Ga direct naar de content

Conjunctuurbericht september 1990

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: september 19 1990

September 1990

Conjunctuurbericht
Centraal bureau voor de statistiek

Samengesteld door de hoofdafdeling Nationals rekeningen

In dit Conjunctuurbericht zijn de recente ontwikkelingen van enkele conjunctuurrelevante variabelen
in Nederland vergeleken met die in een aantal voor ons belangrijke handelspartners.
Met verloop van de industriele produktie, de prijzen van de gezinsconsumptie, de beoordeling door de
industriele ondernemers van hun orderpositie en het vertrouwen van de consumenten in de economische situatie in Nederland is geplaatst naast de ontwikkeling in de Bondsrepubliek Duitsland (BRD),
Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. De ontwikkelingen in Nederland en in de BRD tonen globaal een
overeenkomstig verloop. Een uitzondering hierop vormen de allerlaatste ontwikkelingen van het vertrouwen van de consumenten in de economische situatie. Opvallend is, dat anders dan in de andere
genoemde landen, de industriele produktie zich in de eerste zeven maanden van dit jaar zowel in de
BRD als in Nederland gunstig blijft ontwikkelen met groeipercentages in dezelfde orde van grootte
als in de jaren 1988 en 1989, toen de groei relatief hoog was. Hetzelfde geldt globaal voor de beoordeling door de industriele ondernemers van hun orderpositie. De prijsstijging van de gezinsconsumptie is in de BRD en Nederland de laatste twee en halfjaar zeer gematigd geweest. De prijzen in de
andere landen stegen sterker. In de meest recente maand (augustus) kenden alle vier landen een forse
prijsstijging, waarbij die in Nederland overigens nog het meest bescheiden was.
Dit blijkt uit gegevens die op 21 September beschikbaar waren. In de Focus wordt ingegaan op de
ontwikkeling van het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie in Nederland en in het buitenland.

Produktie
Het volume van de gemiddelde dagproduktie in de Industrie
was, voor seizoeninvloeden gecorrigeerd, in juli 1% kleiner
dan in juni. Dit cijfer heeft een sterk voorlopig karakter
omdat de respons op de maandvragenlijsten over juli altijd
geringer is dan in andere maanden. Oaarnaast kan de seizoengecorrigeerde produktieontwikkeling mede be’invloed
zijn door verschuivingen in het vakantiepatroon. Vergeleken met dezelfde maand in 1989 was de industriele bedrijvigheid in juli 3,5% groter. Met het julicijfer is de meest
recente procentuele jaarmutatie van het voortschrijdend
twaalfmaandsgemiddelde op 4,8% uitgekomen. De relatief
sterke produktiegroei in de Industrie, die in 1988 begon,
heeft zich hiermee ook in 1990 voortgezet. In grafiek 1 is van
een aantal landen de volumegroei van de industriele produktie voor de laatste drie jaar trendmatig weergegeven.

Hiervoor is de jaarmutatie van het voortschrijdend twaalfmaandsgemiddelde gebruikt, waarbij de groeivoet is
geplaatst in de laatste maand van de betreffende twaalfmaandsperiode. In de loop van 1988 namen de groeicijfers
in Nederland, in de Bondsrepubliek Duitsland en in Frankrijk
fors toe. In het Verenigd Koninkrijk lagen de groeicijfers, na
een explosieve toename in 1987, in 1988 weliswaar op een
hoog niveau maar de toename van de groei was beperkt.
Vanaf het begin van 1989 zijn de groeipercentages in het
Verenigd Koninkrijk vrijwel voortdurend afgenomen. Het
meest recente groeicijfer van het voortschrijdend twaalfmaandsgemiddelde is inmiddels tot onder de 2% gedaald.
Ook in Frankrijk is een dalende tendens van de groeicijfers
zichtbaar, zij het dat deze dating wat later inzette dan in het
Verenigd Koninkrijk en ook wat minder geprononceerd
was. Het meest recente groeicijfer bedraagt bijna 3%. Ter-

Produktie Industrie (volume)

Beoordeling orderpositie Industrie (seizoengecorrigeend)

Procentuele jaarmutatie van het voortschrijdend 12-maandsgemiddelde

Saldo van positieve en negatieve antwoorden in X van totaal
40————————————————————————————————————————————————————————’•

V V
Bron: EG, European EconMy sunpl.

Bron: Euroitit.

1

_l_

J F M A M J J A S O N D

J F M A M J J A S O N D J F M A M J J A

1

i i i i i

1 1 1

1

1

1 1 1 1 1 1

1

\*
1 1 1 1 1 1

J F H A H J J A S 0 N D J F M A M J J A S O N O J F M A M J J A
1990
1989
1966

Tabel 1. Kerngegevens recente ontwikkelingen in Nederland
Procentuele mutaties t.o.v. dezelfde periods het jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
1983/’87 1988
gemidd.

1989

1989

3e kw.

4e kw.

Trend2′

1990

1990
1e kw.

2e kw.

mei

2
-1

1
-11

-12

4
5

3
5

4

5

4

5

4

3
3
5
1

2

2

1

1+
I
1+
11+
11+

2

-2

6

1

U++
11+
I++

juni

juli

aug.

VOLUMEGEGEVENS
Produktie in de nijverheid
Nijverheid (excl. bouwnijverheid)
Delfstoffenwinning
Industrie
Voedings- en genotmiddelenindustrie
Textiel-, kleding- en lederindustrie
Papier- en grafische industrie
Chemische industrie
Rubber- en kunststofverw. industrie
Hout- en bouwmaterialenindustrie
Basismetaalindustrie
Elektrotechnische industrie
Rest metaal- en overige industrie
Openbare nutsbedrijven
Bouwnijverheid: begonnen woningen
Buitenlandse handel (goederenj
Invoer, totaal
Grondstoffen en halffabrikaten
Consumptiegoederen
Investeringsgoederen
Algemene goederen
Totaal, excl. energie
Uitvoer, totaal
Onbewerkte agrarische produkten
Delfstoffen
Fabrikaten
Totaal, excl. energie
Consumptieve bestedingen van gezinnen
Binnenlandse consumptie, totaal
Voedings- en genotmiddelen
Duurzame Consumptiegoederen
Overige goederen en diensten
Investeringen in vaste activa
Bruto investeringen, totaal
Bedrijven
Overheid
Kwartaalrekeningen
Bruto Btnnenlands Produkt
Bruto Nationaal Produkt
Bruto Nationaal Inkomen

3
3
3
1
-1
2

8
7

3
3

3
1
2
-2

6

0
-11

5
7

5
2
2
6
4
4
8
8
4
5
-1

4

20

3

2
3
4
8

3
4

5

7
6
-10

6
11
1

7
7
5
5
11

7

7

5

8

5

4
-1
6
6

9

2
14
6
5

6

2
1
3
2

-9
8
9
1
1
0

2

4
4

2
8
4
5

3
3
5
3

4
-1
5

3
5
5
4

9
1
0

6
7
5
-10

6
8
5
5
0
5
3
8
0
3
7
9
7

-13

8

7

3

2

1
2
-2
1

5

9

2
5
11
8
9

2
10
10
2
7

4
6
11
4
9

5
5
1
6

4

4
3
4

4
2
6
3

3
2
7
3

3
3

I++
1+
1+
I++
I++
I++
1+
I++
1+
1+
1+

38

0
5

7
7
14
15
10

9
9
4

4

10
11

4

2

2

2,1

2,8
2,6
3,4

3,5
4,2
3,2

3,3

3,6

3,7
3,0

4,0

1,3
0,8
1
0
2
1

4,1
6,1

2,6
4,3

-2

-2

0,8

1,5

0,3
1,0
-2

1,7
1,9
7

8
1
5
0
1,2
1,6
1,7
2,0
3

7
1

0,7

4,7
7,3
-2
8
6
6
6
1,1

2
-9
2

13
26
-4

15

13

28
-2

85
107
-6
2

86

86

122
-1

124
0
3

2,1
2,1

y
1+
I++
I++
1
-‘

0

7
-2
10

4
5
-2

5

7
-1
-1
10

0

4
4
3

4

2,8

16
10
16
12
16

2
-8
2
2

6
4

5

4

3
9

4
8

2
8

3

3

1+
1+
I++
1+

4

3
8
3

3

[++
I ++
1+
1+
1+
1+

3,2
3,9
4,9

PRIJZEN
Producentenprijzen industrie, tot. afzet
Producentenprijzen industrie, verbruik
Ruilvoet, unit value (goederen)
Invoerprijzen, unit value
Invoerprijzen, excl. energie, unit value
Uitvoerprijzen, unit value
Uitvoerprijzen, excl. energie, unit value
Prijzen gezinsconsumptie (werknemers)
Regelingslonen particulier bedrijf
Regelingslonen overheid
RegeMngslonen geprem. en gesub. sector
DoHarkoers, contante notering

-1,3

-3,9
0
-4
-1
-4
-1

1.5
1,2
-0,8
-0,3
-5

2

-0,8
-2,1
2
-1
-2
1
-1

-2,9
-7,2

2,3

2,2

2,2
3,2
2,9
-9

2,7
3,8
3,9
-13

3,8
4,0
-15

24
-7

14
10
-6

9
4
-5

9
4
5

86
124
-2
4

86
123
-3
4

86
123
-2
2

124
-3
2

2
7
1
1
4
2

2
2
1
3
3
2
14
370

7
340

340

335

6,0
9
15
5
27
7,0
8,5
8,8

6,5
3
13
6
21
7,0
8,1
9,0

6,5
11
12
5
20
7,0
8,2
9,1

6,8
0
12
8
16
7,0
8,0
9,0

5
-1

1,3
1,7
1,7
2,3
2

-3,1
-7,5
2
-6
-4
-4
-4
2,2
2,7

-3,1

-2,1

-7,5

-6,0

2,3

2,3

2,7
3,8

3,1
3,8

3,1
3,8

3,7
-15

4,3
-14

4,3
-18

9
1
7

7
-9
-7

2,4

1
1
1
1+
1+
1+
i+
1
1+
y+
11+

OVERIGE INDICATOREN
Consumentenvertrouwen 1 1
(in %)
Koersindex voor aandelen, algemeen
Uitgesproken faillissementen
Conjunctuurtest industrie
Bezertingsgraad
(in °/o)
Orderpositie
(1984=100)
Beoordeling orderpositie1′
(in °/o)
1
Beoordeling voorr. eindprodukten ‘ (in %)

23
-15
83
101
-14

8

Arbeidsmarkt
Aantal banen van werknemers, totaal
Landbouw en visserij
Nijverheid (excl. bouwnijverheid)
Bouwnijverheid
Handel, horeca en vervoer
Overige dienstverlening
Aantal uren uitzendkrachten
Geregistreerde werklozen3′
(x 1 000)
Geld en krediet
Spaartegoeden
Verstrekt consumptief krediet
Binnenlandse liquiditeitenmassa
Geldhoeveelheid
Secundaire liquiditeiten
Officieel wisseldisconto
Daggeldmarktrente
Rendement op staatsobligaties
11

(in %)
(in %)
(in %)

3
5
1
3
4

3
2
5
1
1

8

4
2
12

433

390

1,3
6
9
7
11
3,7
4,4
6,1

4,7
6
13
6
23
5,8

3

3,5
5
7
8
6
4,7
5,7
7,2

7,0
7,2

2
5
1
0
3
2
12 ‘
394
5,0
6
13
6
22
6,0
7,1
7,1

13
365
5,1

8
14

7
23
7,0
8,2
7,8

I ++
—1
1

123
-2
2

123
-1
6

1+
1+
1
I
1+
1+
I ++

Saldo van positieve en negatieve antwoorden in procenten van het totaal.
‘ Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
—I: kleiner dan -5%; -I: tussen -5% en -2%; I: tussen -2% en 2%; l+: tussen 2% en 5%; I++: groter dan 5%.
3′ Driemaandsgemiddelden opgenomen onder de middelste maand. De gegevens zijn niet voor het setzoen gecorrigeerd.
• = gegevens zijn (nog) niet beschikbaar.
2

7
2
-13

343
N++

fl++

13

B++
U++

S ++
7,0
7,8
8,8

7,0
8,3
9,1

II++
I ++
I++

wijl in de eerste helft van 1989 de groeipercentages zich in

negatieve antwoorden de positieve met 27%. Over de

Nederland rond de 4% stabiliseerden namen deze in de
Bondsrepubliek Duitsland nog steeds toe. Vanaf medio
1989 doet zich in Nederland een zeer lichte stijging van de
groei voor; in de Bondsrepubliek Duitsland is daarentegen

toekomstige ontwikkeling van de algemene economische
situatie zijn de consumenten na mei 1983 niet meer zo
somber geweest. De beantwoording van de vraag naar de
beoordeling van de economische situatie voor de komende

een lichte daling waarneembaar. Volgens de resultaten van
de Conjunctuurtest handhaafde de orderpositie van de
Industrie zich in juli op het niveau van de voorgaande

twaalf maanden kan voor een aantal EG-landen vergeleken

maand. Het indexcijfer van de orderpositie, dat een beeld
geeft van het aantal maanden werk in portefeuille, bleef in

gecorrigeerd (zie grafiek 3). Tot mei dit jaar wordt de vraag
in Nederland het meest optimistisch beantwoord, daarna

worden. Anders dan de boven vermelde gegevens gaat het
hier om cijfers die door de EG voor seizoeninvloeden zijn

juli staan op 123 (1984=100). In de intermediaire goederen

neemt de Bondsrepubliek Duitsland deze positie over. In

Industrie werd een lichte daling van het indexcijfer waarge-

het Verenigd Koninkrijk is er, in tegenstelling tot de andere
genoemde landen, al langere tijd een duidelijk dalende tendens van het consumentenvertrouwen te zien.

nomen maar hier stond een stijging in de consumptiegoe-

derenindustrie tegenover. Over nun orderpositie toonden
de ondernemers in de Industrie zich in juli niet ontevreden.
(grafiek 2). In de Bondsrepubliek Duitsland werd het oordeel van de ondernemers in de Industrie indeperiodevanaf

Prijzen
Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie is tussen midden juli en midden augustus met 0,4% gestegen. Ten
opzichte van augustus 1989 lagen de prijzen 2,4% hoger.

1988 ietsoptimistischer. In het Verenigd Koninkrijkwerdde
beoordeling daarentegen steeds ongunstiger. Overtroffen

In augustus werden vooral autobenzines, huisbrand- en
dieselolie duurder. Verder stegen onder meer de prijzen van

in het begin van 1988 de positieve antwoorden de negatieve
nog met 20% het meest recente saldo is -35%. Het oordeel
van de Franse ondernemers werd, na een verbetering in

herenkleding. Het prijsindexcijfer van de door de industrie

De ontwikkeling van de beoordeling van de orderpositie in
Nederland toont na een stijging in 1988 een vrij vlak verloop

1988, vanaf het begin van 1989 vrijwel voortdurend nega-

tiever. Opmerkelijk is de complete positiewijziging van de
vier landen binnen 18 maanden (oktober 1988-april 1990).
Het geschetste beeld ten aanzien van de beoordeling van de
orderpositie is voor de vier landen globaal gelijk aan de ontwikkeling van de industriele produktie.

ingekochte goederen is in juli, vergeleken met de overeenkomstige maand van 1989 met 6,0% gedaald. De prijzen
van de totale industriele afzet lagen in juli 2,1% onder het

niveau van een jaar eerder.
Arbeidsmarkt
Het aantal geregistreerde werklozen bedroeg in de periode
juni-augustus 1990 gemiddeld 343 duizend. Het eerder
gepubliceerde voorlopige cijfer voor de periode mei-juli is

Consumptie

enigszins bijgesteld (van 330 duizend naar 335 duizend).

Het volume van de binnenlandse consumptie door gezinnen
was in juli een kleine 4% groter dan in de overeenkomstige
maand van 1989. Met dit cijfer wordt de ontwikkeling van

van een dalende tendens op wat langere termijn (zie grafiek 4).

relatief hoge groeipercentages, die in 1989 inzette, voortgezet. Van de onderscheiden consumptiecategorieen werd
ook in juli de sterkste groei gemeten bij de consumptie
van duurzame goederen (8%). De stijging van de aankopen

De recente gegevens brengen geen wijziging in het beeld

Geld en krediet
De tendens van oplopende groeicijfers per kwartaal van de

binnenlandse liquiditeitenmassa, die zich na het tweede
kwartaal van 1987 heeft voorgedaan, heeft zich in het

van textiel, woningtextiel en elektrotechnische artikelen
overstegen, voor prijsveranderingen gecorrigeerd, de 10%.
Het volume van de consumptie van voedings- en genotmid-

tweede kwartaal van dit jaar niet voortgezet. Ten opzichte

delen was in juli bijna 2% groter dan in juli 1989. De consumptie van de overige goederen en diensten, de grootste
categorie, was bijna 3% groter dan in juli van het vorig jaar.
Volgens het Consumenten Conjunctuuronderzoek is het

van 1990 was de groei 15%. Bij de spaartegoeden werd de
trend van oplopende groeicijfers op kwartaalbasis in het
tweede kwartaal gecontinueerd. Na het tweede kwartaal

vertrouwen van de consumenten in de ontwikkelingen in de

van 1988 zijn deze percentages voortdurend toegenomen.

economie in September ten opzichte van augustus sterk
afgenomen. Op de vijf vragen, die aan de index van het

consumentenvertrouwen ten grondslag liggen, werden in
September nagenoeg evenveel positieve als negatieve antwoorden gegeven. In augustus overtroffen de positieve antwoorden de negatieve met 7%; in het begin van dit jaar was

van het tweede kwartaal van vorig jaar bedroeg de toename
in dezelfde periode van dit jaar 13%. In het eerste kwartaal

In het tweede kwartaal van dit jaar waren de spaartegoeden

6,5% groter dan een jaar eerder. Dit is het hoogste stijgingspercentage dat na de start van de huidige reeks in
januari 1986 is waargenomen. Het rendement op staats-

obligaties, indicator voor de rente op de langere termijn,
steeg in augustus naar een gemiddeld niveau van 9,1% (juli:

er nog een positief saldo van 18%. Het vertrouwen van de

8,8%). In de eerste weken van September steeg de rente

consument in de ontwikkeling van de economie is na juni

verder naar een niveau van ruim 9,2%.

1988 niet meer zo gering geweest. Bij de beantwoording
van de vraag naar het oordeel van de consument over de
ontwikkeling van de algemene economische situatie in
Nederland in de komende twaalf maanden overtroffen de

Mutaties hebben betrekking op de overeenkomstige periode van het voorgaand
jaar, tenzij anders vermeld.
Verbeterde cijfers worden niet als zodanig gekenmerkt.

Consumentenvertr.:economische situatie kom.12 mnd(seiz.gecorr.)

Geregistreerde werklozen (driemaandsgemiddelden)

Saldo van positieve en negatieve antwoorden in \ van totaal

x 1 000

Bron: EG, European Econoiy suppl. B
I

I

I

I

I

I

I

I

I

300
I

I

I

I

I

S O N D J F M A M J J A S O N D

J

F

M

A

M

J

J

A

0
J

F

U

A

M

J

J

A

S

O

N

D

wijl in de eerste helft van 1989 de groeipercentages zich in

negatieve antwoorden de positieve met 27%. Over de

Nederland rond de 4% stabiliseerden namen deze in de

toekomstige ontwikkeling van de algemene economische

Bondsrepubliek Duitsland nog steeds toe. Vanaf medio

situatie zijn de consumenten na mei 1983 niet meer zo

1989 doet zich in Nederland een zeer lichte stijging van de
groei voor; in de Bondsrepubliek Duitsland is daarentegen

somber geweest. De beantwoording van de vraag naar de
beoordeling van de economische situatie voor de komende

een lichte daling waarneembaar. Volgens de resultaten van
de Conjunctuurtest handhaafde de orderpositie van de
Industrie zich in juli op net niveau van de voorgaande

twaalf maanden kan voor een aantal EG-landen vergeleken

maand. Met indexcijfer van de orderpositie, dat een beeld
geeft van het aantal maanden werk in portefeuille, bleef in

gecorrigeerd (zie grafiek 3). Tot mei dit jaar wordt de vraag
in Nederland het meest optimistisch beantwoord, daarna

juli staan op 123 (1984=100). In de intermediaire goederen

neemt de Bondsrepubliek Duitsland deze positie over. In

Industrie werd een lichte daling van het indexcijfer waarge-

het Verenigd Koninkrijk is er, in tegenstelling tot de andere
genoemde landen, al langere tijd een duidelijk dalende tendens van het consumentenvertrouwen te zien.

nomen maar hier stond een stijging in de consumptiegoe-

derenindustrie tegenover. Over hun orderpositie toonden
de ondernemers in de Industrie zich in juli niet ontevreden.
De ontwikkeling van de beoordeling van de orderpositie in

worden. Anders dan de boven vermelde gegevens gaat het
hier om cijfers die door de EG voor seizoeninvloeden zijn

Prijzen

Nederland toont na een stijging in 1988 een vrij vlak verloop

Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie is tussen mid-

(grafiek 2). In de Bondsrepubliek Duitsland werd het oor-

deel van de ondernemers in de Industrie in de periode vanaf

den juli en midden augustus met 0,4% gestegen. Ten
opzichte van augustus 1989 lagen de prijzen 2,4% hoger.

1988 iets optimistischer. In het Verenigd Koninkrijk werd de
beoordeling daarentegen steeds ongunstiger. Overtroffen

dieselolie duurder. Verder stegen onder meer de prijzen van

in het begin van 1988 de positieve antwoorden de negatieve
nog met 20% het meest recente saldo is -35%. Het oordeel
van de Franse ondernemers werd, na een verbetering in
1988, vanaf het begin van 1989 vrijwel voortdurend nega-

tiever. Opmerkelijk is de complete positiewijziging van de
vier landen binnen 18 maanden (oktober1988-april 1990).
Het geschetste beeld ten aanzien van de beoordeling van de
orderpositie is voor de vier landen globaal gelijk aan de ontwikkeling van de industriele produktie.
Consumptie
Het volume van de binnenlandseconsumptiedoorgezinnen
was in juli een kleine 4% groter dan in de overeenkomstige
maand van 1989. Met dit cijfer wordt de ontwikkeling van
relatief hoge groeipercentages, die in 1989 inzette, voort-

In augustus werden vooral autobenzines, huisbrand- en
herenkleding. Het prijsindexcijfer van de door de industrie
ingekochte goederen is in juli, vergeleken met de overeenkomstige maand van 1989 met 6,0% gedaald. De prijzen
van de totale industriele afzet lagen in juli 2,1% onder het
niveau van een jaar eerder.
Arbeidsmarkt
Het aantal geregistreerde werklozen bedroeg in de periode
juni-augustus 1990 gemiddeld 343 duizend. Het eerder
gepubliceerde voorlopige cijfer voor de periode mei-juli is

enigszins bijgesteld (van 330 duizend naar 335 duizend).
De recente gegevens brengen geen wijziging in het beeld
van een dalende tendens op wat langere termijn (zie grafiek 4).

van textiel, woningtextiel en elektrotechnische artikelen

Geld en krediet
De tendens van oplopende groeicijfers per kwartaal van de
binnenlandse liquiditeitenmassa, die zich na het tweede
kwartaal van 1987 heeft voorgedaan, heeft zich in het

overstegen, voor prijsveranderingen gecorrigeerd, de 10%.

tweede kwartaal van dit jaar niet voortgezet. Ten opzichte

Het volume van de consumptie van voedings- en genotmid-

van het tweede kwartaal van vorig jaar bedroeg de toename

delen was in juli bijna 2% groter dan in juli 1989. De consumptie van de overige goederen en diensten, de grootste
categorie, was bijna 3% groter dan in juli van het vorig jaar.

in dezelfde periode van dit jaar 13%. In het eerste kwartaal
van 1990 was de groei 15%. Bij de spaartegoeden werd de

gezet. Van de onderscheiden consumptiecategorieen werd
ook in juli de sterkste groei gemeten bij de consumptie
van duurzame goederen (8%). De stijging van de aankopen

trend van oplopende groeicijfers op kwartaalbasis in het

Volgens het Consumenten Conjunctuuronderzoek is het
vertrouwen van de consumenten in de ontwikkelingen in de

tweede kwartaal gecontinueerd. Na het tweede kwartaal

economie in September ten opzichte van augustus sterk
afgenomen. Op de vijf vragen, die aan de index van het

In het tweede kwartaal van dit jaar waren de spaartegoeden

consumentenvertrouwen ten grondslag liggen, werden in
September nagenoeg evenveel positieve als negatieve antwoorden gegeven. In augustus overtroffen de positieve antwoorden de negatieve met 7%; in het begin van dit jaar was

van 1988 zijn deze percentages voortdurend toegenomen.
6,5% groter dan een jaar eerder. Dit is het hoogste stijgingspercentage dat na de start van de huidige reeks in
januari 1986 is waargenomen. Het rendement op staats-

obligaties, indicator voor de rente op de langere termijn,
steeg in augustus naar een gemiddeld niveau van 9,1% (juli:

er nog een positief saldo van 18%. Het vertrouwen van de

8,8%). In de eerste weken van September steeg de rente

consument in de ontwikkeling van de economie is na juni
1988 niet meer zo gering geweest. Bij de beantwoording

verder naar een niveau van ruim 9,2%.

van de vraag naar het oordeel van de consument over de
ontwikkeling van de algemene economische situatie in
Nederland in de komende twaalf maanden overtroffen de

Mutaties hebben betrekking op de overeenkomstige periode van het voorgaand
jaar, tenzij anders vermeld.
Verbeterde cijfers worden niet als zodanig gekenmerkt.

Consumentenvertr.:economische situatie kom.12 mnd(seiz.gecorr.)

Geregistreerde werklozen (driemaandsgemiddelden)

Saldo van positieve en negatieve antwoorden in X van totaal
15—————————————————————————————————————————

X 1 000

“”

Bron; EG, European Economy suppl, B

i i i i i i i i i i I i i i i i i i i
S O N D J F M A M J J A S O N D

3

J F M A M J J A

300

0
J

F

U

A

U

J

J

A

S

O

N

D

label 2.

Recente ontwikkelingen in het buitenland

Procentuele mutaties t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
1983/87 1988
gemidd.

1989

1990

1989
e

3 kw.

e

4 kw.

e

1 kw.

Trend2′

1990
e

2 kw.

mei

juni

juli

aug.

Produktie nijverheid,

excl. bouwnijv. (volume)
Bondsrepubliek Duitsland
Belgie
Frankrijk

2
2
1

4
6
5

5
4
4

Verenigd Koninkrijk
Italic

3
2

4
7

1
4

10
4
1
4
1

Verenigde Staten
Japan

5
4

6
9

3
6

1
4

Europese Gemeenschap
Buitenland (gewogen)’I
Nederland

3
2
3

4
5
0

4
4
5

4

2,8
3,1

1+
1+
1+

5
0

Prijzen consumptie
Bondsrepubliek Duitsland
Belgie
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Italie

1,6
4,3
5,7
4,6
9,0

1,3
1,2
2,7
4,9
5.1

3,5
7,8
6,2

Verenigde Staten

3,3

Japan

1,4

4,1
0,7

Europese Gemeenschap

5,7
1,5

3,6
0,7

Nederland

1+
1+
1+
I++
I++

2,3
3,1
3,0
9,7
6,0

2,3

2,4

3,0
3,0
9,8
6,1

3,0

7,8
6,5

2,3
3,1
3,1
9,6
6,1

9,7
6,3

2,8
3,2
3,5
10,6
6,8

4,6
2,6

5,2

4,6

4,3

3,4

2,5

2,7

4,7
2,2

4.8
2,5

5,5
2,9

1+
1+

5,3
1,3

5,3
2,3

5,4
2,2

5,4
2,2

5,5

5,5

2,3

6,0
2,4

1+

2,3

2,8
3,3
3,4
7,7
6,4

3,1

4,8
2,3

4,7

5,1
1,1

3,6
3,6

2,7
3,4
3,4

7,6
6,2

2,7
5,2
1,2

3,0

1

Bron voor gegevens buitenland: Eurostat.
1
‘ Het gemiddelde van de 6 belangrijkste exportlanden, gewogen met nun aandeel in de Nederlandse export in 1987.
‘ Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
—I: kleiner dan -5%: -I: tussen -5% en -2%; I: tussen -2% en 2%; l+: tussen 2% en 5%; I++: groter dan 5%.
•= gegevens zijn (nog) niet beschikbaar.
2

Focus: Prijzen gezinsconsumptie in Nederland en
het buitenland
Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie lag in Nederland in augustus van dit jaar op 103,9 (1985=100). Dit is
2,4% hoger dan in dezelfde maand van 1989. Na juni 1985
is bij deze wijze van vergelijken geen hoger stijgingspercentage meer waargenomen.
In de periode januari tot en met augustus 1990 lagen de prij-

(7,8%). In de Verenigde Staten en Frankrijk lagen de prijzen
in het betreffende tijdvak in 1990 respectievelijk 5,0% en

3,3% hoger dan een jaar eerder. Deze cijfers zijn voor beide
landen vrijwel gelijk aan de prijsstijgingen die over 1989 als
geheel werden gemeten.
Van de genoemde landen waren de prijsstijgingen in de

zen 2,3% hoger dan in het overeenkomstige tijdvak een jaar

Bondsrepubliek Duitsland (2,6%) en Nederland (2,3%) het

eerder. In 1989 als geheel stegen de prijzen met 1,1% ten
opzichte van 1988. De sterkste prijsstijging vond in de

geringst. De percentages voor 1989 bedroegen respectievelijk 2,8% en 1,1%. Het verschil in stijgingspercentages
tussen deze twee landen was medio dit jaar geheel verdwenen. In de meest recente maanden stijgen de prijzen

periode januari tot en met augustus van dit jaar plaats bij
de categorie huur, verwarming en verlichting (4,7%, ten

opzichte van de overeenkomstige periode in 1989).
Vergeleken met een aantal belangrijke handelspartners
bleef de prijsstijging in de eerste acht maanden van dit jaar
in Nederland gematigd. Van de in grafiek 6 weergegeven
landen stegen de prijzen over de periode januari tot en met

augustus 1990 ten opzichte van dezelfde periode in 1989 in
het Verenigd Koninkrijk het sterkst (9,1%); dit nadat over
1989 als geheel ook al de sterkste toename werd gemeten

Prijsindex gezinsconsumptie
Procentuele mutatie per artikelgroep
Totaal

(-2.3X)

Kleding.schoeiscl

^……….^……………

Ontwikkeling,ontspanning
Voeding,dranken,tabok
Uedische varzorging

Overige goederen en dienst.

Huur.verwarming.varlichting
Meubelen.huishoudelijke app.

Vervoer en communicatie
•••••O – 1989 to.v 1988
—• « Jan t/m aug 1990 to.v.
Jan t/m aug 1989

,___

-2

in de Bondsrepubliek weer iets sterker dan bij ons (zie

grafiek 6).
In de laatste maand waarvoor prijsindexcijfers beschikbaar
zijn (augustus) kenden alle weergegeven landen ten opzichte van juli een relatief forse prijsstijging van de gezinsconsumptie. In het Verenigd Koninkrijk bedroeg deze zelfs
1,0% en in de Verenigde Staten 0,8%. In ons land was de
toename 0,4%.

Prijsindex gezinsconsumptie
Procentuele maandmutatie t.o.v. vaorgaand jaar
12——————————————————————————————
Bron: Eurostot.

Auteur