Ga direct naar de content

Fiscale en financierings-problemen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 9 2003

Fiscale en financierings-problemen
Aute ur(s ):
Warmerdam, J. (auteur)
Secretaris Fiscale en Economische Aangelegenheden van mkb Nederland.Warmerdam@mkb .nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 88e jaargang, nr. 4402, pagina D31, 15 mei 2003 (datum)
Rubrie k :
Dossier: Bedrijfsoverdracht
Tre fw oord(e n):
mkb

Op dit moment hebben zo’n 50.000 ondernemers in het mkb te maken met de overdracht van hun onderneming. Het belangrijkste element
van een succesvolle bedrijfsoverdracht wordt gevormd door de prijs die de verkoper voor de onderneming wenst te ontvangen en de
prijs die de potentiële koper voor die onderneming wenst te betalen. In het economisch verkeer bestaat er in het algemeen enige
spanning tussen beide bedragen. Deze spanning wordt vooral veroorzaakt door de soms ontbrekende objectieve blik die de verkoper
nou eenmaal heeft ten aanzien van zijn eigen onderneming en de vaak iets te scherpe eerste onderhandelingsinzet van de potentiële
koper. Als er geen andere belemmeringen waren dan leidt voornoemde spanning – na onderhandeling – in de meeste gevallen tot
ontspanning en een succesvolle transactie. Er zijn echter extra belemmeringen, die niet worden veroorzaakt door verschillende
uitgangspunten van de onderhandelende partijen. Externe factoren zijn ook prijsbepalend. Daarmee staan ze een succesvolle
bedrijfsoverdracht vaak in de weg. Ook met een macro-economische blik is dit een teleurstellend gegeven. De belangrijkste externe
factoren worden veroorzaakt door de overheid en in het verlengde daarvan door de banken. Een ondernemer die zijn onderneming wenst
over te dragen, zal belasting moeten betalen over de winsten waarover tijdens zijn actieve periode nog geen belasting is betaald. Het gaat
hier meestal over de stille reserves in onroerende zaken en andere activa en goodwill. Het belastingpercentage dat sinds 1 januari 2001
drukt op deze winsten is 52 procent. Dit heeft een prijsopdrijvend effect in het vraag- en aanbod-verkeer van ondernemingen. De
wetgever erkent het economisch belang van succesvolle bedrijfsoverdrachten en heeft schoorvoetend een overdrachtfaciliteit
geïntroduceerd die enigszins tegemoet komt aan het bezwaar van prijsverhoging: de belastingvrije bedrijfsoverdracht aan
medeondernemers. Indien een onderneming wordt overgedragen aan een ondernemer die ten minste drie jaar met de overdrager samen de
onderneming heeft gedreven, blijft – op verzoek van beide partijen – belastingheffing over de overdrachtsvoordelen achterwege. De overnemende ondernemer moet dan wel doorgaan met de oude boekwaarden van de overdragende ondernemer. Per saldo heeft het uitblijven
van belastingheffing, via onderhandelingen, een prijsdrukkend effect. Het grote probleem van deze faciliteit zit hem in de periode van drie
jaar die de overdrager en de overnemer samen moeten werken waarna pas belastingvrije overdracht toegestaan is. In de praktijk worden
bijna alleen maar belastingvrije bedrijfsoverdrachten binnen de familie gerealiseerd. Dit omdat binnen een familie drie jaar gezamenlijk
ondernemen nog wel te realiseren valt. Echter, daarbuiten komt het zelden voor dat van deze fiscale faciliteit gebruik gemaakt wordt.
Immers, geen enkele potentiële koper van een onderneming zal het accepteren dat de verkopende ondernemer nog drie jaar met hem moet
meedraaien. Dit is een remmende factor bij bedrijfsoverdrachten. Het kabinetsbeleid zou er veel meer op gericht moeten zijn alle
bedrijfsoverdrachten op deze wijze te stimuleren. Een simpele oplossing hiervoor zou kunnen bestaan uit het schrappen van de termijn
van drie jaar. Naast belastingen is er nog een andere belemmering: de financiering. In veel gevallen zullen jonge, minder ervaren
ondernemers een bestaande onderneming willen overnemen. Vaak is er niet voldoende eigen geld om zo’n transactie tot stand te
brengen. In dat geval is volledige of gedeeltelijke financiering via een bank de aangewezen weg. Ervaring leert dat banken veel
terughoudendheid tonen in het bijstaan van de nieuwe ondernemer. Dit is begrijpelijk maar veelal niet gestoeld op bedrijfseconomische
logica. Om hier enigszins in tegemoet te komen, bestaat er een overheidsborgstellingsregeling die banken van onderhavige aarzeling
moet afhelpen. In 1995 is het Besluit Borgstellingskrediet mkb (bmkb) ingesteld om het bankkrediet voor deze ondernemers toegankelijker
te maken. Door een borgstelling van de overheid kunnen overnemende ondernemers beter gebruik maken van het bancaire krediet. De
banken zijn zelf verantwoordelijk voor de uitvoering van het borgstellingskrediet. Het totale bedrag waar de overheid borg voor wil staan
wordt verdeeld over de verschillende banken. Er is in de praktijk sprake van flinke onderuitputting. Dit komt doordat de banken niet zich
niet echt gestimuleerd voelen een overheidsgarantie aan te vragen. Het krediet wordt immers als extra risicovol beschouwd en brengt
administratieve lasten met zich mee. Daarnaast is de voorlichting aan ondernemers over deze faciliteit minimaal. Langs twee trajecten kan
de werking van het borgstellingskrediet worden verbeterd. Ten eerste moet de systematiek van de verdeling en het gebruik verbeterd
worden. Onderlinge concurrentie tussen de banken bij toedeling van de bedragen en vermindering van de administratieve lasten zijn
hierbij onontbeerlijk. Ten tweede moet het gebruik van de regeling een impuls krijgen door de bekendheid bij ondernemers zelf te
vergroten.
Dossier Bedrijfsoverdracht
C. Buijink: Over ondernemers en overnemers
M.W.L. Kikkert: Het belang van soepele overdracht
T.J. van Vuren en Z.J.B. Mol: Goede afspraken essentieel
J.J.M. Jansen en J.P.M. Kommers: Integrale visie ontbreekt

L.P.D. Faber: Overdracht aan werknemers
A.W.A. Boot en J. Ligterink: Faciliteren, niet interveniëren
M.L.H. Schrijnemaekers: Waardebepaling in het mkb
H.B. van der Veen, K.H.M. van Bommel en G.S. Venema: Bedrijfsovername in de agrarische sector
C.M. van Praag: De motivatie van de ondernemer
R. van Engelenburg: Eerste hulp bij bedrijfsoverdracht
R.H. Flören en G.W. Zwartendijk: Star en toch flexibel
R. van Rijk: Slagroomtaart € 3,50, hele winkel € 150.000
A. van Witteloostuijn: Van de regen in de drup?
R.H. Flören en G.W. Zwartendijk: Start versus overdracht
K. Ekroth-Manssila: Een Europees probleem
P. Bongaerts: Goede overdracht versterkt concurrentiekracht
J. Warmerdam: Fiscale en financieringsproblemen
W. Jonkhoff: Voorkom destructieve creaties

Copyright © 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur