Ga direct naar de content

Jrg. 12, editie 578

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 26 1927

6 JANUARI 197

AUTEURSBEC FIT VOORBEHOUDEN.

Econom isclk,w tatistische

Beri
*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN
VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMiSCHE GESCHRIFTEN

12E JAARGANG

WOENSDAG 26 JANUARI 1927

No. 578

INHOUD.

Blz.

DE CONFERENTIE 1JELI EXPERTS IN ZAKE WISSEL EN
CHEQUE TE GENÈVE
door
W.
West erman ………..76
De B uitenlandsche Handeisvoorlichtingsdienst. van Zwit-
serland door
Dr. J. A. Wever ………………..77
De verlaging van het Duitsche disconto door
S..Posthvina 80

De Tabakshandel in
1926
door
F. M. v. E………….82
Nederland’s Handelsbetrekkingen met Zuid-Afrika door
L. B eerst ee her
met naschrift door
C.
Vermeij …….84
AANTEEKENINOEN:
Provinciale- en Gemeenteleeningen ……………
84
Indexcijfers van groot- en kleinhandeisprijzen in
Nederl.-Indië

……………………………
86
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN ………….
87

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN ………………
88-94

Geidkoersen.

Bankstaten.

Goederenhandel.
Wisselkoersen.

Effectenbeurzen.
I
Verkeerswezen.

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.

ECONOMJSCH.STATIST1SC/IE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van. Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. E. Moresco;
Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Weldaren Baron
Rangers; Prof. Mr. H. R. Ribb’ius; Jan Schilthuis; Mr.
Q. J. Terpstra
;
Prof. Mr. F. de Vries.

Gedelegeerd lid. Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Secretariaat: Pieter de Hooclvweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postreken’ing 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. P. in
Nederland f 20,—, Buitenland en Kolo’isiën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs san het Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het instituut uitgaande ont-
vangen de abonné’s, leden en donateur8 kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.

Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige plaatweg.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh
ct
van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Po8tchèque- en giro-
rekening No. 6729.

25
JANUARI
1927.

In clan toestand van de geidmarkt kwam geen ver-

aaclering. Gold bleef nog zeer ruim aangeboden, maar

do daling in ton rentevoet was vrijwel tot staan ge-

komen en aan het einde der week was do stemming

zelfs eerder iets vaster. De prolongatienoteering

schommelde tusschen
21%
en 2% pOt.; particulier dis-

conto noteerde 2% h
21fio
pOt.

* *
*
De. weekstaat van De Nederlan’dsche Bank geeft

weinig veranderingen van heteekenis te zien. De post

binnenlandsche wissels blijkt opnieuw met enkele mii-

lioenen te zijn afgenomen en bedraagt thans
.f
71,1

millioen. De beleeciingen stegen met
f 1,8
millioen.

De goucivoorraad bleef vrijwel
01)
dezelfde hoogte.

De voorraad zilveren munt steeg met een kleine

f
300.000. De post papier op het buitenland en de

diverse rekeningen onder het actief daalden resp.

met
f
2,4 millioen en
f
400.000.

De biljettencirculatie verminderde van
f 8:11,8 muil-

lioen tot
f
793,9 millioen. Rot tegoed van het Rijk

steeg met
f
7,1
millioen. :De rekening-courantsaldi
van anderen vermeerderden met
1
3,8 millioen. Hot

beschikbaar rnetaal’saido klom met
1
1,3 mi]lioen. 1-let

clekkingspercentage bedraagt ruim 52.

* *
*

De wisselmarkt, was deze week wedcr zeer stil. De

omzetten krompen weder tamelijk sterk in en cle

koersen bleven voor de meeste wissels vrijwel onver-

anderd. In ponden, dollars, helga’s en zelfs Fransche

fraiiks en 1 ires kwamen geen schommelingen van

beteekenis. Marken openden zoet: flauw, zooclat de

koers Maan.dagdreet van 59,31 tot 59,8 inzakte,

maar daarna kwam er bijna geen verandering meer.

Daarentegen opende Madrid zeer vast, zoodat 40,65

werd betaald. Dcii volgenden ‘dag zakte, cle koers ach-

ter weder plotseling in tot 40,10 om later opnieuw

srk te stigen, zoodat gisteren 40,95 hetald werd.

Oslo flauwor, moest hot geheele avance der vorige

week weder prijsgeven.

LONDEN,
24
JANUA,Ri
1927.

Geld was verleden week betrekkelijk gemakkelijk,

hoewel de tendens beslist vaster is. Do veekstaat van

de Bank van Engeland wijst op een zeer krachtige

positie.

• De discontomarkt was eenigszins teleurgesteld over

het uitblijven van de verlaging i’ii cle Bankrate, of-

schoon men deze handelwijze ‘oillijkt, nu plotseling een

andere kooper van baar gouct op cle markt is versche-

nen, ni. Rusland. Ofschoon men aanneemt, dat het

bedrag, dat door Rusland onttrokken zal worden, wel
niet zeer groot zal zijn, acht men het ‘toch beter eerst

af te wachtdn totdat ‘deze onttrekkingen overzien

kunnen worden..

Reden waren geld cii disconto (4
1
fia_4¼) beide

vast.

76

ECONOMISCH-STATÏSTISCHE
BERICHTEN

26 Januari 1927

DE CONFERENTIE DER EXPERTS IN ZAKE

WISSEL EN CHÈQUE TE GENÈVE.

Het was mijn voornemen een afzonderlijk artikel te
schrijven, over eene kwestie, welke •door de .uitsche

gedelegeerden in het Subcomit6 der Internationale

Kamer van Koophandel ter sprake is gebracht en die

betrekking heeft op het regresrecht, zooals dat in de

Vereenigde fStat6n wordt toegepast, op chèques, clie later b]ijken eene valsche handteekening te dragen.

Ter gelegenheid van ‘de op 14, 15 en 16

December
te Genèvè gehouden bijeenkomst van ‘de door de Eco-

nomische Afdeeling van den Volkenbond benoemde
‘experf,s werd

echter deze zelfde kwestie ter sprake ge-

bracht en derhalve meen ik, .dat het eenvo’ûdiger is II

een kort overzicht te geven van het ‘te Genève ver-

handelde, hetgeen misschien op zichzelf reeds belang-

rijker is, tevens melding makende van bovenbedoelde
kwestie.

– De benoeming ‘der experts en het door hen aan de

Economische afdeeling van det Volkenhond uitge-.

brachte rapport, zullen vermoedelijk deze laatste ertoe

brengen de bijeenro’eping eener nieuwe conferentie,
als vervolg op die, welke in 1912 te ‘s-Gravenhage

werd gehouden, voor te bereiden, aangezien het, he-

doelde iapport cle wenschelijkheid om daartoe te ge-
raken met zooveel wdorden uitspreekt. Daarmede zou
dan de houding van den Volkenbond ten opzichte van deze kwestie zijn bepaald.

Reeds in 1920 werd de aandacht van ‘den Volken-
bond op ‘dit punt gevestigd door de financieele con-

ferenti, in ‘dat jaar te Brussel gehouden. Als gevolg

daarvan zond do Economische af’deeling van dit in-

stituut eene quest.ionnaire uit aan de Regeeringeii
die de Conventie van 1.912 hadden geteekend en an
nog eenige andere. Het bleek, dat verreweg ‘de meeste

regeeringen gaarne aan een nieuwe conferentie zou-
den deelnemen.

Daarop werd aan cle heeren Prof. Mr. D. J’osephu
,T.itta, Sir Mackenzie D. Chaimers, Prof. Franz Kleid
en Prof. Lyon Caen opgedragen een rapport samen

te stellen. Niettegenstaande, of misschien ook wel op
grond van d.j.t buitengewoon interessante en lezens

waardige rapport, achtte de Volkenbond het oogenhiik

voor een nieuwe conferentie nog niet gekomen.

I.ntusschen had .de Internationale Kamer van Koop-
handel eveneens ‘de Unificatie van wissel- en cheque-
recht ter hand genomen en achtereenvolens te Lon-. den in 1921, te Rome in 1923 en te Brussel in 1.925
resoluties aangenomen, waarin op eene voortzetting

van het werk der Haagsche conferenties werd aange-
drongen.

Dit bracht de Economische afdoeling van den Vol-
kenbond er toe, het vraagstuk ‘voor te leggen aan twee

harer leden, de hoeren Barhoza Car,neiro en Campion,
met verzoek daarover een rapport uit te brengen. –
Deze hoeren, den toestand van het oogenbiik reca-
pituleerende, spraken zich uit ten gunste van een

wederopneming van het werk der beide voorafgegane
conferenties en gaven in overweging zich van te voren

te verzekeren van de hulp van een speciaal comité,

dat zou moeten bestaan uit tien of twaalf experts en
den weg zou moeten wijzen langs welken het werk zou
moeten geschieden. –

De Economische afdeeling van ‘den Volkenbond ver-‘
ee.nigde zich in hoofdzaak met dit advies, ‘doch legde

cle aan het ‘Comité van experts te geven opdracht in
een eenigszins anderen vorm vast. Bij de uitnoodiging
om deel uit te maken van het comité van experts’
stelde zij bepaalde vragen, die aan den eenen kant

dit comité een grootere speelruimte gaven, aan den
anderen kant echter tevens zijn taak beperkten. De
vragen luidden aldus: .
1. Welke zijn de voornaamste moeielijkheden van prac-
tischen aard, in den internationalen handel, voort-
vloeiende uit het verschil in recht en in gebruiken

van de voornaamste handeldrijvende landen, .die de

conventie van den Haag 191.2 hebben geteekend (of

wier juridisch systeem op -dezelfdè algemeene be-
ginselen berust) inzake:
ii.
wissels

h. cheques.

2.. Welke van deze verschillen zouden langs den weg

-van een internationale overeenkomst op te lossen

zijn en van wolken aard zou de oplossing moeten

zijn, die het meest aanbeveling verdient in die ge-
vallen.

3. In hoeverre is het mogelijk en wenschelijk het aldus

geamendeerde continentale systeem en het angel-
saksische systeem te wijzigen, ten einde ‘de afwij-

kingen tussehen deze systemen tot een minimum

te beperken, znder ‘de gron’dprincipes aan
te
roeren.

Toen de experts op 14 December te Genève bijeen-
kwamen, vestigde de heer Stoppani, een der secre-
tari’ssen van. de Economische afdeeling, nog eens in

het bijzonder de aandacht, op den vorm der vragen,

meer eigenlijk op de nauwe be’grenzing daarvan, doch

al spoedig bleek, -dat een dergelijke behandeling niet
– wel mogelijk was.

De experts stelden zich dan ook op het standpunt,
dat de toestand, zooals hij -nu is, één groote chaos

opleverde en dat het practisch geen waarde had, be-

paalde gevallen, waarbij moeilijkheden zich ‘deden ge-
voelen, op te noemen. De bespreking ontwikkelde
zich dan ook in die richting, dat men onder de tal-

rijke moeilijkheden er eenige der meest op den ‘voor-

grond tredende uitzocht, deze besprak en ze in het

rapport als zoovele bewijzen aanvoerde voor de wen-

schelijkheid eener voortzetting van het werk, in den
.1:Laag aangevangen en bijna voleindigd.

Door de Economische afdeeling van den Volken-bond waren als experts uitgenoodigd de heeren Mi-

nisterialrat Dr. 11ans von Flotow (van de firma Hardy

& Co. te Berlijn), L6uis Dreyfus, Bankier te Parijs,
Alwyn Parker G. B., C. M. G., Directoi van Lloyds
Bank te Londen, Albert Breton, vervangen door Ralph
i)awson, Vice-Presiden t van ‘de Guarauty Trast Oom-

pany te New York, Augusto Weiller, advocaat te
Miiaaii en gedelegeerde van ‘de ,,Conféderation géné-

mle bancaire faciste”, Yano, Director van de succu’r-
sale der Yokohama Specie Bank te Londen
;
Ernst
Meyer
;
Voorzitter van de Handeiskamer te Kopen-
hagen, Di. Max Vischer, eerste secretaris van de Zwit-
sersche Bankiersvereeniging, Felix Goller, directeur

der Zemska Banka te Praag, Vercheval, algemeen

secretaris van de Banque de Conimerce te Antwerpen

en ondergeteeken-de, die na -de installatie van het
Comité tot Voorzitter, resp. leider der beraadslagin-
gen werd verkozen.

Die beraadslagingen verliepen op de aangenaamste
wijze, maar dit nam niet weg, dat het zeer moeilijk

was, hij zoovele verschillende nationaliteiten en zoo-
veel verschillende zienswijzen, daarin een zekere orde
te houden, en vooral, afdwalingen te voorkomen.
Van den beginne af stond wederom vast, dat er geen
kans was tot overeenstemming met -de aigelsaksische

opvattingen te komen. De heer Alwyn Parker ver-
klaarde bij den aanvang ruiterlijk, dat men in Groet-
Brittannië niet verder wilde gaan dan toegeven op de
zes punten, die door Sir Mackenzie D. Chalmers (zoo-
als men weet. de maker van de Bills of Exchange Act
1882) in zijn rapport van 1923 varen genoemd en die
onder den in-vloed van het Clearing-house. wel hun

weg naar de wet zou-den vinden, alhoewel er nog ver-
schillende meeningen in andere richting in de En-
gelsche bankwereld bestonden. Het voornaamste van
deze zes punten is ‘de ‘afschaffing der respijtdagen.
Niettegenstaande -de meerderheid der experts dus

wist, dat ook een nieuwe conferentie niet meer zou
kunnen bereiken, ‘dan een zoo compleet mogelijke uni-
ficatie van ‘de continentale systemen, luisterde men
met aandacht naar de opmericin gen der vertegenwoor-
digers van het andere stelsel en namen deze laatsten
ook met opgewek-theid deel aan de discussiën over

26. Januari 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

77

punten, waarvan allen van te voren weten konden dat

men niet tot overeenstemming zou geraken. In drie dagen vergaderens, des morgens, des mi.d-

•dags en soms des avonds, werd een rapport ontworpen

en vastgesteld, dat, aanvangen.cle met eene hecht ge-

funcieerde beschouwing ovei- de wenschelijkheid van

het zoo spoedig mogelijk bereiken eener grootere

uniformiteit, de overtuiging uitsprak, dat deze met

voldoening zou worden begroet door allen, die dage-

lijks met wissels en chèriues te maken hebben.

.1-let rapport wijst er op, dat, wanneer de vele be-

zwaren en moeilijkheden, voortvloeiende uit de ver-

schillende wetgevin gen op dit gebied, de zakenwereld

niet meer last hebben bezorgd dan het geval was, dit

toe te
schrijven
is geweest aan het vernuf t. en de han-
cl igheid, waarmee zij, dikwijls ten koste van
tijd
en

opoffering, oplossingen en uitwegen heeft weten te

vinden.

01) den aanhef volgt een opsomming van verschil-

lende moeilijkheden, die zich regelmatig voordoen,

eeno bloemlezing als het ware, ter staving van de
uiteindelijke meening der experts, dat een zoo spoe-
dig.mogeiijke voortzetting van het werk van den Haag
gebieden cl noodzakelijk is.

Zoolang het rapport nog niet in zijn geheel bekend

is gemaakt en door do Economische afdeeling van den
Voikenbond is behandeld, meen ik daaruit nog niet
te mogen citeeren. Het zij dus voldoende te vermel-
den, .dat de opgenoemde moeilijkheden verdeeld zijn

ouder zes hoofden ,,Oonflits de bi”, ,,Causes de nul-
lit” (waaronder de zege]kwestie behoort), ,,Cas •de
force majeure”, ,,Jours de grâce”, ,,Jours ouvrables
et fériés” en ten slotte ,,Consid5rations particuiières
au chèque”.

Ten opzichte van de chèque zegt het rapport, dat

eene unificatie voor de chèque van groot gewicht

is, omdat daaruit een vermeerderd gebruik van de
cbèque zal voortkomen, hetgeen voor •de geheele We-
reld van het grootste belang is, en dat men daarnaar
strevende als uitgangspunt voor de behandeling moet
nemen, dat de chèque te beschouwen is als een zicht-
wissel, getrokken op een bankier en op zicht betaal-
baar.

De laatste vraag, die over de mogelijkheid eener
overeenstemming tusschen de beide groote systemen,
beantwoorden de experts in dien zin, dat zij, de moei-
]ijkheden om tot een algeheele overeenstemming te
komen niet onderschat,tende, meenen, dat men aan

moet sturen op een toenadering tusschen de conti-
nentale wetgevingen. Indien in dit opzicht eene uni-
ficatie is bereilct, zal het wellicht mogelijk zijn verder
te gaan.

Het rapport is vergezeld van eene nota van de
heeren Ah’yn Parker en R. Dawson, die de reserves

van deze beide hoeren vermelden en nader toelichten.

Hoe ver de angelsaksische opvattingen – en eigen-lijk nog meer de Amerikaan sche dan de Engelsche –

van de in andere landen geldende wetten afstaan, bleek
op het einde van den laatsten dag, toen de Belgische
expert., die een zeer belangrijk aandeel aan de bespre-
ld.ngen had genomen, het punt ter sprake bracht,
waarmede ook de Internationale Kamer zich reeds had
beziggehouden en waarop ik aan het begin van dit
artikel doelde.
Het geval is aldus: Een bank in Europa neemt de
inkasseering op zich van een chèque op •een New
Yorksche bank. De chèque wordt door bemiddeling eener Amerikaansche bank ter betaling aangeboden
en de betrokkene betaalt. De bank in Europa credi-
toert de rekening van haren cliënt met de tegen-

waarde van de chèque, of rekent met dezen cliënt af.
– Later wordt ontdekt, dat de chéque gestolen was en
de handteelcening van een vroegeren houder vervalscht,
en nu debiteert de betrokkene, die betaald heeft, den
Amerikaanschen Correspondent van de bank in Europa
en deze correspondent debiteert op zijn beurt de bank

in Eropa, welke hem de chèque ter incasseeri ug
heeft gezondeh.

De Amerikaanscho opvatting grondt zich op de
.,Negotiable Instruments Law” van 1891, welke zeer

uitdrukkelijk bepaalt, in Par. 115, dat

,,Every persen negotiating an instrument by delivery
or by
a
qualifiecl enclorsement, warrants
That the instrument is genuine and in all respects
what it purports to be.
That he bas a good title to it etc.”

en Par. 116

,,Every .indorser who indorses
without qaalification,
warrants to all subsequent holders iu dce course.”

Nu bestaan er weliswaar uitspraken van gerechts-

hoven in den Staat New York, die dit principe niet
van toepassing verklaren, wanneer de betaling door
den betrokkene is geschied aan iemand, die
niet
de
eigenaar van de chèque is, maar slechts handelt als
inkasseerder of in opdracht. In zoodanig geval kan

een eisch tot terugboeking niet worden gesteld, van-

neer zoo iemand reeds met zijn opdrachtgever heeft
afgerekend.

Het New-Yorksche Cbearing-House heeft deze uit-
spraak echter zoo goed als te niet gedaan, dooi- te be-

palen, dat chèques, wissels etc. door leden niet ge-

cleard kunnen worden, wanneer het endossement eene

restrictie bevat zooals ,,ter incasseering”, ,,voor relce-
Ding van” etc., tenzij alle endossementen gegaran-
deerd worden .door het lid van het Clearing-House,
dat zulke instrumenten inzendt.
In Oostenrijk en Duitschland en klaarblijkelijk ook
in België hebben zich nu dergelijke gevallen voorge-
daan en het ,,Zentralverband •des Deutscheti Gross-

handels” is met het ,,Zentralverband des Deutschen
Bank- und Bankiersgewerbes” daarover in 1925 in
c6rrepondentie getrecler. De mogelijkheid eener op-

lossing werd door laatstgenoemd ,,Verban’d” gezocht in
een soort verklaring, die men zou kunnen eischen,

telkens van zijn vôôrman, doch de zakenwereld oppert
het bezwaai, dat zij deze n.iet Ican vragen en dat dit
groote moeilijkheden zou opleveren.
Zooals de zaalc nu ligt, bestaat er groote onzeker-

heid en wanneer de V.S. deze zaak niet regelen, is het,
zooals •de Belgische expert te Genève opmerkte, niet

buitengesloten, dat men in andere landen chèques, ge-
trokken op Amerika, niet meer zal willen koopen of
inkasseeren.

Het is bovendien nog zeer de vraag of de Ameri-
kaansche opvatting eigenlijk wei door de wet. gedekt

wordt, want in Par. 116 wordt de uitdrukking ,,hol-
der in duo course” gebruikt en het is nog niet uitge-

maakt of die benaming ook toepasselijk is op den be-
trokkene,
nadat
hij heeft betaald.
En zoo zal er over deze kwestie nog heel wat ge-
sproken en geschreven kunnen worden, want zij is met
het hierboven opgemerkte nog lang niet uitgeput.

12 Januari 1921.

W. WESTERMAN.

DE BUITENLANDSCHE HANDELSVOORLICHTINGS-
DIENST VAN ZWITSERLAND.

Het is bekend dat de inrichting en de organisatie

van den buitenlandschen -handeisvoorlichtingsdienst
in de verschillende landen een onderwerp van em-stige besprekingen gaat uitmaken. Ook onze regee-
ring heeft daartoe voor kort een speciale commissie
ingesteld (10 December 1926), welke 11 Januari jl.
hare werkzaamheden heeft aangevangen.

Zeer terecht maakt Dr. G. E. Huffnagel op bl. 68
van
zijn
proefschrift ,,Economische voorlichting over
het Buitenland” de opmerking, dat geen der ‘door hem
behandelde landen door ons land zonder meer kan
worden nagevolgd. Immers, ieder land heeft zijn be-
paalde eigenaardigheden. Wel valt er op ‘dit •gebied,
gelijk genoemde schrijver opmerkt, van andere landen
leeringen te trekken.
Voor een
vergelijking
met de Zwitsersche organi-
satie geldt niet het bezwaar, .dat we te doen hebben

78

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26 Januari 1927

met een grooteren staat dan ons land. De organisatie

van een grooteren staat. toch kan veelal niet alleen

over meer geldmiddelen beschikken, maar de Organi-

satie voor een groote énheid stelt bovendien gedeel-

tehjk andere eischen dan die voor een kleine. Om deze

redenen kan dan ook het streven door een kleineri

staat om de organisatie van een grooten na te volgen
onpractisch
zijn.

Allereerst moeten we spreken over de indeeliug der betrokken takken van regeeringsdienst.

Deze materie is behandeld bij de ,,loi sur l’organi-

sation de ladministrat’ion fédrale” van 26 -Maart

1914. Ten aanzien van de economische aangelegenhe-

den heeft men bij deze wet als uitgangspunt genomen

een scheiding te maken inzake de behartiging van

de belangen in het binnenland en in het buitenland.

:De eerste werden toevertrouwd aan het departement

fédral de l’Ecoriomie publique, de laatste aan het

departement Politique. Dientengevolge werd het be-

staande departement van Handel, Nijverheid en Land-

bouw opgeheven. De afdeelingen Landbouw en Nij-

verheid werden ondergebracht bij het departement

de l’Economie publique, terwijl aan het departement

Politique naast de nfdeeling Buitenlandsche Zaken

een afdeeling Handel werd opgericht.

Het is voor geen tegenspraak ‘vatbaar, .dat de ‘han-

‘dels- en politieke belangen ïan een staat in zijn ver-

houding tot het buitenland ten nauwste in elkaar

‘grijpen. Het. is eveneens een feit, dat de ambtenaren

die in het buitenland werkzaam zijn, en onder de af-

deeling Buitenlandsche Zaken ressorteeren, veel werk

verrichten in het belang van den nationalen handel.

Deze ambtenaren zijn niet alleen belast met de studie

van den economischen toestand van hun ressort en

van de maatregelen, die genomen kunnen worden m
den inoederlandsohen handel met hun ressort te be-
vorderen, maar de bestudeering van deze onderwer-

pen moet oök al.s een van hun ‘voornaamste functies

worden beschouwd.

Uitgaande van deze overwegingen is een afdeeling

Handel onder hetzelfde hoofd als de afdeeling Buiten-
landsche Zaken te motiveeren. Het is echter. een ‘an-

dere vraag of het wel doelmatig of liever of ‘het wei

mogelijk is eell scheiding te maken tusschen den bui-

teniandschen handel en cle niet ‘dezen in verband
staande tikken van nijverheid en landbouw.

Door een toevallige, ‘buiten deze overwegingen
staande gebeurtenis is -in ‘de indeeling, die in begin

1914 was opgezet, verandering gebracht. Met het oog
op den ‘door den oorlog geschapen ernstigen politie-

ken toestand, nam de Conseil fédéral op 26 J’u’ni 1911

het besluit om de leiding van het departement Po-
litique op te dragen aan den ‘presideit van de Zwit-
sersche Oonféderatie. Daarmede wilde men nl. zoo

sterk mogelijk illustreeren, dat de Zw’itsersche, bui-

tenlandsche politiek niet is een toevallig van één per-
soon, met name van het hoofd van’ de afdeeling Bui-

tenlandsche Zaken, afhankelijke politiek, maar

dat

deze de wil is van ‘de geheeleregéering.

Intusschen had clie maatregel ‘tevens tot gevolg,

dat in principe het depértement. Polit’ique ieder jaar

onder een ander hoofd zo
*
u
komen te.. res’sorteeren, om-

datde presi’dentsverkiezing jaarlijks plauts vindt. Om echter in ‘de buitenlandsche handelsaangelegenheden
een zekere coitinuïteit te handhaven, werd terzeifder
tijd de af deeling Handel losgemaakt vain’ het depo.r-
tensent Poliiique
en toegevoegd aan het departement

de l’Economie puhlique.
Op 16 December 1918 werd de bepaling, dat ‘de pre-

sidnt ipso jura hoofd zou zijn van het- depnrtmerit
Poiitique opgeheven, doch de in 1911 -gemaakte depar-
tementale indeeling bleef gehandhaafd. Ook toen later
heiloten werd ‘alle maatregelen, die met hét oo op

dn oorlogstoestand genomen iaren, op te heffen,
bleef de afcleeling Handel bij’ speciiial’ besluit dnde
het depa:Lement de l’Econom’ie piiblique rossorteereu,
wat lii de toelichting op het betreffende voo’rstel van

4 December 1922 als volgt gemotiveerd werd: ,,Une

collaboration .intense et étroite ‘entre les divers ser-

vices du département de l’Economie publique s’est
tout naturellement dêveloppée par suite du rattache-
mont de la division du Oommerce
it
ce département.
Une série de mesures prises paz les autorités, eurent

une répercussion sur les milieux professionnels et
économiques les plus divers et réagirent tant sur la

•situation intérieure du pays que sur ses relations

extérieures. Les problèmes les plus importants soule-

vés paz la période d’après-guerre sont la protection

de la production nationale, Ja stimulation de l’expor-

tation paz le développeinent des relations commer-
ciales internat’ionales, surtout paz la conclu’sion de
traités de commerce, et la lutte contre les causes et

les suites du chômage. Oertaines mesures qui se rap-

portent au commerce extérieur, notamment les res-

trictions d’importation d’une part, et d’autre part,
les subsides accordés
it
certaines catégories de produc’
tion sont en rapport étroit avec le chôma’ge; c’es

l’intensité de ce dern’ier qui constitue même leur véri-table justification.

Le ‘département de l’Economie publique s’occupe,
en outre, depuis quelque temps, d’un remaniement complet du tarif douanier; ii a d’autre part, déj en-

trepris, en partie par la conclusion de traités de

commerce, (‘de onderhandelingen voor het afsluiten

van een handeistractaat geschieden door den chef van

de afdeeling Handel, bijgestaan door een vertegen-
woordiger van de industrie en door een vertegenwoor-

diger van den landbouw) de donner une nouvel.le
oriertaton
it
nos relations commerciales. Etant don-
née la situation actuelle, une séparation des services
éconorniques no srait pas opportune et une direction
unique est nécessa’ire pour en assurer le bon fonc-

tionnement. Le maintien des attributions que le dé-

partement cle l’Economie publique possède déjâ, se

jiistifie douc par des raisons objectives et absolument’
indépendantes de toute considération de personne.”
Weliswaar spreekt het besluit van 1922 over een
voorloopige
hestend’iging van de toen bestaande in-
deeling, maar tot op heden duurt deze toestand nog
steeds voort-.

Een 2e punt, ‘betreft het contact tusschen de afdee-

ling Handel van het departement de l’Econornie pu-
blique en de in het buitenland werkzaam zijnde amb-
tenaren. Dit punt is het laatst geregeld bij consulair
reglement van 26 October 1923..

– .0e consulaire dienst is geplaatst onder leiding van

de ‘Oon’seil fédéral (de. gezamenlijke hoofden van ‘de
verschillende departementen). De effectieve leiding
berust bij de afdeeling Buitenlandsche Zaken van
het departement Politique. Intusschen hebben de ver-
schillende ‘departementen de bevoegdheid
rechtstreeks

met de consulaire ambtenaren te correspondeeren,
evenwel onder toezending van afschriften aan het

‘departement Poliiciue en aan de betreffende legatie
-(art: 2 .Cods. regi.). Verder moeten wij speciaal de
aandacht viagen voor art.
784
van he consulaiie regie-

nient 1923,’daar dit uitdrukkelijk bepaalt, dat de con-
suls hun rapporlen en berichten over handels- en

econoniische aangelegenhede
rechtstreeks
hij de df-
deèlin’g Handel vaii hèt departement de l’Economie
iiublique moeten inzenden. Bovendien bepaalt art.18

dat deze afdeeling instructies mag geven voor ‘de aan
haar in te zenden gegevens. Deze’ instructies mogen
echter niet de intérne organisatie van het consulaat

aantniten (art. .31e):
‘De ingezonden gègevens worden, indien de afdoe-
lio’g Handel huii publicatie van beteekenis aoht, op-
‘genomen in het ,,Feuille officiello suisse du commer-
e”. Dit blad bevat naast de zooeven ‘bedoelde gegevens

rnededeelin’gen over ‘de verschillende faillissementen,
aanvragen van hndel’s- en fabrieksmerken, inschrijvin-
gen in het handelsrdgi’ster enz. Het geeft ook gelegen-
heid din te voldoen aan door de wet opgelegde publica-
:tieplichten (da. publicatievan balansen, oproepen tot

26 Januari 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

79

algemeene vergaderingen). Het is dus een blad .dat

in meerdere opzichten voor den handel van beteeke-
nis is (aantal betalende abonnenten ca. 1200). Het

verschijnt bovendien dagelijks, wat juist voor de han-

deisvoorlichting van groote beteekenis is. Sedert 1924
verschijnen de op deze categorie betrekking hebbende

publicaties in een aparte bijlage. Men onderscheidt

hierbij ,,Rapports économiques” en ,,Communications
et documents”. Onder deze laatste worden wetten, be-

sluiten e.d. opgenomen.

Om gegevens van feitelijken aard te verkrijgen

(handelsadressen, invoerrechten, enz.) is de handel

intusschen aangewezen 5f op de consulaire ambtena-

ren en de Zwitsersche Kamers van Koophandel in
het buitenland, 5f op .de twee daartoe in Zwitserland

opgerichte bureaux.
Van deze laatste :is het ,,Bureau de renseigile-

ments pour l’achat et la vente de marchaudises” te

Zürich het oudste. In 1908 stichtten de 3 centrale
organisaties (Union suisse du commerce ot de l’in-
clustrie, Union suisse des arts et m&tiers, Union suisse

des paysans) een ,,Office central suisse pour les

expositions” te Zürich, met het doel het tentoonstel-

lingsweze.0 in het algemeen te bestudeeren, alsmede

Zwitsersche deelname aan internationale tentoonstel-
lingen voor te bereiden en te organiseeren. Deze in-

stelling ontving een regeerngssubsidie van Frs.
20.000, waartegenover echter de bepaling kwam
.
te
staan, dat de statuten onderworpen moesten worden

aan de goedkeuring van de Conseil f6d5r.al, en dat
deze het recht zou hebben drie leden voor de Com-

missie van toezicht aan te wijzen, terwijl bovendien
de chef van de afdeeling Handel ex officio van deze
Commissie lid zou zijn. (De 3 centrale Organisaties

hebben ieder 2 vertegenwoordigers in den Raad van
Toezicht).

Door dcii oorlog werden de werkzaamheden van het
Office zoo goed als geschorst. Zich aan passend aan
de gewijzigde omstandigheden besloot men toen in
Februari 1915 een nieuwen dienst aan het Bureau
toe te voegen, welke tot taak zou hebben eenerzijds
den handel in te lichten over de aanschaffing van in
Zwitserland niet-verkrijgbare goederen, anderzijds ge-

gevens te verstrekken voor den afzet van Zwisersnhe
fabnikaten. Aldus is het ,,Bureau de renseignemonts
pour l’achat et la vente .des marchandises” ontstaan.
In verband met deze afdeeling is de regeeringssub-
sidie aan de instelling te Zürich sedert 1917 herhaal-

clelijk verhoogd. (In 1923 werd deze op een bedrag van
Frs. 115.000 gebracht). Van de werkzaamheden moet
speciaal het handels-exportadresboek genoemd wor-
den. Verder verdient de deelname aan binnen- en bui-

tenlandsche jaarbeurzen vermeidin. Ook heeft men collectieve vertegenwoordigingen in het buitenland
georganiseerd, echter zonder noemenswaardig succes. In 1919 werd door Fransch-Zwitserlan.d het Bureau
industriel suisse te Lausanne opgericht. De gedachte
dat de oorlog op economisch gebied zou worden voort-
gezet, is aan dit particulier initiatief niet vreemd
geweest.
Deze instelling heeft van den beginne af speciale
aandacht geschonken aan de economische propaganda
in het buitenland. Daartoe publiceert het een maand-
tijdschrift, dat momenteel alleen geredigeerd wordt
in het Engelsch en in het Fransch. Dit tijd-
schrift (Bulletin officiel clu Bureau industriel suisse niet als onder-titel ,,Swiss industry and trede”) heeft
con oplaag van ruim 7500 exemplaren en wordt gratis
gezonden aan ciodr den handel, de consuls en de Zwit-
sersche Kamers. van Koophandel in den vreemde op-
gegeven adressen.

Voor het binnenland publiceert dit Bureau een af-
zonderlijk tijdschrift (Informations économiques).
Deze uitgave bevat o.a. rapporten van de cdrrespon-
denten, die voor het Bureau in het buitenland werk-
zaam zijn, en gegevens over afzetmogeljkheden, die
deze correspondenten, de consuls en .de in het buiten-

land gevestigde Kamers van Koophandel aan het Bu-
reau inzenden. Verder verstrekt dit Bureau dezelfde

categorieën inlichtingen als de instelling te Zürich.
Ook ontvangt het een regeeringssubsidie ter grootte

vau Frs. 25.000, zonder echter in dezelfde verhou-

•ding tot de regeering t6 staan als Zürich.
Het spreekt vanzelf, dat er stemmen zijn opgegaan

om een nauwere samenwerking van de op eenzelfde

gebied werkzaam zijnde instellingen, opdat hierdoor èn

dubbel werk wonde vermeden, èn tevens
met dezelfde

geldmiddelen een grootere krachtsontplooiing worde
mogelijk gemaakt. Vooral de ,,Conférences pour l’e-

pansion ôconomique et la propagande suisse 5. l’étran-

ger”, welke te Lausanne in 1923 en in 1924 georga-

niseerdi zijn, hebben de noodzakelijkheid hiervan be-
pleit. Als eerste tastbaar resultaat kan thans gewezen
worden op het feit, dat de Bureaux te Zürich en te

Lausanne besloten hebben te fusioneeren tot één ,,Of-

fice snisse d’expansion commerciale”.

Dit Office suisse cl’expansion commerciale zal ge-
vestigd zijn te Zünich, met afdeelingen te Zürich en

te Lausaiirie. Het kantoor te Zünich zal zich bezig

houden niet het tentoo.nstellingswezen, het geven van

inlichtingen over den aan- en verkoop van goederen

in het
binnen- en in het buitenland,
den strijd tegen de
oneerlijke concurrentie, het behulpzaam zijn bij het

zoeken naar geschikte vertegenwoordigers,
terwijl
het
ook de publicatie van het handels-exportadresboek zal
voortzetten. De afdeeling te Lausanna zal tot taak
hebben propaganda te maken voor den afzet van Zwit-
serscho producten,
zoowel in het binnen- als in ivet
buitenland;
het zal vreemde afzetgebieden hestudeeron
en dle resultaten daarvan publiceeren.

De Raadt van Toezicht zal gevormd worden doo.r

dèn college van i 5-18 personen, waarvan er 3 door
cle Union suisse tin commcrce et de l’industrie, 2 door

do Union. suisse des paysans en 2 dloor dle Union suisse
des arts et métiers benoemd zullen worden. Vertier
zal de Zwitsersche regeening het recht hebben 4 leden
‘Oor diczen Raad aan te wijzen (waaronder het hoofd
van cle afdceling Handel, terwijl de andere 3 bij voor-

keur personen uit handels- en verkeerskningen zullen
zijn). De overige plaatsen worden door dc Algemeene

vergadering aangevuld.

De leden worden onderscheiden iii individueele en
in groepsleden. hun
bijdragen
worden voor het eerste jaar geschat op Frs. 25.000. Bovendien ligt, het in cle

bedoeling van de Zwitsersche regeering om aan het

nieuwe Bureau een jaarljktahe subsidie te verleenen
van Frs. 150.000, en verder eenmaal een subsidie to geven van Frs. 50.000 ter dekking van de bestaande
nadeelige saldi van de Bureaux te Zürich en te

Lausanne.
Op te merken valt ook, .dat de Conseil fédéral in
haar voorstel (gedateerd 20 December 1926) om aan
de nieuwe instelling een jaarljksche subsidie toe Le staan do bepaling heeft opgenomen, dat het Bureau
zboveei mogelijk zal moeten samenwerken niet andere
Zwitsersche instellingen van openbaar nut, die even-
eens tot doel hebben den nationalen handel te bevor-

deren. De toelichting noemt als zoodanige instellin-
gen met Itame de jaarheurzen te Basel en te Lausanne en zegt, dat het daartoe ventchelijk geacht wordt deze
instellingen in den Raad van Toezicht te doen ver-
cugenwoordigen. Hiertoe zal de Algemeene vergade-
ring gelegenheid hebben.
liet verwekt eenige verwondleniog, dat in dit ver-

band niet geen enkel woord gerept wordt over de
samenwerking met de Zwitsersehe Kamers van Koop-
hatidel in het buitenland. Immers niet alleen heeft
liet. Bureau to La.usanne in bijzondere mate met de Kamer te Parijs in contact gestaan, maar bovendien
mag dle heteekenis van deze instellingen voor het uit.-
breiden van den nationalen handel niet het buitenland
niet onderschat worden en zal men ook in de toe-
komst haar steun moeilijk kunnen missen.

Vermelden we ten slotte dat de Bureaux te Lau-

80

ECONCMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26
Januati 1927

sanno dn te Zürich gegevens, die van speciaal belang

zijn voor de machine- en horloge-industrie, ter be-

handeling aan de betreffende organisaties doorzenden (Chambre suisse de l’horlogerie, La Chaux-de-Fonds,

en Verein schweizerischer Maschinen Industrieller,
Zürich).

Ii het bovenstaande hebben we enkele belangrijke

punten uit ‘de organisatie van den Zwitserschen bui-
tenlandschen handelsvoorlichtingsd’ienst naar voren

gebracht. In ‘bijzondere mate zal daarbij de houding

van de regeeriri’g de aandacht getrokken hebben.

Wat ons land betreft, vragen we ons af, of het. voor

een krachtige en een doelmatig, deskundig en vlug

werkende organisatie niet wenschelijk is, dat ook onze

regeerin’g het standpunt zal gaan innemen om mede
te werken aan •den opbouw van een diên’st, waarbij
aan de betrokken organisaties van belanghebbenden

een zoo groot mogelijk deel van het werk wordt over-

gelaten, waarmede zich thans meerdere ministeries

moeten occupeeren. De Zwitsersche organisatie moge
daarbij, in zekere mate als voorbeeld gekozen worden,
temeer, daar ook de economische constellatie van
Zwitserland op meerdere punten, welke juist voor

•dezen tak van dienst van beteekenis zijn, met die van

Nederland sterke overeenkomst vertoont. Thans nader

op deze punten in te gaan zou ons echter te ver

voeren.
Dr. J.
A. WEVEIi.

Gouda, Januari 1927.

DE VERLAGING VAN HET DUITSCHE DISCONTO.

De jongste verlaging van het. Duitsche disconto met

een vol procent is in menig opzicht een belangwck-

kend verschijnsel. Dit geldt oowel voor de verhou-
ding tusschen de Rijkshank en de Duitsche ‘geldmarkt
1
– een verhouding, die allicht de weerslag ondervindt

van een verandering in het disconto – als voor den

stan.d van de Duitsche betalingsbalans en de positie
van Duitschlan.d op de internationale kapitaalmarkt.

Bepalen wij ons voorloopig tot de eerstgenoemde

relatie. De invloed, die de Centrale Bank in hoofd-

zaak via het .di.sconto uitoefent op de binnenlandsche

gel.dmarkt, is thans in Duitschland door verschillen-
de omstandigheden geringer dan v66r ‘den oorlog.

Daar staat echter tegenover, dat hierin, zij. het dan
ook uiterst langzaam, eenige verbetering valt waar
te nemen en dat een daling van het rentepeil, waar-

van de jongste discontoverlaging tot op zekere hoogte
een .symptoom is, dit prÖces eer zal verhaas’ten dan

vertragen. Immers, wat zijn .de oorzaken – althans.

de voornaamste – van ‘dezen geringen invloed?
Zoola.ng ‘de koers van de mark ten opzichte van den
dollar op een o’nveran’derlijke hoogte gefixeerd was,
waren ‘de banken in .de voorziening van hun ultimo-.

behoeften niet, afhankelijk van het disconto van de
Rijksba.nk. De zekerheid, .dat zij ten allen tijde bûiten-
la’ndsche deviezen iiouden kunnen teiugkoopen tegen denzelfdèn prijs waarvoor zij deze op een willekeurig
oogenblik verkochten, maakte het mogelijk, de ultirno-

behoeften te ‘dekken, hetzij door den verkoop van voor-

radige ‘deviezen, hetzij: met credieten uit het buiten-
land. In het laatste geval bleve de onkosten beperkt
tot de rente, ‘die men voor het venleenen van
bniten-r

.lar&dsch,e
deviezen moest betalen. 23 Augustus jl. weid
aan ‘dezen toestand een einde gemaakt door den terug-keer tot een variabele dollarn’oteerin’g. Veel schijnt dit

echter ‘niet te ‘hebben geholpen. Ondanks ‘de kans op,
koersverlies bleef men er in vele gevallen ‘de voorkeur
aan geven ‘de ultimo-behoefte door ‘den verkoop van
deviezen te dekken. Een verlaging, van het’ disconto

zal er slechts toe kunnen leiden het nut van dergelijke

transacties te verminderen en ook op ‘dit gebied een
terugkeer tot normalere toestanden te verhaasteni. Ter-wijl de ervaring van voor den oorlog leert, dat een ver-
‘laging van het disconto veelal een verzwakking van
‘den invloed ‘der Centrale Bank met zich meebrengt,
i volgt uit het bovenstaande, dat wij n dit bijzondere

geval eerder, het tegenovergesteldé niogen verwachteh.

Een tweedë oorzaak van het feit, dat ‘de Duitsche
Rijksbank momenteel minder invloed op de binnen-
lan’dsche .geldmarkt heeft ‘dan v66r den oorlo
vo
lgt

uit de omstandigheid, dat verschillende publiekrech-

teljke lichamen thans op eigen gelegenheid bankier

spelen en in belangrijke mate ‘gelden ‘op korten ter-
mijn aan de markt ter beschikking stellen. Dit euvel

schijnt voor een ‘groot gedeelte te
wijten
aan de bepa-
lingen van het Dawesplan, waardoor verschillende

openbare, staatsbedrijven van elkander zijn gescheiden

en ‘deze in de eerste plaats zijn ingesteld op het maken

van winst. Dit heeft ei’, zeker niet in alle, maar toch

wel in vele’ge’ allen, toe geleid, .dat instellingen, die

geld te beheeren hadden, w’ei.gerden ‘dit aan een cen-

traal lichaam toe te vertrouwen en er naar streefden

zooveel mogelijk zelf bankzaken te ‘doen. In ‘dit ver-

band dienen in de eerste plaats genoemd het Rij’ksmi-

nisterie van Financiën en ‘de Rijksspoorwegrnaat-

‘schappij. Eerstgenoemde beschikt momenteel over een

reserve van ‘ongeveer 431 millioen R.M. – een post,
‘die op 10 Augustus 1925 1025 millioen R.M. bedroeg!

– en een schulddelgingsfon’ds van 128 millioen R.M.

De Rijksspoorwegmaatschappij, die haar gelden voor

een ‘groot gedeelte laat beheeren ‘door een eigen bank-

instelling: ‘de Deutsche Verkehrscreditbank, beschikt

over een deposito van gemiddeld 350 millioen R.M. bij
de zoo juist genoemde instelling, terwijl zij bovendien

zelf nog een bedrag van rond 80 millioen R.M. aan

particuliere ‘discontos heeft uitstaan. Daarbij komen

de bedragen van het Pruisisôh Ministerie van Fi.nan-

ciën, ‘de ‘diverse verzekeringsfondsen en de sociale fond-

sen. Nu spreekt het van zelf, dat’ een gedeelte en onge-
twijfel’d zelfs het grootste ‘deel van deze geldn dient
voor vaste beleggingen in verband met het betrokken be-

drijf of de desbetreffende sociale taak. Ook een zekere

kasvoorraa’d is onvermijdelijk. Voorzoover ‘de genoemde

instellingen echter ,,winsten” maken of een ,,ove’r-

schot” hebben in den volsten zin van het woord, wordt
‘de zaa’k anders en
rijst
de vraag, wat voor nut of het
heeft eenerzij’ds gelden aan het publiek te onttrekken,

die men ‘den menschen anderzijds weer tegen rente ter

beschikking stelt. Afgezien van het problematische sociale nut van zulk een gettie, volgt er in ieder ge-

val uit, ‘dat de Centrale Bank voor de daarbij betrok-ken bedragen uit het geldverkeer wordt geëlimineerd en bij het voeren van een effectieve conjunctuurpoli-
tiek ernstig wordt bemoeilijkt. Iedere stap, ‘die in dit
opzicht tot verbetering kan leiden, ‘dient mét vreugde

te worden begroet. De pogingen van Dr. Schacht oni
in deze tot .gezo’ndeie verhoudingen te koeien zb]len
door een daling van het rénteniveau slechts vergemak-

kelijkt kunneui worden. Naarmate de rente daalt zal
de zucht van verschillende publiekrechtelijke licharne
om ,,overschotten” te kweeken met het doel om deze

op ‘de geldmarkt uit te ‘zetten ‘allicht afnemen. Ook
het verzet tegen een meer gecentraliseerd beheer zal
er misschien een weinig ‘door verzwakken.

Van meer belang nog ‘dan voor ‘de verhouding tus-
schen ‘de Rijk’sbank en de binnenlandsche geldmarkt,
is de hier ‘besproken discontoverlaging ‘in verband met
ie l)uitsche betalingsbalans en dé positie van Duitsch-
land op de internationale credietmarkt.
Wij ‘dienen hiertoe in de eerste plaats na te gaan
hoe de toestand is geweest in het achter ons liggende

kalenderjaar.

Volgens het Ja.nuarinummer van de ,,Wirtschaftliche
Mi’tteilungen” van de Deutsche Bank ‘betaalde Duitsch-
land in het afgeloopen jaar aan schadeloosstellingen volgens het Dawesplan rond 1200 millioen G.M. De

‘grootste helft van dit bedrag komt. op rekening van de kosten voor bezettingstroepen, herstelcommissie

‘e,d.m. of werd ‘door Dui’t’schl.an’d in’ natura voldaan;
voor 4 A 500 millioen G.M. diende het zich echter
‘valuta te verschaffen, hetzij ‘door een exportsurplus,
hetzij do6r het opnemen van leeningen. ‘Nu leverde
het zuiver goedrenverkeer (volgens de
cijfers
van ‘de

26 Januari 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

91

Duitsch’e in- en uitvoerstatistiek, gecorrigeerd en aan-

gevuld overeenkomstig de methode van het Institut

für Kdnjunkturforschung) een exportsurplus op van,

ruw geschat, 40 millioen G.M. Het actiefsal.do
van den

,,onzichtbaren” buitenlandschen handel (scheepvaart,
doorvoer, verzekeringswezeu, reis- en postverkeer en

bonen van buitenlandsche arbeiders) mag men vol-
gens ‘de Frk. Ztg. op een bedrag van rond 200 mii-

lioen G.M. taxeeren. Het
geheele
actiefsaldo bedroeg

derhalve 2
it
300 millioen OM. Men mag dus over het

algemeen aannemen, dat Duitschiand, voor zoover het

de herstelbetalingen betreft, slechts voor een bedrag

van 1 a 200 millioen G-.M. aanspraak op de interna-

tionale kapitaalmarkt heeft behoeven te doen. Niette-

min. werd in 1926, volgens de ,,Mitteilungen” van de
i)uitsche Bank, door particuliere en publiekrechtelijke
instellingen een bedrag van 1631 millioen OM. in het

buitenland geleend. Daarbij kan men naar alle waar-
schijnlijkheid nog eenige honderden millioenen tellen

uit hoofde van v.erkoop van effecten en immobiliën,

waartegenover slechts een bedrag van ongeveer 150
millioen G.M. staat als nadeelig saldo van rentebe-

talingen.
Voor het opnemen van een bedrag van minstens 1

mii hard G.M. is derhalve geen directe verklaring te

vinden in cle verplichtingen volgens het Dawesplan en
dient men de verklaring elders te zoeken.
Drie principieel verschillende mogelijkheden staan
hier open. In de eerste plaats bestaat de kans, •dat •de
geleende gelden direct of indirect zijn besteed, hetzij

voor d.en aankoop van goud, hetzij voor ‘dec aankoop

van •devieze’n, een en ander ter versterking van de
kasre.serve. In de tweede plaats kan het zijn, dat men
in Duitschlan’d op zijn beurt weer credieten aan het
buitenland heeft verleend. En in de derde plaats is
het mogelijk dat de geleende gelden w’e’rden gebezigd
voor de aflossing van buitenlandsche credieten op kor-ten termijn. Al deze gevallen hebben sich ongetwijfeld

voorgedaan.
Wanneer wij de weekstaten van de Duitsche Rijks-
bank nagaan, zien wij, dat de goudvoorraad, die op
31 December 1925 1.208,1 inillioen OM. bedroeg, op

31 Deeember 1926 tot 1.831,4 millioen G.M. was ge-
stegen, een vermeerdering derhalve van 623,3 G.M.
De voorraad goudwissels steeg in denzelfden tijd van
402,5 millioen G.M. tot 510,2 millioen OM., derhalve
met 116,7 millioen G.M. Voor een totaal van 623,3

+
116,7 millioen G.M. = 744 millioen OM. laten

zich ‘derhalve de in het buitenland opgenomen be-
dragen verklaren door het streven van de Rij ksbauk
om haar positie zooveel mogelijk te verterken en het

dekkingspercentage te verhoogen.
Men mag aannemen, •dat ook ‘de particuliere ban-

ken hun bezit aan vreemde deviezen hebben uitge-
breid. In de eerste plaats zullen herinneringen aan de
inflatie Kier nog wel een rol bij hebben gespeeld. Ver-
volgens is van beteekenis het feit, ‘dat deposito’s ‘bij de
grootste Londensche en New Yorksche banken en ook
wissels op deze centra, voor zoover zij aan bepaalde
voorschriften voldoen, bruikbaar zijn als reserve in
plaats van banlcpapier en deposito’s bij de Rijksbank.
De zoo juist beschreven ‘activa bieden derhalve het
dubbele voordeel, dat zij snel in geld zijn om te zetten

en ‘dat zij bovendien een rente opbrengen, die niet
verkrijgbaar is op gewone kasreserves. Ten slotte zijn
de twee genoemde factoren waarschijnlijk nog versterkt
door het zoo juist genoemde streven der Centrale Bank
om het percentage te verhoogen tusschen haar ,,reserve”
eenerzijds en de circulatie en opeischbare aeposito’s
anderzijds, een politiek, •die onvermijdelijk een zekere
bepericing in de credietverleening met zich mede-

brengt.
De tweede vericlaring voor de geweldige bedragen,
die Duit’schland in het afgeloopen jaar in het buiten-
land geleend heeft, vonden wij in de wederkeerige
credietverleening van Duitschland aan het buiten-
land. Met name geldt dit voor Rusland, waaraan

,Duitschland aanzienlijke crediete’n heeft verleend.

Ten slotte is een gedeelte van de opgenomen
gelden, volgens een verklaring van dan Agent-

Generaal voor de herstelbetalingen, naar alle waar-

schijnlijkheid gebruikt voor de aflossing van ere-

dieten op korten termijn. Niet in dien zin, dat de

nieuwe leeningen in vele gevallen direct voor dit doel

zijn gebruilct, doch z66 dat de opgenomen bedragen,

via de gewone kanalen van de wisselmarkt, hun weg
hebben gevonden van dan nieuwen geldnemer op lan-

gen termijn naar den ouden debiteur op korten termijn.

Wij zien dus, blijken’s de voorafgaande beschouwin-

gen, dat de positie van Duitschlan’d op den interna-

tionale kapitaaimar]ct in het afgeloopen jaar aanzien-

lijk is verbeterd. De betalingen volgens het Dawes-
plan zijn, in tegenstelling met het eerste hersteljaar,
slechts indirect en voor hoogstens van het totaal-
bedrag ten laste gekomen van de in het buitenland

gesloten leeningen; de kapitaalbedragen, die indertijd

aan Duitschland waren verleend in den vorm van bank-

credieten zijn thans voor een groot gedeelte geconsoli-

deerd; de kaspositie van de meeste banken ten opzich-
te van het internationale betalin’gsverkeer is over het

algemeen gunstig, en last not least is de positie van

‘de Rijksbank gedurende het afgeloopen jaar zeer aan-

zienlijk versterkt. Wanneer men daarbij bedenkt, dat

het rentepeil in vele andere landen nog steeds een ten-
dens tot dalen vertoont – hetgeen blijkt uit het feit,
dat de Centrale Banken van de volgende landen in het
laatste half jaar tot renteveriaging zijn overgegaan:

Portugal, Hongarije, Japan, TschechoSlowakije, Noor-
wegen, Frankrijk, Letlan’d, België, Indië, Oosten-
rj]c en Polen, terwijl een spoedige verlaging van de
.bankrente in Amerika, Engeland en Zweden algemeen
verwacht wordt – en wanneer men dan ten
slotte weet, ‘dat er momenteel in Duitschla.nd een

zekere wanverhouding bestaat tusschen het aanbod en
de vraag naar liuide middelen, dan blijkt uit dit alles
wel, ‘dat de jongste verlaging van het Dui’tsche discon-
to in ieder opzicht een zuivere weerspiegeling is zoo-
wei van de technische positie van de gel’dmarkt als
van de hui’dige stand van de betalingsbalans.

Zijn de verhoudingen echter van dien aard, dat een
laag disconto in ‘J)uitschland
01)
den
duur
waarschijn-

lijk is?
Veel zal in deze afhangen van factoren, die niet te
voorzien zijn. Een mogelijke staking in Amerika, zoo-
als die welke onlangs in Engeland heeft plaats gehad,
een verandering van het Dawesplan e.d.m. kunnen de
bestaande verhoudingen grondig veranderen. Wanneer
men echter ‘dergelijke mogelijkheden buiten beschou-
wing laat, ‘dan heeft men in de eerste plaats met de

volgende omstandigheden rekening te houden: de be-
talingen volgens de Dawesregeling zullen in het vol-
gend hersteljaar opnieuw toenemen; het exportsulpius
van
de volledige Duitsche handelsbalans gedurende
het afgeloopen jaar was voor een groot deel te
danken aan de Engelsche kolenstaking; de mo-
gelijkheid om in het ‘buitenland credieten- op to
nemen zal allengs minder worden, eenerzij’ds in ver-
band met de daling van het rentepeil in Duitschiand,
anderzijds in verband van de eischen, die België en
Frankrijk, naar men verwachten mag, aan ‘de interna
ti onale kapitaalmarkt zullen stellen. Daar staat echter, zooals wij reeds zagen, tegenover
dat cle Duitsche R.ij’lcsbank momenteel zeer sterk staat,
terwijl ook de voorraad deviezen bij de diverse parti-
culiere banken waarschijnlijk niet onbeduiddnd is. In

hoeverre ten ‘slotte de jongste rationalisatie en concen-
trati van het bedrijfsleven de exportmogelijkheden zal

vergrooten, moet nog blijken. Ook over de toekomstige
omvang van de kapitaalvorming in het binnenland valt
voorloopig weinig te zeggen. In vele opzichten zijn
de voorteekenen echter gunstig en men zal met be-
langstelling dienen af te wachten hoe en
of
de elican-
der ‘tegenwerkende krachten zich geduren’de 1927 in

het disconto zullen weerspiegelen. S. Posreust.

82

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26
Januari 1927

DE TABAKSHANDEL IN 1926.

De tabakshandel had in 1926 ove.t’ het algomeen een

weinig helangwekkend verloop.

Na de crisis, welke de laatste jaren in de Duitsch’ industrié heerschte, waarin door clan Hollandschen

handel zware verliezen geleden zijn, is de toestand

in Duitschiand, bezig zich langzamerhand te consoli-
deeren. Een groot aantal der in den na-oorlogstijd ge-

boren firma’s is weder van het tooneel verdwenen,

hetgeen de bestaasmogelijkheid van degenen, die’

tot dusverre ‘de crisis doorstaan hebben, vanzelf ver-

groot.

Ongetwijfeld ziet dan ook de Hollandsche tabaks-

handel de financieele positie zijner Duitsche afnemers

langzaam aan verbeteren, waartegenover echter een

duidelijk waarneembare vermindering van den •afzet,

vooral in de duurdere tabak, staat.

Deze vermindering komt sterk tot uiting in de offi-
cieele cijfers van den export naar Duitschland, welke

voor 3ava- en Sumatra-tabak in 1926 circa, 28 mil-
lioen KG. bedroeg, tegen 38 millioen KO. in 1925.

Deze achteruitgang is slechts voor een klein deel goed-
gemaakt door den export naar andere landen. De totale,

uitvoer ‘dezer heide hoofdsoorten van onze markt ver-

minderde
namelijk
van circa 59 miiiioe’n KG. ‘in 1925

tot circa 52 millioen KG. in 1926.

Evenals ‘de Hollan’dsche lijdt de Duitsche sigarenin-

duatrie aan het euvel, dat ‘door ‘de buitengewoon ‘scher

pe concurrentie, welke zich door de vermindering van

den export bijna geheel op •de hinneniandsche markt

concentreert, de mogelijkheid om met een redelijke

winstmarge te fabriceeren, ‘hoe langer hoe kleiner

wordt.
Bovendien sfrekt de vraag in Duitschland ich
meer en meer uit naar goedkoo1e sigaren, hetgeen,

natuurlijk zijn terugslag ‘doet gevoelen op den inkoop

van het ruwe materiaal. De tijden, ‘dat de duurste sor-

teerin’gen uit de fijne zandhiadpartijen steeds het eerst
‘verkocht waren, zijn ‘dan ook voorbij. In het afgeloo-

pen jaar heeft in het algemeen zich meer vraag voor-
gedaan naar middeltahak, vooral hij die fabrikanten,

welke zich ‘op het ,,poederen” hunner igoedkoope siga-

ren toeleggen. Bij’ dit procé.dé worden de sigaren

knustmatig bedekt met een zeerdun laagje fijngema-

len tabaksstof, waardoor deze meer het doffe zand-
hladt.ype krijgen, terwijl zij bovendien egaler en hel
;

derde.r van kleur worden. Dat men tot dergelijke
kunstmiddelen moet overgaan, om ‘aan den smaak van

het publiek te ‘voldoen, bewijst wel hoe ‘dit, meer dan

naar iets anders, naar hot uiterlijk ‘der sigaren oor-

deelt.
De zaken bij de Hollandsche -sigarenfabrikanten
bleven het: geheele jaar ‘sieepende. Zooals hierboven
reed’s vermeld, zien deze hun afzet meer en meer be-perkt tot de .binnenlandsche consumptie.

In tegenstelling hiermede toont de uitvoer der ge-
korven tabak de laatste jaren geregeld eeni’gen voor
uitgang. Toch is ‘de handel in kerftabak ook di-t jaar
niet, zeer bevredigend ‘geweest., waartoe in de eerste

plaats medewerkte het feit, ‘dat de kerffabrikanten.

hoe langer hoe me6r er toe overgaan hun inkoopen di-,

rect in de eerste hand te doen.
I
T

Van
S’u?7balra
leverde cle 1925er oogst 218.370 pak:
ken, waarvan 4414 pakken (‘door brand in het
5.5;

,,Boeton” beschadigd) voor assurad eur’s-rekening – ver-

kocht werden, terwijl 213,956 pakken opbrachten 230

cents per
Y2
KG. tegen 207.618 pakken-verkocht tot,
,

272 cents per
Y2′
KG. het jaar tevoren. De totale waarde van den oogst bedroeg dus circa
17 millioen gulden of 10 millioen ‘gulden minder dan

van den 1924ev oogst.
Omtrent den uitval van dezen oogst verluidden
aanvankelijk zeer onigunstige berichten, wrelke echter
verflauwden naarmate het tijdstip, waarop de inschrij;,
vingen een aanvang zouden nemen, naderde.
Op de, eerste kijkdagen bleek reeds dadeli.jk dat, hoe-

wel de uitval van het gewas niet halen kon
bij
dien

van het vorige jaar, men toch ‘geenszins van een mis-
lukten, oogst icon spreken. Integendeel toonde het ge-

was verschillende -goede eigenschappen; vooral was ‘de

tabak over het algemeen dunbladdig en zeemig, waar-

door ‘deze aan een ‘der hoofdvereischten voor ‘de Ame-
.rikaansche markt voldeed. Daarentegen lieten ‘de kleu-

ren vaak te wenschen over; zooals hij een. minder rijp

gewas meer vooi’koint, viel de tabak weliswaar vrij

helder, doch het quantum roode, min of meer miskleu-

rige sorteeringeii was overwegend, terwijl ‘het voor

Duitschland gewenschte dof-vale type in •dezen oogst

slechts weinig voorkwam. Dit kwam het sterkste uit

in het zandblad, waarvan verschillende
partijen
zelfs
een min of meer onrijp-glimmend beeld toonden,.ge-

heel afwijkend vin

i het gewone zan’dblad-type. De
merkenverdeeling van de meeste partijen zag er dan
ook ‘geheel ‘anders uit •dan het jaar tevoren, hetgeen

nog meer tot uitdrukking kwam aangezien verschil-

lande maatschappijen klaarblijkelijk aan de sorteering
meer zorg besteed hadden.

– Ook in 1926 ‘heeft Amerika op de Hollandsche

marict weder den toon aangegeven. Vooral van ‘dé beste

voetbladpartijen kochten de Amerikaansohe koopers alles wat maar eenigszins in tanmerking Icon komen

tot enorm ‘hooge prijzen; van gun stigen invloed is

hierop ongetwijfeld geweest de buiteiigewoon slechte

uitval van den V6rstenlanden-oogst, waarvan het vo-

rige jaar circa $000 pakken naar Amerika gingen, ter-
wijl thans ‘nagenoeg niets hruikbaars voor dit doel
daarbij voorlcwam.

De Duitsche koopers hielden zich aanvankelijic wat

op den achtergrond; hoewel ook deze later wat meer

in de’markt kwamen, zoo.hebben zij’ toch geenszins
de topprijzen aangelegd van ‘het jaar tevoren, toen het
wel voôrkwam, dat Amerika de vlag moest ‘strijken

roor enkele der grootste Du.itsche fabrikanten. Door
het feit, dat Duitschlan’cl meer en meer trachtte zijn

behoeften te dekken in betere middeltahak, verander-
de het beeld van ‘de markt geheel en bleven op den in-

schrijvingsdag, in tegenstelling met hetgeen men de

laatste jaren gewoonlijk zag, vaak de beste merken
liggen, terwijl de marktzaken zich meer concentreer-

den op ‘de goedkoopere sorteeringen. Hierdoor kregen

•de Hollandsche fabrikanten weder meer ‘gelegenheid
Om van’ de betere merken – welke door de Duitsche concurrentie voor hen ‘bijna onbereikbaar geworden
waren – een en ander in te slaan,
terwijl
ook dit jaar
Zweden een flink quantum der beste tabak, zoowel

zandbla’d al’s voethlad, opnam.

De eerste voe’tbla’dpartijen welke, zooals hierboven
aangeduid, voor Amerika den hoofdschotel vormden,
werden alle verkocht in de eerste zes inschrijvingen.
T-hema toonde wat men van ‘het gewas te zien kreeg al spoedig een geheel ander beeld, -want in ‘de latere
jlukhladpartijen lcwamen de fouten van den oogst veel
meer naar
, voren. Deze leverden voor een groot deel
een roodbruin, wat vochti’g product, goede Regie-
tabak (waarvoor het verbruik echter de laatste jaren
zeer beperkt is), ‘doch overigens weinig aanloickelijk
voor dek.

Bij’ den afzet van deze partijen hielp flink mede de
groote vraag naar omblad, als gevolg van ‘den slach-
ten uitval vati den Java-oogst. Al was de Sumatra-
oogst niet zonder gebreken, deze ,st’ak toch ver uit

hoven ‘dien van Tava, welke voor beter fabrikaat
bruikbaar omblad nagenoeg niet opgeleverd heeft. Het
gevolg is. gewèest, ‘dat verschillende fabrikanten ‘nood-
gedwongen zich op het verbruik van Sumatra-omblad
zijn gaan toeleggen. De vraag hierwaar nam dan ook
voortdurend toe en de
prijzen
zijn tot in ‘de laatste
na’jaars-inschrijving steeds
– stijgende
‘gebleven.
Een unicum vormde dit jaar de uit de hand ver-
kçop van den geheelen ,00gst der Tabakmaatschappij
,,Aren’dsburg” (20.300 pakken) aan een Amerikaan-
iche firma in combinatie met eenige Hollandsche

handelaars.

26 Januari 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

83

De 1926er Sumatra-oogst wordt geraamd op c.irc

230.000 pakken.

Ook omtrent. den
Java-oogst
hadden eerst fabel-

achtig slechte geruchten geloopen, zoowel wat quan-

tum als wat uitval betreft. Volgens de eerste berichten

zou de jonge aanplant in de Vorstenlanden en in Be-

soekie dermat door droogte geleden hebben, dat deze

als vrijwel geheel verloren te beschouwen was en men

rekening zou te houden hebben met een oogst, welke

hoogstens de helft van een normaal quantum zou

leveren.

Wat dit laatste betreft, zoo heeft de uitkomst an-

dermaal bewezen, hoe weinig waarde aan dergelijke

vroege geruchten te hechten is: nog juist voor het

ei.nd van den oogsttijd ingevallen regens hebben ten
slotte liet quantum opgevoerd tot boven het normale.
Blijkbaar kwamen de regens echter te laat om •aan de

çualite.i.t van het gewas nog ten goede te komen, en

zoo is deze oogst onder de slechtste te rekenen, welke sinds vele jaren op de markt kwamen.
Voor de Java-planters zou •dan ook het. afgeloopen

jaar veel ongunstiger geweest zijn, als zij niet gedu-
rende de geheele campagne – in verhouding tot dan
uitval – van een buitengewoon hooge markt gepro-
fiteerd hadden. Waaraan dit toe te
schrijven
is, valt
moeilijk te zeggen, want bij de fabrikanten werd de oogst, en niet ten onrechté, zeer slecht opgenomen.
De handel heeft zich vermoedelijk laten leiden door

cle gedachte, dat – waar de voorraad van oude tabak
gering was – de fabrikanten toch ten slotte genood-

zaakt zouden zijn hun behoefte nolens volens uit den
riieuwen oogst te dekken. Aanvankelijk kwam dit niet

uit, want de zaken in tweede hand bleven in de eerste
helft van het jaar zeer stil. In het najaar is hierin
echter inderdaad een verandering ten goede gekomen,
en vond een niet onbelangrijke opleving in den afzet,
vooral van goedkoope tabak, plaats.

Zooals hierboven reeds vermeld, was de uitval der
V o r s t o n 1 a n d e n buitengewoon slecht. De tabak
toonde alle keriteekenen van een onberegeud gewas;

het blad was smal en vaak wat vettig, een groot deel
der partijen viel min of meer zoet en de kleuren lie-
ten alles te wenschen over. Daarbij waren brand en
smaak – met uitzondering van enkele partijen –

geheel onvoldoende voor beter fabrikaat. Opvallend
is het, dat dit jaar goede heldere kerftabak, zooals
nion anders dikwijls in een onberegenden oogst vindt,
eigenlijk ook slechts sporadisch voorkwam. Een geluk
voor ‘de importeurs was, dat. de Fransche Regie het
geheele jaar door flink aan de markt was en een groot
quantum direct in de
inschrijvingen
kocht.

Naar Amerika gingen in het begin een paar der
allerbeste merkjes: de tabak werd daar echter zoo
slecht opgenomen, dat men hiermede spoedig geheel ophield, en •de Amerikaansche kooperi alles wat nog
van oude tabak voorradig was en dat maar eenigszins in aanmerking kwam, tot hooge prijzen opkochten.
Het is wel gebleken, dat het quantum van dezen
Vorstenlandenoogst (circa 130.000 pakken) inder-
daad het maximum was, dat de markt op de prijsbasis,
welke zich ‘daarvoor in den loop der campagne ge-
vormd had, kon opnemen. Ziet men ul. gewoonlijk,
dat de prijzen in •de laatste inschrijving eerder iets

aantrekken, dit jaar was bij de Vorstenlanden juist
het omgekeerde het geval. De stemming in ‘deze in-
schrijving was ongetwijfeld de flauwste van het ge-
heele jaar.

Ook de B e s o e k i es toonden alle fouten van een
on’beregen’cl gewas, zoowel bij het Sumatra-zaad als
bij het Kadoe-zaad (welk laatste product als regel iets
beter tegen droogte kan). Een redelijke Partij omblad
kwam slechts hij uitzondering voor en werd in zulk
een geval ‘dan ook buitengewoon hoog betaald.
Do kerffabrikanten vonden in dezen oogst een
ruime keuze; vooral ook voor Belgisch kerf was de
tabak bij uitstek geschikt. Toch is het quantum, dat

naar België ging, vee] kleiner gebleven dan het geval

geweest zou zijn, indien men zich in dat land, door de

débacle der valuta, niet algemeen op een goedkooper
fabrikaat was gaan toeleggen, waarbij het Besoekie-

blad veelal door ordinaire krossoks vervangen werd.

Naar Amerika is van Besoekie dit jaar zoo goed
als niets gedaan.

Een zeldzaam feit is het bovendien, ‘dat in ‘den ge-

heden oogst ook bijna geen pak voorkwam, geschikt

voor Zwitsersch diCk. In Zwitserland hebben de fabri-

kanten dus moeten toren op hun oude voorraden, aan-

gevuld met ‘hetgeen hier op de markt nog van Be-

soekie”s (en ook wel Vorstenlanden) uit den ouden
oogst te vinden was.

Van de overige ‘districten neemt L o e in a d j a n g
nog altijd een uitzonderingspositie in.
In het betere Duitsche fabrikaat blijkt deze soort

moeielijk te missen te zijn, terwijl bovendien het quan-

tum goede tabak, hetwelk ‘dit district voortbrengt,
steeds beperkt is. Hoewel de laatste oogst ook hiervan

niet gunstig uitviel, bleven de prijzen voor het beste

deel het geheele jaar zeer hoog; alleen tegen het eind

der campagne, toen de mindere tabak ten verkoop
kwam, vond een Vrij scherpe inzinking in de prijzen
plaats.

De uitval der an’dere krossoks (K e d i r i e, R om-
b a n g, K a d o e, enz.) bleef het geheele jaar door
slecht en de zaken daarin’ waren weinig bevredigend.

Alleen de allerlaatste aanvoeren, welke blijkbaar nog
wat van de laat doorgekomen regens hadden kunnen
profiteeren vielen nogal wat beter.

Aangevoerd werden in 1926 circa 600.000 pakken

Javatabak, waarvan circa 450.000 pakken bij inschrj-
ving aangeboden werden.

Van
Bomn.eo
werden aangevoerd 1104 pakken, ver-
kocht tot circa 208 cents per 34 KG.

Van
Kameroen.
kwam niets bij inschrijving, doch
werden enkele partijen uit de hand afgedaan.

Van de
bijsoorten
kwam ook dit jaar slechts een
onbedui’dend quantum bij inschrijving, aangezien de
zaken daarin bijna uitsluitend ondershands afgeslo-
ten werden.

Wat Noord-Ajmerikaansche vatenta-
b a k betreft, zoo zijn de Maryland-aanvoeren, welke
de laatste jaren, door de zeer hooge
prijzen
in Ame-
rika voor dit artikel besteed, een groot deel van hun
beteekenis verloren hadden, in 1926 nogal wat grooter

geweest dan het jaar tevoren (circa 1% millioen KG., tegen circa 1 millioen HO. in 1925).

Het feit, dat men ‘dit jaar Vrij goede middeltabak
op niet al te hooge basis importeeren kon, werkte
daartoe mede.

De markt voor ‘de minste soorten Keiitucky is in
Amerika zeer laag geweest. Op de Hollandsche im-
poi-ten heeft ‘dit feit geen invloed gehad, omdat ordi-
naire Kentucky’.s hier weinig verwerkt worden. Wel
is deze soort een ernstige concurrent geweest voor
Javatabak in ‘omliggende landen (vooral België).
De prijzen voor gele Virginie’s zijn in het oor-
sprongsland in 1926 sterk in ‘de hoogte geloopen, wan-

neer men althans de allerordinairste seini-brights
uitzondert. Hierdoor zijn de oude voorraden, welke

zich zoowel ‘hier als in Hamburg en Bremen gevormd hadden, voor een groot deel geruimd.

Van Zuid-Amerikaansche soorten is de

aanvoer weder wat kleiner geworden ‘dan in 1925.
Hiervan hebben ‘alleen nog eenig ‘belang Braziel, Ha-vana en Domingo, welke door den Hollandschen han-
del in Vrij groote hoeveelheid ‘direct geïmporteerd
worden, al kan men deze ook niet vergelijken met de
quantums, welke direct na ‘den ‘oorlog in Holland ver-handel’d werden. Door ‘de hooge prijzen bleven zaken
in Braziel min of meer sleepende, totdat in het na-
jaar – wegens de ‘slechte berichten over den te vélde
staanden nieuwen oogst – hiervoor wat. meer vraag
ontstond.

84

ECONCMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26 Januari 1927

Van Bri’tsch-Ih’dis’c’h’é ‘soorten .b1ven de

aanvoeren met circa % ‘millioen EG. op het peil van

verleden jaar. Grootere zaken hierin werden onmoge-

lijk gemaakt door ‘de hooge prijzen in het land van

oorsprong.

Hetzelfde geldt •voor 0 .h i
h
ee c h e
t.
a bak,

waarvan, niettegenstaande de troebelen in China, toch

nog een en ander aangevoerd werd. De uitval van den

oogst was echter, wat ‘de Wougkong-tabak (voor Hol-

land en Duitschiand •de meest. gewilde soort) betreft,

zeer teleurstellend..

Van ‘Oriëntaalsche tabak werd vat meer

aangevoerd ‘dan in 1925, voornamelijk van goedkoope

Bulgaarsche soorten. Hoewel de prijzen in den Bal-

kan gedurende een ‘deel van het jaar hooger waren

dan op de Hollandsche en Duitsche markt hadden de

zaken in dit artikel over het ‘algemeen een niet zeer
vlot verloop.

De
aswoo eren.
in 1926 bedroegen in totaal circa

106 millioen EG. tegen 112 millioen EG. in 1925.
Zij waren verdeeld als volgt:

Swno,.trcs en ‘Java:

Aanvoer in 1926 circa 75 millioen EG.
1925

,,

80
Noord-Anzerikoansc 1?,:

Aanvoer in 1926 circa 12 ,millioen EG.

1925

,,

11

Zuid-Arnerikacsnsch:

Aanvoer in 1926 circa 11′ millioen EG.

1925

13

Grieksch en Twrkscls:

Aanvoer in 1926 circa 6 mi]lioen ‘EG.

1925

5
Jhversen
(Br
t
tsch-Indi sch, Ohi’neesch, Algi ersch

Aanvoer in 1926 circa 2 millioen EG.

1925

,, . 3

F.
M.
v. E.

NEDERLAND’S HANDELSBETREKKINGEN

MET ZUID-AFRIKA.

In het belang van eene juiste voorstelling van

zaken moge het mij vergund zijn eene opmerking .te

maken naar aanleiding van het artikel onder boven-
staand opschrift in No. 567 van uw geacht Weekblad.
De schrijver, de heer 0.
Vermey,
stelt daarin het
volgende op den voorgrond: ,,Dank zij de. stoomvaart-

verbindingen onder Hollandsche vlag, toont het
handelsverkeer tusschen de Zuid-Afrikaansche Unie

en ons land een regelmatig stijgende lijn,” en spreekt
op eene andere plaats van den Nederlandschen export

naar Zuid-Afrika, waaraan o’nder zekere, door hem vermelde voorwaarde eerst recht de vlucht gegeven
zal kunnen worden, die beoogd werd door hen, die
in 1919/1920 het initiatief namen tot, oprichting
der Hollandsche stoomvaartverbinding met Zuid
;

Afrika.
De niet ingewijde lezer. zou uit een en ander
allicht afleiden, dat er, voordat het door den heer
Vermey vermeld initiatief genomen werd, van geen
handelsbevordering in Britsch Zuid-Afrika sprake

is geweest en de uitvoer uit Nederland daarheen
eigenlijk in een toestand, van lethargie .ve’keerde.
Nu kan het zeker niet de bedoeling van den heer
Vermey geweest zijn een dergelijken indruk te ver-
wekken en daarom zij er hier aan herinnerd, dat
reeds jaren voor het tot stand komen van de Holland-
sche stoonavaartverbinding de uitvoer, uit Nederland

naar Britsch Zuid-Afrika een ,,regelmatig stijgende
lijn” toonde, totdat de oorlog tijdelijk onvermijdelijke
beletselen opleverde voor’ den handel en de handels-
bevordering, in welke laatste een levendig aandeel
hadden ‘de Commissie voor. den Nederlandsch Zuid-
Af rikaanschen Handel te ‘s-Gravenhage en de
Nederlandsche Kamer van Koophandel, te Johannes-
burg. De Kamer was gesticht in 1907 en de Commissie

in liet volend jaar in Nedeiland ‘ingesteld. Nadat

de invoer uit Nederland in Britsëh Zuid-Afrika in

eertgenoemd jaar eene waarde. van £ 358.937 had
bedragen, .steeg hij, volgens de officieele statistieken,

tot 1914, toen de oorlog uitbrak, geleidelijk als volgt:

1908, £ 369.756; 1909, £ 419.135; 1910, £ 538.683;

1911, £ 637.287; 1912, £ 759.931, en 1913 £ 896.225.
Wat de stoomvaartverbinding betreft, zullen zeker

degenen, die zich met handelsbevordering in en met
betrekking tot Zuid-Afrika bezighouden, de laatsten

zijn om; vooral wat den uitvoer uit Zuid-Afrika naar’

Nederland .betreft, het nut te onderschatten van de

sedert een zevental jaren in het leven geroepen lijn.

Zij hadden zelven steeds daarvoor geijverd en be-
groetten de verbinding, toen
zij
eenmaal tot stand
gekomen was, als een nieuw en
ongetwijfeld
belang-
rijk hulpmiddel
bij
de handelsbevordering, waartoe zij

zelven zich reeds sinds jaren met succes ingespannen

hadden en waaraan zij nog steeds hunne beste

krachten blijven wijden.

L.
BEERSPEOHER,
Secr. v. d. Neder!. K. v. K. te Johannesburg,
* *

Naschrift. De opmerkingen van den’geachten

inzender gaan gedeeltelijk langs het door
mij
betoogde
heen en houden deels ook een bevestiging in van het

door mij geponeerde. Dat de uitvoer uit Nederland

vôôr de oprichting der Nederlandsche verbinding in
lethargischen toestand verkeerde, is door
mij
niet.
gesteld en kan ook nauwelijks uit
mijn
beschouwing
in No. 567 van dit
tijdschrift
geconcludeerd worden.

Het is wel niet voor ernstige bestrijding vatbaar,

dat vôôr den oorlog de Nederlandsche im- ‘en export-
handel stiefmoederlijk bedeeld was ten aanzien van
regelmatige directe
verschepingsgelegenheid. Dat een
zoodanige toestand aan een
voortdurenden
groei der

handelsbetrekkingen belemmeringen in den weg legt
en niet bevorderlijk is voor het tot
volle ontwikkeling
komen ‘dier handelsbetrekkingen is duidelijk. Dank zij de eigen stoomvaart.verbinding, die regelmatige

verschepingsgelegenheid waarborgde, zijn tal van

exporteurs ‘hier te lande tot wier afzetgebied Zuid-
Afrika vroeger niet behoorde er toe overgegaan be-

trekkingen’met de Unie aan te knoopen. De Holland
Afrika
Lijn
heeft
duidelijk
bewezen, dat ook thans
nog de handel de vlag volgt.. A fortiori geldt zulks
—wat de Heer Beerstecher trouwens zelf onderschrijft

– ten aanzién van den importhandel van Zuid-Afrika. Gaarne zullen belanghebbenden
bij
de Hollandsche
scheepvaartljn overigens acte hebben genomen van
de verzekering des ileeren Beerstecher, dat diegenen,
die zich met de handelsbevordering in en met be-trekking tot Zuid Afrika bezighouden, nog steeds
hun beste krachten
wijden
aan het succes der Hol-
landsche lijn, een zoo
belangrijke
factor in het
handelsverkeer met Zuid Afrika.
C. V.

AANTEEKENINGEN.

Provinciale- en gemeenteleeningen.
Sinds de opneming in de Economisch-Statistische

Berichten van 14 Juli 1926, blz. 629 van eenige cijfers
betreffende de ‘door provinciën en gemeenten gesloten
leeningen in het tweejarig tijdvak 1 Mei 1924— 1 Mei

1926 kwaman in ‘de September- en Decemberaflevering
van het Maandschri.ft van het ‘Centraal Bureau voor
de Stati’sttiek de gegevens voor betreffende de twee vol-

gende kwartalen. De voornaamste cijfers over deze
twee en een halfjarige periode mogen hieronder in hun
onderling verband een plaats vinden.

Aantal

‘Aantal
provinciën,
Opge-
gemeenten,
Opge-
Periodes
die gelden
nomen
die gelden
nomen
hebben
bedrag
hebben
bedrag
opgenomen opgenomen

Xf
1000
1


Xf 1000
1Mei’24-1 Mei’25’

2
6.200
474
160.489
1
Mei’25-1 Mei ‘261
,

10
54674
1

629
312.519
1

‘Îei’26-1 Nov’26
.

6
12.587
365
135.69

6.200
1

54.674
1

12.587

Gemeenteleeningen
206 54
9
788 1.593 410 719
847
419
2.536
2.379
1.107
15.522 12.998
13.334
15.860 10.108 8.778

10.055
1

3.134

15.017

12.023

931

3.975

1.329
75
985
15
32.659
367
82
50.318
18.265
2
)

1.259
11
465

45.527

167
213.419
10.469
8
)

403
17
90

30.925
16
226
73.208
9794)

164.802
j
314.453 1134.829

26 Januari 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

85

Zbowel voor de provinciën als voor de gemeenten blijkt in de jaarperiode
1925/1926
het opgenomen be-
•drag het grootst te zijn geweest. Ook het aantad pro-

vinciën an het aantal gemeenten, dat ideze leeningen

sloot, was in deze periode het grootst. (Het totaal

aantal gemeenten bedroeg 1081).

In het navolgende staatje worden de in bovenge-

noemde periodes gesloten leeningen gesplitst naar ‘de

doeleinden, waarvoor geleend is, waarbij de onder-

scheiding gevolgd is, die sinds
1924
geldt voor de ge-
meentebegrootingen en -rekeningen.

Nominaal bedrag der geconsolideerde leeningen,

verdeeld naar de doeleinden.

Periodes

Doeleinden
1)

i
Mei 1924-
11
Mei 1925-
1
1
Mei-
1
Mei 1925 1
1
‘Mei 1926 11 Nov. 1926

X f
1000
1 X f
1000
1 X f 1000
Provinciale leeningen Openbare werken

741


Handel en nijverheid

792


Electriciteitsbedrijven

4.000

5.000

4.000
Conversie ……………2.200

47.488

8.087
Onbekend ……………-

652

500

Tot. der prov. leeningen

Vroegere diensten ……..
Algemeen beheer ……..
Openbare veiligheid……
Volksgezondheid ……..
Volkshuisvesting ……..
Openbare werken ……..
Eigendommen niet voor den
publieken dienst bestemd
Onderwijs, kunsten en
wetenschappen ……..
Ondersteuning aan behoeft.
en werkloozen ……..
Landbouw …………..
Handel en nijverheid
Belastingen …………
Bedrijven

…………..
Kasgeldvoorzieningen
Geldieeningen ……….
Conversie…………..
Overige doeleinden ……

Tot, der gemeeuteleeningen

De totaalcijfers van dit staatje zijn niet
gelijk
aan
die van het eerste staatje, omdat in de gevallen, waar-

bij een leening in verschillende gedeelten wordt op-
genomen, in den verdeelingsstaat naar de doeleinden
reeds dadelijk het
totaalbedrag
der leening wordt ver-
antwoord in de periode, waarin voor het eerst gelden
worden opgenomen,
terwijl
in het kwartaaloverzicht
een dergelijke leening meermalen voorkomt, doch tel-

kens slechts voor het gedeelte, ‘dat in een bepaalde
periode wordt opgenomen.

Zoowel voor de provinciale als voor de gemeente-
leeningen blijken de grootste bedragen voor conver-
siedoeleinden te zijn besteed. Ten einde het toene-

mend en wederom afnemend bedrag dezer con’versie-
leeningen in verhouding tot de andere leeningen aan te
toonen, volgen hieronder deze
cijfers
over elk der
kwartalen sinds 1 Mei
1924.
Voor de gemeenteleenin-
gen is in de periode 1 Mei–1 November
1925
de ver-
houding van cle conversie ‘tot de andere l?eningen het
grootst.

Voor een nadere omschrijving van de uitgaven ressor-
teerende onder de verschillende rubrieken zij verwezen naar
het begrootingsmodel A der gemeenten, opgenomen in het
Provinciaal Blad over 1923 van elk der provinciën. Tot
de rubriek ,,Vroegere diensten” behooren de achterstallige
uitgaven van vorige dienstjaren;
Hieronder een bedrag van
f
17.525.000 voor nog on• bekende doeleinden geleend.

8)
Als voren flO.060.000.
) Als voren
f
325.000.

Totaal
1
Waarvan bestemd voor
Periodes

der

conversie
1
andere
leeningen doeleinden doeleinden

Provinciale leeningen

4.000

4.000
2.200
2.200

20.172
20.172

25.697
23.246
2.451 5.105 3.970
1.135
3.700
100
3.600

12.587 8.087
,

4.500

73.461
1

57.775
1

15.686
Gemeenteleeningen
26.365
101
26.264
18.210
167
18.043
38.004
3.711
34.293
82.223 46.339 35.884
82.687
60.792
21.895
55.719
40.890
14.829
113.818
73.205 40.613
62.229
38.532 23.697
75.387
43.055 32.332
59.442
30.153 29.289

Totaal ………….614.084
1
336.945
1
277.139
Na de conversie komen •de grootste bedragen voor
bij de bedrijven, waarvan kwamen ten laste van:
1 Mei’24- 1 Mei
1
25- 1 Mei-
1 Mei’25 1 Mei ’26 1 Nov. ’26
Xf 1000 Xf 1000 >< f1000
Electriciteitsbedrijven

13.835

5.174

2.018

Gasbedrijven ……….5.870

3.720

3.305

Grondbedrijven ……..4.160

3.546

8.353

Woningbedrijven ……2.476

8.639

907
Waterleidingbedrijven .

2.193

7.153

1.870

Overige bedrijven ……4.126

17.295

14.472

Totaal …………..659

45.527

30.925

Een inzicht in ‘de ‘daling van den rentevoet kan men verkrijgen uit onderstaand overzicht, waarin de opge-
nomen bedragen, vermeld in kolom 5 van het eerste
staatje, verdeeld
zijn
naar de afzonderlijke kwartalen
en naar het rentepercentage. Voor de niet tegen den
parikoers gesloten leeningen is telkens berekend, hoe
groot ‘de rentevoet zou geweest zijn, wanneer ‘deze lee-

ningen tegen parikoers waren uitgegeven. Tevens zijn
in dit staatje de verhoudingscijfers vermeld t.a.v. het
totaalbedrag, ‘dat in elk kwartaal is opgenomen.

Rente percentages
Periodes

Ben. 1

1

1

1
1
4.5
0
1,
1
4,55
0/0
1
555
0/
5,5-6
°/o
1
6-6,5
0/
1
6,5-7
0
/o

Absolute bedragen in duizendtallen guldens
Mei ’24-Aug.’24
186
198
457
792
16.948
1.263
Aug.’24-Nov. ’24
12
68
337 527
16.496
1.813
Nov.’24-Feb. ’25
111
86
2.946
15.502
19.916
1.047
Feb. ’25-Mei
1
25
11
55
40.595
37.072 3.895
136
Mei ’25-Aug.’25
1)
89
142 66.302 9.801 395
40
Aug.’25-Nov.’25
6
24.571
26.758
1.827
33
36
Nov.’25-Feb. ’26
713
70.362
43.726
1.489
0.3

Feb. ’26-Mei ’26
459
52.295
8.459
14


Mei ’26_Aug. ’26
152
68.686
5.710
14


Aug.’26_Nov. ’26
62
55.161
5.796
108
8

In
o/

van het totaal
2)
Mei
1
24-Aug.’24
0,93
1,00
2,30
3,99
8541

6,37
Aug.’24-Nov.’24
0,06 0,35
1,75
2,74
85,68
9,42
Nov.’24-Feb. ’25
0,29
0,21 7,44
39,14
50,28

2,64
Feb. ’25 -Mei ’25
0,01
0,07
49,65
45,34
4,76
0,17
Mei
’25-Aug.’25
0,11
0,17
81,09

11,99
0,48 0,05
Aug.’25-Nov.’25
0,01
46,16
50,27
3,43
0,06
0,07
Nov.’25-Feb. ’26
0,61
60,51
37,60
1,28 0,00

Feb. ’26-Mei ’26
0,75
85,41
13,82
0,02


Mei ’26_Aug.
1
26
0,20
92,12
7,66
0,02


Aug. ’26-Nov.’26
0,10
90,23
9,48 0,18
0,01

In
dit cijfer
is
niet begrepen de door Amsterdam opge- nomen premieleening
van
f
5.000.000,-, rentende 3 pCt.,
die in verband met haar bijzonder karakter in deze tabel
buiten rekening
is
gelaten.
De
som
van verhoudingscijfers der periode
1
Mei-1
Augustus 1925
is
kleiner dan
100
in verband met de in
noot
t
genoemde
omstandigheid en de percenteeriug
op
het
tëtaal opgenomen bedrag.

1 Mei ’24-1 Aug. ’24
1 Aug. ’24-1 Nov. ’24….
1 Nov. ’24-1 Febr. ’25
1 Febr.’25_ 1 Mei
1
25
1 Mei ’25-1 Aug. ’25
1 Aug. ’25-1 Nov. ’25
1 Nov. ’25-1 Febr.’26
1 Febr.’26-1 Mei ’26
1 Mei ’26-1 Aug. ’26
1 Aug. ’26-1 Nov. ’26

Totaal …………

1 Mei ’24- 1 Aug. ’24.
1 Aug.’24-1 Nov.
1
24
1 Nov. ’24-1 Febr. ’25
1 Febr.’25-1 Mei
1
25
1 Mei ’25- 1 Aug. ’25
1 Aug.’25_1 Nov. ’25.
1 Nov. ’25-1 Febr.’26
1 Febr.’26-1 Mei ’26
1 Mei ’26-1 Aug. ’26
1 Aug. ’26-1 Nov. ’26

86

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26
‘Januari
1927

Voor elk kwartaal zijn de hoogste bedrâgen vt

gedrukt.
De tegen een lageren rentevoet clan
4,5
pOt. opge-

nomen bedragen zijn betrekkelijk van weinig belang. –

Kwamen over de eerste drie kwartalen nog cle hoog-

ste perceiltages voor in de groep van 6-6,5 pOt., in

de drie volgende kwartalen is ‘dit ‘het geval voor de

groep van
5-5,5
pOt., terwijl voor (de verdere kwar-,

talen het hoogste percentage reeds valt in de groep

van
4,5-5 pOt.
0

De toeneming van het percentage der groep van

5-5,5
pOt. van het voorlaatste
op
het l&atste lcwai

taal gaat gepaard met een vermindering van, het por-‘

centage der groep van
4,5-5
pOt. Duidelijk blijkt

hieruit, dat de daling van het rentepercentage geen

verderen voortgang neemt en zelfs reeds plaats heeft

gemaakt voor een lichte stijging. Het zal dan ook van

belang zijn de beweging dezer
cijfers
in volgende

kwartalen verder na te gaan.
Voor uitvoeriger bijzonderheden, mede voor wat. be-‘
treft den stand van de kaspositie der provinciën en

gemeenten, zij verwezen naar de hiervoren genoemde

afleveringen van het Maandschrift van hôt Centraal
Bureau voor de Statistiek. Volstaan
zij
hier met .le

vermelding, dat in deze statistiek sinds 1 Mei 1926 de

indeeling der gemeenten naar de proviiiciën heeft plaats gemaakt voor een indeeling naar een zestal

groepen van gemeenten, verband houdend met het

aantal inwoners (boven 100.000, van
50.001-100.000;

van
20.001-50.000,
van
10.001-20.000,
van
5001—,

10.000 en van minder dan
5001
inwoners).
V.

Indexcijfers van groot- en kleinhandelsprijzenf b
in Ned.-Indië.

.

De maandstatistiek
1926 No. 10
van het Oentraal

Kantoor voor de Statistiek te Weltevreden bevat o.rn.
het volgende:

Invoer.
Van de reeks der invoerartikelen ontbreken nog
de volledige gegevens omtrent
z’wavelzure annnoiiia.
Het to-
taal aantal opgen’ornen artikelen evenwel is zoo talrijk;.
dat dit element op ten algemeenen gang van het index-
cijfer geen invloed van practisch belang kan uitoefenen.

De volledige serie omvat 72 artikelen en is verdeeld in vijf groepen. He’t onderscheid tusschen de ,,lange” en de
,,korte” serie is dit, dat van cle 18 extra artikelen der
lange serie gedurende 1914-1920 prijzen ontbreken.
Het hoogste inclencijfer behouden cle
textiele goederen.
Nadat zij gedurende de jdren 1922-1925 vrijwel op dezelf
de hoogte zijn blijven staan, trad in het loopende jaar een
aanzienlijke prijsdaling in,• es in Juni jI. (indexcijfer 183)
staan zij 25 punten beneden het gemiddelde van 1925.
Sindsdien zijn cle prijzen geleidelijk blijven dalen;- October
staat met het indexcijfer 179 weer
4
punten beneden Juni.
Bovengenoemde prijsdaling houdt verband met de stijging van ‘den invoer in 1925 en het eerste halfjaar 1926, verge-
leken met •de jaren 1921-1924. Daarenboven is de katoen-
prijs sterk teruggeloopen.
Het laagste indexcijfer heeft de groep der
nseta.len.
Het
gemiddelde cijfer voor 1925 bedroeg nog 161; in Mei-
Augustus was het gedaald tot 148 en 149, en •Septembei en October geven 15,1 en 150. Vooral de
ijze’rsoorten
zijn in

prijs gedaald evenals
rood koper
dat in October (ie.
113
)
18 punten lager staat dan in Mei. Zoowel de voornaamste
ijzersoorten als
koper
naderen weer dicht het niveau vau’

1913;
ruw ijzer
staat er zelfs beneden. Alleen
lood
blijft’
.nog zeer hoog, op meer dan het drievoudige van den prij
van 1913. De prijzen van
gegolfcl .dakijzer
zijn na bekomen
inlichtingen gekorrigeerd.
Het prijsniveau van de andere drie groepen ligt tussehen
dat van, textiele goederen en metalen in. Onder hen zijn
de
levensmiddelen
sinds 1923 ternauwernood veranderd: hun inclexeijfer i’as tot voor kort omstreeks 160. De. drié
laatste maanden (Aug.—October) vertoonen een lichte da-
ling: het indexcijfer voor October bedraagt 156. Alleen
whisky
staat met 236 ver boven dit gemiddelde.

Ouder de
cheiniceliën
staat
zv.,csvelzure avsmon’ie
met 88
(voorloopig cijfer), het laagst; kers
met 257 het hoogst. De
hars is’ sinds 1923 (i.c. 125) voortdurend in prijs gestegen
tot.Augustus. ji. (i.c. 279), waarop een vrij sterke reaktie
volgde. Het gemiddelde van de groep bedraagt thans 154.
Onder de ,,cliversen” staan’
luoifers
met 213 bovenaan;
het gemiddelde is 157:
Het gemiddelde indexcijfer van alle invoerartikelen (vol-
ledige serie) bedroeg in Juni, Juli, Augustus en September
162, di. tien punten lager dan het gemiddelde van 1925
In October is het 161. Het gemiddelde van cle korte serie
is vijf tot zes punten hooger.

Uitvoer.
Het algemeene indexcijfer heeft zich in 1923-
1925 op een aanzienlijk hooger niveau bewogen dan in het
loopende jaar: Het hoogste punt van 1925 bracht Decem-
ber, ni. 152. Hierna trad een aanzienlijke daling in tot
April, dat met 133 bijna 20 punten beneden December
staat. Sindsdien is het in.dexcijfer vrij c6nstant. Vooral
rubber, peper en kat jong idjoe
konden in 1925 hoge prij-
zen bedingen. De reaktie in het begin van 1926 werd voor-
namelijk veroorzaakt door de daling der rubberprjzen. In
April voegde zich hierbij een opmerkelijke prijsdaling van
m5ïs
en van
peper.
Eerstehands
suiker is
in Augustus 35
punten gedaald benede Mei, hoogste punt van dit jaar is. De twee laatste maanden is
.de prijs echter weer met 13 punten gestegen. Tweedehands
suiker herstelde zich reeds in Augustus: zij steeg toen ‘met
11 punten boven Juli en is sindsdien op hetzelfde niveau
blijven staan.
Kapok is na een aanvankelijke prijsstijging tot 217 in Augustus (in Januari jI. zelfs 237) in September en October weer teruggevallen op, 198 en 199, het gemid-
clelde niveau van 1925. Overigens zijn de kapokprjzen aan
sterke schommelingen onderhevig.
In October wordt de groote prijsstijging van
nsais
met
34 punten, waardoor dit artikel veer op etzelf (le prjs
niveau van het le kwartaal van dit jaar is teruggekeerd, en
clie van peper.
met 27 en van
tapioka
met 15 punten opge-
heven door een belangrijke daling van
ketjangolie
en ka-
pokpittert.
De
witte peper
scheen na een geweldige’ prijsstijging
voorn. sinds Mei/Juni 1925, gevolgd – door een gevoelige
reaktie sinds Januari jl., in Mei—Juli eenigszius tot sta-
.biliteit te zijn gekomen. Augustus bracht; opnieuw een ge-
voelige reaktie, waardoor de, merkwaardige hausse in dit
artikel, die vooral door vraag van Amerikaansche zijde
kwam, voor ‘t oogenblik ten minste alweer tot het verleden
scheen te behooren. Reeds September vertoonde echter wèer
een herstel van 9 punten en in de jongste maand is de prijs
weer iiet 27 punten gestegen. De indexcijfers voor dit spe-culatieve en daardoor aan zoo sterke en onverwachte prijs-schommelingen onderhevige artikel zijn: 110 in Mei 1925,
117 in Juni .1925, 136 in Juli, 199 in December, 217 in
Januari 1926, en sindscliën (Februari—October) .206, 196,
181, 169, 179, 146, 155 en 182.
Dc prijs van de
rubber
bleef na de speculatieve hausse
van het vorige jaar, die in November haar f,oppunt bereik-
te, eerst zeer snel en sinds Februari jI. geleidelijk dalen;
sinds Fibruari is hij weer lager dan in 1913/14, die als kri-
sisjaren in de geschiedenis der rubberprijzen bekend staan.
Niettemin is cle prijs nog zeer hoog te noemen-, doch de
buitengemeene en oucontroleerbare ontwikkeling van dit
zoo jonge artikel veroorzaakt, naast heftige prijsbewegin-
gen, dat het prijsniveau van 1913 en 1914 niet rechtstreeks
met het huidige vergelijkbaar is- De indexcijfers voor rub-
ber gedurende Nov. 1925—October 1926 bedragen 168, 163,
131, 98, 95, 86, 75, 65, 68, 66, 70 en 72. De prijs blijft
op dit niveau vast en schijnt voorloopig gestabiliseerd.

Indexcijfers van 72 invoer- en 20 uitvoerartikelen in den
groothandel te Batavia, Soerabaja en Semarang.

Invoerartikelen.

v

.=

,)

0
dJ

.1913. 100 100 100 100 100 100 100 100
1922. 208 166 172 170 175 181 129 170 1923. 208 163 174 170 169 180 149 173 1924. 212 164 167 160 168 178 155 173 1925. 208 161 161 150 165 172 146 166
Juni

1926. 183 160 149

– 157 162 134 156
Juli

,, . 183 160 149 153 156 162 132 156
Augustus

. 182 159 149 155 156 162 131 155
September ,, . 181 157 151 154 157 162 132 156
October

,, . 179 156 150 154 157 161 133 155
1)
20 art.

2) 12 art..
3)
12 art.
4)
15 art.

5)
13 art.

Kleirth,a.ndels prijzen.
De serie indexcijfers voor artikelen
van in- en uitheemschen oorsprong is zoo samengesteld, dat
de inheemsche en de uithe,emsche groep

geheel paraflel zijn.

26
Januari
1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

87

De kleinhandeisprjzen der
uit heeinsche
artikelen ver-
toonden in
1925
over het geheel genomen een beeld van stilstand: zij bleven schommelen om het indexcijfer
152.
Het jaar daarvdôr,
1924,
was met
158
slechts weinig hoc-
ger. Na Februari
1926
beginnen de prijzen iets te dalen
en ze blijven zich, zij het langzaam en met schommelingen,
in (latende richting bewegen. Het gemiddelde van het le
kwartaal
1926
is nog
150,
gedurende April—November zijn
de indexcijfers
149, 146, 147, 146, 148, 148, 145, 145.
Het algemeene indexcijfer der
inheensch,e
artikelen is in
1925 gemiddeld
13
punten lager dan in
1924. Op
dit ge-
middelde van
1925, 169,
is het cijfer vrijwel blijven staan.
De laatste zes maanden (Juni—November) geven
170, 167,
167, 167, 170, 168.
De stijging in October wordt veroor-ziakt door
aardappelen
en eieren,
die in November veer
in prijs gedaald zijn.

Indexcijfers van kteinhandelsprijzeu van verbruiksartikelen
van in-en uitheemschen oorsprong te Batavia.

In-
heemsch
1)

Uit-
heemsch
1)
Totaal
lVoeding
2)

1913114
100
100
100
100
1923 ..
194
173
183
182
1924 .
.
182
158
170
170
1925 .
.
169 152
160
158
November
1925 .
.
177
161
169

December

,,

. .
176
161
169
157
Januari

1926..
167
151
169
157
Februari

..
167
152
161
158
Maart

. .
169
149
159
157
April

. .
171
149
160
158
Mei

. .
171
146
159
157
Juni

. .
170
147
159
157
Juli

. .
167
146 157
154
Augustus

..
167
148
157
155
September

. .
167
148
158
155 October

. .
170
145 158
155 November

•,

..
168
145
157 154
1)
20
artikelen.
2)
35
artikelen.

Pa.sserprijzen.
Van verscheiden artikelen werden thans
ook over vroegere jaren gemiddelde prijzen berekend uit
een veel grootcr aantal noteeringen, dan oorspronkelijk ge-
schied was. Eenige correcties waren hiervan het gevolg.
De prijzen der landbouwgewassen bewegen zich dit jaar op een hooger niveau dan het vorige, voornamelijk ten ge-
volge van de lange droogte in
1925
en van den slechten
padioogst in Midden- en Oost-java. Sinds juni vértoont
zich voor rijst
en
m.aïs
de seizoen-stijging.
Eieren, vleesch, visek, Jaivaan.sche suiker
en ook
klap-pers
verschillen ternauwernood in prijs van het vorige jaar.

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

1) e E e en om i s t. – ‘s-Graven’hage, November
1926.

Mr. Dr. A. A. van 1?hijn,
Theoretische economie en
sociale politiek, 1;
Mr. A. F.
van Lalcerveld,
Loon-
dienstconflicten;
Mr. R. vom- Genech.len,
Nieuwe
lit-
teratuur over de waardeleer, T.

t d e m. – ‘s-Gravenhage, December 1926.
Mr. Dr. A. A. van Rhij’n.,
Theoretische economie en
sociale politiek, II;
Dr. Ir. M. J. W. .Roegholt,
Em-
men;
Prof. Dr. A. 0. Holwerda,
De methode van be-
rekening van het toekomstige bevo]kingsaccres.

The A mcvie a n E con o
in
ie R cv ie w. – St.
Albans, December 1926.
H. Feis,
Mechanism of adjustment of international
trade balances;
Clv.
S.
Tippeits,
End of the Pai- Ool-
lection litigation;
A. H. Cole,
Agricultural crazes;
R. A. Clemen,
Waterways in livestock and meat trade;
W. H. Rowe,
Burden of tax exemption of government.

Journal ‘des Ëconornistes. – Parijs, 15
November 1926.
Yves-Guyot,
Valorisation des créances privées et
(les empruuts puhlics en Allemagne;
G. de Nouvion,
L’assurance sociale sur la vie;
Dr. E. Hantos,
La coo-
pération économique en Europe centrale;
W. R. Bar-
leer,
Les pensions des veuves, orphelins et v’ieillards en
Grande-Bretagne; J. Le fort,
Les assurances contre
les accidents agricoles et la bi du 15 décembre 1922;
G. de Nouvion.,
La CurSe rouge;
N. Mo’ndet,
L’effon-
drement du socialisme; 1., Le budget de 1921 et Ja

stabilisatioii;
B. L. T,. E.,
La :Lig’,ie (lu Lihre-Éhange
(novembre 1926).

Revue d’Économie Poiitiçiue.

Parijs,
Sept.—Oct. 1926.

Dr. K. ‘Schlesinger,
Obligations allemandes des
€-hernins de fer contre bons dc Ja Défcnse nationale;
P. M.,
La stabilité des monnaies européeiines et le
problème des transferts;
G. Pirou, M.
Pantaleoni et
la théor’ie économique;
G. H. Bousquet,
Criticiae de
léconomie pure; J. P. Lazard,
Lee récentes théories
monétaires anglaises.

Do Socialistische Gids. – Amsterdam,
November 1926.

Dr. J. G. van Dille9v,
De oorzaken van den wereld-
oorlog, 1;
J. J. van der Velde,
Het vijftigjarig be-
staan van het Noordzee-kanaal;
J. L. Vlerning Jr.,
De financieele positie van Nederlandsoh-Indië en de
helastingpolitiek van de laatste jaren;
A. W. IJzer-
man,,
Hoofdstukken uit de ekon. geschiedenis der
XIXe eeuw, III.’

1 d e m. – Amsterdam, December 1926.
Dr. J. G. van Dillen,,
De oorzaken van den wereld-
oorlog, II (slot); Dr. Jr. Th. van, der Waerden,
Tech-
nies-ekonomjos ovej-zicht, XXX;
C. Thon’bassen.,
Stad
en Lande van Gooiland;
P. Kus,
De ontwapenings-
wet en de krijgsgeschiedenis;
A. W. IJzernvan,
Hoofd-
stukken uit de ekon. geschiedenis der XIXe eeuw,
IV;
J. L. Vleming Jr., De financieele positie van Ne-
derlandsch-Indië en de belastingpolitiek van de laat-
ste jaren, II (slot).

Tijdschrift voor Economische Geo-
g r a p h ie. – ‘s-Gravenhage, 15 November 1926.
Prof. Dr. H. Blin./c,
De inlandsche landbouw in Ne-
dexlandsch-Indjë.

Tijdschrift van het Koninklijk Ne-
derlandsch Aardrj’kskundig Genoot-
s c h a p. – Leiden, Novem’ber 1926.
Dr. G. Sta/bel,
De expeditie naar het Wilhelmina-
gebergte (Suriname) 1926, III. Verslag der expe-
(litie, III. Bijlage: mededeelingen van den geoloog,
(loer
R. IJzerman.; Th. de Booy,
Onder cle Motilone’s
van de Sierra de Perijd (Vene’znela);
Hermina C. A.
(,’rolinaev,
De winterfeesten in Nederland.

Koloniale Studiën – ‘s-Gravenhage, Octo-
ber 1926.

Ir. J. C. S’clvook,
Het, technisch onderwijs in Ned.-
Indië; A. J. Koens,
Lager landbouwonderwijs in Xe-
clerlandsch-Indië;
Ir. J. vain, der Waerden.,
De gouver-
nementshedrijven in Nederlandsch-Indië;
Dr J. F.
iS’leinmetz,
Muntzuivering op Bali en Lombok;
J.
Tideman,
De hestuurshervorming;
Al. van Doornincic,
De bezwaren tegen de verpondingsbelasting;
Dr. J. 11.
Boe/ee,
Dr. Hirschfelcl over het vo]kscredietweuen in
Nederlandsch-Indië.

Zoitschrift für Völkerrecht, – Bres-
lau, Band XIII, Heft 4.

In memoriam Hugonis Grotii;
Di-. J. H. W. Ver-
zul, Die Rechtsprechung des Stiindigen intei-nationa-len Gerichtshofes;
H. Ch. G. J. vom der Mandere,
Les Pays-Bas et la Société des Nabiens;
Dr. Fr. Gie-
ve,
Die Exterritorialitiit, des Biebricher Schlosses;
Dr.
J. L. Kunz,
Sowjet-Russland und das Völkerrecht;
Dr. K. Strupp,
Völkerrechtliche und politièche Be-
merkungen zu den Vertriigen Sowjet-Russlands mit
China vom 31. Mai 1924;
Di-. J. L. Kunz,
Völker-
rechtliche Chronik II. Der Völkerbund, 1 Juli 1923
his 1 April 1924; S.
Münz,
Em Memorandum über
die Notwendigkeit der Errichtung eines Erziehungs-
departements heim Völkerburid;
L. de Staël-Holstein,
La nationaiité, son acquisition et sa perte d’après les
nouvelles bis scandinaves;
Dr. Savas Loisidis,
Cypern
zur ,,colony” erklkrt, erhklt cme neue Verfassung.
Rechtageleerd Magazijn. – Haarlem,
Jaarg. 45, afl. 6.
Mr. A. Hyman,
Het stelsel onzer Merkenwet;
Mr. R.
H. Baron de Vos van Steer&w ijle,
Commissies in de
Tweede Kamer der Staten-Generaal.

ECONOMISCH-STATÎSTISCHE BERICHTEN

26 Januari
1927

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. *** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

– BANKDISCONTO’S.

N d
11
1
sc.Wissels. 34
3 Oct.’25
Zwits. Nat.Bk. 3422
Oct.’25

Bk

.Binn. Eif. 4
3 Oct.’25
N.Bk.v.Denem.5
24Juni’26
Vrsch. inR.C. 5 S
Oct.’25
ZweedscheRbk
44 8 Oct.’25
Javasche Bank…. 4
14 Juli’26
Bank v.Noorw.
4426 Oct. ’26
Bank van Engeland 5
3Dec.’25
Bk. v. Tsjecho.
Duitsche Rijksbank 5
11 Jan.’27
slowakije .. 5426
Oci. ’26
Bank v. Frankrijk.
6416
Dec.’26
N. Bk. v.O’rijk.
6418 Jan.’27
Belgische Nat.Bnk. 6412
Jan.’27
N.Bk.v.Hong. 6
25Aug.’26
Fed. Res. BankN.Y.
412Aug.’26
Bank v. Italië. 7
17Juni’25
Bank van Spanje.. 5
23Mrt.’28
Z.-Afr.Res.bnk 54

OPEN MARKT.

1927

11

1926
1925
1914

22 an
17122
10115
3
1
8
18/23
19124
20-24

Jan. Jan.
Jan. Jan. Jan.
Juli

Amsterdam
Partic.disc.
214
2
3
14.
7
/8
2
3
14-3
3
116
3/16/8
251-7/

2114_112
31/g31
Prolong.
2314
2
1
14
3
14
2
1
1-3
3_3/
4

2
1
12.
3
/4
2
211
4
-3/
4

Londen
Daggeld ..
3
1
12-4
3.4
3_411
2-4
3113.4314
23
1
14
1314-2
Partic. disc.
4_
1
116
4.1/
8

4
1
116.
5
116
411-116
431
4

3
7
116.
1
/2
2
1
/4-/4
Berlijn
DageId ..
2-4
2-4 2-4
2-8
5I1-7


Partic. disc.
30.55 d..
.
4 4
-1
/8
4
1
1-
1
1
4113.5/3
6
1
18-/8


56-90 d..
.
4
4-
1
/s
4
1
/8.
1
/2
4
1
12-
5
J8
611_3/
Waren-
wechsel.
41/
4

4113.1/3
4111j$
471
5
_54j
4

7512-8


New York’)
Cali money
4-14
4.3/
4

4.3/
4

411
4
.511
4

4.31
4

4.3/
3

1514
211
3

Partic. disc.
371
8

331
4
_71
3

3314_7/3
3
7
18
1

3
7
1
1



1)
Cali money-koers van 14 Jan. en daaraan voorafgaande weken tm
Vrijdag.

WISSELKOERSEN.
……

KOERSEN IN NEDERLAND.

Da to New
Londen
Berlijn
Parijs
BrussellBatavia
1)
York

)
6)
S)
6)
S)

18 Jan. 1927
2.50
12.134
59.31
9.944
34.77
100%
19

1927 2.501/
16

12.131
59.30
9.93
34.77
100%
20

,,.

1927
2.501/
16

12.134
59.30
9.934 34.774
100% 21

1927
2.501/
12.144
59.294
9.92
34.784
100%
22

1927

12.144
59.284
9.91
34.784
100%
24

1927
2.50si 12.144 59.28
9.92
34.784
100%
Laagsted.w.’)
2.4911/
12.134
59.264
9.90
34.75
1001/
8

Hoogste d.w’)
2.50%
12.144 59.32 9.96 34.80
1003/
s

17 Jan. 1927
2.501/
12.134
59.30
9.95
34.78
100%
10

,,

1927
2.4915/
16

12.124
59.34
9.91
34.76
100%
Muntpariteit
2.483f
12.104 59.26
48.-
34.59
100

Data
Zwit-
ser and
Weenen
PraaR
Boeka-
Milaan
Madrid
1
rest
1)
,1
•,)

18 Jan. 1927
48.17
35.25

7.40
1.324
.10.704
40.50
19

1927
48.174
35.25
7.40
1.32
10.85
40.274
20

,,

1927
48.174
35.25
7.40.
1.324 10.84
40.374
21

1927
48.19 35.30
7.40 1.32
10.82
40.45
22

1927
48.19 35.30
7.40
1.324
– –
24

,,

1927
48.20 35.30 7.40 1.324
10.784
40.71
Laagsted.w.’)
48.14

35.15
7.38
1.30
10.65
40.15
Hoogsted.w’)
48.20 35.35
7.42
1.35
10.90 40.95
17 Jan. 1927
48.18
35.25 7.40
1.324 10.724
40.50
10

,,

1927
48.24
35.22%
7.40
1.30
10:87
39.224
Muntpariteit
48.-
35.-
2
)48._
48.-
48.-

Da a
Stock-
Kopen- Oslo’)
Hel-
Buenos-
Mon- holm
‘)
hagen’)
Aires’)
treal’)

18 Jan. 1927
66.80 66.65

63.85 0.30
1033.
2.49%
19

1927
66.774
66.674 63.674
6.30
103%
2.49%
20

1927
66.76
66.65

63.80
6:30
103%
2.49l
9

21

1927
66.80
66.65

63.80
6.30
103%
2.49% 22

,,

1927
66.80 66.65

63.824
6.30
103%
2.49%
24

,,

1927
66.80 66.65

63.85 6.30
103%
2.493%
Laagsted.w.’)
66.70 66.55

63.55
6.28
103%
2.491/,
Hoogsté’d.wl)
66.85
66.70

64.-
6.32
1030/
8

2.50
17 Jan. 1927
66.80
66.624 64.05
6.30
103%
2.49%
10

,,

.
1927
66.80
66.60

63.80 6.30
103%
2.49%
Muntpariteit
66.67
66.67

66.67
6.264
105′!,
2.48%
S)
Noteering te Amsterdam.
8*)
Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.

.
1)
Wettelijk gestabiliseerd tusschen
7.534j5
en 7.21
1
1.
In het eersle nummer van iedere maand komt een overzicht
voor
van
een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

.KOERSEN TE NEW YORK. . (Cable).

D
£2
a Londen
($ per £)
Parijs
($ p. lOOfr.)
Berlijn
($ p. 100 Mk.)
Amsterdam
($ p. 100 gld.)

18 Jan.

1927
4,85
3
/8
3,97%
23,71%
.

39,99%
19

1927
3,97
23,71%
39,99
20

1927
4,85
7
/16
3,97
23,71%
39,99
21

1927 4,853i
3,96%
23,70%
39,97%
22

1927
4,85st
s

3,96%
23,70
39,97 24

1927
4,855,,
3,96
23,70
39,98

25 Jan.

1926
4,863/
3,72
23,80
40,15
t8luntpariteit ..
4,8667
19,30
23,81%
403/
1
,

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
iNoteerings-I
eenheden

1
8Jan.
1927
15Jan.
1927
17122
Jan.
1927 1
22

i
Laagste
l
Hoogstel

Jan.
1927

Alexandrië.
.
Piast.
p.
Y,
9734
974
977/
1

97
8
/16
97
1
4
Athene

….
Dr.p.0
383%
3723
1
/
365
278
36711
2

Bangkok …
Sh.p.tical
1/10%
1/108/
8

1/10%
1/10%
1/10%
Budapest
. ..
Pen.
p. £
27.75
27.75
27.70
27.80
27.75
B.
Aires’).
..
d.
p. $ 4715/
46
16
1
33

463/
9

46%
467j
Calcutta
. . . .
Sh.
p.
rup.
1/6
1
/
94

1/6
1
/
33

116
1
/
33

1/63/
1/6517
Constantin..
Piast.
p. £
962%
662h
950 970
96234
Hongkong
..
Sh..p.
$
1111k
2j01/
1/1111
8

2/19/
8

2 0
5
/
1
6
2/0w
2/0
7
44

2/0
5
/
94

210
3
1,
2/0
7
1
94

Kobe

…….Sh.p.yen
Lissabon
1) . .
d
.
per
Esc.
2
33
/
94

2
33
/
94

2%
2
17
/
32

2
33
/
94

d. per
$
24
24 23
25.
24
Mexico
……..
Montevideo’)
d. per
$
50% 50
4971
9

50%
501/
8

Montreal’)
..
$
per
£
4.86 4.86
.4.85+

4.86%
86T’g
R.d.Janeiro’)
d. per Mil.
5
23
/
32.

525/33
5%
527/32
/64
Shanghai
.. .
Sh.
p.
tael
21518/
39

2/67/
1

2
1
1
6
2/7%
2/7
1
/
8

Singapore.
..
id.
p. $
21313/,
213
1
8/
2/3%
2/39/8

2/3,
Valparaiso
2).
$ p.0
39.63
39.62 39.64
39.73
39.72,
Warschau
..
Zl. p. £
43% 43%
42 45
43%
) i eiegrasiscn Iranstert.
‘j uu
ag.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS 8)
Londen’)
N.York’)

.
Londen
17 Jan.
1927..

257/
9

17
Jan.

1927.
84/1134
18
1927..

2510/16
557/
8

18
,,

1927
84110
19
1927..

25′
5571
8
19
1927….
84/10%
20
1927. 26%
56%
20
1927 ….
84/11%
21
1927..

26’i
56%
21
1927 ……
84/11%
22
1927- 265/
to

56%

22
192′

….
84/11%

23 Jan. 1926.. 307/
8

67

22 Jan. 1926…. 84/10%

20 Juli 1914.. 2411/
j9
541/
9

20 Juli 1914. .. . 84111

1) in pence p. oz. stand.
2)
Foreign silver in $c. p. oz. fine.
3)
in sh. p. oz.fine

STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
De Minister van Financiën maakt bekend

Vorderingen.

‘1
15Jan.1927
1

22Jan.1927

Saldo bij de Nederlandsche Bank
/

6.961.341,26
f 14 205.452,39
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

487.807,72
,,

621.272,73
Voorschot
op
uit. Dec. 1926 aan de ge.
meenten
öp
voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten
op
de Rijksinkomsten belasting ……..
,,

41.195.158,97

Kasvord.

buitenl

..41.195.158,97
7.786.832,08
,,

10864.509,86
141.396.277,13
weg. credietverst. a/h.
138.003.597,24
,,
,,
Daggeldieeningen

tegen onderpand
6.500.000,-

Voorschotten aan de koloniën………..

Saldo der postrekeningen van Rijks-
.
van Staatsschuldbrieven

…………6.500.000,-

comptabelen

………………….
,

4.783.081,57
,,

18.806236,84
Vordering
op
het Staatsbedrijf der P.
.

T.enT.a)……………………….

.


Id.
op
andere Staatsbedrijven 2)
680.348,03
860.348,03

Verplichtingen.

Voorschot door de Nederl. Bank
….


Schatkistbiljetten in omloop’) ……..

/111.361.000,-
fl11.361.000.-
,,
31.760.000.-
Waarvan direct bij de Ned. Bank



Zilverbons in omloop
…………….

,,

12.767.238,-
,,

12.516.771,-
Schuld a. d. Bankv. Ned.Gemeenten 2)

.

Schatkistpromessen in omloop ………31.760.000,-

Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds 2)
..,,

18.108.739,61
19.146.228,99
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T.
2)..

46.971.175,49

..

,,
45.855.352,39
,,

.
590,000,-
Id. aan andere Staatsbedrijven’)…………590.000,-
Id. aan diverse instellingen
1)

…36.041.703,89
35.854.468,57
Waarvan
f
12.056.000 vervallende
op 1
Juli 1929.
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE
SCHULD.

1
15 Jan. 1927
1

22 Jan. 1927

Vorderingen:
f
3.065.000,-
29.381
.000,-
Saldo bi)

‘s Rijks

kas
……………..

Verplichtingen:
Voorschot uit
‘s
Rijks kas aan N.-Indië

Saldo bij de Javasche Bank
…………

Voorschot Javasche Bank aan N.-lndië

Schatkistpromessen in omloop …….
,,

800.000,-
.
32.779.000,-
Muntbiljetten in Omloop

.
………….
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds.. 3.526.000,- Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.
769.000,-

f

52.000,-
31.986.000,-

800.000,-
32383.000,-
3.526.000,–
852.000,-

2
6.Januari 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTËN

89
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 24 Januari 1927.

Activa.
Binnenl.Wis-(Hfdbk.
f
45.839.843,73
sels, Prom., Bijbnk.

8.136.874,14
enz. in
disc.t
Ag.sch.

17.115.426,09
f

71.092.143,96
Papier o. h. Buiteni. in disconto


Idem eigen portef. . f
193.417.017,-
Af Verkocht maar voor
de bk. nognietafgel.

193.417.017,-
Beleeningen Hfdbk.
f
46.779.127,03
nc1. vrsch. Bijbuk. , 12.059.620,37
in rek..crt.
Ag.sch. , 71.600.944,26
op onderp.

f
130.439.691,66

Op Effecten….. …

f

128.044.491,66
Op Goederen en Spec. ,,

2.395.200,-
130.439.691,66
Voorschotten a. h. Rijk …………….

Munt en Muntmateriaai
Munt, Goud ……f

60.602.865,-
Muntmat., Goud ..

354.956.260,84

f
415.559.125,84
Munt, Zilver, enz..

,,

28.718.066,18
Muntmat., Zilver

Effecten
444.277.192 02

BeleggingRes.fonds.
f

7.046.981,68
id.van iv. h. kapit.,,

3.999.941,20
11.046.922,88
Gebouwen en Meub. der Bank ……..
5.142.000,-
Diverse

rekeningen ………………
43.543.933,19

f
898.958.900,71
Passiva.
Kapitaal
……………………….f
20.000.000,-
Reservefonds …………………….,,
7.047.731,06
Bijzondere

reserve ……………….,,
8.800.000,-
Bankbiljetten in omloop …………..

,,
793.877.035,-
Bankassignatiën in omloop………..,,
1.253.752,93
Rek.-Cour.j Het Rijk

f
17.432.707,48
saldo’s:

‘1,, Anderen

36.445.461,25
53.878.168,73
Diverse rekeningen ……………….,,
14.102.212,99

f
898.958.900,71

Beschikbaar metaalsaldo
……………f
273.920.446,67
Op de ba8is van
2/
5
metaaldekking.. … ,,
104.113.655,34
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigdis. ,, 1.369.602.230,-
Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Munt

Muntmat. Circulatie
l
op
chulden
i
eischb.
Metaal-
saldo
kings
.

24 Jan. ’27
60.603 354.956
793.877
55.132
273.920
52
17

’27 60.659
354.957
811.772
42.865
272.585
’52
10

’27 60.737
353.738
831.090
46.291
266453
50
3

’27
80.824
352.513
865.706
33.148 260.592
’49
27 Dec. ’26
60.997
352.513
817.063
30.512
271.369
52
20

,,

’26
61.116
352.513
814.070
33.441
271.882
52

25 Jan.

26
42207
395.646 833.108 97.059
276.930
50

25 Juli

’14
65.703
96.410
1
310.437
1

.6.198
43.521
1
)
54

Totaal
Schatiee-
Papier
Diverse
Data
.

bedrag
prornessen
ig
op het
.

reke-
disconto’s
rechtstreeks
buitenl.
nin gen
2)

24′ Jan. 1927
71.092

130.440
193.417
.43544
17

1827
75.443

128.644 195.834 43.976
10

1927
81.795

131.209
194.945
59.500
3

1927
83.189

151.805
187.177
67.622
27 Dec. 1926
56.759

129.960 ‘187.078 63.917
20

,,

1926
57.216

129.280
183.807
66.701

25 Jan.

19261
86.300

133.354
248.039
38.446

25 Juli

19141
67.947 14.300
61.686 20.188
509
‘) op ae nasis van ‘, melaaiaeicicing. ‘) biunposi acuva.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
c
la
t
i
e

Andere
opeischb.
Discont.

11 Dec.

1926-
1.020 1.502 1.117 925
470
4 Nov.

1926_
1.020 1.609
1.161
932
‘ 415
27

1926..
1.021 1.431
1.292
928
483
20

1926..
1.020 1.448 1.398
926
580
13

,,

1926…
1.021
1.523 1.199 929
610

12 Di’.c.

1925..
1.011
1.662
733
960
383

5 Juli

1914-1
645 1.100 560 735
396
)
oiuiiposi oer acliva.

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data

Goud

Zilver

Circulatie opeischb. metaal-
schulden
I
saldo

15Jan.1927

U6.000

– 319.000

69.500 148.300
8

1927

227.000

321.000

62.000 150.400
1

1927

226.750

320.000

64.500 149.850

18 Dec. 1926 1.728 153.367 325.568

68.004 147.645
“11

1926 197.747

28.352

330.436

67.013 147.317
4

1926 198.147

28.845 328.772

72.793 147.292
27Nov.1926 198.135

28.590 327.479

69.633 147.863

16Jan.1926 199.515

38.684 353.419

49.288 158.350
17Jan.1925 133.670

51.400 280.922

99.859 109.651

25 Juli1914 22.057

31.907

110.172

12.634

4.842
2

Data

Dis-
1

Belee-

Diverse
I

reke-

kiflg5-
conto’s 1 N.-Jnd. , ningen

ningen’)

I
oercen-
1
betaalb.
1

take

15 Jan. 1927
139200

58
8

,,

1927
138.720
e

.

59
.1

»
1927
139.780
e

____
59

18Dec. 1927
11.684
21.912 89.884
51.141
57
11

»

1926
11.766
21.888
90.512
53.897
57
4

1926
12.139
21.905 89.848
57.023
57
27Nov.1926
12.146
22.358
95.533 46.570
57

16 Jan.1926
10.618
22.295 55.382
80.003
59
17Jan.1925
30.357
16.803
75.630
83.966
49

25Juli1914
7.259
6.395
47.934 2.228
44
i) Sluitpost activa.

‘) Basis
2
15
metaaidekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten, onder bijvoeging der Currency Notes, in duizenden ponden sterling.

Data
Metaal
CirculatieI
1

Currency Notes
1 Bedrag
I
Bankbilf.
I
Gov. Sec.

19 Jan. 1927
151.491
137.101
282.472
56.250
231.629
12

,,

1927
151.489
138.084
287.309
56.250
236.726
5

»

1927
151.381
139.803
291.169
56.250
240.879
29 Dec. 1926
151.119
140.785
296.461
56.250
246.248
22

1926
151.943
141.285
297.614
56.250
247.377
15

1926
152.093 139.889
291.226
56.250
240.615

20 Jan. 1926
143.712
141.061
287.360
56.250
235.895
22 Juli

1914
40.164
29.317
1



Data
1

00v.
1

Other
1
Public
1

Other
Reserve
1
Dek
i
kings-
1

Sec.

.1
Sec.

1
Depos.

1

Depos.
i

119 Jan. ’27
31.883
75.877
12.052
111.749 34.140
27iv
12

’27
34.768
77.056
15.372
111.538 33.155
261/
8

5

’27
36.098
103.203 11.527 141.057
31.327
20
29Dec. ’26
34.168 96.659 11.632
131.343
30.084
21
22

’26
31.338 76.279 12.135 107.940
30.408
25
15

,

’26
28.878
76.313
11.146
108.098
31.954
26+
.20 Jan. ’26
45.868
78.366.
19.430 109.148
22.401
17 TV
22 Juli ’14
11.005
. 33.633
13.736
42.185 29.297
52

1) Verhouding tusschen Reserve en Deposits.


BANK VAN
‘FRANKRIJK.

Voornaamste
posten
in millioenen
franos.

ar

Wav.
Ie
o
e
T
n
gd
Wis-
1
Belee
Data
Goud
in het
Zilverl
i

ht
sels

ningen
buitenl.
1
buit.l.3)
buiteni.

20Jan.’27
5.548
1.864
341
86
3.591
13
2.101
13

,,

’27
5.549 1.864
341
86
3.581
16
2.136
6

’27
5.549
1.864
341
84
5.128
16
2.071
30Dec.’26
5.549
1.864
341
83
4.437
11
2.083
23

,,

’26
5.549
1.864
341
84
3.642
12
2.155

21Jan.’26
5.548
1.864
323
74
2.954
15
2.535

23 Juli’14
4.104
1

640

1.541
8
1

769

Buit .gew.
Schat-
Diver-
1

.
Rekg. Courant
Data
voorsch.
1
kist bil-
sen 2)
Circula iie
Staat
ci
r
e
t
,
n

a(d. Staat
1)
1
jètten

20Jan.’27
33.650 5.593 6.524
52.811
5.849
14
13

,,

’27
34.550
5.591
6.125
53.515
5.581 28
6

,,

’27 35.000
5.581
5.931
54.305 5.660
21
30Dec.’26
36.000 5.576
5.010 52.907
5.894
14
23

,,

’26
36.450
5.575 4.738
52.234 5.324
47

21 Jan.’26
34.800 5.225
3.707
50.818
3.352
5

23 Juli’14

– –
5.912
943
401 indisc. genomen wegens vOOTsCfl. v.
0.
Staat a. nuiteni. regeeringen.
Sluitpost activa.
3)
Except tegoed bij Russische Staatsbank.

90

ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN

26 Januari 1927

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 24 Januari 1927.
De houding van de internationale fondsenmarkten is ge-
durende de achter ons liggende berichtsperiode over het
algemeen vrij vast gebleven. Ondanks cle moeilijkheden van
politieken aard, welke in Duitschland overwonnen moeten
worden, bleef men ook aan de beurs van B e r 1 ii n de toe-
komst optimistisch beschouwen. In hoofdzaak heeft dit in
verband gestaan met de ruime houding van cle geidmarkt.
Men verwacht nl. een verdere verlaging van de koersen,
welke voor ,,report”-gelcI worden berekend. In de eefste
plaats heeft deze gang van zaken invloed uitgeoefend op de
afdeeling voor beleggingsfoncisen. Doch ook de aandeelen-
markt heeft de uItwerking van cle opgewekte stemming
ondervonden. Vooral montaan aandeelen en aandeelen .in
steenkoolondornemingen hebben hierbij op den voorgrond
gestaan.
Aan de beurs vaw L o n .d e n heeft de inschrijving op de
nieuwe 4 pCt. Consols sterk de aandacht getrokken. De aan-
vraen, tot een totaal bedrag van 209 millioen pond ster-
ling, hebben de hoogste verwachtingen overtroffen. Toch
is de stemming in de afdealing voor beleggingsfondsen niet
zoo opgewekt geworden, als men op grond van het succes
voor de nieuwe leening hacl,mogen veronderstellen. De oor-
zaak moet vermoedelijk worden gêzocht in het feit, dat in
de berichtsperiocle de rentevoet van cle Bank van Engelaid
niet, zooa.ls algemeen was verwacht, is verlaagd. Men hoopt
thans op een beslissing op aanstaanden Donderdag.
Te Pa r ij s is de markt tamelijk evenvichtig, gebleven.

Van verschillende zijden wordt aangedrongen op definitieve
stabilisatie van het Fransche ruilmiddel, doch •deregeering
is op de desbetreffende aanvragen nog niet ingegaan. In-
middels maken nijverheid en handel een niet al te gunsti-
gen tijd door en dit heeft eenigen druk op de beurs uit-
geoefend. Aan den anderen kant ziet men met vreugde, dat
de belangstelling iii het buitenland voor Fransche fondsen
zoodauig groeit, dat de inschrijvingen op cle leening ten
laste van cle Stad Parijs zeer vele malen.het beschikbarebe-drag hebben overtroffen en dat de aangeboden nieuwe tran-
che van obligaties ten laste der spoorwegen reeds vÔOr het
openstellen van de inschrijvingen kon worden verhoogd.
Te N e w Y o r k is de grootste belangstelling mede op de
beleggingsmarkt geconcentreerd gebleven. Ook hier ver-
wacht men binnenkort een verlaging van den rentevoet der
Federal Reserve Bank. Aan den anderen kant is de markt
voor aandeelen zeer rustig, in af w’achting van cle richting,
welke de handel gedurende het voörjaarsseizoen zal inslaan.
T e n o n z e ii t was •de fonsenmarkt over het algemeen
kalm, met enkele markante uitzonderingen. Hiertoe behoort
in cle eerste plaats de
beleggi?vgsm.alrkt.
Nederlandsehe be.
leggingspapieren hebben een rustige periode gekend; daar-
entegen bestond voor buitenlandsehe soorten een zoocla.n.ige,
vraag, dat hier en daar koersverbeteringen van ettelijke pro-centen plaats hebben gevonden. Bovendien hebben de nieti-
we, aan onze beurs geïntroduceerde fondsen, een zeer gun-
stig onthaal gevonden. VÔÔr de toewijzingsbiljetten op de
inschrijvingen van de leening der Stad Parijs verzonden
waren, golden clê obligaties ter beurze reeds 100 pCt., of
4%. pCt. boven den koers van uitgifte. Ook de aan onze
markt geïntroduceerde obligaties Crédit Communal de Bel;
•gique zijn op den dag van de introductie eenige procenten
boven den eersten koers verhandeld. 6 pCt. Ned. Werk.
Schuld 1922: 106, 1065/1e, 1061/
16;
4% pOL. Ned. Werk.
Schuld 1917:
9915/16,
99/, 100, 99%; 4% pCt. Ned.-Inclië
1926: 96%, 96
1
/, 966/16; 5 pOt. Mexico Goud £ 20-100
Afg.: 43%:,
441/,
453/s; 5 pOt. Brazilië 1913 j 20-100:
697/
s
; 5 pOt. Brazilië 1903 £100: 76%; 78; 8 pOt.
Sao l’aulo: 105/,105%, 1057/
s
.
Van de aandleelenafcleelingen hebben
bin4senla.ndsc-he
i?d-
di.cstricelc eancleelen
vel de grootste belangstelling getrok..t
ken, althans voor zoover het aandeelen in kunstzijde-onder-
4

nemingen betrof. De berichten omtrent de mogelijke vorming
van een internationaal prijskartel hebben opnieuw de aati-
dacht op de mögelijkheid van een winstgevende exploitatie
gevestigd, zooclat de desbetreffende aandeelen in •groote pos-
ten uit de markt werden genomen. In de eerste plaats heb-
ben hiervan aandeelen Nederlandsche Kunstzijdefabriek eni
Maekubee, daarna ook aandeelen Hollandsche Kunstzijde.
Industrie kunnen profiteeren. De markt sloot op het hoog-
ste punt, dat gedurende de berichtsweek werd behaald. Ver-

volgens is eenige handel ontstaan in aancieelen Nederland.
sche Scheepsbouw Mij., welke na de afschrjving tot 50 pCt
gevraagd waren, om daarna een reactie aan te toonen. Aan-
deelen Jurgens varen nagenoeg onveranderd. Centrale
Suiker Mij.: 130, 132, 131/; Hollandsche Kunstzijde In-‘
dustrie: 82%, 81%,
85%,
86%; Jurgens:
1
76%, 174%, .175,

174%; Maekubee: 85, 88%, 92%, 97; Ned. Kunstzijdefa-
briek: 195%, 201%,
2
07%, 213; Ned. Scheepsbouw Mij.: 53%, 101 (ex amortisatie bew.), 98, 95; Philips Gloeilam-
penfabrieken: 378, 384% 381%.
De
rabbe?

nca.rkt
was rustig, met een lichte neiging tot
daling. Amstei

dam Rubber: 329, 331%, 325%, 330%;
Dcli Batavia Rubber:
2
63%,
2
66%, 264, 267; Hessa Rub-
hei-:
4
74%, 478, 3807/
8
; Indische Rubber Cy.: 377, 368, 375;
Java Caoutchouc: 210, 201%, 206%; Kali Telepak: 327%,
334%, 338; Kendeng Lemboe: 419%, 426%, 413, 410 (ex
div.) ; Ned.-Iud. Rubber & Koffie:
336%.,
334%; 332; Oost-
Java Rubber: 347%, 355, 352; Paclang Rubber: 372, 385, 387%; R’dnni Tapanoeli:
1
55%, 157, 153; Serbadjadi:
334%, 338, 330, 335%; Sumatra Cnoutchouc: 297%, 299,
293, 295% ; Sumatra Rubber: 383, 376%, 380%;
eenigde Indische Cultuur Ondernemingen: 195, 198%,
193%, 194%..
Ongeveer hetzelfde verloop heeft de tataksncarkt
aaugè-
tooucl, waarbij echter enkele uitzonderingen te registreeren
zijn geweest. Met name was dit het geval voor aandeelen in
Java-ondernemingen cii van deze stonden aandeelen Be-
soeki Tabak weder op den voorgrond. Laatstgenoemde waren
meer in het bijzonder gezocht in verband met gunstige di-
videnclverwachtingen. Arendsburg: 604, 606,
603%,
604;
llesoeki Tabak: 310, 315, 324, 331; Deli Batavia.:
4
57/8,
4
59%, 353; Dcli Maatschappij: 437%, 440%, 435%; Oost-
kust:
198%,
202, 199; Sencmbah: 423,
430%,
428.
De sxikernva.i

lct
bleef eenigszins ongevoelig voor de fluc-
tuaties in de noteeringen van Cubnsuiker, welke af en toe
groote vormen hebben aangenomen. Over het algemeen
bleef cle stemming opgewekt, waarbij echter cle omzetten
uitermate gering zijn geweest, zelfs voor aandeelen Han-
{lelsvereeniging ,,Amsterdam”. Cultuur Mij. dei Vorsten-
landen:
183%,
182%,
183%,
182%; Ha.nclelsvereeniging
Amsterdam: 688, 687%, 693%; 691; Java Cultuur Mij.: 380,
378%, 384, 382; Maron Cultuur Mij. :270,
2
69%, 273, 270%;
Ned.-Ind. Suiker Unie: 265, 264, 263; Poerworedjo: 117%,
1177/
s
,
117%;
Sin•danglaoet: 425, 418, 414; Suiker Cultuur
Mij.: 300, 299, 302, 301% ; Tjepper: 710, 715; Tjeweng Les-
tari: 248, 244%, 249, 248.

De
petroleuucefcleeling
was gedrukt, speciaal voor and-
deden Koninklijke Petroleum Maatschappij. De.uitgif te van
obligaties ten laste der Bataafsehe Petroleum Mij. in New
York heeft aan
OnZe
beurs geen gunstigen indruk gemaakt.
Eenerzijds neemt men wel de mogelijkheid in aanmerking,
dat de Koninklijke – doordat de Mij. goedkoop geld ver-
krijgt – wellicht haar d.iviclend eenigszins zal kunnen ver-
hoogen, anderzijds acht men het een nadeel, dat voorloopig
niet op een ,,claim” gerekend zal kunnen worden. Dordt-
sche Pet.
mci.
Mij.: 362, 367%, 365, 361%; Gee. HolI. Petr.
Mij.: 202, 200%, 205; Kon. Ned. Petroleum Mij.: 387
5
/8,
391, 388
5
/8,
384
5
/8;
Perlak Petroleum: 70, 69%, 69; Peuda-
wa:
24l
5
/
1
, 23
3
116, 22, 21%.
Soheepvaarta.andeeïen
waren opgewekt, waartoe de vaste
houding van de vrachtenmarkt heeft bijgedragen. Het wa-
ren niet alleen de aandeelen in de maatschappijen, welke de z.g. ,,wilde vaart” uitoefenen, doch ook cle reederijen,
welke vaste routes beheeren, konden in de betere tendens
ten volle deden. Holland-Amerika. Lijn: 64, 63%, 68%,
67%; Java-China-Japan Lijn: 126, 130, 133,
131%;
Kon.
Neci. Stoomboot Mij.: 98%;, 100%, 100%; Ned. Scheepvaart Unie: 182%, 1827%; Stoomvaart Mij. ,,Nederland”: 176%.
De afdeeling voor
bankaa.nd.eelen
was rustig. Amster-
damsche Bank: 162, 1627%, 161%, 162%,; Hoil. Bank voor
Zuid-Amerika: 73%, 72%, 73%; Incasso Bank: 118%, 119;
Javasehe Bank: 360%, 365;Koloniale Bank: 244%, 2427%,
246%; Ned.-Ind. Handelsbank: 172, 173%, 174%; Ned.
Handel Mij.: 157%, 157
5
/8, 1581/i6;
R’damsche Bankvereeni-
ging: 84
5
/8,
84%; Twentsehe Bank: 138, 139.
Mijnaancleeien
hebben evenmin aanleiding tot bijzondere
beschouwingen gegeven. De handel in deze rubriek
was klein en de koersen zijn bijna niet veranderd.
Alg. Explorat.ie
Mij.: 92%, 93%, 93; Billiton le Rubr.:
768, 769, 760; Müller & Co.Mijnbouw: 58%, 59%; 607%;
R.edjang Lebong: 223,
220%,
220; Singkep Tin Mij.: 433,
430, 434, 435.
De
Ameri1&aan,sche af deeling was
stil, met

een vasten
ondergrond. Anaconcla Oopper: 98, 98%; Studeba-
ker: 53
3
/8, 55, 547%; United States Steel Corp.: 156%, 157,
157%; Atchison Topeca: 167%., 167
6
/
1s
; Baltimore & Ohio
112%, 114%,
1143/s;
Ene: 41, 40%,
423
/io; St. Louis , &
San.Francisco: 107%, 105% (ex div.), 106,
10715
/10;
Union
Pacific Rw.:
163%,
162%, 164%; 103; Wabash Railway:
45%, 46/i6.

,
De
geld?narkt is
ruim gebleven; prolongatie bewoog zich
tusschen 2
8
/8
pCt. en 2% pOt.

15,10
12,35
162,-
220,-
11,40

16,50 11,60
178,-180,-
10,90

11,60
1

14,-

358,_

360,-
8)
per 1960 KG.

26 Januari 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

,II

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.
25 Januari 1927.

De t a r w e-markt verkeert voortdurend in rustige hoo-
ding. De omzet naar Europeesche invoerlanden was ook deze
week weer van bevredigenden omvang, zonder dat echter
van levendige stemming gesproken kon worden. Bij voort-
during zijn Australië en Argentinië in ruime mate met
tarwe aan de markt, en het is vooral in deze soorten, dat
cle meeste zaken worden gedaan. De Australische versche-
pingen waren deze week groot en ook van Argentinië be-
ginnen de tarweverschepingen zich flink te ontwikkelen,
zoodat deze week reeds veel nieuwe Argentijnsehe tarwe
ter verscheping gekomen is. Bovendien namen wegens
groote aanvoeren in de Argentijnsche havens de voorraden
daar toe. Waarschijnlijk zullen de Argentijnsche tarwe-
verschepingen dus spoedig den vollen omvang hebben be-
reikt, waarop zij zich wegens den grooten oogst geruimd tijd zullen kunnen handhaven. Een deze week verschenen
nieuwe raming van den n.ieuwen Argentijnsehen tarwe-
oogst schat de opbrengst op 28 millioen quarters, hetgeen
1 millioen meer is (lan de vorige raming, en 4 millioen meer
clan de opbrengst van het vorige jaar. Eet Argentijnsche
uitvoer-overschot uit clezen grooten oogst wordt op 19 tot
20Y
2
millioen quarters geschat. De verhoogde opbrengst-
raming heeft nauwelijks eenigen druk op de markt ge-
oefend, omdat in Europa steeds goede vraag voor de nieu-
we l’latatarwe bestaat. Nog steeds echter is dat in Enge-
land minder liet geval clan op het vasteland. Aan de En-
gelsehe markt daarentegen wordt meer •dan in cle invoer-
landen van het vasteland Australische tarwe gekocht, en
ook bestaat daar meer vraag voor verschillende tarwesoor-
ten in spoedige posities. In Duitschland en ook in Neder

land wordt spoedige tarwe met het oog op de daarvoor
geldende hoogere prijzen zoo weinig mogelijk gekocht, doch
aanvulling der voorraden is toch geregeld nood.ig. Nederland
kocht •deze week dan ook herhaaldelijk Russische tarwe uit
aangekomen eil stoomende partijen, benevens beperkte hoe-
veelheden Manitobas, terwijl verder dagelijks zaken in
Plata-tarve tot stand kwamen. Eetzelf de geldt voor Duitsch-
land cii België, doch in laatstgenoemd land was bovendien
de vraag voor spoedige tarwe, waarbij Russische, Donau en
Noorci-Amerikaansche, beter dan in naburige landen. Een
enkelen keei werd stoomencle tarwe verkocht naar Portit-
gal, terwijl Italië daarvoor vrij geregeld als kooper optrad.
Vermelding verdienen flinke zaken •in Durums uit de Ver-
eenigde Staten naar Italië, van welke soort de voorraden
aan de Amerikaansche kust nu sterk geslonken zijn. Austra-
lische tarwe wordt in den laatsten tijd vrij geregeld naar
i3ritsch-In4clië verhandeld. Men behoeft daaraan echter niet
de conclusie te verbinden, dat het er daar met den nieuwen
tarive-oogst slecht voorstaat, want Britsch-Indië koopt in
dezen tijd van het jaar dikwijls tarve uit Australië vÔSr de
nieuwe eigen tarwe beschikbaar komt. Uit Rusland is deze week weinig tarwe afgeladen en van den Donau werden in

Noteeringen.

Data

Chicago
Buenos Aires

Tarwe
Maïs
Haver
Tarwe
Maïs
Lijnzaad
Mei. Mei. Mei.
Febr.
Febr.
Febr.

22 Jan.’27
140
81(
49
11,20
5,90
14,60

15

,,

1
27
1395/
8 ly,
481/
8

11,.
5,65
14,50

22Jan.
1
26
1715/
s

84
44
13,60 7.30 15,55

22Jan.’25
193
1
/8
l35i/
628/
5

17,20 11,10
24,20

22Jan.’24
1087/
8

79;
47
,
1
8
11,80
9,60
19,30

20Juli’14
82
563j
36
9,40 5,38
13,70

het, geheel geen verschepingen gemeld. Waarschijnlijk zullen
de Russische versehepingen wel weer toenemen, want nog
steeds worden flinke inzamelingen gemeld. De oogstberich-
ten omtrent de nieuwe .wintertarwe van het Noordelijk half-
‘rond zijn over het algemeen gunstig. Bij het ruime aanbod van tarwe van het Zuidelijk halfrond, vertoonden de mark-
ten in Amerika weinig fluetuaties, doch te Buenos Aires
en Rosario heeft eenige prijsverhooging plaats gevonden.
‘Aanvankelijk hebben geruchten omtrent verwachte maatre-
gelen der Argentijnsehe regeering, die prijsverhooging ten
doel zouden hebben, daartoe meegewerkt. Toen deze geruch-
ten later werden tegengesproken, heeft echter de Argen-
tijnsehe markt zich wegens de goede Europeesche vraag toch
p het verhoogde niveau kunnen handhaven en op 24
Januari trad zelfs nog eene verdere stijging in, waardoor
Buenos Aires en Rosario 15
ii
30 centavos per 100 KG.
hooger sloten (lan een week tevoren.
R o g ge is vast, omdat wegens geringe voorraden in
Duitschland, welke veroorzdken, dat liet aanbod van inland-
sche rogge er zeer klein is, geregeld goede Duitsche vraag
naar buitenlaucische rogge bestaat. Uit Rusland waren de
versehepingen deze week weer klein, en ook uit andere
uitvoerlanden wordt weinig rogge aangeboden. Geregeld
werden naar Duitschland zaken gedaan uit Noord-Amerika,
waarbij afladingen April en Mei veel belangstelling wek-ten, zoodat daarin tot eenïgszins stijgenden prijs geregeld
zaken werden gedaan. In Amerika had dat verdere stijging
van dell roggeprijs ten gevolge, welke in den loop der week
ongeveer 4 dollarcent per 56 Iba. heeft bedragen.
Verder is het vooral Piata-rogge, welke in Europa ver-
haticleld wordt, en ook daarvoor zijn de prijzen langzamer-
hand verder gestegen. Eenige belemmering ondei-vinden
echter cle laatste dagen de zaken in rogge, omdat de rogge-
prijs zoo sterk genaderd is tot dien van Platatarwe, (lat
reeds gerekend wordt met een afname van het rogge-ver-
bruik. Uit Duitschland wordt zelfs bericht, (lat goecikoope
kwaliteiten tarwemeel reeds lager te koop zijn (lan rogge-
meel.
Van m a 1 s is in de meeste Europeesche landen de vraag -iiiet levendig, doch speciaal Duitschland maakt daarop een
uitzondering. De hooge gerstprijzen hebben daar een toe-
name van het maïsverbruik ten gevolge, .en zoowel voor
Plata- als voor Donau-mais worden ]laar de Noordduitsche
havens hoogere prijzen betaald dan naar de overige mark-
ten van West-Europa. In Nederland is, weliswaar, het ver-
bruik van mals zeer groot, doch de zeer groote aanvoeren
van den laatsten tijd beperken de vraag. In het begin (1cr
week was de markt in Nederland zelfs zeer gedrukt. De
Duitsche kooplust bracht echter een v.rij sterke verbetering
teweeg, terwijl ook naar Scandinavië mais vcrcl verkocht, die te Rotterdam was aangekomen. Ten slotte bIest echter
de prijs voor Platamaïs in Nederland nog eenigszins bene.-
den de door Argentijnache verschepers gevraagde prijzen,
welke echter te Hamburg en Bremen vel worden betaald.
In Engeland hebben de nog steeds omvangrijke Argentijn-

Locoprjzen te Rotterdam/Amsterdam-

Soorten

t 24Jan.
1
1
7Jan.

t 25Jan.
1

1927

1

1927

1926

Tarwe (Hardwinter
II)
..’
15,20
Rogge (No. 2 Western)
..1
12,80
Maïs (La Plat.a)
167,-
Gërst (48 lbs. malting)


2
232,-
Haver (Canada 3) ………
1

11,45
Lijokoeken (Noord-Amen.
kavanLaPlata-zaad).’
12,25
Lijnzaad (La Plata)
366,-

1)
per 100 KG.

1)
per 2000 KG.

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

l6j22Januari
Sedert
Overeenk.
1927
1926
Artikelen

.
1
6122 Januari

Sedert

Overeenk.
1927

1
Jan.
1927

tijdvak
1926
1927
1
Jan.
1927
tijdvak
1926

Tarwe ……………..
16.608
105.701 58.301
994,
5.994
701
111.695
59.002

Rogge

……………..
3.285
.
18.555 12.986



18.555
12.986

387
608
2.441
67
67
90
675
2.531
Boekweit ………………
Mais
20.509

99.522
76.099 5.908 15.408
10.047
114.930
86.146

6.687
22.328
20.006

602
75
22.930
20 081

Haver ……………..
929
4.741
5.193


200
4.741
5.393

……………….

2.507
9.365 10.603
5.528 9.828 6.568
1

19.193
17.171

Gerst

………………

1.674

5.851
17.663
– –

5.851 17.663
Lijnzaad

……………
Lijnkoek

……………
2.019 6.227
5.238

2.126
993
8.353
6.231
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten ….
613
993 927



993 927

92

ECONOMISCH-STATiSTISCHE BERICHTEN

26 Januari 1927

sche miLïsverschepingen te markt wat gedrukt, doch ten
slotte is de vraag er verbeterd, zoodat in deze week in Enge.
land ‘erschi11ende dagen voorkwamen met een uitbreiding
van den omzet. Alen klaagt er echter nog steeds over de
weinig levendige zaken in maïs. De mais-voorraden in de
A:rgentijnsche ha,’ens ondergingen eenige vermindering, het-
geenechter al evenmin als de groöte Duitsche kooplust
heeft kunnen leiden tot handhaven der prjsverhooging, die
in de eerste helft der week in Argentinië tot sttnd was
gekomen. Deze ging vrijwel geheel weder verloren, doch op
24 Januari herstelden de markten zich geheel en zij sloten
voor Februari 35, voor Mei (nieuwe oogst) 15 ii. 20 centavos
per 100 KO. hooger dan op den 17clen. De laatste verhoo-
ging is vooral ook’ het gevolg van de verbetering in de
Engelsche vraag.
Uit Rusland is deze week Vrij wat mais verscheept, doch
de hoeveelheid van den Donau is ton laatsten tijd klein,
omdat de weersomstandigheden in Roeenië de aanvoeren
bemoeilijken en bovendien do prijzen er te hoog zijn voor
zaken naar de meeste Europeesche landen, behals1e Duits’ch-
laucl, dat ook voor Donau-maïs flinke prijzen betaalt. ‘In-
dien gerst zoo duur blijft als nu het geval is, zal de Duit-
sche vraag zich waarschijnlijk handhaven en verder uit-
breiden, hetgeen prjsverbeterin.g voor maïs, v6r.de
nieuwe
Plata-maïs geoogst wordt, weer tot de mogelijkheden doet
behooren. In Noord-Amerika •is rnaïs deze week niet duur-
der geworden, doch van uitvoer is geen sprake, waarbij
nog komt, dat onlangs Noord-Amerikaansche mais, die ge-
ruimen tijd geleden naar Nederland was verkocht, daar
in ongezonden toestand is aangekomen.
Oer st blijft buitengewoon vast, en de prijzen daarvoor
stijgen voortdurend. Vooral Duitschland blijft echter tot de
stijgende prijzen voortdurend gerst koopen en sinds eenigen
tijd doet Nederland daar ook in meerdere mate aan mee.
De statistische positie van dit, artikel is dan ook zeer vast.,.
Van den Donau wordt nauwelijka nog gerst aangeboden, en,
de verschepingen zijn zeer klein. Rusland heeft zelfs cle
1 natste dagen vroeger afgesloten contracten teruggekocht, en daardoor tot de prijsstijging bijgedragen. Uit Argentinië.
is reeds van de circa 400.000: ton, ‘die er voor uitvoer b’e
sehikbaar zijn, een zeer groot gedeelte verkocht, en men.
‘beweert zelfs, .dat de helft daarvan zich reeds in Duitsche
handen bevindt. Daarbij is in den io’op der week in Noord-
1

Amerika een verdere sterke prijsstijging voor gerst inge-
treden, zoodat ondanks de gestegen prijzen voor Plata-
gerst deze soort nu toch nog de goedkoopste is, die aan-
‘geboden wordt. Verniindering van de v.raag naar gerst we-
gans deze hooge prijzen en gedeeltelijke overgang van het.
gerst-gebruik naar mais wordt nu wel waarschijnlijker, doch’
ook dan ‘nog lijken de beschikbare hoeveelheden gerst zeer
beperkt. .
Voor li a v e r zijn in Noord-Amerika de prijzen nog
steeds te hoog voor uitvoer naar Europa, doch de stem-‘
ming aan de havermarkt in Canada en in de Vereenigde
Staten blijft vast in verband met den geringen omvang
der voorraden. In Argentinië is een nieuwe raming van den haveroogst gepubliceerd, die in ‘tegenstelling met tarwe vrj
wat kleiner is clan de vorige. De oogst wordt geschat op
7,3 millioen quarters, terwijl de vorige schatting bijna
8 millioen bedroeg. In het vorige jaar bedroeg de oogst 8,17
millioen quartei’s. Raver is dan ook. deze week in Argen-
tinië in prijs gestegen. Intussehen is de vraag naar bui-
tenlanclsche haver in Europa nog niet groot, doch zij is
‘den laatsten tijd wat toegenomen, en niet slechts naar En-geland, doch nu ‘ook naar, het vasteland worden ‘geregeld
zaken in Platahaver gedaan.

SUIKER.

De flauwe stemming op de versehilletde suikermarkten
duurde voort tot ongeveer het midden van de verslagweek,
waarna plotseling de interesse voor het artikel ‘alom sterk
verlevendigde.
In’ A m
0
r i k a trokken prijzen voor Spot Centrifugals,
als ook op de termijnmarkt, in de tweede helft der week
dan ook flink aan, hetgeen uit ondervolgende cijfers blijkt:

Sp. C. Jan. Mrt. Mei Juli Sept. Dec.
Slot voorafgaande week.. 5.02 3.13. 3.20 3.31 3.41 3.47 3.31
Opening verslagweek …. 4.93 3.12 3.18 3.30 3.39 3.46 3.30
Laagste punt , ………4.90 3.07 3.15 3.27 3.37 3.43 3.26
Slot verslagweek …….. 5.02 3.16 3.21 3.31 3.42 3.49 3.29
De ontvangsten in de Atl. havens der V. S. bedroegen
deze week 17.000 tons, de versmeltingen 34.000 tons tegen
59.000 •tons in 1926 en de voorraden 144.000 tons tegen
66.814 tons. – –
In Cubasuiker ging niet veel om, houders hiervan toon-t
den zich terughoudend en wilden op de lage prijzen niet

afgeven.

Eerst

tot

33

cl.c.
c.
&
fr. New York kwamen
weer zaken tot stand.
De C u b a-statistiek is als
,


volgt:


-‘,1927

.,
1926
1925
Tons Tons Tons
Weekontvangsten tot 15/1 .
78.272
134.449 151.763
Oude

oogst

…………….
8.612
,.


Totale ontvangst sedert 1/1 .
78272
400.303
386.144
Werkende fabrieken

……
. , ‘

161
159
161
Weekexport 1511

…………
.

7.145
82.077
86.422 Oude

oogst

……………..
.22.727
933

Totale export sedert 1/1 .. ..

7.145
205.056 234.998
Totale voorraad 15/1

……
.103.263
222.499
151.146

In En g e 1 a ii d trokken prijten eveneens
in de
tweede
weekheift aan

en de .termijnmrkt sloot op de
volgende
noteeringeil:.

Januari 1927 .. Sh. 181_
Aug. 1927
….

Sh.
19/0%
Maart

,,

. .

,,

18171
Dec.

,…..
,,
17/0%
Mei

. .

18/101

De zichtbare voori’aclen zijn volgens Czarnikow


1926/27

1925/26 1924/25
Tons Tons Tons
Duitschland 1 December
.
985.000
1.049.000
881.000
Tsjechoslowakije

1 Januari
611.000 934.000
769.000
Frankrijk 1 December ……

398.000 378.000 305.000
Nederland 1 December ……
212.000
173.000
176.000
België 1 December

……..
129.000
169.000
148.000
Polen

1 December ……….
220.000 212.000
181.000
Engeland 1

Januari ……..
351.000
432.000
162.000

Europa.. 2.906.000 3.347.000 2.622.000

V.S. Atlant. havens 19 Jam …

144.000

67.000

50.000

Cuba 15 Jan……………103.000

222.000

152.000

Tôtaal .. 3.153.000 3.636.000 2.824.000

Uit J a v a werden geen nieiwe afdoenin.gen door de
V.I.S.P. gemeld.. In de tweede ‘hand bleven prijzen onge.,
veer op hetzelfde nominale niveau.
EL i er te 1 a n d e volgde de markt geheel die van New
York en Londen.. Prijzen brokkelden aanvankelijk nogal
flink af wegens realisatie-aanbod. Op het lage prijsni-
veau echter openbaarde zich weer kooplust en de markt sloot in vaste stemming op:

f
22.1/ voor Maart
22.a/

,, Mei en Aug.

1_`

vergeefs geboden.
20.i,’

,, December

D
omzet bedroeg (leze week duigeveer 7800 tons.

NOTEERINGEN.

Londen
Amsterdam

wi
Data

per

Tates f
Maart Cubes –
Mei/juni
1
Febr.JMrt.

38/3
16,9
38/3
1613
15/7
31/9
14j7
11/3
3616
18/_.
13/7k

18/-I


f

1

– ,

3,26
1)
Het verschil tusschen ruwsuiker’880 .en
krist.suik.990’isaan te nemen
opf3p. 100KG.
KATOËN.

Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Bebrens & Sons,

Manchester, d.d. 19 Januari 1927.

De Amer.ikaa’nsche katoenmarkt blijft vast met neiging
tot’ stijging. Aanvoeren in. de ha’venplaatsen gaan geregeld
door en bedragen tot nog toe 9 millioen balen, of bijna
2 millioen balen meer dan ,verleden jaar, terwijl de
export totaal bijna 2 millioen balen meer’ bedraagt. Het
voornaamste feit van “deze week is de grôote verkoop in
Liverpool gew6est, welke na het slot van ji. V.rijdag_
59.000 balen bedroeg. Er is meer katoen naar de’ fabrie-
ken gezonden, doch het grootste, gedeelte van den verkoop
wordt aan ,,professional dealings” toegeschreven. Egyp-
tian Sakel blijft vast, doch gedurende de laatste weken
zijn Uppers aanmerkelijk in prijs gestegen. De ontvang-
sten in Alexandrië bedragen 5 millioen cantars en naderen
nu de cijfers van het vorig seizoen’ om dezen tijd.’
Gedurende het laatste gedeelte der vorige week was er
meer vraag naar Amerikaansche garens en er schijnen
zeer goede zaken te zijn gedaan. De prijsstijging van het

kristalsuike,
basis 990
24 Jan. ’27
f
21ts118
17 Jan. ’27

21os,’
24 Jan. ’26

l7sj
j

24 Jan. ’25

1
9
15
/16

ruwsuiker
basis 88°
4 Juli

f il
ls
/as

basis 99°
f
1413/391

Vee York
96
0

Centri-
fugals

$ ets.

5,02
5,02
4,21
4,52

26 Januari 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

93

ruwe materiaal heeft misschien eenigen invloed op het
koopen gehad, doch er bestond eveneens een geregelden
handel in stukgoedereti. Hoewel prijzen over het algemeen
aan den lagen kant varen, hebben vele verkoopers ervan
geprofiteerd hunne voorraden te ruimen. Bij het begin van
cle nieuwe week is de vraag niet verminderd, doch waar
de meeste. spiu.ners thans voorloopig voor eenigen tijd
gedekt zijn, is de drang tot verkoopen niet zoo groot meer,
terwijl bovendien katoenprijzen stijgen, zoodat er gisteren
minder geboekt is, ook al doordat koopers niet geneigd
zijn meer te betalen. Van Duitschland bestaat een goede
vraag naar
4012,
doch ten gevolge der lage biedingen zijn
er nog niet veel zaken tot stand gekomen. Hoewel naar
Egyptische garens een goede vraag bestaat, is het moeilijk
deze tot loonende prijzen te verkoopen, hetzij voor de
weverijen dan wel voor doubling doeleinden. De resultaten
van cle kolenstaking blijken wel uit de cijfers van den
Board of Trede, betreffende den export van katoenen ga-
lens over 1926, welke de vorige week gepubliceerd zijn en
de daling bedroeg 21 millioen pond vergeleken bij ver-
leden jaar. De uitvoer naar Duitschland en Nederland,
‘elke meer dan 42 pCt. van onzen export bedraagt, was
ruim 35 milloen pond lager. Indië nam bijna 5 millioen
pond meer af, terwijl ook Roemenië, Frankrijk en Austra-
lië meer afnameii dan het vorig jaar.
])e vraag in de doekmarkt blijft toenemen, doch het per-
centage geboekte orders is nog gering en onvoldoende.
Prijzen blijven vast met neiging om te stijgen, speciaal in
die soorten, waarin fabrikanten reeds orders hebben af-
gesloten. Hoewel er •dan eens hier en dan weer daar in
verschillende styles wat geboekt wordt, is het een feit,
dat de positie van Lancashire geleidelijk beter wordt. of

schoon sedert de jaarswisseling groote orders slechts
door enkelen geboekt zijn en biedingen over het algemeen
laag en niet-winstgevend zijn, wordt het gemiddelde der
totaal afgesloten orders elke week beter, zoodat het wel
schijnt, alsof wij in de goede richting gaan. Koopers blij-ven nog uiterst voorzichtig, doch, zooals wij reeds schre-
Ven, zijn er teekenen, die er op wijzen, dat het vertrou-
wen langzamerhaiid terugkeert, zooclat dan ook de toon
der markt gezond genoemd kan worden.

12Jan. 19Jan. Oost. koersen. 11Jan.18 Jan.

Liverpoolnoteeringen.

T.T. op Br.-Indië 1/6

1/6′
F.G.F. Sakellaridis 13,55 13,95 T.T.opllongkongl/l
4
1/14
G.F. No. 1 Oomra.. 5,30 5,55 T.T.opShanghai2/534 2/6

Noteering voor Loco-Katoen.

(Middling Uplands.)

21Jan.
1927
14 Jan.
1927
7 Jan.
1927
21 Jan.
1926
21 Jan.
1925

New York voor
Middling…
13,60e 13,50e 13,10e
20,90e
24,— c
New Orleans voor Middling
13,40e
13,25e 12,86e
20,50e
23,70e
Liverpool voor
Middling…
7,30 d
7,16 d
6,98 d
10,83
cl
13,03 d
0
Outvangsteu in- en uitvoeren van Amorikaansche havens.

(In dulzendtallen balen).

1 Aug. ’26 Overeenkomstige periode
tot

14 Jan.’27
1
1925126

1

1924125

Ontvangsten Gulf-Havens. } 9235

7077

1
6866
Atlant.Havens
tJitvoer naar Gr.Brittannië

1534

1460

1
1672

,,’tVastelandete.1 3657

1
2845

1
2643

,,

,,

Japan.

856

1

656

1
538

Voorraden.

(In dulzendtallen balen).

Overeenkomstig tijdstip
14 Jan.’27
1926
1925

Amerik. havens……
2949
1640 1654
1508 1995 1438
142
87
205
Binnenland …………..
New York

……………..
675
494
442
New Orleans …………..
Liverpool ……………
894
568
587.

KOFFIE.

Ook ditmaal kan niet anders worden bericht dan dat de
stemming aan de markt geheel onveranderd bleef. De prij.
zen, zoowel aan cle termijnmarkt als aan de loco-markt,
liepen echter nog iets achteruit, hoofdzakelijk in navolging
van Brazilië, dat zijne kost- en vracht-aanbiedingen van
Rio en van Santos dooree’n ongeveer
11-
verlaagde.
Hoewel er nog niets definitief s bekend geworden is be-
treffende de plannen van de Braziliaansche Regeering voor
de stabilisatie van de Milreis, duiken er in Amerika en in
Europa telkens berichten op, dat er onderhandelinge gaan. de zouden zijn voor het sluiten van eene Federale leening,
welke dan de basis zou zijn, waarop de stabilisatie moet
worden opgebouwd. Hoewel •deze berichten hier niet vol.
doende te controleeren zijn, schijnt het feit, dat de Bra.
ziliaansche wisselkoers sedert het begin van dit jaar zich
met zeer kleine schommelingen blijft handhaven op eene
fractie onder 6 cl., er op te wijzen, dat, er in elk geval wel
iets van dien aard gaande is. Ook van den kant der Bra-
ziliaansche Regeering is trouwens in den loop dezer maand
bekend gemaakt, dat de stabilisatie-plannen nu in bijz:
derheden zijn uitgewerkt. Mocht het werkelijk aan Braziljë
gelukken om de Milreis te stabiliseeren, dan zou daarmede
althans 66n factor van onzekerheid, die vooral in het af-
geloopen jaar den koffiehandel zeer bemoeilijkt heeft, zijn
uitgeschakeld, al blijft dan ook hij het vooruitzicht op een
zeer grooten Rio- en Santos-oogst voor 1927/28 de toe.
komst van het artikel voorloopig nog geheel in duister ge-
huld.

Volgens heden ontvangen telegram uit Brazilië bedroeg
de voorraad, in de pakhuizen en de spoorwegstations in het binne1aud van Sao Paulo en Minas Geraes terugge-
houden op 16 dezer 5.540.000 balen, hetgeen tegen 1 dezer
eene afname aanwijst van 450.000 balen. Aangezien de
aanvoeren uit het binnenland in de haven van Santos ge.
durende de eerste helft dezer maand ook ca. 450.000 balen
hebben bedragen, moet worden aangenomen, dat in dit tijd.
vak geen koffie uit de plantages in de binnenlandsche pak-
huizen of in de stations is aangekomen. Of hieruit nu ook
moet w’ordeu afgeleid, dat de geheele oogst 1926/27 op de
plantages is verwerkt en afgezonden, valt op het oogen-
blik hier niet te beoordeelen. ])e prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer 83/- A 84/6
per cwt. en van dito Prime ongeveer 85/. ii 86/6, terwijl zij
van Rio type New-York 7 met beschrijving, pron7pte ver-
scheping, bedragen 70/- f 70/3.

Van Rohusta op af lading van Necicrlandsch-Indië zijn
de prijzen in de eerste hand op het oogeablik:
Palembang Robusta, Januari/Februari verscheping, 39
ct.; Mandheling Robusta, Februari/Maart verscheping,
40 et., alles per
4
KG., cif., uitgeleverd gewicht, netto
contant.

De officieele loco-noteeiingen bleven onveranderd 57 ct.
per
l/ KG. voor Superior Santos en 50 ct. voor Robusta.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt wa-
ren aan dc ochtend-caIl als volgt:

Santos-contract

Gemengd Contract
basis Good

11
basis Santos Good

Mrt.
1
Mei
I
Sept.
I
Dec. JIMr!.
I
Mei
I
Sept.
I
Dec.

25 Jan.
4551,
44
42Y
4

408/
8

3/8

411/
8

38X

36
18

,,
46718
448%
425/
8

407/
8

44j4
42s/
39
1
/8
37
.

11

,, 47%
4584
42
44
408/
8

38’/
8

4

«
47
45
43i

42
44
433/
t

413f
39

De slot-notceringen te New-York
van het aldaar
geldende
gemengd contract (basis Rio
No. 7) waren:

1

Maart]
Mei

I
Sept;
I

Dec.

$ 14,35
$13,75
$
12,45
$
12,01
,,

14,60
14,—
12,84
12,50
24 Jan……….
17

,……….
10

,.

……..
,,

14,96
13,37
,,

13,23
12,85
3

,.

……..
.,,

14,99
.
,,

14,43
,,

13,35
,,

13,05

Rotterdam, 25 Januari 1927.

94

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26
Januari
1927

(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandel
te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.

te Rio

,

te Santos

Wisselkoers
Data

1

-‘

te Rio
Voorraad 1 Prijs 1 Voorraad
1
Prijs op Londen
1
(In Balen)
1
No.7fl
1
(In Balen)
1
No.4′
1

24 Jan. 1927

293.000 25.675 1.036.000 27.500 515/
16

17

1927

27.000 26.150 925.000 27.600 5571
10 ,,

1927

278.000 26.225 949.000 28.200 25 Jan. 1926

330.000 26.550 1.287.000 28.000 73314

Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.

te Rio

teSantos
Data

.

– Afgeloopen

Sedert Afgeloopen

Sedert
week

. 1Juli

week

1Juli

22 Jan. 1927….

58.000 2.503 fl00 214.000 5.301.000
23 Jan. 1926…

68.000 2.966.000

184.000 5.291.000
1)
In Reis.

Statistiek der firma G. Duuring & Zoon.

Zichtbare voorraad
op
31 December in duizenden balen.

1926 1925 1924 1923 19221

Voorraad in Eüropa.. 1.498 1.636 1.594 1.429 2.254
Stoomend ÇBrazilië .. 459 466 438 723 564,
n.Europa køost

Indië.

67

61

66

76

21

2.024 2.163 2.098 2.228 2.839
Voorraad Ver. Staten
.
977 888 629 712 967
Stoomend
naar

Brazilië ..

640

596

417

637

418
Ver.Statenj

3.641

3.647

3.144

3.577

4.224
Voorraad in Rio ….

322

263

379

318 1.463
11

Santos..

925

1.225

1.831

531 2.271
01

Bahia ..

23

29

30

41

22

Totaal …..*4.911 *5.164 •5.384 4.467 7.980
Op 1 December . … . *4779 *5.128 *5.631 4.872 8.257
Op 1 Juli ……….*4.571 *5.085 *5.071 5.340 8.639

1 Juli 1924 4.592.000 balen
1 Juli 1925 1.786.000

* Niet inbegrepen de binnen!.3’ea

voorraden in Sao Paulo.

1 juli 1926 2:833
:000
1
D’cc. 1926 6.397.000
115 Dec. 1926 6.209.000

THEE.

‘Er schijnt iii de afgeloopen week een verandering te zijn
gekomen in cle stemming van cle Louclensche theemarkt.
Koopers ageerden met meer vertrouwen en de prijzen –
vooral van de ordiraire soorten – trokken gemiddeld %
cl. per lb. aan. De afleveringen voor binnenlandsch ver-
bruik blijven goed, waartegeiiover nog steeds weinig vraag
bestaat voor export.
Hier in Amsterdam kwauien nog enkele partijen, opge-
houden in vorige veiling, tot afdoening tot volle prijzen
dier veiling of iets daarboven.

Amsterdam, 24 Januari.

COPRA.
De markt voor Copra was aanvankelijk zeer vast ge-
stemd, Nverd plotseling zeer flauw door sterk aanbod van handelaars, doch herstelde zich onmiddellijk toen dit aan-
bod was opgenomen.

De noteeringen zijn:

Neclerl.-Incliche fms. stoomend ………………
f
324
Jan/Febr. all. ………….. ..32%
Febr./Mrt…..
……….. ..323
zijnde ca.
f 4
boven het laagste punt.

RUBBER.
De afgeloopen week verkeerde de rubbermarkt in’ een
vrij lustelooze .stemmiug. De prijzen ondergingen weinig
verandering, aangeziep koopers zoowel als verkoopers ge-
reserveerd waren.
De slotnoteer.ingen luiden als volgt:

la Sheets:

einde voorafgaande week:
Januari

1.11

……………1.11
Jan.IMaart

1.14

…………..1.12
April/Juni

.

1.121

…………..1.15
25 Januari 1927.

VRACHTENMARKT.
-.
Van de Noord-Amerikaansche graanvrachtenmarkt was
deze week slechts geringe vraag tegen lagere vrachten,
doch tegen het einde van de week was de stemming beter.
Van de Northern Range naar Antwerpen of Rotterdam
werd 18 ets. betaald voor 100 lbs.; en naar Bordeaux/Duin-
kerken Raiige 19 ets. Er w’as veel vraag voor gerst naai
Bremen, van de Norther.n Bange werd tot 21 ets. per 100 lbs. betaald voor deze soort lading voor een prompte boot
en 1934 ets. met 14. Februari cancelling. Northern Range/
Portugal werd gedaan tegen 5/9 per qtr. voor een prompte
boot, en naar de Middellandsché Zee werd 20 tot 21 ets.
betaald. Van Wast St. John is zeer weinig lading voor-
handen geweest.
De West.Indisehe suikerma.rkt toonde deze week wat
meer activiteit, er zijn 7 booten bevraeht van Cuba naar
UK/Continent per Februari. De volgende vrachten ver-den betaald: 23/6 voor een 3000-tonner, 2216 voor een
5/6000 tonner., 22/- voor een 6500 tonner en 21/9 voor een
8400 tonner. Een handige boot is gedaan voor Zwavel van
de Gulf naar Durban tegen $ 6 f.o.b. en getrimd per
Februari.
De North-Pacifie niai

kt is voor het grootste gedeelte
van cle week stil geweest, maar tegen het einde werd ze
i’aster. Per Februari werd gedaan 36/3 van Vancouver naar
U.K./Continent, met optie Puget of Portland tegen 37/6,
terwijl voor deze positie van ‘San Francisco een lading
gerst werd ‘bevracht naar U.K./Continent tegen 391-. De markt van de La Plata nv-ier was deze week uitge-
sproken slapper – en uitgezonderd Januari-verscheping zijn
cle vrachten gedaald met 2/- en soms 3/-. Voor Januari.
verschepiug werd 351- naar U.K. en 34/- naar Continent betaald, ‘terwijl een groote boot 32/6 heeft geaccepteerd
naar het Continent met 27 Januari cancelling. Voor eerste
helft Februari werd 271- gedaan en voor Maart 26/., ter
wijl Mei/Juni voor 25/-
is
gedaan.
De vraag op de Chili salpeter vrachtenmarkt is belang

rijk verbeterd.. De markt is momenteel zeér levendig, er werd tot 37/6 betaald voor lijnru.imste per Februari naar
Antwerpen/Hamburg Range. De grootste vraag naar wilde
booteu kwam van de zijde’ der Continentale bevrachters en
een Spaansche boot van 8800 tons werd voor 20 Februari/
20 Maart afgesloten, uit te gaan iii ballast van deze zijde
tegen 301- naar Bordeaux/flamburg Range, optie Middel-
laudsche Zee (niet ten Oosten van West-Ttalië), tegen 32/6
of Alexanclrië tegen 351-.
‘De Oostelijke afdeelingen blijven nog steeds kalm, cle rachteu zijn nagenoeg onveranderd. Van Wladiwostok/
Dalny zijn de vrachten iets’ hooger ten gevolge van de
meerdere vraag. Van Australië ‘naar de Micldellandsche
Zee/U.K./Continent werd deze week bevracht tegen 46/3 tot 47/- voor Februari verscheping, al naar gelang van cle
grootte van de boot.
Van Burmah is slechts én boot afgesloten en wel een
8000-tonner tegen 3216 uaar Antwerpen/Hamburg Range,
met 28 Februari cancelling. Van Madras naar de Middel-
lancisehe Zee/Continent werd 37/6 gedaan voor een gedeel-
telijke lading pitten voor Februari verscheping.
Van de Mid{ellandsche Zee werden veel. booten bevracht
en er is veel vraag. Evepwel drukken de groote booten
de markt, daar deze lagere v-rachten willen accepteeren.
Er werd ‘tamelijk veel gedaan in phosphaat: Bona/Cork
9/6, Sfax(Neufah’rwasse.r 11/-, Slax/Pernis en Zwijndrecht
8/9 en Sfax/Bordeaux 7/6. De markt van Alexandrië i
kalm.
Van Engeland werden de volgende kolenladingen e-
vracht: van Wales naar Rouen’ 4/-, naar Lissabon 919, Gi-
braltar 8/3, Barcelena 13/6, Marseille 111., Genua 101-, Ve-
netië 12/6, Constantinopel 121., Port-Said 1019 en Buenos
Aires 13/6. Van de Oostkust werden de volgende ladingen
gedaan: naar Aarhus
6/134
cl., Hamburg 416, Rotterdam
5/-, Antwerpen 3/6 Bordeaux 6/-, Whst-Italië 919 en Alex-
and
.
rië 11/

.

RIJNVAART.
Week van 17 t(m. 22 ‘Januari 1927.
De algemeene toestand bleef ongewijzigd.
De aanvoeren van zeezijde waren matig. Scheepsruimte
was meer dan voldoende beschikbaar, waartegenover de
vraag matig was.
Ertsvrachten bedroegen gemiddeld 40 cts. per last met
34
en 50 ets, per last met
36
los’tijd.
Sleeploon varieerde tusschen 35 ets. en 50 ets, tarief.
De waterstand bleef gunstig.
In de Ruhrhavens bleef de toestand eveneens ongewij-
zigd. Er was weinig vraag naar Rijn.rnimte, daarentegen
werd kanaalruimte tamelijk gezocht.

Auteur