Ga direct naar de content

Jrg. 11, editie 550

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 14 1926

14 JULI 1926

AUTEURSRECHT VOORBEHOU])EN

Economi*sch~Statistische

Benchten

ALGEMEEN WEEKBLÂD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINCEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

11E JAARGANG

WOENSDAG 14 JULI 1926

No. 550

INHOUD.

Blz.
HET ADVIES VAN DE STAATSCOMMISSIE VOOR HET MUNT-
WEZEN,
door
Prof. Mr, G. M. Vri’ijn Stuart ……622
Belaslingvluctit 1 door
Mr. Ant. van Gijn …………624

BUITENLANDSOFIE MEDEWERKING:

Hervorming van het Engelsche Vennootschapsrecht
door
Prof. Dr. T. E. Gregorg ………………626

AANTEEKENJNGEN:

Indexcijfers van scheepsvrachten …………….
628
Provinciale- en (emeenteleeningen …………..
629
De Indische Ontwerp-begrooting voor
1927
……
630
MAANDCIJFERS:
Emissies in Juni
1926…………………….632
Statistisch Overzicht van den econotnischen toestand
van Nederland ………………………….
633

STATISTIEKEN EN Ovr.zIoeTE
…………..
634-636
Geldkoersen,

Bankstaten.

GoederenhandeL
Wisselkoersen,

1
Effectenbeurzen.
1
Verkeerswezen.

INSTiTUUT VOOR ECONOMiSCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.

ECONOMISC1I-STATISTISCHE BERICHTEN.

COMMISSIE VAN ADVIES.
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. E. van
L,ennep; Mr. K. P. van der Manclele; Prof. Dr. E. Moresco;
Air. Dr. L. F. II. Regout; Dr. E. van Welderen Baron
Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schitth’uis; Air.
Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr.
G.
M. Verrijn Stuart. Redacteur-Secretaris: D. J. Wansjnk. Secretariaat: Pieter de lloochweg 122, Rotterdam.
Tele foon Nr. 3000. Pos trekening 8408.

Abonnementsprijs ‘voor het weekblad franco p. p. in
Nederland
f
20,—. Buitenland en Koloniën
f
23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.

Advertenties
f
0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementeu en adver-
tenties: Nijgls
d
van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-
rekening No. 6729.

13
J’ULI
1926

De geidmarkt werd in den loop dezer berichtsweek

veel ruimer; vooral op prolongatie werd het aanbod

van geld belangrijk grooter, zoodat denoteering regel-

matig terugliep. Geopend op 39′( pOt., werd aan het

einde der week 2Y2 pOt. genoteerd. Daarentegen

bleef de vraag naar wissels aanvankelijk nog gering,

zoodat in het midden der week zelf weder 3 pOt.

genoteerd werd. Later werd ook hier het aanbod

van geld grooter. zoodat Zaterdag wissels zeer ge-

makkelijk voor 2Y8 pOt. plaatsing vonden.

* *
*

De weekstaat van De Xederlandsche Bank geeft

weinig veranderingen te zien. De post binnenlandsehe

wissels daaLde met
f 1,1
millioen. De beleeningen blij-

ken met
f
6,3 millioen te zijn toegenomen. Het rente-

loos voorschot aan het Rijk werd in de afgeloopen

week geheel afgelost, om plaats te maken voor een

credit-saldo van ‘s
Rijks
schatkist ten bedrage van

f
13,2 millioen.

De voorraad gouden munt en de zilvervoorraad

daalden beide met ongeveer
f 200.000.
De post papier

op het buitenland klom met een goede
f
300.000. De

diverse rekeningen onder het actief blijken met
f 1
millioen te zijn gestegen.

De biljettencirculatie daalde van
f 841,7
millioer,

tot
f 833,1
millioen. De rekening-courant-saldi van
anderen verminderden met
f 2,2
millioen. Het be-

schikbaar metaalsaldo daalde met een kleine
f 800.000.

Het clekki ngspercentage bedraagt ruim 51.

* *
*

Ook deze week zorgden de Franken weder voor de

levendigheid op de wisselmarkt en ook nu waren het

weder de Belgische franken, die het sterkst terugliepen.

Geopend op 6.65, werd aan het einde der week voor

5.84 afgedaan, terwijl gisteren zelfs voor 5.124 werd

verhandeld. Fransche francs liepen eveneens terug;

de daling was echter niet zoo groot, daar de

Fransche regeering ër alles aan gelegen lag om de

stemming zoo gunstig mogelijk te houden, zoodat

herhaaldelijk krachtig ingegrepen werd. Aanvankelijk
waren Lires eveneens zeer flauw, zoodat de koers van

8.80 tot 8.20 terugliep. Vrijdag trad weder een krachtig

herstel in waardoor het geheele verlies weder werd

ingehaald; de stemmirg bleef echter flauw. De goud-

wissels waren iets flauwer. Van de overige wissels

valt alleen te vermelden een flinke rijzing op Woensdag

van Pesetas: 39.25-39.80, later werd echter de

stemming weder flauwer; slot 39.50.

* *
*

Londen, 12 Juli 1926.

Gedurende verleden week trok geld aan, uit hoofde

van tijdelijke betalingen op nieuwe uitgiften, zoodat

de markt eenige moeite ondervond om zich van haar

schuld aan de Bank van Engeland te ontdoen. Verder

heeft de Bank van Engeland, naar in sommige kringen

verluidt, geld uit de markt genomen om particulier
disconto meer in overeenstemming te brengen met

de ban1rate.

In hoeverre dat zal gelukken zal nog moeten blijken.

“%’oorloopig is disconto beslist vaster op 434

4/16

terwijl de discontomarkt nu ook ongetwijfeld een

vasten ondertoon heeft. Het verschil tusschen particu-

lier en officieel disconto is echter nog te groot.

622

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Juli 1926
t

HET ADVIES VAN
DE STAATSCOMMISSIE

VOOR
HET MUNTWEZEN.

De bij Koninklijk Besluit van 6 April 1921 he-
noemde Staatscommissie voor het Muntwezen heeft

haar opdracht om aan de Regeering advies uit te

brengen over de vraag, of wijzigingen in de bestaande
muntwetgeving van Nederland en Nederlandsch-
Indië noodig of wenschelijk zijn en of in het bijzon-

•der de tusschen deze beide gebieden bestaande munt-

eenheid moet worden bestendigd, thans volbracht en
in een
lijvig
rapport, haar meening .doen kennen.

Zooals men weet, heeft deze kwestie eene geschiede-

nis. Bij de herziening van onze muntwetgeving in
1912 pleitte de heer J. T. Cremer,
destijds
lid van de
Eerste Kamer, voor eene scheiding tusschen het moe-

derlandsche en het koloniale muntwezen, omdat hij

vreesde, dat te eeniger tijd een. belangrijk deel van

het Indische zilvergeld naar Nederland zou kunnen
terugvloeien, zonder dat dit laatste daarmede gediend

zou zijn. De Regeeriug beloofde toen het vraagstuk
commissoriaal te zullen maken, doch zag van dat

voornemen af op eenparig advies van de Presiden-
ten der circulatiebanken.

Toen echter door den loop der oorlogsgebeurte-
nissen het monetair verband tusschen Nederland en

Indië steeds losser wer.d en men tot op zekere hoog-
te reeds• van eene feitelijke muntscheiding kon spre-,

ken, eene scheiding, waarvan de
wettelijke
sanctie
werd aanbevolen in het bekende, in 1920 verschenen
werk van Mr. Vissering over Muntwezen en Circula-
tiebanken in Nederlandsch-Indië, achtte de Regee-

ring het oogenblik gekomen om zich door eene Staats-

commissie te doen voorlichten. Deze werd in 1921
benoemd; Mr. Vissering trad op als Voorzitter dr
Commissie, die voorts bestond uit vooraanstaande
mannen uit de bank- en handelswereld, terwijl de
wetenschap werd vertegenwoordigd door Prof.
Bruins.
Ruim vijf
jaar heeft de Commissie op haar Advies
doen wachten. Zulks vond, zooais zij zelve mededeelt,
zijn oorzaak in den uiterst verwarden toestand op mo-
netair gebied, welken
zij
op het oogenblik harer in-
stallatie allerwegen aantrof. Eerst nadat in 1925 ver-
schillende landen tot het goud waren teruggekeerd,

kwam er genoeg orde en regelaat om de Commissie
het uitbrengen van advies aan de Regeering mogelijk
te maken.

De Commissie heeft haar taak breed opgevat en
niet slechts wijzigingsvoorstellen aan de Regeering
gedaan, doch ook en in de eerste plaats eene uitvoe-
rige beschrijving gegeven van den bestaanden toe-
stand op het gebied van het muntwezen en van de
door ‘de circulatiebanken gevolgde valutapolitiek. Aan
het slot van •het Advies wordt dan nog eene korte
beschouwing aan enkele speciale onderwerpen ge-
wijd,
terwijl
belangrijke bijlagen, zooals de correspon-
dentie over de uitvoering van .de Wet van 27 No-
vember 1919 betreffende de gehalteverlaging der
zilveren munten en eene beschouwing aan de hand
van nog niet openbaar gemaakte archiefstukken van
het Departement van Koloriiën betreffende den strijd
over het oprichten van eene muntfabriek op J’ava in
de zestiger jaren, aan het Advies zijn toegevoegd.
Eene omvangrijke en belangwekkende Nota over door
Indië gederfde winsten
01)
aanmuntingan, van de
hand van Mr. W. Al. J. van Lutterveld, Lid en Se-
cretaris der Commissie, vormt het slot van het werk.

Hier past een woord van hulde aan de Commissie
voor het vele, wat zij den lezers van haar Advies
heeft geboden. Dezen zullen haar dankbaar zijn voor
de heldere en overzichtelijke samenvatting, welke zij
van de bestaande rege]ingen op het gebied van het
muntwezen heeft gegeven. Wie zich voortaan over
deze raken wenscht te oriënteeren, zal stellig van dit
Advies een nuttig gebruik kunnen maken.
Met het oog op de beschikbare ruimte moeten wij
ons het genoegen ontzeggen om het een en ander mede

te deden uit ‘de desbetreffende beschouwingen van

•de Commissie en uit de Nota van Mr. van Lutterveld,
en dienen wij ons te bepalen tot de in het Advies
neergelegde voorstellen tot wijziging van onze in

len tot wijziging van de .Indische muntwetgeving.

Bezien wij eerst de wijzigingsvoorstellen, die be-
trekking hebben op het. moederland. Deze laten zich

ten deele onafhankelijk beschouwen van de voorstel-len tot wijziging van ‘de Indische muntwetgeving.

Het Nederlandsche muntwezen omvat tweeërlei

soort van munten, t.w. die welke het karakter van

standaardmunt dragen, en dus zoowel voor binnen-

als buitenlandsche betalingen kunnen dienen, en die,
welke uitsluitend op Nederlandsch territoir te gebrui-

ken zijn, omdat zij een hoogere nominale ‘dan intrin-
sieke waarde hebben.

Van ‘de eerstgenoemde munten, de standaardmun-
ten, behoeft alleen het gouden tientje onze aandacht

te hebben. Het vijfje, waarover de Commissie niet
spreekt, heeft zeer weinig beteekenis en zou gevoeg-

lijk kunnen verdwijnen. Het bevreemdt eenigszins,
dat de Commissie daartoe geen voorstel heeft gedaan.

Wat het gouden tientje betreft, zoo zag de Com-
missie zich geplaatst voor •de vraag, of deze munt-

soort ook in de toekomst moest worden gehandhaafd,
•dan wel of men met behoud van de goudbasis van
ons muntwezen •de aanmunting van gouden munt-

stukken voor het binnenlandsch verkeer zou moeten

stopzetten of beperken en het edele metaal dus slechts
zou bezigen voor internationale betalingen, waarvoor
het in den vorm vah baren evenzeer kan dienen als
in den vorm van gemunt geld.

Dit laatste systeem vormt de z.g. goudkernstelsel,
waarvan men o.a. een voorbeeld kan vinden in Enge-
land, •dat in 1925 bij de Gold Standard Act wel tot
het goud als grondslag van het ruilniiddel terugkeer-
de, doch het edele metaal niet weer in gebruik wilde

nemen voor het dagelijkech verkeer, aangezien zulks
niet noodig en niet economisch werd geacht en in de
gegeven omstandigheden, zooals Churchill het in zijne
rede van 28 April 1925 uitdrukte, ,,would be an nu-
warrantable extravagance”.
1)

De Commissie heeft er anders over gedacht en
voelt niet voor navolging van het Engelsche voor-beeld, doch wenscht het gouden tientje te handha-
ven. Zij gaat daarmede in dezelfde
lijn
als de Neder-
landsche Bank, welke sinds het laatste kwartaal van
het vorig jaar tientjes voor het iubliek beschikbaar
heeft gesteld. Eene nadere motiveering van dit stand-

punt treft men in het Advies der Commissie niet aan.
Dit valt te betreuren, aangezien het goudkerustelsel,
evenals het daarmede in wezen verwante goudwissel-
stelsel, ontegenzeggelijk voordeelen heeft en het wel
van belang geweest zou zijn te weten, op welke gron-
den de Commissie meent hieraan geen overwegende
beteekenis te moeten toekennen. Haar Advies geeft
met betrekking tot dit punt
blijk
van een overmaat
van con servatisme, en waar het hier ging om het aan-
geven van richtlijnen voor onze muntpolitiek voor eene lange reeks van jaren, daar is het jammer, dat
deze gelegenheid niet werd aangegrepen om tot eene
hervorming van verdere strekking te geraken, waar-
door eene aanmerkelijke besparing bij de voorziening
van ons land met ruilmiddelen verkregen zou kun-
nen worden
Intusschen, laat de Commissie de positie van het gouden tientje in hoofdzaak intact, op onderdeelen
komt zij niet belangrijke wijzigingsvoorstellen. Om

1)
Op blz.
42
n.
1,
merkt de Commissie op, dat het goud-
kerustelsel ,,liet eerst in Duitschiand als een stelsel werd
erkend” en dan ook gewoonlijk met den Duitschen naam
wordt aangeduid. Het komt mij voor, dat dit niet juist is,
aangezien reeds Ricardo in 1816 een voorstel deed tot in-
voering van dit stelsel in zijn geschrift ,,Proposals for an
Economie and Secure Currency” en dit systeem in 1819
bij wijze van overgarigsmaatregel in Engeland in practijk
werd gebracht Het stelsel is dus niet van Duitsche origine.

14 Juli 1926

ECONOMISCH-STATISTiSCHE BERICHTEN

623

deze te begrijpen moeten wij echter eerst een oogen-
blik stilstaan bij de beschouwingen, welke de Com-missie aan het zilvergeld wijdt.

* *
*

Het zilvergeld is de crux van ons geldwezen. Men
weet, velke moeilijkheden te deren aanzien in de
zeventiger jaren zijn gerezen. In 1873 deed de toen-

malige Staatscommissie voor het Muntwezen het

voorstel om het zilvergeld tot pasmunt te maken. De
verwezenlijking van dit denkbecld.kon
destijds
echter
in verband met de stemming in onze volksvertegen-

woordiging niet worden doorgedreven en het zilver
werd teekengeld met onbeperkte wettelijke betaal-
kracht. Ook bij de herziening van ons geldwezen in

1912 bleef alles
bij
het oude.
De Staatscommissie van 1921 heeft thans de kwes-
tie opnieuw onder het oog gezien en is daarbij tot
dezelfde conclusie gekomen als haar voorgangster
van 1873.

Do omstandigheden hebben zich in den loop der
jaren aanmerkelijk
gewijzigd.
Hadden wij bij den
overgang naar een nieuw muntstelsel in 187315 een
veel te groeten zilvervoorraad, welks vermindering
door het lange talmen bij het totstandkomen der
munthervorming niet dan met groote verliezen had
kunnen geschieden, zoo is •de toestand thans zoo ge-
wijzigd, dat ons volk door toeneming van het verkeer,
door groote zilvervraag van Indië en ten slotte ook
door stijging van het prijsniveau a.h.w. geleidelijk
is ingegroeid in zijn teveel aan zilver. Degradatie van
ons teekengeld tot pasmunt, in vroeger jaren be-
zwaarlijk in verband met het teveel aan zilvergeld, is
dus thans zeer wel door ‘te voeren. Zulk een maatregel
zou wette]ijk sanctionneeren, wat door de ontwikke-
ling der toestanden reeds feitelijk het geval is.
Duitschland heeft vroeger in denzeifden toestand ver-
keerd als wij. Doch na het doormaken van een ana]oog
proces van ingroeien in een teveel aan zilvergeid kon dit in 1909 zonder bezwaar tot pasmunt worden ver-
klaard.

Op den duur moet het de bedoeling zijn, zoo zegt
het Advies, •dat het zilver slechts tot een zoodanig
bedrag kracht van wettig betaalmiddel zal hebben, als
een ieder gemakkelijk bij zich kan dragen. Daarvoor
echter schijnt de huidige voorraad nog wat te groot
en
bij
wijze van overgangsmaatregel stelt •de Com-
missie daarom voor, ‘de kracht van wettig betaalmid-
del van guldens en rjksdaalders hier te lande te
]imiteeren tot
f
100, terwijl de halve gulden’s, die ‘ten
onzent in tegenstelling tot Indië nimmer veel be’tee-
kenis hadden, moeten worden ingetrokken.
1)

Blijkt het eerlang, ‘dat het zilvergeld, ‘tot pasmunt
gemaakt, te overv]oodig zal zijn, zoo moet de thans
bestaande bevoegdheid van de Regee:ring om tot ver-
smelting over te ‘gaan (art. 4 van de Munwet 1901)
bestendigd blijven, zij het ook met eerw ietwat gewij-zigde redactie der wetsbepaling.

Het gehalte onzer zilveren munten wenscht de
Commissie onveranderd te laten. De aanleiding tot
de noodwet van 27 November 1919, gelegen in ‘den
hoogen zilverprijs, is inmiddels vervallen, zoodat er
geen reden meer is om deze wet verder uit te voeren.

Het komt ons voor, dat tegen het meest belang-
rijke van de bovengenoemde voorstellen, de wijziging
van het karakter onzer guldens en rjksdaaiders, van
Nederlandsch standpunt bezien (op ‘de Indische zijde
•der zaak komen wij later terug) geenerlei bezwaar
bestaat. In ‘de practijk zal de maatregel niet heel veel
veran.dering teweegbrengen, maar schaden zal hij in
geen geval, zoodat men er zich in kan verheugen, dat
het tweeslachtige stelsel van den hinkenden standaard
zal worden vervangen ‘door dat van den gouden stan-
claard, welk laatste overigens reeds logisch voort-

1)
Zou thans de tijd niet zijn gekomen om
ook
den
halven cent af te schaffen? Practisch heeft deze geen be-
teekenis meer. De Commissie doet hiertoe echter geen
voorstel.

vloeide uit het beginsel van ‘de Omsmeltingswet van
1884.

Een voorddel van den maatregel is het zeker, dat
men langs dezen weg automatisch komt tot eene
sbheiding yan het Neclerlandsche en het Indisc1e
muntwezen. Deze kant van ‘de kwestie is wel zoo

belangrijk als ‘de zooeven genoemde en heeft stellig bij de Commissie, die, zooals
wij
nog nader zullen
zien, geleidelijk wenscht te komen tot eene volledige

scheiding tusschen het moederlandsche en het kolo-niale geldwezen, den doorslag gegeven. Is het thans

mogelijk, dat zilvergeld uit Indië naar Holland terug-
stroomt, al is dat ook, z’ooals bij de nadere bespreking
der bestaande munteenheid nog zal
blijken,
mo-
menteel verre van waarschijnlijk te achten, alle

gevaren kunnen worden ondervangen, indien men,
zooals de Commissie heeft gedaan, het zilver in Hol-
land tot pasmunt maakt, en indien men het op de

eene of andere wijze onmogelijk maakt,,dat zilvergeld
in groote hoeveelheden naar Holland wordt gestuurd,
niet om het ‘daar in circulatie te brengen, doch om
het overeenkomstig art. 12 der Muntwet aan den

Staat af te dragen. Dit laatste punt is, voorzoover

wij zien kunnen, aan de Commissie ontgaan, doch het schijnt geenszins onmogelijk om in dit opzicht
eene bevredigende regeling tot stand te ‘brengen.

Thans moge nog een enkele opmerking wor-
den gemaakt over de verdere on’derdeelen van het
plan der Commissie ten aanzien van ons zilver-
geld. Ook hier treft weder een zeker conservatisme,

waarvan het Advies der Commissie doortrokken is.
Heeft zij het niet gewaagd om ten aanzien van het
gouclgel’d met ‘belangrijke nieuwigheden te komen,
ook
bij
het zilver toont zij gehechtheid aan den be-
staanden toestand blijkens het feit, dat zij het gehalte
onzer zilveren munten onveranderd wil laten. De
Commissie heeft natuurlijk ‘gelijk met hare bewe-
ring, ‘dat de omstandigheden, die geleid hebben tot
de wet van 1919, thans niet meer bestaan. Maar daar-
mede is o.i. •de kwestie niet afgedaan.
Uit welke stof het geld in kleine coupures bestaat,
is onverschillig, mits het maar bruikbaar is. Ook
papiergeld kan uitstekend voldoen, zooals zoo aan-
stonds nader zal blijken. Waarom ‘dan het huidige
gehalte onzer zilveren munten ook voor de toekomst
to bestendigen? Er ligt hier een belangrijk ‘terrein
voor bezuiniging; waarvan de ‘Staat door de regeling
van het .Muntfonds weliswaar niet direct profiteert,
doch die niettemin aan onze volkshuishouding in haar
geheel ten goede zou komen.

De vasthoudendheid der Commissie doet te vreem-
der aan, waar zij er anderzijds weer geen bezwaar tegen
heeft gemaakt, dat de zilverbons, in 1914
bij
wijze
van noodgeld in omloop gebracht, duurzaam een
plaats in ons geldwezen zullen krijgen.
Terecht maakt de Commissie de op’merking, dat de
uitgifte van het kleine papiergeld hier te lande wat
stelselloos heeft plaats gevonden. Immers, ‘de eenige
regel, die ten aanzien van deze geldsoort werd ge-
troffen, bestond in het vaststellen van een zeker
maximum, dat ten slotte
bij
de wet van 7 December
1918 op 100 ‘millioen gulden is gebracht. Nu stelt de
Commissie voor om ‘de zilverbons van 2V2’ gulden, wel-
ke ‘in eene reëele behoefte van het verkeer blijken te
voorzien, naast ‘de zilveren rjks’daal•ders in omloop te
laten, doch dan niet meer zonder dekking, ‘doch als
door den Staat uit te geven goudcertificaten, te dek-
ken door bijv. % goud en
4
goudwissels, een en apder
te deponeeren bij de Nederlandsche Bank, en ten
slotte met behoud van een zeker maximum, ‘dat ‘de
Commissie echter lager gewenscht te ‘stellen dan het huidige maximum, en wel op 20 millioen.
Wordt dit voorstel gevolgd, zoo zal het gedaan zijn
met ‘de uitgifte van ongedekt staatspapiergeld hier
te lande. Deze heeft wel nooit een angstwekkenden
omvang gekregen, maar het principe was fout en •de
Commissie heeft goed ‘gedaan om daartegen op te
komen.

624

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Juli 1926

Er rijzen echter ook tegen het door haar gedane

voorstel wel enkele bezwaren. Vooreerst vragen wij

ons af, waarom men voor het kleine pâpiergeld een
grootere metaaldekking heeft voorgeschreven, dan

voor het zooveel belangrijker papiergeld in grootere

coupures. Daarvoor is, naar het ons voorkomt, gee-

nerlei reden.
1)

Voorts heeft bij toepassing van het door de Com-

missie aanbevolen stelsel handhaving van het maxi-

mum der uitgifte van zilverhons geen zin moer. Een
maximum dient tot het beperken van gelduitgifte, die
op zichzelf gevaarlijk is te achten, doch vanneer men

deze door het voorschrijven van cciie behoorlijke dek-
king op én lijn gaat stellen met andere dergelijke

geidsoorten, waarvoor geen maximum is bepaald, zoo

is het vasthouden aan een limiet voor een deel van
het pape.rgeid in het geheel niet meer noodig.

En ten slotte, waarom wordt ‘de uitgifte van klein

papiergeld niet opgedragen, aan clie instelling, die

ook met cle uitgifte van het grooto papiergeld is be-
last? Dat zou eene logische oplossing zijn niet meer
eenheid van gedachte, dan in het huidige stelsel en
ook in het Advies der Commissi.e i.s gelegen. Wij heb-‘

ben op de wenschelijkheid daarvan reeds vroeger ge-

wezen. Kon men zich voorstellen, dat er in 1914 be-
zwaren bestonden om cle Nederlandsche Bank •op te

dragen voor cle uitgifte van klein papiergeld te zor-
gen, omdat men daardoor feitelijk de bankbiljetten

ooinwisse]baar zou hebben gemaakt, ‘gegeven de
011-

wensch cl ijkheid van goudafgifte en de onmogelijkheid

om met het beschikbaarstellen van zilvergeid langen
tijd voort te gaan, zoo kan men zich thans, indien de

voorstoilen der Commissie worden verwezenlijkt, op
dit argument niet langer beroepen. Immers, had cle

Nederlan dsche Bank totdusverre een ,,zilverhoiwerk”,
waarachter zij zich kon verschuilen bij’ aanvragen tot
i.nwisseling van hankpapier, zoo komt deze verdedi-

ging haar clan te ontvallen, daar het zilver pasmunt
wordt en dus slechts tot beperkte bedragen door de
houders van bankpapier behoeft te worden aange-
nomen. Ook de zilverbons zullen volgens den gedach-

tengang van le Commissie wel pasgeld moeten wor-
den. Noch het zilvergel.d noch de hons zullen dus
kunnen dienen om cle Noderiandsche Bank het inwis-
selen harer biljetten mogelijk te maken. idaar daar-

mede vervalt dan ook alle reden om de uitgifte van
papiergeld te vercieelen over twee lichamen, den Staat
voor het Ideine en de Nederlandsche Bank voor het
grooto papiergeld. Ook in Engeland heeft men dit in-
gezien en bestaat het plan om de Curreny Notes te

zijner tijd door hariicpapier iii kleine coup’ares ‘te ver-
‘trangon.
2)
Mocht men .meonen, dat de circulatiehank

door de uitgifte van hot, kleine geld op te groote kos-
ten zou worden gejaagd, zoo ware cciie billijke oplos-

sjrig te vinden door haar daarvoor uit de staatskas
eene ‘ve:rgoecling te geven, resp. het winstaancieel van
den Staat te verminderen. Doch de toestand, dien wij

i) De gouddekking van het staatspipierge1d heeft in we-
zen dezelfde strekking als het Muntionds, dat wij na de
herziening der Muntivet in
1912
hebben gekregen. Beide
moeten dienen om de winst op ‘liet aanmaken van geld
buiten de staatsmiddelen te houden. Wanneer men een-
iiiaal aanneemt, dat het hier twee in wezen gelijke geval-
len letreft, zoo rijSt de vraag, ivaarom hiervoor niet in
beide gevallen dezelfde dekkingsregeling wordt getroffen.
Dat zou niet anders dan logisch zijn. Daarom schijnt het
mij niet consequent, wanneer cle Commissie in haar Advies
de meenilig verkondigt, dat er geen aanleiding is om wij-
ziging te brengen in de regelen betreffende de belegging
van liet Neclerlandsehe en het Indische Muatfoiids. Die
aanleiding was er wel degelijk en zulks blijkt’ ten over-
vloede uit het voorstel der Commissie om voor de ,,goud-
certificaten” eene andere en betere regeling te treffen. Nu
zou het wellicht ondoenlijk zijn om thans ineens de activa
van Mtintfonds door goud of goudwissels te gaan rem-
Placeere’b doch geleidelijk ware zulks zeker vel te doen en
in elk geval zou men kunnen beginnen een ander systeem
te volgen voor nieuwe aanmuintingen.
2) Zie ons artikel over liet Engelsche papiergeld in
E.-S. B. vaci 17 Februari
1926.

thans kennen en ‘dien de Commissie in dit opzicht wil bestendigen, is niet logisch.

Na dit uitstapje ter bespreking van de voorstellen

der Commissie betreffende het teekengeid en de zil-

verbons iceeren wij’ terug tot het goudgeld. Dit zal hij

de inwisseling van hankpapier, waarvan wij reeds zoo-

even spraken, een andere positie krijgen dan vroeger,

toen het ingevolge de bekende verkIaring van 1903

werd bewaard voor huitenlandsche betalingen en

slechts in bepe:rktemate voor binnenlaixisch gebruik

beschikbaar wOrdT gesteld. Dit zal thans niet meer

gaan, aangezien cle houders van bankbiljetten hij in-
wisseling zilvergeld boven een bedrag van
f
100 zullen

kunnen weigeren. De Nederlandsche Bank zal er •dus

op moeten rkeneri, dat
zij
haren biljettenhouders in

goud zal hebben te betalen, ‘terwijl het zilvergel’d niet
langer als metaaldekkiug gebezigd zal mogen worden.

Bij’ inwisseling van baukpapier is let echter voor-

deeliger om gouden tientjes te vragen d’an goud in
haren, aangezien ‘de vervaardiging van gouden mun-
ten hie:r te lande niet kosten gepaard gaat en zij’ dus
gewoonlijk iets cluu:rder zullen zijn dan goud in on-
gemunten vorm. Het is daarom ‘to verwachten, dat

hij inwissehng het eerst een aanval op den voo.r:raadl
tientjes van de Banlc zal worden gedaan. De Bank
kan hiervan bezwaren ondervinden eh om deze te

ondervangen, heeft de Commissie een tweeledig voor-

stel gedaan.
Vooreerst wenscht zij’ cle bestaande voorkeur voor

tientjes te mitigeeren, •door den Staat het muntloon

te laten betalen. Dat neemt wel niet alle kosten weg,

maar .dan toch een groot deel daarvan.
Voorts moet de Rogeering bevoegdheid
krijgen
om

de Nedorianclsche Bank te machtigen hare biljetten
tijdelijk niet iii gouden munt, doch in baron in te

wisselen.
Het eerste voorstel heeft het voordeel, dat het de
grenzen van cle fiuctuaties der wisselkoersen enger
maakt door verhooging van het invoerpunt van goud,
althans indien de Nederlandsche Bank haar aarilcoop-

prijs ‘voor goud met ‘het bedrag van het muntloon
verhoogt, hetgeen wel de bedoeling zal zijn. Ander-
zijds ‘heteelcent deze verhooging een vergemaklcelij-
king van den goudimport, hetgeen in de tegenwoor-.

clige omstandigheden weer minder gewenscht is. Ook
is het een nadeel, dat men den Staat met groote
financieele offers gaat belasten. Zoolang het streven
van de circulatiehank erop gericht zal zijn om tientjes

in het verkeer te brengen, moet men ‘daarover niet
lichtvaardig denken. Gegeven ‘do overhocligheid van
het goudien geld voor de binneniandsche betalingen
zouden wij dan ook huiverig zijn om dat voorstel van

de Commissie aan te hevelen.
Ook hier blijkt weer, hoeveel gemaickelijker
011
economischer hot zon zijn over te gaan tot hot geur?-
kernstelsel. De Commissie zelf gaat een einciweegs in
deze richting, door ‘de mogelijkheid van inwisseling
iran bankpapier in baren goud te openen. Stellig een
stal) in de goede richting, maar jammer dat men den
nieuwon weg niet ten einde toe heeft willen ho-

wandel en.

Wij zullen in een volgend artikel nagaan, welice
voorstellen de Commissie ten aanzien van Indië heeft
gedaan. Zooals wij reeds zagen, is de hervorming, die
zij voor Nederland heeft voorgesteld, voo:r Indië inzoo-
verre van belang, dat het hij uitvoering daarvan fei-
telijk tot muntscheiding zal komen. Zooals nog zal
blijken, is het de bedoeling der Conzrnis’sie, dat daar-
naar ook in Indië geleidelijk zal worden gestreef cl,
zoodat na verloop van tijd van de bestaande munteen-

heid niets moer over zal zijn. G. M. V. S.

BELASTINGVLUCHT.

We gaan hoe langer hoe -mooi hooi’en iran land-

genooten die zoo ,,wijs

zijn om onze hooge helastiii-

gen te ontioopeii. Ze zijn er vaak wat trotsch op, dat

14 Juli 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

625

ze zich niet laten vilIel1 door den Hollandschen fis-

cus. ,,Verbeeld je, in een goed klimaat te kunnen leven

iii luxe-hotels of wel in een ruim huis met veel be-

clisnireg, met een auto, of misschien zelfs twee, en dan
met de be]astirigen inbegrepen nog niet eens uit te

geven, wat je in Holland alleen al naar den belas-

t’ingontvanger kunt brengen of gireeren! Je bent
dan wei mal als je in Holland blijft. Hier in het bui-

tenland kunt ge goed leven en nog wat opleggen ook

voor (Ie kinderen, die wellicht thuis de zaken voort-
zetten. En als je hier komt te sterven, dan erven zij

het bedrijf nog ook zonder noemenswaard successie-

rechten te betalen” (als het bedrijf bijtijds in een ven-
nootschap is omgezet relfs in het ‘geheel niets). Zoo

maakt de een ‘cl en ander gek en tol ken s weder hooren
wij van lieden •die ,,zoo verstandig” zijn om te gaan reizen of om zich in Zwitserland of België of Monte
Oar]o te vestigen.

Ons land is met Engeland nu eenmaal het land,

waar do directe belastingen naar draagkracht geheven
het allerzwaarst zijn.
1)
Ons budget is buitengewoon
hoog en nergens bijna wordt hot rechtvaardigheids-
beginsel bij het hel astingheffen sterker doorgevoerd
dan ton onzent. Waarschijnlijk overtreft het bedrag,

(lat aan rijks- en ‘gemeentelijke inkomstenbelastingen
en verniogensbelastingen betaald moet worden door

hen, die meer dan eenige ‘duizendtallen guldens in-

komen hebben, dat hotwoik ergens anders ter wereld,
Engeland uitgezonderd, betaald moet worden. En de
neiging tot ontvluchten, van die hooge lasten wordt
bij wie zulks maar even kan ‘doen, nog zeer bevor-
derd ‘doordat eenigo landen hun beiastin’gregelingen
op vreemdelingen minder streng toepassen dan op
eigen burgers, omdat zij’ voor ‘deze laatsten de lasten

hopen te verlichten, door vreemdelingen ‘te lokken, die
aan de openbare bestu:run lang niet kosten wat zij
opbrengen, ook al betalen zij dan maar half- of
kwartgel’d.

Het schijnt mij niet voldoende ‘de zaak van de be-
lastingvlucht uitsluitend te bekijken uit het oogpunt van hot directe nadeel, ‘dat aan de achterblijvondon roidt toegebracht door hen, die zich aan de Neder-
landsc’he belastingen onttrekken. Wij moeten ook

rekening houden met ‘de psychologische gevolgen van
de belasti n’gvl ucht. Het ‘den kbeeld, dat verscheiden en,
clie ,,binnen” zijn, zich aan de gevolgen, die de oor-
log en de roekelooze financieele politiek daarna voor
(le he]astingschuidigen hebben, onttrekken, maakt
voor de achterblijvers den druk ‘dien zij’
gevoelen
van
de belastingen dikwijls nog belangrijk zwaarder. De

mensch – en cie Hollander misschien wei in het bij

zonder, – legt zich bij’ het onvermijdelijke, dat op
allen rust, vrij gemakkelijk neer; hot denkbeeld ech-
ter, ‘dat anderen zich weten to onttrekken, maakt een
last eerst hinderlijk zwaar.

iTot vraagstuk heeft door ‘dcii oorlog een geheel
ander aspect gekregen ‘dan het voorheen had. Vroe-
ger mogen al de hooge belastingen ten onzent eens
een enkele kee:r den doorslag gegeven hebben voor wie overwoog, of hij niet aangenamer in het buiten.
land kon leven dan tea onzent; doch ‘factoren van an-
deren aard waren toch we] nagenoeg altijd de ge-wichtigste. Sedert echter ‘de oorlogsjaren met hun
honderden mil]ioenen verslindeude mobilisatie en dis-
tributio en de ,,Boomjaron” met de ontzaglijko uit-

breiding der kosten voor onderwijs en sociale verse-
kerjng, naast een vaak zorgeloos opdrjve’n van de
kosten van ruenigen tak van staatsdierist, onze be-lastingen hebben opgevoerd tot een peil, dat ongo-

evenaard is, en ‘toch maar ternauwernood voldoende,
is het belastingbiljet de factor •bij uitnemendheid
geworden, die velen doet zoeken naar een woonplaats
buiten onze .grenzen of eigenlijk buiten het gebied
onzei, belastingen.

1
)
Of ze in Duitschiand zwaarder zijn, is moeilijk uit
te maken, wijl ze aldaar niet ‘oo streng geheven worden
als iu Nederland cii Engeland.

De zaak is niet geheel nieuw; aan het einde van
de 19e eeuw hebben wij zien opkomen het ontvluch-
ten aan wat mdii toen vond hooge gemeentelijke be-
lastingen. De nadeelige gevolgen voor het gemeente-ljke financiewezen heeft de wetgever getracht te ver-
minderen door cle invoering der forensenbelasting. Do
noodzake]ijkheid ‘daarvan was somtijds
met
cijfers
aa:n
te wijzen; het .metterwoon uit een gemeente wegtrek-

kon van eenigen maakte de belastingen voor cle ach-

terbljvenden soms van dien aard, (althans in het

licht van dien tijd, dat een gansch ander was dan het
licht van ‘den onzen) dat het noodzakelijk was den

rollenden sneeuwbal eenigszins te stuiten. We kun-
nen ‘de directe gevolgen van hot wegtrekken van wel-

gesteicien uit ons land voor het ‘belastingbiljet der
blij
v
e
n
d
en
nog niet in cijfers brengen.’) Maar het
is, waar onze welvaart nog steeds niet noemenswaard
bergop gaat
2)
en de inkrimping van de behoeften
van den fiscus uiterst moeilijk blijkt, zeer wel moge-

lijk, .dat ‘de beweging nog een grootoren omvang

krijgt; te meer nu er gevaar schijiit, dat ‘de ‘gemeen-
telijke aanslagen, die een tijdlang een sterk dalende
richting aannamen, weder in de stijgende lijn ‘zullen
komen.

De vraag moet daarom gesteld worden: hebben wij
het recht om hen, clie vluchten voor onze hooge belas-
tingbiljetten, het ‘daarbij niet al te gemakkelijk te
maken, natuurlijk niet in den zin dat wij hun, het
recht zich te verplaatsen zouden ontzeggen, doch
dat
wij zulks voortaan minder voordeelig voor hen. ma-
ken?
Hebben wij het recht om het mogelijke te doen,
opdat zij althans gedeeltelijk blijven bijdragen in onze

lasten? Voor ‘den oorlog zou’de ik tegen een heves-
tigeudle beantwoording van die vraag wel ivat heb-
ben opgezien; thans lijkt mij een bevestigend ant-
woord alleszins gerechtvaardigd.
Zij die wogtrek’ken hebben er gedurende een aantal
jaren van geprofiteerd, ‘dat zij burgers waren van een
land, dat buiten den oorlog bleef. Menigeen die, om

redenen vaak van zeer verschilienden aard, reeds voor
den oorlog buiten ons land ging wonen, kwani al
spoedig, nadat ‘de groote crisis uitbrak, hier veilig-
heid en materieele Ievensverzeko:rdheid zoeken; ze
leverden het bewijs van de groote waarde, ‘di,e het
had burger te zijn van een land, ‘dat buiten de (lirectO
verschrikki ngeri van den krijg bleef, wat ‘door wie
nimmer daarbuiten gewoond hadden vaak niet genoeg
gewaardeerd werd in die tijden. De Avenue Louise te
Brussel, klassieke verblijfplaats van wie misschien
wel voor rechtvaardige verdoeling der belastingen ge-

voelen, maa:r toch liever leven, in een land waar die
verdeel,ing ten ‘hunnen voordeele zeer
onrechtvaardig
is, waar immers van ‘de mingegoeden het meest wordt
genomen, dat lustoord liep leeg in dc richting der
,Nederianclsche grenzen.

liet heeft in en na die oorlogsjaren aan het Ne-
clerlancischo volk schatten gekost, deels om ‘de noutra-
liteit te handhaven, ‘deels om de materieele gevolgen
van (Ie blokkade-maatregelen zoo weinig mogelijk door

allen te ‘doen gevoelen. Veie’distnihutiemaatregelen,
indien al niet gemaakt om hinneiilandsche roerigheici
te voorkomen, hebben, toch in elk geval er veel toe
bijgedragen dat er van hiniienlandsche onveiligheid
nimmer sprake is geweest. Daarvan hebbeti alle inge-
zetenen rnedegeuoten. Ook ‘de we]geste]den hebben van
cle ‘distrihutiemaatregolei’i materjeel geprofitec:r(l. Is
het dan, niet onhilljk, dat nu de kosten van dat alles
nog ‘zwaar op ons budget drulcken, zooveel mogelijk
getracht wordt daarin medio te laten dragen ‘door
allen, clie destijds’ mede van de maatregelen hebben
geprofiteerd. Toen de Verded igingsbelasti:ngen ver-
den gemaakt, is zonder den minsten tegenstand van
eeni:ge zijde, daarin de bepali:ng opgenomen, dat wie

Het aan onze belastingen onttrokken vermogen word
teit vorige jare van bevoegde zijde reeds op 300 millioen
geraamd.
Behalve dan voor zoover ze afhankelijk is van de baten
van Indische cultures.

626

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Juli 1926

na 31 December 1915 en voor 1 Mei 1918 het Rijk

metterwoon verlaten hebbende, zich voor 1 Mei 191
in het Rijk vestigen zouden, beschouwd zouden. wor-

den als hebbende het Rijk nimmer metterwoon ver-
laten.

Dat werd bepaald in den aanvang van 1916; het

gold een belasting, welke gedurende drie jaren (1 Mei
1916-1 Mei 1919) geheven zoucle worden; men ver-

wachtte dat de oorlog lang voorbij zonde zijn, v66r-

dat die drie jaren om waren en dat wellicht sommigen,

als de oorlog geëindigd zoude zijn, zich aan de ver-

dere betaling dier hooge belastingen wudeu onttrek-

ken door zich een of meer jaar buitenslands op te

houden. Door den loop der omstandigheden is de be-

paling vermoedelijk niet, of uiterst zeldzaam toegepast
moeten worden en is zelfs haar preventieve werking
niet noodig geweest. Doch nu de omstandigheden er

tevens toe hebben geleid, dat de drie Verdedigings-

belastingen, zij het met lager tarief, tot 1934 moeten

blijven gelden, en nu ook de opcentenheffing voor

het Leeningsfon.ds -langer en zwaarder blijft drukken

dan bij den aanvang werd vermoed, is er nu niet alle
reden om op den in 1916 ingeslagen weg voort te
1

gaan? Is het rechtvaardig, dat thans velen, die van

onze uitzonderingspositie genoten, zich aan de beta-
ling van de deswege ‘gemaakte kosten kunnen ont-
trekken.

Doch is de rechtvaardigheid bij het bovenstaande
niet twijfelachtig, ook aan de andere lasten, – die

welke niet uit den oorlog voortvloeien – is het niet
billijk, ‘dat men zich eenvoudig onttrekken kan door
te gaan naar een land waar minder orde op de finan-
ciën wordt gesteld, dus weinig belasting geheven

wordt, of waar men het rechtvaardigheidsbeginsel hij
de verdeeling der lasten niet of minder toepast, òf wel, naar een land, waar, gelijk in Zwitserland, de
vreemdelingen ontzien worden ten einde ze tot vesti-
‘ging te lokken.
Zij clie ons verlaten, denken er meestal niet aan om

hun nationaliteit op te ‘geven en wenschen de banden
met Vaderland en betrekkingen niet te verbreken.

De meesten zijn begrijpelijkerwijze trotsch op die
nationaliteit. Doch afgezien daarvan is het ook hun

belang om Nederlanders te blijven. In deze ti.jden is
het ,,niet behooren tot eenig volk,” iets, ‘dat men zich
niet gemakkelijk veroorloven kan en de overgang tot
een andere nationaliteit vordert overal een verblijf
van eenige jaren. Al zijn ‘de visa afgeschaft in het
overgroote deel van Europa, zonder paspoort kan men
toch nog moeilijk buiten zijn eigen land leven. In
alle landen kan de bescherming van onze diplomaten
en consuls op een oogenblik noodig zijn. Gaat het nu
aan, dat wie wenschen te blijven behooren tot de
Neclerlandsehe volksgemeenschap en wie van de
macht, welke deze ook in het buitenland ten behoeve
van zijn leden kan doen gelden, willen profiteeren,
zich eenvoudig kunnen onttrekken aan het ‘dragen
van ‘de lasten zonder welke het orgaan dier v.olksge-
meenschap, de Staat der Nederlanden,
zijn
taak niet
vervullen kan.
Het komt mij voor, dat de Staat het recht heeft te
zeggen, wie tot het Nederlandsche volk behoort, en
als Nederlander eenige bescherming in andere landen
geniet, ja die bescherming vorderen kan en bij schen-
ding van zijn rechten zi.ch op Nederlandsche ambte-
naren en de Regcering in het Vaderland beroepen
wil,
die behoort ook naar draagkracht mede te beta-len in de lasten van het Nederlandsche volk, althans
gedeeltelijk. Hij moge van een aantal lasten van zelf
bevrijd blijven, omdat ‘die niet anders dan van inge-
zetenen geheven kunnen worden; er moge ook met be-
trekking tot andere lasten rekening mede gehouden
worden dat hij 66k te betalen heeft daar waar hij
thans vertoeft, do’h dat hij zich aan alle lasten ont-
trekt, die moeten worden opgelegd, opdat de Neder-
lan’dsche Staat kunne bestaan, kan niet worden ge-
duin. Engeland stelt zijn weggetrokken zonen aller-
minst Vrij van zijn lasten, als het eenige kans ziet ze

te innen, wat daar voor een deel niet lastig valt door
het heffen bij de bron.

Nu alom cle lasten hoog zijn ‘is het begrijpelijk, dat

er hij verschillende’staten meer en meer een streven is
ontstaan, om belasting te heffen van de welgestelde

ingezetenen van andere landen en dat men ‘die tracht
tot zich te lokken door ze minder lasten
01)
te leggen,
dan ze in hun eigen vaderland hebben te dragen, maar

ook dan de nieuwe woonplaats van de eigen burgers

vraagt. Het zoude voorzeker op den weg van den

Volkenbond liggen, om daartegen maatregelen te
nemen.

Evenzeer als de Volkenbond wil trachten te voor-

komen dat sommige staten bemoeilijkt worden in het
invoeren van wenschelijk sociale maatregelen door-

dat andere staten daarmede achterblijven, is er redeR
voor ‘de volkerengemeenschap om te voorkomen, dat

sociale rechtvaardigheid op het punt van belastingen

aan de staten, die deze wenschen te betrachten, wordt

onmogelijk gemaakt door unfaire concurrentie van
andere staten, hetzij dat deze op ‘het punt van recht-

vaardige verdeeling der lasten in het algemeen ach-
terlijk zijn, of wel de welgestelde vreemdelingen daar-
buiten laten, ten einde ze uit hun land te lokken.

Maar men kan zich moeilijk ‘illusies maken van het-
geen internationale overeenkomsten ter zake zouden
uitwerken. Op internationaal gebied is de moraliteit

in zooverre betreft het naleven van aan gegane over-

eenkomsten in het algemeen niet te best; wan neer het
gaat om overeenkomsten, waarvan de naleving niet te

controleoren is dan met behulp van hen, die van de
niet-naleving profiteeren, dan zal er zeker niet veel

van terecht komen. Willen wij iets doen, dan moeten

wij voor ons zelf zorgen, en we moeten al blij zijn, als
andere landen ons daarbij niet te zeer uit eigenbelang
bemoeilijken.

De landen, die niet zoo verstandig zijn in deze
zichzelf te helpen, loopen gevaar dat hun opden ‘duur
het billijk regelen van hunne belastingen zeer wordt
bemoeilijkt door de handelingen van andere landen,

die hun een deel van ‘hun beste belastingbetalers we-
ten te ontlokken.
Bij
het steeds snellere en gemak-
keljkere personenvervoer worden •de bezwaren tegen
het gaan wonen in landen die vreemdelingen lokken
door hen zeer laag te belasten, steeds geringer. Dat
moge dan verheugen wie, zooals ‘de redactie van. de
Buiteniandsche Post, meent, dat daarin een goed micl-
del is gelegen tegen te hooge opdrijving der uitgaven en tegen te sterke opvoering van •de lasten der meer-
gegoeden in sommige landen (als het onze), zelfs
wie toegeeft ‘dat onze financieele politiek ¶in voorbij-
gegane jaren allerminst door den beugel kon en wie lijdt ônder te ver doorgevoerde progressie onzer in-
komsten- en vermogens- (inc1. suecessie)belastingen
kan als goed vaderlander niet willen speculeeren op
minder fatsoenlijke handelingen van andere regee-
ringen om zijn eigen regeering tot redeljker hande-
len to nopen; hij kan niet wenschen, ‘dat Zwitserland,
België en Italië te beslissen hebben hoe hoog onze
staatsuitgaven kunnen worden opgevoerd en hoe ver
het belasten naar draagkracht kan worden doorge-
voerd.

VAN GIJN.

(Slot volgt.)

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

HERVORMING VAN HET ENGELSCHE

VENNOOTSCHAPSRECHT.

Prof. Dr. T. E. Gregory te Londen schrijft ons:

ITet, Rapport van het Oompany Law Amendment
Committee, dat onlangs is verschenen, is geen gemak-
icelij.k te lezen of samen té vatten document. Het
handelt niet op breede en wijsgeerige wijze over dc
zeer
belangrijke
materie, waarop het betrekking heeft, noch ook is de constructie van het Rapport zoodanig,
dat de niet-deskundige lezer in staat wordt gesteld,
gemakkelijk het verband te zien tusschen de voorge-stelde hervormingen en den huidigen stand ‘der wet-

14 Juli 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

627

geving. De bijzondere ondeu’gd van Britsche juristen
en wetgevers, te verwijzen naar bepalingen •van be-
staande weten zonder cle zaak werkelijk grondig uit
te leggen, is ook de ondeugd van dit document. Niet-
temin zijn de voorgestelde hervormingen in sommige
opzichten zeer belangrijk en hot zou jammer zijn, in-
dien de vorm van het Rapport ervan weerhield, aan-
dacht aan den inhoud te schenken.

De algemeene toon van het Rapport is conservatief:
in het algemeen, meent de Commissie, voldoet het

brstaan•de stelsel van vennootsch’apsrecht en practijk
aan de daaraan gestelde eischen op zeer bevredi-
gnde
wijze.
De groote meerderheid der vennoot-
schappen wordt op eerlijke wijze beheerd; tal van de

misbruiken ‘dor jongste jaren zijn het gevolg van de
abnormale omstandigheden der oo.rlogs- en naoorlo’gs-
periode en waarschijnlijk niet permanent. Verder

meent ‘de Commissie, dat elasticiteit ‘voor de practijk
van het uiterste belang is, hetgeen haar achterdoch-

tig maakt jegens pogingen om misbruiken te ‘voor-
komen ‘door ,,hot, simpele middel van een in de wet

neergelegd verbod”. Om deze reden stelt de Com-
missie slechts wijzigingen voor, waar aan twee voor-

waarden is voldaan, nl. ,,waarvan het volkomen dui-
delijk is, dat cle wijziging in kwestie werd geëischt en

gerechtvaardigd door ‘de voor de Commissie afgelegde
verklaringen en ‘dat om cle in overweging gegeven wij-
zigingen werd gevraagd door een zeer belangrijk deel der zakenwereld, terwijl wij ons ‘ten aanzien dnarvan
hbhon overtuigd, dat het niet waai’schijnlijk is, dat
ongewenschte gevolgen eruit zullen voortvloeien”.

Het Rapport vait in twee ‘deeleii uiteen: in begin-
selkwesties en in kleine detailwijzigingen, waar-
mede geen beginselen gemoeid zijn. Bij icennisneming
van het Rapport blijkt, ‘dat de beginselvragen op hun
beurt in tweeën zijn gesplitst: nI. die, welik-e betrelc-
king hebben op de uitgifte van kapitaal aan het
publiek, onder welk hoofd valt •de wijze, waarop men
zich tot het publiek wendt en in de tweede plaats
clie niet betrekking tot de gestie dor vennootschap, in
het bijzonder tea aanzien van de verantwoordelijkheid
der ,,’directors”, het hou’:l.en dor rekeningen e.d. Mijn
doel is, in dit artikel alleen cle eerste groep vragen
te behandelen.

Het is algemeen belcend, dat er in de laatste jaren
nogal iets te doen is ‘geweest over cle tactiek van
zekere Amerikaansche en andere firma’s, welke weric-
ten met persoonlijke bezoeken aan beleggers en op deze wijze erin geslaagd zijn, groote hoeveelheden
waardelooze aandeelen te verkoopen of, waar ‘dit niet
het geval is geweest, aandeelen of gedeelten daarvan
tegen koersen, wellce ver boven do niarktw’aarde uit-
gingen, te verkoopen. Dit ‘vormt het vraagstuk van
het z.g. ,,share-hawking”. Hiernaast is het probleem

van het ,,offer for sale” gerezen. In ‘dit geval ver-
koopt de vennootschap haar aandeelen en bloc aan een •emissiehuis, dat hen aan het publiek aanbiedt,
in plaats van dat zij hen zelf aan het publiek aan-
biedt en zij zich tegen een mislukking verzekert door
een ‘garantie van een syndicaat. Bij den huidigen
stand der w’et zijn de aancieelen dan eigendom van
het emissiehuis en het stuk, door middel waarvan zij

aan het publiek worden aangeboden, het z.g. ,,of for
for sale” is niet een prospectus, dat moet voldoen
aan de regels, ‘die te dezen aanzien in Companies Acts
zijn neergelegd. Een verder punt ‘van eenig belang is
‘de vraag, of het vennootschappen ‘zal zijn toegestaan,
aan’deelen beneden pari uit te geven. 01) het oogen-
blik is zulks niet geoorloofd, doch hetzelfde resul-
taat wordt ‘ongeveer bereikt door het verieenen van
hooge synclicaatsprovisie, zoodat de leden van het

syndicaat ‘cle aandeelen tegen minder dan cle nomi-
nale waarde krijgen.

liet Rapport bevat een tiental punten ten aanzien
van de uitgifte van aandeelen en obligatiën, waar-

van bovengenoemde de belangrijkste zijn. Van de
andere zal hieronder nog iets worden gezegd.

T
at

,,share-hawking” betreft vestigt het Rapport

•de aandacht op •cle ‘moeilijkheden, die erin zijn gele-

gen, te voorkomen, ‘dat bedriegers azen op de argeloo-
zon, in het bijioncier, wanneer deze laatsten gaarne
speculeeren. Deze kwestie moet naar de meening der
Commissie in ieder geval in een speciale wet worden
geregeld en niet door de Companies Acts, Zij ver-

werpt het voorstel, dat een ‘vergunningstelsel zal
worden ingevoerd, tea dccie op moeilijk zal zijn, dergelijke vergunningen in te trek-
ken zonder een uitgebreid onderzoek en anderdeels,

omdat het feit alleen, dat een aandeelenverkooper
vergunning werd verleend, reeds op zichzelf het be-

drog gemakkelijker zou maken. De Commissie komt

daarom tot de ‘volgende aanbevelingen. Colportage
van aandeelen behoort bij de vet geheel verboden te worden. Indien ‘de aandeelen worden verkocht door
middel
vak
over ‘de post verzonden circulaires, moe-
ten daarin zekere bijzonderheden worden verstrekt en
straf zal worden opgelegd, wanneer aangetoond wordt,

dat deze bijzonderheden in eenig materieel opzicht
valsch ‘zijn. Afgezien van verklaringen niet betrek-

king tot de vennootschap zelf, welker aandeelen wor-
den aangeboden, moet een verklaring worden afge-

legd, of het aanbod geschiedt door den aanbieder als
principaal of agent en, indien als agent, de naam ‘van
den principaal worden opgegeven, alsmede een adres in
Groot-Brittannië, waar zoodanige principaal kan wor-

den gevonden, indien een actie voor rechter noodza-
kelijk blijkt. Het is echter van belang op ‘te merken,
dat deze voorschriften alleen van toepassing zullen
zijn
0
1
)
aanbiedingen van aandeelen per circulaire,
wanneer de aandeelen niet worden genoteerd of ver-
handeld door do
Londen
Stock Exchange of een pro-
vinciale beurs. De Commissie beperkt aldus haar aan-

bevelingen strikt tot die gevallen, waarin, naar be-
kend is, misbruiken hebben plaats gevonden.
Wat het ,,offer for sale” betreft, dringt het Rap-

port tot den wortel door en stelt voor, dat dit zal
worden gelijkgesteld met het prospectus, in zoo’verre
het ‘den verplichten inhoud betreft. De juistheid van dozen stap ligt zoo voor de hand, ‘dat zij nauwelijks
‘de eenigszins omslachtige verdediging van •de Com-

missie behoeft. Doch in aanvulling hierop doet de
Commissie nog een bijzonder belangrijk voorstel met
betrekking tot den inhoud van het prospectus zelf.
Dit voorstel betreft een verklaring ten aanzien van
‘de winsten ‘der vennootschap in het verleden of van

de winsten, die ‘de ‘vennootschap zich voorstelt te
maken. Bij den huidigen stand der wet behoeven deze
feiten niet te worden vermeld en waar zulks wel ge-
schiedt, vindt dit vaak in zoodanigen vorm plaats,
dat de waarheid eerder wordt verborgen dan aan het
licht gebracht.

Indien de aanbevelingen der Commissie worden
aanvaard, ‘zal een prospectus in de toekomst een door
‘de accountants bekrachtigde verklaring moeten be-
vatten omtrent de netto-winsten over de voorafgaande
‘cliie jaren cii wel voor ieder jaar afzonderlijk. Een
niet onbelangrijke aanbeveling in dit verband is, da’

het onwettig moet worden gemaakt een ,,verkort pros-
pectus” ui te geven, indien zoodanig verkort pros-
pectus in een vorm hoe dan ook vergezeld gaat van
een biljet, waarop gelegenheid wordt geboden tot in-
schrijving op obligatiën of aandeelen

Thans ga ik over tot de andere kwesties in ver-
band met de uitgifte van kapitaal, waarover ‘de Com-
missie handelt.

1. Het Rapport stelt voor een wijziging in de hui-
chge wet tea aanzien van het minimum bedrag, waar-
voor moet zijn ingeschreven, alvorens de ,,directors”

kunnen overgaan tot de toewijzing van aaudeeien. De
huidige toestand, betoogt het Rapport, is, dat de wet
nutteloos geworden is wegens het lage minimum, dat
gewoonlijk in de statuten wordt vastgesteld. De Com-
missie stelt derhalve voor, dat het nieuwe minimum

niet eens voor al wordt vastgesteld, doch in ieder
geval ‘door ‘de ,,directors” zal worden bepaald in het
licht van de doeleinden, welke men met ‘de uitgifte

628

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Juli 1926

denkt te bereiken. Derhalvé moeten ‘de ,,directors” in
het prospectus het
nuninhJun
noemen, dat naar hun
inzicht vereisch.t is, om de voorloopige uitgaven, cle

kos’ten van verkrijging van eigendom, welken men
zich voorstelt over te nemen en het bedrag van het
ben’oodigcle bedrijfskapitaal te lekien. Tenzij voor
het
totale
aldus genoemde bedrag wordt ingeschreven

zal ‘het den ,,di:recf,ors” verboden zijn aandeelen toe
te wijzen.

91
Het Rapport bespreekt tie vraag van cie uitgifte

van aandeelen beneden pan. Deze kwestie is reeds
in 1918 door een Commissie behandeld, toen het
scheen, dat de verklaringen van de zijde der zakenwe-

reld ten gunste van zoodanigen maatregel uitvielen,

doch het denkbeeld werd slechts aanbevolen op voor-
waarde, •ckit het .maxim um cl isagio bij cle wet zou wor-

den vastgesteld. Het nieuwe Rapport is hèt hiermede

eens, hoewel zeer duidelijk blijkt, dat de rneening ‘van

rio Commissie hieromtrent verdeeld was. Als maximun

disagio wordt 10 pCt. voorgesteld, een vermeerdering

dus van 5 pOt. boven cle grens, welke ‘vroeger werd
aan de hand gedaan.

Terzelfdertijd stelt de Commissie voor, een grens
te stellen aan de syndicaatsp’rovisie, welke een ven-

nootschap mag betalen. Thans mag een ‘vennootschap
statutair wel 50 pCt. betalen. Het Rapport stelt voor
de grens hij; 10 pCt. te leggen.

Het Rapport verwerpt het voorstel, aandeelen

zonder nominale waarde toe te laten. Deze stap zou
radicale wijzigingen in de wet met zich brengen en
de Commissie is van gevoelen, dat, hoewel het ‘onder-

werp verdere besturleening waard •is, de tijd voor zon-
danige wijziging nog, niet rijp is.

Anderzijds is ‘de Commissie bereid aan te beve-
len, dat de wet de uitgifte van afiosbare preferente
aandeelen toe zal staan, mits zulke aandeelen slechts
worden afgelost uit de winst of uit een nieuwe emissie

en mits zij volgestort zijn.

Ten slotte wensdh’t de Commissie een eicle to
maken aan de practij.k, waarbij een vennootschap een
syndicaat bijstaat in de verknijging van haar eigen

aandeelen van ‘het publiek, ten einde een controlee-
rend belang te ve:rwervon. ,,Zo’odaiiige regeling schijnt
ons in strijd met den geest, zoo niet met de letter
van de wt, welke een vennootschap ‘verbiedt in haar
eigen. aandeelen te handelen en deze practijk zet
de
deur open voor de ernstigste misbruiken”. Zoodardge
directe of indirecte hulp dient in de toekomst in strijd
met de wet te zijn.

AANTEEKENINGEN.

Indexcijfers van scheepsvrachten.

Gedurende de maand Juni, — schrijft ,,The Eco-
nomist” – waren er alweder geen noteeringen ver-

krijgbaar voor uitgaande kolenladingen van het
Vereenigd Koninkrijk. ‘Dienovereenkomstig zijn in de
eerste tabel, die de beweging van de verschillende
groepen in het
indexcijfer
van ,,tramp”-vrachten
vertoont, de
Juni-cijfers
dubbel genoteerd. De eerste’
rij
cijfers
vertoont de resultaten,’verkregen door het
invoegen van de
April-cijfers
voor ieder van de door
het
Indexcijfer
omvatte kolenroutes, de gecursiveerde
cijfers vermelden het resultaat op de basis van de
beschikbare vra’chtnoteeringen, d.i. zonder de kolen.
In beide gevallen wordt een stijging in het totaal
indexcijfer aangegeven. Wanneer men dethuisvrachten
alleen neemt (de gecursiveerde cijfers) stijgt het
percentage boven het overeenkomstig cijfer van de
vorige maand met
8,56
pCt. Wanneer de April kolen-cijfers in de berekening worden opgenomen, geeft het
indexcijfer met
108,04
een
stijging
van
5,32
pOt.
boven het op dezelfde wijze berekende indexcijfer
voor Mei.

De veranderingen gedurende de maand in den
index van iedere groep en onderafdeeling (kolen-
vrachten uitgezonderd) geeft de tweede tabel, waarbij
het gemiddelde vrachtenpeil gedurende de periode
1898-1913
op 100 is gesteld.

Datum

ct

.
.5

8
79

Basis
(Gerniddeldev,
1898-1913)
100
100
100
100
100 100
100
(Gemiddv.1913)
110,0
113,1
123,4
106,3 117,4
127,0
116,3
Febr.

1920
814,3 529,9
757,5 744,8 587,0
712,2
691,0
Dec.

,,
268,9
277,2
244,1.
256,8
286,7
347,2
2801
Dec.

1921
160,1
164,1 183,7
144,4
141,3 166,5 156,7
Dec.

1922
137,1
135,2 129,2
122,6
136,1
159,3
136,6
Dec.

1923
134,0
132,7 120,1
124,4
125,1
144,2 130,2
Dec.

1924
117,4
129,2 119,5
11.9,8
l29,3
161,1
129,4
.Juni

1925 109,3 104,8 108,2 105,5 100,4
112,2
106,7
Juli

,,
119,0 112,0 113,4 106,2
94,4
117,5
110,4
Augustus ,,
107,2 113,5 110,8
112,2
99,1
126,4
111,5
Sept.
103,2
117,3
109,1
113,4
101,8
140,7
114,2
October
109,6 121,0 110,5 106,5 104,5
142,4
115,8
November,,
115,3
119,1
110,7
109,9
109,1 119,6
118,9
December,,
117,0
121,6
117,0
110,1 110,1
154,9
121,8
Januari1926
115,9
114,1
116,1
119,6 102,8 133,5 117,0
Februari ,,
116,5
97,9
114,9
118,5
95,1 119,3
110,4
Maart

,,
115,9
93,4′
116,9
114,6 87,9
96,1
104,1
April
112,4 95,0
116,6 109,2
83,9 97,0
102,3
111,4
102,6 115,8
107,9
78,1
99,7
102,6
Mei


114,1 102,6 110,0 72,7
78,1
99,7
96,2

Juni

(
110,8
105,0
121,1
120,4
98,3
‘92,6
108,0
12,3 1105,0
120,1
97,7
98,3
92,6
104,4


Index-
cijfer
+
of

Golf van Biscaye; uitgaande vracht..
thuisvracht ……..
124,2

1,6
Middel!. Zee; uitgaande vracht ………..
thuisvracht …………
100,5

2,0
Noord-Amerika…………………105,0
+

2,4
Zuid-Amerika; uitgaande vracht
thuisvracht ……….
120,6
+
10,6
Indië; uitgaande vracht …………
.

97,7
+
25,1
11

thuisvracht

………………

Het verre Oosten, enz ……………
98,3
+
20,2
Australië ………………………
.92,6

7,1

De condities werden op de charter-markt gedurende

de afgeloopen maand beheerscht door den ongekenden
omvang der tonnage, gecharterd voor het vervoer
van kolen van de Vereenigde Staten naar het Ver-
eenigd Koninkrijk. Voor dit vervoer, dat natuurlijk
niet opgenomen is in ons indexcijfer, stegen de
vrachten de geheele maand en bereikten ten slotte
het hooge
cijfer
vn
18-19
sh. per ton. Deze ont-wikkeling had tot gevolg, dat een aanzienlijke hoe-

veelheid tonnage van andere markten werd aange-

trokken en hoewel de bevrachtingen van andere overzeesche markten niet beter dan vast konden
worden genoemd, stegen de noteeringen op ver-schil-
lende trajecten scherp, zooals uit de voorafgaande
tabel blijkt. De bevrachtinigen in de Europeesche
wateren waren zeer weinig talrijk, doch ér was een
kleine opleving in de vraag naar tonnage uit Indië

en het Oosten. Graan uit Noord- en Zuid-Amerika

werd in matigen omvang verscheept, doch Australië
vroeg weinig tonnage.

(1913 = 100)

Maand
1923
1924
1925
1926

Januari

……..
114,1
117,1
114,5
100,6
112,7
.
123,8
116,0
94,9
115,2
122,1
106,6.
89,5
April ………..
115,5
117,2
104,2
88,0

Mei

…………
114,6
114,3
98,2
(
827
Juni

………..

..

..

..

108,6
91,7

92:9

Februari………
Maart ………..

Juli

,………..
..106,8
103,4
103,8
94,9

89,8
100,2
104,4
95,9
103,0 110,5
98,2
October.

107,9

..

115,6
99,5

Augustus ……..
September …….

ovember
111,2 112,8
102,2
111,8 111,2 104,7
December ……..
Jaar!, gemiddeld
109,7
113,4
102,2

Provinciale leeningen

741

792

4.000

5.000

2.200

47.488

652

6.200

1
54.674

Gemeenteleeniugen
206 54
788
1.593
719 847
2.536 2.379

15.522
1

12.998

15.860

10.108

10.055
15.017
1.329
75
985
15
32.659
367
82
50.318
18.265
2
)

3.134
12.023 1.259
11
465

45.527

167
213.419
10.469
8
)

14 Juli 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

629

De verhouding van den index tot het gemiddelde
van
1913
is uit de derde tabel te zien, de gedur-

siveerde cijfers voor Mei en Juni zijn die zonder
kolenvrachten.

Provinciale- en gemeenteleeningen.

In vervolg op de op blz.
376
van het nummer van
21
April
1926
gepubliceerde gegevens kan thans hier-

onder een overzicht worden gegeven van de gecon-solideerde leeningen door provinciën en gemeenten
gesloten in het tweejarig
tijdvak
van 1 Mei
1924-
1 Mei
1926.

In totaal
blijken
de provincies sinds 1 Mei
1924

bijna
61
millioen en de gemeenten
bijna
473
millioen
gulden te hebben opgenomen, welke bedragen hier-
onder over de ‘verschillende kwartalen gesplitst wor-
den opgegeven.

Aantal Aantal
prov
i
ncië n,
0 pge-
gemeenten,
Opge-
Pe

d
rio

es
die gelden
nomen
die gelden
nomen
hebben
bedrag
hebben
bedrag
opgenomen opgenomen

Xfl000
Xfi000
1 Mei’24-1Aug.’24


153
19.843
lAug!24-lNov.’24
1
4.000
124
19.254
INov.’24-1Feb.’25
1
1.002
228 39.609
1 Feb.’25-1 Mei’25
1
1.198
15
81.763 1 Mei124-1 Mei’251
2
1

6.200

11
474
1
160.469
1 Mei’25-1Aug.’25
6
20.172
215
81.769
lAug.’25-lNov.’25
5
25.697
193
53.232
1Nov.’25-1 Feb.’26
3
5.105 344
116.291
1 Feb’26-1 Mei’26
2
3.700
182
61.227
1 Mei’25-1 Mei
‘261

10
1

54.674

11
629
1,
1
112.519

1 Mei ’24-1
Mei’261

10
1

60.874

11
759

1
472.988

Het aantal provinciën, resp. gemeenten, dat deze
bedragen heeft opgenomen is hierbij vermeld, waar-
uit
blijkt,
dat in het geheele tijdvak alleen door één
provincie (Limburg) geen leeningen zijn aangegaan,
terwijl van de 1081 gemeenten dit het geval was
met
322
gemeenten.

Voor de provinciën is het hoogste bedrag opge-
nomen in het kwartaal 1 Augustus-1 November
1925,
nI. f
25.7
millioen, terwijl voor de gemeenten het
hoogste bedrag werd opgenomen in het véiirlaatste
kwartaal (ruim 116 millioen). Ook het aantal ge-
meenten, die gelden hebben opgenomen, is in dit kwar-
taal het hoogst, nl.
344.
Deze groote toeneming ten
opzichte van de vorige kwartalen kan voor een deel
samenhangen met een aanvulling van de voor deze
statistiek gegeven voorschriften, waarbij is bepaald,
dat hierin ook de leeningen moeten worden begrepen,
die bij wederzijdsch goedvinden van gemeentebestuur
en geldschieter renteverlaging ondergingen, zonder dat een nieuw leeningsbesluit tot stand kwam.

De in de beide jaarperiodes gesloten leeningen
zijn in het navolgende staatje gesplitst naar de doel-
einden. waarvoor geleend werd (waarbij de onder-
scheiding gevolgd is sinds
1924
geldende voor de ge-
meentehegrootingen en -rekeningen).

De totaalcijfers van dit staatje zijn niet gelijk
aan die van bovenstaand kwartaaloverzicht, omdat
in de gevallen, waarbij een leening in verschillende
gedeelten wordt opgenomen, in den verdeelingsstaat
naar de doeleinden reeds dadeljk het
totaal bedrag
der
leening wordt verantwoord in de periode
j
waarin voor
het eerst gelden worden opgenomen, terwijl in het
kwartaaloverzicht een dergelijke leening meermalen
voorkomt, doch telkens slechts voor het gedeelte, dat
in een bepaalde periode wordt opgenomen.

Zoowel voor ‘de provinciale als voor de gemeente-
leeningen blijken de grootste bedragen voor conversie-
doeleinden te zijn besteed. Voor elk der kwartalen
zijn hieronder deze bedragen gesteld naast het totaal van alle leeningen en de voor andere doeleinden be-
stemde bedragen.

Nominaal bedrag der geconsolideerde leeningen,
verdeeld naar de doeleinden.

Periodes

Doeleinden
1)

1 Mei 1924-
11
Mei 1925-
1 Mei 1925
1 1
Mei 1926

Openbare werken …………….
Handel en nijverheid …………
Eleetriciteitsbedrjven …………
Conversie ……………………
Onbekend …………………..

Totaal der provinciale leeningen

Vroegere diensten …………….
Algemeen beheer …………….
Openbare veiligheid …………..
Volksgezondheid………………
Volkshuisvesting …………….
Openbare werken …………….
Eigendommen niet voor den public-
ken dienst bestemd …………
Onderwijs, kunsten en wetenschappen
Ondersteuning aan behoeft, en werkl.
Landbouw
Handel en nijverheid…………..
Belastingen ……………………
Bedrijven ……………………
Kasgeldvoorzieningen …………
Geldleeningen ……………….
Conversie……………………
Overige doeleinden…………….

Totaal der gemeenteleeningen . . 164.802
1
.314.453

Voor een nadere omschrijving van de uitgaven ressor-
teerende onder de verschillende rubrieken zij verwezen naar
het begrootingsmodel A der gemeenten, opgenomen in het
Provinciaal Blad over 1923 van elk der provinciën. Tot
de rubriek ,,Vroegere diensten” behooren de achterstallige
uitgaven van – vorige dienstj aren.
Hieronder een bedrag van
f
17.525.000 voor nog on-bekende doeleinden geleend.
8)
Als voren flO.O6O.000.

Totaal der leeningen

Waarvan bestemd voor

conversie 1

andere
doeleinden t doeleinden
Xfl000
1
Xfl000tXfl000
Provinciale
leeningen

4.000
1

1

4.000
2.200
1

2.200

20.172 20.172

J


25.697
23.246

2.451 5.105

1
3.970

1

1.135
3.700
100

1

3.600

60.874

1
49.688

1
11.186
Gemeenteleeningen
26.365
101
26.264
18.210
167
18.043
38.004
3.711
34.293 82.223 46.339
35.884
82.687 60.792
21.895
55.719 40.890
14.829
113.818 73.205
40.613 62.229 38.532
23.697
479.255
1
263.737
1
215.518

Van de ten behoeve der gemeentelijke bedrijven
geleende bedragen kwamen ten laste van:

1 Mei ’24-
1 Mei ’25-
1Mei’25 1Mei’26
Xfl000
Xfl000
Electriciteitsbedrijven
.
13.835


5.166
Gasbedrijven
5.870 3.720
Grondbedrijven
……..

4.160 3.546
‘Woningbedrijven
2.476 8.239
Waterleidingbedrijven

2.193
7.153
Overige bedrijven
…….
4.126
17.703

Totaal

……….
32.659
45.527

Verder blijken nog zeer belangrijke bedragen ge-
leend te zijn ten behoeve der volkshuisvesting (resp.

Periodes

1 Mei ’24-1 Aug. ’24.
1 Aug. ’24-1 Nov. ’24.
1 Nov. ’24-1 Febr. ’25
1 Febr.’25_ 1 Mei ’25
1 Mei ’25-1 Aug. ’25
1 Aug. ’25-1 Nov.
1
25
1 Nov. ’25-1 Febr.
1
26.
1 Febr.’26-1 Mei ’26

Totaal …………

1 Mei ’24-1 Aug. ’24….
1 Aug.’24-1 Nov. ’24
1 Nov. ’24-1 Febr:’25
1 Febr.’25-1 Mei ’25
1 Mei ’25_1 Aug. ’25
1 Aug.’251 Nov. ’25.
1 Nov. ’25-1 Febr. ’26
1 Febr.’26-1 Mei ’26

Totaal …………..

630

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Juli 1926

16
en
13
millioen), openbare werken
(16
en
10
mii-

lioen), onderwijs, kunsten en wetenschappen (resp.

15 en
12
millioen).
Dat de gemeenten in het algemeen in de laatste

kwartalen op gunstiger voorwaarden gelden konden

opnemen dan in de vorige periodes
blijkt
duidelijk,

als wordt nagegaan, hoe hoog voor de niet tegen den
parikoers gesloten leeningen de rentevoet geweest zou

zijn, indien ook deze leeningen tegen parikoers waren

uitgegeven.

In het volgende staatje is een samenvatting opge-
nomen van alle (voor zoover noodig tot den parikoers

herleide) gemeenteleeningen, waarbij tevens de ver-
houdingscijfers zijn vermeld ten aanzien van het

totaalbedrag in elk kwartaal opgenomen.

Voor deze totaalcijfers zij Verwezen naar kolom
5

van het eerste staatje.

Voor elk kwartaal
zijn
de hoogste bedragen vet

gedrukt.

Rente percentages
Periodes

Ben

4,5
0J

4,5-5
°io
5-5,5
°Jo
5,5 6
0
10 6-6,5
°Io
6,5-7 o;

Absolute bedragen in duizendtallen guldens
Mei ’24-Aug.’24 186

198

457

792
16.948
1.263
Aug.’24-Nov. ’24

12

68

337

527
16.496
1.813
Nov.’24-Feb.
’25

111

86 2.946 15.502
19.916
1.047
Feb. ’25-11ei ’25

11

55
4•595
37.072 3.895

136
Mei ’25-Aug.’25
1
1
89.

142
66.302
9.801

395

40
Aug.’25-Nov. ’25

6 24.57:
26.758
1.827

33

36
Nov.’25-Feb. ’26 713
70.362
43.726 1.489

0.3


Feb. ’26-Mei ’26 459
52.295
8.459

14

In
0
/0
van het totaal
2)

Mei ’24-Aug.’24 0,93

1,00

2,30

3,99
85,41

6,37
Aug.’24-Nov.’24 0,06

0,35

1,75

2,74
85,68

9,42
Nov.’24-Feb. ’25 0,29

0,21

7,44 39,14
50,28

2,64
Feb. ’25 -Mei ’25 0,01

0,07
49,65
45,34

4,76

0,17
Mei ’25-Aug.’25 0,11

0,17
81,09
11,99

0,48

0,05
Aug.’25-Nov.’25 0,01 46,16
50,27

3,43

0,06

0,07
Nov.’25-Feb. ’26 0,61
60,51
37,60

1,28

0,00


Feb. ’26-Mei ’26 0,75
1
85,41
13,82

0,02

In dit cijfer is niet begrepen de door Amsterdam op.
genomen premieleening van
f
5.000.000,-, rentende 3 pOt.,
die in verband met haar bijzonder karakter in deze tabel
buiten rekening is gelaten.
De som van verhoudingscijfers der periode 1 Mei-1
Augustus 1925 is kleiner dan 100 in verband met de in
noot 1 genoemde omstandigheid en de percenteering op het totaal opgenomen bedrag.

De tegen een lageren rentevoet dan
4,5
pCt. opge-

nomen bedragen zijn betrekkelijk van weinig belang.
Kwamen over de eerste drie kwartalen nog de
hoogste percentages voor in de groep van
6-6,5
pOt.,

in de drie volgende kwartalen
is
dit het geval voor

de groep van
5-5,5
pCt., terwijl voor de laatste twee

kwartalen het hoogste percentage reeds valt in de

groep van 4,5-5
pOt. Het normale rentetype, dat

1 Mei
1924
nog boven de
6
pCt. lag, blijkt dus in

twee jaar
tijds
voor het grootste deel der gemeente-

leeningen gedaald te zijn tot beneden de
5
pOt. (voor

het eerste en laatste kwartaal telkens
85,41
pCt.).

Voor meer gedetailleerde gegevens (o.a. splitsing
naar de provinciën en de grootste gemeenten, als-
mede de stand van de kaspositie der provinciën en
gemeenten) zij verwezen naar de Juni-aflevering van

het Maandschrift van het Centraal Bureau voor de

Statistiek over
1926.

De Indische Ontwerp-begrooting voor 1927.

Aan de Indische Millioenennota (Volksraad, le

Gew. Zitting
1926,
Onderwerp 1, Stuk
F)
is het vol-

gende ontleend:
De outwerpbegrooting (1927) voor cle vier hoofdstukken
wijst de volgende eincicijfers aan:
Uitgaven in Nederland …….
f
176.322.898
Indië ………….578.491.982

f
754.814.880
Middelen in Nederland ……..
f
11.637.100
Indië

…………..685.745.555
697.382.655
tekort ……
f
57.432.225
Om nader te vermelden redenen is in de ontwerpbegroo-

ting voor 1927 de tussehea den gewonen dienst en de uit-gaven en ontvangsten, betrekking hebbende op den dienst
der vlootuitbreicling, in vorige begroot.ingen gemaakte on-
derscheiding vervallen, zoodat de geheele dienst 1927 is ver-
deeld in den gewonen en den buiteugewonen dienst.

Geheele Gewone
Buitenge-
dienst dienst
wone dienst

Ontvangsten

….
697.382.655
696.086.147
1.296.508
754.841.880
604.386.064
60.428.816
Uitgaven ……….

57.432.225

59.132.308
Tekort ………
Overschot

….

1.700.083

In vergelijking met de ramingen voor 1926, zooals deze aan het hoofd van § 2 zijn medegedeeld, waarbij derhalve
geen rekening is gehouden met de lager in die paragraaf
besproken afwijkende verwachtingen van het oogenblik,
blijken de volgende verschillen te bestaan

De raming voor 1927 is

Gunstiger Ongunstiger

in duizendtallen guldens

Uitgaven

34.930
Buitengewoâe dienst

.
12.353
Vlootuitbreiding

…………
11.770

Gewone

dienst

……………-

11.770

47.283


35.513
Ontvangsten.

37.692

Geheele dienst

…………..

Gewone dienst

…………….
Buitengewone dienst
96

..


Vlootuitbreiding

…………

5.100
38.661

5.100

..

Geheele dienst ……………

33.561

Saldo.

2.762

Buitengewone dienst ……….
.
11.384
Gewone dienst

…………….

Vlooruitbreiding

…………
6.670

.-

9.432

..

11.384
Geheele dienst

…………..

.952

Nadat de uitgaven zooveel mogelijk van de ont-
vangsten zijn afgetrol ken, worden de cijfers voor de

gebruikelijke groepen:

1927

1

]9_6

Ii duizendtallen guldens

Inkomsten.

Belastingen ………………
..290.819

2740.iO

Overschot monopolies ……….53.832

51.398

producten ………..51.138

4 5. 83 1

bedrijven …………41.606

37.179

Allerlei …………………..15.021

13.094

Samen ………………….452.416

421.558

Zuivere gewone landsuitgaven

450.716

422.1120

Te kort ……………….-

1.062

Overschot ……………..3.700

De nota bevat .de volgende beschouwingen over
de ontwerp-begrooting
1921:
Mocht de Regeering bij cle aanbieding van het ontwerp
der algemeene aanvullingsbegrooting voor 1926 reeds met
een enkel woord de mogelijkheid kunnen aanduiden, dat de ontwerpbegrooting voor 1927 op ruimer grondslag en
onder gunstiger voouitzichten zou kunnen worden samen-
gesteld dan die voor 1926, namelijk als het accres, dat
zich bij verschillende Landsmiddelen in dan loop van 1925
begon af te teekenen, aanhield, het verloop van de op-
brengst van verscheidene middelen is inderdaad van dien aard, dat bij cle voorbereiding van het ontwerp-1927 een
g000tere mate van bewegingsvrijheid is kunnen worden
toegelaten, clan in de achterl.iggencle jaren heeft bestaan. Weliswaar toonde ook reeds het begin van het afgeloopen
clienatjaar een beter perspectief, doch de noodzakelijkheid
eenige maatregelen van geldelijk gewicht door te voeren of
scherp in het oog te houden: afzondering van gelden voor
extra-schul dclelging, de bestuurshervorming en de invoering
der algemeene salarisherziening met hare niet in alle on-
derdeelen nauwkeurig te beoordeelen geldelijke gevolgen,

14 Juli 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

631

sanieiigtaitde met een aanzienlijk accres van taJ van uit-
gaaf-posten als gev&g van {!e geleidelijke ontwikkeling,
hebben op de toen vaarueernbare verruiming vnu inidde-
len al dadelijk zoozeer beslag gelegd, dat iii
de
begroo-
ting voor 1926 slechts ten aanzien vaii de verzorging vati
zeer weinig groepen van landsuitgaven een eenigszins vrij-
geviger standpunt kon worden ingenomen dan in de onmid-
dellijk voorafgegane jaren, en dat ten laste van den bui-
tengewonen dienst slechts enkele nieuwe maatregelen, al. die in liet belang van het westelijk deel van het voormalig
gewest Batavia en van een krachtiger emigratie naar Zuid-
Sumatra, konden ivorcien voorgesteld.
In het voorliggend ontwerp kon, voornamelijk op grond
van het gunstig verloop van het dienstjaar 1925, in deze
richting verder worden gegaan en in dit verband is het
nooiig cle uitkomsten 1925 ivat nader te bezien.
Worden de bedragen welke aan achterstallige inkomsten-
belasting en voor de opgeheven producten- en oorlogswinst-
belastingen in 1925 werden ontvangen tot een totaal van
rond
f
60 millioen niet in de voorloopige rekening over
1925 begrepen, dan geeft de gewone dienst een overschot
van rond
f
43 millioen, dat voldoende ‘is om de uitgaven
van den buitengewoneii dienst en voor de vlootnitbreiding
volledig te dekken.
Voor een juiste beoordeeling van den gewonen dienst
over 1925 behooren evenwel aan het zooeven genoem:l over-
schot van
f
43
millioen nog te worden toegevoegd die ge-
deelten van de aanslagen in de inkomstenbelasting en de
vennootschapsbelasting over dat jaar, welke eerst in 1926
iii °s Lands kas zullen vloeien. Uit cle in § 1 cezer nota
medegedeelde cijfers blijkt, dat aangenomen kan worden,
dat van de inkomstenbelasting 1925 nog
f
7.8 inillioen en
(ten behoeve van den gewonen dienst) van de vennoot-
schapsbelasting
f
11 millioen in 1926 zal ontvangen worden.
Als werkelijke meevaller van het jaar 1925 mag (lan geen
hooger bedrag dan
f
62 millioen worden genoemd.
Ongetwijfeld is deze uitkomst van 1925 van zeer veel
belang. Het overzicht van de. sloten dor rekeningen vanaf
het jaar 1912 wijst echter uit, dat deze gunstige uitkomst
cle nadeelen uit cle in 1923 afgesloten periode van begroo-tingstekorten nog geenszins geheel heeft geneutraliseerd.
Volgens de thans vaststaande gegevens toch is in de jaren
1914 en 1917 tot en met 1921 een tekort op den gewonen
dienst ontstaaji dat – na aftrek van de in de overige jaren
der tienjarige periode 1912 tot en met 1921 verkregen over-
schotten – rond f317,5 millioen be:lraagt of, indien het
mede tot dien dienst behoorende tekort op de rekening der
voedselvoorziening ad
f
7,2 millioen daarbij wordt gevoegd,
rond f 325 millioen. Op deze in een gezonde Staatshuis-
houding niet toelaatbare tekorten is in de jaren 1922 tot en
met 1925 voornamelijk door de iuvorleriug van achterstal-
lige belastingen een bedrag van rond
f
193 millioen inge-
haald, zoodat gerekend vanaf ultimo 1911 de gewone dienst
nog een tekort laat van rond
f
132 nullioen, dat door ge-deeltelijk zeer dure leeningen is gedekt.
Ook al is in de jaren 1924 en 1925 rentedragenci bezit
zonder schuldvermeerciering aan het productief vermogen
van Nedei-landsch-Indië toegevoegd, dan blijft toch vast-
staan, dat tegenover de geheele leeningsschnlcl geen eigen-
•clommen zijn verkregen van voldoende rentabiliteit om
rente en aflossing daarvan ten volle te kunnen dragen.
Deze betrekkelijke zwakte van het financieel bestel van
de Indische Landshuishouding behoeft op zich zelf geen
ernstige bezorgdheid te wekken, doch daarnaast zijn, zooals
bekend, een aantal andere factoren in het oog te houden, waardoor dat bestel minder krachtig is dan oogenschijn-
lijk het geval is.
‘I)eze overweging in het bijzondei heeft cle Regeering er
toe geleid, om – steunende op de betere financieele voor-
uitzichten – iii aansluiting aan den hooger gememoreer-
den, in cle begrooting voor 1926 opgenomen maatregel be-ti-effende de delging van leeningsschulden, waarvan cle af-
lossing is uitgesteld, allereerst te zorgen voor een verdere
gezondmaking van het Indisch budget. De meest urgente
maatregel van die strekking wordt gezieb in liet opne-
men in den gewonen dienst van de uitgaven voor de uit-
breiding der vloot en daartoe•’is dan ook in de voorliggende
ontwerp-begrooting overgegaan. Mocht in vorige jaren, op
grond van de destijds in Nederland in overweging geno-
men voorstellen van deskundige commissiën, reden hebben
bestaan om cle uitgaven voor de maritieme weerbaai-making
van Nederlandsch-Indië voorloopig op een afzonderlijke
rekening te plaatsen, in afwachting, dat de lasten door
daarvoor bepaaldeüjk aan te wijzen of te scheppen mid-
delen zouden worden gedekt, en – afgescheiden daarva.n
– in de finaucieele moeilijkheden van latere jaren aan-
leiding worden gevonden om de uitgaven voor de vloot-
versterking in aanmerking te brengen voor betaiing uit

leeningen op langeni termijn, nu de plannen tot instelling
van een vlootfonds iiiet zijn doorgevoerd en de toestand
van
5
Lands geldmiddielen is verbeterdl, zou het in strijd zijn met goed beleid, de in wezen tot den gewonen dienst
te rekenen uitgaveii voor vlootuitbreiding langer op den
buitengcivonen dienst te laten.
Naai- bekend is
ziji:t
verder in den buitengewone dienst
in den loop der jaren enkele elementen opgenomen, die
daarop naar goed financieel beleid niet of slechts ten
deele behoorden en mede daardoor is de schuld van. Ne-
derlandsch-Inclië opgeloopen tot een bedrag, dat ligt boven
de waarde van hetgeen in eigendom werd verkregen. Een
volgende
staR
zal dan ook moeten zijn cle zuivering van
den buitengéwonen dienst van uitgaven, die bij voorzichtig
geldelijk beleid uit de gewone middelen in stede van uit
leening behooren te worden bestreden.
Ten behoeve dezer geleidelijk door te voeren overbren-ging van uitgaven, die thans tot den buitengewonen dienst
worden gerekend, naar den gewonen dienst, zijn – mede
in vet-band met het gemis van concrete gegevens – in de
voorliggende ontwerp begrooting geen voorzieningen ge-
troffen. Zij zal echter in volgendle jaren een gedeelte van
een eventueel accres der middelen opeischen.
De ingetreden verbetering van den financieelen toestand
heeft het in de tweede plaats mogelijk gemaakt een ver-
mindering van lasten in uitzicbt te stellen. Dat dlaarbij
met (le noodige omzichtigheid moest worden tewerk ge-
gaan is bij de zeer talrijke wenschen op dit gebied duidelijk.
Tn aansluiting aan de aanbevelingen in het rapport van de
heeren Meyer Ranueft en Huender en in liet vier.:le verslag
van de Belasti ngherzieningscomniissie is allei-eerst gerekend
op de afschaffing van het hoofdgeld, waat

door een (bruto-)
bate vorclt prijsgegeven van f 12 millioen. Verder is gere-
kend op eene verlaging van de heffing van opcenten op de inkomsten- en de vennootschapsbelasting, waardoor
uit elk dezer middelen f 2 millioen minder zal worden
ontvangen dan bij de handhaving der bestaande opcenten
het gval zou zijn. In de det-de plaats is op afschaffing
van ‘ie opcenten op de vet-ponding (f727.000) en op wij-
zigieg van de heffing van de Inlandsche verpondling ge-
reke nd.
Met de voorgenomen prijsgeving van inkomsten is stel-
lig nog niet alles bereikt, wat in het belang van de verdere
on ;wikkeling van het Land wenschelijk is, doch alvorens in die richting verder kan worden gegaan moet cle zeker-
heid zijn verkregen, diat de ruimte van middelen, welke het
dienstjaar 1925 toonde, een standvastig karakter draagt.
In de derde plaats is een zoo gi-oot mogelijk gedeelte van
de verruiming dier midldelen, waarop voor 1927 mag worden
gerekend – voor zoover niet in beslag genomen door on-vermijdelijke accressen van gewone uitgaven – bestemd
voor nieuwe maatregelen in hct belang van de economische
ontwikkeling van land en volk. In dit verband moge wor-
den gewezen op de credieten voor bevloeiingswerken, welke
met rond f LS millioen en die voor bruggen en wegen welke
met rondl f0,6 millioen zijn verhoogd. Daarbij is gerekend
op bcvloeiingsiverken in het gewest Bembang, terwijl die in Zuid-Bnjoetvangi en de afcleeling Krawang krachtiger zul-
len worden voortgezet. Aan de zorg voor het volksonder-
wijs, liet lager onderwijs ,op Westerschen grondslag, het
middelbaar- en het vakondlerwijs kan meer worden ten
koste gelegd; voor enkele voorzieningen in het belang
der rechtspraak, waarop reeds herhaaldelijk in den Volks-
raad is aangedrongen – verhoogiug van zittinggelden van
onbezoldig:le landraadsleden en verhoogi tig van het tarief
van getuigengelden in strafzaken – zijn fondsen beschik-
baar gesteld; voor locale wegenplannen is een crediet van
f600.000 uitgetrokken; het dlepartement van landbouw is
in de gelegenheidi zijn taak uit te breiden en te intensi-
veeren.
Zoo is door drieërlei soort dringende voorzieningen groo-
tendeel over liet in 1925 ingetreden accres duurzaam be-
schikt. Dat dit inderdaad het geval is kan aan de hand
van de cijfers gemakkelijk wot-den nagegaan.
Wanneer de zuivere gewone ontvangsten in 1925 tea
bedrage van
f
512.656.000 vordlen verminderd met liet
totaal bedrag, ontvangen aan achterstallige en opgeheven
belastingen, rondi f 60 millioen, en vermeerderd met dat
deel van de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting,
‘at aan den dienst 1925 ten goede mag komen, en dat hoo-
ger op rond f 19 millioen werd gesteld, dan zijn de zui-
vere gewol.le ontvangsten te stellen op rond f 470 mil-
lioen. Dit bedrag moet echter worden verminderd niet het-
geen het tin boven de raming voor 1925 opbracht (f 20
nnillioen), omdat deze extrawinst zeker niet voor uitgaven
van den gewonen dienst mag worden bestemd. Dan be-
dragen de gewone ontvangsten van 1925 f 450 millioen,
of rOndi f 42 millioen meer dan de zuivere landsnïtgaven,

632

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Juli 1926

ciie iond
f
408 iniflioen hebben bedragen. De zuivere lands-
uitgaven zijn voor 1927 geraamd op f451 millioen, of.
rond f 43 millioen hooger dan de voorloopige uitkomst van
1925; de zuivere gewone ontvangsten zijn -geraamd op
f
452
millioen of
f
2 millioen meer clan de op cle boven aan-
gegeven wijze becijferde normale opbrengst van 1925. Neem’
men daarbij in aanmerking, dat door verlaging van lasten
rond f 16 millioen aan inkomsten zal worden geclerfd, dan
blijkt wel, .dat bij de raming der middelen en de daarmede
n bvereensteimning gebrachte begrootin .van »itgaven
volledig rekening is gehouden met de belangrijke verbete-ring van den financieelen toestand, welke zich •in cle uit-
komsten van 1925 af spiegelt.
De Regeerng heeft daarbij de structuur van het midcle-
lenbudget, in het bijzonder cle afhankelijkheid van cle prijzen
van stapelproducten op cle wereldmarkt, niet uit het oog
verloren. In het bijzonder heeft zij gewaakt tegen eene uit-
zetting van cle uitgaven voor het personeel in ‘s Lands
dienst en slechts in enkele onvermijdelijke nieuwe maat-
regelen tot uitbreiding van ainbtennarsformaties bewilligd,
daarentegen getracht Jioogere credieten beschikbaar te stel-
len voor uitgaven-in-eens ten behoeve van .cle uitvoerin.g vtn
werken valt rechtstreekseh nut, welker uitvoering bij em-
stigen terugsiag in cle economische verhoudingen zoo noo-
dig kunnen worden iagelaten of vertraagd. Aan de voor-
liggende begrooting is een ekere mate van elasticiteit ge-
1

geven, welke door het karakter van den vooruitgang van
‘s Lands niidclejen in 1925 wordt geboden.
Op den buitengewonen dienst trekken de uitgaven voor
onteigening van particuliere landerijen, waarvoor in totaal

f
9y, millioen is uitgetrokken, in het bijzonder cie aan-
dacht. Gelijk (le Regeering herhaaldelijk heeft doen weten,
kan aan de o9k door haar in principe erkende nooclzake-
lijkloeicl van spoeclige terugbrenging van het particulier land-
bezit tot het Staatsclomein om redenen van opportuniteit
niet langer w’orden voorbijgegaan.

MAANDCIJFERS.

FMIsSIES IN JUNI 1926.

Staatsleeningen

….
…………
f
144.045.000,-
zijnde:
Nederlandseh-Indië
Nederl.-Indië 1926 A

fl48.S00000 43,i
0
10
obi. t 97
ol,
1)
…. fl
44
.
045
.
000

Prov. en Gemeentelijke Leeningen.
,,
1.359.000,-
zijnde:
Duitsehl and
StadEmden G.tl. 3.000.000
6 o/ obl. t 75
,
1
2
0/…
fl.359.000

Hypotheekbanken

……………

Nederland
Aandeelen
De Haarlemsche llypoth.-
bank
f
500.000 aand. t
240 olo
2),
waarop te
storten 10
0/
……..
f
120.000

Industrieele Ondernemingen ……,,

552.500,-
zijnde:
Nederlandseh-Indië
Aandeelen
Solosche Electriciteit-Mij.

f300.000.
aand.tl02of0
f
307.500
Duitsehiand
Certificaten van obligatiën
A.G. d. Gerr.esheimer Glas-
hiittenwerke
f
250.000
8
o/
cert. v. obl. t 98
o/
f
245.000

Handelsondernemingen ……….,,

4.250.000,-
zijnde:
Nederland
Aandeelen
Int. Crediet- en Handels-
vereen. ,,Rotterdarn”

f2.500.000 aand.â1700/
0
f 4.250.000

Petroleum-Ondernemingen ……..,,
17.550.000,-
zijnde:
Neclerlandsch.Inclië
Obligatiën
De Bataafsche Petroleum-
Mij.
f
18.000.000 44
0/
obi. t 97>
2
o …….
f17.55O.000

Rubber-Maatschappijen ……….
f

804.500,-
zijnde:
Nederlandse/t-Indië Aandeelen
Rubber Cultuur-Mij ,,Gon-
dang”
f
290.000 aand.
t 105
0/
…………
f
304.500
Rubb. Cult..Mij ,,Kendeng
Lemboe”
f
200.000,-
aand. It 250
0/……..
f
500.000

Scheepvaart-Maatschappijern ……. ,,

7.800.000,-
zijnde:

,

Nederland
Aandeelen
N.V. Nederi. Scheepvaart-
Unie / 5.000.000 gew.
aand. t 156
0/
……
f
7.800.000

Diverse Oultuurondernemingen – . . – ,,

200.000,-
zijnde:
Nederlandse/t-Indië Aandeelen
NV. Cultuur-Mij. ,,Perba-
watie” fl00.000 aand.
t 200 ol, …………
f
200000

Diversen ……………………,,

7.154.500,-
zijnde:
Nederland
Cum, pref. winstd. aandeelen
N.V. ,,Gemeenschappelijk
Eigendom” (Mij. tot
Exploit. van Woon- en
Winkelh.) / 1.000.000
6
o/
cum. pref. winstd
aand. t 105
0/. ……
fl.O5O.000
Obligatië’n
N.V. Bouwmaatsch. ,,De
Vriendschap” /200.000.
43<
ol
o
obi. t 97y
4
0/s..
f
194.500
Zuid-Amerika
Obligatiën
State of San Paulo Coffee


Institute £ 500.000,-
71. o/ Sterling obl. t
98′,
0/.
………….
f
5.910.000

Tiamweg-Maatschappijen

……

Nederlandse/t-Indië
o
bligatiën
Semarang—Cheribon–
Stoomtram- Maatschij.

f
6.924.000 5
0/
obl. t
100
0/ 1)
f
6.924.000

Totaal….
f
190.759.500,-
Deze leening diende geheel voor conversie.
Inschrijvingskoers voor aandeelhouders. Vrije inschrij-
ving t 290
0/.

Totaal der emissies in Januari….
f
124.766.250,-

Februari .. ,,
29.542.250,-

Maart – . . – ,,
21.925.975,-

April ,,
19.849.750,-
Mei ……’,,
50.022.402,50

Juni ……,,
190.759.500,-

Algemeen Totaal.
– f
436.866.127,50

Voorts werd in Juni de inschrijving opengesteld op de
volgende obligatieleeningen:
Rente-. Emissie-

Guldens voet

koers
Parochiaal Kerkbestuur van de H.

Agatha te Beverwijk (conversle). . 545.000 5 ol
o

9901
E.E. Zusters Dominicanessen te Nie-
derberg ……………………300.000

8
o/

100
0/

St. Augustinus-Stichting te Utrecht
(conversie)

……………….300.000

5
01
.

990
R.K. Pas

. Kerkbestuur van den H.

Martinus te Hillegom (conversie). 250.000 5
0/o

99
o,’
o

Congregatie der P.P. Camillianen te

Ruvel en Esch …………….300.000 5
o/

98jol
o

E. E. Paters Benediktijnen te Nie-
deralteich ………………….
150.000
8
o

100
0
/0

Aartsbisdom te Keulen . ………175.000 6 0/

100 0/

Zusters Franciscanessen te Maastricht 220.000 5 olo

99 01
R.K. Parochiaal Kerkbestuur v. d.
Kers van het Allerheiligst Sacra-
ment te ‘s-Gravenhage ———-85.000 5 o/ 99 s

14 Juli 1926

ECÔNOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

.

633

STATISTISCH OVERZICHT VAN DEN ECONOMISCHEN TOESTAND VAN NEDERLAND.
(Niet met
*
gemerkte gegevens ontleend aan het Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek.).

1925

1

1926
11

Jan.JMei

Oct.
Nov.
1

Dec.
Jan.
Febr.
Maart
April
Mei
1925
1

1926

.

Arbeidsmarkt.

14.686
8.432
33.879
1

6.195
9.853
1.47J
14.573
11.903
44.193 54.994
281
147
116
1

263
493
271
402 569
2.198 1.998
Staas- en part.
mijnen.
Aantal arbeiders op len der maand
30.446 30.413
30.791
J

31.031
31.245
31.208
31.187
31.016
29.944
18
)

Bedrag der gehouden
aanbestedinifen
X
f
1000 ………..

*MctaalindustrieAa
n
tal
meerder). arbeidersop 1 Jan. en 1 Juli
1

27.163

waaro,ider yoor fabrieksboutv
)f
1000 ……………..

1-laven-
r
Gemiddeld aantal takenup. week v.

Amsterdam
17,4
17,1
17,6
14,0
162
16,8
14,1
16,0
85,4
77,1
.,

alle b. d. ,,Havenarbeids-Reserve”
3.

()< 1000)
bedrijf
47,2
1
42,4

ingeschr.
losse
arbeiders tezamen

Rtterdam
37,1
40,1
..L…
LL….
184,9

Indexcijfer der Werkloosheid.
6,2
7
,
9
1,8
1
5
,2
s,s
5,4
ïi
8,3

Arbeidsbemiddeling.
1)
1 1
Aanbiedingen v.
f
Ingeschreven ged. de maand.
.
48,9
1

58,4

69,2
J

58,8
43,1
44,9 41,7 42,9
werkzoekenden.

Overgebl. op het einde v. de mnd.
64,8
1

80,2

.93,8
1

97,8
81,7 68,6 60,2
56,5
Aanvragen

van
f
Ingeschreven ged. de maand
. . . .

9

}

21,1
18,3

22,7 21,4 21,4 24,7
24,0 22,9
.
werkgevbrs.

k

Overgebl. op het einde v. de mnd.X
1

4,0

3,8 4,2
4,7
5,3
5,8
5,2
Plaatsinen
…………
……………………………..
=I=1=
17
,5
J!LL
=
=

Arbeidstoonen.
Ondergrondsche arbeiders ……….
f

bij

de mijnen
f
5,36
f
5,38

f5,38 f5,35
f536
f5,34
f5,38
/5,39
f529
1
8)
Bovengrondsche
.

……….l

(loon

per

dienst)
3,90
,
3,92

,, 3,91
,, 3,93
,, 3.96 ,, 3,89 ,, 3,92
,, 3,91
,, 3,88
12
)

Bouwbedrijven

t.
Metselaar

uurinkomen

…………….
0,93
,
0,92

1
0,94
,, 0,91
,, 0,93
,, 0,91
110,91
,, 0,92
,, 0,97e)
0,90
,,

0,91

110,94
0,91
,, 0,92
,, 0,93
,, 0,93
,, 0,95
,, 0,9218)
Amsterdam.

‘l

Timmerman

,,

………………
Opperman

,,

………………
Metaalindustrie

uurinkomen van meerderjarige arbeiders
0,86

..

——————–
0,89

,, 0,88
0,85
,, 0,86
,, 0,85 ,, 0,85
,, 0,85
,, 0,8718)

.
Artilleriein-

‘apenfabriek te Flembrug

.
f0,65 4)
f
0,59

)


,, 0,64 2)
,, 0,5713)
,, 0,66 2)
Fabrieken

van munitie en Ontplof-


richtingen

),
{
bare stoffen te Hembrug……….,
0 57 2)
——-
o57 fl

.

Voortbrenging en verbruik.
Zee.

(
aanvoer

in

Ned.

havens

5)

)<

1000

K.G.
6
16.164
6
17.447
6
7.200
6

3.271 3.971
S
4.538
§
4.121
4.019 3.478
1.910
1.208
1.295
1.278
§

862
§

653
§

628
§

632
§

631
§

592
§

706
§

665
§

667
§
2.621
§
3.261
Voor binnenlandsch verbruik beschikbaar gekomen hoe-

visscher1J

.

opbrengst
X
t 1000

……………………..
Productle der
kolenmijnen X
1000
ton
6) ……………..

§

957
§

915
§

841
§

790
889
970
§

841
§

822
4 047
§
4.312
veelheid
steenkolen
X
1000
ton
7)

……………………
17.173
19.482
16.475
14.546
14.917 17.214
I6.458
7.l05
80.135
In consumtie gebrachte
suiker
8)
X
1000
K.G…………
Aan de consumtie onttrokken
suiker
9)
X
1000
K.G……..
801
843
1

1.300 1.612
1.130
1.115
908
4.693
6.047
Schepen In
aanbouw;
inhoud in bruto Registeitonlo)
. .. .
1

108.894
133.605

Handel en Verkeer.
8652
4
)
199
205
205
197
213
200
195
1.003
.010
Handelsbewegin

zonder

gouden

en 1 Invoer …………

zilveren munt en muntmateriaal (in

Uitvoer
148
141
122
130
143
135 129
717
658
nlillioenen)

……………………

Saldo

invoer
. . .
163
189
18
)
51
64
84
68 69
65
66 286
352
Ontvangsten dér Spoorivegmaatsch.
(in millioenen)
13,9 12,0 12,6 13,3
S

11,8
6

13,1
S

13,0
§
13,5
634
§

64,8
Ontvangsten per
dagkilometer
sedert
1
Jan. (in gld.)

. ..
121,47
120,40 122,58 117,48
116,04
116,05
117,12
§ 117,60
112,64
18
)
Inklaringen
(geladen
(
Nieuwe Waterweg }iin
1000
N.R.T.)
{
1.296
1.315

1.319
1.296
1.143 1.404 1.29d
1.447
6.548
6.580
zeeschepen)

muiden
383
356
320 324
272
308
291
353
1.563 1.548
den rivierschepen in
1000
ton
Inklaringen
.k
Lobith

(gela

K.G.)
Uitklaringenj

1
2.661
1.351
2.401
1.240
2.259
1.088
2.357
1.041
2.776 2.785 2.740
3.338 9.840
13.996

Opgelegde zeeschepen
o(d. len der maand:aantal
11)
idem:
31
22
19
24
988
20
1.286
20
1.433
23.
1.327
26 7.358
15I)
6.074

152
117
103
122
108
102 114 122
7312)

van

…………………

indexc.
v.
scheepsvrachten.(Volle ladingen ,,The Econom
“)
1
15,8
118,9 121,8 117,0
110,4
104,1
102,3 102,6 125,6 107,3
bruto inhoud in
1000
registertonnen
……………..

Gelost bi) invoer…………(in
i000(
2.172
1.824
1.644
1.5133
1.651
l.89
1.845
2.0i3
8.420
8.834
in
de havens
12)

Geladen bij uitvoer
…….
ton)
Doorgevoerd met overladinj(
793
773
699 605

648
834
784 825 3.262 3.696 2,302
1.528
1.657
1.907
1.557
2.048
2.345
1.895
9.099
9.751

Prijzen, kosten van levensonderhoud.
1
Indexcijfers der
groofhandelspryzen
{ Algemeen cijfer
154 154 155 153
149 145 143
143
155
146
in Nederland (1913 = 100) ………Voedingsmidd. e.d.
153
156
160
156 152
145 142 142

II
154
147
Kosten van

Arbeidersgezinnen A’dam (Mrt. ’20
= 100). II
82,9
II
levens-

Arbeidersgez. te ‘s-Gravenhage (1921
=100). II
{
81,8
80,4
onderhoud.

Ambtenaarsgez.te’s-Gravenhage(l921100)

Financiewezen.
Opbrengst
Rljksmlddelen
(totaal).
40,8
43,7
39,2
43,1
35,7
40,1
42,2
45,0
189,6
205,5
Beur.sbelastin

……………………..
. …
}(in millioenen)
0,642 0,768 0,495
0,667
0,383 0,386
0,309
0,276
2,131
2,021
Invoerrechten

….
4,72
4,58
4,52 4,53 4,86
.
5,70
4,83
4,67
14,85
24,58
Statisfiekrecht

….
0,382
0,351
0,327 0,317
0,331
0,361
0,326 0,316
1,694
1,652
Geg

ireerd
door den
Postch. en
Girodienst
(in millioenen)
Giro-omzet bij

Ned.
304
2678
283
2462
367
369
306
321
302
327
1.412 1.625
de

Bank
(in millioenen)
…………..
3,53
3,50
2532
3,50
2512.
3,58
2534
3,50
2.767
3,50
2.677
3,50
2849
3,50
12.868 4,05
13.339
3,50

{
3,40 3,35 3,43
3,07
2,26
2,67
2,86
2,94
2,76
2,76
Prolongatie
3,38
3,47 3,69
2,93
2,41
2,82 2,93
2,94
2,59
2,81

Wisseldisconto der Nederl. Bk}

……….
96
97
95 95
97
96
3
)
93
91 91

Particulier disconto

gemiddeldpCt…………

II.
Bank- en credietinsteli. [Aand. van 7 ondern.]
93 96
99
100
101
993)
97
95
95
1
5

1.
Nijverheid [Aand. van 49 ondernj ………..
….
{

85
83
87 87 85
78
3
)
76 76
76

,r1

III.
Scheepvaart [Aand. van 7 ondern.]
………….

0-

IV.
Indische fondsen [Aand. van 24 ondern.)
.
131
136
141
139
140 138
3
)
136 136
137
1
V.
Petroleum [Aand. Kon. Ned. Petr. Mij.]
106
111
113 113
111 108
:1)
107
108
110
J
3,98
4,04 4,09
4,07,
4,05 4,05 4,03
4,04 4,03
{
4,71
4,68
4,67
4,63 4,62
4,64 4,67
4,63
4,59
4,93
4,91
4,88
4,90 4,88 4,90 4,90
4,87 4,83
1

E’

1.
Ned. Grootboekobligaties
…………………

4,72
4,77
4,71
4,66
4,66
4,63 4,65 4,66 4,62

s

II.
Nederl. Staatsleeningen.
.

………………..
Ned. Indische

leeningen…………………..
Gemeent. en provinc. leeningen

………..
..
4,58 4,59
4,57
4,51
4,52 4,50 4,50 4,48
4,48
1
Spoorwegleeningen
………………………
4,73
4,74
4,71
4,67 4,67 4,67
4,68 4,66
4,63
Fondsen
II
tm.

V ………………………..
*
Emissies
(in millioenen)

. .
60,216)
20,417)

40,7
124.)
19,8

1
500
19)
198,515)246,122)

Aantal uitgesproken Faillissementen.
408

j
319 306

1
340
324 339

1
300

1

302

11

1.737
1.582

§
Voorloopige cijfers,

bereikt,
9]

D.w.z. waarvoor restitutie van accijns
is
verleend wegens
1]
Omvattende de werkzaamheden van 39 districtsarbeidsbeurzen, van

uitvoer in den vorm van

suikerhoudende goederen.
19]
1. Op
den
drie andere arbeidsbeurzen en voor zoover bekend van de correspon-.

laatsten van het kwartaal. Cijfers van Lloyds.

UJ
Te Amsterdam en
dentschappen der

21

aj
Gemiddelden

te Rotterdam.
12
1 Amsterdam,
arbeidsbemiddeling.

Januari.

van

Rotterdam Vlissingen, Vlaardingen, Hoek

4 weken.
41
Op 1
juli 1925.
51
Zoowel door Nederlandsche als buiten-

van Holland, Terneuzen, Zaandam, Del’fzijl Harlingen, Maasstuis, Dor-
landsche schepen.

8
1
Kolenslik
niet
inbegrepen.
Wel
zijn inbegrepen

drecht, Ijmuiden en overige havens.

13]

E’erste halfjaar. 14
)
Nom. 1,8
de

steenkolen, welke voor eigen gebruik dienen, alsmede de kolen,

voor conversie.
191
Nom. 125,7 voor conversie.
16
1 Nom. 21,9 voor con-
die aan de mijnwerkers gegeven worden [z.g. ,,Deputatkohlen”].
71
Saldo

versie.
17
1
Nom. 8,8

voor conversie.

121
Mei.

151
Nom. 12,2 voor con-
invoer
plus

eigen

productie.
61

D.w.z. onder betaling van accijns in

versie.
2
01

Nom.

12,8 voor

conversie.

211

Nom.

12,8

voor conversie. het Vrije verkeer gebracht. Aangenomen mag worden, dat deze suiker,

921
Nom. 39,6 voor conversie.
231
2e halfjr. ’25.
24]
Juli.Nov.
’25.
zoo
al niet in dezelfde maand, dan toch binnenkort de consumenten

634

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Juli 1926

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.
**
beteeken: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

Ned

r,h,~
C
B

is.Wissels.
*
3
Oct.’25
Zwits.Nat.Bk. 3*22
Oct.’25

Bk

el.Binn.Eff.4
3 Oct.’25
N.Bk.v.Denem. 5
2J,Juni’26
rschi
R.C. 5
3
Oct.’25
ZweedscheRbk
4
8
Oct.
‘2.5

Java

ank…. 4*
2
0
Oct.’24
Bank v.Noorw.
*
20Apr; ’26
Bank van Engeland 5
3Dec.’25
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbank
6*
6 Juli ’26 slowakije
..
6 13Jan.’26 Bank v. Frankrijk. 6 9 Juli’25
NBk.v.O’rijk.
7*2SMrt.’26
Belgische Nat.Bnk. 7
23Apr.’26
N.Bk.v.Houg. 7
22 Oct.’25

Fed.Res.BankN.Y.
3*
2
2Apr.’
26
Bank v. Italië. 7
17Juni’25

Bank van Spanje.. 5
23Mrt.’23
Z.-Afr.Res.bnk 5

OPEN MARKT.

1926 1925

11

1924
1914

Ju
1
5-10
28Juni-‘
21-26
6-11
7-12
20-24
Juli.
3Juli
Juni
Juli Juli Juli

Amsterdam
Partic.disc.
2I8
2
7
1-3
2
7
1-3
2
7
/s
2
1
18-
1
12
3
’18

‘j4
3
1
/s-
3
126
Prolong.
2112
2)
2
1
123
1
12
31(4_3j4
2
3
143
1
14
1
3
14-2
211
2
21(4

3(4

Londen
Daggeld
..
3314

4
331
4
_431
4

3_511
3112-4
3.411
4

2-4
1
3
14-2
Partic.disc.
45j14
4
1
1s

11e
4
1
(8.
1
(4
41j4
4
3
1s-
9
1i6
331
5
1
2
1
1414

BerlIjn
Daggeld
. .
3
1
12-5
1
12
31!2-7
41128
3

514 8h/410
1
12


Partic.disc.
30-55 d..
.
412
41i2-I8
451
4I8-112
771
8



56-90 d..
.
4
1(2
4
1
12
4
1
1,
43/8-1/2
77J

2
1
1s-
1
12
Waren-
wechsel.
5
5_11
5

14
5

3I
9
-1
18


Net» York’)

0.
CaIl money
4
1
1314 412-14
411
3
_511
4

411..31
4

331
4
_431
4

2-
314
1
3
(4 -2
1
1,
Partic. disc.1
3113
312
3
1
1
3
3
18
.1
12
3318

II
Cail money-koers van 9 Juli en daaraan voorafgaande weken t”n.
Vrijdag.
2)
Koers van 9 Juli.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

13 a a
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia’)
York)
•)
)
)
)

6 Juli

1926
2
.
4
9
1
11
1211h
59.29* 6.65*
6.29*
1008/,

7

,,

1926
2.49
1!l1
59.28*

6.65
633
1001/
8

8

,,

1926
2.49
12.111
59.28 6.40
6.10
10011
8

9

,,

1926
2.49
1
2
.
11
*
59.28*
6.49 5.90
10011
8

10

1926





100’1
12

,,

1926
2.49
12.11
59.
2
8*
6.31
5.48
100
1
1
8

Laagsted.w.’)
2.48l5/,
6

1
2
.
10
*
59.27
6.15 5.10
100
Hoogste
d.w1)
2.491/
8

2
.
1
l*
59.31
6.82
6.55
100
1
1
5 Juli

1926
2.49v
1
2
.1
1
*
59.30
6.75
6.52
100k
28
Juni 1926
2.48s/
12.1
1
*
59.27*
7.24 7.13
10011
8

Muntpariteit
2.48k
12.10
59.26
48.- 48.-
100

Data
seZ
rzd

Weenen
Praag
Boeka

Milaan
Madrid

6
Juli

1926
48.25 35.25
7.37
1
.
17
*
8.54
39.05

7

,,

1926
48.23
35.25
7.37
1.17*

8.31
j
3
9.
72
*
8

,,

1926
48.24
35.21
7.37
1
.
1
7*
8.
26
*
39.70
9

,,

1926
48.23
35.20
7.37
1.17*

8.60

39.571
10

1926


7.38
1
.17*


12

1926
48.22 35.20
7.37
1.17
8.44
39.32*
Laagsted.w.l)
48.18 35.10
7.36
1.12
8.10
39.-
Hoogste d.w’)
48.25 35.25
7.39
1.
22
*
8.85 39.85
5 Juli

1926
4820
35.25 7.38 1.17*
1

8.75 39.42*
28 Juni 1926
48.22′,
35.20
7.37
1.10
9.05
40
.
07*
Muntpariteit
48.-
35.-
50.41
48.- 48.- 48.-

Data
Stock-
1
holm’)
Kopen-
hagenb)
Oslo’)
sing-
forst)
Buenos-
Aires’)
Man-
treal’)

6 Juli

1926
66.82*

66.-
54.70
6.27*

101
2.49j
7

,,

1926
66.80
66.-
54.7
2
*
6.27
101
2.49k
8

,,

1926
66.82*

66.-
54.571
6.27
101
2.49,(
9

1926
66.80
66.05 54.60
6.27
101
2.49j,
10

1926



6.27
100X

2.49k
12

1926
66.80
66.05
54.65
6.27*

101
2.49k
Laagsted.w.’)
66.72
65.95 54.50
6.25
100h
2.49
Hoogste d.w
1
)
66.85

166.15
54.80
6.30
101k
2.49h
5 Juli

1926
66.62*
66._
54.75
6.22
1OOy
4

2.4921
8

28 Juni 1926
66.82*
66.-
54.70
6.30
10011
8

1
2
.
4
9
1
/4
Muatpariteit
86.67
66.67 68.67
48.-
105

‘)
Noteerlug
te Amsterdam. ••) Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzi ‘ht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

o
t
a a
(per)
Parijs
($p.lOOfr.)

Berlijn
($p.lOOMk.)
Amsterdam
($p.IOOgld.)

6 Juli

1926
4,8671,
2,73
23,80
40,15
7

,,

1926
4,8671,
2,62
23,80
40,15k
8

,,

1926 4,8651,,
2,58
23,80
40,15v
9

,,

1926 4,865/,
2,64*
23,80
40,153
10

1926
4,86
5
/
18

2,57
23,80
40,12
12

1926
6*6
*1*
66$

13 Juli

1925
4,861/
8

4,70
23,80
40,07
Muntpariteit
..
1

4,8667
19,30
1

23,8134
401f,,

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
26Juni 1
eenheden

1

1926

1
3
Juli 1
1926

1Laagste
l
Hoogstel
5(10
Juli
’26
.
10
Juli
1926

Alexandrië..
Piast.p.
9734
9734
9
7
7
1,
97
9
11
9734
Athene

….
Dr. p. £
39534
39934
392
402
397
Bangkok
.
. .
Sh. p.tical
1110
111081
8

I11081
8

111011
8

111081
8

Budapest
. ..
Pen. p. £
27.85
27.85 27.75
27.95 27.85
B. Aires’).
. .
d. p.
$
4551,
6

45
a1,
45
5
1
1

4534
455/,

Calcutta
.
.
. .
Sh. p. rap.
115
59
1
84

1
1
515
1

1
;
57
1

1
1
515
1
,
6
1
!”sr
Constantin..
Piast.p.0
91234
89734
875 905
880
Hongkong
..
Sh. p.
$
21′
1

2
1
,
3
7
1
32

2 334 2/3
5
,
2137
1
16
Kobe

……

Sh.p.yen

9

1

5!
1/11
1
/
8
11
1

3

1
6

1!
3

1

T!

d. per Esc.
Lissabon
1)

.
.
217

la,
2”

152
21/,

2
35
/
64
2171

’32
d. per
$

..

24
24
23 25
24
Mexico ……..
Montevideo
1)

d. per
$
49
11
,
49′
1
8

49′
1

4934
49′!,
Montreal
.
.
$
per £
4.85 ‘h
485”
T!
4.855/
8

4.85.
4.85j
R.d.Janeiro
1)

d. per l’,lil.
7
18
/16
7
71,

771,
‘7231

Shanghai
. .
.
Sh. p. tael
9
1
11
T’!
2’ll


1

T!
2/11.,
9

3/0’/,
2/1 1
Singapore.
..
id. p.
$
213291
32
2I3’°’
1

33
2″‘
I”3
2 3
1

32
91329
1
Valparaiso
2).
$
p.0
39.80
39.80
39.70 39.80 39.70
Warschau
..
Zi. p.
£
51
50
3
)
48
3
)
503) 493)

1)
Telegrafisch
transfert.
2)
90
dg.
3)

bieden.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
8)

Londen’)
N.York8)
Londen
5 Jul,
1926.
.

30 Y
4


5 Juli 1926….
8411134
6

,,
1926..

301/
8

6511
8

6

,,
1926….
8411034
7

,,
1926.
.

3011,,
6534
7

,,
1926…
.
8411134
8

,,
1926..

30s1,
655/
8

,,
1926…..
8411134
9

,,
1926..

30
,
1
8

6534
9

,,
1926….
84/1034
10

,,
1926..

301,,
6531, 10

,,
1926….
8411134

11

Juli
1925..

32
69’1
10 Juli
1925…
8411034

20 Juli
1914..

24
15
1,
6

54
1
18
20 Juli
1914….
84111
1)
in
pence
p.oz.stand.
2)
Foreign

silver in $
c. p.oz.fine.
3) in sh.
p. oz. fine

STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
De Minister
van Financiën naakt bekend:

Vorderingen.

1
30 Juni 1926

1

7 Juli 1926

Saldo bij de Nederlandsche Bank
1

17.554.313,18
f


Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
44.439,20

Voorschot op uIt. Mei
1926 aan de ge-
meenten op voor haar door de Rijks-
admunistraliete heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten op
30.192.430,74
,,

30.192.430,74
Voorschotten aan de koloniën
……..
8.718.993,97
,,

15.816.242,39
,,152.117.839,94
Kasvord.weg. credietverst.ajh. buitenl
Daggeldleeningen

tegen onderpand
152.818.321,38
….
,,

de Rijksinkomsten beLsting………..

van Staasschuldbrieven

………..
31.200.000,-
,,
32.200.000,-
Saldo dër postrekeningen van Rijks-
coniptabelen

………………….
12.642.939,23

18.725.461,40
Vordering op het Staatsbedrijf der P.,
..


T.

en

T.’)…………………………..
Id. op andere Staatsbedrijven
2)
,,

4.068.318,03

3.568.348,03

V e r
pij c h t i
n
ge
n.

Voorschot do&r
de Nederi. Bank

/

2.160,424,72
/
135.470.000,
,,128.632
000.-
,,
52.310.000.

Waarvan direct bij de Ned. Bank
– –
13.936.868,-
,

14.403.053,

Schatkistbiljetten in omloop’)………

Schuld a. d. Bank v. Ned. Gemeenten
2)

,,

767.722,64

Schatkistpromessen in omloop ……..64.330.000,-

Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds
2)
..,,
12.252.165,96
,,

26.980.185,82

Zilverbons in

omloop ……………..

Id. a. h. Staatsbedrijf d. P., T. en T.
2)..,,

36.816.135,66
,,

39.317.016,02
Id. aan andere Staatsbedrijven’) ……
370.000,-
,,

370.000,-
Id. aan diverse instellingen
2)
…..

2.928.814,94
,,

3.004.044,72

‘)
Waarvan
f
12.056.000 vervallende
op 1 Juli 1929.
2)
in rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van Koloniën maakt bekend

1

26 Juni1926
1

10 Juli

1926

Voorschot uit ‘s Rijks kas aan N.-lndië
f

300.000,-

f
1.957.000,-
Indische Schatkistprom. in omloop
..,,
18.350.000,

,,26.I50.000,-
Voorschot Javasche Bank aan N.-lndië
,,

8.011.000,-
,,
3.866.000,-
Muntbiljetten

in

Omloop

……………
33.232.000,-
,,33.248.000,-
Ten

voordeele van Ned.-lndië ge-
boekte beleggingsgeiden van het
,,

4.526.000,
Ned.-lnd. muntfonds……………….4.600.000,–
Idem van de Ned.-Ind. Postspaarbank.,,

802.000,-
,,

795.000,-
Totaal……………………
1
f65.295.000,-
1
f70.542.000,-

14 Juli 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

635

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 12 Juli
1926.

Activa.
Binnenl.Wis-( Hfdbk.
f

29.355.274,59
sels, Prom.,’ Bijbnk. ,,

8.840.393,89
enz.in
disci Ag.sch. ,,

18.165.513,59

f
56.361.182,07
Papier o. h. Buiteni. in disconto

Idem eigen portef.
.
f
203.658.240,-
Af :Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel.


203.658.240,-
Beleeningen
Hfdbk.
f

56:313.156,24
nc1. vrsch.
Bijbnk.

,

12.116.874,24
in rek. -crt.
Ag.sch.

,

75.320.632,19 op
onder
p.

f
143.750.662,67

Op Effecten
…….f
340.386.762,67
Op Goederen en Spec. ,,

3.363.900,-
143.750.662,67
Voorschotten a. h. Rijk …….. ………

Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……f

64.888.495,_
Muntmat., Goud
.. ,,
361.247.674,74

f
426.136.169,74
Munt, Zilver, enz.

,,

27.157.245,58
Muntmat., Zilver
.. ,,

Effecten
453.293.415,32

BeleggingRes.fonds.
f

7.047.655,51
id. van

v. h. kapit.,,

3.999.542,38
11.047.197,89
Gebouwen en Meub. der Bank ………,,
5.142.000,-
Diverse

rekeningen ………………..
45.944.160,96

f
919.196.858,91
Passiva.
Kapitaal
………………………..f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,
7.047.731,06
Bijzondere

reserve ……………….

..
8.800.000,-
Bankbiljetten in omloop…………….
833.069.555,-
Bankassignatiën in omloop………..
291.232,79
Rek.-Cour.
5
Het Rijk
.f
13.197.644,16
saldo’s:

‘t,, Anderen

32.264.255,96
45.461.900,12
Diverse rekeningen ………………,,
4.526.439,94

f
919.196.858,91

Beschikbaar metaalsaldo
…………..f
276.952.652,84
Op de basis van
215
metaalde/cking…

,,
101.188.1.15,6
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigdis

,,
1.384.763.265,-
Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Goud
Andere
Beschikb. Dek-
Data
I

Munt
1
Muntmat.
Circulatie
1

opeischb.
schulden
Metaal-
saldo
kin ga
perc.

12 Juli

’26
64.888
361.248
833.070
45.753
276.953
51
5

,,

.
’26
65.067
361.248
841.724
35.054
277.731
52
28 Juni ’26
65.271
361.238 809.229
64.417
279.042
52 21

’26
65.466
361.238
798.967
70.587
279.767
52
14

’26
65.625
366.250 815.280
61.674 282.812
52
7

’26
65.764
366.250
827.151
47.857
283.309
52

13

Juli

‘25156.2841
375.274 895.963
35.252
266.953
49

25 Juli

‘14165.7031
96.410
310.437
6.198 43.521
1
)
54

Totaal
Schatkist-
Bele
°p1eT
erse
Data
bedrag
promessen
In
ophef
reke-
Lingen
disconto’s rechtstreeks

buiten!.
)

12 Juli

1926
56.361

143.751
203.658 45.944
5

,,

1926
57.413

137.448
203.317
44.985
28 Juni 1926
54.817

141.580
198.447
47.712
21

,,

1926
55.796

139.640 198.352
44.586
14

1926
64.811

140.022
195.177
58.658
7

,,

1926
66.714

129.342 195.132
64.150

13 Juli

1925
89.227
14.000 143.526
213.789
48.510

25 Juli

1914
67.947
14.300
61.686
1

20.188
509
1)
Op de basis van
‘k
metaaldekking.
2)
SluitpOst activa.

CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circu-
latie
conto’s
Dis-

Ic!iotten
Voor-

aan de

Diverse
1
reke-

1
n
i
ngen
i
n
i
ngen
2

Diverse
reke-

1 Juni

19261
1.241
2.075
72

1.264
115
1 Mei

19261
1.157
1.093
92
43
1.385 249
1 April

19213
991
1.828
73
27
1.136 65
1 Maart

1926 1.026 1.766
73
24
1.119
57
1 Februari 1926
1.028
1.601
74
5 1.08(5
67
1 Januari

1926
1.053
1.582
77
333
994
72

1 Juni

125
851
1.560
79
141
979
97

JAVASCHE BANK.

Voornaante posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken

cijfers
der

laatste weken
zijn telegrafisch
ontvangen.

Andere
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
18eschikb.
metaal-
schulden
saldo

3Juli1926
235’50
331.500
43.000
160.600
26Juni1926
237.250
32.
1
4
000
44 000
162.850
19

,,

1926
233 500 330.000
43.500
158.800

5 Juni1926
1.309
33.037
327.578
47.364
158.869
29 Mei 1926
195.399
38.399
324.205
45.250
160.363
22

,,

1926
200.475
38.227
325 829
45.357
164.959
15

,,

1926
200.070
38.006
330.470 41,754
164.101

4 Juli 1925
133.220
47.560
290.433
50.527 111.569
5

,,924
150.644
65.137
256.643
82.087
148.795

25Juli1914
22.057
33.907 110.172
12.634
4.842
2
)

Wissels,
.
Dek-

o
a a
Dis-
bulten
Belee-
zv
:
rse

kings-
conto’s
N,-Ind. ningen
ning:n’)

percen-

3Juli1926
108.760
63
26 Juni1926
105.690

64
19

,,

1926
104.700
64

5Juni1926
10.976
20.753
43.420
64.182
62
29 klei 1926
10.516
20.8
1
0
42.415 67.624
63
22

1926
10.327
21.595
42.082 67.922
65
15

1926
10.169
21.175 40.568 66.246
64

4 Juli 1925
18.187
‘24.608
63.217
63.320
51
5

,,

1924
35.484
21.611 66.881
18.222
64

25 Juli 1914
7.259
1

6.395
47.934 2.228
44
5)
Sluitpost activa.

1
1
Basis
II,
metaaldekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten, onder bijvoeging der Currency Notes, in duizenden ponden sterling.

Data
Metaal
Circulatie Currency Notes

Bedrag
1
Bankbil).
1
Gov. Sec.

7

Juli 1926
150521
142.218
296.019
56.250 245.626
30 Juni 1926
150.350
141.705
294.036 56.250 243.667
23

,,

1926
150.085
140:388
293.889 56.250 243.258
16

1926
149.793
140.008
295.862
56.250 245.317

9

,,

1926
148.983
140.380
298.057
50.250
247.494
2

1926
148.771 140.982
299.175
56.250
248.536

8 Juli

1925
158.862 145.206
297.337
53.950
248.720

22 Juli

1914
40.164
29.317


.

Data
00v.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
Reserve
Dek-
gs

7 Juli ’26
37.250 74.560
16.498
105.595
28.053
23
30Juni’26
51.610
103.091
10.458
105:283
28.394
1711
23

,,

’26 40.160
67.261
18.625
108.214 29.447 24
16

’26
40.915 66.938
14.258
118.764
29.536
2

9

’26
39.455 68.002 9.775 103.042
28.353 24
2

’26
51.570 68.896
11.458
104.336
27.539
211/

8 Juli ’25
42.517
71.992
11.250
118.652
33.406
25

22 Juli ’14
11.005 33.633 13.735
42.185 29.297
5281,
‘) vernouuing tusscncii ncac,vc cli ucpuciLs.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in inillioenen francs.

1
Waarv.
1
Te goed!
Wis- Waarvan

Belee-
Data
Goud
in het
Zilverl

in het
sels

op
het
ningen
buitenl.
buiteni.
buitenl.

8Juli’26
5.549
1.864 338 576
4.8701
17
2.366
1

,

’26
5.549
1.864 338
576 5.606
14
2.254
24Juni’26
5.549 1.864
337
576
4.744
16
2.311
17

’26
5.549
1.864
336
576
4.483
17
2.354
10

’26
5.549
1.864
335
574
4.682
18
2.383

9Juli’25
5.547
1.864
312
581
3.352
23
3.057

23 Juli’14
4.104

640

1.541
8
769

Buit.
g
ew.I
Schat-
Diver-

J_Rekg. Courant
______________
Date
voorsch.
1
kistbil-
spn
Circulalte
Purti-
old. Staallietten
1
)1
cuueren1 Staat

8Juli’26
37.700 5.384
3.704
54.862
3.342
38
1

,,

’26
37.350
5.371
2.948
53914
3.204
23
24Juni’26
36.601)
5.371
3.303
53.073
2.909
18
17

,,

’26
36.400
5.370 3.498
53.033
2.770
16
10

’26
36.400
5.363
3.655 53.353 2.822
36

9Juli ’25
27.400
5.065 3.687
44.494
2.474
14

23Juli’14
1



5.912
1

943
401

1) In disc, genomen wegens voorech. v. d. Staat a. buiteni. regeeringen.
1)
Sluitpost Oer activa. ) sluitpost oer passiva.
) 1
egoea v.
0.
uouv.

636

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Juli 1926

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichamark.

Data
Goud

Daarvan
bij bui-
tenl. circ.
banken
1)

Deviezen
als goud-
dekking
geldende
Andere
wissels
en
cheques

Belee-
nlng’.n

7 Juli

1926
1.492,3
260,4 344,4
1.273,1
7.7
30 Juni 1926
1.492,2
260,4
324,8 1.288,2
143,3
23

,,

1926
1.492,2
260,4
149,8
1.224,0
5,3
15

,,

1926
1.492,2
260,4
205,4
1.283,1
6,4
7

,,

1926
1.492,0
260,4
355,9 1.240,3
6,3
30 Juni 1925
1.065,6
90,7
355,2
1.579,7
15,6

30 Juli

1914
1.356,9


750,9
50,2
II Door.
Data
Effec-
Diversel
Circu.
1
Rekg.- Diverse
ii Rtjksb.
ten
Act iva2
,)
lat ie
Crt.
Passiva
Ii geher-
II

disc.

7 Juli

1926
89,5 620,3
2.892,7
579,5 116,4

30 Juni 1926
89,5
521,6
2.971,2
526,9
119,9

23

,,

1926
89,5 670,9
2.498,1 764,0 160,4
3,8
15

,,

1926
89,0 680,9
2.612,8
763,0 157,4
3,7
7

,,

1926
89,0
616,7
2;794,9
647,4
118,2
38,2
7 Juli

1925
201,3
685,7
2.442,6
574,0
661,7
540,4

30 Juli

1914
330,8
200,41
1.890,9
944,-1
40,0
1

1)
Onbelast.
2)
W.o.
Rentenbankseheine
7

Juli,
30, 23,
15, 7
Juni,
resp.
200,8;

132,2; 292; 264,8; 316,2 miii.
NATIONALE BANK VAN BELGIE.

Voornaamste posten in millioenen fraiics.

ïiTsch.ajdSt.

Data

.(i
bz
.

8Juli’26
362
30
1.391 821
5.200
43′
8.631 433
1

,,

’26
363
30
1.362 570
5.200
17
1

8.514
392
24Juni’26
363
30
1.509
354
5.200
351
8.277
469
17

,,

’26
363
30
1.465
412
5.200
18′
8.228
443
10

,,

’26
364
30
1.555
391
5.200
703
8.336
425
3

,,

’26
364
30
1.570 498
5.200.
626
8.370
437
9 Juli’25
355
30
1.370
257

2′
7.590 212
) nçnuiu aan aen staat.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA
FEDERAL RESERVE BANKS. Voornaamste posten in millioenen dollars.

Goudvoorraad
g
Wett
a
i

Wissels

Data beta
middel,
Totaal
t
Dekking
1
In her-
disc. v. d.
In de
open
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
etc.
member
markt
banks
gekocht

23Juni’26
2.846,6
1.511,9
1

148,9
479,2 247,2
16

,,

’26
2.836,6
1.576,0
J

147,7
393,3 233,2
9

’26 2.833,2
1.529,2 149,3
448,2 249,8
2

’26
2.797,2 1.502,7
149,3
525,0
2441
26 Mei ’26
2.816,1 1.507,8
159,4
473,9
238,8
19

,,

’26 2.810,8
1.523,8
162,3
489,9 226,5
24 Juni’25
2.810,8
[526,9
148,0
455,4
241,7
Data
Belegd
in U S•
in circui
Totaal
0

fort
1

Goud-
Dek-
1
Algem.
1

Dek-
Oov.Sec.
1
KaitaalI
kings-
1

kings-
latie
1
1

perc.’)
1

perc.’)
23Juni’26
383,1
1.682,8
2.258,2
122,8
72,2 76,0
16

,,

’26
482,2
1.688,2
2.290,9
122,7
71,3
75,0
9

,,

’26
418,3 1.692,9
2.251,3
122,7
71,8 75,6
2

,,

’26
404,2
1.704,1
2.261,2
122,6 70,5 74,3
26 Mei’26
395,1
1.672,8
2.243,1
122,5
71,9 76,0
19

,,

’26
398,6 1.665,2
2.280,6
122,4
71,3
75,4
24Juni’25
324,6

1
1.634,2
2.210,4
115,6
73,1
7,0
1)
Verhouding
totalen
goudvoorraad
tegenover
opeischbare
schulden:
F. R. Notes en netto deposito.

2)
Verhouding totaien voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ
HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data
Aantal
banken

Dis-
conto’s
en
beleen.

Beleg-
gingen

1ve
de

banks

Totaal
depo-
sito’s

Waarvan
time
deposits

16Juni’26
703
14.055
5.683
1.687
18.918
5.604
9

,,

’26
703
13.905
5.723
1.660
18.750 5.586
2

1
26
703
13.962
5.716
1.638
18.868
5.604
26 Mei’26
703
13.874
5.705
1.671
18.673 5.571
19

,,

’26
703
13.896 5.699 1.632
18.704 5.547
17Juni’25
733 13.201
5.539
1.667
18.167
5.188
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

EFFECTENBEURZEN.
.

Amsterdam, 12 Juli 1926.

Opnieuw is het de fondsenmarkt te B e r 1 ij n geweest,
welke in de achter ons liggende berichtsperiode de meeste
aandacht heeft getrokken. De beweging van het koerspeil
is hier met heftige schokken gepaard gegaan, zoodat op-
en neergaande richtingen zich afwisselend kenbaar hebben
gemaakt. De grond voor deze fluctuaties moet worden ge-
vonden in de elkander tegensprekende geruchten van ver-
schillenden aard, welke de ronde hebben. gedaan. De sterkste
uitwerking heeft in dit verband wel de fusie van de 1. G.
Farbenindustrie met de Koln-Rottweil A.G. gehad..1-Ier-
haaldelijk werd deze fusie in het geding gebracht en daarna
weder ontkend, totdat ten slotte op de jongste algemeene
vergadering van laatstgenoemde maatschappij de bijzonder-
heden bekend werden gemaakt. Ook de berichten omtrent
onderhandelingen van de I.G. Farbenindustrie met de Stan. dard Oil betreffende de exploitatie van synthetische brand.
stof hebben de markt gestimuleerd. Dergelijke geruchten
hebben een veel grooteren invloed gehad, dan de beperking
der credietfaciliteiten, welke in sommige gevallen ten aan-
zien van beurstransacties plaats heeft gevonden. In ver-
pand met de geruchten omtrent kunstmatige brandstof
waren b.v. ook aandeelen Riebeck goed gevraagd. Daaren-
tegen bleken aandeelen Rombacher Hüttenwerke te zijn
aangeboden, als gevolg van het gepubliceerde plan tot fi-
nantieel herstel der vennootschap. Tegen het slot der be-
richtsweek viel over het algemeen een verslapping van de
opgaands tendens op te merken, welke het gevolg is ge-
weest van winstnemingen.
Te L o n ci e ii heef t cle beleggingsafdeeling een matte ten-
dens vertoond. Ten deele moet dit worden toegeschreven
Lan dcii concurrecrenden invloed Van de talrijke nieuwe
emissies van deti laatsten tijd, ten anderen 1eele echter aau de verstroeving van de gelciniarkt. Biuietilandsche
spoorwegen boden een goede markt; daarentegea hebben
Idii neulaiidsehe indtistr lede aatideeleti ccii zekere loomheid
aau den dag gelegd, hoofdzakelijk als gevolg van de mccle.
deeling cle, Cotirtaulds fabrieken, dat het interim dividend
wordt verlaagd.
J)e fondsenmarkt te P a r ij s heeft zich aan de be-
veging van den franc geheel gespiegeld, zoodat hetzelfde
beeld is ontstaan, dat reeds zoo vele maanden achtereen,
in Parijs kan worden aanschouwd. Zelfs blijkt het meer en meer waarschijnlijk, dat Fransche beleggers voor hun aan-
koopen in het buitenland thans de voorkeur geven aan
Duitsche industrieele aandeelen, waaruit voor een deel de
opgewekte stemming aan de beurs van Berlijn valt te ver-
klaren.

De markt te New York is vrij levendig gebleven, waar-
bij aandeelen als U.S. Steels, General Motors en spoorweg-
aandeelen van goed gehalte op den voorgrond zijn getreden.
Een minder gunstigen indruk heeft de mededeeling ömtrent
de uitstaande leeningen tegen onderpand van fondsen van
het beursbestuur gemaakt, waaruit bleek, dat het totaal
dezer leeningen met $159 millioen was toegenomen. Hierbij
heeft men echter rekening gehouden met de omstandigheid,
dat het totaal van de toeneming geringer dan de rijzing
van het algemeene koerspeil is geweest. Ook de achteruit-
gang van de onuitgevoerde orders der Steeltrust heeft geen
al te grootet invloed gehad.
Ten onzent is de markt tamelijk kalm gebleven, hoe.
wel hier en daar opmerkelijke koersverschillen naar voren
zijn getreden. Op de
beleggingsafdeefing
is dit uit den aard
der zaak niet tot uitdrukking gekomen. Hier was de stem-
ming voortdurend vast, waarbij ook iets meer aandacht
werd besteed aan fondsen, welke gewoonlijk eenigszins
buiten den stroom van ruim verhandelde beleggingsobjec-
ten liggen. De aandacht wordt thans meer op deze soorten
gevestigd, doordat de courante stukken langzamerhand een
vrij hoog peil hebben bereikt. 6
o,
Ned. Werksehuld 1922:
1061/,,
106581
10651,
6
;
4%
0/
Ned. Werk Schuld 1917: 100,
100; 7
ol
o
Ned. Indië: 100151
10
, 1007
8
, 100 29132 ; 5 0/,
Mexico: £ 100, 1000, 14%, 1481
6
(ex uitkeering) 1271; 5 01
Mexico 1899 £ 20, 100: 14%, 1431
1
, (ex uitkeering) 49%
5 o
o
Brazilië 1903 £ 100: 79, 7971, 793
;
8
0
/0 Sao Paulo:
136%, 106, 10534.
Van de aandeelenrubrieken is de
suikermar/ct
wel sterk
op den voorgrond getreden. Gedurende eenigen tijd zijn
het uitsluitend aandeelen H.V. A. geweest, welke zoowel
wegens de omzetten als wegens de koersverbetering de
aandacht hebben getrokken. In de achter ons liggende
dagen is dit veranderd. De belangstelling werd meer ge-
trokken door de z. g. incourante suikeraandeelen, welke
bijna alle een aanmerkelijke koersverbetering hebben kun.
nen behalen, terwijl in aandeelen H.V.A. eerder winstne-

14 Juli 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

637

mingen naar voren zijn getreden. De reactie is weliswaar
niet al te groot geweest in verhouding tot de voorafge-
gane rijzing, doch is, absoluut beschouwd, Vrij aanmerke-
lijk geworden. Cultuur Mij. der Vorstenlanden: 166%, 170%, 169; Handeisverg. Amsterdam: 635%, 645, 629, 620% ; Java
Cultuur Mij. 342, 347%, 341; Krian: 129, 135%, 137%
wed. md. Suiker Unie: 231%, 2381/
2
, 235 ; Pagottan : 274,
280, 28434, 282%; Poerworedjo:
11551
8
,
118%,
117
7
18;
Sin-
danglaoet: 440, 460, 440′ (ex div.), 400; Tjepper
:
648,

670, 660.
De
tabaksmarkt
heeft blijk gegeven van een krachtige
verbetering. De
aa
n
spo
r
ingihiertoe heeft het verslag over
het jaar 1925 van de Deli ‘Maatschappij gevormd. In de
eerste plaats de aandeelen dézer onderneming werden uit
de markt genomen, doch ook de overige oorten hebben
belangstelling ontmoet. Niet het minst doordat in den loop
der laatste weken nogal eenige contramine was ontstaan, voornamelijk in aandeelen Senembab, in verband met de
ongunstige berichten omtrent den nieuwen oogst. Nu uit
liet jaarverslag van de Deli Maatschappij is gebleken, dat de directie, althans, van deze vennootschap, den toestand
niet onbevredigend acht, heeft men zich voorbereid op een
dergeljken gang van zaken, ook bij de andere maatschap-
pijen. Arendsburg: 540, 557%, 555; Deli Batavia: 414, 422,
427 ; Besoeki Tabak Mij. : 225, 230; Deli Mij.: 436, 421%
(ex div.), 413, 414; Holland Deli : 309, 3243, 32-3%; De
Oostkust: 197, 204%, 2032/
2
; Senembah: 399′-. 418, 411%
Itubberaandeelen
hebben niet zoo sterk de aandacht ge-
trokken, hoewel de tendens hier opgewekt is geweest.
De stabiele rubberprjs te Londen maakt het mogelijk, dat
aan het einde van de loopende maand het restrictie stel-
sel weer in werking zal treden, waarvan men dan een af-
neming van de voorraden en een stijging van den rubber-
prijs als gevolg hoopt te zien. Amsterdam Rubber: 32481
8
,
334%, 327% ; Deli Batavia Rubber: 246, 252k, 251; Gogo
Niti: 352, 353, 355; Hessa Rubber; 439k, 445, 450% ; Indische
Rubber: 374, 377, 368; Kali Telepak: 320, 324, 318; Ken-
ding Lemboe: 411, 420, 422; Majanglanden; 502, 508, 513;
Oost Java Rubber: 33811,, 344, 340; R’dam Tapanoeli: 152, 160%, 159% ; Serbadjadi: 328, 336, 333%; Sumatra Caout-
chouc: 307, 319, 319%; Sumatra Rubber: 366, 371%, 370;
Ver. Indische Cultuur Ondernemingen: 185, 189, 185.
Petroleumaandee/en
waren over het algemeen niet zeer
opgewekt, vooral voor aandeelen Koninklijke Petroleum
Maatschappij. Naar het scheen, waren er enkele verkoop-
orders, welke den koeis hebben gedrukt. De hierboven ge-
melde vooruitgang van de exploitatie van synthetische
benzine schijnt bij sommigen de vrees voor mededinging
van die zijde te hebben doen ontstaan. Dordsche Petr. md,
Mij: 389, 375 (ex div.), 371%; Kon. Petroleum Mij: 403
51
8
,
391s’ (ex div.), 386, 387% ; Perlak Petroleum: 83%, 82,
84% ; Pendawa Petroleum Mij: 40
1
18,
4134, 40
1
1
8

&heepVaartaa?ideelen
waren vrij geaninieerd, vooral voor aandeelen Holland-Amerika Lijn, in verband met het actieve
optreden dezer reederij op de vrachtenmarkt. Voor het
overige scheen er tegen het einde van de berichtsperiode
eenige verslapping te zijn ingetreden, waardoor de bereikte
koersen zich voor een aantal fondsen niet geheel konden
handhaven. Holland-Amerika Lijn: 47i1
1
, 54%, 5234 ; Java
China, Japan lijn: 113%, 116, 115; Kon. Ned. Stoomboot
Mij.J 94%, 101, 97% ; Ned. Scheepvaart Unie: 174, 176%,
17551
;
Stoomv. Mij. Nederland: 174, 178%, 178.
Groote aandacht heeft de
niijna[deeling
getrokken door
een krachtige verbetering van aandeelen Redjang Lebong. De koersen, welke Indië naar hier heeft gezonden, hebben
hiertoe alle aanleiding gegeven. Alg. Exploratie Mij.: 105%,
102%, 106% ; Billiton le Rubriek: 630, 636; Redjang Le-
hong: 225, 254, 265, 269%; Singkep Tin Mij: 326, 3573,, 356.

industrieele aandeelen
waren verdeeld. Over het algemeen
was de stemming vast, doch voor aandeelen in kunstzijde
ondernemingen ontstond eenig aanbod, in verband met de
reeds gereleveerde verlaging van de uitkeeriug bij Cour. taulds. Centrale Suiker Mij.: 121, 123, 124; Roll. Kunst-
zijde md.: 106%, 105%, 105% ; Jurgens: 175
7
177%,
177 ; Maekubee: 136%, 139, 134; Ned. Kunstzijdefabriek:
313, 308. 305%; Philips Gloeilainpenfabriek: 348% , 352%,348.
Bankaandeelen
bleven nagenoeg onveranderd. Amster-
damsche Bank: 1601, 158%, 16171
8
; Incasso Bank: 119,

118%
3
118%. Koloniale Bank: 188%, 189%, 1897/,; Ned.
md. Handelsbank: 160%, 161%, 161
5/
3
; Ned. Handel Mij.
C. v. A.: 14951
3
, 150, 151%: Robaver: 681/,, 68%, 6834.

De
Amerikaansche markt
was stil en de koersen hebben
zich geheel aan de aanwijzingen van Walistreet aange-
sloten. Anaconda Copper: 95’1
8
, 96%, 965/
8
; Studebaker:
53%, 5371,; United States Steel: 146, 14334 (ex div.)
14134; Atchison Topeca: 137%
9
138i1 ; Ene: 37, 38%,
38%; Union Pacific: 14871,, 1577, (ex div.), 156%, 157.

GOEDERENHANDEL.
S

GRANEN.

13 Juli 1926.
T a i’
w
e. De vraag naar spoedig leverba.se tarwe heeft
voortgeduurd en ging samen met een vastere stemming in
Chicago waar irleil het gunstige oogstnieuws voor zoover liet
vintertarwe betrof wel ivat veel op den voorgrond geplaatst
had. Berichten van droogte en van zwarte. roest in het
Noord-Westen veroorzaakten clekkiugsvraag. De parti culi e-
.rc oogstraniingen gaven slechts kleine cijfers voor de aonier-
tarwe ill ten slotte kwam Jiet officieele oogstrapport dit
laatste nog bevestigen ; de cijfers van Washington ivaren
zelfs nog iets kleiner .dij van de particuliere experts. Na
1 Juli zou do oogst nog ac1iteru.itgegiaii zijn, zoodat de toe-
stand er vast thitzig. Toch scheen liet oogstrapport de ver-
waehtingeu vrijwel te bevestigen althans wat tarwe betreft..
De markt opende nl. met een gering verschil na het bekend
worden der cijfers. Van den Canadeeschen oogst is er ccii
ramiug, die den oogst op 415 millioen bushels schat, d.i.
no
g
iets grooter dan de opbrengst van den vorigeu oogst.
Wordt deze raming nader bevestigd, dan bestaat er geen
kans op een wereld-tekort in tarwe cii is een scherpe
pi’ijsverhooging vrijwel uitgesloten. Terwijl wij dit schrijven
ontvangen wij evei wel (le officieele cijfers vaii den Cana-.cicesche oogstraniiug, al. 327 millioen busheis. Dit is eei.i
geweldig vcrschi.l met de bovengenoemde particuliere
railliug en van Anierikaansche zijde wordt clan ook mede-
gedeeld, dat liet cijfer te laag wordt beschouwd.
in Europa was cle vorige week het weer nog steeds te
nat. Vooral in Zuid-Oost Europa oiidervoncl de oogst dien-
tengevolge nogal schade van overstroomingen. Uit ]foe-
iiieuië, waar meic bezig is niet oogsten, blijven cle berich-
ten zeer gunstig. Dit land heeft dan gi’ootsten oogst sedert
dcii oorlog en waarschijnlijk zal het dus dit jaar ccii
eenigsziiis grootero ikwontiteit kunnen lexportecren. Tii
Italië waar, zooals uien weet, cle opbrengst kleiner geschat
wordt, zal mën een gecleeltie rogge door het broodgraan
nlengcii In Frankrijk en Duitsciclanci was het veer ongun-
stig en de oogst is vertraagd maar cle schade door het weer
wordt klein geschat. In Engeland verwacht men niet-
tegenstaande het ongunstige weer toch een goeden oogst.
De berichten uit cle lnuicleii van bet Zuidelijk halfromi blijven gunstig, behalve van Iuclië, waar de neerslag on-
voldoende was.
De goede vraag naar spoedig verlaaclbare tarive heeft
cle laatste ivelceit de verscliepiugeci doen toenemen zonder
dat de stoomeiicle hoeveelheid ergens een druk uitoefent.
Ook werden er in cle afgeloopen week veel zaken geclaac
iii Amerikaanselie wintertarwe
01)
Juli en Augustus afla-
ding. De veel lagere prijzen trokken algemeen de aandacht
en deze vraag was mede een der oorzaken om Chicago te
doen stijgen. Over liet algemeen heeft Europa bijna geen
Cai.iacleesche tarwe van den nieuwen oogst gekocht, aan-
gezien deze eerst int September of October verscheept wordt
en uien clezeu termijn te laat vindt.
ii ogge. De handel lieef t niet veel •te beteekei.ieii gehad
ofschoon cle prijzeil zeer vast zijn gebleven. Vooral partijen
die voor 1 Augustus iii Duitsc]ilaud kunnen worden ing-
voerd trokken veel belangstelling. Polen biedt van den nica-
welt
oogst aaii tot zeer veel lagei’eri prijs clan voor Ame-
rikaansche 6f andere soorten. Wegens een tarievenoorlog
tussclien Duitschland cii Polen kant deze rogge
mCi in
Du itschlanci geïmporteerd worden.
M als. De vaste steniuiing heeft zich aanvankelijk nog
voortgezet vooral in Engeland, maar naar mate cle prijzen hooger gingen, kwamen er steeds weer ladingen, die reeds
verkocht waren, opnieuw aan cle markt. Dit maakte cle stemming tragel’, vooral claai ook de vraag op het Con-
tinent te wenschen overliet. Wel bleef Duitschla.ncl belang-
stelleii iii spoedig aankoniencle partijen, maar de vraag
was teelt niet urgent, Antwerpen bleef een gdle markt,
iciettegenstaaride cle daling van den franc. Toen evenwel
cle daling van liet ruilmiciclel bleef voortduren, werden de
handelaren wel erg angstvalhig, zoodat de vraag ver-
mi udercie.
Het Amerikaansche oogstrapport geef t een klein cijfer
voor den nieuweni maïsoogst cii of schoon
wel
geeli groote
raming venvacht werd heeft liet cijfer toch verrast en
opende Chicago ruim een cent boven de vorige noteering.
Wanneer de oogst niet nog aanmerkelijk verbetert, is het
bijna uitgesloten, .dat Noord-Amerika in dit of liet komen-
de jaar nmaïs zal exporteeren en dit geeft ontegenzeggelijk
een vast aspect aan cle maïsmarkt in het algemeen. Alleen
het feit, dat cle huidige Argentijnsche mafsoogst zeer groot
is, wettigt liet tegenwoordige prijsniveau, want zoowel
Noord-Amerika als Zuid-Afrika zullen aanmerkelijk min-
der ter beschikking hebben als een jaar geleden. Een vraag
blijft, wat zullen de Donaula.nden doen. In den laatsten tijd

638
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Juli 1926

Noteeringen.
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

Chicago
Buenos Aires
oor en
12
Juli
5Juli
13Juli
uata

Tarwe Maïs
Haver
1926
1926 1925
Tarwe Maïs
Lijnzaad

Tarwe (Manitoba III)
..
1
16,10 15,80
* 17,-
Juli

Juli

Juli Juli
Juli
11111:

Rogge (No. 2 Western) ..’
12,25 11,60
13,60
10 Juli’26

13871
8

7131
8

37a,
13,20
8
)

6,808)
16958)
Maïs (La Plata)

……..
2

174,-
170,-
233,-
2

,.

’26

1341(
68
8
/
8

3671
8

13,-

6,80
17,05
Gerst (48 1h. malting) ….
207,-
198,-
274,-
10 Juli’25

146′,
102w
45

13.20
8
)

9,05
1
)
20,25
1
)
Haver (Canada3) ……..
1
10,80
10,40
13,-
10Juli24

11511
4

101 i
s

5271
s

13,65
2
)

8,95
2
)

22,15
2
)
Lijnkoeken (Noord-Amen-
10Juli’23

10051
8

82Y
2

3851
11,20
1
)

8,501)

21,401)
ka van LaPlata-zaad) .

1
12,15
12,-
13,50
20 Juli’14

82
56’1
8

36
1
4
9,40

5,38
113,70
Lijuzaad (La Plata) …..$
372,-
369,
452,-
1)
per Augustus.
2)
per
September.
1)
per 100 KG.

3)
per 2000
KG.

3)

per 1960
KG. • No. 2
ilard/Red Wintr Wheat.

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam
Amsterdam

Totaal
Artikelen
4110
Juli
Sedert
Overeenk.
4110
Juli

Sedert

Overeenk.

1926

1925
1926
1 Jan.
1926
tijdvak
1925 1926

t Jan.
1926

tijdvak
1925

‘l’arn’e ……………..
79529
791.545
575.430
163
7.731
13.498
799.276 588.928
itogge

……………..
7.865
.
137.100 113.762
50
646

137.746
113.762
696
12.712
16.003
150
855
150
13.567 16.153
Boekweil

……………….
39 717
487.478 346.638
4.633
57.283 46.318
544.761
392.956
9.151 181.263
87.452
100
6.915
4.018
188.178
91.470

Maïs ……………….

Liaver ……………..
6.206 114.863
110.557

2.165
150
117.028
110.707
5.879
125.418
99.604
198
125.555
28.098
250.973
127.702

Gerst

………………

8.015

.

131.746 114.181



131.746
114.181

Lijnzaad

……………
Lijukoek

……………
1.630
27.833
56.796

6.914
8.888
34.747
65.684
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten .
229 7.835
3.230
_-
– –

7.835 3.230

hebben die in het geheel niet meer aangeboden, maar, er
wordt wekelijks toch een zekere kwantiteit verscheept op
ou:le contracten. Wanneer de prijzen aan den Donau niet
verminderen, zullen deze versehepingen evenwel spoedig
ophouden. Rusland biedt op liet oogenblik evenmin aali,
maar er zijn toch oog een aantal contracten uit te voeren.
G e
t’
s t. Spoedig leverbare gerst blijft zeer vast gestemd.
De vraag heeft het aanbod sterk oi’ertrofîen. Op iets latere
afladitig is er evenwel meer te koop, zoowel van den Donau
als van Rusland en van Tunis. To de verschillende soorten
kwamen zaken tot stand, maar ofschoon ‘de vraagprijzen
niet lager zijn, is toch (le stemming wat trager.
I1 a ve r. Ook voor dit artikel bleef de stemming vast
voor in Europa spoedig aankomende partijen, maar cle
omzet was niet groot. Voor cle meeste soorten zijn de prij-
zen hooger, mede in verband met de clmirdere vrachten. De Noorc1-merikaansche oogst wordt grooter geschat dan een
jaar g&edeo, wat misschien nitt verwacht werd. De prij-
zeil in de termijnnaarkten zin vrijwel onveranderd, be-
halve te Chicago, waar ze iets zijn teruggeloopen.

SUIKER.

Hoewel in Amerika de prijzen voor disponibele suiker
wegens geringen handel terugliepen, teugevole Waarvan
zich ook een reactie op de termijnmarkt opeis baarde, ivas de
ondertoon op de verschillende wereldmarkten prijshoudend.
In New York was het verloop der prijzen als volgt:

Sp. C. Juli Sept. Dec. Jan.
Slot voorafgaande week ……4.18 9.41 2.50 2.68 2.72
Opening verslagweek ……….4.18 2.42 2.52 2.69 2.73
Slot verslagweek …………..4.14 2.32 2.46 2.63 2.69

De ontvangsten in de AtI. havens der V.S. bedroegen deze
week 55.000 tons, de versmeltiugen 63.000 tons (tegen 64.000
in 1925) en de voortaden 369.000 tons.
Cubasuiker, laat Juli verscheping, werd tot ongeveer
2.7116 $ c. & fr. New York verhandeld, terwijl ook eenige ladingen Juli verscheping tot Sh. 1119 en 1111034 cif naar
Europa werden verkocht en een lading naar het verre Oosten.
De C u b a statistiek is als volgt:

1926

1925

1924

Tons

Tons

Tons
Weekontvangsten tot 3 Juli

55.029

51.786

46.874
Totaal sedert 1112125 tot 317126 3.816.987 4.236.405 3.341.117
Werkende fabrieken

4

13

4

Weekexport 3 Juli ……..67.042

78.227

96.321
Totale export sedert
1/1
tot 3/7 248f .397 3.141.609 2.602.273

Totale voorraad 3 Juli …. 1.327.592

1.094.796

738.694

Thans zijn 173 fabrieken ofgemalen met een productie
van 4.679.944 tons tegen 4.977.885 tons in 1924125 en uma’s raming van 5.1 52.28I/ fons.
In Engel and werd deze week door raffinadeurs meer
belangstelling getoond voor Koloniale suikers. De termijn.
markt aldaar sloot als volgt:

Juli

……..Sh.

141-
December
……Sh. 14111%
Augustus . . . .

,,

14;2%
Maart ’27
.. ..
1414%
Septeniher …
.

,,

1413%
Mei

’27 ……..
147%

De Zichtbaje voorraden zijn volgens Czarnikow:

1926
1925
1924
Tons
Tons
‘Fons
Duitscitland

1

Juni

……..
684.000
399.000 548.000
Tsjechoslowakije 1 Juni

. .
447.000
315.000
173.000
Frankrijk

1

Juni

……….
234.000 216.000
97.000
Nederland

1

Juni

……….
135.000 75.000
69.000
België

1

Juni . . …………
85.000
113.000
48.000
Polen

1

Juni

…………..
118.000
108.000 107.000
Engeland

1

Juni

……….
475.000 333.000 396.000

Europa.. 2.178.000 1.559.000 1.438.000
V.S. Atlaul. ltaveiis 7 Juli….

369.000

266.000

219.000

Cuba 3 Juli …………….1.328.000 1.095.000

739.000

Totaal .. 3.875.000 2.920.000 2.396.000

Op J a v a was de markt deze week stil en werden slechts
kleine afdoeniogen in de tweede hand van disponibele suiker
gemeld.
Volgens voorloopige opgave werd in Juni 3.448.500 picols
afgescheept.
H i e r tel
t
n de opende de markt in geanimeerde stemming
zoodat pen Augustus f 17._, per December f 17.518 tot
17.3,4 en per Maart f 18. – betaald werd met verder ver-
geefsche vraag. Tegen het einde der week brokkelden prijzen
echter wat af in sympathie met Amerika en werd
Augustus ……..f 16.718 December ……..,, 17.
,
aanbod
Maart ………..,, 17.

J
geboden met verkoopers tot f 18 hooger.

NOTEERINGEN.

Londen
New York
Amster-

WhgfeJat’a’s

Cuba’s

96°
i
Data

dam per Tates

f.o.b. per

96
0
c.i.f.

Centr
Aug.

Cubes

1

f als
No. 1

Juli

1
JulilAug.

ug

kristalsuiker
Sh.
Sh
Sh.
$
Ct,.
basis 990
12Juli ’26
f

1611,
33
1
3
1511c
1119
4,14
5

,,

’26
,,

167/
8

33
1
1
3
153
11110%

12

,,

’25
,,

181/8
353
146
12′-
4,24
4

,,

“24
,, 25
4216
20/3
1813
5,09
ruwsuiker
basis 88°
4 Juli ’14
f

11
12
1
32

18/-


3,26

basis 990

1)
Het verschil tusschen ruwsuiker 88
0
en
f
14
13
/
32
1
!
krist.suik. 99° ts aan te nemen opf3
p.
1001(0.

KATOEN.
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 7 Juli 1926.
Prijzen van Amerikaansche katoen zijn in de afgeloopen
week wederom gedaald. liet ,eerste Bureau Rapport van

1

14 Juli 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

639
11

dit seizoen is Vrijdag gepubliceerd en heeft aan de alge-
meene verwachtingen voldaan. Er is een aanzienlijk overschot
van den vorigen oogst, terwijl gezien de gunstige condities,
er alle uitzicht op een grooten nieuwen oogst bestaat. Een
prijsdaling kwam daarom dan ook niet onverwacht, doch
de verminderde vraag uit de industrie en de moeilijkheden,
die de handel over de geheele wereld ondervindt, hebben
ook grootendeels tot de momenteele flauwe stemming bij-
gedragen. Egyptische soorten zijn ook goedkooper; er be-
staat geen vrees voor den nieuwen oogst en prijzen worden
door bovengenoemde omstandigheden beïnvlped.
De handel in garens toont nog geen verbetering. De vraag
is van weinig beteekenis en met utzondering van eenige
belangstelling voor getwijnde garens voor Indië, valt er
weinig te rapporteeren. Verscheidene fabrieken staan of
geheel stil of werken om den anderen dag behalve dan nog
de voorgeschreven kortere werktijd in verband met het
gebrek aan kolen. Waar men deze nog kan krijgen is de
kwaliteit over het algemeen zoo slecht en zijn de prijzen zoo hoog, dat de -productiekosten daardoor veel te boog
worden opgevoerd, zoodat het in sommige gevallen bijna onmogelijk is de fabrieken te laten werken. In afwachting
van een oplossing in de kolenerisis, valt er over de ont-
wikkeling van de industrie in de naaste toekomst nog
weinig te zeggen; toch worden er door spinners van Ame-
rikaandsche garens plannen ter zelfverdediging beraamd.
Het vaststellen van uniforme verkoopprijzen wordt nog
opgehouden door pogingen om het aantal voorstemmers
hiervan te vergrooten, terwijl men ook besprekingen voert
over het instellen van een Verkoop Centrale.
In den stand van de doekmarkt is weinig verandering
gekomen. De handel is van weinig beteekenis en zoowel
koopers als verkoopers zijn apathisch gestemd. De berich-
ten uit Indië luiden gunstiger; in sommige districten had
men dringend regen noodig, terwijl ook de moesson reden
tot angst gaf. Er zijn nu gelukkig flinke regens gevallen
en de vooruitzichten van den oogst worden als gunstig be-schouwd. Het is wel mogelijk, dat dit meer vraag met zich
zal brengen. De toon schijnt gunstiger te zijn, hoewel er
tot nu toe geen verbetering is gekomen in het aantal ge.
boekte orders, hetzij voor Indië of voor andere markten.
De loop der katoenmarkt wordt met belangstelling gevolgd,
doch zoo lang de koleucrisis duurt worden alle andere
kwesties hierdoor overschaduwd en deze is waarschijnlijk
een beletsel voor de hervatting van den handel op normale
grondslagen.

30Juni 7Juli. Oost. koersen. 29Juni 6Juli
Liverpoolnoteeringen. T.T.opBr.Indië 11571
8
11571
8

F.G.K. Sakellaridis 16,05 16,05 T.T. op flonkong 212
7
1
s
2/27/
8

G.F.
No.
1 Oomra 5,95 6,20 T.T.op Shanghai 2/l1*2/ll

Noteering voor Loco-Katoen.
(Middling Uplands.)

9Juli
1926
2Juli
1

1926

2
5Juni
1

1926

9Juli
1

1925

9Juli
1

1924

New York voor
Middling
– . –
19,05
C
18,250
18,55e
24,30e
30,55 c
New Orleans voor Middling
18,280
17,410
17,61 c
23,75e
28,40 c
Liverpool voor
Middling…
9,60 d
9,26 d
9,56 d
13,65 d 16,79d
1
)

KOFFIE.

De markt was in de afgeloopen week vrij kalm gestemd.
in Brazilië zakte de wisselkoers iets in en liepen dientenge-
volge cle kost- en vrachtaanbiedingen van Rio en van San-
tos ook iets terug. Aan de termijnmarkt te New-York liepen
op 6 dezer de uoteeringen plotseling ongeveer 40 punten op,
doch daarna brokkelcien zij wederom af. Ten onzent echter
bleven cie noteeringen in den aanvang vrijwel onveranderd
ozo later, zoowel voor het •Santos-contract als voor het Ge-
mengcl contract iets in te zakken. In loco bleef de markt
geheel onveranderd bij regelmatigen doch nog altijd beperk-
ten afzet.

yolgens dezer dagen ontvangen telegram uit Brazilië be-
droeg de voorraad, in de Gouvernementspakhuizen en cle spoorwegstations in het binnenland van Sao Paulo en Mi-
aas Geraes teruggehouclen, op 30 Juni 2.833.000 balen, het-
geen tegen 31 Mei eene vermindering aanwijst van 311.000
balen. Deze opgave maakt het thans mogelijk de opbrengst
van den Santos.00gst van 1925/26 te berekenen.

De aanvoei-en uit het binnenland van Sao Paulo te Santos
– hebben namelijk vanaf 1 Juli 1925 tot 30 Juni 1926 be-
dragen. …………………………. 9.082.000 bn.
De voorraad, op 1 Juli 1925 in het binnen-
land van Sao Paulo aanwezig, bedroeg . . 1.786.000
zoodat kan worden aangenomen, dat te San-
tos werd aangevoerd van den oogst 1925/26 7.296.000 bn.
Volgens cle hierboven gedane opgave bedroeg
op 30 Juni 1926 de voorraad in het binnen-
land van Sao Paulo ………………..2.833.000

zoodat de geheele Santos-oogst 1925126 ‘heeft
bedragen ………………………..10.129.000 bu.

Hiervan moet echter worden afgetrokken de op 30 Juni
1926 in het binnenland van Minas Geraes •teruggehouden
hoeveelheid, die in de 2.833.000 .balen is inbegrepen en die
niet afzonderlijk bekend is, doch in elk geval niet groot
kan zijn. De afgeloopen Santos-oogst kan dus worden aan-
genomen op ongeveer 10 Millioen balen. De 1925/26er Rio-
oogst heeft bedragen 3.890.000 balen.’

Omtrent den loopendeii Braziel-oogst vermelden de be-
richten, .dat deze ten gevolge van de kort geleden gevallen
hevige regens, die cle bewerking hebben vertraagd, laat
zal zijn. Tot nu toe blijft het weder echter voor de ont-
wikkeling van den volgenden oogst gunstig en indien in
de eerstvolgende zes of acht weken seen vorst intreedt,
wordt op een groote’ opbrengst gerekend. Of dit vooruitzicht
thans reeds veel invloed zal hebben op den loop van de
prijzen, ‘is vooraf natuurlijk met geen mogelijkheid te zeg-
‘gen, daar bijna alles afhangt van de houding van het
Permanente Instituut ‘tot Verdediging van de Koffie, dat,
zooals reeds meermalen te dezer plaatse is opgemerkt, over
ruime geldmiddelen beschikt en dat
Oj)
het oogenblik onge-
veer de helft van den voorraad te Santos in handen heeft.
Bovendien zijn, zooals reeds in het vorig bericht ‘is ver-
meld, de voorraden in Amerika zeer klein (çp 30 Juni I.I.
583.000 balen, waarvan 342.000 balen Braziel-koffie). Deze
voorraad komt overeen met een verbruik van niet meer
dan ongeveer drie weken en dit maakt het noodzakelijk,
dat Amerika telkens opnieuw als belangrijk kooper in de
markt zal moeten komen, hetgeen onder bepaalde omstan-
digheden op den loop der prijzen niet zonder invloed zou
kunnen zijn.

De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Sa.ntos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer 991- 6. 100/. per
cwt. en van dito Prime ongeveer 1011.
6.
1021-, terwijl zij
van Rio Type New-York 7 met beschrijving, prompte ver-
schepiug, bedragen 87/3 a, 87/9.
Van Robusta
01)
aflading zijn cle noteeringen op het
oogenblik:

:Palembang Robusta, stoomencl 49 ct.; Palembang Ro-busta, Juli verscheping 48 ct.; Bengkoelen Robusta, Aug./
Sept. verscbeping 49% ct.; alles per % KG., c.i.f., uitge-
leverd gewicht, netto contant.
De of ficieele loco-noteeringen bleven onveranderd 65 ct.
per ) KG. voor Superior Santos en 57 ct. voor Robusta.
De itotecringcu aan de Rotteedanische termijnmarkt wa-ren aan de ochtenci-calI als volgt:

Santos-contract

Gemengd Contract
basis Good

basis Santos Good

Juli Sept. Dec. i Mrt. Juli Sept. Dec. Mrt.

13 Juli
571
1

56Y
4

545261
8
56

5371
8
50Y,487/
8

6 ,, 57y,

56

54
7
/8 5271,56

54V
4

51,, 49i1
29 Juni57

56
K 5471
6
5271
8
5.511, 53’1

50Y4 486/
8

22 ,, –

5651
8
55

54

51
,
1
8
49i18

8)
Voor fully micldling ouden Standaard.

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).

1
Aug.’25
Overeenkomstige periode
tot
2
Juli
’26
1924125
1

1
9
2
312
4

Ontvangsten Gulf-Havens.
11

Atlant.Havens
fi
9392
6795

Uitvoer naar Gr.Brittannië
2248
2520
1652

,,

,, ‘t Vasteland ete.
4533′
4646
3389
Japan …….
1187
891 581

Voorraden
(In duizendtallen balen).

Overeenkomstig tijdstip

2Juli’26

1925
1924

Amerik. havens. ………
632 340
260
986
210
247
..

120
40

Binnenland

……………
New York

……………49
n

New Orleas …………
174
86
76
Liverpool ……………..
489 438
179

-1

640

.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Juli 192611

De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio •No. 7) waren:

Juli

1
Sept.

1

Dec.
i

Maart

12

Juli ……..
$
18,27
$

17,30
$
16,52
$
15,97

2

,,
,,

18,13
,,

17,38
,,

16,60
,,

16,03
,,

18,35

..

,,

17,60
,,

16,82
,,

16,25
28 Juni ………
21

,

,

18,42
,.

17,67
,,

18,96
,,

16,41

Rotterdam, 13 Juli 1926.
– Statistiek der firma G. Duuring & Zoon.

Zichtbare voorraad op 1 Juli in duizenden balen.

1926
1925
1924 1923 1922

Voorraad in Europa..
1.574
1.688 1.693
1.871
2.612

Stoomend (Brazilië ..
410
188
448
415
447

n.Europa

Oost-Indië.
44
17
11
10
9

2.028 2.193
2.152
2.296
3.068
Voorraad Ver. Staten.
647 713 760 862
1.117
Stoomend
naar

Brazilië ..
418
441 627

213
339
Ver.Staten)
3.093
3.347
3.539
3.371
4.524
Voorraad in Rio ….
242
78
272
857 1.553

,,

,,

Santos..
1.215 1.637
1.236 1.104
2.547
Bahia ..
21
23 24
8 15

Totaal …..
*4.571
*5.085
*5.071
5.340
8.639
Op

1 Juni ……….
*4449
*5228
*4754

5.487 8.902

(
1 Juli
1924
4.592.000
balen
*
Niet inbegrepen de binnenl.) 1 Juni

1

1925
2.403.000
,,
voorraden in Sao Paulo.
.
1 Juli
1925
1.786.000
.
1 Juni
1926
3.144.000

THEE.
De stemming op de theemarkt in de afgeloopen week bleef
ten volle prijshoudend. Alleen inferieure soorten ontmoetten
weinig vraag en werden dikwijls lager afgedaan.
Hier vonden nog verschillende afdoeningen plaats tot
volle prijzen in opgehouden partijen ex vorige veiling. Het
is thans bekend, dat het aanbod voor de Amsterdamsché
veiling van 29 Juli 25 á 26 duized kisten zal bedragen.
De Britsch-Tndische thee.vereeniging deelt mede, dat de oogst tot einde Juni 861.( millioen lbs. bedroeg, welke hoe-
veelheid 7 millioen lbs. grooter is dan die van verleden
jaar tot hetzelfde tijdstip.
Amsterdam, 12 Juli.

COPRA.
De markt voor dit artikel bleef de afgeloopen week voort-
durend kalm en onveranderd. Consumenten toonen nog
steeds niet veel belangstelling, terwijl importeurs offreeren
tot prijzen weike iets boven de markt uitkomen. De noteeringen zijn voor alle termijnen f 34J, koopers,
en f 341 verkoopera.

N.V.Haidelen CultuurMij.
vfh. Smidt
&
Amesz q.q.
Edgar

&

Co’s Handel
Mij. Soerabaja ……..

3846
3846

The Hall Tr.Corp. ,,R’dam”

1168 1188

Hand. Verg. v/h. Reiss &Co.

1709 1673
36
Jacobson v. d. Berg & Co
-.

511
511

M.

Kolthoff

…………

240 240
-.
Koning, Teves&Co …….

1851
1851

Landb. Mij. ,,Geboegan”

214 212
2
Maintz’Productenhandel

3312 2458
854

Mirandolle, Voûte & Co

3942
3942

Ned.Kol’on.Handelsvereen

2537 2537

Tiedeman & van Kerchem

1328 1328

Weise &Co…………….
118

878
996

Order

………………

7575
7556
19

500

33299
32735
1066

VRACHTENMARKT.
Hoewel er
01)
de Noord-Amerikaansche graanvrachten-
markt nog wel vraag was naar prompte tonnage, wa.s deze
markt de afeloopen week flauw gestemd en was het
moeilijk, cle vrachten te handhaven. Van de Golf van
Mexico konden Julibooten tot 5/. per qtr. bedi’ngeu naar
U.K. en 26 cents per 100 lbs. voor een volle lading naar
Genua en Marseille, twee havens. Per Augustus is 41136
tot 413 per .qtr. gedaan naar UK. en per September 41. met
opties. Ook Montreal w’as kalm. Een handige boot naar
Bremen werd tegen 17 cents bevracht.
De vraag naar tonnagë voor suiker van West-Indië was
niet .groot, doch de vrachten bleven in overeenstemming
met cle naburige maikten. Handige booten, naar U.K./Con-
tinent werden met 2216 betaald per Juli en Augustus,
terwijl voor een boot van -7000 tons naar Shanghai $7 is
betaald voor Juli.
Ofschoon van de North Pacific slechts één bevrachting
uercl gedaan (tegen 301-. per Juli/Augustus) is er een
flinke vraag naar tonnage voor AugüstufNovember ver-
scheping. Voor 7000 tonners wordt 30/. in uitzicht ge-
stelci, doch reeders toonen weinig belangstelling.
De markt van de La Plata was vast en tegen ‘het einde
der week liepen de vrachten weer op. Tot •24/9 verd be-
taald van de boven La Plata havens naar U.F. JContinent,
terwijl 6500 tonners 2316 hebben geaccepteerd naar Ant-
werpen of Rotterdam.
Voor zoover Europa, betreft bleef cle Chilisalpeter vrach-
tenmarkt onveranderd, doch voor Alexanclrië zijn ver-
schillende orders aan de markt, waarvoor 251. in uitzicht
gesteld wordt.

Tegen deze vracht is echter nog niets be-
reikt.
De Oostelijke markten waren bijna alle zeer kalm. WIa.
diwostôck was het meest levendig, doch ook hier zijB de
vrachten teruggeloopen. Per September werd 25/. naar
Rotterdan en/of Hamburg betaald, optie Scandiiiavië 2613.
Er zijn eenige aanduidingen dat de Douau zal opleven. en er wordt 1816 per September/October in, uitzicht ge.
stelci. De Zwarte Zee was levendig en vast. Per Juli w’erd
121. tot 131- betaald. Er is veel vraag.
De Middellandsche Zee was in alle afcleelin.gen zeer
kf.lm en er werd weinig bevracht. Huelva/Garston betaalde
9/- en bauxiet werd bevracht van Toulon naar Rotterda
tegen 171..
Van de Golf van Biscaye is bijna alleen vraag naar con-
tinentale ‘havens. Bil.baofRotterdam betaalde 4/9 en Castro
Urdiales/Rotterdam 51..
Van Amerika werden ongeveer 70 booten bevracht naar Engeland, boofdzakelijk per Juli. Er werd tot 161- betaald
voor spot-prompte boeten en 15/- tot 31 Juli cancelling.
Naar Europa werd betaald naar Lissabon of. Leixols $4,25
per prompt.

RIJNVAART.
Week van 4 tot en met 10 Juli 1926.
De algemeene toestand te Rotter.da.m bleef ongesvijzigd
De scheepsru’imte bleef voortdurend schaarsch.
Daghuren der ‘schepen om in de Ruhrhavens kolen te
laden bedroeg 434 ets. per ton. Voor hout naar Mannheim/
Waidhof werd betaald 4% ‘ets. per ton met teruglevering Ruhrhavens en 5% ct. per ton op cle losplaats vrij.
De ertsvrachten bedroegen gemid.:lel’cI
f
0,90 met
34
los-
tiji en
f
t met
1/
lostijcl.
Het sleeploon varieerde tusschen het 50-40 ets. tarief.
De waterstand bleef gunstig.
In de B.uhrhovens bleef de algemeene toestand onver-
anderd.

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.

Bedrijfsleven en de strijd tegen

de Armoede in Nederland

door Dr. CH. A. VAN MANEN.

Prijs ingenaaid
f 3,—.

Gebonden
f 4.75.

Voor, leden der Vereeniging en geabon- neerdén op het Weekblad r’ordt dit werk
beschikbaar gesteld tegen den prijs van

f 2,50
ingenaaid en
f
4,— gebonden.

Bestellingen richte men tot het Secretariaat van het
Instituut, Pieter de Rooghweg 122, onder gelijk-
tijdige remise per postwissel of op postchèque- en
girorekening No. 8408, Rotterdam.

KAPOK.

Opgave van de Makelaars Gebrs. van der Vies, Amsterdam.)

Kapokstatistiek op 30 Juni 1926.

Voorr.
Aanv.

Verk.
Voorr.
1 Jan.
tot

tot
op
Importeurs:

1926
30Juni 30Juni
30Juni
(in pakken).

J. A. Bergvelt ……….-
1584

1584

H. G. Th. Crone………20
1426

1446

Van Eehen & Co……..362
1178

1385
155

Auteur