Ga direct naar de content

De GATT-ministerszitting

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 8 1982

De GATT-ministerszitting

specifieke eigenschappen van deze sector.
Over de toevoeging van diensten aan het
GATT waren de meningen verdeeld analoog aan de Noord-Zuidtegenstelling, alhoewel Maleisie indiceerde geen bezwaar
te hebben tegen toevoeging. Cuba, Hongarije en Roemenie uitten hun bezwaren tegen het politick gebruik van economische
maatregelen en een drietal landen vroeg
om frequentere ministerszittingen.

DRS. R. BROLSMA*
Het ministersdocument

Samenvatting
De GATT-ministerszitting, die in plaats
van drie vijf dagen heeft geduurd, heeft geresulteerd in een verklaring waarin op de
gevaren van het protectionisme wordt gewezen en waarbij wordt gesteld dat de
..contracting parties” zich verplichten tot
liberalisatie en expansie van de handel.
Tevens is besloten tot een viertal studies
over vrijwaring, de relatie met ontwikkelingslanden. landbouw en de dienstensector, welkebinnen tweejaarmoeten worden
afgerond. Ook zullen geschillenprocedures
worden verbeterd.
Naar mijn mening moet worden betreurd dat geen wezenlijk debat is gevoerd
over de voor- en nadelen van protectionisme. Het ministersdocument is nu hypocriet in die zin dat de voordelen van handelsliberalisatie worden aangeprezen terwijl
elk land tegelijkertijd de binnenlandse
markt meer begint af te schermen. Deze
ambivalentie zal ongetwijfeld tot uiting komen bij de totstandkoming van de hiervoor
omschreven studies. Wellicht bestaat over
een paar jaar meer gevoel voor realiteit,
wanneer de wereld met meer protectionistische maatregelen en een daling van de
wereldhandel wordt geconfronteerd.
De ministerszitting
De ministerszitting bestaat uit een algemeen debat, een kleine onderhandelingsgroep en persconferenties. Op de laatste
bijeenkomsten is voor niet-ministers de
meeste informatie te verkrijgen. Het algemeen debat, dat in feite geen debat is maar
een eindeloze rij van individuele verklaringen, leverde het volgende op: vele sprekers
schetsten de gevaren van het protectionisme en trokken een parallel met de ontwikkeling in de jaren dertig. Wat betreft concrete aanbevelingen liepen de meningen
uiteen. Australie en de Verenigde Staten
vroegen om stopzetten en terugdringen van
protectionistische maatregelen, de meeste
overige landen waren voorstanders van een
voorzichtiger benadering; Japan betuigde
trouw aan de GATT-disciplines en roemde
— onder hilariteit — de openheid van de
eigen markt.
Minister Jobert van Frankrijk was de
enige die het liberalisme ter discussie stelde. Naar zijn mening moet niet gestreefd
ESB 15-12-1982

worden naar het utopisch liberalisme van
19e eeuwse economisten, maar moet liberalisme wederzijds voordeel opleveren.
Verdere liberalisatie kan leiden tot recessie
en liberalisme is uiteindelijk een goed vermomde vorm van protectionisme. leidend
tot de absolute macht van de sterkere over
de zwakkere. Naar zijn mening moeten de
huidige problemen op pragmatische wijze
worden opgelost, waarbij rekening moet
worden gehouden met bestaande structurele handelstekorten en -overschotten van de
laatste jaren en met een evenwicht tussen
rechten en verplichtingen.
Vrijwel alle sprekers drongen aan op een
bevredigende vrijwaringsregeling. Dit is
een van de belangrijkste en meest omstreden onderwerpen van de GATT. In artikel
19 van de GATT wordt het aan landen
toegestaan om tijdelijk invoerbeperkende
maatregelen af te kondigen wanneer binnenlandse producenten ernstige schade ondervinden van de — niet voorziene — invoer van een bepaald produkt. Deze regeling moet voor alle landen gelden en niet
een of meer landen discrimineren. De
praktijk kent echter een wildgroei van bilaterale zelfbeperkingsakkoorden die niet
met artikel 19 in overeenstemming zijn.
Het belangrijkste voorbeeld hiervan is het
Multivezelakkoord. De gei’ndustrialiseerde
landen gaven de voorkeur aan een zodanige vrijwaringsregeling dat ook de bestaande
afwijkingen van artikel 19 gelegaliseerd
worden; de meeste ontwikkelingslanden
waren van mening dat een regeling nondiscriminatoir moet zijn; een aantal onder
hen (Filippijnen, Maleisie) verklaarde akkoord te kunnen gaan met een tussenvorm,
de z.g. ,,consensual selectivity”.
Vele ontwikkelingslanden waren van
mening dat de ..enabling clause” en deel
IV van de GATT waarin haar bijzondere
positie wordt beschreven — beter moeten
worden uitgevoerd, in het bijzonder met
betrekking tot hun preferentiele behandeling. Een aantal ontwikkelde landen stelde
hier tegenover dat de NIC’s onder hen
meer verplichtingen op zich moesten nemen waarbij ze van hun kant bereid waren
de doorzichtigheid van het Algemeen Preferentieel Systeem te vergroten. Men was
het er over eens dat geschillenbeslechting
op bevredigende wijze moest worden geregeld en dat een nieuw op te richten landbouwcommissie nuttig werk kon verrichten, mits rekening werd gehouden met de

De ministersvergadering is na vijf dagen
moeizaam onderhandelen in een groep van
twaalf landen geresulteerd in een document. In de inleiding spreken de ministers
hun zorg uit over de toenemende mate van
protectionisme, bevestigen hun steun aan
de GATT en spreken de hoop uit dat dit
stelsel zal bijdragen tot verdere liberalisatie
op non-discriminatoire basis.
Afgesproken wordt een werkprogramma
op te stellen waarbij zal worden afgezien
van het nemen van maatregelen die in
strijd zijn met de GATT. De belangrijkste
studies die zullen worden ondernomen betreffen de onderwerpen vrijwaring, de relaties met ontwikkelingslanden, landbouw
en diensten. Besloten wordt om een meer
effectief gebruik te maken van de geschillenbeslechtingsprocedures.
Met betrekking tot vrijwaring wordt de
noodzaak uitgesproken voor een meer efficient systeem tot grotere zekerheid moet
verschaffen. Gestreefd moet worden naar
overeenstemming over een aantal begrippen, zoals doorzichtigheid, mate van vrijwaring, objectieve criteria die aanleiding
zijn tot het nemen van vrijwaringsregelingen, tijdelijkheid, compensatiemaatregelen
en notificatie- en geschillenbeslechting.
Deze studie moet in 1983 worden afgesloten.
Het programma voor ontwikkelingslanden beveelt aan na te gaan in hoeverre de
beleidsmaatregelen opgenomen in deel IV
van de GATT en de „enabling clause” beter kunnen worden uitgevoerd en op welke
wijze de handel tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden kan toenemen. Het werk
wordt opgedragen aan de bestaande
GATT-Commissie voor Handel en Ontwikkeling en moet in 1984 worden afgerond.
Over geschillenbeslechting wordt een
aantal aanbevelingen gedaan om de bestaande procedure te verbeteren en om
meer aandacht te schenken aan de mogelijkheid tot verzoening. De lidstaten zullen
in dit verband onder meer effectief samenwerken bij het beschikbaar stellen van experts voor de panels en komen overeen dat
consensus de traditionele wijze zal zijn om
geschillen op te lossen. Obstructie zal hierbij worden vermeden. Indien in het beginstadium partijen het niet eens kunnen worden in consultaties kan steun worden ver-

* De auteur is werkzaam bij het ministerie van
Ontwikkelingssamenwerking.
1341

zocht aan de directeur-generaal van de
GATT om alsnog tot verzoening te komen.
Wat de handel in landbouwprodukten
betreft zal worden bestudeerd welke handelsmaatregelen kunnen bijdragen tot grotere liberalisatie; hierbij zullen in het bijzonder de exportsubsidies worden bekeken. Voor dit doel wordt een landbouwcommissie opgericht die periodiek zal rapporteren en niet later dan in 1984 met een

mee akkoord gingen is de paragraaf waarin

gevaarlijke ontwikkeling is, maar er wordt
niets aan gedaan om dit te bestrijden. De
Gemeenschap gaat hierbij het verst door te
beweren dat zij haar best zal doen om
maatregelen te vermijden die in strijd zijn

werd gesproken over de afbouw van niet
GATT-conforme maatregelen verdwenen.
De EG ging daarna ten behoeve van de
Verenigde Staten akkoord met een tekst

met de GATT. hiermee aangevende dat

over diensten. De ontwikkelingslanden

deze maatregelen niet uitgesloten zijn.
Weliswaar is besloten tot enige studies, het
ligt echter zeer voor de hand dat de tijdens
en voor de vergadering naar voren geko-

zijn gedwongen akkoord gegaan met deze
tekst mede omdat het onderwerp graduatie
niet in de tekst werd opgenomen. Het is
niet uitgesloten dat ze deze zwarte piet op
termijn toch krijgen toegespeeld. Japan is
de lachende vierde; er is geen enkele kritiek uitgeoefend op de handelspolitiek van
dit land.
De EG was intern zeer verdeeld. Minister Jobert van Frankrijk heeft een gemeenschappelijke standpuntbepaling van de EG

rapport voor de GATT-Raad zal komen.

men verschillen tussen de landen een

Elk lid zal nationaal de eigen dienstensector evalueren en hierover informatie
uitwisselen in internationale organisaties
zoals in de GATT. In 1984 zullen de resultaten hiervan in de GATT-Raad worden
bekeken en zal worden nagegaan of multilaterale actie wenselijk is.

bruikbaar resultaat van deze studies niet
waarschijnlijk zullen maken.
Bij geschillenbeslechting wordt meer
nadruk gelegd op verzoening, hetgeen als
positief kan worden aangemerkt, maar het
is wel een feit dat geschillen alleen kunnen

worden beslecht als het aangeklaagde land

zeer lang geblokkeerd en ondertussen een

met een geschillenregeling akkoord gaat.
De studie over vrijwaring zal niet om het
begrip selectieve vrijwaring heen kunnen.
omdat de EG dit instrument wenst te hanteren. De ontwikkelingslanden hebben inmiddels aangegeven dit idee volstrekt van
de hand te wijzen. Het is de vraag in hoeverre deze houding realistisch is. Naar mijn
mening verdient het de voorkeur een bepaalde mate van selectieve vrijwaring te erkennen mits dit geschiedt op basis van al-

tekst over selectieve vrijwaring doen aanslotte iets meegaander geworden, naar men
zegt nadat minister Shultz met zijn collega
Cheysson had getelefoneerd. Duitsland
speelde hierbij een matigende rol. Hiertoe
kan hebben bijgedragen het handelsoverschot dat de BRD — evenals Nederland —
met Frankrijk heeft. Dit neemt niet weg
dat zich binnen de EG door verdeeldheid
over de handelspolitiek – en de hiermee sa-

gemeen aanvaarde criteria en met controle-

menhangende industriepolitiek – een des-

het document.
EG-woordvoerder Haferkamp verklaarde vervolgens dat de Gemeenschap haar

mogelijkheden. Het ontbreken van criteria
zou wel eens tot een chaotische situatie op
het gebied van vrijwaring kunnen leiden.
Hoewel de ontwikkelingslanden niet

best zou doen maatregelen te vermijden die

ontevreden zijn met het aan hen gewijde

in strijd zijn met de GATT en dat de Gemeenschap niet bereid is tot onderhandelingen over landbouw noch over tropische
produkten die onder het gemeenschappelijk landbouwbeleid vallen. In een interne
verklaring heeft de EG het begrip selectieve
vrijwaring omarmd.
Een tiental ontwikkelingslanden sprak
vervolgens teleurstelling uit overde bereikte resultaten en verklaarde er tegen te zijn

werkprogramma is het niet uitgesloten dat
ze in de GATT-Commissie voor Handel en
Ontwikkeling opnieuw zullen worden geconfronteerd met de bestaande ideeen over
graduatie die erop neer komen dat de
NIC’s uit het Algemeen Preferentieel Sys-

derhandelingen in hoge mate bepaald door

integratie begint af te tekenen.
De recente Europese top op 4 en 5 december heeft in ieder geval een verdere
aanzet gegeven tot meer protectionisme.
Gedacht wordt aan samenwerkingsakkoorden die er toe moeten leiden dat derde landen vrijwillig hun export naar de EG matigen. De Europese speerpuntindustrie
(elektronica, telecommunicatie en luchtvaart) moet volgens het communique de
kans krijgen haar concurrentiepositie ten
opzichte van Amerika en Japan te verbeteren. Voorts moeten de nog bestaande nationale hindernissen aan de Europese binnengrenzen worden afgebroken. In dat kader moeten dan zeker de aangekondigde
Franse maatregelen worden bezien die beogen volgend jaar in februari speciale veterinaire kwaliteitseisen te stellen aan melken zuivelprodukten — waaronder een gezondheidsverklaring van de koe — en de
sluiting van een aantal douanekantoren.

de EG en de VS. De EG heeft drie dagen
aangedrongen op bespreking van het slotdocument; toen de andere partners hier-

R. Brolsma

Reacties

Na de aanvaarding van het ministersdocument werd een aantal verklaringen afgelegd: Australie verklaarde dat het document niet aangeeft dat protectionisme
moet worden bestreden en dat over belangrijke zaken in dubbelzinnige taal wordt
gesproken. Betreurd werd dat niet over

landbouw kon worden onderhandeld. Australie kon zich daarom niet verenigen met

dat diensten in de GATT worden behan-

deld.
Commentaar

De ministeriele verklaring is mede in
verband met de daarna afgelegde verklaringen een weinig vruchtbaar stuk geworden.
Gesignaleerd wordt dat protectionisme een

teem (APS) worden gezet en dat hen tevens
zal worden gevraagd de handelsbarrieres af
te bouwen. Ook hier geldt dat het de voorkeur verdient dat criteria worden ontworpen op basis waarvan de NIC’s geleidelijk
meer verplichtingen op zich nemen en geleidelijk minder gebruik maken van het
APS. Dit hoeft niet ten koste te gaan van de
eenheid van ontwikkelingslanden.
Achteraf bezien is het verloop van de on-

vaarden. In het weekend is Frankrijk ten

Auteur