Ga direct naar de content

Jrg. 10, editie 514

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 4 1925

4 NOVEMBER 1925

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

EconomiscgpwStati
‘ost* sche

Berichten

ALGEMEËN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEtD, F1NANCIN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

10E JAARGANG

WOENSDAG 4 NOVEMBËR 1925

No. 514

INHOUD.

Blz.
LOONSVERLAGING IN ,,STAATHUISHOUDKUNDE KN STATIS-
TIEK”
door
D. J. Wansink ……………………964
Goudinvcer in Nederland ……………………..
966
Het beeld der jongste Indische begrooting 1 door Dr. D.
J. Hulshoff Pol Jr. ………………………… 967
Zuiderzeekwesties De volgorde der inpolderingen door
Ir. J. F. Ligtenberg …………………………968
De opwekking van electrische energie in de provincie
Limburg II (Slot) door
Ir. N. M. H. Doppler …….970
BUITENLANDSOHE MEDEWERKING:
De nieuwe Hongaarsche munteenheid door
Dr. R.
Kerschagl ………………………………972
AANTEEKENINGEN:
Een onderzoek naar den economischen toestand van Nederland en de middelen tot verbetering daarvan
973
Hoeveel is er reeds bezuinigd? ………………….
973
Rubber in Malakka ………………………..
974
Suikerproductie der wereld ———————-
975
MAANDCIJFERS:
Productie der Steenkolen-, Bruinkolen-en Zoutmijnen
975
STATISTIEKEN
EN OVERZICHTEN …………….
976-982
Geldkoersen.

I
Bankstaten.

Goederenhandel.
Wisselkoersen.

Effectenbeurzen.

Verkeerswezen.

INSTITUUT VOOR
ECONOMISCHB
GESCHRiFTEN
Wd. Algemeen Secretaris: Mr. Q. J.
Terpstra.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

COMMISSIE VAN ADVIES.
J. van Ha8selt; Jhr. Mr. L. H. van Lennep; Pr,of. Dr. E.
Af oresco; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen Baron Rengers; Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerde leden: Prof. Mr. D. van Blom;
Prof.. Mr. H. R. Ribbius.
Redacteur-Secretaris: D. J. Wansink.
Secretariaat: Pieter de H000hweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.

Abonnementeprjé voor het weekblad franco P. p.
in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f25,—
per
jaar. Losse nun).mers 50 cent8 Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij
abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver.
tenties: Nijgh & van Ditmar’s Uit gevers-Maatschappij, Rot.
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.

3
NOVEMBER
1925.

In den toestand van de ‘gelcimarkt kwam deze week
geen verandering. Geld bleef stei-k gevraagd; de koer-sen bleven echter onveranderd, ook tijdens de maand-
wisseling, daar de marktnoteeringen vrijwel op het-
zelfde niveau staan als de noteeringen van ‘de Neder-
landsohe Bank en men voor een tekort 1dus bij haar
kon aankloppen. Particulier disconto’ noteerde 3 pOt.;
vnor papier met twee handteekeningen 3
9
/
16
‘è. 3
5
/s pOt.
De prolongatienoteerin’g steeg Woensdag
op
4 pOt.
en
bleef verdei- onveranderd.
* *
*

Op de balans van De Nedeilandsche Bank trekt
in de eerste plaats een aanmerkelijke vermeerdering
van de goudreserve de aandacht. Als. gevolg van den
goudinivoer uit Engeland, waarvan, elders in dit
nummer meldiin.g wordt gemaakt, steeg de voorraad
geel metaal •der centrale credietinstelling- van
f
418,3

rnillioen tot
f
435,9 millioen. Daarnevens komt op
den weekstaat duidelijk de invloed van de maand-
wisseiin.g aan den dag. Hoewel het bedrag der recht-
streeks bij de
Banik
1
gepla0ate s.haaldntpremessen
van
f 11
milli•oen tot
f 10
millioen terugliep, klom
de post binnealandsche wissels met
f
3,3 millioen.
De beleeniutgen blijken zelfs met
f
39,9 milijoen te
zijn gestegen.
Het renteloos voorschot aan het Rijk vermear’drde
met
f
900.000. De zilvervoorraad der Bank liep met
een kleine
f
300.000 terug. De p’tsrt papier op h$
buitenland vertoont een vermeerdering van
f
300.000,
terwiij de diverse rekeningen onder hot actief. met

f
900.000 toenamen.

Als gevolg van de stijging van opei-eerend ‘kapi-
taal en goudreserve vei-toon.t de biljettencireudatie
ditaal een belangrijke vermeerdering. Deze ‘blijkt
van
f
881,3 milliioen ‘tot
f
940 millioen te zijn opge-
loopen. De rekenin’gcourant-saldi namen met
f
2,9
mihioen toe. Het beschikbaar.. metaalsaldo steg ‘met

f
4,8 millioen. Het dekkingsperc’entage ‘bedraagt on-
geveer 41.
***

Na de heftige sc’hoamnelingen vôor francs op Maan-
daig bleef de wissehnarkt verder vrij rusti’g Het hooge
niveau van 10,50 voor Parijs kon niet gehandhaafd
blijven. Reeds Dinsdag werd vede.i voor 10,35 afge-daan. Na .de vorming voor heb nieuwe Frausche Mi-
nisterie trad opnieuw een vei-heffing in tot 10,50 h
10,55, maar verder- werd omstreeks 10,40 verhandeld.
Na eeni’ge weken stabiele koersen trad ook voor Bel-
,gijsehe francs Maandag een dalin’g in, in ‘verband met
de afwikkeling van ,groote speeulatieve Belgische po-sities in Fransche fr’ancs, waarvooi- de Banque Natio-
nale ‘geen ‘dekking wilde afgeven tegen de door haar
genoteerde koersen. Na twee dagen trad echter weder
een herstel in; de koers bleef evenwel toch enkele
punten onder h’et vroegere koerspeil. Naar aanleiding an, verschillende uitlating orver ‘de wensc’helijkheid
van een spoedige stabilisatie op de oude pariteit,
heer.schte er een opigewekte stemunin’g voor Deensche
Kronen. Geopend ‘op 60,30 werd Zaterdag 62,15 ge-
noteerd. Oslo daarentegen onveranderd. Voor de goud-wissels was de stemming tamelijk flaujw. Daar Loiiden
echter steeds op het goudpu.nt van invoer staat, ‘kwam
er niet ‘veel verandering’ ‘in de koersen.

LONDEN, 2
NOVEMBER
1925.

Gedurende de laats’td week van October bleef ‘geld
bij
j
voortduring gezocht en moest de markt zich een
paar maal tot de Bank van Engeland wenden tot het opnemen van ‘geld â 4 pOt. en het disbonteeren van
wissels è. 4 pOt.
Disconto was dien ten’gevoiige zeer vast. De toewij-
zing van Treasury Bi’l]s had Vrijdag A 3131 pOt.
plaats. De iroteering voor 3-‘maanidis prima bankaccep-
ten sloot dn ook op ‘dat ‘percentage.
Eenige vrij groote posten goud werden in de afge-
loopen week naar het continent, voornamelijk Neder-
land verzonden, zonder echter eenigen i.nidrzuik op den
koers voor guldens te ‘maken.

Slot beden New York 4,843′; Amsterdam 12,04.

964

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 November 1925

LOONSVERLAGING IN ,,STAATHUIS-

HOUDKUNDE EN STATISTIEK”.

Is, voor het herstel van de voorthrenging en ‘beper-
king van •de werkloosheid, verdere verlaging van de
asbeidsloonen noodzakelijk? Hierover liepen
01)
24

October 11. de debatten ter Jaar.vergaderirkg der Ver-
eeniging voor de Staathuishoudikunde en de Statis-
ti ek.
Betekent deze vraagstelling het isoleeren va.n den
loonfactor, het opbergen in de cetesis-paribus-kluis
van alle factoren, clie het ‘herstel van de v.00rthren-
ging kunnen bevorderen? De heet
Goudriaan
meende

van ja en eveneens de heer
Kuyper.
Legde de eerste
zich onder een’ig voorbehoud bij deze opvatting necler,
de tweede verzette zich met kracht daartegen, noem-
de cle vraagstelling niet objectief en onhoudbaar en
zag er als goed Marxiist zelfs een uiting in van de
door het kapitalisme bepaalde geestelijke str cc tuur
der huidige academische sociale economie. Welke re-
den was er tot deze ‘beperking en dit venvijtl Geen
enkele, naar het
schijnt.
De vraag naar de noodzaak
van 1 oondaling sluit ‘geenszins den pas af voor een
onderzoek naar andere middelen tot herstel der pro-
ductie; integendeel, zij is zonder een onderzoek dezer
andere factoren niet te beantwoorden. Trouwens bij
het trekkeit van conclusies begaf Dr.
Gov
.driaat zich

– hierop werd door Dr.
de Moor
uitvoerig gewezen –
weer in hot gezelschap der heeren
Kortenhorst
en

Stork,
die ‘hun antwoord ten aanzien van de bonen
eerst forniuleerden na een onderzoek van tal van
andere factoren, welike op de positie van de Nede.r-
landsche industrie van invloed zijn.

/ Van
tal
van factoren. Een onderzoek naar
alle
fac-

toren was onmogelijk en ook niet noodiig. Vanzelf bleef een aantal, vanuit Nederland niet te beïavloe-
den, buiten ibeschouiwing. Het baart echter verwon-
dering, dat van de belangrijke kwesties, welke hier
te lande aan cle orde zijn en die met ihet vraagstuk
nauw verband houden, er slechts twee ter sprake ver-
den gebracht. De heeren
Veraart
en
Kortenlcorst
in

het bijzonder pleitten voor actieve weljvaartspoiitiek
ais middel ter bestrijding der werkloosheid en om loondaling tegen te gaan; Dr.
aoudriaan
wierp de
kwestie der kapitaalvorruing op. De handelspolitiek
bleef echter buiten debat; slechts eenmaal vingen wij
,,beveiliging vant induatrieën” uit Dr.
Korlenhorst’s

mond op, itelivijl voor retorsie ter vergrootinig van de
afzetgebieden onzer exportnijfvelMheid – waarvoor deze

prae-adviseur toch een der kainspioenen is – niet
werd gepleit. Ook voor ,,managing the currency”,
hier te lande taoumens geen kwestie, die •de gexnoe-deren als in Engeland bezigihoudt, kwam niemand in
het geweer. Oelukkig, want welk een omvang zou het
debat dan hdbben aangenomen?
Is er verband tusscihen de uitbreiding van het pro-
cluctie-apparaat en de hoogte der arbeiclsloo:nen en
zoo ja, welk? Op deze vraag allereerst zou men van
Dr.
(Joudriaan
een antwoord verwacht hebben. Prae-
adviseur sloeg deze vraag echter over, om te stellen,
‘dat loonsverlaging id
e
kapitaalvorming bevordert. Zijn
onderzoek naar de uitbreiding van het productie-
apparaat leverde geen noodzaak tot zoodanige verla-
ging. Ware dit wel het geval geweest, zou dan de
prae-adviseur niet lgenoopt zijn ‘geworden te conclu-
deeren tot een verlaging, waarvan hij den heilzamen
invloed op de productie
v
e
r
de
r
op in zijn pr’aendvies
aan allerlei bedenkingen onderhevig achtte?
Was intussehen de vraag, welke Dr.
Goudriaan
on-
der het oog zag, ni. of loonsverlaging noodzakelijk is
wegens onvoldoende kapitaalvorming, van belang
voor het antwoord op clie, door het Bestuur gesteld?
Mejuffr.
van Dorp
vermocht de kracht van liet ar-
gument •der oni’oldoende kapitaalvorming, dat de a-
beiders cv. van de noodzaak eener loonsverlaging zou
moeten doordringen, niet lte ontdekken. De prao-advi-
seur kaatste den bal echter terug, betoogende, dat aanwending van dit argument ook nimmer in zijn

bedoeling had gelegen,
doch
dat wel van de zijde der
liberale economen herhaaldelijk met nadruk op de
wegens de kapitaalverwoest.ing van den oorlog be-
staande noodzaak tot loondaling was gewezen. Voor
hen was dit hoofd,stuih dan ook geschreven en geen stem, stelde hij vast, was tot bestrijding van zijn on-
clerzoek opgegaan.

Van principrieelen aard was het bezwaar van Prof.
P’rijda.
Volgen’s deren spreker gaat het, bij het ver-
band tusschen bonen en kapitaalvorming, niet om
een onderzoek van wat achter ons ligt, al’s door Dr.
Goudriaan
uitgevoerd, doch om het heden en de toe-
komst, om de vraag, of kapitaal thans op zoodanige
voorwaarden beschikbaar komt, dat rendabele produc-
tie mogelijk is. Deze voorwaarde is, aldus spr., vér-
wezenlijkt; men zie naar ‘den rentestand. Boven dien
stelt het ‘buteuland ons kapitaal beschikbaar.
Door Prof.
Frijda
werd in dit verband een goed
woord gedaan voor de beteekenis der theorie, naar
zijn meening door den eersten prae-adviseur onder-
schat. Hij was niet de eenige, welke Dr.
Goudriaan
dit
verwijt
deed ‘hooren; ook Mej.
van Dorp
en de
heer
van Genechten
uitten zich in dezen zin; de laat-
ste ook t.o.v. Dr.
Kortenhorst .,, Op
cij.fers gebaseerde

theorieën zijn zoo gevaarlijk”, aldus Mej.
van Dorp.
,,Wij moeten het economisch luchtlediig hebben, om met den homo •economicus te kunnen experimentee-
ren.”

Inderdaad, men kan de economische wetenschap
niet ‘beoefenen, zonder een stevigen theoretischen
grondslag. Dit is echter geenszins door den prae-
adviseur ontkand. Wel verzette hij zich – en terecht
– tegen de zelfvoldaanheid van theorieën zonder f ei-
ten en itegen feiten zonder theorie. Want hoe ver-
dionisteljk men ook met den homo economicus proe-
von moge nemen, hoe snel, eenvoudig en wrijvigsloos
deze heer in zijn luchtiedig huis op economische prik-
kels ook reageert, de r.esu.Itaten van het onderzoek
blijven juist ‘daardoor ver van de directe toepassings-
mogelijkheid verwijderd – hetgeen in hetoogeii, in
naam der economiscihe wetenschap op grond van der-
gelijke resultaten gehouden, soo vaak over liet hoofd
is gezien – dat een reactie, als in het prae-advies-
Goudriaan
tot uiting kwa.m, alleszins verklaaribaar is.
Beteekent zulks minachting der theorie? Geenszins.
Ook aan de beschouwingen des heeren
Goudriaan
over
cle kapitaalvorming Jagen theoretische overwegingen
ten grondslag. Er valt over to twisten, of zijn pro-
bleenistelling juist was en of hij zichzelf soms niet
tegenisprak – ‘deze vragen kan men iten aanzien van
vele zuiver abstracte betoogen ook stollen.
Verondersteld echter eensgezindheid tusschen prae-
adviseur en hen, op wie hij zijn pijJen richtte, bv.
over het kapitaalbegrip, waarmede hij bpereer.de, dan
nog heerscht eener’zijds vaak de overtuiging van een
groote kapitaalvernietiging gedurende den oorlog,
waardoor ook thans nog een kapitaaltekort, gegeven
den bevolkingsaanwas, zou bestaan, terwijl Dr.
Gou-
driaan’s
onderzoek liet tegendeel van dit laatste aan-
toonde. Hierin is de waarde van een dergelijk, met
de theorie gecombineerd, quantitatief onderzoek ge-
legen.
**

De vraag, welke om Ibeantwoording vroeg, wal
overigens – afgezien van bovenvermelde uitbreiding,
welke ide eerste prae-adviseur ‘eraan had ‘gegeven -‘
door alle ‘drie prae-adviseurs practi’sch opgevat als
een kostenvraagstuk, als hoedanig ook Prof.
Mees
en
Prof.
Frijda
haar stelden. De kosten zijn, aldus de
laatste, te hoog voor concurrentie met het buitenland.
Te analyseeren is dus de rol, welke de loonen daarbij
spelen. Weinig baat het hier, of er al eenstemmigheid
over de elementaire waarheid bestaat, dat de bonen
door de pro’ductiviteit van den arbeid naar boven wor-
den begrensd; Het gaat er juist om, te bepalen, waar
dere grens ligt en hierover zal de rian entre les
hommes” – men kan dit met den heer
Kuyper
eens
zijn – nog wel langeû tijd .zoek blijven. Viel dus te

4 November 1925

ECONOMISCH-STATSTISCHE BERICHTEN

965


onderzoeken, welke factoren deze producti’vitei t be-
palen. Beperking van de vraag tot liet loon alleen is
ontoelaatbaar, en vond ook door geen der prae-aclvi-
seurs plaats. De heeren. stonden alle drie op het
standpunt: cie bonen in de laatste plaats.

Worden zij hiermede een sluitpost? De heer
Kuyper

moest. zich wegens tijdgebrok tot het uitspreken van
zijn

rrees hiervoor bepalen; de heer
Wibaut
behan-

‘deldo de vraag echter uItvoerig, zich daarbij wen-

c!eud tegen den heer
Stork.
Moet de, thans
f
23 per
week verdienende wover, weer op
f
14,75 terug, als

in 1914 of nog lager? Van een ontkennend antwoord
des prae-adviseurs was de heer
•Wibaui
zeker. Inder-

daad, sluitpost of geen sluitpost, roet een dergelijke
calamiteit bëhoeven wij hier, te lande gelu!kkig niet
te rekenen. Indien er al een enkele onderneming zou
zi,jn, die thans slechts tegen dergelijke loonen a.ibei-
dein te werk zou kunnen stellen, zij zou hen eenvou-
dig’ niet kunnen krijgen.

Moet het loon zich aanpassen aan het loonpeil in

het laagste land? Do heer
Wibaut
las liet uit een der

stellingen van den heer
Stork,
die verklaarde, dit

nimmer ‘gezegd te hhben. Ware zoodanige aanpassing
voor cle internationale concurrentie n.00drLakelijk, het
aantal ronkende sohoorsteenen zou thans in onze
daaraan onderhevige industrieën a.l ‘zeer gering zijn!
De vraag, of de bonen omlaag moeten, vri.rtdt, ge-
lijk hierboven reeds werd opgemerkt, ‘haar oorsprong
in den toestand der aan internationale concurrentie

onderhevige bedrijven.
Toor
een economiscihen kring-
1001), die zich binnenslariids voltrekt, zonder ergens
deze beclrij’veu te raken, rijst zij niet. Waar aarira-
ki n,sp u n’ten met eerstgenoemde ‘bed.riji’en bestaan,
komt de vraag ook voor deze nationale ‘bedrijven aan

de orde.

Moeten nu de loonen in ‘de aan internationale con-
currentie oncie.rheiige nij.veiheid worden verlaagd?

Slechts een fbodrijfsgewijs onderzoek kan – de heer
Bölger
legde er den nadruic op – uitkomst geven.
Men zou nog verder kunnen gaan en betoogeii, dat

in cle i id i
vi
dueele ondernemingen de oncstan’dighe-
den zoozeer verschillen, dat slechts een hiervan uit-
gëari’d onderioek tot het trekken eener conc1nse in
staat stelt. Slechts hij, die – om met den heer
G’ou-

ciriaan
te spreken – op ‘den stoel van den onderne-mer of een, daar dicht tegenaan geschoven, zetelt,
kan ce.n antwoord geven.

T
as

liet daarom billijk, dat Dr.
(Jouclriaan
de vaag-

heid ‘zijner conclusies, altiinns ten aanzien van de
bonen in dcze bedrijven., verwetieu werd? W:ie kan een antwoord geven op hetgeen in de zoo uiteenloo-
pencle takken onzer aan internationale concurrentie
onder,hevi ge nijverheid op loongeibied gewenscht is? De omstandigheden, wisselen van industrie tot indus-
trie, van onderneming tot onderneming. Voor het hem
liet best bekende bedrijf, den scheepsbouw, gaf Dr.
Go’udriaan
een overziciht in de algemeene factoren, wel ker grootte de mogelijkheid, met het buitenland
te concurreeren, bepaalt. Voor de afzonderlijke onder-
nemingen komen hier nog allerlei indivictueele fac-toren bij. De jongste boonstatistiek van dan Metaal-
bond wijst bv. aan, dat in het eerstë halfjaar 1925
van de 4023 te. Rotterdam werkende geschoolde ar-
bei’d’ers 1167 een gemiddeld uur.inkomen hadden van
53 en 82 ct. en het gemiddolide uurin’komen voor alle
4023 geschoolden 60 ct. bedroeg. Kunnen ‘de onder-
nonii ogen, waar gemiddeid 53 ct. verdie’d werd, ni:nt
meer betalen? Woi:dt er in die, w’aar het giiddel’d
uurinkomen 63 ct. bedroeg, zooveel harder ge-
werkt? Is er verschil in de tar.iefloonen en. waar-
om? Den buitenstaander i,s geen antwoord mo-
gelijk, hij kan niet eens alle factoren opsornrnen,
die ‘voor de positie van een bep:aaldeonderriem,ing be-
sii.ssend, zijn; voor den bedrijfstak kan hij een al’ge-
meetien gang van zaken en de algemeene factoren,
welke dezen beïnvloeden, conetateeren, zonder noch-
tans tot het aangeven van concrete maatregelen in

staat te zijn. Slechts in het algemeen en onder voor-
behoud ‘kan hij zijn conclusie trekken.

De heer,
Stork
zat op den stoei van den underne-
nier en formuleerde nis insider, en omdat de fabri-
kant het niet als de wetenschappelijke onderzoeker
bij wikken en wegen kan baten, ‘doch tot de daad moet komen, zijn conclusies .,cluidelijk en klaar” . zooals do

heer
Wibaut
zeide, wiens lof i’oor
‘S
heerert
Stork’s

l)rae-adves daarmede echter een ontijdig einde ‘nam.

FIet minst duidelijk was eigenlijk Dr.
Korte’nhorst.

Deze concludeerde (1). 106), een ,,algemeene uniforme
loonsverlaging over de geheele linie” niet noodzak-
lijk en ook niet mogelijk te achten, zoolang niet’de
kosten van het levensonderhoud bel anigrjk dalen. Een
spoedi’ge sterke daling dezer kosten achtte hij echter,
een hi’adzijde terug, niet aannemelji, o.m. wegens de
onmiskenibare wisselwerking, die er bestaat tusschen
loonpeil en de kosten van levensonderhoud. ,,Precies-

heid is zoo lastig”, om ook hier ‘s heeren
‘Wibauts

karakteristiek weer te geven.
Dr. van der
‘iAT
aei
.d
en
was van oordeel, dat men bij

het trekken ‘van conclusies ten opzichte dar bonen
er o.m…eken:ing mede diende te houden, dat ook door
concentratie van ondernemingen het concuarentie-
vermogen kan wotden vergroot. Hij wees daarbij op de recente fusies in Duitschland, waartoe men is ge-
komen, omdat, volgens spr., daar te lande aan liet
bo.bnpeil niet meer kan worden getornd. De heer

Stork
wees
01)
liet gevaar van trustv’orn’iing voor de

consumenten. Men kan ook de prealaihele vraag stel-
len, of liet Nederlandsche bedrijfsleven ,,überhaup’t”

een gunst’igen voedingeibodern ‘voor dergelijke fusis
biedt. Het middel werkt bovendien slechts, naar D.

Goudriaan
opmerkte, op betrekkelijk langen termijn.
Wat den toestand van het oogeniblilc aangaal kan
men dan ook de algemeene strekking van de pr’ae»
adviezen en het ter ‘vergadering gesprokene aldus
aamenvat’ten, dat deze toestand nog van dien aard is,
dat in belangrijke, aan internationale concuirentie

oncler’hovi ge ondernemingen door geringe wijziging in
de concurrentieverhoudingen de noodzaak van loon
S-

verlaging wederom acnu t ‘kan worden.

Op dezen stand van zaken, op dit concurrentiever-
mogen is echter om. de prijs van alle igooderen en
diensten vari invloed, ‘welke van de ,,shelterecl induis-
tries” en liet monopolist’ische o
v
erheidisbedrijf moe-

ten worden betrokken. Deze invloed uit zich op tal-
boze wijrzen, ieder wellicht van niet zooveel beteeke-

als,
doch samen desniettem’iI’L van zeer reëele betee-
]ceois voor het concurrentievermogen. Wordt deze
druk te groot, dan kan hij zich ook in loonsverlaging
uiten, waardoo de arbeiders in de aan internationale
concurrentie onderworpen ‘bedrijven van twee kanten
worden getroffen, daar zij den invloed der ‘ho’oge i).rj-
een van hetgeen de hier besproken industrieën en
bedrijven leveren ook reeds in een daling van hun
reëel loon bespeuren.

Het ondervond geen hbstrijding, dat de bonen in
deze ,,sheltered industries” en in cle overheids-, spe-
ciaal de gemeentëbe’drj’ven zich thans in hot alge-
meen belangrijk verheffen boven hetgeen voorelijk-
vaardigen arbeid in de aan intoinatioriale concurren-
tie onderhevi’ge industrie wordt betaalti.

Bestaat nu, afgëzien van het ‘belangrijke sociale
motief, ‘dat hier aanwezig
is,
de economische’ nood-
zaak, deze bonen te verlagen? De’hee.r
Stork,
clie ook
den nadruk legde ‘op de drainage der aribeids’rtiarit
door ‘de overheidshedri.jven, antwoordde: ,,ja’. Dr.
Kortenhorst,
,,ja, indien en voor zooveer’ zij ‘boven de
andere uitgaan” en Dr.
Goudriaan
sprak’ -‘ vager
‘dan de lezer van zijn. prae-adivies ‘in verband niet zijn
materiaal wellicht noodig zou achten – van
de
waar-
schijnlijke wenacheljleheid eener ‘geleidelijke .’erla-
‘ging.
11.1
oppositie lovam alleen: de’ heer
Wiba’ut,
die
slechts sprak over de overheidsl’ooimen. De overhe:icl,
al’dna spr., ‘heeft tot taak, een daling van’ den levens-
standaard tegen te’ gaan. De heer
Stork
ontleende aan

966

ECONOMICHSTATISTISCHE BERICHTEN

4 November 1925

een andere meeningsuitinig van zijn opponent, dat
deze een reëel loonpeil, iets hoven dat van voor den
oorlog, als minimum stelde en merkte
01),
dat in
oveihei•dsdienst de bonen, volgens den heer
Bölge’r
van 0-5 pOt. gedaald, dan nog belangrijk omlaag
konden!
De arbeiders in de ,,sheltered ind’ustvies” die on-
der hun afdak van de bui maar weinig bespeurd hch-
ben – gemiddeld 8 pOt. verlaging tzgen gemiddeld
20 pOt, in ‘do aan internationale concurrentie onder-
hevige bedrijven, naar de heer
Bötger
had ‘berekend –
moesten het zonder een kampioen voor hanclhaning
van hun l.00nfpeil stellen.
* *
*

Het is te betreuren, dat ter ve.ogadering geen aan-.
dacsht werd gewijd aan de kwestie, of men – en voor-
al de overheid – niet terug moet
komen’
van de ni-
velleerin’g van de looneb van geschoolden en onge-
school’den, welke kwestie door de heeren
Kortenhorst

en
Stor1t
in hun prae-adviezen werd besproken. Het
zou interessant zijn geweest, hieromtrent de meaning
van d’en heer
Stenhuis
te vernemen. Deze bleek ech-
ter, tot algemeene teleurstelling, ‘s middags, toen zijn
naam werd afgeroepen, reeds vertrokken, Omtrent
de quintessens van zijn opvatting licht ons echter een
stukje van zijn hand in ,,Het Volk” van deozeifden
avond in, waarin als ervarinigsfeit wordt geconsta-
teerd, .dat een hoog loon voor ongeschoolden ook een
hoog loon voor geschool’den ibeteekent en een laag loon
voor ongeschoolden een laag loon voor gesc’hoolden
ten gevolge heeft. Jammer, ‘dat de vergadering van
een debat hierover bleef gespeend.
Ook het loon van jeugdige werklieden werd slechts
vluchtig – door rio heeren
van Zcsnten
en
Korten-
horst – ‘
besproken. * * *

Een ander punt d en.t nog te worden vermeld, cl:at,
in het prae-advies-Kortenhorst kort behandeld, door
Mr.
van Zanten
ter vergadering naar voren werd ge-
braoht, de invloed nl. van ,de abnormale uitzetting
en ‘de ‘gakrekkige inrichting van het Nederlandsohe
distributie-apparaat”, van de in den ‘kleinhan’del ge-
maakte winsten en van daar cv. bestaande prijsafspra-
ken op het hoog blijven van de kosten van het levens-
onderhoud.
Deze kwestie trekt hier te lande al jaren de aan-
daoht. Reeds in de vergadering van ,,Staathuiahoud-
kunde en Statistiek” in 1904 werd door den ‘heer
Struve
als resultaat van zijn veeljarige waarnemingen
medegedeeld, dat vele artikelen hier te lande zeer
duiur zijn, doordat inzonderheid de vin’kelhandel
groo’te winsten moet nemen, daartoe gedwongen we-
gens ‘den grooten om,vang va dit distributie-apparaat.
En in 1913 cnquêteerde het Hoofdbestuur der Maat-
schiappij voor Nijverheid bij de departementen, of de
klacht over de duurte in Nederland, in den zomer
van dat jaar van verschillende vreemdelingen verno-
men, gegrond was.
De na-oorlogsjaren hebben bovenstaande vragen op-
nieuw en ‘krachtiger dan tevoren ‘doen rjçsen. Niet
alleen ‘hier te lande. ,,Tthero is no ‘douibt” ‘schreef ,,The
Economist” in een zijner laatste’ inummers, ,,that
since the war conditions have enabled the ‘distributinig
trades of the country to rotain for tihomselves a very
comfortaible margin, and that the ‘nurnibers engagd in iihem are unnecessary darge”. In, Engeland heeft
dit inzicht reeds tot de irrstei.linig eerier prijrzcncom-
missie geleid.
Nedrlan.d gaat hierop ‘thans ‘volgen. Het aan een
suib-commissie uit de Oommissie voor de Economi-
sche Politiek op te dragen onderzoek naar ide
,
faëtoren,
welke het economisch leven, hier te lande ongunstig
beïnvloeden en welke middelen verbetering zouden
kunnen brengen ‘), zal zich . ook uitstrekken over de
prijzen van levensmiddelen en andere ‘dagelijidsche Ibe-
noodigcllheden
2),
Dit besl’ü’it der Regeer’ing verdient

Zie p. 973 in dit nummer.
Het Bureau van den heer
van Zanten
stelde enkele

alle toejuiching. Te ‘hopen valt sl’edhts, dat aan de
Oommissie zoodiani,ge bevoegdheden zullen worden ver-
leend, dat zij zichzelf 6n de to on’clerzochen bedrijven
de interne gegevens, welke zij noodiig heeft, zal kun-
nen verschaffen.
* *
*

Keeren wij terug tot de hoofdzaak, de vraag, waar-
op ‘liet bestuur een antwoör’cl verzocht. Wat ‘de aan
in tornjat.iona]o concurrentie iblootgestelde nijverheid
aangaat werd hiervoor reeds getracht, het resultaat
der ‘debatten te foimuleeren. Met meer beslistheicl
dan ten aanzien van de loon en der atbeidei-‘s in deze
indujstrieën heeft men in het algemeen zijn standpunt t.o.’v. de overheidslooneu en die in de ,,s’helterod in-
dus’t’r.ies” omschreven. Een redelijke ‘verlaging is, om
den toestand in belangrijke aan internationale con-
currentie oo’deriiev’ige industrieën, zoowel ten bate
van arbeider als ondernemer eenigszins te ontspan-
nen, billijk en ‘gewenscht, zoo niet noodzakelijk –
maar hoe haar door te voeren? Dr.
Goudriaan
wist
er niet ‘veel raad op; uit de publieke opinie zouden
de middelen in hoofdzaak moeten voortkomen. ,,Loons-
verlaging in overheidsdiensten is moeilijk”, con sta

teerde de heei’
van Hettinga Tromp,
‘die daarom in de
haasseperiode van eenige jaren terug te Amsterdam
een verhooging had geremd. De heer
Stork
was min

der pessimistisch; hij sprak in zijn repliek van krach-
tiige middelen, om een verlaging door ‘te voeren, waar

over het particuliere bedrijf niet, de overheid wel zou
beschikien. Bij deze algemeene aanduiding bleef het
echter, zoodat het auditorium vat ilit punt aangaat
even wijs naar huis ging als het gekomen was.

D. J. WANSINI{.

GOUDJNVOER IN NEDERLAND.

De daling van •deo, goudprijs in Londen mot een
volle penny en het sterke aanibod van S’terlingwissel’s
heeft een waren goudstroom naar ons land geleid.
Volgens de lieden gepuib’li.ceer;de weekstaat van De Ne-
derlandsche Bank is er gedurende ‘de afgeloopen week
in totaal voor ongeveer
f
17.6 mi’llioen goud in baren
bij haar ingeleverd, terwijl ‘groote zendingen nog te
wachten, of al reeds geleverd, maar nog niet afgere-
kend zijn. Afgezien van de onderlinge verhoudingen
van de E’ogel’sohe en de Necler.lairdsc!he geldrnarkt
geeft reeds cle gewone Nec] erl an’d.sche betalingsbalans
aanléiding tot denen sterken invoer. Bijna iederti
maand i.s het uitvoercijer gestegen, terwijl de iiivoei:
vrijwel gelijk bleef of slechts weinig grooter werd.
1-let door den onzichtbaren tiitvoei- ‘te dekken verschil
werd daardoor steeds geringer. De rente op buiten-
laddsche lbeleggingen en cred’ieten ‘en de commissies
daarop, zijïn daarentegen sterk toegenomen, vooral die,
welke over onno Oostelijke grens komen. Tegenover
een ‘geidgovend Duitshl’arud van 1920 tot 1.923 staat
een sterk l’eenend van 1924 en 1925, over welike bedra-
gen nu de rente-op’brenigst ‘gaat binnertkornen. Boven-
dien zijn de prjeien van verschillende o]izer Indische
producten belangi-ijk honger dan de vorige jaren (.ruh-
bar, thee, koffie) of, indien cle prijzen niet hooger zijn,
verooi-zaa.lot een grootere oogst een minst genomen. ge-
lijke opbrengst. Alleen een ‘belangrijk rentevet-schil tassc.hen de Nederlan’dsche geldmarkt en die van de
vrije goudJ’anclen zou in staat zijn deze, de buitenland-sohe wisselkoersen druidkenide invloeden, te nivellee-
ren, doordat cie Nederlaasdsche geldgievers aanleiding
kregen beleggingen in het buitenland tedoen in plaats
van in Nederland
:
Dit nu is ‘op dit oogesuMilk geens-
zins het geval. Het Nederila,n.clsc’he disconto staat vrij-
wel onveranderlijk op 3 c 3% pOt. In New York no-
teert men reeds gedurende meerdere weken 3% h 3%
pOt., hetgeen dus geen aanleiding geeft om dollar-
wissels te koopen. Maar ook het verschil met de Lon-
densche geldma’r’kt is ‘niet van dien aard, dat men in

jaren geleden reeds een beperkt onderzoek naar de marge
tusschen groot- en kleinhandeisprijzen in.

4 November 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

967

het aiig’emeen tot aankoop van Engeische wissels za.l
oveaa.n. Weliswaar zijn de Engelsohe discontokoer-
sen in de laatste dage.n iets opgeloopeo, maar een ver-

selvil van
Y4
of% pOt. geeft toch geen aanleiding om
op groot.e sc’Iiaal tot aankoop over te gaan, vooraJ niet
als men geen eigen vrije middelen heeft en men er
eerst toe zou moeten ovengaan, bij de circulatiebank
H’oll’anidzclhe wissels te discon:teeren. AllIes bijengeno-
mer:i zal dus nog wel meer goud naar onis land vloeien,
tenzij een bdla.ngrijke verrulmin.g van. de Nederland-
sche goidmarkt ontstaat, of een verilooging van het
Engdsche cl iseonto paats vindt.
DuW.

HET BEELD DER JONGSTE IIVDISCHE

BEGROOTING.

1.
De onlangs ingediende Nederlandsch-Indische be-
grooting voor het dienstjaar 1926 ademt een geest
van groote tevredenheid over het feit, dat het reeds
in het vorige dienstjaar verkregen begrootingseven-
wicht ook thans zonder moeite behouden is kunnen blijven. De raming’ voor den gewonen dienst levert
een overschot op van
f
841.818.—, terwijl de buiten-

gewone dienst, ten aanzien waarvan voorloopig nog
de uiterste voorzichtigheid betracht wordt, een tekort
aanwijst van
f
45.914.634.—. Voorts is voor de vloot-
uitbreiding gerekend op een nadeelig saldo van

f
7.092.010.–
1).
Het hoofddoel, dat gedurende eene
jarenlange bezuinigingscampagne voortdurend werd
nagestreefd t.w. eene sluiting van het budget voor
den gewonen dienst,, is thans niet alleen bereikt,
doch ook behouden.
Het bezuinigingsstreven van de Indische Regeering
werd in de laatste jaren door het groote publiek al
naar gelang van het voorgestane politieke standpunt
of het betrokken eigenbelang, geheel verschillend be-
oordeeld.’ Waren het in de eerste jaren, toen de nood
het hoogst was, vooral de behoudend gezinden, wier
waarschuwende stem tegen de chronische tekorten
het sterkst weerklonk, zoo zijn het thans vooral
de vooruitstrevenden, die, met eene verwijzing naar
de betrekkelijke gemakkelijkheid, waarmede het be-grootingsevenwicht bereikt is, klagen over het over-
dreven pessimisme, dat de Indische Regeering er toe
gebracht zou hebben de ontwikkeling van het land
sterker tegen te houden dan
eigenlijk
wel noodig

geweest was.
De politiek speelt in kwesties als deze eene te
groote rol, dan dat zou kunnen worden verwacht,
dat beide partijen ook maar eenigszins dichter bij
elkander zouden kunnen komen.
Voor eene juiste en objectieve beoordeeling der
gevolgde Regeeringspolitiek is het echter noodzake-
lijk, zich te binnen te brengen, dat gedurende eenige
jaren, en vooral in 1922 en 1923, de financieele toe-
stand van Nederlandsch-Indië hoogst precair is ge-
weest, dat in dien
tijd
met de grootste moeite en
niet dan na een herhaald beroep op buitenlandsche
kapitaalmarkten op
dikwijls
onvoordeelige voorwaar-
den dekking kon worden gevonden voor de groote
tekorten en dat het dus een dringende eisch van
behoorlijk regeeringsbeleid was, om zoo snel mogelijk
weer tot normale toestanden terug te keeren. Na-
latigheid in dezen zin zou het Nederland-Indisch
crediet ernstig en langdurig hebben geschokt.
Dit is temeer het geval, waar
zijne
rechtspersoon-
lijkheid – dat wil dus zeggen: zijne financieele on-
afhankelijkheid van het moederland – eerst van 1912,
dateert, zoodat Indië op het gebied van financieele
zelfstandigheid nog geheel in de kinderschoenen stond
en
zijn
recht op onafhankelijkheid in dit opzicht
zoowel tegenover binnen- als buitenland nog moest

bewijzen.
Ware het de Indische Regeering niet gelukt, zeifstan-
1)
Bij deze cijfers is geen rekening gehouden met eene
nader ingediende nota van wijziging, welke overigens geen
bijzonder groote veranderingen aanbrengt.

dig
door groote voortvarendheid in de bezuiniging
orde te scheppen in den dreigenden financieelen chaos,
dan zou het wellicht zoover . zijn gekomen, dat de
Nederlandsche wetgever geheel of ten deele had
moeten terugkomen op de in 1912 verleende ffnan-
cieele zelfstandigheid. Hiermede zou echter de ont-
wikkelingsgang van het Indische gemeenebest nood-lottigerwijze een heel eind
zijn
teruggezet.
Men kan het er dus over eens wezen, dat de
Indische Regeering goed heeft gedaan, hare bezui-
nigingspolitiek zoo krachtig
mogelijk
door te voeren.
Dat deze politiek indérdaad goede resultaten heeft.
opgeleverd, blijkt uit een in de Memorie van Toe-
lichting op de definitieve begrooting voor 1926 ge-
publiceerden staat, welke de
zuivere gewone Lands-

uitgaven, na aftrek van de niet voor inperking vat-
bare uitgaven voor den leeningsdienst en voor de
pensioenen, aangeeft over de jaren 1921 en volgende
1).

1921
……
433
millioen
(=
100
pCt.)
1922
……
385

,,

(=
89
1923
…….
314

(=
73
1924
……
275

,,

(

64

1925
……
280

,,

(=
65
1926
……
285

(=
66

Hoewel de resultaten’ der bezuinigingspolitiek dus
zeer bevredigend genoemd mogen worden, moet daar-
tegenover worden gewezen op de omstandigheid, dat
de Regeering in het algemeen zeer ongelukkig is
geweest in hare
waardeering
van deze resultaten
voor elk nieuw begrootingsjaar; de uitkomsten over ieder jaar leverden
namelijk
voortdurend aanzienlijke
mee- of tegenvallers op, vergeleken
bij
de begin-
ramingen.
Zeer frappant is in dit verband eene vergelijking
van de
saldo-cijfers
van de begrootingsontwerpen
voor de dienstjaren 1921 t/m 1924 op het oogenblik
van hunne aanhangigmaking bij de 2de Kamer van de Staten-Generaal met de nader gebleken uitkom-
sten over die jaren (van 1925 zijn natuurlijk nog
geen uitkomsten bekend):


=
tekort

+
=
overschot
Ramingen volgens

de oorspronkelijke

Uitkomsten
begrootingsontwerpea

(afgerond tot

(afgerond tot

duizendtallen) duizendtallen)

1921

f

70.241.000

f
– 264.253.000

1922
……..
, – 190.225.000

,, –
98.989.000
1923

– 249.171.000

– 66.723.000
1924

– 81.05.000

,, ‘-
45117.000

Terwijl dus 1921 nog een totalen tegenvaller op-
leverde van ongeveer 194 millioen, kwamen in de
volgende jaren 1922, 1923 en 1924 meevallers aan
den dag van 91, 182 en 126 millioen.
De vraag moet gesteld worden, of deze afwijkingen
tusschen de ramingen en de uitkomsten, waarover
de Indische regeering heel wat heeft moeten hooren
en in de toekomst nog wel het een en ander te
hooren zal krijgen, aan hare schuld is te wijten. Het antwoord dient ontkennend te luiden, aange-
zien de oorzaken in hoofdzaak de volgende zijn:
de indiening van elke begrooting heeft, ten ge-
volge van de noodzakelijkheid, om haar zoowel eene
behandeling in den Volksraad als in de Staten-
Generaal te laten ondergaan, op een zeer vroeg tijd-
stip plaats, nI. in de maand Mei, voorafgaande aan
het dienstjaar, waarop de begrooting betrekking
heeft. De kans op juiste ramingen is door eene zoo-danige vervroegde indiening van de begrooting na-
tuurlijk sterk verminderd;
in de afgeloopen jaren is de belastingadmini-
stratie, . welker functioneering tevoren in Neder-
landsch-Indië door gebrek aan krachten zeer veel te

1)
Bij deze cijfers valt te bedenken, dat’ tot en met
1924
de definitieve begrootingsuitkomaten bekend zijn, terwijl
de voor de jaren
1925
en
1926
genoemde getallen natuur-
lijk
nog op
ramingen
berusten.

968

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4
November 1925

wenschen overliet, veel beter georganiseerd. De daar-
door ontstane betere resultaten der belasting-inning konden bezwaarlijk op juiste wijze worden geschat, aangezien de perfectioneering van den dienst gelei-
delijk, aan en als het ware
on gezien
geschiedde. De
tastbaar gunstige uitwerking dezer reorganisatie kon

tevoren moeilijk worden benaderd en aan deze om-
standigheid zijn de ,,meevallers” der laatste jaren
ten deele te danken;
de voortdurend doorgezette bezuiniging werkte
als het ware als een ,,sneeuwbal”, die, eens in be-
weging gekomen, steeds in omvang toenam. Daar-
naast is de algemeene geest van meerdere zuinig-
heid, die onder den druk der omstandigheden in
hoogere mate over de ambtenaren vaardig is ge-
worden, mede eene onzichtbare oorzaak geweest van
de betere begrootingsresultaten;
als hoofdoorzaak kan echter worden beschouwd
de bijzondere economische gesteldheid van Indië, die
met al hare eigenaardigheden haar invloed doet gelden
tot zelfs in ‘s Lands openbare financiën.
Nederlandsch-Indië mist namelijk de voor de sta-
biliteit der openbare geldmiddelen zoo geweuschte
inheemsche vermogende bevolkingsklasse.
Het is een
kapitaalarm land, dat de middelen van ontginning
zijner natuurlijke hulpbrorinen hoofdzakelijk van
buitenaf
moet betrekken.

De aanwezigheid van een inheemsch kapitaal-
krachtig volksdeel zou aan ‘s Lands inkomsten een
veel
vastere
basis geven dan het geval is onder den
tegenwoordigen toestand, waarbij deze inkomsten
uitsluitend berusten op de wisselvallige resultaten
van het particuliere bedrijf. Weliswaar zijn de ver-
mogens eener bezittende klasse ook wel onderhevig aan
de gevolgen van economischen voor- en tegenspoed,
maar deze bestaan voor een niet onaanzienlijk deel
uit grondbezit, vaste rente dragende stukken (obli-
gaties, pandbrieven, enz.), zoodat zij niet in zoo

sterke mate afhangen van economische wisselvallig-
heden als de particuliere bedrijven zelf, welker renta-
biliteit onmiddellijk beïnvloed wordt door de con-
junctuur.
De Nederlandsch-Indische openbare geldmiddelen
hangen door het
vrijwel
ontbreken eener vermogende
klasse van belastingplichtigen dus vrijwel uitsluitend
en rechtstreeks af van de winsten der ondernemers
en niet tevens van de meer stabiele opbrengsten der
bespaarde inheemsche vermogens.

Deze uitsluitende en rechtstreeksche invloed is
van te meer beteekenis ten gevolge van het feit, dat
de productieve werkzaamheid in Indië uiterst
eenzij-
dig is;
Het land kent nog vrijwel geen industriali-
satie en heeft als bronnen van inkomen hoofdzake-
lijk cultures en mijnbouw, waarvan de geldelijke resul-
taten uiterst variabel
zijn.

Maar zelfs op het meer beperkte gebied van de
cultures en mijnbouw is
Indië nog eenzijdig georiën-
teerd. Duidelijk wordt ons dit geleerd door de uit-
voerstatistieken, die aangeven, dat merkwaardiger-
wijze slechts een drietal producten t.w. suiker, pe-
troleum en caoutchouc, te zamen een overmatig groot
gedeelte van den geheelen uitvoer beslaan. Dit aan-
deel, dat over 1923 ongeveer 60 pOt. bedraagt, zal
waarschijnlijk in de naaste toekomst nog
stijgen
in
verband met de sterk toenemende beteekenis der
rubberproductie.

Men kan dus wel aannemen, dat een belangrijk
deel van den rechtstreekschen invloed van het be-
drijfsleven op de Indische financiën ligt bij de resul-
taten van de suiker-, petroleum- en caoutchoucbe-
drijven.

Bovendien wordt de door de economische struc-
tuur van het land veroorzaakte onzekerheid ten aan-
zien van de in toekomstige begrootingen te verwach-
ten landsinkomsten nog geaccentueerd door de
admi-
nistratieve organisatie
van Nederlandsch-Indië als
openbaar lichaam. De opénbare inkomsten worden

namelijk niet alleen verkregen uit belastingen, maar
daarnaast ook – en wel in sterkere mate dan in de
meeste andere landen – uit de openbare bedrijven of

aanzienlijke deelnemingen in particuliere bedrijven.
Dat de hiervan te ontvangen inkomsten wel in het
bijzonder aan de economische wisselingen onderhevig
zijn, behoeft geen nader betoog.
Summa summarum kan men dus zeggen, dat de
misrekeningen van de Indische Regeering ten aan-
zien van hare begrootingsramingen in hoofdzaak te
wijten zijn aan buiten haar invloed liggende om-
standigheden, waarvan wel de allervoornaamste ge-
vormd wordt door de bijzondere economische struc-
tuur van Nederlandsch-Jndjë als land en als admi-
nistratief orgaan. Dr. D. J.
E[ULSHOFF POL
Jr.
(Slot volgt).

ZUJDERZEEK WEST1ES.

(De volgorde der inpolderin gen).

1r J. F. Ligtcnbe.r.g te ‘s-Gr aivenha.ge schrijft ons:

Het zij mij geoorloofd naar aanleiding ‘van het ar-
tikel van d
i
en heer S. L. Louîwes ‘over bovenstaand
on’derwerp in uw ‘weekblad ‘va.n 14 October j.l. enkele
opmerkingen te maken.

Do heer Louwes spreekt, in ‘zijn artikel twijfel uit
aan ‘de wcriischelij’kiheid, zoo spoedig mogelijk aan te
vangen met do dro’og’making ‘van ‘den N.-W. Zuider-zee-polder en, ‘grortdt deze twijfel in hoofdzaak op de
volgende overwegingen:

De op grond van ‘het rapport der Commissie
,,Lovia’k” ‘ges’t;el de verwachtingen om,trent de cultuur-
waarde der igrojolden. in ‘de eerste jaren na de hedij-
king zou,deiri kunnen blijken ‘te o’ptimist ‘te zijn ge-
weest. Geldelijke verliezen, zoowel moor het Rijk als
voor de lolon i’s’ten zouden ‘hiervan het gevolg zijn, wat
mdcle ‘van nadeeli’gen invloed zou zijn op ‘de opname
der gronden en ‘cle k•oloni’satie der later te bedijken
polders.

Het ‘tij’dst:i’p waarop een pr’oefpol’der ‘kan uor-
den verkregen ligt z66 weinig jaren v66r het oogen-
blik, waarop met. ‘het int cultuur brengen van don N.-W.
Polder moet worden aa.ngevanigen, ‘dat dein den proef-
polder te verkrijgen ondera’indin’g hiePbij van slechts
zeer go..inge waartle kan zijn.
ind’ien ‘de Regeering bereid ware, het bedrag,
dat bij o’nver’wijide uitvoerJng van non N.-W. Polder
womJ’t opgeofferd, besclli:i’khaar te stellen vloor andere
landibou,ud’oelein,clen, ‘zo:oals ontwateri ng en heide-on’t-

ginninig, zou hiermede een vei’rnoadelijk ‘hooîge.r nuttig
effect kun non ‘woiden berei lat ten aanzien van werk-
verruiming en hehoeft’eaari cultuurgroDd dan met
riroogirnaking van dun Wie.r.ingermeei’po1’der.
De genoemde punten zullen hieronder iets nader
worden besch’ouav’d.

a.
De gerezen twijfel aan thet ‘gegrond zijn riet: ver-waehti nigen van het ‘rapj)ort ‘der Commissie ,,Lo’vink”
omtrent ‘de snelheid, waarmede do
N.-W.
Polder in
cultuur zal kunnen worden ‘gebracht, wordt gemoti – veer’cl door een aantal aan’ha’l:ingen uit het rapport,
waaruit bljikt, ‘dat ‘de snelheid, welke ‘de Com,missie
‘meent daarvoor t’e mogen. aanneznen in ‘geeneu deele
:is ‘bereikt in d’e tmet ‘den Wierin’germeer vergelijkbare
polders Anna Pauiow’na en Waard en Groet. De aan-
gehaalde passages nemen in het betoog der Commisse
,,Lo’vinlc” intu,ssciheu een geheel andere plaats in, ‘dan
de heer Lou,wes er ‘hier aan geeft. Zij strekken daar
tot .bawij, dat rroolan,g de on’utwater.ing der ‘gronden in
de genoesnd’e polder’s in ‘gebrekkigen toestand ver-
keeide, geen ‘ver’heteain g i n,t’racl in denaa’b,va,n kelj’k
zeer on’g i
unstgten cultuurtoestan’d ‘der grdbden; zij
motijveeren dlaardoo’r’de ruime bedragen, welke voor
het zoo spoedig mogelijk verkrijgen eener intensieve
ontwatering ‘der grond’en on’rniebaar worden ‘geoor-
d’eeld ee ‘niet welke in ‘de ‘begrootin’gen is rekening
gehouden. Ta.n
n
,
eez
men vergelij’kin’geu met de ge
noemde polders wil maken, wat den tij’dsduur betreft, –
‘dan dient men daar,bij Idus in hoofdzaak ‘buiten be-

4
November 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

rJ

schouiwning te laten de periode, waarin de gronden door het ontbreken eener doelmatige ontwatering in
zoutgeha1te niet konden verminderen en evenmin een
betere structuur konden verkrijgen. 1-lad men in de
genoeni’de polders niet na verloop van verscheiden
suikkeljaren de Idoeltreffende wijze van behandeling
der gronden gevoniden en ‘toegepast, waardoor stese] –
matig verbetering kon worden verkregen: de pol’clers
nou den nog th aus in een sleeh ten c u l’tuurtoes tand ver-
keeren, evenals zoo vele elecht ontwaterclè gronden
van overigens goede sameustelling (bier te lande. De
heer Louwes, die in zijn aimibtsgebied van dergelijke
gronden een rijhe ervaring moet hebben verworven,
zal zCker ‘de laatste zijn, om dit tegen ‘te spreken.
Beschouwt men ina ‘de verwacditin’en der Commis-
sie ,,Lovink” met inachtneminig van liet hierboven
aangevoerde, idan ‘blijkt, dat de Commissie ii geen en-
kel opzicht op een snelle:i’en vooruitgang der gronden
heeft gerekend ‘dan in de Anne Paulowna- en
Waard-

en Groet-polders werd ‘bereikt en dat’ (bij deze verwach-
tingen noch met de mogelijikheili is rekening geliou-

den,
dat
de on,deiwiniding van den proefpolder bespoe-
d i’ginig van liet verloop der ontzil tinig cii structuur-
vorming mogelijk zal maken, noch met de middelen,
welke de n i eniwe 1 an’dbou1wwetenschap to t ‘besp oedi –
ging van dit iverloop aanhiedt.
Met nadruk mag dan ook norc1en weerspio4ceii, ‘dat
de Commissie ,,L&viiik” ten aanzien van de aanvan-
kelij;k te verwachten cultuurresu.]tatien in ‘den N.W.-
polder een .tegroot optimisme aan ‘den dag legt.
Doch wel spreekt uit het verslig de overtuiging,
dat bij het in cul tuu t brengen der Zuide.rzeegron’den
vele der fou ten, welke iii den Anita Pauilowna_ en
Waard- en El roetpol ders werden gemaakt, vermeden
zullen ilatrifien worden, mede door het thans verkre-
gen beter inzicht in de let’ensvoorwaarden der ciii-
tuurplanten en ‘dat ‘daarom cciie schatting van den
tijdsduur, noodig voor het in cultuur ‘brengender Zui-
derzeegron dien, niet behoedt te geschieden op een wijze,
als haid de ervaring
)
opgedaan in de vroeger ontgon-
iie n polders, ons n .i ets igeleerd.

Het bij gelijktijdig uitvoeren ‘van de inpolide-
ring van den Wieringermeer met den asiuiitidijk to
aanvaarden werkplan maaikt onïvermijdelijik, de bedij-
king van den Wieringermeerpolder te voltooien in do
eerste drie jaren, vaarin ‘aan den afslaitdijlc wordt
gewerkt. Wanneer, overeenkomotig het Regeerings-
voorstel, hiervoor de jaren 1926/1928 avor.den aange-
wezen, zal ide ‘bemaling in 1929 kannen aanvangen en
de poldier in 1930 ‘droogvallen. De verkaveling ge-
shiiedt dan in de jaren 1931 en 1932, terwijl ‘het lan,d-
bouwkundig ‘ge(bruik der gronden voor de helft van den polider met liet najaar van 1932, voor de andere
helft met liet najaar van 1933, aanvangt.
Vanneer de proefpoicler, gelijk is voorgenomen, in
1.926 wordt ingedijikt en ‘drooggelegd, heeft ‘deze vol-
gens de than’s .gldende plannen dus 6 â 7 jaren droog-
gelegen, Nvanneer de 1 andibouiwwerkza amheden in den
Wieriin’germeerpolder een aanvang kunnen nemen.
Hoezeer deze termijn kort moet worden geacht, is hij
toch belan’grijlk gunstiger dan de drie – wellicht
twee – jaar, welke de heer Louwes hiervoor aan-
neemt.
Mede dient hierbij in heb oog te worden gehouden,
dat men in den proefpolider niet een proef over
enkele jaren verricht, doch niet de cultuur voo.rtgaat,
waarbij de voorsprong, dien men hier eenmaal bezit,
behouden blijft.
Allerminst kan dan ook ‘de meening worden onder-achrev’en, dat bij het in cultuur brengen van den Wie-
i-
,
in,germeerpoitder de in den .proefpolder te verlcrijen
ervaring zonder waarde zou zijn.

Het bedrag van
f
12.5 mi.11ioen, ‘dat de rcgee-
ring, zooais de heer Louwes becijfert, ii fonds per’du
prijs geeft hij het ‘thans voorgestelde werkplan
v

voor
i npol’clerinig an de Wi eringermeer, bestaat uit twee
deden. Het eerste is een bedrag van
•f
1.5 millioen,
‘dat als nadeelig saldo der ‘bouwrekening wordt ge-

raamd, tivanneer deze wordt afgesloten 14 jaren nadat
liet werk zal zijn aangevan’gen en geidurenide dien tijd
belast za.l zijn geweest met cciie bouwrente der opge-
nemen kapitalen van 5 pCt. ‘s jaars. Het, tiwreede is
het voordeelig saldo van
f
5 niillioen, ‘dat de genoom-dl e bou.wrekeni ng zou ikunnen opleveren , i nd ien de
uitvoering van het iverk voor zôô laii’gen tijd werid
iitgestel’d, als noodig zou zijn om door ‘liet zoete wa-
ter van liet IT,sselmeer volledige outzilting van de
•Wierinigermeergron’den te verkrijgen.

Het is duidelijk, dat al’s mcii thans een offer zou
willen brengen, dat met de hier genoemde posten
overeenkomt, aan een heel wat geringer ‘bedrag dan

f
12.5 millioen zou moeten worden gedaclt, daar
beide ‘bedragen tegen een rentovoet van 5 pCt. d.ienen e worden ver’disconiteer’d; het eerste (bedrag over
14
jaren, het tweede ibedrag over eene onigekeode pe-
i’iode ‘van ‘in elk geval zeer langen tijdsduur.
Daarbij komt, dat iie renitevoet van 5 pCt., waar-
mede de overgelegde berekening is opgesteld, betrek-
kelijk willekeurig is en dat, wanneer met een iets
lager ren tetype wordt gerekend, – waartoe de itihans
voorgenomen wijze van financiering alle aanleiding
zou geven – liet tekort van
f ‘LS
irn.illioen belangrijk
in inider wordt of. ‘geheel verdiwijnt.
De omvnnig van het offer, dat cciie vervroegde ‘in-
polderiu’g van ‘de WTieringermeer van ‘s Lanids midde-
ben zal vet geli, wordt door liet enkel noemen van een
bedrag ‘van
f
12.5 millioen clan ook op weiniig juiste
wijze getypeerd.
intmididels mag ongetwijfeld van een offer worden
gesproken en is ‘de vraag- gewet’ti’gd of (bier voordee-
]en worden bereikt, die het brengen van een offer
van den lii ej-iboven aan gegeven omvang wett:iigen –
De door idert heer Louwes gestelde vraag, of de hier-
mede gemoeide bedragen wellicht iroo
r
andere door
hem genoemde doeleinden mCt meer nut roud:eu kun-
tien worden aangewend, mag hierbij’buiten boscho u-
winig worden gelaten. Het hesteminien van zekere be-
dragen voor de droog-making van de Wieriogermeer
sluit toch allerminst uit, ‘dat van S’taatiswoge voor
oatwatering en heide-ontginning ruiirne bedragen
worden ‘beschikbaar gesteld.
Echter zou liet tot misverstand leiden, indien men
meende, ‘dat ‘door ontwaterin,g en ontginning aan de-
zelfde lan’dibouw’behoeften kan worden tegemoet geko-
men, waaraan door dedroogma.king van de Wieriuger-
meer zal worden voldaan. Eene belangrijke uiitibreidin.g
van liet aantal ruim opgezétte bedrijven
Oj)
goeden
grond, waaraan iie behoefte uit het ‘verslaig der Com-
missie ,,Lovinic” i7oo overtuigenid blijkt, ‘kan hier te
1 arsde ileclits vericregen wot’den door 1 andaanwirin ing,
zooals ‘door droog-making dci- Zuiderzee plaats hoef t.
Waar het brengen van een offer van – zooa.ls hier-
boven werd aangetoond – niet onredeljken omvang
thans mogelijk maakt, de landaanwinninig fder Zuicler-zeepol ders reeds binnen enkele jaren ‘te ‘doen aanvan-
gen, mag ‘liet ‘brengen vCn ‘dit offer als gemotiveerd
word’eh beschouwd.
Doch er is nog eend andere omstandigheid, welke
eene zon spoedig mogelijke drong-making van ‘den Wie-
rin’ger’meorpolcier in hooge mate wen’schelijl maakt.
Wanneer men denen polder, van in verhouding tot de
overige Zuiiderrzeepol;ders geringe oppervlakte, ver-
scheiden jaren vroeger tot stand brengt dan de later
te maken groote polders, (bestaat iie mogelijkheid, in
deren polder een aantal vraagstukken, v erbanid hou-
dende met ‘de vei-kaveling, iie uitgifte ‘der gronden tn
de vestiging ‘der bevol’kii’iig op eene wijze te ibestuidee-
ren, welke aan de latere grooite polders in ‘hooge mate
tien goede zal ‘komen en n

iogelijlIc zal malen, hier
met eene mate van zekerheid en op een schaal maat-
regelen ‘te treffen, welke zonder de voorafgaande erva-
ring van de Wieringermeer ondenkbaar zouden zijn.
T-Jet is ook vooral deze onsstandi’giheid, welke ccce zon
spoedig mogelijke totstaniclioming van den Wiet-in-
germeerpol der een offer waard ‘doet zijn.

Den Haag, 24 Oct. 1925.

970

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 November 1925

DE OPWEKKING VAN ELECTRISCHE

ENERGIE iN DE PROVINCIE LIMBURG

II
(Slot).

Gaan wij ‘thans na, welke waterkraciliten er beschik-
baar zijn.
Volgens het Rapport der Suibcommi’ssi.e kunnen in
het geheel de volgende watercentrales tot stand
komen:

Jaar.
Opw
en

ek-
Max.

Mn.
lijksche

kost
productie vermogen vogen per kWh

A. Maascentrales.
kWh

kW

kW
Linne
.
………
20.300.000

3150

500-700

0,88
Roermond ……10.600.000

2150

500-700

1,54
Belfeld ……….12.700.000

2600

500-700

1,32
Afferden
…….
11.500.000

2500

500-700

1,46
Grave ………6.800.000

2180

500-700

2,88

B. Centrales aan het laterale kanaal.
Bom
. ……….
.
28.600.000

3460

0,38
Roosteren

1500
Maasbracht

1

2380

De in di’t staatje gegeven, cijfers zijn veer ontleend
aan de meergenoemde, aan het rappnrt van den Hoofd-
in’geneur van den Watenstaat toegevoegde ‘nota, ‘be-
trekking ‘hehben,de op het ‘gebruik van waterkracht
van de ‘gekanaliiseerde Maas voor ‘het opwekken van
electrische energie.
Waar de centrales aan het laterale kanaal Maas-
tri’cht-Maaishraciht straks zullen besproken worden,
zullen wij beginnen met een beschouwing te geven
over de Maascentrales. Uit ‘het staatje blijkt da’delijk,
dat de centrale te Linn’e een eerste plaats inneemt
wegens haar groote capaciteit, haar gunstige ligging,
haar ‘geringe opwekki’ngs’kos’ten en het feit, .dat zij
gedurende langeren tijid van het jaar dan de andere
Maascentrales i.n staat is stroom te leveren. IE[ierte-genover zijn de andere Maascentrales in alle opzich-
ten in het ‘nadeel. I-Iun geraamde jaarlijksche ener-
,gieprod’uctje is ger’inger; zij liggen in een gebied,
waar niet alleen geen ‘dejbiet voor electrische energie
ooiihan’den is, idoch in a±zienibanen tijd ‘ook niet is te
verwachten. Bovendien ‘zijn cle opRvekkin’gslkosten groo

ter, en de vergelijking met di’e te Linne ‘valt nog on-
gunstiger uit dan uit ‘de cijfers van het staatje blij-ken kan, indien men tin aanmerking neemt, dat de
verdeeli’nig van het beschikbare vermogen over het jaar
van die Maascentralos zoodaniig onregelmatig zal zijn,
dat eën ‘groot deel ‘van het jaar in het, geheel ‘geen
vermogen beschikbaar is. Deze centrales zullen dus
niet op zidhrself in exploitatie ‘kunnen gebracht wor-
‘den’, doch dienn door een krachtige en daarom kost-
bare kolencentrale ondersteund te worden, wat op ‘de .productiekosten uiteraard een onigu.’nstigen invloed
heeft. Hiertegen’ov’er staat Linne met een veel gun-
stiger ‘vermo’genaveiideeFinig, terwijl ‘men, als reeds ‘ge-
zegd, ‘hier het ‘groote voordeel ‘heeft, dat alle benoo-
di’gcie watenstaatswechen reeds gereed zijn, ivaardoor een spoedige ‘bouw der centrale al bijzonder gemakke-
lijk wnidt gemaakt. Ten igevolge van dit alles, kunnen
de centrales aan ‘de Maas, ‘behalve die van Li’nne, op
het oo’geniblik ibuiten ‘beschouwing ‘b,lijven’ en zal dan
ook verder alleen done laatste worden behandeld.

Volgens ‘de Nota ‘van den Hoofdingenieur van den
Rijkswaterstaat kan men rekenen, dat ‘de stuw te
Li’nae rond 20 mifl,ijoen kWih. prod.uceeren kan. De
stuv iis verder van dien aard, ‘dat zich eik jaar twee
minima vormen, één in den zomer, al’s ‘gevolg van te weinig water,
maar
waatbij. toch altijd nog op een
miniim’u,m vermogen van 500
â
100 kW. ‘kan worden
gerekend, en een tweede, hooger gelegen minimum in
den winter, als gevolg ‘van een te gering verval ‘bij te
veel water, welk ‘minimum 1200 kW. bedraagt.
Uit hetgeen hieriboven reeds medegedeeld werd,
volgt, dat op het oogenhlik in niid.d’en-Limiburg een
afzetgehied ‘ligt, dat reeds binnen betrekkelijk ‘kor-

ENL


.

…………………
Vt
‘-

STdW


0
“.
BE&PLD

NeERWE(RT

(ERT

,5WACN

ERMOIiD

TSR
STER,
(

VLODROP,.’
,
r

T

RoosrEs

..

Z

/

;,•.’

i
,RORH

.

SIÇ1TARO

0
SM.CSMA
NUTM

T 0 T IS HO VE
1

M,IVV
AEIRL

‘-

.

5H,11.

1515*
1’I,WILL(

IHCRRRAO(
MAASTRIcHT
,.

.

.

0(55

VERIILARINC

“,J

.,

___–‘

.


BESTUNOE (AH

KAS, IT
AAIILEC
111.111
KAN
AAL
SCHUTSLUIS
vis
SPOOR WEC(S
VAALS

—–H.S.KASEL 0Kv,
.

-.-. H.5KAOEL
SAN,,
(LECTR,c,TEIrsrAoR.

5CHA11(LSTATIOK

ten tijd een maximale ‘belasting van ongeveer 3000
kW. zal vragen.

Nu is ‘dit vermoigen blijkbaar te groot voor de wa-
terkrachteenbrale van Linne alleen, ‘die toch in ‘den
winter slechts 1.200 kW. kan ontw’.iklceien. Verder
s’al’t het maximale vermogen, dat de stuw kan geven
en dat op 3150 kW. geschat ‘wordt, in het vooijaar
en in ‘het najaar. Er moet idus, evenals hierboven
reeds bij de andere M,aascentrales werd o’p’gemerk’t,
oolc ‘ii ier ‘naast de waterkrachtcentrale nog een tweede
centrale aanwezig zijn, die echter geen grootere capa-
citeit behoeft te ‘hebben dan noodi’g ‘is, om gedurende
enicele icorte perioden een tekort ,van c.a. 1800
k5
4
T.

te suppieeren. Uit ‘den aard toch beschikt men in d.en
zomer, wanneer het ‘verbruik minder is, over vol-
doende vermogen. Nu is hier echter de ‘gunstige om-
standiglheid voorhanden, ‘dat een aparte bouw van deze centrale onnoodi’g is, indien men ‘daartoe be-
stemt de betrelolceilijik dichi’tibij gelegen centrale v.an
Venlo. De centrales ‘van
Venlo
en Li’nne zullen dan
een ‘bij uitstek geschikt complex vormen, om voorloo-
p.i’g ‘geheel midden-Limburg, Venlo inbegrepen, te
voorzien.
Nu is het bestaande net :t,usschen Linne en Venlo
op het oogeniblik niet zood’ani’g ‘gedimens’io’neerd, dat
daas-anede een hoeveelheid ‘energie van 20 mi’lhioen
lcWih. ‘lcan worden afgegeven. Doch dit is een vraag-
stuk, ‘dat niet reeds dadelij’k opgelost behoeft te zijn.
In’ midden-Limburg i’s toch op het oogeablik nog
geen groot debiet aanwezig, ‘en een grooter zal alleen dan spoedig ‘verkregen kunnen worden, als er ‘goed-
koope stroom ‘beschikbaar gesteld wordt. Zoodra ‘ech-
ter ‘de watercentrale te Linne in we.eloinig zal treden,
mag verwacht worden, dat aan de stro’omiev’ering een krachtige uitbreiding zal gegeven w’orden wat vanzelf
ei’ ‘toe zal leiden, ‘dat distributie- en v’oedlingnetten
geleidelijk aangelegd en verzwaar’d zullen worden.
Om alle hienbovengeeoem.de redenen komt het ons
voor, dat een watercentrale te Linne, gekoppeld aan d,e
bestaande stoomcentrale te Venlo, voor de ‘el•eetrif’ica-
tie van midden-Limburg .de meest geschikte, en ‘daar-
om de aangewezen oplossing is. Zij voorziet voor de naaste toekomst op ‘de ‘meest natuurlijke wijze in de
stijgende lbehoeften ‘van ‘deze, dooi- haar ,geo.graiiscihe
gesteldheid moeilijk te ele’trificeeren provincie en
moet daarom nooidig en urgent geacht voiidien.

4 November 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

971

Komt zij tot stand, dan ikan voo’rioopig van den
bouw ‘van een lijn ‘van zeer hooge spanning van Zuid-
Liimhurg uit afgezien worden. Eerst 1 ater, wanneer
cie lbehoefte aan een groot ‘vermogen in het Zuiden van
GeJderland en ‘het Westen van Noord-Brabant anja cle orde komt, zal ‘de aanleg eener zo’odanige lijn wellicht noodig kunnen zijn. Ook clan zal echter ‘cle exploitatie
der wa.terceirtrade nog van even ‘groote waarde blijven
als voorheen, daar op geen andere, even •doel’m•atige
wijze in de ‘behoefte aan electrische energie van hare
omgeving kan worden voorzien. De waterkrachicen-
trede past dus wegens haar •groote economie ook zeer
oecl in het kader der algemeene electriciteitsvoo’r-
z’ie’niinJg.

Direct aansluitende cnn de beschouwingen over
Linne moeten hier ook eenige woorden gewijd wor-
den aan ‘de watercentrales, clie langs het laterale
Icannal Maastridht’-Maas’bradht, en wel te Bom, to
Roostereu en ‘te M’aasbraoht kiin,nen worden ge-
bouwd en ten gwnste van welker expaoitatie vrijwel
hetzelfde aangevoerd ‘kan worden als voor de Maas-
centrale bij Linne. Alleen zijn de mogelijkihe-
den voor de uitvoering dezer centrales op liet negen-
hlrik nog niet voorhanden, omdat het kanaal ‘noig
aangelegd moet wordn. Maar een bespreking hier-
over meenen ‘wij toch van groot ibela,ng te achten,
daar zij er toe aanleiding zou lcunneu geven, dat bij
dan: bou.w van idat lcauaal, waarvan ‘de totstandko-
ming binnen afsienibaren ‘tijd te verwachten is, di-
rect met de aan te leggen centrales rekening ge-
h ou,den wordt.

Volgens de meergenoemde nota zou Born een
gemiiddelde jaarproductie kunnen leveren van
28.600.000 kWh. met een gemiddeld jaarlijksoh ver-mogen van 3260 kW., wat 90 pOt. rijs van het maxi-
male vermogen’. Alhoewel nog geen bogrootiug van aanlegkosten van deze centrale is uitgewerkt, meent
de Hoofdingenieur van den Rijlcscsraterstaat naar
arialogie van de cijfers van Linne en de gunstige
omstandigheden van den opzet met ‘voldoende zeker-
heid te mogen aannemen, dat de kosten per dpge-
wekte kWih. te Bonn niet meer zuilen bedreigen dan
0,38 cent. Voor de centrales te Roosteren en te
Maasbraciht, waar ide opzet van minder voordeeligen
aard ijs, zal dat cijfer uit den aard der zaak iets
ongunstiger zijn. Al deze centrales kunnen echter
te zamen met die van Linne naettertij,d, onder alle
omstandigheden deelnemen aan de elecbrlciteits-
voorziening van Limburg. Zij openen de mogelijk-
heiid eener igeleidelijke aansluiting ‘van het bestaan-
de 10.000 volt-.net
aan die centrales, hetgeen gemak-
kelijtker en met veel ‘geringere kosten kan geschie-
den riem een geleidelijke aansluiting van die Geul-
trailes aan een nieuwe 50 K.V.-leiding. Z’oo kunnen
zij welvaart versprei,den.de bronnen worden.’, idie, door
hare ligging niet alleen ‘mede kunnen helpen, ‘om
waardevolle ‘brandstof te besparen, maar die ook op
zeer voordeelige voorwaarden een belangrijk aan-
deel van de benoodide energie in ‘dat ‘deel der pro-
vincie op zich kunnen nemen. Zij ‘vormen een voor
cle welvaart van ide Provincie ‘zeer ibelangrijken, fac-
tor, daar zij z66 economisch te exploiteeren zijn, dat
zij onder alle omstandigheden ‘de ‘gewestelijke elec-
triciteitsvoorzieni’ng gunstig zullen kunnen beïn-
vi oeden.

Uit het rapport van de Staatscommissie valt, inu
echter op te maken, d’at de exploitatie van, deze wa-
terkrachten van geen groot Ibelang geacht moet wor-
den. De commissie ‘toch zegt, dat een zeer groot; direct voordeel van de exploitatie ‘der watercentrale te Lin±ne
niet verkregen kan wonden. Uit fhetgeen vooraf gaat,
meen ik echter ‘tot een eenigsains andere conclusie
te moeten komen., een conclusie, waarvan ‘de Staats-
commissie, niet,tegen staande het zooe’ven aangehaailde,
toch niet zoo ‘heel ver af staat, idaax immers ook zij
voorstelt, het vraa.gstulc van het dienstbaar maken
van de wateroe.iitiraie te Linne aan het opwekken van

electriciiteit nader te doen onderzoeken door een corn-
missie, een deriklbeeid, waarmede ik mij volkomen kar
vereeniigen.
Als een lberwij
,
s, dat ‘de exploitatie van Icleine water-
centrales toch wel van eenig nut en ‘bovender teoih-
nisch ook zeer goed mogelijk ijs, moge nog dieneu, dat
blijkens de Zweedische statistieken van electrische
centrales daar reëksen van ratei.ceu,trales op ‘cle
groote netten worden aangesloten, waarvan de ver-
mogens dikwijls nog ver onder de 1000 kW. blijven. M.i. verliest de Staatsc’o’nntissiie te veel uit het oog,
dat ‘het ‘hier ‘gaat om het in exploitatie brengen van
een viertal watercentrales, die op den duur een brand-
stof’besparing van rond 60.000.000 KG. volwaardige
kolen per jaar kan geven, een hoeveelheid, ‘die groot
genoeg is, om voor afzienbaren tijd ‘in samenwerking.
met aanwezige, kolencentrales in de behoefte aan elec-
triscihe energie van miidden-Lmibuirg te ‘voorzien, en
w’el onder omstandigheden, die door de ligging heel
w’art gu.’nstiiger zijn ‘dan bij ‘uitisluitende voorziening door de mijnen.
Tegen ‘de totstandkoming der ‘hieiiborven on,twik-
Icelde denkbeelden zou een lbezwaar ingebracht kun-
nen worden. Oppervlakkig ibescho,ujwd, ziet het er nl.
uit, of ‘de waterceutrales den ij’ncentrales een zeer
erastige concurrentie zullen ‘aandoen. ‘De totale hoe-
veelheid stroom toch, die de Stroomverkoopmaat-
sohappij dist:ri’bueert, bedroeg het vorige jaar 32 nijl-
lioen kWth., zoodait, indien de mijnen de bovengenoem-
de 20 milliben kW’h. van Linne, waartoe wij onze be-
scihouwingen voorloop’ig mogen ‘beperken, zullen moe-ten dec-ven, haar ‘debiet voor ide .electriciteiitsvoorzie-
ning zonde zien, dalen tot op nog slechts een 12 miil-
li’oen kWih. Lmjderdaaid ‘zal elke hoeveelheid electrici-
teit, ‘hoe igeringook, welke door een ander orgaan edan
doom de mijncentrales voor de voorziening vast elec-tri,sch’en stroom geproduceerd wordt, een verlies zijn
en ‘blijven ‘voor die centrales. Maar hierbij moet toch
een ‘voorname factor niet vergeten worden. Voor
het zoo’ver gekomen is, dat de wa’tercentrale aan de
distributie voor Limburg ‘kan deelnemen, zal tijd noo-
dig zijn, en in dien tusschentij:d zal evenals in rni’d-
den-Lirn.’burg ook in Zuid-Limburg het debiet steeds
meer en progressief omhoog lblijjveo ‘gaan, wat zeker
nog zal ‘in ide hand gewerkt worden, door’ het tot
stand komen der IvFaaskana.lisatie. De aanwijzingen, dat
het ‘die richting uitgaat, zijn onmiskenbaar. Er be-
hoeven zich slechts nog eenige groote industrieën te
vestigen, die alleen van het aligeineene net uit be-
hoorlijk van eiectr’i,sc)hen stroom voorzien kunnen wor-
den, zooa’ls ‘b.’v. ‘de nieuwe cementfabriek te St. Pieter
bij Maastricht, om deze 20 miilioen.kWh. niet ‘alleen
te kunnen plaatsen, maar zelfs ‘te overschrijden. Vo’oi het ‘aansluiten van ‘bestaande industrieën
zijn
natuuv-
lijk ivoo,ral lage ‘tarieven noodig, ‘in het bijzonder wan-
aieer het ‘industrieën ‘geldt, die voor hun ‘bedrijf veel warmte nondig hehben. ‘De opridhtinjg der watercen-
trale te Linne zal op die tarieven zeker geen oagu’n-
stigen invloed uitoefenen. Integendeel zal ‘die invloed
juist een gunstige zijn, daar daardoor ide aanleg van
een zeer kostbare lijn van, zeer hooge spanning van
Zu’i’d- naar miiddien-Limibtu’g ‘voorloopiig niet noodi’g
zal blijken. Die inaloed zal zich verder doen gelden
bij de oplossing van het vraagstuk ‘hoe aan het tot
nu toe niet ‘werkende deel, dat tot ‘de mi,jnlbevolking
behoort, een produc’tief bestaan te verzekeren is, he’t
geen niet alleen een economisch, maar tevens een
sociaal belang van ide eerste orde moet wordeia ge-
acht. Wij ‘meenen dan ‘ook, dat de voomuitnicihten voor
een intensieve eleetrificatie van Zuid-Limburg zich
volstrekt niet ongunstig laten aanzien, ‘en ‘dat het de
mi$ncentrales zijn, die ‘daarvan in de eerste plaats de
voordeelen zullen plukken.
Wij leven op ‘het oogeniblik in een nroeili.jken en
voor ‘de oprichting van nieuwe industrieën wel depri-
meeren’den tij’d, maar dat ‘geeft ons toch nog niet het
recht om hij, de pakken neer ‘te •’en zitten.
Juist nu is er alles aan gelegen om met volle over-

972

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 November 1925

tuiging en energie al die vraagstukken ter hei cl te
namen, die geschikt
zijn
om lbij verwezenlijki lig vruch-

ten af te werpen.
wij heibben daarom in ‘liet bovenstaande liet goede
recht van de oprjohting van watercenitrales in nijd-
den-Limihurg op economische igronden, meen en te moe-
ten bepleiten, en wiLlen eindigen met onze hoofdin-

drukken nog eos samen te vatten:
Zij zijn de volgende:
ie. d.e venibetering der ei ectriciteitsvoorziening

van mild
i
den-Limhurg is urgent, en dient Lin de naaste
toekomst te geschieden door een waterceutrale te
Linne, gesteund door de bestaande kolencentrale te
Venlo;
2e. gelijkelijk met ‘de op.rnchtm’g van nieuwe in-
dujstrieën in midden- en Zu.ici-Limbi.uig zuilen de wa-

terceutriales te Bom, Roosteren en Maasbracht in
exploitatje moeten komen, ten einde al haar energie
aan de electri citeitavoorzi ening van deze gedeelten
van Lmnitbur’g diens’tbaar te kunnen maken. Te dien
einde moet bij de wertkzaaimheden aan ‘het Juliana-
kanaal nu reeds rekening fgehonden wiorden met het
tot s tand komen van deze wate.rceai t.ral es;
3e. door de aanwesigheid der watercenbrales in
mi’dcien-Linsburg wordt de oprichting eener kolen-
centrale in Zui.d-Limiburg of elders in de eerste jaren
op den ach’terg.ro’nd gedrongen. Mocht zij in verband
met de toenemende behoefte aan electrische energie
in de aangrenzende deelen van Noord-Bra’hant en Gel-
cierla.uid op den dïuir noodig zijn, dan zuilen de water-
centrales van midden-Limburg toch hun reden van
bestaan blijven bijhouden, eventueel als onderdeel van
cle algemeene elecbric.iteitsvoonii&iin,g.

Ten aanzien van de wijze van exploitatie der even-
tu.eele op te richten centrales in midde.n-Li mburg
zouden nog eenige beschouwingen igogeven kunnen
worden, bv. over de kwestie, wie de aangewezen orga-
nen sullen zijn om ‘de watercenitrales te exploiteeren
en den stroom te rlistri’bueeren. Ook zou nog gewezen
kunnen worden op de taak en den omivanig der in te
stellen commissie, die volgens de Staatscommissie tea
doel zou hehbçn, een rapport in te dienen aangaande de technische uitwerking en de economische levens-
vatbaarheid van die centrales. ik mee.n mij echter
hiervan te moeten onthouden, daar, mocht de Regee-
ring besluiten deze kwesties tot de hare te maken,
men met vol vertrouwen hare beslissingen hieromtrent
vel tegemoet mag zien.
N. M. H. DOPPLER,
Ing.:
E/ectrotechnisch adviseur bij de Arbeidsinspectie.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE NIEUWE HONGAARSCHE MTJNTEENHEID.

Dr. Richard Kerschagi te Weenen schrijft ons:

Na wekenlange discussie is eindelijk de beslissing
over de nieuwe munteenheid in Hongarije gevallen.
Reeds voor het begin van de eigenlijke muntenquête
was een groot aantal voorstellen ingediend, doch had
men niet tot overeenstemming kunnen komen. De
groep der landbouwers bepleitte, zeer verstandig,
een zoo eenvoudig mogelijk omrekeningscijfer, ni.
10.000, waarbij zich de door de Sociaaldemocratische
Partij vertegenwoordigde arbeiders aansloten. Een
deel der iPdustrie was, evenals een deel van den
handel, voor de Goudkroon opgekomen, op basis van
de huidige goudpariteit van 14.500 kronen, terwijl
een ander deel hunner voor den Engelschen Shilling
of een gedeelte daarvan pleitte. Weer een andere
groep, waarmede, naar het schijnt, ook de President
der circulatiebank, Dr. Popovics, en de Minister van
Financiën het vrijwel eens waren, pleitte voor een deeler
van 20.000, welke laatste er eigenlijk toe moest
dienen, het gemakkelijke onarekeningscijfer van 10.000
te handhaven en toch niet dezelfde munt als Oosten-
rijk te hebben, waartegen men zich uit nationale en
politieke -overwegingen meende te moeten verzetten.
Een klein deel der economische groepen kwam op

voor de zoogenaamde ,,Marienkrone”, d.w.z. 100.000
oude kronen gelijk te stellen aan 7 nieuwe ,,Marieh-
kronen”, waardoor de nieuwe eenheid een goudwaarde
van iets minder dan een goudkroon zou hebben gehad.
Men heeft in Hongarije, om het nu maar dadeljk
te constateeren, tot verrassing van iedereen geen der
wegen ingeslagen, waarover wekenlang is gediscuteerd,
doch de Regeering heeft 17 October ji. afgekondigd,
dat de overgang plaats zal vinden op den grondslag
van 12.500 kronen = 1 nieuwe eenheid. Men kan
gerust zeggen, dat men hiermede nu wel zoowat de
slechtste oplossing heeft gekregen, welke ,,überhaupt”
mogelijk was. Zij wordt slechts daardoor eenigermate
verklaarbaar, dat men zich tenslotte in een soort
duel tusschen aanhangers van de nieuwe Goudkroon
en aanhangers van den nieuwen gulden op de basis
van 20.000 kronen = 1 gulden bevond en tenslotte
geen van beide partijen gelijk wilde geven, om de
andere niet te krenken. De verklaring van den Ron-
gaarschen Minister van Financiën, dat de Hongaarsche
boer slecht rekent, resp. omrekent, waarin hij in
ieder geval gelijk heeft, velt intusschen ongetwijfeld
een vernietigend oordeel over de nieuwe munteenheid.
De hervorming vergroot de reeds bestaande verwar-
ring, door het scheppen van nog een nieuwe munt-
eenheid,
terwijl
het omrekeningscijfer zeer gecompli-
ceerd is, want het gemak, dat hierin ligt, dat men bij
duizenden slechts door
acht
behoeft te deelen, om op
het nieuwe omrekeningscijfer van 12500 te komen
is
ongetwijfeld
niet zoo groot, als zij steeds wordt
voorgesteld.

Ook het tweede argument, dat nl. de nieuwe, klei-
nere munteenheid een gunstige uitwerking op de
prijzen zou hebben en men van de 20.000 als eenheid
een
prijsstijging
had moeten vreezen, houdt zeker
geen steek. De grootte van de munteenheid is onge-
twijfeld onverschillig voor het prijsniveau. Niemand
minder dan Karl Menger heeft bij de muntenquête
van 1892 dit standpunt met groote energie verdedigd
en deze opvatting onder de meest vooraanstaande
vaklieden van zijn tijd ter overwinning gevoerd. En
zelfs wanneer het niet zoo ware, kan men, zonder
vriend eener ,,Zwangswirtschaft” te zijn, terecht
zeggen, dat wetgeving, administratie en rechtspraak,
wanneer men althans op één gebied hun beteekenis
wil erkennen, toch in ieder geval in staat moeten
zijn, zulke, gedurende een korten overgangstijd even-
tueel te vreezen prjsexcessen met alle energie te
onderdrukken.

Ook het laatste argument van Hongarije, dat het
er tenslotte slechts op aan komt, een nieuwe munt-
eenheid vast te stellen en dat daarna de vraag van
de grootte dezer nieuwe munteenheid er een van de
tweede orde zou zijn, houdt geen steek. In de eerste
plaats bevat zij reeds een bedenkelijke tegenspraak
met de in de vorige alinea vermelde bewering, dat
de grootte van de munteenheid in staat zou zijn, het
prijsniveau te beinvloeden; in de tweede plaats kan
zij echter hoogstens een verontschuldiging, doch nooit
een motiveening voor een op zichzelf slecht en
moeilijk te hanteeren omrekeningscijfer bieden, en
last not least, wanneer men ,,überhaupt” alleen maar een
stabiele goudwaarde had willen hebben, dan had
men de geheele geschiedenis naar een later tijdstip
kunnen verschuiven, want dat de goudwaarde der
Hongaarsche Kroon door de uitnemende politiek der
Hongaarsche Nationale Bank en de volkomen vast-
legging van de verhouding van het Engelsche Pond
tegenover de Kroon practisch absoluut verzekerd is,
daarover kan wel geen twijfel bestaan.

Ronduit gezegd, heeft men de meening van de
meest vooraanstaande vaklieden van internationalen
roep, als een Popovics of een Teleszky, opgeofferd,
om een compromisoplossing in de armen te vallen,
welke
ongetwijfeld
de grootste nadeelen met zich
brengt en zulks alleen, omdat daardoor de krenking
van zekere politieke ijdelheden mogelijk zou zijn ge-

4 November 1925

ECONOMISCH-STATISISCHE BERÏCHTEN

973

worden. Ook in Oostenrijk was de meening der vak-
lieden över de munteenheid en het tijdstip van de
doorvoering der hervorming verdeeld. Men kan er
tenslotte ook van meening over verschillen, of de

daar gekozen oplossing de beste was, doch hoe dit
ook zij, de keuze van een omrekeningscijfer van 10.000
heeft practisch zooveel voor, dat deze oplossing zich
in ieder geval, zij het dan ook wellicht slechts als
een voorloopige tegenover ernstige munttechnische
eischen zeer wel kan handhaven.

Het voorstel, in Hongarije de Goudkroon in te
voeren, had den buitengewoon onhandigen multipli-
cator van 14.500 tegen zich, doch anderzijds zou het
een ontworpen valorisatie- en ,,TJmwertungswet’ tege.
moet
zijn
gekomen. Wezenlijk beter zou reeds de keuze
van de 10.000-eenheid geweest zijn. Zij had bovendien

gelijkheid op muntgebied met Oostenrijk beteekend,
zonder de minste geldpolitieke afhankelijkheid en met
haar zou een doel bereikt
zijn,
waarvoor Hongarije
in de vroegere monarchie meer dan twintig jaren
doelbewust en energiek heeft gestreden. De in tal
van kringen aanwezige nationale bedenkingen zou de
keuze van de 20.000-eenheid wellicht geheel ter zijde
hebben kunnen stellen. Men zou op deze wijie in het
algemeen ook een zeer gemakkelijk omrekeningscijfer
gehad hebben, slechts weinig ongemakkelijker dan het
cijfer 10.000 en zou formeel niet dezelfde munteen-
heid als Oostenrijk hebben gehad, wanneer men dit
nu eenmaal als een voordeel wil beschouwen. Boven-
dien zou het cijfer 20.000 bijna precies gecorrespon-
deerd hebben met de waarde van de eigenlijke oude
Goudkroon, indien men in aanmerking neemt, dat de goudpariteit van 14.400 tot 14.500 bedraagt en
bovendien op de wereld nog een waardedaling van
het goud met ongeveer 40 pOt. valt waar te nemen.
Deze oplossing, welke ook gedurende den laatsten
tijd op den voorgrond stond en wier aanneming
vrijwel zeker scheen, was wel het beste compromis.
Dat zij niet werd doorgezet is ongetwijfeld niet de
schuld der leidende factoren der Hongaarsche
Nationale Bank.

Overigens zal de nieuwe munteenheid in Hongarije in de eerste plaats wel een zuivere kwestie van naam-
geving
zijn,
gelijk dit in Oostenrijk bij de invoering
van den Schilling het geval was. Men zal de goud-
waarde van de nieuwe eeheid op zoodanige wijze
vastleggen, dat men den tegenwoordig reeds maanden
lang stabielen goudkoers der Hongaarsche Kroon
eenvoudig met 12.500 multipliceert. Zeker zal men
in Hongarije reeds naar aanleiding van de verandering
in de noteeringen van de Hongaarsche kroon op
buitenlandsche beurzen bespeuren, welke buitengewone
ongemakken en onaangenaamheden, gedurende een
tamelijk langen overgangstijd, door de keuze van dit
tamelijk onhandige om’rekeningscijfer worden ver-
oorzaakt. Ook in het binnenland valt nauwelijks te
verwachten, dat de invoering van een nieuwe munt-
eenheid, welke er theoretisch zoo eenvoudig uitziet,
waarbij men eenvoudig 12.500 oude Kronen een nieuwe
noemt, zonder wrijvingen plaats vindt.. Men heeft
besloten aan de nieuwe munteenheid een geheel nieuwen
en
bijzonder
klankrijken naam te geven; volgens be-
sluit van den Ministerraad zal zij ,,Pengö” (d.i.
,,klinkende”) heeten, verdeeld in 100 garas.

De aanmaak van gouden munten, welke in de
nieuwe eenheid luiden, zal vanzelfsprekend, als in
Oostënrijk, in de wet worden geregeld en in de naaste
toekomst zullen ook wel enkele stukken worden aan-
gemunt, die echter zeker nog voor afzienbaren tijd slechts
voor liefhebbers, verzamelaars en bijzondere geschenken
in aanmerking zullen komen, want Hongarije is,
evenals Oostenrijk of een andere erfstaat, vanzelf-
sprekend niet in staat, zich de luxe eener betrekke-
lijk groote hoeveelheid eigen, nieuwe gouden munten
te veroorloven, nog geheel afgezien ervan, dat op
grond van de ervaringen van voor den oorlog en ook
van die, welke Tsjechoslowakije in de laatste jaren

heeft opgedaan, ondanks inflatie de vraag naar

gouden munten bij de gegeven economische verhou-
dingen hoogstens een zekere spaarzaamheid, juister
gezegd schatvorming, doch nooit een
werkelijke
ver-
keersbehoefte zal dienen. Interessant zal het daar-
entegen zijn na te gaan, op welke
wijze
Hongarije, resp. de Hongaarsche Nationale Bank, in den loop
der volgende maandén de uitgifte van nieuwe bil-
jetten en de intrekking der oude zal regelen.

AANTEEKENINGEN.

E e n onderzoek naar den eCOnO?fli-
schen toestand van Nederland en de
?ïtddelen int verbetering daarvan. –
De Memorie ‘van Antwoord op hooidstuk 1 der Staats-
begrootirig voor 1920 ‘bevat om. het volgende:

De Regeering heeft besloten de grondige bestudeeriug van
het vraagstuk, door weke factoien het huidig economisch
even ten onzent ongunstig worAt beïnvloed en welke mid-
delen verbetering zouden kunnen brengen,
01)
te dragen aan
ene sub-commissie uit cle Commissie voor de Economische
Politiek. Deze sub-commissie zal zich bij de behandeling van
on clerdeelen van het vraagstuk kunnen doen voorlichten
door alle bestaande Regeeriugsinstellingen, terwijl verwacht
mag worden dat ook andere organisaties bereid gevonden
zullen ‘worden om gegevens en adviezen te verschaffen, die
de taak der sub-commissie kunnen vereenvoudigen. Door
verdeel ing van werk zal in korten tijd ongetwijfeld veel
kunnen worden verricht, hoezeer ook de taak, aan cle sub-
commissie toegedacht., moeilijk en omvangrijk zal zijn. De
liegeeriiig hoopt, dat een practische opzet van het werk
hij een goede samenstelling der commissie een niet al te
langen duur van ‘haar arbeid zal mogelijk maken.
De samenstelling der meergenoeinde commissie hoopt de
liegeering binnenkort bekend te kunnen maken. Zij zal bestaan uit een beperkt aantal leden, waarvoor gekozen
zullen worden personen, die door hun antecedenten en
positie in het econom.isch leven ven ons land geacht kunnen
worden het weivaartsprobleem in zijn geheelen omvang te kcrnnen overzien en beoor.deelen. De Ministervan Arbeid, Handel en Nijverheid zal het voorzitterschap bekleoden.
Een van de onderwerpen, waarmede cle sub-commissie
zich zal hebben bezig te houden, zal zijn een onderzoek
naar cle prijzen van cle voornaamste levensnudcleleu en
andere dagelijksehe benoodigdheden liet behoeft geen be-
toog, dat clie prijzen voor de levenskosten en voor de wel-
vaart van breede lagen der bevolking van groot helang
zijn cii anderzijds dat de vorming der prijzen mede wordt
beheerscht door verschillende factoren, clie ‘tot liet veld
van onderzoek der Commissie behooren. Het prijzen-onder-
zoek vloeit dus rechtstreeks voort uit de algemeene ‘taak
aan de Commissie toegedacht. Stellig zal zij bij haar arbeid
op dit punt ook met de Eitgelsche ervaring rekening houden.
De sub-commissie zal haar rapport ineens of hij ge-
cleeïten – uitbrengen aan cle Commissie voor de Ecoioini-
sche Politiek in haar geheel, welke op zeer breeden voet is
samengesteld. Deze Commissie zal dan advies aan de Ee-
geeriug uitbrengen. Aldus wordt een zoo ruim mogelijke
behandeling gewaarborgd.

Hoeveelis er reeds bezuinigd?
–.
De
Memorie van Antwoord, op Hoofdstuk 1 der Staats-hegrooting voor 1920 bevat om, het volgende:
De besparing, welke
01)
de begrooting voor
1926
heeft
pl;its gevonden, kan als volgt worden becijferd.
Het totaal der gewone uitgaven voor
1926
is geraamd
op f583
millioen tegel)
f 598,6
voor
1925,
of op
f 15,6
millioen minder.
Neemt men in aanmerking, dat voor
1926
de uitgaven
voor de Staatsmijnen ad
f 44,8
millioen zijn weggelaten,
dcii blijkt dat de gewone uitgaven voor
1926 f29,2
millioen
meer
bedragen dan voor
1925.
Op de begrootiig voor
1926
zijn gebracht de navolgende noodzakelijke uitgaven, Nvelke niet op die voor
1925
voor-
kwamen:
Sociale Verzekering, rond …………….
f24

millioen
Hoogere pdnsioel)iastel) ………………
..
6
iToogere bijdrage in de annuïteiten Woning-
bouw
…………………………….5,1

Totaal ……
f35,1
millioen
terwijl ten gevolge van de verbeterde boeking van uitgaven
op gewoon, in plaats van op buitengew’oon, de dienst
1926
wat de gewone uitgaven beti-ef t nog extra is bezwaarct met

974

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 November 1925

f 4/
millioen zoo-clat in totaal
f 395
inillioen als nieuwe
uitgaven zijn aan te menen.
Aangezien alle gewone uitgaven fte za-men slechts
f29,2
millioen hooger zijn geraamd, zijn dus cle andere uitgaven
van dienst
1926
met een bedrag vcui rond
f 10,3
millioen
verlaagd, of, indien men de
f 3,4
millioen lagere nuniug
‘an Hoofdstuk
7 A
1)
buiten beschouwing wil laten, met
rond
7
millioen.
De leden clie een dergelijke besparing, clie sedert de be-
grooting
1925
is verkregen, gering achten, gelieven niet
voorbij te zien, da.t het nuttig effect van verschillende tot
stand gebrachte besparingsmaatregelen eerst geleidelijk
doorwerkt en voorts, da.t er nu eenmaal een groot bedrag
aan uitga.’en op de Staatsbegrooting voorkomt, ‘aarop
out allerlei redenen niet te besparen valt.
Om
dit duidelijk in het licht te stellen heeft de onder-
geteekende een splitsing doen maken tusschen de uitgaven
waarop wdl
en clie waarop niet ‘alt te besparen.’ [Deze
staat volgt hieronder. – Bed.]

voordeel -van te wachten is, bestaat er groote kans,
dat hierdoor op den duur de Maleische rubb’èrplan-
tages er slechter voor zullen komen te staan.
Het ligt voor de hand, dat de tappers, die indertijd
toen de rubberprijzen laag waren, van de plantages
zoo goed als verdreven zijn, en naar hunne haard-
steden in Z.-Indië terugkeerden, thans weinig lust
vertoonen terug te komen. Wel werd met het werven
weer een aanvang gemaakt, toen de rubberprijzen
begonnen te stijgen, maar de koelies komen niet
half zoo vlug naar Malakka terug, als zij er vroeger
vandaan zijn gegaan. Velen der indertijd ontslagen
koelies hebben werk gevonden bij het Gouvernement
der F. M. S., bijv. bij de Spoorwegen of Publieke
Werken of bij particulieren als tuinman of water-
drager. Deze koelies haasten zich thans weer naar
de rubberplantages terug en veroorzaken daardoor

STAAT,
aanwijzende de percentagegewijze bezuiniging op den gewonen dienst
(1922-1926).
(In duizenden).

Verminderd met:

Ramingen
CE


.

,
bc
(M
5’li


Q
gewoneuitgaven
1
‘i’
0
i5Z
‘J.
0)
aa
ln,j

0
,
0
oJ
.0

0
ii
2
1

3
1

4
1

5
6
1

7
1

8
1

9
10
11

12
t

13

1922
.
f
606.123′
f
82
.
647
f 39.200f
23.641
f
18
.
350
f

1.000f

4.454


f
169
.
292
f436.831
100
1923
.
,,579.998
1
,,
99.914

36.800,, 42.014,, 18.350,,

1.500,,

5.323


,,203.901 ,,376.097
86,08
1924
.

579.603′
»
93.312

18.300,, 46.097 ,, 18.830,,

4.000,,

5.301


f 22.000

,,207.640 ,,371.963
$5,15
1925
.
,, 553.854
1
,,107.370,,

17.100,, 51.342 ,,

18.850,,

5.650,,

5.304


4.000 f

4.454 ,,214.070 ,,339.783
77,78
1926
.
,, 583.026

,,103.949,, 41.023,, 57.292,,

19.120,,

10.800,,

5.267 f

4.220,, 4.000,,

4.338 ,,250.008 ,,333.017
76,23

Verminderd met de
gewone
uitgaven der Staatsmijnen.
Hieronder zijnS o.m. begrepen de uitkeering aan de Kerkgenootschappen; de grondwettelijk vastgestelde inkomens en
schadeloosstellingen; aandeel in de kosten van den Volkenbond en uitkeering aan de Provinciën.
Deze uitgaven werden vOdr
1924
en
1925
ten laste van de buitengewone
uitgaven gebracht.

,,Kolom 12
geeft aan het totaal der vaste posten, kolom
13 wat als het besparingsobject overblijft, terwijl in kolom
14
de bedragen van de vorige kolom zijn uitgedrukt in
percenten van het bedrag voor
1922,
in kolom 13 vermeld.
Uit riezen -staat blijkt, dat sedert
1922
de voor besparing
vatbare uitgaven met
f 103
millioen zijn verminderd, een
bedrag dat naar 1e meening van den ondergeteekence niet
zonder beteekenis mag ‘worden genoemd en dat voldoende
logenstraft de meening van hen, die nog blijven volhocLden,
dat alleen door helastingverhooging de hegrooting weder
sluitend is gemaakt.”

De uitgaven, twaaxop bezuinigd kan worden, ver-mlinderden in vier jaren. ‘tijds dus met 104 millioen.
Optmerkelijk is hierbij, dat ‘zij op de begrooting voor
1923, bij baar voorgangster vergeleken, een verlaging
van bijna 61 millioen vertootien. Wie (Yver bezuiniging
spreekt, denkt daarbij wei in de eerste plaats aan Mi-
niter Colijn. Afgaande op de gegevens der tabel-
komt men ecirter tot de slotsom, dat deze 61 millioen
het werk zijn van ‘zijn voorganger, Minister de
Geer. Waarop dit bedra.g in één jaar £ijds gevonden
kon worden vermeflidt de Memorie niiet.

) Nationale Schuld.

R u b b e r in Malaic/ca.

DeTimescorrespondent
te Kuala Lumpur deelt in het Trade and Engineering
Suppiement van dit Blad van 24 October 1925 een
en ander- mede omtrent het groote gebrek aan werk-
lieden op de rubberplantages in Malakka. Het aantal
beschikbare tappers is bij lange na niet voldoende om 85 pOt. der standaardproductie op te brengen.
Uit een als typisch voorbeeld aangehaalde advertentie
in een der locale bladen blijkt zelfs, dat rubberplanters
er toe overgaan Ohineesche tappers te werven, die
gewoonlijk naar de hoeveelheid per dag geproduceerde
latex betald worden en die dus, zooals bekend is,
noch den boom, noch zichzelf sparen in hun pogingen om zooveel mogelijk latex te winnen. Het is te hopen,
dat deze, maatregel geen algemeene toepassing zal
vinden, want, hoewel er natuurlijk wel oogenblikkelijk

een algeheele ontwrichting van het dagelijksch leven.
Tappers, tappers en nog eens tappers, dat is de leuze
en zelfs koelies, die nooit een tapmes in de hand
hebben gehad, voegen zich bij de groote schaar, die
van de steden naar de plantages trekt. –

Gedurende de daling der rubberprijzen, die ondanks
de restrictie meer dan twee jaren aanhield, blijken
vele planters groote gedeelten van hun aanplantingen

volkomen verwaarloosd te hebben. Een bekend ,,visiting
agent” schat het verwaarloosde oppervlak op 500.000
acres, terwijl regeeringsambtenaren dit oppervlak op
nog geen 50.000 acres schatten. In elk geval hebben
slechts weinige planters genoeg vertrouwen in het
restrictie-schema gehad, om in afwachting van de nu behaalde hooge rubberprjzen er zorg voor te dragen,
dat hun plantages in orde waren. Opmerkelijk is dan ook de koortsachtige ijver, waarmede thans getracht wordt de schade te herstellen.

Het is wel haast zeker, dat in Mei a.s. slechts zeer
weinig plantages in staat zullen zijn 100 pOt. te
produceeren, tenzij door een wonder het land met
inlandsche werkkrachten zou worden overstroomd en
het Europeesch personeel zou worden verdubbeld. In de pogingen het toegestane uitvoerpercentage te pro-duceeren worden zelfs de oude rubberboomen, die in
sommige gedeelten van Kuala Lumpur als schaduw-boomen dienst deden, niet gespaard.
Wat er zal gebeuren, wanneer in het kwartaal
MeifJuli 1926 de rubberprijzen nog op hetzelfde hooge
peil zullên staan, is een vraag, die thans ieder bezig
houdt. Men vermoedt, dat met behoud van het
Stevenson-schema en de daarop betrekking hebbende
wet, deze laatste dan tijdelijk buiten werking zal
worden gesteld, om alleen weer te worden toegepast,
wanneer de rubberprijs beneden het in het schema
aangeduide niveau zou dalen.
Enkele deskundigen vak de locale rubberwereld,
wier oordeel door planters en anderen in deze streken
op hoogen prijs wordt gesteld, beweren, dat er in
1930 een rubberhongersnood te wachten is, en zij

4 November

1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

975

animeeren de planters om meer rubber aan te planten.
België

.

400.000

300.121

Wanneer deskundigen zooveel vertrouwen in de toe-
Holland

…………..335.000

231.923

komst hebben, vraagt men zich af, waarom de rubber-
Rusland en T.Jkraine.
. . .

450.000

366.742

markt niet aan zichzelf kan worden overgelaten, door
Polen

…………….495.000

389.995

de natuurlijke wet

van

vraag en aanbod te laten
Zweden
.

135.000

153.890
Denemarken

……….136.000

102.358
werken. Alhoewel de hooge prijzen den financieelen
.

italjë ………………

425.000

351.102
toestand van vele maatschappijen hebben versterkt,
Spanje …………….260.000

185.063
blijft het Stevenson-schema hun als een zwaard van
Zwitserland …………6.000

5.500

Damocles boven het hoofd hangen. Het is een onge-
Bulgarije …………..40.000

26.566

zonde toestand, die een nerveuze stemming der markt
Rumenië

…………..90.000

71.826

tot gevolg heeft.
Engeland …………..26.025

13.280
Andere landen

……..115.975

50.696

Suikerproductie der wereld.

Met referte
Totaal in Europa ……..7.078.000

5.057.761

aan het overzicht in E.-S. B. No. 497 dd. 8 Juli 1925,
NoordAmerika

……….

974.185

787.217

volgen hieronder de thans door Willett
&
Gray ge-
Canada……………….36.200

16.500

rectificeerde
cijfers
van de geraamde opbrengst der
Totale

Beetwortelsuikerpr.

8.088.385

5.861.478

Wereld-Suikeroogsten in 1924/25, vergeleken met de
Totaal gen. Riet- en beetw. 23.214.358 19.814.937

opbrengst van het daaraan voorafgaande jaar:
Gerâamde vermeerdering.
.

3.409.421

1.658.815

Geraamde
Trekt men van deze totalen den oogst van Britsch-
opbrengst

Opbrengst
Indië af, dan wordt het surplus in 1924/25 boven het
Rietsuiker.

1924/25

1923/24
voorafgaande jaar nog 780.000 tons grooter.
Noord-Amerika:

Tons

Tons
Louisiana ………….79.002

144.664
ONTVANGEN:
Texas

…………….450

2.500
De Arbeidende Klasse in Nederland in de lOde eeuw
Porto.Rico …………589.288

399.975
(1813-1870)
door Dr. T. J. Bruigmans. Tweede
Hawaii Eilanden ……695.000

626.279
deel der Economisch- en Sociaal-Ristorische On-
West-Indië:
Virginia Eilanden

7.200

2.332
derzoekingen. onder Redactie van Prof. Mr. N.

Cuba ……………….5.125.970

4.066.642
W.

PoSthU1nus.

‘s-Graveriihage

1925;

Martinu.s

Britsch West-indië:
Nijhoff.
Trinidad …………..50.000

52.045
Rest aurationfinancière de l’Autriche
(troisième année).
Barbados ………….53.000

44.109
Trente-troisième rapport du Commissaire général
Jamaïca …………..42.600

33.431
de la Société des Nations pour l’Autriche. (Neu-
Antigua …………..17.300

7.860
St. Kitts…………..16.000

10.196


vieme mois de la cinquième étape.

Période du

Overige Eilanden

9.000

4.488
15 aoGt au 15 septembre 1925). Genève 1925;

Fransch West-Indië:
Société des Nations.
Martinique ……. . ….

23.000

17.110
Guadeloupe ………….

34.000

27.548 MAANDCIJFERS.
San Domingo…………311.270

229.373
PRODUCTIE DER STEENKOLEN-, BRUIN
Haïti ……………….7.000

5.800
Mexico

………………165.223

166.932
KOLEN- EN ZOUTMIJNEN.
Centraal-Amerika:
(Gegevens verstrekt door den Hoofdingenieur der mijnen.)
Guatemala …………24.000

20.850
1. Gezamenlijke Steenkolenmijnen. Overig Centraal-Amerika

65.000

55.281

1
1 Sept.
1 Oct.
1 Oct.
Zuid-Amerika:
Demarara ………….100.000

95.494
1925
1925 1924
Suriname ………….10.200

10.682
Venezuela

…………19.000

17.488
Aant.arbeidersbovengronds)
8.239
8.245
8.099

Ecuador

…………..18.700

13.662
,,

ondergronds.
22.382
22.201
21.524

30.821
30.446
29.623
Peru

……………..300.000

326.352
Argentinië …………246.000

249.162
Aug.
Sept.
Sept.
Brazilië ……………

500.000

493.599

Totaal ……………

1925
1925
1924
Totaal in Amerika.
.
8.508.203

7.123.854
Netto productie in tonnen
Azië: van 1000 KG.

……….
613.543 642.809 518.392
Britsch-Indië …………2.537.000

3.317.000
23.991
25.065 22.728
Java ……………….1.977.490

1.771.772
Aantal normale werkdagen:
Formosa en Japan …….469.787

448.736

waarvan kolenslik ………

24
.

28
26
i?hilippijnen

…………550.000

372.332
Staatsmijnen

………….
Oranje-Nassaumijnen
25 26
26

Totaal in Azië …… 5.534.277

5.909.840
Overige mijnen

………..
25
26
26

Australië ……………435.680

281.859
II. Bruinkolenmijnen.

Fiji Eilanden …………70.000

58.000
(Bruinkoolmijn
Carisborg).

Totaal in Australië
1 Sept.
1Oct.
1Oct.
en Polynesië ….

505.680

339.859
1925
1

1925
1924
Afrika:
Egypte …………….110.000

88.382
Aantal arbeiders …………154

150

183

Mauritius

…………224.710

201.550
Aug. 1925 Sept. 1925 Sept. 1924
Réunion

…………..43.500

44.132
Netto-productie in tonnen.
.

15.535

16.806

17.226
Natal

…………….143.974

181.571
Aantal normale werkdagen

25

25

26
Mozambique ………..55.000

56.400
III. Zoutmijnen.

Totaalin A f r i k a

577.184

572.035
(Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo.)
Europa:
1 Sept.
1 Oct.

1

1 Oct.

1

Spanje……………..10.629

7.871

Totale
Rietsuikerproductie
15.135.973

13.953.459
____________________________
1925
1925

1924

Aantal arbeiders ……….
___ 100
.
100
91
Beetwortelsuiker:
Aug. 1925
Sept. 1925
Sept. 1924
Europa:
Duitschiand

………..1.600.000

1.146.891
Afgeleverd:

..

Tsjecho-Slowakije

……1.460.000

1.001.049
Geraif. zout ……..(ton)
3.969
2.819
2.755
Oostenrijk

…………

74.000

47.321
Industriezout

……
(
,,
)
45
42
38
Hongarije…………..200.000

122.588
Afvalzout ……….(

,,
)
35
175
216
Frankrijk…………..830.000

490.850
Aantal normale werkdagenj
23
26 26

976

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN (

4 November 1925

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. *

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

Ned Orsch.

isc. Wissels. 3
3 Oct.’25
Zwits. Nat. Bk. 3
22Oct.’25

Bk
el.Binn.Eff. 4
3 Oct.’25
N.Bk.v.Denem. 54
7Sept.’25

inR.C. 5
3 Oct.’25
ZweedscheRbk 44
8Oct.
’25
Javasche Bank..-. 4420
Oct. ’24
Bankv.Noorw.5
14Sept.
1
25
Bank van Engeland 4
1 Oct.’25
Bk. v. Tajecho-
Duitsche Rijksbk. 9
26Feb.’25
slowakijë. .. 7
25312-t. ’25
Bank v. Frankrijk 6
9Juli25
N. Bk.v.O’rijk. 9
3Sept.’25
BelgischeNat.Bnk. 5422
Jan.28
N.Bk.v.Hong. 7
22 Oct.’25
Fed. Res. Bank N.Y.
3426Feb.’25
Bank v. Italië. 7
17Juni’25

Bank van Spanje.-. 5
23Mrt.’23
Z.-Afr.Res.bnk 54

OPEN MARKT.

1925 1924

11

1923

11

1914

31

ct.
o
26-31 19-24 12-17

1127
Oct.J29
Oct.-
20-24
Oct. Oct. Oct.
1Nov.
3 Nov.
Juli

Amsterdam
Partic. disc.
3916
39/1e
I8-116
3214-7116 43
4
_7/
9

231
4
31/
8

311
9
_8116
Prolong.
4
331
4
_4
3
1
j4-4
314
4
1
I2
2
!4
2
3
14-3
2
1
1014
Londen
Daggeid ..
34
3..4I1
2314-4
2
1
12_4
1
1
1
1
123
2-3/4
1314-2
Partic. disc.
3116-j8
3314_19

3
3
I4-
13
j6
3511-!
3314
31/6-116
21(4_1/4

Berlijn
Daggeid ..
10
1
/2
710
1
11
7-9’12
8-10

– –
Partic. disc.
30.55 d…
7
1
1
7
1
j8
7
1
18
7
1
I8
– –

56-90 d…
7 7 7

J8
7-
1
js


2118-1I2
Waren-
wechsel.
8718-9
1)

8
3
14-9
8314-9
8I8-9


New Yorkl)
Cali money
5-1I4
431
4
_511
4

4.3/
4

421
3
.531
4

2-314
4511
4

1
3
/42
1
19
Partic. disc.
351
32
18
311s
351
H




11
Cali money-koers v. 30Oct. en daaraan voorafgaande weken t/m.Vrijd
2)
Noteering van 30 Oct.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

D
a a
New
.

Londen
York

)
Berlijn
Par4/s
Brussel
Batavia’)

27 Oct.

1925
2.4834
12.044 59.16
10.37
11.16
10034
28

19259.4834
12.044 59.16 10.254
11.23
10034
29

1925
2.489/
16

12.04*

59.18
10.45
11.28
10034
30

19252.4834
12.044
59.16
10.444
11.27
10034
31

,,

1925

12.044 59.16
10.434
11.264
1009/
8

2 Nov. 19252.4834
12.04*

59.16

10.42*

11.26
10034
Laagsted.w.’)
2.481j
12.0
3
*
59.12
10.21
11.10
10034
Hoogste
d.w1)

2.481/
8

1
9
.0
4
*
59.20
10.59 11.33
1003%
26 Oct.

1925
2.488/
8

12.044
59.12*

10.40

11.27*

10034
19

,,

1925
2.487/
s

12.044
59.24
10.95
11.34
1002/
8

Muntpariteit
2.48%
12.10
59.26
48.- 48.-
100
*) Noteering te Amsterdam.
5*)
Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.

D afa
Z7if
ser
Weenen
5)
Praag
1)
Boeka-
rest
1)
Milaan
)
Madrid
*9)

27 Oct.

1925
47.8734
35.05
7.374
1.20
9.874
35.574
28

,,

1925
47.9234
35.05 7.374
1.20 9.79
35.574
29

1925
47.9234
35.05
7.374
1.20
9.82
35.574
30

,,

1925
47.9234
35.05
7.374
1.20
9.84
35.60
31

1925
47.92
3
/2
35.05
7.36 1.20

2 Nov. 1925
47.90
35.05
7.36 1.20
9.83
35.574
Laagsted.w.’)
47.80
35.-
7.34
1.15
9.75
35.50
Hoogste d.wl)
47.95
35.15
7.40
1.25
9.90
35.674
26 Oct.

1925
47.85 35.05
7.38
1.10
9.85 35.56
19

,,

1925
47.95
35.0734
7.374
1.20 9.91
35.72
Muntpariteit
48.- 35.-
50.41
1
48.-
48.-
48.-
5)
Noteering té Amsteraam.
5*)
Noteering te Rotterdam.
1) Particuliere opgave.

Data
1
Stock-
holm)
1
Kopen- hagen*)
Oslo )
sing-
fors’)

Buenos-
Aires

Mon-
treal
2)

27 Oct.

1925
66.55 61.524
50.62*

6.27
1023/
9

2.485/
9

28

1925
66.52*
61.50
50.60
6.27*

1029/
9

2.48%
29

,,

1925
66.55
61.90
50.80
6.274
1028/
8

2.48%
30

,,

1925
66.55 61.90 50.70
6.27*
1022/
9

2.483%
31

,,

1925
66.55 62.20 50.80
6.27
10234
2.483/
2 Nov. 1925
66.55 62.15
50.724
6.25
1028/
9

2.48%
Laagsted.w.l)
66.45 61.35 50.40
6.23
102
2.4834
Hoogste d.wl)
66.65 62.25 50.85
6.30
102 /8
2.4934
26 Oct.

1925
66.60
61.40 50.65
6.27
10234
2.488/
9

19

,,

1925
66.60
62.30
50.60
6.274
1021/
s

2.49
Muntpariteit
66.67
66.67 66.67
48.-
105
2.48%

S)
Noteering te Amsterdam.
5*)
Noteering te Rotterdam.
1) Particuliere opgave.

KOERSEN. TE NEW YORK. (Cable).

Data
LIÎE
($
per
£)
Parijs
($ p.lOOfr.)
Berlijn
($p. 100 Mk.)
Amsterdam
($p.
100 gld.)

27 Oct.

1925
4,847/
8

4,17
23,80
40,24
28

1925
4,84%
4,17
23,80
40,24
29

1925
4,84″
9

4,21
23,80
40,24
30

1925
4,8434
4,20
23,80
40,2
31

1925
4,8434
4,21
23,80
40,25
2 Nov.

1925
4,845/
8

4,17
23,80
40,24

20 Oct.

19251
4,84s/
16

4,44
23,80
40,19
Muntpariteit .
4,8667
19,30
23,8134
409/
36

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen
en
lNoteerings-1
Landen
eenheden
17
Oct.
1925
24
Oct.
1
1925

I
LaagstelHoogstel

26131
Oct.
’25
131
Oct.
1925

Alexandrië. .
Piast. p. Y,
9734
9734
9715/32
/
97171
32
9734
“Bangkok…
Sh. p.tical
1/10J
h/lO

I/10
r
5
v

111034
1/102/
2

B. Aires’). ..
d. p. $
467/
4613132

46
1
1,
9

4634
4671
16
lie
Calcutta . . . .
Sh. p. rüp.
1
;
6s/
5
9
1j6
7
1
33

1/6
5
/32

116
7
1
32

1/6
7
/
32

Constantin..
Piast.p. £
85734
85734
850
865
85734
Hongkong . .
Sh. p. $ 215191
/32
t
21
f
15191
32

2,5
2157/
8

2/55/

Lissabon’) . .
d. per Mil.
2
1

132
2′
7

/32
234
2°’
(15
2
1

1113
d. per $
26
25
24
26
25
Mexico …….
Montevideo’)
d. per $
501
8

5034
50
507/
8

50
5
/
Montreal . ..
$ per £
4.83
4.837/ 8
4.83 T5
4 84%
4.8 3

1
53
R.d.Janeiro’)
d. per Mil.

(82
70/
39

77/
75/ 8
7151
132
Shanghai .. .
Sh. p. tael
3
1
3
312
15
/,
3/2%
3/3/8
31234
Singapore. ..
id p. $
2/48/
2/4s/
6

2/41!,
21434
2/0/16

Valparaiso
2).

peso p.0
39.70 39.40
1 39.40
39.50
1 39.40
Yokohama ..
Sh.p.yen
1/81/
9

1

1189/16
/
1(8°’ 32
1/817!
/

32
1’8”
1

/32
“Koersen der voorafgaande dagen.
1)
Telegrafisch transfert.
2
)90 dg

ZILVERPRIJS GOUDPRIJS
8)

Londen’) N.York2)

Londen
26

Oct.

1925..

331/
39

718/
9

26 Oct.
1925.

8411034
27

1925..

33
711/
8

27
1925…..

8411034
28

1925..

33′!16
713/
8

28
1925 …..84/1034
29

1925..

321s
71

29
1925….

8411034
30

1925..

3213/,
7034

30
1925… .

8411034
31

1925..

325,
7034

31


1925….


1 Nov. 1924.. 34%
70

31 Oct.
1924….

9119

20Juli

1914..

2415/
15

54/8

20Juli
1914….

84/10
1) in pencep. oz. stand.
2)
Foreign silver in Sc. p. oz.fine.
3)
in sh.p.oz.fine.

STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
De Minister van Financiën maakt bekend:____________
Vorderingen
26 October 1925 2 November 1925

Saldo bij Nederl. Bank…
f
Saldo bij bétaalmeesters..
,,

2.638.147,28
2.534.780,89
Voorschot op ult.Sept. 1925
aan de gemeenten op
voor haar door Rijk te
heffen gem. ink.bel. en
opcenten op Rijksink.bel.
,, 65.390.361,16
,, 65.390.361,16
Voorach. aan de koloniën
17.661.340,99 18.683.168,89
Voorsch. a. h. buitenland
,,213.957.555,88 ,,213.990.990,05
Daggeldieeningen

tegen
onderp. v. schatk.papier
,,

4.000.000,-

Voorsch. door de Ned. Bank
f
1L158.829,06
f
14292.948,39
Schatkistbilj. in omloop’) ,,146:834.000,- ,,161.831 .000,-
Schatkistprom. in omloop ,,1 19.660.000,- ,,123.550.000,-
Waarv. direct bij Ned. Bk. 11.000.000,_ 10.000.000,_
Zilverbons(met inbegripv.
de bedragen bij de betaal-
meesters in kas)……….,, 18.084.642,- ,, 18.140.463,50
Door den Postch.. en Giro.
dienst in ‘s Rijks Schat-

kist gestort ………..,, 44.789.614,65

43.781.128,68
Schuld a. d. Bank v. Ned.
Gemeenten ………..,,

213.558,59

1.739.935,28
1) Waarvan
f
37.056.000 vervallen op of na 1 April 1927.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van Koloniën maakt bekend:

24 October 1925

31 October 1925

Voorschot uit ‘s Rijks
kas aan N.J. ….-……. f 8.869.000,-
f
9.887.000,-
md. Schatk.prom. in omi.

44.650.000, – ,, 44.650.000,-
Voorsch.Jav.Bk.aanN.-I. 11.235.000,- 9.588.000,-
Muntbiljetten in omloop. ,, 35.17.7.000,- ,, 35.068.000,-
Ten voordeele v. N.-I. ge-
boek t beleggingsgeld v.
h. N.J. muntionds…. » 6.222.000,_-1

6.222.000,-

Totaal
.-
…….flO
6.I53
.
000,
_ 1

4. November 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

977

• .

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 2 November
1925.

Activa.
Binnenl.Wis- Hfdbk. f

50.123.965,98
sels,Prom., Bijbnk.

16.516.792,35
enz.in
disc.I Ag.sch.

26.843.179,10

f
93.483.937,43
Papier o. h. Buiteul. in disconto

Idem eigen portef.
.
f 244.248.636,-
Af :Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel.

.


244.248.636,-
Beleeningen

Hfdbk. f

72.709 577,18
nc1. vrsch.
Bijbuk.

14.901.640,19
n rek..crt.
Ag.sch.

78.647.587,74
i
onderp.

f
166.258.805,11

Op.Effecten
……..f
164.045.222,86
Op Goederen en Spec. ,,

2.213.582,25

,,
166 258.805,11
Voorschotten a. h. Rijk
…………….,,
11.086.156,49
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……f

56.184.350,-
Muntmat., Goud ..

379.685.448,28

f
435.869.798,28
Munt, Zilver, enz..

23.127.369,73
Muntmat., Zilver
. .

Effecten

,,
458.997.168 01

BeleggingRes.fonds. f

6.481.932,79
id.van
!/
1
v.h. kapit.,,

3.996.787,19
10.478.719,98
Gebouwen en Meub. der Bank
……..,,
5.171.000,-
Diverse

rekeningen
………………
,,
39.486.117,62

f 1.029.210.540,64,
Passiva.
Kapitaal ……………………….f
20.000.000,-
Reservefonds
……………………
,,
6.483.597,96
Bijzondere

reserve
……………….
,,
12.000.000,-
Bankbiljetten in omloop …………..

,,
940.046.375,-
Bankassignatiën in omloop………..
1.815.995,65
Rek.-Cour.j Het Rijk f


saldo’s:

Anderen,,

36.767.348,17
36.767.348,17
Diverse rekeningen ……………….
12.097.223,86

f 1.029.210.540,64

Beschikbaar metaalsaldo ………….f
262.715.081,23
Op de basis van
2/5
metaaldekking

,,
66.989.137,47
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is. ;,
1.313.575.405,-
Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Data

1 Goud J Zilver I Circulatie

D t
a a
_____________

Dis-
conto’s
buiten
N.-Ind.
betaalb.

Belee-
ningen

nîne
:;
g
kings-
percen-
tage

24Oct. 1925

47
17

,

1925
178.500
•”
47
10

1925
185.000
46

3 Oct. 1925
17.329

iÖO

109.049
59.314
45
26Sept.1925
17.173

29.582,

107.102
61.520
45
19

,,

1925
17.752

29.251

101.328
55.738
46
12

1925
17.752

29.008

102.290
58.870
46
25 Oct 1924
34.326

17.685

105.509
35.841
53

27 Oct. 1923
38.139

26.187

96.023
40.972
56
25 Juli 1914
7.259

6.395
1
‘47.934
2.228
44
‘)Siuitpost activa.

1)
Basis ‘Ii metaaldekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden ponden sterling.

Data
Metaal
Circulatie0
Currency
Notes
Bedrag
1
Bankbilj.I 00v. Sec.

28 Oct.

1925
150.283 142.979
291.617 56.250 240.327
21

1925
152.741 142.541
291.901 56.250 240.817
14

,,

1925
155.843
143.134
293.735
56.250
242.537
7

1925
157.917
143.961
294.478
56.250
243.453
30 Sept. 1925
160.467
144.775
293.004
56.250
242.188
23

,,

1925
160.660
142.911
291.731 56.250
240.566

29 Oct.

1924
128.485 123.592
1
285.025
,
27.000
2
)
240.582

22 Juli

1914
40.1(4
29.317


Data
1

Qov.
Sec.
1

Other
Sec.
t PublÉc
1
Depos.
Other
Depos.
Reservel
1

Dek-
kings-
1

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok.
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data

Goud

Zilver

Circulatie opelschb. metaal-
____________

schulden saldo

24 Oct. 1925

196.250

336.500

57.000 107.550
17

1925

186.750

325.500

74.500 106.750
10 ,, 1925

187.000

334.000

70.000 106.200

3 Oct. ‘1925 ‘132.091

43.037

327.775

61.175 98.026
26Sept.1925 132.086

43.297 323.632

67.257 97.930
19 ,, 1925 132.276

42.869 324.926

58.994 99.093
12 ,, 1925 132.313

43.390 325.048

61.657′ 98.973
25 Oct. 1924 148.784

57.346 276.063 114.341 128.684
27 Oct. 1923 160.616

61.243 259.535 140.204 142.608
25Juli1914 22.057

31.907 110.172

12.634

4.842′
Wissels,

Dek-

2 Nov. ’25 435.870 23.127

940.046 38.583 262.715 47
26 Oct. ’25 418.337 23.397

881.287 35.153 257.889 48
19 ,, ’25 418.355 23.036

886.959 35.687 256.306 48
12

’25 418.355 22.753

897.944 25.206 255.921 48
5

1
25 418.355 22.745

907.839 26.313 253.713 47
28 Sept. ’25 418.355 23.432

878.564 34.802 258.557 48

3 Nov. ’24 481.506 10.540

997.499 25.094 287.024 48

25 Juli ‘141162.1141 8.228
1
310.437

6.198 43.521
1
) 54

Totaal
I

ervan

Papier 1
Div
Data

bedra

Schatkist- Belee-

ophefr
e
k
e
..
promessen ningen

bulten-
disCOfltO

s
rechtstreeks

land

ningen ‘)

2 Nov. 1925 93.484

10.000 166.259 244.249 39.486 26 Oct. 1925 90.134

11.000 126.397 243.155 38.551
19

1925 90.920

13.000 128.992 243.881 38.762
12 ,,

1925 97.834

20.000 124.266 243.640 39.558
5

1925 101.591

22.000 126.493 243.429 41.428

28 Sept. 1925 83.135

127.620 243.323 38.371

3 Nov. 1924 158.390

23.000 197.229 52.799 146.101

25 Juli 19141 67.947

14.300

61.686 20.188

509 1)
Op de basis van
21
metaaidekking.
2)
Sluitpost activa.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circa-

latte
Andere
opeischb.
schulden
Discont.
Div. reke
ningen’)

19 Sept.

1925..
1.002
1.686
661
992 255
12

1925..
1.001
1.702
.

661
982
246
5

1925-
1.002
1.773
602 980
210
29 Aug.

1925..
1.003
1.824
619
987
254
22

,,

1925..
1.004
1.545
803.
986 300

20 Sept.

1924-
1.146
1.458
915 1.026 309

5 Juli

1914-
645 1.100
560
735 396

28 Oct. ’25
30.179
74.149
11.106
102.615
27.054
232,
21

1
25
32.379
74.111
9.618
109.182
29.950
25
14

,,

’25
28.822
68.229 8.455 109.182 9.618
29
7

’25
33.742 69.238 9.547 103.413 32.459
28′
8

30Sept.’25
36.773 75.576
27.110
109.508
33.706
278/
6

23

,,

’25
36.934 75.364
17.047 102.391
35.442
28

29 Oct. ’24
41.788 76.204
13.989 110.982
24.642
19,72

22 Juli ’14
11.005
1

33.633
13.735
42.185
1

29.297
528/,
i)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
2)
Gouddekking.

BANK VAN
FRANKRIJK.
Voornaamste posten
in millioenen
fraucs.

‘Waarv.I
‘Te
goedlBuit.
gew.I
Schat-
Goud
in hetIZilverl
wis
Data
in het
1
voorsch.
kist
bil-
sels
I

buitenl.l
1
buitenl.IaJd.
Staatijeiten
i,)

29 Oct. ’25
5.548
1.864 310 566
29.950
5.148 3.587
22

’25
5.547 1.864
310
565
30.350 5.147
2.796
15

’25
5.547
1.864 310
563
30.500
5.144
2.950
8

.,

’25
5.547
1.864 310 562
30.800
5.142
2.844
1

’25
5.547
1.864
310
561
30.350
5.133
3.691
30Oct.’24
5.544
1.864
303
571
22.700
4.814
5.451
23Juli
1
14
4.104

640
– –

1.541

Waarvan
1
Uitge-
1

Belee-
1
Pekg. Courant
_______________
Data
op het
buit enl.
1
stelde
J
Wisselsl
ningen
Circulati e
J

,
Parti-
1
cuuerenl
Staat

29Oct.’25
15
6
2.596
46.679
2.480
37
22

’25
16
6
2.670 46.599
2.320
45
15

’25
17
6
2.662 46.914
2.261
45
8

’25
17
6
2.745
47.165
2.282
36
1

’25
15
6
2.677 46.354
2.719
23

30Oct.’24
23
9
2.691
40.529
1.953
15
23 Juli’14
8

769
5.912
943
401
,I
ouitpua uer dcliv,,.

1
11fl aisc.
genomen wegens voorsch.
v. d.
Staata. buiteni. regeeringen.

978

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 November 1925

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.

Daarvan
Deviezen
Andere

Data
Goud
b( bui-
als goud-
wissels
Belee-
tenl. circ.
dekkin
en
ningen
banken
1)

gelden/
cheques

23 Oct.

1925
1.204,7
124,4
323,5 1.311,5
14
1
0
15

1925
1.204,5
124,4
306,4 1.483,2
28,9
10

1925
1.174,7 94,6
321,4 1.636,0
13,7
30 Sept. 1925
1.174,7 98,6 318,9
1.717,3
56,4 23

,,

1925
1.174,8 128,6
284,5
1.528,5
8,5
23 Oct.

1924
630,5
177,7
210,2
2.173,7
16,8

30 Juli

1914
1.358,9


750,9 50,2

[t
Door

Data
Effec-
1
Diversel
Circu.
1
Rekg.-

I

Diverse
II
Rijksb. ten
Activai.)l

latie
Crt.
Passlva
geher-
ii

disc.

23 Oct.

1925
216,9
789,5
2.395,2
814,8 450,5 746,3
15

1925
207,2
698,6
2.493,9
785,8 438,6 607,5
10

,,

1925
2071
555,4
2.607,8
645,1
435,3
542,0
30 Sept. 1925
202,3 460,0 2.649,1
620,2 429,5 531,5
23

,,

1925
202,1 669,3
2.311,7
881,5 473,9
494,5
23 Oct.

1924 77,5
947,4
3 .313,1
986,4 927,2 277,5

30 Juli

1914
330,8
200,4
1.890,9
1

944,-I
40,0
1)
Onbelast.

)
W.o.
Rentenbankscheine
23, 15,
10 Oct.,
30, 23 Sept., resp.
410,9; 319,2: 109,7;
120,2;
342,1 miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste posten in millioenen francs.


Data
b4

Is

29 Oct. ’25
394
85
480
1.135
455
5.200
7.653
132
22

’25
392
85
480 1.193 404′
5.200
7.622
166
15

25
390
85
480
1.395
428
5.200
7.749
212
8

’25
390
85
480
1.387
429
5.200
7.731
250
1

’25
389
85
480
1.401
474
5.200
7.760 232
24Sept.’25
389
85
480 1.264 370
5.200
7.582 245

29Oct.’24
356
85
480 1.346
385
5.250
7.630
292

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.’
Voornaamste posten in miillioenen dollars.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data
betâal-
middel,
Totaal
Dekking
In her-
disc. v. d.
In de
open
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
etc.
member
markt.
banks
gekocht

14Oct. ’25
2.766,1
1.430,1
103,7
643,5 287,0
7

,,

’25 2.761,4
1.424,2
101,1
644,0
283,9
30Sept.’25
.2.760,0
1.436,1
105,6
633,2 268,3
23

’25
2.765,5
1.454,4 105,4
640,7 238,5
16

’25
2.772,7
1.537,6 109,0
487,9
212,0
9

,,

’25
2.770,7
.1.495,5
110,2
639,2 214,1

15 Oct. ’24
3.037,4
2.014,7
83,3
1

283,1

1

197,3

Bele
g
d

Notes
Totaal
1
Gestort
1
Goud-
Dek-
Algem.
Dek-
Data
In U. S.
in circu-
kings
Gov.Sec.
Kapitaal1
kings-

I

latie
1
perc.
1
)
perc.)

14Oct.
1
25
336,2
1.715,5
2.288,2
116,5
89,0
71,7
.7

»

’25
324,1 1.701,1
2.283,1
116,5
69,3
71,8
30Sept.’25
342,9
1.685,1
2.268,0
116,4
60,8
72,5
23

,,

’25
323,1
1.670,3
2.267,5
116,4 70,2
72,9
16

’25
409,2 1.677,3
2.230,2
116,4
70,9 73,7
9

’25
327,1
1.680,1
2.244,5
116,4 70,5 73,4

15 Oct.
’24
598,5
1.767,3
2.279,2
1

112,0 75,0
77,1 1)
Verhouding
totalen
goudvoorraad
tegenover
opeischbare
schulden:
F. R. Notes en netto deposito.

i)
Verhouding totalen voorraad munt-,
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data

t
Aantal
t
banken
t

Dis-

I
conto’s
en
beleen.

Beleg-
gingen

Reserve
‘Ttaal

Waarvan
1
bijde
1

depo-

time
t

F.R.

1

sito’s

deposits
banks

1.662

18.418

5.248
7 Oct. ’25
724
13.817
5.447
30Sept.’25
725
13.832
5.440
1.649

18.423

5.234
23

,,

’25
725
,
13.632
5.416
1.648

18.093

5.189
16

’25
,,
727
13.598
5.464
1.628

18.293

5.185
19

,,

’25
727
13.442
5.457
1.851

18.050

5.203

8 Oct.
’24
744
12.729
5.421
1.672

17.733

4.696
Aan het
eind
van ieder
kwartaal
wordt een overzicht
gegeven van
enkele
niet
wekelijks
opgenomen banketaten.

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 2 November 1925.
Te P
[L
r ij s heeft de beurs, iui Caildaux overboord is
gezet, inde a.fgeloopen week ernstig rekening gehouden
niet de m
,
ogelijkheid van een hefting
01)
het kapitaal, hoe-
vel de ii jeuwe regeeri ng VaIi haar plannen nog niets had
beketicI gemaakt. De zwakke houding van
C.6
franc heeft
v’orts tot aanhoci van Fra-rische, en een Vrij sterkn vraag
naar buitenitanclshe fondsen bijgedragen.
De regeeringscrisis iii Duitsehlanid heeft ook de beurs te
B e r 1 ij ii ongunstig beïnvloed. De gemiddelde k.ors van
binnentandsehe aancieeten is zelfs gedaald beneden het tot
111,1
toe laagste niveau van half Augustus. Men heeft hier
niet onmiddellijke finailcieele gevolgen voor de clesbetref-
fende ondernemingen gevreesd, doch de kans op nieuwe
verkiezingen met de sterk bewogen tijden, welke ‘hiermede
als regel samengaan, heeft het publiek zeer voorzichtig
gemaakt. Geruchten ‘van nieusve ]1oeiljkheden in de
industrie hebben zich niet voorgedaan, hoewel ook iii dit
opzicht nog geen groote geruscheici heerscht. De steunrege-ting voor het Richard Kahn-coneern is thans perfect gewor-
dien, doch hiertegellovel- nntstoiid weder de ver’vik.ke1ing
iii de zaken der Ag’a automobielfabriek, ‘welke onderneming
weder in het middelpunt dej- belangstelling is gekomen,
1111
cle heer Edatititid SViniies naar de Vereenigde Staten is
vertrokken. Te L o ii d c
II
heeft cle daling van dcii Franschen franc
cenig gevoel van. .onbehaaglijkheid vernorzacckt, evenals de
regeeriugscrisis iii Duitsc-hlaqid. Het tekort, dat naar men
lat! neemt, het lienst’jaai- 19256 der Sta.atshuishouding zat vertoonen, vergroot door het subsidie aan den steen-.
.kolen’mijniboluw; het voorditzicht op het herstel ‘van afge-
schafte en de invoering van nieuwe belastingen, hebben
gemaakt, dat de lust tot het ondernemen van nieuwe zaken
is geremd.
Tt N e
w Y
o r k is cle fondsenmai-k’t daarentegen weder
ongekend levendig gew’eest. De omvang der zaken is zon groot, dat thans is besloten tot liet uitbreiden van het aan-tal leden der effectenbeui-s. Ook heeft men reeds gedacht over ‘het instellen van een vacantiedag, ‘ten einde cle ver-schillende kantoren in ‘cle gelegenheid te stellen hun ach-terstallige werkzaamheden in te halen. ‘De aandacht heeft
zich groo’tendeels op staal- en autosnobielaanideelen gerioht,
waartoe de gunstige kwartaalstaat van ‘de Steeltrust en
het extra dividend op aandeelen Studebaker veel hebben
bijgedragen.
T e n o n z e n t is iie markt voor
‘bc’feggingsfondsen
vast
gebleven. Het niveau lieef t zich eenigszins aangepast anti
cle iets sti’oevere getdmarkt, ‘zoodat van aan’bod op eenigs-
zins ruime sehaa:l niet veel meer te beinerken is geweest.
Van cle buitenlanidsehe staatsfondsen hebben Mexicaansche
soorten de aandacht getrokken, doordat een regeling van
cle achterstallige schulden thans ‘wna’rschijnlijker is gewor.
den. 6 pCt. Ned. Werk. Schuld 1922: 1057/
s
, 1.05%, 105
15
[
j
;
4% pCt. Ned. Werk. Schuld 1917:
98
1es’
98%, 98%; 7 1Ct.
Ned. Iniclië:
101
17
/
12
, 101%
;
5 pCt. Mexico £ 100-100&:
811
/, 9,
8151;
5 pCt. Brazilië 1903: 75%, 76, 7634 ; 8 pOt.
Sao Paulo: 104, 103%.
Op cle aandeelenniark.ten hebben
r’eb’berccandeele’n,
Nveder
p den voorgrond gestaan. Even viel een lichte aarzeling
te eonstateereu, toen het nl. nog onzeker was, of de uit-
breiding van cle ‘uit’voervergunningen voor Britséh-Indië de
reglementaii-e verhooging van 10 pCt. – volgens het plan
Stevenson – zou overschrijden. Toen tegen het einde der
berich’tsperiode bleek, dat dit ‘niet het geval zou zijn, groeide
cle belangstelling voor rubberaandeelen over de gehe&e
linie. Vooral op den laatsten dag der beursweek bleek cle
vi-aag zeer groot te zijn, waarbij ook sommige laag geno-
teerde aancleelen in de snelle stijging werden betrokken,
Amsterdam Rubber: 362%, 374,
379%;
Deli Batavia. Ruub-
her:
236%,
248%, 257; Java Caoutchoue: 225, 233, 236;
Ned. md. Rubber & Koffie: 304, 322, 328; R’dam Tapaiioeli:
168, 164, 167; Seabadjadi: 369, 395, 397%; Sumatra Riub-
ber Cy.: 315, 330, 350; Sumatra Caoutchouc: 318, 330%,
343%; Wai Suniati

a Rubber: 314%, 356, 365.
In aansluiting aan de opgew’ekte tendens voor i’ub’ber-
aancdeelen bleken ook
koffiefoncisen
goed te zijn gevragd.
Bovendien heeft hier tot de gunstige stemming ‘bijgedragen
het feit, dat bijna ‘alle koffie-ondernemingen een productie
publiceeren, ivelke zoosvel’ boven ‘cle opbrengst van het vorig
jaar als boven de raing van dit jaar utitkomt. Kali
‘Bendo: 192, 195, 197; Kali Tello: 378, 393, 400; Ngredjo:
538, 546, 559; Serclang Cultuur Mij.: 299%, 306 (ex div.),
302%. –
l’abaksfon.dsen
waren aanvankelijk aan den awakken
kant, waarbij de stemming ndg werd geaccentueerd door het
teleurstellende interim dividend van aandeelen Senembaih.
Men had ter beurze een iets hoogere uitkeering verwacht,

4 November 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

979
II

hetgeen zich manifesteerde in eenig aanbod, niet alleen
voor cle desbetreffenc1 aandeelen, doch ook voor de overige
soorten. In liet verder verloop echter w’erclen de verliezen
bijna alle voor een goed deel ingehaald. Aren.d’sburg: 501,
50, 513; Dcli Batavia: 396, 391
1
/.-
,
, 386%; Dcli Mij.: 424,
414%, 417; Senembaih Mij.: 4913/4, 476% (ex dliv.), 473.
De
sujkerirtarkt
heeft zich kunnen herstellen van cle
koersreacties, welke de vorige week op te merken zijn ge.
weest. Aanleiding hiertoe is de stijging van de Cubanote&
ringen te NewYork geworden, alsmede het feit, dat cle
V.J.S:P. biedingen op oogst 1926 heeft gewalgerd. In cle
eerste plaats heeft het terugkeerend vertrouwen zich kun.
tien uitspreken in aandeelen Handelsvereeniging ,,Amster.
dam”, doch ook de overige soorten hebben alle min of
meer aenmerkelijke koerswinsten kunnen behalen. Cultuur.
Mij. 4cr Vorstealanden: 147%, 150, 153;
H.
V. A.: 552%,
571%, 567%; Java Cultuur Mij.: 300%, 321%, 315%;
Marou Cultuur Mij.: 237, 238, 249; Moorman: 368, 382,
387; Poerivoredjo: 1017/
s
, 96%, 106
5
A,
105%;
Suiker Ccii.
tuuT Mij.: 207, 232, 226%;
Tjepper:
530%,
570, 565.
Petroleuinvandeeleav
bleken daarentegen eenigsz jas ge.
drukt, voornamelijk voor aancleelen Koninklijke Petroleum
Maatschappij. De berichten uit Mexico, volgens welke de
mogelijkheid bestaat, dat voor de belangeii der Koninklijke
in dit land een nieujwe reohtsvorm gevonden zal moeten
worden, hebben eenige terughonding in het leven geroepen.
Dordische Petroleum md. Mij.: 360, 362,
355%;
Geconso
lideerde Hollandsche Petr. Cy.: 163%, 166%, 163%; Kon.
Petroleum Mij.: 390%, 3877/s, 385%.
De
scheepvaartafdeeiin.g is
vrijwel verouachtzaansd geble.
ven. De berichten van cle vrachtenmarkt hebben geen
nieuwe gezichtspunten geopend en in verband hiermede is
cle vraag, welke enkele w’eken geleden zulk een goeclen steun
in deze markt heeft veroorzaakt, geheel verdwenen mc-
dat de meeste fondsen weder op liet peil zijn gekomen,
waarop zij stonden, voordat het herstel in de clesbetrelfeude
nfdeeling is ingetreden. Holland Amerika Lijn: 65%, 62%,
62; Java China Japan Lijn: 107%, 109, 108; Kon. Neci.
Stoomboot Mij.: 77%, 76, 75; Ned.. Scheepv. Unie: 155,
157%, 155%; Stoomv. Mij. Nederland: 168%, 1693., 169.
De markt voor binnenlendsche inciustrieele aeesdeelen,
lieef t enkele opvallende bewegingen te aanschouwen gege.
ven. In de eerste plaats waren aaudeelen in kunstzijcle-
ondernemingen aangeboden, ondanks de gunstige berichten,
welke omtrent de kunstzijde-nijverheid worden verspreid.
Vooral aancleelen Hollandsche Kun s’tzij!cle Industrie hadden
van eenigeu verkoopdrang te lijden, welke in verband werd
gebracht niet de jongste emissie van aaisdeeien. Ook de
claims” liepen in prijs achteruit. Jurgeenssoorten bleven
vrijwel onveranderd. Daarentegen otitstond er goede be-
langstelling voor aandeelen in machine-ondernemingen,
zoodat voor het meerenicleel der in de hier besproken rubriek
verhandelde fondsen een goede stemming kon ontstaan,
welke zich ook heeft kunnen lianidiliaven. Centrale Suiker
Mij.: 121%, 123%; Gero Fabriek: 102%, 112, 114%; Hol.
lancische Kunsizijde md.: 160%, 154% (ex claim), 148%;
Holl. Mij. tlh. m. van Werken ‘in Gew’. Beton: 188, 193,
197; Maekubee: 152%, 145%, 144%; Neci. Kwastzijclefa-
briek: 360%, 355, 349%; Philips Gloeilampenfabriek:
4093., 413%, 405.
illijnaandeelen
bleken eveneens goed gevraagd. In de eer-
ste plaats gold dit voor tivaa.ndeelen, zooals Billiton en
Singkep, doch ook voor aandeelen Redjang Lebong bestond
goede belangstelling, ii’elke zich echter niet geheel tot het
einde der berichtsperiode heeft kunnen handhaven. Alg.
Explorait’ie Mij.: 129, 132, 127%; Billiton Mij.: 645, 630,
640; Paleleh Mijnib. Mij.: 118%, 122, 1217/
s
; Red.jang
Lebong: 315%, 319, 317; Siloengkang: 33, 43.
In de afdeeliug voor
barckaandeelen
hebben aandeelen
Jaivasehe Bank de aandacht getrokken, in verband met liet
verder verloop der liquidatie van de Dcli Bank, waardoor
cle Javasche Bank een goed deel van haar vordering elp
deze vennootschap gedekt ziet. Amsterdanische Bank:
158%, 159%, 1593.; Hoil. Bank voor Z.-Amerika. 76%,
74%, 733/; Javasche Bank: 309h, 335, 348; Koloniale
Bank: 170%, 175, 173%; Ned. md. Handels Bank: 139%,
138, 141%; Ned. Handel Mij.: 140, 1435f, 141%; R’dam-
sche Bank.verg.: 70, 69%, 69.
De
Amerikaansche markt
was ten ouzent zeer stil en
zonder opvallende koerswijzigingen. Anacouda Copper:
94%,
92%,
99%; Studebaker: 1565, 1632.50, 1720; Uni-
ted States Steel, Corp.: 127%, 129%, 127
3
/8;
Atchison To-
peca: 125, 124%; Bal.timore & Ohio: 86%, 874; Ene:
34%, 36, 35%; St. Louis & San ‘Francisco: 97 (ex div.),
97; Union Pac. Railr.: 143%,
1435I
i
;
Waibasli Rw.:
42, 40
5
/.
Prolongatie
varieerde van 34 tot 4 pOt., om op het hoog.
ste punt te sluiten.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

3 November 1925.

Jveiials de vorige week kuun’en wij van de t a ru’ e-uiarkt zeggen, dat het verloop onregelmatig geweest is. Terwijl de
prijzen in ‘de Noord-Asiienikaansche centra afwisselend vas-
ter en flauwer i’aren, w’as toch het slot te Chicago op 2
Noi’emiier 3% dc. per 60 lbs. hooger voor December en 7/8
di.
voor Mei (lan een week geleden, terwijl in dezelfde pe-
node de verhooging te Winnipeg 5% dollarcent per GO l,bs.
bedroeg. Grooter nog dan in Canada w’a
f
de eThooging,
clie in Engeland betaald ii’erd voor Canadeesche tanwe voor
onmiddellijke leveriug. Als gevolg van het feit, dat hati-
delaren en fabrikanten reeds maandenlang zeer aarzelend
hebben ingekocht zijn ‘langzamerhand de voorraden van be-paalde soorten tarwe, speciaal Canadeesche tarin’e, zeer laag
gedhald en voor direct leverbare partijen overtrof de vraag
het aanbod verre, Als ‘wij in aanmerking nemen, dat de
invoer van tarwe in Groot-Brittannië en Ierland sedert 1
Augustus slechts 4,6 millioen qnariers bedioeg tegen 7 mil-
lioen verleden jaar gedurende dezelfde periode dan is de
sch’aarschte aan een bepaalde soort tarw’e ‘te begrijrpen, zelfs
al ii’aren de verschepii

igen deze week van die soert zeer
ruim. Het aanbod op latere aflading i,s meer dan voldoende,
maan ook hiervoor werden hoogere pi’ijzen betaald. Andere
soorten deelden niet in. ‘deze verhooging met uitzondering
van Au’stralische tarwe, waarvan het aanbod zich beperkt
tot een enkele la,dinig onderweg. Maar Platatarwe voor af la-ding van den nieuwen oogst was bepaald flauw onder invloed
valt gunstig weer en in verband daarmede steeds hooger
gespan ii en veriwachti n.gen betreffenide ‘de opbrengst. De
weerberichten uit Austral’ië zijn w’el iets verbeterd maar
geven toch nog geen aanleiding een grooten oogst te ver-
w’achten. Evenmin mag men veel verwachten van Britsch-
Indië. Degoede oogst in Argentinië is dus wel npodig oni
den overvloed van tarwe werkelijkheid te doen worden. Want
ofschoon cle versahepingen van Rusland voortgaan zijn ze
toch niet van zoodaitigen omvang dat ze de markt blijven
beheerschen, vooral ook waar de JIussische Regeeriug zelf
slechts sporadisch aan de markt blijft
Duitscihe en Pooische tar’we blijft evenwel nog steeds
ruirn aangeboden en belangrijke zaken kwamen tot stand.
De vraag doet zich voor, zal Duitschland later veel tarwe moeten invoeren ter ‘vervanging ‘van hetgeen nu het land
verlaat, een vraag clie door ‘velen bevestigend beantavoord
wordt. Maar men moet niet vergeten, dat inderdaad de
Duitsche ioogst zeer groot is en dat w’aarsahijnljk de con-
sumptie in verband niet de on’gunstige economische toestait-
den gering zal zijn.
logge. De handel beperkte zich in hoofdzaak tot Duit-
sche en Poolsche rogge die nog steeds in izeer ruime hoe-
veelheden wor;dt aangeboden. Noord-A.merikaansche is in
verhouding te duur en ook Russische trekt minder dé aan-dacht. De verschepingen van Noord-Amerika zijn geri’ng,
maar het schijnt, dat meer ‘dan gewoonlijk in het eigen land
geconsumeerd w’ordt.
INTals was over ‘liet algemeen traag gestemd, ja zelf’s
flauw. Voor spoedige levering drukte Pdatamaïs nog al op
cle markt, vooral ten on’zent; in Engeland maakte men in
verhouding goede prijzen, maar ook daar liepen de prijzen
terug. Donaumaïs werd voor latere a,f lading ‘zeer dringend
aangeboden. Voor onmiddellijke levering is deze soort
sc’haarsch. Zuid-Afrika verscheen weer op de markt, maar
er was weinig belangstelling in de importlaniden, zooclat
de prijzen terugliepen. A’merikaansche maIs liep aanvan-
kelijk op om later ii’eer iets te dalen; het aantal zaken naar
Europa was zeer beperkt. Het totaal der verschepin,gen van
mais was tamelijk groot, doordat wederom Zuid-Afrika veel
af laadde, meer zelfs dan La Platu.
Ook de verschepingen van ge r st ‘aren zeer groet in
de eerste ‘plaats van Rusland, doch ook Noord-Amerika liet
zich niet onbetuigd. De druk op de markt is hierdoor sterk
en de vraag is ten eenen male onvoldoende, zoodat de prij-zen terugliepen althans op het Continent. In Engeland iver-
den ze ‘beter gehandhaafd.
De omzet in ii a ve r was alleen in Engeland van eenige
beteekenis.
De’
prijzen bleven vrijwel oniveraniderd. De ver-
schepi’ngen vooral van Noord-Amerika w’ar.ên zeer ruim.
Zie voor den staat volgende pagina.

SUIKER.
De gedurende geruimen tijd aangehouden hebbende daling
der suikermarkten werd verleden week eindelijk onder-
broken door eene reactie in Amerika, waar op de termijn-
markt speculatieve meeningsinkoopen plotseling eene rijzing veroorzaakten.
De termijnnoteeriugen te Nei’ York gaven het volgende
beeld te zien:

1

980

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 November1925

Noteeringen.

Chicago
Buenos Aires

Data
Tarwe
Maïs
Haver
Tarwe
I
Maïs


LiJnzaad
Dec. Dec.
Dec.
Nov.
Nov.
Nov.

31Oct.’25
146a/

733% 383%
12,10
7,85
18,25
24

,,

’25
1428/
5

733% 383%
12,25
8,-
18,50
31Oct.’24
1417/
8

lO
6
s/
493(
15.40
11,55
23,05
31 Oct. ’23
10751
8

73
8
/8
41
8
/
8

12,35
9.80
23,95
31Oct.’22
113′

661/
413%
12,10
1
)
7,85
1
)
18,751)

20Juli’14
82

567/
8

363%
9,40 5,38
13,70
1)
Per
December.

Locoprijzen
te
Rotterdam/Amsterdam.

Soorten
2
Nov
1925
1

26
Oct.
1925
3Nov.
1924

Tarwe’
.-……………-.’
15,75
15,75
15,-
Rogge (No. 2 Western)
•1
9,60
9,75
13,-
Mais (La

Plata) ……..
2

190,-
200,-
233,-
Gerst (48 ib. malting)

….
2
192,-
196,-
243,-
Haver

…………….
1

10,70
4
)
10,90
4
)
11,75
4
)
Lijnkoeken (Noord-Amen-
kavan La Plata.zaad)
1
13,70
13,90 14,65
Lijuzaad (La Plata)

…..
8

415,-
418,_
480,-
1)
per 100 KU.
2)
per 2000 KG.
8)
per 1960 KG.
‘No. 2 Hard/Bed Winter Wheat.
4)
Canada No. 3.

Artikelen

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam

II

Amsterdam

2
513
1
October
t

Sedert

1
Overeenk.
25131
October

Sedert

1
Overeenk.
1925

1
Jan.
1925

tijdvak
1924

1925

1Jan.
1925
tijdvak
1924

TotaÛl

1924

Tarwe
28.492 1.025.166
1.051.071
100
20.966 38.043
1.046.132 1.089.114
Rogge
..

..


4.729
238.576
484.790

456
3.775
239.026
488.565
Boekweit
.

..
200
18.181
18.662


528
18.181
19.190
MaIs
.
… ._
9.577
647.078
630.377
50
63.590
97.355
710.668 727.732
Gerst.
6.984 222.175
264.817
30
9.806 31.680 231.981
296.497
Haver
..

.. … ..

.. …
.
430
179.901
195.068

252
1.196
180.153
196.264
Lijnzaad

..

…….
1.289
195.220
201.241
1


50.423 58.040
1

245.643
259.281
Lijnkoek
…_ … …. .. .. ..
2.602
161.037
169.787


700
161.037
170.487
Tarwemeel
… ……. …
.
2.122
102.612
207.498
1
338
16.412
23.427
119.024
230.925
Andere meelsoorten
.. …
290
7.813
6.497



7.813
6.497

Dec. Jan. Mrt. Mei
Slot voorafgaande week ………..1.95 2.02 2.13 2.24
Opening verslagweek …………1.95 2.03 2.14 2.24
Sloi verslagweek …………….2.14 2.21 2.32 2.43
Bij disponibele suiker uitte de reactie zich minder
krachtig. Spot Centrifugals, die op 3.74 openden, stegen
successievelijk tot 3.83.
Prompte Cubasuiker werd verhandeld tot prijzen oploo-
pend van 1.94 $ c. tot 2.03 $ c. c. & fr. New York, terwijl
voor Europa van Sh. 9/73% tot Sh. 9/108/
8
cif werd betaald.
De C u b astatistiek is als volgt:

1925

1924

1923

Tons

Tons

Tons
Weekontvangsten 24 Oct…..21.790 24.852 11.816
Tot. 1 Dec. ’24-24 Oct………4.828.244 3.877.581 3.465.218
Weekexport 24 Oct………..58.288 25.362 45.400
Tötale export 1 Jan.-24 Oct.. . 4.334.540 3.711.794 3.333.021
T
1
otale voorraad op 24 Oct. . . . . 500.009 168.787 132.203
De E u r op ee s c h e termijn-markten stonden geheel
onder den invloed van de reactie in Amerika, alwaar specu-
lanten blijkbaar de tegenwoordige prijzen aanlokkelijk
vinden. Ook hier profiteerde echter effectieve suiker tot
dusver minder van de betere stemming.
Op J a v a verkocht de V.I.S.P. voordat de betere stem-
ming in Amerika zich openbaarde nog eenige restanten
Superieur uit oogst 1925 tot
f
8,75
f
8,25 en
f
8,-, terwijl
daarna voor disponibele tweedehan dsch partijen Superieur

f
8,373% oploopend tot 8,873, werd betaald en voor No. 16
&/hooger t 8,25.
In den loop der week werden biedingen uitgebracht voor
Superieur uit den Nieuwen Oogst oploopende van
f
8y
4
tot

f
83%, die echter door de V.I.S.P geweigerd werden.
Hier te lande liepen prijzen, na eene kalme ope-
ning van
f
143% voor October,
f
153% voor Mei en
voor Augustuv, in den loop der week sterk op in sympathie
met Amerika. Tengevolge van winstneming reageerden de
noteeringen aan het slot evenwel eenigszins en sloten op
ongeveer
f
163% voor Mei en
f
163% voor Augutus.
De omzet bedroeg deze week ongeveer 4200 tons.
NOTEERINGEN.

Amster-

INew York
I
WhiteJava’sT
Cubas
Data. .

damoer
1
Tates __f.o.b. per
1
96° c.i.f.

Centri-
Oct.jbec. Cubes

1
,

,-.-,

,,
Al-,

1
fugais

kristalsuiker
liii.
Sh.
Sh.
basis 990
2Nov.’25
f
16
7
/
31/3
12113%
10/111
8

26 Oct.
1
25
14
5
/
s

3019
11/6
9/73%
2 Nov.’24
21,
a

41/6
..
20/73%
221_

2Nov.’231
,,

26′
58/9

24/6
22/….

181-1

1

3,26
5)
He1 verschil tusschen ruwsuiker 88
0
en
krist.suik.99° isan te nemen opf3p. 100KG.

KATOEN.

Marktherioht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,

Manchester, d.d. 28 October 1925.

De Amerikaansche katoenmsi-rkt is de laatste week min
der levenzlig geweest, meer speciaal eelt gevolg van het te verschijnen Bureau Rapport op j.1. Maandag. Tot dien da-

tum ben-ogen prijzen zich tu-sschen engere grenzen, doch
met een oogstschatting .van 15.226.000 balen exel. linters
en 75.000 balen van Californië, waarvan reeds 9.520.000
balen •gegiittl -zijn, moesten prijzen wel dalen en was het slot van Liverpool gisteren 61 tot 52 pclilten lager. Liver-
Pool futures -daalden 12 tot 5 punten, terwijl hs:lenniorgen
daarentegen de markt S tot 10 punten hoo-ger opende. Het
vertrouwen iii den handel is -door de groote variaties iii
cle Bureau Rapporten sedert Juni zeer geschokt, welke rap.
porteil er tot kunstmatige prijzen toe hebben bijgedrc’igen
in verband met -cle groote be-plante oppervlakte. Die plali.
ters, clie hun katoen reeds in cle markt gebracht hebben,
hebben hiervan ongetwijfeld kunnen pi-ofi-teeren, terwijl het
tegenovergestelde wel het geval zal blijken te zijn voor hen,
clie hiermede geen haast gemaakt hebben. De ontvangsten
in cle havens zijn reeds belangrijk groo-ter cle
ii
verleden jaar.
Ook prijzen vait Egyptisclie katoen zijn lager, ter-wijl de
rapporten over den oogst gunstig luiden en, ve-rkoopen
slechts gering zijn. De Amerikaansche ga-retiniarkt heeft een rustigen tijd ge

.
had. Prijzen zijn vast geweest, doch als gewoonlijk bij een
01) handen zijnd Bureau Rapport aarzelt uien te koopen.
Er is geen gebrek aan vraag naar prijzen, -doch het pereen.
tage zaken, dat tot s-tand kont-t, is slechb gering, zoowel
in eops, bundels, enkele en getwijiccie garens, hoewel het wel schijnt, dat er enkele flinke contracten zijn afgesloten
voor naaigaren-cloeleinden. Il

Fet ken zijn, dat bij een eenigs.
zins vastere markt er niteer kooplust doorkomt; Spinners
klagen, dat cle ,,basis”-prijs tegen hen is, terwijl de ,pointS
on” minstens een farthing hooger zijn, zoodat de volle
daling vait katoeurijzeu daii ook niet in hun no noteerin-
gen ver-clisconteer-d is. Naar Egypti-sche garens bestaat wei-
itig vraag en hierin gaat weinig om, hoewel enkele spin.
ners in fijnere nummers Nvel contriicten schijn-en te hebben
afgesloten. – – – –
Hoewel goedkoopd katoen een -factor is, waarnaar men – algemeen in Lancashire verlangt, heeft – het bereiken van
een nieuw prijsniveau steeds een verstoring -van

het even
wicht in de doekmarkt ten gevolge. Er bestaat wel vraag,
doch slechts w’einig zaken zijn hiervan het gevolg, daar
– prijsideeën van koo-pers thans iii overeenstemming zijn met
de nieuwe katoenpnijzen. Ook trachten verschillende koo-
pers cut te vinden in hoeverre de recente daling van katoen-prijzen, prijzen van m-annfaetctreci, Welke zij wenschen te
koopen, beïnvloedt. Hoe lager katoen-prijzen, des te gezo-n
der zullen de marktvooruitzichten ,w’orclen en wij hopen,
dat de algmeene terughoudendheid om tot – zaken over te
– gaan, zooals zulks gedurende cle laatste maanden het geval

3,90
3,74
5.96

7,09

4 Juli

4 November 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

geweest is, langzamerhand geheel zal verdwijnen, om voor
een geregelcien levendigen handel plaats te maken.

21 Oct.28 Oct. Oost. koersen. 20 Oct. 27 Oct.
Liverpoelnoteeringen.

T.T.op Br.Indië ‘116
T
8
v
116
F.G.F. Sakellaridis 23,60 22,85 T.T. op Hongkong2/5 215%
G.F. No. 1 Oomra 8,65 8,05 T.T.op Shanghai
313f
3/2

• Noteering voor Loco-Katoen.
(Middli’ng Tjplands.)

30
Oct.

23
Oct.

16
Oct.

31
Oct.

30
Oct.
1925

1925

1925

1924

1923

New York voor
Middling .

19,75e 21,80e 21,65e 23,65e

31,80e
New Orleans
voor Middling 18,47e 20,80e 21,03e 22,85e

30,50 c
Liverpool voor
Middling .

10,35 d 11,27 d 11,54 d 13,58 d 17,70d*)
9)
Voor fully. xniddling ouden Standaard.

Ontvangsten in. en uItvoeren van Amerikaansche havens.
(In dulzendtallen balen).

1
Aug.’25
tot
23
Oct. ’25

Overeenkomstige
periode

1924

1

1923

Ontvangsten Gulf-Havens.
}3253
2713
2396
Atlant.Havens
Ijitvoer naar Gr. Brittannië
525 538
474
‘t Vasteland etc.
1272
920
888
tj

Japan

…._
186
154
140

Voorraden.
(In dulzendtallen balen).

Overeen komstig’tljdstip 23Oct.’25
1924

1923

Amerik. havens . .. .. …

1118

1057

743
Binnenland .

1379

1050

1048
New York

34

193

26
New Orleans

375

242

128
Liver.pool . .

._…

173

185

164

KOFFIE.

De algeloepen week bracht in de prijzen van loco koffie
geen verandering, terwijl die van Rio en Santos op af lading
voor een deel eene fractie opliepen en voor een ander deel
onveranderd bleven. De noteeringen aan de termijmharkt
waren afwisselend iets honger of iets lager, en daardoor was
bij het afshuten van dit overzicht ten slotte een stand be-reikt, die slechts zeer weinig verschilde vn dien vnn. een
week tevoren. De stemming bleef onveranderd vast, hoewel
de wisselkoers op Londen in Brazilië iets terugliep (nl. van
7% ‘op 717/33)
Nienws van eenige beteekenis valt er ditniaal niet te ver-
melden. Met verlangen wordt uog altijd uitgezien naar be-
tlou!wbare berichten omtreut den stand van den 1926/27er
Braziel.00gst. Wat tot nu toe vernomen werd, is nog uiteÏst
vaag, al wordt dan ook reeds vrijwel algemeen aangenomen,
dat een bepaald groote oogst niet kaft worden’ veawacht. Van den loopenden Santos.00gst werden dezer dagen de voorzich

tige ramingen, die tot nu toe 8’% ii 8 millioen ‘balen had-
den bedragen, verlaagd op 8 millioen balen, doch er zijsi ook
ree(ls ra.mingen van 7
ii
7y
2
millioen ‘baden, welke echter doos
velen als wat al te optimistisch worden gekenschetst.
Een officieel telegram uit Brazilië vermeldt, dat de voor-
raad in de pakhuizen en cle spoorwegstations ‘in het bin
nenland van Sao Paulo op 21 October bedroeg 3.315.000
balen tegen 2.604.000 halen op 30 September.
Volgens de gisteren uitgekomen statistiek over de maand October hebben de Invoeren in Nederland bedragen:
in October 1925 ……………….221.043 balen koffie
van 1 Jan. tot 31 Oct. 1925 ‘ ……..1.898.970
De Afleveringen in Nederland waren:
in October 1925 ……………… . 191.452 ‘balen koffie
van 1 Jan. tot 31 Oct. 1925 ………1.769.546
terwijl de Voorraad in Nederland was op 31 October ‘1925
366.667 balen.
De prijzen van gewoon goed besohteven Superior Santos
op prompte verseheping zijn thans ongeveer 108/- A 109/-
per cwt., en van dito Prime ongeveer 110/- k 1121-, terwij.l
zij van Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte
verseheping, bedragen 85/.
t
85/6 en voor DecemberfJa’nu-
ari-verscheping 84/6 A 851..
In Robusta op aflading ging deze week wederom het een en ander om. Op het oogeabliik zijn de prijzen:
Palembang Robusta, Nov./De€. verscheping, 47y
4
ct.
W.I.B. f.a.q.

»

Oct./Nov.

,,

55%

alles per Y2 K.G., cif, uitgeleverd gewicht, netto contant.,
l)e officieele loco noteeringen bleven oni’eranclerd 70 ct.
per Y
,
, K.G. voor Superior Santos en 61 et. voor Robusta.
De uoteeriiigeu aan de Rotterdamsche termijnmarkt wa-
ren aan de ochtend-call als volgt:

Santos-contract

Gemengd Contract
basis Good

11

basi8 Santos Good

Dec.
Mrt.
Mei

Sept.
Dec.
Mrt.
Mei
Sept.

3Nov. 5674
.53w
5l
49%’
533.
50%
48sf,
47′,
27 Oct. 563
537/
8

5134
50
53K
53% 488/,
47% 20

55y
4

514
491j,
475f
8

52%
487/,
467/
8

457/
8

.13

547/
8

501,
8

477j
8

46q
525/
8

477/
8

46
44

De slotnoteeringen te New York van
het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:

Dec.
I

Mrt.

I
Mei
I

Sept.

$
18,30
$
17,45
$
17,05
$
1.6,15
,,

18,45
17,45
16,88
15,90
2

Nov……..
26

Oct……..
19
,,

17,93
,,

16,52
,,

15,75
,,

14,70
9

,.
…….
,,

17,80
,.

16,30
15,45
14,20

Rotterdam,
3 November 1925.

(Mededeel’ing van de Vereeniging voor den Goederenhandel
te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.

te
Rio
te Santos
Wisselkoers
Data
te
Rio
op
Londen
Voorraad
1
Prijs
Voorraad
I

Prijs
(In Balen)
1
No.7
1
)
(In Balen)
1
No.41)

31

Oct. 1925

256.000
1
24.175 1.225.000
1
27.000

717!
32
26

1925

207.000
1
23.550 1.290.000

27.500

75/,
19

1925

153.000
1
24.175 1.218.000 I 26.000

719
182
31

Oct. 1924

266.000

38.675 1.705.000

41.000

6.-

0ntvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.

te Rio
1
1

te Santos
Data

IAfgel000en
1

Sedert
IAfgeloopen
Sedert
1

wee/

1

1Juli
1

week
I

1Juli

31

Oct. 1925….I
106.000 11.838.000 183.000
1
3.185.000
31

1924…

81.000
1.780.000
J

150.000
3.484.000
1) In Reis.

THEE.
Ook in de afgeloopen week handhaafde de theemarkt
haar vaste stemming, hetgeen tot uiting kwam in de vel-
ding van den 29sten October. •De stemming in die veiling
was willig met prijzen, die van 3 tot 12 ets. hooger waren
dan die in vorige veiling. Vooral gruissoorten bleken sterk
gevraagd en konden stof en kleingruizige soorten soms prijsverbeteringen maken van 6 tot 10 ets. Betere blad-
soorten daarentegen waren wat minder gevraagd, zoodat
daarvoor prijsverhoogingen van 3 tot 6 ets. genoteerd ken-
den worden. Zoowel van binnenlaudsche als van buitenland-
sche zijde werd flink gekocht, en werden er slechts weinige
partijen opgehouden. Het gemiddelde prijsniveau van deze
veiling zal ongeveer 8
It
9 ets. hooger liggen dan dat der
vorige veiling.
De maandstaat over October van het Thee Etablistsment
• alhier geeft aanvoeren te zien van Ned.-Indisehe thee ten
beloope van 12.135 kisten, een hoeveelheid, die slechts wei-
nig verschilt met de aanvoeren in September. clie 12.200
kisten bedroegen. Tegenover afleveringen in September van
20.320 kisten stonden iu October 17.483 kisten, •zoodat de
voorraad in entrepôt, die op ult. September nog 45.682
kisten bedroeg, op uit. October terugliep tot 40.334 kisten.
‘Van dezen voorraad bevinden ‘zich ongeveer 29.500 kn. in de
tweede ‘hand, een cijfer, hoewel slêchts 2 dagen na de vei-
ling, slechts weinig grooter is ifin de voorraad op ult.
September, die 26.101 kisten bedroeg.
• Zooals hierboven vermeld, bleef Londen ook vast ge-
stemd en waren. het daar voôrnamelijk de gewone soorten,
de ongeveer. Y2 d. in prijs k&nden stijgen. Ned.-Indische
thee toonde alleen verbetering in prijzen aan voor de betere
kwaliteiten.
‘Amsterdam, 2 November.

RUBBER.
De vaste stemming, welke gedurende de eerste helft der
afgeloopen week op de rubbermarkt heerschte, .verflauwde
de laatste paar dagen aanmerkelijk.

Zoowel koopers ale verkoopers toonden zich zeer terug-
houdend in afwachting van het op’ .1 November vrij te
geven percentage.

982

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 November 1925.

De slotnoteeringen wijzen tegenover die der voorafgaande
week een kleinen teruggang aan.
Zij luiden als volgt:
la Crpe:

einde voorafgaande week:
November

259

ct – …………262 ct.
November/Dec. 258

,……………260
Januari/f1aart 24039, ,……………240

•3 November 1925.

KAPOK.

tOpgave van de Makelaars Gebrs. van der Vies, Amsterdam.)

Kapokstatistiek op 31 October 1925.

Voorr. Aanv. Verk.

Voorr.
1 Jan.

tot

tot

op
Importeurs:

1925 31Oct. 31Oct. 31Oct.
(in pakken).
J. A. Bergvelt ……….-

262

262


H. G. ‘rh. Crone……….

4641

4641

Van Eeghen & Co……..

3660

3660


N.V. Handel en CultuurMij.
v/h. Smidt
&
Amesz q.q.
Edgar

&

Co’s Handel
Mij.

Soerabaja ……..
141
5272
5413


Hand. Verg. v,h. Reiss
&
Co

1587
1587
Int. Hand. &Cred.Mij. IHEC

1608
1608


Jacobson v. d. Berg & Co…

6112
6112


Koning,Téves&Co …….

891
891


Landb. Mij. ,,Geboegan”

206
206


Maintz’Productenhandel.
84
5848
5932


A. Merens

.. ………….

607 607


Mirandolle,Vo5te
&
Co
121
13718
13839


Tiedeman
&
van Kerchem

3860 3660


Weise & Co …………..
279
3723
4002


Order

……………….
1378
7728 9106

2003 59523
61526

METALEN.

Loeo-Noteeringen te Londen:

Data
K.
Stan-
daard

Koper
Electro-
lytisch Tin
Lood
Zink

2 Nov.1925..
62.7/6
68.10/_ 285.12/8
38.5/-
39.15/-
26 Oct. 1925..
62.7/6
68.5/_
281.61_
39.10/_
40.6/-
19

1925..
62.216
67.15/_ 279.17/6
38.7/6 39.10/_
12

,,

1926—
62.7/6 68.2/6
‘274.17/6
39.17/6
39.51_
3 Nov.1924..
64._1_
68.5/_
259.7j6
38._/_
34.716
20 Juli 1914—
61.-1-
145.15/-
19.-1_
21.10/_

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.

De graanvrachteunlarkt van Amerika opende de week
met een zeer belangrijke rver.betering, speciaal van de St.
Lawrence en men hoopte dat het seizoen niet zal sluiten
zonder dat reeders eenig voordeel kebben. Na eenigen voor
uitgang werd de markt echter wederom kalmer. Per Octo-
ber en November werd 15 cents per 100 lbs. zwaar graan
naar Antwerpen/Rotterdam gedaan met ide bekende extra’s
vail respectiev&ijk 1 en 2 cents voor gerst en haver. Ndar
U. K. werd. 3/434 betaald per qtr. (Hull direct), terwijl naar
de Middellandsche Zee werd .bevracht Legen 4/3 per qtr.
tot
191/2
cents per 100 lbs. Van de Northern Range wer-
den booten gedaan naar Antwerpen/Rotterdam tegen 13
cents., optie Bremen/Hamburg 131/2 cents. De Gulf bleef
zonder zaken.
Van Port Arthur werd voor olie in kisten 25 cents per
kist betaald per November en van New York naar de River
Plate (3 havens) 2434 cents per December. Van West-Indië
bleef een vaste vraag bestaan naar tonnage naar ‘0. K./
Continent. Booten van ongeveer 6000 tons hebben wederom
18/. bedongen, terwijl een 8000 tonner 17/3 naar dn en
17/9 naar twee havens kreeg.
De markt van de North Pacific is bijzonder flauw ge-
etemd. In parcels werd bevracht tegen 22/6 tét 30/- (naar
gelang van positie), tot December/Januari, terwijl twee
volle ladingen werden bevracht Vancouver/Shanghai tegen
$ 5.— per December.
De markt van de River Plate was minder levendig en
de vrachten zijn weer gedaald. Van Upriver viel de vracht
tot 16/3. Bahia Blanca betaalde 16/- voor een groote boot
naar ,,picked porta”.

De chilisalpetervraihten’markt verbeterde zich niet ‘en de
beste vraag is momenteel naar de Vereenigde Staten. Naar
U. K./Continent vonden dan ook geen afsluitingen plaats,
ofschoon er eenige orders aan de markt zijn. Per December
werd een groote boot bevracht naar de Galveston/Baltimore
range tegen $ 4.75 voor de Gulf havens en $5.— voorAL-
lantische.
De Oostelijke markten bleven zeer kalm, voor vroege po-sities kan men zeer’ moeilijk definitieve orders vinden. Van
Wladiwostock bleef een flinke vraag besthan naar handige
December tonnage op basis van 35/. naar Hul.l, Rotterdam,
Hamburg, Scandjinavië 1/3 extra. Per Januari heeft

een
5000 tonner 1/3 boven deze vracht bedongen, mcl. West-
Kust U.K. loshavens. Australië was, wat graan betreft,
ongeani.ineerd ten gevolge van de voortdurende droogte.
Voor Jarrab hou.t werd een boot bevracht van Bttnburv
naar Antwerpen/Gar.ston/Lon.den (3 havens) tegen 60/- per
bad. Van Burmah en Britsch-In.dië zijn deze week. geen bevrachtingen te vermelden, terwijl van Zuid-Afrika een
beperkt aantal zaken werd gedaan. Van de Kaapstad/Dur.
ban range werden eenige booten van ongeveer 7000 tons
gedaan per Nov/Dec, op basis van 21/6 UK/Continent
(Bordeaux-Haimburg range) met opties.
De Zwarte Zee heeft bevrachtingen gestaakt tot per einde
December, hetgeen een gevolg is van de moeiljkbeden om
het graan naar de laadhavens te krijgen. Voor genoemde
positie wordt 12/6 Continent geïndiceerd. De Donau is iets
levendiger en per laatste helft November werd bevrachl
tegen 161- naar U. K./Continent.
Ook de Middellandsche Zee toonde geen verbetering en
het grootste aantal ertsbevrachtingen geschiedde van Huel-
va. Er werd om, betaald: Benisaf/Micidlesboro 6/., Algiers/
Rotterdam 4/6. Een groote boot werd gedaan voor fosfaat
van Sfax naar Vlaardiugen of Rotterdam tegen
6/734.
Na
een afsluiting tegen 10/- per 60 cbf t. naar Hull viel de
markt van Alexandrië geheel weg.
Van de Golf van Biscaye is te weinig tonnage beschik-
baar, zoodat prompte orders tegen .hoogere vrachten moes-
ten worden afgesloten. Bilbao/Rotter.dm betaalde 5/6 en
naar Cardilf 6/3.
Op cle time-charter vrachtenmarkt ging weinig om. Voor
stukgoedvaart werd een 7200 tonner op d.w. betaald met
31103. voor 6 maanden, op- en teru.glevering U.K.
De Amerikaan scbe kolenvrachtenmarkt bleef zeer kalm.
Van Ha.mpton Roads naar Rio werd $3,70 betaald voor
midden November belading. N.aar West-Italië wordt $ 2,85
geïndiceerd.
Ook de uitgaande koleuivrachtenmarkt van Engeland ver-
toont weinig verandering. Tonnage wordt niet overvloedig aangebo!eu, zoodat de vrachten werden gehandhaafd. Van
Zuid-Wales werd o.m. betaald: Duinkerken 313, Gibraltar
81-,
Algiers 9/., Venetië 11/., Rio
15f-,
Bahia Blanca 16/3,
Lerwijl.van de Oostkust o.m. als volgt werd bevracht: Aal-
borg 6/1034, Stettin 613, Bordeaux 5/3, Lissabon 9/-, Vene-
tië 1019, Las Palmas 9/6.
De houtvrachtenmarkt van de Oostzee blijft geanimeerd
en er von.den verscheidene bevrachtingen plaats. Van Zuid-
Finland wordt betaald van
f
23 tot
f
24 per Std. voor
boeten van 600 tot 1200 Stcls., terwijl van Zweden
.f
25
h

,f
26 is bevracht. Voor kleinere ladingen is de vracht na-
tuurlijk belangrijk hooger en varieeren de cijfers tussehen
de 27 en 30 gulden per Std.

2 November 1025.

RIJN VAART.

Week van 25 t/m. 31 October 1925.
De algemeene toestand bleef ongewijzigd.
Nog steeds sleepte het grootste gedeelte der leeggekomen
s.chepen wegens gebrek aan emplooi naar de Rulirhavens, om aldaar kolen te laden.
De ertsvrachten bedroegen maximum:

f0,27
34
en f0,37 34 met resp.
34
en 34 lostijd.

Naar de Bovenrijn-stations werd gemiddeld. f21,— met
verkorten lostijd betaald.

. .
Het sleeploon bedroeg gemiddeld
f
0,30 tarief.
De waterstand bleef vallend, zoodat naar den Bovenriju
op beperkten diepgang werd afgeladen. .

Auteur