Ga direct naar de content

Conjunctuurbericht; oktober 1986

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: oktober 22 1986

Conjunctuurbericht
oktober 1986

Centraal bureau voor de statistiek*

Het voor seizoeninvloeden gecorrigeerde volume van de industriële produktie bleef in augustus nagenoeg
even groot als in juli. Ten opzichte van augustus 1985 nam de bedrijvigheid in de industrie met 1% toe;
in de nijverheid (excl. bouwnijverheid) bedroeg de produktiegroei over deze periode 2%. Volgens de conjunctuurtest over september verwachtten de ondernemers in de industrie per saldo een toename zowel
van hun buitenlands afzet als van hun personeelsbestand. Het volume van de invoer van goederen was
in augustus 3% kleiner dan in dezelfde maand van vorig jaar. De uitvoer nam met 2% af. De binnenlandse consumptieve bestedingen van gezinnen, gecorrigeerd voor prijsveranderingen, namen in augustus met 1% toe ten opzichte van augustus 1985. Blijkens het consumentenconjunctuuronderzoek
nam
in september het vertrouwen van de consumenten in de economie verder af. Het prijsindexcijfer van
het verbruik van grondstoffen en halffabrikaten door de industrie was in juli 25% lager dan in dezelfde
maand van 1985. De daling van de industriële afzetprijzen bleef hierbij achter. Net als in juli en augustus lagen de consumentenprijzen van september onder die van de overeenkomstige maand van 1985.
Volgens cijfers van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid nam het voor seizoeninvloeden gecorrigeerde aantal geregistreerde werklozen tussen eind augustus en eind september met 2 300
toe tot een totaal van 698 400. De daggeldmarktrente daalde in september verder tot een gemiddeld
niveau van 5,3%. De lange termijnrente, gemeten aan het rendement op staatsobligaties, bleef in september op vrijwel hetzelfde niveau als in augustus.
Dit blijkt uit gegevens die medio oktober beschikbaar waren. In de Focus wordt nader ingegaan op de
ontwikkeling van de produktie in de industrie.

Het voor seizoeninvloeden gecorrigeerde volume van de
industriële produktie bleef in augustus nagenoeg even
groot als. in de voorafgaande maand. Ook in juli en juni
wijzigde het produktievolume nauwelijks. Gemiddeld over
de eerste acht maanden van dit jaar lag de produktie in de
industrie 2% hoger dan in de overeenkomstige periode van
1985.

Produktie industrie

(volume – seizoengecorrigeerd)

120 lA)

Indexcijfers

1980 – 100

lAl – ‘IoortKhrijdend
(8) …
andcljfers

:r….
d.gn1dd.ld11

110—.r.’\—-Z-~V~”‘~

V

100:..;AV
90

I

!

’77

I

!

I

I

I

‘SO

I

I

I

‘SS

eb.t.
115 (6)

110

r;JV

/’-

<>

V

r-…./\
‘C/\T~

~

105——————–I11I1111111111111111
J JAS

100~!

o N 0 J F MAM
1964

1965

0 N 0 J F MAM

J JAS
1966

Ten opzichte van dezelfde maand van 1985 nam in augustus het volume van de gemiddelde dagproduktie in de industrie toe met 1%. Een groei groter dan het gemiddelde
deed zich voor in de hout- en bouwmaterialen industrie. de
rubber- en kunststofverwerkende industrie en de voedingsen genotmiddelenindustrie. Dalingen werden gemeten bij

ESB 29-10-1986

de basismetaalindustrie, de elektrotechnische industrie, de
papier- en grafische industrie en de textiel-. kleding- en
lederindustrie.
Het volume van de gemiddelde dagproduktie lag zowel in
de delfstoffenwinning als bij de openbare nutsbedrijven in
augustus hoger dan in de overeenkomstige maand van
1985. De produktie in de nijverheid (excl. bouwnijverheid)
als geheel nam met 2% toe.
Volgens de conjunctuurtest namen de orderontvangsten in
de industrie in september duidelijk toe ten opzichte van
augustus. Met name de orderontvangsten uit het binnenland stegen fors. De index van de orderpositie veranderde
nauwelijks. Ook de beoordeling van de orderpositie en de
voorraden eindprodukten bleef vrijwel onveranderd. Uit de
kwartaalvragen blijkt dat de ondernemers in de industrie
per saldo een toename verwachtten van de buitenlandse afzet alsmede een lichte stijging van het personeelsbestand.
De bezettingsgraad lag in de laatste maand van het afgelopen kwartaal nagenoeg ongewijzigd op 84%.
Het volume van zowel de invoer als de uitvoer van goederen
was in augustus kleiner dan in de overeenkomstige maand
van 1985. Een volumemutatie van de invoer van -3% ging
gepaard met een daling van de waarde met 23% en van de
prijzen met 21%. Vooral het importvolume van algemene
goederen (voornamelijk brandstoffen) daalde. De hoeveelheid ingevoerde grondstoffen en halffabrikaten nam licht
af. terwijl voor de consumptiegoederen en de investeringsgoederen een stijging werd geregistreerd.
De uitvoer van goederen nam in waarde met 20% af; doordat de prijzen met 19% daalden, bleef de volumedaling beperkt tot 2%. Het exportvolume van fabrikaten nam met 2%
af, dat van delfstoffen met 10%. De uitvoer van onbewerkte
agrarische produkten steeg in geringe mate.
Bij maandcijfers moet worden bedacht dat deze van maand

Verbeterde cijfers worden niet als zodanig gekenmerl• Samengesteld

door de hoofdafdeling

Nationale

rekeningen van het CBS.

1061

tot maand sterk kunnen fluctueren, onder andere door administratieve en registratieve oorzaken (bijv. verschillen in
het aantal douanedagen). Gemiddeld over de eerste acht
maanden van dit jaar nam het invoervolume meer toe dan
het uitvoervolume, respectievelijk 2,5% en 2% ten opzichte
van hetzelfde tijdvak van 1985. Bij de invoer ging dit samen
met een waardedaling van 15% en een prijsdaling van 17%.
Het importvolume van consumptiegoederen en van investeringsgoederen namen beide met 7% toe; de invoer van
grondstoffen en halffabrikaten steeg met 2%. De invoer van
algemene goederen daarentegen daalde met 7%. De 2%stijging van het uitvoervolume ging gepaard met een waardedaling van 12% en een prijsdaling van 13%. Gemiddeld
over de eerste acht maanden nam de export van fabrikaten
met ruim 3% toe, die van onbewerkte agrarische produkten
steeg met 2%, terwijl het uitvoervolume van delfstoffen
liefst 16% kleiner was dan in het overeenkomstige tijdvak
van 1985.
De binnenlandse consumptieve bestedingen van gezinnen,
gecorrigeerd voor prijsveranderingen, namen in augustus
met 1%toe ten opzichte van augustus vorig jaar. Dit cijfer is
beïnvloed door een verschuiving in het koopdagenpatroon:
dit jaar telde augustus een koopdag minder dan vorig jaar.
De bestedingen aan ,voedings- en genotmiddelen namen
met 2% af, terwijl de uitgaven aan zowel duurzame goederen als overige goederen en diensten in volume met 2%
stegen. Binnen de groep duurzame goederen namen vooral
de aankopen van kleding, schoeisel en nieuwe personenauto’s toe; binnen de overige goederen en diensten stegen
met name de bestedingen aan huisbrandolie en boeken.
Bezien over de eerste acht maanden van dit jaar zijn vooral
de uitgaven aan duurzame goederen toegenomen (4,5%
ten opzichte van de overeenkomstige periode van 1985).
Voor de voedings- en genotmiddelen en voor de overige
goederen en diensten werden stijgingen van respectievelijk
1,5% en 2% gemeten. De volumetoename van de totale
binnenlandse consumptie bedroèg over deze periode 2,5%.

Binnenlandse consumptie
110

(volume)

Consumentenvertrouwen
SII1do ven posiUeve

en negatieve

entwoorden In procenten

ven het tot •• l
eba!

15

-15

111

-30~

o

I

FM

NO'”

A

I

I

M

J

1984

I

I

I

AS

J

I
0

1
N

I1

1
F

DJ

I
M

I

I

AM

I

111
JAS

,J

1985

1986

de ontwikkeling van de verbruiksprijzen voortdurend achtergebleven bij die van de afzetprijzen. Deze ontwikkeling
indiceert dat in deze periode de groei van de toegevoegde
waarde in de industrie in lopende prijzen de groei van de
toegevoegde waarde in constante prijzen (volume) duidelijk
overtroffen heeft.

Producentenprijzen
Procentuele

… nllMltati ••

industrie

t.o.v.

voorgeand j.er

10 ———————-~

-10

Inde.cij tera 1980 • 100

lA)

………..

lA)

1007’~

….

yoortllChrljdllnd 12-uandsg .. ldc1elde
– duurz ..
goederen

•

-20
(B)

•

procentude
uandMIteU ••
t .0 . v. voorgaand
j •• 1″

90—-~—~.,’

60

I

1

1

’77

I

’60

I

I!

-30~

!

o

’65

N

0

,J

I
F

19B~

o

I11111111111111111111
N 0 J F MAM

1964

J JAS
1965

0 N 0 J F MAM

J JAS
1966

Volgens het consumentenconjunctuuronderzoek is het vertrouwen van de consumenten in de ontwikkeling van de
Nederlandse economie in september verder gedaald. In mei
jongstleden werden gemiddeld nog 13% meer positieve
dan negatieve antwoorden gegeven op de vijf vragen waarop de indicator van het consumentenvertrouwen is gebaseerd; in september was dit saldo gedaald tot +5%. Met
name de vragen die betrekking hebben op algemene economische toestand in Nederland werden in de afgelopen
maanden steeds minder positief beantwoord: het gemiddelde saldo daalde van +30% in mei tot +11% in september.
Het prijsindexcijfer van het verbruik van grondstoffen en
halffabrikaten door de industrie was in juli 24,7% lager dan
in dezelfde maand van 1985. De daling van de afzetprijzen
van de industrie was geringer (-13,7%). Vanaf juli 1985 is

1062

– prijZen

~

-4~

I

I
.J

1
JAS

I

I

I
0

1985

•

.~~

I

MAM

• prijzen totele

vertJruik YM grondstoffen

I
N

I1
0

I
J

F

I!
MAM

I

I
J

I

I

1

JAS

1986

en halffabrikaten

.fzet

Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie is tussen midden augustus en midden september met 0,4% gestegen.
Ten opzichte van september 1985 daalden de consumptieprijzen met 0,6%. Deze daling werd met name veroorzaakt
door afnemende prijzen in de groepen verkeer en vervoer
(-2,5%), huur en bijkomende kosten, verlichting en verwarming (-2,2%) en voedingsmiddelen, dranken en tabak
(-1.0%). De grootste prijsstijgingen werden gemeten bij de
medischeverzorging (2,0%) en kleding en schoeisel (1.5%).
Volgens cijfers van het Ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid nam het aantal geregistreerde werklozen
voor seizoeninvloeden gecorrigeerd, tussen eind augustus
en eind september met 2 300 toe tot een totaal van
698 400. Vergeleken met dezelfde maand van 1985 daalde
het aantal werkloosheidsuitkeringen in augustus met 4%;
de geregistreerde werkloosheid nam over deze periode met
7% af.
In september daalde de daggeldmarktrente verder tot een
gemiddeld niveau van 5,3%. Het maandgemiddelde van de
lange termijn-rente, gemeten aan het rendement op staatsobligaties, veranderde nagenoeg niet ten opzichte van
augustus en bleef op 5,9%.

Tabel 1.

Kerngegevens

recente

in

ontwikkelingen

Nederland

Procentuele mutaties t.O.V.dezelfde periode het jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
1979/83
gemidd.

1984

1985

1985

1986

1986

2″ kw. 3″ kw. 4″ kw. 1″ kw. 2″ kw. mrt.

apr.

mei

6
17
3
-1
1
4
0

-2
-24
2

-1
-5
-1

3
14
2

-2
6
-1

-6
-1
-7

-3

juni

juli

aug.

sept.

1. VOLUMEGEGEVENS

Produktie in de niiverheid
Nijverheid (excl. bouwnijverheid)
Delfstoffenwinning
Industrie
Voedings- en genotmiddelenindustrie
Textiel-, kleding- en lederindustrie
Papier- en grafische industrie
Chemische industrie
Rubber- en kunststofverw. industrie
Hout- en bouwmaterialenindustrie
Basismetaalindustrie
Elektrotechnische industrie
Rest metaal- en overige industrie
Openbare nutsbedrijven
Bouwnijverheid: begonnen woningen

-1
-6
0
1
-4
-1
4
6
-4
-3
2
-1
2
3

4
1
6
3
1
5
9
6
1
14
8
4
3
-6

3
9
2
2
3
3
2
3
1
-3
5
3
1
-10

2
2
3
2
2
3
0
10
2
-9
11
2
-1
-9

0
-7
2
1
3
3
3
1
4
-2
5
1
-5
7

4
18
1
1
5
2
0
-2
6
-3
-2
2
-1
-5

-1
-11
3
3
2
7
-2
5
7
3
2
6
0
24

-1
-2
-1
-3
3
2
5
-8
2
5
-2
-1
3
3
1

7
12
2
14
-15
6
5
-2
7
6
11
1
9
9
8

7
4
4
13
22
5
6
9
4
3
8
3
3
6
6

4
-1
1
23
23
5
16
1
5
2
5
4
2
9
4

8
6
4
6
28
8
5
-10
9
4
12
9
9
11
13

4
3
4
3
17
2
-5
32
0
-2
6
7
-1
-1
0

-1
0
-4

0
-2
-2
-4
-1
0
-1
1
2
0

1
1
2
2
0
8
2
1
4
0

1
1
2
0
0
9
3
1
1
1

2
1
4
2
3
14
3
1
2
0

3
2
5
5
3
10
2
2
6
1

-4
-4
-6
-3
-4
-3

4
4
15
2
-2
6

2
3
13
-5
5
-4

3
3
16
-2
-2
0

6
6
12
-2
10
5

4
6
10
1
8
-5

0
8
8
5.6

3
5,6
7,0
2
6
8
3.3
0,3
-1,4
12

-2
1,0
0,3
1
1
2
2.3
1,1
-1,0
4

0
2,5
3,6
-1
5
4
2.5
1,0
-0,1
14

-22
27
-19

-4
29
-13

83
100
-11
9
-3
33
508
8
-6
8
6
10
8,7
9,7

1
-2
1

-8
7

4
1

-7
0

-2
-4

6
18

-2
-17
3
3
2
8
-5
6
0
6
5
5
2
66

14
-8

-2
43

4
37

-18

-1
-4
5
4
4
-1
0
-21
2
-4
5
6
3
3
8

6
9
10
6
-10
5
5
-13
6
4
6
18
6
1
8

-3
-7
3
2
4
-6
-5
-33
-3
-7
-8
21
-5
-8
-6

16
16
16
16
8
10
8
16
10
14
17
6
11
9
10

-2
-1
0
8
-18
-2
-6
-46
2
-4
-4
31
-1
-3
4

6
11
13
-4
-15
6
15
-10
6
2
4
21
8
0
11

5
3
9
22
-7
5
0
16
4
1
8
18
10
-3
7

-3
-1
7
5
-25
-2
2
-10
-2
-3
-10
21
-10
-4
0

3
3
5

3
1
5

2
1
2

2
0
3

4
4
9

1
0
3

3
4
5

1
-2
2

2

2

3

3

2

3

2

0
0,2
-1,8
2
0
2
2.3
1,3
-1,9
-3

-3
-6
-8
-7
-7
-7
-9
-2,6 -9,3 -12,2 -12,0 -12,3 -12,1 -13,0 -13,7
-6,2 -17,6 -23,6 -21,8 -23,0 -23,7 -24,2 -24,7
3
5
5
6
4
7
5
4
-4
-13
-19
-17
-18
-20
-20
-21
-2
-9
-15
-12
-14
-14
-16
-18
1.7
1.2
0.4
0.7
0.6
0.5
0.2 -0.7
1,4
1,1
0,9
1,0
1,3
1,2
1,0
0,9
-1,9 -0,4 -0,3 -0,4 -1,2 -1,2
1,6
1,6
-15
-28
-27
-32
-27
-29
-27
-26

2
-21
-19
-0.5
1,0
1,6
-26

-10
32
-9

0
35
-16

3
30
-12

12
29
-31

10
33
-15

25
-27

9
31
-11

13
30
-27

11
37
-7

10
32
-17

7
35
-9

5
32
-1

85
105
-9
4

85
104
-9
3

84
107
-10
3

84
107
-9
5

84
108
-10
6

85
109
-12
7

108
-10
6

109
-13
6

109
-13
7

109
-9
7

108
-12
6

108
-17
6

107
-15
5

-2
7
822

1
-2
761

0
-1
768

1
-3
760

1
-4
741

1
-5
734

-5
717

-5
730

-6
723

-5
718

-4
710

-4
713

-4
696

698

3
0
7
4
11
5,8
8,0

5
13
8
7
10
6,3
7,3

5
13
8
6
12
6,9
7,4

4
23
7
8
6
6,1
7,0

4
14
9
7
12
5,8
7,0

4
18
7
7
8
5,8
6,7

4
17
6
8
3
6,1
6,3

4
13
5
6
4
5,7
6,5

4
27
5
6
3
5,5
6,2

4
3
6
9
2
6,6
6,4

5
21
7
9
4
6,2
6,4

5
14
7
9
4
6,1
6,2

5
3

-2
4
-3
-4
3

2

-4

Buitenlandse handel (goederen)
Invoer, totaal
Grondstoffan en halffabrikaten
Consumptiegoederen
Investeringsgoederen
Algemene goederen
Uitvoer, totaal
Onbewerkte agrarische produkten
Delfstoffen
Fabrikaten
Voedings- en genotmiddelen
Textiel en kleding
Aardolieprodukten
Chemische produkten
Metaalprodukten
Overige fabrikaten

Consumptieve bestedingen van gezinnen
Binnenlandse consumptie, totaal
Voedings- en genotmiddelen
Duurzame consumptiegoederen
Textiel, kleding, schoeisel e.d.
Huish. artikelen en woninginrichting
Transportmiddelen
Rest duurzame consumptiegoederen
Overige goederen en diensten
Huur, verwanning, verlichting en water
Rest overige goederen en diensten
Investeringen

0

in vaste activa

Bruto investeringen, totaal
Bedrijven
Nijverheid
Exploitatie van woningen
Overige bedrijven
Overheid

2
4
11
-8
7
-8

2. PRIJZEN
Producentenprijzen landbouw. tot. afzet
Producentenprijzen industrie, tot. afzet
Producentenprijzen industrie, verbruik
Ruilvoet. unit value (goederen)
Invoerprijzen, unit value
Uitvoerprijzen, unit value
Prijzen gezinsconsumptie (werknemersI
Regelingslonen particulier bedrijf
Regelingslonen overheid
Dollarkoers, contante notering

9

-0.6

-28

3. OVERIGE INDICATOREN
Consumentenvertrouwen

1

(in%)

ANP-CBS beursindex
Uitgesproken faillissementen

10
22

Conjunctuurtest industrie
Bezettingsgraad
(in %1
Orderpositie
(1984=100)
Beoordeling orderontvangsten ‘
(in%)
Beoordeling voorr. eindprodukten 1
(in%)

Arbeidsmarkt
Werkzame personen in de industrie
Aantal werkloosheidsuitkeringen
Geregistreerde werklozen’
(x 1000)

Geld en krediet
Spaartegoeden
Verstrekt consumptief krediet
Binnenlandse liquiditeitenmassa
Geldhoeveelheid
Secundaire liquiditeiten
Daggeldmarktrente
Randement op staatsobligaties

(in%)
(in%)

5,6
5,9

5,3
5,9

1 Saldo van positieve en negatieve antwoorden in procenten van het totaal.
, Seizoengecorrigeerde cijfers (bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid).

ESB 29-10-1986

1063

Recente ontwikkelingen in het buitenland

Tabel 2.

1984

1985

1986

1985
28 kw.

Produktie nijverheid
(volume)

3″kw.

4″ kw.

1″ kw.

1986
2″ kw.

mrt.

mei

apr.

aug.

juli

juni

sept.

% mutatie t.O.V.dezelfde periode het jaar daarvoor

1

5
4
2
0
3

-1
5
-1
0
4

8
4
5
4
4

1
4
-2
-1
1

5
3
2
-2
3

3
3
4

1
-1

0
2

1
0

1
-2

0
0

0
-2

2
-1

3
1

1
-2

5
6

1
-2

3
-1

3

2

1,8
4.1
4.8
5.5
8.9

0,7
2,5
3,5
5.0
7,5

-0,2
1,3
2,4
2,8
6,1

0,1
1,5
3.0
4.3
7,0

-0,2
1,5
2,6
3,0
6,4

-0,2
1.1
2,3
2,8
6,1

-0,2
1,2
2,3
2,5
5,7

-0,5
0,6
2,0
2,4
5,8

-0,4
0,7
2.0
2,4
5,7

3.5
1.7

3,1
1,5

1,6
0,9

2.2
1.3

1,6
1.0

1,5
1,0

1,8
0,5

1,6
0,1

1.5
0,1

0,.6

0,5

0,2

3
2
3
1
3

6
2
0
5
0

4
4
2
5
1

2
4

2
6

1
5

2
1

4
3

5
2

4
0

4
4

2,4
6,4
7,7
5,0
10,8

2,2
4,9
5,8
6.1
9,2

2,5
5,3
6,5
7.0
9,4

2,2
4,7
5.7
6,4
9.1

4,2
2.3

Buitenland (gewogen)2
Nederland

9
2
1
7
2

3
4

Verenigde Staten
Japan

6
2
1
5
1

12
11

Bondsrepubliek Duitsland
Belgili
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Italili

3,6
2,2

3,7
2,2

3,4
2.6

2
5
0
2
3

2
3
1

Prijzen consumptie
Bondsrepubliek Duitsland
Belgili
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Italili
Verenigde Staten
Japan
Nederland

2,3

3.3

2,5

2,3

1,2

1.7

0,4

0.7

-0,7

-0,5

-0,4
0,9
2,3
3,0
5.5
0,4
-0.6

Bron voor gegevens buitenland: Eurostal.
2 Het gemiddelde van de 6 belangrijkste exportlanden, gewogen met hun aandeel in de Nederlandse export in 1984.
1 Excl. bouwnijverheid.

Afnemende produktiegroei in de industrie

Focus:

Binnen de industrie vertoont het produktieverloop van de
onderscheiden bedrijfskiassen een gevarieerd beeld, waar-

bij het aantal bedrijfskiassen met een afnemende groei in de
meerderheid is. Opvallend is de scherpe daling van de groei
die zich al geruime tijd aftekent bij de drie bedrijfstakken
waar het produktieniveau relatief het meest is gestegen,
Het gaat hierbij om de rubber- en kunststofverwerkende,
de elektrotechnische en de chemische industrie, In de chemische industrie was het produktievolume in het tijdvak
september 1985-augustus 1986 zelfs kleiner dan in de
twaalf maanden daarvoor.
Ook in de bedrijfskiassen waar het indexcijfer van de produktie zich verhoudingsgewijs niet vervan dat van de industrie als geheel bevindt. overweegt de dalende tendens van
de groeicijfers. Slechts de papier- en grafische industrie
kent sinds medio 1984 een vrij constante produktiegroei
van zo’n 4%, In de voedings- en genotmiddelenindustrie,
de rest metaal- en overige industrie en vooral de basismetaalindustrie neemt de groei af.
Alleen in die bedrijfskiassen waar de produktie-ontwikkeling sinds 1980 duidelijk achter is gebleven bij het industriële gemiddelde. neemt de groei de laatste maanden toe.
Zo zijn in de hout- en bouwmaterialenindustrie de produktiedalingen die zich vorig jaar nog voordeden. inmiddels
omgezet in een stijging van 5%. Een zelfde ontwikkeling is
in de textiel-. kleding- en lederindustrie waar te nemen.
zij het dat de groei hier minder aantrekt.

Prnduk ti e trends

Produkt ietrends

Het voortschrijdend twaalfmaandsgemiddelde van het hoeveelheidsindexcijfer van de industriële produktie is tussen
het basisjaar 1980 en het meest recente tijdvak van twaalf
maanden (september 1985-augustus 1986) opgelopen van
100 tot 109. In deze periode was de groei van de produktie
in de industrie, gemeten aan de jaarmutatie van het twaalfmaandsgemiddelde. het grootst in september 1984 (ruim
6%) en is sindsdien gestaag gedaald tot minder dan 2% in
augustus.
In onderstaande grafiek is het produktieverloop weergegeven van de industrie als geheel en van de vier naar de
toegevoegde waarde gemeten grootste industriële bedrijfskiassen zoals onderscheiden in tabel 1 (ongerekend
de rest metaal- en overige industrie), In de bovenste helft
van de grafiek illustreert het voortschrijdend gemiddelde
het verloop van het produktieniveau vanaf 1980. In afwijking van de overige Conjunctuurbericht-grafieken is hier
het voortschrijdend gemiddelde telkens getekend op de
laatste maand waarop dit gemiddelde betrekking heeft. Als
indicator van de groei van de produktie is in de onderste
helft van de grafiek de procentuele jaarmutatie van het
voortschrijdend twaalfmaandsgemiddelde weergegeven,

Produktlenlv ….

: voortschrijdend

PraduktlenlvellU

12″””‘l1U1ldsgnlddlllde

cbs5

145
Indexcijfers

1980 – 100

130 _ ….. – industrie
– p8p18,.- en g,.af isch. industrie
– – – voedings- en genot_lddelenindustrie

-‘

115

12……. ndsge.lddelde
cbs6

Indexcijfers

130 _ …..•
industr-i.
• ch’.ische
industrie
_ ••
elektt”otecnnlsche
industrie

: voortschrijdend

145

1980 – 100

115————————

100

100

85

–..””””=–..~~=======~~””‘==~~===—

85

ProdUkUegroei:

procentuele

j ••

,..ut8Ue

ven het voortschrijdend

12-11l1endsg lddelde
..

ProdukUItlt”oel:

‘:~ ‘” 27.n~,
-jS;C:L~:S. ASe”,
~

-6

1064

••••

~n/

procentuele

j ..

r-..tet1e

ven het voortschr1Jdend

18————————

18————————

12————————

<
-6

12–.and.~.ldd.ld.