Ga direct naar de content

Jrg. 10, editie 506

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 9 1925

9 SEPTEMBER 1925

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economi
*
sch

Statistische

Beric’hten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, ‘NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAANI VOOR DE MEDEDEELINCEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

IOE
JAARGANG

WOENSDAG 9 SEPTEMBER 1925

No. 506

INHOUD.

Z
WITSERSOH
sii’
NEDERLANDSCH SPOOR WEGVERSLAG 1924 1 door
Jhr. ir. J. A. van Kretschmar van Veen ….
772
De Nederlandsche Scheepsbouw in den internationalen
concurrentiestrijd door
Dr. Ir. J. Goudriaan Jr…..
773
De Algemeene Nederlandsche Zuivelbond
(F.N. Z.) 1900-
1925 1
door
J. A. Geluk ……………………..
776
Mosoul door
H. Dunlop ………………………..
778
De Inkomstenbelasting van het Duitsche Rijk II (Slot)
door
Mr. A. F. L. Stapel ………………………
782
A.ANTEEEENINCEN:
Indexcijfers van groothandeisprijzen.

………….
784
De stijging van de Deensche kroon …………….
785
BOEKAANKONDIGING:
A. E. Swain: Commercial Credit Risks, Export Cre-
dits and Credit Insurance, bespr. door
Mr.E.L.G.
den Dooren de Jong ……………………..
785
MAANDCIJFERS:
Emissies in Juli
1925 ……………………..786
Handelsbeweging.over de maand Juli
1925 ……..787
S’FATIS’FJEREN EN OVERZIOETEN
…. ….. …… .
788-794
Geldkoersen.

Bankstaten.

Goederenhandel.
Wisselkoersen.

I
Effectenbeurzen.

Verkeerswezen.

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Wd. Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
COMMISSIE VAN ADVIES.
J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van Lennep; Prof. Dr. E.
Moresco; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rangers; Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerde leden: Prof. Mr. D. van Blom;
Prof. Mr. H. R. Ribbius.
Redacteur- Secretaris: D. J. Wansink. Secretariaat’: Pieter de Roochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.

Abonne,’m.entsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Kolowiën f 25,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont-
vangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor voo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-G’ravenhage.

7
SEPTEMBER
1925.

De geidmarkt bleef deze berichtsweek zeer vast.

De geidbehoefte vooi- de maandwisseling was belang-

rijk en bleef ook verder aanhouden. De prolongatie

rente steeg tot 434 pOt. en caligeld werd, indien

voorhanden, voor .434 pOt. grif opgenomen. Particu-

lier disconto noteerde gelijk aan het crfficieele tarief;
waarbij dan voor wissels met twee ‘handteekeningen’
meestal nog Ys pOt. kwam. Eerst in de nieuwe week

kwam er iets meer aanbod, zoodat de prolongatie-

rente tot 334 pOt. en callgeld tot 4 ‘pOt. terugliep.

* *
*

– Op. den weekstaat van De Nederlandsche Bank

blijkt de post ‘binnenlandsche wissels van
f
90,5 mil-
l’ioen tot
f
94,1 millioen te zijn toegenomen. De stij-

ging be’tieft voornamelijk de hoofdbank. De belee-

ningen liepen van f148,2 millioen tot
f
124,3 mii-

lioen terug. De goudvoorraad geeft een vermeerde-

ring van f2,5 millioen te zien; de zi’lvervoorraad

blijkt met een goede
f
300.000 te zijn afgenomen. Het
tegoed van het Rijk, dat verleden week ruim
f
900.000

beliep, heeft weder plaats gemaakt voor een dbet-

saldo ten bedrage van
f
9,9 millioen. De post papier op

het buitenland daalde ‘met een kleine f 300.000, ter-

wijl de diverse rekeningen onder het actief met n-

geveer hetzelfde bedrag toenamen. De biljettencir-

culatie vertoont een teruggang van f 6,2 millioen. De

ekeningcourant-saldi van anderen daalden met
f
1,2

millioen. Het ibeschikbaar metaalsaldo klom met
.f
3,1

millioen. T-Ie’t dekkingsperoentage bedraagt Dage-‘

noeg 48.
* *
*

Ook deze week was de belangstelling op de wissel-

markt weder in hoo’fdzaak voor Oslo en Kopenhagen.

De opening na den feestdag was, in navolging van

hetgeen den vorigen ‘ dag op de biiitenlandsche beur-

zen verhndelcl was, zeer vast. in den loop van den

dag trad echter een rOacie in, ,waardoor in twee

dagen een daling van f 2 ontstond. Vervolgens ont-

stond ‘en nieuwe haussebeweging, die, de koersen

‘hprongsgewijae omhoog deed gaan, zoodat het slot be-

langrijk boven de hoogste koersen van het begin der
week kwam. 53,90 voor Oslo en 62,85 voor Kopen-

hagen. Voor de overige wissels was de stemming

‘meestal flauw; Londen liep ‘terug tot 12,0434. Naar.
men zegt is op dezen koers goud uit Londen aange-

voerd; daar echter de Nederlandsche Bank intussohen

‘haar aankoopsprijs met 50 cents per Kilo fijn ver-

laagde, zou voor meerdere aanvoer nog een ‘verdere;

zij het ook geringe daling van den pondkoers noo-

dig
zijn.

LONDEN,
7 SEPTEMBER 1925.

Zooais verwacht was, werd en bleef geld gedurende

deze eerste dagen van September ruim.

Deze gemakkelijke geldpositie en de voortdurende

buitenlandsohe vraag naar wissels had een verzwak-

kende invloed op de discontomarkt. De noteering

beonde dan ook neiging tot teruggang, maar bleef

ten .slotte toch onveranderd uit hoofde van den vrij

belangrij’ken gouçluitvoer deze week en ook reeds in

de vorige weken. Drieniaands l)rima bankaccepten

3L3/1637/5 pOt. met beslist vaiten ondertoon.

New York en Amsterdam noteeren heden ‘4,85 en

12,0434.’

772

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 September 1925

ZWITSERSCH EN NEDERLANDSCH

SPOORWEG-VERSLAG 1924.

I.

Voor de vierde maal biedt dit tijdschrift mij gele-
genheid een vergelijking te maken tusschen de uit-
kom’s-ten van het spoorwegbedrij’f in Zwitserland en
Nederland. Deze overzichten kunnen eenig belang
hebben, zoolang de periode van herstel duurt, na de
algemeene ontwrichting al’s gevolg van ‘den wereldoor-

log. In beide landen ziet men nog steeds het streven
om door bijv.ondere maatregelen tot de normale toe-
standen terug te komen; en ofschoon in 1924, zoowel in
Nederland ‘als in Zwitserland het financieel evenwicht
weder gevonden is, -moet men zich hoeden voor te vroeg
te juichen over ‘de intrede van een tijdperk van rus-
tige ontwikkeling. Althans in lTed’erland is de toe-
stand nog niet normaal.

• Bedrijfsresultaten volgens Winst- en Verliesrekening.

Zwitserland.

Opbrengst der Exploitatie

f 202.255.000
Overige baten ……………,,

8.158.000

f
2
lO.
4
l
3
.
000

Exploitatiekosten ……….
f 136.016.000
Overige lasten …………..,,
66.820.000 202.836.000

Batig slot

f 7.577.000

Gemiddelde exploitatielengte
2942
KM. (als vorig jaar).

Nederland.

Opbrengst der Exploitatie.

f 166.933.000
Overige baten …………..,,

2.485.000
f 169.418.000
Exploitatiekosten ……….
f 130.381.000
Overige lasten …………..,,
39.037.405
,,
169.418.000

Batig slot

nihil

Gemiddelde exploitatielengte
3644
KM.
(vor. jaar
3676).

Het trekt de aandacht, dat de Nederlandsche reke-
ning precies, zonder saldo, sluit, maar dit wordt
verklaard, doordat een klein overschot werd ‘aan-
gewend voor ‘afsohrij’ving op enkele deelnemingen in

ondernemingen, die waren te niet gegaan ‘of in waarde
verminderd. Dit bedrag is begrepen in ‘de ,,o’verige
lasten”. Door ‘het sluiten der rekening behoefde voor
“t eerst geen -beroep •op den Staat te worden ‘gedaan,
voor ‘bijpassing van het gegarandeerde dividend. Dit
is, evenals in de vorige overzichten, hierboven, voor de
vergelijking met ‘de Ziv’itsersche spoorwegen, -die geen
aandeelenkapitaal hebben, ten bedrage van
f
2.025.000
opgenomen en-der de ,,overige lasten”.

De ontwikkeling -der resultaten blijkt uit ‘het vol-
gende overzicht:

Zwitserland.

Nederland.

per
KM.
per
KM.
1921
Verliesf
36.253.000 f 12.579
Verliesf
32.933.000 f9.008
1922 ,, ,,33.097.000 11.249 30.502.000 8.309
1923 Winst,, 1.86.000

627

22.987.000 6.253
1924

,,

,, 7.577.000

2.575

0

,, 0

In aanmerking nemende ‘het afgeschreven overschot
in Nederland, kan men, bij’ de groo’te getallen, waar-
mede we te maken h’ebben, zeggen, ‘dat de resultaten
thans vrijwel gelijk zijn. Nederland deed daartoe in
1924 een geweldi’gen sprong. Er is echter groot ver-
schil in de wijze, waarop die uitkomsten zijn bereikt.

In Zwitserland ‘is de verbetering uitsluitend ver-
kregen door :hoogere opbrengst, want ‘de exploitatie-
kosten namen toe. In Nederland werkten beide factoren
samen. De ‘opbrengst was in Zwitserland
f
18.408.000
of 10 pOt. h’ooger, terwijl ‘de exploitatiakosten ver

meerderden met
f
5.892.000 of 4,3 pOt. Nederland
gaf een hoogere opbrengst te ‘zien van
f
4.795.000 ‘of
2,96 pOt., daarentegen daalden de exploitatiekosten
met
f
20.409.000 ‘of 13,53 pOt.

De opbrengsten der Enploitatie.

Zwitserland.

Nederland.
per
KM.

per
KM.
Reizigers …
f
66.215.000
f
22.510
f
80.735.000
f22.155
Bagage . … .,,

6.169.000

2.097 ,,

2.285.000 ,,

627
Dieren, enz. .

3.342.000

1.136

2.940.000

806
Goederen ..
.

111.588.000 37.929 » 76.385.000 ,,20.962
Postvervoer.
,,

3.272,000

1.112

1.063.000 ,,

292

f 190.596.000 ,, 64.784 f 163.408.000 ,, 44.843
Versch. ontv. ,,
11.659.000

,,

3.525.000

f202.255.000 ,, 68.747 f 166.933.000 ‘,, 45.810

Tegenover het vorige jaar zijn ‘de verschillen per-
entsgewijze:

Zwitserland.

Nederland.
Reizigers
. .

+ 416 vl
o

– 9 o1
0

Bagage …..+
10,03
0
/0

– 14,5
0/

Dieren, enz.
. + 4,94
0/0

+
19
0
/0

Goederen…. .+:
13,35 %

+ 8,3
0/

In vorige jaren kon ik er steeds op wijzen, dat het
reizigersvervoer
in Nederland, zoowel absoluut als per
Kilometer, een hoogere opbrengst gaf dan in Zwit-
serland; thans gel’dt ‘dit nog alleen voor het absolute

cijfer, want per Kilometer is de opbrengst lager; het
verloop was
Opbrengst Reizig ersvervoer.

Zwitserland.

Nederland.

per
KM.

per
KM.
1921… f
62.403.000
f 21.652

f
90.638.000
f 24.791
1922…

60.565.000

20.586 –

87.360.000

23.797
1923….

63.582.000

21.611

82.384.000

22.411
1924…

66.225.000

22.5ro

80.735.000

22.155
– Terwijl dus in Zwitserland na 1922 ‘herstel intrad,
ziet men in Nederland een voortdurende en bedenke-
lijke afbrokkeling van ‘de opbrengst.

In 1922 werden in Zwitserlend ‘de eerste -partieele
tariefsverlagingen ingevoerd, waardoor ‘wel ‘het verkeer
toeram maar -de opbrengst ‘daalde; in 1923 en 1924
werd ‘met gedeeltelijke verlagingen v’oortgegaan maar
bovendien werd ‘op 1 Januari 1924 een vrij aanzien-
lijke algemeene verlaging ingevoerd, waarbij’ de prij-
zen Ie en 11e klasse werden verminderd ‘en een reduc-
tie toegepast ‘van 20 pOt. ‘op ‘den ‘dubbelen enkelerei’s
prijs voor retour’kaarten van alle ‘klassen en op alle
afstanden. Deze verlagingen werden door vermeerde-ring van vervoer ruimschoots vergoed.

In Nederland heeft men nog niet tot verlaging van
eenige betedkenis ‘durven ‘besluiten. De ervaringen met
partieele verlagingen – buurtverkeer, ‘vacantiekaar-
ten, groete-afstaridsver-keer, rijwiel’k’aarten e.d. – wa-

ren niet bemoedigend. Het verslag wijt ‘den achter-
uitgang aan daling der inkomsten ‘bij velen, die nu
mede ‘op reiskosten ‘besparing van uitgaven trachten
te bereiken; ‘bovendien aan de ongebreidelde autobus-
concurrentie, ‘die zon’der den hinder van wettelijke
bepalingen, welke het sp oorwegbedrij’f moet naleven,
door een ieder kan worden opgevat.
Het i’s waar, ‘de toestanden zijn in beide landen niet
gelijk. In Zwitserland is het vreemdelin’gen-verkeer hoofdzaak en de autobusconcurrentie is er van ‘veel
geringeren ‘omvang, m’ede als gevolg van beperkende
maatregelen van overheidswege. Tariefsverlaging -blijft
altijd een waagstulk, wanneer men niet -zeker is, dat door toeneming van het algemeen welvaartspeil -der
bevolking, belangrijk meer zal worden gereisd. De
Zwitse’rsc’he cijfers geven slechts een aanwijzing om-
trent het te wachten resultaat ‘van verlaging, -maar
leveren niet het bewijs, dat zonder die verlagingen, de
opbrengst niet nog meer zou zijn-gestegen, bij den
grooten ‘toevloed van buiten-landsche toeristen, voor
wie -de reiskosten niet ‘het voornaamste ‘deel der uit-
gaven uitmaken. Toch is het ‘de vraag ‘of het oogen-
blik niet gekomen is, om in Nederland -den spro’ng
naar tariefsverlaging, die toch eenmaal zal moeten
worden gedaan, te wagen; ‘de tarieven zijn nog altijd
pl.’m. 100 pOt. hooger dan v66r den oorlog en dus
niet meer in overeenstemming met ‘het algemeen
indexcijfer ‘voer den levensstandaard, voor zoover
men dit als ien eenigszins betrouwbaren maatstaf

9 September 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

773

mag gebruiken. Sedert 1921 is de opbrengst met bijna
11 pOt. gedaald en in de eerste ‘zeven maanden van
1925 heeft deze daling zich voortgezet; de oorzaken
daarvan doen zich onverminderd gelden; wellicht dat
een tariefsverlaging een stimulans zou zijn, om het
verkeer weder tot ontwikkeling te brengen, zij het

ook dat niet daclelijk betere ontvangsten zouden wor-

den bereikt.
Dat gedwongen zuinigheid bij het publiek een fac-
tor is idie meetelt, spreekt duidelijk uit het dalende
gebruik der ho’ogere klassen in percenten:

Zwitserland.

j
‘Vederland.

1

II

III

1

II

III

1921… 0,4

4,85

94
3
75

3

19,1

77,9

1922… 0,38

4,46

95,16

2,5

17,8

79,7

1923. . . 0,45

4,35

95,2

2,3

15,7

82

1924… 0,34

4,46

95,2

2

14,1

83
1
9

Vermoedelijk zou uit een wijziging der prijsverhou-

ding ten giurste der hoogere ‘klassen, wel eenig voor-deel zijn te halen, tenzij: de gewoonte, vooral van da-
mes, om ‘zuinighei’ds’halve in de derde klasse plaats te
nemen, reeds te vast zou zijn ingeworteld. Het ge-
bruik der hoogere klassen,, vooral van de Iste, was in.
Nederland altijd hooger dan in een.ig ander land;
daarom zou juist hier een verlaging misschien wel
een goede uitwerking hdbben. In Zwitserland had de
geringe wijziging der verhoudingen weinig effect.
Het tegenwoordige Zwitsers,che tarief toegepast op
eeriige Nederlan’dsche afstanden geeft de volgende
vergelijking (in guldens, de franc aangenomen op

f
0,48):
KM. Zwitsersch tarief

Nederl. tarief
1

II

III

1

II

III
Amst.-Haarl. enk.
19 1,40 1,- 0,70

1,25 0,95 0,65

heen en ter.

2,25 1,55 1,15

2,50 1,90 1,30

buurtv. h. en ter.

1,90 1,45 0,95

Amst.-d.Haagenk.
63 4,55 3,20 2,30

4,10 3,10 2,05

heen en ter.

7,30 5,10 3,65

8,20 6,20 4,10

Amst.-ZwoIle enk.
113 8,15 5,75 4,10

7
3
35 5,55 3,70

heen en ter.

13,05 9,15 6,55 14,70 11,10 7,40

Amst.-Maastr.enk.
216 15,30 10,75 7,65 13,80 10,35 6,90

heen en ter.

24
3
45 17,15 12,25 27,60 20,70 13,80
Vacantiek. Juli-

Sept. h. en ter.

.

20,- 15,- 10,-

(iron.-Maastr.enk.
330 19,05 13,35 9,55 18,85 14.15 9,45

heen enter.

30,45 21,25 15,25 37,70 28,30 18,90
Vacantiek. Juli-

Sept. h. en ter.

20,- 15,- 10,-
Voor de enkele reis is dus Zwitserland duurder,
doc’h de retourprijzen zijn fbelangrijk lager, behalve op
die ‘haanvakken, waar in Nederland buurtverkeer be-
staat. “Daarentegen heeft Nederland in de maanden
Juli tot 15 September vacantiekaarten, die voor de
enkele en de dubbele reis een zeer groote reductie ge-ven. Feitelijk reist men in die periode op de afstanden
boven 154 KM. gratis. Alles bijeengenomen kan niet
gezegd worden, dat het Nederlandsc’he tarief tegen het
Zwitsersche ongunstig •afsteekt.

Voor het
goederenvervoer
vinden we het volgend
verloop der opbrengsten:

Opbrengst g oederenvervoer.

Zwitserland.

Nederland.

per KM.

.

per KM.
1921.. f
92.453.000
f
32.983

f
91.857.000
f
25.125
1922..

90.844.000 ,, 31.747

77.169.000,, 21.021
1923..

98.445.000

34.571

70.476.000 ,, 19.172
1924.. ,, 111.587.000 ,, 37.929

76.385.000 ,, 20.962
Hier zien we voor Zwitserland een gestadigen voor-
uitgang, iii Nederland na voortdurende daling sedert 1921, in 1924 voor ‘t eerst een vrij’ aanzienlijke ver-
beterng. Het v’erscihil t’usschen beide landen wordt
echter nog ‘voortdurend grooter. De omstandigheden,
die op het .goederenvervoer inwerken, loopen in beide
landen zeer uiteen, zoodat er geen grond bestaat’vo’or
juiste gevolgtrekkingen. Konden in Zwitserland de
economische vrhoudingen zich gaandeweg herstellen,
Nederland ondervond in hooge mate den invloed van
de strubbelingen in de omringende landen. De Ruhr-
bezetting in 1923/25, de Duitsche zeehaventarieven,
d’e inflatie van h’et betaalmiddel in Duitschland, Bel-
gië en Frankrijk, waren in de opgesomde jaren em-
stige belemmeringen voor tmansitovervoer ‘en exp’ort

en in ‘t algemeen ‘voor een regelmatige ontwikkeling
van het handelsverkeer. De Ruhrbezetting in ‘t bij-
zonder, gaf in vele gevallen aanleiding tot verlegging
‘an het verkeer, hetgeen ‘een onnatuurlijken invloed
“had op de opbrengst, wel veelaF in ons voordeel, maar

‘dit maakt ‘vergelij’kingen waardeloos. De ‘stabilisee-
ring ‘der Mark had in 1924 een opleving
‘van
den

‘export van Nederlandsche producten ten gevolge,
waaraan, naast gesloten water in de eerste maanden,
•de verbetering der opbrengst is te danken Er zijn nog
zôôveel elementen van storing in onze omgeving, dat
het niet mogelijk is uit de verbetering van het laatste
jaar een gevolgtr’ekking voor de toekomst. te maken.
De ongunstige resultaten van de eerste helft van 1925
toonen wel aan, dat op een blijvende verbetering nog

niet .mag word’en gerekend.
In Zwitserland ‘werd de verbetering verkregen ‘bij
tal van min of meer aanzienlijke lariefsverlagingen,

waardoor sommige tarieven tot het peil van v66r den oorlog zijn gedaa-l’d. Het N’ederlandsch verslag ver-
meldt ‘niets omtrent de goederentarieven; men ma
echter aannemen, dat op het gebied van uitzonderings-
tari•even en ver’voerso’vereen’komsten voor groote hoe-
veelheden niet werd stilgezeten en de concurrentie
van watertransport ‘steeds wordt in ‘t ‘oog gehouden.
Opmerkelijk is in Zwitserland d’e verhouding in de
opbrengst van reizigers- en goederenvervoer n.l. 1: 1.7
tegen 1: 0.95 in Nederland. In verband met de exploi-
tatiekosten moet ‘dit als een gunstig verschijnsel wor-

(
den beschouwd voor “h’et bedrijfsresultaat. Deze voor-
sprong komt nog duidelijker uit als men ziet, dat bij
een gelijk totaal vervoer ‘van ruim 16 millioen ton,

tvrachtgoederen in Zwitserland
f
‘7,05 per ton werd

ontvangen tegen
f
4,35 in Nederland. Behalve door

vervoer o’ver
,
langere afstanden, kan dit verschil slechts
worden verklaard door algemeen ‘hoogere tarieven. Hadden we in Nederland de Zwitsersohe opbrengst
per ton, dan zouden we, zonder verhooging van k’osten,
‘ruim 35 millioen gulden meer ontvangen en wa-
ren de Nederlan’dsehe Spoorwegen een prachtzaak.
Door de gedwongen concurrentie met ‘de waterwegen

en de lage transitotarieven in den kamp tegen de bui-
tenlandsc’he havens, blijf t het goederenvervoer’ de
zwakke plek in het Nederlandsehe spoorwegbedrjf.
Een andere gunstige factor in de Zwitsersche exploi-
tatie is, dat het betere resultaat met minder arbeid

wordt verkregen:

Trein.

Per

Opbrengst Èxpl.kosten
kilometer kilometer p. tr.km
.

p. tr.k.m.
Zwitserland
31.000.000 10.555

f
6,50

f 4,38

Nederland

43.000.000 11.747

,, 3,90

,, 3,05

De omvang van het treinverkeer kwam in ‘beide
landen ongeveer ‘overeen met ‘dat van 1910, waaruit
naast andere oorzaken, de remmende invloed van ‘den

oorlog op den natuurlijken ontwikkelingsgang is te

onderkennen.
VAN KRETSOHMAR.

(Slot volgt).

DE NEDERLANDSCHE SCHEEPSBOUW IN DEN

INTERNATIONALEN CONCURRENTIESTRIJD.

Er heerscht zonder twijfelde laatste maanden een toe-nemende bedrijvigheid in den Rotterdamschen scheeps-
bouw en -. vooral bij buitenstaanders -een toenemend
optimisme over de vooruitzichten van ,deze industrie
voor de naaste toekomst. Voor zoover dit optimisme enkel een reactie is op ongemotiveerde zwartkijkerij
is het stellig toe te juichen, maar het zou gevaar-
lijk kunnenworden, indien het voet gaf aan de meening,
dat de crisis in den internationalen scheepsbouw

reeds overwonnen is en dat met name de Nederland-
sche werven weer volop orders kunnen krijgen tegen

behoorlijk loonende prijzen. –

774

ECONOMICH..STATISTISCHE BERICHTEN

9 September 1925

Daarom worden hieronder enkele feiten en cijfers
vermeld, die wellicht eenigszins tot de vorming van
een juist inzicht in de tegenwoordige positie kunnen
bijdragen.

De behoefte aan schepen.

Nieuwe schepen zijn noodig voor uitbreiding of
voor vernieuwing van de vloot. Nu is het bekend
genoeg, dat bij het sluiten van den wapenstilstand
de vereldvloot reeds grooter was dan vior den
oorlog. Maar in de daarop volgende jaren heeft zij
zich zoo snel uitgebreid, dat zij gedurende het tien-
jarig tijdvak 1913—’23 niet slechts in absolute
grootte, maar ook naar verhouding
vrijwel
even

sterk is toegenomen als
tijdens
het tijdvak 1903—’13.
Gedurende laatstgenoemd tijdvak steeg de wereld-
tonnage van 33,5 op 47,0 millioen bruto registerton,
dus van 100 op 140; gedurende het tijdvak 1913-
’23 van 47,0 op 65,2 millioen, dus van 100 op 139.
Wanneer men nu bedenkt, dat gedurende het laatste
deconnium cle kapitaalvorming geringer is geweest
en de bevolking stellig langzamer is toegenomen

dan gedurende het eerste en dat de geheele circulatie
van het economisch wereldorganisme in dit tijdvak
ernstig werd verstoord, dan is het duidelijk, dat deze
uitgroei op zichzelf reeds een wanverhouding beteekent
tegenover de vraag naar scheepsruimte voor passagiers
en goederen. De opgelegde tonnage en de hopeloos
lage vrachten
zijn
daarvan het
dagelijks
terugkeerend
bewijs. En hierbij komt nog, dat deze te groote wereld-
vloot voor een veel grooter percentage uit nieuwe en
zeer nieuwe schepen bestaat dan haar voorgangster’
van 10 jaar geleden.
Gaat men nu na, of deze invloeden zich ook hebben
doen gelden op dat deel van de wereldvloot, dat voor’ de Nederlandsche werven het meeste interesse heeft,
dan blijkt, dat de Nederlandsche koopvaardijvloot
gegroeid is van 659.000 ton in 1903 tot 1.310.000 ton
in 1913 en 2.626.000 ton in 1923, dus vrijwel telkens
een verdubbeling in een tienjarige periode. Op zichzelf
een heuglijk verschijnsel, dat in een verdere toekomst
waarschijnlijk ook den Nederlandschen scheepsbouw ten
goede zal komen, maar dat het voor den eersten
tijd weinig
waarschijnlijk
doet lijken, dat van de
Nederlandsche reederijen een belangrijke vraag naar

nieuwe scheepsruirnte zal uitgaan.

De Scheepsbouwcapaciteit.

Het is
moeilijk
een juiste schatting te maken van
de geweldige vermeerdering, die de aanbouwcapaci-
teit van schepen over de geheele wereld sedert 1914
heeft ondergaan. Voor ons eigen land zal men niet
ver mis zijn, indien men aanneemt, dat deze capaciteit
meer dan verdubbeld is. Er
zijn
verscheiden zeer
belangrijke firma’s, die eerst in en na de oorlogs-
jaren zich voor den bouw van zeeschepen hebben
geoutilleerd; tal van andere verven moderniseerden
en vergrootten hun productieapparaat.
Maar ook in het buitenland, met name in Duitsch-
land, heeft men niet stilgezeten. Oude firma’s als
Blohm & Voss in Hamburg, de Howaldtswerke in
Kiel en andere brachten sedert 1914 belangrijke
uitbreidingen tot stand. Daarnaast verrees uit een
krachtige combinatie van de A. E. G., de Gutehoif

nungshütte en Burmeister und Wain, de Deutsche
Werf t met 6 breede en uitstekend geoutilleerde hel-
lingen. Als nieuwe gegadigden traden de Rijkswerven
op, die zich niet langer met oorlogsscheepsbouw
mochten bezighouden: de ,,Deutsche Werke” werd
hun exploitatie-vorm.

Evenals de ontwapening van Duitschland had de
,,naval holiday” der geallieerden tot effect, dat die
groote werven, welke voor een belangrijk deel van
den oorlogsscheepsbouw hadden bestaan, nu met hun volle capaciteit in de markt van den handelsscheeps-
bouw werden gedreven.
En hiermee is de situatie van het oogeublik reeds
in
hoofdlijnen
geschetst: een lang aanhoudend cpn-

flict tusschen een sterk verminderde behoefte en een
sterk vermeerderd aanbod.

De wericlooze productiecapaciteit.

Een
duidelijk
beeld van het beloop van dit conflict
kan men verkrijgen uit de kwartaalstatistieken, die
Lloyds Register publiceert over den stand van den
scheepsbouw.

In de eerste plaats is van belang het cijfer van
de totale in aanbouw zijnde tonnage.

Tonnage van de in aanbouw zijnde handelsschepen op het
eind van een kwartaal; 1911—’13 en 1921—’25.

MMMMMMM

__IIII___

III”-____
_

____isiuiig

____NiuIIUIh!IIh

____

____•uuiuuuuhuIlhiiIihÏu

idIiI!lIIiiIIIiiIIIiII•
Iii!
UIhiuiiIhi!I

.IIuuuIIIIIIlIIuIIIuuIIuIIIII.

•niiuiuiuiiiuuuuiuiiuiuuin

MEMEMMMMOMM

MMMMMMMM

MMMAMMWMM
_
_

__
iiii

wuuIIIIhI_

__RIIiiIiim4!i•

__•iiiuiiniiiiiiv4iiii

____•IIlIIIlliihIiIiillIiIiIi•

•lIIIIIlIIIhIflhIIIIIIII

____•iiiiiiuiiiiiiiiiiiiiii•

•IiflIUhIIIIIII!!IIi!!

____•Iu!!uuI.uIlI..iilIU


.IIIIIlIIIIuIIIIIIIIIuIu.
19l1 1.91P_ 19/3 19f 1922.. 1S23 192.4′ 192.5
(in duizendtallen Bruto Register tonnen.)

Wereld-

totaal

Groot Brit-
tannid en
Ierland

Duitsch-

land

Neder-

land

3e kwartaal 1921
5543
3283

349
4e

,,
4457
2640

314
le

1922
3679
2236

258
2e
3235
1920

226
3e
3092
1617

177
4e
2954
1469
350
143
le

1923
2860
1469
416
121
2e
2544
1338
301
100
3e

,,
2378
1271
299
105
4e

,,
.2444
1395
324
113
le

,,

1924 2516 1474
287
107
2e
2617
1517
320
97
3e

,,

,,
2581 1468
379
89
4e

,,
2470
1297 355
125
le

1925
2396
1165
405
120 2e
2369
1094
407
101

Het wereldtotaal
vertoont vanar
1921

een
voort-
gaande daling, welke even onderbroken is geweest
door eèn kleine opleving in 1924, maar zich thans
weer heeft voortgezet, zoodat het cijfer der totale
tonnage in aanbouw per 1 Juli 1925 het laagste is,
dat tot dusver in deze crisis werd bereikt. En het
niveau gedurende de laatste 2 jaar is steeds lager
geweest tdan de aanbouw in de jaren 1912 en ’13.
Meer productiecapaciteit – en in totaal minder
werk. De lijn van Groot Brittannie volgt die van het wereldtotaal vrijwel op den voet, de lijn van
Duitschiand is grilliger, waarschijnlijk als gevolg van

6000

5000

1,000

3000

2000

/000

500

,
o0

300

200

loo

9 September
1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7
,
7.

de valuta-invloeden; de lijn van Nederland is iets
minder ongunstig dan die van het wereldtotaal; het
peil van 1925 is hier tenminste nog, vrijwel gelijk aan
dat van 1912. Erg hoopvol is dit evenwel niet, wan-
neer men denkt aan den sterk gestegen omvang van de
Nederlandsche scheepswerven.
Wannéer men de thans in aanbouw zijnde tonnage
deelt op. het maximum, dat eenigen tijd geleden in

aanbouw gewenst is, krijgt men een
cijfer,
dat

men den belastingsfactor van de productiecapaciteit
zou kunnen noemen. Voor Engeland
1
) bedraagt deze
1094:3511 =31 pOt.; voor Nederland 101 :349 = 29 pOt.

Aangenomen mag worden, dat deze getallen de zaak

te donker voorstellen, omdat in tijden van veel werk
de levertijden uit den aard der zaak langerzullen
uitvâllen dan in tijden van gebrek aan werk. Daar-
door wordt in de perioden van drukte het cijfer der
tonnage in aanbouw meer verhoogd dan men alleen op
grond van de toeneming der afleveringen zou ver-
wachten. Beter is daarom een vergelijking van de ton-
n age, d ie gedurende de laatste maanden ‘of kwartalen
op stapel is gezet, met de maxirnûm tonnage, die vroe-
ger gedurende enze1fde tijdsvorloop is afgeleverd of
bij’:. te water gelaten.

Tonnage van de. jaarlijks te .water gelaten (getrokken lijn)
en op stapel gezette (streeplijn) schepen; 1892-1925.
(In duizenden bruto registerton.nen).

IL

11

II

ii

III”

III’

dIIIIIIViUhII
Til
______

___.iuiiUhiiiyuupwinuiuI’4gu

4flhIHhllIIlIIIHIAlIIllIIH

IIIIIUIIIIIIIIIIIUIIIIUIIIIII1IH

IlIIlIlIuIIIIIIlIIuuuIluIIIIllllII

•.,

____

Al


iliIlIIIIIlIIflhIIIII!4IIflI1I

IUIIliuIlIlIIIUIIIIlIIIUUlihIIiIIU

-1Iuup1!IiIlllTII

IllIlIllIllil
flflhlIIIIIIkl

‘4minuIIlnInuuuuuuuinIIuiIu

ÂWilk


iivui
1

.411lIllflh1HIII

!iflIIIIuIliuIIilhIllUl1flhI
‘ ‘4
YG1UOUZO#’QO 00
, 1
U’ll.i’fr’tO

q

0Z 5j

– 1) .

is mogelijk, dat in :1920 ‘of begin 1921 ‘de tonnage
in aauhu’w. nog grooter is geweest; het is mij nog nietge.
lukt, gsgeens. van
r
Lloyds over die tijdvakken ‘in mijn
bezit’ t’e krijgen. ‘Dè ‘belastingsfa’ctoren worden dan nog
ongunstiger.

Tonnage van de jaarlijks te water gelaten en op stapel
gezette schepen; 1922.’25.

(in duizendtallen ‘Bruto Register tonnen.)

Wereld totaal Groot Britta. Duitschland

Nederland
le

JAAR

Te

Op

Te

Op

Te

O

Te’ Op
water stapel water stapel water stapel water stapel
gelaten gezet gelaten gezet
i
gelaten gezet gelaten gezet

11922

2467 801 . 1031 403

575

7

163 27,9
1923

1643 1529

646 953

358

?

66 54,4
1924

2248
.
2067 1440 1051′

194 261

64 90,1

1925
‘)
(lehalfj.) 1199
1
817
1
637
1
392

222′ 100

49
1
33,3
1)
In Fig. 2 is voor 1925 het dubbele, van het eerste halfiaar aan-
genomen.

Neemt men hiervoor als duur anderhalf jaar (de
levertijd van een niet te groot schip), dan krijgt men voor Engeland het volgende resultaat.
Op stapel gezet gedurende 1924 en le halfjaar 1925
1.441000 ton; maximum to water gelaten (in 1920)
2.056.000 ton, dus per anderhalf jaar gerekend
1443
3084 duizend ton. Belastingsfactor:

= 47 pOt.

Voor Nederland vindt men op dezelfde’ wijze
123,4
= 35 pOt.
348
De percentages zijn, zooals teverwachtenwas, gunsti-
ger dan de eerst berekende, maar toch op zichzelf
beschouwd beide hoogst verontrustend.
En deze bezorgdheid wordt er niet minder op,
wanneer men uit bovenstaande tabel afleest, dat de in de
eerste.twee kwartalen van 1925 op stapel gezette tonnage
tezamen kleiner is dan de helft van het jaartotaal
over 1924:
de intensiteit van den scheepsbouw gaat
dus’ nog steeds verder achteruit.
Het werklooze deel

van de productiecapaciteit neemt dus vermoedelijk
nog toe en het gaat er nu om, welke landen door deze
werkloosheid in hoofdzaak getroffen worden en in
de toekomst getroffen zullen worden;

4.
De kostprijs van schepen in Nederland en in
het buitenland.

Er is, après tout, maar één practisch afdoende
manier om de kostprijzen met elkaar te vergelijken —
en dat is de inschrijving in concurrentie in een tijd
van algemeene malaise. Nu leert de ervaring van
den laatsten tijd, dat inderdaad de Nederlandsche prijzen liggen boven die. van vele andere landen,
maar dat
zij
toch in ‘t algemeen een of enkele po
centen lager zijn dan de Engelsche. Ook door onderstaand statistiekje van de inschrij-
ving op 2 schepen voor het,Gouvernemeut, van Siam
wordt dt bevestigd.’). . .

Nationaliteit vaû de

Aantal Laagste èn hoogste aan-

inschrjvèrs

firma’s

bieding voor édn schip.

(in duizendtallen £)

çl.”Italië

…………….’6

63,4_ 104,0
2. Frankrijk

6

87
1
1-166,1
.3. Duitschiand

7

89,2-120,3
4..Chineesche kust

. 3

.

91,5-105,0
Denemarken.
…….
:

92,7…..fl3,5
Zweden ………..1

, 100,0
Nèderland

4

101,7-125,0′
.8. Engéland…….

.

12

105,3—’131;3
9. Japan
.
………..

2

‘110,5+119,5

-.

Nederland komt hierin voor op de 7e jl’aats: al-
leen Engeland en Japan gaan met hu’ prijzen hôo-
‘ger;’ Engeland slechts 3,5 pOt., Japan bijna 9 pOt.;
Denemarken, Duitschland en Frankrijk gaan 8′ t’14
1
pÇt. lager. . ‘ ‘ …
Dit verschil in kostprijzen moet, voor , zoover’ het

1
niet voortvloeit uit dalende :valutay.voôr een grö’ot
deel tôegeschreven wörden aan verschillen in loot-
kosten.’D’e materialenmarkt is in.ternationaal:vrijwel
gelijk; de organisatie en outitlee.ring” der N’ede’r-

” ‘Shipbuilding and Shippin Rec6rd, 13 ‘Au’gustüs 1’925.

4

.3

776

ECONOMISCH-STA’ISTISCHE BERIÇHTEN

9 September 1925

landsche werven kan stellig de vergelijking met de
meeste buitenlandche gerust doorstaan.

De invloed van het arbeidsloon kan men eenigsains
schatten uit onderstaande samenstelling van den
kostprijs, die wel als zeer globaal gemiddelde kan
gelden.

Materiaal 55
Loon

25.
Onkosten 20

Totaal 100
Neemt men daarbij in aanmerking, dat ook de on-
kosten nog een deel arbeidsloon bevatten, dan kunnen

de totale loonkosten gesteld worden op 28
?t
30 pOt. van
den kostprijs. 10 pOt. verschil in uurloon beteekent
dus c.p. 2.8 pCt. verschil in kostprijs. Zou een der-

gelijke loonsverhooging worden ingevoerd om een
verkorting van arbeidstijd te compenseeren, dan zou
de
kostprijs
nog sterker stijgen omdat dan voor vele afdeelingen ook de onkosten per arbeidsuur zouden
omhoog gaan (invloed van aan- en uitlooptijden, daling
van de productie per dag in sommige afdeelingen enz.)
Een verhooging van het arbeidsloon in de Neder-
landsôhe scheepsbouwindustrie zoi dan ook bij de
tegenwoordige verhoudingen de schaal kunnen doen
doorslaan naar de andere zijde en ook de Engelsche markt voor Nederland ontoegankelijk maken. En dit
gevaar zit toch reeds in de lucht; men kan er van
verzekerd zijn, dat men in Engeland alle zeilen bijzet
om tot lagere productiekosten te komen enwie weet,
hoe spoedig men daarin slaagt.
J. G0UDIUAAN JR.

DË ALGEMEENE NEDERLANDSCHE

ZUl VELB OND (F.N.Z.) 1900-1 9P25.

1.
Op 20 October a.s. aal het 25 jaar geleden zijn, dat
de. Algomeene Nederlandsche Zuivelibond, die in Ne-
derlandsche lanclbouwkringen en ook daaibuiten een
grootere bchenclheid heeft onder zijn verkorten naam
,,F.N.Z.” werd opgericht. In verband met dit kwart-
eeuw’s bestaan mogen hier eenige feiten worden ge-
memoreerd, welke ‘voor het leven dezer nationale zui-
velorganisatie van beteekenis zijn.
Allereerst dient eenige verklaring te worden ge-
geven
v
a
n
den afgdkorten naam F.N.Z. Deze vindt
zijn oorsprong in artikel 1 der statuten, waarju ge-
zegd wordt dat het is een federatievo vereeniging
van bonden van coöperatieve ‘zuivelfajhpieken. Dit
federatieve karakter heeft soowel ‘hij de oprichting

als in het leven van den bond een groote rol gespeeld.
Toen de F.N.Z. werd opgericht, bestond er reeds een vijftal, voor dien tijd Vrij omvangrijke provin-
ciale zuivelbonden, waarvan de Zuid-Nederlandsc’he
Zuiveibond de oudste was en reeds in 1893 was op-
gericht. Deze bonden, en vooral de Zuid-Nederland-
sche Zuivelbond wenschteu wel samen to werken
ter gemeenschappelijke behartiging hunner alge-
meene ‘belangen, .doch maakten daarbij nadrukkelijk
het voorfbeÇhou’d, dat hunne zelfstandigheid onaange-
tast moest blijven. Onomstootelijk moest vast staan,
dat de bonden ‘baas bleven in eigen huis en niet ge-dwongen konden worden tot iets imede
.
te werken,
waarvan zij principieel tegenstander waren. Bij de
samenstelling der statuten werd hiermede rcheninig
gehouden en dit is steeds zoo gdbleven. Hierdoor kon
geen politieke of geestelijke opvatting ‘bezwaar op-
leveren om. in den F.N.Z; samen te werken, en aan-
genomen kan worden, dat dit er veel toe heeft bijge-
dragen, dat er in den F.N.Z. steeds zoo goed is samen-
gewerkt kunnen worden. Juist het gevoel, dat men
in volle vrijheid samenging, heeft het saamhoorig-
‘heids-gevoel verhoogd, omdat men hierdoor te ster-
ker gevoelde, dat. ‘men elkaar noodig ‘had en geen ge-
voeligheden op nevenliggend terrein de verhoudin-
gen konden verstoren.

De oorzaak der oprichting van den F.N.Z. moet,

evenals die der coöperatieve zuivelfabrieken in het

laatst der vorige eeuw, gezocht worden in den slech-
ten toestand, waarin ‘de afzet onzer zuivelproducten
zich toen bevond. Door de fabriekmatige ‘zuivelbe-
reiding waren de toestanden reeds veel verbeterd,
maar de knoeierij tierde nog welig en degenen, die
de belangen der coöperatieve ‘zuivel’bereiding hadden
te bevorderen, gevoelden levendig, dat de fabrieken

individueel hierin geen afdoende verbetering kon-
den ‘brengen. Wat baatte het, wanneer men de zuivel-
producten door ‘de fabriekmatige bereiding al ver-

l?eterde, doch de waar werd op den weg van de
fabriek naar den consument toch weer vei-knoeid?
Bovendien werd de boter, ‘die onve:rknoeid aan de
markt kwam – in enkele provincies hadden ‘de zui-
velfabrieken door samenwerking reeds een weg ge-
vonden om zelf de boter in het buitenland op de

markt te brengen – vaak verdacht toch met marga-
rine vermengd te zijn.

Ten einde deze verdenking tegen te gaan, werd er

naar middelen gezocht, om den koo’pers de noodige waarborgen te verschaffen, dat zij een onvervalscht
product ontvingen. Men vond dit in de botercontrôle,
en vooral ook om deze opkomende beweging k
ra
chti
g

te steunen en hieraan door onderlinge samenwerking
meer kracht te kunnen bijzetten, achtte men eau
Nederlandschen zuivelbond, waarin de coöperatieve

zuiveiberei’ders uit alle oorden des lands zouden kun-
nen samen’werkn, het ‘middel om het veehoudersbe-
drijf, dat een zwaren tijd achter den rug had, op te
beuren.

In de statuten werd neergelegd, ‘dat het doel der
vereeniging zou zijn de belangen der coöperatieve zui-
veibereicling in Nederland te bevorderen, welk doel

zij o.rn. zou trachten te bereiken door het opsporen en
bestrijden van knoeierijen bij de ‘bereiding en den
handel in zuivelproducten. Aan de
omschrijving
van
het doel werd reeds in 1902 toegevoegd, dat dit in
het bijzonder zou bestaan in de bevordering van den
goeden naam in den afzet der door de coöperatieve
zuivelfaibrieken gefa’briceerde boter en kaas en wij
vinden den F.N.Z. in de eerste jaren van zijn bestaan
dan ook hoofdzakelijk op dit terrein werkzaam.
De F.N.Z. heeft vanaf de ‘oprichting ‘de beweging
om te komen tot een algemeene Nederlandsche boter-
contrôle krachtig gesteund. Het vertrouwen in de
botercontrôle was toen nog niet gevestigd en men
vond overal nog tegenwerking. Men moest er de re-

geering van overtuigen, dat de botercontrôle een zaak
was, die, met handhaving der eigen zelfstandigheid,
den steun der overheid verdiende, en het is onge-
twijfeld mede aan het eensgenind optreden der ge-
organiseerde zuivelbereiders te danken, dat op dit
terrein zoo’n gelukkige samenwerking tusschen over-
heid en particulier initiatief is ontstaan. Men mocht
er in slagen de volle aandacht voor ‘deze zaak van
den toenmaligen Directeur-Generaal van den Land-
bouw te winnen en zoo kwamen in 1904 het rijks-
botermerk en •in 1908 de verbeterde Boterwet tot
stand, ‘hetgeen de kroon op het werk der bestrijding
van knoeierijen in den b
o
t
er
h
an
d
e
1 zette.

Tegelijk met het tegengaan van knoeierijen moest
de afzet van gecontroleerde hoter zooveel mogelijk
worden bevorderd, daar het er om ging de boter op

haar weg van producent naar consument uit de ‘han-
den der knoeiers te houde. De rechtstreeksohe export
door de fabrieken moest zooveel mogelijk worden be-
vorderd en vooral ook op dit terrein vinden wij den
F.N.Z. in den loop der jaren onafgebroken werk-zaam. Het eerste werk op dit gebied was het ver-
zamelen van handelsadressen in het ‘buitenland, wel-ke ter besc’hikking der aangesloten fabrieken werden
gesteld. Verder werden in bi
nnen
en buitenland
wegen voor den afzet vin gecontroleerde ‘boter ge-
zocht, ten einde •den rechtstreekschen export sooveel
mogelijk te bevorderen.

9
September
1925

ECONOMISCH-STATISI:’ISCHE BERICHTEN

777

In 1905 weiden commissies naar Parijs en Berlijn
fgevaai’digd, ten einde de azet-anogelijkheid ivan
boter met rijksrnerk naar die plaatsen to onderzoe-
ken, terwijl een studiereis naar Kopenhagen werd
gemaakt om na te gaan hoe men in Denemarken den
export van boter geregeld ‘had. Omtrent een en ander
verscheen een ‘zeer belangrijk rapport en dit gaf aan-

lêiding, dat de
F.N.Z.
voor de’ aangesloten fabrieken

als ‘bemiddelaar bij den afzet van boter begon op te

treden.
In 1906 werd ee.n botermijn te Arnhem geopend en
hieruit ontwikkelde zich in den loop der jaren een
wijze van afzet, waailbij de F.N.Z. zelf als exporteur
optrad. Roewel dit als een gevolg der ontwikkeling
van de bemoeiirg op dit gebied moet worden be-
schouwd, was dit toch een stap verder ‘dan het aan-
vankelijk in de bedoeling moet ‘hebben gelegen.
In den opzet ‘der vereenigin’g lag te ‘duidelijk, dat

haar voornaamste taak de
bevordering
der lgemeene

belangen der coöperatieve zui’velbereidin’g zou zijn,

dan dat een daadwerkelijk zich bemoeien met den
afzet, op den duur bevredi.ging zou geven, te meer
waar reeds v66r de oprichting van den F.N.Z. in
enkele provincies gewestelijke organisaties van
coöperatieve •zuivelfdbrieken vo’or den gemeenschap-
palijken verkoop van boter bestonden, en de F.N.Z.
aanvankelijk de oprichting van meerdere dezer
exportvereenigingen had bevorderd. Door het ‘zelf
ter hand nemen van den boterexport werd dèze be-
weging a.h.w. gestuit en dit gaf aanleiding tot strijd
in den boezem der vereeniging. Een strijd, die ten
slotte beslecht is door ‘de oprichting van coöpera-
tieve zuivelverko’opvereeriigingen in Gelderland-Over-
ijssel en West-No’ord-Brabant, waardoor de afdeeling
recihtstreksche boterverkoop van den F.N.Z. over-

bodig werd.
Vooral gedurende de eerste oorlogsjaren ‘heeft deze
afdeel,ing niettemin in een zeer groote behoefte voor-
zien, hetgeen vooral moge blijken uit haren omzet in

1017 (het laatste jaar ‘van haar bestaan) toen deze
ruim 9 millioen KG. b6ter bedroeg.
Het terrein der daadwekelij’ke bestrijding van
knoeierijen in den boterhandel was reeds ‘veel vroe-
ger verlaten kunnen worden, daar de ergste knoeie-
rijen reeds ‘o’mstreks 1908 waren opgehouden. Vooral
door de invoering van het rij’ksibotermerk kreeg de
botercontrôle vasten voet en toen in 1907 op het
Internationaal Zuiveicongres te Scheveningen of fi-
cieel hare doelmatigheid tot het waarborgen van een
echt ‘product internation aal was eflcend, waren de
moeilijkste jaren voor het herwinnen van den goe-
den naam onzer boter achter den’ rug. De F.N.Z.

bleef zich ook ‘daarna nog wel steeds beij’veren om
vooral in het buitenland bekendheid te geven aan de
hotercontrôle en het rijks’merk, waartoe op vele ‘bui-
tenlandsche tentoonstellingen van voedingsmiddelen e.d. werd geëxposeerd, maar’ daarnaast kon toch ook

na de eerste jaren van zwaren
strijd,
meer en meer

aandac’ht worden geschonken aan de overige vraag-stukken, welke ter bevordering van de ‘belangen der
coöperatieve zuivelbereiding moesten worden opge-

lost.

De hernieuwde ontwikkeling der coöperatieve afzet-
vereenigingen van zuivelproducten welke in 1917,
vooral onder den ‘druk der oorlogsomstandigheden,
in korten tijd een hooge vlucht nam, ‘zoodat na het

eindigen van den wereldoorlog
vrijwel
alle bij den

F.N.Z. aangesloten fabrieken hij een coöperatieve
zuivelverkoopvereeniging waren aangesloten, heeft
na dien tijd, toen de handel weer in normale banen
kwam, een vrij groote kentering ondergaan, doordat
verschillende fabrieken t’oen wederom den vrijen weg
verkozen boven den ‘georganisee,rden afzet. Het’ ge-
volg hiervan is geweest dat enkele ‘erkoopvereeni-
gingen ‘hebben opgehoudèn ,te bestaan, o.a. de Neder-lan’dsche Coöperatieve Zuivelverkoopcentrade, welke

ais centrale ozganisatie van’ vier gewestelijke ver-
koo’pvereenigingen (de G’el’dersch-O’verjsselsc’he, de

Brabantsc’he, de Drentsche en de Groningsche) vrijwel
talie fabrieken in zich had ‘vereenigd, welke v66rdien

faan de verkoopafdeeling van den F.N.Z. leverden.
Enkele nieuwe, kleinere vereenigingen voor den vel-
koop werden opgericht, ‘zoodat er th’ans acht coöpe-ratieve of op coöperatieven grondslag werkende ver-
eeni’gingen voor den afzet van ‘zuivelproducten be-
staan, welke in totaal 260 van de 440 hij den F.N.Z.

aangesloten fabrieken als leden tellen.

Na 1909 vindt men den F.N.Z. op het gebied der
;kaascontrôle werkzaam. Bij •de kaasproducti en den
kaahandel bestonden in het laatst der ‘vôrige en het
‘begin dezer eeuw misstanden, die wéliswaar niet op ‘ôén liju waren te stellen met die in den ‘boterhandel,
maar die tdch ‘dringend verbetering behoefden.
Ook hiertoe sloeg men den weg der particuliere
c’ontrôle ih. In 1906 geschiedde dit reed’s voor ‘de v&l-
vette hoerenkaas, doch ook voor de fabriokskaas; ge-
maakt uit gedeeltelijk afgeroomde melk, was een ze-
geling dlringend noodzakelijk ter voorkoming van ver-‘koop dezer kaas voor een kwaliteit, welke zij niet was.
:Door de fabriekmatige lbereiding was men er in ge-
.slaagd G’oudsche en’ Edammerkaa’s te maken met een

vetgehalte in de droge stof, ‘dat ver beneden het nor-
n,ale voor ‘deze soorten was en jzonder behoorlijk
etkenningsmerk kon de kooper hiermede gemakkelijk
op een dwaalspoor worden gebracht. Ten einde hieraan
een einde te maken en het steeds verlagen vad ‘het vet-
gehalte dezer kaas tegen te gaan, werd ook voor de
niet-volve’tte kaas door de bel’ang’hdbbende producen-
ten een contrôlesysteem uitgewerkt. De F.N.Z. nam
hierehn een ‘zeer werkzaam aandeel en in samenwer-
king met den Bond van Coöperatieve Zuivelfdbrie-
dcen in Friesland en de Vereeniging van Zuivelfaibri-
‘kanten in Nederland werd in 1912 het Kasscontrôle-station ,,Friesland” opgericht.
Door moeilijkheden ‘:bij het rzoeken,naar oen ge-
‘schikt ‘merk duurde het nog tot 1918 voordat de mer-
ken 40 +, 30 + en 20 + kam doo’r de regeering wer-
den vastgesteld, zoodat pas in 1919 ‘het KaascontrôlS-
station ,,Frieslan’d” en ook het inmiddels opgerichte
Kaascontrôlestation ,,Noord-Holland” in werking ‘kon
‘treden.
De F.N.Z. nam toen weer de taak op zich, aan
deze contrôle zooveel mogelijk bekendheid te geven
door het eposeeren op tentoonstellingen e.d.

Een aangelegenheid, wel’ke in verband met de
boter- en kaascontrôle vermelding verdient en ‘waar
hij’ de F.N.Z. herhaaldelijk actief is opgetreden, is
het in 1921 ingediende ontwerp van wet tot rege-
ling vtn den uitvoer van boter en
kaas.
Het wets-

ontnerp ‘heeft ten dol den uitvoer van boter en kaas
‘welke niet door ‘het rjksmerk ‘gedekt is, te verbieden.
,Dit verbod bestaat ‘reeds vanaf den tijd, dat dispeû-
satie werd verleend van de uitvoerverboden, welke
in ‘de oorlogsjaren bestonden en berust’ op de’ Wet
van 3 Augustus 1914. Deze ‘wet, bedoeld voor buiten:
gewone omstandigheden, moet echter na verloop van
tijd buiten werkiitg worden gesteld en om te voor-
komen, dat dan ook boter en ‘kaas zonder ‘het rijks-
merk’ zulleil worden uitgevoerd, diende de regeering
ds z.g. “bdter- en kaaswet in;
Men zou ‘zeggen, dat een dergelijke regeling door
den F.N.Z., welke zooveel jaren voor de ‘doorvoering
der boter- en kaascontrôle’ gestreden had, met open
armen zou wor’den ontvangen. En toch was dit niet
het geval. ‘Aanvankelijk stond men er zelfs zeer scep-
tisch tegenover en’ wel uit deze overweging, dat door een wettelijk verbod van uitvoer van ongecontroleer-
dé piod’ucten, een ged’wongen’ aansluiting ‘zou ont-
staan, hetgeen de vrije tntwikkeling der boter- en
kaasc’ontrôle, waarbij ‘het systeem geldt dat men’ on-
gewenschte elementen erbuiten moet kunnen sluiten,
in het gedrang zou komen. Voor de ‘botercontrôle

778

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9
September 1925

achtte men een wetteWke regeling niet noodig, om-
dat reed ongeveer ’90 pQ. der totale productie onder
contrôle ‘bereid werd en men van het overige geen
gevaar voor den oeden naam vreesde.
Ten aanuien der kaas stond men op een eenigszins
ânder standpunt, daar op dit gebied geheel andere

toestanden heerschen en ook omdat de contrôle op
dit’ product nog lang zoo goed niet ingeburgerd was
als die op de boter. Men wilde ‘hiervoor daarom
wel een wettelijke regeling accepteeren, doch acht-
te de redactie van het wetsvoorstel niet juist, ter-
wijl men bovendien, ‘alvorens dit voorstel tot wet
verheven zou worden, een kaasmerk wenschte, dat
behoorlijk aan de eischen der practijk zon voldoen.
Dit was toen, vooral voor de 20 + en 30 + kaas, nog
lang niet -het geval.
In deren geest werden zoowel bij de indiening als
bij de verdere schriftelijke voorbereiding van het
wetsvoorstel door den F.N.Z., ‘zoowel in samenwer-
king met andere centrale organisaties op landbouw-

en ..zuivelgbied, als afzonderlijk, vertoogen tot de
rgeering ‘gericht met het gevolg, dat de verdere
afhandeling van dit wetsvoorstel tot nog toe achter-
wege ‘bleef.

Intussehen is het haasnierk zooda.nig verbeterd,
dat hieromtrent geen bezwaren meer worden verno-
men, terwijl er ‘ook een goede kans :bestaat, dat het
wetsvoorstel ‘in acceptabelen vorm ‘zal worden ‘gewij-
zigd, zöodat de ‘bezwaren uit ‘dien hoofde zijn verval-
len. Ook ten ‘aanzien van den alleen-uitvoer van ge-
cbntroleerde boter heeft de F.N.Z. intusschen zijn
standpunt gewijzigd, daar de practijk sinds 1921 ge-
leerd ,heft, dat de aansluiting van bedrijven, welke
de gewone ‘botercontrôle niet in zich wenec’ht op te
uëmèn, bij het Botercontrôlestation ,,Leiden”, geen
Sevaar voor den ‘goeden naam onzer boter behoeft op
te’ ‘leveren en de mogelijkheid van aansluiting van
mar.garine-bedrijven door een wijziging der voor-
schriften voor dit station, vervallen is. Bovendien
heeft de F.N.Z., ziende dat in andeie boterexportee-
rende landen op het gebied der contrôle bij den uit-
voer steeds strengere maatregelen worden genomen,
teni einde de koopers een zoo goed mogelijk product
te ga.randeeren, overwogen, dat het niet juist zou
zijn, dat t’hans, na een ruim lO-jarige periode, waarin
geen Ôngedontroleerde boter over
;
de grens ging, dit
product weei vrij zou kunnen worden uitgevoerd.
Nieuw is dit standpunt intusschen geenszins, daar
reeds in .1905 door ‘den F.N.Z. een venbod van uit-
voer van ongecontroleerde boter werd verdedigd.

Ook op ‘het gebied der melkproducteu-bereiding
heeft •de F.N.Z: niet stil ‘gezeten, hoewel dit vraag-
stuk pas een tiental jaren na de oprichting in zoo-
aanig’en vorm naar voren trad, dat van een eigen-
lijke behandeling ervan kon worden gesproken. Het wits in 1909., toen men •in Friesland door de steeds
zich uitbreidende particuliere condensindustrie in die provincie, zich de vraag ging stellen, of het wel goed
vas; dat de coöperatieve zuivel’berei’ding zich nog
laiïger van dit terrein terughield. Op voorstel van
den Groninger Zuivel’hond werd in 1910 eerst van-
wege den F.N.Z. een voorloopig onderzoek ingesteld
én daaina werd een Commissie benoemd, waarin de
secretaris van den F.N.Z. zitting had en die in 1910
&e râport ‘oer deze aangelegenheid uitbracht. De
Oôm’missie kwam hierin tot de conclusie, dat tot de
stichting van eei inrichting tot condensatie van en-
‘dereielk eioest worden overgegaan.
De ‘oprichting der Coöperatiëve Ooudensfabriek
Frieiland” te Lèeuwarden, welke’ in 1915 in werking
ei-d» eteld, is hiervan het’ ‘gevolg geweest. Deze
ei’ee’iiiginig heeft tot leden verschillende bon’dsfaibrie-
kén’ -in Frièlahcl en enikele in Groningen en ver-
iېrktzowel volle als ondermelk der leden-fabrieken.

»Mén’heeft,

hi,erdôôhet -boter- en Ikaasbedrijf a.’h.w.
beêiligheidsklep -gegeveni en het hangt in hoofd:

zaak van de resultaten van de kaasmakerij ‘af, of de
coöperative condeusfabriek te Leeuwarden veel of

weinig melk te verwerken krijgt. De coöperatieve
fabrieken hebben hierdoor bovendien een middel te
meer
I
in de hand om de eventueele concurrentie van
het particuliere bedrijf op dit gebied het hoofd te
bieden.

Ook in de andere bonden heeft het zuivelbedrijf
gedurende en na den oorlog een uitbreiding in de
i’c’hting als ‘melkprod’ucten-fabricage ondergaan. Ver-

schillende coöperatieve boterfabrieken en boter- en
kaasfabrioken ‘bebben haar bedrijf voor de ‘bereiding
van gecondenseerde ‘melk enfof melkpoeder ingericht.
Het motief hiertoe was hier meestal te vinden in
een streven naar het beter rendabel aken der onder-
melk, welke anders naar de boerderij terug moest,
hoofdzakelijk tot het mesten van varkens hetgeen niet
steeds bevredigende uitkomsten gaf.

De F.N.Z. heeft. deze bewegi.n, mits ‘op gezonden
grondslag staande, steeds gesteund en in 1923 eene
commissie ingesteld ter speciale behartiging van de

belangen der aangesloten melkproductenbedrijven. Er
zijn thans 31 fabrieken bij den F.N.Z. aangesloten

die gecondenseerde melk en/of melkpoeder bereiden
of ‘hiervoor ingericht zijn.

Ook een andere uitbreiding in’ het bedrijf van ver-

schillende aangesloten fabrieken heeft zich in den
loop der jaren voltrokken. Wij hebben hiermede op

het oog de afdeeling ,,melkinriehting”, welke aan-
vankelijk in de coöperatieve zuivelfabrieken van zoo
goed als •geen beteekenis was, doch zich later meer
en meer heeft uitgabreid. Vooral was dit het geval
bij de bedrijven, gevestigd in of bij plaatsen, welke

in zielental vrij sterk zijn vooruitgegaan en waar
men de behoefte aan een moderner wijze van melk
7

voorziening begon te gevoelen. De F.N.Z. heeft thans

onder zijn aangeslotenen een 15-tal fabrieken wier
hoofdbedrijf melkinrichting is, terwijl het aantal, dat
minstens
Y
6
deel der aangevoerde melk direct in con-
sumptie brengt, 48 bedraagt.

Ook voor de speciale behartiging van de belangen
dezer bedrijven heeft ‘de F.N.Z. een commissie in het
‘leven ‘geroepen. De leden dezer commissie, evenals die
van de zooeven genoemde commissie voor de melk
productenibedrjven, worden ‘benoemd d’oor de aange-
sloten bonden van coöperatieve zuivelfabrieken, n.l.
door elken ‘bond é.én lid, terwijl de F.N.Z. een voor-
zitter en een secretaris der commissie
aanwijst.
Op
deze wijze blijft een behoorlijk contact met de gewes-
telijke ‘organisaties bestaan en vindt een centrale be-
harti’ging plaats van belangen, welke over het geheele
land vrijwel dezelfde ‘zijn en in elken ‘bond azonde
lijk niet voldoende tot ‘hun recht zouden icomen. In

de organisatorische en financieele verhouding der
betreffende bedrijven tot hunne gewestelijke organi-
satie brengt deze regeling geen wijeiging, ‘hetgeen ge-
heel overeenstemt met den steeds bij den F.N.Z. ge-
volgden gedachtengang, dat de centrale organisatie

niet storend mag werk’en op het leven der aangeslo-
ten bonden.
J. A. GELUn. (Slot volgt).

MOSOUL. ‘

Sedert ik in het numimér van 31 Dec.’ II. ‘van de
,,E.-S. B.” een overzicht gaf van het Mosoul-ivraag-
stük is het rapport van de door den Volkeniboiid âan
gewezen commissie van onderzoek en advies geinb’li-
ceerd.

Het is een lijvig document v’an 90 bladLzijdn:in

folio in Franschen en Engels’chen tekst, ‘ên – hèt be-
vat ongeveer alle etiviiogrnfische, geôigrafische, – his2
torische, economische, strategische en politieke Igege-
vens die de Raad van den Volkenbo’nd’ maar zou:.kun-
nen verlangen.’ Tot nog toe is nimmér een – z6o üit-
gebnidc ‘en niinutieuzc beschrijving van dit bijna ge-
heel on.bokende land gegven. Böven.din – wordt het

9 September 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

779

ra,pport verder •toegelidht door een aantal zeer zorg-
vuldig bewerkte kaarten. Aan onzen landgenoot Dr.
Kramers, lector aan de Leiidscihe Universiteit, die de’

commissie als tolk begeleidde, breng-t de commissie

hulde voor diens bei.ngrijke hulp
bij
de saimenstel-

ling van de hoofdstukken betreffende de Turken,
Koerden en Sarli die de provincie Mosoul bewonen.

De Turken, die beweren het land gedurende 1100
jaren in bezit te hebben gehad, zullen ongetwijfeld

opzien van een door vreemde Westerhngen opgestelde
wetenschappelijke beschrijving van hunne vvoegere
provincie, een beschrijving zoocla het nooit in eenig
Turksch brein is opgekomen, er een samen te stellen.
Zij is van groote en blijrvende wetenschappelijke

waarde.
Het is niet mogelijk, met het oog op de beperkte
plaatsruimte, een eenigszins uitvoerig overzicht te
geven van den inhoud van dit belan.giwdkken’de docu

nierit dat aan ‘de samenstellers alle eer aandoet, en wij zullen moeten volstaan met het weergeven van, de conclusies die de comanisie uit hare ob4rrvaties
èn onderzoekingen en de reeds in den aanhef genoem-
de gegevens meent te nroeteu trehken. Zij zijn in het

kort de volgende:’ :1. De door de Britsche regeerin’g verlangde grens-

wijrziging in het Noorden is goed, maar de te Brussel

verleden jaar voorgestelde, meer Zuidelijk loopende
lijn is beter, want do gebergten die tusschen deze

heide ontworpen grenslijnen gelegen
zijn,
zouden het

aan Turkije toch onmogelijk maken, deze streek tot
een operatie- of aan.vaW)aSis te maken. De berg-pas-
sen in deze streek zijn nroeilijk in den zomer en ge-
heel in gesnoeuwd in den winter en dan geheel onbe-
g.aauhaar. Een Tuiksch leger dat Iraq zou willen in-
vadeeren, zou zich niet hier concentreeren, doch in
de buurt van Diaiibekr, Bitlis en lardin bij den

spoorweg die op het oogenblik te Nisibin eindigt.
Omgekeerd zou de v.erdechger van de vlakte van Mo-
soul een strategische fout begaan zoo hij de bedoelde
hergac’h’tige streken pnogde te bezetten, eensdeels we
gens haar karakter, an’derdeels ‘wegens de onmogelijk-

hein lateralé verbindingen te verkrijgen.

Wat de Assyrisehe Ohristenen aangaat, die de
Bri’bsdhe regeering ten Noorden van de oude grens
van het Vilayet Mosoul (dus in een aan Turkije te
ontnemen gebied) wensciite te vestigen, wijst de com-
missie er op dat deze Assyriërs zelven tijdens den
oorlog de wapenen tegen de Turksohe regeering, en-
de:r welke zij ressorteerden, hadden opgenomen. De
conrrniissie kan niet toegeven dat zij het recht hebben
thans op een ‘bij Mooul te voegen Turksdh gebied

te worden gevestigd.
1)
In ieder geval echter moeten

hunne oude privileges en locale autonomie hun wor-

den teruggegeven.

Wanneer het Vol’k€ynbonds-mandaat volgens het
tussc.hen Engeland en Iraq, gesloten verdrag, na 4
jaren eindigt, en dan aan de Koerden niet ,,zëkere
waarborgen betreffende plaatselijk bestuur” worden verleend, zou de meerderheid der bevolking (die uit
Koerden bestaat) de Turksche souverei’niteit verkie-
zen boven de Araibische (nil. van Iraq). In ieder geval
behoort het stroomgebiod van de Diala-rijvier, vOor
irrigatiedoeleinden, aan Ïraq te worden toegewezen.
‘4. De commissie is van oordeel dat, uit een legaal
oogpunt, de provincie Mosoni moet worden beschouwd

als een integraal deel van
Turkije
zoolang dat land

va.n zijne rechten geen afstand ,gedaan heeft..
: Iraq kan geen legaal recht (‘bijrv. droit de con-
quête) doen gelden daar deze staat eerst na den oor-
log is gevestigd., doch kan’alleen moreele argumenten

aanvoeren.
2)
Daarom laat de commissie ‘het aan den

‘) get 6p de kaart op
p. 1145
jaarg.
1924
gearceerde deel.

). Of Iraq een mandaatgebied is, mag betwijfeld wor- den. Volgèns hèt tractaat van Sèvres
(10
Augs.
1920)
art.
94
was Mesopotamië zulk een gebied. Maar dat tractaat
ii n6oit in wèrking getreden. Het tractaat van Lausanne

Raad van den Volkenbond over, de politieke en anidere
argumenten van het rapport te overwegen en de

daaruit volgende beslissingen te nemen.
6. Bijaldien de Raad besluit tot verdeeling, zou
de beste grenslijn gevolgd worden langs de kleinere
rivier Zab tot waar die ten Zuiden van de stad Mo-
soul in den Tigriis vloeit, en verder een rechte lije

Westwaarts tot de Syrische grens. Hierdoor zou de

stad Mosoul
bij
Turkije komen en ongeveer de helft
van Zuidelijk Koenidistan bij Iraq.

* *
*

Ook ‘de conclusies hebben wij, met het oog op de
plaatsrudnste, zoo’veel mogelijk bekort. Zij géven aan-
leiding tot de volgende opmerkingen.
De in 1 genoemde grenswijziging is een compromis tussehen het door Engeland wel wat veel verlanigende
voorstel dat neerlewam op annexatie van en niet tot
Mosoul ‘behoorend stuk van het tegenwoordige Ana-

tolische Turkije (ten N. van de oude grens) en de
onverzettelijke houding van Turkije dat bleef staan
op teruggave der geheele provincie. Dat compromis
was verleden jaar reeds te Brussel bereikt toen de
thans door de commissie overgenomen grenslijn werd
voorgesteld. Eigenaardig is het wel, gegeven de oive-
rigens zeer neutrale houding der commissie, dat zij
in haar rapport met de grootste rondborstiSheid zin-
speelt op een mogelijken aanval door Turkije op
Mosoul en .hare weigering, het Britsdhe greuiswijzi-
gingsvoorstel ‘over te nemen, motiveert door te ver-klaren, dat het door Engeland gereclameerde gebied
toch aan de Turken geen aa’nvals’basis kan verschaf-
f en. Dat was dan ook wel reeds eerder gebleken, toen
de Tutken een jaar geleden met hun hoofdteacht niet
van uit Julamerk, maar ‘van uit het ten N.-W. der
provincie M’osoul gelegen Jeziret-dbn-Omar die pro-
v’incie binnenivielen.
Wat de Assyrische Oliristenen (pl.m. 25.000 per-sonen) aangaat, zal het voer Engeland wel moeilijk
zijn, hen aan hun lot over te laten, en indien het
advies der commissie wordt aanvaard, zal Engeland
wel pogen, hun elders in Mosoul een gebied ‘ter ves-
tiging aan te wijzen. Blijven zij echter op Turksch
gebied, dan kan dat later aanleiding tot wrijving
tussdhen de twee regeeringen geven, tenzij de Turken
human er blijken geworden te zijn dan tot dusverre.
Met betrekking tot een verlenging van het Engel-
sche mandaat over Iraci, die is zeer wel mogelijk,
want het verdrag dat Engeland met Iraq te dien op-
zichte heeft gesloten, kan verlengd worden. De. toe-
stemming daartoe zal door het parlement te Baglidad
verleend moeten worden, en het blijft natuujrlj’k
een iigsrzins twijfelachtig of dat zal geschieden. Ver-
moed olijk zullen de politieke leiders te Baglhdad wel
inzien dat indien zij opzettelijk den band met Enge-
land willen verbreken, hun land zich moeilijk zal
kunnen handhaven eeneraijids tegenover Turkije, en
anderzijds tegenover Perzie..Beide landen zijn vroeL

ger
,
beurtelings in het bezit van Mesopotaim’ië gesiett
(Mosoul is ‘bijna altijd grootendeels autonoom ge
weest, vooral wat de Koerdiadhe meerderheid betreft),
terwijl Perzië, de zetel van den’Sjietiscthen tak van den
Islam, sedert meer dan duizend jaren het oog
Op
de
voor de Sjieten heilige plaatsen bij Baghdad (Kerhela
en Kazimein) gevestigd honidt, welke nog in de17de
eeuw een deel van het Perzische rijk uiitmaakten.
Sedert tal van eeuwen woeden die plaatsen doör
stroomen Perzische pelgrims bezocht. ‘ Overigens is
het moeilijk aan te nemen, dat zelfs indien Iraq zich
geheel onafhankelijk maakte, Engeland, hetwelk trôu-
wens met zijn zeemacht de geheele, Perzische Golf
beheerscht, zijne zeer igroote economische ‘beladgen

(24 Juli 1923)
spreekt in art.
3
alleen over de grenzen
van Iraq (Mesopotamië). Echter heeft de Britsche Regeering
aan wie Iraq in
1920
door den Volkenbond gemaiidateerd
was, toch den
15
Augs.
1924
aan den Bond kennis gegèven,
van de Iraqeesche Grondwet. ”.. ‘

780

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 September 1925

oMe,wa,,,
Naifcha;leu 0.
1000

l3J
oo

ofm


ø

oDia

-.


S-.-

Ü3ha

Ve.s

At

CARTE ECONOMIQIJE.

ECONOMIC MAP.

• 11111111llIJ

home.

FZahL

Rêgmn des
auanl-monS8.

Foot-hitL$

Rdgon
montregneuse.

Moutains.

Llgne8
des antkhtnaux pétmilfères.

– –

Anttdlines
of
all
bearing
etrata.

Ltgne de chemin de fer exislante.
ExI8llng railwoys.

– ligne de chemin de fer en consirudijon.
Rol/ways ander Construction..

Ligne de chemth de fer profel&
Roitwags plonned.

Prindipales routea

Main Ronde.

‘S
-.

0
1

0

1:2oo,00O
ÉCIIEI.LE:
p

g

eo

opo
SCALE:

aar În. den steek zou latn en het land zocal niet in
naam, data toch inderdand, niet een. Bri.tsah protec-

oraat . zou blij!ven, liever dan. het te zien vallen in
handen -van .Turken of. Berzen, aan welks pe1grirn
hventliec geene .moeilijik!hed’en in den. weg zouden

wo’iden gelegd, iets waarvan dere laatsteil onder ‘het
Turksehe bewind, toen dat nog Islaimitisch was, nooit
gheel zeker waren. .

De onder 6 en 6 ge1de conchisies aou men
overbddi.g kunnen noemen, wanneer daar niet uit
bleek – hetgêen ook wel de bedoeling zal zijn – daf

de comimiasie darme’de heeft willen te kennen geven,
dat zij ziek op eeh strikt neutraal stand.unt heeft

willen stellen, gelijk trouweifs niet anders te ver-
waah’ten was. – •

Deconclusie.no
. 4,der commissie als zoude uit
een legaal oogpunt Mosoul aan Turkije behooren, tenzij dat land.er
afstand van heeft gedaan, lijkt
eenigszins zonderling, want men zou kunnen beweren,
dat
Turkije
zulks juist wel heeft gedaan, door de

beslissing aan den Raad over te laten, aan welken
Turkije mitsdien de bevoegdheid heeft verleend, er
over te beschikken. Bovendien is het er juist om te
doen, .vast te stellen, wat het legale Atandpunt eigen-
lijk zijn moet, anders had men immers de geheele
arbitrage achterwege kunnen laten. Overigens stond
het géenszins aan de commissie een dergelijk gevoe-
len te uiten, het was haar volstrekt ‘niet gevraagd.
* *
*

Onder de nog niet’ vermelde conclusies der cnmmis-
sie is de
ecoaorn.isëhe
èonalusie. In dit veiband ver-
klaart do ‘commissie dat een ver’deeling van het vila-
et Mosoul tussehen Turidjé en Iraq zeer nadeelig.
zou zijn. Immers de Britsch

e
bewering dsi’t ,,the
ouelet of the Mosul Viilayet was to and through Iraq,
and to a lasser extent Syria, and that the trade
• between Mosul and Turkey was insignificant” heeft
le oom’mjssie na zorgvuldig onderzoek geheel juist
bevonden. De cijfers der douanekantoren vermelden
de waarde der exporten naar Turkije en Syrië

1

9 September 1925

ECONOMISCH-STATIS’tISCHE BERICHTEN

1II.

als ongeveer Rs. 2.200.000 en naar Baghdad,

R.s. 15.000.000. De exporten van deze laatste plaats
naar M.osorui worden aangegeven als Rs. 14.200.000.’)

De exporten van Moso-ul bestaan hoofdrzakelij’k uit
huiden, wol, galnoten, marmer, gip:s, graan (pim.
10.000 tons jaarlijks), en vee, ‘de importen uit suiker,
koffie, ijzerwaren, gdroogde vrtichten, dadels, olie, koper, thee, wijn, zaden en manufacturen, die bijna
geheel via Baghdad worden betrokken, zooals trou-
wens ook onder het vroegere Tuiksche ‘bebin’d het
geval was. Wat geïmporteerde ‘manufact#uren aangatt,
wordt de consumptie van Iraq (met 2.000.000 injw.)

en van Mosoul (met 800.000 iu’w.) gesdhat op resjec-
tievelijk Rs. 95.500.000 en Eis. 38.200.000, waaruit
wei blijkt dat beide gebieden een belangrijk débouc’hS
voor deze goederen, die ook Nederland produceert,
kuinnen ornven. Het tegeruwoordige aandeel van den
Nederianidscheu exp-o-rthandel naar Iraq is moeilijk

na te gaan. In de
Jaarstatistiek vwrr Ir,,-, Uit- en,

Doorvoer
over 1924 heeft men de cijfers voor Ii’-aq te.
zoeken op pag. 94 onder’b-et hoofd ,,Ara)bië en Akië
en men vindt daar de totale waarde van den

exiYort naar en import van die streken (Arabië,
H-eds’jas, Mesopotamië -en alle overigé niet speciaal
genokrnde Azitische landen) aangegeven als volgt:

‘Expertn

Ïmpo-rten

1922 …………….
f
615.823,

f

13.537

1923

……………..,, 129.436

,,

29.217

1924

……………..

.,

,, 126.892

Hoeveel -hieivan naar ieder der, genoemde en niet
genoemde streken gaat, of vandaar ikomt is onibekend.
0-ok kan een deel der exporten en importen via
andere landen vooral Engeland – zijn gegaan en
als voor die landen bestemd of daarvan afkomstig
zijn opgegeven. – De voornaamvte ar-tikelen in de
lijst zijn suiker, mainufacturen en bier. Naar gelang
Mesopotamië en Mosul nich verder ontwikkelen kan
voor de Nederlandsche handel en nijverheid dit ge-
bied van meer en meer belaiig worden vooral van-
neer het blijkt inderdaad grôote minerale rijkdommen
te bevatten. Wat dit laatste ‘betreft, zegt het rapport
alleen: ,,The disputed territory is essentially an
agricultural and sheep- and goatbreeding country.

It may perhaps become au i-ndnstrial country when
.meth-odical p.rospectsng has re’vealed the ricbbs of its
subsoil, particularly in oil.” (ipag. 65).
Dit is de eenige plaats in het rapport wair de zoo
gewichtige olie-quaestie word.t aangeroerd, waarbij
intrrssclhen nog valt op te merken, d-at men er nog
steeds niet zeker van is, of olie inderdaad in •expioi-

teei
4
bare- hoeveelheden in Iraq en in Mos-oni voor-

komt: –
* *
*
Het rapport zal thans door -den Raad van den Vol-
kenboud te Genève in sta-die worden genomen, en de
Raad zal daarna, hetzij unaniem -of bij meerderheid
vaïi stemmen (zie artt. 5 en 15 vad het Oovenant)
een tdwies of aanbeveling uicbrenigen.
– Zoowel Engeland als Turkije hebben bij de laatste
zittiiz’g van dé’n Raad te Genève verklaard, d-e beslis-
sing van -den Rakcl te zullen aanvaarden. Daarom
lijk-t

het wei eijgenaaiid-ig, -dat thans reeds de, geheei-e
Turksche pers verklaart dat Turkije met niets min-
der dan het geheele vii-ayet Mos’oul gen-oegën môet
nemen. 0-ok beweert men dezer dagen te Augora, dat r-oovers van uit Mosoul een inval op Turksoh gebied
gedaan hebben. Mocht een der beide landen ,– mis-
schien Turkije – weigeren, ‘s Raads beslissing aan
te nemen, dan is men even ver als te voren eP staat
men aan het begi.n van allerlei verwikkelingen, hoe-
wel Turkije, al is het nog geen lid van den Volken-bood, zich toch moeilijk -aan eene unanieme of bij
– groote meerderheid genomen beslissing kan onttrek-
ken. De’ Raad bestaat thans (en in ieder geval tot a.s.
J’anuari) uit de 4 volgende permanente leden: Enge-

‘) 1 Rupeé = 11614
= f
0,925.

land, Frankrijk, Italië en Japan en uit de v-olgenle
6 tijdelijke: België, Spanje, Brazilië, Ts-jeeh-o-Slowa-
kije, Uruguay en Zweden.
Onaangenaam voor de Turken is zeker de kort ge-leden d-oor hen met groote hardhandijgheid, om niet
te zeggen Ibarhaarsdhheid onderdrukte opstand der
Anatolische Koerden, vooral ‘onidat de Turken had-
den beweerd, dat de Koerden hen als hunne vrienden
beldhouidèn, hetgeen mij ‘destijds (zie pag. 1144
jaarg. 1924) reeds zeer
aiocrief
voorkwam, en omdat

in het vilayet Mosoul ‘de Kôerd-en verreweg in de
meerderheid zijn (-ongeveer 500.000 Koerden en
300.000 A,r abieren, Turken, Yezidis enz. de commis
sie schat de

totale bevolking

nl. op il.m. 800.000, dus veel hoogër’dan de vroegere opgaven).
De beslissing van den Ra-ad, indien die althans
geliomen wordt, mag men met meer dan gewone be-langstelli’ng tegemoetz-ien, al zal ook met het oog op
‘het Koerdische vraagstuk, daarmede allicht nog niet
het laatste woord gesproken zijn. –
H. DUNLOP. –

Den Haag, 29 Aug. 1925.

– Naschrift. – Nadat het-bovenstaande geschre-
ven was, hebben zich eenige nieuwe feiten voorge-
daan, die zeer de aandacht verdienen: 1. het parle-
ment van Iraq heeft zich verklaard vôér de verlenging
-van het verdrag met Engeland; 2. de Britsche ge-
delegeerde te Genève heeft eergisteren gezegd, dat
indien de Raad het advies der commissie mocht
– overnemen, waarbij Mosoul aan Iraq komt onder
voorwaarde dat bovengenoemd tractaat verlengd
‘wordt, de Britsche Regeering bereid zal
zijn
dat
tractaat te verlengen. Tègeljkertijd heeft zij te Lon-
den bekend gemaakt, dat zulks slechts zeer geringe
financieele offers zou meebrengen.
Intusschen heeft de houding van een groot deel
der Britsche pers, vooral die van de
Daily Mail
zeer
de aandacht getrokken. Daarin wordt ten stelligste –
opgetreden tegen hetgeen de regeering blijkt te
wenschen, en een verdere occupatie van Iraq en
Mosoul noodlottig genoemd als tekere aanleiding
tot een oorlog met Turkije. –
Mocht de Raad eene andere oplossing dan die,
‘welke de commissie aan de hand doet of een der
drie door haar geopperde oplossingen aanvaarden,
in ieder geval is hij geenszins verplicht, zich aan
hetgeen de commissie adviseert te houden, maar
Engeland en Turkije hebben’ zich wel verplicht, zich
bij zijn besluit neer te zullen leggen. Dat Engeland
zulks zal doen, is zeker, maar indien Turkije weigert,
dan zijn de leden van den Volkenbond (Art. 15)
verplicht ,,niet ten oorlog te gaaïi tegen de partij
in het geding, die de aanbevelingen van het Rapport
(van den’ Raad) aanvaardt”, wanneer de beslissing
van den Raad
unaniens
is. Is dit laatste niet het
geval, dan eioeten volgens datzeifdé artikel de leden
,,die maatregeleh nemen, die zij noodig achten voor
de handhaving van het recht”. In ièder geval, wan-
neer Turkije tot geweld overging, zou geen enkel
lid dat land mogen bijstaan, eerder zou er om diplo-matieke redenen aanleiding tot het omgekeerde be-
staan. Oôk zou men de economische sancties van
art. 16 kunnen toèpassen, en feitelijk
moeten
toe-
passen. Rusland, Duitschland en de V. S. -echter zijn
geen leden. Maar Ruslands hulp zou voor ‘Turkije
een onaangenamen kant hebben; uit hoofde van het
enorme verschil in macht der beide landen, e wat
de twee andere landen aangaat, zou zulks be-
teekenen, dat Duitschland van toetreding afziet en
dat Amerika meer olie zou verwachten uit een samen-
gaan met Turkije dan volgeni het arrangement van
San Remo, hetgeen niet aabnemeljk is. Zoo is de
Mosoul quaestie aan alle kanten verward in het net
der staatkundige en economische wereidpolitiek. De
– strijd, dii te- Genève wordt gevoerd, is daarom dan
ook van buitengewoon groot belang, wairbij ook –
zijdelings, Nederlandscbe petroleumbelangen betrok-
kénkunnen zijn. – D. Den Haig, 7Sept.

782

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 September 1925

DE INKOMSTENBELASTING VAN HET

DUITSOHE RIJK.

II
(Slot).

in het nieuwe Einkommensteuergesetz wordt de lijn van de ontwikkeling zooals die zich in de ver-
schillende novellen had afgeteekend, verder doorge-
trokken.

Het Sohanz’sc’he inkomensbegrip wordt ter zijde
glegd, do wetgever keert, in de techniek van de wet,
terug tot het bronnènJbeginsel. In § 6 worden 8 soor-

ten van inkomsten li’mitatief opgesomd. Als laatste

staat genoemd: sonstige Leistnngsgewinne, en ‘het is
hierônder, dat we de laatste sporen vinden van het
ruime iniVeriiuszerungsgeschkfte ‘blijven in het algemeen bui-
ten beschouwing, met uitzondering van speculatie, en
vah die handelingen, waaibij een onroerend goed bij
gedeelten wordt te gelde gemaakt, om ingetrden

wé.ardevermeerdering op de vooi’deeligste wijze te rea-
liseeren; hierbij is voornamelijk gedacht aan grond,
gelegen in de sfeer ‘van een zich uitbreideude stad.
1-let begrip speculatie wordt bepaald, door het te bin-
den aan een tijdgrens: bij verkoop van onroerend
gded is speculatie aanwezig indien de verkoop bin-

nei 2 jaar, bij roerend goed indien ze binnen 6 maan-
den na de aan’sc’hafing volgt, terwijl voorts specu-
latie. bestaat in al die gevallen, waarin de aankoop ëhron’ologisoh op dén verkoop volgt (een deel van
cl en termijnhan’del).

Loterij-prijzen worden met langer tot het inkomen
gerekend.

Bij de berekening van de bedrij’fswinst zal ‘de waar-
de van ‘de bedrijfsgoederen, zooals ‘de Novelle van

24 Maart 1921 reeds had bepaald, worden gesteld op
den aanschaffi’ngsprijs (met inaohtneming van af-
tehrijvingen wegens waardevermindering), of op ‘den
bzarktprjs indien deze lager is. Op ‘deze wijze wordt
derhalve ongerealiseerde waardevermeerderin g niet
als inkomen aangemerkt, terwijl ongereaiiseerde waar-
d everminidering wel van het inkomen in mindering
komt. De inconseque’ntie wordt in de wet aanvaard
tei wille van het bedrijfsleven. Deze overweging ver-
1 iest echter haar kracht op het oogenblik ‘dat de be-
lastingschuldige zijn bedrijf, of zijn aandeel in een
bedrijf, vervreemdt. Vandaar dat § 30 ‘der wet be-
alt, dat wanneer bij verkoop van een bedrijf of van
en aandeel in een bedrijf, voordien onbelast gelaten

‘aartlevei-meer’dering ‘gerealiseerd wordt, ‘deze mede
als bedijfswinst zal worden beschouwd en voor den
vrvreemder belastbaar inkomen oplevert.

Ht jaar, waarover de belasting geheven wordt (be-
iasti.ngjaar), en het jaar waarvan het inkomen aan

deaanslagsregeling wordt ten grondslag gelegd, val-
len samen, en worden beide met den naam ,,Steuer-
absch’rmitt” aangeduid. De Steuerabsc’hnitt is niet voor
allen gelijk. Voor hen die hun inkomen verwerven
in land- en boschbouw, van 1 Juli tot 30 Juni, los
van ‘de ‘vraag of al ‘dan niet een boekhouding wordt
gevoerd; voor ‘kooplieden gelijk met het boekjaar,
yoqr ‘de overige belastingschuldigen met het kalen-
derjaar. Voor, elken lbelastingsehuldige wor’dt, zoo soedi’g
mogelijk
na afloop van zijn Steuera,bschnitt,
– naar de Regeering zich voorstelt binnen 2 of 3
maanden, – de ‘definitieve aanslag vastgesteld, waar-
na binnen 1 maand verrelening moet plaats vinden
met de geduren’de de Steueraibschnitt gedane voor-
uitbetalingen.

-. De belastingheffing van het arbeidsloo blijft in
iginsel ‘zooals deze sinds ‘de Novelle van 21 Juli

3921 gerégeld was: ‘de bedragen die van het loon
worden ingehouden zijn, – voor inkomens tot en met
8000. M., – niet vooruitbetalingen op een later vast
testellen aanslag,. ze zijn ‘de belasting-zelf en ter-
zake héeft nader ‘geen aarislagaregeling plaats
e
,

, Hét tarief wordt v
”oor de ‘hooge inkomens aanmer-

kelijk verlicht. Het hoogste percentage, .dat 60 was,
wordt 35, met deze ‘beperking, ‘dat ‘de belasting nim-
mer meer wordt ‘dan
Y
3
.van het inkomen.
Deze verlaging motiveert ‘de Regeering als nood-
zakelijk voor ‘de vereischte kapitaalvorming bij de be-
lastiingschuld’igen, en voorts hiermede, dat de Steuer-moral een zwaardere ‘belasting niet uithou’dt.

De onderste inlkomensgroe’pen deelen niet in deze
verliohtiii’g van belastingdruk. De hef fin’g begint bij

inkomens van 900 M. en het ‘belastingvrije bedrag,
in 1920 voor ‘allen 1500 M., w6rd’t 600 M., voor

inkomens tot en met 12.000 M. (voor ihen van
wie de belasting bij het loon word’t afgehouden,
12 X 60 = 720 M.). Het eerste percentage is dan
10 pOt., zooda’t zij, die per jaar 900 M., of
f
540
inkomen hebben, boven en behalve de indirecte belas-
tingen, waarvan zelfs h’et brood niet is gespaard, 30 M.
of
f
18 inkomstenbelasting aan ‘het Rijk hebben te
betalen.

V’oor inkomens tot en met 8000 M. wordt het ‘hef-fingspercentage, vcor vrouw en elk kin’d, met telkens
1 verminderd.

Ten aanzien van hen wier :inikomen uit arbeidsloon
bestaat ‘en voor wie – tot en met een inkomen van
8000 M. – de belastingheffing dus in den vorm van
looninhou’ding geschiedt, wordt, bij ‘de berekening
van ‘het in te ‘houden loonbedrag, het heffi’ngspercen-
tage voor het derde en elk v
i
olgen
,
deikind niet met 1.,
maar met 2 verminderd. Het in het eerste gedeelte
van dit artikel gestelde voorbeeld van de ‘berdkening
van het per maand in te ‘hou’den loonlbedra’g, volgens
de geldende regeling, van een gehuwd arbeider met
4 kinderen en 300 M. maandloon, wordt dus onder
de nieuwe wet als volgt:

300
M.
— 60 M. = 240 M.,
1
0pOt.—(1+2X1+2X2)pCt3p.Ot;
in te h’ou’den belasting per ‘maand:

3 pCt. ‘van 240 M. = 7,2
M.

Wanneer men, – gezien ‘het fei’t ‘dat ‘de bevol’kings-
aanwas ‘in Duitschland in ‘de laatste 50 jaar zeker
niet te wenschen heeft overgelaten, – niet aanneemt
dat ‘cle verhoogde aftrek voor ‘het derde en volgende
kind, een premie ‘beteekent op ‘de vorming van groots
gezinnen, ‘dan is ‘deze regeling niet wel te verklaren.

Hij die in loondienst 8000 M. verdient, ziet vo’or zich
als ‘belastingvrije som 12 X 60 = 120 M. afgetrok-
ken; de belastingverminderjn’g uit, hoofde van vrouw
en elk ‘der beide eerste ‘kinderen,, komt, na omreke-

ning, overeen met een be]’astingvrijen aftrek van
728 M. voor elk; ‘die voor het ‘derde en volgende ‘kind
met een aftrek van 1456 M. Gezien van ‘belasting-
wetenschappelijk standpunt ;j deze regeling niet te
rechtvaardigen. Het bij de ‘vorming van inkomsten-
belastingtarieven vrijlaten van een eerste bedrag, be-
rust op ‘het ontzien van ‘het onaantastbaar bestaans
miiniinum. Er kan aanleiding zijn ‘dit bedrag voor
den belastingschuidige, als economischen kern van
het gezin, hooger te stellen dan voor een ‘der gezins-
leden, maar niet ‘dit bedrag voor ‘het ‘derde en vol-
gend kind tweemaal zoo hoog te stellen als voor het

eerste en tweede, en in voorkomende gevallen meer
dan tweemaal zoo hoog als voor den belastingschul-
dige-zelf.

De belastingaftrek bij de ‘bron, •in ‘de geldende wet
slechts toegepast ten aanzien van de inkomsten uit
loondienst, wordt in ‘do nieuwe wet ook ingevoerd
voor bepaalde vermogens-inkomsten, nl. voor divi-
denden en winstaan’deelen, en v’oor rente van leenin-

gen, die 6f in ‘de openbare registers zijn ingeschre-
ven, ôf in ‘obligatievorm zijn uitgegeven; voor de
beide laatste gevallen echter alleen, indien de in-
schrijving of uitgifte ‘heeft plaats gehad
nu.
invoe-
ring ‘van de rente-mark. Ingehouden wordt 10 pOt. van de bruto-vermogensopbrengst. Evenals bij den
belastingaftrek van h
e
t loon, draagt het van de ‘ver-
mogensop’brengst ingehouden ‘bedrag niet het ‘karak-

9 September 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

783

ter van vooruitbetaling, maar is ‘het de belasting-zelf,
– zoodat ter zake geen nadere aanslagsregeling plaats
heeft, in die gevallen waarin het totaal-inkomen
niet booger is dan 8000 M.

Hoewel in de geldende wet niet opgenomen, heeft
de. belastingheffing bij de bron van deze vermogens-
inkomsten in de nieuwe wet, niet de beteekenis van
een proefneming. Bij de 2e Steuernotverordnung van 19 December 1923 is ze inci•dntee1 ingevoerd, en de
proef wordt als geslaagd beschouwd.

Ten slotte wordt, ook uit de 2e Steuernotverord-
nung, in de nieuwe wet overgenomen het instituut
van den aanslag naar het verbruik. Wanneer het vast-

gestelde inkomen van een belastingsohuldige tot zijn
verteringen staat in ,,offenbaren Mi’szverhiiltnis”, zal
het bedrag van zijn verteringen aan de aanslagsrege-
ling worden tea grondslag gelegd; tenzij de belas-
tingschuldige bewijst, dat hij zijn verteringen bestrijdt
uit inkomsten die niet vallen onder de werking van de belastingwet. Deze uitzo’nderingsregeling vindt
slechts toepassing wanneer de jaarlijksche verterin
gen minstens 8000 M. bedragen. De ‘sprekende wan
verhouding ‘wordt geacht aanwezig te zijn indien de
verteringen liet berekende inkomen met minstens
50 pOt. overschrijden.

De aloude voim van ‘heffing-naar-den-uiterljken-
staat, zien we ‘hier weder geïntroduceerd als correc-
tief tegen onvolledige toepassing •en ‘tegen onvol-
doende werking van de belastingwet. Onvolledige toe-
passing bestaat in ‘die ‘gevallen, waarin een aan •de
verteringen. ‘beantwoordend inkomen aanwezig is,
m aar de administratie, wegens gebrek aan medewer-
king van den belastingschul’dige, er •niet in slaagt
het vast te stellen. Onvoldoende werking van de in-
komstenbelasting vin’dt men daar, waar de belasting-
schuldige, met het oog op ‘den wellicht rtijdelijk h’oo-
gen belastingdruk, zijn vermogen ‘belegt in zaken die
op den duur een goede belegging vormen, maar voor
het .00genblik geringe opbrengst geven in den zin der
wet. Waar de overige belastingschuldigen en met
name zij, wier inkomsten uitsluitend uit loon be-
staan, onverkort in de hooge belastingen van ‘hun tijd w’orden betrokken, wordt een onvolledige toepassing
en een onvoldoende werking van de belastingwet in
de lboven aangeduide gevallen tereh’t niet geduld.
* *
*

Het Einkomnaensteuergesetz van ’29 Maart 1920

was in meer dan één opzicht een experiment. De
meer dan 5 jaar welke sedert de inwerkingtreding
zijn verloopen, vormen voor ‘de ontwikkeling van een
belasting wel geen overlange periode, maar de wet

is in die jaren bij’ sterk wisselende toestanden ‘onder
h’oogen druk toegepast, terwijl de wetgever niet ge-talmd heeft met ingrijpen, telkens wanneer voorzie-
ning noodzakelijk bleek.

In het nieuwe Ein’kommensteuergesetz ligt de er-
varing van 5 stormachtige jaren bezonken. Aan deze wet, zooals trouwens aan ‘heel de herziening van het belastingstelsel, ligt voorts het streven ten grondslag
om, nu men de economische en politieke crisis te
boven schijnt, te komen tot een stabiele belastingwet-
gering; een streven dat op juist inzicht ‘berust. En
hoezeer men zich bedenkingen moge voorbehouden
omtrent onderdeelen, of Omtrent de wijze waarop een
bepaal’de tenden’z is doorgevoerd, ‘de herzieningsarbeid
zelve getuigt van groote belastingtechnische bekwaam-
heden. Onder deze omstandigheden is er alle aanlei-
ding om uit de hiermede afgesloten eerste on’bwikke-
lingsperiode van het nieuwe Duitsche belastingstelsel,
ten aanzien van de inkomstenbelasting enkele gevolg-
trekkingen te maken, die ook voor de verdere ontwik-
keling van de inkomstenbelasting hier te lande van
belang zouden kunnen ‘zijn.

De ervaring heeft in de eerste plaats uitgewezen,
dat het Schanz’sclie inkomenebegrip, ongeacht theore-
tische verdienste, voor de p.ractij’k van een inkomsten-

belasting niet bruikbaar. is. De wet moet ten aanzien
van de vraag, wat als inkomen in aanmerking komt, niet

een vacuucM laten, dat administratie en administra-
tieve rechter naar wetenschappelijke en verkeers-op-
vattingen hebben in te vullen, maar helder en scherp
den inhoud ‘omschrijven van het inkomens’begrip, dat
aan de belastingheffing wordt ten grondslag gelegd.
In ‘het algemeen zal dit het best worden ‘bereikt door
bij de omschrijving uit te gaan van de verschillende
bronnen, waaruit in hoofdzaak ‘het inkomen voort-
vloeit. De omschrijving kan worden afgesloten met

het opsommen van, enkele inkomsten die ‘niet zijn op-
brengst van de vermelde bronnen, maar die de wet-
gev.er nochtans niet buiten ‘de werking der wet meent

te moeten laten. Daarbij zal uitsluitend moeten wor-
den gelet op de regelmatig in het verkeer voo’rko-
mende ‘verschijnselen.

Het stelsel van de vooruitbetalingen en van de
looninhouding moet als geslaagd worden beschouwd.

Het stelsel van de vooruitbetalingen heeft, voor
‘het Rijk en voor de ‘belastin’gschuldigen, onmisken-
bare verdiensten. De ‘betalin’gstermijnen worden niet,
voor elk, bepaald door den datum van ‘uitreiking van
het aanslagbiljet, ‘ze staan eens voo’r al vast. De be-

lastingschuldigen met ‘hkn uitgaven en het. Rijk ‘voor
zijn inkomsten, ‘kunnen rekenen met ‘de wettelijk vast-
gestelde betaaldagen van 15 Februari, 15 Mei, 15
Augustus en 15 November, ongeacht den stand van
werkrzaam.heden der administratie.

Daar voorts de vooruitbetalingen strekken tot vol-
doening van de belasting, ‘geheven van het inkomen,
dat in dezelfde periode genoten wordt, wordt het
risico van oninbaarheid aanmerkelijk verkleind.

De groote beteekènis van ‘het instituut der ‘vooruit-
betalingen is echter ‘hierin ‘gelegen, dat het in de wet
aanvaarde beginsel van ‘heffing naar het in de belas-
tingperiode werkelijk genoten inkomen, ‘daardoor ‘voor
practische toepassing is vatbaar gebleken.

Het stelsel van de inkomstenbelasting in Nederland hinkt op twee ‘gedachten. De wet wil de belasting ge-
heven zien naar het in de belastingperiode genoten
inikomen, en wil tevens den aanslag in den ‘aanvang
van de belastiin’gperiode zien vastgesteld. Deze twee
onverzoenibare desi’derata hebben geleid tot een stelsel
van ficties en van schattingen, dat bevredigend werkt
in alle gevallen, waarin aanwezig is continuïteit in
de bronnen van inkomen en regelmaat in het inkomen
zelf, maar dat in de overige gevallen leiden kan en vaak leidt to’t een wetstoepassihg, die nu ten laste,
dan ten bate van de belastingschuldigen, als hoogst
onbevredigend wordt gevoeld, tot talrijke geschillen

aanleiding geeft, en niet zelden bij’ de iuvor.dering
‘tot teleurstellingen leidt.

Van de beide beginselen: heffing naar het in de

belastingperiode genoten inkomen en: betaling, van
de belasting in ‘dezelfde periode, is in het Nederland-
sche stelsel het eerste geschonden ten koste van het
laatste, zonder dat die schending een steeds gave toe-
passing van het tweede beginsel heeft met zich ge-
bracht.

In het Duitsche stelsel staat niets in ‘deh weg aan
een zuivere toepassing van het beginsel ‘van heffing
naar het in de belastingperiode werkelijk genoten
inkomen, terwijl door liet instituut van de vooruit-

betalingen de algeheele voldoenin van de belasting-
schuld in de belastingperiode wel niet wordt gewaar-‘borgd, maar grootendeels wordt ‘bereikt.
De inhouding van ‘het loon, oorspronkelijk bedoeld
als vooruitbetaling op een later vast te stellen aan-slag, heeft zich ontwikkeld tot de belastingheffing-
zelf. Hiermede en met de thans in de wet opgeno-
men in’h’ouding op bepaalde vermogensinkomsten,
heeft het zakelijk element in de Duitsche inkomsten-
belasting zijn intrede gedaan. In deze beide gevallen

heeft, – voor inkomens tot en met 8000 M. – de

784

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 September 1925

inkomstenhelasting den vorm aangenomen van op-
breng’stibeiasting.

– Zonder bedenking is dit niet. Want wel wordt, –
overigens alleen bij de heffing van het loon, tot
zekere hoogte met de persoonlijke omstandigheden

van den belasti.ngsdhuldige .rkening ghouden, maar
deze regeling is niet voldoende. De aftrek voor vrouw en kinderen is geregeld in den vorm van
verlaging van het heffiigsp’ercentage, wat bij de lage
inkomens tot een

veel te geringen, ‘bij de hooge tot
een niet gemotiveerd grooten aftrek leidt. Tot in
1923 heeft een betere aftrek-regeling gegolden, maa
deze is, ter ‘i]le van, vereenvoudiging in de door de
werkgevers te voeren adimi,nistrati•e, opgeofferid.
Tegenover deze bedenking staan beduidende voor

deelen. Bij den vorm der op’brengstheffing gaat zoo
goed als geen inkomen aan de heffing voorbij, terwijf
de inivordering vrijwel yerzekerd is. Verder voert deze
wijze van heffing tot een groote ontlasting van werk
bij de rijksad’ministratie. Van de betekerds van deren
factor kasa men zink eexiig’ ‘beeld vozinien, als mon
kennis neemt van de laatste gegevens, die uitwijzen,
dat in Duitschland van de pl.rn. 28.000.000 belasting.-
sch’uldigeh, pl..m. 21.000.000 of 15 pOt. hun inko-
men betrekken uit loondienst. Het laat zich verstaan, dat het verzet van de werk-
gevers teg6n dezen vorm van belastingheffing en
-inning niet licht wordt opgegeven. Het is echter
aanmerkelijk minder geworden. Bij de verschillende
wijzigingen, achtereenvolgens in het stelsel aange-
bracht heeft dan ook steeds ‘het streven op den voor-
grond ‘gestaan, de van de werkgevers geëischte me-
dewerking, – die door hen ‘ten onreclh i
te ,,inprodpn-
tieve arbeid” wordt genoemd, – zoo eenvoudig moge
lijk te regelen. Moest in ‘den aanvang voor elke in’hou-
ding op de belastingkaart van den arbeider een zegel
worden geplakt en gestempeld, thans is dit alles na-

genoeg vervallen. Driemaal in de maand, op den Sden,
den 15en en den 25en stort de werkgever de inge-
houden gelden bi den ontvanger en •den 5en van de

volgnde maand levert hij een verklaring in, dat de
over de afgeiooen maand afgedragen gelden klop-
pen met het totaal van de ingehouden bedragen.
In de toelichting tot het ontwerp van het nieuwe
Einkemmensteuergeset’z .heef t de Regeering kunnen
verklaren, dat door de ernstige kringen in het be-
drijfsleven rondweg wordt toegegeven, dat de heffing

in. ‘haar, huid,igen vorm geen.overmatige bezwaring
voor ‘de bedrijven meer oplevert.

Wanneer men hier te lande, bij een mogelijke her-
ziening van •de Wet op •de Inkomstenbelasting 1914,
het Du..itsche stelsel van de belastinginhoudin’g op loon
en op bepaalde vermogensopbrengsten zou willen na-
volgen, – er is genoeg’tzame aanlei’di’ng deze zaak
in ernstige overwegjng te nemen, – dan staat dlt
wel vast, dat tegelijk daarmede de wet op andere pun-
ten zodan’ig zal moeten worden aangevuld, dat een
re
d
e
lijk
e
mate van z8kerhei’d zal zijn verkregen, dat
ook zij, die hun inkomen uit andere bronnen betrek-
ken, ten volle voor het genoten inkomen in de helas:
ting worden betrokken. In vele gevallen, met iiame
ten aanzien van die vrije bePoopen en bedrijven, waar
niet een volldige boekhouding rëgelmati’g woiMdjt bij-
gehouden, bestaat thans die rèdelijke ‘mate’ va’n zeker-
heid nog niet. Daartoe zullen in de Wet op de Inkom-
steiibelasting meerdtoe en andere waarborgen moeten
w’orden opgenomén dan deze thans inh&ujdt.

Amsterdam.

A. STAPEL.

AANTEEKENINGEN.

Indexcijfers van’ groothandels’prjzen. –
De aanzienlijke stijging,
die het totaal indexcijfer van
groothandelsprijzen in Juli jJ. te zien gaf, heeft zich
in de afgeloopen maand niet herhaald. Er heeft thans
een zeer bescheiden rijzing van 4 punten in dit cijfer
plaats gevondèn. Het bedraagt thans 4450, tegen 4550

einde .April j.l. en 4855 op het einde van Dec. 1924.
De geringe verandering was het netto resultaat van
een aantal belangrijke en tegenstrijdige schoinmelin-
gen. De voornaamste kenmerken waren een stijging
in de beide voedingsmiddelen groepen en een merk-
waardige daling in de weefstoffen,
terwijl
de twee
overige groepen ook lager waren.

Hieronder volgt de gebruikelijke, aan ,,Tbe Ecohô-mist” ontleende, tabel.

Data
Granen
en
oleesci,

Andere
Oor.
dings
en ge:
‘tm.

Wee!.
stoffen
Delf-
atoffen

Diver-

hout.
rubl,er.
enz’

r00i
Alge.
meen
Index.
cOfer

Basis (gemidd.
1901-5) …
500 300 500 400 500
2200
100,0
EindeJuli1914
579
352
6164
4644
553
2565
‘116,6 Nov.1918
1289
7824
1848
903
13894
6212
282,6
Dec. 1922
861

706
11844
705
8074
4264
193,8
Dec.1923
853
8154
13824
774
755
4580
208,2
Aug.1924
941
7444 13854
781
774
4626
210,3
Sept.
1003
7774
13954
7624 7904 4729
214,9
Oct.
10274
7864 14424 7824 808 4847
220,3
Nov.

.
1009
8014
1424
797
8014 4833
219,7
Dec.,,
992
7895
1452
8154
806
4855
220,7
Jan.1925
1020
763 1404
7824 7984 4768
216,7
Febr.
1001
769
14365
780
7854 4772
216,9
Mrt.
959
746
1434 7604 7804 4680
212,7
Apr.
944
7244
1362
743
7764 4550
206,8 Mei
956
706
12614
745
7894 4458
202;6
Juni
8854
7044
1234
736
791
4351
197,8
Juli

,,
908
698
12744
756
8094
4446
202,1
Aug.
952
7185
12355
748
796
4450
202,3

In de eerste groep vertoont gerst een aanzienlijke
stijging, terwijl ingevoerde tarwe en varkensvieesch
ook tot het hooge. totaalcijfer dezer groep hebben
bijgedragen. In de volgende groep is de stijging
grbotendeels het gevolg van de opwaartsche bewegin-
gen in thee en boter. In de weefstoffengroep stegen
zoowel
zijde
en vlas, als Engelsche wol, doch de uitwer-
king dezer stijging werd ioo goed als geheel teniet
gedaan’ door de daling in ruwe katoen (Amerikaansche
en Egyptische) en in katoenen goederen en garéns.
In de delfstoffengroep daalden de ruwijzer- en tin-
prijzen, doch de loodmarkt herstelde zich. In de
diversengroep is de daling der rubberprjzen van het
grootste belang. :
Onderstaande tabel geeft de
wijzigingen
gedurende
de maand Augustus in de indexcijfers van de ver-
schillende artikelen aan, waarbij de gemiddelde prijs
gednrende 1901—’05 gelijk 50 is ‘gesteld.

56J
0
+
0′:.
.
¶,_’
0
+
0

Tarwe(btl.)
»

(

ngj
Meel
Gerst
Haver
Aardapp.
Rijst
Rundvl.
Sch’apenvl.
Varkensvi.
Gran. en W.
Thee

111
0

906
94
106
795
75
123
83 92
975

+
6

+
2
-1-25
6


3
-1- 55
+
5
+
1
±
6
5

.
..

Katoen(Am.)
,, (Egypt.)
Garen
Laken
Wol (Eng.)
(Austr.)
Zijde
Vlas
Hennep
ute
lVeefstoffen
Ruw-Ijzer

115
6

196
121
122
128
120
5

100 125
63
6

144
12355
‘ii

–II
—286

5

+
75

+ 6
+
2

3

±J

26

Koper
Deifstoff.
Hout
(Baltisch)
Hout (Amerik.)
Leder
Petroleum
Oliën
Oliezaden
Talk
Indigo

,

516
+
6

‘ï

100

80
61
6

100
78
86
5

76
90

+
+
1
+
°
1
i”’
Ë’i”
Koffie
137

Stalen rails
71

Soda
85
5

Rietsuiker
Bietsuiker
Boter
Tabak

96
5

103
99
116
6



+
7

lJz.
staven
Kolen (St.)
,, (huisbr)
Lood

89
5

120
82
6

161


—12

3
-f-12

Rubber
Diversen
Totaal

38
0

±15
5

1
3”
4.450
‘RT
73″

And. voed.
Tin

986

35
en genotm.
718
5

±200

Deze wijzigingen hebbe,n de
stijging
boven het voor-
oorlogsche niveau doen toenemen yen 73,3 tot 73,5,
hetgeen de tabel boven aan p. 785 aantoont.

Voorts volgt nog een verzicht der indexcijfers
in,eenige der voornaamste landen.
Wat het
cijfer
voor Nederland betreft merkt het
Centraal ‘Bureau’ voor de ‘S,tatistiek’op, dat bij be-
schouwing der cijfers betrekking hebbende op de maand
Augustus 1925 blijkt, dat het algemeen indexcijfer in
vergelijking met de vorige maand
gelijk
is gebleven,
dat der voedingsmiddelen ed. met 2 punten is gedaald.

9 September 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

785


Data
Granen

ole°esch

Andere
00e-
g

notm.

Weej-
stoffen
Deij-
stoffen

Dioer-

-.
olien,

ru°bir,
enz.

Totaal

Juli

1914
100
100 100 100 100 100 December

1918
226
222
293
186
241
236
December

1922..
.
149
200
193 152
146
106,2

December

1923
148
231
225
167 136
178,6
Augustus

1924
162 211
225
168
140
180,4
173
221
226
164
143
184,4
Octobér

,,
177
224
234
169
146
189,0
174
228
231
172
145
188,4
December

•,,

.
171
224
235
175
146
189,3
Januari

1925
176
217 228
168
144
185,9
173
219
233
168
142
186,0

September

,……

166
212 232
164
141
182,5

November

,……

163
206
221
160
140
177,4

Februari

,……

165
201
205
160
143
173,8

Maart

,……
April

,……

153
200
200
159
143
169,6
Mei

,……
Juni

,……
Juli

,;

..
.
157
198
207
103
146
173,3
Augustus

,…..
.
164
204 200
161
144
173,5

Wat het algemeen indexcijfer betreft; staat tegen-
over een prijsstijging van 17 artikelen met in totaal
194 punten, een prijsdaling van 12 artikelen met in
totaal 202 punten.
Met 10 6f meer punten stegen de artikelen: eieren (34), hars (25), peper en paardehuiden (elk met 19),

hooi (15), melk (14), erwten en boter (elk met 12)
en- zemelen (10); daarentegen daalden de artikelen:
aardappelen (51), tarwe (25), rogge (23), macaroni (21), gerst en thee (elk met19), haver (18) en scha-

penvleesch (16).

.
n
S

=
5


5u
.-.n

In

»
n
Q

N

.5
..

0.

1913
lOO
1005
100

1
1005)1
100
5
)
100 100
100
Novemb. 1918
206
358
438
1

1


367 392 214

Hoogste

1920
272
{Mei)
591
679
1

‘1
325
366
297
322
(Apr.)
(Apr.)
Uan.)
(Juni)
(juli)
(Mrt.)
Decemb. 1922
156
362 580

175 163 155 183
Decemb. 1923
151
458 577
140
183 160
154 211
Augustus 1924
150
477
572
133
170 160
151
200
September,
149
486
580
141
169 163 158
207
October
152
497
602
141
169
167
161
213
November,,
153
503
621
141
170
167
161
214
Decemb.

,,
157
507
640
147
171
168
160
214
Januari

1925
160
514
657
147
171
169 160
214
Februari

,
161
515 660
146 170 169 158
210
Maart

,,
161
513 659
144 166
168
155
204
April

,
156
512 658
142 163 163
151
202
Mei
155
520
.
650
141
162
162
151
199
Juni
157
542 683
143
161
161
153
Juli
160
557

143
160
161
155
Augustus



144


155
1)
Bureau of Labour.
2)
Frankfurter Zeitung. Sedert Januari 1924 ge-
baseerd op 100 artikelen in plaats van op 98.

1
Sedert 1922
gebaseerd op 48 artikelen in plaats van op 53.
Sedert October 1923: Juli 1914=100.
5)
Midden 1914.

De stijging van de Deesche kroon.
– De

scherpe stijging van de Deensche Kroon in den
laatsten tijd, vestigt wederom de aandacht op de
toestanden in Denemarken, welke hieruit voortspruiten.
Deze toestanden zijn te moeilijker daar de jongste
stijging niet direct in een algemeene en geleidélijke
verbetering van de economische toestanden haar
oorsprong vindt, maar vrij algemeen wordt toege-
schreven aan speculaties, in het bijzonder aan het
koopen van deviezen met gelden, welke vrijgekomen
zijn uit de Sterling-speculatie, nadat het Engelsche
Pond weder aan het goud was vastgeklonken.
Een stijging trouwens, als :die, velke de laatste
maanden plaats vond, is te snel om een evenwichtige
aanpassing mogelijk te maken,.bovendien zijn reacties –
alhoewel waarschijnlijk geen zware — steeds te ver-
wachten; in het bijzonder wanneer de grootenajaars-
betalingen plaats moeten vinden, terwijl een eventueel
bereiken. van de pariteit, met als gevolg het terug

trekken dci: vreemde gelden, nieuwe moeilijkheden
met zich kan brengen.
Met dat al ziet Denemarken zich op het oogenblik
geplaatst voor de vele vraagstukken, welke een snelle
defiatie veroorzaakt. Aan den eenen kant worden er op

het oogeublik weliswaar groote winsten

gemaakt,
vooral door de importeurs, welke in vreemde valuta
betalen, maar aan den anderen kant ziet vooral de
Deensche industrie zich op het oogenblik, juist nadat
in de arbeidsverhoudingen eenige rust is ingetreden
opnieuw voor tal van problemen gesteld.

De, reeds geruimen tijd verwachte, verlaging van
het Deensche disconto met 1
pot.,
welke eind- Augus-
tus plaats vond, gevolgd door een nieuwe vermiride-
ring met pOt. op
1
dezer, die het disconto
op 56
pOt. heeft gebracht, zal de industrie nietveel verlich-
ting kunnen geven, terwijl ze ook op he’t toestroomen,
van buitenlandsche saldi – door de mogelijkheid van
belangrijke koersverschillen – weinig invloed zal
hebben.

De Deensche regeering is er toe overgegaan hare
in 1920 tegen een rente van 8 pOt. aangegane leening
van 25 millioen dollar, te converteeren. in eene 5Y2
percentsleening, wat niet alleen een• aanmerkelijke
rentebesparing geeft, maar wat ook door de stijging
van de Kroon een zeer belangrijke kronenwinst ver-
oorzaakt. De leening toch bracht volgens de ,,Staats-
balans”, wélke in het onlangs verschenen Statistisch
Jaarboek 1925 voorkomt, ongeveer 150 millioen kronen
op. Waar de kocrs van aflossing 110 pOt. bedraagt zou tegen een dollarkoers van 4,39 in Kopenhagen
op 29 Juli 1.1., den conversiedatum, voor de aflossing
een bedrag van slechts ongeveer 120 millioen kronen
benoodigd zijn. –

Genoemde ,, Staatsbalans” welke een opsomming is van de verschillende bezittingen. en schulden van
den Staat geeft voor actief-saldo een bedrag van on-
geveer 425 millioen Kronen, op 31 Maart 192-4.
Hoewel een
dergelijk
overzicht op zichzelf weinig zegt en men in deze gevallen met conclusies zeer
voorzichtig moet zijn, geeft dit saldo, ‘hétwelk een
derde gedeelte ‘van de passiva beslaat, wel eenigen kijk
op de verhoudingen in de Deensehe staatsfinanciën.

Volgens een bericht in de Frankfurter Zeitüng heb-
ben de economische organisaties in Denemarken zich tamelijk eenstemmig, ondanks de vele moeilijkheden,
wrëlke itit de defl’atie voortvloeien, voor een spoedig bereiken van de vroegere goudwaarde van de -Kroon
uitg-esproken, in • merkwaardige tegenstelling met
Noorwegen, waar juist maatregelen genomen, worden
om een snelle stijging van de Noorsche Kroon tegen

te gaan. ‘ •

BOEKAANKONDIGING.

Comim,ercial Credit’ Risks, Export
Credits and Credit Insurarcce by A. H.
S’wain.
London: Sir Isaac Pitman &
Sons Ltd. 1925.

De -heer Swain treedt voor het voetlicht op een
oogenblik dat er veel belangstellend publiek nieuws-

gierig naar de fai

ts et gestes van cle credietverzeke-
ring verzameld is. In Engeland is liet aantal heling-
stellenden wel -het grootst, -maar ook ‘hier heeft het
iii dèn laatsten tijd niet aan belangstelling voor dit
onderwerp ontbroken. Waren wi er zelf in Nederland
niet getuige van dat kort na elkaar twee verzéke
ringsmaatschappijen deze branche hun ‘speciale aan-
dacht gingen schenken? Eerst kwam de Verzke
ringsbank De Nieuwe Eerste Neclerla.ndsc’he voor den ‘dag -met de mec[edeeling dat zij’ deze branche, zij, het
dan -ook alleen voornamelijk wat betreft de binnen-landsche verkoopen in Nederland, zou gaan beoefe-

nen. Verder kwam, wat nog belangrijker is, onder de
auspiciën van de Amsterdamsche Bank, de Neder-

landsohe Orediebverzekering Maatschappij tot stand,
een maatschappij -die z’ooals ‘haar naam ook aanduidt,
zich meer uitsluitend met ‘het credietverzcherings-

bedrijf
ini
bezig houden. Er op lettende dat de ‘heer

Outhbert Heath, voorzitter van de Trade I.ndemuity.
Oomauy een plaats inneemt onder de Commissaris-

771

786

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 September 1925

san van deze nieuwe maatschappij, kan men dus spre-

ken van een vaste relatie tusschen deze en de Trade
In’demnity, zoodat ook uit •dien hoofde dit boekje,

waarin de Trade indemuity het kwaad te verduren
heeft, voor hot N’ederlandsch verzekeringnemend pu-
bliek hier wel een korte bespreking waard is. Echter
ook niet meer dan een korte bespreking, want het
bokje is oveiigens voor den niet vakkundigen lezer
niet zoô buitengemeen interessant. Gedeeltelijk doôr-

dgt. het’ in een fel p’olemischen toon is gesteld en
daardoor weinig genietelijk is voor hen, die niet met
‘d ‘opr,én en daden van de tegenpartij op de hoogte
zijiï en ‘verdér doordat het teveel in details van de

credietverzekerings-techniek afdaalt. Toch is ook voor
iemand die niet speciaal met dozen tak van verzeke-
ring bekend is, uit het boekje van den heer Swain
wel het een en ander .belangwekkeud te lezen: voor-

Cerst een historisch rsumé van de credietverzeke-
ringsplannen in Engeland voornamelijk in de laatste
10 jaren, waarbij het ontstaan en de ontwikkeling van

de Trade Indemniy en het Export Credit Schema
of the Departm’eut of Overseas Trade uitvoerig wor-

den besproken. Interessant is ook de kleine notitie,
welke gewijd wordt aan de houding van Lloyd’s tegen-

over de crediebver.zekering.

Met dit historische résumé is roowat de helft van
het boekje gevuld. Dan volgt een naar mijn smaak
in verhouding veel te kort exposé van de credietver-
zekering in U.S.A., waarbij men zih afvtaagt waar-
om aan de belangrijke Amerikaansche litteratuur
over dit onderwerp geen aandacht is geschonken. Ik
wijs verder •op de bespiegeling van de ,,catastrophe

risks”, een lezenswaardige waarschuwing de gevolgen van een finan..ieele crisis vooral niet te onderschatten,
met verwijzing naar ‘de Baring crisis en do Amen-

kaansc’he crisis van 1893. Verder treft men een waar-
schuwing aan, de informaties van een bank niet altijd
als .onpartijdig te beschouwen (met eenige voorbeelden
oeelicht) en een aansponing de ,,status information”
in Europa wat meer te perfectionneeren. Het boekje
eindigt niet ‘een uiteenzetting van Swain’s idee hoe
de verzekering voor ‘de exportcredieten het best be-
handeld kan word’en door een Commerci al Clearing-
house, dat daarvan een verzekering ‘op onderlinge
basis zou moeten maken. Voor zoover hierbij het voor-
beeld van ‘de Amenican Manufacturers Foreign Cre-
dit Insurance Exohange’) niet gecopieerd is, blijven

cle plannen van den ‘heer Swain wazig. Vooral
‘ver-

wôndert het ons dat na zooveel ‘gesputter over onvol-
doende poliscondities, ‘hijzelf niet met de formulee-
ring voor een juiste poiis voor den dag ‘komt.
Hiermede is de inhoud van het b’oekje weergege-
ven minus de dissonan’ten van een d’oorloopende
scheldpartij: op ‘de Trade In’demnity en minus het
zoetlokkend ‘gefluit waar ‘de A.M.F.C.I.E. ter sprake
komt. En dit zijn eigenlijk de ‘hoofdthema’s, waar-
mede dit’ schimpdicht (het polemische ‘heeft dermate de bovenhand dat deze ‘toon ons nog ‘het meest in ‘de
ooi’en ‘blijft naklinken) gecomponeerd is. Hoezeer zo’o-
wel het’ eene als het andere thema odjuist is uitge-
werkt, hoop i’k op een andere plaats uitvoeriger te
behandelen. Hier zij slechts volstaan wat ‘betreft ‘het
eerste niet de opmerking ‘dat zeer persoonlijke mo-
tieven van ‘den heer Swain ‘de aanleiding waren ‘voor
zijia aanval’ op de Trade Iudemnity en wat betreft
het tweede met de ‘opmerking ‘dat ‘het systeem van de
.A.M.F.C.I.E. (ik wil niet ontkennen, dat ‘het groote
voordoelen heeft) in Amerika zelf niet zoo algemeen
gunstig beoordeeld wordt als de heer Swain dat ‘doet.
E’n een nadere ‘kennismaking met deze Credit-insur-
ance Exobange xal menig Europeesch koopman
zeker ook ‘teleurstellen.’ Zonder immers Baudelaire

• ‘)’Een soort van onderlinge verzekeringsmaatschappij,
oofIzakelijk het werk van den heer G.. Meyercord. De
vereeniging tett meer clan 1000 leden en beschikt over in-
formatiën van
350.000
afnemers ‘in het buitenlad.

nog dadelijk gelijk te geven dat ,,l’esprit de tout
commerce est satanique” geloof ik wel te mogen aan-

nemen, dat de Europeesche exp’orteeren’de kooplièden
nog niet in ‘zoover gevorderd stadium van philantro-
pie venikeeren, dat zij ‘zich gaarne tegenover elkanider
zullen verplichten,: ,,volledige opgaven van hvn afne-
mers te verstreicken en de ervaring daarm.ede opge-
daaA
een voorwaarde die de basis vormt van dit
Ameri’kaansche systeem.
In het kort: de argelbore lezer zal goed doen zich
niet te veel te laten intimideeren d’oor de felle con-
trasten z’ooals ziji in deze ,,T’od und Verkl.rung” der
credietverzekenin’g worden ‘ten gehoore gebracht en
slechts met de noodige gereserveerdheid ‘het betoog
an dozen al te zeer partijdigen criticus te volgen.
Ook wachte men zich in hem een ster van te voor-
namen rang te zien, zooals zelfs al in ,,The E
con

om
ist’!

van 1 Aug. geschiedde, waar hem ten onrechte de
eer werd aangedaan als representant van een ‘bepaalde
categorie van critici te figureeren.
Tot ‘besluit: credietvenzekering is al een l’astig.vak
en voortaan zullen wij nu ‘ook n’og de moeilijkheid
hebben van mogelijke verwarrin gen tusschen den
heer Spain, ‘den Underwriter van de Trade Indem-
nity; en den h’eer Swain, diens gezworen ‘tegenstan-
der; waarlijk, ook al om deze reden had de heen Swain
moeten besef f en, dat hij beter had gedaan onder een
pseudoniem te schrijven.
DE/
DooazN
DE
JONG.

MAANDCIJFERS.

EMISSIES IN.JULI 1925.
Prov. en
Gemeentelijke
Leeningen.
f
23.196.800,-
zijnde:
Hongaarsche Geconsolideerde Steden-
leening
$ 500.000,– 7;
0
/0
obi.
a
90
0/,,.
Verbond der Saar-Districten van
1925
$ 500.000,_ 7
0
/0
obi.
fi
97
0/,,.
Batavia
f
7.750.000,_ 5 o,’
obi. â
98

0/

).
Buitenzorg
f
1.300000,_ 5jj o,io
obi.
hL
990
0/
s
.
Gouda
f
500.000,-5 ojo
obi.
fi
983% 01
0
2).
Keulen
$ 2.000.000,_ 614
‘/0
obi.
a
87

‘/.


Sneek
f
389.000,— 5
0
/0
obi. fl10001
0
3
.

Tilburg
f
6.660.000,_ 5
0,’
0
obi.
5.
997/
8
0/0 4).

Industrieele ondernemingen ……, 25.247.500,-
zijnde:
Arn. 1. van den Bergh’s Einballage.
Fabrieken
f
2.000.000,_ 5 o’
obl.
5.
96ij2
0
/0
‘).
Coöp. Ver. Coöperatieve Suikerfabriek
en

Raffinaderij

,,Dinteloord” –

f
2.500.000,_ 5
0/
obl.
5.
97
0/ 0)
.

N.V. De Lever’s Zeëp-Maatschappij

f
20.000.000,— 5
0/
obi.
&97o,
7).

Meelfabrieken der Nederi. Bakkerij

fl.500.000, – 6
0/
0
obl.
5.
991,’
0/
0
.

.

Handelsondernemingen ……….,,

3.000.000,-
zijnde:
N.V. Crediet- en Handelsvereeniging
,,Banda”f
3.000.000,— 7
0
/0
pr.wd.
aand.
5.
100
0/
0
.
Deze leening diende geheel voor conversie der
734
0/,
leening
1921 en
7
0/
0
leening
1922.
Deze leening diende voor conversie der
6
0/
leening
1924
pro resto groot
f
487.000,_.
Deze leening diende geheel voor conversie der
6 °/ en
7
0
e

0
leeningen
1920.


Deze leening diende voor conversie der volgende lee-
ningen:

6
01
0
leening
1919
pro resto •groot
f
435.000
6
°Io

1920 ,,

,, 1.348.000
6
0/
0

1922

950.000
6 0f

,,

1924

1.960.000
6 of,

• 1924

,,

,, 1.960.000
Hiervan was
f
1.500.000,— voor conversie bestemd.
0)
Deze leening diende vodr conversie der
7
.0/
leening
pro resto groot
f
2.500 000.
7)
Deze • leening diende geheel voor ‘conversie der
7 o,’,
leening
1920.

9 September 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

787

7.430.000,-

2.755.000,-

5.000.000,-
6.720.000,-

210.000,-

73.559.300,-

Mijnbouw-Ondernemingen ………
f
zijnde:
Domaniale Mijn-Maatschappij

f
500.000,— aand. h 100
0/.
N.V. Import- en Exportmaatschappij
,,Oranje-Nassau”
f
7.000.000,-
6
0
/0
obl. k 99
0
/0.

Rubber-Maatschappijen ……….
zijnde:
N.V. Banjoewangi Rubber-Maatsch.
,,Kali Telepak”
f
100.000,— aand.
h 150
0
/o.
N.V. ,,Batangara Cultuur-Maat-
schappij”
f
500.000,— aand. h
110
0/0 8).
N.V. Java Rubber-Maatschappij

f
300.000,— aand. k 135
0
/0.
,, 150
0
/0.
Sumatra Caoutchouc- Maatschappij

fl.000.000,— aand. It 150
0/
s
.

Suikerondernemingen ………….
zijnde:
Randelsvereeniging ,,Amsterdam”

f
5.000.000,— aand. It 100
0/
s
.

Tabaksondernemingen …………
zijnde:
Cultuur-Maatschappij ,,De Oostkust”

f4.800.000,-
cert.v. aand. It 140o/.

Diversen
zijnde:
N.V. Industrieele Waarborg Maat-
schappij f 200.000,— aand. It 105
oi.

Totaal….
f

Totaal der emiasies in Januari ….
f
18.577.625,-
Februari
61.936.125,-
Maart .. . ,,
70.842.730,-
April . . . ,,
9.140.515,-
Mei …….,,
37.981.242,50
Juni …….,,
49.001.952,50
Juli ……,,
73.559.300,-

Algemeen Totaal
– – f
321.039.490,-

8)
Introductie ter beurze tegen ± 110 o/ (eerste koers van
uitgif te).
Bovendien:
f 31.060.000,— 31m. Schatkistpromessen It
f
992,50
1.900.000,— 6/m.
,, ,, ,,
985,-
31.953.000,— 4o/ Schatkistbiljetten..
,, ,,
1.004,-

terwijl voorts ook hier te lande gelegenheid bestond tot
inschrijving voor een beperkt bedrag op.de uitgifte
$ 15000.000,_ 6K
o/
obl. It 90
/0
der Stad Berlijn, en
bovendien de inschrijving werd opengesteld op:

R.K. Parochiaal Kerkbestuur v. d. H. Rita, Amsterdam

f
100.000,_ 5 o/ obi. D. 9734
0/
0
.

E. E. Zu8ters Benediktinessen te Tutzing
f
200000,
8
0/
obi. It 100
0
/0.

Instituut v. d. Bi. Carolus Borromeus te Houthem
f
200.000,-

5/2
/
0
obl.
a
99
8
,( u/.

R.K. Vereen. v. Kinder Vacantie- en Herstellingsoorden te Egmond aan Zee
f
300.000,_ 534
0/
obl. It 9034
o/.

Caritas Verband voor het Bisdom Trier
f 800.000,-
8
o/
obl. It 100
0
/o.

R.K. Gesticht tot Bescherming van Meisjes te Aken

f13O000,— 7
0
/0
obl. It 98
0/
0
.

HANDELSBEWEGING OVER DE MAAND JULI
1925

(Ontleend aan de Statistiek van den In-, Uit- en Doorvoer).

Invoer

11
Uitvoer

11
Saldo Invoer

11
Saldo Uitvoer
Groepen

Gewicht

I
Waarde

1
1
(lewicht Waarde
I
F

Gewicht

I
Waarde

11

Gewicht
I
Waarde

K.G.
Gulden
K.G.
Gulden-
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden

1
Levende dieren
.
930.916
450.738
965.504
789.168
-.

34.588
338.430

II
Voedingsmiddelen
voormenschendier
en dranken:

onbewerkte en
half bewerkte
221.115.330
41.410.968
177042.988
38.724.441
44.072342
2.686.527

fabrikaten

103.889.566
18.720.424 110.609.756 40.733.371


6.720.190 22.012.947

1111.
Onbewerkte en

halfbew. stoffen: v. dierlijke herk
11.615.440 9.324.018
5.359.692
3.285.498 6.255.748
6.038.520

plantaard.,,
294.440.257
48.824.682 27.295.926
11.864.509
267.144.331
36.960.173

ntinerale

,,
1.294.884.457
25.789.592 1579011.348
1

8.039.628
715.873.109
17.749.964


430.039.730
78.664.737
2
195465663
2
57.556.259
234.574.067
21.108.478

V
Gouden en zilveren

nunt en muntmat
235
296.794
28.467
36.506.265


28.232
36.209.471

IV
Fabrikaten
………

VI
Anderegoederen
2.200.750
365.588
1.738.633
542.211
462.117
– –
176.623

2.359.116.681 223.847.541
1097517.977
198.041.350
1
.
261
.
5
9
8
.
704
1

2
5.806.1
1
11


Totaal
………

Zonder gouden en zilve-
ren munt en munt-
rnater{aal (groep
V). .
2.359.116.446
223.550.747 1097489.510
161.535.085 1.261.626.936
62.015.662
– –

1) Hieronder zijn niet begrepen cle bunkericolen voor Ned. schepen. 0) Jfleronder is niei oegrepen cie oun1eroiie voor INea. scnepen

OVERZICHT van de waarde van den In- en Uitvoer voor elke maand van het loopende jaar en de drie
daaraan voorafgaande jaren, met uitzondering van gouden en zilveren munt en muntmateriaal, in guldens.

Invoer
Uitvoer
1
)


‘Maanden
1922
1923

1
1924

1
1925 1922 1923
1

1924
1925

152.495.668 173.045.849 177.506.065 210.617.177 86.106.447
91.487.819
116.522.007
139.999.961

Februari
……
152.353.594 162.189.535 185.223.674 196.852.738 84.204.248
94.601.855
125.465.290
136.322.825
180.328.763 165.440.620 186.545.160
203.821.859
112.879.875 106.977.347 131.906.705
146.276.635

Januari

………

April
………
167.451.702 169.639.064 189.679.735
193.677.184
92.729.841
97.005.415
136.430.618
144.319.877
Maart
……….

194.080.257 160.129.701
218.738.134
198.100.039 108.423.679 104.128.102
135.517.501
150.490.303 159.533.444 188.746.940 183.465.518 100.680.880
97.860.255
110.783.833 124.358.145
Juni
……….

Juli
……………
..150.899:735

..

163.863.700 157.464.022
198.162.017
223.550.747
104.572.575 95.693.919
134.417.411
161.535.085

-7iei

………….

Tot. Jan./Juli
1.161.473.419 1.147.442.235 1.344.601.725
1.410.085.262
689.597.545 687.755.312
891.043.365
1.003.302.831
Augustus
…..
178.807.927 150.975.066 174.016.738
99.442.892
107.933.082 137.772.584
September
..-
164.616.506 166.474.283 189.646.172
115.612.131
127.720.569 162.791.232
October
….
186.643.442
192.923.258
218.062.389
112.003.008 125.848.400
173-486.508
November
…..
172.295.111

..

176.660.045
217.688.984
104.350.396 126.123.548 159.327.318
December
163.762.355
..
174.750.818
219.516.025
100.225.239 127.839.691 136.235.459

– –

Totaal
…..
2:027.598.780
2.009;225.705 2.363.532.033
1.221.231.211
1.303.220.602 1.660.656.466

1) Inden uitvoer zijn niet begrepen de bunkerko/en en de bunkerolie bestemd voor Nederiancische schepen.

788

ECONOMISCH-STATÎSTISCHE BERICHTEN

9 September 1925

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. ** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

iVrsch.inR.C.
5il5Jan.’25
Zweedi3cheRbk
4i2lAvg.’25

Disc. Wissels. 4
15Jan.’25
Zwits.Nat.Bk.4 16Juli ’23
1
Be1.Binn.Eff.
4415 Jan.’25
N.Bk.v.Denem. 54
78ept.T5

Javasche Bank . ..
4420 Oct.
’24 Bank v.Noorw. 5425
Aug.’25
Bankvan Engeland 44
6Aug.’25
Bk.
v.

Tsjecho-
Duitsche Rijksbk. 9
26Fèb.
’25
slowakijë. 7
25Mrt. ’25
Bank v.Frankrijk 6 9
Juli’25
N. Bk. v. O’rijk. 9
3Sept.’25
Belgische Nat. Bnk. 5422
Jan.’23
N. Bk.v. Hong. 9 28Mei
1
25
Fed. Res. Bank N.Y.
3426
Feb.’25
Bank v. Italië. 7
17Juni’25
Bank van Spanje… 5
23Mrt.’23
Z.-Afr.Res.bnk 54

OPEN MARKT.

1925

.

.
1924 1923

11

1914

5S ep
31 Aug.-
24-29
17-22
1-6
3-8
20-24
.
5 Sept.
Aug. Aug.
Se.
pt
Sept.
Juli

Amsterdam
3/
76

Partic. disc.
4-1
1g
4-
1
/g
3
13
16_4
15
/16
2
1
12
3-
1
/8
3
1
18-
3
116
Prolong.
3112
31134114
3112
31/
4
.3/
4

23
3
2
1
/4
3
/4
Londen
Dâggeld .
2
1
1-3
1
1
2113-4
2
3
144
2314-3113
21/2_3114

131
4
-211
4

131
4
2
Partic. disc
3116
3
3
14
3
156
3$14_
7
18
3314.15116
3314/8
31I6_516
2114.3/4
Berl(n
Daggéld
8-9
8-10
1
/3
79
1
12
7-9

– –
Partic.-disc.
Je
73/
8
_5/
8

7
5
18
7218_314
– –

56-90 d.. .
711
4

71/
4
_3/
8

731g
7318_5/8


2118-1/3
Waren

30-55 d…..

wechsel.
818.9
8
7
18-9
8
7
/8-9
818-9
– – –
New York’)
CalI money
4-1/4
4.3/
4

4_3/
4

4_3/
4

2-3
4
1
125
1
14
1
3
142
1
13
Partic. disc.
31316
33141316

33/8_314

1
311
4
_1/
3

.




1)
Cali money-koers
v. 4Sept. en daaraan voorafgaande weken t/m.Vrijd.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Da
a
New
York”)
Londen
•) Berlijn
)
Parijs
‘)
Brussel
)
Batacla’)

1Sept. 1925
2.48
5
/
12.05
59.09
11.654 11.174
100%
2

,,

1925
2.48sl
i
,
12.044
59.084
11.66
11.15
100%
3

1925
2.48s/
8

12.044
59.11 11.65
11.124
100%
4

,,

1925
2.48
7
/
16

12.044
59.124
11.65

11.05
100%
5

,,

1925
– –

11.65
11.064
100%
7

,,

1925
2.485
12.044 59.10
11.65 11.06
1003.
Laagsted.w.1)
2.481/
s

12.044
59.04
11.62
11.04
100
Hoogste d.w
1
)
2.481f,
12.054
59.14
11.68
11.20
100%
31 Aug. 1925
– – –



24

,,

1925 2.48%
12.054
59.044
11.704
11.30
100%
Muntpariteit
2.48% 12.10 59.26
48.-
48.-
100
S
) Noteering te Amsterdam. ‘) Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.

Data
sej
Weenen
Praag
Boeka-I
Milaan
Madrid

1 Sept. 1925
48.07%
35.-
7.35
1.22
9.43
35.50
2

,,

1925
47.97%
35.-
7.35
1.23
9.82
35.524
3

,,

1925
48.02%
35.-
7.35
1.224
9.89
35.50
4

,,

1925
48.021,,
35.-
7.35 1.224
9.92
35.40
5

1925
48.-.-
35.-
7.38
1.224


7

1925
47.95
35.02ij
2

7.36
1.22
9.97 35.45
Laagsted.w.’)
47.90
34.90
7.33
1.174
9.33
35.30
Hoogste d.w’)
48.12% 35.10
7.41
1.28
10.04
35.60
31 Aug. 1925


– –

-.
24

,,

1925
48.07%
35.-
7.35
1.28
9.084
35.724
Muntpariteit
48.-

1

35.-
50.41
48.-
48.-
48.-
5)
Noteering te Amsteraam.
*6)
Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.

Data
1
Stock-
Jzolm*)
1
Kopen-
hagen
*
)
Oslo *)

sing
f
Hel-
_
)
Buenos.
Aires’)
Man-
treal’)
1 Sept. 1925
66.624
61.55 51.50
6.26
99%
2.48%
2

.

1925
66.65 60.80 51.05
6.26
99%
2.48k
3

1925
66.65 61.75 51.25
6.26
100
2.48%
4

1925
66.65
62.40 52.40
6.26
100%
2.48%
5

1925
66.624
63.-
53.90 6.26
100%
2.48(
7

1925
66.65 61.95 53.15
6.26
100%
2.48%
Laagste d.w.l)
66.55 60.45 50.50 6.24
98%
2.48
Roogste d.w’)
66.70
62.95
54.-
6.28
100%
2.4814
31 Aug. 1925






24

,,

1925
66.70
59.874
47.70
6.26
100 2.481/
s

.1untpariteit
66.67 66.67 66.67

1
48.-
105

12.48%
‘) Noteering te Amsterdam.
6*)
Noteering te Rôtterdam.
1) Particûliere opgave.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D
a a Londen
($per2)
1

Parijs
(Sp.lOOfr.)($p.lOOMk.)($p.IOOgld.)
Berlijn
Amsterdam

1 Sept.

1925
4,853/
8

4,69
23,80
40,29
2

1925
4,85′
4,68
23,80
40,27
3

1925
4,847/
8

4,68
23,80 40,26
4

1925
4,847/
8

4,69
23;80
40,27
5

1925
4,85

.
4,69
23,80
40,29
7

1925


-.

25 Aug.

19251
4,85%
4,68 23,80
40,29
ifuntpariteit ..
4,8667
19,30
23,81%
406/
16

KOERSEN TE LONDEN..

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
22Aug.
1
1925
29Aug. 1
31
1925
Aug.15 Sept.’25
LaagsteHoogste

5
Sept.
1925

Aleandrië …
Piast. p. £
97151
9715/
973I
979i
97161

‘Bangkok…
Sh.p.tical
1/101/
8

11101/,
1/101/
1J10ll
1/101/
8

B. Aires’)
d. p. $
455/
45t/
16

44%
45
92

Calcutta
Sh. p. rup.
1/6
5
1
33

1/63/,
1/61/
s

116%
1/6
3
/
Constantin. .
Piast. p. Y,
830
842% 830
845
835
Hongkong …
8h. p. $
2/4191
33

2/4
31/32

2/4%
216%
2145/
Lissabon’) …
d. per Mii.
234
2%
231164
/134

2%
Mexico …..
d. per $.
26
26 25
27
26
Montevideo’)
d. per $
49%
4 9y
4

49
49 49
5
i
Montreal …
$ per X.
4.85
T
O
4.85%
4.845/
9

4.85 4.85
R.d.Janeirol)
d. per Mii.
1/16

6%
6
611/
69j
1

Shanghai ..
Sh. p. tael
3/21/
8

3/211/
11

3/2%
314

.
Singapore….
id. p. $
214’/
2/43/
2/41/,
214%
2/43/
1

Valparaiso
2
).
peso p. £
39.80 39.90 39.70 39.80 39.70
Yokohama ..
Sh. p. yen
1/8
7
1
33

118I/ 117I5/
1/8
5
1
s
,
1/8
1
/
s

$ Koersen der voorafgaande dagen.
1)
Telegrafisch transfert.
1)
90 dg.

ZILVERPRIJS
COUDPRIJS
8)

Londen’)
N.York
2
)
Londen
31 Aug. 1925..

32
7
/8
71%
31Aug.

1925..
84/11%
1

Sept. 1925..

327/
s

1 Sept. 1925..
84/10
1
4
2

,,

1925..

32
7
/8.
7 1 %
2

1925..
84/10%
3

,,

1925..

33
1
/
72
8
/8
3

1925..
84/11%
4

,,

1925..

33
1
16
723/
8

4

,,

1925..
84/11%
5

,,

1925..

337/

5

1925..

6 Sept. 1924..

3418/
1

687/
8

5 Sept. 1924..
9219
20Juli

1914..

24l1/
9

541
/8
20Juli

1914-
84/10
1) in pence p. oz. stand.
1)
Foreign silver
in 2c. p. oz. line.
3)
in sh. p. oz. line.

STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
Vorderingen

1 31
Augustus
1925 1 7
September
1925

Saldo bij Nederl. Bank…
f

t


Saldo bij betaalmeesters..

4.087.143,30

4.623.000,38
Saldo b. d. Bank v. Ned.
Gemeenten ………….-

,

230.669,66
Voorschot op ult. Juli 1925
aan de gemeenten op
voor haar door Rijk te
heffen geIn. ink.bel. en
opcentenopRijksink.bei. ,, 37.032.491,41 ,, 37.032.491,41
Voorsch. aan de koloniën ,, 8.283.884,34 ,, 13.202.311,19
Voorsch. a. h. buitenland ,,216.042.145,54 ,,217.449.380,47
Daggeldleeningen tegen
onderp. v. schatk.papier ,, 17.500.000,-

6.000.000,-

Voorsch. door de Ned.Bank
f

634.414,22
f
12.222.602,11
Schatkistbilj. in omloop’)
,,149.094.000,- ,,143.892.000,-
Schatkistprom. in omloop
,,110.1 00;000,-
,,109.950.000,-
Waarv. direct bij Ned. Bk.

Zilverbons(met inbegripv.
debedragenbij de betaal-
,, 17.934.477,-
,,

18.241.103,50
Door den Postch.. en Giro-
meesters in kas) ……….

dienst in ‘s Rijks Schat
kist gestort ………..
42.272.133,22
,, 44.079.373,92.
1) Waarvan
f
37.056.000 verval
en op of na 1 April
1927.

NEDERLANDSCH-INDI5CHE VLOTTENDE SCHULD.

29
Augustus
1925
1

5
September
1925

Voorschot uit ‘s Rijks

kas aan N.J. …………
f


f

1.780.000,-
md. Schatk.prom. in oml.
57.000.000, -.
57.000.000,-
Voorsch.Jav.Bk.aanN..L
7.783.000,-
7.5)6.000,-
Muntbiljetten in omloop.
36.184.000,-
,;
36.430.000,-
Ten voordeele v. N.J. ge.
boekt beleggingsgeld v.
h. N.-I. muntionds.. …

5.760.000,-

1
»

5.857.000,

flOij.O
78
.
000,
_
f
l08.583.000,
_
Totaal

.. … …..
Teg.v.N.-I.bij’sRijkskas
,,

649.000;-
,,

9 September 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

789

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 8 September 1925.

Activa.
Binneni. Wis-1 Hfdbk.
f

52.104.893,62
sels,Prom., Bijbnk. ,,

16.446.956,92
enz.in

disc.t
Ag.sch. ,,

26.155.618,28

f
94.707.468,82
Papier o. h. Buiteni. in disconto

Idem eigen portef.
.
f
242.847.920,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nog niet af gel.


242.847.920,-
Beleeningen
mcI.
vrscb.
Hfdbk.
f

45.841.898 31

in rek.-crt
Bijbnk.

11.015.088 18

op onderp.
.
Ag.sch.

67.405.328 68

f
124.262.315,17

Op Effecten
……..f

121.891.560,17
Op Goederen en Spec. ,,

2.370.755,-
124.262.315,17
Voorschotten a. h. Rijk …………….

..
9.912.618,34
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……f

56.184.160,-
Muntmat., Goud
.. ,,
360.733.094,48

f
416.917.254,48
Munt, Zilver, enz..

,,

22.672.471,21
Muntmat., Zilver
. .
,,

Effecten

,,
439.589.725,69

BeleggingRes.fonds.
f

6.480.915,74
id. van
i

v. h. kapit.,,

3.998.950,69
10.479.866,43
Gebouwen en Meub. der Bank ………,
5.171.000,-‘
Diverse rekeningen ……………….,,
39.500.067,08

f
966.470.981,53
Passiva


Kapitaal
……………………….f
20.000.000,-
Reservefonds …………………….,,
6.483.597,96
Bijzondere

reserve ……………….,,
12.000.000,-
Bankbiljetten in omloop …………..,,
893.026.680,-
Bankassignatiën in omloop………..
1.344.812,84
Rek.-Cour.
J
Het Rijk
f



saldo’s:

Anderen

24.222.035,03
24.222.035,03
Diverse

rekeningen ………………,,
9.393.855,70

f
966.470.981,53

Beschikbaar metaalsaldo
………….f
255.314.306,52
Op cle basis van
2/
5
nvetaaldekking …..
,
71.595.600,95
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigdis.
1.276.571.530,-
Voornaamste posten in duizenden
guldens.

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

1I

I
Andere IBeschlkb. Data
Goud
I

Zilver
Circulatle
opeischb.
schulden
t
me taal-
1

saldo

5Sept.1925
1ïf.000
321.500
52.000
102.300
29Aug.1925
177.000 315.000 50.500 103.900
1925
177.500
315.500 52.500 103.900

1Aug.1925
‘132.714

45.11′
311.267
61.186
104.112
25Juli1925
132.941

45.810 311.688 55.235
106.261
18

,,

1925
132.970

45.615
309.107
45.364
108.364
11

1925
133.197

46.954 306.996 44.875
110.533
6Sept.1924
156.457

63.506
267.624
103.038 146.465
8

,,

1923
160.863

61.110 264.437
128.246
144.068

25 Juli1914
22.057

31.907
110.172 12.634

4.842′

Data
Dis-
Wissels,
bulten
T’
1

Belee-

1
Diverse

1
reke-

1
Dek-
kings-
conto’s
N.-Ind.
1
ningen
1
nlngeni)

Percen-
betaalb.
1

1
take

5Sept.1925
29Aug.1925
22 ,, 1925

1Aug.1925

167:680
162.070 155.850
•**
60.527

47
48

4

48
17.906
31.499 78.693
25Juli1925
18.040 30.183 74.162
63.589
49
18

1925
18.612
27.256
65.261
58.507
50
11

1925 18.187
24.608
63217
63.320
51

6Sept.1924
36.917
23.435
74.639
25.180
59
8

,,

1923
38.320 38.173 88.462
28.554
57

25 Juli1914
7.259
1

6.395
1

47.934 2.228
44
1)
Sluitpost activa. ‘) Basis
115
metaaldekklng

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes, in duizenden ponden sterling.

Data
Metaal
Clrculatii
Currency Notes
.


Bedrag

Bankbel). Gov. Sec.

2 Sept. 1925
162.532 144.979
295.796
56.250
244.711
26 Aug. 1925
163.194
144.267
295:086
56.250
244.096
19

1925
164.033 144.184
297.272
56.250
246.370
12

1925
164.257
143.253
301.216 56.250
250.496
5

1925
164.500
146.320 305.484
56.250 254.803
29 Juli

1925
164.258
144.751
301.040 54.450
251.524

3 Sept. 1924
128.403 125.725
289.435
27.0002)
245.173

22 Juli

1914
40.164 29.317


Data
Gov.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
Reseri’e
Dek-
kineS.
)

2Sept.’25
39.647 70.767
12.655 116.781
37.303
28%
26Aug.’25
35.414
70.114
21.813
104.218 38.677
30%
19

,,

’25
33.989 71.323
16.535
110.236 39.599
31%
12

,,

’25
34.219
71.606 15.733
110.730 38.753
3
0/
5

,,

’25
33.509 68.229
11.037
110.498
37.31
31.(
29 Juli ’25
33.600
69.174
20.690 103.264
39.257
31’/

3Sept.’24
43.658
77.481 10.396
‘114.897 22.427
17,90

22 Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185
29.297
523/
8

Data

1
Goud
1
Zilver
1
Clrculatle schuldenl saldo
1
pec.

8 Sept. ’25 416.917 22.672

893.027 25.567 255.314 48
1

,, ’25 414.417 23.002

899.192 27.224 251.580 47

24 Aug. ’25 414.428 23.179

862.759 30.111 258.475 49
17

’25 414.444 22.817

871.455 28.964 256.616 49
10

’25 19.394 22.600

885.955 22.894 259.658 49
3

’25 419.403 22.547

899.926 43.309 252.731 47

9 Sept.’24 531.511 11.642

977.381 39.341 339.210 53

25 Juli ’14 162.114 8.228

310.437
1
6.198 43.521
1
) 54

1
Hiervan

Papier

,,,,..___..
Data
disconto’s
1

Schatkist-
promessen
rechtst reeks

Belee-
ningen
ophet
buiten-
land
e’
ic’e-‘
ningen)

8 Sept. 1925
94.707


124.262
242.848
39.500
1

,,

1925
90.486


148.198
243.104
39.212
24 Aug. 1925
90.088


116.228
242.972
37.645
17

,,

1925
88.815

1.000
125.300
242.803
37.628
10

1925
88.179

1.000
132.109
237.152 40.464
3

,,

1925
85.945


171.670 232.429 41.396

9 Sept. 1924
170.252

44.000
157.657
56.358
103.022

25 Juli

19141
67.947

14.300
61.686
20.188
509
1)
Op de basis van
2J

metaaldekking.

2)
Sluitpost activa.

CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste
posten in duizenden guldens.

Voor-
Div ere
Dive
Data
Metaal
Circu-
latie
Dis-
conto’
s
schoftenl
aan de
reke
s

n
i
n
ge
n
i
rek
rse

e-
ningen
3

kolonie

1 Augustus 1925
923
1.583
123
86
899
88
1 Juli

1925
894
1.584
131
116
981
133
1 Juni

1925
891
1.584
79 141
979
97
1 Mei

1925
861
1.584
82
130
1.024
85
1 April

1925
880
1.547
82
185
1.110
310

1 Augustus 1924
609 1.272
81
250
840
104
) wunpost aer acuva.
1
niunpost oer
passivi.

.
1VC,,,UUUW5 LUaÇLlC,t p.cacl V Ç Ci! iJCt,J3iL5. -, ‘.JU UUUCKr.1115.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen francs.

‘Waarv.
Te goed
Buit. gew. Schat-
wi

Data
Goud
in het Zilver In het
voorsch.
kistbil-
se
5
buitenl.

buitenl.
ald. Staal
jetten’l)

3Sept.’25
5.547
1.864
310
579
28.800
5.115
4.427
27Aug.’25
5.547
1.864
311
579
27.750
5.099
3.494
20

,,

’25
5.547
1.864
312
578
28.000
5.096 3.248
13

’25
5.547
1.864
312
578
28.100
5.095
3.243
6

,,

’25
5.547
1.864
312 578
28.200
5.085
3.181

4Sept.’24
5.544
1.864 301
568
23.100
4.782
5.124

23 Juli’14
4.104

640
– –

1.541

Waarvan
Uitge-

Be
e ee-
ekg. Courant
Data
op
het
buitenl.
stelde
Wissels
ningen
Circulatle
Part!
uer;nI
Staat

38ept.’25
17
6
2.815
45.445
2.573
12
27Aug.’25
12
6
2.862
44.702
2.387
42
20

’25
18
6
2.878
44.785
2.352
8 13

’25
21
6
2.913
44.906
2.385
14
6

’25
19
6
2.929 45.334
2.604
12

4Sept.’24
28
9
2.695 40.399
1.907
16

23 Juli’14
8

769
5.912
943
401

1) In disc, genomen wegens voorsch. v. d. Staat a. buiteni. regeeringen.

790

ECONQMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

9
September
1925

DUITSCHE RIJKSB!NK.
Voornaamste posten in millioenen Reiclismark.

Daarvan
Deviezen
Andere
a
a
OU
bij bui-
als goud-
wissels Belee-
tenl. circ.
dekking
en
ningen
banken
1)

geldende
cheques

31 Aug. 1925
1.138,4
93,0
357,5
1.765,0
33,0
22

1925
1.137,2
97,7
358,4 1.566,5
16,4
15

,,

1925
1.114,6
97,7
357,7
1.617,9
20,3
7

1925
1.113,7 102,8
358,5
1.706,1
23,8
31 Juli

1925
1.104
1
1
123,3
368,0 1.789,2
60,3
23

,,

1925
1.103,0
123,3
367,7 1.487,6 21,6

30 Juli

1914
1.356,9
– –
750,9 50,2

Door
Data
Effec.’
Diverse
Circu.
Rekg.-
Diverse
Rijksb.
ten Activa
2
)
laffe
Crt.
Passiva
geher-

disc.

31 Aug. 1925
201,9
471

2.595

701,0

440,4
490,4
22

1925
201,9
683,2 2.292,3

976,8

490,4 489,3
15

,,

1925
201,9
660,5 2.373,2

926,3

461,2 479,4
7

1925
201,7
618,1 2.472,7

810,4

516,9 463,3
31 Juli

1925
201,7
502,1 2.530,3

699,7

562,7
458,8
23

,,

1925
201,6
724,0 2.200,9

878,8

621,4
580,8
30 Juli

1914
330,8
200,4 1.890,9

944,-t

40,0
1)
Onbelast

2)
W.o. Rentenbankscheine
31, 22, 15, 7Aug., 31, 23
Juli,
resp.
121,6 327,1; 264,7;
215,5; 134,5; 384,4; miii.

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste
posten in millioenen francs.

.
.

Data

n

3Sept.’25
387
85
480
1.336
419
5.200
7.653
166
27Aug.’25
386
85
480
1.336
316
5.200
7.616
174
20

’25
385.
85
480 1.317
274
5.200
7.596
159
12
.

’25
385
85
480 1.358
266
5.200
7.668
136
6

’25
385
85
480
1.421
286 5.200 7.675
161
30 Juli’25
385
85
480
1.413
260 5.200
7.688
153
4Sept.’24
354
85
‘480
1.292
479
5.250 7.628
149

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.

Voornaamste posten in mtillioenen dollars.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data
betaal-
middel,
Totaal
Dekking
In her-
disc. v. d.
In de
open
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
etc.
member
I

markt
banks
gekocht

19Aug.’25
2.775,2
1.502,4
130,2
559,5
195,3
12

’25
2.777,6
1.503,4
133,1
538,2 211,7
5

,,

’25
2.778,0.
1.494,2 136,3
543,8
212,0
29Juli’25
2.791,1
1.498,6
145,5 468
3
4
210,5
22

’25
2.790,9
.

1.509,3
144,0
442,5
224,5
15

1
25
2.790,6
1.523,6
144,8
454,7
231,3
,1
20Aug.’24
3.126,6
2.115,6
86,3
1
259,3 25,7

Data
Belegd
in
u. s.
F.R
Notes

1
OWll
Depo
Gestort
Goud-
Dek-

Algem.
Dek-
Gov.Sec.
in circu- latie
sifo’s
1

.
Kapit aal
kings-
kings-
perc.)

19Aug.’25
323,3
1.616,2
2.237,2
116,3
72,0
75,4
12

1
25
328,6 1.817,7
2.236,2
115,8 72,0 75,5
5

’25
333,5 1.605,6.
9.266,0
115,7 71,7
75,3
29Juli’25
330,2 1.598,4
2.200,6
115,7
73,4
77,3
22

’25
335,3 1.605,2
2.199,7
115,7
73,3
77,1
15

,,

’25
344,5 1.627,0
2.231,7.
115,6
72,5 76,1
20 Aug.’24
541,1

1
1.738,1
2.157,61
112,0
1

80,1
82,5
1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare schulden:
F.
R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTXCTJLIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data
Aantal
1

Dis-
t

conto’s
Beleg-
Reserve
bij de
Totaal
t Waarvan
banken
1
en
gingen
F.R.
depo-
sito’s
deposits

t! me
beleen.
banks

12Aug.’25
728
13.371
5.482
1.635
18.138 5.183
5

,,

’25
728
13.309
5.483
1.665
18.083 5.178
29 Juli’25
730
13.217
5.508
1.606
18.061
5.174
22

’25
730
Ï3.240
5.507
1.618
18.072
5.164
15

’25
731
13.286
5.484
1.647
18.227
5.164
13Aug.’24
747
12.403
5.033
1.618
17.074
4;554
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen banketaten.

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 7 September 1925.

Gedurende de achter ons liggende berichtsweek heeft
de markt te B e r 1 ij n een vrij sterke opleving te aan-
schouwen gegeven, nu de liquidatie van het Stiimes-concem
een kalmer verloop schijnt aan te nemen. Wel is waar werd
tegen het einde der berichtsperiode eenige onrust gewekt door
de berichten omtrent moeilijkheden in het Siche1-Agfi-concrn,
doch deze groep is niet van zoo grooten omvang en boyendien
heeft men in ingewijde kringen de débâcle reeds lang voorzien,
zoodat men voorzorgsmaatregelen heeft kunnen nemen. De
verbetering aan de beurs van Berlijn -is sterker geaccenue6rd
door dekkingsaankoopen op vrij groote schaa’l. In den laatsten
tijd was een tamelijk omvangrijke contramine ontstaan, getuige
het feit, dat de jongste rij zing reeds een twaalftal slachtoffers in de kringen van effectenhandelaren heeft geëischt. De geld-
markt is te Berlijn eveneens iets ruimer geworden, hoofd-
zakelijk door den invloed, welken de leiding van de Rijksbank
reeds gedurende langen tijd op de markt voor particulier dis-
conto heeft uitgeoefend en welke in de laatste dagen ook in
andere richting is gebleken door de verlaging van denrentevoet,
welke officieele en semi-officieele instellingen ten aanzien van
door hen te verstrekken credieten in rekening zullen brengen.
Het hierdoor ontstane vertrouwen in een meer algemeen herstel
heeft ter beurze mede een gunstien invloed uitgeoefend.
Te L o n d e n heeft de beleggingsmarkt geprofiteerd van
de aflossing van een bedrag aan National War Bond-s. De uit
dezen hoofde vrijgekomen gelden zochten weer een nieuwe
belegging. Bovendien hebben Mexicaansche obligaties een
rjzing kunnen boeken, in verband met het feit, dat de Brit-
sche Regeering het Mexicaansche bewind weder heeft erkend.
Te P a r ij s is de stemming niet al te opgewekt geweest,
daar tot het sluitend maken der begrooting -voor -1926
3800 millioen nieuwe middelen gevonden moeten worden,
vooral uit verhooging der belasting – op groote inkomens.
Uit den aard der zaak heeft dit een druk gelegd op Fransohe
fondsen, waartegenover buitenlandsche waarden gevraagd
werden. Ook de weekstaat van de – Banque de France heeft geen gunstigen indruk gemaakt door de’ vrij groots verhoö-
ging van het voorschot aan den staat en de toeneming vân
het totaal aan in omloop zijnde bankbiljetten.
Te N e w Y o r k is een onaangename stemming op te
merken geweest, welke echter geen aanleiding heeft gegeven
tot een uitbreiding van den handel. Over het algemeen is de
berichtsweek rustig verloopen. De daling nam een aanvang bij
die fondsen, welke in den laatsteh tijd speciaal door de specu-
latie uit de markt waren genomen en breidde zich daarna over
de geheele markt uit. De ondergrond bleef echter opgewekt, hetgeen tot uiting kwam door een vrij krachtig herstel tegen
het einde der berichtsweek. De staking in de anthracietmijnen
heeft slechts weinig aandacht getrokken, omdat de voorraden aan anthraciet groot.genoeg zijn. Alleen bestond de vrees, dit
ook de arbeiders in de overige mijnen aan de stakingsbeweging
deel zouden gaan nemen. De opinie omtrent den algemeenen
gang van zaken in industrieel opzicht is gunstig gebleven. –
T e n o n z e n t heeft de
beleggingsmarict
geen aanleiding tot
bijzondere opmerkingen gegeven. Inheemsche staats- en andere
beleggingsfondsen bleven vast, vooral nadat de geidmarkt een
lichte tendens. tot verruiming aan den dag had gelegd. Aan Mexicaansche’ fondsen werd op onze beurs geen bijzonder
groote aandacht geschonken; zelfs bleven sommige soorten
hier aangeboden, vermoedelijk in verband met het feit, dat de
erkenning van Mexico door Engeland reeds tevoren in het
koerspeil was verdisconteerd. 6 % Ned. Werk. Schuld 1922:
105
11
/, 105’/
18
; 4
1
/
2
% Ned. Werk. Schuld 1917:
9713
/6,
977/8; 7% Ned. Indië: 102
7
/
s
, 1028/
4;
41/3% Portugal Tabak:
72, 74, 731/8; 5% Mexico 1899 £ 20-100; 42
1
/, 39’/
1
40
1
/;
5 % Brazilië 1903 £ 100: 76, 757/
s,
753/4; 8% Sao Paul:
100
7
/
1
0
, 1
00’/u. – -,
De grootste aandacht heeft de afdeeling.voor
binnenlandsche
inciustrieele fondsen
getrokken door de zeer groote omzottën
in Jurgenswaarden. De ,,open brief”,’ welke in édn der we6k-
bladen tot de directie der Jurgensondernemingen is gericht,
heeft in den aanvang der berichtsweek verkooporders te voor-
schijn geroepen in zoo grooten omvang, dat gewone aandeelen
van den éénen beursdag op den anderen met niet minderdan
30 % zijn gedaald. Ook de preferente aandeelen en de obligaties
waren zeer sterk aangeboden. Bijna onmiddellijk daarna echter
is een reactie tegen deze heftige daling ontstaan. Zoowel voor
binnenlandsche als voor buitenlandsohe rekening conc’en-
treerden zich ruime kooporders op onze markt

waarvan
een deel vermoedelijk zijn oorsprong heeft gevonden in con-
traminedekkingen – ten gevolge waarvan een ‘aanmerkelijk
deel van het verlies kon worden ingehaald. Het slot kwam-op
de hoogst bereikte koersen van de berichtsperiode:-‘Van!dè
overige fondsen uit deze afdeeling vielen aandeelen in kunst-

9 September 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

791

zijde-ondernemingen op door een lustelooze houding, waarin
echter tegen het einde een verandering ton gunste is gekomen.
Aandcelen Philips 0-loeilampen waren lichtelijk aangeboden,
terwijl aandeelen Nederlandsche Kabelfabriek daarentegen
goed gevraagd bleken, hetgeen in deze kleine markt een be-
langrijke koersverheffing ten gevolge heeft gehad. Centrale
Suiker Mij.: 11 5’/, 117; Hollandsche Kunstzjjde Industrie:
156/
2
,
1521/4,
159
1
/
3
; Jurgens: 105, 1 19’/
2
, 123
1
/ Mackubee:
120,
1
15’/, I22/; Ned. Kabelfabriek: 266, 271, 288; Philips
Gloeilampenfabriek:
405I
4
,
423/
4
, 41 0’/2; Vereeriigde Touw-
fabrieken:
443/4,
46, 477/s.

Waar de handel in Jurgensfondsen de clou van de week
heeft gevormd, heb)en de overige afdeelingen slechts matig
de aandacht getrokken. Voor de
rubbermarkt
dient hier een
uitzondering te worden gemaakt. Gedurende het grootste deel
van de herichtsperiode was de handel in deze afdeeling zeer
gering en bleven de koersen ongeveer op én peil. Op den
laatsten dag der beursweek echter ontstond veel grootere be-
langstelling, waardoor een aanmerkelijk koersherstel kon
intreden. Het publiek heeft echter nog geen groote aandacht
aan de opwaartsche beweging geschonken. Amsterdam Rubber:
298/
3
, 293, 303/; Hessa Rubber: 396
1
/
2
, 387/
4
, 395
1
/
4
; md.
Rubber Cy.: 312, 305, 312; Ned.Ind. Rubber en Koffie:
250 (ex div.), 257, 266; Oost-Java Rubber: 309’/
2
, 301, 308;
Serbadjadi: 283, 281,
2861/4;
Sumatra Caoutchouc Mij.:
239’/2, 234; Sumatra Rubber Cultuur Mij.: 262, 252, 250
1
/,
258; Wai Sumatra Rubber: 250, 246
1
/
2
.
Tabaksaandeeten
waren verdeeld, totdat ook hier tegen het
slot een gedecideerd betere stemming haar intrede heeft kunnen doen. Langzamerhand was in deze afdeeling eenige contramine
ontstaan, in verband met het feit, dat de najaarsinschrjvingen
nog niet zijn begonnen en bepaalde factoren, welke een hausse
in het leven kunnen roepen, niet werden verwacht. Door de
algemeen betere marktstemming is echter de baissepartij tot
dekkingsaankoopen overgegaan. Arendsburg: 469, 463
1
/
2
;
Besoeki Tabak: 305
1
/
2
, 302
1
/
3
, 309/
2
; Deli Batvia Mij.:
366
1
/
2
, 3623/4,
3731/;
Deli Mij.: 3961/3,
394/8,
401; Senembah
Mij.: 478, 474/
3
, 480
1
/
2
.
De
suilcermarkt
was vrijwel onbewogen, doch met een lichte
neiging tot reactie. De koersvariaties zijn echter gering
gebleven. Cultuur Mij der Vorstenlanden:
1
54’/2,
151, 1 56’/;
Handels Vereeniging Amsterdam: 5401/
4
, 535
1
/
2
, 539
1
/
4
; Ned.-
Indische Suiker Unie: 217, 213
1
/2, 215, 217; Poerworecljo:
1
12’/
2
, 108/
4
, 112; Tjeweng Lestari: 218, 212, 213.
Ook
petroleumaandeelen
hebben geen aanleiding tot bij-
zondere beschouwing gegeven. Voor aandeelen Koninklijke Petroleum Maatschappij ontstond op sommige dagen eenige
kooplust voor buitenlandsche rekening, waardoor de lagere
noteeringen van New York geen effect van beteekenis hebben
verkregen. Dordtsche Petroleum md. Mij.: 349, 346, 349
1
/
2
;
Geconsolideerde Hoil. Petr. Cy.:
1
59’/l, 1 56/
4
, 1 58’/; Kon.
Petroleum Mij.: 368/
4
, 372
1
/
2
, 373
1
/
4
.
Scheepvaartaandeelen
waren zeer stil, met hier en daar een
achteruitgang welke echter evenmin groote vormen heeft aan-
genomen. Tegen het slot viel ook hier een lichte verbete-
ring op te merken. Holland-Amerika Lijn: 68-66/
4
, 66;
Java-China-Japan Lijn: 108
1
/
4
, 107, 107/
4
; Kon. Ned. Stoom-
boot Mij.: 65/
4
, 62
1
/
3
; Nederlandsche Scheepvaart Unie:
148, 147/
4
, 148’/
2
.
Op de afdeeling voor
mijnwaarclen
viel een scherpe koersval
voor aandcelen Algemeene Exploratie Maatschappij te. con-
stateeren. Voor het overige was de aandacht voor deze markt
gering. Alg. Exploratie Mij.: 135’/
31
129
3
/
4
,
123; Bi]]iton
le Rubriek: 521, 519
1
/
2
, 523; Redjang Lebong: 298, 302,
299/
4
.
Bankaandeelen
bleven doorgaans vast. Amsterdamsche
Bank: 151, 152, 151
3
/
4
; Hoil. Bank voor Zuid-Amerika: 65
3
/
4
,
64/
4
, 64; Koloniale Bank: 177
1
/
21
178, 175
1
/
2
, 176/
8
; Ned.-
md. Hand. Bank.: 141’/
2
, 140/
4
, 141
1
/8; Ned. Handel Mij.
C. v. A.: 137/, 1
395/s,
1 40/
3
; R’damsche Bankvereeniging:
73
1
/
3
, 71
1
/
3
, 73
1
/
3
; Twentsche Bank: 132.
De
Amerikaansche markt
heeft zich bij New York aangesloten
In verband met de reactie daar ter plaatse was de belangstel-
ling voor de aan onze beurs verhandelde Amerikaansche fond-sen ook iets kleiner. Anaconda Copper: 84
1
/
4
, 83, 86’/
3
; Stude-
baker: 1220, 1175, 1205 (ex div.), 1215; United States Steel
Corp.: 120, 121/
4
,
122; Atchison Topeca:
1241/4,
123
1
/;
Baltimore en Ohio: 80, 78/
4
(ex div.), 78/; Ene 33, 31
1
/
4
,
32
15
/
16
; St. Louis-SanFrancisco: 99, 102
9
101; Union Pacific Cy:
144
1
/
8
, I42/, 144/ Wabash Rw.:
4515/,
41
15
/
3
, 44
17
/
32
.
De
geidmarkt is
iets ruimer geworden; prolongatie noteerde
3
1
/ na 4
1
/ %.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

8 September 1925.

Met uitzondering van een enkelen dag, toen de-prijzen in
Amerika voor bijna alle graansoorten aanzienlijk hooger
afkwamen, heeft de dalende beweging der tarweprjzen zich
voortgezet. Van 31 Augustus tot 5 September daalde October Winnipeg van 136,50 tot 132,50, dus 4 ets. per bu., terwijl het
verschil in Chicago in dezelfde periode slechts 2
1
/2 ct. bedraagt.
Niet onwaarschijnlijk is, dat het verschil nog grooter wordt, daar
meer en meer wordt bevestigd, dat de Ver. Staten niets of
althans zeer weinig te exporteeren zullen hebben. Uit Amerika
wordt bij voortduring een goede vraag van de inlandsehe meel-fabrieken gemeld. Deze is evenwel niet voldoende geweest om
de markt een vast karakter te geven; de prijsbeweging van
Winnipeg wordt toch nog steeds min of meer gevolgd. Voor
Europa komt thans in de eerste plaats de Canadeesehe tarwe in
aanmerking. In de meeste landen, zoo ook te onzent, beperken
de koopers zich tot het opnemen van de vroegste afladingen,
die zij kunnen% koopen. In Engeland worden ook regelmatig
zaken op October/November aflading gedaan, ofschoon vaak
door blanco koopers beneden de vraagprjzen van de eerste
hand. De afladingen waren in de afgeloopen week iets ruimer,
doch zijn toch nog niet groot. Hierbij moet men evenwel de
mindere behoefte van de importianden in aanmerking nemen
wegens de goede eigen oogsten.
In het vorig overzicht wezen wij nog op de ruime oogsten
van verschillende continentale landen; nieuwe cijfers kunnen
wij nint geven, doch de goede berichten worden vrijwel alge-
meen bevestigd. Ook de oogstbenichten van de exportlanden
van het Zuidelijk halfrond zijn bijzonder gunstig, doch die
oogsten zijn nog zoo ver in de toekomst, dat daaruit geen al te
groote gevolgtrekkingen kunnen gemaakt worden. De raming
van de met tarwe bebouwde oppervlakte gepubliceerd door het
Argentijnsehe Gouvernement geeft hoogere cijfers dan het
rapport van 15 Juli. De oppervlakte wordt ongeveer 6 %
hooger geraamd dan een jaar geleden. De Argentijnsohe tarwe-
markten volgden de beweging van de Noord-Amerikaansohe
en Europeesche markten, zoowel voor ouden als voor nieuwen
oogst. De daling gedurende de laatste week bedraagt on-.
geveer 3 %.
Na
de uitvoerige beschouwingen der laatste weken valt over
r o g g e weinig nieuws te vertellen; ten gevolge van het over-
vloedig aanbod uit verschillende landen blijven de import-
landen uiterst voorzichtig in het doen van inkoopen. Noord-
Amerikaansche rogge wordt zoo goed als niet verhandeld, niet-
tegenstaande de prijs na een aanvankelijke verhooging wederom
scherp gedaald is. Polen en Rusland blijven ruim aanbieden.
De toestand van de
in
a ï s-maikt bleef ongeveer onveran-
derd, met uitzondering van het feit, dat N. -Amerika op den
3den September plotseling 5 ets. hooger voor ouden oogst en
31/4 ets hooger voor nieuwen oogst sloot. Van deze verhooging
ging in de volgende dagen wederom een paar cents verloren,
maar voor het oogeriblik zijn de vraagprij zen van Amerika toch
te hoog voor Europa. Door deze Amerikaansehe verhooging
kregen ook de prijzen in Argentinië een stoot naar boven, doch
ook die toonen sedert dien veer een neiging tot daling.
In Europa verbeterde evenwel de toestand voor de zeer
spoedig leverbare maïs. De Engelsche markt vond plaatsing
voor alle spoedige ladingen, terwijl er een naar Antwerpen ge-
dirigeerd werd en bovendien Rotterdam een lading kocht. De
prijzen van loco maïs die o.a. in Holland en België sterk stijgend
waren, zijn wederom wat gemakkelijker, maar voor de eerst.
verwachte maïs blijft de toestand toch tamelijk vast, aangezien
de consumenten zonder voorraad van eenige beteekenis zijn en
de aanvoeren voorloopig niet overmatig groot zullen worden.
Engeland kocht ook eenige ladingen Donau mais. De Donau
biedt vel op later tamelijk ruim aan, doch de stoomende hoe-
veelheid is niet bijzonder groot. -Zuid-Afrika blijft een depri-
meerenden invloed op de markt uitoefenen. Nu en dan trekken
de verkoopers zich plotseling terug, doch juist als de Euro-
peesche markt beter schijnt te worden, komen er wederom
offertes los, tot aanzienlijk lagere prijzen dan men verwacht
had. Deze maand mag Duitsehiand nog maïs invoeren zonder
het nieuwe invoerrecht er op te betalen. In verband hiermede
was er eenige vraag voor deze maand aankomende mais, maar
de hoeveelheid die gekocht werd, is toch van bescheiden
omvang.
De g e r s tmarkt is nog niet verbeterd, slechts op enkele
dagen werd iets meer gevraagd, maar het niveau is niet ver-
hoogd, eerder nog iets gedaald; zoowel voor dit artikel als voo
huver merkt men evenwel, dat althans voorloopig de flauwe
berichten zich wel in den prijs hebben verdisconteerd; de
prijzen zijn althans in den laatsten tijd weinig veranderd.
Het bovengenoemde Argentijnsehe oogstbenicht geeft voor
h a v e r een vermeerdering van de oppervlakte met ca. 10 %.

792

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 September 1925

Noteeringen.

Chicago
Buenos
Aires

Data
Tarwe
Maïs
Haver
Tarwe
Maïs
Lijnzaad
Sept.
Sept.
Sept.
Sept. Sept.
Sept.

5 Spt.’25
151k
97y
4

38M
13,10
1
)
9,-
1)
20,35
1
)
29Aug.’25
153k
925/
8

381I
13,55
1
)
8,95
1
)
20,20
1
)
5Spt.’24
12211
8

117’/
477/
8

14,90
10,45′)
22,90
1
)
5Spt.’23
1018/
8

851/
8

37′
11,50
8,90
22,50
5 Spt.’22
993
61
33
7
i
11,35
8,20
18,65
20 Juli’14
82
568/
8

36X
5,38 13,70
1)
per October
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

1

7Sept.
t 31
Aug.
1

8Sept.
Soorten

1

1925

1

25

1
924

Tarwe’
.-.

…………
1
16,25 15,50 14,50
Rogge (No. 2 Western)

1
11,50
11,75
13,-
Maïs
(La

Plata)… …….
2
228,-
234,-
226,-
Gerst (48 Ib. malting)

2
212,- 219,-
295,-
Haver

……………..
1
10,80
4
)
11,-
4
)
15,50
4
)
Lijnkoeken (Noord.Ameri-
kavan La Plata-zaad)
1
14,30 13,90
14,60
Lijnzaad (La Plata)

.

..8
442,-
441,_
455,-
1)
per 100 KG.

2)
per 2000 KG.

8)
per 1960 KG.
‘No. 2 Hard/Red Winter Wheat.
4)
Canada No. 3.

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Artikelen

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

30Aug.15
Sept.I

Sedert
Overeenk.
30
Aug.15 Sept.
Sedert
Overeenk.
1925 1924 1925

1
Jan.
1925
tijdvak
1924
1925
1Jan.
1925
tijdvak
1924

Tarwe

.

..


42.637
830.450
673.785

17.024
20.573
847.474
694.358
Rogge
.. .. ..

.
..


8.003
185.051
327.208


3.775 185.051
330.983
Boekweit
.

17.154 13.558


528
17.154 14.086
MaIs
.

._..
16.257
459.932
512.493
2.270
53.493 84.370
513.425
596.863
Gerst.

____
10.335
140.305 207.691
740
4.854
28.606
145.159
236.297
Haver

..

.
11.244
148.497 120.053

252
305
148.749 120.358
Lijnzaad

..

..

._..
9.670
136.176
171.421

43.979 53.302
180.155
224.723
Lijnkoek……….
1.884
138.700
148.314
– –
700
138.700 149.014
Tarwemeel

__ … …. ..
4.135
86.950
157.062
390
12.813
17.787
99.763
174.849
Andere meelsoorten
.. ..
273
3.794
5.197



3.794
1

5.197

SUIKER.

NOTEERINGEN.

Londen
New
York

Amster-

White Java s

Cuba
S

960
Data

damer ?aeS
•f.o.b.
per

96
1
ci.!.

Centri-

No. 1 Sept.jOct.

September fugals

kristalsulker 8h.

Sh.

Sh.

$ ets.
basis 99°
7Sept.’25
f
188

34(9

13/10L

121_

2)

31Aug.’25

18

35/3

1413

1213

4,40
7Sept.’24

23′

45/6

21/_

211_

5,78
7
»
1
23

29
7
/
8

5813

22/_

32;_

6,28

ruws uiker
basis 88°
4 Juli ’14
f 11
18
/
32
18/-

3,26

basis 990

1)
liet verschil tusschen ruwsuiker 88
0
en
f
1
413/,
,
1
krist.suik.990 is aan te nemen
opf3p.
100KG.

2) Geen noteering.

De verschillende suikermarkten waren de afgeloopen week
kalm gestemd.
In A m e r i k a brokkelden de prijzen voor Spot Centri-
fugals zoowel als op de termijnmarkt geleidelijk wat af, hetgeen
blijkt uit ondorvolgende cijfers.

Sp. C. Sept. Dec. Jan. Maart
Slot voorafgaande week …. 4.40 2.60 2.64 2.61 2.67
Opening verslag ……4.40 2.60 2.64 2.62 2.67
Slot

,,

4.33

2.52

2.57

2.62 2.57

De ontvangsten in de Atlantische havens der Vereenigde
Staten bedroegen 52.000 tons, de versmeltingen 66.000 tons
en de voorraden 152.000 tons. Gedurende de eerste dagen der week toonden raffinadeurs
nog wat belangstelling voor Cubasuiker prompte verseheping
tot 2
5
/
8
d.e. c. & fr.. New York, waarna zij zich terugtrokken,
terwijl aanvankelijk met Europa eenige zaken in deze positie
tot stand kwamen tot sh.
12/11/2
en sh. 12/3 c.i.f., waarna
eenige ladingen September/October verscheping tot 11/10
1
/
2

c.i.f. Engeland verkocht werden.
De Cubastatistiek is als volgt:
1925

1924

1923
Tons

Tons

Tons

Weekontvangsten 29Aug…..36.407

20.187

10.176
Tot. sedert 1/12/’24-29/8/’25 4.582,969 3.635.707 3.339.194

Werkende fabrieken

3

1

1
Weekuitvoer 29 Aug . ……..

80.213

62.372

25.923
Tot. uitv. sedert 1/1-29/8 . . 3.759.990 3.203.584 2.909.612
Totale voorraad 29Aug…..822.799 432.123 429.588
Het Departement van Landbouw te Washington heeft den
komenden Cubaoogst op 5.357.000 tons geraamd.
In E n g e 1 a n d verlaagden Raffinadeurs hunne prijzen
deze week met 3 d. en 6 d. naar gelang der kwaliteit.
R u s 1 a n d bleef belangstelling toonen voor prompte
suikers, terwijl in D u i t s c h 1 a n d de koopiust voor import-
suiker verminderde met het oog op de aanstaande opening der

bietcampagne en het feit dat de voorraden aan het eind van
Juli volgens de ,,Deutsche Zuckerindustrie” 187.750 tons
zouden bedragen of 70.000 tons meer dan Licht’s raming van
11 .500 tons. Indien het eerste cijfer juist is, hetgeen algemeen
wordt aangenomen, zal Duitschland geen suiker behoeven in te
voeren tot den nieuwen oogst. Het vorig jaar echter bedroeg
de consumptie gedurende Augustus en September totaal
186.000 tons, terwijl het verbruik sindsdien is toegenomen.
De zichtbare voorraden zijn volgens Czarnikow:
1925

1924

1923
Tons

Tons

Tons
Duitschiand 1 Aug . ………

118.000 277.000 395.000
Tsj echo- Slowakij e 1 Aug. ….

149.000

58.000

80.000
Frankrijk 1 Aug ……….. ..98.000

58.000

104.000
Holland 1 Aug . ………….

93.000

51.000

56.000
België 1 Aug…………….65.000

32.000

30.000
Engeland 1 Aug………….290.000

244.000 326.000

Europa ……813.000 720.000 991.000
V.S. AtI. havens 2 Sept……152.000

104.000

104.000
Cuba 29 Aug. Alle havens

823.000 432.000 429.000

Totaal ……..1.788.000 1.256.000 1.524.000
Op J a v a verkocht de V.I.S.P. nog wat restant.Musco-
vados tot / 8’/, terwijl in de tweede hand voor eenige post4es
Superieur
110
0
/
8
en
t
101/
4
werd betahld.
H i e r te lande was de stemming in sympathie met
Nev York en Londen uiterst kalm tot flauw. Prijzen brokkel-
den dan ook ongeveer
t
-,50 af wegens voortdurend aanbod en
de noteeringen kwamen op ,” 1 8’/ voor September,
t
8
1
/
0
voor
December en / 18
1
/
4
voor Maart. Aan het slot waren verkoopers
wat terughoudender, waardoor de stemming iets verbeterde.
De omzet bedroeg deze week ongeveer 2000 tons.

KATOEN.
Marktbericl,t van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester, d.d. 2 September 1925.

De daling van Amerikaansche katoenprjzen hield tot
gisteren aan, toen November en December ,,futures” te Liver-
pool 11,54 noteerden. Later in den middag herstelden prij-
zen zich echter en het slot was ongeveer gelijk aan de middag-
noteeringen van verleden Maandag, terwijl hedenmorgen de
markt onveranderd opende. De behandeling van den nieuwen
oogst maakt goeden voortgang en de ontvangsten in de havens
zijn ook grooter dan verleden jaar. De verschepingen naar het
Continent zijn bijna driemaal zoo groot als het vorig seizoen,
doch deze zijn daarentegen, wat Frankrijk en Engeland
betreft, aanzienlijk kleiner. Prijzen van Egyptische katoen
zijn wat vaster. De aanplant van den niewiven oogst bedraagt
naar schatting 137.000 feddans meer dan het laatste seizoen.
Verkcopen zijn slechts gering en de handel schijnt een a.fzijdige
houding aan te nemen met het oog op de komst van den
nieuwen oogst.
De Amerikaansche garenmarkt toont weinig verandering,

9
September
1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

koopers zijn voorzichtig en dekken zich uitsluitend voor directe
behoefte. Er is voldoende vraag, doch de geboden prijzen zijn
veel te laag, zoodat de omzet in verhouding tot de vraag nog
zeer klein is. Er zijn enkele flinke partijen 44er voor dhooties
geboekt en naar getwijnde garens bestaat een goede vraag
voor Rusland. Sprnners trachten hun marges te verbeteren,
speciaal daar, waar het open contracten betreft, doch indien
men tegelijk met de orders de bijzonderheden opgeeft, kan men
over het algemeen nog wel behoorlijke concessies verkrijgen.
Enkelen meenen, dat de tegenwoordige prijsbasis reeds vrij
safe is en men volgt met belangstelling den loop der katoen-
prijzen.
Egyptische garens worden weinig verkocht en slechts hier
en daar worden enkele postjes geboekt.
De lagere katoenprijzen hebben een ongunstigen invloed gehad op de doekmarkt; aanvragen worden teruggehouden
en de vraag is aanmerkelijk
min4er
dafi verleden week. Katoen
is ophet oogenblik de beslissende factor; wij zijn er van over-
tuigd, dat elke prjsreactie een opleving der vraag zou betee-
kenen. Hoewel er dus in de afgeloopen week weinig geboekt is,
kan men niet zeggen, dat de toon der markt veel slechter is.
Men voelt algemeen, dat er behoefte aan manufacturen bestaat,
doch het noodige vertrouwen om te koopen ontbreekt nog. De Oostersche markten, als ook China, toonen wel belangstelling
en de binnenkomende mails luiden gunstiger. Over het alge-
meen wachten koopers echter op vastere katoenprijzen en een
meer gelijkmatige prjsbasis. 26Aug. 2 Sept. Oost. koersen. 25Aug. 1 Sept.
Liverpoolnoteeringen. T.T.op Br.Indië 1/6 116,8,
F.G.F.Sakellaridis 28,40 27,95 T.T.opllongkong2/4% 214%
G.F. No. 1 Oomra 9,45 8,90 T.T.op Shanghai 3/23. 3/2
8
%

Noteering voor Loco-Katoen.
(Middling Uplande.)

4Sept
1925
I
28Aug.
1925
1

21
Aug.
1925
4Sept.

1
1924
4Sept.
1923

New York voor
Middling …
22,65 c 22,55 c 23,65 c 25,65 c
25,95 c
New Orleans
voor Middling
21,86 c
22,- c
22,95 c
23,65 c
24,50 c
Liverpool voor Middling
.
..
12,51 d 12,60 d 13,07 d
15,25 d
15,55d*)
*)
Voor fully middling ouden Standaard.

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).

1
Aug.’25
tot
28Aug.’25

Overeenkomstige periode

1923
-_
1924

Ontvangsten Gulf-Havens.

328,5 212 292
Atlant.Havens
j
UitvoernaarGr.Brittannië
1

25
47
43
,,’tVastelandetc.1
164
79
155

11

Japan

_….
15
3
4

Voorraden.
(In duizendtallen balen).

Overeenkomstig tijdstip
28Aug.’25
1924
1923

Amerik. havens
…….
.
294
267
256
267
177
328
Binnenland

………
New York .-. …………-
39
65
15
New Orleans
.. .. .. ..
68
37
41
Liverpool . … .. .. … ..

212

1

125

1

81

KOFFIE.

De vaste stemming, die nu reeds vele weken voor het artikel
geheerscht heeft, hield ook in de afgeloopen week aan, en in de
eerste plaats kwam zij wederom tot uitdrukking in de notee-
ringen aan de termijnmarkten. Dc oorzaak dezer vastheid was
ook ditmaal te zoeken in de houding van Brazilië, alwaar de
wisselkoers op Londen reeds vier weken geleden hoven 6 d.
kwam en zelfs op 2 dezer een stand bereikte van
625/,,
d., om
daarna iets te dalen, namelijk tot op 6/8 d. Deze loop van den
koers is te danken aan de steunmaatregelen der Braziliaansche Regeering (in de eerste plaats de intrekking van een belangrijk
bedrag van het in omloop zijnde papieren geld) en verder aan
het groote aanbod in Brazilië van wissels op Londen als gevolg
van omvangrijke koffieverschepingen in de laatste maanden.
Daar de stijging van den wisselkoers niet is samengegaan met
een daarmede overeenstemmende daling van de binnenland-
sche koffieprijzen in Milreis, moest dit natuurlijk tot resnitaat
hebben, dat de kost- en vrachtaanbiedingen van Brazilië
hooger liepen, hetgeen dan ook bijna onafgebroken in den laatsten tijd het geval is geweest. Alleen in de a,ller]aatste

dagen waren zij bij den iets terugloopenden wisselkoers, in
de meeste gevallen enkele shilLings lager.
De dezer dagen uitgekomen Maandelijksehe Statistiek van
de Makelaarsfirma G. Duuring & Zoon, dlhier, wijst aan, dat de
zichtbare vereldvoorraad op 1 September bedroeg 5.237.000
balen tegen 5.287.000 balen verleden jaar. Vergeleken tegen-over een maand geleden beteekent dit voor 1925 een toename van 23.000 balen, terwijl deze toename verleden jaar bedroeg
909.000 balen. Kan dit dus als gunstig voor het artikel worden
beschouwd, zoo mag aan den anderen kant niet.worden over
het hoofd gezien, dat de afleveringen in Europa en’ in Noord-
Amerika in de eerste acht maanden van dit jaar niet minder
dan 1.746.000 balen kleiner waren dan in dezelfde periode van
het jaar 1924, nl. 11.922.000 balen tegen 13.668.000 balen
,verleden jaar.
In kost- en vrachtzaken op aflading van Brazilië ging in de
afgeloopen week slechts weinig om en de prijzen van goedbe-
schreven Superior, Santos op prompte verscheping zijn thans ongeveer 107/- A 109/- per cwt,, en van dito Prime ongeveer
110/- A 112/. per cwt., terwijl zij van Rio type New York 7
met beschrijving, prompte verscheping, bedragen 92/6 & 93/-
per cwt. en voor latere verschepingen 89/- A, 92/- per cwt., naar
gelang van den verschepingstermijn.
In. Robusta op aflading ging, voornamelijk in Palembang
Robusta, het een en andcr om. De noteeringen zijn op het
oogenblik:
Palembang Robusta, September verscheping, 50 c.
W.I.B. Robusta, September verscheping,
571/2
c. A 58 c.
per
1/,
KG., c.i.f., uitgeleverd gewicht, netto contant.
In loco valt over den afzet nog altijd niet te roemen. De
officieele noteeringen, die feitelijk te lang onveranderd waren
gebleven, zijn enkele dagen geleden verhoogd voor Superior Santos van 70 c. op 72 c. en voor Robusta van 62 c. op 63 c.
per ‘/, KG.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt waren
aan de ochtendcall als volgt:

Santos-contract

Gemengd Contract
basis Good

11

basis Santos Good

Sept.
Dec.
Mrt.

Mei
Sept.
Dec.l Mrt.
I
_Mei

8 Sept:621,(
556/
t

505/
48s/
g

60
538
485j
46s/
1

,,

601/
2

55%
507/
8

48
3
4
59
8
/8
541/
491j
467/
t

25 Aug.
53%
49
.
47
57%
5181
8

47
8
,8
455/
8

18

,,

575
529/
4

4914 47
7
/
8

57
505/
8

47s
4534

De slotnoteeringen
te New York van het
aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:

Sept.

I
Dec.
I

Mrt.

I
Mei

$
20,25
$
18,30
$
16,84
$
15,95
,, 20,42
18,42
16,97
16,06
4

Sept……..
31 Aug……..
,,

19,48
17,50
16,20 15,25
24

,……..
17

,.
…….
,,

19,34
,.

17,30
,,

16,10
,,

15,30

Rotterdam, 8 Sept. 1925.

(Mededeeling van de Vereeniging
voor den Goederenhandil
.te Rotterdam.)
Noteeringen en voorradenin Brazilië.

Data
te Rio
1 1
te Santos

1
Wisselkoers
te Rio
Londen
Voorraad
1

Prijs

1
Voorraad 1
Prijs
bp
(In Balen)
1
No. 71)
1
(In Balen)
1
No.
41)

7 Sept. 1925
219.000
1
30.300 1.178.000
1
31.500
65
31 Aug. 1925
261.000
1
31.325
1.184.000
1
32.500
611
2

24

,,

1925
195.000
t
32.350
1.292.000
1
33.000
6
7
/8
2

8 Sept. 1924
354.000 34.050 1.513.000
39.000
525′
le’

Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.

te Rio

te Santos
Data
Afgeloopen

Sedert Afgeloopen

Sedert
week

1Juli

week

1Juli

5 Sept. 1925 –

134.000

919.000 197.000 1.626.000
6 Sept. 1924… .-. 108.000

988.000 272.000 1.439.000
1) In Reis.

THEE.

De stemming op de theemarkt te Londen in de afgeloopen
week onderging weinig verandering in zooverre, dat wederöm
goede vraag bleef bestaan voor de goede soorten, doch dat de
belangstelling voor de ordinaire soorten en eveneens nu ook
voor de middensoorten verder afnemende was, zoodat deze
kwaliteiten van d. tot 1 .d. in prijs moesten laten vallen.
Vele ordinaire soorten zijn thans op een prjsbasis gekomen, die niet meer of nauwelijks de productiekosten, verhoogd met
vracht en verkoopingsonkosten, dekt.

794

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 September 1925

liet laat zich dan ook aanzien, dat de aanvoer van deze
soorten op de Europeesche markten hoe langer hoe meer inge-
kromuen zal worden en dat men zich in de theeproduceerende
landen wederom zal gaan toeleggen op fijner pluk en betere
bereiding.
De middenprjs voor Er. .Indische thee staat thans 5
6 d. lager dan verleden jaar om denzeifden tijd, terwijl de
middenprijs der Ceylonthee een verlaging te zien geeft van 4 d.
per lb.
De voorraad in Londen op uit° Augustus wijst ten opzichte
van een maand geleden een vrijwel evèngroote hoeveelheid aan
van ruim 150 inillioen lbs. In 1924 was deze voorraad in Augus-
tus nog met 4 millioen lbs. toegenomen, doch bewoog deze
zich op uit° Augustus 1924 op een niveau, dat ongeveer 40
miffioen lbs. lager is dan thans.
De oogstberichten van Java geven voor Augustusnog een
verderen teruggang ten opzichte van de vorige maand te zien
en zijn er nog geen telegrafische berichten, dat de regens zijn
doorgekomen.
Amsterdam, 7 September 1925.

RUBBER.

De opening van de rubbermarkt was de afgeloopen week
aanmerkelijk vaster ten gevolge van den sterken teruggang der voorraden in Londen. Over het algemeen was er goede
kooplust van Amerikaansche zijde, welke aan het einde der
week echter weer afnam. De stemming verflauwde dienten-
gevolge en ook de noteeringen gingen over de geheelejiie iets
terug.
De slotnoteeringen luiden als volgt:
7 September 1925.
Standard Sheets:

einde voorafgaande week:
September 225k ct. …………… 219

ct.
October

21.6

..

…………… 195
Oct./Dec.

202

……………..
192
Jan./Maart 185

……………..175’/
2

METALEN.
L000-Noteeringen te
Louden:

Koper

Koper
• Data

Stan-

Electro-

Tin

Lood

Zink
daard

lytisch

7 Sept. 1925..

62.1216

68.15/- 257.2/6

38.10/_

36.15/_
31 Aug.1925..

61.1716

67.7/6

252.-/-

38.17/6

36.15/-
24

1925..

63.216

69.10/- 257.-/-

39.2/6

37.2/6
17

,,

1925..

62.15/_

68.15/_ 257.716

37.1716

36.1716
8 Sept.1924..

65.5/-

68._/-,

253.1216

33.5/-

33.2/6
20 Juli 1914..

61.-/-

145.15/-

19._1_

21.101_

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.

De graanvrachtenmarkt van Amerika leefde afgeloopen week
wat op. De nieeste bevrachtingen vonden plaats van Montreal
naar Antwerpen/Hamburg range op basis: prompte belading
11 cents per 100 lbs. zwaar graan; 10/20 September 11 cents;
24/29 Septembei 12 cents; 1/15 October 13
1
/2
cents. Per No-
vember vond een afsluiting plaats tegen 14 cents. Voor andere
bestemmingen is geen vraag, slechts werd de Middellandsche
Zee in sommige gevallen als optie gevraagd. De Northern
Range was zeer stil en er werd slechts één boot hevracht van
Baltimore naar Antwerpen tegen 10 cents, belading eerste
dagen van deze maand.
De suikermarkt van West-Indië was kalm ofschoon ver-
scheidene ladingen konden worden afgesloten per September
en begin October. Op basis van 16/. voor een 6000 tonner werd
naar U.K./Continent bevracht.
Ook de markt van de North Pacific was kalm met weinig
vraag. Een lading werd gedaan van Vancouver/Portland/Puget
Sound naar U.K./Continent tegen 33/6 per December/Januari.
De River Plate heeft een verderen val in vrachten te zien
gegeven en er ging slechts weinig om. Een 5500 tonner werd
bevracht voor spotprompte belading van [Jpriver naar
Continent tegen 17/. met volle opties doch de vracht is sinds-
dien weder gevallen en accepteerde een 3700 tonner 11/- naar
U.K./Continent van Below Bar.
De salpeter vrachtenmarkt veranderde weinig, doch daar
het aanbod. vanlijnruimte naar Europa afneemt, vertoonen de
vrachten een geringe stijging. Naar de Antwerpen/Hamburg
range werd 20/- bedongen voor 1500 tons, September aflading.
Voor volle ladingen per October is de vraag zeer gering en de
afsluiting van een boot in deze positie wordt gerapporteerd
tegen 21/- naar de Continentale hnvens. Per November wordt
22/6 geindiceerd naar Bordeau x/Ham burg range met de optie

van Bergen/Malmö/Denemarken tegen 23/6, Danzig 24/6.
Met uitzondering van Australië en ten deele ook Zuid-Afrika,
waren de Oostelijke markten de a.fgeloopen week zeer kalm.
Voor olie werd een dieptank bevracht van Wladiwostock per
Januari naar de gebruikelijke U.K./Continent havens tegen
75/-, doch ook hier is de vraag zeer gering. Voor nieuwe oogst-
belading werden van West-Australië 5 ladingen afges]oten in
alle posities tussehen 10 December en 28 Februari tegen 40/-
naar de Middellandsche Zee/UK/Continent, terwijl ook van uid-Australië/Victoria/Svdney op basis van 43/9 werd he-
vracht per December/Januari.
De markt van Burmah blijft flauw en voor vroege posities is
zeer weinig vraag. Voor de eerste maanden van het volgende
jaar zijn echter de lijnbooten volgeboekt op basis van 32/6 rijst,
35/- rijstmeel naar de gebruikelijke loshavens. Britsch-Indië
was keim en er werd een klein aantal ladingen afgesloten van
Bombay/Marmagoa/Karachi naar O.K]Continent op basis
van 23/- per Septembex-/October. Ook Mauritius was kalm en
de eenige afsluiting is een boot van 7900 tons maximum per
1/20 October tegen 23/6 één, 24/6 twee havens.
Van Zuid-Afrika werd een aantal booten afgesloten voor
mais en de vrachten bleven vast van Kaapstad/Durban range
naar tT.K./C
on
ti
nen
t op basis van 23/- per September/10 Oc-
tober, 23/6 12 October/12 November met volle opties. Ook
werd een aantal suikerladingen bevracht van Durban naar
U.K. tegen 22/6 September, 22/- October.
Van de Zwarte Zee was in het begin der week de vraag ver-
dwenën, doch tegen het einde der week leefde zij weder op en
vrij wat booten werden bevracht. Voor September hebben de
bevrachters hun behoefte gedekt, doch per October vragen zij
tonnage van 5000 tons tegen 13/3 Continent, 13/9 U.K., terwijl
booten van 6/7000 tons 12/9 bedingen naar het Continent. De
Donau is kalm en er is geen enkele definitieve graanorder in
de markt.
Van de Middellandsche Zee vonden iets meer afsluitingen in
erts plaats doch de vrachten bleven onveranderd. Afsluitingen
zijn o.a. Talanta Channel/Middllesboro 7/-, Bona/Rotterdam
4/6, Algiers/Rotterdam 4/6, Newport River 5/9. Voor fosfaat
worden slechts kleine booten gezocht, doch afsluitingen vonden
niet plaats. Van Zuid-Spanje vonden afsluitingen in fruit plaats
tegen 20/- per 100 c.f. voor booten tot 110.000 c.f. Van Alexan-
drië werd een boot gedaan van 330.000 c.f. per September
naar Hull tegen 10/6 per 60 c.f.
Van deGoLf van Biscaye is slechts weinig te doen, doch af-
sluitingen van Bilbao zijn o.a.: Cardiff 5/6, Newport River
6/1’/
2
en Britonferry 6/9.
De Time-charter vrachtenmarkt gaf afsluitingen te zien voor
de States/West-Indië vaart en de vrachten zijn van
$ 1,—
tot
$ 1,50. naar gelang van grootte. Voor Pacific vaart met terug.
levering in Australië werd 4/. betaald voor groote booten,
hetgeen kan worden herhaald.
De kolenvrachtenmarkt van Amerika was zeer kalm en er
vonden deze week geen afsluitingen plaats naar Zuid-Amerika of Europa.
Op de kolenvrachtenmarkt van Engeland bestaat nog groote
vraag naar ruimte voor Zuid-Amerika, en naar Buenos-Aires
waren bevrachters gedwongen
1
7/9 te betalen. Andere rich-
tingen zijn flauw, doch er bestaat iets meer vraag naar de
Middellandsche Zee. Van Zuid-Wales zijn de afsluitingen o.a.
de volgende: T)ieppe 3/3, Oporto 8/-, Marseille 8/-, Port Said
8/-, Kingston 8/3, Santos 15/9, Buenos-Aires 17/9, terwijl de
afsluitingen van de Oostkust o.m. zijn: Gothenburg 4/10’/,,
Riga 5/1
‘/2’
Bordeaux 3/1 0′
2
, Venetië 8/6, Buenos-Aires 17/3. 7 September 1925.

RIJN VAART.
Week van 30 Augustus t/m. 5 September 1925.

De aanvoeren van zeezijde bleven gering. Tegenover veel
aanbieding van soheepsruimte, was de vraag gering, zoodat de
stemming zeer gedrukt bleef.
De ertsvrachten bedroegen / 0,30 met
I
lostjjd; t 0,40 met
lostijd.
Vracht voor ruwe producten naar Mannheim ca. t 0,70
/ 0,80 met verkorten lostijd.
Sleeploon liep geleidelijk terug van / 0,35 tot / 0,27/0,25
tarief.
De watertand was gunstig.
De vrachtenmarkt in de Ruhrhavens bleef eveneens gedrukt. Ten gevolge van de geringe verscheping naar den Bovenrjn,
alsmede veel aanbieding van scheepsruiinte, ondergingen de
vrachten naar Holland een verdere daling.

9 September 1925

795

DE TWENTSCHE BANK

Amsterdam – Rotterdam – ‘s-Graveiihage – Dordrecht – Utrecht. – Zaalld’am – Zwolle

Maandstaat op 31 Augustus
1925

DEBET

Aandeelhouders nog te storten 90 pOt. op aandeelen B,
waarvoor waarborg gedeponeerd ………………….
Deelneming in de firma’s:
B. W. BLIJDENSTEIN & Co., te Londen
B. W. BLIJDENSTEIN Jr. te Enséhede
LEDEBOER & Co., te Almelo
Deelneming in bevriende Bankinstellingen …
f
10.739.431,13
waarvoor in geld gestort ………………………..

waarvoor effecten gedeponeerd ……………………
f
2.707.200,-
Effecten van Aandeelhouders
gedeponeerd bij bevriende instellingen …………….
eigen gebruike

……………………………..

,,
31.369.700.-

f

1.456.200,-

8.435.000,-

8.032.231″13

36.076.900,-
Kassa,

Wissels

en

Coupons

………………………….
,,
34.884.815,14
Ned. Schatkistbiljetten en Schatkistpromessen
12.663.309,38
Daggeldieeningen ………………………………….
1.800.000,-
Saldo’s

bij

Bankiers

………………………………

17.018.806,56
Eigen

effecten

en

syndicaten

……………………….

7.299.745,35
Saldo te leveren en te ontvangen fondsen
1.998,558,22
Prolongatiën

gegeven ………………………………
..
11.714.810,–
Oredietvereeniging

……………………..
. ………..
f
55.752.684,91
Af: ioopende

Promessen

……………………………..
,,

1.300.000,-
54.452.684,91
Voorschotten tegen Onderpand of Borgtocht en SâldiRek.-Crt
f
51.605.789,38
Af:

loopende

Promessen

……………………………
.

1.077.000,-
50.528.789,38
Voorschotten

op

Oonsignatiën ………..
………………
2.246.265,12
Gebouwen

…………………………………………..
,,
5.311.615,87


Totaal …….
f
253.919.731,06

CREDIT

Kapitaal …………………………………………
f
36.000.000,—,
Reservefonds ……………………………………..
8.822.001,91

Buitengewone

Reserve

………………………………
,,

1.800.000
1

Waarborgfonds Credietvereeniging …………………….
,,

5.362.292,50

Reserve

Oredietvereeniging

…………………. . ……..
,,

2.457.780,86

f
54.442.075,27
Aandeelhouders voor gedeponeerd als waarborg voor 90 pOt.
• –
storting op aandeelen B:
Effecten

…………………………
f

1.444.300,-
Oontanteti

………………………..
•in

Leen-Depdt

Effecten

…………………………
34.632.600,-
Contanten

……………………….

Effecten

…………………. ………
36.076.900,—
Totaal

Contanten

……………………….
.
,
60.550,-
Zieken-

en

Pensioejifonds …………………………..
2.403.033,84
Deposito’s

……………………………………….

47.516.959,84
Prolongatie-Deposito’s

……… . …………………….
..

2.098.100,-
Saldi

Rekeningen

Courant

……….
………………….
f
63:657.382,91
,,

voor gelden in het Buitenland

.
8.609.678,20

it

Credietvereeniging …………..
,,

4.209.286.49
,,
B. W. Bli.jdenstein & Co., Londen, B. W. Blijdenstein Jr.,
Enschede en Ledeboer & Co., Almelo
D aggeldleenin gen……………………………………
De Nederlandsche Bank
– •Te betalen Wissels ……………………………………
Geccepteerd door derden……………………………
• – Diverse Rekeningen …………………………… ……

11

3.765.717,14
6.000.000,-
334.947,46
19.170.809,07 3.115.671,74 2.458.619,10

Totaal……
f
253.919.731,06

9 SEPTEMBER 1925

10E JAAROANG No. 506

STEENKOLEN-HANDELSVEREENIGING

(COAL-TRADING ASSOCIATION)

Hoofdkantoor te Utrecht. Filialen te Amsterdam en Rotterdam

V ItIIV11L1

G

EDENKBOEK DER EERSTE H.B.S. 5

J. C.

MET GEWIJZIGD LEERPLAN (EERSTE

HANDELSSCHOOL) TE ROTTERDAM

UITGEGEVEN TER GELEGENHEID

VAN HÉT VIJFTIGJARIG BESTAAN + ONDER

REDACTIE VAN J. J. GERSTEL EN L. J. ROGIER

Door de samenwerking van oud-leeraren,

leeraren, oud-leerlingen en leerlingen, biedt

het boek een waardevol geheel, dat op aan-

trekkelijke wijze is uitgegeven. Voor alle

oud-leerlingen en leerlingen is het èn door

den inhoud èn door de talrijke portretten

en andere afbeeldingen een waardevolle

• herinnering aan hun schooltijd. Daarbij

bevat het een aantal bijdragen, die het

karakter van de H. B.S. -A.—de litterair-

economische school – in den breede doen

uitkomen. Het boek bevat meer dan 25

artikelen van een rijke verscheidenheid en

meer dan 35 afbeeldingen.

De prijs bedraagt voor een ingenaaid exempi.

f 2.50 en voor een gebonden exempl. f 3.50.

Verkrijgbaar bij den Boekhandel en bij Njgh & Van bitmar’s

Uitgevers-Maatschappij, Rotterdam

Nijgh & Van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij

Belast
zich
met ‘t verzorgen yan uitgaven .

. en tijdschriften op elk gebied.

VERSCHENEN:

Lessen over

den Handel

door

J. GROOTEN

Prijs f
8.—

Geb. f
8.90

Akm verkrijgbaar

hij den Boekhandel

en bij

Nijgh & van Ditmar’s Uitg.-Mij

Rotterdam

Werkloon-

berekening

Onmisbaar boekje voor allen

die werklieden in hun dienst
hebben. – Met berekeningen

in uurloon van
5-100
cent

Prijs f 1.55

Verkrijgb. bij den boekhandel en bij

NIJCH & VAN DITMAR’S UITG.-

MAATSCHAPPIJ, ROTTERDAM

NEDERIANDSHE HANDELAKATSMAPPIL

Gestort, Kapitaal
……
f 80.000.000,—.

.

. ..

.

Statutaire Reserve
….
f 20.536.861,—.
Buitengewone Reserve t .22.660000,—…

Hoofdkantoor: AMSTERDAM.
.

. Agentschappen .te
.
ROTTERDAM. en ‘s-GRAVENHAGE.

.

Direct opvorderbaar……………

1

%
per jaar

R EN TE

1
maand.
opzegging
..

……… . . ;.

2
3
maanden
opzegging. . . . .

• ….
272 %

voor

6

•.

……….

3.

%

DEP0s
TT0,

12

..

……….
45/2 %

i

:

Voor andere en VASTE termijnen, zoomede voor groote bedragen rentevergoeding nader
overeen te komen.

NIJGE & VAN DITMAIt’S BOEK- EN
HANDELSDRUKKERIJ, RO’ITERDAM

Auteur