Ga direct naar de content

De lach van Rutte

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 2 2013

Neurochirurg Tulleken reageert laconiek op zijn berisping. Aftredend Eerste Kamervoorzitter De Graaf meent niets verkeerd te hebben gedaan. Mart Smeets wast zijn bezoedelde handen in onschuld. De NS wijst naar Ansaldo, Ansaldo-topman Bruno Manfellotto wijst vrolijk terug. Zien we hier een trend? Zelfs als de bewijslast overweldigend is, bloeden de neuzen en veranderen daders spontaan in slachtoffers.

Ook aan de kant van de vermeende slachtoffers bespeur ik morele onverkwikkelijkheden. De Grieken hebben zich misdragen? Terugbetalen tot de laatste euro. De banken hebben jarenlang in een te grote broek rondgelopen? Bankiers kunnen zich op geen feestje meer vertonen. Woningcorporaties gaan hun boekje te buiten? Afromen totdat er geen grammetje vet meer op zit.

Gebrek aan zelfreflectie en aan mededogen strooit zand in de sociale motor. Zelfreflectie en mededogen fungeren als smeerolie in het sociale verkeer, stellen ons in staat het verleden te verwerken en weer naar de toekomst te kijken.

Ook in het economische verkeer zijn zelfreflectie en mededogen geen overbodige luxe. Economische hervormingen doen een zwaar beroep op veranderingsgezindheid, tolerantie en eigen verantwoordelijkheid van burgers. Het is dan wel handig als mensen niet alleen meer verantwoordelijkheid voor de eigen keuzes krijgen, maar die ook nemen. Veranderingen gaan gepaard met risico’s nemen. Risico’s leveren alleen iets op als je ervan leert als het misgaat. Het vereist ook dat de samenleving als geheel mededogen toont met mensen die risico’s nemen die minder goed uitpakken.

Een pleidooi voor zelfreflectie en mededogen is geen soft gezalf van boomknuffelaars, maar harde noodzaak om veranderingen in goede banen te leiden. Politici kunnen het goede voorbeeld geven. Als we de politiek door deze morele lens bekijken, levert dat echter geen vrolijke plaatjes op.

Polderakkoorden worden verpakt als draagvlakcreatie maar schuiven feitelijk verantwoordelijkheden af. Dat Rutte voor elk wissewasje met zijn plasje naar de Eerste Kamerdokter moet, reflecteert een diepe angst om in vertrouwen knopen door te hakken. En als het uit de hand loopt, huren we een commissie in onder leiding van een oud-politica die optekent dat dingen ‘niet onwettig, wel onwenselijk waren’, waarna we in gezwinde pas overgaan tot de orde van de dag.

De premier kan zijn vrolijke optimisme alleen op de burgers overdragen als hij zelf het goede voorbeeld geeft. Alleen dan kan lachen relativerend werken zonder te ontaarden in een trucje om problemen te omzeilen. Van burgers wordt heel wat gevraagd in deze barre tijden. Zij verdienen het om toegelachen te worden, niet uitgelachen.

(deze column verscheen in licht gewijzigde vorm in het FD van 1 juli 2013, vanaf heden zal iedere dinsdag de FD column hier geplaatst worden)

Auteur

Categorieën