Ga direct naar de content

Europa 1992 en de ACP-landen

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: februari 25 1993

Europa 1992 en de
ACP-landen
J. Kol en B.A.M.M. Kuijpers”

D

e voltooiing van de interne markt heeft niet alleen gevolgen voor de handel
binnen de EG, maar ook voor de handelsbetrekkingen met derde landen. Met
name de ACP-landen vrezen dat ‘Europa 1992’ hun uitvoer naar de EG zal
schaden. In dit artikel wordt berekend dat bet 1992-programma een (licht) positief
effect heeft op de eocportmogelijkheden van de ACP-landen naar de EG. De export
zou veel sterker kunnen stijgen als de ACP-landen hun eigen handelsbeleid zouden
verbeteren.

Het 1992-programma van de EG
In 1985 publiceerde de Europese Commissie het Witboek voor de voltooiing van de interne markt . Dit
zogenaamde 1992-programma omvat 304 voorstellen
tot verwijdering van fysieke, technische en fiscale
non-tarifaire handelsbarrieres tussen de lidstaten van
de EG. Deze voorstellen moesten uiteindelijk leiden
tot een vrij verkeer van goederen, diensten, arbeid
en kapitaal eind 1992. De Europese Commissie doet
jaarlijks verslag van de vorderingen bij de uitvoering
van de voorstellen uit het Witboek . Inmiddels is circa 90% van de voorstellen door de Europese Commissie en de EG-raad goedgekeurd .
De voorstellen in het Witboek zijn niet alleen
van invloed op de handelsrelaties tussen de lidstaten
van de EG onderling, maar ook op de omvang en samenstelling van de handel van derde landen met de
EG . Een speciale groep in dit verband zijn de zogenaamde ACP-landen, veelal voormalige kolonies in
Afrika, het Caribisch gebied en de Pacific (ACP), die
een bijzondere relatie met de EG onderhouden. Op
de vierde Conventie van Lome, die op 1 September
1991 in werking trad en de financiele en overige relaties tussen de EG en de ACP-landen regelt , is speciale aandacht geschonken aan de gevolgen van het
1992-programma van de EG voor de ACP-landen. ‘
Het betreft hier onder andere een verbetering van de
toegang van landbouwprodukten van ACP-landen
op de EG-markt en een versoepeling van de zogenaamde ‘rules of origin’ inzake handel tussen de
ACP-landen en de EG6.
Voor de handelsstromen tussen de ACP-landen
en de EG is een aantal voorstellen uit het Witboek
van specifiek belang, zoals:
• de vereenvoudiging van de douaneformaliteiten
voor invoer uit derde landen;
• gemeenschappelijke normen met betrekking tot
gezondheidsvoorschriften voor landbouwproduk-

ten (bij voorbeeld maximale waarden voor pesticiden in groenten en fruit en regels voor de invoer
van vices en vleesprodukten van buiten de EG);
• voorschriften inzake de chemische samenstelling
en verpakking van medicijnen, kunstmest en conserveringsmiddelen.
Daarnaast hebben de ACP-landen meer in algemene
zin hun bezorgdheid geuit over de effecten van het
1992-programma voor hun uitvoer naar de EG7. In
dit artikel staat het effect van het interne-marktprogramma op de uitvoer van de ACP-landen centraal.

Handelsrelaties tussen ACP en EG
In 1989 bedroeg de waarde van de totale uitvoer van
ACP-landen naar de EG 20,7 miljard dollar. De han* Beide auteurs zijn verbonden aan de Economische Faculteit van de Erasmus Universiteit Rotterdam, bij de afstudeerrichting Europese Integrate en het Erasmus Centre for Economic Integration Studies.
1. EG Commissie, White paper on completing the internal
market, Brussel, 1985.
2. Zie bij voorbeeld: EG Commissie, Sixth report of the Commission to the Council and the European Parliament concerning the implementation of the White paper on the completion of the internal market, Brussel, 1991.
3. Zie J. Pelkmans, De uitbating van de interne markt, ESB,
23/30 december 1992, biz. 1237.
4. Zie bij voorbeeld het overzicht in de referenties in: J. Kol,
The ACP countries and the 1992-programme of the EC, Rapport aan de EG Commissie, Erasmus Universiteit, Rotterdam, 1992.

5. Voor een gedetailleerde beschrijving van Lome-IV en de
voorafgaande conventies zie: J. Kol, op. cit., 1992 en The
Courier, nr. 120, maart/april 1990.
6. De speciale regelingen met betrekking tot de uitvoer van
ACP-landen naar de EG gelden alleen voor goederen, waarvan de grondstoffen voor maximaal 10% afkomstig zijn uit
niet-ACP-landen. Voor Lome-Ill gold nog een aandeel van
ten hoogste 5%.
7. The Courier, nr. 120, maart-april 1990.

delsstroom van de ACP-landen naar de EG had daarmee een aandeel van bijna 40% van de totale ACPuitvoer en van ruim 4% van de totale EG-invoer. Tussen 1980 en 1989 daalde de waarde van de totale
uitvoer van de ACP-landen naar de EG met 8,3 miljard dollar, dat is met bijna 20%. Deze daling is met
name veroorzaakt door een vermindering in de waarde van de uitvoer van minerale brandstoffen (-8,4

1980

1985

1989

29,0

23,4

20,7

Aandeel produktgroepen (la %)
Landbouwprodukten
21,3
Ruwe grondstoffen
16,1

23,3

26,9

13,6

19,7

Minerale brandstoffen

47,0

51,8

25,1

miljard dollar) . De structuur van de uitvoer van de

Industrieprodukten

13,0

10,0

26,6

ACP-landen naar de EG vertoonde in 1989 een pa-

Overige produkten

2,7

1,2

1,8

100,0

100,0

100,0

Totale uitvoer (in miljard dollar)

troon met ongeveer gelijke aandelen voor landbouwprodukten, minerale brandstoffen en industriepro-

dukten. In tabel 1 is een overzicht van de structuur
van de uitvoer van de ACP-landen naar de EG weergegeven. Tevens zijn in dit overzicht de belangrijkste
uitvoerprodukten van de ACP-landen opgenomen .
Aardolie is, ondanks de daling van de olieprijs in
1986/87, het belangrijkste uitvoerprodukt van de
ACP-landen naar de EG met een aandeel van 25% in
1989. Koffie (8 procent van de totale uitvoer) en ca-

cao (5%) zijn de belangrijkste landbouwprodukten
in de uitvoer van de ACP-landen. Bij de industrieprodukten is een toename te constateren in de uitvoer
van diamanten en koperprodukten (elk met een aandeel van bijna 7%).

Handelsschepping

Totaal

Aandeel produkten (in %)
Vis

0,8

1,2

3,1

Suiker
Koffie
Cacao
Hout
IJzererts
Aluminiumerts

2,0
7,3
5,9
4,9
1,9
2,1

2,0
8,3
6,2
2,9
2,1
1,9

3,2
8,2
5,0
4,9
2,5
2,9

AardolieCprodukten)
Diamanten
Koperprodukten

47,0
1,5
4,7

51,8
1,4
3,2

25,1
6,9
6,7

Totaal

78,1

81,0

68,5

Bron: Handelscijfers VN, Geneve.

Het verwijderen van de handelsbarrieres tussen de

lidstaten van de EG volgens het 1992-programma zal
onder andere leiden tot het beter benutten van

schaalvoordelen, lagere produktiekosten door toenemende concurrence, meer specialisatie op basis van
comparatieve voordelen en extra stimulansen voor
innovatie van produkten en produktieprocessen in
de EG10. Deze aspecten van het 1992-programma
zullen een positief effect hebben op de economische
groei in de EG. Volgens schattingen zal het 1992-programma een permanente extra groei van het bnp
van de EG van 0,5% per jaar tot gevolg hebben .

Op haar beurt zal de extra economische groei in de

Om de huidige structuur van de uitvoer van ACPlanden te analyseren met betrekking tot de comparatieve voordelen van de ACP-landen op de EG-markt,
wordt gebruik gemaakt van de Balassa-index voor
14

het meten van ‘revealed’ comparatief voordeel . Immers, het bepalen van het comparatief voordeel van
een land is moeilijk, bij voorbeeld door gebrek aan
gegevens betreffende produktiekosten in een situatie van autarkic. Om die reden gebruikte Balassa gegevens betreffende bestaande handelsstromen, waaruit het comparatieve voordeel van een land daad-

werkelijk blijkt (‘revealed’). Deze index is hier gede-

EG een positieve uitwerking hebben op de uitvoer

van derde landen naar de EG, een effect van handelsschepping. Geschat wordt dat de elasticiteit van

de uitvoer van ACP-landen naar de EG met betrekking tot de reele groei van het bnp in de EG ongeveer 3,4 bedraagt 2. De verwachte extra groei van
het bnp in de EG ten gevolge van het 1992-programma zal derhalve in principe kunnen leiden tot een

toename van de uitvoer van ACP-landen naar de EG
van 1,7% per jaar, hetgeen overeenkomt met een

handelsscheppend effect van 350 miljoen dollar volgens het prijsniveau van 198913.
Uitsplitsing van de handelsschepping naar produkten en produktgroepen geeft aan dat de grootste
effecten van het 1992-programma in principe kunnen worden verwacht voor aardolie en aardoliepro-

dukten (99 miljoen dollar extra uitvoer per jaar), diamanten (41 miljoen), koperprodukten (40 miljoen)
en koffie (23 miljoen). Een analoge berekening voor
individuele ACP-landen geeft voor Nigeria (74 miljoen), Zaire (35 miljoen), Ivoorkust (21 miljoen) en
Liberia (21 miljoen) de grootste handelsschepping
ten gevolge van het 1992-programma.

ESB 24-2-1993

8. Mede als gevolg van een daling van de prijs van ruwe
olie uit Nigeria met circa 50%, daalde de waarde van de uit-

voer van ruwe olie van Nigeria naar de EG tussen 1980 en
1989 met 7,3 miljard dollar tot 3,5 miljard dollar.
9. In Tabel 1 zijn alleen produkten opgenomen met een
aandeel van ten minste 2,5% in de totale uitvoer van ACPlanden naar de EG in 1980, 1985 of 1989.
10. EG Commissie, The economics of 1992: An assessment
of the potential economic effects of completing the internal
market of the European Community, European Economy,
nr. 35, 1988.
11. In verband met de termijn van aanpassing van handelsstromen is gekozen voor de lange-termijn groei-effecten
van het 1992-programma, welke voorts de eenmalige effecten, geraamd op ongeveer 5% van het bbp in de EG, domineren. Zie: R. Baldwin, The growth effects of 1992, Economic Policy, 1989, biz. 248-281.
12.J. Kol, op. cit., 1992.
13. Dit positieve effect is overigens gering in verhouding tot
de daling van de ACP-invoer naar de EG van 8,3 miljard dollar in de periode 1980-1989, die blijkt uit tabel 1 en vooral
kan worden verklaard uit de daling van de prijs van olie.
14. B. Balassa, Trade liberalization and ‘revealed’ comparative advantage, The Manchester School of Economic and
Social Studies, jg. 33, nr. 2,1965, biz. 99-123.

Tabel 1. Uitv oer van Acp
_ ii
~

landen naar

de EG, 19801989

Tabel 2. Balassa-index van de belangrijkste uitvoerprodukten
van ACP-landen naar de EG, 1989

2,4

Vis

dat zelfde produkt in de uitvoer
van de hele wereld naar de EG.
Dit betekent dat de ACP-landen
een ‘revealed’ comparatief voordeel hebben in de uitvoer naar
de EG als de Balassa-index groter is dan 1, en een comparatief
nadeel als de index kleiner is
dan 1.
In label 2 is voor de tien belangrijkste uitvoerprodukten van
de ACP-landen de waarde van
de Balassa-index weergegeven.

17,6
2,8
5,6
17,6
1,7

4,0
5,3

Bron: zie label 1.
Tabel 3. Finger-Kreinin-index

van de uitvoer van ACP-landen
en concurrerende landengroe-

0,45
0,38

a. Hongkong, Zuid-Korea, Singapore en Taiwan;
b. Chill, FiHpljnen, Ihdonesie, Jorda-

nig; Macau, Maleisig, Peru, Sri
Lanka eh Thailand;;
i
c. Afgentinif, Brazilie, Mexico en
*

d. Algerije, Cyprus, Egypte, Malta,
Marokko, Tunesig enTurkijee. Albanie, Bulgarije, (voorinalig)
Oost-Duitsland, Hongarije, Polen,
Roemenie en Tsjechoslowakije.
Bron: zie label 1.

perproduklen mel name de nieuwe NIC’s, voor kof-

ACP-landen in elk van deze produkten een comparatief voordeel blijken te hebben op de EGmarkt, waarbij met name de uitvoer van suiker, cacao en aluminiumerts een hoge Balassaindex vertonen. De werkwijze
van Balassa brengt echter mee
dat de waarde van de index niet
noodzakelijkerwijze een indicatie geeft van een werkelijke comparatieve voordeel van een
land; een sterke exportpositie
op een bepaalde markt kan im-

fie en ijzererts mel name de NIC’s in Lalijns-Amerika
en voor aardolie(produklen) de landen rond de Middellandse Zee. Voor suiker, aluminiumerts en diamanlen zijn de hier onderscheiden landengroepen
niel van belang als concurrenl op de EG-markl (zie

In hel voorgaande is de handelsschepping len gevolge van hel 1992-programma van de EG aan de orde
geweest. Dit effect werd voor de ACP-landen geraamd op een jaarlijkse loename van de uilvoer naar
de EG van 350 miljoen dollar (in prijzen van 1989).

Naasi dil effecl van handelsschepping beslaal de mogelijkheid van handelsverschuiving len kosle van de
uitvoer van ACP-landen. Enkele facioren die hierbij
van invloed zijn zullen kort worden besproken.

rentiele behandeling.

In hoeverre de uitvoer van
de ACP-landen naar de EG concurreert met andere ontwikkelingslanden kan worden gemeten met de Finger-Kreinin-index,
die de structuur van de uitvoer van twee (groepen
van) landen naar een derde markt vergelijkt. De
structuur van de uitvoer wordt daarbij weergegeven
door de aandelen van de onderscheiden produkten
en produktgroepen in de totale uitvoer . De waarde

Tabel 4. Balassa-index van de belangrljkste uitvoerprodukten van
de ACP-landen voor concurrerende landengroepen” naar de EG, 1989

I’lnC’sl.
Vis
•Suiker

Koffie

.,<£*$&•”• •.Nieuw. Lat.Am
:.QJ;_ 3,2 1,2
” ZZ ‘ri-ftCLU ZM ‘ , 0,3

: •; ;,,; ;0,0;’.;

Cacao
Hout
IJzef erts
Aluminiumerts
Aardolie(produkfef0
Diamanten
Koperprodukten

=

de Balassa-index zijn dal voor vis, cacao, houl en ko-

portsubsidies en met een prefe-

0,12
0,43
0,47

Uruguay;

lie blijken le hebben op de EG-markl. Afgaande op

mers ook samenhangen met ex-

NIC’s

Middell.-Zeegebiedd
Oost-Europae

van de Finger-Kreinin-index ligt tussen 0 (volledig tegengestelde structuur van de uitvoer van de twee
landen) en 1 (volledig gelijke structuur).
De structuur van de uitvoer van de ACP-landen
naar de EG is vergeleken met die van een aantal andere groepen ontwikkelingslanden en met de landen
in Oost-Europa. De resultaten, die zijn opgenomen
in label 3, geven aan dat de’strucluur van de uitvoer
van de ACP-landen duidelijke verschillen vertoonl
mel die van de andere landengroepen1 . Wal belreft
de structuur van de uitvoer naar de EG is er dus weinig overlap tussen de ACP-landen en de overige beschouwde landengroepen. Wel kan een aanlal produklen worden onderscheiden, waarbij ook andere
landengroepen dan de ACP-landen een slerke posi-

Uit dit overzicht blijkt dat de

pen op de EG marbt, 1989

Oost-Aziea
Nieuw5
Latijns Amerikac

de ACP-landen naar de EG ten
opzichte van het aandeel van

16,4
9,0

Suiker
Koffie
Cacao
Hout
IJzererts
Aluminiumerts
Aardolie(produkten)
Diamanten
Koperprodukten

finieerd als het aandeel dat een
produkt heeft in de uitvoer van

,:

Oil >,-‘”.’•$3’-.

“.’0,2”’ -.- •^9;5-‘
0,0
0,5
0,0
0,0

0,0,,

0,4
X),Q

a. Vbor landenclassificatie zie label 1Bron: zie label 1.

t);o
: bjs
8,3

6,Q;
1,0
0,7
9,5
0,3
0,6
OJI
0,4

Midd.
Zee

Cost

1,3

0,8
0,0
0,0
0,3
1,3
0,0
0,1
0,8
0,0
1,8

0,0
0,0
,0,0
0,0

0,0
0,1
2,9
0,1

0,2

Eur.

label 4).

Handelsverschuiving

Een eersle elemeni van belang is de loenemende
concurrenliekrachl van hel bedrijfsleven in de EG als
gevolg van de maalregelen van hel 1992-programma. Onderzoeken van de EG hebben aangeloond
dal de induslrieen die hel meesl worden bei’nvloed
door hel 1992-programma zijn gespecialiseerd in
mel name eleklrische apparaluur, computers en andere kanloor-apparaluur, medische apparatuur, lelecommunicalie, iransportmiddelen en geneesmiddelen17. Aangezien de ACP-landen geen comparatief
voordeel hebben in de uitvoer van genoemde pro15. De exportstructuur van twee landen wordt dan vergele-

ken door de absolute waarde van het verschil in aandelen
per produkt te berekenen en voor alle produkten te aggregeren. J.M. Finger en M.E. Kreinin, A measure of ‘export si-

milarity’ and its possible uses, The Economic Journal, jg.
89, 1979, biz. 905-912.

16. Bij de berekeningen in label 2 is gebruik gemaakt van
de SITC-goederenclassificatie op 2-digit niveau. Wanneer

gebruik wordt gemaakt van een lager niveau van aggregatie (bij voorbeeld SITC 3-digits) zal de waarde van de Finger-Kreinin-index nog verder dalen. Zie: R. Pomfret, The impact of EEC enlargement on non-member Mediterranean
countries’ exports to the EEC, The Economic Journal, jg. 91,

1981, biz. 726-729.
17. EG Commissie, 1988, op. cit. en EG Commissie, Social
Europe – the impact of the internal market by industry sec-

tor: the challenge for the Member States, European Economy, 1990.

dukten, zal in dit opzicht de toenemende concurrentiekracht van de bedrijven in de EG geen belangrijke
handelsverschuivende gevolgen hebben voor de
ACP-landen.

Als tweede element van belang bij mogelijke handelsverschuiving van uitvoer van ACP-landen kan

het handelsbeleid van de EG worden genoemd. De
EG heeft naast het verdrag van Lome en het General

System of Preferences (GSP) nog een aantal andere
systemen met handelspreferenties voor ontwikke-

lingslanden1 . Vergeleken met andere preferentiesys-

de invoer en van invoervervangende produkten, hogere produktiekosten en uiteindelijk tot een daling
van de concurrentiekracht van de uitvoer van de
ACP-landen. Het niveau van protectie in met name
de ACP-landen in Afrika is aanzienlijk hoger dan in

andere ontwikkelingslanden. In 1987 bedroeg het gemiddelde tarief op de invoer van deze groep ACPlanden 29%. Een daling van dit tarief naar 10% zal bij
een toename van de invoer met respectievelijk 10%
en 25% leiden tot een groei van de uitvoer met respectievelijk 15% en 33%23.

temen heeft het verdrag met de ACP-landen geringe

invloed gehad op de omvang en samenstelling van
het uitvoerpakket naar de EG19. In dit verband zijn
de onderhandelingen in de Uruguay-ronde in het kader van de GATT van belang. In dit overleg wordt

speciale aandacht geschonken aan de handel in tropische produkten. De ACP-landen krijgen met name
in deze produkten een preferentiele behandeling bij
hun uitvoer naar de EG. Berekeningen hebben echter aangetoond dat verlaging van de tarieven voor
andere ontwikkelingslanden tot het niveau van de
ACP-landen slechts leidt tot een geringe daling van
de uitvoer van ACP-landen .
De uitvoer van textiel en kleding vanuit ontwikkelingslanden naar de industrielanden wordt sinds
1974 in toenemende mate gereguleerd door middel

van opeenvolgende versies van het Multivezelakkoord (MVA). Sinds MVA-I (1974-1977) zijn meer produkten en meer exporterende landen in de regeling
ondergebracht. Sinds MVA-IV (1986-1991 en verlengd tot in 1992) wordt in de Uruguay-ronde getracht het MVA in het GATT onder te brengen^ Zelfs
indien dit niet zou slagen bestaat thans voldoende
overeenstemming om het waarschijnlijk te maken
dat het MVA vanaf 1993 in 10 jaar tijd zal worden ontmanteld.
Het MVA heeft slechts beperkte invloed op de
handel van ACP-landen. Dit komt enerzijds door de
geringe omvang van de handel in MVA-goederen ,
terwijl anderzijds uitbreiding van de handel wordt
geremd door aanbodfactoren in de ACP-landen
zelf22.
De uitbreiding van de EG met Griekenland in
1981 en Portugal en Spanje in 1986 kan de uitvoer
van derde landen negatief be’invloeden. De handelsverschuiving ten koste van de ACP-landen is echter
beperkt, gezien de verschillen in de gebleken comparatieve voordelen van de uitvoer van beide landengroepen. Dit laatste geldt evenzeer voor toekomstige
toetreding tot de EG van de EFTA-landen.
De recente ontwikkelingen in Oost-Europa zijn
van belang voor de concurrentiepositie van de ACPlanden op de EG-markt, bij voorbeeld voor belangrijke uitvoerprodukten van de ACP-landen als suiker
en aardolie. Hier staat echter tegenover dat de mogelijke groei van de Oosteuropese economieen ook
kan leiden tot een toename van de uitvoer van ACPprodukten naar deze landen, met name van tropische produkten.
Ten slotte is het handelsbeleid in de ACP-landen
zelf van invloed op de ontwikkeling van de uitvoer.
De protectiemaatregelen in de ACP-landen tegen invoer uit derde landen leiden tot hogere prijzen van

Conclusie
De voltooiing van de interne markt van de EG door
uitvoering van de maatregelen uit het 1992-program-

ma zal leiden tot een permanente jaarlijkse extra
groei van het bnp in de EG. Als gevolg hiervan
wordt geschat dat de uitvoer van ACP-landen naar
de EG kan stijgen met 1,7 procent of wel 350 miljoen
dollar per jaar (op basis van prijzen van 1989). Dit effect kan worden omschreven als de handelsschepping ten gevolge van het 1992-programma.

Een ander effect van het 1992-programma zal
een verbetering van de concurrentiepositie van het

bedrijfsleven in de EG zijn ten opzichte van bedrijven buiten de EG. Dit potentiele effect van handelsverschuiving zal voor de uitvoer van ACP-landen
naar de EG weinig gevolgen hebben gezien de verschillen in comparatieve voordelen tussen beide landengroepen.

Andere factoren als het handelsbeleid van de EG,
de Uruguay-ronde, het Multivezelakkoord, de uitbreiding van de EG en de ontwikkelingen in Oost-Europa zullen waarschijnlijk eveneens weinig invloed
hebben op de uitvoer van ACP-landen naar de EG.
De berekende jaarlijkse stijging van 1,7% van de
ACP-uitvoer naar de EG ten gevolge van het 1992programma geeft geen steun aan de zorgelijke uitlatingen van ACP-vertegenwoordigers aangaande ge-

vreesde negatieve effecten. Anderzijds biedt het
gevonden positieve effect ook bij lange na geen compensatie voor de daling van de ACP-uitvoer naar de
EG met bijna 20% in de jaren ’80. Het effect is ook

zeer klein vergeleken met de mogelijke effecten van
een verbetering van het handelsbeleid van de ACPlanden zelf, waarmee zij hun uitvoer jaarlijks met 15
a 20% zouden kunnen vergroten.
J. Kol

B.A.M.M. Kuljpers
18. Bij voorbeeld verdragen met de Maghreb- en de
Mashreq-landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten en

met Israel, Joegoslavie, Cyprus, Malta en Turkije.
19. J. Agarwal e.a., op.cit., 1985.
20. Michael Davenport, European Community trade barriers to tropical agricultural products, ODI Working Paper,
nr. 27, Londen, 1988.
21. In 1989 bestond de uitvoer van ACP-landen naar de EG
voor 2,8% uit textiel en kleding.

22. J. Agarwal e.a., op.cit., 1985.
23. Zie: D. DeRosa, Protection in Sub-Saharan Africa hinders exports, Finance and Development, September 1991,

biz. 42-45.

ESB 24-2-1993

t

Auteurs