Ga direct naar de content

Drank, drugs en veel verdienen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 17 1996

Drank, drugs en veel verdienen
Aute ur(s ):
Theeuw es, J.J.M. (auteur)
De auteur is verb onden aan de Rijksuniversiteit Leiden
Ve rs che ne n in:
ESB, 81e jaargang, nr. 4054, pagina 352, 17 april 1996 (datum)
Rubrie k :
Uit de vakliteratuur
Tre fw oord(e n):
arbeidsmarkt, uit, de, vakliteratuur, drugs, genotmiddelen

Zes Amerikanen hebben in het verleden de Nobelprijs voor literatuur gekregen. Vijf van hen (Lewis, O’Neill, Faulkner, Hemingway
en Steinbeck) dronken veel vóór, tijdens en na het schrijven (alleen Bellow kon zich matigen). In 1988 schreef Donald Goodwin in zijn
boek Alcohol and the Writer dat relatief veel schrijvers een drankprobleem hebben. Iedereen weet dat niet elke drinker een groot
schrijver is, maar is een goed schrijver misschien vaak een heftige drinker? Of schrijven Nobelprijswinnaars grootse boeken
ondanks, niet dankzij, de alcohol?
Het is bekend dat alcoholgebruik op de werkplek leidt tot een lagere productiviteit 1, en dus tot minder goed werk, ontslag en andere
ellende. Uit onderzoek naar loonverschillen blijkt dat drinkers gemiddeld minder verdienen. Dit zal niemand echt verbazen. Recentelijk
werd in de VS soortgelijk onderzoek verricht naar de effecten op het gemiddelde loon van druggebruikers. Met de huidige discussies
omtrent Nederlandse en Franse drugsnota’s is dit onderzoek ook in Europa actueel. De eerste resultaten waren verbazingwekkend:
marihuanarokers en cocaïnesnuivers hadden gemiddeld hogere lonen.
Robert Kaestner heeft het productiviteitseffect van het gebruik van marihuana en cocaïne op het loon van jonge werknemers onderzocht,
tegelijk met het inkomenseffect van loonhoogte op consumptie van drugs voor 8.282 jonge werknemers van tussen 18 en de 27 jaar in
1984 2. Bijna 72% van de mannen en ongeveer 62% van de vrouwen hebben tijdens hun leven wel eens marihuana gerookt. In de
afgelopen maand heeft 30% van de mannen en 21% van de vrouwen nog een stickie gerookt. Voor cocaïne zijn de cijfers 23% en 15%
respectievelijk 6% en 3,5%.
Kaestner verwachtte dat druggebruikers minder werklust vertoonden, en dus minder verdienden. Tot zijn verbazing vond hij precies het
tegenovergestelde: een significant hoger loon voor drugsgebruik zowel gemiddeld als in de laatste maand, voor zowel marihuana als
cocaïne, en voor zowel mannen als vrouwen. Tegelijkertijd was er ook een significant inkomenseffect: een hoger loon leidde tot meer
druggebruik. Drugs zijn kennelijk een ‘normaal’ goed.
Dat drugsgebruikers gemiddeld meer verdienen is vreemd. Wat zit hier achter? Een mogelijke verklaring voor het effect van
drugsconsumptie op loon is dat deze werknemers een korte tijdshorizon hebben. Becker en Murphy stellen dat drugsgebruikers in het
heden leven en niet aan morgen denken 3. Daarom gebruiken ze drugs en daarom kiezen ze ook het soort werk waar ze de blits kunnen
maken en veel geld verdienen, en niet voor een baan waar het grote geld pas later komt. Kaestner vergelijkt loopbanen van
druggebruikers met die van niet-drugsgebruikers, maar hij vindt geen duidelijke verschillen in soort werk.
Het zou ook kunnen dat het gevonden positieve verband te wijten is aan onjuiste antwoorden in de enquêtes. De gegevens over
drugsgebruik in de steekproef zijn lager dan normaal is voor deze leeftijdsgroep. Stel dat jongeren die weinig verdienen hun gebruik van
drugs minder gauw opbiechten. Dan ontstaat het positieve verband tussen drugs en loon alleen maar door dit scheve patroon van
onnauwkeurige antwoorden in de steekproef 4. Deze veronderstelling is nog niet getoetst.
Wat overblijft als mogelijke verklaring voor het positieve verband tussen drugs en loon is dat druggebruikers persoonlijke
eigenschappen en kenmerken hebben, zoals creativiteit en sociale vaardigheden, die zowel samengaan met gemakkelijk veel geld
verdienen als het sneller geneigd zijn om drugs te proberen. Deze eigenschappen en kenmerken zijn vaak niet waar te nemen in een
enquête. Hoe meet je of iemand creatief is? Paneldata kunnen een uitkomst zijn. Hierin wordt dezelfde persoon met zijn verborgen
karaktertrekken twee keer op verschillende tijdstippen geënquêteerd, waarbij voor hem of haar twee keer het verband tussen druggebruik
en loonniveau wordt waargenomen.
Recentelijk publiceerde Kaestner onderzoek met nieuwe gegevens (voor 1988) voor dezelfde jongeren 5. Eerst herhaalt hij de
dwarsdoorsnedeschattingen voor 1984 en 1988 en vindt dezelfde resultaten als in zijn eerder paper: voor beide jaren een positief
significant effect van marihuana- en cocaïnegebruik op het loon. Vervolgens vindt hij negatieve maar niet significante effecten van
druggebruik op de lonen van mannen. Voor vrouwen geldt nog steeds een groot significant en positief effect van cocaïnegebruik (maar
niet voor marihuanagebruik). De resultaten zijn niet eenduidig meer. Dit doet Kaestner besluiten dat het psychische effect van
druggebruik verschillend is voor verschillende jongeren. Bij de ene pakt het slecht uit en bij de andere goed.
We zijn uitgekomen op een minder verrassend maar wel aannemelijk resultaat. Persoonlijke voorkeuren en kenmerken zorgen er voor dat

mensen èn drugs gebruiken èn relatief veel verdienen. Dit leidt in eerste instantie tot een positief verband tussen druggebruik en
loonhoogte. Echter, als in het onderzoek netjes rekening wordt gehouden met die kenmerken dan wordt duidelijk dat het effect van drugs
op productiviteit van persoon tot persoon verschilt en dat er niets algemeens over te zeggen valt

1 M.C. Berger en J.P. Leigh, The effect of alcohol use on wages, Applied Economics, 1988, blz. 129-135.
2 R. Kaestner, The effect of illicit drug use on the wages of young adults, Journal of Labor Economics, 1991, blz. 381-412.
3 G. Becker en K. Murphy, A theory of rational addiction, Journal of Political Economy, 1988, blz. 675-700.
4 Met dank aan Carl Koopmans van het CPB voor deze suggestie.
5 R. Kaestner, New estimates of the effect of marihuana and cocaïne use on wages, Industrial and Labor Relations Review, 1994, blz.
454-470.

Copyright © 1996 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur