20MEI 1925
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
EconoM1Sch’PWStat1
*st1*sche
Berl
“chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART
UITGAVE VAN, HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
1OE JAARGANG –
WOENSDAG 20 MEI 1925
No. 490
INHOUD.
Blz.
HET BELOISOFIE TRACTAAT VAN
3
APRIL
1925 T door
Prof. Jhr. Mr. W. J. M. van Eijsinga …………..
422
Verstoorde illusiës door
Mr. J. Kruseman
…………
423
Loonen en Loonsverhoudingen 2e halfjaar 1924 dLor
Ir.
B.
Bolger
………………………………
425
Qui bene distinguit bene docet T door
Dr. C. Gerretson.
428
AANTEEKENINGEN:
De Duitsche in- en uitvoer volgens de landen van
herkomst en bestemming ………………….
430
MAANDCIJFERS:
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam
……….
432
Postchèque en
Girodienst……………………
432
Giro-omzet
bij
De Nederlandsche Bank …………
432
Handelsbeweging over de maand Maart 1925 ……
432
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
………..
… ….. 433-439
Geidkoersen.
Bankstaten.
Goederenhandel.
Wisselkoersen.
Effectenbeurzen.
Verkeerswezen.
INSTiTUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Wd. Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.
ECONOMISCH-STATiSTISCHE BERICHTEN
COMMISSIE VAN ADVIES
J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van Lennep; Prof. Dr. E.
Moresco; Mr. Dr. L. F. Ti. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Ren gers; Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerde leden: Prof. Mr. D. van Blom;
Prof. Mr. H. R. Ribbius.
Redacteur-Secretaris: D. J. Wansink.
Secretariaat: Pieter de ‘Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in Nederland f20,—. Buitenland en Koloniën f25,— per
jaar. Losse nummers 50. cents. Leden en donateurs van het
tn8tituut ontvangen het weekblad gratis.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh cG van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, An&sterdaere, ‘s-Oravenhage.
19 MEI 1925.
De geldma.rkt bleef deze week vrijwel onveranderd.
liet aanbod van geld Voor particulier disconto was
nog weinig overvloedig. Aanvankelijk werd nog vrij
regelmatig voor
31%
pOt. afgedaan, maar later moest
3%
pOt. betaald worden, terwijl Vrijdag en Zaterdag
meestal niet onder
33/
pOt. te plaatsen was. Daar-
entegen was caligeld iets meer aangeboden en meestal
h 21
pOt. verkrijgbaar tegen
3 h 3%
pOt. gedurende
de vorige week. Alleen prolongatiegeld was weder
vrij ruim,
2%-3-2%
pOt.
* *
*
Op den weekstaat van De Neclerlancische Bank
geeft cle post hinnenlandsc:he vissels opnienw een
aanmerkelijke daling te zien. In totaal liep hij van
f
98,5
millioen tot
f
90 millioen terug, goeddeels
doordat de
f
4
millioen aan schatkistpromessen, welke
een week geleden nog rechtstreeks bij de Bank waren
ondergebracht, thans geheel uit haar portefeuille
blijkt te zijn verdwenen. De ibeleeningen vertoonen
een daling van ruim
f 1
miillioen.
liet renteloos voorschot aan het Rijk verminderde
nagenoeg met
f
5,6
millioen. Het bedraagt thans niet
meer ten volle
f 100.000.
De zilvervoorraacl der Bank
blijkt met een kleine
f 400.000
te zijn gestegen. Dc
daling van
f 4,6
millioen, die ‘de diverse rekeningen
op de actiefzijde der balans te zien geven, correspon-
deert voor een deel niet de gelijktijdige stijging van
den post papier op het buitenland, die in •de afgeioo-
pen week van
f 163,2
tot
f 165,3
millioen vermeer-
derde.
De b].jettencrculatie daalde met
f
23,8
millioeri.
De rekeningcourant-saldi ‘blijken met
f
6,6
millioen
te zijn gestegen. Het beschikbaar metaalsaido klom
niet
f
3,9
millioen. Het dekkingspercentage be-
draagt
54.
‘* *
*
De wisselmarkt was weder zeer stabiel. Londen liep
langzaam iets op, maar de stijging bedroeg nauwelijks
1
0/eo.
Geopend op
12,06
1%
A 1.2,06’/4
werd aan het
einde der week
12,01%
h
/’i
betaald. New York was
de geheele week omstreeks
2,48%
verkrijgbaar en ook
de overige go.udwissels schommelden vrijwel
niet. Zelfs
Parijs was ongekend rustig, hoewel de steiming
steeds flauw was. Geopend omstreeks
12,98
was Za-
terdag voor
12,93
verkrijgbaar. De eenige beweging
iran grooteren omvang was voor Buenos Aires. Een
verkeerd begrepen ,,Times”-bericbt deed den koers
Woensdag plotseling oploopen van 911% tot 100. Toen
echter 1bleek, ‘dat het gouduitvoerverbod alleen was
opgeheven voor vrij goud en, zooais reeds in het
vorige nummer vermeld werd, de conversiekas geslo-
ten bleef, zakte de koers weder in tot
981%
h
98%.
–
LONDEN, tS MEI 125.
De geidmarkt beschikte verleden week over onvol-
doende middelen en moest dientengevolge een belang-
rijk bedrag opnemen van de Bank van Engeland
h
5% pOt. Hoewel de positie de heide laatste dagen
van de week kunstmatig gemakkeljkei- gemaakt was
door aankoop van korte Schatkistipromessen uit de
markt, was toch geen enkele der ,,ciearing – banks”
afgever van geld, zoodat de vooruitzichten voor deze
week niet gunstig zijn.
Onder deze omstandigheden bleef de stemming in
de discontoniarkt zeer vast en had zelfs het feit, dat
de Bank van Engeland
Vrijdag
I.I. ruim ander-
half millioen goud kon aankoopen, géen merkbaren
invloed. Driemaands prima bankaccepten noteerden
4U/16_%;
koopers onder
43/4
waren echter schaarsch.
Heden was geld iets gemakkelijker en disconto
4%11/ie
onder den invloed van eenige buitenIand
seine vraag naar wissels.
Wisselkoersen weinig veranderd; slot heden. New
York
4,85%,
Amsterdam
12,07%—%.
422
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
20 Mei 1925
HET BELGISCHE TRACTAAT VAN
3 APRIL 1925.
1.
1:I
e
.t Belgische tractaat van 3 April 1925 handelt
weliswaar in hoofdzaak over Belgisch-Nederiandsche
waterwegen, doch het hee veel zijid iger beteekenis clan
dat. In de eerste plaats is het met zijn bijheheorende
stukken ie beschouwen als het einde van-een 111, jaar
lange volkenrechtelijke evolu.tie, waaiibij de Neclr-
Is nd sch-Belgische hetrokkin gen geregeld werden in
samenwerking met de groote mogendbdcian. In rio
tweede plaats leert liet verdrag, wat er terecht is ge-
komen van liet in 1.919 wederom hel oplaaierticle Bal-
gische anrtexio:nisme, en in ‘de derde plaats is he
tractaat te beschouwen als de voortzetting der evolu-
ti.e, die het regime der gemeenschappelijke waterwe-
gen sedert 1839 doormaakt.
In de onderstaande regelen zullen in de eerste
plaats de twee eerste gezichtspunten behandeld wor-
den en vervolgens het derde.
De voikenrechtelijke evolutie met medezeggeschap
der groote mogendheden in de Belgisch-Nederlan.dsche
aangelegenheden begi:nt, als Willem 1 op de voorwaar-
dort vervat in de
z.g.
,,auht artikelen van Lontden” van
21. Juli 1814 de souvereiniteit over België uit handen
der groote mogendlieden aanvaardt. De genoemde
t raetaatsbepalingen bheerschen het grondwettelijk
recht der nieuwe ‘voreenigcle Nederlanden en zijin: dan
ook hij art. 2 van liet Kon. Besluit van 22 April 1815
ter instelling der Corn,mi;s’sie tot herziening der
grondwet uitdrukkelijk aan deze ter hand gesteki,
evenals dit het geval i.s geweest met .de te Weeuen
reeds vastgestelde grenzen vwn den vergrooten staat.
Tijdens het Weener congres werden de ,,acht artike-
len” evenals de op ons land betrekkelijke bepalingen
uit het Vredesverdrag van 30 Mei 1814 opgenomen
in de nagenoeg gelijikluidenlde verdragen, op 31 Mei
1815 gesloten niet elk der vier geallieeriden. De inhoud
dezer laatstgenoemde verdragen werd met een enkele
toovoegitnig betreffende liet herto.gd;om Bouillon, art.
09, ten slotte artt. 05-73 der Weener congresacte van
9 Juni 1815.
Bij hot Weeusc!h verdrag, Europa’s Grondwet, .is
dus het Nederiandsche statut international tot Euro-
peesch constitution.eel recht gestempeld en is on’
grondwettelijk redht daarbij op nienig punt cooven-
tioneel bepaald.
Na het uitbreken van den Belgischen opstand in
Juli 1830 wendde Willem 1 zich tot cie groote mo-gendhecien, die de belangen der op de WTeensolic
O rondwet steunende nieuwe Europeesche statenge-
meerrsuha.p blijvend be.hartigden in geregelde bijeen-
komsten, die veel punten van overeenstemming op-
leveren met cle vergaderingen van iden Raad van den
liuicligen Volkeuboud. Op Sén der eerste dezer bijeen-
komsten, die te Alceu in 181.8, was voorzien in d.e wijze,
waarop Ide vijf groote mogend’heden zich zouden kun-
ten inlaten, met aangelegenhednn van andere leden
der statengerneenschap: dit zoucie slechts kunnen ge
schieden op uitnoocl.iging van en te zamen met d.en
staat in kwestie, vorsciirift, dat herinnert aan het
vijfde lid van art. 4 van liet Granriver.drag van den
‘Tolkenhond. Het is.
0])
grond vain:.iiet Akensche Pro-
tokol, -dat Willem 1
zich
in 1.830 tot de groote mo-
gendlieden wendde en aldus aanleiding gaf tot de
langdurige conferentie van Londen, rlie z.ich’nu eens
als arbiter idan weer als bemiddelaar voelend, de schei-
ding van: Noord en Zu:id mogelijk gemaakt heeft.
Door die scheiding zijn beide iandn losgewikkeicl’ uit
dat deel vaii liet Oorrveutioneele ,,general system of
p uhl.ic iaw”, van. Europa, van ‘het ,,jus puiblicurn
Europae”
rvEhi
1.815, dat thet statut international van
het grootere Nederland bepaald, had; maar daarvoor in
cle
plaats
tred. een weliswaar veel tuinder ingrijpend,
maar toch aanwezig medezeggenschap der groote mo-
gendheden ten aanzien der voorwaaijden, waarop de
scheiding tusschen Noord en Zuid voltrokken werd.
Deze scheiding voltiok
zich
toch vooreerst dooi: een tractaat ‘tuaschen Nederlaind en de groote mogendhe-
‘den, waarin geïrtisereerd werd het door de groote mo-
gendleden te garandee:ren vrodestractaat, hetweilc
Nederland zieh – tegenover haar verplichtte met Bel-
‘giöt.e sluiten, en ook ‘liet derde tractaat van
1 9 April 1839, dat gesloten werd tussehen België
en de groote mogendhoden, hield het vredstractaat
met Nedierlanid woorclelijk in. Men. kan dus zeg-
gen, dat de in het vredestractaat belichaamde voor-
waarden der scheiding het onderwerp uitmaakten van
een collectieve regeling tussohen de groote aogend-
heden, – Oostenrijk, ‘Frankrijk, Groot-Brittannië,
Pruisea en Rusland – Nederland en België, waar-
door de Beigiseli-Necierianidsehe veilioisdi’rugen, voo
t,
–
zoover neergelegd in het Vredestractaat, mede aan-
gelegenheid der groote mogenidheclen zijn geworden.
Meestal bleek gedurende lain:ge jaren van dit mccle-
zeggenschap der ‘grooto mogendJieclen ‘niets en met
name .regehclen Nederland en België geheel zelfstan-
dig al datgene, wat noodig was om het Vredeistrac-
taat van 1839 uit te voeren en op do hoogte van den
tijd te houden; een rijk Nedorlandisch-Bel’gisch trac-
tatenrecht was hiervan, het gevolg, dat reeds in. 1894
door den Bel’g.ischen diplomaat baron Guillaurne uit-
gegeven kon worden als de
,,Code
des relations con-
ventionnelies entre i a Bel gique et les Pays-Bas”.
Maar bij belangrijke Be]gise’h-Nederlanclsehe aan-
gelegenhedlen spreken de groote ‘rnogendhedlen toch
wal
mede: zij schijnen dit gedaan te hebben in de laat-
ste phase van het langdurige geschil over cle afdam-
ming ‘van Ooster-Scheide en Sloe; zij ‘deden ‘dit ook,
te zamen met het pas groote mogendheid geworden
Italië, toen in 1.867 het statut international van
Luxemburg, mede, geregeld in het traetaat van 1839,
moest worden herzien; sommige harer verklaarden
zich eveneens bereid mede te spreken, toen cle Neder-
landseh-Belgische verhoudingen in de jaren 1910 en
1.911.
tijdens
‘de Vlissi:ngsche fortk’westi.e wederom in
het midden der belangstelling stondlen.
Wat gebeurde er in dit ‘opzicht in 191.9 na de groote
overwinnlng der Entente? Men vindt het antwoord
op deze vraag in nauw bpstek bijeen i’n ‘liet boek
,,La Paix” van den voorzitter der
Belgische
conirnis-
sie van cle vredesconferentie, den bekèn’den, Fransch-
man Tarclieu. België uit ter vredesconferentie den
wensch de tractaten ‘van 1839, ‘die het niet hadiden
kunnen beschermen tegen den aanval van één dr
garanten zelf, te wijzigen. Deze wensch was op ‘zich-
zelf zeker iechtmatig, kan zelfs beschouwd worden
onder hetlic’ht der juiste bepaling van art. 19 van
het Grondverdrag van ‘den Volkertbond, dat handelt
over de herziening van tractatert, die hunnen tijd ge-
had hebben. Maar de zeer vèrgaartde Belgische desi-
c]crata – annexatie uit militaire overwegingen van Zeenwseh-Vlaanderen, van de Schelde en van een
etuk van Nederlandsch Limburg, enz. – plaatsen de
door Frankrijk gesteunde Belgische wonsôhen toch
ook in ‘het kader van den overwinningsroes, clie hij
de grenzen der Oentralen niet wist halt te maken,
maar voortgolfde ook op het gebied dier onzij’digen.
Zwitserland met zijn verschillende zonekwesties, maar
ook Nederland tegenover ‘het Belgische annexionisme,
tegenover de poging om eenzijdig het Rijn. reme te
bepalen of de uitlevering van ‘dcii ex-Keizer te
eiscihen, tegenover het miskei non dle] Nederian’cisehe
rechten op de Yap-ka,hels in den Grooten Oceaan,
csn.z., weet van. rezen overwinnings:rces mede te praten.
In de eerste maanden van 1919 speelt zich de strijd
van het Beigiseh-Fra:nsche annexionisme tegenover de
Nederiandsche rechten ter vredesconferentie, gedeei-
teljk met medewerking van ‘Nederland zelf, af. 01)
12 Februari iherioemt cle vredesconferentie haar Bel-gische commissie onder voorzitterschap ‘van Tardieu. Reeds twee dagen ‘daai-‘na moet minister Van Karne-
beek in ‘de gealarmeerde Tweede Kamer antwoorden
op een vraag van Mr. Loeff. Uit dat antwoord ‘blijkt,
1′
20 Mei 1925
ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN
423
dat de regeering den toestand ernstig inziet, maar te-
genover eischen tot afstand van gebied beslist afwij-
zend zoude optreden. Op 18 Februari kondigt minister
Van Karnebeek in de Kamer aan, dat hij de Belgische
regeerin.g verzocht heeft, zich te verklaren over haar
houding ten opzichte van Nederland, maar reeds den
26sten Februari moet hij ededeelen dat België hem
eenvoudig naar de vredesconferentie verwezen heft.
Als dus met de Nederlandsche vraag een poging be-
doeld was om de verwezenlijking der Belgische wen-
schen te doen zijn een zuiver Belgisch-Nederlandsche
kwestie, dan is deze poging toen mislukt. Nadat de
viedesconferentie reeds op 4 Februari had doen we-
ten, dat de onzijdigen zouden worden
gehoord
als het
zaken zou betreffen, die hen aarigingen, preciseert zij
haar standpunt ten opzichte van de tractaten van
1839 in haar resolutie van 8 Maart 1919. De toon
van deze en zooveel andere Parijsc’he resoluties uit
dien tijd is eerder die van eenen wereldheerscher dan
die van een collectiviteit van staten, die besprekingen
met buiten staande staten over eenig onderwerp wen-
schen aan te knoopen: de verdragen van 1839 zullen
in hun geheel
moeten
worden herzien op het gemeen-
schappelijk verzoek van..de mogendheden, die deze her-
ziening
noodzakelijk
achten; Nederland zal aan de
herziening
moeten
deelnemen; ook de ter vredescon-
ferentie vertegenwoordigde groote mogendheden ,,met
algemeene belangen” die aan de tractaten van 1839
niet medegedaan hbhen, dus Italië, Amerika en
Japan, zullen
moeten
deelnemen aan de besprekingen
ter herziening; het algemeene doel der herziening is
overeenkomstig d,strekking van den Volkenbond Bel-
gië te bevrijden van de souvereiniteitsbeperkingen,
welke het door de verdragen van 1839 zijn opgelegd,
en ten bhoeve ‘zoowel van België als van den alge-
meenen vrede, de gevaren en de verschillende bezwa-
ren weg te nemen, die uit gezegde verdragen voort-
vloeien. Deze laatste formuleering van, het doel der
herziening laat, gelijk men ziet, de deur voor allerlei
mogelijkheden open. Op 2 April antwoordt onze
regeering lbevestigend op de uitnoodiging om aan de
herziening deel te nemen. Zij aanvaardt dus stilzwij-
gend het medezeggenschap van alle groote mogend-
heden, ook die welke buiten ide ‘tractaten van. 1839
stonden, aan den herzieningsarbeid, maar stelt de
voorwaarde, dat de herziening buiten de vredescon-
ferentie om zal gaan, waaraan Nederland immers geen
doel heeft. De 16e April is de kritieke dag en doet
de redelijkheid zegevieren. Het Belgisch-Frausche
annexionisme stuit dan af op de bepaalde weigering van Engeland en Amerika om mede te doen aan po-
gingen tot annexatie van Nederlandsch gebied (Tar-
dieu: La Paix, hiz. 247). Dit neemt niet weg, dat
België als de conferentie op 19 Mei bijeenkomt, on-
gehinderd door zijne groote bondgenooten, met een serie wenaclien voor den dag komt, die feitelijk an-
noxatie heteekenen. De Nederlandsche minister van
Buitenlandsche Zaken, die zelf ons land ter conferen-
tie vertegenwoordigt, geeft n.iet toe, en als op 3 Juni
de conferentie uiteengaat zonder het te zijn eens
geworden, nemen de vijf groote mogendheden den vol-
genden dag, dus op 4 Juni 1919, hare bekende reso-
lutie, waarbij ze alweer du haut de leur grandeur de
wijziging der tractaten van 1.839
toevertrouwen
aan
een commissie uit de zeven landen (de vijf groote
rnogeridhedeu alsmede Nederland en België), de z.g.
commissie van. XIV, waarin onzerzijds de gezant te
Londen Jhr. Mr. de Marees van Swinderen alsmede
staatsraacl Prof. Mr. Struycken zitting kregen. Deze
commissie zou voorstellen hebben te doen, welke ech-
ter noch, overdracht van territoriale souverein.iteit
noch internationale servituten
zouden mogen bevat-
ten. De commissie zou Nederland en België uitnoo-
digen om gemeenschappelijke fornzules
in te dienen
met betrekking tot de bevaarbare waterwegen, zich
daarbij latende leiden door de algemeene beginselen
door de vredesconferentie aangenomen. Op 19 Juni
gaat Nederland op de resolütie in onder deze reserve,
dat de wijigin.gen van de tactatoa van 1839 de goed-
keuring van beide landen zouden vereischen, terwijl
België zich roserveert op al zijn wenschen terug te
komen.
Van Juli 1919—Maart 1920 heeft de commissie van
XIV toen aan de herziening gearteid. Als gevolg van
dezen arbeid zijn de Belgische politieke en militaire
desiderata ineengeschrompeld tot het voorstel om
art. VII van het vredestractaat van 1839 (de Belgi-
sche permanente neutraliteit) alsmede art. XIV (Ant-
werpen geen oorlogshaven) te schrappen; bovendien
deelde de Nederlandsche delegatie mede, dat ze ge-
machtigd was tot de verklaring, dat de Nederlandsche
regeering zich te geener tijd onverschillig zoude toe-
nen, wanneer ‘het grondgrbied van Nederland opzet-telijk zou worden geschonden en dat zij voor zöoveel
de bepalingen van het handvest van den Volkenbond
zulks toelieten, een zoodanige schending, ‘waar zij ook
zou plaats hebben, als een casus belli ,zou ‘beschou-
wen. In het voorjaar van 1920 stran.dden echter, ge-
lijk bekend is, de onderhandelingen op de Wielingen-
kwestie, de vraag dus of het belangrijkste Zuidelijke
zeegat van de Wester-Schelde Nederl.andsch dan wel
Belgisch gebied was, vraag, die ten slotte bij het trac-
taat van 3 April 1925 opengelaten is, gelijk zij voor-
heen ook onopgelost was.
Het is niet onwaarschijnlijk, dat de wijziging der
tractaten van 1839 in eenen. anderen vorm geschied
zou zijn, indien zij in het begin van 1920 haar beslag
had gekregen; maar sedert dien is de vredesconferen-
tie geëindigd, is de commissie van XIV niet meer
bijeengekomen, schijnen de niet meer in conferentie
bijeen zijnde groote mogeridih’eden, ‘die buiten de trac-
Vaten van 1839 stonden, hun belangstelling daarvoor
niet te hebben gehandhaafd, en is ten slotte aan den
kant der Entente wèl ‘heel wat veranderd in de alge-
meene mentaliteit. Wat daarvan zij, in het tractaat
van 3 April 1925 bepalen zich Nederland en België
niet er toe aan de groote mogendheden ,,formules
ccvmmunes” op de waterwegen voor te leggen, neen,
zij arresteeren te zamen deze gemeenschappelijke for-
mules, schaffen te ramen art. VII en XIV van het
vredestractaat vara 1839 af, en mogen uit den mond
van de Fransohe en de Britsche regeering vernemen,
dat deze ide wijzigingen, in ‘de regeling van 1839 aan-
gebracht, aanvaarden en bereid zijn, de tracta.ten, die
Nederland en België in 1839 met de groote mogend-
heden sloten, als afgeschaft te beschouwen en dit, in
eenen nader overeen te komen vorm. Terwijl Duitsch-
land en Oostenrijk bij de vredesverdragen van Ver-
sailles en St. Germain zich hij voorbaat hadden neer-
gelegd bij de wijziging der tractaten van 1839, en
slechts hangen blijft de vraag, hoe Rusland hierover
denkt, kan men dus zeggen, dat, indien de nadeie
vorm der afschaffing der tractaten van 1839 ten op-
zichte van
Frankrijk
en het Britsche Rijk vastgesteld
zal zijn, de Belgisch-Nederlandsche ‘betrekkingen, na gedurende ruim eene eeuw onderwerp te zijn geweest
van een regeling met medewerking der groote mo-
gendheden, thans zal, zijn een zuiver Belgisch-Neder-
landsche zaak, een oplossing, die voor alle partijen
hoogstwaarschijnlijk de beste te achten is.
(Slot volgt).
W. J.M. VAN EYSINCA.
VERSTOORDE iLTUSiES.
Ter vergadering van het Nederlandsch Instituut
voor Volkshuisvesting, op 9 Mei ji. te ‘s-Graverr’hage
gehouden, werd het onderwerp behandeld, hoe het
thans veader met de woningproductie, en met even-
tueelen overheidssteun. daarvan, moet gaan. Als alge-meen resultaat der gedachtenwisseling kan aaristonds
worden vastgesteld, dat de illusie, welke door velen,
niet het minst in officieele kringen, gekoesterd woiidt,
alsof de woningnood nu vrijwel tot het verledene be-
hoort, ter vergadering duchtig werd ver.t’oord.
424
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
20
Mei 1925
Wegens di slech’tcn financieel en toestaiicl van het
instituut; waaraan onverwachts liet goheele Regee-
ri ngssubsi clie werd onttrokken, kon tien de pracadvic-
7,on niet vooraf schriftelijk worden uitgobraeht, doch
bepaalden, ide drie praeadvi.seurs, Mr. G.
v.
J. Bergh,
Mr.P. :Droogleever Fortuyn en H. P. J. Bloemers,.
er zich toe, ieder ccii aantal stellingen in te leveren,
vei ko ‘zij rnouicio] ing ton vergadering toel ich tten. Dat
die stellingen niet éônzelfden geest adernclen, zal :nic-
mand ve.i:wondere:n, daar ide p raeaclviseu t’s verschil-
lende richtingen veiil’egcnwoordigiden. Mr. v. d. Bergh
staat inzake woniugproductie op collectivistisch
standpunt: de won Lngbouw is voor hem gemeenschaps-
zorg, waarbij ieder denkbeel,cl van winstmak.bng ter
zijde moet worden, gesteld. Mr. Droogiecver Fortuyn
stelt claare:itegen den aanbouw van woningen door
de particuliere bouwnijverheid
01)
iden voorgronci, ‘ter-
wijl hij den woningbouw met overheidssteun als aan-
vulling daarvan, beschouwt. De heer Bloetniers einde-
lijk stelde i:rt liet licht, idat in. verscheidene gemeenten.,
ten aanzien vun alle soorten van woningen, en overal
in den lande, ten aanzien van woningen met lagere’
huurwaarde, bestemd voor arbeidersgezinnen met een
niet ruim inkomen (hijv. in de groote gteclen beneden
f
30 in de week), verschaffi.ng van wonlngen van vol.-
doende afmetingen ‘door de particuliere houwiiijver-
ILciudt niet to verwachten is, zoodat in zooverre aanbouw
met overheidssteun onmisbaar is te ac’hten. Deze 1)rae-
adviseur wil ‘den particulieren bouw nooveel mogelijk
ontwikkeld zien bij de ivonio.gen niet hoogere huur-
waarde, waarvoor deze als regelmatig funct,ionuneerend’
bedrijf dienst kant doen, idoch hij beschouwt den 1o’uw
met overheidssteun niet als een van tijd tot tij.d op”
sommige plaatsen noodzakelijke aanvulling van den
particulieren bouw, maar als een regelmatig verschijn-
sel, dat zich voortdurend naast den particulieren bouw’
vertoont en moet veritooneru, ter richtige uitvring’
der Woningwet. Uit de gehouden discussiën bleek
meer en meer, dat de vergadering het grootenrieels
met deze opvatting eens was. Ook ‘de sprekers, die op
socialistischen grondslag stonden, en dus voor wo-
ningbouw als o•verh ei,d.sta.ak pleitten, verklaanden’
tevens rekening ito willen houden met de werkelijk-
heiici. Inderdaad kan men, niet blind zijn voor •de in
de jaren 1918-1921 opgedane ervaring, dat, niet-
tegenstaande ‘de forsche pogingen, van Rijks- en Ge-
meentewege ondernomen, om het w’on’ing’tekort in te halen, het niet mogelijk is gebleken, tien woningbouw
geheel door cie overheid te laten leiden en vooral ge-
heel te laten financieren, zoodait thans zie particuliere,
woningbouw, die om economische redenen gednrende
eenige jaren geheel heeft stilgelegen, opnieuw, onder,
de bestaande maatschappelijke verhoudingen, als een.
zeer belangrijke factor bij de voorziening in de wo-
iii n gb’ehoefte moet worden erkend.
Ter vergadering werd nu echter van de zijde van
particuliere bouwers toegegeven, dat zij in, hoofdzaak
woningen voor middenstanders en goed gesitueerde
arbeiders leveren, doch niet voor de econ omisch zich –
daaronder hevirlidende bevolkingsgroepen, zoodat deze
r
-niod
zonder overheiudszteu,n uit de woningellende kun-
nen worden verlost. En algemeen werd erkend, dat de
woningnood nog geenszins is overwonnen, onidat, al zijn de totaalcijfers ‘der in do laatste jaren gebouwd.e
woningen hoog, de achterstand plaatselijk, en vooral
voor de categorie ider woningen met lagere huur-
waanden, nog bij verre niet is ingehaald.
Deze meeniog wordt geheel bevestigd ‘door diet jong-s le Rapport der Amsterdanische G’e’zond]ieidscommis-
sie, waarin wordt uiteengezet: le. dat er in de hoofd-
stad nog steeds een ernstig tekort bestaat aan wonin-
gen van huurprijzen beneden
f 7,50
per week; 2e. daf
aanibouwr va:n woningen, welke ide kosten dekt en cciii-
ge w’inst oplevert, wel mogelijk is hij huurprijzen van
ongeveer
f 5
per week (ofschoon de werkelijk ge-
vraagide ‘huren hooger zij n, nl. ongeveer
f 1),
‘doch dat
het ‘dan nog geldt woningen wan zeer kleine afmetin-
gen, nl. van ongeveer 186 11.
3
inhoud, das alleen ge-
: schikt voor kleine gezinnen ; 3e. dat bouw met- over-
heicIssteun onminl)aar is voor d.e arbei.-dlersgezinnen
roet kinderen, en voor hen, die niet meer -dan huur-
prijzen beneden
f
5 l)er week kun,rÇen betalen… De ge-
meentelijke weningtelli’ng, waartoe de Raad hen
‘
loten
‘heeft, zal op deze punten meer gewislieicl schenken,
en itereclit w’erd er dan ook-in cie vergadering van hot
Instituut op aangedrongen, dat dit voorbeeld van
Amsterdam -door het Rijk zal ivo-rcieu gevolgd.
Verstoord is dus de aanvankelijke illusie, dat het
gel uidden zou iden toestainid meester te wwiden met
behulp van Rijksgeld. alleen. Er is weliswaar veel
gehound boven het normale getal van ongeveer 30.000
woningen per jaar, dat telkenmale vereisoht wordt
wegens do vermeerdering ‘der bevolking en
cle daar-
mede gepaard ‘gaande gezinsvorming, alsmede ter ver-
vanging van gesloopte of onbewoonbaar verklaarde
woningen, doch het geforceerde tempo heeft ide loone,ui
der bouwvakar:bciders ‘zooda’n’ig omhoog ‘gedreven, ter-
‘wijl ook de prijzen der materialen toen zeer waren
gestegen, dat ide bouw -onevenredig -duur werd, en
daarna is de nervus rei’am, de zenuw van het geld, bij
het Rijk gebroken. Bij d’ezen loop van zaken heefl
ziel’i zeer ‘doen gevoelen het gemis aan eene goede
woningstatistiek, waarin de gebrekkig en zonder ‘des-
kundige voorlichting op to
uw
gezette woningtellin g
van 191,9 niet heeft kunnen voorzien. Later is hierin,
mede ‘door de hemoeiingen van den Rijkswoniingraad,
verbetering aangebracht. Had ‘men van ‘,den aanvang
-af den toestand statistisch kunnen overzien, en had
de Generale Thesaarie medegewerkt bij het i’ervaar-
digen van ‘behoorlijke finaiiciee’le overzichten omtrent
de Rijkszorg voor woningbouw, en bij he,t opstellen
van een financieel programma, ‘dan waren vermoe-
delijk vele optimistische voorspellingen – over het
spoedig inhalen van het tekort achterwege gebleven,
‘en had ‘men een bouwprogra’m voor bijv. 15 jaren
kunnen aanvaarden, waarin ‘de wohingnood stelselma-
tig zou worden ‘bedwongen In een langzamer tempo
bouwende, en ook niet onverwachts den zeer omvang-rijken premiebouw door den vereenigingshou-w heen-
werpende, ‘doch deze twee methoden aan ‘eikander aan-
passende, ware met hetzelfde gelid een veel grooter
aantal woningen te bouwen geweest. Het moet echter worden erkend, dat -liet gemakkelijk is achteraf ‘deze
fouten in het licht te stellen, doch ‘dat ‘destijds zoowel
de Regeering als ‘hare ‘adiviseurs ‘door -den loop -der
gebeurtenissen, en speciaal door de stijging van de
arbeiid,sioone’n, verrast ‘zijn geworden, en daJU ook in
liet buitenland, met name in Engeland, dezelfde on-
systematische wijze van werken is waargenomen:
1-let meest h’oopgev.en’de verschijnsel is op het oogen-
blik -het weder opleven, van den particulieren bouw
zonder steun. Het zou echter eene ernstige dwaling
zijn ithan.s in de omgekeerde illusie te vervallen, en
van, dezen part,.iculieren bouw alles ‘te gaan verwach-
ten, voorzoover het niet dc vervanging van , krot-
woningen betreft. De vergadering
–
van het Instituut
heef t dan ook een nuttig werk verriehit’, door ertoe
bij -te dragen ‘deze illusie te verstoren. Terecht werd
door verschillend,e sprekers kritiek geoefend op de
circulaire van den Minister van Aibei’d van – 5 J’anuari
1925, waarin wordt aangekondigd, dat slechts 12 mii-
heen baschilbaar wordt gesteld in liet loopende jaar
voor voo,t’,schet;ten en slechts
f
80.000 voor bijdragen.
De slechté financieele toestand van ‘het Rijk moge
dit kunnen veron’tsaliuidigen, maar liet gaat niet aan,
liet ‘te idoen voorkomen, alsof thans de meest rationeele
Regeerin.gspol itiek ten opzichte van de volkshuisves-
ting zou zijn gevonden. Voor deze zelfgenoeg’zaam-
heiid, welke ook tot uiting is gekomen in de Memorie van Antwoord aan -de Eerste Kamer over de ‘begroo-
ting van Arbeid, bestaat geen aanleiding. Dat de
Woudngiwetgever oorspronkelijk niet heeft bedoeld
den geheelen bouw van woningen voor Rijksrekening
te nemen, kan gereede]ijk worden toegegeven, maar de
bepalingen zijn zoo elasti,sc’h, ‘dat ‘het volkomen onjuist
is te beweren, .dat de tegenwoordige nooidgedrongen
20 Mei 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
425
terughoudendheid der Regeering, tegenover de nog
steeds bestaande erostige misstanden, cl;oor de Won ing-
wet wordt voorgeschreven De waarh eict is, dat te
oorspronkelijk met. grooto
.1019)
tilarvi teit
01)
touw ge-
zette wonjrigpolitiek der tegeuweotid.ige Regeeri ng ten
slotte
OP
eene mislukking is iii tgel oopen.
Nog eene derde illusie moest ter veradering van
het :rnstitcuttt verstoord . worden. Enkele part.ieu 1 i.ere
bouwers bleke.i:i vainj oo:rcleel, idA cle bouw van goed-
koopere woningen in de ,groote steden, met niune iii
Rotterdam en Amsterdam, mogelijk zou zijn, indien
deze gemeenten den grond slechts vo
,
or iageren prijs
beschikbaar stelden, en zij ideden het voorkomen, als-
of dit economisch mogelijk moest zijn. Hiervan zal
wel niets kunnen komen; cle schacleloosstellingen bij
onteigen
ing
zijn. z66 hoog, en de eischen, welke liet
moderne verkeer en te hygiëne – terecht – stellen
aan breed te van wegen, aanleg van plantsoenen, enz.,
zijn zoodanig gestegen, dat het economisch niet moge-
lijk is gocidkoopen hou,wgro’nd aan den rand der stad
beschikbaar te stellen, zonder te vervallen in eene
gecamoufleercie bijdrage uit ide gemeentekas. Slechts
bij de stichting van tu i ndorpen. in. te omgeving van
cle steden is in clie :niel’iting iets te verwadh.te:n.
:leii practisch clenibeeld werd in te vergadering
verdedigd, ten einde den omzet van dooi. particulieren
gebouwde woningen te bevorderen, i:ii. door liet over-
drachbs.reoht van onroerend goed, dat in de Regisitira-
tiewet-1917 op 24 püt. is bepaald, te verlagen, indien
een tweede verkoop binnen korten tijd na ‘den eersten
overgang piaatsvi ndt,, gelijk oorspronkelijk was he-
paaicl, doch in 1923 is afgesdhaft.
Taiineer
de thans in gang zijnde omvangrijke aan-
bouw, waarvoor de voorschotten reeds vroeger waren
toegezegd, zal zijn afgeloopon, zal er in 1926-1927
een AlIeUIVe tOeSt,%IIICI ontstaan. De particuliere bouw
zon.d.e:r stein zal dan geheel op den voorgrond komen,
en dein zal, als de overheid niet tijdig tussehenbeicie
komt, bevestjgd wonden, dat cle minder goed gesitueer-
de .ai’beide,rsklasse liet slachtoffer wordt of blijft, om.-
dat voor haar niet gebounid wordt. 1-let eenige licht-
punt is, dat, als de a.anlbou,w zoodanig zal wonden in-
gekrompen, de bonen der bouwva.karbeidees, speciaal
in te groote steden, ve.rde:reu teruggang van het nog
LOONEN EN LOONS VERHOUDINGEN 2DE
HALFJAAR 1924.
Door het Bureau van Centraal Overleg te Haarlem zijn wederom gegevens verzameld over de bonen en
loonsverhoudingen van meerderj arige mannelijke
werklieden. Deze gegevens betreffen thans 287 onder-
nemingen met 26643 arbeiders benevdiis 8428 werk-
lieden in dienst der gemeente Amsterdam en de
bovengrondsche
–
arbeiders van het mijnbedrijf in
Limburg. De
cijfers
vo&r Amsterdam
zijn
verzameld
door bemiddeling van het Plaatselijk Overleg (Secre-
tarisDr. J. Regtdoorzee Greup).
steeds Ihooge niveau – o.a. voor d,e stukadoors – zul-
1-1
len moeten vert,00ne.n. Dit kan, dan op zijn ‘beurt weder
ten gevolge hebben, dat er meer won T]gen gohouwd
ku nmoe.n worden voo.r hetzelfde ‘kapitaal, langs welk’ea
weg te anders dreigende we.rJlooshei,ci der bouwvak-
arbeiders zal kunnen worden voorkomen, totdat em-
delijIc een evenw.iehbstoesta;ocl – doch niet zonder
pijnlijke schokken – zal worden verkregen. Ook bij
dien lnop van. zaken, zal k:rachtige uitvoering ‘der Wo-
ningwet, ‘door aanbouw met overheidssteun binnen cle
grenzen van het financ:i.eel bereikbare, moeten worden.
• verlangd.
:De vergadering van het instituui,t was niet belegd
– en trouwens ook niet geroepen – om de wijze aan te geven, waarop te kapitalen beschikbaar moeten.
worden gesteld en tegelldon ‘oor ido bijdragen rzuilen
kunnen worden gevonden, al kwam liet belcende plan
van den Nationalen Woningraad er ter sprake. Dit
punt sclujint mij voor de ‘na de as. verkiezingen op-
treclenrlo Regeering, hij ‘liet bepalen harer houding
ten opzichte van het vraagstuk der volkshuissressiuing,
van het meeste gew’icht. Dat zij zal overgaan tot liet
verihypot)hekeeren van. do
”niet voorschot gehouw’cie
woningen, komt mi; hoogst, onwaartchijniijk voor,
want ‘daardoor zou de dekking voor de nog loopende
an.nuïtiei,ten, die in de huizen gelegen is, verloren
gaan. Bij ieder plan tot mobil iseering van andere
fondsen dan do Rijkskas schijnt het mij toch nog steeds
ernstige overweging te ‘verdienen, na te gaan of niet
o.a. de verzekeringsfondsen ouder beheer van de Rijks-veivekeri ngishandc, mits met garantie van gemeente of
Rijk, in meerdere mate dan thans, dienstbaar kunnen
worden gemaakt aan ten woningbouw.
Terecht ibracht cle heer Bloemers hulde aan, Iv{iri’is-
ter Aalbe,rse voor zijn aanvankelijk werk, ‘doch con-
stateerde tevens, dat er nog zeer veel te coen over-
bi ijf t. –
Het verstoren van illusiën is geen aangenaam werk,
maar het is injuttig niet het oog op te toekomst, want
liet won ingvraagstuk zal zich ‘blijven opdringen, zon-
lang er gezinnen met lage bonen en krotten zijn, en
zootang or in Nederland bevolkingsvermeerclering en
evenredige gezinm’orming plaatsgnijpt.
Amsterdam, 15 Mei 1925.
Mr. J. KRUSnMAN.
De werklieden zijn verdeeld in drie
va/cgroepen:
1. gesehoolden, 2. geoefenden en 3. ongeschoolden
volgens de methode van het N.A.M.
Van deze groepen is het gemiddeld
uurinko9nen
berekend door het totale inkomen over het 2de half-
jaar 1924 (loon plus bijverdiensten volgens opgave
van de R.V.B. sub. 8) te deelen door het totaal aantal gedurende dat
tijdvak
gewerkte uren (gewone uren
plus overuren).
Amsterdam.
De gegevens hebben betrekking op 181
ondernemingen en de Gemeente Amsterdam met
totaal 17825 werklieden.
Amsterdam, 2de halfjaar 1924.
Aantal
1
Aantal werklieden.
Uuriukomen.
ondern.
I
Totaal
11
2
1
31
1
2
1
3
1104 582
136
386
91
87
85
Gemeente Amsterdam
a) …………
–
8428
-.
– –
89
86J
81
676
179
322
175
88 77
68
Bouwvakken
……………………65
25
159 159
–
–
83
–
–
Brouiversbedrijf
5)
……………….3
Kuipers- en Kistenmakersbedrijf
..
4
.
168 46
99
’23
81
77
77
Steendrukkersbedrijf ……………..
196
134
62
–
78
07
–
Boekbindersbedrijf ……………….8
ioutbedrijf
……………………
12
202
85
81
126
77
71
65
Havenbedrijf
…………………..
31
1820
–
1820
–
–
68
–
12
999
139
.
370
490
75
66
66
Div. fabriek m. bedrijven
c)
………
20
11
9
73
–
70
]3akkersbedrijf
…………………1
Kleedingbedrijf
…………………
4 . 6
•
28
28
–
–
73
–
–
M etaalindustrie
…………………..
3935 2157
1148
630
71
63
55
a)
Uurinkomen over het geheele jaar 1924 van de man-
nelijke werklieden, ingedeeld volgens de methode van het
N.A.M. De bijdrage van de werklieden voor het pensioen
zijn van het bedrag niet afgetrokken; de kosten van de
sociale voorzieningen ten behoeve van de werklieden (zieken-
geld, verlof etc.) zijn evenals bij de andere bedrijven niet
inbegrepen.
• 5) Het is,later gebleken, dat bij de opgave van de cijfers
426
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
20 Mei 1925
voor het Brouwersbedrijf te Amsterdam en te Rotterdam.
over het lste halfjaar 1924 niet geheel en al dezelfde
methode gevolgd is, als bij de andere cijfers. Die ‘pan
Amsterdam waren daardoor te laag, die van Rotterdam
te hoog. Vergelijking van de thans gegeven cijfers met de
vroegere mag dus niet plaats vinden. –
0)
Tot deze groep behooren: 1 Superfosfaatfabriek; 1
Chininefabriek; 1 Zwavelzuurfabrjek; 1 Sodafabriek; 2 verf-
fabrieken; 1 pharm. . handeisvereeniging; 1 blikfabriek;
1 vruchtensappenfabriek; 1 draad en kabelfabriek en 1
meelfabriek.
Rotterdam.
De gegevens hebben betrekking op
37′
ondernemingen met
8238
werklieden.
Rotterdam, 2de halfjaar 1924.
Aantal
1
Aantal werklieden.
Uurinkomen.
ondern.
(
Totaal
1
2
3
2
565
112
352
101
89 79
Brouwersbedrijf
…………………2
10
56
56
– –
88
–
Steendrukkersbedrijf ………………
Bakkersbedrijf …………………..
.2
130
20 40
70
77
73
47 -.
37
10
–
73
63
Boekbindersbedrijf ……………….1
Houtbedrijf …………………….2
196
24
81
91
71
65
58
Div. fabriek m. bedrijven
d) ………
5
223
20
107
96
70
62
54
Metaalbedrijf …………………..
.15
7021
.
3317
1859
1845
61
55
46
ci) Tot deze groep behooren: 1 Chemicaliënfabriek; 1 verffabriek; 1 papierwarenfabriek; 1 blikfabriek en 1 zuivelfabriek.
Utrecht.
De gegevens hebben betrekking op
27
ondernemingen met
2738
arbeiders.
Utrecht, 2de halfjaar 1924.
Aantal
Aantal werklieden.
‘Uurinkomen. ondern.
Totaal
1
2
3
1
2
Bakkersbedrjf
………………..
1
.
47
14
33
–
75
69
–
Metaalbedrijf
………………….
.
Centrale werkplaatsen
n)
…………. 2
1
895
571
154
170
85
77
70
Boekbindersbedrijf ………………..1
10
10
–
–
71
–
–
3
71
68
Drankindustrie …………………
26
3
17
6
69
59
49
Chemische industrie e) ……………4
274
30
54
190
65
64
54
Houtbedrijf …………………….2
44
.0
1287 – –
Dihrse fabriek m. bedrijven
f)
6
155
6)
Tot deze groep behooren 1 zeepfabriek; 2 asphalt.
fabrieken en 1 beenzwartfabriek.
f)
Tot deze groep behooren: 1 leerwarènfabriek; 1 blik-
12
16
16
61
56
48
672
347
268
60
52
46
12
62
81
59
56
49
fabriek; 1 papierwarenfabriek; 1 margarinefabriek en 2
ondernemingen in bouwmaterialen.
m)
Zie hiervoor noot g bij de tabel voor Haarlem.
Haarlem.
De gegevens hebben betrekking
op 29
ondernemingen met
3663
arbeiders.
Haarlem, 2de halfjaar 1924.
Aantal
Aantal werklieden.
Uurinkomen
1
ondern. – Totaal
1
1
2
1
3
1
1
2
Centrale werkplaatsen g)……………1
851
Steendrukkersbedrijf ……………..6
36
Houtbedrijf ………………………
4
123
Bakkersbedrijf…………
2
45
Tramwegen
h) …………………….
1
316
Boekbindersbedrjf ……………….3
17
Diverse fabriek m bedrijven
i)
4
246
Zuivelbedrjf
…………………..1
72
Metaalindustrie ………………….7
911
Voor de Centrale Werkplaatsen is van de werklieden,
behoorende tot een 18-tal vakken, het gemiddeld uurin-
komen berekend per 1 Jan. 1925. Onder dit gemiddeld
uurinkomen wordt verstaan het gemiddelde uurloon per
uitbetaald uur, vermeerderd met de gemiddelde kindertoeslag
per uitbetaald uur en de gemiddelde overwinst per gewerkt
uur. De verplichte pensioenstorting, die 834 pCt. van het
gemiddeld uurloon bedroeg, is
niet
van dit uurinkomen
afgetrokken.
Zooals bij de andere bedrijfstakken is geschièd zijn
ook hier slechts de gewerkte uren in rekening gebracht,
zoodat de ziekte- en verlofuren gedurende het 2e halfjaar
1924 van het totaal aantal uren zijn afgetrokken. Zoo-
doende is de gemiddelde werkweek voor geschoolden, ge-
oefenden en ongeschoolden resp. 46.40; 48.16 en 48.55
uur; zonder den genoemden aftrek is de gemiddelde werk.
week resp. 51,20 uur, 53,05 uur en 53,45 uur. Het gemid.
deld weekinkomen is resp.
f
35,21,
f
32,10 en
f
30,04.
Tot deze groep behooren: 1 zeepfabriek, 1 margarine-
fabriek, 1 cacaofabriek en 1 verf.fabriek.
646
115
90
88
81
75
36
–
–
83
–
–
22
53
48
81
65
55
11
22
12′
79
70
60
54
206
56
755
67
‘ 61
8
9
–
74
62
57
65
124
68
62
56
4
18
50
66
63
56
483
264
164
65
59
46
Diverse plaatsen.
Als
aanvulling is dezen keer een
begin gemaakt met een rubriek ,,Diverse plaatsen”.
In het bijzonder zal er naar worden gestreefd deze
rubriek uitbreiding te doen’ ondergaan. Voorloopig
zijn uit de door het
N.A.M.
gepubliceerde gegevens
slechts die van Hengelo en Dordrecht opgenomen.
Mocht het wenschelijk blijken ook andere plaatsen
op te nemen, dari kan verder geprofiteerd worden
van de gegevens, die het
N.A.M.
geregeld elk half-
jaar publiceert. –
Evenals vorige keeren zijn ook thans weer de cijfers
van de
omvangrijkste
bedrijfstakken vereenigd in een
grafiek. Links is het uurinkomen der geschoolden;
in het midden dat der geoefenden en rechts dat der
ongeschoolden uitgezet. (In verband met de afme-
tingen vangt de grafiek met 40 ct. aan). Er is zoo-
doende een gemakkelijk overzicht verkregen van het
loonpeil, terwijl de schuinte van de lijnen een maat
Diverse plaatsen, 2de halfjaar 1924.
Aantal
–
Aantal werklieden.
‘[Jurinkomen.
werkg.
Totaal
1
2
3
1
1
2
Bovengrondsche mijnarbeiders
–
901410
k)
210916
k)
253202
k)
437292
k)
69
62
52
Metaalindustrie ilengelo ………….4
2194
1109
744
341
–
63
54
49
Dordrecht ………..9
1469
385
875
209
–
59
52
42
k)
Aantal diensten (van 8uur) gedurende het 2e halfj. 1924.
.
–
20 Mei 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
427
GEMIDDELD U1JJMOMEN LWNEERDEJiCTARJGE MJ4MYELMT(E
1/
‘
991EDEN OPHETTVEDEHALFJAA/
1924 TL4I(5ÎFRD24/f
HAARLEN UTRECHT EN ROJYEPJ7IW.
GESCHOOLDEN
GE OEFENDEN
ONGE5CHOQWIN
–
_
–
S
9Q
do
77
77
–
–
.
–
S
–
S
– –
.
..
z
74
75
72
S
S.’
–
–
•
‘
.
71
–
z
71
70
ZQ
69
iZ
-_
S___
S.
‘-.
•
IHaven A
-?
4
– –
Diver.5en
A
–
68
68
–
67
–
–
67
66
64
65
64
-:
•
–.
65
61
60
-.
*.
‘ç
S—
i%
_____________________
i_
je
1
62
61,
601
—
56
59
55
56.
55
52
52
51
51
50
50
-N
45
‘4_-_______
45
44
–
-.
–
–
=
1
WRKLAflING DER LIJNEN
AMSTERDATYÎ
A
HAARLEM
H
UTRECHT—
–
—
—
U
i
ROTTERDAM — – – – — – – – – —– R
DIVPLAATSEN
•-••—• Dot
45
—
43
42
1411
40
_______________________
40
428
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
20 Mei 1925
is voor de verhouding van het uurinkomen der 3
vakgroepen. De niet in de grafiek opgenomen be-
drijfstakken kunnen door hen, die zich daarvoor in
het bijzonder interesseeren, gemakkelijk in’ de grafiek
geteekend worden. Werkgevers, die het uurinkomen
van hunne onderneming willen vergelijken met het
algemeene loonpeil, kunnen dit in de grafiek aan-
geven en dan de verbindingslijn b.v. met rooden inkt
teekenen, zoodat zijn in een oogopslag een indruk
krijgen van de verhoudingen.
Ten slotte hebben wij uit de gegevens, die tot nog
toe werden gepubliceerd, een overzicht opgesteld van
de loonbeweging gedurende 1923 en 1924. Wij hebben
de
cijfers,
die door verschillende omstandigheden niet
met de vroeger gepubliceerde vergelijkbaar waren,
daarbij weggelaten: Daardoor werd op sommige
plaatsen het overzicht niet geheel compleet, doch voor
alles moet worden vermeden, dat uit de ëijfers ver-
keerde conclusies getrokken zouden kunnen worden.
Teneinde een indruk te kunnen
krijgen
van den in-
vloed van de betrokken cijfers, is het aantal werk-
lieden over het 2e halfjaar 1924 ook vermeld.
c;.
.
)
.=s
‘
Amsterdavi.
1
107
103 95
91
582 Bouwvakken
…
2
– –
–
87
130
3
96
95
88
85 386
(
Kuipers- en
1
80
78
80
81
46
Kistenmakers
2
85
77
77 77
99
3
78
73 73 77
23
1
75
75
77
85
Houtbedrijf……..
J(
2
1.
_
77
71
70
70
71
81
1,
3
65
65
65
65 126
H.venbedrjf
•…J
2.
70
69
07
68 1820
1
76
75
72
71
2157
Metaalindustrie .
.
2
66
66
63
63
1148
(3
57
58
55
55
630
1
1
81
81
75
75
139
Div.
Fabr. m. bedr.
2
66
67
66
66
370
(‘3
65
68
65
66
490
Rotterdam.
1
68
63
59
iT
3317
Metaalindustrie
.
2
62
58
54
55
1859
3
53
46
46
46
1845
(
1
–
73
–
71
24
Houtbedrijf
…….
2
–
69
70
65
81
3
–
59
59
58
91
(
1
–
70
71
70
20
Div. Fabr. ln bedr.
2′
–
63
61
62
107
3
–
58
56
54
96
Utrecht.
(
1
64
65
61
60
672
Metaalindustrie
. .
2
55 55
53
52
347
3
46 47 46
46
268
(
1
–
68
.61
61
12
Houtbedrijf ……
2
–
66
59 56
16
3
–
55
49 48
16
(
1
–
69
62.
65
30
Chemische md.
.
..
2
–
65
60 64
5
3
–
56
54
54
190
1
–
1
–
–
62
59
12
Div. Fabr. m. bedr..
2
–
–
59
56
62
t
3
50
49
81
(
1
–
69
72 69
3
Drankindustrie
. .
2
–
60
60
59 17
3
–
48
49
49
6
Haarlem.
(
1
100 94
87
646
Centrale WerkpL
.
2
94
88
81
81
115
3
86
80
75 75
90
(
1
69
67
63
65
483
Metaalindustrie
.
..
2 62
60
57
59
264
3
53
53
48
46
164
j
1
97
–
96 81
22
ioutbedrijf
……..
2
80
–
70
65 53
t.
3
57
–
57
55
48
(
1
–
80
76 755
54
Trambedrijf ……)
2
–
72
68
67
206
3
–
65
62
61
5
56
1
–
85
83
79
11
Bakkersbedrijf
. .
2
–
69
69
70
22
68 69
68
57
Div. Fabr. m. bedr)
2
–
55
56
62
65
3
–
–
54
56
124
(
1.
–
–
67
66
4
Zuivelbedrijf
..
. .
2
63
62
63
63
18
(
3
57
56
57
56
50
Haarlem. Anril 1925.
Ir.
B. Böicza.
QUi BENE .DïST!NGU]T BENE .DOCET.
1.
lIet prcctische doel, waarmede mijn artikel ,,Een
gevaarlijk ontwerp” in cle Nos. van 11 en 18 Febr. j.l.
geschreven werd, is, naar Mr. Van Bolhui s in -,,de In-
clisehe Gids” van April opmerkt, in z66 ruime mate
bereikt, dat ik, van dien kant gezien, het verder eh-
pleiten in deze aangelegerrheiid met zekere gelaten-
lieid -kan aanzien. intussehen is, naar a&a1eidind van
enkele besehouwin gen in die artikelen, een discussie
ontstaan, clie om de belangrijkheid van het oaderwerp
op zichzelf niet -zondej’ beteekenis is, en waaraan
ik mij dus niet zal onttrekken. Zulk een discussie, wil
zij eenige vrucht dragen, bhoort echter aan bepaalde
eischen te voldoen: de gesehHpunteu ‘dienen sherp
te worden gesteld; onderscheid moet worden gemaakt
tussehen hooI d- en bijzaken; en het betoog des tegen-
standers behoort zuiver te woiid.en weergegeven.
De bijdrage van dcii heer E. Moresco ,,Oeeult
staatsrecht” in het, No. van 1 Apr. ji., •dat mij eerst
oniangs onder de oogeri kwani, geeft een. welkome aan-
leiding cle betrokken vragen in dezen zin nog eens
rustig onider de oogen te zien..
* *
*
De drielsoek. 1
–
let hoofdpunt, waarover de discus-
sie loopt, is cle bewering van -dcci heer Oud in de
Tweede Kamer, dat de door mij beschreven drie-
hoeksverhoucli:ng niet bestaat en in ons staatsrecht
on-bestaan-baar is. ik ken, aliclisa -de heer Oud, slechts
een tweezijdige verhouding, tussehen den G.-G. en de
Itegeering in Nederland, welke laatste, weliswaar, is
samengesteld uit den Koning en ‘d.ea verantwoorde-
lijken Minister, doch die tegenover den G.-G. altoos
als eenheid optreedt. I:n het bijzonder kwam hij op
tegen ‘de mogelijkheid, dat de Koning, -bij geschil tus-
sehen Minister en G.-G., uit de volheid ‘van zijn Macht
zou beslissen. Dit achtte hij ineonstitutioneel. Tegen-
over dat betoog heb ik gesteld, -dat een dergelijk partij-
kiezen van iden Koning in geval van geschil wel
degelijk voorkomt en volkomen, con st i.tutioneel. is. Het
artikel van iden heer Moresco is nu in de eerste
plaats opmerkelijk, omidat liet mijn betoog op fdit
punt volkomen onderschrijft:
,,De drager der Kroon (doet) in geval van botsing tus-
selien Minister en 0-0. een poging tot verzoening. Mislukt
deze en blijft de Minister cle uitvaardigiiig (of handhaving)
van een Koninklijk bevel noodzakelijk aOhten, terwijl vast-
staat, dat cle Gouverneur-Generaal in dat geval ontslag zal vragen, clan zal in den regel de aneening van cle meerder-
heicl in den Ministerraad den doorslag moeten geven, even-
als geschiedt in andere gevallen waarin een Minister een gewiehti -beslissing vraagt, (lie het gelieele regeerbeleid
raakt of waaruit althans licht een crisis kan voortvloeien.
Dat de Koning in dergelijke gevallen niettemin bevoegd
is liet vraagstuk te toetsen aan cle parlenietitaire en poli-
tieke verhoudingen van het oogenhlik en het
01)
het af ti’e-
den van liet geheele ministerie kan lnteii aankomen als
clie verhoudingen dat mogelijk maken,
spreekt vanzelf.”
Deze periode
–
bevat niets anders dan een korte
parap’hrase van mijn artikel van 18 Maart; een para-
phrase, waarmee ik mij, behoudens een enkel punt
1
)
1)
Dit punt is cle bewering ,van den heer Moresco dat
,,in den regel
de rneeiiing van de meerderheid in den Mi-
nisterraad den doorslag zal
moeten
geven.” Om te kunnen
vaststellen wat ,,in den regel” getchiedt, zon men, een over-
20 Mei 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
429
geheel kan vereenigen. Dank mccle de autoriteit van
den heer Moresco staat thans dus vast, dat er, in be-
paalde gevallen,
cl.w.z.
hij
conflict tussdhen den Minis-
ter en den
0-0.,
een driehooks-vedcoudirig kan ont-
staan, waarin do Koning
ccrbirair’)
de beslissing
neemt, eenebesIssng, die, ook wanneer
zij
tegen
den
verantwoordeiijken Minister uitvalt, volkomen con-
stitutioneel is.
Deze dr.ieiioeks-v.erhouding, aldus cle heer Moresco,
komt echter niet all&m voor bij conflicten tussdhen
den Minister
eIi
den 0-0. of den Opperbevelhebber.
1
–
her wordt een punt aangeroerd, dat gezette aan-
dacht verdient, liet bezw’aar wordt nctcier ontwikkeld
in, een schrijven, dat i.lc van Mr. Boasson ontving en
dat ik met zijn goedkeuring hieronder laat volgen:
,,Jk voor mij zou tegen het beeld van den driehoek uit
stnatsrechtelijk oogpunt geen i)ezwaar hebben, mits erkend
wordt, (lat de driehoek kan voorkomen in alle gevallen,
Waarin eene verbociding gesteld wordt tussehen den konink-
lijken persoon, den minister en een ambtenaar voor wiens
beleid een minister staatsrechtelïjk verantwoordelijk is. Dus
bv. ook tussehen H.M., den Minister van Binneniandsehe Zaken en den Conirnissaris der Koningin, izelfs tusseben
U.M., Minister en adjunct-cocninies of korporaal. Geen
stelsel van ntinisterieeie verantwoordelijkheid kan aan de
Koningin het recht ontnemen zich te doen voorlidhten door
wiC
Zij wil, en dus ook door een deskundig ambtenaar, die
in een bepaald geval met het uitvoeren van een min.iste-
rieel bevel is belast. En ieder ambtenaar kan zich als bur-
ger spontaan tot de Koningin wenden. In hoever in bijzon-
dere gevallen voor de. Koningin of voor een ambtenaar
aanleiding is dezen weg te betreden, is een zaak van be-
leid, van goede administratie, en in het algemeen zal de
Koningin en de bndereschikte ambtenaar zich wel honderd
maal bedenken om langs dezen weg tot een conf liet met
een Minister te komen.
Dat de clriehoeksverhoctding bij den G.G. en den Opper-
bevelhebber
zooveel duidelijker
is, volgt eenvoudig uit het
groote gewicht dezer anibten. Maar ook hier blijft het een
zaak van beleid, in welke mate cle een met de Koningin of
Deze met den ambtenaar,
buiten den Minister ons,
in con-
tact zal treden. Doch ook moet het recht van den Minister
erkend worden om dit contact te regelen of te beperken;
dit ,,recht” van den Minister gaat echter niet verder dan
zijn ,,macht”.
En die macht wordt op haar beurt bepaald
door cle beteekenis, clie men zal hechten aan zijn dreige-
ment, dat hij den ambtenaar zal doen ontslaan, of – als
cle Koningin niet medewerkt – zal aftreden. En die betee-
kenis wordt afhankelijk van de kans, of er iemand te vin-
den is, die als opvolger van den gebruskeerden Minister
cle daad van ambtenaar en Kroon voor zijn rekening neemt.
Zoolcing bij al dergelijke overwegingen het oog mede ge-
richt blijft op de houding, die het parlement – of een na
Kamerontbinding nieuw opgetreden parlement – zal aan-
nemen, en deze vermoedelijke houding het optraden van alle
zicht moeten hebben over het verloop van al dergelijke
conflicten, die sedert 1854 zijn voorgekomen. Dit overzicht
ontbreekt snij en vermoedelijk ook den heer Moresoo. De
regel kan dus hier wetenschappelijk niet worden vastge-steld. De bewering w’at in den regel
moet
geschieden, is
eenvoudig een stuk liberale dogmatiek: ons positief staats-
recht schrijft nergens voor, welke meaning, die van den
Koning of die van den Ministerraad, in dergelijke conflic-
ten
in (Zen regel
•den doorslag moet geven.
) Arbitrair: De door den heer Moresco gemaakte be-
perking ,,als de parlementaire en politieke verhoudingen
(die beslissing tegen den Minister) mogelijk maken” doet
aan het
arbiti-air
karakter van de beslissing niets af. Ook
cle iiiet-constitiitioneele Vorst, ook elke Drager van een z.g.
absoluut Gezag, ook Loclewijk XIV, ook de Koning van
Dahomey, ook de Romeinsclie Famihievader, bij de uitoefe-
niug zijner patria potestas, moesten bij hun arbitraire be-
slissingen rekening houden met cle omstandigheden en ver-
houdingen, al waren het dan geen
pm-lensentaire
verhoudin-
gen. Elk overheidsgezag gaat slechts zoover als de moreele
weerstand van de onderdanen duldt. Waat het om gaat,
is, dat de Koning ten ouzent, hij de hier besproken beslis-
sing; in geen enkel opzicht gebonden is aan eenigen ge
seli reve
1
of ongeschreven constitutioneclen regel, maar uit-
sluitend is aangewezen
01)
zijn eigen oordeel,hoe ver hij
gaan moet, mag en kan. De crisis van 1918 heeft aange-
toond, dat hij, onder bepaalde omstandigheden, ook in den
modernen tijd, soms zeer ver
kan gaan.
betrokkenen mccle bepaalt, blijft men mi. geheel binnen
het kader, niet alleen van ‘het stelsel van ministerieele ver-
antwoordehijkheicl, maar ook van liet parlementaire stelsel.
Dit echter met ddn uitzondering: wanneer ii.l. het l)arle-
client vermoedelijk deKoningin gelijk zon geven, niet omdat
het haar oordeel
zakelijk
deelt, niaa.r alleen uit eerbied
voor Haar
formeelen wil, zou
het parlement vrijwillig liet
parlementai
1
stelsel hebben prijsgegeven.”
Met de in dit schrijven gegeven voorstelling van
zaken, die zich trouwens volkomen dekt, met de voor-
stelling, ‘die ik in mijn artikel van 18 Maart heb ge-
geven, ‘kan ik mij, behoudens het hooger aange-
duide punt, ‘volicomen vereenigen. Erkend wordt,
tegen den heer Oud, het bestaan eener ririehoeks-
verhoujdi ng. Erkend wordt, tegen den heer Van
Raalte, die een idergelijke correspondentie ongro.ncl-
wettig achtte, het constitutioneel geoorloofde van een
directe correspondentie
buiten. den Minister
om, van
den Koning, niet slechts niet den G.-G-. en den Opper-
bevelhebber, maar ook, zooals eveneens uibdr ukicel ijld
deor mij in mijn artzkel van 18 Maart is erkend, met
elken ambenana-, ‘hoog of laag geplaatst.
Te adstrueeren
blijft
slechts, waarom ik deze cor-
i
–
espondentie van iden, Koning met de beide genoemde
hooge ambtenaren een bijzonder karakter ‘heb toege-
kend en de mede daaruit voortspruitende ciuiehoeks-
erhoudin.g als een aparte atacutsrechteiijke figuur
heb gekenschetst.
Het antwoord ligt i.n de zinsnede, •die ik mij ver-
oorloofde in Mr. Boasson’s schrijven te onderstrepen.
Terecht zegt Mr. Boasson ,,in het algemeen zal de
Koning en de ondergeschikte ambtenaar zich wel
honderd maal bedenken om langs dezen weg (ld.w.z.
door directe correspondentie) tot een conflict met een
Minister te komen. Inderdaad is sedert 1848 geen
geval bekend, dat een crisis tussohen den Koning en
den Minister is ontstaan, dooi-dat de Koning, op
grond van inlichtingen van een ondergeschikt amb-
tenaar, partij tegen den Minister gekozen heeft; al
komt ‘het nog herhaaldelijk voor, dat ambtenaren,
meest echter over personeele kwesties, vooral bij of
na ‘hun ontslag, een (beroep ‘doen op den Koning, dat, zoo de Koning ‘zich met hun zienswijs vereerii:gde en
de Minister zich aan zijn opvatting ‘hield, tot een
crisis tusschen den Koning en den Minister zou
kun-
nen
aanleiding geven. Doch de Koning zal zich wel
wachten zich ‘bij de afdoening ‘van dit soort rekesten
niet
bij ‘s Ministers consideratiën en advies neer te
leggen. Het
recht
van den Koning is in zulke geval-
len door de
macht
van den Minister practisch ‘buiten
werking gesteld. Precies het tegenovergestelde is ech-
ter het geval met de directe correspondentie t’usschen
den Koning en de beide genoemde hooge ambtenaren.
Ook in deze gevallen ‘heeft de Minister op bepaalde
momenten in de ontwikkelingsgeschiedenis van het
pnrlementarisme beproefd, hoe’ver zijn macht ging. In
de verhouding tusschen Koning en 0-0. heeft dit
kort na de invoering van het R.R. tot een paar con-
flicten aanleiding gegeven; over het belang-rijkste
conflict hoop ik binnen niet ai te langen tijd nadere
gegevens te pu(bliceeren. In de veihouding tussc’hen
Koning en Opperbevelhebber is dit punt het laatst
ter toetse gdbradht in de bekende crisis van 1918. In
heide gevallen is het resultaat geweest, dat in de door
de ‘directe correspondentie tusschen den Koning en
de beide (bedoelde ambtenaren aan des Konings be-
slissing onderworpen conflicten met den Minister de
individueele wil des Kon i’ngs door den vei-antwoor-
delijken Minister gedekt is en derhalve •de directe
correspondentie van den Koning met beide hooge
ambtenaren implicite als co’nstitutiorieel oirbaar is
bevestigd: want het is
onmogelijk,
dat eenig Ministe.r
een inconstitutioneele daad van den Koning ‘zou dek-
ken, omdat elke daad des Konings,
0
1) ‘het moment,
dat lzij door een minister gedekt wordt, eo ipso
con-
stutioneel wordt.
M.a.-w.: terwijl ‘directe correspondentie, en daar-
uit, voortvloeiende politiek conflict met den . Mi-
430
ECONOMISCI-STATISTISCHE BERICHTEN
20 Mei 1925
nister, voor zoovoel betreft den Koning en den onder-
gesohileten ambtenaar, slechts een staatsrechtelijke
potentiatliteit
vorm
–
t, is deze directe correspondentie
en de daaruit voortvloeiende mogelijkheid ‘van poli-
tiek conflict tusschen den Koning en de beide ge-
noemde ambtenaren een staatrechtelijke
realiteit
en
is men gerechtigd, op grond dezer
antecedev,ten,
spe-
ciaal
deze
driehoeksverhoudingen als afzonderlijke
staatsrechtelijke figuur te beschrijven, tot tijd en wijle
nieuwe antecedenten nieuw recht creëeren.
(Slot volgt.)
Dr. C.
GzRRETS0N.
AANTEEKENINGEN.
De – Duitsche
n- en uitvoer vol-
gens cle landen van herlconzst en 5e-
s
t e In. m i n g. –
Gegeven de overwegende beteeke-
nis van de Duitsche handelsbalans ‘voor de betalings-
balans van dit land, welke laatste t.-z.t., wanneer het
plan Dawes volledig in werking is, een overschot van
minstens 2 miUiard G.M. moet vertoonen en ge-
geven voorts de vraag, waar de groote uitvoer, welke
hiertoe noodig zal zijn, geplaatst moet worden, is de
ontwikkeling van den Duitschen handel met het bui-
tenland van het grootste belang. Gaat men na, welke
de tien voornaamste landen van herkomst en bestem-
ming in 1924. waren, dan
blijken
dit de volgende te
zijn: Tabel. 1.
Waardein
in
0
/0
v. ci.
Landen van herkomst
millioenen
totaal-
R.M.
waarde
Vereenigde
S’taten …………….
1754,4
18,8
Groot-Brittannië
…. …………
881,0
9,5
Argentinië
………………….
518,8
5,6
Elzas-Lotharingen ……………..
512,0
5,5
Nederland
…………………..
4,9
Tsjechoslowakije ………………
437,4
..
4,7
Polen ……………………….
402,0
..
..
4,3
Britsch-Indië
………………..
..
459,0
397,8
..
4,3
Italië ……………………….
367,5
..
..
3,9
Zwitserland ………………….
275,8
..
..
3,0
10
belangrijkste landen tezamen….
..
64,5
–
Waardein
in
o/
v.
d.
Landen van bestemming
millioenen
totaal-
– R.M.
waarde
649,4
9,9
Groot-Brittannië
…………….
611,5
9,3
Vereenigde
Staten …………….
509,4
7,8
Zwitserland
.
…………………
380,3
5,8
Tsjechoslowakije ………………
379,4
5,8
Nederland
……………………
Oostenrijk
………………….
316,5
4,8
Polen ……………………….
..
..
301,7
4,6
Denea
m
rken
………………..
….
292,5
4,4
Zweden ……………………..
..
..
286,3
4,3
Italië ……………………….
.. ..
241,1
3,7
10
belangrijkste landen tezamen…. ..
60,4
De tien belangrijkste uitvoerlanden trokken. der-
halve ruim 60 püt. van den uitvoer tot zich, de tien
belangrijkste invoorlanden leverden
bijna
65 pOt.
Beschouwt men in tabel II onder aan deze pag.
de voornaamste 12 invoerartikelen volgens de
landen van herkomst, dan
blijkt,
dat zij on-
geveer de helft (49 . pOt.) van den totalen Duitschen
invoer uitmaken. Onder deze groepen bevinden zich
zoowel grondstoffen als levensmiddelen en eindpro-
ducten. Het overheerschende aandeel der textielgoe-
deren valt hierbij op. (In het overzicht, dat met de
andere gegevens aan ,,Wirtschaft und Statistik” is
ontleend, is slechts rekening gehouden met de groot-
ste textielgoederengroepen). De totale invoer van: tex-
tielgoederen, derhalve van grondstoffen, weefsels, ga-
rens en verwerkte goederen uit wol, katoen,
zijde
en
vlas bedraagt
Y
3
van den totalen invoer.
•
Tab.
IIa.
Landen
Warengroepen
lin mill. R.M.
Vereenigde Staten Vleesch, spek, worst ……..
….
46,3
.
Reuzel en Oleomargarine. ..
–
65,1
Groot-Brittannië Visch en Vischconserven
48,4
Argentinië …… ..Maïs, Dan
.
…………….
…
38,6
Vleesch, spek, worst ……..
…
56,8
Nederland ……. Groenten, enz……………..
20,7
Visch en vischconserven ….
16,7
Plantaardige oliën en vetten
37,7
Tsjechoslovakije . Bruinkolen …………….
..
26,2
Hop
…………………..23,0
Timmerhout …………….
.77,6
Polen ………… .Timmerhout …………….
.57,1.
Hout voor houtpulp ………
24,6 –
Ruw zink ………………….
18,9
Britsch-Indië …… ..Rijst ………………….
12
.0,1
Italië …………Eieren van pluimvee ……..
.33,1
Ruw vlas, hennep, jute e.d.
25,7
Groenten, enz ……………
.16,6
Zwitserland …….Klokken ………………..
11,1
De landen, welke voor den invoer dezer belangrijk-
ste goederen in aanmerking komen, zijn, ook wanneer
men den geheelen invoer beschouwt, de belangrijkste,
daar zij meer dan
°
fio,
ni. 93 pOt. van den totalcn
invoer leveren.
Bij
sommige dezer landen spelen ech-
ter naast de in tabel II genoemde invoergoederen nog
andere een vooraanstaanden rol. Deze zijn in tabel
IÏa vereenigd, zoodat men, wanneer -men beide tabel-
len combineert, kan zien, welke goederen van de des-
betreffende landen voornamelijk worden betr&kken.
Met uitzondering van twee landen, Nederland en Oos-
tenrijk, is uit ieder land meer dan
fio
van den invoer
opgevoerd. Bij Nederland ontbreken in de tabel
enkele belangrijke levensmiddelen als vleesch, eieren
en vet, terwijl -de invoer uit Oostenrijk in zeer vele
kleine posten uiteenvalt. In het algemeen bestaat na-
tuurlijk de hoofduitvoer n:it de everzeescihe landen
uit minder goederen dn die uit de Europeesche na-
huurstaten, doch voor alle landen is het aantal der
voornaamste goederen slechts gering.
Tabel II.
Landen van herkomst van de
12
belangrijkste groepen.van invoerartikelen.
LANDEN
‘Totale invoer
van alle
goederen.
R.M.
in oj
–
–
°
-E
.,,
Nt
=-
.
=
=
.2
=
e
..
.E
a
–
Aandeel (pCt.)
der hier groepen
vermel- van ta-
degroe- bellen
invoeruitde
afzonderlijke
landen.
in
in milI aand—
millioenen
R.M.
9317,3
100
827,3
758,0 475,7 338,6 322,8 317,3
280,2
276,3 268,2
237,1
214,2
209,1
48,6
–
In pCt. v. d. totaalinvoer
.
8,9
8,1
5,1
3,6
3,5
3,4
3,0 3,0
2,9
2,6
2,3
2,2
waarvan uit;
–
1754,4
18,8
652,0
–
286,5
26,5 35,9
–
–
–
5,2
30,2
59,1
71,1
881,0
9,5
79,9
–
44,9
–
134,2 144,3
–
4,3
–
46,3 51,8
Groot-Brittannië ………..
518,7
5,6
159,4
29,3
–
–
–
36,4
–
–
–
101,3
–
62,9 81,3
Alle
landen
……………
Argentinië
……………
512,0
5,5
–
.
8,2
4,1
215,2
–
36,8
–
27,8
–
–
57,1
57,1
459,0
4,9
11,2 15,8 97,8
7,0
3,3
–
3,3 5,0
–
31,2 47,6
Vereenigde Staten ………
437,4
4,7
13,4
–
5,2
10,3
44,1
6,5
29,6
–
–
24,9
53,9
Elzas-Lotharingen
………
Polen ……….
402,0
4,3
107,6
24,5
–
–
32,9 57,9
Nederland ……………..
Tsjechoslowakije ………..
397,8
4,3
70,8 32,3
–
–
. – –
20,4
–
31,0 61,2
Britsch-Indië
………….
367,5′
4,0 6,2
—
–
—-
–
—
–
—
–
–
–
–
—
–
—
–
—-
–
—
–
—
–
–
–
–
–
–
–
–
93,8,
–
‘13,3
–
– –
7,0
–
32,7
53,3
Italie
…………………
Zwitserland
……………
275,8
3,0
–
29,3
49,1 10,8
26,0
–
18,2
7,1
–
50,9 55,0
20 Mei 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
431
Tabel III.
Landen van bestemming der belangrijkste groepen van uitvoerartikelen.
Textielgoederen’
ijzerwaren_
–
1
Goederen
waarvan
waarvan
r
z
uit onedele
–
–
weefsels
–
….a
,
–
metaien,be-
..
0
waarvan
.
4
‘.’
a
halve Ijzer
Totale
uit
0 0
0
0
5
-•
.
.
_________
LANDEN
uitvoer
=0
0
5
0
0
‘t0
0
,
0.
0
.5
0
–
–
2
‘t’
t’)
t’
Es
0
t’) t’)
–
,.-.
t’,
Cz
5
–
5
‘t’
2
2
t
”
0
2
S
1-
‘a
0
0
0 0
oI
‘
=
,.,00E
0,’n
,
>
,z
2
t’)
01
–
miIl.I
—–
in
mllhioenen
—
–
Alle landen….
6568,2
100
1159,6
172,1
794,1
221,3
394,5
193,4
800,4
173,8
626,6
487,2
416,9
289,1
273,7
160,0
259,2
219,6
59,5
len uitvoer
..
17,7
–
–
–
–
–
12,2
–
–
7,4
6,4
4,4
4,2
–
4,0
3,3
–
Nederland
…
.
649,4
9,3
130,8
21,8
69,4
25,7
28,4
39,6 88,5 22,1
66,4 26,6 26,8 35,6
25,0
18,2
20,0
15,1
56,7
Gr.-Brittannië..
611,5
9,3 131,0
5,6
99,2
16,0
39,3
26,2 50,0
10,4
39,6 27,1
16,6
47,8
21,4
9,7
22,9
30,7
56,8
VereenigdeStat.
509,4
7,8
110,3
8,3
84,8
14,0
50,3
17,2 18,2
1,3
16,9
42,2
11,8
35,2
9,9 3,6
7,0 17,0
49,4
o/
O
van den tota-
380,3
5,8
85,4
29,0 45,6
16,9
15,3
10,7
35,0
11,1
23,9 25,5
18,5
8,4
19,3 8,7 7,8 18,0
57,3
Tsjechoslowak.
379,4
5,8
22,8
15,6
5,7
0,4
2,0
1,5
‘18,6
2,7 15,9
33,0
20,3
5,2 6,7
3,7 7,9
12,7
33,5
Oostenr
ij
k
. . . .
316,5 4,8 83,9
5,3
72,2
24,0
38,0
6,4
29,2
5,3
23,9 19,0 23;8
6,0
7,3
4,2 12,0
18,2
63,0
Zweden
……..
301,7
4,6
33,9
5,3
23,7
3,4
17,2
4,9
34,0
3,5
30,5
18,4
26,8
5,1
8,8
5,7
10,9
13,5
50,2
Denemarken
. .
292,5
4,5
64,3
5,4
45,0
18,6
15
2
8
13,9
38,2
14,4
23,8
9
2
3
9,3 9,6
11,5
7,4
6,8
11,2
54
2
8
Polen
……….
Zweden
……..
286,3
4,4
78,1
15,9
44,0
18,1
1.6,2
18,2
26,1
7,3
18,8
19,8
14,7 7,7
11,4
6,8
17,1
9,5
64,4
Italië
……….
241,1
3,7
27,6
2,4
22,5
8,0 11,8 2,7
30,4
3,2
27,2 21,6 26,4
8,7
11,4
6,8 14,5
13,6
64,0
In tabel III, de voornaamste
tien
afzetgebieden der
belangrijkste uitvoerartikelen aangeven-de, is slechts
met eindproducten rekening gehouden. Deze om-
vatten bijna
%
(79 pOt.) van den totalen uitvoer.
Van cle niet-eindproducten spelen slechts suiker en
wol een zeer belangrijke rol, waarbij het bij -de wol
natuurlijk om een verborgen doorvoer gaat: Suiker
wordt hoofdzakelijk naar Nederland, Groot-Brittan-
.nië, Finland, Noorwegen, Zwitserland, Denemarken
en Zweden uitgevoerd, wol naar Tsjechoslowakije,
Groot-Brittannië, België, Zweden, Polen, Oostenrijk
en Rusland. De in het overzicht opgevoerde eind-
producten-groepen omvatten samen 60 pOt. van den
totalen Duitschen uitvoer. Bij den uitvoer Spe-
len, evenals bij den invoer, de textiel-goederen de
belangrijkste rol. Daarna volgt verwerkt ijzer; in de
derde plaats komen
chemicaliën.
Van veel belang is uiteraard een vergelijking van de
landen van herkomst
en bestemming vddr
en
na den
oorlog. Hieraan staan echter groote moeilijkheden in
den weg. In de eerste plaats
zijn de cijfers over 1924
te klein, aangezien do in- en uitvoer over de West-
g:rens in 1924 grootendeis aan statistische waarne-
ming is ontsnapt. Voorts is het niet mogeljk, de prijs-
veranderingen, welke sinds 1913 hebben plaats geven-
den, uit to schakelen. Wel kan men ide waarde van den
totalen handel tc ‘de
prijzen
van 1913 ‘herleiden’. Daar
echter voor
den
verschil]end aamengestelden handel
met afzonderlijke landen geen berekening volgens de
waarden van 1913 voorhaniden is, kan niet worden aan-
gegeven, hoe de totale daling over deze afzonderlijke
landen verdeeld is. Wil men het aandeel, dat de af-
zonderlijke landen in 1913 en 1924 in den totalen in-
en uitvoer gehad hebben,
vergelijken,
dan moet men in
aanmerking nemen, dat ‘de onvolldigheid der cijfers
over 1924 ten aanzien van ‘de West-Europeesche staten
grooter is
‘dan
ten
aanzien van de
andere. Nog meer
wordt de vergelijking met 1913 ‘door gcbiedsverande-
ringen bemoeilijkt. Vooral de inkrimping van het
Duitsehe grondgebied heeft invloed op den omvang
van den handel met alle landen. In ‘de
cijfers
van 1924
wordt de handel met ide afgestane gebieden beschouwd
als handel met buitenlaredsche, Europeesche staten,
terwijl in de cijfers over 1913 dit handelsverkeer, als
deel van den binnenlanidschen handel, in
het
geheel
niet voorkomt. Aan den anderen kant is in de cijfers
van 1913 de in- en uitvoer ‘der afgestane gebieden ui’t,
resp. naar andere landen ‘dan Duitschiand -begrépen;
een verkeer,, dat in 1924 niet tot
-den Duitscihen bui-
tenlandschen handel behoort. Hoe groet deze verscliui-
vingen zijn, laat zich niet vaststellen.
Rekening houdend met ‘het vorenstaande, kan het
volgende ‘overzicht gegeven worden (verhou-dings-
cijfers):
Landen van herkomst en bestemming in de
jaren 1924 en 1913.
In- Uit-
Invoer
Uitvoer
Landen
, voer voer
1924
~
1924
1
1913
~
192411913
In pCt.
Jaartotaal
van 1913
=
100
Totaal-………………87
65
100 1
1
00
1
1
00
.
1
1
00
Daarvan:
.
Groot-Brittannië ………01
43
9,5
8,1
9,3 14,2
Frankrijk ……………38
13
2,4
5,4
1,5
7,8
Elzas-Lotharingen …….
–
–
5,5
–
‘
0,2
–
België ……………….46
17
1,7
3,2
1,4
5,5
Luxemburg ………….
–
–
0,5
–
0,2
–
Nederland ……………
.
.38
94
4,9
3,1
9,9
6,9
Denemarken ………….136 103
2,8
1,8
4,4
2,8
Zweden ……………..59
125
1,4
2,1
4,4
2,3
Polen ……………….
–
–
4,3
–
4,6
–
Oostenr
ij
k ……..
– –
1,5
–
4,8
–
Tsjecho-Slowakije ………
–
–
4,7
–
5,8
–
Italië ………………..116
61
4,0
2,9
3,7
3,9
Zwitserland ………….129
71
3,0
2,0
5,8
5,3
Argentinië ……………105
75
5,6
4,6
t’
3,0
2,6
Vereenigde Staten …….103
71 18,8 15,9
7,8
7,1
Britsch.Indië …………73 101
4,3
5,0
2,3
1,5
Uit ideze tabel
blijkt
zeer ‘duidelijk, dat de landen, die op grond van de
cijfers
van v66r den oorlog voor
een verhoogden invoer uit Duitschiand ini aanmerking
komen, behooren tot de geallieerde staten. Het aan-
deel van Engeland in den Duitschen uitvoer daalde
van 14,2 pOt. in, 1913 tot 9,3 pOt. in 1924, ‘dat van
België van 5,5 to-t 1,4 pOt. en dat van Frankrijk zelfs
van 7,8 tot 1,5 pot. Weliswaar is -de
invoer uit
Frank-
rijk en België ook nog belangrijk minder dan v66r den
oorlog, zoodat in een’ toeneming hiervan althans ge-
deeltelijk een compensatie voor een vermeerderden
Duitschen uitvoer daarheen
zou kannen worden, ge-
vonden. Intussehen slechts gedeeltelijk en met belang-
stelling moet iderhalve worden afgewacht, waarheen
do hoeveelheid goederen, -die gelijk in den aanhef op-
gemerkt, Duitschl.and noodza-keljkerwijs moet expor-
teeren, haar weg’ zal vinden. Naar men weet, is dit
vraagstuk door -de Internwt’ionale Kamer van Koop”
handel in behandeling genomen en zal men op het a.s.
congres te Brussel trachten, hiervoor een oplossing
te vind-en.
432
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
20
Mei 1925
ONTVANGEN
POSTOIIEQUE EN GIItODIENST..
Bedrijfsorgania.ie
en
Medezeggenschap
dooi
Prof.
Maart 1925
April 1925
i)r. ii.
W.
C.
Bordewijk. Rede, den i5eii Januari
Aantal
Bedrag
Aantal
Bedrag
1925 te Utrecht gehouden
n
een buitengewone
Aantal rekenin-
vei-gacleri lig
van
den
Neder]aiidsche-Midden.-
sta,idsboud.
Leiden;
Leidsclie
Uitgeversmaat-
gen op ultO…
107.513
107.404
sehappij. Ontv. stortingen.
358.593
63.896.482
394.809
66.205.943
iJitbet.
cheques.
.
96.473
37.419.319
94.038
37.361.378
MAANDCIJFERS.
Bijschrijvingen
. .
839.551 324.709.358
903.478 336.698.360
GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM.
waarvan ingiro
261.106.785
271.488.973
Afschrjvingen
. .
539.183 298.944.253
561.501 309.394.632
Februari 1925
Februari 1924
waarvan ingiro
261.106.785
271.488.973
Gezamenlijk te.
goed op ulto.
. .
262.164.745
1289.629.011
Giro’s
(eenzijdige ver-
Ila
miii.
1
Aantal
In
miii.
Aantal
melding)
Belegd
……….
.64.301.988
64.790.890
Girobetalingen aan
Gemeenteiniteli
[
8.9
10.479
f’
9.5 11.053
Girobetalingen aan
GIRO-OMZET BIJ DE NEDERLANDSOHE BANK.
Particqlieren
,, 19.8
57.024
16.8
42.983
April_1925
April_1924
Geiclomzet.
–
Posten
I
Bedrag
Posten
Bedrag
,,
5.6
–
6.594
,,
5.2
8.256
Voor reke-
,,
6.1
25.130
,,
6.6
25.163
Ontvangsten
………
ninghouders
51.335
f2664.511.000
58.093
f2.64l.5l8.000
Betalingen
……..
..
Part.rekeninghouders
,
119.0
1
23.922
2
,, 19.3′
21.5062
waarvan door
de
11.-bank
Waarvan
rekeningh.
plaatselijk
37.829
,,2.297.383.000
39.712
,,2.381.372.000
welke gelden voor 1
jaar
vast
hebben
.
Ter voldoe-
gedeponeerd’) ….
,,
7.8
2.444
2
,,
7.8
2.3152
ning van
1) Gemiddeld saldo te goed.
2)
Einde
der inand.
Rijkebelast.
1.914
,,
8.571.000
8.126
8.942.000
RANDELSBEWEGING OVER DE MAAND MAART 1925
(Ontleend aan de Statistiek van den In-,
Uit- en Doorvoer).
Invoer
11
1
Uitvoer
Saldo Invoer Saldo Uitvoer
Groepen
Gewicht
Waarde
11
Gewicht
I
Waarde
Gewicht
Waarde
11
Gewicht
I
–
Waarde
K.G.
Gulden
K.G.
b
Gulden
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
1 Levende dieren
.
1.695.463
915.740
1.248.976
915.604 446.487
136
–
–
II Voedingsmiddelen
voor mensch endier
en dranken:
onbewerkte en
/ial[bewerkte
179.472.875 38.735.408 120.620.428
30.429.403 58.852.447 8.306.005
–
–
fabrikceten
.
..
71.958.016
13.488.172
98,054.782 37.481.846
– –
26.696.766
23.993.674
III Onbewerkte en
half bew. stoffen:
v.
dierlij/ce herk
12.289.483
10.922.981
6.955.330
3.630.743 5.334.153 7.292.238
—
–
plantaara.,,
142.362.388 39.004.672 36.718.926 12.322.614 105.643.462
26.682.058
–
–
minerale
,,
1.127.872.270
24.588.055
1515418.091
1
7.984.470
612.454.179
16.603.685
– –
393.398.014
75.729.581
2
163537.929
2
51.365.923 229.860.085
24.363.658
–
–
V Gouden en zilveren
IV Fabrikaten ……..
munt en muntmat
213
79.972
3.039
754.099
– –
2.826
674.127
VI Anderegoederen
2.283.315
437.556
5.996.690 2.147.352
–
–
3.713.375
1.709.796
Totaal …….
56.870.08311
–
–
1931332 037
203.902.137
949.154.191
147.032.054
982
.
1
77
.8
46
1
Zonder gouden en zilve-
ren munt en munt-
57.544.2101
.
.
1
mtpriaçi.l
aroenVl,
–
1.931.331.824
203.822.165
949.151.152
146.277.955
982.180.672
– –
20 Mei 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
433
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. ** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
N
d (Disc. Wissels. 4
15Jan.’25
Zwits. Nat. Bk. 4
16Juli ’23
Bk Bel.Binn.Eff.
4415 Jan.’25
N.Bk.v.Denem. 7 17
Jan. ’24
Vrsch. inR.C.
5415 Jan.’25
ZweedscheRbk 54
8 Nov.’23
Javasche Bank . .
4420 Oct. ’24
Bank v.Noorw. 6 8
Mei ’25
Bankvan Engeland 5
5Mrt.’25
Bk. v. Tajecho-
Duitsche Rijksbk. 9
26Feb.’25
slowakijë. ..
725 Mrt.
’25
Bank v. Frankrijk 7
11Dec.’24
N.Bk.v.O’rijk. ll25Apr.
’25
Belgische Nat. Bnk. 54
22Jan.’28
N. Bk. v. Hong. 1127
Mrt. ’25
Fed. Res. Bank N.Y.
3426Feb.
1
25
Bank v. Italië. 6
9Mrt. ’25
Bank van Spanje… 5
23Mrt.’28
Z.-Afr.Res.bnk 54
OPEN MARKT.
1925 1924
11
1923
1914
16 Mci
11-16
4-9
27 Apr.J
12-17
14-19
20-24
Mei Mei
2Mei
Mei
Mei
Juli
Amsterdam
Partic.disc.
3314
3I2-I4
351_1/
318-/16
33J4_4114
318-I4
3
1
16
Prolong.
2
112
2112_3
2
1
12.3
1
/2
3_1/4
34l1
311
4
.3/
4
21 4.3 4
Londen
1342
Daggeld ..
331
4
.4
331
4
_511
3
311
3
_43/
4
36/
3
.431
4
1.21/2
1112
_2
Partic. disc.
4
11
/16.
3
/4
4118_314
4
1
12_
5
/8
4114_1/3
3
3
j1
Z
3
/
–
3
1
11
211
4
_31
4
Berlijn
Daggeld ..
7-9 7-10
81/2_l01/
3
7-11
– – –
Partic.
disc.
30-55
d…
8
8
8-
1
/8
8-
1
18
–
– –
56-90
d…
7
/8
718-8
S
8
–
–
2
1
18.112
Waren-
wechsel.
81
8
2)
8
3
14-18
818-9
1
12
8I8-914
– –
–
New
York’)
Cail money
33/4-4
3113_4114
3
1
124
3
1
124
1
14
3_3/4
4
12
–
/4
1
3
142
1
/2
Partic.disc.
31/
4
311
4
3
1
14
1
/2 ‘311
4
–
–
–
13
Cali inoney-koers v. 15Mei en daaraan voorafgaande
veken
t/m.
Vrijd.
2)
Noteering van
15
Mei.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
aa
New
York”)
I
Londen
•) Berlijn
S
)
Par4/s
)
Brussel
S
)
Batavial)
12 Mei
1925
2.4813,
12.07
59.224
13.014
12.60
100
13
1925
2.48%
12.07
59.224
12.94
12.56
100
14
1925
2.48%
12.074
59.234
12.974 12.574
100
15
1925
2.48%
12.074
59.22
12.95
12.554
100
16
1925
–
12.074 59.22
12.94 12.55
100
18
1925
2.48
11
/
12.08
59.21
12.914
12.524
100
Laagsted.w.’)
9.482/, 12.064
59.18
12.88 12.50
99%
Hoogste d.wl)
2.48
7
/
8
19.08
59.25
13.03 12.62
100%
11 Mei
192512
.
*48
,,
/
Io
12.064
59.23
12.95JI
12.564
100
4
,,
1925
2.48
IS/j5
12.064
59.26 13.024
12.62
100
Muntpariteit
12.48Y
4
12.10
59.26
48.-
48.- 1100
‘)
Noteering te
Amsterdam.
“) Noteering te Rotterdam.
1) Particuliere opgave.
Data
Zwif-
serland
Weenen
8)
Praag
1)
Boeka-I
rest
1)
Milaan
*5)
Madrid
*8)
12 Mei
1925
48.17%
35.07%
7.374
1.20
10.224
35.974
13
,,
1925
48.16 35.07
1
4
7.374
1.20
10.20
35.90
14
1925
48.15
35.05
7.37 1.20
10.20
36.084
15
1925
48.15 35.05
7.374
1.174
10.184
36.-
16
1925
48.15
35.05
7.36
1.174
– –
18
,,
1925
48.15
35.04
7.36
1.16
10.13
36.01
Laagsted.w.l)
48.10
35.-
7.34
1.124
10.13
35.85
Hoogste d.wl)
48.22% 35.15 7.50 1.274
10.24
36.10
11
Mei
1925
48.17%
35.07%
7.374
1.18
10.224
36.15
4
,,
1925
48.12%
35.12%
7.374
1.14
10.24
36.35
Muntpariteit
48.- 35.-
50.41
48.-
48.-
48.-
‘) Noteering te Amsterdam.
8*)
Noteering te Rotterdam
1) Particuliere
opgave.
D
ta
a
Stock-
holm’)
Kopen-
hagen’)
Oslo’)
Jel
_
for!’)
Buenos-
Aires
1)
Mon-
treal
1)
12 Mei
1925
66.55
46.824 41.80
6.26
98
2.48%
13
,,
1925
66.55 46.80
41.75
6.26
98%
2.48%
14
,,
1925
66.55
46.874
41.95
6.26
985/
8
2.48
5
/
8
15
1925
66.55 46.70 41.80
6.26
985/
8
2.481/
8
10
1925
66.524
46.50
41.65
6.26
985/
8
2.48’/
18
1925
66.55 46.75 41.80
6.20
98s
2.485
8
Laagsted.w.l)
66.40 46.45 41.50
6.25
97′
2.481
Hoogste d.wl)
66.65
46.95
42.05 6.30
100
2.49
11
Mei
1925
66.47JI 46.95
42.024
‘
6.26
98/
8
2.48
5
/
8
4
,,
1925
66.70 46.70 41.19
6.274
963/
8
2.487/
s
Muntpariteit
66.67
1 6.67
166.67
4
105
2.48%
) Noteering te Amsterdam.
5*)
Noteering te
Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
D
0
a
Londen
($perg)
1
Parijs
($p.IOOfr.)
Berlijn
($p.lOOMk)
Amsterdam
($p.lOOgld.)
12 Mei
1925
4,85 5,20
23,80
40,19
13
1925
4,85%
5,20
23,80
40,20
14
1925
4,85%
5,22
23,80 40,20
15
,,
1925
4,85%
5,20
23,80
40,20
16
1925
4,85%
5,21
23,80
40,20
18
,,
–
1925
4,855,,
5,19
23,80
40,20
5
Mei
19251
4,85s,
5,24
23,80
40,19
4untpariteit
. 1
4,8667
19,30 23,81%
403/
t6
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
2Mei
1925
I
9Mei
1925L
aagste
Ill
oogste
11116 Mei’25
16Mei
1925
Alexandrië….
Piast.
p. £
9715/
33
9715/33
97%
979,1
9716/33
‘Bangkok
….
Sh.
p.
tical
1/101/,
1/10l/
s
1/101/,
1/10
3
/
8
1/10l/
B. Aires’)
…
d.
p. $
4313/
44i/,
44s,,
45/
g
44
9
/
10
Calcutta
… …
Sh.
p.
rup.
1157/
8
115
11
/
18
1/5
1
5,
1
1/6
2
/
32
1/6
Constaatin.
.
Piast.p.
X
905
905
880
910
897%
Hongkong
.
5h.
p. $
2/33/,
2
/
37
/32
2/27/
8
2137
1
2/3
3
/
n2
Lissabon
1)
d. per
Mil.
27/
1
27/16
213/
55
215/
33
27/,
Mexico
. . ..
d. per
$
26 26
25
27
26
Montevideo
1)
d. per
$
4634
47
467/
8
47%
47%
Montreal
….
$
per
X.
4.84k
4.84+ 4.84%
4.855,
4.85s,
R.d.Janeirol)
d. per
Mil.
59/
5
1
/18
47/
1
534
482135
Shanghai
….
Sh.
p.
tael
3/0t8,,
3/1
8
/
33
3/01i
311i
1
,
3/034
Singapore…
id.
p. $
2/41,
2/4
5
1
33
2/4
3
/
33
2/4
7
/
2/4
6
/
32
Valparaiso
3
).
peso
p. £
41.90
3
)
41.70 41.00 41.70
41.10
Yokohama
5h.
p.
yen
1/827/
33
1/825/
33
1/8
23
/,
118
27
/
33
1/8
25
/
33
‘Koersen der
voorafgaande dagen.
1)
Telegrafisch transfert.
8)
90
dg.
3)
Noteering
van 1
Mei 1925.
ZILVERPRIJS GOUDPRIJS
3)
Londenl)
N.Yorkl)
–
Londen
ii Mei
1925..
313
s
675/
8
11 Mei
1925..
84/11%
12
,,
1925.. 31%
67%
12
1925..
84/11%
13
1925..
31
3
/,
671,,
13
1925..
84/11%
14
,,
1925..
313/
16
67%
14
1925..
84/11%
15
,,
1925.. 31%
67%
15
,,
1925..
84111%
16
,,
1925..
31′
67%
16
1925..
–
17 Mei
1924.. 33″
655,
16 Mei
1924-
94/7
20 Juli 1914..
2415/
6
541,
8
20Juli
1914…
84110
in pence p.oz.stand.
2)
Foreign silver
in $c. p.oz.fine.
3)
insh.p.oz.fine.
STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
De Minister van Financiën
maakt bekend:
Vn,de,jno’,,
t
ii
Moi
lQÇ
3
10 A.r 100;
Saldo bij Nederi. Bank….
f
Saldo bij betaalmeesters…
,,
6.715.721,45
6.611.307,66
‘Voorschotop ult. Apr.1925
aan de gemeenten
op
voor haar door Rijk te
heffen gem. ink.bel. en
opcentenopRijksink.bel.
,,
68.531.311,56
,,
68.566.909,05
Voorsch. aan de koloniën
17.069.475,14 19.237.273,24
Voorsch. a. h. buitenland
,,212.864.316,17
,,211.284.658,50
Daggeldleeningen
tegen onderp.
v.
schatk.papier
,,
7.400.000,-
6.900.000,-
Verplichtingen.
I
Voorsch. door de Ned. Bank
f
7.730.785,76
/
2.445.661,02
Schatkistbilj. in omloop’)
,,158.236.000,-
,,158.216.000,_
Schatkistprom. in omloop
,,135.530.000,-
,,13 1.330.000,- Waarv. direct bij Ned. Bk.
,,
4.000.000,-
Zilverbons (met inbegripv.
de bedragen bij debetaal.
19.353.299,
18.482.429,-
Door den Postch.- en Giro.
meesters in kas)……….
,,
dienst in
‘s
Rijks Schat-
kist gestort ………..
,,
41.087.678,19
38.562.837,85
Waarvan
f
37.056.000
verval
en
op of
na
1
April
1927.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van Koloniën
maakt bekend:
9Mei1925
16Mei 1925
Voorschot uit
‘s
Rijks
kas aan
N.J. .. …
. .
f
9.640.000,-
f
11.827.000,-
md. Schatk.prom. in oml.
81.600.000,-
81.600.000,
–
Voorsch. Jav.Bk. aan N.-I.
,,
8.084.000,-
,,
‘
6.411.000,-
Muntbiljetten in omloop.
34.338.000,-
,,
34.591.000,-
Ten voor deele
v. N.-I.
ge.
boekt heleggingsgeld
v.
h.
N.J.
muntfonds……
»
5.143.000,_
_
5.139.000,-
Totaal
… .. ……
1
f138.805000,_
1
fI.39.568.000,……
434
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
20 Mei 1925
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 18 Mei 1925.
Activa.
Binnenl. Wis-Hfdbk.
f
35.160.679,26
sels,Prom., Bijbnk.
20.793.871,97
enzin disc.(Ag.sch.
34.022.857,68
f
89.977.408,91
Papier o. h. Buiteni. in disconto … .-. .-. …
–
Idem eigen portef.
. f
165.309.751,-
–
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nog niet af gel.
‘
–
165.309.751,-
Beleeningen Hfdbk.
f
79.318.350,51
mci. vrsch.
Bijbnk.
10.389.856,33
in rek.-crt.
Ag.ach. , 69.809.960 59
op onderp.
f
159.518.167,43
Op Effecten.
… – ..
f
l58.47l.817,43
OpGoederenenSpec.
,,
1.046.350,_
159.518.167,43
Voorschotten a. h. Rijk…..
,,
95.782,-
Munt en Muntmnateriaal
Munt, Goud … … …
f
56.284.295,-
Muntmat., Goud
,, 423.186.202,36
f
479.470.497,36
Munt, Zilver, enz. •
21.209.170,02
Muntmat., Zilver…
Effecten
500.679.667,38
BeleggingRes.fonds.
f
5.629.583,67
id. van
i,
v. h. kapit.,,
3.978.108,63
9.607.692,30
Gebouwen en Meub. der Bank
_. ,,
5.212.500,-
Diverse rekeningen
,,
52.016.303,75
7
982.417.272,77
Passiva.
Kapitaal
..
..
f
20.000.000-
Reservefonds
..
_… .. • … … •. ..
,
5.655.237,53
Bijzondere resérve ……….. .. … … …
8.235.000,-
Bankbiljetten in omloop… … … ………. ,,
892.586.985,-
‘Bankassignatiën in omloop…………..
1.936.248,68
Rek.-Cour.Ç liet Rijk
f
–
saldo’s:
‘t,,
Anderen,, 29.740.887,12
29.740.887,12′
Diverse rekeningen
,,
24.262.914,44
f
982.417.272,77
Beschikbaar metaalBaldo
.
f
315.474.575,61
Op de ba8i8 van ‘j m.etaaldekking…… ,, 180.621.751,45
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is. ,, 1.577.372.880,-
Voornaamste posteninduizendenguldens.
Andere
Beschikb.
1
Dçk-
Data
Goud Zilver Circulatle lopMulden
eischb. Metaal-
IkHgs
saldo I”perc.
18 Mei’ ’25 479.470 21.209
892.587 31.677 315.475 545
ii
’25 479.471 20.849
916.415 25.651 311.555 53
4
’25 479.473 20.768
946.394 29.081 304.793 51
27 Apr. ’25 479.473 21.029
895.741 43.444 312.312 53′
20
’25 491.982 20.659
892.832 50.107 323.693 54 14 ,, ’25 491.982 20.246
906.316 34.363 323.732 54
19 Mei ’24 531.407 9.713
986.956 83.192 326.594 51
25 Juli ’14 162.114 8.228
310.437
6.198 43.521
1
) 54
Hiervan
Papier
Diverse
D
t
b
:
d
a
a
Schatkist- Belee- . op het
a a
disco
‘
n
°
t’s rPercosrrseees
ningen
bstte
d
n
ningen’)
iS Mei 1925 89.977
–
159.518 165.310 52.016
11
1925 98.483
4.000 160.548 163.167 56.626
4
1925 103.404
6.000 179.541 152.449 70.200
27 Apr. 1925 95.022
3.000 152.721 146.657 73.382
20 ,, 1925 96.159
4.000 152.919 125.633 85.021
14 ,,
1925 101.481
7.000 152.541 119.414 83.412
19 Mei 1924 212.094
47.000 140.629 33.371 184.249
25 Juli 1914 67.947
14.300 1 61.6861 20.188
509
1)
Op de basis van
115
metaaldekking.
2
) Sluitpost activa.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
-opeischb. 1 Discont.
Circu
Andere
latle
schulden
11 April
1925…
1.041
1.556
730
1.028
296
4
,,
1925..
1.042
1.621
699
1.024
315
28 Mrt.
1925..
1.063
1.503
809
1.022
333
21
1925..
1.062
1.490
858
1.027
303
14
1925-
1.052
1.527
872
1.025
316
12 April
1924…
1.131
1.534
891
1.114
518
‘5 Juli
.1914…
645
1.100
560
735
396
‘J
a’ui.pust uci aÇL,vn.
JAVASCHE BANK.
Voornaa.mte posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Circulatie
opetschb.me
taal-
schulden _saldo
282.500
41.810
119.838
282.500
42.500
119.250
279.000
49.500
119.050
277.573
50.494
119.708
279.040
51.573
118.913
273.430
53.810
120.203
271.153
55.945
120.615
260.719
76.310
146.215
268.245
102.274
146.596
110.172
12.634
4.842
1
Belee-
Iv
:
r
se
kings- Dek-
ningen
ningen’)
percen-
__
•1
__-
16 Mei 1925
10420
***
57
9
,,
1925
108.310
‘
57
2
1925
105.320
56
18Apr.1925
20.798
20.413
42.884
59.656
56
11
,,
1925
21.088
20.690
42.651
58.134
56
4
1925
21.084
18.882
41.394
57.074
56
28Mrt.1925
21.427
17.949
48.580
62.138
57
17 Mei 1924
35.397
14.817
54.646
16.583
63
19 Mei 1923
36.508
28.060
60.220
20.111
59
25 Juli1914
1
7.259
1
8.395
1
47.934
.
1
2.228
1
44
1)
Sluitpost activa.
1)
Basis
3
15
metaaldekking.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden ponden sterling.
Data
Metaal
C&culatiell
CurrencyNotes
–
Bedrag _Ooudd.
Gov.Sec.
13 Mei
1925
153.617
147.606
292.639 53.950
2
)
243.699
6
,,
1925
154.683
148.288
292.535 53.950
2
)
243.629
29 April 1925
155.742
148.387
289.848 53.950
2
)
240.973
22
1925
128.733
120.279
291.744
27.000
242.840
15
1925
128.721
121.363
297.591
27.000
248.640
8
1925
128.708
122.485
296.145
27.000
247.119
14 Mei
1924
128.183
124.542
288.379
27.000
244.120
22 Juli 1914
40.164
1
29.317
–
–
–
Gov.
Other
Public
Other
Dek-
Data
Sec.
Sec;
Depos.
Depos.
Reserve__1ngs;
13 Mei’ 25
33.302
78.332
17.426
102.159
25.761
21
1
/2
6
’25
37610
72.735
11.021
107.717
26.146
22
29Apr. ’25
36.852
76.245
17.048
105.481
27.105
221,1
8
22
’25
36.812
75.530
17.058
105.770
28.204
23
15
’25
39.292
76.416
14.780
110.333
27.108
211/
8
8
’25
39.878
74.496
13.126
109.505
25.473
211,
14 Mei
1
24
41.523
72.589
17.359
102.441
23.391
19,52
22Juli’14
11.005
33.633
13.735
42.185
29.297
525/
8
, vcrnuuuing tuaiicii IbLVC CII iJepuIIa. ‘) DarIKuIIjcIIcIu.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen france.
Waarv.
Te goed
Buit. gew. Schat-
wi
–
Data
Goud
in
het
Zilver In het
voorsch.
kist
bil-
buitenl.
buitenl.
a/d. Staat
jetten
i
se
S
14 Mei’25
5.546
1.864
317
578
23.950
5.009
4.704
7
,,
’25
5.546
1.864
317
578
23.850
4.980
4.870
30Apr.’25
5.546
1.864
317
583
23.250
4.980
5.959
23
,,
“5
5.546
1.864
317
582
22.700
4.978
5.371
16
,,
’25
5.548
1.864
316
582
22.350
4.978
5.512
15 Mei ’24
5.543
1.864
299
570
22.700
4.691
4.367
23 Juli’14 4.104
–
640
—
–
1.541
WaarvanUitge-
B 1
–
Rekg.Courant
Data
op het
stelde
e ee
Circulatle
Parti-
bulteni.
Wissels
ningen
cufleren’ Staat
14 Mei’25
23
6
3.085
42.991
2.000
43
7
,,
’25
25
6
3.176
43.409
1.912
12
30Apr.’25
20
6
3.020
43.050
2.077
28
23
,,
’25
22
6
3.070
42.662
1.948
4
16
’25
22
7
3.074
42.960
1.925
34
15Mei ’24
26
10
2.610
39.739
1.917
13
23Juli’14
8
–
769
5.912
943
401
1) In disc, genomen wegens voorsch. v. d. Staat a. buiteni. regeeringen.
Data
I Goud
t
Zilver
16 Mei 1925
184.500
9
1925
184.250
.2
1925
184.750
18 Apr. 1925 134.038
50.473
ii
1925 133.645
50.555
4
1925 133.509
51.254
28Mrt.1925 133.921
51.257
17 Mei 1924 ‘148.532
64.406
19 Mei 1923 159.043
61.035
25 Juli 1914 22.057
31.907
Data
Dis-
buiten
I
conto’s
N.-Ind.
1
h,,h,,.Ih
1
S
20 Mei 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
435
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reiehsmark.
Data
Goud’
Daarvan
bij bui-
tenl. circ.
banken
1)
Deviezen
als
goud-
dekkin
gelden/
Andere
wissels
en
cheques
Belee-
ningen
7 Mei 1925
1.014,3
117,9
338,1
1.492,3
7,7
30April1925
1.014,2
117,8 338,1
1.496,2
77,0
23
1925
1.004,1
128,9
334,7
1.266,7
6,0
15
,,
1925
1.003,7
149,9
334,6
1.422,
17,0
7
1925
1.003,4
160,1
334,5
1.487,0
7,4
31 Mrt. 1925
1.003,4 205,3
334,5
1.578,2
27,1
23 Juli
1914
1.356,9
–
–
750,9
50,2
Schuld
Data
Effec-
1
Diversel
Circu-
t
Rekg.-
I
Diverse
1
aan
ten
Activas)l
laffe
Crt.
Passiva
IRenten
bank
7 Mei 1925 200,3 1.163,1 2.386,5 754,4 825,3
19,3
30 April 1925 200,1 1.123,0 2.451,8 705,8
831,4
24,7
23
1925 199,9 1.411,7 2.022,1
974,5
975,6
35,8
15
1925 199,8 1.322,3 2.187,7
854,6
988,2
36,4
7
1925 205,5 1.267,2 2.293,3 732,9
977,6
67,7
31 Mrt. 1925 205,3 1.217,4 2.314,6 742,9
984,9
86,7
23 Juli 1914 330,8
1
200,4 1.890,9944,-
40,0
–
1)
Onbelast
2)
Wo. Rentenbankscheine
7
Mei,
30, 23, 15, 7
Apr., 31 Mrt.,
resp.
446,9; 416; 544,7; 426,7; 354,1; 300
miii.
BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste posten in millioenen franca.
…..
.
.#
,.,
Data
L’..
‘-
14 Mei ’25
378
85
480
1.280
293 5.200
7.530
213
7
,,
’25
378
85
480 1.268
345
5.200
7.566
204
30Apr.’25
378
85
480
1.374
350
5.200
7.665
224
23
25
378
85
480
1.337
289 5.200
7.516
276
16
’25
378
85
480 1.298
324
5.200
7.569
219
9
’25
378
85
480
1.334 295
5.200
7.585
210
15 Mei ’24
357
85
480
1.323
429
5.275
7.655
218
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS. Voornaamste posten in millioenen dollars. –
–
Goudvoorraad
Wettig
Wissels
Data
betaal- middel,
Totaal
Dekking
In her-
1
disc. v. d.
1
In de
open
bedrag F. R.
Notes
Zilver
etc.
member
markt
banks
1
gekocht
29Apr.’25
2.851,1
1.598,5 142,0
400,0
266,8
22
’25
2.844,3
1.614,0
141,5
412,4
275,5
15
’25
2.844,5
1.608,4
141,0 395,3
24,1
8
,,
’25
2.839,4
1.563,9
137,2
391,3 310,7
1
’25
2.845,9
1.840,3
136,7
399,9
316,4
25 Mrt.’25
2.887,3
1.654,9
140,8
377,6
306
1
9
30 Apr.’241
3.120,4 2.139,1
102,2
447,2
124,5
Belegd F.1?.
Notes
Totaal
Gestort
Goud-
Dek-
Algem.
Dek-
Data
in
u. s.
Gov.Sec.
in circu-
.°
Kapitaal
kings-
kings-
lat
ie
perc.l)
perc.i)
29Apr.’25
349,0
1.683,9
2.187,4
115,2
73,6
77,3
22
’25
353,1
1.687,7
2.217,8
114,7 72,8
76,5
15
’25
357,8
1.698,1
2.207,9
114,6
72,8
76,4
8
’25
382,2
1.714,2
2.187,0
114,5
72,8
70,3
1
’25
357,8
1.709,7
2.195,7
114,5
72,8
76,4
25 Mrt.’25
343,8
1.709,1
2.184,3
114,5
73,6
77,3
30 Apr.’241
301,7 1.926,0
2.005,4
110,9
79,4 82,0
1)
Verhouding tôtalen goudvoorraad tegenover opeischbare schulden:
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL. Voornaamste posten in millioenen dollars.
Aantal
1
Dis-
1
conto’s
Beleg-
‘Reserve
bij
de
1
1
Totaal
1
Waarvan
Data
banken
en
gingen
1
F.
R.
depo-
1
sito’s
1
time
deposits
beleen.
banks
22Apr.’25
736
13.130
5.506
1.632
18.036
5.064
15
’25
738
13.128
5.482
1
1.599
18.021
5.052
8
’25
736
13.137
5.484
1.609
17.991
5.055
1
’25
736
13.205
5.498
1.605
18.126
5.053
25Mrt.
1
25
737
13.140
5.478
1.588
17.940 5.034
23Apr.’24
755
12.054
1
4.553
1.438
1
15.759
4.265
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicbt
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 18 Mei 1925.
:io internationale fondsenmarkten waren gedurende de
a(:hter ous liggende berichtsperiode over liet algemeen his-
teloos en runt. Vooral
op
de fondsenmarkt van
B
e r 1 ii ii
is dit tot uiting gekomen. Sedert de presidentaverkiezing
is daar ter plaatse een voortdurende vermindering van de
levendigheid ter beurze op te merken gdweest. Hetgeen de
Berlijnsehe beurs ontbreekt is de breede schare van belang-
hebben.clen, welke de aanwijzingen van de beurs vroeger
steeds overnamen.
Ook te P a r ij s is de stemming niet opgewekt geweest.
De nieuwe voorstellen van den minister van financiën zijn over het algemeen niet ongunstig ontvangen. In beleggers-
kringen voelt men zich eenigszins gerust gesteld, (lat van
een kapitaaisheffing geen sprake is, hoewel men zich niet
ontveinst, dat de nieuwe verhoogingen vaci cle coupon- en
van sommige soorten der inkomstenbelasting het kapitaal
zwaar genoeg kunnen treffen.
Te L o ii d e n is de stemming beïnvloed door cle houding
van de afdeeling voor beleggingswaarden. De vrees voor
duurder geld heeft cle koersen der eerste klasse fondsen
vrij gevoelig gedrukt. Zoo is bv. ook de emissie van
£ 7000.000 4% pCt. obligaties Nieuw Zeeland niet door het
publiek genomen, zoodat een dingio van 1% pCt. is ont-
staan. Deze gang van zaken heeft op cle geheele verdere
markt invloed uitgeoefend. Een uitzondering hebben rtib-
beraancieelen gevormd, welke, als gevolg van de krachtige
prijsverbetering van het prodnct bij grooten handel en tot
boogere koersen uit •de markt werden genomen. Van bui-
tenlandsche fondsen konden Argentijnsche soorten een
krachtige verbetering ondergaan, als gevolg van cle koers-
verheffing van den Argentijaschen Peso. Toch viel ook hier
tegen het einde der berichtaweek een lichte reactie op te
merken.
De markt te N e w Y o r k heeft eenigsains een tegeit-
stelling gevormd met de Europeesche beurzen. Hier bleef de
tendens vrij opgewekt, hoewel er toch ook af en toe eenige
aarzeling viel te constateeren. Men is ivat terughoudend,
aangezien de omzetten in handel en bedrijf niet zulke
groote vormen aannemen, als mcii verwacht had. Vooral iii
cle staalnijverbeicl heeft men met scherpe concurrentie te
kampen.
T e ii o
ii
z e n t was de markt over het algemeen zeer
opgewekt. De beleggiugsafdeeling heeft hiervan ook kun-nen profiteeren, ten dccle door den invloed van het steeds
ruimer wordende aanbod van prolongatie, uit de voor den
Meitermijn benoodigde gelden langs allerlei kanalen weder
naar de markt terugvloeien. 6 pCt. Ned. Werk. Schuld
1922: 104%, 104%
;
4% pCt. Ned. Werk. Schuld 1917:
94%, 95, 95
7
/1e; 7 pCt. Ned. Indië:
10211/1o, 102151is;
8 pCt.
Sao Piiilo: 98%, 98%.
Op de aandeelenmarkt hebben in cle eerste plaats
i
–
ubber
–
fondsen
sterk de aandacht getrokken. De krachtige verbe-
tering van ten rubberprijs, te zamen met cle afneming van
cle iladelijk •hescdiikbare voorraden te Londen, hebben hij
sonimigen dcii indruk gewekt, dat spoedig niet ccii tekort
aan rubber rekening gehouden moct worden. Aan den
anderen kant brengt uien ter beurze naar voren, dat de
geleidelijke liquidatie van het Steveusouplan de voorzie-
n ing van riihber als vanzelf ruimer moet maken. (iezicmn
echter cle zeer onoverzichtelijke statistische positie van het
artikel – voornamelijk als gevolg vaii liet ontbreken van
goede verbruiksstatistiekeri – heeft liet speeulatieve cle-
nient in den handel iii rubberaandeelen Itngzanierlia.iul de
overmacht verkregen. Dientengevolge zijn er ter beurze
groote omzetten te ,registreeren geweest, welke tegen het
einde der berichtsiieek culmineerclen in groote vraag naar
cle minder courant verhandelde ;ia]tdeelcn. Ook de laag-
genoteerde soorten zijn sterker op den voorgrond getreden. Over de geheele linie is echter een krachtige koersverbete-
ring te constateeren geweest, waarop slechts in enkele soor-
ten pen lichte reactie – welke clan veelal spoedig nog door
een daaropvolgende rijziug is genivelleerci – is voorgeko-
men. Amsterdam Rubber Cult. Mij.:
326%,
330, 336;
Gogo Nity: 246%, 221% (ex cliv.), flessa Rubber lij.:
257%,276, 285; Java Caoutchouc: 145, 147
3
/, 15l
3
J; Verg.
Majanglanden: 370, 380, 395; NecL md. Rubber en Koffie:
231%, 238%, 235; Oost Java Rubber: 282, 285, 287; Ser-
badjadi: 251, 246%, 253; TjiboeniTjipongpok: 114%,
120%, 123.
De opgewekte handel iii rubberaandeelen heelt de gan.
sdhe beurs gestimuleerd.
Tebaksaendeclen
waren weliswaar
m.i nder levendig, doch zeer vast. De vooraanstaande Snma-
trasoorten hebben alle een koersherstel van eenige betee-
kenis kunnen boeken en ook de Javasoorten
zijn,
hoewel
436
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
20 Mei 1925
minder ruim verhandeld, door het publiek uit de markt
genomen. Arendsburg: 445, 450, 421% (ex div.), 424; Be-
soeki Tabak Mij.:
298%,
300, 281 (ex div.) ; Deli Batavia
Mij.: 353, 347, 350%,
349;
Deli Mij.:
396
1
397%, 400%
itoflunti D1i: 255, 258% (ex div.); Senemhah: 414%,
409, 417%.
De miii of nieer luste]ooze houding, welke in d.e laatste
weken voor aandeelen Koninklijke Petroleum keiuïierkcnd
is geweest, hoeft tegen hef slot der berichtsperiode plaats
gemaakt voor een iets grooter belangstelling. De
pctrolcuae-
merkt
als soodanig is hierdoor echter niet geaffecteerd. *
liet hoofdfonds werd iets meer gevraagd, eensdeels als dek-
king van
co]Itramineiosities,
auclerdeels in verband niet ‘de
:i;i.tistaande jaarverg4dering. Consols bleven nagenoeg ver-
on:ichtzaamd.; men vacht hier de aanstaande jaarvergade-
ring van de Astra Romana af, waar ‘een besluit aaflg;t;Ln'{Ie
het dividend zal worden genomen. Dordtsche Petr. Mij.:
340%, 339, 343%;
Gecousolideerte Hol!. Petr. Cie.:
1
51%,
14834, 150% ; Koninklijke Ned. Petr. Mij.: 370, 36834, 374%.
De suikcr?rtarht was
kalm, doch over het algenieen opge-wekt. Wel vielen op sommige dagen vrij hef tige reacties op
te mcrken in aanshuiting aan een daling van de Cuba-
noteeringeii te New ‘York, doch al spoedig trad hier een
krachtig herstel in. Aandeelein 1[.V.A sloten dientengevolge
slechts w’einig onder het hoogst bereikte punt van de be-
riehtsweek. De overige desbetreffende aandeelen hadden een
verloop, dat in groote trekken hiervan slechts weinig is
afgeweken. Cultuur Mij. de Vorstenlanden: 165%, 167:y
5
,
169%; Handels Verg. Amsterdam: 504, 513%, 505%,
51.2%; Javasche Cultuur Mij.: 361, 375, 370%; Marouu
Cultuur Mij.: 315, 320%, 322; Poeiworedjo: 132%, 129%,
.131%; Suiker Cultuur Mij.:
262%,
246 (ex div.), 242;
Tjoekir: 431 (ex div.),
439%,
435, 437.
De
soheepvaartefdeeling
was over het algemeen opge-
wekt van toon. Na het jaarverslag van dc Koniu.iklijke Hol-
lanlsclie. Lloyd, dat door de beurs gunstig is ontvangen,
is voor de waarden van (leze onderneming iets grooter
belangstelling ontstaan. Tevoren varen reeds de Indische
lijnen beter beoordeeld met, in directe aansluiting hieraan,
:iaudeelen Nederlaaidsc’he Scheepvaart Unie. Men is ter
beurze
klaarblijkelijk van meeaing, dat de reeclerijen de.
diepste depressie achter den rug hebben en beschouwt heti
in dit verband eei’der .als een gunstig teeken, dat in de
meeste gevallen tot uitkeering van een slechts matig of in
het geheel geen dividend wordt overgegaan. Holland.Ame-
rika Lijfi: 71%, 68%, 69%; Java China Japan Lijn: 109,
110%, 106%, 105; Kon. Ned. Stoomboot Mij.: 733/4, 673/4,
66,
67%;
Ned. Scheepvaart Unie:
142%,
145
3
1
4
, 146/
4
;
Sto6m’v. Mij. Nederland: 162, 164.
tnd’ustriecie
dLafldeClCn
hel)ben een zeer levendig verloop 1
gehad. Vooral op aandeelen in kunstzijclefabrieken heeft
zich de aandacht wederom geconcentreerd. Ditmaal i’aren
het in hoofdzaak aandeelen ,,Maekubee”, welke in groote,
posten en tot stijgende noteeringen werden opgenomen.
1)aarnaast hebben aandeelen Philips Gloeilampen voorbij-
gaand veel vraag ontmoet; een reactie ‘heeft een deel van
(le koerswinst hier, weggenomen. Amsterd. Droogdok Mij.:
148 (ex div.) ; Centrale Suiker’ Mij.: 109, 110; Constr.
Werkpl. Dti Croo & Brauns: 12, 14, 16; Hollandia Melk-
producten:
126%,
131, 132; Hollanclsehe Kunstzijde: 160,
161/
4
Jurgens: 102
9
/io, 101
1
/
10
,
99%;
Ne’d. Gist- en Spi-
ritusfa’br.: 323, 327, 330; Ned. Kunstzijdefabr.: 398%, 402,
397; Philips’ .Gloeilampenfabr.: 394, 400, 410
3
/
4
; R’da.m
Droogdok Mij.: 159%, 163
3
/, 160%; Verg. Toitwfabrieken :’ 1
36,
43Y8,
42%; Vlissingen & Co.’s Kat. Fabr.: 180, 183%,
184%.
llljnaandeel en
waren zeer kalm en vrijwel onbewôgen.
Alleen voor aandeelen Redjang Lebong bleef vraag bestaan,
waarvan de koers echter niet sterk heeft kunnen profitee-
ren. Alg. Exploiratie Mij.: 88, 86%, 86% ; Billiton iste’
Rubr.: 482, 480; Oost Borneo Mij.: 148%, 155, 147%, 151;
Rodjaiig Lebong: 275,
264%,
271, 275; Sïloengkang Mij.:
109%, 105, 118.
J3enkaendcefen
waren zeer vast. In aansluiting aan de
verbetering van beleggingswaarden w’erden de voornaadste
soorten hier als beleggingsmateriaal gekocht. Amsterdam-
sche ]3ank: 144%, 14734, 146%; Koloniale Bank: 191,
193, 194; Neil. md. Hand. Bank: .144, 147%, 148%; Ned.
Handel Mij. (C. v. Aand.)
:
129, 131
3
/8,
132% ; R’damsche
Bankvereenigi ng: 76%, 81%, 83%.
De .ulinerikaansche af decling
was kalm. – Op sommige dagen vielen er eenige omzetten in aandeelcn Chicago Mii-
waukce & St. Paul te constateeren. American Smelting &
Rel. Cy.:
04%,
93, 96; Anaconda Copper: 75
1
/, 76,
79
ys;
Studebaker: 1160, 1158, 1150; United States Steel Corp.:
114%, 115, 116
3
1
4
; Ene: 77%, 76%, 77; St. Louis & San
Francisco Rw.:
763/1
SO, 83; Union Pacific: 138Y8, 138%,
139% ; Wabash Railway:
2611/33,
25
5
/8, 26
1
/
10
.
GOEDERENHANDEL.
1
GRANEN.
19 Mei 1925.
‘1’ a r
w
e. ])e
‘C15C11C1)i
uigen ‘ati Argenti
ii
iii zij ii terug-
gevallei.i tot bijna. niets, cii ook van Auusti:ilië zijn ze sterk verminderd, zooclat liet gevolg was, dat liet totaal der week-‘
versoliepi rigeul
111(4.1
‘Europa benedeu1
Ccii
iuiillioen qiiarters
44’30,
terwijl dle consumptie vals buitc’uulaiulsc’lie tarwe itt
dezeui tijd zeker ineen (laul 1
34
iuuillioen quarters per week
beltlraagt. De hoeveelheid ‘onderweg is
ii
den laatsten tijd van week ‘tot week afgenomen eti het is begrijpelijk dat
spoedig Ie’en!)are tarwe steeds IiJCer gezocht wordt. Meer
(bIll
de ‘helft vali de tarwe onderweg naar Euroa l)estaat
uuit Australische t:trwe en van deze speciale soort zijn de
]lIeeste uiiarkten i’e1 verzadigd, ‘ioodat (le
l)I5
crvati ii
verhouding tot ondere soorten gedrukt
‘
is, maar hierdoor
is todll veer goede ‘raag ontstaan, zoodat zeer vele India-
gen A’iistralische tarwe van eigenaar verwisselden. Hierbij
trad Spanje als kooper op den ‘voorgrond, doch ook Enge-
landimoet voortdurendE niet koopen voortgaan, vooral ook
omdat
de
inlandsche vrijwel uitgeput is. Ook
Mauntoba tarwe werd in flinke’ ‘hoeveelheden gekocht, vooral
dle toch nog zeer goede geringere soorten.
De voortdurende vraag voor ‘spoedig leverbare tarwe
maakt de markten vast, In:uar rdacties ko4uieui toch telkens
weer voor, deels als refleetie
01)
‘de Noord-Ameniikaansche
termijuimarkten, w’aar
iTlcfl
steeds liet artikel tarwe te vee’]
als eei.r speculatie-object behandelt en steeds niet berichten
over .00gsteui cii over vraag van binnen- en buitenland
werkt, ten einde het publiek te iu.iteresseeren. De beteeke-
nis dier berichten wordt vaak overdreven, en dit heeft soms
weer het gevolg, dat door de va:i.k sceptisch gesteiïu.de Euro-
peesche ‘handelaren de waarde van sommige werkelijk be-
la ngrijke berichten onderschat s’rdt.
De oogstberichten t’aren bijita overal gunstig, vooral in
Europa, waar het weer zeer fraai is geweest. Na den velen
regen der vorige weken is het warme, drogere weer zeer
welkom en de berichten tuit bijna alle landen zijil zeer
bemoedigend. Ook Noord-Amerika meldt gunstige benich-
ten, behalve vrees voor vorst, wat wel wat erg onwaar-schijnlijk voor dezen tijd van hct jaar klinkt. De uitzani
%v,Lii
de zoniertarwe is zooivel in de Staten als in Canada
zeer veel verder gevorderd dan een jaar geleden, hetgeen
de kans op een vroegeren oogst bctcu’ maakt, wat vooral iii
Canada het gevaar voor ,,killing frost” zeer veel kleiner
inatukt. Behalve dan den zoovee’l kleiner geschatten oogst van
Axnerikaansche wintertarwe niet het er voor de toekomst gun-
stig uit voor de wereldmarkt, vooral ook daar de overigens
nog vage berichten tuit Rusland wel aangeven, dat althans
een aanmerkelijk betere oogst dan verleden jaar te wadh-
ten ‘is. Het gevolg is dus, dat de fabrikanten in Europa
uiterst voorzichtig niet hun inkoopen te work gaan en dit zal wei tot gevolg hebben, dat telkens weer moet worden
hijgekocht, omdat men voor dle toekomst niet gedekt is.
I[u R o g ge is de handel zeer rustig geweest. De ver-
schepingeit van Noord-Amerika ofschoon iets verminderd,
waren tamelijk ruim, maar men had toch mogen verwach-
tea dat de ‘vraag, ze ruim opgenomen zou hebben. De vraag vaui Denemarken is tijdelijk geheel opgehouden tengevolge
van eeui staking in alle Deensehe iiaven’s maar ook ‘in (le
andere Europeesche Janden is de markt teleurstellend.
Itogge is evenwel een graauisoort, die vroeg geoogst .w’ordt
en vooral in Duitschland staat dle oogst er prachtig voor.
M af s. In dit artikel ging weinig om. Er werd aan-
iuierkelij.k ineen afgeladen van Argentinië dan in de vorige
weken, wat de stemming in Europa traag maakte. Wel zijn – de verschepingen nog zeer gering, vergeleken bij verleden
jaar om dezen tijd, maar de prijzen staan lui zeer veel
hooger. Vandaar ook iii dit artikel een toestand van af-
wachten, vat ten gevolge had, dat het betrekkelijk geringe
aanbod voor Mei.aflading niet ‘w’erd opgenomen, zoodat
Argentinië geleidelijk begint toe te geven, ook voor latere
aflading. Toch zijn daarvan de eerste hands prijzen nog
zeer veel hooger dan de tweede hand vraagt en indien dit
met verandert, zullen de Argentijnsehe verseliepers wel ge-
noodzaakt zijn, onverkocht af te ladeui. Voor Zuid-Afri-
kaansche niaïs was de vraag gering. De prijacn verander-
den slechts weinig. De Noord-Amerikaansohe mnarkte gul-
gen beurtelings op en neer, maar dit heeft in E-iuropa geen
invloed, aangezien de Amerikaansche prijzen toch te hoog
voor export zijn.
Ook deze week leverde weinig belangrijke zaken voor
ge r St
01).
De voorraden op liet Couitinent zijn zeer klein,
en de ‘erschepiuugen niet groot, maar de vraag is even-
min groot, zoodat de prijzen niet veel veranderden.
Evenmin leverde deze week veel zaken in h a v e r op.
Noord-Amenikaansche werd nog regelmatig naar Neder
20 Mei 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
437
Noteeringen.
Chicago
Buenos Aires
Data
Tarwe
Maïs
Haver
Tarwe
Maïs
Lljnzaad
Mei Mei Mei
Juni
Juni
Juni
16 Mei
1
25 170
113g
45i(
15,15
9,50
21,40
9
,,
’25
162
111
8
/
8
44 15,4
0
1)
10,25′)
21,90
1
)
16 Mei’24 1047,
76
467/
t
11,10
7,75
19,45
16Mei’23
120′
813
43y,
11,80 8,30
21,35
16Mei
1
22 145 (
61 (
38
8
s
13,65
7,95
21,50
20Juli’14
82
56
8
/
s
36X
9,40 5,38
13,70
1)
Per Mei.
AANVOEREN in
Rotterdam
Tarwe’ ………………
1
17.75
17,50
12,50
Rogge (No. 2 Western)
1
13,60
14,10
9,50
Mais (La
Plata) ………..a
262,-
266,-
216,-
Gerst (48 Ib. malting)
…’
261,- 260,-
207,-
Haver (38 lb. white clipp.)l
12,_
4)
12,759
10,-
4)
Lijnkoeken (Noord-Amen.
kavan La Plata.zaad)
1
13,25
13,_
11,30
Lijnzaad (La Plata)
…..
8
472,_
475,-
397,-
1)
per 100 KG.
2)
per 2000 KG.
8)
per 1960 KG.
‘No. 2 Hard/Red Winter Wheat. 9 Canada No. 3.
tons van 1000 KG.
Amsterdam
II
Totaal
Lonoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.
Soorten
1
IS Mei
11 Mei
19
Mei
1
1925
1
1925
1
1924
Artikelen
1
1
°
1
1 10116 Mei 1
Sedert
1 Overeenk. 1
10
1
16 Mei
Sedert
Overeenk.
1
1925
1
Jan.
1925
tijdvak
‘924 ii
1
1Jan.
1925
tijdvak
1924
Tarwe
_. … ..
.
… ._ ..
40.089
341.741
367.537
1.160
49.860
199.412
Rogge. ………………
868
10.759
8.806
Boekweit ……………..
8.090 254.359 262.405
3.763
57.554
121.565 9.436 44.081 81.663
Mais
……..
………
Gerst
……………..
902
62.433
101.747
Haver ……………..
Lijnzaad
..
………..
Lijnkoek …………..
720
..
1.442
90.624
75.857
Tarwemeel ……..
…
..
36.562 97.687
Andere meelsoorten
78
3.137
3.366
land cii Duitschiand verkocht, doch slechts in geringe hoe-
veclhedeir. Ook in Engeland kwamen, vooral in Canadee-
sche haver, Vrij regelmatig zaken tot stad.
SUIKER.
NOTEERINGEN
Londen
New York
Amster-
Whlte Java’s1
Cuba’s
90
Data
dam per Tates/ f.o.b. per
1
965 c.i.f.
Centri-
Aug.
CubesJ
fugals
Nod
Mei/Juni
1
MeilJuni
basis
99°
18Mei ’25
f
19i5
35/3
15/6 12/6
4,33
11
,,
1
25
,,
19y,
35/3
15/6
1216
4,27
18
,,
’24
25
1
j,
43/6
21/3
2013
5,78
18
,,
’23
,,
371j
71/_
2819
31/9
7,78
riiwsuiker
basis
550
4
,Juli 114
f
11
18
/
32
18/_
–
–
3,26
basis
99(
1) Het verschil
tussehen
ruwsuiker 88
0
en
kristalsuik
99
0
is aan
te nemen
op
f
3,- per 100
KG.
Ook deze week fluctueerden de verschillende suiker-
markten, doch de tendens was vaster en prijzen liepen
dientengevolge wat op.
In N e w York, waar in het midden der week plotseling
vraag naar geraffineerde suiker ontstond, waren de notee-
ringen als volgt:
Sp. C. Mei Juli Sept. Dec.
Slot voorafgaande week …….4.27 2.57 2.70 2.84 2.84
Opening verslagweek ………4.27 2.58 2.72 2.86 2.85
Slot verslagweek …………4.33 2.62 2.72 2.86 2.86
De ontvangsten in de Ati. havens der V. S. bedroegen
67.000 tons, de versmeltingen 52.000 tons (tegen 66.000
tons in 1924) en de voorraden 202.000 tons.
Voor prompte Cubasuiker werden prijzen betaald varieerend tusschen 2.53 d.c. en 2.69 dc. (aan het eind der week 2.59 d.c.)
c. & Ir. New York.
In Europa werd tusschen sh. 12/4k en sh. 1219 cii. aange-
legd voor Juni/Juli en Juli verscheping.
1925
1924
1923
Tons
Tons
Tons
Weekontvangsten 9Mei’25 …. 167.185 109.067
80.506
Tot, sedert 1 Dec.’24-9 Mei’25 .. 3.510.801 2.941.180 2.853.195
Aantal werkende fabrieken
149
84
35
Weekexport 9 Mei1925 …….85.518
91.286
82.737
Totaal 1 Jan._9 Mei ’25 …….2.270.889 1.982.634 2.102.923 Totale voorraad op 9 Mei’25 …. 1.239.912 958.496 751.172
in Engel a n d wordt de Board of Trade Statistiek over
April met de volgende cijfers bekend gemaakt:
–
9.498
14.427
351.239
381.964
–
–
3.575
49.860
202.987
–
–
–
10.759
8.806
825
32.776
44.123
287.135
306.528
205
3.158
22.532
60.712
144.097
–
150
81
44.231
81.744
–
18.450
37.690
80.883
139.437
–
–
700
90.624
76.557
33 •
6.767
9.147
43.329
106.834
–
–
–
3.137
3.366
April
Januari/April
1925
1924
1925
1924
Import Riet ……..189.839 190.494 443.935 504.593
Geraffineerd
52.280
51.657 227.353 163.113
Totaal …………..242.199 242.151 671.288 669.636
Voorraad in Entrepot 257.450 333.750
–
–
11 in Raffinaderij
46.000
69.200
–
–
Opbrengst
,,
60.399
56.333 230.552 274.085
Tot, binnenl; verbruik 113.758
92.972 491.507 415.024
Totale uitvoer
4.278
4.038
16.588
22.991
Voorr. op 31 Mrt. … 1925 fl87.050
1924
f253.950 tons
30April . ..
303.150
402.950
De zichtbare voorraden zijn volgens Czarnikow:
1925
1924
1923
Tons
Tons
Tons
Duitschland 1 Apr. ’25 ……618.000 737.000 774.000
Tsjechoslowakije 1 Apr. ’25
494.000 378.000 261.000
Frankrijk 1 Apr.’25 ……..373.000 127.000 148.000
Nederland 1 Mrt. ’25 ……..160.000 106.000 163.000
België 1 Apr. ’25 ………..166.000 62.000 59.000
Engeland 1 Mei ’25 ……..311.000 417.000 306.000
Totaal (Europa). . 2.122.000 1.827.000 1.711.000
V.S. Atlant.havens 13 Mei ’25 202.000 186.000 202.000
Cuba alle havens 9 Mei ’25 .. 1.240.000 958.000 751.000
Totaal .. 3.564.000 2.971.000 2.664.000
Op Java kwamen enkele afdoeningen in de tweede
hand tot stand en werd voor Superieur Mei levering
1118/
8
betaald, voor Juni 1 105/
8
en voor Juli/September
IOX tot 1 108/. De verschepingen gedurende April be-
droegen slechts 35.639 tons tegen 57.434 tons in 1924.
II i e r te lande waren deze week de noteeringen op de
termijnmarkt aan slechts geringe fiuctuatie onderhevig. Aan het slot ontstond echter svat ruimer aanbod, zoodat Mei tot f 20.- en Augustus tot f 197/
8
werd afgedaan, ter-
wijl voor December 1 195 genoteerd werd. De omzet be-
droeg deze week 3900 tons.
KATOEN.
Marktijericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons, Manchester, d.d. 13 Mei 1925.
Verleden Woensdag is aan de daling van Amerikaan.
sche katoenprijzen een einde gekomen, hoewel er na dien
tijd dagelijks groote fiuctuaties plaats hadden ook al ten
gevolge van speculaties
A
la baisse en de verbeterde weer-berichten; vanmorgen opende de markt op 11,80, het laag.
ste punt, dat wij in dit seizoen bereikt hebben. Ondanks
deze ilauwere stemming bedroegen verkoopen in Liverpool
gedurende de afgeloopen week circa 50.000 balen en zijn
deze week tot nog toe 19.000 balen verkocht. De verscheping
van den oogst vindt goeden voortgang en de ontvangsten in Amerikaansche havens bedragen reeds meer dan 9 millioen
balen. De uitvoer naar Groot-Brittannië is thans reeds
900.000 balen meer dan verleden jaar en naar het Conti-
438
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
20 Mei 1925
nent meer dan 1 millioen balen, terwijl Frankrijk en
Japan ongeveer 450.000 balen meer hebben afgenomen. Ook
prijzen van Egyptische katoen zijn aan hevige fluctuaties onderhevig en F.G.F. Sakel noteerde gisteren 125 punten
lager. De berichten omtrent den nieuwen oogst luiden min
der gunstig. –
Spinner8 van Amerikaansche garens verliezen hoe langer
hoe meer grond. Er worden thans door de Master’s Fede-
ration pogingen in het werk gesteld om meer eenheid in
den korteren werktijd te krijgen en de spinners worden
per circulaire gevraagd om zich aan hun vorige beslissing
van 35 uur per week te houden, terwijl verdere stappen
van hun antwoorden afhangen. Zaken worden door do
flauwere stemming van het ruwe materiaal .tegengehouden
en de geboden prijzen zijn over het algemeen te laag. Zoo-
ver wij konden nagaan zijn er geen zaken van eenige be-
teekenis in cops gedaan, hoewel er bier en daar wel wat in. grove en medium nummers verkocht is. Gisteren be-
stond er een goede vraag naar getwijnde garens voor bin-nenlandsch gebruik, doch waren de geboden prijzen over
het algemeen veel te laag; desniettegenstaande ging er
Vrij veel om. Naar Egyptische garens bestaat slechts weinig
belangstelling en ook hierin wordt weinig gedaan. De
cijfers van den Board of Trade betreffende den export van
katoenen garens gedurende de maand April zijn thans
verschenen en toonen slechts een vermeerdering van.500.000
pond vergeleken met April 1924. Bombay heeft echter meer
dan een millioen pond minder afgenomen, terwijl ook ver-
schillende Continentale markten lager zijn. Duitschland
en Holland (vooral de laatste markt) hebben ecliter bijna
twee millioen pond meer afgenomen.
Over de doekmarkt valt weinig nieuws te vermelden.
De toon is zeker gezonder, terwijl de vooruitzichten ook
beter zijn. Dit is vooral een gevolg van het feit, dat velen
meenen, dat de tegenwoordige prijsbasis na de jongste
daling van katoenprjzen op een meer stabiel niveau is
gekomen. De lagere prijzen hebben een grootere vraag ten gevolge gehad, grootendeels ook om te zien tot welke con-
cessies men bereid is. Er zijn echter, wat Manchester be-
treft, weinig baissiers, zoodat enkele orders geboekt werden.
Het ,,nothing doing” is echter een gewoonte geworden,
doch wij gelooven wel, dat er meer omgaat dan men zoo
wel zou denken. Indien het algemeen gevoel van vertrou-
wen, dat hier hoe langer hoe meer veld wint, slechts tot
de overzeesche markten kon doordringen, zou er ongetwij-
feld spoedig een groote verbetering doorkomen. Katoen is
echter een zeer onzekere factor en tijdens het schrijven
van dit rapport opent Liverpool weer flauwer, wat een
verbetering van de vraag wel zal tegenhouden.
6 Mei 13 Mei Oost.koersen. 5Mei 12Mei
Liverpoolnoteeringen. T.T.op Br.Indië 1/57/
8
115
3
F.G.F.Sakellaridis 32,— 30
3
— T.T. op Hongkong 213 2/3 –
G.F.
No. 1
Oomra 9,20 8,85 T.T.op Shanghai 310% 3/0k
Néteering voor Loco-Katoen.
(Middling Uplands.)
15
Mei
1925
8
Mei
1
1925
1
Mei
1
1925
1
16
Mei
1924
16
Mei
1923
New York voor
–
Middling ….
22,30e
23,35 c 24,40 c
31,50 c
26,45 c
New Orleans voor Middling
22,70e
23,50e
24,50 c
31,20c
26,__ c
Liverpool voor
Middling
. –
12,36 d 12,62 d 12,98 d
18,39
d1
14,58d*)
t)
Voor fully middhing ouden Standaard.
Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).
1 Aug.’24
Overeenkomst ige periode
-.
tot
—
-,
8Mei
1
25
1923-24
1922-23
Ontvangsten Gulf-Havens.
5
–
6441
5522
Atlant.Havens
Uitvoer naar Gr. Brittannië
p
2399
1556
1232
‘tVasteland etc.
4108
3005
2517
Japan
_.
848
565 577
Voorraden.
(In duizendtallen balen).
Overeenkomstig tijdstip
8Mei’25
1924
1923
Amerik. havens
683 438 408
Binnenland
466
410
533
New York
178
75 75
New Orleans
168
114
101
Liverpool
.
675 302 332
KOFFIE.
Na (le sterke daling van de beide voorafgaande weken
liep de markt in het begin van deze week nog verder terug en daarna herstelde zij zich plotseling en stegen de prijzen
in enkele dagen wederom zeer belangrijk. Op Woensdag
13 dezer
wal
voorloopig het laagste punt bereikt en ston-
den de noteeringen op de Rotterdamsche termijnmarkt voor
de loopeude maand 7
Y
ct. en voor de verdere maanden ruim
10 ct. lager dan op 28 April. Dat na dezen geweldigen val
in slechts vijftien dagen eene reactie niet uitblijven kon, lag vrijwel voor de band en toen dan ook Donderdag 14
dezer Brazilië plotseling beduidend vaster was, liepen de
noteeringen alhier dadelijk ongeveer 1 ct. op. Maandag
18 dezer stegen zij, toen New York den vorigen dag onge-
veer 70 punten was opgeloopen, niet minder dan 2y2 8. 2%
ct. en Dinsdag 19 dezer kwam daar aan cle ochtend-cail nog
rY
s
8.
1 ct. bij. Deze gehéele rijzing ging hoofdzakelijk van
Brazilië uit en de noteeringen, in de eerste plaats van
Rio, doch ook – zij het in mindere mate – van Sautos,
waren iii de laatste dagen wederom vele Shillings booger
dati enkele dagen tevoren. Op dit oogenblik zijn de kost-
en vrachtofferten van goed beschreven Superior Santos,
pronipte verscheping, ongeveer 941-
8.
97/- per awt. en van
dito Prime ongeveer 98/-
8.
1011-, terwijl die van Rio type
New York 7 met beschrijving, prompte verscheping, zijn
79/6 en voor latere versobeping 751- 8. 78/-, naar gelang van den verschepingstermijn.
Tot deze zooveel vastere stemming heeft ook bijgedragen
eene verklaring van den President van den Staat Sao
Paulo, waarin, volgens telegrafisch bericht van Rio de
Janeiro, maatregelen worden aangekondigd om eene ver-
dere daling van beteekenis te voorkomen. Om hiertoe te
geraken, zal samenwerking met de naburige koffie-produ-
ceerende staten worden gezocht. Wat men hiervan voor
de toekomst denken moet, valt natuurlijk voorloopig niet
te zeggen.
De Aanvoeren uit het binnenland van Sao Paulo naar
Santos, die reeds sedert half December op 30.000 balen
per dag waren gelimiteerd, zijn sedert enkele dagen terug-
gebracht op 20.000 balen per dag. Deze maatregel staat
natuurlijk in verband met het hierboven vermelde plan van
de Regeering van Sao Paulo, om ten gunste van de prijzen
wederom in te grijpen.
Ook van Robusta op aflading uit Ned. Oost-Indië liepen
de prijzen in de eerste dagen van de week belangrijk terug. Indië zelf zond niet zooveel lagere noteeringen en kon dan
ook alhier niet tot zaken komen, doch de tweede hand bood
belangrijk lager aan, en tot prijzen van 40
8.
42 ct. c.i.f.
werd Palenibang Robusta Mei/Juni verscheping en van 38 8.
39 ct. werd najaarverscheping verhandeld. Toen de mark-
teit wederom opliepen, hield dit goedkôope aanbod op én
op dit oogenblilc komen de aanbiedingen van Indische Hui-
zen ongeveer uit op:
Palembang Robusta, teiquel, Mei verscheping 49 ct.
Mei/Juni
48
Aug./Oct.
45
alles c.i.f., uitgeleverd gewicht, netto contant.
Dat het bij de buitengewoon heftige schommelingen,
waaraan de markt in den laatsten tijd is blootgesteld
geweest, moeilijk is eene juiste waarde van loco vast te
stellen behoeft wel geen betoog. Het vertrouwen keert in zulke bewogen tijden niet gemakkelijk terug en de afzet;
die toch reeds geruimen tijd veel te wenschen overliet,
werd er dan ook niet beter op. Iemand, die in een markt
als cle tegenwoordige gaarne .verkoopen wil, moet vaak
genoegen nemen met een prijs, waartoe minder verkoop-
lustige houders in geen geval zouden afgeven en daar-
tegenover moet de kooper, die een bepaalde soort nooclig
heeft, in vele gevallen een prijs aanleggen, die in de oogen
van anderen, de markt in aanmerking genomen, bepaald
te hoog schijnt. Onder deze omstandigheden is het opmaken
der officieele noteering van Superior Santos en van Ro-
husta op de Rotterdamsche markt tijdelijk gestaakt.
l)e noteeringeii aan de termijnmarkt waren aan de
ochtend-cali te:
Rotterdam (Santos-contract)
Amsterd. (Gemengd con-
basis Good
tract) basis’ Santos Good
Mei Sept. Dec. Mrt. Mei Sept. Dec. Mrt.
19 Mei
44
421, 41i, 45
42’j,
40
38′,,
12 ,, 46
42′
40% 398/
8
45% 408/
8
383/
8
37%
5 ,,
50% 46’j, 449i 438/, 481j
44% 42% 411/,
28 Apr. 528/, 491/, 4734
1
46
51% 478/,
5/sI ”
De slot-noteeringente
New
York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio
No.
7) waren:
20 Mei 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
439
Mei
I
Sept.
Dec.
I
Mrt.
18 Mei
$
16,60
$
14,15
$
13,66
$
13,18
11
,, ,,
15,97
13,50
,, 13,—
12,48
4
,,
,,
17,60
15,35 14,78 14,28
27
April
…….
,,
18,22
,.
16,13
15,60
15,03
iiotterda.ni, 19 Mei 1925.
(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandël
te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.
Data
te Rio
te
Sanfos
Wisselkoer3
te
Rio op Londen
Voorraad
Pijs
I(ifB
‘
alen)IVo
r
7l)
I
(InBalen)
lNo.4
1
)
1
Voorraad
Prijs
18 Mei
1925
151.000!
33.025
2.309.000
1
–
55′
11
1925
154.000
33.025
2.271.000
1
–
164
53 132
4
1925
165.000 34.375
2.169.000
38.000
5
2 1
l
,64
11
1924
–
250.000
25.050 1.206.000 27.000
61:
(32
In Ieis.
Niet
genoteerd.
Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.
te Rio
te Santos Data
Afgeloopen
Sedert
Afgeloopen
Sedert
week
1Juli
week
1Juli
16 Mei 1925— 12.000
1
2.970.000
1
114.000 8.706.000 16 Mei 1924.. .T.
1
53.000 3.242.000 175.000 9.040.000
THEE.
Op (kil i4eii dezer vond cle 7e theeveiliiig plaats van
dit jaar, niet een aanbod van ongeveer 12.000 kisten. Het
mag ccii geluk geitoeinci worden, dat de stenimitig van Lon-
dcii uitgaande in- cle afgeloopen week ccii bepaalde verbe-
tering te zien gaf, iii het bijzonder voor de ordinaire en
midclensoorten, clie in de daaraan voorafgaande weken be-
paald flauw en lii ik lager in prijs waren. Toch viel het
verloop valt cle veiling velen niet mede. Ordinaire soorten
golden 5 ic 7 ets. minder clan jl( vorige veiling, terwijl cle
miciclensoorten 3
It
5 ets. moesten prijsgeven. De betere
soorten waren prijshondend, hier en daar iets lager, de
zeer goede kwaliteiten echter veelal iets hooger. :llnîerieure
soorten vonden geen belangstelling. Er werden aanvan-
kelijk een 3000 kisten opgehouden, waarvan echter – zoo-
als gewoonlijk – verschillende partijen onmiddellijk na cle
veiling afdoening konden vinden. Dc volgende veiling is he-
J
•
)a:lldl op 4 Juni en zal niet meer dan 12.000 kisten
om-
‘eljteti, doelt er zijn nog genoeg opgehoncien pzutijen thee,
om bij grootere belangstelling koopers te kunnen vinden.
Amsterdam, 18 Mei.
RUBBER.
Gedurende de afgeloopen week zijn de rubberprijzen zeer
belangrijk gestegen, hetgeen wel hoofdzakelijk het gevolg
is van de voortdurende schaarsehte van rubber voor promp.
te en nabijzijnde levering. De verdere positie’s beginnen
ook meer de aandacht te trekken en er bestaat eveneens
wat meer belangstelling voor 1926 levering, zoodat ook
hiervoor de prijzen opgeloopen zijn. Over het algemeen blijft
het aanbod ver ten achter bij de vraag.-
De slotnoteeringen luiden:
einde voorafgaande week:
Prima Crêpe Mei
160 ct. …….. — 130 ct.
Juni
160
..
…………… 12834
Juli/Sept. 14634 ,.
…………… 11834
Oct./Dec.
1233.; ……………..10834
18 Mei 1925.
VERKEERS WEZEN.
VRACHTENMARKT.
De graativracliteitinarkt van Amerika vertoont nog geen
verbetering en er bestaat practisch gesproken alleen vraag
haar tonnage voor Mei belading terwijl afsluitingen naar
Spanje en cle Middellandschc Zee het best vertegeiiwoorcligd
zijli. Naar Antwerpen/Rotterdam werd afgesloten vait Mon-
treal tegen 1434 c. en Hamburg 15 c.; naar de Spaansche
Miciclollanclsche Zee werd 1834 c. en naar Griekenland 21 c.
betaald; alles voor Mei belading. Van de Nort.hern Ratige
werd afgesloten naar Spaansch-Atlantische havens (3 ha.
veils) tegen
1834
c. voor proinpte belading en eveneens
naar Griekenland tegen 1.9 cents. De Gulf is zeer stil en er
valt vandaar slechts dde afsluiting te vermelden, namelijk
naar édn Spaansch-Atlantische haveti tegen 1934 c., met
caneelling 20 Mei.
In kolen werden verdere afsluitingen gedaan en cle
vrachten zijn oiiveranidercL gebleven. Naar :llio word t.ïge-
sloten tegen $ 3,90 voor Mei belading. Verdere tonnage kan
worden geplaatst tegen $ 3,75 tot $ 3,85.
yaii
?i’est-].ndië werd een aantal afsluitingen gedlan
Ii ill
suiker, doch cle vrachten ‘bleven onveraticlerci. Naar 13. K./
Continent werd afgesloten tegen 171- tot 1Sf- haar gelang
vilLa grootte voor begin Juni booten van Cuba, terwijl vait
San Doniingo voor een kleine lading 19/- w’ercl betaald voor
dezelfde 1)Ositie. Ook werdi naar
j
apan afgesloten van Cdi.ba
‘oor prompte belading tegen $ 6. Naar Europa kuninen
booten geplaatst worden van iedere grootte per Juli en
Juli. Voor geraffineerde suiker zijn ook verschillenile haci-
clige ladingen in cle markt en val, 11alilax werd 19 c. be-
taaldi per 100 lbs. basis diii, haven voer belading per einde
Mei en van Montreal 20/9 haar 3 havens Oostkust U. K.
De opleving in cle markt valt dc North Pacific is slechts
van korten duur geweest en er zijn nu zeer weinig aan-
vragen in te markt voor September. 34/- wordt door be-
vrachters als maximum vrachtcijfer opgegeven, waartegen
afsluitingen mogelijk zijn, dccli tot tleze vracht vinden ree-
clers geen aanleiding tonnage aan te bieden. Preinpte lijner ruimte wordt aangeboden tegen 30/-. Voor liui:tber zijn cle
‘rachten nog steeds onveranderd, namelijk $ 14 per nulle
naar Australië en $14,50 naar Atlantische havens van de
Vereenigde Staten.
De markt van cle 1{iver Plate liet zich eenige dagen beter aalizieli ei, wel speciaal voor handige tonnage en er vercIeu
versch:illendle afsluitingen gedaan tegen 19/- van Up River
voor vroege belading. In het laatst werd de vraag echter
tuinder en de vracht voor handige booten viel tot 181-.
Groote booten kunnen alleen bewerkt worden tegen 15/-
valt Buenos-Aires, terwijl de lage vracht van 131- werd bc-
taald
01)
,,berth terms” voor Buenos-Aires/Rotterdam.
De salpeter-vrachtenmarkt is zeer stil en er bestaat iii
geen enkele richting definitieve vraag.
De Oostelijke markten laten geenerlei verbetering zien
en de meesten zijn geheel zonder definitieve vraag. Van
Australië wordt algemeen aangenomen dat charteriug voor
dit seizoen, nagenoeg geëindigd is.
– Van Burmah bestaat practisch gesproken in het geheel
geen vraag naar Europa, maar een verdere lading w’ercl
naar Cuba gedaan (6 havens) tegen de aanzienlijk ver-
laagde vracht valt 27/6 éën, 28/- twee laadhavens, Mei be-
lading. Van Indië werd slechts 66it afsluiting gerappor-
teercl op deadweight van Karachi naar E. C. U. K./Conti-
netit tegen 201- voor een handige Mei ‘boot.
De Zuiti-Afrikaanscite mals-vrachtenmarkt blijft zeer
flauw en er werd slechts ddn afsluiting gedaan van Cape
Towa-]3eira rknge naar U. K./Continent tegen 26/- per
Augustus/September. Kolen ivercien afgesloten van Durban naar Perim tegen 12/3, Coloinl3o 1.0/3 en Sabaiig 10/-. Van
Seychelles werd fosi nat afgesloten naar Nieuw-Zeeland per
Mei/Juni op ‘basis van 32/6 dén loshaven.
Van de Donau ‘bleef een flinke vraag naar kleine booten bestaan. Tot 1.7/6 ‘basis Continent met de optie Detiettiar-
ken tegen 1/6 extra werd betaald en kan worden herhaald.
Van de Zwarte Zee werd een lading zonnebloeuietizaad ge-daan tegen 16/9, terwijl een ertslad:ing werd afgesloten viii Nicolaief naar Rotterdam tegen 10/-.
De xa.ken van de Middellandsche Zee zijn aanzienlijk ver-
snin.der:cl en de vraeh.ten blijven
01)
hetzelfde lage peil. Erts af sluitingen zijn: Boitgie/Rotterclam 4/9, Villaricos Pier
Rotterdam 513. Marbella/Rotterciam 5/3. Van Huelva ,crc tonnage afgesloten naar Rotterdam 5/734, Hamburg 5/9 en
Garston 71-. Va.n Algiers naar Philadelphia werd 7/- be-taalcl cii van Port ]3reira naar dezelfde haven 7/-. In zout
werd een boot afgesloten van Cadiz naar Buenos Aires
tegen 20/..
Van de Golf van Biscaye blijft liet aanbod van tonnage
grooter dan de vraag en cle vrachten hebben een vercLere
daling ondervonden. De laatste afsluitingen zijn Bilbao/
Rotterdam 5/6, Cnrdiff 5/9 en Oslebshausen 6/134.
Dé kolej.wrachtei.imarkt van Engeland! bleef onveranderd.
Naar Zuid-Amerika werd afgesloten tegen 15/- basis
Buenos-Aires. Van Zuidi-Wales ‘vonden o.m. cle volgende
afsluitingen plaats: Antwerpen 2/8, Rotman 3/9, Gibraltar
7/3, Alexantlrië 10/9, Las Palnias 516, Montreal 6/-, terwijl
van de Oostkust werd gedaan Stockholm 5/3, Rouaan 3/3,
Gonua 8/9, Buenos-Aires 16/3. –
De houtmarkt van de Oostzee is flauw gebleven en vrach.-
ten neigen tot dalen. Van Zuict-Fiulaucl naar Amsterdam/
Zaandam wordt ioor 41600 Stds. booten
f
20 (t
f
21 geno-
teerd, terwijl groote booten van 1000/1300 fathoms f1934
per fm. voor niijnhout hebben geaccepteerd van Zuid-Fin-
land naar Rotterdiam.
440
20 Mei 1925
DE TWENTSCHE BANK
Amsterdam – Rotterdam – ‘s-Gravellhage – Dordrecht – Utrecht – Zaalldam – Zio11e
Maandstaat op 30 April’ 1925
•
DEBET
–
i
Aandeelhouders
nog
te storten 90
pOt.
op
aandeelen B,
waarvoor waarborg gedeponeerd ………………….
f
1.530.900,- Deelneming in de firma’s:
B. W. BLIJDENSTEIN
&
Co., te Londen
B. W. BLIJDENSTEIN Jr. te Enschede
8.435.000,-
LEDEBOER
&
Co., te Almelo
Deelneming in bevriende Bankinstellingen
. . . .
f
10.739.431,13
waarvoor
in
geld
gestort
……………………….
8.032.231,13
waarvoor effecten gedeponeerd ……………………
f
2.707.200,-
Effecten van Aandeelhouders
gedeponeerd bij bevriende instellingen
…………….
eigen
gebruike
…………………………….
30.963.670,_
35.670.870,-
Kassa,
Wissels
en
Coupons
……………….
…………
37.095.303,06
Schatkistbiljetten
en
promessen
……………………..
15.374.529,28
Daggeldieeningen ……………..
…………………..
500.000,-
Saldi
bij
Bankiers
…………..
……………………
19.576.363,12
Eigen
Effecten
en
Syndicaten
……………………….
.
,,
10.193.831,26
Saldo te leveren en te ontvangen Fondsen
945.056,24
Prolongatiën
gegeven ………………………………
………………………………..
f
57.068.378,73
Af:
loopende
Promessen
…………………………..
,,
7.450.000,-
49.618.378,73
Voorschotten tegen Onderpand of Borgtocht en SaldiRek.-Ort
f
54.854.016,94
Af:
loopende
Promessen
…………………………..
,,
4.036.800,-
50.817.216,94
Voorschotten
op
Oonsignatiën ……………………….
.
,,
2.157.979,16
Gebouwen
……………………………………….
.
,,
4.832.158,26
Totaal ……
[258.363.522,18
CREDIT’
Kapitaal ………………………………………….
f
36.000.000,-
Reservefonds ……………… . …………………….
8.822.001,91
Buitengewone Reserve
…………………………….
Credietvereeniging ……………………
5.369.042,50
Reserve Oredietvereeniging ………………………….
2.457.780,86
Aandeelhouders voor gedeponeerd als waarborg voor 90
pOt.
storting op aandeelen B:
–
Effecten ………………………….
f
1.518.550,—
Contanten ………………………..
Leen-Depot Effecten ………………………..
…
34.152.320,-
Contanten ……………………….,,
39.630,-
11
f
54.448.825,27
Totaal Effecten …………………………
Totaal Contanten ……………………….
Zieken- en Pensioenfonds ……………………………
Deposito’s ……………………………………….
Deposito’s op Prolongatie …………………………..
Saldi Rekeningen Courant …………………………
voor gelden in het Buitenland
Credietvereeniging …………..
B. W. Blijdenstein d Co., Londen, B. W. Blijdenstein Jr.,
Enschede en Ledeboer & Co., Almelo
D aggeldleeningen………………………………….
De Nederlandsche Bank …………………
….. ……..
Te betalen Wissels ………………………………..
Geaccepteerd dodr derden…………………………..
Diverse Rekeningen …….. ……………………. ….
35.670.870,-
51.980;-
2.268.487,55 43.698.606,88
5.537.800,-
f
68.501.197,06
9.117.132,75 4.517.870,44 82.136.200,25
2.219.163,43
100.000,-
6.436.318,02
20.499.994,52
3.838.663,36 1.456.612,90
Totaal…….
f
258.363.522,18