Ga direct naar de content

Input/output

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 22 2015

.

228Jaargang 100 (4708) 23 april 2015
Input // output
Loze macht
Macht corrumpeert. Van Leeuwen et al . verken-
nen deze opvatting in een laboratoriumexperi-
ment met spelsituaties waarin spelers in meer –
dere rondes hun opbrengsten onderling verdelen.
Macht wil hier zeggen de invloed op opbrengst –
verdeling. Deze varieert met de mate van centrali-
teit: een machtige speler verdeelt de gezamenlijke
opbrengst zoals hij dat wil, maar alleen bij cen –
traliteit verbindt hij spelers die zonder hem niet
langer kunnen samenspelen. Daarnaast hebben
machtelozen in sommige spelen wel kans om een
machthebber af te zetten en in andere spelen niet.
Uit de resultaten blijkt dat macht corrumpeert, maar alleen die van een centrale speler. Niet-
centrale macht zette juist aan tot een efficiënte
herverdeling. Desondanks gooien machtelozen
niet-centrale machthebbers vaak uit de groep.
De auteurs concluderen dat machtelozen effici-
e
nte, coöperatieve verdelingsbeslissingen onder –
mijnen; in die zin corrumpeert macht vooral de
machtelozen.
Leeuwen, B. van, A. Ramalingam, D.R. Arjona en A.
Schram (2015) Authority and centrality: power and coo-
peration in social dilemma networks. CBESS Discussion
Paper, 15(04).
Beleggingsgedrag
Nederlandse verzekeraars vertoonden tijdens de
Europese schuldencrisis procyclisch beleggingsge –
drag. Ze verkochten met name de staatsobligaties
in Zuid-Europese landen die een sterke prijsdaling
kenden, waarna ze de opbrengsten herbelegden
in duurdere Noord-Europese staatsobligaties. Dit
concluderen Bijlsma en Vermeulen, die de beleg –
gingstransacties van ruim zestig Nederlandse
verzekeraars onderzochten over de periode 2006–
2013. De resultaten laten zien dat verzekeraars tij –
dens de crisis meededen aan de zogeheten vlucht
naar kwaliteit. Voor de vlucht onder verzekeraars
naar Nederlandse beleggingen is geen bewijs ge –
vonden, een trend die volgens de literatuur wel
voor banken gold. Het procyclisch beleggingsge –
drag van Nederlandse verzekeraars – met een be –
legd vermogen van zeventig procent bbp – bete –
kent dat zij een minder stabiliserende rol hebben
op financiële markten dan door sommigen wordt
gesteld.
Bijlsma, M. en R. Vermeulen (2015) Insurance companies’
trading behaviour during the European sovereign debt cri-
sis: flight home or flight to quality? DNB Working Paper, 468.
Voorstadstrein
De aanleg van de Parijse voor-
stadstrein heeft tot dertien procent
meer bedrijvigheid geleid in de wij-
ken waar een station is gebouwd
of gerestaureerd. Ook zijn meer
hogeropgeleide huishoudens daar
gaan wonen. Mayer en Trevien vin-
den dit effect na vergelijking van
Parijse buitenwijken en voorste-
den die over de periode 1975–1990
door toevallige factoren – zoals
technische omstandigheden – wel
of niet aansluiting kregen op het
spoornetwerk. De auteurs vinden
geen effect van de spoorwegaan-
leg op de bevolkingsdichtheid in
de wijken. Dit resultaat wijst op
een verdringing van laagopgeleide
huishoudens.
Mayer, T. en C. Trevien (2015) The im-
pacts of urban public transportation:
evidence from the Paris Region. CEPR
discussion paper, 10494.
Schoolcijfermanipulatie
Een veelbeproefd recept om onderwijsresulta –
ten te verbeteren is klassenverkleining. Toch is er
weinig bekend over de mechanismen waarmee dit
middel schoolcijfers verbetert. Een mogelijk me –
chanisme is cijfermanipulatie. Bij een kleinere klas
kost het een leerkracht minder moeite om de score
voor handgeschreven antwoorden naar boven bij
te stellen tijdens invoering van de cijfers op de
computer. In het Italiaanse basisonderwijs althans.
Een opgelegde klassenverkleining in Zuid-Italië
biedt bovendien kans om te leren in hoeverre ver –
beterde resultaten volgen uit cijfermanipulatie;
door de verlaging van de maximale klassengrootte
werden sommige klassen ineens in tweeën ge –
deeld, terwijl andere nog net met hetzelfde aantal
leerlingen konden blijven doorgaan. Angrist et al .
constateren veel gemanipuleerde toetsscores, juist
in kleine klassen. Manipulatie blijkt het effect van
klassengrootte op schoolcijfers zelfs volledig te
verklaren.
Angrist, J., E. Battistin en D. Vuri (2015) In a small moment:
class size and moral hazard in the mezzogiorno. IZA Discus-
sion Paper, 8959.
2
procent
Pinnen mag
Uit onderzoek van De Nederlandsche Bank blijkt dat de cam-
pagnes tussen 2007 en 2013 om pinnen in winkels aan te moe-
digen effectief waren. Hieruit bleek dat er een toename was
van twee procent bovenop de trendmatige groei. Deze toe-
name in pinbetalingen is niet alleen gunstig voor winkeliers. De bespaarde kosten kunnen immers doorgerekend worden
in de prijzen, waardoor ook de consument kan profiteren.
Jonker, N., M. Plooij en J. Verburg (2015) Does a public campaign influ-
ence debit card usage? Evidence from the Netherlands.
DNB Working
Paper, 470.
ESB Input / output

229Jaargang 100 (4708) 23 april 2015
Starre lonen
Flexibilisering van nominale loonaanpassing op de
arbeidsmarkt verhoogt de effectiviteit van monetair
beleid. Tot deze conclusie komen Eijffinger et al., die
een macro-economisch evenwichtsmodel schatten
dat voor zowel prijzen als lonen rekening houdt met
hetergene aanpassingen. Ze gebruiken hiervoor de
Amerikaanse outputgap alsmede inflatie- en rente –
gegevens over de periode 1955–2014, en laten zien
dat hun model deze gegevens beter schat dan stan –
daardmodellen die veelal uitgaan van starre prijzen
en flexibele lonen. Vooral bij lonen is er volgens de
auteurs sprake van zowel starre als flexibele aanpas-
singen op bedrijfstakniveau, wat monetair beleid
slechts deels effectief maakt. De auteurs benadruk –
ken het ECB-mantra dat hervormingen nodig zijn
om de arbeidsmarkt flexibeler te maken.
Eijffinger, S.C.W., A. Grajales Olarte en B.R. Uras (2015) Het-
erogeneity in wage setting behaviour in a new-Keynesian
model. CentER Discussion Paper , 024.
Zelfmoord en de kerk
Waarom plegen protestanten vaker zelfmoord dan
katholieken? Becker en Woessman onderscheiden
een theologische en een sociale oorzaak. Protestan –
ten zouden makkelijker zelfmoord plegen omdat
ze in tegenstelling tot
biechtende katholieken
geheel zijn overgeleverd
aan Gods genade, waar –
door zelfmoord de kans
op een hemels verblijf niet
verkleint. Maar vanwege
mindere gemeenschapszin
hebben protestanten ook in sociaal opzicht minder
te verliezen bij zelfmoord. Becker en Woessman be –
studeren zelfmoordgevallen in de context van het
negentiende-eeuwse Pruisen, met landsdelen op
verschillende afstand van het protestantse hart Wit –
tenberg : hoe dichter bij Wittenberg des te protes-
tantser een kerkgemeenschap is. Sociale redenen blij –
ken te domineren: in landsdelen met drukbezochte
kerken pleegden minder protestanten zelfmoord en
het werden er dichter bij Wittenberg niet méér. De
auteurs concluderen dat protestantisme weliswaar
meer welvaart bracht, maar in de vorm van sociaal
isolement ook meer reden voor levensbeëindiging.
Becker, S.O. en L. Woessman (2015) Social cohesion, reli-
gious beliefs, and the effect of protestantism on suicide.
CESifo working paper, 5288.
Creatieve destructie
Aghion et al. analyseren de rela-
tie tussen ontslaggedreven groei
en ervaren welzijn. Op het niveau
van Amerikaanse steden vinden ze
een positief effect bij correctie voor
werkloosheid, anders niet. Het posi-
tieve effect is groter op toekomstig
dan op huidig welzijn. Daarnaast is
het effect positiever in snelgroei-
ende industrieën en industrieën
die zich moeilijk laten outsourcen,
en in staten met lucratievere werk-
loosheidsverzekeringen. De auteurs
concluderen dat creatieve destruc-
tie gelukkiger maakt, als je maar
werk hebt; liefst in een groeiende
dan wel veilige industrie.
Aghion, P. en U. Akcigit, A. Deaton en
A. Roulet (2015) Creative destruction
and subjective wellbeing. NBER working
paper, 21069.
Ouderinvloed
Het niveau waarop middelbare
scholen basisschoolleerlingen
toelaten hangt af van testscores
en de aanbeveling van hun leraar.
Ouders hebben hier geen formele
rol in maar beïnvloeden de uitein-
delijke toelating toch. Dit conclu-
deert Korthals, die onderzoek deed
naar de toelating van Nederlandse
leerlingen. De resultaten laten zien
dat de kans op een betere aanbe-
veling door de leraar met 1,6 tot 3,6
keer hoger is als de ouders hoger
onderwijs hebben genoten. Dat de
invloed hoger is van ouders met
een hogere opleiding, kan ermee
te maken hebben dat ze zich meer
bewust zijn van de baten die een
betere opleiding voor hun kind met
zich meebrengt.
Korthals, R. (2015) The pre-tracking ef-
fects of parental background. ROA Re-
search Memorandum, 005.
Sentiment
Wereldwijd worden steeds meer bedrijven gefinan-
cierd door externe investeerders. Beslissingen bin-
nen een bedrijf raken hierdoor meer beïnvloed door
het beurssentiment. Die invloed is terug te zien in
de hoogte van de investeringen en aandeelprijzen.
Montone en Zwinkels keken of er ook een effect is op
werkgelegenheid. Met sentiment gekwantificeerd als
neiging tot specu-
latie, analyseerden
ze in de periode
1970–2003 in hoe-
verre investeerders
uit de Verenigde
Staten de mondi-
ale arbeidsmarkt
beïnvloedden. Een positiever marktsentiment in de
VS bleek te leiden tot mondiaal meer werkgelegen-
heid, maar minder arbeidsproductiviteit. De auteurs
beredeneren dat de groei in werkgelegenheid niet de
productiegroei van de economie weerspiegelt. Verder
stegen de lonen alleen in landen waar het grootste
deel van de arbeidsmarkt hoger opgeleid was.
Montone, M. en R.C.J. Zwinkels (2015) Investor senti-
ment and employment. Tinbergen Institute Discussion Paper,
15(046).
Gebruikers-ozb
Op dit moment worden de uitgaven van de gemeen –
tes vooral gefinancierd vanuit rijksuitkeringen. Het
Centraal Planbureau pleit daarom voor een verrui-
ming van de gemeentelijke belastingen. Dit zou ge –
meentes meer prikkelen om in te spelen op lokale be –
hoeftes, terwijl inwoners directer meebetalen aan de
lokale voorzieningen. Door belasting verruiming kun –
nen echter ongewenste inkomenseffecten ontstaan.
Ter beperking hiervan stelt het Centraal Planbureau
voor om het gebruikersdeel van de onroerendezaak –
belasting terug in te voeren, vanuit het profijtbeginsel
dat de genieter betaalt. Wanneer voorzieningen niet
locatie-specifiek zijn, voldoet een ingezetenenheffing
die de lasten evenredig verdeelt. De optimale samen –
stelling van het lokale belastingstelsel verschilt echter
per gemeente.
Centraal Planbureau (2015) Een ruimer lokaal belastingge-
bied. CPB Policy Brief, 2015(04).
Witte motor
Na ongeveer dertig jaar werd op 1 april 2015 het melkquotum
in Europa afgeschaft. Hierdoor kunnen melkveehouders zon-
der restricties melk produceren en verkopen. Jongeneel en Van
Berkum verwachten dat door de afschaffing het Nederlandse
melkaanbod in de komende tien jaar met zeventien procent zal stijgen. Dit remt de stijging van melkprijzen af wat melkveehou-
ders in staat stelt om beter te concurreren met de wereldmarkt.
Jongeneel, R. en S. van Berkum (2015) What will happen after the EU
milk quota system expires in 2015? An assessment of the Dutch dairy
sector. LEI Report, 2015(041).17
procent
Input / output ESB

Auteur