Ga direct naar de content

Jrg. 11, editie 563

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 13 1926

13 OCTOBER 1936

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

Economi
*
sch’Statistische

Beri
*
chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VÂN HÉT INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

11E JAARGANG

WOENSDAG 13 OCTOBER
1926

No.
563

INHOUD.

Blz.
HET VOLKSOREDIETWEZEN. IN NEDERLANDSCH-INDIE
door
Dr. H. M. llirschfeld ……………………896
De Ratificatie van de (Ontwerp-)verdragen der Interna-
tionale Arbeidsconferenties door
Ir. B. Bölger ……898
Bezuiniging dèor den Staat door
E. P. Weber .. …… 900
De Gouvernementsbedrijven in Nederlandsch-Indië door
Ir. J. van der Waerden ……………………..901
Aansluiting van den Postchèque-. en Girodienst bij het
Bankgiro

………………………………….
902
AANTEEKENINOEN:
Indexcijfers van scheepsvrachten ……………..
904
BOEKAANKONDIGINO:
F. M. Wibaut: Gemeentebeheer (Financieel beheer,
Bedrijfsbeheer), bespr. door
Prof. Mr. Dr. C. W.
van der Pot Bz. ………………………… 905
MAANDCIJFERS:
Giro-omzet bij De Nederlandsche Bank …………
906
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam ……….
907
Rijkspostspaarbank ………………………..
907
Productie der Steenkolen-, Bruinkolen-en Zoutmijnen
907
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN


907-914
Geidkoersen.

1 Bankstaten.

Goederenhandel.
Wisselkoersen.

1 Effectenbeurzen.

Verkeerswezen.

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN AD VIES.
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; ,Tttr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. E. Moresco;
Mr. Dr. L. F. 11. Regout
;
Dr. E. van Welderen Baron
Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis; Mr.
Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: D. J. Wansink.
Seoretariaal: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.

Abowisementsprjs voor het weekblad franco P. P. in
Nederland
f
20,—. Buitenland en Kolo’niën
f
23,— per
jaar. Losse ivzimmers 50 cents. Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.

Advertenties
f
0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh
d
van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-
rekening No. 6729.

12
OCTOBER
1926.

Do gelcimarkt werd deze week nog belangrijk rui-

mer. Particulier ‘disconto liep van 27/s pOt. . 21/2: pOt.

terug; en ook de prolongatierente was veel lager;

Dinsdag werd uelfs 2 pOt. ‘genoteerd. Daarna kwamen

weliswaar weder eenige noteeringen van 2% pOt. tot
stand, maar aan het einde ‘den week werd ‘weder 2%

pOt. ‘genoteerd.’ “De algemeen voor het najaar ver-

wachte verstijving van de gel’dmarkt ‘is dus voorl’oopig

nog weder ver te weken. Men moet’tot J’ul’i ofbegin

Augustus teruggaan oin dergelijke lage geldnotéerin-

gen terug te vinden. Ook Oallgeld blijft even over-

vloedig aangeboden als gedurende de -zomeimaan’den.

*

Hoewel het ‘bedrag der rehtstreeks bij De Neder-
laridsohe Bank geplaatste schatkistpromessen in de

afgeloopen week nog een geringe toeneming heeft

ondergaan (het steeg van
f
35 millioen tot
f
36 mil-

lioen), vertoont de post ‘binnenlandsc’he wissels ‘op de

balans der centrale credietinstefling niettemin een

teruggang van
f
800.000.
Hij
bedraagt thans slechts

f
86,1 millioen. D beleeningen blijken met
f
5,1 mil-

lioen te zijn geklommen, een vermeerdering, die nage-

noeg uitsluitend de hoofdbank betreft. Het renteloos

oorschot aan het Rijk steeg van
f 10,9
millioen op

f
13,3 millioen.

• De voorraad gouden munt ende zilvervoorraad daal-

den beide een kleine
f
200.000. De voorraad munt-

materiaal bleef
vrijwel
op dezelfde hoogte. De post

papier op het buitenland en de diverse rekeningen

onder het actief daalden resp. met
f 10,1′
millioen en

f
3 millioen.

De biljettencirculatie verminderde met
f
16,1 mil-

lioen, terwijl de rekening-courantsaldi met
f
8,5 mil-

lioen toenamen.

Het ‘beschikbaar ‘metaalsal’do steeg met
f 1,1
mii-

lioen. Het ‘dekkingspercentage bedraagt ruim 49.
* *
*
‘ De gou’dwissels waren onder invloed van ‘de zeer

ruime geldmarkt en het verder aantrekken van de

geldkoersen in Engeland en Amerika zeer vast. Dol-

lars stegen tot 2,50; Ponden werden voor 12,12% af-

gedaan en voor Marken was ‘op 59,53% flinke vraag.

Later liepen.Dollars en vooral Marken iets terug, maar

Pon’den bleven ondanks het grooto aanbod van den han-

dcl op hetzelfde peil gezocht. Ook Franken en Lires

varen ‘niet onbelangrijk vaster. Parssteeg van 7,03

tot 1,22 en België van 6,19 op 6,94. Het sterkst kon de

Lirekoèrs ‘verbeteren. Geopend op 9,40, werd Zater-

dag 10,— ‘gnoteerd, ‘terwijl gisteren’ een oogenbl’ik

selfs voor 10,50 werd afgedaan. Van de overige koer-
sen valt, alleen te vermelden, een ‘vernieuwde flauwe

stemming voor Madrid. De koers liep van 31,90 tot

‘37,35 terug.

LONDEN,’ll OCTOBER
1926.

De glduimte, welke na d kwartaalswisseling in-

trad, is slechts van zeer korten duur geweest. Reeds in
den aanvang ‘van verleden week.bleek geld weder ge-
zocht, zoodat de terugbetalingen aan de Bank van En-

‘geland op Dinsdag en Woensdag een toestand van be-

trekkelijke ‘schaarschte veroorzaakten. Ook heden i’s

eld «ëèrder gëvraagd en blijven de ;,over night” prij-

zn vast.

t Disconto bleef ondr •dien’ invlod èveneens zeér

vast op 4%—”/is voor 3-maands prima banikaccepten,
ferwijl de schatkistwissels 11. Vrijdag tot 4′
o
/16
werden

‘toegewezen.

C
Er is reeds sedert eenige weken een beslist ecart

tussc’hen schatkistwissels ‘en ‘bankaccepten ten gunste

van ‘la’atstgnnoemde categorie.

896

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 October 1926

HET VOLKSCREDIETWEZEN IN

NEDERLANDSCH-INDIË.

Het Verslag van den Dienst over 1925.

Het Vol’kscredietwezen vormt ‘in Indië tegenwoor-

dig een voorwerp van veelvuldige ‘discussiez. Deze,

spelen zich ‘echter in hoofdzaak af in den boezem van

dien ‘tak van dienst en in het orgaan der Centrale

Kas, het Blaadje voor het V.olkscredietwezen.

Het zijn in hoofdzaak twee vraagstukken, ‘dje be-

sproken worden, ‘de positieregelin.g van administra-

teurs en ‘besturen ‘der afdeelings’banken en -de gevol-

gen, die de bestuursh’ervorming voor het Volkscre-

d’ietwezen met zich mede brengt.

Ten gevolge van de geringe ‘samenwerking, ‘die er

nog ‘bestaat tusschen ‘de Centrale Kas voor ‘het Volks-
credietwezen en de Afdeelirigsban’ken moesten,- voorkl

toen er vele wantoestan’den bij. Afdeelin’gsbanken aan
het licht traden, organisatorische maatregelen wor-

d’en genomen en voorgesteld. De contrôle, die de Cen-
trale Kas ‘nam-en’s de Regeering op’ de Afdeelingsb’ati-
ken uitoefent, moest niet alleen administratief op ech

hooger peil gebracht worden, doch moest tevens beter

dienstbaar gemaakt worden aan het toezicht op de
bedrijfspolitiek. Dit probleem meent de Adviseur voor

het V’olkscredietwezen -te kunnen oplossen, door ‘de

instelling van ambtelijke door ‘de Centrale Kas be-

noemde a’dministrateurs aan te bevelen.
Bij de oplossing van het tweede vraagstuk, den in-

vloed van •de bestuurshervormin.g, gingen de gedach-
ten in de richting van decentralisatie der Centrale

Kas, al naarmate nieuwe provinciën gecreëerd zullen

worden.
Ook de Adviseur ‘was van meeni’n’g da’t h:et pro-

‘bleem uiteindelijk in die richting opgelost moest wor-
.den. De Commissie van Toezicht en Bijstand der Cen-
trale Kas, bestaande uit practische financi’ers, ver-

zette zich ten stelligste tegen deze plannen, aan-ge-

zien d’eze op financieel-technische gronden al’s niet
vereenigbaar met h’et weten der Centrale Kas, als
contrôleliohaam en financieel-compensatie-instituut

voor de Afdeelingsbanken, werden geacht.

Ten ‘einde deze problemen nader tot de oplossig
te brengen, ‘zal spoedig een coinmissie aan den arbeid

trekken. –
Met de bespreking van ‘deze punten begint ‘het pèr

ultimo Juni 1926 afgesloten verslag van ‘het Vol’k-credietwezen over 1925. De hier aangeduide vraag-stukken betreffen voor een .groot deel kwesties vah
formeelen aard, welke echter niet tot zooveel wrij-
ving zouden aanleiding geven, indien in den maté-

rieelen grondslag van het Vol’kscredietwezen niet zoo-
veel punten waren, die conflicten moeten uitlokken.
De primaire vraagstukken, ni. de aard van het bè-
‘drijf ‘der volks’ba.n’ken en de financieele basis, w.aardp
dit rust, worden te weinig naar voren gebracht, en’
wanneer ‘dit wel geschiedt, dan twijfelt men aan den
ern’stigen wil ‘dit ‘objectief te doen. Hiervan is nu hèt laatst verschenen verslag een treffend voorbeeld. Een.
belangrijk ‘deel van dit verslag is gewijd aan de vei-
ligheid van beleggingen bij volks-banken, gezien in
het licht v.an ‘het eredietbedri.jf, ‘de liquiditeit en de
rentabiliteit. De Adviseur van het Voikscredietwezeu
begint hier met te ver-klaren: ,,Voorop moge -de coui-
clusio gaan, dat beleg-ging
‘bij
een voiksbank eve’n
veilig ‘is als bij welke groote bank ‘ook in Neder-
landsch-Indië, en ‘dat, zoolan.g geen oorlogen of bid-
n’enlandsche omwentelin’gen plaats hebben, geen ‘bè-
legger ‘eenig verlies bchoeft te vreêzen.” Er zijn vol-
gens het verslag van den Adviseur vier factoren, die
deze soliditeit der Afdeelings’ban’ken bepalen, nl. de
risico’s ‘die zij loopen, de groott& van ‘het ei.gen v’ei-
mogen in verhouding tot h.et vreemde kapitaal, haa’r
liqui-diteit en ton ‘slotte de steun van de ‘Centrale Kas.
Laten wij eens nagaan, wat -het verslag ons teh
aanzien van ‘deze vier factoren leert. –
Ten aanzien van het
risico,
-dat verbonden is aan
het bedrijf -der afdeelingsban’ken schrijft de Adviseur,

dat ‘dit over het algemeen klein is gebleken; -de in-

lan-der is een goede schul-denaar, ‘die na eeni-ge trai-

ning in stiptheid, do op zich -genomen verplichtingen

behoorlijk nakomt. De slechtste ‘betalers zouden -de

Europeanen en i’nland-sche ambtenaren ‘zijn. De volks-
ban-ken worden in veel mindere mate dan de Indische

‘groot,banke’n ‘door de schommelingen der conjunctuur
beïnvloed. Hierdoor is het
‘bedrijf
der eerstgenoemde
banken aan minder risico onderhevig, zoodat ‘hier ni’et

zoo’n groote afsc’hrijving was als ‘bij’ de grootban-keia
ten gevolge van de -malaise voorkwam. Als illustratie
van het geringe risico, verbonden aan het volksbank-
bedrijf, wordt d’an ‘vermeld, dat de afschrijvingen op

vorderingen van afdeelingsbankbn op Java in het
-slechtste jaar beperkt waren tot 5 pCt. van den op lee-
liegen gekweekteninterest; op de buitengewesten ‘be-

droeg ‘dit cijfer 10 pCt.. In 1925 werd -door de ina-tel-
lin’gen op Jav.a slechts ongeveer
f
200.000 afgeschre-
ven
bij
een totaal aan uitstaande leeningen van

f
34.345:000. –

Dergelijke
cijfers
zijn voor een grootbank inder-
daad om te watertanden. Indien wij’ thans nagaan,
hôe ‘deze cijfers verklaard ‘kunnen worden, dan is het

resultaat, waartoe hot verslag ons te -dien -aanzien in
staat stelt, allesbehaN’e bevredigend. Alleen de aard
van – de ciedietverleening -kan ons hierover licht ver-

schaffen. Slaat men -bijlage VI op, waar men de doel-einden, waarvoor in 1925 geleend werd, aantreft, -dan
ziet,men de volgen-de cijfers
voor Java en Madoera:

Aantal

Bedrag

leener
Landbouw en Tuinbouw……..
f
13.569.000

208.108
Veeteelt …………………..,,

5.199.000

72.624
Handel ……
………………

10.739.000 –

147.831
Visscherij en Vischteelt ……..,,

324.000

3.501 Nijverheid en Transportwezen

2.170.000

21.166
Schuiddelging ……………..,,
2.131.000

22.901
Woningen enz ……………… ,,
7.024.000

85.996
Andere consumptieve 1oe1einden
,,

931.000

11.167

42.090.000

573.294

De eerste indruk, ‘die ‘door -deze
cijfers
-gewekt
wor’dt; is dat we hi’er met een uiterst nuttig bedrijf
te ma-ken hebben, -dat een zeer aanzienlijk deel der in-

lan’dsche bevolking van Java tot een zegen strekt. Be-
ziet men’ in dit verband nog de volgende opmerking
van den Adviseur, gemaakt bij: de bespreking der risi-

co”s -van de afdeelingsban-ke, nl. ,,de inlan-dsche
landbouw op Java werkt nagenoeg geheel voor de
bin-nenlandsche markt en daarbij zijn -de conjunctuur-
wisselingen minder sterk dan voor exportproducten”, dan meent m’en een
redelijke
verklaring gevonden te
hebben voor het geringe bedrijfsri’sico.

Deze ,illusie vervliegt echter heel ‘spoedig
‘bij-
een
verder onderzoek. In de eerste -plaats begint men wan-
trouwend tegenover boven -geciteerde
cijfers
te wor-
den, indien men uit hetzelfde verslag verneamt, dat
er pogingen ondernomen’ worden om ‘in samenwer-

king met den landbouwvoorlichtin-gsdienst ‘te komen
-tot goedk-ôop productief landbouwcredi’et; tot ‘dusver-
re gelukte ‘dit ‘slechts ‘in enkele gevallen (Kediri en
Malang). Welke beteekenii hebben dan ‘de ‘millioenen
cijfers voor het land’bouwcrediet? We meen’en niet
te ver te gaan, indien wij d’a’arop antwoorden: ,,-niets”.
Zij -geven ‘hoogstens een beeld van ‘de ‘beroepen, die
de leen’ers uitoefenen. Zoowel het Rapport van Gin-kel als -de vele uitlatingen van ‘den lan-dbouw’voor-
lichtingsdienst, welke ‘door den Dienst van het Volks-
credietwezn niet worden tegengesproken, bevestigen,
dat wij bij het Vol’kscredietwezen in hoofdzaak met
consumptieve credieten te maken hebben. Neemt men
de verslagen van de afzonderlijke afdeelingsban’ken
ter -han’d,’-dan ‘krjgt men ook den in-druk, dat het pro-ductieve land’bouwcrediet slec’hts in uitzon:derin,gsgê-
vallen tot zijn recht komt. Meer objectief wordt een en ander bevestigd ‘door ‘de hoogte ‘der debetrente.
Het verslag leert ons te dien aanzien, dat van -de 71
afdeelings-baxiken op Java er slechts 20, zijn, wier
maximumrente 15 pCt., bedraagt of minder, waarvan

T
-.

4

13 October 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

897

slechts 4 -op het minimum

van 12 püt. komen. De

rest berekent een rente van ongeveer 18 pOt. Ge-

miciclel-d bedragen cle onkosten der af-deelingsbankon
61,6 pct. van den interest ontvangen op 1-eeningon.

Bij oeil depos.ito-rente van 5 pOt. -moet de clebetrente minstens 13 pOt. ‘bedragen, wil uien •de onkosten kun-

tien dekken. Men hoeft ‘clan echter nog geen voorzie-
ningen ge-troffen -voor -clubionze-debiteuren e.n reser-

vevormi-rtg, terwijl er van winst geen sprake is. Vol-
gens berekeningen van -den lartdbouwvoor]ichtings-

dienst is een. rente van 10 ii 12 pOt. reeds als maxi-
mum te beschouwen -voor productiove landbouwcre-

dieten.
Uit een en ander zal duidelijk geworden
zijn,
dat

het Volkscr-edietwezen nog weinig verricht heeft voor
-de ‘bevordering van het i nian-dsche lan-cllouwerecliet.
lIet. -geheele crecli.etbedrijf rust -op cle in Indië nu eenmaal door velen getolereerde consumptieve ere-
dietverleen.ing aan den :inlan-der, welke feitelijk alleen

door den pand-huisdjenst verleend zou mogen worden.

Van een soliditeits-standpunt bezien, is het gevolg
hiervan, dat er inderdaad geen groote schokken voor-
komen. De steric aan ‘hun woonplaats -gebonden in-

lan-clers verkeeren in een soort traditioneelen band tot
de afdeelingsha-n-ken, waardoor •de zaak zon-der al te
-groote schommel i nigen doorloopt. De ere-di e-tverl ee-
ning valt buiten het speciale ondernemersrisico, waar-
door het sterk afwisselend moment, dat hierin leeft,
hier niet bestaat. Een groote ,,lCrach” zal dus niet licht ontstaan, doch hierin schuilt juist het gevaar,
dat boven het huidige credietwezen ‘zweeft, omdat het
feitelijk het gemakkelijkste zou zijn op den bestaan-
-den voet door te gaan. Men wordt hier niet -tot reor-
ganisatie -gedwongen, doordat er een gevaar bestaat voor een faillissement, dat een ,,kapitalistische”
011-
derneming onder soortgelijke omstandigheden zeker
niet zou ontloop-e-n.
In -dit licht moeten de optimistische opmericingen
van -den Adviseur over -de ,,soli-diteit” ‘der Volkshan-
ken bezien worden. Vreugde over ‘die soliditeit ha-d
-hier niet op ‘den voorgrond mog’en staan en zeker niet (loor een manke vergelijking met -cle g.rootban-ken te
ti’ekken. Thans begrijpt men ook, dat de Europeanen
-zooveel slechtere debiteui-en zijn dan ‘de inlan-clers.
Woike Europeanen gaan in Indië
hij
af-deelings-ban-
ken i een-en?
Thans -cle tweede factor, ‘die ‘de soliditeit der volks-
banken bepaalt, het eigen vermogen -der af-cleelings-
banken. Dit bedraagt voor de instellingen op Java
en Madoern op ult. 1925
f
9,2-19.000 -en voor -clie op
-cle Buiten-gewest-en
f
1.367.000,
hij
een totaal aan
gelden van -derden van resp.
f
40.663.000 en

f
10.857.000.
De vraag is nu in hoeverre we bij het zuiver voi-
niogen met een reëel of een nominaal bedrag te maken
hebben. Hiervan kunnen we ons -slechts bij benade-
ring een beeld vormen. De achterstand bedroeg op
Java en M-acloera in -de jaren 1923, 1924 en 1.925 offi-
cieel .resp.
f
2.852.000;
f
2.566.000 en
f
2.013.000. De
daling -van -dit cijfer is gedeeltelijk te -danken aan
het streven om -cle loeningen in meer payernent-en te
doen betalen. Hierdoor ‘wordt de achterstand van
leeningen, clie -korter clan één jaar loopen, -gu:ustig he-
in-vloed, om-dat in -de statistiek alleen -de achterstal-
lige termijnen worden opgenomen en niet -de geheele
i-eensom. Ver-der is een gevolg van -den aard -der con-
sumptieve leenin-gen, -dat -cle statistiek vermoedelijk
onjuist is, -doordat, een -achterstallige leener gemak-
kelijk cle kans beeft zijn schuld af te lossen, -door een
van zijn relaties een nieu.wr cred jet te -doen opnemen
om ‘daarmede -de oude schuld af te lossen. In de in-
lan-cische maatschappij is zulks geen iutzonderi ng.
Van -den achterstand is ongeveer 70 pOt. ouder-dan
één jaar. -De -grootban-ken, welke volgens -den adviseur
zulke -grooto -bedragen moeten afschrijven, zou-den
-dergelijke posten zeker uit hun balansen hebben weg
gewerkt, terwijl ‘dit bij: -de vol-ksbanken blijkbaar niet
noodig is. –
– –

De beteekenis van het zuiver vermogen -der afdee-

lingsbanken zou dus nog eens nauwkeurig onderzocht
moeten word-en.

Over het -derde punt, -de liquid.iteit, zegt cle advi-
seur, -dat deze grooter is -dan -de outsider uit -cle ba-
lansen zou coneladeeren. Wij- gelooven, dat hij hier

wel een al to optimistische uitspraak -doet. Beziet

mon de liqui-diteit niet als een technisch, -doch a]s een
economisch vraagstuk, -dan ‘zal -het -een ieder -duidelijk
zijn, -dat aan het verleende crediet -de kwalificatie

liciuid-e niet kan toekomen. Do min of meer regel-
matige stroom

van payemonten doet wel geregeld kas-
-geld toevloeien, ihetwelk weer zijn weg vindt naar

-nieuwe leenors of -doposanten, -die gelden opvragen,

‘doch wanneer we het probleem aldus stellen, nl. dat

het Volkscreclietwezen op eenige kunstmati-ge steun-
punten rust, die moeten verdwijnen, ‘dan beoordeelt
men ‘de economische liqui-diteit anders.
Volgens de gecombineerde balans der 71 vol-ksban-
ken van Java en Madoera, hadden -deze per 31 De-
cember 1925 in totaal
f
40.664.000 vreemde gel-den
opgenomen, verdeeld als volgt:

Direct opzegbâar
.

f 26.373.000,—
Op termijn ……….
……….

Centrale Kas. ..

,,
1.361.000,-

Dezo zijn verder te verdeelen:

Direct

Van dessabanken en opzegbaar Op termijn

Totaal

Loemboengs

flZ.330.000 f

102.000
f12.432.000
dessakassen en
overheidsf. …. ,,
9.472.000

700.000

10.172.000
Inlanders en
Vr.
Oosterlingen ..

2.064.000

1.448.000 » 3.512.000
Europeanen …

2.507.000 ,, 10.357.000 ,, 12.864.000
Zusterinstellingen,,

260.000

260.000
Verplichte inlagen..
,,

61000

61.000

f 26.373.000 f12.928.000 f 39.301.000

Deze cijfers illustreeren, -dat het -d

epositobedrijf der
,afcleei:ingshanken van respecta-belen omvang is. Er
schuilt echter een kunstmatig -element in, nI. -de hooge
-depositorente. Deze bedraagt 5 pOt., terwijl een verla-
ging van 6 pOt. op 5 pOt. vorig jaar alleen onder
protest van vele afdeelingsbank-eni kon worden -door-
gevoerd. Ver-der speelt een rol, dat velen, zooals we
nog zullen zien, ten -onrechte meenen, -dat de Regee-ri-ng aansprakelijk is voor de volkshank-en. ilien’door
trekken -do afdeelingsbanken gelden tot -zich, welke

bij andere banken, spaarbanken -en postspaarbank
thuis hooron -en -die nu dienen .’oor de financiering
van een feitelijk ongezonde-it toestand. Van een
,,spaarbankhelegging” kan men toch immers bij deze
instellingen mooi lijk spreken. Oonsump tief crediet
aan inlan-ders wordt aan -de -oene zijde gefinancierd
door -gelden uit geheel andere kringen, welke gelden
tevens een speciaal -lcarakter -dragen. Verder zijn cle
vreemde gelden afkomstig -van d-essa-insteliingen,
welke zelf nauwe]j-lcs al-s credietnemers hij -de afdee-
liu-gshanken optreden. Hierdoor komt feitelijk niets
terecht van de tweede taak -der afdeeb rigsban ken om
ni. ook op to tred-en al-s centraal finaucieringsinsti-
tuut voor d-orpsinstellingen. Deze laatst-e bestaan uit
– cl essabanken en dessal oem-boengs. Eer

a
stgenoemde cate-
gorie van instellingen verleenen an. ‘de inlanders
.soortgeljlce credieten als ‘de afdeelingsbanIcen, doch
alleen met Icorter-en looptijd. Het bal ani-scijfer -der
u.i.tieenin-gen bedroeg per uit. 1925 op Java en Ma-
-ci-oera
f
5.461.000, waartegenover stond een eigen ver-
mogen van
f
7.21.3.000, eën vermogen, dat feitelijk
geheel bijeen gebracht is -door de leen-en-do dessage-
moensohap. Hierdoor verandert het economisch aspect
der credi-etverleening echter geheel. Deze instellingen
nu zouden met -hulp der afdeelingsbanken nog sterk
,ontwi-kkel-d kunnen worden, want in 1924 hezaten
1
slechts 16,2 pOt,. -der gezamenlijke -dessa’s van Java
een -eigen ‘dessabank. De loemboengs beoefenen het
padicrodiet, doch zij hebben in -den loop der jaren
tevens een -groot contant vermogen gevormd. De con-

898

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 October 1926

tanten van deze instellingen nu worden practisch ge-

heel gedeponeerd bij de afcleelingsban’ken, terwijl

deze laatste instellingen hun uitzettingen voor een
groot deel in •de dessa hebben.

Een en ander illustreert duidelijk, dat er aan de
economische constructie van het afdeelimgsbankbe-

drijf nogal wat ontbreekt, zoodat er geen aanleiding

tot juichen is alvorens hier veel verbeterd is.
Ten slotte de verhouding tot de Centrale Kas. De
functie van deze instelling bestaat aan de eene zijde

in de uitoefening van contrôle op de afdeelingsban-
ken en aan den anderen kant in het liquide beleggen

van gelden van afdeelingsbanken en het verstrekken
van credieten aan deze. Deze instelling is niet ‘garant

voor de verplichtingen der Volksbanken, evenmin’

als de Regeering. In 1920 heeft de directeur van

Binneniandsch Bestuur in een circulaire er nog eens
uitdrukkelijk op gewezen, dat de Regeering geener

bi financieele aansprakelijkheid •op zich’ neemt. In

het jongste jaarverslag
wijst
•de Adviseur van het

Yolkscredietwezen nog eens op de aansprakelijkheids-

kxostie.
Hij
gaat daarbij volgens onze meening nogal
ver, hij ontkent dat er een officieele.garantie bestaat;

doch hij’ wil •de Volksban:ken in ‘gevallen van moei-

lijkheclen steunen. Hiertegen kan natuurlijk weinig
bezwaar bestaan, want in ruimen zin genmen, heeft
de Centrale Kas dozen plicht; te vervullen, •doch een

conclusie als: ,,Het publiek kan ‘zon’der gevaar zijn

geld aan elke Volksbank toevertrouwen, onverschil
lig of zij een groot zuiver vermogen heeft dan wel
een saldo verlies’, (dus mi’nus-vermogen), gaat toch

wel ver.
De positie van cle Centrale Kas zelf is wel als

krachtig te beschouwen. Per 31 December 1925 be

schikte
zij
over
f
6.225.000 aan •kas en d’eposito’s bij

groote banken en
f
2.164.000 aan effecten, welke he leenba’ar zijn. Daartegenover stonden
f
6.579.000 aan

rekeninig-courantsaidi en deposito’s van afdeelings-
.

banken. Grondkapitaal, rentevrje uitgesteide schuid

en reserve beliepen te ramen
f
3.891.000, waartegen-4

over stond een credietverleening van
f
3.114.000 aartj

afdeelingshanken. Onder de credieten aan afdee

lingsbanien
prijkt
de Lampongsche Af.deelingsbank

met een dehetcijfer van
f
858.400. Aangezien dit

crediet voor het grootste deel gebruikf werd voor de
financiering van ‘de Lampo’ngsche kolonisatie, had
men mogen verwachten, dat omtrent de waarde van deren post iets in het verslag zou zijn medegecleeld
Zonder hier verder in te gaan op da vele debail
punten, welke nog Van interesse zouden ‘kunnen zijn;;
meeuen wij in het kort de conclusies, tot welke he
verslag aanleiding geeft, te moeten weergeven. c
De zwakke piek van ‘het Voikscredietwezen zijn de;
afdeel in gsbanken, hieromheen groepeeren zich d•&
vraagstuiken, die bij een eventueele reorganisatie

moeten worden opgelost. Het uitleenbedrjf heefe
zich van meet af aan in een ongewenschte richting
ontwikkeld, waardoor het consumptieve credi’et alle
middelen in beslag nam, terwijl het productieve cre

cliet niet tot zijn recht kon komen. Deze onjui’sté
crodietpolitiek werd gevoerd met behulp van gelden, welke op economische gronden voor •een groot dee1

niet bij afdeelingsbanken thuis hooren. De hoogel
rentevergoeding op deposito’s en de misvatting va
het publiek ‘ten aanzien van de ‘geboden zekerheid:
hebben de afdeelingsbanken tot ‘deze credietpolitiek

in staat gesteld.
Ten’ aanzien van de dessaban’ken is door de meeste,,
afcl eeli’n gsbanken meestal Ïiiets gepresteerd, doordat7
zij in stede van een steun voor deze, eerder concurreu
ten geworden zijn. Uit deze impasse zal het Volks-
credietwezen alleen dan kunnen geraken,
systematisch gestreefd wordt naar een qualitatieve verandering in de credietverleening, twaardoor af-
deelings’ba’nken zoowel centrale voor dorpscredietin-
steliingeh zullen worden, als credietgever voor
1 andsche bedrijven op ‘proci uctioven grondslag.

Batavia, 25 Aug. 1926.

Dr. H. M.
HT
RSOHFELD.

DE RATIFICATJE VAN DE (ONTWERP-) VERDRAGEN

DER INTERNATIONALE ARBEIDSCONFERENTIES

1-Jet Bureau Int. du Trava’U publiceert geregeld in de Info’rmatjons Sociales een overzicht van den

stand van de ratificaties der (ontwerp)verdrageii,

aangenomen op ‘de onderscheidene internationale ar-
bei’dsconferent,ies. Aangezien deze publicatie dooi

velen niet zal worden gelezen ‘en het toch van belang
is, dat men op de hoogte is van de wijze, waarop de

onderscheidene staten, leden van ‘het B.I.T., op de
ontwerp-verdragen reageeren of als men liever wil,

hunne verpl’icht,ingen nakomen, die zij’ bij ‘de toetre-
‘ding op zich hebben genomen, is ‘het de moeite

waard op een en ander de aandacht te vestigen. Wat

overigens de verplichtingen betreft, zij er direct
0
gewezen, dat hot lidmaatschap van het B.I.T. in

geenen deele meebrengt, dat men de op ‘de Int. Ar-

hei’dscon ferenties aangenomen ontwerp-verdragen ook
moet ratificeeren. Ieder lid, dus •iedere staat, blijft

volkomen vrij’ dit te doen, slechts heft men de ver-

plichting op zich genomen om een jaar (voor som-

mige ontwerp-verdragen
lYi
jaar) na ‘de aanneming
van het ontwerp-verdrag, dit aan de hevoogde auto-

riteiten in het betrokken land
(vrijwel
overal

dus •de Parlementen) voor te leggen, die dan,
zooals gezegd, echter geheel vrij blijven het al dan
niet ‘goed te keuren. In cle 9 sinds 1919 gehouden in-
ternationale Arbeidisconferenties
zijn
in totaal 23
ontwerp-verdragen aangenomen, terwijl ‘verder in

1919 te Washington nog een aanbeveling’ werd aan-
genomen inzake de reeds door verscheidene staten
geratificeerde conventie van Bern van 1906 inzake
het verbod van het gebruik van witten phosphor
hij
‘de

luciferfaihricage. Totaal kan men dus spreken van
24 ontwerp-verdragen, welke wij ‘in onderstaand over-
zicht hebben opgesomd, ‘daarbij’ tevens vermel’dende
met hoeveel stemmen voor en tegen de ontwerp-con-

ventie werd aangenomen.

le Conferentie Wa.sh,’ingon 1919.

Bepericing arbeidsduur in. nijvei’heidsonclerne-

mingen. (83-2; 1 onth.).
Instelling openbare bureaux voor kostelooze ar-
heidsbemiddeling (88-4).
Bescherming van vrouwen voor en na de beval-

ling (61-10, 11 onth.).
Verbodvan nachtarbei’d voor vrouwen

Verbod van arbeid voor kinderen ‘beneden 14 jaar

in de nijverheid (92-3).
Verbod van nachtarbeid’ voor jeugdige personei’i

in de nijverheid (93-0).
Verbod van witten p’hosphor hij’ de luciferfabri-
cage (92-0).

e Con,ferenti Genua 190.

Verbod van arbeid van kinderen beneden 14 jaar

01)
ree (71-0; 1 onth.).
Schadeloosstelling voor werkloosheid hij verlies
van schip ‘door schipbreuk
(10-0).
Arbeidsbemiddeling voor zeelieden (131; 2

‘onth.).

3e C’o’n.fere?ctie Genôve 1921.

Leeftijd
waarop kinderen in ‘den landbouw nio-
‘gen worden toegelaten (85-1).
‘Recht van vereeniging en vergadering van land-
arbeiders (92-5).
Schadeloosstelling voor ongevallen in den land-
bouw (81-13; 2 onth.).
Gebruik “,an loodwit in verfstoffen (90-0; 1

önth.).
Wekelijksche rustdag in de industrie
(13-24;

2 ont,h.).
Min, leeftijd, waarop jeugdige personen mogen
‘worden toegelaten tot het verrichten van arbeid
als tremmer of stoker (96-0; 2 onth.).

11.
Verplicht geneeskun’dig onderzoek voor kinderen
en jeugdige personen, ‘werkzaam aan boord van

schepen (96-0; 2 onth.).

13 October 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7e Conferentie, Genève 1925.

18. Schadeloosstelling voor ongevallen. (83-6).

10. Schadeloosstelling voor beroepsziekten (89-6).

Gelijkheid van ‘behandeling van vreemde en na-
tionale arbeiders voor de ongevalleiiverzokering

(125-0).

Verbod nachtarbeid in bakkorijen (81-26).

8e Cowferentie Genève 1926.

Inspectie van landverhuizers aan boord van zee-

schepen (11-35).

0e Coisferentie Genève 1926.

Monsterrol zeelieden (95-0).
Repatrieering zeelieden (16-22).

Wanneer wij nu nagaan, wat de verschillende leden

van het B.I.T. gedaan hebben in verband met deze
ontwerp-verdragen, dan blijkt, dat er 16, nl. Albanië,
Columhia, Costa Rica, Dominica, Ethiopië, G-uata-

mala, Haïti, 1:[onduras, Liberia, Nicaragua, Panama,

Peru., Perzië, Salvador, Siam en Venezuela zijn, die
zich van •de geheele zaak niets, maar dan ook niets
hebben aangetrokken. Verder hebben Portugal en Bo-

1 i.via, t.a.v. de ratificatie, ook niets gedaan, doch en-
hele maatregelen genomen, die ‘verband houden met
de conventies en Nieuw-Zeeland, China en Luxemburg
slechts de witte phosphorconventie van Bern geratifi-
ccerd. Nu zijn dit allemaal wel geen vooraanstaande
industriestaten, doch zij hebben eik jaar op de confe-
rentie evenveel te zeggen als cie groote industriestaten
en terwijl ‘zij ‘blijkbaar zich na afloop •van de geheele
zaak niets meer aantrekken, stemmen zij telkens lus-

tig mee en kunnen met hun stem den doorslag geven
bij conventies, die hen zelf verder koud laten, doch
die voor meer conscientieuze leden van groot belang

zijn. De Ned. afgevaardigde, de heer Zaalberg, heeft
zich er eens over ‘hekiaagd, dat op de conferenties

personen meestemmen, die van de aanhangige zaak

evenveel ‘verstand ‘hebben als een beremhiiider van
het Zuiderzeevraagstuk. Het hierboven genoemde

euvel is van dezelfde strekking en vooral waar het
hier een kwestie is, die zich zoowel bij de aannerning

als bij de verwerping van conventies ‘doet gelden, is
het o.i. van belang de aandacht er op te vestigen.

In het onderstaande overzicht, ontleend aan de

Informations Sociales hebben wij aangegeven, wat de

onderscheidene landen verder tav. de ratificaties
hebben gedaan. Wij ‘hebben daarbij niet opgenomen de maatregelen. ‘clie voor de uitvoering der ratifica-ties zijn getroffen, waarvoor wij naar de betreffende
publicatie in de Inf. Soc. verwijzen.

De verschillende ontwerp-verdragen, niet uitzon-

dering van die van 1926 t.a. waarvan nog geen maat-regelen get:roffen zijn, hebben wij genummerd als in
de bovengenoemde opsomming. l)e beteekenis der aan-

clui’dingen is als volgt: = conventie geratificeerd;
o
= ratificatie ‘door de bevoegde autoriteit geauto-
risccrd;
0
= ratificatie dooi’
h0t gouveriieuietit
voor-
gesteld of aanbevolen bijde bevo.egde autoriteit; X =
voorwaardelijke ratificatie of ratificatie na verloop
van een bepaalden tijd. De letters A en B hebben be-
trekking op de witte phospior-coriventie, A beteekent,
dat deze vSôr, B dat deze na de aanbeveling van
Washington’ 1919 is geratificeerd.

Stand van de ratificaties der (ontwerp-)verdragen. October 1926.

Washington 1919
1

1
Genua 1920
1

Genève 1921

Genève 1925
Staat

1
4
)

III)

1

2
1
3
1
4
1
5
1
6
11
7
11
8
1
9
1
10
11
II
1
12
1
13
1
14
1
15
1
161 17
11
181
19
1
20
121

.

.

v

VI
v v 1 Q 1

Duitschland. . .

15

4

0 l•i

1
0 0 0 A

0 0 • 0
1
G
1 • 1
010
1
0 0
Engeland, . , .

12

10

I,! 1

• • •
A • • – – • •

I_ • • –


België

17

12


0
10
1
S S
• B

..

— .!.. — •
I’ • • o o o
Frankrijk. . . ,

14

5

0 • 0
1 •
OjGA –
o
0 –
o
1
o
1 eje 1
o
1 o – – – –
Italië

16

IS

X 1 • 1
1
0•
1 o 1
. A
o .10.,
0101.
•.
Zweden. . . . .

12

II

0

0

S

1 e • • • 1

I

. • .
Noorwegen . . . 2

2

– – —— – – – – – – – –
Denemarken..

16

6

0
0
0
0
1

A
9
0000.
0
1
0
9
0
Finland . .

. .

12

9

1
S
1

1

1

B

1
0 0 0
Tsjecho-Slowakije

10
Zwitserland. . .

6

4

• •
o
A

1
0 0
Oostenrijk . . .

7

7

X
1 • 1

1 . 1

1e 8

i
o


Spanje
…..
16

8

0
1
0
1 •
1
0
1
0
1
o
A

• •
0
0 0
0
1
0
1
S
• 1
5
Polen

15

13

0
1 de 1
0
1

1
• • B • •
e
• • •
1

1
• •
1

Japan …..6

6
Argentinië . . .

16

00 0 0 0 0

0 0 0 0
0 0
0 0 0 0 – – –
Brazilië . . . .

6

0 0 0 0 0 0
Chili

16

8

0 00000

0
i0000
00
•o 0

Uraguay . , . .

IR

0 0 0 0 0 0 – 0 0
1
0 0 0 0 0 0 0 0 – – –
Paraguayl. . . .

0 0 0 0 0 0
Australië

1

1

B

0 0 3
Cuba

0

1010

0
10
1
0

0

0

Britsch-Indië ..

8

.!._!_i.I_,.! . _L_J_ _.!_I_
_.±1.,.
0
.

Zuid-Afrika…

3

e

A

1

1

1
Canada,,..,

4

4

A •
o 1

.
Bulgarije..,,18

_16

e

S S S s

• .
1

Roemenië…IIII

0
• •
o 1 ‘i

s

– – – – .

– – –
Griekenland…IIII

S 0 S o

o

• . • –

jj

• _I_ – – – –
Hongarije….IIII

0 1
B
Ierland . . . .

8

8

S

5s

A •

• •
S
Letland….1513

X 0
S ï
0 • • –
S1
X
1

0 S

Estiand….

1914

0
1
S

1

S S S

S1 S 1

S S S

0 0 0
Lithauen . . . .

9

0 0 0 0 0 0

0 0 0
Joegoslavië . . .

12

1
o ö n n

Totaal

1 1
2 1 3
1
4
1
5

6

7

8

ii

12 1 13

14

15

16 1 17

18

19 20 21

Totaalaantal• _______2121)

10
2
) “öj”6 15 14 Ti –

9 16 1 10 12 13 iïiiî T – 2 –
_____
27

—112

1

32
-2-11

43212
0

______154

i2

II113

II

II

10


6
1
5
1
5
1
5
1
5 1
6
1 8
11
4
1
7
1
7 1 3
Be te e ken is der aanduidingen:

x
=
voorwaardelijke ratificatie.
o
=
ratificatie aanbevolen door het gouvernement.

A
=
conventie van Bern reeds vilôr de conferentie van Washington
• =

,

geauthoriseerd door de bevoegde autoriteit.

geratificeerd.
S
=
conventie geratificeerd.

B
=
conventie van Bern daarna geratificeerd.

De cijferaand’uiding der ontwerp-verdragen is gelijk aan de in liet artikel gegeven opsomming.
1) Met inbegrip der voorwaardelijke ratificaties.
2)
Met inbegrip van 3 voorwaardelijke ratificaties.
Deze waren nog niet in het overzicht van het B.I.T. opgenomen, doch de betrokken Wetsonteverpen zijn sindsdien ingediend. Aantal aanbevolen. geauthoriseerde en volvoerde ratificaties. 5) Aantal geauthoriseerde en volvoerde ratificaties.

900

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 October 1926

Het zou ons te ver voeren op elke conventie af-

zonderlijk in te gaan, wie daar belang in stelt kan

voor zichzelf nagaan welke conventie het meest in

d en smaak is gevallen, of welke landen het gemak-
kelij’kst over ‘de event. bezwaren dr ratificaties zijn

heengestapt,. Uit het oveiicht blijkt overigens, dat

er in totaal 212 ratificaties hebben plaats gevonden
(waarvan 4 voorwaardelijk), dat 27 ratificaties zijn
geautoriseerd en dat 154 ratificaties aan ‘de bevoegde

autoriteiten sijn voorgelegd. Wanneer men ‘de witte
phosphorconvent,e en die van 1926 uitzondert, blij-
ven er 20 ,conventies over, terwijl er 56 staten lid van

het B.Ï.T. zijn. In totaal zouden dus 1120 ratificaties

plaats gevonden kunnen hebben, zoodat blijkt, dat het

aantal rat.ificatiesongeveer 20 püt. daarvan bedraagt.

Is het een wonder, dat men zich elk jaar weer
01)
de

conferentie afvraagt wat de reden toch kan zijn, dat

dit getal niet veel hooger isl Ir.
B. BÖLGEa.
BEZUINIGING DOOR DEN STAAT.

Openbaarheid iv., zake de bereikte res’altaten.

Door den Minister van Financiën is bij de Memorie

van Antwoord op het Ie Hoofdstuk ‘van ‘de Staats-

begrootjng 1926 een staat gevoegd, waaruit zou blij-
ken, dat in de periode 1922-1926 in totaal op de

gewonen dienst het noemenswaardige bedrag van
ruim 103 millioen zou zijn bespaart. Men is •tot dit’

bedrag gekomen door eenvoudig het totaalcijfer van

de ‘begrooting van 1922 ‘te verminderen met dat van

de begrooting van 1926, na op heide totaalcijfers

eenige correcties te hebben aangebracht – d.w.z. v66r,

cle afreklcing de totalen te hebben verminderd met
1

‘verschillende posten, die volgens den Minister niet,

voor bezuiniging vatbaar waren, als den dienst op
de openbare schuld, pensioeniasten e.d. Elders
1)
heb

ik aangetoond, hoe door een andere wijze van becij-

fering men een geheel andere uitkomst verkrijgt.
Volgens mijne herokenin.g ‘bedroeg tie ‘verkregen be-
zuiniging slechts 38 millioen. Welke van de beide’

berekeningen de juiste is, laat ik ‘hier onbesproken.

Aan beide kieef t het nadeel, dat zij niet volgens eene

recht’streeksche bre1cening – di. door optelling’ van.

(Ie ‘bezuinigingen
0
1) ‘cle verschillendposten verkre-

gen – plaats vonden, doch slechts gegrond waren op
een bewijs uit het ongerjm’de. Het is toch mogelijk,
dat een Departement of een bepaalde dienst ‘in do’ genoemde periode in plaats van zuinig geweest te,
zijn, juist zich schuldig heeft gemaakt aan het over,
tien balk gooien van ‘s Rijks gelden. Toevallige, met
,

de bezuiniging niets uitstaande hebbende omstandig-. heden kunnen deze spilzucht gecompenseerd hebben
en zelfs uiterlijk een schijn van bezuiniging aangeven.
Zoo is ‘het aannemelijk, dat achteruitgang vast ‘den, economisc:hen ‘toestand van ons land, zooals dit de

laatste jaren te const1ateeren viel, onvermijdelijk cent vermindering van werk bij de Posterijen ten .gevolge
heeft. Deze vermindering veroorzaakt weer een ver-i

mindering van Qxpl’oitatiekosten ‘bij dien dienst, door-
dat minder hul’pperson’eei in dienst behoeft te worden genomen, minder uitgaven voor vuur, licht, ‘bureelhe-
hoefte e.’d. noodig zijn. Bovendien kan bij dien dienst
ein ‘belangrijke jet-automatische, ‘doch opzettelijk
aangebrachte bezuiniging hebben plaats gevonden. Uit een bloot vergelijken van do eindcijfers der ex-
pioitat,iekosten blijkt deze bezuiniging ‘echter niet.
Nu is de vermelde mededeeling van den Minister

van Financiën
vrijwel
:het ‘eenige, wat men over de

resultaten ‘van de bezuiniging heeft te ‘hooren gekre-
gen. Dit medegedeelde ‘kan niet anders dan uiterst
1

bescheiden worden genoemd. De op zichzelf staande
mededeelingen bij verschillende posten van de Staats-i
hegrooti’ng geven geen duidelijk overzicht van de wer-

Icing der bezuiniging over ‘het, geheele gebied.
Vooral orhdat Minister Colijn zioh steeds hulde in vaaghei’d, waar het gold toekomstige mogelijkheden

1)
De Economist”
Augustus 1926.

op bezuinigingsgebied te omlijnen, had het toch op

den weg der Regeering gelegen zorg te ‘dragen,’ dat de

Staten-Generaal of het publiek er volledig tot in bij-

zonderheden mee bekend werd gemaakt, wat er van al die schoone plannen terecht’ was gekomen.

Het moet der Regeering toch niet ontgaan, zijn, dat
men vrij sceptisch gestemd was tegenover de hoog

aangeslagen goede voornemens tot reorganisatie en
dientengevolge vereenvou’digin’g en goedkoop er fnnc-

tionneering van ‘de Staatsmachi’ne.

Niets van ‘dit alles. Het heeft ten eenen male nut-
brokon aan een
duidelijke
uiteenzetting van datgene,
waarop mest toch recht had, te weten:

Een uiteenzetting, he ‘de organisatie is van
den bezuinigings’d’ienst ‘bij het
Rijk,
d.w.z. langs welke
verschillende wegen men hoopt in deze resultaten te

bereiken.

Een publicatie in
bijzonderheden
van de bereik-
te resultaten.

Zulk een mededeeling bij’s. in den vorm van, een

jaarverslag der Generale Thsaurie ‘zou zeker geen
overbodigheid zijn geweest.

Het is niet
mijne
bedoeling te trachten hier in de
leemte in ‘de mededeelzaamh’d”der Regeering ‘to

voorzien. Allereerst is dit, indien men niet over alle

bronnen ‘beschikt, uiterst
‘moeilijk
en kan dit denhalve
nimmer aanspraak op volledigheid maken. Bovendien

zou ‘dit te zeer de grenzen van ‘deze korte schets over-
schrijden. Wellicht zal in een latere publicatie ge-

tracht worden, voor zoover ‘dit mogelijk is, in de
leemte, ontstaan door de onvoldoende publicatie van

Regeeringswege, ‘te voorzien.
Hier zal worden volstaan met er eens ‘de aandacht

‘op te vestigen, ‘hoe in een anderen Staat ‘de beinini-
gingsdienst is georganiseerd en men ‘daar ‘wel de noo-di’ge publicaties het licht ‘deed zien, en wel in ‘de Ver-eenigde ‘Staten van Noord-Amerika.
Evenals ‘hier te ‘lande kan men ook i’n Amerika spre-
ken van officieele en particuliere ‘bezu’inigingspogin-

gen. Onder ‘d’e ‘particuliere pogingen ‘van ons land
mag zelcer in de eers’te plaats worden genoemd de
arbeid ‘der Centrale Commissie voor Bezuiniging ‘van
de Ned erlan’dsche Maatschappij ‘voor Nijverheid en

Handel. Een
‘dergelijke
instelling heeft men ook in
Amerika in hot Institute for Oovernn’tent Research,
doch’ op veel ruimer leest gesch’oei’d. Dit instituut,
dat ‘geheel uit particuliere fondsen wordt bekostigd
en over een uitgebreiden staf ‘van personeel en mede-werkers beschikt, heeft o.m. verschillende publicaties het licht doen zien. Onder d’ie publicaties noemen wij

met het oog ‘op het doel van ‘dit artilcel:
,,Organized

efforts for the inaprovenaev,.t of nsethods of adn’cinis-

tration in the United States” ‘),
door G’ustavus A.
Weber, die bhoort tot het personeel van het Insti-

tuut.
In ‘do inleiding ‘van het 391 hlz. tellende ‘boek geeft
de ‘directeur van ‘het Instituut W. F. ‘Wiiloughby aan,
hoe het ‘boek een v’rj heperict gebied behandelt, om-

‘dat: ……
if en adequate accoun.t were given of the
incidental contributions of these scientific societies
(American Econotnic Association, Arnerican Sociolo-
gical Society, A’merican H’is’toricai Association)
to

the ?rcove?nen.t for the im.provencent of in.ethods of
public adrninistriitio’a in this country, a separate

volume would be req’aired”.
Het werk van deze ge-

nootschappen word ‘derhalve ‘buiten beschouwing ge-laten. Evenzeer werd ter zijde gelaten ‘de ‘behandeling

van hetgeen op het gebied van de
rechtspraak
en de

wetgeving-zelf
plaats vond. Uitsluitend de bezuini-
girzgspogi’ngen op het gebied ‘van Rij’ksdien.s’ten en -ndminis’tratiën vormden de stof voor den schrijver.
Van alle instellingen, officieele’ zoowel als particu-
liere, worden de geschiedenis, organisatie en ‘het ver-

richte vermeld.
Merkwaardig met het oog op ‘de organisatie van de
bezuinigingspogingen hier te lande, is hetgeen de
schrijver opmerkt omtrent ‘den duur van en ‘de afda-

2)
Uitg.
D. Appieton and Co’mpany, New York—L’ondon.

– – —
,
w

U
–•——

13 October
1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

ling tot in details waarin het bezuinigingswork moet

geschieden:

In this connection it
kis
important to iiote that if
results of importauce are to be expected a numbor of
years will be requireci for the prosecution of thEP ivork.
Five years will be none too long a period. 11 the vork
is worth .doing at all it is worth doing thoroughly. The
iiivestigation of existing conditions shoulil be pushed to
the minutest details of organization and procedure, Sri
underta.king involving the expendiiture of nuich time and
lubor. The real necessity for adequate time, hovever,
lies in the fact that it is much more desirable that the
work shall be prosecuted by a small, Jiighly-paid, expert staff, which will take up one or two problems of admini-
stratiori at a time for detailed study and report, than to attempt to iiivestigate all phases at the saine time witli
a large and loss efficient force.”

Ilij komt dan tot 3 mogelijkheden, volgens welke
de bezuiniging langs officieelen weg kan geschieden:

Door de Rijksdiensten zelf, waartegen hij tal-

boze bezwaren aanvoert, vrijwel overeenkomende met

de bezwaren, die ook bij ons gelden.
Door de uitvoerende macht, hetzij uit eigen
initiatief, hetzij op grond van. machtiging verleend

door do wetgevende macht.
Door de wetgevende macht zelf.
De schrijver geeft de voorkeur aan de sub 3 ge-

noemde methode mits:

,,Tf this question of keeping politias and personal con-
sideratious out of the
woik
of the c,ommission eau be
stweessfiilly nut, there is more uhanee of poSitive reforni
being actua.11y acoomplished .through a legis]ative than
through nu executive in vestigatio n.”

Woi’dt, aan deze voorwaarde niet voldaan, dan zou
con onderzoek van do uitvoerende macht moeten

Plaats
VI
rrden.
Onder de particulieren worden in de eerste plaats
genoemd het reeds vermelde Instituut. :Deze behooren
echter zooveel mogelijk samen te werken met de Re-
geeringsorgarren en alleen wanneer op bepaalde wei-
gering tot samenwerking wordt gestooten, mag de
publieke opinie te baat worden genomen.
Dat door de officieele organen voor efficiency
waardeering bestaat voor de pogingen van particu-
1 i.ere zijde ondernomen, bewijst
wel de volgende uit-
spraak van de National Federatiov, of Goverivnseri,tal
Research Agesvcies –
later genoemd
de Governmen-
tal Research Conference —:

That, while appreciatiug the value of efficiency mo-
ments which are a part of commercial organizations,
educutional institutions, and governrnental units, we be-
lieve citizens’ agencies for public effioiency to be most
effective when i ndepeu ilently organi zed and admi nistere.l
as regards finance, niethods, publicity and other lii ncla-
itieutal policies.”

Een groote ruimte wordt in het boek van Weber
ingenomen door de -opsomming en bespreking van -de
bezu inigingspogin gen in -de afzonderlijke Staten en
steden. Dit kan hier worden voorbijgegaan, ofschoon
opgemerkt moet worden, dat men in de staten in
sommige opzichten verder is gegaan, omdat men daar
aantreft ,,o-rgain.s of central adm»inistrative cossts-ol”
en
,,iegislative reference and bill-draf ti’n,g agencies”,
welke niet vermeld zijn bij de centrale Regeering; de
eerste-bij ons te vergelijken bij de Algemeene Reken-kamer, de tweede
bij
ons nog onbekend, hoewel van
verschillende zijden het nut is betoogd van een bu-
reau, dat zich speciaal met het opstellen van wetten
c.d. zou hebben bezig te houden.
Do schrijver noemt alle Staatscommissiën, die van
1789 af zich bewogen hebben op het terrein van
onderzoek van Rijksadministratiën. De belangrijkste
is do ,,President’s Com.nvission on Econonsy and Ef-
ficie’rrcy
1910-1913″. Om een denkbeeld te geven,
wat men in Amerika over heeft voor het houden van
een deugdelijk onderzoek naar liet huishouden van
den Staat, zij opgemerkt, dat deze Commissie, die een
levensduur van 3 jaar had, den lande heeft gekost
$ 260.000. Vergelijkt men hierbij de angstvalligheid, waarmede men somwijlen hier te lande geld uitgeeft

voor efficioncy-ondersoek, dan steekt Amerika in dit

opzicht wel gunstig bij ons af.

liet werk van de Commissie was dan ook wel

grootseh. Vooral het ondeugdelijke -begrootingsstelsel
van do Ver. Staten was haar onderwerp. Tallooze ver-

lagen zijn door de Commissie uitgebracht, verschil-
lende vele honderden bladzijden tellende, o.a. een
over ,,Thc need for a national budget”
van 568 biz.
Het succes van de Commissie was een volledige reor-
ganisatie van het begrootixigsstelsel, terwijl uit de
Commissie in 1913 voortkwaan het
,,Burea.0 of Ef-
ficiency”.

Aanvankelijk had dit ‘bureau een kleinen omvang,

doch al spoedig breidde het zidh uit, de kosten stegen
van $ 15.000 in den beginne tot $ 60.000 in 1918.

Een van de voornaamste taken van het bureau was
te waken voor dubbel statistisch en ander werk in
den Staatsdienst. Verder had het de eischen te on-
derzoeken, welke aan de ambtenaren moeten worden

gesteld. Het bureau had de methoden te onderzoeken,
waarop vorderingen aan dan Staat ‘werden toegewe-

zen, het had de contrôle op de comptabiliteitsafdee-
lingen van de Departementen, het moest de salarissen
onderzoeken van de ambtenaren enz. In het begin
van hot jaar moest het bureau verslag uitbrengen aan

het Congres, behoudens de tusschentijdsdhe rapporten.
Een volledig overzicht van het werk van het bureau te geven is ondoenlijk. Hoofdzaak voor ons betoog is,
dat het bureau verschillende rapporten uitbracht
over zijn iverkzaamheid. Feitelijk is dit ook voor de
– hand liggend. Indien een efficiencybureau wordt
– ingesteld en belangrijke -sommen daaraan ten koste
worden gelegd, mag men ook eisehen, dat men
01)
de
• hoogte wordt gehouden van hetgeen het bureau uit-
‘gewerkt heeft.

Blijft een dergelijk verslag achterwege, zooal-s bij
ons, dan vestigt men onvermijdelijk bij het publiek
het ‘denkbeel-d, dat de resultaten van den arbeid het
-daglicht niet mogen zien, m.a.w. de verwachtingen
te dien opzichte niet zijn vervuld. Ofschoon in feite
voor deze veronderstelling ten aanzien van ons land
geen grond aanwezig is, is het te hopen, dat door
meerdere openbaarheid aan allen •ongegroiden twij

fel -do bodem wordt ingeslagen.
• Ons volk kenmerkt zich niet -door -buitengewone be-
langstelling in ‘s Lan’ds zaken. Als belastingbetaler
heeft men echter een bijzondere belangstelling voor
het al of niet doelmatig -besteden van de ‘belasting-
penningen, hetgeen telkens
blijkt
indien door versla-
gen van Commissies e.d. -over dit besteden het een
en ander bekend wordt gemaakt. Het volk heeft daar-
– om ook ongetwijfeld een groote belangstelling voor
den arbeid en -de resultaten van de organisaties in
-den Staat, -die bewerken moe-ten, dat inderdaad zui-
nig en doelmatig wordt huisgehouden in -den Staat.

E. P.
WEnEn.
1

DE GOUVERNEMENSBEDRIJVEN IN

NEDERLANDSCH-INDIÊ.

N as e h r i f t.

Ir. J. van der Waarden schrijft ons:

In No. 561 van d-it Weekblad gaf ik eenige be-
schouwingen ten beste over -de Gouvernementsbedrij-
ven in N-I.

Ir. P. A. Roelofsen reageert in No. 562 slechts in
zooverre op die beschouwingen, dat hij meent, dat- ik
i.n de inleiding -den ,,normalen lezer” tea onrechte
suggereer, dat het betrok-ken Departement in Ned.-
‘Indië er op uit zou
zijn
om alle bedrjfsuitkomsten
,,gepoold” te -doen verschijnen en -het zicht op de af-
zonderlijke -bedrijven te camoufleeren, hetgeen door hooi ten eenen male onjuist wcedt genoemd.
Mijne uitspraak, -dat het te zamen -belichten en ,,ge-
– poold” doen beoordeelen van de uitkomsten van zulke
hete:rogene ondernemingen (diensten, ‘bedrijven, pro-
ducten en -monopolies) als on-der het Dept. van Be-
-drijven ressorteeren een gevaar is, (wijl -daardoor de

902

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 October 1926

heoorcleeling der onderdeelea op den achtergrond

wordt geschoven en verduisterd raakt) sloeg o.m. op

de voorstelling van zaken, welke op gegevens van Ir.

Roelofson zelf in ,,De Ingenieur” van 3 April 1926
voorkwamen en waarbij als ,,een roode draad” door

het geheele artikel loopt, hetgeen ii ‘n tusschen-con-clusie er dan ook letterlijk in geschreven staat:

Uit deren
verzamelstaat
blijkt dus, (lat over het jaar
1925
(leze groote en financieel meest belangrijke gouver-
ieinentshedrijven (Bankatin, Steenkolen, Zotit, Spoor-
rit Traniwcgen en Post-, Telegraaf- en Telefoondienst) een netto-overschot (na afsch rijving) zullen opleveren
van rond
76
millioen gulden en dit bij een totaalbedrag aan daarin vastgelegde bedrijfskapitaleii op
1
Januari
van rond
487
millioen gulden’.

Voorts waarschuwde ik ertegen, dat ‘het aldus op-

gegeven kapitaal ,,willekeurig” eenige honderd mil-

lioenen te laag was gesteld, en merkte nog op, dat op

de afschrijvingspolitiek hij meerdere der ondernemin-
gen (o.a. bij de Staatsspoor- en Tramwegen) redelijke

aanmerking was te maken.
In zijn wederwoord publiceert Ir. Roelofsen toeval-
lig het staatje uit de hegrootingsstukken v.h. najaar

1925, waarbij ‘het kapitaal
01)
1 Januari 1926 voor de

Staatespoor- en Tramwegen wordt aangehouden op

f
398.018.000 met als noot deze aanteokening:
,,kapitaal na aftrek van de lijnen niet uit bedrijfsoog-
punt aangelegd”.

Wat nu ‘betreft de, de laatste jaren zoo gaarne toe-

gepaste, kapitaalsreduCt?e ten behoeve der rende-
mentsberekening bij de spoorwegen, wil ik in dit korte
naschrift niet nalaten op het gelukkige verschijnsel

te wijzen, dat bij de begrooting voor 1921 daarmede
alreeds gebroken is (Volksraadstukken, afd. VIII,

stuk 15, ‘blz. 105), zoodat het
zuivere
rendenzent
over

het geheele kapitaal
daarbij wordt becijferd, van welk

kapitaal dan wordt gezegd:
,,Blijkens de meergenoemde kapitaairekeaing kon het
kapitaal, dit is dus het kapitaal gestoken zoowel in de

.,reudabele” als
iii
de ,,onren.dabelo” lijnen, dat op

1
Januari
1927,
volgens cle voorloopige becijferingen in
het spoorwegnet zal zijn vastgelegd, worden gesteld op f 629.978.000.”
Volgt de rendemeritsberekening.
In zijn wederwoord vergoelijkt Ir. Roelofsen, dat in
het Ingenieursartkel cle hoofdrnidruk gelegd werd op
10 totaal-uitkomsten van ‘de vijf grootste gouveirne-
mentsbedrijven – ten einde daarmede het gevoerde

beleid te prijzen – en zegt dan:
,,Om den ‘lezer nog .kortelijks het globaal verloop
van
dit totaalcijfer tijdens en na de economische crisis te
laten zien, volgde ten slotte (in de Ingenieur) een kort
uittreksel, waaruit bleek, dat dit
totaal-overschot
va.n

f
18,9
niillioen in
1921
geleidelijk tot het bedrag van

f 75,9
ni’iilioen in
1925
opgevoerd is (niet een bedrag

van rond
f 12
millioen), daarin geholpen door den op-
loopenden tinprijs.” ‘)
Is dat nu ,,gepoolcl” doen .beooi’deelen of niet?
Bij welke openbare bespreking van de Gouv.bedrij-

ven in N.-I. ook, behoort vermeden te worden het

sommeeren •der heterogene overschotten en beoordee-
len naar het totaal-resultaat. Elk bedrijf behoort
‘uit-

sluitend
voor zichzelf naar buiten te spreken en be-

spreken te worden. –

.AANSLUITING VAN DEN POSTCHÈQUE- EN

GIRODIENST BIJ HET BANKGIRO.

Men schrijft ons:

Bij Koninklijk Besluit van 29 Mei 1926 (Stbl.
No. 158) zijn enkele wijzigingen gebracht in het Giro-

‘) Terloops rijst de vraag, als de Bonkatiiiontginning in
tiie
g
ezamenlijke
79
miil’lioen over
1925
met
40
millioen
gulden netto-overschot verschijnt, doch door den oploopen-
den tinprijs daarbij
12
millioen geholpen is en (his ter ver

gelijkiiig voor
1921 op
een aandeel in het totaal van
28
millioen moet worden gesteld, hoe verhouclen zich in hot
totaal netto-overschot van
1921,
hetwelk slechts
18,9
mii-

heen
(dus 9
inillioen
nzinder
dan Bankatin alleen) beloopt,
de andere bedrijven? Ook liet inzicht iii deze wederom te
zauulen genomen resultaten is uit cle officieele stukken naul-
uvelijks
01)
te diepen.

besluit 1924 (Stbl. – No. 451). Deze betroffen om.

de volgendle pctiltec)

er is aansluiting gekomen tussehen bank- en

postgiro via een girorekening van den Postchèque-
en Giiodienst bij de Nederlandsche Bank;
er is aansluiting gekomen niet buitenia.n’clsc.he

postohèque- en girodiensten;

‘het •maximumbedrag van
f
6000 voor chèques

en postcredietbrioven is afgeschaft;

voor elk girobiljet of chèque-advies, dat aan liet
girokantoor wordt ingezonden, zonder dat het be-

sc’hikbare saldo-tegoed van de betrokken rekening de
gevraagde afschrijving toelaat, kan de rekening niet

15 cent worden belast;
opschorting van ‘den termijn voor het weigeren

van bijschrijvingen voor hen, wier rekening geen be-
schikbaar tegoed aanwijst, voldoende om de bijschrij-

ving ongedaan te maken.

Waar in het bijzonder de eerstgenoemde kwestie,

cle aansluiting van den postgirodienst bij het bank-
giro, aan velen in ‘den lande niet geheel ‘duidelijk is
geworden, mag het dienstig worden geacht daarvan

eene nadere verklaring te geven.

liet mag bekend verondersteld worden, dat reeds
hij de oprichting van den postchèque- en girodienst
aandrang op de Regeering is uitgeoefend, vooral uit

bankkringen, om den dienst te ‘doen aansluiten bij

het bestaande bankgiro door het doen openen van
eene girorekening bij de Nederlandsche Bank. Door de

directie van ‘deze Bank werd deze aandrang sterk

ondersteund.
Zij
was van oordeel, dat ‘het op bedoelde
nrijve tot stand brengen van ‘de gewenschte aanslui-

ting onmisbaar was voor de gezonde ontwikkeling van

‘de nieuwe overhei’dsinstelling. Rare pogingen konden
evenwel geen resultaat hebben; zij moesten afstuiten op de toenmalige organisatie van den dienst, waarbij
de omstreeks 400 postkantoren in het land even zoo-
veel zelfstandige chèque-•kantoren. waren met eigen

kring van rekeninghouders en eigen administratie.
Om van de aansluiting
bij
het ‘bankgiro voldoende nut

te hebben, zou aan alle 400 kantoren de bevoegdheid
moeten zijn verleend om over het bij •de Bank door
den postchèque- en giro’dienst te onderhouden saldo
te hesc,hiklden, waaraan echter met ‘het oog ‘op de in-

richting van liet postbodrijf, -de eischen van compta-
bili.teit enz. niet kon worden gedacht. Ten einde in

aoze leemte to voorzien en een verbinding tu’sschen
de beide girostelsels te verkrijgen, is ‘cle Bank er toet)
toe overgegaan zich postrekeningen te doen openen,
eorst ‘voor cle hoofdhank te Amsterdam, daarna voor
de hijbank te Rotterdam en vervolgens voor have
agoutschappen. Daardoor konden dus toch ‘de reke-

ninghouders bij den postchèque- en girodienst, die
een deel van hun saldo bij de Bank wilden overb:i-en-
gen, daartoe overgaan. Van deze gelegenheid is van den aanvang af, vooral ‘door de groote ‘banken,
cr11

ruim gebruik gemaakt, zoodat ‘het saldo van ‘de Ne-
‘derlandsche Bank door overschrijvingen, die op have
postreken ingen werden uitgevoerd, snel aangroeide.
De Bank kon ‘deze gelden in den postnhèque- en giro-
dienst echter niet benutten. Zij had enen gelegenheid
om deze saldo’s aan te wenden voor het doen van
overschrijvingen op andere postreken’ingeu; voor .het

•doen van betalingen per postehèdlue was voor haar
nog veel minder aanleiding. Ook het wegtrekken der
saldo’s pel- chèque kon hier wegens de grootte der ‘bedragen niet in aanmerking komen. De oplossing
van dezen ongewenachten toestan’d werd gevonden
door de vergunning, welke ‘door het Departement van
Financiën aan de bank ‘verleend werd, om hare sai’do’t to doen overschrijven op ‘de postrekeuin’g ‘van ‘s Rijks
Schatkist. De Bank kou) daardoor have grQote saldo’s
bij den girod’ienst wegwerken, doch op de rekening
van ‘de Schatkist werden ‘daardoor de bedragen veel
te groot. Het liquideeren van ‘deze .groote saldo’s
ging hier evenwel gemakkelijker, om’dat zij tegenover
andere verreken ingen tussehen Schatkist en Postbe-
drijf, dus zonder geldverplaatsing, konden worden afge-

13 October 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

903

boekt. V6ôrdat dit in 1018 administratief geregeld

was, had hot saldo van ‘s Rijks Schatkist reeds ede
aanzienlijke hoogte bereikt, en toen ‘de eerste aboe-
king zou plaats vinden, werd door de Generale
Thcsaurie een chèque ‘daarvoor afgegeven van
f 135.000.000. Van dien tijd af hebben toen deze af-

boekingen tot aan cle sluiting van den dienst in 1923
regelmatig plaats gevonden. Na ‘de heropening wer-

‘den ‘zij geschorst in verband met andere in overwe-
ging zijnde regelingen niet •het gevolg, dat ‘het saldo

van ‘s Rijks Schatkist in Februari 1926 was opge-
loopen tot ruim
f 500.000.000.
Dit was evenwel
slechts een saldo op papier, omdat andere adminis-
tratieve verrekeningen, welke ‘daar tegenover konden

staan, eveneens waren opgeschort geweest. Voor het
wogtrekken van het saldo per chèque was geen con-
tant geld noodig. Toen dan ook omirent ‘de bedoelde
nieuwe regeling overeenstemming was verkregen,
kon met een enkele chèque, zonder ‘dat eenige moei-

lijkhi’d ‘voor den ‘dienst behoefde te worden gevreesd,
het grootste ‘deel van bovengenoemd saldo worden
weggotrokken en in uitgaaf gesteld. De regelmatige
afboekingen zijn sedert ‘dien hervat. Uit het voren-
staande blijkt echter wel, dat de oude regeling a’dmi-
n istratieven omslag veroorzaakte.

Daaraan is inmiddels een einde gemaakt. Het nieu-
we
Koninklijke
Besluit bevat de bepaling, ‘dat de reke-
ninghouders onder zekere voorwaarden ook over hun
saldo-tegoed kunnen beschikken voor het doen van
ovorschrijvingeu op girorekeriingen ‘bij ‘de Nederland-
sche Bank. De betalingen aan de Bank zelf of aan
cliënten van de Bank behoeven dus niet meer uitslui-
tend over ‘de postrekeningen der Bank te loopen, doch
de verrekoning van opdrachten, aan den postchèque-
en girod’.ienst gegeven, kan onder de nieuwe regeling
rechtstreeks in rekening-courant met ‘de Bank plaats
vinden. Voor ‘de administratie is hiervan het gevolg,
‘dat ‘de Bank niet meer •de vroegere groote saldo’s op
hare postrekeningen krijgt en •dus de boven uiteen-
gezette administratieve bemoeiingen, die uit een oog-
punt van g’iro’verkeer geen nut opleverden, vanzelf
wegvallen. De behandeling van deze aangelegenheden
is voor den dienst zelf, voor ‘de administratie van
‘de Schatkist en voor de Bank eenvoudiger geworden, doch het ‘belang van ‘de aansluiting is wel ‘hierin ge-
legen, ‘dat het groote geldverkeer er door bespoedigd
vocdt. Bij den vroegeren gang van za’ken kon ae

Ned. Bank over de op Jaare postrekeningen overge-
schreven bedragen feitelijk eerst beschikken, nadat zij
ze zelf weder op ‘de rekening van ‘de Schatkist had
gegireerd ‘en er deze in gewone rekening-courant voor
had gedebiteerd, hetgeen tot vertraging ‘in de valu-
teering aanleiding gaf. In de practijk werd hiervan
door de Bank wel afgeweken en werd gevaluteerd op
dcii ‘dag waarop zij de afrekeningen van den giro-
dienst in ‘haar bezit had, doch dit was eene welwil-
lendheid ‘der Bank tegenover hare cliënten, waaraan
zij een einde ‘kon maken wanneer zij ‘dit wenschte.
Onder de nieuwe regeling moet ‘de postchèque- en
girodienst een saldo bij de Bank aanhouden, waaruit
de over te schrijven bedragen op den ‘dag der over-
schrijvingen zelf gedekt kunnen worden, ben gevolge
waarvan ‘de valuteering dadelijk bi.j ontvangst van
de opgaven van ‘den ‘girodienst zal kunnen en moe-
ten geschieden. Dit heteekent minstens een dag
rentewinst, hetgeen, vooral in het groote geldverkeer,
van ‘belang is. Doch daarnevens kan ook op het voor-
‘deel worden gewezen, ‘dat de rekeninghouders, die
hunne saldo’s bij de Bank overbrengen, ‘daarover snel-
ler dan onder de oude regeling weder bij de Bank
kunnen beschikken, ‘oodat zij ‘dus spoediger weer in
den algemeen en omloop wordên opgenomen; derhalve
minder verlies van nutti’g effect.

liet aanhouden ‘door den postchèque- en girodienst
van een saldo in rekening-courant bij de Nederland-
sche Bank brengt ook mede, dat het giroverkeer in
omgekeerde richting, nI. ‘de overschrijvingen van
rekeninghouders bij de Bank naar rekeninghouders

bij den girodienst, voortaan verbetering ondergaat.

Als onder de vroegere regeling ‘de cliënten van de
Bank haar opdrachten gaven tot het doen van over-
schrij’vingen op postrekeningen, hetzij van clie cliën-
ten zelf, hetzij van anderen, gaf de Bank hieraan ge-

volg door inzending van girobiljetten tot het doen

van overschrijvingen van hare eigen postrekeningen op ‘de door de cliënten aangewezen postrekeningen.

Uit •den aard der zaak konden deze opdrachten
slechts worden uitgevoerd als het saldo van de post-rekening der Bank toereikend was voor het doen der
gevraagde afschrijvingen. Dit bracht derhalve de

Bank in de noodzakelijkheid voortdurend .een niet

onaanzienlijk saldo op hare postreken’ingen aan te
houden, omdat zij anders de kans zou loopen, dat have

• opdrachten niet zouden kunnen worden uitgevoerd. En deed dit geval zich voor, dan moest •haar tegoed
bij den postchèque- en girodienst eerst door storting
in contanten worden aangevuld. Door de thans ge-

troffen regeling is een andere toestand geschapen.

Eene belangrijke vraag, welke bij het tot stand
brengen van •deze regeling naar voren kwam, was

deze, of als gevolg van betere aansluiting tusschen

postgiro en bankgiro de saldo’s van ‘den postchèque-
en girodienst in beteekenen’de mate sneller zouden worden weggetrokken. Indien dit één der gevolgen
van den nieuwen maatregel zou zijn, zou het finan-

cieele resultaat van ‘den postchèque- en girodienst
daardoor ten ongunste worden beïnvloed. Het is toch
beken’d, dat de rente, welke met de belegging der
saldo’s wordt gekweekt, ‘de voornaamste ‘bron van
inkomsten van ‘den girod’ieust vormt, zoodat inkrim-

ping van de saldo’s een verminderde opbrengst van
deze inkomstenbron ten gevolge zou hebben. Het ver-

krijgen van een sluitende exploitatie-rekening, een
girodienst, die zichzelf bedruipt, of beter nog een
behoorlijk overschot oplevert ter vergoeding van an-
dere rinkomsten, welke aan ‘den Staat worden ont-
trokken (o.a. zegelrecht), zou daardoor in niet onbe-

langrijke mate worden bemoeilijkt. Anderzijds be-
hoort de ‘dienst echter te voldoen aan den eisch van
te zijn een goed en vlug en ruim. werkend betalings-
instituut, hetgeen in ‘het on’derwerpelijke geval stel-
lig zou medebrengen ‘de verhoogde kans op wegtrek-
king ‘der saldo’s ‘en bemoeilijking van ‘het vervullen van den eisch der sluitende rekening.

Ten einde in ‘deze de zaak niet in gevaar te ‘bren-
gen, zoowel administratief als financieel, is er toen
toe overgegaan de gelegenheid tot het doen overbren-
gen van saldo’s naar de Bank niet onbegrensd open
te zetten, ‘doch eenige grenzen te trekken, waartoe het
bovenstaande Koninklijk Besluit aan den Minister van
Waterstaat de bevoegdheid verleent. Deze heeft be-
paald, dat overschrijvingen ‘op girorekeningen bij de
Nederlandsche Bank zullen kunnen plaats vinden
van bedragen niet kleiner dan
f 5000
en voor zoover
de saldi ‘der postrekeningen van afschrijving door
zoodanige overschrijvingen niet ‘beneden
f 10.000
zouden ‘dalen, m.a.w. van ‘de nieuwe methode kan
slechts gebruik worden gemaakt ‘door de rekening-
houders, die een saldo van minstens
f 15.000
bij den
girodienst hebben en daarvan minstens
f 10.000
dis-
ponibel kunnen houden. Al het daar beneden liggende
giroverkeer is daardoor van de nieuwe regeling uit-
gesloten en wordt evenals tot nu toe via de post-
rekening van de Bank uitgevoerd.
In ‘het kort is de nieuwe toestand dus deze:

Overschrijvingen van minder dan
f 5000
wor-
den in beide richtingen uitgevoerd via de postreke-
ning der Bank. (No. 4400);

Overschrijvingen van
f 5000
en hooger worden
ie beide richtingen uitgevoerd via de girorekening
van den postchèque- en girodienst bij de Bank. Voor overschrijvingen van de post naar de Bank is daarbij
dan nog ‘de eisch gesteld van een overblijvend saldo
op ‘de postrekening van minstens
f 10.000.
Nieuw is bij deze regeling de invoering van een
overschrijvingsrecht. Terwijl alle overschrijvingen van

904

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 October 1926

postrekening op postrekening kosteloos geschieden,

zijn de overschrijvingen tusschen postrekening en
baiikrekening aan een vast recht van 10 cent onder-

worpen. Dit geldt niet alleen voor de houders van
postrekeningen, die via de bankrekening van den
girodionst betalingen willen doen, doch evenzeer voor

die houders van postrekeningen, op wier rekeningen

door de Bank bedragen worden overgesc’hreven.
De vraag zou thans nog gedaan kunnen worden,

waarom de postohèque- en girodienst wel eene r6ke-

ning heeft genomen bij de Nederlandsche Bank en
niet bij andere banken. Immers ook door laatstbedoel-

de naasi-uitingen zou het giroverkeer kunnen worden

bevorderd. Het antwoord op die vraag ligt in het

voorgaande opgesloten. Het ligt geenszins op den
weg van dan postohèque- en girodierst om naar aan-

sluiting bij de banken
01)
de aangeduide wijze te stre-

ven. Eene juiste opvatting van de taak van deze
Pdjksinstelling, die ‘door iedereen ‘benut kan worden,

brengt mede, dat men zich er van ‘bedient op de
daarvoor voorgeschreven wijze, nl. ‘door zich bij dien

dienst eene rekening te doen openen en niet omge-
keerd. In dien gedachtengang hebben nagenoeg alle
banken zich dan ook aangesloten. De bestaande toe-

stand in hef, groote geldverkeer heeft nu om de boven
titeengezette redenen er wel toe ‘geleid, •dat de post-

ciièque- en girodienst eene rekening bij de Nedar-

landsche Bank te Amsterdam heeft genomen; en thans
ook bij de bijbank te Rotterdam en de agentschappen

te ‘s-Graven’hage en Utrecht, doch daarin ligt geene
aanleiding om van het algemeene beginsel, hierboven aangegeven, ook ten aanzien van cle particuliere ban-
ken af te wijken. Het openen van andere rekeningen

.cu trouwens in een bedrijf, waarin reeds meermalen

80.000
a
100.000 boekingen per dag moeten worden
uitgevoerd, tot diverse moeilijkheden leiden.

AANTEEKENINGEN.

lndexcijfers van scheepsvrachten.
Gedurende September, schrijft ,,The Economist”,
stegen de vrachten voor volle ladingen aanzienlijk ten
opzichte ‘van Augustus, zooals de hierna volgende

tabel te zien geeft. Ook nu weer ontbraken noteerin-
gen voor uitgaande kolen’vrachten van Engeland en
men moest dus weer zijn toevlucht nemen tot ‘de sedert

April gevolgde methode, om het iudexcijfer op twee

Datum

‘t


.t

N

8

>

Basis
(Gerniddeldev.
1898-1913)
100 100
100 100 100
100
100

(Gemidd.v.1913)
110,0
113,1 123,4 106,3 117,4
127,9
116,3

Febr.

1920
814,3 529,9
757,5 744,8 587,0 712,2
691,0

Dec.

,,
268,9
277,2
244,1
256,8
286,7
347,2
280,1

Dec.

1921
160,1
164,1 163,7
144,4 141,3 166,5
156,7

Dec.

1922
137,1
135,2
129,2
122,6
136,1
159,3
136,6

Dec.

1923
134,0 132,7 120,1
124,4
125,1
144,2
130,2

Dec.

1924
117,4
129,2
119,5 119,8
129,3
161,1
129,4

Aug.

1925
107,2
113,5
110,8
112,2
99,1
126,4
111,5

Sept

,,
103,2
117,3
109,1
113,4
101,8
140,7
114,2

October

,,
109,6
121,0
110,5
106,5 104,5
142,4
115,8

November,,
115,3
119,1
110,7 109,9 109,1
149,6 118,9
December,,
117,0
121,6
117,0
110,1
110,1
154,9 121,8
Januari1926
115,9
114,1
116,1
119,6
102,8
135,5
117,0

Februari ,,
116,5
97,9
114,9
118,5
95,1 119,3
110,4

Maart

,,
115,9
93,4
116,9 114,6
87,9
96,1
104,1

April

,,
112,4
95,0
116,6 109,2
83,9
97,0
102,3

f
111,4 102,6 115,8
107,9
78,1
99,7
102,6
,,
Mei


114,1
102,6
110,0
72,7
78,1
99,7
96,2

(
110,8
105,0
121,1
120,4
98,3 92,6
108,0
113
105,0
Juni

<,

120,6
97,7
98,3 92,6 104,4

juli

f
110,9 116,2
134,4
119,8
98,8
124,6
117,5
112,6
116,2 147,4
96,5
98,8
124,6 116,0

Ç
111,6
127,8
133,7
119,6 100,9
151,3
124,2
Aug.

114,7
127,8
145,8
96,0
100,9
151,3
122,8

j
113,7 140,3 144,3
121,7 104,1
154,9
129,8
Sept.

k
121,1
140,3
167,1 100,2
104,1

154,9
131,3

verschillende wijzen te berekenen. In verband daar-

mede geeft de tabel voor elk ‘van cle laatste vijf
maanden een dubbel
cijfer,
waarvan het eerste is
verkregen •door samenvoeging van de wèl geno-

teerde vrac’htencijfers met de laatst’bekende kolen-
vrac’hten, nI. ‘die van April ji., terwijl het tweede,
hier cursief godruite, is ‘berekend onder wegla-

ting van de gewone kolenvrachten. Bij beschouwing
van deze cijfers blijkt, dat ‘liet cursieve
cijfer
een
stij-
ging van 6,92 püt. tegenover Augustus te zien geeft,

terwijl dat, waarin de kolen’vrachten van April begre-

pen
zijn,
4,57 pOt. boven ‘het ove.reenkomstige cijfer
van de vorige maand staat.
Do wijzigingen in iedere groep en on’derafdeeling

(kolenvrachten niet inbegrepen) in de afgeloopen
maand blijken u:it de volgende tabel, waarbij ‘het ge-

middelde van
1898-1913
op 100 is gesteld.

+ of –

Golf van Biscaye; uitgaande vracht..
thuisvracbt …….
..124,19

Middell. Zee; uitgaande vracht ……

thuisvracht …………117,95

+ 12,70

Noord-Amerika …………………140,30

+ 12,47
Zuid-Amerika; uitgaande vracht

tbuisvracht ……….
.J67,09

+ 21,26
Indië; uitgaande vracht …………

pp

thuisvracht ………………100,21

+ 4,18

Het verre Oosten, enz ……………
.104,05

+ 3,17

Australië ………………………154,90

+

3,56

Het
belangrijkste
feit in September was, dat nog
steeds in ‘buitengewone mate gecharterd werd voor

transport van A’merikaansche kolen. naar Groot-Brit-
tannië, in veiband waarmede ‘de vrachtprjzen gedu-
rende deze maand meer dan
30
pOt. stegen. Zooveel
tonnage werd hierdoor in ‘beslag genomen, dat andere
belangrijke markten voor thuisvrachten daardoor van
sc’heepsrui’mte ontbloot waren en cle noteeringen vrij

wel overal met sprongen naar boven gingen. In het

bijzonder was dit het geval voor de La Platahavens,
waar een goede vraag ‘bestond bij prijzen, die, ten
gevolge van ‘beperkte besc’hikbare tonnage, snel ste-
gen, vooral voor ‘spoedige versc’heping. De ‘vet-sche-
ping van graan van de Zwarte Zee en den Donau
vond ook tegen belangrijk hoogere noteeringen plaats, terwijl A’merikaansche graan’versc’hepers ten gevolge

van ‘de concurrentie ‘met de kolenverseheping aan-
zienlijk meer voor vrachtruimte moesten betalen.
Andere markten, w.o. de ertshavens aan de Middel-
ian’clsche Zee en de Golf van Biscaye, waren ovei ‘het
algemeen rustig, hoewel in de meeste gevallen hoo-
gere ‘vrachten moesten worden betaald, wanneer het
werkelijk tot afsluiting van zaken kwam. De verhou-

ding van ‘het in’clexcijfer tot het gemiddelde van
1913

geeft de volgende tabel te zien, waarbij in de cursieve
cijfers voor de laatste vijf maanden de kolenvrac’hten

niet ‘begrepen ‘zijn.
(1913= 100)

Maand
1923
1924
1925
1926

114,05
117,11
114,49
100,57
112,73
123,78 115,96
94,85
Januari

………
Februari ………
115,23 122,09 106,63
89,51
Maart ………..
April …………
115,45 117,22
104,24
87,97

114,55 114,27
98,23
f
88,17
1
82,69

Juni

………..
106,82
108,62
91,74
(
92,87
89,76

Juli’

………..
103,39
103,75 94,90
f100,95
997j

Mei

………….

Augustus ……..
100,16
, 104,43
95,8 7
[106,71 L105,53

September …….
103,04

.

..

110,50 98,19
(11 1,59
1J283
107,86 115,55
99,49
November

……
111,21

.

112,76 102,23
October ……….
..
111,21 104,67
December ……..111,81
Jaari.
gemiddeld
106,69 113,44
102,22

Hoe betreurenswaardig overigens ook de economi-
sche toestand ten gevolge van de kolenstakirig moge

13 October 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

905

zijn, valt toch niet te ontkennen, riet (leze voor de
,,tramp’ ‘-vaart gunstig heeft gewerkt, daar niet all een

(le verdiensten met reeds in do vaart zijnde tonnage
belangrijk vermeerderd zijn, doch ook schepen, die
anders opgelegd zouden zijn, nu tegen vrij loonende
prijzen in do vaart gebracht konden worden.

BOEKAANKONDIGING.

F. M. Wibaut, Oemeentebeheer (Fi-

nancieel beheer, Bedrijfsbeheer).
Amster-
dam, 1926.

Het onder bovenstaanden titel in het licht gegeven
boekje bestaat uit overdrukken van artikelen uit ,,De

Socialistische Gids” en ,,Het Volk” benevens een be-
knopt naschrift, dat vroeger in dit
tijdschrift
ver-
scheen
1).
Zij betreffen eenige priocipieele vraagstuk-
ken, waarmede de wethouder van financiën en bedrijven
eener gemeente te maken heeft, waarover hij zijn
eigen standpunt tegenover p
artijgenooten
meermalen
heeft te verduidelijken en tegenover tegenstanders
heeft te handhaven. De heer Wibaut heeft deze zelf cle
dingen in den Amsterdamschen raad natuurlijk tal-

boze malen gezegd. Maar hij heeft behoefte gevoeld
zijn gedachten hierover ook nog eens schriftelijk

samen te vatten en de vensch, om daaraan een meer
blijvenden vorm te geven dan er in couranten- en

tijdschriftartikelen aan ten deel valt, zal wel de
verklaring zijn voor dezen herdruk van opstellen, die
– de schrijver zal dit
ongetwijfeld
willen toegeven – ten slotte niet zoo heel veel nieuws bieden en, naar
mijn gevoelen althans, interessanter zijn voor wie
belangstelt in de psychologie van de politiek der
openbare lichamen in onzen tijd, wegens de manier
waarop hier wordt betoogd, dan, met het oog op den

eigenlijken inhoud, voor dengene die leering zoekt in
gemeentelijke economie. Hiermede is volstrekt niet
ontkend, dat de schrijver
bij
herhaling treffende op-
merkingen maakt en meeningen verkondigt, waarvan

men zou wenschen, dat ze door het gros onzer ge-
meentelijke politici, in het bijzonder ook door des
schrijvers partijgenooten, wat meer algemeen werden
gedeeld.

Het opstel ,,Financieel gemeentebeheer”, waarmede
het bundeltje opent, handelt over de noodzakelijkheid
van sluitende budgetten, van efficiency, van het be-

steden van belastinggeld alleen aan uitgaven, die,
voor zoover niet verplicht, door den raad in zijn
geheel als onafwijsbaar gevoeld worden. Deze punten
ga ik hier met
stilzwijgen
voorbij, maar wel zou ik
een enkele opmerking willen maken over hetgeen de
heer Wibaut verder in dit opstel nog zegt over het

dekken van zoogenaamde buitengewone uitgaven.
Hij keert zich tegen het in enkele gemeenten van

tijd tot tijd aan den dag getreden voornemen om
buitengewone uitgaven van bepaalden aard voortaan
te dekken uit gewone middelen. Het stelsel bijv. om

elk jaar noodige nieuwe scholen te betalen uit be-
lastinggeld acht
hij
niet slechts bezwaarlijk uit prak-
tisch oogpunt, maar ook
principieel onjuist
en als
zelfs de gemeente Amsterdam eens een enkele maal
iets dergelijks deed, dan moet men bedenken dat
,,bi,jna niemand zoo braaf is, dat
hij
het niet ge-
noegljk vindt om eens een enkele maal te zondigen”.
De aankondiging van een andere politiek te dezer
zake door de Rijksregeering in de Memorie van
Antwoord op het wetsontwerp betreffende de Weel-
debelasting wordt in dit verband door den heer
Wibaut bestreden, een bestrijding, die waarschijnlijk
nog in een heel anderen toonaard zou zijn gezet, als
hij reeds kennis had gedragen van de onlangs in dit
blad opgenomen en besproken circulaire van minis-
ter Kan
2)
over de wenschelijkheid, dat in het vervolg
ook de gemeenten een zelfde richtsnoer zullen volgen,
ook dus uit den kapitaaldienst alleen uitgaven zul-

[In
het
No.
van
14 April I.J.
– Red.]
[In het
No.
van
18
August.us
H.
– Red.]

len bestrijden, ,,die dadelijk vloeiende inkomsten

meebrengen, tenminste ge]ijk aan de rente der aan
te gane schuld.” En ook hier is de argumentatie niet

alleen, dat op deze wijze ôf de gewone dienst veel

te zwaar zal worden belast 6f uitgaven voor nuttige,
productieve werken zullen achterwege blijven, maar

bovendien, dat men op die wijze een gezonde theorie

prijs geeft. De gezonde theorie is voor den heer
Wibaut, dat uitgaven, wier nut strekt over een aantal

jaren, door middel van leening ook over die jaren
worden verdeeld
1).
Hij bepleit dit mede met behulp
van den psychologischen factor op het gebied van

belastingheffing, dien hij, terecht m.i., van beteekenis
acht. De belastingbetaler moet het gevoel hebben dat,
wat in eenig jaar van hem gevraagd wordt, ook
werkelijk voor de behoeften van dat jaar noodig is.

De grondslag voor deze overtuiging wordt ,,moedwil-
lig verbroken”, wanneer men hem gaat belasten met

de kosten van werken die hun nuttig effect pas in
eene latere periode afwerpen.

Zou het nu echter werkelijk den belastingbetaler
onpleizieriger stemmen, wanneer hij, wonende in een
gemeente, die elk jaar een nieuwe school bouwt, in
een gegeven jaar mee betalen moet in de volle kosten

van één nieuwe school, dan wanneer hij zijn lasten
opbrengt voor 40 maal het
1
1
4
0
ste der kosten van
dergelijke scholen, gebouwd in de voorafgaande 40
jaren? Ik geloof het niet; integendeel, ik geloof,
dat, wanneer hij nadenkt, hij het eerste systeem in
het algemeen juister, immers voor zijn beurs voor-
deeliger zal vinden, daar het voor het constant terug-
keerend bedrag aan buitengewone uitgaven de ren-
tebetaling doet besparen. De kern van de zaak is,

drinkt mij, deze, dat in de grootere gemeenten, even-
als in het rijk, tal van uitgaven, wier nut zich over een reeks van jaren uitstrekt, elk jaar terugkeeren,

en dus hun karakter van ,,buitengewone” uitgaven
hebben verloren. Zij eischen, dat de oude indeeling

van de uitgaven in twee rubrieken door een drie-
ledige wordt vervangen; dat tussehen de uitgaven voor de gewone, zich tot het jaar zelf beperkende

behoeften en de werkelijk buitengewone uitgaven een
plaats wordt ingeruimd aan een nieuwe categorie
van uitgaven, welke, evenzeer als de laatste, strekken

voor de behoeften van een langer tijdperk, doch om
hun constant weerkeerend karakter slechts tot schade van het publieke lichaam, dat zich zoodoende noode-
loos met rentebetalingen bezwaart, over den geheelen
duur van dat tijdperk worden verdeeld
2)
Het is
vreemd, dat de heer Wibaut er zich geen rekenschap

van schijnt te hebben gegeven, dat het
volle
bedrag
der rentebetalingen de schadepost is, dien voor
deze
soort van uitgaven toepassing van zijn theorie mee-
brengt.
Hij
zegt toch
3
), daarbij de redeneering weer-
gevend van wie het andere systeem verdedigen:
vendiep wordt, wanneer elk jaar een school uit lee-ningsgeld wordt betaald, na een reeks van jaren het
bedrag, vereischt voor rente en aflossing van het
leeningsgeld voor die reeks van scholen aangewend,
een even zware last voor de gewone begrooting als
het bedrag vereischt voor den bouw van een school”.
Neen, dit is niet een even zware, maar een veel zwaar-
dere last. De aflossingen loopen op tot de bouw-
kosten van één school en de rentebetalingen komen
daar dan nog bovenop, hetgeen zeggen wil, dat men
in plaats van elke f 1000, die noodig zou zijn bij
onmiddellijke afrekening – de rente op 4 pOt. en de
looptijd der leeningen op 40 jaar gesteld – jaarlijks f 1820 heeft neer te tellen.

[Verg.
p. 499 in het
No.
van
2
Juni,
I.I.

Red.]
Het is duidelijk, dat men, door deze uitgaven meer
individueel
of
meer algemeen te omschrijven, de grens
tusachen deze categorie en die der werkelijk buitengewone
uitgaven verschuiven kan. Het gaat echter niet om de
vraag, waar die grens precies is te trekken, doch om deze
andere,
of
hier niet een belangrijk onderscheid valt in het
oog te houden.
8)
Blz. 26.

906

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 October 1926

Nu verdedig ik hiermee volstrekt niet het stand-

punt der regeering in de beide, hierboveli genoemde

stukken. Het houdt toch onvoldoende rekening met

tweeërlei. Vooreerst met de twee soorten van tot

dusver onder den kapitaaldienst gerangschikte uit-

gaven. Die, welkeinderdaad een buitengewoon karakter

hebben, doordat zij werken betreffen van grooten om-

vang, die slechts af en toe voorkomen – voor het rijk

bijv. de Zuiderzeewerken, voor een gemeente een nieuw

rioolstelsel – behooren ook in het vervolg uit leenings-

geld te worden gedekt.. De rente is hier de
prijs,
waar-

door men het voordeel verkrijgt, dat zulke uitgaven

over een lange reeks van jaren worden verdeeld en dus

groote schommelingen in den belastingdruk worden

voorkomen. In de tweede plaats gaat de regeering de

moeilijkheden voorbij, die verbonden zijn aan het opeens

veranderen van stelsel. Deze zijn inderdaad groot
1),

ook al beperkt men de verandering tot de
constante

buitengewone uitgaven, want deze uitgaven zullen

meerendees, gedurende den
tijd
dat de aflossingen

der oude leeningen nog loopen, hun gang moeten

gaan, immers gedaan worden voor onafwijshaar ge-

achte behoeften, zoodat dit samenvallen leiden moet
tot een beteekenende verzwaring der belastingen en

dat juist in een
tijd,
waarin het streven op vermin-

dering van belastingdruk is gericht. Wat ik bestreed
is alleen dat het oude stelsel, dat leeningen toestaat

voor elke uitgave, welker nuttig effect boven den duur

van het begrootingsjaar uitgaat. ook in abstracto,

afgezien van de praktische moeilijkheden eener

zwenking, het ware, gezonde systeem is en dus, ge-

lijk de heer Wibaut het uitdrukt, door het betalen

van schoolbouw uit belastinggeld de eenige goede

grondslag, waarop een goed stelsel van leeningsbeleid
voor de gemeente kan blijven gevestigd, wordt on-
dermijnd. Zijn poging om de bezwaren tegen den
nieuwen koers ook theoretisch te fundeeren schijnt

mij ten eerien male mislukt. De volgende artikelen betreffen alle de gemeente-
lijke bedrijvenpolitiek. De eerste groep behandelt de
bekende vraag, of het geoorloofd is winst te maken

uit gemeentebedrijven en of het monopolistisch ka-
rakter der
bedrijven
voor de beantwoording van die

vraag van belang is. Daarbij wordt dan tevens aan-
dacht gevraagd voor de kwestie, of deze winst met

een indirecte belasting is te vergelijken. In de tweede
groep van opstellen komen deze zelfde vragen nog
eens aan de orde en het slotartikel handhaaft ander-
maal, nu in polemiek tegen prof.
an Blom, dat
de winst der bedrijven ondernemerswiïist is en geen
gemeente-accijns. Deze laatste vraag, waar het be-

toog telkens op terugkomt, is naar mijn gevoelen
slechts van matig belang. De winst uit een gemeen-tebedrjf heeft zoowel met ondernemerswinst als met
indirecte belasting trekken gemeen. Het is grooten-
deels een kwestie van smaak, in welke trekken men
het essentieele ziet.
Veel belangrijker is m.i. het eerstgenoemde punt en
nu vind ik het pleidooi van den schrijver vôôr het
geoorloofde van winstuitkeering aan de gemeentekas
volstrekt niet in alle opzichten overtuigend. Hij stelt
het telkens voor, alsof de winst een min of meer

noodzakelijk gevolg van een goede prjzeupolitiek is.

1)
Het beste, wat een gemeente doen kan, die den nieuwen
koers zou willen inslaan, is mi. dit. De constante buiten-
gewone uitgaven betale men van nu af uit de gewone
middelen. In het verleden bepale men een tijdstip, van-
waar af een zeker bedrag aan dergelijke uitgaven jaarlijks
bleek terug te keeren. Eenige willekeur is daarbij natuurlijk
niet te vermijden, doch dit is niet van groot belang. Ver-,
volgens worden dan de onafgeloste deelen van de voor
die uitgaven geleende bedragen opgevangen ii een nieuwe
leening met zeer langen looptijd of – wat praktisch natuur-
lijk op hetzelfde neerkomt – door boeking worde ten laste
van de gewone diensten der komende jaren juist zooveel
gebracht, als het geval zou zijn wanneer een dergelijke leening
werkelijk thans gesloten werd. Zoodoende krijgt men
op
den langen duur den gewenschten toestand. Dezen plotseling
te forceeren lijkt mij ondoenlijk.

De Maasbode, tegen wie hier voornamelijk gepolemi-

seerd wordt, had beweerd, dat de gemeente, die geen

winst wilde maken, ze ook niet behoefde te maken.

De heer Wibaut doet het eerst voorkomen, alsof men

dan gemaakte winst zou moeten gaan teruggeven.
Verderop wordt erkend, dat men ook den
prijs
voor
een bepaalde groep van verbruikers kan verlagen,

bijv. bij het gas- of electrisch bedrijf voor de indus-

trieelen of voor den middenstand of voor de lichtver-

bruikers, maar dit zou onrechtvaardig en onredelijk

zijn, immers een opzettelijke bevoordeeling van een

bepaalde groep gemeentenaren. Onrechtvaardig en

onredelijk, ook als men den eenheidsprjs voor de

lichtverbruikers – waarom het den bestrijders van

winstuitkeering in den regel wel te doen zal zijn –

verlaagt? Op blz. 52 wordt terloops opgemerkt, dat

een goede prijspolitiek rekening houdt met de eco-

nomische waarde van het geleverde. Maar is die

economische waarde in dit geval zôô nauwkeurig

te bepalen en, gesteld dat dit
mogelijk
ware, is het
dan onrechtvaardig en onredelijk den
prijs
van een
artikel, dat
vrijwel
ieder behoeft, daar beneden te
stellen?

Er is, dunkt
mij,
een heel wat beter argument
vr de winstuitkeeringen der
bedrijven
en de heer
Wibaut
verzwijgt
dit dan ook niet; hij stelt het al-
leen op het tweede plan. Dit argument is, dat men

zonder die uitkeeringen allerlei hoogst nuttige uit-

gaven in het algemeen belang achterwege zou moeten

laten, daar de bron der inkomstenbelasting in de

grootere gemeenten
vrijwel
het maximum levert, dat
men redelijkerwijze aan haar ontleenen kan. Dit laatste

is – schrijver dezes weet het uit ervaring – aan

vele gemeenteraadsleden van na ’19 niet zoo heel

gemakkelijk
duidelijk
te maken. Het is weer een kwes-
tie van belastingpschologie, waarbij het meer op
intuïtief aanvoelen dan op logisch redeneeren aan-
komt. Het zou daarom te waardeeren zijn, als men

bovendien nog een behoorlijk theoretisch argument

had om de winstiiitkeeringen op te baseeren en de

heer Wibaut heeft zich
blijkbaar
moeite gegeven dit
te voorschijn te brengen, maar
hij
is daar niet in
geslaagd. Alles wat
hij
zegt over de onjuiste beschou-
win, die van een uniformen
kostprijs
van gas of
stroom uitgaat, over de z.i. verkeerde vergelijking
met indirecte belastingen, over de wenscheljkheid
om hij de prjzenbepaling steeds het verbruikersbe-
lang voor oogen te houden, enz., doet niets af aan
het nuchtere feit, dat een wethouder van bedrijven
door het noodlot niet is veroordeeld om winsten uit

die
bedrijven
te maken, als hij ze niet begeert.
De heer Wibaut trapt in deze artikelen met forsch

gebaar allerlei open deuren in. Van de eenige deur,
die
werkelijk
dicht is, heeft hij een goed passenden
sleutel in den zak. Maar
hij
vindt het
blijkbaar
tegen-
over degenen, die om hem heen staan, niet prettig
dezen sleutel al te
dikwijls
en al te opvallend te ge-

bruiken. C. W.
VAN
nan
POT
Bz.
Groningen.

MAANDCIJFERS.

GIRO-OMZET B13 DE NEDERLANDSOHE BANK.

September
1926
September 1925

Posten
1

Bedrag
Posten
1

Bedrag

Voor reke.
ninghouders 54.034
(2.688.263.000
53.561
f 2.605.415.000

waarvan door
de H.-bank
plaatselijk
39.969
,,2.308.935.000
40.229
,,
2.243.154.000

Ter voldoe-
ning van
Rijksbelast.
1.529
,,

15.498.00(
1.556
,,

10.584.000

13 October 1926

ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN

907

GIP.O-KA.NTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM

September 1926
11

September 1925
Giro’s
(eenzijdige ver-
melding)

In
mi
illioenen
1
Aantl
a
1fl

1

Aantal
Girobetalingen aan
gemeenteinstellingen
f
11,8
16.902
f

9,8
15.566
G’irobetalingen aan
particulieren
,, 18,1
70.639
,, 17,9
60.145

Gelclonczet.
,,

4,8 7.011
,,

4,8
6.524
,,

7,2
31.416
,,

6,4
27.654
Part.rekeniughouders
,, 18,5′
28.131
2

,, 17,2′
25.275′
Ontvangsten

………

Waarvan

rekeningb.

Betalingen

………..

welke gelden voor 1
jaar

vast

hebben
gedeponeerd ……
.

8,3
2.912
2
1
,,

9,6
2.7152 ij
uemiuueiu saiuo
te goea. ) tinae oer maand.

RIJKSPOSTSPAARBANK.

AUGUSTUS
1924
1925
1926

f

11
.
211
.
645
f
10.784.616f
11.426.373
Terugbetalingen

,,

9.982.178,, 9.508.242,,
9.105.714
Tegoed der inleggers
,, 302.250.935
303.667.627
312.458.800

Inlagen …………

Nom. bedr. der uitst.
op ultimo … …. ..

staatsschuldboekj es
,,

44.390.450
42.240.150 41.919.500
op ultimo ………
Spaarbankboekjes:
Aantal nieuw uit.
gegeven
9.545 8.973 9.898
Aantal geheel

af.
betaald
7.929
7.063
6.446
Aantal in omloop
op ultimo
1.963.125 1.976.914
2.000.776

PRODUCTIE DER STEENKOLEN-, BRUIN-

KOLEN- EN ZOUTMIJNEN.
(Gegevens verstrekt door tien Hoofdingenieur der mijnen.)
1. Gezamenlijke Steenkolenmijnen.

Aug.
Jan/Aug.
Jan./Aug.
1926
1926
1925

Prod. Steenkolen in tonnen
758.843
5.520.432
4.317.895
9.472 156.844
173.189
Kolenslik

……………..
Aantal normale werkdagen
26
202
201

II. Bruinkolenmiju ,,Carisborg”.

Aug.
Jan./Aug.I
Jan./Aug.
1926 1926 1925

Netto-productie in tonnen.
.
17.856
140.984
140.659
Aantal normale werkdagen
26
200
201

III. Zoutmijnen.
(Kon. Ned. Zoutinciustrie te Boekelo.)


Aug.
1926
Jan./Aug.
1926
Jan./Aug.
1925

Afgeleverd:
Geraif. zout ……..(ton)
3.940
21.402 20.966,65
Industriezout

……(

)
26
224
341,5
Afvalzout
……….(

)
51
640
964,3
Aantal normale werkdagen
26
202
201

Arbeiders.


Gezamen-
li/ke
Bruin-
Aantal.
Steenkolen-
kolenmijn
Carisborg’
Zoutmijnen

mijnen

{

8.7491)
23.033
2
)
154
105
1

September 1926

…….

1

September 1925

……….
{

8.2391)
22.382
2
)
154
100

‘) oovengronas. j onaergroncls.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. *»* beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.
Ned(Disc. Wissels. 31
3 Oct.’25
Zwits. Nat. Bk.
322
Oct.’25
Bk Bel.Binn.Eff. 4 S
Oct.’25
N.Bk.v.Denem. 5
24Juni’26
Vrsch. in R.C. 5
3 Oct.’25
ZweedscheRbk 4
8 Oct.’25
Javasche Bank… . 4
14Juli’26
Bank v.Noorw. 5
13Sept.’26
Bank van Engeland 5
3Dec.’25
Bk. v. Tsjecho.
Duitsche Rijksbank 6 6
Juli ’26
slowakije . . 6
13Jan.’26
Bank v. Frankrijk.
431 Juli’26
N.Bk.v.O’rijk. 7
6Aug.’26
BelgischeNat.Buk. 7
23Apr.’26
N.i3k.v.Hong. 6
25Auq.’26
Fed.Res.BankN.Y. 4
12Aug.’26
Bank v. Italië. 7
17Jvni’25
Bank van Spanje.. 5
23 Mrt. ’23
Z.-Afr.Res.bnk 5

OPEN MARKT.

1926 1925
1924
1914

o
ct.
4-9
27Sept.-
20.25
5-10
6-11
20-24
Oct.
2 Oct.
1

Sept.
Oct. Oct.
Juli
Amsterdam
Partic. disc.
Prolong.
2
1
12
211
4

2115718
211
4
-3
2151
1
-3
231
4
-311
4

2
15
11-3
‘2
1
/5.
3
/4
35/,-/s
2
3
/4-3
4I8I8
31144314
3
1
Is-
3
116
2114-414
Londen
Dageld ..
3ij2

4
3
1
12.5
3.5
3-5
2-1
1
1
15_3
1
13
131
4
-2
Partic. disc.
4518_111e
4
116

/16
4111e_11/,a

411291i
3
5
I16-18
3
5
Ie
3
1e
211
4
_81
4

Berlijn
Dageld ..
41
1-5
1
12
4
1
12-7
1
12
21127
1
12
211
3
411
3

8-10
– –
Partic. disc.
30-55 d…
5
5-
1
18
5.
11
5
7118.114
– –
56-90 d…
431
4

4314_5115
4718-5118
4314
7

2’/8-‘/2
Waren-
wechsel.
518
5314_113
5
18
112
5
1
14_
1
15
8718-9
– –
New York’)
Cali money
5-11
4.5114
514-6
8
14
5_31
4

41/,53/
12
1
12-3
1
14
1
8
14.2
1
1
2
Partic.disc.
4 4
4
4
318
– –
‘1
aii
money-Koers van
S
uct. en daaraan voorafgaande weken t/m
Vrijdag.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

D a a
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
1)
Vork

)
S) S)
S
)
S
)

5 Oct.

1926
2.49i
8
1
12.12
59.50
7.07
6.801
10081
5

6

,,

1926
2.50
12.121
59.531
7.18
6.851
10081
8

7

,,

1926
2.4911
12.12
59.52 7.081
6.92
1008/
s

8

,,

1926
2.50
12.12t
59.54
7.24
6.94
100a,s
9

,,

1928
-.
12.12k
59.50
7.24
6
.
94
1
1002/
t

11

,,

1926
2.491u;,
12.121
59.491
7.21
6.96
]OOs/,
Laagsted.w.1)
2.49
11
/,,
12.14
59.4ij
7.Oq
6.79
100%
Hoogste d.wl)
2.50II,
12.12k
59.54
5
9.
49
7.23
6.96
10011
2

4 Oct.

19261
2.49%
12.14
7.01
6.78
100%
27 Sept. 1926
2.49t1/,
12.14
59.4%
6.951
6.67
100%
Muutpariteit
2.48%
12.10 59.26
48.-
48.-
100

Data
Zwit-
seran
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
,!

1)
rest’)
58)
**)
5
Oct.

1926
48.27
35.27k
7.40
1.31
9.401
37.54
6

1926
48.24
35.24
7.41
1.30
9.53
37.52
7

1926
48.28k
35.30
7.41
1.31
9.60
37.52k
8

1926
48.28
35.20
7.40
1.33
9.86
37.30
9

,,

126
48.28
35.30 7.40
1.32


11

,,

1926
48.29
35.30
7.39 1.32k
10.45
37.32
Laagsted.w.
1
)1
48.24k
35.15
7.38
1.24
9.37
37.25
Hoogsted.wi)
1

48.29
35.30
7.42
1.36
10.45
37.65
4 Oct.

19261
48.281
35.25 7.40
1.30
9.41
37.64
27 Sept.

19261
48.241
35.25
7.371
1.25
9.24
37.95
Muntpariteit
1
48._
35.-
50.41
48.-.
48.-
48.-

D t
‘Id
Stock-
/iolm
5
.)hagen)
Kopen- Oslo
Hel-

Buenos-
Aires’)
Mo,,-
treall)

5 Oct.

1926
6674
66.34 54.74
6.30
102
2.50
6

,,

1926
66.80 66.35

54.75
6.30
102
2.50
7

,,

1928
66.80 66.40

54.75 6.31
102
2.5011
8

8

1926
66.80
66.40

54.75 6.30
101h
2.50
9

1926
66.80 66.40

54.75 6.30
102
2.50
11

1926
66.80 66.40

54.75
6.29
102
2.50
Laagsted.w.
1
)
66.70
66.25

54.70 6.28
10134
2.49%
Hoogste d.wl)
66.85 66.45

54.84
6.32
102%
2.50
i/
4 Oct.

1926
66.74
66.34 54.75
6.30
102
249%
27 Sept. 1926
66.75
66.30

54.74
6.24
1011.
2.50
1Iuntpariteit
66.67
66.67

66.67
48.-
105
2.48s1
9

) moteering te Amsterdam. ‘) Noteering te Rotterdam.
1) Particuliere opgave.

In het eerste numnler van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

908

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 October 1926

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

Data
Londen
($ per £,)
Parijs
($
P.
IOOfr.)
Berlijn
($ p. 100 Mk.)
Amsterdam
($ p. 100 gid.)

5 Oct.

1926
4,8581
2,85
23,8124
40,03

6

,

1926
4,85/
2,871
23,81
3

40,00%

7

1926
4,85%
2,871
23,81%
40,00

8

,,

1926
4,85k
2,87k
23,81
40,01

9

,,

1926
4,85%
2,87k
23,81
40,01

11

,,

1926
4,858/
2,88
23,80%
40,01

12 Oct.

1925




Muntpariteit ..
4,8667
19,30
23,81%
40
8
/89

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en

INoteerings-I
Landen
eenheden
25Sept.
1926
2
Oct.
1
1926
419
Oct.
’26
LaagsteIHoogstel
9
Oct.
1926

Alexandriê.
.
Piast. p.0
97X
97%
97?llo
9711Il
97%

Athene

….
Dr.p.0
411
407% 385 409 390

Bangkok
. . .
Sh.p.tical
1110
5
9

1110
3
18
11101/
8

1110
3
18
111011
8

Budapest
.
..
Pen. p.
£
27.70 97.65
27.60
27.90 27.771

B. Airesi). ..
d. p.
$
4,52
11
ei
4581!
22

40
3″3
4611 82
45718

Calcutta
. . . .
5h. p. rup.
i
j5e+
1
!
5′
Te
7
1 /52
132

1/581/33
i(5/s
Constantin..
Piast. p.
£
927%
942%
935
955 942%

Hongkong ..
Sh. p.
$
21111
8

2103/4
2t0
1- 6
211

1
T5
Kobe

……
2/01/ 33
111131
,

S’S
l/1i
‘2/0
t/11’°
ee
Lissabon
1)
. .
d. per Esc.
2171
82
21’32
2831
84

2
35
/
64

2171
32
Mexico . ….
d. per
$
24 24
23 25 24

Montevideo’)
d. per
$
49%
493%
49
8
1
8

50 49
5
1
8

Montreal’)
.
$
per
£
4.84
Te
4.84+
4.8451
8

4.853/
8

4.85%
R.d.Janeiro
1)

.Sh.p.yen

d. per Mii.

7%
72/
8
623/
16

7181 32

6
/b
Shanghai …
Sh. p. taei
2/8%
9
/
79
1l6
21681
218% 216%

Singapore. ..
id. p.
$
213i51
10
913
55
213°’
,

S’S
4
213
59
1
64

Vaiparaiso
2).
$
p.c
39.40
39.40 39.30 39.40 39.40

Warschau ..
ZI. p.
42
43%
42 45
43%
1)
Telegrafisch transiert.
2)
90 dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
8)

Londen’)
N.York2)
Londen
4 Oct.
1926..

2621
4

58
8
1
8

4 Oct.
1926…..
8411134
5

,,
1926..

265/
5671
s

5

,,
1926…
8411111
8

6

,,
1926..

25181
10

56%
6

,,
1926…
.
8411134

7

,,
1926..

26
56
1
1
8

7

,,
1926….
8411134

8
1926..

25t11
10

55%
8

,,
1926….
84/11%

9
1926..

2511/
16

.56
9

,,
1926..
..
84/11%

10 Oct.
1925…

3271,
71
9 Oct.
1925….
84111%

20 Juli
1914..

24
1
21
86

54
118
20 Juli
1914….
84111

1)
in pence
p. oz.
stand.
3)
Foreign silver in
$C.
p.oz.fine. 3) in sh.
p.
oz.fine

STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
De Minister van Financiën maakt bekend

Vorderingen.
I

30Sept.1926
1

7 Oct.1926

Saldo bij de Nederlandsche Bank


Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten


Voorschot
op
uit. Aug.1926 aan de 8e-
meenten
op
voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten
op
f
37.188.173,79
f
37.188.173,79
11.217.123,74
,,

11.021.308,33
Kasvord. weg. credietverst. ajh. buiteni
,145.415.833,80
,,
141.874.847,28
Daggeldieeningen

tegen onderpand
.


de Rijksinkomsten belasting………
Voorschotten aan de koloniën…………

Saldo der postrekeningen van Rijks-
14.047.030,15
,,

19.103.439,94

van Staatsschuldbrieven

………….

comptabelen

…………………….
Vordering
op
liet Staatsbedrijf der
P.,
T.

enT.’) ……….
. ……………
Id.
op
andere Staatsbedrijven
2)
…….-..
2.750.342,03

,,

2.750.348,03

Verplichtingen.

Voorschot door de Nederl. Bank
….
/

14.159.583,44
f
13.605.496,67
97.062.000,-
,,lll.633.000.-
Schatkistpromessen in omIoo

… …
Waarvan direct bij de Ned. Bank..
50.660.000,_..
12.000.000,-
,,
85.000.000.-
,,
39.000.000,-
14.075.115,50
,,

13.960.093,-

Schatkistbiljetten in omloop’)……….

Schuld a. d. Bank
v.
Ned. Gemeenten’)..
32.709,43

..

,,

136.305,88
13.081.747,36

Zilverbons in

omloop
……………….

Burg. Pensioenfonds’)
Id. a. h. Alg.

..
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T.
2)..

,,

11.813.586,21
37.451.364,66
,,
,,

37.691.476,11
Id. aan andere Staatsbedrijven
2)
……
,,

450.000,-
,,

45.000,-
Id. aan diverse instellingen
1)
…4.489.144,30
..
,,

4.475.559,40
1)
Waarvan
/
12.056.000 vervallende
op 1
Juli 1929.
1)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van Koloniën maakt bekend:

2 Oct.1926
9 Oct. 1926

Voorschot uit
‘s
Rijks kas aan N.-Indië
f

60.000,-.-.
/

352.000,-
Indische Schatkistprom. in omloop
..,,
14.350.000,-
,,
16.150.000,-
Voorschot Javasche Bank aan N.-Indië


Muntbiljetten in omloop

……… …

33673.000,-
,,
33.390.000,-
Ten voordeele van Ned.-Indië ge
boekte beleggingsgelden van het
3.855.000,–
3.855.000,- Ned.-lnd. m

……………
….
N
untfonds
Idem van de

ed.-lnd. Postspaarbank.
,,

1.291.000,-
,,

1.286.000,-
/47.336.000,-
/
45.919.000,-
Totaal…………… …. ……
Te goed bij de Javasche Bank ……..
.
,,

5.893.000,-
,,

9.114.000,-

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 11 Oct. 1926.

Activa.
Binneni. Wis-j Hfdbk.
f
63.246.569 81
sels,Prom., Bijbnk. ,,

7.566.237,67
enz.in
disc. 1 Ag.sch. ,, 15.270.823,62
f

86.083.631,10
Papier o. h. Buitenl. in disconto


Idem eigen portef..
f
208.580,430,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nog niet afgel.


208.580.430,-
Beleeningen
mcl. vrsch.I Hfdbk.
f
55.310.331,34

in rek.-crt.
op onderp.. Bijbnk. ,, 11.532.613,52
Ag.sch. ,, 69.054.279,12

f
135.897.223,98

Op Effecten ……..
f
132.701.923,98
OpGoederenenSpec. ,, 3.195.300,- 135.897.223,98

Voorschottena.h. Rijk ……………..,

13.259.520,17
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
62.660.130,-
Muntmat., Goud … ,, 356.280.817,51

f
418.940.947,51
Munt, Zilver, enz.
• ,,

26.356.951,57
Muntmat., Zilver..
,,

Effecten
445.297.899,08

BeleggingRes.fonds.
f

7.045.176,68
id.van 11
8
v.h. kapit.,,

3.999.558,42
11.044.735,10
Gebouwen en Meub. der Bank
………,,
5.142.000,-
Diverse

rekeningen
.
………………

,,
44.699.001,12

f
950.004.440,55
Passiva.
Kapitaal
…………………………
f
20.000.000,-
Reservefonds
……………………,,
7.047.731,06
Bijzondere

reserve
……………….

..
8.800.000,-.-.
Bankbiljetten in omloop
…………..,,
850.815.520,-
Bankassignatiën in omloop………..,,
785.223,-
Rek.-Cour.
j
Het Rijk
f


saldo’s:

Anderen

53.558.222,30
53.558.222,30
Diverse rekeningen
…………… ..

,,
8.997.744,19

f
950.004.440,55

Beschikbaar metaalsaldo
……-
f
263.693.254,44
Op de basis van
31
9
metaaldekking…..
,,
82.661.461,38
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigdis.
,,
1.318.466.272,20
Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data Circulatle
opelschb.
Metaal-
kings
Munt
I
Muntmat.
schulden
saldo
1 perc.

ii
Oct.

’26
62.660 356.281
850.816
54.343
263.693
49
4

,,

’26
62.846
356.281
866.948
45.573
262.561
49
27 Sept. ’26
63.050 356.290
823.552
45.028
272.431
51
20

‘2e.
63.184 356.290 819.978
54.434
271.260
51
13

’26
63.314 356.290 827.878
44.588
271.549
51
6

’26 63.438
356.290 841.558
33.775
271.106
51

12
Oct.

’25
56.184 362.171
897.944
25.206
255.921
48

25
Juli

’14
65.703
96.410
1
310.437
1

6.198 43.521
1
)
1

54

Totaal
Schatkist-

Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
,I
op het
reke-
disconto’s
rechtstreeks

bulten!.
ningen
3)

11
Oct.

1926
86.084 36.000
135.897
208.580
44.699
4

,,

1926
86.884
35.000 130.816
218.673
47.728
27 Sept. 1926
51.062

133.815
218.446
42.164
20

1926
50.422

131.098
218.288
48.526
13

,,

1926
51.340

133.336
218.207
48.554
6

1926
52.451

132.851
215.733
47.156

12 Oct.

1925
97.834 20.000
124.266
243.640
39.558

25
Juli

1914
67.947
14.300 61.686
20.188
509
1) Op de basis van
1J5
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.

SURINAAMSCHE BANK.
Vsornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Ç
Andere
oP,is
f
zb.
Discont.

21 Aug.

1926-
1.068 1.486 1.040
899
579
14

1926..
1.069
1.494
1.155
881
526
7

1926..
1.069
1.591
716
888
388
31
Juli

1926…
1.082
1.657 796
899
436
24

,,

1926-

1.072
1.498
887
896
493

22 Aug.

1925-
1.004
1.545
803 986
300

5
Juli

1914…
645
1.100
560
735 396
1) Slultpost der activa.

13 October 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data

Goud

Zilver

Circulatie opeischb. metaal-
schulden saldo

2 Oct. 1926

22Ï0

330.000

76.500 147.950
25Sept.1926

229.750

329.000

69.000 150.150
18 ,, 1926

229.500

332.000

64.500 150.200

11Sept.1926 ‘199.021

30.171 334.234

55.044 151.785
4 ,, 1926 199.322

31.029 330.808

55.888 153.472
28Aug. 1926 199.391

31.016 328.353

64.370 152.305
21 ,, 1926 199.494

31.262

333.596

53.416 153.811
3 Oct. 1925 132.091

43.037 327.775

61.175 98.026
4Oct. 1924! 155.825

59.648 269.759 121.480 137.785

25 Juli 19141 22.057

31.907

110.172

12.634

4.842
2
)

1
Wissels,
1

,

Dek-

Data
Dis-
conto’s
1
buiten
N.-lnd.
betaalb.

Belee-
ningen
“‘
,g n
kings-
percen
tage

2Oct. 1926
157.440
56
25Sept.1926
149.080
58
18

,,

1926
147.460
58

11Sept.1926
12.235

24.224

83.164
43.686
59
4

,,

1926
12.113

24.344

82.704
42.204
60
28Aug.1926
12.208

24.676

78.830
51.459
59 21

,,

1926
12.110

24.324

67.013
57.531
60

3 Oct. 1925
17.329

24.650

109.049
59.314
45
4Oct. 1924
35.834

18.078

97.200
32.694
55

25Juli1914
7.259

6.395

47.934 2.228
44
1) Sluitpost activa.

2)
Basis
‘j
metaaldekking.

BANK VAN ENGELAND.
Toornaamstc
posten, ouder bijvoeging der
Curreucy
Notee,
in duizenden ponden. sterling.

Data
Metaal
Circulatie
Currency Notes

Bedrag
1
Bankbilf.
1
Gov. Sec.

6 Oct.

1926
154.865 140.233
290.770
56.250
240.489
29 Sept. 1926
155.833
140.517
287.858
56.250 237.467
22

1926
155.930
138.975
287.388
56,250
236385
15

1926
155.850
139.455
289,572
56.250
238.668
.8

1926
155.393
140.303
290.650
56.250
239.9,12
1

»

1926
155.499 141.289
291.076
56.250
240.229

7 Oct.

1925
157.917 143.961
294.478
56.250
243.453

22 Juli

1914
40.164 29.317


Data
1

Gas.
Sec.
1

Of/ier
Sec.
1
Public
Depos.
Other
Depos.
Reservel
1

Dek-
kings-
11
perc.
1)

6 Oct. ’26
33.265
1

72.678
15.798
‘106.860
34.3821
28
29 Sept.’26
1

33.641
1

71.986
21.177
101.182
1
35.066
281
22

,,

’26i
34.290
1

68.528
18.3
4
8110
2
.888
1 36.7061
30
15

,,

‘261 33.0301
68.765
14.242
105.419
36.145!
30
8

,,

‘261
31.993
1

70.605
13.0051106.1611
34.840j
29
1

,,

’26
1

38.057
1

70.568
15.732 108.581
1 33.9601
27 ‘/is
7 Oct. ‘251
33.742
69.238
9.547
1109.508
1
33.7061
28s/

22 Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185 29.297j
52*1
8

1)
Verhouding
tusschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen fra,nos.

1
Waan’.
1 1
Te goed
Wis-

Waarvan
Belee-
Data
Goud
1
tn het lZiiverl in het
sels

op het
ningen
buttent.I
1
bu’itenl.
buitent.

7 Oct. ’26
5.549
1.864

339
580
t 4.797
14
2.290
30Sept.’26
5.549
1.864

339 579
1
5.8821
13
2.148
23

’26 5.549
1.864

339
579
4.861
13
2.191
16

’26
5.549
1.864

339
580 4.703
12
2.194
9

’26
5.549
1.864

339
578
5.061
17
2.236

8 Oct. ’25
5.547 1.864

310 562
2.844
17
2.745

23Juli’14
4.104

640

1.541
8
769

1
Buit.gew.l
Schat-
1
Diver-
1
J
_Rekg. Courant
Data
voorsch.
ajd. Staatlietten
1
kistbil-
san
2)
Circulatle
1
Parti-
Staat
‘)I
cuueren

7 Oct. ’26
36.950
5.487 5.311
55.994
2.886
9.819
30Sept.’26
36.650
5.470 4.072
55.010
2.885
37
23

’26 36.400
5.469 4.602
54.507
2.958
36
16

,,

’26 36.850 5.460
4.454
54.913 2.856
38
9

’26
37.000
5.453 4.575
55.458
2.936
28

8 Oct. ’25
30.800 5.142
3.765
47.165 2.282
36

23 Juli’14



5.912
943
401

In disc, genomen
wegens voorsch. v. d. Stasts. bulte’nl;regeeringen.
Sluitpost activa.

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in mi,llioenen Reichsmark.

Daarvan
Deviezen
Andere1
Data
Goud
bij bui-
als goud-
wissels

1
Belee-
tenl. circ.
dekking
en

t
ningan
banken
1)

geldende
cheques

30 Sept. 1926
1.598,1
201,8
521,9
1.383,5
142,1
23

,,

1926
1.566,8
201,8
456,7
1.238,8
7,4
15

,,

1926
1.541,0 201,8 446,3
1.266,3
13,9
7

,,

1926
1.518,7
200,4
483,1
1.281,5
7,5
31 Aug. 1926
1.492,8
197,6
497,6
1.251,5
100,1
30 Sept. 1925
1.174,7
98,6 318,9
1.717,3
56,4

30 Juli

1914
1.356,9


750,9
50,2

Diverse1
1
II
Door
Data
Effec-
1
Circu-
Rekg.-
1
DIverse
Ii
Rijksb.
ten
Acttvai)1
latie
1

Crt.
1
Passiva
II
geher-
Ii

disc.

30 Sept. 1926
91,4
556,0
3.251,1
594,6
203,5

23

,,

1926
91,4 697,9
2.799,2
855,2
179,6

15

,,

1926
91,4
666,0
2.901,4
725,7
168,8

7

,,

1926
91,4
666,0
3.101,7
573,4
140,8

31 Aug. 1926
91,4
687,8
3.225,1
541,9
119,3

30 Sept. 1925
202,3
460,0
2.649,1
620,2
429,5
531,5

30 Juli

1914
1330,8
1

200,41
1.890,9
944,-1
40,0
1

ijOnbelast.
2
)W.o.
Rentenbankscheine
30,
23,15,7 Sept.,
31 Aug.,
resp.
I27,6;
295,7; 270,9; 255,9; 446,8 miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste posten in millioenen francs.

Voorsch.oj(ISt.
0

.
0

.

Data


1′
aO.:
0•-
0

7 Oct. ’26
358

30

1.552

400

5.200

1.025

9.484

254
30Sept.’26
358

30

1.633

477

5.200

1.025 9.507

316
23

’26
359

30

1.489

371

5.200

1.025

9.234

247
16

’26
359

30

1.501

389

5.200

1.025 9.253

242
9

’26
359

30

1.500

420

5.200

1.025

9.274

279
2

’26
359

30

1.482

570

5.200

1.025

9.237

225

8 Oct. ’25
359

30

1.387

429

5.200

7.731
250

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDE1IAL RESERVE BANKS.
Vorn au mste posten iii nijl lioen en dollars.

Goudvoorraad
weitig
Wissels

Data
betaal-
middel,
Totaal
Dekking
In her-
disc. v. d.
In de
open
bedrag
F. R.
Notes

Zilver
C.
member
markt
banks
gekocht

22Sept.’26
2.820,0
1.443,0
131,6
661,6
270,4
15

’26 2.832,7
1.491,1 132,4
565,5
262,5
8

’26
2.831,5
1.462,4
130,5
614,3 266,0
1

’26
2.828,3
1.448,9
138,0
626,3
253,5
25Aug.’26
2.840,6
1.498,1
137,3
570,6 254,6
18

,,

’26 2.834,3
1.515,3
137,9
534,5 254,1

23Sept.’251
2.765,5
11.454,4

105,4

1
640,7

238,5

Belegd
Notes
ot(2iil
Gestort
Dek-

Algem.
Dek-
Dato
in U. S.
Gov.Sec.
in circu-
n
Kapitaal
kings- kings-
latie
parc.’)
perc.’)

22Sept.’26
305,2

1.716,1

2.332,0

123,8

69,8
73,1
15

’26
488,0

1.724,1

2.417,3

123,8

68,5 71,6
8

’26
312,3

1.746,5

2.242,3

123,7

71,4
74,3
1

’26
319,0

1.702,9

2.282,3

123,5

70,9
74,4
25Aug.’26
32,2

1.692,6

2.258,0

123,5

71,9
75,4
18

,,

’26
360,0

1.685,8

2.272,3

123,4

71,6
75,1

23Sept.’251
323,1

1.670,3

2.267,5

116,4

70,3 72,9
1) Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare schulden: F. R. Notes
en netto deposito.

2)
Verhouding tolalen voorraad munt-
materiaal en
wettig betaalmiddel tegenover idem.

PA.RTTCULTERE
BANKEN AANGESLOTEN BIJ lIET
FEI.RES. STELSEL.
Voornaamste posten iii mil]1oenen dollars.

I

Totaal
Aantal

conto’s

Beleg-

bi/ de
Waarvan
Data

1
banken

en

gingen

1.R.

depo-
1
time
beleen.

banks

sito’s
1
deposits

15Sept.’26
695

14.316

5.655

11.707

19.215
5.684
8

,,

’26
097

14.198

5.605

11.637

18.758
5.712
1

’26
697

14.179

5.599

1.655

18.763
5.712
25Aug.’26
697

14.069

5.615

1.630

18.621
5.702
18

,,

1
26
697

14.065

5.620

1.643

18.694
5.706

16Sept.’251
727

13.598

5.464

1.628

18.293
5.185
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een
overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen baukstaten.

910

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 October 1926

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 11 October 1926.

De stemming
01)
de internationale beurzen ás gedurende (le uditer ons ligggencte bericbtsperiode eenigszins opge-
oiideti geneest, hietgeen echter voor de verscliilleude foiid-
s(‘fllnarkten nint
01)
g&ijke wijze tot uitdrukking is geko
nIen Wat de beurs vati B e r 1 ij n betreft, hier heeft over het algemeen een opgewekte tendens de overhand gehad.
Wel oveiheerschte in het midden der berichtsweek de bia-
lI(II1 II
(ische 1)o1iieke toestand alle
andeie
overwegingen,
itoch al spoedig keerde de stemming ei werden omvangrijke
aankoopen in verschillende afdeelingen uitgeoefeixl. Hier-
toe hebben voornamelijk de berichten omtrent een bijeen-komst van Duitsehe en Engelsche industrieelen te Londen
krachtig bijgedragen. Wel betwijfelde men eerst, of hier
practische resultaten bereikt zouden wonden, doch het
schijnt, alsof de vertegenwoordiger van de iTarbenindustrie, welke ook aan deze conferentie deelneemt,
zich
in anderen
zin heeft uitgelaten. In verband hiermede werden dan ook
tal van aandeelen uit cle markt genomen, vOOr alles Far-
heni ii dustrie, doch verder ook Erdöl, Holzverkohlung,
Bheinstahl, Mannesmann, enz. Een andere afdeel ing, waar eveneens een levend ige toon heeft geheersnht, was die der
binncnlaiidsche leeningen in papieren Marken benevens die i’oor buitenlanilsche obligaties, waarvoor nog geen regeling
is getroffen betreffende de betaling van achterstallige
rente.
Te L o n cl e ii is de stemming eveneens vrij nerveus ge.
ii’eest, Coch deze heeft zich weerspiegeld in een onaa.nge-
name houding vail cle markt. Opnieuw is men in cle City
teleurgesteld onitrent het verloop van de onderhandelingen
met de mijnwerkers. In het bijzonder waren aancieelen
in binitenlaiidsehe spoorwegondernemingen aangeboden.
Ook de beleggingsmarkt heeft een neergaande richting in-
geslagen, doch dit is in hoofdzaak toe te schrijven geweest
1:111
den stroom van nieuwe emissies van hoogere rente
ifwerpende schnldbrieven.
Te P a r ijs is de stemming slechts weinig veranderd.
Over het algemeen kort niet van een opgewekten handel
worden gesproken, voornamelijk in verband met cle stroef-
heici van de gelclmarkt. De nadering van den datum van
heropening van het parlement heeft overigens reeds eenige
schaduwe ii voorti it geworpen.
De beurs van New York is getuige geweest van een
vrij heftige daling. In hoofdzaak is deze in het leven ge-
roepen door het katoenrapport van cle tegeering, hetwelk
gewag maakt van een grooten oogst. i)e ka.toenprijzen zijn
dientengevolge sterk achteruit geloopen. Toen echter ge-
ruchten liepen omtrent een soort valorisatie van den ka-
toenoogst, keerde het vertrouwen eenigszins terug, vooral omdat uit inclnstrieele kringen in het algemeen de berich-
ten gunstig bleven luiden. Ook de geidmarkt wordt door de
leiders in cle financieele wereld als gezond beoordeeld; men
verwacht dan ook geen beperkende maatregelen van de
zijde van den Federal Reserve )3oard.

0 n z c B e
ii
r s is niet ongevoelig gebleven i’oor de aan-
wijzingen uit het buitenland. De algemeene stemming kou
niet opgewekt worden genoem:l, hetgeen voorra.melijk in de
tweede helft van de beursweek naar
voren
is gekomen. Zoo-
as gewoonlijk heeft de
belcygingsnrarkt
een geïsoleerde po-
sitie ingenomen. Hier was de vraag steeds zoo groot, dat de
genoteerde prjzela in vele gevallen fractioueel konden verbe-teren. Het buitengewone succes van het conversie aanbod ten
aanzien van dc 7 P- cii 6% pCt. leeningen ten laste van
Nederlandsch Indië heeft opnieuw in liet lichtgesteld, dat de
vraag naar prima beleggingsmateriaal nog buitengewoon
groot moet ivorclen genoemd. 6 pOt. Ned. Werk. Schuld 1922:
1071%, 107½, 107; 4% pOt. Ned. Werk. Schuld 1917: 100%, 100%, 100½; 7 pCt. Ned.-Ïndië: 100′
°
/
2,
100%,
1001% ; 5 pCt. i3razilië 1913 £ 20-100: 71%, 72
1
/8,
681%;
S
pOt. Sao Paulo: 1.05
1
/.-, 10
5%, 105%.
Van de verschillende aancleelenafcleelïngen hebben
pe-
troleemsoortcn
het meest de aandacht getrokken, voorna-
melijk door de vrij scherpe daling, welke voor het hoofd-
fonds
]S
ingetreden. Eenige ‘bijzondere reden voor dezen
achteruitgang in koers kan niet worden aangegeven. Wel
was het opmerkelijk, dat de verkoopen van enkele bepaal-de zijden schenen to komen, doch ook deze omstandigheid
heeft geen enkele aanwijzing gegeven betreffende de oor-
zaken van het aanbod. De overige aaudeelen uit deze af dec-l.nig hebben zich min of meer bij cle richting van het hoof d-
fonds aangesloten. Dordtsche Petr. md. Mij.: 361, 348,
347%; Gee. Hollandsehe Petr. Cy.: 1.66, 167
1
/4,
166; Kon.
Peti. Mij.: 375%, 368%, 3617%; Perlak Petroleum: 75,
74%, 78, 75; Peudawi: 46 44%, 42%.
Voor
suikereaiwicelciv is
de’ aandacht in hoofdzaak ge-
coiu-eutreerd gebleven op aandeeleit Handeisvereeniging

,,Amsterdam” en voorts op enkele aancleelen, welke een eenigszins ruime markt hebben, zooals Javasche Cultuur
Mij’, Cultuur Mij. der Vorstenlaiiden, enz. Hier was de
reactie dan ook gi-oot, hoewel op het verlaagde peil op-
mdcciii’ eenige vraag kou worden opgemerkt. Voor enkele minder courant verhandeld wordende suikeraandeelen trad
claai-entegen geen wijzIging van beteekenis in ; (le daling
bleef hiei- vrij beperkt. Cultuur Mij. der Vorstenlanden:
173, 172%, 170
5
% ; Handels Verg. Amsterdam: 667%,
65034, 647; Java Cultuur Mij.: 369, 355, 349% ; Kalibagor:
425, 410, 409 ; Maron : 162, 159, 158 ; Ned.-Ind. Suiker
Unie: 259
1
/
2
, 248, 242
1
/.-,; Poerworedjo: 116%, 112%, 111;
Sindaug]aoet: 424, 411, 405% ; Tjepper: 669, 675, 674;
Tjoekir : 527, 520, 521.
‘l’abaksaancleel&n
hebben krachtig weerstand geboden
aan de algemeene lustelooze houding. Gedurende de be-
ricitsperiocle heeft de laatste najaarsinschrijving voor
Sumatratabak – tevens de laatste inschrijving van dit
jaar – plaats gevonden, zoodnt een betrouwbaar overzicht
over de resultaten der tabaksondernemingen kon ‘tw’orden
vei

kregen. Deze resultaten kwamen ongeveer overeen met
de verwachtin
g
en, zood at geen aanleiding tot verkoopen
heef t bestaan. Bovendien heeft de aankondiging van een
interim dividend ad 20 pCt. door de Dcli Batavia rf
a
b
a
i
c

Mij. de markt eenigszins gestimuleerd. Arendsburg: 586;
Besoeki Tabak: 254, 251, 252; Dcli Batavia: 465
3
/s, 461%,
454%, 461
3
/s; Dcli Mij.: 436,
429%,
428; De Oostkust:
214a/
5
, 210, 205, 206%; Senembah Mij.: 417%, 414
1
/2,
412.
Rubbe

amuleelcn
zijn op den achter.grond gebleven. In aansluiting aan de overige afdeelingen kon ook hier niet
van een gunstige stemming worden gesproken, doch aan
den anderen kant bestond er ook geen omvangrijk aanibod.
Toch zijn cle meeste noteeringen ge:laalcl. Voor de emissie
van aandeelen der Nedei-landsche Rubber Unie heeft bui-
tengewoon gi

oote belangstelling bestaan, zoodat cle toe-
w’ijzi]mgen slechts gering zijn geworden. Op den eersten dag
van den of fioieelen handel tei- beurze werden de aandeelen
circa 5 pOt. boven den prijs van uitgifte verhandeld. Am-
sterdam Rubber: 341
5
/8,
334%,
328%;
Dcli Batavia: 278%,
269, 264
3
/8;
Hessa Rubber: 486, 471, 464; Java Caoutchouc:
219, 210,
209%;
Kali Teiepak:
320%,
326, 318; Kencieng
Lemboe: 438, 432, 426%; Ned.-Ind. Rubber & Koffie: 358,
352, 349; R’dam rrapalioeli: 163, 159, 156% ; Serbadjadi:
347,336%, 335%; Sumatra Rubber: 388%, 370%, 377;
Vereenigde Ind. Cult. Ondernemingen: 205, 199, 195,193%.
Schocpvaertaa.ndeelen
waren stil, doch vrij vast. Zij heb-
ben een uitzondering ter beurze gevormd, hoewel de alge-
mcciie teudenz hier toch ook remmend heeft gewerkt. Hol-
land-Amerika Lijn: 54, 56, 55%; Java-China-Japan Lijn:
136, 133, 132% ; Kon. Ned. Stoomboot Mij.: 987%, 97, 96%;
Ne:l. Scheepvaart Unie: 179%, 177%; Stoomvaart Mij. Ne-
derlancl: 177%, 176%, 176%.

llinnenlanclsche indiistrieele czamvdeelen
hebben weinig
aandacht getrokken, zelfs niet voor aandeelen in kuustzijde-
ondernemingen. Wel waren deze aangeboden, in verband
niet het door de beurs als niet zeer gunstig beschouwde
jaarverslag van de Maekuljee, doch een heftige reactie is desuiettemin niet. ingetreden. Centrale Suiker Mij.: 122,
123; Hollandsehe Kunstzijde Industrie: 76
1
/2,
77%,
74
1
/2
Jurgens: 169, 166
1
/
4
, 164%; Maekubee: 111, 109%, 108%;
NecI. Kunstzijdefabriek: 264%,
259%,
252%; Philips Gloei-
lampeiifabriek: 348 1%, 348%, 343%.
De af cleeling voor
rnijs.aaadceien
evas gedrukt, ook voor
aandeelen tin tinondernemingen, welke laatste te lijden
hebben gehad onder verkoopen wegens winstneming. Alg.
Exploratie Mij.: 120, 116, 114, 115; Billiton ii Rubriek:
832, 846, 829; Redjang Leboag: 263, 267, 263
1
/
2
; Singkep
Tin Mij.: 493, 484, 476.
Ba.n.kaandeelen
hebben geen veranderingen van beteeke-
nis te zien gegeven. Amsterdamsche Bank: 163
1
/
2
, 162%,
162% ; Holi. Bank voor Zuid-Amerika: 79%, 78,
80%;
In-
casso Bank: 118%, 120; Koloniale Bank: 218, 215
1
/2,
211%; Ned.-Ind. Handelsbank: 174, 172%, 173; Ned. Han-
del Mij. C. v. A.: 159%, 157
1
/.-, 156%
;
R’damsche Bank-
vereenigiug: 74%, 77%, 78; Tw’entsche Bank: 139, 140. De afdeeling voor
Ârncrikaensche eancleclem
was luste-
loos, geheel in overeenstemming niet te aanwijzingen van
Walistreet. Desondanks zijn cle omzetten niet groot ge-
tvorden. A naeonda Copper: 99,
96%,
95%
;
Stitdebaker:
56%, 55, 55%
;
United States Steel Corp.: 151%, 146%
(ex dii’.),
143%;
Atchison Topeca:
153%,
149,
14
6%, 144; ]3altimore & Ohio:
105%,
103%, 102%; Ene: 36, 37%;
Missouni Kansas & Texas: 36
1
/
8
, 35, 33%,
33i1/31;
Southern
Pacific: 106% (ex div.), 1.06
13
/1e;
Union Pacific: 167%,
163
1
‘/ (ex div.), 161, 160; Wabash Railway: 44151, 425/s,
4
1%.
De
çjelcinierkt
bleef voortdureiicl ruim; cle noteering voor
prolongatie schommelde tusscheu
21%
en 2% pCt.

15,10 12,25
170,-
212,-
11,25

15,-
9,80
200,-
192,-
10,75

11,70

13,75
360,- 433,-
8)
per 1960 EG.

13 October 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1I

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

12 October 1926.

J)e tai w e-markt was in het begin dezer week nog stil
met ctaleiicien prijs, in Noord-Amerika volgden eenige flati-
we dagen elkaar op wegens het betere Canacleesche weder. Volgens particuliere ramingen, welke in het begin der week
bekend werden, zou iie Caiiadeesche tarwe-opbrengst kwan-
titatief slechts zeer weinig schade hebben ondervonden van
het slechte weder en nu het dorschen beteren voortgang maakte, bleek tevens, dat de kwaliteit niet zoo sterk ge-
leden had als men wel had verwacht. Eene verhoogde
rauiing van den :[taliaanschen oogst, welke nu geschat
wordt
01)
27 millioen qrs. (de laatste schatting was 254
inillioen qrs.), hetgeen slechts 3 millioen qrs. minder is dan
in het vorige jaar, evenals ruim a„.biiboct uit Rusland werk-
ten ertoe mede, dat in het begin der week geen verbete-ring in de vraag optrad. Later is daarin echter eeno ver-
tnering gekomen. Uit Canada werd weer veranderlijk weder
gemeld, et.i ecn eindelijk verschenen officieele ralning van
den Franscheri tarwe-oogst beliep slechts 31 niillioen qrs.,
terwijl tot nog toe steeds van 32 niillioen qrs. gesproken
was, en in het vorige jaar 41 millioen qrs. tanwe in Frank-
rijk zijn geoogst. Bos’encien leidde de geringere hoop op
een spoedige bijlegging van het geschil in de Engelsche ko-
lenniijnen tot nieuwe verhooging der zeevrachten. Kleine
voorraden van tarwe in Duitschiand noopten daar weder
tot eene uitbreiding der zaken. Ook in Engeland viel voor-
al voor spoedige tarwe cciie toename van den kooplust te
i’otistateeren en speciaal op 6 October werden daar veel
znkn gedaan, ook in Manitoba’s van den nieuwen oogst
op verlading gedurende de latere maanden van het jaar.
Frankrijk en Italië zetten bovendien in vrij ruime mate
Ii u ii n e itikoopeit voort en dat België en Nederland slechts
weinig tarwe kooliten, vormde daartegenover slechts een
zeer gering tegenwicht. Wel volgde op dcii levendigen
itiarktdag vail 6 October in Engeland weder een afnarne
van den omzet, doch aan het einde der week werden weder
in meerdere mate zaken gedaan, waarbij, in verband met
cle ]ioogere zeevracliten, hoogere prijzen werden betaald.
Men bleef echter in Engeland klagen over te beperkte vraag
en onbevredigenclen omzet. Evenals in de vorige week werd
ook nu weder vrij wat Russische tarwe naar Engeland ver-
kocht, welke zaken bevorderd worden door degoede kwali-
teit der monsters, waarop de verkoopeu plaats vinden. De
verschepingen van tarwe uit Rusland toonden deze week
oii toename tegenover de vorige. Uit het ruime aanbod
huikt wel, dat althans voor den eei-sten tijd eene voortzet-
ting van flinke verschepingen uit Rusland kan worden
verwacht. Ook aan de Belgische markt werd Russisehe
titrve gekocht, doch de zaken, welke (leze week in Antwer-
pen plaats vonden, bestonden hoofdzakelijk uit verkoopen
naar Frankrijk en Duitschland. Na cle prijsdaling van liet
begin der week hebben aan de markten te Chicago en Win-
ii pg de tarweprijzen slechts weinig wijaiging ondei-gaan.
Eenig herstel, dat echter slechts te Winnipeg van beteeke-

Noteeringen.

Chicago
Buenos Aires

Data
Tarwe
Mars
Haver
Tarwe Maïs
Lifnzaad
Dec.
Dec.
Dec.
Nov. Nov.
Nov.

9 Oct.’26
1375
1

77t1,
43
3l
12,70
6,05
15,60
2

,,

’28
1404
813%
44
1
13,-
6,30
15,90
9Oct.’25
139
76N
40
11,95
8.20
19,40
9Oct.’24
149h
1135/
8

56
15,95
11,50
22,90
9Oct.’23
.107
75
431/
12,-
9,50
24,95
20Juli’14
82
563/
3 6,W
9,40 5,38 13,70

nis was, ging later grootendeels weder verloren. 11 October
bracht weder een vastere markt, omdat gerekend werd niet
de mogelijkheid, dat het op dien datum na het sluiten der
markt te publiceeren Washingtonsche maandrapport ,,bul-
lish” zou zijn. Tegenover 4 October was het slot te Chicago
vrijwel onveranderd, te Winnipeg % k ly
s
dollarcent per
60 lbs. hooger. De verwachting, dat het maandbericht oii-
gunstigei’ zon zijn voor zomertarwe dan op 1 September,
kwam niet uit, want de raming is zelfs van 212 millioen
bushels tot 231 millioen verhoogd.

Van den Donau worden nog altijd niet veel tarwe-versche-
pingen gemeld, daar vooi- de Roenteensclie tarive wegens
cle onbevredigende kwaliteit slechts weinig kooplust be-
staat. ]denige belangstelling voor tarwe van den Doiiau
wordt uit Noord-Afrika gemeld, terwijl ook iii Antwerpen
wel Donau-tarwe wordt gelocht. Eenige toename van den
tiitvoej’ van tarwe uit de Donau-havens wordt binnenkort
wel verwacht wegens den toenemenden aanvoer van Zuid-
Slavische tarwe in de Roeiiieensche havens, doch de hooge
zecvrachten vormen voor te graanzaken, vooral van den
Donau, tegenwoordig eene ernstige belenmiering. Uit het
Zuidelijk halfrond blijven de berichten over cle te velde
staande tarwe uitstekend, in Argentiuië werd onlangs naar
meer regenval verlangd, en intusschen is er regen gevallen.
Zeer hoopvol zijn de vooruitzichten in Australië en men
spreekt daar reeds van een oogst van 17 millioen qrs. tegen
13,3 millioen iii het vorige jaar. De uitvoer van oude tai’-
we uit Argentinië blijft uiterst gering en •de belangstelling
aan dc Argentijnsche tarwernarkt bepaalt zich dan ook ‘bij-
na geheel tot den iiieuwen oogst. i:n verband met de goede
vooruitzichten vond daarvoor in den loop der week nog al eenige prijsverlaging plaats doch ten gevolge van cle hoe-.
gere zeevrachten kwam clie verlaging in de naar Europa
gevraagde prijzen niet tot uiting. Van 4 tot 11 October he-
droeg te Buenos Aires en Rosario de prijsverlaging voor
den Februari-termijn nog 5 en 25 centavos per 100 EG.,
nadat in de laatste dagen een herstel van 10 centavos had
plaats gevonden.
Evenals voor tarwe is ook voor r.ogge te Chicago cle
prijs in den 1oop der week wat gedaald, toch tot export-
zaken van Noord-Amerikaansche rogge van eelaige betec-
kenis ku’am liet niet. Ook in andere rogge werden deze
week iveder niet veel zaken geciciaii. Roemenië, Hongarije en
Bulgarije bieden iii beperkte mate rogge aan, doch uit de
tweede hand blijven sommige soorten gewoonlijk lager te
koop dan int cle exportlanden. Ook cxportzaken van Duit-sche rogge namen nog geen grooten omvang aan, doch bij
liet voortschrijden van het seizoen kan p ccii uitbreiding worden gerekend Volgens de laatste officieele Duitsche
oogstrapporten is ten slotte de kwaliteit der Duitsche logge
lang niet onbevredigend en deze wordt nu zelfs gunstiger
beoordeeld dan (lie van te tarwe. Weliswaar is de tarwe in
cle Zuidelijke gedeelten van Duitschland van bevredigende
kwaliteit, doch in liet Noorden en Oosten schijnt van een
niet onaanzienlijk percentage cle kwaliteit werkelijk nogal
wat te wenscheu te lateti. Dit neemt echter niet weg, dat

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

1

1

1
ii
Oct.

4 Oct.

12
Oct.
Soorten

1

1926

1926

1925

Tarwe (Harclwinter II)
.
1
15,30
Rogge (No. 2 Western) ..’
11,80
Maïs (La Plata)

……..
2

173,-
Gerst (48 lbs. malting)
.. .
215,-
Haver (Canada 3)……..
1

11,20
Lijnkoeken (Noord-Amen

kavanLaPlata-zaad)._’
11,60
Lijnzaad (La Plata) …..
8

359,-
1)
per 100 EG.
2)
per 2000 KG

AANVOEREN in tons van 1000 EG.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

Artikelen
3/9
Oct.
Sedert
Overeenk.
319
Oct.

Sedert
Overeenk.
1925 1926
1 Jan.
1926
tijdvak
1925
1926
1Jan.
1926
tijdvak
1925

Tarwe ……………..
29.478
1.279.911
947.726
1.147
13.842
17.874
1.293.753
965.600
Rogge

……………..
11.242
.
211.752 213.479

1.411
350
213.163
213.829
445
16.484
17.756

1.060
150
17.544
17.906
Boekweit
……………….
Maïs ………………
687.884 603.890

79.235 58.833 767.119 662.723
15.473
284.284
189.227
1.096
8.780 8.466
293.064
197.693
Haver ……………..
2.489
156.357
1

177.541

2.165 602 158.522 178.143

23.
.822

5.427
186.601
180.186
200
173.599
46.894
360.200
227.080

Gerst

………………

1.850

.

195.662
150.377



195.662
150.3
7
7
Lijnzaad

…………….
Lijnkoek

……………
Tarwemeel

…………
565
68.806
97.514
587
19.38833
1
15.
88.187
113.347
Andere meelsoorten
..
.702
11.711
6.656



11.711
6.656

912

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13
October 1926

‘aii de aanvoeren vaii tarwe ;mn (Ie Duit,sclie markten de
kva1iteit geleidelijk blijft verbeteren. Blijkbaar is het juist,
dat vooral in den aanvang van het seizoen veel slechte
Duitsche tarwe aati (le markt is gebracht. Uit de Rus-
sische havens dci Zs’arte Zee is deze veek weder wat
iogge verscheeit, doch cle hoeveelheden zijii iiiet groot.
Tevens wordt tegenwoordig gcicgelcl over Noord-Rusland
r.ogge naar Finland verzonden, wel’ks geheele invoerbe-
hoefte, die dit jaar ongeveer 200.000 ton bedraagt, men
uit Rusland denkt te kunnen dekken. Voor rn als bleven de prijzen zich in het begin der week
in dalende richting bewegen, speciaal omdat in Engeland
de vraag niet groot was. Bovendien vonden aan de Argen-
tijnsche terniijnniarkten sterke prijsdalingen plaats in vet-
band met het steeds aangroeien •der voorraden in de Ar

gentijnsche havens. Ook werd deze week weder voel maïs
uit Argentinië verscheept, en het schijnt dus, (lat de
periode van den sterksten druk, uitgaande van den groo-
ten Argentijnschen maïsoogst, nog niet is aangebroken.
De gevolgen van de prijsdaling aan cle Argentijnsche ter

mijnmarkt kwamen wegens de weder vastere houding der
vrachtenmarkt en de hoogere vrachten, welke deze week
weder werden betaald, slechts korten tijd tot uiting in de
Europeesche maïsprijzen. Nadat op 7 en 8 October nog tot dalende prijzen Argentijnsche maIs verhandeld werd, trad
een herstel in, dat de prijzen weder circa 3 pCt. deed stij-
gen. De geheele week was de vraag voor spoedige maïs op
het vasteland goed geweest, doch de beperkte kooplust in
Engeland had tot nog toe die verbetering tegengehouden.
Een niet onaanzienlijk percentage van de in Europa aan-
komende Platamaïs wordt daar tegenwoordig in ongezon-
den toestand gelost en deze omstandigheid, alsmede de
lage haverprijzen beperkten cle Engelsche vraag.
De’
laatste
(lagen
15
daarin echter eene verbetering ingetreden en daar
tevens op het vasteland vooral voor spoeclige partijen •de be-
langstelling steeds toenam, is aan dc maïsmarkt weder
eene betere stemming doorgedrongen. Voor maïs, welke
binnenkort aankomt, wordt in verschillende havens van
het vasteland weder een premie van enkele percenten boven
latere betaald, terwijl voor meer verwijderde aflading de
prijs is gestegen in overeenstemming met eenig herstel aan
cle Argentijnsche termijnmarkten en met de verhooging
der zeevrachten. Buenos Aires en Rosario sloten op 11 O-
tober 15 it 25 centavos per 100 KG. lager dan een week
tevoren. Evenals in Argentinië heeft ook te Chicago de
maïsmarkt flauwe dagen gekend en na een prijsverbetering
01) 11 October sloot cle markt nog 131, it 2 dollarcent per
56 lbs. lager clan
01)
den 4den. Van groote beteekenis voor cle Europeesche inaïsmarkt is
cle prijsloop te Chicago echter niet, daar voorloopig van export van nlaïs uit Noord-Aiiierika geen sprake is. VSn
iioeinenië en Rusland zijn van den ouden oogst deze week
te verschepingen weder zeer klein geweest. Voor den nieu-
won Roemeenschen oogst blijven cle verwachtingen echter
nog steeds uitstekend, en terwijl onlangs uit Eongarije en
Zuid-Slavië een nogal gi

oote vermindering in cle opbrengst
gemeld vercI tegenover het vorige jaar, verneemt men nu,
dat liet resultaat daar wel vrijwel met den zeer bevredi-
genclen oogst valt 1925 zal overeenkomen.
0 e r s t is deze week weder in gi-oote hoeveelheden van
den Donau en Rusland verscheept en cle schaarsclite aan
scheepsruimte, waarover voortdurend uit Roemenië wordt
geklaagd, doet zich althans in cle gerst-verschepingen nau-
welijks gevoelen. Daar ook uit Amerika veel gerst is af-geladen, ii’aren cle totale verschepingen van deze gra:tn-
soort deze iveelc buitengewoon groot. Do prijzen onclergin-
gen daardoor echter nauwelijks eeoige verlaging, want
ondanks liet groote verschil tusschen cle prijzen van mais
en gerst blijft voor gerst, hoewel men in Dnitschlaud tegen-
ii’oordig in veel sterkere mate dan onlangs het geval was,
mais koopt, aan de Duitsche markt steeds ruime vraag
blijft bestaan. De groote verschepingen van den Donau en
uit Rusland ‘worden clan ook zonder bezw’aar in Duitseh-
land opgenomen. in Noord-Amerika was gerst wat gemak-
kelijker in overeenstemming niet eenige verlaging aan de
terniijuniarkt te Winnipeg, doch verlaging der naar Europa
gevraagde prijzen bleef uit wegens de hooge zeevrachten,
en bovendien ‘is ook in Amerika zelf de gerstprijs later
iveer gestegen.
Voor li a v e r blijft de markt stil en dat zal nog vel
eenigen tijd het geval blijven, zoolang in Europa de vraag naar haver grootendeels uit cle eigen oogsten kan worden
bev rad igcl.

SUIKER.

De verschillende suikermarkten varen cie afgeloopen
week kalm gestemd.
In A rn e r i k a hebben Baff.inadeurs zich, ria de laatste

grooto iukoopen, voor liet oogenblik voldoende gedekt cli
waii het feit, dat zij zich van de markt terugtrokken oct.
oorzaak, dat ook prijzen op cle termijnmarkt wat afbrok-
telden; anderzijds is winstneniing door speculanten hiervan
een der redenen.
De noteeringen te New York waren als volgt:

Sp. C. Dec. Jan. Mrt. Mei Juli
Slot voorafgaande week ..4.65 2.86 2.87 2.81 2.89 –
Opening verslagweek .. . .4.65 2.86 2.87 2.81 2.88
Slot verslagweek ……..4.65 2.84 – 2.85 2.76 2.84

De ontvangsten in de AtI. havens der Ver. Staten bedroe-
gen deze week 6.1.000 tons, de versniel.tingen 64.000 tons
(tegen 55.000 tons iii 1925) en de voorraden 216.000 toits.
In Cubasuiker ging slechts weinig om; zoowel koopers
als verkoopers t000nclen zich teruggetrokken, is’s ardoor piij-
zen zich op het, oude niveau van 2,718 Lc. c. & fr. konded
handhaven. OoIt naar Europa kwamen slec’lits enkele kleine
transacties tot stand tot 5h. 13/9 c.i.f.
De C u b a-statistiek is als volgt:

1926

1925

1924
Tons

Tons

Tons

Weekontvangsten tot 2 Oct

46.089

26.861

29.883
Totaal sedert 1112 tot 2110

4.319.174 4.748.340 3.815.401
Werkende fabrieken


Weekexport 2 October ……119.358

71.922

76.451
Totaleexport sedert 111 t. 2110 3.715.707 4.153.782 4.066.642
Totale voorraad 2 October . . 603.469 594.378 226.858

Uit bovenstaande cijfers blijkt, tint de exportcn Tler laat-
ste week ongeveer 50.000 tons mcci bedroegen dan vorig
jaar en dat de voorraden in de havens in liet begin der
maand ongeveer even groot waren als op dat tijdstip ver-
leden jaar.
In E n ge 1 a ii cl fluctueer.den cle prijzen
01)
‘cle termijn-
markt de afgeloopeu week nogal; op een oogeublik bedroeg
het verschil niet de hoogste noteeringen der voorafgaande
week van 3% tot 4%
t.,
waarna echter weer eenig herstel
intrad. De termijnmarkt aldaar sloot als volgt:

October ……Sh. 151-

Maart ’27 . .. Sh. 15111
December . . . .

,, 1516

Mei ’27 ….
..

1612
Augustus ’27

1616

De Zichtbare Voorraden ivaren volgens Czarnikow:

1926

1925

1924
Tons

Tons

Tons

Duitschiand 1 September…

187.000

83.000

70.000
Tsjechoslowakije 1 September 104.000

76.000

18.000
Frankrijk 1 September……56.000

55.000

53.000
Nederland 1 September……73.000

39.000

18.000
België 1 September ……..25.000

35.000

15.000
Polen 1 September……….48.000

39.000

30.000
Engeland 1 September ……375.000 325.000 215.000
Europa.. 868.000 652.000 419.000
V.S. Atlant. havens 6 Oct.

216.000 148.000

78.000
Cuba 2 October …………603.000

594.000

227.000

Totaal .. 1.687.000 1.394.000 724.000

Op J’ a v a was cle markt zeer kalm gesteind en werden geen afdoeningen dooi- de V. 1 S. P. gemeld. Volgens de
laatste opgave verkochten de producenten uit oogst 1927
1.104.400 toiis (1000 NO.) als volgt:

Superieur …………519.400 tons
,,

Stroopsuiker

2.100 ,,
No. 16 &/hooger ……
‘ 562 000
Museovados ……….
J
Melasse …………..20.900

Ook h i e r te 1 and e toonden zoon-el koope’rs als verkoo-
pers weinig lust tot zaken, w’aardoor de markt de afgeloo-
peii week in kalme stemming verkeerde. Aan het eind der
week was de stemniiiig iets zwakker en cle noteeringen
sloten op ongeveer
f
lager dan bij opening. Slotprijzen
waren lis volgt

October . . f
18
t1
December

18/

Verkoopers met

Maart . . :: ”

8

koopers tot 1
11
8

Mei ……,, 181,
j

lager.

De omzet bedroeg ‘deze week ongeveer 4100 tons.

KOFFIE.

De markt stond deze week nog meer dan de vorige weken
onder den invloed van den loop van den wisselkoers in
Brazilië. In zijn jaarlijksehe boodschap aan het Congres
heeft de president van Brazilië in Mei van dit jaar ver-
klaard, dat het de bedoeling was den wisselkoers op Londen
te stabiliseeren boven 7% -d., doch niet hooger dan 12 d. De hoogste koers werd bereikt in het tijdstip van 23 Juni

13 October 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

913

tot 6 Juli, toen hij enkele malen op 8 cl. werd genoteerd en in die dagen werd te kennen gegeven, dat het plan bestond
hem zoo mogelijk voorloopig op 8 te houden en met pogin-
gen om hem hooger te brengen nog. eenigen tijd te wachten,
ten einde den handel en de industrie gelegenheid te geven
hunne zaken op dezen verhoogden stand in te stellen. In-
tussehen bleek spoedig, dat reeds op den koers van ce. 8 d.
geweldige verliezen, zoowel door dan handel als door de in-
clustrie daar te lande werden geleden, en sedert werd over de
stabilisatie niets meer vernomen. Na 6 Juli bleef de koers
tot ongeveer einde Aug. iets onder 8 genoteerd met dagelijks
af wisselende kleine verschillen, doch begin Sept. trad eene
daling in, die bijna onafgebroken aanhield en die in de eer-ste week van October een zoodaaigen omvang aannam, dat
op 8 dezer
71/33
werd bereikt. Thans meent men deze da-
ling te moeten toeschrijven aan plannen van de Regeering
onder den nieuwen President (welke laatste op 1 November
a.s. optreedt) om den koers op een lagere basis vast te leg.
gen en cijfers van 7 en 63 worden genoemd, doch officieel
is hiervan niets ‘bekend. Het ware zal wel spoedig moeten
blijken, doch in elk geval had de gevoelige koersdaling van
de laatste dagen, vaartegenover slechts eene kleine ver-
liooging van de binneulandsche prijzea in Reis stond, ten
gevolge, dat de aanbiedingen van koffie uit de verschillende
staten van Brazilië bijna dagelijks lager liepen. Ten slotte
kwam eene kentering, toen de koers Maandag 11 dezer
1
/
32
en den volgenden dag nog
l/
hooger af kwam en dientengevol-
ge ook de Europeesche en de Amerikaansche termijnmarkten, die de daling van Brazilië op den voet hadden gevolgd, em-
clelijk weder eene iets vastere stemming vertoonden. Hoe het echter verde.r gaan zal, is op het oogenblik nog niet te
voorzien, al •is ook te verwachten, dat het Instituut tot Ver-
dediging van de Koffie van Sao Paulo doen zal wat het
kan om de prijzen op te houden. Opmerkelijk is reeds, dat
de aanvoeren naar de haven van Santos nog steeds beperkt
blijven op 26.000 balen per dag n.iettegenstaande de voor-
raad aldaar gedaald is onder 900.000 balen. Volgens cle
overeenkomst, verleden jaar door het Instituut met cle
Amerikaansche koffiebranders gesloten, zou de voorraad
niet onder 1.200.000 ‘balen mogen komen en zou, zoodra
er kans was op eene ‘vermindering tot onder dit cijfer, de kraan der aanvoeren wat wijder worden opengezet. Dit is
dan ook in Augustus van verleden jaar en in het begin van
dit jaar geschied. Vanaf 8 April echter staat de limite op
26.000 balen en sedert einde Juli is de voorraad onder
1.200.000 balen ‘gedaald, doch de limite is inog altijd niet verhoogd en in het binnenland van Sao Paulo groeit dien-
tengevolge de voorraad dagelijks aan. Hoewel er dus koffie
genoeg is, wordt de beschikbare voorraad u.iterst klein ge.
houden. Dat Brazilië de teugels nog niet uit handen
wenscht te geven, blijkt hieruit wel.
Het behoeft wel nauwelijks gezegd, dat onder deze om-
standigheden de afzet van loco er niet beter op geworden
is; trouwens de klacht is algemeen.
De prijzen van gewoon goed beschreven SnperioT Santos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer 9216 f 931. per cwt. en van dito Prime ongeveer 951- 1. 95/6, terwijl zij van
Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte versche-
ping, bedragen 7319 It 7416.
Van Robusta op aflading van Nederlan.dsch-Indië zijn de
offerten in de eerste hand op het oogenblik:
Palembang Robusta, October verscheping, 42

ct.; Pa-
lembang Robusta,
Oct.TNOv.
verscheping, 42Y
2
et.; Ben-
koelen Robusta, Oct./Nov. verseheping, 43

ct.; Mand-
heling Robusta, Oct./Nov. verscheping, 45’% et., alles per
KG., cif. uitgeleverd gewicht, netto contant. De officieele loeo-noteeringen bleven onveranderd 62 ct.
per
34
KG. voor Superior Santos en 55 ct. voor Robusta. De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt wa-
ren aan de ochtend-call als volgt:

Santos-contract

Gemengd Contract
basis Good

basis Santos Good

Dec. i Mrt. i Mei
1
Sept.
11
Dec.
1
Mrt.
1
Mei
1
Sept.

12 Oct.
50%
4851
6

4718
46%
48
461!
8
421/,
5

,,
51% 50%
483f 463
49
1
/8
47
45%
28Sept.
5251
8

51i/,
49%
4811,
49
,
1
8
472/
s

146t1p1
4434
21

,,
5271
6

51%
49

50%
4718
1
46y
1
44%

De slot-noteeringen te New-York
van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 1)
waren:

Dec.
1

Maart
f

Mei
1

Sept.

11

Oct.

……..
$
15,34
$
15,05
$
14,72
$
14.03
4

,.

……..
,,

15,80
15,50 15,25 14,63
27Sept ………
,,

16,10
..
15,77
15,54
,,

14,93
20

,…………
.,,

16,35
,.

15,90
15,61

Rotterdam, 12 October 1926.

(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhatidel
te Rotterdam.)

Noteeringen en voorraden in Brazilië.

1

te Rio

1

te Santos

t Wisselkoers
Data

1

1

1
teRlo
1 Voorraad
1
Prijs 1
Voorraad
1
Prijs
V’°
Londen
1
(In Balen)
1
No.7′)
1
(In Balen)
1
No.41)

11 Oct. 1926

291.000 22.275844.000 24.000 7
11
8

4 ,,

1926
1
281.000 21.850 940.000 24.000 734
27 Sept. 19261 299.000 22.000 978.000 24.000 7
1
/
10 Oct. 19251 215.000 24.850 1.434.000 26.500 7271
Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.

te Rio
te Santos
Data

Afgeloopen

Sedert Afgeloopen

Sedert
week

1Juli

week

1

1Juli

9 Oct. 1926…. …

95.000

1.356.000

156.000
1
2.246.000
10 Oct. 1925.,…. 119.000

1.542.000

184.000 2.666.000
1) In
Reis.

RUBBER.

De markt ‘was in de afgeloopen week zeer stil. De groote
vei

schepingen uit Britsch-Indië gedurende September en
het regelmatig toenemen der voorraden te Londen anirnee-
ren niet tot koopen. Aan den anderen kant is het vrijwel
zeker, dat gedurende het tijdvak AugustusfOctober de prijs
gemiddeld beneden 1/9 zal blijven en dientengevolge cia
restnictie van 20 pCt. op 1 November in werking zal trsden. De, slotnoteeringen luiden als volgt:

Ja Sheets:

einde voorafgaandeweek:
October

1.15

…………..1.171
Nov.fDec.

1.161

…………..1.20
Jan./Maart ’27 1.201

…………..1.22
12 October 1926.

COPRA.

l)e markt was de afgeloopen week f]auwei gestemd, doch
aan het slot was er weer wat meer belangstelling.
Stoomend ‘goed blijft de markt drukken. Het aanbod van
Indië is bepaald kleiner geworden. De slotnoteeringen zijn:

Ned. Indische f. m. s. stoomend . . – fi. 31% verkoopers
Oct./Nov. aflad. . ,, 3211, koopers
Nov./Dee.

,, . . ,, 32114

11
Dec/Jan.

,, . . ,, 32
1
18

Rotterdam, 11 October 1926.

STEENKOLEN.
De optimistische verwachtingen, die de ontwikkeling van
zaken in de Britsche kolenvelden in de vorige week heeft
doen ontstaan, zijn tot dusver niet verwezenlijkt. De terug-
keer tot het werk door de mijnwerkers geschiedt druppels-
gewijs en het kan, naar de beste beoordeelars zeggen, nog
wel enkele weken duren, voordat ook de laatste elementen,
waaronder dan cle minst gechisciplineerden, aan het werk
zullen ziju gegaan. Natuurlijk kan van een algeheelen om-
mekeer op de kolenmarkt geen sprake zijn, alvorens Enge-
land zooveel kolen produceert, dat er een redeljk excedent
voor export beschikbaar is. Er zijn op het oogenblik vele
ladingen Amerikaansche kolen onderweg voor vasteland-
sche destinaties, waaronder ook Rotterdam en langzamer-
hand zullen zich de kolenprijzen, ook in ons land, hebben
te richten naar de hoogte, waartoe Anter.ikaansche kolen
eLf. West-Europa kunnen wei

den aangevoerd. Westfalen schijnt voor eenige maanden vooruit,. uitverkocht en op het
oogenblik worden quotaties niet anders gegeven dan voor
levering Maart/April 1927 en later.
De prijzen zijn:

•Northumberlancl Ongezeef de …………
Durham Ongezeefde ………………..
Cardiff Ongezeefde

………………..
Schotsche Gezeef de

………………..
Yorkshire Gewasschen Doubles ………
Westfaalsche Vetförder ……………..
f
24,-
Vetstukken …… ……… ..26,-
Smeenootjes ………….. .. 25,50
Gasviamförder …………,, 24,-
Gietcokes …………….. .. 19,50

alles per ton van 1000 KG., franco station Rotterdam/Am
sterdam.
Westfaalsche Bunkerkolen f.o.b. Rotterdam/Amsterdam
f28,75. Markt zeer vast.

12 October 1926.

914

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 October 1926

IJZER.

In Engeland is de toestand nog onveranderd. De vraag
naar ijzer en staal – voor zoover die nog bestaat – richt
zich naar •het Continent, dat slechts ten deele hieraan kan
voldoen. De Cleveland-ijzer-prijzen zijn nog verder gestegen,
doch men neme in aanmerking, .dat de productie buitenge-
woon bepeikt is en van een vrije markt in dit ijzer geen
sprake is.
De zeer vaste stemming van de Belgische markt heeft
zich na liet tot stand komen van het internationale ruw-
staalkartel bestendigd en de prijsstijging is verder voort-
gegaan. Veel zaken worden er echter niet gedaan.

Noteering in de week van

27 S.13 0. 4110 Oct. 5111 Oct.
1926
1
1926

1925

Ruw ij
ze r.
f. o. b. Middlesbrough

Sh.
Clevel and Foundry no. 1 10516
3 103/-
4 102/6
Heniatite East Coast
Mixed Numbers …. 8316_8716

Wagon départ Longwy
(Lot haringen)

Frs.
Moulage P. L. no. 3…. 600,_
Semi-phosphoreuse

670,-

a1 Werk Rheinf.-Westfalen Mk.
Gieszereiroheisen no. 1

88.-
,, 3

86-
ilhimatit……………..

93.50

f,o.b. Antwerpen

Sh.
Gieterijruwijzer no. 3..

71/6

Walsproducten.
f. o. b. Antwerpen (vrijbi.)

Sh.

Stafijzer

…………. 110-1 12
Plaatijzer 5 mM……. 12 1-122/6
3 ,……. 130-132/6

METALEN.

Loco-Noteeringen te Londen;

Data
Koper
Stan-
daard

Koper
Electro-
Tin
lytisch

Lood
Zink

11 Oct. 1926-
57.151.
66._/_ 315.51- 30.101-
34.51-
4

»

1926-
58.716
66.101…
317.151..
31.716
34.1216
27 Sept. 1926…
58.51-
66.51-
311.716
31.115-
34.1216
20

,,

1926…
58.151- 66.151-
312.51- 32.51-
34.15/

12 Oct. 1925…
62.716
68.216
274.1716
39.1716
39.101-
20
Juli
1914..
61.-/-
145.151..
19.-/-
21.101-

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.

De graanbevrachters van Noord-Amerika vertoonden de
afgeloopen week meer neiging tot bevrachting en tegen het einde der week ‘liepen de vrachten op. Montreal bevrachtte
naar Rotterdam per October tegen 22 cents per 100 lbs.,
zwaar graan en tegen ‘deze vracht kan meerdere tonnage
worden opgenomen. Voor cle Mi.dclellan.dsclie Zee wordt 30
cents genoteerd, terwijl per November naar Bremen 22Y
cents is betaald. Tegen het einde der w’eek konden deze
vrachten worden herhaald, terwijl zij misschien zelfs nog te
verbeteren zijn. Ook is tonnage opgenomen per October naar
Piraeus tegen 30 cents en naar Brazilië (2 ‘havens) tegen 31/6. Do vraag van de Northern Range heeft zich verder
ontwikkeld en een handige boot werd bevracht naar Ant-werpen/Rotterdam tegen 17 cents zwaar graan, optie Bre-
men/Hamburg 18 cents.
De North Pacific was kalm. Er was eenige vraag naar
Oet./N.ov. tonnage en twee .bevrachtingen kwamen ‘tot stand.
Van Vancouver werd 35/- betaald met de optie Puget Sound
of Portiand tegen 35/6, terwijl van Puget/Portland 35/- is
gedaan.
De markt van de La Plata rivier was cle afgeloopen week wederom levendig en ‘debevrachters toonden hoofdzakelijk
interesse voor Nov/Dec. belading Tegen het einde kwam
er echter een betere vraag voor October tonnage, welke zon-
der twijfel sohaarsch is. Voor deze positie wordt 331- ge-
boden naar havens als Antwerpen of Rotterdam van boven
La Plata havens. Per Nov/Dec, is tonnage .bevraoht ‘tegen
27/6; Januari/Februari 25/- en Februari tegen 24/9, alles
van cle ‘boven La Plata havens.

De vraag naar tonnage voor chilisalpeter was flink, doch
hoofdzakelijk naar Fran sche bestemmingen. De lijnreeie.
rijen waren vast en 2000 to,ns ruimte werden geboekt voor
December naar Havre/D in nkerken/AntwerpenfRotterda.m
tegen 25/- en 4000 tons per Januari naar Borcleaux/Antwer-
pen range tegen 27/6, hetgeen waarschijnlijk kan worden
herhaald. Er is eenige vraag naar boeten voor volle ladin-
gen naar Denemarken/Scan di.navië/Danzig per Jan./Febr.,
doch tegen J’t door bevrachters in uitzicht gestelde vracht-
cijfei- van 27/6 kannen zij geen tonnage krijgen. Een groote
partij is geboekt per Jan/Febr. naar Antwerpen/Hamburg
range ‘tegen 22/9 (6/7000 tons).
De Oostelijke markten waren over liet algemeen vast en
een tekort aan tonnage (leed zich in de meeste adeelingen
voelen. Van Wiadiwostock werd een ‘gr.00te December boot
bevraoht op basis van 3319 naar Rotterdam/Hamburg, optie
Huli of Scandinavië tegen 35/-. Van Java is de vraag nog
uitsluitend naar Oostelijke bestemmingen tegen ongeveer
1416 naar Bo’mbay en 45 sen per piool naar Japan.
Austrahië ivas wederom kalm en ‘het was moeilijk tonnage
f.e krijgen. Per Dec/Jan. ‘wei-t voor een handige boot naar
de Miidclellandsche Zee/UK/Continent de betrekkelijk lage
vracht van 38/6 ‘betaald, doch voor Jan/Febr. is de vracht
voor booten van midelmatige grootte nog 44/6 van Zuid-
Australië en 41/3 van ‘West-Austrahië. Burrnah was kalm en
zonder vraag naar booten voor vole ladingen en ook
Britsch-Indië was flauw gestemd. Van Zuid-Afrika werden
kolen bevracht naar Rio of Santos tegen .21/- per October
en Sabang 10/-. Van Mauritius werd een groote boot be-
vracht naar U.K. tegen 2416.
De vraag van den Donau was minder groot en er werd be-
vracht tegen de iets lagere vrachten van 2716 en 26/3. Van
de Zwarte Zee is wederom een flink aantal zaken tot stand
gekomen tegen 20/- voor October en November en 18/- voor
December.
Van de Middellandsche Zee leefde de bevrachting iets op,
doch tonnage .is nog steeds sc,haarsch. Voor erts werd be-
taald: Melilla/Duinkerken 7/10; Algiers/ilotterdam 7/9 en 81-. Fosfaat werd bevracht als volgt: Sfa.x/Nantes 91- en
10/9; Calais 10/-; Ghent 11/9; ‘]i’unis/Ipswich 15/-.
De Golf van Biscaye is vaster en Bilbao/Rotterdam betaal-
de 5/6 voor een kleine boot en 5/4Y2 voor een 4300 tonner.
Salta CabaliofRouaan 7/3.
De Arnerikaansche kolen vrachtenmar’kt werd weer iets
beter en was tegen liet einde der week zelfs bijzonder leven-
(lig. Niettemin was het aantal bevrachtingen slechts 65/70
booten. De vrachten naar U.K. zijn flink opgeloopen. Er
werd betaald:

30 Oct. cancelling 26/- tot 2716
10 Nov.

,,

26/-
25 Nov.

,,

24/-
30 Nov.

,,

211-

Ook naar Zuid-Amerika liepen de vrachten op. Naar Rio
werd tot $ 7 beLaald per October, 26/6 begin November en
251- tweede helft November.

RIJN VAART.

Week
van 3 t/m. 9 October 1926.

De aanvoeren van zeezijde, hoofdzakelijk erts en hout,
waren in .de eerste helft der week zeer levendig, daarna
beduidend flauwer.
Scheepsruimte was in het begin der week zeer sehaarseh,
daarna voldoende beschikbaar. Voor erts naar de Ruhr-
havens werd maximum
f
2,05 met
1
/4
en
f
2,30 met 4 los-
tijd betaald. Deze vrachten liepen successieveljk terug tot

f
1,40 met
X
en
f
1,50 met
3′:
lostijd in het laatst der

week.
Erts naar Rheinhausen werd uitsluitend in daghuur be-
vracht
hi
534-5 cts. per ton.
Verscheidene schepen sleepten, niettegenstaande de loo-
nende ertsvrachten, op eigen risico ledig naar de Rukrha-
vens. Schepen in daghuur voor de Rulirhavensom kolen te
laden werden niet veel gecharterd. De daghuur hiervoor
varieerde tusschen 5 en 534′ ets per .ton. Naar den Boven-
‘rijn werd alleen in daghuur gecharterd op basis van 6 ct.
per ton.
Het sleeploon liep geleidelijk op van 40 tot 60 ets. tarief.
De waterstand bleef vallend. Naar de Rnhrhavens en
Rhein’hausen werd resp. op M. 2 en M. 1,80 afgeladen en naar den Bovenrijn op N. 1,60
hi
M. 1,70.
In de Rulirhavens bleven de verladi’ngen onverminderd
levendig, terwijl de scheepsruimte schaarsch bleef. De
vracht voor exportkolen naar Rotterdam bedroeg hEk. 3,20
per ton met vrij sleepen. Daghuren naar den Bevenrijn
bedroegen hEk. 0,13 per ton met aflevering Ruhrhavens.

Sh.

Sh.
115/6

696
113/-

66/6

112/-

65/6

87/6

1

74/-

Fre.

Frs.

600,-

345,-

670,_

365,—

Mk.

Mk.
88.-

88.-
86.-

86.-
93.50

93.50

Sh.

Sh.
75/-

62/-63/-

Sh.

114-115
2/6-125
1216-135

Auteur