Ga direct naar de content

De verblijfsmarkt

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 5 2002

De verblijfsmarkt
Aute ur(s ):
Jonkhoff, W. (auteur)
redacteur ESB
Ve rs che ne n in:
ESB, 87e jaargang, nr. 4354, pagina 261, 5 april 2002 (datum)
Rubrie k :
Van de redactie
Tre fw oord(e n):

Wanneer is een land in economisch opzicht vol? Zoveel mensen, zoveel antwoorden. De term vol geeft aan dat een
hoeveelheidscriterium wordt gehanteerd. Denk bijvoorbeeld aan de vreugde bij PvdA en VVD twee weken geleden, toen bleek dat het
aantal asielzoekers in Nederland het afgelopen jaar weer flink gedaald is. De electorale macht van het getal is groot.
Maar wie aan hoeveelheden gaat sleutelen, betaalt er een prijs voor. Spierballentaal van politici over het sluiten van de grenzen zal niet
kunnen voorkomen dat veel vluchtelingen in Nederland aan de poort blijven rammelen. Komen ze er niet legaal in dan lukt het wel
illegaal. Akelige paardenmiddelen zoals razzia’s zijn nodig om deze overtredingen te ontdekken. En dan de bestraffing. Hoe voorkom je
dat een uitgezet vluchteling Nederland weer binnenkomt?
Ook degenen die verdedigen dat Nederland niet vol is, maken kwantitatieve vergelijkingen met Londen 1 of Singapore (‘veel voller!’) of
met onze eigen Dwingeloosche Heide of polder de Ronde Hoep (‘kijk eens hoe leeg!’). Ook dit lijkt op het miskennen van kwalitatieve
aspecten.
Weldenkende burgers en bedrijven maken een weloverwogen locatiekeuze. Van migranten kan dit bij uitstek worden gezegd. Emigreren
doe je immers niet zomaar. Hoe zouden migranten hun alternatieven zien? Enerzijds is er het eigen land. De verwachte opbrengst uit werk
is er meestal laag. Zeker als er sprake is van levensbedreigende situaties. Daartegenover staat de bekendheid met eigen huis en haard, en
lokaal sociaal kapitaal.
Nederland is voor de meeste migranten een vreemd land, maar wel met veel hogere verwachte opbrengsten uit werk. Maar ook indien
men niet werkt, ontvangt men een uitkering. Voor migranten uit donorlanden als Marokko en Turkije bestaat een extra voordeel van het
wonen in Nederland (dit geldt overigens ook in België en Duitsland). Er is sprake van nieuwe verzuiling: het is mogelijk binnen de eigen
gemeenschap een sociaal leven te hebben omdat deze gemeenschap daartoe genoeg kritische massa heeft. Eigen voetbalploegjes, eigen
bedrijfjes, en min of meer ook eigen scholen. Dan vervalt de noodzaak om de Nederlandse taal en cultuur over te nemen. De locatiekeuze
zal dan eerder in Nederlands voordeel uitvallen.
Autochtonen zijn vaak geneigd niet naar deze afweging te kijken maar meer naar de negatieve externe effecten die de migranten, als zij
eenmaal hier zijn, veroorzaken. Natuurlijk kunnen migranten een belangrijke maatschappelijke bijdrage leveren. Men denke bijvoorbeeld
aan de krapte op de arbeidsmarkt. Vaak zijn er echter ook externe kosten. Uitkeringen vormen een maatschappelijke kostenpost.
Bovendien vervalt de onderkant van het allochtone inkomens-gebouw, en dan met name het jeugdige, mannelijke deel, vaak in
criminaliteit. Deze externe kosten worden over het algemeen slecht geïnternaliseerd. En al gebeurt dat wel, zoals bij het opsporen van
adolescente vandalen, dan zijn de beleidskosten hoog.
Maar dat heeft niets te maken met vol- of leegheid of een andere vorm van maatschappelijke corpulentie dan wel anorexia. Zoals de Club
van Tien Miljoen op haar website terecht opmerkt, kunnen de problemen veroorzaakt door immigratie niet worden geweten aan de
allochtonen. Zij maken immers gewoon een rationele afweging. De markt voor verblijf in Nederland ruimt domweg niet. Er is meer vraag
dan aanbod. Wie dan het aanbod gaat verlagen, laat veel marktpartijen onbevredigd en lokt ongewenst gedrag uit. Veel beter is het,
prijzen in overeenstemming te brengen met kosten.
Als er geen geld zou worden verstrekt aan asielzoekers, zou een veel betere zelfselectie plaatsvinden tussen economische vluchtelingen
enerzijds en politieke vluchtelingen anderzijds. De afweging tussen levensbedreigende situaties en veiligheid is een hele andere dan
tussen het inkomen in het geboorteland en dat in Nederland. Dit levert nieuwkomers bovendien veel meer motivatie om zich te bewijzen,
zoals de ervaring in de Verenigde Staten laat zien 2. Als externe kosten goed worden geïnternaliseerd, is het in het geheel niet van belang
hoeveel migranten er in dit land komen. Predikaten als economisch, politiek of illegaal vluchteling kunnen dan in principe het land uit en
Gümüs-achtige drama’s zijn niet nodig.
Problemen hou je natuurlijk altijd. Hoe moeten politieke vluchtelingen sparen voor de reis naar en het verblijf in Nederland als ze hier
geen toelage zullen ontvangen? Vaak zullen ze daartoe niet de tijd en mogelijkheid hebben. Of wat te denken van migranten die slechts
kort in Nederland arbeidsverleden opbouwen en vervolgens hun toevlucht nemen tot een uitkering? Andermaal past het dan niet om met
een beschuldigend vingertje naar allochtonen te wijzen. De omstandigheid dat iemand allochtoon is, heeft met inactiviteit niet veel van
doen. Eventuele fraude met uitkeringen kan in vergelijking tot illegalen relatief makkelijk worden opgespoord.

Nederland is niet vol en niet leeg. Integendeel. We moeten af van het kwantitatieve denken over migratie. Het leidt tot een ongezond
protectionisme enerzijds en politiek correcte struisvogelpolitiek anderzijds. Veel beter is het, externe kosten te internaliseren. De afweging
van de migrant moet evenzeer geprikkeld worden als de discussie hier te lande.

1 Zie M.A. de Ruyter van Steveninck, Nederland is nog lang niet vol, NRC Handelsblad, 27 maart 2002.
2 G. Ridder, Immigrant, ESB, 18 januari 2002, blz. 43.

Copyright © 2002 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur