Ga direct naar de content

Van ambtenaar naar docent economie

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 22 2021
Simon van der Zandt, docent economie bij het
Arentheem college in Arnhem

Simon van der Zandt begon na zijn traineeship bij de Rijksoverheid als beleidsadviseur onderwijs bij de afdeling Algemene Financiële en Economische Politiek (AFEP) van het Ministerie van Financiën. Na twee jaar besloot hij zelf het onderwijs in te gaan.

Hoe kwam je tot je carrièreswitch?

“AFEP is echt een leuke werkplek met fijne collega’s, maar waar je het voor doet is niet altijd even tastbaar. Je zit als het ware op de achterbank bij de minister en roept ‘linksaf of rechtsaf!’, maar hij is wel degene die uiteindelijk besluit waar je heengaat. In het onderwijs is het resultaat directer zichtbaar. Als de leerlingen het een waardeloze les vinden merk je het meteen, en ook als ze het heel leuk vinden. Dat geeft veel voldoening.”

Daarnaast was het super om het onderwijs als dossier te hebben bij AFEP, maar voelde het ook een beetje gek om er allerlei meningen over te hebben zonder zelf ooit voor de klas te hebben gestaan. Ik hoorde mezelf vaak zeggen dat goed onderwijs begint bij goede docenten. Daar moest ik zelf dan ook maar een bijdrage aan proberen te leveren.”

Had je gedacht ooit voor de klas te zullen staan?

“Nee, als je zelf nog in de klas zit, lijkt het een verschrikkelijk beroep. Mijn leerlingen kunnen zich totaal niet voorstellen dat iemand met een goede baan ervoor zou kiezen. Ze vragen ook allemaal hoe mijn salaris nu is in vergelijking met eerder. Als ik vertel dat ik nu een stuk minder verdien begrijpen ze er helemaal niets meer van.”

Wat is je opgevallen aan je nieuwe omgeving?

“Je wordt heel vrij gelaten. Het is jóúw klas en het zijn jóúw lessen. Het voordeel is dat je door heel veel autonomie geen tijd en energie kwijt bent aan overleggen. Je kunt echt je eigen ding doen. Het nadeel is dat veel mensen toch zelf het wiel aan het uitvinden zijn en weinig van elkaar leren. Er wordt veel op eilandjes gewerkt. Kwaliteitschecks kunnen ook beter. Dat is de keerzijde van veel vrijheid.”

Helpt jouw achtergrond bij het lesgeven?

“Het ministerie is wel heel abstract voor mijn leerlingen. Ze zijn vooral geïnteresseerd in geld verdienen en crypto. Als ik een havo 4-klas vraag of ze weten wie Wopke Hoekstra is dan heeft driekwart geen idee. Maar als we de miljoenennota en rijksbegroting behandelen en ik vertel dat ik bij AFEP aan delen van de miljoenennota heb meegeschreven, dan vinden ze dat wel echt cool. Ze zijn wel benieuwd naar wat er nou op het ministerie gebeurt.”

Wat zou je aan het curriculum willen veranderen?

“De trend is al gaande, maar er mag wat meer gedragseconomie in. De opbouw is nog een beetje traditioneel. Perfecte markten en rationeel gedrag is een goede plek om te starten en maakt uitleg gemakkelijk. Maar er wordt weinig aandacht besteed aan wat we allemaal al weten over psychologische invloeden.

De koppeling met de beleidskant wordt ook niet altijd gemaakt. Ook bij de universiteit is dat een probleem. Het ligt aan de docent in hoeverre het terugkomt. Je kunt makkelijk een toets maken voor een bovenbouwklas waar nauwelijks overheidsingrijpen in voorkomt, terwijl dat toch wel in het hart van de economie ligt. Beleidseconomie is een ondergewaardeerd vak. In mijn lessen probeer ik de leerlingen er wel enthousiast voor te krijgen.”

Toch nog een beetje beleidseconoom?

“Haha, ja, ik ben toch opgeleid als beleidsambtenaar. En ik blijf ook wel dingen vinden over de manier waarop we het onderwijs ingericht hebben. Ik hoop dat ik een manier kan vinden om daar iets mee te doen, naast het lesgeven natuurlijk.”

Auteur