Ga direct naar de content

Jrg. 12, editie 613

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 28 1927

8 SEPTEMBER 1987

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economïsch~Statistische

Beri*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN
VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

12E
JAARGANG

— WOENSDAG 28 SEPTEMBER 1927

No. 613

INHOUD
BIz.

DE VOORGESTELDE

MUNTHERVORMING EN SURINAME
door

I.

Bos …………………………………
852
Tien jaren Productiestatistiek door Mr. E. W. van Dam
van Isselt

………………………………..
855
De belasting der forensen door
Prof.
Mr. C. W. de Vries
856
De Wisselnovelle door
Prof. Mr. Dr. H. R Ribbi’us
. . . .
857
De Wereld-Verkeersconferentie en wat zij in haar derde
zitting voibracht door
Thos. T. E. Ferguson ……..
858
BUITENLANDSOFIE MEDEWERKING:
De financieele politiek van Engeland door
F. W. Forge
860
AANTEELCENINGEN:
Naar aanleiding van het artikel ,,Cijfers omtrent het
Volksinkomen in de Vereenigde Staten en Neder-
l
and

etc.”

………………………………..
861
MAANDOIJFERS:
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam

………..
862
Productie der Steenkolen-, Bruinkolen-en Zoutmijnen
862
Rsumé uit het ,,Monthly Bulletin of Statistics”.
. . .
882
Statistisch Overzicht van den economischen toestand
vanNederland

………………………….
863
STATISTIEKEN EN OVERZIORTEN ……………. 864-870
Geld koersen.

1

Bankstaten.

Goederenhandel. Wisselkoersen.

1

Effectenbeurzen.

1

Verkeerswezen.

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
– Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.

ECONOMISCII-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES.
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. E. Moresco;
Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen Baron
Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Bchilthuis; Mr.
Q. J. Terpatra, Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: S. Posthuma.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.

26
SEPTEMBER
1927

Op de geidmarkt was geen ontspanning waar te nemen. Men prepareert zich voor den naderenden
ultimo, welke, naar het zich laat aanzien, wel geen
moeilijkheden met zich zal brengen. Particulier
disconto noteerde onveranderd
3/16-39′
pOt. Oall
3-33. Prolongatie 3%-4 pOt.
* *
*

Bij de op 22 dezer gehouden inschrijving op schat-
kistpapier werd totaal ingeschreven voor f 72.337.000,
en wel voor f 11.020.000 en f 8.630.000 aan 3 en 6
maands-promessen en voor f 52.687.000 aan schatkist-
biljetten.
Toegewezen werden f 7.460.000 3 maaudspromessen

voor f 990.96, f 7.310.000 6 maandspromessen voor
f 981.60 en f 34.526.000 schatkistbiljetten f 1.003,27,
alzoo rendeerende resp. ongeveer 3,
39/s
en
311/16
pOt.

* *
*

De binnenlandsche uitzettingen van De Nederland-
sche Bank zijn in ‘de afgeloopen week weer eenigs-
zins toegenomen. De post binnenlandsche wissels
klom met f 5,3 millioen. De beleeningen geven een
vermeerdering van f 600.000,—.

• De goudvoorraad bleef nagenoeg op dezelfde hoogte.
Het zilver steeg met f 350.000,—. De post papier op

het buitenland vertoont een daling van f 5,3 millioen,

terwijl de diverse rekeningen op de acliefzijde der
balans f 100.000,— meer bedragen dan verleden week.

De biljettencirculatie daalde met f 1,4 .millioen.
Het tegoed van het Rijk liep met f 300.000,— terug.

De rekening-courantsaldi van anderen stegen met f 2,6
millioen. Het beschikbaar metaalsaldo klom met

f 150.000,—. Het dekkingspercentage bedraagt 50.

*. *
*

Veel verandering viel er op de wisselmarkt niet waar
te nemen. Londen kwam van 12.133 op 12.1311. Voor het overschot van geldmiddelen’ op de Amerikaansche
markt moet belegging gezocht worden; Dollars zijn
dan ook van uit Amerika
bij
voortduring aangeboden,
– welk aanbod echter geregeld wordt opgenomen voor
dekking van de jaarlijksehe najaarsbehoeften. Deze
aankoopen hebben niet kunnen verhinderen, dat de
-koers langzaam achteruit loopt; slot 249%. Duitsch-
land
blijft
nog geregeld geldnemer tegen loonende
rente. Vanuit Amerika tracht men natuurlijk ook
daar gelden te plaatsen; hierdoor ontstond een flinke
vraag voor Marken en de koers kon zich tot 59.46 ver-
beteren; slot 59.42. Voor Zwitserland was aanvankelijk

veel vraag; beduidende bedragen waren voor den
effectenhandel noodig. De koers liep op tot 48.14; toen

de aankoopen ophielden, daalde de noteering, ook
onder den invloed van het flauwere Londen, tot 48.09.
Spanje bleef zeer vast; slot 43.95. Een stimulans
voor de
stijging
van dit devies is nog het feit, dat de
uitvoer-campagne voor de zuidvruchten daar te lande
–spoedig een aanvang zal nemen.

Van de Skandinavische deviesen was alleen Stock-
holm wat
gemakkelijker;
67.15–67.07. Oanada-dollars zeer gezocht 2.49
13
/
1
6.

LONDEN,
26
SEPTEMBER
1927.

Op Dinsdag verleden week was geld zeer krap en
vermeed de markt slechts met moeite de Bank van
Engeland. Op de overige dagen en vooral de laatste
dagen van de week was geld vrij gemakkelijk.
Einde – van deze week hebben groote geldverschui-
vingen plaats – in – verband met de af betalingen van

eene serie National War Bonds, het opnemen van de
nieuwe serie 4X2 Treasury Bonds en van coupon
betalingen op Gouvernements en andere leeningen.
Disconto bleef vast op
4
116 – . Het goedkooper
worden van Dollars bleef zonder invloed, daar men
aanneemt, dat dit van voorbijgaanden aard is en
vermoedelijk voortspruit uit den verkoop van de op-brengst van een der vele Dollarleeningen, die in den
laatsten tijd voor Europeesche rekening geplaatst.zijn.

Ook het feit, dat schatkistpromessen tegen lageren
prijs (d4’j) konden worden toegewezen, had geen
noemenswaardigen invloed, daar de gewilde verval-
dagen (laatste week in December) van deze partij
promessen de oorzaak van den door de regeering
verkregen gunstiger koers waren. –

852

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 September 1927

DE VOORGESTELDE MUNTHERVORMING
EN SURINAME.

De Staatscommissie voor het Muntwezen heeft zich

bij het uitbrengen van •haar Advies van Maart 1926

bepaald tot het muntwezen van Nederland en dat van

Nederiandsch-Indië, en zich daarmede strikt gehou-

den aan de hiar vepstrkt’e opdracht. Met de andere

koloniale gebieden, Suriname en Curaçao, die evenalS

Ned.-Indië eenheid van munt hebben met het moedei-

land, heeft ‘de Commissie zich niet beziggehouden. Al-

leen constateert zij in ‘haar Advies dat, op het tijdstip

van ‘den aanvang van haar werkzaamheden ‘ook het

financiewezen in West-Indië in een on.gewensc’hten

toestand was gekomen.

Men moge het betreuren, dat ook deze ongewenschte’

toestanden niet nader in beschouwing zijn genomen,

en wijzen op de woorden van ‘den Voorzitter der Corn-

missie, waar ‘deze in antwoord op de installatierede

van ‘den Minister o.m. ‘sprak van
,4e
igrolote waarde,

d’at. ‘de nieuwe en zeer igroote problemen, die op het

gebied van het geidwezen voor moederlan’d en
kolo-‘

niën
1
)
zijn ontstaan, zullen onderworpen worden aan

een rustig overleg en een •zaakkun’dige beo’ordeeling,

van een Commissie”, woorden, ‘die wellicht ‘in staat,

zijn ‘geweest eenige verwacht’in g te wekken ten aanzibn

van West-Indië, verkiaarbaar i’s het alleszins, dat ‘de’

Commissie zich gehouden ‘heeft aan haar tot Nader-‘

lans en Ned.-In’dië beperkte opdracht. Immers de
vraagstukken van Nederland en Indië op moretair»

gebied gaan in belangij’kheid ‘die van onze beide Ame-

rikaansche ‘koloniën ver te boven. Bovendien zou de

taak der Commissie, indien zij ook deze verhoudings-

gewijs minder belangrijke kwesties in den kring ‘harer
1

beschouwingen had getrokken, niet onbelangrijk zijn
uitgebreid en verzwaard, aangezien zoowel Suriname.
als ‘Curaçao elk weer een eigen, ‘zeer bijzondere m'(yne

taire geschiedenis ‘heeft.

Overigens ‘gaf de samenstelling der Commissie,’
waarin West-Indië niet was vertegenwoordigd, geen.

aanleiding eventueele verwachtingen in deze richting

te versterken.
Voor wat Curaçao betreft, mag thans echter wor-‘

‘den verwacht, ‘dat ‘de in ‘dit deel van Wst-In•dië lig-‘

gende vraagstukken op muntgebied ronder het oog
zullen ‘worden gezien door de ‘Staatscommissie, welke

enkele maanden geleden is ingesteld om van advies
te dienen ten aanzien van het circulatiebankwezen in
deze kolonie. Of ‘daarbij’ tevens zal Worden beschouwd
de toestand van het geldwezen in Suriname,’ dat weer

‘geheel op zichzelf staat en ‘beduidende verschillen
toont met. ‘dat van Curaçao, moet worden betwijfeld.

Het leek ‘mij daarom niet on’ge’wenscht, te dezer plaatse
eens te wijzen ‘op ‘de consequenties, welke uit de ‘aan-

vaardin’g van de voor Nederland voorgestelde ‘munt-
hervorming zullen voortvloeien voor ‘het gel’dwezen’
van Suriname. En ‘daar eenige beschouwingen aan

vast te kn’oopen.

De eenheid “van ‘munt tusschen Nederland en Suri-
name bestaat reeds, evenals ti,ssschen Nederland en
‘Curaçao, van 1827 af. Bestond deze munteenihei’d voor,

Curaçao ‘tot 1901 eigenlijk slechts in theorie, doordat
het Nederlandsche zilv’ergeld ‘door allerlei minderwaar-
.

dige vreemde munten werd uitgestooten, in Suriname,

heeft deze eenhei’d van ‘den beginne ook practisc’h be-
staan. Wel heeft de harde circulatie gedurende de eerste

decennia een moeilij’ken tijd doorgemaakt wegens de
depreciatie van ‘het eigen fiduciaire’ betaalmiddel en
;

een daaruit ‘voortspruitend gebruik van het zilver,
voor remisedoeleinden, maar vreemde betaalmiddelen,

ofschoon voorkomend, hebben in di’en tijd ‘toch nooit’
‘d’e plaats van de Nederl’an’dsche munt geheel ‘kunnen
innemen.
Gelijktijdig met de invoering van het Nederland-
sc’he muutstelsel in 1827 werden, naast het sterk ge-,

1)
Cursi.veer’i’n,g van ‘ ‘mij.

deprecieerde z.g. kaartengeld (door ‘het Gouvernement

van 1761 af uitgegeven, aanvaukelijik gedekt doch reeds
spoedig ongedekt .muntpapier), tevens in de kolonie

gangbaar verklaard ‘de biljetten van de Nederlan’dsc’he
Bank en van de Alg. Nederl. Maatschappij ter ‘begun-

‘sti’ging van de Volksvlijt, de ‘tegen’woordige Belgische

Société Générale. In 1828 werd het kaarten’geld inge-

trokken, waarbij voor 310 gl’d. Sur. Crt. 100 .gld. Ned.
Crt. werd betaald.

De bankbiljetten van de Nederlau’dsche Ban’k scbj-

nen practi’sch nooit in ‘cle kolonie in circula4ie te zijn
geweest. V’an ‘de Alg. Maatschappij zijn voor
f 21m.m.

biljetten in circulati’e ‘gebracht. Zooals te verwachten

was, werden ‘deze in beduidende mate voor remise-
doeleinden gebruikt en verdwenen s’poèd’ig uit den
omloop.

Daarna werd door het Gouvernement een nieuw

fi’duciair betaalmiddel ‘gecreëerd, uitsluitend voor bin-
nenlandach gebruik bestemd. Het ‘ging in 1829 over

tot ‘de oprichting van de Particuliere West-Indische
Bank, in tegenstelling met den naam, een zuivere

staatsban,k, welke biljetten uitgaf, hoofdzakelijk ge-

‘dekt door voorschotten aan plantages, een ‘hoogst ri’s

dluante ‘dekking ‘dus’. Al spoedig begonnen ‘deze biljet-
ten weer te depreci’eei’en, zelfs tot 70 pCt. van de oor-

spronkelijke waarde. In 1848 werden zij ingetrokken

‘tegen sc’batki’stbilje’tden, welk in 1849 aflosbaar zijn
gesteld in Nederland’sc’he ‘specie.

Tot 1865 schijnt men het’ in ‘de kolonie ‘vrijwel zonder

fi’duciaire betaa},mid’delen te hebben ‘kunnen stellen. In
dat jaar ving,’de Surinaams’cJze Bank haar werkzaam-

heden aan. Aan ‘deze ‘d’oor Mr. N. G. Pierson naar ‘het

model van de Nederland’sche en Javasche Banken op-
gerichte bankinstelling, ‘die thans ook nog haar ‘nut-
tige functie in de ‘kolonie vervult,
‘zijn
moeilijkheden evenmin bespaard gebleven,
maar
‘haar biljetten heeft
zij steeds voor depreciatie van eeni’g belang weten te

behoeden. Hierdoor is oo’k ‘de circulatie van ‘harde

betaalmid’delen – .met uitzon’dermn ‘an de jaren 1918

en volgende, die ook hier de zilverbons ‘brachten –
ongestoord ‘geweest. Wanneer men dit resultaat ver-

gelj’kt met ‘den tostan’d op ‘Curaçao, waar tot 1901
nog wantoestanden ‘heerschten, welke ‘sindsdien zijn

verbeterd, ‘doch waar het ‘geldwezen nog :steeds op een
afdoende regeling wacht, dan ‘mag men dit ‘de Suri-

naamsche Bank als een ‘verdienste aan rekenen.
Tot zoover in het kort enkele ‘historische bijzonder-
heden van het ‘gel’d.wezen ‘dezer ‘kolonie sedert ‘de in-
voering ‘der munteenheid ‘met Nederland, waardoor
men eeni.g inzicht
‘krijgt
in ‘de moeilijkheden, die zich hier op ‘dit gebied hebben voorgedaan, moeilijkheden,

welke zoozeer verschillen van hetgeen het moede’rland
en Indië te zien geven.

De regeling van h’et muntwezen in Suriname, zoo-
als die than’s bestaat, is neergelegd in de Wet van 1

Juli 1909 (Stbl. 212), aangevuld in 1915 (Stbl. 166).
Werd in 1826 en 1853 resp. de Nederl. Muntwe’t van
1816 en 1847 voor ‘deze kolonie
toepa..sselijk
verklaard,’)
bij de wet van 1909 is het Surmnaam’sc’he muntwezen
zelf star&dig
geregeld, evenals dit reeds in 189911901

voor Curaçao was geschied. ‘Sedertdien bestaat er dus
geen
cijirect
verband meer tu,sschen ‘de muntregelin’gen

van moederland en ‘kolonie, doch een
ind’irec&
wegens
het gebruik van ‘dezelfde, gelijke eigenschappen be-

zittende muurtstukken. Een wijziging van de Ned.
Muntwet brengt nu niet meer automatisch een gelijke
verandering in het Surinaamsche muntwezen met
zich, ‘doch zal, indien ‘de wijziging niet wordt overge-

n,omen, toch indirect van het grootste belang kunnen
zijn.

De voornaa,ms’te ‘bepaling van de Surinaamsche

Muntwet, van 1909 is, dat iedere schuldeischer ‘beta-

1)
iMs
inarkwaa’rdi.gheid zij ‘hierbij nog vermeld, dat de
toepasselijkverklarFng van
de
Wet van
1847
van kracht is
gebleven
t,øt 1909, dat is 8
jaar, nadat
deze
‘wet in Neder-
land ‘haar ‘bindende ‘kracht had ‘verloren.

28 September 1927

ECONOMISCH-STATI

ling kan vorderen in wettige betaaLmidde1en, als hoe-

danig worden aangewezen cle N.ederlandsche munten

(van. den ducaat wordt in deze wet niet gesproken) in

go
id,
‘zilver, nikkel en brons, aan welke dezelfde eigen-

schappen worden ‘toegekend als in ‘het moederlan’d. In

Suriname bestaat ‘dus ook eenheid van pasmunt, in

tegenstelling met Indië en Curaçao, waar pasmunt

met een eigen muntslag circuleert.

:De overige bepalingen dezer wet zijn hier van on-

dergoschikt belang, en kunnen derhalve buten be-.

sehouwing blijven. Opgemerkt zij alleen nog, dat van

een muntfonds, zooals in de Indische Muntwet, geen

sprake is. Hetgeen bij den geringen omvang van deze
circulatie alleszins ‘verklaarbaar is.

Tol]ed’ig’heidshalve vermeld ik ten slotte ‘de invoe-

ring in April 1018 van do Zilverbons (van
f
2,50

f
1,— en
f
0,50), noodgeld waarvan einde 1926 nog
slechts
f
85.000 in omloop was.

Wat zal nu ‘do invloed zijn op het muntwezen van
Suriname van een eventueele aanvaarding der voor-

stellen vade Staatscommissie?
De bestaande
goiders
munten wen’scht do Commissie,

zoowel voor Nedorin’d als voor Indië, gehandhaafd te

zien. Er is niet de minste reden om aan te nemen, dat

ten aanzien van Suriname in deze een ander stand-
punt zal worden ingenomen. De grondslag voor het

Surinaa.msche muntwezen blijft ‘dan dezelfde als die
voor Nederland.
De voorstellen ten aanzien van ‘het
zilver
zijn van
veel wrijder strekking, meer nog voor de koloniën dan

voor Nederland. Voor Nederland wenscht de Com-
missieden rijksdaalder en gulden te maken tot een

betaalmiddel tot beperkt bedrag, dus tot pasmunt, en
het hal ve-guldenstuk af te schaffen.

Deze beide voorstellen ‘heteekenen voor de binnen-
landsche circulatie van Nederland eigenlijk slechts

vastlegging van bestaande toestanden. Het betalings-
verkeer hier te lande behoeft bij haar tegenwoordige.

ontwikkeling den rijksdaalder en gulden niet meer als
betaalmiddel tot elk bedrag. En aan het halve gulden-

stuk blijkt in ‘t geheel geen behoefte meer te bestaan.
In ‘de koloniën, in Oost- zoowel als West-Indië, met
hun grootendeels primitieve bevolking, is ‘de ontwik-
keling nog lang niet zoo ver, dat ‘het grove zilver voor

g.rootero betalingen zou kunen worden gemist, en is
de halve gulden nog een veelvuldig voorkomende

munt. Voor Ned. Indië wordt door de Commissie dan

ook ni’et voorgesteld de teekenmunt tot pasmimt te
degradeeren, noch den, hahren ‘gulden af te schaffen.
Onderst’eld mag worden, ‘dat wat met het, oog ‘op de
toc’standen in Oost-Indië wordt voorgesteld ook za1

gelden voor West-Indië, dat in dit opzicht in overeen.-

komstige ‘omstandigheden verkeert; daar dus d0 tee-
ken munt zal worden gehandhaafd evenals de halve
gulden.

Dat voor Suriname ook eedacht ‘zou kunnen worden
aan het creëeren van een eigen teekenmunt, evenals
‘de Staatseoinmissie voor Indië voorstelt, mag voor-
loopi’g wel ‘als uitgesloten worden ‘beschouwd. Welk

een kostbare maatregel zou dit zijn voor een ‘gebied, waar ‘de harde cireulatie (zonder den voorraad bij do
eirculati’ehank) op niet meer dan 6 lt 1 ton is te stel-
len. En bezwaren ‘of gevaren voor Nederland ‘kan men
er wel niet aan verbonden achten, dat in een dergelijk
gebied wellicht 1 millioen van zijn pasmunt circuleert
of in voorraad wordt gehouden, een bedrag ‘dat gering
is in verhouding tot de circulatie van Nederland zelf,
welke door ‘s Rijk’s M’untmeester in 1924 op
f
OOfrn.’m.
werd ‘gesteld.

Er van uitgaande, dat in Nederland en Suriname,
evenals voorheen, ‘dezelfde munten zu]l’en blijven cir-
culeeren (met uitzondering dan van ‘den halven ‘gul-den, die ‘hier verder buiten beschouwing zal worden
gelaten), dan zal naar ‘het
uierli
.
j1c
de eenheid van
munt blijven ‘bestaan. Wanneer ria
gj
r
e
Munt in
Nederland echter tot pasmunt zal zijn gedegradeerd,

TISCHE BERICHTEN

853

en deze munten in Suriname teekenmunten zullen
blijven, de eigenschappen dezer munten in Suriname

eenerzijds en Nederland anderzijds ‘dus zullen ‘ver-
schillen, dan zal
in. wezen
‘de munteenheid tusschen

mooderland en kolonie zijn vej-broken. Wel bestaat dan

nog de eenheid van gouden munt, maar ‘daar ‘deze

evenmin als in Indië in circulatie is, wijl zij daarin

geen rol van ‘belang kan vervullen, ‘heeft deze een-

heid practisch heel weinig te betee’kenen.

De eenheid ‘van munt met ‘het moederlan.d heeft

steeds haar uitdrukking gevonden in het zilver, dat

bijna de geheele ‘harde ci roulatie vormde. Het vervulde

daarin zijn primaire functie van betaalmiddel tot elk

bedrag. Zijn secundaire functie, die van remisemid’del,

was van niet minder groot belang. Alla zoodanig was
het, buiten de circulatiebank om, een ‘groote steu:ii

tot ‘handhaving van ‘de pariteit ‘der ‘hinnenlandsche
rekeixin gseen’heid, ‘oefende ‘het een regulariseerende
werking uit.

Van welke groote beteelcen,is’voor iie rust en orde
in het Surinaanisebe geldwezen ‘dit geweest is, blijkt

wel afdoende uit het feit, dat tot 1920, toen ‘de uit-
voer van zilver in verband niet den ‘hoogen zilver-

prijs werd ‘verboden (een maatregel welke, in tegen-

stelling met elders, nog steeds van ‘kracht is), ‘de wis-
selkoers op A’nxsterclam steeds ‘dicht hij de parit’eit

heeft gelegen. Blijken’s een opgave in de Encyclopac-

die van Ned. West-Indië behoefde de postwisselkoers
tu’eschen 1888 en 1916 slechts 4 maal gewijzigd to
worden:

in 1888 op 100

in 1904 op 100Y2
in 1892 op 101

in 1901 op 100

‘t Gevolg ‘hiervan is geweest, ‘dat blijkens de jaar-
verslagen van do S’urin. Bank uit ‘de kassen dezer in-.
stelling gedurende 36 jaren (van 1882 ‘tot 1917) aan

munt (wo. ook vreemde munten) in ‘cle circulatie is
afgevloeid slechts voor een totaal van
f
1.231.453 d.i.
gemiddeld
f
34.000 per jaar.
Na het wegvallen van,,het •zilveren bolwerk” in

1920 is de toestand niet onbeduidend gewijzigd. Het
jaarverslag van de Sur. Bank over 1925 ‘geeft een
staatje van ‘de wisselkoersen op Amsterdam na ‘t jaar
1920, waaruit ik enkele overneom:

28
Februari

1921……..
101
3
Januari 1922

……..
105
13
Maart 1922

……….
101
21
Maart 1923

……….
105
22
Januari

1924

……..
107
10
April

1925

…… . …
105
3
Februari

1926……..
101

En sedertdien is de rust nog niet weergekeerd; op

20 Juli jl. werd te Paramaribo ‘de kooi’s weer verhoogd
‘op 103.

Ik treed over deze hooge wisselkoersen en hun oor-

zaken hier niet nader in bespreking, daar ‘dit mij te
ver zou voeren; wie daarontrent meer wenscht te
weten, verwijls ik naar de uitvoerige beschouwingen in
de jaarverslagen ‘der Sur.
t
Bank van 1921-1926. Ik
wijs e:r ‘slechts op, hoe ‘duidelijk uit deze gegevens
blijkt het nut van de functie van het zilver v66r 1920,

en ‘hoe noodig het is, •dat in een ‘dergelijk klein
koloniaal gebied ‘van geheel eenzijdige economische
structuur afdoende waarborgen bestaan ‘tegen versto-
ring van het ‘geldw’ezen. Want hooge of onzekere wis-
selkoersen, ‘die veelal ‘een gestoorde en zwakke circu-

latie ten gevolge hebben, zijn ‘allerminst lokmiddelen
voor het kapitaal, dat Suriname zoo zeer ‘behoeft.
Waar men than’s bezig is de aandacht voor ‘dit land te

vragen van het z.g. Indische ‘kapitaal, en do Regee-
ring ‘bereid is gebleken tot ‘belangrijke concessies op
verschillend ‘gebied om ‘de vestiging van nieuwe on-
dernemingen te bevorderen, ‘daar mag op dit punt wel
eens met nadruk worden gewezen.

Wordt ‘de teekenmunt in Nederland dus pasmunt,
en legt de Staat ‘aan ‘verwisseling van groote bedra-
gen ‘dezer munt hier te lande bezwaren in den weg,

854

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
,
28 Sëptember 1927

hetgeen met het oog op den toekomstigen toestandl
van het •rniintwezen in Indië is te verwachten, dan

komt in Suriname de voornaamste waarborg voor een
stabiel geidwezen te vervallen.

Toch dient een dergelijke waarborg veer ‘voor Su-

riname te wordeit gecreëerd. Het ligt voor de hand

deze te zoeken in .de richting van ‘het goud, daar onder

cle omatandighaden in bescbouwi’g alleen de gouden

munten gelijke betaalkracht in Suriname en Neder-

land zullen behouden.

Het goud in ruime mate in ‘de circulatie te ‘doen

afvloeien omhet op ‘die wijze de functie van ‘het zil-
ver te ‘doen overnemen, zou zeker een negatief resul-

taat opleveren; al’s circulatiemidd’cl bestaat ei- in de

kolonie geen behoefte aan, zoodat het al spoodig ver

dwenen zou zijn en voor ,,hoarding” gebezigd. – .
Als mogelijkheid
‘blijft
over het voeren van een
,

goudpolitiek door •de circulatiebanic Het zal echter

duidelijk zijn, •dat voor ‘het ‘sucesvol voeren daarvan

de verhoudingen ‘in dit land veel te klein zijn. Uit-

voer zoowel als invoer- stijgen zelden ‘boven een waarde
van
f
10/m,’m. De circulatiebank.is
, met uitzondeiing

van ‘de W.I. Oultuurbank die uitsluitend- op ‘dit spe-

ciale gebied .wérkzaam is, de eenige bankinstelling.

Haar circulatie bedroeg ulti.mo
1926
f
1.7 millioen.

De nivelleereude working van ‘het gro’ote getal en ‘van

regeimatige vraag en aanbod ontbrken hier dus ten

eenenmade. , –

Het wil mij voorkomen, dat in ‘deze richting toch

een oplossing ligt, wellicht de eenige, welke ernsti’ge

overweging verdient. Moge toch
blijken’s
het
voor

!
gaande ‘het voeren van een eigen gou’d’politiek ‘als u’it-

gesloten zijn te beschouwen, voor het voeren van een:
op ‘het moederland gerichte ‘gold-exchange politiek ‘lijkt

mij ‘de mogelijkheid aanwezig.

In de geschiedenis van de J’ava’sc’he Bank ziet men, ‘hoe v66r 1906 herhaaldelijk zilververschapingen
1100-

ruig
bleken te zijn om, de pariteit van ‘de munt te be-

schermen. Van ‘dat jaar af heeft ‘deze Bank echter het

systeem toegepast, ‘dat onder den thans :zoo bekenden
naam een zkev renommée heeft verkregen. Na 1906

zijn ‘voor ‘dit doel gou’d- en zilverversche’pin’gen naar

het moederlan’d niet meer noodi’g geweest. –
De bepalingen van ‘het octrooi van de J.B., die dit
4

systeem tot ontplooiing hebben, gebracht, zijn sedert

1918 ook in het octrooi van de Sur. Bank opgenomeli.
Sedertdien mag de Sur.’ Bank eveneens een deel van
‘haar metaal’clekking ‘buiten. Suriname aanhouden, en
een buitenland’sche wisselportefeuille aanleggen. Van

‘deze bepalingen schijnt echter nog veinig gebruik te –
‘zijn ‘gemaakt; voor zoover ik kan nagaan, is adieen in

1919 en in 1920121 een ‘deel der ‘metaaidekkin.g tijdelijk
in Amsterdam ‘aangehouden. Wordt ‘dit stelsel inten-

siever toegepast, en beschikt men naast de saldi bij

buitenlandsche correspondenten steeds over een buiten-

ian’dsche wi’sselportefeuille en een ‘deel der ,metaal’ciek-
king in ‘het buitenland i.c. te Amsterdam, dan zal
men, door zoo noodig portefeuille en overbodige dek-

leing tijdig te kunnen afstooten, ‘daar steeds zoo groot
mogelijke saldi te zijner beschikking hebben. En op

‘die wijze zal men ‘den ‘koers op Amsterdam ‘dan ge-

makkelijker beheerschen en groote schommelingen
daarin weten te voorkomen. Voor de -andere wissel-
‘koersen, welke geheel door dien op A’mstevdam wor-
den beheerscht, munt men ‘dan tegen de Nederland-

sche Bank en de dooi ‘haar ‘gevoerde ‘gou’dpolitiek.’

Dooi’ deze politiek te volgen, ‘zal de Sur. Bank, be-
halve natuurlijk in abnormale tijden, steeds
in
staat
zij’n den wisselkoers
01)
Amstèrda,m tu’sschen nauwe

grenzen te houden. Het lijkt mij dan ook de aange-
wezen weg, ‘dat bij het wegvallen van het zilver, ‘de
zorg voor de ‘handhaving van cie pariteit in Suriname,

gelijk dit ih de meeste landen iveer geschiedt, geheel
wordt toevertrouwd aan de circulatiebank voor dit ge-
bied, en dezé ‘zich tegenover h:et Gouvernement ver-
bindt ‘-. niet tot het. voeren van een ‘gou’dpolitiek,
maar om, behalve in – buitengewone omstandigheden,

‘ter ‘beoordeelin’g van, ‘den Getivernur, steeds wissels

op Amsterdam verkrijgbaar te stellen tegen een koers,
welke een bepaalden maxi’mum’koors niet te boven gaat.

Dat deze taak ‘haar onder niet al ‘te ‘engunstijge

omstardigheden niet te zwaar is, leert ‘de geschiedenis

dezer ‘bank van 1865 tot 1918, tien de aangehaalde

ruimere bepalingen zelfs nog in het octrooi ontbraken.

Elders heeft het systeem van niaximuimwiaseikoersen op

‘het ‘moedenland ter ‘bescherming van de muntpariteit

ook met succes gewerkt, Ik noem hier het v.m

Duitsc’h-Oost-Afrika, eveneens een kleine, hoofdzake-lijk lanrl’bouwkoionie,’ waar van
.
1905 tot. den oorlog

werkzaam was de Deutsch-Ostafrikanische Bank, welke

zoowel in Dar-os-Salam al’s ‘te Berlijn bij de afgifte

van haar wissel’s op deze plaatsen aan bepaalde koe-

sen gebonden was. Hier was dus ook het ‘kantoor’ in

het moederla,nd verplicht tot afgifte van wissels be-
neden een ‘bepaalden ‘koers. Waarom dit niet noodig is

voor Suriname, .blij:kt uit ‘hetgeen hier verder ‘volgt.

Is de
verlagin,g
in Nederland van ‘de teekenmunt

tot pasmunt voor het Surinaamsehe ‘muntwezen van
vitaal belang, ook de
haid’hxsving
van ‘deze munten als
teeken’munt in Suriname heeft haar consequenties, èn
voor ‘de circulatie van Suriname èn bij’ de handhaving

der muntpariteit. Bij appreciatie van den Sur. gul-
‘den ‘blijft de mogelijkheid immers bestaan, om van Ne-

derlan’cI ui’t zilver in Suriname in te voeren. Dit moge

van nut zijn, doordat op ‘deze wijze te ‘groote apprecia-

tie automatisch en, zonder vaststelling van een mccxi-

mum-aigiftekoers voor wissels op, ‘Suriname
WOL

dit

voorkomen, ,het brengt voor de circu]atie het gevaar
met zich, ‘dat deze hierdoor in oververzacligden toe-

stand ‘kan geraken. Een te-veel zou automatisch in de

‘kassen van de Sur. Bank terecht ‘komen, mede ‘door’dat

art. 14 sub 4 van ‘het octrooi ‘haar verplicht, tegen
‘overneming van gouden en zilveren stan’dpenn.ingen,
aan het Gouvernemenit bankbiljetten te leveren tot

zoodanig bedrag al’s zal worden verlangd. Vooral met

het oog op ‘de ‘door ‘haar te volgen politiek ter, bescher-
ming van de munt,pariteit waarbij dit een zeer belem-

meren’den invloed zou kunnen uitoefenen, moet ‘dit

on;gewensch’t worden geacht, zoodat men onder die

omstandigheden dient te overwegen of de betreffende

octrooi’bepaling niet zal moeten worden geschrapt.

In elk geval ‘dient het Gouvernement ei- op bedacht
te zijn om t.z.t. ihet ‘het moederiand een regeling te treffen, waardoor een ‘surplus aan zilver in de Suri-
naam’sche circ’ulatie zijn weg weer naar Nedei-ian’d

kan vinden, een regeling wel’ke’bij’ ‘de ‘bestaande ver-
houdingen ‘wel niet moeilijk te treffen zal zijn. Hier-

door ‘zou d’an tevens gehandhaafd worden de garantie,

welke ‘de ‘kolonie ‘dooi- ‘het, bestaan van de munteenheid
ook thans indirect voor haar ‘harde circulatie ‘bezit.

Ten ‘slotte nog een enkel woord over ‘de
Zilver’bons.

Deze ‘deden hun intrede in ‘de kolonie 6 April 1918.
De maximum-uitgifte werd aanvankelijk gesteld op

f
500,000, en later verhoogd tot
f
800.000. De coupu-

res waren
f
2,50,
f 1
en
f
0,50. Zij’ verkregen evenals
hier te lande de hoedanigheid van ‘wettig ‘betaalmiddel
tot eik bedrag, en zouden worden ingetrokken, zoodra
daarvoor weer v’oldoende zil’ver beschikbaar ,zou zijn.

De circulatie nam ‘deze betaalmi’ddelen gemakkelijk

op. Ein’d 1920 ivas daarin voor
f
588.230 afgevloei’d,
hetgeen tevens het hoogste bedrag ‘der zilverbon-cir-
culatie is. In 1922 ‘ging men over tot de intrekking

der ‘hons van
f
1 en
f
0,50: Het vertrouwen in ‘dit be-

taal’mi’ddel werd daardoor eeni’gszin’s geschokt. Tot in-
trekking van de hons van
f
2,50 werd tot heden nog

niet overgegaan. Eind 1.924 was hiervan nog in cir

culatie
f
85.000. In den omloop’ spelen zij ‘dus nog

slechts een ‘geringe rol.
Het heeft dan ‘ook weinig zin meer, ‘deze bon’s te
laten voortbestaan. Daar in de tropen aan ‘dit kleine
‘betaalmiddel grooter bezwaren ‘kleven ‘dan in Necle’r-
land, .iisi ér een reden te meer om tot al’geheele intrek-
‘king er van over te gaan.

ii. Bos.

Dordrecht,
September
1927.

28 September 1927

ECONOMISCH.STATIS.TISCHE BERICHTEN

855

TIEN JAREN PRODUCTIESTATISTIEK.
Statistics is a science as fundamentalto
business as physiology to medicine, or physics
to engineering. (Prof. E. B. Wilson In The
Anj. Econ. Review, Maart ’27).

Op 1 December 1927 zal het tien jaar geleden

zijn, dat de ,,Wet houdende maatregelen tot het ver-

krijgen van een juiste Statistiek van Voortbrenging
en Verbruik”, tot stand kwam. Een aanleiding om

een terugblik op de afgeloopen periode te werpen en

in het licht te stellen, waarmede onze statistische
kennis sedert 1917
verrijkt
is.
Verrijkt,
want verge-

lijken wij hetgeen thans en hetgeen tien jaar geleden

omtrent de productie der
nijverheid bekend was, dan
blijkt, dat
wij
ons in een grooten vooruitgang mo-
gen verheugen.

De productiestatistiek is uit nood geboren. Groote
moeilijkheden bij de onderhandelingen met het buiten-
land, grove fouten en geldverspilling waren in den

crisistijd het
onvermijdelijk
gevolg geweest van de

vrijwel volslagen onbekendheid met hetgeen door de
Nederlandsche nijverheid werd voortgebracht en ver-

bruikt. Dank zij de toen tot stand gekomen wet op de productiestatistiek en de over het geheel loyaal

verleende medewerking van de fabrikanten
bij
de uit-
voering dier wet, beschikken wij thans over jaarlijk-

sche overzichten van verbruik, productie, afzet, per-soneel en machine-installatie. Wel moet onmiddellijk
hieraan worden toegevoegd, dat dit alles op het oogen-
blik nog maar betrekking heeft op een 25-tal der
voornaamste takken van
nijverheid,
terwijl de pro-
ductiestatistiek toch
eigenlijk
zoo niet alle, dan toch
alle meer
belangrijke
industrieën behoort te omvat-
ten; maar dit neemt niet weg, dat de thans aanwe-
zige gegevens op zichzelf reeds een waardevol ma-
teriaal vormen en de kern
zijn
.van een meer volle-
dige statistiek, die ook de andere voor ons land
belangrijke industrieën betreft.

Memoreeren wij nog even, dat de eerste telling in
1918 plaats had, dat deze nagenoeg de gehee]e nijver-
heid betrof en ten doel had de productie in de jaren
1913 en 1916 te leeren kennen. Daar de ondernemers
niet voorbereid konden zijn en tal van gegevens dan
ook niet meer te achterhalen waren, daar niet alle
ondernemingen even preciese gegevens hebben verstrekt
(aan het houden van een telling onder bijzondere om-
standigheden en met een speciaal doel is
altijd
een
groot gevaar verbonden) en daar het Centraal Bureau
toen nog niet geoutilleerd was om voldoende contrôle

uit te oefenen, kon deze telling in het algemeen slechts
ruwe, vaak min of meer geschatte uitkomsten opleve-
ren. Over 1919 en 1920
zijn
tellingen gehouden van
een beperkt aantal takken van industrie, met de bedoe-
ling dat in vijf jaar tijd alle takken van nijverheid
een beurt zouden
krijgen;
de opgaven, de contrôle en
daarmede de uitkomsten waren veel beter dan die van
de eerste telling.

Inmiddels was voor de productiestatistiek een
moeilijke
tijd
aangebroken. De industrieelen, aie over
het geheel ernstig van de malaise, welke op de jaren
van schijnwelvaart volgde, te
lijden
hadden, die ook
sterk moesten bezuinigen, wilden
bevrijd
worden van
de banden, waarin zij zich van pverheidswege gesla-

gen achtten en met de crisismaatregelen wilden ver-
scheidenen hunner ook de productiestatistiek kwijt.
De invulling der telkaarten nam
tijd
in beslag (alhoe-wel lang niet zooveel als sommigen wel meenden) en
daarbij kwam, onder den invloed der gebeurtenissen op

sociaal gebied, een zekere tegenzin tegen het verstrek-
ken van gegevens aan de overheid. Ook van het feit,.
dat de gegevens
bij
het Centraal Bureau voor de
Statistiek safe zijn en nooit aan den fiscus of welke
andere autoriteit of instelling ook worden verstrekt en
dat publicatie alleen na overleg met de ondernemers-
organisaties en in zoodanigen vorm plaats heeft, dat
de gegevens betreffende de afzonderlijke ondernemin-
gen geheim blijven, moesten vele ondernemers nog
overtuigd worden. Besprekingen gehouden in een ge-

combineerde vergadering van de Centrale Commissie

voor de Statistiek met den
lijverheidsraad
leidden

tot een voorstel aan de Regeering, hierop neerkomende,

dat voortaan jaarlijks een telling zou worden gehou-

den van de voornaamste (dus niet meer van alle)

takken van nijverheid en dat de telkaarten sterk zou-

den worden vereenvoudigd. De vraag naar de afschrij-

vingen kwam geheel te vervallen. Dit voorstel is helaas
slechts ten deele in uitvoering kunnen komen, omdat

de Regeering meende, in verband met de bezuiniging,

niet meer te kunnen beschikbaar stellen dan van

het bedrag, dat daarvoor noodig was. Vandaar dat

niet alle voorname takken van bedrijf geteld worden,
maar slechts een deel er van.

Thans een enkel woord over de punten, waarover

de statistiek sedert 1921 loopt. Eerstens natuurlijk
het
aantal ondernemingen,
waarbij opgemerkt zij, dat
bij sommige industrieën de kleinere bedrijven, die uit
het oogpunt van de productie van weinig of geen
belang
zijn
en waarvan de telling onevenredig veel

moeite zou opleveren, buiten de statistiek blijven.
Zoo de kleine schoenmakerjen, die minder dan 1000

paar per jaar maken. Gebleken is, dat de productie
van de ruim 250 schoenmakerijen, die tusschen 100

en 1000 paar maken, niet meer dan =I= 2 pCt. van de geheele schoenproductie uitmaakt. Zoo blijft
ook tel-
ling van de fabrieken met minder dan 25 arbeiders

in sommige branches van de metaalindustrie om de-
zelfde reden achterwege.

De vraag naar den omvang van het
personeel
be-
treft den toestand omstreeks half September, tenzij

er redenen zijn waarom een andere datum gesteld is.
Het ware juister geweest te vragen naar het gemid-
deld aantal arbeiders in het jaar, maar dan zouden

de ondernemers weer een berekening hebben moeten
maken, die men hun wilde besparen. Het personeel
is onderscheiden naar de
eigenlijke
werklieden eener-
zijds en administratief en technisch personeel ander-

zijds. Verder is een onderscheiding gemaakt naar
geslacht en naar personen van 18 jaar en ouder en
personen beneden dien leeftijd.

Te meer omdat in Nederland nog nooit een bedrijfs-
telling gehouden werd, is de vraag naar
aantal, soort
en
vermogen
der
primaire krachtwerktuigen
van groot
belang. Voor sommige bedrijfstakken worden ook de
arbeidswerktuigen (spillen, getouwen, papiermachines,
ijzersmeltovens) opgegeven.

Daarna komen wij tot de vragen betreffende de
verbruikte materialen,
waaronder ook verstaan zijn
brandstoffen, gas en electrische stroom, en betreffende
de
productie.
Het zijn vooral deze vragen, die na 1920

aanmerkelijk vereenvoudigd zijn. Onder den drang
der crisis-omstandigheden had het Bureau aanvan-

kelijk zeer gedetailleerde opgaven over de materialen
en producten moeten vragen. Sedert 1921 behoeven uitsluitend omtrent de voornaamste artikelen afzon-
derlijke opgaven verstrekt te worden.
Merkwaardig is, dat het Centraal Bureau na de
vereenvoudiging heeft moeten voldoen aan den wensch
van de industrieelen en hun organisaties in sommige
takken van bedrijf om weer tot eenige uitbreiding
van het aantal posten over te gaan. Een enkele maal
gingen de wenschen der organisaties in dit opzicht
zoover, dat daaraan weerstand moest worden geboden,
op grond van de te verwachten moeilijkheden met
de ondernemers zelf. De opgaven, welke omtrent den
afzet
verstrekt worden, zijn zooveel mogelijk onder-scheiden naar afzet met binnenlandsche en afzet met
buitenlandsche bestemming, wat van belang is, omdat
uit de Handelsstatistiek niet blijkt of het uitgevoerde Nederlandsch dan wel vreemd product was.
Gevraagd is wel waarom niet met opgaven nopens
de
hoeveelheden
kan worden volstaan en waarom ook
de
waarde
van het materialenverbruik en van de
productie moet worden opgegeven, vooral omdat bij
groote prjsverschillen vergelijking van de waarde-

cijfers moeilijk wordt. In verband hiermede moet er

856

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
.

28 September 1927

op gewezen worden, dat in tal van gevallen de hoe-

veelheid niet op tegeven is en dat dan elke maat-

staf zou ontbreken. Hoe zouden b.v. de machinef a-
brieken, de textielfabrieken enz. een beeld van sôm-

mige deelen hunner productie en van hun totale

productie kunnen geven anders dan in guldens? De
grondstoffen en de producten van tal van industrieën

zijn zoo verschillend, dat zij zich niet tot samentel-

ling, anders dan in waarde, leenen.

Is het noodig vele woorden te gebruiken om het

eminente belang van een onpartijdige productiesta-

tistiek voor tal van problemen op industrieel, financieel

en algemeen economisch gebied aan te toonen? In
de ,,Economisch-statistische Berichten” van 31 Augus-

tus j.l. wees de heer 0. Zaa!berg, aan .de hand van

de uitkomsten der productiestatistiek, op de toene-

ming van de productie per arbeider. Het
zijn
de

cijfers van diezelfde statistiek, waaruit ook de Vrij

algemeene toeneming van het vermogen der machine-

installatie spreekt. Een volledige opsomming van de

nationale en internationale problemen, waarbij cijfers,
van de nijvenheid in haar geheel of van sommige

industrieën afzonderlijk .noodig zijn, is vooruit niet

te geven. Volstaanmoge worden met het noemen van: bescherming der
nijverheid,
handelstractaten, accijns-

heffing, spoorweg-, scheepvaart-, koloniale politiek,

productiebeperking, electriciteitsvoorziening, vakon –

derwijs, nijverheidsvoorlichting, enz.

Is het wonder, dat de industrieelen en vooral de

ondernenaersorganisaties, die de belangen hunner leden

hebben.’te behartigen en daarvoor betrouwbare cijfers
als feitelijken grondslag noodig hebben, het gemis

aan een meer volledige productiestatistiek hoe langer

hoe meer gaan voelen? De Internationale Economi-.

sche Conferentie te Genève achtte voor een goede
regeling en vol rendement der productie o.a. noodig
een statistiek van de grondstoffenvoorziening en de

productie en oordeelde het wenschelijk, dat deze gege-

vens in staat zouden stellen gewogen indexcijfers

vast te stellen van de hoeveelheden goederen door

de nijverheid van een land voortgebracht. Dergelijke
inlichtingen zouden een juiste aanpassing van het

aanbod aan de vraag en de toepassing eener pro-
ductiepolitiek, welke de gevolgen van de schomme-

lingen van de markt vermindert,
mogelijk
maken.

Het wordt inderdaad meer dan tijd dat de Neder-
landsche statistiek niet langer beperkt blijft tot zoo
betrekkelijk weinig takken van industrie, maar dat
voortaan ook statistieken worden samengesteld van
de andere voorname
bedrijfstakken,
welke daarvoor
naar het
destijds
uitgesproken oordeel van den Nij-
verheidsraad en de Centrale Commissie voor de
Statistiek in aanmerkilg komen.

Het was – wij zeiden het reeds

wegens de be-
zuiniging, dat de destijds ontworpen plannen niet
geheel ten uitvoer konden worden gelegd. Bedoelde
uitbreiding zou thans niet veel geld behoeven te
kosten, indien dit in overleg met de industrie gelei-
delijk geschiedt. Het kleine, maar ervaren personeel
voor de productiestatistiek beschikbaar zou geen
groote uitbreiding behoeven te ondergaan. Men zou
kunnen beginnen b.v. met de steenindustrie, de leder-
industrie en dergelijke bedrijven, welken het niet
onverschillig kan
zijn
over betrouwbare productie-
cijfers te beschikken. Wij twijfelen niet, of het
Centraal Bureau voor de Statistiek zou in deze de’
nijverheid, met welke het gaarne samenwerkt, groote
diensten kunnen bewijzen. Ook onze Regeering, ons
Parlement en allen, wien de welvaart van ons land
na aan het harte ligt, zouden in de
cijfers
een
dankbaar materiaal vinden voor hun studie en voor
eventueele maatregelen.

E. W. VAN DAM VAN ISSNLT.

‘s-Gravenhage, Septémber 1927.

DE BELASTING DER FORENSEN.

Bij Kon. Boodschap van 14 September 1927 (Kamer-
stukken 1926-1927 n
o
. 410) is aan de Tweede Kamer
der Staten-Generaal een wetsontwerp aangeboden tot

wijziging van enkele artikelen van de Gemeentewet

betreffende de plaatselijke belasting, welke betrekking

hebben op de bijzondere belasting welke van de fo-

renseh wordt geheven. Het principieele punt ?f het
rechtvaardig is van de forensen een
bijzondere
be-
lasting te eischen wordt niet aangeroerd. De groote

werk-gemeenten en de industrie-centra kunnen deze
belasting, bij de tegenwoordige floancieele verhouding

van Rijk en gemeenten eenvoudig niet missen. Dus
moet zij worden gehandhaafd binnen deze grenzen,

dat de bepalingen welke voor deze gemeenten niet
van werkelijk groot financieel belang zijn, kunnen

worden herzien. In dien zin moeten de voorgestelde

wijzigingen worden begrepen. Zij mogen voor de groote
gemeenten niet te veel schade opleveren.

Zonder veel bezwaar kunnen dus de kleine werk-
forensen worden ontlast. Indiën de
plaatselijke
in-
komstenbelasting wordt berekend naar een zuiver in-

komen van minder dan twee duizend gulden hebben

de betrokken gemeenten (de woon-gemeente en de
werk-gemeente) samen naar de verhouding
213
en
113

recht op één vollen .aanslag. Voor de werk-gemeente

is dit geen onoverkomelijke slag en de woon-gemeente
ontvangt hetzelfde als thans.

Een tweede
wijziging
bestaat in het vrijstellen van

de rijksambtenaren. Een grove onbilljkheid wordt
hiermede opgeheven. De
rijksambtenaar
kan het toch niet helpen dat hij zijn arbeidskracht voor één salaris

over meerdere gemeenten moet verdeelen.

• Andere wijzigingen staan in verband met de juris-
prudentie van de Kroon, rechtsprekende na gehoord
advies van de Afdeeling voor de Geschillen van Be-

stuur van den Raad van State. Deze wijzigingen
betreffen in het
‘bijzonder
die epineuze vragen welke ontstonden, wanneer het boofdverbljf in den ioop van
het belastiogjaar werd gewijzigd. Over dit punt is wat
gedokterd! Ook over den beroepstermijn zijn thans
nog meer nauwkeurige bepalingen’ gesteld.
Een volgende
wijziging
betreft de woon-forensen.
Door de nieuwe bepaling wordt een einde gemaakt
aan tal van malligheden. De gemeenten die woon-
forensen konden aanslaan kregen
113
van een vollen
aanslag over, het geheele inkomen van een woon-forens,
dok al beschikte deze ongelukkige ter plaatse slechts
over een zéér klein huisje. De beste woon-forensen
werden door de bepalingen der wet zelf verdreven

en de gemeentebesturen konden er – langs recht-
matige wegen! – zelfs niets tegen doen dat
zij
zéôveel
belasting van woonforensen moesten innen. Overigens

proeft de kenner in déze legislatieve
spijze
de materie,
in de jurisprudentie herhaaldelijk aangeroerd: Jr
kan
eene (beperkte) directe belasting worden geheven
van de natuurlijke personen, die, zonder in de ge-
meente’ hoofdverbljf te hebben, er gedurende het
belastingjaar meer dan 90 malen nachtverblijf houden
anders dan als verpleegde in een krankzinnigenge-
sticht of ziekenhuis, of er op meer dan 90 dagen van
dat jaat voor zich of hun gezin een gemeubileerde

woning beschikbaar houden.” Men weet toch het ver-
haal van den buitenman, die in een gemeente, waar
hij niet woonde, werd ‘aangereden door een auto, werd
opgenomen in het gemeente-ziekenhuis en – omdat
.hij aldaar langer dan 90 dagen moest worden ver-

pleegd – werd aangeslagen als woon-forens? Thans is nog bepaald, dat het bedrag der belasting niet onmid-
dellijk of middeljk afhankelijk mag zijn van het inko-
meli of van een deel van het inkomen. Het gaat – te-
recht – om den uiterlijken staat welke door den woon-
forens zelf wordt bepaald, zooals huurwaarde der
woning en den duur van het verblijf.
De wijzigingen, thans voorgedragen zijn stellig
nuttig en verdedigbaar. Maar de consequentie is, dat
de regeling in haar geheel voor de groote werk-.f o-

28
September
1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

857

rensen nog onbillijker is geworden. Financieel be-

lang immers hebbende werk-gemeenten in de allereérste
plaats bij de belasting van de groote werk-forensen,

die in hun gemeente de beschikking hebben over eene

vaste inrichting tot persoonlijke uitoefening van eene

betrekking, een beroep of bedrijf of er op meer dan

90 dagen aanwezig zijn tot uitoefening van eene be-

trekking, een beroep of bedrijf in een vaste inrichting.
En deze groote werk-forensen blijven – ten behoeve

der financiën van Amsterdam en Rotterdam enandere

werk-centra – als van ouds zwaar belast. Toch

zullen ook deze groote werk-gemeenten een veer

moeten laten zitten, want de handelaar uit de buurt
die op de beurs te Rotterdam en te Amsterdam zijn

zaken komt doen en daar den geheelen dag werk-

zaam is, zijn relaties spreekt, zijn verdiensten maakt,
is . . . plotseling vrij. Waarom eigenlijk? Hij is een.
typische werk-forens, al beschikt
hij
niet over een
vaste inrichting. De grens van het rechtvaardige zal
hier echter wel nooit worden gevonden, zoolang het
Rijk aan de groote gemeenten het aequivalent ont-

houdt, dat aan die gemeenten toekomt voor de diensten

welke zij aan het Rijk bewijzen. Is dit punt beter ge-
regeld – en het is het kernpunt van de financieele
verhouding van
Rijk
en gemeente dan kan de ge-
heele inkornst uit de forensenbelasting, die zeer on-
rechtvaardig werkt en uit den
tijd
raakt, vervallen.
Ik hoop het voor de groote werk-forensen en ik hoop
het voor een juiste financieele verhouding van het
Rijk met de groote werk-gemeenten in het bijzonder.

C. W. DE VRIES.

DE WISSELNOVELLE.

l3ij de wet van 5 Juni 1925 S. 224 is een niet

onbelangrijke wijziging van ons wisselrecht tot stand
gekomen, Bij de schriftelijke behandeling daarvan
is de vraag gedaan of niet tal van andere onder-
werpen uit het wisselrecht, waarvan de regeling on-
bevredigend is, eveneens voor een
wijziging
in aan-
merking behoorden te komen. Genoemd werden de
voorschriften over de fondsbezorging, de wisselexem-
plaren, den herwissel, den vermisten wissel en het regres bij niet-betaling. Minister Heemskerk heeft

daarop geantwoord, dat hij daaraan aandacht zou
geven en aan de Staatscommissie voor de Burgerlijke
Wetgeving, de z.g. Oommissie Limburg is de vraag

voorgelegd of deze en nog andere onderwerpen uit
het wisselrecht herziening behoeven. De commissie

heeft een voorstel gedaan, hetwelk ten grondslag ligt aan een onlangs ingediend wetsontwerp, waarbij op-
nieuw eenige wijzigingen in het wisselrecht worden
voorgesteld.
Heel belangrijk zijn
de
wijzigingen niet, maar
eenige onjuistheden en onduidelijkheden zullen daar-
mede worden weg genomen. Van de bovengenoemde on-
derwerpen heeft de commissie en met haar de Minis-
ter gemeend dat de bepalingen betreffende de fonds-
bezorging en het regres bij non-betaling geen ver-
andering behoeven. Wat de foudsbezorging betreft,
kan ik mij daarmede geheel vereenigen, maar ik be-

treur het, dat deze gelegenheid niet is gebruikt om
eenige verandering te brengen in de strenge en
naar
mijn
meening niet voldoende gemotiveerde be-
palingen betreffende het protest. Het te niet gaan
van alle verhaalsreclat op de endossanten, indien het
protest niet tijdig, d.i. op den dag na den vervaldag is uitgebracht, mist redelijken grond. De mogelijke
aanteekening op den wissel in de plaats van het protest,
bij de vorige herziening ingevoerd, geeft niet voldoende
verbetering, daar voor deze aanteekening de medewer-
king van den schuldenaar noodig is en ook overigens
in de praktijk het protest nog veelal gebruikt wordt.
Door den
termijn
van het protest een ige dagen langer te stellen, zou het doel, dat met protest beoogd wordt,

evenzoo bereikt worden en zouden de thans bestaande
bezwaren worden weggenomen. In verschillende buiten-
landsche wetgevingen is dit ook zoo geregeld.

De thans voorgestelde herziening betreft behalve

een ige redactiewijzigingen een vijftal onderwerpen,
welke met elkander geen verband houden en welke

ik daarom in de volgorde, waarin zij in de wet voor-
komen, zal behandelen. De wijzigingen betreffen de

wisselexemplareij, den zichtwissel, de omzetting van

de verplichting tot borgstelling, waar dit vereischt
wordt, in die tot zekerheidstelling, den vermisten
wissel en den koers
bij
den herwissel.

In de regeling der wisselexemplaren was
een kleine tegenstrijdigheid. Art. 104 bepaalt, dat

de wissel in drie exemplaren moet worden geleverd,
in prima, secunda en tertia en dat
zij
alle voor éen
en éen voor alle gelden. Elk exemplaar is dus een
wisiel en vertegenwoordigt de anderen. Art. 160

echter bepaalt, dat ook op de secunda en tertia kan
worden betaald, wanneer de wisselexemplaren de

zgn. clausula cassatoria bevatten, dat de betaling van
een exemplaar de anderen te niet doet. Ontbreekt

dus deze clausule, dan is slechts de prima de eigen-

lijke wissel en kan op de secunda en tertia in het
algemeen niet betaald worden.

De wijziging strekt nu om art, 100 te doen ver-
vallen, terwijl art. 104 wordt aangevuld met de be-
paling, dat de wisselexemplaren genummerd moeten
zijn en dat op elk vermeld moet worden, hoevele

exemplaren zijn uitgegeven. Dan zullen dus werkelijk

de exemplaren alle voor een en een voor alle gelden
en zal ook op de secunda en tertia kunnen worden be-
taald. Men moet hierbij in het oog houden, dat de
art,t. 161 en 162 ongewijzigd zijn gebleven, welke de
gevallen regelen, dat meerdere exemplaren zijn ge-
accepteerd of dat een exemplaar is geaccepteerd maar
een ander is betaald. Indien in die gevallen de ver-

schillende exemplaren in handen van verschillende
houders te goeden trouw zijn, kan de schuldenaar
verplicht zijn het wisselbedrag meerdere malen te
betalen.

Van meer belang is een aanvulling van art. 116,
waarin een bevredigende regeling wordt gegeven voor

een bijzonder soort zichtwissel, waarvoor thans de rechtspraak beslissingen pleegt te geven, welke tot
ongerijmdheden kunnen leiden.

Art. 116 regelt de termijnen voor den zicht en nazicht-
wissel, welke voor binnenlandsche wissels is gesteld

op drie maanden Dit wil zeggen: een wissel op zicht
getrokken is betaalbaar, wanneer de betaling gevraagd
wordt, maar deze betaling moet binnen drie maanden

na de uitgifte gevraagd worden; en wat betreft den
nazicht wissel, bv. een wissel twee maanden na zicht

getrokken, is betaalbaar twee maanden, nadat deze
is geaccepteerd of
bij
weigering van acceptatie is
geprotesteerd van non-acceptatie. De termijn voor
het aanbieden ter acceptatie is drie maanden, te
rekenen vanaf de uitgifte van den wissel. De verval-
termijn kan dus wisselen van twee tot vijf maanden
na de uitgifte.

Nu komt ook voor een andere formuleering van
een zichtwissel en hiervoor heeft de rechtspraak geen
bevredigende oplossing gegeven.

Wissels worden uitgegeven met de aanwijzing van

den vervaltijd op deze wijze: ,,betaalbaar na twee
maanden of ten allen tijde na dien” of ,,betaalbaar op 1 November of daarna”. Men begrijpt dat deze

clausule niet letterlijk mag worden uitgelegd, zoodat
aan. den betalingstermijn geen grens zou

worden
gesteld. Men heeft dezen wissel terecht beschouwd
als een zichtwissel, waaropde termijn van drie maanden
toepasselijk is. De moeilijkheid was echter vast te
stellen van welk tijdstip de drie maanden beginnen
te loopen.

De schrijvers laten dezen termijn aanvangen op het

in den wisel genoemde oogeublik, waarop de betaling
kan gevraagd worden en zij beperken dan dus den
tijd daarna.tot drie maanden. Evenals hij de andere
zichtwissels is er dan een speling van dezen termijn,

858

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 September 1927

waarbinnen de houder de betaling kan vragen en aan
de clausule wordt een rationeele beteekenis gegeven

in het kader van de wisselvoorschriften.

De rechtspraak ziet in dezen wissel een gewdnen

zichtwissel, waarbij echter de termijn, waarbinnen

betaling gevraagd kan worden, beperkt is. De termijn

van drie maanden vangt aan bij de uitgifte van den

wissel, maar de betaling kan eerst gevorderd worden
op en na den gestelden datum. In de beide voor-t’

beelden dus in het eerste geval gedurende de derde

maand na de uitgifte en in het tweede geval tusschen 1 November en den dag, die drie maanden na de uit-

gifte ligt.
Znderling wordt echter de toestand, wanneer op

den in den wissel genoemden datum dewissel reeds meer-

dan drie maanden oud is; dan is de
termijn
reeds,

verloopen, vöôr deze is aangevangen en is er geen

vervaldag. Dit is natuurlijk geheel in strijd met de

bedoeling van hen, die den wissel hebben uitgegeven

en verhandeld hebben. Maar ook wanneer zich dit

geval niet voordoet, wordt zonder noodzaak de ter-

mijn voor zichtwissels verkort.
.1
1
,
1
11

Bij de voorstellen wordt dan ook de oplossing aan-,

deze kwestie gegeven in den zin, welke reeds in de

literatuur werd voorgestaan. Aan art. 116 wordt
een
r

nieuw lid toegevoegd, waarin bepaald wordt, datr
wanneer een wissel wordt getrokken, betaalbaar op

zicht na een zekeren tijd, de
termijnen
op dat oogenblik

beginnen te loopen. Men kan een dergelij ken wissel-

een omgekeerden nazichtwissel noemen welke hetzelfde

resultaat heeft: betaalbaar twee maanden na zicht

of betaalbaar na twee maanden of ten allen tijde
daarna, geeft dan hetzelfde gevolg. In beide gevallen

ligt de vervaltijd van den wissel tusschen twee en

vijf maanden na den dag van uitgifte. Door deze

aanvulling wordt een werkelijke verbetering aange-

bracht.

In vele gevallen eischt de wet het stellen van
een borg. Indien de betrokkene weigert den wissel

te accepteeren, heeft de houder het recht van de
endôssanten of den trekker het stellen van een borg

te vorderen, evenzoo wanneer de acceptant voor den

vervaldag failleert. Een houder van een wissel,-
aan wien deze echter niet is geëndosseerd, maar die

schriftelijk kan
bewijzen,
dat de wissel hem door

den laatsten geëndosseerde ter invordering is toe-
gezonden, kan de betaling vorderen mits borgtocht
stellende. Ook wanneer de betaling van een ver-
misten wissel gevraagd wordt; is het stellen van een

borg vereischt.

In al deze gevallen wordt alleen gesproken van
een borg en niet van andere zekerhid. Al zal art.

1867 B.W. ook gelden, dat bepaalt dat, indien een schuldenaar, die een borg moet stellen, daarin niet

kan slagen,
hij
volstaan kan met het geven van pand

of hypotheek, zoo is er geen reden om deze zeker-

heid slechts subsidiair aan te nemen. De wijziging,
welke in al deze gevallen de borgstelling door het
stellen van zekerheid vervangt, beoogt om aan hem,

die daartoe verplicht is, een ruimer keuze te geven.

De bepalingen betreffende een vermisten wissel
worden evenzoo aan een herziening onderworpen,

behoudens hetgeen hierover reeds is vermeld ten

aanzien der borgstelling. In het algemeen kan men geen betaling van een wissel
verkrijgen
dan tegen

overgif te van den wissel. Indien deze echter vermist
is, laat de wet toe, dat men de betaling kan vorde-

ren, mits men voldoende
zijn
recht kan
bewijzen
en

borgstelt voor alle vrijwaring. Wanneer de betrok-

kene of acceptant echter weigert te betalen, kan
men geen protest doen opmaken, omdat men aan de
formaliteiten van het protest niet kan voldoen: een’
woordelijke vermelding van hetgeen de wissel inhoudt
zal in de meeste gevallen van een vermisten wissel
niet zijn te geven, waardoor verschillende verhaals-

rechten verloren gaan.

Thans wordt voorgesteld dat in het protest van

non-betaling van een vermisten wissel de woordelijke

vermelding van den inhoud van den wissel kan ver-
vangen worden door een zoo nauwkeurig mogelijke

omschrijving van dien inhoud. Men zal dus van een

vermisten wissel ook protest kunnen doen opmaken

en men zou dan ook de gewonen verhaalsrechten

kunnen hebben. Deze worden aan den houder echter

uitsluitend toegekend tegen den trekker en niet tegen
de endossanten. Dit verschil komt
mij
niet voldoende

gemotiveerd voor. De houder zal natuurlijk behoor-

lijk de vermissing én
zijn
rechten uit den wissel

moeten aantoonen; hij zal zekerheid moeten stellen,

waarom hem dan niet alle rechten toegekend?

Tenslotte worden de bepaflingen betreffende den

koers van den herwjssel herzien. Een wisselcrediteur

kan zijn regresrecht op
zijn
voorgangers uitoefenen
door op hen een herwissel te tiekken van het wissel-

bedrag plus rente en kosteu.

De houder zou het wisselbedrag hebben moeten

,ontvarien ter plaatse, waar de wissel betaalbaar was. Indien nu een wisselkoers bestaat tusschen die plaats

en de plaats, waarop de herwissel wordt getrokken,

zal de herwissel naar dien wisselkoers moeten worden getrokken, wil de houder hetzelfde bedrag ontvangen,

‘dat hij anders zou hebben ontvangen. Vandaar dat

wordt voorgesteld, dat
bij
non-betaling van den wissel

door den betrokkene de herwissel, getrokken door den

laatsten houder, geregeld zal worden naar den wissel-

koers van de plaats, waar de wissel had moeten wor-

den betaald op de woonplaats van hem, op wien de
herwissel wordt getrokken. –

Indien een endossant een herwissel zal trekken, zal

hij eerst zelf
zijn
aangesproken. Het bedrag dat hij

betaald heeft, zal hij nu terugvorderen en
bij
verschil

van wisselkoers zal dus
zijn
herwissel getrokken

moeten -worden naar den wisselkoers tusschen zijn

woonplaats en die waar de herwissel betaald moet
worden. Aldus wordt ook voorgesteld.

De bestaande regeling is zoo, dat in de meeste
gevallen geen enkel logisch verband bestaat tusschen

den wisselkoers voor den herwissel en de bepaalde
verhoudingen, zoodat niet verkregen wordt, wat juist

bereikt moet worden, dat
hij,
die verhaal zoekt, het

juiste bedrag, waarop hij recht heeft, niet meer en

niet minder, verkrjgt.

Hiermede kan ik van deze voorstellen afstappen,
welke uit hun aard na de groote
wijziging
van eenige

jaren geleden, slechts minder belajigrjke veranderin-
gen brengen, maar welke verandefingen in het alge-

meen zeker als verbeteringen mogen worden aange-
merkt; zoodat de spoedige tot standkoming van deze
novelle mag worden verwacht en gewenscht.

Risnius.

DE WERELD-VERKEERSCONFERENTIE EN WAT ZIJ

IN HAAR DERDE ZITTING VOLBRACHT.

In de groote ‘drukte -van de opening van A’ssemble
en Oonseil, zooal-s te Genève de samen-kom-st van den
Volkenbond in algemeene zitting en van haren raad
respectievelijk in de wandeling genoemd worden, is

het zooveel zwakkere geluid van de Derde Verkeers-

conferentie in de laatste dagen van haar bestaan wel

•eenigszins overstemd, maar desni-etteniin toch sloot
de laatste plenair-e vergadering, welke den 2.den Sep-tember ji. onder den sympathieken Oubaaneehen voo-

zitter Aguero y Bethancourt -gehouden werd, een be-
langrijke dagtaak af in het leven van den Volkenbonci,

waarmede der permanente commise van haar ver-
-keersorganisatie weer stof en gelegenheid werd ver-

stiekt voor vier jaar werk.
Alvorens tot een bekn-opt overzieht van het in -deze
samenkomst verrichte over te gaan, zullen wij’ hier

eerst de namen memoreeren van onze l’andgen’ooten,
-die aan de conferentie ‘deelnamen en daarin -ontegen-
eggeIijk een ‘belangrijk aandeel – en eenige -stooten in

28 Septembet’ 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

859

‘goede richtinig – hebben bijgedragen. Aan ‘het hoodd

van de Nederlandsche delegatie stond Prof. Jhr. Mr.
Dr. W. J. M. van Eysinga, met de hoeren J. F. Boer

en W. A. van Raveste.n respectievelijk als mede-ge-

‘delegeerde en Secretaris. Verder bevonden zich onder
de gedelegeerden van do zijde der internationale za-

ken-corporaties, ‘de heeren M. E. Heidring, Directeur

der Maatschappij ,,Nederland”, later vervangen door
den heer J. van Ha’sselt, als vertegenwoordigers van

cle Internationale Scheepvaartconferenti.e, Jhr. van

den Berg van Heemstede, die den Internationalen

Luchitver’keersbond, en de heer F. Brussel, die de
Christelijke Vereeniging van Transportarbeider’s ver-
tegenwoordigde. Aan de zijde van het vaste personeel

van den V’olkenbond in de V’eikeerssectie, namen de
heer Ir. J. Romeyn cii Mejuffrouw Mr. A. Roose’n-
burg een werkzaam, en ‘voor hun gedelegeerde land-
gonooten begrijpelijierwijs zeer behulpzaam aandeel.

De verkee’rsorganisatie van ‘den Volken’bond steunt,

zooals wij weten, op een bepaling van het P’act, waar-

bij het tot een der doorloopende verplichtingen van
den Bond werd gemaakt, om te waken voor •de vrij-
heid van het onderlinge en doorgaande verkeer onder

de volkeren. De wijze waarop deze verplichting uitge-
voerd zou wordeii, is in 1921 op de eerste verke’ers-

conferentie te Barcelona vastgesteld, en sindsdien
had er nog een conferentie ‘te Genève in 1923 plaats,

welke nu door ‘deze gevolgd is. Hierna zal telkens
om ‘do vier jaar zoo’n conferentie samenkomen, ver-
moedelijk te Genève.

Op zoon algemeene conferentie wordt deelgenomen

door delegaties van alle staten, welke lid zijn van den

Volkenhond en van de niet-toegetreden staten, die
door het Volkenbon:d’ssecretariaat worden uitgerïoo-
digd om eveneens delegaties te zenden, zoomede van

een aantal internationale unies of corporaties, die
met het wereidverkeer in betrekking staan.

Op de juist afgeloopen conferentie werd aldus
deelgenomen door 34 tot den Volkenbond toegetreden
staten, 4 niet-toegetreden staten en 14 internationale
verkeerscorporaties, namelijk: rio Int. Kamer van

Koophandel, de Int.’ Scheepvaart- of Reedersconfe-
rentie, de Int. Spoorwegunie, ‘de Int. Spoorweg-

transportu’nie, de Int. Commissies respectievelijk van
Rijn, Elbe en O’der, ‘drie Int. Commissies in verband
met de luchtvaart, de Int. Federatie van Transport-

arbeiders, het Int. Arbeidsbureau, ‘de Unie van Chris-
telijke Trantsportarbeiders, en ‘de Int. Unie van

.Radiop’honie. Verder waren er nog eenige individu-
ccle ‘deelnemers al’s experts, aangewezen ‘door de hier-

onder nader te noemen blijvende verkeerscommissie.
Daar het natuurlijk onmogelijk is om ‘de loopende
zaken ‘door een vierjaarlijksch ‘algemeen congres te
doen behandelen, is dit werk opgedragen aan een
commissie, ‘die officieel gehandicapt is met den

langen en niet zeer juist teekenenden naam van ,,Com-
‘mission consultative et technique des Communications
et ‘du Transit” en die wij hier ‘gemakshalve maar zul-
len aanduiden al’s ‘de ,,’blijven’de commissie”. In ‘deze
commissie hebben permanent zitting de afgevaardig-

deti van ‘de , landen, welke vaiste zetels in ‘den Volken-
‘bondsraad hebben (een voortplanting dus van des
Voiken’bond’g’ ‘moedervlek of erfzon;de, waarvan do
noodzaak in de verkeersorganiisa’tie niet zoo duidelijk
is) en verder afgevaardigden van een aantal uit de
minder ‘begunstigde naties, door onderlinge verkie-

zing aangewezen ‘met dien verstande, ‘dat het totale
aantal leden van de ‘blijvende commissie niet meer
mag bedragen dan eenderde van het aantal leden van
den Voikenbond. Deze temporaire leden, waarvan er
than’s 13 zijn, treden periodiek af, en ‘hun gedeelte-lijke ‘vervanging is dan ‘ook een der vaste nummers
op de agenda ‘der ‘algemeene conferentie.
Een andere vaste ‘taak van ‘de conferentie is om

het verslag van ‘de blijvende commissie over het afge-
loopen ‘vierjarig tijdperk in ontvangst ‘te nemen en te bespreken. Zoon ‘bespreking geeft ‘dan aanleiding tot

cle meest uiteenloopende beschouwingen, met menigen
greep tot in de kleinste detail’s, ‘hetgeen zoon vcrga-
•dering een eigen’aardig verward karakter verleent. De

‘diveise afgevaardigden ‘krijgen er echter gelegenheid
“door ‘om, in ‘direct verband met ‘hetgeen aan ‘de ord,e

is, ‘hen grieven of verlangens in de meest uiteenloo-

pende zaken ‘kenbaar te maken. Dit leidt ‘dan tot for-
mede
moties,
waarvan er op deze afgeloopen confe-
rentie drie zijn ingediend en terdege behandeld. Zij
zijn nl.:

,,De Hongaarsche Motie,
‘die men de ,,academi-
sche prijsvraag” van ‘de conferentie zou ‘kunnen noe-
men. In haar ‘origi’neelen vorm werd hier
onderstsld
een geval ‘van algemeene werkstaking in een land

(‘met een groot aantal niet ‘gedoemde neven-onder-

stellingen, zooal’s, ‘dat er geen solirlaire stakingen op
de parallelle ‘of alternatieve verkeerswegen te duchten
zijn, dat de ‘staking lang ‘genoeg zal ‘duren om bij-

zondere verlegging van het verkeer te wetitigen, enz.)
en ‘dan als probleem ter
vooraf gaart.dd
bestudeering
aan het blijvend comité opgegeven: ‘het vinden van de

alternatieve wegen waarlangs handel ‘en verkeer zoo’n
,,gat” in ‘de verkeei’skaart van de wereld –
waar dit
zich ook moge voordoen –
zouden ‘kunnen omzeilen!
Door onnen ‘gedelegeerde, Prof. van Eysinga, eerst
in ietwat rationeeleren vorm gebracht (vei’breeding

‘van ‘de stakin gs’hypothese tot , ,ern stige belemmeringen
van algemeenen ‘aard”) en verder ook nog door ande-
ren in haar voordeel geamendeerd, werd echter t’en

slotte ‘toch een ‘motie aangenomen waarmede der corn-
‘missie feitelijk eelt probleem ter ‘oplossing was ge-

‘steld, ‘die veel ‘doet ‘denken aan – en ook niet veel
gemakkelijker te ‘behandelen zal zijn ‘dan – het oude
vraagstuk:

1f
‘all the earth were Stilton cheese,
And
if
th’e sea were ink,
And
if
the ‘brooks were running
What ‘should we do for
drink!

De
Letlan,dsche Motie
berust op tastbaarder
‘gronden, ni.
bestaande
belemmeringen in hot vitale
verkeer van een lan’d, waaromtrent de Letlandsche ge-

delegeerde ‘duidelijke klachten uitte, vooral in zijn
eerste rede op 24 Augustun’. Het gaat namelijk om de

‘spoorwegverbinding van ‘de eens zoo bloeiende –
thans kwijnen’de – ‘haven Libau met haar hinterland Rusland, de Ukraine, ‘tot ‘de Zwarte Zee, welke lijn,

naar het schijnt, vrijwel geco’upeerd wordt door belem-
merende reglementeering van Polen. Zich beroepende
op de fundamentecle principes voor zoo’n geval door
‘en Volkenbond verkondigd, wilde Letiand hierop

de attentie vestigen zonder Polen nog bij naam te

noemen. Maar ‘dit is niet gelukt. Polen hield zich van
‘den ‘domme door zonder eenige reserveering de Let-
laudsc’he motie te steunen, en liet Frankrijk het zaakje

opknappen. Dit zorgde met eenige handige amende-
menten voor hot trekken van de tanden, en zon pas-
se’ercl’e de motie in een vorm, die nïe’t veel minder
i’deëel en hypot’hetisch is dan de Hongaarsche, al. dat

de bi ij ven de commissie alle verkeersbelemmerju gen,
waa:r ‘die zich ook mogen voordoen, aan een serieus on-
derzoek (examen approfon’di) zou onderwerpen. ,,Exa-

‘men” of ,,Etude approfon:di” i’s namelijk het confe-
ren’tieeie equivalent voor ,,met St. Juttenii’s”. Zoo ver-
gaat het den te timide kleintjes in den Volkeribonci.

De
Motie-Helcl’ring
eindelijk berust op ‘duidelijk
genoemde feiten,
ni. ‘den onru’st’haren’den achterstand
in ‘de ratificatie, door de betrokken stat
en
, van diverse
belangrijke conventies op het gebied van ‘internatio-

naal verkeer. Door de bijgebrachte ‘amendementen eer
versterkt dan verzwakt, is ‘deze motie in het aanzijn
golcomen om ‘den Volken’bon’dsraad (de twee andere
1noties richtten zich slechts tot de verkeerscommis-
sie) te herinneren aan het cardinale belang van zulke
ratificatie, en aan zijn plicht om er ‘met bekwamen
ijver op aan te dringen, en aan te
blijven
dringen, bij
de nalatige m’ogenclheden als een verplichting zonder

860

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 September. 1927

welke de geheele Volken-bonclsbemoeiing in loopende

internationale zaken weldra tot een farce gerechiceerd

zou worden. Aldus van de zijde der internationale za-

kencorporaties het, eerste’ klinkende woord op j-deze

conferentie.
:Dat zulk aandringen op ratificatie geen ijdel werk

is, blijkt telkens, weer uit -de haast waarmede diverse landen zich excislpeeren (Nederland kon ‘dit gelukkig

met goede feiten en toezeggingch doen) telkens wan

neer de ratificatie-ac’hterstand in conferentie of

raadszitting ter sprake komt.
4
De opname in ‘de verkee’r-sconferentie van de groote

internationale zaken-lichamen of unies, die voor het

eerst bij ‘de verke’ers-conferentie van’ 1923 plaats vond

en ‘dit jaar nog iets werd ui’tgebreid, ‘is van groote be-

teekenis. Telkens werden wij

er weer aan herinnerd

hoe van beide zijden – officieel zoowel als zakelijk

deze samenwerking op prijs wordt gesteld. Maar met

al ‘de harmonie’ en ‘goede worden er aan gewijd, was
het toch duidelijk, dat de zakenmenschen het volgende

wilden zeggen, ni.: ,,Wij hechten ‘de hoogste waarde

aan onze samenwerking en de gelegenheid die
gij
o,n

geef’t om in nau’we.voeling te blijven met uwe -offici
1
0

eele organisaties, – maar vergeet niet dat waar ‘het

op technische details aankomt,
wij
het ‘best gekwalifi

ceerd zijn ‘daarover te spreken. Vei’snippert dus ‘uwe

krachten niet teveel door op dit. – ons – gebied te

treden, maar houdt u voornamelijk bezig met ratifi$

-catie, codificatie en
dergelijke
officieele bemoei’ingen,

zon’der welke niet alleen al onze conventies’ vruchte

loos zouden zijn, imaar ook de Volken’bon.d in een

zijner hoogste plichten te ‘kort zou schieten” ….Deze

boodschap is, naar – ik meen, goed verstaan, ook in

haar welluidende vermomming.
De verdere taak van -de conferentie om

vatte drie

onderwerpen, ieder door een commissie uit- de confe
rentie behandeld en uitgewrkt. Deze -commissies heb
ben nioeizaam werk gehad, vooral ‘de ‘tweede, -die -de

kwestie van paspoorten voor nationaliteit-boze per-

sonen te behandeleii kreeg. Er ontstonden, spannende
situaties, hoofdzakelijk ‘door de houding van Italië,
‘die in een ‘kort overzicht moeilijk te omschrijven zijn.
Ten -slotte kwam men echter tot een vergelijk, waarbij

het principe van ‘de toekenning van een uniform

identiteitsbewijs aan diverse categorieën van uitgewe-

kenen e.a. erkend, doch -daarbij veel -aan de -opvatting

der betrokken autoriteiten overgelaten werd. Een
stapje ‘dus ,in de richting w-aarin ide confe±ent,ie, op

advies van

het permanente volken’bondssecretariaat,
het heen ‘leiden wilde.
In een andere com-inisiie werden de statuten en
het huishoudelijk reglement van -de blijvende com-
missie behandeld, welk werk tot een voor de conferen:

-tie bevredigend einde werd gebracht. –
De ‘derde commissie-taak was om in behandeling
te nemen het voorstel betreffende de ‘methodische

ihzameling en het -beschikh’ar houden van alle ge-
gevens en -inlichtingen, – welke ihet wereldv’erkeer aan-

gaan. Als men na-gaat, dat -dit slaat op elk soort van

ver-keer, – te land
i
te water en door de lucht, –

in

alle landen ‘der wereld, dat deze gegevens ‘elk ‘denk-
baar veld moeten bestrijken, – technisch, administra-

tief, wetgeven’d, juridisch, financieel, economisch,
-statistisch, enz. enz., – waarin iets gevonden kafl.

worden, ‘dat het wereldverkeer in -al zijn vormen en
uitingen -raakt, en “dat al deze gegevens so’us ergat

-dan nutteloos zijn als zij niet absoluut v.p
to ‘date

blij-ven, — ‘dan kan men zich een voorstelling maken
vani wat zooiets- in ‘dpzet, administratie en ‘kosten -met

zich mede moet brengen.

Geen wonder ‘dus, ‘dat er in de commissie stemmen
opgingen om het
-werkelijke
nut van zoon instelling

in verband met den -ontzettenden -omvang van het
werk in twijfel te trekken, althans op ernatige over-

weging van ‘dit aspect van ‘de zaak aan te dringen.
Vberal ‘de Enigelscherm, -gesteund ‘door den Zwitser-
‘schen afgevaardigde, ‘stonden dozen, meer nuchtereri

kijk op het vraagstuk voor, «doch zij”hebben moeten

zwichten voor de an’dere
zijde,
die, – ateunen’de op

overwegingen van nut, tijdsbesparing, gemak, ja zelf’s

-cid abs’eiute noodzaak van zoo’n centraal -informatie-

bureau voor ‘de verkeerscom-mi’s-sies -en allen die zich
met verkeersvraa-gstukken ‘bezig houden, – meen-den,

dat -men niet voor ev-entueele praktische moeilijkheden
terug ‘mocht deinzen, doch het aan ‘de toekomst kon

overlaten om daarvoor de juiste -oplossingen aan

te
geven, c.q. waar noodig ‘door beperking van het veld.

De moties hieromtrent iverden dan -ook in, ‘de p1e-

cairo conferentie aangeflomen, nadat veoral ook de

Amerikanen – wereld-experts, nietwaar, -op het- ge–

‘bied van in’dexificatie van alles wat men zich heden-

ken ‘ktn – het gewicht van hun enthousiasme in de

‘schaal ‘hadden geworpen.

Met ‘de- verkiezing van ‘d’e nieuwe blijvende èom-

-missie – waarin Nederland weer een zetel mocht

verkrijgen – eindigde dezé conferentie, die, ‘zee zij

al niet, veel nieuws ,in aanzij’n ‘heeft -gebracht, toch
veel ‘heeft -gedaan om ‘de bestaande instellingen vas-

terat vorm, het werk een -duidelijker omlijning, en den
Volken-bond een

niet te versmaden stoot in de goede
richting te geven.
THos.
T. H. ‘FERGUSoN.

Genève, September 1921.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE FINANCIEELE POLITIEK VAN ENGELAND.

De heer F. W. Forge te Londen schrijft ons:

Indien voor -behandeling van de Engelsche finan-

cieele – politiek eenige verontsciuldiging noodig mocht

zijn, is deze te vinden in het feit, dat Londen nog

steeds het voornaamste centrum voor het vereffenen
van internationale betalingen is en, in normale om-standigheden, het grootste gedeelte van de wereld-

voorziening van goud levert.’ Onder andere hierdoor was Engeland het eerste van de Europeesche oorlog-

voerende landen, dat den gouden standaard weer aan-
nam en zoo een terugkeer tot algemeene muntstabiliteit
inwijdde. Stap voor stap zijn al de noodzakelijke
attributen van een volledigen gouden standaard hier

aangenomen, voor zoover
zij
betrekking hebben op de
handhaving van den buitenlandschen wisselkoers van de

munt. Tengevolge van de uitgebreidheid van de vlot-
tende schuld en het feit, dat de omloop van currency
notes kan wisselen zonder overeenkomstige verande-
ringen in den goudvoorraad, wijkt echter het beheer
van den standaard aanzienlijk af van de vooroorlogsche
methode.

Over het algemeen is het land zeer ingenomen met
den terugkeer naar het goud, maar men kan niet
ontkennen, dat er op het oogenblik een beweging be-
staat, voor verslapping van de nauwkekrige regels,
die de Bank of England nog steeds volgt, niet het
oog op een overvloediger credietverschaffing aan de
industrie en in de hoop de dalende tendens der prijzen
tegen te houden. Deze overwegingen zijn thans bij-‘
zonder dringend, nu een groot gedeelte van de nieuwe
goudvoorziening naar Buenos Aires gaat in plaats

van naar Londen en nu, met dezelfde. bestemming,
belangrijke

bedragen aan de reserve van de Bank of
England zijn onttrokken. Als er eenige zekerheid
was, dat de beweging
tijdelijk
zou zijn, zou er misschien-
weinig belangstelling voor zijn opgewekt, maar volgens
de meening van verschillende autoriteiten zal
zij
waar-
schijnlijk langer duren. Inderdaad wordt een algemeene,
voortgezette daling, van het wereldprijsniveau voorzien.
In deze omstandigheden wekt het geen verbazing, dat er steeds meer voorstanders komen van een krachtige
aëtie, om deze ontwikkeling, die als zeer ongewenscht
wordt beschouwd, af te wenden.
Het is -in Engeland en in andere landen gebrui-
kelijk geweest den gouden standaard te stellen tegen-
over ,,Managed currency” stelsels en deze tegenstelling
is tot op zekere hoogte gerechtvaardigd. Tegelijker-
tijd is het duidelijk, dat tea alle
tijde
en zelfs binnen

28 September 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

de strenge regels, die de Bank of England aanwendt,

de beslissing, wat gedaan moest worden, ten slotte
bij de Court berustte. Als de verschillen tusschen de
diverse openstaande moeilijkheden gering waren, kwam
dit omdat er nergens een belangrijk teveel of tekort

aan goud was. Men kan zeggen, dat het theoretisch

mogelijk ware geweest de goudvoorraden van de banken

en van het publiek samen te brengen in de centrale
bankreserve, maar feitelijk was zelfs het uitbreken
van een wereldoorlog onvoldoende om dit te bewerk-

stelligen. Tegenwoordig is de toestand echter geheel

anders, aangezien de goudvoorraad zeer slecht ver-

deeld is. De goudvoorraad van de Vereenigde Staten
is veel grooter dan de werkelijke behoefte, terwijl

vele landen gedwongen zijn om een goudwissel-stan-
daard aan te nemen, ten gevolge van het verlies

van hare reserves en de moeilijkheid om goud te
verkrijgen, tenzij met verlies. Wanneer de aanbeve-
lingen van de conferentie van Genua betreffende de
algemeene aanvaarding van den goudwissel-standaard,

in plaats van den gouden standaard, aannemelijk wa-
ren gebleken, zou een evenwichtstoestand gemakke-

lijker verkregen zijn, daar het goedkooper is om goud

te
verkrijgen
door ,,earmarking” dan door over-

dracht in baar. Het is echter duidelijk, dat politieke
en nationalistische overwegingen vele landen niet

zullen toestaan het te stellen buiten werkelijke bin-
nenlandsche goudvoorraden, nu zij voldoende onaf-
hankelijk van Londen en New York zijn geworden
om hun eigen neigingen te volgen. In deze omstan-
digheden zal het tekort in deze landen uit Londen
vereffend worden, zoodra de dollarkoers van het
pond sterling beneden het gouduitvoerpunt daalt en
niets wordt gedaan om het evenwicht te herstellen.

Maar geheel afgezien van de ifadeelen van een

ongelijke verdeeling zelf, blijft het feit bestaan, dat
de Vereenigde Staten een groote, improductieve hoe-

veelheid goud vasthouden. Dit vernietigt één van de
grondbeginselen, welke aan den gouden standaard
ten grondslag liggen. In- of uitvoer van goud heeft
in dat land geen noodzakelijke werking op den stand

van het crediet of het prijsniveau. Of het die heeft,
hangt geheel af van de handelwijze van de autori-
teiten van de Reserve Bank en de grenzen waarbin-

nen
zij
kunnen handelen, zijn allerminst eng. De
keerzijde van de medaille is natuurlijk het feit, dat
de Federal Reserve autoriteiten inderdaad den dis-
contovoet beheerschen, zonder eenig direct verband

met de goudbewegingen. Zoodoende wordt het prijs-
niveau van Amerika, en daardoor dat van de wereld,
door hen gecontroleerd, voor zoover dit inderdaad
gecontroleerd wordt. Hetzelfde gold voor de Bank

of England vijftien jaar geleden, maar de vrijheid van handelen was zéôveel minder, dat de kwestie

slechts academisch belang had.

Den toestand nemende zooals
hij
is, hoe moet dan

de Engelsche politiek zijn?
Terwijl
in het algemeen

de belangen van Amerika, die van de geheele wereld

zijn, valt het gemakkelijk te begrijpen, dat er nood-
zakelijkerwijze op sommige punten eenige botsing
van belangen is,, en hier heeft Engeland een ver-
antwoordelijkheid, die in grootte slechts geëvenaard

wordt door
zijn
belang bij een succesvolle oplossing
van het vraagstuk. Dit wordt nog niet algemeen

beseft, maar de Midland Bank, wiens voorzitter Mr.
McKenna, steeds een actief tegenstander van de-
flatje is geweest, heeft het voorbeeld gegeven door
een gemeenschappelijk optreden van Engeland en de

Vereenigde Staten te bepleiten ter bereiking van een
bêpaald doel. Het voorstel is in algemeene termen
dat van Senator Strong, nl., •dat de centrale bank-
autoriteiten in beide landen de handhaving van een

stabiel prijsniveau boven alles moeten stellen
bij
het

bepalen van hun credietpolitiek. Het is niet duidelijk
of de Midland Bank verwacht, dat pogingen om tot
dat doel te komen zeer veel succes zullen hebben,
doch men mag redeljkerwijze veronderstellen, dat

in bekwame handen eenige goede resultaten kunnen

worden bereikt. De kwestie is
klaarblijkelijk
inter-

nationaal en, toegegeven, dat Amerika als de voor-
naamste houder van den wereld-goudvoorraad en
Engeland als de voornaamste bron van levering de

leiding moeten nemen, is het
duidelijk,
dat, hoe groo-

ter het aantal landen is, dat er aan deelneemt, hoe

grooter de kans op succes is. In één opzicht wordt

er reeds iets in deze richting gedaan door de perio-

dieke conferenties van, de Besturen der centrale

banken van eenige van de voornaamste landen,
maar dit
schijnt
lang niet voldoende te zijn. Het

valt te betwijfelen of dit een geval voor geheim-

houding is en of een
openlijke
politiek niet diensti-
ger zou
zijn.
Het zou vooral waardevol
zijn
om te

weten of de. aanbevelingen van de conferentie van

Genua prijs gegeven moeten worden. Zullen Londen
en New York voortgaan voor handhaving van den den goudwissel-standaard te pleiten of zijn
zij
be-

reid de herverdeeling van den wereld-goudvoorraad te

vergemakkelijken? Het zou het vermogen van de

moderne bankpolitiek niet te boven gaan, methodes
te bedenken om dit zonder onnoodige storing tot
stand te brengen en het is niet
duidelijk,
waarom in Amerika eenige bedenking zou
rijzen,
althans tot op
een zeker punt, aangezien het goud toch improductief
is. De Bank of England schijnt er nog de voorkeur

aan te geven het gebruik van goud elders te beperken,
terwijl zijzelf groote voorraden terughoudt en tegen
elke openlijke afwijking van het traditioneele beheer
van haar eigen zaken is. Daarbij speelt de volharding
in de stipste geheimhouding
altijd
een overheerschende
rol, maar
terwijl
dit gerechtvaardigd kan
zijn,
waar
het binnenlandsche belangen betreft, valt het te be-
twijfelen of dit zoo gemakkelijk door de geheele wereld
zal worden geduld.

Tot dusverre hebben de meest belanghebbenden in
dit land – uitgezonderd de Midiand Bank – gemop-

perd en niets gedaan, een typisch Engelsche handel-
wijze. In de Vereenigde Staten echter
zijn
twee
stroomingen in de publieke opinie aan het opkomen
ten opzichte van de macht van het Reserve Bank

stelsel en de wenschelijkheid haar werkzaamheden te
beperken. Inderdaad
schijnt
daar de heele kwestie
gevaar te loopen een vraagstuk van
partij-politiek
te

worden. Niets zou noodlottiger
zijn
dan dat, en een
werkelijk doelbewuste politiek schijnt zoowel door dit
land als door alle anderen, die eenigszins
bij
de floan-
cieele politiek betrokken zijn, geëischt te worden.

AANTEEKENINGEN.

Naar aanleiding van het artikel ,,Cijfers omtrent
het Volksinkomen in de Vereenigde Staten en

Nederland etc.”

In het nummer van’ 14 September jI. kwam in

bovenstaand artikel in een noot op pag. 815 de vol-
gende opmerking voor:
,,Met hoe donkere verven destijds geschilderd werd, blijkt
uit de geschiedenis der salarisverlagiugen van het Rijks-
personeel. Aanvankelijk was van de Regeeringstafel ver-
klaard, dat de salarisiast circa een half milliard beliep, een cijfer, dat letterlijk kant noch wal raakte, maar in-
middels een hoogst ongunstigen invloed uitoefende op de
publieke opinie. Minister Colijn berekende ten slotte den
salarislast op 210 millioen enz.”

Het genoemde getal van ca. een half milliard kwam
voor in een d.d. 20 October 1921 aan de Tweede
Kamer verzonden en door Minister de Geer getee-
kende nota. De desbetreffende zinsnede luidde als

volgt:
,,In een rapport van deskundigen is onlangs berekend,
dat, na de invoering der aanhangige pensioeuwetten, de
gezamenlijke jaarwedde- en pensioenslasten, die op Rijk, provinciën en gemeenten drukken, ‘s-jaars een kleine 500
millioen zeilen bedragen”.

Dit bedrag omvatte derhalve niet alleen de geza-
menlijke jaarwedde- en pensioenslasten van het Rijk,

862

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28
September
1927

doch tevens die van provinciën en gemeenten. De

hierboven geciteerde noot blijkt den indruk te heb-

ben gewekt, alsof dit cijfer met het door Minister

Oolijn genoemde bedrag direct vergelijkbaar zou zijn;

dit is blijkens het bovenstaande niet het geval en lag
ook niet in de bedoeling van den schrijver. Het doel

van deze aanteekening is, den onjuisten indruk, dien de

desbetreffende passage heeft gewekt, weg te nemen.

Tevens maken wij van deze gelegenheid gebruik

om een in hetzelfde artikel voorkomende vergissing
te herstellen. Men leze voor het cijfer
14
pOt., voor-
komende
op
blz.
833
(no. van 21 Sept. j.l.) in het mid-
den van de rechterkolom, 11 pOt.

MAANDCIJFERS.

GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM.

1

Augustus 1927 Âugustus 1926

Giro’s
(eenzijdige ver-
melding)

In
millioenen
1

i
Aantal limillioeneni
In
1

Aantal

Girobetalingen aan
gemeenteinstellingen
f 10.5
23.015
f
18.3
18.248
Girobetalingen aan particulieren
,, 13.7 56.137
,, 19.2 60.497
Geldomzet.
,,

4.3
6.809
4.2
6.490
,,

6.7
29.246
6.-
26.756

Ontvangsten

……..

Part, rekeninghouders
,,19 2′
30.826
2

,, 18.4′
27.858
2

Waarvan

rekeningh.
Betalingen

……..
..

welke gelden voor 1
jaar

vast

hebben
gedeponeerd …….
,,

9.1
3.348e
,,

8.4 2.871

1)
Gemiddeld saldo te goed.
2)
Einde
der maand.

PRODUOTIE DER STEENKOLEN-, BRUIN-
KOLEN- EN ZOUTMIJNEN.
(Gegevens verstrekt door deIn Hoofdingenieur der mijnen.)
1. Gezamenlijke Steenkolenmijnen.

Juli
Jan./Juli
Jan./Juli
1927 1927 1926

Prod. Steenkolen in tonnen.

794.079
5.212.200 4.761.589
77.549

147.372
Kolenslik

………………12,141
Aantal normalewerkdagen

26
175

176
II. Bruinkolenmijn ,,Carisborg”.


Juli
Jan./Juli
Jan./Juli
1927
1927
1926

Netto-productie in tonnen..

17.539

116.540,8

123.128
Aantal normale werkdagen

26

128

174

III. Zoutmijnen.
(Kon. Ned. Zoutindustrje
te
Boekelo.)

Juli
Jan/Juli
Jan./Juli
1927
1927
1926

Afgeleverd:
Geraif. zout ……..(ton)

2.889 18.443,5
17.462
Industriezout

……
(
,,
)

64
334,5
198
Afvalzout ……….
(

,)
)

197
899
589
Aantal normale werkdagen

26
177 176

Arbeiders.

Gezanien-
Bruin-
Aantal.
StekIen.
kolenmijn
Carisborg
»
Zoutmijnen
mijnen

1

Aug. 1927 …………..

9
{24:
°°2′

522

180
137

1

Aug. 1926 …………… .{2

144

..

105
1)
bovengronds. 2) ondergronds.

RESTJMË
UIT
HET MONTHLY BULLETIN
OF STATIS-TIOS
(VOLKENBOND)..
Maandgemiddelde

1

1927
1913
1
1925
1
1926
1
Jan.
1
Febr.
1
Maart
1
April
1
Mei
1
Juni
1
Juli

Productievan Engeland
1)

..24,336 20,694 10,631
steenkool

Ver. Staten ……….43,088

44,209

50,144
(1000 tons) Frankrijk 2) ……….3,338

3,921

4,285
Duitschland
8)

15,84.3 ‘11,052

12,114

Productievan Engeland ……………869

530

207
ruw ijzer

Ver. Staten ……….2,601

3,082

3,308
(1000 tons) Frankrijk
4)
…………434

708

783
België ………………207

212

283
Duitschiand
5)
………1,397

848

804

Import (voor Engeland 1000
£ 6)
54,931

97,223 93,105
binneni.

Ver. Stat. 1000 $

147,932 348,540 367,788
verbruik)

Frankrijk1000Frs.
7
) 701,778 3674,6 14 4959,560
Italië

1000 Lire
9
303,803 2183,373 2155,945
D’land

1000 M.
9)
897,474 1030,171 333,527

Export (bin- Engeland 1000
£ 6)
43,771

64,448 54,324
nenlandsche Ver. Stat. 1000 $

204,024 401,560 392,617
producten)

Frankrijk1000Frs.10 573,351 3812,911 4961,221
Italië

1000 Lire
8
209,303 1522,855 1555,883
D’land

1000 M.
9)
841,436 733,190 817,757

Inklaringen Engeland (geladen)
6)
4,089

4,626

5,348
(1000 tons) Ver. Staten
(ge!. en ballast)..

4,440

5,782

6,410
Frankrijk (geladen) 2,876

3,667

3,677
Italië (gel. en ballast)

1,560

1,440

1,485

Aantal werk- Engeland
11)
…….

loozen in 1000 Italië
12)

Duitschland
18)

Indexeijfers Ver. Staten
14) ,
van aandeel- Engel.
15
(1913 = 100)
koersen

Zweden
16)
(nom.
waarde = 100)
Zwitserland
27)
(id.)
Nederland
18)

(1921-25= 100)..
11 Voor den verkoop beschikbaar. Vanaf einde 1921 zonder Ierland.
2]
mci. bruink. Vanaf 1918
mci.
Elzas-Lotharingen. Vanaf 1920
mci.,
sedert
Jan. 1927 excl. het Saargebied.
31
Vanaf 1918 zonder Elzas-Lotharingen.
Vanaf 1920 zonder Saargebied en de Pfalz. Vanaf Juli1922 zonder Pooisch
Opper-Silezië.
41
Vanaf 1919 inclusief Elzas-Lotharingen. 51 Zonder
Luxemburg. Vanaf 1918 zonder Elzas-Lotharingen, vanaf 1922 zonder
Poolsch Opper-Silezië.
61
Vanaf
1
April 1923 niet inbegrip van den
handel vn Groot-Brittannië en Noord Ierland met den lerschen vrij-staat en uitgezonderd den buitenlandschen handel van den lerschen
vrijstaat.
71
Sedert Januari 1921 gedeclareerde waarde. 81 Sedert Januari

21,425 23,981 20,541 22,201 20,107 20,261 53,302 60,096 37,925 39,416 39,811 35,014

4,358

4,724

4,302

4,289

4,236

4,276

12,743

14,046

11,794

12,297

11,820

12,635

580

683

691

732

662

656

2,988

3,539

3,477

3,445

3,139

2,999

716

801

774

794

747

769

293

314

310

319

302

320

967

1,086

1,052

1,130

1,068

1,109

83,045 102,753 88,937 84,044 88,712 83,680
302,885 371,807 362,903 345,530 346,747 327000
19

4779,703 4414,149 4297,956 4989,497 4557,813 4068,183 1961,756 2161,638 1920,325 1829,402 1985,318 1508,586 1092,165 1085,024 1096,326 1173,269 1197,270 1277,289

52,937 62,114 52,610 63,276 55,982 56,121
364,625 398,142 404,843 382,366 348,546 343000
22

4596,657 4693,891 4254,839 4280,826 4417,129 4499,160 1340,475 1410,861 1336,300 1286,412 1430,234 1155,595
755,837 841,164 796,992 833,705 748.207 847,006

4,090

4,814

4,769

5,330

5,224

5,310

5,048
4670
1
5,054
6,014
1

6,446
7,022 3,759 3,288 3,946
4,250
4,470
4,306
1,737 1,737
1,737

1,451
1,315
1,188
1,133
1,059
1,069
225
259 228
215
216 215
586
560
421 327
262 240

155,0 157,3 160,2
164,1
168,8 168,9
197
191
192 194
200
203

144

145

145

150

153

153
185,1

197,0

197,9

198,1

199,5

189,9

94
1

101
1

105
1

104
1

103 1

102 1

102
1922 nieuwe schatting op grond der gedeclareerde waarden. 9] Vanaf
Januari 1922 in goudmarken.
10]
Met ingang van 1925 officieele waarde-
cijfers. 19] Verplichte verzekering. Sedert April 1922 excl. den lerschen
Vrijstaat.
12]
Geheel werkloos.
11
1 Leden van vakvereenigingen; geheel
werkloos. Sedert Jan. 1927 mijnwerkers inbegrepen.
04]
Wall Street
lournal: 20 gewone aand. Maandgem. in $. 151 London and Cambridge
Economie Service: 20 gew. aand.
16
1 Officieel: Industrieele en Scheep-
vaartaand.
1
71 Nationale Bank 32 industrieele aandeelen. 181 Officieel
49 gewone aandeelen. 191 Voorl. cijfer.

21,911
57,554
4,531
13,355

442
3,154 805
316
1,060

103,739
354,767 4079,092
2046,7 92
1093,272
55,422
411,640
4708,855
1177,397
798,470

5,000

4,394

1,114 263
211

175,3
201

157
193,2

28 September 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

863

STATISTISCH OVERZICHT VAN DEN ECONOMISOHEN TOESTAND VAN NEDERLAND.
(Niet met
*
gemerkte gegevens ontleend aan het Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek.)

1926
1

1927
11

Jan.fJuIi

Dec.
1

Jan.
1

Febr.
Maart
1

April
i

Mei
J

Juni
1

Juli
11

1926
1

1927

Arbeidsmarkt.
13.776
219
8346
308
7.441

349
12.651
291
13.734
535
15.267
799
15.099
706
13.082
161
79.118
3.167
85.620
3.449
Staals-
en part. mijnen.
Aantal
arbeiders
op len der maand
32.727
33.049 28.772 33.212
33.228
33.213 33.238 33.312
.
33.425
31.37112)

Bedrag der
gehouden
aanbestedingen
X t
1000 ………..
waaronder voor fabrieksbouiv
X
f
1000 ……………..

Mefaalindustrie.Aantal
meerderj. arbeiders
op 1 Jan. en 1 Juli
( Gemiddeld aantal
taken
p. week v.

Amsterdam
Haven-
22,6
18,8
18,8
18,6
18,2 17,0
19,0
19,1
27.26312)
16,2 18,5
,

alle b. d.
,Havenarbeids-Reserve”

()< 1000)
bedrijf
t

ingeschr.
losse
arbeiders
tezamen )
Rotterdam
38,9
38,1
36
,
7
38
,
3
38,6

Indexcijfer der Werkloosheid.
jqj
1
13,2
.0
.z
1
ti
…it.

Arbeidsbemiddeling.
1)

Aanbiedingen
v.
f
Ingeschreven ged. de maand.
. .

.

67,8
57,1
49,9
48,2 44,6
45,9
45,4
44,9
322,8 336,0
werkzoekenden.
)
.
Overgebl. op het einde v. de mnd
96,1
96,2
90,4
75,6
65,3
59,7
57,7 55,5 55,2
55,5
Aanvragen

van
f
Ingeschreven ged. de maand
.
..

2
20,7 22,7
20,8 27,6
26,9
27,2 23,5
25,0
160,0
173,6
werkgevers.

Overgebl. op het einde v. de mnd.

x

5,3 6,5
6,8 6,5
5,2
5,1
4,4
5,1
Plaatsingen……………………………………..
j
j
16,3
jj
20,7
20,9
j
.

Arbeidstoonen.
Ondergrondsche
arbeiders ……….
f

bij

de
mijnen
f5,69 f5,68
f
5,44

f
5,42
f5,45
f5,48
f547
f5,49 f5,40
12
)
Bovengrondsche

……….
1.
(loon

per dienst)
,,4,07
2
,4,13
3,98 3,92
,,3,95
,,3,94
,,3.95
,,3,96
,,3,91
12
)

§
j4,32
Vaste

havenarbeiders
.

} weekinkomen
. . .
.{
f34,54’l)
,
34,6915)
Amsterdam

(
Metselaar
0,94
0,940,93

0,94

.

ouwbedrijven
,,

.,,

,,
0,95
,,
0,98
,,
0,97
,,
0,97
,,
0,92
12

,,
.

Timmerman

……………..
ms er am.
0,90
,, 0,91

,, 0,89

,
0,90
,, 0,92
,, 0,91
,, 0,91
,, 0,90
,, 0,9112
..

uurinkomen

……………..

,
0,84
,, 0,84

,, 0,83

,
0,84
0,87
0,88
,, 0,86
110,83

,, 0,83
12

Opperman

,,

……………..

Metaalindustrie, uurinkomen van meerderjarige arbeiders
f0,61′
6
)

Voortbrenging en verbruik

Zee.

(
aanvoer in

Ned.

havens 2)

x

1000 K.G.
8.970
§3.611
§
4.098
§
4.804
§

3.703
§

4.209
§

5.616
§27.46214
§
26.041
14

2.097
§
1.239
§
1.177
§
1.126
§

969
§

1.021
§

1.354
§
7.05714
§
6.886
14

§

798
§

739
§

693
§
794
§

725
§

724
§

742
§

794
§
4.762
§
5.212
Voor
binnenlandsch verbruik beschikbaar
gekomen hoe-
§

974
§

884
§

856
§

.004
§

852
§

799
§

865
§

963
§
5.884
§
6.221

visscherlJ.

1.

opbrengst
X f 1000

…………………….

17.987
14.295
13.858 17.758 17.202
17.028 18.248
21.151 117.424 119.539

Productle der
kolenmijnen
X
1000
ton
3) ……………..

Schepen in aanbouw;
inhoud in
bruto Registerton 7)

. ..
1.244 1.083
1.009
906 914
798
1.158
1.218
8.211
7.091

veelheid
steenkolen
X 1000
ton 4)

…………………..
In consumptie
gebrachte
suiker
5)
X 1000
K.G…………

145.005 133.645 171.825
148.245
18

Aan de consumptie
onttrokken
suiker
6
)
X 1000
K.G……

lndexcijfers prijzen
landbouw-
en veeteeltart.

basis
J
135
132
133
132
131
136
137
143
136 135
Indexcijfers productiekosten
van den landbouwf l910-‘141
160
158
159 159
161
159
160
159
160
159

Handel en Verkeer.

.
( Invoer
………..
207
188 190
226
204 203
217
213
1.428 1.440
Handelsbeweglng
zonder gouden en
1
.
zilveren
munt en muntmateriaal (in

Uitvoer
151
135 135
161 151
152 162
159
933
1.056
millioenen)

……………………

Saldo

invoer.
..
56
53 55
65
53 50 55
54
495 384
Ontvangsten der Spoorwegmaatsch.
(in millioenen)
Ontvangsten
per
dagkilometer
sedert
l Jan. (in
gld.)
. ..
12,2
12,0 11,2 12,7 13,2
§
12,4
§
13,5
§
15,5
94,9
§

90,6
108,21
106,50
110,21
109,72
112,77
§
110,53
§
113,12
§
117,01
122,86
12
)
!nklaringen(geladenj
Nieuwe
Waterwegl

N

T

J
zeeschepen)

1_
1fl

.

.
1.682
333
1.506
351
1.464
308
1.616
347
1.570
360
1.759
348
1.641
350
1.808
398 9.807
2.234
11.363
2.462
inklaringen
1.
bth
5 (geladen rivierschepen in 1000
ton
2.991
1.880
2.717
1.972
2.760 2.024
2.930 2.096 2.408 2.100
3.008
2.467
2.723
2.434
3.038 2.825
22.451
9.330
19.585 15.920
(Jitklaringenf

°

Mn
1va

1000
K;G.)
…………………
Opgelegde zeeschepen
old.
ten der maand: aantal’)
3
3 3 3
4
4 4
4
3
3
3
3 3 3 3 3
1712
66
12

9ndexc.v.
scheepsvrachten.(Volle ladingen ,,The
Econom.”)
147,3 138,0
140,2 138,0
129,2
129,6
124,0
118,2
105,8 131,0
Idem:
bruto inhoud in
1000 registertonnen ……………..

*

(
Gelost bij invoer……………

(
oe erenvervoer
1.987
1.643 1.646
1.990
1.813 1.979
2.192
2.334
13.386
13.578
Geladen
bij uitvoer

……..

<
il

e

ovens,

Of1
952
736
694
829
752
779
821
840
5.853
5.451
I.Doorgevoerd metoverlading j
3.214
2.616
2.979
2.971
2.872
2.713
‘2.875
3.107 15.186
20.140

Prijzen, kosten van levensonderhoud.
‘lndexcijfers der groothandeisprijzen
J
Algemeen
cijfer
in
Nederland (1913
= 100)

1_
Voedingsmidd. ed.
147
150
145
148 146
149
144
148 143
147
145 150
149
155
151
157
145
146
146
151
……..
Kosten van

(
Arb.gez. A’dam (1Oct. 23-30 Sept.’24
= 100). 95,0

94,2
94,8
96,818)
levens-

(

Arbeidersgez. te ‘s-Gravenhage
(1921-100).
79,8
79,7
79,8
81,8
18
)
onderhoud.

1,
Ambtenaarsgez.te’s_Gravenhage(1921zrlOO)
79,6
81,6
18
1

Financiewezen,
‘Opbrengst
R(Jksmiddelen
(totaal)..
38,7

.
46,8 37,8
40,1
42,2 48,7
42,9
42,5
287,0
301,0
Beursbelasting
……….
1

.

.

.

1
millioenen)

0,241
0,648 0,588 0,536
0,481
0492
0421
0405
2973
3571
Invoerrechten

……….
j(in
4,50
4,49 4,68
5,39 4,94 4,97
4,54
4,41
33,73
33,42
Statistiekrecht
……….
)

1
0,339
0,320
0,320
0,380 0,346 0,368 0,357
0,372
2.353
2.462
‘Gegireerd
door
den
Postch.
en
Girodienst
(in millioenen)
351
352 288
316
311
352
354 324
2.346 2.296
‘Giro-omzet bij de Ned. Bank (in millioenen)
………….
3.335
3.416
3.031 3.281
3,508 3.485
3.362
3.367
19.367
23.450.
‘Opereerend kapitaal der Ned. BanklO)
(in millioenen)
Wisse!dlscontoderNederl.Bank’
430
444 417
427 417 439 439
441
466
12
)
3
,
50

3,50
3,50
3,50
3,50 3,50
3,50 3,50
3,50
3,50
3,39
2,99 3,47
3,50
3,46
3,44
3,52
3,53
2,78
3,42
‘Prolongatie

)
3,88
2,93
3,62
3,55
3,72
3,75 3,89
3,25 2,82 3,53
1.
Nijverheid [Aand. van 49 ondern.]………….
91
94
101
105
104
103
102
102 103
1

II.
Bank- en credietinstell. [Aand. van
7
ondern.)
100
99
102
104
101
101
100
100
00

.

o…

IV.
Indische fondsen [Aand. van 24 ondern.]
99 102
110
115
113
112
107 104
111
143
144 144
148 148 153
149
147
153

(………

III.
Scheepvaart [Aand. van
7
ondern.]
………..

‘.

V.
Petroleum [Aand. Kon. Ned. Petr. Mij.)
105 106
107
106
103
103
103
96 94

…………………….
‘Particulier disconto

>
gemiddeldpCt.<
………

4,01
3,98
4,05
4,05
4,05 4,04
4,05
3,94 3,89
.
II. Nederl. Staatsleeningen. .
4,66
4,61
4,72 4,73
4,70 4,68
4,64 4,57
4,53
4,99
4,94
4,99 4,96 4,96
4,93
4,91
4,88 4,92
°

1.
Ned. Grootboekobligaties
…………………
……………….

4,70
4,68
4,71
4,72
4,72
4,70
4,68
4,66
4,64
E

III. Ned.
Indische leeningen…………………..
Gemeent. en provinc. leeningen

………….
Spoor

wegleeningen
… …………………..
4,48
4,51
4,67
4,66
4,66
4,64
4,64
4,61
4,58
4,71
.
4,68
4,77
4,77
4,76 4,74
4,72
4,68
4,67
Fondsen
II
tm.

V ………………………..
‘Emissies
(nder aftrek conversies
11)
(in milI.)
J1L..
JIL..1
48,1
….
….JL
1

30,6……
7
3,7

…L…
_I
1 4

.?ZL

324,3

Aantal uitgesproken Faillissementen.

1
..!L .i
307

T
339
1

338

j
284
1

368
1

257
11

2.200
2.186

§
Voorloopige cijfers.
.

uitvoer in den vorm van suikerhoudende goederen.
7] Op
den laatste
1]
40 distr.- en 3 andere
arb.beurzen en, voor zoover
bekend, de
cor-


van het kwartaal. Cijfers van Lloyds.
61
Te A’dam en te R’dain.
51
A’dam,
respondentsch. der arb.bemiddeling.
21
Zoowel door Nederl. als
buitenl.

R’dam, Vlissingen, Vlaardingen, Hoek van Holland, Ijmuiden en overige schepen.
3]
Kolenslik
niet
inbegrepen.
Wel
zijn inbegr. de eigen con-

havens.
10
1

Zonder voorschot aan

den Staat en
schatkistpromessen
sumptie
der miinen en de kolen, die aan de mijnwerkers gegeven

rechtstreeks; 3e weekbalans
v.
d. maand.
11]
Nom. bedrag voor Dec.
worden

[z.g. ,,Deputatkohlen”J.

4
1
Saldo invoer
plus
eigen productie.

15,1; Mrt. 5,0; April 2,3;

juni 13,1;

Jan.Jjuli ’26 270,0;

Jan.jJuli ’27 20,4.
51
D.w.z. onder betaling van accijns in het Vrije verkeer gebracht. Aan-

121 juli.
131
Jan.
14]
Jan.(Juni.
15
1 le kwartaal.
16)
2e hailjaar.
17]
2e half-
genomen
mag worden, dat deze suiker binnenkort de consumenten be-

jaar ’25.
121
juni.
19
1
4e kwartaal ’26.
reikt.

61

D.w.z.
waarvoor restitutie van

accijns
is verleend
wegens

864

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 September 1927

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. *** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

/
BANKDISCONTO’S.
Ned (Disc.Wissels. 34
3 Oct.’25
Zwits.Nat.Bk. 34
2
2
Oct.’25
Bk Bel. Binn. Eif. 44
3Feb.’27 N.Bk.v.Denem. 5
24Juni’26
Vrsch. inR.C. 54
3Feb.’27
Zweedsche.Rbk4
21Apr.’27
Javasche Bank…. 4
14Juli’26 Bankv.Noorw. 4426
Oct.
1
26
Bank van Engeland
4421Apr.’27
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbank 6
10Juni’27
slowakije .. 5
8Mrt. ’27
Bank v. Frankrijk.5 14Apr.’27 N.Bk.v.O’rijk.
6424Aug.’27
Belgische Nat.Bnk. 5 22
Juni’27
N. Bk. v. Hong. 6
25Aug.’26
Fed. Res. Bank N.Y. 34
4Aug.’27
Bank v. Italië. 7
27Juni’25
Bank van Spanje.. 5
23 Mrt.
’23 Z.-Afr.Res.bnk 6
10Sept.
1
27

OPEN MARK.

1921 1926
1925
1914

24 S

t
ep
.
19124
12117
5110
20125 21126
20124
Sept.
Sept.
Sept. Sept. Sept.
Juli

Amsteraam
Partic.dlsc.
3/1e

18
3I16-‘I8
311
3
_5j
4

311_51
2
15
118.3
5116

18
3
1
/8-116
Prolong.
4
3
3
1’4
3
1
12.4
3
1
12-4
2
1
12.
3
14
21(53(4
2114314
Londen
Daggeld ..
2-3′
24
1
13
3.411
4

3.4114
35
21133213
1
3
14-2
Partic. disc.
4116

4
1
/16_1
1
/n
4
5
116-18
45
116
412-1l6
3113
2/4-314
Berlijn
Daggeld ..
4-6
4-612
4
1
127
4
1
12-8
2
1
12-4
1
13
8-10

Partic.disc.
30.55 d..
.
5718
571
s

5718
518
5
7
1
j4

56-90 d..
.
5
7
18
571
571
8

5
7
1
8

431
7
2
1
18-
1
12
Waren-

wechsel,
6
1
18-18
6
1
1-
3
1
6
1
18.
2
14
6-94
5114.115
811-9
New’ York’) Cail money
4.11
4

4.11
4

311
3
.431
4

3
1
124
1
14
5_314
46
1
14
13(
4
21(
9

Partic.dlsc.
,

314
311
4

311
4

3114
4

11
318

ij

1)
Cali money-koers van
’23
Sept. en daaraan voorafgaande weken tJm
Vrijdag.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

D a a
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
.York)
)
) )
9
1)

ZO Sept. 1927
2.493i
12.1344

9.784
34.754
100 21

,,

1927
2.49%
12.1344
59.414
9.784 34.744
100
22

,,

1927
2.49%
12.1344
59.44
9.784
34.75
100
23

,,

1927
2.4971
12.137/
8

59.464
9.79
34.744
ioo
24

,,

1927

12.137/
8

59.45
9.79
34.74
100
26

,,

1927 2.498/
8

12.13s1
59.424 9.784
34.73
100
Laagsted.w.i)
2.49
31
8

22.13%
59.40 9.774
34.72 9918
Hoogste d.wl)
2.4991
I2.13f4

59.47
9.794
34.76
10011
8

19 Sept. 1927
2.49%
12.13
7
1
8

59.414
9.784 34.754
100
12

,,

1927
2.4951,
12.13%
59.344
9.784
34.75
100
Muntpariteit
2.48%
12.103»[
59.26
48.-
1
34.59
100

t
Da a
Znjit_
ser an
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
*)
1)
.
rest’)
‘)
“)

20 Sept. 1927
48.1234
35.20
7.40
1.55
13.59
43.374
21

1927
48.11
35.20
7.40 1.55
13.59
43.26
22

1927
48.11
35.20
7.40
1.55
13.594
43.60
23

1927
48.11
35.20′
7.40
1.55
13.594
43.45 24

,,

1927
48.10
35.20
7.40
1.55
– –
26

1927
48.08% 35.19
7.40
1.55
13.60
43.924.
Laagsted.w.’)
48.08
35.15
7.39
1.524
13.58
43.10
Hoogsted.wl)
48.14
35.25
7.41
1.574
13.61
43.974
19 Sept. 1927
48.13
35.20
7.40
1.55
13.594 43.09
12

,,

1927
48.14
35.20
7.40
1.524
13.57
42.174.
Muntpariteit
48.-
35.-
2)
48.-
48.-
48.-

Data
Stock- Kopen-
Oslo
Hel-
Buenos-
Mon-
holm) hagen.)
Aires’)
treal’)

20 Sept. 1927
67.174
66.824
65.90
6.29
106%
2.4961
4

21

,,

1927
67.15 66.824
65.924
6.29
106s1
2.4961
s

22

,,

1927
67.074
66.80 65.85
6.29
106s/
2.4951
4

23

,,

1927
67.074
66.80
65.80
6.29
10651
8

2.49%
24

,,

1927
67.10 66.824 65.90
6.29
106%
2.49%
26

,,

1927
67.10 66.80
65.90
6.29
106%
2.49k
Laagsted.w.’)
87.024
66.75 65.75
6.28
106
5
18
2.4934
Roogste d.wl)
67.20
66.85
66.-
6.30
106%
2.4971
s

19 Sept. 1927
67.15
66.824
65.95
6.29
106%
2.4951
4

12

,,

1927
67.074
66.80 65.95
6.29
106%
2.49%
4untpariteit
66.67
66.67
64.67
6.264
10551
5

2.48%
) roteering te Amsteroam.

) 1’4Oteering te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.
2) Wettelijk gestabiliseerd tusschen
7.534j
en 7.21
1
/,.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

a a
Londen
(5
per
£)
Parijs
(5
P.
lOOfr.)

Berlijn
(5 p. 100 Mk.)
Amsterdam
(5 p. 100
gld.)

20 Sept.

1927
4,8691
3,92
8
/
t

23,81% 40,05%
21

,,

1927
4,86
15
1
33

3,9231
8

23,8114
40,07%
22

,,

1927
4,869/,
3,92
3
1
8

23,83
40,08%
23

,,

1927
4,86
21
1
32

3,9281
s

23,83%
40,09%
24

1927
4,8611/
16

3,92’1
23,83%
40,09%
26

,,.

1927
4,86
11
,
3,92%
23,82%
40,10

27 Sept.

19261
4,853,
2,79% 23,82%
40,06
Muntpariteit
. .
4,8667
19,30
23,81%
4031

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
INoteerings-Il0
eenheden
Sept.
1921
17
sept.I
1927
19124
Sept.
1927
ILaagstelHoogstel
124
Sept.
1927

Alexandrië.
.
1itp.
9724
9771
14

9791,
6

97%
Athene
Dr.
p.
£
366
365%
364
369
367%
Bangkok

Sh.p.tical
1110
6

T5

1/103/
4

1
1
1034
1
/lO/b
1110
5
18
Budapest
. ..
Pen.p.
27.794
27.79 27.77
27.85
27.81
B. Aires’).
..
d.
p. $
47811
32

4781
vv
4727
13e
48
47
7
1
8

Calcutta
….
Sh.
p.
rup.
115
81
1
32

1563
1/5
11
116
1/6
1j54
v
i
Constantin..
Piast.
p. £
960 960
9.40
965
947%
Hongkong
..
Sh.p.$
27
1/11
w
,
1111
1/118/
4

2/01/4
1/11+4
Kobe

……
Sh.p.yen
1111′
1/11v85
1/107/4
11111

1/1044
Lissabon
1) . .
d. per
Esc.
213!31
f
2
“732

2
8
/8
27/ 16
2137
7 32
Mexico
…..
d. per
$
24
24
23 25 24
Montevideo’)
.d. per
$

..

4934
4934
4934
4971
8

49&1
8

Montreal1)
.
$
per
£

4’86T5
486”
4.8544
4.865
486T’8
R.d.Janeiro
1)

d. per Mil.
565! ’84
555i
764
5277
’32
5297
’82
5877
764
Shanghai
.. .
Sh.
p.
tael
°’6!

1

716
276 7

59
26
7
217
9671
Singapore.
..
id.
p. $
2/3
49
/
64

2’3
i
2/3
23
/
32
2318
7

16
973497
1

164
Valparaiso
9.
$ p.
39.75
39.67 39.62
39.66
39.62
Warschau
..
Zl. p.
£
.4334
4334
43
44
4334
1 eiegranscn ,ransler1. ) 14.7 ag.

ZILVERPRIJS
.
GOUDPRLJS
5)

Londen’)
N.York
2
)
.
Londen
19 Sept. 1927..

2571
4

56
1
1
8

19 Sept. 1927.
84/1134
’20

,,

1927..

2561
4

5551,
20

,,

1927
84/1134
21

,,

1927..

25%
5571
4

21

,,

1927
…..
84/11% 22

,,

1927..

255/4
551
8
22

1927
8411114
23

,,

1927.. 25%
56
23

1927…
84/11%
24

,,

,

1927..

25
11
/86
56
24

1927
84/11%
25 Sept. 1926.. 27%
59%
25 Sept. 1926…
84111%
20
Juli

1914.. 24″1
5

54
1
18
20 Juli

1914…
84111
1)
in pence
p.
oz.stand.
2)
Forelgn sliver in
$e. p.
oz.fine.
3)
in ah. p.oz.fine

STAND VAN ‘5 RIJKS KAS.
De Minister van Financiën maakt bekend:

Vorderingen.
1

IS
Sept. 1927

23Sept. 1927

Saldo bij de Nederlandsche Bank


Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
/

258.822,89
/

324.481,62
Voorschotten
op
uitimo Aug. 1927 aan
de gem.
op
voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten
op
,,

26.641.522,95
,,

26.641.522,95
de Rijksinkomsten belasting……….
16.188.705,03
,,

9.676.305,25
Kasvord. weg. credietverst. a/h. buitenl.
,,
120.834.485,65
,,120.974.941,77
Daggeldleeningen tegen onderpand

Voorschotten aan de koloniën…………

Saldo der postrekeningen van Rijks-
11.738.019,87
20.264.749,81′

van Staatsschuldbrieven

…………….

comptabelen

……………………
Vordering
op
het Staatsbedrijf der
P.,


T.

en

T.’)…………………………..
Id.
op
andere_Staatsbedrijven 2).
3.305.348,03
,,

3.405.348,03

V
e rp1i Cht_n_ge_n.

Voorschot door de Nederl. Bank

/

754.025,86

f


Schatkistbiljetten in Omloop’) ……..

58.720.000,-

58.720,000,-

Waarvan
direct bij de Ned. l3ank


Schatkistpromessen in omloop ………17.270.000,-

,,
17.270.000,-

Schuld a.d. Bank
v.
Ned.Gemeenten 2)


Zilverbons in omloop… …. ………..,,

11.912.138,-

,,

11.868.761,-

Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds
5)

3,327.666,24

3.174.475,81
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en T. 2)..

30.384.198,34

,,
36.394.364,28
Id. aan andere Staatsbedrijven
2)

…….1.1150.000,-

,,

1.160.000,-
Id. aan diverse instellingen
2)

…5.356.458,16

,,

6.133.527,21
1)
Waarvan
f
12.056.000 vervallende
op 1
Juli 1929.
3) In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.
3)
Ultimo
juli.

NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

1
17Sept.1927

1

24Sept.1927

Vorderingen:

t’

1.530.000,-

Verplichtingen:

Saldo bij ‘s
Rijks kas
………………
Saldo bij dejavasche Bank
………..

Voorschot uit
‘s
Rijks kas aan N.-lndië
,,

1.962.000,-
Voorschot Javasche Bank aan N.-lndië

Schatkistpromessen in omloop
…….
400.000,-

Schuld

het Ned.-Ind. Muntfonds..
aan

….
29.760.000,-
Muntbiljetten in omloop

…………..

Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank. 2.445.000,-
1.553.000,-

t 535.000,-

264.000,-
400.000.-
,29817.000,-
1.946.000,–
1.540.000,-

28 September 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

865

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 26 September 1927.

Activa.
Binnenl.Wis-(Hfdbk.
f
115.086.776,94
sels,Prom.,Bijbnk. ,,

14.950.401,90
enz.indisc.(Ag.sch. ,,

14.761.323,90

f
144.798.502,74
Papier o. h. Buiteni. in disconto

Idem eigen portef..
f
126.639.720,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nognietafgel.


126.639.720,
Beleeningen

11f dbk.
f

46.604.082 72
ncl. vrsch.
in rek.-crt.

Bijbnk.

7.446.476,52

op

onderp.

Ag.sch. ,,

74.510.060,48

f

128.560.619,72

Op Effecten…….-
f

121.305.119,72
Op Goederen enSpec.

7.255.500,-
128.560.619,72
Voorschotten a. h. Rijk ………
. .
… -.

,,

Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……f

67.898.065,-
Muntmat., Goud
. _

318.274.800,36
386.172.865,36
Munt, Zilver, enz.

,,

27.939.052,88
Muntmat., Zilver..

,


414.111.918,24
Belegging
1/

kapitaal, reserves en pen.
sioenfonds

……………………,,
23.644.238,52
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
5.000.000,-
Diverse

rekeningen ………………,,
36.655.259,63

Pasalva.

f
___________________
879.410.258,85

Kapitaal ……….

.

……

f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,
7.027.840,39
Bijzondere

reserve ……………….,,
8.000.000,-
Pensioenfonds

………………….,,
4.710.419,49
Bankbiljetten in omloop…………..,,
796.026.085,-
Bankassignatin in omloop………….
333.061,25
Rek.-Cour.j Het Rijk
f

649.742,14
saldo’s:

Anderen

34.328.552,55
34.978.294,69
Diverse rekeningen
. .
.-..
.
… ..
.
.._..• .,,
8.334.558,03

f
879.410.258,85

Beschikbaar metaalsaldo …….

.

.
f
247.387.746,76
Op de basis van
i

metaaldekking…. ,,
81.188.870,82
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigdis. ,, 1.236.938.730,-

Voornaiunste posten in duizenden
guldens.

Goud
Andere
1
Beschikb.
Dek-
Data
Circulatie
opeischb.
Metaal-
kings
Munt
1
Munt
mat.
s
saldo
perc.

26 Sept. ’27
67.898
318.275
796.026
35.311
247.388
50
19

1
27
67.944
318.274
797.416
33.181
247.229
50
12

’27 67.934
318.274
805.632 28.457
246.339
49
5

’27 67.990
318.276
817.361
26.857
244.650
49
29 Aug. ’27
68.006
318.276
802.977
22.358
249.146
50
22

,,

’27
68.057
318.276
788.180
47.970
247.182
50

27 Sept. ’26
63.050 356.290
823.55e
45.028 272.431
51

25 Juli

‘14165.7031
96.410
1310.437
1

6.198
43.521
1
)
1

54

Totaal
Schatkist-
B 1
ee-

e
Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
ning
op het
reke-
I
ningen

disconto’s
rechtstreeks
buitenl.
2)

26 Sept. 1927
144.799

128.561
126.640
36.655
1.9

,,

1927
139.451

127.936 131.917 36.551
12

,,

1927
140.673
……
131.399
131.821
34.648
5

,,

1927
138.585

134.180 131.728
31.856
29 Aug. 1927
134.119

131.812
131.651
31.275
22

,,

1927
148.252

128.075
131.576
31.407

27 Sept. 1926
51.062

133.815
218.446 42.164

25 Juli

1914
67.947
14.300
61.686 20.188
509
‘) up ae basis van
-ih metaalaeicklflg.
.1
sluitpost activa.

CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circu-
latie
Dis-
conto’s

Voor-1
sdiottenl
aan de
kolonie

t
Diverse
reke-
Diverse
reke-
ningeni

1 Augustus 1927
1.996
2.605
153
42
1.919
1.075
1 Juli

1927 1.947
2.671
152
14
1.854
881
1 Juni

1927
1.857
2.406
140
43 1.658
867
1 Mei

1927
1.769
2.473
150
48
1.825 856
1 April

1927
1.657
2.495
146 32
1.775
648
1 Maart

1927
1.586
2.194
148
58
1.550
691

1 Augustus 1926
1.263
2.118
1

62
1

44
1.327
189
‘) sIultp. aer acuva. ‘)sluitp. oer passiva. ) le geeu van net uouvern.

24Sept.1927
182200
*S*
51
17

1927
178.300
•S* 51
10

1927
171.500
•**
51

2dAug.1927
13.367
29.846
104.021
43.558
52
13

1927
12.973
29.033 96.512
41.381
53
6

»

1927 13.061
29.520
89.901 46.331
54
30Juli1927
14.091
30.585
86.153
48.976
54

258ept.1926
12.158
23.654 94.850
43.534
58
268ept.1925
17.173
29.582
107.102
61.520
45 25
1
uli1914
7.259
6.395
47.934 2.228
44
‘)
Sluitpost
activa.

2)
BaBia
2
15
metaaldokking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten, onder bijvoeging der Currency
Notes,
in duizenden potiden sterling.

Data
Metaal
Circulatie Currency Notes

Bedrag
1 Ban kbil/. 1
Gov. Sec.

21 Sept. 1927
150.456
135.629
293.783
56.250
244.076
14

1927
151.060 136.102
295.193
56.250
245.706
7

1927
151.880 137.026
297.921 56.250
248.403
31 Aug. 1927
151.240 137.449
295 900
56.250
248.273
24

,,

1927
151.492
136.430
295.490
56.250
245 881
17

1927
151.949
136.887
297.017 56.250
247.438

22Sept. 1926
155.930
138.975
287.388
56.250
236.385
22 Juli

1914
40.164
29.317


Data
Gov.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos. Reserve
Dek-

[pe
kings-
r
c.
1

21Sept.’27
56.490 49.800
21.894
100.644
34.577
28K
14

’27
51.254 44.164
11.730
100.112
34.707
31
7

,,

’27
57.438 42.142 21.178 94.745 34.604
2971
31Aug.’27
58.447
41.639 22.149
93.20.0
33.541
29
24,,

’27 55.422 48.140 17.424
102.737 34.812
29
17

’27
,,
49.957
51.588
17.794
100.458
34.862
2934

22Sept.’28
34.290 68.528
18.348 102.888
36.706
30
22 Juli ’14
11.005
33.633
1
13.736
42.185
29.297
52
‘) vernouaing tusscnen i(eserve en ueposlts.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen francs.

Data
Goud
Waarvan
in het
IZilver
1
Te goed
in het
W’s-

Waarv.
op het
S 1
e ee-
buitenl.i)
buiten 1.
se

bultenl.
ningen

22Sept.’27
5.546 1.864
343
56
1.242

7
1.658
15

,,

’27
5.546 1.864
343
54
1.411
13
1.655
t
8

1
27
5.546
1.884
343
53
1.325
7
1.680
1

’27
5.546
1.864
343
57
1.968
6
1.618
25Aug.’27
5.546
1.864 343
53
1.727
5
1.631

23Sept.’26
5.549
1.864 339
80
4.861
13
2.191
23 Juli’14
4.104
1

640

1.5411
8
1

769

Buit.gew.
Schat- Di
Rekg. Courant
Data
voorsch.
kist
bil-
seZ
Circulatie
Parti
old. Staat
letten
2)1
cu.ueren
Staat

22Sept.’27
24.400
5.805
23.795 53.773
10.675
17 15

’27
24.400 5.800 23.938 53.892
10.924
88
8

’27
24.500
5.794
24.302
54.117
10.882
74
1

,,

’27
24.650
5.777
23.565 53.268
10.898
93
25Aug.’27
25.050
5.775
23:965 52.672
12.445
79
23Sept.’26
36.400
5.469
4.602 54.507 2.958
36

23Juli’14
– – –
5.912
943
401
i)
Waarvan
beschikbaar
463
millioen.
)
in disconto
genomen
wegens
voorsch.
v.
d. Staat aan
buiteni.
regeeringen.
2)
Sluitpost
activa.

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste waken zijn telegrafisch ontvangen.

Data

Goud

Zilver

Circulatie
opeischb. metaal-
schulden
1
saldo

24Sept.1927

201.700

321.400 1 77.000 122.020
17

1927

202.300

326 000 1 71.900 122.720
10

1927

202.800

326.800 1 68.900 123.660
20Aug.1927 184.443

18.361′ 327.410

65.244 124.633
13

1927 1134.297

18.141

329.885

55.039 125.809
6

1927 184.332

20.377 327.049

54.234 128.853
30 Juli1927 184.674

21.301 328.241

57.015 129.845
25Sept.1926 199.092

30.243 329.220

69.010 150.138 26Sept.1925 132.086

43.297 323.632

67.257 97.930

25 Juli1914 22.057

31.907 110.172

12.634

4.842
2
)

Wissels,
1

1

1
Dek-
Data

1
Dis-

buiten t Belee- 1
Diverse
1
reke-

1
kings-

conto’s

N.-Ind.

ningen
1
ningeni)

Percen-
betaalb.
1

1

tape

866

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 September 1927

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 26 September 1927.

Op de ‘internationale fondsenmarkten heeft gedurende de
achter ons liggende berichtsperiode Vrij algemeen een kaime
stemming de overhand gehouden. Te er 1 ij n is deze
samengegaan met een lichtelijk da1ende beweging van het
koerspeil, welke door verschillende oorzaken i. ‘liet leven
is geroepen. Allereerst door de vrees voor moeilijkheden
op cle arbeidsmarkt, nu de regeering heeft besloten de
salarissen dier ambtenaren met 20 tot 30 percent te ver-
iioogeii. Men spreekt reeds van de mogelijkheid eener sta-
king bij de Spoorwegen, terwijl ook geruchten hebben ge lopen omtrent ‘het vormen van een wee•rstandsfonds door
de groote industrieele ondernemingen. Onder deze omstan-
•digheden heeft de toestand op de geidmarkt grooteren in-
vloed uitgeoefend, dan anders wellicht het geval ware ge-
weest.
Te L o n d e n is de fondsenmarkt in den aanvang van de
•berichtsweek tamelijk lusteloos geweest. Later echter is
een herstel van beteekenis ingetreden, ‘hetweik zich echter
slechts voor een gedeelte in de markt voor heleggings-
fondsen heeft doen gevoelen. En het bijvonder was de 3%
pCI. Conversioii Loan ongeanimeerd als gevolg van de
condities waartegen de nieuwe stukken van deze leening
door de regeering worden aangeboden. Ook de laatstelijk
uitgegeven 4% pCI. schatkistbiljetten werden met disagiô verhandeld. Daarentegen is opnieuw groote levendigheid ontstaan in de af.deeling voor industrieele fodsen.
Te N e w Yo r k is de beurs onzeker geworden. E.r heb-
beu zich teekenen kenbaar gemaakt, waaruit de conclusie
getrokken zou kunnen worden, dat de markt eenigszins
,,overbought” wordt geacht. voor Mexicaansch,e fondsen is
eenige kooplust ontstaan in verband met het optimisme,
dat’ ‘is gewekt door de benoeming van den heer iiorrov tot
Anierikaauseh ambassadeur te Mexico City.
Te P a r ijs is de stemming levendig, geweest. Vooral uit
Centraal Europa zijn belangrijke kooporders gekomen, in
liet bijzonder voor die fondsen, welke zich daar in popula-
riteit mogen verheugen. O.a. is dit het geval met verschil-
lende electricitnitsoiiderne’mingen, met aandeelen Ku’hlmann
en met sommige bankaandeelen, •zooals Cr&lit Lyonnais,
Cr6dit ]’oncier, Comp’todr ‘dl’Eseo’m4pte, Crédit Commercial,
enz. Daarentegen hebben die fondsen, welke in den regel
d.00r Londen worden gekocht eenige reactie te ‘zien gegeven,
terwijl uit B.russe,l weer opdrachten tot aankoop ‘werden
verstrekt, bij’v. voor Tubize.
T e
ii
0fl z e II t lijn enkele belangrijke koersverschillen ‘in
de achter ons liggende berichtaweek voorgekomen. De
beleggingsviar/et
is over het algemeen kalm geblevn; eerder
viel eenige reactie op ‘te merken. Van de buitenlandsche
soorten zijn ook hier Mexicanusche fondsen o’p den voor-
‘grond getreden, in verband ‘met de reeds hierboven ver-
.mel’de benoeming ‘van den Ainerikaanschen ambassadeur.
6 ‘pCI. ‘Nederland 1922: 1.06, 1057/
g
., 106; 4
1
/
2
pCt. Ned.
Werk. Schuld 1917: 100l,fr, 100%, 100;
4%
pCt. Ned.-
Inlië 1926: 9834, 98
3
/8, 98,4; 5 pCt. Mexico’ £ 100-1000:

8
5
/s, 9%, 9; 8 .pCt. Sao Paulo: 106, 105.34, 105/.
d’roote levendigheid is ontstaan in de aldeeli’ng voor
industrieele aandeelen.
Op den voorgrond stonden aandee-
len Jurgens. De aanleiding -tot de krachtige- koersver’lief
fi’ng is in den aanvang niet duidelijk geweest. Later echter
hebben geruchten de’ ronde gedaan, volgens ‘welke door
een ‘internationaal syndicaat een oontrôleerend belang zou
zijn verkregen ioowel bij Jurgens al’s bij de groep van den
Bergh. Na cle publicatie van deze geruchten is de koers
nog verder gestegen, zoodat in de laatste dagen een belang-rijk avarice kon ‘worden behaald. Voorts hebben kunstzijde
aandeelen de aandacht getrokken evenals Philips en Zweed-
sche Lucifer Maatschappij’. Cen’tr. Suiker Mij.: 126%, 12534,
124%, 1.25; ]Etollandsche Kunstzijde md,: 1.37%, 142
3
/
4
,
145%; Jurgens: 2514%, 2.20%, 2.29%, 238; Maeku’bee:
1
2
0%, 121
1
/4, 118%;; Ned. Kunstzijdefabriek: 37934., 385%,
374, 376, 383; Philips gloeilampenfabriek:
473%,
477, 480,
498 34,; Zweedsehe Lucifer Mij.: 336, 332%, 337, 340.
De
petroleuircafdeelinçj
is kalm geweest, vooi •zoover het
hoofdfonds betreft. Een lichte ‘koersverbetering is ‘hier op
te merken geweest, ve1ke zich echter niet ‘volkomen heeft
kunnen handhaven. Daarentegen ontstond groote vraag
voor aii’dcre aandeelen uit deze afdeeling, namelijk voor aan-,
deden Perlak Petroleum Mij. en Peudawa., In ‘deze fondsen
is de kôrswiiist dan ook vrij belangrijk geworden. Dordt-
sein Petr. md. Mij. :322, 327%, 32834, 322
3
/
4
; Gec. Roll.
Petr. Cy.:
195%;
Kon. Petr. Mij.:
344%,
349, 348%,
346%; Perlak Petr. Mij.: 80; 84%, 79%, 84; Peudawa:
17%, 22%,
.21%;
Marland Oil: 35%, 36%, 35
3
/8.
J?/ubberaa?vdeeleu
‘hebben sich eenigszins op den achter-

grond bewogen, doch de •grondtoon is iets beter geworden. De lichte verbetering van den rubberprijs heeft ‘hiertoe hij-
gedragen, alsmede de verwachting, dat binnenkort berichten
onstrent het plan Stevenson gepubliceerd zullen worden.
Ter :beur’ze heeft men hieraan de verwachting v’astgeknoopt,
dat een wijziging in de ‘bepalingen zal worden voorgeschre-
ven, waardoor de werking van het ‘beperkingsstelsel meer
voordeel voor de producenten zal afwerpen. Voor deze ver-
vachting heeft men echter geen tastbare aanleiding ge-
vonden. Amsterdam Ru:bbe’r
:
287
3
/8,
292
5
/8,
2957%; Dcli
Batavia Rubber : 232%, 238, 2.39 ; Hessa Bubber : 42.5, 430,
437; Indische Rubber: 332, 330%,
348%,
342%, 350; Kali
Telepaik: 295, ‘300, 293, 3001; Ned. md. Rubber en Koffie:
332, 330, 335; Oost Java Rubber: 337,
340%’,
342, 347;
R’daan Tapanoeli: 145%, 149, 1.52%, 156; Serbadjadi: 291,
290%, 294,
2
96%, 298; Sumatra Caoutchonc: 262, 260%,
264, 263
34,
264, 2
.63%’; Vereenigde Indische Cultuur Ofi-
dern.: ‘183,
187%’,
188,
19034; Intercontinentale Rubber:
12%, l2’/.

De
taba.ksvsarkt
was stil en op de meeste dagen zijn de
omzetten hier zeer gering gebleven. Het gevolg ‘is geweest,
dat ook 1e koersfluctuaties niet van groote beteeken’is zijn
geworden. Arends’burg: 663, 664; Besoeki 535,
529, 526, 527; Dcli Ba’tavia: 545, 539%, ‘549%, 548%; Deli
Mij.: 473%, 470′, 477%, 475%; Ngoep’it: 455, 461, 473, 470;
Oostkust: 2.57%, 256%, 255, 258
1
/
2
; Senembah: 475%;
4723Ç, 478%.

Suilceraand.eelen
hebben gedurende het grootste gedeelte
van ‘de her;ichtsweèk een dalende richting gvolgd. Tegen
het sl’ot echter is grootere belangstelling ontstaan, zoodat
bijv. aan’deelen Handelsvereeuiging ,,Amsterdam” weer een
deel van het koersverl’ies hebben kunnen inhalen. Cultuur
Mij. de Vorstenlanden: 188
34,
187, 184.34, 185%; Handels-
‘erg. Amsterdam: 845, 836,
828%,
837%; Javasche Cu’l-
1uur Mij.: 432, 428, 423,
425%;
Maron: 304, 299
3
/, 300′,
296, 299; Ned.-Ind. Suiker Unie: 316%, 3103/
4
, 308, 314;
Poerwored’jo:
133%:,
13.2, 133% ;’Sin’danglaoet: 490, 495,
485; Suiker Cultuur Mij.: 332%, 329, 324; Tjepper: 825,
815, 810.

Voor
scheepvaart fondsen
‘is de kooplust sterk vermin –
deed. ‘Een afbrokkeling van de meeste koersen is ‘hiermede
samengegaan. Ook hier is echter tegen ‘het einde van de
berichtswcek een ‘zeker herstel ingetreden, hoewel niet alle
aan,deelen hiervan in gelijke mate ‘hebben ‘kunnen profi-
teeren. Holland-Amerika Lijn: 88, 87,
86%’,
88; Java
China Japan Lijn: 132,
131%;
Kon. Ned. ‘Stoomboot Mij.:
106%, 104%;, 103
1
/.-,’, 104; Ned. Scheepvaart Unie: 192%, 191, 192; N’ievelt Goudriaan: 139%; 136%, 134%, 136%;
Stoomv. Mij. Nederland: 191, 194%, 193.
Aandeelen in
thee onderneniin gen
zijn bijna geheel op
den achtergrond getreden, zonder dat dit de koersen op
al te ongnns’tige wijze heeft ‘geïniluenceend. Amsterdam
Thee: ‘128%;, 127%,
128%;
Goalpara: 626, 629%, 624, 615;
‘Bingga Landbouw: 377, 374%; Sedep: 629%, 634, 630, 625;
Simlangsarie: 271, 274%, 270%, 266, 2
,
68.
Van de gewoonlijk ‘stille markten hebben aandeelen in
handelsonderneiningen
in de laatste dagen nogal aandacht
getrok:ken. In het bijzonder was dit het geval met aandee-
len Nederlandsche Wol Maatschapij, welke gezocht waren
in verband metgeruchten omtrent een hooger ‘dividend dan
het vorig jaar. Int. Crecliet & Handeisverg. Amsterdam:
315 34, 314%;, 312, 310′; v. dl. Lincie Teves: 157, 156
1
/
4
, 157;
Ned. Wol Mij.: 139%, 142, 146%, 148%, 150′.

Baukaandeelen
bleven stil met een doorgaans vaste
stemming. Amsterdamsche Bank: 178
1
/
2
, 179%, lBl
5
/s;
Incasso Bank:
129%,
128%; Koloniale Bank: 292%; 290, 291%; Ned. md. Handelsbank:’ 186, 183 34, 185
1
/8,
‘183;
Ned. Handel Mij.: 179
34,
178%; R’damsche Bankvereeni-
ging: 94, 937/
s
, 94%; Twentsche Bank: 146.
Mijnaandeelen
waren tijdelijk gevraagd voor aandeelen
ALgemeene Exiploratie Mij. De koerswinst kon hier echter
niet geheel ‘behouden ‘blijven.
Alg.
Ek-ploratie Mïj’.: 62, 69,
65%, 61,
65%;
Billiton le Etisbr.: 950′, 940, 936, 920;
B’oeton Mijnb.- Mij’.: .447%, 144,
143%’;
Muller ‘en Co’s
Mijnbouw Mij.: 76% 75%,
7
5%:. RecIjang Lebong: 144,
143, 141;’ Singkep Tin Mij.: 475, 474, 470, 460.
De
,il?nerilcaansche ma’rlct
was, in overeenstemming met
de beurs in Wallstreet, onzeker met onregelmatige koers-bewegingen. Anaconda Copper: 96%, 98%, 97%, 9871
1;

Stuclebaker: 5.8%, 60
1
/8,
58/s;
United States Steel Corp.:
157/, 152
9
116,
155
5
/8;
Atch’ison Topeca: 191%, 193%,
191%; ‘Baltimore& O’hio:
121%’,
122%,
121%; ]Srie: 60%,
61%, 60; Missou’ri Kansas en Texas:
45%,
46%, 45, 4634;
New York Ontario & Western’: 40
3
/s, 38
3
/8,
39; Union Pa-
cific: 189%, 191%, 188%’, 190; Wabash Railway: 69
9132,
7111/1s, 70135.

28 Septerhber 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN

867

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.
27 September 1927

Na de prijsverhiging, clie op de voorafgaande clagen aan
de Noord-Ameriknansche tarwemarkt had plaats gevonden,
grooteadeels in verband met de hooge Canadeesche op-
brengst-raming, is later eenig herstel gevolgd wegens min-
der gunstige oogstberichten uit Canada, waar regen en
koucle het binneuhalen der tar.we vertraagden. Deze betere
stemming .heerschte aan de termijnmarkten te Chicago en
Winuipeg ook nog aan het begin van deze week, maar in
Europa verhoogde zij slechts aan enkele markten den koop-
lust. Bovendien bracht regenval in Argentinië, waarnaar
daar met verlangen was uitgezien, niet slechts een vrij
sterke prijsverlaging aan de Argentijnsehe markt, doch ook
1 lauvere markten in Noord-Amerika teweeg, waartoe bo-
vendien verbetering in het Canadeesche weder meewerkte.
Deze nieuwe prijsverlaging is op het Europeesche vasteland
aanleiding geweest tot omvangrijke inkoopen op 22 Sep-.
tember en vooral Canadeesche tarwe op af lading in de na-
jaarsmaanden is toen in België, Nederland en Duitschlcuid
in ruime mate gekocht. Engeland heeft echter aan deze
aaken slechts weinig meegedaan. Wel was cle stemming
ook daar beter, doch tot belangrijke uitbreiding der inkoo-
pen kwam het niet. Het schijnt, dat de Engelsche molens
zich onlangs in ruime mate van tarwe hebben voorzien
en daarom geen groote inkoopeai doen, terwijl bij den han-
dcl slechts weinig ondlernemingslust voor zaken op af ladin.g
bestaat. Speciaal in Engeland namelijk heeft men in den
tarweprjs nog niet veel vertrouwen nu de zekerheid be-
staat dat (Ie .Noord-Amerikaansche productie-gebieden op
een grooteu oogst kunnen rekenen. Weliswaar ‘wordt in
Canada beweerd, dat cle raming der Cariadeesche regeering
te hoog is geweest en bovendien is het weder in Canada
in de tweede helft der week weder slechter geworden met
regen, koude en zelfs ‘hier en daar sneeuw, doch de particu-
liere schattingen van den Canadeeschen tarwe-oogst zijn
toch alle nog steeds grooter dan de opbrengst van het vo-
rige jaar. Daarbij wijzen degenen, clie geen vertrouwen in
den tarweprijs hebben, op de omstandigheid, dat in Europa
(buiten Rusland) meer tarwe is binnengehaald dan in het vorige seizoen. Ook wijzen, sedert den in Argentinië ge-
vallen regen, de omstandigheden daar op.een goeden o’ogst
want, ondanks cle verwachting van eenigen tijd geleden, dat
iii Argentinië minder tarwe
zou
worden uitgezaaid dan in
het, vorige jaar, is ten slotte de uitzaai nog iets grooter
geworden. Mcii kan tegenover dit alles echter aanvoeren,
dat in West-Europa van cle tarwe zoowel als van de rogge
een aanzienlijk deel wegens het ongunstige aomerwe1ier
ongeschikt is om te worden gebruikt als grondstof voor
brood, zoodat het zeer goed mogelijk is, .dat nog meer
buiteni andsch broodg.raan aal moeten worden ingevoerd
dan in het vorige jaar. Verder mag toch aan ‘het slechte
weder in Canada zeker wel eenige aandacht worden ge-
wijd en bovendien bestaat er groote kans, dat er in Austra-

Noteeringen.

Chicago
Buenos Aires

Data
Tarwe
Maïs
Haver
Tarwe
MaYs

1 Lijnzaad Sept.
Sept.
Sept.
1

Oct.
Oct.

Oct.

24 Spt.
1
27
12931
8

9718
463.
11,55
3
)
7,10
15,75
1
)
17

,,

’27
125y,
90.-
45
,
18
11,90 7,25
16,-
24Spt.’26
1347/
s

739′
41.-
12,40
6.15
15,70
24Spt.’25
144
8 1 V
4

35
7
18
12,20 8,60 19,90
94Spt.
1
24
131
1
18
107
473
15,-
10,50
22,10
20Juli’14
82
5681
36g
9,40 5,38 13,70
1)
per November

lië veel minder tarwe zal worden hinnengehaald dan in het
afgeloope,n jaar. Het heeft in Australië de vorige ‘week
wel geregend, maar in Nieuw Zuid-Wales en gedeeltelijk
oo’k in Queensland is nog veel meer neerslag noodig. Ook
clan echter schijnt van een bevredigende opbrengst geen
sprake te kunnen zijn en voor het geheele Gemeenebest
verwacht men slechts een oogst, die 534 millioen quarters
kleiner is dan in het vorige jaar.
Tegenover de groote oogsten in Noord-Amerika staan
dus wel verschillende gegevens, die doen verwachten, dat
het Noord-Amerikaansche uitvoeroverschot zonder bezwaar
koopers zal vinden en ‘het was in verband met deze mee-ning, dat op 22 September op het, Europeesche vasteland
zooveel tarwe is gekocht. Die goede kooplust en vooral cle
later weder in Canada ingetreclen koude en regen hebben
de laatste dagen een ‘krachtig herstel aan de Noord-Amen-
kaansche markten teweeggebracht. Op 26 September was
het weder in Canada echter veel beter met hoogere tempe-
ratuur en vooral Winnipeg was daardoor op dien datum
zeer flauw met sterke ‘prijsdaling terwijl ook te Chicago
een reactie intrad. Te Winnipeg bleven de prijzen ten slotte
nog ongeveer 1 dollarcent per 60 Ibs. boven het peil van
een week tevoren, terwijl de noteeringen te Chicago in ver

gelijking met 19 September vrijwel onveranderd waren.
In Argentinië bleef de markt deze week rustig en na de
prijsdaling in het begin der week, welke door den regenval
was teweeg gebracht, heeft geen ‘herstel meer plaats ge-
vonden. Aan de termijnmarkten te Buenos Au

eS
en Rosario
stond tarwe op 26 September 311 it 45 centavos per 100
KG. lager dan op den 19den.
Uit Rusland is deze week een kleiue hoeveelheid tarwe
verscheept en ook verder werd Russische tarwe op spoeclige
verscheping aangeboden, hetgeen speciaal in Engeland nog
al eenigen indruk maakte. De tarweverschepingen van den
Donau zijn deze week echter klein geweest, hetgeen ver

band houdt met de omstandigheid, dat de tarweprijs in Roe-
menië zich bov’en het West-Europeesche prijspeil bevindt.
De totale wereldverschepingen waren echter zeer ruim voor
clezen tijd van het jaar, daar uit Noord-Amerika zeer veel
werd afgeladen. Vermelding verdienen daarbij de omvang-
rijke verschepingen van de Noord-A.merikaansche Westkust,
‘welke dit jaar een zeer groot ‘uitvoer-overschot beschikbaar
schijnt te hebben.
R o g ge heeft in Noord-Amerika in de afgeloopen week
niet de flauwe periode doorgemaakt, welke voor tarwe viel
te eonstateeren. Men is er namelijk in Noord-Amerika sterk
van overtuigd, dat speciaal voor rogge een groot percen-
tage der Europeesche oogsten van onvoldoende kwaliteit is en
verwacht daarom in cle ‘toekomst levendige vraag van cle
zijde der invoerlanden. In deze week echter is daarvan nog
weinig gekomen. Aanvankelijk, toen voor alle broodgrnaii
cle kooplust nog niet groot was, bestond ook voor rogge
weinig belangstelling en later is de roggeprijs te Chicago
zoo zeer gestegen, dat de zaken daardoor werden bemoei-
lijkt. Ook na eenige reactie op 26 September sloot rogge

Loçoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

Soorten
26Sept.
19Sept.

Tarwe (Hardwinter II) ..’
14,25
15,_
14,90
Rogge (No. 2 Western) ..’
12,50 12,35
12,-
Mais (La Plata)

… … …,,
2
179,-
179,-
168,-
Gerst (48 Ïbs. malting)

..
2
235,- 232,-
2 10,-
Haver (Canada 3)……..
1

13,10
13,-
11,10
Lijnkoeken (Noord-Ameri-
ka van La Plata-zaad) ..
1
12,75 12,50 11,85
Lijnzaad (La Plata) …..
8

366,_
374,-.–
358,-
1)
per 100 KG.
2)
per 2000 KG.
8)
per 1960 KG.

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

Artikelen
18124
Sept.

Sedert

Overeenk.
18124
Sept.

Sedert

Overeenk.

1
927

1926
1927

1
Jan.
1927

tijdvak
1926
1927

1Jan.
1927

tijdvak
1926

36.599
1.521.074
1.223.233

39.252
10.439
L560.326
1.233672
Tarwe………………
Rogge

………..-
1.573
268.329
193.128

493
1.411
268.822
194.539
Boekweit …………….-

14.467
16.039

67
1.060
14.534
17.099
Maïs ……………….
23.211 1.056.816
650.810
9.451
177.459
77.505
1.234.75
728.315
13912
329.805
259.761
1.022
9.246
7684
339.051
267445
Haver…………….-

452 154.288 153.868

2728
2.165
157.016
156.033
Lijnzaad

………..
.

714 176.091
181.174
7.085
172.082
172314
348.173 353.888

Gerst

………………

3.495
140.404
189.4 12



140404
189.412
Lijnkoek

……………..
1.413
78.217
78.241
2.200
30.401
15.756
108.618
93997
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten
88
8.052
11.009

‘ –

8.052
11.009

868

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Septenber 1927

te Chicago op Sptember iiog 3% dollarcent per 56 lbs.
‘hooger dan een week tvoien. December
was
lager.
Belangstelling voor rogge van goede kva1iteit bestaat i’
))uitschland en Nederland ve1 en zoo werden in rogge van
de Noord-Amerikaansehe Westkust sve1 zaken gedaan. Ver-
melding verdient tevens, dat clee week weder rogge uiL
Rusland is verscheept. Het aanbod is weliawaar nog niet
groot, maar telkens hoort, men weder, dat Rusland dit jaar
meer rogge ter verscheping zal hebben dan in het vorige
seizoen.
Voor m a ïs heeft de marktpositie deze week nog al eelilge
verandering ondergaan. Terwijl wegens lagere zeevraclite;i
en flauwere ‘markten in Argentinië de fprijzen voor Plata-
xna.ïs op aflading geleidelijk goedkooper te koop kwam en
verschepers daarmade dringender aan de markt waren,
hebben de prijzen voor ‘spoedige Platamaï.s zich goed kun-
nen handhaven. In Nederland blijft ‘de vraag voor Plat:i-maIs zeer levendig en ondanks de flau.were stemming in
Argentinië vonden aankomende partijen steeds vrij gemak-
kelijk koopers zonder dat de houders hunne prijzen .belioef-
den te verlagen. Daarbij ondervond de markt, in Nederland
noowel ‘als in België, eenigen steun van verbeterde vraag
in het Duitsche achterland. De aanvoeren waren in de al-
geloopen week in de Nederlandsche havens wat kleiner eii
ook voor de allernaaste toekomst zullen zij waarschijnlijk
1

niet joo groot zijn als eenigen tijd geleden. In viirbaiid”
daarmede kon dan ook op 26 September de prijs voor aan-t
gekomen P’latam’aïs wat worden verhoogd, zçodat bij de
lagere prijzen, waartoe latere verschepingen te koop waren,
(le prjsverhouling tusschen spoedige en latere mais is ‘ver-
beterd en de aankomende partijen niet meer beneden het
vrjspeil voor Platamaïs, welke in October hier wordt ver-
wacht, behoefde te worden verkocht. Deze verbetering in
(le prijsverhoucling, welke zich reeds in den loop der week
begon te ontwikkelen, heeft weder tot aanzienlijke zal cii
in’ Platainaïs ter af lading gedurende cle maanden October –
en Novveniber geleid. Ook in Duitschlancl en België’ was de
‘raag goed, terwijl tevens in Engeland de kooplust toenam.
Na de verlagingen der termijnmarkt -te Buenos Aires en
Rosario, welke in te afgeloo.pcn week hadden plaats gevon-
den, is dan ook op 26 September weder eenig herstel ge-
volgd, doch het slot was nog 10 ii 20 centavos per 1

00 KG.
lager dan een week tevoren. In Noord-As’uerika hee,lt de maï.sprijs deze week weder
groots iluctuaties ondergaan, welke verband ‘hielden met dc
vrees, dat cle Ikoude, welke iii Canada was ioge’trecle’n, zich
naar het Zuiden zou uitbreiden en taariuecle het maïsge-
bied van de Vereenigde Staten béreiken. Die ‘vrees leidde
dan ook -tot verliooging aan cle markt te Chicago welke,
wanneer de koude uitbleef, door prijsverlaging werd nfge–
ivisse.ld. Ten slotte waren de noteeringen te Chicago 01)
26 Septembci

36 á
4Y
dollarcent -per 56 lb. -hooger dan
op den 19den. Mais staat te Chicago echter ‘nog altijd on-
geveer 15 cent lager dan
”in”het midden van Augustus.
Indien in de Vereenigde Staten de mais’ niet werkelijk
overvallen wordt door vorst, schijnt het, •dst men voor ‘eCu
te kleinen oogst niet al te veel vrees behoeft te koesteren,
doch zoolang niet overal de mais voldoende gerijpt is om
konde te weerstaan, valt met zekerheid daarom
• trent niets
te zeggen. Eenige uitbreiding hebben in den loop der week
cle zaken in mais uit Roemenië ontiergaan. Het schijnt
dat van den ouden oogst toch nog wel iets is overgebleven,
want er werd daarin weder een kleine hoeveelheid naar
West-Europa afgeleden, terwijl nog verder aanbod van oude
siiitïs bestaat. Daar echter ‘de prijzen hooger zijn dan van
Pla,tamaïs komen ‘niet veel zaken tot stand. De Rnemeensche
verkoopers rijn echter den laatsten tijd vel bereid gebleken, ‘hun maisprijs te ‘verlagen, hetgeen naar, ‘Nederland tot een
uitbreiclinig der zaken heeft geleid. Een aanvang is deze
week gemaakt met ‘zaken in Donaumais van den •nieu-wen
oogst ter verscheping in de laatste maanden van het jaar, doch de aanvoer zal dit jaar uit Roemenië waarschijnlijk
niet groot iijn, omdat nog altijd gerekend wordt met een
oogst, die niet grooter is dan 50 ii 60 pCt. van dien van
het vorige seizoen.
Ci- e r s t was in ‘het begin dezer week nog zeer va-ht,
om-dat het minder gunstige. Canadeesche weder tot een
•prijsverhoogng te Winnipeg leidde. Zoowel Noord-Amen-
kaansche als Donaugerst werd daardoor vrij wat hooger ‘betaald, doch later leidde beter weder in Canada tot een
reactie aan de Noord-Amcrikaansche markt
en
tot de
daarop gevolgde ‘lagere prijzen kwamen naar .Duitschlaad en
Nederland vrij wat raken van Noord-Arberika tot stand.
De omzet in Donaugerst is echter verminderd, hetgeen voor
die gerst lagere prijzen tengevolge had, welke zich echter
nog boven het Noord-Ameriikaansche prijspeil ‘blijven be-
vinden. Over het algemeen blijft de vraag voor gers-t aan:

‘zienlij-k minder dan •in de vorige week en in Dnitsohland
waren zelfs herhaaldelijk wedervenkoopers vooral van
Donaugerst tot lagere prijzen aan de markt dan -het uit-
vo’erland. lJi.t Roemenië wordt bericht, dat cle ‘gerst-ver

schepingen in de volgende maand ‘waarschijnlijk zullen
afnemen, omdat de oogst heet tegen ‘te vallen. Van Rusland
vonden deze week weder versche-pingen van gerst ‘plaats,. toch zij waren’ van zeer bescheiden omvang.
Voor goede buite’nlandsché haver bestaat in Europa bij
1
voor-tclu ring, belangstelling, omdat te West-Europeesche
‘haveroogsteii vrij sterk geleden hebben van ‘hei slechte
‘weder, doch te zaken zijn niet van groo’ten omvang, omdat
het aanbod uit Argentinië, Rusland en Roemenië beperkt
is en uit Noord-Amerika te hooge prijzen worden gevraagd.
:l:n Engeland ‘kocht men PJ’atahaver, doch het verschepings-
seizoen van deze haversoort loopt ten einde en waafschijn-
lijk zullen ‘binnenkort de ‘invoerlan-den wel overgaan tot het
koopea van Noord-Amen kaanschc ‘havci

.

SUIKER.

NOTEERINGEN.

Londen
Amsterdam’

1
White Java’s

Vew York
Data

1

per

ITates! f.o.b. per

96°
c.i.f.

Centri-
Oct./Dec. Cube;j

fuga Is

No.
11
Oct 1Dec.

Sept.jOct.

Sh.
Sh.
Sh.
$
cts.

33(..
1319
14/4.
4,80
3316
141-
1414
1

4,76
341-
1516
131-
4,52
341-
13/4
111434
4,15



326
1)
Het
verschil tusschen ruwsuiker 880 en
krist.suik.
990 is aan te nemen
opf3p.
1001(0.

De verschillende suikermarkten waren de afgeloopen week
prijshoudend gestemd en in den prijsloop vond over het
algemeen slechts zeer weinig beweging plaats. In N e w York was het verloop der noteeringen als volgt:

Sp. C. Sept. Oct. Dec. Jan. Mrt. Mei
Slot voorafg. week …… 4.86 3.08 3,07 3.10 3.07 2.92 3.-
Opening verslagweek .. 4.86 3.03 3.02 3.05 3.03 2.91 2.97
Slot verslagweek – ……4.80 3.- 2 95 3.05 3.04 -2.89 2.98

De ontvangsten in de AtI. havens der V.S. bedroegen deze
week 53.000 tons, de versmeltingen 57.000 tons tegen 61.000
t’ons in 1926’en de voorraden 200.000 tons tégen 245.000 tons.
De prijs voor prompte Cnba- en andere ruwe suiker bleef
ongeveer 3
1
1 $c. c. & fr. (basis Cuba).


De laatste Cubastatistiek is als volgt:

1927

1926

1925
Tons

Tons

Tons
Cubaansehe productie 21 Sept. 4.508.620 4.884
:
658 5.120.284
WeekOntv. afscheephavens 36.662 45.934 22.340
Totaal sedert 1 Jan.-17 Sept 3.842.475 4.235.095 4.667.210
Weekexport…………….67.398 123.209 62.726
Totale export sedert 1/1.1719 3.134.976 3.487.330 3.978.336
Voorraad afscheephavens .. 725.543 747.767 688.694
Voorraad Binnenland
……545.601
547.045 349.558

In Londen sloot de termijnmarkt iets lager dan verleden
week en waren de cijfers als volgt:

Sept.

1927 . Sh. 15/6% Maart 1928 …. 5h. 1619%
October

,,

. . ,, 1511


Mei

,, – . . ..

,,
1710%
Dec. – – ,, .. ,, 14/9%

Aug.

,…..-

17/3%

De Zichtbare voorraden zijn volgens Czarnikow:

1927

1926

1925
Tons

Tons

Tons
Duitsehland 1 Aug . ……..

415.000 328.000

96.000
Tsjechoslowakije 1 Sept…..49.000 104.000

76.000
Frankrijk 1 Sept . ……….

144.000

93.000 – 55.0011
Nederland 1 Aug . ……….

24.000

95.000

58.000
België 1 Aug……………39.000

38.000

65.000
Polen 1 Sept . ………….. 29.000 48.000 39.000
Engeland 1 Sept. geïmpt. suiker 258.000 384.000 325.000
Engel. 1 Sept. Binnenl. suiker – –

Totaal Europa

958.000 1.090.000 714.000
V.S. Atlant. havens 21 Sept.

200.000 245.000 158.000
Cuba 17 Sept……..- ……739.000

7,48.000

689.000

Totaal .. – 1.897.000 2.083.000 1.561.000

Op Java was de markt kalm gestemd, doch prijzen voor
2e hands suiker trokken aan het eind der week ietwat aan.

kristalsuike
basis 99°
‘2tsSept.’27
f 17
25182

12 ,,

’27 ,,
1811
.26 Sept.’26 ,, 18
26Sept.’25 ,, 1701

ruwsuike
basis 88
0

4 Juli ’14
f
11131
3;
basis 99°

f
1413
132

28 September 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTËN

H i e r te lande was de markt deze week eveneens kalm
gestemd met slechts geringe beweging in de prijzen. De
markt sloot kalm op de volgende noteeringen: Sept: en
Dec. ongeveer 1 18.—, Maart ongeveer 1
18/,
Mei ongeveer

f l8.
De omzet bedroeg deze w’eek 3200 tons.

KATOEN.

Noteering voor Loco-Katoen.
(Micldling Uplands.)

23Sept.
1927
16
Sept.
1

1927
1

9
Sept.
.1927
1
23
Sept.
1926
23
Sept.
1

1925

New York voor
Middling


20,90e 21,25e
23,60 c
15,05e
23,65 c

New Orleans voor Middling
20,47 c
20,85 c 23,17 c
14,48e
22,87 c

Liverpool voor
Middling
.
..
11,20 d
11,83 d 12,67 d 9,03 d 13,46 d

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).

1

1 Aug.
’27
1
Overeen komstige periode
1

tot
t
116
Sept.
’27
J

1926
1

1925

Ontvangsten Gulf-Havens.
}
1207

1271

1164
21

Atlant.Havens
Uitvoer naar Gr. Brittannië

89

146

170

29

,, ‘t Vasteland ete.

565

579

506

Japan…
.

61

42

38

Voorraden.
(In dulzendtallen balen).

Overeenkomstig tijdstip 16Sept.’27
1926

1

1925

Amerik. havens.

._ ..

1317

759

578
Binnenland …………..413

525

631
New York ……..

210

68

39
New Orleans ………….249

147

399
..
Liverpool ………….713

372

134

Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons. Manchester, d.d. 21 September 1927.
Amerikaansche katoenprijzen zijn sedert j.l. Donderdag
flauwer geworden. J.l. Maandag daalden prijzen te NewYork
ruim 70 punten, terwijl gisteren Liverpool eveneens flauw
was en October-futures 49 punten lager sloten dan bij de
opening genoteerd; Mei noteerde 11.01 en alle andere
maanden beneden 11 d. Gisteren was er een verdere daling
van over 20 punten in New.York en Liverpool opent van.
morgen ca. 4 punten lager. Deze groote fluctuaties worden
grootendeels toegeschreven aan beroepsspeculanten en betere
weerberichten. Zooals wij de vorige week reeds schreven,
heeft de markt dringend een periode van stabiliteit noodig,
opdat men wat meer vertrouwen in het huidig prijsniveau
zal krijgen. Men bericht, dat er groote hoeveelheden katoen
gegind worden, terwijl ontvangsten in de havens eveneens
van beteekenis zijn en exporten reeds grooter zijn dan in
het vorig seizoen. De oogstvoorspelling van het Egyptische
Gouvernement, welke j.l. Maandag gepubliceerd is, vindt
weinig geloof, daar men de schatting te laag acht, waar-
door prijzen teruggeloopen zijn. Loco-verkoopen in Liverpool
bedroegen de vorige week 58.000 balen, waarvan de helft
Amerikaansche en de rest diverse soorten.
In de Amerikaansche garenmarkt is weinig te doen, voor-
namelijk een gevolg van de groote en plotselinge fluctua-
ties van het ruwe materiaal, waardoor het vertrouwen in
het tegenwoordig prijsniveau ontbreekt. In verband met de huidige prijsdaling van katoen werden enkele flinke.

orders afgesloten, doch over het algemeen beperkt de
handel zich tot kleine hoeveelheden voor direct gebruik.
In grove nummers gaat slechts weinig om en de daling
van katoenprijzen heeft verkoopen van beteekenis tegen-
gehouden. Ook naar Egyptische garens bestaat weinig
vraag; de berichten loopen hier echter nog al uiteen en
in enkele gevallen schijnen flinke partijen twist te zijn
afgesloten. Boltonspinners zijn over het algemeen goed
bezet, zoodat men geen haast heeft met verkoopen. In
getwijnde garens worden geregeld kleine hoeveelheden
afgesloten.
De doekmarkt is door de groote fluctuaties in de katoen.
markt der laatste dagen zeer ongeregeld en het is zeer
moeilijk iets definitiefs over den toestand te schrijven. Als
men den loop der katoenmarkt volgt behoeft men zich
hierover niet te verwonderen en de gestie van overzeesche
koopers, die gaarne hunne voorraden zouden willen aan-

vullen, doch huiverig zijn hiertoe over te gaan in verband
met de groote schommelingen van het ruwe materiaal,
wordt dan ook heel begrijpelijk. .Noteeringen blijven vast,
want de meeste biedingen zijn zoo laag gesteld, dat hierin
eventueele prijsdalingen van katoen wel verdisconteerd
zijn. Men neemt zoowel van de zijde van koopers als ver-
koopers een afwachtende houding aan en de dageljksche
loop van de markt wordt met belangstelling gevolgd.
Liverpoolnoteeringen

Oost. koersen 13 Spt. 20 Spt.
14Spt. 21Spt. T.T.opBr.-Indië 115f 1/5k
F.G.F. Sakellaridis 20,50 19,30 T.T.op Hongkong 1/14
1114
G.F. No. 1 Oomra. 9,20 8,50 T.T.op Shanghai 215k 216x

THEE.
in de afgeloopen week vond de tweede Amsterdamsche
najaarsveiling plaats, die een aanbod te zien gaf van on-
geveer 14.000 kisten Ned. Indische thee, directen aanvoer.
(.ezien het verloop der Londensche markt in de achter-
liggende weken, welk verloop zooals bekend, na een reactie
wederom een reprise te zien heeft gegeven, was het Vrij
onzeker, welk verloop de veiling hier zou hebben.
Dit verloop is echter gunstig geweest. Er heerschte een
vrij vaste stemming, met prijzen, die slechts enkele centen
afweken van die der vorige veiling. De bladsoorten waren
meerendeels iets lager, waartegenover groote belangstelling
bestond voor gruis-soorten, die dikwijls enkele centen
hoogere prijzen konden bedingen.
Het gemiddelde prijsniveau van deze veiling bedrâeg 93
fi
94 cts. een gemiddelde prijs, die slechts weinig verschilt
met dien der vorige veiling.
Ook het binnenland was ditmaal goed in de markt, ter-
wijl er eveneens goede belangstelling was voor buitenland-
sche rekening
Londen gaf, zooals hierboven gezegd, in de afgeloopen
week een klein herstel te zien, en de prijzen bewogen zich
meerendeels op een van y, tot % d. hooger niveau.
Er bleven in de Amsterdamsche veiling per saldo weinig
partijen onverkocht en de volgende veiling, die van 13
October, zal een aanbod te zien geven van ruim 13.000
kisten.
De theeverschepingen van Noordelijk Britsch Indië in
Augustus beliepen 463< millioen lbs, een hoeveelheid, die
1 millioen lbs. lager is, dan die van verleden jaar. De totale
verschepingen uit dit district vanaf 1 April tot ulto Au-
gustus, dus van den nieuwen oogst, bedroegen bijna 108
millioen lbs. tegenover bijna 112 millioen lbs. over 1926.

KOFFIE.
In de afgeloopen week verkeerde de markt onafgebroken
in vaste stemming. De betrekkelijk schaarsche aanbiedingen
voor verscheping op aflading van Brazilië waren voort-
durend hooger, hetgeen de reden was, dat men meer be-
langstelling begon te toonen voor partijen, welke reeds
hier te lande waren aangekomen, waarin dan ook vrij
belangrijke omzetten plaats vonden. De vaste houding van
Brazilië moet wel gezocht worden in de ongunstige be-
richten omtrent den bloei van den volgenden oogst, welke
door aanhoudende zware regens geleden zou hebben, en
door den steun dien het ontvangt van nieuwe credieten.
Dezer dagen werd bekend, dat eene financieele groep onder
leiding van de firmaLazard Brothers & Co. aan de onlangs
onder auspiciën van het Instituut tot Permanente Verdedi.
ging van de Koffie van Sao Paulo opgerichte banen do Estado
de Sao Paulo, een open crediet van £ 5 millioen voor twaalf
maanden verstrekt heeft met optie voor eene verlenging met zes maanden. Met dit crediet wordt beoogd het ver-
strekken van voorschotten aan de koffie-planters, teneinde
hen in staat te stellen om het surplus van den oogst uit
de markt te houden. Ook de andere koffie-produceerende
staten van Brazilië nemen maatregelen om eveneens lee-ningen voor dit doel op te nemen.
Aan de termijnmarkt heerschte in verband met een en
ander, eene vaste stemming en liepen de noteeringen 1
1i/ cent op.
De aanbiedingen van Robusta op aflading van Neder-
landsch-Indië waren schaarsch en eveneens hooger. De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer 851- â 861. per cwt. en van dito. Prime ongeveer 871-
fi
881-, terwijl
zij van Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte
verseheping, bedragen 6116 á 621..
Van Robusta op aflading van Nederlandsch.Indië zijn
de prijzen in de eerste hand op het oogen blik:
Palembang ……..Robusta, Oetober-verscheping, 32 ct.
Benkoelen ……..,,
,, ,,
33
Mandheling ……..

35
W. I. B. f. a. q …….

»

40
alles per X K.G., cif, uitgeleverd gewicht, netto contant.

870

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 September 1927

De loco-noteering voor Superior Santos werd verhoogd
van 49 op 51 ct., terwijl die van Robusta onveranderd
44 ct. bleef. De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt waren
aan de ochtend-cali als volgt:

Santos-contract

Gemengd contract
basis Good

11
basis Sailtos Good

1
Sept.1 Dec.
1
Mrt.
1
Mei
11
Sept.1 Dec.
1
Mrt.
1
Mei

27 Sept.

/8 41
1
18 40
1
18 39’1 38
3
4
388

37′

36(
20 ,,

40
1
/
8
40
1
/ 39

38

3834 37s18 3611 3534
13 ,,

3934 38

37

36

37% 3634 353, 34
6

3934 3734 3634 35’/ 3734
35
1

3418 33%

De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:

Sept.
1
Dec.
1
Maart

Mei

26 Sept………

,

$12,48

$ 12,25

$12,13
19 ,,

12,57

,, 12,06

11,84

, 11,67
12

;, 12,45

,, 11,97

11,74

11,57
2

;, 12,30

,, 11,65

,, 11,38

,, 11,22

Rotterdam, 27 September 1927.

(Mededeeling van de Veieeiiiging voor den Goederenhandel
te Rotterdam.)
Noteeriugen en v6oiraden in Brazilië.

te Rio
te San tos
Wisse1koe,s
Data
te Rio
op Londen
Voorraad
I

Prijs
Voorraad
Prijs
(ïnBalen)
1
No7′)
(In Balen)
1
No.4′)

26 Sept. 1927

293.000

21.925 1.100.000
1
25.400

531132
19

,,

1927

257.000
1
21.450 1.028.000
1
25.000

-‘

182
12

,,

.1927

1

253.000

21.650

1.087.000
1
24.500

5
15
1
1
,
27

,,

1926

299.000
1
22
.
000

978.000124.000

79
118

Oiitvângten uit liet binnenland van Brazilië in Balen:

te Rio
te Santos Data
Afgeloof en
1

wee
1

Sedert
tAfgeloopen
1

Sedert
1Juli
week
1Juli

24 Sept. 1927- 110.000
1
972.000
1
182.000
1
2.452.000
25 Sept. 1926..

89.000 1.184.ÔO0 159.000 1.935.000
1)
in Reis.

METALEN.

Loeo-Noteeringen te Londen:

Data
Koper
Stan-
daard

Koper
Electro-
1

lytisch

Tin Lood
Zink

26Sept. 1927…
54.51-
61.1716
268.-/-
21._/_
27.216
19

,,

1927… 55.51-
62.716
284.1716
22._/_
27716
12

,,

1927…
54.716
62.-j-
288.-/–
21.216
27.-/-
5

,,

1927-
54.151-
62.216
289.1216
21.1716
27.1216
27 Sept.1926..
58.51-
66.51-
311.716
31.151- 34.12/6
20 Juli 1914…
61.-/-6
145.15/- 19.-!-
21.101-

STEENKOLEN.

De vraag naar kolen is tot een minimum teruggeloopen
en in alle productiegebieden wordt geklaagd over slapte.
Een onmiddellijk gevolg van dezen toestand is een terug.
gang van de prijzen, die normaliter in dezen tijd van het
jaar een kleine versteviging zouden moeten ondergaan. In
Westfalen heeft men voor de zooveelste maal op een ver-‘
zoek om toestemming de prijzen lichtelijk te mogen ver’
hoogen, een weigering van de Regeering ontvangen. Men
klaagt nu, dat men tegenover de aldoor terugloopende
prijzen op de wereldmarkt geen aequivalent krijgt in ver-
mindering van lasten en dat integendeel deze lasten nog
voortdurend toenemen. Ook daar heeft dus de kolenindus.
trie, evenals in Engeland, een moeilij ken tijd door te maken-.

De prijzen zijn als volgt:

Northumberland Ongezeef de …
f
10,-
Durham Ongezeefde ……….,, 10,75
Cardiff 213 Large, 113 Snalls .. ,, 13,-
Schotsche Gezeefde ……….. 9.75
Yorkshire Gewasschen Doubles 12,25
Westfaalsche Vetförder ……,, 13,40

Vetstûkken ……

15,-

Smeenootjes … .

14,50

Gasvlamförder …

13;40

Gietcokes ……..

16,50
alles per ton van 1000 KG., franco station Rotterdamf
Amsterdam.

.

Westfaalsche bunkerkolen f.o.b. Rotterdam/Amsterdam

f
10.90.
Markt
flauw.

27 September 1927.

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.

De Noord-Amerikaansche graanvrachtenmarkt was de af-geloopen week vast en totaal werden er ongeveer 45 booten
bevracht van de verschillende laadhavens doch hoofdzakelijk
van de St. Lawrence. De vrachten zijn over het algemeen
onveranderd, doch vaster dan aan het einde der vooraf-
gaande week. Van Montreal zijn de koersen voor prompte
tonnage gestegen tot 1634 cents naar Antwerpen/Rotterdam.
Naar begin October tonnage is vrijwel geen vraag, doch
per 2e helft October werd een flink aantal booten bevracht
tegen vrachten tot 16 cents Antwerpen/Rotterdam, 17 cents
Bremen/Hamburg. Verscheidene booten werden bevracht
naar Rotterdam direct tegen iets lagere vracht dan die
voor Antwerpen/Rotterdam. Voor November is de markt
betrekkelijk kalm. Per deze termijn werd een boot gedaan
daar de Middellandsche Zee op basis van 21 cents zwaar
graan, één loshaven. De Golf van Mexico was kalm. Per
October werd 17 cents betaald naar Antwerpen/Rotterdam,
optie Antwerpen/Hamburg range tegen 18 cents. –
De suikerniarkt van West-Indië bleef zeer flauw gestemd
en er is geen definitieve vraag naar tonnage naar Europa. Men verwacht geen opleving voor nieuwe oogst belading
– Januari.
Ook de North Pacific bleef kalm. Er kwam de afge-
loopen week slechts een bevrachting tot stand, n.l. een
8000 tonner van Vancouver tegen 3316, optie Prince Rupert 3413 naar U.K./Continent, per November.
De markt van de La Plata wordt steeds minder. De
vraag is voor alle posities minder en de vrachten zijn ge-
zakt. Elet laagste cijfer dat deze week werd geaccepteerd
is 181. voor een 6000 tonner van Buenos Aires naar
Avonmouth of Glasgow. Kleinere booten doen 191- van
boven La Plata havens voor dezelfde positie en misschien
201- per Oct /Nov./Dee.
De chilisalpeter vrachtenmarkt was levendiger, en be-
vrachters ondervinden een flinken steun doordat de La
Plata markt kalm is. Er kwamen ongeveer 12 bevrach-
tingen tot stand. October en begin November tonnage
werd betaald met 281- naar Bordeaux/Hamburg range met
in verscheidene gevallen de optie Middellandsche Zee tegen
21- extra, terwijl per December 291- is gedaan naar Ant-
werpen/Hamburg range zonder opties. Per 26 December/
25 Januari is een 5600 tonner bevracht naar Scandinavië
direct op basis van 321 Denemarken, 3216 Zweden (Gothen-
burg/Kalmar range), 331- Danzig.
De tendens van de Oostelijke afdeelingen was vast doch
kalm. Van Britsch-Indië werd een 8500 tonner bevracht
van Bombay/KarachijMarmagoa naar de Middellandsche
Zee/U.K.jContinent per November tegen 22/-.
Bevrachters van den Donau- hebben voor hun onmiddel-
lijke behoefte voldoende tonnage bevracht en zijn momen,
teel niet aan de markt. Voor October is de vracht nominaal
1516. De Zwarte Zee is kalm. October tonnage bedong 131-
naar het Continent, optie Denemarken 1416. De ertsvrach-
tenmarkt -van de Middellandsche Zee bleef vast en er was
een flinke vraag naar tonnage. Er werd o.m. betaald:
Hornillo Bay/Glasgow 716, Melilla/Rotterdam 411034. Voor fosfaat Sfax/Londen werd 1016 betaald.
De uitgaande kolenvrachten van Engeland zijn vast,
speciaal naar Zuid Amerika is eenige stijging waar te
nemen. Van Zuid-Wales werd om, betaald: Rouaan 319,
Gibraltar 711011
9
, Alexandrië 1016, Las Palmas 916, Mon
treal 816, en van de Oostkust: Bergen 41134, Hamburg
41434, Rotterdam 41-, Alexandrië 1016, Port Said 1016.

– RIJNVAART.
Week van 18 t/m. 24 September 1927.

– De aanvoeren van zeezijde, vooral in de eerste helft der
week, waren zeer levendig. In het begin der week was de
scheepsruimte zeer schaarsch, nam daarna geleidelijk toe.
De zeer dringende vraag naar ruimte nam in de tweede
helft der week eenigszins af. Voor erts betaalde men ge-
middeld f 0,70 á f 0,60 met. ( en f 0,80 â f 0,70 met
34
lostijd. Naar den Bovenrijn bedroeg de vracht voor ruwe
producten gemiddeld f 1,35 per last met verkorten lostijd.
Het sleeploon varieerde tusschen het 4234 en 52% ets, tarief.
De waterstand was wassend. De algemeene toestand in de Ruhrhavens bleef ongewij-
zigd, alleen nam het verkeer aldaar naar den Bovenrijn
eenigszins toe.

Auteur