Afgelopen week was ik op reis in Duitsland. Mijn interessantste ervaring was de conferentie over de verdiencapaciteit van Groot Brittannië in 2050 op de Britse ambassade in Berlijn. Ik had me voorbereid op allerlei macro-economische knelpunten, EU-perikelen en milieuproblemen die op Quite Good Britain (grap van de week onder de aanwezige Engelsen na Moody’s afwaardering) afkomen in de periode tot 2050. Deze passeerden allemaal de revue, maar een net zo grote zorg van de aanwezige CEO’s, beleidsmakers en politici was het hoge aantal kinderen met overgewicht. Er was zorg over de mogelijk teruglopende kwaliteit en inzetbaarheid van de toekomstige generatie werknemers.
De zorg komt er op neer dat de baten van een gezonde beroepsbevolking onvoldoende in beschouwing worden genomen. Blijkbaar hebben we onvoldoende oog voor het verlies dat we lijden door een ongezonde leefstijl. Dat verlies wordt op individueel niveau niet direct zichtbaar, omdat we maar een keer leven en niet een experiment kunnen doen waarin we een keer opgroeien als onze slanke ik en een keer in hetzelfde gezin als onze dikke ik. Maar het verlies in gederfde inkomsten en welzijn en mogelijk zelfs levensgeluk is er wel.
Ook bij ons kampt 15 procent van de kinderen tot 16 jaar met overgewicht, van wie een derde met ernstig overgewicht. Bij mensen tussen de 20 en 30 jaar is het ruim een kwart. Deze percentages nemen rap toe. Er zijn in de literatuur veel verklaringen voor dit probleem gegeven, zoals gebrek aan geld voor gezond eten in arme gezinnen, drukke ouders die geen tijd hebben om een gezonde maaltijd te bereiden, ingrediënten die de houdbaarheid van producten verlengen maar ongezond zijn, de invloed van reclames en rolmodellen, te weinig bewegen enzovoort. Maar de belangrijkste oorzaak lijkt gedrag. De afgelopen weken kijk ik bijvoorbeeld op zondagavond naar het programma Obese. Uiteraard is dit programma een sensationele uitvergroting van de gemiddelde problemen. Niettemin hoor ik alle deelnemers zeggen dat ze gedragsproblemen hebben. Negatieve emoties worden opgegeten (chocolade bij verdriet), positieve gebeurtenissen worden gevierd (een diagonaaltje bij de snackbar na een avondje uit) en uit gewoonte wordt, zonder na te denken over de gevolgen, allerlei calorierijk voedsel genuttigd (energiedrank bij het ontbijt) dat erg ongezond is.
Dit gedrag is gebaseerd op keuzes die mensen maken. Keuzes worden gemaakt op basis van de voorkeuren die mensen hebben. Voorkeuren worden vroeg in het leven gevormd, leiden tot gewoontes en zijn eenmaal gevormd moeilijk te veranderen. Ouders spelen een belangrijke rol bij het vormen van voorkeuren. Vandaar dat we waarschijnlijk zelden de combinatie van een kind met overgewicht en slanke ouders zien. Dikke kinderen hebben veelal dikke ouders. Nu is en blijft opvoeden een taak van ouders. Maar als we zien dat het welzijn en de toekomst van veel kinderen door overgewicht in het geding is, door een hogere kans op diabetes, gewrichtsproblemen, absentie op school door ziekte en ernstige gezondheidsproblemen op jonge leeftijd, staan investeringen in de toekomstige beroepsbevolking op het spel. En daarmee het verdienvermogen van onze economie.
Daar waar we ons vaak terecht zorgen maken over de oplopende kosten van de gezondheidszorg, lijkt meer oog voor de baten van gezondheid gewenst. Als de volgende generatie werknemers over een prachtig ingericht en kostenbewust zorgstelsel beschikt, maar voor een deel niet in staat is om een gezonde boterham te verdienen, of een minder gezonde boterham door het niet optimaal benutten van capaciteiten, hebben we op lange termijn onder de streep waarschijnlijk weinig reden tot grote vreugde.
Auteur
Categorieën