Ga direct naar de content

Corona zet agglomeratievoordelen pas op langere termijn echt onder druk

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 26 2020

De Rabobank stelt dat de regio Amsterdam en Zuidoost-Brabant harder getroffen zullen worden door de coronacrisis vanwege het wegvallen van agglomeratievoordelen (Aalders en Raspe, 2020). Daar is echter flink wat op af te dingen.

Agglomeratievoordelen

Grote agglomeraties hebben grote economische voordelen, betere voorzieningen en zijn belangrijke motoren van onze kenniseconomie. Door de zogenoemde agglomeratie-voordelen zijn bedrijven en mensen in steden productiever, bij een verdubbeling van een stad treedt er een productiviteitswinst op van zo’n 2 tot 10 procent (CPB – PBL 2015).

De vraag is in hoeverre deze blijven bestaan tijdens de huidige coronapandemie, die in afwachting van een vaccin nog geruime tijd zal aanhouden. Alles draait bij agglomeratievoordelen om fysieke ontmoetingen en juist die worden ernstig bemoeilijkt. Het ligt voor de hand te verwachten dat de agglomeratievoordelen hierdoor fors worden aangetast. De Rabobank stelt “Door het tijdelijk en gedeeltelijk wegvallen van agglomeratievoordelen worden ook Groot-Amsterdam en Zuidoost-Brabant waarschijnlijk harder geraakt” (Rabobank 2020) .

Dit beeld kan als volgt genuanceerd worden: de agglomeratievoordelen vertalen zich via sorting, sharing, matching en learning in hogere productiviteit. Beperkt onderzoek verschaft een globale en voorlopige indicatie van hun relatieve bijdrage, hetgeen in tabel 1 wordt samengevat (CPB – PBL 2015). De effecten verschillen op de korte en middellange termijn.

Tabel 1 ESB

Korte termijn

Onder sorting wordt verstaan dat de grote steden productievere mensen weten aan te trekken. Dit verklaart ongeveer de helft van de agglomeratievoordelen. Daarnaast wordt ongeveer een zesde verklaard door een grote en gespecialiseerde arbeidsmarkt waar men makkelijker de arbeid kan vinden met de juiste kwaliteiten (matching). Twee derde van de agglomeratievoordelen verdwijnt dus niet op korte termijn bij het instellen van een lockdown. Deze meer productieve mensen en deze juiste mensen op de juiste plaats zijn al in dienst en blijven daar vermoedelijk.

De relatieve voordelen van een grotere en gespecialiseerde markt van toeleveranciers en grootschalige voorzieningen en van een grote thuismarkt (sharing) wordt, wanneer face-to-face-contacten worden belemmerd, minder. Dan kan men tegen dezelfde transactiekosten buiten de stad van deze toeleveranciers digitaal gebruik maken. Maar volledig verdwijnt dit voordeel natuurlijk niet: in een anderhalvemetereconomie blijven zakelijke face-to-face-contacten – zij het spaarzaam – mogelijk.

Ook learning respectievelijk de kennisspillovers dragen voor een zesde bij aan de productiviteitswinst van grote steden. De mensen leren van elkaar tijdens allerlei economische en niet economische activiteiten in de stad. Dit mechanisme wordt direct geschaad door het belemmeren van face-to-face-contacten. Maar ook hier valt de schade op de korte termijn toch mee. De interacties leiden namelijk tot informele netwerken. Kent men elkaar, dan kan informatie-uitwisseling en het vormen van nieuwe samenwerkingsverbanden vrij gemakkelijk digitaal verricht worden. Wel komen toevallige contacten en uitbreiding en vernieuwing van het netwerk in gevaar.

De agglomeratievoordelen zullen daarom naar verwachting de eerste maanden van physical distancing voor ten minste twee derde in tact blijven. Deze voordelen zijn namelijk grotendeels gebaseerd op het hebben van personeel dat productiever is en beter aansluit op de vraag. De schaalvoordelen van toelevering verdwijnen wel voor een deel. De mogelijkheid om van elkaar te leren neemt ook sterk af. De opgebouwde netwerken zullen dit voor een deel te niet doen. Binnen de netwerken kan de kennisoverdracht ook digitaal plaatsvinden. De opgebouwde voorraad aan talent en aan netwerken voorkomt een desastreuze afname van de agglomeratievoordelen.

Middellange termijn

Op de middellange en lange termijn is het beeld somberder. Het talent zou kunnen wegtrekken als het woon- en leefklimaat afneemt. Bijvoorbeeld door het sluiten van culturele voorzieningen of door een relatief groot besmettingsgevaar, of door een herwaardering tijdens de lockdown van ruim wonen in het groen. Deglobalisering zal de mogelijkheid van specialisatie in de internationale economische regiefunctie en creatieve functies in onze grote steden beperken evenals de mogelijkheid om talent uit het buitenland aan te trekken. De herwaardering van de auto, die minder kans op besmetting geeft dan het openbaar vervoer, kan suburbanisatie weer op gang brengen.

Maar de meeste impact op agglomeratievoordelen op de middellange termijn heeft het beperken van face-to-face-contacten. Men kan dan in de grote stad minder van elkaar leren, netwerken niet vernieuwen en toevallige contacten blijven achterwege.

Beleid

Het beleid zal er op gericht moeten zijn enerzijds talent vast te houden en aan te trekken en anderzijds de kennisspillovers op peil te houden. Getracht moet worden de interactiemilieus, waarover de grote steden beschikken, weer deels te laten functioneren. Op het werk zullen de mensen weer in staat gesteld moeten worden om elkaar te leren kennen. Daarnaast kan bijvoorbeeld de interactie in woonmilieus met veel creatieve klasse en innovatieve bedrijvigheid door meer ruimte te geven aan terrassen, horeca en vermaak weer op gang komen.

Toerisme kan misschien beter in de grote steden niet bevorderd worden, gezien de schaarste aan ruimte in een anderhalvemetereconomie. Meer inzicht in welke interactiemilieus en de andere wegen die tot leren leiden het er het meeste toe doen, is hierbij wel gewenst. Het maakt nog wel wat uit of de kennisspillovers vooral via de arbeidsmobiliteit plaatsvinden of in de openbare ruimte, horeca en tijdens conferenties of als bijproduct optreden van zakelijke contacten.

Conclusie

De coronapandemie heeft op korte termijn nadelige effecten voor de grote steden, maar er zijn argumenten om te verwachten dat de agglomeratievoordelen grotendeels overeind blijven door de opgebouwde voorraad aan talent en netwerken. Wanneer physical distancing langer aanhoudt dreigen deze voorraden af te brokkelen en gaat het ontbreken van veel face-to-face-contacten en vooral toevallige ontmoetingen steeds zwaarder wegen.

Literatuur

CPB – PBL (2015) De economie van de stad. Notitie.

Aalders, R. en O. Raspe (2020) Effecten van coronacrisis op regionale economieën. Themabericht Rabobank.

Steun het economisch deba

Juist nu zijn gedegen economische analyses hard nodig. In ESB leest u dagelijks relevante inzichten van de experts zelf, geselecteerd en toegankelijk gemaakt door de ESB-redactie. Het meeste daarvan is exclusief beschikbaar voor onze abonnees. Word ook abonnee en lees direct onze artikelen over de coronacrisis.
Tip van de redactie: hier vindt u onze artikel- en blogreeks en onze serie videocalls met economen over de coronacrisis.

Auteur

Categorieën