Ga direct naar de content

Bijlage bij Jacobs (2017) Fundamentele herziening van belastingen op kapitaalinkomen, ESB, 102(4753), 416-419

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 7 2017

Deze online-bijlage geeft de bronnen bij tabel 1, de berekening van de gederfde belastinginkomsten bij het eigen huis en pensioen en de data van figuur 1.

Bronnen bij tabel 1

Tenzij anders aangegeven, komen alle cijfers uit CBS (2017a). De belastingderving door aftrekbare pensioenpremies bedraagt 13,286 miljard euro (Ministerie van Financiën, 2017a). Het CPB (2010) schat het gemiddelde belastingtarief bij aftrek van pensioenpremies op 52 procent. De totale pensioenpremies zijn dan 13,286 miljard euro / 52 procent = 25,5 miljard euro. Het fiscale voordeel door de omkeerregel bedraagt dan 17 procent (CPB, 2010) van de ingelegde pensioenpremies (= 17 procent × 25,5 miljard euro). De belastingopbrengsten in box 2 en box 3 zijn alleen voor 2013 beschikbaar en zijn ontleend aan CBS (2016). De belastingtarieven voor box 1, box 2, box 3, de erf- en giftenbelasting, de vennootschapsbelasting, de dividendbelasting en de overdrachtsbelasting zijn afkomstig van het Ministerie van Financiën (2017a). Dat geldt ook voor de bijtelling voor het eigenwoningforfait. Alle tarieven voor box 3 zijn omgerekend in een effectief tarief aan vermogensbelasting. In box 3 wordt 30 procent belasting gegeven over een fictief rendement van 2,87 procent voor vermogen tot 100.000 euro, 4,60 procent voor vermogens tussen 100.000 en 1 miljoen euro en 5,39 procent voor vermogens boven 1 miljoen euro (Ministerie van Financiën, 2017a). De tarieven van de onroerendzaakbelasting komen uit COELO (2017). De tarieven van de verhuurdersheffing zijn ontleend aan Belastingdienst (2017a). De tarieven van de bankenbelasting zijn ontleend aan Belastingdienst (2017b).

Schatting belastingderving door fiscale ondersteuning pensioenopbouw en eigen huis

Zie de tabel voor de totale omvang van de fiscale ondersteuning pensioenopbouw pensioen en eigen huis. De aanname van deze berekening is dat de belastingderving wordt geschat ten opzichte van de situatie waarin huizen en pensioenen, net als sparen en beleggen, zouden worden belast in box 3. Dit is een ruwe ex-ante-indicatie van het budgettaire effect van de fiscale behandeling van het eigen huis en pensioen.

De fiscale ondersteuning van de pensioenen kost in 2017 netto 4,6 miljard euro vanwege de omkeerregel. Niet alleen worden premies afgetrokken, in de toekomst staan daar hogere belastinginkomsten tegenover. Het netto fiscale voordeel vanwege de omkeerregel bedraagt 17 procent van de premie-inleg (CPB, 2010). De bruto-belastingderving door afgetrokken premies is 13,974 miljard euro (Ministerie van Financiën, 2017a). Bij een effectief aftrektarief van 52 procent over de premies (CPB, 2010) zijn de totale pensioenpremies dus 26,873 miljard euro. De netto-belastingderving door de omkeerregel bedraagt daarom 17 procent van de totale pensioenpremies van 26,873 miljard euro.

Daarnaast derft de overheid 16,7 miljard euro aan belastingopbrengst in box 3 omdat de vermogensgroei in pensioenfondsen niet is belast. Die is gelijkgesteld aan gemiddeld 1,2 procent vermogensbelasting over 1.390 miljard euro aan pensioenvermogen in 2017 (DNB, 2017). Hoewel de heffing in box-3 inmiddels progressief is gemaakt, wordt deze budgettair neutraal ingevoerd in 2017 (Tweede Kamer, 2015). Dit betekent dat het gemiddelde tarief in box 3 over de vermogensgrondslag nog steeds 1,2 procent is.

Bij het eigen huis is de belastingderving 7,0 miljard euro door de hypotheekrenteaftrek minus eigenwoningforfait (Ministerie van Financiën, 2017a). Daarnaast derft de overheid 6,1 miljard euro belastingopbrengst in box 3. Wederom is aangenomen dat het gemiddelde tarief in box 3 over de vermogensgrondslag 1,2 procent bedraagt. De 1,2 procent gederfde vermogensbelasting wordt geheven over de 510 miljard euro aan nettowaarde van het eigenwoningbezit. Dit is de waarde van de eigen woning (1.175 miljard euro, CBS, 2017b) minus de eigenwoningschulden (665 miljard euro, CBS, 2017c). Samen kost de fiscale ondersteuning van het eigen huis daarom 4,6 + 16,7 + 7,0 + 6,1 = 34,4 miljard euro.

Eén procentpunt tariefverlaging in alle schijven kost 3,684 miljard euro (Ministerie van Financiën, 2017b). De tarieven kunnen dan (ex ante) met meer dan 9 procentpunten dalen als de pensioenvoorziening en het eigen huis net zo worden belast als spaargeld en beleggingen in box 3.

Tabel – Netto fiscale subsidies eigen huis en pensioenopbouw (in miljarden euro’s)
PensioenBelastingderving door aftrekbare premies en belaste pensioenuitkeringen (omkeerregel)17 procent over 26,873 mld afgetrokken premies4,6
Onbelaste pensioenvermogens in box 3Gemiddeld 1,2 procent over pensioenvermogen 1390 mld16,7
Totaal pensioen21,3
Eigen huisBelastingderving door hypotheekrenteaftrek minus eigenwoningforfait7
Onbelast netto-vermogen eigen huis in box 3Gemiddeld 1,2 procent over 510 mld netto woningbezit6,1
Totaal eigen huis13,1
Totaal pensioen en eigen huis34,4

Data figuur 1

Alle belastingdata uit figuur 1 komen uit Europese Commissie (2017). De impliciete tarieven op kapitaalinkomen en de aandelen van belastingen op kapitaalinkomen in de totale heffingsgrondslag zijn gewogen met cijfers voor het bbp van ieder land in 2015 afkomstig van Eurostat (2017). De spreadsheet met data kan hier worden gedownload.

Literatuur

Belastingdienst (2017a) Berekening verhuurderheffing. www.belastingdienst.nl.

Belastingdienst (2017b) Tarief bankenbelasting. www.belastingdienst.nl.

Caminada, K., K. Goudswaard en M. Knoef (2014) Vermogen in Nederland gelijker verdeeld sinds eind negentiende eeuw. Me Judice, 27 juni. www.mejudice.nl

CBS (2016) Inkomstenbelasting particuliere huishoudens; bedragen en druk. statline.cbs.nl.

CBS (2017a) Overheid; ontvangen belastingen 1995-2016. statline.cbs.nl.

CBS (2017b) Samenstelling vermogen; particuliere huishoudens naar kenmerken. statline.cbs.nl.

CBS (2017c) Kerngegevens sectoren; nationale rekeningen. statline.cbs.nl.

COELO (2017) Atlas van de lokale lasten. Groningen: COELO.

CPB (2010) Vergrijzing verdeeld: toekomst van de Nederlandse overheidsfinanciën. CPB Speciale Publicatie, 86. Den Haag: CPB.

DNB (2017) Statistieken: Toezichtsgegevens Pensioenfondsen. www.dnb.nl.

Eurostat (2017) Database. http://ec.europa.eu/eurostat/data/database.

Ministerie van Financiën (2017a) Periodieke fiscale beleidsinformatie. www.rijksoverheid.nl.

Ministerie van Financiën (2017b) Sleuteltabel 2017. www.rijksoverheid.nl.

Tweede Kamer (2015) Belastingplan 2016. 15-09-2015. www.rijksoverheid.nl.

Auteur

Categorieën