Ga direct naar de content

Jrg. 13, editie 677

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 19 1928
19 1)E CE MB lill 1928 Economisch-Statistische Berichten ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER 13E Jaargang WOENSDAG 19 DECEMBER 1928 No. 677 STOOMVAARTMAATSCHAPPIJ —NEDERLANDfl – Amsterdam ROTTERDAMSCHE LLOYD Rotterdam MAIL-, PASSAGIERS- EN VRACHTBOOTENDIENST HOLLANDŠ-JAVA vice versa via SUEZ KANAAL JAVA ŠNEW YORK LIJN Geregelde vrachtbootendienst tus- schen Nederlandsch-Indië en de Oostkust van Noord-Amerika in samenwerking met andere Maat¬ schappijen. J AVA ŠBENGALEN LIJN Geregelde dienst tusschen Neder- landsch-Indië, Rangoon en Calcutta. J AV A ŠP A C I F I C L IJ N Geregelde vrachtbootendienst tus¬ schen Nederlandsch-Indië, Singa¬ pore en de Westkust van Noord- Amerika. Afdeeling Ketelbouw B. 3 W., Ketels Cornwall — Lancashire — Gecom¬ bineerde Economisers Oververhitters HENGELO Het Handelsblad 1 O o JAAR het familieblad der beschaafde kringen. Elke adverteerder weet wat dat zeggen wil! Algemeen Handelsblad Afd. Advertentiën – Amsterdam Adverteeren geeft succes Nederlandsche Hypotheekbank opgericht te Veendam in ,89°- Directie: Mr. M. j. BOS Mr. J. WILKENS. Kapitaal . f 4.000.000,Š Reserves . ruim f 2.200.000,Š Hypotheken. f 55.000.000,Š Pandbrieven. f 52.000.000,Š 4′ /2°/o Pandbrieven a 997,%, ROTTERDAMSCHE BANKVEREENIGING ROTTERDAM AMSTERDAM DEN HAAG KAPITAAL …50.000.000 RESERVE … 20 OOO. OOO DEPOSITORS CHEQUE REKENINGEN MET RENTEVERGOEDING ALLE BANKZAKEN Poorters- Toeback 30 ct.per Half ons. ER IS MAAR EEN KAREL I S.MEES&ZOONEN A» 1720 Bankiers en Assurantie-Makelaars ROTTERDAM Safe-Deposit Bezorging van alle Verzekeringen Nederlandsch Indische Handelsbank AMSTERDAM ‘S-GRAVENHAGE ROTTERDAM BATAVIA AMOY,AMPENAN,BANDOENG,BOMBAY,CALCUTTA, CHERIBON, GORONTALO, HONGKONG, KOBE, MAKASSAR, MEDAN, MENADO, PALEMBANG, PASSOE- ROEAN, PEKALONGAN, PROBOLINGGO, SEMARANG, SHANGHAI, SINGA¬ PORE, SOERABAYA, TEGAL, TJILAT JAP, TOKIO, WELTEVREDEN, YOKOHAMA Koersberekening Door JOH. HAGE Een handleiding bij het be¬ rekenen van koersen. Prijs f2,90 Alom verkrijgbaar bij den Boekhandel en bij Nijgh & v. Ditmar™s Uitgevers- Maatschappij, Rotterdam. De Vestigingsfactoren der Katoenindustrie in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika door Dr. J. WISSELINK Prijs ingenaaid f 6.Š Moge dit gave en rijpe werk de belangstelling vinden die het verdient. Wetenschap, industrie en arbeid zijn door de verschijning ervan gelijkelijk gediend. Prof. VOLMER in —De Naamlooze jVennootschapfl. Nijgh & Van Ditmar™s Uitgevers Mij. – Rotterdam. Een correcte uitvoering van Uw reclame¬ drukwerk is een eerste vereischte wil het zijn doel bereiken. Vraagt NIJGH & VAN DITMAR™S Handelsdrukkerij om modellen en advies. gg, Een verzoek per briefkaart of tele¬ foon brengt U een vertegenwo ordiger Wijnhaven 113 Rotterdam Telefoon 7841 (vier lijnen) WERKSPOOR A MSTERDAM ROLLEND SPOORWEG MATERIEEL SCHEEPSSTOOM WERKTUIGEN SCHEEPSDIESELMOTOREN IJS- EN KOELMACHINES SUIKERMACHINERIEËN IJZERCONSTRUCTIES SCHEEPSTURBINES POLDERGEMALEN LOCOMOTIEVEN STOOMKETELS Werkloon- berekening Onmisbaar boekje voor allen die werklieden in hun dienst hebben – Met berekeningen in uurloon van 5Š100 cent Prijs f 1.50 Geb. f 1.90 Verkrijgb. bij den boekhandel en bij NIJGH & VAN DITMAR™S UITG.- MAATSCHAPPIJ, ROTTERDAM 19 DECEMBER 1928 AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN Economisch-Statistische Berichten ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN I3E Jaargang WOENSDAG 19 DECEMBER 1928 No 677 INHOUD. Blz. Mededeelingen van de Centr. Commissie voor de Rijnvaart 1118 üanchoerije I door E. D. van Walree. 1119 Het Volkskredietwezen in 1927 door Prof. G. Gonggrijp 1122 Hoover™s Conjunctuurpolitiek door Prof. Mr. Br. G. M. Verrijn Stuart . 1124 Het Voorontwerp-Landbouwarbeidswet IX (Slot) door J. Smid. 1125 De Laplata-Vraehtenpool. 1126 Verzekeraar tegenover Verzekerde door Mr. E. T. Asser met Naschrift door Mr. B. Kist . 1127 De Rijksmiddelen . 1129 Aanteekenincïen : Nikkelen Guldens en Rijksdaalders . 1131 Suikerproductie der wereld . 1132 Maandcijfers: Overzicht der Rijksmiddelen. 1132 Statistieken en Overzichten. 1133Š1140 Geldkoersen. I Bankstaten. I Goederenhandel. Wisselkoersen. j Effectenbeurzen. | Verkeerswezen. INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCIIRIFTEN. Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra. ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN. COMMISSIE VAN ADVIES: Prof. Mr. D. van Blom; ,/. van Hasselt; Jhr. Mr. L. II. van hennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. E. Moresco; Prof. Dr. N. J. Polak; Mr. Br. L. F. II. Regout; Br. E. van Weldervn Baron Rengers; Prof. Mr. II. R. llibbius; Jan Schilt huis; Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries. Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Br. G. M. Verrijn Stuart. Assistent-Redacteur: IJ. M. II. A. van der Valk. Secretariaat: Pieter de Ilooohweg 122, Rotterdam. Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408. Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in Nederland … 20, . Buitenland en Koloniën f 23,Š per jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het weekblad gratis. Be verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont¬ vangen de abonné™s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo¬ ver daaromtrent niet anders wordt beslist. Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg. Advertenties … 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver¬ tenties: Nijgh & van Bitmar™s Uitgevers-Maatschappij, Rot- terdam, Amsterdam, ™s-Gravenhage. Postchèque- en qiro- rekening No. 6729. BERICHT. Met het oog op de feestdagen zal het volgend nummer op Vrijdag 28 December verschijnen. 18 DECEMBER 1928. In den toestand van de geldmarkt kwam geen verandering. De vraag naar geld bleef zeer groot. De prolongatierente noteerde dientengevolge weder regelmatig 4% a 5 pCt., terwijl particulier disconto meestal niet onder 47/i6 pCt. was onder te brengen. Alleen Callgeld was ruimer aangeboden, zoodat de rente van 4H pCt. tot 3H pCt. terugliep. Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank geeft de post binnenlandsche wissels een daling van f 3,1 millioen te zien. De beleeningen blijken met f 2,7 millioen te zijn teruggeloopen. Het renteloos voorschot aan het Rijk werd gedurende de afgeloopen week geheel afgelost om plaats te maken voor een credit saldo van de schatkist ten bedrage van f 3,2 millioen. De goudvoorraad der Bank verminderde met f 150.000. Het zilver vertoont een stijging van f 700.000. De postpapier op bet buitenland klom met f 1,6 millioen, terwijl de diverse rekeningen op de actiefzijde der balans een daling van f 1 millioen te zien geven. De biljetten-circulatie verminderde met f 14,1 millioen. De rekening-courant-saldi van anderen liepen met f 1,4 millioen terug. Het beschikbaar metaalsaldo steeg met f 3 millioen. Het dekkings¬ percentage bedraagt 53J^. * * * In de koersen van de meeste wissels kwam weder weinig verandering. De stemming was iets vaster voor Ponden, Dollars, Marken, Fransche Francs en Deensche Kronen, daarentegen wat flauwer voor Zwitsersche Francs en Zweedsche Kronen. De koers¬ verschillen waren echter van geen beteekenis. Alleen voor Peseta™s was de verandering iets grooter. Onder den invloed van de mededeelingen van den Spaansehen Minister van Financiën ontstond een vaste stemming, waardoor de koers, echter in bedwang gehouden door de Bank van Spanje, langzaam steeg van 40.25 tot tot 40.48 a 40.50 LONDEN, 17 DECEMBER 1928. Geld was gedurende de vorige week over het geheel genomen vrij gemakkelijk. Toch waren er aanwijzingen, dat de begin December door de dividend betaling vrij gekomen bedragen grootendeels zijn geabsorbeerd. De terugbetalingen van de schatkist aan de Bank van Engeland voor het gedeeltelijk financieren van het War Loan dividend en de verdere eischen, die in dezen tijd van het jaar aan de markt worden ge¬ steld, zullen nu een grooteren invloed gaan uitoefenen. Algemeen wordt dan ook verwacht, dat de arrange¬ menten voor het einde van het jaar niet zonder een groote hulp van de Bank van Engeland tot stand zullen komen. Disconto bleef zeer vast en trok ook nog verder aan tot 4terwijl sommige huizen niet onder 4 /ie pCt. willen werken met het oog op de voort- duiende goudonttrekkingen, welke in totaal geweldige afmetingen beginnen aan te nemen. De opinie begint veld te winnen, dat de markt onder deze omstandig¬ heden een disconto verhooging niet zal kunnen ont¬ gaan, al is het mogeiijk dat de verhooging eerst in het begin van het nieuwe jaar zal komen. Dollars en Marken blijven nog steeds zeer duur. 1118 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 19 December 1928 MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART. Verslag van de Novetnber-zitting 1 9 2 8. I. De Centrale Commissie voor de Rijnvaart heeft te Straats¬ burg onder voorzitterschap van den Hr. Jean Gout, buitenge¬ woon gezant, van 6 tot 17 November 1928 vergaderd. De Commissie heeft een groot gedeelte der zitting besteed aan de voortzetting der werkzaamheden, betreffende de her¬ ziening van de Akte van Mannheim. Bovendien heeft de Commissie, behalve administratieve en meer interne beslissingen, benevens de 10 vonnissen, uitge¬ sproken in rechtzaken de Rijnvaart betreffende en welke vóór¬ haar in hooger beroep gebracht waren, de volgende besluiten genomen: Instructie betreffende de vaststelling der verplichte minimum bemanning. 1°. De Commissie neemt den volgenden tekst aan, betrekking hebbende op de instructie, omtrent de vaststelling der ver¬ plichte minimum bemanning, welke tekst den tegenwoordigen vervangt: IIT. De minimum bemanning is als volgt vastgesteld: I. De instructie is slechts van toepassing op vaartuigen, welke den Rijn boven de brug van Duisburg-Hochfeld bevaren en is niet van toepassing op vaartuigen van minder dan 15 ton laadvermogen, behalve sleepbooten. II. Onder de minimum bemanning, vastgesteld in artikel III, mag de schipper, die van een brevet als schipper voorzien moet zijn, niet mede gerekend worden. Onder matroos wordt een scheepsgezel verstaan, die 17 jaar of ouder is en gedurende ten minste 2 jaren op zee of op een rivier, het schippersbedrijf heeft geleerd. Als scheepsjongens mogen alleen gerekend worden zij, die gedurende een jaar op vaartuigen gediend hebben, tenzij op hetzelfde vaartuig nog twee matrozen dienen. Andere benamingen als schipper (conducteur, Schiffsführer), matroos (matelot, Matrose), scheepsjongen (mousse, Schiffs- junge), machinist (mecanicien, Maschinist) en stoker (chauf¬ feur, Heizer) mogen in het scheepspatent niet gebezigd worden. A. Vaartuigen niet voorzien van mechanische middelen van voortbeweging. Ladingsvermogen in tonnen. van 15 ton tot en met 500 ton . . . boven 500 ton tot en met 750 ton boven 750 ton tot en met 1000 ton boven 1000 ton tot en met 1500 ton boven 1500 ton tot en met 2500 ton boven 2500 ton tot en met 3000 ton boven 3000 ton. Minimum Vaartuigen voorzien van mecha¬ nische hulpmiddelen voor de be¬ handeling der zware ankers, der sleeptrossen, alsmede voor het verhalen. 1 matroos 1 matroos … 1 matroos en 1 1 scheepsjongen 2 matrozen … 2 matrozen en 1 scheepsjongen 3 matrozen … 3 matrozen en 1 scheepsjongen Bemanning Vaartuigen niet voorzien van me¬ chanische hulpmiddelen voor de behandeling der zware ankers, der sleeptrossen, alsmede voor het verhalen. 1 matroos … 1 matroos en 1 scheepsjongen 2 matrozen … 2 matrozen en 1 scheepsjongen 3 matrozen ( 3 matrozen en 1 scheepsjongen 4 matrozen Vaartuigen, niet voorzien van mechanische hulpmiddelen voor de behandeling der ankers, der sleeptrossen, alsmede voor het verhalen en welke, blijkens hun scheepspatent, slechts in gebruik zijn voor plaatselijk vervoer op bepaalde korte gedeel¬ ten van den Rijn, worden gelijkgesteld, voor zoover het de minimum bemanning betreft, met vaartuigen, welke wel van mechanische hulpmiddelen voorzien zijn. B. Stoombooten. Totaal verwarmd opper¬ vlak van den ketel of de ketels. Minimum Bemanning. tot en met 60 M2. Sleepbooten 1 matroos 1 machinist Vrachtbooten, Passagiersbooten 1 matroos I scheepsjongen 1 machinist boven 60 M2. tot en met 120 M2. 1 matroos 1 machinist 1 stoker 1 matroos 1 scheepsjongen 1 machinist 1 stoker boven 120 M2. tot en met 200 M2. Sleepbooten, voorzien van mechanische hulp¬ middelen voor de behandeling der ankers, der sleeptrossen, alsmede vrachtbooten. Sleepbooten niet voorzien van mechanische hulp¬ middelen voor de behandeling der ankers, der sleeptrossen, alsmede passagiersbooten. 2 matrozen 1 machinist 2 stokers 2 matrozen 1 scheepsjongen 1 machinist 2 stokers boven 200 M2. tot en met 260 M*. schroefstoombooten 2 matrozen 1 scheepsjongen 2 machinisten 2 stokers raderstoombooten 4 matrozen 2 machinisten 2 stokers schroefstoombooten 3 matrozen 2 machinisten 2 stokers raderstoombooten 4 matrozen 1 scheepsjongen 2 machinisten 2 stokers 19 December 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN boven 260 M2. tot en met 320 M2. 3 matrozen 2 machinisten 2 stokers 5 matrozen 2 machinisten 4 stokers 3 matrozen 1 scheepsjongen 2 machinisten 2 stokers 5 matrozen 1 scheepsjongen 2 machinisten 4 stokers boven 320 M2. 4 matrozen 2 machinisten 4 stokers 6 matrozen 2 machinisten 5 stokers 4 matrozen 1 scheepsjongen 2 machinisten 4 stokers 5 matrozen 1 scheepsjongen 2 machinisten 5 stokers IV. De samenstelling van de minimum bemanning, vastgesteld in artikel III, kan in de volgende gevallen gewijzigd worden: A. Vaartuigen niet voorzien van mechani¬ sche middelen van voortbeweging. Een versterking der bemanning van vaartuigen niet voor¬ zien van mechanische middelen van voortbeweging, kan geëischt worden: a. indien het vaartuig plomp van vorm ofj ondoelmatig ingericht is; b. indien het vaartuig het grootzeil voert. B. Stoombooten. Een versterking van het dekpersoneel (matrozen en scheeps¬ jongen) kan geëischt worden voor stoombooten van plompen vorm of ondoelmatige inrichting, alsook wanneer in verband met de afmetingen, met den bouw en met de bestemming van de stoomboot aan te nemen is, dat het, in artikel III voorge¬ schreven dekpersoneel voor eene behoorlijke bediening van een stoomboot niet in alle omstandigheden toereikend is. Een versterking van het machinepersoneel (machinisten en stokers) kan geëischt worden voor stoombooten, waarvan de stoomtoestellen tengevolge van hunne inrichting en van derzelver aantal meer toezicht en bediening vereiscben. Eene vermindering van het machinepersoneel (machinisten en stokers) kan toegestaan worden: a. voor sleepbooten welke, blijkens hun scheepspatent, slechts in gebruik zijn voor plaatselijk vervoer op bepaalde korte gedeelten van “den Rijn en waarop voor den machinist tijd overblijft om naast zijn gewonen dienst den ketel of de ketels te bedienen, en b. voor sleepbooten, waarvan de bouw of de bijzondere inrichting Š en wel bepaaldelijk voor wat betreft de stoom¬ ketels, het stoomwerktuig of de stookinrichtingen Š eene eenvoudige bediening mogelijk maken, een en ander evenwel met inachtneming van eene behoorlijke dienstaflossing. V. Wordt in het scheepspatent, met toepassing van artikel IV, eene sterkere of geringere bemanning voorgeschreven, dan met de regelen van artikel III overeen zou komen, dan moeten de redenen voor de afwijking in de verklaring betreffende het scheepsonderzoek, worden opgegeven. VI. (Voorloopig artikel). Voor motorschepen vinden de voor schepen van 15 ton (300 centenaars) of meer laadvermogen geldende voorschriften toepassing, met dien verstande, dat voor motorschepen, waar¬ van de motor met een vloeibare brandstof (ruw-olie, petro¬ leum, benzine, nafta, spiritus en dergelijke) gedreven wordt, geen bijzondere machinist voor de bediening van den motor in dienst genomen behoeft te worden, indien de toestanden op het te bevaren riviergedeelte zulks schijnen te veroorloven en de inrichtingen tot het bedienen van den motor en van het roer van de standplaats des bestuurders uit zoo eenvoudig te behandelen zijn, dat de opmerkzaamheid van den bestuurder niet afgeleid wordt van hetgeen buiten geschiedt. In alle andere gevallen en in het bijzonder voor motor¬ schepen met zuiggasinrichting moet voor de bediening van den motor een machinist in dienst worden genomen. Ingeval de aanstelling van een bijzonderen machinist niet verplichtend is gesteld en de gewone bediening van den motor den bestuurder is opgedragen, moet deze. met den bouw, de werking en de bediening van den motor grondig bekend en vertrouwd zijn. Buitendien moet een matroos met de behande¬ ling van den motor in zooverre vertrouwd zijn, dat hij dezen desnoods kan aan- en afzetten. 2°. De in Nederland van kracht zijnde instructie wordt in denzelfden zin gewijzigd. 3°. De door dit besluit vastgestelde instructie treedt 1 Maart 1929 in kracht. Het is wel te verstaan, dat de Zwit- sersche Regeering zich voorbehoudt de instructie eerst dan te publiceeren als de Commissie den Franschen tekst van het regle¬ ment, betreffende het onderzoek der vaartuigen, heeft aan¬ genomen. 4°. De Commissarissen der Oeverstaten worden verzocht aan de Commissie de officieele akten, ter publicatie van de instructie in hunne landen, te doen toekomen. 5°. De Commissarissen der Oeverstaten worden verzocht zoo spoedig mogelijk aan de Commissie hunne voorstellen omtrent den definitieven tekst van de bepaling betreffende de motorbooten, mede te deelen. (Wordt vervolgd). MANCHOERIJE.1) i. Veertig jaren geleden verkeerden de wijde Man- choerijsche vlakten nog in een toestand van onge¬ repte rust. In het Noorden en in het Midden des lands was de dunne bevolking nog overwegend nomadisch gebleven, gelijk in het naburig Mongolië; in het Zuiden daarentegen was, vooral door instroo- ining uit de aangrenzende deelen van Ohina, reeds eene meer duurzame bewoning ontstaan. Het scheen een streek te zijn, welke om overeenkomstige redenen als b.v. Borneo en … . Suriname nog niet aan de beurt was om in de wereldeconomie mee tc tellen, of eene rol in het wereldverkeer te spelen. Staatkundig behoorde en behoort Manchoerije tot China, al werd het wegens zijne ligging buiten den Grooten Muur niet tot de 18 provinciën van eigenlijk China gerekend. Eerst in 1907 is Manchoerije bij Keizerlijk besluit onder het gewone bestuur gebracht, en wel als —Onderkoningschap der drie Oostelijke provinciënfl. Van Noord naar Zuid zijn dit Heilung¬ kiang, Kirin en Shengking, welke laatste provincie ook wel Fengtien wordt genoemd naar de daarin gelegen hoofdstad van geheel Manchoerije, welke stad in het buitenland meer bekend is onder den naarn van Moekden. Als stamland van de Tsing-dynastie, welke van 1644-1911 over Ohina heeft geregeerd, was Man¬ choerije intusschen ook vroeger reeds nauwer met het nabijgelegen Peking verbonden dan de onder- hoorige of schatplichtige landen op verderen afstand, zooals Korea, Mongolië en Tonkin. Terloops zij hierbij opgemerkt, dat Peking niet gesticht is door de Keizers der Tsing-dynastie, maar door een ander geslacht van krachtige nomaden-overheerschers uit het Noor¬ den, teweten de Mongoolsche Yuan-dynastie (1260- 1358), van wie Djengiz Khan en Kublai Khan ver¬ maardheid hebben verworven. De tusschenliggende zuiver Chineesche Ming-dynastie (1358-1644) had hare hoofdstad in Nanking. Enkele koningsgraven in de buurt van Moekden herinneren er nog aan, dat Manchoerije de bakermat van het laatste Chineesche Keizergeslacht is ge¬ weest. Overigens leent de leefwijze van een noma¬ disch volk er zich niet toe blijvende stichtingen achter te laten. Een groot gedeelte van de toenmalige Manchoes is trouwens met hunne aanvoerders naar Ohina getrokken, en daar als gepriviligeerde kaste gebleven. Als lijftroepen en hofbeambten hebben zij er een al te gemakkelijk leven gekregen, dat gaandeweg, evenals bij de Keizerlijke familie, tot verslapping en degeneratie heeft geleid. Ofschoon hunne nakomelingen zich tot het laatst toe niet met de Chineezen hebben vermengd, zijn zij na de uit¬ roeping van de republiek toch in China blijven wonen, waar zij thans een moeilijken strijd om het bestaan hebben te voeren. Deze Manchoes hebben ook geen aanraking meer met hunne achtergebleven stamge- i) De plaatsen, die op het kaartje voorkomen en niet in dit artikel worden genoemd, komen in het. vervolgartikel ter sprake. (Red.) 1120 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 19 December 1928 Stretinsk Blaq westche c5> te Ctólpa Ch fca a no ŠAi LUNG AN ™ttó te har Js bul n£ A Rb ganch / £ G#v® arfTWöstöcfe I ®Taonan Ki pin /** >r^ngC^in*P^lS–S n NlNG / l’ Moekdfen J~Š O : fefpM x r/ Kalgan //te ö APekmg VA jr™Sjjments gka G z te M O V te » 9 Ł O /Vr- aimr a* I % Biup or tenten O'”A” tenten eroo C binanfu sinqtao Spoorwegen Grenzen Grens van Ma Manchoenjel Nank nooten, die voor een deel naar Mongolië zijn uitge¬ weken., maar waarvan er nog een 200,000 voornamelijk in de omstreken van Kirin worden gevonden waar zij langzamerhand in de Chineesche meerderheid opgaan. De Manckoe taal wordt nauwelijks meer gesproken. Aanvankelijk was het den Chineezen niet toege¬ staan zich in Manchoerije te vestigen, maar van tijd tot tijd is met dat verbod wel de hand gelicht. Zoo werden reeds in het begin van de negentiende eeuw e landerijen langs de Sungari-rivier ten behoeve van de Chineesche schatkist verkocht. Niet vóór 1878 werd echter het verbod van immigratie in Manchoerije otbcieei opgeheven. Hebben, de Manchoe-Keizers van China over het geheel weinig belangstelling getoond voor destreek, waar hunne voorvaderen waren rondgetrokken al¬ vorens m China te belanden, de Chineesche staats¬ lieden en het Chineesche publiek hebben zich in vroeger jaren al even weinig aan Manchoerije gelegen laten liggen. Eene onderhoorigheid, die slechts 2 pro mille bijdroeg tot de belastinggelden, welke door de gezamenlijke gouverneurs aan Peking moesten worden afgedragen, sprak niet tot de verbeelding, en was de aandacht nauwelijks waard. Het is noodig deze voorgeschiedenis op te rakelen, omdat van Chineesche zijde in den jongsten tijd groote belangstelling en groote liefde voor Manchoerije wordt betoond, nu de rijkdommen van het land door anderen te voorschijn zijn getooverd. Rusland is het eerste buurland geweest, dat door zijne internationale politiek met Manchoerije in nauwere aanraking is gekomen. Omstreeks 1850 is Rusland zich pas met Oostelijk Siberië gaan bezig houden. Bij de monding van de Amour werd Niko- lajewsk gevestigd, maar toen deze haven te lang van «versperring te lijden bleek te hebben, is in 1872 overgegaan tot stichting van Wladiwostock, dicht bij de Koreaansche grens, maar nog niet geheel ijsvrij. mi “‘A’ kwam de Transsiberische spoorweg naar Wladiwostock gereed, met dien verstande, dat op het traject van Stretinsk naar Chabarowsk het vervoer te water over de Amour bleef plaats hebben. De rivier vormt hier de Noordgrens van Manchoerije. Eater is ook. een spoorweg langs de Amour gebouwd, maar aangezien deze lijn een grooten omweg maakt™ werd al spoedig het oog geslagen op de kortere ver¬ te, dwars door Manchoerije van Tchita naar W ladiwostock. Het Tsarenrijk, waarvan het naderend einde, toenmaals nog allerminst was te voorzien, en dat zich in zijne expansiebegeerte naar Middellandsche Zee en Perzische Golf door de andere mogendheden gedwarsboomd zag, droomde destijds van de inbezit¬ neming van Korea, en ontwikkelde met het oog daarop een groot machtsvertoon aan den Grooten Oceaan, hopende aldus China en Japan beide te kunnen overtroeven. De nederlaag van eerstgenoemd land in den Chi- neesch-Japanschen oorlog (1894Š95) deed China besluiten zich. in de armen te werpen van den mach¬ tigen Noordelijken buurman, en hieruit ontstond het vei drag van 1896, waarbij China aan Rusland toe¬ stond de vurig gewenschte spoorweg-verbinding door Aoord-Manchoerije te bouwen. Euphemistiseh werd het gedeelte der lijn in Manchoerije —Chineesche Oosterspoorwegfl gedoopt, en werd een quasi ge¬ meenschappelijk beheer ingesteld, maar feitelijk kreeg Rusland, tegenover de fourneering van de voor den aanleg, benoodigde gelden, alles te zeggen. Het recht tot militaire bewaking en de vrijheid van troepen¬ vervoer gaven aan Rusland zonder slag of stoot de macht over Noord-Manchoerije in handen. Dat met de belangen van het land zelf geen rekening werd gehouden, blijkt wel het best hieruit, dat men Tsi- tsihar, de hoofdstad van Heilungkiang, op 18 mijlen benoorden de hoofdlijn liet liggen. Japan had bij den vrede van Shimonoseki (1895) van China den afstand bedongen van het Liaotoeng- schiereiland, zijnde het best gelegen gedeelte van het Manchoerijsche kustgebied. Tengevolge van den tegen- 19 December 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 1121 Łtand ran Frankrijk, Duitschland en Rusland, op initiatief van laatstgenoemd rijk, werd Japan echter genoodzaakt deze oorlogswinst prijs te geven. Een hard gelag was het daarom voor Japan, toen Rus¬ land in 1898 China wist te bewegen de havens Port Arthur en Talienwan voor 25 jaren aan Rusland zelf te verpachten. Door de enorme versterking van eerstgenoemde haven, en den aanleg van de handels¬ haven Dalny toonde Rusland intusschen onmiskenbaar eene duurzame bezetting te beoogen. Terzelfder tijd verkreeg Rusland het recht als zijlijn van den Chinee- schen Oosterspoorweg, en evenals deze met Russische spoorbreedte, een lijn te bouwen van Harbin over Moekden naar Port-Arthur. Deze zijlijn door het hart van Manchoerije loopende, voltooide Rusland™s greep op het land. Gebruik makende van de verwarring tijdens den Bokser opstand (1900) streefde het zelfs naar een formeel protectoraat. Dank zij den steun van de andere mogendheden wist China zich hier¬ tegen met goed gevolg te verzetten, maar niettemin bleef de Russische invloed in Manchoerije alles- overheerschend. In die jaren zoude Japan mogelijk te vinden zijn geweest voor een regeling, waarbij het Manchoerije aan Rusland zoude hebben overgelaten, wanneer Japan daartegenover de vrije hand in Korea had kunnen krijgen. In zijn overmoed bleef Rusland zijne intriges in Korea echter voortzetten, en daar Japan begreep, dat zijn levensbehoud aldaar geene Russische overheersching gedoogde, terwijl het de voosheid van den Russischen bluf had doorzien, verklaarde het in 1904 aan Rusland den oorlog. Bij den vrede van Portsmouth (Sept. 1905) moest het overwonnen Rusland zijn droom van hegemonie in het Verre Oosten laten varen. Uit Korea moest het zich terugtrekken, daarbij aan Japan vrij spel latende, terwijl Japan verder de pacht van het Liaotoeng-schiereiland overnam, welke pacht in 1915 tot 1997 is verlengd. Port Arthur werd onder den naam van Riojun een Japansche oorlogshaven van den tweeden rang, Dalny werd Dairen, en het Zuidelijk gedeelte van den Manchoerijschen spoorweg tot Chang Chun, met het daaraan verbonden recht van bewaking, en van gebruikmaking van de spoorweg- zone, kwam insgelijks aan Japan. Reeds in Dec. 1905 hechtte China zijne goedkeuring aan de overdracht, zonder daarbij voor zichzelven zelfs ook maar de nominale rechten te reserveeren,. welke het bij den Chineeschen Oosterspoorweg bezit. Japan haastte zich nu de spoorwijdte van het traject Chang-ChunŠPort Arthur terug te brengen tot de normale Europeesche maat, welke tevoren reeds in ChiDa en Korea was aangenomen. De mili¬ taire verbindingslijn van Antung aan de Koreaansche grens tot Moekden werd insgelijks op normale breedte gebracht, zoodat men thans dezelfde spoorwijdte als in Europa heeft van Fusan in Zuid-Korea tot Moekden, en vandaar naar Peking, Hankow en Shanghai. Japan zelf heeft eene aanmerkelijk smaller spoorwijdte. Chang-Chun, waar de zijlijn naar Kirin aanvangt, werd het overgangstation van normaal op breed spoor, en dientengevolge het pufit van scheiding van de Japansche en Russische invloedsspheren. Voor de exploitatie van de Japansche spoorwegen in Manchoerije werd de Zuid-Manchoerijsche Spoorweg- Maatschappij opgericht, een semi-officieel lichaam, waarvan de Japansche regeering de helft der aan- deelen bezit. Buiten rechtstreeksch verband met de Koreaansche gouvernements-spoorwegen werkt deze zeer energieke maatschappij in politieken zin nauw samen met de regeering in Tokyo, en met den gou¬ verneur van het Liaotoeng-Pachtgebied, thans Kwan- toeng geheeten. Ondanks de groote teleurstelling na den Chineesch- Japanschen oorlog, was Japan dus tien jaar later volledig overwinnaar, zoowel in Zuid-Manchoerije als in Korea, dat sedert den Russisch-Japanschen oorlog onder Japan™s protectoraat was gekomen, en in Augustus 1910 definitief werd geannexeerd. De tien volgende jaren tot aan den wereldoorlog waren voor Manchoerije eene periode van ongekenden voorspoed, en nauwelijks voorziene ontwikkeling. Of¬ schoon de haven Newehwang aan de Golf van Pet- chili reeds in 1858 voor den vreemden handel was geopend, zoo had zij toch nimmer beteekenis gekregen. Ook de bloei van Dalny in de jaren onder Russisch beheer had nog den indruk gegeven min of meer kunstmatig te zijn. Geleidelijk echter kwam aan het licht, welke kostelijke gaven de bodem van Manchoerije in zich verborg. De aanleg der spoorwegen had veel geld onder het volk gebracht, en dit werd door de Chineezen gebruikt om steppenland in cultuur te brengen. De nomadische bewoners verlieten het land; de rooverbenden werden meer en meer beteugeld. In het Noorden legde Rusland er zich op toe langs den Chineeschen Oosterspoorweg Russische immi¬ granten te vestigen, waarschijnlijk in de hoop dus¬ doende op den duur zijn politieke kansen te herstellen. Wladiwostoek kreeg een behoorlijke handelshaven; Harbin ontwikkelde zich tot een groote mondaine stad met overwegend Russisch karakter. De route door Siberië nam groote vlucht voor het doorgaand reizigers- en postverkeer. In het Zuiden was de bedrijvigheid der Japanners niet minder groot. Veel meer dan het reeds dicht bevolkte Korea beloofde Manchoerije een uitweg te worden voor het jaarlijks toenemend overschot van bevolking in het moederland. Nu èn Californië èn Australië weigerden Japansche immigratie toe te staan, en nu de weg naar het Zuiden versperd was door de Amerikaansche inbezitneming van de Philip- pijnen (1898), hoopte Japan in Manchoerije en in de aangrenzende deelen van Mongolië een terrein te vinden voor volksplantingen, en tevens een voorraad¬ schuur voor levensmiddelen en grondstoffen. Dairen ontwikkelde zich tot een fraaie, moderne stad, met uitstekend ingerichte haven. In Moekden en in Chang- Chun verrezen zindelijke Japansche settlements naast de morsige oude steden. Aanvankelijk om redenen van hooge politiek onder de aandacht gekomen, zoowel van Rusland als van Japan, bleek Manchoerije voor beiden een bron van onschatbare economische waarde. Ondanks het slechte klimaat, de ijzige winters en de heete zomers, gaf de maagdelijke bodem steeds rijker oogsten aan den landbouw. Verschillende graansoorten, met name kaoliang, gierst, boekweit, maïs, tarwe en zelfs rijst en suikerbieten bleken in Manchoerije te gedijen, maar onder de voortbrengselen wordt toch bij verre de voornaamste plaats ingenomen door de soya- boonen. Zoowel de boonen zelven, als de daaruit ge¬ perste olie, en de overgebleven koeken, zijn uitvoer¬ artikelen van zoodanig belang geworden, dat zij een plaats van beteekenis innemen op de wereldmarkt voor oliehoudende grondstoffen, en zelfs voor de wereldscheep vaart. Tijdens den wereldoorlog was Rusland te zeer door de krijgsverrichtingen in beslag genomen dan dat het aandacht aan Manchoerije kon schenken. Zooveel te meer he^ft Japan in dien tijd kunnen profiteeren van de buitengewoon gunstige conjunctuur voor de oliehoudende producten van Manchoerije, welke aller¬ wegen afzet vonden. Behalve op de bevordering van de boonennijverheid heeft de Zuid-Manchoerijsche spoorweg zich ook toegelegd op de ontginning van kolen (Fushun) en van ijzer (Anshan), welke mate¬ rialen beide zeer noodig zijn voor het economisch welzijn van Japan. En China, zal men vragen, welke rol heeft het gespeeld bij de openlegging van zijne Manchoerijsche provinciën? Voor zoover de Chineesche regeering aangaat is het antwoord gemakkelijk te geven, en wel —geene rolfl. Gedurende de laatste jaren van de Tsing-dynastie, en de eerste jaren van de republiek 1122 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 19 December 1928 (1912) had Peking het te volhandig met zijn eigen zorgen om zich ook nog met Manchoerijsche vraag¬ stukken bezig te kunnen houden. Zooveel te meer heeft de ontwikkeling van het land evenwel te danken aan de medewerking van Chineesche arbeidskrachten. Toen het in Noord-China bekend werd, dat er in Manchoerije geld was te verdienen bij den spoorwegaanleg en in den landbouw, dat ontginbaar land goedkoop was te krijgen, en dat er, dank zij den invloed der vreemden, betrek¬ kelijke rechtszekerheid bestond, toen zijn duizenden en duizenden uit Shantoeng en Ohihli naar Man- choerije getrokken, ten deele als seizoenarbeiders, ten deele ook voor permanente vestiging. Als militair en civiel hoofd van bestuur in Man- choerije zetelde te Moekden, dus in de Japansche invloedsspheer, de onlangs omgekomen Maarschalk Chang Tso Lin, een Chinees uit Shengking geboortig, die zich, na een begin als rooveraanvoerder, ver¬ volgens in militairen dienst tot dien hoogen post had weten op te werken. Sedert onder de republiek de banden met Peking meer en meer verslapten, mocht Chang zich als de ongekroonde Koning van Manchoerije beschouwen. In den Russisch-Japanschen oorlog had hij aan de zijde van Japan gestaan, en deze vriendschap met de Japanners legde hem geen windeieren, want tengevolge van den economischen opbloei van het gewest was de post te Moekden een der voordeeligste in China. Wanneer de heerschzucht van Ohang Tso Lin hem nu maar geen parten had ge¬ speeld, en hij niet voor de verleiding was bezweken om het geheele rijk aan zich te willen onderwerpen, dan had Chang waarschijnlijk een hoogst nuttige rol voor zijn land en voor zijn volk kunnen vervullen. In werkelijkheid verslonden de kosten van twee expedities, eerst naar Peking, en dan verder tot aan den Yangtsze, al de beschikbare fondsen, terwijl de welgestelde Chineezen in Manchoerije ongenadig had¬ den te bloeden. Door de veel te groote uitgifte van ongedekt papier geraakte bovendien het locale ruilmiddel in verdruk¬ king, zoodat de papieren dollar (feng piao) ten slotte minder dan 10 pCt. van een zilveren dollar waard was. De handel leed hierdoor ernstige schade. Het moet echter worden erkend, dat Chang de inwendige rust in zijn uitgestrekt gebied wist te bewaren; de aanwezigheid van Japansche troepen in de spoorweg- zone was daaraan bevorderlijk. Met de Russen stond Chang Tso Lin doorloopend op slechten voet. Na het uiteenvallen van het keizerrijk, had het Soviët-regime natuurlijk geene gelegenheid zich dadelijk met Oost-Azië te bemoeien. In Siberië ontstonden allerlei locale staatjes, welke elkander onderling niets gunden, en langs den Trans- siberischen, zoowel als langs den Chineeschen Ooster Spoorweg werd het dientengevolge chaos. Nadat de Soviët-regeering vrijwillig de exterritorialiteit in China had prijsgegeven, vluchtten vele aanhangers van het oude regime naar de Chineesche tractaat- havens. Noord-Manchoerije in het algemeen, en Harbin in het bizonder verloren daardoor aan beteekenis. Politiek was de invloed van Rusland deerlijk aan het tanen. Zelfs in den gemeenteraad van Harbin veroverden de Chineezen de meerderheid. Deze verlamming van zijn ouden tegenstander bleef in Japan niet onopgemerkt. Hopende de Russen wellicht voor altijd van den Oceaan te kunnen terug¬ dringen, stelde Japan zich gaarne ter beschikking van zijne mede-geallieerden om sterke afdeelingen vrij geraakte Tchecho-Slavische krijgsgevangenen uit Siberië te verlossen. Wladiwostock werd bezet, en tot in de buurt van het Baikal-meer rukten Japansche troepenafdeelingen op. De militaire partij in Japan begon te denken aan eene permanente bezetting van geheel Oostelijk Siberië, en maakte dan ook, nadat in Sept. 1920 de laatste Tchechen waren verscheept, geen haast met de ontruiming. In dit stadium moest Japan tot zijn groote teleur¬ stelling ervaren, dat de mogendheden niet gezind waren alle medezeggenschap in Oost-Azië zonder meer prijs te geven. Vooral zijn machtige buurman aan de overzijde van den Pacific, de Vereenigde Staten van Amerika, toonden verzet tegen eene Japansche hegemonie. Zelfs het bondgenootschap met Groot-Brittannië kon niet verhinderen, dat Japan, evenals bij den vrede van Portsmouth, ook nu weder Wladiwostock en de Kustprovincie aan Rusland moest laten. Tot zekere hoogte heeft Japan het aan zichzelven te wijten, dat zijne bedoelingen in Siberië niet werden gewaardeerd. Immers de andere mogendheden konden niet vergeten, dat Japan na de annexatie van Korea en van Formosa de douanetarieven dermate had verhoogd, dat die landen voor den handel der andere natiën vrijwel zijn uitgeschakeld. Dit voorbeeld werkte niet aanlokkelijk om Japan elders uitbreiding van bezit te veroorloven. In de rumoerige tijden omstreeks 1900 had Amerika zich bij monde van Staatssecre¬ taris Hay uitgesproken voor eene politiek van de open deur in geheel China, d.w.z. eene politiek van gelijke kansen voor alle handeldrijvende volken. In het bizonder stelde Amerika op dat oogenblik reeds groot belang in de potentieele kansen voor den afzet in Manchoerije, omdat de Amerikaansche katoen¬ industrie destijds in staat was met de juist in Noor¬ delijk China gevraagde zware katoenen goederen, drills en jeans, het Britsche fabrikaat te onderbieden. Sedert zijn de Amerikaansche katoenen stoffen op hunne beurt grootendeels door Japansche manufac¬ turen verdrongen. Onder die omstandigheden kon van een protectoraat van Japan over geheel Manchoerije, of zelfs maar over Zuid-Manchoerije, evenmin iets komen als tevoren van een Russisch protectoraat. Door de rivaliteit der mogendheden bleef het zelf ternauwer¬ nood meer samenhoudende zwakke China heer over Manchoerije. Het geheele land, het pachtgebied van Kwantoeng incluis, blijft behooren tot het Chineesche douanegebied. Dairen is na Shanghai en Tientsin de voornaamste handelshaven van China; de aldaar geheven rechten komen ten goede aan den dienst der Chinese Maritime Customs. Eene Engelsche stoomvaart-maatschappij heeft zich onlangs met goed gevolg verzet tegen eene Japansche poging om de vaart tusschen Japaji en Dairen als kustvaart voor de Japansche vlag te willen reserveeren. (Slot volgt). e. D. van Walree. HET VOLKSKREDIET WEZEN IN 1927. ^ Het verslag van het Volkskredietwezen vangt aan met de konstatering, dat 1927 evenals 1926 een gun¬ stig jaar voor de banken geweest is. Het uitstaand be¬ drag nam belangrijk toe; de achterstand, bij de desa- banken reeds jaren lang laag, daalde ook bij de afde- lingsbanken en desaloemboengs tot een ongekend peil; de onkosten verminderden in verhouding tot de om¬ zet en de rentevoet werd dienovereenkomstig bij af- delings- en desabanken verlaagd; het zuiver vermogen der gezamenlike banken steeg met een belangrijk be¬ drag. Deze gunstige toestand was enerzijds het gevolg van de goede oogsten der bevolking, anderzijds te dan¬ ken aan door de volkskredietinstellingen aangebrach¬ te verbeteringen. Dikwels is gevraagd, of de bedragen, die door de overheid en onder haar toezicht, door de pandhuizen en de volkskredietinstellingen, aan de bevolking wor¬ den verstrekt, niet al te groot worden. Daartegenover stelt het verslag, dat het uitgeleende bedrag der kre¬ dietbanken toegenomen is zonder dat deze door kunst¬ matige reklamemakerij haar omzet trachtten te ver¬ groten, zonder dat de voorzichtigheid, bij de uitleen- politiek betracht, verslapt is en zonder dat de indi- *) Vereenvoudigde spelling. 19 December 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 1123 viduele leenbedragen gestegen zijn. Deze laatste zijn zelfs in de laatste jaren veeleer gedaald. Die toeneming van het uitgeleende bedrag is het gevolg van de oprichting van nieuwe desabanken in daarvoor geëigende streken, van de oprichting van bij¬ kantoren in de buitengewesten, van het uitzenden van kasploegen naar allerlei bestuurs- en marktcentra op Java en van het vlotter af werken van leningsaanvra- gen. Al deze maatregelen brengen de banken dichter tot de bevolking, zodat een steeds groter aantal per¬ sonen van de kredietinstellingen gebruik maakt. Een der vraagstukken, die nog niet tot oplossing ge¬ bracht zijn, is de termijnstelling voor afbetalingen. Die oplossing is zo moeilik, omdat zowel het doel der lening als de inkomsten van de lener in de meeste ge¬ vallen onvoldoende bekend zijn. Wat het doel der lening betreft, de lener zelf zal dit in vele gevallen wel voor ogen staan, maar het is zeer goed mogelik, dat de omstandigheden ten slotte tot een andere besteding der gelden leiden. Ook rich¬ ten de leners zich vaak bij het opgeven van de doel¬ einden naar de aflossingstermijnen der bank. —Weet men dat men een leening voor grondbewerking in eena na den oogst moet terugbetalen, één voor handel in 12 termijnen van een maand, en één voor aankoop van vee in drie oogsttermijnen, dan zal de man, wien laatstgenoemde termijnstelling het meest aanlokt, ge¬ neigd zijn veeaankoop als doeleinde op te geven.fl Ook de tijdstippen, waarop zij hun hoofdinkomsten genieten kunnen de meeste leners niet opgeven zodra hun bedrijf enige variatie vertoont. Uit onderzoekin¬ gen van de landbouwkonsulent der Centrale Kas bleek, dat inlandse suikerbo’eren, die uit een oogpunt van landbouwkundige kennis en ekonomies inzicht tot de vooraanstaanden behoren, niet in staat zijn van te voren nauwkeurig op te geven, wanneer zij zouden oogsten en welke gewassen zij daarna zouden planten. De pogingen om een rationeel kredietbedrijf op te zet¬ ten, zo goed mogelik aan de behoeften der leners aan¬ gepast, stuiten dus op de moeilikheid, dat de belang¬ hebbenden zelf zich van die behoeften nog niet pre¬ cies rekenschap kunnen geven. Zij leven, zegt het ver¬ slag, grotendeels nog onbewust, zij zijn aan rationalis- ties denken nog niet toe. —Het is de nog primitieve psyche van den desaman, die de verdere ontwikke¬ ling van het credietwezep in den weg staat.fl Toch zijn het juist de speciale behoeften van de groep der ekonomies meest vooruitstrevenden, waar¬ aan de volksbanken haar biezondere aandacht zullen moeten schenken, omdat hier de kansen op werkelilce vooruitgang het grootst zijn. Verder zullen op den duur het vraagstuk van lang krediet voor duidelik produktieve doeleinden tegen een speciale lage rente¬ voet en dat van verschaffing van vlottend bedrijfs¬ kapitaal aan de inheemse handelaar en industrieel nader onder de ogen moeten worden gezien. De verslaggeefster, de Centrale Kas, verwacht, dat het mogelik zal.zijn deze vraagstukken langzamerhand tot oplossing te brengen, indien een corps administra¬ teurs ontstaan is, dat tot nauwe samenwerking met de centrale instelling en haar kontrolerende ambtenaren gezind is. Met dankbaarheid wordt in het verslag ge- konstateerd, dat tal van administrateurs de laatste tijd van veel vriendschappeliker gevoelens tegenover de Centrale Kas blijk geven dan enige jaren geleden. De samenwerking met de landbouwvoorlichtings- dienst bleef goed. De Centrale Kas maakte over 1927 een winst van …136.000. De volksbanken maken van het krediet der centrale een toenemend gebruik, gevolg van de sterke vermeerdering van de uitzettingen der banken. Het onder de volksbanken gemiddeld uitstaand bedrag steeg van nog geen 4 millioen in 1926 tot ruim … 4,8 millioen in 1927.. Omgekeerd nam ook het door volks¬ banken bij de Centrale Kas belegde bedrag toe. De hoogste kreditstand bedroeg: …7.472.000 ulto Decem¬ ber 1925; …8.124.000 ulto November 1926 en … 8.795.000 ulto December 1927. De uitzettingen der volksbanken op Java en Ma- doera namen belangrijk toe. Uitgeleend werd gedu¬ rende de boekjaren: jaar aantal banken totaal in duizendt. guldens per bank (dui. zendt.) aantal schuld¬ bewijzen per schuld¬ bewijs 1925 1926 1927 71 71 71 42091 45200 49600 593 636 698 573294 653751 712708 73 69 70 De toegenomen uitzet in de laatste jaren is dus alleen het gevolg van een vermeerdering van het aan¬ tal leners. —Uit het feit, dat nog geen 2 pCt. van de bfevolking, d.i. nog geen 10 pCt. der gezinshoofden debiteur bij volksbanken is, blijkt dat het afdeelings- bankwezen voorloopig nog voor belangrijke uitbrei¬ ding vatbaar is.fl Men kan deze mening van de ver¬ slaggeefster delen. Men kan ook van oordeel zijn, dat 10 pCt. der gezinshoofden veel is, in aanmerking ge¬ nomen, dat de inheemse bevolking van Java ook van de desakredietinstellingen en vooral van de pandhui¬ zen heel wat geld leent. Een behoorlik gefundeerd oordeel, niet over de mogelikheid, maar over de wen- selikheid van verdere uitbreiding der uitzettingen, zou alleen mogelik zijn op grond van betere kennis van de uitwerking van het krediet op de volkswel¬ vaart. De cijfers voor de uitzettingen der volksbanken in de buitengewesten gedurende de laatste jaren zijn: jaar aantal banken totaal in duizendt. guldens per bank (dui¬ zendt.) aantal schuld¬ bewijzen per schuld¬ bewijs 1925 1926 1929 19 18 18 10287 11106 13717 541 617 762 44354 47962 60201 232 231 228 Ook in de buitengewesten is de grotere uitzet uit¬ sluitend te danken aan de vermeerdering van het aan¬ tal leningen. Meer nog dan op Java kunnen de ban¬ ken in de buitengewesten haar werkzaamheid nog aanzienlik uitbreiden. De Palembangse Volksbank richtte in 1927 niet minder dan 5 nieuwe bijkanto¬ ren op. De toeneming van het zuiver vermogen (in duizen¬ den guldens) der volksbanken blijkt uit het volgende overzicht: jaar Java en Mad. Buitengewesten 1925 1926 1929 9093 10209 11425 1368 1583 2116 Over het belangrijke punt van de rentevoet der onder de bevolking uitgezette leningen valt te ver¬ melden, dat ook gedurende het verslagjaar wederom verscheidene banken tot verlaging zijn overgegaan. Er waren op Java en Madoera in het verslagjaar 46 banken of 65 pCt. van het totaal, die lagere rente¬ voeten berekenden dan 18 pCt., tegen 36 of 50 pCt. in 1926, en 20 of 28 pCt. in 1925. Het aantal instel¬ lingen op Java en Madoera, dat ten hoogste 12 pCt. berekent, bedraagt tans 14; het aantal dat ten hoog¬ ste 15 pCt. eist, 31. Ook enkele banken in de buiten¬ gewesten gingen over tot een lagere rente. De vermindering in het aantal desaloemboengs op Java schijnt tans zowat tot staan gekomen te zijn; in het verslagjaar werden slechts 127 van deze instellin¬ gen opgeheven. Hun aantal bedraagt tans ruim 6000 en deze schijnen door de bevolking gewaardeerd te worden. De uitgeleende hoeveelheid padi is in de laatste drie jaren weer iets toegenomen. Het cijfer van de achterstand is zeer gunstig. De desabanken op Java en Madoera vermeerderden wederom; 310 bankjes werden opgericht; 32 opgehe¬ ven. Het totale uitgeleende bedrag nam toe va3i … 34,3 tot … 37,2 millioen. Over de dorpsbankjes in de 1124 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 19 December 1928 buitengewesten valt als biezonderheid te vermelden, dat die in de Karolanden niet alleen een opmerkelike groei vertonen, maar ook vrijwel zonder kontrole zeer goed schijnen te gaan. Het Batakse volk toont ook op dit gebied zijn grote ekonomiese aanleg. G. HOOVER™S CONJUNCTUURPOLITIEK. Reeds vóór de aanvaarding van zijn hoog ambt heeft de President Elect der Vereenigde Staten het een en ander doen mededeelen over een door hem ontworpen plan om aan de volkswelvaart in zijn land meer stabiliteit te verzekeren en om de bedenkelijke gevolgen, welke de conjunctuurgolven in het econo¬ misch leven met zich brengen, inzonderheid ten aan¬ zien van de werkloosheid, zooveel doenlijk tegen te gaan. Hoover stelt zich Š en terecht Š op het standpunt, dat de overheid meer tegen de uitwassen der conjunctuur kan doen, dan thans geschiedt, en het middel, dat hij daartoe aanbeveelt, bestaat in het vormen van een groot fonds, waaruit de Overheid in tijden van depressie den aanleg van groote werken kan bekostigen, die zij anders wellicht in hausse-jaren zou hebben doen uitvoeren. Jaarlijks wordt er in de Vereenigde Staten niet minder dan 7 miljard dollar uitgegeven voor —construction workfl en daar¬ van bedraagt het aandeel van de overheid meer dan l X miljard. Wanneer men nu de uitvoering van groote overheidswerken op dusdanige wijze regelt, dat men deze in hausseperioden beperkt en voor tijden van depressie plannen gereed houdt, waarvan de kosten tweemaal het jaarlijks voor dit doel gespen¬ deerde bedrag beloopen, dus rond 3 miljard, zoo kan men door het uitgeven van dit bedrag in tijden van malaise de bedenkelijke gevolgen daarvan zeer merk¬ baar verminderen. Het denkbeeld is niet nieuw. Er zit veel goeds in. Wanneer de overheid, indien redenen van urgentie zich daartegen niet verzetten, de uitvoering van hare groote werken, zooals gebouwen, wegen, havens, ka¬ nalen, enz., bewaart voor tijden van slapte in het bedrijfsleven, zoo oefent zij daardoor zoowel op de arbeids- als op de kapitaalmarkt een zeer gewenschten nivelleerden invloed uit. Op de arbeidsmarkt toch trekt de overheid zich terug in tijden, waarin groote opgewektheid heerscht in het particuliere bedrijfsleven, om juist wanneer de particuliere ondernemingen werklieden ontslaan en de werkloosheid toeneemt, voor de uitvoering van groote overheidswerken arbeidskrachten te gaan vragen. En op de kapitaal¬ markt doet zij hetzelfde: weinig leenen in tijden van hausse, waarin de rentestand omhoog gaat, en lee- ningen sluiten in tijden van depressie, waarin de rente daalt. Naast het bevorderen van een goede geld- en bank- politiek, die zich richt op stabilisatie van de koop¬ kracht van het ruilmiddel, ligt hier voor de overheid een zeer belangrijk terrein van werkzaamheid, dat intusschen in de meeste landen nog onontgonnen is. Men begrijpe goed, dat het hier niet gaat om het uitvoeren van extra werken, die de overheid doet aanleggen, omdat er anders te groote malaise zou ontstaan. De conjunctuurpolitiek, hier bedoeld, is niet een politiek van werkverschaffing op groote schaal als middel tot conjunctuurbestrijding, doch eenvoudig een systematisch verdeelen van groote overheidswerken over verschillende perioden in ver¬ band met de golven van het economisch leven. Als zoodanig is er alles voor te zeggen en zoo moet, naar het ons voorkomt, ook het plan van Hoover worden begrepen. Op eene op 21 November jl. te New Orleans ge¬ houden conferentie van de Gouverneurs van de ver¬ schillende Staten der Unie is het plan van Hoover, die zich destijds reeds op reis had begeven, krachtens telegrafische machtiging van den President Elect uit¬ eengezet door den Gouverneur van den Staat Maine, Ralph O. Brewster. Deze heeft zich voor dat doel doen assisteeren door den bekenden economist William T. Foster, die het in het plan van Hoover vervatte denkbeeld reeds had uiteengezet in zijn tezamen met Waddill Catchings geschreven recente werk, dat den —Amerikaanschenfl titel draagt van —The Road to Plentyfl. Gouverneur Brewster betoogde, welken belangrijken invloed de overheid met haar IV2 miljard jaarlijksche uitgaven voor publieke werken op de conjunctuur kan uitoefenen. Hij verwachtte van de uitvoering van Hoover™s plan groote dingen, wees erop, dat het denkbeeld plaatselijk reeds verwezenlijking had ge¬ vonden in de Staten Pennsylvanië en Californië, en spoorde de aanwezige Gouverneurs aan om het plan in hunne resp. Staten te helpen doorvoeren. Tot eene resolutie is het echter op de bijeenkomst der Gouveneurs niet gekomen. Wellicht dat Gouver¬ neur Brewster, uit wiens rede wij hieronder het een en ander zullen aanhalen, het er in zijne verdediging wat al te dik heeft opgelegd en daardoor velen kop¬ schuw heeft gemaakt. Ook het feit, dat de American Federation of Labor Š ten onrechte Š in het plan- Hoover eene offieiëele bezegeling zag .van de Ameri- kaansche arbeiderspolitiek, zal velen tot voorzichtig¬ heid hebben gemaand. Intusschen hebben zeven Gouverneurs zich bereid verklaard om in hun Staten voorstellen in den door Brewster bedoelden zin aan¬ hangig te maken. Zooals wij zooeven opmerkten, heeft Gouverneur Brewster zich in zijn uiteenzetting van het plan van Hoover niet vrij weten te houden van overdrijving en daarmede aan de zaak, waarom het gaat, ten¬ slotte kwaad gedaan, zoodat een deel van de Ameri- kaansche pers, o.a. het Wall Street Journal, hem terecht op de vingers heeft getikt. In den loop zijner rede maakte Brewster o.m. de volgende opmerkingen: —The creation of such a construction reserve is one of the best forms of insurance against the panics of our past. It may be a cure-all but it certainly will alleviate our ills. In some measure it is possible to do for employment what the Federal Reserve system has done for finance and with equal advantage for the country as a whole. —Picture the approach of an economic crisis with unem¬ ployment threatening on every hand. The release of $ 3.000.000.000 in construction contracts by public and quasi-public authorities would remedy or ameliorate the situation in the twinkling of an eye. Federal indexes are already becoming available that remove the problem from the domain of speculation or opinion and place the need upon a basis of simple factsfl. Dat nu is wel wat al te gemakkelijk geredeneerd en zoo eenvoudig is de oplossing van het conjunc- tuurvraagstuk niet. Wij vermoeden, dat Hoover zelf, als hij t.z.t. uit Zuid-Amerika zal zijn teruggekeerd, wel eene rectificatie van dit betoog zal geven. —In the twinkling of an eyefl verhelpt men ook door groote overheidswerken een omslag van de conjunctuur niet. Daarvoor liggen de oorzaken van dit verschijnsel te diep. Wanneer door nieuwe uitvindingen of andere stimulantia de economische activiteit toeneemt, wordt veelal aan het maatschappelijk productie-apparaat een te groote omvang gegeven; zulks moet onver¬ mijdelijk voeren tot eene hergroepeering der productie¬ middelen en tot afbouw van datgene, wat blijkt teveel te zijn gemaakt. Aan dat proces ontkomt men niet door het doen uitvoeren van groote overheidswerken. Men verzacht er de gevolgen van, maar men zal deze niet geheel kunnen ontgaan. Om slechts één kant van de zaak te noemen, zoo zal het zelfs in een land met betrekkelijk beweeglijke ar¬ beidskrachten als de Vereenigde Staten niet wel mogelijk zijn, om terstond arbeiders, die in bepaalde bedrijven overbodig zijn geworden, bij de uitvoering van overheidswerken aan te stellen. Men make zich dus geen illusies, dat men hier met een soort van panacee te doen heeft, zooals Gouverneur Brewster dat voor mogelijk houdt. Allerlei punten uit Hoover™s voorstel moeten intus- 19 December 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 1125 schen nog worden opgelost. Zoo is het bv. nog niet duidelijk, of Hoover reeds a priori een fonds van 3 miljard dollar wil vormen ter verwezenlijking van zijn plan, welk fonds dus uit belastingen en leenin- gen gevuld zou moeten worden, dan wel of het zijn bedoeling is, dat men voor depressietijden plannen voor overheidsvverken ten bedrage van 3 miljard wil gereed houden en dan eerst tijdens de uitvoering door leeningen of op andere wijze de kosten zal dekken. In het eerste geval rijst de vraag, op welke wijze het fonds in afwachting van de depressie moet worden belegd. Dat zal in elk geval op zoo liquide mogelijke wijze moeten geschieden, desnoods door credietver- leening op korten termijn aan het buitenland. Beter schijnt echter in verband met deze zijde van het vraagstuk de tweede oplossing. Ook voor ons land valt er uit het plan van Hoo¬ ver leering te trekken. Evenals elders toch is in Nederland eene systematische overheidsconjunctuur- politiek in den bovengeschetsten zin nog ver te zoe¬ ken. Met name zou men te dien einde een beter ge¬ bruik kunnen maken van onze sociale verzekerings- fondsen. Zooals de regeling thans worden gaat, komt de belegging van deze fondsen vrijwel geheel aan de overheid ten goede, die daardoor bedenkelijk over- voerd wordt met crediet op langen termijn. Er is alle aanleiding om eens een grondig onderzoek in te stellen naar de vraag, of de belegging der verze- keringsfondsen, welke volgens het huidige stelsel eene leengrage overheid al te gemakkelijk in de kaart kunnen spelen, niet tot heil onzer volkswelvaart dienstbaar te maken ware aan eene verlichting van de euvelen der conjunctuur. G. M. V. S. HET VOORONTWERP-LANDBOUW ARBEIDSWET. II (Slot). Na de algemeene opmerkingen, gemaakt in mijn vorig artikel, begin ik met er op te wijzen, dat bet grootste bezwaar, hetwelk m.i. tegen het ontwerp kan worden aangevoerd, hierin bestaat, dat het wer¬ ken in eigen bedrijf door de leden van het gezin niet geheel is uitgeschakeld. Wel is dit geschied ten aan¬ zien van de echtgenoote van het bedrijfshoofd, van diens dochters van 16 jaar of ouder en van inwonen¬ de vrouwelijke arbeiders van 16 jaar of ouder, niet echter voor zoover betreft het werken door leerplich¬ tige kinderen en jeugdige personen. Zoo verbiedt art. 3, dat een leerplichtig kind land- bouwarbeid verricht. Dit verbod is echter niet van toepassing op lichte werkzaamheden, welke worden verricht door kinderen van 10 jaar of ouder in de onderneming der ouders, mits deze arbeid niet valt onder den schooltijd, behoudens vergunning ingevolge art. 73 der Leerplichtwet, niet aanvangt vóór 8 uur des voormiddags en niet later eindigt dan 7 uur des namiddags. Verder schrijft art. 9 voor, dat personen beneden 16 jaar geen landbouwarbeid mogen verrichten tus- schen 7 uur des namiddags en 6 uur des voormiddags. Ten aanzien van de kinderen van den ondernemer wordt geen uitzondering gemaakt. Alzoo is het verrichten van landbouwarbeid in het bedrijf der ouders verboden voor leerplichtige kin¬ deren, als zij jonger dan 10 jaar zijn geheel, voor leer¬ plichtige kinderen, die ouder dan 10 jaar zijn, tus- schen 7 uur ™s avonds en 8 uur ™s morgens en voor jeugdige personen tusschen 7 uur des avonds en 6 uur des morgens. Wat valt nu van deze beperking van den arbeid in eigen bedrijf te zeggen? M.i. niet veel goeds. In de eerste plaats zou ik willen vragen, hoeveel ambtenaren wel niet noodig zouden .zijn, om dit alles in meer dan 200.000 land- en tuinbouwbedrijven te controleeren. Wil men aan die bepalingen inderdaad krachtig de hand houden, dan leiden zij echter tot onmogelijke toestanden, zonder dat de exploitatie van kinderen en jeugdige personen er door wordt weggenomen of belet, dat andere misstanden worden geschapen of vergroot. Men bedenke hierbij vooral, dat spel en arbeid als¬ mede huishoudelijke en landbouwarbeid moeilijk zijn te scheiden. Verder vallen op eene boerderij voor kinderen altijd allerlei kleine diensten te verrichten, die zij zeer gaarne doen en waarvan in geen enkel opzicht voor hen nadeelige gevolgen zijn te vreezen. Het is juist een groot voorrecht, vooral ook uit paeda- gogisch oogpunt, hetwelk plattelandskinderen hebben boven stadskinderen, dat zij in het bedrijf steeds aller¬ lei interessante en leerzame bezigheden vinden, hetzij bij wijze van spel, hetzij tot hulp der ouders. En nu vrees ik, dat eene eenigszins afdoende controle op de naleving der voorgestelde bepalingen dit groote voor¬ deel grootendeels zal wegnemen zonder de door mij niet ontkende, in sommige gevallen voorkomende on¬ toelaatbare kinderexploitatie ook maar in het minst te beletten. In de eerste plaats zij opgemerkt, dat voor kinderen boven 10 jaar nog altijd de mogelijkheid blijft bestaan, dat zij 11 uur en voor jeugdige personen, dat zij 13 uur per dag landbouwarbeid verrichten, terwijl zij voor en na de in het voorontwerp aangegeven uren nog voor onbeperkten tijd kunnen worden belast met huishoudelijken arbeid of met werkzaamheden in den moestuin, waarvan de producten bestemd zijn voor verbruik in de huishouding. Voorts vrees ik, dat de beperking van den land¬ bouwarbeid voor kinderen en jeugdige personen ten gevolge zal hebben, dat de moeder in het kleine boe¬ rengezin nog zwaarder belast wordt dan thans helaas reeds dikwijls het geval is. Als er één misstand is op het gebied van den landbouwarbeid, dan is het wel de zware taak, die rust op de gehuwde vrouw bij de ex¬ ploitatie van het eigen bedrijf. Zoolang de kinderen klein zijn, is dit misschien onvermijdelijk. In de voor¬ gestelde wet ligt echter de strekking, dezen toestand langer te doen voortduren dan noodig is. Laat mij dit met een paar voorbeelden uit de vele, die voor het grijpen liggen, toelichten. De arbeidsdag begint des zomers in vele bedrijven om 4 a 5 uur. De moeder begint met het huiswerk en de grootere kinderen helpen bij de verzorging van het vee en het melken. Dit zal anders worden. De kinde¬ ren mogen tot het einde van hun 16de jaar niet voor 6 uur ™s morgens landbouwarbeid verrichten. De Mi¬ nister stelt zich voor, dat deze kinderen thans tot 6 uur in ™t bed blijven liggen. Als dat geschiedt, moet de moeder dubbel werk doen. Zij moet bij het huis¬ werk ook nog de taak der kinderen overnemen. Een voordeel zie ik daar niet in. Vermoedelijk echter zal zij de kinderen met het huiswerk belasten en zelf het verzorgen van het vee en het melken op zich nemen. Wat wordt hiermede dan gewonnen, zou ik willen vragen. Een ander voorbeeld. Het is winterdag. De arbeids¬ dag eindigt voor de jongens om 4 a 5 uur. ™s Avonds om bijv. 9 uur moet echter het vee nog worden ge¬ voerd. Vader is uit. De zoon is nog maar 15 jaar en mag na 7 uur geen landbouwarbeid verrichten. Hij moet dus rustig bij de kachel blijven zitten, terwijl moeder de vrouw haar naaiwerk moet neerleggen om het vee te gaan voeren. Het doel, dat de Minister zich bij het beperken van den arbeidsduur van jeugdige personen blijkens de Memorie van Toelichting vooral stelt, is, er voor te zorgen, dat zij een behoorlijke nachtrust genieten. Voortreffelijk naar mijne meening. Doch heeft men eenige zekerheid, dat dit doel werkelijk wordt bereikt? Ik heb er reeds op gewezen, dat door het verrichten van huishoudelijken of tuinarbeid de arbeidsduur on¬ beperkt kan worden verlengd. Maar bovendien zou ik willen vragen, of inderdaad is aan te nemen, dat jeug¬ dige personen, om van leerplichtige kinderen maar niet te spreken, om 7 uur naar bed zullen gaan. Ik 1 126 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN heb nooit meegedaan aan de van landbouwzij.de ge¬ voerde actie tegen den zomertijd. Maar toch kan ik in verband met het hier besproken voorontwerp de opmerking niet achterwege laten, dat de afschaffing van den zomertijd voor de nachtrust van kinderen en jeugdige personen ten plattelailde van ontzaglijk veel meer belang zou zijn dan de voorgestelde regeling van den arbeidsduur. Ik kom thans tot den arbeid der vrouw. Eene vrouw boven 16 jaar mag, behalve wanneer zij bij den werk¬ gever inwoont, geen landbouwarbeid in loondienst verrichten tusschen 7 uur des namiddags en 6 uur des voormiddags. Voor gehuwde vrouwen laat ik dit gaan, al zal het soms misschien veel last en ook wel vermindering van inkomsten voor het arbeidersgezin ten gevolge hebben. Maar waarvoor dient het nu, voor den arbeid der ongehuwde vrouw deze beperking in te voeren? De zorg voor een voldoende nachtrust kan hier toch moeilijk, zooals bij kinderen en jeugdige personen, als argument worden aangevoerd. En er zijn zeker in de geheele arbeiderswereld weinigen, die tot het aanvaarden van ongewenschte arbeidsvoor¬ waarden minder genoodzaakt zijn dan de ongehuwde jonge vrouw, voor wie tallooze wegen openstaan om den kost te verdienen. De toestand is in sommige streken dan ook thans reeds zoo, dat meisjes nog wel bij den boer als dienstbode willen dienen, maar- niet willen melken, zoodat de boerin zich daarmede moet belasten. Ik kom daar niet tegen op. Waarom mag het jonge meisje niet van de voor haar gunstige conjunc¬ tuur even goed profiteeren als ieder ander? Maar voor het bedrijf lastige wettelijke bepalingen in het leven te roepen, die weinig ander resultaat hebben dan dezen toestand te bevorderen, lijkt mij toch moeilijk te verdedigen. Wat het verbod van landbouwarbeid in loondienst kort na de bevalling betreft, daartegen bestaat m.i. geen ander bezwaar dan dat het gezin daardoor wel¬ licht eenige inkomsten derft. Wat ik echter vreemd vind, is, dat de werkgever strafbaar is, indien in dezen eene overtreding wordt begaan. Ik vermoed, dat hier te veel is gekeken naar de industrie, wrnar gehuwde vrouwen in vasten dienst werken. De arbeid der ge¬ huwde vrouw in den landbouw bepaalt zich echter in den regel tot het verrichten van enkele werkzaamhe¬ den in lossen dienst: koren binden, aardappelen rooien, bessen plukken, enz., tot het aanvaarden van welken arbeid geen werkgever haar dwingt. Ook mag worden gevraagd, hoe de werkgever zich moet over¬ tuigen, of een bij hem in het werk zijnde vrouw, van wier levensomstandigheden hij dikwijls niets of wei¬ nig weet, misschien ook kort geleden is bevallen. Hij kan het haar vragen, maar zij zal er natuurlijk belang j bij hebben, eene onjuiste opgaaf te doen, ten einde zich j de arbeidsgelegenheid niet te zien ontgaan. Met het j oog daarop komt het mij wenschelijk voor, althans wanneer men er op staat den werkgever strafbaar te | stellen, te eischen, dat iedere vrouw, evenals in de j industrie, eene arbeidskaart heeft, waarop de datum der laatste bevalling is aan gegeven. Voorts zou ik nog eene opmerking willen maken omtrent den plicht van den werkgever, om vrouwen, die een borstkind hebben, wanneer zij zulks wenscht, gelegenheid te geven, dit kind te zoogen. Wat veran¬ dert door dit voorschrift eigenlijk aan den bestaan- den toestand, mag men vragen. Wanneer thans een dergelijke vrouw de bedoelde gelegenheid wenscht, kan zij dit ook aan den werkgever vragen. Staat deze dit toe, dan is de zaak in orde. Staat hij het niet toe, dan gebeurt het zoogen niet öf de vrouw aanvaardt de werkgelegenheid niet. Onder de voorgestelde regeling zal de werkgever, die geen toestemming wenscht te geven, eenvoudig eene vrouw met een borstkind niet in dienst nemen of ontslaan, als zij van het haar door de wet gegeven recht wil gebruik maken. Soortgelijke opmerking geldt ook voor het geven 19 December 1928 van gelegenheid aan jeugdige personen tot het ont¬ vangen van onderwijs en van den vrijen Zaterdagmid¬ dag voor gehuwde vrouwen en ongehuwde vrouwen, die eene huishouding te verzorgen hebben. Tenzij ik een klakkeloos volgen van de industrieele arbeidswet mag aannemen, komt het mij onbegrijpelijk voor, hoe men er toe is gekomen, voor jeugdige per¬ sonen en voor in loondienst zijnde vrouwen Š behalve wanneer zij bij den werkgever inwonen Š landbouw¬ arbeid op Zondag te verbieden. Zondagsarbeid toch Š dit blijkt o.a. ook uit het te dezer zake door de Staats¬ commissie voor den Landbouw van 1906 ingestelde onderzoek Š komt in den landbouw niet voor dan voor zoover betreft onvermijdelijke werkzaamheden. Zondert men deze bij algemeenen maatregel van be¬ stuur uit, dan heeft het verbod geen zin. Zondert men ze niet uit, dan wordt de taak voor hen, die wel Zon¬ dagsarbeid mogen verrichten, door het verbod ver¬ zwaard. Inzonderheid zal hier m.i. weer de vrouw van den kleinen ondernemer onder lijden. Ik zal het hierbij laten. Wanneer men den arbeid voor de leden van het gezin vrij laat, zijn de bezwaren tegen de voorgestelde regeling niet onoverkomelijk. Het arbeidersgezin zal eenige inkomsten derven en aan den ondernemer zal eenige last worden bezorgd. Belangrijke voordeelen in sociaal opzicht staan daar echter ook niet tegenover. Uit de Memorie van Toelichting blijkt intusschen, dat de Minister zich voorstelt, als de toestand van den landbouw gunstiger wordt, ook den arbeid der vol¬ wassen mannen te beperken. Hierover nog een enkel woord. De oorzaak van den slechten toestand van het landbouwbedrijf is -Š- daar is men het thans vrijwel over eens Š het gevolg van te lage prijzen der land¬ bouwproducten. Verbetering zal dus in de eerste plaats moeten komen van stijging dier prijzen. Deze stijging zal echter zeer belangrijk moeten zijn, wil men eene zoodanige verbetering der arbeidstoestanden in den landbouw mogelijk maken, dat in drukke tijden geen misstanden meer voorkomen en de jaarverdienste in eene redelijke verhouding staat tot de belooning van industrieelen en stedelijken arbeid. Mocht de bedoelde prijsstijging, langs welken weg dan ook, inderdaad komen, dan vrees ik, dat het met een belangrijk deel der voordeelen, die de sociale wet¬ geving voor de industrieele en stedelijke arbeiders heeft gebracht, gedaan zal zijn. Deze arbeiders zullen de eerste levensbenoodigdheden dan zoo duur moeten betalen, dat het zeer de vraag is, of zij bij een acht- urigen arbeidsdag genoeg zullen kunnen verdienen, om te leven. Het is op dit verband tusschen de wettelijke rege¬ ling van den industrieelen arbeid en die van den landbouwarbeid, dat m.i. niet genoeg de aandacht kan worden gevestigd. De toestand is, naar het mij voor¬ komt, aldus: De industrieele arbeidswetgeving brengt voordeelen aan de betrokken arbeiders, doordien de landbouwarbeid niet beperkt is en daardoor de prij¬ zen der landbouwproducten laag zijn. Wil men den landbouwarbeid belangrijk beperken, dan zal men den landbouw, evenals met de industrie het geval is, in staat moeten stellen de door die beperking veroor¬ zaakte verhooging van productiekosten te verhalen op de prijzen. Maar dan gaan de voordeelen der indus¬ trieele arbeidswet voor een groot deel verloren. Voorburg, 6 Deo. 1928. J. Smid. DE LAPLATA-VRACHTENPOOL. Men schrijft ons: Zooals enkele dagen geleden in de dagbladpers werd medegedeeld, is de Laplata-vrachtenpool, die ulto. Juni jl. afliep, terwijl de sedert verscheidene maanden tusschen de betrokken reederijen ter zake eener vernieuwing der betreffende overeenkomst ge¬ voerde onderhandelingen tot geen resultaat leidden, thans voor een duur van drie jaren verlengd. De nieuwe pool-overeenkomst omvat, evenals de vorige, 19 December 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 1127 de havens gelegen tusschen Boulogne eenerzijds en Amsterdam anderzijds; de drie Nederlandsche reede- rijen, die elk een geregelden dienst op de Laplata- rivier onderhouden, t.w. de Botterdam Zuid-Amerika Lijn, Koninklijke Hollandsche Lloyd en Halcyon Lijn, zijn wederom tot de nieuwe pool-overeenkomst toe¬ getreden, terwijl hiervan tevens deel uitmaken ver¬ schillende buitenlandsche reederijen, voor zoover zij één of meerdere havens, gelegen tusschen Boulogne en Amsterdam, in haar vaarplan opnemen. I)e N. R. Crt. wees er in haar toelichting op de gepubli¬ ceerde mededeeling terecht op, dat onderscheid dient te worden gemaakt tusschen de Zuid-Amerikaansche vrachtenconferentie, die beter bekend onder den naam van Outward Continental River Plate Brazil Freight Conference, óók gedurende de periode, dat er geen vrachtenpool meer bestond ononderbroken heeft ge- functionneerd, en de thans wederom tot stand gekomen vrachtenpool. De vrachten conferentie bedoelt niet anders dan de vaststelling der tarieven, welke de daarbij aangesloten reederijen toepassen ; de vrachten – pool daarentegen beoogt de vaststelling van het aandeel, waarop elk zijner leden in het totale vervoer recht heeft, m.a.w. elk der leden toegetreden tot laatstgenoemde overeenkomst krijgt een in gemeen overleg vastgesteld quotum toegewezen. Blijft de totale hoeveelheid der door één der pool-leden ver¬ voerde lading beneden diens quotum of wel wordt dit laatste overschreden dan vindt onderlinge verre¬ kening plaats, m.a.w. elk der leden heeft recht op het voor hem vastgesteld percentage van het totale vervoer der gezamenlijke partijen, niet meer, maar ook niet minder. De thans gesloten pool-overeenkomst geldt uitsluitend voor de Riverplate; de onderhandelingen ter zake van het sluiten eener soortgelijke overeenkomst ten aan¬ zien van Brazilië duren nog voort en zullen, naar verwacht wordt, eerlang eveneens tot overeenstemming leiden. De op de Laplata-rivier varende Duitsche lijnen zijn wel aangesloten bij de vrachten conferentie, doch maken slechts deel uit van de vrachtenpool voor zoover zij één of meerdere havens tusschen Boulogne en Amsterdam aanloopen; haar pool-belang beperkt zich in dit geval dus uitsluitend tot laatstgenoemde havens. De Duitsche Noordzeehavens toch vallen buiten de nieuwe overeenkomst. De verklaring hier¬ voor ligt in de Duitsche voorkeurstarieven ten gunste der laatstgenoemde havens, waardoor de van Ham¬ burg en Bremen varende lijnen in een zooveel gun¬ stiger positie verkeeren dan haar van Antwerpen, Rotterdam of Amsterdam varende concurrenten, dat zij niet bereid zijn toe te treden tot een regeling, die haar van de voordeelen, welke zij door deze kunst¬ matige bevoorrechtingspolitiek genieten, geheel of zelfs gedeeltelijk zou berooven. De huidige positie toont, indien zulks nog noodig ware, eens te meer op zeer duidelijke wijze aan, hoe ernstig de nadeeleu zijn, die onze lijnbedrijven van de Duitsche spoorweg- politiek ondervinden. De thans tot stand gekomen regeling heeft er overigens mede toe geleid, dat enkele speciale vrachten zijn verhoogd; deze verhooging vindt blijkens de toelichting der N. R. Crt. haar oorzaak in de achter¬ lijke haventoestanden in verschillende Zuid-Ameri- kaansche havens, waardoor de despatch als regel zeer langzaam is en de kosten Š men betaalt in de Laplata-havens havengeld per dag Š automatisch stijgen. De thans gesloten pool-overeenkomst kan de resul¬ taten der Nederlandsche participanten niet anders dan gunstig beïnvloeden. Het vrachtenpeil is dooi¬ de Conference geregeld, terwijl onderlinge concur¬ rentie der van Rotterdam, Amsterdam en Antwerpen varende lijnen ten aanzien der door elk te vervoeren hoeveelheid lading door de pool is uitgeschakeld ! Indien thans nog overeenstemming met betrekking tot het vervoer van de Duitsche Noordzeehavens kon worden verkregen, zouden alle voorwaarden, noodig voor een normale ontwikkeling der op Zuid-Amerika varende Nederlandsche reederijen, vervuld zijn* VERZEKERAAR TEGENOVER VERZEKERDE. In een uitvoerig artikel, onder bovengenoemden titel in het nummer van 5 December van dit tijd¬ schrift opgenomen, geeft Mr. B. Kist een aantal opmerkingen ten beste, welke betrekking hebben op een aantal door hem geconstateerde misstanden in het verzekeringsbedrijf, in het bijzonder op het gebied der ongevallenverzekering. Nu verdient het zeer zeker allen lof, indien men ongewenschte verhoudingen opmerkt, daarop de alge- meene aandacht te vestigen en zeer zeker valt het te prijzen, indien men zich daarbij de moeite van uitvoerige beschouwingen getroost. Toch is het na lezing van Mr. Kist™s artikel voor mij de vraag ge¬ bleven, of in dit bijzondere geval wel nut ervan verwacht kan worden. In de eerste plaats schijnt mij toe, dat de schrijver bij zijn lezers meer des¬ kundigheid veronderstelt dan waarop gerekend mag worden. In de tweede plaats is een betoog gebaseerd op slechts zeer enkele citaten nooit zeer geschikt voor het bevorderen van een juist oordeel. En ten slotte maakt Mr. Kist zich aan deze fundamenteele fout schuldig, dat hij, uitgaande van hetgeen hij wil bewijzen, vervalt in een petitio principii. Aangezien dit laatste bij mijn bezwaren tegen Mr. Kist™s betoog hoofdzaak is, veroorloof ik mij enkele opmerkingen allereerst daartegen te richten. —Verzekeraar tegenover verzekerdefl. Is de tegenstel¬ ling die hieruit spreekt, meer dan een schijnbare? Volgens Mr. Kist wel. Aan de eene zijde de assuradeur, ver¬ schanst achter de degelijke borstwering, die de een¬ zijdig opgemaakte polisvoorwaarden voor hem vormen, aan den anderen kant de verzekerde, die maar al te dikwijls moet ervaren, dat hetgeen, waarop hij bij het afsluiten der verzekering meende te mogen rekenen, een ijdele verwachting is geweest. Nu is het niet te ontkennen, dat naar den schijn althans, de verhouding over en weer in de practijk dikwijls zoo is. Tot een juiste beoordeeling behoort echter meer te geschieden dan oppervlakkig waar¬ nemen veroorlooft en een wat verdergaande kennis¬ making met het wezen van de verzekeringsovereen¬ komst doet spoedig inzien, dat, wat op het eerste gezicht een ontoelaatbare belemmering voor de rech¬ ten van den verzekerde schijnt, in werkelijkheid een bepaling van geheel andere orde is. Men mag toch nimmer vergeten, dat in economisch opzicht de taak van den verzekeraar is de verdeeling van het risico te bewerkstelligen, dat zijn verzekerde als enkeling te zwaar zou vallen, en dit te doen dragen door allen, die, in gelijke positie verkeerende, zich ter verzekering tot hem hebben gewend. Afweging van belangen tusschen verzekeraar en verzekerde beteekent dan ook in laatste instantie het scheppen van de juiste verhouding tusschen het individu en de gemeenschap, waarvan hij tot dit bijzondere doel deel uitmaakt en bij de vraag, of een verzekerde in de verzekeringsovereenkomst redelijke belangen gewaarborgd vindt, mag nimmer het belang van den ruimeren kring, gevormd door de gezamen¬ lijke verzekerden tegen hetzelfde gevaar, uit het oog worden verloren. Hieruit volgt ook, dat de eisch van gelijkwaardig¬ heid der partijen anders moet worden beschouwd dan Mr. Kist dit doet en dat zeer zeker, schijnbaar, de positie van den assuradeur mag en zelfs moet preva- leeren boven die van den verzekerde om in wezen daaraan volkomen gelijk te zijn. Wanneer men dit in het oog houdt, ontvalt aan Mr. Kist™s bezwaren in de verschillende door hem geciteerde gevallen elke grond en wordt het daaren¬ tegen zeer twijfeiachtig, of een polis van den aard 1128 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 19 December 1928 als de door hem met den naam —makelaarspolisfl aangeduide aan het economische doel der verzekering wel zal kunnen blijken te voldoen en als zoodanig den verzekerde ten goede kunnen komen. Ik meen goed te doen mijn hierboven geschetste opvatting op de voorbeelden van Mr. Kist toe te passen. Ik neem daarbij aan, dat zij inderdaad ont¬ leend zijn aan de practijk en dat opneming in de meeste polissen gebruikelijk is. In de eerste plaats dan de bepaling, dat van het ongeval binnen 2 x 24 uur moet worden kennis ge¬ geven. Of het niet voldoen daaraan Š gelijk Mr. Kist stelt Š volgens de meeste polissen de vergoe- dingsplicht van den assuradeur te niet doet gaan, betwijfel ik, maar zelfs indien dit zou moeten worden aangenomen, is dan een dergelijke bepaling voor den verzekerde inderdaad zoo onereus? Men kan zich bovendien afvragen, of bepalingen als deze in eerste instantie haar ontstaan te danken hebben aan vrees voor chicanes, gelijk Mr. Kist aangeeft en niet veel¬ eer uit den begrijpelijken wensch naar een goede en doeltreffende controle ook in normale gevallen. Hieruit volgt, dat de assuradeur, indien hij over¬ schrijding van den termijn te goeder trouw en binnen redelijke grenzen toelaat, allerminst onverplichte coulance in t oepassing brengt, doch doet wat des goeden assuradeurs is. De remedie van de door Mr. K. aangehaalde —makelaarspolisfl is dan ook Š nog afgezien ervan, dat zij naar mij voorkomt in een goed ingericht bedrijf in het geheel niet past Š geenszins noodig voor wie zich eraan houdt uit¬ sluitend bij betrouwbare assuradeuren dekking te zoeken. Een tweede bepaling, waaraan de heer Kist zich heeft gestooten, is die krachtens welke de verzekerde, die op het oogenblik van het ongeval, in ziekelijke omstandigheden verkeerde, waardoor de gevolgen van het ongeval vergroot zijn, slechts recht heeft op de uit- keering, waartoe volgens het inzicht van den me- dischen adviseur van den verzekeraar, deze tegenover een normaal persoon, door hetzelfde ongeval getroffen, verplicht zou zijn. Ook hier heeft Mr. Kist, naar ik geloof, den alge- meenen regel doen achterstaan bij het individueel belang van den verzekerde. Gelijk hij zelf zegt, is de premie berekend aan de hand van het gemiddelde (normale) risico. Inderdaad, maar behoort daartoe de factor ontleend aan de buiten het kader van de on¬ gevallenverzekering liggende kans op ziekelijke om¬ standigheden? Naar mijne meening geenszins en de verzekerde, die niettemin op de vergoeding van daar¬ aan te wijten schade aanspraak zou willen maken, zou de juiste verdeeling van het risico over de ge¬ zamenlijke verzekerden ten onrechte verstoren. Dit te voorkomen is ongetwijfeld ook de bedoeling van de bepaling en niet de wensch een opzettelijke selectie van verzekerden, die weten, dat zij een abnormaal risico opleveren, tegen te gaan. Daarvoor immers zou een voorwaarde moeten zijn, dat, het ongevallen¬ risico erdoor abnormaal zou worden beïnvloed, wat hier zeer zeker niet het geval is. Mr. Kist voegt aan dit deel van zijn betoog toe, dat de bepaling in de practijk ook bij goede ver- zekering-maatschappijen aanleiding tot moeilijkheden heeft gegeven. Ik zou hierbij willen aanteekenen, dat er wel geen polisredactie zal te vinden zijn, die ver¬ schil van opvatting uitsluit. Of met het oog op het doel der verzekering Š de billijke verdeeling van het risico Š hierin aanleiding kan gelegen zijn be¬ palingen, die men op andere gronden onmisbaar oordeelt, te doen vervallen, waag ik intusschen te betwijfelen. Zeker de beste afdoende oplossing van deze en dergelijke bezwaren ware ongetwijfeld een polis zonder condities van welken aard ook, doch waar zou ik willen vragen, vindt men den idealen ver- verzekerde en den idealen assuradeur, die in staat zouden zijn dit instrument te hanteeren ? Vervolgens de sectie! Verliezen inderdaad de nabe¬ staanden van een ten gevolge van het ongeval over¬ ledene in alle gevallen het recht op uitkeering als zij zich tegen de sectie, die de verzekeraar verlangt, verzetten ? Hiervoor geldt hetgeen ik reeds met be¬ trekking tot den termijn van aangifte opmerkte, waaraan ik nog zou willen toevoegen, dat ook hier de assuradeur, die zonder gegronde reden Mr. Kist™s conclusie tot de zijne zou maken, m.i. geen groote kans zou hebben een eventueel proces daarover te winnen. M.i. terecht zou hem worden tegengeworpen, dat hij toch eerst zou hebben te bewijzen, door de handelwijze van de belanghebbenden geschaad te zijn. Of dit bewijs hem gemakkelijk zou vallen, betwijfel ik. Ten slotte de vraag der arbitrage. Ik verlaat hier mijn oorspronkelijk punt van uitgang, gelegen in ons verschil in opvatting ten aanzien van den belangen¬ strijd tussehen verzekeraar en verzekerde. Doch ook hier kan ik niet met den schrijver instemmen. Het lijkt mij toch bij een zoo gecompliceerde ma¬ terie als een overeenkomst van ongevallenverzekering is, niet anders dan natuurlijk, dat het middel van arbitrage niet voor alle geschillen te gebruiken is. Voor de uitlegging der polisvoorwaarden zal een jurist met praktijk op het gebied der verzekering of een ervaren verzekeraar de aangewezen arbiter zijn. Voor de medische zijde van eventueele verschillen is hun voorlichting daarentegen van geen waarde. Daar echter is ook de mogelijkheid, dat beslechting van geschillen noodig zal zijn, veel geringer. Althans voor zoover daarbij aan beide zijden een gelijkwaardig deskundig oordeel van nut zou kunnen zijn. Daartoe is de medische wetenschap te zeer exact en al is zeer goed denkbaar, dat de verzekerde volkomen te goeder trouw zijn toestand als een bepaalde mate van inva¬ liditeit opvat, Š om Mr. Kist™s eigen voorbeeld aan te halen Š dat een door hem geraadpleegd bevoegd medicus eveneens te goeder trouw spoedig met den deskundige van de maatschappij van oordeel zou ver¬ schillen, ligt niet zoo voor de hand. Het doel van arbitrage, het verkrijgen van de hoogste billijkheid, komt hier ook niet zoozeer in aanmerking als het vaststellen van de exacte waarheid, gegrond op deskundige waarneming. Waartoe zou dit niet aan den ervaren deskundige van den verzekeraar mogen worden overgelaten, wiens onafhankelijkheid als wetenschappelijk man toch boven verdenking ver¬ heven behoort te zijn ? Bovendien kan, als de verze¬ kerde zich benadeeld acht, toch altijd nog de tusschen- komst van den rechter worden ingeroepen. Immers, hoe men overigens over de uitsluiting van diens bevoegd¬ heid in arbitrageclausules moge denken, dat daarvan in deze materie sprake zou zijn, komt mij niet aan¬ nemelijk voor. Het schijnt mij trouwens toe, dat Mr. Kist zich ook hier te veel op het standpunt plaatst, dat in de reeks van den verzekerde opgelegde ver¬ plichtingen een pressie van de zijde van den assu¬ radeur wordt uitgeoefend, welke niet alleen onge¬ oorloofd is, doch waaraan de verzekerde niet ont¬ komen kan. Ik verwijs slechts naar de plaats, waar hij spreekt van arbitragecZiaorep en zijn verwijzing naar de Fransche wet, die ik nog wel niet heb kunnen raad¬ plegen, doch die tochŠ Mr. Kist™s eigen omschrijving wijst erop Š zeker niet alle arbitrage in verzekerings¬ overeenkomsten uitsluit. Uit het bovenstaande volgt terstond, dat ik de door Mr. Kist aanbevolen bepalingen van de nieuwe polis geenszins als een verbetering beschouw. Hetgeen de schrijver zelf daarover nog zegt, bevat trouwens een reeks van moeilijkheden, waarvoor geen of althans geen bevredigende oplossing wordt gegeven. Hoe b.v. een jurist zonder bezwaar een medisch ge¬ schil tussehen medici kan beslechten is mij volkomen onbegrijpelijk. Ik heb mij bij de bovenstaande bespreking van Mr. Kist™s artikel beperkt tot de stof zelf. Daarom tot slot nog de opmerking, dat in den aanhef van 19 December 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 1129 zijn artikel een overzicht en een omschrijving van verschillende gebruikelijke polisformulieren voorkomt, waarop nog wel wat af te dingen zou zijn. Ten einde met mijn opmerkingen echter niet op zijsporen te geraken heb ik de voorkeur eraan gegeven, de be¬ spreking van mijn bezwaren in dit opzicht achterwege te laten. H. T. Asser. * * * Naschrift. Mr. H. T. Asser staat bij het be¬ schouwen van de verzekeringsovereenkomst op een ander standpunt, dan dat, waarop mijn opmerkingen in een vorig nummer van dit tijdschrift zijn geba¬ seerd. Als ik hem goed begrijp, verklaart hij de al of niet prevaleerende positie van den verzekeraar aldus: Men mag de verzekeringsovereenkomst niet vergelijken met andere overeenkomsten. De verze¬ keraar immers verdeelt het risico, dat elke verze¬ kerde loopt, over allen, die bij hem tegen hetzelfde gevaar verzekerd zijn. Het belang van den enkelen verzekerde staat dus bij het opmaken der verze- kerings-voorwaarden niet op den voorgrond, maar moet wijken voor het gemeenschappelijk belang van alle verzekerden. Het standpunt echter, waarvan ik uitging, was zuiver privaatrechtelijk. Ik beschouwde de overeen¬ komst, die de verzekeraar sluit met den verzekerde, op zich zelf en onafhankelijk van mogelijke verdere overeenkomsten van dien verzekeraar met andere verzekerden. Voor elk van die overeenkomsten afzon¬ derlijk geldt nu eenmaal het privaatrecht. Onze betoogen gaan dus, althans wat de hoofdzaak betreft, langs elkaar heen. Men zou m.i. de verzekeringsovereenkomst aldus kunnen zien: Aan de eene zijde den aspirant-verze- kerde, dekking vragende tegen betaling van premie; aan den anderen kant den verzekeraar, dekking aanbiedende tegen betaling. Ook hier geldt de wet van vraag en aanbod. Is de vraag naar dekking groot en het aanbod gering dan kan de verzekeraar eischen stellen in den vorm van hooge premies of rigoureuze voorwaarden. Op het oogenblik kan men dezen stand van zaken bijvoorbeeld bij de Crediet- verzekering constateeren. Wordt het aanbod daaren¬ tegen grooter dan de vraag, dan zal de verzekeraar water in zijn wijn doen en de premies verlagen of de voorwaarden ruimer stellen. Een conjunctuurkwestie dus. Bij de ongevallenver-zekering stond m.i. totdusver de verzekeraar sterker; wanneer straks wellicht het aanbod grooter en de concurrentiestrijd zwaarder wordt, zullen den verzekerde ongetwijfeld gemakke¬ lijker voorwaarden worden verleend. In mijn opstel citeerde ik enkele thans gebruike¬ lijke verzekeringsvoorwaarden, die naar mijn meening voor den verzekerde onbillijk konden werken. Mr. Asser acht die voorwaarden niet onbillijk. Het heeft dunkt me weinig nut om op deze kwestie van appre¬ ciatie nader terug te komen; ook zal ik Š om dit naschrift niet noodeloos te rekken Š zwijgen over enkele, mij niet recht duidelijke, punten in het be¬ toog van den Heer Asser Š die tot mijn spijt blijkbaar in geen enkel opzicht met mij kan instemmen Š ten aan¬ zien van de werking en de gevolgen van die voor waarden. Gaarne echter moge ik tot slot wijzen op een opmerking van Mr. Asser, waarmede ik het geheel eens ben. Ik bedoel de opmerking, dat wijziging van de voor¬ waarde: verplichte kennisgeving van het ongeval binnen 2 maal 24 uur, —geenszins noodi. (is) voo.r wie zich er aan houdt uitsluitend bij betrouwbare assuradeuren J) dekking te zoekenfl. Dit is voor mij nu juist het bewijs, dat de bedoelde voorwaarde niet deugt, omdat zij den verzekerde afhankelijk maakt van de betrouwbaarheid van den verzekeraar. En met mijn opstel beoogde ik te wijzen op die afhan¬ kelijkheid en te pleiten voor verzekeringsvoorwaarden, die den verzekerde zekerheid verschaffen ten aanzien van zijn rechten en aanspraken. b. Kist. i) (cursiveering van mij. K.) DE RIJKSMIDDELEN. in dit nummer treft men aan het gebruikelijke overzicht van de opbrengst der Rijksmiddelen over de maand November 1928, in vergelijking gebracht met de overeenkomstige cijfers van November 1927. De gewone middelen brachten in de afgeloopen maand … 42.561.600 op tegen …42.231.900 in Novem¬ ber 1927 en vertoonen mitsdien een vooruitgang van … 329.700. De totale opbrengst overtrof de raming met een bedrag van … 3.730.200. De totaal-opbrengst over de eerste elf maanden van dit jaar bedroeg … 449.357.500, d.i. … 10.302.400 min¬ der dan in hetzelfde tijdvak van het vorige jaar. Daarentegen werd de raming in genoemde periode met … 22.211.900 overschreden. Zooals reeds meerma¬ len werd opgemerkt, is eene vergelijking tusschen raming en opbrengst nog steeds onzuiver, daar bij de ramingen voor de personeele belasting en de inkom¬ stenbelasting met belastingverlagingen is rekening gehouden, welke zich gedurende het eerste halfjaar nog niet of nog slechts in geringe mate hebben doen gevoelen en die ook overigens nog niet ten volle kon¬ den doorwerken. Neemt men intusschen in aanmer¬ king, dat de bedoelde belastingverlagingen voor het geheele jaar op …21.500.000 werden gesteld, terwijl de opbrengst over 11 maanden reeds ruim … 22 mil- lioen boven het geraamde opbrengstcijfer steeg, dan blijkt hieruit, dat de loop der middelen tot dusver niet onbevredigend moet worden geacht. In vergelijking met de overeenkomstige maand van het vorige jaar vertoonden de inkomstenbelasting, het statistiekrecht, de wijn-, de gedistilleerd, de bier¬ en de suikeraccijns, de belasting op gouden en zilve¬ ren werken, de belasting op rijwielen, de zegelrechten en de domeinen een hooger opbrengstcijfer. Daaren¬ tegen hrachten minder op de grondbelasting, de per¬ soneele belasting, de vermogensbelasting, de dividend¬ en tantièmebelasting, de rechten op den invoer, de zout-, de geslacht- en de tabakaccijns, de registratie¬ rechten, de rechten van successie, van overgang bij overlijden en van schenking, de jacht- en visscherij- akten en de loodsgelden. De meeste middelen liepen dus in opbrengst terug. Dat per saldo een hoogere inkomst kon worden geboekt, was grootendeels aan de inkomstenbelasting toe te schrijven. In tegenstelling met de vorige maand gaf de grond¬ belasting ditmaal een daling in opbrengst te zien (van … 105.000). Ook de raming werd niet bereikt (nadeelig verschil ruim …207.200). Waar dit middel in sommige voorafgaande maanden van het jaar ruim heeft gevloeid, kwam over 11 maanden …481.000 meer binnen dan in hetzelfde tijdvak van 1927, terwijl 11/12 der raming met …1.868.000 werd overtroffen. Tegenvallen kan de grondbelasting in ieder geval niet meer, daar van Januari t.m. November reeds …118.000 inkwam boven het geheele voor 1928 ge¬ raamde opbrengstcijfer. Ook de personeele belasting gaf een mindere in¬ komst dan in November 1927. Het decres beliep … 181.900 en deed de opbrengst over de eerste elf maanden … 1.526.800 dalen beneden die van dezelfde periode van het vorige jaar, welke teruggang aan de bij de wet van 28 December 1926 (Staatsblad No. 432) tot stand gebrachte belastingverlaging moet wor¬ den toegeschreven. Gerekend over elf maanden werd de raming evenwel met …4 926.900 overschreden. Zelfs kwam tot dusver reeds … 3.051.900 méér binnen dan het geheele voor 1928 geraamde bedrag. Bij dit laatste dient echter te worden bedacht, dat de bedoel¬ de middelenpost … 6/4 millioen lager werd geraamd dan voor het vorige jaar, terwijl de belastingverla¬ ging, die tot een terugbrengen van de raming aanlei¬ ding gaf, in de eerste helft van het jaar nog maar in beperkte mate kon worden gevoeld. Voor 1929, wan¬ neer de belastingverlaging geheel zal doorwerken, kunnen uit de ruime opbrengst van 1928 dus geen optimistische conclusies worden getrokken. 1130 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 19 December 1928 De inkomstenbelasting gaf een niet onbelangrijke stijging te boeken (van …680.700). Vermoedelijk is dit accres te danken aan een inhalen van achterstand, die in de vorige maanden was ontstaan. De raming werd in de afgeloopen maand met ruim … 2.780.000 overschreden, waarbij intusschen moge worden opge¬ merkt, dat de maand November voor de inkomstenbe¬ lasting doorgaans gunstig is. Bij vergelijking van de ontvangsten uit deze belasting over de eerste elf maanden van 1927 en 1928 blijkt, dat de opbrengsten als volgt over de verschillende dienstjaren kunnen worden verdeeld: Jan. t/m. Nov. 1927 Jan. t/m. Nov. 1928 1924/25…. f 1.794.900 Š 1925/26…. — 4.577.600 f 850.300 1926/27…. — 62.523.400 — 3.393.400 1927/28…. — 24.925.100 — 62.410 900 1928/29…. — Š — 18.675.100 Totaal. f 93.821.000 f 85.329.700 Uit bovenstaand staatje volgt, dat tot dusver in het loopende jaar … 8.491.300 minder werd ontvangen dan in het tijdvak Januari t.m. November van 1927. Voor een deel is dit decres aan achterstand in de aau- slagsregeling 1928/1929 te wijten. Ook komt de ver¬ laging van het tarief in dezen teruggang tot uitdruk¬ king, terwijl tenslotte moge worden gewezen op de omstandigheid, dat de snellere invordering, die de ontvangsten uit de oude dienstjaren in 1927 gunstig beïnvloedde, thans geen voordeel meer oplevert. De raming werd, gerekend over elf maanden, met … 7.413.000 overschreden, doch dit cijfer is mislei¬ dend, daar de belastingverlaging, in verband waar¬ mede de betreffende middelenpost … 15 millioen lager werd gesteld, eerst met 1 Mei jl. in werking trad en zich dus nog niet in haar volle zwaarte kon doen ge¬ voelen. Dank zij de ruime ontvangst van November jl. kon in de eerste elf maanden reeds … 329.700 wor¬ den geboekt boven het geheele voor 1928 geraamde opbrengstcijfer (… 85.000.000), een resultaat, dat uiteraard tot tevredenheid stemt, al zegt het ook niets voor den verderen loop van dit middel. De vermogensbelasting bleef zich in dalende lijn bewegen en leverde in de afgeloopen maand … 99.600 minder op dan in de gelijknamige maand van 1927. Oorzaak van deze daling is vermoedelijk een geringe vertraging in de aanslagsregeling van den loopenden dienst. Door dezen tegenvaller daalde de opbrengst over de eerste elf maanden … 275.300 beneden die van hetzelfde tijdvak van 1927. Ook de raming werd in de eerste elf maanden niet gehaald (nadeelig verschil …1.664.800). Het vermoeden is gewettigd, dat, niet¬ tegenstaande de vermogensbelasting in de laatste maand van het jaar meestal ruime opbrengsten geeft, toch de geheele raming in het loopende jaar niet zal worden bereikt. De dividend- en tantièmebelasting gaf opnieuw een lagere inkomst, zij het tot het niet zeer belangrijke bedrag van … 48.600). Waar de daling in opbrengst – voor dit middel nu reeds een half jaar onafgebroken aanhield, valt het niet te verwonderen, dat, gerekend over elf maanden, … 1.804.900 beneden de opbrengst van dezelfde periode van 1927 en … 2.631.000 minder dan 11/12 der raming binnenkwam. En wel is de mo¬ gelijkheid niet geheel uitgesloten, dat het tekort in de laatste maand van het jaar eenigszins wordt inge¬ haald, doch de kans is uitermate gering, dat de divi¬ dend- en tantièmebelasting in December nog ruim …4.380.000 zou opbrengen. Veilig kan dan ook reeds nu worden geconstateerd, dat de verhooging van het geraamde opbrengstcijfer (… 21.000.000 tegen … 15.000.000 voor 1927) niet door de uitkomst wordt gerechtvaardigd. Blijkbaar hebben vele ondernemin¬ gen lagere dividenden uitgekeerd dan het vorige jaar; met name hebben de geringere cultuurwinsten in Indië een ongunstigen invloed op den loop van dit middel uitgeoefend. De invoerrechten gaven ditmaal een geringe da- ling in opbrengst te zien (van … 9.200). Daarentegen gaf het statistiekrecht een surplus van … 15.800 boven de opbrengst van November 1927. Waar beide midde¬ len in de voorafgaande maanden van het jaar bijzon¬ der ruim hebben gevloeid, maken zij over het tijdvak Januari t.m. November een zeer goed figuur. Zoowel de opbrengst van het vorige jaar als 11/12 der raming werden bij beide belastingen belangrijk overschreden, bij de invoerrechten met onderscheidenlijk … 4.083.900 en … 6.144.500, bij het statistiekrecht met respectie¬ velijk … 209.000 en … 277.700. Tot dusver gaven de in¬ voerrechten reeds … 1.419.500 méér dan het geheele voor 1928 geraamde bedrag, een voor de schatkist on¬ getwijfeld bevredigende uitkomst. De accijnzen gaven een onderling geheel verschil¬ lend beeld te zien. De zoutaccijns liep opnieuw terug, thans met het overigens vrij onbelangrijke bedrag van … 2.300. Vrijwel constant gaat de loop van dit middel achteruit; in 11 maanden kwam reeds … 158.800 min¬ der dan in dezelfde periode van 1927 en … 220.400 be¬ neden 11/12 der raming binnen. Het geslacht gaf evenzeer een lagere opbrengst (van … 51.000), welke evenwel door de ruime ontvangsten in de vorige maan¬ den van het jaar wordt gecompenseerd. De wijnaccijns accresseerde met … 15.600, doch hierdoor kon de te¬ ruggang der vorige maanden niet worden te niet ge¬ daan. De gedistilleerdaccijns leverde … 573.900 meer voor de schatkist op, doch deze vooruitgang is slechts schijnbaar, daar de maand November in 1927 vier verschijndagen van den krediettermijn telde tegen vijf in 1928. Per slot van rekening blijkt dus in de afgeloopen maand per week minder veraccijnsd te zijn dan in dezelfde maand van 1927. Het bier gaf … 207.500 meer te boeken, vermoedelijk wegens een meerder verbruik in den afgeloopen mooien zomer, waardoor de voorraden moeten worden aangevuld. Ook de suikeraccijns bracht meer op (… 145.000), het¬ geen niet aan een verschil in krediettermijnen kan worden toegeschreven; de lage prijs van het artikel schijnt op het verbruik een stimuleerenden invloed uit te oefenen; gerekend over 11 maanden kwam … 2.245.300 meer dan 11/12 der raming binnen. De tabakaccijns tenslotte leverde … 96.800 minder op dan in November 1927. Deze teruggang wordt evenwel ruimschoots gedekt door de hoogere ontvangsten in de voorafgaande maanden van het loopende jaar. De belasting op gouden en zilveren werken steeg met … 5.200. De zilver-industrie floreert weer gerui- men tijd, waarin de hoogere opbrengsten, die reeds maanden lang zijn waar te nemen, hare verklaring vinden. De belasting op rijwielen leverde voor de ge¬ wone middelen nog … 1200 op (… 900 meer dan in No¬ vember 1927). Tot dusver kwam uit dit middel aan de gewone middelen f 625.000 ten goede, zijnde 10 pCt. van de totale opbrengst. De zegelrechten gaven in de afgeloopen maand …474.700 meer te boeken, waarvan … 250.900 op re¬ kening komt van een ruimer vloeien der beursbelas¬ ting. Van Januari t.m. November werd uit deze wis¬ selvallige belasting … 581.300 meer ontvangen dan in hetzelfde tijdvak van 1927, doch …496.300 minder dan 11/12 der raming. De registratierechten liepen terug met … 977.000. De opbrengst van November 1927 was echter buitengewoon hoog. In de voorafgaande maanden heeft dit middel ruime ontvangsten opge¬ leverd ; gerekend over 11 maanden gaf het loopende jaar dan ook … 3.356.500 boven het vorige jaar en … 3.998.200 boven 11/12 der raming. Zelfs kwam reeds … 2.164.900 meer binnen dan het geheele voor 1928 geraamde opbrengstcijfer. De successierechten vertoonden een daling van … 225.100, gevolg van de verlaging van het recht. Voornamelijk komt dit tot uitdrukking in de op¬ brengst van Januari t.m. November 1928, die … 8.373.000 minder bedroeg dan die van hetzelfde tijd¬ vak van 1927. Gerekend over 11 maanden werd de raming niet bereikt (ontvangst …802.500 lager). De domeinen gaven in de afgeloopen maand 19 December 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 131 … 28.400 meer te boeken, hetgeen aan toevallige om- standigheden is toe te schrijven. Daarentegen lever¬ den de jacht- en visscherijakten … 600 minder op. De loodsgelden stelden opnieuw teleur; het decres beliep ditmaal … 20.400 en deed de opbrengst over de eerste elf maanden … 85.100 dalen beneden die van dezelfde maanden van 1927 en …414.100 beneden 11/12 der ra¬ ming. Neemt men evenwel in aanmerking, dat de ra¬ ming voor 1928 … 1.400.000 hooger is gesteld dan voor 1927, dan verliest deze teruggang veel van haar beteekenis. De inkomsten van het —Leeningfondsfl, die gaan¬ deweg achteruitloopen, bedroegen in de afgeloopen maand …8.352.100 tegen …8.606.300 in November 1927. Van eerstgenoemd bedrag was bijna … 5.159.000 aan de Yerdedigingsbelasting te danken. Het zegel¬ recht van buitenlandsehe effecten vertoonde een stij¬ ging van … 25.300, hetgeen op een meerdere emissie- bedrijvigheid ter beurze wijst. In de eerste elf maan¬ den werd in totaal … 73.877.500 ontvangen. In het¬ zelfde tijdperk van 1927 kwam … 92.387.700 binnen. Voor het —Wegenfondsfl kon in de afgeloopen maand … 361.100 worden geboekt, waarvan … 10.400 rijwielbelasting. De opbrengst over elf maanden be¬ liep … 13.311.700, waarvan … 5.624.600 rijwielbelasting. In de maanden Januari t.m. November 1927 werd in totaal … 6.454.400 voor het Wegenfonds ontvangen. AANTEEKENINGEN. Nikkelen Guldens en Rijksdaalders. Reeds meermalen werd in de kolommen van dit weekblad gewezen op de wenschelijkheid om onze teekenmunt te vervaardigen uit een goedkooper metaal dan zilver. Wij verwijzen in dit verband naar de aan deze quaestie gewijde artikelen van Prof. Dr. O. A. Verrijn Stuart en Mr. C. W. Ritter, resp. in E.-S. B. van 22 Aug. en 5 Dec. 11., waarin duidelijk wordt uiteengezet, welke belangrijke baten uit zulk eene hervorming van ons muntwezen zouden voort¬ vloeien, zonderdat ook maar eenigszins zou worden tekort gedaan aan de beginselen van een gezond ruilmiddel. In de vergadering der Tweede Kamer is deze zaak ter sprake gebracht door Prof. Mr. Dr. Ant. van Gijn, die het volgende opmerkte: Nog een paar woorden over het overgaan tot nikkelen pasmunt, waaronder ook verstaan worden nikkelen guldens en rijksdaalders, en wat dus eerst mogelijk zou zijn, als de rijksdaalders en guldens ten onzent tot pasmunt zijn ver¬ klaard, wat m. i. ook urgent is, nu wij die munten van lichter gehalte gaan maken. Ik heb behoord tot hen, die de Regeering aanspoorden tot de nu begonnen ommunting van ons zilver. En waar de Munt in Utrecht toch niet genoeg werk had, is die ommunting op zich zelf een nuttige zaak. Maar de ideeën marcheeren snel op dit terrein. Dat het er niets op aankomt, dat pasmunt niet uit edel metaal bestaat, ook niet de stukken van de grootste waarde, omdat pasmunt zijn waarde geheel ontleent aan een vaste verhouding tot de standaardmunt, dat wist men al heel lang. Toch maakte men de pasmunt van hoogere waarde, veelal van zilver. En zulks om te gemoet te komen aan de ideeën der bevolking, die meende, dat ook bij pasmunt de waarde zit in het metaal. Vooral in landen, waar de inflatie sterk is geweest, is die volksmeening van belang. Maar langzamerhand gaan toch steeds meer mensehen zich afvragen: waarom worden die munten van een kostbaar metaal gemaakt? Waarom zit er in een kwartje nog voor 8 a 10 cent zilver, terwijl het net zoo goed van nikkel kon worden gemaakt en dan misschien 1 cent aan metaal kostte? En nog sterker, als onze gulden en rijksdaalder pasmunt worden, waarom maken wij dan guldens en rijks¬ daalders, waarin voor 35 cent en voor 87 cent zilver zit, terwijl nikkelen enkele centen aan metaal zouden kosten! Het eenige wat van belang is, is, dat men de pasmunt niet gemakkelijk namaakt, en dat namaken is nog veel gemakkelijker van een zilveren dan van een nikkelen of aluminium munt. In Zwitserland is men te dezer zake reeds zoo ver ge¬ komen, dat men een commissie heeft benoemd om na te gaan, of niet alle munt, behalve dan de gouden munt, de standaardmunt, van nikkel kon worden gemaakt. De com¬ missie gaat in haar rapport niet zoo ver. Zij heeft voor¬ gesteld de 5-f ranc-stukken nog van zilver te blijven maken, zij het dan van veel lichter gehalte. Maar alles daaronder wil ze van nikkel gemaakt zien. Dat is een eerste belangrijke stap. Ik geloof, dat hij, spoediger dan men nu denkt, gevolgd zal worden door de consequentie, om nu ook nikkelen 5-f ranc-stukken te maken. En als één land het voorbeeld geeft, dan zullen er wel spoedig andere volgen, om de groote besparingen, die daar¬ mede te maken zijn. Maar als meer landen tot dien maat¬ regel komen, dan wordt het zilver, dat uit de oude munten komt, moeilijk te verkoopen; de waarde daarvan daalt sterk en aan den anderen kant neemt dan de vraag naar nikkel zoo toe, dat de prijs daarvan stijgt. Wie het eerst of onder de eersten tot den maatregel overgaat, zal er het grootste voordeel van hebben. Ik geloof dus, dat onze Regeering zeer wakker op dit punt moet zijn en op het Zwitsersche voorbeeld zich ernstig moet afvragen, wat zij in dezen moet doen. Misschien ware een nieuwe commissie te benoemen om deze zaak in studie te nemen. Ik zou daarvoor gevoelen. Misschien is het ook voldoende, dat de Regeering zich door.onze buitenlandsehe verbindingen goed op de hoogte laat houden, wat er ter zake elders omgaat. Ik voor mij zou het toejuichen, als wij de eersten waren, die het zilver geheel uitbanden en niets anders hadden dan goud als standaardmunt en munten van onedel metaal als pasmunt. Maar in elk geval moeten wij zorgen, dat wij, als er ook maar één ander land toe overgaat, dadelijk volgen. De Minister zegt in de Memorie van Antwoord, dat het onmogelijk is ten onzent om grove zilveren munten door zilveren pasmunt te vervangen en de winst te bezigen tot vermindering der Staatsschuld, omdat wij muntfondsen hebben en de winst in die fondsen moet worden gestort en dienen moet tot aankoop van Staatsschuld, die later eventueel moet worden verkocht om verliezen op ontmuntinir te dekken. 6 Dat wist ik ook wel. Maar het is een formeele quaestie. Ik vind de instelling van die Muntfondsen hoogst solide. Maar ik acht dien aankoop van Staatsschuld door de fondsen practisch hetzelfde als vermindering van Staats¬ schuld. De Muntfondsen beteekenen eenvoudig, dat wij de winst nu nog niet genieten, maar later zooveel meer ge¬ nieten zullen. Die fondsen aceresseeren rente op rente, en al heb ik er niets tegen, dat men ze nog eenige jaren laat aangroeien, óók door bijschrijving van de rente, op den duur kan toch de Staat die rente zonder bezwaar tot zich trekken. Dat de Muntfondsen in dit zoo bijzonder solide land nog tusschen de winsten op het muntwezen en de schatkist geschakeld zijn, is heel mooi, maar geen reden om winsten, die men maken kan, dan maar liever niet te maken. Meer dan de rente van die winsten verlang ik niet voor de schatkist, al is het dan via het Muntfonds. Er is berekend, dat omzetting van onze zilveren grove munten in nikkelen ongeveer een winst zoude geven van 200 millioen. De rente daarvan, oftewel 8 i 9 millioen per jaar, is toch wel een bedrag, dat de Regeering tot ernstige overweging van de zaak moet aansporen. Ik hoop dus, dat de Minister zich door het bestaan van de Muntfondsen niet zal laten terughouden van ernstige studie en waakzaamheid in zake de vraag, of wij niet alle munten, anders dan de gouden, van nikkel of misschien aluminium moeten gaan maken. Nog eens: het is ter zake beter het eerste land te zijn dan met de nachtkoets te komen. Moeten wij nu inmiddels de ommunting van onze grove zilveren munten van zwaar gehalte in zilver met lager gehalte stopzetten? Ik zal daartoe zeker niet adviseeren. Het is waar, als wij over een paar jaar tot nikkelen rijks¬ daalders en guldens besluiten mochten, dan is wat wij nu gaan doen vergeefsch werk geweest. Maar dat is nog geheel onzeker. En het apparaat voor de zaak hebben wij toch in de Munt te Utrecht, die anders weinig te doen heeft, terwijl er ook kans is, dat de kosten in het ergste geval wel worden gedekt door de inmiddels te maken rente. En mocht er van de nikkelen munt in lange jaren niets komen, dan is het goed, dat wij inmiddels het nuttige werk van de ommunting hebben aangevat, dat ook noodig is met het oog op den toestand van een groot aantal onzer guldens, die vernieuwing noodig maakt. Wel moet echter het feit, dat, wat wij nu gaan doen, onnuttig zal zijn, als wij later geheel van koers veranderen, voor de Regeering een reden te meer zijn om zulk een koersverandering geen dag uit te stellen, als zij eenmaal tot de conclusie is gekomen, dat 132 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 19 December 1928 die wenschelijk is, wat m. i. de conclusie moet zijn waartoe zij inderdaad moet komen. Minister de Geer heeft den Heer van Gijn geant¬ woord, dat hij de benoeming van de door dezen laatste verlangde Commissie zal overwegen. Laat ons hopen, dat de Regeering spoedig door een daad moge toonen, dat ook Zij ons muntwezen voor belangrijke verbetering vatbaar acht en dat ook Zij beseft, welke groote landsbelangen door zulk eene verbetering gediend zouden zijn. s. Suikerproductie der wereld. Willett & Gray publiceeren hunne eerste raming vaD de wereldsuikeroogsten 1928/29 in vergelijking met de cijfers van 1927/28 als volgt: Rietsuiker. 1928/29 Noord-AmerikaLouisiana: Tons Texas . 150.000 Porto-Rieo. 620.000 Hawaii Eilanden. 830.000 West-Indië: Virginia Eilanden …. 7.500 Cuba. 4.900.000 Britsch West-lndië : Trinidad. Barbados. J ama’ïca. Antigua. St. Kitts. Overige Eilanden. Fransch West-Indië: Martinique. Guadeloupe. 75.000 55.000 65.000 11.000 16.000 5.000 40.000 25.000 1927/28 Tons 63.207 668.264 803.570 10.562 4.011.717 81.551 59.000 67.350 19.811 17.000 6.000 San Domingo. 345.000 Haïti. 16.000 Mexico. 180.000 Centraal-Amerika: Guatemala. 32.000 Overig Centraal-Amerika 60.000 Zuid-Amerika: Demerara. 109.000 Suriname. 15.000 Venezuela .. 20.000 Ecuador. 22.400 Peru. 345.000 Argentinië. 365.000 Brazilië. 675.000 45.000 35.462 376.785 ™6.367 175.000 30.000 65.000 114.000 13.500 19.915 20.091 350.000 421.601 650.000 Totaal in Amerika.. 8.983.900 8.140.753 Azië: Britsch-Indië. Java (2 903.000. Oogst 1929/™30). Formosa en Japan …. Philippijnen . Totaal in Azië. Totaal in Australië en Polynesië … Totaal in Afrika… Europa: Spanje. 2.900.000 3.221.000 2.944.200 750.000 675.000 2.359.050 691.230 596.033 7.269.200 6.867.313 638.000 687.000 588.163 651.330 9.000 Totale Rietsuikerproductie 17.578.100 16.256.559 Beetwortelsuiker: Europa. 8.000.000 7.969.928 Noord-Amerika . 925.000 965.241 Canada. 33.000 27.212 Totale Beetwortels, prod. 8.958.000 8.962.381 Totaal gen. Riet-en beetwortel 26.536.100 25.218.940 Trekt men hiervan af de cijfers voor Britsch- Indië, waarvan de oogst weinig invloed heeft op de wereldstatistiek, dan zijn de totaalcijfers als volgt: . 23.636.100 21.997.940 MAANDCIJFERS. OVERZICHT DER RIJKSMIDDELEN. (In Guldens) Directe belastingen. Grondbelasting. Personeele belasting … Inkomstenbelasting .. Vermogensbelasting .. Dividend- en tantiëme- belasting …. Invoerrechten. ….. Statistiekrecht. .- .. Accijnzen. Zout.. Geslacht ….. Wijn.. … Gedistilleerd. Bier. Suiker. Tabak. Belasting op gouden en zilveren werken._ Belasting op rijwielen Indirecte belastingen. Zegelrechten___ Registratierechten… Successierechten.. — Domeinen, wegen en vaarten……. Staatsloterij. Jacht en visscherij . — Loodsgelden. November 1928 1.542.770 1.787.344 9.863.583 1.414.124 1.382.904 5.201.498 391.131 164.131 928.025 67.864 4.288.956 1.354.436 3.304.583 1.872.820 114.060 i 1.156 ‘2.221.390 2.210.528 3.360.716 617.136 9.055 7.727 455.643 Sedert 1 Januari 1928 21.118.014 25.551.895 85.329.671 10 710.240 16.618.982 58.119.514 4.219.367 1.796.274 10.020 885 2.149.768 40.636.516 13.438 945 42.578.621 21.396.945 976.595 624.951 * 25.170.402 24 164.863 35.864.180 3.448.257 632.442 254.278 4.535.911 Overeen¬ komstige periode 1927 20.637.014 27.078.740 93.820.993 10.985.549 18.423.838 54.035.589 4.010.406 1.955.084 9.492.884 2.176.876 40.777.160 12.413.978 40.793.663 21.022.985 901.114 2.718.694 24.589.098 20.808.383 44.237.153 3.282.280 631.774 245.615 4.621.001 Totaal-Generaal.. 42.561.580 449.357.516 459.659.871 *) 10 o/0 der werkelijke opbrengst; art. 39 der Wegenbe¬ lastingwet. 2) 40 o/— der werkelijke opbrengst; art. 39 der Wegenbelastingwet. 3) Hieronder begrepen f 625.492 wegens zegelrecht van nota™s van makelaars en commissionnairs in effecten, enz. (Beursbel.). 4) ld. f 6.988.847.6) ld. … 5.579.479. HEFFINGEN VOOR HET LEENINGFONDS 1914. Verdedigingsbelast. Ia Verdedigingsbelast. Ib Verdedigingsbelast. II Opcenten: Grondbelasting .. Š _ Personeele belasting. Inkomstenbelasting . Vermogensbelasting . Dividend- en tantième belasting .. — — …. Accijns op Suiker … — — Wijn. Gedistilleerd ……… Zegelrecht van bui tl. efl Totaal… November 1928 22.381 1.845.183 3.291.398 311.054 367.912 67.865 768.573 456.358 660.917 13.573 428.896 118.008 8.352.118 Sedert Januari 1928 2.498.068 12.857.277 24.164.932 4.249.232 5.023.985 1.723.361 3.586.529 5.48 4.264 8.515.724 429.954 4.063.652 1.280.517 73.877.495 Overeen¬ komstige periode 1927 3.319.456 12.578.033 24.555.404 4.135.370 5.585.957 18.830.526 2.801.037 6.079.866 8.158.733 435.375 4.077.716 1.830.233 92.387.706 HEFFINGEN VOOR HET WEGENFONDS. 350.729 i 10.404 7.687.170 i 5.62 4.559 6.454.407 2 4.078.040 Totaal. 361.133 13.311.729 10.532.447 4) 90 o/0 der werkelijke opbrengst; art. 39 der Wegenbel.wet. 2) 60 o/— der werkelijke opbrengst; art. 39 der Wegenbel.wet. SPLITSING VAN DE OPBRENGST DER GROND-, PERSO¬ NEELE-, .INKOMSTEN- EN VERMOGENSBELASTING SEDERT 1 JANUARI 1927. Dienstjaren Grond¬ belasting Personeele belasting Inkomsten¬ belasting Vermogens¬ belasting 1925/26 1926/27 1927/28 1928/29 Totalen 45.368 3.919 982 17.152.664 578.839 3.666.839 21.306.217 850.293 3.393.417 62.410.898 18.675.063 26.149 7.925.511 2.758.580 21.118.014 25.551.895 85.329.671 10.710.240 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 19 December 1928 1133 STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN. N.B. *** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen. GELDKOERSEN. BANKDISCONTO’S. Ned. Bk. Disc. Wissels. 4-JtlS Oct. ™27 Bel.Binn.Eff. 5” 13 Oct.™27 Vrsch. in R.C. 6 13 Oct.™27 Javasche Bank…. 4 lJfJuli™26 Bank van Engeland 4^21 Apr.™27 Duitsche Rijksbank 7 5 Oct. ™27 Bank v. Frankrijk. 3J2.9 Jan.™28 Belgische Nat. Bnk. 4 SOJuni™28 Fed. Res. BankN.Y. 5 12 Juli™28 Bank van Spanje.. 5 23Mrt.™23 Zwits. N at. Bk. 3| N.Bk.v.Denem. 5 12 Oct.™25 >3 Juni™27 ‘lf Aug.™28 Bank v.Noorw. 5| 26 Mrt.™28 Bk. v. Tsjecho- slowakije ..5 8Urt.™27 N.Bk. v.O™rijk. 6^16 Juli ™28 N. Bk. V. Hong. 7 1 Oct. ™28 Bank v. Italië. 5^25Juni™28 Z.-Afr.Res.bnk 5^ 9 Jan.™28 OPEN MARKT. 1928 1927 1926 1914 15 Dec. 10/15 Dec. 3/8 Dec. 26 Nov./ 1 Dec. 12/17 Dec. 13/18 j Dec. 20/24 Juli Amsterdam Partic.disc. Prolong. .. Londen Daggeld .. Partic.disc. Berlijn Daggeld .. Partic.disc. 30-55 d… 56-90 d… Waren- wechsel. New York Daggeld l) Partic.disc. 4% 47h6 3-i/j 43(8 6-7l/2 61/4 6V4 7 6-1/4 4™/8 43/4-5 43/8-7/l6 3-1/2 4s/l6-3/8 51/2-8 6V4 61/4 67/8-7 6-73/4 43/ 4 -7/ft 4-V2 4-1/2 2-31/2 45/M-3/8 61/2-9 61/4 61/4 63/4-7 9-121/4 4-3/4 47/16-1/2 41/4-3/4 2-5 45/16-3/8 5-91/2 61/4 61/4 63/4 71/2-101/4 45/8-3/4 43/3-1/2 41/2-5 3- 41/4 45/16 51/2-81/2 63/4-7 63/4-7 71/4-3,8 4- 1/4 33/8 33/8-7/16 33/4-4 31/2-43/4 41/2-9/l6 41/4-61/2 47/8 41/2 5I/4-I/2 41/2-51/4 4 31/8-3/16 21/4-3/4 13/4-2 21/4-3/4 21/8-1/2 13/4-21/2 >) Koers van 14 Dec. en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag. WISSELKOERSEN. KOERSEN IN NEDERLAND. Data New York *) Londen *) Berlijn V Parijs *) Brussel *) Batavia l) 11 Dec. 1928 12 — 1928 13 — 1928 14 — 1928 15 — 1928 17 — 1928 Laagste d.w.i) Hoogste d.wi) 10 Dec. 1928 3 — 1928 Muntpariteit 2.49 2.48 i*/j, 2.49 2.49 2.49 2.49 2.48i/, 2.49 2.481 */ie 2.49 2.48% 12.0711 12.07 if 12.08 12.07i| 12.07i| 12.071/, 12.07s/, 12.08 12.07»/, 12.07- 12.10% 59.34 59.34 59.35 59.341 59.35 59.34 59.31 59.36 59.32J 59.331 59.26 9.72f 9.73 9.73 9.73 9.73 9.73 9.72 9.74 9.721 9.73-ï 9.75 34.61f 34.62-1 34.62f 34.62| 34.63 34.621 34.60 34.63 34.611 34.61-1 34.59 100 100 100 100 100 100 99% 100% 100 100 100 Data Zwit¬ serland V Weenen *) Praag l) Boeka¬ rest !) Milaan *v Madrid **) 11 Dec. 1928 12 — 1928 13 — 1928 14 — 1928 15 — 1928 17 — 1928 Laagste d.w.i) Hoogste d. w1) 10 Dec. 1928 3 — 1928 Muntpariteit 47.96 47.96 47.96 47 96 47.96 47.97 47.93 48 _ 47.96% 47.97 48.Š 35.05 35.05 35.05 35.074*, 35.07% 35.07% 34.95 35.10 35.05 35.02% 35Š 7.37 7.374 7.374 7.37J 7.374 7.374 7.36 7.40 7 37 7.37 ») 1.50 1.50 1.50 1.50 1.50 1.50 1.471 1.52Ï 1.50 1.50 48_ 13.04 13.04 13.04 13.04 13.04 13.02 13.06 I3.03| 13.04-1 13.09 40.27 40.31 J 40.43| 40.46-1- 40.47 40.25 40.50 40.21 40.20 48_ Data Stock¬ holm *) Kopen¬ hagen*) Oslo Ł) Hel¬ sing¬ fors !) Buenos- Aires!) Mon¬ treal !) 11 Dec. 1928 12 — 1928 13 — 1928 14 — 1928 15 — 1928 17 — 1928 Laagste d.w.*) Hoogste R.w1) 10 Dec. 1928 3 — 1928 Muntpariteit 66.60 66.60 66.60 66.60 66.60 66.621- «6.50 66.65 66.57^ 66.55 66.67 66.45 66.45 66.45 66.45 66.45 66.47J 66.40 66.50 66.42-1 66.40 66.67 66.40 66.40 66.40 66.40 66.40 66.40 60.35 66.45 66.40 66.37J 66.67 6.261 6.261 6.26| 6.261 6.26Ï 6.274 6.25 6.29 6.26J 6.264 6.26| 1047/, 1047/, 1043% 104% 104% 10418/,, 104»/, 105i/, 1047/, 105 105»/, 2.488/, 2.48s/, 2.48s/, 2.48s,, 2.48s/, 2.48s/, 2.481/, 2 48% 2.48% 2.48% 2.48% *) Noteering te Amsterdam. *Ł) Noteering te Rotterdam. *) Particuliere opgave. a) Wettelijk gestabiliseerd tusschen 7.53% en 7.211 /2. In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen. KOERSEN TE NEW YORK. (Cable). Data Londen (% per £) Parijs (%p. WO fr.) Berlijn (% p. 100 Mk.) Amsterdam (% p.100 gld.) 11 Dec. 1928 12 — 1928 13 — 1928 14 — 1928 15 — 1928 17 — 1928 19 Dec. 1927 Muntpariteit . 4,85!/,, 4,85 6/32 4>85ö,32 4,85 */,2 4,853 32 4,858/16 4,885/,, 4,8667 3,90 6/, 3,90% 3,90% 3,90% 3,90% 3,907/, 3,933% 13,92 23,83% 23,83s/, 23,83% 23,83% 23,83s/, 23,835/, 23,89% 23,81% 40,15 40,16% 40,17 40,17 40,17 40,17 40,44% 40»/— KOERSEN TE LONDEN. Plaatsen en Landen Noteerings- eenheden 1 Dec. 1928 8 Dec. 1928 10/15 Laagste ec. 1928 Hoogste 15 Dec. 1928 Alexandria. . Athene …. Bangkok _ Budapest . . . B. Aires . , Calcutta …. Constantin.. Hongkong .. Piast. p. £ Dr. p. £ Sh. p.tical Pen. p. £ d. p.$ [Sh. p. rup. Piast. p. £ Sh. p. $ Sh.p.yen Escu. p. £ d. per $ d. per $ $ per £ d. per Mil. Sh. p. tael id. p. $ $p.£ Zl. p. £ 97% j / 5 1/10% 27.811 4’27/e4 l/6‚/u 965 2/0|f 1/10» 108% 23% 50% 4.85/, 5116/m 2/7% 2/41/32 39.67 43s/,, 97% 375 1/10% 27.81J- 4 7is/3; lOi/ie 977% 2/Ojlj 1/10% 109 23% 50% 4.85% 5™/,’ 2 n, 2/4 39 68 43»/— 97 >/— 374% i/io A 27.80 419/32 !/®3/ 90 dg. ZILVERPRIJS Londen1) 10 Dec. 1928. . 26% 11 — 1928.. 26s/u 12 — 1928.. 26»/,, 13 — 1928.. 268/jj 14 — 1928.. 26% 15 — 1928.. 26% 17 Dec. 1927.. 26ia/le 20 Juli 1914.. 24<8/le N.York2) 56?/8 67% 57% 57 57*/, 57V, 56% 59 GOUDPRIJS 8) Londen 10 Dec. 1928_ 84/11 ^ 11 — 1928…. 84/11^ 12 — 1928…. 84/lli^ 13 — 1928…. 84/11H 14 — 1928.. . 84/11H 15 — 1928…. 84/1lj^ 17 Dec. 1927… . 84/11# 20 Juli 1914.. . . 84/11 i) in pence p. oz. stand. 2) Foreign silver in $c. p. oz. fine. 3) in sh. p. oz. fine STAND VAN ™s RIJKS KAS. Vorderingen. 7 Dec. 1928 Saldo bij de Nederlandsche Bank…. Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten Voorschot op ultimo Oct. 1928 aan de gem. op voor haar door de Rijks¬ administratie te heffen gemeentelijke inkomstenbelasting en opcenten op de Rijksinkomsten belasting. Voorschotten aan Suriname. ld. aan Cura9ao. Kasvord. weg. credietverst. a/h. buitenl. Daggeldleeningen tegen onderpand van Staatsschuldbrieven … Saldo der postrekeningen van RijkB- comptabelen . . Vordering o. h. Alg. Burg. Pensioenf.2) Vordering op het Staatsbedrijf der F., T. en T. 2).. ld. op andere Staatsbedrijven *). … 43.551.159,04 — 10.587.902,75 — 134.484.998,03 — 3.250.000, — 17.099.197,90 — 212.765,58 — 3.357.617,27 Verplichtingen. Voorschot door de Nederl. Bank… Schatkistbiljetten in omloop1). Schatkistpromessen in omloop. Waarvan direct bij de Ned.Bank. Zilverbons in omloop. Schuld a.d. Bank v. Ned.Gemeenten2) ld. aan Ned.-Indië . ld. aan Curasao . Id. a. h. Staatsbedrijf d. P., T. en T. 2). ld. aan andere Staatsbedrijven 2). ld. aan diverse instellingen 2). / 9.001.674,52 67.306.000,Š 54.660.000, – 11.679.529,50 229.795,64 30.542.227,87 31.122.- 20.487.295,82 1.640 000 Š 7.584.722,74 15 Dec. 1928 … 2.641.600,56 — 404.743,22 — 40.797.973,52 — 10 705 287,89 — 62.447 Š — 131 238.416,29 — 14.000.000 Š — 17.935.263,31 — 85.301,09 2.837.617,27 … 67.261.000,Š — 54.660.000 Š — 11.396.031 Š — 33.776.878,60 — 22.787.117,29 — 1.640.000,Š — 7.450.892,24 !) Waarvan … 12.056.000 vervallende op 1 Juli 1929. 2) In rekg.-crt. met ™s Rijks Schatkist. NEDERLANDSCH-ÏNDISCHE VLOTTENDE SCHULD. Vorderingen: 8 Dec. 1928 Saldo bij ™s Rijks kas …. Saldo bij de Javasche Bank. Verplichtingen: Betaalmiddelen in ™s Lands Kas…. Waarvan Muntbiljetten. Muntbiljetten in omloop .. Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds.. Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank. f 28.517.000,Š — 24.558.000- — 43.959.000,- — 619.000,- — 589.000,Š 15 Dec. 1928 …33.777.000, — 21.579.000Š — 45.086.000, — 619.000, — 653.000 Š 1134 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 19 December 1928 NEDERLANDSCHE BANK. Verkorte Balans op 17 December 1928. Activa. Binnenl.Wis-(Hfdbk. f 47.751.006,84 seis, Prom.J Bijbnk. — 3.207.821,45 enz.in disc. J Ag.sch. — 15.257.824,11 Papier o. h. Buitenl. in disconto.__ Idem eigen portef. . f 220.356.181,Š Af :Verkochtmaar voor de bk. nog niet af gel. — Š Beleeningen fivS. ®dbk … in rek.-crt.j BlJbnk’ op onderp. I Ag.sch. 34.853.985,02 7.051.851,84 53.801.896,16 f 66.216.652,40 220.356.181,- / 95.707.733,02 Op Effecten… f Op Goederen en Spec. — 93.805.633,02 1.902.100,Š Voorschotten a. h. Rijk___ Munt en Muntmateriaal Munt, Goud f 67.081.950,_ Muntmat., Goud — — 367.494.872,26 95.707.733,02 Munt, Zilver, enz.. Muntmat., Zilver .. 434.576.822,26 22.567.842,82 Belegging kapitaal, reserves en pen¬ sioenfonds … Gebouwen en Meub. der Bank.. Diverse rekeningen Passiva. Kapitaal…—. Reservefonds.. Bijzondere reserve.. Pensioenfonds .. Bankbiljetten in omloop… Bankassignatiën in omloop. Rek.-Cour. f Het Rijk f 3.200.991,11 saldo™s: Anderen — 36.411.068,49 Diverse rekeningen . __ — 457.144.665,08 — 24.690.070,09 — 5.000.000,Š — 36.004.415,32 7 9057119.716,91fi f 20.000 7.157. 8.000 5.553. 812.599 395. 39.612, 11.800, 000,Š 903,12 000,Š 653,35 245,Š 958,40 059,60 897,44 Beschikbaar metaalsaldo.. — Op de basis van »/, metaaldelcking — — Minder bedrag aan bankbiljetten in om¬ loop dan waartoe de Bank gerechtigd is. f 905.119.716,91 f 286.132. — 115.610. 013,17 560,17 1.430.660.065,- Voornaamste posten in duizenden guldens. Data 17 Dec. ™28 10 — ™28 3 — ™28 26 Nov. ™28 19 — ™28 12 — ™28 19 Dec. ™27 25 Juli ™14 Goud Munt Muntmat. 67.082 67.241 67.243 67.256 67.260 67.265 67.790 65.703 367.496 367.496 367.496 367.512 367.511 367.511 322.287 96.410 Circulatie 812.599 826.689 854.817 818.295 824.521 835.339 789.215 310.437 Andere opeischb. schulden 40.008 38.064 36.989 38 858 37.118 29.422 85.452 6.198 Beschikb. Metaal¬ saldo 286.132 283.182 277.240 284.822 283.962 283.018 242.755 43.5211) Dek- kings perc. 53i 53 51 53 53 53 48 54 Data 17 Dec. 10 — 3 — 26 Nov. 19 — 12 — 19 Dec. 25 Juli 1928 1928 1928 1928 1928 1928 1927 1914 Totaal bedrag disconto’s 66.217 69.332 73.644 73.711 82.560 91 062 120.676 67.947 Schatkist- promessen rechtstreeks 14.300 Belee¬ ningen 95.708 98.385 119.233 98 354 103.066 111.327 127.186 61.686 Papier op het buitenl. 220.356 218.723 215 711 206.757 194.669 188.256 158.178 20.188 Diverse reke¬ ningen 2) 36.004 37.005 40.597 43.314 46 047 35.958 73.763 509 ‘) Op de basis van >/5 metaaldekking. 2) Sluitpost activa. SURINAAMSCHE BANK. Voornaamste posten in duizenden guldens. Data Metaal Circu¬ latie Andere opeischb. schulden Discont. Div. reke¬ ningen !) 10 Nov. 1928.. 3 — 1928 — 27 Oct. 1928.. 20 — 1928 — 13 — 1928 — 12 Nov. 1927— 5 Juli 1914— 776 935 935 935 936 1.120 645 1.542 1.659 1.491 1.453 1.523 1.530 1.100 654 678 547 643 691 686 560 1.066 1.059 1.062 1.059 1.068 845 735 446 450 419 437 463 525 396 JAVASCHE BANK. Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok- ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen. Data 15 Dec. 1928 8 — 1928 1 — 1928 17 Nov.1928 10 — 1928 3 — 1928 27 Oct. 1928 17 Dec. 1927 18 Dec. 1926 25 Juli 1914 Goud Zilver 188.700 188.400 188.000 170.934 170.878 170.965 171.121 178.766 197.728 22.057 16.673 16.778 16.500 16.229 16.913 153.367 31.907 Circulatie 314.800 315.700 312.500 319.651 323.469 320 963 320.662 323 589 325.568 110.172 Data Dis¬ conto™s Wissels, buiten N.-Ind. betaalb. Belee¬ ningen 15 Dec. 1928 8 — 1928 1 — 1928 17 Nov.1928 10 — 1928 3 — 1928 27 Oct. 1928 17 Dec. 1927 18 Dec. 1926 25 Juli 1914 156.200 160.600 164.400 8.627 8.526 7.798 8.861 12.740 11.684 7.259 38.580 37.274 36.583 32.677 24.804 21.912 6.395 107.611 ‘ 105.763 103.350 99.936 117.708 89.884 47.934 Andere opeischb. schulden 57.400 62.700 64.300 69 375 65.432 65.259 62.750 51.34.7 68.004 12.634 Beschikb. metaal¬ saldo 39 820 37.040 37.280 31.997 32.096 32.976 33.985 120.978 147.645 4.842 *) ‚) Sluitpost **» »*« *** 50.958 53.931 55.109 58 538 28.683 51.141 2.228 activa. Ł) BasiB »/, metaaldekking. BANK VAN ENGELAND. Diverse reke¬ ningen1) Dek- kings- percen- tage 51 50 50 48 48 49 49 52 57 44 Data Metaal Bankbilj. in circulatie Bankbilj. in Banking Departm. Other Securities Disc, and Advances Securities 12 Dec. 1928 5 — 1928 28 Nov. 1928 21 — 1928 14 — 1928 7 — 1928 14 Dec. 1927 22 Juli 1914 157.191 158.545 159.846 162.085 162.467 164.989 149.909 40.164 374.821 371.456 367.00! 41.833 46.375 52.088 11.186 10.904 13.586 17.009 19.600 20.215 132.802 133.344 133.936 137.249 29.317 34.757 39 460 39.690 54.744 33.633 Data ™28 ™28 ™28 ™28 ™28 ™28 :.™27 14 Gov. Sec. Public Depos. 59.107 63.870 52.180 48 340 44.358 44.553 41.309 11.005 67.419 78.040 62.379 36.727 36.893 37.185 12 Dec. 5 — 28 Nov. 21 — 14 — 7 — 14 Dec 22 Juli i) Zie …. ….. … en 1081. 2) Verhouding tusschen Reserve en Deposits. BANK VAN FRANKRIJK. Voornaamste posten in millioenen francs. 7.629 8.691 21.452 14.898 15.543 17.739 8.721 13.736 Other Deposits Bankers Other Accounts 99.472 99.417 99.589 101.842 42.185 Reserve 423701 47.089 52.845 49.032 48.873 50.804 32.410 29.297 Dek- kings- perc. t) wijzigingen in de bankstaat de toelichting op blz. 3’29/32 38 43&/a 42ia/ie 42 yt 43M 29 5/16 52 1080 Data Goadi) Zilver Te goed in het buitenl. Wis¬ sels Waarv. op het buitenl. Belee¬ ningen Renteloos voorschot a.d. Staat 30 Nov.™28 23 — ™28 16 — ™28 9 — ™28 1 Dec. ™27 23 Juli™14 31.600 31.214 30.852 30.830 5.545 4.104 732 732 732 732 343 640 13.386 13.609 13.890 13.904 58 22.116 23.652 22.613 23.121 2.087 1.541 18.865 18.851 18.819 18.692 7 8 2.283 2.123 2.203 2.225 1.699 769 3.200 3.200 3.200 3.200 Data Bons v. d. zelfst. amort, k. Diver¬ sen2) Circulatie Rekg. Courant Staat Zelfst. amort.k Parti¬ culieren 30 Nov.™28 23 — ™28 16 — ™28 9 — ™28 1 Dec. ™27 23 Juli™14 5.930 5.930 5.930 6.930 2.882 1.237 1.324 1.253 24.561 62.660 60.999 61.410 61 955 55.465 5.912 7.560 8.014 8.134 8.161 45 401 5.016 5.022 5.026 4.832 6.119 7.032 5.629 5.786 10.221 943 0 Bij de stabilisatie is de goudvoorraad gewaardeerd volgens de nieuwe waarde van den franc. 2) Sluitpost activa. 19 December 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 1135 EFFECTENBEURZEN. Amsterdam, 17 December 1928. Na de eerste dagen van heftige fluctuaties in de markt te New York is een zekere mate van rust teruggekeerd. Blijkens de politiek van de Federal Beserve Banks zou het niet in de bedoeling liggen een periode van extra duur geld in het leven te roepen en in verband hiermede is een vrij aan¬ merkelijk herstel van het algemeene koerspeil ingetreden. Desondanks is een goed deel van de winsten, welke na de ver¬ kiezing van Hoover zijn ontstaan, weder verloren gegaan. Inmiddels schijnen tal van fondsen in kapitaalkrachtige handen te zijn gekomen, de fluctuaties in de laatste dagen van de be- richtsperiode zijn dan ook veel kleiner van omvang geworden. De ondergrond van de markt is tamelijk vast gebleven, mede als gevolg van de berichten uit de nijverheid, welke van een onverminderde activiteit gewag bleven maken. Te Londen is de markt onregelmatig, doch over het algemeen nogal zwak geweest. De ziekte van den koning heeft hierbij grooten invloed uitgeoefend. Daarnaast golden als factoren voor een gedrukte tendenz de stemming in Wall- street en de nadering van het einde van het jaar. Groote aan¬ dacht heeft de emissie van aandeelen in de Fordfabrieken getrokken; de aanbieding werd vele malen overteekend en de eerste handel in de aandeelen vond plaats met een vrij groot agio. Voor het overige is de markt stil geweest; beleggings- papieren konden zich herstellen na een aanvankelijk lustelooze houding en ook vele inschrijvingen op obligaties hebben een goed onthaal gevonden. Desniettemin heeft men eenige voor¬ zichtigheid bij dergelijke aanbiedingen aan den dag gelegd; alleen de als zeer goed beschouwde fondsen werden bij de emissies overteekend. Te B e r 1 ij n heeft men wel eenigen invloed ondervonden van de gewijzigde houding van de markt te New York. Men vreesde, dat men in Duitschland onaangename gevolgen zou kunnen ondervinden van een eventueelen druk op de Ameri- kaansche geldmarkt en is dientengevolge hier en daar over¬ gegaan tot verkoop van fondsen, waarbij aandeelen I.G. Farbenindustrie vooraan hebben gestaan. Later echter is een herstel ingetreden, allereerst voor aandeelen Farbenindustrie, doch ook voor Beichsbank, Polyphon, voor aandeelen in brouwerijen, distilleerderijen, enz. De verbetering kon niet tot het einde der berichtsweek worden gehandhaafd, omdat de stijvere geldmarkt eenige terughouding in het leven heeft ge¬ roepen. De markt te P a r ij s heeft een vrij onafhankelijk verloop gehad. De buitenlandsche beurzen, zelfs de Amerikaansche markt, hebben geen invloed uitgeoefend en ook de onver¬ kwikkelijke gebeurtenissen, welke zich hebben voorgedaan ten aanzien van de Gazette du Franc et des Nations en van den oud-minister Klotz vermochten niet een lustelooze stem¬ ming te voorschijn te brengen. Weliswaar zijn geen groote voordeelige koersverschillen voorgekomen, doch de ondertoon was optimist. Fransche Bente bleef prijshoudend. Een uit¬ zondering hebben aandeelen in kunstzijdefabrieken gevormd, welke, als gevolg vrn de prijsdaling van het fabrikaat, een achteruitgang van het koerspeil te zien hebben gegeven. Ten onzent is de markt bijzonder stil gebleven, doch met een vast:n ondergrond. De beleggingsmarkt heeft slechts onbelangrijke verschillen te zien gegeven; voor inheemsche staatsfondsen bestond eenige vraag, doch deze kon gemakkelijk door het aanbod worden bevredigd. 6 % Ned. Werk. Schuld 1922: 103%; 4% % Ned. Werk. Schuld 1917: 100x%—, 100%; 4% % Ned. Indië 1926: 99%, 997/8; 5 % Brazilië 1903: £ 100: 841/8, 84%; 8 % Sao Paulo’1921: 105%. Een opmerkelijk verloop hebben swikeraandeelen gehad. Over het algemeen hebben deze papieren zich op den achter¬ grond bewogen, doch tegen het einde van de berichtsperiode viel bijzondere belangstelling waar te nemen, welke in ver¬ band werd gebracht met geruchten omtrent den verkoop van het restant van suikeroogst 1928. Ter beurze heeft men dit gerucht Š dat later werd bevestigd Š als een gunstig symp¬ toom beschouwd. Later evenwel is een reactie ingetreden, omdat de verkoopprijs niet bekend was gemaakt en men ge¬ neigd was te veronderstellen, dat de bedongen prijs geen aan¬ leiding tot een stijging van de koersen kon geven. Dienten¬ gevolge is een goed deel van het behaalde voordeel weer teloor gegaan. Cultuur Mij. der Vorstenlanden: 163, 152’/2; H.V.A.: 676x/2, 681; Javasche Cultuur Mij.: 363%, 370; Krian: 214, 218%; Ned. Ind. Suiker Unie: 235, 241; Poerworedjo: 93, 96; Sindanglaoet: 415; Tjopper: 682; Tjoekir: 495, 496. Industrieele aandeelen zijn vrij sterk bewogen geweest. Voor aandeelen in kunstzijdefabrieken is goede vraag ontstaan, zoodat na de daling van de voorgaande weken een herstel van eenige beteekenis kon intreden. Voorts hebben certificaten Margarine Unie in het centrum der belangstelling gestaan, naar men meende te mogen veronderstellen, in verband met buitenlandsche kooporders. Aandeelen Calvé-Delft hebben deze beweging, zij het op eenigen afstand, gevolgd. Ook voor aandeelen Philips Gloeilampenfabrieken is goede vraag aan den dag getreden, waardoor ook hier een vrij krachtig koers- herstel plaats heeft kunnen vinden. Calvé Delft: 124, 124%; Centrale Suiker Mij.: 80, 79x/2; Hollandsche Kunstzijde Ind.: 191x/2, 193; Holl. Mij. t/h. maken van werken in gew. Beton: 275, 283x/2; Internationale Viscose: 95%, 957/s; Maekuben 151%, 157; Margarine Unie: 269, 283%; Ned. Kunstzijde¬ fabriek: 400%, 411; Philips Gloeilampenfabriek (Gem. Bez. v. Aand): 754x/2, 772x/4; Ougrée Marihaye: 863, 365%; Sepa¬ rator: 168%, 171%; Zweedsche Lucifer Mij: 422, 424. In mijnaandeelen is handel ontstaan in aandeelen Algemeene Exploratie Mij., waarbij het hoogtepunt echter niet behouden kon blijven. Krachtiger was de opwaartsche beweging in aan¬ deelen Singkep Tin en in aandeelen Billiton; laatstgenoemde waren gevraagd, nadat door het verstrijken van den datum van inschrijving op de nieuwe aandeelen de druk van den ver¬ koop van claims van de markt was genomen. Alg. Exploratie Mij. 150%, 152%; Billiton le Rubriek: 622, 633; Boeton Mijnbouw Mij.: 218, 217%; Müller & Co™s Mijnbouw Mij.: 101%, 102; RedjangLebong: 153; Singkep TinMij: .329x/2,347. De petroleummarlct heeft, althans voor aandeelen Konink¬ lijke, goeden weerstand getoond. Het fonds kon enkele punten stijgen. De overige soorten hebben zich op den achtergrond bewogen bij vrijwel onveranderde noteeringen. Dordtsche Petr. Ind. Mij.: 377, 383%; Gee. Holl. Petr. Mij.: 229, 228; Kon. Ned. Petr. Mij.: 399x/8, 402; Perlak Petroleum: 168%, 166; Peudawa: 30%, 29; Marland Oil: 4227/32, 42%. De rubbermarkt bleef verwaarloosd, doch, waar van eenigen handel sprake is geweest, viel een tendenz tot stijgen op te merken. Dit was ook nog op den laatsten dag van de berichts¬ week het geval, ondanks de toeneming van den voorraad te Londen met ongeveer 1150 ton. Men had echter een grootere toeneming verwacht en bovendien was de rubberprijs op dien dag juist iets beter. Amsterdam Rubber: 230%, 233%; Deli Batavia: 160x/2, 160%; Hessa Rubber: 304, 303%; Indische Rubber: 236, 233; Java Caoutchouc: 142, 139; Kali Telepak: 234;Kendeng Lemboe: 317%, 315x/4; Majanglanden: 289, 290; Ned. Ind. Rubber & Koffie: 265%, 268; R™dam Tapanoeli: 98, 99%; Serbadjadi: 1813/4, 181%; Sumatra Caoutchouc: 165%, 162x/2; Sumatra Rubber: 179%, 178%; Ver. Ind. Cultuur Ond.: 127, 126%; Intercontinental Rubber: Industrieele Disconto Maatschappij AMSTERDAM LONDEN BERLIJN I*ARI.ISS KOPENHAGEN MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL / 25.000.000.Š VOLGESTORT GEPLAATST EN RESERVES /12.900.000- Financiering van den afzet van industrieele producten. 1136 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 19 December 1928 AAN VOEREN in tons van 1000 KG. Artikelen Rotterdam 9/15 Dec. 1928 Sedert Overeenk. 1 Jan. 1928 ! tijdvak 1927 Amsterdam 9/15 Dec. 1928 Sedert I Jan. 1928 Overeenk. tijdvak 1927 Totaal 1928 1927 Tarwe. Rogge . Boekweit. Mals. Gerst . Haver . Lijnzaad. Lijnkoek. Tarwemeel . Andere meelsoorten 56.229 7.330 208 27.663 29.855 6.171 156 2.275 3.725 471 i 111.793 201.162 15.817 995.695 550.181 188.595 189.987 185.925 108 104 12.429 2.161.698 382.090 23.647 1.315.235 465.550 200.428 245.128 188.350 127.676 12.657 50 860 663 1.203 464 63.155 50 206.525 15.144 715 354.587 1.184 36.551 43.124 743 67 243 439 18 079 3.034 242.499 44.178 2.174.948 201.162 15.867 1.202.220 565.325 189.310 544.574 187.109 144.655 12 429 2.204.822 382 833 23.714 1.558.674 483.629 203.462 487.627 188.350 171.854 12.657 ii,x/«, h4- Tabaksaandeelen waren verdeeld. Tegenover een aangename stemming voor Sumatrasoorten Š echter met bijzonder ge- ringen handel. Š ontstond eenig aanbod voor de Javapapieren. Arendsburg: 655, 657; Besoeki Tabak Mij.: 535, 525; Deli Batavia Mij.: 5183/4, 523; Deli Mij.: 430, 436hal Ngoepit: 365, 375; Oostkust: 173, 175; Senembah: 503, 507x/2. De scheepvaartafdeeling bleef kalm, doch vast, in verband met de iets betere houding van de vrachtenmarkt. Enkele fondsen, zooals Java-China-Japanlijn, Kon. Boot, Ned. Scheepvaart Unie, enz. werden uit de markt genomen. Hol- land-Amerika Lijn: 80x/g, 81; Java-China-Japan Lijn: 138x/s, 141x/2; Kon. Ned. Stoomboot Mij.: 90x/4, 93; Ned. Scheep¬ vaart Unie:208; 2083/4; NieveltGoudriaan: 119;Stoomv. Mij. Nederland: 197, 201. Bankaa.ndeelen waren verlaten en nagenoeg onveranderd. Amsterdamsche Bank: 1871/!, 187; Hofl. Bank voor Zuid- Amerika: 65, 64x/4; Incasso Bank: 123x/2; Koloniale Bank: 238x/4, 241; Ned. Ind. Handelsbank: 1603/4, 160x/4; Ned. Handel Mij, (C. v. A.): 170, 1703/4; R™damsche Bankverg.: 1057/t, 106x/4; Twentsche Bank: 140, 140x/a. De Amerilcaansche markt was verdeeld; men heeft de voor¬ keur gegeven aan spoorwegaandeelen, doch ook hier is weinig omgegaan. Anaconda Copper: 200, 2081/2; Studebaker: 74x/4, 725/g; U.S. Leather: 33x/s, 333/—; U. S. Steel Corp.: 156x/2, 1535/8; Atchison Topeca: 1913/4, 1903/.,; Baltimore & Ohio: 1 19x/2, 118x/2; Erie: 63x/4, 673/8; Missouri Kansas & Texas: 51x/4, 51; St. Louis & San Francisco: U5x/4, 116x/4; Union Pacific: 2073/4, 210; Wabash Railway: 73x/16, 729/16. GOEDERENHANDEL. GRANEN. lg December ]92g. De tarwemarkt heeft ook deze week weder sterk onder den invloed gestaan van de oogstresultaten van het Zuidelijk halfrond. Zoowel in Argentinië als in Australië gaat het oogsten naar wensch en in beide landen zijn de eerste dorsch- resultaten zeer bevredigend. Speciaal in Argentinië wijst alles er bij voortduring op, dat een record-oogst zal worden binnen¬ gehaald. Wel hoorde men deze week van tijd tot tijd gewagen van regen en hagel, die in Argentinië de oogstwerkzaamheden belemmerden, doch tevens wordt bericht, dat opbrengst en kwaliteit der tarwe daardoor niet zijn geschaad. Reeds gerui- men tijd is in Europa de vraag naar tarwe op verwijderde posities klein, omdat men in de invoerlanden met het vooruit¬ zicht van een scherpen concurrentiestrijd tusschen Argentinië en Canada de kans op verdere prijsverlaging voorziet. Het oogenblik, waarop die strijd zich bij den aanvang der Argen- tijnsche verschepingen ten volle zal gaan ontwikkelen, komt steeds nader en in verband daarmede bleek uit alles, ook weder deze week, dat in Europa het vertrouwen in de tarwe- prijzen niet groot is. Meer en meer verbreidt zich echter ook de meening, dat de prijzen nu wel op een peil zijn aangekomen, waarop men tot inkoopen kan overgaan. Zoo is er in den loop der laatste week vrjj wat nieuwe Plata-tarwe naar Duitsch- land verkocht en ook Scandinavië en Italië, welk laatste land anders niet bij voorkeur Plata-tarwe koopt, hebben deze week wegens de lage prijzen vrij belangrijke inkoopen gedaan. Steun ondervindt tevens de opvatting, dat op nog lagere tarweprijzen niet al te sterk moet worden gerekend, van de wijze, waarop zich in Canada en de Vereenigde Staten de tarweprijzen nu reeds zoo lang op vrijwel hetzelfde peil weten te handhaven. In deze week zijn er weder enkele dagen met vastere markten te Winnipeg en Chicago voorgekomen, het¬ geen ertoe leidde, dat de Canadeesche tarwepool, zoowel op het vasteland als in Engeland flinke hoeveelheden Manitoba™s kon plaatsen. Als regel echter zijn de geheele week de zaken naar Europa niet groot geweest ondanks een kleine afname in de naar Euroja onrerweg zijnde hoeveelheid tarwe. Deze ver¬ minderde eenigszins en bedroeg op 15 December nog 6.4 mil- lioen quarters. Dat bij de groote verschepingen uit Argentinië toch eenige vermindering in den zeilenden voorraad intrad is het gevolg van de omstandigheid, dat uit Noord-Amerika ook nu weder niet veel tarwe naar Europa verladen is, hetgeen voornamelijk in verband staat met het sluiten der scheepvaart op de St. Laurens. Dat ondanks de in alle uitvoerlanden aan¬ wezige of bijna aanwezige groote hoeveelheden tarwe, de prij¬ zen althans in Noord-Amerika zich nu zoo lang goed handhaven hangt zeker ook samen met de voortdurende vraag naar bui- tenlandsche tarwe in Britsch-Indië, waarheen ook deze week weder een aantal ladingen Australische tarwe verkocht zijn. Ook het feit, dat Centraal- en Zuid-Oostelijk Europa nauwe¬ lijks meedoen aan verschepingen over zee via de Roemeensche Donauhavens, zoodat zelfs Griekenland kooper is voor Mani- toba-tarwe, werkt ertoe mede, dat er nog steeds geen verla¬ ging van beteekenis in de Canadeesche tarweprijzen intreedt, ook al kunnen binnenkort van het Zuidelijk halfrond zulke groote verschepingen worden verwacht. Overigens schijnt de Argentijnsche regeering maatregelen te ontwerpen om de tarweprijzen voor verdere verlaging te behoeden. In den loop dezer week is aan de Argentijnsche termijnmarkten de tarwe- prijs niet sterk meer gedaald, maar op enkele dagen van prijs¬ herstel volgde daar toch steeds weder een verlaging. Op 17 December sloten beide markten 5 centavos per 100 KG. hooger dan een week tevoren. Te Chicago is December-tarwe l3/4 dollarcent in prijs gestegen, doch voor de verdere termijnen evenals voor de noteeringen aan de termijnmarkt te Winnipeg bedroeg de verhooging ongeveer x/., cent. In de dagbladpers hebben berichten de ronde gedaan om¬ trent onderhandelingen, welke Nederlandsche graanfirma™s zouden voeren met Rusland met het oog op toekomstige Russische inkoopen van tarwe, maar veel waarde heeft de handel tot nog toe aan die geruchten niet gehecht. In Cen¬ traal-Europa klaagt men nog altijd over den slechten afzet van broodgraan en in Zuid-Slavië schijnt zelfs de graanhandel het wegens gebrek aan zaken den laatsten tijd hard te verant¬ woorden te hebben. Hetzelfde is trouwens ook het geval in Roemenië, welks graanexport den laatsten tijd, afgezien van overigens niet groote hoeveelheden gerst, van weinig be¬ teekenis is. Rogge wordt in de Europeesche invoerlanden nog altijd zeer weinig van overzee betrokken en de verschepingen uit Noord- Amerika waren ook deze week weder van zeer weinig beteeke¬ nis. De eigen roggeoogsten in de landen van Noordwestelijk Europa voldoen nog steeds gemakkelijk in de behoefte en bovendien wordt daar nog altijd veel rogge als veevoeder ge¬ bruikt. De rogge-prijzen aan de termijnmarkt te Chicago hebben deze week na een op 11 December ingetreden prijs¬ herstel slechts weinig gefluctueerd. Het slot op den 17den was ongeveer lx/s dollarcent per 56 lbs. hooger dan een week tevoren. De houding der maïsmarkt in Europa is nog steeds zeer weinig bevredigend, omdat de vraag naar maïs bij voortduring belemmerd wordt door de lage prijzen van broodgraan en tevens door het feit, dat gerst zooveel goedkooper te krijgen is dan maïs. Zoowel op het vasteland als in Engeland is de vraag naar maïs onvoldoende en nadat ook deze week weder op enkele dagen stoomende Platamaïs en Platamaïs op af lading in wat ruimere mate werd gekocht, en iets hooger betaald dan’ te voren, bleek toch telkens daarna de vraag weder onvoldoende om de prijzen te handhaven. Zoo is ook aan de Argentijnsche termijnmarkten de prijsdaling, welke reeds aan het einde der vorige week begonnen was, verder voortgegaan, hetgeen vooral veroorzaakt werd door onvoldoende belangstelling voor de in Europa arriveerende partijen evenals voor spoedige versche¬ ping. Hetzelfde geldt ook voor maïs uit Zuid- en Oost-Afrika, doch Noord-Amerika heeft slechts weinig druk op de markt geoefend, omdat ook op dagen van flauwere markten te Chicago toch telkens weder Noord-Amerikaansche maïs, die vroeger op December en ook op Januari aflading naar Europa was verkocht, door de Amerikaan ach o verkoopers werd ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 19 December 1928 1137 teruggekocht. Daarbij is tenslotte maïs te Chicago weder vaster geloopen, terwijl deze week de Noord-Amerikaansche maïsversehepingen zelfs kleiner waren dan in de vorige, terwijl juist verwacht was, dat die zich al spoedig sterk zouden uit¬ breiden. Die terug-verkoopen naar Noord-Amerika en de vastere stemming aan de markt te Chicago hebben op enkele dagen in Engeland en op het vasteland geleid tot meer zaken in spoedige Noord-Amerikaansche maïs en ook bij de verbrui¬ kers werd daardoor nu en dan meer belangstelling gewekt. Dit alles is gedeeltelijk veroorzaakt door het Noord-Ameri- kaansche maandbericht per 1 December volgens hetwelk de opbrengst van den maïsoogst der Vereenigde Staten 2.84 mil¬ liard bushels zou bedragen, terwijl die’een maand geleden op 2.895 milliard werd geschat. De oogst van het vorige jaar heeft 2.786 milliard bushels bedragen. Van Platamaïs kan van een verbeterde stemming niet worden gesproken, ofschoon ook daarvoor de prijzen in Argentinië gedurende de laatste dagen een niet onbelangrijk herstel ondergingen. De vraag voor oude Platamaïs is namelijk ook aan het einde der week niet ver¬ beterd. Voor den nieuwen maïsoogst zijn in Argentinië de vooruitzichten uitstekend en niet slechts wordt nieuwe maïs aan de termijnmarkten te Buenos Aires en Rosario zeer veel lager genoteerd dan oude, maar aan het prijsherstel der laatste dagen heeft zij slechts weinig meegedaan. Zaken in Platamaïs van den nieuwen oogst naar Noordwestelijk Europa komen nog steeds zeer weinig voor, doch in Centraal-Europa en Italië worden zulke zaken wel gedaan. Het prijsherstel der laatste dagen aan de Argentijnsche termijnmarkten heeft den maïs- prijs daar op 17 December weder gebracht op vrijwel hetzelfde peil als een week tevoren. Te Chicago vond een stijging van l1/, a 2 dollarcent per 56 lbs. plaats. Voor gerst is de markt vrij vast geweest, hetgeen heeft samengehangen met eenige prijsstijging aan de termijnmarkt te Winnipeg en het minder sterke aanbod van voergerst uit de Vereenigde Staten en Canada. Ook is er uit die exportlanden deze week minder gerst verscheept dan tevoren, hetgeen samenhangt met het feit, dat de meeste der in de afgeloopen maanden afgesloten contracten nu vervuld zijn. Ter ver¬ scheping in de voorjaarsmaanden is lang niet zooveel gerst uit Noord-Amerika verkocht als op de herfstmaanden het geval is geweest. De vraag naar voergerst is deze week weliswaar niet levendig geweest, maar er zijn toch naar Duitschland en Ne¬ derland geregeld zaken gedaan, speciaal van Canada, waarbij stijgende prijzen werden betaald. In Engeland echter was de belangstelling deze week niet groot. Hamburg toonde wat meer kooplust voor stoomende Donaugerst, doch overigens vinden daarin slechts weinig zaken plaats. De verschepingen van gerst uit Roemenië zijn echter ook slechts klein en nog altijd kan men er daar niet toe besluiten om gerst af te geven tot de in West-Europa bedingbare prijzen. Zoolang die hooger blijven dan voor Noord-Afrikaansche en Noord-Amerikaan¬ sche soorten kan op een ruimeren afzet van Donaugerst niet worden gerekend. In den loop der week is Decembergerst aan de termijnmarkt te Winnipeg 21/, dollarcent per 48 lbs. in prijs gestegen en de Mei-termijn P/2 cent. Voor overzeesche haver was de belangstelling in Europa ook deze week weder zeer beperkt. Haver uit Argentinië en Chili wordt in Engeland wel gekocht, doch de hoeveelheden waren slechts klein. Aan de termijnmarkt te Buenos Aires is haver, na de prijsdaling der vorige week, niet verder in prijs gedaald. De opbrengstraming van het Washingtonsche maand¬ bericht wijst voor haver op een ruimen oogst, doch de prijzen aan de termijnmarkt te Chicago hebben zich goed kunnen handhaven, waarschijnlijk gedeeltelijk wegens de prijshou¬ dende stemming voor maïs. SUIKER. NOTBERINGEN. Londen Tates Cubes No. 1 White Java™s f.o.b. per Cuba’s P6‚° c.i.f. December Febr.jMaart Sh. 27/3 27/3 32/6 38/- 18/- Sh. 11/4-1 1 i / 4-J- 13/9″ 18 11 Sh. 10/2J 10,3 13/11- 15/10-1 Data Amsterdam per Maart New York 96» Centri¬ fugals loco 17 Dec. ™28 i 0 Dec. ™28 17 Dec. ™27 17 Dec. ™26 4 Juli ™14 kristalsuiker basis 99° f 14*/, » 14’/, » 18*/i« — 22s/— ruwsuiker basis 88° f 1118/a 2 basis 99o f 141s/321 $ ets. 3,96 3,93 4,65 5,08 3,26 ‘) Het verschil tusschen ruwsuiker 88° en krist.suik. 99» is aan te nemen op/3p. 100KG. De verschillende suikermarkten waren de afgeloopen week kalm en prijshoudend gestemd. In Amerika bleef de prijs voor ruwsuiker vrijwel de geheele week gehandhaafd op 2.3/16 do. c. & fr. New York op basis van Cubasuiker, terwijl de termijnmarkt nagenoeg geen fluctuaties aantoonde en als volgt sloot: Dec. 2.09; Jan. 2.05; Mrt. 2.13; Mei 2.20 en Sept. 2.30. De laatste noteering voor Spot Centrifugals was 3.96 dc. De ontvangsten in de Atl. havens der V. S. waren 31.000 tons, de versmeltingen 50.000 tons tegen 51.000 tons in 1927 en de voorraden 171.000 tons tegen 198.000 tons. De laatste Cuba statistiek is als volgt: 1928 1927 1926 Ton Ton Ton Uutiaansche prod, tot 11 Dec. 4.037.833 4.508.521 4.884.658 Consumptie. 90.797 155.000 152.500 Weekoatv. afscheephavens. .. 26.056 13.306 14.524 Totaal sedert 1 Jan. 3.838.875 4.213.652 4.702 007 Weekexport… 68 318 30.441 45.564 Totale export sedert 1 Jan. . . 3.553.89,5 3.886.094 4.539.068 Voorraad afscheephavens. 244.470 327.558 162.939 Voorraad Binnenland . 148.671 139.869 30.151 In Engeland was de handel op de termijnmarkt zeer beperkt zonder noemenswaardige prijsfluotüaties. De ruw- suikermarkt sloot als volgt; Dee. .. Sh. 9/7>f Aug. Sh. 9/1 Hf Maart. — 9/7s Sept. — 9/11 if Mei — 9;8if Dec. — 10/Hf De Board of Trade statistiek wordt met de volgende cijfers bekend gemaakt: Nov. ™28 Nov.™27 JJN.™28 J./N.™27 Tons Tons Tons Tons Import Ruwsuiker …. 135.067 97.267 1.548.961 1.059.080 — Geraffineerd .. 7.349 34.110 209.325 430.558 Totaal. 142.416 131.377 1.758.286 1.489.638 Voorraad Binnl. biets, 41.600 30.250 _ _ Voorraad in entrepot.. 142.900 175.100 _ _ Tot. fiDuty Paidfl suiker 156.779 125.497 1.680.337 1.425.963 Totale export…….. 10.998 6.030 78.656 85.2(9 In Duitschland is het sedert eenigen tijd hangende voorstel tot verhooging der invoerrechten op Mk. 25.Š per 100 KG. met gelijktijdige vaststelling van den binnenlandschen maximumprijs van Mk. 21.Š per 50 KG. thans door den Rijksdag aangenomen. Veel invloed op den gang van zaken heeft dit echter nog niet gehad. Uit Java wordt gemeld, dat de Visp. het restant witte suiker van den ditjarigen oogst (ca. 295.00Ö tons) tot geheimen prijs verkocht. De tweedehandsch markt was gedurende de afgeloopen week prijshoudend gestemd en prijzen trokken voor alle posities ongeveer … 3/16 aan. Het eindrendement van 146 fabrieken bedroeg dit jaar ca. 20 % meer dan verleden jaar. Willett & Gray™s gespecificeerde eerste raming voor den wereldoogst 1928/29 wordt in dit Nummer onder —Aan- teekeningenfl gepubliceerd. Hier te lande was de handel op de termijnmarkt deze week uiterst beperkt. Wegens December aanbod werd eenige druk op de prijzen uitgeoefend. De markt sloot kalm op de volgende noteeringen: Deo. … 13l/2Šs/4; Mrt. / 137/,Š… 14l/8; Mei … 111/,Š… lU/sl Aug. f 14s/8Š… 145/s (verhandeld tot f IA1/,). De omzet bedroeg 1450 tons. KATOEN. Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens. __(In duizendtallen balen)._ 1 Aug.™ 28 tot 7 Dec. ™28 Overeenkomstige periode 1927 1926 Ontvangsten Gulf-Havens. — Atlant.Havens Uitvoer naar Gr. B rittannië — —™t Vasteland etc. — — Japan. ‘ ‘ 6124 839 2324 770 5563 482 2364 536 7627 1153 2706 625 Voorraden. (In duizendtallen balen). 7 Dec. ™28 Overeenkomstig tijdstip 1927 1926 Amerik. havens. 2324 1224 21 353 447 2583 1341 214 498 603 2967 1527 112 667 696 New York. New Orleans. Liverpool . ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 19 December 1928 Marktbericht van de Heeren Sir Jaoob Behrens & Sons. Manchester, d.d. 12 December 1928. De voornaamste gebeurtenis in de Amerikaansche katoen¬ markt, was de publicatie van het slot Bureau-Rapport betref¬ fende den ditjarigen oogst. De schatting van 14.373.000 balen werd algemeen als —bearishfl beschouwd en prijzen daalden in New-York ongeveer 37 a 47 punten, terwijl Liverpool heden¬ morgen 14 tot 16 punten hooger opende. De ginningcijfers, welke op Zaterdag gepubliceerd werden, bedroegen 12.561.000 balen, hetgeen beter was dan men algemeen verwacht had en een flauwere stemming in de markt tengevolge had. Men moet nu maar eens afwachten, welke invloed de hoogere prijzen op den handel zal hebben met het oog op de hoogere cijfers. Egyptische katoen heeft eveneens gefluctueerd. Er was een stijging van 40 punten voor E.G.F. Sakel in Liverpool op jl. Zaterdag en een daling van 60 op Maandag, terwijl gisteren de stijging 35 punten bedroeg, en hedenmorgen Liverpoolfutures 28 punten hooger openden. Locoverkoopen waren de vorige week gering met 33.000 balen. In de Amerikaansche garenmarkt ging gisteren weinig om. De prijsreactie van het ruwe materiaal had tengevolge, dat er minder gekocht werd en de vraag naar twist en weft van alle soorten zich beperkte tot kleine hoeveelheden voor spoedig verbruik, daar koopers er de voorkeur aan gaven verdere ontwikkelingen af te wachten en zij in den tegenwoordigen toe¬ stand weinig vertrouwen hebben. In getwijnde garens zijn echter flinke hoeveelheden, zoowel voor de binnenlandsche markt als voor export, geplaatst. Naar Egyptische twist en weftgaren bestaat over het algemeen weinig vraag. De fluctuaties van het ruwe materiaal en de angst over de ziekte van den koning vormen een beletsel voor den handel, terwijl de omzet zich beperkt tot dringende behoefte en kleine hoeveelheden. In Twistgarens zijn gedurende de afgeloopen week enkele flinke posten geplaatst en is de vraag naar ge¬ twijnde garens voor Indië slechts gering geweest. Overigens zijn er over het algemeen slechts weinig zaken tot stand ge¬ komen. In de doekmarkt is sedert de publicatie van het Bureau- Rapport weer een week voorbij gegaan. Zooals wij boven reeds geconstateerd hebben, was het eerste resultaat een prijsdaling en zij, die zoo gelukkig geweest zijn ™s Maandags te koopen, hebben zeker prijsconcessies kunnen bedingen. Sindsdien heeft de markt gereageerd en is vandaag weer ongeveer op de¬ zelfde basis als voor de ontvangst van het rapport. Prijzen zijn vast en toonen neiging tot stijgen. Het is nog moeilijk de juiste positie vast te stellen. Enkele fabrikanten rapporteeren, dat zij verdere zaken hebben afgesloten en geen redenen tot klagen hebben, terwijl in andere gevallen de vraag slechts gering is. De toon is echter gezond en in vele gevallen schijnt het slechts een kwestie van vertrouwen te zijn, of de tegen¬ woordige vraag inderdaad tot zaken zal leiden. De flauwere stemming tegen het einde van de vorige week als een gevolg van het Bureau-Rapport behoort thans weer tot het verleden. Liverpoolnoteeringen Oost. koersen 4Dec. 11 Dec. 5 Dec. 12 Dec. T.T. opBr.-Indië l/6¥ 1/6¥3T F. G.F.Sakellaridis 19,30 19,50 T.T.opHongkong 2/0ti 2/0i/g G. F. No. 1 Oomra 7,20 7,20 T.T. op Shanghai 2/7^ 2/7 KOFFIE. Hoewel de houding van Brazilië in de afgeloopen week wel iers vaster was en dientengevolge de termijnmarkten met kleine fluctuaties iets opliepen, waarna zij echter wederom onge¬ veer evenveel inzakten, bleef de stemming aan de Europeesche consumptie-markten Š en daaronder niet in de laatste plaats aan de Nederlandsche markt Š ongeanimeerd. De onder¬ nemingslust, die toch meestal tegen het einde van het jaar niet van grooten omvang is, bleef ditmaal zeer gering en de iets verbeterde stemming in Brazilië had dan ook niet den minsten invloed op de loco-markt. Om koopers te vinden moest voor alle soorten beduidend onder de prijzen der pro¬ ductielanden worden afgegeven, en zelfs Palembang Robusta, die van Nederlandsch-Indië haast niet meer wordt aangeboden en waarvan in de meeste gevallen op het oogentlik slechts noteeringen inplaats van prijzen naar hier werden geseind, vond alleen belangstelling, wanneer de loco-prijs eenige centen onder die noteering was gesteld. Van Santos vooral laat de afzet zeer veel te wenschen over en het wordt hoe langer hoe duidelijker, dat het verbruik dezer hoofdsoort door de toe¬ name van de productie der zoogenaamde zachte soorten en door de in verhouding tot die soorten te hooge prijzen, in de laatste jaren niet onbelangrijk heeft geleden. Zooals reeds gezegd, was Brazilië iets vaster en de kost en vrachtaanbiedingen van Santos stegen dan ook in de afge¬ loopen week ongeveer 1/6 per cwt., terwijl die van Rio slechts -/6 hooger liepen. De cif-aanbiedingen van Robusta uit Neder- – landsch-Indië bleven dooreengenomen onveranderd. Volgens telegram uit Brazilië bedroeg de voorraad, in het binnenland van Rio teruggehouden, op 30 November 608.000 balen tegen 714.000 balen op 31 October, hetgeen een ver¬ mindering beteekent van 106.000 balen. De officieele loco-noteeringen bleven onveranderd 61| ct. STATISTISCH OVERZICHT TARWE HardWinter No. 2 loco Rotterdam/ Amsterdam per 100 K.G. ROGGE American No.22) loco Rotterdam per 100 K.G. Jaargemidd. 1925 Januari 1926 Februari — Maart — April — Mei — Juni — J uli — Augustus — September — October — November — December — Januari 1927 Februari — Maart — April — Mei — Juni — J uli — Augustus — September — October — November — December — Januari 1928 Februari — Maart — April — Mei — Juni — Juli Augustus — September — October — November — 3 December — 10 17 fl. 17.20 *16,90 *16,30 *15,375 *16,10 *16,325 *16,125 16.20 15.35 14,80 15,75 16,025 15.40 15,225 15,225 15,05 14.80 15,75 15.60 15,10 14,875 14,70 13,725 13,45 13.40 13,50 13.80 14.60 15,30 15,30 14 375 14,25 12,00 11,65 12,275 12,325 12.35 12.40 12,40 °,’o 100,0 98.3 94.8 89.4 93.6 94.9 93.7 94.2 89.2 86,0 91,6 93.2 89.5 88.5 88.5 87.5 86,0 91.6 90.7 87.8 86.5 85.5 79.8 78.2 77.9 78.5 80 2 84.9 88.9 88,9 83.6 82,8 69,8 67.7 71,4 71.7 71.8 72,1 72,1 fl. 13,075 11,475 f 11,525 f 11,475 f 11,45 ‘ 11,00 11.125 12.175 11.825 11,95 12,325 12,60 12,20 12,50 13,05 12,70 12.825 13.575 13,20 12,05 11,45 12,15 11,45 12.125 12.575 12,70 12.875 14,00 14,975 15.175 14,275 13,075 12,625 11.575 ‘2,27 12,075 12,00 11,85 11,90 °l o 100,0 87,8 88,1 87.8 87.6 84.1 85.1 93.1 90.4 91.4 94.3 96.4 93.3 95.6 59.8 97.1 98.1 103.8 101,0 92.2 87.6 92,9 87.6 92.7 96.2 97,1 98.5 107.1 114,5 118,4 109.2 100,0 96.6 88.5 93.8 92.4 91.8 90.6 91,0 MAÏS La Plata loco R™dam/A™dam per 2000 K.G. GERST Amer No.23) loco Rotterdam per 2000 K.G. LIJNZAAD La Plata loco R™dam/A™dam per 1960 K.G. fl. 231.50 190.25 174,00 167.75 177.50 168.50 171,00 175.25 170.50 170,00 175.50 177.75 173.50 165,00 167,00 164.50 173,00 172.75 175.25 171.50 178.50 179.50 178.75 184.75 201,00 207.50 226.50 240.75 239.50 238.50 234,00 246.75 214.75 198.75 218.50 227.25 221,00 222,00 220,00 »/o 100,0 82,0 75.2 72.5 76.7 72.8 73.9 75.7 73.7 73.5 75.8 76.8 74.9 71.3 72.1 71.1 74.8 74.6 75.8 74.1 77.1 77.5 77.2 79.8 86.8 89.6 97.8 104,0 103.5 103,0 101,0 106.6 92.8 85.9 94.4 98.2 95.5 95.9 95,0 I fl. 236,00 184.25 175,00 174.50 194.75 192.50 198.75 200.50 190.50 204.75 218.75 215,00 210.75 222.25 230,00 219.25 237.50 258.25 245,00 235.75 252.50 233.25 230.50 233.25 246.25 247.75 243.75 255.75 261,00 260.75 252.50 241,00 226.75 198 25 189.50 185.50 178,00 180,00 183,00 »Jo 100,0 78.1 74.2 73.9 82.5 81.6 84.2 85,0 80.7 86.8 92.7 91.1 89.3 94.2 97.5 92.9 100,6 109,4 104.2 99.9 107,0 98.8 97.7 98.8 104.3 105,0 103.3 108.4 110,6 110.5 107,0 102,1 96,1 84,0 80.3 78.6 75.4 76,3 77.5 fl. 462.50 370.75 353,00 330,00 335.75 334.50 360,25 382.50 376.50 360.25 367.75 382.50 373.75 362.50 373.75 354.75 351.50 373.75 372.75 367.75 368.25 369.50 359,00 349.75 348.25 361,00 361,00 350.75 358.25 372,00 365.25 359.75 350.75 350,75 366,00 386.25 385.00 380,00 370,00 % 100,0 80,2 76.3 71.4 72.6 72.3 77,9 82.7 81.4 77.9 79.5 82.7 80.8 78.4 80.8 76.7 76,0 80.8 80.6 79.5 79.6 79.9 77.6 75.6 75.3 78,0 78,0 75.8 77,5 80.4 79,0 77.8 75.8 75,8 79.1 83.5 83.2 82.2 80,0 STEENKOLEN Westfaalsche bunkerkolen, ongezeefd f.o.b. R™dam/A™dam per 1000 K.G. PETROLEUM Mid. Conlin. Crude 33 t/m 33.9» Bé s. g. per barrel fl. 10,80 10,05 10,20 9,85 10,00 13.10 13,85 16.35 17.25 25,50 31.10 38.25 19,00 13.35 12.10 11.25 11,00 10,95 11,00 11,10 11,05 10,90 10,90 10,65 10,60 10,30 10,00 9,95 10,05 10,60 10,10 10,10 10,05 10,00 9,95 10,20 10,155 °/o 100,0 93.1 94,4 91.2 92.6 121.3 128,2 151.4 159.7 236.1 288,0 353.7 175.9 123.7 112,0 104.2 101.9 101.4 101.9 102.8 102.3 100.9 100,9 98.6 98.1 95.4 92.6 92.1 93.1 98.1 93.5 93.5 : 93,1 92.6 92.1 94,4 94,05 1.68 1.51 1.80 1.80 1.80 1.93 2.05 2 05 2.05 2.05 2.0 . 1.81 1.75 1.75 1.70 1.26 1.22 1.22 1.22 1.22 1.22 1.22 122 1.22 1.22 1.22 1.21 1.19 1.19 1.19 1.19 1.19 1.21 1.21 1.19 1.18 1.18 1.18 1.18 »/o 100,0 89.9 107,1 107,1 107.1 114.9 122,0 122,0 122,0 122,0 122,0 107,7 104.2 104.2 101.2 75,0 72,6 72,6 72,6 72,6 72,6 72,6 72,6 72,6 72,6 72,6 72,0 70,8 70,8 70,8 70,8 70,8 72,0 72,0 70,8 70,2 70,2 70,2 70,2 IJZER Cleveland Foundry No. 3 f.o.b. Middlesbrough per Eng. ton KOPER Standaard Locoprijzen Londen per Eng. ton Sh. 73/- 70/- 70/6 70/6 70/6 73/- 76/6 87/- 90)6 94/6 118,’- 120/6 99/6 85/6 83/6 81/- 80;- 74/- 70/- 70/- 69/- 65/- 65/- 65/- 65/- 65/- 65/- 65/6 66/- 66/- 66/- 66/- 66/- 66/- 66/- 66|- 66/- 661- 66/- »/o 100,0 95,9 96,6 96,6 96,6 100,0 104,8 119.2 j 124,0 129.5 161.6 165,1 136.3 117.3 114.4 111,0 109,6 101.4 95,9 95,9 ‘ 94,5 89,0 89,0 89,0 1 89,0 89,0 89,0 89,7 90,4 90,4 90,4 90,4 90,4 90,4 90,4 90,4 90,4 90,4 90,4 £ 62.1/6 59.3/- 59.12/- 58.15/6 57.7/6 56.9/6 56.17/6 58.2/- 58.19/6 58.15/- 58.7/6 57.6/6 56.19/6 55.7/6 54.16/- 55.17/- 55.2/6 54.14/- 54.2/6 53.19/- 55.5/6 54.13/- 55.5/- 59.1/- 60.2/- 62.-/- 61.12/- 61.3/6 61.14/6 62.15/- 63.17/- 62.18/- 62.10/6 63.8/- 65.12/- 67.18/- 68.15/- 68.2/6 68.10/- °/o 100,0 95.3 96,0 94.7 92.4 91,0 91.6 93.6 95,0 94.6 94,0 92,3 91.8 89.2 88.3 89.9 88,8 f8,1 87,2 86.9 89.0 88,0 89,0 95.1 j 96.8 99.9 99.2 98.6 99.4 101,1 102.9 101.3 100.7 102,1 105.7 109.4 110.8 109,7 110.4 i) Men zie voor de toelichting op dezen staat * Manitoba No. 3. f Zuid-Russische. de nummers van 8 en 15 Augustus 1928 (No. 10,10 93,5 658 en 659) pag. 689/90 en 709. ») = Western vóór de invoering van 19 December 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 1 139 per I K.G. voor Superior Santos en oli ct. voor Robusta. De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos op prompte verscheping zijn thans ongeveer 98/- a 99/6 per owt. en van dito Prime ongeveer ]00/6 a 102/6, terwijl zij van Rio type New York 7 met beschrijving, prompte verscheping, bedragen 77/9 a 78/-. Van Robusta op aflading van Nederlandsch-Indië zijn de prijzen in de eerste hand op het oogenblik: Palembang Robusta, December-verscheping, 40J ct; Ben- koelen Robusta, December-verscheping, 40j ct.; Mandhéling Robusta, Dec./jan. verscheping, 41^ ct.; W.I.B. f.a.q. Ro¬ busta, Dec./Jan. verscheping, 52| ct. alles per KG., cif, uit¬ geleverd gewicht, netto contant. De slot-noteeringen te New York van het aldaar geldende gemengd contract (basis Rio No. 7) waren: Dec. Maart Mei Sept. 17 Dec. 10 — . 3 — . 26 Nov. $ 15,45 — 15,58 » 15,71 — 15,76 $ 14,60 — 14,40 — 14,94 — 14,93 $ 13,93 — 13,68 — 14,32 — 14,24 $ 13,- — 12,75 — 13,42 — 13,35 Rotterdam, 18 December 1928. (Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandel te Rotterdam.) Noteeringen en voorraden in Brazilië. Data te Rio te Santos Wisselkoers te Rio op Londen Voorraad (In Balen) Prijs No. 7 i) Voorraad (In Balen) Prijs No. 41) 17 Dec. 1928 10 — 1928 3 — 1928 19 — 1927 340.000 325.000 320.000 376.000 28.950 28.725 28.950 23.275 1.173.000 1.181.000 1.187.000 1.082 000 33.500 33.500 33.500 31.000 5123/m 562/64 5126/m 6 Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen. Data te Rio te Santos Afgeloopen week Sedert ljuli Afgeloopen week Sedert 1 Juli 15 Dec. 1928 .. .. 17 Dec. 1927 …. 50.000 88.000 1.501.000 2.266.000 153.000 121.000 3.850.000 5.121.000 ‘) In Reis. Statistiek der firma G. Duuring & Zoon. Zichtbare voorraad op 1 December in duizenden balen. 1928 1927 1926 1925 1921, Voorraad in Europa.. 1.912 1.504 1.491 1.605 1.334 Stoomend …Brazilië .. 413 702 551 604 755 n. Europa ^Oost-Indië. 106 167 64 80 69 Voorraad Ver. Staten Stoomend 1 naar ^Brazilië .. Ver.StatenJ _ 2.431 751 493 2.373 686 708 2.106 888 703 2.289 2.158 789 803 602 555 3.675 10 33 _ 94 319 1.138 3.767 3.757 3.680 3.516 44 123 279 1.152 35 260 727 18 247 1.183 31 377 1.707 Voorr. in Pernambuco — — Bahia ….. — — Victoria .. — — Rio – — — Santos ….. — — Paranagua. Š Š Š Š Š Totaal _ *5.269 *5.365 *4.779 *5.128 *5.631 Op 1 November ….*5.332 *5.240 *4.849 *5.209 *5.759 Op 1 Juli…*5.729 *4.720 *4.571 *5.085 *5.071 * Niet inbegrepen de binnenl. voorraden in Sao Paulo. De binnenlandsche voorraden te Juli 1924 Juli 1925 Novemberl925 December 1925 Juli 1926 Novemberl926 December 1926 Juli 1927 November] 927 December 1927 Juli 1928 Novemberl928 Santos 4.592.000 balen 1.786.000 — 3.652 000 — 4.122.000 — 2.833.000 — 6.141.000 — 6.397.000 — 3.312.000 — 11.049.100 — 12.271.000 — 11.672.000 — 13.669.000 — Rio de Janeiro 1.180.000 balen 714.000 — THEE. In de afgeloopen week vond op den 13en dezer de laatste Amsterdamsche theeveiling van dit jaar plaats. Bij een aanbod van circa 22.000 kisten Nederlandsch-Indische thee directe aan voer, heerschte er een vaste stemming voor stof en klein- gruizige soorten, waarvan de prijzen dikwijls van 7 tot 9 VAN GROOTHANDELSPR1JZEN1) TIN locoprijzen Londen per Eng. ton & 261.17/- 283.6/- i 286.3/- i 285.14/- | 282.19/6 | 268.14/6 i 268.13/6 283.6/- 294.10/6 307.19/6 314.14/6 308.1/6 307.-/6 299.13/6 309.8/6 312.15/- 304.1/- 295.12/- 296.9/6 289.15/6 292 -16 287.12/6 264.2/6 264 4/6 266.13/6 255.11- 233.10/6 233.17/6 234.6I- 230.13/- 218.8/6 211.19/- 211.18/- 214.7/6 221 19/- 232.10/6 241.12/6 225.17/6 224.12/6 de huidige »/o 100,0 108,2 109.3 109.1 108.1 102,6 102,6 108,2 112.5 117.6 120,2 117.7 117.3 114.4 118,2 119.4 116,1 112.9 113,2 110.7 111.5 109.8 100.9 100.9 101.8 97.4 89.2 89.3 89.5 88,1 83.4 80,9 80.9 81.9 84.8 88.8 92.3 86.3 85,8 KATOEN for Middling locoprijzen New York per lb. $ ets. 23.25 20.75 20.55 19.40 19,10 18,95 18,45 18,80 18.45 17.35 13.25 12.90 12,60 13.45 14.15 14.25 14.75 16.15 16,85 17.90 19,70 22,05 20,65 20.25 19,70 19.25 18.35 19.35 20,65 21.55 21.35 21.75 19,30 18.55 19.45 19.90 20,40« 20,50’ °/o 100,0 89.2 88.4 83.4 82,1 81.2 79,3 80.9 79.3 74.3 57,0 55.5 54.2 57.5 60.6 61.3 63.4 69.5 72.7 77,0 84.7 94.4 88.8 87.1 84.7 82.8 78.9 83.2 88,8 92.7 91.8 93.5 83,0 79.8 83,7 85;6 87,70 88,2™ WOL gekamde Australische, Merino, 64™s Av. loco Bradford per lb. pence 55,00 48.75 46.50 47.50 47,50 47,50 47,50 47,50 47.75 48.75 47,50 44.75 44.75 45,00 46.25 47.75 47.50 47,00 47.25 48.50 48.50 50,00 50.25 52.25 51.50 53,00 54.75 55,00 54.50 54.25 55.50 53,00 51.75 47,00 46.25 47.25 47,00 s 46,00 s »/o 100,0 88,6 84.5 86,4 86,4 86,4 86,4 86,4 86,8 88.6 86.4 81.4 81.4 81,8 84.1 86,8 86.4 85.5 85.9 88.2 88,2 90.9 91.4 95,0 93.6 96.4 99.5 100,0 99.1 98.6 100.9 96.4 94.1 85.5 84.1 85,9 85,5 s 83,6» WOL gekamde Australische, Crossbred Colo¬ nial Carded, 50™s Av. loco Bradford per lb. pence 29.50 26,00 25,00 25.50 25,00 24.25 24,00 23.75 24.50 25.25 24.75 24,00 24.50 25.25 26,00 26.50 26.25 26,00 26,00 26,50 26,50 26.50 26.75 28.50 28.75 29.75 31.75 33.25 33,00 32.25 31,75 31.25 30,00 29,00 27.25 27.50 23.25 s 27,75» °/o 100,0 88,1 84,7 86.4 84.7 82,2 81.4 80.5 83,1 85.6 83.9 81,4 83.1 85.6 88.1 89.8 89,0 88,1 88,1 89.8 89.8 89.8 90.7 96.6 97.3 100.8 107.6 112.5 111.9 109.3 107.6 105.9 101.7 98.3 92.4 93,2 95,8 s 94, r RUBBER 4) Standaard Ribbed Smoked Sheets loco Londen per lb. Sh. 2/11,625 3/4,25 2/7,625 2/5,125 2/1,25 1/10,5 1/8,375 1/8,375 1/7,625 1/8,125 1/8,875 1/8 1/6,5 1/7,375 1/7,125 1/8,25 1/7,875 1/7,75 1/6 1/4,75 1/5,25 1/4,25 1/4,375 1/6,5 1/7,75 1/7,25 1/3,75 1/0,75 -/9,375 -19 -19,25 -19,25 -/9,25 -/8,5 -18,8 -/8,625 -/8,4375 -18,5 -/8,625 »/o 100,0 113,0 88,8 81,8 70.9 63,2 57.5 7,5 55.1 56.5 58.6 56.1 51.9 54.4 53.7 56.8 55.8 55.4 50.5 47,0 411,8- 45.6 46,0 51.9 55,4 54,0 44.2 35.8 26.3 25.3 26,0 26,0 26,0 23.9 24.7 24,2 23.7 23,9 24,2 SUIKER Witte kristal¬ suiker loco R™dam/A’dam. per 100 K.G. tl. 18.75 16,87 s 17,12s 16,375 16,375 16.50 16.625 16.75 16.375 17.25 17.875 19.625 21.875 22,00 21.125 20.625 20.25 20.25 18.376 18.625 18.50 17.875 16.875 17.25 17.875 17,375 16.75 16.875 16.875 16.625 15.75 15.50 16,00 15.875 14.625 14,00 14.125 14,00 13.875 »/o 100,0 9o,0 91.3 87.3 87.3 88,0 88.7 89.3 87.3 92,0 95.3 104.7 116.7 117.3 112.7 110,0 108,0 108,0 98,0 99.3 98.7 95.3 90,0 92,0 95.3 92.7 89.3 90,0 90,0 88.7 84,0 82.7 85.3 84.7 78,0 74.7 75.3 74,7 74,0 KOFFIE Robusta Locoprijzen Rotterdam per 1/2 K.G. THEE Aft. N.-I. tlieev. A™dam gem. pr. Java- en Suma- tratheep.^KG. Indexcijfer v/h. Centr. B. v. d. Stat., herleid van 1913Š 100 tot 1925=100 cts. 61.375 57.5 58 57.25 54.25 55 56 57 57.75 57.25 53.5 51,625 50 50 48.75 48 48 47 47 47 45.375 44.25 45.25 46 46 46 46 47 47 48.25 49 49.875 51.875 52.75 53 53 53 51.5 51,5 °l 0 100,0 93,7 94.5 93.3 88.4 89.6 91.2 92, y 94.1 93.3 87.2 84.1 81.5 81.5 79.4 78.2 78.2 76.6 76,6 76.6 73.9 72,1 73.7 74.9 74,9 74,9 74.9 76,6 76.6 78.6 79.8 81.3 84.5 86,0 86.4 86,4 86,4 83.9 83.9 cts. 84,5 103.5 103,5 100.25 97.5 102.25 100 89.25 87.75 89.5 85.25 79.25 71 71.25 70 72.25 86.5 81.25 84 94.5 93 96 89.25 84.5 79.5 79 74.25 78.25 73.25 71.25 67.75 70.25 73 75.75 76,5» °/o 100,0 122,5 122.5 118.6 115,4 121,0 118.3 105.6 103.8 105.9 100.9 93.8 84,0 84.3 82.8 85.5 102.4 96.2 99.4 111,8 110,1 113.6 105.6 100,0 94.1 93.5 87,9 92.6 86.7 84.3 80.1 83,1 86.4 89.6 90,5»! Indexcijfer van The Economist, herleid v. 19* 1-5 = 100 tot 1925 = 100 100,0 98.7 96.1 93,5 92,3 92.3 92,9 91,0 89.7 90.3 92.3 94.8 94.8 93,5 94.2 92.9 92.3 93,5 96,1 97.4 96.1 96,8 96,8 97.4 97.4 98.7 96.8 98.1 98,7 98.1 98,7 95.5 92.9 53.5 94.2 95.5 100,0 93,4 92.3 91.1 90.4 89.4 90,0 90.2 92.2 94.7 94.5 93.3 88.7 87.6 89,5 87.9 87.4 88.9 89,3 89.2 90.8 90,0 89.1 88.3 88,0 86.7 87.4 88.4 90.1 9( ,0 88,3 86.8 85,0 85.1 85,1 85.5 officieele noteeringswijze (Jan. 1928). s) = Malting vóór de invoering van de huidige offic. noteeringswijze (Jan. 1928). *) Jaar- en maandgemiddelden op Vs pence. 5) 4 Dec. 6) 7 Dec. 7) 14 Dec. s) 6 Dec. afgerond ») 13 Dec 1140 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 19 December 1928 cents konden verbeteren. Gewone gruissoorten boekten prijs- verhoogingen van 5 tot 8 ets., terwijl bladsorteeringen on¬ regelmatig waren en van enkele centen kooger tot evenveel lager werden afgedaan. De middenprijs voor deze veiling wordt opgegeven met ets. per h. KG. in entrepot of 3/4 ets. hooger dan die der vorige veiling. De middenprijs voor het geheele jaar 1928 bedraagt 75 ets. per h. KG., in entrepot bij een totaal aanbod van 13.456.000 KG., waartegenover 1927 staat met 811/,, ets. over 14.712.000 KG. De vastere marktstemming was een direct gevolg van de verbeterde statistische positie van de wereldmarkt. ; De aan voeren in het V. K. beliepen in November 60.8 mil- j lioen lbs. of 12 millioen lbs. minder dan in de overeenkomstige | maand van verleden jaar, terwijl de afleveringen voor binnen- ! landsch verbruik 37.7 millioen lbs. bedroegen of P/4 millioen | lbs. meer dan in November 1927 en de afleveringen voor | uitvoer 12 millioen lbs., of bijna 5 millioen lbs. boven verle¬ den jaar. De voorraden in entrepot op ulto. November worden op¬ gegeven als 224.7 millioen lbs. of nog slechts 11 millioen lbs. boven die van verleden jaar. Op ulto. October waren deze voorraden nog 241/2 millioen lbs., boven verleden jaar. De noordelijk Britsch-Indische oogst wordt op ulto. No¬ vember geraamd op 333 millioen lbs. of nog slechts mil¬ lioen lbs. hooger dan verleden jaar. Amsterdam, 17 December 1928. COPRA. De markt was gedurende de afgeloopen week wederom flauw gestemd. Het aanbod van Indië blijft voortduren, speciaal van Ned. Ind. en Java fms Copra. Singapore blijft, tengevolge van Amerikaansche aankoopen, nog boven pariteit. De markt sluit met de volgende noteeringen: Nederl. Indische fms, aflad. Dec./Jan. / 29®/4 — — — — Jan./Feb. — 30/- — — — — Feb./Mrt. — 307i STEENKOLEN. Karakteristiek voor de afneming van bedrijvigheid in South Wales is het sluiten door de Great Western Railway Co. van twee groote ..docksfl en het buiten werking stellen van alle tips aan de westzijde van een dock in Cardiff. Dooréén- genomen zijn er gedurende dit jaar eiken dag dertig kolentips ongebruikt geweest. Ziehier de cijfers der verladingen van de gezamenlijke South Wales ports: 1913 39.000.000 ton 1927 28.000.000 ton 1928 zk 26.000.000 ton (op basis van de cijfers voor de eerste elf maanden.) In Westfalen is er, gedurende de uitsluiting in de ijzer- industrie, een uitval van productie geweest van ca. 9.000 ton kolen per dag. In Holland zal de productie, op basis van het vermogen van dit oogenblik, welhaast 10 millioen ton per jaar gaan bedragen. De prijzen zijn: Northumberland Ongezeefde./ 9.85 Durham — .—10.50 Cardiff 2/3 large 1/3 smalls.— 12.50 Schotsche Gezeefde (Prime Lothians).— 10.50 Yorkshire gewasschen Doubles.—12.Š Westfaalsche Vetförder.. — 13.75 — Vetstukken.—15.Š — Smeenootjes. — 14.50 — Gasvlamförder.— 13.75 — Gietcokes..— 16.75 Hollandsche Eierbriketten…—15.Š alles per ton van 1.000 KG. franco station Rotterdam/Am¬ sterdam. Ongezeefde bunkerkolen f.o.b. Rotterdam/Amsterdam / 10.10. Markt prijshoudend. IJZER. Zonder bepaald levendig te zijn, is de stemming van de Belgische ruwijzermarkt nog steeds vast, terwijl de toestand op de Fransche markt zeer bevredigend blijft. Het aspect vah de Clevelandmarkt is nog allesbehalve gunstig te noemen, ook al zijn de vooruitzichten iets verbeterd. Het Roheisenverband handhaaft zijn prijzen voor Januari. Volgens berichten in de vakpers zou het O. S. P. M. (Frank¬ rijk), waarvan de overeenkomst met 31 December afloopt, voor 2 jaar verlengd zijn. Het is moeilijk voor de staalmarkt een bepaalde tendens aan te geven. De indruk wordt gewekt, dat er weinig zaken tot stand komen. VERKEERSWEZEN. VRACHTENMARKT. De afgeloopen week toonde een belangrijke achteruitgang in het aantal bevrachtingen op de Noord-Amerikaansche vrachtenmarkt en de vrachtprijzen daalden iets. Een boot van middelmatige grootte werd bevracht van de Northern Range naar Havre of Duinkerken tegen 16 cents basis zwaar graan per December; naar Antwerpen of Rotterdam werd tegen 143/.j cents basis zwaar graan per Januari bevracht, naar Hamburg of Bremen een zeer kleine boot tegen 18 cents gerst per December. Van St. John werd afgesloten per half Januari naar de Middellandsche Zee tegen 19!/j cents zwaar graan. De verwachting, dat de suikermarkt van West-Indië deze week beter gestemd zou zijn, is niet vervuld; de vraag naar tonnage is slechts gering. Over het algemeen toonen de be¬ vrachters slechts belangstelling voor booten van 5/7000 tons laden van Cuba naar de gebruikelijke U. K./Continent havens tegen 20/- per December/Januari. Niettegenstaande de tegen¬ woordige onbeteekenende vraag wordt echter een opleving van suikerbevrachtingen verwacht. De vrachtenmarkt van La Plata was evenals de vorige week vast en betere vrachten werden betaald per December, Januari en Januari/Februari laden. Deze hoogere vrachten hebben enkele reeders bewogen om in ballast uit te gaan. Dit zal wel geen invloed hebben op de markt voor Januari, maar zal mogelijk een verhooging der vrachten voor de latere maanden tegenhouden. Voor salpetertonnage van Chili bestond een constante vraag. Een 6700 tonner, 10 %, werd bevracht naar Bordeaux/ Hamburg Range (Rouaan en Nantes inbegrepen) tegen 30/6 met volle opties per Januari. De Oostelijke markten waren deze week vast, ofschoon geen groote activiteit werd ten toon gespreid. Voor Sojuiboonen van Vladisvostock ging de grootste belangstelling uit voor prompte belading en per December werd 2000 ton ruimte geboekt naar Rotterdam en/of Hamburg tegen 40/-. De uitgaande kolenvrachten van Engeland waren iets lager, speciaal naar Brazilië en La Plata. RIJNVAART. Week van 9 t/m. 15 December 1928. De algemeene toestand bleef ongewijzigd. Er was weinig vraag naar scheepsruimte, welke steeds ruimschoots voldoende beschikbaar bleef. De stemming bleef lusteloos. De vrachten bedroegen: voor erts naar de Ruhrhavens / 0,40/50 met 1/i en 1/2 lostijd, voor ruwe producten naar Mannheim / 0,90/1,Š met 1/t en 1/., lostijd. Voor sleeploon betaalde men maximum … 0,55 en mimimum / 0,45 Tarief. De waterstand bleef vallend. Naar den Bovenrijn werd op zk M . 2,20 a M. 2,30 en naar den Benedenrijn op vollen diep¬ gang afgeladen. In de Ruhrhavens bleef de situatie eveneens ongewijzigd. De vracht voor Exportkolen bedroeg M. 1,20 inclusief sleeploon per ton. INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN. Bedrijfsleven en de strijd tegen de Armoede in Nederland door Dr. CH. A. VAN MANEN. Prijs ingenaaid f 3,Š. Gebonden …4.76. Voor leden der Vereeniging en geabon- neerden op het Weekblad wordt dit werk beschikbaar gesteld tegen den prijs van … 2,50 ingenaaid en … 4,Š gebonden. Bestellingen richte men tot het Secretariaat van het Instituut, Pieter de Ilooghweg 122, onder gelijk¬ tijdige remise per postwissel of op postcheque- en girorekening No. 8408, Rotterdam. Nederlandsche Handel-Maatschappij Amsterdam Gestort Kapitaal f 80.000.000,Š Statutaire Reserve f 40.000.000,Š AGENTSCHAPPEN TE ROTTERDAM EN ‘S-GRAVENHAGE Rente voor Deposito™s: Direct opvorderbaar 1 maand opzegging 3 maanden opzegging 2 % per jaar 6 maanden opzegging . 3 % — — 12 3/2 % .. % per jaar 4/4 % Voor andere en VASTE termijnen, zoomede voor groote bedragen rentevergoeding nader overeen te komen. SAFE-DEPOSIT A. E. C. VAN SAARLOOS, Balanslezen Handleiding voor fondsenbezitters, directeuren en commissarissen van Naamlooze Vennootschap¬ pen en studeerenden in de Handelswetenschappen. Tweede druk . f 2.90 Productiekostenverrekening en Wetenschappelijke Bedrijfsleiding Leidraad voor Fabrikanten, Ingenieurs en Ac¬ countants .f 3.50 HANDELSECONOMISCHE BOEKERIJ Deel I. Dr. PAUL FELDKELLER, Het denken in de koopmanspractijk Leidraad voor het logisch denken in het dage- lijksch leven . f 1.75 Deel II. J. F. HALKEMA KOHL, Het Betalingsverkeer.f 1.90 NIJGH & VAN DITMAR™S UITG.-MIJ Š ROTTERDAM Practisch Administratieboek voor Huiseigenaren Prijs gecartonneerd f 2.25 ™Alom verkrijgbaar bij den Boekhandel en bij Nijgh & van Ditmar™ Uitgevers-Maatschappij, Rotterdam. sr Waarom adverteeren in, en ‘n exempl. koopen van KELLY™S DIRECTORY! Omdat deze uitgave jaarlijks wordt gekocht en geraadpleegd door tien- duizende groote firma™s over de geheele wereld, en U, wanneer Uw naam daarin opvallend is gedrukt, voortdurend exportaanvragen zult ontvangen. Op Uw beurt vindt U er de adressen in van alle handelslichamen, welke in Uw artikel belang stellen, zoodat de gelegenheid om het aantal Uwer relaties uit te breiden, voor het grij. pen ligt. Wanneer U Exporteur, Importeur, Fabrikant of Groothandelaar is, moogt U niet nalaten zich ten minste van de uitstekend bekend staande K lly™s Directory op de hoogte te stellen. Vraagt kosteloos prospectus of bezoek van een vertegenwoordi¬ ger aan NIJGH & VAN DITMAR™S UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ WIJNHAVEN 113 Š ROTTERDAM TELEFOONNUMMER 7843 How to write an English Business Letter door J. E. BERRINGTON Prijs … 1.90 NIJGH & VAN DITMAR’S UITG.-MIJ. ROTTERDAM 19 DECEMBER 1928 13E JAARGANG No. 677 10 talen! —Het grootste talenblad van Europafl De Spiegel van Handel en Wandel De beste aanvulling van alle taalstudie! Hoofdredacteur: Dr. E. E. J. Messing Walenburgerweg 49, Rotterdam Administratie: Wijnhaven 113, R™dam f5.- per jaar proefnummer gratis Florilegio de Prosistas Espanoles de los penodos romantico, realista. actual, con notas biograficas y con una breve historia de la literatura espafiola, compilado y ampliamente anotado POR J. B. KERPESTEIN Profesor de la escuela superior de altos estudioscomer- ciales, de la escuela superior técnica y de la escuela de comercio püblica. TOMO I y II Prijs per deel f 3.25 NIJGH & VAN DITMAR™S UITG.-MIJ Š ROTTERDAM Aardrijkskundig Woordenboek der geheele aarde door CHR. H. VAN AKEN Prijs in linnen.f 8.75 — in halfleer.f 10.- Nijgh & van Ditmar™s Uitgevers-Maatschappij, Rotterdam NIJGH & VAN DITMAR™S U1TGEVERS-MIJ ROTTERDAM Wijnhaven 111-113 Tel 7841 -™42-™43-™61 Belast zich met het verzorgen van uit¬ gaven en tijdschrif¬ ten op elk gebied Voorlezingen over Organisatie van den Handel door J. GROOTEN Prijs … 2,90 Alom verkrijgb. bij den Boekhandel en bij NIJGH & VAN DITMAR™S UITG.-MIJ ROTTERDAM Naamlooze Vennootschap Wilton’s Machinefabriek en Scheepswerf Rotterdam Scheepsbouw en Machinefabricage. Speciale inrichting voor reparatiën van eiken omvang. Vijf droogdokken met lichtvermogen tot 46000 ton. ïït Dwarshelhng. Drijvende kranen met een lichtvermogen tot 120 ton. Š , c 6707, 6708, 7303 ^ , Telefoon: ?3Q4 ?3{)5 ?325 Telegramadres: —WILTONfl Rotterdam NIJGH & VAN DITMAR™S BOEK- EN HANDELSDRUKKERIJ, ROTTERDAM

Auteur