Ga direct naar de content

Ceteris paribus

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 19 2015

.

ESB Ceteris paribus
700Jaargang 100 (4722) 19 november 2015
Ceteris paribus
Hans van Meerten
Hans van Meerten is bijzonder hoogleraar Interna –
tionaal pensioenrecht aan de Universiteit Utrecht.
Waar werkt u momenteel aan?
“Ik werk momenteel aan een handboek EU Pensioen –
recht . Ik hoop de lezer te doen beseffen dat veel, zo niet alle, nationale
pensioenvraagstukken een EU-dimensie hebben. Daar is te weinig aan –
dacht voor. Zo bekijk ik of de Nederlandse verplichtstelling , waarbij je
verplicht aan een Nederlands fonds deelneemt, zich wel verhoudt met
EU-recht. Daarnaast werk ik aan een Engelstalige studie over het zoge –
naamde invaren: hoe zetten we de oude pensioenrechten om naar een
nieuw stelsel waarbij die overdracht EU-proof is? Daarbij analyseer ik
tevens de nationale en internationale rechtspraak.”
Wat zijn uw bevindingen?
“EU-recht kan behulpzaam zijn bij het oplossen van pensioenvraag –
stukken die, wanneer slechts nationaalrechtelijk of internationaalrech –
telijk worden aangevlogen, wellicht tot een andere uitkomst kunnen
leiden. EU-recht heeft een andere dynamiek. Concreet: een voorlopige
bevinding is dat de verplichtstelling in bovenvermelde zin weleens strijd
met het EU-vrij verkeer van diensten kan opleveren. Het EU-recht
verbiedt in beginsel discriminatie naar nationaliteit. Een rechtvaardi-
ging daarvoor wordt niet snel aangenomen. Ook de manier waarop je
onder zo’n verplichtstelling uit kan komen verdraagt zich zeer slecht
met EU-recht. Met een verplichtstelling aan de pensioenregeling lijkt
het EU-recht minder moeite te hebben. Met betrekking tot invaren:
het eigendomsrecht uit het EU-recht lijkt veel krachtiger dan soortge –
lijke nationale en internationale standaarden. Vanuit EU-perspectief
kan korten van pensioenrechten wellicht niet zonder meer. Helemaal
niet – zo lijkt het – als je een bepaalde pensioentoezegging hebt ge –
daan. Het EU-grondrecht op eigendom pleit indirect voor individuele
eigendomsrechten, iets waar we nu bijna allemaal om lijken te vragen.
Het Hof van de EU heeft immers in een aantal arresten de deur open –
gezet voor zogenaamde directe horizontale werking van het EU-grond -rechtenhandvest. Een element dat soortgelijke andere internationale
verdragen ontbeert. Dat betekent in dit geval dat een burger direct een
EU-grondrecht tegen een pensioenfonds kan inroepen met betrekking
tot bescherming van zijn eigendom.”
Wat kan de beleidsmaker leren uit uw onderzoek?
“Het EU-recht raakt in toenemende mate aan ons pensioenstelsel, ook
op domeinen waar het wellicht niet zo voor de hand ligt. Zo lijkt ook de
hervorming van het Nederlandse pensioenstelsel vanuit EU-rechtelijk
perspectief noodzakelijk. De bescherming van het individuele eigen

domsrecht die het EU-recht biedt en de afschaffing van de grote ver –
plichtstelling aan een Nederlands fonds zijn de duidelijkste voorbeel –
den. Veel van de nationale pensioenvraagstukken worden beheerst door
EU-recht. Daarom spreek ik van het ontstaan van een EU-pensioen –
unie. Als we in Nederland wetgeving maken over ons pensioenstelsel
moet de pensioensector niet keer op keer verrast zijn door de kant van
het EU-recht van een voorstel. Dat lijkt nu wel meermaals te gebeuren.”
HET WOORD AAN…
UIT DE OUDE ESB-DOOS
BANKPOLITIEK
De tegoeden der Regeering bevinden zich in han –
den van de Rijksbank, waar zij ten deele renteloos
op girorekening staan, ten deele door herdiscontee –
ring van wissels uit de portefeuille ter Rijksbauk, ten
deele door aankoop van wissels door de Rijksbank de
particuliere discontomarkt, rentedragend zijn belegd. De doelma –
tigheid der algemeene concentratie dezer gelden bij de Rijksbank
kan van verschillende kanten worden belicht. Van het standpunt van
het geldwezen uit moet niet voor bestrijding vatbaar worden geacht,
dat iedere maatregel, welke onder de huidige omstandigheden en
met het oog op de moeilijke vragen, welke de centrale bankpolitiek
in Duitschland nog zal hebben op te lossen, de positie van de Rijks-
bank tegenover de geldmarkt vermag te versterken, ondersteuning
verdient.
Reichsbank (1925) De politiek van de Rijksbank. ESB, 10(521), 1126-1127.

Auteur