Ga direct naar de content

Maak einde aan penetrant geurende polderpuree

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 26 2013

Het sociaal akkoord maakt een prematuur einde aan de Participatiewet die op het punt stond door gemeenten uitgevoerd te gaan worden. Werkzoekende arbeidsgehandicapten zullen aangewezen worden op een in Den Haag uitgetekend regionaal Werkbedrijf. Toekomstige werkzoekenden en gemeenten gaan daarmee een hoge prijs betalen voor de rust in de polder.

Het sociaal akkoord rept van 35 zogeheten Werkbedrijven van waaruit mensen aan het werk kunnen worden geholpen. Wat was er tot vorige week gaande? De Participatiewet is na jarenlange voorbereiding net door de Raad van State goedgekeurd en stond op het punt door gemeenten uitgevoerd te worden. De wet was een uitvloeisel van de Commissie de Vries die werken naar vermogen wilde stimuleren en een minder groot beroep wilde op collectieve regelingen zoals de Wet Sociale Werkvoorziening en de Wajong. 

De participatiewet is naast de AWBZ en de jeugdzorg een van de drie grote voorgenomen decentralisaties. Hoewel de opgaven voor gemeenten imposant zijn, is er wel een inhoudelijke logica: breng de publieke dienst daar onder waar die het best uitgevoerd kan worden, met de beste informatie en bijbehorende financiële prikkels. De decentralisaties leiden tot een groter beroep op zelfredzaamheid en sociale cohesie en laten zien dat sociaal beleid in samenhang bezien moet worden. Mensen in de bijstand doen nu bijvoorbeeld met behoud van uitkering werkervaring op in sociale werkplaatsen.

Het sociaal akkoord dreigt deze logische ontwikkeling terug te draaien en zowel voor werkzoekende arbeidsgehandicapten als voor gemeenten heel slecht uit te pakken.

Ten eerste schieten werkzoekende arbeidsgehandicapten niets op met een plan waarin werkgevers op landelijk niveau een baangarantiedoelstelling afgeven. Zo’n garantie is niet alleen een loze belofte op dat schaalniveau maar gaat ook niet werken omdat individuele werkgevers dit gewoon niet gaan betalen.  

Een rekenvoorbeeld: een 100% productieve medewerker in de plantsoenendienst kost de werkgever circa 37.000 euro: 27.000 euro salaris en 10.000 euro overhead. Als een werkgever straks voor hetzelfde werk twee arbeidsgehandicapten in dienst neemt, kost hem dat 74.000 euro en krijgt hij via loonkostensubsidie maar 22.000 euro terug, resulterend in kosten van 52.000 euro. Gaat deze werkgever deze 15.000 euro extra betalen? Het is incidenteel denkbaar vanuit een oprecht gevoeld sociale verantwoordelijkheid, maar zeker niet onder druk van door werkgeversbaas Wientjes afgegeven ‘landelijke baangarantie’.

Op dit moment slagen gemeenten erin zo’n 100.000 arbeidsgehandicapten aan het werk te krijgen in sociale werkplaatsen. Jaar in jaar uit worden door de sociale werkplaatsen actief nieuwe banen gezocht en gecreëerd. Heldhaftig beloven werkgevers nu 2.500 (!) banen jaarlijks te ‘creëren’. Voor de rest wacht een door het sociaal akkoord in het leven geroepen nieuwe categorie uitkeringsgerechtigden op kosten van de belastingbetaler. Na de Wajong en de WAO dreigt de geschiedenis zich te herhalen. Het is niet in te zien wat er ‘sociaal’ is aan dit akkoord.

Ook de gemeenten worden de dupe van de polderpolonaise. De gedachte dat je de loonwaarde van een werknemer op landelijk niveau met protocollen kunt vastleggen, staat volkomen haaks op de praktijk: de postbode weet hoeveel brieven hij rond kan brengen na 3 maanden werken en de medewerker groen hoeveel perken hij kan schoffelen. Huidige sociale werkplaatsen halen hun werk voor 70-80% uit de lokale omgeving (opdrachten gemeenten in groen/schoonmaak), individuele detacheringen bij het MKB (de koffiejuffrouw) en deels uit samenwerkingsverbanden met het bedrijfsleven. Opdrachten met landelijk opererende bedrijven bedragen op dit moment slechts zo’n 10% tot 20% van het totale werk.

Op dit moment komen dus tienduizenden personen aan het werk via de gemeenten. Met de beoogde fusies tot supraregionale werkbedrijven zal dit dramatisch in elkaar zakken. De werkgever zou alleen in theorie ook kunnen bijdragen aan de financiering van de Werkbedrijven maar gaat dit niet doen. Uit alle studies blijkt dat er geld bij moet, zeker waar het de zwaarste gevallen van arbeidsgehandicapten betreft. Geld dat gemeenten mogen ophoesten.

Voor de gemeenten betekent dit sociaal akkoord daarom een financieel drama. Ze zaten niet aan tafel in Den Haag en mogen het verschil bijleggen dat de werkgever zelf niet gaat betalen (de bovengenoemde 15.000 euro) of als alternatief een volledige uitkering betalen. Daarnaast staan zij als enige financier aan de lat voor het inrichten van de Werkbedrijven en de reorganisatiekosten, terwijl ze geen invloed uit kunnen oefenen en er niet op budget gestuurd kan worden.

Het sociaal akkoord is niet alleen een democratisch curiosum maar ook een inhoudelijke blamage. Doordat gemeenten niet aan tafel zaten, is voor een oplossing gekozen die misschien voor de onderhandelende partijen verkocht kan worden aan de achterban maar die geen enkel maatschappelijk probleem oplost, toekomstige arbeidsgehandicapte werkzoekenden het bos instuurt en gemeenten in de financiële problemen brengt. Aan de Tweede Kamer de schone taak een einde te maken aan deze penetrant geurende polderpuree.

Co-auteur Robert Capel is organisatieadviseur sociale zekerheid, artikel op 26-4 verschenen in de volkskrant

 

Auteur

Categorieën