Ga direct naar de content

Ceteris paribus

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 8 2015

ESB Ceteris paribus
444Jaargang 100 (4713 & 4714) 9 juli 2015
Ceteris paribus
Oriana Bandiera
Oriana Bandiera is hoogleraar aan de London
School of Economics. Oriana was onlangs op be –
zoek in Rotterdam voor een seminar. ESB stelde
haar een aantal vragen.
Waar werkt u momenteel aan?
Sinds een aantal jaar zijn we (Rafaella Sadun en ik) bezig met een groot –
schalig onderzoek naar de vraag “Wat doet een ceo de hele dag ? Hoe
brengt hij (negenennegentig procent van de respondenten is man)
zijn tijd door? We begonnen ons onderzoek in India, waar een aantal
studenten zijn gaan bellen naar bedrijven in de maakindustrie met de
vraag of zij mee wilden doen aan ons onderzoek. 356 Indiase ceo’s de –
den mee en gedurende drie maanden, belden we de secretaresses van de
ceo’s op, om te vragen naar de dagindeling van hun baas. We beginnen ‘s
ochtends met de vraag wat het geplande dagprogramma was en belden
‘s avonds met de vraag wat er van het programma terecht was gekomen
en hoe de dag eropvolgend eruit zou gaan zien. Na drie maanden spra –
ken we af met de ceo zelf om te bevestigen dat het opgestelde schema
van de afgelopen drie maanden correct was.
Daarna hebben we vervolgstudies ondernomen in Brazilie, Frankrijk,
Duitsland Engeland en de Verenigde Staten. Het onderzoek loopt nog
maar een eerste paper dat eruit is voortgekomen is een onderzoek naar
het verschil in tijdsbesteding tussen familie ceo’s en professionele ceo’s.
Familie ceo’s blijken minder tijd in de firma te steken dan professionele
ceo’s. Het verschil is ongeveer zes uur per week.
Kunt u ook iets vertellen over onderzoek dat nog niet is uitgekomen?
Of misschien wel onderzoek dat u graag wilt gaan uitvoeren als u al uw
bestaande lopende studies heeft afgerond?
Ik ben eigenlijk al gedurende mijn hele leven als academisch econoom
onderzoek aan het doen naar de relatie tussen prikkels, motivatie en
prestatie. Het gaat meestal om de prestatie, dat is de afhankelijke varia –
bele en we willen weten hoe prestatie gemaximaliseerd kan worden. Ik zou het wel interessant vinden om nu ook eens onderzoek te doen naar
hoe motivatie, en misschien wel specifiek de intrinsieke motivatie van
mensen gevormd word. Ik krijg binnenkort misschien de mogelijkheid
om een experiment te gaan opzetten in een financiële instelling. Dat
lijkt me de perfecte omgeving om onderzoek te doen naar factoren die
intrinsieke motivatie beïnvloeden of bevorderen en hoe we managers in
de betreffende financiële instelling kunnen prikkelen tot het uitdragen
van positieve morele waarden.
HET WOORD AAN…
UIT DE OUDE ESB-DOOS
VAKANTIE: HET LAND UIT?
Relatief veel “binnenlandse” bezoekers uit
de hogere inkomensklassen gingen naar de
waddeneilanden en de watersportgebieden.
De C.B.S.-cijfers herinneren er aan dat de
Nederlanders door hun snel groeiend getal
mogelijk in hun land met een afnemend re

creatienut genoegen moeten nemen. Niet
voor iedereen lijken opeenhopingen echter
een kwelling. Hierover schreef Hofland: “(De toeristen) kijken naar
de mensen in de belendende voortsukkelende wagens, zij stappen uit
en drinken wat op een propvol terras, en weten dat zij erbij horen.
Zij hebben het bevredigende gevoel rustig in de massa te zitten en
ervaren de sensatie, die de aanblik van een enorme hoeveelheid in
een verkeersknoop geraakte auto’s oplevert. De menigte bestaat uit
toeristen die op hun gemak zitten en kijken naar andere toeristen,
die ook zitten en kijken; en met elkaar breken zij het record van het
vorige jaar.”
Hart, M. (1964) Vakantiebesteding van Nederlanders. ESB, 49(2437), 399.

Auteur