Ga direct naar de content

Het plan-Bakhoven

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: februari 24 1988

Fhjns en Van Schaaijk
Nadere bestudering van het paper
van Frijns en Van Schaaijk (F&S) leert
echter dat deze hoge substitutie-elasticiteit er door de heren …. zelf is ingestopt. Allereerst: “de daling van de
Enkele weken geleden werden wij
werkgelegenheid bij een loonstijging
aangenaam verrast door een exercitie Met de hand
van 1% is c.p. min of meer bekend als
van A.F. Bakhoven, medewerker van
liggende tussen de 0,25 en 0,75 %”.
In dat laatste wringt ‘m nu juist de Zonder bronvermelding.
het Centraal Planbureau, die er als eerGegeven de door F&S gehanteerde
ste econoom in slaagde een modelbe- schoen, zoals Bakhoven min of meer
rekening te overleggen waarbij een be- zelf ook toegeeft. Het CPB beschikt im- budget-aandelen van 0,375 voor kapitrekkelijkkleineingreep-een franchise mers niet over een (volledig) macro- taalgoederen, 0,25 voor lagere en
voor de werkgeverspremies, gefinan- model dat onderscheid maakt tussen 0,375 voor hogere arbeid betekent dit
cierd door het rijk – een flink gat slaat hoger en lager gekwalificeerde arbeid.
een
substitutie-elasticiteit
van
(275.000) in het werklozenbestand.
Daarom – en nu komt het – heeft 0,25/0,375 a 0,75/0,375 ofwel 0,67 a 2
Het idee van Bakhoven is, via deze Bakhoven de werkgelegenheidstoena- tussen kapitaalgoederen en arbeid (tofranchise laag gekwalificeerde arbeid, me die moet voortvloeien uit de substi- taal). Door ten tweede ook nog op te
waarvan het aanbodoverschot het tute van lager voor hoger gekwalifi- leggen dat tussen hogere arbeid en kagrootst is, goedkoper te maken, en dus ceerde arbeid er met de hand ingestopt. pitaalgoederen geen substitutie bestaat
aantrekkelijker voor werkgevers. Hoger Tweehonderdveertigduizendarbeidsja- (F&S verwijzen hierbij heel selectief
gekwalificeerde arbeid, waar hier en ren. Allemaal. Het model berekent braaf naar het hun passende deel van hun tadaar het aanbod krap is, zou weliswaar dat daar nog wat bijkomt (70.000) om- bel van buitenlandse berekeningen)
niet duurder worden, maar niettemin dat dank zij Bakhovens ingreep de be- wordt uiteraard de substitutie-elasticiwaar mogelijk in het produktieproces stedingen gaan toenemen.
teit tussen enerzijds lagere arbeid en
Bakhoven aanvaardt evenwel niet de anderzijds hogere arbeid en kapitaaldoor lager gekwalificeerde arbeid worden vervangen; hetzelfde geldt overi- voile verantwoordelijkheid voor ‘zijn’ goederen flink opgeblazen tot 2 a 6. Dit
gens voor kapitaalgoederen. Per saldo 240.000. Hij verwijst naar een CPB-pa- vinden F&S zelf toch ook te gek worden
stijgt echter de werkgelegenheid, om- per van Frijns en Van Schaaijk1, die en zij corrigeren dit tot 1 a 3 (hetgeen
dat verschillende lager gekwalificeerde voor Nederland een waarde toekennen een substitutie-elasticiteit tussen kapiwerknemers nodig zijn om het werk van aan de diverse substitutie-elasticiteiten taalgoederen en hogere arbeid van 0,5
een hoger gekwalificeerde plus kapi- tussen lager en hoger gekwalificeerde a 1,5 veronderstelt, maar daar gaan
taalgoed te kunnen overnemen. De arbeid en kapitaalgoederen. Deze au- F&S gemakshalve aan voorbij).
In feite staat Bakhoven met betrekkosten voor de overheid bedragen / 7 teurs achten hoger gekwalificeerde armrd., maar hierop zal aanzienlijk wor- beid en kapitaalgoederen complemen- king tot de allesbeslissende hoogte van
den terugverdiend als gevolg van de tair en in combinatie uitwisselbaar met de substitutie-elasticiteit dus met lege
werkgelegenheidstoename.
lager gekwalificeerde arbeid met een handen. Omdat het plan-Bakhoven in
Aan deze gedachtengang als zoda- substitutie-elasticiteit van ca. 2. Van- zekere kringen toch enige stof heeft
nig is mijns inziens niets mis; het is een daar. Bij een loonkostendaling van doen opwaaien, is er evenwel alle reselectieve variatie op het vroegere 12,75% voor lagere arbeid zou daarvan den om het aan een serieuze analyse
plan-Schouten. Het verrassende van ruim 19% meer en van hogere arbeid te onderwerpen.
het plan-Bakhoven is evenwel de grote (en kapitaalgoederen) ruim 6% minder
omvang van het effect – althans zoals worden gebruikt.
dat door hemzelf is berekend.

Het plan-Bakhoven

AMO-K________________

label. Macro-economische effecten van het plan-Bakhovena
Bakhoven
(KOMPAS/handmatig)
Werkgelegenheid bedrijven
Arbeidsproduktiviteit
Produktievolume bedrijven
Loonsom per werknemer
Prijspeil particuliere consumptie
Volume particuliere consumptie
Volume investeringen bedrijven
(exclusief woningen)
Volume goederenuitvoer
Volume goedereninvoer
Werkgelegenheid
Werkloosheid
Saldo lopende rekening
Financieringssaldo overheid
Arbeidsinkomensquote

7,7%
-5,0%
2,6%

-10,5%
-2,7%
2,2%

2,1%
-1 ,5 %
0,5%
-4,8 %
-1 ,2 %
1 ,0%

2,0%
2,0%
1 ,6%

-0,1%
0,4%
0,3%

310.000
-275.000

80.000
-75.000

-6,5 mrd.
-0,5 mrd.

-0,5 mrd.
-2,5 mrd.

-0,6%punt

-1,1%punt

arAfwijkingen na vijf jaar ten opzichte van de centrale projectie.

190

Den Broeder
(AMO-K)

Dat kan, al is het niet met een CPBmodel. Het model AMO-K is namelijk
speciaal uitgerust voor dit soort vraagstellingen2. Ten eerste wordt in dit model expliciet onderscheid gemaakt tussen lager en hoger gekwalificeerde arbeid (‘arbeiders’ en ’employes’). Ten
tweede zijn substitutie en technische
ontwikkeling in AMO-K endogeen3, zodat er geen effecten ‘met de hand’ hoe-

1. J.M.G. Frijns en M. van Schaaijk, The
wage distribution and the structure of employment in the Netherlands and the USA,
Onderzoeksmemorandum 36, Centraal
Planbureau, Den Haag, 1987.
2. Het model AMO-K is in zijn eerste versie
gepubliceerd als: J.A.M. Heijke, J. de Koning, R.J.M. Maas en G. den Broeder, AMOK, een arbeidsmarktmodel met twee categorieen arbeid, Nederlands Economisch Instituut / Nationaal Programma Arbeidsmarktonderzoek, 1982; thans wordt gewerkt met
AMO-K ’87-3.

ven te worden ingestopt. De substitutieelasticiteiten zijn met behulp van geavanceerde econometrische technieken
geschat op basis van feitelijke ontwikkelingen, waarbij enerzijds een vrij
hoge substitutie-elasticiteit van 0,97
werd geconstateerd tussen kapitaalgoederen en arbeiders en anderzijds
een vrij lage substitutie-elasticiteit van
0,48 tussen employes en de combinatie arbeiders/kapitaalgoederen. Het
spreekt vanzelf dat, nu geen extreem
hoge substitutie-effecten meer autonoom worden opgelegd, de uitkomsten
van het plan-Bakhoven heel wat minder
rooskleurig zijn dan Bakhoven deed
vermoeden. In label 1 staan de uitkomsten in 1991, op basis van een invoering verdeeld over 1987 en 1988.
Hiermee zijn de effecten van het
Plan-Bakhoven dunkt mij tot normale
properties teruggebracht.

waarde 2 voor deze elasticiteit, die essentieel is voor de omvang van het
werkgelegenheidseffect, geen sterke
empirische basis heeft. Dat heb ik ook
in mijn artikel geschreven. Volgens mij
is dat goed overgekomen. Zo blijkt uit
de A/ffC van 2 februari jl. dat de fractievoorzitter van het CDA, De Vries, die
het plan ondersteunt, zich bewust is van
de mogelijkheid dat uitvoering minder
banen oplevert dan uit mijn becijferingen kan worden opgemaakt. Overigens
is het niet zo – dat vermelde ik eveneens in mijn artikel – dat de onzekerheidsmarges rond de berekende effecten alleen maar het risico inhouden dat
de effecten ongunstiger zijn.
In onderstaande label zijn de effecten van mijn plan kort samengevat bij
zowel een substilulie-elaslicileil van 2
als 1. Voorbeide varianlen geldldeconclusie van mijn artikel, dal een aanzienlijke groei van de werkgelegenheid moG. den Breeder gelijk is door de collectieve lasten gerichl, doch niel gebonden aan voorwaarden, le verlagen.
De auteur is wetenschappelijk directeur van
Magnana Mu Publishing & Research te RotTen slolte pleit Den Broeder ervoor
terdam.
om de effecten van mijn plan niel le berekenen mel CPB-modellen, maar mel
3. G. den Breeder, Substitutie en endogene hel AMO-K model, waarvan hij een van
technische ontw/kkeling in een produktiede bouwers is. Dil laalste model zou
functie metjaargangen en twee categorieen
arbeid, Nederlands Economisch Instituut, door het onderscheid dat wordt gemaakl tussen arbeiders en employes
november 1986.
beter zijn loegerusl voor de kwanlificering van de effeclen van mijn plan. HeNaschrift_____________ laas is dat niet zo. Voor mijn plan is het
onderscheid essenlieel lussen laag- en
De wenselijkheid om de prijs van de hoogbelaalde arbeid. Dil onderscheid
overvloedige laag gekwalificeerde ar- koml slechts in geringe male overeen
beid relatief te verlagen, wordt over het mel dal tussen arbeiders en employes.
algemeen wel erkend. Deze verlaging Hel loonverschil lussen arbeiders en
kan op twee manieren tot stand worden employes is belrekkelijk gering. In feile
loopl de verdeling lussen laag en hoog
gebracht:
belaalden dwars door de groepen ar- verlaging van netto inkomens;
– verlaging van de lasten op deze inko- beiders en employes heen. Hel is dan
mens, in het bijzonder de werkge- ook niel verwonderlijk dal Den Broeder
verspremies.
voor de subslilulie lussen arbeiders en
employes een lagere elasticileil vindl
De regering heeft tot nu toe hoofdza- dan de door mij gehanleerde elasticileit
kelijk gekozen voor de eerste weg. voor de substitulie lussen laag en hoog
Deze is echter moeilijk begaanbaar, ge- belaalden. Ook in AMO-K zal, zonder
geven de weerstand tegen het niet di- exogene bijsturing, de substilutie tusrect laten meedelen van de laagst be- sen laag- en hoogbetaalde arbeid ontaalden in de stijging van onze welvaart. voldoende tot zijn recht kunnen komen.
De tweede weg dus. Het verheugt mij
A. J. Bakhoven
dat Den Breeder daarmee instemt.
De wijze waarop de effecten van het
plan zijn berekend, heeft minder de instemming van Den Breeder. Dat geldt
in het bijzonder voor de gehanteerde
substitutie-elasticiteit. Ik geef toe dat de
Tabel. Effecten van het plan na vijfjaar, niveauveranderingen t.o.v. hetbasispaWaarde substitutie-elasticiteit

Werkgelegenheid bedrijven, in arbeidsjaren x 1.000
Financieringssaldo overheid, in mrd. gld.

2

280
-1

a. De effecten in de eerste kolom zijn iets nauwkeuriger dan die in het artikel.

ESB 17-2-1988

1

170
-2,5

B. Out: Transmarktprocessen. VUuitgeverij, Amsterdam, 1987, 285 biz.,
/45.

Proefschrift, bedoeld als aanzet tot
een discussie over de plaats van een
evolutionair-dissipatieve visie binnen
de Iheorievorming belreffende hef financieel sysleem.
S.A. Cohen: Beleggen 1988. Veen,
Ulrecht, 1987,152 biz., / 17,90.
Het derde jaarboek van de hand van
de Rotterdamse beleggingsexpert. De
uilgever benadrukt dat mel deze gids in
de hand ook veel geld kan worden verdiend in een dalende markl.
R.G.P. Doeschote.a.: Intergemeentelijke samenwerking; een onderzoek
naar invoeringsproblemen van de
herziene Wet Gemeenschappelijke
Regelingen. Kluwer, Deventer, 1987,
200 biz.
Dit boek bevat een verkenning van
problemen en knelpunlen die bij de organisalieverrandering bij gemeenten
als gevolg van de invoering van de Wet
Gemeenschappelijke Regelingen in
1985. Behalve Iheorelische inzichlen
over samenwerking komen ook vier
praklijkgevallen aan bod.
L.H.G. Slangen: De prijsvorming van
hout uit het Nederlandse bos. Wageningen, 1987, 336 biz.
Proefschrift over de prijsvorming van
houl. Met behulp van een econometrisch model wordt gepoogd de verschillende facloren die op de prijs van invloed zijn, le welen soort, dunning en
eindkap, ligging, kwalileil en verkoopwijze, van elkaarte onderscheiden.

R. Foster: Innovatie; de aanval is de
beste verdediging. Veen, Ulrecht, 255
biz., / 36,90.
Dit boek poogl duidelijk te maken dat
ondernemingen die succesvol willen
blijven, steeds weer opnieuw moeten
beginnen. Hel geefl aan hoe men kan
zien of een produkl verouderd is hel legt
uit hoe innovalies begeleid dienen le
worden en het laat zien hoe men kan
voorkomen dat men door nieuwe technologieen overrompeld wordt.
M.H. McCormack: Verschrikkelijke
verhalen over juridische adviseurs.
Veen, Utrechl, 1987, 220 biz., / 26,90.
De sportmanager en ex-sludenl van
de Yale Law School McCormack doel
een boekje open over zijn ervaringen
mel juridische adviseurs. Hel boek is
vanzelfsprekend volledig op de Amerikaanse civielrechlelijke praklijk gerichl.
De verschrikkelijke verhalen voeden de
lezer op lot een kritisch consument van
professioneel juridisch advies.

191

Auteurs