Ga direct naar de content

Een overheid die nieuwe markten creëert

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 30 2013

De overheid kan het nauwelijks goed doen. Op zich niet zo vreemd, gezien het onder steeds grotere druk staande sociaal-economische herverdelingsmodel. De overheid coördineert overdrachten tussen hen die recht hebben op zorg en zekerheid en hen die verplicht zijn daaraan bij te dragen – en is daarmee steeds de boodschapper die de schuld van het slechte nieuws krijgt. Zolang de economie stevig groeit, komt dit spanningsveld niet aan de oppervlakte. Maar sinds de crisis barst het kibbelen over de balans tussen uitgaven en inkomsten van de overheid in alle hevigheid los. Nu wil ik niet zeggen dat dit geheel onterecht is. Bij ongewijzigd hervormingsbeleid op de grote dossiers gaan we in de lijn der huidige demografische verwachtingen volledig de muur in.

Maar het mag ook wel eens duidelijk worden welke rol overheden kunnen spelen in economische groei als wegbereiders van innovatie. Overheden zijn niet alleen tollenaars, instituten die reguleren, afremmen en indammen. Ze kunnen zelfs verder gaan dan het scheppen van randvoorwaarden. Zelfs de Amerikaanse overheid blijkt aan indicatieve planning te doen, door als eerste te investeren in hyperinnovatieve plaatsen als Silicon Valley en alles wat daaruit ontsproot.

Het wordt tijd dat een overheid laat zien wat ze wel bewerkstelligt. Economische groei wordt gedreven door innovatie en terwijl de meesten van ons denken dat de overheid innovatie vooral niet in de weg moet zitten, blijkt nu uit het boek ‘The entrepreneurial state’ van Mariana Mazzucato, hoogleraar economie en innovatiebeleid aan de universiteit van Sussex, dat het anders zit. Mazzucato laat zien welke fundamentele rol overheden, en niet alleen de Amerikaanse, spelen in de grootste innovaties van de laatste decennia.

De self-made men Steve Jobs en Bill Gates hadden het liever een beetje weggemoffeld, maar hun successen hadden waarschijnlijk niet bestaan als de Amerikaanse overheid niet decennialang het fundamentele voorwerk had gedaan door proactief op de ontwikkeling van fundamentele technologieën en algoritmen in te zetten die de basis van vrijwel alle grote ICT-innovaties stonden. Ook op het gebied van medicijnontwikkeling zijn het niet de farmaceuten geweest die de mono­clonal antibodies (de basis voor biotechnologie) ontwikkelden maar een onderzoekscentrum van de Engelse overheid.

Mazzucato betoogt dat de rol van de ondernemende overheid achteraf uit de geschiedenis is weggeschreven, waardoor wij zijn gaan denken dat groots ondernemerschap een kwestie is van een zo klein mogelijke overheid die de animal spirits van de private sector vooral niet met haar raamambtenaren en procedures in de weg moet zitten. Maar ondernemende overheden schetsten niet alleen randvoorwaarden voor innovatie en groei, maar investeerden binnen specifiek gekozen sectoren in zeer risicovolle projecten met hoge faalkansen, ver voordat private partijen en durfkapitaal instapten. Private partijen kunnen de risico’s en de lange adem die nodig zijn voor fundamentele wetenschappelijke innovaties steeds minder aan, doordat hevige concurrentie de terugverdientijd van innovatie verder inkort.

En dan is de hamvraag natuurlijk: hebben wij in Nederland eigenlijk een ondernemende overheid? Jazeker, ook onze overheid is ondernemend. Het innovatieplatvorm en het topsectorenbeleid zetten in op nieuwe markten en risicovolle projecten. Ze neemt 41 procent van de O&O uitgaven voor haar rekening, wat veel is vergeleken met andere Europese landen. De rol van private investeringen in innovatie is relatief klein. Door dit eens wat meer voor het voetlicht te brengen, bijvoorbeeld door te communiceren wat de rol van de overheid in snelle groeiers of succesvolle patenten is geweest, wint zij het vertrouwen van de burger mogelijk terug.

Maar, hoor ik u denken in de aanloop naar Prinsjesdag met zes miljard bezuinigingen op stapel, dit is niet de tijd voor enorme investeringen in zeer risicovolle investeringen met een hoge faalkans die mogelijk over tien tot twintig jaar iets gaan opleveren. En dat is waar, maar om hogere structurele groei te bewerkstelligen die nodig is om niet voortdurend in begrotingsvetes te belanden, moet er ook nu over innovatie in de toekomst worden nagedacht. Het parasiterende innovatiesysteem waarbij de grote investeringen publiek worden opgebracht en de winst privaat afgeroomd, is aan heroverweging toe.

Steeds meer instellingen denken na over manieren om inclusive growth te bewerkstelligen, dat wil zeggen dat de overheid meer direct profiteert van haar fundamentele investeringen dan alleen via welvaartsgroei en belastinginkomsten. Economen kunnen daarbij helpen. Om te beginnen door de overheid niet alleen te modelleren als partij die vooral bij marktfalen optreedt. Waar zijn de modellen van overheden die markten creëren?

Auteur

Categorieën