17 NOVEMBER 1956
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN
Economi*sch ‘omStatistische
Béri*chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
I1E
JAARGANG
WOENSDAG 17 NOVEMBER 1926
No. 568
INHOUD.
Blz.
DE ONTWIKKELING VAN DE &EOTRICITEn’svoonzlE-
NINO VAN NEDERLAND TOT HET JAAR
1925
door
Prof.
C. Feldmann …………………………….1002
])e Buitenlandsche handel van Nederland in het derde
kwartaal
1926
door
Dr. Wilhelm Mautner ……..1004
Het Invoerverbod van Engeland van versch vleesch, af-
komstig van liet Vasteland van Europa door
J)r.
A. Reen.s… ………………………….. ….1006
Vijziging in de regeling van het Circulatie-Bankwezen van Curaçao door
J. van Ettinger …………….1008
Protectie, Retorsie enz. door
Prof. Dr. W. C. Mees R.Azn 1009
Het Internationale Ruwstaalkartel door
G.S.K.Blaauw 1009
BUITENLANDSCHE MEI)EWERKING:
De mobiliseering der Duitsche Spoorwegobligaties
door Dr. F. H. Repelius ………………….1011
AANTEEKENINOEN:
Rijksgarantie voor de Algemeene Centrale Bank-
vereeniging voor den Middenstand …………
1012
Indexcijfers van scheepsvrachten ……………
1013
Indexcijfers van groot. en kleinhandeisprijzen in
Nederl..Indië …………. ………………
1014
MAANDOIJFERS:
Postchèque en Girodienst …………………..
1015
Giro-omzet bij De Nederlandsche Bank ………..
1015
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam ……….
1015
Emissies in October
1926 …………………..1015
Statistisch Overzichtvan deneconomischen toestand
van Nederland …………………………..
1016
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………..
1017-1024
Geidkoersen.
Bankstaten.
Goederenhandel. Wisselkoersen.
1
Effectenbeurzen.
Verkeerswezen.
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen. Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES.
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. E. More8co;
Mr. Dr. L. F. 17. Regout; Dr. E. van Welderen Baron Rangers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuia; Mr.
Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: D. J. Wansink.
Secretariaat: Pieter de Hoochwcg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.
Abonnements prijs voor het weekblad franco p. p. in Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het weekblad gratis.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh d van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-G-ravenhage. Postchèque. en giro-
rekening No. 6729.
16 NOVEMBER
1926.
De stemming op •de gel-dimarkt bleef zeeIi vast. De
vraag naar geld werd nog regelmatig grooter, waar-
toe, behalve de nog sterk doorkomende najaarsvraag,
ook de stortingon op de vele emissies bijdroegen. Dien-
tengevolge liepen de geldkoersen alle nog iets verder
op. Particulier disconto steeg tot 3% pOt.; gisteren
werden enkele posten zelfs voor 37/ pOt. afgedaan.
De prolongatierente noteerde op verschillende dagen
3% h 4 pOt. en ook caligeld was meestal niet onder
3% h 4 pOt, te verkrijgen.
* *
*
De post binnenlancische wissels op den weekstaat
der Nederlandsclie Bank liep met bijna
f
3 millioen,
de post ‘beleeningen met ruim
f 11
millioen terug.
Een toename vertoonen zoowel de post papier
01)
het
buitenland als de diverse rekeningen onder het actief,
van welke de eerste toenam -met bijna
f
1,5 millioen,
de laatste met bijna
f
8 millioen. De post voorschot-
ten aan het Rijk vertoont een vermeerdering van bijna
f
0,4 millioen, tei-wijl het bedrag aan rechtstreeks bij
de Bank ondergebracht schatkistpapier van
f
6 mii-
lioen op de vorige weekbalans tot nihil teruggegaan
blijkt te zijn. In den metaal
–
voorraad der Bank wor-
den geen veranderingen van beteekenis aangetroffen.
De afname van het
–
bedrag der bankbiljetten in om-
ioop beloopt ruim
f
13,5 millioe’n. De toename van de
rekening-courantsaldi van anderen bedraagt bijna
f
3,5 millioen. Het sbeschikbaar metaalsaldo noteert
ruim
f
269 millioen tegen bijna
f
267 millioen op de
vorige weekbalans. Het delckingspercentage bedraagt
rui
3
m 50.
De wisselmarkt was deze week -vrij stil; door meer-
clere feestdagen in omliggende landen -werd de handel
zeer beperkt. De koersen voor dollars en ponden wer-
den hoofdzakelijk beïnvloed door de meening, die men
in:
1
Londen en New York omtrent elkanders ruilmid-
del had, zoodat een daling van den dollarkoers in
Londen •een stijging van den Pondenkoers hier ten
gevolge had of omgekeerd. Marken waren, na de ster.ke
daling in het begin der week, later weder beter, 59,44
—59,31-59,36. Fransche franes onregelmatig. De
köers liep enkele malen op en neer tussohen ,S en 8,40
met een iets vastere stemming aan het einde der week. Daarentegen waren Lires -vrij flauw, 10,62 %-10,35.
LONDEN,
15
NOVEMBER
1928.
Geld was de geheele week gemakkelijk en tegen het
einde zelfs overvloedig te noemen, ofschoon •de weke-
ljksehe staat van de Bank van Engeland deed uitko-men, dat het uitleenbaar bedrag ter beschikking van
de markt slechts klein was.
Deze geldruimte en meer nog de verbetering in den
Dollarkoers en het gevoel, dat nu werkelijk de steen-
koolstaking met eenige dagen zal afloopen, hadden
een beslist verzw’akkenden invloed op disconto, het-
welk -dan ook op
4h1f8_3/4
sluit.
Het vooruitzicht, -dat een einde zal komen aan de
ontzettende verliezen, die door de staking aan handel
en industrie zijn toegebracht, deed een gematigd opti-
mistische steming baan breken.
Men is zich echter wel bewust, dat met het einde
der staking nog niet het einde der te lijden schade be-
reikt is, daar het gemakkelijker is een markt te ver-
liezen dan terug te winnen.
1002
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 November 1926
DE ONTWIKKELING
VAN DE
ELECTRICITEITSVOORZIENING VAN
NEDERLAND TOT HET JAAR 1925.
Naar aanleiding van het 10-jarig bestaan van de
Vereeniging vn Directeuren van Electricitoitsb&Irii
ven in Nederland op 4 October 1923, werd een keurig
boekdeel van 568 bladzijden groot-kwarto uitgegeven
1
),
waaruit wij het een en ander willen mededeelen. De
samenvatting heeft ‘geruimen tijd gevorderd en het
boek is dan ook een standaardwerk geworden omtrent
dc ontwikkeling der eleetriciteitsvoorziening hier te
lande, tevens een ,,teeken van samenwerking en
kracht” zooals •de voorzitter, de heer
J. G.
Bellaar
Spruiji
aan het einde van zijn inleiding zegt. Deze
inleiding bespreekt op onderhoudende en geestige wij-
ze het vele verdie’nstelijke werk door de Vereeniging
van Directeuren gedaan door hare kostprijs-commis-sie, haar aandeel in crisismaatregelen, de diepgaande
studie over de meest gewenschte wijze van electrici-
teitsvoorziening, uitgegeven door hare commissie van de hoogspanningslijnen, hare pogingen om te geraken
tot een keuringsdienst voor electrische toestellen en
materialen, waaraan
Prof. Dr. H. 8. Hallo
nog een
kort hoofdstuk wijdt. Zooa’ls Prof. Ir. G.
J.
van Swaay,
eerelid der Ver-
eeniging, terecht opmerkt, vallen de eerste belangrijke
pogingen van de Regeering tot regeling der electri-
citeitsvoorziening ongeveer samen met het ontstaan
der Vereenigin’g, die, zooals het tweede eerelid Dr. Ir.
A. C.
van Rossen’s
opmerkt, door de bewonderenswaar-
dige energie van den voorzitter
Bellaar Sprui,jt, daar-
bij gesteund door het centraal bureau onder Ir.
van
Stav eren
tot bloei en aanzien werd gebracht.
De heer
I.
van Dani,
adviseur der Regeering in
zake de levering van electrischen stroom geeft een
kort overzicht over de ontwikkeling ‘der voorziening
van Nederland en hare wettelijke regeling, terwijl de
heer
N. M. H. Doppler,
electrotec’hnisch adviseur ‘bij
de arbeidsinspectie, de veiligheid onzer electrische
sterkstroom-installat’ies bespreekt en de plaats aan-
wijst, welke voor dit belangrijke onderwerp aan de
overheid toekomt en hier te lande ook wordt toege-
kend.
Na deze inleidende opstellen door vooraanstaande
vakgenooten, die door de portretten der eere-leden,
oud-leden en leden versierd zijn, volgen gedetailleerde
beschrijvingen met plannen en tabellen over de ont-
wikkelings’geschiedenis der aan de Vereeniging aan-
gesloten bedrijven. Deze rijk geïllustreerde beschrij
–
vingen omvatten rond 500 bladzijden.
Twee van de ‘daarin besproken bedrijven vormen
ieder een klasse voor zich: die der Nederlandsc’h-In-
‘dische Gas
–
Mij’. en der Staatsmijnen in Limburg, de
eerste omdat haar bedrijf in Indië uitgeoefend wordt,
de tweede, omdat naast ‘de geschiedenis ‘der electri-
citeitsproductie door ‘de Staatsmijnen •ook ‘die ‘der
‘mijnen zelf kort wordt weergegeven.
De Staatamijnen beschikken thans over twee elec-
trische centralen, aan ‘de mijn ,,Wilhelmina” en aan de mijn ,,Emma”, terwijl binnenkort een derde cen-
trale, aan de mijn ,,Maurits”, aan de electriciteits-
voorziening voor ‘de mijnen zelf en voor derden zal deelnemen. Van 1905 tot 1909 werd alle in ‘de Wil-
helmina-centrale opgewekte energie op ‘die mijn ver-
bruikt. Nadien betrokken de mijnen Emma en Hen-
drik, en vanaf 1911 ook de
mijn
Maurits, een zekere
hoeveelheid. In Januari 1913 kwam de centrale der
mijn Emma in bedrijf, die in het eerste jaar ca. 35
pOt., in het tweede ca. 53 pOt., thans ca. 85 pOt. van
de belasting overnam. Naa’st de energie, die, aan de
mijnbedrjven en voor verlichting en verwarming van
de woningen der Staatsmijnen wordt afgegeven, wordt
1)
De ontwikkeling van de eleetriciteitsvoorziening van
Nederland ‘in het jaar
1925. Gedenkboek, uitgegeven naar
aanleiding van het 10-jarig bestaan van de Vereeniging
van Directeuren van Eleetriciteitsbedrijven in Nederland.
Amsterdam,
P.
N. ‘van Kampen & Zoon,
1926.
een belangrijke ‘hoeveelheid electrische arbeid door
tusschenkomst der Stroomverkoop-Maatschappij aan
derden verkocht. Deze -‘hoeveelheid ‘bedroeg in het
begin 45 pOt., maar is thans ‘gedaald tot ca. 30 pOt.
van den totaal geleverden arbeid. Deze bedroeg iii
1924:
Max.
Bedrijfsuren
Voor de centrale op: vermogen Opgewekt
van het
K.W.
in K.W.h.
Max.
Mijn Wilhelmina ……
4.000
12.729.000
3.180
Emma ……….
18.500
95.892.000
5.180
Tezamen ….
22.500
108.621.000
4.830
waarvan de Stroomver-
koop Mij. betrok ….
7.689
34.232.000
4.400
•
De zoogenaam’de ,,bedrjfsuren voor het maximum”
zijn een fictief getal. Zoolang zou het maximum onge-
wijzigd in
bedrijf
moeten
blijven om dezelfde ‘hoeveel-
heid energie te verbruiken. Maar men ziet en zal dit
straks dooi- ‘vergelijking met ‘de cijfers voor andere
centralen nog duidelijker erkennen, dat de centrale
Emma der Staatsmijnen in bijzonder gunstige om-
standi’ghedén verkeert. Van de 8160 uren van het jaar
is zij (althans denkbeeldig) 5180 uren met maximum
‘belasting in bedrijf. Haar ,,belastingsfactor” is dus
5180 : 8760 = 59 pOt. Dit is alleen
bij
een centrale
van dit karakter ‘denkbaar. De 3180 uren van centrale
,,Wilhelmina”, overeenkomende met een belastings-
factor van 36,3 pOt., worden door verschillende pro-vinciale en gemeentelijke centralen ook bereikt.
Wanneer
wij’
ons nu tot deze wenden, (zie tabel
1-4), verdient het aanbeveling een scheiding te ma-
ken tusschen provinciale en gemeentelijke onderne-
mingen. Want gene gaan gebukt onder veel zwaar-
dere lasten voor het ver uit’gestrekt hoogspanningsnet.
Men ziet ‘dit goed uit een vergelijking tusschen de
gezamenlijke levering ‘der in tabel 1 en 3 samenge-
stelde provinciale bedrijven met dat der gemeente
Amsterdam (tabel 2 en 4). Amsterdam heeft over een net van 600 KM. lengte,
vergeleken met rond 1000 KM. van ‘de provincies, rond 200 millioen KW.h. afgeleverd in 1924 tegen
rond 280 millioen KWh. door de provincies. Dit
haast 12 maal langere net ‘heeft 80 millioen gulden
aanlegkosten veroorzaakt tegenover rond 30 millioen
voor Amsterdam. Merkwaardig is het feit, dat de aan-
legkosten der twee Amster’damsche centrales schijn-
baar iets hooger zijn ‘dan die der 1 provinciale bedrij-
ven, wat echter verklaard wordt ‘door het feit, dat
de thans aan provincie en gemeente samen behoorende
centrales te Utrecht slechts tot 1 Jan. 1922 met 3,1
millioen aanlegkosten in tabel 2
‘bij:
de gemeente ‘zijn
opgenomen, terwijl de onder den naam ,,Limburg”
in tabel 1 paraisseerende Str’oomverkoop Mij, geen
eigen centrale ‘bezit.
Het jaarljksc’h verbruik in 1924 voor licht, huis-
houdelijke doeleinden en kleine krachtwerktuigen is ‘in Amsterdam met 83 KWh. per hoofd ook aanzien-
lijk grooter dan het totale verbruik per hoofd in de
provincies met gemiddeld 69 KWh. per ‘hoofd. Am-
sterdam heeft een totaal verbruik per hoofd van 264
KWh.
De in het hier ‘besproken boek genoemde en in
tabel 2 en 4 verzamelde gemeenten hebben te zamen
3 millioen inwoners en leverden in 1924 over totaal
2260 KM. hoogspanningslijnen 512 millioen KWh.;
het totaal verbruik per ‘hoofd en jaar bedroeg dus 171
KW’h. De provinciale bedrijven met 4 millioen inwo-
ners in het verzorgde gebied leverden over 6668 KM:.
hoogspanningslijnen tot en met 25 Kilovolt en 375
KM. lijnen voor 50 Ki’lovolt, dus over 12 keer zoo
lange geleidingen te zamen 276 millioen KWh. en per
hoofd 69 KWJI., ‘dus ongeveer’ de helft van hetgeen
de gemeenten totaal of per ‘hoofd in ‘hetzelfde jaar
konden verkoopen. Het verbruik per hoof’d voor licht
en huishoudelijke doeleinden is in de gemeenten on-geveer even groot als bij de provinciale ondernemin-
gen het totale, met inbegrip ‘dus van het verbruik
voor de grootin’dustrie.
17 November 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1003
Tabel 1.
Provincies.
Aanlegkosten Boekwaarde,
Lengte
net
Afgel.
Max bel.
Bedrijfs- Naam
K.W.h.
K.W.
uren
centrale
net
net’
10 K
.
V
.
T’
18.688
837
17.544
1.047
98
58.166
17.793
3.260
3.591
–
3.219
463
–
15.489
5.311
2.918
Gelderland …………..
4.927
15.675
4.520
14.833
1.062
42
39.828
13.321
2.990
Noord-Holland
………..L400
5.369 17.194
5.037 16.810
1.019
215
,
50.284
17.400
2.890
‘Utrecht
……………..-
6.603
–
4.903
459
20
34.232
7.689
4.400
Noord-Brabant ………..
Limburg ……………..-
Twente …………….
1.480
2.606 1.130
278
–
23.704
13.700 1.730
Overijssel
……………
3
..395
1.595
3.071
– –
470
–
15.718
6.620
2.380
2.612
8.459 2.141
‘
7.469
892
–
15.615
4.930
3.241
Friesland
…………….
2.143 4.654
1.740 4.047 1.028
–
22.614
8.000
2.952
Groningen …………….
3.260
21.441
79.415
16.881
69.955
6.718
375
1275.650
1
94.764
Tabel 2.
–
Gemeenten.
Aanlegkosten
Boekwaarde Lengte
Afgel.
Max.
Bedrijfs-
doCl
Naam
net
10 K.V.
KW.h.
K.W.
uren
e,nden
kldn- krocht
per
centrale
net centrale
net
hooFd K.W.h.
Xf
1000
‘Xf
1000
Xf
1000
Xf
1000
__________
__________
X
1000
24.652
3646
16.911 17.509 608
194.547
73.982 2.830
,
83
Amsterdam
………….
Zaandam
. ………….
344
–
268
19
5.468
1.280
4.270
23
Haarlem …………….
.-
2
..458
3.571 1.526 2.531
46
15.074
6.625
2.275
62
2.103
2.717
1.402 1.803
173
13.296
4.800
2.626
60
2.666
4.777 1.550
3.535 333
1
)
36.503
,
11.000
3.318
121
1.964 3.403
1.078
2.059
237
2
)
20.742 8.000
2.590
38
8.689
11.383
6.324
8.485
4322)
103.690
39.100
2.650
50
3
)
Leiden …………………
7.120
16.070
4.758
10.702
233
56.362
25.000
2.340
543)
Delft
……………….
3.740
4
)
4.191
3.077
4
)
3.378
–
28.737
11.230
2.636
61
Dordrecht’)
……………
1.566
2.249
1.084 1.550
922)
11.302 3.708 3.048
53
Rotterdam …………….
‘s-Gravenhage
…………
1.948 1.674
1.372
.
1.328
–
8.395
3.780
2.499
52
Utrecht
………………
Enschede …………….
–
2.225
–
1.485
47
6.888
4.818
1.430
56
Nijmegen
…………….
Arnhem
……………..
Leeuwarden
…………
–
,
1.186
–
.
993
28
4.674
1.826
2.559
40
818
..
..
1.214
390
711 22
6.685 4.445
3.053
69
Groningen …………….
57.724 87.650
39.472 56.337
2.270
512.363
199.594
2.580 1)
Dordrecht heeft 12500
volt.
2)
tot
en met
25000 volt.
3)
alleen
voor licht
en huish.
doeleinden.
)
tot 1 Januari 1922; daarna
gemeensch.
met
N.V.Prov.
en Gem.
Utr. Stroomleveringsbedrijf.
Tabel 3.
Provincies.
1
2
3
)’
4
–
5
6
7
Naam
Inwoners
Aangesloten Max. belast.
–
Aanslui-
–
Idem in
0/0
Totaal
V.
h. verzor-
vermogen
in
O/
vh. aan-
Ingen
van
verbruik
gingsgebied
in KW.)
gesl. verm.
–
per hoofd
499.131
44.907
39,4
80.385
.16
‘
116
Noord-Holland
——————-
—
–
215.913
– –
23.550
11
70
Utrecht
………………………..
Gelderland ………………………
767.183 70.923
18,8
46.453
9
52
Noord-Brabant ———–
———–
—
710.438 34.124
51,0
-.
–
70
Limburg ………………………..
482.520
41.105.,
r
18,8
40.901
9
71
Twente
……………………….
165.666
–
–
7.263
–
144
Overijssel
……………………..
411.516
–
1
‘
–
–
38
Friesland ……………………….
–
–
397.029
..
21.024
23,3
32.384
8
39
443557
.. ..
-__
23.080.
34,8
45.930
10
52
Groningen
……………………….
4.092.953 235.163
gem. 31 o/
276.866 gem. 11
ol,
gem. 69
Tabel 4.
Gemeenten.
1
.2
3
4
)
5
6
7
8
Naam
Inwoners
Aangesloten
.
i
Idem n
O/
Huishou-
Totaal
V. h. verzor-
vermogen
0
g
delijkverbr. verbruik
—
gingsgebied
in K.W.
per hoofd per hoofd
742.000
117.030
63
153.881
21 83
264
Amsterdam
…………..
29.925
5.931
21,7 4.149
14
23
,
‘
182
Haarlem
…… – …….
112.700
18.328
36
13.397
12
82
134
Delft
………………
121.200 10.254
47
9.586
8
60
110
Zaandam
…………….
Dordrecht …………..
208.800
41.382
26,6 28.877
14
121
176
202.800
‘
24.8,07
32,3
18.360
9
38
102
674.000
132.700
29,5 74.361
11
50
154
‘s-Gravenbage
……….
414.400
84.400
29,7
‘
80.720
19
.
54
136
–
–
162.830 36.457
30,7
24.902
15
61
.
177
Leiden
………………
Nijmegen
…………..
–
–
–
–
73.245
.
13.490
27,5
10.366
14
53
154
Rotterdam …………….
–
–
75.000
16.928 22,3
9.202
12
52′
‘
112
Utrecht ………………
44.532
–
-‘
4.932
11
56
155
Arnhem ……………….
–
–
46.038
6.624
27,4
5.633
12
40
.
102
Enschede
…………….
Leeuwarden …………..
96.700
-__
12.872
34,6 11.830
12
32
1
).
69
Groningen …………….
3.004.370 521.203
gein. 33o,
450.196
gemis
gem.
57
gem. 171
1)
Het gedenkboek geeft
hier per ,,aangesloten”
hoofd
69, terwi
1 hier is opgenomen
het
getal
per inwoner.
Aantal
Lengte
in K.M.
Afgeleverde
Maximum
Bedrijfsuren Aanlegkosten inwoners
hoogsp.
net
energie
vermogen
van het
centrale
–
net
10 K.V. 50 K.V.
V.
h. gebied
KWh
X 1000
KW><
1000
maximum
X fl000
x
f
1000
‘9 provincies
.
4.092.956
6.668
375
276.650 84.784
3.260
21.441
1
)
79.415
Amsterdam
742.000
608
–
194.547 73.982
2.830
,
24.652
32.646 1)
Zonder Utrecht en Stroomverkoop.
1004
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 November 1926
Uit het feit, dat het verzorgde gebied rond 1 mii-
lioen inwoners omvat, mag echter niet geconcludeerd
worden, dat deze ook allen stroom ontvangen. Het
aantal aansluitingen bedraagt gemiddeld bij •de pro-
vincies 11 pOt., bij ‘de gemeenten 15 pOt. Raamt men
per aansluiting gemiddeld 4 á 5 inwoners, dan wor-
den dus ongeveer 50 á 70 pOt, van alle inwonrs met
electriciteit verzorgd.
Voor een goed begrip is ‘het noodi’g ‘hieraan toe
te voegen, dat wat hier onder den naam provincie
werd samengevat, niet uitsluitend ‘de provinciale of
namens een provincie door een vennootschap uitge-
oefende bedrijven omvat. Als ,,Twente” is hier het
bedrijf van het Twentsch Oentraalstation ingevoegcl,
hetwelk een deel van Overijssel van stroom voorziet
en bepaai’delijk het karakter van een distrietsvoor-
ziening ‘draagt, daarbij echter merkwaardigerwijs in
1924 slechts 1730 bedrijfsuren ‘van het maximum
had, terwijl van 1911-23 2000 of meer uren met een maximum van 2988 in 1918 bereikt werden. Dit zou
een voorbijgaand conjunctuurverschijnsel kunnen zijn.
Als ,,Overijssel” vermeld, is het bedrijf der IJssel-
centrale met het zuidelijk deel van Drente, waarvan
het noordelijk deel vanuit het provinciaal
bedrijf
van
Groningen wordt verzorgd. Zeeland heeft pas een deel
van zijn gebied verzorgd en in het gedenkboek be-
schreven, zonder echter voor ‘de in 1923 in bedrijf ge-
komen centrale
cijfers
te geven.
Ten slotte nog een korte opmerking over het feit,
dat het gemiddeld aantal bedrijfsuren van het maxi-
mum
bij
de provincies (met 3260 uren) hooger is
dan
‘bij
de ‘gemeenten (met 2580 uren). Dit behoeft
geen voordeel voor ‘de provincies te zijn, omdat het
de niet ‘of slechts gedeeltelijk te vergoeden v&liezen
in ‘het net insluit. Het feit is ook daarom slechts met
beleid te beoordeelen, omdat men wel ‘de geleverde
hoeveelheid energie, maar, strikt genomen, niet ‘de
maxima der verschillende
‘bedrijven
mag optellen.
Want deze zullen in ‘t algemeen niet gelijktijdig op-
treden, maar door de verscheidenheid ‘der eischen
naar den
tijd
aanleiding geven tot een resulteerend
maximum, kleiner dan hunne som.
Al deze verschillen spruiten voort uit ‘het karakter
der onderneming. De Staatscommissie, ingesteld bij
Kon. Besluit van 30 Mei 1921, No. 96, onder voorzit-
terschap van Mr. Dr. F. A. 0. Graaf van Lijnden van
Sandenburg, heeft in het rapport der minderheid 4en
econom’ischen toestand van een provinciaal bedrijf
met dien van een gemeentebedrijf in een ‘der hoofd-
steden vergeleken en is ‘daarbij tot soortgelijke con-
clusies gekomen als hier uit den inhoud van ‘het ge-derikboek werden geput en die men ‘bij tijd en wijle
nog verder ‘kon uitspinnen. En zij bepleit mede, op
grond van ‘dit economisch verschil, de wenschelijk-
heid van een wettelijke regeling, terwijl de heer
Simon
A.
Mass
juist de tegengestelde meening is toegedaan
en de meerderheid der Staatscommissie alleen maat-
regelen wenscht, die ‘den ‘bestaanden toestand ‘zooveël
mogelijk eerbiedigen en het gegroeide aanvaarden.
Zonder hierin stelling te nemen, is het ‘hier bespro-
ken ‘boek een krachtig bewijs .dat, ‘dank zij of ten spijt
van do Regeeringsbemoeiing, de electriciteitsvoorzie-
ning hier te land zich snel en gunstig heeft ont-
wikkeld.
C. FELDMANN.
Delft.
DE BUITENLANDSCHE HANDEL VAN NEDERLAND
IN HET DERDE KWARTAAL 1926.
De statistiek van den buitenlandschen handel levert
voor de beoordeeling der economische bedrijvigheid
van een land cijfers, welke eerst op de juiste waarde
•geschat ‘kunnen worden, wanneer men als onontbeer-
lijk ‘hulpmiddel daarnaast heeft ‘de ‘mogelijkheid van
vergelijking met andere jaren. En juist deze kan voor
het tijdvak, waarop de volgende beschouwingen be-
trekking hebben, grootendeels slechts onvolkomen
worden gemaakt, om’dat zooals bekend, in de zomer-
maanden van ‘het vorige jaar wegens overbelasting
van het Bureau te Rotterdam de
cijfers
van de invoer-
statistiek te laag werden opgegeven, welke fout eerst
bij het cijfer voor October werd gecorrigeerd. De to
lage aangiften in ‘de voorafgaande maanden zouden
wij willen taxeeren op circa
f
30 millioen (in de
jaren 1923 en 1924 had het totaal bij den invoer in
October resp.
f
25,5 en 28,6 millioen meer ‘bedragen dan in September, in October 1925 echter
f
60,1 mii-
lioen meer). ls’ten moet derhalve met deze vergissing
rekening houden, wanneer men de volgende cijfers
van de han’delabeweging met het buitenland in de
laatste drie maanden en in de eerste drie kwartalen
van 1923-1926 gaat vergelijken:
In- en Uitvoer (met uitzondering van gouden en zilveren
munt en muntmateriaal).
Tijdperk ‘
Invoer
Uitvoer
1923 1924 1925 1926 1923 1924 1925 1926
Jan.)
in millioenen
fi.
in millioenen fi.
Juni
990.0 1146.4 1186.4 1221.9 592.1 756.6 841.8 791.3
Juli
157.5 198.2 223.6 205.8 95.7 134.4 161.5 141.3
Aug.
151.0 174.0 192.1 195.6 107.9 137.8 173.9 159.9
Sept.
166,5 189.6 194.5 208.1 127.7 162.8 177.7 178.4
liie
kw.415.0 561.8 610.2 609.5 331.3 435.0 513.1 479.6
,Jan./
Sept.
1464.9 1708.3 1796.5 1831.2 923.4 1191.61355.01270.9
Invoer
saldo
–
–
–
– 541.5 516.7 441.5 560.3
Daaruit ‘blijkt dan, dat de vermeerdering van het
invoersaldo tot
f
560,3 millioen tegenover de invoer-
saldi der vorige jaren – afgezien van het in •dit op-
zicht bijzonder gunstige jaar 1925 – niet zoo scherp
afsteekt, als de eerste blik wel zou doen gelooven. Op
‘de oorzaken dezer verandering (vermindering van den
afzet naar Duitschiand) ‘zullen wij later nog nader
ingaan. In cle ‘eerste plaats zij echter op het volgende
gewezen: indien men rekening houdt met de hier-
boven bedoelde correctie, zou het cijfer voor den in-
voer in 1925 een vrijwel even hoog bedrag te zien
geven als nu voor 1926 is verkregen, waaruit dus
valt te eonclu’deeren, dat de ‘daling in, het saldo van
‘den handel met het ‘buitenland op rekening komt
van de vermindering ‘der waarde van den
uitvoer.
Ter-
wijl deze daling voor de eerste ‘drie kwartalen onge-
veer
,f
84 millioen ‘bedraagt, is ‘deze voor het laatste
kwartaal alleen circa
f
34 millioen, een cijfer, dat geen
geen reden tot tevredenheid kan geven, oo’k al is de uit-
voer op zichzelf in dit laatste kwartaal veel grooter
(resp.
f
148 en
f
44 millioen) ‘dan in de jaren 1923
en 1924 en al houden wij ‘bij een vergelijking met het jaar 1925 ‘d’e lagere indexcijfers in het oog.
Het bovenstaande ‘heeft betrekking op de
waarde
van den buitenlan’dschen handel;
bij
de beweging naar
de hoeveelheid
zien wij, voor zoover den invoer be-
treft, een regelmatige toename; bij’ ‘den uitvoer even-eens. Het ‘beeld ‘blijft tea aanzien van den invoer het-zelfde, wanneer wij, zooals zulks ook in het volgende
overzicht is gebeurd, den invloed der kolenbeweging
uitschakelen, en toont met betrekking tot ‘den uitvoer
na de krachtige stijging voor de jaren 1923-1925 in
het thans loopende jaar stabiele cijfers.
De Nederlandsche Handel met het Buitenland.
(gewicht in
1000
tons).
Tijdperk
Invoer
Uitvoer
1923 1924 1925 1926 1923 1924 1925 1926
Jan.
Juni
8.745 10.527 11.931 13.254 3.831 4.459 5.467 6.590
Juli)
Sept.
5.118 5.675 6.826 7.968 2.187 2.468 3.376 4.762
Jan.)
Sept.
13.863 16.202 18.757 21.222 6.018 6.927 8.843 11.352
Kolen
4.530 5.025 6.024 7.359 1.692 1.744 2.741 5.256
Jan.)
Sept.
(zond.
Kolen)
9.330 11.157 12.733 13.863 4.326 5.183 6.102 6.096
Dit alles ‘bevestigt, ‘dat de verslechtering van de Ne-
derlandsehe handelsbalans in hoofdzaak, voor zoover
betreft de waarde, door vermindering van den export
is veroorzaakt. Natuurlijk dringt zich dan de vraag
17 November 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1005
op, aan welke oorzaken cle laatste moet worden toege-
schreven; do ondorstaaiicle tabel poogt daaromtrent
inzicht te geven:
In- en
Uitvoer
volgens
de 15 groepen
der
Nederlandsche
Handeisstatistiek.
1926
(in
miii.
f1.)
1926
Groep.
Invoer
toe- (+) of
Uitvoer
toe-
(+) of
1925
afname(-)
1925.
1926 afname(-)
1.
86.3
73.7
–
12.6
384.7
337.9
_46.8
490.1
493.3
+
3.2
201.6
163.9
-37.7
298.9
333.3
+
34.4
103.6
132.8
+29.2
1V.
35.1
33.9
–
1.2
54.4
45.1
–
9.3
42.5
42.4
–
0.1
372
35.4
–
1.8
102.2
109.1
+
6.9
111.3
123.6
+1
2
.3
92.2
96.9
+
4.7
10.6
9.3
–
1.3
46.9 42.2
–
4.7
35.9
30.7
–
5.2
223.8
220.1
–
3.5 160.8
151.3
–
9.5
16.7 16.7
–
7.9
8.4
+
05
10.4 12.0
‘-1-
1.6 8.1
6.4
+
0.3
24.7
25.7
+
1.0
30.5
32.0
+
1.5
157.4
150.3
–
7.1
121.5 112.3
–
9.2
43.6 45.8
+
2.2
22.8
18.1
–
4.7
126.2
136.0
+
9.8
66.1 63.7
–
2.4
1796.7 1831.2
+
34.5 11355.0 1270,9 -81.4
Bij
een uitvoer-vermindering van
f
84,1
millioen
komt ten laste van den geringeren export aan dieren
en producten van dierlijken oorsprong
(1)
f
46,8
mii-
]ioen
(f
21,4
millioen in het eerste halfjaar), aan pro-
ducten van piaritaardigen oorsprong
(II) 37,7 (16,6)
millioen, aan meel en producten daaruit (IV)
f
9,3
(5,1)
millioen, aan garens enz. (IX)
f
9,5 (4,1)
mii-
lioen en aan diverse voedings en genotmiddelen
(XIII)
f
9,2 (11,7)
millioen. Evenals laatstgenoemde
post toont ook de groep van huiden, vellen, ieder
enz. (VIII) met
f
5,2 (5,8)
millioen een relatieve ver-
betering; de sterkste is echter waar te nemen bij mi-
neralen (kolen!) en metalen (III) waar de toeneming
der eerste zes maanden van
f
6,9
tot
f
29,2
millioen in
1926
gestegen is. Het zijn derhalve weder de bodempro-
•ducten in ruimeren zin, welke verantwoordelijk zijn
voor dozen teruggang en waarvan de markt ook niet wei
kan worden ‘verruimd •door een verlaging der produc-
tiekosten, terwijl de geringere uitvoerwaarde voor
textielproducte:n vermoedelijk in verband zal staan
met de verhoudingen op de wereldmarkt voor een
aantal van deze artikelen.
Bezien wij nu de zijde van den
invoer,
dan valt een
belangrijke vermindering eigenlijk alleen vast te stel-
len bij dieren en producten van dierljken oorsprong
(1), waar deze
f
12,6
millioen (in de eerste zes maan-
den
f
6,7
millioen) bedroeg, voorts bij huiden, vellen,
ieder enz. (VIII), waar zij
f
4,7 (3,9)
en bij garens,
touw enz., waar zij
f
3,5 (6,0)
millioen beliep, terwijl
bij diverse voedings- en genotmiddelen (XIII) in
plaats van de toename van
f
2,1
millioen, die in het eerste halfjaar viel te constateeren, thans een gerin-
gere invoer van
f
1,1
millioen moet worden vermeld. De belangrijkste import-stijging komt op rekening van
mineralen, metalen enz. (III) met
f 34,4 (21,2)
mii-
lioen; daarop volgen oliën, hars, was enz. (VI) met
f 6,9 (5,6)
en diverse artikelen met
f
9,8 (7,9) mil-
lioen. Deze cijfers hebben evenwel op grond van het
bij •de inleiding medegedeelde slechts betrekkelijk ge-
ri ege waarde.
Terwijl in dit geval de juiste beoordeelin;g wordt
bemoeilijkt door een slechts
éénrnaal
begane font,
wordt een vergelijking met vorige jaren lastiger ge-maakt door do verandering in de statistiek zelve, nl.
door de reeds in ons vorige overzicht vermelde wijzi-ging sinds 1 Maart
1926
in het begrip ,,Land van oor-
sprong” (pag.
753, 25
Aug.
1926).
Deze moet van zeer
grooten invloed zijn ‘bij een land als
Engelaxrtd,
dat
thans voor een aantal belangrijke invoerartikelen van
koloniale herkomst niet meer als land van oorsprong wordt aangegeven, terwijl een ander gedeelte van de
scherpe daling bij den import (met
f 113,4
millioen)
wel op reken:ing dient te worden gesteld der gevolgen
van mijnarbeiders-staking. De laatste is ongetwijfeld
ook van invloed geweest op de stijging van den uitvoer
naar Groot-Brittannië, welke inmiddels geenszins als
een nieuw verschijnsel kan worden aangemerkt. De
ontwikkeling van Nederland’s hu’itenlandschen han-
del met de zes in dit opzicht voornaamste landen blijkt
uit de volgende opstelling:
De Handel van Nederland met zes voorname landen in de eerste negen maanden 1923-1926.
(In millioenen guldens).
Land
Jaar invoer Uitvoer
Land
Jaar
Invoer Uitvoer
Duitschiand 1923 360.8 123.71 Frankrijk 1923
50.9 93.4
1924 429.5 338.6
1924
74.1 86.2
1925 434.3 379.6
1925
80.8 62.6
1926 491.1 266.7
1926
87.6 59.5
Gr.-Britt.
1923 219.8 250.7
V. Staten 1923
193.3
51.3
1924 218.2 298.4
1924
175.4
43.4
1925 294.0 329.7
1925
203.6 51.5
1926 180.6 358.6
1926
193.7
60.3
België
1923 157.6 97.2
NO.-Indiël923
81.3 79.1
1924 180.6 103.7
1924
96.0
75.0
1925 2027 117.1
1925
949 99.7
1926 204.9 101.5
1926 101.8 101.3
Totaal .. 1923 1012.8 602.0
1924 1173.8 945.3
1925 1310.3 1040.1
1926 1259.7 947.9
Deze tabel vindt hare aanvulling iii het volgende
overzicht, waarin wordt gepoogd de
toe- of afne?ning
van den Nederlandsch,en export naar bedoelde landen
juist iii het laatstvei-loopen kwartaal te schetsen.
Teruggang (-) of toename
(.f.)
van den Nederlandschen
export 1926 tegen 1925.
Land
Tijdperk
Miii.
f1.
Land
Tijdperk
Miii. f1.
Duitschl.
Jan-Juni- 67.71
Frankrijk Jan-Juni – 1.6
-Sept.-112.9
,, -Sept. – 3.1
Juli-Sept.- 45.2
Juli-Sept. – 1.5
Gr..Britt. Jan.-Juni + 7.2 V. Staten Jan.-Juni + 12.2
-Sept. + 28.9
,, -Sept. + 8.8
Juli-Sept.+ 21.7
Juli-Sept. – 3.4
België
Jan.-Juni- 3.31
N.O.-Indië Jan.-Juni + 4.1
,, -Sept. – 15.6
,, -Sept. + 1.6
Juli
–
Sept._
12
.31
Juli.Sept. – 2.5
Totaal .. Jan.-Juni – 49.1
,, -Sept. – 92.2
Juli-Sept. – 43.1
Uit beide te zarnen blijkt, dat de invoer uit
Duit sc h,-
land
met nagenoeg een half milliard gulden den hoog-
sten stand bereikte, maar de uitvoer zich minder gun-
•stig ontwikkelde omtrent
Groot-Brittannië
werd reeds
e.e.a. opgemerkt; wat
België
betreft valt met betrek-
king tot de totale waaj-de van den import de invloed
van de Francs-daling slechts in geringe mate te onder-
kennen; anders staat het echter niet ‘den uitvoer naar
dit land, die juist in de nomermaanden sterk vermin-derde; de invoer uit
Fran.lcrijk is
sedert
1923
geregeld
toegenomen; cle uitvoer naar dit land geeft het tegen-
overgestelde beeld; zulks heeft ten gevolge, dat Frank-
rijk thans ‘bijna evenveel in Nederland invoerde als
het in
1923
van Nedcrland kocht, en thans uit No-
•dei-land niet veel meer invoert dan het, in
1923
naar
Nederland exporteerde. Het lagere cijfer voor den in-
voe.r uit •de
Ver. Staten
‘hangt wellicht juist samen
met de vermelde moeilijkheden
bij
het Rotterdamsche
Bureau; de uitvoer daarheen is verder gestegen, hoe-‘ wel het laatste kwartaal op zichzelf niet, zeer gunstig
was. De uitvoer naar
Nederl.-Indië is
thans met den
invoer daaruit ongeveer in evenwicht, hetgeen ook in
1923
en
1925
het geval was. In totaal liep de invoer
uit deze zes landen met ongeveer
f 50
millioen, en
de uitvoer met pIm.
f 92
millioen terug.
Het laatste cijfer kan geen verwondering wekken,
wanneer men in aanmerking neemt, dat de uitvoer
naar Duitschland in de eerste drie kwartalen van
1926
met
f
112,9
millioen verminderde, d.w.z. met
meer dan de vermindering van ‘den
totalen
uitvoer
van ons land
(f
84,1
millioen); de uitvoer naar de
overige landen toont derhalve een niet, onbelangrijke
toeneming. Wat nu betreft den
Duitsch.-Nederla’nd-
sch,en
handel in het bijzonder, toont het volgende
1006
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 November 1926
oveizicht dat weliswaar sedert het eerste kwartaal
van 1926, waarin het laagste punt werd bereikt, een
langzame stijging van den Nederlandschen uitvoer
valt waar te nemen, maar deze voltrekt zich in lang-
zamer -tempo ‘dan het vorige jaar. De aankoopen van
Nederland in Duitschlan-d evenwel ‘bereikten in dit
kwartaal de grootste hoogte.
De Nederlaudsch-Duitsche Handel.
Tijdperk
Invoer Uitvoer
Tijdperk
Invoer Uitv.
(miii. t!.)
(mi!!. t!.)
1925
Ie kwart.
150.8 108.4
1926
Ie kwart.
163.7 69.4
Iie
134.8 118.6
Iie
156.1 89.8
Iiie
148.7 152.6
Iiie
,,
171.3 107.5
IVe
159.7 89.6
Wanneer wij nu nagaan, welk aandeel -de
af gewerkte
prodncten
in den import en den export van Neder-
land hadden, komen wij tot de slotsom, ‘dat in dit
opzicht het -derde kwartaal van 1926 niet ongunstig
is geweest. In totaal -had de Nederlandsche uitvoer
aan afgewerkte producten in de eerste negen maanden
een waarde van
f
766,3 millioen tegenover een import
van
f
812,8 milli-oen; derhalve was er een invoersaldo
van
f
46,5 millioen in vergelijking met een dergelijk
van! 35,4 millioen in 1924 en een -exportsal-do van
f
43,8 millioen in 1925. Vergelijkt men echter dit in-
voersaldo ter groote van
f
46,5 millioen met ‘het reeds
op het einde van het eerste halfjaar 1926 ‘bestaan-de
van
f
52,1 millioen, dan blijkt, dat het
derde kwartaal
alléén
een
uitvoeroverschot
aan afgewerkte producten
ter waarde van
f
5,6 millioen heeft geleverd (verleden
jaar had nochtans dit overschot
f
31,4 millioen be-
dragen). Over de eerste negen maan-den bedroeg de
daling
bij
uitgevoerde gefabriceercie voedingsmidde-
len iii vergelijking met 1925
f
31,5 -millioen,
bij
fabri-
katen van anderen aard slechts
f
5,3 millioen; aan
voedingsmiddelen werd voor
f
1,7 millioen minder
ingevoerd, aan andere fabrikaten echter voor
f
55,2
millioen meer.
In- en uitvoer van fabrikaten Januari.September 1924-1926.
(In millioenen fi.)
1924 1925 1926
1924 1925 1926
Invoer
Uitvoer
a.
Voedingsmiddelen
138.3 131.5 129.8
317.6 336.5 305.0
5.
Andere fabrikaten
595.4 627.8 683.0
380.7 466.6 461.3
Totaal ……
733.7 759.3812.8
698.3 803.1 766.3
Invoersaldo ……..- –
43.8 –
35.4 –
46.5
Ie halfj. – _
2.4 –
38.0 –
52.1
Iiie kwart.
-2.6 _31.4 -5.6
–
– –
De
doorvoerhar&del,
en voornamelijk de -doorvoer met
overlading, was zoowel in het derde kwartaal als in
•de drie eerste kwartalen te zamen -buitengewoon leven
-di-g, gelijk de volgende opstelling betreffende -do drie
laatste jaren doet zien. In het derde kwartaal was -de
toeneming zelfs bijzonder sterk; zij bedroeg onge-
veer 40 pOt.
Doorvoer met en zonder overiading (1000 tons)
1924-1926
met
zonder
1924 1925
1926
1924
1925
1926
Jan-Sept..
12.837 17.907 22.009
6.424
7.619
9.058
Jan-Juni.
8.321 11.289 12.542
3.958
4.519
5.785
Juli.Sept..
4.516
6.618
9.467
2.466
3.100
3.273
Dat onder deze omstandigheden en in verband met de groote hoeveelheden kolen, welke buitenlancische
schepen aan den Nieuwen Waterweg en in Rotterdam
innamen, ook de
havenbewe ging
van Rotterdam zoo-
wel als -die van -de gezamenlijke Nederlan-dsche havens
sterk steeg, ligt wel voor de -hand. Rotterdam’s haven-
beweging in de
drie
-maanden van het derde -kwartaal
1.926 bedroeg
twee derden
van -die in -de eerste
negen
maanden van 1924 en cle
helft
van -die in -de eerste
negen maanden
van 1925. De havenheweging van alle
havens to zamen stelde zich over de eerste drie kwar-
talen van 1926 meer -dan -de helft hooger dan in 1924
en -bijna een vierde hooger clan in -de overeenkomstige
periode van het vorige jaar: –
Resumeerende ziet meil ook in het afge1oopei
kwartaal verschei-dene, geenszins parallel loopen-de fac-
Nederlandsch ljavenverkeer (ter zee en langs rivieren
en kanalen)
1924-1926 (1000
tons). Tijdperk
Rotterdam Amsterdam Viaardingen A!!e hav.
Januari.Sept.
1926
47.866
5.473
4.001
69.133
,, -Juni
1926
28.174
3.254
2.243
40.390
Juli-September
1926
19.692
2.221
1.758
28.743
Januari-Sept.
1924
29.278
4.508
2.794
43.369
,, ,, 1925 39.065 5.121 4.129 57.615
toren: naast -de minder gunstige ontwikkeling van
-den uitvoer, vooral van landbouwproducten, staat een
niet- onbevredigende export van industrie-producten,
-die echter eenigszins
-bij
-de gunstige
cijfers
van het
vorige jaar ten achter blijft. Bovenal moet vermeld
worden de buitengewoon groote -bedrijvigheid – in den -doorvoerhandel en in -de haven van Rotterdam, welke
vermoedelijk tot op zekere hoogte een troost zal kun-
nen zijn tegen-over de omstandigheid, dat -de beweging
aan stukgoederen in -deze -haven zich weder min-der
gunstig liet aanzien. Dr.
WILHELM MAUTNER.
HET INVOERVERBOD VAN ENGELAND VAN
VERSCH VLEESCH, AFKOMSTIG VAN HET
VASTELAND VAN EUROPA.
Na de uitvaardiging van -dit invoerverbod (Impor-
tation of carcases, Prohi-biti-on-Order, dated 2n-d ,Tune
1926) deden zich u-it -de kringen van belanghebbenden
zoowel in Engeland al-s op
–
het vasteland onmiddellijk
stemmen -hooren, waarbij het groote nadeel, -dat deze
maatregel aan velen had berokkend, werd uiteen-
gezet. Ondanks de
talrijke
daarbij aangevoerde ar-
gumenten werd tevergeefs getracht -de ,,Order”, die
immers in vorband met het op het vasteland in sterke
mate -heerschende mond- en klauwz-eer was uitgeivaar-
digd, ingetrokken te krijgen.
0-ok de Nederlandsche regeering -deed de n-oodige
stappen om het versnhe vleesch van hier geslachte
dieren weder in Engeland te kunnen invoeren, doch
eveneens leidden -deze pogingen niet tot het gewensch-
te resultaat. Alleen de export van lichtgezouten var-
kensvieesch, z.g. hacon, -kon, onderworpen aan -de des-
betreffende in de ,,Order” aangegeven voorschriften,
ook van Nederland uit als voorheenbestendigd blijven.
Thans is van Engelsche
zijde
opnieuw een poging
aangewend om te trachten, dat -de Engelsche regee-
ring de meergenoemde ,,Order” weder zou intrekken.
Het geschiedde in -den vorm van een ,,memorandum”,
dat een commissie, bestaande uit vertegenwoordigers
van eenige vereen-igin-gen met name: National Fede-ration of Meat Tradeis’ Associations, Incorp., London
Retail M-eat Traders’ A-ssociation, Incorp., Sausage
Manufacturers’ A.ssociation, Anglo-Belgian Fresh
Meat Co., Zeebrugge en Metropolitan Grocers’ and
Provision Dealers’ Association, den 5en October aan
den Engelschen Minister van Landbouw heeft -gericht.
In -den aan-hef van dit memorandum wordt de mee-
ning van adressante naar voren gebracht, dat haar
leden, zoowel van economisch standpunt als uit het
oogpunt iran volksgezondheid, eenstemmig van oordeel
zijn, dat zulk een strenge maatregel niet alleen niet te
rechtvaardigen is, maar dat -de ,,Order” zeker nadeelig
is voor de welvaart der gemeenschap.
In aanmerking genomen, dat,
tei-wijl
in 1925 ruim
53.000 ton versch vleesch van
–
het continent was aan-
gevoerd (ruim 47.000 ton van Nederland, 4000 van
Denemarken en 2000 van andere landen), deze hoe-
–
veelheid thans door het -invoerverbod wordt terug-
gehouden, beschrijven belanghebbenden verder de ge-
volgen hiervan in een uitvoerige uiteenzetting, waar-
van het-
–
voornaamste in korte trekken hieronder volgt.
a.
Bacon-cwr-ing and Agriculture.
De fabrieken, die zich in Engeland met ,,bacon-curing” (het fabriceeren
van iithtgezouten varkensvleesch) bezig-houden, onder-
vinden thans
–
heviger concurrentie dan ooit te voren
door -den sterk verhoogden inv-oer van hacon van het
vasteland, terwijl daarentegen het aanbod van bacon-
varkens in Engeland afneemt. De Engelsche varkens
worden nu, vooral door de ‘groote vraag naar versch
vleesch voor de Londen-markt, tegen hooge prijzen
17 November 1926
ECOIOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1007
aangekocht, )• Door het invoerverbods vermindert, in
vo.rgelij’king met de cijfers,
die voor 1925 ton dienste
staan, de aanvoer van versch vleesch in Londen met
ongeveer 40 pOt.
Een verhoogde productie, in verband met de als
gevolg daarvan stijgende tendenz der prijzen, ver-
wacht de commissie daardoor evenwel niet., in aan-
merking genomen de aanmerkelijke afsiachting van
den veestapel, in het bijzonder van moedervarkeris en vaarzon, hetgeen door de hooge vleeschpri.jzen wordt
bevorderd.
Ook is geen pro’cluctievermeerderin’g te verwachten
van de zijde der varkensfokkers en varkensmesters, die
OP
Ideine schaal hun
bedrijven
zouden kunnen uit-
oefenen. Deze hebben door de vele voor hen •bezwa-
rende van overheidswege vastgestelde voorschriften
in de laatste jaren zulke ernstige verliezen geleden,
dat zij niet anders dan na goede waarborgeii weder
het fokken en het mesten van varkens ter hand zullen
nemen.
Trade and Main.ufacture.
In het bijzonder wordt
gewezen
01)
den vleeschhaudei met Nederland. Vele
firma’s, die versch vieesch van hier ‘hadden betrokken,
soms met een omzet bedrageude meer ‘dan £ 1.000.000,
ivaren door ‘den nieuwen maatregel zeer benadeeld.
Em.ploynzcnt.
Door prijsverhooging van vleesch
r do industriecentra van E’ngeland, daarentegen door
prijsdaling daarvan in ‘de vleeschproductielanden op het continent, is er een grootere marge ontstaan tus-schen ‘den levensstandaard in deze landen en dien in
Engeland, met dit gevolg, dat op het vasteland de kos-
ten van bewerking van bacon belangrijk minder moe-
ten zijn •dan in Engeland. De onder a. ‘genoemde con-
currentie wordt zoodoende nog versterkt.
Public Hecclth.
Tegen hooge prijzen wordt thans
bevroren varkensvieesch uit Noord-Amerika en Ar-
gentinië ingevoerd, terwijl in het laatstgenoemde
land, zooals wordt erkend, evéneens mond- en klauw-
zeer ‘heerscht. Daarbij komt nog, dat het vriesproces
het virus eerder in stand houdt dan vernietigt (vide
First Progress Report of the Foot-and-Mout.h-Disease
Research Oommittee, p. 12 (4) – ,,Effect of tempe-rature on the virus”).
Gast of Living.
Een terughouding van 40 pOt.
van den aanvoer van versch vleesch aan de Londen-
markt moet zeker invloed uitoefenen op ‘de kosten van
levensonderhoud. De in het memorandum nader ge-
illustreerde prijzen, die in de afgeloopen maanden
Juni tot en met September bijna steeds zijn gestegen,
zouden, zooals verder wordt verklaard, zeker nog hoo-
ger zijn geweest, indien ‘de crisis in de industrie der
laatste maanden de algemeene koopkracht niet had
verminderd. Vooral in de maanden Septemiber tot en
met April, in welk tijdvak de vraag steeds veel grooter is ‘dan in de vier daaraanvoorafgaande maanden, moet de .schaarschte van versch vleesch nog meer tot uiting
komen. Volgens de ‘gegevens voor dit tijdvak over
192511926 bedroeg het gewicht van versch varkens-
vieesch, aangevoerd op de Londen-markt van het vas-teland 79 pOt. van den geheelen aanvoer op die markt.
Met zulk een vermindering zal het duidelijk zijn, ‘dat
de prijs van dat vleesch z66 zal stijgen, dat het buiten
het ‘bereik zal komer van den middenstand en de
arbeidersklasse.
Vervolgens wordt de aandacht gevestigd op ‘het
feit, dat de Ne’derlandsdhe regeering de ‘bewijzen had
aangevoerd, dat binnen 24 uur na slachting, in het
vleesch een het mond- en klauwzeervirus vernietigend zuur wordt gevormd, waardoor een geslacht dier zoo-
1)
En vergelijking met de prijzen ten tijde van de uit-
vaai’.diging van het invoerverbod (begin Juni) bedroeg de
prijsstijging voor het Engelsche versche varkensvieesch in
de laatste weken voor le kwaliteit ongeveer 40 pCt., voor
mindere kwaliteiten ongeveer
20
pOt. Wat betreft de an-
dere vleeschsoorten steeg de prijs van vet kalf svleesch on-
geveer
25
pOt., terwijl de prijzen van rund- en schapen-
vleesch (‘beide soorten zoowel ve’r.sch als bevroren . en ge-
koel’cl) in begin November ongeveer gelijk waren aan die in
begin Juni.
‘doencio ongeschikt wordt om de gevreesde ziekte over
te brengen. Ook na deze hewijslevering is het invoer-
verbod van versch vleesch van kracht gebleven. De commissie wijst er echter met ‘klem op, ‘dat er veel
meer gevaar voor besmetting ligt in den invoer van
bevroren en gekoeld vleesch van Argentinië dan van
het versc’h’e vleesch van het vasteland. Hot memoran-
dum verwijst. ‘hierbij naar:
,,First Progress Report of the Foot and Mouth Dis-
,,ease Research Oommittee, page 12 – ,,At the Mi-
,,nistry’s laboratory, aphtous lymph from guinea-pigs
,,was found to be still virulent after 190 days at
40
,,to 7
0
cent., whereas small amount of emulsions from ,,pads of infected guinea-pigs were shown to ho viru-
,,len’t after 124 days in the ice ‘box at
40
to 3
0
cent.
,,Duriog this period, the ‘virulent flu’id had beer
,,frozon and thawecl at least twenty times.”
Ten slotte richt de commissie het verzoek tot de
regeering versch vleesch, geslacht in ‘de vastelands-
abattoirs, waar de keuring in orde is, niet achter te
stellen bij bevroren en ‘gekoeld vleesch, afkomstig van
de Argentijasche slachthuizen. Tot zoover het memorandum.
De quintessens ‘van ‘het schrijven der vereen’igingen
komt ‘wel hoofdzakelijk hierop neer, dat na al ‘de tot
nu t’oe vergeefs aangewen’de pogingen om het invoer-
verbod ingetrokken te krijgen, de gelegenheid, om zich
weder tegen de ,,Order” uit te spreken,. wordt aange-
grepen en wel met het nieuw hierboven aan gehaald
verweermiddel aan de hand van het rapport der
,,mond- en ‘klauivzeercommissie”.
Dit rapport zal ook voor ‘de Nederlan’dsche regee-
rin’g dienstig ‘kunnen zijn om, indien dit nog niet
mocht zijn gesc’hied, terug te komen op de reeds ge-voerde onderhandelingen, die in Augustus ji. hebben
plaats gevonden tusschen de Nederlandsche deskun-
digen en de Engel’scho autoriteiten naar aanleiding
van ,,de prôeven van de Rijksseruminrichting, die aan-
,,getoon’d hadden, dat de vrees van den Engelschen
,Minister van Landbouw voor het overbrengen der
,,zi’ekte door vleesch ‘van dieren, geslacht in het in-
,,cubatie-stadium, ongegrond is” (zie officieel com-
muniqué Au’gustüs 1926). De Engelsche regeering
heeft volgens ‘de toen gevoerde ‘discussie toegezegd het
Engelscho standpunt nog eens nader te ‘zullen over-
wegen. Deze overweging heeft weliswaar een negatief
resultaat gehad, doch het rapport geeft reden de aan-
gelegenheid weder op te nemen
De in ‘het rapport neergelegde uitspraak werd
ook onder de aandacht van onzen Minister van
Binnenlandsche Zaken en Landbouw gebracht door
de voor eenigo weken aan Z.Exc. ingezonden vragen
van het lid der Tweede Kamer Weitkamp met ver-
zoek maatregelen te willen nemen tegen ‘het besmet-
tingsgevaar, dat ‘door het in Argentinië geslachte en hier ingevoerde vleesch zou kunnen worden overge-
bracht
2)
Deze gestelde vragen ‘doelen ongetwijfeld op con
invoerverbod in Nederland van ‘bevroren en ge-
koeld vleesch, waarop reeds na het bekend worden
van het Engelsche invoerverbod van verschillende
i) In de voor eenige dagen gepubliceerde rnemorie van
antwoord met betrekking tot de Staatsbegrooting voor
1927
(Hoofdstuk
V)
heeft de Minister van Binneniandsehe
Zaken en Landbouw intussehen medegedeeld, dat er
21
October jl opnieuw een uitvoerig schrijven tot den Mi-
nister van Buitenlandsche Zaken werd gericht, waarin om.
werd verzocht aan de Engelsche regeering de vraag voor te
leggen, ‘of op handhaving van het invoerverbod moet worden
gerekend. In dit schrijven is ook in denzelfclen zin als in
het memorandum, gewezen op den invoer van Argentijnsch vleesch in Engeland tegenover het invoerverbod van versch
vleesoh van ‘hier,
2)
Eenige dagen geleden heeft cle Minister hierop geant-
woord, dat een land, waar mond- en klauwzeer voorkomt,
soodanige maatregelen kan treffen, dat het overbrengen
der besmetting door uitgevoerd vleesch kan worden voor-
komen en dat de tot dusver verkregen inlichtingen een
invoerverbod van vleesch uit Argentinië nog niet wettigen.
r
1008
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 November 1926
zijden, echter juist op grond van dit verbod, werd
aangedrongen. Men zij evenwel voorzichtig om tot
zulk een maatregel, ‘behoudens ‘het geval, dat van dit
vleesch inderdaad ‘besmettingsgevaar voor onzen vee-
stapel te vreezen zou zijn, over te gaan. Mocht Ne-
(Ierland’s vleeschexport zich onhepaald kunnen blijven
ontwikkelen, onverschillig of het Engelsche invoer-
verbod van kracht blijft of ooit zal worden opgehe-
ven, zoo diene men niet uit het oog te verliezen, dat
invoer van bevroren en gekoeld vleesch onzen vleesch-
uitvoer verhoogt. Ingeval ‘deze uitvoer echter door
maatregelen in het buitenland aanmerkelijk in zijn
ontwikkelingsgang mocht worden belemmerd, zullen
economische faktoren wel beslissen, of invoer van het
hwtenlan’dsche vleesch stand zal kunnen houden. Ge-
durende cle laatste jaren, waarin dat soort vleesch in
aanmerkelijke hoeveelheden hier werd geïmporteerd,
,s echter gebleken, dat de uitvoer van het in Neder-
land geproduceerde vleesc.h, vooral van varkensvleesch,
ook daardoor in hooge mate kon
stijgen,
terwijl in-
voer van veevoederstofferi, die immers voor onze
vleeschfahricagc noodzakelijk zijn, niet in verhouding
tot den viceschexport was toegenomen.
i)
Of deze uitvoer evenwel in dezelfde mate als in ‘de laatste jaren zal kunnen blijven gehandhaafd voor het
geval, dat Engeland zijn grenzen voor het versche
vieesch van Nederland zal gesloten houden, zal de tijd
moeten loeren. De
cijfers
van den vieesehuitvoer der
laatste maanden hebben ‘bij enicelen een groot deel van
de aanvankelijk verontrustende stemming kunnen weg-
nemen. Men bedenice evenwel, dat de uitvoer in clie
maanden niet anders is te beschouwen clan ‘geforceerd
na een tijd van weifelinig der producenten, die steeds
in de optimistische verwachting leefden, dat, Engeland
zijn ‘deur in het begin van den herfst weer zou openen
en die tot verkoop van hun vee tot de sterk gedaalde
prijzen niet zoo spoedig wilden overgaan. Wanneer
het invoerverbod in dat land niet zal worden inge-
troklcen zal men eerst na langeren tijd kunnen con-
cludeeren, weilce gevolgen ‘dit voor ons land heeft
geha’d.
Dr.
ALEX. REENS.
WIJZIGING IN DE REGELING VAN HET CIRCULATIE-
BANKWEZEN VAN CURAÇAO.
Medio Juli 1925 werd door den Gouverneur van Curaçao een voorstel ingediend tot herziening van
het reglement van de Cnraçaosche Bank van 30 Mei
1907 (Publicatieblad No. 9). Nadat over dit voorstel,
hetwelk een algeheele verandering van het Bank-
reglement beoogde, einde September 1925 door den
Kolonialen Raad een Voorloopig Verslag was uitge-
bracht, werd begin November d.a.v. tot de intrekking
van het ontwerp overgegaan. Deze maatregel was het
gevolg van een inmiddels ingekomen
schrijven
van
den Minister van Koloniën, waarbij deze mededeelde,
dat hij het plan had opgevat de inrichting en den
werkkring van de West-Indische circulatiebanken bij
de wet te doen vaststellen en het voorstel van den
Gouverneur derhalve als overbodig beschouwde.
Door de voortdurende uitbreiding van het bedrijf
der Curaçaosche Petroleum Industrie Maatschappij, eene dochterinstelling van de Bataafsche Petroleum
Maatschappij, door dç vestiging op Aruba van de
Lago Oil and Transport Company, eene tot het
concern van de Standard Oil Company behoorende
onderneming, door den steeds toenemenden handel en
scheepvaart en mede ten gevolge van de groote werken
voor havenverbetering en watervoorziening doet de
vraag naar biljetten van de Curaçaosche circulatie-
bank zich sedert eenigen tijd met steeds meer kracht
gevoelen
2).
De Curaçaosche Bank tracht zoo goed
Zie
over ,,De ontwikkeling van den in- en uitvoer van
vleesch van Nederland in het tijdvak
1919-1925″
het onder
dezen titel voorkomende artikel
van
schrijver dezes in
,.Holiaud’s import & Export Trader”, October
1926,
bi.
113.
In omloop zijnde bankbiljetten:
1
Jan.
1922
…………….
f 1.138.906,-
1
,,
1923
…………….
..1.178.122,50
mogelijk aan de vraag naar bankbiljetten te voldoen.
Zij wordt evenwel in hare gestie gehandicapt door
de ter zake bestaande voorschriften. Volgens afdeeling
3, No 11, van het Bankreglement van 1907 was de
verhouding, waarin het bedrag aan bankbiljetten door
bij de Directie der Bank te Willemstad berustende
munt of muntmateriaal moest
zijn
gedekt, bepaald
op 1/3. Voor de rekening-courantsaldi en andere
dadelijk opeischbare vorderingen was derhalve geen
dekking voorgeschreven. Voorts was een z.g. ,,bank-
bil jetten-kapitaal” van f 250.000,— vastgesteld, m.a.w.
de maximum-uitgifte van bankbiljetten op f 250.000,-
bepaald. Eene
soortgelijke
regeling werd vôôr 1875
bij De Javasche Bank aangetroffen.
In verband met de behoefte van den handel aan
meerdere ruilmiddelen werd de voorgeschreven metaal-
dekking in 1909 van 113 op 1/5 teruggebracht (P.B.
1909, No. 15). Dezelfde reden veroorzaakte eene traps-
gewijze verhooging van het maximum voor de uitgifte
van bankbiljetten van f 250.000,— in 1907 tot
f 1.500.000,— in 1919 (P.B. No. 66). Ondanks deze
verruiming van de gestelde grens bleef de behoefte
aan bankbiljetten aanhouden. Vooral in 1920, toen
het Koloniaal Bestuur in afwachting van de uitvoering
van de wet van 27 November 1919
1)
(Nederlandsch
Staatsblad No. 786), begon met de grove zilveren
munt zooveel
mogelijk
aan de circulatie te onttrekken.
De Bankdirectie werd daarom door eene wijziging
van het Bankreglement gemachtigd om in bijzondere
omstandigheden de gestelde grens van f 1.500.000,-
voor de bankbiljettenuitgifte te boven te gaan onder
voorbehoud van volledige dekking in munt en (of) muntmateriaal voor de boven de limiet uitgegeven
biljetten (P.B. 1920, No. 31). Deze regeling herinnert
aan de Bank Charter Act van 19 Juli 1844, de Peel Act. Van bovenvermelde bevoegdheid is eerst in den loop
van Februari 1925 gebruik gemaakt, sedert is echter
het bedrag aan in omloop
zijnde
bankbiljetten voort-
durend gestegen en – zooals hiervoor is aangetoond-f 2.150.000,— genaderd. Bij handhaving van de be-
staande voorschriften wordt zoodoende een kapitaal
van rond f 650.000,— vastgezet en renteloos gemaakt.
Het Koloniaal Bestuur, verwachtende dat de door
het Opperbestuur in uitzicht gestelde regeling niet
spoedig tot stand zal komen en van meening, dat de
bestaande toestand, welke den vooruitgang van het
gewest belemmert, niet langer mag voortduren, heeft
in April 1926 bij den Kolonialen Raad een voorstel
ingediend tot partieele
wijziging
van het reglement
der Curaçaosehe Bank.
2)
De ontwerp-veroidening is na voorafgaande schrif-
telijke behandeling in de vergadering van den Kolo-
nialen Raad van 1 September j.l. zonder hoofdelijke
stemming aangenomen en op 14 September d.a.v. door
den Gouverneur vastgesteld.
In de eerste plaats wordt in deze verordening bepaald,
dat de grens voor de uitgifte van bankbiljetten komt te vervallen, waardoor het voorbeeld wordt gevolgd
van De Javasche Bank en De Surinaamsche Bank,
welke zusterinstellingen onderscheidenlijk in 1875 en
in 1918 het stelsel van contingenteering hebben ver-
laten. De metaaldekking, welke nog beperkt
blijft
tot
de bankbiljetten, wordt evenals in het oorspronkelijke
reglement van 1907 op 1/3 bepaald.
Voorts wordt het kapitaal der Bank van f 350.000,-
op f 450.000,– en de maximum-reserve van f 50.000,-
op f 150.000,— verhoogd. De voor de kapitaalsver-
grooting benoodigde som van f 100.000,— zal worden
gevonden door
overschrijving
op de kapitaal-rekening
1
Jan.
1924
…………….
f 1.197.535,-
1
1925
…………….
,, 1.480.573,-
1
1926
………… … .,,
1,581.989,-
1
Mei
1926
…………….
,, 1.992.289,-
1
Sept.
1926
…………….
,, 2.146.769,-
Wijziging van de Muntwet
1901,
waarbij het gehalte van de zilveren teekenmunt aanzienlijk werd verlaagd.
Gedrukte Stukken Koloniale Raad, zittingjaar
1925-
1926-9,
Nos.
1
en
2.
17 November 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
II.
van de buitengewone reserve (f 28.500,—), van het
overgroote gedeelte van de gewone reserve (f 51.500.-
van de ruim f 52.300,—) en van een gedeelte van
het bedrag der ingetrokken, niet ter verzilvering aan-
geboden bankbiljetten. De gewone reserve zal weer
geleidelijk op péil worden gebracht door dotatie uit
de jaarlijksche winst.
Hoewel voor eene circulatiebank de grootte van
kapitaal en reserve niet in de eerste plaats van
belang is, daar de waarborgen voör de schuldeischers
(voornamelijk de houders der bankbiljetten) vooral
gevonden moeten worden in de aan de Bank be-
hoorende munt, muntmateriaal, effecten, wissels, enz.
kan het niet anders dan toegejuicht worden, dat de
Bank tevens de secundaire waarborgen voor hare
schuldeischers versterkt wil zien. Ook voor het aan-
zien van de Curaçaosche Bank, welker biljettenemissie
van ruim f 2.100.000,— die van De Surinaamsche Bank
reeds ver achter zich laat, kan eene vergrooting van
kapitaal en reserve niet anders dan gunstig werken.
J. VAN
ETTINOER.
PROTECTIE, RETORSIE ENZ.
Prof. Dr. W. C. Mees
schrijft
ons:
Aan hen, ‘die met aandacht gevolgd hebben hetgeen
den laatsten tijd over ‘deze onderwerpen in het midden
is gebracht, zal ‘het zijn opgevallen, hoe zorgvuldig
veelal ‘de principieele vraag naar de economische gevol-
gen van protectie is vermeden. Weliswaar heeft Mr.
Josephus Jitta op blz. 51 van zijn praeadvies aan de
V.ereeniging voor ‘de Staathuishoudkunde en cle Sta-
tistiek duidelijk neergeschreven, dat het onwrikbaar
verband tusschen invoer en uitvoer de grondslag is
van de leer van den vrijhandel, maar dit heeft niet ten gevolge gehad, dat dit punt in het centrum der
gedachtenwisseling is komen staan. Velen hebben
zich ‘zelfs gehaast naar voren te brengen, dat
zij
zich
niet in theoretische beschouwingen omtrent de voor-
en nadeelen van vrijhandel of protectie zouden bege-
ven. Menigeen zal zeker zich daarvan hebben weer-
houden, omdat ‘daaromtrent niets nieuws meer is te
verkondigen. Door •de kern der vragen, waarom het
gaat, links te laten liggen, zal echter het belang, dat
ons land heeft bij een goede ‘handelspolitiek, weinig
worden gediend.
Het is daarom toe te juichen, ‘dat een pro’tectionist
als Dr. Oortwijn Botjes in zijn praeadvies aan het
Kon. Nederi. Lan’dbouwcomité ‘blijkt te zijn, die kern in ‘zijn beschouwingen heeft betrokken. Hij meent het
in- en uitvoerargument te weerleggen door te wijzen
op de mogelijkheid, dat ‘de storig in de betalings-
balans, ontstaan door verminderden invoer als gevolg van protectionistische maatregelen, wordt’ opgeheven
door 1) een verhoogden levensstandaard; 2) door
plaatsing van kapitaal in eigen land en 3) door een
toeneming van het (buitenl.) effectenbezit.
Het is te betreuren, dat de praeadviseur zelfs niet
tracht ‘ons duidelijk te maken, hoe dat wonder zich
zal voltrekken. De ‘belemmering van ‘den invoer zal
z.i.
gelijktijdig
geld beschikbaar stellen voor meerdere
behoeftenbevredigin’g en ‘voor meerdere ‘belegging in
binnen- en buiteiflan’d! Ik heb
altijd
gemeend, dat
wanneer het leven duurder werd, er
mtinder
voor be-
legging beschikbaar was.
Dat meerdere belegging in ‘het buitenland ‘de door
protectionistische maatregelen verstoordé betalings-
balans tijdelijk weer tot rust kan brengen., is juist,
maar is het in het belang der binnenlandsche produc-
tie, indien ons kapitaal
lcunstnsatig
naar het buiten-
land wordt geleid?
Thans nog een opmerking over retorsiemaatregelen
eo de toepassing vé.n het’ wederkeerigheidsbeginsel,
hetwelk veelal tot uiting komt in een vechttarief.
‘De voorstanders dier maatregelen
wijzen
natuurlijk
op het succes daarmede te ‘bereiken. Te veel wordt
echter over liet ‘hôofd gézien, ‘dat niet altijd succes
is te boeken en als ‘dit achterwege blijft, dan zit men
met ‘do maatregelen, die tegen het buitenland zijn
gericht, maar waarmede men zichzelf
11
jet niiiidor
voi’wondt.
En
bij
het toepassen van vcchttarieven zal men
haast nooit
zoo volledig succes hebben, dat men niet
een gedeelte der maatregelen tegen het buitenland,
•dat is een ‘gedeelte van ‘de tariefsverhooging, behoudt.
De heer Kortenhorst erkende dan ook volmondig ter
vergadering van het Lan’dhouivcomité, ‘dat wie per se
geen protectie wil, zich tegen vechttarieven moet ver-
zetten.
Het is ‘dus niet juist, wat men wel hoort beweren,
dat vec’httarieven en retorsiemaatregelen evengoed
door voorstanders van vrijen handel kunnen worden
voorgestaan.
Men kan
bij
niet volledig succes met die maatregelen
de niet verleende concessies niet toch verleenen, want
dan bemerkt het buitenland, dat het dreigement niet
meenens is geweest en zal in ‘de toekomst met ge-
noemde maatregelen
niets
‘meer te bereiken zijn.
Voor wie protectie niet wil, ‘zit in het hanteeren van vechttarieven een innerlijke tegenstrijdigheid.
[eu moet tegenover het buitenland de houding aan-
nemen, alsof iedere concessie een offer beteekent, ter-
wijl men in zijn hart zelf het •offer als een voordeel
beschouwt.
De in den laatsten tijd telkens gemaakte vergelijking
met de onderhandelingen met Duitschlan’d, waarbij
het ‘door ons land verleende crediet als handelsobject
heeft gediend, gaat niet op.
Bij het hanteeren van een vechttarief door een vrij-
handelaar bestaat de zgn. concessie aan het buiten-
land in tariefverlaging, die men in
eigen
belang acht.
Wil het buitenland voor die quasi-concessie niet vol-
doende gunsten verleenen, ‘dan kan men fatsoenshalve
en ook met het oog ‘op de toekomst de in eigen belang
geachte verlaging niet toepassen.
Bestaan daarentegen ‘de gunsten, die wij kunnen
verleenen, uit credieten aan het ‘buitenland, dan zul-
len wij, indien het niet gelukt als contraprestatie
voldoende concessies te krijgen,
ook geen offer hebben
te brengen en het geld in onzen zak hou’den.
Of ‘het gewenscht is zoodanige credieten als aan
Duitschland zijn toegestaan, te verstrekken, kan hier
onbesproken
blijven.
Het is echter onjuist ‘deze trans-
actie op één lijn te stellen met ‘de van sommige zijden
gewenschte vechttarieven.
Wageningen, 5 November 1926.
HET INTERNATIONALE RUWSTAALKARTEL.
1-let Verdrag van Versailles, op 10 Januari 1920
van kracht geworden, wees Lotharingen aan Frank-
rijk toe, ‘bepaalde ‘dat het ‘Saar’gebied tot 1935 binnen
de Fransche tolgrenzen zou verblijven en dat de
Duitsch-Luxemburgsche tolunie werd opgeheven.
De belangrijke ijzer- en staalindustrie van Lotha-
ringen werd hierdoor gescheiden van haar kooksbasis, ‘het Roerbekken, en van de markt, waarop zij voor den
afzet van een groot deel harer producten was aange-
wezen, ul. Zuid-West Duitschiand. )
Voor do ijzer- ‘en staalin’dustrie van ‘het Saargebied
is een onbelemmerd ha’ndelsverkeer met het overige
Duitschland een ievenskwestie. Hoewel beschikkende
over ‘de ‘kolen van het Saarbekken is zij voor een vol-
komen kooksvoorziening afhankelijk van de Ruhr,
terwijl zij evenals Loth’aringen de Zuid-West-Duitsche
ijzer en staal verwerkende industrie van grondstoffen
voorziet.
Ook Luxemburg kwam door het verdrag in moei-
lijkheden. Zelf gespeend van kolen vond het als lid
van de :Duitsche tolunie aan de Ruhr voor zjjn hoog-
ovens ]cooks en een afzetgebied voor ruwijzer.
Door ‘de hierboven genoemde bepalingen van het
Vredesverdrag werd dus diep rngegi-epen in de uit.
1)
Buiten beschouwing kan bier blijven, welke de gevol-
gen
van de af scheiding van Lotharinsh voor de ertsvoor-
ziening van cle Duitsclie ijzer- en staalindustrie waren.
1010
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 November 1926
natuurlijke omstandigheden geboren economische ver-
houdingen en het ligt voor de hand, dat voorzienin-
gen moesten worden getroffen, die zouden kunnen
leiden tot een – zij het dan ook tijdelijke – besten-
‘digi’ng van de vroegere toestanden. Zoo werd aan
Duitschiand de verplichting opgelegd om gedurende
tien jaren na het van kracht worden van het verdrag
groote hoeveelheden kolen en (of) kooks o.a. aan
Frankrijk en eventueel aan Luxemburg te leveren.
Aan de andere zijde werd bepaald, dat Duitschland
‘gedurende vijf jaren o.a. uit Lotharingen en Luxern-
‘burg aanzienlijke posten ijzer en staal vrij van invoer-
rechten ‘binnen zijn gebied moest toelaten en dat ge-
durende ‘dit tijdvak het handeisverkeer van het Saar-
gebied en Duitschiand niet ‘door invoerrechten ge-
hinderd zou worden.
* *
*
Toen het vijfjarig tijdvak van ‘overgang voorbij
was, rees ‘dus een tariefmuur op tusschen gebieden,
die eertijds een gesloten en economisch samenhangend
geheel vormden. Thans waren de belangen van de
ijzer en staal pro’duceerende industrieën dezer gebie-
den tegen’gestelcl: ten Westen van de grens zochten
Lotharingen en Luxemburg een uitweg voor hun pro-
ducten naar ‘het oude afzetgebied, ten Oosten van deze
was het de Ruhrin’du’strie, die zonder meer een over-‘
strooming van ‘de Duitsche markt met ijzer uit het
Westen niet kon toelaten. Wel waren er de h’ooge
Duitsche invoerrechten, ‘doch deze verloren tegenover
Frankrijk, België en Luxem’burg als gevolg van de
inflatie van het ruilmi’d’del dezer landen een zeer
groot deel van hun effect. Het feit, dat de belangen
van de Duitsche ijzer verwerkende industrie parallel
liepen met die van Lotharingen en Luxemburg, waar-
door een verhoogin’g der invoerrechten vrijwel uit-
gesloten was, maakte de situatie voor de Duitsche
zware industrie nog moeilijker.
In strijd met de ‘belangen der zware industrie was
verder de tolvrijdom, door de Duitsche regeering toe-
gestaan aan het ijzer en staal van het Saargebied.
Toen in J’anuari 1925 ‘de producten van dit gebied
bij invoer in Duitschiand de gewone invoerrechten te
dragen ‘kregen, werd zoowe’l door de ijzer verwerkende
industrie van Zuid-Duitschland als door de ijzerin-
dustrie van het Saargebied zelf, grooten aandrang op
dc Duitsche regeering uitgeoefend om den vrijdom
van invoerrechten te ‘bestendigen. Bij wijze van voor-
loopigen maatregel – in afwachtin’g van het tot stand
komen van een handeisverdrag met Frankrijk, waarin
ook het handelsverkeer met het Saargebied geregeld
zou worden – besloot zij hiertoe, mede om te .demon-
streeren, dat deze ]andstreek, hoewel onder vreemd
regime, ‘werd gerekend tot Duitschland te ‘behooren.
Voor ‘de Duitsche zware industrie hielden al deze
kwesties dus het vraagstuk in, hoe te voorkomen dat
hare prijzen op ‘de binnenlandsche markt, die zich
normaal tot het bedrag ‘der invoerrechten verheffen
boven ‘die van de wereldmarkt, zouden worden onder-
boden. Doch daarnaast zag zijt zich nog voor een
ndere opgave gesteld, ul. te trachten een verhooging
der wereldmarktprijzen te bewerkstelligen. De in bijna
alle Europeesche ijzer- en staal produceerende landen
heerschen’de inflatie ‘had, te samen met overproduc-
tie al’s gevolg van de groote uitbreiding, ‘welke in de oorlogsjaren aan het productieapparaat was gegeven,
deze prijzen zoo ver omlaag gedrukt, ‘dat zij ver bene-
den ‘het algemeene prijsniveau waren komen te lig-
gen. Eind 1924 ‘bijv. waren
zij
d’ooreen genom’en
slechts ongeveer 30 pOt. hooger dan eind 1913 en zij
zoi.iclen nog verder terugloopen. Het zal dus duidelijk
zijn, dat ‘de Duitsche ijzer- en staalindustrie, na de
stabilisatie van de markt niet langer ‘deelen’de in de
schijn-welvaart ‘der inflatie, bij uitvoer harer produc-
ten met belangrijke verliezen had rekening te houden.
En verder: ook al zou
‘zij
hebben verkregen, dat de
binnetilan.dsche markt geheel onder hare contrôle was
gebracht en dus hebben bereikt, dat de binnenland-
sche prijzen zich boven ‘die van de wereldmarkt ver
hieven tot bedragen, gelijk aan de J)uitsche invoer-
rechten, dan nog zou haar bedrijf nauwelijks leu-
nend zijn. In tiveeërlei opzicht ‘dus was een verhoo-
ging der wereldmarktprijzen van ‘het grootste belang
voor haar.
In ‘de ongunstige omstandigheden waarin zij’
bij
het
‘begin van het vorige jaar verkeerde door de crisis,
gevolgd op ‘de stabilisatie van de mark, ‘de nawerking
van de in October 1924 geëindigde Ruhrbeetting,
hooge ‘belastingen en groote sociale lasten, vond de
Duitsche zware industrie een sterken prikkel om te
trachten zoo ‘spoedig mogelijk ‘haar doel te bereiken.
* *
Nadat in Octcber 1924 de onderhandelingen over
een Duitscb-Fransch hand’elsverdrag ‘waren begon-
nen, werden een maand later de vertegenwoordigers
der Duitsche ijzer en staalindustrie geroepen om bij
deze van voorlichting te ‘dienen. Zij stelden’ voor om
‘de besprekingen over de door
Frankrijk
verlangde ‘he-
stendiging van den tolvrjdom
bij
invoer van ijzer uit
Lotharingen en het ‘Saargebied nâ 10 Januari 1925, aan de ‘betrokken industrieën der beide landen over
te laten. Beide regeeringen stemden ‘hierin toe.
Het overleg, waarbij ook de Luxemburgsche ijzer-
en staalindustrie en die van ‘het Saarge’bied betrokken
waren, nam ‘het geheele eerste semester van 1925 in be-
slag; op 16 Juni 1925 werd een overeenkomst geslo-ten, die als het Luxemburgsche Verdrag ‘bekendheid
verworven heeft. In dit verdrag werd ‘bepaald, dat de
‘invoer van,
ruwijzer,
‘haiffabrikaten en walsproducten
uit Lotharingen en Luxemburg in Duitschlan’d zou
varieeren met ‘de Duitsche productie daarvan, met
dien verstande dat hij aan een maximum zou zijn ge-
bonden. Het Lotharingsche en Luxomburgsche ijzer
kreeg slechts do helft van het Duitsche invoerrec’ht
te dragen, de andere helft kwam voor rekening van
‘de Rohstahlgemeinschaft, een ‘kartel, waarin nage-
noeg alle ruwstaal-producenten van Duitschlan’d ver-
eenigd zijn. De ijzer- en staalindustrie van het Saar-
gebied werd vrij’dom van invoerrechten toegestaan
voor een gedeelte van ‘haren uitvoer naar Duitsch-
land; dit tolvrije contingent zou eveneens stijgen of
dalen met de Dui.tsche productie en aan een maximum
gebonden
zijn.
Door deze overeenkomst kon ‘de stroom
van ijzer uit het Westen worden genormaliseerd. De
Dnitsche zware in’dustrie zou ‘dit ijzer tegen wereld-
‘marktprjzen overnemen, ‘de helft van het, invoerrecht
betalen en den Duitschen consument behalve den we-
reldmarktprijs het volle invoerrecht in rek’ening ‘bren-
gen. Hiermede ,was één ‘harer ‘doeleinden bereikt. Wel
was er ‘dan nog hetSaarijzer, dat tegen wereldmarkt-
prijzen ‘op ‘de Duitsche markt verscheen, doch de Roh-
stahlgemeinschaft nam de distributie hiervan op zich. Overigens ‘ha’d de Duitsche ziare industrie toen reeds
een ‘oplossing voor deze moeilijkheid op het program-
ma: de aansluiting van ‘de fabrieken van het. Saar-
gebied ‘bij’ de Duitsche kartels en syndicaten. Om te
‘voorkomen, dat de Duitsche industrie van eindpro-
ducten door ‘deze regeling bij ‘haar. , export in zeer
groote moeilijkheden
zou ‘komen als gevolg van ‘de
hooge prijzen, welke zij voor de voornaamste ‘harer
gron’dstoffen kreeg te betalen, had de Rohstahlge-meinschaft reeds bewilligd in het toestaan van een
reductie op ‘de binnenlandsche prijzen voor ijzer en staal, wanneer ‘dit verwerkt moest worden aan voor
export ‘bestemde machines, enz.
Van ‘de
zij’de
van
Frankrijk
was in het Luxemburg-‘sche Verdrag geën enkele concessie gedaan. Het be-
vatte echter de bepaling, dat het niet van kracht zou
worden, voordat een Duitsch-Fransch handelsverdrag
zou zijn tot stand gekomen, waarin een reductie op de
Fransche invoerrechten voor de producten der Duit-
sche ijzer- en staalverwerkende ‘industrie was toege.
staan.
Ter bereiking van ‘haar tweede doeleinde – op’dtij’-
ving ‘der wereldmarktprijzen – achtte de Duitsche
ijzer- en staalindustrie een beperking van de produc-
tie in die mate, dat niet, langer méér zou worden ge-
17 November 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BËRICHTEN
1L
procluceerd clan een hoeveelheid, welke beantwoordde
aan cle vraag, de aangewezen weg. liet schijnt, lat
haro vertegenwoordigers bij de onderhandelingen over
het Luxemburgsche Verdrag reeds voorstellen in dien
geest hebben gedaan, doch de andere partij, met een
dank zij inflatie hoog opgevoerde productie, voelde
hiervoor toen niets.
Zocals bekend mag worden verondersteld is het
Luxem’burgsche Verdrag nimmer in werking getre-den. hierboven bleek, dat het gekoppeld was aan het
Duitsch-Fransche handeisverdrag, dat zelfs nu nog
niet° in volledigen omvang is tot stand gekomen.
De Duitsche ijzer- en staalindustrieelen lieten zich
door dit alles niet ontmoedigen, doch wachtten voor
do bereiking van hun doel gunstiger tijden af.
* *
*
Hun Fransche en Belgische collega’s begonnen
reeds in het laatst van verleden jaar tot het besef te
komen, dat de inflatie-welvaart, waarin •de West-
Europeesche ijzer- en’ staalindustrie zich verheugde,
eenmaal een einde zou nemen. Zij begrepen, dat toen
de gelegenheid nog gunstig was om aan hun hooge
productiec]Jfers aanspraken te •ontleenen, welke zij
later, tijden.s ecn clefiatiecrisis, niet meer zouden kun-
nen doen gelden. Toen dus in ‘het begin van dit jaar
van Duitsche zijde opnieuw ‘de contingenteering van
den Lotharingschen en Luxemburgschen uitvoer aan-
hangig werd gemaakt, doch nu te zamen met heb
vraagstuk ‘der productiebe’perking, namen zij t.o.v. deze
laatste een tegemoetkomender houding aan dan
vroeger.
De onderhandelingen welke nu volgden, werden
zeer ‘vergemakkelijkt, doordat het grootste gedeelte der
fabrieken in ‘het Saargebied zich bij de Rohstahlge-
moinschaft en ‘de daarmede nauw verbonden syndica-
ten voor walsproducten had aangesloten of op het
punt stond ‘dit te doen. Binnen afzienbaren tijd zal
cle toetreding van alla fabrieken haar beslag hebben
gekregen.
Frankrijk, dat de productie van zijn ijzer- en staal-industrie slechts voor een ‘deel ‘zelf kan opnemen en
dus exporteeren moet, heeft er groot belang bij’, dat het ijzer en staal van het binnen zijn toigrenzen ge-
legen Saargebied in Duitschland Ikan worden ge-plaatst. Reeds in Juli van ‘het vorige jaar was bin-
nen liet kader der onderhandelingen over een ‘handels-
verdrag tusschen Duitschiand en Fiankrijk overeen-
stemming bereikt betreffende ‘tolvrje invoorcontin-genten ten behoeve van het Saargebied. Deze over-
eenkomst kwam tot stand, toen vast stond, dat van
een handeisverdrag voorloopig niets zou komen en
dus ook ‘het Luxemburgsche Verdrag niet in werking
zou treden. Dit z.g. ,,Saarverdrag” hield echter de
voor de industrie van het Saargebied zeer bezwarende
bepaling in, ‘dat het slechts dan van kracht zou wor-
den, wanneer ‘deze met ‘de ijzer- en staalindustrie van
Lot;haringen tot overeenstemming zou zijn gekomen
over een aan laatstgenoemde te betalen bedrag voor
elke ton staal, door ‘de eerste tolvrij naar Duitsch-
land uitgevoerd. Hierdoor zou ook de Lotharingsche
industrie ‘do invoer naar Duitschla.nd gemakkeljkei
zijn gemaakt.
Het Fransche parlement ratificeerde dit verdrag
op ‘clenzeifden •dag dat het weod onderteekend, doch
het Duitscho ‘had groote bezwaren en ten slotte tra’d
ook •dit verdrag niet in werking, omdat partijen het
niet eens konden worden over de hierboven genoem-
de vergoeding. Zoo bleef de welwillende behandeling, welke Duitschlan’d den invoer van het. Saargcbied be-
wijst ‘door ‘daarvan geen recht te heffen, tot nu toe besten’digd, hoewel bepaald is, ‘dat te allen tijde de
niet betaalde rechten nog gevorderd kunnen worden
•en borgstelling is voorgeschreven. Juist dezer dagen
is een nieuwe regeling van deze aangelegenheid tus-
schen Duitschland en Frankrijk tot stand gekomen,
waarover later nog een enkele mededeeling zal wor-
den ‘gedaan.
Terwijl Frankrijk bij zijn pogingen om tolvrijdom
voor het Saarijzcr in Duitschland te
verkrijgen,
de
Duitsche zware industrie tegenover zich vond, is hier-
in door .de aansluiting ‘der Saarfabrieken
bij
de Roh-
stahlgemeinschaft, ena., een algeheele verandering ge-
komen. Immers het Saarijzer komt nu niet meer op
‘de Duitsche markt beneden ‘de Duitsche syndicaats-
prijzen en het merkwaardige feit doet zich voor, dat
de belangen van de Duitsche zware industrie voor
wat betreft vrjdom van invoerrechten voor dit zich
thans op Duitsch prijsniveau bevindende ijzer, niet
langer tegeugesteld
zijn
aan die van Frankrijk, doch
daarmede parallel loopen.
* *
*
De Duitsche ijzer- en staalindustrie heeft na bijna twee jaren haar pogen met succes bekroond gezien.
In ‘de laatste dagen van September is tusschen de
ruwstaalproducenten van Duitschiand, Frankrijk, Bel-
gië en Luxemburg overeenstemming bereikt omtrent
een beperking der productie, terwijl tevens een con-
tingenteering van den Lot’haringschen en Luxemburg-
schen ijzer en staaluitvoer naar Duitschland geregeld
is. In een slotarti’kel zullen wij eenige bijzonderheden
mededeelen betreffende het op 1 October jl. opgerich-
te Internationale Ruwstaalkartel en de contingents-
verdragen en nagaan, welke de vooruitzichten zijn
t.o.v. de door de bij het kartel aangesloten producen-
ten te volgen prjspolitiek. G. S. K. B.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE MOBILISEERING DER DUITSCHE
SPOORWEGOBIJGATJES.
Dr. F. H. Repelius te Berlijn schrijft ons:
Het communiqu, op 17 September jl. uitgegeven naar aanleiding van ‘de samenkomst ‘die te T’hoiry
plaats vond tu’sschen den Duitschen en den Franschen
Minister van – Buitenlandsche Zaken, noemde als een
der besproken punten de mobiliseering van een ‘ge-
deelte der Duitsche Spoorwegobligaties. In den sedert
genoem’den datum verloopen tijd is de uitwerking van
‘dit onderdeel voortdurend het onderwerp van discus-
sie geweest en heeft ‘men zich rekenschap kunnen
geven van de voorwaarden, welker vervulling voor
eventueele uitvoering van deze commercialiseer.ing der
obligaties noo’dig is en van de technische moeilijkhe-
‘den, die zich ‘daarbij zullen voordoen.
De Duitsche Spoorwegmaatschappij is een zelfstaii-
‘dige onderneming. Haar kapitaal bestaat uit 13 mii-
hard G.M. gewone aandeelen, ‘die allen in handen van
het Rijk zijn en 2 milliard G.M. preferente aan’doelon.
Van de laatsten is % bestemd voor emissie, ten einde
aan de Maatschappij de middelen voor nieuwe ver-
ken te verschaffen, terwijl ‘de opbrengst van de restee-
rende 500 millioen G’.M. aan het Rijk zou komen, cm
uit de opbrengst van ‘den verkoop daarvan een ge-
deelte der reparatiebetalingen te kunnen bestrijden.
Volgens een nadere regeling echter heeft geen
publieke emissie van dit laatste bedrag plaats gehad,
doch zijn bedoelde preferente aandeelen in handen
van het Rijk ‘gebleven en worden ‘de correspondeeren-
de herstelbetalingen uit de middelen van ‘het Staats-
budget voldaan; voorts nam het Rijk nog voor een
bedrag van 231 mill’ioen G.M. preferente aandeelen
over, terwijl eindelijk een publieke emissie van 150
m’illioen G.M. dezer aandeelen plaats vond.
Voor de betaling der schadevergoeding volgens de
overeen’komst van Londen zijn de Spoorwegen belast
met een o’biigatieschuld van 11 millioen G.M., over
welk bedrag aan den door de Oommissie van Herstel
benoemden Trustee een certificaat is overhandigd. i)e
rente dezer schuld bedraagt in het, op 1 Sept. 1924 aan-
gevangen, eerste jaar der schadevergoedingsbetalin-
gen 200 millioen G.M., in het tweede 5.95 milli’oen
G.M., ‘in het derde 550 millioen G.M. en in het vierde
en in de volgende •.jaren 660 millioen G.M. (zijnde
5 pOt. rente, vermeerderd met een aflossing ‘van 1 pOt.
1012
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 November 1926
(lef hoofdsom plus de bespaarde rente). Rente cii af.-
iossing dezer schuld moeten betaald worden uit be-
drijfsinkomsten van de Spoorwegen. l)e schuld is
gewaarborgd door een eerste hypotheek op de bezit-
tingen der Maatschappij en wordt gegarandeerd door
het Rijk, terwijl bij eventueel in gebreke blijven de
betalingen uit de opbrengst der
r
v
e
r
pande belastingen
zullen worden voldaan. Het staat der Commissie van
herstel vrij, de obligaties te splitsen in series, die
onder verschillende voorwaarden wat betreft voor-
rang, rente en aflossing geëmitteerd kunnen worden,
mits de jaanlijksehe betalingen daardoor niet ver-
groot, noch de periode, gedurende welke betaald
wordt, daardoor verlengd wordt.
De Trustee der Spoorwegobligaties heeft in zijn
laatste Rapport aan de Commissie van Herstel be-
langrijke beschouwingen gewijd aan de mogelijkheid
eener gedeeltelijke mobiliseering der Spoorwegobliga-
ties; hij acht niet alleen de kapitaalmarktverhoudin-
gen in verschillende landen van groeten invloed, doch
wijst ook op het groote belang van de positie der
Duitsche Spoorwegmaatschappij, de economische ont-
wikkeling van Duitsch]and en de uitvoering van het
Dawes-plan.
De laatste factoren zullen volgens den Trustee de
Spoorwegobligaties tot een prima internationsal be-
leggingsobject maken, terwijl het succes van de reeds genoemde emissie der preferente aandeelen een aan-
wijzing geeft voor het belang, dat het beleggende pu-
bliek reeds in de Spoorwegmaatschappij stelt.
Wil de uitgifte van een gedeelte der Spoorwegobhi-
gaties kans van slagen hebben – en een mislukking
zou ook voor de latere plaatsing van de rest der obli-
gaties noodlottiig zijn – dan is het volgens den Trus-
tea noodig om de spaargelden van een groot aantal
landen aan te trekken en in zeer ruimen kring de
aandacht te vestigen op deze belegging. Het minimum
van een eerste serie wordt door hem dan ook op 1 â 2
milliard G.M. getaxeerd. Ten tijde van zijn Rapport
(Juni 1926) achtte hij het oogenblik voor de emissie
der obligaties nog niet gekomen, wel echter merkte
hij op, dat politieke factoren van grooten invloed
kunnen zijn op de kapitaalmarkten, dat een wijziging
in de situatie spoediger zou kunnen intreden, dan
op het tijdstip, waarop
hij
schreef, kon worden voor-
zien en dat op een gunstige ontvangst eener emissie
te eerder zou kunnen worden gerekend, indien het
mogelijk ware •deze te verbinden met de dringende
taak om de ruilmiddelen in Europa te stabiliseeren.
De mobiliseening der Spoorwegobligaties, d.w.z.
uitgifte van obligaties voor den Trustee komt hier op
neer, dat de crediteurnaties in het bezit worden ge-
steld van het kapitaal der annuïteit, dat hun toevloeit
op grond van de betalingen der Spoorwegmaatschap-
pij, terwijl deze laatste ten opzichte van particuliere
crediteuren verbonden wordt.
Voor de crediteurnaes zou het voordeel van de
mobiliseerinig der Spoorwegobligaties daarin bestaan,
dat voor dit gedeelte •der schadevergoeding het risico
der nog te vermelden transfer-clau.sule wordt uitge-
schakeld, terwijl tevens de beschikking wordt verkre-
gen over middelen, welke een spoedige stabilisatie
zouden kunnen bevorderen. Hiertegenover staat ech-
ter het nadeel van het directe of indirecte kapitaal-
verlies, dat bij uitgifte der obligaties op de boven-
gnoemde basis, bij een noteering van een 7 pCt. Duit-
sche buitenlandsche leening boven pan, onvermijde-
lijk is.
Tot emissie van de Spoorwegobligaties zou eenzij-
dig door den Trastee kunnen worden overgegaan.
Men neemt echter aan, .dat de medewerking van
Duitschland zal moeten worden ingeroepen ten einde,
althans voor de eerste trandhe, de transfer-clausule
buiten. werking te stellen.
De totale.door Duitschiand opgebrachte schadever-
goedingsbetalingen worden volgens het plan der Ex-perts slechts dan in vreemde mupt omgezet, wanneer
zulks mogelijk is, zonder de stabiliteit van de Mark
to bedreigen. Evenals dit voor de buitenlandscho lee-
ning 1924 is geschied (neergelegd in de desbetref-
fende verklaring van den Minister van Financiën,
van 10 Oct. 1924) zal ook voor de te plaatsen Spoor-
wegobligaties een uitzondering in het belang der par-
ticuliere crediteuren moeten worden opgenomen.
Duitschland zal .dus in andere transacties, behoo-
rende tot het complex der te Thoiry behandelde on-
derwerpen, compensatie moeten vinden voor het af-
zien van de bescherming zijner valuta overigens
slechts voor een gering percentage der totale schade-
vergoedingsannuïteit – die in de genoemde trausfer-
clausule gelegen is.
De uitvoering van het plan tot mobiliseering der
Spoorwegobligaties hangt ten nauwste samen met de
regeling van verschillende internationale vraagstuk-
ken, waarvan, behalve de te Thoiny aangeroerde kwes-
ties, de regeling der intergeallieerde schulden en de
stabiliseering van den Franschen franc in de eerste
plaats genoemd dienen te worden.
Ten aanzien van h.et laatstgenoemd probleem moge
worden opgemerkt, dat het de vraag is, of het voor
Frankrijk, indien aldaar eenmaal cle maatregelen zijn
genomen, die de overtuiging schenken, dat blijvende
stabilisatie van •het ruilmiddel gewaarborgd is, niet
voordeeliger zal zijn rechtstreeks op eigen naam te
leenen •dan zich de middelen tot saneening van zijn
ruilmiddel te verschaffen door de onderbrenging van
obligaties, welken uitgifte gebaseerd is op een poli-
tieke schuld. Het groote succes der Belgische leening
zou in dit verband een
aanwijzing
kunnen geven.
AANTEEKENINGEN.
Rijksgarantie voor de Algemeene Centrale
Bankvereeniging voor den Middenstand.
Hoofdstuk VII B der begrooting voor 1927 (Depar-
tement van Financiën) bevat een memoriepost voor
,,uitgaven, voortvloeiende uit de door het
Rijk
aan
de Nederlandsche Bank verleende garantie voor Ore-
dieten, door haar verleend aan de Algemeene Centrale
Bankvereeniging voor den Middenstand.”
Ter toelichting deelt de Regeering het volgende
mede:
(54e)
In December van
1925 is
het noodig gebleken aan
de Algemeene Centrale Bankvereeniging voor den Midden-stand (vroeger geheeten de Algemeene Nederlandsche Cen-
trale Middenstands Credietbank) tijdelijk een ruimer krediet
te openen dan vermeld is in de toelichting op dezen post,
voorkomende in de Toelichting op de Tweede Nota van
Wijzigingen in hoofdstuk VII
B
der Staatsbegrooting voor
het dienstjaar
1919
(Zitting
191811919,
2, n
0
. 19,
blz.
9, v.v.).
De Minister van Financiën heeft toen met de Directie der Nederlandsche Bank een nadere regeling getroffen, volgens welke aan de Nederlandsche Bank een garantie
is verleend voor eventueele verliezen, welke door die Bank
onverhoopt mochten worden geleden ter zake van een tij-
delijk ten behoeve van de A. C. B. te openen extra krediet
van ten hoogste 10 millioen gulden. Daar de Nederlandsche
Bank te voren reeds een krediet van ruim f 7 millioen ver-
leend had, werd daarbij tevens als limiet voor het geheele
te verleenen krediet gesteld 1 17,3 millioen.
De verhouding is derhalve thans deze geworden, dat in
de eerste f 3 millioen verlies, welke de Nederlandsche Bank
uit hoofde van kredietverleening aan de A. C. B. onverhoopt
mocht lijden, de Staat en de Nederlandsche Bank ieder de
helft dragen, terwijl daarboven het verlies, mits het totaal
te verleenen krediet blijft binnen de grens van 1 17,3
millioen, tot een bedrag van 1 10 millioen geheel door den Staat wordt gedragen.
Dat de Nederlandsche Bank ingevolge deze kredietver-
leening voor verliezen zal komen te staan, is hoogst on-
waarschijnlijk; en meer nog, dat zoodanige onverwachte
verliezen te eeniger tijd de grens van 1 3 millioen zouden
overschrijden.
Het voorloopig verslag bevat over deze aangelegen-
heid de volgende opmerkingen.
Vele leden gaven uiting aan hun verwondering over de
mededeeling, voorkomende in den uitgewerkten en toelich-
tenden staat, waaruit blijkt, dat de Regeering ten behoeve
van de Algemeene Centrale Bankvereeniging voor den
17 November 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1013
Middenstand in December 1925 een extra garantie heeft
verleend van 10 millioen gulden.
In de toelichting op de Nota van wijziging van hoofd-
stuk VIIB der Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1919 werd medegedeeld, dat deze Middenstandsbank in 1914 reeds een garantie van 1 millioen gulden had verkregen.
Echter bezat deze Bank toen een geheel ander karakter
dan thans Opgericht door wijlen dr. Bos in samenwerking
met personen van verschillende richting, was zij oorspron-
kelijk gedacht als een super-centrale, waarbij de verschil-
lende centrale middenstandsbanken zich zouden aansluiten.
Dit geschiedde echter slechts gedeeltelijk, en de banken,
die zich aanvankelijk hadden aangesloten, onttrokken zicl4
weldra weder. Zoo werd deze centrale bank de Centrale
voor het neutrale middenstandskrediet, waarnaast de Cen-trale Boazbank en de Centrale Hanzebanken onafhankelijk
en zelfstandig bleven bestaan. In November 1918 kwam de
centrale bank in moeilijkheden, doordat vele deposito’s
werden opgevraagd en niet genoeg liquide middelen aan-
wezig waren.
De Nederlandsche Bank. had reeds een krediet van
f1.818.000 verleend en wilde niet verder gaan, tenzij de
Staatsgarantie werd uigebreid. Een zoodanige uitbreiding vond, als tijdelijke noodmaatregel, plaats. De Staat stelde
zich garant voor f1.500.000, waarop de Nederlandsche Bank
zich bereid verklaarde kredietpapier van de Centrale Bank
in disconto te nemen tot een maximum van f 3.300.000.
Deze garantie werd door de Regeering verleend in overleg
met de Staten-Generaal, welke hun toestemming daartoe gaven door het aannemmen van een memoriepost. Thans
is zonder medewerking van de Staten-Generaal de garantie-
post uitgebreid tot f 10.000.000, waartegen door de Neder-
landsche Bank een krediet is verleend van f 17,3 millioen.
Geheel anders was de houding der Regeering, toen in 1923
de Hanzebanken in moeilijkheden kwamen. Zij stelde zich
op het standpunt, dat aan de Hanzebanken geen steun kon worden verleend. Deze banken haden wel steun verzocht,
doch de tegenwoordig Minister van Financiën, die ook in
dien tijd als zoodanig van dat Kabinet deel uitmaakte,
verklaarde dat deze steun door de Regeering ,,pertinent en
onherroepelijk” was geweigerd. ,,Noch de aandeelhouders” – aldus de Minister -, ,,noch de crediteuren, noch de spaarders,
noch zelfs de debiteuren als zoodanig komen voor Regeerings-
steun in aanmerking”. Het gevolg was, dat twee dezer
centrale banken, gevestigd te ‘s Hertogenbosch en te Utrecht,
failliet gingen. De Centrale Hanzebank te Delft kwam eerst
later in de moeilijkheid, waarin de neutrale bank in 1918
verkeerd had. Het geschokte vertrouwen leidde tot het op-
vragen van enorme bedragen aan deposito’s. In 1924 vroeg
de Hanzebank voor f 1.000.000 disconto aan de Neder-
landsche Bank. Ook bij de Regeering werd herhaaldelijk
aangeklopt en dringend om steun verzocht. Doch alles te-
vergeefs. De bank moest in liquidatie treden. Achteraf is
op overtuigende wijze komen vast te staan, dat de bank
inderdaad met een garantie van 1 1.000.000 gered had
kunnen worden. De leden, hier aan het woord, zagen in de
houding der Regeering een zeer af te keuren meten met
twee maten. Bovendien werd de extra garantie, waarvan
hier sprake is, verleend in December 1925 zonder eenig
overleg met Staten-Generaal, terwijl toch uit de geschiedenis van dan toen bestaanden memoriepost duidelijk blijkt, dat op
grond van dien post niet een grootere garantie dan een
ten bedrage van 1 1.500.000 mocht worden verleend. En
van deze aanzienlijke overschrijding is ook nog eerst 9
maanden na dato aan de Kamer kennis gegeven.
Verschillende van de leden, die deze beschouwingen
hielden, verklaarden hun stem niet aan dit voorstel te
kunnen geven. Na de weigering aan de Hanzebank te Delft
van een garantie van 1 1.000.000 venschten deze leden niet
mede werken aan de verleening van een garantie tot een
tienmaal zoo groot bedrag aan een andere bank, die er
blijkbaar minder gunstig voorstaat.
Andere dezer leden zouden geneigd zijn zich met dit
voorstel te vereenigen, mits als ook nog eenige steun vordi
verleend aan de ilanzebank te Delft, zoodat deze – zij het
in den vorm van een nieuw op te richten naamlooze Ven-
nootschap – haai bedrijf zal kunnen voortzetten.
Sommige leden gaven in dit verband den wensch te kennen,
dat de omschrijving zal worden verruimd in dien zin, dat
ook andere soortgelijke banken, welke in moeilijkheden ge-
raken, op gelijke wijze kunnen worden geholpen.
De hulpverleening op zich zelf juichten deze leden toe,
wijl daardoor groote belangen zijn gediend.
Verscheidene leden meenden, dat, waar hier een belang
rijk risico op den Staat is gelegd, mag worden verlangd,
dat aan de Staten-Generaal een juist inzicht wordt gegeven
in den toestand, waarin de gesteunde bank verkeert. Zij
verzochten in verband daarmede overlegging van een over
–
zicht van de baten en lasten dier bank met vermelding van
de wijze, waarop de schatting van de daarvoor in aan-
merking komende baten heeft plaats gehad.
Ook waren er leden, die vroegen, of wellicht nog meer
garanties zijn verleend, van welke de Scaten-Generaal nog
onkundig zijn.
Ten slotte vroeg men, wat zal geschieden, indien de
Kamer zich met het voorstel der Regeering niet vereenigt.
Is het gebruikelijke voorbehoud behoudens goedkeuring van
de wetgevende macht” gemaakt? Of moet de Staat reeds
thans als gebonden worden beschouwd?
indexeijfers van scheepsvrachten.
:be zesde maand van de kolenstaking toonde een
aanzienlijke stijging van de vrachten voor volle ladin-
ge, schrijft ,,The Economist”. Het indexci.fer, ge-
baseerd alleen op de beschikbare thuisvrachten, (de
cursieve cijfers in de volgende tabel) komt op
182,74,
hetwelk een stijging van
39.21
pOt. in vergelijking
met de vorige maand
is.
Wanneer .de April-noteerin-
gen voor de ontbrekende ‘kolenvrachten ingelascht
worden, is het resultaat (zooals de niet dursieve cijfers
aangeven) een totaalcijfer van
162,46,
hetgeen een stij-
ging van
25.14
pOt. geeft in vergelijking met het over-
eenkomende cijfer van September. Men zal echter in-
zien, dat de abnormale toestand, een gevolg van de
steeds voortdurende kolenstaking, niet langer nauw-
keut-ig kan worden weergegeven door de
cijfers
der
kolenvrachten in te voegen, welke naar men aan-
neemt, gedurende de laatste zes maanden onveranderd
zijn gebleven; de cursieve indexeijfers geven de ge-
.middelde thuisvrachten aan en vermelden zeer nauw-
keurig den laatsten loop der vrachtenmarkt, mits men
in het oog houdt, dat het verlies van uitgaande in-
komsten moet opwegen tegen de in den laatsten tijd
verhoogde verdiensten voor de thuiavracht.
Datum
.
S
“
‘
.
N
–
,
5
o
–
‘
Basis
(Gerniddeldev.
100 100
100 100 100 100
100
(Gemidd.v.1913)
110,0 113,1
123,4 106,3 117,4
127,9
116,3
Febr.
1920
814,3 529,9
757,5 744,8
587,0 712,2
691,0
Dec.
,,
268,9
277,2
244,1
256,8
286,7 347,2
280,1
Dec.
1921
160,1
164,1 163,7
144,4
141,3
166,5 156,7
Dec.
1922
137,1
135,2 129,2
122,0
136,1
159,3
136,6
Dec.
1923
134,0
132,7 120,1
124,4
125,1
144,2 130,2
Dec.
1924 117,4 129,2
119,5
119,8 129,3
161,1
129,4
Aug.
1925
107,2 113,5 110,8
112,2
99,1
126,4 111,5
Sept.
103,2
117,3
109,1
113,4
101,8
140,7
114,2
October
109,6
121,0
110,5 106,5
104,5
142,4
115,8
November,,
115,3
119,1
110,7
109,9
109,1
149,6
118,9
December,,
117,0
121,6
117,0
110,1
110,1
154,9 121,8
Januari1926
115.9
114,1
116,1
119,6 102,8
135,5
117,0
Februari ,,
116,5
97,9
114,9 118,5
95,1
110,3 110,4
Maart
115,9
93,4
116,9
114,6
87,9
96,1
104,1
April
112,4 95,0
116,6 109,2
83,9
97,0
102,3
-,,
J
Mei
111,4
102,6
115,8
107,9
78,1 99,7
102,6
‘t
114,1 102,6 110,0
72,7
78,1
99,7
96,2
Juni
110,8
105,0
121,1
120,4
98,3
92,6
108,0
i
112,3
105,0 120,6
97,7
98,3
92,6
104,4
110,9
116,2 134,4
119,8
98,8
124,6
117,5
Juli
‘.
112,6
116,2
147,4 96,5
98,8
124,6
116,0
,,
Ç
ug.
111,6
127,8 133,7
119.6
100,9
151,3
124,2
‘t
114,7
187,8
145,8
96,0
100,9
151,3
122,8
Sept.,
J
113,7 140,3 144,3
121,7
104,1
154,9
129,8
1.
121,1
140,3
167,1
100,2
104,1
154,9
131,3
o
t
,,
f
128,1
214,6
175,1
141,7 144,4
170,9
162,5
‘t
197,6 214,6
228,6
140,3
144,4
170,9
182,7
De wijzigingen in iedere groep en onderafdeeling
(‘kolenvrachten niet inbegrepen) in de afgeloopon
maand blijken uit de hierna volgende, waarbij het ge-
middelde van
1898-1913 o,p 100 is
gesteld.
Met de voortgaande absorptie van enorme hoeveel-
heden tonnage voor verlading van Amerikaansche
kolen naar de verschillende landen werd de algemeeie
schaarschte van schepen, welke aan de normale herfst-
eischen van graanverschepers moesten voldoen –
1014
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17
November
1926
+ of –
Golf van Biscaye; uitgaande vracht..
thuisvracht …………
Middeil. Zee; uitgaande vracht ……
thuisvracht … ………
..197,61
+ 79,66
Noord-Amerika ………………….214,63
+ 74,33
Zuid-Amerika; uitgaande vracht
pp
thuisvracht ……….
.228,64
+ 61,56
Indië; uitgaande vracht …………
11
thuisvracht ………………140,29
+ 40,08
Het verre Oosten, enz ……………
.144,36
+ 40,31
Australië ………………………170,92
+ 16,02
waarvan de teekenen zich reeds in September voor-
deden – gedurende de laatste maand acuut. Zoowel
van Argentinië en Canada als van de Vereenigrie
Staten waren reeders in staat. zich van zeer
vooi
–
dee-
lige vrachten te verzekeren,
terwijl
graanverschepers
van den Donau en de Zwarte Zee-havens eveneens
groote stijgingen moesten toestaan. Noteeringen voor
vroegtijdige ladingen uit Australië stegen ook scherp
en de zaken, wier omvang vrachtzoekers van Indië en
liet Verre Oosten vereischte, weerspiegelden de alge-meene waardevermeer.dering. De verhouding van het
indexcijfer tot het gemiddelde van 1913 geeft de vol-
gcnde tabel te zien, waarbij in ‘de cursieve cijfers voor
de laatste zes maanden de thuisvrachten niet begrepen
zijn:
(1913 = 100)
Maand
1923
1
1924 1925
1
1926
114,05
117,11
114,49
100,57
Februari ……..
112,73
123,78
115,96
94,85
115,23 122,09 106,63
89,51 115,45
117,22
104,24 87,97
Januari
……….
114,55
114,27
98,23
( 88,17
‘.
82,69
Maart …………
106,82
108,62
91,74
( 92,87
‘
89,76
Juli
…………..
..
103,39
103,75 94,90
(100,95
<
991
April …………..
Mei
……………
Augustus ……..
‘100,16
104,43 95,87
(106,71
J05,53
Juni
…………..
103,04 110,50 98,19
(111,59
112,83
107,86 115,55
99,49
157,07
September ……..
111,21
112,76
102,23
October ………..
November
……..
111,81
111,21
104,67
December ………
Jaarl. gemiddeld
106,69
113,44
102,22
Ongebruikte tonnage is nu gedaald en bij gebrek
aan een onverwacht vroeg verbruik van normale
kolen-exporten van Engeland,
schijnen
hooge vrach-ten voor ,,tramp”-vaart, ‘de volgende maanden regel
te zullen zijn.
Indexcijfers van groot- en kleinhandeisprijzen
in Ned.-Indië.
De maandstatistiek 1926 No. 8 van het Centraal
Kantoor voor de Statistiek te Weltevreden bevat o.m.
het volgende:
Invoer.
Van de nieuwe reeks der invoerartikelen ontbre-
ken nog de volledige gegevens omtrent
rwevelxwre ansnso-
nie,
terwijl ook de prijzen van enkele
levensmiddelen
wel-
licht nog een geringe correctie zullen ondergaan. Het totaal aantal opgenomen artikelen evenwel is zoo talrijk, dat deze
elementen op den algemeenen gang van het iu.dexcijfer geen
invloed van praktisch belang kuunen uitoefenen.
De oude
serie ken nu als vervallen worden beschouwd.
De volledige nieuwe serie omvat 72 artikelen, d.i. 21 meer
dan de vroeger gepubliceerde, en is verdeeld in vijf groe-
pen. Het onderscheid tusschen de ,lange” en ,,korte” serie
is dit, dat van de 18 extra artikelen ‘der lange serie geclu.
rende 1914-1920 prijzen ontbreken.
Het hoogste indexcijfer behouden de
textiele goederen.
Tussehen 1922 en 1925 zijn zij vrijwel op dezelfde hoogte
blijven staan; in het loopende jaar evenwel trad een aan-
zienlijke prijsdaling in, en in Juni j.l. staan zij 25 punten
beneden het gemiddelde van 1925: In Juli en Augustus zijn
cle prijzen’ weinig veranderd. Bovengenoemde prijsdaling
houdt verband met do abnormale stijging van den invoer
in 1925 en het eerste halfjaar 1926, vergeleken met de ja-
ren 1921-1924. Daarenboven is de katoenprijs sterk terug-
geloopen.
Het laagste indexeijfer heeft cle groep der
met ale.
Het ge-
miciclelcie cijfer voor 1925 bedroeg nog 161; in Mei-Juli
was het gedaald tot 148 en 149, en Augustus geeft 146.
Vooral de
ijzersoorten
zijn in prijs gedaald. Zoowe’l de
voornaamste
ijzersoorten
als koper
naderen weer dicht het
niveau van 1913;
ruw ijzer
staat er zelfs beneden. Alleen
lood
blijft nog zeer hoog, op meer ‘clan het drievoudige van
den prijs van 1913.
Het prijsniveau van de andere drie groepen ligt tusschen dat van textiele goederen en metalen in. Onder hen zijn de
levensmiddelen
sinds 1923 ternauwernood ‘veranderd: hun
indexcijfer is omstreeks 160. Alleen
whikp
staat met 236
ver boven dit gemiddelde. Onder de ,,diversen” staan
luci-
fers
met 213 bovenaan; het gemiddelde is 156.
Augustus vertoont, vergeleken bij Juli, over het geheel
iets lagere prijzen. n uitzondering vormt alleen
hars:
dit artikel is in twee maanden tijds met ongeveer 45 pun-
ten gestegen.
Het gemiddelde indexeijfer van alle invoerartikelen be-
‘droeg in Mei en Juni 164; en in Juli en Augustus 163, d.i.
tien punten la
g
er dan het gemiddelde van 1925.
Uitvoer.
Het algemeene indexeijfer bewoog zich in 1924
met 155 en 1925 met 146 op een aanzienlijk hooger niveau
dan in het loopende jair. Het hoogste punt van 1925 bracht
December, nl.
152. Vooral
rubber, peper
en
katja’n.g idjoe
konden hooge prijzen bedingen. Januari en Februari 1926
vertoonen een ‘sterke en voortgaande reaktie, voorname-lijk door de daling ‘der rubberprijzen, terwijl in Maai
–
t jI.
vrijwel alle artikelen lager genoteerd zijn. De reaktie zet
zich voort in April, geaccentueerd door een opmerkelijke
prijsdaling van
mals
en van
peper,
en voor
rubber
en
peper
ook in Mei. In Juni en Juli veroorzaken verschil-
lende artikelen (voorn. dja,rekpitten, arechides, maIs
en
suiker)
opnieuw een daling, in weerwil van de betere prij-
zen van
da’inar.
Eerstehands suiker is in die twee maanden
meer dan dertig, tweedehands ruim twintig punten gedaald.
In cle jongste maand, Augustus, is alleen opmerkelijk een daling met 27 punten van
witte peper.
De
witte peper
scheen na een geweldige prijsstijging
voorn. sinds Mei/Juni 1925, gevolgd door een gevoelige reaktie sinds Januari ji., in Mei-Juli eenigazins tot stabi-
liteit te zijn gekomen. Zooals echter gezegd, bracht Augus-
tus opnieuw een gevoelige reagtie, waarmee de merkwaar.
clige hausse in dit artikel, die vooral door vraag van
.Amerikaansche zijde kwam, voor ‘t oogenblik ten minste
alweer tot het verleden behoort. De indexeijfers voor dit
artikel zijn: 110 in Mei 1925, 117 in Juni 1925, 136 in
Juli, 199 in December, 217 in Januari 1926, en sindsdien
(Februari-Augustus) 206, 196, 181, 169, 179, 173 en 146. De prijs van cle
rubber
bleef na cle speculatieve hausse
van het vorige jaar, die in November haar toppunt be-
reikte, eerst zeer snel en sinds Februari jl. geleidelijk dalen;
sinds Februari is hij weer lager clan in 1913/14, die als
ki-isisjaren in de geschiedenis der rubberprijzen bekend
staan. Niettemin is de prijs nog zeer hoog ‘te noemen, doch
de buitengemeene en oncontroleerbare ontwikkeling van
dit zoo jonge artikel veroorzaakt, naast heftige prijsbe-
wegingen, .dat het prijsniveau van 1913 en 1914 niet recht-
streeks met het huidige vergelijkbaar is. De indexeijfers
voor rubber gedurende Nov. 1925 – Augustus 1926 be-
dragen 168, 163, 131, 98, 95, 86, 75, 65, 68 en 66. De prijs
schijnt voorloopig gestabiliseerd.
Indexeijfers van 72 invoer- en 20 uitvoerartikelen in den
groothandel te Batavia, Soerabaja en Semarang.
invoerartikelen.
voer-ligroot.
artik. hand,
–
g.
.
=
i
!-
,
t
–
1913. 100 100 100 100 100 100 100 100 1922. 208 166 172 174 175 182 129 170 1923. 208 163 174 174 169 181 149 174 1924. 212 164 167 164 168 179 155 174 1925. 208 161 161 154 165 173 146 167
Mei
1926. 186 158 148 157 157 164 136 158
Juni
,, . 183 160 149 156 157 164 134 157
Ju1i
,, . 183 160 149 157 156 163 132 156
Augustus
. 182 159 146 160 156 163 131 156
1)
20 art.
2)
12 art.
3)
12 art.
4)
15 art.
5)
13 art.
Kleinhandels prijzen.
De serie indencijfers voor artike-
len van in- en uitheeinschen oorsprong is zoo samenge-
17
November
1926
ECONOMISCH-STATISTISOHE BERÎCHTEN
1015
steld, (lat de inheemsche en cle tutlieemsche groep geheel
parallel zijn.
De kleinha.ncielsprijzen kier
uit/beeinsehe
artikelen ver-
toonden in 1925 over het geheel genomen een beeld van
stilstand: zij bleven schommelen om het indexcijf er 151.
Het jaar daarvôör, 1924, was met 158 slechts weinig hoo-
ger. In Maart en April 1926 waren cle cijfers iets lager
dan in Januari en Februari, en Mei ligt met 146 weer
drie punten beneden April. De vier daaropvolgende maan-
den geven 147, 146, 148 en 148.
Het cijfer voor Juli is gecorrigeerd.
Het algemeene indexcijfer dat
injleemsohe
artikelen is
in 1925 gemiddeld 13 punten lager dan in 1924. Op dit ge.
middelde van 1925, 169, is het cijfer vrijwel blijven staan.
De laatste vier maanden (Juni-September) geven 170, 107,
167, 167.
Indexcijfers van kleinbandeisprijzen van verbruiksartikelen
van in- en uitheemschen oorsprong te Batavia.
In-
h
1)
Uit-
heemsch
Totaal
Voeding
2
)
1913114
100 100
100 100
1923 ..
194
173 183
182
1924
.
182 158 170
170
1925 .
.
169
152 160 158
September1925..
178
161
170
–
October
,,
. .
177 162 169
–
November
,,
..
177
161
169
–
December
. .
176
161
169 157
Januari
1926..
167 151 159 157
Februari
..
167
152
161
158
Maart
. –
169
149
.
159 157
April
. .
171
149
160 158
Mei
…
171
146 159 157
Juni
. .
170
147
159
157
Juli
,,
,.
167
146
157
154
Augustus
..
167 148 157
155
September
,,
. .
167 148
158 155
1)
.20 artikelen.
2)
35 artikelen.
Pa.sserprijzen.
Nadat Januari jI. over vrijwel de geheele
linie, met name voor
rijst
en
cassave,
ten gevolge van de lange droogte in het vorige jaar en van den slechten padi-
oogst in Midden- en Oost-Java een opmerkelijke prijs-
stijging vertoont, zijn sindsdien de prijzen weer aanzien-
lijk gedaald. Deze prijsdaling kan men telken jare in cle
eerste maanden waarnemen, doch had dit jaar een zooveel
sneller verloop dan het vorige jaar, dat de meeste prijzen
clie der overeenkomstige maanden van 1925 weer beginnen
te naderen, terwijl sinds April
mais
en
kedelee
zelfs veer
lager genoteerd zijn dan een jaar tevoren. Alleen de prij-
zen van
ara.chides
blijven hoog. Sinds Juni vertoont zich
voor,
rijst
en
rnis
de seizoen-stijging.
Een en ander geldt alleen voor de landbouwgevassen.
Eieren, vleesch, visch, Javaansche suiker
en ook
klappers
verschillen ternauwernood in prijs van het vorige jaar.
MAANDCIJFERS.
POSTOHEQUE EN GIRODIENST.
(In duizenden guldens).
Octobr 1926
October 1925
Aantal
Bedrag
Aantal
1
Bedrag
Aantal rekenin-
gen op uito.
..
118.455
.112.204
Bijschrijvingen .
.
1.250.411
428.931
1.054.047
378.435
waarvan
Stortingen …
.
530.182
92.461
444.987 74.894
720.229 336.469
303.899
Gegireerd ……
uit and. hoofde.
Afschrijvingen .
.
822.545
391.822
675.061
354.873
waarvan
55.318
136.483
52.693 626.744 336.469
.
303.899
uit and, hoofde.
32.204
34
Chèques
…….163.597
Gezamenlijk te-
Gegireerd ……
goed op ult°.
91.099
437.022
Bedrag ter be-
legging
1)
72.080 65.425
1)
Hiervoor komt uitsluitend in aanmerking het saldo-
tegoed der particuliere rekeningen.
GIRO-OMZET B13 DE NEDERLANDSOHE BANK.
October 1926
October 1925
Posten
1
Bedrag
Posten
Bedrag
Voor reke. ninghoudera 57.704
f3.318.772.000
57.825
f2.678.154.000
waarvan door
de H.-bank
plaatselijk
43.663 ,,2.935.888.000 43.099 ,,2.284.973.000
Ter voldoe-
nihg van
Rijksbelast.
1.630
,,
14.133.000 1.797
,,
13.143.000
GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM.
–
–
October 1926
11
October 1925
Giro’s
(eenzijdige ver- milIi’enen Aantal
k
ilit
o
enen Aantal
melding)
Girobetalingen aan
–
_____-
gemeenteinstellingen
f
10.9
17.782
f
12.9
16.833
Girobetalingen aan
particulieren
20.7
79.763
,,21.9
69.315
Geldonczet.
Ontvangsten ……..
,,
5.-
6.836
4.7
6.784
Betalingen ……….
,,
7.1
29.212
7.8
30.284
Part.rekeninghouders
,,18.8′ 28.373e
17.3′ 25.517
2
Waarvan rekeningb.
welke gelden voor 1
jaar vast hebben
gedeponeerd …….
,,
8.4
2.938
2
9.8
2.754
2
l),Gemiddeld saldo te goed.
2)
Einde der maand.
–
EMISSIES IN OCTOBER
1926.
StaatsIeeningen ……….. . ……
f 113.131.095,-
zijnde:
Nederlanclsoh-Jncjjjë
Ned.-Iiidische
Leening
1926 B. f107.114.000
46 % obl. h 98
% 9
f104.971.720 Zuid-Amerika. Repubi. Chili $ 3.500.000
6 % Buiteni. Sinking
Fund Goud – obl.
93- %
………….
f
8.159.375
Prov.
en Gemeentelijke Leeningen ..
1.314.800,-
zijnde
ATede,.la.p4
Coevorden
f
320.000
4Y2 % oh!. ii. 983/8 %2)
f
314.800
Giemneente
Groningen
f 1.000.000
44 % obi.
t 100 % …… …..
f
1.000.000
I
–
Iypotheekbanken …………….
,,
3.008.500,-
zijnde:
Nederland Aandeelen
Gron. Hypotheekbank v.
Nederland
f 100.000
aand. t 155 %’) (waar-
op te storten 29 %)
f
31.000
Duitschi and
Pa.ndbrieven
Preussische Zentralstadt-
schaft G.M. 5.000.009
8 % Goud-Pancibrieven,
Serie IX, t 99Y4 %
f
2.977.500
Industi-ieele Ondernemingen ……
Nederland
Obliga.tiën
– N.V. Utrechtsche Wa-
terleichng Mij.
f
700.000
44 % obl. t 97Y
2
7o
1
)
f
682.509
Neclerlandsch.-Indië
Aancleeien
N.V. Industrieele Mij.
Palembang
f
500.000
aand. t 114 % …..
f
570.000
Duitschi and
Obliga.tiën
– Hamburg. Electr.-Werke
R.M. 15.000.000 7 %
Goud-obligatiën 1926 t
934 % …………
f
8.415.000
(Vervolg op
pag.
1017.)
1 0 1 6
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 N ovember 1926
.
STATISTISOH OVERZICHT VAN DEN EOONOMISOIIEN TOESTAND VAN NEDERLAND.
(Niet met
gemerktegegevens ontleend aan het Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek.)
1926
11
Jan./September
Febr.
Maart
April
Mei
Juni
Juli
Aug.
Sept.
1925
1
1926
Arbeidsmarkt.
1000
9.853
493
12.471
271 14.573
402
11.903
569
9272
310
14.852
858
11.367
114
10.063
363
77.636
3.782
100.548
3.643
Staats- en part.
mijnen.
Aantal arbeiders op len der maand
31.245
31.208
31.187
31.016
31.276
31.371
31.695
31.782
30.621
12
)
26,332
13
)
Bedrag der gehouden
aanbestedingen
><
f
1000 ………..
waaronder voor fabrieksbouw
X t
……………..
MetaalinfustrieAantal
meerderj. arbeiders op 1 Jan. en 1 Juli
16,2
16,8
14,1
16,0 17,0
29,580
19,2
19,4
18,7
16,8 16,8
a
d
ve
._
t
.
Gemiddeld aantal taken p. week v.
Amsterdam
alle b. d. ,,Havenarbeids-Reserve”
>
()< 1000)
6
e rijf
ingeschr.
losse
arbeiders tezamen
)
Rotterdam
zj
.?i….
….L
…..flL
..JLL
JL
…iJ.)
.
4
9&)
Indexçijfer der Werkloosheid.
8
,
8
,1
….s..
w
1
97,0
Arbeidsbemiddeling.
1)
Aanbiedingen v. J
Ingeschreven ged. de maand.
. . .
43,1
44,9
41,7
42,9
45,3
46,1
48,1
50,5 405,8
421,3
werkzoekenden. 1
Overgebl. op het einde v. de mnd.
1
81,7
68,6 60,2
56,5
56,0
55,2
59,1
64,4
62,9
64,4
Aanvragen
van
f
Ingeschreven ged. de maand
. . . .
21,4
24,7
24,0
1
22,9
22,4
23,1
22,3
25,1
190,1
207,4
werkgevers.
k
Overgebi. op het einde v. de mnd.
1
x
.5,8
1
5,2
4,4
4,4
4,9
5,0 4,9 5,0
Plaatsineen……………………………………
J
JL
19,5
J!
,
!.
1 J!L…
.i&
18
,
6
J!L..
.
1
2z
7
…
.iL_
165,2
Arbeidsloonen.
.
Ondergrondsche arbeiders ……….J
bij
de mijnen
.
Bovengrondsche
.
………..
(loon
per dienst)
f536
f5,34
,, 3,89
•
f5,38 f5,39
f
5,43
f
5,40
f5,42
f5,46
f5,35
22
,, 3.96
,, 3,92
3,91
,, 3,91
,, 3,91
,, 3,91
,, 3,91
,, 3,91
12
69I
5
5
‘
§
f9
Vaste
havenarbeiders
Amsterdam
} weekinkomen
.
.. .(
,
33,84
16
)
ijv
n
0,93
,,0,91 ,,0,91
,,0,92
,, 0,90
,, 0,92
11
0,93
,, 0,88
,,0,94
12
0,92
,,0,93 ,,0,93
,,0,95
,, 0,91
,, 091
,,0,91
090
,,0,91
12
Bou
bedr
e
Metselaar
uurinkomen
……………….
A ms er am.
<
Timmerman
……………….
0,86
,
–
0,85
,, 0,85
,, 0,85
,, 0,83
– –
,, 0,83
,, 0,85
,, 0,84
,, 0,8512
,
Opperman
,,
……………….
Metaalindustrie, uurinkomen van meerderjarige arbeiders
fQ,
Voortbrenging en verbruik.
Zee.
j
aanvoer in
Ned.
havens 2)
>(
1000
K.G.
§
3.971 1.295
§
4.538
1.278
§
4.12!
862
§4.997
§
5.055
1.141
§
6.506
1.273
§
11.145
§
2.566
§35.86414
§10.368
14
§43.604
14
§
10.79614
visscherij.
.
opbrengst
X
1
1000
……………………..
*Productie der
kolenmijnen X
1000 ton
3)
…………….
§ §
592
§
706
§ §
665
§1.173
§
667
§
724
§
777
§
759
§
770
§
4.932
§
6.291
Voor binnenlandsch verbruik beschikbaar gekomen hoe-
..
veelheid
steenkolen
X
1000 ton 4)
……………………
§
889
§
970
§
841
§
822
645)
§
928
§
597
§
890
7.321
§
7.371
In consumtie gebrachte
suiker
2)
X
1000 K.G…………
6)
1000 K.G
14.917 1.130
17.214
1.115
17.000
1.282
16.458
908
18.254
1.047
19.034
1.117 16.351
790
18.013
774
147.662
8.177
151.788
9.775
Schepen In aanbouw ;
inhoud in bruto Registerton
7)
. . . .
133.605
148.245
127.775
12
Aan de consumtie onttrokken suiker
>(
……..
lndexcijfers prijzen landbouw- en veeteeltart.
basis
f
143
.
135 132
.
161 137
135
130
130
127
154 135
lndexcijfers productiekosten van den landbouwf 1910-’14t
162
160
158
157 157
158
158 172
160
Handel en Verkeer.
.
197
213
200
195
212 206
196
208
1.797
1.857
Handelsbeweging
zonder gouden en
1
130 143
135
129 133
141
160
178
1.355 1.280
millioenen)
……………………
t.
Saldo
invoer.
. ..
68
69
65 66
79
65 36
30
442
577
Ontvangsten der Spoorwegmaatsch.
(in millioenen)
Ontvangsten per
dagkilometer
sedert 1 Jan.
(jn
gid.)
. . .
11,9
13,3
13,2 13,7
§
13,6
§15,6
§
15,7
13,8 123,3
§
124,0
zilveren munt en muntmateriaal (in
Uitvoer
……….
117,03
117,25
115,07
118,74
§
119,16
§
122,16
§
124,44
§
124,75 124,18
§
124,75
Inklaringen
(geladenf Nieuwe Waterweg ‘in
iw
N R
T
‘
t
1.143
272
1.404
308
1.290
291
1.447
353
1.618
323
1.609
362
1.544
364
1.485
311
12.53(1
2.930
12.837
2.910
(
Invoer …………
zeeschepen)
1.
Ijmuiden
1
1.
Inklaringen
k
L bth
f
(geladen rivierschepen in
1000
ton
° ‘
2.776
988
.
2.785
1.286
2.740
1.433
3.338
1.327
4.138
1.535
4.317
1.721
4.231
1.285 4.161
1.561
20.097
14.718
40.843
12.176
Opgelegde zeeschepen
ojd. len der maand: aantal
8)
in
20
108
20
102
23
114
26
122
28
135
17
66
12
44
8
20
3112
158
22
UitklaringenJ
van
1000 1(0.) ……………………
idem:
bruto inhoud
*lndexc.
v.
scheepsvrachten. (Volle ladingen ,,The Econom.”)
110,4
104,1
102,3
102,6 108,0
117,5
124,2
129,8 118,9 112,9
1000
registertonnen
………………..
*
(
Gelost bij invoer……………
(
oe erenverv9oer
Geladen bij uitvoer ……..
in
1.651
648
1.839
834
1.845
784
2.013 825 2.188
1.067
2.370
1.090
2.071
1.286
2.228
1.181
16.052
6.19
17.678
8.321
n
e
avens
Doorgevoerd met overlading)
on,
1.557
2.048
2.345
1.895
2.625
2.810
3.290
3.270
17.622
21.750
Prijzen, kosten van levensonderhoud.
*l
n
de
x
cijfers der
groofhandeisprijzen f
Algemeen cijfer
149
152
145 145
143
142
143
142 144
145
141
139 139
134
140 135 155 154
144
143
in Nederland (1913
= 100) ……..
Voedingsmidd. ed.
Kosten van
(
Arb.gez. A’dam (1Oct. ’23-30 Sept.’24
= 100).
95,7
96,8
.
levens-
<
Arbeidersgez. te ‘s-Oravenhage (1921
– 100).
80,4 81,8 78,7 82,
12
)
onderhoud.
1,
Ambtenaarsgez.te’s-Gravenhage(1921l00)
_L
…ïZ±.
Financiewezen,
*Opbrengst
Rijksmiddelen
(totaal).
.
35,7
40,1
42,2
45,0
42,1
39,4
36,3
41,6
340,6 364,9
Beursbelasting ……….
1
.
.
.
1
0,383
0,386
0309
0,276
0,415
0536
0,349
0448
3,906
3,769
Invoerrechten
……….
j’On millioenen)
s
4,86
5,70
4,83 4,67
4,75 4,39
4,47
4,84
30,63 43,03
Statistiekrecht ……….
)
t
0,331
0,361
0,326 0,316
0,343 0,358
0,352
0,359
3.131
3,064
Gegireerd
door den
Postch.
en
Girodienst
(in millioenen)
306
321
302
327
365 355
302 344 2.457
2.991
2.534
2.767
2.677 2.849
2.761
3.267
2,660
2.688
23.577
24,716
Opereerend kapitaal der Ned. BanklO)
(in millioenen)
..
*Wjsseldjsconto
477
448
3,50
437
3,50 470
3,50
438
3,50
466
3,50 449
3,50
451
3,50
49712)
4,03 3,50
3,50 2,26
2,67
2,86 2,94
2,87
2,0
2,65 2,90
2,99
2,78
2,41
2,82
2,93 2,94
2,99
2,72
2,50 2,80
2,67
2,78
97
96
19
)
93
91 91
91
91
91
92
II.
Bank- en credietinstell. [Aand. van 7 ondern]
101
9919)
97
95
95
97 97
98
99
*Giro..omzef bij de Ned. Bank
(in millioenen)
…………..
.
o.!.
IV.
Indische fondsen [Aand. van 24 ondern.)
85
78
19
)
76
76
76 84 84
89
95
140
138
19
)
136 136
137
139
142
148 145
derNederl.Bank’I
(………..
<
III.
Scheepvaart [Aand. van 7 ondern.]
…………
‘.
V.
Petroleum [Aand. Kon. Ned. Petr. Mij.]
111
108
19
)
107
108
110
105 105
106
101
*parficulier disconto
>
gemiddeld pCt.
……….
*prolongafie
)
………..
1.
Nijverheid [Aand. van 49 ondern.]……………
4,05
4,05 4,03 4,04 4,03
3,98
3,93
3,94 3,94
.?j
II.
Nederi. Staatsleeningen.
.
4,62
4,64 4,67
4,63 4,59 4,59
4,55 4,56
4,54
o
4,88 4,90 4,90 4,87 4,83
4,81
4,84
4,88
4,90
…………………
1.
Ned. Grootboekobligaties
………………….
4,66
4,63 4,65 4,66
4,62 4,62
4,58 4,54 4,59
lii.
Ned. Indische leeningen……………………
Gemeent. en provinc. leeningen
…………..
Spoorwegleeningen
… …………………..
4,52 4,50 4,50 4,48 4,48 4,49
4,44
4,43 4,46
..
4,67 4,67
4,68 4,66
4,63
4,63 4,60
4,60
4,62
Fondsen II tm.
V …………………………
Emissies
(onder aftrek conversies
U)
(in mill.)
J.LL…
‘
20,1
JZ….
50,0
1
39,8
….LQ…
1
24,8
1jjj
179,9
381,9
Aantal uitgesproken Faillissementen.
_L
1
339
1
300 302
1
3491269
236
1
3783i39]_2.814
§
Voorloopige cijfers,
uitvoer in den vorm van suikerhoudende goederen.
71
Op
den laatste
61
91
A’dam,
11 40
distr.- en
3
andere arb.beurzen en, voor zoover bekend, de Cor-
van het kwartaal. Cijfers van Lloyds.
Te A’dam en te R’dam.
respondentsch. der arb.bemiddeling.
21
Zoowel door Nederl. als buitenl?
R’dam, Vlissingen, Vlaardingen, Hoek van Holland, Ijmuiden en overige
schepen.
31
Kolenslik niet
inbegrepen.
Wel
zijn inbegr. de eigen con-
havens.
10]
Zonder voorschot aan den Staat en schatkistpromessen
sumptie der mijnen en de
kolen, die aan de mijnwerkers gegeven
rechtstreeks; 3e weekbalans
v.
d. maand.
U]
Nom. bedrag voor Jan.
worden
[z.g. ,,Deputatkohlen”].
4]
Saldo invoer
plus
eigen productie.
75,1;
Febr.
12,8;
Mrt.
1,8;
juni
1554;
juli
26,7; jan.JSept. ’25
198,6;
0
1
in het
Aan-
’26 271,8.
121
September.
11
Juli.
14]
Jan.JAug.
151
Ie kwartaal.
D.w.z. onder betaling van accijns
vrije verkeer gebracht.
jan.lSept.
genomen mag worden, dat deze suiker binnenkort de consumenten be-
161
3e kwartaal.
171
2e halfjr.
181
Wegens het Engelsche mijnconflict
reikt.
61
D.w.z.
waarvoor restitutie van
accijns
is
verleend wegens
overtrof de uitvoer den invoer.
191
Gemiddelden van 4weken.
17 November 1926
ECONOMISCH-STATISTISÇHE BERICHTEN
1 0 t 7
Siemens & Raiske A. G.
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
Sierneus-Schuckert-
Werke
G.
m.
b.
H.
N.B. *** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
$3.600.000
6Y2.%
25
j.
S
GELDKOERSEN.
S
Sinkillg
FUU(l
Goad-
BANKDISCONTO’S.
obi.
ït
99
%
(waarop
te storten
50
%)
….
f
4.455.000
Ned.
IDise.Wissels.3130ct.’25Zwits.Nát.Bk.31220et.-’25
Bel.Binn.Efi. 4
S
Oct.’25
N.Bk.v.Denem. 5
24Juni’26
Bk.
Ruhber-Maatschappijeii………….,,
2.100.000,-
Vrsch.inR.C. 5
3
Oct.’25
ZweedscheRbk 41 8 Oct.’25
zijnde :
:
Javasche Bank . . . . 4
ii, Juli ’26
Bank v.Noorw.
426 Oct. ’26
Nc(terla4d.sch-I1vdië
Bank van Engeland 5
3 Dec. ’25
Bk. v. Tsjecho.
Aindeele
Duitsche Rijkabank 6
6 Jili ’26
slowakije .. 51
26 Oct. ’26
N.V. Ned.
Rubber
Uitje
Bank v. Frankrijk.
731 Juli’26
N.Bk.v.O’rijk. 7
6Aug.’26
1
2.000.000
aand.
Jk
Belgi8cheNat.Bnk. 7
23Apr.’26
N.Bk.v.Hong. 6
25Aug.’26
105 %
…………..
f
2.100.000
Fed;Res.BankN.Y. 4
12Aug.’26
Bank v. Italië. 7
17Juni’25
I)iverse Culluurondornerniiigen
. . . .
382.500,-
Bankvan Spanje.. 5
23Mrt.’23
Z..Afr.Res.bnk 5
zijnde:
S
S
iVederla.nclsch-Jndië
OPEN MARKT.
AGndeeien
1
1926 1925
11
1924
11
1914
Cultuur
Mij.
Juliana.
f
250.000 aand. il 105 %
f
262.500
Cultuur
Mij.
Pasoemah
•
1
1
13Nov.
8
13
Nov.
1-6
25-30
9-14
10-15
1
20-24
Nov.
Oct.
Nov.
Nov.
Juli
f 100.000
aand. ït 120 %
f
120.000
Amsterdam
Diversen
……………………,,
10.393.150,-
Partic.disc.
3
fl16
3
1
14-18
3-
116
218-3
1
14
3I8I8
414I8
3
1
I8-
3
116
,
..
zijnde..
Prolong.
3
1
12
3112-4
2314_3’12
3-112
3.114
314412
211
4
314
Nederland
Londen
Daggeld ..
3-4
343/
35
3
1
(341(
1
2
1
1
3
4
2-331
4
1314-2
Obl’igutiëu.
Partic.disc.
4UJ
4
31
4
41I13314
414-1116
4314
331_1511
3U1
35
_31
4
2114-314
N.V.
Haagsehe
Handel
Berlijn
tot
Exp]oit.
van
Dageld ..
21/2-4
211
3
511
3
4-7
3-7
1
12
7-10
–
–
Onroereiicle
0ederen
Partic.
disc.
30.55
d…
431
4
431
4
431
4
47(
6
3
14
–
–
f
500.000
5 %
obi.
h
56-90
d…
4518
4
5
/8
4
5
18
4
18
–
14
6
3
14
–
2
1
18-
1
13
98% %
)
……….f
493.750
Waren-
Nederlcsndsclv.Indië
wechsel.
4
7
18_5
1
1
4719-5114
5115.114
5
1
131
811
3
-31
4
–
–
Aa-n.d.eeleis
De Deli Courant f200.000
New Yorkl)
CaIl money
41/
3_3(
4
41(
4
_3/
4
41(
3
_8(
4
41(
3
_3/
4
4
1
(35
1
(4
2-314
1314-213
Partic.dlsc.
–
–
4
4
35(
–
–
aanci. l
100%
……f
200.000
.
1) Cail money-koers van
12Nov.
en daaraan voorafgaande weken t/m
Dcncm.ar/ce’ia
Vrijdag.
Obligetiën
Deensch Rijkswoningfonds
WISSELKOERSEN.
f
10.000.000
5 %
obi.
KOERSEN IN NEDERLAND.
a
97 %
…………
f
9.700.000
Data
New
York)
‘Londen
•,)
Berlijn
•.)
Parijs
S
.)
1
Brussel!
Batavja
1)
S
Totaal
….f
144.453.145,-
9 Nov. 1926
2.50’1
16
12.124
59.354
8.14
34.82
1001
1) Deze leening diende geheel voor conversie.
3) Voo, conversie
f
210.000.
10
,,
1926
2.50
12.12
59.344 8.044
34.82
10011,
) Koers yj• aandeelhouders; vrije inschrijvin
8. 165 %.
11
,,
1926
2.50
1.1l4
59.354
8.074
34.82
100′
12
,,
1926
2.50 12.124
59.364
8.32
34.82
100′
Totaal der emissies in Januari
f
124.166.250,-
13
,,
1926
–
12.124
59.36 8.23 34.82
100k
Februari . . .
,,
29.542.250,-
15
,,
1926
2.50
1
2
.
12
*
59.351
8.354
34.824
10081.
Maart
…….
21.925.975,-
Laagsted.w.1)
2,49ij,
1
2
.11* 59.32 7.90 34.75
100
April………
.1.9.849.750,-
Hoogste d.wl)
2.50i
12.12*
59.38
.8.38
34.90
100k
Mei
…….
..
50.022.402,50
8 Nov. 192612.50%
12.124
59.371
8.241
34.82
100’i
Juni
……
..
190.159.500 –
,
1
,,
1926
Muntpariteit
2.50
12
.114
12.10
59.454
59.26
7.9741
48.-
34.80
10011,
Juli
……..
13.557.482,50
2.48v
31.59
100
Augustus
. .
,,
24.797.935,-
Data
Zwit-
serland
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
September . .
,,
112.157.237,50
*)
‘
rest’)
.l
**)
October
144.453.145,–
9 Nov. 1926
48.22
35.30
7.40
1.35
10.524
37.924
Algemeen Totaal . .
f
79.1.831.921,50
10
,,
1926
48.22
35.30
7.40
1.36
10.44 37.80
11
,,
1926
48.22
35.25 7.40
1.35
10.32
37.874
Bovendien:
12
,,
1926
48.21
35.25
7.40 1.36
10.32
37.924
f
3.430.000,- 3/ns. Schatkistpromessen
8.
f
993,55
13
,,
1926
48.22
35.25 7.40
1.36
4.430.000,- 6/rn.
,,
,,
,,
986,25
15
1926
48.2281
9
35.25
7.40
1.37
10.31
37.874
16.594.000,- 4 % Scisatkistbiljetten..
,,,, 1.005,24
Laated.w.
1
)
48.19
35.20
7.38
1.30
10.20
37.75
Voorts bestond h.ièr te lande gelegenheid
tot inschrijving
Hoogste d.wl)
48.24
35.0
7.42
1.40
10.55
38.15
op de volgende obligaitieleeningen:
8 Nov. 1926
48.22
35.30 7.40
1.34
10.52
37.674
Rente- Emissie-
1
,,
1926
48.21
35.30
7.40 1.40
10.80
38.-
Guldens voet
koers
Muntpariteit
48.- 35.-
50.41
48.-
48.-
48.-
Kerkbestuur van de 11. Familie
Data
Stock-
1
Kopen-!
Oslo
sin
Buenos-
Mon-
Rotterdam
(conv.
f230.000)
. . – 400.000
5%
99% %
holm *..ijhagen*.l
forf9
Aires’)
treall) Kerkbestuur van het Allerh. Rai-t
9 Nov. 1926 66.774 66.524 62.60
6.30
10134
van Jezus te Schiedam (conv.)
– – 150.000
5 % .
9934 %
Parochie v. cl. H. Antonius AbI te
10
,,
1926 66.80
66.55
62.65
6.30
101k
2.503.
Rotterdam
(conversie)
………215.000
5 %
9934 %
11
,,
1926 66.75
66.60
62.624
6.29
1013.
2.50’1
Vereeniging van den 11. Vincentius
12
,,
1926 66.75
66.65
62.624
6.30
101k
2.50a1
8
van Paulo te Amsterdam
……200.000
5 %
99% %
13
,,
1926 66.75
66.65
62.55
6.29
101%
2.50
Parochie van de H. Martelareu van
15
,,
1926 66.75
66.65
62.60
6.29
10151
8
2.50%
Gorcitm, te ‘s-Rage
(cnv.)
– . . –
130.000
5 %
99% %
Laagsted.w.l) 66.674 66.45
62.50
6.27
101k
2.50
Sint Hippolytus Stichting te Delft 300.000
5 %
99
%
Hoogste d.w1) 66.824 66.65
62.75
6.32
102
2.5051
St. Elizabetlss Ziekeiïls. te Alkmaar 300.000
5 %
99% %
8 Nov. 1926 66.80
66.52t1 62.524
6.30
101k
2.5081
s
Genootschap der Priesters van het
1
,,
1926 66.824 66.50
62.35
6.30
102
2.50X
H. Hart van Jezus
(Diisseldorf) 150.000
7 %
99
%
Muntpariteit 66.80
66.67
1
66.67
48.-
105
2.48s/
Orde der Paters Dosniuicasin Aiit-
1
S
)
Noteering te Amsterdam.
*5)
Noteerlug te Rotterdam.
werpen
…………………..120.pOO
6 %
99
%
‘)
ParticulIere opgave. Orde
der
Broeclers
Fraucisoanen
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht
(Aken)
…….. ……………
150
:
000
7 %
100
%
voor
van
een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
1018
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 November 1926
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
D a a
Londen
Parijs
Berlijn
Amsterdam
($
per
£)
(
P.
lOOfr.)
(3
p. 100 Mk.)
(3
p. 100 gld.)
9 Nov.
1926
4,84%
3,17
23,72%
39,99%
10
,,
1926
4,84%
3,22
23,739/
4
40,-
11
,,
1926
4,85
3,221
23,75%
40,00%
12
,,
1926
4,85
1
18
3,311
23,75
40,01
13
,,
1926 4,85’1
3,301
23,7434
40,01
15
,,
1926
4,85
,
1
8
3,36
23,75
40,-
16 Nov.
1925
4,8451
4,17
23,80
40,24
Muntpariteit
4,8667 19,30
23,81%
4011,,
TE LONDEN.
KOERSEN
Plaatsen en
Noteerings.
30
Oct.
6Nov.
1
8113
Nov.
’26
13Nov.
Landen
eenheden
1926
1926
1
LaagstelHoogstel
1926
Alexandriö.
.
Piast.
p.
9714
9734
9771,,
979
9734
Athene
….
Dr. p.
£
39814
395
380
298 396
Bangkok … Sh.p.tical
11108/
8
1110%
1/10%
1110
8
18
1(10%
Budapest
.
..
Pen. p.
£
27.721
27.721
27.65
27.80 27.721
B. Aires’). ..
d. p.
$
4518/18
4525
45
11
116
457/,
45%
Calcutta
. . . .
Sh. p. rup:
11571
8
1j571
115
115
7
1
s
1/5
55
1
64
Constantin..
Piast. p.
£
965
965 955 975 960
Hongkong ..
Sh. p.$
111114
1/11%
1111
2,0
1
1
8
1111
7
18
Kobe
……
210%
2/0
11
1
82
210i1
2/0ft
210
Lissabon 1)
. .
d
.
per Esc.
2171
35
217133
23810
285/
54
2
17
/
82
d. per
$
24 24
23
25 24
Mexico ……..
Montevideo
1)
.Sh.p.yen
d. per
$
49;(
49%
493.4
4971
s
4914
Montreal’)
.
$
per
£
4:84′
4.84
9
5
7
4.8371
s
4.84 4.84
R.d.Janeiro
1)
d. per Mii.
6
26
1
32
6
26
1
32
681
35
6131
j5
6
5
18
Shanghai …
Sh. p. tael
21514
215
21471
8
2/571
8
216
‘/8
Singapore. ..
id. p.
$
2/3
27
/
3
,
2/3′
7
f,,
2/3%
2;3
3
‘/,
2/3
27
1
32
Valparaiso
8).
$
p.
39.46 39.55
1
39,52 39.62
39.52
Warschau ..
Zl. p.
£
4334
4334
42
45
4334
‘)Telegrafisch transfert.
2)
90
dg.
ZILVERPRIJS
GOUDPRLJS’)
Londen’)
N.York’)
Londen
8 Nov. 1926.. 24
15
158
5334
8 Nov. 1926…..
8411134
9
,,
1926..
24718
533 *
1
11
9
,,
1926…..
84/113.4
10
,,
1926..
2418/
53
3
/
t
10
,,
1926….
8411134
ii
,,
1926- 25
8
18
5481
8
11
,,
1926…
.
8411134
12
,,
1926..
2571
5434
12
,,
1926.,..
.
84111%
13
,,
1926—
257156
5418
13
,,
1926…..
84111%
14 Nov. 1925— 3211,
69%
13 Nov. 1925…..
84/1134
20 Juli
1914..
24151
1
,
5411
s
20 Juli
1914….
84111
1)
in pence p. oz. stand.
2)
Foreign silver in $c.
p.
oz. fine.
5)
in sh. p. oz. fine
STAND VAN
‘8
RIJKS KAS.
Vorderingen.
1
30Oct. 1926
1
6 Nov. 1926
Saldo bij de Nederlandsche Bank
–
–
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
–
f
16.442,83
Voorschot op uit. Sept. 1926 aan de ge-
meenten op voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten op
f
49.550.456,42
,,
49.550.456,42
de Rijksinkomsten belasting………
,,
10.936.396,55 ,,
10.952.881,41
Kasvord. weg. credietverst. a/h. buiteni.
,,137.652.175,56
,, 137.636.299,17
Daggeldieeningen tegen onderpand
van Staatsschuldbrieven
–
–
Voorschotten aan de koloniën……….
Saldo der postrekeningen van Rijks-
17.262.578,83
,,
16.132.492,63
comptabelen
…………… ……….
Vordering op het Staatsbedrijf der P.,
—
–
T
.
en
T.
‘
)……………………………
Id.
op
andere Staatsbedrijven
2)
1.460.348,03
,,
760.348,03
Verplichtingen.
Voorschot door de Nederi. Bank
….
f
12.676.529,97
f
4.437.728,75
111.219.000,-
,,11l.372.000.-
81.300.000,-
,,
57.450.000.-
Waarvan direct bij de Ned. Bank..,,
35.000.000,-
,,
15.000.000.-
14.499.779,50
,,
14.228.609,50
Schatkistbiljetten in omloop’)……….
Schuld a. d. Bank
v.
Ned.Oemeenten
2)..
771.134,86
–
Schatkistpromessen in omlooR
……..
Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds’)
..
10.655.126,88
,,
11.138.453,43
Zilverbons in omloop
……………….
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T. 2)..
25.520.303,41
,,
25.451.771,97
Id. aan andere Staatsbedrijven’)………..
590.000,-
,,
590.000,-
Id. aan diverse instellingen
2)
……….
4.526.080,76
,,
36.223.182,84
Waarvan
f
12.056.000 vervallende
op 1
Juli 1929.
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
1
6Nov. 1926
/
13 Nov. 1926
Totaal …………………………..
f32.115.000,-
/
30.881.000,-
Voorschot uit
‘s
Rijks kas aan N.-Indië
,,
1.012.000,-
,,
1.126.000,-
Indische Schatkistprom. in Omloop
..,,
.
8.650.000,-
,,
3.600.000,-
Voorschot Javasche Bank aan N.-lndië
Muntbiljetten
in
omloop
… … ……
…
–
33.200.000,-
–
»
33 557.000,-
Ten voordeele van Ned.-lndië ge
het
boekte beleggingsgelden van
2.938.000,-
1,,
3.075.000,–
Ned.-lnd. muntfonds ……
…………..
Idem van de Ned.-lnd. Postspaarbank.
619.000,-
,,
737.000,-
Te goed bij
‘s
Rijks kas…………………
–
–
Tegoed bij de Javasche Bank
………..
14.304.000,-
,,I1.214.000,-
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans
op
15 November 1926.
Activa.
Binnenl.Wis.f Hfdbk.
f
43.778.073,48
sels, Prom.,
0
Bijbnk.
,,
8.549.558,22
enz.in
disc.
1
Ag.sch.
,,
15.999.299,46
f
68.326.931,16
Papier
o. h.
Buitenl. in disconto
–
Idem eigen portef.
.
f
180.237.803,-
Af :Verkochtmaar voor de bk. nogniet afgel.
–
180.237.803,-
Beleeningen
Hfdbk.
f
46.488.378,66
in rek -crt
Bijbnk.
,,
13.752.764,51
op
onderp.1
op
onerp:
Ag.sch.
,,
71.002.089,58
f
131.243.232,75
Op
Effecten…….
f
128.236.432,75
Op
Goederen en Spec.
,,
3.006.800,-
131.243.232,75
Voorschotten a. h. Rijk
…………….,,
10.834.361,56
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……
f
62.013.590,-
Mul7tmat., Goud
.. ,,
356.299.586,53
f
418.313.176,53
Munt, Zilver, enz.
•
27.065.201,59
Muntmat., Zilver..
Effecten
,,
445.378.378,12
Belegging Res.fonds.
f
7.008.176,68
id. van
‘/
5
v. h.
kapit.,,
3.954.298,42
10.962.475,10
Gebouwen en Meub. der Bank
……..,,
5.142.000,-
Diverse rekeningen
………………,,
72.921.074,98
s
f
925.046.256,67
Passiva.
Kapitaal
………
f
20.000.000,-
Reservefonds
……………………,,
7.047.731,06
Bijzondere
reserve
……………….,,
8.800.000,-
Bankbiljetten in omloop…………..
852.505.990,-
Bankassignatiën in omioo-…………,,
432.861,48
Rek..Cour.
J
Het Rijk
f
–
saldo’s:
k
Anderen,, 25.540.937,10
25.540.937,10
Diverse rekeningen
………………..
.
‘
10.718.737,03
f
925.046.256,67
Beschikbaar metaaisaldo
…………..
f
269.113.523,43′
Op de basis vas.
‘h
metaaldek/cing …..
,
93.417.565,71
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigdis.
,,
1.345.567.615,-
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
Ooud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Munt
1
Muntmat. Circulatle
opeischb.
schulden
Metaal-
saldo
king,
oerc.
15 Nov. ’26 62.014 356.300 852.506 25.974 269.114 50
8
’26 62.114 356.297 866.146 22.483 266.830 50
1
’26 62.266 356.290 891.961 23.977 261.533 49
25 Oct. ’26 62.445 356.290 833.642 34.370 271.700 51
18
’26 62.553 358.290 840.778 38.265 269.164 51
11
’26 62.660 356.281 850.816 54.343 263.693 49
16 Nov. ’25 59.184 396:903 898.458 42.179 290.662 51
25 Juli ‘14165.7031 96.410 310.437
6.198 43.521′) 54
Totaal Schat,clst- B
Papier D1vT
Data
bedrag promessen
e
op hef
reke-
disconto’s rechtstreeks
buitenl. ntne’en
3)
15 Nov. 1926 68.327
–
131.243 180.238 72.921
8
,,
1926 71.186
6.000 148.308 178.810 65.058
1
1926 73.795
9.000 170.355 185.544 66.100 25 Oct. 1926 65.335
14.500 127.303 194.428 58.336
18 ,,
1926 87.654
37.000 528.467 194.181
50.771
11
1926 86.084
36.000 135.897 208.580 44.699
16 Nov. 1925 77.653
–
134.238 244.536 40.394
25 Juli 1914 67.947
14.300
61.686 20.188
509
‘) Op de basis van 21
5
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.
CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
Circu-
latie
1
Dis-
conto’s
ISottenIDm’se
aan de
kolonie
1
reke-
ningen’Iningen’
1 Diverse
1
reke-
1
October
1926
1.438
2.108
58
4
1.112
71
1
Sept.
1926
1.344
2.147
61′
48
1.358
230
1
Augustus 1926
1.263
2.118
62 44
1.327
189
1
Juli
1926
1.243 2.061
70
19
1.275
-158
1
Juni
1926
1.241
2.075
72
–
1.264
115
1
Mei
1926
1.157
1.993.
92 43
1.385
249
1
October
1925
998
1.525
97
121
837
114
1)
Sluitpost der activa.
2)
Sluitpost
der
passiva.
17 November 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1019
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De sa.mengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Data
Goud
Zilver
Circulatie opeischb.
1
metaal-
schuldenl saldo
8Nov.1926
22.500
337.000
68.000 146,500
30 Oct. 1926
227.250
333.500
70.500 146.450
23 ,, 1926
227.500
333.000
72.000 146.500
16 Oct. 1926 199.022
28.590 334.569
70.312 147.132
9
1926 198.849
29.746 333.706
72.854 147.733
2
1926 198.935
29.984 330.457
76.457 147.972
25Sept.1926 199.092
30.243 329.220
69.010 150.138
7Nov.1925 143.611
42.076 342.429
39.632 109.960 25 Oct. 1924 148.784
57.346 276.063 114.341 128.684
25 Juli1914 22.057
31.907 110.172
12.634
4.842
3
)
Wissels,
Dek-
Dis-
buiten
Belee-
verse
kings-
a a
contos
N.-Ind.
ningen
re
e-1
percen-
betaalb.
n ngen
tage
6Nov.1926
155.630
*1*
56
30 Oct. 1926
159.620
56
23 ,, 1926
159.020
‘
56
16 Oct. 1926 12.207 iÖ 104.295
41.443
56
9 Oct. 1926 12.121 25.985 100.360
45.328
56
2 ,, 1926
12.191
24.561 102.275
44.301
56
25Sept.1926 12.158 23.654
94.850
43.534
58
7Nov.1925 17.348 26.609
91.138
60.728
49
25Oct. 1924 34.326 17.685 105.509
35.841
53
25 Juli1914
7.259
6.395
47.934
1
2.228
44
1)
Sluitpost activa. ‘) Basis 16 metaaldekklng.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden ponden sterling.
Data
Metaal
Circulati
e
Currency Notes
Bedrag
1
Bankbi 1f.
1
00v. Sec.
10
Nov. 1926
152.061
138.834
289.192
56.250
238.305
3
,,,
1926
152.807 139.537
289.437 56.250
238.505
27 Oct.
1926
152.815 139.069
287.615
56.250
236.820
20
1926
154.096
138.712
288.705 56.250
237.934
13
1926
154.174
139.344
290.448 56.250
239.763
11 Nov. 1925
148.058 141.519
292.818
56.250
242.578
22 Juli
1914
40.164 29.317
–
–
–
Data
1
00v.
1
Other
1
Public
1
Other
Reservel
Dek-
kings-
i
Sec.
1
Sec.
j
Depos.
1
Depos.
1
10
Nov.’26
36.210
69.366
18.638
102.164
32.976
2751
t
,
3
,,
’26
35.435 71.466 19.158
103.069
33.020
2781
27Oct. ’26
36.715
70.094
17.756
104.850
33.496
28
20
,,
’26
35.325 72.772
20.202
105.344
35.134
28
13
,,
’26
35.810
70.859
19.607
103.964 34.580
28
11 Nov.’25
39.403
74.422
13.169 109.199
26.289
213.
22 Juli ’14
1
11.005
1
33.633
1
13.7361
42.185 29.297
52
1)
Verhouding
tusschen Reserve en Deppsits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen francs.
Waarv.
Te goed
Wis-
op
Belee-
Data
Goud
In het
Zilver!
in he
sels
ningen
buitenl.
1
buit.l.3)l
buiten!.
12Nov.’26
5.549
1.864 339
81
4.193!
15
2.244
4
,,
’26
5.549
1.864
339
81
5.9891
13
2.127
28Oct.’26
5.549
1.864 339
80
5.334
13
2.160
21
’26
5.549
1.864 339
80
4.673
15
2.214
14
,,
’26
5.549
1.864
339
77
5.024
15
2.227
12Nov.’25
5.548
1.864
311
566
3.232
17
2.666
23Juli’14
4.104
–
640
–
1.541
8
769
Duif.
gew.I
Schat-
1
Diver-
1
Rekg. Courant
DoM
voorsch.
1 kistbil-
sen
Circulatie
ajd. Staat letten
1)
c
jY
e
t
rn
Staat
12Nov.’26
36.050
5.521
4.985
54.927
3.221
48
4
,,
’26
36.550
5.494
4.189 55.651
3.400
16
28 Oct. ’26
35.750 5.494
5.062
54.578
3.945
36
21
’26 36.150
5.493
5.009 54.988
3.251
33
14
,,
’26
36.300
5.488
4.984
55.432
2.949
9
1.2 Nov.’25
31.350
5.167
3.600
47.682
2.484
45
23Juli’14
–
1
–
1
–
5.912
943
401
. in
uisc.
genomen wegens voorsen.
v. u. osaasa.
ouzieni. regeeringen.
2)
Sluitpost
activa.
3)
Met ingang van
den bankstaat per 14 October
is de post Tegoed
in
liet buitenland in twee onderdeelen gesplitst.
Het tegoed bij de Russische Staatsbank is pro memorie
opgenomen,
terwijl de thans opgenomen cijfers de andere rekeningen in het bui-
tenland voorstellen.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste oosten in millioenen Reichsmark.
Daarvan
Deviezen
Andere
Data
Goud
bijbui-
als goud-
wissels Belee-
tenl. circ. dekking
en
ningen
banken
1)
geldende
cheques
6 Nov. 1926
1.737,0
180,0
412,6
1.348,0
10,8
31 Oct.
1926
1.716,1 180,0 412,6
1.415,0 42,8
23
,,
1926
1.679,2
179,3
411,3
1.273,1
11,2
15
,,
1926
1.652,6
185,6
446,1
1.293,3
35,0
7
,,
1926
1.616,3
182,9
511,0
1.377,8
11,1
7 Nov. 1925
1.206,9
96,6
361,1
1.474,3
9,8
30 Juli
1914
1.356,9
–
–
750,9
50,2
Data
Effec-
Diverse
Circu.
Rekg.-
Diverse
ten
Actival) latie
Crt.
Passiva
6 Nov. 1926
91,3
711,3
3.184,8
681,8
1
216,2
31 Oct.
1926 91,3
631,3
3.325,8
582,6
1
211,7
23
,,
1926
91,4 712,7
2.824,5
872,1
1
263,8
15
,,
1926
91,3
655,8 2.971,7
737,8
1
235,2
7
,,
1926
91,3 611,7
3.139,3
835,7
1
208,4
7 Nov. 1925
220,3
786,4
2.677,6 698,0
1
462,4
30 Juli
1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
.
,i ,JUUCIOSL. •., wo.
sçenienoangscneine
0 rov., ii, 23, 1, 7 Oct.,
resp.
220,3; 161,8; 256,9; 204,8; 182,4 mili.
NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste kosten in millioenen Belgas.
Data
Goud
.
e
.
‘
Rekg. Crt.
11N.’26.
584
484
38′
504
42
400 1.760
38
228
4
,,
’26.
566 492
38′
488
51
400
1.755
42
212
28 O.
1
26.
559
481
38
459
49
400
1.753
10
235
£XU,J.L UW aeuaUnlab
gectueerU.
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in millioenen dollars.
Goudvoorraad
Wetti
betaal
Wissels
Totaal Dekking
F. R.
In her-
disc. v. d.
In de
open
Data
middel,
Zilver
bedrag
Notes
etc.
mem b er
markt
banks
gekocht
27Oct. ’26
2.823,3
1.465,8
130,8
631,9 307,5
20
1
26
2.825,9
1.461,1
128,9
586,6 292,8
13
’26
2.818,9
1.386,2
126,3 703,9 291,3
6
,,
1
26
2.813,4
1.446,1 128,7
623,6
273,3
29Sept.’26
2.807,1
1.424,7
130,1
716,6
275,6
22
,,
’26
2.826,0
1.443,0
131,6
661,6
270,4
28 Oct.
1
25
2.782,5
1
1.424,9 110,5
590,0
328,7
Data
–
Belegd
In U. s.
Notes
–
Totaal
Gestort
1
Goud-
1
Dek-
Algem*
Dek-
____________
Gov.Sec.
in circu-
latie
Kapitaal!
kings-
1
perc.’)
kings-
perc.’)
27 Oct. ’26
300,2 1.730,5
2.281,1 124,4
70,3
73,6
20
’26
307,0 1.729,8
2.257,6
124,0
70,8
74,1
13
,,
1
26
308,2
1.756,3
2.274,2
123,9 69,9
73,1
6
»
’26
306,3
1.731,0
2.259,8
123,9 70,4
73,7
29Sept.’26
302,0 1.716,5
2.330,4
123,8
69,3
72,6
22
,,
’26
305,2
1.716,1
2.332,0
123,8
69,8
73,1
28 Oct. ‘251
324,8 1.694,8
2.297,3
116,6
69,7
72,5
–
Jvcn.uuu,,Ig tulaic,, guuuvuu,,aau
tegenover upeiscoonre scnuiuen:
F. R.
Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.
Data
Aantal
banken Dis-conto’s
en
beleen.
Beleg-
gingen
Iesefl
,
e
1
bij de
1
F.R.
1
banks
1.629
1 1
Totaal
I
depo-
sifo’s
1
Waarvan
time
deposits
20 Oct. ’26
692
14.376
5.563
1
18.877
5.723
13
,,
1
26
693 14.407
5.596
11.642
1
19.118 5.736
6
,,
1
26
693 14.414
5.609
1.821
1
18.966
5.666
29Sept.’26
694
14. 395
5.634
1.668
1
18.939
5.674
22
,,
’26
694
14.259
5.621
1.658
18.820
5.682
21
Oct.
‘251
723 13.879
5.460
1.643
18.464 5.290
an net eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
1020
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 November 1926
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 15 November 1926.
Groote veranderingen hebben in de achter ons liggende
berich.tsperiode op de buiteni andsche beurzen niet plaats
gevonden. De meeste aandacht heeft nog de beurs van
B e i
–
lij n getrokken, omdat daar voor het eerst sinds lan-
gen tijd een achteruitgang van het koerspeil op te merken
‘is geweest. Verschillende factoren hebben hiertoe aanlei-
ding gegeven. Deze daling is echter niet zoo heel belangrijk
geweest, omdat spoedig na de eerste ongunstige commen-
taren reeds van verschillende zijden andere opvattingen
circulee’rden. Omtrent de Farbeniuclustrie verluidde, dat
deze onderneming belangrijke- onderhandelingen heeft ge-
openci met cle Standard Oi.l Comp1iny en met andere licha-
men in de Vereenigde Staten en deze geruchten wakkerden
de kooplust weder aan. Ook kwamen uit de mijndistricten berichten binnen, volgens welke de desbetreffeiide’ maat-schappijen nog gedurende verscheidene maanden van op-cirachten zijn voorzien, zoodat zelfs het einde van de sta-
king in Engeland geen onmiddellijke uitwerking zou be-
hoeven te hebben. Teij s]otte is de gelclmarkt tot nu toe
ruim gebleven. Er is dan ook een herstel gevblgcl, waar-
door een goed deel van het geleden verlies kon worden in-
gehaald. De omzetten echter zijn belangrijk ingekrompen.
Op den voorgrond ‘hebben gestaan aandeelen Farbenindus-
trie, bankaandeelen – o.a. Metallbank, waaromtrent be-
richt werd, .dat een verhooging van het aandeeleu.kapitaal
aanstaande is – en scheepvaartaandeeien.
Te P a r ij s heeft de foaclsenmarkt cle stijging van den
kers van het betaalmiddel weerspiegeld. Toch w’aren de
verkoopen van Fransche fondsen niet zoo dringend als ver-
wacht had kunnen vorclen, omdat het parlement in de ach-
ter ons liggende berichtsweek bijeen is gekomen, waardoor
nen hoopt binnenkort antwoord te verkrijgen op de drin-
gende vragen, welkè de beurs bezig houden.
Te Lo n de n is men kalm gebleven, ondanks de optimis-
tische verwachtingen, welke men omtrent het einde van
de staking heeft gekoesterd. Men heeft thans vel als vrij
zeker aangenomen, dat het werk in de mijnen binnen
korten tijd hervat zal kunnen worden, doch de koersen van
de verschillende afdeelingen schijnen dit feit reeds in vol-
doende mate te verdisconteeren Merkwaardig is in dit ver-
doende mate te verdisconteeren.
Te N e w Y
0 T
k ‘heeft de markt een eenigszins verdeel-
den aanblik gehad. Aan den eenen kant onderging de
beurs den invloed van cle lichte reactie in het beclrjfslevn, aan den anderen kant werd zij gestimuleerd door de ruime
houding van de geldmarkt, welke een zeer gunstigen in-
druk heeft gemaakt, vooral door de omstandigheid, dat
men eenigen tijd geleden nog rekening heeft gehouden met
een verhooging van den rentevoet der Federal ReserVe
Bank.
T e n o n
z
e n
t is de markt Vrij kalm geweest, doch aan
het einde van de berichtsweek met een eenigszins nerveu-
zen ondergrond. Deze is tot uiting gekomen in vrijwel alle
af cleelingen; ook cle
belegginqsn.erkt is
hieronder gebukt
gegaan. Voor laatstgenoemde is de oorzaak geweest de lich-
te verstijving op de geldmarkt, welke nu reeds enkele weken
aanhoudt. Men schijnt hier en daar de meening te zijn toe-
gedaan, dat het tijdperk van zeer goedkoop geld tot het
verleden behoort, vooral omdat men veronderstelt, dat in de
naaste toekomst ook gelden voor Fransche rekening ge-
vraagd zullen worden. In verband hiermede geeft men er
cle voorkeur aan zijn bezit aan betrekkelijk laag rendeere-
de obligaties te verkleinen. Het waren dan ook in cle eerste
plaats de 4% pCt. scliulclbrievea, welke onder verkoop-
drang te lijden hebbén gehad. Buitenlanclsche obligaties
daarentegen waren goed gevraagd. 6 pCt. Ned. Werk.
Schuld 1922: 106%, 106%, 106%; 4% pCt. Necl. Werk.
Schuld 1917: 99%, 99%’, 99;
4%
pCt. Necl.-Ïndië 1926:
972313,2, 97
1
/
2
,
97¼;
5 pCt. Mexico Goud £ 20-100 Afg.:
48%, 46
1
/i,
46
3
/s; 5 pCt. Brazilië 1903 £ 100: 74%, 75,
76; 8 pCt. Sao Paulo: 104%, 104.
De onrustige stemmihg voor diverse aandeelen is aan
het einde van cle berichtsweek in het leven geroepen door.
de berichten omtrent onlusten op West-java. In de eerste
plaats heeft cle
suikermairkt
hiervan den invloed ondervon-
den, zodat de afdoeningen van cle V.J.S.P. tot hoogere
prijzen geheel zonder uitwerking zijn gebleven. Weliswaar
was er geen stroom van realisaties op te merken, doch er
is eellige onrust ontstaan, welke zich allereerst in aan-
cleelen Hau.clelsvereeniging ,,Amsterdam” heeft geuit. Dien-
tengevolge moest dit fonds een tiental procenten van zijn
koerspeil prijsgeven, hetgeen de prijzen van cle overige
aandeelen uit deze rubriek ook heeft gedrukt. Cultuur Mij.
der Vorsteniandeu: 179%, 177%, 174%; Haadelsvereeui-
ging Amsterdam: 675, 670,
662%;
Java Cultuur Mij.. 365,
36034′, 360% ; Kalibagor : 414,, 412, 411 ; Ned.-Ind. Suiker
Unie: 249, 24634, 245% ; Pagottan: 277%, 273, 278; Poer-worecljo: 119, 117, 116/; Sindanglaoet: 401, 405; Tjepper:
668, 663, 665.
Van de suikerafdeeling heeft de onrustige tendens zich
ook tot de andere markten uitgebreid. De meeste echter
zijn niet zoo gevoelig gebleken. O.a. was dit het geval met
de
?
–
ubbermarkt.
Wel varen de noteeringen hier over het
algemeen iets lager, doch blijkbaar hebben cle bezitters van
rubberfondsen zich niet tot verkoop van hun aancieelen laten leiden, getuige het feit, dat eigenlijk alleen in aan-
deden Amsterdam Rubber – waar door cie ruime markt
de speculatie ook grooter bewegingsvrijheid heeft – iets
van beteekenis is omgegaan. De minder courante soorten
waren vrijwel geheel verlaten. Amsterdam Rubber: 332,
328,
326%;
Deli Batavia Rubber:
268%,
265, 266; Hessa
Rubber:
479%,
4711/.-,
468%;
Java Caoutchouc: 206%, 208,
204
1
/8,
205% ; Kali Telepak:
324%,
317, 318; Ned.-Ind.
Rubber & Koffie: 339,
335%;
Paclang Rubber: 347, 349%,
345; R’dam Tapanoeli: 156%,
153%,
152; Serbadjadi: 334,
330, 334%; Sumatra Caoutchouc: 303, 299%, 295%, 299;
Sumatra Rubber: 373, 377%, -373; TjiboeniTjiponigpok:
208
1
/
2
, 207%.
Ta.baksaendeelen
hebben zich geheel aangepast aan de
beweging van de suikerafcleeling. In de vooraanstaande soor-
ten konden wel eenige omzetten worden opgemerkt, vooral
toen de lagere koersen een stimuleerenden invloed hadden uitgeoefend. De verschillen zijn echter niet van groote be-
teekenis geworden. Arendsburg: 594%, 591%, 594; Besoe-
ki Tabak: 270 267, 269, 268; Deli Batavia: 448%, 444%,
447; Deli Mij.: 434, 429,
428%;’
Oostkust: 204, 200%’,
199%, 199; Senembah: 4147/
s
, 410, 407%, 406%.
Petroleunnearndeeien
hebben het best weerstand geboden
aan de ter beurze heerschende tendenz. Vrijwel regelmatig
kon in deze afdeeling een stijgende lijn woTden opgemerkt,
niet alleen voor de Roemeensche soorten – in verband met
de schadeloosstelling, welke aan de in Roemenië werkende
maatschappijen zal worden uitbetaald ter vergoeding van
in den oorlog plaats gehad hebbende vernietiging van eigen-
dommen – doch ook voor aauleeien Koninklijke Petro-
leum Maatschappij. Alleen tegen het slot van de beurs-
week heeft hier ook eenige reactie plaats gevonden. Dordt-
sche Petr. Ind. Mij.: 357, 359%, 357%’; Gee. ‘Roll. Petr.
Cy.: 175, 177
5
/8;
Kon. Petroleum Mij.: 370%, 378, 376;
Perlak Petroleum: 68, 71, 677/
s
; Peuclawa: 34, 37, 39, 36%.
&heepvaerteerndeeleiv
hebben een wisselende tendenz ge-
toond. Over het algemeen bestond eenige neiging tot ver-
koopen, totdat de hoogere indexcijfers van ,,The Economist”
per einde October bekend w’erden gemaakt. Deze vormden
aanleiding tot dekkingen en nieuwe kooporders. De hieruit
resulteerende stijging van cle koersen ‘heeft zich echter niet
lang kunnen handhaven. Holland-Amerika Lijn: 63, 64,
63%; Java-China-Japan Lijn: 131, 132, 130%; Kon. Ned.
Stoomboot Mij.: 99, 98% ; Ned. Scheepvaart Unie: 1777/
g
,
179%, 175%; Stoomvaart Mij. Nederland: 172, 171.
Van
binivernlajn,dsche incijustrieele anndeelen
bleken Jur-
genssoorten vast te zijn. Ook aandeelen in kcinstzijdefabrie-
ken konden zich eenigszins herstellen van den ongunstigen
invloed, welke de uitgifte van aandeelen Neclerlanclsche
Kuustzijdefabriek te voorschijn had geroepen. Centrale
Suiker Mij.: 122%,
123v/s,
122%; Holiandsche Kunstzijde
Industrie: 87%, 85%, 85; Jurgens: 167, 171,
167%;
Maeku-
bee: 101%, 98, 99
3
/8;
Ned. Kunatzijdefabriek: .204 (ex claim), 198, 204%; Philips Gloeilampenfabrieken: 343%,
347, 342.
Mijneandeelen
waren ongeanimeerd, niet uitzondering van
preferente aandeélen Muller Mijnbouw, in verband met het
bericht, dat de maatschappij het reeds lang hangende proces
omtrent de Algarobamijnen in Chili heeft gewonnen. Alg.
Exploratie Mij.: 110,
113%,
108; Billiton le Rubr.: 805;
Redjang Lebong: 239,
234%,
231; Singkep Tin: 460, 453%,
461.
Benkaandeele,n
varen rustig, doch vast. Amsterdamsche Bank: 162
1
/2,
162%, 162
1
/8;
Incasso Bank: 119%, 120,
119%; Javasche Bank: 367; Koloniale Bank: 219, 217%,
215%, 215%; Ned.-Iud. Handels Bank: 1717/
s
, 170%’,
–
168%;
Ned. Handel Mij.: 156%’,
155%,
155; R’damsche Bankver-
eeniging: 80%, 82,
83%;
Twentsche Bank: 141.
De af cleeling voor
Amerika.ensche fondsen
bleef kalm en
geheel in overeenstemming met de koersbewegingen in New York. Anaconda Copper: 101, 100,
100%;
Stede-
baker: 517/
s
, 51%, 51%; United States Steel Corp.: 148%,
146%, 149
15
/i6; Atchison Topeca: 157, 157%, 157%; Ene:
38%, 38
3
/8;
St. Louis & San Francisco: 99,
98%’;
Southern
Pacific: 109-/16,
108%; Wabash Railw.: 43%, 42
5
f1
42
7
f1
De
gelcinnairkt ‘is
vast geweest, met een lichte reactie tegen
het einde van dle berichtsweek. Na een noteeriug voor pro-
longatie van 3%
a
4 pCt. werd een peil van
3%:
pCt. bereikt.
17 November 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1021
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
16 November 1926.
De kalnie stemming op cle t a r w e-snarkt maakte ook
(leze week vercieren voortgang. In het begin der week be-
stond in Engeland nog wel eenige vraag voor stoomende
tarwe, en op het Continent werd voor directe behoefte het
16n en ander gekocht, doch voor tarwe op latere aflading
hielden de koopers zich vrijwel afzijdig. De zoo goed als beëindigde kolenstaking in Engeland zal, naar men alge-
ineen aanneemt, een aanzienlijke daling der zeevrachten
veroorzaken, en daar de markten in de overzeesche pro-
ductielanden vooralsnog geen neiging vertoonen, om oni-
hoog te gaan, meent men, door zooveel mogelijk met in-
koopen te wachten, straks veel goedkoopere tarwe te kun-
ien verkrenfén. Wat hiervan zij, is moeilijk te voorspellen.
Sommige meenen dat bij dalende zeevrachten de prijzen
der tarwe en overige granen in de productielandea wel
eens zouden kunnen gaan stijgen, doch anderen verwach-
ten zoo geen daling, dan toeh zeker geen stijging, wijl de
onderweg zijnde voorraden ruimschoots voldoende zijn,
waaruit voor de eerste behoeften kan worden voorzien, en omdat door het afhouden der koopers voor latere versche-
ping de overzeesche markten dus bij gebrek aan vraag eer-
der zullen dalen. Wat tarwe betreft, in de overzeesche lan-
den is voor een vaste stemming oogenschijnlijk op het
moment zeker geen reden aanwezig. Het Canadeesche oogst-
rapport van 11 November vermeldt als opbrengst voor dit
jaar een cijfer van 406 millioen bushels, hetgeen een ver-
meerdering van 7 millioen tegen 1 September ji. betee.
kent. De termijnmarkt te Winnipeg was in verband laar-
mee (lan ook flauw gestemd. Van 9 tot 15 November daalde
Decembertarwe met ongeveer 6 dollarcents, terwijl de
Meitermijn eenzelf de verlies te boeken had. Ook Chicago
daalde in dezelfde mate. Argentinië gaat voort, gunstige
berichten over den nieuwen oogst in te zenden. Berichten
over schade door ongnnstige weersgesteldheid, welke af en
toe opduiken, worden niet ernstig genomen, en dat hier-
voor ook geen grond aanwezig is, blijkt ten duidelijkste
1
uit den loop der noteeringen te Buenos Aires en Rosario,
welke markten dagelijks flauw gestemd zijn. Dit alles te
zmnen genomen verklaart het gebrek aan vertrouwen, het.
welk algemeen ten opzichte van de tarveprjzen blijft
heerschen. De groote verschepingen van de afgeloopen week
werken bovendien mede, om dat wantrouwen te versterken.
De totaal verscheepte hoeveelheden bedroegen deze week
353.000 tons tegen 307.000 tons de vorige week. Het groot-ste gedeelte hiervan komt op Tekening van Noord-Amerika,
doch zoowel Rusland als ook Roemenië hebben krachtig
tot het grootere totaal bijgedragen. Gebrek aan tarwe voor
onniiddellijke behoefte zal dus in Europa voorloopig niet
optreden, hetgeen, zooals hiervoor reeds gezegd, de koopers
voldoende steun verleent, om ten opzichte van latere ver-
scheping een afwachtende houding aan te nemen.
Voor r o g ge bestond in de afgeloopen week weinig
animo. Het aanbod van Amerika was onder invloed der
Noteeringen.
Chicago
1
Buenos Aires
Data
Tarwe
Mars
Haver Tarwe Mars Lijazaad
Dec.
1
Dec.
1
Dec.
1
Nov.
1
Nov.
1
Nov.
12,801)
5,90
1
) 14,80
1
)
12,85
5,55
14,90 12,65
1
)
8.651)
18,60
15,85′) 11,70
1
) 24,201)
13,40
1
) 10,40
1
) 22,60
1
)
9,40
1
5,38 13,70
schaarsche vrachtruimte beperkt, doch zelfs dit beperkte
aanbod bleef vrijwel onbeantwoord. Van Russische zijde
wordt logge nog al ruim geoffreerd, doch wat ons land betreft, bestaat hiervoor weinig vraag. Over het geheel
genomen is rogge in Nederland moeilijk te plaatsen. De
vraag van Duitschland was eveneens niet van veel betee-
kenis; de verwachting van op handen zijnde lagere vrachten
was ook hieraan niet vreemd. Chicago meldde dagelijks
lagere koersen. Sedert 9 November is Deoemberrogge 4 dol-larcents gedaald.
De stemming voor m al s was in het begin der week
zeer vast. Het aanbod van stoomende ladingen is sterk
verminderd, en daar de prijzen op de Eugelsche markt goed
stand hielden, was het aanbod van de zijde der afladers
aanvankelijk beperkt. In tegenstelling met de Noord-Ame-rikaansche vrachtenmarkt waren de Plata-vrachten, vooral
voor spoedige belading, op ‘het midden der week zeer vast.
J)it gaf Plataverschepers aanleiding hunne vraagprijzen
belangrijk te verhoogen. Ten onzent bleef •de vraag voor
spoedige mais onverminderd voortduren, vooral waar in de aan de vorige week voorafgaande week de aanvoeren zeer gering waren. Ten slotte konden de hoogere prijzen
zich niet staande houden, vooral wijl de termijnmarkten.
in Argentinië niet medewerkten, en het einde der staking
in Engelaucl een gedrukte stemming voor latere termijnen
veroorzaakte. In Duitschland en I3elgië bleef (le vraag voor
spoedige maïs eveneens •zeer bevredigend en als bewijs voor
den gezonden toestand van het artikel mais mag gelden,
(lat zich nergens eenige voorraad van beteekenis bevindt.
In Donaumaïs is nog geen uitbreiding der
zaken
waar te
nemen. Wel is •het aanbod van Roemenië eenigszins toege-
nomen, doch de hooge prijzen van deze soort ten opzichte
van Platamaïs blijven een belemmering. In voorjaar-afla-
ding kwamen ten onzent eenige zaken tot stand, loch
algemeen is de kooplust nog niet. Chicago was bij voort-
during flauw gestemd en dit bracht de prijs van Mixed-
mais op een dusdanig niveau, dat eenige zaken hier te
lande per December.aflacling konden tot stand komen. Tcn
gevolge van de flaawere stemming voor Donaumais, kon
echter de handel in Mixedmaïs zich niet verder ontwikkelen.
Ge r s t is ongeanimeerd en, alhoewel van een ruimer
aanbod niet kan worden gesproken, zoo is toch de stemming
flauw. De hooge prijzen werken ertoe mede de koopers van
de markt te houden. De vereldverschepingen waren in de
afgeloopen week vrij groot. Van Amerika, Rusland en Roe-
menië werd veel meer afgeladen dan in de week daarvoor.
In Engeland was de vraag zeer gering. Daarentegen kocht
Noord-Duitschland veer tamelijk veel Russische gerst, doch
sedert eenige dagen heeft ook de vraag van die zijde op-
gehouden.
Het Canadeesche Bureaurapport van 11 November werpt nu een helder licht op de vaste stemming te Winnipeg voor
11
a ve r. De oogst wordt daarin aangenomen op slechts
365 millioen bushels, hetgeen belangrijk minder is clan ver-
leden jaa.r, toen het eindeijfer 513 millioen was. Dat onder
deze omstandigheden van Canada niets verscheept wordt,
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.
s
oorten
15Nov.
8Nov.
16Nov.
Tarwe (Hardwinter II) …’
16,-
16,25
14,50
Rogge (No. 2 Western)
1
12,50
12,75
9,80
Mais (La Plata)
… ….._.
178,-
179,-
204,-
Gerst (48 lbs. malting)
.
215,- 225,-
185,-
Haver (Canada 3)………
1
12,-
12,-
10,50
Lijnkoeken (Noord-Amen-
kavanLaPlata.zaad)..i
12,20 12,20 14,90
Lijnzaad (La Plata) …..
2
373,-
374,_
434,-
1)
per 100 KG.
1)
per 2000 KG.
2)
per 1960 KG.
13Nov.’26 13571
68j
41
8
/8
6 ,, ’26 140(
701/
s
433.
13Nov.’25 1553f
767/
s
38/
13Nov.’24 155
1l3
54
13Nov.’23 103
1
18
76
418/
8
20 Juli’14 82
565/
s
36
1)
per December.
AANVOEREN in tons van 1000 KG.
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
7
11
3 Nov. Sedert
Overeenk.
7
1
13
Nov.
Sedert
Overeenk.
1926
1925
1926
1 Jan.
1926
tijdvak
1925
1926
•
1Jan.
1926
tijdvak
1925
Tarwe ……………..
58.361
1.484.393 1.108.812
–
13.842
21.116
1.498.235
1.129.928
Rogge
………………
4.650
.
236.350
254.571
529
1.940
450
238.290
255.021
Boekweit …………………
317
18.887 19.765
,
310 1.418
150
20.305
19.915 39.201
804.344
681.293
12.282
99.462 66.667
903.806
747.960
11.538
331.940
256.113
2.347
12.011
10.846
343.951
266 959
Haver ………………
…
159.906 198.657
.
146
2.611 602 162.517
199.259
Maïs ……………….
Lijnzaad
…………..
194.418
203.583
8.268
182.711
54.090
1
377.129
257.673
Gerst
………………
Lijnkoek
……………
.98
219.440
166.971
–
–
–
219.440
166.971
5
..410
.1.400
700
81.748
110.178 958
23.412
17.741
105.160
127.9)9
Tarwemeel
………….
Andere meelsoorten
403 13.972 8.526
-.
–
–
13.972
8.526
1022
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 November 1926
behoeft geen betoog, daar deze soort voor Europa veel te
duur uitkomt. De geringe vraag, welke ten onzent heerscht,
vindt gemakkelijk voldoening in Zuidduitsche soorten, waar-
van de kwaliteit goed en de prijs geschikt is. De termijn-
markt te Wiinipeg is sedert den 9en dezer iets gedaald.
SUIKER.
De voornaamste gebeurtenis der afgeloopen week was, dat
Willett & Gray hunne nauwelijks gepubliceerde raming der
wereldsuikeroogst in 1926127 hebben •herzien en het totaal
hebben teruggebracht tot 23.885.000 tons, welk verschil met
zijn eerste cijfer van 24.279.000 tons voornamelijk te. wijten
is aan de voor Cuba en den Europeeschen bietoogst ver
–
minderde. ramingen, elk met 200.000 tons.
De stemming op de verschillende wereidsuikermarkten
werd hierdoor echter niet bijzonder beïnvloed; de stem-
irring bleef prijshoudend.
En A m e r i k a ondergingen de prijzen voor Spot Cen-
trifuga]s alsook op de termijnmarkt nagenoeg geen veran-
dering; ook de liquidatie van nogal belangrijke December-
posities verliep glad.
De ontvangsten in de Atl. ‘havens der V. S. bedroegen
(leze week 70.000 tons, de versmeltingen 53.000 tons tegen
57.000 tons in 1925 en de voorraden 202.000 tons tegen
62.400 tons.
Het Amerikaansch Departement van Landbouw heeft een verbeterde raming van den bietoogst der V. S. gepubliceerd
niet 337.000 tons (vorige oogst 804.000 tons).
Voor prompte Cubasuiker kon (le prijs wegens goede
vraag aantrekken tot 2″/
l
o dc. c. & fr. New York. Toen
verkoopers echter 2?/
8
d.c. verlangden, trokken .koopers zich
terug, waarna nog eenige kleine transacties tot 2
15
/,
Ls
d.c.
tot stand kwamen.
De C u b a-statistiek is als volgt:
1926
1925
1924
Tons
Tons
Tons
Weekontvangsten tot 6 Nov. 43.959 18.125 16.349
Totaal sedert 1112 tot 6111 .. 4.545.120 4.878.045 3.897.121
Weekexport 6 November…. 59.858 47.366 50.486
Totaleexport sedert 111 t. 6111 4.170.032 4.452.882 3.786.836
Totale voorraad 6 November 375.090 431.468 111.285
In E age 1 and werden nogal belangrijke zaken gedaan
in buitenlandsche ruwsuiker, wegens cle reeds gemelde ver-
minderde afleveringen door Raffinadeurs.
De Baard of Trade Statistiek over October wordt met
de volgende cijfers gepubliceerd:
Oct. 1926
Jan./Oct. 1925
Tons
Tons
Import Ruwsuiker……….88.962
1.084.752
Bietsuiker ……….-
14.422
(leraffineerd ……..44.985
583.792
Totaal ………………..133.947
1.882.966
Voorraad in entrepôt ……317.450
–
raffinaderij
43.250
–
Ontvangst raffinaderijen …
56.259
730.108
Totaal binnenl. verbruik… 117.007*
1.396.668
Totale export ……………6.701
56.989
Voorraad 30 September 1926 –
293.450
,,
31 October 1926 .
–
276.450
Niet berek. verlies op raffinade
–
22.554
*) Engelsche bietensuiker niet inbegrepen.
De Lonciensche termijnmarkt sloot na een vaste en leven-
dige stemming op cle volgende noteeringen:
November ……Sh. 1515
Maart 1927… . Sh.
161211
December ……,, 15/6V
4
Mei
,, .. . . ,,
16/5
Aug.
…. ,,
1619
De slotnoteeringen lagen echter van 2% (1. tot 3 d. be-
tieden de hoogste noteeringen.
De Zichtbare Voorraden zijn volgens Czarnikow:
1926
1925
1924
Tons
Tons
Tons
Duitschland 1 October ……..
80.000
17.000
2.000
Tsjechoslowakije 1 October
44.000
36.000
7.000
Frankrijk 1 October ……..
51.000
51.000
50.000
Nederland 1 October ……..
47.000
67.000
30.000
België 1 October ………..
18.000
18.000
11.000
Polen 1 October …………
43.000
35.000
7.000
Engeland 1 November ……
377.000 286.000 118.000
Europa.. 660.000 510.000 225.000
V.S. Atlant. havens 10 Nov… 202.000
62.000
45.000
Cuba 6 November ………..
375.000 431.000
111.000
Totaal -. 1.237.000 1.003.000 381.000
Op J a v a werden door de Visp. verdere verkoopen uit
oogst 1927 tot stand gebracht tot de laatste prijzen (basis
f
17% voor Superieur).
De afschepingen gedurende October bedroegen volgens
of ficieele gegevens 167.000 tons.
H i e r te 1 a n de verkeerde de markt gedurende iiet
grootste gedeelte der afgeloopen week in vaste stemming,
waardoor prijzen opliepen tot
f
19% voor December,
f
19%
voor Maart en
f
20% voor Mei en Augustus. Wegens winst-
neming trad daarna echter eenige reactie in, zooclat de
markt in kalme stemming op ongeveer
f %
lagere prijzen sloot. De omzet bedroeg ongeveer 8000 tons.
NOTEERINGEN.
Londen
Amster-
Data
dam per Tates
Maart. Cubes
No. 1
1
Nov/Dec.
1
Nov/Dec.
kristalsulke
basis 990
15Nov.’26
f
19i1
8
,,
’26
,,
19
5
18
15 Nov. ’25
175/
8
15 Nov.
1
24
20s/
ruwsuiker
basis 88
0
4
Juli 114
f
is
/82
basis 990
f
l4’°/,
KATOEN.
Noteering voor Loco-Katoen.
(Middling Uplands.)
12Nov.
1926
1
5Nov.
1
1926
29
Oct.
1926
12
Nov.
1
1925
1
12
Nov.
1924
New York voor
Middling
.
..
13,05 c
12,65e 12,65e
20,80e
24,60 c
New Orleans
voor Middling
12,71 c
12,32e 12,50e
19,73e
24,35 c
Liverpool voor
Middling…
6,95 d
6,88 d
6,85 d
10,70 d 13,67 d
Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).
1
Aug.’26
tot
5Nov.’26
Overeenkomst/ge periode
–
1925
1924
Ontvangsten Gulaves.
n
Havens
,,
Atlant.
f-H
}
4064 3452
Uitvoer naar Gr.Brittannië
722
725 723
,,
,, ‘t Vasteland etc
1756
1639
1294
Japan…. ….
.338
290 203
Voorraden.
(In dulzendtallen balen).
5N0v.’26
ve
Oreenkomstig tijdstip
1925
1924
Amerik. havens ………
..2389
1314
1193
Binnenland …………..1261
1567
1305
New York ……………93
43
210
New Orleans ………….528
409
291
Liverpool ……………
478
269
203
Marktberieht van de Heeren Sir Jacob BehrenB & Sons,
Manchester, d.d. 10 November 1926.
Het Amerikaansche Bureau-Bericht, dat jI. Maandag ge-
publiceerd werd, gaf een oogstschatting aan van 17.918.000
balen, dus een toename van 464.000 balen vergeleken bij veertien dagen geleden. Dit was wel eenigszins meer dan
men algemeen verwachtte, doch de markt bleef vast en de
hoogere schatting schijnt reeds geheel in de huidige prij-
zen verdisconteerd te zijn. Liverpool sloot 3 k 5 punten
hooger dan bij de opening. Gisteren kon dezc kleine stij-
ging zich handhaven, doch hedenmorgen opende Liverpool
wederom 3 tot 7 punten lager. Het is wel merkwaardig,
dat reeds 11.259.000 balen gegind zijn, dit is bijna twee
derde gedeelte van den verwachten oogst. De verzending
van katoen blijft geregeld doorgaan en zijn ook verschepin-
gen grooter dan een jaar geleden. Egyptische katoen is
flauwer, doch er gaat weinig om. Loco verkoopen te Liver-
Pool gedurende de afgeloopen week zijn met 42.000 balen alleszins goed te noemen, doch daar aanvoeren steeds toe-nemen, beginnen voorraden grooter te worden.
De Amerikaan.sche garenmarkt is bepaald rustig en spin-
ners rapporteerden gisteren weinig goeds. De prijsstijging
van het ruwe materiaal, ondanks de grootere oogstsehat-
ting, houdt zaken tegen en er ging dan ook algemeen slechts
351-
1613 1319
I-
16/4
1319
32/_
13/4
11/4
3816
1913
221-
lew York
950
Centri-
fuga/s
$ ets.
4,58 4,58 4,18 5,78
181-1
–
1
–
3,26
1)
liet verschil tusschen ruwsuiker 88° en
krist.suik. 99° is aan te nemen opf3p. 100KG.
17 November 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1023
weinig om, hoewel enkele spinhlers verkoopen van vijf
cijfers meldden. Rïngbeams en bundels worden nauwelijks
genoemd en alles te zamen was het een teleurstellende dag.
Gedurende de afgeloopen week zijn enkele groote posten
40/2 bundels voor verfdoeleinden tot wat men ,,shocking
prices” noemde, geboekt. De vraag naar Egyptische twist, waarvan wij de vorige week melding maakten, heeft weer
opgehouden en de omzet van cops is gering. Het gebrek aan
kolen en de moeilijkheid om deze aangevoerd te krijgen
doet zich nog steeds gelden en de daardoor vermeerderde
productiekosten is een zeer nadeelige factor voor fabri.
kanten, vier lot momenteel niet te benijden is.
In de doekmarkt gaat weinig om. Prijzen kunnen zich
handhaven en er bestaat nog een goede vraag naar ver-schillende kwaliteiten van diverse markten, hoewel liet
aantal geboekte orders nog gering is. Ondanks de vastheid
van prijzen van het ruwe materiaal, schijnen koopers, zoo-wel hier als op de overzeesche markten, beïnvloed te wol-
den door den zeer grooten Âmerikaanschen katoenoogst;
nog vermeerderd met het groote overschot van. den vorigen
oogst. Wel is de stemming meer hoopvol, doch het gebrek aan vertrouwen van verschillende zijden houdt den handel
tegen en is een beletsel voor een aanmerkelijke verbetering
in den algemeenen toestand.
3Nov. 10Nov. Oost. koersen.2 Nov. 9Nov.
Liverpoolnoteeringen. T.T. op Br.-Indië
115 l/54
F.G.F.Sakellaridis 15,30 14,80 T.T.opllonkong
1/l0
l/l0
G.F. No. 1 Oomra.. 5,15 5,00 T.T.op Shanghai 214k 2/41
KOFFIE.
De iets verbeterde stemming, waarvan ‘reeds in het vorige
veekoverzicht kon worden melding gemaakt, hield ook in de afgeloopen week vrijwel onafgebroken aan. Weliswaar
liep in Brazilië de wisselkoers aanvankelijk wederom terug,
zoodat Londen op 12 dezer
615132
werd genoteerd, doch
daarna trad weder eene verbetering in en gisteren was de
noteering voor Londen
d/i.
Daar cle binnenlandsche kof-
fieprijzen in Milreis in Brazilië iets opliepen, was de in-
vloed van de koersdaling op de kost- en vracht-aanbiedin-
gen van Rio en van Santos slechts zeer géring en bij het
afsluiten van dit bericht zijn bedoelde offerten dan ook
bijna onveranderd tegenover een week geleden. Ook dit-
maal kwamen, in iets meerdere mate dan kort geleden nog
het geval was, op aflading, zoowel van Brazilië als van
Centraal Amerika, zaken tot stand. In Robusta van Ne-
derlandsch-Iudië viel echter nog altijd weinig te doen, niet-
tegenstaan.de Palembang Robusta op het oogenblik feitelijk
de goedkoopste koffie is, welke op de wereldmarkt wordt
aangeboden. Hier is echter de voornaamste oorzaak van
cle tei
–
ughoudendheid der koopers te zoeken in de geringe
kwaliteit van een groot deel der afladingen, welke in de
laatste maanden zijn binnengekomen.
In loco was hier en daar iets te doen, doch van eene
verdere ontwikkeling der lichte beterschap, welke in het
vorig bericht kon worden gesignaleerd, valt helaas nog
niet te gewagen.
De termijnmarkt liep in den aanvang op cle berichten van
de houding •der Braziliaansche markt iets terug, doch her-
stelde zich, wat het Gemengd contract betreft, daarna
weder bijna geheel. De noteeringen van het Santos-contract
echter zijn ongeveer % á 16 ct. lager dan verleden week.
Eindelijk is wederom officieel bericht ontvangen uit Bra-zilië betreffende de hoeveelheid koffie, door het Permanent
Instituut tot Verdediging van de Koffie in het binnenland
van Sao Paulo teruggehouden. Hoewel vroeger de voor-
raad daarvan gewoonlijk halfmaandelijks werd opgegeven,
was ditmaal sedert 30 September geen opgave binnenge-
komen. Het thans ontvangen telegram meldt, dat de voor
–
raad, in de Gouvernementspakhuizen en de spoorwegsta-
tions in het binnenland van Sao Paulo en Minas Geraes
teruggehouden, op 31 October 11. bedroeg 6-144.000 balen,
hetgeen tegen 30 September eene vermeerdering aanwijst
van 889.000 balen. Eene becijfering van de hoeveelheid, die
uit den loopenclen oogst in de eerste vier maanden van het
oogstjaar door de planters is afgeleverd, ziet er nu uit als
volgt:
Voorraad in het binnenland van Sao Paulo op 31 October
1926
……………………………..6.144.000 bn.
Voorraad in het binnenland van Sao Paulo
op 1 Juli 1926 ……………………..2.833.000
Vermeerdering van’ dien voorraad sedert
1 Juli 1926 ………………………..3.311.000 bn.
aangevoerd te Santos tot 31 October 1920 -. 2.723.000
dus door de planters afgeleverd in luli/Oc-
tober 1926 ………………………..6.034.000 bn.
Hoewel in de opgave van het in het buitenland van Sao Paulo teruggehouclene ook leveringen van Minas Geraes
zijn inbegrepen en bovenstaand cijfer van ruim 6 millioen
voor Santos dus wat te groot is genomen, kan toch de con-
clusie worden getrokken, dat, indien de algemeen aange-
nomen raming van 10 á 10Y
2
millioe4 balen voor den loo-
penden Santos-oogst juist mocht zijn, er voor de volgende
acht maanden niet veel meer dan 434 1. 5 millioen balen
van de planters in dezen Staat zal te verwachten zijn.
Van ‘den Rio-oogst, die op 234 Ii. 334 millioen balen wordt
geraamd, zijn in de eerste vier maanden van het oogstjaar
i
–
eecls 1.641.000 balen uit het binnenland naar de af scheep-
haven verzonden, zoodat er voor cle volgende acht maanden
nog ongeveer
7/
It 1% millioen balen ter aflevering uit het
binnenland zouden overblijven.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte vei-scheping zijn thans ongeveer 921. It 9310 per
cwt. en van dito Priiue ongeveer 94/6 It 96/-, terwijl zij van
Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte versehe-
ping, bedragen 75/- It 7513.
Van Robusta op aflading van Nederlandsch-Inclië zijn de
pi-ijzen in de eerste hand op het oogenblik:
Palembang Robusta, November/December verscheping, 40
et.; Benkoelen Robusta, November/December verscheping,
4134 ct.; Mandheliug Robusta, November/December ver-
scheping, 45 ct.; f.a.q. Robusta, NovemberJDecember ver-
scheping, 51 cl., alles per
34
KG., cif., uitgeleverd gewicht,
netto contant. De officieele loco-noteeringen bleven onveranderd 61 cl.
per
34
KG. voor Superior Santos en 52
cl.
voor Robusta.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt wa-
ren aan de ochtend-caIl als volgt:
Santos.contract
Gemengd Contract
basis Good
11
basis Santos Good
Dec.
1
Mrt.
1
Mei
1
Sept.
11
Dec. Mrt.
1
Mei
1
Sept.
16 Nov. 14911,1
487%
147
4471
9
4871
9
40
–
44
4211
9
9
,,
50
49
48
45
4891
9
46t,
44919
42i1
2
,,
4951
9
48ij
47%
44%
4751
9
45
438,
4171
8
26 Oct.
50 50
48%
447/8
48
1
4
46%
44919
42%
De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:
Dec.
i
Maart
1
iiei
1
Sept.
$
15,85
$
15,35
$
14,80
$
13.78
,,
15,90
15,36
14,84
13.80
15 rZov……….
S
,……….
,,
15,60
,,
15,09
,,
14,64
13,70
1
,……….
25 Oct.
……..
.,,
15,39
,,
14,83
14,35
,,
13,39
Rotterdam, 16 November 1926.
Statistiek der firma G. Duuring & Zoon.
Zichtbare voorraad op 1 November in duizenden balen.
1926 1925 1924 1923 19
Voorraad in Europa… 1.525 1.564 1.270 1.463 2.2
Stoomend ÇBrazilië .. 638 831 993 947 1
n.Europa kOost-Indië.
75130
115
43
2.238 2.525 2.378 2.453 2.996
Voorraad Ver. Staten 899 583 752 949 839
Stoomend
naar
,Brazilië
683
605
630
801
710
Ver.StatenJ
– 3.820 3.713 3.760 4.203 4.545
Voorraad in Rio ….
318
256
266
504 1.667
Santos..
680 1.225
1.705
651 2.164
Bahia ..
31
15
28
27
16
*5209
*5.759 *5.385
8.392
*5.230
*5.727 *5.820
8.481
*5.085
*6.071
•5.340
8.639
1 Juli-
1924
4.592.000 balen
1 Juli
1925
1.786.000 1 Oct.
1925
2.604.000
1 Nov.
1925
3.652.000
1 Juli
1926
2.833.600
1 Oct.
1926
5.255.000
(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandel
te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.
Data
te Rio
t
te Santos
1
Wisselkoen
te Rio
op Londen
Voorraad
1
Prijs
Voorraad
1
Prijs (In Balen)
1
No. 7
1
)1
(In Balen)
1
No.
41)
13 Nov. 1926
288.000
24.375
745.000
1
26.300
691
8
,,
1926
307.000i
23.500
808.000125.500
6291
32
1
,,
1926
306.000
123.025
716.000
25.000
629112
14 Nov. 1925
281.000 23.700
1.254.000
27.000
7%
22
35
’48
13
Totaal ….. * 4.849
Op 1 October …….*4.856
Op 1 Juli ………..*4.571
* Niet inbegrepen de binnenl.
voorraden in Sao Paulo..
1024
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 November 1926
Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.
te Rio
te Santos Data
Afgeloopen
Sedert Afgeloopen
Sedert
week
1Juli
week
1Juli
13 Nov. 1926..
85.000
1
1.796.000
1
216.000
1
3.112.000
14 Nov. 1925..
94.000 2.141.000 184.000 3.524.000
THEE.
De afgeloopen week gaf een iets betere stemming op cle
theemarkt te zien met prijzen, die van
34
tot 34 d. hooger
varen (lan die van de voorafgaande week. Er viel kier wat
vraag op te merken naar opgehouden partijen ex vorige
veiling, waarvan nog enkele tot afdoening konden komen.
Ovorigens is de markt vrij stil.
De maandstaat over October van den Board of Trede maakt
over het algemeen geen gunstigen indruk. De aanvoeren
in clie maand bedroegen ruim 54 millioen lbs. of ruim 4 mii-
lioen lbs. meer dan in de overeenkomstige maand van ver-
leden jaar. Tegenover die zooveel grootere aanvoeren staan
nogal beduidend kleinere afleveringen dan ver.leden jaar.
Gaf October 1925 afleveringen te zien van 48 millioen lbs.,
de afgeloopen maand kon het niet verder brengen dan
ruim 4234 millioen Vos. Deze teruggang in de afleveringen
vindt zijn oorzaak zoowel in een teruggang van den invoer
tot verbruik, die van bijkans 37 millioen lbs. in October
1925 terugliep tot 3534 millioen lbs. in de afgeloopen maand,
terwijl de uitvoeren daalden van ruim 11 millioen lbs. tot
7 millioen lbs. De voorraad in entrepot is dan ook in Octo-
ber toegenomen met bijna 12 millioen lbs., welke toename
verleden jaar slechts ruim
134
millioen lbs. bedroeg. Ret
cijfer der voorraden staat op ulto. October op bijna 187
millioen lbs., welke hoeveelheid 5 millioen lbs. grooter is
dan verleden jaar.
De Britsch.Indische oogstberichten tot ulto. October
geven een hoeveelheid te zien van 315 millioen lbs., welke
hoeveelheid ook 26 millioen lbs. hooger is dan verleden
jaar tot hetzelfde tijdstip, zoodat de aanvoeren in de komen-cle maanden die van verleden jaar voorloopig nog wel zullen
blijven overtreffen.
Amsterdam, 15 November.
RUBBER.
De stemming op de. rubbermarkt was over het algemeen
lusteloos. Nadat de markt zich weer hersteld had van de
speculatieve liquidaties, ten gevolge van het bericht, dat de
uitgegeven coupons van kracht blijven, verf lauwde de be-
langstelling.
De slotnoteeringen luiden:
la Sheets:
einde voorafgaandeweek:
November
1.14
… ………
… 1.08
December
1.15
…………..1.11k
Jan./Maart ’27 1.16
…………..1.141
15 November 1926.
COPRA.
De markt was gedurende de afgeloopen week tamelijk
vast gestemd. Het Oosten offreerde zeer weinig, doch op het boogere niveau kochten consumenten niet, en als ge-volg daarvan liepen de prijzen weer iets terug.
Op basis van
f
32
3
/
8
was er voor stoomend goed echter
veer flinke belangstelling.
De slotnoteeriiigen zijn:
Ned. Indische f. m. s. stoomend ………….6. 32a1
8
11
andere termijnen ……….,, 32
Rotterdam, 15 November 1926.
VERKEERS WEZEN.
VRACHTENMARKT.
De Noord-Amerikaansche graanvrachtenmarkt was kalm
en de vraag naar tonnage gering. Van Montreal kunnen
voor dit seizoen nog goede vrachten worden bedongen; naar
Bremen wordt 36 cents in uitzicht gesteld en naar Lissa-
bon of Leixos 81734 per qtr., Antwerpen of Rotterdam 35
cents per 100 lbs., alles voor Novemberbelading. Van West
St. John heeft December-tonnage van middelmatige grootte
36 cents bedongen naar één Middellandsche Zeehaven, ter-
wijl groote booten 35 cents kregen met de optie Portland-
belading naar een kleine rij ,,picked porto”. Van de North-ern Range werd handige December-tonnage bevracht naar
Antwerpen of Rotterdam tegen 30 cents zwaar graan, op-
tie gerst naar Bremen tegen 32 cents.
De suikermarkt van West-Indië verschafte iets meer
vraag, daar de vrachten van Amerika nu beginnen af te
nemen. De bevrachters zoeken tonnage voor hun nieuwe
oogstlaclingen en per eind ,Jan./Febr. wordt 251- in uitzicht
gesteld voor boeten tot 6000 tons van Cuba naar U.K./Con-
tinent. Er is nog steeds een goede vraag naar tonnage voor
het Verre Oosten.
Van édn of twee havens in de Mexicaansche Golf werd
zwavel bevracht naar Bordeaux per November tegen de
goede vracht van $ 10,50 en er zijn positieve ladingen aan de markt naar Melbourne en Fremantle.
l)e Nortb Pacif ie leefde iets op en er was meer vraag.
Per Nov.fDec. werden 2 booten bevracht, édn tegen 451- en
de ander tegen 46/3 van Vancouver, optie belading in Port-
land of Puget tegen 113 extra.
De markt van de La Plat,arivier bleef in het begin der
week kalm, doch tegen het einde kwam er vraag naar No-
vember- eu Decembertonnage. Voor Novemberbelading vist
men slechts 3 boeten beschikbaar, waarvan er twee werden bevracht tegen de verbeterde vracht van 501- van de boven
La Platahavens, terwijl de derde boot, een 4200 tonner, 10
pOt., 551- heeft weten te bedingen. Ook voor December moet
slechts weinig tonnage beschikbaar zijn en voor die positie
is de vracht op het oogenblik 481., tegen welk cijfer een
boot werd bevracht.
De vraag naar ruimte voor salpeter werd minder en de
opwaartsche beweging der vracbten werd gestuit. Voor
Januari is ruimte beschikbaar naar Havre/Ramburg range
tegen 35/-, doch is het hoogste wat bevrachters op het oogen-
blik willen betale]] 3216. Voor volle ladingen hebben de bevrachters het onmogelijk bevonden tonnage te krijgen
tegen hun vrachtidee en de orders die voor eenigen tijd in
de markt waren naar cie Middellanclsche Zee en Scandina-
vië zijn practisch gesproken teruggetrokken.
De vraag naar tonnage van de Oostelijke’ markten bleef
gering, €och liet tekort aan tonnage deed zich goed voelen
en de vrachten bleven op het hooge peil. Van Kohsichang
werd een 6000 tonner bevracht per Dec/Jan. naar 6 havens
Cuba tegen 47/6. Van Australië werd nog niet bevracht clanr
de verschillen over de nieuwe charter nog niet zijn hijge-
lcgd. Tegelijkertijd is het aanbod van tonnage echter zeer
sohaarseh. Van l3urmah was eenige opleving in de vraag
naar ruimte voor rijst en partijen werden geboekt door
ljnbooten per Febr. en Maart tegen 401- naar de gebruike-
lijke loshavens. Voor Februari is bijna geen ruimte meer
in de markt en eveneens voor een groot gedeelte van Maart.
Er is ook vraag naar boeten voor volle ladingen tegen 3819
ler Febr., doch kon men tegen deze vracht geen tonnage
interesseerea.
De vrachten van den Donau bleven deze week vast. 401-
werd betaald voor een 3100 tonner. De vraag van cle Zwarte Zee nam af en de vrachteii zijn teruggeloopen.
Het aantal bevradhtingen van de Middellandsche Zee
was de afgeloopen w-eek niet groot en voor erts werd be-
taald: La Goulette/Rotterdam
101.,
Almeria Pier/Rotter.
dam 1116, Ruelva/Rotterdam 131-. Voor fosfaat werd Sfax/
Rotterdam en Vlaarclingen 17/- betaald.
De Golf van Biscaye was levendig en er vond een flink
aantal bevrachtingen plaats. Bilbao/Rotterdam betaalde 7/6,
SantanderTR.otterdam 7/3.
De Amerikaansche kolenmarkt kwam de afgeloopen week
niet op haar oude peil terug, ondanks dat de uitzichten op een spoedige regeling van de Engelsehe staking tegen het
einde der week nog niet bewaarheid waren geworden. Er ver-
den naar U.K. ongeveer 50 boeten bevracht. De markt was
over het algemeen kalm, behalve voor prompte posities.
Met 30 Nov. cancelling werd tot 35/- betaald; 15 Dec. 25/-,
31 Dec. 2216, 31 Jan. 18/., 20 Febr. 171. Naar Lissnbon
is 35/- gedaan per November, naar Las Palmas $ 8,25 en
Algiers 42/6.
RIJN VAART.
Week van 8 t/m. 13 November 1926.
De aanvoeren van zeezijde waren normaal, de versche-
pingen van kolen tamelijk levendig.
Scheepsruimte bleef voldoende beschikbaar. Bij tamelijke
vraag bleven de vrachten stationnair en bedroegen deze
voor erts gemiddeld
f
0,45
5. f
0,50 met
34
en
f
0,55
5.
f 0,60
met 34 lostijd.
Naar den Bovenrijn was weinig vraag en hiervoor werd
uitsluitend in daghuur bevracht op basis van 3 cts. per ton.
Het sleeploon werd genoteerd volgens 35
5.
40 ets. tarief. De waterstand bleef, hoewel regelmatig vallend, gunstig.
In de Ruhrhavens bleven de verschepingen normaal.
Scheepsruimte bleef voldoende beschikbaar.
De vracbten bleven onveranderd en bedroegen voor exportkolen naar Rotterdam Mk. 1,60 per ton met vrij
sleepen.
17 November 1926
1025
DE TWENTSCHE BANK
Amsterdam – Rotterdam – ‘s-Gravellhage – Almelo – Dordrecht – Eilsdhedo – Heilgelo –
Oldoilzaal- Utrecht .- Zaalldam – Ziwolle
Maandstaat op 31 October 1926
DEBET
Aandeelhouders nog te storten 90 pOt. op aandeelen B,
waarvoor waarborg gedeponeerd …………………..
.
f
1241.100,—
Deelneming in de firma:
B. W. BLIJDENSTEIN & Co., te Londen
6.435.000,—
Deelneming in bevriende Bankinstellingen . ….
f
9.354.270,33
‘waarvoor in geld gestort ……………………….
7.029.570,33
waarvoor effecten gedeponeerd ……………………
f
2.324.700,-
Effecten van Aandeelhouders
gedeponeerd bij bevriende instellingen ……………….
.,, 3.000.000,—
ten eigen gebruike …….
, ………………………….
30.573.750.—
.
35.898.450,—
Kassa, Wissels en Coupons ………………………….
‘
S
5538526053
Nederi. Schatkistbiljetten en Promessen ………………..
4.502.498,–
Saldo’s bij Bankiers
………………………………..
.
24.18,1.651,40
Daggeldieenin gen
………………………………
E 100.000,—
igen effecten en syndicaten
.’ ……………………..
.
9.387.940,55
Saldo te leveren en te ontvangen fondsen
. . . 3.836.819,25
Prolongatiën .gegevefi …………………………………
48.578.125,—.
Credietvereeniging………………………
…………
f
49.987.842,28
‘
Af: loopende Promessen …………………………….,,
8.700.000.-
41.287.842,28
Voorschotten tegen Onderpand of Borgtocht en Saldi Rek.-Ort. t 67.243.530,25
.
Af: loopende Promessen
………………………………… ” 2.746M00,—.
7
.64.497.530,25
Voorschotten.op Oonsignatiën ………
‘ 2.303.215,70
Gebouwen
…………………………… . …………
.,,
5.766.46,06
Tôtaal ……
f
280.431.849,35
CREDIT
Kapitaal ……………………….
………………..
f
36.000.000,—
.
.
Reservefonds …………………. …. ………………..
9.043.810,48
.
Buitengewone Reserve
…………………………….
Credietvereeniging ……………………
5.018.914,50
Reserve Credietvereeniging …………………………
2.715.023,82
f
54.577.748,80
Aandeelhouders voor gedeponeerde Effecten als waarborg
voor 90 pOt.
storting op aandeelen B …………………………
f
1.241.100,-
in Leen-Depot ………………………………..
34.657.350,-
35.898.450,—
Zieken- en Pensioenfonds …………………………..
2.649.742,56
Deposito’s ……………………………… . ……….
..52.646.136,44
Prolongatie-Deposito’s …………………………….
1.473.150,-
Saldi Rekeningen-Courant …………………………
f
90.495.074,18
voor gelden in het Buitenland .
6.476.461,58
Oredietvereeniging ……………,,
4.899.810,84
101.871.346,60
De Nederlandsche Bank …………………………. ..
8.995.713,03
Te betalen Wissels … ……………………………..
.
16.725.210,51
Geaccepteerd door derden …………………………..
2.494.802,75
Diverse Rekeningen …….. .. ………………………
3.099.548,66
Totaal ……
f
280.431.849,35
17 NOVEMBER 1926
11E
JAAROANO No. 568
STEENKOLEN-HANDELSVEREENIGING
(COAL-TRADING ASSOCIATION)
Hoofdkantoor te Utrecht. Filialen te Amsterdam en Rotterdam
DE BOEKHOUDING
Maandblad voor de Studie van Finan-
cieel-Economische Wetenschappen
HOOFDREDACTEUR: J. GROOTEN
Prinsengracht 963
–
Amsterdam
–
Telef.
44512
Redaçteurs:
Belastingrecht
MELLINK, Leeraar M.O., Amsterdam
Boekhouden….
..
G.W. C0MELL0,Dir.Handelssch., Hilversum
Handeisrekenen..
Dr. P. G. VAN DE VLIET, Leeraar Han-
Balansleer
…….
5
delsschool, Helder
Bankwezen
……
Handelstechniek
J.
GROOTEN, Leeraar M.O. Boekh. en Wisk.,
Direct. Levensverz.-Mij N.O.G., Amsterdam
Bedrijf shuishoudk.
Verzekeringswezen
Dr. C. DORSMAN, Directeur Levensverzeke-
Statistiek
……..
J
ring-Maatschappij N.O.G., Amsterdam
Handels recht
……
Mr. Dr. M. SPAANDER, Dir. Openbare Han-
Economie
……..
J
delsschool, Amsterdam
Handelsaardrijksk.
L. v. ROSSEM, LeeraarHand.sch., Alkmaar
en Helder
Behalve de vaste rubrieken bevat no. i, hetwelk dezer dagen is
verscbenen, nog de volgende artikelen: OpgavenStaatspraktijkdiplorna
(met uitwerkingen) en Het Examen Handelskennis L.O. 1926 in
Nederlandsch Oost-Indië.
Abonnementen kunnen te allen tijde ingaan.
Abonnementsprijs f 6.— per jaar, fr. p. post.
Proefnummers worden op aanvrage gaarne toegezonden door
Nijgh & Van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, R’dam
Practisch Effectenboek
ter vereenvoudiging van administratie en
ten. gebruike voor de vermogensbelasting
Prijs
t
1,50
Verkrijgbaar bij den Boekhandel en bij NIJGH & VAN DITMAR’S
UITCEVERS.MAATSCHAPPIJ, Rotterdam.
Zooeoen verschenen:
Tweede, omgewerkte druk van
Inleiding tot de Studie der
Bedrijfshuishoudkunde
door J. GROOTEN
Dir. der Levensverzekering-
Mij N. 0. 0.,
Leeraar
M.O. Wiskunde en Boekhouden,
Amsterdam
Ingenaaid
Gebonden
f
7.50
f 8.50
NIJGH & VAN DITMAR’S
UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ
ROTTERDAM
RESIDENTIE
HYPOTHEEKBANK
‘s-GRAVENHAGE
Anna Paulownastraat 97
Tr.ustee’B en Accountantscontrôle
4pCt. llypotheekbr. tegeil 98 1 pCt.
Opeischbaar
A
pari na 10 jaren
Directie: K. E. Abbing, D. van Oordt.
VERSCHENEN:
Lessen over
den Handel
door
J. GROOTEN
Prijs
f 8.—
Geb.
f 8.90
Alom
verkrijgbaar
bij den Boekhandel
en bij
Nijgh & van Ditmar’s UiLg.-Mij
Rotterdam
NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK
AMSTERDAM
‘s-GRAVENHAGE
.
ROTTERDAM
BATAVIA
.AMOY,AMPENAN,BANDOENG,BOMBAY,CALCUTTA, CHERIBON, GORONTALO,
HONGKONG, KOBE, MAKASSAR, MEDAN, MENADO, PALEMBANG, PEKALON-
GAN, PROBOLINGGO, SEMARANG, SHANGHAI, SINGAPORE, SOERABAYA,
SWATOW, TEGAL, TJILATJAP, TOKIO, WELTEVREDEN, YOKOHAMA.
NIJGH
&
VAN DITMAR’S BOEK- EN HANDELSDRUKKERIJ. ROTTERDAM