Ga direct naar de content

Internationale klimaatonderhandelingen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 11 2001

Internationale klimaatonderhandelingen
Aute ur(s ):
Bersee, H. (auteur)
* De auteur is plaatsvervangend hoofd van de afdeling klimaat en verzuring van het ministerie van VROM en lid van de Nederlandse delegatie b ij
de klimaatconferenties.
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4328, pagina D27, 11 oktober 2001 (datum)
Rubrie k :
Dossier: Klimaatbeleid
Tre fw oord(e n):
beleid

Internationaal onderhandelen over klimaat is een duursport: tweeduizend delegatieleden sluiten zich tenminste twee weken lang op in
een conferentiecentrum. Vergaderingen worden zo gepland dat je haast nooit de gelegenheid hebt om wat te eten, dus het dagelijks
menu is een haastig naar binnen gepropt broodje kaas, aangevuld met pinda’s uit de minibar en meegebrachte vitaminepillen. De
verplaatsing naar je hotel, als het al tot slapen komt, is je enige kans op wat buitenlucht. Na een paar dagen weet je niet meer hoe je
moet zitten, welke dag het is en of het buiten licht of donker is. Na afloop wacht thuis de jet lag, ook al was de vergadering in Bonn of
Den Haag.
De zesde Conferentie van Partijen bij het Klimaatverdrag, die in juli in Bonn met een akkoord is afgesloten, was een spannende
conferentie. Het doel was afspraken te maken over de wijze waarop Partijen aan hun verplichtingen onder het Kyoto-protocol kunnen
voldoen. Deze afspraken waren vooral voor de landen met een kwantitatieve reductiedoelstelling – de geïndustrialiseerde landen – nodig
om het Kyoto-protocol te kunnen ratificeren. In november 2000 vond het eerste deel van de conferentie plaats in Den Haag. Daar konden
Partijen echter niet tot overeenstemming komen: in plaats van te onderhandelen bleven ze hun eigen standpunten herhalen en toen er
uiteindelijk sprake was van enige beweging tussen de EU en met name de VS, Australië, Japan en Canada, was er niet voldoende tijd
meer over om tot een overeenkomst te komen. De conferentie mislukte en werd officieel geschorst tot mei 2001.
In januari 2001 volgde de presidentswisseling in de VS. De regering-Bush gaf al snel aan meer tijd nodig te hebben om de positie van de
VS in de vervolgonderhandelingen te bepalen en kreeg uitstel tot juli. Het uitstel was nog niet verleend of de VS kwam met de boodschap
dat Kyoto ‘dood’ was. De EU reageerde daarop resoluut en eensgezind: de VS kan niet eenzijdig bepalen dat een multilateraal akkoord
‘dood’ is. De EU gaat ook door zonder de VS en roept andere Partijen op haar daarin te volgen.
Nu volgden maanden van intensieve consultaties tussen de EU en de VS, maar ook met landen als Australië, China, Rusland, Canada,
Iran (als voorzitter van de groep ontwikkelingslanden) en Japan. Tot en met het niveau van regeringsleiders probeerde de EU het Kyotoprotocol te redden. Minister Pronk, die voorzitter van de conferentie was, belde en reisde de hele wereld rond. In de aanloop naar de
conferentie organiseerde hij twee grote informele ministeriële vergaderingen en lanceerde hij nieuwe compromisvoorstellen. Wellicht
enigszins geschrokken van de Europese reactie, zei president Bush vervolgens toe dat de VS de verdere onderhandelingen over het
Kyoto-protocol niet zouden blokkeren. Andere partijen buiten de Unie gaven daarop aarzelend aan ook zonder de VS wel verder te willen
praten. Hoeveel verder bleef echter tot de laatste minuut voor het politiek akkoord in Bonn de vraag.
De EU-ministers bleken van hun ervaringen in Den Haag te hebben geleerd. Tijdens de onderhandelingen in Bonn toonden de ministers
van de EU-landen grote eensgezindheid, ook toen moeilijke compromissen moesten worden gesloten. Toen na dagen onderhandelen het
finale pakket van voorzitter Pronk op tafel kwam, besloot de EU dit voorstel zonder amendering te aanvaarden. Dit besluit was bepalend
voor de slotonderhandelingen, want na enig aandringen bleken ook de ontwikkelingslanden, de Midden- en Oosteuropese landen,
Zwitserland, Noorwegen, Nieuw-Zeeland en IJsland bereid de EU hierin te volgen.
De VS stelden zich tijdens de conferentie terughoudend op en hielden zich aan de toezegging de onderhandelingen niet te zullen
frustreren. Het gevolg hiervan was dat alle druk zich richtte op Japan, Rusland, Australië en Canada. Deze landen bleken uiteindelijk ook
zonder de VS bereid tot inhoudelijk onderhandelingen. De laatste nacht werd alleen nog onderhandeld over het nalevingsregime.
Besloten werd om politieke afspraken te maken over de inhoud van dit regime en later, als het Kyoto-protocol in werking zou zijn
getreden, nog eens te bezien of de afspraken in de vorm van een verdrag moeten worden gegoten.
Achteraf is gebleken dat de gelijktijdig plaatsvindende G8-bijeenkomst in Genua een belangrijke rol heeft gespeeld om de Japanners tot
een positieve houding te bewegen. De grote politieke druk van de Europese leiders, de berichtgeving in de kranten over de geïsoleerde
positie van de VS en de uitlating van de Canadese premier Chrétien dat hij klaar was om het protocol van Kyoto te ratificeren, gaf Japan
net het benodigde duwtje om mee aan boord te gaan van ‘Kyoto’.
Nu staan we alweer aan de vooravond van een volgende marathon: de zevende klimaatconferentie, die op 29 oktober in Marrakesh
begint. Daar zal de vertaling van het akkoord van Bonn naar gedetailleerde juridische teksten moeten worden afgerond. De punten en de
komma’s zullen best weer de nodige nachtelijke onderhandelingen vergen, maar het recente succes in Bonn geeft ons daartoe de
benodigde energie!

Dossier Klimaatbeleid
J.P. Pronk: Klimaatbeleid na Bonn
A.M. Gielen, H.L.F. de Groot, P.R. Koutstaal en P.J.G. Tang: Klimaat en economie

E.C. van Ierland en R.S.J. Tol: Aanpassen of reduceren
T. Wams en J. Korff: Doorstoken en dijken bouwen is geen optie
M. Harmelink, K. Blok, D. de Jager en C. Hendriks: Emissiereductie: welke gassen en sectoren?
H.L.F. de Groot en P.J.G. Tang: Klimaatbeleid: nu of later?
J.C. Bollen en A. Manders: Klimaatbeleid: hier of daar?
A.M. Gielen en P.R. Koutstaal: Over het kind en het badwater
T. Hoff: Interne emissiehandel: bedrijven en het klimaatprobleem
M. Mulder: Klimaatbeleid in Nederland
H.R.J. Vollebergh: Van de regen in de drup
B. Metz: Wie gaan reduceren
H. Bersee: Internationale klimaatonderhandelingen
A.J. de Zeeuw: Klimaatonderhandelnigen vanuit speltheoretisch perspectief
M. Davidson en J.P. van Soest: Het klimaat van de economie

Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur