Ga direct naar de content

Briefschrijvers moeten duidelijk en volledig zijn: jongeren slechter af bij aanpassing rekenrente

Geplaatst als type:

In een open brief aan de Tweede Kamer op de website van ESB pleit een groep economen voor een andere omgang met de rekenrente om pensioenkortingen vermijden. Zij verzwijgen daarbij dat een dergelijke aanpassing geld verschuift van de jongeren naar ouderen.

In het kort

Deze opiniebijdrage is gepubliceerd in het Financieele Dagblad.

Economenvakblad ESB faciliteert het ondertekenen van deze bijdrage als onderdeel van haar streven om de discussie over het pensioenstelsel op gang te houden. Zie ook onze themanummers van september 2019, juni 2018 en juni 2017.

Ruim veertig zogenoemde prominenten stuurden begin deze week de Tweede Kamer de brief ‘Ons pensioenstelsel verdient beter’. De centrale boodschap van de brief was: Als we anders omgaan met de rekenrente en een prudent stukje ‘verwacht’ rendement meenemen in de berekeningen, dan kunnen we pensioenkortingen vermijden en zelfs pensioenen verhogen. Op basis van onze ervaringen met en wetenschappelijke inzichten in ons pensioensysteem reageren wij hier op deze brief en stellen wij dat de verandering van de rekenmethode — zoals de briefschrijvers voorstellen — geld verschuift van de jongeren naar ouderen.

Risicovrije marktrente

In ons pensioenstelsel wordt collectief gespaard geld verdeeld tussen jongere en oudere generaties via een zogenaamde rekenrente. We verdelen op basis van de risicovrije marktrente. Dat is niet wat we verwachten aan rendement, want daarin zit een compensatie (‘beloning’) voor beleggingsrisico: de risicopremie. Mogelijke extra beleggingsrendementen delen we pas uit nadat ze gerealiseerd zijn. De reden hiervoor is dat we dan pas weten of het risico zich heeft voorgedaan. Het rendement kan immers ook tegenvallen en dan zelfs lager zijn dan de risicovrije marktrente. Het inrekenen van de marktrente zit daarmee ook verpakt in wat we aan pensioen beloven aan alle deelnemers. Alles wat daarboven binnenkomt, is een compensatie voor gelopen beleggingsrisico.

Het vermogen van de pensioenfondsen moet bij voorkeur sneller groeien dan de kosten van de aan iedereen beloofde pensioenen. Deze pensioenverplichtingen nemen namelijk niet alleen toe als de rente lager wordt, maar ook als we langer leven. We moeten (mogen) meer jaren uitbetalen aan mensen die na hun pensioen door toename van de levensverwachting bijvoorbeeld zeven jaar langer leven, dan waarvoor ze premie hadden betaald. Meer geld in kas is dan nodig om de belofte na te komen.

Aanpassing

De dalende rente heeft gezorgd voor hogere pensioenverplichtingen, maar in sommige gevallen ook voor hogere rendementen. Gelukkig maar, want daarmee konden de pensioenfondsen de toenemende verplichtingen een beetje bijhouden.

Ook in de toekomst kunnen we best rendementen halen die boven de marktrente liggen. We weten het niet zeker, maar er is een gerede kans dat het lukt. Waarom zouden we daar dan niet mee rekenen? Dat is precies het voorstel van de briefschrijvers. Dat moet dan wel op een prudente wijze gebeuren, zeggen ze. Dat klinkt goed, maar er zit wel een groot nadeel aan.

Legere pot

Door de verdeelregel op basis van de marktrente wordt dus bepaald hoeveel er naar de ouderen gaat en hoeveel naar de jongeren. De huidige rekenrente is de afspraak waarmee het systeem vanaf 2007 gewerkt heeft. Stel nu dat je de huidige marktrente neemt en je doet er 2% extra (prudente) risicopremie boven op als rekenrente. Dan stijgt de dekkingsgraad bij een gemiddeld pensioenfonds met grofweg 30%. Dan hoeft het fonds dus niet te korten, maar mag het zelfs indexeren. Dat klinkt te mooi om waar te zijn, en dat is het dan ook… want de gepensioneerden krijgen dit geld direct uitbetaald.

De gezamenlijke pensioenpot is na indexeren (of niet-korten) iets leger dan dat deze zou zijn bij de eerdere regel met lagere rekenrente. Dit gaat zo jaren door. Tegen de tijd dat de jongeren aan de beurt zijn is de dekkingsgraad door het snellere uitbetalen van geld aan eerdere generaties gepensioneerden, aanzienlijk lager. Stel dat je in plaats van 0,5% kort nu 2% indexeert, dan betaal je ieder jaar 2,5% meer uit dan onder de oude methode. Na een aantal jaren loopt dat snel op.

Beleggingsrisico naar jongeren

Ondertussen hebben die jongeren wel het volle beleggingsrisico gelopen, terwijl de risicopremie al was uitgedeeld via de hogere rekenrente. Zo krijgen de jongeren meer ongecompenseerd risico en minder pensioen dan dat ze bij een risicovrije rekenrente zouden hebben gekregen. Bij 2% verhoging van de rekenrente leveren jongeren grofweg 20% tot 30% van hun opgebouwde pensioenvermogen in voor ouderen. De verandering van de rekenmethode schuift dus geld van jongeren naar ouderen, terwijl het risico bij de jongeren blijft. Als het fout gaat maken ze verlies, maar hebben ze de verwachte winst aan de ouderen betaald. Als het heel goed gaat, maken ze net als de ouderen winst maar die hebben dan de verwachte winst er bovenop al eerder gehad. Jongeren zijn altijd slechter af bij deze aanpak.

Veel mensen begrijpen niet wat er gebeurt als je opeens gaat rekenen met ‘prudent verwacht rendement’ en dat dit marktwaarde herverdeelt tussen generaties. Dit komt door twee mechanismen die door de briefschrijvers niet worden onderkend. Ten eerste wordt er door de hogere dekkingsgraad nu al meer geld uitgekeerd, dat straks niet meer in kas zit. Ten tweede wordt de risicopremie geïncasseerd, maar staat het risico zelf nog open. Wat je dan doet is dat je de (risico)premie die nog niet is gerealiseerd alvast uitbetaalt aan gepensioneerden, terwijl je het bijbehorende toekomstige beleggingsrisico bij de jongeren laat. De briefschrijvers mogen pleiten voor deze systematiek, maar vertel dan wel het hele verhaal.

Auteurs

Categorieën

1 reactie

  1. A. Melchers
    5 jaar geleden

    Wat ik niet zo goed snap is de bewering dat groep van 40 iets verzwijgt.
    Ik lees dat alsof deze groep halve waarheden verkondigt.
    Voor mij draagt zo'n stellingname niet bij aan het vertrouwen dat uiteindelijk de rede zal zegevieren.
    -
    Het is misschien veel te moeilijk geworden, en inmiddels hebben allerlei partijen zich ingegraven om hun respectievelijke territoria te verdedigen.
    Het gaat zoals gewoonlijk om het verdedigen van bevoegdheden en het vermijden van verantwoordelijkheden.
    Het begint nu bepaald vinnig te worden, niet in de laatste plaats omdat nu inmiddels reputaties op het spel zijn gezet. De inzetten worden hoger, en mijn voorstel zou zijn om "rien ne va plus" te roepen voordat er een partij "va banque" gaat en alles kwijt raakt.
    Tijdens de "rien ne va plus" periode zal blijken hoe degelijk reputaties zijn, en ook welke keizer er geen kleren aan heeft.
    -
    Maar even terug naar de basis. De ECB rente is onder nul, en er wordt door de ECB nog steeds flink geld in de economie gepompt. Omdat rente de prijs van het geld is, en er meer aanbod dan vraag naar euro's is, zal de eurorente verder dalen.
    Als je nu een deposito zou plaatsen krijg je (bijna) geen rente. Het is net als met het parkeren van je auto: je moet gewoon betalen.
    Maar als je voor je deposito geen rente krijgt, dus aan het eind van de looptijd maximaal je inleg terugkrijgt, waarom zou je bij een pensioenfonds dan beter af zijn?
    Vergeet niet dat de inleg van de huidige gepensioneerden destijds kon worden herbelegd tegen rentepercentages ver boven de toenmalige rekenrente van 4% waardoor de premiestijging kon meevallen. En dat ondanks de vergrijzingsgolf waarvan we sinds de babyboom van de jaren 1946-1955 exact wisten wanneer die zou toeslaan.
    -
    Met andere woorden: spaarders van vandaag krijgen 0%
    Waarom zou dat voor pensioenspaarders anders zijn?
    -
    En nog basaler: de euro heeft een negatieve rente, en worden schier onbeperkt bijgedrukt.
    Waarom zou je euro's naar de toekomst willen schuiven? Wie wil er in de toekomst nog euro's?
    -
    Misschien dat deze vraag te eenvoudig is, of misschien wel heel dom, maar laat ik dan maar degene zijn die deze vraag stelt.