Zoeken, dat doen we online, waar je binnen enkele muisknoppen vindt wat je zoekt, zeker ook een baan. Vacaturesites als Monsterboard en De Nationale Vacaturebank nemen je eindeloos speuren en omcirkelen in kranten en tijdschriften uit handen. Ook Google helpt je goed op weg. En nu timmeren ook platforms als LinkedIn, Facebook en Twitter steeds harder aan de weg naar werk. Op Twitter is #vacature de meest gebruikte hashtag. Zelfs ESB zet er vacatures uit. En Twitter werkt sinds kort zelfs samen met Monsterboard en UWV om werkzoekenden en werkgevers vindbaar te maken, via de hashtag #JouwBaan.
De vraag is nochtans hoeveel beter mensen werk vinden door internet. Eigenlijk weten we hierover erg weinig, en nog minder positiefs. Is online job search still ineffective vragen Kuhn en Mansour zich hardop af in de een-na-laatste editie van The Economic Journal. Zij actualiseren en verbeteren onderzoek van tien jaar terug, dat geen positief effect had gevonden op de vindkans. Ditmaal vinden ze die wel: de bestudeerde Amerikaanse 30-minners hebben een kwart meer kans een baan te vinden door internet (zij het geen betere baan).
Nu is dit resultaat op zichzelf niet bijster interessant, omdat de onderzoekers werkzoekenden vergeleken die wel en niet via internet zochten zonder naar hun verschillen in motivatie en karakter te kijken. Geen idee dus in hoeverre de grotere baanvindkans echt door internet komt of door de persoon die zoekt. Maar stel nu dat we de resultaten serieus nemen, om de doodeenvoudige reden dat de meeste banen tegenwoordig op internet staan: welke zoekkanalen doen het meest voor de kans op een baan?
Sociale media komen goed uit de bus. Hetzelfde onderzoek laat namelijk zien dat het schaarse informele contact met vrienden en kennissen via internet de baanvindkans het meeste goed deed. De resultaten gaan over 2009. Omdat we sindsdien veel meer tijd zijn gaan doorbrengen op Facebook, LinkedIn en Twitter, verwachten de auteurs nog veel van deze platforms als het gaat om passieve baanbemiddeling.
Maar het ene sociale medium is het andere niet. Een belangrijk aspect waarop sociale media van elkaar verschillen is hoe persoonlijk ze zijn. Op Facebook en LinkedIn delen gebruikers informatie (in principe) alleen met directe contacten in een besloten netwerk. Twitter daarentegen bestaat uit gebruikers en berichten die iedereen kan volgen dan wel lezen. Welke type het meest geschikt is? Het is maar net wat je nodig hebt.
Een persoonlijk netwerk levert je tips op maat van relaties die goed weten wat voor werk je goed past. Ook is een persoonlijk netwerk meer besloten, waardoor je er tot een selectief gezelschap kan behoren dat een vacature te zien krijgt. Verder kan je persoonlijke netwerk een asset zijn naar een werkgever toe, die kan zien dat je veel (relevante) contacten hebt, die je mogelijk ook vaardigheden toedichten en die je kunnen aanbevelen. Daarom verbaast het niet dat Twitter het slecht doet in het omzetten van volgers naar sollicitanten, zoals een media-expert dinsdag aangaf in Trouw (p.17).
Een onpersoonlijk netwerk zoals Twitter helpt dan weer aan schaal. Dit komt doordat voor anonieme deelbare berichten zoals tweets geldt, ‘baat het niet dan schaadt het niet’. Steeds meer bedrijven volgen dit principe waardoor de twittermarkt voor personeelsadvertenties steeds dikker is. En hoe dikker de advertentiemarkt, hoe meer kans op interessante vacatures die je kunt omzetten naar sollicitatiegesprekken en banen.
Online of offline, als werkzoekende kun je zowel marktdikte als dikke (zakelijke) vrienden goed gebruiken. Maar waarschijnlijk is dat wie zoekt, door internet sneller zal vinden. Dat het steeds sneller zal gaan lijkt me evengoed aannemelijk. Als dan misschien niet via Twitter, dan toch zeker via andere sociale media.
Auteur
Categorieën