Ga direct naar de content

Input/output

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: mei 30 2008

input
EK 2008

Ontwikkeling Afrika

ING publiceert over de waarde van het Europees
Kampioenschap voetbal voor de Nederlandse bevolking. Van de
Nederlanders heeft ongeveer dertig procent 96 euro over voor
de kampioenschapstitel, wat neerkomt op een gemiddelde van
ongeveer dertig euro per Nederlander. Duitsers hebben gemid­
deld het meeste over voor de titel: tachtig euro per persoon.
ING merkt hierbij op dat naast deze dertig euro Nederlandse
consumenten ook op andere manieren geld uitgeven aan het
EK, waardoor de werkelijke waardering van een titel hoger ligt.
Zo wordt er voor zeventig miljoen euro aan oranjeproducten uit­
gegeven en zorgt het EK voor een verhoging van het gokgedrag,
aanschaffen van kant-en-klaarmaaltijden en een snellere aan­
koop van een grote televisie. Uit het rapport blijkt ook een irra­
tionele waardering van de vrije tijd van Nederlanders: in plaats
van dertig euro wil de gemiddelde Nederlander een vakantiedag
opgeven voor de titel, terwijl de gemiddelde Nederlander meer
dan dertig euro per dag verdient.

In het African Development Report bericht het OECD Development
Centre over de ontwikkelingen in Afrika. De laatste vier jaar heeft
Afrika een recordgroei doorgemaakt, die in 2007 opliep tot 5,5
procent. De OECD verwacht dat deze groei voor de olie-expor­
terende landen verder zal toenemen en voor olie-importerende
landen enigszins zal afnemen. Speciale aandacht in het rapport
gaat uit naar de rol die private equity kan spelen in de groei van
Afrika. Door belangrijke hervormingen van Afrikaanse overheden
op het gebied van directe buitenlandse investeringen is deze
kapitaalstroom in 2006 verdrievoudigd. Naast kansen signaleert
het rapport bedreigingen voor Afrika zoals hoge voedselprijzen en
een afnemende politieke stabiliteit.

ING (2008) EK-nomie. De waarde van het Europees Kampioenschap voetbal.

OECD Development Centre (2008) African Development Report 2008. Parijs:
Organisation for Economic Co-operation and Development.

Technische arbeidsmarkt

Amsterdam: ING Groep.

Rijk, P. (2008) Landbouwgronden in Europa. Analyse van en visie op gewasop-

In de publicatie Factor Arbeid stelt
ECORYS dat de arbeidsmarkt voor
technisch geschoolden volop in be­
weging is door de snelle globalisering.
Globalisering roept volgens ECORYS
vaak negatieve sentimenten op en
wordt veelal als een bedreiging ge­
zien. ECORYS probeert dit beeld te
nuanceren en beroept zich daarbij
onder andere op de scheepsbouw. De
concurrentie is toegenomen in deze markt, maar door sterk te
innoveren konden Nederlandse scheepsbouwers in de markt
blijven. Voor ECORYS geldt dat technisch geschoolde arbei­
ders zich moeten voorbereiden op een leven lang leren en zich
breed moeten laten scholen om te overleven op de technische
arbeidsmarkt. Van de werkgevers wordt op hun beurt verlangd
dat zij werknemers uitdagend werk blijven aanbieden.

brengsten, bevolking en milieu. Den Haag: Landbouw Economisch Instituut.

ECORYS (2008) Factor Arbeid. Rotterdam: ECORYS.

Landbouw

Werk en studieresultaten

De Sociaal Economische Raad adviseert het kabinet in het rap­
port Waarden van de Landbouw. De SER stelt dat de landbouw
een belangrijke rol vervult op het gebied van milieu en het in
stand houden van het landschap. Landbouw kent zowel posi­
tieve als negatieve externe effecten. Als positief effect noemt
de SER de kwaliteit van het landschap en als negatief effect
wordt de aantasting van het grondwater door emissies van de
landbouw genoemd. De SER pleit ervoor om vanaf 2013 de
huidige landbouwsubsidies van de EU, die veelal gericht zijn op
inkomenssteun van boeren, om te zetten in betalingen die ge­
koppeld zijn aan de maatschappelijke doelen die de subsidies
nastreven, zoals natuurbeheer.

DeSimone onderzoekt in een discussieartikel voor het National
Bureau for Economic Research wat de invloed van een bijbaan
t
­ijdens de studietijd is op de studieresultaten van de student.
Aan de ene kant kunnen studenten vaardigheden ontwikkelen
die ze in hun studie kunnen gebruiken, terwijl de bijbaan aan de
andere kant tijd kost die ook aan studeren besteed had kunnen
worden. DeSimone vindt dat een extra uur werken per week zorgt
voor een verlaging van het gemiddelde cijfer van het studie­aar
j
van ongeveer 0,011 punt. DeSimone stelt dat hier een mogelijke
rol voor de overheid ligt, bijvoorbeeld door studenten financieel
te steunen zodat zij een lagere motivatie tot werken hebben.

SER (2008) Waarden van de Landbouw. Den Haag: Sociaal Economische Raad.

performance. NBER Working paper no. 14006.

Voedselproductie
De wereldbevolking is de afgelopen tien jaar toegenomen en
ook de hoeveelheid voedsel per persoon is gemiddeld gestegen
met vier procent. Ook in de toekomst wordt verwacht dat de
totale vraag naar voedsel alleen maar verder zal stijgen. Wat
dit betekent voor de landbouw in Europa onderzoekt Rijk van
het Landbouw Economisch Instituut. Rijk verwacht dat Europa
in de toekomst in toenemende mate voedselproducent voor
andere delen van de wereld zal zijn. Hiervoor is een productie­
stijging nodig. Rijk ziet hierin een belangrijke rol voor Europa
en Nederland weggelegd in het overbrengen van kennis naar
laagproductieve gebieden.

324

ESB

93(4536) 30 mei 2008

DeSimone, J. (2008) The impact of employment during school on college academic

output
Beloningsverschil sectoren

Aanschafbelasting voertuigen

In het kader van de hui­
dige krapte op de arbeids­
markt ­ nderzoeken Román
o
en Schippers voor de
Organisatie voor Strategisch
Arbeidsmarktonderzoek de
aantrekkelijkheid van de col­
lectieve versus de particuliere
sector voor werknemers. Zij
vinden dat de particuliere sector
relatief hoge beloningen kent,
terwijl de collectieve sector meer
zekerheid en betere secundaire
arbeidsvoorwaarden biedt. Román en Schippers vinden dat
het beloningsverschil toeneemt met het aantal opleidingsjaren.
Elk jaar extra opleiding zorgt voor een loonverschil tussen de
particuliere en collectieve sector van 0,03 procent voor man­
nen. Voor vrouwen is dit verschil groter, namelijk 0,12 procent
per opleidingsjaar. Román en Schippers concluderen dat de
collectieve sector als werkgever met name aantrekkelijk is voor
vrouwen en laagopgeleiden.

Besseling et al. van het Centraal Planbureau en het Milieu en
Natuur Planbureau schatten de kosten en baten van het omzet­
ten van de aanschafbelasting (bpm) op motorrijtuigen in een
kilometerheffing. De baten zijn een beter milieu en verminde­
ring van congestie. De maatschappelijk wenselijke mobiliteit,
wordt echter verlaagd. Verder stellen Besseling et al. dat het
bezit van een auto goedkoper wordt door afschaffing van de
aankoopbelasting, zodat meer auto’s aangeschaft worden. Dit
verhoogt het autogebruik. De conclusie van de auteurs is dat
een complete afschaffing van de aankoopbelasting niet loont,
maar een gedeeltelijke omzetting wel.

Román, A. en J. Schippers (2008) The competitive edge: sector appeal
during periods of labor scarcity. Tilburg: Organisatie voor Strategisch
Arbeidsmarktonderzoek.

Pensioenen buitenland
De Sociale Verzekeringsbank richt in zijn jaarverslag de aan­
dacht op sociale verzekeringen over de landsgrenzen. Meer dan
een half miljoen Nederlanders wonen of werken op het moment
in het buitenland en honderdduizenden die in een ander land
geboren zijn, werken in Nederland. Dit levert moeilijkheden op
wanneer bijvoorbeeld de AOW moet worden berekend, aldus de
SVB. Om dit transparanter te maken wil de SVB op een een­
voudige manier informatie geven over het soort uitkering en de
hoogte ervan, waarop aanspraak gemaakt kan worden.
SVB (2008) Jaarverslag 2007 wereldverhalen. Amstelveen: Sociale

Besseling, P., K. Geurs, H. Hilbers, R. LeBouille en M. Thissen (2008) Effecten
van de omzetting van de aanschaf belasting op personenauto’s in een kilometerprijs
Den Haag: Centraal Planbureau en Milieu en Natuurplanbureau.

Centrale bank blut
Buiter stelt zich in een Policy Insight voor het Centre for
Economic Policy Research de vraag of een centrale bank
f
­ailliet kan gaan. Als voorbeeld noemt hij de centrale bank van
Zimbabwe, waar de inflatie opgelopen is tot 10.000 procent.
In principe kan een centrale bank altijd zijn schulden betalen,
omdat hij altijd geld kan bijdrukken. Volgens Buiter treden er
echter problemen op als de schulden van een centrale bank
niet in binnenlandse, maar in buitenlandse valuta zijn. Een cen­
trale bank is dan gebonden aan de hoeveelheid buitenlandse
valuta die hij bezit. Buiter voorziet problemen voor de Europese
Centrale Bank als deze kapitaalmarktverliezen maakt, omdat
er geen regels zijn over hoe de ECB eventuele kapitaalverliezen
kan aanvullen.
Buiter, W. (2008) Can central banks go broke? Policy Insight no. 24: Centre for
Economic Policy Research.

Administratieve lasten

Verzekeringsbank.

Reep van het Centraal Bureau voor de Statistiek laat zien dat
onveiligheidsgevoelens bij de Nederlandse bevolking zijn afge­
nomen. In 2005 voelde ongeveer een kwart van de bevolking
zich wel eens onveilig en in 2008 is dit gedaald tot ongeveer
een vijfde. Vrouwen blijken zich vaker onveilig te voelen dan
mannen. De onveiligheidsgevoelens nemen verder toe naarmate
iemand in een stedelijker gebied woont en ’s avonds voelt men
zich onveiliger dan overdag.

Het Ministerie van Financiën brengt een voortgangsrapportage
uit over de vermindering van de administratieve lasten. Hierbij
wordt een onderscheid gemaakt tussen administratieve lasten
die voortkomen uit Europese regelgeving en die voortkomen uit
nationale regelgeving. De grootste administratieve lasten komen
voort uit regelgeving van het Ministerie van Financiën met in to­
taal 3.795 miljoen euro, meer dan de drie ministeries bij elkaar
die na het Ministerie van Financiën de meeste administratieve
lasten veroorzaken. Nieuw in de meting van de administratieve
lasten is de enquête belevingsmonitor waarmee de irritatie­
graad van regels wordt gemeten. Het Ministerie van Financiën
meldt dat de administratieve lasten in 2007 met vier procent
gedaald zijn.

Reep, C. (2008) Onveiligheidsgevoel daalt, ook in eigen buurt. Voorburg/Heerlen:

Ministerie van Financiën (2008) Merkbaar minder. Voortgangsrapportage

Centraal Bureau voor de Statistiek.

regeldruk bedrijven 2008. Den Haag: Ministerie van Financiën.

Onveiligheid

ESB

93(4536) 30 mei 2008

325