Ga direct naar de content

Conjunctuurbericht

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: februari 22 1995

Figuur 2. Geregistreerde werklozen,
driemaandsgemiddelden (x 1000)
550

Algemeen conjunctuurbeeld
De recente ontwikkelingen van de
meeste in dit Conjunctuurbericht opgenonien indicatoren bevestigen het
beeld van een voortgaand economisch herstel. Met het beschikbaar
komen van de decembercijfers kunnen nu ook jaarcijfers voor 1994 worden gepresenteerd. De industriele
produktie herstelde vorig jaar van de
langdurigste periode van neergang
na de tweede wereldoorlog. De
groei van de produktie in de consumptiegoederenindustrie blijft achter. Deze tendens is terug te vinden
in de betrekkelijk geringe groei van
de gezinsconsumptie. Al blijft de inflatie gematigd, de prijzen van de afzet en het verbruik van de Industrie
laten op jaarbasis, na een aantal jaren van daling, weer stijgingen zien.
Het economisch herstel werkt nog
niet door op de arbeidsmarkt. Opmerkelijk is de forse verbetering van
het consumentenvertrouwen in februari 1995.
Figuur 1. Bbp en consumentenvertrouwen, voortschrijdend 4-kwartaals- c.q.
12-maandsgemiddelde

consumentenvertr.
saJdo pos. en neg. antw.
l rechterschaal

-10

Werkloosheid: stabiel
De werkloosheid blijft stabiel. In de
periode november 1994 – januari
1995 telde ons land gemiddeld
492.000 werklozen. De voor seizoeneffecten gecorrigeerde werkloosheid
ligt sinds het tweede kwartaal van vorig jaar tussen de 470.000 en 490.000.
Het cijfer voor de meest recente periode kwam uit op 487.000. Vergeleken met een jaar eerder is de geregistreerde werkloosheid nog steeds
hoger, maar het verschil wordt wel

ESB 22-2-1995

450

j m m j s a j m m j s n I m m j s n j mmj s n
1991
1992
1993
1994

voortdurend kleiner. In het tweede
kwartaal van vorig jaar was het verschil met een jaar eerder nog 67.000;
in de periode november 1994 – januari 1995 was dit nog maar 12.000.

de categoric duurzame goederen
werd vorig jaar vrijwel uitsluitend gedragen door de aankopen van nieuwe personenauto’s. De overige artikelgroepen lieten bijna zonder
uitzondering dalingen zien.
De groei van de consumptie van
voedings- en genotmiddelen is vergeleken met die van duurzame goederen betrekkelijk stabiel. In 1994 was
er een toename van 1,1%. Dit is gelijk aan de gemjddelde stijging in de
afgelopen twaalf jaar en iets hoger
dan de groei over 1993. Binnen de
categoric voedings- en genotmiddelen werden voor zuivelprodukten en
zoetwaren forse stijgingen genoteerd. Dalingen waren er ondermeer
voor aardappelen, groenten en fruit.

Gezinsconsumptie in 1994
Het volume van de consumptieve bestedingen door gezinnen was vorig
jaar 1,6% groter dan in 1993. In 1993
was de groei 0,7%. Hiermee kwam
een einde aan een periode van drie
jaar waarin de jaarlijkse groeicijfers
voortdurend zijn afgenomen. Na
1982 is de groei niet meer negatief
geweest. In de periode 1983-1994 bedroeg de gemiddelde jaarlijkse groei
2,2%. Hiermee vergeleken is de toename in 1994 betrekkelijk gering.
Ook in het licht van de oplevende
economic blijft de groei van de consumptie wat achter. In een herstelfase is dat overigens niet ongewoon.
Ook na de recessie van de beginjaren tachtig bleef de groei van de consumptie een aantal jaren achter bij
die van het bbp. Per hoofd van de
Nederlandse bevolking was de gezinsconsumptie vorig jaar 1% hoger
dan een jaar eerder.
Van de onderscheiden consumptiecategorieen lieten de bestedingen
aan duurzame goederen in 1994 de
kleinste stijging zien. Vergeleken met
1993 was er een groei van 0,3%.
Over een wat langere periode bezien
laten de groeicijfers van deze categoric grote fluctuaties zien. In 1990 namen de uitgaven aan duurzame goederen met bijna 9% toe; hierna is de
groei sterk afgenomen. In 1993 was
er zelfs een volumedaling van ruim
2%. In het tijdvak 1983-1994 kwam
de groei uit op gemiddeld 2,4% per
jaar. De toename in 1994 blijft hier
dus duidelijk bij achter. De groei van

De consumptie van diensten kende vorig jaar de grootste stijging
(2,2%). Dit groeicijfer ligt in dezelfde
orde van grootte als de gemiddelde
groei in de afgelopen twaalf jaar.
Voor financiele en zakelijke diensten
en voor vervoers- en communicatiediensten werden vorig jaar relatief
forse stijgingen gemeten. Een daling
deed zich voor bij de uitgaven aan
verwarming, verlichting en water.
Het relatief zachte weer in november
en december 1994 is hier een factor
van betekenis geweest.

Figuur S.Binnenlandse consumptie gezinnen (volume), procentuele kwartaal-

mutaties t.o.v. voorgaandjaar
• -jaarmutatie

I
i nnnv[iiimiv|i nmrvli uimvli nmrv
1990

1991 1992

1993

1994

Kerngegevens recente ontwikkelingen, procentuele mutaties t.o.v. hetzelfde jaar daaruoor, tenzij anders aangegeven
19W92
genudd.

1993

3.0
5.2

0.4

1994

1994
leiâ„¢.

2ekw.

3ekw.

2.2
2.6
1.6
3.0
4.0
2.8
1.6

2.2
-2.8
4.0

10
3
0

1994
okt.

1995

dec.

Trend 2)

Jan.

1.9
-1.3
4.0
-0.8
2.7

2
1
1
1
2

4ekw.

nov.

VOLUMEGEGEVENS
Produktie (Kwartaalrekeningent

Landbouw en visserij
Nijverheid
Handel, hotel- en rcstaurantw., rep. bedr.
Transport, opslag- en communicatiebedr.
Overige dienstverlening (excl. overh.)
Algemeen overheidsbestuur, enz.
Produktie (maanduuHcatoren)
Delfstoffenwinning
Industrie
Voedings- en genotmiddelenindustrie
Texu’el-, kleding- en lederindustrie
Papier- en grafische industrie
Chemiscbe industrie
Rubber- en kunststofverw. industrie
Hout- en bouwmaterialenindustrie
Basismetaalindustrie
Elektrotechnische industrie
Rest metaal- en overige industrie
Openbare nutsbedrijven
Bouwnijverheid

1.9
3.7
5.5
3.1
0.9

0

2
2
0
3
2
5

2
2
‘l
3

5.4
-2.0
0.2
1.7
1.7
0.6

1
-2
-2
-1
-2

-2

-1
4
1

2
3
5

2

-4
-2

6

-2

7

0

0
-1

8
4
4
1

3

-6

2
2

2
-5

Consumptie
BinnentorrfsegrahMconsumptie
Voedings- en genotmiddelen
Duurzame consumptiegoederen
Overige goederen en diensten

3
2
4
3

0
-2
2

Investeringen in vaste activa
Bmto investeriiu-en, labial
Bedrijven
Overheid

2
4

Buitertlandse handel (goederen}
Invoer
Uitvoer

0
0
2

-5

0.8
3.1
2.6
1.1

3
1
6
6

6
7
4

2
6
3

1
1+
1
1
1+
1+
1

2.7
0.9

0
3
2
3
2

5
6
7
9
5
3
4

-12
‘8

9
5

-31
7

-7
12

.
.

1
1+
1
MMI++
I++

7

23

.

1++

2
5
9

13

8
10

1
4

5

I-M-

!•*•
H1
1+

-12
18

2
1
0

3
1

2

1
3

2

-2

1

2

.

1

0

-3

1
1
0

1

0

4

-3

2

2

2

2

2

2

2

1

2
2

.
.

1
H-

-2
-2

2
2
0

4
3
4

-3
-4

-3

2

1
1
1

5
6

-|
1

8

3
5

5
6

HI++

1.9
3.9
1.0
4.3

3.1
-1.7
2.1
-0.1

4.1

3.9

3.2
-0.4

2.3
4.1
0.4

2.5
4.1
1.1

4.0

2.6

2.7

3.0

2.9

2.7

2.7

2.8

0.9

2.9
4.4
16.61

2

BBP uuemationaal
Verenigde Staten
Duitsland
Verenigd Koninkrijk
Japan

1

9

1.7

0

.

1

1
1+
1

PRIJZEN
Consumentenprijsindex
Producentenprijzen industrie
Afzet
Verbruik
Aardolie, North Sea Brent (in $ per barrel)
Kegelingslonen
Particuliere bedrijven
Overheid
Gepremieerde en gesubsieerde sector
WisselkocrsenUngld.)
Amerikaanse dollar (1)
Duitse mark (1)
Engelsepond(l)
Japanseyen(lOO)

-3.6

1.6

-0.8
-1.3

-0.1
1.1

19.20

17.24

15.85

13.74

15.97

2.6
2.4
2.8

3.2
2.5
3.7

1.7
0.9
0.9

2.4

1.7

1.6
2.6

1.2
0.4

1.91
1.127
3.33
1.42

1.86
1.123
2.79

1.82
1.121
2.78
1.78

1.93
1.122

-1
-11
5
4
6

-22
-50

-7
-14
-2
18

-16
-36

-1.9

1.68

0.7

2.5
17.08

2.5

2.6

2.4

M-

2.5

2.9

4.1
1638

4.4
17.07

3.4
4.7
16.17

.
.
16.54

1
1
–I

1.2
0.0
0.2

1.2
0.0

1.2
0.0

0.4

0.2

0.2

1.3
0.0
0.2

.
.
.

1
1
1

1.87
1.122
2.81
1.81

1.75
1.122
2.72
1.77

1.73
1.120
2.74
1.75

1.70
1.120

1.73
1.121

1.76
1.120

1.72
1.121

-1
1

2.74

2.74

1.73

1.76

2.75
1.76

2.70
1.72

-3
1
-5
5
-6

-2
0
-4
3
4

-1

14
-3

-4
-2
-5
3
-6

-8

0

37
13

-9
-19
-2
25
-1

-12
102
83

-9
104
83

-4
104
85

-2
103
84

-4

-1

103

103

8

-14
-17
-8

-20
-13
5

5609

5591
39
490

480

7.6
762

7.4
770

1.9
3

1.9

2.88

1.80

1.3
0.9

1
h-

OVERIGE INDICATOREN
Consumenunvertrmmen 1) (in %)
Economise!] ktimaat
Koopbereidheid
Koersindex voor aandelen, algemeen
Uitgesproken faillissementen
Conjunctuurtest
Industrie
Beoordeling orderpositie 1) (in %)
Orderpositie (4e kw. 1993=100)
Bezettingsgraad (in %)
ZakriUkedienstvertening
Beoordeling orderpositie 1) (in %)
Computer servicebureaus
Ingenieurs- en architectenbur.
Economische adviesbure&us

-7
118

85

OeUmkrcdia
Spaartegoeden
Binnetuandse tiquiditeitenmas&a

16
27

1

-22

-7

102
81

103

84

-26
-21

Arbeidsmarla
Aantal banen van werknemers (x 1000)
Aantal vacatures
(x 1000)
Geregistreerde werklozen 3) (x 1000)
Idem, in % van de totale beroepsbevolking
Aantal werkloosheidsuitkeringen (x 1000)
Aanlal uren uitzendkrachten

-4

-25
-8

-14

5325

5554
39
415
6.5
664
-10

5.9
8

-3

486
7.5
763

5537
43
520
8.0
778
-‘
3.2

7

7

42
461
7.1
746
14

3.2
5

3

484
7.5
756
27

3.3
4

-8

1

-7
1
-18

-2
-4
-4

0
103

.

492
7.6

.
.

I++
I++

786

.

I++
I++

h-f
1

1
1+

1
– -t
480
7.4
773

1+
1-n-

1) Saldo van positieve en negatieve antwoorden in procenten van het totaal; 2) Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdende 12-maands gemiddelde;
–l:kleinerdan-5%;- 1: tussen -5% en -2%; I : tussen -2% en +2%; l+: tussen 2% en 5%; I++: groterdan 5%. 3) Driemaandsgemiddelden opgenomen onder de middelste
maand. De gegevens zijn niet voor het seizoen gecorrigeerd; -: gegevens nog niet beschikbaar.