opleving te constateeren en er werden weinig defini-
tieve zaken aangeboden. Van de Northeru ilange is nage-noeg geen vraag naar tonnage, het is alleen mogelijk, om
handige April booten af te sluiten naar U.K. tegn 3/3 tot
316 d. per qtr. zwaar graan.
Van St. John was de meeste vraag; voor een spoedorder
wej-d bevraclit naar de Middellandsche Zee (niet ten Oosten
vali West-Italië, Spanje en Noord-Afrika buitengesloten)
tegen 20 cents zwaar graa.n, doch voor begin Maart laden
werd slechts
1734
cents betaald. Van de Golf van Mexico
gaat niets om, terwijl ook de afladers van den St. Laurens
nog steeds een afwachtende houding aannemen.
Voor suiker van West-Indië is eenige vraag, de bevrach-
ters schijnen echter geen haast te hebben met afsluiten.
Van Cuba naar U.I./Çontinent werd een 7700 tonner be-
vracht voor eerste helft Maart tegen 191-. Naar kleinere
booten bestaat eenige meerdere vraag op basis van 201: tot
211. naar U.K./Continent., naar gelang van de grootte, vooi
–
FebruarijMaart en Maart belading. Van de Noord Pacif ie valt geen verbetering in cle vraag naar tonnage voor graanladingen te berichten.
De vrachten van La Plata blijven, nagenoeg op hetzelfde
peil. Voor Februari laden werd bevracht tegen 251- van
IJpriver naar U.K./Contine’nt, 2416 voor FebruarifMaart en
dezelfde vracht werd voor Maart/April besteed. Een groote
boot met Maart belading, werd bevracht van Buenos Aires naar Havre/Rotterdam Rahge tegen 2119 en voor dezelfde
positie werd een 6900 tonner, 10 pOt., afgesloten van Bahia
Blanca naar U.K./Continent tegen 23(6 d.
De salpetervrachtenmarkt bleef zon der eenigc vraâg naar
Europa, noch naar volle ladingen, noch naar lijnboot-
ruimte.
i3urma bleef voor het grootste gedeelte der week kalm en
cle openingsvrachten waren iets lager dan cle week tevoren.
Een boot met 818500 ton lading werd bevracht tègen 2716
naar Holland direct, 25 Febr.flO Maart. Er was meer inte-
resse voor handige tonnage en een boot van 5800 tons
ladling 1111 Maart laden, verkreeg 2819 naar cle Antwer-
pen/Hamburg Range, terwijl een 5000 tonner voor 1120
Maart naar Rotterdam direct werd bevracht tegen 281-.
Van de Donau gaat nog steedis niets om.
Van de Zwarte Zee kan graantonnage geplaatst worden
voor Maart laden tegen 1313 fiaar het Continent, 1319 naar
U.K. en 1519 naar Scandinavië, maar er is niet veel vraag
daar cle bevrachters geen haast maken met charteren.
Op de Engelsche kolenmarkt bleven de vrachten zeer vast.
Van Zuid-Wales werd bevracht: naar Havre 317 34, Lissa-
bon 814
1
/2,
Gibraltar 813, West-Italië 919, Piraeus 1216, Port-
Said 121-, Alexandrië 12/-, Las Palmas 913, Rio 1114%,
Buenos Aires 1219 en Rosario 1316 d.; en van de Oostkust:
naar Fredrikstad 619, één haven aan de Elbe 41-, Antwer-
pen
3(4%,
Rouaan 3110%, Lissabon 9/-, Algiers 91., Cannes 1116, West-Italië 101- en naar Vragnitza 121..
RIJN VAART.
Week van. 10 t/m. 16 Februari 1929.
De aanvoeren bleven ongewijzigd. De beschikbare scheeps-
ruimte nam geleidelijk af. Er was matige vraag. De stem-
ming werd ten gevolge van den aanhoudenden winter vas-
ter. Er kwam meer vraag naar lichterruimte, in verband
met het sluiten der vaart Vlissingen-Antwerpen. In het
begin der week betaalde men voor erts
f
1,50 en
f
1,70
per last met resp. 4 en 8 losdagen. Deze prijzen liepen op
tot
f
2,- en
f
2,25. Naar den Bovenrjn was de vraag
matig. Er werd uitsluitend in daghuur hevra1ht. Deze huren
stegen successievelijk van 3 c. tot 4
1
/2:
c. per ton. Voor lich-
terruimte tot 5 c. per ton – voor groote schepen. Bij alle
charteriogen werd voorts de conditie bedongen, dat het
havensleeploon boven normaal tarief vergoed werd. Sleep-
loon werd wegens gesloten vaart niet genoteerd. Het be-
drijf ôp den gebeden Rijn ligt stil. In de Ruhrhavens werd
na 11 Februari geen scheepsruimte meer gecharterd, aan-
gezien de verschepingen van kolen werden stopgezeL De
laatste vrachtnoteering dateert van 11 Februari en wel
voor eportkolen naar Rotterdam Mk. 1,60 per ton op
1,90 M. afladen en eventueel bijladen op waterstand maxi-
mum Mk. 1,55 en minimum Mk. 1,05.
20 Februari 1929
. .
..,,.
1
9
2
—
‘DE T
ENTSCHE BANK .:
Aiusterdaffl – – Rotterdaui
-Gravenhage – Almelo – Dordrecht – Enschede – lleugelo
o1( zaal – Utrecht – Zaaudam- Zwolle
at op 31 Januari 1929
DEBET
,:-
Aandeelhouders
nog -te storei
90 pOt.
op
aandeelen B,
waarvoor waarborg gedeprIeerd
7
-•
Deelneming-
i
•
do firma
………..
.
.
.
.
0
0
0
,
B W..BLIJDENSTEIN
&
Co., te Londen
7.200.000,-
Deelneming in’bevriende Bankinstellingen
….
f
9.429.180,01
.
.
.
fj
.,..,
waarvoor
in
geld
gestort
……………………………………..
……
.
–
.
.
0
–
.,,
7104.480,01
waarvoor effecten gedeponeerd
f
2 324 700
–
Effecten van Aandeelhouders
gedeponeerd bij bev’riende instellingen
3 000 000
–
–
ten
iigen
gebruiké
– .
-. :’ ……………………….
…
.
33.814.900,-
9 139 600,-
Kassa, Wissels en Coupons
48 74 583 80
Saldo’s
hij
Baikiers
………………………………..
.
–
J
–
23879:78364
J
–
igÛ
Effecten
en
Sydioaten
………………………
10.46.285,45-
.Prolongatien- gegeven ………………………….. …..
.
.
.
–
.,
8.498575,–
Voorschotten tegen Onderpand of Borgtocht en SaldiRek Ort
..
f131 835 476,48
floo
•
pen
‘
de
–
Promesse&
‘-………….
.
.
..’
–
t
127 03
476 48
Voorschotten op Oohignatiën
………………
Gebousen
1
610427529
Totaal
f
290 361 073 77
CRDIT
Kapitaal
.
., .,
–
……………………
. –
……….
.
.
……..
.
..
..
.
0
36.000.000,-
Reservefonds
14 500
Pandeelhduder8
voôr
gedeponéerde
Effecten
als
–
waarborg
.
–
voor 90 ‘pOt.
storting op aandeelen B
—
—-
f
571 500
–
in Leen Depot
38568100-
–
0
0•
,,
39.139.600,—.
Zieken-
en
Pessioenfonds …………………………..
Deposito’s
…….. …
.,
,,
74.381.130,49
..
Prolonatie-Deposito’s
………………….
.. -.-
..
.
,
9.922.250,-
–
Saldo te ontvangen en te:leveren Fondsen …………….
. .
‘.
.
,,..
28;116i,78c:
Saldi Rekeningen-Courant ……………………………
f
84.483.946,75
– . —–
-.
88.247.699,88
De Nederlandselie Bank ………………………………..
,
0
L266.096,66
.-
Te betalen Wissels …………………………………
15.250.172,79
Geaccpteerd doorderden …………………………..
3.702.152,29
Diverse Rekeningen: ……………………………….
3.808.987,38
Tntonl
–
, 90fl V7 fl’7Q’7’7
–
…….
1
t.J•tJ,Ç t
0
:-‘
DE GOEDEREN
HÂNDEL
DOOR
J. GROOTEN
Leeraar M.O. Wiskunde èn Boekhouden Dir. der Levensverz. Mij N.O.G., A’dam
en
P. BEISHUIZEN Gzn.
Leeraar aan de Handelsscholen van de
Alg. Winkeliersvereeniging, Amsterdam
Deel 1 (1.50
Deel II fl.75
NLjgh dv. Ditmar’s l.Jltg.-Mil, Rotterdam
Waarom adverteeren
in,
en ‘n”exempl; koopen van
KELO’S-
DIRECTORY?
Omdat deze uitgave jaarlijks wordt gekocht en geraadpleegd door tien.
duizende kroote firma’s over de
geheele wereld, en U, wanneer’ Uw
naam daarin opvallënd is ‘gedrukt,
voortdurend exportaanvragen zult
ontvangen.
Op Uw beurt vindt U er de adressen
in van alle handelslichamen, welke
in Uw artikel belang steDen, zoodat
de gelegenheid om het aantal Uwer relaties uit te breiden, voor het grij.
pen ligt.
Wanneer U
Exporteur, Importeur,
O
Fabrikant of Groot handelaar 1.,
•
moogt U niet nalaten zich ten minste
van de uitstekend bekend staande
Klly’s
Directory op de hoogte te
stellen. Vraagt kosteloos prôspectus
of
bezoek van een vertegenwoordi.
ger aan
NIJGH & VAN DITMAR’S
UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ
WIJNHAVEN 113
–
ROTTERDAM
TELEFOONNUMMER 7843
Ö FEBRUARI 1959
14E JAA/?GANG No. 688
N.V.
1VIAR6ARINI NIE
ROTTERDAM
Maatschappelijk Kapitaal f350.000.000,-
Uitgifte van.
ƒ
34.184.000, Certificaten
van Gewone Aandeelen
(in coupures van
f1000,—
en
f100,—)
deelende in de winst van 1 Januari 1929 af.
De ondergeteekende bericht, dat uitsluitend voor houders
van
gewone aandeelen en van certificaten van gewone
aandeelen de inschrijving op bovenstaande certificaten
is opengesteld op
DONDERDÂG 28 FEBRUARI 1929,
van des oorm. 9 uur tot de8 nam. 4 uur,
tot leh koers van 150 pCI.,
te ROTTERDAM ten kantore der
1
ROTTERDAMSCHE BANKVEREENIGING
NEDERLANDSCHE -HANDEL-MAÂTSCHÂPPIj
te AMSTERDAM ten kantore der
– ROTTERDAMSCHE BANKVEREENIGING
Heeren PIERSON & Co.
NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ
Heeren MENDELSSOHN
&
Co. AMSTERDAM
te
‘S-GRAVENHAGE ten kantore der
ROTTERDAMSCHE BANKVEREENÏGING
NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ
te LONDEN ten kantore der
Heeren J. HENRY SCHRODER
&
Co.
op de voorwaarden van het Bericht d.d. 8 Febr. 1929.
Exemplaren van dt Bericht
en inschrijvingsbiljetten
zijn
bij dé kantoren van-inschrijving verkrijgbaar.
DE RAAD VAN BESTUUR
DER N.V. MARGARINE UNLÉ
Rotterdam, 11 Februari 1929.
.
Leerboeh der Organisatie en Techniek
van den Handel voor
Handelucholen
NEDERLANDSCHINDISCHE HANDELSBANK
AMSTERDAM
0
‘S-CRAVENHAGE
0
‘
ROTTERDAM’
BATA VIA
‘
AMOY,AMPENAN,BANDOENG,BOMBAY,CALCUTTA, CHERIBON, GORONTALO,
HONGKONG, .KOBE, MAKASSAR, MEDAN, MENADO, PALEMBANG, PASSOE-
ROEAN, PEKALONGAN, PROBOLINGGO, SEMARANG, SHANGHAI, SINGA-
PORE, SOERABAYA, TEGAL, TJILATJAP, TOKIO, WELTEVREDEN, YOKOHAMA
NIJGH & VAN DITMARS BOEK- EN HANDELSDRUKKERIJ. ROTTERDAM