Ga direct naar de content

Gratis geld bestaat niet

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 5 2014

Gastblog door Aart Gerritsen (senior research fellow aan het Max Planck Institute for Tax Law and Public Finance).

Gratis geld bestaat niet. Of, om er eens een platgetrapt cliché tegenaan te gooien, “there’s no such thing as a free lunch.” Hoewel economen deze uitspraak te pas en te onpas gebruiken – meestal als ze ontevreden zijn met de spreker op een lunchseminar – is het terecht één van de belangrijkste lessen die economie ons leert. Of ze nou de waarde van iets kennen of niet, economen weten dat alles een prijs heeft.

Rutger Bregman is geen econoom. Hij is historicus en schrijver. En als zodanig kon hij het zich een aantal maanden geleden permitteren om een essay te schrijven met de titel: “Waarom we iedereen gratis geld moeten geven.” In dit essay levert hij een pleidooi voor de invoering van een zogenaamd ‘basisinkomen,’  voor iedereen, een pleidooi dat hij recentelijk nog eens dunnetjes overdeed in Tegenlicht. Inmiddels heeft hij ook een aantal Nederlandse economen – triple-A of triple-B, de meningen lopen uiteen – overtuigd van de zin van gratis geld voor iedereen.

Mijn probleem met het pleidooi van Bregman en anderen is dat het onvoldoende stilstaat bij het feit dat een basisinkomen ergens van moet worden betaald. Laat me, om het belang hiervan helder te maken, drie verschillende scenario’s schetsen waarin een onvoorwaardelijke gift, het basisinkomen, op verschillende manieren door de overheid wordt gefinancierd.

1. In het eenvoudigste scenario wordt het basisinkomen betaald door iedereen een vaste bijdrage te laten betalen. Het moge duidelijk zijn dat dit niets verandert aan netto-inkomens: iedereen krijgt met het basisinkomen een vast bedrag aan inkomen, maar moet dat bekostigen met een vaste belasting.

2. Het tweede scenario voorziet in de invoering van een basisinkomen ter hoogte van de huidige bijstandsuitkering. Het wordt betaald door afschaffing van de bijstand en een hogere inkomstenbelasting. In dit geval is het basisinkomen equivalent aan de afschaffing van de arbeidsplicht en andere verplichtingen omtrent de bijstand, waarbij deze verbreding wordt gefinancierd door hogere belastingen op inkomen.

3. In het derde scenario wordt een basisinkomen puur en alleen bekostigd door de afschaffing van de bijstandsuitkering. In dit geval is het basisinkomen equivalent aan een significante reductie van de bijstandsuitkering, zonder verplichtingen, waarvan de opbrengst wordt uitgekeerd aan mensen met een hoger inkomen.

Andere varianten van financiering zijn mogelijk, denk aan lagere toeslagen, die weer andere herverdelende gevolgen hebben. Deze scenario’s laten zien dat de invoering van het basisinkomen equivalent kan zijn aan niets doen, aan een hogere mate van progressiviteit of aan een lagere mate van progressiviteit in het belastingstelsel. Het hangt er maar net vanaf hoe de overheid het financiert.

Als niet wordt uitgelegd hoe het wordt betaald, is het ‘basisinkomen’ daarom niets anders dan een holle kreet. Zodra de financiering wel wordt uitgelegd, illustreren bovenstaande voorbeelden dat het equivalent is aan een belastinghervorming waarvoor we het hele basisinkomen niet nodig hebben.

Hoe dan ook leidt het basisinkomen altijd tot een herverdeling van middelen: sommigen ontvangen, anderen betalen. Gratis geld bestaat niet. En dit stipt precies het belang aan van studies (onderaan in deze blogpost) die zowel de kosten als de baten keurig in kaart brengen.

Hoe zit dat dan precies met al die experimenten waarnaar hevig wordt verwezen? Zo beschrijft Bregman de invoering van een partieel basisinkomen in het Canadese stadje Dauphin. Dit was “een overweldigend succes.” Het leidde tot meer scholing en zwangerschapsverlof, en minder ziekenhuisbezoek, huiselijk geweld en psychologische problemen.

Geweldig. Of niet? Deze eenzijdige beschouwing is kwetsbaar voor dezelfde kritiek: gratis geld bestaat niet. Het basisinkomen van Dauphin werd grotendeels bekostigd met geld van de federale overheid. Geld dat anders ten goede zou komen aan andere Canadezen. Voor een volledig beeld zou het onderzoek ook de negatieve gevolgen voor hen mee moeten nemen. Omdat dit niet is gebeurd, mogen de resultaten niet zonder meer worden gegeneraliseerd naar landelijk niveau. Tenzij we de Canadese overheid bereid vinden om een Nederlands basisinkomen te financieren.

De retoriek van gratis geld voor iedereen klinkt te mooi om waar te zijn. En dat is precies wat het is. Het is aardig om over te dromen. Maar de utopische sluimer wordt onvermijdelijk doorbroken door die ene ontnuchterende zin die Milton Friedman ons zo graag voorlegde: “There’s no such thing as a free lunch.”

Auteur

Categorieën