g.SyfytiiifiteXaitaK
:he wetenschap en econooek. De vraag: hoe ko-
ID
=>
<
– economie fundamentele ‘propensity to truck and barter’, de geneigdheid tot turtspi *@® iWTif d% <4* flTMMSe.
lijke rede en
stom. In economrsche modelien wordt gehandeld,
geconsumeerd en bebgd – maar zonder geluid.
Donatt
,
de onbngs verschenen Papers and Proceedings van
de AEA-meeting eerder dit jaar, dot een kwart van
het nationaal inkomen bestaat uit overtuigen, een
handeling die nauw verbonden is met ons vermogen te spreken1 .De redenering achter deze bereke-
<
»
Actoren in de economie hebben kennis nodig om te
:’^
gen of gedadd, geeft de beurshandelaar onvoldoenhancteleo. Dw ttnOtrtiyto dient gewogen te worden,
beoordedd. Het corded kannietwordenafgeloid
utteen mechanischegedrogsregethetvvordtbeDe bwr^nclelaar ontvcmgt het persbericht waarin de directie hem probeert te overtuigen
ran haar eigen visie. De handelaar teest de kranDan oordeelt hij. En handelt vervolgens. “The economy then is a fiefd of persuasion and judgement,
speakers and audiences,” vinden de auteurs.
dukt bestaat uit ‘sweet talk’, pogingen van economische actoren om onderen te overtuigen. McCloskey
en Ktamer delen beroepsgroepen in een aantal catevan
van
narissen
dert die, werd beantwoord onder verwtjzing ni
rwt gesprek dot ea>rw*nen met elkaar voensn. Wij :
proberen elkaar te overtuigen, en doarbjj maken
we gebroik van elegante nraaWten, redeneringen,
cijfers, mooischrijverij en sHjItruukjes {zoals het geIn deze eerste fase ging het om de betekenis
van retorico voor de economen zelf. Nu is de stop
gemaakt naar de betekenis van retorica voor economische subjecten, en daarmee voor de economie.
Kortgeleden kondigde McCbskey plechtig aan de
rest van zijn carriere te zulten besteden aan de invbed van spraak op de economie3.
De cruciate vraag is, of er voor de interpretatie
van de economie ds verzameting g^sprekken een
methcde gevonden kan wordcn. Milke technieken
cjebroiken we? En, fwidamenteter: welke vragen
moeten we eigenlijk steften? McCbskey en Klamer
bar onrieent nut aan gesprekken omdat zij hem helpen bij de beoordeling van infermatie, en daarmee
:
bij zi[n handelen. Anders, zeggen de auteurs, zou
er op de beurs veel minder gesproken warden.
Maar welke invbed heeft h«t gekwetter op de
9 koers van aandelen? De typische
economenreactie is, dot als handebrwv tot de verkeert^ overtuiging komen, kc*te4ermfjnafwijking«n
van de evenwichtskoers het gevolg zljn. Op fange
termijn winnen de’fundamentais’. Of reikt de inde retorka verder, en is overtuiging ook
van belong voor de beoordeling van cte ftmdomentals, als de onmisbane link tussen informatie en het
Voor McCbskey en Klamer is d« orote betekenis
van de retorica voor de economie een aanwijzing
dot de tradirionele ‘doofstomme’ economi«-b«oefening economische verschijnselen niet afdoende verklaart. Zij willen naast de huidige economiebeoefe=
” “”‘”‘ ” ” ‘ ‘ ^
een economie die geheel verbaal is,
zou goloond kutinen worden VCR> lettoncundigvn en
hort (natuurwetenschappers). Wordt het aantal mensen
j^WtleWritoW^’^
m ,zc4
deze meer het ko-
^
* De auteur is
redacteur
economic van
Elsevier en
verbonden aan
de vakgroep
macro-economie van de Universiteit van
Amsterdam.
^’jJ&Wv”1* >â„¢ ;<:•.?
:
ning, via de nationale rekeningen, I
iSags -«»?» v • JV^M;.::t •
keling van de retorjca ii
roemd geworden artikel The rhetoric of economics .
, D« creatievs teleursteflind von de econoom Do-‘
n 24 Jimi 1995, Uz. 84-86.