Ga direct naar de content

Jrg. 13, editie 664

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 19 1928
19 SEPTEMBER 1928 Economisch-Statistische Berichten ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER 13E Jaargang WOENSDAG 19 SEPTEMBER 1928 No. 664 STOOMVAARTMAATSCHAPPIJ —NEDERLANDfl – Amsterdam ROTTERDAMSCHE LLOYD Rotterdam MAIL-, PASSAGIERS- EN VRACHTBOOTENDIENST HOLLANDŠJAVA vice versa via SUEZ KANAAL ?*> JAVA ŠNEW YORK LIJN Geregelde vrachtbootendienst tus- schen Nederlandsch-Indië en de Oostkust van Noord-Amerika in samenwerking met andere Maat- schappijen. J AVAŠBENGALEN LIJN Geregelde dienst tusschen Neder- landsch-Indië, Rangoon en Calcutta. JAVAŠPACIFIC LIJN Geregelde vrachtbootendienst tus¬ schen Nederlandsch-Indië, Singa¬ pore en de Westkust van Noord- Amerika. NIJGH & VAN DITMAR™S U1TGEVERS-MIJ ROTTERDAM Wijnhaven 1 11-1 13 Tel.7841-™42-™43-™61 Belast zich met het verzorgen van uit¬ gaven en tijdschrif¬ ten op elk gebied Het Handelsblad 1 O o JAAR het familieblad der beschaafde kringen. Elke adverteerder weet wat dat zeggen will Algemeen Handelsblad AM. Advertentiën – Amsterdam vROSSEM™S HAVANA MELANGE Nederlandsche Hypotheekbank opgericht te Veendam in ,890- Directie: Mr. M. J. BOS Mr. J. WILKENS. Kapitaal . f 4.000.000,Š Reserves . ruim f 2.200.000,Š Hypotheken.plm. f 54.000.000,Š Pandbrieven.plm. f 51.000.000,Š 4‚/2°/o Pandbrieven b 99’/20/o Bij omwisseling tegen uitgelote pandbrieven is de koers v2 °/0 lager. ROTTERDAMSCHE BANKVEREENIGING BOTTERDAM AMSTERDAM DEN HAAG KAPITAAL / 50. ooo. ooo RESERVE / EO. OOO. ooo DEPOSITO ‘5 CHEQUE REKENINGEN MET RENTEVERGOEDING ALLE BANKZAKEN WIJ BEREIKTEN THANS HET IDEAAL: Kaartsysteem in Boekvorm Kasten en laden onnoodig. Belangrijk beter overzicht. Geen zoekraken of ver¬ keerd opbergen. Alle nadeelen van boeken en kaartsystemen vervallen. Ge¬ schikt voor elke administratie. Vele referenties. Brochure gratis. Kantoorb. Ur DOM A ™* Stations»/. 13e Fabriek —nCDUUH ZUTPHEN R. MEES«Z00NEN A° 1720 Bankiers en Assurantie-Makelaars ROTTERDAM Safe-Deposit Bezorging van alle Verzekeringen STEENKOLEN-HANDELSVEREENIGING (COAL-TRADING ASSOCIATION) Hoofdkantoor Ie Utrecht Ł Filialen te Amsterdam en Rotterdam ONTVANG- EN BETAALKAS NIEUWE DOELENSTRAAT 20Š22, AMSTERDAM Kapitaal … 5.000.000,Š Reservefonds … 1.000.000,Š Rentevergoeding voor gelden a deposito: direct opvorderbaar .Š. Š. 2 % met 10 dagen opzegging. 2% % Voor andere termijnen op nader overeen te komen voor waarden OPEN EN GESLOTEN BEWAARGEVING VOLGENS REGLEMENT SAFE-DEPOSIT. RAADGEVEND BUREAU VOOR ORGANISATIE Ir. V. W. VAN GOGH Ir. ERNST HYMANS HEERENGRACHT 125 AMSTERDAM Verschenen: De Vestigingsfactoren der Katoenindustrie in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika door Dr. J. WISSELINK Prijs ingenaaid f 6.Š Gebonden f 7.50 Moge dit gave en rijpe werk de belangstelling vinden die het verdient. Wetenschap, industrie en arbeid zijn door de verschijning ervan gelijkelijk gediend. Prof. VOLMER in —De Naamlooze Vennootschapfl. Nijgh & Van Ditmar™s Uitgevers Mij. – Rotterdam. Verschenen: Florilegio de Prosistas Espanoles de los penodos romantico, realista. actual, con notas biograficas y con una breve historia de la literatura espaöola, compilado y ampliamente anotado POR J. B. KERPESTEIN Profesor de la escuela superior de altos estudios comer- ciales.de la escuela superior técnica y de la escuela de comercio püblica. T 0 M O I y II Prijs per deel f3.25 NIJGH & VAN DITMAR™S UITG.-MIJ-ROTTERDAM Waarom adverteeren in, en ™n exempl. koopen van KELLY™S DIRECTORY? Omdat deze uitgave jaarlijks wordt gekocht en geraadpleegd door tien. duizende groote firma™s over de geheele wereld, en U, wanneer Uw naam daarin opvallend is gedrukt, voortdurend exportaanvragen zult ontvangen. Op Uw beurt vindt U er de adressen in van alle handelslichamen, welke in Uw artikel belang stellen, zoodat de gelegenheid om het aantal Uwer relaties uit te breiden, voor het grij¬ pen ligt. Wanneer U Exporteur, Importeur, Fabrikant of Groothandelaar is, moogt U niet nalaten zich ten minste van de uitstekend bekend staande Kelly™s Directory op de hoogte te stellen. Vraagt kosteloos prospectus of bezoek van een vertegenwoordi¬ ger aan NIJGH & VAN DITMAR™S UITGE VERS-MAATSCHAPPIJ WIJNHAVEN 113 Š ROTTERDAM TELEFOONNUMMER 7843 Verschenen: Leerboek der Organisatie en Techniek van den Handel voor Handelsscholen DE GOEDEREN HANDEL DOOR J. GROOTEN Leeraar M.O. Wiskunde en Boekhouden Dir. der Levensverz. Mij N.O.G., A™dam en P. BEISHUIZEN Gzn. Leeraar aan de Handelsscholen van de Alg. Winkeliersvereeniging, Amsterdam Deel I f 1.50 Deel II f 1.75 Nijgh & v. Ditmar™s Uitg.-Mij, Rotterdam 19 SEPTEMBER 1928 AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN. Economisch-Statistische Berichten ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN I3E Jaargang WOENSDAG 19 SEPTEMBER 1928 No. 664 INHOUD. Blz. De Belastingdruk in Nederlandsoh-Indië I door E. J. van Brink. 808 De Statistiek der ondernemingen door Ir. B. Bölger.. 810 De Millioenennota . 812 De Rijksmiddelen. 817 BUITENLANDSOHE MEDEWERKING: De Fransche begrooting voor 1929 door Prof .B.Nogaro 819 Aanteekeningen: Indexcijfers van scheepsvrachten . 821 Boekaankondigingen : W. H. de Roos, wnd. Consul der Nederlanden te Kobe: De Japansche Katoenindustrie, bespr. door Joan Gelderman .. 821 Maandcijfers : Postcheque en Girodienst . 822 Overzicht der Rijksmiddelen . 822 Statistieken en Overzichten. 823 Š 830 Geldkoersen. I Bankstaten. | Goederenhandel. _Wisselkoersen. | Effectenbeurzen. | Verkeerswezen. INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN. Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra. ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN. COMMISSIE VAN ADVIES: Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. E. Moresco; Prof. Dr. N. J. Polak; Mr. Dr. L. F. II. Regout; Er. E. van Welderen Baron Rengers; Prof. Mr. II. R. Ribbius; Jan Schil thuis; Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries. Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart. Redaeteur-Secretaris: S. Poslhuma. Secretariaat: Pieter de 11 aochweg 122, Rotterdam. Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408. Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in Nederland … 20,Š. Buitenland en Koloniën … 23,Š per jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het weekblad gratis. De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont¬ vangen de abonné™s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo¬ ver daaromtrent niet anders wordt beslist. Advertenties … 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver¬ tenties: Nijgh & van Ditmar™s Üitgevers-Maatseliappij, Rot¬ terdam, Amsterdam, ™s-Gravenhage. Postcheque- en giro¬ rekening No. 6729. 18 SEPTEMBER 1928. In den toestand van de geldmarkt kwam weder weinig verandering. Aanvankelijk was er iets meer aanbod van geld. Particulier disconto liep daardoor terug tot 4’A pOt. en callgeld daalde van 4 >4 tot 4 pCt. Daarna kromp het aanbod weder in en was de stemming veel stroever. Vooral gisteren waren de koersen weder hooger, particulier disconto steeg tot 45/ie a % pCt. en voor callgeld werd 4/4 pOt. betaald. De prolongatierente noteerde 4K pCt.; enkele dagen kwam 4/4 pCt. als tweede noteering erbij. * * * Na een stilstand van meerdere maanden stelt de Minister van Financiën de inschrijving open op schatkistpapier, op Donderdag 20 September a.s. Aangeboden worden alleen promessen met een loop¬ tijd van 3 en 6 maanden, tot een totaalbedrag van … 45 millioen. Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank geeft de post binnenlandsche wissels een daling van … 3 millioen te zien, die zich geheel verklaren laat uit af¬ lossing van rechtstreeks bij de Bank ondergebracht schatkistpapier; het bedrag van dit papier, dat zich in de portefeuille der centrale crédietinstelling be¬ vindt, verminderde in de afgeloopen week van … 10 millioen tot … 7 millioen. De beleeningen vertoonen een vermeerdering van … 6 millioen. Het renteloos voorschot aan het Rijk blijkt met … 5,2 millioen te zijn teruggeloopen. De goudvoorraad der Bank bleef vrijwel op dezelfde hoogte. Het zilver klom met een kleine … 100.000. De post papier op het buitenland geeft eveneens een stijging van een kleine … 100.000 te zien, terwijl de diverse rekeningen op de actief zijde der balans een teruggang van … 8,3 millioen vertoonen. De biljettencirculatie verminderde met …11,1 mil¬ lioen. De rekening-courant-saldi bedragen …400.000 meer dan verleden week. liet beschikbaar metaalsaldo blijkt met … 2,2 millioen te zijn toegenomen. Het dek¬ kingspercentage bedraagt 5414. De wisselmarkt was deze boriehtswoek zeer stil, met een flauwere stemming voor meerdere wissels. Vooral Ponden waren aangeboden door arbitrage tegen Dollars en daalden daardoor van 12,103/i» tot 12,09%. In verband daarmede waren ook de meeste apdere Europeesche wissels eerder iets lager. Dollars bleven vrijwel onveranderd. De stemming was vast, maar iedere lichte rijzing werd te niet gedaan door afgiften van de Nederl. Bank. Onder invloed van berichten over politieke moeilijkheden was Spanje opnieuw sterk aangeboden. Krachtige steun hield de daling eenigszins in bedwang. Van 41,35 liep de koers langzaam terug tot ongeveer 41,Š. Nadat het gevaar voor een omwerping van de dictatuur was geweken, kon het verlies in twee dagen weder worden inge¬ baald. Gisteren noteerde de koers weder 41,30. LONDEN, 17 SEPTEMBER 1928. Geld was vast en tamelijk gezocht gedurende de ge- heele berichtsperiode, in de eerste helft onder den in¬ vloed van terugbetalingen aan de Bank van Engeland en in de tweede helft onder den invloed van onttrek¬ kingen van Fransche en Italiaansche saldi tot het be¬ talen van de aan Engeland verschuldigde sommen op de oorlogsschuldenrekening. Disconto bleef op hetzelfde niveau van 4% pCt. gehandhaafd, terwijl de bij voortduring dure Dollars aan de markt de mogelijkheid van goudonttrekkingen voor Amerikaansche rekening vóór oogen bleef hou¬ den. Onttrekkingen van goud voor rekening van Cana¬ da hebben reeds plaats gehad, terwijl het plaatsen van kleine korte leeningen voor rekening van Duitsche steden en staten actief doorgaat en daarmede de Duit¬ sche koers eveneens dicht bij het gouduitvoerpunt wordt gehouden, zoodat verschillende zendingen in die richting ook reeds hebben plaats gehad. 808 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 19 September 1928 DE BELASTINGDRUK IN NEDERLANDSCH-1NDIË. I. In de laatste jaren is het vraagstuk van den be¬ lastingdruk in Nederlandseh-Indië in sterke mate op den voorgrond gekomen, niet het minst als gevolg van den strijd der meeningen over de hoegrootheid van de bijdrage, welke elk van de groote bevolkingsgroe¬ pen daar te lande, aan ™s Lands middelen levert. Die strijd hangt ten nauwste samen met het standpunt, waarop men zich plaatst in zake de richting, waarin het Indische belastingstelsel in de naaste toekomst zich zal behooren te ontwikkelen. Poneert men met sommigen de stelling, dat de Inlandsche bevolking reeds tot de uiterste grens van haar draagkracht is be¬ last dan is het duidelijk, dat verzwaring van lasten niet te haren koste mag plaatsvinden, doch integendeel ver¬ lichting van den belastingdruk in de eerste plaats aan deze bevolkingsgroep ten goede behoort te komen. Gaat men echter zoover als anderen het voorstellen, dat de niet-Inlandsche bevolking, meer bepaaldelijk de Euro¬ peanen, het leeuwenaandeel van de Staatslasten torst, dan behoeft ‘het geen betoog, dat een, verdere verzwa¬ ring van lasten voornamelijk op de Inlandsche bevol¬ king dient te worden gelegd en een eventueele verlich¬ ting van druk in de eerste plaats aan de niet-Inland- sche bevolking ten goede behoort te komen. Het vereischt uiteraard een zeer uitgebreid en uiterst moeilijk onderzoek om uit te maken of en Š zoo ja Š in welke mate van een bepaald deel der Landsbevolking gezegd kan worden dat het uit een fiscaal oogpunt zwaar dan wel overbelast is, afhankelijk als dit onderzoek is van tal van economische, fiscaal- technische en niet het minst ook psychologische fac¬ toren. Het onderzoek, dat door den Assistent-Residenl Meyer Ranneft en den Controleur bij het Binnen- landsch Bestuur Dr. Huender in 1925 is ingesteld naar den belastingdruk op de Inlandsche bevolking van Java en Madoera1), kan als een eerste schrede beschouwd worden op den weg naar het doel eener bereiking van een dieper inzicht in de werking van het bestaande belastingstelsel. Verblijdend is dat een dergelijk onderzoek onder leiding van den Controleur bij het Binnenlandisch Bestuur, Mr. Fievez de Mcdims van Ginkel, thans ook voor de Buitengewesten in gang is gezet. Het geldt hier een vrijwel nog braakliggend terrein, dat slechts op ontginning wacht om verras¬ sende resultaten op te leveren. Voor een juiste beoordeeling van den belastingdruk kan men den maatstaf op verschillende wijze aanlog¬ gen, hetzij’ naar den thans allerwegen prijsgegeven maatstaf van het profijt, d.i. dat wat de Overheid geeft voor de opgevorderde belastingpenningen dan wel men kan het inkomen .met het belastingbedrag vergelijken, m.a.w. den maatstaf aanleggen van de draagkracht, de —taxable capacityfl om met den op belastinggebied gezag hebbenden Sir Josiah Stamp te spreken. Nu ontbreekt voor Nederlandseh-Indië echter tot dusver een zij1 het ook slechts benaderende kennis van het volksinkomen, laat staan van het totaal-inkomen der onderscheiden bevolkingsgroepen2). Schieten der¬ halve in die richting de gegevens te kort om den be¬ lastingdruk voor elk van die groepen te bepalen, wèl is vergelijking mogelijk tusschen de belastingbedragen Š nominale zoowel als reëéle Š welke in verschillen¬ de jaren door die volksgroepen zijn voldaan. Daar 1) —Onderzoek naar den belastingdruk op de Imlandsoke bevolkingfl, samengesteld door J. W. Meyer Ranneft en Dr W. Huender. Landsdrukkerij. Weltevreden 1926 [zie hier¬ over E.-S. B. van 14 April 1926, blz. 344, v.v.]. 2) Als voorbeeld van een berekening van het volksin¬ komen en de elementen waaruit dit is opgebouwd moge wor¬ den gewezen o;p de voortreffelijke studie, welke in 1927 door Prof. Bowley en Sir Josiah Stamp voor het Vereenigd Koninkrijk is openbaar gemaakt (—The national income 1924fl, Oxford Clarendon Press). uit de door beide voornoemde ambtenaren voor de Inlandsche bevolking van Java becijferde meet¬ bare elementen van het volksinkomen, omgerekend met indexcijfers, blijkt (Rapport bladz. 23), dat dit inkomen, met uitzondering van het jaar 1921, geen groote afwijkingen vertoont en zich in het tijdvak 1913/1924 beweegt tusschen 504 en 564 millioen, mag ook voor de Buitengewesten, waarvoor voor zoover bekend volstrekt geen redenen bestaan om tot het tegendeel te besluiten, worden aangenomen, dat het totaal-inkomen van de Inlandsche bevolking in bedoeld tijdvak zeker niet afgenomen is. Wijil ook voor de niet-Inlandsche bevolkingsgroep (vreemde Oosterlingen èn Europeanen) stellig een gelijke con¬ clusie mag worden, aanvaard, levert onder deze om¬ standigheden eene vergelijking van de door de beide genoemde bevolkingsgroepen in verschillende jaren be¬ taalde belastingbedragen ongetwijfeld een voldoenden grondslag voor bet vestigen van een oordeel omtrent den relatieven belastingdruk, m.a.w. omtrent de toe- of afneming van dezen druk voor elk der groepen. Als jaren van vergelijking voor het nopens den be¬ lastingdruk ingestelde onderzoek zijn de jaren 1913, 19201 en 1924 genomen, het eerste omdat het het laat¬ ste jaar was dat aan den Volkenkrijg voorafging en bijgevolg nog als een normaal jaar is te beschouwen, het tweede omdat het voorafging aan de aanzienlijke belastingverhooging, welke in den vorm van (tijde¬ lijke) productenbelastingen vooral de Europeesehe bevolkingsgroep trof en 1924 wijl dit jaar nog valt binnen den kring van onderzoek der heeren Meyer Ranneft en Huender, zoodat de dezerzijds voor ge¬ noemde jaren bijeengebrachte cijfers voor geheel Ne- derlandsch-Indië een vergelijking veroorloven met de voor die jaren door genoemde ambtenaren voor de Inlandsche bevolking van Java en Madoera verza¬ melde gegevens. Zonder te ver in bijzonderheden af te dalen moge omtrent de uitgevoerde, dikwijls zeer ingewikkelde en tijdroovende, berekeningen en de gebruikte gegevens met het volgende worden volstaan. Op den voorgrond zij gesteld, dat het onderzoek zich heeft bepaald tot den druk van de Aewufehelastingen op de verschillende bevolkingsgroepen, derhalve met uitschakeling van de locale heffingen ten behoeve van de Inlandsche gemeenschappen (dessa, landschap, enz.) en de zgn. locale ressorten (provincie, gewest, ge¬ meente, enz.). Dit uitgangspunt bracht mede, dat waar de Landsbelastingen geheven worden van de Landsonderhoorigen (Inlanders, Europeanen en vreemde Oosterlingen), de bijdragen in sommige van die belastingen van de zgn. Zelfbestuurshoorigen (In¬ landers) moesten worden uitgeschakeld. Er bestaan toch Landslieffingen, waaraan Š zij het indirect Š ook Zelfbestuurshoorigen bijdragen. Dit is met name het geval met de tolrechten en de accijnzen, welke, waar zij werken, overal door en voor het Gouverne¬ ment worden geheven, alsmede met de slachtbelastin- gen in de Javasche Vorstenlanden, met sommige van de verpachte middelen en met de zgn. monopolies (opium, zout en pandhuizen). Het aandeel van de Zelfbestuurshoorigen in die heffingen is berekend uit het aandeel van de geheele Inlandsche bevolking in die belastingen; naar verhouding van de respectieve sterkte dezer ‘bevolkingsgroepen. Uitgegaan is, voor zoover betreft de indirecte hef¬ fingen, van de opbrengstcijfers, welke voor de in be¬ schouwing genomen jaren zijn vermeld in de bijlagen van de (ministerieele) Indische begrooting en in het overzicht II van de Nota betreffende den toestand van ™s Lands financiën behoorende bij de Indische begroe¬ ting voor 1929, alsmede het overzicht III, dat de over¬ schotten aanduidt van de met belastingen op gelijke lijn te stellen monopolies. Voor de directe belastingen zijn van de hoogerbedoelde jaren tot grondslag geno¬ men de aanslagcijfers van die jaren, zooals die blijken uit het Koloniaal Verslag. De sterkte van de Zelfbestuurshoorigen en van de 19 September 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 809 Gouvernementsonderhoorigen, die te zamen uiteraard de geheele bevolking van NederlandschTndië uitma¬ ken, is berekend uit de uitkomsten van de volkstel¬ lingen van 1905 en 1920, alsmede uit de administratie¬ ve opgaven betreffende de sterkte der geheele bevol¬ king in 1924. Daarbij is evenwel rekening gehouden met de inlijving Š tusschen eerstgenoemde twee jaren Š van tal van streken in de Buitengewesten bij het Gouvemementsgebied, waardoor de bewoners van die streken tot Gouvernementsonderhoorigen werden gemaakt en mitsdien tot Landsbelastingplichtigen. De uitkomsten van de berekening der sterkte van de onderscheiden bevolkingsgroepen zijn vervat in onderstaand overzicht. Bevolkingssterkte 1913 1920 1924 Geheele bevolking.. 44.207.104 49.350.834 51.013.878 Inlanders . 43.333.500 48 304.020 49.848.661 Niet-Inlanders …. 873.604 1.046.214 1.165.217 Zelfbestuurshoo- rigen (Inlanders). 9.004.000 9.174.691 9.680.140 Gouvern. onderdanen 35.143.104 40.176.143 41.333.738 Na bepaling op de hiervoren aangeduide wijze van het bedrag, dat van de opbrengst van c.q. den aanslag in elk der Landsbelastingen en het overschot van elk der monopolie-heffingen voor rekening van de Gou¬ vernementsonderhoorigen komt, zijn de bedragen becij¬ ferd, welke door het Inlandsche deel dezer bevolkings¬ groep aan de Landskas zijn afgedragen en die, welke van de niet-Inlandsche bevolkingsgroep (de vreemde Oosterlingen en de Europeanen) voor de Landskas zijn opgevorderd. Konden deze bedragen voor sommige be¬ lastingen, welke uitsluitend van Inlanders worden ge¬ heven z.a. het hoofdgeld, de landelijke inkomsten, of van niet-Inlanders z.a. de successierechten en de Chi- neesche speel- en dobbeltafels, evenals de gedeeltelij!’c door Inlanders opgebrachte heffingen z.a. de bedrijfs¬ belasting, de personeele- en inkomstenbelastingen, rechtstreeks aan de in de Koloniale Verslagen ter zake vervatte overzichten worden ontleend, voor andere Š%€in hoöfdzaak indirecte Š belastingen moesten die be¬ draggen worden afgeleid, hetgeen op de volgende wijze is geschied. Voor de invoerrechten is, mede ter wille van de vergelijkbaarheid der verkregen uitkomsten met de in het rapport Meyer Ranneft-Huender voor Java en Madoera berekende cijfers, dezelfde methode gevolgd als in dit rapport (bladz. 207) is toegepast voor de be¬ rekening van het aandeel in deze heffing van de In¬ landsche bevolking. De voor geheel Nederlandsch- Indië uitgevoerde berekeningen wijzen uit, dat in de jaren 1913, 1920 en 1924 de Inlandsche bevolking resp. 52% pCt., 54 pOt. en 53% pOt. van alle ont¬ vangen rechten betaalde (terwijl de in het rapport voor Java en Madoera vermelde quota onderscheiden¬ lijk 48,6 pCt., 55,1 pCt. en 53 pCt. bedroegen). De opbrengst der uitvoerrechten is geheel voor re¬ kening van de _ Inlandsche bevolking gebracht, met uitzondering van die van de rechten van aardolie, caoutchouc (van ondernemingen), kinabast en kinine, tabak, alsmede tin en tinertis, waarvan kan worden aangenomen, dat do opbrengst geheel voor rekening van Europeesche ondernemingen komt. Van de opbrengst der accijnzen zijn voor rekening van de Inlandsche bevolking gebracht dezelfde quota nl. 10 pCt. voor den gedistilleerdaccijns, 70 pCt. voor den petroleumaccijns en 90 pCt. voor den lucifersac- cijns, welke in het rapport Meyer Ranneft (bladz. 207) te haren laste zijn gebracht. Van de opbrengsten van het recht op de openbare verhoopingen en de loterijbelasting iis 10 pGt. en van het zegelrecht 5 pCt. voor rekening van diezelfde be¬ volking gebracht. De opbrengst van de verpachte middelen is zoo nauwkeurig mogelijk over beide bevolkingsgroepen (Inlanders en niet-Inlanders) omgeslagen. Wat de slachtbelastingen betreft is de varkensslacht geheel voor rekening van de niet-Inlandsche bevol¬ king gebracht, met uitzondering van de varkensslacht in sommige Buitengewesten (Tapanoeli, Menado, Ce- Belastingen en monopolies 1913 ŁC w; = ï < c Gouv. onderh. ZJS 1920 %€O w ‚r £ o Gouv. onderh. 1924 Gouv, onderh. n zs A. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. B. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 9. 10. C. 1. 2. 3. Directe belastingen.. Personeele belasting Bedrijfsbelasting… . Inkomstenbelasting Oorlogswinstbel. .. . Productenbei. Verponding. Bijzondere bel. Hoofdgeld. Landelijke inkomsten Allerlei. Indirecte Belastingen Verpachte bel. Invoerrechten . Uitvoerrechten . Accijnzen. Zegelrecht. Recht openbare ver- koopingen . Overschrijvings- en successierechten. Slachtbelastingen. . . Chineesche speel- en dobbeltafels. Loterijen. Totaal belastingen . . Monopolies. Opium. Pandhuizen. Zout. Algemeen totaal. … ] 54.309 1.565 11.005 11.346 2.980 355 3.901 23.157 49.402 2.503 25.187 2.741 11.797 2.461 972 1.308 2.311 78 44 5.315 117 2.778 364 1.885 171 35.618 8.117 90 353 3.901 23.157 21.502 586 10.500 1.379 7.127 123 97 1.686 103 711 S5.5lf0 24.804 3.847 6.889 5.315 4.192 2.593 789 810 57.120 18.584 9.804 2.982 5.798 139.251 9.507 75.704 18.691 1.565 2.888 11.346 2.890 2 22.585 1.800 11.909 998 2.785 2.338 875 1.308 454 78 40 121.258 2.568 589 49.570 28.490 5.844 341 9.578 24.064 214 98.795 295 61.255 6.549 15.571 4.841 1.851 5.266 2.794 314 59 9.034 43 6.267 412 2.142 170 44.84O 267 551 9.856 154 194 9.578 24.064 182 40.295 179 26.784 1.701 9.136 241 185 2.063 6 76.412 2.301 38 39.714 28.490 5.690 147 32 49.466 73 28.204 4.436 4.293 4.600 1.666 5.266 561 314 53 175.772 4.257 96.610 19.940 883 9.309 107 11.572 32.900 194 114.857 129 60.348 6.944 24.913 11.653 2.361 2.419 5.690 255 145 II.437 20 6.408 939 3.704 366 60.462 578 14.963 179 106 11.572 32.900 164 49 531 80 25.927 3.798 14.987 583 236 3.905 15 115.310 3.679 81.647 19.940 883 9.130 1 30 53.889 29 28.013 2.207 6.222 11.070 2.125 2.419 1.419 255 130 41.276 12.764 12.407 76 281 220.053 55.293 41.216 5.257 8.820 9.034 4.827 2.904 978 945 85.141 24 033 12.387 4.157 7.489 125.878 290.629 26.433 i 56.724 25.925 j 31.031 1221 14.692 386 i 11.001 11437 5.927 1.999 2.753 1.175 109.993 29.350 8.429 11.609 9.312 169.199 2I.447 20.803 330 514 54.040 275.346 13.861 109.174 152.311 347.353 17.364 139.343 190.646 » 810 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 19 September 1928 lebes, Bali en Lombok) met een overwegend niet-Is- lamietische bevolking. Wat de rundslacht aangaat is van de zeer aannemelijke onderstelling uitgegaan, dat bet ‘vleescliverbruik van den Europeaan en den vreemden Oosterling onderscheidenlijk 15 keer en 3 keer zooveel bedraagt als dat van den Inlander. Van de Europeesche verponding is een geschat ge¬ deelte (circa 3 pCt.) op rekening van de Inlandsche bevolking gesteld. “V an het opiumóverschot is voor 1913 ongeveer de ‘helft voor rekening van de Inlandsche bevolking en de andere helft voor die van de niet-Inlandsche be¬ volking (Ghineezen) gebracht, zulks op grond van de in het verslag van den dienst der Opiumregie van 1915 voorkomende mededeeling, dat deze bevolkings¬ groepen in genoemde verhouding tot de bruto-op- brengst van het middel in het verslagjaar hebben bij¬ gedragen. Voor 1920 bedroeg het quotum van de In¬ landsche bevolking in de bruto-opbrengst 31,1 pöt. (jaarverslag bladz. 53), terwijl voor 1924 dat quotum, afgaande op de in liet verslag van dat jaar vermelde debietcijfers, 33,61 pCt. bedroeg. Het aandeel van de beide bevolkingsgroepen in het overschot van het pandhuismiddel en het zoutmiddel is bepaald naar verhouding van de bevolkingssterkte, met dien verstande, dat het regiezoutverbruik van een Europeaan en van een vreemden Oosterling is gesteld op onderscheidenlijk 4 maal en 2 maal zooveel als dat van een Inlander. Het resultaat van de berekening der belastingbedra¬ gen, welke voor rekening moeten worden gebracht van de Zelfbestuurshoorigen, de Inlandsche Gouverne- mentshoorigen en de niet-Inlandsche Gouvernements- hoorigen, blijkt uit vorenstaand overzicht, waarin de getallen duizendtallen van guldens weergeven. (Slot volgt). H. J. van Brink. DE STATISTIEK DER ONDERNEMINGEN. Vroeger dan anders, een belangrijke factor voor de waarde van statistische gegevens, is wederom de sta¬ tistiek der ondernemingen van de Rijksverzekerings¬ bank, die zooveel waardevolle gegevens bevat voor de structuur van onze bedrijven, verschenen. Zooals be¬ kend, omvat de Ongevallenwet sinds 1921 practisch gesproken de geheele industrie, de handel en het ver¬ keerswezen, zoodat de statistieken, die de R.V.B. ter voldoening aan de bepaling van art. 9 der wet op deze instelling opmaakt, dus een vrijwel volledig beeld geeft van den omvang van dit deel van het Neder- landsche bedrijfsleven. Allereerst moge dan het onderstaande overzicht volgen, dat een beeld geeft van den omvang der onderscheidene bedrijfstakken voor wat betreft het aantal ondernemingen, het aantal type werklieden (d.i. het aantal arbeidsdagen gedurende 1926 gedeeld door 300, waarbij men dus aanneemt, dat een arbei¬ der, die geregeld in dienst is, per jaar 300 dagen werkt) en het verzekerd loonbedrag. Bij de beschouwing van deze tabel moet men er aan denken, dat in de bedrijfsgroepen verschillende be¬ drijven bijeen zijn gevoegd, die overigens weinig of niets met elkaar te maken hebben. Zoo bijv. bij de groep oer, steenkolen en turf, de mijnindustrie in Z.-Limburg en de veenderijen; in de groep papier, de eigenlijke papierindustrie, de cartonindustrie en het boekbindersbedrijf, in de groep gas- en electrici- teit naast de gas- en electriciteitsfabrieken, de lan¬ taarnopstekers, etc. Voor verdere bestudeering van deze cijfers is het dan ook noodig kennis te nemen van de nadere specificatie, die in het verslag over de bedrijven wordt gegeven. Vergeleken met 1925 is het totaal aantal onderne¬ mingen toegenomen met 1,2 pCt., het totaal aantal type werklieden met 3,8 pCt., hetgeen wijst op een grootere bedrijvigheid in 1926 dan in 1925. Het ver¬ zekerd loonbedrag steeg met 3,5 pCt., waaruit blijkt, dat het loon per type werkman vrijwel constant bleef. Slechts twee bedrijven, de diamantindustrie en het kleedingbedrijf vertoonen een achteruitgang van het aantal ondernemingen en type werklieden vergeleken met 1925, de diamantindustrie zelfs met 10 pCt. der ondernemingen, waar echter tegenover staat, dat het aantal type werklieden slechts met 1 pCt. daalde. De groep vervaardiging van stoom- en andere werk¬ tuigen toont een toeneming van het aantal onderne¬ mingen (2 pCt.) bij een vermindering van het aantal type werklieden (2 pCt.). Bij de overige 15 bedrijfs¬ groepen ging het aantal type werklieden vooruit, in de chemische nijverheid, de houtbewerking, de kunst¬ nijverheid, de lederindustrie, oer, steenkolen, turf, de scheepsbouw, de textielindustrie en de gas- en electriciteitsbedrijven ging dit gepaard met een daling van het aantal ondernemingen, welke voor een deel veroorzaakt werd door administratieve samenvoeging van verschillende ondernemingen, en verder door het verdwijnen van de allerkleinste ondernemingen en de uitbreiding, eventueel nieuwe oprichting, van grootere. Vooruitgang zoowel van het aantal ondernemingen als type werklieden vond plaats in de steen- en aarde- werkindustrie, de drukkersbedrijven, de bouwbedrij¬ ven, de metaalbewerking, de papierindustrie, de voe- dings- en genotmiddelenindustrie, den handel en het verkeerswezen. Bedrijfsgroep. Aantal ondernemingen. Aantal type werklieden Absoluut in o/o Absoluut in o/o 1. Aardewerk, glas, kalk enz. 2. Diamant e.a. edels2eenen enz. .. 3. Boek-, en steendrukkerijen enz… 4. Bouwbedrijven enz.. 5. Chemische nijverheid, ontplofbare stoffen enz. 6. Hout-, kurk-, stroobewerking enz.. . 7. Kleeding en reiniging. 8. Kunstnijverheid. 9. Leder, wasdoek, caoutchouc . 10. Oer, steenkolen, turf . 11. Bewerking van metalen. 12. Verv. van stoom- of andere werk¬ tuigen enz. 13. Scheepsbouw, vervaardiging van rij¬ tuigen . 14. Papier enz. 15. Textielnijverheid . 16. Verv. van gas- en electriciteit …. 17. Bereiding v. voedings en genotmid. 18. Handel, verkeerswezen enz. Totaal Groep 1 tot en met 18..I 1.218 309 1.547 37.089 1.730 6.132 7.095 53 4.810 1.102 6.933 5.237 2.128 759 903 658 26.750 66.823 0,71 0,18 0,90 21,66 1,01 3,58 4,14 0,03 2,81 0,64 4,05 3,06 1,24 0,44 0,53 0,38 15,62 39,02 34.706 5.266 26.775 160.077 35.978 39.566 55.335 138 22.666 37.729 40.732 54.105 35.285 17.420 68.553 17.202 156.695 418,844 2,83 0,43 2,18 13,05 2,93 3,22 4,51 0,01 1,85 3,07 3,32 4.41 2,88 1.42 5,59 1,40 12,77 34,13 Verzekerd loonbedrag in millioen gld. Absoluut in o/o 36.7 10.6 34.6 210.7 45.4 43.7 47.5 0.1 21.5 55.1 42.8 66.2 46.4 19.5 67.6 30.3 167.0 552,2 2,45 0,71 2,31 14,07 3,03 2,92 3,17 0,01 1,44 3,67 2,86 4,42 3,10 1,30 4,51 2,02 11,15 36,86 171.276 100,00 1.227.072 100,CO 1.498.2 100,00 19 September 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN . 811 Wat de onderscheiding der ondernemingen naar haren omvang betreft blijkt uit onderstaande tabel, dat in 1926 de tendens naar grootbedrijf zich voort¬ zette. Yan elke 1000 ondernemingen (resp. type werk¬ lieden) behoorden tot het: Ondernemingen Type werklieden in 1925 in 1926 in 1925 in 1926 Kleinbedrijf (minder dan 803 178 19 798 183 19 164 289 547 161 288 551 Middenbedrijf (5-49 werkl.) Grootbedrijf (meer dan 50 werklieden). In de volgende bedrijfsgroepen kwamen per 1000 type werklieden meer dan 700 voor in het grootbe¬ drijf: textielindustrie 918;. oer, steenkool, turf 913; scheepsbouw 802; gas- en electriciteit 758; chemische nijverheid 732; papierindustrie 718; stoom- en andere werktuigen 716, en aardewerk, glas en steen 710. Kleinbedrijf kwam voornamelijk voor in de kunstnij¬ verheid, 417 type werklieden per 1000, bouwbedrij¬ ven 254, leer, wasdoek, enz. 232, voedings- en genot¬ middelen 231 en handel en verkeerswezen 186. Dit laatste cijfer wordt uiteraard beïnvloed door de Ned. Spoorwegen en de Posterijen, die met één onderne¬ ming met resp. ruim 39.000 en ruim 21.000 arbeiders den invloed van het grootbedrijf sterk doen stijgen. Er zijn 89 ondernemingen, die op 31 December 1926 1000 of meer werklieden hadden, enkele daartoe be- hoorende seizoenbedrijven hadden echter gedurende 1926 minder dan 1000 type werklieden. Bovendien moet worden opgemerkt, dat hier sprake is van onder¬ nemingen en niet van fabrieken; een bedrijf als de Papierfabrieken der firma Van Gelder Zonen met fabrieken te Yelsen, Wormer, Renkum en Apeldoorn, die gezamenlijk meer dan 1000 arbeiders tellen, doch elk afzonderlijk niet, is hier dus bij gerekend. Voor de kennis van de structuur van het bedrijfsleven ware het gewenseht, dat naast het aantal ondernemingen ook het aantal fabrieken enz. zou worden opgegeven, een confectie- en winkelhoudersbedrijf met 2189 type werklieden zegt niet veel, wanneer men niet daar¬ naast het aantal winkels weet. Moeilijkheden zijn er natuurlijk met betrekking tot de spoorwegen, de pos- .terijen, enz., omdat men dan feitelijk elk station of halte en elk postkantoor of bureau als een eenheid zou moeten beschouwen. De structuur dezer bedrijven is echter bekend genoeg en een noodzakelijk gevolg van den aard der bedrijven, zoodat men daarvoor nadere specificaties achterwege zou kunnen laten. Wat de indeeling van de ondernemingen naar den drager van het financieele risico der ongevallen be¬ treft geldt het volgende overzicht: . Verzekerd voor risico van: In o/0 van het totaal Aantal onder¬ nemingen Aantal type werkl. Verzekerd loon¬ bedrag de R. V. B. een N.V. of andere vereen, den werkgever zelf. 78,71 21,07 0,22 30,56 61,98 7,46 24,85 64,68 10,47 Hieruit volgt, dat bij de R.V.B. over het algemeen de kleinindustrie is verzekerd, het midden- en groot¬ bedrijf is voor het meerendeel of bij een N.V. of andere vereeniging verzekerd of draagt eigen risico. Terwijl ruim % der ondernemingen bij de R.V.B. zijn, omvatten deze nog geen derde der werklieden en nog geen vierde van het verzekerde loonbedrag. Uit het verschil tusschen werklieden en loonbedrag volgt tevens, dat de loonen in het kleinbedrijf over het algemeen lager zijn dan die in het grootbedrijf. Ten slotte nog enkele cijfers over het gemiddelde dagloon, dit is het totale loonbedrag gedeeld door het aantal arbeidsdagen. Wat dit betreft zij opgemerkt, dat de R.V.B. geen kennis krijgt van de wijze, waarop deze loonen tot stand komen. Wanneer er dus een wijziging in de loonen is te constateeren kan niet nagegaan worden of dit een gevolg is van individueele loonsverhooging of loonsverlaging, dan wel van het vervangen van de arbeiders door duurdere of goed- koopere werkkrachten. Vergelijking van de loonen in 1926 met die in 1925 toont aan, dat er zeer weinig wijziging in is gebracht. Slechts in de groep scheeps¬ bouw en steen-, glas- en aardewerkindustrie bedroeg de stijging meer dan 1 pOt. (resp. 5 pOt. en 2 pOt.), terwijl in de textielindustrie en in de kunstnijverheid een daling van resp. 3 pOt. en 2 pOt. viel waar te nemen. De overige wijzigingen bleven tot 1 pOt. of minder beperkt. Vergelijking der loonen met vroeger jaren stuit op het bezwaar, dat de verzekeringsplicht in 1921 sterk werd uitgebreid, zoodat de gemiddelden over de periode vóór 1921 niet op dezelfde onder¬ nemingen betrekking hebben als na 1921. Daar er in 1921 juist veel kleinere bedrijven bijkwamen en de loonen daarin in het algemeen lager zijn dan in het grootbedrijf mag worden aangenomen, dat de loonen in 1926 in vergelijking met die in 1921 en vroeger aan den lagen kant zijn. Voor verschillende bedrijven is het verder goed bijzondere reserve in acht te nemen. Onder die voorwaarde is het mogelijk de cijfers naast elkaar te zetten, hetgeen in onderstaande tabel is ge¬ schied. In kolom 1 is gegeven het gemiddelde dag- Bedrijfsgroep Aardewerk, glas, kalk, enz. Diamant e.a. edelsteenen enz. Boek-, en steendrukkerijen enz. … Bouwbedrijven enz. Chemische nijverheid, ontplofbare stoffen enz. Hout-, kurk-, stroobewerking enz. Kleeding en reiniging. Kunstnijverheid . Leder, wasdoek, caoutchouc. Oer, steenkolen, turf . Bewerking van metalen. Verv. van stoom- of andere werktuigen enz. Scheepsbouw, vervaardiging van rijtuigen. .. Papier enz.. Textielnijverheid. Verv. van gas en electriciteit. Bereiding van voedings- en genotmiddelen .. Handel, verkeerswezen enz. Het gemiddeld dagloon per type arbeider in guldens Max. in 1921, 1922 of 1923 1926 1926 met 1913 =100 Verlaging in 1926 sinds max. in o/o 1,67 2,79 1,81 2,00 1,96 4,13 7,21 4,77 5,40 4,80 3,52 6,73 4,31 4,39 4,20 212 242 239 219 214 15 7 9 19 12 1,74 1,23 1,78 1,43 2,15 4,39 3,11 4,09 3,61 6,05 3,68 2,86 3,33 3,16 4,86 212 233 188 222 228 16 8 18 12 20 1,66 2,12 2,07 1,65 3,97 4,82 5,19 3,97 3,50 4,08 4,39. 3,73 211 193 212 226 12 15 15 6 1,46 2,18 1,74 2,11 3,62 5,95 4,18 5,49 3,28 5,86 3,55 4,39 225 258 204 208 9 2 15 20 1,89 4,85 4,07 215 16 Totaal 812 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 19 September 1928 loon in 1913, in kolom 2 het maximum, dat in een van de jaren 1920, 1921 of 1922 werd bereikt, in kolom 3 het gemiddelde in 1926, kolom 4 geeft het relatieve cijfer in 1926, als 1913 op 100 gesteld is, terwijl kolom 5 de daling in 1926 sinds het maximum in 1920/™21. of 1922 vermeldt. Uit deze cijfers blijkt, dat het gemiddelde cijfer in 1926 van 215 (1913 is 100) vrij aardig door de ver¬ schillende bedrijfsgroepen wordt benaderd, slechts de diamantindustrie, de drukkersbedrijven en de ver¬ vaardiging van gas en electriciteit staan er meer dan 10 pCt. boven, de kleine groep kunstnijverheid en de vervaardiging van stoom- en andere werktuigen meer dan 10 pCt. onder. Voor de laatste heeft waarschijn¬ lijk de vermeerdering van den meisjesarbeid het ge¬ middelde omlaag gebracht. De verlagingen sinds het maximum in 1920/™21 loopen zeer uiteen. Voor de handelsbedrijven en de bouwbedrijven is de uitbrei¬ ding in 1921 ongetwijfeld van invloed geweest; min¬ der dan 10 pCt. verlaging is te constateeren in de diamantindustrie, de drukkersbedrijven, de kleeding en reiniging, de papierindustrie, de textielindustrie en de fabricage van gas en electriciteit. Voor de laat¬ ste groep bedroeg de verlaging slechts 2 pOt. Een grooter verlaging dan het gemiddelde van 16 pCt. was in de bouwbedrijven, de houtbewerking, de kunst¬ nijverheid, de groep oer, steenkolen, turf, en de han¬ dels- en verkeersbedrijven. De andere bedrijven schom¬ melden om het gemiddelde. Al mag men aan deze cijfers slechts beperkte waar¬ de toekennen, het zal duidelijk zijn, dat ze ook met de reserves, die in acht genomen moeten worden, van belang zijn voor de beoordeeling der sociaal-econo- mische ontwikkeling van ons bedrijfsleven. In dit opzicht biedt dit belangrijke verslag zeker nog veel meer mogelijkheden en daarom zou het gebruikt kun¬ nen worden als den grondslag voor de verdere ken¬ nis over de structuur van ons bedrijfsleven. Door op gezette tijden, bijv. om de 5 of 10 jaar, in dit verslag nog meerdere gegevens, die dan natuurlijk extra ver¬ zameld zouden moeten worden, op te nemen, zou do voor tal van vraagstukken benoodigde kennis over ons bedrijfsleven op een betrekkelijk eenvoudige wijze kunnen worden verkregen. De thans reeds gepubli¬ ceerde gegevens zijn te belangrijk, dan dat zij niet verder uitgebuit zouden worden. jr g Bölger. Haarlem, Sept. 1928. DE MILLIOENENNOTA. De op 18 September 1928 bij de Tweede Kamer in¬ gezonden —Nota, betreffende den toestand van ™s Lands Financiënfl behelst de volgende opmerkingen en be¬ schouwingen over den financieelen toestand van het land. Nieuwe inrichting der begrooting. De nieuwe inrichting der begrooting, overeenkom¬ stig de daaromtrent in de Comptabiliteitswet (Staats¬ blad 1927, No. 259), gestelde regelen, heeft tot gevolg, dat op onderscheidene punten ook deze Nota, wat de indeeling betreft, afwijkt van de daarin tot dusverre voorkomende gegevens. Voor zooveel het dienstjaar 1929 aangaat, is de vergelijking met de voor het dienstjaar 1928 verstrekte cijfers der uitgaven niet meer in den vorm van een staat in den tekst opge¬ nomen en vermeldt de Nota evenmin eene nominatieve opgave van de verschillen in de raming der middelen. Beide genoemde gegevens zijn thans opgenomen in de (nieuwe) bijlagen A en B, waarvan de eerste, be¬ halve de totaalramingen der verschillende hoofd¬ stukken voor den dienst 1929, verdeeld in Titel A (Gewone dienst) -en Titel B (Kapitaaldienst), eene vergelijking inhoudt tusschen de voor 1929 geraamde en de voor 1928 toegestane uitgaven en de geraamde middelen dier beide jaren. Bovendien is in die bijlage opgenomen de vermoedelijke uitkomst van het dienst¬ jaar 1927. Bijlage B geeft een beknopt overzicht van de raming der middelen, begrepen in de Rijksbegrooting voor 1929, in vergelijking met de ramingen voor 1928. Tegenover deze beide nieuwe gegevens is vervallen de vroegere bijlage E (vergelijking tusschen de bij de begrooting voor het loopende en het nieuwe dienstjaar aangevraagde kredieten). De voorheen in die bijlage verwerkte gegevens zijn thans, in meer uitgebreiden vorm, opgenomen in de vergelijkende overzichten, waarmede de uitgewerkte en toelichtende staten, ge¬ voegd bij de verschillende begrootingshoofdstukken, aanvangen. Ten slotte is aan de bijlagen E1Š11 eene recapitula¬ tie toegevoegd (bijlage E12), vermeldende de uitkom¬ sten van den sedert afgesloten crisisdienst over de jaren 1914Š1924. Vooraf moge nu de aandacht gevraagd worden voor de cijfers van de dienstjaren 1925, 1926, 1927 en het loopende jaar 1928, voor zoover deze bekend zijn. DIENSTJAAR 192 5. De definitieve cijfers van het dienstjaar 1925, waarvan wij de voorloopige uitkomsten publiceerden in het nummer van de E.-S. B. van 21 September 1927, luiden als volgt (in millioenen): Totaal Buitengewoon Gew. dienst Uitgaven. 667,9 71,1 596,9 Ontvangsten .. 680,8 39,6 641,2 Tekort. Š 31,5 Š Overschot …. 12,8 Š 44,3 DIENSTJAAR 192 6. Van het dienstjaar 1926 zijn de cijfers de volgende (in millioenen): Totaal Buitengewoon Gew. dienst Uitgaven. … 688,6 … 75,6 … 613 Ontvangsten…. — 729,5_— 48,4_— 681,1 Tekort. Š … 27,2 Š Overschot. … 41 Š …68,1 Het overschot op den gewonen dienst werd in de vorige Nota gesteld op … 56.553.000, terwijl thans een overschot aanwezig blijkt van … 68.150.000. Dit gunstig verschil is toe te schrijven zoowel aan eene wijziging in de cijfers der uitgaven als in die der ont¬ vangsten. Ten vorigen jare werd voor de uitgaven van den gewonen dienst een voorloopig totaalcijfer genoemd van … 615.229.000. Dit totaal is thans nader vastgesteld op … 612.988.000, gevende eene verminde¬ ring van … 2.241.000. De opbrengst der gewone middelen vertoont, in vergelijking met het bedrag, ten vorigen jare als voorloopige uitkomst vermeld, eene stijging van …9.356.000. De gewone middelen werden ten vorigen jare op¬ genomen met een totaal-cijfer van … 671.782.000. Dit totaal blijkt thans te bedragen … 681.138.000. Als voor¬ naamste ontvangsten kunnen genoemd worden: de meerdere opbrengst der Inkomstenbelasting, en voorts van hetgeen meer werd ontvangen wegens aflossing van ingevolge de Woningwet verleende voorschotten, wegens aflossing van andere door den Staat verleende voorschotten, wegens het aandeel van Nederlandsch- Indië in den vlootbouw en wegens andere ontvangsten van het Departement van Financiën. DIENSTJAAR 192 7. De voorloopige gegevens leveren de volgende uit¬ komst op (in millioenen): Totaal Buitengewoon Gew. dienst Uitgaven. 606,3 41,7 564,6 Ontvangsten.. 641,6 25 616,6 Tekort…. Š 16.7 Š Overschot. 35,3 Š 52 Het voor het jaar 1927 op den gewonen dienst be¬ cijferd overschot bedraagt, blijkens vorenstaand over¬ zicht, … 52.031.000. Aanstonds zij hierbij aangeteekend, dat dit cijfer niet volledig is. Met name konden onder de gewone middelen nog niet worden opgenomen de ontvangsten wegens rente van kapitalen, verstrekt aan het Staatsbedrijf der P., T. en T. en de winst van dat bedrijf over 1927. Voor deze beide ontvangstposten 19 September 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 813 kan nog geen definitief cijfer worden vastgesteld. Aangenomen kan echter worden, dat uit dezen hoofde onderscheidenlijk rond … 6,1 millioen en … 6,4 millioen zal worden ontvangen. Het overschot zou daardoor stijgen tot rond … 64,5 millioen. Blijkens de aanvan¬ kelijk toegestane begrootingen werd aan gewone uit¬ gaven geraamd … 591.799.000, terwijl onder de geraam¬ de middelen een bedrag ad … 603.902.000 als gewone ontvangsten werd aangemerkt. Aanvankelijk werd dus een overschot verwacht van … 12.102.908,74, hetwelk nader was te verminderen met de overboeking van een deel (60 pOt.) van de opbrengst der rijwielbelasting naar het Wegenfonds en met de verminderde op¬ brengst van de successiebelasting ingevolge de wet van 28 December 1926 (Staatsblad No. 429). Een en ander zou het overschot doen verminderen tot rond … 5,8 millioen. Het thans becijferd overschot geeft dus, in vergelijking met het aanvankelijk geraamde, een gunstiger uitkomst van … 39.928.000 of, met mede- rekening van vorengenoemde, nog niet opgenomen, uitkeeringen, van rond … 52,4 millioen. Overzicht van de begrootingscijfers van 1927. Onderstaand staatje geeft een overzicht van de thans in de begrooting vermelde cijfers (in mil- lioenen): 1927 Aanvankelijk Voorloopig Gewone dienst toegestaan resultaat Uitgaven.… 591,8 … 564,6 Ontvangsten.. 603,9 — 616,6 Overschot. … 12,1 … 52 Verschil en oorzaak … 27,2 gebleven beneden de raming. — 12.7 hoogere opbrengst dan de raming. gunstiger uitkomst … 39,9 dan aanvank. verw. Blijkens den staat, vermeldende de raming en de voorloopige opbrengst van ™s Rijks middelen en in¬ komsten over het dienstjaar 1927, gevoegd bij het ontwerp-wet op de middelen voor 1929 (Stuk No. 4) brachten de middelen, behoorende tot de groep AŠF, … 17.036.000 meer op dan de raming. Meer werd ver¬ kregen uit de grondbelasting … 54.000, uit de perso- neele belasting … 175.000, uit de vermogensbelasting … 1.404.000, uit de dividend- en tantièmebelasting … 4.452.000, uit de rechten op den invoer … 1.219.000, uit het statistiekrecht … 359.000, uit den zoutaccijns … 231.000, uit den geslachtaccijns … 1.335.000, uit den wijnaccijns …709.000, uit den gedistilleerdaceijns … 1.066.000, uit den bieraccijns … 2.455.000, uit den suikeraccijns … 2.378.000, uit den tabakaccijns … 767.000, uit de zegelrechten … 3.679.000, uit de regis¬ tratierechten …2.599.000, uit de successierechten … 2.288.000, uit de inkomsten van de gewone domeinen … 438.000 en uit de loodsgelden … 1.068.000. Daarentegen bleef de inkomstenbelasting met … 6.217.000 bij de raming ten achter, althans voor zooveel betreft de tot dusver bekende cijfers, die ech¬ ter bij deze volgens kohieren geheven belasting nog wijziging zullen ondergaan. Wat de rijwielbelasting betreft, die met … 3.548.000 beneden de raming bleef, zij er op gewezen, dat ingevolge .de Wegenbelastingwet (wet van den 30sten December 1926, Staatsblad No. 464), 60 pOt. van de opbrengst van de rijwielbelasting over 1927 tot de inkomsten van het Wegenfonds be¬ hoort. De opbrengst ad … 6.756.000 is derhalve ver¬ minderd met … 4.054.000. De niet tot vorengenoemde groep behoorende mid¬ delen bleven, voor zooveel den gewonen dienst betreft, … 4.306.000 beneden de raming, doch zullen, indien de meergenoemde uitkeeringen van het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie zijn verrekend, de raming overtreffen met rond … 8,2 millioen. Méér werd o.a. verkregen uit het aandeel van den Staat in de winsten der Nederlandsche Bank … 3.092.000, uit rente van voorschotten ingevolge art. 38 der Woning¬ wet … 3.327.000, uit terugbetaling van voorschotten, verleend aan vreemde Mogendheden en van andere door den Staat verleende voorschotten … 3.172.000, uit teruggaven door gemeenten van hetgeen volgens art. 56 der L.O.-Wet 1920 over 1925 te veel is genoten … 1.253.000, uit —andere ontvangstenfl het Departe¬ ment van Koloniën betreffende … 1.216.000. Boven¬ dien zal de winstuitkeering van het Staatsbedrijf der P., T. en T. de raming met rond … 1,9 millioen over¬ treffen. Daarentegen bleven beneden de raming o.m. de rente van kasvoorschotten aan Nederlandsch-Oost- Indië met … 1.921.000, de rente van voorschotten aan vreemde Mogendheden en van andere door den Staat verleende voorschotten … 2.062.000, de bijdragen van het personeel, ressorteerende onder het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen voor eigen pensioen en voor weduwen- en weezenpensioen met … 2.993.000 en het aandeel van Nederlandsch-Oost- Indië in den*vioolbouw met …1.726.000. Overschot der gewone uitgaven. Zooals hierboven reeds werd medegedeeld, bleven de gewone uitgaven beneden de oorspronkelijk toege¬ stane bedragen met … 27.198.000. Dit blijkt uit onderstaand overzicht: Hoofdstuk Overschrijding Minder uitgegeven I Huis der Koningin II Hooge Colleges .. III Buiteni. Zaken .. IV Justitie . V Binn. Z. en Landb. Va Onderwijs . VI Marine. VIIJL Nat. Schuld. VIIB Financiën . VIII Oorlog. IX Waterstaat. X Arb., Hand., Nijv. XI Koloniën. XII Onvoorzien. Blijft minder uitgegeven … 37.168,34 163.404,36 , 66.247,076 , 272.276,36 , 1.517.199,75 429.719,99 2.902.704,30 11.530.395,Š 397.496,43 1.518.748,01 , 6.666.768,34 1.339.732,16 406.785,Š 23.373,44 … 37.168,34 … 27.234.850,215 — 37.168,34 … 27.197.681,876 Ten aanzien van deze afwijkingen bevat de Nota verder eenige uitvoerige mededeelingen. Overzicht der uitgaven en ontvangsten van 1908Š1927. Gelijk gebruikelijk is, geeft de Nota een, gedeelte¬ lijk samengevat, overzicht van de laatste 20 jaar, met splitsing van uitgaven en ontvangsten in gewone en buitengewone, waarbij de cijfers van de diensten 1914 tot en met 1924 opgenomen zijn na uitschakeling van de crisisontvangsten en uitgaven. Voor- of na- Dienst- deelige saldi jaren. van den ge¬ wonen dienst 1908 t/m. Gld. 1917 -j- 24.834.000,- 1918 _ 4.311.000,- 1919 + 22.286.000,- 1920 -(- 664.000,- 1921 Š 12.886.000,- 1922 Š 33.339.000,- 1923 Š 14.182.000,- 1924 + 2.674.000,- 1925 + 44.280.000,- 1926 + 68.150.000,- 1927 -f 52.031.000,- 1908 – t/m™27 + 150.201.000,- Voor- of na- deelige saldi v. d. buitenge¬ wonen dienst Gld. Š 126.363.000,- Š 67.976.000,- Š 107.732.000,- Š 175.893.000,- Š 284.021.000,- Š 173.571.000,- Š 78.186.000,- Š 59.285.000,- Š 31.455.000,- Š 27.189.000,- Š 16.723.000,- Š1.148.396.000,- Voor- of na- deelige saldi van den ge- heelen dienst Gld. _ 101.529.000,- Š 72.288.000,- Š 85.446.000,- _ 175.230.000,- Š 296.907.000,- Š 206.910.000,- _ 92.368.000,- Š 56.611.000,- + 12.825.000,- -f 40.961.000,- + 35.307.000,- _ 998195.000,- DIENSTJAAR 192 8. Omtrent het loopende dienstjaar 1928 deelt de Nota mede, dat de begrooting van uitgaven, zooals zij oor¬ spronkelijk bij de wet is vastgesteld, een eindcijfer aanwees van. … 822.633.000,Š waaronder aan buitengewone uitgaven — 229.657.000,Š blijft voor gewone uitgaven. … 592.976.000,Š De middelen Waren geraamd op een totaalbedrag van. … 651.581.000,Š waaronder aan buitengewone ont¬ vangsten . — 56.341.000,Š blijft voor gewone ontvangsten.… 595.240.000,Š 814 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 19 September 1928 ALGEMEENE VERZAMELSTAAT DER RIJKSBEGROOTING VOOR HET DIENSTJAAR 1929. _TITEL A. GEWONE DIENST. OMSCHRIJVING. Geraamd voor 1929. Toegestane uit¬ gaven en geraamde Middelen voor 1928. Nadeeligsaldo van den gewonen dienst volgens de Rijksrekening over het dienstjaar . UITGAVEN. Totalen der titels A van de hoofdstukken der begrooting van uitgaven. Ilfdst. I Huis der Koningin …. — II Ilooge Colleges van Staat en Kabinet d. Koningin. — III Buitenlandsche Zaken.. — IV Justitie. — V Binnenl.Zaken enLandb. — VI Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen . — VIIA Nationale Schuld. — VIIB Financiën. >, VIII Defensie. — IX Waterstaat . » X Arbeid, Hand. en Nijverb. — XI Koloniën . — XII Onvoorziene Uitgaven.. MIDDELEN. Totaal van den ramingstaat (titel A). Voordeelig saldo. Nadeelig saldo. . … 1.850.000,Š — 1.981.000,Š — 4.129.000,Š — 28.431.000.Š 21.025,000,Š — 150.589.000,Š — 82.019.000,Š — 67.721.000,Š — 98.777.000,Š — 55.286.000,Š — 75.836.000_ — 5.958.000_ — 50.000,- … 593.651.000,Š … 601.798.000,Š … 8.147.000,- Verschil tusschen de raming voor 1929 en de bedragen toegestaan (geraamd) voor 1928. Meer. Minder. Vermoedelijk be¬ loop der uitgaven en vermoedelijke opbrengst der Middelen voor 1927. … 1.850.000,Š 1.958.000,Š 4.272.000,Š , 28.101.000,Š , 21.093.000,Š 148.836.000,Š 92.391.000,Š 67.054.000,Š 98.901.000,Š 51.091.000,Š 71.479.000,Š 5.900.000,Š 50.000,Š … 592.976.000,Š … 595.240.000,Š … 2.264.000,Š f 22.000,Š — 330.000,Š — 1.753.000,Š — 667.000,Š — 4.194.000,Š — 4.358.000,Š — 57.000,Š … 11.381.000,- — 675.000,- … 6.558.000,- 143.000,- 68.000,- 10.372.000,- 123.000,- … 10.707.000,. ‘ 1.620.000,- , 1.933.000,- , 4.187.000,. , 26.499.000,- , 20.758.000,- , 144.504.000,- , 89.845.000,- 66.235.000,- 95.544.000,. 38.993.000,- 69.278.000,- 5.177.000,- 27.000,- … 564.601.000,Š … 616.632.000,Š … 52.031.000,Š TITEL B. KAPITAALDIENST. OMSCHRIJVING. Geraamd voor 1929. Toegestane uit¬ gaven en geraamde Middelen voor 1928. Nadeeligsaldo van den kapitaaldienst volgens de Rijksrekening over het dienstjaar . UITGAVEN. Totalen der titels B van de hoofd¬ stukken der begrooting van uitgaven. Hfdst. V. Binnenl. Zaken en Landb. — VIIA. Nationale Schuld. — VIIB. Financiën .. — VIII. Defensie . — IX. Waterstaat. — X. Arbeid, Hand. en Nijverh. Voordeelig saldo van den gewonen dienst volgens de Rijksrekening over het dienstjaar _ Voordeelig saldo v. d. kapitaaldienst vol¬ gens de Rijksreke¬ ning over het dienst- jaar . . MIDDELEN. Totaal van den raming¬ staat (titel B).… 44.152.000,Š Voordeelig saldo. Nadeelig saldo . … 54.000,- — 107.235.000,- — 45.142.000,- — 298.000,- — 36.492.000,- … 189.221.000,Š 44.152.000,Š f 145.069.000,Š Verschil tusschen de raming voor 1929 en de bedragen, toegestaan (geraamd) voor 1928. Meer. … 35.000,- — 187.508.000,- — 24.040.000,- Memorie — 18.074.000,- Memorie … 229.657.000,- 56.341.000,Š … 173.316.000,Š Minder. Vermoedelijk be¬ loop der uitgaven en vermoedelijke opbrengst der Middelen voor 1927. 19.000,Š 21.102.000,Š 298.000,Š 18.419.000,Š … 39.837.000,Š f 80.273.000,Š f 80.273.000,Š — 40.436.000,Š … 12.189.000,Š 18.000,. 7.235.000,. 25.914.000,- 8.455.000,- 73.000, … 41.695.000,. 24.972.000,Š … 16.723.000,- GEHEELE DIENST. SALDI. Geraamd voor 1929. Vastgestelde begrooting 1928. Vermoedelijke uit¬ komst dienst 1927. Voordeelig saldo titel A. Nadeelig saldo — A. Voordeelig saldo titel B. Nadeelig saldo — B. Voordeelig saldo Geheele dienst .. Nadeelig … 8.147.000,Š … 145.070.000,Š … 2.264.000,Š … 173.316.000,Š … 52.031.000,Š … 16.723.000,Š … 136.922.000,Š … 171.052.000,Š … 35.307.000,Š 19 September 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 815 Het overschot op den gewonen dienst 1928 werd dus geraamd op … 2.264.000, bestemd voor aanvulling van de, op de verschillende hoofdstukken der Staatsbe- grooting uitgetrokken, bedragen tot de som der vaste bijdrage van den Staat aan het Pensioenfonds, zulks in verband met de aanvankelijke meening, dat de wij¬ ziging, welke in de Pensioenwet op dit punt zou worden aangebracht, nog met 1 Juli 1928 in wer¬ king zou treden. Sedert de vaststelling van deze begrooting zijn verhoogd: Hoofdstuk V bij de wet van™21 Juli 1928 (Staats¬ blad No. 287) (Diversen), met. … 348.000,Š Hoofdstuk VIIP bij de wet van 12 Mei 1928 (Staatsblad No. 173) (Ambtswoning voor den Minister van Buitenlandsche Zaken), met.V. — 70.000,Š Hoofdstuk VI en Hoofdstuk VIII bij de wetten van 21 Juli 1928 (Staatsbla¬ den Nos. 256 en 257) (Gratificatiën aan weduwen en weezen van vóór 1909 ge- pensionneerden), te zamen met. — 132.000,Š … 550.000,Š Voorts zijn nog aanhangig ontwerpen van wet tot: wijziging van het IXde hoofdstuk (Zitting 1927Š 1928, 3£1) (Uitkeering aan het Zuiderzeefonds en kapitaalverstrekking aan het Staatsmijnbe- clrijf). … 2.200.000,Š wijziging en verhooging van het Vilde Hoofdstuk B (Zitting 1927ŠŁ 1928, 3^2) (Diversen). — 25.779.000, aanvulling en verhooging van Hoofdstuk X (Zitting 1927Š1928, 355) (Diversen) . — 107.500,Š ^ wijziging en verhooging van het VÏIIste Hoofdstuk (Zitting 1927Š- 1928, 389) (Procedure StaatŠDe Reede) . — 207.000,Š verhooging van het IXde Hoofdstuk (Zitting 1927Š1928, 393) (Aanleg ka¬ naal door het Bosscheveld). — 25 000 wijziging van het Xlde Hoofdstuk (Zitting 1927Š1928, J05) (Diversen) — 17.500,Š Te zamen. … … 28.886.000,ŠŁ In dit totaal is … 28.304.000 begrepen aan buiten¬ gewone uitgaven, zoodat een bedrag van … 582.000 komt ten laste van den gewonen dienst. Het aanwezige overschot daalt daardoor tot rond … 1,7 millioen. Overigens valt uit den aard der zaak omtrent den afloop van het dienstjaar 1928 nog uiterst weinig te zeggen. De overschrijding van de raming der midde¬ len in de eerste zeven maanden is Š indien men in aanmerking neemt, dat de raming der inkomstenbe¬ lasting is gebaseerd op het verlaagde tarief en de opbrengst dierzelfde belasting in de tot dusver ver¬ schenen middelenstaten nog berust op het hoogere tarief %€aanmerkelijk geringer dan in de voorafgaan¬ de jaren. Na de scherpere raming voor 1928 was trou¬ wens niet anders te verwachten. Intusschen mag wel als waarschijnlijk worden aan¬ genomen, dat het dienstjaar 1928, voor zooveel den gewonen dienst betreft, met een overschot zal sluiten. * * * DIENSTJAAR 192 9. Indeeling der begrooting in Gewone Dienst en Kapitaaldienst. Ten einde een duidelijk overzicht te geven van de raming der uitgaven en der middelen voor genoemd dienstjaar, in vergelijking met de bedragen, welke aanvankelijk voor 1928 zijn toegestaan en geraamd, moge worden verwezen naar de bijlagen A en B dezer Nota (zie blz. 814). Omtrent deze bijlagen moge vooreerst worden opge- merkt, dat de begrooting voor 1929 is opgemaakt in¬ gevolge de bepalingen der Comptabiliteitswet en daardoor, wat den vorm betreft, eenigszins van de vroegere begrootingen afwijkt. De begrooting is thans m twee afdeelingen gesplitst, den gewonen dienst en den kapitaaldienst, terwijl wat de middelen betreft, waarvoor deze zelfde splitsing is aangenomen, een meer systematische rangschikking naar de verschil¬ lende hoofdstukken der begrooting van uitgaven heeft plaats gehad. Voorts is als gevolg van de samenvoeging der De¬ partementen van Oorlog en Marine een gedeeltelijke vernummering der hoofdstukken wenschelijk geble¬ ken en wel in dien zin, dat Hoofdstuk VA (Onder¬ wijs, Kunsten en Wetenschappen) is geworden Hoofd¬ stuk VI, terwijl de vroegere Hoofdstukken VI (Ma¬ rine) en VIII (Oorlog) zijn samengebraeht in een nieuw Hoofdstuk VIII (Defensie). GEWONE DIENST. Algemeen. De begrooting voor den gewonen dienst wijst aan in inkomsten. … 601.798.000,Š m uitgaven. — 593.651.000,Š zoodat een batig saldo is geraamd van … 8.147.000,Š Zooals hieronder zal blijken, is dit bedrag noodig tot dekking van uitgaven, die nog niet op de begrooting geraamd konden worden, maar wel in 1929 zijn te wachten. Uitgaven. In vergelijking met 1928 zijn de gewone uitgaven voor 1929 … 675.000 liooger geraamd. De navolgende omstandigheden hebben in hoofd¬ zaak tot deze verhooging medegewerkt. 1. Door de jongste wijziging van de Pensioenwet 1922 zijn de uitkeeringen ingevolge de artt. 157 en 166 dier wet vervangen door de annuïteit van … 31.500.000, verschuldigd ingevolge artikel 168a. Aangezien te dezer zake op de begrooting voor 1928 in totaal een bedrag van … 28.141.000 is uitgetrokken, was voor 1929 … 3.359.000 meer noodig. 2. De uitvoering van de wet tot herstelling van den zevenjarigen leerplicht eischte voor 1929 een hoogere uitgaaf van ruim … 1.000.000. 3. De voortgezette saneering van Hoofdstuk IX eischte … 1 millioen meer voor overbrenging van ten onrechte ten laste van den kapitaaldienst gebrachte werken naar de gewonen dienst. Voorts moet met de uitvoering van enkele groote werken, met name den aanleg van het Rjjn-Twenthe-kanaal, een begin wor¬ den gemaakt, waarvoor in 1929 f 1.000.000 wordt aan¬ gevraagd. . 4- °P de begrooting voor Hoofdstuk X is de afdee- ling Arbeidersverzekering voor 1929 verhoogd als gevolg van de laatste verhooging der Staatsbijdrage aan het Invaliditeitsfonds met … 4,2 millioen inge¬ volge de wet van 30 Juli 1926 (Staatsblad No. 246). 5. Tegenover de bovenstaande verhoogingen staat een aanmerkelijke verlaging van Hoofdstuk VLL4 met ruim … 10.300.000. Deze verlaging is voor een belangrijk deel een ge¬ volg van de in 1928 aangevangen en in 1929 voort te zetten buitengewone aflossing en conversie van Staavs- leeningen. Voor 1929 wordt ten laste van den kapi¬ taaldienst de 6 pOt. Amerikaansche dollarleening van $ 40.000.000 buitengewoon afgelost. Afwijkingen t.a.v. ieder hoofdstuk. Een vergelijking van de verschillende Hoofdstukken met die voor het jaar 1928 geeft het volgende beeld: liooger: Hoofdstuk II . … 22 000 fl Iv — 330.000™Š fl TrVI — 1.753.000,Š fl VII B. — 667.000,Š fl IX — 4.194.000,Š fl X — 4.358.000,Š » XI — 57.000,Š … 11.381.000,Š 816 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 19 September 1928 Lager: Hoofdstuk III . … 143.000 Š V . — 68.000,Š — YII A. — 10.372.000,Š — VIII .., — 123.000,Š … 10.706,000,Š zoodat per saldo de uitgaven zijn verhoogd met … 675.000.Š. Inkomsten. In vergelijking met 1928 zijn de gewone inkomsten voor 1929 … 6.558.000 hoóger geraamd. Hieronder is een verhooging van rond … 5.300.000 voor de middelen AŠF. Daar de verlaging der inkomstenbelasting thans over het heele jaar zal werken, moest de opbrengst dier belasting … 5 millioen lager worden geraamd dan voor 1928. De-verhooging van de raming der overige middelen dier rubriek bedraagt derhalve ruim … 10 millioen. Overigens heeft, wat de raming der inkomsten be¬ treft, formeel deze wijziging plaats gehad, dat inge¬ volge het bepaalde bij art. 8 der Comptabiliteitswet de verschillende inkomsten zooveel mogelijk zijn geraamd onder het Hoofdstuk, waarbij zij behooren. Dienover¬ eenkomstig zijn de vroegere middelen AŠF voor het overgroote deel overgebracht naar Hoofdstuk VUB mét behoud overigens van de bestaande volgorde. Overeenkomstig het ten vorigen jare aanvaarde sys¬ teem zijn de daarvoor in aanmerking komende midde¬ len, die niet volgens kohieren worden geheven, ge¬ raamd naar de opbrengst over 1927, vermeerderd met 12/7 van het accres, dat volgens de middelenstaten in de eerste zeven maanden van 1828 is ontvangen en verminderd met 12/7 van het decres over die zeven maanden. Bij enkele middelen, waar bijzondere om¬ standigheden invloed op de opbrengst hadden uitge¬ oefend, is op dit systeem eenige correctie toegepast, met name bij de invoerrechten en de registratierech¬ ten. Ter toelichting van enkele verschillen bevat de Nota nog enkele opmerkingen. KAPITAALDIENST. Tekort op den kapitaaldienst. De kapitaaldienst wijst voor 1929 een totaal in Uit¬ gaven aan van . … 189.221.000, en in Ontvangsten van .. — 44.152.000,Š%€zoodat het nadeelig saldo bedraagt … 145.069.000,Š Voor 1928 is geraamd: Uitgaven . … 229.657.000, %€Ontvangsten . — 56.341.000, 1 Nadeelig saldo 1928 . … 173.316.000, Toelichting der voornaamste verschillen. Omtrent de voornaamste verschillen deelt de Nota het volgende mede: In 1928 is een bedrag van … 180.273.000 ten laste van Hoofdstuk VIIA in uitgaaf gebracht voor bui- tijgewone aflossing van de Staatsleeningen 1923 A en B. Het voornemen bestaat in 1929 de leening 1923 O, de Amerikaansche dollarleening, Š gedeeltelijk door conversie ŠŁ buitengewoon af te lossen, waarvoor op die begrooting is geraamd een bedrag van … 100.000.000. Hoofdstuk VIIA is uit dien hoofde voor 1929 … 80.273.000 lager geraamd dan voor 1928. Daarentegen moest op Hoofdstuk UI7B voor 1929 … 21.102.000 meer worden aangevraagd, voornamelijk als gevolg van de in 1929 benoodigde aanmuntingen. Wegens voorschotten ingevolge de Woningwet zal in 1929 … 2.000.000 meer benoodigd zijn dan in 1928. Voor Hoofdstuk IX is in 1929 meer benoodigd f 18.419.000. Deze verhooging wordt veroorzaakt door grootere kapitaalbehoeften van enkele bedrijven. De Staatsmijnen hebben voor uitbreiding van hun bedrijf … 12.500.000 meer noodig dan in 1928 en het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie … 7.096.000 meer. Hiertegenover staan de na te noe¬ men buitengewone aflossingen, welke onder de ont¬ vangsten van den kapitaaldienst voorkomen. Wat de middelen van den kapitaaldienst betreft, valt vooreerst te vermelden een voor 1929 met … 2.000.000 verhoogde post, wegens extra aflossingen van voor¬ schotten, ingevolge art. 38 der Woningwet, terwijl voorts onder de inkomsten van Hoofdstuk VIIB voor 1929 is geraamd een bedrag van … 20.500.000 wegens door het Staatsmuntbedrijf in dat jaar af te leveren munten, welke post in 1928 pro memorie is uitge¬ trokken. Daarentegen is in 1929 voor memorie ge¬ raamd de in 1928 ontvangen uitkeering van een ge¬ deelte van het saldo der Nederlandsche Uitvoer Maat¬ schappij ten bedrage van … 47.500.000. Ten slotte valt nog te vermelden een buitengewone aflossing op het aan de Staatsmijnen verstrekte kapi¬ taal, waarvoor voor 1929 wordt geraamd … 4.500.000 en welke post voor 1928 pro memorie is uitgetrokken en eenzelfde aflossing van het Staatsbedrijf der Pos¬ terijen, Telegrafie en Telefonie van … 8.682.000 voor 1929, welke post voor 1928 eveneens pro memorie is geraamd. * * * Batig saldo gewone dienst, nadeelig saldo kapitaal¬ dienst. Zooals uit bijlage A blijkt, geeft de gewone dienst een overschot van … 8.146.828, en sluit de kapitaal¬ dienst met een tekort ad … 145.069.136, gevende voor den geheelen dienst een nadeelig saldo ad … 136.922.308. Het tekort op den kapitaaldienst wordt, gelijk bleek, voor … 100 millioen veroorzaakt door de ten laste van Hoofdstuk VIIA komende buitengewone af¬ lossing van de dollarleening. Schakelt men dien factor uit, dan bedraagt derhalve het nadeelig saldo van den kapitaaldienst ruim … 45 millioen. Algemeene opmerkingen over den gewonen dienst. Bij het batig slot van den gewonen dienst moge het volgende worden aangeteekend. Gelijk reeds werd opgemerkt, is dit bedrag noodig tot dekking van nog niet op de begrooting te ramen, maar wèl in 1929 te verwachten, uitgaven. In de eerste plaats is kort geleden aan de Regee- ring gebleken, dat de ramingen, welke in 1925 voor een reeks van jaren zijn gemaakt voor de versnelde uitvoering van de drooglegging der Zuiderzee (zie Memorie van Toelichting van het op 27 Mei 1925 in¬ gediende wetsontwerp, Zitting 1924/™25, No. 393), niet zullen kunnen worden gehandhaafd, maar tot een hooger bedrag zullen moeten worden opgevoerd. Deze overschrijding is deels een gevolg van de te laag ge¬ bleken raming van sommige uitgaven, deels ook van de gebleken noodzakelijkheid om bij de uitvoering van het werk een nog sneller tempo te volgen dan in 1925 was gedacht. Het betreft zoowel de kosten, verbonden aan het maken van den afsluitdijk, welke blijkens de genoemde Memorie van Toelichting voor de helft drukken op den gewonen en voor de helft op den bui¬ tengewonen dienst, als het verlies te lijden op de drooglegging van den N. W. polder. Deze omstandigheid maakt het noodig, zoo spoedig mogelijk een nieuw financieringsplan te ontwerpen en aan de Staten-Generaal voor te dragen; het daar¬ over door den ondergeteekende met zijn ambtgenoot van Waterstaat geopend overleg kon echter in den korten tijd, welke nog beschikbaar was, niet tot een reeds in de ontwerp-begrooting verwerkt resultaat leiden. Alleen is wel reeds komen vast te staan, dat de ten laste van Hoofdstuk IX op de begrooting voor 1928 geraamde bijdragen aan het Zuiderzeefonds, res¬ pectievelijk groot … 10.000.000 (artikel 132), waarvan … 5.000.000 op den gewonen dienst drukken, en … 646.500 (artikel 134), voor 1929 met-een aanmerke¬ lijk bedrag verhoogd zullen moeten worden, waarvan eenige millioenen den gewonen dienst zullen belasten. In afwachting van het evenbedoelde resultaat is 19 September 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 817 daarom voor 1929 voorloopig hetzelfde bedrag ge¬ raamd als voor 1928, met de bedoeling, dit bedrag nader uit het thans aanwezige saldo te verhoogen. In de toelichting van het daaromtrent in te dienen wetsontwerp zullen uiteraard uitvoeriger gegevens worden verstrekt. In deze nota was het slechts noodig, de aandacht op de zaak te vestigen. In de tweede plaats zijn nog geen gelden uitgetrok¬ ken voor de technische herziening van de ambtenaars¬ salarissen, waarvoor de ondergeteekende zich ten vorigen jare bij de Memorie van Antwoord op Hoofd¬ stuk I bereid heeft verklaard een matig bedrag uit de schatkist beschikbaar te stellen. He kosten van deze herziening konden vooralsnog niet in de begroe¬ ting worden geraamd, omdat de destijds gestelde voor¬ waarde, nl. een éénstemmig advies van de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg, waaraan ge¬ volg zal kunnen worden gegeven, op dit oogenblik nog niet is vervuld. Ivomt eene herziening op den aangegeven voet tijdig tot stand, dan zal ook daarvoor een deel van het thans op de begrooting voor 1929 aanwezige saldo beschik¬ baar gehouden moeten worden.*) * * * Algemeene beschouwingen over de financieele perspectieven. Aan het slot van de millioenennota zijn, zooals ge¬ woonlijk, eenige opmerkingen omtrent het verder perspectief der Staatsfinanciën toegevoegd. De Minister van Financiën vestigt er de aandacht op, dat in de beide laatst voorafgaande Nota™s, bij de uiteen¬ zetting van de toen respectievelijk voorgenomen belasting¬ verlagingen, telkens de waarschuwing een plaats moest vin¬ den, dat het nog onzeker was, of deze belastingverlaging tot het volle bedrag een blijvend effectief aan verlichting zou kunnen geven, m.a.w. of de loop van zaken het niet noodig zou maken, het verlies ten deele door eene nieuwe, minder schadelijke, heffing op te vangen. Het laatste jaar werd bij deze waarschuwing in het bijzonder gewezen op eenige nieuwe uitgaven, waarmee het budget van 1929, ook bij de strengst mogelijke beperking, zou moeten worden be¬ zwaard, benevens op de … 5 millioen, welke de verlaging der inkomstenbelasting in 1929 méér zou kosten dan in 1928, doordat zij dan over het geheele jaar zou werken. Uit de onderhavige begrooting blijkt, dat eene Š ten deele Š compenseerende heffing ook thans achterwege kan blij¬ ven. Doch de uiterste beperking, mede ter zake van wen- schelijke en dan ook aanvankelijk voorgenomen uitgaven, is daartoe noodig geweest. De feiten toonen dan ook aan, dat voor de waarschuwing ten vorigen jare reden bestond. Afgezien, van het normaal accres der uitgaven, drukken op het budget van 1929 o.a. de volgende nieuwe lasten: … 4,2 millioen wegens de ingevolge de wet verhoogde bij-, drage aan het Invaliditeitsfonds; … 1 millioen saneering van de waterstaatsuitgaven; … 3,3 millioen pensioensaneering, waartoe bij de jongste herziening der Pensioenwet besloten werd; klein … 1 millioen voor het zevende leerplicht jaar; … 14 millioen bijdrage aan de Stichting voor de oud-gepen- sionneerden; … 8 millioen (voorloopig als —overschotfl ge¬ boekt) deels voor de verhoogde kosten der Zuiderzeewer¬ ken, deels voor de technische herziening der ambtenaars¬ salarissen ; en … 5 millioen doorwerking van de verlaging der inkomstenbelasting. Gezamenlijk maakt dit … 23 mil¬ lioen. Hiertegenover staat: lo. dat Hoofdstuk VIIA met … 10 millioen kon worden verlaagd, al dient daarbij opgemerkt, dat deze verlaging niet ten volle een ontlasting van het budget beteekent, daar zij ten deele voortspruit uit de aflossing van een stuk dollar- leening, waarvoor tot nu toe de uit Hoofdstuk VIIA be¬ taalde rente terug werd ontvangen onder de middelen, zoodat tegenover de daling van VÏIA uit dezen hoofde een gelijke daling van de middelen staat (zie het te gelijk met deze Nota ingediende ontwerp-geldleening) ; a) Een ongeveer gelijke situatie deed zich voor bij de in¬ diening der begrooting voor 1926. Zooals uit het medege¬ deelde op bladz. 13 en 14 van de Millioenennota van Sep¬ tember 1925 blijkt, was toen een overschot geraamd van … 9 millioen, waaraan nog bestemming moest worden gegeven voor de financiering van de versnelde uitvoering der Zui¬ derzeewerken (het ontwerp van 27 Mei 1925), voor een herziening der ambtenaarssalarissen en voor een prijsgeving van een deel der rijwielbelasting ten bate van het Wegen¬ fonds. 2o. dat de middelen AŠF (buiten de inkomstenbelasting) rond … 10 millioen hooger konden worden geraamd. Uit een en ander blijkt, dat het ook nu ten slotte gelukt is, het normaal accres der uitgaven, dat in het algemeen gezegd kan worden tegen het normaal accres der middelen op te wegen, door voortgezette besparing ruim op te vangen. Ook voor de naaste toekomst zal dit in hooge mate ge- wenscht blijven. In 1930 zullen als nieuwe lasten op het budget drukken; … 1 millioen voortgezette waterstaatssa- neering en … 2 millioen verdere uitgaven voor het zevende leerplichtjaar. Bovendien vervalt in dat jaar de wet van 30 Juli 1924 (Staatsblad No. 319), terwijl ook de herziening van de financieele verhouding tussehen het Kijk en de ge¬ meenten in de toekomst haar eischen zal stellen. Weliswaar zullen anderzijds in 1930 de uitgaven voor den dienst der Staatsschuld nog iets verder kunnen dalen, wijl de conver¬ sie van een deel der dollarleening, in verband met de ter¬ mijnen van rentebetaling, eerst in dat jaar haar volledig rendement zal geven, maar in de mate, waarin thans de raming voor dat hoofdstuk verlaagd werd, zal dit toch het volgend jaar niet kunnen geschieden. Bovenal behoort in dit verband bedacht te worden, dat de belastingverlaging Š waarvan nu de laatste … 5 millioen in de budgetcijfers voor 1929 zijn verwerkt Š nog aller¬ minst geacht kan worden tot een bevredigend eind te zijn gebracht. Verschillende verschijnselen, die ten deele door den hoogen belastingdruk worden beïnvloed, o.a. de in ons land heerschende duurte, blijven een bedreiging vormen voor ons. economisch leven, dat, gelijk ook uit de nog steeds om¬ vangrijke werkloosheid blijkt, zich slechts moeizaam kan herstellen. Tegen een te groot optimisme zou de Minister dan ook willen waarschuwen. Ook voor zoover dit optimisme voeding mocht vinden ŁŠ gelijk nu en dan het geval bleek Š in gunstige saldo™s op den gewonen dienst van achterlig¬ gende jaren. Zooals reeds op bladzijde 12 van de millioenen¬ nota van het vorige jaar werd uiteengezet, is de raming der middelen in die achterliggende jaren meermalen belang¬ rijk overschreden ten gevolge van het toenmaals gevolgde stelsel van ramen. Ook de uitkomst van den dienst van 1927 vertoont daarvan weer de sporen. Doch met ingang van 1 Januari 1928 is met dat stelsel gebroken. Bovendien worden ook de uitgaven thans scherper geraamd. In 1927 is blijkens het op bladz. 4 dezer Nota vermelde ongeveer … 27 millioen minder uitgegeven dan op de begrooting was toegestaan. Op zichzelf is dit natuurlijk een gunstig ver¬ schijnsel, dat voor een niet onbelangrijk deel is toe te schrij¬ ven aan een verscherpt begrootingsbeheer en aan allerlei voorzieningen, welke ter besparing op de uitgaven getroffen zijn. Het spreekt dan ook vanzelf, dat ook in de toekomst krachtig in die richting zal moeten worden gestreefd. Maar evenzeer spreekt het vanzelf, dat, wanneer gedurende enkele jaren langs dezen weg goede uitkomsten bereikt zijn, deze allengs bij de samenstelling der begrooting hun invloed doen gevoelen. Ook in dit opzicht mag op hooge meevallers in de toekomst daarom niet meer gerekend worden. Het komt den Minister dan ook voor, dat, wel verre van op meergemelde batige sloten over achterliggende jaren onze toekomstige financieele politiek te bouwen, er veeleer aanleiding bestaat, met Mr. Wintgens Š in de Par- lementszitting, waarin destijds het laatste Indische batig slot behandeld werd Š te zeggen: —Neemt uw hoed af; gij zult het (in dezen vorm) niet terugzien.fl Kaspositie. De Nota besluit met een mededeeling over den stand van ™s Rijks kas. Volgens de kaspositie van 7 Sep¬ tember jl. 1) bedroegen de verplichtingen … 194.783.000 en de vorderingen … 177.800.000, zoodat op genoemden datum ten behoeve van ™s Rijks huishouding rond … 17 millioen vlottende schuld was aangegaan, ongeacht de verplichting van de schatkist tegenover het Leening- fonds 1914 uit hoofde van het in ™s Rijks kas berus¬ tende saldo van dat fonds. DE RIJKSMIDDELEN. In dit nummer treft men aan het gebruikelijke over¬ zicht van de opbrengst der Rijksmiddelen over de maand Augustus 1928, in vergelijking gebracht met de overeenkomstige cijfers van Augustus 1927. De gewone middelen brachten in de afgeloopen maand … 37.151.200 op tegen … 38.516.000 in Augus¬ tus 1927 en vertoonen mitsdien een achteruitgang van 1) Zie E.-S. B. van 12 Sept. jl. blz. 797. 818 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 19 September 1928 … 1.364.800. De totale opbrengst bleef in de afgeloo- pen maand bij de raming een bedrag van … 1.680.300 ten achter. De totaal-opbrengst over de eerste acht maanden van dit jaar bedroeg … 329.546.900, d.i. … 5.930.300 minder dan in hetzelfde tijdvak van het vorige jaar. Daarentegen werd de raming in genoemde periode met … 18.895.500 overschreden. Hierbij moge evenwel nogmaals in herinnering worden gebracht, dat een vergelijking tusschen raming en opbrengst voorshands nog zeer onzuiver is, daar bij de ramingen voor de personeele belasting en voor de inkomstenbelasting met belastingverlagingen is rekening gehouden, welke op resp. … 6.500.000 en … 15.000.000 zijn gesteld, ter¬ wijl bedoelde belastingverlagingen zich gedurende het eerste halfjaar nog niet of nog maar in zeer geringe mate deden gevoelen. In vergelijking met de overeenkomstige maand van het vorige jaar vertoonden de vermogensbelasting, de rechten op den invoer, het statistiekrecht, de wijn-, de gedistilleerd- en de tabakaccijns, de belasting op gouden en zilveren werken, de registratierechten en de loodsgelden een hooger opbrengstcijfer. Daaren¬ tegen brachten minder op de grondbelasting, de per¬ soneele belasting, de inkomstenbelasting, de dividend¬ en tantièmebelasting, de zout-, de geslacht-, de bier¬ en de suikeraccijns, de belasting op rijwielen, de zegel¬ rechten, de rechten van successie, van overgang bij overlijden en van schenking, de domeinen en de akten voor de jacht en visscherij. Over het algemeen geno¬ men was de loop der middelen in de afgeloopen maand dus teleurstellend. Evenals de vorige maand liep de grondbelasting ook nu in opbrengst terug. Het decres beliep … 37.100. Ook de raming werd niet bereikt, doch voor de maand Augustus is dit niets bijzonders. Dank zij de ruime ontvangsten, die dit middel in eenige vorige maanden van het jaar te boeken gaf, kwam over de eerste acht maanden van dit jaar nog … 558.800 meer binnen dan in de gelijknamige maanden van het vorige jaar. De raming werd in bedoelde periode met niet minder dan … 3.612.800 overtroffen, waarbij intusschen dient te worden bedacht, dat de grondbelasting in het mid¬ den des jaars zeer ruim pleegt te vloeien, terwijl de laatste vier maanden des jaars minder gunstig zijn. Ook schijnt de hoogere opbrengst voor een deel aan snellere invordering te mogen worden toegeschreven. Het is dan ook twijfelachtig, of de geraamde opbrengst (ruim 6 ton hooger gesteld dan die van het vorige jaar) zal worden gehaald. Ook de personeele belasting bleef zich in dalende lijn bewegen. De teruggang beliep … 146.400, waar¬ in de invloed der belastingverlaging, tot stand ge¬ bracht door de wet van 28 December 1926 (Staatsblad No. 432), is te constateeren. De raming werd in de afgeloopen maand met … 2.843.900 overschreden, waar¬ bij echter moet worden bedacht, dat de personeele be¬ lasting in de maand Augustus steeds hooge opbreng¬ sten geeft. Gerekend over acht maanden kwam tot dusver … 1.040.300 minder binnen dan in hetzelfde tijdvak van 1927. De raming werd daarentegen van Januari t.m. Augustus met … 3.310.800 overtroffen. Dit laatste cijfer geeft echter geen juisten indruk, daar de belastingverlaging, in verband waarmede de betreffende middelenpost … 6/4 millioen lager werd geraamd, in de eerste helft van het jaar nog slechts in beperkte mate kon worden gevoeld. De inkomstenbelasting gaf eveneens een daling in opbrengst te zien (van … 820.900) ; de opbrengst bleef voorts ruim … 3.600.000 bij de raming ten achter, het¬ geen intusschen voor de maand Augustus een normaal verschijnsel is. Bij vergelijking van de ontvangsten uit deze belasting over de eerste acht maanden van 1927 en 1928 blijkt, dat de opbrengsten zich als volgt over de verschillende dienstjaren splitsen: De vergelijking valt in het nadeel van 1928 uit; in het loopende jaar kon …4.133.900 minder worden ge¬ boekt. Voor een groot deel moet deze teruggang wor- Jan. t/m. Aug. 1927 Jan. t/m. Aug. 1928 1924/25…. … 1.319.200,Š Š 1925/26_ — 3.825.100,Š f 713.200,Š 1926/27…. — 60.261.500,Š — 3.110.900,Š 1927/28…. — 3.972.900,Š — 59.653.500,Š 1928/29…. — _ — 1.767.200,Š Totaal. f 69.378.700,Š f 65.244.800,Š den geweten aan de omstandigheid, dat in de aan- slagsregeling 1928Š1929 een geringe achterstand is ontstaan, die de ontvangsten op bedoeld dienstjaar ongunstig heeft beïnvloed; anderzijds kan hierin reeds eenigermate de invloed van de verlaging van het tarief worden gezien. De raming werd in het tijdvak Januari t.m. Augustus met … 8.578.200 overschreden. Voor den verderen loop van dit middel zegt dit intusschen weinig; vooreerst zijn de eerste maanden van het kalenderjaar voor de inkomstenbelasting zeer voor- deelig; daarnaast mag niet worden vergeten, dat de raming voor 1928 … 15 millioen lager is gesteld, ter¬ wijl de verwachte belastingverlaging eerst met 1 Mei jl. in werking is getreden. Evenals de vorige maand was de vermogensbelas¬ ting de eenige directe belasting, die een stijging in opbrengst te zien gaf. Het surplus bedroeg ditmaal … 33.700. Waar dit middel ook in de voorafgaande maanden ruim heeft gevloeid, leverden de eerste acht maanden in. 1928 … 272.200 méér op dan in het voor¬ afgaande jaar. De raming werd in de afgeloopen maand bij lange na niet gehaald; het nadeelig ver¬ schil bedroeg … 682.700, doch behoeft niet te veront¬ rusten, daar Augustus voor deze belasting steeds een ongunstige maand is. Gerekend over acht maanden werd … 1.096.800 minder dan % der raming ontvangen. De dividend- en tantièmebelasting wees een lagere opbrengst van … 690.700 aan. Ook op zichzelf be¬ schouwd, was Augustus 1928 voor dit middel niet bij¬ zonder gunstig, hetgeen evenwel bij deze belasting, die op zeer onregelmatige wijze, pleegt binnen te komen en waarvan een zeer belangrijk deel in slechts enkele maanden wordt geïnd, van weinig belang moet worden geacht. Neemt men, om een meer zuivere ver¬ gelijking te verkrijgen, het tijdvak Januari t.m. Augustus als basis, dan blijkt, dat het loopende jaar … 1.128.400 bij 1927 ten achter is gebleven en dat de raming evenmin kon worden bereikt (nadeelig ver¬ schil … 509.600). De mogelijkheid is evenwel niet uit¬ gesloten, dat in de volgende maanden nog een gedeelte van dezen achterstand zal worden ingehaald. De invoerrechten maakten, ook in de afgeloopen maand een goed figuur. Het accres boven de opbrengst van Augustus 1927 bedroeg …102.700 en deed de in¬ komst over de eerste acht maanden … 3.329.100 stij¬ gen boven die van dezelfde periode van 1927. Het¬ zelfde kan gezegd worden van het statistiekrecht; hier beliep de stijging respectievelijk … 19.300 en … 172.500. Ook de raming werd bij beide middelen, zoowel over Augustus jl., als over de eerste acht maanden, over¬ schreden; bij de invoerrechten met onderscheidenlijk …207.700 en …3.783.600; bij het statistiekrecht met …45.100 en … 152.300; een resultaat, dat uiteraard tot tevredenheid stemt. De accijnzen gaven een onderling zeer verschillend beeld te zien. De zoutaccijns bracht … 12.700 minder op (over 8 maanden beliep de teruggang ruim 1 ton), waarvoor intusschen geen bepaalde reden kan worden opgegeven. Ook het geslacht gaf minder te boeken (… 43.300); dank zij de hoogere ontvangsten in alle vorige maanden van het jaar, leverden de eerste acht maanden ruim … 408.000 méér op dan het tijdvak Januari t.m. Augustus 1927. De wijnaccijns gaf een surplus van … 2100, evenals de gedistilleerdaccijns, die … 556.600 méér inbracht. Neemt men echter in aanmerking, dat de maand Augustus in 1928 één betaaldag van den krediettermijn meer telde dan in 1927, dan blijkt per saldo, dat de gedistilleerdaccijns feitelijk minder heeft opgebracht. Ook gerekend over acht maanden, kwam in het loopende jaar minder binnen (… 211.600), terwijl de opbrengst … 1.089.700 19 September 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 819 bij de raming ten achter bleef. Het bier leverde … 290.700 minder op (over 8 maanden beliep daaren¬ tegen de vooruitgang … 166.300). De suikeraccijns liep … 359.800 in opbrengst achteruit, doch deze da¬ ling is slechts schijnbaar, daar de maand Augustus in 1927 vijf verschijndagen van den krediettermijn telde tegen vier in 1928. Per slot van rekening blijkt dus per week in Augustus 1928 meer veraccijnsd te zijn dan in de gelijknamige maand van het vorige jaar. Tot dusver gaf 1928 een surplus van … 1.393.400 bo¬ ven de opbrengst der eerste acht maanden van 1927 en van … 1.204.100 boven % der raming. De tabak- accijns gaf een accres van … 33.300, gerekend over acht maanden beliep de stijging …399.200- De belasting op gouden en zilveren werken gaf weder een hoogere inkomst (van … 3.100). Door den gestadigen vooruitgang in opbrengst kon in het loo- pende jaar tot dusver reeds …48.000 worden geboekt boven hetgeen in de eerste acht maanden van 1927 werd ontvangen, hetgeen ten duidelijkste de opleving demonstreert, welke reeds geruimen tijd in de goud¬ en zilverindustrie valt waar te nemen. De belasting op rijwielen bracht … 20.400 minder voor de schatkist op. Tot dusver werd in totaal aan verkochte rijwiel- plaatjes ontvangen … 6.156.200, waarvan 10 pGt. aan de gewone middelen ten goede kwam. In de eerste acht maanden van 1927 leverde deze belasting in totaal … 6.778.500 op. Gezien het feit, dat de prijs van een plaatje van … 3 tot … 2,50 is teruggebracht, blijkt het aantal verkochte plaatjes in 1928 bedui¬ dend te zijn toegenomen. De zegelrechten .daalden met … 34.500, welke daling voor een deel (… 16.100) aan een mindere opbrengst der beursbelasting is toe te schrijven. Daarentegen wezen de registratierechten een hooger opbrengst- cijfer aan van … 491.200, vermoedelijk te danken aan de uitbreiding van het kapitaal van verschillende naamlooze vennootschappen en aan de vestiging en oprichting van nieuwe naamlooze vennootschappen. Gerekend over 8 maanden gaf laatstgenoemd middel in 1928 reeds … 3.887.600 boven 1927!,en … 3.554.000 meer dan 8/12 der raming. De successierechten gaven een gering verschil in opbrengst te zien (…19.200 minder). Van Januari t.m. Augustus kwam … 7.765.600 minder binnen dan in hetzelfde tijdvak van 1927, gevolg van de verla¬ ging van het recht bij de wet van 28 December 1926 (Staatsblad No. 429). Hierbij moge nog worden op¬ gemerkt, dat 8/12 der raming evenmin werd bereikt (nadeelig verschil … 1.789.500). Het is de vraag, of het voor 1928 geraamde opbrengstcijfer zal worden gehaald. De domeinen vertoonden in de afgeloopen maand een decres van … 150-000, hetgeen aan toevallige om¬ standigheden moet worden toegeschreven. Ook de akten voor de jacht en visscherij brachten minder op (… 7.200). Daarentegen liepen de loodsgelden op met … 26.100, waardoor de opbrengst over de eerste acht maanden nog maar … 32.700 beneden die van het¬ zelfde tijdvak van 1927 bleef. De raming werd in dien tijd niet bereikt (opbrengst … 354.300 minder). Hierbij valt evenwel te bedenken, dat de raming voor 1928 … 1.400.000 hooger is gesteld dan het voor 1927 geraamde bedrag. De inkomsten van het —Leeningfonds 1914fl be¬ droegen in de afgeloopen maand … 4.685.800 tegen … 6.235.700 in Augustus 1927. Van eerstgenoemd be¬ drag was ruim … 1%< millioen aan de Verdedigings- belastingen te danken. In acht maanden werd in to¬ taal … 54.121.800 ontvangen (in hetzelfde tijdperk van het vorige jaar … 69.485.400). Voor het —Wegenfondsfl kwam in de afgeloopen maand … 569.500 binnen, waarvan … 91.300 op reke¬ ning komt van de rijwielbelasting. De opbrengst over de eerste acht maanden van 1928 bedrpeg … 12.173.300 (waarvan … 5.540.600 rijwielbelasting). In de maand Augustus van 1927 werd … 418.800 ontvangen. BUITENLANDSCHE MEDEWERKING. DE FRANSCHE BEGROOTING VOOR 1929. Prof. B. Nogaro te Parijs schrijft ons: De Ministerpresident, de Minister van Financiën, heeft zoo juist de begrooting voor 1929 ingediend. Aangezien in Frankrijk het begrootingsjaar samen¬ valt met het kalenderjaar, hebben de Kamers vol¬ doenden tijd, om dit document nauwkeurig te bestu- deeren, te meer daar zij eerst begin November weder bij elkaar komen. Het is waarschijnlijk, dat Poincaré volgens zijn gewoonte geen groote veranderingen zal aanvaarden en het is te voorzien, dat de begrooting ongeveer in denzelfden vorm, waarin zij is voorge¬ steld, zal worden aangenomen of Š wat de minst waarschijnlijke hypothese is Š dat zij een kabinets¬ crisis zal teweeg brengen. De eerste bijzonderheid van de nieuwe begrooting is een aanzienlijke verhooging van het totaalcijfer van de uitgaven van den Staat; het overschrijdt met 3 milliard het cijfer van 1928, dat ruim 42 milliard bedroeg. Zeer eigenaardig is evenwel dat de regee- ring, ofschoon tegenover deze verhoogde uitgaven overeenkomstige ontvangsten staan, zich van het hef¬ fen van nieuwe belastingen onthoudt. Tot een bedrag van een milliard dekt zij de vermeerderde uitgaven met de stortingen, die door Duitschland moeten wor¬ den gedaan in verband met de uitvoering van het Dawesplan. Poincaré doet in de Memorie van Toe¬ lichting eenige moeite om de bestemming voor de begrooting van deze bron van inkomsten, waarvan men tot nu toe meende, dat zij gereserveerd was voor aflossing, te rechtvaardigen, door op te merken, dat de door Frankrijk opgenomen leeningen voor den wederopbouw van de bevrijde streken, aflosbare lee¬ ningen zijn, en dat de aflossingen vervat zijn in de begrootingscijfers. Het overige deel van de geraamde vermeerdering der ontvangsten wordt eenvoudig verkregen door een nieuwe schatting van de bestaande belastingen.. Poincaré heeft ten opzichte van de indirecte belas¬ tingen vast gehouden aan den ouden traditioneelen regel van de —pénultièmefl, d.w.z. de regel, volgens welken de fiscale ontvangsten gewaardeerd worden op grond van de geraamde uitgaven van het voor¬ laatste begrootingsjaar en zoodoende heeft hij voor 1929 een cijfer aangenomen, dat bijna overeenkomt met dat van 1927. Wat de directe belastingen betreft, heeft hij zich gerechtigd geacht, de opbrengst te waar- deeren naar de laatst beschikbare cijfers en zoo heeft hij voor 1929 een cijfer aangenomen, dat 1,2 mil¬ liard hooger is dan dat van 1928; ten slotte was er reden om rekening te houden met de verhooging van de douanerechten. Om zijn werk, het herstel der Fransche financiën, te voleindigen, heeft Poincaré het verstandig geoor¬ deeld, om niet alleen geen nieuwe belastingen in te voeren, daar Frankrijk reeds zeer zwaar belast is, maar tevens om geen wezenlijke veranderingen in het fiscale stelsel aan te brengen. Proefnemingen behooren slechts gedaan te worden in perioden van langdurige stabiliteit en de Fransche begrooting is daar op het oogenblik nog niet aan toe. Zelfs heeft Poincaré bepaalde belastingen, die tot rechtvaardige protesten aanleiding hebben gegeven, niet willen op¬ heffen, in het bijzonder de belasting op de eerste overdracht van onroerende goederen en van han¬ delszaken, die door haar buitensporig karakter de handelstransacties verlamd hebben zonder de inkom¬ sten voor de begrooting te vermeerderen. Poincaré heeft er zich toe bepaald, de overdrachtskosten te verminderen, wat betreft de nieuwe koopwaren, be¬ grepen in den verkoopsprijs van een handelszaak. Bijna alle andere veranderingen in het huidige fiscale stelsel zijn van zeer geringen omvang en hebben slechts belang voor de ambtenaren der Fran¬ sche administratie en voor enkele categorieën van belastingbetalers. De eenige belangrijke maatregel, 820 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 19 September 1928 die hier verdient genoemd te worden, is de verhoo- ging van den aftrek op de algemeene inkomstenbe¬ lasting en op de belasting van tractementen en sala¬ rissen en van inkomsten uit burgerlijke beroepen. Deze aftrek, die sedert 1925 7000 francs bedroeg, is op 10.000 francs gebracht, waaronder niet begrepen is de supplementaire aftrek voor familielasten, die nog van kracht blijft. Deze maatregel zal het aantal betalers van inkomstenbelasting met bijna één mil- lioen verminderen. Deze verhooging is echter alleszins gerechtvaardigd daar de aftrek tot heden gebaseerd was op de koopkracht van den ouden Franschen franc en zelfs nu nog zeer laag is als men rekening houdt met de nieuwe waarde van den franc. Overigens valt echter op te merken, dat alle categorieën van belastingbetalers uit dezen verhoog¬ den aftrek voordeel moeten trekken. Om evenwel het verlies voor de begrooting te compenseeren, heeft Poincaré het cijfer voor de algemeene inkomstenbe¬ lasting eenigszins verhoogd en het van 30 op 33,33 pCt., d.w.z. op ]4 van het belastbare inkomen, ge¬ bracht. Duidelijkheidshalve geven wij hier de wijze, waar¬ op voortaaïi in Frankrijk de inkomstenbelasting ge¬ heven wordt, nauwkeurig weer. Het belastingcijfer is in principe, zooals reeds uiteengezet, gefixeerd; de eerste 10.000 francs, eventueel verhoogd met den af¬ trek voor familielasten, zijn geheel belastingvrij; de inkomens tusschen 10Š20.000 francs tellen slechts voor één vijf-en-twintigste; de inkomens tusschen 20Š30.000 francs voor twee vijf-en-twintigsten en zoo vervolgens telkens met 1/25 voor iedere 10.000 francs tot 100.000 francs; van dit bedrag tot 400.000 francs voor iedere 25.000 francs en daarboven tot 550.000 francs voor iedere 50.000 francs. Slechts de inkomens boven 550.000 francs betalen het volle bij de wet vastgestelde belastingpercentage. Deze hervorming zal de belastingbetalers, die minder dan 40.000 francs inkomen hebben, ontzien en zal alleen de lasten voor de belastingbetalers, die een inkomen genieten van meer dan 500.000 francs, zeer aanzienlijk vergrooten. De Regeering verwacht van deze hervorming een overschot, dat voldoende zal zijn om de vrijstelling van belasting, die aan de kleine belastingbetalers ten goede komt, te com¬ penseeren. * * * Over het algemeen kan men zeggen, dat de nieuwe begrooting veel minder gecaracteriseerd is door de ontvangsten dan door de uitgaven. Op te merken valt in de allereerste plaats, dat op het oogenblik, waarop Frankrijk een bijna geconsolideerde na-oor- logsche begrooting krijgt, alleen reeds de openbare schuld bijna de helft van de staatslasten vertegen¬ woordigt. Tegenover de 45,2 milliard francs van de voor 1929 voorziene uitgaven staan %€Š na aftrek van 1,3 milliard voor de inningskosten der belastingen en 607 millioen voor aflossingen, restituties en non- valeurs, d.i. samen bijna 2 milliard Š de openbare schuld mot een totaal van 22,2 milliard francs en het totaal bedrag van de andere burgerlijke en mili¬ taire uitgaven met een cijfer van 21,1 milliard francs. De nieuwe begrooting vereisclit niet alleen een vermeerdering van de uitgaven voor de openbare diensten, maar ook voor uitgaven voor de pen¬ sioenen. De gepensionneerden uit den oorlog, die hun pensioenen niet meer in overeenstemming achten met de koopkracht van den gestabiliseerden franc, heb¬ ben een verhooging geëischt, die neerkomt op onge¬ veer 400.000.000 francs nieuwe uitgaven, waarvan men overigens de vermindering der uitgaven moet aftrekken, die overeenkomt met de verdwijning van een bepaald aantal gepensionneerden. Poincaré ver¬ klaart in zijn Memorie van Toelichting, dat hij in de tegenwoordige begrooting de gepensionneerden volledig tevreden zou hebben kunnen stellen, indien deze niet om een speciaal stelsel voor de oorlogs- .weduwen hadden gevraagd, aan wie zoo juist een speciale verhooging verleend is ongeacht de verbe¬ teringen overeenkomstig de kosten van het levens¬ onderhoud. De Ministerpresident heeft dus in dit opzicht geen definitieve begrooting aangeboden en hij stelt tot de twee volgende begrootingsjaren de laatste tegemoetkoming uit, die volgens hem aan deze categorie van staatsschuldeischers toekomt. Wat de uitgaven voor de burgerlijke diensten be¬ treft, kan men constateeren, dat de diverse Minis¬ ters, die zich bevrijd gevoelen van de bepalingen, die hun door de omstandigheden opgelegd waren, het als hun plicht beschouwd hebben een verhooging Van credieten aan te vragen, die volgens hen absoluut noodzakelijk waren. Dit was vooral het geval met de twee ministers, belast met de nationale verdediging, die vier milliard vroegen voor de uitvoering van het marineprogram, voor de vermindering van den militairen dienst, die een kostbaar beroep op vrij¬ willigers en burgerlijke beambten noodzakelijk maakt, en voor de organisatie voor de verdediging der Fransche grens. Poincaré heeft dit bedrag met Vi verminderd en vrijwel alleen zijn toestemming ge¬ geven voor credieten, die bestemd zijn om den over- gang van den militairen dienst van 18 maanden tot een dienst yan één jaar te verzekeren. Aan den anderen kant heeft hij aan den Minister van Arbeid een verhooging van de credieten toege¬ staan, die met ongeveer de beschikbare gelden voor dit Ministerie verhoogt. Deze credieten zijn in de eerste plaats bestemd, om de uitvoering te ver¬ zekeren van het program voor den bouw van goed- koope woningen, dat in Juli jl. door de Kamers aangenomen is en voor de pensioenen van werklie¬ den. De bijdrage van den Staat voor de pensioenen van gesalarieerden zal met 50 pCt. verhoogd worden in afwachting van het in werking treden van de alge¬ meene wet op de sociale verzekeringen. Deze credie¬ ten, die op zichzelf een gering bedrag vertegenwoor¬ digen, maar relatief belangrijk zijn en eenige tien¬ tallen millioenën franc bedragen, zullen bestemd zijn voor de verzekering tegen ziekte, een maatregel, die voor Frankrijk niet overbodig is, daar ondanks het over het algemeen zeer gunstige klimaat het sterfte¬ cijfer hooger blijft dan in de naburige landen. * * * In het bovenstaande zijn in groote lijnen de karak¬ teristieke trekken van de nieuwe Fransche begroo¬ ting geteekend. Het is niet verrassend, dat de Ministerpresident zich van belangrijke veranderingen op fiscaal gebied onthouden heeft. Het is een juiste politiek, om eerst de verkregen resultaten te consolideeren door zich te bedienen van belastingen, die een zekere opbrengst geven. Aan den anderen kant wordt het meer en meer duidelijk, dat, wat de indirecte belastingen betreft, een opheffing er dikwijls toe leidt, dat de belastingbetalers er geen voordeel uit trekken, ter¬ wijl het een onrechtvaardig voordeel in het leven roept voor den tusschenhandel, die ontheven van de belasting voortgaat zijn waren tegen denzelfden prijs te verkoopen. Een nieuwe verhooging van de uitga¬ ven brengt evenmin eene verrassing; het is zeker dat gezien de moeilijkheid om de begrooting de laatste jaren in evenwicht te brengen, de openbare uitgaven zeer dikwijls op een willekeurige wijze ingekrompen zijn. De eenige groote grief, die men tegen deze nieu:™ we begrooting kan hebben, is, dat zij niet tegemoet komt aan alle uitgaven, die men als onvermijdelijk heeft erkend. Zoo is de hervorming van de pensioe¬ nen gedeeltelijk tot het volgende begrootingsjaar uit¬ gesteld. De instelling van bepaalde categorieën van ambten, die men tot heden opgeofferd had, zal regel¬ matig over drie begrootingsjaren verdeeld worden. Daar de economische toestand van Frankrijk op het oogenblik zeer gunstig is en de werkelijke inkomsten zeer waarschijnlijk hooger zullen zijn, dan de geschat- 19 September 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 821 te, kan men ervan verzekerd zijn, dat de raming, die in 1930, volgens den regel van de —pénultièmefl zal kunnen worden gedaan, eenige noodzakelijke uitgaven zal veroorloven, die nu voorloopig uitgesteld zijn. AANTEEKENINGEN. Indexcijfers van scheepsvrachten. —The Economistfl schrijft: Ons indexcijfer voor Augustus voor volle ladingen bedraagt 114,21, of 4,74 pCt. meer dan de vorige maand. Het gemiddelde vrachtenniveau, aangegeven door onzen index, is nu bijna weder het punt genaderd, waarop het in Januari jl. stond, doch is 7 pOt. lager dan een jaar geleden. Het cijfer voor Augustus 1925 was 111,54 en dat voor Augustus 1924 121,49- In de volgende tabel zijn de bewegingen in de verschillende groepen samengevat. Datum Basis E < E < tf> ŠŠ O) o Q -t-> N (1913= 100) Maand Januari._ Februari. Maart._ .. April. Mei. Juni. Juli . Augustus. September .. October…… November . December. Jaarl. gemiddeld. 1924 117,11 123,78 122,09 117,22 114,27 108,62 103.75 104,43 110,50 115,55 112.76 111,21 11SM 1925 114,49 115,96 106,63 104,24 98,23 91,74 94,90 95,87 98,19 99,49 102,23 104,67 102.22 1927 118,59 120.54 118,58 111,06 111,41 106.54 101,61 105.51 107.51 105,78 106,27 102,31 109,61, 1928 98,47 94,33 93.17 94,59 93,79 91,29 93,73 98.17 De Noord-Amerikaansche oogstberichten doen ver¬ wachten, dat de graanhandel gedurende de volgende maanden een vrij groote scheepsruimte noodig zal hebben. Het aantal beschikbare schepen is echter groot genoeg om de vrachten onvast te maken, daar een tijdelijke beperking van de vraag naar scheeps¬ ruimte onmiddellijk met een dalende beweging van de vrachten wordt beantwoord. (Gemiddelde v. 1898Š1913) (Gemidd.v.1913) Febr. 1920 Dec. — Dec. 1921 Dec. 1922 Dec. 1923 Dec. 1924 Dec. 1925 Dec. 1926 Aug. 1927 Sept. — Oct. Nov. December — Januari 1928 Februari ,, Maart — April — Mei — Juni — Juli — Aug. — 100 110,0 814.3 268,9 160,1 137,1 134,0 117.4 117,0 139.7 108.8 111.7 109.8 108.8 105.6 106.7 105.6 101.7 101,6 101.5 99,6 103,4 105,3 100 113.1 529,9 277.2 164.1 135.2 132.7 129.2 121,6 156.1 122.2 130.8 128,1 128.9 116,2 106.9 106.4 104,8 103.7 100.7 100.4 103.7 111,3 100 123.4 757.5 244.1 163.7 129.2 120,1 119.5 117,0 145,9 118.2 115.3 116.4 120,1 113.6 111.4 106,2 102.8 106.6 106,0 100,8 105,7 107,1 100 106.3 744.8 256.8 144.4 122,6 124.4 119.8 110,1 132.9 121.4 119.3 116.4 117.6 114,2 113.6 112.4 106.7 105.9 110,1 104,0 99,4 108.4 100 117,4 587,0 286.7 141.3 136.1 125.1 129.3 110.1 129,2 121.8 123.7 123,6 125.8 124.9 121.4 114.1 115.1 116.2 111.9 108,8 110,3 116,2 100 127.9 712.2 347.2 166.5 159.3 144,2 161,1 154.9 179,8 144,2 150,0 144.2 140.7 139.8 127.3 114,0 119.3 126.4 124.6 123.7 131.8 137,1 100 116.3 691,0 280,1 156.7 136.6 130.1 129.4 121.8 147.3 122,8 125.1 123.1 128.6 119,0 114.6 109.7 108.4 110.1 109.1 106.2 109,0 114,2 De volgende tabel toont de wijzigingen in iedere groep en sub-groep tegenover de cijfers van de vorige maand; het cijfer 100 stelt telkens het gemiddelde niveau gedurende de periode 1898Š1913 voor. Index¬ cijfer + °f Š Golf van Biscaye; uitgaande vracht.. — — — thuisvracht. Middell. Zee; uitgaande vracht. — — thuisvracht. .. Noord-Amerika.. Zuid-Amerika; uitgaande vracht …. 113,76 130,65 116,51 98,77 111,28 87,82 126,34 105,27 111,48 116,19 137,09 1,83 -L 4,84 + 1,63 -j- 0,96 +- 7,60 + 7,09 Š 4,25 4- 4,22 -L 13,78 5,85 + 5,34 Indië; uitgaande vracht. — thuisvracht.. Australië …….. BOEKAANKONDIGING. De Japansche Katoenindustrie door W. H. de Roos, wnd. Consul der Neder¬ landen te Kobe, uitgegeven door het Departement van Arbeid, Handel en Nijverheid, Bezuidenhoutscheweg 30, ™s-Gravenhage. Het mag als een bekend feit worden beschouwd, dat de beteekenis van de Nederlandsch-Indische markt voor de voortbrengselen der Nederlandsche industrie in de laatste jaren zeer verminderd is, dat de uitvoer van verschillende fabrikaten naar onze Aziatische koloniën zoowel absoluut als relatief is afgenomen en dat daartegen de invoer van Japansche producten in deze koloniën een buitengewone vlucht heeft ge¬ nomen. Speciaal is dit het geval met den invoer van katoenen goederen, en zijn verschillende artikelen van Twentscli fabrikaat, die in vroegere jaren in groote hoeveelheden geregeld naar Nederlandsch-Indië wer¬ den gezonden, thans verdrongen door daarmede over¬ eenkomende goederen, gefabriceerd in de Japansche katoenfabrieken. Door belanghebbende organisaties en industrieelen is sedert jaren op dit feit gewezen en naar aanleiding daarvan heeft het Ministerie van Buitenlandsche Zaken in Den Haag een onderzoek doen instellen naar de ontwikkeling en omvang van de Japansche industrie. De Heer W. H. de Roos, wnd. Consul der Nederlanden te Kobe, heeft dit uitvoerige rapport met zeer veel zorg samengesteld. In. de eerste hoofdstukken behandelt hij de geschiedenis der in¬ dustrie met vele gegevens over de ontwikkeling, den tegenwoordigen omvang en productie, niet alleen van de spinnerijen, doch ook van de weverijen, bleekerijen, ververijen en tricotagefabrieken. In de daarop vol¬ gende hoofdstukken wordt eerst de uitvoer besproken, daarna de handelsomstandigheden, de organisatie, de prijzen en vervolgens de bedrijfsomstandigheden. Dit Uitgaande kolenvrachten naar Zuid-Amerika stegen aanzienlijk, terwijl die met andere bestemming weinig verandering vertoonden. Thuisvrachten voor graan van Noord-Amerika waren vast. Veel zaken kwamen tot stand, totdat tegen het einde der maand de dalen¬ de graanprijzen de te bevrachten ruimte terughielden. De Zuid-Amerikaansche markt was kalmer en thuis¬ vrachten waren gemakkelijk te krijgen. Noteeringen voor ladingen van Bombay stegen aanmerkelijk, ter¬ wijl de vrachten van het verre Oosten en Australië zich herstelden. De verhouding van het indexcijfer tot het gemiddelde van 1913 blijkt uit de volgende tabel, waarbij het jaar 1926, waarin ons indexcijfer niet zui¬ ver was door de stopzetting van den Britschen kolen- uitvoer, is weggelaten, wegens de slechte voorstelling van het werkelijke prijsverloop. hoofdstuk IX is zeer interessant en bevat zeer waarde- volle gegevens omtrent bouwkosten, loonen, sociale toestanden, belastingen, enz., terwijl daarna de capa¬ citeit der werkkrachten, de fabriekswetgeving, de nachtarbeid en de invloed daarvan op de bedrijfskos¬ ten worden behandeld. Eindelijk volgen nog eenige mededeelingen omtrent de Japansche industrieën in China, terwijl in hoofdstuk XIV de conclusies worden vermeld, waartoe de schrijver door dit onderzoek is gekomen. Aan het slot volgen circa 60 pagina™s met verschillende mededeelingen omtrent wettelijke be¬ palingen, statistieken, balansuittreksels enz., terwijl daarbij tevens zijn opgenomen eenige tabellen ont¬ leend aan de Nederlandsch-Indische statistiek, afkom¬ stig uit een ambtelijk verslag opgemaakt door Dr. J. Stroomberg, Hoofd van de Afdeeling Handel van het 822 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 19 September 1928 Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel te Buitenzorg. In 1927 is in Londen door het Department of Overseas Trade uitgegeven een —Report on the Cotton Spinning and Weaving Industry in Japan 1925/™26fl door W. B. Cunningham, Engelsch Consul te Osaka, welk boekje toen in de Engelsche pers, o.a. door de Manchester Guardian en de Times, zeer uitvoerig is besproken. Zoowel de heer Cunningham als ook de heer De Roos hebben bij hun onderzoek de cijfers moeten gebruiken, die gepubliceerd worden door —The Japan Cotton Spinners™ Associationfl, een- particuliere ver- eeniging, waarbij ca. 95 pCt. van de Japansche ka¬ toenspinnerijen zijn aangesloten en die zoowel maan¬ delijks als ook halfjaarlijks zeer uitvoerige gegevens omtrent de Japansche katoenindustrie publiceert. Het is de verdienste van den heer De Roos geweest, dat hij niet op het rapport van den heer Cunningham heeft voortgebouwd, doch dat hij zich zelfstandig een meening heeft gevormd omtrent de toestanden in de Japansche industrie en daardoor bij gebruikmaking van dezelfde cijfers dikwijls tot zeer verschillende con¬ clusies komt. Bovendien is het rapport van den heer De Roos veel uitvoeriger en krijgt men wel den in¬ druk, dat hij zich veel moeite heeft gegeven om door een persoonlijk onderzoek verschillende gegevens te verkrijgen, die in het rapport van den heer Cunning¬ ham niet voorkomen en die toch vooral voor des¬ kundige lezers van zeer veel belang zijn. In dit ver¬ band mag wel worden gewezen op het hoofdstuk over den export, speciaal wat pag. 62/8 betreft en verder op pag. 116/120, waarin de arbeidstijd en de nacht¬ arbeid zijn behandeld. Het is zeker te waardeeren, dat van ambtelijke zijde een dergelijk uitvoerig en zeer actueel (de cijfers gaan in vele gevallen tot en met 1 Juli 1927) rapport is gepubliceerd en het is te hopen, dat het boekje van den heer De Roos een wijden kring van lezers zal vin¬ den. Het is toch niet alleen bestemd voor de direct daarbij geïnteresseerde industrieelen en exporteurs, doch allen, die belang stellen in de vlugge en gewel¬ dige ontwikkeling van de industrie in Oost-Azië en den invloed daarvan op de afzetmogelijkheden van onze vaderlandsche nijverheid, zij de lezing van het werkje van den heer De Roos aanbevolen. J. G. MAANDCIJFERS. POSTCHEQUE EN GIRODIENST. (In duizenden guldens). Juni 1928 Aantal Bedrag Aantal rekeningen op uit». 134.207 Bijschrijvingen …. 1.594.43 wegens: . Stortingen. 672.323 . Overschrijvingen. 1. van andere rek. 921.968 2. van Ned. Bank. 146 c. And. onderwerpen Afschrijvingen …. 987.905 wegens: . Chèques . 177.010 . Overschrijvingen. 1. van andere rek. 800.991 2. van Ned. Bank. 915 c. And. onderwerpen 8.989 Gezamenlijk tegoed op uit». Bedrag der beleg- I ging1) .I i) Het bedrag, dat 405.431 107.283 282.605 15.503 40 406.965 62.014 282.005 62.293 53 87.235 Juni 1927 A antal 70.855 vroeger tegen vergoeding 124.741 1.352.099 589.920 762.052 127 857.694 159.069 670.273 852 27.500 Bedrag 415.793 99.042 281.027 35.694 30 408.285 54.237 281.027 72.982 39 95.781 69.210 _ w — a a rente aan de schatkist werd verstrekt, wiordt tegenwoordig, voor zoover het nog niet voor vaste belegging is aangewend, te zamen met andere bedragen in rekening-oourant met het Staatsbedrijf der posterijen en telegrafie begrepen en is daarom niet meer in het bedrag der belegging begrepen. OVERZICHT DER RIJKSMIDDELEN. (In Guldens) Aug. 1928 Sedert 1 Januari 1928 1.393.190 4.718.877 3.464.920 442.326 1.649.819 4.932.687 403.411 161.988 932.732 42.972 3.913.013 1.398.465 3.843.915 2.062.149 75.235 10.142 J.744.243 2.166.126 3.052.673 222.330 24.343 93.611 451.999 17.612.834 18.310.835 65.244.818 7.903.245 13.490.409 41.583.574 3.018.981 1.344.869 7.088.319 1.446.243 28.910.321 8.981 496 30.537.457 15.470.847 669.336 615.621 18.292.172 18.220.674 24.877.126 2.061.447 437.461 183.104 3.245.683 Overeen¬ komstige periode 1927 Directe belastingen. Grondbelasting. Personeele belasting … Inkomstenbelasting .. Vermogensbelasting … Dividend- en tantième- belasting __… _ lnvoerrechten. ……. Statistiekrecht. … …… Accijnzen. Zout ____… _ Geslacht _….._. Wijn ……..___….. Gedistilleerd.. Bier __………… Suiker. Tabak….. Belasting op gouden en zilveren werken…. Belasting op rijwielen.. Indirecte belastingen. Zegelrechten.. Registratierechten…… Successierechten…… Domeinen, wegen en vaarten …………. .. Staatsloterij …._ J acht en visscherij .._. Loodsgelden ____…. . Mijnen ……… . ……. — Totaal-Generaal.. 37.151.166 t) 10 o/0 der werkelijke opbrengst; art. 39 der Wegenbe lastingwet. 2) 40 o/— der werkelijke opbrengst; art. 39 der Wegenbelastingwet. ») Hieronder begrepen f 432.984 wegens zegelrecht van nota™s van makelaars en commissionnairs in effecten, enz. (Beursbel.). %€*) ld. f 5.174.795. ») ld. … 4.020.529. HEFFINGEN VOOR HET LEENINGFONDS 1914. 329.546.872 17.054.060 19.351.184 69.378.708 7.631.056 14.618.783 38.254.465 2.846.518 1.445.150 6.680.205 1.477.949 29.121.914 8.815.176 29.144.076 15.071.619 621.328 2.711.419 18.250.875 14.333.097 32.642.680 2.125.989 437.623 184.862 3.278.406 335.477.142 Aug. 1928 Sedert Januari 1928 Overeen¬ komstige periode 1927 Verdedigingsbelast. Ia Verdedigingsbelast. Ib Verdedigingsbelast. II Opcenten: Grondbelasting ……… Personeele belasting,. Inkomstenbelasting … Vermogensbelasting … Dividend- en tantiëme- belasting .. __ Accijns op Suiker … — — Wijn- Gedistilleerd — …….. Zegelrecht van buitl. eff. Totaal…. 59.089 573.989 870.114 279.990 840.886 91.786 175.252 544.440 768.783 8.595 391.301 81.532 4.685.757 2.370.780 8.956.595 17.461.070 3.537.224 3.542.012 1.483.207 2.125.778 4.451.835 6.107.491 289.249 2.891.032 905.536 54.121.809 2.309.700 8.527.071 17.524.463 3.417.134 3.866.987 16.662.004 1.955.236 4.824.199 5.828.815 295.590 2.912.191 1.362.016 69.485.406 HEFFINGEN VOOR HET WEGENFONDS. Wegenbelasting Rijwielbelasting Totaal .. 478.228 91.282 6.632.731 5.540.584 12.173.315 5.706.018 3.067.129 8.773.147 569.510 *) 90 o/0 der werkelijke opbrengst; art. 39 der Wegenbel.wet- 2) 60 o/0 der werkelijke opbrengst; art. 39 der Wegenbel.wet. SPLITSING VAN DE OPBRENGST DER GROND-, PERSO¬ NEELE-, INKOMSTEN- EN VERMOGENSBELASTING SEDERT 1 JANUARI 1927. Dienstjaren Grond¬ belasting Personeele belasting Inkomsten¬ belasting Vermogens¬ belasting 1925/26 1926/27 1927/28 1928/29 Totalen — 31.350 3.945.128 13.636.356 502.238 4.234.397 13.574.200 713.182 3.110.908 59.653.464 1.767.264 24.254 7.590.600 288.391 17.612.834 18.310.835 65.244.818 7.903.245 19 September 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 823 STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN. N.B. *** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen. GELDKOERSEN. BANKDISCONTO™S. Ned.l Bk. 1 [Disc. Wissels. Bel.Binn.Eff. [Vrsch. inR.C. JavascheBank__ Bank van Engeland Duitsche Rijksbank Bank v. Frankrijk. Belgische N at. Bnk. Fed. Res. Bank N.Y. Bank van Spanje— HIS Oct.™27 5 ~13 Oct.™27 6 13 Oct.™27 4 Ilf Juli™26 4-1-21 Apr.™27 7 5 Oct. ™27 3^19 Jan.™28 4 SO Juni™28 5 12 Juli™28 5 23Mrt.™2S Zwits. Nat.Bk. N.Bk.v.Denem ZweedscheRbk Bankv.Noorw. Bk. v. Tsjecho- slowakije .. N.Bk.v. O™rijk. N. Bk. v. Hong. Bank v. Italië. Z.-Afr.Res.bnk 5Ï 9 Jan.™28 . 5 23 Juni™27 : H21fAug.™28 . 5| 26 Mrt.™28 5 8 Mrt.™27 6| 16 Juli ™28 6 26Aug.™26 OPEN MARKT. Amsterdam Partic. disc. Prolong… Londen Daggeld .. Partic. disc. Berlijn ]) Daggeld Partic.disc. 30-55 d… 56-90 d… Waren- wechsei. New York Daggeld i) Partic. disc. 1928 15 Sept. 45/l6 41/4-1/2 31/2-3/4 41/4 61/2-71/2 65/8 65/s 67/s 7-1/4 45/s 10/15 Sept. 41/4-3/8 41/4-1/2 31/4-41/4 41/4 43/4-71/2 65/g 65/g 6%-7 7-81/4 45/8 3/8 Sept. 43/i6-7/i6 4- i/i 21/2-43/4 4i/4-5/i6 5- 9 65/s 65/s 67/8-7 71/2-81/4 45 In 27 Aug./. 1 Sept. 1927 12/17 Sept. 4!/s-3/i6 33/4-4 3-4W2 41/4-5/16 51/4-91/2 65/8-3/4 65/8-3/4 7-71/4 7-81/4 45/8-3/4 31/2-5/8 31/2-4 3-41/4 45/16-3/8 41/2-7 57/8 57/s 61/8-1/4 31/2-43/4 31/4 1926 13/18 Sept. 1914 20/24 Juli 213/16-3 21/4-3 31/2-41/4 41/2-3/16 21/2-6 5 43/4 51/4-1/2 41/2-51/4 4 3i/8-3/i6 21/4-3,4 I3/,-2 21/4-3/4 21/8-1/2 13/4-21/2 1) Koers van 14 Sept, en daaraan voorafgaande weken rlm. Vrijdag. WISSELKOERSEN. KOERSEN IN NEDERLAND. Data 11 Sept. 1928 1928 1928 1928 1928 1928 Laagste d.w.t) Hoogste d.w1) 10 Sept. 1928 3 — 1928 Muntpariteit 12 13 14 15 17 New York*) 2.49% 2.49% 2.49% 2.49% 2.493/e 2.497/i8 2.49% 2.49% 2.49% 2.49t/16 2.48% Londen *) 12.101/3 12.10tV 12.10 12.09% 12.091fi 12.09% 12.10»/, 12.10 fi 12.10% 12.10% Berlijn *) 59.43J 59.441 59.45! 59.44-1 59.421- 59.43 59.41 59.46 59.431- 59.46fi 59.26 Parijs V 9.741 9.741 9.74| 9.741 9.73 9.75 9.74-1; 9.741 9.75 Brussel V 34.68 34.68 34.68 34.68 34.67 34.661 34.65 34.69 34.681- 34.69fi 34.59 Batavia !) 100 100 100 100 100 100 99% 100% 100 99% 100 Data 11 Sept. 1928 1928 1928 1928 1928 1928 Laagste d.w.i) Hoogste d. w1) 10 Sept. 1928 3 — 1928 Muntpariteit 12 13 14 15 17 Zwit¬ serland V 48.03 48.02% 48.02% 48.02% 48.01 48.01 47.98 48.05 48.04 48.04 48_ Weenen V 35.15 35.17% 35.17% 35.17% 35.15 35.15 35.05 35.30 35.17% 35.17% 35.Š Praajy 7.38 7.39 7.39 7.39 7.39 7.39 7.36 7.41 7.40 7.40 at Boeka¬ rest !) 1.52 1.52 1.52 1.56! 1.50fi 1.51 1.47! 1.54 1.52 1.52-1 48_ Milaan **) 13.05 13.04-J 13.04-1 13.03 13.07 13.05! 13.061 13.09 Madrid *V 41.33 41.311- 41.23 41.071 41.25 41.02! 41.371 41.37 41.47-J 48_ Data Stock¬ holm *) Kopen hagen*) Oslo *) 11 Sept. 1928 66.75 66.55 66.55 6.28 105 2.49% 12 — 1928 66.75 66.55 66.55 6.28 105 2.49»/s 13 — 1928 66.75 66.55 66.55 6.28 105 2.49»/, 14 — 1928 66.77J 66.55 66.55 6.28 105 2.49% 15 — 1928 66.75 66.52J 66.52! 6.27 105 2.49% 17 — 1928 66.75 66.62J 66.521 6.27! 105 2.49% Laagsted.w.i) 66.70 66.50 66.47! 6.25 104% 2.49% Hoogste d.w») 66.77| 66.57! 66.57! 6.30 105% 2.50 10 Sept. 1928 66.77! 66-55 66.55fi 6.27! 105 2.50 3 — 1928 66.80 66.57! 66.57! 6.27! 105 2.49»/, Muntpariteit 66.67 66.67fi 66.67 6.26! 105»/, 2.48% *) Noteering te Amsterdam. **) Noteerlng te Rotterdam. 1) Particuliere opgave. ») Wettelijk gestabiliseerd tusschen 7.53»/, en 7.21 L/2- In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen. Hel¬ sing¬ fors !) Buenos- Aires 1) Mon¬ treal 0 KOERSEN TE NEW YORK. (Cable). Data 11 Sept. 1928 12 13 14 15 17 1928 1928 1928 1928 1928 19 Sept. 1927 Muntpariteit. Londen ($ per &) 4>85 »/82 4,85i/lö 4>85 i/M 4,851/,, 4>85i/,, 4,853/32 4,86 »/— 4,8667 Parijs Berlijn 7$ p. 100 fr.) q p. WO Mk.) 3,90% 3,90% 3,90% 3,90% 3,90% 3,92»/, 13,92 23,82% 23,82% 23,83 23,83 23,83 23,82»% 23,81% 23,81% Amsterdam (%p. lOOgld.) 40,08% 40,08% 40,08% 40,09% 40,09% 40,09% 40,08 40»/,, KOERSEN TE LONDEN. Plaatsen en Landen Noteerings- eenheden Alexandrië. Athene .. .. Bangkok .., Budapest . ._ B. Aires … Calcutta ….. Constantin.. Hongkong .. Kobe . Lissabon Mexico ___ Montevideo Montreal .. R.d. Janeiro Shanghai .. . Singapore. .. Valparaiso i), Warschau … ») 90 dg. Piast. p. £ Dr. p. £ Sh. p. tical Pen. p. £ d. p.$ !Sh. p. rup. Piast.p. £ Sh. p. $ Sh.p.yen Escu. p. £ d. per $ d. per $ $per£ d. per Mil. Sh. p. tael id. p. $ $P-£ ZI. p. £ 1 Sept. 1928 8 Sept. 1928 10/15 Sept. 1928 LaagsteHoogste. 97% 375 1/10% 27.84 47»/. l/531/ss 930 2/0»/,, l;10o 107% 23% 50i/, 4.84|| 529/32 32 2/3% 39.57 43»/, 97% 375 1/10T* 27.84 4711/32 l/663/«4 930 2/0»/ 1/lOfj 107»/, 23% 50% 4.84JT 529/32 2/7% 2/32B/3a 39.52 43.35 97»/,6 374% 1/10A 27.80 47»/,, 1/531/3s 930 2/0 1/1011 107% 23% 50% 4-84^ 567/«4 2/7% 2/3»3/32 39.48 15 Sept. 1928 97»/— 375i/, 1/10% 27.87 47»/, W«. 945 2/0 »/6 i/iou 107% 23i/8 50% 4.84»/, 569/« 4 2/81/1, 2/3»/, 39.53 43.62! 97% 375 1/10% 27.83! 1/6 940 2/0|f 1/lOfs 107% 23»/, 50% 4.84»/, 529/s2 2/7»/,, 2/661/s4 39.48 ZILVERPRIJS 10 Sept. 1928. 1928. 1928. 1928. 1928. 1928. 11 12 13 14 15 17 Sept. 1927. 20 Juli 1914. Londen1) 26n/ 26®/,, 26% 26./, 26»/,, 26®/,, 25u/, 24i»/, N.York *) 577/8 57% 57 »/8 57% 57./, 57% 55»/s 59 10 11 12 13 14 15 GOUDPRIJS 8) Londen Sept. 1928.. — 1928 — — 1928.. — 1928.. — 1928.. — 1928.. 17 Sept. 1927.. 20 Juli 1914.. 84/11% 84/11 84/11% 84/11% 84/11% 84/11% 84/11% 84/11 ») in pence p. oz. stand. ») Foreign silver in $c. p. oz. fine. ») in sh. p. oz. fine STAND VAN ™s RIJKS KAS. De Minister van Financiën maakt bekend: Vorderingen. 7 Sept. 1928 | 15 Sept. 1928 Saldo bij de Nederlandsche Bank…. Saldo b. d. Bank voorNed. Gemeenten Voorschot op ultimo Aug. 1928 aan de gem. op voor haar door de Rijks- admini8tratie te heffen gemeentelijke inkomstenbelasting en opcenten op de Rijksinkomsten belasting. Voorschotten aan Suriname. Kasvord. weg. credietverst. a/h. buiten!, Daggeldleeningen tegen onderpand van Staatsschuldbrieven . Saldo der postrekeningen van Rijks¬ comptabelen . Vordering op het Staatsbedrijf der P., T. enT.i). . ld, op andere Staatsbedrijven ») %€.. Verplichtingen. Voorschot door de Nederl. Bank…. … 14.301.034,41 Schatkistbiljetten in omloop1). 103.511.000,Š Schatkistpromessen in omloop. — 12.000.000, Waarvan direct bij de Ned.Bank.. — 12.000.000,Š Zilverbons in omloop. — 11.507.656,50 Schuld a. d. Bank v. Ned. Gemeenten»).. ld. aan Ned.-Indië . — 8.581.720,52 ld. aan Curacao. — 135.923,35 ld. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds ») .. — 1.535.920,84 ld. a. h. Staatsbedrijf d. P., T. en T.»).. — 34.805.372,90 ld. aan andere Staatsbedrijven»).. 1.565.000,Š ld. aan diverse instellingen »). 6.839.554,73 ) Waarvan … 12.056.000 vervallende op 1 Juli 1929. »j In rekg.-crt. met ™s Rijks Schatkist. fi) Juli 1928. … 353.757,05 , 13.371.616,243 , 9.773.511,84 , 134.831.536,91 15.843.753,68 3.625.348,03 … 590.161,47 — 23.984.014,76 — 9.537.807,63 — 133.495.964,74 13.979.856,07 3.605.348,03 … 11.754.200,81 — 103.511.000,Š — 8.000.000,Š — 8.000.000,Š — 11.373.707,Š — 10.002.331,47 — 163.489,14 — 969.706,95 — 30.419.285,55 — 1.565.000,- — 6.867.990,01 NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD. Vorderingen: Saldo bij ‘s Rijks kas. Saldo bij de Javasche Bank. Verplichtingen: Betaalmiddelen in ‘s Lands Kas. Waarvan Muntbiljetten. Muntbiljetten in omloop . Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds.. Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank. 8 Sept. 1928 … 7.276.000,- — 15.437.000,- — 40.091.000,- — 1.130.000,- . 1.008.000,- 15 Sept. 1928 f 10.002.000,- — 14.028.000,- — 28.087.000,- — 2.063.000,- — 41.334.000,- — 1.142.000,- — 1.093.000,- 824 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 19 September 1928 NEDERLANDSCHE BANK. Verkorte Balans op 17 September 1928. Binnenl. Wis-f Hfdbk. f 42.026.652,27 seis, Prom.,J Bijbnk. — 2.274.897,62 enz. in disc. [ Ag.sch. — 10.401.131,44 Papier o. h. Buitenl. in disconto. ____ Idem eigen portef.. f 192.790.308,Š Af: Verkocht maar yoor de bk. nog niet afgel. — _ ( Hfdbk. f 40.846.696,97 in rek -crt { Bijbnk‚ » 8.713.982,53 op onderp: I Ag.sch. — 59.742,577,28 _/ 10!).303.256,78 Op Effecten_- f 104.148.156,78 Op Goederen en Spec. — 5.155.100,Š Voorschotten a. h. Rijk — .. — ___ Munt en Muntmateriaal Munt, Goud f 67.397.035,Š Muntmat., Goud — — 367.521.200,75 f 54.702.081,33 192.790.308,- 109.303 9.723. .256,78 524,07 Munt, Zilver, enz.. Muntmat., Zilver . . 434.918.235,75 22.528.140,18 Belegging i/# kapitaal, reserves en pen¬ sioenfonds … Gebouwen en Meub. der Bank. Diverse rekeningen .. Passiva. Kapitaal…. Reservefonds.. ….. Bijzondere reserve.. Pensioenfonds … . Bankbiljetten in omloop… Bankassignatiën in omloop. Rek.-Cour. f Het Rijk _ saldo™s: ^Anderen f 33.644.013,45 Diverse rekeningen _.—… 457.446.375,93 — 24.606 — 5.000 — 31.843 … 8857415, .608,37 .000,Š .016,25 .770,73 20.000 7.157. 8.000, 5.511. 803.307. 294. 33.644. 7.500. .000,Š .903,12 .000,Š .209,38 .840,Š .129,18 .013,45 .675,60 Beschikbaar metaalsaldo.. — — . Op de basis van «/, metaaldekking…. Minder bedrag aan bankbiljetten in om¬ loop dan waartoe de Bank gerechtigd is. f 885.415.770,73 f 289.493 — 122.0U 380,89 18Jf,S6 1.447.466.900,Š Voornaamste posten in duizenden guldens. Data 17 Sept. 10 — 3 — 27 Aug. 20 — 13 — 19 Sept. 25 Juli ™28 ’28 ™28 ’28 ™28 ™28 ™2 ™14 Goud Munt Muntmat. 67.397 67.400 67.408 67.420 67.401 67.404 67.944 65.703 367.521 367.521 367.521 367.521 367.521 387.521 318.274 96.410 Circulatie 803. 814, 831. 791. 793, 795. 797. 310. 308 381 844 940 156 802 416 437 Andere opeischb. schulden 33.938 33.408 34.975 33.724 44.430 36.904 33 181 6.198 Beschikb. Metaal¬ saldo 289.493 287.300 283.530 292.771 290.270 291.029 247.229 43.5211) Dek- kings perc. 54J 54 53 554 55 55 50 54 Data 17 Sept. 1928 10 — 1928 3 — 1928 27 Aug. 1928 20 — 1928 13 — 1928 19 Sept. 1927 25 Juli 1914 %€) Op de basis bedrag disconto’s 54.703 57.731 55.365 45.375 45.481 44.547 139.451 67.947 van i/s m Schat kist- promessen rechtstreeks 7.000 10.000 9.000 14.300 etaaldekking. Belee- ningen 109.303 103.269 130.572 103.784 104.050 104.433 127.936 61.686 Papier op het buitenl. 192.790 192 718 192.690 201.622 210.722 204 022 131.917 20.188 Diverse reke¬ ningen 2) 31.843 40.134 34.986 32 250 36 429 27.711 36.551 509 2) Sluitpost activa. SURINAAMSCHE BANK. Data Metaal Circu¬ latie Andere opeischb. schulden Discont. Div. reke¬ ningeni) 4 Aug. 1928. . 28 Juli 1928 — 21 — 1928.. 14 — 1928 — 7 — 1928- 6 Aug. 1927- 5 Juli 1914._ 956 975 980 981 986 1.000 645 1.654 1.526 1.449 1.490 1.597 1.615 1.100 584 450 572 635 632 572 560 1.067 1.069 1.064 837 829 965 735 488 490 469 452 456 590 396 JAVASCHE BANK. Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok- kem cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen. Data 15Sept.l928 8 — 1928 1 — 1928 18 Aug. 1928 11 — 1928 4 — 1928 28 Juli 1928 17Sept.l927 18Sept.l926 25 Juli 1914 Qoud Zilver 187.200 187.700 187.000 172.788 172.941 173.070 173.313 183.953 199.149 22.057 Data 15Sept.l928 8 — 1928 1 — 1928 18 Aug.1928 11 — 1928 4 — 1928 28 Juli 1928 17Sept.l927 18Sept.l926 25 Juli 1914 1) Sluitpost Dis¬ conto’s 14.191 14.421 14.338 14.276 18.057 30.154 31.907 Wissels, buiten N.-Ind. betaalb. Circulatie 324.100 324.300 318 600 318.580 319.402 314.884 312.719 325.984 332.294 110.172 Andere opeischb. schulden 40.900 46.900 44.300 51.463 52.722 56.839 57.501 71.948 64.670 12.634 Beschikb. metaal¬ saldo 41.200 39.220 41.840 38.962 38.512 38.719 39.501 122.736 150.321 4.842*) Belee- ningen 150.100 154.900 149.900 13.782 14.063 14.086 14.188 13.249 12.173 7.259 28.916 27.949 26.879 24.013 25.344 24.042 6.395 93.593 93.156 94.491 90.976 121.754 91.079 47.934 Diverse reke¬ ningen1) *** * * * *** 49.951 52.659 52.053 56.506 38.397 43.852 2.228 activa. s) Basis metaaldekking. Dek- kings- percen- tage 51 51 52 51 50 50 51 51 58 44 BANK VAN ENGELAND. Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes, in duizenden panden sterling. Data Metaal Circulatie 12 Sept. 1928 5 — 1928 29 Aug. 1928 22 — 1928 15 — 1928 8 — 1928 14 Sept. 1927 22 Juli 1914 176.585 176.577 175.867 174.823 174.148 174.432 151.060 40.164 134.607 135.368 135.441 134.921 135 794 136.778 136.102 29.317 Currency Notes Bedrag Bankbilj. Gov:Sec. 296.682 298 001 296.917 294.704 295.577 300.819 295.193 56.250 56.250 56.250 56.250 56.250 56.250 56.250 Data 247.338 248 685 247.485 245 252 246.314 251.456 245.706 Oov. Sec. 12 Sept.™28 27.145 41.396 5 — ™28 37.735 47.457 29 Aug.™28 29.141 43.444 22 — ™28 27.969 45.093 15 — ™28 28.672 47.081 8 — ™28 29.062 49.099 14 Sept.™27 51.254 44.164 22 Juli ™14 11.005 33.633 i) Verhouding tusschen Reserve Other Sec. Public Depos. 13.074 18.486 19.229 16.612 13.080 12.914 11.730 13.736 Other Depos. 98.886 109.385 95.304 97.894 102.626 104.531 100.112 42.185 en Deposits. Reserve 61.727 60.959 60.176 59.653 58.103 57.404 34.707 29.297 Dek- kings- perc. 0 551/8 475/8 52 52 5014 48u/— 31 52 BANK VAN FRANKRIJK. Voornaamste posten in millioenen francs. Data 7Sept.™28 31 Aug.™28 24 — ™28 17 — ™28 8Sept.™27 23 Juli™14 Data 7Sept.™28 31 Aug.™28 24 — ™28 17 — ™28 8Sept.™27 23 Juli™14 Goud1) 30.426 30.351 30.362 30.269 5.546 4.104 Zilver 732 732 732 732 343 640 Te goed in het buitenl. 14.005 14.242 14.064 13.568 53 Wis¬ sels Waarv. op het buitenl. 20.461 19.760 20.495 19.133 1.325 1.541 Bons v. d. zelfst. amort, k. 5.930 5.930 5.930 5.930 Diver¬ sen 3) 1.199 2.273 1.203 1.336 24.302 Circulatie 18.008 17.721 17.188 16.933 7 8 Belee- ningen Renteloos voorschot a.d. Staat1 2.020 2.055 2.001 2.089 1.680 769 3.200 3.200 3.200 3.200 Rekg. Courant Staat Zelfst. amort.k. 61.552 62.184 60.317 60 553 54.117 5.912 7.445 7.518 7.981 8.416 74 401 2.890 2.713 2.438 2.291 – I Parti¬ culieren 5.785 5.751 6.971 4.676 10.882 943 ) Bij de stabilisatie van den franc op 25 Juni is de goudvoorraad gewaardeerd volgens de nieuwe waarde van den franc. 2)De schuld van den Staat aan de Banque de France is op 25 Juni afgelost. 3) Sluitpost activa. 19 September 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 825 DUITSCHE RIJKSBANK. Voornaamste posten in millioenen Reichsmark. Data Goud Daarvan bij bui- tenl. circ. banken *) Deviezen als goud- dekking geldende Andere wissels en cheques Belee- ningen 7 Sept. 1928 31 Aug. 1928 23 — 1928 15 — 1928 7 — 1928 7 Sept. 1927 30 Juli 1914 2.269,7 2.248,1 2.240,9 2.240.9 2.232,0 1.852,6 1.356.9 85,6 85,6 85,6 85,6 85,6 66,5 180,0 194,9 211,4 217,0 214,6 157,2 2.389.7 2.603,9 1.972,3 2.006,1 2.309.8 2.498,5 750,9 45.4 128,9 27.1 61.7 29.7 27.4 50.2 Data Effec¬ ten Diverse Activa*) Circu¬ latie Rekg- Crt. Diverse Passiva 7 Sept. 1928 31 Aug. 1928 23 — 1928 15 — 1928 7 — 1928 7 Sept. 1927 30 Juli 1914 93,8 93,8 93,8 93,8 93,8 92,3 330,8 520,6 490.3 561,0 572.3 587.5 510.5 200.4 4.453,7 4.673,0 3.969,6 4.134.4 4.348.4 3.800 1.890,9 505,1 564.6 632,0 540.7 588.5 685.6 944,- 243.1 220.2 236,5 236,5 234,7 380,1 40,0 *) Onbelast. 2) W.o. Rentenbankscheine 7 Sept., 31, 23, 15, 7 Aug. ™28, 7 Sept. ™27, resp. 32; 9; 60; 51; 44; 75 mill. NATIONALE BANK VAN BELGIË. Voornaamste posten in millioenen Belgas. Data 1928 13 Sept. 6 — 30 Aug. 23 — 16 — 15 Sept,i Goud 807 805 805 805 804 667 B O.-2 ~ o c T3-2-ÏÏ o, w ïo-2-o 504 495 496 486 478 469 %€o . a-a ft» B-S ft» 05 i ‘2-a C* C 28 206,9 1.642,0 2.325,6 144,9 65,9 69,6 15 — ™28 206,4 1.638,6 2.323,5 144,7 65,9 69,7 8 — ™28 207,9 1.627,6 2.334,4 143,1 65,8 69,5 1 — ™28 211,7 1.612,7 2.402,2 143,0 64,7 68,6 25 Juli™28 207,6 1.606,6 2.346,1 143,0 64,3 69,9 31 Aug.™27 472,8 1.676,4 2.341,3 130,7 74,6 78,3 0 Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare schulden; F. R. Notes en netto deposito. 2) Verhouding totalen voorraad munt- materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem. PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ IIET FED. RES. STELSEL. Voornaamste posten in millioenen dollars. Gestort Kapitaal Goud- Dek- kings- percA) Algem. Dek- kings- perc.!) Data 22 Aug.™28 15 — ™28 8 — ™28 1 — ™28 24 Juli™28 24 Aug.™27 Aantal banken 635 636 636 636 636 661 Dis¬ conto™s en beleen. 15.698 15.739 15.803 15.861 15.692 14.555 Beleg¬ gingen 6.408 6.445 6.460 6.589 6.527 5.905 Reserve bij de F. R. banks 1.668 1.692 1.657 1.739 1.690 1.714 Totaal depo¬ sito™s 19.872 20.040 19.970 20.344 20.028 19.462 Waarvan time deposits 6.897 6.904 6.898 6.913 6.905 6.257 Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten. EFFECTENBEURZEN. Amsterdam, 17 September 1928. De internationale beurzen bebben zich voor het grootste deel gedurende de achter ons liggende berichtsweek in een sfeer van kalmte bewogen. Een uitzondering dient te wor¬ den gemaakt voor de markt te New York, waar de om¬ zetten in sterke mate zijn toegenomen en waar het koers- peil van de meeste fondsen niet onaanzienlijk is gestegen. De oorzaak hiervan moet worden gevonden in den toe¬ stand op de geldmarkt. Weliswaar zijn de noteeringen voor daggeld nog niet in belangrijke mate gedaald, doch het voor¬ uitzicht op een verstijving van de geldmarkt is niet zoo sterk op den voorgrond getreden. Eensdeels, doordat goud zendingen te New York zijn aangekomen, waardoor de credietbasis wordt verbreed, anderdeels doordat de Federal Reserve Board wissels en fondsen in de open markt heeft gekocht, teneinde de geldkoersen min of meer te stabilisee- ren. Men hoopt, dat de financieele leiding op deze wijze zal doorgaan, teneinde de geldkoersen niet te hoog te doen stijgen in een periode, waarin groote eischen voor de oogst- beweging gesteld zullen worden. Behalve deze overwegingen waren het nog de gunstige berichten uit de kringen van handel en industrie, welke een stimuleerende werking heb¬ ben uitgeoefend. Te B e r 1 ij n was de beurs kalm en vertoonde zij eerder een neiging tot achteruitgang. In hoofdzaak waren het hier politieke gebeurtenissen, welke den doorslag hebben ge¬ geven, meer in het bijzonder de besprekingen omtrent de ontruiming van het bezette gebied. Van New York is geen invloed uitgegaan; sinds is gebleken, dat in de Vereenigde Staten de belangstelling voor Duitsche aandeelen bijzonder gering is Š de introductie van verschillende fondsen ter beurze van New York is in de meeste gevallen geen succes gebleken Š schijnt men in Duitschland de aandacht sterker op andere fondsenmarkten te hebben gevestigd. Ook te P a r ij s is bijzonder weinig omgegaan. Geruch¬ ten hebben geloopen omtrent een verhooging van het bank- disconto, doch hoewel deze tot nu toe niet werden bewaar¬ heid, is toch geen verlevendiging van den handel het ge¬ volg geweest. Een uitzondering vormden aandeelen Citroen, welke in nogal ruime mate werden omgezet. Overigens zijn de koersverschillen van bijzonder weinig beteekenis gebleven. Te Londen is de vraag eveneens iets geringer gewor¬ den, voornamelijk ten aanzien van beleggingsfondsen. De —gilt-edgedfl-markt was beperkt; aandeelen in binnenland- sche spoorwegondernemingen waren gedrukt. Van de overi¬ ge markten dienen aandeelen in gramofoonondernemingen te worden vermeld, waarvan vooral de kleinere en nieuwere soorten waren gezocht. Ten onzent was de markt over het algemeen vrij op¬ gewekt, terwijl ook enkele verrassende koersverschillen op te merken zijn geweest. De beleggingsafdeeling heeft een rustig verloop gehad, waarbij de tendenz lichtelijk omlaag bleef gericht, in verband met de neiging van de geldmarkt tot eenige verstijving. 6 pCt. Ned. Werk. Schuld 1922; 104%, 104*7!»; 6 PCt™ Ned™ Werk. Schuld 1917: 101%, lOU/i»; 4% pCt. Ned.-Indië 1926: 99%; 5 pCt. Mexico £ 100Š1000 (afgest.) : 99/ie, 9; 5 pCt. Brazilië 1903 £100: 87%, 87; 8 pCt. Sao Paulo 1921: 106%, 106%. De afdeeling voor indnstrieele aandeelen was verdeeld, zelfs voor fondsen van dezelfde soort. Zoo was het opmer¬ kelijk, dat aandeelen in kunstzijde-ondernemingen een da¬ lende richting hebben ingeslagen, waarop echter aandeelen Internationale Viscose Compagnie een uitzondering hebben gevormd. De kooplust voor dit fonds werd in het leven geroepen door de mededeeling, dat het syndicaat, dat inder¬ tijd voor de plaatsing van nieuwe aandeelen was gevormd, ontbonden is en voorts door het gerucht, dat de aandeelen te Londen geïntroduceerd zouden worden. Een vrij belang¬ rijke koersverheffing is het gevolg geweest. Vervolgens wa¬ ren gevraagd aandeelen Calvé-Delft en certificaten Marga¬ rine Unie, nog steeds in verband met de verwachting, dat een nauwer samengaan tusschen beide ondernemingen tege¬ moet gezien zou mogen worden. Aandeelen Philips Gloei¬ lampenfabrieken waren kalm, doch stegen desniettemin bijna voortdurend. De buitenlandsehe soorten hadden een rustig verloop; aandeelen Zweedsehe Lucifer Maatschappij echter waren zeer vast van toon. Calvé-Delft: 106%, 116; Centrale Suiker Mij.: 79%, 79%; Holl. Kunstzijde Ind.: 233, 227%,; Internationale Viscose: 109%, 120; Maekubee: 201%, 198%; Margarine Unie: 236%, 240%; Ned. Kabel- fabriek: 601; Ned. Kunstzijdefabr.: 431, 425; Ougrée Mari- haye: 368, 367; Separator: 174, 175; Zweedsehe Lucifer Mij.: 448%, 468%. De afdeeling voor bankaandeelen is rustig geweest, waar- Ł bij aandeelen Rotterdamsche Bankvereeniging ditmaal een 826 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 19 September 1928 vaste stemming aan den dag hebben gelegd. Amsterdam- sehe Bank: 187%, 188; Holl. Bank v. Z.-Amerika: 71, 71 %; Incasso Bank: 126%; Javasche Bank: 320; Koloniale Bank: 253%, 258; Ned.-Ind. Handelsbank: 165, 16754; Ned. Hand. Mij. (C. v. A.) : 17754, 176%; Robaver 104%, 10854; Twentsche Bank: 140. Van de overige markten zijn petroleumaandeelen nogal op den voorgrond getreden. Aanvankelijk is de belangstel¬ ling voor aandeelen Koninklijke Petroleum Maatschappij niet groot geweest. Tegen het einde van de berichtsweek echter, toen bekend werd, dat ten aanzien van een petro- leumrestrietie in Venezuela overeenstemming zou zijn be¬ reikt, werd het aandeel in grootere posten uit de markt genomen. Tevoren waren aandeelen Marland Oil reeds op¬ gewekt van toon geweest, hetgeen zich tegen het slot nog sterker heeft kunnen aecentueeren. Dordtsehe Petr. Ind. Mij.: 412%, 428; Gee. Holl. Petr. Cie: 20054, 208; Kon. Ned. Petr. Mij.: 434%; 445%; Perlak Petroleum: 83, 82%; Peudawa: 18%, 19; Marland Oil: 38%, 41%. De rubbermarkt is vrijwel verlaten gebleven en zonder noemenswaardige koersbewegingen, hoewel in de meeste gevallen de prijzen, naast een zekere stabiliteit, een nei¬ ging tot verbetering hebben getoond. Amsterdam Rubber: 225, 225%; Heli Batavia: 147, 150; Gogo Niti: 244, 245; Hessa Rubber: 300, 296; Java Caoutchouc: 136, 138; Kali Telepak: 230%, 233%; Kendeng Lemboe: 280, 285; Majang Landen: 308, 310; Ned.-Ind. Rubber & Koffie: 260, 257; Preanger Rubber: 100, 103%; Serbadjadi: 170, 169; Su¬ matra Rubber: 167, 165; Ver. Ind. Cult. Ond.: 124%, 127; Wai Sumatra Rubber: 175, 173; Intercontinental Rub¬ ber: 10%. Omvangrijke handel is ontstaan in aandeelen in electri- citeits- en gasondernemingen, waarvan in het bijzonder aan¬ deelen Algemeene Nederlandsch-Indisehe Electriciteits Maat¬ schappij en N.-I. Gas Mij. op den voorgrond traden. Van eerstgenoemde vindt een nieuwe aandeelenemissie plaats, waardoor de aandeelen tegen het slot der beriehtsperiode ex claim werden verhandeld. A. N.-I. E. M. (Nat. Bez. v. Aand.) : 314, 359, 326 (ex claim 244.00) ; Ned.-Ind. Gas Mij.: 238, 252%. Tabaksaandeelen hebben geen handel van eenige beteeke- nis te zien gegeven. Er zijn slechts enkele stuks omgegaan, welke in een zoo beperkte markt wel aanleiding tot enkele verschillen hebben gegeven, doch waaruit eenige tendens niet af te leiden is geweest. Arendsburg: 664, 664% ; Be- soeki Tabak Mij.: 542, 544; Deli Batavia: 540%, 544%; Deli Mij.: 436%, 438%; Ngoepit: 368, 373; Oostkust: 175%, 176; Senembah: 523, 525%; Temoeloes Landbouw: 482, 481. De afdeeling voor suikeraandeelen daarentegen was veel vaster, ondanks de nog voortdurende ongunstige berichten omtrent de positie van suiker. Enkele contraminedekkin- gen hebben plaats gevonden, waardoor een herstel in ver¬ sneld tempo is ingetreden. Besito: 261; Cult. Mij. der Vorstenlanden: 166%, 16554; H.V.A.: 692%, 702; Java¬ sche Cultuur Mij.: 388; Kalibagor: 394, 395; Krian: 232%, 226; Ned.-Ind. Suiker Unie: 256 260; Poerworedjo: 108, 107%; Sindanglaoet: 420, 418; Tjepper: 75454, 752; Tje- weng Lestari: 205, 206%; Watoetoelis Poppoh: 800, 803. De scheepvaartmarkt bleef stil, doch met een goeden on¬ dertoon. In het bijzonder waren aandeelen Java-China- Japanlijn gevraagd. Holland-Amerika Lijn: 75, 74; Java- China-Japan Lijn: 130%, 136%; Kon. Ned. Stoomb. Mij.: 87%, 88%; Ned. Scheepv. Unie: 202%, 202%; Nievelt Gou- driaan: 117%, 116%; Stoomv. Mij. —Nederlandfl: 200, 198%. Van aandeelen in mijnbouwondernemingen troffen eerst aandeelen Boeton, daarna aandeelen Algemeene Exploratie Maatschappij door een opgewekte houding. De hoogste koersen van eerstgenoemd aandeel konden niet behouden blijven. Alg. Expl. Mij.: 104, 110; Billiton le Rubriek: 867; Boeton Mijnb. Mij.: 186, 188; Müller & Co.™s Mijnb. Mij. : 105, 104; Redjang Lebong: 151%, 155; Siloengkang: 29%, 31; Singkep Tin Mij.: 336, 342. De Amerikaansche markt was weliswaar klein, doch, in aansluiting aan de beurs van New York, zeer vast. Op tal van dagen vond de arbitrage geen gelegenheid tot aankoo- pen over te gaan, omdat het publiek in de markt was. American Water Works: 59; Anaconda Copper: 151, 159%; Studebaker : 79 %, 826f±®; U. S. Leather Cy.: 43 %, 43; U. S. Steel Corp.: 156%, 160%; Atchison Topeka: 194%, 192%; Erie: 59%, 62; New York Ontario & Western: 2815/i6, 30; Southern Pacific Cy.: 127%, 128; Union Pacific Cy.: 198; Wabash Rw.: 81%, 86%. GOEDERENHANDEL. GRANEN. lg September 1928. In .het begin der afgeloopen week was de t a r w emarkt weder zeer stil, met eendgszins dalende prijzen aan alle overzeesche tenmijnmarkten, in verband met de gunstige Euriopeesohe oogstramingen, welke reeds in ons vorige weekbericht werden vermeld, en de verwachting, dat ook het maandelijksohe Washingbotmsohe oogstbericht hoogere ramingen zou bevatten dan het vorige. Voor zomertarwe was dat laatste ook werkelijk het geval en het totaal van den tarwe-oogst der Vereenigde Staten werd nu geraamd op 902 millioen bushels, terwijl de opbrengst in het vorige jaar 871 millioen heeft bedragen. Eigenlijke verdere reden voor prijsverlaging lag dus in het maandrapport niet. Eenige dagen later verscheen de eerste Canadeesehe oogst- ramiing, volgens welke de opbrengst voor geheel Canada 550 millioen bushels zal bedragen. Weliswaar is dit vrij wat minder dan het hoogste cijfer, waarvan in de vooraf¬ gaande weken wel eens sprake is geweest, doch de schat¬ ting is hiooger dan de particuliere ramingen, welke van te¬ voren gepubliceerd waren. De grootste tarwe-oogst, welke tot nog toe in Canada is binnengehaald is die van 1923 geweest, toen de opbrengst 474 millioen bushels bedroeg. Al deze cijfers waren er allerminst op berekend om in Europa den ondernemingslust te doen toenemen en het feit, dat de tarwe-oogst van Engeland en Wales slechts ge¬ schat wordt op 5,6 millioen quarters tegen 6,5 millioen in het vorige jaar, heeft daaraan weinig kunnen veranderen. Ook ruim aanbod van Duitsche tarwe, waarin zoowel naar Frankrijk als naar Engeland vrij belangrijke zaken werden gedaan, «drukten de markt, evenals de verhooging van het Italiaansdhe uitvoerrecht van 7% op 11 goudlire per 100 KG. Wel worden natuurlijk geregeld zaken dn over- zeesche tarwe gedaan en naar Engeland bestand in het be¬ gin der week zelfs vrij goede vraag naar spoedige Manito¬ ba™s en reeds gedurende de allerlaatste dagen, nadat ook de termijnmarkten te Buenos Aires en Chicago zich iets hadden hersteld, ko.n werkelijk gesproken worden vaneen wat minder flauwe stemming in de invoerlanden. Druk was ook uitgegaan van de flauwe markt in Argentinië, waar tarwe in de eerste helft der week sterk in prijs is gedaald wegens de algemeene statistische positie van het artikel en de uitstekende vooruitzichten voor den nieuwen Argentijn- sehen oogst. Verbetering der marktstemming is op 17 Sep¬ tember vooral in Duitschland ingetreden. De prijzen, welke Industrieele Disconto Maatschappij AMSTERDAM LONDEN BERLIJN PARIJS KOPENHAGEN MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL … 10.000.000.- VOLGESTORT GEPLAATST EN RESERVES … 7.900.000.Š Financiering van den afzet van industrieele producten. 0 19 September 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 827 AANVOEREN in tons van 1000 KG. Artikelen Rotterdam Amsterdam Totaal 9/15 Sept. 1928 Sedert 1 Jan. 1928 Overeenk. tijdvak 1927 9/15 Sept. 1928 Sedert 1 Jan. 1928 Overeenk. tijdvak 1927 1928 1927 Tarwe . Rogge . Boekweit. Maïs. Gerst …. . Haver . Lijnzaad. Lijnkoek. Tarwemeel . Andere meelsoorten …. 39.507 3.675 24.663 8.891 1.257 3.521 1.836 3.914 85 1.617.775 157.911 13.001 721.024 256.430 136.843 ‘ 131.007 139.148 77.113 5.926 1.478.530 266.609 14.467 1.033.605 315.893 153.586 175.377 136.809 76.804 7.964 10.727 1.110 6.457 193 48.675 163.539 5.998 383 265.143 1.184 25.469 39.252 493 67 168.008 8.224 2.728 164.997 28.201 1.666.450 157.911 13.001 884.563 262.428 137.226 396.148 140.632 102.582 5.926 1.517.782 267.102 14.534 1.201 613 3 24.117 156.314 340.374 136.809 105.005 7.964 voor Duitsche tarwe worden gevraagd, zijn op dien dag aanmerkelijk verhoogd, hetgeen echter niet voorkwam, dat op het verhoogde prijsniveau naar verschillende omliggende landen, waarbij ook Nederland, toch Duitsche tarwe werd verkocht. Het schijnt, dat finantieele hulp, welke de Duit- sche regeering aan de Duitsche verbouwers van graan verleent, aan de sterke prijsstijging, welke aan de termijn- markt te Berlijn is opgetreden, niet vreemd is. Die ver- hooging leidde tevens tot meer zaken in overzeesche tarwe naar Duitschland. De uitvoerlanden hebben daarop echter niet met prijs,verhooging gereageerd, evenmin als de ter- mijnmarkt te Liverpool. Zelfs waren Chicago en Winnipeg op 17 September wat lager en ook van de Argentijnsche termijn mark te n ging het kleine herstel weer grootendeels verloren. Tn vergelijking met den lOden sloten Chicago en Winnipeg 1 a 1%- dollarcent per 60 tbs. hoioger, Buenos Aires en Rosark) voor den October-,termijn 30 a 35 en voor Februari (nieuwe oogst) 10 centavos per 100 KG. lager. Het prijsherstel aan de termijnmarkten te Chicago en Winnipeg is dus niet groot geweest, doch de grondtoon der tarwemarkt verkreeg althans in Noord-Amerika wel een vaster karakter, terwijl ook de Argentijnsche prijsda¬ ling tot staan scheen te komen, toen Europa op het lagere prijspeil grooteren kooplust voor Platatarwe toonde dan den laatsten tijd het geval is ge/weest. Ook itn Australië blijven de vooruitzichten voor den nieuwen tarwe-oogst zeer goed. Rogge bleef deze week te Chicago aanvankelijk flauw, waartoe in aanzienlijke mate de hooge raming van den Duitschen oogst heeft bijgedragen. Het aanbod van nieuwe rogge vond in Duitschland al spoedig slechts in zeer onvol¬ doende mate opname en ook in Nederland was dit het ge¬ val, terwijl voor buitenlamdsche rogge in beide landen de kooplust al zeer gering was. Ondanks de lage prijzen waartoe Amerikaansche rogge werd aangeboden, kwamen daarin slechts zeer weinig zaken tot stand. In de tweede helft der week echter begon in Amerika een herstel in te treden, waardoor reeds op 15 September te Chicago de prij¬ zen zich weder op een dergelijk niveau bevonden als op de eerste dagen der maand. Ooik Duitschland was Voor rogge op 15 September beter en op den l7den ze’fs aanzienlijk honger op diergelijke gronden als zooeven voor de Duitsche tarwemarkt beschreven. Wel zijn ook gedurende de aller¬ laatste dagen nog tot lage prijzen zaken in Duitsche rogge naar omliggende landen, waarbij ook Nederland, gedaan, doch tegelijkertijd kocht men in Duitschland op 17 Septem¬ ber tot aanzienlijk hoogere prijzen N oord A rnerikaa ti.se Ito rogge op spoedige verscheping, terwijl daarvoor ook in Nederland de belangstelling was toegenomen en op een vrij wat hooger niveau dan in de vorige week slechts bij uit¬ zondering bedingbaar was, weder inkoopen werden gedaan. Ook voor rogge dus scheen het op 17 September alsof de markt van ,de uiterst flauwe stemming van den laatsten tijd bekomen was. Aan de termijnmarkt te Chicago is rogge van 10 tot 17 September 3 h 4% dollarcent per 56 lbs. gestegen. Voor m a ï s is den laatsten tijd de vraag in de meer Noor¬ delijke landen van Europa onvoldoende geweest om de markt te laten ontkomen aan den druk der zeer groote stromende hoeveelheden Platamaïs, terwijl ook vanuit Zudd- A.frika ruime hoeveelheden naar Europa onderweg zijn. Slechts Italië en andere markten aan de Middellandsehe Zee toonden beteren kooplust maar in Engeland, Nederland en Duitschland vond vooral voor spoedige maïs steeds ver¬ dere prijsdaling plaats. Daarbij was de kooplust voor latere verscheping waarvoor aanzienlijk hoogere prijzen worden gevraagd, onbevredigend. Het Washingtomsche miaanidrap- port, dat voor maïs een raming der opbrengst bevatte van 2931 millioen bushels tegen 3030 millioen op 1 Augustus, had te Chicago voor den December- en Maart-termijin be¬ langrijke prijsstijging tengevolge, welke zich ook op -de vol¬ gende dagen volkomen kon handhaven. Veel vaster nog was Chicago voor den September-termijn, waarvoor in den loop der week de prijsstijging’ niet minder dan 8% dollarcent per bushel heeft bedragen nadat op dien 17d,en een kleiine reactie was ingetreden. Van beteekeniis voor de wereldmarkt is deze prijsstijging van den September-termijn te Chicago niet, doch ook ,de vaste stemming voor de termijnen van den nieuwen oogst heeft aanvankelijk slechts weinig invloed ge¬ oefend. Waarschijnlijk zal echter ook zij er wel toe hebben bijgedragen, dat op het lagere prijsniveau eindelijk op 14 September in Europa meer kooplust voor maïs te eo-nsta- teeren viel. Naar Nederland, Duitschland en België is op idien dag en op den 15,den veel stoomende Platamaïs uit d,e markt genomen. In Engeland was de vraag nog niet veel beter, dbch ook daar vond eenige verhooging der vraag¬ prijzen plaats. Te Buenos Aires en Rosario bleven de ter¬ mijnmarkten zich, nadat een in het begin der week opge¬ treden verhooging verloren was gegaan, vrijwel op een onveranderd peil handhaven. De zeer groote Argentijnsche verschepingen en desondanks toch eeniige toename van de voorraden in de Argentijnsche havens hebben in Engeland uitbreiding van den ondernemingslust tegengehouden, doch op het vasteland was maïs in spoedige posities op den 17den veel vaster met hoogere prijzen wegens betere verbruiks- vraag, die speciaal aan de Nederlandsche markt duidelijk tot uiting kwam en dien druk, die door de groote stoomende hoeveelheden werd geoefend, deed afnemen. Tot de prijs¬ verhooging voor maïs te Chicago hebben, na het Washing- tonsehe maandrapport, nog de stormen bijgedragen, welke het maïsgebied hebben geteisterd, doch van grooten om¬ vang zal waarschijnlijk de schade, welke door deze locale stormen is aangericht, niet zijn geweest. Zeer flauw was in het begin der week imog steeds de markt voor gerst, die uit Noord-Amerika steeds goed- kooper werd aangeboden en waarvoor ondanks de toph lang niet slechte vraag in Nederland en Duitschland prijs¬ herstel maar steeds uitbleef. Zeer groote verschepingen uit Noord-Amerika en Roemenië werkten de flauwe -houding der markt in de hand. In tegenstelling met den voor Nioord-Amer.ikaansche gerst op het verlaagde prijsniveau toegenomen kooplust, waren voor Donaugerst zeer moeilijk koopers te vinden ofschoon houders zich iwel genoodzaakt zagen, daarvoor hunne prijzen op het Amerikaansche ni¬ veau en zelfs daar beneden te verlagen. Eindelijk is echter op 13 September ook voor gerst een verbetering der markt begonnen en de Amerikaansche vraagprijzen. hebben sedert dien datum eenige verhooging ondergaan. De prijsverhoo¬ ging vindt hare rechtvaardiging in de omstandigheid, dat, nu de prijzen zioo sterk zijin gedaald, de kooplust tenslotte vrij wat is toegenomen. Nadat in het Washingtonsche maandrapport de gerstoogst in de Vereenigde Staten veel hooger was geraamd dan de opbrengst van het vorige jiaar, bevatte ook de offieieele Canadeesche raming een opbrengst- cijfer, da.t zeer veel boven da,t van het vorige seizoen uit- ging. De Canadeesche opbrengst wordt namelijk geraamd op 145 millioen bushels tegen een opbrengst van 96 mil¬ lioen in 1927. Duidelijk treedt dien laatsten tijd a,an het licht, dat de lage gerstprijs het verbruik van gerst dtoet toenemen, gedeeltelijk zeker ten koste van maïs. In tegen¬ stelling met Duitschland en Nederland wordt echter in Engeland nog steeds weinig Amerikaansche voergerst ge¬ kocht. Sedert 10 September, toen te Winnipeg voor gerst het laagste niveau van den laatsten tijd werd bereikt, is de prijs daar 2 h 2% dollarcent per 48 lbs. gestegen. Haver is ondanks de groote opbrengsten, welke daar¬ van in Canada en de Vereenigde Staten in dit jaar ver¬ kregen zijn, deze week te Chicago en Winnipeg weder zeer vast geweest. Van groote beteekenis voor de Europeesche markt is dit echter niet, omdat de behoefte da,ar n,u vol¬ doende uit de eigen eveneens goedgeslaagde oogsten kan worden gedekt en zaken in haver uit Noord-Amerika ko- 828 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 19 September 1928 men zoowel naar het vasteland als naar Engeland nauwe¬ lijks voor. Duitsohland is deze week evenals met tarwe en rogge ook met nieuwe haver uit zijn inlandsehe oogsten voortdurend aan de markt geweest, doch zaken voor export zijn daarin tot nog toe niet veel tot stand gekomen. SUIKER. Ook de afgeloopen week waren de verschillende groote suikermarkten flauw gestemd. Het als een feit beschouwd (nog niet officieel bevestigd) gerucht, dat de productie van Cuba voor het a.s. seizoen niet beperkt zal worden en de vooruitzichten van den zeer grooten a.s. Java-oogst zijn factoren, die in niet geringe mate medewerken tot het voorloopig gehandhaafd blijven dezer flauwe stemming. IttNewTork waren de noteeringen op de termijnmarkt aan slechts geringe fluctuaties onderhevig. Het slot was als volgt: Sp. C. 3,99; Sept. 2,10; Dec. 2,20; Mrt. 2,23; Mei 2,30; Juli 2,38. De ontvangsten in de Atlantische havens der V. S. be¬ droegen deze week 48.000 tons, de versmeltingen 60.000 tons tegen 56.000 tons in 1927 en de voorraden 369.000 tons tegen 204.500 tons. De handel in effectieve suiker bleef zeer beperkt en de prijs op basis van Cubasuiker bewoog zich om de 27/32 d.c. c. & fr. New York. De laatste C u b a-statistiek is als volgt: 1928 1927 1926 Ton Ton Ton Cubaansche prod, tot 11 Sept. 4.037.833 4.508.521 4.884.658 Consumptie. 84.650 100.521 100.000 Weekontv. afscheephavens. .. 40.324 42.673 38.172 Totaal sedert 1 Jan. 3.412.571 3.823.857 4.189.179 Weekexport. 96.195 70.111 85.805 Totale export sedert 1 Jan… 2.607.364 3.067.578 3.364.137 Voorraad afscheephavens. 771.469 756.279 825.042 Voorraad Binnenland . 574.350 584.143 595.479 In Engeland verlaagden raffinadeurs den prijs van hun product aan het begin der week met 4 34: d. om dien eenige dagen daarna echter met 3 d. te verhoogen. Het slot der noteeringen op de termijnmarkt was als volgt: Sept. Sh. 13/3%; Dec. Sh. 13/6; Mrt. Sh. 13/9; Mei Sh. 14/-; Aug. Sh. 14/2%. De Board of Trade Statistiek werd met de volgende cijfers bekend gemaakt: Aug. ™28 Aug.™27 J./A.™28 J./A.™27 Tons Tons Tons Tons Import Ruwsuiker …. 115.463 107.814 1.111.512 748.684 — Geraffineerd . . 8.437 37.376 194.167 341.150 Totaal. 123.900 145.190 1.305.679 1.089.834 Voorraad Binnl. suiker 7.700 350 Š Š Voorraad in entrepot.. 155.500 248.550 Š Š Tot. fiDuty Paidfl suiker 175.309 151.138 1.228.236 1.047.285 Totale export. 10.273 15.917 45.510 60.663 Op Java verkochten de V.I.S.P. verdere 6700 tons Su¬ perieur, en 1000 tons hoofdsuiker uit dien ditjariigen oogst tot bekende prijzen; de totale verknopen tot 13 Sept, be¬ liepen 1.296.350 tons. De producenten verhoogden hunne raming voor dezen oogst met verdere 22.400 tons, zoodat zij voor de aangesloten fabrieken bomen op ongeveer 2.658.000 tons, hetgeen het totaal van den oogst 1928 (in¬ clusief de vrije fabrieken) brengt op ongeveer 2.925.000 tons (tegen 2.360.000 tons in 1927). Het rendement van 145 fabrieken bedroeg per 1 Sep¬ tember ruim 19 pCt. meer dan op dat tijdstip verleden jaar De afschepingen van Java bedroegen in Aug. 245.500 tons tegen 242.800 tons in 1927. Hier te lande nam de handel op de termijnmarkt op het aanvankelijk verlaagde prijsniveau niet onbelangrijk toe, zoodat tegen het einde der week prijzen ietwat konden herstellen. Aan het slot werd voor Dec. … 15, voor Maart … 15%, voor Mei … 15% en voor Aug. … 15% vergeefs ge¬ boden. De omzet bedroeg deze week 8700 tons. KATOEN. Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons. Manchester, d.d. 12 September 1928. Het belangrijkste feit in de afgeloopen week is wel de publicatie van het Bureau Rapport geweest betreffende den stand van den oogst per 1 September, alsook de hoe¬ veelheid gegimde katoen. De ooindiitie van 60,3 pCt. tegen 67,9 op 1 Augustus en 56,1 in 1927 was een bevestiging van de algemeene voor¬ spellingen. Het Rapport werd Zaterdag gepubliceerd, toen alle beurzen gesloten waren, met uitzondering van Chi¬ cago, dat 78 tot 59 punten lager sloot. Liverpool daalde den daarop volgenden Maandag 41 punten, terwijl New York 107 tot 85 punten- lager sloot. Er was gisteren wederom een daling in beide markten en Mid. Amerioan-Spot no¬ teerde in Liverpool 9,99 d., terwijl hedenmorgen futures 5/6 punten hooger openden. Ook Egyptische katoen is aan¬ merkelijk gedaald; verkoopen in Liverpool waren met STATISTISCH OVERZICHT^ TARWE HardWinter No. 2 loco Rotterdam/ Amsterdam per 100 K.G. ROGGE American No.22) loco Rotterdam per 100 K.G. MAÏS La Plata loco R™dam/A™dam per 2000 K.G. GERST Amer.No.23) loco Rotterdam per 2000 K.G. LIJNZAAD La Plata loco R™dam/A™dam per 1960 K.G. STEENKOLEN Westfaalsche bunkerkolen, ongezeefd f.o.b. R™dam/A™dam per 1000 K.G. PETROLEUM Mid. Contin. Crude 33 t/m 33.90 Bé s. g. per barrel IJZER Cleveland Foundry No. 3 f.o.b. Middlesbrough per Eng. ton KOPER Standaard Locoprijzen Londen per Eng. ton Jaargemidd. 1925 Januari 1926 Februari — Maart — April — Mei — Juni — Juli Augustus — September — October — November — December — Januari 1927 Februari — Maart — April — Mei — Juni ,, Juli Augustus — September — October — November — December — Januari 1928 Februari — Maart — April — Mei — Juni — Juli Augustus — 3 Sept. — 10 — 17 — fl. 17,20 *16,90 *16,30 *15,375 *16,10 *16,325 *16,125 *16,20 15,35 14,80 15,75 16,025 15.40 15,225 15,225 15,05 14.80 15.75 15.60 15,10 14,875 14,70 13,725 13,45 13.40 13,50 13.80 14.60 15,30 15,30 14,375 14,25 12,00 11.75 11,75 11.40 °lo 100,0 98.3 94.8 89.4 93.6 94.9 93.7 94.2 89.2 86,0 91,6 93.2 89.5 88.5 88.5 87.5 86,0 91.6 90.7 87.8 86.5 85.5 79.8 78.2 77.9 78.5 80.2 84.9 88.9 88,9 83.6 82,8 69,8 68,3 68.3 66.3 fl. 13,075 11.475 f 11,525 — 11,475 -* 11,45 -Ł 11,00 11.125 12,175 11.825 11,95 12,325 12,60 12,20 12,50 13,05 12,70 12.825 13.575 13,20 12,05 11,45 12,15 11,45 12.125 12.575 12,70 12,875 14,00 14,975 15.475 14,275 13,075 12,625 12,10 11,30 11,25 °/o 100,0 87,8 88,1 87.8 87.6 84.1 85.1 93.1 90.4 91.4 94.3 96.4 93,3 95.6 99.8 97.1 98.1 103.8 101,0 92.2 87.6 92,9 87.6 92.7 96.2 97,1 98.5 107.1 114.5 118.4 109.2 100,0 96,6 92.5 86.4 86,0 fl. 231.50 190.25 174,00 167.75 177.50 168.50 171,00 175.25 170.50 170,00 175.50 177.75 173.50 165,00 167,00 164.50 173,00 172.75 175,25 171.50 178.50 179.50 178.75 184.75 201,00 207.50 226.50 240.75 239.50 238.50 234,00 246.75 214.75 204,00 196,00 194,00 °/o 100,0 82,0 75.2 72.5 76.7 72.8 73.9 75.7 73.7 73.5 75.8 76.8 74.9 71.3 72.1 71.1 74.8 74.6 75.8 74.1 77.1 77.5 77.2 79.8 86.8 89.6 97.8 104,0 103.5 103,0 101,0 106.6 92.8 88,1 84.7 83.8 fl. 236,00 184.25 175,00 174.50 194.75 192.50 198.75 200.50 190.50 204.75 218.75 215,00 210.75 222.25 230,00 219.25 237.50 258.25 246,00 235.75 252.50 233.25 230.50 233.25 246.25 247.75 243.75 255.75 261,00 260.75 252.50 241,00 226.75 220,00 193,00 192,00 °/o 100,0 78.1 74.2 73.9 82.5 81.6 84.2 85,0 80.7 86.8 92.7 91.1 89.3 94.2 97,5 92.9 100,6 109.4 104.2 99.9 107,0 98.8 97.7 98.8 104.3 105,0 103.3 108.4 110,6 110.5 107,0 102,1 96.1 93.2 81.8 81.4 fi. 462.50 370.75 353,00 330,00 335.75 334.50 360,25 382.50 376.50 360.25 367.75 382.50 373.75 362.50 373.75 354.75 351.50 373.75 372.75 367.75 368.25 369.50 359,00 349.75 348.25 361,00 361,00 350.75 358.25 372,00 365.25 359.75 350.75 349,00 349,00 348,00 °/o 100,0 80,2 76.3 71.4 72.6 72.3 77,9 82.7 81.4 77.9 79.5 82.7 80.8 78.4 80,8 76.7 76,0 80.8 80.6 79.5 79.6 79.9 77.6 75.6 75.3 78,0 78,0 75.8 77.5 80.4 79,0 77.8 75.8 75.5 75.5 75,2 fl. 10,80 10,05 10,20 9,85 10,00 13.10 13,85 16.35 17.25 25,50 31.10 38.25 19,00 13.35 12.10 11.25 11,00 10,95 11,00 11,10 11,05 10,90 10,90 10,65 10,60 10,30 10,00 9,95 10,05 10,60 10,10 10,10 10,05 10,00 10,00 °/o 100,0 93.1 94,4 91.2 92.6 121.3 128.2 151.4 159.7 236.1 288,0 353.7 175.9 123.7 112,0 104.2 101.9 101.4 101.9 102.8 102.3 100.9 100,9 98.6 98.1 95.4 92.6 92.1 93.1 98.1 93.5 93.5 93.1 92.6 92,6 $ 1.68 1.51 1.80 1.80 1.80 1.93 2.05 2.05 2.05 2.05 2.03 1.81 1.75 1.75 1.70 1.26 1.22 1.22 1.22 1.22 1.22 1.22 1.22 1.22 1.22 1.22 1.21 1.19 1.19 1.19 1.19 1.19 1.21 1.21 1.21 1,21 °/o 100,0 89.9 107,1 107,1 107.1 114.9 122,0 122,0 122,0 122,0 122,0 107,7 104.2 104.2 101.2 75,0 72,6 72,6 72,6 72,6 72,6 72,6 72,6 72,6 72,6 72,6 72,0 70,8 70,8 70,8 70,8 70,8 72,0 72,0 72,0 72,0 Sh. 73/- 70/- 70/6 70/6 70/6 73/- 76/6 87/- 90/6 94/6 118/- 120/6 99/6 85/6 83/6 81/- 80/- 74/- 70/- 70/- 69/- 65/- 65/- 65/- 65/- 65/- 65/- 65/6 66/- 66/- 66/- 66/- 66/- 66/- 66/- 66/- °/o 100,0 95,9 96,6 96,6 96,6 100,0 104,8 119.2 124,0 129.5 161.6 165,1 136.3 117.3 114.4 111,0 109,6 101.4 95,9 95,9 94,5 89,0 89,0- 89,0 89,0 89,0 89,0 89,7 90,4 90,4 90,4 90,4 90,4 90,4 90,4 90,4 ê 62.1/6 59.3/- 59.12/- 58.15/6 57.7/6 56.9/6 56.17/6 58.21- 58.19/6 58.15/- 58.7/6 57.6/6 56.19/6 55.7/6 54.161- 55.17/- 55.2/6 54.14/- 54.2/6 53.19/- 55.5/6 54.13/- 55.5/- 59.1/- 60.2/- 62.-/- 61.12/- 61.3/6 61.14/6 62.15/- Ł 63.17/- 62.18/- 62.10/6 62.15/- 62.17/6 63.10/- °/o 100,0 95.3 96,0 94.7 92.4 91,0 91.6 93.6 95,0 94.6 94,0 92,3 91.8 89.2 88.3 89.9 88,8 18,1 87,2 86.9 89,0 88,0 89,0 95.1 96.8 99.9 99.2 98.6 99.4 101,1 102.9 101,3 100,7 101,1 101.3 102.3 i) Men zie voor de toelichting op dezen staat de nummers van 8 en 15 Augustus 1928 (No. 658 en 659) pag. 689/90 en 709. 2) = Western vóór de invoering van * Manitoba No. 3. *j* Zuid-Russische. * 19 September 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 829 Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens. (In duizendtallen balen). 1 Aug. ™28 tot 7 Sept. ™28 Overeenkomstige periode 1927 1926 Ontvangsten Gulf-Havens. — Atlant.Havens Uitvoer naar Gr.Brittannië — —™t Vasteland etc. — — Japan. | 467 47 317 68 884 68 428 52 941 85 400 35 Voorraden. (In duizendtallen balen). 1 Sept.’2S Overeenkomstig tijdstip 1927 1926 Amerik. havens. 526 251 18 81 356 1192 368 210 226 733 692 488 56 116 399 New York. New Orleans. Liverpool . 34.000 balen in de afgeloopen week grooter dan gedurende de laatste weken het geval geweest is, waarschijnlijk ten¬ gevolge van het feit, dat koopers zich, in afwachting van het Bureau Rapport, hebben gedekt om van tijdige levering verzekerd te zijn. De Amerikaansche garenmarkt is over het algemeen kalm en men volgt met belangstelling de dating van het ruwe materiaal. De meeste spinners konden, zoowel dn twist als weft, slechts weinig verkoopen, hoewel er gisteren een flink aantal orders in do medio nummers geboekt werden. In getwijnde garens werden ook enkele flinke posten voor prompte levering afgesloten, maar de lage prijzen waren voor sommige spinners van weinig belang. Ook naar Egyp¬ tische garens bestaat weinig vraag, hoewel hier en daar enkele spinners goed verkocht hebben in de nummers 60 en lager. In de fijnere nummers is het mioeilijker tot zaken te komen en de geboden prijzen waren meer dan slecht. Over het algemeen kan men zeggen, dat verbruikers dn vele gevallen van de daling in katoenprijzen geprofiteerd hebben om een deel van hunne behoeften te dekken en de loop van de markt volgen, alvorens te veel te koopen; dit geldt zoowel voor Amerikaansche als Egyptische soorten. Het Bureau Rapport, dat Zaterdag gepubliceerd is, heeft zijn gewonen storenden invloed op de doekmarkt gehad. Zaken zijn tot stilstand gekomen en er komt slechts weinig nieuwe vraag door. De algemeene opinie is, dat dit niet een gevolg is van een plotseling verminderen van de vraag, dan wel doordat koopers zich afzijdig houden, daar hun vertrouwen door de verdere prijsdaling van katoenprijzen, geschokt is. De toon van de markt is geenszins pessimistisch, daar op de meeste overzeese!]e markten een tekort aan goederen bestaat en men ervan overtuigd is, dat de vraag weer zal dioorkomeu, zoodra het vertrouwen hersteld en een redelijk prijsniveau bereikt is. Momenteel zijn ideeën van koopers veel te —bearishfl, zoodat er slechts kleine kwanti voor direct verbruik worden omgezet. Liverpoolnoteeringen Oost. koersen 4Spt. llSpt. 5Spt. 12 Spt. T.T. op Br.-Indië l/5fj. l/5f^ F. G.F.Sakellaridis 19,05 18,10 T.T.op Hongkong 2/0 2/0 G. F. No. 1 Oomra 6,95 6,45 T.T. op Shanghai 2/7<^ 2/7j^ KOFFIE. De markt verkeerde in iets betere stemming. In het be¬ gin van de berichtsweek waren .de aanbiedingen van Bra¬ zilië voor prompte verscheping, iets hooger, doch later kwa¬ men zij geleidelijk weer lager af, zoodat voor Santos de prijzen op het oogenblik onveranderd fi. 1/- lager zijn tegen Verleden week. Rio. daarentegen bleef steeds vast gestemd. De nateeringen zijn voor deze soort 1/- 8. 2/- (hooger. Een uit Brazilië ontvangen telegram meldt, dat de Sep- tember-bioei goed is geweest, doch dat de voortdurende droogte veel schade aan de oudere boomen heeft veroor¬ zaakt, en raamt den volgenden (1929…30) Santos-oogst op ten hoogste 14.000.000 balen. De voorraden, in de pakhuizen en de Spoorwegstations in liet binnenland van Sao Paulo en Minas Geraes terug¬ gehouden, bedroegen, volgens telegrafische opgave, op 31 Augustus 13.018.000 balen tegen 11.986.000 balen op 31 Juli, dus eene vermeerdering van 1.032.000 balen. Vanaf heden wordt de limiet der dagelijksche aanvoeren te Rio de Janeiro door het Comité tot Permanente Verde¬ diging van de Koffie verhoogd van 10.500 balen oip 13.500 balen. Voor Robusta uit Nederlandsch-Indië bleef tot oploo- pende prijzen, goede belangstelling bestaan. De officieele noteeringen voor ioeo bleven onveranderd 65 et. per 34 KG. voor Superior Santos en 53 et. voor Ro¬ busta, terwijl de vraag iets verbeterde. De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos op prompte verscheping zijn thans ongeveer 103/6 8 105/6 per ewt. en van dito Prime ongeveer 106/- 8 108/-, terwijl zij van Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte verscheping, bedragen 80/9 8 83/-. Van Robusta op aflading van Nederlandsdh-Indië zijn de prijzen in de eerste hand oip het oogenblik: Paleombang van groothandelsprijzen1) TIN locoprijzen Londen per Eng. ton KATOEN for Middling locoprijzen New York per lb. WOL gekamde Australische, Merino, 64™s Av. loco Bradford per lb. WOL gekamde Australische, CrossbredColo- nial Carded, 50™s Av. loco Bradford per lb. RUBBERS) Standaard Ribbed Smoked Sheets loco Londen per lb. SUIKER Witte kristal¬ suiker loco R’damJA™dam. per ICO K.G. KOFFIE Robusta Locoprijzen Rotterdam per i/j K.G. THEE Afl. N.-I. theev. A™dam gem. pr. Java- en Suma- tratheep.t/aKG. Indexcijfer v/h. Centr. B. v. d. Stat., herleid van 1913= 100 tot 1925=100 Indexcijfer van The Economist, herleid v. 1901-5= 100 tot 1925=100 £ 261.17/- 283.6/- 286.3/- 285.14/- 282.19/6 268.14/6 268.13/6 283.6/- 294.10/6 307.19/6 314.14/6 308.1/6 307.-16 299.13/6 309.8/6 312.15/- 304.1/- 295.12/- 296.9/6 289.15/6 292 -16 287.12/6 264.2/6 264.4/6 266.13/6 255.1/- 233.10/6 233.17/6 234.6/- 230.13/- 218.8/6 211.19/- 211.181- 213.12/6 209.17/6 213.10/- de huidige °/o $ ets. °/o 100,0 23,25 100,0 108.2 20,75 89,2 109.3 20,55 88,0 109.1 19,40 83,4 108.1 19,10 82,1 102,6 18,95 81,2 102,6 18,45 79,3 108.2 18,80 80,9 112.5 18,45 79,3 117.6 17,35 74,3 120.2 13,25 57,0 117.7 12,90 55,5 117.3 12,60 54,2 114.4 13,45 57,5 118,2 14,15 60,6 119.4 14,25 61,3 116.1 14,75 63,4 112.9 16,15 69,5 113.2 16,85 72,7 110.7 17,90 77,0 111.5 19,70 84,7 109.8 22,05 94,4 100.9 20,65 88,8 100.9 20,25 87,1 101.8 19,70 84,7 974 19,25 82,8 89.2 18,35 78,9 89.3 19,35 83,2 89.5 20,65 88,4 88.1 21,55 92,7 83.4 21,35 91,8 80,9 21,75 93,5 80,9 19,30 83,0 81.6 19,405) 83,45 80.1 17,806) 76,66 81.5 officieele noteeringswij pence °/o pence % Sh. o/0 55,00 100,0 29,50 100,0 2/11,625 100,0 48.75 88,6 26,00 88,1 3/4,25 113,0 46.50 84,5 25,00 84,7 2/7,625 88,8 47.50 86,4 25,50 86,4 2/5,125 81,8 47,50 86,4 25,00 84,7 2/1,25 70,9 47,50 86,4 24,25 82,2 1/10,5 63,2 47,50 86,4 24,00 81,4 1/8,375 57,5 47,50 86,4 23,75 80,5 1/8,375 7,5 47.75 86,8 24,50 83,1 1/7,625 55,1 48.75 88,6 25,25 85,6 1/8,125 56,5 47,50 86,4 24,75 83,9 1/8,875 58,6 44.75 81,4 24,00 81,4 1/8 56,1 44.75 81,4 24,50 83,1 1/6,5 51,9 45,00 81,8 25,25 85,6 1/7,375 54,4 46.25 84,1 26,00 88,1 1/7,125 53,7 47.75 86,8 26,50 89,8 1/8,25 56,8 47.50 86,4 26,25 89,0 1/7,875 55,8 47,00 85,5 26,00 88,1 1/7,75 55,4 47.25 85,9 26,00 88,1 1/6 50,5 48.50 88,2 26,50 89,8 1/4,75 47,0 48.50 88,2 26,50 89,8 1/5,25 40,8 50,00 90,9 26,50 89,8 1/4,25 45,6 50.25 91,4 26,75 90,7 1/4,375 46,0 52.25 95,0 28,50 96,6 1/6,5 51,9 51.50 93,6 28,75 97,3 1/7,75 55,4 53,00 96,4 29,75 100,8 1/7,25 54,0 54.75 99,5 31,75 107,6 1/3,75 44,2 55,00 100,0 33,25 112,5 1/0,75 35,8 54.50 99,1 33,00 111,9 -/9,375 26,3 54.25 98,6 32,25 109,3 -/9 25,3 55.50 100,9 31,75 107,6 -/9,25 26,0 53,00 96,4 31,25 105,9 -/9,25 26,0 51.75 94,1 30,00 101,7 -/9,25 26,0 50,007) 90,97 29,257) 99,27 _/8,8125 24,7 49,008) 89,18 29,008) 98,3» -/8,4375 23.7 -/8,4375 23,7 ze (Jan. 1928).3) = Malting vóór de invoering van de op % pence. fl. 18.75 16.875 17.125 16,375 16,375 16.50 16.625 16.75 16.375 17.25 17.875 19.625 21.875 22,00 21.125 20.625 20.25 20.25 18.375 18.625 18.50 17.875 16.875 17.25 17.875 17.375 16.75 16.875 16.875 16.625 15.75 15.50 16,00 16,00 15.875 15,875 °/o 100,0 90,0 91.3 87.3 87.3 88,0 88,7 89.3 87.3 92,0 95.3 104.7 116.7 117.3 112.7 110,0 108,0 108,0 98,0 99.3 98.7 95.3 90,0 92,0 95.3 92.7 89.3 90,0 90,0 88.7 84,0 82.7 85.3 85.3 84.7 84,7 ets. 61.375 57.5 58 57.25 54.25 55 56 57 57.75 57.25 53.5 51,625 50 50 48.75 48 48 47 47 47 45.375 44.25 45.25 46 46 46 46 47 47 48.25 49 49.875 51.875 52 53 53 °/o 100,0 93,7 94.5 93.3 88.4 89.6 91.2 92.9 94.1 93.3 87.2 84.1 81.5 81.5 79.4 78.2 78.2 76.6 76,6 76.6 73.9 72,1 73.7 74.9 74,9 74,9 74,9 76,6 76.6 78.6 79.8 81.3 84.5 84.7 86.4 86,4 ets. 84,5 103,5 103.5 100.25 97.5 102.25 100 89.25 87.75 89.5 85.25 79.25 71 71.25 70 72.25 86.5 81.25 84 94.5 93 96 89.25 84.5 79.5 79 74.25 78.25 73.25 71.25 67.75 °/o 100,0 122,5 122.5 118.6 115,4 121,0 118.3 105.6 103.8 105.9 100.9 93.8 84,0 84.3 82.8 85,5 102.4 96.2 99.4 111,8 110,1 113.6 105.6 100,0 94.1 93.5 87,9 92.6 86.7 84.3 80.1 100,0 98.7 96.1 93,5 92,3 92.3 92,9 91,0 89.7 90.3 92.3 94.8 94.8 93,5 94.2 92.9 92.3 93,5 96,1 97.4 96.1 96,8 96,8 97.4 97.4 98.7 96.8 98.1 98,7 98,1 98,7 95.5 92.9 100,0 93,4 92.3 91.1 90.4 89.4 90,0 90.2 92.2 94.7 94.5 93.3 88.7 87.6 89,5 87.9 87.4 88.9 89,3 89.2 90.8 90,0 89.1 88.3 88,0 86.7 87.4 88.4 90.1 90,0 88,3 86.8 85.8 huidige offic. noteeringswij 5) Noteering van 7 Sept. ze Oan. 1928).4) Jaar- en maa 6) Idem 14 Sept. ?) Idem 6 ndgemiddelden afgerond Sept. 8) Idem 13 Sept. 830 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 19 September 19^8 Robusta, September-versclwping, 3934 et.; Benfeoelen Ro- busta, September-verscheping, 40 34 et.; Mandhéling Ro- busta, September-verscheping, 45 34 ct., allies per 34 KG.; eif, uitgeleverd gewicht, netto contant. De slotnoteeringen te New-York van het aldaar gel¬ dende gemengd contract (basis Rio No. 7) waren: Sept. Dec. Maart Mei 17 Sept. 10 — . 31 Aug. 27 — . $ 16,28 — 15,97 — 15,60 — 16,05 $ 16,10 — 16,01 — 15,67 — 16,04 $ 15,60 — 15,67 — 15,41 — 15,79 $ 15,43 — 15,48 — 15,25 — 15,64 Rotterdam, 18 September 1928. Statistiek der firma G. Duuring & Zoon. Zichtbare voorraad op 1 September in duizenden balen. Voorraad in Europa.. Stoomend IBrazilië .. n. Europa ^Oost-lndië. 1928 2.107 461 172 192 7 1.781 630 101 1926 1.458 584 137 1925 1.602 762 62 192Jf 1.421 878 46 Voorraad Ver. Staten Stoomend 1 naar IBrazilië … Ver.Statenl _ 2.740 793 409 2.512 825 432 2.179 832 596 2.426 859 490 2.345 991 203 Voorr. in Pernambuco ,, ,, Babi a *. # Ł — — Victoria .. — — Rio . — — Santos …. — — Paranagua. 3.942 2 8 119 266 1.099 85 3.769 20 76 222 977 3.607 22 293 1.005 3.775 17 261 1.184 3.539 23 307 1.418 Totaal.*5.521 Op 1 Augustus.*5.721 Op 1 Juli. Ł5.064 *4.842 *5.729 *4.720 *4.927 *4.701 *4.571 *5.237 *5.214 *5.085 *5.287 *4.378 *5.071 * Niet inbegrepen de binnenl. voorraden in Sao Pauio. De binnenlandscbe voorraden te Sao Paulo Rio de Janeiro 1 Juli 1924 1 Juli 1925 1 Augustus 1925 1 September 1925 1 Juli 1926 1 Augustus 1926 1 Septemberl92tf 1 Juli 1927 1 Augustus 1927 1 Septemberl927 1 Juli 1928 1 Augustus 1928 4.592.000 balen 1.786.000 — 1.298.000 — 1.892.000 — 2.833.000 — 3.098.000 — 4.011.000 — 3.312.000 — 5.289.000 — 7.750.000 — 11.672.000 — 11.986.000 — 1.012.000 balen THEE. De theemarkt te Londen heeft de afgeloopen week weder¬ om een vaste stemming te zien gegeven. Vooral de betere kwaliteiten waren goed gevraagd’en konden dikwijls hoo- gere prijzen bedingen; in de Ceylon veiling zelfs van 1 d. tot 2 d. Ordinaire theeën waren onregelmatig en werden in de Java-veiling soms zelfs 34 d. lager afgedaan. Voor export bestond goede , vraag naar bladthee. De aanvoeren in Engeland bedroegen in Augustus 50.6 millioen lbs. (vorig jaar 50 millioen lbs.), de afleve¬ ringen voor binnenlandsch verbruik 35.3 millioen lbs. (vorig jaar 33.4 millioen lbs.) en de uitvoer 8.1 millioen lbs. (vorig jaar 6.2 millioen lbs.). De voorraden in entrepot bedroegen per ulto. Augustus 1928: 179 millioen lbs. tegenover 170 millioen lbs. per ulto. Juli 1928 en 146 millioen lbs. per ulto.. Augustus 1927. De voorraden per ulto. Augustus 1928 zijn dus 33 millioen lbs. grooter dan een jaar geleden en 9 millioen grooter dan de afgeloopen maand Juli. Volgens een circulaire van de Vereeniging voor de Thee- cultuur in Nederlandsch-Indië bedraagt de uitvoer van thee uit alle productielanden, uitgezonderd China, van 1 Januari tot 31 Juli 1928: 175.7 millioen KG. tegenover 166.1 mil¬ lioen KG. gedurende dezelfde periode van verleden jaar. Een toename alzoo van 9.6 millioen KG. ten opzichte van 1927. Amsterdam, 17 September 1928. COPRA. De markt was gedurende de afgeloopen week wat vaster gestemd, hoofdzakelijk ten gevolge van het feit, dat het Oosten zich als verkooper heeft teruggetrokken. De vraag van Noord-Europeesehe zijde blijft gering. De slotnoteeringen zijn: Nederl.-Indische fms. stoomend… … 3034 — — — afl. Sept./Oet. — 30% — — — — Oct./Nov.— 30 K VRACHTENMARKT. Van Noord-Amerika was de afgeloopen week een vaste vraag naar tonnage, echter hoofdzakelijk naar Portugal en de Middellandsche Zee. Van Montreal werd per November naar Antwerpen of Rotterdam 15 tot 15 34 cents betaald. Naar Lissabon/Leixoes zijn 4 ladingen gedaan per Septem¬ ber en October op basis van 17 cents naar één loshaven, terwijl naar de Middellandsche Zee (exel. Spanje) 17 cents is gedaan per September en 1734 cents voor tweede helft October. Naar Griekenland was de vracht 4…- per qtr. Octo¬ ber, terwijl naar Zweden 21 %! cents is gedaan. Van de Golf van Mexico kwam slechts één bevrachting tot stand, nl. tegen 3/10 J4 per qtr. naar Griekenland. De suikervrachtenmarkt van West-Indië bleef zeer kalm. Bevrachters toonen nog steeds alleen interesse voor booten van 5/7000 tons per September en October van Cuba naar U.K./Continent tegen 16/6 tot 16/9, doch er vallen geen bevrachtingen te vermelden. De graanvrachtenmarkt van de North Pacific was kalm en bevrachters zijn slechts weinig geneigd om tot bevrach¬ ten over te gaan. De vrachten staan zwak; een 6900 tonner is gedaan van Vancouver naar U.K./Continent tegen 29/6 met de gebruikelijke opties per 1 /25 November. Verder is van Vancouver naar Lissabon en/of Leixoes 30/9 tot 31/- betaald per November en December. Van de La Plata werd de afgeloopen week iets meer bevracht, doch de vrachten zijn verder gezakt. Voor groote prompte booten is weinig emplooi, doch voor handige ton¬ nage zijn de vrachten vast. Van boven La Plata havens werd voor een boot van 5300 tons lading 21/- betaald naar U.K./Continent per einde September, terwijl voor een groote boot naar Antwerpen direct 18/434 is gedaan. Naar de Mid¬ dellandsche Zee ging iets meer om. Van boven La Plata naar de Adriatische Zee werd 22/- gedaan, Genua 20j- en Griekenland 23/6 één, 24/3 twee havens. Van Chili was een vaste vraag naar tonnage voor volle ladingen en bevrachters toonden hoofdzakelijk interesse voor November en December belading. Tegen hun vracht- idee van 26/6 voor booten van middelmatige grootte naar het Continent zijn zij niet geslaagd; booten waarmede men kan verschepen tegen lage assurantiepremie waren deze week niet te krijgen onder 27/-. Ondanks de aanhoudende minder gunstige tendens van de La Platamarkt zijn reeders in het algemeen niet bijzonder geneigd tegen de thans heerschende vrachten voor latere termijnen te bevrachten. De eenige bevrachtingen van de afgeloopen week zijn: 7/8000 tonner 25 Oct./25 Nov. van Chili naar Otaru/Moji range 26/- twee, 26/6 drie loshavens en een 7000 tonner per October tegen 27/6 naar Alexandrië direct. Ook naar ruimte in lijnbooten was iets meer vraag en de vrachten zijn vaster geworden. Er werd o.m. geboekt: 1000 tons 20 Oct./19 Nov. en 2000 tons 1/30 November naar Ant¬ werpen, Rotterdam, Bremen of Hamburg tegen 25/-. De óostelijke afdeelingen bleven over bet algemeen leven¬ loos. Van Kaapstad werd een 5400 tonner bevracht per Sept./Oct. naar U.K./Continent tegen 20/6 en een 6800 tonner per Oct./Nov. tegen 20/-. De markt van de Middellandsche Zee was kalmer en de vrachten zijn iets gedaald. Voor erts werd o.m. betaald: Melilla/Rotterdam 5/3, Hornillo Bay /Rotterdam 6/-, Bona / öarston 7/6. Fosfaat betaalde Bougie/Antwerpen 6/-, Sfax/ Paimboeuf 5/3 en Vlaardingen 7/6. De uitgaande kolenvrachten van Engeland waren vast, speciaal naar Zuid-Amerika. Van Zuid-Wales werd o.m. betaald: Bordeaux 4/6, West-Italië 7/6, Piraeus 10/9, Co¬ lombo 13/3, Monte Video 13/6 en van de Oostkust: Randers 6/3, Bordeaux 5/6, Genua 7/9, Las Palmas 8/6 en La Plata 14/-. Ł RIJNVAART. Week van 9 t/m. 15 September 1»28. De aanvoeren van zeezijde bleven stationnair. Er was in de afgeloopen week slechts matige vraag naar scheeps- ruimte, welke, hoewel tamelijk beperkt, voldoende beschik¬ baar bleef. Voor erts naar de Ruhrhavens betaalde men ge¬ middeld … 0,80 met 34 en … 0,90 met 34 lostijd. Naar den Bovenrijn werd uitsluitend in daghuur bevracht. Deze huur varieerde tusschen 2/4 en 3 cents per ton met aflevering Ruhrhavens. Het sleeploon varieerde tusschen het 35 en 40 cents tarief. De waterstand bleef langzaam vallend. Naar den Bovenrijn werd op M. 1,90 en naar de Ruhrhavens op M. 2,30 a M. 2,40 afgeladen. Nederlandsche Handel-Maatschappij Amsterdam Gestort kapitaal f 80.000.000. Š Statutaire Reserve f 40.000.000- AGENTSCHAPPEN TE ROTTERDAM EN ™S-GRAVENHAGE Vestigingen in Nederlandsch-Indië, Straits-Settlements, Britsch-Indië, China en Japan 2 In- en Verkoop van Wissels en Telegrafische Transferten. – Incasseeringen en Financieeringen. – Schrifte¬ lijke en Telegrafische Credieten. – Reiscredietbrieven. -Deposito™s. – Rekeningen-Courant. – Aan- en Verkoop van Effecten. – Administratie van Vermogens. – Open en Gesloten Bewaarneming SAFE-DEPOSIT KOFFERKLUIS Frankfurter Hypothekenbank te FRANKFORT a/M. UITGIFTE van G.M. 3.750.000.- 7 pCt. Hypothecaire Goudpandbrieven. Van bovengenoemde G.M. 3.750.000.Š zijn G.M. 1.000.000.Š in hét buitenland geplaatst. Ondergeteekenden berichten, dat zij de inschrijving op de resteerende G.M. 2.750.000.- van bovengenoemde uitgifte openstellen op VRIJDAG 21 SEPTEMBER 1928 van des voormiddags 9 uur tot des namiddags 4 uur, tot den koers van 96′ 2 pCt. Amsterdamsche usance: te AMSTERDAM en ROTTERDAM te hunne kantoren, te ™s-GRAVENHAGE: bij de Heeren R. MEES & ZOONEN, BIJKANTOOR™s-GRAVENHAGE, — — — DE BAS & Co. Prospectussen en Inschrijvingsbiljetten zijn bij de kantoren van inschrijving verkrijgbaar. . , f MENDELSSOHN & Co. AMSTERDAM. Amsterdam, ( p,ERSON & Co Rotterdam, R. MEES & ZOONEN. 1 7 September 1928. 19 SEPTEMBER 1928 1SE JAARGANG No. 664 Nederlandsch Indische Handelsbank AMSTERDAM ™S-GRAVENHAGE BATAVIA ROTTERDAM AMOY, AMPENAN,BANDOENG,BOMBAY,CALCUTTA, CHERIBON, GORONTALO, HONGKONG, KOBE, MAKASSAR, MEDAN, MENADO, PALEMBANG, PASSOE- ROEAN, PEKALONGAN, PROBOLINGGO, SEMARANG, SHANGHAI, SINGA¬ PORE, SOERABA YA, TEGAL, TJILATJAP, TOKIO, WELTEVREDEN, YOKOHAMA Kleine Advertentiën in de Nieuwe Rott. Courant f 1.50 per 10 woorden – iedere 2 woorden meer 25 cents Worden aangenomen voor de rubrieken: Vraag en aanbod, Huur en Verhuur, Betrekkingen gezocht en aangeboden, Gevonden en verloren goederen, Voorschotten gevraagd en aangeboden, Lessen gevraagd en aangeboden, Diversen, bij: de Bureaux en Agenten van de N.R.C. te Rotterdam, Amster¬ dam, ™s-Gravenhage en alom in den lande waar Agenten zijn gevestigd, Erkende Advertentiebureaux, Boekhandelaren, Kantoorboekhandelaren, Kantoorhouders der Posterijen en bij alle Kiosken. Zooeven verscheen de TWEEDE DRUK VAN Naamlooze Vennootschappen WET tot wijziging en aanvulling van de bepalingen omtrent de naamlooze vennootschap en regeling van de aansprakelijkheid van het prospectus Van aanteekeningen voorzien door G. VLUG – Notaris te Rotterdam Prijs f 1,25 Bij den Boekhandel verkrijgbaar NIJGH & VAN DITMAR™S UITGEVERS-MIJ, ROTTERDAM Werkloon- berekening Onmisbaar boekje voor allen die werklieden in hun dienst hebben. – Met berekeningen in uurloon van 5Š100 cent Prijs f 1.50 Geb. f 1.90 Verkrijgb. bij den boekhandel en bij NIJGH & VAN DITMAR™S U1TG- MAATSCHAPP1J, ROTTERDAM Het Betalingsverkeer door J. F. HALKEMA KOHL Handelseconomische Boekerij Š Deel II Prijs. . . . f 1.90 Alom verkrijgbaar bij den Boek¬ handel en bij Nijgh & v. Ditmar™s Uitg.-Maatschappij Š Rotterdam Naamlooze Vennootschap Wilton™s Machinefabriek en Scheepswerf Rotterdam Scheepsbouw en Machinefabricage. Speciale inrichting voor reparatiën van eiken om vang. Vijf droogdokken met lichtvermogen tot 46000 ton. M, Dwarshelling. Drijvende kranen met een lichtvermogen tot 120 ton. Telefoon: 6707, 6708, 7303 7304, 7305, 7325 Telegramadres: —WILTONfl Rotterdam NIJGH a VAN DITMAR™S BOEK- EN HANDELSDRUKKERIJ, ROTTERDAM

Auteur