Ga direct naar de content

Brinktragedie

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 18 2001

Brinktragedie
Aute ur(s ):
Jonkhoff, W. (auteur)
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4310, pagina 425, 18 mei 2001 (datum)
Rubrie k :
Van de redactie
Tre fw oord(e n):

‘Ruimingen wetenschappelijk onverantwoord’, kopte de Volkskrant verleden maandag. De aanpak van de mkz-uitbraak was volgens
drie deskundigen terzake “veterinair en epidemiologisch onjuist”. Inmiddels worden besmette gebieden beetje bij beetje weer
opengesteld voor het publiek. De vraag of door eerder vaccineren dierenlevens hadden kunnen worden gered, blijft echter aanwezig.
Voor de drie deskundigen was het antwoord al duidelijk.
Het zal geen verbazing wekken dat er door de hoge offers en magere resultaten van het gevoerde beleid nu ook minder conventionele
paarden van stal worden gehaald. Minister Brinkhorst heeft tijdens het jongste partijcongres van D66 voorgesteld het eeuwenoude
instituut veemarkt te laten verdwijnen, in casu de acht veemarkten die ons land nog rijk is. Via het internet zou vee even goed verhandeld
kunnen worden. En, de crux van het voorstel, het gesleep met dieren (met alle besmettingsgevaren van dien) is voorbij 1. Lege Brinken,
Koemarkten en Pleinen in den lande 2.
Maar zijn de voordelen de voordelen wel? Vee is een ervaringsgoed – de waarde ervan blijkt pas bij gebruik. Of dit nu de melkproductie is
of schapenwol, men wil weten welk vlees men in de kuip heeft en wat de boer niet kent vreet hij niet. Via het internet is het voor de vrager
niet mogelijk het aanbod goed te testen alvorens het aan te schaffen. De overheid kan natuurlijk zoveel mogelijk gegevens op het
internet zetten in een poging dit te ondervangen. Nederlands vee wordt immers op allerlei kenmerken door de overheid geregistreerd en
vastgelegd. De aan- en verkoophistorie van deelnemers aan internetmarkten is vanaf het prilste begin te volgen. Zou de vraagzijde van
de veemarkt via het internet dergelijke kwaliteitsgegevens kunnen vergelijken, dan zou het door informatieasymmetrie geïnduceerde
marktfalen verholpen zijn 3.
Ook via het internet bestaan voor kwaadwillende aanbieders van vee op het eerste gezicht mogelijkheden om een meer dan marktconform
surplus op te strijken. Bijvoorbeeld door extra kwaliteiten te verzinnen die via het internet niet gecontroleerd kunnen worden. Het
reputatiemechanisme, waarbij aanbieders gemonitord worden en aan de schandpaal genageld als ze slechte waar verkopen, kan door een
bedreven computergebruiker vrij simpel omzeild worden. Stel bijvoorbeeld dat een verkoper op de veeveilingsite een slechte reputatie
heeft. Die kan hij dan wissen door op een andere computer, onder een andere naam, een nieuw gebruikersdomein aan te maken. Weg
historie, weg reputatie, toch?
Toch kan volgehouden worden dat het internet als marktplaats voor vee goed kan werken. Verkopers hebben er geen belang bij om via
het internet een te hoge kwaliteit te suggereren of gebreken te verzwijgen. Als de koper het stuk komt keuren alvorens het te kopen, zal
de transactie niet doorgaan, evenals bij de fysieke veemarkt. Dit geldt ook voor mkz: ook op de veemarkt kan niet worden beoordeeld of
een evenhoevige besmet is of niet.
Een toezichthouder kan evenwel niet als vervanger van het ‘op zicht’ krijgen fungeren omdat de kosten hiervan in verhouding tot het zelf
beoordelen van dieren zeer hoog zouden zijn. Derhalve kan internet niet worden gebruikt als volledige vervanging van de veemarkt en
blijft de oude wijsheid van kracht dat je niets moet kopen zonder het zelf gezien te hebben.
Een belangrijker bezwaar betreft het gesleep met dieren. De digitale marktplaats zal dit slechts gedeeltelijk overbodig maken. De veemarkt
is oorspronkelijk bedoeld om transactiekosten te verlagen. De reiskosten moeten zo laag mogelijk zijn. Ook als de transactie via het
internet wordt gesloten, zal het dier van deur tot deur moeten. Stel dat er een veemarkt is met drie vragers die tevens aanbieder zijn. De
figuur tussen hun boerderijen is een driehoek. In het midden van deze driehoek ligt de marktplaats. Ze reizen dan naar de marktplaats met
hun verkoopvee en na de markt weer terug met het aangekochte vee. Als de marktplaats nu wordt opgeheven, betekent dit niet dat vee
niet meer van de ene boerderij naar de andere reist – het doet onderweg alleen niet meer tijdens openings-tijden de marktplaats aan. Het
risico van besmetting is dus afgenomen omdat niet alle verkopers en kopers elkaar meer kunnen besmetten maar slechts diegenen die een
transactie met elkaar afsluiten (plus diegenen die wel onderhandelen maar het niet over een transactie eens worden). Ook de marktplaats
wordt niet meer besmet aangezien deze niet meer wordt bezocht. Alleen dieren die onderwerp van een geslaagde transactie zijn
geworden, moeten meegesleept worden naar hun nieuwe eigenaren. Vermindering van reiskosten is dus zeker mogelijk.
Duidelijk is echter dat de kans op besmetting zeker niet nul zal worden. Aangezien mkz zeer besmettelijk is, kan niet worden verwacht dat
het afschaffen van de fysieke veemarkt effect sorteert. In die zin is de maatregel veel minder radicaal dan minister Brinkhorst suggereert.
Wel resulteert door de verlaging van transportkilometers een vermindering van dierenleed. Een schone zaak. Maar voor het definitief
uitroeien van mkz moet tot het echte panacee nog besloten worden: stoppen met het non-vaccinatiebeleid

1 Brinkhorst wil veemarkt vervangen door internet, de Volkskrant, 14 mei 2001. Een prototype van een digitale veemarkt is te vinden op
http://www.webcattle.com .
2 Varkensmarkten zijn al enkele decennia verboden. NRC Handelsblad, 14 mei 2001.
3 Zie over informatieasymmetrie bijvoorbeeld D.A. Blokland en M.A. Feenstra, Beheerst interveniëren, ESB Dossier, 3 mei 2001, blz. D3D5.

Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur