Ga direct naar de content

Jrg. 6, editie 301

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 5 1921

5 OCTOBER 1921

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economis-c

h

~.statistische

Berichte
*
n

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID. FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

6E JAARGANG

WOENSDAG 5 OCTOBER
1921

.

No. 301

INHOUD

Blz.
‘blijk 2,77 betaald, maar de markt llieef fluuiw en

THE HACUE
RULÉS,
1921 1
door
Mr. W. Roosegaarde
Bisschop
……………………………………
849
Eenige opmerkingen over de Handeisregisterwet en haar
toepassing door
Mr.
B. A.
.Droogleever Fortuyn ……
852
Londensche Correspondentie
……………………..
854
AANTEEKENINCEN:
Het vraagstuk van de beperking der Rubberproductie

in den Volksraad …………………………
855
De Steenkolenproductie der wereld ……………..
857
BOEKAANKONDIGING:
Mr.
J. G. L. Noist Trenité: Nederlandsch Assurantie-
recht, Brandverzekering bespr. door
Mr. G. Bicker
C
aarten… ………………………………
859
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFrEN ………………….
860
MAANOCIJFERS:
Emissies in September
1921
……………………
861
Giro-omzet bij de Nederlandsche Bank…………..
861

Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam
…………
861
Handelsbeweging over de maand Augustus
1921
..,.
862

Ontvangsten van Spoor- en Tramwegmaatschappijen,

Mei
1921
………………………………
863

Résumé uit het ,,Monthly Bulletin of Statistics” ……
803
Rijkspostspaarbank …………………………
864
Postchèque en Girodienst
……………………
864
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN ………………
864-871
Geldkoersen.

Effectenbeurzen.
jisselkoersen

Goederenhandel.
Bankstaten.

1

Verkeerswezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE
OESCHRIRTEN

Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruine.
Assistent-Redacteur voor het weekblad: D. J. Wansink.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 122; Rotterdam.
Aa.n.geteekende stukken: Bijkan.toor Ruige Plaatweg 37.
Telef. Nr. 3000. Tèlegr.adres: Economisch Instituut.
Postcheque en girorekertingRotterckm No. 8408.

– 4borvnenientsprijs voor het wevkblad franco p. p.
in Nederland
f
20,—. Buitenland en Kolon’iën f 25,-
per jaar.. Losse n’ummers50 cents.

Adverténtiën f 0.50 per regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief. Admiinistratie van abon’n.ementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.

3 OCTOBER 1921

In verband met de maandswisseling was de geld-

markt de afgeloopen week minder ruim, zoodat parti-

cuilder -disconto olechts mnil,iik tot 4% pOt. was

onder te hrengen en de .prolonlgabiernnte tort pOt.

opliep. De ldjvuaag bleuf echter ‘beeirk’t en, was be-

duidènd kléiner dan de vorige maand, waardoor reeds

heden een ontspanning intrad’ en particulier dis-

conto rLelfs voor 4Y4 pOt. wend afgedaan.

*
.s
.

De Nkii.ssielmaidzt was opniieiw flau,w gestemd.. Mar-

kn vielen in .dnie d,a,’en ‘vnu 2,90 tot 2,39. Wel kon

een ildeda herstel untreclen ‘en weaid Vrijdag een oogen-
heden weaid wieclea vo:or 2,40 veailian’dbld. In aaiului-

t’iriig hieiimejcle waren bijna alle
wissls
nteiik aange-

boden. Een algemoein p:essimisme thiing over de marikt

en hield cle @coopor&terng, ofschoon van verschiiil.lencic

zijden de daling te groot werd geacht.

LONDEN, 1
OCTOBER 1921.

Alhoewel er algemeen verwacht werd, dat de Bank-

rate deze week alweer verlaagd zouworden, gebeurde

dit alsnog niet, en geld was Woensdag zelfs tamelijk

schaarsch, terwijl Donderdag bij de Bank of Eng-

land aangeklopt verd. Tegen Vrijdag echter was de

positie alweer gema:kkelijk. De gemiddelde koersen voor

hernieuiving van dag-tot-dag geld waren 4 pOt. en
in sommige gevallen iets daarboven, terwijl nieuw

geld Donderdag 414 pOt. en Vrijdag slechts 4 tot

334 pOt. kostte. Zevendaags-geld ‘was in doorsnee

4 pOt., doch voor geld van Vrijdag tot Maandag werd

tot 5 pOt. bedongen.

In de discontomarict waren de zaken nog beperkt;

de belangstelling richtte zich hoofdzakelijk tot het

bieden op de £ 00.000000 drie-maands Schatkist-

wissels, met het resultaat dat de gemiddelde disconto-

•koers voor dit papier ‘f 4/9/2,34 procent ,’werd. Ver-

wacht werd dat geld de volgnde week alweer zeer

lot zal zijn. Twee maands Bank accepten waren
4
1
116
pOt., 3-maands 4’/i p0t.— pOt., 4-maands

434 pO.—% pOt., en 0-maands 414 pOt.—% pOt.

Prima handelspapier deed
als
volgt: 3-maands 5-

534 pOt., 4-maands 534-534 pOt., en 6-maands 534-

6 pOt. .

THE HAGUE RULES, 1921.

I.

De Uaagsche cozuferentie in het Vriedospaleis waar-
van groote rvearwacihtin,gen werden gekoesterd, huecft
deze niet teleuaigesteiid. De vergadering van inter-
nationale rechtsgeticyerdren, die onder de aagits van
tihe International La,w Associatcion van 30 Augustus
tot 3 Sepiteimiber 1921 in -cle Hofstajd rveaigaiderlden, is
de meest ‘bezo:chie geiwest ‘van ‘de congressen tot nu
toe door die Ansociattion bij elhaar -geroepen -en de be-
sluiten, iffie er -genomen nijn, hebben – naar wij
ernstig hopen – hlijv’eriid ibijgedragen tot de daiteirna-
idoinale verstanJdhoiuidirtg tussdhen de burgers dor ver-

schililenide landen.
Van den aanvang splitste zich het conigies in twee
seotiès, nl. clie waarin de algemeene wagen op cle
agenda der conferentie zouden worden behanjdeld en
de tweede waarin meer speciaal eeniijge ‘wraagstukiken
wari zeew,eczht aan de orde waren gesteld.
Ik rsal mij hij de bespreking ivan wat-liet congres
tdt etand bracht, bepalen tot cle laatste groep en van

850

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 October 1921

de’d’isciusaies in de vergaderisgen der Maasitiane Law
Onrnmiiittoe meer bepaald bhandel’esi idie weJke be-
trkking ffiaididen op de regeling ider verko’u.dhinig tus-
adhen sieeder en .in’lacler in zake ide ver ntwio’osde1ij’k-
heid van den eersten voor schade aan of het ver’1oren

gaian van de ftaidhinig tijdens het ‘vervoer.

In No. 295 van de ,,Economisdh-SVatisiscihe Be-
iiihten” (24 Auigustuis 1921) ilteb ik kortelrijiks uiteen-
gezet ‘wat ide ‘virejag, inhiieild, idie de O,ommiiissie voor

Zeerecht aan het c’ougres hiad ‘gesteld en hb ik met
een enkel wooa’id ‘gewa’agid rvian het on’twenp-rogl’enient,
dat els ‘basis voor een a’ligeuneene internatonele rege-
liug aan ide venigaderiug ter goedkeuring zou wta’dien
‘vo.org,elegid. Ik keb mi$aelf toen de vraag gesteld of
het ‘ze-over zou komen en of nudermaail de Associiation
Re,gielen øou tot standbrengen, iclie eveinas ‘de York-

Antwerp Rules els st’aindaardworim in alle cogno’sse
menten zouden worden aangenomen.

Die vraag kunnen wij thans bevestigend beaut-
woorden. Na een 4 daagsch debat heeft de vergade-ring een een.parig resultaat bereikt en in een zeven-
tal resoluties besloten de door hiaar aonigenom’en rege-
liinig onder den naami van ,,The Hajgiue Rij1ies, 1921″
1)

aan de haudelswere’l’d ter algemeene opname in oog-
nossementen aan te bevelen vanaf 31 Januari 1922.

Het is niet mijn bedoeling dit debat op den voet
te volgen noch de aan d’e openbare vergadering voor-
afgegane bespreking van de leden ‘der Maritime Law
Oommittee op Maandag 29 Augustus in het Palace
Hotel te. Scheveningen gehouden. Alleen wil ik met
e’en enkel woord’ melding maken van de ‘twee sail-
lan’te punten in dit 4 ‘daagsche debat, ud. in ‘de
eerste plaats den groeten ernst van degenen, d’ie tegen-
woordig waren, om te trachten tot overeenkomst te geraken en een einde te maken aan een geschil, dat
sedert 40 jaren de maritieme wereld heeft ‘bezig gehou-
den – een ernst, die de debatten iboven het middel-
matige opvoerde en de vergadering stempeide tot
eene van internationale ‘samenwerking, die het beste
voor de toekomst doet hopen.

In de ‘tweede plaats werd de vergadering eleid
op een wijze, ‘die slechts lof afdwingt voor den tact,
vastheid, geduld en wensch om een, resultaat te ‘berei-
ken, ten toon gespreid door den ‘Voorzitter, Sir
Henry Duke en die nieuwe lauweren voegde bij de
reeds zeer talrijke in de merkwaardige loopbaan
van dezen onvermoeiden werker, van journalist tot
‘King’s Oounsei, Lid van het Parlement, Minister,
Staatsraadi en thans President van het Admi.rali-
teitshof en Prijsrechter. ‘

A’an deze twee factoren was voornamelijk het tot
stand’ ‘komen ‘te danken van het compromis, ‘dat thans
als’ ,,the Hague Rules, 1921″ de wereld ingaat.

De eerste vraag, ‘die aan de ‘vergadering rter beslis-
sing stond, was in hoeverre staatsinmenging noodi,g
of wenschelijk werd geacht o’m een regeling te ‘tref-
fen van de rechten en verplichtingen van reeders en
inlaiders onder ‘alle contracten betreffende ‘het goe-
derenvervoer overzee. De reeders ‘uit ‘Engeland
h’et land van ‘compromis en, individuaditei’t – waren
voor het meerendeel ‘sterk gekant tegen staatsinmen-
ging en wetgeving op di’t gebied. De in’laders d’aar-
entegen achtten ‘zich niet veilig zonder wettelijke
gebondenheid ‘van de reeders, hoewel door hen werd
toegegeven, dat een regeling hij minnelijke schik-
king zonder dwang van hoogerh’and’ de voorkeur ver-
diende.

Hier was een ge’lgenih’eiiid ‘voor den Vo:or’iititer om
zijn t’azle,nit vnn hemididelaar ten ‘te-on te spreiden en
hij liet die niiet
‘vooribijgaan.
In ‘de eerste twee Reso-
lustiies, die later aan de conferentie werden voorge-
legd en door hajair aangenomen, elaaigdie hij erin zon-
der het woond ‘wetgeiviinig te noemen, doch ook zonder d’e moge,lijkheiiid daartoe uit te sluiten, de i’ensdheilj’k-

held van onderlinge sameniwier’ldnig op den ‘voo.rgron,’d

i) [Afgedrukt op pgn. 817 van het No. van 21 Sept. j.1.
– Red.]

.

t

te s.telleni en op ‘die onderlinge samenwerking te
bouwen voor het in toepassing brengen van de vooraf goedgekeurde en in on’detlinge samenwerking aange-
nomen regeling.

Laat ons – aldus het innigs iden wg der ‘geleide-
lijkheid bereikte resultaat – eerst uitspteken, dat een regeling wensehelijk is. Laat ‘ons dan ‘een regelirsg
vaststellen, diie aan ons aMen een billijke oçpl’ossinig
tcyesohijnt çv’,an de bestaande
an’oeMijkheden
en laat ons
ten slotte diie regeling aanbevelen “ter aanneming en
onderlinge naileivting aan ide belanglheihben’de ‘partijen.
Zoo is gescIh1ied en dik twijfel er niet aan of – al-
thans ‘wat Engeland betreft – ‘die wissel, getrokken
op de loyale samenwerking van reeders, inladers, ‘ban-
kiers en a’ssuradeuren zal door alle partijen worden
geli’onoreerjd. ‘

In dien zin rza’l er idan kunnen gesproken wonden
van het hanidlhaiven. van ,,’vrjhejiid ‘van contra’cteere’n”,

een geliefikoosde niitda’,iskik’inig in ‘den anond van de
Engeische reedni’,s, diie echter onder hulitdliige om’stan-

dii,giliedlien geen reden van biestajan heeft, ‘daar v’000ail
in het geivnl van ‘vaste sto:omvniartiljn.en,- tdie inilakier
een’vons’dhiig ‘gienoeg)en heeft te nemen met de door de

,,conf’er,en,oe” ‘vastgestelde cognosseimenitein’.
Wat thans bekend staat ‘als de ,,Kajgue Ru’les, 1921″
bestaat uit .7 artikelen, ,waarvian liet deid’e en ‘vierde
de .hoofdschotel ‘vormen en de eigenlijke regeling be-
treffen tus,sclhe,n ‘rOe(ders en in’laiders.
Daarbij do’eit zich ei ‘ddd1ij,k een el’gena’aindiige ka-

raktertreik voor, diie dnze Regleunenten doet ‘veirsdhu1-
len van de tot nu toe tot stand gekomen wettelijke
regelingen in ‘de Vereeraigide Statn van ,Noe’nd-Ajme-
ni’ka en ide Europeescihe ko’loniën. In ‘dlie wetgeving

is het gewoonterenht op den ‘voorgrond gesteld en ‘een-
vonidlig verboden om bij onderlinge oivereenkosn’st ver-
anidering te brengen in de v’e7lion’dkeg tuissdh,en reecler
en in1eder, (door de rverp’lidhtinlgen van den reedea-,
zoeais diie ‘door ‘het ge’w.00niterecht zijn gieregdid, te
wijzjiigen of op te heffen.

In ide Ratgue R’uffes dis met deze negatieve regeling
gebroken en ‘in positieve .bwoor:dingen neergelegd
wat de rechten en ‘verplidhti,nigen zijn ‘vnin partijen bij
een vrachteontract in dein ‘vorm van ‘een coÏgnoisse
ment. Darbij isreuidiwijxijt dus het ‘geiwoontereciht en de

thans aontractuele ‘regeling treedt voor ‘de gewoonte-
regeling ‘in de plaats.

Dit heieift natuurlijk tzijn ,,ivdôr” en zijn ,,tbgen”. Van een continentaal ‘oogpunt beschouwd en vooral
voor een internationale regeling iverdient echter de
positieve methode de voorkeur. De ‘voorschriften
zijn ‘duidelijk, eenvoudig en begrijpelijk, terwijl de
bepalingen van het Engelsche en Ameri’kaansche
gewoon’te,reclht ‘voor buiten dat recht leivenden dik-
wijls wo niet een gesloten boek ‘vormen, dan toch een
boekdeajl vol ‘duistertheden en lacunes.
Artikel 1
omvat een aantal deun.ties. Daaruit
blijkt, dat de Reglementen ‘van Den Haag niet gelden
zuilen voor cihertepartijen. In het oorspronkelijke
ontwerp stond de chertepartij er wel ‘in. t)e overwe-
ging echter, ‘dat bij ‘het cibairteren van een schip ‘voor
een volle la’dlinig ‘zonder adgifte ‘van eonno’sseimenten
een ‘bijzondere regeling niet noodiig
is,
terwijl bij elk
ander chertepairtij oonnos’ementen worden aEgegeven,
was oorzaak, (dat ‘de vermelding van een cliertepartij
werd achterwege gelaten en uit het ontwerp ge-
sc,hrapt.

Schepen in de wilde vaart; dlie gewoonlijk ‘gechar-
tea-‘d worden ‘voor geiheele of gedeeltelijke latdiingen
en die cognossementen afgeven, vallen onder de
Rules en het zal nog heel wat’ moeite kosten om
deze i’eeders over te hail’en zich
bij
de H’aaigsche «ver-
eenkosnat neer te ‘leggen.

Dit is ook ‘vrij natuurlijk. Bij ‘vollie ]ialdlingen en la-
dingen van groote hoeveelheden, die’ ‘i-echteta-eelos van
een havenplaats naar een andere woilden verscheept,
ligt ‘het isa den aard der zaak, dat tnas’ohen reeder en
inlader oivereenkomsten wonden getroffen, waarbij

5 October 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

851

beide parrtijen weten waar ij, iaan gbouden zijn en
die in hun naikonzitng tot weinig moeite of geaclÉllien.
zullen aan eiding gevun. Ooik geldt idat rwoor ide En-
ge]ische eenvoudig zijn en partijen alkanider mijn of meer
koud zijn.
Zoodra men echiter te doen ffcrijgTt met de ‘veriva’aeh-
tingen van stukigoedoren, reoortnaimolJjh met geieglde
stoomvaairtlijnen, waanbij ide goederen, ‘verzonden op

doorcognossementen, niet
oveji
zee alleen vervoerd

wonden, of rio goederen worden ogeslaigen in af-
wacihjtiing ‘van veevoer gelegé id per stoomsdblip en
inmiddels de iula4er tevrdden wordt gesteld met een

cognossement waarbij de ,,oaüviangst voor sdhe-.
ping” w&dit erkd, doch de wenkelijike ,verscih’e-
ping” soms weikein op zicih ken laten wadbiten, en dew
verivracht1ing omidat nij hij massa geschiedt voor tal-
boze iiniladers, die aan ‘de stooinsviaartmaatschaippijen
ten eenenmaibe onbeikend zijn, dan bigt cle rvensahelijik-
hijd .ean’er aHgeimeene regeling ter bepaling “vnu de
aan.spraijkheLiid van de rveiwoer,ders voor de hand en
daa.ribij teivnns de won ijkihnid, dat die algemeen-
heijd ,siiclh zal uiitstrekikeu tot alle “reiwoiers, geen

uitgezonderd.
Ik vermoed, dat die overweging en de drang van
inladers en bankiers ten slotte de reederis zullen dien
zwichten en de Hague Rules, 1921 zullen doen aan-

nemen.
De bankiers vormen in deze een zeer krachtig
element, daar van hen feitelijk het financieren ver-
wacht wordt van alle groote goederenzendingen en
zij tot hun schade bemerkt hebben, dat de lange ‘lijst clausules en cognossementen, gedrukt in minutieuse
letterteekens, voor hen verborgen gevaren inhouden,
die zelfs bij een nauwkeurige lezing wanneer daar tijd toe bestond – niet alle zouden worden ontdekt.
Ik kom hier straks nader op terug.

Artikel

bevat een algemeenen regel, waarover
voor het oogenblik niet meer te zeggen valt.

Artikel 3
beschrijft de verplichtingen van den ver-
vrachter n.L het zorgen voor een zeewaardig, behoor-
lj.k bemand en uitgerust schip, in alle deelen ge-
schikt voor het vervoer van goederen en in de ‘bweede
plaats de zorg voor dat vervoer van het oogenblik
dat de lading op de havenplaats aan den tros hangt
tot het oogenbik waarop die lading of de plaats van
bestemming van den tros is losgemaakt.
In •de daarop volgende paragrafen wordt ‘het be-
wijsrecht geregeld ten opzichte van de ontvangst der
goederen, hun aantal, gewicht en conditie. Als regel
za.l gelden, dat het cognossement zelf als bewijs geldt
voor hetgeen daarop vermeld staat, doch aan den
verscheper is toegelaten het tegenbewijs te leveren. Daarbij is ec.hter billijkheids’haiv uitzondéring ge-
maakt voor goederen, die in massa worden vervoerd
en voor :bevrachtingen van hout, waarbij het bewijs
van hoeveelheid, aantal en gewicht door den .inlader
zal moeten worden gele’erd. –
Als noodzakelijk vereischte is hieraan toegevoegd,
dat de inlader verplicht ii v66r de inleiding schrif-
telijk de bijzonderheden van ‘de lading op te geven en
voor ide juistheid dier gegevens instaat,
terwijl
niet
alleen de inlader verplicht is den vervoerder voor
onjuistheid dienaangaancte schadeloos• te stellen, doch
de verscheper ook gerechtigd is te weigeren op het
cognossement die gegevens te vermelden, wanneer
hij gegoeden grond heeft om aan de juistheid der
opgave van den inleider ‘te twijfelen.
Aan deze voorschriften, die zich nauw aan bestaan-
•de regelingen aansluiten, is in paragraaf 6 een zeer
noodigo bepaling toegevoegd ter ‘bescherming van
den aflader en vervoerder, nl. dit eischen voor schade-
vergoeding ..oor den ontvanger moeten worden in-gebracht v66rdat de goederen in ontvangst zijn ge-
noinen, wil de ontvanger gebruik maken van de ver-
pliehting, die op den inlader en dein vervoerder rust om te bewijzen, dat de goederen door hen zijn inge-
laden en ontvangen zooals
zij
worden afgeleverd. Zijn

de goederen eenmaal in ontvangst genoimen en ver-
voer:d, dat is .dat bewijs onmogelijk meer te leveren
en zal de ontvanger – terwijl hij het recht behoudt
tot het instellen vak een eisch tot schadevergoeding’
gedurende een vol jaar – rzClf het bewijá moeten
leveren, dat de goederen in anderen toestand zijn af-
geleverd dan zij erden ontvangen.
Het behoud van het recht tot het instellen van
een eisch tot schadevergoeding gedurende 12 maan-
den na de ontvangst der goederen, is een verbetering
op bestaande toestanden waar de vervoerder, omdat
voor hem de bewijslast van aflevering als ontvan-
gen en van goed vervoer ‘te drukkenci was, nadat de
goederen eenmaal aan zijn beheer waren onttrokken,
gewoon’ was te bepalen, dat een eisch tot schadever-
goeding moest ingebracht worden binnen 24 uur of
een week of eenig anderen ‘korten termijn na aan-
komst der goederen en dat anders een dergelijke eisch
geheel verviel.
1
1
Het behoud van het recht voor een geheel jaar om
van den vervoerder nakoming te eischen van zijn
verplichtingen als zoodanig, doch ‘met gelijktijdige
ontheffing zijnrzijds van den bewijslast, schijnt een
‘billijke ‘tegemoetkoming aan bestaande gri’even en
beswaren.
In andere woorden, ‘mocht een gedeelte der goede-ren beschadigd ‘zijn afgeleverd of een manco worden
geconstateerd, dan verliest de ontvanger, die daar-
van geen melding maakte voordat de goederen wer-
den afgeleverd, zijn recht n’iet om ‘vergoeding te vra-
gen voor de geleden schade of ‘het geleden verlies,
mits hij zijn eischen instelt binnen 12 maanden na
ontvangst. Hij is dan echter verplicht om ‘te ‘bewij-
zen, dat de schade of het verlies plaats had tijdens
het vervoe’r, d.w.z. in den tijd, .dat de goederen waren
toevertrouwd aan, en onder het beheer van, den ver-
voerder. De verplichtingen van den vervoerder en
‘het recht op schadevergoeding blijven gehandhaafd,
doch de wijze waarop de eisch moet worden inge-
steld is, naar ‘het
schijnt,
‘billjk geregeld.

Tot zoover gaven de ‘voo’iigesLeibde regelen vednig:
aainileiidiing tot idiscussie ‘in den boezem der comferen-
tin. Ook de sancti’e vermeld tin paragraiaf 8 en ‘diie zich aansluit aan ‘de wettelij’ke a”ege’l’in,g van de Harter Act
en de koloniale iwetgevdinjg in deze – waaiibij wordt
vaistgesteuid, deit’ eentijge bepaling in een cognossement
ter ‘ontheffing van den vervoerder van alle of eenige
zijner verpliehtiinigen zal zijn
van niutl en geener waar-
‘de – weed zonder veiider ddha’t aangenomen.

Groote moeilijkheid verschafte echter paragraaf 7,
diie voorschriften bevat aanigaanide ‘der cognossemen-
ten, ‘die worden afgegevën vô6rd
1
at Ide goederen ver-
scheept zijn en die, omdat zij met cognoissementesi
worden gelijk gesteld, gebruikt worden als oudérpand
voor door ‘de banken iiie fveLrleenen oreidjiet, terwijl het
ontbreikein van zekerheid, dat cle goderen indeu1claaid
verscheept zijn, in de
practijk
tot groote verliezen aan
do zijde der bankiers heeft geleid.

Het ijs welbeiken’d, hoe met kaxtoen’ladiing.en in A’me-
riiika veitwoermaatsdlsappjien – voornamelijk spoor-

wegmaatscihappijen op ‘doorcognossementen – werden
evergehaaild tot het afgeven van oognioissemou’ten
wiaairo,p de ‘goederen vermeld stoniclen -als verscheept,
hoewel zij slecihits ontvangien ‘waren ter venséheiping
(received fr shipm’ent), hoe die documenten aan de
banken ter onderpand ‘werden aangeboden en daarop,
ca-ediet werd verstrekt, hoe die documenten naar Iive.r’pool werden verzonden ter inklarin,g “itn de
balen katoen, diie zouden verscheept worden en hoe
dan bleek, dat de viersaheping ôf niet had plaats g’e

hajd òf d’aaiijvan auitilzans geen spoor of aanduiding te

‘vinden was en de geheale ‘transactie op verlies voor
de banken uitliep, idde het crediieit hadden verstrekt.
Ter Haagseilze conferentie werd, v’oornaineljjk van
de zijde der ban’kies sterk aangedrongen tot afdoen-
de regeling niet alleen van de ,,received for s’hip-
mout” cognoss’ementen, doch tegelijkertijd van het
dnoroognossement, van ‘de z.g. ,,Port buIs of lading”

852

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5

1921

en .,,Cusrti*ly
Buis
of Lading”, coignosseunenten, die
geen van alle constateerden, dat de goederen. door den
verv.om’cler waren ingeladen en diie tocrh roo algemeen waren geworcien, dat zij mbesten wonden. erkend.
Dit laatste weud ,dooir alle aanwezigen eukenrd en
besloten werd in Rèisolriitdre No. 5 voorop te stellen,
dat af deze cognosaamenten het ,buirgen’r•ecrht haidden
erlan’gd en met hen in het vervolg rekening zou moe ten worden gehouden.
1)
Doch hoe? De reeders stel-
den op den voorgrond, dat in deze de inladers de
Mephisto’s waren van den handel, die den onscdruldi-
gen, naar lading gretigen vervoerder verleidden tot het
afgeven van een cognossernent waarop de goederen als
,,v.erscheept” stonden vermeld, zonder dat die goede-
ren aan boördi waren ontvangen.
Zij
stelden. voor aan den inlader te verbieden zulk ‘een document te vragen
vooridat de goederen we,rkedijk aan iboiorld waren en
dat do in’iaiclierr, clie rwtilft’enis en wetens, zulk san eng-
nossemont zou •hebben aangenomen, al ‘zijn rechten
zou vnrilieeen tegeinorver iden rvnrrvoerider drie hem b.ij
deeie ,,Rules” waren toeglelkend.

De vertegenwoordigers van den handel en het
bankbedrijf waren minder drastisch in hun voorstel-
len. Zij stelden de erkenning van deze bijzondere
cognossementen op den voorgrond, doch meenden,
dat het hier voornamelijk de bescherming gold van
den ontvanger of gecons.igneer.de
. Hun voorstel was
om de afgifte van dergelijke documenten te wetti-
gen, op voorwaarde dat afdoen4 bewijs werd geleverd
aan den vervoerder, voordat deze overging tot het
afgeven van een ‘dergelijk document, dat zoowel de
inlader als de geconsigneerde de afgifte ervan goed-keurden en au’thorieerden. Daarenboven zoudèn dan
de ,,Rules” alleen van toepassing zijn op ht vervoer
van goederen, die onder dergelijke cognossementen
plaats greep, voor zoover dat vervoer geschiedde over
zee. Het doel •der voorstellers was om de ,,Shipped Bill of lading” ‘als het cognosseelent bij uitnemend-heid ‘te stempelen en als regel te stellen, terwijl alle
andere cognossementen, zonder verboden te zijn, als
buitengewone zouden gelden.

De conferentie ‘kon zich ndch met het een, noch met het andere voorstel vereenigen, d.w.z. partijen
wamn aan beide zijden ongenegen toe te geven en
wederom was de tact van den Voorzitter noodig om
in deze, tot een vergelijk te komen. Na een uitvoerig
debat werd, met een kleine wijziging, paragraaf 7
aangenomen zooals dit oorspronkelijk door de Oom-
missie van ontwerp (drafting committee) was in el-
kaar gezet. Daarbij was door ‘die Commissie eenvon-
drig nitgegaan van de gedachte, looveel mogelijk te
trachten een weg te vinden om – onverschillig van
de oorspronkelijke wijze an afgifte d’er cognoste-menten, hetzij als ,,ontvangen ter verscheping” of
,,ter bewaring” of anderszins – ‘op deze documenten
te doen vermelden, dat de goederen werkelijk ver-.
sche’ept waren met aanduiding van’ datum en schip,
of deze te ‘doen inruilen tegen werkelijke cogno’sse-
menten, waarin de verscheping behoorlijk vermeld
stond.
Daarnaast werd echter aangenomen en vastgesteld
in cle reeds genoemde
vijfde
resolutie, dat de betrok-
ken partijen zouden ‘samenwerken tot het uit den
weg ruimen van de moeilijkheden, die op het o’ogen-
blik nog het gebruik van dergelijke documenten in
den weg stondèn in ‘zulke gevallen, waarin de nood-
zakelijkheid voor hun gebruik algemeen werd erkend.
Hi’eeuneide was een groot ,str’Siiikefblok ‘op dan weg
naer vrede wegtgeru’iinni en tevens het gaheele Ar-
t’irkerl III beteffend’e de ,rverrpliclrtiin,gen van verciv’oer-
der,s in rveriliige hoivlen ibinnenaigielootst.
Ik ‘kan hier nog bij ‘veaim’eilden, dat cie ‘uitvoering
van de vijfde resolutie thans een punt van ern’stige
overweging uitmaakt ibij de betrokken. ‘partijen in

1)
Dit
was vooral noodzakelijk met het oog op een zeer
recente uitspcaak van den Engelschen reekter, waarbij
het ,,rëceivecl for sh’ipment” cognossement verklaard werd
niet met ien cognos’sement gelijk te kunnen worden gesteld,

Engioldnd en dat samenkomsten van de Mas’itime
La,w Ooniinittee ter oplossing dier moeilijkheden in
de naaste toekomst kunnen’ worden tegemoet gezien.
Art,ikef IV, dat •de rechten bevat iran vervoerders
ei, de udtzondemngen op de in artikel III vastgelegde
verplichtingen en de reelteei’en’cie bepalingen, hoop ik
in een volgend.opstef te berlianiderlen.’

Mr.
W. ROOSEGAARDE BISSCHOP.

EENIGE OPMERKINGEN OVER DE HANDELS-

REGISTER WET EN HAAR TOEPASSING.

Wij hebben in denen tijd weer eens kunnen mee-
maken ‘de’ invoering en de eerste toepassing van een
nieuwe wet, waarmede een o’vergr’oet deel vdn ons volk
te malcen krijgt, een wet, die aan ‘alle Nederlanders,
die tot ‘den handel in betrdldcing staan, een reeks ver-
‘plichtingen oplegt, zoo voor h’et heden al’s voor de
toekomst. De invoering van zoo’n wet eeischt beleid
en zorg. Do Ifegeering kan niet ‘volstaan met den
burger ‘toe te roepen: voldoe aan uw verplichtingen,
u door ‘deze wet opgelegd. Zij kan, de wedervraag
voorziende: hoe kunnen wij, burgers, van die wet ken-
nis nemen, niet v’ol’staaaa met cle aan’baling van het
Sta’atsblad, waarin zij •haar plaats vond, zelfs, niet met
een verwijzing n’aar een, in formaat wat aantrekkelij-
ker, teks’tuitg’ave ‘als ‘d’i’e van Sc’huurman. en. J’ordens.
Zij dient rekening te houden met het
feit,
dat een
rechtgeaard burger een wet, in de naaktheid van haar
tekst, niet lezen wil en ook niet lezen kan. De Regee-
ring, niets menschelj’k’s van zich vreemd achtend,
neemt dan d’e rol op zich van den gids, die zijn gezel-
schap in het vreemde land, waarvan het taal noch
zeden kent, op aangename wijze invoert en ron’d’lei’dt:
zij ontwerpt formulieren, verduidelijkt met een enkel
woord de daarop gestelde vragen en geeft in begrij-
pelijke taal weer, wat de wet ‘eigenlijk van de burgers
verlangt.

‘Zoo ‘is het ook gebeurd’ met de wet, welke ik ‘thans
– in een enkel opzicht – tot onderwerp mijn,er be
spreking wil maken, de H’audeisregirstei’wet.
In haar art. 23 vindt men bepaald, dat alles ‘wat
betreft (onder meer an’dere za’ken) de opgaven voor
de inschrijving – en d’it is voor de
‘bij
deze wet ge-
interelsseerden een der voornaamste besf’om’merin.gen
– bij algemeene’n maatregel van bestuur wordt gere-
geld, en bij dezen algemeenen maatregel van bestuur
is het zoog. Harndelsreg-isterreglement vastgesteld,
krachtens ‘iaetwelk de K’amer van Koophandel en Fa-
briken opgaafformuliere.n verkrijgbaar mioet stellen
(art. 3), gered’igeerd d’o’or den Minister van Landbouw,
Nijverheid en Handel (art. 24), en waarvan d’e be’-
ian’ghebben’den moeten gebruik maken. En, inderdaad,
op deze formulieren treft men ‘aan, behalve de ver-
schillen’de vragen – waarvan sommigen reeds van een
enkel inl’ichtend woord voorzien zijn -, een Toelich-
ting, met de mededeeling, dat het
usoodzokeUj1c is
al-
vorens tot invulling over te gean haar te raadplegen.

H’et wordt den betrokkenen dus wel makkelijk ge-
maakt. Het formulier beoogt hun ‘de inzage der wet
zelve te besparen, verklaart hun alles. Met d’e ‘artike-
len der wet wordt men n’iet lastig gevallen. En zelfs,
wanneer ‘op ‘ién plaats in het formulier ,de vraag
wordt gés’tel’d, hoeveel het in ‘de Handeisza’ak gestoken
kapitaal, bedoeld ‘bij art. 19 ‘der wet, bedraagt en men’
dus geneigid zou zijn dit artikel 19 der wet op te ‘slaan
is de ‘steller ‘dier vraag zoo voorkomend u te verwijzen
naar een punt der Toelichting, waarin nader ver-
klaard wordt, wat ‘hieronder wor’dt verstaan.

Het nut eener dergelijke Toelichting is inderdaad
niet genoeg ‘te we’a’rdeeren, mits zij vokl’oet aan twee
vereijsehten: zelve duidelijk te
zijn
en de wet, welke
zij in voor een ieder verstakn’bare taal weergeeft,
juist
weer ‘te geven. Vooral op dit laatste ‘komt het aan. En
to’ch meen ik, dat juist hierin de Minister gezon’digd
heeft. En wel met name bij de wedergave van den
inhoud: van art. 19 ‘der wet, waarop ik daa’reven reeds
doelde.

5 October 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

853

Art. 19 lid 1 der wet toch luidt woordelijk:

,,Voor de ‘inschrijving van een handelszaak is voor de ,,eerste maal een bedrag verschuldigd en voor elke inge-
,,.schreven handelszaak is na het jaar van inschrijving ,,jaarlijks een bedrag verschuldigd aan de Kamer ‘van
,,Koophandel en Fabrieken, waar de inschrijving behoort
,,te ‘geschieden, berekend naar het in de harudelszaak ge.
,,stoken kapitaal naar den volgenden grondslag: bij een ,,kapitaal van niet meer dan
f
10.000
enz.”

Op de vraag nu in ht formulier, hoeveel het in de
Izandelscaak gestoken kapitaal, bedoeld bij art. 19 der
wet, bedraagt, wordt als toelichting gegeven:
,,Onder het ,,in de Handelszaak gestoken kapitaal” wordt
,,verstaan: het op het oogenhlik der aangifte (eventueel
,,volgens de balans’ van het Jaatste boekjaar) werkelijk
,,aan’wezig eigen kapitaal der Handelzaak, derhalve het
,,gestorte kapitaal – eventueel vermeerderd met reserveri
,,of ver•miderd met verliezen – en verhoogd met het ge-
,,leende kapitaal, voor zoover dit laatste deelt’ in winst en
,,verlies.”

Deze weergave van het artikel is naar mijn bschei-
den dccli stellige meening
onjuist.
De Minister toch
– en volgens art. 24 van het H’andelsregisterregle-
ment moeten wij hem als den ontwerper dezer toelich-
ting beschouwen – wil onder het in de hauidelszaak
gestoken kapitaal mede zien verstaan de reserw’e. Met
welk recht? Zijn kapitaal en reserve niet twee geheel
verschillende begrippen? Bestaat er eenige reden voor
den redelijk denkenden lezer, om, waar hij art. 19 lid 1
der wet leest, het woord ,,kapitaal” te vertalen in
,,kapitaal plus reserve”? Ik kan het niet gelooven.
Of zou bij het maken van dit artikel de bedoeling van
den wetgever hebben voorgezeten om de reserve erbij
te rekenen? Het is op zichzelf al weinig denkbaar,
dat een wetgever, inderdaad die bedoeling hebbende,
haar – waar de begrippen kapitaal en rserve zoo ge-
heel verschillend zijn – niet in de wet zelve zou heb-
ben uitgesproken. Maar bovendien, wie .de geschiede-
nis ‘op artikel 19 naslaat zal ontwaren det het woord
,,reserve” nergens, noch in de schriftelijke stukken
noch hij de mondelinge behandeling is genoemd. Wel
heeft, bij een nader overleg tueschen de bijzonidere commissie betreffende do ontwerpen van wet op de
Kamers van Koophandel en tot wijziging van de Kan-
deisregisterwet en den Ministeg laatstgenoemde aan-
gevoerd, ‘dat het in de zaak ge.steken kapitaal van
een naamlooze vennootschap niet te vereenzelvigen is
met het maatschappelijk kapitaal volgens de statuten,
en slechts het geitorrbe kapitaal ten deze in aanmér-
king komt, doch verdere uitlatingen over het begrip
kapitaal zijn door den Minister niet gedaan. En de heer Stork, in de Eerste Kamer bij de behandeling
der wet het begrip kapitaal aanroer end, stelde zich
daarbij wad de vraag, of alleen bedôeld was het aan-
deelenkapitaal, dat in de zaak gestoken was of ook
de obligaties en het als voorschot opgenomen geld,
doch pok hij noemde het woord reserve niet. Ook van
eenige bedoeling van den wetgever om de reserve
mede te rekenen blijkt dus niet.
Maar ik ga verder en zou meenen, dat de -inter-
pretatie, zooals de Minister haar thans in de formu-
heren geeft, onbillijk is “tegenover de ingeschrevenen
en onpractisch voor de administratie: onbulhijk tegen-
over de ingeschrevenen omdat, ingeval ook over de
reserve betaald moet worden, de wet een prernie zou
stellen op het zoo min mogelijk
,
reserveeren; en on-
practisch voor de administratie, omdat de reserves
der maatschappijen telken jare aan veranderingen
blootstaan. haar kapitalen daarentegen meestal niet,
en de re’tributie-berekening dus elk jaar opnieuw heel
wat hoofdbrekens zou kosten. Waarbij nog komt, dat
het begrip ,,reserve” op zichzelf allerminst duidelijk
is en – maar ditmaal met recht – voor ruimere in-
terpretatie (als om’vattend de stille en ‘geheime reser-
ves) vatbaar is. De interpretatie van dn Minister
zou dus, daargelaten haar onbilljke en administratief
en
practische gevolgen, nog bovendien stof geven tot
allerhande geschillen.
Bedenkt men daarbij nu, dat in de Memorie van
Toelichting op art. 19 der wet staai geschreven: ,,Als

grondslag van het tarief zijn de ondergeteekenden
voornemens aan te nemen een verdeeling in klassen der handeiszaken naar de grootte van het in de zdak
gestoken kapitaal: Bij naamlooze vennootschappen is
dit gemakkelijk vast te stellen”, dan kan men daaruit
ooncludeeren, dat de ‘wetgever de reserves, – de bron
voor geschillen -‘- zeer zeker
iviet
heeft willen mede-
rekenen.

De weergave, welke in de Toelichting, op de for-
mulieren gedrukt, van art. 19 der wet gegeven wordt,
is dus m.i. onjuist en door niets gerechtvaardigd. Zie
ik daarin goed, dan mag tochwel eens met een enkel
wôord in ‘t licht worden gesteld, hoeveel kwad zoo’n
onjuiste Toelichting uirt,richt, die den argeloozen han-

de]ism’an ertoe bengt een aangifte te doen, hooger dan de wet wil, welke aangifte dan, overeenkomstig art. 19
lid 4 der wat, als gTondsla,g voor’ den omslag wordt genomen. Zoo zullen tal van menschen, misleid om-
trent de strekking der wet, in gerechtvaardigd ver-
trouwen op de juistheid der Toelichting te veel be-
talen, en hebben velen dat reeds gedaan; mij persoon-
lijk zijn daarvan gevallen in mijn omgeving bekend.

Waarde lezer, het voorgaaide zal u vermoedelijk in
verbazing h’ebben ‘gebracht en tot ergenis hebben
geprikkeld. Maar et is nog meer. Ik zal u stof geven
tot een tweede ergenis naast die over een zoo onver-
anitweordeljke interpretatie door den Minister van
de
Wet,
een ergenis over de wet zelve. Ik zal u name-
lijk. thans het verhaal doen van een Maatschappij, die – zeker een van de weinige -, niet tot de boven
geschetste argelooze, goedvertrouwende schare be-
hoorde. Haar directeur – een slimme ‘sogel – liet
zijn onderzoekingen omtrent den betalingsplicht zijner
maatschappij – welke naast haar kapitaal een be-
langrjk, buiten haar bedrijf ‘gehouden; reservefonds
rijk is – niet ten einde loopen bij de Toelichting;
hij sloeg het artikel 19 der wét zelf op en was na de
lezing daarvan vanzelfsprekend van meening, dat
voor den kosten-omslag de reserve niet in aanmerking
mocht genomen worden. En hij vulde, stoutmoedig,
bij ‘de vraag, hoeveel het in zijn M’aatschappij gestoken
kapitaal bedraagt, in: het bedrag van het kapitaal
zonder de reserve, verwaarloozende de Toelichting,
die toch ,,n’oodzakeljk” geraadpleegd moest worden.
Daarmee was het spel echter niet gewonnen. De Ka-
mer van Koophandel en Fabrieken toch, verstoord
over zooveel vrjpostigheid, maakte gebruik van de.
bevoegdheid, haar bij ‘art. 19 lid 5 der Wet gegeven,
om een haaideiszaak in een hoogere klasse te rang-
schikken wanneer zij reden meent te hebben de juist-
heid van de opgavè in twijfel te trekken, en stelde
het bedrag van het in de Maatschappij gestoken ka-
pitaal vast op haar kapitaal plus resërve. De direc-
teur, door deze beslissing geenszins ontmoedigd, veel-
eer geprikkeld, meende, den molenaar gedachitig, dat
er nog wel rechters ‘in Berlijn zouden zijn, maar –
en hier komt de tragische ontknooping van mijn ver-
haal – moest tot zijn niet geringe erhazing ont-
dekken, dat die rechters er niet waren en hij met al
zijn slimheid het niet tot een ander resultaat zou
brengen dan de meergemelde argeloore, goedvertrou-
won de sch’are.

Wat toch is het geval? Art. 19 lid 5 der Wet kent
wel, ingeival de Kamer van Koophandel en Fabrieken
een zaak in een hoogere kl’asse rngschi’kt dan werd
opgege
v
en, aan den betrokkene het recht van hooger
beroep toe, doch… bij den Minister van Landbouw,
Nijverheid en Handel zelf, die in deze feitelijk partij
is, immers zelf, door zijn interpietatie van art. 19
lid 1 in de Toelichting, de oorzaak van het geschil
is geweest.

Ik behoef u dus wel niet te vertellen dat genoemde
directeur, bij den Minister in hooger beroep gegaan
met een uitvoerig gemotiveerd verzoekschrift, nul op
het request kreeg, nog wel bij een totaal ongemoti-
veerde beschi’k’k’ing in druk en dus blijkbaar bij hen-
derdtallen in voorraad gehouden om den verinetelen appellanten het zwijgen op te leggen.

854

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 October 1921

Neen, langs deren weg is geen ‘onpartijdig oordeel,
wat den betrokkene bevrediging zou schenken, te ver-
krijgen. Maar een andere weg is er niet. Want al be-looft bij oppervlakkige lezing art. 20 uitkomst te ge-
ven – welk artikel den Kamers van Koophandel voor-
schrijft om, ingeval zij oordeelen dat de opgaaf voor
inschrijving onjuist is, de beslissing van den Kan-
tonrechter in te roepen, die dan wijziging van het
ingeschrovene kan gelasten – deze hoop iis ijdel. Im-
mers een opgaaf
voor inschrijvi.n.g is’
de opgave van
het in de h’andelszaak gestoken kapitaal niet; als zoo-
danig wordt die .opgave door
,
de wet niet geëischt en
daarvan geschiedt geen inschrijving. A’rt. 19 lid 4
spreekt dan ook van. de aangifte
bij
de insdhrijving der h:andelszaak, afkomstig van dengeen, die de voor
deze inschrijving
noodige
opgaven
heeft
gedaan.

Het slot, van de rekening is ‘dus: dat de ‘handels-
man volgens. de Handeisregisterwet voor de ‘inschrij-
ving zijner vaak een zeker bedrag, moet betalen; dat
hij echter ‘als gevolg van de persooniij’ke, door niets
gesteunde opvatting van ‘den Minisjter voor een ‘hoe-
ger bedrag wordt aangeslagen dan de wet wil; dat hij
tegen zoo’n aanslag niet anders en niet verder ‘kan

appelleeren ‘dan
bij
dienzelfden Minister, van wien hij dus per se ongelijk krijgt.

Terwijl inzake belastimgen de wetgever er juist in
den laatsten tijd op bedach’t . is geweest den burgers
voor hun reclames een onpar’tijdi’ge deugdelijke recht-
spraak te verschaffen en ‘zelfs, bij de wet van 19 De-
cember 191.4 Stbi. 564,. tegen de ui’tspvaken der
Raden van Beroep het beroep in cassatie heeft toe-
gelaten wegens verkeerde toepassing of schending der
wet, moeten wij,hier lijdelijk aanzien; ‘dat de wetgever
de handel’drij’venicle bevolking tot zeer belangrijke be-
dragen belast zonder haar zelfs één hoogere instantie te bieden, die de verwachting o’p gunstiger uitspraak
zou kun’nen wekken..

Voorspelde ik u niet, dat ik u stof zou geven tot
ergernis over de wet zelve?,

Ik kom na bovenstaande beschouwingen tot, de conclusie, dat èn de Minister èn ‘de Wetgever het
,,pecca’vi” heafit .te spreken. Van ‘den, Minister is dit
wellicht eerder te verwachten, d’och
zijn
woord is ver-
gankeljk met hem. Liever dus zou het ons zijn als
de Wetgever zelf ingreep en het hesbaand’e onrecht

verhielp, voor goed.
Verwachten wij’ dus het eerste, maar hopen wij het
laatste

Mr. B. A.
DR000LEEVER FORTOYN.

‘s Grajvenhage, September 1921.

Door een vers’uim ‘ten posbkantore bereikte ons ht
tweede deel ‘van het artikel van ‘den heer C. ‘Ii’. Stork
tot ons leedwezen te laat, om nog in dit nummer te
ku.nnen worden opgenomen.
Ruimtegebrek noopt ons tot onzen spijt het derde
deel van de beschouwingmi ‘van. Mr. Dr. A. Spanjer
‘over het .Fiaancieel Systeem ‘der Vere’en.igde Staten
van Noord-Amerika een’ week te ‘doen overstaan.
– Red. ‘ ‘

LONDENSCHE CORRESPONDENTIE

Het werlcloosheidsp’robleenm en de
financieele moeilijkheden. der
Regee-

ring

– de Times en de Key-mn.duslries
Act; ‘een geschil tusschen het Mijnbouw-
Ministerie en de mijneigenaren varm
Zuid-Wales; het arbeidersvraagstulc ‘in
de spoorweg- en machinenijverh,eid en
in den landbouw; rijksmiddelen.

Onze Londensche cenrespondent schrijft ons d.d.

1 October 1921:

A wijt on.oe descr’iibdd an optimijsit as a hli’nldfo’lded
man lookin’g in,’ a dark room for a pin that was not
tJicre. One is rather rentinded
,
of thijs bon niet in

watehiiug the idespewate sea tr ch f er u n e m p, 1 o
m e ii t r e m cdi e s rwfluih (hais been o’cciiyîixug the

Premier and the Prom this ‘week. The snoek began
with arm exp’ression of consideraible alarm hy the fi-
naaicia’l ‘pr’ess ot the possdlble demandis wbiich might
be made rapen the haniks by the Goreanment. It was
felt that it mais not a good .bogiin’ning to fiia-the.r pres-
sure on the hankers to inrs.inuate that they had not been
doirig tilreir host, hosvgner ‘adjmir’atble snidh insinu’ations
.mi’gfl3t have been fin elonding public opinion, and
thrus cutting, the ‘ground frorri unde.r the banker’s
feet, if they felt it necessary to make any pi’b’lic
romo’nstr’ance’ later. ‘Dlie attajek which
bes
‘been made

in some quarters on the stajte.ment in a Linancial
dariily t1hajt the ,barmks, when ahl snas saldi and done,
held the
G,orvernjmejnjt
in
the hoilow of ‘tihefir ‘hands,
because the whole scheme of Gorvernjm’ent finance depended on the a’bility to .renew and lincweaáe the
voff’ujnie of Treasury Bills, is of counse perfectdy cor-
rect. The ‘whole troujhie ijs that, ‘apart from infiatmion

of the note ciijr’cuiation, the Ban’ks cajn, eithor
lange sums to Government, er they eau advance larger
sijims to industry, hut they cannot, un’less depotits
increase, iboth finiance the one and the other.

A’s ithings a’re at the moment of w’ritiing, not’hing
hajs been done, brit the Pa’im’e Minister widi this week-
end confer wiith a party of expert’s at ‘his iljigihiand
ratreat. The party incljuds some well-kn,own najme.s,
Sir J’ames Sienpson iof the Bank o’f Jiiverpool and
Mart’ins, Mr. Du dicy Wand, the ‘very able economist
who is ôn the staff of the British Oversas Bank,
‘Mr.
W.
TiLayton, formerly at the hond of the Eco-
nornic Seciiiioa of ithe Leagne of Nations, and now the
brein of the. Nationial ‘Feder’ation of ‘I’ron and Steel
Ma,nufactur’ers, land two wejil-knowin. indrmstriaflists, Sir
Alian Smijth, and Mr. W. L. Rihens of Oaim’med
Laiind and Co. We have been r’eajdiing in the prees
of sorne of ‘the ideas wihiieh are saidto be passing
through the Premier’s mtind; extenai’o’u ‘of the Ex-
pouts Credit Saheme ito the whele af Europe and
South America, a fvast oxteneion of the ‘h’uii]idiin’g
sdheie hy the erecition of gaaiden ailxies,Trcasiury gruarantees to banim to .~ulajte adw.aïn.es
and so
on. liii connection with these matters it ‘is dlestirable
to say ‘th’ree things.

First, there ‘is evidence that improvement is alrea-
dy taking place, thou’gh it ‘may be ‘slorw in the posi-
tion of various industries. Thus even in the cotton
industry, the reports in ‘the last few days sound a
little lets pess’imistic. Secon.dly, ‘there is not the
slightest ch’ance that the recovery will be so rapid
that the necessity ‘of special relief measures can be
‘avoided this winter. To a large extent the excitement
wihich is now being feltis due to the f act that the
warnings of such experts, as for instance, the Go-

vernment Actuary on the pro’ha:bJe ivohune o’f unem-
ployment, have ‘been neglected, and’ the whole situa-
tion
bes
been ‘allowed to drag on.

Third, no measures taken in this country can pos-
sibly solve the problem, which is in the main duo ‘to
the •d’isorgani’sation of European life.

We are thus v’irtually committed’ to. seeing ‘that our
unemployed do not suffer bodily and mental priva-
tien owin’g ‘to eveiits which they cannot control, hut
it is quite useless to expect that ‘so long as no fun-
damental alteration in the European’ situation takes
place, we can look to permanent improvo,ment by
anything the Government doos over here, at any ra’te
so long; as this does not alter the ‘position elsewhere.

Mr. Churchill, to do h’im justice, ‘has been saying
something of this kind ‘this ‘week; when’ ‘he protested
agains’t ‘the idea that the first ‘duty of mankind at
this moment was to ‘turn Governments’ into debt-ccd-
lectors. The truth ‘is that in any case Europe would
have ‘had a ,very’difficuit time ‘after the ‘diislo’cajtion
of the War, and the attempt to» squeeze impossible
sums Out of bankrupt nations is having come very

5 October
1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN’

855

unex•p.ected resuits. Phtis wek has iseen the value of
the mark halved on the Loudon market, a phenome-
non which has. been rather. disappointing »to those
buil interests who ;thought»that the peaceful payment
of the first,milliard of gold marks would improve
0-erman credit. Of i course ‘there -‘are not wauting
voices who ascribe the fail in -the mark to ‘machina-
tions of the G’eriman Government, hut it is ait liast ho-
ginning ‘to be seen that a Government with heavy
external commi’t’tments is hardly li.kely to cut its own
throat in. this way.

To-day the K e y 1 ii d u s t r i e s A c ‘t comes into
operation,:, a fitting accompaniment ‘to the Prime
IVIjinister’s week–end party. Dhe ,,Tdiines” thi5 morning
has a leader entitled ,,An Economie Protest”, in
whioh,after exposing the .danger to Europe which
resuits from the -growing :desire of -states to become
oeonomiioailily dindoperalent, it points out to the Oou-
tinent that the ,,resources of ci’vilisatio’n are not
oxhausted,” and that ‘jf ‘the nations of the maini-and •do not •mend their. ways, the United Kingdom will
reta.liaJte! It is gooid new’s to learu that in acldtirhion
to the 6000 ‘articles aiready p.laced on the index, axid
tlIie general t-ariff wtbiich will resuilt from the dep’re-

ciation olause, in addirtiiotn to the duties, wlltieh will
no ctoiuib-t be dmposed iin’der the anti.diumpinig caause,
we -ane to (lixive a fu’rtiher series of rates in
the shape of rotahi’a,’tory duties. Wihat plaipers
]ûike the ,,Tutmes” do not r.ecognhise is that the soir-
rendeT of ‘the. preseit Government to the protectio-rijst interests has done the cause of free-trad’e incal-
cülahle harm everywhere cisc. It is so easy to impute
all the bliume to the rest of the woald, and. tihen go
en to demand an adoption of the same policy ‘here.
What is left quito unexplaineci is how ‘the United
Kingdom is ‘going to benefit from steps of this sort,
deplorable as the folly of some of the other ‘states is..

A certain amount. of exeitoment has been causod
this week’by a dispute bet.ween ‘the Minis-
try of Mines and the So.uth Wales Goal
o
w no r s. The latter agreed to’ eschew a]l profits
for the period during w’hich the industry was ‘being sutported in part hy Government, subsidy. As far as
one can judge, their accountants in es’timating the
value of their liabilities under ‘the scheme, have
or.exrJooked this point, and the re.snit is that the De-
partment is askin.g the owners for -some £ 650.000.,
which sum the owners refuse to pay, alleging that
the suim is much too ].arge, anid that if they wezr-e
to pay this amount they would in many cases have to pay a total amount lar’ger than, the selling value
of the coal. It is a sign how badly ‘hit the’coal indus-
try is that the news of tlhiixs ‘dsp’urte put an end to trading on the Car-diff Exchange, and that rumours
of pita closing s-houid ‘also at once circulate. There
is stil an unspent margin of £ 3 millions of Govern-ment subsidy, and the Miners Federa-tion is asking
the Government to go with the scheme untili the
amoijn’t is exhaustod, in view of the desperate con-
dition of some of •the districts. 1 n t h e r a i 1 w a y
w o r 1 d, there has been trouble in Ireland, and the
Scottish railway companies have been making heavy
demands on fUheix men, in the shap’e of loiwer pay
t
and
longer houns. The men ilrawe of counse r.ef-used iand the
situation is stillul -ohscure. It is qmite dinsp.ossiible for the
m-n really to resist, for ‘the votuiuie of unempihoymont
amon:g railway wor-kers is inereasing. On the ‘whole,
one hears reassuring. reports as to ‘the. posi-tion of the railway companies since decontrol. They -have
made a strong effort to re-capfruve the passenger trof-
f ie -which they were losing to -the motor-coach oom-
pan-ies by reinstating excursi-on and wek-end -tickets,
and ‘the resuits are said to -have b-een very sa’tisfac-
tory. A-nother feature. of note is the speeding up -of
the train services, and it is stated that -‘rates are to
be reduced ‘by the, initiative of the companies them-
selves., ‘ ,

In the En’gin.eerin.g industry, the tron-

bie ‘iv’ith the men is not yet settied. The maiin
bone of contenbion ‘is liiie „12Y2 per cent bonus”,
-w’hich was introduced durin’g the war, and’ wihich has

not. yet been renaorved. 1 i th e A g r ii c u 1 t
.0
r a 1
1 n u s t r y t’hdinigs are not yet atmicaibly aidjusted,
and fa’rmers are ‘only offering rel-ativel low rates;
36/- a wodkis not of course a p-riincely iiiicoime at this
stage. F.ortunaitely, the cdieok to the faili in food pri-
ces, wlluiich lootkod ‘liilkdly at one time to no-open the

wlhoie controrvuirsy as to the coat of living, ‘haat been
removed, for the Times iizdox, uiihidh sihorws the situ-
ation art the enid – of the rnonth, dhows thait the
Food Index, wthriclh was 209 at the end of A’agruet,
is now onJy 187.8. :Materiais, on the other ‘hand, haive
risern from 169 ‘to 177, so that the net result is
xi
f.al.l
from 183.8 to 180.0.

The Re’venue Figures for the Q-uarter
have now
, appoaneid, and show that in the haif-year,
April 1—Sept. 30, comparing thijs. yearr with last, the
positdo-n is:
1920

1921
(Miii. £)

Revenue

……..
619.3
……
456.2
Expenditure

. . . .

541.7
……
498.0

+ 77.6 .

– 41.8

The Revenue is £ 163 miltLions loss for the whole
six m-onths than last year, and’ it is if 52,3 urillions
,]ess for the September quarter than last your. The
main decreases, for the six months, as comparred to
last year, are:

Castoms £ 45 milis., Starmps £ 5.4 -muis, Excess Profits Duties £ 82.4 millions, Tel-epihonie Service
£ 1.2 niilils, Special Rece.ipts £ 96.7 miuljis. On the
other hand, Exeise is up iby £ 4.6 nti’ld-s.,
1
Mortorr Vehicle
Duty tby £ 2.5 millions, Incoe Tax by £ 13.7 muis.,
Postal Service by £ 1.7 miUs., and Oorporation ‘lxix
b’rouglht in £ 3.6 malils. In the six m-onluhs itiho floating
d’ebt ‘h’a.s inareased iby £ 45Y4 m-i’lls. and now stand’s at
£ 1.320.590.000.

AANTEEKENING’EN.

Hei vraagstuk’van de beperking der

Rubberproductie in’ den- ‘Vollcsractd. –
In ons nummer van 14 Sptember drukten wij een
motie af, door eenige leden van den Volksr-aad inge-diend, een afkeuring van eventueel ‘regeeringsin.grij
pen bij de rubberproduotiebeper.k.ing bevattenci. De
discussie over deze motie votd in ‘de si’tt’ing van
9 Juli j.l. plaats. -De ‘heer ‘s Jacob zei-de ‘bij ‘deze ‘ge-
legenheid:
Beperking van de productie is Uians de leus, die in de
iu-bbercultuur wordt aangeheveu om cle ‘heerschende crisis
te bezweren. Vele stemmen zijn daarover reeds in de dag-
bladpers aangeheven, zoodat het vdOr en tegen. vrijwel vol-
ledig is te overzien. Over den aan die leus verbonden wensch
om dwang tot de beoogde -producti-ebeperking oi te leggen,
heb ik echtei nog geen. behandeling in een publiek orgaan aangetroffen.- De nleening, dat beperking der ru’bberpro-
ductie met
50
pOt. als ‘het -minste van twee kwaden te ver-
kiézen ‘is boven den bestaanden toe$and, waarin ieder on-
beperkt is in zijn vrijheid om te produceeren, dekt echter
nog niet de meening, dat de Staat dwang heeft op te leggen
om ‘deze beperking in de productie tqt een ‘plicht te ma-
ken, daar beide meeningen ‘nog doo’r een afstand gescheiden
worden, de- af-stand namelijk, die er bestaat .tusschen een
voorstelling en de werkelijkheid. Men is vrij om de mce-
ring, dat ptodnctiebeperkinig to-t
50
pCt. ais -het minste
van twee kwaden te verkiezen is boven onbepei.kte vrijheid
tot prodaceeren, le laten steunen op een voorstelling, die
men ‘ziek vormt van de verdere ontwikkeling der dingen.
Maar wanneer men den Staat werzoekt het gebod uit te
vaardigen: gij zult niet neer, dan
50
pCt. van uwe produc-
tie uitvoeren,, ie men -niet vrij di-t-verzoek te laten steunen
op zulk eene voorstelling, doch is men gehouden het den
steun -der werkelijkheid te’ gQven. Die werkelijkheid-is hier
deverzekering ,van -het bestaan der rubbercultuu-r. In hoe-
ver is deze-reohtvaardiging.,van de inmenging van den
Staat aanwezig? –
De meening – van cle voorstanders van dwang -van staxitat-
wege tot beperking ‘van de rub.bxirproductie met de ‘helft is

856

. ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

5October 1921

bekend uit een in het 3e blad van het Soerabaiasch Han-aalsbiad van 21 Juni opgenomen uitvoerig overzicht van
hetgeen de heer Mr. Efierueiss in eene vergadering te
Dj ember heeft 9liteengezet. Ik zal dit verslag hier niet
voorlezen – het is vier kolommen lang. Ik moet er mij
toe bepalen te vermelden, dat deze uiteenzetting tot het
besluit komt, dat bepenki.ng van de rubhercultuur met
50 pCt. de eenige oplossing is van de bestaande crisis. Deze
crisis is ontstaan, doordat er op de wereldmarkt een over-
compleet is aan rubber van 400.000 ton, gevolg van eene
ovrproductie of onderconsumptie -. ik laat daar welke
van beide oorzaken cle juiste is, omdat dit ter zake niets
af doet. De prijs is dientengevolge tot een verlieslatend
peil gedaald, terwijl de toekomst slechts nog verdere prijs-
daling en zelfs algeheele
oaverkoopbaarheid
der nieuw ge-
produceerde rubber ‘te zien geeft. Brengt, zeggen nu de
voorstanders van de inkrimping tot de rubberprodueenten,
uw product tot de helft Jerug en: maak gij, zeggen zij tot
den Staat, deze beperking verplicitend; dan zal in 1925
het overeornpleet zijn ingekrompen ‘tot 162.000 ton – om
daarna cle . producenten wederom vrij te, laten? Over
,
het-
geen gebeuren moet nadat het evenwicht tussehen pro-
ductie en verb’ruik bereikt zal zijn, laten cle voorstanders
van den maatregel zich niet uit. In hun voorstelling is dan
de toestand weder normaal en kan deze aan zich zelf
worden overgelaten. Maar wordt, nadit de narkt van haar
overcompleet ontlast is en de prijs ‘zich hersteld heeft, aan
de rubberpioducen’ten de vrijheid teruggegeven, zoo ont-
staat onmiddellijk weer opnieuw gevaar voor een teyeel.
FIn daar ‘het een ongerjmd.heid zou ‘zijn, zoo de Staat wat hij bereikt heeft dadelijk wederom aan het gevaar van ver-
nietigin.g prijs gaf, zoo zou hij wel gedwongen zijn de con-
tin.genteering van de productie ook dan voort te zetten, en hij zou er zelfs niet buiten kunnen mede de aanplan-
tiisgen, die de bron van hel1 gevaar zijn, te coatingenteeren.
De tussohenkomst van den Staat om- den uitvoer van
rubber met 1e helft te verminderen, zou ‘derhalve slechts
de eerste stap zijn op. den weg van blijvende bevoogding
der cultuur. Ik wijs daar vooral op, omdat de invoering
van dwaugmaatregelen tot beperking van de rubberpro-
cluctie slechts in overweging kan worden genomen, wan-
neer zij door alle rubbervoortbreisgende staten gezamen-
lijk en tegelijk genomen worden en de Regeering neemt
zij den maatregel in overweging, uit dien hoofde wel voor-
bereid moet zijn zich vooraf te overtuigen, dat alle andere
rubbervoortbrengende, staten eveneens genegen zijn een rol
van blijvende bevoogding der cultuur ‘op zich te nemen en
vooraf regelen rv000r eene billijke contingenteering van pro-
duet en aanplanting te aanvaarden.
De tussehenkomst van •de Regeeriixg tot het nemen van
clwangmaatregelen ter verkrijging eener beperkin.g van
de rubberproducti’e met 50 pCt. is derhalve geen eenvoudige
zaak, die in al haar gevolgen gemakkelijk te overzien is.
De Regeering zou daarmede wel weten, waarmede Zij be-
gint, maar niet waarmede Zij eindigt. Ook nog andere
overwegingen spelen bij de beschouwing een rol. Dé tech-
niek, die met Cordtyres en regeneratie van verbruikte
rubberairtikelen reeds den levensduur van rubberfabrikaat
belangrijk heeft ‘weten ‘te vèrlengen, heeft haar laatste
woord nog niet gesproken Zij zal in den tijd, die noodig
is om het overcompleet van niwe rujher, dat op de – we-
reldmarkt drukt, weg te werken, niet stil staan en het
verbruik blijven drukken. Ook de heersehende malaise,
die den afzet van alle gefabriceerde goederen, niet het minst – van rubber-fabrikaten tegenhoudt, kan niet na-
laten haar reminenden ‘invloed op de afname van ruwe
rubber ui’t te oefenen. Wij ondervinden dien invloed reeds
en het is •niet alleen geenszins uitgesloten, maar zelfs
waarschijnlijk, dat hij niet zal verminderen doch veeleer
ioenemcn. Er valt daarom ernstig rekening te houden
met de mogelijkheid, dat de door de voorstanders van
dwa.ngmaatregelen tot beperking
van
de rubberprocluetie
voor de normaliseering van de -markt voorgestelde tijd van
drie jdren zeer wel ‘tot 4 á 5’jaren kan uitdijen.
Wat zal het lot der •rubbercidtuur in dien tijd van be-
perkte productie zijn? Op .verbetering van de prijzen
aisdan doen de ‘voorstan’der van dwangmaatregelen geen
beroep en dit zou ook in strijd komen met hun beroep op
een overconïpieet van 400.000 ton. Zoolang de markt in
lelangrjke mate overvoerd is, mag een prijsstijging niet
tot de waarschijuljkhedén gerekend worden. Men moge
op een prijsstijging hopen en de mogelijheid daarvan niet
voor uitgesloten achten, bij ‘cle overwegingen, die bij de zaak in aanmerking komen, mag men haar geen leidende
rol .toeken’nèn. Uitgaande van het gronddenkbeeld eener
bovenmatig overladen markt, die ontlast moet worden,
moet men integendeel rekening houden’ met een laag prijs-

niveau, dat beneden het peil van den kostprijs blijft. Aan
het denkbeeld van clwangmaatregelen tot beperking van de
rubberproduct.ie met de helft is daarom verbonden het
denkbeeld van verlieslatende prijzen ook gedurende de
jaren, die ter normaliseering van de markt vereiseht zijn.
Daarbij is te bedenken, dat de beperking der rabberpro-
ductie van’ zelf den kostprijs per eenheid rubber verhoogt,
zoodat met een stijging van denverkoofpprjs tot hettegea-
woordige peil van den kostprijs nog niet een verbetering
gepaard ‘gaat, die ingeval van beperking der productie met
de helft voor verlies vrjwaa.rt. De Staat kan, zoo hij de invoering van dwangmaatregelen in aanmerking neemt
derhalve de overwegng niet laten gelden, dat alsdan een
verlieslatend bedrijf voorkomen wordt; hij moet integen-
deel de overweging laten gelden; dat alsdan met de rubber-
cultuur evenzeer als thans verlies geleden wordt.
Nu kan ik wel aannemen, dat, wanneer’ het gaat om leven
of dood van de rubbercultuur, de Staat kan ingrijpen om
het eerste te bereiken. Maar ik kan niet aannemen, dat
er voor den Staat reden is om in te grijpen, wanneer liet
gaat om een zekeren spoedigen ondergang of een liLng-
zame uittering van de rubbereultuur. Wanneer de rubber-
cultuur met of zonder dwang tot beperking harer productie
met de helft evenzeer aan verlies is blootgesteld, wanneer
met of. zonder dwang tot beperking harer productie de
rabbereultuur even onzeker is van haar voortbestaan, wil
het er bij mij niet in, dat de Staat naar dwangmaatregelen
]an grijpen. Ik kan begrijpen, dat de Staat daartoe be-
sluit, zoo hij daarmede •het bestaan dier cultuur verzekert,
maar ik kan niet begrijpen; dat de Staat tot dwapgmaat-
regelen besluit,
500
deze slechts ten ksté van dat bestaan
kuniinen werken.
Men moge zeggen: het is dan toch mogelijk, dat de ge-
wenschte dwangmaatregelen tot het voortbestaan der ruli-
bercultuur. kunnen niedew’erken. Dit standpunt acht ik
voor den Staat niet aanvaardbaar, omdat het voor hem
niet voldoende is, dat zijn gebed mogelijk een gunstig ge-
volg heeft, maar hij zich den eisch moet stellen, dat zijn
gebod zekerheid van – dat gevolg medebrengt, want dit ge-
bod kan ook niet voorziene onganstige gevolgen hebben.
De Staat moet, mijns inziens, wanneer hij zulk een gebod
geeft, zeker van zijn taak zijn. Zeker van zijn doel zou de Staat bijv. eerst zijn, wanneer hij voor dén jaar den
algeheelen uitvoer van rubbej- verbood. Een gebod om den
uitvoer te beperken tot de helft -is daarentegen slechts te
beschouwen als een halve maatregel of van nog minder
beteekenis dan een halve maatregel. En wordt aan den
Staat de toepassing van kwaiczaiversmiddelen of van pal-
liatieven gevraagd,- zoo heeft hij zich mijns inziens te ont-
houden.

De heer Van der Jagt bleek het hiermede nt eens
te aijn.
Na
de wenschelijkheid en noodzakelijkheid van
een georganiseerde productiebeperkinig te hebben be-
pleit, zeide hij o:m.:

Mijnheer de Voorzitterl Wat beoogt verder mi. de mo
tie van den heer Van Gennep?
Zij noodigt als hare conclusie de Regeering uit zich van
inmenging in deze te onthouden. Ik zeide reeds, dat m.i. in deze ter wille van ‘s Lands en
bevolkingsbelang het voor de Regeering niet alleen verant
woord maar ook een plicht kan zijn wel in te grijpen. Het
zou niet de eerste maal zijn, dat Zij daartoe overgaat. De
Regeering ‘heeft ten tijde van de kina- en suikererisis o&k
ingegrepen, waaruit de Java suikertrust ‘is ontstaan. Zij
creëert thans de Cultuur-hulphank, waarbij dwang ‘ten einde
niet te veel risico te loopen, ook niet uitgesloten zal zijn.
Het is de considerans der motie, die dwangmaatregelen,
te nemen tegen de overproductie van rubber in Nedej–
landsch-Indië, in strijd acht met het algemeen belang.
Wordt hiermede bedoeld het uitoefenen van dwang recht-
streeks teneinde rubberrestrictie te verkrijgen of zijdeling-
sche dwang, buy, administratieve of andere hulp te verlee-
nen, d.i. door hulpmiddelen, die den ondernemingen niet
zelf ter beschikking staan? Ik ‘heb hierbij voornamelijk het
oog op een rubberuitvoerverbod met licenties, dat moet be-
letten, dat een ondernemin’g meer tapt en afvoert, dan haar
bij algemeene onderlinge overeenkomst is toegestshn of dat
aangesloten ondernemingen cla.ndestien rubber van nabu–
rige ondernemingen bij de hunne voegen en ongecontro-
leerd uitvoeren.
Mijnheer de. Voorzitter T Wat – kan er voor bezwaar’
bestaan tegen dergelijke administratieve maatregelen, die
geen risico met zich brengen en ‘zelfs tegen rechtstreekschen
Regeeringsdiwang, wanneer alle ondernemingen, op enkele
onwillige
na,
tot de reeds ingezette overeenstemming zijn

5 October 1921

ECONOMISCH-STAISTISCHÈ BERICHTEN

857

gekomen en deze onwilligen, slechts eigen belang op het oog
hebbende, niets willen opofferen aan restrictie en dus ten
volle zullen pr.ofirteeren van de verbeterde prijzen, verkre-
gen door de opoffering van de anderen? Noch tegen zijdelingsehen, noch tegen directen dwang
zie ik in beginsel’ eenig bezwaar. Alleen het tijdstip, waar-op en de vorm waarin dienen aan de Regeerin.g te worden
overgelaten, na overleg met belanghebbenden. Ook zou de
Eegeeriug enkel Haar ervaring in deze ter beschikking’
kunnen stellen en medewerking verleenen tot het ontwer-
pen van een schema van actie, dat stellig door de ‘produ-
centen met erkntelijkheid zal worden aanivaard.
De tweede alinea van de oonsidera.ns van de motie on-
‘derstelt een stellige inkrimping der productie met 50 pOt.,
zonder rekening te houden niet den ‘tijd van ‘oprichting
van de verschillende ondernemingen, en noemt dat on-
billijk.

Deze uitgesproken vrees lijkt mij een chin’ière. Uit niets
•is ‘tot dusverre gebleken, dat döor de ondernemingen met
bedoelde omstandigheden tea aanzien van den tijd van op-richting geen rekening is gehouden. Wat kan bij een even-
tueele orvereenko’mst er specifiek aan gelegen zijn om juist’ deze factor’ buiten rekening ‘te laten, terwijl zoovele andere
als draagkracht, ligging t.. der transportkosten, bodem-
gesteldheid, productievermogen uiteraard wel worden mee-
geteld; ‘al. in dier voege, dat men, waar ‘uoodig aan de
ondernemingen toestaat om onder invoering van een glij-
dende schaal, toch aldus aan te sluiten met een restrictie
van minder dan 50 pOt.
Alleeii staat vast, dat dat alles tot langdurige o’verwe-
gingen aanleiding zal geven.
De ervaring leert o.m. hij de kinabeplantiing, hoe moei-
lijk het is om tot overeenstemming te komen met het ge-
volg, dat ook jarenlang de kina willekeurig’ door het con-
cern van kina-fabrikanten in Europa werd beheerscht en de kin-cultuur drei.gde ten onder te gaan.
Eindelijk slaagde men er i’n eendrachtig de handen in-
een te sl.an, den prijs meer op te voeren en ‘zich aan de
willekeur van de opkoopers’ ‘te onttrekken.
Daarbij ‘verleende ‘de Regeerin.g, door middel vn Dr.
Lovink, Direteur van Landbouw, hâar hulp en het gevolg
toonde aan, dat die regeeringshulp ‘nuttig en van een goede
uitwerking is geweest.
Mijnheer de Voorzitter! Het door mij naar voren ge-
brachte- ondeistelt dè mogelijkheid, doch ‘niet de gedwon-
gen noodzakelijkheid, dat de inmenging der Regeering
wordt ingeroepen en ook wordt ‘verleend, al meen ik tevens
te hebben aangetoond, d’at die hemiddeing van heilzame
en in casu zefs van onberekeubaar .groote economische
waarde kan zijn. Om zih thans reeds
‘te
verzetten tegen
deze bemiddeling f inmenging, gelijk de motie van mijn
geachte medeleden beoogt, ‘moet derhalve als ongewensclit
en praeniatuur worden gequalificeerd.
Het kan niet op den weg liggen van ons College, ja het
moet onverantwoordelijk heeten in deze gewichtige aange-
legenheid van den Volksraad reeds thans een uitop’raak te
forceeren, ‘terwijl de tijd daarvoor nog ‘niet is aangebroken en daarmee, bindend en beleinmerend op de voorbereiding
van een mogelijke verbetering van den toestand wordt in-
gegrepen.

De gevolgen van het aannemen van deze motie moeten
werkelijk ouberekeubaar worden geacht; onze uitspraak
zal telegrafisch onmiddellijk -naar elders worden overge-
bracht èn de actie tot verbetering zal in haar tasten en
zoeken stellig nadeelig worden beïnvloed.

Vervolgen’s lichtte Mr. van Gemiep ‘de motie -nog-
maals iitv’oerig toe, zijn argumenten als iî’oigt samen-
va’tae’nd:

Inkrimping onder Regeeringsdwang is t eg en het alge-
meen belang:

le. omdat het niet weusch’elijk is den wereldhandel weer
kunstmatig aan banden te leggen, nadat deze pas Vrij
is geworden;

2e. omdat het gevaarlijk’ is een internationale verkoopcen-
trale’ in het léven te roepen met dictatoriale macht;

3e. omdat dan morgen de thee en de koffie hetzelfde zul-
len komen vragen en het einde niet te voorzien is;

4e. omdat, als de exploitatie met 50 pOt, zal ‘worden stop-
gezet, tal van employés en werklieden zullen moeten
worden ontslagen’;

5e. omdat de consumenten niet mogen benadeeld worden
ten bate van een kleine groep producenten;

6e. omdat de producenten op Java door de voorgenomen

maatregelen niet gebaat zouden worden en noch de
producenten hier, noch die o’p Sumatra.om
Regeerings-
steun vragen;

7e. ‘omdat. de Regeering van Nederinndsch-Indië, dus van
het land met de kleinste ‘productie, niet het initiatief
kan nemen en de Eng. Regeering tot het verleenen
van steun niet bereid is;

8e. omdat de dwang, lestaande in een uitvoerver,bod met
licenties, in hooge mate onibilljk zou zijn, zoowki tegen-
over die plauters, die n i e t hebben meegedaan aan den
• wedioop om rabber te planten, als tegenover hen, die
zich in den strijd
wel
staande kunnen houden;

9e. omdat kunstmatige middelen niet baten en alleen ver-
len
g
ing, geen genezing van de bestaande kwaal zou
brengen.

Aan het slot zijner rede wees hij op de noodzaak,
dat het’ Regeeringsingrijpen internationaa.l zou moeten geschieden en zeide:

Maar nu spreekt het alweer vanzelf, dat wij daartoe het
initiatief niet kunnen ‘nemen, omdat we hier juist in cie
allergunstigste conditie v’erkeeren. Dat ‘zal dus van de En-
gelsche, Regeering moeten uitgaan en wat heeft nu de En
gelsche minister van koloniën besloten blijkens zijn tele-gram d.d. Mei j.l. aan de Regeeri’ng der F. M. S.?
Witli reierenee to your telegram of the 23d of April
rubber output, alter careful consideration in consultation
with Board of Trade, 1 have decided that no legisia-
tion f o r c om p u ls o r y restriction ahould ‘be introduced
.by (overnmcrjt”.

De Regeering stelde zich ‘bij ‘monde va.n den Direc-teur van Landbouw op het standpunt, Idat zij de beoor-
deelin’g ‘der motie buiten zich om geheel aan den
Volksraad overliet en zidh dus in geen enkel opzicht
door ‘aanneming gebonden achtte.

In stemming gebracht werd de motie aangenomen
met
32
tegen
2
stemmen. ‘
V66r stemden de hoeren: Van Gennep, M’and’aigie,
Kan, Kerk’kamp,’ Engelenber’g, Waworoentoe, H’outs-
ma,
Porto,
Aay, ‘Den Hollander, Laoh, ‘Salim, Zain,
Soertadi, Soselisa, Teixeira de M’attos, Westra, De
Queljoe, Galestin, Van Sand’ick, Delprat, Sai’d, Koe-
soem’o Toedo, ‘s Jacob, Nobohadis’oerjo, Oramer,
Sos-
l

ohad’iwi’dj’ojo, Burer, K’iès, Sadjiroen, Bergmeijer en
de Voorzitter.

T,egen stemden de heeren: Ariodinorto ên ,Van der
Jagt. ‘

De Seer&1colervproductie der’ wereld.
– Volgens een berekening van ‘den Geological ‘Survey
der Vei-eenigde Staten was de wereldkolenpr’oductie
in 1920
ongeveer
1300
millioen ton, waarmede het
cijfer van
1913
dicht wordt genaderd. De productie-
cijfers van het Instituut, welke op meer dan veertig
staten betrekking hebben, vertoonen ever ‘de ‘laatste
10 jaren de volgende beweging:

Mili. t
Miii. t.
1910
……..1160
1916
……..1296
1911
……..1189
.

1917
……..1345
1912
……..1249
1918
……..1331
1913
……..1342
1919
……..1158
1914
……..1205
1920
……..1300
1915
……..1196.

‘Deze
cijfers
zijn ‘voor
92
pOt. op grond van ainbte-
lijke statisieken en slechts voor ‘enkele gcbieden, zoo-
als Rusland en ‘de Baikanstaten, geschat. Ze kloppen,
wat het vezen der zaak betreft, aldus het door het
Duitsehe ‘Statistische Reichsambt -uitgegeven 6e ‘deel
van ,,Wirtschaft und Statisti’k” waaraan een en ander
ontleend: is, met de opstelling gemaakt door
den
Prui-
s.ischen Geologis’chen dienst.

Terwijl in de ja-ren vdôr den ‘oorlog de koenpro-
ductie in bijna alle landen voortdurend steeg, bracht
de oorlog een achteruitgtng in de Europeesche lan-
d’en. Deze kon door gestegen productie in de niet oor-
logvoerende landen slechts tea deele woi-den gecom
penseerd. Voor de jaren
1913, 1919
ên
‘1920
‘zijn in
onderstaande tabel ‘de in de hoofdJproductiegebieden
gedolveia hoeveelheden steenkool aangegeven.

858

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Öctober 1921

1913

1919

1920

LandenIn

in

in

1000 t

1000 t

.

1000 t

‘W’ereldprod.

1
1.342.000
100
11
1.158.000
100
11
1.300.000 1100
daarvan

in Europa:

Duitschland

190.109 14.2
1
116.681 10.1 140.757 10.8
daarvan:

Saargebied

•13.217 –

8990 –

9.410 –
Engeland ..

292.024 21.8 233.430 20.2 232.975 17.9
Frankrijk .. .

40.051

3.0

21.863

1.9

24.303

1.9
België ………22.842

1.7

18.483

1.6

22.414

1.7
Spanje ………4.016

0.3

5.704

0.5

5.368

0.4
Holland ……….1.873

0.1

3.402

0.3

3.941

0.3
Rusland …… .’)35.926

2.7
1)
7.230

0.6
l)
6.135

0.5
Tschecho-
Slowakije

14.570

1.1

10.385

0.9

11.131

0.9
in Amerika:

Ver. Staten . 516.060 38.5 483.547 41.8 585.541 45.0
Canada ……..15253

1.1

13.704

1.2

17.259

1.3
in Azië:

55.800 4.2

75.800 5.8

Japan …….21.416 1.6 30.300 2.6


Britsch-Indië

16.468 1.2 (1918:

1.7)

in Afrika:

20.165)

Unie van Zuid-
Afrika .. .

– 11800 0.9
in Oceanie:

in het bijzonder
N. Z. Wales en N.-Zeeland.. .

15.000 1.1

11.900 0.9
1)
mci
Bruinkolen.

Het gewichtigste resultaat, dat uit deze cijfers is
af te leiden, is de verschuiving tusschen de preduc-
tielanden der oude en nieuwe wereld.
1)
De mindere
prestatie van ‘Engeland, Duitschiand en Frankrijk is zoo groot, dat het aandeel der drie Europeesche ko-
lenlanden te zamen in de wereldproductie van
39
pOt.
in
1913
‘tot
30,6
pOt. in
1920
ia gedaald. NoordAme-
rika heeft de plaats van Europa als voornadmste
kolenproduceart ingenomen, daar het aandeel aan de
wereldproductie der
V. S.
en Canada van
39,6
pOt. in
1913
tot
46,3
pOt. in
1920
steeg.
De oorzaken der productiedalingen in de oorlog-
voerende landen zijn bekend. Een groot deel der ge-
schoolde mijnwerkers stond ouder de wapenen en
moest vervangen worden door jongere, ‘minder bekwa-
me krachten .In de Centrale Rijken’ werkte de voe-
dingstoestand tevens in onguzistige richting, terwijl
na den wapenstilstand de algemeene arbeidsonlust en
neiging tot revolutionnaire ‘woelingen (het hunne de-den. Daarenboven was gedurende den oorlog de ver-
nieuwing der materialen achterwege gebleven en had
men roofbouw gedreven door •de goede lagen uit te
putten, de slechte te laten zitten. Hierin kwam nu

1) Zie pag. 94 van ‘den vorigen jaargang.

Vereenigde Staten

1

Engeland

1
Duitsci

natuurlijk een ommekeer, die de productie vermin-
derde, temeer daar men er niet in slaagde door het
invoeren van overuren de productie van beteekenis
op to voeren. Uit het hieronder gèg’even overzicht
wordt ‘de daling in de totale jaarproductie, zoowel als
in de productie per arbeider zeer duidelijk.
Zeer groot is de mindere opbrengst der mijnen
de laatste jaren in Duitschiand, Frankrijk en Enge-
land, terwijl België in
1920
de vreclesproductie weer
bijna bereikt heeft en Nederland en de Vereenigde
Staten deze aanzienlijk overschreden.- Het aanzienlijke
verschil tusschen’de Fransche productie per mijnwer-
ker thans en voor den oorlog.zal wel hieraan te wijten zijn, dat een groot deel der arbeiders nog ‘met herstel-
lingswerkzaamheden aan de verwoeste mijnen bezig
was. In de geringe productie per Engelschen mijn-
werker komt de ontevredenheid der mijnwerkers tot
uiting, die tot de staking steeds toenam. In J’anuari
1921
daalde de productie tot
74,
in Februari tot
66
en in Maart tot
68
procent van de productie over de
overeenkomstige maanden van
1913.
Opvallend is het
buitengewoon groote verschil tussehen de absolute
getallen der prestatie in de Vereenigde Staten en
Europa. Voor harde kolen (anthraciet) was de produc-
tie per hoofd in
1913 417,7
‘ton, terwijl zij in ‘Duitsch-
land, het land met het hoogste produetiecijfer per ar-
beider ‘in Europa, slechts
290
ton bedroeg. Sinds-
dien is het verschil nog vergroot. Dit hangt samen
met de veel uitgebreider aanwending van machines
in den Amerikaanschen ‘kolen.mijnbouw. In het bij-
zonder de zachte ‘kolen (d.i. steen- en bruinkool, be-
halve anthraoiet en de beste magere kool uit Pean-
sylvanië) worden in groote hoeveelheden machinaal
gewonnen; in
1913
geschiedde de winning voor
51
perc., in
1918
voor
57
perc. ‘door excavatcurs en stoom-
sch’oppen. Daarbij komt, dat de Amerikaansche steen-
kool veelal aan het daglicht gewonnen wordt, hetgeen
in Europa zoo goed als uitgesloten is.’ Deze gunstige
voorwaarde vergemakkelijkt in Amerika een produc-
tieuitbreiding, terwijl in Europa, voornamelijk in
Engeland, de steenkool thans reeds op zoo groote diepte gewonnen wordt, dat een productiestijging
slechts met zeer beduidend meerdere kosten te berei-ken is.
De geringste productie per arbeider vertoont Ja-4 pan (in
1917
bv.
167,85
t. per man). Dit is een gevolg
van de in Japan heerschende productiewijze, die sterk
van dé Europeesche, in ‘t bijzonder echter van de
Amerikaansche, afwijkt. ‘Menschenovervloed en ka-. pitaalgebrak drijven Japan in een aan de
V. S.
‘tegen-
gestelde richting, waarbij het doode materiaal het
meest ontzien wordt. In Japan waren in
1907 26
per-
cent van de in de mijnen werkzamen vrouwen; in Bel-
gië daarentegen, waar industrieele vrouwenar,bei’d
voor Europeesche verhoudingen nog onevenredig veel
voorkomt, werden onder de in de mijnen werkzamen iii
1915
slechts
5
perc., in
1918 6
perc. vrouwen en meis-
jes aangetroffen.
Het hierboven vermelde overzicht ziet er als volgt
uit:

Lland

Frankrijk

1
België

1
Nederland

IProd.p.manl
In

°I
I

C’)I
In

cJ
I
0

cI
I
Totale
p.jaarin perc.l

1
InI
8

1
Ini
1

8

1

I-‘I
1
Jaar
prod. ‘in
vanl9l3
Prod. in

1
‘Prod.
in
Prod. in

al
Prod. in
Prod. i

perc.van
.
1
perc.van
1


I..
,-

,.
perc.van

‘:J

perc.van
1
°’
perc.van
I
perc. van
5.

IHardelzachtel
1913 1913 1913
i
‘1913
I
1913
1913
kolen

kolen
IOI
IO’roI
IO.C)
1′
1
P<

1

1913 51.7 Mill.t 417.7 t 759.3 t 292 Mill.t 1258.8 t 191.5M.t. 290.7 t 140.1 M. t. 1695kg 22.8 M. t. 1 157 t 1 1.9 M. t. 230 t
= 100 =100 =100 1 = 100 1 = 100 1 = 100 = 100 1 = 100 1 = 100 1 = 100 1 =100 1 = 100
1
=100

1914
1

93
97
87
92
92 84
91 74
’96
73 82
102
93 1915
90
97
95
88
104
77
118
47 90
62
72
121
102
1916
104
105
108
89
101
83 109
51
88 74
85
141
98
1917
115
1124
109
86
95
’88
101
69
91
65
85
161
87
1918
119

,
129
116
79
89
84 74 66
81
61
’80
181
80
1919
94


80
76
61
56
55
65
80 85
182
72
1920
113


80
75
74
63
56

98
’89
210
70

5 October 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
t
859

BOEKAANKONDIGING.
Nederlaivdsch ii ssuran.tierecht, Brand-
verzelcering door Mr. J. G. L. No?.s
Trenité.
Tweede herziene druk. Haar-
lem, De Erven F. Bohua, 1921.

Het is mij aangenaam in dit weekblad de aandacht
te mogen vestigen op dit thans in 2en druk versche-
nen werk, waarvan de le druk in 1902 verscheen en
toen door mij uitvoerig is besproken in de ,,Verze-
keringsbode”.

Aangezien in 1907 van den zeifden schrijver is ver-
schenen in 2 stukken -Nederlandsch Assurantierecht
Zeeverzekering, ingeleid als tweede deel van . zijn
werk, zou de titel van bo’venstaand werk m.i. juister
en duidelijker zijn geweest: ,,Nederl’andsch Assuran-
tierecht le deel Brandverzekering”. (cf. o.m. de In-
leiding pag. 4).

Zooals schrijver in zijn voorbericht bij dozen 2en
druk opmerkt, heeft hij hiermede de gelegenheid ge-
had om het werk op de hoogte van den tijd te bren-
gen, wat rechtspraak, gebruikelijke formulieren en
clausules betreft, maar ook omdat op verschillende
punten ‘zijn inzicht wijziging heeft ondergaan. De
systematische indeeling van het werk en de rubrieks-
gewijze behandeling van het onderwerp zijn boven-
dien zoo gewijzigd, dat deze 2e druk niet slechts voor
een aankondiging, maar ook voor een zelfstandige be-
handeling in aanmerking komt.

Brandverzekering is reeds uit pr.actisch oogpunt
een zaak van zoo groot belang voor velen,’dat de ‘kring
van lezers van dit werk zich niet behoeft te bepalen
tot assuradeuren en juristen, maar ‘dat het ook de
aandacht verdient van handelaren en in’dustnieel’en en
.van hen, ‘die in meerdere of mindere mate ‘met dezen
tak van ver’zekering in aanraking komen. Dit werk van mr. Nolst ‘Trenité, vrucht van veel studie en in
aangenamen en helderen betoogtrant geschreven, ver-
dient ook de aandacht van hen, ‘die meer in andere
takken van scha’deverzekering belang stellen, daar het
nog meen geeft dan men uit den titel zou vermoeden;
een groot gedeelte hiervan toch is gewijd aan verze-
kering in het algemeen, hetgeen reeds nood’ig was
op grond van de behandeling dezer materie in ons
Wetboek van Koophandel.
De algemeene beginselen van verzekeringsrecht
worden, gelijk schr. in de Inleiding opmerkt, ,,in ‘t
bizonder in verband met de bramdverzekening bespro-
ken” en ,,de toelichtende jurisprudentie is ‘ook, enkele
uitzonderingen daargelaten, aan dit onderdeel van
het ‘assurantierecht ontleend.”

Schr. vangt aan met de verzekering te onderschei-
den in 2 instituten de schadeverzekerirtg
en
de per
soonsverzekeriing;
de eerste, voor een belangrijk ‘deel
een handelsinstituut, omvat zee-, transport-, brand-,
diefstal-, glas-, vee-, hagelverzekenin,g enz., de onder
de tweede vallende vormenvan verzekering zijn on-•
gevallen-, ziekte, levensverzekeiing-, oader’d’omspen-
sioenen. Wat het recht betreft worden ‘beide Institu-
ten meerendeels door verschillende beginselen ‘be-
heerscht: het schadeverzekeringsrecht is voor een
groot deel speciaal recht en de studie hiervan tevens
studie van het moderne handels- en verkeerswegën,
het recht t.’a. van d’e persoonsverzekening is daaren-
tegen voor’ het grootste deel -geen ander dan ‘het; ge-wone ‘burgerlijke en handelsrecht. Schr. stelt zich ten
doel alleen het eerste instituut, cle schadeverzekering,
te behandelen en van deze speciaal de Brandiver-
zekening.

Aan de geschiedenis der wetgeving hier te lande
t.a. der verzekering worden enkele bladzijden gewijd en
eenige korte opmerkingen aan de wetgeving :betref.
fende verzekering in het’ buitenland.
Na deze inleiding ‘behandelt schr. zijn ‘onderwerp in
2 afdeelingen, n.l. 1 verzekering in het alemeen
en
II verzekering tegen ‘brain.dgevaar.
De eerste afdeeling handelt in 8 hoofdstukken ach-
tereenvolgens over verzekenin,gmaatschappijen, begin-
selen, verzekerde som, duur tder verzekering, bewijs

der verzekering, verzekering door en voor derden, ver-
plichtingen van den verzekerde, nislcoverzwaring en
de tweede afdeeling in 9 hoofdstukken achtereenvol-
gens over ‘de brandpolis, verzekerde zaak, gevaar,
schaderegeling in het algemeen, schaderegeling bij
onroerende goederen, schaderegeling
bij
roerende goe-
deren, het beding van ‘art. 297 W. v. K., verzekering
van’ onlichamelij.ke zaken, verzekeri,ng van het ver-
mogen.’

Uit de in deze 17 hoofdstukken behandelde stof
zal ik enkele grepen doen, zon’der daarmede iets te
kort te willen doen aan de belangrijkheid van het-
geen niet door mij ‘naar voren wordt gebracht.
In het .hoofdstuk, getiteld ,;Beginsölen”. ‘beschouwt
schr. in § 1 verzekering allereerst als
schadevergoe-
dingscontract.
,,Verzekering ‘beoogt schade t’e vergoe-
den. Aldus heeft onze wetgever het begrepen, die in
art. 246 K. het eerste aan het verzekeningsrecht ‘gewij-
de artikel de volgende definitie van verzekering geeft’.

Ass’wrwivtie
of
verzekering is eene overeenkonsst
bij welke:de verzekeraar zich aan den verzekerde, tegen genot eener premie, verbindt om denzelver& schadeloos
te stellen.’ wegens een verlies, schade,
of
gemis van
verwacht voordeel, welke dezelve door een onzeker
voorval zoude kv,nnien Ujden.

Indien men
onzeker, voorval
opvat in den zin zoo-
wel van onzeker
of
iets zal gebenren, als van onzeker
wanneer
iets zal plaats grijpen, vinden, wij in dit arti-
kel een vrij zuivere begripsbepaling van de verzeke-
ring als ,,schadevergoedings:contr.act”. Het in onze
wet vastgestelde indemaiteitsbeginsel ‘zelf wordt vol-
gens schrijver tegenwoordig vrij ‘algemeen als juist
aanvaard en assurantie moet blijven, wat het naar
onze wet is, een züiver sch’adevergoedingscontract,
ten doel hebbende herstel van werkelijk geleden ver-
mogen.sna’deel.

Wat is het voorwerp der verzekering? Deze vraag,
waaromtrent veel meeningsverschillen bestaan en veel
begnipsverwarring heerscht, wordt door schr. in § 2
van straks genoemd hoofdstuk nauwkeurig overwogen
en
zijn
slotsom is, dat het vermogen ‘of ‘bestanddeelen
daarvan het voorwerp der verzekering vormen.
Hierbij sluit zich. aan § 3
Het gevaar en het ge-
vaa’rsobject:
het gevaar, waartegen verzekerd kan wor-
den en het gevaar loopende ‘object, ‘dat tot het ver-
mogen van den verzekerde kan behooren of daarbui-
ten kan liggen. ,’Bij een verzekering, waar het ge-
vaarsobject” b.v. een huis) ,,binnen het vermogen
van den verzekerde ligt, kan het voorwerp der verze-
kering dezelfde zaak zijne als het ‘gevtarsobject, doch
het kan ook een andere zijn” (b.v. de te ontvangen
huursom). ,,Is het dezelfde zaak, ‘dan is dit natuur-
lijk een lichamelijke zaak, want het gevaarsobject is
noodwendig een lichamelijke zaak. En aangezien die
lichamelijke zaak nu voorwerp der verzekering is, kan
men- spreken van de verzekerde (lichamelijke) zaak.”
Het gevaar, waartegen verzekeçd kan worden is in het algemeen elke toevallige gebeurtenis, die aan ons ver-
mogen schade kan toebrengen. Hieraan wordt in de
2e afdeeling ,,verzekering tegen brandgevaar” een
afzonderlijk hoofdstuk gewijd, waarover aanstonds
nader.
in § 4-van het. 2e hoof’dstuk,,gaat schr. uitvoerig na
,,het
waardebegrip
met betrekking tot éénzelfde tijd-
stip en. wel met betrekking tot dat tijdstip, hetwelk
voor het ‘verzekeringsrecht het
belangrijkste
is: het
tijdstip, waarop de. schade, .waartegen verzekerd is,
vervalt. Naar de waarde toch van het verzekerd voor-
werp op dat oogenblik -wordt des assuradeurs vergoe-
dingsverplichting afgemeten, eiet als ‘eenige, maar
‘als de naar boven limiteerende’factor.”
De
polis,
het bewijsstuk der verzekering, wordt be-.
handeld in beide afdeelingen,,n.l. eerst.de
polis in het
algemeen en haar inhoud, en daarna de open en de
gebaxeerde polissen (cf. artt. .273, 274 en 275W. v. K.) vervolgens in ‘de 2e: af.deeling ;de brandpolis.
Vermelding verdient hier de
viieuwe Beursbrandpolis,
welke den 20en, December .1.1. ‘te Asterdam bij een no-
taris- en te Rotterdam ter griffie der ‘Arrondissements-

860

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 October 1921

Rechtbank is gedeponeerd en voor beide plaatsen
nagenoeg gelijkluidend is. Deze beurspolis wordt, ge-
lijk schr. opmerkt, gebezigd door alle Nederlandsche
maatschappijen op vaste premiën en bijna alle buiten-
landsche maatschappijen of, wat mi. juister is, voor alle brandverzekeringen, door makelaars ter beurze
gesloten en voor een groot aantal brandverzekerin-
gen buiten de beurs gesloten door zoogenaamde beurs-
maatschappijen.
De nieuwe Beursbrandpo’lis, welke door schr. nader
besproken en aan critiek wordt onderworpen bevat
,,een in hedendaagschen taal en stijl vervatte, door-
dachte regeling van het brandassurantiecontract, dat”, in tegentelling met de oude beurspolis, ,,00k voor den
leek op assurantiegebied leesbaar en verstaanbaar
is”. Dit nieuwe thans gebruikelijke formulier is in
zijn geheel onder de Bijlagen opgenomen, zoomede ook
•dat der oude Amsterdamsche en Rotterdamsche beurs-

polis.
Had schr. in dit verband ook niet meer aandacht. moeten schenken aan de eigen polissen in gebruik
bij de voornaamste binnenlandsche (de zoogenaamde
provinciale) maatschappijen? Of heeft hij zulks niet
gedaan, omdat de meesten zijner lezers meer belang
zullen stellen in de beursverzekeringen?

Voor de veelvuldig voorkomende -veemverzekerin-gen worden
bij
wijze van aanhangsels tot de beurs-
brandpolis bijzondere formulieren gebezigd, waarvan
schr. één specimen in den tekst opneemt.
In het afzonderlijke hoofdstuk over het gevaar in
de 2e Afdeeling, hierboven door
mij
vermeld, wordt
gehandeld over het gevaa.r, dat de braizdverzekeraa.r
op
zich n8emt,
namelijk ,,het gevaar voor beschadi-
ging of vernietiging van de verzekerde goederen door
brand, ‘door de gevolgen van, brand en door ongeval-
len, door de wat of de polis met brand gelijkgesteld.”
Schr. •definieerrt hier zeer juist voor. de verzeke-
ringsleer
brand
als verbranding van stoffen op het
oogenblik van de verbranding daartoe niet bestemd.
Vervolgens wordt aan de hand van •de wet nage-
gaan, welke schaden met die ‘door brand veroorzaakt
worden gelijkgesteld (cf. artt. 291 en 292 W. v. K.) en
voorts wat volgens de wat en de bepalingen der polis
niet ten laste van assuradeuren komt. Hierbij ver-
dient vermelding, dat de nieuwe beursbrandpolis, in
overeenstemming met de practijk in het buitenland,
uitdrukkelijk uitsluit lo. de molestsehade (sedert
Augustus 1914 reeds bij alle brandverzekeringen zon-
der meer uitgesloten) en 2o. brandschaden, welke in
verband staan met aardbevingen, vulcanische uitbar-
stingen en andere geologische of metereologische ver-schijnselen, uitgezonderd bliksemslag.
Ten onrechte m.i. acht schr. art. 249 W. v. K., dat
de zoogenaamde vice-propre-schaden uitsluit, niet
voor brandverzekering toepasselijk; te meer nu de
nieuwe beursbrandpolis in § 1 de bepaling van art.
290 W. v. K. letterlijk overneemt zonder de woorden
,.geene uitgezonderd”.
In het hoofdstuk, handelende over
de schaderege-

ling bij roerende goederen,
had sehr. m.i. moeten wij-
zen op de vaststelling van brandschade aan inboedels,
waaromtrent ook •de nieuwe beursbrandpolis ten on-
rechte geen nadere bepalingen geeft als aansluiting
bij de practijk. Ik zal hierop niet nader ingaan, maar
meende ook thans ‘deze kwestie niet onopgemerkt te
laten na destijds hierover uitvoeriger te zijn geweest.
Onder verzekering van o’n2ichomelijke zaken
behan-

delt schr. die van zakelijkg rechten, die van pand en
hypotheek en die van vorderingen. Bij deze, in tegen-stelling met de verzekering van lichamelijke zaken, is
er verschil tusschen gevaarsobject en voorwerp der

verzekering, welke
bij
de laatste wel, maar hier nim-
mer samenvallen. Hetzelfde is het geval
bij
de
in
het

laatste hoofdstuk behandelde verzekering van het ver-
mogen, m.n. de verzekering tegen wettelijke aanspra-
kelijkheid, de bedrjfsverzekering en •de herver-

zekering.
Ik heb slechts enkele onderwerpen uit mr. Trenitd’s
boek aangevoerd en noode onbesproken gelaten wat

op het gebied van het verzekeringsrech’t en vooral voor den brandassuradeur van groot belang is, b.v.
om. de polissen zonder vermelding’ van waarde, die
met vermelding van waarde en die met vaste taxatie.
Ten slotte wil ik er op
wijzen,
dat de rechtspraak
in verband met verschillende controversen tot in het
vorige jaar is bijgewerkt en dat raadpleging van dit
uitnemende standaardwerk, een ‘blijvende gids op het
gebied der brandverzekering, vergemakkelijkt wordt
door een uitvoerige inhoudsopgaaf ‘der hoofdstukken
en ‘door registers der aangehaalde arbitrale en rech-
terlijke beslissingen, der ‘behandel’de artikelen van
het Wetboek van Koophandel en der behandelde
onderwerpen, dit laatste alphabetisch.
Mr.
G.
BICKER CAARTEN.
Rotterdam.

ONTVANGEN:

Sombere klanken.
Een adres aan ide iboltde Kamers der
Staten-Generaal door het Verbond ‘van Nuier-
laudsehe Pabrikanten-Vereenigingen; Rotterdam,
Nijgh en van Ditmar’s Uitgevers-Maatsc1happij,

15 September 1921.

Normalisatie- Bui-eau voor Arbeiidsua’ken [in de Metaal-

nijverheiLd,
Mededeelin,gen No. ld,
gemiddeld uur-

loon en gemiddeld uurinkomen der iniieeiider- en
mimderjar[igen,’ (1 Juli 1921) met 22 grafichen
Nos. 73-94, September 1921, bureau N. A. M.

p. a. Weikap.00r, Amsterdam.

De Rechtsleer der Les ensv erzekeringsovereenkomst
door Jhr. Mr. A. W. Wichers, Aflevering 3,
‘s Gravenhage, Martinus Nijhoff, 1921.

Wet op de Inkomstenbelasting 1914,
benevens Wet
op de Raicletn van Beroep voor de Directe Beilas-
tingen,Wet op de Verddiigingsbelastinig II, Bepa-
lingen Gameentebelastingen en verdere bijla,gen,
toeigeiliciht door V. S. Qhzastede, derde druk,
J. T. Swartisenbuig Aonsterdaim, 1921.

South’ African Mining and Engii1eerin,g Journal,
second special Coal Number.
TJ’itg. Aiigus South

African Newspapers Ltd., Londen, 82-85 Fleet-
street E.C. 4. Prijs 5
ah.

Anderhalf jaar geledeli verscheen van bovengenoemd tijdschrift ‘het eerste Special Coal Number, ‘waarvan de
bedoeling was de groote mogelijkheden, die Zuid-Afrika
als steenkoolproduceerend land bood, uiteen te zetten. Dit
was toen, naar de Redactie opmerkt, nog noodig.
Haar tweede Coal Number kaü al een overzicht geven
van een geweldige vlucht, die ide kolenmijnbouw in Zuid-
Afrika ‘in de laatste twee jaar genomen heeft, o.a. bevor-
derd door de hooge kolenprijzen in Europa. De Redactie
is er ‘dan ook niet gerust op, dat de jonge nijverheid niet
in ernstige mate de» terugsiag van den scherpe» val der
kolenprijsen zal ondervinden.
Hoe dit ook zij, kennisnenring van wat op het gebied
dezer industrie in de laatste twee jaren in stilte (om de
kapers van de kust te houden
1)
in Zuid-Afrika ie ge-wrocht, ‘doet zien met welk een energie de izaak ter hand
is genomen.
Hiertoe stelt het hierboven genoemde Second Coal Num-
ber uitnemend in staat. De kolenmijnbouw van Zuid-Afrika en alles wat er aan vastzit, zooals geologische
vraagstukken, de verhouding tot de Spoorwegen (tarieven),
de afscheephavens en hun inrichting, de invloed van de
moeilijkheden in den Engelsehen kolenmijnbouw op de out-
vikkeling van de Zuid-Afrikaansehe enz., ‘worden er in
behandeld. Daarnaast viindt men beschrijvingen der ver-
schillende mijnen, terwijl talrijke goede illustraties den
tekst verduidelijken.

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

D e E c o n o m i s t. – ‘s-Gravenhage, 1 Augustus
1921.

Prof. Dr. C. A. Verr’ijn Stuart,
De grondslag der
loonsbepaling; T. Mulder,
Hooger handelsonderwijs.

5
October
1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1

1

L a R ô f o r m e S o
c ja 1 e. – Parijs, Mei 1921.

M. Dufourma.ntefle,
Les journées d’études sociales

de Toulous&;
Ricol,
La réforme •du partage successo-

rai;
E. Seilliire,
Sinte-BQue, agent, juge et corn-

plice de i’évoiution omantique;
F. Lepelleier,
Le

mouvement économique et social.

1 d e m. – Parijs, Juni 1921.
.1

Ed. Laskine,
Les confiits de rtendaiices du socialis-
me français;
R. de Boyer-Mo’ntégut,
Faut-il.créer des

coopératives agricoles;
E. Seillsre,
Sainte-Beuve,

agent, juge et complice de l’évohition romantique;
P. Doi,
Méleuges et notices;
J. .dnqot deá Rotours,

Le mouvement économique et social. – Pays de lan-

gue anglaise.

Schmolie’rsJahrbuch. — München, Leip-
zig, 45e Jahrg. 2tes Heft, 1921.
E. Zielmanmn,
Die Vorbildung der Volkswirte und

Juristen;
H. Göpper,
Die Sozialisierungsbestrebun-

gen in Deutschiand nach der Revolution;
U. Wilcken,

Alexander der Grosze und die hellenistische Wirt-

schaft;
R. Kjellén,
Die Koalitionspolitik im Zeitialter

1871-1914 II;
E•. Sa2in, Zu
Methode und Aufgabe

der Wirtschaftsgeschich.te; R. Hiipke,
Das Ernh-

rungsproblem in der Geschichte;
M. Pa.lyi,
Der Streit

um die Staatliche Theorie des Geldes;
A Teckien-

burg,
Die mathematische Durchaibeitung des Propor-

t.ionalwahlsystems.

Zeitschrift für Sozialwissenachaft.

– Leipzig, 28 Juni 1921.
E. Adier,
Die Frage der Konimunalisierung als
Problem der UnteTnehmungs-Organisation T;
.Rocke,

Die Gefaliren der Entartung des Sparkassenwesens:
A. Cohen,
Was ist ,,geistige Arbeit”?

Journal des Economistes. – Parijs, 15
3ui 1921.
Yves-Guyot,
Les salaires et les prix;
Fr. Passy,

Après la grève;
Fernoin4-Jacq,
Les industries élec-

tcques en Ohine; Z.
Moidet,
L’état et l’intérèt géné-

rai;
A.
Raffalovich,
Le Canada pendant les six ‘Ier-
nières annes (1914-1920);
N. Mondet,
Une théore

anarchiste; A. Ma.rvdïd,
La crise économique en

Esjagne;
J. B. Jegro,
L’économique comme base de
la morale;
B. L. L. E.,
La ligue du libre-écharce

(juillet 1921).

D e In d i s c h e G i d s. – Amsterdam, Augustus
1921.
H. J. Grjsert,
Enkele aar(teekeuingen naar aanlei-
ding van het verslag van de commissie tot herziening
van de staatsinrichting in N.-I.;
T. Treffers,
Gou-

verneur-Generaal of legercommandant?’
J. Habbema,

De voert,a’al bij het inlandsch onderwijs;
P. C. van
der Wolk,
Een eereschuld jegens ‘Banda.

The geographical Journal. – Londen,
Juni 1921.
J. B. L. Noel,
A reconnaissance in the Caspian
provinces of Persia;
A. W. Gomme,
The scenery of
Greece;
E. Heawood,
The or1d map befbre and after.
Mageflan’s voyage; Four notes oia map projections;
Mount Everest expedition.

Id e m. – Londen, Juli 1921.
J. W. Arthur,
Mount Kenya;
J. M. Wordie,
Pre-
sent-day conditions in Spitsbergen;
F. Kingdon

Ward,
The Mekong-Salween divide as a geog’raphical
barrier; Mount Everest expedition.

Tij dschrift voor Economische Geo-
gr a p h i e. – ‘s-Gravenhage, 15 Juli 1921.
Prof. Dr. H. Blinic,
Veranderingen in de verdee-
ling van het grondbezit in Europa fia den oorlog;.
F. J. H. Geraets,
Kopenhagen en zijn vrijhaven;
Economische onijwi:kkeling van Engeland in de 19e
eeuw, (naar een hoofdstuk uit
Georg Herbert Perris:
The industrial History of modern England); De
kameel en zijn economische beteekenis; De econômisch-
geographische positie der Nederlandsche visseherij-

havens, naar
Ir. H. Smalhout; Zuivelproductie en
zuivelhandel voor en na den oorlog, naar
Dr. H. Blink.

The Am er ica n Jo urnal of Internatio-
na 1 La w. – New York, Juli 1921.
G. E. Sherma.n,
The nature aiid sources of interna-
tionallaw;
J S. Reeves,
International society and in-
ternational law;
A. E. R. Boalc,
Greek interstate
associations and the .Leage of Nations;
Th. Baty,
Enemy goods and house of trade. –

MAANDCIJFERS.

EMISSIES IN SEPTEMBER 1921.

Provinc. en ‘Gemeentelijke leeningen
f

9.741.162,50
zijnde:
Heerlen
f1.600.000,— 6
1
12
O
lo
obi.
0.

Soest
f590.000,— 6
’11
0
/0
obi.
0.99′!,
0/,

Rotterdam
f6.000.000,-6
0
/o obl.0.98
0
1o.
Almelo
f 1.690.000,— 6′!,
0/,
obl.
0.
100,18
C/.

Oultuurondernemingén, Handels-
vereen. en Handelsvenn. …….

, 787.500,-
zijnde:
N.V., De Twentsehe Handel-Maatsch.
v/h. de Rooy &
Co. f750.000,-
aand.
0.
105
O
/o.

Diversen …………………….,

75.000,
zijnde:
R. K. Patronatenbond
f 75.000,-
6′!,
0/
obi. 0, 100
0/o

Totaal . …
f

10.603.662,50

Totaal der emissies in Januari ..
f
49.295.330,-
Februari .

29.964.250,-
Maart ….

69.463.000,-
April ….., 19.416.000,-
Mei …… 36.486.931,25
Juni ….., 49.850.500,-
Juli …… ,, 104.801.800,-
Augustus.. ,, 13.217.000,-
September. ,, 10.603,662,50

Algemeen Totaal ..
f
383.098.473,75

Bovendien:


f 71.040.000,— 3/in.
Schatkistpromessen
0.
f

987,73

22.250.000,— 61in.

,,

,, ,,

980,-

terwijl voorts ook hier te lande gelegenheid bestond tot
inschrijving op de uitgifte van Banque de Paris et des
Pays-
Bas frs.
50.000.000,—
aand.
0.
150
0/•

GIRO-OMZET BIJ DE NEDERLANDSOHE BANK.

Augustus
1921

.11

Augustus
1920

Posten
1

Bedrag

II
Posten
1
. Bedrag

Voor. reke-
43.255
1f
2
.
197
.
973
.
000
11
33
.
060
It
1.819.255.000

waarvan (loor
de H.-bank

.
plaatselijk…
20;975 ,,1.805.311.000 13.083 ,, 1.453.290.000

Ter’ voldoe-
ning van
Rijksbelast.

1.658 ,,

13.633.000

996 ,,

10.811.000

GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM.

Juli
1921

il
Juli
1920

Posten
1

Bedrag

11
Posten i

Bedrag

Ontvangen en
betaald:
in contanten.
29940
f 22.431.370
102141
f

11.911.517
door over-
schrijving
‘).
66806
,,243.442.876
57224
,, 234.008.882
Particuliere
rekeningboud.
11423
3
)
,, 26.231.601
8599
2
)
22.236.082
Saldo
te goed
part, rek.
u°.

,,

8.714.778

,,

5.585.356 Deposito’s


368
,,

572.900
1



1)

Inciusieve
verrekeningen

tusscheri gemeentediensten,

zijnde
pl.m.

f

177.254.009.03

per

maand,

in

de

maand

Juli

1921 en
pim.
f178.712.022,29
‘in
de maand Juli 1920.

‘)
Aantal.

862

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5
October 1921

HANDELSBEWEGING OVER DE MAAND AUGUSTUS
1921

(volgens de. groepen der naamlijst van goederen, opgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek.)

Invoer
Uitvoer
S aldo Invoer
Saldo Uitvoer
Groepen
Gewicht
Waarde
.
G ewicht
1

Waarde
Gewicht
Waarde
Gewicht
Waarde

K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
T Dieren en dierlijke
producten
13.341.695 10.243.908
50.789.050 42.837.092


37.447.355
32.593.184
II Plantaard.

voort-
46.339.335
172.488.057
31.196.462
49.242.389
15.142.873

brengselen

……..221.730.446

III Iilineralen,metalen
.
en niet in andere
groepen

opgeno-
men fabrik. daarv.

..033.976.152
47.272.005 186.686.935 22.482,551
867.289.217 24.789.454


IV Mèel en meelfabri-
6.777.975 25.742.920
5.562.4.88
1.554.598 1.215.487


V Chemische produ c

katen

…………27.297.518

ten,

geneesmidde-
len, verfwaren en
kleurstoffen
16.038.745
4.014.737 5.984.858 5.599.641 10.053.887
1.584.904
VI Olie,hars,was, pek,
teer en distillatie-
producten van teer; fabrikaten van deze
stoffen, n. a. g.
55.733.817
12.335.639 23.217.046 10.023.819 32.516.771 2.311.820


VII Hout enfabrikaten
van hout en derge-
lijke stoffen; meu-
.
belen, v.as …….
109.901.796
10.061.994 3.527.238
839.075
106.374.558
9.222.919


VIII Huiden, vellen, le-
der, lederwerk en
2.542.025

..

4.344.737 2.155.901
2.516.280 386.124
1.828.457


IX Garens,

touw

en
touwwerk, weefsels
en stoffen, kleede-

schoenwerk ………..

ren en modewaren
6.458.391 19.964.823 3.355.538 10.541.327
3.102.853 9.423.496


X Aardewerk, porse-
lein,

.
pottenbak-
kerswerk,

gebak-
ken steen en andere

109.268.923 2.683.524
3.612.426
772.273
105.656.497
1.911.251


2.482.885
971.361
3.130.873 867.968

103.393
647.988

kunsteteen

……..

4.998.200
2.205.058 12.437.579
2.874.283


7.441.379 669.225

XI Glas ……………
XII Papier …………
XIII Voedings- en ge-
notmiddelen,

niet
genoemd in de groe’
pen 1,11, IV en VI
25.319.958
11.640.896 27.123.920
12.856.246


1.803.962
1.215.350
XIV Rijtuigen, voertui- gen, vaartuigen en
luchtvaartuigen
3.580.365 4.097.932
2.158.147
2.283.838 1.422.218 1.814.094

XV Andere

goederen
dan gebracht onder
de groepen 1 tot
en met XIV

..
18.923.826 16.174.543 6.468.917

6.504.533
12.456.909
.9.670.010

1.651.592.742
199.128.467
508.877.405
157.757.876
1.142.715.337
41.370.591

WaarvanGouden Zilver,

Totaal
……..

al of niet gemunt (op

genomen in groep III)
202.100
12.468.288
43.351
15.191.793
158.749
– –
2.704.105

OVERZICHT
van
de waarde
van den
In- en Uitvoer
voor
elke maand
van het loopende
jaar
en de
drie daaraan voorafgaande
jaren, met
uitzondering
van
Munt en Muntmateriaal,
in guldens.
)

Invoer

.
.

Uitvoer
M aan den
1918 1919
1920

J
1921
1918
1919 1920 1921

88.009.520 75.073.388 256.207.615 214.136.278
51.437.578
.41.321.453 135.932.785 115.835.310 45.903.517 106.229.028 233.591.043 170.494.270 54.372.261 44.543.205
113.309.645
120956.498
48.897.456
148.758.852
187.916.138 213.830.220
47.372.422
52.680.723
68.210.466
107.204.662

Januari …………….
Februari

……………
Maart

…………….
35.302.563
189.565.086
203.592.812 195.781.602
30.702.241
50.827.142
99.448.337
108.819.697
April ……………..
35.055,767
257.009.336 298,514.162
168.114.951
35.843.354 96.168.708
170.393.137
93.818.710 30.330.163
258.183.821
345.402.373 188.559.719
23.040.469
128.270.353 179.478.445
120.815.908
47.764.858
274.264.390 314.861.366 170.674.007
35.046.826
133.623.129 177.114.162
105.420.129

Mei

……………..
Juni

……………..

40.567.748
313.403.619 267.956.122
186.640.179
25.501.391 163.771.619
130.018.883
142.566.083

Juli

……………..

September

……….
87.610.188
298.107.886
317.368.670

27M41.796
162.131.110
165.965.569

67.702.922
319.833.079
337.338.332

12.704.155
214.577.467
148.140.438

Augustus

…………..

57.929.799 296.351.809
270.811.334
15.278.909
171.171.804
156.557.011

October …………….
November …………..
……..

..

63.282.114
288.958920
298.867.123

22.268.327
154.241.692
158.922.833

December
….
..

Totaal …….
915436997
608.356.613
2.825.739.214
3.332427.090
1.508.231.226
381.209.729 1.411.308.405
1.701.491.711

)
In de
Statistiek over December
1919 zijn
de
bedragen vermeld
met
inbegrip
van gouden
en zilveren
munt en
muntmateriaal.

864

ECQNOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 October 192f

RIJKSPOSTSPAARBANR.
der voor 11,63

en 3,12 werd verhandeld. Parijs en België
.
waren eveneens aangeboden. Het sterkst laalden weder de
marken. Het aanbod kwam weder hoofdzakelijk uit Duitsch-
JULI


1919 1920
1921
land zelf en iedere kleine verbetering werd diirect weder
door dat sterke aanbod te niet gedaan. Zoo ook Vrijdag,

.

Terugbetalingen

.. ,,

10.236.407 ,,

10.432.776 ,,

9432.558
toen tamelijk goede vraag bestoiid en een oogenblik tot
2,77 werd betaald. Ook Weenen was weder flanwer en werd
Tegoed der inleggers

.
zelfs

18%

cent

verhandeld.

Warschau.. ca.

5 cent.
.voor
Skandina’vië was wederom prijshoudend en eerder vaster
Nom. bedr. der uitst

.
voor Stockholm en Kopenhagen, maar opnieuw flanwer
staatsschuldboekjes

.
voor Christiania,
.
dat voor 38,65 werd afgedaan. Zwitser.

Inlagen

…….. …
f

12.868.632
f

11.942.246
f

10.666.849
oi

ultimo’ ……….

3.5.840.250

40.488.200

43.631.750
land en Spanje onveranderd. Buenos Aires vast, ca. 101,-,
Spaarbankboekjes:

.
Indië flauwer 98/s-98/8.

op ultimo ………..258.921.028 ,,265.765.218 ,, 275.867.155

Aantal nieuw uit-
gegeven

14.753

11.260

9.230
Aantal

geheel af-
betaald

7.802

8.568

7.910
KOERSEN IN NEDERLAND
Aantal in omloop

0

op ultimo

1.866.875

1.903.145

1.913.675
Data
8
S)
Berlijn
S)
Weenen
5)
Brussel
1
New
.
)
York**)

26Sept.1921..

11.654

22.624

2.71

0.25

22.12

3.13/
8

PQSTOHEQUE. EN GIRODIENST.

.
27

,,

1921..

11.61

22.174

2.55

0.184

21.924 3.10
8
1s
28

1921.
.

11.57+

22.124

2.47

0.20

21.85

3.10
Juli1920
Juli 1921
29,,

1921..

11.68+

22.324

2.54

0.21

22.-

3.t4/4
30

,,

1921..

11.75

22.60

2.70

0.214

22.224 3.15e/s
Aantal
Bedrag
Aantal
Bedrag
1 Oct. 1921..

11.65

22.324

2.574

0.214

-.


Laagsted.w.
1)

1J.57

22.074

2.39

0.174

21.80

3.09’/
Aantal rekening-

Hoogste
,,

)

11.754

22.65

2.88

0.27

22.25

3.15114
houders op ut
27.289

40.738

24 Sept.1921..

11.73

23.424

2.90

0.27

22.30′ 3.144
Aantal rekenin-
.
17

1921..

11.784

22.40

3.05

0.30

22.10e 3.1842
12.48’1,1
gen op u°…….
28.055

41.778

Munpariteit..

12.104

48.-

59.26

50.41

48.-
Stortingen …….
170.279
70.750.564 275.837
87.690.278
Overschrijvingen:
93.697

143.848.262
°)’Noteering
te Amsterdam.

5*)
Noteering
te
Rotterdam.

a.
bijgeschreven
142.610
.


203.268.705
1)
Particuliere opoave.

2)
Noteering van
23
September.
8)
Idem van
16
September.
5. afgeschreven


155.466 202.949.667
Afschrijviugen
79.769

201.733.271

t
1
wegens cheques


106.858

113.459.922
Data
Stork-
holm)hagen)
Kopen.
tlonla*)I
Chris.
Zwitzer-
lands)
Spanjet
1)
Batovio
8)
telegrafisch
Totaaltegoedreke-

___________

26 Sëpt. .1921

69.-

55.90

39.90

54.-

40.65

984-994
ninghoudersopuo

207.845.881
.


.

96.839.284

27

,,

1921

69.-

55.75

39.50

53.95

40.65

984-99
28

,,

1921

69.35

55.75

39.10

53.75

40.70

984-99

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
29

,,

1921

69.75

55.90

39.10

54.15

40.75

984-984
30

,,

1921

70.20

56.25

38.70

54.60

41.-

984-99
N.B.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
1 Oct. 1921

70.05

56.15

38.75

54.50

40.70

984-984
L’ste d. w.
1
)

68.90

55.30

38.60

53.75

40.50

98’18
GELDKOERSEN.
H’ste
,,

)

70.10

56.15

89.90

54.60

40.90

99114

BANKDISCONTO’S.
24 Sept. 1921

69.-

56.25

40,-

64.20

40.90

984-994
17

,,

1921

68.75

56.-

40.90

54.75

41.10

984-
99k

Ned.f8c.55e15. 44

1Juli
’15lZweeds.R.ksbk
6

6J2ai
’21
Muatpariteit 66.67

66.67

66.67

48.-

48.-

100
5)
Noteering

Amsterdam.

8)
Particuliere
120
’21
Bk.

54
19Oct.

IBk.v.Noorw..
64

6Juli

1

Bel.Binn.Eff.
te

opgave.
Vrsch. in R.C. 64
19Oct. ’20IZwitB.
Nat. Bk. 4
13Aug.’21

Bk. van Engeland
522 Juli
’21Belg.Nat.Bk.5-54 19Mei ’21
Duitsche Rijksbk.. 5
23Dec.
’14lBank v. Spanje 6

4Nov.’20
Termijnnoteeringen der ‘alutaKas.
Bk. van Frankrijk 54
28Juli
’21JBank v. Italië. 8 20Mei ’20
Oostenr. Hong. Bk.
5
.
25Juli
‘211F.Res.Bk.N.Y.
5

225pt. ’21 Ecarts tusschen terxnijnnoteering en’contanten• koers.

Nat. Bk. v. Denem. 6

5 11 ei
’21jJavasche Bank 34
1Aug.’09
(week van 26-30 September 1921.)

Londen.

.
Medio Oct.
Medio Nov. •.
Medio Dec.

Hoogste B Koers
agio

1
1 CtJ
agio

1/
ct. agio

1
/2 ct.
OPEN MARKT.
Laagste B

,,.
Hoogste
L

,,
.
Gelijk
agio

1
12

,,
disa.gio

‘/

,,
sgio

11

,,
disagio

114

agio

11
Amsterdam
Londen
Berlijn
N.
York
Data
1

Part. Part,
IPart,!,
Part.
CalI-
Laagste L
,

1/

,,
,,

1/
4

Part.
1

Prolon-
disconto
ate
J
disconto
disconto
,
disc.
moneu
New-York.
,

1

Oct.


21
1
42
/8_
1
/
,

3’12
1)

4
2
12

4..5/

5112»6
1)
Hoogste B Koers
Pan
disagiol

et.
disagiol’/4ct.
26
S.-1 0.
2114
1
/8-
1
/2

3
1
14
.
_
1
12

4
1
18
8
1

4_
1
1

4 /16
Laagste B

,,
disagio

1
/1
ct.
,,

112

,, ,,

1
19-24
S.
‘21142/s_h/2

31/4

4118

4-6
Hoogste L

,,
aio

114
,,

,,
,,

111
4

12-17
,,

‘2114 1/2_1/s

3ft4 /2 4 1/s_ho

4-s/s

4
‘/-5’h
Laagste L

,,
,

disagio

I
/o

27 S.-2
0.
‘2014-‘/o

6’/4

4_5/

0

69
29 S.-4
0.
’19(3h/s_4

14-53
l
/
?
/4._
b
/

5’/-12
Parijs.

20.24Juli’14)3h/s_
1
/js2
1
/-
8
/

2
1
1/

2’1.8-‘1I

1
2
1
14

5’I2-7’12
Hoogste B Koers
Pari
disagio 212
ct.
disagio 7
1
12 ct.

1) Noteering
van
30
September 1921.
Laagste B

,,
disagio 5

ct.
5

,,
,,

5
Hoogste L

,,
agio’

2
1
12

,,
Pari
,,

211
0
LaagsteL

,,
disagio 2’1I

,,
disagio5
7’12

WISSELKOERSEN.
België.

0

WISSELMARKT.
Hoogste B
Koers
agio

2
1
12 ct.
agio

5

et.
agio

712.ct.
.
Laagste B

,,
Pari
,,

211,

,,
5
De ‘wisselmarkt .was deze week zeer flauw en bovendien
Hoogste L

,,
agio

211,

,,
,

7’11

,,
,,

10
zeer onzeker,

zoodat ‘heniiaaldelijk groote schommelingen
Laagste L

,,
Pan Pan
5
plaats vonden. Londen
liep
terug ‘van 11,73 tot ‘11,60, snaar
0

Berlijn.
liep daarna weder .plotseling
op
door groote vraag voor
Amerik’aansche rekening. Om dezelfde reden liep ook de
Hoogste B Koers
agio

1

‘ct.
agio

1
1
12
ct.
agio

2
1
12 et.
dollarkoers, die aanvankelijk van 3,1434 teruggeloopen was
Laagste B

,,
disagio
1

,,
,,

1

,,
,,

1

11
tot 3,0934, weder
op
tot 3,1434. Toen aan deze vraag was
Hoogste L

,,
agio

.2

,, ,,

3

.

,,
,,

.4
voldaan, aakte de koers alras ‘weder in, aoodait
‘he4en
we-
Laagste L

,,
Pan

.
,,

1

,,
,,

2

,,

5 October 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

865

KOERSEN TE NEW YORK.

D
0
a
t
CahleLond.
1
(in

pe,)
ZtchtParfjs
1
(in ets.
p.frs.)

Zicht Berlijn (In ci. p. Mik.)
lZichl Amsterd. (in cia. P. eld.)

1
Oct

.. 1921
3.73.-.
7.08
0.80 31.96
Laagste d. week
3.72.37
7.08
0.79
31.91
Hoogste,,

,,
3.73.12
7.16 0.86 32.18
24 Sept… 1921
3.73.50
7.14
0.92
31.86
17 Sept..
.
1921
3.71.87
7.11
1.-
31.53
Muntpariteit
4.86.67
5.18
11
95’/e
40′!a

KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN

Plaatsen en
Landen
Noteerings.
eenheden
16Sept.
1921
23 Sept
1921
24130 Sept. 2l
1LaagstelHoogit.1
130Sepi.
1921

Alexandri. .
Piast. p.L
9715182
9715/,,
977/i,
97151,2

9771
B. Aires’)..
d. p. $
44
3
/,o
44
8
11s
45
471
46’/16
Calcutta . .
.
.
Sh.
p.
rup.
115
1
116
115114
1/5
7
1,0
11514
11511
is
Hongkong ..
id. p. $
2/9
1
18
2110
1
18
218
1
12
31014
2111
5
18
Lissabon . . .
.
d. per Mii.
5
1
/
6
5’14
V/5
6
Madrid

.. ..
Peset. p. £
28.50
28.65 28.50 28.70
28.60.
•Montevideo’
d. per $
42
1
12
43 43 45 44
Montreal….
$ per £
4.16
4.14’12
4.09
4.15′!,
4.10
R.d.Janeiro.
d. per Mii.
8
1
14
S
v
/is
8
1
12
8
9
!,,
8′!,
Lires p. £
87.25
90.5
89.50
95.00 94.00
Shanghai….
Sh. p. tael
319
7
1,
319
7
18
3110
413i1
410
3
1
Rome

. … ….

Singapore

..
id. p.
$.
2/3
11
!,,
21316/,
2

23
18
116
214
1
116
2,4
*Valparaiso
es
po p. £
35.80
34.10 32.00 34.30
33.008)

Yokohama ..
Sh. p. yen
2/7°!,,
2/6′!,
2,6
8
18
2/6″/j,
216″/,,
* Koersen
der voorafgaande dagen.
1)
Telegrafisch transfert.
t
) Noteering
van 29
September.

NOTEERING VAN ZILVER
Noteering te Londen

te
New York
1
Oct.
1921,
……42′!,
70
7
18

24 Sept.
1921
……4t’/2
68°18
17
1921
……39′!,
65
10

,,
1921
……39
6414
2 Oct.
1920
……59
93
4 Oct.
1919
……64
101’°/s
20 Juli
1914
……24″/is
54
1
18

NEDERLANDSÇHE BANK.

Verkorte Balans op 3 October 1921,
Activa.
Binnenl.Wis'(H.-bk.

f165.995.652,67
sels, Prom.,

B.-bk.

32.203.957,82
enz. in disc.

Ag.sch. ,,64.344.020,471/i
262.543.630,96112

Papier o. h. B,uitenl. in disconto

Idem eigen portef.

f
40.386.639,-
Af: Verkocht maar voo,
debk.noghietafgeL,,
40.386.639,
Beleeningen
t
H.-bk.

f
65.153.783,55
mcl. vrsch.
B.-bk.

11.993.813,42
1
1
,,
in rek,-crt.
Agsch.

79.643.470,62
op onderp.

f 156.7 91.067,59
Vi

Op Effecten

……f[41.479.008.40
Op Goederen en Spec.

15.312.059,19112
»

156.791.067,59
1
1,
Voorschotten a. h. Rijk

………….
14.835.802,76
1
12
Munt en Muntmateriaal
Munt, Gou?i ……
f
56.237.800,-
Muntmat,, Goud ..

549.730.929,59

f
05.968.729,59
Munt, Zilver, enz ,

,,

9.558.243,4311
2

Muntmat., Zilver..

,,

Effecten
,

615 526.973,021/,

Bel.v.h.Rés.fonds,.
f

5.333.563,25
id. van
I,
v.h.kapit. ,,

3.950.306,87
1
12

Geb.enMeub. des Bank …….

…….
..3.747.500,-
Diverse rekeningen

……………..
,,

16.943.660,45

fl.120.059.143,92
1
/,

Passiva
Kapitaal

…………
f

20.000.000,-
Reservefonds

..

…..

…….

,,

.

5.386.728,62′!,
Bankbiljetten in omloop ………..
,, 1:040.47e255,-
Bankassignatiën in omloop……….
»

1.479.278,94′!,
Rek.-Cour.

Het Rijk
f


saldo’s: ‘

J Anderen ,,

39.634.708,88
39.634.708,88
Diverse rekeningen …………….
»

13.082.172,47
1
12

f1 .120.059.143,92 Vi

NED. BANK 3 October 1921
(vervolg).

Beschikbaar metaalsaldo …………..
f
398.468.298,37
Op de basis van
2
1s metaaldekking….
,, . 180.150.239,81.
Minderbedragaanbankbiljetten inomloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is…,, 1.992.34 1.490,-

Verschi1iei met den vorigen weekstaat:
Meer

.

Minder
Disconto’s …………26.195.591,48
Buitenlandsche wissels,,

.

3.307.560,-
Beleeningen ……….28.332.637,23′!,
,.»ouu

……………..-
Zilver

769.250,82
Bankbiljetten………..44.380.945,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s

6.777.372,04’12
Voor.naamst,e posten in duizenden guldens.

Data
Goud
Zilver
Ban k
biljetten

1

Andere
1
opeischbare
schulden

3

Oct.

1921 ……
605.969
9.558
1.040.476 41.114
605.969
10.327
996.095
33.945
..
26

Sept. 1921 ……
..
605.969
10.267
999.361 39.652
605.969
10.168 1.008.197
40.730
605.969
10.283
1.021.031
47.375

19

1921 ……..
12

,

1921 …….

636.348 18.018
1.066.075 76.382
6

,,

1921 …….

4

Oct.

1920 …….
4

Oct.

1919 ……
632.186 4.807
1.021.460
58.451

25 Juli

1914 …….
162.114
8.228
310.437
6.198

Totaal
1

Hiervan
1
iT.ëis.
1

Dek.

Data
bedrag
1

SchatkIst.
1

Belee.
1

baar
1

Metaal.
1

kings.

disconto
1

promessen
1

ningen
1
percen.
s

rechtstreeks
1

saldo
1

tage

3

Oct.

1921 262.544

192.500′

156.791
398.468

59
26 Sept. 1921 236.348

78.500

128.458
409.547

60
19

1921 243 833

76.000

129.495
407.692

59
12

,,

1921 248.782

82.000

131.180
405.611

58
5

,,

1921 242.592

72.000

157.286
401.830

57

4

Oct. 1920 135.972

322.344′
425.079

57
4

Oct. 1919 123.773

69.000

231.681 420.245

59

25 Juli

1914

67.947

14.300

61.686
43.521

75

‘) Op
de basis van
‘/s metaaldekking.

Uit de bekendmaking van den M i n i st e r v a n F i n a n’
c i ë n blijkt, dat uitst,onden op:

26September 1921
3 October 1921

Aan schatkistpromessen..
f
428.680.000,-

f
456 060.000,-‘-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst 78.500.000,-.-
,, 192.5000ci0,-
Aan schatkistbiljetten ..
239 858.000,-
,, 241.817.000,-
Aan zilverbons

……….
,

39.271.547,-
,,

38.108.917,-

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.De samengetrokken
cijfers der laatste weken zijn telegrapisisch ontvangen.

Data
Goud
Zilver
Bank
biljetten

Andere
opeischb.
schuldeh

17 Sept. 1921…:
21i0
904.000
135.000
10

,,

1921
223.500 306.000
140.000
3

1921
227.750
301.500
154.500

6 Aug.

1921 …….
207.930

19.363
305.628 140.470
30 Juli

1921 …..
208.021

18.819
300.395
140.016 208.188

18.449
302.656
128.184
16

,,

1921 ……
213.158 .

18.028
308.581
117.123
23

1921 ……

18 Sept. 1920—
210.146

7.384
358.901
213.566
20 Sept. 1919
156.063

2.794
289.025
90.788

26 Juli

1914
22.€57

31.907
110.172
12.634

1

1
WilT
Dieer
Data Dis.
buiten
[Belee-
.
rece.
baar
t

kings.
conto’s
N..Ind.
ningen
.
L

n,ngen

)

._,.,_

1
•metaal.
1
percen.
s”ag

17 Spt. 1921

221.500

126.450 ‘ 50
10 ,, 1921

218.500

*5*

134.300

50
3

1921

‘ 221.500

136.550

50

6Aug.1921 37.257 25.081 98.681 32.885 138.541

60
30Juli1921 35.768 23.318 104.443 31.808 139.213

51
23

1921 35.343 22.337 105.054 126.284 140.905

52
16 ,, 1921 35.590 21.567 101.726 22.744 146.483

54

18 Spt. 1920 29.391 35.150 143.779 22.170 113.173

39
20 Spt. 1919 12.239 19.909 180.332 17.296 83.104

40

25Juli 1914 7.2591 6.3951 47.934 2.228

4.842′ 44
1) Sluitpost der activa.
2)
Op
de basis van
2
15 metaaldekking.

866

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 October 1921

DE SURINAAMSCHE BANK.
BANK VAN FRANKRIJK.

Voornaamsteposten in duizenden guldens.
Voornaamste posten in duizenden francs.

1

Andere

1
1
Div. rekc-
Waarvan

1
Tc goed
1
Bull.gew.
Data
Metaal
Circulalio
1
opeischb:
1
Disconto’s
1
)
Data
Goud
in het

1
Ziloc,
in hel

1
vooich.
schulden
Buitenland Buitenland
old. Staal

6 Aug. 1921

. .

1.125

2.124

1.129

2.004

165
29 Spt. ’21
5.523.096 1.948.367
277.328
622.295 24.960.000
30 Juli

1921

. .

1.125

2.058

1.377

2.041

160
22

,,

’21
5.522.913 1.948.367
277.153
622.150 24.900.000
23

,,

1921

. .

1.124

1.969

1.160

2.034

162
15

,,

’21
5.522.751

1.948.387
277.101
626.782 24.900.000
16

,,

1921

. .

1.124

2.057

1.198

2.045

198
8

,,

’21
5.522.592 1.948.367
276.832
627.043 25.100.000
9

,,

.1921

. .

1.124

2.110

1.121

2.021

197
80 Spt. ’20
5.479.550 1.948.367
256.306 1.079.76
26.600.000
2

,,

1921

. .

1.113

2.095

1.215

2.029

274
2 Oct.
0
19
5.574.184 1.978.278
291.458
803.340 24.750.000
7 Aug.’ 1920
. .

1.077

2.272

901

1.774

261
23 Juli
’14
4.104.390

639.620


9 Aug. 1919
. .

943

1.510

1.124

1.521

381

14/issels
1

Uiigc.
t

stelde
Belee
Bank6il.
Rek,. Ct.
t

Parli.
1

Rek.
t

Cri.
25 Juli

1914
. .

645

1.100

560

735

396

)
SIujtpot der ectivft.
1

Wissels
ning
jetlen
culieren
1

Staal
1
.
2.460.269

69.264

2.175.340
37.129.45812.474.075

35.025
.

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
2.292.533

69.479

2.197.484 36.920.973 2.389.549

26.948

2.402.916

69.813

2.200.945 37.127.909 2.437.333

41.637
BANK VAN ENGELAND.
2.330.829

70.726

2.211.797 37.253.980 2.448.487

38.317

Voornaamste posten, onder .bij’voeging der Currency Notes,
rD

2.293.167

482.337

1.987.872 39.207.943 3.251.403

55.918
in duizenden pond sterling.

995.966

689.341

1.266.226 36.255.6O2i2.753.6l5

65.267

1.541.080

769.400

5.911.9101

942.5701400.590
II

Currenc,, Notes.
ii
Data
Metaal
Circulatie

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.

iiBedrag
_Goudd.
_Go,,.Sec.

28 Sept. 1921
128.414
124.973
314.382
28.500
278.119
21

,,

1921
128.417
124.406
315.912
28.500
278.968
Voornaamstepostenin duizenden franes.

Metaal

Bdeen.
1
Bd
Binn.
wissel
een.
Rek.
14

,,

1921
128.411 125.208 318.036
28.500r
281.265
7

,,

1921
128.410
126.433
319.169
28.500
282.559
1
Data

t
mcl.

van
buiten!,

buiten!.
1

van
prom.
s
d.

en
1

Circu. latie
Cr1.
31 Aug. 1921
128.409 126.890
319.254
28.510 282.782
1
saldi

vorder.
1 provinc.
heleen.
1
pa,lic.

24

,,

1921
128.403 125.965 320.362
28.500 283.888

29 Sept. 1920
123.115
227.491
353.795
28.500
322.425
29 Spt.’21 326.708

84.653 480.000 614.102 6.212.237

362.325

1 Oct.

1919
88.159
84.142 335.021 28.500
317.536
’21
22

,,

325.355

84.653 480.000 646.523 6.132.502

434.054
15

,,

’21 324.492

84.653 480.000 674.940 6.182.521

507.744
22 Juli

1914
40.164
29.317


8

,,

’21 323.827

84.853 480.000 768.621 6.206.740

526.042

30 Spt.’2û 358.188

84.653 480.000 713.459 5.736.056 1.149.006
1
1
1

Dek.
Data
1

Cao.

Other
Public
Other
Re-
1

king,-
2 Oct. ’19 359.4181 91.490
480.0001327.227
4.887.68411.841.169
Sec.
Sec.
Depos.
Depos.
serve
1
perc.’)

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA..
28 Sept.’21

33.360

80.494

12.231

105.421

21.892

18.60
21

,;

’21

39.670

85.120

13.960

115.204

22.461

17,39
FEDERAL RESERVE BANKS.
14

,,

’21

61.242

99.810

15.053

129.548

21.653

14,97
Voornaamsteposteninduizenden dollars.
7

..

’21

74.047

79.827

15.479

140.730

20.428

13,08
1
FR.
31 Aug.’21

55.102

79.800

17.801

122.976

19.970

14,60
Goudvoorraad
1

Zilver
No tes in
Totaal
In he t
24

,,

’21

52.415

78.659

17.706

116.186

20.888

15,55
Dato
cle.
circu-
_______________
bedrag
F.R.Notes
buiten1.

lat ie
29Sept.’20

21.888

109.313

16.139

111.027

14.073

11,10
1 Oct. ’19

70.735

81.990

35.863

121.220

22.467

14,25
7 Sept. ’21
2.656.378
1.787.203

146.876
2.517.563

22Juli ’14

11.005

33.633

13.735

42.185

29.297

52’o
31 Aug. ’21
2.641.061 1.799.086

146.859
2.481.466
24

,,

’21
2.619.078
1.766.925

147.078
2,485.914
8)
Verhouding tusachen Reserve en Depoeit.
17

,,

’21
2.600.295
1.774.105

145.173 2.503.642

10 Sept. ’20
1.976.226
1.285.013
111.455 155.021
3.295.175

DUITSCHE RIJKSBANK.

,
12 Sept. ‘191
2.068.867
11.299.5351

89.632 2.621.228

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darlehens-

Algem.
1
kassenscheine, in duizenden Mark.
Data
Wissels
Totaal
Depositos
Gestort

.
Kapitaal
Dek.
kings.
perc.’)J

1

Goud-
t dekking
cireul.
2
)
Data
Metaal

______________

Daarvan Goud
Kassen-
schc Inc
Circu-
laite

1

D’:T
1

kings-
__________

Pete.
1
)
7 Sept. ’21 1.553.407

1.718.068

103.073

66,2

87,5
31 Aug. ’21 1.527.255

1.690.754

103.050

66,8

88,5
23 Sept. ’21
1.040.920 1.023.705 3.626.159
82.178.940
5.
24

,,

’21

1.530.560

1.673.631

103.030

66,5

87,7
15

»

’21 1.040.356
1.023.707
2.505.156
81.469.690

17

,,

’21 1.554.027

1.671.249

102.896

65,8

86,3
7

,,

’21
1.040.430 1.023.708
3.119.006
80.727.526
5
31 Aug. ’21
1.040.556 1.023.708
3.044.888
80.072.721
5
10 Sept. ’20 2.992.181

2.516.477

97.191

42.8

46.8

23

,,

’21
1.108.107
1.091.543
3.644.332
77.190.575
6
12 Sept. 19 2.116.843

.649.514

85.140

49.6

60.0

15

1
21
,, 1.108.173
1.091.551
3.452.186 77.396.140
6
t)
Verhouding tusschen: den totalen goudvoorraaci, zilver etc., en de
opeschbare schulden:

F. R. Notes en netto deposito’s.

2)
Na aftrek
23 Sept. ’20
1.098629
1.091.665
18.980.197 59.263.661
34
van

35 pCt.

der totale
dekkingsmidclelen
als
dekking
voor de netto

23 Sept. ’19
1.116.434
1.096.983 8.617.934 28.619.037
34
deposito’9.

23 Juli

’14
1.691.398
1.356.857
65.479
1.890.895
93

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN B

HET
IJ

t)
Dekking
der circulatie
door metaal
en
Kassenscheine.
FED. RES. STELSEL.

Voornaamste posten in duizenden dollars.

Darlehenskassenscheine


1

Totaal

__
Totaal

1
In
ka, hij de
Data Wt,,els
Rek. C,t.
Data
Aantal
1

uitgezette
1
Reserve
hij de

1
Totaal
Waarvan
time
uitgegeven
J
Reichsbank
banken
1

gelden
beleggingen
en

p

3.542.800

R. bonk,
1
1

deposito’s
deposits

23 Sept. 1921
982.001
15.563.153′
11.264.300
31 Aug.’21

812

11.493.923

1.217.79 13.059.352

2.924.701
15

1921
1.035.592 14.314.155 10.262.400
2.420.200
7

,,

1921
963.069 9.517.809
10.947.600
3.034.700
24

,,

’21

812

11.497.977

1.210.452 12.995.523

2.904.760
31 Aug. 1921
1.002.497
13.649.599 10.915.600
2.958.600
17

,,

’21

812

11.541.212

1.215.663 13.080.175

2.899.713
23

1921
1.031.609
9.639.476
11.536.400,
3.558.900
10

,,

’21

813

11.593.349

1.199.941 13.175.405

2.898.858
15

1921
,,
1.003.939 12.884.299 11.613.300 3.373.800
3Sept.’20

819

16.927.978

1.394.957 14.081.871

2.767.782
23 Sept. 1920
46.933.499
14.217.367
32.045.500 18.933.600
5Sept.’19

774

15.233.8861 1.342.058 13.510.339

1.921.549
23 Sept. 1919
28.454.907 8.334.080
20.218.400 8.591.800
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
23
Juli

1914

750.892 943.964


‘gegeven ‘van- enkele niet wekelijks opgenomen banketaten.

1

5 October 1921

EÇONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

867′

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdoim, 3 October 1921.
De ontwikkeling aan •de buitenlandsche beurzen ‘heeft
in groote lijnen dezelfde richting gevolgd, als hier reeds weken achtereen is gereleveerd. Te B er 1 ij n, en in het
algemeen aan de beurzen in Duitschiand, is ‘de ‘hausse-
tendens ongebreideld ‘voortgezet, met sleohbs even een ge-
ringe inzinking tegen het einde der vorige imaand. Dit
was hoofdzakelijk toe te schrijven aan een zekere terug-
houding bij ‘cle bankiers, leden der Berlijusche ,,Stempel-
vereinigiing”, bij het verstrekken van ultimo-gelden, waar-
door sommigen gedwongen waren ‘hunne posities te •liqui-
deeren. Dit is de eerste poging, in de laatste tijden aan-
gewend, om althans eeni’germate vegelend op te treden in de wilde bewegingen aan de effectenmarkt. Veel heeft het
echter niet geholpen. Tegenover de tientallen, die gefor-
ceerd moesten ‘verkoopen, stonden ‘honderden, die ‘stroomen
nieuwe koop-orders op de markt wierpen. Was het ‘tot voor
enkele weken een uitzondering als, een aan’deel meer dan
100 pCt. op eén dag imonteerde, thans izijn reeds stijgingen
van 250 en meer percenten geen zeldzaamheid. En nog ‘is
het einde niet te voorzien, omdat de rijzing aan de beurs
ten nauwste samenhangt met de geweldige en voortduren-
de’ depreeiatie van het Duitsche betaalmiddel.
Omtrent ide oorzaken van dezen teruggang is hier, ter
plaatse reeds vaker één en ‘ander vermeld; nieuwe feiten
hebben zich inmiddels niet voorgedaan. Industr’ieelen en particulieren gaan voort met ‘het aankoopen van vreemde
deviezen, eensdeels tot dekking hunner behoeften, ander-
deels uit speculatieve overwegingen. Hierbij komt de voort-
durende aanmaak van Duitsche bankbiljetten, ‘het ont-
trekken van de metaal- en andere dekkingen dezer biljet-
ten-circulatie ten behoeve der schadeloosstelling, ‘de ‘in ‘het
vooruitzicht zijnde annuiteiten, ‘die aan de Entente te be-
talen zijn, enz. Weliswaar koestert men nog steeds de
hoop in Duitschiand zelve, dat de Entente Of haar eischen
zal matigen, Of op een andere wijze (ib.v. door het verstrek-
ken rvan credieten) zal willen medewerken om ‘de gewel-
‘dige daling der Mark tegen te gaan, omdat per saldo door
deze reactie ‘het industrieele ‘Duitschlaud ook de omrin-‘
gende landen ruïneert, doch deze hoop ‘is toch uitermate
gering en komt slechts sporadisch tot uiting. De groote meerderheid is ‘zeer pessimistisch gestemd tea aanzien
van hioiitenlandsche ‘hulp-verleenin’g en gelooft veeleer’ aan
nog ongunstiger omstandigheden voor de Duitsche Repu-
bliek. I)ientengevolge zullen voorloopig wel alle interne
‘maatregelen tot beteugeling van de ‘beurs-speculatie zOn-
der effect moeten blijven. Tegen een elementaire beweging
als de tegenwoordige is ‘met voorschriften niet veel uit
te richten. Het dudex-cijfer van ide ,,Frankfurter Zeituizg”
geeft dan ook ‘deze week een nieuw record te aanschou-wen: 283, tegen 255 de vorige week en tegen een stand-
aard-cijfer van 100 op 2 Januari 1920. De aankoopen ‘ge-
schieden zoo mogelijk ‘nog teugelloozer ‘clan voorheen;
nauwelijks wordt op den naam van ‘het fonds gelet.
Ook rte We enen is de effectenspeculatie opnieuw op-
gebloeid, vooral na de Regeeringsmaatregelen tot beten-
geling van den handel in ‘deviezen. Bij den lagen stand
van den Kronen-koers zijn ‘hier echter de ‘verschillen veel
en veel omvangrijker, zoodat een differentie van 1000 pCt.
op dén ‘dag in de vooraanstaande fondsen vrij gewoon is
geworden. Er schijnt een algemeene Kronenviucht te rijn
ontstaan, die tot de meest wilde bewegingen aanleiding
heeft ‘gegeven.
In zeer scherpe ‘tegenstelling hiermede staan nog altijd
de overige continentale ‘beurzen. Weliswaar is ‘de stem-
ming te L o n ‘d e n ‘niet bepaald ongnimeerd.geweest,
doch van een opgewekte tendens kon toch ook geen sprake
zijn. Het cijfer’ van ‘het aantal werkloozen (ruim 14 snil-
lioen,. 164 pCt. van het aantal georganiseerden in de
Labour-Unions), ‘hoewel ‘verminderd, wekt toch nog steeds
bezorgdheid. H’iertegenover staan wel enkele gunstige fac-
toren, o.a. ‘de hervatting der onderhandelingen in de Ier-
sche kwestie en de ‘daling van ‘den rente-standaard, doch
het publiek in zijn ‘breede ‘lagen komt niet in de markt.
Voor een ‘deel heeft de reactie van den Markenkoers hier
ook schuld aan; de concurrentie voor ‘de Engelsche in-
dustrieelen wordt hierdoor steeds moeilijker, daar de stij-
ging van het Du’itsche ‘product niet dadelijk aan elke
nieuwe ‘daling aansluit.
De markt te P a r ii s is bij zeer geringe omzetten vi-ij
vast gebleven, doch zonder eenigen factor, die aanleiding
tot bespreking zou kunnen geven
Te N e w ‘Y o r k is de stemming ive1 iets beter gewor-
den, voornamelijk door de grootere ruimte van de ‘geld-
markt, waardoor ook de spoorwegen wellicht in ‘staat zul-
len worden gesteld gelden op te nemen en nieuwe ‘bestel-

hagen op materiaal te doen. Hierbij komt, idat langzamer-
hand eenige verbetering valt te constateeren in de positie
der stapel-artikelen; nu de voorraden langzamerhand uit-
geput beginnen te geraken kunnen de prijzen iets mon-
teeren, waardoor een veel hoopvoller stemming in alle
handelskringen is ontstaan.
T e o xl rz e n t is na ‘de nerveuze en gedrukte ‘voorgaande
bericlitsperiode een klein herstel over het algemeen te
constateeren geweest. In Staats- en heleggingsfondisen is
dit ook tot uiting gekomen. De variaties ‘zijn hier welis-
waar klein gebleven, doch uit ‘het succes, waarmede ,b.v.
de nieuwe uitgifte van 6 pCt. Obligaties der gemeente Rot-
terdam ibekroond is geworden, is wel ‘heel sterk de begeerte
naar goede beleggingsfondsen naar voren gekomen, zelfs, indien ‘de aangeboden rente lager is, dan de gangbare van
den laatsten ‘tijd.
f
.

26 Sept. 29Sept. 3 Oct.
R,j:1ingof

5
0/
Ned. W. Sch.

1918
90°/je
90
1
18
90°18
+
‘loo
4
1
12 0
/0

,,

1916
89
9
/je
87
9
1jo
88
1
/g

l
7
/io
4
0
10

,,

,,

,,

1916
82
0
11e
82
9
116
8212
°/io
3
1
12
0
/0

,,,,,,…:..
73
72
11
73

3
%

,,,,,,••,..
60°/4
60/4
6121/02
4

Oi/,

2112
0/
o
Cert. N. W. S…….
51
50’/
5214
+

5
0/

Oost-Indië 1915

….
92
92
,
93’I2
+
1°12
6
°/o

,,

1919

..
. .
97
97
961

7
18
4
0/
Oostenr Kronenrente
2
1
18
218
2
0
19
5
°l0
Rusland 1906
7°/eo
6
9
116
6’/

°/ao
4
‘lo
Rusi. bij Hope
&
Co
7
1
12
7
7

4
1
10
0/
China Goud 1898
66
64
8
1
604

1’14
4
0/

Japan 1899 ……..
65
1
12
65
1
10
62’/4

4
0/
Argentinië Buitenl
57314
570/
4

5701
4

5
°/o Brazilië 1895

……
56
56
8
18
58
,
+
2
7
.0/s
Staatsspoor ……..
104′!s
104/a
104
1
1s
7

01 Amsterlam ……..lO3/o 104

104

°/s

Het herstel op de aandeelen-markt wil dan ook niet zeg-
gen, dat •het publiek van ‘zijn tegenzin in ideze fondsen is
genezen. De, eengiszins betere stemming moet hoofdzake-
lijk worden toegeschreven aan een natuurlijk herstel, vol-
gende op de iwellicht over’dreven reactie ‘van de vorige week.
Toch is het teekenend, dat het ‘hsrstel voor de meeste af-
deelingen niet blijvend is ‘geweest; bijna alle hebben zij
een ‘deel van ‘het niveau weer moeten prijsgeven. Het
minst ‘was dit wel ‘het geval voor
zuikcrwaarden,
waarom-
trent de berichten, zoove1 uit New York als uit Necler-
landsch-Indië hoopvol hebben geluid. ‘De V. J. S. P. ‘heeft
thans ongeveer den geheelen oogst 1921 -erkoch’; .voor de
resultaten van het loopende jaar idoen de thans inkomen-
de berichten dus niet veel ter zake. Doch, waar de beurs
met de toekomst rekening ‘houdt, hebben de koersen •der
betrokken fondsen toch wel den stimulans van de betere
prijzen ondergaan.
Onveranderd flauw was echter de tendens voor binnen-
landsche iisdustrieele waarden (‘met een uitzondering voor
enkele soorten, als Heemaf) en ‘voor hankaandeelen. In
deze laatste bestond voortdurend aanbod, op sommige dagen
zoo omvangrijk, dat zelfs geen noteering tot stand kon
worden gebracht.

In
tabakswaarden
kon gedurende de achter lans liggende
dagen een scherpe hausse worden geconstateerd, ‘die ech-
ter zonder eenige bijzondere aanleiding was. Doch in ideze beurs-afdeelin.g is in den laatsten tijd het verhandelde ma-
teriaal zeer gering, zoodat een ‘zelfs geringe ‘vraag reeds

voldoende is om een aanmei-kelijke verbetering te voor-
schijn te roepen. Toen ‘deze ‘vraag ‘echter ‘bevredigd was,
zakte ‘het koersniv’eau dan ook eveer vrij spoedig in.
Idubberwaarden
bleven lusteloos, in verband met de her-
nieuwde ‘reactie ‘van den prijs van het ruwe product. Dc
omzetten, zoowel als de fluctuaties, bleven gering.
Petroleunsaav4eelen
‘hebben nog wel de grootste aandacht
getrokken. In verband met de betere meldingen uit het
buitenland, speciaal uit New York, ontwikkelde zich hier
eenige belangstelling, die ‘zich in hoogere koersen heeft
kunnen uiten. Doch weder ‘was de tendens ‘niet bestand tegen de groeiende apathie van het publiek. In het alge-
meen heeft dit publiek dan ook zeer groote kapitalen ver

loren door de daling van ‘allerlei fondsen en van buiten-
landsche deviezen; er moet al een ‘heel sterke aanleiding
zijn, die het zoi kunnen nopen tot deelneming aan den
fondsenhandel op eenigszins groote schaal. Dit komt wel
het sterkst tot uiting in de
petroieocmefdeeling,
waar de
meeste belangstelling zich tot nu toe heeft geconcontreerd.

26 Sept.29 Sept. 3 Oct.
Rij:ing’of

Amstetdamsche “Bank

156

156 ‘ 15011 _51/ Koloniale Bank ……….111

118/

115°/4 +
4’14
Ned.Handel-Mijcert.v.aand 135

142

138 ‘ + 3

868

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5
October
1921

26 Sept. 29 Sept.
3 Oct.

Rotterd. Bankvereeniging..
11111
4

1101,
11011

Sfd
Amst. Superfosfaatfabriek
.
89
89
89
Van Berkel’s Patent ……
58
68
72
1
12
+
14’I,
Insulinde Oliefabriek ……
9′!,
9’12
9’I8
+
‘Ia
Jurgens’ Ver. Fabr. pr. aand.
85
1
18
87
88
1
1
+
318
Hollandia Melkproducten ..
180 180
184114
+
41
Philips’ Gloeilampenfabriek
201
1
/
208114

210
+
8111
R. S. Stokvis
&
Zonen ….
578
578
578
Vereenigde Blikfabrieken..
79
79 79
Compania Mercantil Argent.
59
1
1
67
1
12
64
1
12
+
5
Cultuur-Mij. d. Vorstenland
124
1
12
138
1
1
138
1
1,
+
14
Handeisver. Amsterdam
.
..
335
356’12
357
1
!,
+
2221,
Roll. Transati. Handeisver.
29
1
1,
29
1
1,
29
1
1
Linde Teves
&
Stokvis
.. ..
79
85
78

1
VanNierop&Co’sHandel-Mij.
11
13’/
14
8
1
+
3213

Tels
&
Co.’s Handel-Mij….
45
1
1,
47
47
+
1’/ Gecons. HolI. Petroleum-Mij.
138
1
12
14881
4

149214
+
11
1
14
Kon. Petroleum-Mij. ……
411’/2
424’/a
428’/
+
16
5
1
Orion Petroleum-Mij.
Afgest. Aand.
35
87
39
+
4
Steaua itornana

Petroleum
Mij. ..

Afgest. Aand.
491
4971
•4971

Amsterdarn-Rubber-Mij.

..
90
1
18
91
90’/s
+
‘/i
Nederl.-Rubber-klij ……..
42 42
41112

Oost-Java-Rubber-Mij…..
140′!,
143
145
+
4118
Deli-Batavia…………..
300
311’12
310
+
10
Deli-Maatschappij

……..
294
299 295
+
1
Medan-Tabak-Maatschappij
.
297 300
300
+
3
Senembah-Maatschappij…
401
401
400
—1

#Scheepvaartwaarden
wel
iets hooger, doch zonder
om-
zetten van eenige beteekenis.

26 Sept. 29 Sept. 3 Oct.
R
,
:
:
n
e
of

Holland-Amerika-Lijn .. . . 145

161
1
12 158

+ 13
,,gem.eig. 130
1
12 145

144

+ 13′!,
Holland-Gulf-Stoornv.-Mij… 95

95

95
Hollandsche Stoomboot-Mij. 71

71

71
Java-China-Japan-Lijn – .. 112

116

115

+
3

Kon. Hollandsche Lloyd. . . 27
11

30’14

29
1
1, + 2
Kon. Ned. Stoomb.-Mij…..92’/4

93

97

+ 4
8
1
Koninkl.-Paketvaart Mij. .. 101’1

109’/

105

+ 3’/
Maatschappij Zeevaart .. . . 85

85

85
Nederi. Scheepvaart-Unie.. 10521
4
1101

108
8
1 + 3
Nievelt Goudriaan ……..165

165

160


5
Rotterdamsche Lloyd …… 131
1
18 134
1
14 136

+ 471s
Stoomv.-Mij.,,Hillegersberg” 69

65

65

– 4
,,Nederland” . . 157
1
1,
162

159’14 + 1’/
,,Noordzee” . . . 32

31/

32!8 + ?/
,,Oostzee
..
…..62

82

65′!, + 3
1
12

De
Amerikaansohe markt
bleef vast, in aansluiting aan
Wallstreet; de handel in deze fondsen is echter tot een
minimum ingekrompen.

26Sept. 29Sept. 3 Oct. R
,
:
1
ing
of

American Car & Foundry .. 157

166

162′!, + 5
1
12
Anaconda Copper ……..93
1
/4

94

100’/4 + 7
Un. States Steel Corp…..100 114

98’1

101

+ ‘/
Atchion Topeka ……….
104
1
!, 10818/
1
, 1061811, + 2
1
1,6
Southern Pacific ………. 100′!,, 98’1

100214 + /je

Union Pacific …………155

153’1

155
Int. Mere. Marine orig. Corn. 12
1
18

13
1
14

13
8
!1, + 1
1
116
‘.

,,

,.

,, prefs. 55

58
1
18

60

+ 5
Do
gelcimarkt
bleef vrij vast; prolongatie 3Y2 pCt.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.
3 October 1921.
In het weekovernicht over de effectenmarkt in de ,,Nieu-
we Rotterdamsche Courant” van 2 October komt de op-
merking voor, dat de graanopbrengst in de Vereenigde
Staten van Amerika dit jaar veel geringer is dan in 1920
en dat hiervan eene vaste stemming aan de graanmarkten
het gevolg is. Daardoor zou de koopkracht der Amerikaan-
sche boeren kunnen verbeteren, hetgeen niet zou nalaten
eene verbetering in den algemeenen economischen toestand
te bevorderen Van dit alles is slechts het begin juist.
Werkelijk blijft de opbrengst van alle graansoorten te
zasnen dit jaar in Amerika sterk tea achteren bij 1920,
doch die vermindering komt bijna geheel voor rekening
van de haver. Vooralsnog hebben de graanmarkten en zelfs
de haverprijzen daarop niet met prijsverhoogiog gereageerd.
Integendeel blijven die nog. steeds zeer flauw en de op-
merking van den overzichtschrijver over •de vaste graan-
markten kan zeker niet de laatste weken betreffen. Zijn

hoop op verbetering der economische toestanden is dus,
voor zoover die op recente vaste graanmarkten is geba-
seerd, mispiaatst. Sedert 9 September, toen de laatste prijs-
daling in Amerika een aanvang nam, bedroeg deze tot
op 1 October voor December-tarwe 18
3
/8 dollarcent per 60
1bs. of 13Y
2
pCt., voor December-maïs 6% cent per 56 lbs.
of 12 •pCt., voor December-haver 5
3
/8 cent per 32 lbs. of
13 pCt. De afgeloopen week heeft weder
to
belangrijke
mate tot die prijsdaling ‘bijgedragen. De redenen •daarvoor
waren weder dezelfde, als in ons vorige overzicht aan-
gegeven. Telkens weder worden de berichten bevestigd
omtrent ruime oogsten in de Europeesche importianden,
vooral wat broodgraan betreft. Behalve Duitschland blijkt
nu ook Tsjecho-Slowakije zeer veel grootere opbrengsten te
hebben dan in 1920. Daarbij komt de gei

inge koopkracht
in

verschillende landen ten gevolge van hunne telkens
dalende valuta, welke omstandigheid er toe medewerkt, dat die landen hunne inkoopen beperken of uitstellen en
voorloopig althans voor een groet gedeelte uit eigen oogsten
putten. Voor voedergraan valt daarbij in Engeland de
vraag tegen, wegens het zachte weder, terwijl op het vaste-
land ook in de afgeloopen week de vraag weder onvol-doende was, vooral wat Duitschland aangaat. De sterke
prijsdaling in de uitvoerlanden had geen verbetering dier
vraag ten gevolge en steeds blijft het neer moeilijk de in
Europa aard omende partijen maïs en geest onder te bren-
gen. Wel waren de verschepingen van mais uit Argentinië
ook deze week weder van matigen omvang, doch Noord-Amerika zorgde er voor, dat het totaal der versehepingen
zeer ‘voldoende was. Bovendien is de zeilende voorraad nog
altijd groot en de prijs van La Plata-maïs in Europa ‘blijft
bij voortduring -ver onder de Argentijnsehe pariteit, on-
danks prijsdaling in Argentinië, welke trouwens gedeelte-
lijk ‘werd geneutraliseerd door stijging van den pesokoers.
Van 24 September tot 1 October bedroeg in Argentinië
de prijsdaling voor mais gemiddeld ruim 1 peso per 100
Kgr. Ooizaak daarvan was nog steeds de regen, die niet
slechts de omstandigheden voor den maïsuitzaai veel heeft
verbeterd, doch vooral de nog steeds voortgaande prijsda-
ling van de tarwe- en lijnzaadprjzen heeft veroorzaakt, in
sympathie waarmede ook mais denzeifden weg opging. De
val in de Argentijnsche prijzen voor tarwe en lijnzaad was in de afgeloopen week weder van groote beteekenis. Voor
tarwe bedroeg hij ruim 1,50 peso (te Rosario voor den
November-termijn zelfs 1,90 peso), voor lijnzaad gemiddeld
ongeveer 2 pesos. Sedert 13 September, toen .de regen be-
gon te vallen, bedraagt in Argentinië de prijsdaling nu
voor tarwe ongeveer 15 pCt., voor mais ongeveer 17 pCt.,
voor lijnzaad bijna 25 pOt.; enorme verschillen voor zulk
een kort tijdsverloop. De toestand is dan ook in Argen-
tinië wel sterk veranderd. In plaats van sterke vrees voor
groote schade wegens droogte is inu de zekerheid gekomen,
dat de oogsten er zeer goed voor staan. Ondanks de prijs-
verlaging is Argentijnsehe tarwe nog steeds te duur voor
Europa in vergelijking tot Noord-Amerikaansche soorten.
Verscheping uit Argentinië naar Europa heeft dan ook
in de afgeloopen week niet plaats! gehad. In Noord-
Amerika,zoowel de Vereenigde Stalen nls Canada blijft
‘het aanbod van tarwe zeer ruim.
De lijnzaaclmarkt in Europa vertoônde in de afgeloopen
week herhaaldelijk hevige schommelingen, met als resultaat
eene dalende ‘beweging in overeenstemming met Argentinië.
De vraag in de meeste landen is nog steeds niet groot
genoeg om het aanbod op te nemen tot de Argentijnsche
pariteit, ook ‘al is die’voortdurend gedaald.
N ed e r la n d. De tarwemarkt was ook deze week we-
der niet levendig. De dalende prijzen leiden niet tot ver-
meerdering der vraag en zaken in buitenlandsche tarwe
aan de Nederlandsche markten zijn, nu ook Duitschland
zeer weinig koopt, van zeer weinig beteekenis.
Het maïsverbruik in Nederland is nog steeds zeer groot,
doch liet aanbod is zoo ruim, dat de aankomende partijen
slechts met moeite kunnen worden geplaatst. Daarbij is
de moed bij de koopers niet groot, nu de prijzen dage-
lijks dalen. Er wordt daarom telkens slechts voor dadeljke
behoef te gekocht.
In lijnzaad kwamen weinig zaken tot stand, ondanks
de lage prijzen. Slechts nu en dan op zeer flauwe dagen
werden spoedig leverbare partijen gekocht.
Zie voor den staat volgende pagina

SUIKER.
Nadat lie C uh a a n s cli e Regeeringscornanissie eerst
kort geleden verklaard had niet beneden 3Y
4
ets. te zullen
verkoopen, verraste zij in de afgeloopen week de markten
met de verlaging harer limite tot 2
5
/8 ets. c. &. f. New York,
waartoe 50.000 tons aan Alnerikaansche raffinadeurs af-

5
October
1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

869

Noteeringen.

1

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

Chicago

Buenoa Aurea

Data

Tarwe

Mars

Haver

Tarwe

Mars Lijnzaad
Oct.

Oct.

Oct.

Oct.

Oct.

Oct.
1Oct.’21

4911
4
1)
36,- ‘)
15,15
7,40
16,65
24
Spt.’21
12111
4
2)
51,-
2)

34
8
18

)
16,70 8,40
19,-
1 Oct.’20
226,-
102,-
57
8
18
21,-
8)

9,80 26,05
1 Oct.’19
226,-
140
1
1
7081g
t
)
15,15)
7,85)
19,90
4
)
1Oct.’18
226,-
133,-
6981g.

11,40)
5,80)
21,90
1
)
20Juli’14
82
1)
56
8
19
1
)
36’/

‘)
9,408)
5,388)
13,70
2
)

Soorten
3 Oct.
1921
26 Sept.
1921
4 Oct.
1920

Tarwe… …………
1)
16,- 17,-
82,75
Rogge (No. 2 W
es
t
ern
)
1)
.

15,-
15,- 30,-
MaIs (La Plata)

……
8
)
180,-
200,-
375,-
Gerst (48 ib. malting) ..’)
245,-
263,-
430,-
Haver (38 lb.white cl.).
.1)
.12,-
12,-
22,-
Lijnkoeken (Noord-Ameri-
ka van La Plata-zaad)’)
170,-
177,50
242,50
Lijnzaad (La Plata) ….
4)
365,-
410,- 780,-
1)
per Dec.
2)
per Sept.
8)
per Februari.
4)
per November
1

P.K:G.
2
)p.2000K.Q.
1960
K.G. ‘)
zt.o. ‘) Nr. 2 Hard!]

8)
p. 1000 K.G.
4)
per
d Winter Witeat.

AANVOEREN in tons van 1000 K.G.

Rotterdam
Amsterdam

Artikelen.

t
1 26 Sept./I Oct. 1

Sedert

1 Overeen1.

26 Septil Oct. 1

Sedert

1 Overeenk.
1

1921

1
Ijan. 1921
1
tijdvak 1920

1921

1
1
Jan.’1921
. 1
tijdvak 1920

Totaal

1921

1.

1920

37.061 1.152.014
386.810

30.461 105.721
1.182.475
492.531
111.308
84.559

325
.

515
111.631 85.074
8.801 2.825

576

7.377
2.825

Tarwe ………………
Rogge ………………3.954

22.404
728.410 278.807
4.072 70.416
,

53.261
798.826
832.068
Boekweit

…………..2.000

5.562
2.239
190.674 65.194 30.907
21.611
1.063

8.037
3.026
918

198.711
68.220
.

31.825 21.611

Male

………………

Lijnzaad ………….
1.225
120.257
32.225

94.835
23.117
215.092
65.342

GerBt

……………..
flaer ……………..

3.235
88.276
81.098 2.312 21.432 1.406
109.708
32.504
Lijnkoek ……………
2.337
46.649
23.159
568
2.303

48.852
23.159
Tarwemeel …………..
Andere meelsoorten
.
50
34.017
20.946

1.348
100
35.365
21.046

gedaan werden. De verschillende suikermarkten ondervon-
den onmiddellijk den invloed van deze wending in de ver-
kooppolitiek van den grootsten houder en prijzen Jiepn
weer eenigszins terug. De noteering voor spot Centrif u-
gals in N e
w
Y o r k is thans 4,23 cents, terwijl de ter-
,ntijnnoteeringen sloten 2,62 ets. voor October, 2,40 ets, voor
December, 2,34 ets. voor Maart en 2,40 ets. ‘voor Mei.
De laatste Cubastatistiek luidt:

1921

1920

1919
Weekontvangst t. 24 Sept.

7.000

11.234

33.046 tons
Tot.ontv.lDoc.’20-24 Sep. 3.207.000 3.507.241 3.788.776
Werkende fabrieken

2

3

1
Weekexport tot 24 Sept. 17.000 8.860 82.292
Tot. exp. 1 Jan.-24 Sept. 2.012.000 3.489.718 8.137.870
Totale voorraad 24 Sept. 1.195.000 303.501 590.606

Hierbij dient steeds in aanmerking genomen te worden,
dat nog belangrijke voorraden op de labrieken opgeslagen
liggen.
Uit J n v a werd in h’et begin der ‘week eene vastere
marktsternming iarieht en prijzen konden eeniigszins ver-
beteren. Daarna waa de stemming kalm. Britseh-Iudië
kocht het een en ander speciaal voor Januari/Maart af-
scheep. .
Hieronder volgt een specilicatie van den export van
Javasuiker alaar de verschillende landen gedurende de
maanden April t.m. Juli 1921.

1921

1920

1919

tons

tons

tons
Holland en Holland 1. o

7.570

2.768

14.467
Engeland…………….3.388

21.370

96.458
Frankrijk…………….2.200

10.000

6.125
Belgie ………………..

_g

4.387


Noorwegen ……………

7.696
Zweden………………

8.629

3.461
Denemarken ………….69


Zwitserland…………..

Spanje ……………….

7.020
Italië ……………….19.476

2.621
Griekenland ………….4.788

7.186
Roemenie …………….

3.984
Turkije ………………

.4.088

7.616
Rusland en Finland

4.912


Egypte………………2.567


Suez ………………..5.000

4.000


Port Said f.o …………..
.17.381

. 47.611

11.160
Amerika (Ati. havens)

30.910


San Francisco …………

300

8.927
Vancouver ……………-

3.000
Argentinië ……………

Singapore ……………25.002

5.398

22.997
China ………………
478

600
Hongkong …………..

59.926

28.685 .

45.941
Japan ………………38.380

25.482

30.433

1021

1920

1919
tons

tons

tons
Formosa …………….

.

3.872


Britsch-Indië …………140.975

28.998

57.075
Australië …………….

.472

13.765
Siam………………..200

105
Sundry Porta…………. –

.

3.302

Totaal….

345.012

233.949

332.240

Op de Lo n d en s cL e n a r k t werd de prijs voor
refined tot 52/- verlaagd, waartoe meer vraag opkwam.
Bij de tegenwoord.ige lage prijsbasis voor rawe siiker rmag
eene verdere reductie van den prijs voor geraffineerd ver-
wacht worden, waarmede eene toename van de consump-
tie gepaard kan gaan.
Op de Hollandsch e markt was 1estemming wei-
felend en werd het laatst betaald voor Decern.]erlevcring

f
22.
NOTEERINGEN.

Data
Amsier-
dam per
loopende

Londen
New York
96pCt.
Centri- T
ole,
Cubes

Whilc Java
f.o.b. per
Amer. Gra-
nuloted c.i.f.
maand
No.
/
Oct./Nov.
Sept./Oct.
fugals

Sh.
5h.
$
ets.
28Sept.’21
f
27
1
1
5716
1919
251.-
4,2314,14
21

,,

’21
,,26/s
57/Q
1916
2416
4,86
1)
28Sept.’20
,,


1161-.
671-

.
9,75
1)
28Sept.’19 ,,


6419
511-
591- 7,28
11 Juli ’14
,,11
15
/a2
181-


3,26
j
INOXU.’
;
L,aten.

/
THEE.
(Opgave van den makelaar J. van Eck.)

Bericht van den afloop Theeveiling op 22 September 1921.

Aanbod in veiling bestond uit:

Heden:
13836, 2014, 47116 .kn. Java thee
4193

Sumatra thee
1272

,. ex voorgaande veiling

Totaal.. 19301, 20/4, 47116 kn. thee.

23 September 1920:.
15878, 6012, 5014 ‘kit. Java thee

802

Sumatra thee

1851

,, in naveiling

Totaal.. 18531,6012, 5014 kit, thee

Aanbod 1 Januari j.1.totheden: idem 1920 idem 1919
12 veilingen 10 veilingen 10 veilingen.
Java thee

215410 kit. 165639’kn. 118305 kn.
Sumatrathee 14220 ,,

11531 ,,

2256

Totaal ‘………. 229630 kit. 177170 kn. 120561 kn.

870

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5
October
1921′

De átemming .wâs vast, het verloop
Vrij
vlug, op het eind
der veiling tracit een tragere stemming in,’ welke schijnbaar
awakker was, doch de prijzen konden zich vrijwel hand-
haven.
De prijzen voor prima blad thee waren, met uitzonde-
ring van eenige zeer fijne bheeën, iets onder afloop vorige
veiling, daarentegen was ordinair en midden-kwaliteit blad
hooger, het verschil met vorige tveil.ing was voor deze laat-ste gemiddeld 3 ft 4 cts.
Voor prima mooi geelpuntig gruis was een zeer goede
‘vraag, de betaalde prijzen waren alle flink boven taxatie,
midden-kwaliteit gruis bracht gemiddeld 3 0. 4 ets. meer op dan in vorige veiling, voor ongelijk iets stelig en stof-
fig gruis was weinig attentie.
Gebroken thee met gering aanbod werd eenige centen
hooger verkocht.
Voor Witpunt en Flowery Pecoo was geen vraag, het
geheele aanbod bleef onverkocht.
Volgende veiling zal plaats hebben op Donderdag 13
October é.k;, aanbod circa 18.000 kn. thee.

KOFFIE.
(Mededeeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kolff
& Witkamp en Leonard Jacobson & Zonen).

Noteeringen en voorraden.

Data
Rio
Santos
Wisselkoers
Voorraad
Pi
rjs
No. 7 Voorraad
Prijs
No.
4

1 Oct.1921
1.605.000
12.825
2.975.000
15.300
8
18
182

24 Sept. 1921
1.621.000
12.325
3.074.000
15.300
8
9
/je
17

,,

1921
1.572.000
12.250
3.069.000
15.400
8e/8
1 Oct.

1920
407.000
7.900
2.004.000
10.000
1281
8

– Ontvangsten.

Rio

Santos

Data

Afgeloopen

Sedert


7e
7′
n
1

Sedert
week

1

1
Juli

week

1 Juli

1 Oct. 1921….

86.000 1.265.000

185.000 2.315.000
1 Oct.’ 1920….
1
60.000
1
751.000
1
294.000
1
2.951.000

KATOEN.

Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,

Manchester, d.d. 21 September 1921.
Deze week zijn wij weer getuf ge geweest van groote
fluctuaties in •dén prijs van Amenikaansche -katoen, doch
bij.
j
edere verhooging hadden weer groote aanbiedingen
van houders in het Zuiden paats, coodat per slot van re-
kening weinig verandering in den prijs plaats vond, hoe-
wel de algemeene situatie no.g bepaald ,/bullish” genoemd
kan worden. Hgyptische katoen is iets, duurder en ivrij
goed gevraagd.
Tengevolge van de’ zeer onstandvastige katoeiimarkt
worden garen-zaken ten zeerste bemoeilijkt. Fabrikanten
van tAmerikaansohe garens moeten niet alleen rekening
houden met de steeds stijgen-de -katoennoteeringen, doch
ook met de hoogere basis hij het omrekenen van ,,futures”
in actueele katoen, zoodat verbruikers dikwijls verwon-
derd zijn over de thans geldende vraagprijzen rver.geleken
met de betrekkelijk geringe stijging van ruwe katoen.
Voor het ibinnenland bestaat weinig vraag, hoewel enkele
spinners -in medio inslag wat gedaan ‘hebben, terwijl fa-
brikanten van fijnere nummers goed bezet zijn. Voor grove
garens bestaat weinig belangstelling. ‘China koopt kleine
hoeveelheden 40cr en 4012 Mule,. terwijl Bombay biedingen
voor 40/2 mnzendt welke echter over het algemeeiï veel te
laag -zijn. In ringgarens en ‘boomen -wordt weinig gedaan.
Voor Holland worden vrij groote hoeveelheden, evenwel
tegen -te lage prijzen -gevraagd, zoodat slechts weinig zakèu
tot stand komen. Egyptisohe garens zijn duurder en beter
gevraagd,’ seeiaal de kijnere nummer-s.
De doekmarkt is tengevolge der verhoogde katoennotee-
ringen veel vaster, doch de vraag naar -manufacturen
blijft nog zeer gering. Van Ohina en Zuid-Ajmerika -zijn
aanvragen binnengekomen, welke echter veel te laag zijn,
zoodat er geen , zakn van beteekenis geboekt zijn. De
-groote schommelingen -in katoenprjznk houden koopers
-afzijdig.

14Sept. 21Sept. Oost.koersen.

13 Sept. 20Sept.
Liverpoolnoteeringen.

T.T.opIndi…. 114

115
1
1g
F.G.F. Sakellaridis 22,50 25,00 T.T. op Hongkong 2/8
8/
219
G.F.’No. 1 Oomra

9,00 8,75 T.T.op Shanghai.
3/91/t
31911,1

Noteeri-ng voor Loco-Katoen.

(Middling Uplands).

13
Oct. ’21
1
2
4
Sept.’
21
1
19Sept.’21
j
4 Oct.
‘204
0c1.19

New York voor
Middling

..
21,35e 20,15e
19.95e
24,25 c
32,65e
New Orleans voor Middling
20,0 c
19,50e

i5,30d
1
)

19.— c
22,50 c
32,25e
Liverpool voor

Fy
Middling


13,780)
19,96 d 120,49 d
1)
10 Sept. ’21.
2)
2 Sept. “21.

Ontvangsten in- ‘en uitvoeren van Amerikaansche -havens.

(In duizendtallen balen).

1
Aug. ’21
Overeenkomstige perioden lol

30Sept.’21
1920.1921

1919-1920

Ontvangsten. Gulf-Havens.:

828
496
281
,,

Atlant. Havens
251


132
312
Uitvoer naar Gr. Brittannië
120
179
346
‘t Vasteland.

.

Japan etc…
539
282
883

Voorraden
in
duizendtallen
30Sept. ’21
1 Oct. ’20
1
26 Sept.’19

Amerik. havens ……….
1412
821


822
Binnenland …………..
.1148
.
866
.675
New York

……………..
148

26
90
New Orleans …………

426 206

254
Liverpool

……………
.
518
860 785

RUBBER.

Gedurende de afgeloopen week was de markt wat kalmer
en liepen de prijzen iets terug. De belangstelling van de
zijde van Amerika was iets minder en naar het schijnt is
men nog niet bereid de hier geldende prijzen te betalen.

De noteeringen zijn:

einde voorafgaande week:

Prima Crpe loco ……….48

c

……….50

c.

Nov./Dec ……. 49

, Oct./Dec.

5P/,

Jan./Maart .,.. 52

,

……….53

Smoked Sheets loco – ……..50

,……….50

Nov./Dec ……. 5Ø1/ ,,

Oct./D
.
ec. .. SO’/s
pp

Jan.JMaart …. 52

,………..52
3 October 1921.

COPRA

De markt was deze week zeer flauw gestemd, en was
het aanbod van tijd tot tijd bepaald dringend.

De noteeringen zijn:
Java f.m.s. stoomend ………………
f
36,75
Augustus/October ……….,, 36,50
September/November ,, .. ,, 36,25
alles naar Elolland/Hamburg/Bremen.
3 October 1921.

METALEN.

IJZER EN STAAL.

Maandoverzicht, 30 September 1921.
D uit
s
c h 1 and. In aansluiting aan liet marktbe
richt van de vorige naand, ionstateerden ‘wij ook deze
maand wederom een toeneming van de -verschillende op-
-cIrahten aan de Duitsche iwalswerke’n. Gewone en dunne
platen, verzinkte platen en de verschillende soorten
draad zijn .vdSr •het einde van dit jaar niet meer onder te
brengen.
Voor de bovengenoemde gewone en dunn.e platen wiI
DuiitschJand zelfs geen prijzen afgeven voor het
)
omeude
jaar en is het daarom het beste in het verdere buiten-
land opdrachten op dit materiaal onder .te brengen. Deze
platen zijn bij -de Belgische ‘werken nog te – krijgen – tegen
een grondprijs van en. 141-/-. -De Belgische prijs (voor de
verz-inkte platen stelt aich op 1241
,
/. eik. Wat liet draad
aangaat, zoo kan liet verdere buitenland dit nog opne-
men, echter niet rvoor -leveringen in 2 maanden. De prijs –
bedraagt en. £ 13/-1- ci-f. Draa-dnagels zijn- -voor, het -eerste –
kwartaal van het nieuwe jaar reeds in Duitsch-land on-
dergebracht. – –
Het iis op het oogeublik zeer ‘lastig, een rvaste lijn aan
te Seven, want in de laatste weken ‘werd opgemerkt, dat
bijna dagelijks de prijzen naar boven gingen en- -dat wer

ken, die vandaag nog vrij waren, morgen veeds- -war-en
volgeboekt. ‘
– – t
Engelan d en Amerika. Wat
/
liet- -eerste land aan-

5 October 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

uyln

gaat, zoo kunnen wij in vergelijk met de vorige maand
nog gen verbetering bespeuren. Door de economische ver-
houdingen bleven de prijzen daar te lande nog zeer hoog,
zoodat de buitendandsche concurrenten even sterk bleven
en de Engelsche Regeering zelfs opdrachten gaf, welke
gingen naar het concurreerende buitenland..
Wat Amerika aangaat, evenals de -vorige maand, viel
hier een ‘verlevendiging van den handel op te merken en
een aantal opdrachten en verkoopen, deze laatste meest
nog van voorraad, te constateeren. –
Bel g i ë. In tegenstelling met de vorige maand con-
stateerden wij op de ijzermarkt een optimisme, hetgeen
veroorzaakt werd door liet toenemen der aanvragen en
hoewel de prijzen langzaam aan regelmatig in de hoogte
gingen betaalden de koopers algemeen de minder gunstige
prijzen. De behoefte is groot, zoodat de kooper wel ge-
dwongen is, minder gunstig in te koopen. De Duitsche
concurrentie wordt minder gevoeld en vanuit Holland
werden vele opdrachten gegeven op dunne platen. – –
In de tweede helft der maand bleek ‘het, dat deze ver-
betering niet constant was. Wel gingen meer opdrachten
hij de werken binnen, doch het ‘handelde sich meestal om kleine orders. De platenmarkt onderging belangrijke ver-
anderingen. De prijzen van het ruw-ijzer ‘waren ‘weer vast.
In ‘het laatst van deze maand bleek liet optimisme, dat ‘in
in liet legin der maand geconstateerd werd, volkomen on-
gegrond en werden de opdrachten hoe langer hoe izeldzamer.
Toch blijft de ijzermarkt tamelijk vast; gelukkig voor
België heeft de concurrentie uit Luxemburg en Lotharin-
gen hare prijzen verhoogd.

Loco-Noteeringen te Londen:

Dato
IJzer
Koper
Standard
l
.Tv,
Lood
Zink

3 Oct. 1921..
nom.
68.101-
157.716
23.51-
26.716
26 Sept.1921..
nom.
68.216
157.1216
23.51-
25.1216
4 Oct. 1920..
nom.
96.716
271.1716
34.1216
40.151-
6 Oct. 1919..
nom.
104.51-
283.-!-
25.1716
41.51-
20 Juli 1914..
5114
61.-/-
145.151-
19.-!-
21.101-

VERKEERSWEZEN..

RIJN VAART.

Week van 26 September tot 3 October 1921.
In de afgeloopen week waren de aanvoeren gering, waar

door meer dan voldoende scheepsruimte disponibel was. In
het begin. ‘der week werden de ertdvrachten van Rotter-
dam naar de RUlirhavens met
f
1,10 per last hij
Y
4
lostijd
genoteerd, om einde der week tot 90 cents per last te
dalen, terwijl de scbeepshuur per dagton niet hooger dan
24 cents bedroeg.

Het sleeploon Ruhr-Mannheim bleef onveranderd
Mk. 22,— per last genoteerd.
De ‘vracht voor exportkolen van de Rahrhavens
Rotterdam bedroeg in het •begin der week 70 cents, der week 85 cents per ton met vrij sl.eepen.
De waterstand bleef gunstûg; Cauber Pegel wees
der week Mtr. 1,12 aan.

met

naar
einde

einde

SCHEEPVAART.
GB4AN.

Petro.

Odessa

Au.
Ku,t

grod

Ver. Staten
San Lorenzo Data

Londen/ Rotte,. –
dom

Rotte,. 1 Bristol

Rotte,.. 1 Enge.
R’dam

dom

1 Kanaal

dam

1

land

26 S-1 Oct. 1921

-.

413

413

231-

231-
19-24 Sept. 1921

417’12

417112

23/9

2319
27 S.-2 Oct. 1920

1116

1116

951-

951-
29 S.-4 Oct. 1919

f75,-1)

8162) .1651-

651- 2)
Juli

1914

lid.

713

1/11i/

i/111/

121-

121-

KOLEN.

(‘ardif

Oosik. Engeland Data

1

1

La
Eo,- 1

1 Port

Plt

Rotte,- Gothen.
.deaux
1
Genua

Sald

1
Rivier

dam
1
Liurg

26 S.-1
0.
1921

813

1313

13/-

14/-
19-24 Spt. 1921

8/3

1313

131-

14/-

27 S.-2 0.
1920

181-

1

301-

3718

29 S.4 0.
1919


Juli

1914 Ir.
7,—

71-

7/3

1416

DIVERSEN.

Bom kat,
1

B1rm3

Vladivo-

Chili

D

West

West

stock

West

0

Europa

Europa

West

Europa
(d. w.)

(rijst)

Europa

(salpeter)

26 Sept.-1 Oct.. 1921..

30/-

3216
19-24 Sept… .. 1921..

301-

351-
27 Sept.-2 Oct. 1920..

851-

1151-

10/-
29 Sept.-4 Oct.
1919..

12716

2151-3)

2451-
Juli

1914…

1416

1613

251-

2213
2)
Per ton stukgoed. ‘) Voor Britsche schepen.
) Voor neutrale schepen onder Geallieerd timecharter.
Graan Petrogrod per guarter van 496 11w. zwaar. O,lessa per unit. Ver. Staten
per quarter van 480 11w. zwaar.
Overige noleeringen per ton van 1015 K.G.

6/6

9/-
6/9

9/3

3/2

4/-

..’

ADVERTENTIËN.

Groeneveld -, van

Poll & Co.


Electrotechnische Fabnek

Telefoon
Telegramadres

,,GROENPOL”

AMSTERDAM

N 2078 N 9078

de Ruyterkade 41-42
.

N 9482

Complete installatiën voor

Electrisch.e verlichting en Krachtoverbrenging

ALLEENVERTEGENWOORDIGERS DER

ALLMANNA SVENSKA ELEKTRISKA Akt Bol

te VÂSTERAS (Zweden)

E A Generatoren, Dynamo’s en Motoren voor gelijk-, wissel- en draaistroom

Transformatoren en toestellen

6ebroeders Merens

HAARLEM

FABRIKANTEN VAN

TECHNISCHE

CAOUTCHOÜC,

ASBEST-

EN EBONIET-

ARTIKELEN

Telefoon 103

Telegr.adr:
Gomfabriek,
Haarlem

AFD. KETELBOUW

ONDERWIND-

INSTALLATIES

UITSTEKENDE RESULTATEN

bil het stoken
van
mlnderwaardige brandstoffen

WILTON-VUURHAARDEN

MACIMUA6I[NG

ONTVANG-
EN
BETAALKAS

kl

872

5 October 1921

NEDERILA’NDISCHI INDISCHE HANDELSBANK

AMSTERDAM

BATAVIA

‘s-GRAVENIIAGE’

AMPENAN, BANDOENG, BOMBAY, CALCUTTA, CHERIBON, GORONTALO,
HONGKONG, KOBE, MAKASSAR, MEDAN, MENADO, PALEMBANG, PEKALON-.
GAN, PROBOLINGGO, SEMARANG, SHANGHAI, SINGAPORE, SOERABAYA,
TEGAL, TJILATJAP, WELTEVREDEN.
Kapitaal
/55.000.000,-

Reserven
/
47.750.000,

Nederlandsèh-Indische Escompto Maatschappij.

Opgericht in 1857.

Kapitaal
f50.000.000,—, waarvan geplaatst en volgestort
f47.000.000,—.
Reservefonds
f11.000.000,—.

HOOFDKANTOOR: BATAVIA.

AGENTSCHAPPEN te: Soerabaja, Soerabaia-Simpang, Semarang,

Weltevreden, Padang, Bandoeng, Cheribon, Macassar, Djokdja,

AMSTERDAM,

Medan, Tegal, Palembang.

‘S-GRAVENHAGE,

Keizersgracht 573/5.

.

Prins Hendrikplein 14

BANKZAKEN IN HET ALGEMEEN. – SAFE DEPOSIT.

‘KONINKLIJKE.

HOLLANDSCHE

LLOYD

AMSTERDAM

PASSAGIERS-, VRACHT- EN

POSTDIENSTEN

NAAR

ZUID-AMERIKA

CUBA
EN
MEXICO

EN

NOORD-AMERIKA’

NIEUWE DOELENSTRAAT
20

22
AMSTERDAM

DEPOSITO’S VOOR
i
JAAR FIXE
â
41/2
PCT.

GELDEN, OP DEZEN TERMIJN GESTORT, ZIJN ‘NA AFLOOP

VAN HET JAAR ZONDER OPZEGGING BESCHIKBAAR.

NIET OPGEVORDERD ZIJNDE, WORDT DE POST STIL-

ZWIJGEND VOOR GELIJKEN TERMIJN VERLENGD.

DE RENTE KAN NAAR VERKIEZING PER KWARTAAL, PER

HALF JAAR OF PER JAAR ONTVANGEN WORDEN.

Wij vragen Uwe aandacht voor het

Octrooi= en Merkenbiad

Uitgave van de
Vereenigde Octroolbureaux

le
v. d. Boschstraat 1, Hoek Bezuidenhout, ‘s-GRAVENHAGE

Abonnèmentsprijs f 5,— per jaar

PROEFNTJMMER BESCHIKBAAR

Auteur