Ga direct naar de content

De economie in 2000

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 21 1989

De economie in 2000
Wie had in 1974 de energiecrisis, in 1982 de schuldencrisis, in 1987 de beurskrach en in 1994 de milieucrisis verwacht? Wie had een jaar geleden het neerhalen van de Berlijnse muur en de machtswisseling in een
reeks Oosteuropese landen voorzien? Als zulke ingrijpende ontwikkelingen zo slecht te voorspellen zijn, wat
heeft het dan voor zin om te proberen tien jaar vooruit
te kijken? Het levert in elk geval geen blauwdruk op voor
de toekomst. Maar misschien biedt het een perspectief
op wat er nu in de economie aan de gang is.
Welnu dan: hoe ziet de economie er over tien jaar uit?
Ik noem drie trends die de economische ontwikkeling in
de afgelopen jaren sterk beinvloed hebben en waarvan
ik verwacht dat zij ook in het komende decennium hun
stempel op de economie zullen drukken: de internationalisering, de informatisering en de individualisering.
Elk op zich, maar vooral in onderlinge samenhang,
kunnen zij de patronen van produktie en consumptie,
wonen en werken, arbeid en vrije tijd ingrijpend veranderen. Misschien wel veel sneller dan we denken.
Al vele jaren groeit mondiaal de internationale handel
aanzienlijk sneller dan de produktie. Dat illustreert dat
er sprake is van een toenemende internationale vervlechting van economieen. Het aantal produkten waarvoor de markt zich heeft ontwikkeld tot een wereldmarkt,
is groeiende. Er wordt gestaag gewerkt aan internationale standaardisatie van produktnormen en technische
specificaties. De handel in valuta’s en belangrijke aandelenfondsen is een wereldhandel geworden. De huidige golf van fusies, overnames en samenwerkingsverbanden laat zien dat internationale concerns koortsachtig bezig zijn posities op te bouwen op alle belangrijke
internationale markten. Toch staat deze ontwikkeling
nog maar in de kinderschoenen als men bedenkt wat er
op dit terrein nog verder mogelijk is. Want goed beschouwd, zijn er eigenlijk nog maar weinig ondernemingen die werkelijk wereldwijd opereren en op alle belangrijke markten sterk vertegenwoordigd zijn. Er zijn nog
maar weinig sectoren waar de concurrentie al werkelijk
mondiale properties heeft aangenomen. Er zijn nog
enorme economische, politieke en sociale barrieres:
varierend van handelsbeperkende maatregelen tot
taal-, culturele en ideologische verschillen. Maar stel dat
de internationalisering doorzet, misschien nog in veel
sneller tempo dan nu al het geval is. Dan moet dat zeer
vergaande gevolgen hebben voor de betrekkingen tussen naties, de concurrentie tussen ondernemingen,
voor het onderwijs en de cultuur en voor de verdeling
van de welvaart zowel tussen als binnen landen.
Wellicht nog ingrijpender is de informatisering. De
opmars van de pc is hooguit tien jaar oud. Maar als wij
zien wat deze nu al heeft betekend voor de aard van het
werk, voor de organisatie van de produktie, voor het
ontstaan van nieuwe produkten en diensten, dan kunnen wij ons bijna niet voorstellen waartoe de verdere
informatisering nog kan leiden. Trefwoorden zijn: ISDN
(integrated services digital network) en EDI (electronic
data interchange), ledereen met elkaar in verbinding via
een netwerk waarin een uitwisseling van spraak-, tekst-,
beeld- en dataverkeer kan plaatsvinden. De oplossing
van technische problemen vergt misschien nog een
aantal jaren en er zijn grote problemen van standaardisatie en de keuze van protocollen, maar de toepassingsmogelijkheden zijn schier onbegrensd. Werkers die

ESB 20/27-12-1989

thuis vanachter hun werkstation hun werk verrichten,
hun boodschappen doen, hun geld beleggen, per videofoon vergaderen, expertsystemen raadplegen, betalingen verrichten, informatie u itwisselen, onderwijs volgen.
Het kantoor heeft zijn langste tijd gehad. De verkeersproblemen behoren tot het verleden. De scheiding tussen werk en vrije tijd vervaagt.
De verfijning van de informatie biedt ondernemingen
de mogelijkheid om tot een veel nauwkeuriger afstemming van hun aanbod op de behoeften van de afnemer
te komen. Ik noemde dit hierboven – vanwege de alliteratie – ‘individualisering’, maar misschien is het beter om
van ‘maatwerk’ te spreken. Massafabricage en serieproduktie raken uit de tijd en worden door de consument
niet meer geaccepteerd. Collectieve regelingen, zoals
pensioenen en verzekeringen, maken plaats voor exact
op de wensen van de consument toegesneden financiele pakketten. De logistiek van de produktie verbetert
enorm. Kwaliteitsbeheersing, ‘just in time’-produktie en
de preciese aansluiting van schakels in de bedrijfskolom
worden standaard. Ook de inzet van arbeid en kapitaal
in de onderneming wordt geoptimaliseerd, waarbij gebruik wordt gemaakt van arbeidspools en financiele
expertsystemen. De universele en onmiddellijke beschikbaarheid van informatie maakt het bestaan van
hierarchische organisatievormen overbodig en inefficient. Daarvoor in de plaats komt de netwerk-organisatie. Elke onderneming of onderdeel daarvan is gespecialiseerd in een zeer specifiek produkt of produktieproces (‘core business’) waarin men uitblinkt. Activiteiten
die buiten het kernbedrijf vallen worden afgestoten. Als
dat al niet vrijwillig gebeurt, dan wordt het afgedwongen
door financiele specialisten die de markt afschuimen op
zoek naar ondernemingen met een verborgen intrinsieke waarde.
Natuurlijk kan het ook anders. De internationalisering
kan vastlopen op politieke spanningen en nationalistische c.q. protectionistische sentimenten. De integratie
van de wereldeconomie kan tot stilstand komen doordat
de wereld uiteenvalt in regionale handelsblokken die
weinig onderlinge betrekkingen onderhouden. De informatisering kan op organisatorische problemen, maatschappelijke weerstanden en menselijk conservatisme
stuiten. Bovendien kan blijken dat de beheersbaarheid
van technologische structuren onvermoede vragen oproeptdie een brede maatschappelijke acceptatie verhinderen. Misschien zet de individualisering niet door, omdat sociale ‘geborgenheid’ en persoonlijk contact belangrijker worden geacht dan economische efficiency.
Bovendien kan men tot de ontdekking komen dat vergaande rationalisering van de produktie in onverwachte
situaties tot buitengewone kwetsbaarheid leidt. Het kan
ook dat zich nieuwe, geheel onverwachte problemen
voordoen. De maatschappelijke uitdagingen van een
bepaald tijdsgewricht komen meestal uit onverwachte
hoek.
Voor dit nummer van ESB dat de jaren tachtig besluit,
is aan een aantal auteurs uit zeer uiteenlopende sectoren gevraagd om hun fantasie de vrije loop te laten en
voorbij het eind van het millennium te kijken. Dat levert
een aantal doorkijkjes op naar de volgende eeuw. Het
zal zeker niet gaan als wordt beschreven. Maar het zegt
iets over nu.

L. van der Geest

1249

Auteur